Maaike Feitsma in NRC - 27 mei 2014

1
19 DINSDAG 27 MEI 2014 NRC HANDELSBLAD Wetenschap DOCTOR Nederlandse mode: sober én bontgekleurd D é Nederlandse identiteit be- staat niet, constateerde ko- ningin Máxima toen nog prinses in 2007, tot verontwaardi- ging van velen. Maar ook wat wij ver- staan onder Nederlandse mode is niet onder een noemer te vangen, constateerde kunsthistorica Maaike Feitsma (32). Een paar grote lijnen ontdekte ze wel. Ik wist niet dat je kunt promoveren op mode. Fashion Studies is een erg nieuw vakgebied. In verschillende landen doen wetenschappers sinds kort on- derzoek naar de samenhang tussen nationale identiteit en mode. Ik heb gekeken vanuit de geschiedenis.Wat is typisch Nederlandse mode? Dé Nederlandse mode-identiteit heb ik niet kunnen vinden. Wel ver- schillen in wat mensen er onder ver- staan. De soberheid van de Neder- landse ontwerpers die in de jaren 1990 doorbreken in Parijs bijvoor- beeld. Dat zijn Alexander van Slob- be, en het ontwerperscollectief le Cri Néerlandais met onder meer Vik- tor en Rolf. Hun stijl wordt bestem- peld als Dutch Modernism. Ze haken in op een beeld van typisch Neder- landse vormgeving dat sinds 1900 bestaat, met nadruk op functionali- teit en constructie. Ze gebruiken so- bere kleuren en experimenteren met de essentie van het kledingstuk. Wat maakt een broek een broek? Als bijvoorbeeld de hals van een over- hemd niet op de plaats zit waar je hoofd doorheen steekt, maar op de schouder, is het dan nog een over- hemd? In avant-garde tijdschriften wor- den zij gepresenteerd als de Neder- landse mode. Maar in de Nederland- se damesbladen Margriet en Elegan- ce zie je dat perspectief tussen 1960 en 2005 helemaal niet. Daarin gaat het vooral over: kun je er makkelijk mee op de fiets en is het goed was- baar? Het tegenovergestelde van sober en functioneel is de mode van drie Nederlandse merken, Oilily, Mac en Maggie en Cora Kemperman. Die zijn juist met een bont kleurenpalet succesvol. Rond 1800 staan bontge- kleurde streekdrachten ook voor ty- pisch Nederlands. Door een historische bril bekeken zouden we deze merken dus ook ty- pisch Nederlands kunnen noemen.Het icoon van de Nederlandse dracht is toch de spijkerbroek? De laatste tijd bestempelen de me- dia inderdaad de spijkerbroek als ty- pisch Nederlands. We hebben ook veel goede denim-ontwerpers. Am- sterdam riep zichzelf onlangs uit als denim capital of the world. Ik vind het interessant dat mensen dat zo vanzelfsprekend vinden. Het past blijkbaar bij bestaande ideeën van Nederlandsheid: functioneel, prak- tisch, en egalitair. Het is maar de vraag of Nederlan- ders de meeste spijkerbroeken ter wereld dragen. Er zijn hier ook heel veel mensen die sportschoenen dra- gen, maar dat zien we niet als ty- pisch Nederlands.Van welke look hou je zelf? Ik draag altijd jurken, en ik hou van vintage. Ik heb ook een paar stukken van Nederlandse ontwerpers, zoals Avelon, Joline Jolink en Marcha Hü- skes. Die draag ik als ik op internati- onale congressen over mijn onder- zoek vertel. Van buitenlandse ont- werpers heb ik niets. Je kunt je geld maar een keer uitgeven, en als pro- movenda moet je er wel even voor sparen. Niki Korteweg Maaike Feitsma verdedigde haar proefschrift Nederlandse mode? Een verkenning van mythevorming en be- tekenissenvandaag om 10.30 uur aan de Radboud Universiteit Nijme- gen. BACTERIËN WHO faalde bij aanpak antibiotica-resistentie AMSTERDAM. De toenemende an- tibioticaresistentie van bacteriën moet op dezelfde manier worden aangepakt als de drijfgassen en de CO2-uitstoot: door internationale akkoorden op basis van weten- schappelijke consensus. De afgelo- pen 20 jaar is er steeds geroepen dat wereldwijde coördinatie nodig is, schrijven twee Britse deskundi- gen in een vrijdag gepubliceerd commentaar in Nature, maar die kwam er niet. De Wereldgezond- heidsorganisatie (WHO) heeft de kans laten lopen de leiding te ne- men, vinden ze. Het grote pro- bleem is dat in de veeteelt antibio- tica als groeibevorderaar worden gebruikt en dat nog werkzame an- tibiotica in veel landen veel te ruim worden voorgeschreven. (NRC) WALVIS Bultrug bestaat uit drie ondersoorten AMSTERDAM. Bultruggen komen wereldwijd voor, maar vormen sa- men niet één uniforme soort. Ze kunnen in drie ondersoorten wor- den onderverdeeld: een zuidelijke, Noord-Atlantische en Noord-Paci- fische. Dat schreven biologen woensdag in Proceedings of the Royal Society B. Ze deden DNA-on- derzoek bij duizenden bultruggen (Megaptera novaeangliae). De twee noordelijke bultrugpopulaties hebben zich tussen de 50.000 en 200.000 jaar geleden van de zui- delijke afgesplitst. (NRC) HIV-VACCIN Baby-afweer keert zich soms snel tegen hiv AMSTERDAM. Baby s die met hiv besmet raken, door bevalling of moedermelk, maken soms al heel snel breedwerkende neutralise- rende antilichamentegen het vi- rus. Onderzoekers uit de VS en Ke- nia beschreven de vondst zondag in Nature Genetics. Zulke afweerli- chamen zijn de droom van vaccin- ontwikkelaars. Die zouden graag een vaccin maken dat breedwer- kende antilichamen opwekt, tegen alle hiv-mutanten. Dat is nog niet gelukt. De onderzoekers hopen dat de snelle antilichaamvorming bij kinderen nieuwe wegen naar een vaccin wijzen. (NRC) DNA-mutatie hazenlip is subtiel Door onze redactie wetenschap AMSTERDAM. Van een van de twee belangrijkste DNA-varianten waar- door schisis (een hazenlip) ontstaat is eindelijk duidelijk hoe die werkt. De DNA-variant zit niet in een gen, maar in een stuk DNA dat genen aan- en uit- schakelt die betrokken zijn bij de vor- ming van neus en mond. De studie is uitgevoerd door het Eu- ropees Moleculair Biologie Laborato- rium (EMBL) in Heidelberg en ver- scheen zondag online in Nature Gene- tics. De Duitse auteurs van het onder- zoek schrijven dat een schisislip het extreme uiteinde is van een spec- trumvan normale variatie in ge- zichtsvorm. Zij denken dat menselijke embryos die deze DNA-variant bezit- ten, vatbaar zijn voor allerlei kleine verstoringen, zoals wanneer de moe- der rookt of suikerziekte heeft. De hypothese verklaart waarom de meeste kinderen met een gespleten lip (met of zonder een gespleten gehe- melte) verder niet of nauwelijks afwij- kingen hebben. Die kinderen 70 pro- cent van alle kinderen met schisis hebben blijkbaar geen ernstige muta- ties in hun DNA. Eén op de 1.000 Euro- peanen wordt geboren met een ge- spleten lip en/of gehemelte. Het onderzoek gaat over een van de twee belangrijkste DNA-varianten voor schisis. Die variant (op locus 8q24) werd in 2009 beschreven en komt vooral onder Europeanen met schisis veel voor. Locus 8q24 is een stukje DNA dat geen duidelijke functie had. Uit het Duitse onderzoek, uitge- voerd bij muizen, blijkt nu dat het ge- biedje de activiteit van ontwikkelings- genen regelt die elders op hetzelfde chromosoom liggen. En dat regelwerk gebeurt alleen rond de mond en neus. De muizenembryos met mutaties in dat DNA-gebiedje kregen lang niet altijd een schisis. De meeste hadden een iets andere snuitvorm; 8 van de 121 kregen een schisis. Daarnaast hadden alle embryos in die weefsels een iets geringere eiwitproductie. Ook bij mensen kan zo schisis ont- staan, denken de Duitsers. Zij hadden dan in aanleg een iets andere gezichts- vorm, plus een machinerie voor eiwit- productie die wat gevoeliger is voor nadelige milieu-invloeden. Zo kan het kind verder gezond geboren worden, maar toch een schisis hebben. Genetica Duits onderzoek verklaart waarom veel kinderen met een hazenlip verder gezond zijn. Evolutie De kleine kiwi blijkt naaste verwant van reusachtige olifantsvogel FOTO KYLE DAVIS EN PAUL SCOFIELD AMSTERDAM. De kiwi is zo klein als een kip en scharrelt rond op Nieuw-Zeeland. De uitgestorven olifantsvogel kwam voor op Madagaskar, was twee tot drie meter hoog en legde eieren van dertig centimeter groot. En tóch zijn de twee loopvo- gels naaste verwanten van elkaar. Dat blijkt uit DNA-onderzoek dat vrijdag werd gepubliceerd in Science. Deze ontdekking betekent dat de voorouder van ál- le loopvogels nog kon vliegen. Het traditionele idee was dat deze voorouder al een loper was. Deze oerloopvogel zou op het zuidelijke supercontinent Gondwa- na hebben geleefd. Toen dat continent uit elkaar viel (180 tot 100 miljoen jaar ge- leden), splitsten deze oerpopulatie zich. In Afrika werden het struisvogels, op Ma- dagaskar olifantsvogels en op Nieuw-Zeeland kiwis. Maar de nieuwe loopvogel- stamboom volgt niet het patroon van het opbreken van Gondwana: Madagaskar en Nieuw-Zeeland waren nooit naaste buren. De voorouders van kiwis, olifantvo- gels en andere loopvogels hebben hun leefgebieden dus vliegend bereikt, nádat Gondwana uit elkaar viel. Pas daarna zijn ze het vliegen verleerd.

description

Interview in de rubriek Doctor - ''Nederlandse mode: sober én bontgekleurd''

Transcript of Maaike Feitsma in NRC - 27 mei 2014

Page 1: Maaike Feitsma in NRC - 27 mei 2014

19D�I�N�S�DAG�27�MEI 2�0�14N RC HANDEL SBLADWe t e n s c h a p

D�O�CTO�R

Nederlandse mode: sober én bontgekleurd

D é Nederlandse identiteit be-staat niet, constateerde ko-ningin Máxima – toen nog

prinses – in 2007, tot verontwaardi-ging van velen. Maar ook wat wij ver-staan onder Nederlandse mode isniet onder een noemer te vangen,constateerde kunsthistorica MaaikeFeitsma (32). Een paar grote lijnenontdekte ze wel.

Ik wist niet dat je kunt promoverenop mode.„Fashion Studies is een erg nieuwvakgebied. In verschillende landendoen wetenschappers sinds kort on-derzoek naar de samenhang tussennationale identiteit en mode. Ik hebgekeken vanuit de geschiedenis.”

Wat is typisch Nederlandse mode?

„Dé Nederlandse mode-identiteitheb ik niet kunnen vinden. Wel ver-schillen in wat mensen er onder ver-staan. De soberheid van de Neder-landse ontwerpers die in de jaren1990 doorbreken in Parijs bijvoor-beeld. Dat zijn Alexander van Slob-be, en het ontwerperscollectief leCri Néerlandais met onder meer Vik-tor en Rolf. Hun stijl wordt bestem-peld als Dutch Modernism. Ze hakenin op een beeld van typisch Neder-landse vormgeving dat sinds 1900bestaat, met nadruk op functionali-teit en constructie. Ze gebruiken so-bere kleuren en experimenterenmet de essentie van het kledingstuk.Wat maakt een broek een broek? Alsbijvoorbeeld de hals van een over-hemd niet op de plaats zit waar jehoofd doorheen steekt, maar op de

schouder, is het dan nog een over-hemd?

„In avant-garde tijdschriften wor-den zij gepresenteerd als de Neder-landse mode. Maar in de Nederland-se damesbladen Margriet en Elegan-ce zie je dat perspectief tussen 1960en 2005 helemaal niet. Daarin gaathet vooral over: kun je er makkelijkmee op de fiets en is het goed was-b a a r?

„Het tegenovergestelde van soberen functioneel is de mode van drieNederlandse merken, Oilily, Mac enMaggie en Cora Kemperman. Diezijn juist met een bont kleurenpaletsuccesvol. Rond 1800 staan bontge-kleurde streekdrachten ook voor ty-pisch Nederlands.

„Door een historische bril bekekenzouden we deze merken dus ook ty-

pisch Nederlands kunnen noemen.”

Het icoon van de Nederlandsedracht is toch de spijkerbroek?„De laatste tijd bestempelen de me-dia inderdaad de spijkerbroek als ty-pisch Nederlands. We hebben ookveel goede denim-ontwerpers. Am-sterdam riep zichzelf onlangs uit alsdenim capital of the world. Ik vindhet interessant dat mensen dat zovanzelfsprekend vinden. Het pastblijkbaar bij bestaande ideeën vanNederlandsheid: functioneel, prak-tisch, en egalitair.

„Het is maar de vraag of Nederlan-ders de meeste spijkerbroeken terwereld dragen. Er zijn hier ook heelveel mensen die sportschoenen dra-gen, maar dat zien we niet als ty-pisch Nederlands.”

Van welke look hou je zelf?„Ik draag altijd jurken, en ik hou vanvintage. Ik heb ook een paar stukkenvan Nederlandse ontwerpers, zoalsAvelon, Joline Jolink en Marcha Hü-skes. Die draag ik als ik op internati-onale congressen over mijn onder-zoek vertel. Van buitenlandse ont-werpers heb ik niets. Je kunt je geldmaar een keer uitgeven, en als pro-movenda moet je er wel even voorsp a re n . ”

Niki�Korteweg

Maaike�Feitsma�verdedigde�haarproefschrift�“Nederlandse�mode?�Eenverkenning�van�mythevorming�en�be-t�e�ke�n�i�s�s�e�n” vandaag�om�10.30�uuraan�de�Radboud�Universiteit�Nijme-gen.

B�ACT�E�R�I��N

‘WHO faalde bij aanpaka n t i b i o t i c a - re s i s t e n t i e ’AMSTERDAM.�De toenemende an-tibioticaresistentie van bacteriënmoet op dezelfde manier wordenaangepakt als de drijfgassen en deCO2- u i t s to o t : door internationaleakkoorden op basis van weten-schappelijke consensus. De afgelo-pen 20 jaar is er steeds geroependat wereldwijde coördinatie nodigis, schrijven twee Britse deskundi-gen in een vrijdag gepubliceerdcommentaar in N ature, maar diekwam er niet. De Wereldgezond-heidsorganisatie (WHO) heeft „dekans laten lopen de leiding te ne-m e n”, vinden ze. Het grote pro-bleem is dat in de veeteelt antibio-tica als groeibevorderaar wordengebruikt en dat nog werkzame an-tibiotica in veel landen veel te ruimworden voorgeschreven. (NRC)

WA�LV�I�S

Bultrug bestaat uit drieo n d e rs o o r t e nA�M�ST�E�R�DA�M�.�Bultruggen komenwereldwijd voor, maar vormen sa-men niet één uniforme soort. Zekunnen in drie ondersoorten wor-den onderverdeeld: een zuidelijke,Noord-Atlantische en Noord-Paci-fische. Dat schreven biologenwoensdag in Proceedings of theRoyal Society B. Ze deden DNA-on-derzoek bij duizenden bultruggen(Megaptera novaeangliae). De tweenoordelijke bultrugpopulatieshebben zich tussen de 50.000 en200.000 jaar geleden van de zui-delijke afgesplitst. (NRC)

H�I�V-VACC�I�N

Baby-afweer keert zichsoms snel tegen hivAMSTERDAM.�Baby ’s die met hivbesmet raken, door bevalling ofmoedermelk, maken soms al heelsnel ‘breedwerkende neutralise-rende antilichamen’ tegen het vi-rus. Onderzoekers uit de VS en Ke-nia beschreven de vondst zondagin Nature Genetics. Zulke afweerli-chamen zijn de droom van vaccin-ontwikkelaars. Die zouden graageen vaccin maken dat breedwer-kende antilichamen opwekt, tegenalle hiv-mutanten. Dat is nog nietgelukt . De onderzoekers hopendat de snelle antilichaamvormingbij kinderen nieuwe wegen naareen vaccin wijzen. (NRC)

DNA-mutatie hazenlip is subtiel

Door�onze�redactie�wetenschap

AMSTERDAM.�Van een van de tweebelangrijkste DNA-varianten waar-door schisis (een ‘h a z e n l i p’) ontstaatis eindelijk duidelijk hoe die werkt. DeDNA-variant zit niet in een gen, maarin een stuk DNA dat genen aan- en uit-schakelt die betrokken zijn bij de vor-ming van neus en mond.

De studie is uitgevoerd door het Eu-ropees Moleculair Biologie Laborato-rium (EMBL) in Heidelberg en ver-scheen zondag online in Nature Gene-tics. De Duitse auteurs van het onder-zoek schrijven dat een schisislip „hetextreme uiteinde is van een spec-t r u m” van normale variatie in ge-zichtsvorm. Zij denken dat menselijkeembr yo’s die deze DNA-variant bezit-ten, vatbaar zijn voor allerlei kleineverstoringen, zoals wanneer de moe-der rookt of suikerziekte heeft.

De hypothese verklaart waarom demeeste kinderen met een gespletenlip (met of zonder een gespleten gehe-melte) verder niet of nauwelijks afwij-

kingen hebben. Die kinderen – 70 pro-cent van alle kinderen met schisis –hebben blijkbaar geen ernstige muta-ties in hun DNA. Eén op de 1.000 Euro-peanen wordt geboren met een ge-spleten lip en/of gehemelte.

Het onderzoek gaat over een van detwee belangrijkste DNA-variantenvoor schisis. Die variant (op locus8q24) werd in 2009 beschreven enkomt vooral onder Europeanen metschisis veel voor. Locus 8q24 is eenstukje DNA dat geen duidelijke functiehad. Uit het Duitse onderzoek, uitge-voerd bij muizen, blijkt nu dat het ge-biedje de activiteit van ontwikkelings-genen regelt die elders op hetzelfde

chromosoom liggen. En dat regelwerkgebeurt alleen rond de mond en neus.

De muizenembryo’s met mutatiesin dat DNA-gebiedje kregen lang nietaltijd een schisis. De meeste haddeneen iets andere snuitvorm; 8 van de 121kregen een schisis. Daarnaast haddenalle embryo’s in die weefsels een ietsgeringere eiwitproductie.

Ook bij mensen kan zo schisis ont-staan, denken de Duitsers. Zij haddendan in aanleg een iets andere gezichts-vorm, plus een machinerie voor eiwit-productie die wat gevoeliger is voornadelige milieu-invloeden. Zo kan hetkind verder gezond geboren worden,maar toch een schisis hebben.

Genetica

Duits onderzoek verklaartwaarom veel kinderen met eenhazenlip verder gezond zijn.

Evo�l�u�t�i�e�De�kleine�kiwi�blijkt�naaste�verwant�van�reusachtige�olifantsvogel

FOTO

�KYL

E�DAV

IS�EN�PAUL�SC

OFIEL

D

AMSTERDAM.�De�kiwi�is�zo�klein�als�een�kip�en�scharrelt�rond�op�Nieuw-Zeeland.De�uitgestorven�olifantsvogel�kwam�voor�op�Madagaskar,�was�twee�tot�drie�meterhoog�en�legde�eieren�van�dertig�centimeter�groot.�En�tóch�zijn�de�twee�loopvo-gels�naaste�verwanten�van�elkaar.�Dat�blijkt�uit�DNA-onderzoek�dat�vrijdag�w�e�rdgepubliceerd�in�S�c�i�e�n�ce�.Deze�ontdekking�betekent�dat�de�voorouder�van�ál-le�loopvogels�nog�kon�vliegen.�Het�traditionele�idee�was�dat�deze�voorouder�aleen�loper�was.�Deze�oerloopvogel�zou�op�het�zuidelijke�supercontinent�Gondwa�-

na�hebben�geleefd.�Toen�dat�continent�uit�elkaar�viel�(180�tot�100�miljoen�jaar�ge-leden),�splitsten�deze�oerpopulatie�zich.�In�Afrika�werden�het�struisvogels,�op�Ma-d�a�g�a�s�ka�r�olifantsvogels�en�op�Nieuw-Zeeland�kiwi’s.�Maar�de�nieuwe�loopvogel-stamboom�volgt�niet�het�patroon�van�het�opbreken�van�Gondwana:�M�a�d�a�g�a�s�ka�ren�Nieuw-Zeeland�waren�nooit�naaste�buren.�De�voorouders�van�kiwi’s,�olifantvo-gels�en�andere�loopvogels�hebben�hun�leefgebieden�dus�vliegend�bereikt,�nádatGondwana�uit�elkaar�viel.�Pas�daarna�zijn�ze�het�vliegen�verleerd.