NRC Handelsblad interview

1
E en gedicht. Net achter de voor- deur, in een zilveren lijstje. Ander Huis heet het. Speciaal geschreven voor de bewoners van dit huis door de Utrechtse stadsdichter Ingmar Heytze. Dit gedicht wordt jullie nieuwe huis [...] De ramen blijven heel, de auto kan gewoon voor de deur. Het enige teken dat wijst op de strijd die de bewoners, het homo- stel Hans van Gemmert en Ton Daal- huizen, hebben gevoerd. Hans en Ton ontvangen in een rus- tige woonkamer, een stille wijk in Nieuwegein. Afgelopen jaar werden de twee landelijk bekend nadat ze waren weggepest uit de Utrechtse wijk Terwijde. Een groep voorname- lijk allochtone jongeren maakte hun sinds de zomer van 2009 het leven zuur. In hun auto werd het woord homogekrast, er ging een steen met vuurwerk tegen de ruit, Daalhuizen werd met de dood bedreigd. Nadat ze een jaar geleden waren verhuisd, gingen Hans en Ton de strijd aan met gemeente en politie, die in hun ogen laks optraden tegen de jongeren. Ineens waren jullie hét gezicht van ho- modiscriminatie in Nederland. Hoe was dat? Ton: Heel vreemd. Het komt naar buiten dat je verhuist wegens homo- discriminatie en ineens staan er drie cameraploegen in je voortuin. Kran- ten, televisie... ons verhaal was overal. Dat was wat mij betreft niet gepland.Hans: Maar het was wel de eerste keer dat we het gevoel kregen dat er mensen achter ons stonden. We heb- ben het ook gebruikt om het pro- bleem zichtbaar te maken.Ton: De steun die we daarna kre- gen was hartverwarmend. Daar zijn we dankbaar voor.Waarom zijn jullie verhuisd? Hans: We hadden al zon lange strijd gevoerd. We zijn met die jongens in gesprek gegaan, met hun ouders. Maar steeds beschermden ze elkaar.Ton: En maar blijven ontkennen.Hans: Bij de gemeente en de poli- tie kregen we ook geen steun. Zij ba- gatelliseerden de zaak. Alsof ze voor het eerst zagen wat discriminatie is. De politie wist feilloos om wie het ging, maar steeds verzonnen ze voor ons gevoel een excuus om niet te hoeven optreden. Het zal wel mee- vallen, hoorden we telkens. En dat is nog steeds zo. Na ons is er nog een gezin gevlucht uit de wijk. Tegen de groep is weinig gedaan.De groep jongeren werd onderschat? Hans: Ja, jazeker. En ons gevoel is ook onderschat. We zijn maanden- lang gepest en getreiterd, uitge- scholden. Dat doet wat met je.Ton: Op een gegeven moment liep ik met de honden buiten. Riep een jongen: Houd me tegen, ik maak die man dood.Toen we dat vertel- den tegen onze contactpersoon bij de gemeente, antwoordde ze: Goh. Wat theatraal.The-a-tráál! Zo voelde ik dat helemaal niet. Ik was bang. Als je als gemeente zó reageert, dan schat je de situatie helemaal verkeerd in.Hans: Stel je voor dat je steeds achterom moet kijken op straat. Dat is heel heftig. Langzaam sijpelt er een gevoel van constante waakzaam- heid in je leven.Is dat gevoel weg na de verhuizing? Hans: Bij mij was dat meteen weg. Ik heb hier vanaf dag één heerlijk ge- slapen.Ton: Ik ben ingestort nadat we hier waren komen wonen.Ingestort? Ton: Ik heb de situatie altijd anders verwerkt dan Hans.Hans: Ik ging de strijd aan, vanaf het begin. Gemeente bellen, politie bellen. Actie! Ik ben geen vijftig jaar geworden om me te laten wegpesten door een groep jochies. Ton verwerk- te het anders: die probeerde het weg te drukken. Dat kwam er uit toen we hier eenmaal woonden.Ton: Er knakte iets. Ik wilde niet meer strijden. Toen heb ik ook tegen Hans gezegd: jij doet de media, ik wil er niks meer mee te maken hebben. In Terwijde ging ik s nachts mijn bed uit om de sloten te checken en in de tuin te kijken, omdat ik dacht dat ze vergiftigd vlees voor de honden over de schutting zouden gooien. Ook hier in Nieuwegein ben ik nog wel eens mijn bed uit geweest. Ik moest in therapie en ben dat nog steeds.Kijken jullie nu anders naar mensen? Hans: Zal ik je eens iets vertellen? Toen we hier kwamen wonen, heb- ben we de buurt uitgebreid gecheckt. Eigenlijk was onze enige wens: geen satellietschotels in de buurt. We wil- den niet meer tussen allochtonen wonen, omdat homoseksualiteit nog te moeilijk ligt in die cultuur. Krank- zinnig dat ik het mezelf hoor zeg- gen. Maar zo voelden we dat. We wil- den geen risico meer nemen.Ton: Het is moeilijk je visie op de maatschappij in stand te houden. We hebben allebei veel allochtone colle- gas en kunnen goed met hen op- schieten. Dat is het niet. Het zijn be- paalde groepen jongeren. Bij sommi- ge van hen zie ik een blik in hun ogen, die ik herken uit Terwijde. Een ongu- re blik. Die zie ik nu ook wel eens bij allochtone jongeren die ik voor de eerste keer zie. Daar schrik ik van.Kunnen jullie dit afsluiten? Hans: Voorlopig ben ik superstrijd- baar. Binnenkort begint de civiele zaak die we tegen gemeente, politie en het Openbaar Ministerie hebben aangespannen. We kunnen aanto- nen dat ze te weinig hebben gedaan. Daarom hebben we ook een schik- king van 35.000 euro afgewezen. Ik zit nu ook in het Landelijk Meld- punt Homodiscriminatie.Ton: Ik doe dat bewust niet. Na- tuurlijk steun ik Hans. Ik sta er ach- ter, maar zelf probeer ik het los te la- ten. Hoewel dat moeilijk blijft…” Enzo van Steenbergen H oe gaat het met het weggepeste homostel uit U trecht Het lukt nog steeds niet om het los te laten Rond de jaarwisseling belicht NRC Handelsblad gebeurtenissen die dit jaar het binnenlandse nieuws domineerden. Vandaag: het weggepeste homostel. 8 septem b er Op donderdag 8 september stel- de de U trechtse gemeenteraad de positie van burgemeester Aleid W olfsen ter discussie. D e raad nam het hem zeer kwalijk dat hij afstandelijk en weinig doortastend reageerde op het wegpesten van het homostel uit de wijk T erwijde. W olfsen gaf fouten toe, maakte ex cuses en overleefde het debat. Publicaties uit deze krant over de discriminatie van het Utrechtse homostel en de gevolgen ervan.

description

 

Transcript of NRC Handelsblad interview

Page 1: NRC Handelsblad interview

Een gedicht. Net achter de voor-deur, in een zilveren lijstje. Ander

Huis heet het. Speciaal geschrevenvoor de bewoners van dit huis doorde Utrechtse stadsdichter IngmarHeytze. „Dit gedicht wordt jullienieuwe huis [...] De ramen blijvenheel, de auto kan gewoon voor ded e u r. ” Het enige teken dat wijst opde strijd die de bewoners, het homo-stel Hans van Gemmert en Ton Daal-huizen, hebben gevoerd.

Hans en Ton ontvangen in een rus-tige woonkamer, een stille wijk inNieuwegein. Afgelopen jaar werdende twee landelijk bekend nadat zewaren weggepest uit de Utrechtsewijk Terwijde. Een groep voorname-lijk allochtone jongeren maakte hunsinds de zomer van 2009 het levenzuur. In hun auto werd het woord‘homo’ gekrast, er ging een steen metvuurwerk tegen de ruit, Daalhuizenwerd met de dood bedreigd. Nadatze een jaar geleden waren verhuisd,gingen Hans en Ton de strijd aan metgemeente en politie, die in hun ogenlaks optraden tegen de jongeren.

Ineens waren jullie hét gezicht van ho-modiscriminatie in Nederland. Hoewas dat?Ton: „Heel vreemd. Het komt naarbuiten dat je verhuist wegens homo-discriminatie en ineens staan er driecameraploegen in je voortuin. Kran-ten, televisie... ons verhaal was overal.Dat was wat mij betreft niet gepland.”

Hans: „Maar het was wel de eerstekeer dat we het gevoel kregen dat ermensen achter ons stonden. We heb-ben het ook gebruikt om het pro-bleem zichtbaar te maken.”

Ton: „De steun die we daarna kre-gen was hartverwarmend. Daar zijnwe dankbaar voor.”

Waarom zijn jullie verhuisd?Hans: „We hadden al zo’n lange strijdgevoerd. We zijn met die jongens ingesprek gegaan, met hun ouders.Maar steeds beschermden ze elkaar.”

Ton: „En maar blijven ontkennen.”Hans: „Bij de gemeente en de poli-

tie kregen we ook geen steun. Zij ba-gatelliseerden de zaak. Alsof ze voorhet eerst zagen wat discriminatie is.De politie wist feilloos om wie hetging, maar steeds verzonnen ze –voor ons gevoel – een excuus om niette hoeven optreden. Het zal wel mee-vallen, hoorden we telkens. En dat isnog steeds zo. Na ons is er nog eengezin gevlucht uit de wijk. Tegen degroep is weinig gedaan.”

De groep jongeren werd onderschat?Hans: „Ja, jazeker. En ons gevoel isook onderschat. We zijn maanden-lang gepest en getreiterd, uitge-scholden. Dat doet wat met je.”

Ton: „Op een gegeven momentliep ik met de honden buiten. Riepeen jongen: ‘Houd me tegen, ik maakdie man dood.’ Toen we dat vertel-den tegen onze contactpersoon bij degemeente, antwoordde ze: ‘Goh. Wattheatraal.’ The-a-tráál! Zo voelde ikdat helemaal niet. Ik was bang. Als jeals gemeente zó reageert, dan schatje de situatie helemaal verkeerd in.”

Hans: „Stel je voor dat je steedsachterom moet kijken op straat. Dat

is heel heftig. Langzaam sijpelt ereen gevoel van constante waakzaam-heid in je leven.”

Is dat gevoel weg na de verhuizing?Hans: „Bij mij was dat meteen weg.Ik heb hier vanaf dag één heerlijk ge-slapen.”

Ton: „Ik ben ingestort nadat wehier waren komen wonen.”

Ingestort?Ton: „Ik heb de situatie altijd andersverwerkt dan Hans.”

Hans: „Ik ging de strijd aan, vanafhet begin. Gemeente bellen, politiebellen. Actie! Ik ben geen vijftig jaargeworden om me te laten wegpestendoor een groep jochies. Ton verwerk-te het anders: die probeerde het wegte drukken. Dat kwam er uit toen wehier eenmaal woonden.”

Ton: „Er knakte iets. Ik wilde nietmeer strijden. Toen heb ik ook tegenHans gezegd: jij doet de media, ik wiler niks meer mee te maken hebben.In Terwijde ging ik ’s nachts mijn beduit om de sloten te checken en in detuin te kijken, omdat ik dacht dat zevergiftigd vlees voor de honden overde schutting zouden gooien. Ookhier in Nieuwegein ben ik nog weleens mijn bed uit geweest. Ik moestin therapie en ben dat nog steeds.”

Kijken jullie nu anders naar mensen?Hans: „Zal ik je eens iets vertellen?Toen we hier kwamen wonen, heb-ben we de buurt uitgebreid gecheckt.Eigenlijk was onze enige wens: geensatellietschotels in de buurt. We wil-den niet meer tussen allochtonenwonen, omdat homoseksualiteit nogte moeilijk ligt in die cultuur. Krank-zinnig dat ik het mezelf hoor zeg-gen. Maar zo voelden we dat. We wil-den geen risico meer nemen.”

Ton: „Het is moeilijk je visie op demaatschappij in stand te houden. Wehebben allebei veel allochtone colle-ga’s en kunnen goed met hen op-schieten. Dat is het niet. Het zijn be-paalde groepen jongeren. Bij sommi-ge van hen zie ik een blik in hun ogen,die ik herken uit Terwijde. Een ongu-re blik. Die zie ik nu ook wel eens bijallochtone jongeren die ik voor deeerste keer zie. Daar schrik ik van.”

Kunnen jullie dit afsluiten?Hans: „Voorlopig ben ik superstrijd-baar. Binnenkort begint de civielezaak die we tegen gemeente, politieen het Openbaar Ministerie hebbenaangespannen. We kunnen aanto-nen dat ze te weinig hebben gedaan.Daarom hebben we ook een schik-king van 35.000 euro afgewezen. Ikzit nu ook in het Landelijk Meld-punt Homodiscriminatie.”

Ton: „Ik doe dat bewust niet. Na-tuurlijk steun ik Hans. Ik sta er ach-ter, maar zelf probeer ik het los te la-ten. Hoewel dat moeilijk blijft…”

Enzo van Steenbergen

H oe gaat het met het weggepeste homostel uit U trecht

Het lukt nogsteeds niet omhet los te latenRond de jaarwisselingbelicht NRC Handelsbladgebeurtenissen die dit jaarhet binnenlandse nieuwsdomineerden. Vandaag: hetweggepeste homostel.

8 septem b erOp donderdag 8 september stel-de de U trechtse gemeenteraadde positie van burgemeesterAleid W olfsen ter discussie. D eraad nam het hem zeer kwalijkdat hij afstandelijk en weinigdoortastend reageerde op hetwegpesten van het homostel uitde wijk T erwijde. W olfsen gaffouten toe, maakte ex cuses enoverleefde het debat.

Publicaties uit deze krant over de discriminatie van het Utrechtse homostel en de gevolgen ervan.