Gezond Management Nrc 2010

1
12 ZOMER &CETERA 13 31 JULI & 1 AU G U ST U S 2 010 13 Nee, niet denken, In een interviewserie over zintuigen: Marco van Gorp, naar eigen zeggen aanraker van beroep. Ik verdien er veel geld mee, maar een vak is dit niet. tekst Pieter Kottman beeld David Galjaard H et bezoek mag zich uitkleden tot op de onderbroek. Daarna wordt het rondom even gemonsterd. In- eens voelt het twee priemende vin- gers in de zij, en wordt het bij de schouders ge- grepen. Ga maar liggen, wijst Marco van Gorp naar zijn smetteloze behandeltafel. Op je buik. Naar eventuele klachten vraagt hij niet. Men zou Van Gorp (45) jongensachtig uiter- lijk, doordringende, donkere blik die regelma- tig versterking krijgt van één fronsende wenk- brauw haptotherapeut kunnen noemen, maar zelf gebruikt hij dat woord liever niet. Haptono- mie, afgeleid van de oud-Griekse woorden hapsis (gevoel) en nomos (regel), richt zich op de wetma- tigheid van het gevoel. Van Gorp noemt zich voeler , aanraker , zijn vak is lichamelijk con- tact . Haptotherapeuten moeten zich houden aan de richtlijnen van de branche en dat wil hij niet. Ik zie het vak breder. Het maakt zijn bezigheden er niet duidelijker op en daarom hebben we afgesproken dat hij het woord bij de daad zal voegen. Voordat we over zijn werk gaan praten, zal hij het eerst aan- schouwelijk maken. Daar ligt de verslaggever dus. Van Gorp legt één hand op de linkerkant van diens onderrug en vraagt hem die hand bewust te voelen. Lukt dat? Het begin van het ant- woord luidt: Ik denk.... Nee, niet denken, zegt Van Gorp: Voelen! Hoe voelt die hand? Ok: zacht, groot, koel. Ik kan de vingers onderschei- den, de palm, de muis. Is dat voldoende? Bij wij- ze van antwoord prikt hij weer in mijn zij. An- ders dan de eerste keer, toen ik dat onverdraag- lijk vond, vind ik het nu geen probleem. De ver- klaring? Je bent één en al verzet en verdediging als het onverwacht gebeurt. Als het contact er eenmaal is, is ook het vertrouwen er en blijft de verdedigingsreflex achterwege. Zijn handen gaan van top tot teen over mijn huid, van schouders via rug en onderrug naar kuiten en terug. Dan priemt er opnieuw een vin- ger, nu aan de binnenzijde van een dij, wederom pijnlijk en onaangenaam. De verdedigingsre- flex, waarschijnlijk: er wordt nu niet gepraat. Vervolgens concentreren zijn handen zich op het bewuste linkerbeen. Heen en weer gaan ze van hiel tot bil. Plotseling tilt Van Gorp het been op, op twee plaatsen, aan de huid. Het voelt licht, hè?con- stateert hij. Dat komt, zegt hij, doordat het is aangeraakt. Hij kondigt aan het andere been te zullen optillen en dat zal zwaar voelen. Dat klopt. Maar, zeg ik, dat komt doordat hij van de andere zijde over de tafel buigt, dan heeft hij minder kracht. Hij loopt om de tafel heen en tilt aan de rechterzijde het rechterbeen op. Het voelt nog steeds zwaar. Pas nadat zijn handen enkele keren van bil tot hiel zijn gegaan, voelt ook dit been licht. We zijn er nog niet. Van Gorp klautert op de tafel, zet zijn handen aan weerszijden van mijn hoofd en plant zijn knieën tussen mijn schou- derbladen, aan weerszijden van de ruggegraat. Hij laat voelbaar zijn volle gewicht wegen in zijn knieën. Ik denk aan de foto op de website van zijn bedrijf. Daarop is Van Gorp in dezelfde hou- ding op een andere rug afgebeeld. Aan het einde van het consult had hij zijn han- den weer van top tot teen over mijn lichaam la- ten gaan, heen en weer terug, en hij had gezegd: Er is ruimte ontstaan. Je benen, je rug zijn twee keer zo lang geworden naar mijn gevoel. De kleren zijn weer aan, we praten, in zijn in rustieke stijl ingerichte behandelkamer. Daar- van zijn er zeven, vertelt hij, in het kapitale pand aan de Rotterdamse Mathenesserlaan waar zijn bedrijf Gezond Management in huist. Zo noemt hij niet alleen zijn bedrijf, maar ook wat hij doet. De vraag dient zich aan: wat doet hij eigenlijk? Wat is dit voor... vak? Het is geen vak, zegt Van Gorp eenvoudig. En steekt van wal. In de huid van de ander kruipen is geen vak. Ik verdien er veel geld mee, maar een vak is dit niet: het is een terugkeer naar het oudste zijn van de mens. Vóór de komst van het woord, vóór de ontwikkeling van het brein was de mens een ge- voelsdier, dat afging op zijn intuïtie en zijn in- stinct. Ik probeer mensen terug te brengen naar datgene wat ze vergeten zijn: wat voelen en aan- voelen is. Ik heb geen vak, maar een benade- ringswijze van de mens. Gevoelens, zegt Van Gorp, zijn veel ruimer dan de meeste mensen denken. Je kunt je lijf van top tot teen voelen, maar je kunt je gevoel ook naar buiten leggen. Aan kinderen op school wordt nooit gevraagd wat het belangrijkste is. Dat is hun stoel! Weten, voelen, erop vertrou- wen dat die achter je staat. In de schouwburg zie je mensen zich altijd omkeren naar hun stoel voor ze gaan zitten, hoewel ze weten dat die er is. Hun gevoel laat hen in de steek. Ze moeten de stoel eerst zien voor ze durven te gaan zitten. Van Gorp propageert, zegt hij zelf, het voelen. Daarvan is de moderne mens, en zeker die in de westerse cultuur, vervreemd. Op het metro- bankje gaan we scheef zitten, om degene naast ons maar vooral niet aan te raken. Dat is vreemd, het zou geweldig zijn als we de dag zouden beginnen door even rug aan rug te gaan staan met een vreemdeling. Even laten voelen: jij bent er, ik ben er, we respecteren elkaar. De enige taal die we spreken als we geboren worden is de aanraking. Een baby kraait van de pret als je hem over zijn billetjes aait. De eerste vier jaar van ons leven zijn cruciaal, maar ook als ouders hun kind veel knuffelen wordt vanaf het vierde levensjaar toch steeds meer afstand genomen van het voelen. Behalve voor seks. Is aanraken en aangeraakt worden niet gewoon het terrein van de seks? Nee, ik ga met mijn eigen vrouw en kinderen anders om dan met mensen die ik behandel. Er komt geen intimiteit bij kijken. We kunnen ook op een andere manier lichamelijk met elkaar praten. En als we dat zouden doen, dan zou het de samenleving helpen te ontspannen. Het is als het pellen van een ui: al die verdedigingsmecha- nismen moeten weg. Door elkaar aan te raken zijn mensen beter op de hoogte van elkaars aan- wezigheid, van de ruimte die zijzelf maar ook anderen nodig hebben. Voelen schept ruimte en vrijheid voor iedereen. Het gaat niet om genezen. Diagnoses stelt Van Gorp niet, de naam van zijn bedrijf verwijst niet naar ziekte, en hij heeft geen patiënten maar cliënten. Ik laat hooguit zien waar ze blokkades opbouwen. Die ontstaan door een disbalans tus- sen het denken en voelen, tussen IQ en EQ , hun emotionele intelligentiequotiënt. Door ze te hel- pen terug te keren naar hun gevoel reik ik hand- vatten aan om zich goed in hun vel te voelen. Hij behandelt van jong tot oud. Hij vertelt over de huilbaby die een darmoperatie had on- dergaan en constipatie had. Die kleine was ge- spannen en de darmpjes moesten op gang ko- men. Tijdens de aanraking zag je het hartritme op de monitor rustiger worden en een volle luier was de beloning. In 80 tot 90 procent van de ge- vallen hangen problemen samen met de benade- ringswijze van de ander. Iedereen kan zich prettig voelen, zegt hij, nu ja, behalve koningin Beatrix. In het keurslijf waarin zij zichzelf vast- zet, kan zij nooit de blijheid ontdekken die ook voor haar tot de mogelijkheden had behoord. V an Gorp wist altijd al dat hij dit wilde doen: mensen hun gevoel en daarmee hun zelfver- trouwen teruggeven. Hij was zes toen zijn opa een brommerongeluk kreeg. Hij zou nooit meer kunnen lopen, zeiden de dokters. We zien wel, zei opa. Binnen twee jaar liep hij weer als een kie- viet. Van Gorp werd dankzij het zelfvertrouwen van zijn grootvader fysiotherapeut. Maar al heel snel bevredigde dat me niet. Fysiotherapie is techniek en beperkt zich tot een klacht en pijn. Ik leerde niets over de ingang van de mens, over hoe de mens met zijn klacht omgaat. Hij verdiepte zich nog in osteopathie, een me- thode die erop gericht is de beweeglijkheid van het lichaam te bevorderen: Fantastisch, maar ik kroop nog steeds niet onder de huid van een an- der. Toen hoorde hij dat Ted Troost, de man die haptonomie bekendmaakte in Nederland, op zoek was naar een jonge gast die hij kon oplei- interviewserie zintuigen den. Haptotherapeut Troost, schrijver van het boek Het lichaam liegt nooit, was tot eind jaren negentig de fysiotherapeut van topsporters, van voetballers tot schakers. Hij werkte jarenlang als vertrouwensman bij AZ 67, behandelde wiel- renner Henk Lubberding, doelman Hans van Breukelen, ruiter Albert Voorn, tennisser Richard Krajicek, schaatster Yvonne van Gennip, voetbal- lers Van Basten, Gullit en Cruijff, schaatskampi- oen Hein Vergeer. Troost, inmiddels over de zeventig, woont al ja- ren in het buitenland. Onomstreden was hij niet. Sporters liepen met hem weg, maar hun omge- ving zag hem als een Raspoetin. Later behandelde de Rotterdammer Troost ook nog Pim Fortuyn. Ik kwam op audiëntie bij hem, voor mij de hoogheid Troost, nu twintig jaar geleden, en wist: hier ben ik thuis. Over mij zei hij later: dit is het ventje naar wie ik op zoek was. Ik heb me ont- wikkeld door over zijn schouder mee te kijken. Toen Ted emigreerde, heb ik de praktijk overge- nomen. Ik heb nu twaalf collegas in dienst. De tarieven voor een consult bij Gezond Mana- gement beginnen bij 125 euro per uur. Gemid- deld zijn er tien behandelingen nodig. Omdat Van Gorp zich niet wil conformeren aan de richt- lijnen van de haptotherapie, keren maar een paar verzekeringen een vergoeding uit voor zijn be- handelingen. Van Gorp werkt vooral voor het be- drijfsleven. Ik kom veel in bedrijven en als je hoort wat mensen elkaar, mooi verwoord, toevoe- gen tijdens vergaderingen, dan geloof je je oren niet. Het zijn gewoon beledigingen. Ik vraag dan: heb je je ooit afgevraagd hoe dat bij de ander aan- komt? Die mensen moeten gaan voelen!Namen noemen wil hij niet, maar Van Gorp ontvangt op de heimenige raad van bestuur. Die mensen worden geacht een team te vormen maar zijn dat in de praktijk vaak allerminst. Ze bakenen hun territorium af, en belemmeren de ruimte van de ander. Als ik de kans zie, laat ik ze op mijn behandeltafel op elkaar liggen. Pardon? Ja, ik leg die topmannen op elkaar. Ik nodig ze uit door elkaar heen te voelen. Ze leren elkaar aan te voelen zonder afstemming en dat leidt tot enorme verbetering van de samenwerking. Je legt ze op elkaar en dan zie je die gespannen massa van lieverlee smelten, ze versmelten met elkaar. Ze krijgen zachte, ronde en vooral open gezichten. Dat krijg je met vergaderen echt niet voor elkaar, hoor. De enige taal die we spreken als we geboren worden is de aanraking· horen Tussen de regels door, vogels in de tuin, stad die ontwaakt, kinderen op de speelplaats, muziek die je beroert.· zien Scherp als een adelaar, in de focus gebeurt niets, marginaal neem je echt waar. Details en grote lijnen.· ruiken Snuffelen als een hond, geuren van voorjaar, goed zweet en de zee.· proeven Basale stevige smaken, risotto met verse truffel (hemels!)Ik probeer mensen terug te brengen naar datgene wat ze vergeten zijn: wat voelen isDe zintuigen van Marco van Gorp horen zien voelen ruiken proeven voelen!De praktijkruimte van Marco van Gorp Marcel Krijger

Transcript of Gezond Management Nrc 2010

Page 1: Gezond Management Nrc 2010

12 Z O M E R & C E T E R A

12 3 1 J U L I & 1 A U G U S T U S 2 010

Z O M E R & C E T E R A 133 1 J U L I & 1 A U G U S T U S 2 010 13

‘Nee,niet denken,

In een interviewserie overzintuigen: Marco van Gorp,naar eigen zeggen aanrakervan beroep. ‘Ik verdiener veel geld mee, maar eenvak is dit niet.’tekst Pieter Kottman beeld David Galjaard

H et bezoek mag zich uitkleden totop de onderbroek. Daarna wordthet rondom even gemonsterd. In-eens voelt het twee priemende vin-

gers in de zij, en wordt het bij de schouders ge-grepen. „Ga maar liggen”, wijst Marco van Gorpnaar zijn smetteloze behandeltafel. „Op je buik.”Naar eventuele klachten vraagt hij niet.

Men zou Van Gorp (45) – jongensachtig uiter-lijk, doordringende, donkere blik die regelma-tig versterking krijgt van één fronsende wenk-brauw – haptotherapeut kunnen noemen, maarzelf gebruikt hij dat woord liever niet. Haptono-mie, afgeleid van de oud-Griekse woorden hapsis(gevoel) en nomos (regel), richt zich op de wetma-tigheid van het gevoel. Van Gorp noemt zich„voeler ”, „aanraker ”, zijn vak is „lichamelijk con-tact ”. Haptotherapeuten moeten zich houdenaan de richtlijnen van de branche en dat wil hijniet. „Ik zie het vak breder.”

Het maakt zijn bezigheden er niet duidelijkerop en daarom hebben we afgesproken dat hij hetwoord bij de daad zal voegen. Voordat we overzijn werk gaan praten, zal hij het eerst aan-schouwelijk maken.

Daar ligt de verslaggever dus.Van Gorp legt één hand op de linkerkant van

diens onderrug en vraagt hem die hand „bewustte voelen”. Lukt dat? Het begin van het ant-woord luidt: „Ik denk....” Nee, niet denken, zegtVan Gorp: „Vo e l e n ! ” Hoe voelt die hand? Ok:zacht, groot, koel. Ik kan de vingers onderschei-den, de palm, de muis. Is dat voldoende? Bij wij-ze van antwoord prikt hij weer in mijn zij. An-ders dan de eerste keer, toen ik dat onverdraag-lijk vond, vind ik het nu geen probleem. De ver-klaring? „Je bent één en al verzet en verdedigingals het onverwacht gebeurt. Als het contact ereenmaal is, is ook het vertrouwen er en blijft deverdedigingsreflex achterwege.”

Zijn handen gaan van top tot teen over mijnhuid, van schouders via rug en onderrug naarkuiten en terug. Dan priemt er opnieuw een vin-ger, nu aan de binnenzijde van een dij, wederompijnlijk en onaangenaam. De verdedigingsre-flex, waarschijnlijk: er wordt nu niet gepraat.Vervolgens concentreren zijn handen zich ophet bewuste linkerbeen. Heen en weer gaan zevan hiel tot bil.

Plotseling tilt Van Gorp het been op, op tweeplaatsen, aan de huid. „Het voelt licht, hè?” con-stateert hij. Dat komt, zegt hij, doordat het isaangeraakt. Hij kondigt aan het andere been tezullen optillen en dat zal zwaar voelen. Dat

klopt. Maar, zeg ik, dat komt doordat hij van deandere zijde over de tafel buigt, dan heeft hijminder kracht. Hij loopt om de tafel heen en tiltaan de rechterzijde het rechterbeen op. Het voeltnog steeds zwaar. Pas nadat zijn handen enkelekeren van bil tot hiel zijn gegaan, voelt ook ditbeen licht.

We zijn er nog niet. Van Gorp klautert op detafel, zet zijn handen aan weerszijden van mijnhoofd en plant zijn knieën tussen mijn schou-derbladen, aan weerszijden van de ruggegraat.Hij laat voelbaar zijn volle gewicht wegen in zijnknieën. Ik denk aan de foto op de website vanzijn bedrijf. Daarop is Van Gorp in dezelfde hou-ding op een andere rug afgebeeld.

Aan het einde van het consult had hij zijn han-den weer van top tot teen over mijn lichaam la-ten gaan, heen en weer terug, en hij had gezegd:„Er is ruimte ontstaan. Je benen, je rug zijn tweekeer zo lang geworden naar mijn gevoel.”

De kleren zijn weer aan, we praten, in zijn inrustieke stijl ingerichte behandelkamer. Daar-van zijn er zeven, vertelt hij, in het kapitale pandaan de Rotterdamse Mathenesserlaan waar zijnbedrijf Gezond Management in huist. Zo noemthij niet alleen zijn bedrijf, maar ook wat hij doet.De vraag dient zich aan: wat doet hij eigenlijk?Wat is dit voor... vak? „Het is geen vak”, zegt VanGorp eenvoudig. En steekt van wal.

„In de huid van de ander kruipen is geen vak.Ik verdien er veel geld mee, maar een vak is ditniet: het is een terugkeer naar het oudste z ij n va nde mens. Vóór de komst van het woord, vóór deontwikkeling van het brein was de mens een ge-voelsdier, dat afging op zijn intuïtie en zijn in-stinct. Ik probeer mensen terug te brengen naardatgene wat ze vergeten zijn: wat voelen en aan-voelen is. Ik heb geen vak, maar een benade-ringswijze van de mens.”

Gevoelens, zegt Van Gorp, zijn veel ruimerdan de meeste mensen denken. Je kunt je lijf vantop tot teen voelen, maar je kunt je gevoel ook„naar buiten leggen”. „Aan kinderen op schoolwordt nooit gevraagd wat het belangrijkste is.Dat is hun stoel! Weten, voelen, erop vertrou-wen dat die achter je staat. In de schouwburg zieje mensen zich altijd omkeren naar hun stoelvoor ze gaan zitten, hoewel ze weten dat die eris. Hun gevoel laat hen in de steek. Ze moeten destoel eerst zien voor ze durven te gaan zitten.”

Van Gorp propageert, zegt hij zelf, het voelen.Daarvan is de moderne mens, en zeker die in dewesterse cultuur, vervreemd. Op het metro-

bankje gaan we scheef zitten, om degene naastons maar vooral niet aan te raken. „Dat isvreemd, het zou geweldig zijn als we de dagzouden beginnen door even rug aan rug te gaanstaan met een vreemdeling. Even laten voelen:jij bent er, ik ben er, we respecteren elkaar. Deenige taal die we spreken als we geboren wordenis de aanraking. Een baby kraait van de pret als

je hem over zijn billetjes aait. De eerste vier jaarvan ons leven zijn cruciaal, maar ook als oudershun kind veel knuffelen wordt vanaf het vierdelevensjaar toch steeds meer afstand genomenvan het voelen.”

Behalve voor seks. Is aanraken en aangeraaktworden niet gewoon het terrein van de seks?„Nee, ik ga met mijn eigen vrouw en kinderenanders om dan met mensen die ik behandel. Erkomt geen intimiteit bij kijken. We kunnen ookop een andere manier lichamelijk met elkaarpraten. En als we dat zouden doen, dan zou hetde samenleving helpen te ontspannen. Het is alshet pellen van een ui: al die verdedigingsmecha-nismen moeten weg. Door elkaar aan te rakenzijn mensen beter op de hoogte van elkaars aan-wezigheid, van de ruimte die zijzelf maar ookanderen nodig hebben. Voelen schept ruimte envrijheid voor iedereen.”

Het gaat niet om genezen. Diagnoses stelt VanGorp niet, de naam van zijn bedrijf verwijst nietnaar ziekte, en hij heeft „geen patiënten maarc l i ë n t e n”. „Ik laat hooguit zien waar ze blokkadesopbouwen. Die ontstaan door een disbalans tus-sen het denken en voelen, tussen IQ en EQ , hunemotionele intelligentiequotiënt. Door ze te hel-pen terug te keren naar hun gevoel reik ik hand-vatten aan om zich goed in hun vel te voelen.”

Hij behandelt van jong tot oud. Hij verteltover de huilbaby die een darmoperatie had on-dergaan en constipatie had. „Die kleine was ge-spannen en de darmpjes moesten op gang ko-men. Tijdens de aanraking zag je het hartritmeop de monitor rustiger worden en een volle luierwas de beloning. In 80 tot 90 procent van de ge-vallen hangen problemen samen met de benade-ringswijze van de ander.” Iedereen kan zichprettig voelen, zegt hij, nu ja, behalve koninginBeatrix. „In het keurslijf waarin zij zichzelf vast-zet, kan zij nooit de blijheid ontdekken die ookvoor haar tot de mogelijkheden had behoord.”

V an Gorp wist altijd al dat hij dit wilde doen:mensen hun gevoel en daarmee hun zelfver-

trouwen teruggeven. Hij was zes toen zijn opaeen brommerongeluk kreeg. Hij zou nooit meerkunnen lopen, zeiden de dokters. We zien wel,zei opa. Binnen twee jaar liep hij weer als een kie-viet. Van Gorp werd dankzij het zelfvertrouwenvan zijn grootvader fysiotherapeut. „Maar alheel snel bevredigde dat me niet. Fysiotherapieis techniek en beperkt zich tot een klacht en pijn.Ik leerde niets over de ingang van de mens, over

hoe de mens met zijn klacht omgaat.”Hij verdiepte zich nog in osteopathie, een me-

thode die erop gericht is de beweeglijkheid vanhet lichaam te bevorderen: „Fantastisch, maar ikkroop nog steeds niet onder de huid van een an-d e r.” Toen hoorde hij dat Ted Troost, de man diehaptonomie bekendmaakte in Nederland, opzoek was naar „een jonge gast die hij kon oplei-

interviewserie zintuigen

d e n”. Haptotherapeut Troost, schrijver van hetboek Het lichaam liegt nooit, was tot eind jarennegentig de fysiotherapeut van topsporters, vanvoetballers tot schakers. Hij werkte jarenlang alsvertrouwensman bij AZ ‘67, behandelde wiel-renner Henk Lubberding, doelman Hans vanBreukelen, ruiter Albert Voorn, tennisser RichardKrajicek, schaatster Yvonne van Gennip, voetbal-lers Van Basten, Gullit en Cruijff, schaatskampi-oen Hein Vergeer.

Troost, inmiddels over de zeventig, woont al ja-ren in het buitenland. Onomstreden was hij niet.Sporters liepen met hem weg, maar hun omge-ving zag hem als een Raspoetin. Later behandeldede Rotterdammer Troost ook nog Pim Fortuyn.

„Ik kwam op audiëntie bij hem, voor mij dehoogheid Troost, nu twintig jaar geleden, enwist: hier ben ik thuis. Over mij zei hij later: dit ishet ventje naar wie ik op zoek was. Ik heb me ont-wikkeld door over zijn schouder mee te kijken.Toen Ted emigreerde, heb ik de praktijk overge-nomen. Ik heb nu twaalf collega’s in dienst.”

De tarieven voor een consult bij Gezond Mana-gement beginnen bij 125 euro per uur. Gemid-deld zijn er tien behandelingen nodig. OmdatVan Gorp zich niet wil conformeren aan de richt-lijnen van de haptotherapie, keren maar een paarverzekeringen een vergoeding uit voor zijn be-handelingen. Van Gorp werkt vooral voor het be-drijfsleven. „Ik kom veel in bedrijven en als jehoort wat mensen elkaar, mooi verwoord, toevoe-gen tijdens vergaderingen, dan geloof je je orenniet. Het zijn gewoon beledigingen. Ik vraag dan:heb je je ooit afgevraagd hoe dat bij de ander aan-komt? Die mensen moeten gaan voelen!”

Namen noemen wil hij niet, maar Van Gorpontvangt „op de hei” menige raad van bestuur.„Die mensen worden geacht een team te vormenmaar zijn dat in de praktijk vaak allerminst. Zebakenen hun territorium af, en belemmeren deruimte van de ander. Als ik de kans zie, laat ik zeop mijn behandeltafel op elkaar liggen. ”

Pa r d o n ?„Ja, ik leg die topmannen op elkaar. Ik nodig

ze uit door elkaar heen te voelen. Ze leren elkaaraan te voelen zonder afstemming en dat leidt totenorme verbetering van de samenwerking. Jelegt ze op elkaar en dan zie je die gespannenmassa van lieverlee smelten, ze versmelten metelkaar. Ze krijgen zachte, ronde en vooral opengezichten. Dat krijg je met vergaderen echt nietvoor elkaar, hoor.”

‘De enige taal die we spreken alswe geboren worden is de aanraking’

· h o re n „Tussen de regels door, vogels inde tuin, stad die ontwaakt, kinderen op despeelplaats, muziek die je beroert.”· zien „Scherp als een adelaar, in de focusgebeurt niets, marginaal neem je echt waar.Details en grote lijnen.”· ru i ke n „Snuffelen als een hond, geuren vanvoorjaar, goed zweet en de zee.”· p ro e ve n „Basale stevige smaken, risottomet verse truffel (hemels!)”

‘Ik probeer mensen terug te brengen naardatgene wat ze vergeten zijn: wat voelen is’

De zintuigen van Marco van Gorp

horen zien voelen ruiken proeven

voelen!’

De praktijkruimtevan Marco van Gorp

Mar

cel K

rijge

r