18 Zin 18 nrc next nrc next nrc next nrc next Zin 19 Zin ... · nrc ·next 18 Zin Vrijdag 29 april...

1
nrc·next Vrijdag 29 april 2011 18 Zin nrc·next Vrijdag 29 april 2011 Door Tom Rooduijn „Zodra ik in Nederland kom, gaat er een knop om”, zegt Gwendolyn Ma- sin (33). „Dan denk ik Nederlands, droom ik Nederlands. Ik zoek zo snel mogelijk familie op en geniet van Ne- derlandse kost.” De violiste was even in haar geboorteland. Vorige maand speelde ze vioolsonates van Brahms, Ravel en Debussy in de Lutherse Kerk in Utrecht en ze gaf er een masterclass op het conservatorium. Masin, doch- ter van een Hongaars-Nederlands vi- olistenechtpaar, leidt net als haar ouders een reizend bestaan. Op haar zesde ver- huisde het gezin Masin naar Kaapstad, vier jaar later naar Dublin. Maar de band bleef met het land waarvan ze officieel onderdaan is. Gwendo- lyn Masin kreeg vanaf haar twaalfde les van de vermaarde violist Her- man Krebbers, waarvoor ze maandelijks naar Ne- derland reisde. Haar ou- ders formeerden met Nederlandse musici het Kern Ensemble, waar- mee ze door Europa, Zuid-Amerika en de Sovjet-Unie trokken. „Voor sommigen ben ik een ‘exotisch geval’: een Nederlands-Hon- gaars-Iers-Zwitserse vi- oliste”, zegt Masin. „Terwijl die geografi- sche achtergrond er voor mij al lang niet meer toe doet. Net als de mensen en culturen die ik op reis leerde kennen, klinkt mijn achtergrond door in mijn spel. En in de manier waarop ik les geef. Mijn passie is mijn vak. Ik ben het geluk- kigst met mijn viool in de hand.” Behalve als soliste is Gwendolyn Masin actief als artistiek leider van het Gaia Festival voor kamer- muziek, dat dit jaar van 5 tot 15 mei in het Zwitserse Thun wordt gehouden. Daarnaast is zij de auteur van Michae- la’s Music House, The Magic of the Violin, een speels leerboek voor violisten. Ze geeft concerten en ook les en master- classes in Europa en Noord-Amerika. Thuis is ze afwisselend in Bern, Boe- dapest en Dublin. „Mijn familie van musici, verha- lenvertellers en pedagogen heeft mij altijd gestimuleerd mijn fantasie te gebruiken en te doen waar mijn hart naar uitging. Ik voelde mij altijd aan- getrokken tot muziek, waardoor de uitvoerder zowel als de luisteraar in vervoering kan worden gebracht. Het is inspirerend als ik door muziek word begrepen of een ander begrijp.” Het lag met zo’n achtergrond voor de hand in de muziek te gaan. „Op mijn derde begon ik met piano- spelen. Dat kwam door mijn groot- moeder in Hongarije. We bezochten haar elke zomer. Dan was haar mu- ziekschool gesloten. Ze speelde tot laat in de nacht Liszt, Chopin, Schu- mann. In het donker, ze kende de mu- ziek uit haar hoofd. Ik lag in mijn bed en vond het prachtig. Het was magie. Ik viel in slaap en de muziek begeleid- de mijn dromen.” Hoe kwam je bij de viool terecht? „Een piano is een statisch instru- ment, besefte ik. Je kunt zelf wel be- wegen, maar het beweegt niet mee. Met een piano kun je niet dansen. Als mijn ouders thuis repeteerden, be- woog hun instrument vloeiend mee. Dat wilde ik ook. Op mijn vijfde ver- jaardag kreeg ik een kleine viool. Ik had daar heel lang om gezeurd. Net als Michaela in mijn boek. „Mijn ouders en hun hele wereld vormden natuurlijk mijn voorbeeld. Mijn vader was concertmeester en mijn moeder altviolist van het Am- sterdams Philharmonisch Orkest. Ik ging mee naar repetities in het Con- certgebouw. Net op het moment dat dirigent Kurt Sanderling iets aan het orkest ging uitleggen, liet ik mijn teddybeer van het balkon vallen. In de stilte klonk ineens een harde plof. Het hele orkest begon te lachen. Ik heb toen maar hard meegelachen.” Hoe ontstond het idee voor een boek? „Ik begon al jong met lesgeven. Ik ontdekte dat leerlingen het leuk von- den wanneer fictieve figuren meegin- gen op hun muzikale ontdekkings- reis. Michaela’s Music House is voor vioolstudenten én hun leraren en ou- ders. Michaela neemt ze voorzichtig bij de hand naar de onbekende, gren- zeloze wereld van de viool. Als je wilt excelleren, kom je altijd jezelf tegen. Dat leidt tot frustraties. Met mijn me- thode ontwikkel je de nieuwsgierig- heid en de motivatie waarmee je die problemen kan overwinnen.” Maakte je het boek ook omdat je zelf geen goede lesboeken had? „Ik had de mazzel dat ik geweldige, gedreven docenten had. Maar de vi- oolstudieboeken waren gortdroog. Ik kan mij voorstellen dat leerlingen bij bijvoorbeeld een exegese over orna- mentiek in de barokmuziek snel gla- zig gaan kijken. Kennis leidt vaak al- leen maar tot meer vragen. Ik probeer ze de theorie te laten vergeten, de vi- ool te laten zingen. Ze moeten putten uit hun eigen verbeelding en zo hun eigen handschrift ontwikkelen.” Is het Gaia Festival ook ontstaan uit het idee dat het ideale kamermuziek- festival nog niet bestond? „Wij musici waren ooit van een kin- derlijke onschuld en spontaniteit. Dat verdween van lieverlede, onder druk van deadlines. Hoe kun je muziek ma- ken als je nauwelijks de tijd hebt die zelf te ondergaan? Op dit festival heb- ben de musici weer de tijd – en daar- door plezier. Dat klinkt door in de con- certen, openbare repetities en master- classes. Musici verbinden zich met el- kaar en het publiek, dat een haast per- soonlijk optreden ervaart. Door het publiek op een natuurlijke, spannen- de manier bij de muziek te betrekken, doorbreek ik een onzichtbare muur.” Die er bij andere festivals wel is? „Dit is niet het zoveelste festival voor de massa. Ik doe graag iets van bete- kenis. Ik zoek niet naar een thema. Ik kijk naar overeenkomsten tussen uiteenlopende composi- ties en componisten en hun wederzijdse beïn- vloeding. In een mix van bekende werken en zel- den uitgevoerde parels. En elk jaar de première van een nieuwe compo- sitie. Ik breng uiteenlo- pende musici bij elkaar, waardoor een bijzonde- re chemie ontstaat.” Hoe zwaar is de span- ning van het altijd maar reizen en steeds opnieuw een uiterste prestatie moeten leveren? „Het is belangrijk eer- lijk tegenover jezelf te zijn. Je moet je geestelij- ke en lichamelijke reser- ves niet overschatten. Het reizen op zichzelf is niet ongezond. Of ik nou thuis of in de trein een stuk instudeer, maakt niet uit. Voor mijn dierbaren is het zwaarder. Die vinden al mijn komen en gaan soms wel moeilijk. Ik ben me wel zeer bewust van het verstrijken van de tijd – en gebruik die zo goed mogelijk. „Ik kan mij slecht aanpassen aan anderen, door het uitputtende schema van re- petities en optredens. Dat vind ik wel eens moeilijk. Fysiek is het vooral zwaar door het constante slaaptekort. Ik ben meestal degene met de meeste energie – wat mooi is als je tot diep in de nacht met collega’s aan het werk bent. Dat kan heel bevredigend zijn, maar ook, als je altijd als laatste het licht uit doet, leiden tot gevoelens van eenzaamheid en melancholie.” Heb jij ook de ervaring, zoals veel mu- sici, van het ‘sublieme moment’, een in het spel boven jezelf uittreden? „Ja, voor het eerst op mijn zeventien- de. Ik speelde Brahms’ vioolconcert, met het symfonieorkest van Ierland. Twee dagen voor de uitvoering over- leed plotseling een dierbare vriend. Stilzwijgend droeg ik dit concert aan hem op. Tijdens de uitvoering zag ik mezelf spelen. Ik herinner me het pu- bliek; dat sommigen geen stoel kon- den vinden en in het gangpad ston- den of zaten. Ik zag de hoeken van de zaal, de overgang van de muren naar het plafond – alles vanuit vogelper- spectief. En de hele avond zag ik daar voor mijn geestesoog die vriend.” Lees meer op gaia-festival.com en michaelasmusichouse.com Ik doe als laatste het licht uit Zo blijft Gwendolyn Masin geïnspireerd Gwendolyn Masin (33) is een Nederlands-Hongaars- Iers-Zwitserse violist. Deze achtergrond en haar reizende bestaan klinken door in haar spel. Foto Anaïs López Maandag Reis van Bern naar Boeda- pest. Eten met vrienden in de open lentelucht bij favoriet restaurant. Dinsdag Repetitie met Hongaarse pianist voor uitvoering morgen. Woensdag Vroeg op, ideeën uitwis- selen per telefoon. Zorgen over gammel podium van vanavond. Donderdag Repeteren met vrienden van het Hongaars Philharmonisch. Vrijdag Na de repetitie een nacht- wandeling door Boedapest. Doen alsof de Opera ons zomerhuis is. Zaterdag Breng na de brunch vrien- den naar het vliegveld. ‘s Avonds luisteren naar opnamen van mijn concert. Val lezend in slaap. Zondag Met een vriend de hele dag repeteren, daarna ontspannen in de Rudas mineraalwaterbaden. Een werkweek als deze Zin 19

Transcript of 18 Zin 18 nrc next nrc next nrc next nrc next Zin 19 Zin ... · nrc ·next 18 Zin Vrijdag 29 april...

nrc ·nextVrijdag 29 april 201118 � Zin nrc ·next

Vrijdag 29 april 2011 Zin � 19

Door Tom Rooduijn„Zodra ik in Nederland kom, gaat ereen knop om”, zegt Gwendolyn Ma-sin (33). „Dan denk ik Nederlands,droom ik Nederlands. Ik zoek zo snelmogelijk familie op en geniet van Ne-derlandse kost.” De violiste was evenin haar geboorteland. Vorige maandspeelde ze vioolsonates van Brahms,Ravel en Debussy in de Lutherse Kerkin Utrecht en ze gaf er een masterclassop het conservatorium. Masin, doch-ter van een Hongaars-Nederlands vi-olistenechtpaar, leidtnet als haar ouders eenreizend bestaan.

Op haar zesde ver-huisde het gezin Masinnaar Kaapstad, vier jaarlater naar Dublin. Maarde band bleef met hetland waarvan ze officieelonderdaan is. Gwendo-lyn Masin kreeg vanafhaar twaalfde les van devermaarde violist Her-man Krebbers, waarvoorze maandelijks naar Ne-derland reisde. Haar ou-ders formeerden metNederlandse musici hetKern Ensemble, waar-mee ze door Europa,Zuid-Amerika en deSovjet-Unie trokken.

„Voor sommigen benik een ‘exotisch geval’:een Nederlands-Hon-gaars-Iers-Zwitserse vi-oliste”, zegt Masin.„Terwijl die geografi-sche achtergrond ervoor mij al lang nietmeer toe doet. Net als demensen en culturen dieik op reis leerde kennen,klinkt mijn achtergronddoor in mijn spel. En inde manier waarop ik lesgeef. Mijn passie is mijnvak. Ik ben het geluk-kigst met mijn viool inde hand.”

Behalve als soliste isGwendolyn Masin actief als artistiekleider van het Gaia Festival voor kamer-muziek, dat dit jaar van 5 tot 15 mei inhet Zwitserse Thun wordt gehouden.Daarnaast is zij de auteur van M i ch a e -la’s Music House, The Magic of the Violin,een speels leerboek voor violisten. Zegeeft concerten en ook les en master-classes in Europa en Noord-Amerika.Thuis is ze afwisselend in Bern, Boe-dapest en Dublin.

„Mijn familie van musici, verha-lenvertellers en pedagogen heeft mijaltijd gestimuleerd mijn fantasie tegebruiken en te doen waar mijn hartnaar uitging. Ik voelde mij altijd aan-getrokken tot muziek, waardoor deuitvoerder zowel als de luisteraar invervoering kan worden gebracht. Hetis inspirerend als ik door muziekword begrepen of een ander begrijp.”

Het lag met zo’n achtergrond voor dehand in de muziek te gaan.„Op mijn derde begon ik met piano-spelen. Dat kwam door mijn groot-moeder in Hongarije. We bezochtenhaar elke zomer. Dan was haar mu-ziekschool gesloten. Ze speelde totlaat in de nacht Liszt, Chopin, Schu-mann. In het donker, ze kende de mu-ziek uit haar hoofd. Ik lag in mijn beden vond het prachtig. Het was magie.

Ik viel in slaap en de muziek begeleid-de mijn dromen.”

Hoe kwam je bij de viool terecht?„Een piano is een statisch instru-ment, besefte ik. Je kunt zelf wel be-wegen, maar het beweegt niet mee.Met een piano kun je niet dansen. Alsmijn ouders thuis repeteerden, be-woog hun instrument vloeiend mee.Dat wilde ik ook. Op mijn vijfde ver-jaardag kreeg ik een kleine viool. Ikhad daar heel lang om gezeurd. Netals Michaela in mijn boek.„Mijn ouders en hun hele wereldvormden natuurlijk mijn voorbeeld.Mijn vader was concertmeester enmijn moeder altviolist van het Am-sterdams Philharmonisch Orkest. Ikging mee naar repetities in het Con-certgebouw. Net op het moment datdirigent Kurt Sanderling iets aan hetorkest ging uitleggen, liet ik mijnteddybeer van het balkon vallen. In

de stilte klonk ineens een harde plof.Het hele orkest begon te lachen. Ikheb toen maar hard meegelachen.”

Hoe ontstond het idee voor een boek?„Ik begon al jong met lesgeven. Ikontdekte dat leerlingen het leuk von-den wanneer fictieve figuren meegin-gen op hun muzikale ontdekkings-reis. Michaela’s Music House is voorvioolstudenten én hun leraren en ou-ders. Michaela neemt ze voorzichtigbij de hand naar de onbekende, gren-zeloze wereld van de viool. Als je wiltexcelleren, kom je altijd jezelf tegen.Dat leidt tot frustraties. Met mijn me-thode ontwikkel je de nieuwsgierig-heid en de motivatie waarmee je dieproblemen kan overwinnen.”

Maakte je het boek ook omdat je zelfgeen goede lesboeken had?„Ik had de mazzel dat ik geweldige,gedreven docenten had. Maar de vi-oolstudieboeken waren gortdroog. Ikkan mij voorstellen dat leerlingen bijbijvoorbeeld een exegese over orna-mentiek in de barokmuziek snel gla-zig gaan kijken. Kennis leidt vaak al-leen maar tot meer vragen. Ik probeerze de theorie te laten vergeten, de vi-ool te laten zingen. Ze moeten puttenuit hun eigen verbeelding en zo hun

eigen handschrift ontwikkelen.”

Is het Gaia Festival ook ontstaan uithet idee dat het ideale kamermuziek-festival nog niet bestond?„Wij musici waren ooit van een kin-derlijke onschuld en spontaniteit. Datverdween van lieverlede, onder drukvan deadlines. Hoe kun je muziek ma-ken als je nauwelijks de tijd hebt diezelf te ondergaan? Op dit festival heb-ben de musici weer de tijd – en daar-door plezier. Dat klinkt door in de con-certen, openbare repetities en master-classes. Musici verbinden zich met el-kaar en het publiek, dat een haast per-soonlijk optreden ervaart. Door hetpubliek op een natuurlijke, spannen-de manier bij de muziek te betrekken,doorbreek ik een onzichtbare muur.”

Die er bij andere festivals wel is?„Dit is niet het zoveelste festival voorde massa. Ik doe graag iets van bete-

kenis. Ik zoek niet naareen thema. Ik kijk naarovereenkomsten tussenuiteenlopende composi-ties en componisten enhun wederzijdse beïn-vloeding. In een mix vanbekende werken en zel-den uitgevoerde parels.En elk jaar de premièrevan een nieuwe compo-sitie. Ik breng uiteenlo-pende musici bij elkaar,waardoor een bijzonde-re chemie ontstaat.”

Hoe zwaar is de span-ning van het altijd maarreizen en steeds opnieuween uiterste prestatiemoeten leveren?„Het is belangrijk eer-lijk tegenover jezelf tezijn. Je moet je geestelij-ke en lichamelijke reser-ves niet overschatten.Het reizen op zichzelf isniet ongezond. Of iknou thuis of in de treineen stuk instudeer,maakt niet uit. Voormijn dierbaren is hetzwaarder. Die vinden almijn komen en gaansoms wel moeilijk. Ikben me wel zeer bewustvan het verstrijken vande tijd – en gebruik diezo goed mogelijk.

„Ik kan mij slechtaanpassen aan anderen,

door het uitputtende schema van re-petities en optredens. Dat vind ik weleens moeilijk. Fysiek is het vooralzwaar door het constante slaaptekort.Ik ben meestal degene met de meesteenergie – wat mooi is als je tot diep inde nacht met collega’s aan het werkbent. Dat kan heel bevredigend zijn,maar ook, als je altijd als laatste hetlicht uit doet, leiden tot gevoelensvan eenzaamheid en melancholie.”

Heb jij ook de ervaring, zoals veel mu-sici, van het ‘sublieme moment’, een inhet spel boven jezelf uittreden?„Ja, voor het eerst op mijn zeventien-de. Ik speelde Brahms’ vioolconcert,met het symfonieorkest van Ierland.Twee dagen voor de uitvoering over-leed plotseling een dierbare vriend.Stilzwijgend droeg ik dit concert aanhem op. Tijdens de uitvoering zag ikmezelf spelen. Ik herinner me het pu-bliek; dat sommigen geen stoel kon-den vinden en in het gangpad ston-den of zaten. Ik zag de hoeken van dezaal, de overgang van de muren naarhet plafond – alles vanuit vogelper-spectief. En de hele avond zag ik daarvoor mijn geestesoog die vriend.”

�� Lees meer op gaia-festi val.comen michaelasmusichouse.com

Ik doe als laatstehet licht uitZo blijft Gwendolyn Masin geïnspireerd

� Gwendolyn Masin (33) iseen Nederlands-Hongaars-Iers-Zwitserse violist.

� Deze achtergrond en haarreizende bestaan klinken doorin haar spel.

Foto Anaïs López

Bergen aan Zee, een zomerse dag.In de tuin van mijn schoonmoedergenieten wij met goede vriendenvan de brunch. Het wordt eenmooie stranddag. De rust wordtechter verstoord door een alarme-rende brandlucht, sirenes in deverte en helikopters boven ons. Nade bosbranden rondom Schoorlvorig jaar en de daaropvolgendeevacuatie van het gehele dorp zitde schrik er al snel weer goed in.

Als na een uurtje alles weer rus-

Maandag Reis van Bern naar Boeda-pest. Eten met vrienden in de openlentelucht bij favoriet restaurant.

Dinsdag Repetitie met Hongaarsepianist voor uitvoering morgen.

Wo e n s d a g Vroeg op, ideeën uitwis-selen per telefoon. Zorgen overgammel podium van vanavond.

D o n d e rd a g Repeteren met vriendenvan het Hongaars Philharmonisch.

V ri j d a g Na de repetitie een nacht-wandeling door Boedapest. Doenalsof de Opera ons zomerhuis is.

Z a te rd a g Breng na de brunch vrien-den naar het vliegveld. ‘s Avondsluisteren naar opnamen van mijnconcert. Val lezend in slaap.

Zondag Met een vriend de hele dagrepeteren, daarna ontspannen in deRudas mineraalwaterbaden.

tig wordt en de brandlucht weg-trekt, halen we opgelucht adem.Hulde voor de brandweer en poli-tie, men was er gelukkig snel bij.

Dan wordt al gauw de rust weerverstoord, dit keer door een kleinreclamevliegtuig met banner: Ve r -brand? Calendula zon!

Femke Breddels

�� Ook een ikje maken? Max.120 woorden naar [email protected]

Een werkweek als deze

[email protected]

� joost

Dit is wel heel erg privé

I k ben op zoek naar een passagein A Heartbreaking work of stagge-

ring genius, de memoires waarmeeDave Eggers zich in 2000 in éénklap de hipste schrijver van Ame-rika maakte. Het manisch-vrolijkeen depressieve boek gaat over hoeEggers als twintiger zijn oudersverliest en de opvoeding van zijnveel jongere broertje op zichneemt. Eggers vertelt dat wanneerhij over straat loopt of autorijdt,wanneer zijn gedachtes vacant

zijn, hij zich er-op betrapt tegenzichzelf te pra-ten, onbewust.„Oh God, nee,alsjeblieft nietnu.” En dat danduizend keer.

Ik heb ookzo’n zinnetje datopduikt in mijn

hoofd, als ik aan niets specifieksdenk. „Negentig miljard.” Soms ishet langer: „Joost, jij hebt negen-tig miljard…” Het is niet mijn ei-gen stem, het is een Matthijs vanNieuwkerk-achtige die me opmontere, bewonderende maniervraagt hoe ik zo rijk ben gewor-den. Hoe ik het hem geflikt heb.En ik, een vergevingsgezinde god,vertel het hem.

Toen ik dit aan een vriendin-netje vertelde, begon ze te blozen.Ze had het nog nooit aan iemandverteld, maar ook zij had zo’n te-rugkerend zinnetje. „Octrooi aan-gevraagd.” Ze kon zelf ook nietuitleggen waar het vandaank wa m .

Negentig miljard. Mijn onderbe-wustzijn is optimistischer dan datvan Dave Eggers. Mijn dromenzijn een aaneenschakeling van hel-dendaden, op z’n minst vlieg ik, ofheb ik Magneto-achtige gaven. Ikheb letterlijk een keer gedroomddat Gandalf mij vroeg de Ring inde Doemberg te vernietigen.

Op de golfbaan vroeg ik het aan

een van mijn oudste vrienden. Ikwist dat hij zich ooit een mantrahad aangeleerd, toen we nog sa-men op de basisschool zaten. Zijnouders waren into transcendentemeditatie en bij hem thuis stondeen ingelijste foto van een oudereman in gewaden en een bloemen-krans. Zijn opa, dacht ik. Pas eenpaar jaar terug kwam ik erachterdat dit Maharishi Mahesh Yogiwas. Inmiddels doet hij iets corpo-rates op de Zuidas en zegt hij din-gen als ‘deals is king’.

Het was heerlijk paasweer, hijmaakte zijn birdie-put en ik vroeghem naar zijn mantra. Hij werdstil: „Dat is wel heel erg privé.”

Negentig miljard. We tell oursel-ves stories in order to live – het man-tra van de Amerikaanse schrijfsterJoan Didion. We denken in verha-len. Zo werkt onze psyche. We zijnaltijd bezig onze eigen ervaringenvorm te geven, te rangschikken, zein een zelfbedacht levensverhaalte gieten. Het gekke is dat ik de af-gelopen week een paar keer ‘zestigmiljard’ hoorde. Een vermogens-devaluatie van dertig miljard, eenonderbewuste winstwaarschu-wing. Ergens zingt het bericht dat73 procent van de Nederlandersdenkt dat toekomstige generatieshet moeilijker zullen krijgen doormijn onderbewustzijn.

JOOST DE VRIES

Joost, jijhebtnegentigmiljard...

� breinbreker

nrc ·nextVrijdag 29 april 201118 � Zin nrc ·next

Vrijdag 29 april 2011 Zin � 19

Door Tom Rooduijn„Zodra ik in Nederland kom, gaat ereen knop om”, zegt Gwendolyn Ma-sin (33). „Dan denk ik Nederlands,droom ik Nederlands. Ik zoek zo snelmogelijk familie op en geniet van Ne-derlandse kost.” De violiste was evenin haar geboorteland. Vorige maandspeelde ze vioolsonates van Brahms,Ravel en Debussy in de Lutherse Kerkin Utrecht en ze gaf er een masterclassop het conservatorium. Masin, doch-ter van een Hongaars-Nederlands vi-olistenechtpaar, leidtnet als haar ouders eenreizend bestaan.

Op haar zesde ver-huisde het gezin Masinnaar Kaapstad, vier jaarlater naar Dublin. Maarde band bleef met hetland waarvan ze officieelonderdaan is. Gwendo-lyn Masin kreeg vanafhaar twaalfde les van devermaarde violist Her-man Krebbers, waarvoorze maandelijks naar Ne-derland reisde. Haar ou-ders formeerden metNederlandse musici hetKern Ensemble, waar-mee ze door Europa,Zuid-Amerika en deSovjet-Unie trokken.

„Voor sommigen benik een ‘exotisch geval’:een Nederlands-Hon-gaars-Iers-Zwitserse vi-oliste”, zegt Masin.„Terwijl die geografi-sche achtergrond ervoor mij al lang nietmeer toe doet. Net als demensen en culturen dieik op reis leerde kennen,klinkt mijn achtergronddoor in mijn spel. En inde manier waarop ik lesgeef. Mijn passie is mijnvak. Ik ben het geluk-kigst met mijn viool inde hand.”

Behalve als soliste isGwendolyn Masin actief als artistiekleider van het Gaia Festival voor kamer-muziek, dat dit jaar van 5 tot 15 mei inhet Zwitserse Thun wordt gehouden.Daarnaast is zij de auteur van M i ch a e -la’s Music House, The Magic of the Violin,een speels leerboek voor violisten. Zegeeft concerten en ook les en master-classes in Europa en Noord-Amerika.Thuis is ze afwisselend in Bern, Boe-dapest en Dublin.

„Mijn familie van musici, verha-lenvertellers en pedagogen heeft mijaltijd gestimuleerd mijn fantasie tegebruiken en te doen waar mijn hartnaar uitging. Ik voelde mij altijd aan-getrokken tot muziek, waardoor deuitvoerder zowel als de luisteraar invervoering kan worden gebracht. Hetis inspirerend als ik door muziekword begrepen of een ander begrijp.”

Het lag met zo’n achtergrond voor dehand in de muziek te gaan.„Op mijn derde begon ik met piano-spelen. Dat kwam door mijn groot-moeder in Hongarije. We bezochtenhaar elke zomer. Dan was haar mu-ziekschool gesloten. Ze speelde totlaat in de nacht Liszt, Chopin, Schu-mann. In het donker, ze kende de mu-ziek uit haar hoofd. Ik lag in mijn beden vond het prachtig. Het was magie.

Ik viel in slaap en de muziek begeleid-de mijn dromen.”

Hoe kwam je bij de viool terecht?„Een piano is een statisch instru-ment, besefte ik. Je kunt zelf wel be-wegen, maar het beweegt niet mee.Met een piano kun je niet dansen. Alsmijn ouders thuis repeteerden, be-woog hun instrument vloeiend mee.Dat wilde ik ook. Op mijn vijfde ver-jaardag kreeg ik een kleine viool. Ikhad daar heel lang om gezeurd. Netals Michaela in mijn boek.„Mijn ouders en hun hele wereldvormden natuurlijk mijn voorbeeld.Mijn vader was concertmeester enmijn moeder altviolist van het Am-sterdams Philharmonisch Orkest. Ikging mee naar repetities in het Con-certgebouw. Net op het moment datdirigent Kurt Sanderling iets aan hetorkest ging uitleggen, liet ik mijnteddybeer van het balkon vallen. In

de stilte klonk ineens een harde plof.Het hele orkest begon te lachen. Ikheb toen maar hard meegelachen.”

Hoe ontstond het idee voor een boek?„Ik begon al jong met lesgeven. Ikontdekte dat leerlingen het leuk von-den wanneer fictieve figuren meegin-gen op hun muzikale ontdekkings-reis. Michaela’s Music House is voorvioolstudenten én hun leraren en ou-ders. Michaela neemt ze voorzichtigbij de hand naar de onbekende, gren-zeloze wereld van de viool. Als je wiltexcelleren, kom je altijd jezelf tegen.Dat leidt tot frustraties. Met mijn me-thode ontwikkel je de nieuwsgierig-heid en de motivatie waarmee je dieproblemen kan overwinnen.”

Maakte je het boek ook omdat je zelfgeen goede lesboeken had?„Ik had de mazzel dat ik geweldige,gedreven docenten had. Maar de vi-oolstudieboeken waren gortdroog. Ikkan mij voorstellen dat leerlingen bijbijvoorbeeld een exegese over orna-mentiek in de barokmuziek snel gla-zig gaan kijken. Kennis leidt vaak al-leen maar tot meer vragen. Ik probeerze de theorie te laten vergeten, de vi-ool te laten zingen. Ze moeten puttenuit hun eigen verbeelding en zo hun

eigen handschrift ontwikkelen.”

Is het Gaia Festival ook ontstaan uithet idee dat het ideale kamermuziek-festival nog niet bestond?„Wij musici waren ooit van een kin-derlijke onschuld en spontaniteit. Datverdween van lieverlede, onder drukvan deadlines. Hoe kun je muziek ma-ken als je nauwelijks de tijd hebt diezelf te ondergaan? Op dit festival heb-ben de musici weer de tijd – en daar-door plezier. Dat klinkt door in de con-certen, openbare repetities en master-classes. Musici verbinden zich met el-kaar en het publiek, dat een haast per-soonlijk optreden ervaart. Door hetpubliek op een natuurlijke, spannen-de manier bij de muziek te betrekken,doorbreek ik een onzichtbare muur.”

Die er bij andere festivals wel is?„Dit is niet het zoveelste festival voorde massa. Ik doe graag iets van bete-

kenis. Ik zoek niet naareen thema. Ik kijk naarovereenkomsten tussenuiteenlopende composi-ties en componisten enhun wederzijdse beïn-vloeding. In een mix vanbekende werken en zel-den uitgevoerde parels.En elk jaar de premièrevan een nieuwe compo-sitie. Ik breng uiteenlo-pende musici bij elkaar,waardoor een bijzonde-re chemie ontstaat.”

Hoe zwaar is de span-ning van het altijd maarreizen en steeds opnieuween uiterste prestatiemoeten leveren?„Het is belangrijk eer-lijk tegenover jezelf tezijn. Je moet je geestelij-ke en lichamelijke reser-ves niet overschatten.Het reizen op zichzelf isniet ongezond. Of iknou thuis of in de treineen stuk instudeer,maakt niet uit. Voormijn dierbaren is hetzwaarder. Die vinden almijn komen en gaansoms wel moeilijk. Ikben me wel zeer bewustvan het verstrijken vande tijd – en gebruik diezo goed mogelijk.

„Ik kan mij slechtaanpassen aan anderen,

door het uitputtende schema van re-petities en optredens. Dat vind ik weleens moeilijk. Fysiek is het vooralzwaar door het constante slaaptekort.Ik ben meestal degene met de meesteenergie – wat mooi is als je tot diep inde nacht met collega’s aan het werkbent. Dat kan heel bevredigend zijn,maar ook, als je altijd als laatste hetlicht uit doet, leiden tot gevoelensvan eenzaamheid en melancholie.”

Heb jij ook de ervaring, zoals veel mu-sici, van het ‘sublieme moment’, een inhet spel boven jezelf uittreden?„Ja, voor het eerst op mijn zeventien-de. Ik speelde Brahms’ vioolconcert,met het symfonieorkest van Ierland.Twee dagen voor de uitvoering over-leed plotseling een dierbare vriend.Stilzwijgend droeg ik dit concert aanhem op. Tijdens de uitvoering zag ikmezelf spelen. Ik herinner me het pu-bliek; dat sommigen geen stoel kon-den vinden en in het gangpad ston-den of zaten. Ik zag de hoeken van dezaal, de overgang van de muren naarhet plafond – alles vanuit vogelper-spectief. En de hele avond zag ik daarvoor mijn geestesoog die vriend.”

�� Lees meer op gaia-festi val.comen michaelasmusichouse.com

Ik doe als laatstehet licht uitZo blijft Gwendolyn Masin geïnspireerd

� Gwendolyn Masin (33) iseen Nederlands-Hongaars-Iers-Zwitserse violist.

� Deze achtergrond en haarreizende bestaan klinken doorin haar spel.

Foto Anaïs López

Bergen aan Zee, een zomerse dag.In de tuin van mijn schoonmoedergenieten wij met goede vriendenvan de brunch. Het wordt eenmooie stranddag. De rust wordtechter verstoord door een alarme-rende brandlucht, sirenes in deverte en helikopters boven ons. Nade bosbranden rondom Schoorlvorig jaar en de daaropvolgendeevacuatie van het gehele dorp zitde schrik er al snel weer goed in.

Als na een uurtje alles weer rus-

Maandag Reis van Bern naar Boeda-pest. Eten met vrienden in de openlentelucht bij favoriet restaurant.

Dinsdag Repetitie met Hongaarsepianist voor uitvoering morgen.

Wo e n s d a g Vroeg op, ideeën uitwis-selen per telefoon. Zorgen overgammel podium van vanavond.

D o n d e rd a g Repeteren met vriendenvan het Hongaars Philharmonisch.

V ri j d a g Na de repetitie een nacht-wandeling door Boedapest. Doenalsof de Opera ons zomerhuis is.

Z a te rd a g Breng na de brunch vrien-den naar het vliegveld. ‘s Avondsluisteren naar opnamen van mijnconcert. Val lezend in slaap.

Zondag Met een vriend de hele dagrepeteren, daarna ontspannen in deRudas mineraalwaterbaden.

tig wordt en de brandlucht weg-trekt, halen we opgelucht adem.Hulde voor de brandweer en poli-tie, men was er gelukkig snel bij.

Dan wordt al gauw de rust weerverstoord, dit keer door een kleinreclamevliegtuig met banner: Ve r -brand? Calendula zon!

Femke Breddels

�� Ook een ikje maken? Max.120 woorden naar [email protected]

Een werkweek als deze

[email protected]

� joost

Dit is wel heel erg privé

I k ben op zoek naar een passagein A Heartbreaking work of stagge-

ring genius, de memoires waarmeeDave Eggers zich in 2000 in éénklap de hipste schrijver van Ame-rika maakte. Het manisch-vrolijkeen depressieve boek gaat over hoeEggers als twintiger zijn oudersverliest en de opvoeding van zijnveel jongere broertje op zichneemt. Eggers vertelt dat wanneerhij over straat loopt of autorijdt,wanneer zijn gedachtes vacant

zijn, hij zich er-op betrapt tegenzichzelf te pra-ten, onbewust.„Oh God, nee,alsjeblieft nietnu.” En dat danduizend keer.

Ik heb ookzo’n zinnetje datopduikt in mijn

hoofd, als ik aan niets specifieksdenk. „Negentig miljard.” Soms ishet langer: „Joost, jij hebt negen-tig miljard…” Het is niet mijn ei-gen stem, het is een Matthijs vanNieuwkerk-achtige die me opmontere, bewonderende maniervraagt hoe ik zo rijk ben gewor-den. Hoe ik het hem geflikt heb.En ik, een vergevingsgezinde god,vertel het hem.

Toen ik dit aan een vriendin-netje vertelde, begon ze te blozen.Ze had het nog nooit aan iemandverteld, maar ook zij had zo’n te-rugkerend zinnetje. „Octrooi aan-gevraagd.” Ze kon zelf ook nietuitleggen waar het vandaank wa m .

Negentig miljard. Mijn onderbe-wustzijn is optimistischer dan datvan Dave Eggers. Mijn dromenzijn een aaneenschakeling van hel-dendaden, op z’n minst vlieg ik, ofheb ik Magneto-achtige gaven. Ikheb letterlijk een keer gedroomddat Gandalf mij vroeg de Ring inde Doemberg te vernietigen.

Op de golfbaan vroeg ik het aan

een van mijn oudste vrienden. Ikwist dat hij zich ooit een mantrahad aangeleerd, toen we nog sa-men op de basisschool zaten. Zijnouders waren into transcendentemeditatie en bij hem thuis stondeen ingelijste foto van een oudereman in gewaden en een bloemen-krans. Zijn opa, dacht ik. Pas eenpaar jaar terug kwam ik erachterdat dit Maharishi Mahesh Yogiwas. Inmiddels doet hij iets corpo-rates op de Zuidas en zegt hij din-gen als ‘deals is king’.

Het was heerlijk paasweer, hijmaakte zijn birdie-put en ik vroeghem naar zijn mantra. Hij werdstil: „Dat is wel heel erg privé.”

Negentig miljard. We tell oursel-ves stories in order to live – het man-tra van de Amerikaanse schrijfsterJoan Didion. We denken in verha-len. Zo werkt onze psyche. We zijnaltijd bezig onze eigen ervaringenvorm te geven, te rangschikken, zein een zelfbedacht levensverhaalte gieten. Het gekke is dat ik de af-gelopen week een paar keer ‘zestigmiljard’ hoorde. Een vermogens-devaluatie van dertig miljard, eenonderbewuste winstwaarschu-wing. Ergens zingt het bericht dat73 procent van de Nederlandersdenkt dat toekomstige generatieshet moeilijker zullen krijgen doormijn onderbewustzijn.

JOOST DE VRIES

Joost, jijhebtnegentigmiljard...

� breinbreker