Download - Gezond Management Nrc 2010

Transcript
Page 1: Gezond Management Nrc 2010

12 Z O M E R & C E T E R A

12 3 1 J U L I & 1 A U G U S T U S 2 010

Z O M E R & C E T E R A 133 1 J U L I & 1 A U G U S T U S 2 010 13

‘Nee,niet denken,

In een interviewserie overzintuigen: Marco van Gorp,naar eigen zeggen aanrakervan beroep. ‘Ik verdiener veel geld mee, maar eenvak is dit niet.’tekst Pieter Kottman beeld David Galjaard

H et bezoek mag zich uitkleden totop de onderbroek. Daarna wordthet rondom even gemonsterd. In-eens voelt het twee priemende vin-

gers in de zij, en wordt het bij de schouders ge-grepen. „Ga maar liggen”, wijst Marco van Gorpnaar zijn smetteloze behandeltafel. „Op je buik.”Naar eventuele klachten vraagt hij niet.

Men zou Van Gorp (45) – jongensachtig uiter-lijk, doordringende, donkere blik die regelma-tig versterking krijgt van één fronsende wenk-brauw – haptotherapeut kunnen noemen, maarzelf gebruikt hij dat woord liever niet. Haptono-mie, afgeleid van de oud-Griekse woorden hapsis(gevoel) en nomos (regel), richt zich op de wetma-tigheid van het gevoel. Van Gorp noemt zich„voeler ”, „aanraker ”, zijn vak is „lichamelijk con-tact ”. Haptotherapeuten moeten zich houdenaan de richtlijnen van de branche en dat wil hijniet. „Ik zie het vak breder.”

Het maakt zijn bezigheden er niet duidelijkerop en daarom hebben we afgesproken dat hij hetwoord bij de daad zal voegen. Voordat we overzijn werk gaan praten, zal hij het eerst aan-schouwelijk maken.

Daar ligt de verslaggever dus.Van Gorp legt één hand op de linkerkant van

diens onderrug en vraagt hem die hand „bewustte voelen”. Lukt dat? Het begin van het ant-woord luidt: „Ik denk....” Nee, niet denken, zegtVan Gorp: „Vo e l e n ! ” Hoe voelt die hand? Ok:zacht, groot, koel. Ik kan de vingers onderschei-den, de palm, de muis. Is dat voldoende? Bij wij-ze van antwoord prikt hij weer in mijn zij. An-ders dan de eerste keer, toen ik dat onverdraag-lijk vond, vind ik het nu geen probleem. De ver-klaring? „Je bent één en al verzet en verdedigingals het onverwacht gebeurt. Als het contact ereenmaal is, is ook het vertrouwen er en blijft deverdedigingsreflex achterwege.”

Zijn handen gaan van top tot teen over mijnhuid, van schouders via rug en onderrug naarkuiten en terug. Dan priemt er opnieuw een vin-ger, nu aan de binnenzijde van een dij, wederompijnlijk en onaangenaam. De verdedigingsre-flex, waarschijnlijk: er wordt nu niet gepraat.Vervolgens concentreren zijn handen zich ophet bewuste linkerbeen. Heen en weer gaan zevan hiel tot bil.

Plotseling tilt Van Gorp het been op, op tweeplaatsen, aan de huid. „Het voelt licht, hè?” con-stateert hij. Dat komt, zegt hij, doordat het isaangeraakt. Hij kondigt aan het andere been tezullen optillen en dat zal zwaar voelen. Dat

klopt. Maar, zeg ik, dat komt doordat hij van deandere zijde over de tafel buigt, dan heeft hijminder kracht. Hij loopt om de tafel heen en tiltaan de rechterzijde het rechterbeen op. Het voeltnog steeds zwaar. Pas nadat zijn handen enkelekeren van bil tot hiel zijn gegaan, voelt ook ditbeen licht.

We zijn er nog niet. Van Gorp klautert op detafel, zet zijn handen aan weerszijden van mijnhoofd en plant zijn knieën tussen mijn schou-derbladen, aan weerszijden van de ruggegraat.Hij laat voelbaar zijn volle gewicht wegen in zijnknieën. Ik denk aan de foto op de website vanzijn bedrijf. Daarop is Van Gorp in dezelfde hou-ding op een andere rug afgebeeld.

Aan het einde van het consult had hij zijn han-den weer van top tot teen over mijn lichaam la-ten gaan, heen en weer terug, en hij had gezegd:„Er is ruimte ontstaan. Je benen, je rug zijn tweekeer zo lang geworden naar mijn gevoel.”

De kleren zijn weer aan, we praten, in zijn inrustieke stijl ingerichte behandelkamer. Daar-van zijn er zeven, vertelt hij, in het kapitale pandaan de Rotterdamse Mathenesserlaan waar zijnbedrijf Gezond Management in huist. Zo noemthij niet alleen zijn bedrijf, maar ook wat hij doet.De vraag dient zich aan: wat doet hij eigenlijk?Wat is dit voor... vak? „Het is geen vak”, zegt VanGorp eenvoudig. En steekt van wal.

„In de huid van de ander kruipen is geen vak.Ik verdien er veel geld mee, maar een vak is ditniet: het is een terugkeer naar het oudste z ij n va nde mens. Vóór de komst van het woord, vóór deontwikkeling van het brein was de mens een ge-voelsdier, dat afging op zijn intuïtie en zijn in-stinct. Ik probeer mensen terug te brengen naardatgene wat ze vergeten zijn: wat voelen en aan-voelen is. Ik heb geen vak, maar een benade-ringswijze van de mens.”

Gevoelens, zegt Van Gorp, zijn veel ruimerdan de meeste mensen denken. Je kunt je lijf vantop tot teen voelen, maar je kunt je gevoel ook„naar buiten leggen”. „Aan kinderen op schoolwordt nooit gevraagd wat het belangrijkste is.Dat is hun stoel! Weten, voelen, erop vertrou-wen dat die achter je staat. In de schouwburg zieje mensen zich altijd omkeren naar hun stoelvoor ze gaan zitten, hoewel ze weten dat die eris. Hun gevoel laat hen in de steek. Ze moeten destoel eerst zien voor ze durven te gaan zitten.”

Van Gorp propageert, zegt hij zelf, het voelen.Daarvan is de moderne mens, en zeker die in dewesterse cultuur, vervreemd. Op het metro-

bankje gaan we scheef zitten, om degene naastons maar vooral niet aan te raken. „Dat isvreemd, het zou geweldig zijn als we de dagzouden beginnen door even rug aan rug te gaanstaan met een vreemdeling. Even laten voelen:jij bent er, ik ben er, we respecteren elkaar. Deenige taal die we spreken als we geboren wordenis de aanraking. Een baby kraait van de pret als

je hem over zijn billetjes aait. De eerste vier jaarvan ons leven zijn cruciaal, maar ook als oudershun kind veel knuffelen wordt vanaf het vierdelevensjaar toch steeds meer afstand genomenvan het voelen.”

Behalve voor seks. Is aanraken en aangeraaktworden niet gewoon het terrein van de seks?„Nee, ik ga met mijn eigen vrouw en kinderenanders om dan met mensen die ik behandel. Erkomt geen intimiteit bij kijken. We kunnen ookop een andere manier lichamelijk met elkaarpraten. En als we dat zouden doen, dan zou hetde samenleving helpen te ontspannen. Het is alshet pellen van een ui: al die verdedigingsmecha-nismen moeten weg. Door elkaar aan te rakenzijn mensen beter op de hoogte van elkaars aan-wezigheid, van de ruimte die zijzelf maar ookanderen nodig hebben. Voelen schept ruimte envrijheid voor iedereen.”

Het gaat niet om genezen. Diagnoses stelt VanGorp niet, de naam van zijn bedrijf verwijst nietnaar ziekte, en hij heeft „geen patiënten maarc l i ë n t e n”. „Ik laat hooguit zien waar ze blokkadesopbouwen. Die ontstaan door een disbalans tus-sen het denken en voelen, tussen IQ en EQ , hunemotionele intelligentiequotiënt. Door ze te hel-pen terug te keren naar hun gevoel reik ik hand-vatten aan om zich goed in hun vel te voelen.”

Hij behandelt van jong tot oud. Hij verteltover de huilbaby die een darmoperatie had on-dergaan en constipatie had. „Die kleine was ge-spannen en de darmpjes moesten op gang ko-men. Tijdens de aanraking zag je het hartritmeop de monitor rustiger worden en een volle luierwas de beloning. In 80 tot 90 procent van de ge-vallen hangen problemen samen met de benade-ringswijze van de ander.” Iedereen kan zichprettig voelen, zegt hij, nu ja, behalve koninginBeatrix. „In het keurslijf waarin zij zichzelf vast-zet, kan zij nooit de blijheid ontdekken die ookvoor haar tot de mogelijkheden had behoord.”

V an Gorp wist altijd al dat hij dit wilde doen:mensen hun gevoel en daarmee hun zelfver-

trouwen teruggeven. Hij was zes toen zijn opaeen brommerongeluk kreeg. Hij zou nooit meerkunnen lopen, zeiden de dokters. We zien wel,zei opa. Binnen twee jaar liep hij weer als een kie-viet. Van Gorp werd dankzij het zelfvertrouwenvan zijn grootvader fysiotherapeut. „Maar alheel snel bevredigde dat me niet. Fysiotherapieis techniek en beperkt zich tot een klacht en pijn.Ik leerde niets over de ingang van de mens, over

hoe de mens met zijn klacht omgaat.”Hij verdiepte zich nog in osteopathie, een me-

thode die erop gericht is de beweeglijkheid vanhet lichaam te bevorderen: „Fantastisch, maar ikkroop nog steeds niet onder de huid van een an-d e r.” Toen hoorde hij dat Ted Troost, de man diehaptonomie bekendmaakte in Nederland, opzoek was naar „een jonge gast die hij kon oplei-

interviewserie zintuigen

d e n”. Haptotherapeut Troost, schrijver van hetboek Het lichaam liegt nooit, was tot eind jarennegentig de fysiotherapeut van topsporters, vanvoetballers tot schakers. Hij werkte jarenlang alsvertrouwensman bij AZ ‘67, behandelde wiel-renner Henk Lubberding, doelman Hans vanBreukelen, ruiter Albert Voorn, tennisser RichardKrajicek, schaatster Yvonne van Gennip, voetbal-lers Van Basten, Gullit en Cruijff, schaatskampi-oen Hein Vergeer.

Troost, inmiddels over de zeventig, woont al ja-ren in het buitenland. Onomstreden was hij niet.Sporters liepen met hem weg, maar hun omge-ving zag hem als een Raspoetin. Later behandeldede Rotterdammer Troost ook nog Pim Fortuyn.

„Ik kwam op audiëntie bij hem, voor mij dehoogheid Troost, nu twintig jaar geleden, enwist: hier ben ik thuis. Over mij zei hij later: dit ishet ventje naar wie ik op zoek was. Ik heb me ont-wikkeld door over zijn schouder mee te kijken.Toen Ted emigreerde, heb ik de praktijk overge-nomen. Ik heb nu twaalf collega’s in dienst.”

De tarieven voor een consult bij Gezond Mana-gement beginnen bij 125 euro per uur. Gemid-deld zijn er tien behandelingen nodig. OmdatVan Gorp zich niet wil conformeren aan de richt-lijnen van de haptotherapie, keren maar een paarverzekeringen een vergoeding uit voor zijn be-handelingen. Van Gorp werkt vooral voor het be-drijfsleven. „Ik kom veel in bedrijven en als jehoort wat mensen elkaar, mooi verwoord, toevoe-gen tijdens vergaderingen, dan geloof je je orenniet. Het zijn gewoon beledigingen. Ik vraag dan:heb je je ooit afgevraagd hoe dat bij de ander aan-komt? Die mensen moeten gaan voelen!”

Namen noemen wil hij niet, maar Van Gorpontvangt „op de hei” menige raad van bestuur.„Die mensen worden geacht een team te vormenmaar zijn dat in de praktijk vaak allerminst. Zebakenen hun territorium af, en belemmeren deruimte van de ander. Als ik de kans zie, laat ik zeop mijn behandeltafel op elkaar liggen. ”

Pa r d o n ?„Ja, ik leg die topmannen op elkaar. Ik nodig

ze uit door elkaar heen te voelen. Ze leren elkaaraan te voelen zonder afstemming en dat leidt totenorme verbetering van de samenwerking. Jelegt ze op elkaar en dan zie je die gespannenmassa van lieverlee smelten, ze versmelten metelkaar. Ze krijgen zachte, ronde en vooral opengezichten. Dat krijg je met vergaderen echt nietvoor elkaar, hoor.”

‘De enige taal die we spreken alswe geboren worden is de aanraking’

· h o re n „Tussen de regels door, vogels inde tuin, stad die ontwaakt, kinderen op despeelplaats, muziek die je beroert.”· zien „Scherp als een adelaar, in de focusgebeurt niets, marginaal neem je echt waar.Details en grote lijnen.”· ru i ke n „Snuffelen als een hond, geuren vanvoorjaar, goed zweet en de zee.”· p ro e ve n „Basale stevige smaken, risottomet verse truffel (hemels!)”

‘Ik probeer mensen terug te brengen naardatgene wat ze vergeten zijn: wat voelen is’

De zintuigen van Marco van Gorp

horen zien voelen ruiken proeven

voelen!’

De praktijkruimtevan Marco van Gorp

Mar

cel K

rijge

r