#m2015krant Het Jaar van de Mijnen 2015 M2015 voorjaar 2015

16
#M2015KRANT Eigentijdse popversies van nummers ´Carboon` op Mama´s Pride Zie pag. 7 DÍT IS HET JAAR VAN DE MIJNEN Dit is een uitgave van Stichting Jaar van de Mijnen 2015 / #M2015 / Bongerd 18, 6411 JM Heerlen, 045 - 560 48 15 / [email protected] Voorjaar 2015 Jarenlange strijd voor gerechtigheid Zie pag. 11 Nour uit Irak geïnspireerd door Limburgs mijnverleden Zie pag. 13 Het Jaar van de Mijnen is een initiatief van gemeente Heerlen en wordt mede mogelijk gemaakt door de Provincie Limburg samen met 14 gemeenten en tal van maatschappelijke partners uit Nederland en de Euregio Maas-Rijn.

description

Op initiatief van de gemeente Heerlen is 2015 het Jaar van de Mijnen. Precies vijftig jaar geleden kondigde de toenmalige minister van Economische Zaken Joop den Uyl de sluiting van alle Limburgse mijnen aan. Met méér dan 200 evenementen wordt stilgestaan bij deze beslissing die een voor de regio moeizame periode inluidde. Tevens wordt de blik op de toekomst gericht. Het breed gedragen programma is nog steeds groeiende, en wordt ondersteund door 12 gemeenten in Zuid-Limburg en tal van maatschappelijke partners; ook in de voormalige mijngebieden in België en Duitsland.

Transcript of #m2015krant Het Jaar van de Mijnen 2015 M2015 voorjaar 2015

Page 1: #m2015krant Het Jaar van de Mijnen 2015 M2015 voorjaar 2015

#M2015KRANT

Eigentijdse popversies van nummers ´Carboon`

op Mama´s PrideZie pag. 7

DÍT IS HET JAAR VAN DE MIJNEN

Dit is een uitgave van Stichting Jaar van de Mijnen 2015 / #M2015 / Bongerd 18, 6411 JM Heerlen, 045 - 560 48 15 / [email protected]

Voorjaar 2015

Jarenlange strijd

voor gerechtigheid

Zie pag. 11

Nour uit Irak geïnspireerd door

Limburgs mijnverleden

Zie pag. 13

Het Jaar van de Mijnen is een initiatief

van gemeente Heerlen en wordt mede

mogelijk gemaakt door de Provincie

Limburg samen met 14 gemeenten en

tal van maatschappelijke partners uit

Nederland en de Euregio Maas-Rijn.

Page 2: #m2015krant Het Jaar van de Mijnen 2015 M2015 voorjaar 2015

KAMERAADSCHAPKnoop eens een gesprek aan met een oud-mijn- werker. Daarmee bedoel ik dan een man die jarenlang tot soms wel duizend meter onder het maaiveld direct aan het kolenfront heeft gezwoegd en niet iemand die bovengronds op kantoor zat. Die werkte weliswaar ook ´op de mijn´, maar dan anders. Praat eens met een èch-te oud-mijnwerker over zijn tijd ondergronds en je kunt er donder op zeggen dat binnen een minuut het woord ´kameraadschap´ valt. Neem dat dan héél serieus en vat het niet op als ‘och, ze konden het goed vinden met elkaar’. Als een koempel spreekt over kameraadschap, dan stokt zijn stem, wellen soms tranen in zijn ogen en zegt hij: “Die kameraadschap, dat heb ik nog het meest gemist na de sluiting van de mijnen!”

De arbeid diep onder het aardoppervlak was zwaar, ongezond en vooral gevaarlijk. Ruim 1450 mijnwerkers zijn in de Limburgse steenkolenmijnen omgekomen. Instortingen, ontploffingen, overstromingen, ongevallen. In de loop der jaren verbeterde de veiligheid enorm, maar waakzaamheid bleef geboden. Koempels werk-ten - na een degelijke opleiding op de OVS, de Onder-grondse Vakschool - in vaste ploegen. Mannen die vaak jarenlang en intensief met elkaar samen waren. Die gezamenlijk ervoor moesten zorgen dat de productie- afspraken gehaald werden. Die - ieder met eigen taken - blindelings op elkaar konden vertrouwen. Niet alleen in het belang van de vastge-stelde kolenquota, maar ook de veiligheid. Een kraakje of wat gesis kon mogelijk de voorbode zijn van een ramp. Bloedheet daar beneden, met ook nog de hete adem van de opzichters - die de productie moeten bewaken - in je nek. Kruipend door enkele decimeters hoge gangen met honderden meters steen- en kolenlagen boven je. Hels machinekabaal. Veel stof. In die omstandigheden kweek je - noodgedwongen - een onverbrekelijke onderlinge band. Zónder elkaar is onmogelijk. Hier voel je hoe je van mekaar afhankelijk bent. Bovengronders kunnen zich dat moeilijk voor-stellen. De koempels, maar ook de mènsen daarachter, worden aan elkaar gesmeed voor het leven. Eigenlijk terug naar de oertijd, toen overleven enkel mogelijk was in groepsverband. Een mijnwerker spreekt over kame-raadschap omdat hij geen ander woord voorhanden heeft. Ik denk dat de definitie ‘onvoorwaardelijke liefde’ korter in de buurt komt bij hetgeen een ondergronder wil uitdrukken.

De koempels die na de sluiting van de mijnen elders te werk werden gesteld, maakten die ‘kameraadschap’ daar niet meer mee. Misschien omdat de ‘noodzaak’ ontbrak. Een nog jonge koempel die op kantoor een nieuwe car-rière startte vertelde mij eens: “Het grootste gevaar dat daar dreigde, was dat een pen op mijn tenen zou vallen.”

Koempels waren stoere mannen, trots op hun werk. Ik hoorde eens: “We hebben daar diep beneden hele kathedralen gebouwd.” Kerels met grote verantwoor-delijkheden. Ondergrondse cowboys met het kolenveld als hun steppe. Kreeg je van een mijnwerker een hand, dan was het alsof je een baksteen voelde. Ja, er kwam - mondjesmaat - vervangende werkgelegenheid. En dan zat een koempel aan een tafeltje met een minuscuul schroevendraaiertje de hele dag speelgoedautootjes in elkaar te prutsen. Hij heeft daar gehuild en draaide door. Waar waren zijn kameraden? Hij miste ze. Hij heeft ze nog eens getroffen op een reünie. Toen het mijnwer-kerslied ´Glück Auf´ uit de luidsprekers klonk, stonden ze allemaal op en zongen met rechte rug en natte ogen mee. Hoe vaak hebben ze het niet tegen elkaar gezegd: “Glück Auf!” Kom weer veilig boven!

Mooi, dat in het Zuid-Limburgs taalgebruik het woord ‘koempel’ nog steeds wordt benut. In de betekenis van ‘allerbeste vriend’.

Maarten Brorens

1 MEI 2015 Lentekriebels!• Exclusief concert voor gepensioneerden van DSM & SABIC

Guido Dieteren, muzikaal leider van Guido’s Orchestra en de

mannenkoren van DSM-SABIC en RML 1921 (o.l.v. Wim Schepers)

brengen tijdens Lentekriebels een ode aan ‘onze’ helden’:

de koempels in de mijnen.

www.parkstadlimburgtheaters.nl

UIT-GELICHT

T/M 30 SEPT 2015 Eetkamer van de wijk• 11 buurten in Heerlen

De eetkamer van de wijk trekt de buurt in en verzamelt bijzonde-

re recepten die ontstaan zijn in het multiculturele mijnverleden.

Daarop volgen gratis buurtdiners in 11 verschillende buurten.

Eetkamer 3: MSP zaterdag 2 mei

Eetkamer 4: Welten-Benzenrade zaterdag 9 mei

Eetkamer 5: GMS zaterdag 16 mei

Eetkamer 6: Heerlen-Centrum zaterdag 23 mei

Eetkamer 7: Zeswegen zaterdag 30 mei

www.eetkamervandewijk.nl

9 MEI 2015 MIJN CARBOON op Mama’s prideHet festival opent dit jaar met het unieke project ‘MIJN

CARBOON’. In het kader van M2015 maakte een enthousiaste,

nieuwe generatie Limburgse muzikanten een eigen versie op

een lied van Carboon, de band die in 1976 het fameuze album

‘Witste nog Koempel’ uitbracht.

www.mamaspride.nl 9 t/m 11 mei 2015 Lange Lies Lange JanHerneming van het spraakmakende theaterstuk van Jeroen

Willems uit 2001 en 2002, gemaakt en uitgevoerd in een

Patronaat (nu Cultuurhuis Heerlen) van voor de revitalisatie/

renovatie. Deze voorstelling heeft op alle fronten in Heerlen en

omstreken veel los gemaakt. De in 2012 veel te vroeg gestorven

acteur Willems ging terug naar zijn roots in Heerlen en interview-

de tal van oud mijnwerkersvrouwen. De dramaturg van toen

(in 2002) tekent nu voor de regie. De voorstelling wordt zowel in

Cultuurhuis Heerlen als bij Sevagram, in zorgcentra, gespeeld.

Een tournee in en buiten Limburg is in voorbereiding.

www.stichtingmijn-cultuur.nl

17 MEI 2015 HEILIGE HUISJES VAN ZWART GOUDEen verhalentocht van de hand van journalist Lubert Priems en

verhalenverteller Maria van Raak die begint waar de mijnen

voor altijd gesloten werden. De voorstelling speelt zich af op

verschillende locaties in de Sittardse oud-mijnwerkerskolonie

Sanderbout waarbij een duidelijke koppeling met de Geleense

wijk Lindenheuvel wordt gemaakt.

www.lubert.nl

14 MEI 2015 Koeltoerenproject• ‘Van MIJN verleden naar mijn TOEKOMST’. Officiële

presentatie met pungelontbijt tijdens de opening van de

braderie in Hoensbroek

Vlakbij de Emma, waar in 1918 de allereerste koeltoren ter wereld

verrees, worden anno 2015 tien kleine versies geplaatst van circa

5 meter hoog. Gemaakt van houten planken die geschilderd zijn

in de kleuren van de vlaggen van de verschillende nationaliteiten

die destijds in de mijnbouw werkten.

30 mei 2015 KOPEREN GOLF• Start week van de amateurkunsten

Tenminste 16 muziekkorpsen uit Zuid-Limburg spelen op exact

hetzelfde moment hetzelfde muziekstuk (een nieuw voor deze

gelegenheid gecomponeerd werk). Veel van deze muziekvereni-

gingen zijn opgericht tijdens de mijnbouwperiode en zijn nog

steeds een sociaal bindmiddel. Een traditie om te vieren. Daarom

laat de Mijnstreek van zich horen met een golf van blaasmuziek!

30 mei 2015 Limburgs Mooiste: Familietocht & opening MIJNroute• Ontdek het mijnverleden samen op de fiets!

Limburgs Mooiste organiseert een bijzondere familie fietstocht.

Op stadsfiets, mountainbike of E-bike fiets je door de groen-

gebieden en langs het historisch erfgoed van het mijnverleden

in Parkstad. Kinderen in een stoeltje mogen gratis mee.

Start: tussen 10.00 en 12.00 uur. Tussen 10.00 uur en 11.00 uur

vindt een ludiek openingsprogramma van de MIJNroute plaats op

het Burg. van Grunsvenplein.

www.limburgsmooiste.nl

Uitgave: Stichting Jaar van de Mijnen, Postbus 1, 6400 AA Heerlen, [email protected] ,

045 - 560 48 15. Redactie: Maarten Brorens. Tekstbijdragen: Lettergeniek / Jenneke van Genechten.

Grafisch ontwerp: Groenergras / Aline Ploeg. Foto´s: Luc Lodder, Fabian de Kloe, Ermindo Armino,

Foto-archief DSM, Continium e.a. Druk: Rodi Diemen. Verspreiding: diverse plekken in Zuid-Limburg.

Oplage: 7.500 stuks.

Colofon

foto: Luc Lodder

Page 3: #m2015krant Het Jaar van de Mijnen 2015 M2015 voorjaar 2015

Heerlens wethouder Jordy Clemens:

“WE MOGEN HIER BEST WAT TROTSER ZIJN.”

Directeur Stichting Jaar van de Mijnen Marc Jetten:

“HET BLIJVEN VERSCHUILEN ACHTER DE MIJNSLUITINGEN IS ER NIET MEER BIJ.”

Net nog geen 30 jaar is Jordy Clemens. Hij heeft de mijnwerkers die met koelpungels

uit de bussen stapten niet gezien, evenmin als de walmende schoorstenen van de

mijnbedrijven. Hij heeft zijn moeder niet in paniek naar buiten zien rennen om snel de

drogende was binnen te halen omdat de wind ´verkeerd´ stond en gruis meebracht.

Zijn persoonlijke link met het mijnverleden is zijn overgrootvader van moeders kant.

Die is op hoge leeftijd, ver in de 90, overleden.

“Ja, hij heeft ondergronds gewerkt en

was ook nog een stevige roker”, begrijpt

Jordy de verbazing. “Ik heb hem nooit

anders gekend als zittend in zijn oude

leunstoel, pijprokend en met een deken-

tje op zijn schoot. Op een keer gaf hij me

de blikken drinkfles die hij jarenlang had

gebruikt. Die `blech´ was ondergronds

eens gevallen, waardoor er een gat in

kwam. Dat had hij toen met kauwgom

gedicht en die zit er nog steeds op!”

Als Heerlens wethouder heeft Jordy

onder meer het Jaar van de Mijnen in

zijn portefeuille. Het is bekend dat dit

project niet enkel bedoeld is om terug te

blikken (“Natuurlijk is het mooi als we bij

de concerten van ´Carboon´ een traantje

wegpinken.”), maar ook vooruit te kijken.

Hij beseft dat de regio uit een diep dal is

gekropen.

“Tijdens het recent gehouden jongeren-

debat van het Jaar van de Mijnen na de

vertoning van de film ´Gluckauf´ bleek

dat velen van hen zich bewust zijn van

ons verleden, maar ze zitten er niet meer

in gevangen. Hier heerst een enorme

strijdlust onder de bevolking. Er zijn, met

vallen en opstaan, heel wat tegenslagen

overwonnen. Ik zie een vechtersmentali-

teit. Dit is een regio van doeners en aan-

pakkers. Af en toe lijkt het wel of iedereen

dat weet, behalve wijzelf. Ik vind de

mensen hier erg bescheiden. We mogen

best wat meer trots uitstralen!”

In Heerlen zijn de oude mijngangen ove-

rigens deels nog steeds in gebruik. Het

warme water waarmee deze zijn volgelo-

pen wordt op verschillende plaatsen ge-

bruikt om gebouwen te verwarmen en te

koelen. Jordy: “Onze voorouders droegen

met bloed, zweet en tranen zorg voor de

energievoorziening van toen en hielpen

dus tegelijkertijd mee aan de opbouw

van duurzame energie voor nu.”

Maarten Brorens

Dit is een regio van doeners en aanpakkers. Af en toe lijkt het wel of iedereen dat weet,

behalve wijzelf

Staatsmijn Maurits te Geleen wachtte in 1966 tandenknarsend op een onvrijwillige

euthanasie, toen in de naburige gemeente Stein Marc Jetten werd geboren.

Marc - directeur van Stichting Jaar van de Mijnen - kreeg van ´de koel´ dus weinig

mee, want die werd in 1967 gesloten. Wel zijn er de herinneringen en verhalen: “Laatst

nog vertelde een oom van mijn vrouw dat hij altijd bang was ondergronds. Dat had

hem uiteindelijk doen besluiten om wat anders te gaan doen; hij werd verpleger. Ook

sprak ik eens een oud-mijnwerker die vol vuur verkondigde dat hij zó weer terug zou

willen. Maar toen ik hem vroeg of hij ook zijn zoon de mijn in zou sturen, antwoordde

hij resoluut `Neen!` Dat heb ik altijd heel tegenstrijdig gevonden.”

Marc groeide dus niet op onder de rook

van de mijn, maar wel die van DSM, een

concern dat rechtstreeks voort is geko-

men uit de mijnindustrie. De afkorting

staat nog steeds voor Dutch State Mines.

Maar lijnen met ´de mijn´ zijn er binnen

alle families, dus ook die van Marc. “Mijn

moeder, afkomstig uit Simpelveld, werkte

bij een houthandel die stutten leverde

aan de mijnen. Mijn schoonvader werkte

op de Julia in Eygelshoven. Vreemd

genoeg heeft hij later nooit over zijn

mijnwerkerstijd gepraat.”

Na studies werktuigbouwkunde en

technische bedrijfskunde woonde en

werkte Marc geruime tijd in Brabant, om

later weer terug te keren naar het zuiden

en neerstreek in Spaubeek. De Oostelijke

Mijnstreek werd omgedoopt in Parkstad,

maar Marc´s woonplaats bevindt zich in

wat nog steeds ´Westelijke Mijnstreek´

heet. Hij pleit voor “met respect terug-

kijken door mijnwerkers, hun kinderen en

kleinkinderen”. Daarvoor biedt het Jaar

van de Mijnen met ruim 200 programma-

onderdelen ruimschoots de gelegenheid.

Marc: “Na de sluiting van de mijnen ging

deze regio door een diep dal, waar we

weer uit gekomen zijn. Maar de jeugd

van nu heeft daar geen weet van. Die

heeft enkel de opgaande lijn meege-

maakt. Ik herinner me nog de - zoals ik

het noem - ´zelfcultivering van achter-

stand´, mensen die redeneerden vanuit

´Het is niks en het wordt niks!´ Gelukkig

is er een omslag gekomen.

Het zich blijven verschuilen achter de

mijnsluitingen is er niet meer bij.”

Marc vindt het belangrijk - zeker nu er

weer ruimte is voor optimisme - dat de

jeugd kennis neemt van het mijnverleden.

Een van de programma-onderdelen van

het Jaar van de Mijnen was een jongeren-

debat.

Marc: “Er kwamen jongeren aan het woord

die tot een paar keer toe vast hebben

gezeten, maar uiteindelijk kozen voor een

andere weg en nu gelukkig zijn in een

vaste baan met werk waar ze plezier in

hebben.”

Maarten Brorens

Jordy Clemens koestert de ´blech´ van zijn overgrootvader / foto: Luc Lodder

Marc Jetten met een van de koeltorens van DSM op de achtergrond / foto: Luc Lodder

3

Page 4: #m2015krant Het Jaar van de Mijnen 2015 M2015 voorjaar 2015

Leo groeide op in de schaduw van de

imposante schacht van de Staatsmijn

Emma. Daar werkte zijn vader 19 jaar

ondergronds. “Naarmate ik ouder word

begin ik steeds meer te beseffen wat het

werk inhield. Vroeger werd er nauwe-

lijks over gepraat thuis. Het was gewoon

allemaal vanzelfsprekend. Wel kan ik me

herinneren dat mijn moeder vertelde dat

vader vaak angst had op het werk. Jezus,

als je nu bijvoorbeeld filmbeelden terug-

ziet. Ze moesten soms liggend in hele lage

pijlers de kolen eruit boren. Ik krijg niet

alleen meer belangstelling, maar ook

steeds meer bewondering.”

Bij de val van de Lange Jan - een van de

schoorstenen van de mijn ON I in Heerlen

- maakte Leo foto´s. Jaren later was hij als

verslaggever van de toenmalige ROZ

(Radio Omroep Zuid) present bij het

opblazen van de schacht van ´zijn´ Emma.

Een verklaring voor het feit dat ´de koel´

nog steeds lééft, meent Leo hierin te

vinden: “De diepe kameraadschap onder

de koempels zal ongetwijfeld een rol

spelen. Maar volgens mij is het ook een

compensatie voor het feit dat na de

mijnsluitingen vrijwel alles volledig is

afgebroken. Er zijn geen fysieke

herinneringen meer en dus koestert

men het verleden tussen de oren, waarbij

misschien ook wel eens wat geromanti-

seerd wordt.”

Maarten Brorens

De Regento Stars samen op één plaat

HISTORISCHE GEBEURTENIS

Tijdens de première eind maart 2015

van de L1-documentaire LAILA (van

filmmaker Hans Heijnen) in Cultuurhuis

Heerlen kwamen voor het eerst sinds

begin ‘60 de leden van de Regento Stars

weer samen.

Doortje en Otto Zerdoner (zij speelden

accordeon en trompet, linksboven op deze

foto) waren er, evenals drummer Zigmund

Zawodny (bovenaan rechts) en de alom

bekende zanger/klarinettist Bruno

Majcherek (links beneden op de foto)

samen met Hans Heijnen. De Regento

Stars verkochten in 1960 méér dan

1 miljoen singeltjes van Laila. De formatie

viel kort daarna uit elkaar. In het Jaar van

de Mijnen 2015 kwamen zij voor het eerst

- na dik méér dan vijftig jaar - weer eens

even samen.

Oud-koempels vertellen hun verhalen op L1 TV

NIEUWE SERIE ONZE MIJNWERKERS TOT EIND 2015

L1 zet dit jaar fors in op het Jaar van de Mijnen 2015 #m2015. Eén van de onderdelen is de 35-delige tv-serie Onze Mijnwerkers.

Tientallen oud-koempels halen persoonlijke herinneringen op, vertellen over wat ze meemaakten ondergronds, kijken terug op het

bijzondere kameraadschap; wat ze vonden van de opzichters, mijnheer pastoor, de immigranten, en het verenigingsleven. Onze

Mijnwerkers is iedere zaterdag te zien op L1 TV, onder andere om 16:00, 21:00 en 23:00 uur. Alle afleveringen zijn eveneens online

te zien op L1.nl/mijnen.

Mijnwerkerszoon en L1-hoofdredacteur Leo Hauben:

“OPVALLEND DAT ZE ER NA RUIM 40 JAAR NOG ZÓ MEE BEZIG ZIJN!”

Samensteller/regisseur van deze nieuwe

serie is Eugene van den Bosch,

oorspronkelijk afkomstig uit Heerlen.

Hij maakte tien jaar geleden voor L1 de

serie Zwarte Ogen. Al tijdens zijn studie

aan de Filmacademie in Amsterdam

verdiepte Van den Bosch zich in de

geschiedenis van zijn geboortestreek.

“In 2007 ben ik begonnen met het

interviewen van de 60 oudste mijn-

werkers in Limburg en dat leverde 160

uur materiaal op. Nu in 2015 is meer

dan de helft van deze mijnwerkers over-

leden, maar hun verhalen en herinne-

ringen zijn gelukkig bewaard gebleven

en nu te zien in deze unieke serie bij

L1.”

Hoofdredacteur Leo Hauben van L1:

“Voor wie de tijd van de steenkool-

mijnen heeft meegemaakt, is de serie

een feest der herkenning. Prachtige

verhalen, soms romantisch maar soms

ook heel confronterend.

De tijd van de mijnen kent immers zo-

wel zonnige als ellendige kanten. Voor

wie de tijd van de mijnen niet bewust

heeft meegemaakt schetst de serie

een veelzijdig beeld van de Limburgse

samenleving in een groot deel van de

vorige eeuw.”

De tv-serie Onze Mijnwerkers is mede

mogelijk gemaakt met financiële steun

van de Stichting Behoud Mijnhistorie

en het Fonds voor Sociale Instellingen

(FSI). L1 TV is te ontvangen via kabel,

webtv op L1.nl [3], Ziggo Digitaal kanaal

30, UPC kanaal 713, Interactieve TV KPN

kanaal 508, CanalDigitaal (Familie-

pakket), DVB-T en Digitenne.

N.B. L1 wijdde in december al een

thema-avond aan de mijnen, inclusief

een live-verslag van de opening van

het Jaar van de Mijnen. De regionale

omroep heeft ook drie lange documen-

taires laten maken waarin de mijn-

historie een grote rol speelt. Twee daar-

van gingen al in première en zijn online

nog steeds te zien.

Laila gaat over de beroemde tango van

Bruno Majcherek en het mijnwerkers-

orkest De Regento Stars. En in Witste

nog, Carboon.. staan de mannen van

de beroemde elpee Witste nog koempel

centraal. Later dit jaar komt L1 met de

derde documentaire over het DNA van

Heerlen. Ook is een radio-serie in de

maak over een mijnwerkerskolonie in

de Westelijke Mijnstreek.

Het is al meer dan 40 jaar geleden dat de laatste Limburgse mijn sloot. Daarom vindt

Leo Hauben, hoofdredacteur van radio- en TV-zender L1, het zo frappant dat dit

afgesloten stuk geschiedenis nog steeds leeft. “ Je wilt een voorbeeld? Nou, een club

supporters van Roda JC noemt zich ´De Koempels´. Het mijnverleden zit gewoon nog

in de genen van de mensen. Het is diepgeworteld en ook sociaal, cultureel en

economisch heeft het nog steeds impact op de streek. Daar wil L1 in het kader van

het Jaar van de Mijnen vooral jongeren bewust van maken.”

Ik krijg niet alleen meer belangstelling,maar ook steeds meer bewondering

Leo Hauben bij het enige wat nog rest van Staatsmijn Emma: de in steen gehouwen naam die boven de hoofdingang van het bedrijf prijkte / foto: Luc Lodder

4

Page 5: #m2015krant Het Jaar van de Mijnen 2015 M2015 voorjaar 2015

Stichting HeerlensDNA organiseert multiculti ´buurtdiners´ in de wijken

“ONDERZOEKEN OF DE MIJNEN INVLOEDHEBBEN GEHAD OP GERECHTEN VAN NU.”

“Mijn moeder was het eerste Heerlense meisje dat met een van ver komende buiten-

lander trouwde”, zo meent Erol Öztan zeker te weten. Zijn vader kwam vanuit Turkije

naar Nederland en zijn eerste betrekking was - bijna als vanzelfsprekend - op de mijn.

Eten stond in huize Öztan op de

Molenberg in Heerlen centraal. Erol:

“Dat had te maken met het feit dat mijn

moeder een talenknobbel had. Ze leer-

de Turks en fungeerde als tolk voor de

emigratiestichting, terwijl mijn vader les

gaf aan Turkse kinderen. Dat betekende

dat we de hele dag mensen over de vloer

hadden en dus werd er ook de hele dag

gegeten. Eigenlijk ben ik met eten

opgegroeid. Mijn moeder kookte zowel

Hollandse pot als Turks.”

De mijnen in Limburg zorgden - door

de komst van steeds meer buitenlandse

arbeiders - voor een kleurrijke,

internationale gemeenschap. Verschillende

nationaliteiten, uiteenlopende culturen.

Dat betekende natuurlijk ook een breed

spectrum aan eetgewoonten en menu´s.

Erol: “In het kader van het Jaar van de

Mijnen wil ik onderzoeken of er typische

gerechten uit de mijnen waren en of deze

onder invloed van migranten ´verlekkerd´

zijn. Welke invloed hebben de migranten

op onze eetcultuur gehad? Bestaat er een

typisch ´mijn´-recept? In elf weken doen

we elf buurten aan op zoek naar bijzonde-

re gerechten, waarvan er één uit elke wijk

in een andere wijk gekookt wordt. Daarom

zijn we met Stichting HeerlensDNA gestart

met het project ´Eetkamer van de Wijken´.

Afgelopen zaterdag vond de eerste

bijeenkomst plaats. We hadden meer dan

60 inschrijvingen in de buurt Molenberg.”

Project-medewerker Cynthia Smeets

polst vooraf al in de buurten wat er aan

bijzondere gerechten voorhanden is. Ook

kunnen belangstellenden via de website

eetkamervandewijk.nl recepten opgeven.

“Koken verbindt”, heeft Erol zelf ervaren.

“Gezelligheid, het samenzijn is belangrijk.

Tijdens het eten komen ook nog alle-

maal verhalen los. Daarom en nog veel

belangrijker: een mooie start voor een

vervolg om elkaar op een andere wijze

te leren kennen. Ken je eigen buur is niet

meer zo vanzelfsprekend. Het wordt tijd

voor verandering. Dus houden we elke

zaterdag in een Heerlense wijk, doorgaans

het gemeenschapshuis, een buurtdiner.

Greetje van Gemert blij met nominatie Europees Erfgoedlabel

“ZE MOGEN HIER TERECHT TROTS ZIJN OP WAT TOT STAND IS GEBRACHT.”

De Limburgse mijnstreek kreeg door het afbouwen en uiteindelijk volledig opdoeken

van alle twaalf mijnzetels een stevige schop onder kont, beter gezegd: een

genadeloze vuistslag in het gezicht. De grootste werkgever was weg en vervangende

werkgelegenheid kwam er maar mondjesmaat. Met alle gevolgen van dien. Dit kwam

het zelfvertrouwen van de Zuid-Limburgse bevolking, die decennialang vol trots het

hele land van energie voorzag, niet ten goede.

Nu heeft zeer recent de ministerraad

besloten om de ´mijnindustrie´ als

Nederlandse kandidaat voor te dragen

voor het Europees Erfgoedlabel. Omdat

er van die mijnindustrie weinig tastbaars

over is gebleven worden bij deze nomina-

tie het Heerlense Glaspaleis en Huis

de Luijff als boegbeelden benut. Het

Glaspaleis werd nog voor de oorlog

als warenhuis van de firma Schunck

gebouwd en leverde onder meer werk-

kleding aan generaties mijnwerkers.

Momenteel fungeert het pand onder de

naam SCHUNCK* als cultureel centrum

van waaruit onder meer de thema´s

´mijnverleden´ en in samenhang daar-

mee ´Europese eenwording´ belicht

zullen worden.

In Huis de Luijff, een van de oudste

panden in het centrum van Heerlen,

vond een van de voorbereidende verga-

deringen van de in 1951 opgerichte EGKS

We nemen een professionele kok mee en

die bereidt ter plekke drie aangeboden

gerechten die door ons geselecteerd zijn.

En dat kan van alles zijn. Zo hebben we

konijn in chocoladesaus op het menu

gehad, maar ook Turkse bonensoep met

gehakt. Verder willen we bekijken of de

Nederlandse en buitenlandse keuken

elkaar beïnvloed hebben. Dat zou kunnen.

Stel je bent stamppot aan het maken. Je

Marokkaanse buurvouw komt binnen en

geeft je wat kruiden uit haar thuisland om

ze erin te verwerken. Dat kan heel lekker

uitpakken.”

Dan komt er ook nog een boek. Daarin

wordt een selectie van de ingezonden

recepten geplaatst, aangevuld met leuke

verhalen die tijdens de buurtdiners boven

tafel zijn gekomen.

“Uiteindelijk gaat het niet alleen om het

eten en het boek”, stelt Erol. “We willen

de gemeenschapszin in de wijken verder

versterken. Ik hoop dat dit ertoe leidt dat

de bewoners elkaar beter leren kennen en

vaker voor elkaar gaan koken.”

Maarten Brorens

(Europese Gemeenschap van Kolen en

Staal) plaats. Dit was een voorloper van

de huidige Europese Unie en die is weer

de initiatiefnemer van het Erfgoedlabel,

bestemd voor locaties die een rol hebben

gespeeld bij de Europese eenwording.

Leuk dat de mijnstreek genomineerd is

en misschien volgend jaar het label

ontvangt, maar wat hebben de bewoners

van deze zo geplaagde regio eraan?

Greetje van Gemert, inmiddels gepensi-

oneerd, maar tot voor kort ´strategisch

beleidsadviseur cultuur´ in dienst van de

gemeente Heerlen, is een van de men-

sen die zich sterk hebben gemaakt voor

een voordracht. Daar heeft zij duidelij-

ke bedoelingen mee: “Toen ik in 2006

vanuit Deventer naar Heerlen kwam was

ik verbaasd over de bescheidenheid hier.

Ik vond dat de bewoners zichzelf onder-

schatten. Ik zag Heerlen als een ruwe

diamant. Met nog prachtige niet-gesloop-

te wijken en gebouwen. Een rijke cultuur,

een mooi theater. Veel evenementen. Het

was voor mij een ontdekkingstocht. De

bevolking heeft een enorme kracht en

power, zonder dat ze het zelf beseft.”

De recente geschiedenis van de mijn-

streek in ogenschouw nemend begrijpt

Greetje wel waar die bescheidenheid

vandaan kwam. “Daarom vind ik alleen

al zo´n nominatie belangrijk. De mensen

hier mogen terecht trots zijn op wat in

het verleden tot stand is gebracht. Op het

feit dat ze blijkbaar zelfs internationaal

respect genieten.”

Daarnaast ziet ze hierin een kans om

het ´Europese gevoel´ te versterken.

Greetje: “Euregionale samenwerking en

uitwisseling binnen het netwerk wordt

erdoor gestimuleerd. Onder meer met de

museummijnen Hückelhoven in Duits-

land en natuurlijk Blegny en C-mine in

België.” Maarten Brorens

Erol Öztan heeft de liefde voor koken en eten niet van een vreemde, maar van zijn moeder / foto: Luc Lodder

5

Page 6: #m2015krant Het Jaar van de Mijnen 2015 M2015 voorjaar 2015

Wiel: “Mijn vader, mijnwerker en vooral

vakbondsman, zat vijftig jaar geleden

óók in de zaal. Hij werkte op de

Willem-Sophia in Spekholzerheide. Als

jonge mijnwerker kreeg hij een ongeval

en zijn rechterhand raakte voor het leven

verminkt. Hij weigerde zich arbeids-

ongeschikt te laten verklaren, bleef door-

werken en klom op van machinist tot

meesterhouwer.”

In het Kerkraadse Bleijerheide werd Wiel

geboren, vervolgens verhuisde het gezin

naar Heilust, maar het grootste deel van

zijn jeugd bracht hij door in

Spekholzerheide. “Er was saamhorigheid

in de wijken. De buurten waren intact.

Iedereen kende en hielp elkaar.

Het verenigingsleven floreerde.

Dat mis ik nu allemaal!”

Het leven van de jonge Wiel was door-

trokken van ´de koel´. Zijn moeder -

van Sloveense afkomst - kwam uit een

Hoensbroeks mijnwerkersgezin. Zijn

Poolse schoonouders belandden na

dwangarbeid in Nazi-Duitsland op de

Gracht in Kerkrade en vonden een

bestaan bij de Willem-Sophia. Daarom

doet het hem nu pijn dat zo weinig

van het mijnverleden bewaard is. “Toen

dertig jaar geleden de laatst overge-

bleven Van Iterson-toren in Brunssum,

een van de koeltorens van de Emma,

gesloopt werd, was ik behoorlijk kwaad,

als journalist en als burger. Dat unieke

stuk industrieel erfgoed was nota bene al

voorbestemd als Rijksmonument.”

Met name omdat zo weinig rest, vindt

Wiel het belangrijk dat de jeugd van

nu kennis neemt van het mijnverleden.

“Pas als je weet waar je vandaan komt,

dan kun je ergens naar toe! Ik pleit voor

permanente educatie. Mijn zoon kent de

verhalen nog wel, maar het mag niet zo

zijn dat ze daarna verloren gaan.

Daarom vind ik dat het Mijnmuseum niet

de nadruk moet leggen op nostalgie,

maar een presentatie die voor de jeugd

ook aantrekkelijk is. Maak er een echt

belevingsmuseum van.”

Maarten Brorens

Mijnwerkerszoon en dagbladjournalist Wiel Beijer:

“ER WAS SAAMHORIGHEID IN DE WIJKEN EN DAT MIS IK NU.”

De buurten waren intact. Iedereen kende en hielp elkaar

Wiel Beijer in de Gladiolenstraat van Heilust, de wijk waar hij als klein kind woonde. Binnenkort zijn deze woningen gesloopt om plaats te maken voor een park / foto: Luc Lodder

“Als je niet je best doet op school, dan ga je de mijn in!” Dat kreeg Wiel Beijer thuis

regelmatig te horen. Dagelijks in dat zwarte gat afdalen leek hem niet aanlokkelijk,

dus hij dééd zijn best en werd uiteindelijk journalist. In Dagblad De Limburger/

Limburgs Dagblad publiceert hij tijdens het Jaar van de Mijnen een serie verhalen

over ´de koel´. Daarnaast was hij een van de initiatiefnemers van de theatrale

opening van dit herdenkingsjaar in Parkstad Limburg Theater Heerlen. Toen dat

gebouw nog Stadsschouwburg Heerlen heette kondigde dáár in 1965 toenmalig

minister van Economische Zaken Joop den Uyl de mijnsluitingen aan. En die

gebeurtenis werd op exact dezelfde plek opnieuw uitgevoerd.

6

Page 7: #m2015krant Het Jaar van de Mijnen 2015 M2015 voorjaar 2015

´Carboon´ in een hedendaags jasje op Mama´s Pride. Kees van den Berg heeft al voorpret! / foto: Luc Lodder

Tijdens festival Mama´s Pride in Burgemeester Damenpark Geleen

JONGE BANDS UIT DE MIJNSTREEK SPELEN EIGEN VERSIES VAN

CARBOON-NUMMERSDit opvallende project met de naam

´Mijn Carboon´ is in het kader van het

Jaar van de Mijnen mede geïnitieerd door

Kees van den Berg, in het dagelijks leven

programmeur van poppodium Nieuwe

Nor in Heerlen en sedert 2001 vrijwilliger

bij Mama´s Pride. Geboren en getogen in

voormalige mijnstad Geleen, maar zijn

herinneringen aan het mijnverleden gaan

niet terug naar Staatsmijn Maurits, maar

het Belgische Zwartberg-Genk. Daar komt

zijn moeder vandaan en bezochten ze

samen regelmatig oma. “Mijn opa had

in de mijn een been verloren. Daarom

werd hij kapper en knipte de mijnwerkers.

Uiteindelijk is hij toch aan de complicaties

overleden. Hem heb ik nooit gekend.”

In tegenstelling tot Nederlands-Limburg,

is in Genk wel veel van het industrieel erf-

goed bewaard gebleven. Kees komt er nog

regelmatig, nu voor de C-mine.

“Een aantal van die oude panden heeft een

culturele bestemming gekregen. Zo was

daar laatst een popconcert in een gebouw

waarin nog de machines die voor de

luchtverversing in de schachten

moesten zorgen bewaard waren. Dat was

erg indrukwekkend!”

Het bewaren en dóórgeven van ons

cultureel erfgoed, dat vindt Kees belangrijk.

Daarom dat hij blij is met het enthousi-

asme van de bands om nummers van

Carboon te spelen. “Op social media zie

ik al dat veel jongeren hier een aanleiding

in zien om ook hun ouders uit te nodigen

mee te gaan naar Mama´s Pride!”

Oh ja, de leden van de oorspronkelijke

formatie ´Carboon´ zijn daar

Special Guests.Maarten Brorens

Het bewaren en dóórgeven van ons cultureel erfgoed, dat vindt Kees belangrijk

Wel eens een concert van CUDA meegemaakt? Deze band uit de mijnstreek maakt

rauwe en harde ´cowpunk´. Geen muziek voor watjes. Zou je wel eens willen horen

hoe het klinkt als de zwaar bebaarde heren een nummer van Carboon spelen? Dan

moet je zaterdagavond 9 mei - daags voor Moederdag - present zijn op Mama´s Pride,

het tweedaagse popfestival dat nu voor de 21e keer plaatsvindt in het Burgemeester

Damenpark te Geleen. Verder zijn die avond onder meer regionale acts als Jick Munro

& The Amazing Lazerbeams (rockabily/Americana), Peter Beeker & Ongenode Gaste

(indierock), Southern Sunrise (pop) en Sem Dylan (singer/songwriter) present. Stuk

voor stuk met een nummer in eigen stijl van de befaamde in 1976 uitgebrachte LP

´Witste nog, koempel...´ van de formatie Carboon.

7

Page 8: #m2015krant Het Jaar van de Mijnen 2015 M2015 voorjaar 2015

Heilige Huisjes van Zwart Goud in gemeente Sittard-Geleen

´VERHALENTOCHT´ DOOR SANDERBOUT EN LINDENHEUVEL

Als iets stopt, is dat het begin van iets nieuws. Toen de mijnen gesloten werden moest

een voormalige ondergrondse mijnwerker het meeste wennen aan het daglicht.

Journalist Lubert Priems en verhalenverteller Maria van Raak pakken de draad op

toen vijftig jaar geleden de mijndeuren voorgoed gesloten werden. Hoe is het de

bewoners uit de vervlogen mijnwerkerskolonieën Sanderbout en Lindenheuvel

gegaan? In de Verhalentocht ‘Heilige huisjes van zwart goud’ trekken Priems en

Van Raak met het publiek de wijk in.

Via een koptelefoon hoor je passievolle zorgzame bewoners, klinkt melancholische

accordeonmuziek en een romantisch betoog voor scheve schuurtjes. Je stapt in een

kleine wereld van een groot gezin, je ziet straatjochies van toen en nu, en je ademt de

sfeer van een jubilerende feestzaal. Het publiek wandelt door de volkswijk, waar nu een

aantal mijnwerkershuisjes plaats maken voor nieuwe woningen.

Toen de schoorstenen van de Staatsmijn Maurits nog volop rookten, liepen de

mijnwerkers in groten getale vanuit Sanderbout en Lindenheuvel dagelijks naar de

mijnzetel in Lutterade. Via de mijn kwamen de koempels van deze wijken met elkaar in

contact. Dit fascineerde Priems en bood hem inspiratie voor het project. Priems: “De koel

beheerste alles. Je werk, je vrije tijd, je sociale leven. Het was een sociaal bindmiddel.

Toen dat weg viel, moesten veel mensen het plots zelf doen. Noem het participeren.

De diversiteit aan nationaliteiten en culturen was in de tijd van de mijnen groot, maar

is nu misschien nog groter door de tijdelijke anti-kraakbewoners. Stof genoeg dus voor

uiteenlopende vertellingen”.

Op 17 mei beginnen de verhalentochten; tot en met 1 juli heb je de kans om deel te

nemen. ‘Heilige huisjes van zwart goud’ is een bijzonder samenwerkingsproject met

De Domijnen en met het vaandelproject van kunstenaars Sandrien Wansink en Nathalie

Brans.

Méér informatie over de Verhalentocht is te lezen op: www.verhalentocht.eu. Deelnemen

kost tien euro per persoon. Reserveren voor deelname aan de tocht is verplicht.

Continium presenteert drie exposities over mijnbouw

IN SAMENWERKING MET HET DOMEIN, MUSEUM LAND VAN VALKENBURG

EN HET JAAR VAN DE MIJNENOut of the Dark

Continium werkt samen met Museum Het Domein in Sittard en Museum Land van

Valkenburg aan het project genaamd ‘Out of the Dark’, een estafette van drie

exposities rondom het thema mijnbouw en kunst. De tentoonstellingen worden

grotendeels samengesteld met schilderijen, tekeningen, glas-in-loodramen en

maquettes uit de collectie van het Continium en uit de DSM Art Collection. Buiten het

bestaande werk om, zijn diverse studenten en kunstenaars gevraagd om nieuw werk te

maken. Met Out of the Dark zetten de musea de nieuwe en oude kunst uit de depots

in de schijnwerpers. Voor de Out of the Dark-expositie in het Continium geven drie

hedendaagse kunstenaars, Ingeborg Meulendijks, Diana Ramaekers en Paul Devens

een reflectie op het mijnverleden.

Out of the Dark bestaat uit de tentoonstellingenreeks:

- De DoMIJNen - Barbara en andere mijnheiligen: 04/12/2014 t/m 28/06/2015

- Museum Land van Valkenburg – Het Landschap: 28/06/2015 t/m 30/08/2015

- Het Continium - De Arbeid: 23/10/2015 t/m ca. april 2016

Productie in Columbus – Earth Theatre

Naast de exposities zal er - in het nog te realiseren Columbus - Earth Theatre - een film

te zien zijn over de mijnbouw: de gigantische afmetingen en industrie van de mijnen.

Door het digitaal reconstrueren van ondergrondse schachten, galerijen en pijlers en

de koppeling met objecten uit de collectie steenkolenmijnbouw van het Continium en

oral history-materiaal zal de bezoeker veel te weten komen over de mijnen zelf. Deze

film is vanaf 23 oktober te zien in het theater.

8

Page 9: #m2015krant Het Jaar van de Mijnen 2015 M2015 voorjaar 2015

Dries groeide op in het Kerkraadse

Spekholzerheide. Daar stond de mijn

Willem-Sophia. Zijn vader dreef er een

steenfabriek, die veel aan de mijnen

leverde.

“Ik was misdienaar en had geen moeite

met opstaan. Daarom werd ik vaak

gevraagd om de vroege mis van half zes

te dienen. Daar zaten dan mijnwerkers

die na hun werk rechtstreeks naar de kerk

gingen. De meesten van hen zaten door-

gaans te slapen in de banken. Dat beeld

staat me nog altijd bij.”

De bloeitijd van de mijnen, de sluiting-

en en het daaropvolgende jarenlange

herstructureringsproces van ´zwart naar

groen´. Dries stond er met zijn camera

bij.

Momenteel is hij vrijwel fulltime doen-

de met de organisatie van het jaarlijkse

fietsevenement Limburgs Mooiste, met

telkens ruim 15.000 deelnemers uit

het hele land. Dries: “In het Jaar van de

Mijnen moeten we niet alleen terugblik-

ken, maar ook vooruit kijken. In de nu

´groene´ streek kunnen we inzetten op

de toeristische industrie.”

´Limburgs Mooiste´ doet daarbij letterlijk

een aardige duit in het zakje, want al die

duizenden fietsers die het heuvelland

doorkruisen laten ook geld achter. Dit

jaar vindt het tweedaagse evenement

plaats op 29 en 30 mei.

Onderdeel van het programma is nu een

familietocht op zaterdag, die in het teken

staat van het Jaar van de Mijnen. Deze

is opgezet in samenwerking met de ge-

meentelijke organisatie Historisch Goud

en voert de deelnemers langs punten die

te maken hebben met de mijnhistorie,

waar tevens vrijwilligers uitleg geven.

De routes krijgen daarna een permanent

karakter.

Maarten Brorens

Onder onze voeten. Beelden uit de mijnstreek

244 PAGINA’S FOTOBOEK SAMEN-GESTELD DOOR PAUL ARNOLD (SHCL)

Sinds het begin van de moderne kolenmijnbouw in ons land brachten fotografen elke

uithoek van die boven- en ondergrondse bedrijven in beeld. Staatsmijnen richtte er na

de oorlog zelfs een eigen fotodienst voor op.

De vijf fotografen die in die jaren voor deze fotodienst werkten (Frans Cals, Harry

Driessen, Chris Geurts, Math Grubben, Karel van Straaten) maakten naar schatting een

miljoen opnames. Het merendeel van al die mijnbouwfoto’s bleef bewaard en is onder-

gebracht in archieven. Historicus Paul Arnold is al jaren gefascineerd door de rijke

verzameling beelden uit het Nederlandse mijnverleden. Voor Onder onze voeten

verzamelde hij een aantal van de mooiste zwart-witfoto’s verzameld en voorzag ze van

commentaar. Het merendeel van zijn selectie wordt nu voor het eerst gepubliceerd.

Het boek Onder onze voeten. Beelden uit de mijnstreek is een uitgave van Uitgeverij

Vantilt (ISBN 9789460042225) en kost €22,95; verschijnt op 1 mei 2015.

In Jaar van de Mijnen een speciale fietsroute langs historische plekken

OUD-FOTOGRAAF DRIES LINSSEN ZET MET LIMBURGS MOOISTE IN OP ´MIJNTOERISME´

In de nu ‘groene’ streek kunnen we inzetten op de

toeristische industrie

Dries Linssen heeft heel wat mijnen voor de lens gehad. Het mijnsluitingsproces legde hij vast met zijn toenmalige collega´s Frans Welters en John Herstein. Dit zijn nu dus historische opnamen / foto: Luc Lodder

Dries Linssen uit Heerlen - toen persfotograaf - was er in 1976 bij toen de 135 meter

hoge Lange Jan, een van de schoorstenen van de mijn Oranje Nassau in Heerlen,

opgeblazen werd en ter aarde stortte. Alleen stond hij, net als vele anderen die wilden

fotograferen en filmen, aan de verkeerde kant. Immers, de Lange Jan viel niet in de

geplande richting, maar vlijde zich neer aan de andere zijde. “Ik rende toen naar de

Sittarderweg in de hoop iemand tegen te komen die van daaruit de val wèl in beeld

had kunnen brengen. John van Deursen, een bekende van me, had op het juiste

moment afgedrukt en ik mocht het filmpje van hem kopen. Die foto is toen de hele

wereld over gegaan.”

9

Page 10: #m2015krant Het Jaar van de Mijnen 2015 M2015 voorjaar 2015

Theatermaakster en stadsdichteres kiezen toch voor Heerlen

NINA EN MICHELLE: THUISGEVOEL IN EEN STAD

WAAR ZE ZICH EERST VOOR SCHAAMDEN Heerlens officieel benoemde ´stadsdichteres´ Michelle Bracke is net terug van een korte vakantie in New York. Een zinderende en

inspirerende wereldstad, zou je zeggen. Niet dus: “Te druk, heel commercieel, erg kunstmatig. En dan alleen maar die brede en

rechte straten. Ik was blij toen ik weer in Heerlen was!”

Theatermaakster Nina Willems ging voor

studie en werk naar het westen, maar

keerde uiteindelijk toch weer terug naar

het zuiden. Woont nu in Maastricht,

maar voelt steeds meer de drang om

zich te nestelen in de stad waar zij op-

groeide: Heerlen.

De centrumgemeente van de voorma-

lige Oostelijke Mijnstreek had de naam

een naargeestige drugs- en betonstad te

zijn en fungeert nu voor jonge mensen

als een warme moederschoot. Michelle

en Nina, beiden medio tachtiger jaren

geboren, kennen de verhalen. Nina: “Mijn

jeugd bracht ik door op Zeswegen, de

wijk die gebouwd is op de steenberg van

de mijn Oranje Nassau I. De dagelijkse

route van en naar school liep via de tip-

pelzone aan de CBS-weg en het centrum

waar zich veel verslaafden ophielden.

De stad zelf vond ik ook lelijk en suf. Als

18-jarige wilde ik weg van hier.”

Michelle herkent dat gevoel: “Ik vond dat

ik hier verstofte. Veel bekenden verhuis-

den naar Utrecht en Amsterdam. Uitein-

delijk ben ik niet weggegaan omdat mijn

familie en vrienden hier wonen. Maar

toen ik later de geschiedenis van de stad

leerde kennen, was het schaamtegevoel

weg.” Tijdens een recent jongerendebat

maakte Michelle een gedicht, geïnspi-

reerd op wat verteld werd. Ze noteerde

onder meer ´huldigen van wat aan ons

vooraf ging´,

´hervinden wat verloren is´ en ´van de

sokkel geslagen likken we braaf de

littekens van ons verleden`.

Nina bereidt momenteel een theaterstuk

voor dat uitgevoerd wordt tijdens het

zomerfestival Cultura Nova. “Natuurlijk

zijn er nog steeds problemen in de stad.

Leegstand, lelijke kantoren en de krimp.

Maar dat gevoel van ´het is niks en het

wordt niks´ is gelukkig weg. Ook bij mij.

Ik doe nu research en begrijp dat de

mijnsluitingen niet alleen een economi-

sche, maar ook emotionele klap bete-

kenden. Wat de impact was op de men-

sen.” Michelle merkt ook hoe diep ´de

koel´ nog steeds in genen zit. “De vader

van een vriend grijpt alles aan om over

de mijn te vertellen. Hij is er nog hele-

maal vol van. Een paar zwarte schoenen

brengt hem al op een verhaal.”

Nina´s voorstelling gaat echter niet over

de mijnen, maar Heerlen nú.

De stad waarvan ze zegt: “Hier vind ik

rust, die ik in de Randstad niet heb. Hier

kan ik mijn werk laten aarden.”

´Doorgrond´ is de naam van het project.

“Hé, da´s een sterke titel”, roept Michelle.

“Ja, ik probeer inderdaad te doorgronden

wat deze stad is”, bevestigt Nina. “In ieder

geval kijk ik nu positief naar de stad. Als

ik vroeger aankwam dacht ik ´Hè!´ en nu

`Há!`”

Maarten Brorens

De stad zelf vond ik ook lelijk en suf.

Als 18-jarige wilde ik weg van hier

nazaten van het beloofde land

wij, nazaten van het beloofde land

onontkoombaar lijkt voor ons

het huldigen van wat aan

ons voorafging

het knielen voor wat we nooit

geweest zijn, waar we nooit waren

maar we moeten hooghouden

wat gezonken is, ontharden

wat versteend en hervinden

wat verloren is in een wereld

wiens schwung is ontwricht

van de sokkel geslagen likken

we braaf de littekens van ons

verledenzo ketent zich iets

langzaam om onze polsen

kostbaar en benauwend tegelijk

is het alsmaar omslaan van de

zwarte bladzijden

de gele randen van het verleden

die ze volhardend vergouden

want het is daarwaar het beloofde

land nog bruist als een rijpe vulkaan

raak het aan en het springt hoog uit

zijn kloof omhoog en wij, nazaten

van het beloofde land wegen onze

opties af: we rennen, we blijven

en eten van de resten in een

verlaten tempel of we loven

de zwarte glorie die ons baarde en

rijpen als prille eieren voort onder

haar vleugels het raam naar buiten

lijkt groter dan vroeger hoog en

mintblauw hangt het wolkendek

als een kalme oceaan boven de

regio daaronder een volk in dubio -

wij een beetje ten vondeling gelegd

op een verlaten dansvloer

Gedicht van Michelle Bracke,

stadsdichteres van Heerlen,

gemaakt tijdens een recent

gehouden jongerendebat

Michelle (links) en Nina op het marktplein van de stad die ze weer in hun hart hebben gesloten / foto: Fabian de Kloe

10

Page 11: #m2015krant Het Jaar van de Mijnen 2015 M2015 voorjaar 2015

“Na de sluitingen wilde men alles zo snel mogelijk vergeten.”

JAN DE WIT VERZETTE ZICH TEGEN NAAMSWIJZIGING OOSTELIJKE MIJNSTREEK

“Na de mijnsluitingen wilde men het verleden blijkbaar zo snel mogelijk vergeten. Alles

werd gesloopt en zo snel mogelijk moest de regio van zwart naar groen. Toen ook nog

plannen werden geopperd om de naam Oostelijke Mijnstreek te vervangen, heb ik me

daar als gemeenteraadslid in Heerlen tegen verzet.” De actie van Jan de Wit heeft niet

mogen baten. Ook in naam werden mijnverleden en historie weggevaagd. Parkstad

Limburg werd de nieuwe naam van deze regio. Jan heeft er nog steeds moeite mee.

De ellende die de afbouw van de

kolenindustrie met zich meebracht zag

Jan overal om zich heen. “Mijnwerkers

werden ontslagen. Ze woonden met hun

gezinnen in slecht onderhouden huizen,

waarvan ook nog eens de huren omhoog

gingen. Stoflongen. Slechte pensioenen.

De meesten waren na ontslag radeloos.

Het was zelfs zo, dat als ze weigerden de

huurverhoging te betalen, ze meteen de

deurwaarder op de stoep kregen.”

Hem staat nog altijd het beeld van zijn

vroegere buurman voor ogen. “Hij had

een ernstige vorm van silicose. Als het

mooi weer was dan droegen zijn zonen

hem de tuin in en het enige wat hij nog

kon was voorovergebogen naar adem

snakken. Verschrikkelijk vond ik dat.”

Samen met mede-SP´ers trok Jan de

mijnwerkerswijken in. We gingen

huis-aan-huis om de problemen te in-

ventariseren en er werden actiecomite´s

opgericht. We merkten ook dat mensen

vaak bang waren, want de mijnen zorg-

den altijd voor werk, een huis en kolen.

Ze durfden hun mond niet open te doen.”

Uiteindelijk bleken de Limburgse koem-

pels wel degelijk strijdbaar, want medio

1975 trokken ze met maar liefst 300 auto-

bussen vol naar Den Haag om aandacht

te vragen voor de slechte pensioen-

regelingen. Die strijd heeft nog heel lang

aangehouden, weet Jan de Wit. Ook die

van het Actiecomité Ereschuld Mijnwer-

kers, waarvan hij een tijdlang voorzitter

was. “We wilden erkenning van silicose

als beroepsziekte en dus vergoedingen

voor mijnwerkers en hun weduwen.

In de tijd van de mijnen was het zo dat

keuringsartsen het meestal afdeden als

astma en bronchitis. Uiteindelijk hebben

zo´n 2000 oud-mijnwerkers een ver-

goeding van 20.000 gulden gekregen.

Dit was mede te danken aan toenmalig

premier Ruud Lubbers, die in 1991 bij een

bezoek aan Heerlen erkende dat er inder-

daad sprake was van een ereschuld.”

Jan ging de landelijke politiek in. Vorig

jaar pensioneerde hij. Nu is hij onder

meer secretaris van het Mijnmuseum in

Heerlen.

Brabant, daar groeide hij op. Maar zijn

vrouw Riet is afkomstig uit Hoensbroek,

een straat in de schaduw van de

imposante schacht van Staatsmijn Emma.

Jan besluit met een anekdote: “De slaap-

kamer van de ouders van Riet keek uit op

de mijn. Riet´s moeder heette ook Emma.

Haar vader zei vaker: `Of ik in me in bed

nu links- of rechtsom draai, altijd

zie ik Emma!´”

Maarten Brorens

Jan de Wit op de plek van de ondergrondse treinmachinist nabij het Mijnmuseum in Heerlen. Op de achtergrond locomotief ON 14, die jarenlang voor de Oranje Nassau-mijnen stoomde en recent dank zij de inzet van Stichting tot Behoud van Mijnlocomotieven na 36 jaar is teruggehaald naar Heerlen / foto: Luc Lodder)

Monumenten die herinnering aan mijnverleden levend houden

HOOFDROL VAN ITERSON-TORENS IN PLANNEN VOOR

OPVALLENDE LANDMARKS Op het terrein van Staatsmijn Emma

stonden de eerste zogeheten Van

Iterson-torens. Koeltorens die honderd

jaar geleden werden ontworpen door

Frederik van Iterson, toen directeur

van de Staatsmijnen. Het betrof een

revolutionair ontwerp, een zelfdragende

constructie van gewapend beton. Nog

steeds worden ze wereldwijd gebruikt.

Het laatste exemplaar van de Emma was

voorbestemd als Rijksmonument, maar

werd - na veel protesten - in 1985 g

esloopt. Nu, in het Jaar van de Mijnen,

zijn er plannen om op de plek waar

voorheen de betreurde Van Iterson-

toren van de Staatsmijn Emma stond,

een nieuwe toren te plaatsen met een

hoogte van 12 meter, met daaromheen

tien kleinere torens van vijf meter. Deze

krijgen de kleuren van de vlaggen uit de

landen van herkomst van de vroegere

mijnwerkers in deze regio, waaronder

Polen, Hongarije, Italië, Slovenië, Spanje,

Turkije en Marokko. Alle torens krijgen

een lattenconstructie in diverse kleuren,

zodat ze van verre de aandacht trekken.

Dit project wordt gedragen door Stich-

ting BIZ Winkelcentrum Hartje Hoens-

broek. De grote toren is voorgedragen

als uit te voeren project bij IBA Parkstad

(Internationale Bau Ausstellung), maar

de kleine, verplaatsbare torens komen

er in ieder geval. De eerste beleeft een

onthulling tijdens de Braderie

Hoensbroek op 14 mei.

Marc Jetten, directeur van Stichting Jaar

van de Mijnen, raakte geïnspireerd door

dit initiatief. Dat bracht hem op het idee

invulling te geven aan de breed ge-

dragen wens voor een ´landmark´ op

een open zichtlocatie. “Ik denk aan een

modern monument dat de herinnering

aan de Limburgse steenkolenmijnen

levend houdt. En dat tevens symbool

staat voor het feit dat sedert de mijn-

sluitingen Zuid-Limburg weer uit het dal

is gekropen en nu optimistisch vooruit

blikt. Op een markante plek, ergens in de

mijnstreek zou een groot herkennings-

punt, een landmark gerealiseerd dienen

te worden dat visueel een onmiskenbare

link met de mijnen legt.”

Maurer United Architects uit Maastricht,

dat ook borg stond voor het ontwerp

van het Hoensbroekse monument, heeft

twee plannen uitgewerkt. Een daarvan

is gebaseerd op de immense koeltoren

van Chemelot te Geleen, die duidelijk

zichtbaar is vanaf de A2. Marc: “Gedacht

wordt aan een opvallende beschildering

in de kleuren geel, zwart, blauw en wit

van de EGKS, de in 1951 opgerichte Euro-

pese Gemeenschap voor Kolen en Staal

waarvan een van de voorbereidende

vergaderingen in Heerlen plaatsvond.

De EGKS was de voorloper van de

Europese Unie. Na zonsondergang wordt

de toren aangestraald in wisselende

kleuren. Een ander idee behelst een

uitkijktoren, voorzien van een laser-

installatie die licht over de wijde om-

geving kan uitstralen maar ook zodanig

ingesteld kan worden dat middels licht-

lijnenspel een koeltoren zichtbaar wordt.”

Mede omdat er zo weinig zichtbaars van

het mijnverleden is overgebleven, hoort

Marc in heel Zuid-Limburg al geruime tijd

de roep om een herkenbaar landmark. “We

hebben het idee getoetst bij verschillende

bestuurders en instellingen en de reacties

zijn zeer positief.”

Maarten Brorens

11

Page 12: #m2015krant Het Jaar van de Mijnen 2015 M2015 voorjaar 2015

Het tweede weekend van april ‘opende’

het Jaar van de Mijnen in Brunssum;

er was o.a. een bijzondere fototentoon-

stelling in d’r Brikke Oave van circa 120

foto’s uit de collectie van Antoon Adriaens.

Heemkundevereniging Brunssum

presenteerde een nieuwe publicatie;

tevens werden er speciale Brunssumse

#M2015-postzegels verkocht, evenals

een Brunssums herdenkingsspeldje.

Het MIJN pop-up museum trekt de Heerlense wijken in. Medio april organiseerde

Rijckheyt (het centrum waar de historische archieven en collecties van de gemeenten

Brunssum, Gulpen-Wittem, Heerlen, Nuth, Simpelveld en Voerendaal zijn ondergebracht)

het eerste MIJN pop-up museum in Beersdal. Met onder meer een foto- en film-

presentatie, mijnwerkersattributen uit het privémuseum van Roy Simons uit Meerssen,

(Mijnmuseum de Beukel). Heerlen Vertelt noteerde interessante verhalen van bewoners

uit de wijk.

Historicus Roelof Braad: “Na een sfeervol weekend vol enthousiaste verhalen en een

bezoek - sommigen bleven een hele middag - door ongeveer 250 mensen, vooral (oud-)

buurtbewoners die het Mijn Pop Up Museum bezochten kijken we uit naar het volgende

weekend in de buurt Passart in Heerlerheide dat zal plaatsvinden in het Volkshuis,

Dennestraat 2 van 29 t/m 31 mei” De huizen van Beersdal en Rennemig zijn rond de

Eerste Wereldoorlog door de Oranje Nassaumijnen gebouwd voor mijnwerkersgezinnen.

Op het terrein van ON III verrees in de jaren tachtig de buurt Rennemig.

Er zijn in totaal acht MIJN Pop Up Musea. Volg hun verrichtingen op Facebook;

en de social media van het Jaar van de Mijnen via #m2015.

foto´s: Luc Lodder

foto´s: Fabian de Kloe

12

Page 13: #m2015krant Het Jaar van de Mijnen 2015 M2015 voorjaar 2015

Opening Cultura Nova in teken van Jaar van de Mijnen

THEATERVOORSTELLING OP FUNDAMENTENVAN ´LANGE LIES´ EN ´LANGE JAN´

Mijnverleden inspireert de creativiteit van Nour Kadhem

“IK HEB GEHOORD VAN KANARIES DIE MIJNGAS MOESTEN OPSPOREN”

“Als we met de trein Heerlen binnenreden vond ik het altijd prachtig om naar de draaiende schachtwielen en de rokende

schoorstenen Lange Lies en Lange Jan te kijken. Als we op familiebezoek in Maastricht waren geweest en in het Dafje van

mijn vader terugreden hielden mijn broer en ik een wedstrijdje: wie ziet de schoorstenen als eerste?”

Fiedel van der Hijden, grondlegger van het

jaarlijks theaterfestival Cultura Nova dat

komende zomer haar 25e editie beleeft,

koestert scherp getekende herinneringen

uit zijn kinderjaren. “Ja, die schoorstenen

van de Oranje Nassau-mijn waren her-

kenningspunten van Heerlen, ´landmarks´

zoals ze dat tegenwoordig noemen.”

De Heerlense volkszanger Wiel Knipa

vergeleek de 135 meter hoge Lange Jan

in een bekend lied met de Eifeltoren van

Parijs. Die staat echter nog fier overeind.

Dat kunnen we van het Heerlense schoor-

stenen-echtpaar niet zeggen. Beide wer-

den, met een tussenpoos van een week,

in 1976 opgeblazen. Waarbij de Lange Jan

´wraak´ nam door - tot ontzetting van de

honderden toeschouwers - de verkeerde

kant op te vallen. Fiedel was er als 16-jari-

ge knaap bij. “Met een 8mm camera was ik

aan het filmen. Na de plof van de spring-

stof hupte Lange Jan even op en neer,

blies wat rook uit en het leek wel of hij niet

toe wilde geven. In het publiek werd al

triomfantelijk gejuicht: ´Hij blijft staan!`.

Met glanzende ogen vertelt Nour

Kadhem uit Heerlen in nagenoeg

vlekkeloos Nederlands hoe plezierig zij

het vindt om hier te wonen en werken:

“De mensen zijn heel open en vriende-

lijk. Nadat ik met mijn vader, moeder en

broer zes jaar geleden vanuit Irak naar

Nederland was gekomen, hebben we

eerst in Den Haag gewoond. Daar kijken

ze je heel vreemd aan als je iemand die

je niet kent gedag zegt. Hier in Limburg

gebeurt dat niet. De mensen zijn aardig!”

Momenteel studeert Nour Interieur en

Vormgeving in Maastricht en loopt stage

bij een modeproject van het Jaar van de

Mijnen. Drie jonge Limburgse ontwer-

pers maken haute couture-ontwerpen

die gebaseerd zijn op de mijnwerkers-

kleding èn die van de vele nationale en

internationale culturen in de mijnstreek.

Op basis daarvan worden tevens com-

merciële kledingstukken voor verkoop in

de MIJNshop aan de Bongerd gemaakt.

Nour is een van de degenen die deze aan

de machine vervaardigt. Dat doet ze bij

het creatieve leerwerkbedrijf 100%

Heerlen onder leiding van Carola van

Iersel aan de Geleenstraat, waar ze drie

jaar geleden een traject van een half jaar

doorliep.

“Ik wist niets van de geschiedenis hier,

dus heb ik veel met mensen gepraat. Ik

wilde weten hoe ze leefden en hoe ze

zich kleedden. En ze vertelden me van de

mijnwerkerspungel. Een geblokte hand-

doek met daarin de boterhammen.” Trots

toont Nour een tas die gemaakt is van

pungeldoek, voor de koper een mooie

herinnering aan het mijnverleden.

Maar de kennis van Nour gaat gedetail-

leerd verder: “Ik heb ook gehoord van de

kanaries die ze vroeger in de mijnen ge-

bruikten om mijngas op te sporen.” Breed

lachend showt ze een tas met daarop het

profiel van een zwarte kanarie genaaid.

Het zwart van de steenkool gecombi-

neerd met de kanarie die levens redde,

maar er zelf het loodje bij moest leggen.

In de MIJNshop ontmoet ze veel

oud-mijnwerkers. “Laatst kwam een oude

Waarna hij alsnog omviel.” Fiedel herinnert

zich die periode als “geen leuke tijd”. Hij

studeerde Sociale Dienstverlening en liep

stage bij een project voor werkloze mijn-

werkers. “Ze stonden wekelijks in lange

rijen om hun briefjes af te laten stempelen.

Samen met onder meer een jurist

bemande ik een stand om ze te helpen.

Het gebeurde wel dat ze gekort werden

op hun magere uitkering omdat ze bij-

voorbeeld vergeten hadden het briefje in

te leveren.”

Begin tachtiger jaren startte Fiedel met

een kleinschalig straatfestival om wat kleur

te geven aan de toen nog zieltogende

meneer in een rolstoel binnen. Hij begon

helemaal te stralen en riep `Oh wat mooi!´

toen hij spullen zag die hij nog kende van

vroeger.”

Een jonge Irakese vrouw die de vreug-

devolle trots van de Limburgse koempels

weer aanwakkert! Hoe mooi wil je het

hebben in het Jaar van de Mijnen?

“Maar ik heb het Nederlands staats-

burgerschap, hoor. Ik ben nu officieel

een kaaskop!”

Haar brede smile blaast de laatste resten

mijnstof weg en staat symbool voor een

frisse toekomst van de mijnstreek.

Maarten Brorens

Fiedel van der Hijden geeft met Cultura Nova kleur aan stad en regio / foto: Luc Lodder

Nour Kadhem maakt kleding voor de MIJNshop-collectiefoto: Luc Lodder

voormalige mijnstad. Dat groeide uit tot

Cultura Nova. Samen met huidig festival-

directeur Rocco Malherbe geeft hij regel-

matig opdracht uitvoeringen te maken die

gebaseerd zijn op heden en verleden van

de streek. De groep Plasticiens Volants, die

met kolossale ballonfiguren door de stad

trekt, had eens een voorstelling met de

naam De Vreemdeling. Fiedel: “Ze hadden

zich verdiept in de regio en gezien dat hier

veel mensen van verschillende nationali-

teiten wonen. Naar aanleiding daarvan is

ook de muurschildering in het Schelmen-

hofje aan de Heerlense Pancratiusstraat

gemaakt. Het pompstation van de voor-

malige staatsmijn Hendrik in Brunssum

hebben we eens gebruikt als decor voor

een voorstelling.”

De opening van Cultura Nova 2015

vindt plaats bovenop de nog bestaande

fundamenten van Lange Lies en Lange

Jan. Een groot aantal andere voor-

stellingen staat ook in het teken van het

mijnverleden.

Maarten Brorens

De Limburgse mijnstreek was al multi-cultureel, lang voordat dit woord bestond. Vanaf de grootschalige start van deze bedrijfstak

aan het begin van de vorige eeuw trokken de mijnen werknemers aan uit allerlei Europese landen en later ook van daarbuiten.

Nog steeds is de regio een kleurrijk palet van uiteenlopende nationaliteiten.

13

Page 14: #m2015krant Het Jaar van de Mijnen 2015 M2015 voorjaar 2015

Belgische oud-mijnwerkers uit Belgisch

en Nederlands Limburg en Blégny

bezochten eerst het Nederlands mijn-

museum in Heerlen, daarna de mijn in

Blégny en eind maart diverse mijnsites

in Belgisch Limburg. Dit driedelig

uitwisselingsprogramma van Het Jaar

van de Mijnen #m2015 (een samen-

werking tussen de Blégny-mijn, Erfgoedcel

Mijn-Erfgoed, het Nederlands Mijnmuseum

en Stichting M2015) brengt het gemeen-

schappelijk mijnverleden van de Euregio

Maas-Rijn in beeld. Studenten van de

Universiteit Maastricht documenteren

deze ontmoetingen met audio- en

video-opnames.

foto´s: Fabian de Kloe

14

Page 15: #m2015krant Het Jaar van de Mijnen 2015 M2015 voorjaar 2015

• Collectie Jef Diederen Venlo

T/M 30 AUGUSTUS 2015

Tentoonstelling - Venlo

• “Mind the Black”

door Wafae Ahalouch el Keriasti

T/M 31 DEC 2015

Muurschildering - Heerlen

• Mine-Art Holland

T/M 31 AUG 2015

Tentoonstelling - Sittard-Geleen

• Expositie van Vetkoal tot Dyneema

T/M 31 AUG 2015

Expositie - Geleen

• De Limburgers in de DSM Art Collection

T/M 21 JUNI 2015

Expositie - Valkenburg

• ‘Onder onze voeten’

T/M 6 JULI 2015

Mini-expositie - Maastricht

• Mine Mapping

T/M 3 MEI 2015

Tentoonstelling - Aken

• Dusty Talk door Malène Zegers

1 MEI 2015 T/M 31 MEI 2015

Expositie - Kerkrade

• Kunstproject ‘De ene hand wast

de andere hand’

MEI 2015

Sittard-Geleen

• De sociale kwestie in het mijnbedrijf

8 MEI 2015

Film, lezing - Heerlen

• 2e Charlemagnelezing Lezing:

Verdeeld verleden & gedeelde toekomst

9 MEI 2015

Lezing - Sittard-Geleen

• Aad de Haas: Sociaal Rebel

27 MEI T/M 27 SEPT 2015

Tentoonstelling - Heerlen

• Aad de Haas: In de Mijnstreek

T/M 24 MEI 2015

Tentoonstelling - Heerlen

• Bezoek Mijnmuseum Alzheimerafdeling

Parkstad Limburg

11 & 19 MEI & 9 JUNI 2015

Ontmoeting/bezoek

Heerlen, Brunssum, Kerkrade

• Koempelwandeling

17 MEI 2015

Evenement - Voerendaal

• Heilige Huisjes van Zwart Goud

15 MEI T/M 1 JUNI 2015

Evenement - Sittard-Geleen

• Europees Kampioenschap

Böhmisch-Märisch 2015

15 MEI 2015 T/M 17 MEI 2015

Muziek - Kerkrade

• Internationaal Voetbaltoernooi D-jeugd

SV Langeberg

17 MEI 2015

Evenement - Brunssum

• Exploring the landscape 2:

Silica door Frank Bruggeman

T/M ZONDAG 7 JUNI 2015

Tentoonstelling - Heerlen

• MIJNverzet

29 & 30 MEI 2015

Theatervoorstelling – Sittard-Geleen

• Week van de amateurkunsten:

30 MEI 2015 T/M 7 JUNI 2015

Evenement - Sittard-Geleen

• Opening mijnfietsroute tijdens

Limburgs Mooiste

30 MEI 2015

Sport - Heerlen, Kerkrade, Brunssum

• 35-delige tv-reeks Onze Mijnwerkers L1

Elke zaterdag t/m 12 DEC 2015

TV

• And the winner is.... Barbara

T/M 27 JUNI 2015

Tentoonstelling - Sittard-Geleen

OOKDEZE

MAAND

Zeche Zollverein ~ EssenIn 2010, toen het Ruhrgebied Culturele hoofdstad van Europa

was, was het terrein van de voormalige mijn het middelpunt van

de activiteiten. De Zeche Zollverein Schacht XII in Essen is een

representatief voorbeeld van de ontwikkeling van de zware

industrie in Europa. Het was ooit de grootste en modernste

kolenmijn ter wereld. Tegenwoordig is het industriecomplex met

zijn door het Bauhaus beïnvloede architectuur (de architecten

Fritz Schupp en Martin Kremmer brachten hier tussen 1927 en

1932 een heel bijzonder industriecomplex tot stand) een icoon

van de moderne industriebouw en een centrum van kunst en

cultuur. Er zijn exposities van moderne kunst in de naburige

cokesfabriek en hedendaags design in het verbouwde ketelhuis

van de kolenmijn. Zollverein is ‘pure industrie’ en tegelijkertijd

symbool van het Ruhr-gebied als regio die aan het veranderen is.

Industriecomplex Zeche Zollverein in Essen maakt deel uit van

de UNESCO-route „Levenslust en hoogstaande cultuur“. Sinds

2001 draagt het industriemonument de titel van werelderfgoed.

Openingstijden en rondleidingen (óók Nederlandstalig):

www.zollverein.de

Mijnmuseum Beringen Het mijnverleden van Belgisch Limburg belicht. Elke dag

geopend van 10u tot 17u. Er is een moderne tentoonstellings-

ruimte inclusief ondergrond-simulatie met authentieke

historische mijngebouwen. Je kan je er mijnwerker voor één dag

voelen tijdens de Mijn-zondagen. Onder begeleiding van een

gids maak je dan een twee uur durende tocht door de historische

gebouwen. Je legt dezelfde weg af als de mijnwerkers vroeger

voor ze in de ondergrond afdaalden. Je komt langs de betaalzaal,

de badzaal, de lampenzaal, de bezettingszaal (waar het werk

verdeeld werd) en de liftkooien. Ook het ophaalmachinegebouw

maakt deel uit van de toer, die wordt afgesloten met een ritje in

een authentieke mijntrein. Er zijn mijnzondagen op 3 en 17 mei,

7 en 21 juni, 5 en 19 juli, 2 en 16 augustus, 20 september, 4 en

18 oktober; telkens om 11 en 14 uur. De rondleiding duurt 2 uur.

Reserveren is niet verplicht. Zie: www.mijnmuseum.be

C-mine Expeditie GenkC-mine expeditie is een uniek belevingsparcours, dat al je zintui-

gen prikkelt. De avontuurlijke tocht dompelt je onder in boeiende

verhalen over de mijn in al zijn vormen. Je daalt af tot zes meter

onder de grond en ziet er verrassende installaties. Je produceert

er je eigen mijn-‘sound’ door hendels, knoppen en wielen te

bedienen. Proef de atmosfeer van de mijnen terwijl je ronddwaalt

in het doolhof op weg naar de bovengrond. Het hoogtepunt van

de expeditie is de beklimming van de gigantische en authentieke

schachtbok op het plein in Genk. Kijk op voor meer informatie

op www.C-Mine.be daar staat méér over deze Beleef C-mine

bezoekersattractie.

Blégny Mine Slechts één plaats in België biedt nog de mogelijkheid om af te

dalen in de mysterieuze, ondergrondse wereld. Dat is de mijn van

Blégny. Gekleed in een typische overjas en met gele veiligheids-

helm dalen bezoekers met de liftkooi af naar het Belgische indus-

triële verleden. De spannende en soms gevaarlijke realiteit van de

mijnwerkers komt er weer tot leven. Maak kennis met de

omstandigheden waarin de mijnwerkers dagelijks zwoegden en

zie de gevaren waar ze mee geconfronteerd werden. U hoort

het lawaai van de machines die ze gebruikten en krijgt zo een

realistisch beeld van het leven in de mijn. Zie voor méér

informatie: www.BlegnyMine.be

Energeticon Alsdorf AachenOp het terrein van de voormalige steenkolenmijn AnnA II in

Alsdorf, gemeente Aken, staat het Energeticon: een belevenissen-

wereld en centrum over de mijnbouwgeschiedenis en

toekomstige technologieën. De geschiedenis en de toekomst

van energie worden hier in de historische ruimtes spannend en

interactief gepresenteerd. Men begint bij het leven en de werk-

zaamheden van de mijnwerkers en eindigt bij vernieuwende

technologieën. Zie voor meer details en openingstijden:

www.energeticon.de

Nederlands Mijnmuseum HeerlenHet Nederlands Mijnmuseum koestert het Limburgse steen-

kolen- en mijnbouw-verleden. Het is gevestigd in het enige

Heerlense top 100 monument van de door Unesco beschermde

historische gebouwen, het schachtgebouw van de voormalige

Oranje Nassau 1 mijn te Heerlen. Het 3 etages tellende

schachtgebouw, gebouwd rond de 470 meter diepe mijnschacht,

is ingericht als expositieruimte. Tevens is het ophaalgebouw te

bezichtigen met de originele stoom aangedreven ophaalmachine

uit 1897. ‘s Maandags gesloten. Dinsdag t/m vrijdag van 10.30 tot

16.00 uur. Zaterdag en zondag van 10.30 tot 14.00 uur. Van dins-

dag tot en met vrijdag dagelijks rondleidingen om 11.00 uur en

13.30 uur. Zaterdag en zondag is er één rondleiding om 11.00 uur.

Raadpleeg de website voor meer informatie:

www.NederlandsMijnmuseum.eu

15

Page 16: #m2015krant Het Jaar van de Mijnen 2015 M2015 voorjaar 2015

JAAR VAN DE MIJNEN M2015BLIKT TERUG MET OOG OP

DE TOEKOMSTOp initiatief van de gemeente Heerlen is 2015 het Jaar van de Mijnen. Precies vijftig jaar geleden

kondigde de toenmalige minister van Economische Zaken Joop den Uyl de sluiting van alle Limburgse

mijnen aan. Met méér dan 200 evenementen wordt stilgestaan bij deze beslissing die een voor de

regio moeizame periode inluidde. Tevens wordt de blik op de toekomst gericht. Het breed gedragen

programma is nog steeds groeiende, en wordt ondersteund door 12 gemeenten in Zuid-Limburg

en tal van maatschappelijke partners; ook in de voormalige mijngebieden in België en Duitsland.

DSM International, internationaal onderzoekscentrum innovatieve materialen / Foto: archief DSM, Ermindo Armino.

PARTNERS VAN HET JAAR VAN DE MIJNEN 2015 #M2015