Lokaal en Regionaal opleidingsplan Neurochirurgie · 2019. 10. 1. · Lokaal en Regionaal...

24
Lokaal en Regionaal opleidingsplan Neurochirurgie Er zijn vergevorderde plannen tot regionalisering van de opleiding Neurochirurgie. De beide Raden van Bestuur, MUMC+ en Zuyderland Heerlen en beide COC’s, tesamen met de staf Neurochirurgie, zijn bereid in het kader van het verbeteren van de kwaliteit van de opleiding hieraan mee te werken. Momenteel is men bezig met de precieze invulling hiervan. Maastricht Universitair Medisch Centrum Maastricht, maart 2017

Transcript of Lokaal en Regionaal opleidingsplan Neurochirurgie · 2019. 10. 1. · Lokaal en Regionaal...

  • Lokaal en Regionaal opleidingsplan

    Neurochirurgie

    Er zijn vergevorderde plannen tot regionalisering van de opleiding Neurochirurgie. De beide Raden van Bestuur, MUMC+ en Zuyderland Heerlen en beide COC’s, tesamen met

    de staf Neurochirurgie, zijn bereid in het kader van het verbeteren van de kwaliteit van de

    opleiding hieraan mee te werken. Momenteel is men bezig met de precieze invulling hiervan.

    Maastricht Universitair Medisch Centrum

    Maastricht, maart 2017

    http://www.azm.nl/http://www.azm.nl/

  • 2

    Opleiding Neurochirurgie Maastricht Universitair Medisch Centrum

    Hoofdstuk 1: Inleiding pag. 3

    Hoofdstuk 2: De opleiders pag. 5

    Hoofdstuk 3: De opleiding

    ▪ 3a algemeen pag. 7

    ▪ 3b inhoud van de opleiding (algemeen) pag. 8

    Hoofdstuk 4: Cursorisch onderwijs pag. 21

    Hoofdstuk 5: Portfolio pag. 23

    Hoofdstuk 6: Kwaliteitszorgplan opleiding MUMC+ pag. 24

  • 3

    Hoofdstuk 1: Inleiding

    Het Maastricht Universitair Medisch Centrum (MUMC) is een van de 8 universitaire

    ziekenhuizen in Nederland. De opleiding neurochirurgie vindt plaats op de afdeling

    neurochirurgie in het MUMC en op de afdeling neurochirurgie van het Atrium Medisch

    Centrum in Heerlen. Alle medisch specialismen noodzakelijk voor de opleiding

    neurochirurgie zijn in beide ziekenhuizen aanwezig.

    Er is een differentiatie voor wat betreft de verdeling van de neurochirurgische pathologie over

    beide ziekenhuizen. In het MUMC wordt de neurochirurgie in zijn volle omvang uitgevoerd.

    Naast de basale klinische en poliklinische patiëntenzorg zijn er specifieke multidisciplinare

    spreekuren voor de neuro-orthopedie, hypofysechirurgie, spina bifida en neuro-oncologie.

    Voorts zijn er multidisciplinaire bijeenkomsten van de schedelbasiswerkgroep, hypofyse-

    endocrinologie werkgroep en de neurovasculaire werkgroep. Er zijn wekelijkse

    röntgenbesprekingen met de radioloog en er is wekelijks een neuroncologie met PA-

    bespreking. Klinische patiënten worden opgenomen op de afdeling D5. Deze afdeling wordt

    gedeeld met de dialyse patiënten; de afdeling neurochirurgie heeft een vast aantal van 15

    bedden op D5 gereserveerd voor de neurochirurgie. Bij een tekort aan bedden kan vrij

    gemakkelijk worden uitgeweken naar de afdeling C5 waar de neurologie gehuisvest is. Op de

    5e etage is eveneens een medium care waar drie bedden permanent gereserveerd zijn voor

    de neurochirurgie. De neurovasculaire chirurgie, de kinderneurochirurgie, de functionele

    neurochirurgie, de multidisciplinaire neurotraumatologie en de schedelbasischirurgie vinden

    uitsluitend plaats in het MUMC.

    In het MUMC kan een volledige opleiding tot neurochirurg worden aangeboden, echter de

    totale opleiding wordt al geruime tijd samen ingevuld met de afdeling neurochirurgie van het

    Atrium Medisch Centrum Heerlen (Prof. Dr. H. van Santbrink en Dr. O. Teernstra) binnen het

    cluster OOR-ZON. In het Atrium Medisch Centrum wordt gefocust op de neuro-oncologie en

    multidisciplinaire neuro-orthopedie, hernia chirurgie en perifere (plexus) chirurgie. Onder de

    nieuwe opleidingssystematiek en na visitatie en erkenning in juni 2009 en recent in juni 2011

    kan in het Atrium MC Heerlen een deel van de opleiding tot neurochirurg van maximaal 2

    jaar gevolgd worden. Het Atrium Medisch Centrum biedt de twee jaar van het

    kernprogramma, de module Spinaal I en II, Tumor I en Perifere zenuw I.

    Gedurende alle opleidingsjaren komen de AIOS in het Atrium Medisch centrum vanwege de

    diensten en worden ze incidenteel ingezet bij afwezigheid van de in het Atrium Medisch

    Centrum gestationeerde AIOS.

  • 4

    De opleiding in het MUMC

    Het MUMC is één groot opleidingsziekenhuis met 369 AIOS en heeft een

    opleidingserkenning voor alle specialistische opleidingen. De organisatie beschikt over een

    Centrale Opleidings Commissie (COC), belast met de gehele organisatie van de opleidingen

    in huis. Het leerhuis verzorgt een brede introductie voor alle AIOS evenals diverse discipline-

    overstijgende cursussen. In het MUMC worden reguliere co-schappen aan 4e en 5e jaars-

    studenten geneeskunde, keuze-co-schappen en participatiestages van 18 weken aan 6e

    jaars studenten geneeskunde aangeboden. De afdeling neurochirurgie participeert in het

    reguliere co-schap neurologie en verzorgt zelfstandig keuze-co-schappen en

    participatiestages. Daarnaast zijn wij actief in het preklinisch onderwijs aan de Universiteit

    van Maastricht (UM).

    De afdeling neurochirurgie heeft een adherentie van ca 1.3 miljoen inwoners voornamelijk in

    de provincie Limburg en Zuid-Oost Brabant.

    Stafleden van de vakgroep neurochirurgie zijn parttime werkzaam in perifere ziekenhuizen in

    Venlo (2 dagen per week), Weert (1.5 dagen per week) en Roermond (1.5 dagen per week).

    In Heerlen zijn per dag gemiddeld 2.5 neurochirurgen werkzaam.

    De afdeling neurochirurgie heeft de beschikking over een ervaren team van op elkaar

    ingespeelde secretaresses en 1,2 fte research nurses met name voor de functionele

    neurochirurgie en 1,0 fte physician assistent werkzaam voornamelijk op afdeling D5.

    Het wetenschappelijk zwaartepunt van de neurochirurgie bestaat uit de functionele

    neurochirurge met als deelgebieden de Deep Brain Stimulation (DBS), de epilepsie chirurgie

    en pijn/neuromodulatie. Er is een goede samenwerking met de aanpalende specialismen

    zoals de neurologie, psychiatrie, klinische neurofysiologie en neuro-psychologie, het

    pijnkennis centrum van het MUMC en het centrum voor epilepsie Kempenhaege.

    Voor de neuro-orthopedische chirurgie is een samenwerking ontwikkeld, waarin de afdeling

    orthopedie en de afdeling revalidatie van het MUMC (Adelante) en het pijncentrum van het

    MUMC participeren.

    Er bestaat een intensieve samenwerking met de afdeling KNO voor schedelbasis en

    hoofd/hals pathologie.

  • 5

    Wetenschappelijk onderzoek richt zich op twee gebieden binnen de wetenschapsschool

    MHeNS. Er wordt basaal als klinisch wetenschappelijk onderzoek verricht naar de

    doelgebied, effecten en bijwerkingen van de DBS en basaal wetenschappelijk onderzoek

    naar de oorzaak op cellulair nivo van epilepsie.

    Een ander topic is onderzoek naar de biologie van de schedelbasis tumoren. De afdeling

    neurochirurgie heeft recentelijk een leerstoel experimentele neurochirurgie aanvaard en

    bezet. Enkele AIOS participeren als onderzoeker of doorlopen een promotietraject voor of

    parallel aan het opleidingstraject. Tevens is een AIOS/ promovendus bezig met een neuro-

    orthopedisch onderzoek en een AIOS (AGIKO-constructie) doet een promotie onderzoek

    naar de bijdrage van de intraoperatieve MRI aan de neuro-oncologie. Van de AIOS wordt

    verwacht dat hij/zij op de hoogte is van de lopende studies, maandelijks bestaat er een

    presentatie van de lopende onderzoeken door de promovendi en onderzoekers voor de

    AIOS/ANIOS.

    Hoofdstuk 2: De opleiders

    De staf van neurochirurgie bestaat uit 12.1 fte neurochirurgen. Alle specialisten zijn breed

    georiënteerd en medeverantwoordelijk voor de kwaliteit en continuïteit van de opleiding. De

    staf neurochirurgie heeft de afgelopen jaren aanzienlijke wijzigingen ondergaan, o.a. door

    pensionering en uitbreiding. Deze ontwikkelingen liggen in lijn met het vigerende beleidsplan

    2009 en vormen onderdeel van een geleidelijke verdere uitbouw en professionalisering van

    de neurochirurgie in de regio.

    De opleiders van de AIOS in het MUMC zijn:

    Dr. M.P. ter Laak : Opleider

    - tutor en onderwijs studenten en co-assistenten

    - aandachtsgebied: spinale chirurgie

    Dr. J. van Aalst : - Waarnemend opleider

    - aandachtsgebied: pijn- en spasticiteit/kinderneurochirurgie/ transnasale transsfenoïdale techniek

  • 6

    De opleiding in het Zuyderland Ziekenhuis Heerlen wordt verzorgd door Dr. H. van Santbrink,

    opleider en Dr. O.P.M. Teernstra, waarnemend opleider.

    Prof. Dr. H. van Santbrink: - waarnemend afdelingshoofd MUMC+ - opleider Zuyderland Heerlen - aandachtsgebied: spinale chirurgie/wervelkolompathologie

    Dr. O.P.M. Teernstra: - plaatsvervangend opleider Zuyderland Heerlen - lid opleidingsgroep - aandachtsgebied: pijn- en spasticiteit/vasculaire neurochirurgie

    Dr. L. Ackermans: - lid opleidingsgroep - aandachtsgebied: functionele neurochirurgie/neuro-oncologie Drs. T. Boselie - lid opleidingsgroep

    - aandachtsgebied: spine

    Drs. E.M.J. Cornips: - lid opleidingsgroep - aandachtsgebied: kinderneurochirurgie/thoracale HNP/transnasale transsfenoïdale techniek

    Dr. J.T.A. Dings: - lid opleidingsgroep - aandachtsgebied: functionele neurochirurgie/schedelbasischirurgie/vasculaire neurochirurgie

    Dr. P.L. Kubben: - lid opleidingsgroep - aandachtsgebied: functionele neurochirurgie Drs. F. van Nie: - lid opleidingsgroep

    - aandachtsgebied: plexus brachialischirurgie/wervelkolomchirurgie Dr. K. Rijkers - lid opleidingsgroep

    - aandachtsgebied: spine, epilepsie Drs. O.E.M.G. Schijns: - lid opleidingsgroep

    - aandachtsgebied: functionele neurochirurgie/neuro- oncologie/spinale chirurgie

    Prof. Dr. Y. Temel: - lid opleidingsgroep - aandachtsgebied: functionele neurochirurgie/schedelbasischirurgie

  • 7

    Hoofdstuk 3: De opleiding

    3a Algemeen

    De totale opleiding tot neurochirurg duurt 6 jaar. Het eerste jaar bestaat uit een introductie en

    het leren van eenvoudige chirurgische handelingen. Tevens participeert de AIOS op de

    afdeling en de polikliniek in het MUMC, waarin de competentie medisch handelen tot level 2

    (zie tabel I pag. 11) op het gebied van neurochirurgie in de breedste zin moet worden bereikt.

    In het 2e jaar wordt de half/jaarlijkse stage neurologie gevolgd in het MUMC. Verder een

    stage IC in het MUMC en een stage op de afdeling neuro-radiologie en pathologie. Deze

    stages worden door de AIOS zelf geregeld en kunnen eventueel elders worden gedaan of

    bestaan uit het bijwonen van erkende cursussen.

    In het 3e tot 6e jaar begint de assistent met het doorlopen van modules. Deze modules zijn:

    1. Spinale chirurgie

    2. Neuro-oncologie

    3. Perifere zenuwen

    4. Hydrocephalie en kinderneurochirurgie

    5. Traumatologie

    6. Neurovasculaire chirurgie

    Een groot deel van de spinale chirurgie en neuro-oncologie zal in het 5e en 6e jaar in Heerlen

    worden gevolgd. De nadruk betreffende de spinale chirurgie in het MUMC ligt op de

    eenvoudige lumbale hernia chirurgie, die tevens ook onderdeel uitmaakt in de tijd in het

    Atrium Medisch Centrum. De modules kunnen in principe, indien gewenst en dit logistiek

    mogelijk is, ter verdieping elders in andere neurochirurgische centra worden gevolgd.

    Competenties:

    Het CCMS heeft algemene competenties geformuleerd die iedere in Nederland werkzame

    medisch specialist moet bezitten. Daarvoor is aangesloten bij het model van de Canadian

    Medical Education Directives for Specialists 2000 (CanMEDS 2000).

    De competenties zijn ingedeeld in zeven gebieden, die elkaar overlappende rollen

    weerspiegelen, waarbij de rol als „medical expert” (de competentie ’’medisch handelen’’

    volgens de systematiek van CCMS) als centraal en integrerend geldt.

  • 8

    De overige zes rollen uit CanMEDS met de respectievelijke overeenkomende

    competentiegebieden zijn:

    2. communicator (communicatie)

    3. collaborator (samenwerken)

    4. manager (organisatie)

    5. health advocate (maatschappelijk handelen)

    6. scholar (kennis en wetenschap)

    7. professional (professionaliteit).

    Voor ieder van de zeven competentiegebieden heeft het CCMS vier competenties

    geformuleerd:

    1. basisprincipes van opleiden

    2. opleiden op de werkplek

    3. stimuleren, toetsen en bewaken van de voortgang van de AIOS

    4. samenwerken, organiseren en bevorderen van de opleidingskwaliteit

    Gezamenlijk vormen deze 28 competenties het gemeenschappelijke kader van alle medisch

    specialistische vervolgopleidingen.

    3b Inhoud van de opleiding (algemeen)

    In het MUMC en in het Zuyderland ziekenhuis Heerlen kan het volledige kernprogramma van

    de opleiding tot neurochirurg gevolgd worden. De inhoud van de opleiding wordt in

    samenwerking met het Zuyderalnd ziekenhuis Heerlen (dr. H. van Santbrink) ingevuld en

    vindt zijn weerslag in het regionaal opleidingsplan. Het MUMC verzorgt daarbij de volgende

    onderdelen van het kernprogramma.

    Lokaal opleidingsplan: zie volgende pagina’s (9 t/m 20).

  • 9

    jaar Thema OSAT / KPB 360 Locaal plan Activiteiten lokaal plan

    Cal / CAT Portfolio / logboek Cursus discipline specifiek

    Cursus discipline overstijgend

    1

    introductie

    4 / 6 Bv KPB: Pre-/ post operatief gesprek Poliklinische controle

    1

    MUMC 12 maanden Volwassen-afdeling Kinderafdeling Consulten IC/MC Polikliniek OK

    OVERZICHT ZIE BIJLAGE F * Dagelijkse ochtendoverdracht * Multidisciplinaire werkgroepen+poli’s * 2x maand onderwijs volgens thema * 6x/jaar dinsdagavondbespreking * 1x maand bespreken van vorderingen van alle arts-assistenten in staf- vergadering * maandroosters met dagdienst/BBD, poli indeling * OK-indeling elke dinsdagochtend

    1 critically appraised topic over perioperatieve vraagstukken

    Cursorisch onderwijs Basale chirurgische vaardigheden Anatomie zenuwen arm Anatomie zenuwen been

    Communicatie /samenwerking Juridische aspecten/ ethiek Kwaliteit / patiënt veiligheid OK

    eenvoudig

    1-2 critically appraised topics over eenvoudige neurochirurgische ingrepen

    10 CSDH 20 liquorafleidende ingrepen 10 CTS of 10 neurolyse perifere zenuw

    2

    neurologie

    Nvt / 6 Bv KPB: Opname / indicatiegesprek Slecht nieuws gesprek Obductie / donatievraag

    Kliniek met A opleiding neurologie 6 maanden

    1 Critically Appraised Topic op neurologie gebied

    Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden in welke frequentie, casuïstiek en achtergrond Documentatie van alle onderwijsmomenten die beschikbaar zijn voor de opleiding neurologie

    Cursorisch onderwijs Basale chirurgische vaardigheden (indien nog niet gevolgd) Anatomie zenuwen arm (indien nog niet gevolgd) Anatomie zenuwen been (indien nog niet gevolgd) Neuroanatomie/ MRI (facultatief)

    Patientveiligheid Gezondheids- Recht Gezondheids-ethiek Communicatie Verbetermanage-ment De AIOS als lerende PA cursus Radiologie- cursus

    PA/ radiologie

    MUMC Afdeling pathologie of cursus PA i.o.m. opleider Participeren in MDO+ neuro-oncologie Cursus radiologie i.o.m. opleider

    nvt Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden in welke frequentie

    IC

    MUMC 3 maanden Intensive care

    1 Critically Appraised Topic op Intensive Care gebied

    Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden in welke frequentie, casuïstiek en achtergrond Documentatie van alle onderwijsmomenten die beschikbaar zijn voor de opleiding IC

  • 10

    jaar Thema OSAT / KPB 360 Lokaal plan Activiteiten lokaal plan

    Cal / CAT

    Portfolio logboek Cursus discipline gerelateerd

    Cursus discipline overstijgend

    3-6

    Spinaal I (*)

    3-5 / 3-5 Bv KPB: Afdelingsvisite Poliklinische intake Pre / postoperatief gesprek Poliklinische controle Complicatie / recidief Slecht nieuws gesprek Obductie / donatie vraag

    2

    3

    Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden in welke frequentie, casuïstiek en achtergrond

    60 operaties ivm lumbale HNP of stenose 15 operaties aan cervicale of thoracale wervelkolom

    Cursorisch onderwjis Hands-on spinaal

    Tumor I (*)

    MUMC Volwassen-afdeling Kinderafdeling Consulten IC/MC Polikliniek OK

    OVERZICHT ZIE BIJLAGE F * Dagelijkse ochtendoverdracht * Multidisciplinaire werkgroepen+poli’s * 2x maand onderwijs volgens thema * 6x/jaar dinsdagavondbespreking * 1x maand bespreken van vorderingen van alle arts-assistenten in staf- vergadering * maandroosters met dagdienst/BBD, poli indeling * OK-indeling elke dinsdagochtend

    3

    30 craniotomieën supratentorieel 10 craniotomieën infratentorieel

    Perifere zenuw I 2-5 / - 40 neurolyse 5 zenuwnaden

    Anatomie zenuwen arm Anatomie zenuwen been

    Patientveiligheid Gezondheids- Recht Gezondheids-ethiek Communicatie Verbetermanage-ment De AIOS als lerende PA cursus Radiologie- cursus

    Hydrocephalie 3-5 / 3-5 bv KPB als boven

    2

    40 shuntimplantaties en/of revisies; 5 3de ventriculo-cisternostomieën

    Trauma 3-5 / 3-5 Bv KPB: als boven

    2

    10 craniotomieën voor intracranieel hematoom of contusie 10 ingrepen voor schedelfractuur of cranioplastiek

    Tumor II 2-5 / 2-5 Bv KPB als boven

    2 Zie Tumor I Hands-on craniotomie

  • 11

    Neuro vasculair

    2-5 / 2-5 Bv KPB als boven

    profielstage neuromodulatie/DBS schedelbasis kinderneurochirurgie spinaal II

    2 Zie hydrocephalie en OK eenvoudig

    Spinaal II (*) 2 / -

    2 5 spinale instrumentatie 3-5 tumoren, epiduraal of intraduraal-extramedullair

    Kinder neuro chirurgie I

    - / 2 Bv KPB als boven

    MUMC 1

    (*) OPLEIDINGSPLAN ATRIUM MC HEERLEN

    Jaar Thema OSAT/KPB 360° Activiteiten lokaal plan

    CAT Portfolio Logboek (per jaar) Discipline gerelateerde cursus

    Discipline overstijgende cursus

    Jaar 5

    Spinaal I

    8-10 OSAT’s of KPB’s verdeeld over de 3 thema’s

    1x/jaar Elke werkdag Ochtendrapport MDO overleg Participatie onderwijs- schema Maastricht

    1

    Bijhouden OSAT/KPB aantallen en diversiteit aan ingrepen

    25 HNP of lumb. Stenose 10 cervicale ingrepen

    In samenhang met schema Maastricht

    In samenhang met schema Maastricht (zie bijlage)

    Tumor I

    10 craniotomiën supratentorieel 5 infratentorieel

    Spinaal II Zie spinaal 1 met 10 spinale instrumentaties en 3-5 tumoren

    Perifere zenuw

    (*) Er wordt steeds in overleg met de opleider gekeken in welk centrum de AIO jaar 5 zal volgen, dit jaar kan in beide centra plaatsvinden, zowel in het azM als in het Atrium ziekenhuis te Heerlen.

  • 12

    Soorten gesprekken en frequentie Tabel I

    Thema versus bekwaamheidsniveau

    Opleiding neurochirurgie volgens MOTION, volgens modules (jaar 3,4,5,6).

    Module Ingreep Aantal MOTION ‡ (opleiding)

    Niveau zelfstandigheid * na klinisch neurochirurgisch jaar MOTION

    Aantal Plan MUMC (module)

    Jaar 1 & 2 Jaar 1

    C-SDH 10 2

    EVD/ELD 20 2

    CTS/SNUS 10 2

    HALO-vest 2

    Craniotomie openen/sluiten

    2

    Lumbaal openen/sluiten

    2

    Jaar 3-6

    Spinaal I en II † Jaar 3 Jaar 6

    Operaties ivm lumbale stenose of HNP

    60 2 4 25 zelfstandig

    Operaties cervicale of thoracale wervelkolom

    15 2

    4 5 zelfstandig

    Spinale intrumentatie 5 1

    2 3 assisteren

    Tumoren spinaal (epiduraal, intraduraal extramedulair)

    3-5 1 2

    Tumor I en II #

    Craniotomie supratentorieel

    30 1/2

    3/4 18 zelfstandig

    Craniotomie infratentorieel

    10 1/2 3/4 2 zelfstandig

    Perifiere zenuw I

    Neurolyse 40 2 4 23 zelfstandig

    Zenuwnaden 5 2 4

    Hydrocephalus

    Shunts 40 2 4 5 zelfstandig

    3 VC 5 2 4 1 assisteren

    Trauma Craniotomie hematoom/contusie

    10 2 4

    Craniotomie 10 2 4

    Jaar 1 Jaar 2 -3 Jaar 4-5 Jaar 6

    Voortgangsgesprek 4x / jaar 2x / jaar 1x 1x

    Geschiktheidbeoordeling 1x / jaar 1x / jaar 1x / jaar

    Eindbeoordeling 1x

    3 mnd voor einde opleiding

  • 13

    schedelfractuur

    (ICP-meter) 3

    Neurovasculair

    Assisteren Neurovasculaire OK's + Zie hydrocefalus/tumor I

    Assisteren Neurovasculaire OK's

    Kinder neurochirurgie I

    Assisteren kinderneurochirurgische OK's

    Assisteren kinderneurochirurgische OK's

    * Bekwaamheidsniveau’s: 1 = zware supervisie nodig (= vnl. assisteren) 2 = lichte supervisie nodig (= veel zelfstandig, maar nog niet helemaal) 3 = geen supervisie nodig, behoudens "de wet”, en evt. een of ander detail etc.(= "zelfstandig”). 4 = geeft zelf supervisie ‡ Aantallen De aantallen zoals beschreven in MOTION moeten behaald worden gedurende de gehele opleiding † Spinaal I en II Instrumentatie en spinale tumoren zijn ingedeeld bij spinaal II # Tumor I en II Tumor I: positionering; neuronavigatie; oppervlakkig gelegen intradurale tumor supratentorieel; openen tot dura infratentorieel Tumor II: tumor I + verwijderen cerebrale en cerebellaire tumoren; intracraniële meningeomen

  • 14

    Thema en algemene competenties (exclusief medisch handelen)

    Jaar Thema Algemene competenties

    1 1. Introductie Kent richtlijnen voor preoperatieve zorg

    Is in staat adequaat om te gaan met de logistiek van afdeling, operatieplanning en operatiekamer Stelt de juiste prioriteiten 2. OK eenvoudig

    2

    3. Neurologie Kan handelen volgens de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst Kan een obductie en donatievraag op integere wijze overleggen met familie Is in staat tot nauwgezette statusvoering van relevante voorgeschiedenis, lichamelijk onderzoek en decursus Communiceert met patiënt en familie op een wijze die vertrouwen schept Consulteert en communiceert met verschillende consulenten leert onderkennen wie wanneer IC behoeftig is of wordt

    PA/radiologie

    IC

    3-6 Spinaal I Communicatie

    • Nauwgezette statusvoering van relevante voorgeschiedenis, lichamelijk onderzoek en decursus.

    • Verschaffen van informatie aan patiënt en familie, waardoor geparticipeerd kan worden in het nemen van beslissingen

    • Adequaat kunnen reageren op patiënten, familie of collegae die zich agressief of vijandig gedragen of een klacht hebben

    • Begrip hebben voor de verschillende behoeftes van patiënten en familieleden rekening houdend met geslacht, leeftijd of culturele achtergrond

    • Duidelijk, beknopt en collegiaal communiceren met verwijzend specialisten

    • De schriftelijke verslaglegging van consulten tijdig en adequaat af handelen Samenwerking

    • Vermogen om met andere medische en paramedische disciplines te communiceren tijdens multidisciplinaire team activiteiten

    • Vermogen om samen te werken met medisch en paramedisch personeel in het ontwikkelen van onderwijs en richtlijnen

    • Vermogen om te werken met medisch bestuurlijke organisaties op alle niveaus

    • Taken kunnen delegeren waar en wanneer dit geëigend is Kennis en wetenschap

    • Een persoonlijke ontwikkelingsstrategie te hebben om levenslang bij te blijven in ontwikkelingen op neurochirurgisch gebied

    • Bewust zijn van verschillende wetenschappelijke methodes en de principes van de epidemiologie om hiermee de literatuur kritisch te kunnen analyseren

    • In staat zijn onderwijs te faciliteren voor patiënten, collegae en andere zorgverleners

    • Kunnen streven naar bijdragen in het ontdekken en ontwikkelen van nieuwe kennis Maatschappelijk handelen

    • De verschillende determinanten van de ziektes van hun patiënten kunnen herkennen

    • Effectief bij kunnen dragen aan programma’s voor preventie van optreden van letsel, behoud van gezondheid en verbetering van gezondheid

    • Praktijken die de gezondheid en algemeen welbevinden verbeteren bevorderen

    • Kunnen handelen volgens de Wet Geneeskundige Behandelings Overeenkomst Organisatie

    • Timemanagement van klinische activiteiten, persoonlijke ontwikkeling en sociale activiteiten uit kunnen voeren

    • Efficiënt en effectief kunnen omgaan met de organisatie van de gezondheidszorg om de beschikbare middelen optimaal te benutten

    • Met de maatschappelijke eisen om kunnen gaan om de beschikbare middelen te behouden en zo een optimale zorg te kunnen bieden

    • Beschikbare informatie technologie gebruiken voor optimale patiëntenzorg en permanente persoonlijke ontwikkeling Professionaliteit en reflexie

    • Kwaliteitsystemen voor het verschaffen van zorg kunnen implementeren

    • Op integere, eerlijke en meelevende wijze zorg kunnen leveren, en in staat zijn ethische vraagstukken te kunnen hanteren bij het leveren van zorg

    • Aan verplichtingen die verwacht worden van een specialist, op medisch, juridisch en collegiaal gebied te kunnen voldoen

    • Eigen grenzen te kennen en hulp te zoeken en te aanvaarden indien dit nodig is en een professionele houding te hebben in de omgang met patiënten

    • Over eigen handelen en functioneren te kunnen reflecteren, feed-back te kunnen ontvangen, en daarnaar te handelen

    Tumor I

    Perifere zenuw I

    Hydrocephalie

    Trauma

    Tumor II

    Neurovasculair

    Spinaal II

    Kinderneurochirurgie I

  • 15

    Opleidingsplan jaar 3-6

    In jaar 3-6 komen een 9-tal modules aan bod, zoals beschreven in ‘Motion’. De modules

    zullen qua operatieve ingrepen in elkaar overlopen, maar van de assistent wordt verwacht

    binnen de module waar hij is ingedeeld aan bepaalde besprekingen en poliklinische

    activiteiten deel te nemen zoals zal worden benoemd. Op deze manier zal in de

    verschillende competenties voortgang worden geboekt. Tevens zal hij zich in deze periode

    verder verdiepen in het onderwerp resulterend in een bepaald aantal CATs per module. Van

    deze CATs wordt er naar gestreefd er per module 1 plenair te bespreken, de andere CATs

    komen aan bod in het beoordelingsgesprek met de opleider dat plaats vindt .

    Over de drie jaren heen worden tenminste twee 360 graden beoordelingen verkregen.

    Disciplineoverstijgend onderwijs, hetgeen MUMC breed wordt aangeboden, wordt bij

    voorkeur in jaar 1-2 gevolgd, maar in jaar 3-6 is de mogelijkheid nog niet gevolgde cursussen

    alsnog te volgen; Patiëntveiligheid, Gezondheidsrecht, Gezondheidsethiek, Communicatie,

    Verbetermanagement, De AIOS als lerende. In het landelijk opleidingsplan MOTION wordt

    de cursus stralingsbescherming en ATLS tevens verplicht gesteld.

    Ieder jaar vindt het cursorisch onderwijs neurochirurgie plaats. Verder worden in deze jaren

    de discipline gerelateerde cursussen gevolgd (indien nog niet eerder): anatomie zenuwen

    arm en been, hands-on craniotomie, hands-on spinaal, microchirurgie en

    stralingsbescherming nivo 4 M.

    De modules zullen elk drie maanden duren waarbij dus drie maanden overblijven om de

    schema’s passend te kunnen krijgen en ook vakantie en afwezigheid kunnen gedeeltelijk

    hierin worden verdisconteerd.

    De profielstage wordt bij voorkeur in jaar zes gevolgd, waarbij binnen ons centrum gekozen

    kan worden voor 1/neuromodulatie/DBS, 2/epilepsie, 3/schedelbasis/brughoek,

    4/kinderneurochirurgie2 en 5/spinaal 3 of een 6/gerichte wetenschappelijke stage. Een

    profielstage elders kan natuurlijk worden overwogen, indien de logistiek e.e.a. toelaat.

    We zullen de modules elk apart bespreken, ten aanzien van de verwachtte

    competentieontwikkeling op de twee ijkpunten in deze periode van de opleiding verwijzen we

    naar ‘Motion’.

    Tevens kan het gehele jaar vijf in Heerlen worden doorgebracht waarbij dan de modules

    spinaal 1, tumor 1 en spinaal 2, perifere zenuw aan bod komen.

  • 16

    Module Spinaal 1:

    Deze module behelst de behandeling van patiënten met rug en nekproblemen. Zowel de

    kennis van de niet-chirurgisch behandeling, alsmede de chirurgische behandeling van

    lumbale en cervicale degeneratieve afwijkingen (HNP, stenose), en de thoracale

    laminectomie.

    In totaal zal aan het eind van de opleiding het logboek tenminste 60 operaties i.v.m. een

    lumbale stenose of HNP en 15 operaties aan cervicale of thoracale wervelkolom moeten

    bevatten.

    De assistent zal in deze module de voor handen zijnde CBO richtlijnen (o.a. voor de

    behandeling van de lumbale HNP) moeten kennen en toepassen.

    De patiënten zal hij gedurende de opleiding zien als “nieuwe” patiënt en (postoperatief)

    terugzien op zijn eigen poli. Tevens komen deze patiënten regelmatig aan bod tijdens de

    bespreking van poliklinische patiënten op dinsdagochtend. Dit type operatie zal zich ook

    gedurende jaar 3-6 regelmatig aanbieden en met/door de assistent geopereerd worden.

    Toetsing:

    Er zullen een drietal CATs vervaardigd moeten worden over dit specifieke onderwerp

    (degeneratieve wervelkolom), tijdens deze module. Tevens zullen er 3-5 geoormerkte

    OSATS en 3-5 KPBs over dit onderwerp gedurende de opleiding moeten worden verkregen.

    In de portfolio zal de diversiteit van de ervaring moeten worden beschreven: welke

    ziektebeelden in welke frequentie, casuïstiek en achtergrond.

    Module Spinaal 2:

    Deze module gaat voort op de module spinaal 1, waarbij nu een grote mate van

    zelfstandigheid mag worden verwacht ten aanzien van de laagcomplexe ingrepen tot een

    competentie nivo 4. De AIOS richt zich specifiek op de behandeling van spinale traumata en

    degeneratieve aandoeningen met interne fixatietechnieken in samenwerking met de

    orthopeed. Tevens beheerst hij de diagnostiek en behandeling van spinale epi -of subdurale

    bloedingen, intradurale extramedullaire ruimte-innemende processen.

    Operatief zal van de assistent verwacht worden dat hij in deze module specifiek opereert bij

    de spondylodese operaties die worden verricht. Tenminste 5 spinale instrumentaties zullen

    worden verricht en 3-5 tumoren epiduraal of intraduraal extramedullair. Deze module zal in

    de regel in Heerlen worden gevolgd.

  • 17

    Toetsing:

    De cursus stralenbescherming wordt gevolgd.

    Er zullen 2 OSATs worden verkregen er worden twee CATs vervaardigd.

    Module Tumor 1:

    Deze module omvat het kunnen indiceren en uitvoeren van een (frameless) stereotactisch

    biopt en supratentoriële trepanatie voor oppervlakkig gelegen glioom, metastase,

    meningeoom. Tevens openen van de achterste schedelgroeve.

    De assistent zal bekend moeten zijn en handelen volgens de NVVN richtlijn met betrekking

    tot hersentumoren, en de LWNO richtlijnen ten aanzien van de behandeling van gliomen,

    metastasen en meningeomen. (indicatiestelling operatief danwel conservatieve therapie,

    bekend zijn met de behandeling van complicaties, slecht-nieuws gesprek, kennis van

    verschijningsvorm en prognose van de verschillende tumoren, Evidence based Medicine

    handelen)

    Tijdens deze module zal de assistent actief participeren in het multidisciplinaire overleg

    (patiënten presenteren, behandeling voorstellen) elke donderdag middag en daarna

    gesuperviseerd poliklinisch nieuwe en controle patiënten zien op de multidisciplinaire neuro-

    oncologie poli. Tevens komt de problematiek rond het levenseinde aan bod op de polikliniek.

    De patiënten die hij hier ziet zal hij dan ook opereren als de patiënt in het MUMC+

    geopereerd wordt, in deze fase tot een competentie niveau 2 (lichte supervisie).

    Verder zullen dit soort operaties zich gedurende de gehele opleiding voordoen en krijgt de

    assistent de gelegenheid zich te bekwamen.

    Toetsing:

    Er zullen 3-5 OSATS en 3-5 KPBs moeten worden verkregen. Bij voorkeur ten minste 1 KPB

    ten aanzien van een slecht nieuws gesprek.

    Het logboek zal aan het eind van de opleiding minimaal 30 supra- en 10 infratentoriële

    craniotomieen moeten omvatten.

    Tijdens de module moeten een 3-tal CATs over dit onderwerp worden vervaardigd.

    Het portfolio moet specifiek documentatie bevatten van de ziektebeelden: in welke

    frequentie, casuïstiek en achtergrond.

    Module Tumor II:

    Deze module gaat voort op de module tumor 1 (hoewel deze niet in tijd direct achter elkaar

    hoeven te worden gevolgd, lijkt zelfs onwenselijk).

  • 18

    De assistent bekwaamt zich verder in het verwijderen van intrinsieke hersentumoren,

    uiteindelijk zelfstandig. Voor bepaalde typen dieper gelegen tumoren hoeft geen

    zelfstandigheid bereikt te worden (zie ook Motion).

    De verwachtingen en activiteiten zijn verder gelijk aan Tumor 1.

    Toetsing:

    2 CATS over neuro-oncologie

    2-5 OSATs en 2-5 KPBs

    Module Perifere zenuw 1:

    Deze module omvat aandoeningen van perifere zenuwen in arm en been. Waarbij van de

    assistent verwacht wordt dat hij in staat is aandoeningen van deze zenuwen te herkennen en

    anatomisch te duiden en eventueel te verwijzen. Voornamelijk traumatische en neoplastische

    aandoeningen en entrapment neuropathieën. Er wordt kennis van de diagnostische

    modaliteiten verwacht, met n de neurofysiologie.

    Hij moet de (niet)chirurgische behandeling kennen van CTS en ulnaropathie, inclusief

    transpositie.

    De assistent wordt gedurende drie maanden ingedeeld op het dagcentrum op

    donderdagmiddag om zich verder te kunnen bekwamen in deze pathologie. Deze operaties

    zullen zich overigens tijdens de gehele opleiding voordoen.

    Indien mogelijk kan in overleg worden meegedaan/gekeken bij de plastisch chirurg / dr. van

    Nie tav zenuwnaden. Er wordt getracht gedurende 1 dag mee te lopen met de klinisch

    neurofysioloog in het kader van de diagnostiek.

    De assistent kent en implementeert de CBO richtlijn.

    Toetsing:

    2-5 OSATS over CTS en ulnaris chirurgie

    1 CAT over dit thema gedurende de module.

    Logboek bevat aan het eind van de opleiding tenminste 40 neurolysen (en 5 zenuwnaden).

    Module Hydrocephalie:

    Deze module betreft de zelfstandige behandeling van liquorcirculatiestoornissen met de

    verschillende typen shunts (VPD, LPD, maar ook ventriculopleurale en ventriculocardiale

    shunt) bij volwassenen en kinderen boven de twee. Tevens een niveau 2 (lichte supervisie)

    aan het eind van de opleiding ten aanzien van de derde ventriculostomie.

    Tijdens deze module zal de assistent zich extra toeleggen op het zich chirurgisch bekwamen

    in de bovengenoemde gebieden, hoewel deze zich gedurende de gehele opleiding zullen

  • 19

    aanbieden. Aan het eind van de opleiding dient men 40 shuntimplantaties en 5 derde

    ventriculostomien te hebben uitgevoerd. Tevens zal hij actief meedoen aan het spina-bifida

    spreekuur op dinsdag (nadere info bij D. Soudant t.a.v. tijden en patiënten)

    Verder moet de assistent op de hoogte zijn van het vigerende protocol betreffend de

    behandeling van hydrocephalus bij kinderen onder de twee.

    Ook moet de assistent brede kennis tonen ten aanzien van hydrocephalus ten aanzien van

    de embryologie, fysiologie, pathologie, infecties, mechanica shunts.(zie uitgebreider in

    Motion).

    Toetsing:

    3-5 OSATS en 3-5 KPB’s geoormerkt aan deze pathologie

    Gedurende deze module twee CATs over dit onderwerp.

    Module Trauma:

    Onder deze module valt de behandeling van het chronisch subduraal, plaatsen ICP meter en

    ventrikeldrain. Het verrichten van (spoed) craniotomieen voor epi-, sub- dan wel

    intracerebrale hematomen, supra- en infratentorieel. Behandelingen van

    (impressie)fracturen.

    Assistent is in staat te fungeren als volwaardig lid van het trauma-opvang team.

    Kennis van de intensive care zorg ten behoeve van deze patiënten groep, evenals de

    neuroradiologie.

    De assistent zal zich in deze module nog eens specifiek toeleggen op het vergaren van

    kennis betreffend deze module, bijvoorbeeld aan de hand van de richtlijnen zoals deze zijn

    verschenen in de internationale literatuur.

    De (operatieve) zorg voor deze patiënten zal de assistent gedurende de opleiding hebben.

    Uiteindelijk zullen er 10 cSDH, 20 EVd/ELD, 10 craniotomieen voor intracranieel hematoom,

    en 10 ingrepen voor schedelfractuur og cranioplastiek.

    Toetsing:

    3-5 KPBs en OSATs

    Er dienen een tweetal CATs te worden vervaardigd.

    Eventueel kan de ATLS cursus worden gevolgd.

    Module neurovasculair:

    Deze module omvat kennis rond de SAB en AVM (zie motion).

  • 20

    Assistent zal in deze module bij voorkeur mee opereren bij patiënten met deze pathologie,

    hoewel dit ook op andere momenten in de opleiding aan bod zal komen. Hij zal actief

    deelnemen aan policontacten met deze patiënten (Dings). Kent de normale DSA.

    Assistent kent de richtlijnen en behandelprotocollen. De AIOS is aan het eind van de module

    in staat een peri-operatief gesprek met de familie te voeren

    Assistent is aanwezig bij de neurovasculaire bespreking (2de + 4de dinsdag/maand; 16.45

    uur), (uren buiten reguliere werktijd compenseren.) en wordt geacht minimaal 1 x bij een

    cerbrale angiografie en 1 x bij een coiling procedure mee te kijken.

    Toetsing:

    2-5 KPBs en OSATs.

    Twee CATs.

    Module kinderneurochirurgie1:

    Deze module omvat kennis van en het onder supervisie kunnen herkennen en behandelen

    van dysraphische stoornissen, arachnoïdale cysten, chiari malformatie, hydrocephalus (zie

    spec module).

    Tijdens deze module wordt van de assistent verwacht dat hij mee opereert met de

    kinderneurochirurgische operaties, visite loopt en nieuwe neurochirurgische pediatrische

    patiënten opneemt. Zich bekwaamt in de anamnese, onderzoek etc. bij de kinderen en het

    houden van peri-operatieve gesprekken met de ouders onder supervisie. Participeert bij de

    kinderneurochirurgie bespreking op donderdagmiddag (plaats en tijd weet Cornips/ter Laak).

    Toetsing:

    2 KPBs en 1 CAT.

  • 21

    Hoofdstuk 4: Cursorisch onderwijs

    A1. Lokaal onderwijs in MUMC

    Introductie (verplicht):

    De COC organiseert voor alle nieuwe AIOS (elke eerste twee werkdagen van de maand) een

    introductie. Tijdens het ochtendprogramma van dag 1 worden er presentaties gehouden door

    diverse disciplines, waarna een korte rondleiding volgt door enkele afdelingen van het

    ziekenhuis. Tijdens het middagprogramma volgt de opleiding voor de diverse

    computersystemen van MUMC. Dag 2 start met ziekenhuisrampenopvang en

    bedrijfshulpverlening. Daarna volgen alle AIOS een training Basic Life Support (BLS). De

    AIOS van die disciplines met reanimatiefunctie volgen aansluitend nog een training

    Advanced Life Support (ALS).

    Dagelijks generaal rapport (tevens overdracht):

    Dagelijks wordt aan het begin van de dag een generaal rapport gehouden met alle die dag

    aanwezige aanwezige leden van de opleidingsgroep, alle AIOS, evt ANIOS en co-

    assistenten / 6e jrs participatie-studenten. Tijdens dit rapport worden zaken betreffende

    patiëntenzorg besproken (bespreking operatie patiënten, uitwisseling van informatie over

    patiënten, follow-up na ontslag, probleembespreking met betrekking tot een diagnostisch

    en/of behandelplan van een patiënt, alsmede opleidingszaken die betrekking hebben op de

    bedrijfsvoering, zoals dagprogramma’s, taakafspraken, supervisie toewijzing en

    dienstoverdracht. De overdracht vindt gestructureerd plaats.

    DE 10 GEBODEN DER NEUROCHIRURGIE:

    1. ACUTE OPNAMES

    2. OK’S GISTEREN

    3. OK’S VANDAAG

    4. CONTROLE FOTO’S

    5. DE AFDELING

    6. IC / BUITENGEWESTEN

    7. COMPLICATIES (formulier) / POWI

    8. ONTSLAGEN, WIE DICTEERT?

    9. SUPERVISIE VAN VANDAAG

    10. WIE DOET DE AFDELING / WIE DOET DE BUITENGEWESTEN /

    HOOFDBEHANDELAAR IN SAP?

  • 22

    Wekelijks onderwijs voor AIOS:

    Alle AIOS neurochirurgie volgt wekelijks onderwijs op de dinsdagochtend, waarin breed

    georiënteerd overleg over de klinische- en poliklinische patiënten wordt gevoerd, zowel

    praktisch als wetenschappelijk van karakter. Tevens wordt één maal per maand een

    complicatie bespreking gehouden, twee keer per maand een artikel besproken over een

    onderwerp dat de AIOS zelf kiezen en wordt één maal per maand een voodracht gegeven

    over lopend onderzoek door de AIOS of andere onderzoekers van het laboratorium.

    Tevens vindt er maandelijks een assistentenoverleg plaats met alle arts-assistenten (AIOS

    en ANIOS). Deze bijeenkomst is steeds in aanwezigheid van de opleiders (azM + Atrium).

    Verder wordt er 4x/jaar een vergaderlunch gepland met de AIOS in aanwezigheid van de

    opleiders.

    Lokale maandelijkse refereerbijeenkomst:

    Maandelijks worden, buiten de vakanties, op de dinsdagavond bij een assistent of staflid

    thuis praktische patient-gerelateerde vraagstukken behandeld waarbij het staflid met de

    meeste expertise betreffende het onderwerp aanwezig is. De AIOS speelt hierbij een

    centrale rol in voorbereiding en presentatie van de bespreking, daarbij eventueel

    ondersteund door de supervisor.

    Disciplineoverstijgend onderwijs MUMC:

    In het kader van de modernisering van medische vervolgopleidingen biedt de COC een

    aantal competentiegerichte, discipline overstijgende cursussen aan in een vast format

    volgens OOR-ZON. Een cursus bestaat uit twee halve dagen training en een halve dag

    zelfstudie (totaal belasting 12 uren). Het onderwijs betreft de onderwerpen:

    - Gezondheidsethiek

    - Patiëntveiligheid

    - Verbeter management

    - Gezondheidsrecht

    - Bespreken van donatie en obductie

    - Omgaan met fouten en klachten

    - De AIOS als docent

    - Effectief omgaan met lastige-patiënten gesprekken

  • 23

    A2. Regionaal onderwijs

    1x 2 maanden organiseert het Limburgs Genootschap voor Neurologie een

    wetenschappelijke avond. Bij tourbeurt wordt de invulling van de avond verzorgd door

    participerende centra. De AIOS zal hierin een actieve rol spelen.

    B. Landelijk onderwijs

    Verplichte landelijke nascholing voor AIOS:

    - 2x jaarlijks cursorisch onderwijs voor alle AIOS neurochirurgie in Nederland

    - Vergaderingen / Najaarsdagen Ned. Ver. voor Neurochirurgie

    - Boerhave cursus perifere zenuwen in Leiden

    - Cursus Hands on craniotomie in Leiden

    - Cursus Hands on spinaal in Groningen

    - ATLS wordt gestimuleerd en indien mogelijk financieel gefaciliteerd

    C. Internationaal onderwijs

    - EANS cursus wordt gestimuleerd en financieel gefaciliteerd. Indien door plaatsgebrek de

    AIOS niet in staat is tot participatie van deze EANS-cursus dan wordt in overleg een

    alternatief geboden.

    Hoofdstuk 5: Portfolio

    In overeenstemming met de richtlijnen is de AIOS verplicht een verzameling bij te houden

    van documenten waarin op systematische wijze de voortgang in de opleiding wordt

    gedocumenteerd. Het portfolio is een verzameling van informatiebronnen en

    beoordelingsgegevens op basis waarvan leerdoelen geformuleerd kunnen worden en

    reflectie op het functioneren van de AIOS door zichzelf en anderen plaats kan vinden.

    Tevens worden verplichte onderdelen hierin afgetekend en toetsuitslagen verzameld. Het

    portfolio levert daarmee de informatie op basis waarvan het voortgangsgesprek kan worden

    gevoerd.

  • 24

    Het portfolio van de AIOS omvat ten minste de volgende onderdelen:

    • Een individueel opleidingsplan inclusief opleidingsschema

    • Reflectieverslagen

    • De documenten ten behoeve van toetsing/beoordeling van de AIOS (KPB,

    verslagen, voortgangs- en beoordelingsgesprekken)

    • Stage beoordelingen

    • Gehouden voordrachten en/of referaten

    • Gepubliceerde artikelen

    • Gevolgde cursussen inclusief certificaten

    • Deelname certificaten regionale en landelijke onderwijsdagen

    Individueel opleidingsplan vs opleidingsschema:

    Bij aanvang van de opleiding stelt de AIOS in samenspraak met de opleider een individueel

    opleidingsplan op. In een begeleidend opleidingsschema worden de verschillende stages in

    een tijdspad aangegeven. Daarnaast zijn in het individuele opleidingsplan de individuele

    leerdoelen van de AIOS opgenomen.

    De AIOS dient over zijn ontwikkeling te reflecteren. Het is daartoe noodzakelijk, dat de AIOS

    bijhoudt welke ervaringen aan de ontwikkeling van de competenties bij een bepaald thema

    gedurende de stages hebben bijgedragen. De doorgemaakte ontwikkelingen dienen in een

    individueel opleidingsplan bijgehouden te worden en te worden afgezet tegen de leerdoelen

    in het individuele opleidingsplan. De AIOS bespreekt dit met de opleider tijdens de

    voortgangsgesprekken. De AIOS is zelf verantwoordelijk voor het bijhouden van zijn eigen

    portfolio.

    Hoofdstuk 6: Kwaliteitszorgplan opleiding MUMC+

    Het MUMC heeft een 5-jarige kwaliteitscyclus ten behoeve van de opleidingen met behulp

    van instrumenten (continu kwaliteitsproces). Dit bestaat uit jaarlijks de D-rect vragenlijst en 2-

    jaarlijks de MCTQ afgewisseld met de Interne Opleidingsaudit.

    In het kader van de kwaliteit is het van belang dat elke assistent zo goed mogelijk bijdraagt

    aan het invullen van deze vragenlijsten.

    Soorten gesprekken en frequentieThema versus bekwaamheidsniveauThema en algemene competenties (exclusief medisch handelen)