Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Heelkunde · 2017. 2. 9. · Lokaal Opleidingsplan...

Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Interne Geneeskunde St. Antonius Ziekenhuis

Documentbeheer Voor de samenstelling van dit lokale opleidingsplan is gebruik gemaakt van: • het nationale opleidingsplan NEURON, juni 2010 van het Kern Consilium Neurologie. • Opleidingsdocumenten van de Opleiding Neurologie St. Antonius Ziekenhuis. Auteurs Auteur 1 dr. A.B.M. Geers. internist en opleider Auteur 2 dr. W.J.W. Bos, internist en plaatsvervangend opleider Auteur 3 drs. F.J. Klomp, onderwijskundige, St. Antonius Academie Versie Datum Grote wijzigingen 1.0 mei 2011 1.1 mei 2013 Verandering opleidingslocatie Utrecht

Toevoeging Hoofdstuk Kwaliteitszorg 1.2 December 2013 Toelichting opleidingslocatie Utrecht

Beschrijving algemene beroepscompetenties Toevoeging implementatie modernisering aan hoofdstuk Kwaliteitszorg

Eigendom en beheer Eigenaar dr. A.B.M. Geers. internist en opleider Digitaal beheer I. Verbaan, management assistent Medische Opleidingen

St. Antonius Academie © St. Antonius Academie, Nieuwegein

Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze (hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enig andere manier) zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de St. Antonius Academie te Nieuwegein.

Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Vak- en Opleidingsgroepen 6 3. Inhoud en structuur van de opleiding 9

3.1 Opleidingsschema 11 3.2 Toelichting op en nadere uitwerking van het opleidingsschema 13 3.3 Beschrijving Klinische settings en stages 27

4. Kwaliteitszorg en Implementatie Modernisering 59

5. Ten slotte 62

Bijlagen 1. Begrippenlijst 63

2. Planning Introductie-Onderwijsprogramma 65 3. Matrix Klinische presentaties en Klinische settings 67 4a. Matrix Beroepsactiviteiten en geoperationaliseerde competenties 80 4b. Matrix met per stage: Beroepsactiviteiten, competenties en toetsen 81 5a. Overzicht Cursorisch Onderwijs 89 5b. Overzicht Onderwijsbesprekingen 90 6. Opleidingsformulieren 91


St. Antonius Ziekenhuis Versie 1.2 Nieuwegein – Utrecht, December 2013

4

Lokaal Opleidingsplan

St. Antonius Ziekenhuis

Regionaal Opleidingsplan

Opleidingscluster UMCU

1. Inleiding Dit document beschrijft het lokale opleidingsplan van de Opleiding Interne Geneeskunde van het St. Antonius Ziekenhuis te Nieuwegein en Utrecht. In het plan is een vertaling gemaakt van het nationaal opleidingsplan Interne Geneeskunde 2009, ‘Eén team, een taak’, van de Nederlandse Internisten Vereniging naar de lokale opleidingssituatie in het St. Antonius Ziekenhuis. Het lokaal opleidingsplan is op het regionale opleidingsplan afgestemd . Met behulp van alle plannen kan de individuele AIOS zijn of haar individueel opleidingsplan (IOP) samenstellen. Fig.1 Context lokaal opleidingsplan De Opleiding Interne Geneeskunde wordt in het St. Antonius Ziekenhuis sinds 1968 uitgevoerd en heeft een 4-jarige RGS1 erkenning conform het Kaderbesluit CCMS. Er is een formele samenwerking met de afdeling Interne Geneeskunde van het UMCU2. De opleiding wordt uitgevoerd op beide ziekenhuislocaties van het St. Antonius Ziekenhuis: Nieuwegein en Utrecht.3 De inhoud en structuur van de opleiding worden gekenmerkt door klinische presentaties en beroepsactiviteiten van de interne geneeskunde, een modulaire indeling van het curriculum en een lineaire planning voor de klinische settings en stages4 waarbinnen gewerkt en geleerd wordt. Het lokale opleidingsplan van de Opleiding Interne Geneeskunde in het St. Antonius Ziekenhuis heeft een drieledige functie: 1. Vastleggen van de inhoud en structuur In het plan worden de verschillende opleidingsonderdelen, zoals de te verwerven competenties, klinische settings en stages, thema’s en toetsen, in hun onderlinge samenhang beschreven. 2. Communicatie Het opleidingsplan is een hulpmiddel bij de communicatie tussen de opleiders, de AIOS en het beroepenveld over wat er, hoe en wanneer wordt geleerd. 1 Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (voorheen MSRC). 2 Universitair Medisch Centrum Utrecht. 3 Vanaf 16 september 2013 in de nieuwbouw op locatie Utrecht (Leidsche Rijn). 4 In RGS-jargon wordt dit een opleidingsonderdeel genoemd. In dit plan gebruiken we daarvoor de begrippen verdiepingsstage of stage.

Nationaal Opleidingsplan

Interne Geneeskunde ‘Eén team, een taak’

2009 Individueel Opleidingsplan



5

3. Legitimatie Het lokale opleidingsplan wordt bij interne – en externe visitaties ingezet, om inzicht te geven in de inhoud en structuur van de opleiding Interne Geneeskunde. In het lokale opleidingsplan is alleen specifieke informatie opgenomen, die van toepassing is op de opleidingssituatie van het St. Antonius Ziekenhuis. Op deze wijze heeft het plan de functie van ‘onderlegger’ van het nationale opleidingsplan gekregen. De kern van dit lokale plan bestaat uit een opleidingsschema, waarin op één pagina de inhoud en structuur van de opleiding wordt gepresenteerd, en uit een beschrijving van alle klinische settings en stages waarbinnen gewerkt en geleerd wordt. De matrices in de bijlagen zijn in samenwerking met de opleidingsregio Utrecht tot stand gekomen. De bijlagen bestaan uit een deel I dat een directe relatie heeft met dit lokale opleidingsplan en een deel II dat alleen ten behoeve van de opleidingsvisitatie aan het lokale plan wordt toegevoegd. Dr. A.B.M.Geers, internist en opleider. Dr. W.J.W. Bos, internist en plaatsvervangend opleider.



6

2. Vakgroep – en Opleidingsgroepen Vakgroep De vakgroep Interne Geneeskunde, Maag-, Darm- en Leverziekten en Reumatologie van het St. Antonius Ziekenhuis bestaat uit totaal 20 interne geneeskundigen, 11 MDL artsen en 4 reumatologen. Het adherentiegebied voor genoemde vakgroep telt ± 800.000 mensen. Genoemd adherentiegebied in combinatie met de topklinische verwijsfunctie waarborgt dat de vakgroep in de volle breedte en in al zijn aspecten uitgeoefend kan worden. Er zijn diverse aandachtsgebieden: oncologie, hematologie, nefrologie, reumatologie, endocrinologie, vasculaire geneeskunde en MDL. Alle reguliere zorg binnen de interne geneeskunde is geconcentreerd op locatie Nieuwegein. In het nieuwe ziekenhuis locatie Utrecht is een groot deel van de kankerzorg, één van de topklinische speerpunten van het ziekenhuis, geconcentreerd. Het St. Antonius Ziekenhuis bezit een zeer grote Intensive Care afdeling met 30 bedden en 10 bedden op de Medium Care. Hierop zijn 2 internisten werkzaam. Regionaal is er een nauwe samenwerking op het gebied van de nefrologie, hematologie, oncologie, intensive care en MDL met de partners in het Ziekenhuis Rivierenland te Tiel en het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis te Woerden. Opleidingsgroepen De Opleiding Interne Geneeskunde wordt uitgevoerd en begeleid door de Opleidingsgroep Interne Geneeskunde en de Opleidingsgroep Reumatologie (zie tabellen volgende pagina’s). Beide opleidingsgroepen en ieder persoonlijk staan garant voor een kwalitatief goede opleiding en een optimaal leerklimaat. Alle leden van de opleidingsgroepen: • Dragen naar hun beste kunnen bij aan de opleiding. • Committeren zich aan de verplichtingen, zoals vastgesteld in artikel C.4, C.5 en C.6 van

het Kaderbesluit CCMS. • Ondersteunen de competentiegerichte opleiding zoals beschreven in het nationale

opleidingsplan. • Voeren hun opleidingstaken uit conform ‘Het competentieprofiel van de opleider en leden

van de opleidingsgroep’, vastgesteld door het CGS, juni 2012. • Zijn geschoold volgens de Teach the Teacher principes.



7

Opleidingsgroep Interne Geneeskunde St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht:

Naam, functie Taakverdeling onderwijsgroep Supervisie afdeling(en)

Gevolgde TTT-module(s)

Dr. A.B.M. Geers, opleider

Primair verantwoordelijk voor opleiding en alle taken die hier mee samen hangen. Aandachtsgebied: Nefrologie, Acute Geneeskunde

A2, acute opname afdeling, dialyse, poli

TdTI TdTII TdTIII

Dr. W.J.W. Bos, plaatsvervangend opleider

Participeert in het merendeel van de taken van de opleider, vervangt deze indien nodig. Aandachtsgebied: Nefrologie, vasculaire geneeskunde

A2, dialyse, poli TdTI TdTII TdTIII

Mw.dr. M.J. Agterof Lid opleidingsgroep Aandachtsgebied: Oncologie

LR Oncologie Basis

Dr. I.A. Eland Lid opleidingsgroep Aandachtsgebied: Endocrinologie

A2 – midden, poli Basis

Mw. N.M. van Es Lid opleidingsgroep Aandachtsgebied: Endocrinologie

LR Interne Basis

Drs. C.B. Hunting Lid opleidingsgroep Aandachtsgebied: Oncologie, Hematologie

LR Oncologie Basis

Dr. W.T. Jellema Lid opleidingsgroep Aandachtsgebied: Nefrologie, Acute Geneeskunde

A2, dialyse Basis

Dr. P.Chr. de Jong Lid opleidingsgroep Aandachtsgebied: Oncologie

LR Oncologie TdTI TdTII TdTIII

Dr. H.R. Koene Lid opleidingsgroep Aandachtsgebied: Hematologie, Acute Geneeskunde

A2 – achter, HIO, acute opname afdeling

Basis

Mw. dr. M. Los Lid opleidingsgroep Aandachtsgebied: Oncologie, Hematologie

LR Oncologie Basis

Drs. A.J. Meinders Lid opleidingsgroep Aandachtsgebied: IC – geneeskunde, Acute Geneeskunde

IC, acute opname afdeling

Basis

Mw.dr. H.S. Moeniralam

Lid opleidingsgroep Aandachtsgebied: IC - geneeskunde

IC, consulten

TdTI TdTII TdTIII

Mw. Drs. A.H. Pijlman

Lid opleidingsgroep Aandachtsgebied: Vasculaire Geneeskunde

LR Interne Basis

Mw. Dr.M. Söhne Lid opleidingsgroep Aandachtsgebied: Hematologie

A2 – achter, consulten Basis

Dr. G.E.M.G. Storms

Lid opleidingsgroep Aandachtsgebied: Algemene Interne geneeskunde

Complicatiebespreking nvt

Dr. H.H. Vincent Lid opleidingsgroep Aandachtsgebied: Nefrologie, Vasculaire Geneeskunde

A2, dialyse, NIO Basis

Mw. Drs. J.M.I. Vos Lid opleidingsgroep Aandachtsgebied: Hematologie

A2, consulten Basis

Mw.dr.I.M.M.J. Wakelkamp

Lid opleidingsgroep Aandachtsgebied: Endocrinologie

LR Interne Basis

Drs. O. De Weerdt Lid opleidingsgroep Aandachtsgebied: Hematologie

A2, consulten A3 Basis



8

Opleidersgroep Reumatologie St.Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht:

Vier keer per jaar vindt er een opleidingsvergadering plaats met alle leden van de opleidingsgroep en de AIOS. Vaste agendapunten zijn bespreekpunten vanuit de AIOS en het opleidingsteam, introductie nieuwe AIOS en de gemoderniseerde opleiding interne geneeskunde: stand van zaken implementatie en het verbeterplan (PDCA). De vergadering wordt genotuleerd.

Naam, functie Taakverdeling onderwijsgroep Supervisie afdeling(en) Gevolgde TTT-module(s)

Dr. E.J. ter Borg, opleider

Coördinator afdeling Aandachtsgebied: Osteoporose, Systeemziekten

LR Reuma TdTIa TdTIb TdTII

Mw. drs. S.A. Vreugdenhil, plaatsvervangend opleider

Coördinator polikliniek Aandachtsgebied: Inflammatoire reumatische ziekten, Echografie, Jicht

LR Reuma Basis TdTIb

Mw.dr. Y.A. de Man Coördinator onderwijs Aandachtsgebied: RA algemeen, RA en zwangerschap, PRO’s*, Echografie

LR Reuma Basis

Drs. A. Herman Coördinator echografie Aandachtsgebied: Echografie

LR Reuma Basis



9

3. Inhoud en structuur van de opleiding De opleiding tot internist duurt 6 jaar, waarvan maximaal 4 jaar in het St. Antonius Ziekenhuis kan worden doorlopen. In de regel wordt de assistent 3 jaar hier opgeleid. Voor differentiatie (vroeger aandachtsveld of profiel genoemd) is een nieuwe stage ontwikkeld voor de Hematologie. De Nefrologie kent al langer een differentiatie-mogelijkheid In de opleiding krijgen de AIOS, in samenwerking met de opleidingsregio Utrecht de gelegenheid zich de competenties van de internist eigen te maken. Het OOR Utrecht bestaat, naast het St. Antonius Ziekenhuis uit: Universitair Medisch Centrum Utrecht, Diaconessenhuis in Utrecht, Meander Medisch Centrum in Amersfoort, Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede en Gelre Ziekenhuizen in Apeldoorn. De opleiding van het St. Antonius Ziekenhuis bestaat uit een algemeen 1ste jaar waar op de verpleegafdelingen Interne Geneeskunde en Maag-darm-leverziekten (MDL) begonnen wordt de basis van de Interne Geneeskunde te leren. Na een verplichte introductieperiode die bestaat uit een disciplineoverstijgend gedeelte voor alle arts-assistenten die voor het eerst gaan werken in ons ziekenhuis van een week, en een specifiek gedeelte voor de arts-assistent die binnen de Interne Geneeskunde gaat werken, van ongeveer 2 maanden waarin de assistent op de verschillende afdelingen ingewerkt wordt, kan hij meedraaien in het dienstenblok en wordt dan geschikt geacht. Deze inwerkperiode behoort tot de generieke stage. In het eerste jaar wordt een periode gewerkt op de spoedeisende hulp. In de twee hierop volgende jaren (voor de assistent in opleiding tot internist) of het hierop volgend jaar (voor de assistenten die de vooropleiding voor de cardiologie, longziekten, reumatologie, geriatrie en MDL volgen) worden er de volgende stages gelopen (telkens voor de duur van 4 maanden) waarvan sommige verplicht en andere gewenst (in overeenstemming met het persoonlijke opleidingsplan van de assistent): • Poliklinisch werken: verplicht 8 maanden voor de AIOS Interne Geneeskunde • Consultatief werken: verplicht 4 maanden voor de AIOS Interne Geneeskunde • Intensive care: verplicht 4 maanden voor de AIOS Interne Geneeskunde • Longziekten of Cardiologie: verplicht 4 maanden voor de AIOS Interne Geneeskunde. • Acute Geneeskunde • Hematologie • Oncologie • MDL • Nefrologie In het 5de of 6e opleidingsjaar kan een deel van de differentiatie Nefrologie worden gevolgd (periode van 8 maanden voor dialyse en klinische nefrologie). Ook kan in het 5de of 6e opleidingsjaar een deel van de differentiatie Hematologie worden gevolgd (voor een periode van 4 tot 6 maanden). De overige opleidingsjaren vinden plaats in het UMCU. De vooropleiders gaan meestal naar hun eigen specialisatie in dit ziekenhuis of elders, of naar de afdeling geriatrie van het UMCU. Er zijn incidentele contacten met het LUMC, AMC en OLVG voor de vooropleiding en stages. De leerinhoud van de opleiding bestaat uit de zeven geoperationaliseerde competenties voor de internist, de klinische presentaties van het vakgebied interne geneeskunde en de voor de interne geneeskunde kenmerkende beroepsactiviteiten.



10

Bij het leren worden de uitgangspunten van het nationale opleidingsplan gevolgd. De inhoud en structuur van de Opleiding Interne Geneeskunde zijn weergegeven in een opleidingsschema dat afgeleid is van de 2e en 3e etage van het ‘huisje’ van de BBOV.

Klinische settings en stages

CanMeds Competenties: • Medisch handelen • Communicatie • Kennis en Wetenschap • Samenwerking • Maatschappelijk Handelen • Organisatie • Reflecteren --------------------------- Professionaliteit als centrale competentie

Klinische presentaties

Kenmerkende beroepsactiviteiten

Cursorisch onderwijs Landelijk, Regionaal, Lokaal

Leren

Vormen van formatieve toetsen • Voortgangsgesprek • 360˚ beoordeling • Continue zelfreflectie • Feedback op kritische gebeurtenis of

incident • Critically Appraised Topic (CAT) • Korte PraktijkBeoordelingen (KPB’s) • Objective Structured Assessment of

Technical Skills (OSATS) • Bekwaamheidsverklaring • Toetsen gebonden aan regionaal en

landelijk cursorisch onderwijs • Voordracht wetenschappelijke

vereniging Interne geneeskunde (of vergelijkbaar podium)

• 1e Auteur (peer-reviewed) artikel

Vormen van summatieve toetsen • Geschiktheidsbeoordeling • Kennistoets (in 2de en 4de jaar, vanaf

2012 alle jaren)

Toetsen

Bekwaamheid 7 CanMeds Competenties voor Internist

Resultaat

Dit algemene schema is voor ieder opleidingsjaar ingevuld waarbij een opleidingsschema is ontstaan dat op hoofdlijnen de inhoud en structuur van de volledige Opleiding Interne Geneeskunde van het St. Antonius Ziekenhuis weergeeft (zie de volgende pagina).



11

3.1 Opleidingsschema Opleiding Interne Geneeskunde St. Antonius Ziekenhuis

Opleidingsjaar 1 Generiek deel: afdelingen/ spoedeisende hulp/diensten

Opleidingsjaar 2 Verplichte stages en facultatieve stages

Klinische settings

Verpleegafdelingen (C2, A2, A3, 5A, 5B) Spoedeisende hulp afdeling

Dienstenblok vanaf 2e maand Polikliniek (PK)

Polikliniek Consulten Intensive Care Cardiologie (CCU. 1ste HH) Longziekten

Dienstenblok Oncologie: LR, PK5, IK6 Hematologie: A2, PK, IK Nefrologie: A2, PK, Dialyse MDL: A3, PK Acute Geneeskunde: SEH, PK

Cursorisch onderwijs

Lokaal, regionaal en landelijk onderwijs (zie bijlage 5)

Leerinhoud

Competenties

Klinische presentaties Kenmerkende beroepsactiviteiten

Toetsen

Formatieve toetsen 4 x Voortgangsgesprek 1x 360º Beoordeling Continue zelfreflectie 2x CAT 10 x KPB Min 1 x OSATS Bekwaamheidsbeoordeling Toetsing werken op de SEH

Summatieve toetsen 1x geschiktheids-beoordeling

Formatieve toetsen 2x Voortgangsgesprek 1x 360º Beoordeling Continue zelfreflectie 2x CAT 6x KPB Min 1 x OSATS Bekwaamheidsbeoordeling

Summatieve toetsen 1x geschiktheids-beoordeling 1x kennistoets

1 x Voordracht wetenschappelijke vereniging (of vergelijkbaar podium) in 6 jaar 1e Auteur peer-reviewed artikel in 6 jaar

5 PK = Polikliniek 6 IK = Infuus- of Behandelkamer



12

Opleidingsjaar 3

Verplichte stages en facultatieve stages

Opleidingsjaar 5 of 6 Differentiatie Nefrologie

Differentiatie Hematologie

Klinische settings

Polikliniek Consulten Intensive Care Cardiologie: CCU, 1ste HH Longziekten

Dienstenblok Oncologie: LR, PK, IK Hematologie: A2, PK, IKNefrologie: A2, PK, Dialyse MDL: A3, PK Acute Geneeskunde: SEH, PK

Dialyse afdeling Polikliniek Kliniek Intensive care

Cursorisch onderwijs

Lokaal, regionaal en landelijk onderwijs (zie bijlage 8)

Leerinhoud

Competenties

Klinische presentaties Kenmerkende beroepsactiviteiten

Toetsen

Formatieve toetsen 2x Voortgangsgesprek 1x 360º Beoordeling Continue zelfreflectie 2x CAT 10x KPB Min 1x OSATS Bekwaamheidsbeoordeling

Summatieve toetsen 1x Geschiktheids-beoordeling 1x Kennistoets

Formatieve toetsen 1x Voortgangsgesprek 1 x 360º Beoordeling Continue zelfreflectie 2x CAT 10 x KPB Bekwaamheids- beoordeling

Summatieve toetsen 1 x Geschiktheids-beoordeling

1 x Voordracht wetenschappelijke vereniging (of vergelijkbaar podium) in 6 jaar 1e Auteur peer-reviewed artikel in 6 jaar



13

3.2 Toelichting op en nadere uitwerking van het opleidingsschema Introductieprogramma’s De AIOS neemt bij indiensttreding in het St. Antonius Ziekenhuis deel aan een Introductie-Onderwijsprogramma voor arts-assistenten (zie bijlage 2 voor het programmaoverzicht). Het programma duurt een week en bestaat uit twee delen: • Deel 1: Een algemeen programma waarbij de AIOS voorbereid wordt op het werken en

leren in het Antonius, met onder andere onderwijs in: Werken met het EPD, Registreren van DBC’s en Patiëntveilig handelen.

• Deel 2: Acute Geneeskunde waarbij de AIOS de vitaal bedreigde patiënt leert herkennen en behandelen.

Aan het programma nemen alle nieuwe arts-assistenten gezamenlijk deel. Op basis van eerder verworven competenties (EVC’s) en een voldoende gescoorde pretest voor deel 2. Acute Geneeskunde kan vrijstelling voor één of meer programmaonderdelen verkregen worden. Aan dit programma gaat een algemene ziekenhuisintroductie van één dag vooraf. Alle arts-assistenten van het St. Antonius Ziekenhuis hebben via het digitale leerportaal van de St. Antonius Academie toegang tot het E-ducatieprogramma Medisch. Het programma omvat op dit moment de volgende e-modulen en presentaties: • ALS. • BLS. • Handhygiëne. • Fysieke Belasting. • Omgaan met Agressie. • Presentaties Introductie Acute Geneeskunde. Het E-ducatieprogramma wordt in de komende periode uitgebreid. Het Introductie-Onderwijsprogramma wordt voortgezet voor de arts-assistent die binnen de Interne Geneeskunde gaat werken en leren. Tijdens een periode van ongeveer 2 maanden vinden meerdere onderwijsbijeenkomsten plaats en wordt de assistent op de verschillende afdelingen ingewerkt. Klinische settings en stages De nieuwe opleidingslocatie Utrecht is volledig ingericht voor het opleidingsonderdeel/stage dat daar plaatsvindt. Er is continue supervisie op de locatie aanwezig, zoals in de afdelingsbeschrijving is opgenomen. Het (digitale) portfolio en de digitale bibliotheek zijn steeds beschikbaar. Op deze opleidingslocatie zijn voor de opleiding state off the art voorzieningen beschikbaar, zoals: videoconferencing, sklillslabs voor vaardigheidstrainingen en een Kennis- en Informatiecentrum. Onderwijsmomenten zijn zodanig ingericht en gepland dat alle AIOS en leden van de opleidingsgroep, ondanks werkzaamheden en diensten op verschillende opleidingslocaties (Nieuwegein of Utrecht), aan het onderwijs kunnen deelnemen (met behulp van videoconferencing). De opleiding Interne Geneeskunde bestaat van oudsher naast het eerste jaar algemeen interne geneeskunde uit het volgen van stages in delen van het vakgebied gedurende zes jaar. Het opleiden vindt met name op de werkplek plaats, tijdens de patiëntenzorg. Op elk moment kan er dan ook geleerd worden. De stages beschrijven samen het gehele vakgebied interne geneeskunde en vormen de kern van de verplichte leermiddelen. Zij zijn op de werkvloer voor de AIOS herkenbaar aan de aard van de betrokken patiëntenpopulaties. Alle stages bieden de mogelijkheid tot het groeien in de diverse competenties.



14

Verplicht voor alle AIOS interne is het eerste jaar algemeen interne geneeskunde. Daarna zijn er verplichtingen die per specialisatie kunnen verschillen. Tevens zijn er voorkeurs- en keuzestages. Aan de verplichte stage in het eerste jaar worden leerdoelen gekoppeld, die dus door alle AIOS moeten worden behaald. De overige leerdoelen zijn verdeeld over de stages na het eerste opleidingsjaar (deels stage en deels opleidingsjaar gebonden). De stages worden vooral gekenmerkt door de competentie medisch handelen, de specifieke klinische presentaties en beroepsactiviteiten. De AIOS neemt tijdens de stages deel aan de relevante opleidingsmomenten waar hij/zij op dat moment stage loopt. De planning hiervan is verschillend per stageperiode (zie ook desbetreffende stageomschrijvingen). Sommige activiteiten richten zich specifiek op het leren (de onderwijsmomenten). Tijdens deze opleidingsactiviteiten komen verschillende zaken aan de orde die door een supervisor beoordeeld kunnen worden. Voor de ontwikkeling van kennis en wetenschap wordt onder andere gebruik gemaakt van referaten, probleempatiënt-bespreking en CAT. Het kan voorkomen dat een AIOS in overleg met de opleider een specifieke leermodule volgt naar aanleiding van geconstateerde lacunes tijdens het voortgangsgesprek. Een overzicht van de verschillende leermiddelen staat in tabel 1van het nationale opleidingsplan (pag. 27). Een aantal van deze leermiddelen worden getoetst middels een beoordeling, in de vorm van onder meer een Korte Praktijk Beoordeling. Verplichte stages per specialisme (allen 4 maanden) AIOS Interne geneeskunde - Algemeen interne geneeskunde in jaar 1 - Poliklinisch werken (8 maanden) - Consultatief werken (4 maanden) - Intensive care (4 maanden) AIOS MDL - algemeen interne geneeskunde in jaar 1 - gewenst: stage IC (of stage met aandacht voor acute problemen circulatie en respiratoir) - gewenst: stage longziekten - gewenst: stage oncologie AIOS Longziekten - algemeen interne geneeskunde in jaar 1 - gewenst: stage IC (of stage met aandacht voor acute problemen circulatie en respiratoir) - stage cardiologie - gewenst: consulten - gewenst: oncologie - gewenst: polikliniek AIOS Cardiologie - algemeen interne geneeskunde in jaar 1 - stage IC (of stage met aandacht voor acute problemen circulatie en respiratoir) - gewenst: stage nefrologie - gewenst: stage consulten AIOS Ouderen geneeskunde - algemeen interne geneeskunde in jaar 1 - stage: polikliniek 4 maanden - stage: longziekten



15

- stage: cardiologie - stage: reumatologie AIOS Reumatologie - algemene geneeskunde in jaar 1 - stage: polikliniek (8 maanden) - stage: IC (4 maanden) - stage: consulten (4 maanden) AIOS Nucleaire geneeskunde - stage cardiologie (3 maanden) - stage longziekten (3 maanden) - stage algemene interne geneeskunde (6 maanden) AIOS Spoedeisende hulp - stage algemene interne geneeskunde (3 maanden) De stage Algemene interne geneeskunde wordt gelopen op de verpleegafdeling A2 (voor en achter), C2 (acute opname afdeling), en de afdeling A3 (gecombineerde chirurgische-MDL afdeling met twee tot drie stage plaatsen) en de twee interne afdelingen op locatie Utrecht (Leidsche Rijn). Deze stage heeft een duur van 12 maanden inclusief een gedeelte dat op de afdeling spoedeisende geneeskunde wordt gelopen. Per afdeling van 12- 16 bedden zijn er 1-2 stageplekken. De stage Spoedeisende zorg wordt gelopen op de spoedeisende hulp afdeling en de acute opname afdeling, met gevarieerde duur, en kan worden gecombineerd met de spoedpolikliniek ( zie ook de stage acute geneeskunde) De stage Polikliniek wordt aaneengesloten in 8 maanden gedaan; er zijn 6 dagdelen polikliniek: 1.5 dagdeel is gereserveerd voor patiënt met MDL aandoeningen en 1 dagdeel met reumatische klachten, de rest wordt besteed aan verwezen patiënten met een interne aandoening; de overige tijd wordt gebruikt voor administratie en zelfstudie. Er zijn twee stageplekken op de locatie Nieuwegein en een op de locatie Utrecht ( gestart in 2010). De consult stages zijn verdeeld over alle afdelingen van het ziekenhuis; verdeeld in een beschouwd gedeelte (longziekten, neurologie, cardiologie. verloskunde) en een snijdend gedeelte ( chirurgie, thoraxchirurgie, urologie, orthopedie, gynaecologie). De stagist wisselt na twee maanden van beschouwend en snijdend gedeelte. Er zijn geen consulten voor de psychiatrie, behoudens op de spoedeisende afdeling. De IC stage duurt 4 maanden en vindt plaats op een gecombineerde (thorax-) chirurgische en interne IC. Er zijn 2-3 stageplekken voor de interne opleiding. De stage Cardiologie ( 4 maanden) bestaat uit een periode op de eerste harthulp, de CCU en afdeling met ritmebewaking; afhankelijk van de tijd en mogelijkheid kan men ook op de post- en preoperatieve afdeling werken. De internist in opleiding doet geen nachtdienst, wel avond en weekenddienst met een ouderejaars cardioloog. Er zijn twee stageplekken. De stage Longziekten (4 maanden) bestaat uit werkzaamheden op zaal met differentiatie oncologie, interstitiële longziekten, COPD en pulmonale hypertensie, het zien van patiënten op de spoedpoli en werkzaamheden of assistentie op de longbehandelkamer.



16

De verdere stages Oncologie, Hematologie, Acute geneeskunde, Nefrologie en MDL bestaan uit werkzaamheden op de dagbehandeling (voor de nefrologie specifiek de dialyse kamer), polikliniek en op de consultafdeling; er zijn in beginsel geen zaalwerkzaamheden. Dienst (dienstenblok) betekent dat de AIOS de dienstpieper draagt en zo in de dienst de eerste contactpersoon is voor huisartsen, andere specialismen en assistenten van andere specialismen en de Spoedeisende Hulp en andere spoedvragen vanuit de kliniek. Alle nieuw geziene patiënten en alle relevante problemen worden besproken met de achterwachten (algemene interne, hematologie, nefrologie, MDL). De dienstdoende assistent is altijd in huis aanwezig. In het weekend loopt de AIOS visite met de supervisor (algemene interne) en overlegt met de vakspecifieke specialisten telefonisch. De dag begint met een ochtendrapport waar iedereen (assistenten, stafleden van alle geledingen en op diverse lokalisaties dmv videoconferencing) aanwezig is. De dag wordt beëindigd met een formele avond overdracht in bijzijn van de achterwacht(-en) en afdelingssupervisoren. De weekendoverdracht op vrijdagmiddag wordt ondersteund met een elektronisch dossier van alle overgedragen patiënten.



17

Competenties, leerdoelen en klinische presentaties De competenties van de internist zijn uitgewerkt als klinische presentaties, ziektebeelden en vaardigheden voor het medisch handelen (conform bijlagen 1 en 2 van het nationale Opleidingsplan Interne Geneeskunde `Een team een taak`, 2009) en als leerdoelen voor de overige competenties (bijlage 3 nationaal opleidingsplan). Hieraan is een beschrijving van de kenmerkende beroepsactiviteiten toegevoegd die direct aansluiten aan de dagelijkse praktijk en waarop goed beoordeeld kan worden (zie het overzicht op de volgende pagina).

Kenmerkende beroepsactiviteiten

Klinische settings 1. S

tabi

liser

en a

cuut

zie

ke p

atië

nt

2. O

pnam

e ac

ute

patië

nt

3. O

pnam

e el

ectie

ve p

atië

nt

4. O

verd

rach

t (in

cl. s

uper

visi

e on

tvan

gen)

5. V

isite

lope

n

6. G

rote

vis

ite (i

ncl.

diag

nost

isch

/beh

ande

lpla

n)

7. G

espr

ek p

atië

nt /

fam

ilie

8. S

lech

t nie

uws

gesp

rek

9. P

roce

dure

s / v

erric

htin

gen

10. O

ntsl

ag (v

oorli

chtin

g, m

edic

atie

, ver

slag

legg

ing)

11. C

onsu

lt (le

vere

n)

12. P

oli i

ntak

e

13. P

rese

ntat

ie g

even

14. C

AT

15. C

ompl

icat

ie b

espr

ekin

g / M

IP m

eldi

ng

16. O

nder

wijs

gev

en (b

v aa

n co

-ass

)

17. B

ehan

delin

g / m

edic

atie

voo

rsch

rijve

n

Zaalstages (algemene interne) x x x x x x x x x x x x SEH / Acute geneesk x x x x x x Diensten x x x x x x x x x ICU x x x x x x x x x x x Polikliniek stage x x x x x x Consulten stage x x x x x x x x Cardiologie x x x x x x x x x x x x x x Longziekten x x x x x x x x x x x x x x Presentaties etc. x x x x onco/ hema/ nefro/ MDL x x x x x x x x x x x x x x Bekwaamheidsniveau einde: Jaar 1 3 2 2 3 3 2 2 3 3 2 3 3 2 4 2 3 3 Jaar 2 3 3 3 4 4 3 3 4 3 3 4 3 3 4 3 4 3 Jaar 3 4 3 4 4 4 4 4 4 4 4 4 3 3 4 4 4 3 Stage in aandachtsgebied 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5

Overzicht 2.2 Kenmerkende beroepsactiviteiten, Bekwaamheidsniveaus en klinische settings In bijlage 3 van het lokale opleidingsplan zijn alle klinische presentaties gekoppeld aan de klinische settings in het St. Antonius Ziekenhuis. In bijlage 4a en 4b zijn per stage de beroepsactiviteiten, CanMeds-competenties en toetsen weergegeven. In bijlage 4a en 4b wordt per kenmerkende beroepsactiviteit aangegeven welke competenties (Medisch Handelen en de algemene beroepscompetenties) worden toegepast.



18

De algemene competenties Communicatie, Samenwerking, Organisatie Maatschappelijk Handelen en Professionaliteit komen o.a. aan de orde bij patiëntencontact (slechtnieuwsgesprek), het geven van klinische presentaties, overbrengen van informatie bij overdrachten en verslaglegging in het elektronisch patiëntendossier (EPD). Tijdens de supervisie en tijdens (na)besprekingen worden de competenties besproken en wordt feedback n.a.v. de toepassing ervan gegeven. Ook in het reguliere weekprogramma is plaats ingeruimd voor het met elkaar bespreken van de algemene competenties, bijv. hoe kunnen we met elkaar uitvoering geven aan het maatschappelijk handelen op collectief en individueel niveau. Voor de AIOS is het E-portfolio een belangrijk hulpmiddel om de benodigde informatie over zijn competenties te verzamelen (o.a. door KPB’s en CAT’s). In de reguliere voortgangsgesprekken van de AIOS en opleider worden de algemene competenties aan de hand van het E-portfolio gezamenlijk besproken. Toetsen Door op verschillende verpleegafdelingen te werken tijdens de generieke stage is de kans het grootst dat de meeste klinische presentaties worden gezien. De patiënten worden meestal per ziektebeeld geselecteerd voor een in dat ziektebeeld gespecialiseerde verpleegafdeling. De opleiding volgt de afgesproken bekwaamheidsniveaus die per competentie en per fase van opleiding verschillen (zie voorgaand overzicht). Waar mogelijk is het niveau per setting en stage vastgelegd. Bij de toetsing van de uitvoering van de beroepsactiviteiten wordt, zo veel mogelijk gebruik gemaakt van een beoordelingsschaal die gebaseerd is op vijf bekwaamheidsniveaus. Deze vijf niveaus worden gekenmerkt door een toenemende zelfstandigheid en complexiteit.

1

Heeft kennis van

2

Handelt onder strenge

supervisie

3

Handelt met beperkte

supervisie

4

Handelt zonder

supervisie

5

Superviseert en onderwijst

bij de handeling

Een vereiste niveau-aanduiding maakt de AIOS, opleider en andere betrokkenen voorafgaand aan het leren duidelijk welk niveau na het leren verwacht wordt. Tijdens en na het leren kan met behulp van de niveaus de groei in bekwaamheid van de AIOS aangetoond worden. Dit levert concrete feedback op. Alle in het nationale plan voorgeschreven toetsvormen worden toegepast. Bij de 360º observatie (pilot in voorbereiding) worden door de AIOS elf vragenlijsten uitgedeeld aan personen met wie de AIOS nauw samenwerkt (conform de aanwijzingen daarvoor). Daarnaast maakt de assistent een zelfbeoordeling. Alle beoordelingen vormen samen een 360º beoordeling die met de opleider en de AIOS besproken wordt. Voorafgaand aan het werken op de SEH en het ‘draaien’ van diensten legt de AIOS de Kennistoets Acute Geneeskunde af en wordt, met behulp van de KNMG-checklist vastgesteld of de AIOS daarop voorbereidt is. Onderwijs (zie voor een totaaloverzicht bijlage 5a)



19

De AIOS neemt deel aan al het onderwijs volgens het rooster: maandelijks twee besprekingen met de PA (obductie, met biopten) en minstens een maal per zes weken een gezamenlijke PA bespreking met de afdeling longziekten; PICO bespreking = een onderwerp wordt die week er snel uitgelicht en besproken, moeilijke patiënten bespreking, voorbereiding kennistoets en COIG, maandelijkse gezamenlijke bespreking met de Microbiologie, cursorisch ECG onderwijs en scenario training. Daarnaast volgt hij de besprekingen van de afdelingen waar hij op dat moment werkzaam is (zie bijlage 5b). De AIOS volgt het verplichte cursorisch onderwijs (COIG) en gaat naar de Nederlandse Internisten dagen (alle dagen voor de internist in opleiding en minstens een dag per jaar voor de vooropleidingsassistenten). De kennistoets wordt afgelegd in het 2de en 4de jaar van de opleiding; een basis ECG cursus binnen de kliniek wordt zoveel mogelijk gevolgd. De AIOS wordt gestimuleerd om naar andere cursussen te gaan. Wekelijks wordt er een Journaalclub gehouden waar 2 assistenten een referaat houden, afgewisseld met een CAT dat door twee assistenten wordt voorbereid. Daarnaast wordt er 5 keer per jaar discipline overstijgende onderwijs georganiseerd door de Antonius Academie in samenwerking met de Centrale Onderwijs Commissie, dat verplicht gevolgd wordt. Opleidingsgesprekken (zie ook bijlage 6 Opleidingsformulieren) Tijdens de opleiding vinden de volgende formele gespreken plaats: • Algemeen introductie gesprek, bij aanvang van de opleiding. Vaak is al eerder voor

aanvang van de opleiding met elkaar kennisgemaakt. Tijdens het introductiegesprek bespreekt de (plaatsvervangend) opleider met de AIOS verschillende onderwerpen, zoals: dit lokale opleidingsplan, het persoonlijk opleidingsplan, het portfolio van de assistent en het inrichten ervan, de organisatie van de opleidingsgroep, de administratie en de introductie- klapper. Een deel van deze informatie wordt ook verstrekt door de opleidingscoördinator.

• Introductiegesprek bij iedere stage. De AIOS bespreekt de voor hem geldende leerdoelen per stage (stageafhankelijk, stageonafhankelijk en individueel) tevoren met de supervisor die de betreffende stage begeleidt. Bijzondere aandacht gaat hierbij uit naar het individuele leerdoel. Deze individuele leerdoelen worden ook vastgesteld tijdens het voortgangsgesprek met de opleider. Zo wordt niet nodeloos veel energie gestoken in competenties die al op het nodige niveau blijken te zijn ontwikkeld en slechts ‘periodiek onderhoud’ behoeven. Tevens wordt extra aandacht besteed aan achterblijvende competenties, zodat een evenwichtig competentieprofiel ontstaat tijdens de opleiding. Van de AIOS wordt verwacht dat er een toename plaatsvindt in het zelfstandig functioneren (afname supervisie) in steeds complexere situaties. Het kennen van eigen grenzen (en daarmee tijdig inschakelen van hulp) zijn belangrijke competenties die gedurende de opleiding ontwikkeld worden.

• Voortgangsgesprekken. In het eerste jaar 4 maal en de daaropvolgende jaren tot aan jaar 5 en 6, twee maal. Door de (plaatsvervangend) opleider, waarbij de ontwikkeling van de assistent in alle facetten wordt besproken en nieuwe afspraken voor de volgende opleidingsperiode gemaakt kunnen worden.

• Bekwaamheidsbeoordeling: bepaalde onderdelen van de opleiding kunnen apart worden beoordeeld zodat de assistent bij gewezen geschiktheid verder zelfstandig kan werken: het gaat hier meestal om verrichtingen en het mogen werken op de spoedeisende hulp.

• Beoordelingsgesprekken: zowel de voortgangsgesprekken als de jaarlijkse geschiktheidbeoordeling worden gevoerd aan de hand van de daarvoor beschikbare (RGS) formulieren (in de overgangsfase naar het gebruik van het E-portfolio) en in toenemende mate dmv. het E-portfolio (gestart per 1 mei 2013)



20

Door de groeicurve van de AIOS gedurende de gehele opleiding wordt het niveau van een medisch specialist bereikt voor alle competenties. Deze groei wordt bewaakt in de voortgangsgesprekken tussen opleider en AIOS. Verslaglegging en documentatie ten aanzien van deze groei zijn terug te vinden in het IOP en portfolio van de AIOS.



21

3.3 Beschrijving Klinische settings en stages

In de volgende tabellen wordt voor iedere klinische setting of stage vijf vragen beantwoord: 1. Wat houdt de klinische setting/stage in. 2. Wat leert de AIOS in welk opleidingsjaar binnen deze setting/stage. 3. Welk beheersingsniveau geldt voor deze klinische setting/stage. Hierbij wordt het

verwachte bekwaamheidsniveau (1-5) aangegeven. 4. Welke opleidingsactiviteiten worden uitgevoerd. 5. Welke toetsinstrumenten worden wanneer ingezet. Opeenvolgend worden de volgende settings/stages beschreven: • Algemeen interne geneeskunde, met aanvullend een specifieke beschrijving van de

afdeling waarbinnen de algemeen interne geneeskunde stage plaatsvindt: - A2: Nefrologie. - A2: Endocrinologie. - A2: Hematologie. - 5B: Oncologie. - A3 voor: MDL. - Polikliniek Nieuwegein en Utrecht. - 5A Algemene interne, Reumatologie, Oncologie

• Spoedeisende Hulp/Dienstenblok. • Polikliniek. • Cardiologie. • Consulten. • IC. • Longziekten. • Acute Geneeskunde. • Hematologie. • MDL. • Nefrologie. • Oncologie. • Differentiatie Nefrologie. • Differentiatie Hematologie



22

Generieke Stage

Algemene Interne Geneeskunde (1ste jaar) Wat houdt deze stage in

• De AIOS maakt een start met de opleiding Interne Geneeskunde op de afdeling C2, A2, A3 locatie Nieuwegein of afdeling 5A locatie Utrecht, voor een periode van een jaar

• De AIOS wisselt per 4 maanden van verpleegafdeling en werkt in dit jaar ook een periode op de spoedeisende hulp

• De AIOS werkt en leert op de verpleegafdeling: hij geeft leiding aan de behandeling en zorg van de opgenomen patiënten, onder vaste supervisie

• De AIOS loopt dagelijks visite, neemt patiënten op, behandelt ze en zorgt voor het ontslag na behandeling

• De AIOS is lid van een multidisciplinair team bestaande uit verpleegkundigen, liaison functionarissen en maatschappelijk werkers

• De AIOS begeleidt co-assistenten en werkt meestal samen met een semi-arts die aparte supervisie krijgt

• De AIOS voert gesprekken met de patiënt en familieleden. • De AIOS doet aanvragen voor verder onderzoek ( laboratorium,

röntgen, microbiologie) en verzorgt correspondentie met de huisarts bij ontslag

• De AIOS regelt de consultaties Wat wordt in dit 1ste opleidingsjaar geleerd

• alle zeven competenties • klinische presentaties: zie bijlage 3 • kenmerkende beroepsactiviteiten: zie overzicht 2.2 • De AIOS is eind 1ste jaar in staat leiding te geven aan een team van

medewerkers op een verpleegafdeling, heeft voldoende kennis om de medische problemen van een patiënt in kaart te brengen en een behandeling in te zetten onder beperkte supervisie, hierover te rapporteren en te corresponderen.

Welk bekwaamheidsniveau geldt aan het eind van deze stage

• Voldoende kennis van het ‘internistisch’ denken (1) • Heeft een probleem oplossend vermogen opgebouwd (3) • Heeft inzicht in laboratorium onderzoek, de beeldvormende

diagnostiek en therapeutisch beleid, ook de farmacotherapie voor de klinische presentaties die zijn gezien en behandeld en kan er naar handelen (3)

• Is in staat om adequate informatie over te dragen aan collega’s en naaste medewerkers, patiënten en familie (4)

• Kan leiding geven aan een afdeling, loopt zelfstandig visite (4) • Kan overdragen en een grote visite voorzitten (4) • Heeft een empathische houding ontwikkeld voor de patiënt en zijn

familie (3) Welke opleidingsactiviteiten worden uitgevoerd

• Het aanleren van de anamnese, lichamelijk onderzoek, aanvragen vervolg onderzoek, statusvoering, en het verzorgen van een goede correspondentie, het maken van een goed beleid rondom de interne patiënt.

• Praktische kennis vergaren van de veel voorkomende pathologie: in het bijzonder van de specifieke patiënten die de AIOS onder behandeling krijgt.

• Het doen van aanvragen voor aanvullend onderzoek; het interpreteren van gegevens verkregen bij laboratoriumonderzoek en beeldvormende diagnostiek,

• Het aanvragen en beoordelen van functioneel röntgen of nucleair onderzoek.

• Het voorschrijven van medicatie, met aandacht voor werking en bijwerking.



23

Welke opleidingsgesprekken worden gevoerd

• Begeleiden van co-assistenten en samenwerken met semi-artsen. • Time management en ondersteuning van de werkzaamheden middels

ICT-mogelijkheden • Casus schrijven naar aanleiding van een leerzame klinische

presentatie • Samenwerken in een groep en afbakenen van de eigen competenties;

het aanvragen van consulten en duidelijk maken wat de consultvraag is; duidelijke opdrachten geven en nagaan of hetgeen opgedragen is ook wordt uitgevoerd.

• Dagelijkse zorg voor de opgenomen patiënten • Overleg met supervisor en begeleider • Dagelijkse zaalvisite • Statusvoer in elektronisch patiënten dossier (EPD) en verzorgen

correspondentie naar huisarts en andere specialismen • Presenteren van patiënten op een overdracht en grote visite • Multidisciplinaire besprekingen bijwonen • Dagelijkse gezamenlijke röntgen bespreking • Onderwijs programma bijwonen • Referaten, JC/ CAT en patiëntbesprekingen. Verrichtingen

1. inbrengen van een infuus 2. venapunctie 3. arteriepunctie 4. inbrengen van een blaaskatheter 5. afnemen van materiaal voor microbiologisch onderzoek 6. inbrengen van een maagsonde 7. zuurstof therapie 8. reanimeren 9. saturatie-meting en niet invasieve bloeddrukmeting 10. ECG-beoordelen 11. Voorschrijven van geneesmiddelen

• Introductie gesprek, tussentijds- en eindgesprek met de

afdelingssupervisor • Gesprekken naar aanleiding van een KPB, CAT of ander optreden • Gesprek met de (plv) opleider

Welke toetsinstrumenten worden ingezet

• Continue zelfreflectie • OSATS • KPB (10 per jaar) • Onderdeel 360º beoordeling • Introductietoets (o.a. hematologie)



24

A2: Nefrologie

Algemene Interne Geneeskunde Wat is het karakter van deze afdeling

• Op deze afdeling worden patiënten met een nefrologische aandoening opgenomen: dialyse patiënten, patiënten met hypertensie, niertransplantatie patiënten en patiënten met enkele nierziekten ter observatie, diagnostiek en behandeling.

• Ook worden veel patiënten met algemene interne ziekten verpleegd: deze afdeling heeft het karakter van opname afdeling.

• Patiënten die lang op de IC hebben gelegen worden vaak overgenomen op deze afdeling voor herstel en revalidatie.

• Het aantal opnames per jaar bedraagt op de gehele C2 afdeling totaal 1249, waarvan 854 interne patiënten, 109 voor de reumatologie en 165 voor de MDL, overigen 121.

• Op deze afdeling is meestal één assistent werkzaam en een semi-arts.

Wie superviseert er

• Dr. W.J.W. Bos, Dr. A.B.M. Geers, Dr. H.H. Vincent, nefrologen.

Wanneer is er een grote visite

• Dinsdagochtend van 9.00 -11.00 met de supervisor • Donderdagochtend van 11.00 -12.00 uur met alle internist- nefrologen,

gevolgd door de wekelijkse nefropathologie bespreking • Dialyse overleg op de dinsdagmiddag • Shunt bespreking 8.00 - 8.30 dinsdagochtend op de dialyse kamer

Welke extra opleidingsactiviteiten worden uitgevoerd

• Onderzoek en behandeling van patiënten met dialyse problemen • Plaatsen van centrale lijnen voor dialyse doeleinden • Behandeling van patiënten met vasculitis en renale syndromen • Farmacologie en farmacodynamiek van patiënten met een

verminderde GFR • Begeleiden van patiënten met nierfunctievervangende behandeling

Extra informatie

• Nauwe samenwerking met de dialyse afdeling • Mede- supervisie en begeleiding door Assistent in opleiding tot

nefroloog ( NIO)



25

A2: Endocrinologie


• Op deze afdeling worden patiënten met algemene interne ziekten en patiënten met een endocrinologische aandoening opgenomen, naast

patiënten met algemene interne ziekten. • De AIOS heeft de zorg voor deze patiënten bij het geven onder

supervisie van cytostatische en immunologische therapie en behandeling van infectieziekten.

• De patiënten met de endocriene aandoening worden opgenomen voor verdere diagnostiek en instelling.

• Het aantal opnames per jaar bedraagt op de gehele A2 afdeling totaal 1100, waarvan 854 interne patiënten, 165 voor de MDL, overigen 145.

• Op deze afdeling zijn meestal 2 arts-assistenten in opleiding. Wie superviseert er

• Dr. I. Eland, internist-endocrinoloog, waarnemer dr. O. de Weerdt, chef de clinique


• Woensdag ochtend interne. • Tweewekelijks endocrien chirurgie bespreking


• Observatie en balans onderzoek van patiënten met een endocrien probleem

• Herinstellen van patiënten met diabetes • Farmacologie en farmacodynamiek van cytostatische en

immunologische schema’s toepassing. Extra informatie

• Deze afdeling wordt gedeeld met de nefrologie.



26

A2: Hematologie


• Op deze afdeling worden vooral patiënten met een hematologische aandoening opgenomen: voor autologe beenmergtransplantaties, behandeling van leukemie en lymfomen; analyse bloedingneiging.

• Ook patiënten met algemene interne ziekten worden gezien • Er worden stamcel- en plasmafereses gedaan (onder leiding van de

hematologen en de bloedtransfusie dienst) • Het aantal opnames per jaar bedraagt op afdeling A2 in totaal 1184,

waarvan 1014 interne patiënten en 170 overigen. • Op deze afdeling zijn meestal 2 assistenten werkzaam.

Wie superviseert er

• Drs. O. De Weerdt, dr. H.R. Koene. Dr. M. Sohne, Drs. J. Vos, allen hematologen


• Woensdag ochtend van 9.00 -12.30: een papieren visite met microbiologen en gevolgd door de zaalvisite.

• Regionaal Hematologisch overleg Welke extra opleidingsactiviteiten worden uitgevoerd

• Onderzoek en behandeling van patiënten met leukemie en lymfomen • Verrichten van crista biopsieën en sternumpunkties • Behandeling van patiënten met (opportunistische) infecties • Farmacologie en farmacodynamiek van cytostatische en

immunologische schema’s • Includeren van patiënten binnen HOVON

Extra informatie

• Jacie geaccrediteerde afdeling



27

5A: Reumatologie en

Algemene Interne Geneeskunde

Wat is het karakter van deze afdeling

• Op deze afdeling worden patiënten met reumatische ziekten en patiënten met algemene interne ziekten opgenomen.

• De AIOS heeft de zorg voor patiënten met een reumatische aandoening bij het geven onder supervisie van cytostatische en immunologische therapie.

• De reumapatiënten worden opgenomen voor behandeling, diagnostiek en revalidatie.

• Op deze afdeling is meestal 1 arts-assistent in opleiding werkzaam. Wie superviseert er

• dr. Y. de Man, internist-reumatologe, dr. E.J. Ter Borg, internist-reumatoloog, drs. S. Vreugdenhil, internist-reumatologe en drs. A. Herman reumatoloog


• Woensdag ochtend gezamenlijk reuma en interne. • Wekelijks gezamenlijke reumaorthopedie overleg


• Onderzoek en behandeling van patiënten met reumatische aandoeningen.

• Revalideren van reumatische patiënten • Farmacologie en farmacodynamiek van cytostatische en

immunologische schema’s toepassing. • Classificatie van reumatische aandoeningen

Extra informatie

• Te zijner tijd zal de afdeling werk en leerplek zijn voor de opleiding tot reumatoloog.



28

5B Oncologie

Wat is het karakter van deze afdeling

• Op deze afdeling worden vooral patiënten met oncologische aandoening opgenomen

• Ook patiënten met algemene interne ziekten worden gezien • De assistenten hebben de zorg voor de patiënten met een maligniteit,

geven onder supervisie cytostatische en immunologische therapie • De patiënten worden opgenomen voor diagnostiek en stadiering van

een maligniteit, voor curatieve en palliatieve behandelingen met chemotherapie, voor behandeling van complicaties van de maligniteit of de behandeling voor palliatieve zorg

• Het aantal opnames per jaar bedraagt op afdeling D2 in totaal 1184, waarvan 1014 interne patiënten, 80 MDL, 2 reumatologie en 88 overigen

• Op deze afdeling zijn meestal 2 arts-assistenten in opleiding, naast een ASAS

Wie superviseert er

• Dr. PC. de Jong, mw. dr. M. Los, dr. J. Hunting, dr. M.J. Agterof, allen internistoncologen


• Donderdagochtend • Wekelijks gezamenlijke algemene Oncologie bespreking met

radiotherapeut, oncoloogconsulent en chirurgen. • Wekelijks pre – en postoperatieve mammabespreking • Wekelijks urologie oncologie bespreking • Wekelijks pre – operatieve MDL-oncologie bespreking • Wekelijks MDO met verpleegkundigen, hospice arts en overige

disciplines Welke extra opleidingsactiviteiten worden uitgevoerd

• Onderzoek en behandeling van patiënten met maligniteiten • Palliatieve zorg • Behandeling van patiënten met (opportuntische) infecties en andere

complicaties van chemotherapie zoals mucositis • Farmacologie en farmacodynamiek van cytostatische en

immunologische behandelingen • Includeren en behandelen van patiënten in onderzoeksverband

Extra informatie

• Deze afdeling is onderdeel van het oncologisch centrum van het St. Antonius Ziekenhuis

• De afdeling heeft nauwe contacten met de dagbehandeling oncologie



29

A3: MDL


• Op deze afdeling worden voornamelijk patiënten met een MDL aandoening opgenomen en verpleegd

• Het is een gecombineerde afdeling met de afdeling Gastro- Intestinale chirurgie: in totaal 52 bedden gezamenlijk

• Ook worden een aantal patiënten met algemene interne ziekten verpleegd

• Het aantal opnames per jaar bedraagt op de vorige afdeling B2 (inmiddels verplaatst naar de grotere afdeling A3) 1885, waarvan 909 voor de heelkunde, 862 voor de MDL, 80 interne patiënten en 34 voor de overige specialismen

• Op deze afdeling werken minstens 2 arts-assistenten Wie superviseert er

• Vaste interne supervisie door internisten werkzaam op A2 • Alle MDL artsen


• Woensdag 9-13 uur met alle artsen • Dagelijks ochtendrapport in aansluiting aan het algemene Interne

ochtendrapport • Dagelijkse Interne supervisie voor dienovereenkomstige problemen. • Chirurgisch- MDL bespreking op de donderdag avond


• Onderzoek en behandeling van patiënten met MDL problemen • Assisteren van de MDL artsen bij endoscopieën als onderdeel van de

opleiding • Behandeling van patiënten met onbegrepen bloedverlies van de

tractus digestivus, IBS, en neoplasmata van maag-, darm en lever. • Behandeling van patiënten met acute en chronische pancreatitis,

cirrose en aandoeningen van de lever. • Farmacologie en farmacodynamiek van patiënten met een aandoening

van de TD Extra informatie

• Nauwe samenwerking met de endoscopie afdeling • Op de afdeling is ook een differentiatiestage van 8-16 maanden

mogelijk voor een internist in opleiding • de MDL afdeling heeft eigen opleidings bevoegdheid; het telt 4-5

assistenten in opleiding tot MDL- specialist. • De gezamenlijke MDL afdeling met de chirurgie is uniek.



30

Polikliniek Nieuwegein (F0) en Utrecht (LR)


• Op deze afdeling worden continue door alle (deel) specialismen van de maatschap patiënten gezien.

• De afdeling is onderverdeeld in een gedeelte voor de MDL, reumatologie, en de algemene Interne/ hematologie en oncologie, de endocrinologie/ diabetologie en de algemene interne/ nefrologie en vasculaire geneeskunde.

• De polikliniek van de Peritoneaal Dialyse en Vroege Nierschade is verbonden aan de dialyse afdeling.

• De AIOS krijgen patiënten van alle (deel-)specialismen Wie superviseert er

• Dr. W.J.W. Bos, Dr. A.B.M. Geers, Dr. I.A. Eland: algemene Interne en Endocrinologie

• Dr. E.J Ter Borg, reumatologie • Drs. P. H. Stadhouders, MDL • Dr. H. Koene, hematologie • Dr. M. Los, oncologie • Drs. A. Pijlman, afdeling Oudenrijn

Wanneer is er poli

• Alle dagen: verdeeld over de diverse specialismen, een klein deel van de stage kan worden gedaan in Utrecht


• Onderzoek en behandeling van patiënten op poliklinische basis • Zelfstandigheid betrachten • Bijtijds supervisie vragen • Eigen praktijk organiseren

Extra informatie

• Nauwe supervisie door alle betrokken specialisten



31

Spoedeisende Hulp (onderdeel van het 1ste jaar)

Dienstenblok (jaar 1-3) Wat houdt deze setting in

• De assistent is overdag werkzaam op de Spoedeisende hulp, in de avond en nacht en in de weekenden zorgt hij mede voor de Interne Geneeskunde en MDL opgenomen patiënten en behandelt hij het consult aanvragen.

• De assistent zorgt voor alle (verwezen) patiënten met een (acute) presentatie van een inwendige ziekte of ziet deze in consult

• De werkzaamheden worden overdag, in de avond en delen van het weekend gedeeld met (een) andere assistent(en)

• Er is bij iedere gepresenteerde patiënt overleg met de supervisor • De supervisie wordt overdag gedaan door een hiervoor geheel

vrijgestelde internist (806) en een MDL-arts (808). De AIOS werkt onder supervisie met de internist van dienst of de acuut geneeskundige, dr. W.T.Jellema, drs. A.J. Meinders en dr. H. Koene

• Door de week beperken de werkzaamheden overdag (van 8.00 – 17.00 uur) zich tot de Spoedeisende hulp. In de avond- en nacht en in de weekenden is er een achterwacht Interne Geneeskunde, een voor de hematologie en nefrologie en een achterwacht (met soms tussenwacht) MDL.

• De assistent draagt het dienstsein 81.106 • De assistent regelt de transfer naar de afdeling, ander ziekenhuis of

zorgt voor ontslag; hij heeft contact met de huisarts • De assistent werkt in nauwe samenhang met de triagist en/of de arts

voor de spoedeisende hulp; en met de verpleegkundigen werkzaam op deze afdeling

• De assistent verzorgt de relevante correspondentie aan de huisarts en kliniek

• De assistent consulteert andere specialisten met een duidelijk vraag. • Hij/zij draagt de patiënten mondeling over aan de betrokken specialist

of andere arts die de zorg voor de patiënt overneemt • Hij/zij vraagt zelfstandig onderzoek aan: voor laboratorium diagnostiek

en beeldvormende diagnostiek • Hij/zij stelt een therapie in • Intensieve samenwerking met de acute opname afdeling en de

spoedpoli Wat wordt in dit 1ste opleidingsjaar geleerd

• Alle zeven competenties • Klinische presentaties: zie bijlage 3 • Kenmerkende beroepsactiviteiten: zie overzicht 2.2 • Het leren van acute Interne en MDL-pathologie juist te beoordelen en

zorg te dragen voor de opvang van de acuut zieke patiënt.

Welk bekwaamheidsniveau is vereist

• Bekwaamheidsniveau kenmerkende beroepsactiviteiten: zie overzicht paragraaf 2.2

• Zelfstandig kunnen beoordelen van de ernst van de ziekte • Volledig de patiënt kan overdragen (4). • Leiding kunnen geven aan een team van verpleegkundigen die hem

assisteren (4). • Kunnen werken volgens de ABCDE systematiek (4).

Welke opleidingsactiviteiten worden uitgevoerd

• Middels anamnese en lichamelijk onderzoek een probleemlijst vaststellen

• Overdragen tijdens de dienst en aan de achterwacht • Begeleiden van familie en patiënt in deze fase met verpleging SEH • Voordragen van patiënten en patiënten casuïstiek voor een grote

groep en tijdens het rapport



32


• De ernst van acute interne en MDL-ziekten goed waarderen. • Uitgebreider werken volgens de ABCDE-systematiek • Werken in een behandelteam en daaraan leiding te geven • Zorgen voor een eerste adequate opvang van de acuut verwezen

patiënt of de zelfverwijzer • Analyseren van de internistische problemen van de patiënt • Overleggen met de supervisor en andere betrokken specialisten • Verdragen van de patiëntengegevens • Omgaan met stress tijdens de pieken van werkbelasting Verrichtingen/Vaardigheden: • Infuus plaatsen en infuusbeleid • ECG (+ beoordeling) • Zuurstof therapie • Arterie punctie • Venapunctie • Maagsonde inbrengen en laveren • Reanimeren • Non-invasieve bloeddrukmeting en saturatie meting • Afnemen van materiaal voor microbiologisch onderzoek • Introductiegesprek aan het begin van dit onderdeel en een • Vervolggesprek en/of eindgesprek aan het eind. • Gesprekken naar aanleiding van KPB of andere opleidingsmomenten • Bekwaamheidsgesprek over de ABCD methode en de verrichtingen


• Continue zelfreflectie • OSATS • Onderdeel 360º beoordeling • Correspondentie beoordeling



33

Polikliniek (vanaf het 2de jaar)

Wat houdt deze stage in

• De stage is een verplichte stage voor de assistent in opleiding tot internist

• De stage vindt plaats op de polikliniek algemeen interne geneeskunde • De duur van de stage is maximaal 8 maanden • De assistent krijgt te maken met de zorg van patiënten die zijn

verwezen naar de polikliniek algemeen interne geneeskunde, MDL en reumatologie.

• Hij werkt onder supervisie van de stagehouder en de desbetreffende vakspecialisten

Wat wordt in dit 2de opleidingsjaar geleerd

• Alle zeven competenties • Klinische presentaties: zie bijlage 3: • Kenmerkende beroepsactiviteiten: zie overzicht 2.2: • De assistent is in staat om zelfstandig op poliklinische basis een

patiënt met een inwendige ziekte poliklinisch te analyseren, een diagnostisch plan op te stellen en te behandelen.


• Zelfstandig kunnen beoordelen op basis van informatie in korte tijd verkregen de ernst van de ziekte, het opstellen en uitvoeren van een behandelingsplan (4).

• Indicatie kunnen stellen voor opname of verdere poliklinisch vervolgen of doorverwijzen (4).

• Het organiseren van aanvullend onderzoek op poliklinische basis (4). • het kunnen overleggen met de verwijzende 1ste lijn en consulenten (4).

Welke opleidingsactiviteiten worden uitgevoerd Welke opleidingsgesprekken worden gevoerd

• Uitvoeren kenmerkende beroepsactiviteiten: zie overzicht 2.2 • Het in kaart brengen van nieuwe patiënten, verwezen door de 1ste lijn

of andere specialismen; in een beperkte tijd. • Het opstellen van een differentiële diagnose bij patiënten met multiple

pathologie, patiënten met lichamelijk onverklaarbare klachten en het screenen op risicofactoren.

• Het preoperatief beoordelen van patiënten op internistische problemen en adviezen opstellen voor een relevante voorbereiding

• Aan de hand van anamnese, lichamelijk onderzoek en beperkt, strikt geïndiceerd aanvullend onderzoek een diagnose stellen en een behandelingsplan vaststellen.

• Het begeleiden van patiënten met een chronische interne aandoening: bv. hypertensie, diabetes mellitus, buikklachten, schildklierziekten.

• Het leren van communicatieve vaardigheden, het geven van voorlichting en adviezen, het verwachtingspatroon van de patiënt leren duiden, het doelmatig overleggen met de verwijzers.

• Het leren omgaan met de onzekerheid over juiste diagnose • Het organiseren van de eigen praktijk en het leren overdragen van

patiënten bij afwezigheid • Directe supervisie dagelijks van diverse specialisten met de

mogelijkheid van KPB • Introductie, voortgang en eindgesprek • Directe waarneming van het voeren van gesprekken dmv video

opnames en aanwezigheid van supervisor. Welke toetsinstrumenten worden ingezet

• Continue zelfreflectie • Onderdeel 360º beoordeling • Correspondentie beoordeling • Video opname • Beoordeling tijdsbestek



34

Cardiologie


• De assistent werkt en leert op de verpleegafdeling E3 algemene cardiologie, de CCU, de hartfunctie en de Spoedeisende Eerste Harthulp; de AIOS wordt incidenteel ingezet voor consulten.

• De duur van de stage is 4 maanden fulltime • De AIOS werkt onder supervisie van de cardioloog die de

verantwoordelijk is voor de afdeling waar de assistent werkzaam is. • Op de verpleegafdeling geeft hij leiding aan de behandeling en zorg

van de opgenomen patiënten onder supervisie. • Op de Eerste Hart Hulp werkt de AIOS onder directe supervisie met

een aantal collega’s en is verantwoordelijk voor de snelle diagnostiek en de daaruit volgende behandeling. Deze poliklinische faciliteit wordt gesuperviseerd door de cardioloog van dienst.

• De AIOS houdt met anderen toezicht op de patiënten die op dat moment een hartfunctie onderzoek ondergaan.

• Op de CCU loopt de assistent meerdere malen visite met de supervisor en is hij verantwoordelijk voor de bewaking en behandeling

• De AIOS loopt in de avond- en het weekend volgens schema samen met een ouderejaars assistent cardiologie dienst en is dan verantwoordelijk voor alle voor de cardiologie opgenomen patiënten.

• ECG cursus doorlopen Wat wordt in deze stage in het 2de of 3de opleidingsjaar geleerd

• Alle zeven competenties • Klinische presentaties: zie bijlage 3: • Kenmerkende beroepsactiviteiten: zie overzicht paragraaf 2.2: • De AIOS kan een patiënt met cardiale klachten in kaart brengen, een

behandelplan opstellen en ernaar handelen. Welk bekwaamheidsniveau geldt aan het eind van deze stage

• Bekwaamheidsniveau kenmerkende beroepsactiviteiten: zie overzicht 2.2

• Voldoende kennis van het “cardiologische”denken: met betrekking tot de meest voorkomende cardiologische aandoeningen, zowel acuut als chronisch (1)

• Zelfstandig een anamnese afnemen bij de patiënt met een vermeend cardiaal probleem. (4)

• Het zelfstandig en betrouwbaar ausculteren van hart en longen. (4) • Het zelfstandig herkennen van een normaal ECG en van de meest

voorkomende pathologie (ritme- en geleidingsstoornissen, acuut coronair syndroom, verschijnselen van pericarditis of interne aandoeningen die ECG afwijkingen geven). (3)

• Bekend met de diagnostiek, risicostratificatie en belangrijkste behandelopties bij het acute coronaire syndroom (inclusief reperfusie strategieën en ondersteunende therapieën met zuurstof, nitraten, anti-platelet en anti-thrombotische middelen, β-blokkers, ACE-remmers, statines) en past deze adequaat toe. (4)

• Inzicht in de diagnostische mogelijkheden bij een cardiale patiënt: ECG, laboratoriumdiagnostiek, inspanningsonderzoek, MRI. CT-angio, catheterisatie, ritme observatie observatie in de acute situatie bij een

(dreigend) infarct. (1) • Het zelfstandig, gericht en doelmatig aanvragen en kunnen

interpreteren (met supervisie) van dit onderzoek. (3) • Het begrijpen en kunnen voorschrijven van de meest voorkomende

farmacologische therapieën bij deze groep van patiënten, zowel bij cardiale ischemie of decompensatio cordis als bij allerlei ritme stoornissen. (3)

• Inzicht hebben in de indicatie tot (spoed)- catheterisatie op operatie bij



35

acute coronair syndromen, klepafwijkingen en chronische coronarialijden. (1)

• Het kunnen participeren in een reanimatie team. (2) • Het snel kunnen organiseren van diagnostiek en behandeling bij

patiënten met cardiale klachten. (4) • Het leiding kunnen geven op de gespecialiseerde CCU afdeling, mee

kunnen werken op een spoedafdeling en de verpleegkundigen goed kunnen instrueren over de bovenstaande onderzoekingen (3)

• Het adequaat rapporteren, mondeling en schriftelijk, over patiënten cardiale problemen (4)


• Het afnemen van een anamnese bij de patiënt met een vermeend cardiaal probleem.

• Het zelfstandig en betrouwbaar ausculteren van hart en longen. • De AIOS loopt dagelijks visite, neemt patiënten op en zorgt voor het

ontslag na klinische behandeling. • De AIOS regelt de preoperatieve zorg voor de patiënten die een

hartoperatie of hartcatheterisatie, diagnostische of therapeutisch, ondergaan

• Het interpreteren van een normaal ECG en van de meest voorkomende pathologie (ritme- en geleidingsstoornissen, acuut coronair syndroom, verschijnselen van pericarditis of interne aandoeningen die ECG afwijkingen geven).

• Het verrichten van de diagnostiek, risicostratificatie en belangrijkste behandelopties bij het acute coronaire syndroom (inclusief reperfusie strategieën en ondersteunende therapieën met zuurstof, nitraten, anti-platelet en anti-thrombotische middelen, β-blokkers, ACE-remmers, statines).

• Het dagelijks lopen van visite op de CCU tijdens een deel van de stage; de zorg voor de daar opgenomen patiënten.

• De opvang van patiënten met een acuut cardiaal probleem. • De zorg voor de opgenomen patiënten met meestal chronische

cardiale aandoeningen zoals decompensatio cordis, klepafwijkingen, endocarditis, en ritmestoornis.

• Het zelfstandig maken van een ECG en uitvoeren van inspanningsonderzoek; ter oriëntatie het maken van echocardiogram; ter observatie het bijwonen van een hartcatheterisatie, PTCA en klepvervanging middels catheterisatie; het bijwonen van een hartoperatie, electrofysiologische onderzoek en diagnostiek met behulp van radio-isotopen

• Dagelijkse besprekingen: ochtendrapport en hartteam bespreking (overleg over de resultaten van diagnostiek [catheterisatie, isitopen, echocardiografie] met de thoraxchirurg en indicatiestelling voor PTCA of operatie)

• Wekelijkse patiëntenbespreking/casus • Deelname aan refereerbespreking 2 maal per week en daar zelf

refereren • Het lopen van diensten (avondsdienst en korte weekenddienst met de

een ouderejaars cardiologie assistent • Introductiegesprek, tussentijds- en eindgesprek door supervisoren • gesprekken naar aanleiding van KPB of OSATS • Een gesprek met (plaatsvervangend) opleider.


• Continue zelfreflectie • OSATS • KPB (3-4) • Onderdeel 360º beoordeling • Een gesprek met de (plaatsvervangend) opleider.



36

Consulten


• De assistent werkt op de consultafdelingen en draagt zorg voor het beantwoorden van een consult vraag.

• Hij/zij werkt onder supervisie met de internist (twee vaste supervisoren)

• De duur van de stage is 4 maanden: de consultafdelingen zijn globaal ingedeeld als behorend bij snijdende en beschouwende specialismen. Halverwege de stageperiode is er een wissel van afdelingen en van supervisor.

• De assistent overlegt bij iedere patiënt met de supervisor over het te voeren beleid

• De assistent beoordeelt iedere consult aanvraag en handelt deze dezelfde dag af en noteert zijn bevindingen in het EPD;

• De assistent werkt in nauwe samenhang met de aanvrager; en met de verpleegkundigen werkzaam op deze afdeling

• De assistent verzorgt de relevante correspondentie aan de aanvrager en bij overplaatsing naar de eigen afdeling voor verdere behandeling aan de kliniek.

• Hij draagt de patiënten mondeling over aan de betrokken specialist of andere arts die de zorg voor de patiënt overneemt

• hij vraagt zelfstandig onderzoek aan: voor laboratorium diagnostiek en beeldvormende diagnostiek

• Hij stelt een therapie in, adviseert hierin en vervolgt desgewenst de patiënt.

Wat wordt er bij deze stage in het 2de of 3de opleidingsjaar geleerd

• Alle zeven competenties • Klinische presentaties: zie bijlage 3 • Kenmerkende beroepsactiviteiten: zie overzicht 2.2 • Op adequate en efficiënte wijze adviezen geven, in samenspraak met

de aanvrager, over internistische vraagstellingen bij patiënten die niet voor het eigen specialisme zijn opgenomen.


• Bekwaamheidsniveau kenmerkende beroepsactiviteiten: zie overzicht 2.2

Heelkunde (3) • Het geven van een preoperatieve beoordeling • Postoperatieve zorg, inclusief infuusbeleid • Profylactische antistolling • Beoordeling voedingstoestand en indicatie van parenterale voeding • Medicatie aanpassen aan de nieuwe situatie, vooral mbt de diabetes,

cardiale en hypertensie zorg • Indicatie postoperatieve bewaking kunnen stellen • Antibioticaprofylaxe Neurologie (3) • Post CVA-zorg geven • Indicatie sonde voeding/PEG stellen • Zorg voor antihypertensieve medicatie in nauw overleg met de

aanvrager Gynaecologie/verloskunde (3) • (Pre) eclampsie beoordelen en mede behandelen • Diabetes gravidarum kunnen behandelen en begeleiden van de

zwangere diabetes patiënt • Zwangerschapshypertensie instellen Psychiatrie (beperkte mogelijkheden) (3) • Kunnen beoordelen delier



37

• Internistische bijwerkingen van psychofarmaca Cardiologie/ thoraxchirurgie (3) • Behandelen gevolgen van linkerventrikelfalen • Farmacotherapeutische interacties cardiovasculaire medicatie • Preventie contrast nefropathie Longziekten/MDL (3) • Internistische problemen zoals bijkomende infectieziekten


• Dagelijkse aanwezigheid op zijn consultafdeling en contact met consultaanvrager en verpleegkundigen

• Het geven van adviezen voor aanvullende diagnostiek, behandeling en beleid.

• Het zelfstandig behandelen van de klacht waarvoor hij geconsulteerd wordt, indien van toepassing

• Het beoordelen van een consult vraag en het kunnen afsluiten na beantwoording.

• Het organiseren van de werkzaamheden op verschillende afdelingen. • Gelijktijdige samenwerking met diverse andere zorgverleners op de

consultafdeling • Statusvoering, contacten met de aanvrager • Wekelijkse gezamenlijke supervisie van de patiënten die in consult

worden gezien • Ontslagbrieven schrijven bij bijzondere verwikkelingen en pathologie • Gesprekken met patiënten en familie leden • Het volgen van de generale onderwijs momenten en overdrachten Verrichtingen/Vaardigheden: • (Par)enterale voeding • Voorschrijven en aanpassen van de medicatie • Introductiegesprek aan het begin van dit onderdeel en een • Vervolggesprek en/of eindgesprek aan het eind . • Gesprekken naar aanleiding van KPB of andere opleidingsmomenten • Bekwaamheidsgesprek over het zelfstandig werkzaam zijn


• Continue zelfreflectie • OSATS/KPB • Onderdeel 360º beoordeling • Correspondentie beoordeling/ consult verwerking



38

IC

Wat houdt stage in

• De assistent werkt en leert op de IC en MC en draagt zorg voor patiënten met een ernstige ziekte die intensieve zorg behoeven.

• De duur van de stage is 4 maanden • De assistent draait mee in het dienstrooster van de IC, en heeft dag-,

avond-, en nachtdiensten • De AIOS staat onder supervisie en wordt begeleid door een of

meerdere intensivisten • De AIOS loopt dagelijks 2 maal visite over de gehele IC/MC met het

artsenteam • De AIOS leidt met een collega het middagoverleg en presenteert daar

de patiënten die hij behandelt • De AIOS is lid van het SIT7 • De AIOS draagt zorg voor patiënten van andere disciplines in goed

overleg • De AIOS voert de familiegesprekken, voert de correspondentie en

zorgt voor de contacten met de huisarts en de verwijzend arts Wat wordt in deze stage in het 2de of 3de opleidingsjaar geleerd

• Alle zeven competenties • Klinische presentaties: zie bijlage 3 • Kenmerkende beroepsactiviteiten: zie overzicht 2.2 • De systematische benadering, opvang, bewaking en behandeling van

de ernstig zieke patiënt Welk bekwaamheidsniveau geldt aan het eind van deze stage


• De eerste opvang van een ernstig zieke patiënt met een directe bedreiging of falen van een of meerdere vitale orgaanfuncties (4).

• Planmatige en systematische analyse van een complexe situatie en prioriteiten kunnen stellen ten aanzien van diagnostiek en therapie (3).

• Kunnen werken onder tijdsdruk (4) • Het kunnen stellen van een indicatie voor beademing, het beheersen

van luchtwegmanagement (4) • Het interpreteren van diverse hemodynamische parameters en het

toepassen van volumetherapie en gebruik van inotropica (4) • Het kunnen werken in een team en daar leiding aangeven bij

resuscitatie en de opvang van deze patiënten (5) Welke opleidingsactiviteiten worden uitgevoerd

• Het vaststellen van de ernst van de ziekte dmv diverse classificatiesystemen

• Het doen van diagnostiek dmv gerichte aanvragen voor laboratoriumonderzoek, microbiologische en radiologische onderzoek.

• Het stellen van een indicatie voor en het inbrengen van centrale lijn en arteriële drukbewaking

• Het bewaken van de hemodynamiek van de patiënt dmv invasie en niet-invasieve bewaking

• Het behandelen volgens het sepsis protocol • Luchtwegmanagement: Instellen van invasieve en niet-invasieve

beademing, verzorging van de ademhalingswegen bij verschillende ziekte beelden zoals status astmaticus, sepsis en ARDS.

• Volumetherapie en gebruik van inotropica • Indicatie stellen voor nierfunctievervangende therapie en een aanzet

tot behandeling geven • Zorg voor een klein deel van de IC populatie en hiervoor alle

onderzoek en controles afspreken; laboratorium onderzoek,

7 Spoed Interventie Team



39


microbiologisch onderzoek en radiologisch onderzoek interpreteren en bespreken met de supervisoren

• Presenteren van de patiënten voor wie de AIOS zorg draagt bij de dagelijkse IC-bespreking

• Leiding geven aan IC-verpleegkundigen dmv schriftelijke en mondelinge opdrachten

• Statusvoering op basis regelmatige controles en bevindingen. • Medicatie voorschrijven en anticiperen op mogelijke bijwerkingen in

nauw overleg met de klinisch farmacoloog • Familiegesprekken: over de voortgang van de ziekte en besprekingen

van de behandeling • Het beëindigen van de behandeling • Het voorbereiden van orgaan en weefseldonatie Verrichtingen/Vaardigheden: • Plaatsen van centrale lijnen • Arteriepuncties • Ascitespunctie • Luchtwegreiniging of doorgankelijk houden. • Air way management • Intubatie (mogelijkheid te leren) • Naar aanleiding van een OSATS • Naar aanleiding van een KPB • Introductie- voortgang- en eindgesprek bij deze stage.


• Continue zelfreflectie • OSATS • Onderdeel 360º beoordeling • Beoordeling familiegesprekken • Beoordeling overdracht



40

Longziekten


• De assistent werkt en leert op de verpleegafdelingen voor de longziekten C3 en A2 en op de polikliniek en SEH

• De assistent doet mee aan verrichtingen op de longbehandelkamer. • De assistent heeft nauwe contacten met de longfunctie afdeling • De duur van de stage is 4 maanden • De AIOS zorgt voor opname, diagnostiek en behandeling van de aan

hem toevertrouwde patiënten • De assistent wordt tekens door één longspecialist begeleid en

gesuperviseerd, afhankelijk van de leerplek Wat wordt in deze stage in het 2de of 3de opleidingsjaar geleerd

• Alle zeven competenties • Klinische presentaties: zie bijlage 3 • Kenmerkende beroepsactiviteiten: zie overzicht 2.2 • De meest voorkomende longziekten herkennen en een eerste aanzet

geven voor diagnostiek en behandeling Welk bekwaamheidsniveau geldt aan het eind van deze stage


• De AIOS heeft toereikende kennis van de pathofysiologie, diagnostiek en therapie van obstructieve longziekten (inclusief astma, COPD en bronchiectasien) en kunnen behandelen. (3)

• De AIOS heeft kennis van diagnostiek en behandeling maligne aandoeningen van long en pleura. (1)

• De AIOS heeft kennis van interstitiële longziekten, ziekte van de pleura (inclusief pneumothorax en empyeem) en pulmonale vaataandoeningen (longembolie, pulmonale hypertensie) en kan deze toepassen. (3)

• De AIOS heeft kennis van diagnostiek en behandeling lagere luchtweginfecties en past dit toe (3)

• Kan een presentatie met dyspneu, hemoptoë, thoracale pijn en chronische hoest uitstekend analyseren en naar handelen (3)

• Kan een (HR) Ct-thorax, een X-Thorax en longfunctieonderzoek goed interpreteren (3)

• Kan indicatie stellen voor diverse verrichtingen: pleurapunctie, pleuradrainage, bloedgas, bronchoscopie. (3)

• Heeft goede kennis van de farmacotherapie van de diverse longaandoeningen en past deze toe. (3)


• De assistent zorgt voor een goede correspondentie, overdracht en verzoeken voor consultaties

• Hij licht patiënten en familie in, voert zelfstandig slecht nieuws gesprekken

• Geeft uitleg over de verrichtingen die noodzakelijk zijn voor therapie en diagnostiek

• Volgen van de dagelijkse radiologiebesprekingen tijdens de overdrachten en het zogenaamde longstation

• Dagelijkse visite bij zaalperiode • Grote visite • Volgen van het aangeboden onderwijs op de afdeling longziekten • (Voor- en) nabespreking van casuïstiek • Poliklinisch in kaart brengen van nieuwe patiënten met een

longaandoening op de spoedpoli; nadien overleg met de supervisor van dienst

• Meedraaien in het dienstenrooster van de afdeling longziekten (dag, nacht en weekend diensten)

• Werken op de longbehandelkamer en onder supervisie zelf



41


verrichtingen doen: bronchoscopiën, pleurapunctie, lymfoom puncties • Meekijken bij thoraxoperaties bij eigen patiënten • Meekijken bij longfunctie onderzoek • Multidisciplinaire chirurgisch/oncologische bespreking volgen. • PA bespreking tweewekelijks volgen • Discipline overstijgend onderwijs volgen Verrichtingen/Vaardigheden: • Pleurapunctie • Afname van materiaal voor microbiologisch onderzoek • Pleurapunctie • Arteriële punctie • Longfunctieonderzoek • Bronchoscopie (facultatief) • Introductiegesprek aan het begin van dit onderdeel en een

vervolggesprek en/of eindgesprek aan het eind • Gesprekken naar aanleiding van KPB of andere opleidingsmomenten • Bekwaamheidsgesprek over het zelfstandig werkzaam zijn • Gesprek met een van de opleiders Longziekten.





42

1e opleidingsjaar Acute Geneeskunde:

Klinische setting SEH en AOA Wat houdt deze stage in

• De assistent werkt en leert op de Spoedeisende Hulp afdeling en op de Acute Opname Afdeling.

• De duur van de stage is 2-4 maanden en vormt een geïntegreerd onderdeel van het eerste basis jaar interne geneeskunde; is tevens een voorbereiding en ondersteuning van de ANW diensten ( avond-nacht- en weekend diensten).

• Hij wordt begeleidt en gesuperviseerd door de acuut geneeskundige of één van de dienstdoende internisten met bekwaamheid in de acute geneeskunde.

• Hij verzorgt in overleg met de supervisor de spoedpresentatie en spoedopname van een patient.

• Hij zorgt voor de snelle afwikkeling van de procedures op de Spoedeisende Hulp en neemt deel aan de zorg van de patienten die opgenomen worden op de AOA.

• Hij zorgt voor de patiënten die op acute opname afdeling (of observatorium zijn opgenomen).

• Hij beoordeelt samen met de supervisor twee maal daags de toestand van de patiënten, na de ochtendoverdracht en voor de avondoverdracht.

• Hij werkt in nauwe samenwerking met de artsen van andere disciplines.

• Hij verzorgt de overdracht en overplaatsing van de patiënten naar een andere ( specialistische) afdeling of verzorgt het ontslag naar huis met overdracht aan de eerste lijn.

Wat wordt er in deze stage, in het 1de opleidingsjaar geleerd

• Alle zeven competenties • Klinische presentaties: zie bijlage 3 • Kenmerkende beroepsactiviteiten: zie bijlage 4a • Hij krijgt inzicht in de (poli-)klinische opvang van de acuut zieke patiënt

met een niet-chirurgische aandoening, de diagnostiek, de logistiek en de therapie van deze categorie patiënten.

Welk bekwaamheidsniveau geldt voor deze stage

• Bekwaamheidsniveau kenmerkende beroepsactiviteiten: zie paragraaf 2.2

• Hij benadert de acuut zieke patiënt op een gestructureerde manier, bestaande uit ‘primary assessment’, ‘secondary assessment’, initiële zorg en definitieve zorg (4).

• Verricht adequate ‘primary assessment’: snel en efficiënt initieel onderzoek aan de hand van de ABCDE-methodiek om alle direct levensbedreigende aandoeningen te herkennen en te behandelen (4).

• Verricht adequate ‘secondary assessment’: herkent en behandelt alle ziektebeelden die niet bij de ‘primary assessment’ zijn vastgesteld (4).

• Hij heeft een goed probleemoplossend vermogen in de context van een acute ziektepresentatie, juist ook bij de ongedifferentieerde patiënt(3).

• Hij heeft kennis van de pathofysiologie, diagnostiek en therapie van de acute aandoeningen: zie bijlage 4B (3).

• Hij is in staat om kort en bondig essentiële informatie te verkrijgen over en van de patiënt (5).

• Hij is in staat om efficiënt samen te werken met verpleegkundigen, artsen en andere hulpverleners die betrokken zijn bij de zorg van patiënten met een acute presentatie (5).

• Hij is in staat om in deze setting adequaat multidisciplinair te werken: in de betekenis van het herkennen en respecteren van verschillende hiërarchische en functionele rollen (3).

• Hij is in staat samen te werken met collega’s uit andere disciplines,



43

met name de artsen op die werken op de Spoedeisende Hulp • Hij is in staat om op flexibele en slagvaardige wijze om te gaan met de

wisselende en onvoorspelbare omstandigheden: omgaan met stress, het stellen van prioriteiten, in staat zijn tot time management (3).

• Hij is op de hoogte hoe de Spoedeisende afdeling is ingericht, hoe de opnamen worden gerealiseerd, en hoe de organisatie van het zorg aanbod is geregeld (3).

• Hij is in staat samen met de supervisor leiding te geven aan een afdeling die ingericht is voor de kortdurende opname van patiënten met een acuut intern probleem ongeacht het specialisme waaronder een patiënt valt (3).

• Hij heeft goede kennis van het zonder vertraging aanvragen van relevant onderzoek en weet de resultaten te schikken en op waarde te beoordelen (3).

• Kennis van de protocollen: MRSA. prikaccidenten, transfusie, protocollen betreffende de acute geneeskunde, antibiotica beleid (1).


• De triage van de patiënt • De stabilisatie van de patiënt • Acute onderwijs in skills lab • Acute verwijzingen van de huisartsen of andere specialismen

schatten en beoordelen • Training buitenshuis in een van de aspecten van de acute

geneeskunde: bv SBMS. • Opzet voor behandeling maken en na overleg met de supervisor

uitvoeren en laten uitvoeren • Behandelen van patiënten met intoxicaties, ook in samenwerking met

de afdeling psychiatrie • Patiënten logistiek regelen door snelle triage, opname en overdracht. • Alle onderwijsprogramma’s van de Interne Geneeskunde. Verwerving deskundigheid • resuscitatie • indicatie luchtwegmanagement • bepalen EMV score • uitvoeren van triage • afname van materiaal voor microbiologisch onderzoek • ascitespunktie • blaaskatheterisatie • gewrichtpunktie • antistollingstherapie • Evaluatie door de supervisor bij iedere opname • Introductie- voortgang- en eindgesprek • naar aanleiding van verrichting of KPB


• Continue zelfreflectie • Osats • KPB • Onderdeel 360º beoordeling • Een gesprek met de (plv) opleider



44

Stage , Acute Geneeskunde, 2e of 3e opleidingsjaar

Klinische setting AOA en SEH Wat houdt deze stage in

• De assistent werkt en leert op de Spoedeisende Hulp afdeling, de polikliniek en de Acute Opname Afdeling (AOA); zijn werkplek is de Acute Opname Afdeling

• De duur van de stage is 4 maanden. • Hij wordt begeleidt en gesuperviseerd door de acuut geneeskundige of

een van de dienstdoende internisten met bekwaamheid in de acute geneeskunde.

• Hij werkt samen en kan leiding geven aan arts-assistenten die in het eerste jaar van hun opleiding zitten en werkzaam zijn op de Spoedeisende Hulp afdeling.

• Hij coördineert in overleg met de supervisor de spoedopnames. • Hij zorgt voor de snelle afwikkeling van de procedures op de

Spoedeisende Hulp en neemt de zorg over van de patiënten die opgenomen worden op de AOA.

• Hij werkt in nauwe samenwerking met de artsen van andere disciplines.

• Hij werkt samen met de prehospitale zorg • Hij zorgt voor de patiënten die op acute opname afdeling (of

observatorium zijn opgenomen). • Hij beoordeelt samen met de supervisor twee maal daags de toestand

van de patiënten, na de ochtendoverdracht en voor de avondoverdracht.

• Hij verzorgt de overdracht en overplaatsing van de patiënten naar een andere ( specialistische) afdeling of verzorgt het ontslag naar huis met overdracht aan de eerste lijn.

• Poliklinisch kan hij de patiënten zien op een daartoe ingerichte spoedpoli, als nieuwe patiënten of als controle na ontslag.

Wat wordt er in deze stage, in het 2de of 3de opleidingsjaar geleerd

• alle zeven competenties • klinische presentaties: zie bijlage 3 • kenmerkende beroepsactiviteiten: zie bijlage 4a • Hij krijgt inzicht in de (poli-)klinische opvang van de acuut zieke patiënt

met een niet-chirurgische aandoening, de diagnostiek, de logistiek en de therapie van deze categorie patiënten.

Welk bekwaamheidsniveau geldt voor deze stage

• Bekwaamheidsniveau kenmerkende beroepsactiviteiten: zie overzicht paragraaf 2.2.

• Hij benadert de acuut zieke patiënt op een gestructureerde manier, bestaande uit ‘primary assessment’, ‘secondary assessment’, initiële zorg en definitieve zorg (4).

• Verricht adequate ‘primary assessment’: snel en efficiënt initieel onderzoek aan de hand van de ABCDE-methodiek om alle direct levensbedreigende aandoeningen te herkennen en te behandelen (4).

• Verricht adequate ‘secondary assessment’: herkent en behandelt alle ziektebeelden die niet bij de ‘primary assessment’ zijn vastgesteld (4).

• Hij heeft een goed probleemoplossend vermogen in de context van een acute ziektepresentatie, juist ook bij de ongedifferentieerde patiënt(5).

• Hij heeft kennis van de pathofysiologie, diagnostiek en therapie van de acute aandoeningen: zie bijlage 6 (3).

• Hij is in staat om kort en bondig essentiële informatie te verkrijgen over en van de patiënt (5).

• Hij is in staat om efficiënt samen te werken met verpleegkundigen, artsen en andere hulpverleners die betrokken zijn bij de zorg van patiënten met een acute presentatie (5).



45

• Hij is in staat om in deze setting adequaat multidisciplinair te werken: in de betekenis van het herkennen en respecteren van verschillende hiërarchische en functionele rollen (3).

• Hij is in staat om bijzondere ziektebeelden met epidemische kenmerken die van belang zijn voor de gezondheid vroegtijdig te herkennen (3).

• Hij is in staat supervisie te geven aan 1ste jaars A(N)IOS interne, AIOS Spoedeisende Hulp en huisartsen in opleiding (3).

• Hij is in staat om op flexibele en slagvaardige wijze om te gaan met de wisselende en onvoorspelbare omstandigheden: omgaan met stress, het stellen van prioriteiten, in staat zijn tot time management (3).

• Hij is op de hoogte hoe de Spoedeisende afdeling is ingericht, hoe de opnamen worden gerealiseerd, en hoe de organisatie van het zorg aanbod is geregeld (3).

• Hij is in staat samen met de supervisor leiding te geven aan een afdeling die ingericht is voor de kortdurende opname van patiënten met een acuut intern probleem ongeacht het specialisme waaronder een patiënt valt.

• Hij heeft goede kennis van het zonder vertraging aanvragen van relevant onderzoek en weet de resultaten te schikken en op waarde te beoordelen.

• Kennis van de protocollen: MRSA. prikaccidenten, transfusie, protocollen betreffende de acute geneeskunde, antibiotica beleid (1).

• De triage van de patiënt • De stabilisatie van de patiënt • Acute onderwijs in skills lab • Onder supervisie superviseren • Contacten pre-hospitale zorg en meerijden op de ambulance • Samenwerken in de resuscitatie ruimte met andere disciplines • Acute verwijzingen van de huisartsen of andere specialismen

schatten en beoordelen op poliklinische basis. • Training buitenshuis in een van de aspecten van de acute

geneeskunde: bv SBMS. • Leiding geven aan een team dat getraind is in de opvang en de

verzorging van acute zorg, tijdens triage en opname. • Opzet voor behandeling maken en na overleg met de supervisor

uitvoeren en laten uitvoeren • Behandelen van patiënten met intoxicaties, ook in samenwerking met

de afdeling psychiatrie • Patiënten logistiek regelen door snelle triage, opname en overdracht. • Alle onderwijsprogramma’s van de Interne Geneeskunde.


Verwerving deskundigheid • resuscitatie • indicatie luchtwegmanagement • bepalen EMV score • uitvoeren van triage • inbrengen van een centraal

veneuze katheter • afname van materiaal voor

microbiologisch onderzoek

• pleurapunktie • ascitespunktie

blaaskatheterisatie • inbrengen van een Sengstaken

ballon • gewrichtpunktie • antistollingstherapie


• Evaluatie door de supervisor bij iedere opname • Introductie- voortgang- en eindgesprek • naar aanleiding van verrichting of KPB


• Continue zelfreflectie • Osats • KPB



46

• Onderdeel 360º beoordeling • Een gesprek met de (plv) opleider



47

Hematologie


• De assistent werkt en leert op de hematologie shortstay, als consulent op de hematologie verpleegafdeling en overige consultafdelingen, op de polikliniek en de Spoedeisende Hulp

• De AIOS draagt zorg voor de patiënten met een hematologische aandoening en de complicaties voortkomend uit de behandeling

• De AIOS coördineert de werkzaamheden op de behandelkamer hematologie

• De AIOS coördineert en voert veelvuldig het beenmeergonderzoek uit • De AIOS is betrokken bij de nazorg allogene stamceltransplantatie • De AIOS zorgt voor een centrale intraveneuze toegang voor het geven

van bloedproducten en cytostatica • De AIOS duur van de stage is 4 maanden. • De AIOS draait mee in het algehele diensten blok • De AIOS wordt gesuperviseerd door telkens één van de 4

hematologen, afhankelijk van de werkplek. Wat wordt in deze stage in het 2de of 3de opleidingsjaar geleerd

• Alle zeven competenties • Zie: matrix klinische presentaties: zie bijlage 3: • Zie: matrix kenmerkende beroepsactiviteiten: zie overzicht 2.2: • De stagist doet ervaring op in de behandeling en begeleiding van

patiënten met hematologische aandoeningen op poliklinische en consultatieve basis.

Welk bekwaamheidsniveau geldt deze stage


• De AIOS heeft kennis van de klinische presentatie, de diagnostiek en behandeling van hematologische ziekten die hij onder supervisie moet kunnen geven of kunnen begeleiden (3)

• De AIOS heeft kennis van de meest voorkomende hematologische maligniteiten, de essentie van de behandeling en de complicaties die hierbij kunnen optreden en kan er naar handelen (3)

• De AIOS heeft adequate kennis van werking en bijwerking van de middelen die gegeven voor deze ziekten en kan er naar handelen (3)

• De AIOS kan een analyse doen van patiënten met een abnormale bloedingsneiging. (3)

• De AIOS kan werken in een sterk gespecialiseerd team(3) • De AIOS heeft kennis van indicaties, immunologie en complicaties van

bloedtransfusie en kan er naar handelen (3)


• De AIOS bereidt zich voor op de stage middels zelfstudie die getoetst wordt voor aanvang

• De AIOS werkt op de shortstayafdeling hematologie: coördineert de kuren, schrijft de medicatie, zorgt voor de kuurpatiënten en beoordeelt de voorgang en het effect van de behandeling

• De AIOS leert de verschillende behandelingen voor leukemie goed uit te voeren en leert de complicaties

• Interpreteren van laboratoriumbepalingen en (inleiding in het) beoordelen van beenmerguitstrijkjes

• (Re-) stadiering van de hematologische patiënt na een aantal kuren. • Pathologie bespreking (een maal in de twee weken) met UMCU

hematologen • Grote visite hematologie met microbiologen; gevolg door een visite

langs de bedden • Leren omgaan chemo- en immunotherapie • regelen van dagopnames voor transfusie en cytostatica



48


• Opstellen van SAE rapporten • Rapporteren bij complicaties en fouten • (Voor- en) nabespreking van casuïstiek • Poliklinisch in kaart brengen van nieuwe patiënten met een

hematologische aandoening; nadien overleg met de supervisor van dienst

• Zelfstandig uitvoeren (na bekwaamheidsbeoordeling) van de cristabiopsieën en sternumpuncties

• Plaatsen van centrale lijnen voor cystostatica giften en bloedproducten, alsmede ten behoeve van stamcelaferese

• Meekijken en helpen bij autologe stamceltransplantaties • Meekijken en helpen bij leucocytaferese, stamcelaferese en

plasmaferese Verrichtingen/Vaardigheden: • Verrichten van cristabiopsieën en sternumpunkties • Plaatsen van centrale lijnen (subclavia, femoralis, evt. jugularis) • Doen van puncties uit mogelijke lymfomen • Entree toets • Introductiegesprek, tussentijds- en eindgesprek door supervisoren • Gesprekken naar aanleiding van KPB of OSATS • Een gesprek met (plaatsvervangend) opleider


• Continue zelfreflectie • OSATS • KKB (3-4) • Onderdeel 360º beoordeling • Een gesprek met de (plaatsvervangend) opleider. • COIG



49

MDL


• Hij werkt en leert op de afdeling voor maagdarm- en leverziekten (A3), de polikliniek en als consulent op andere afdelingen.

• De duur van de stage is 4 maanden • Hij wordt begeleid door een van de specialisten op het gebied van

maagdarmleverziekten (MDL) die hem structureel superviseert. • Hij bereidt de patiënten voor op endoscopisch onderzoek of

behandelingen en heeft de zorg rondom deze procedure; hij assisteert in voorkomende gevallen

• Hij werkt in een multidisciplinair team waar een gastro-enterologisch gespecialiseerd (GE) chirurg ook deel van uitmaakt.

Wat wordt in deze stage in het 2de of 3de opleidingsjaar geleerd

• Alle zeven competenties • Klinische presentaties: zie bijlage 3 • Kenmerkende beroepsactiviteiten: zie overzicht 2.2 • Hij is in staat om patiënten met aandoeningen van de tractus

digestivus onder beperkte supervisie adequaat te behandelen Welk bekwaamheidsniveau geldt aan het eind van deze stage


• Hij heeft basiskennis van oorzaak, (patho-) fysiologie en symptomatologie van de meeste MDL-aandoeningen (1)

• Hij heeft kennis van absorptie, digestie en voedingstoestand (1) • Hij herkent de presentaties van ziekten van de tractus digestivus

(maag, darm, alvleesklier, galwegen en lever) en kan een aanzet tot diagnostiek en behandeling geven(4)

• Hij stelt diagnostiek voor, weet deze te interpreteren en te beargumenteren ( MRCP, CT-abdomen, X-BOZ, videocapsule) (4)

• Hij kent de indicaties, contra-indicaties en complicaties van endoscopisch onderzoek en therapie (1)

• Hij consulteert de GE-chirurg en draagt aan hem over indien er een indicatie voor chirurgie bestaat (3)

• Hij kan de voedingstoestand van de patiënt juist beoordelen en naar handelen (3)

• Hij kan de ernst van de ziekte van een patiënt met een cirrose classificeren en ondersteunende behandeling geven (4)

• Hij herkent dat de patiënten met een MDL-aandoening vaak chronisch ziek zijn en kan hen begeleiden(3)

• Hij is in staat om een patiënt met een maligniteit uitgaande van de tractus digestivus te stadieren, hem hierover te informeren en een eerste aanzet tot onderzoek en behandeling te geven (1)


• Zaalwerk • Poliklinisch in kaart brengen van patiënten met een aandoening op het

gebied van de maagdarmleverziekten. • Consulten op alle afdelingen en opname op de Spoedeisende Hulp

afdeling • Wekelijkse gezamenlijke radiologie bespreking • Wekelijkse gezamenlijke oncologie en PA bespreking • wekelijkse gezamenlijke chirurgie bespreking • Grote visite met de gehele staf • Supervisie op de polikliniek • Assistentie op de endoscopie afdeling • Moeilijke patiënten MDL bespreking • Onderwijs van de Interne Geneeskunde



50


Verrichtingen/Vaardigheden: • Ascitespunctie • Voedingssonde inbrengen • Assisteren bij endoscopisch onderzoek • Proctoscopie en observatie endoscopisch onderzoek • Observatie videocapsule • Evaluatie door de supervisor bij iedere opname en nieuwe patiënt

poliklinisch • Introductie- voortgang- en eindgesprek • naar aanleiding van verrichting of KPB


• Continue zelfreflectie • OSATS • KPB • Onderdeel 360º beoordeling • Een gesprek met de (plv) opleider



51

Nefrologie


• De assistent werkt en leert op de nefrologie polikliniek, de dialysekamer en als consulent nierziekten op de verpleegafdelingen en IC

• De duur van deze stage is maximaal 4 maanden • De assistent wordt op de verschillende onderdelen gesuperviseerd

door een van de 4 nefrologen • Tijdens deze stagen draait hij mee in het algehele dienstenblok. • Hij heeft een eigen polikliniek met patiënten met nieraandoeningen,

hypertensie en vasculaire problemen • Hij heeft onder supervisie een aantal hemodialyse patiënten onder de

hoede: hij heeft hierbij een vaste supervisor gedurende de gehele stage

• Hij voert voorkomende werkzaamheden uit op de dialysekamer op indicatie

• Hij brengt centrale lijnen in voor dialyse • Hij werkt in een team van verpleegkundigen, diëtetisten en

maatschappelijk werkers op de dialyse kamer • Hij voert de gesprekken, loopt visite en behandelt de dialyse patiënten. • Hij doet mee aan de grote visite van de verpleegafdeling

Wat wordt in deze stage, in het 2de of 3de opleidingsjaar geleerd

• Alle zeven competenties • Klinische presentaties: zie bijlage 3 • Kenmerkende beroepsactiviteiten: zie overzicht 2.2 • De AIOS doet ervaring op in de behandeling en begeleiding van

patiënten met een nieraandoening, hypertensie en patiënten die gedialyseerd (gaan) worden



• Hij heeft kennis van de klinische presentatie, de diagnostiek en behandeling van nierziekten die hij onder supervisie moet kunnen geven (1)

• Hij weet een patiënt met een essentiële en secundaire hypertensie te analyseren en een eerste aanzet voor behandeling te formuleren (2)

• hij kan omgaan met de aspecten van nierfunctievervangende behandeling met hemodialyse en peritoneaal dialyse (3)

• Hij kan de metabole aspecten die voortvloeien uit de nierziekte en weet deze adequaat behandelen (3)

• Hij kan de specifieke farmacologie en therapie bij de patiënten met een gestoorde nierfunctie goed toepassen (3)


• Middels anamnese, lichamelijk onderzoek en aanvullend laboratorium onderzoek een probleemlijst opstellen bij een patiënt met hypertensie, een nieraandoening

• Het beoordelen van het urine sediment • Het vaststellen van overvulling, decompensatie en het bepalen van

een streefgewicht • het beoordelen van een 24-uurs bloeddrukmeting • Het veelvuldig analyseren van de calcium-fosfaathuishouding, de

beoordeling en behandeling van de renale anemie. • Het opstellen van een differentiële diagnose bij een acute op

chronische nierinsufficiëntie, nefrotisch syndroom en dienaangaande aanvullende diagnostiek bepalen

• De opdrachten geven voor hemodialyse, plasmaferese en medebehandeling bij patiënten aan de CVVH.

• Zorg voor de poliklinische patiënten met bovenstaande aandoeningen • PA (nefro-pathologie) bespreking wekelijks voorbereiden en zo



52


mogelijk coördineren • Wekelijkse shunt bespreking met vaatchirurgen, interventie radiologen

en verpleegkundigen van de vaatwerkgroep bijwonen. • Zicht houden op de werkzaamheden op de verpleegafdeling en

consultafdelingen waar deze patiënten zijn opgenomen • Dagelijkse consultatie op de IC • het verzorgen van de relevante correspondentie aan de huisarts,

chirurg en andere verwijzers • Begeleiding en zorg van patiënt en familie Verrichtingen/Vaardigheden • Het plaatsen van centrale lijnen (interna, subclavia, getunneld en via

de vena femoralis. • Beoordelen van de kwaliteit van een shunt en (facultatief) aanprikken

van een shunt • Arteriepunctie • Introductiegesprek aan het begin van dit onderdeel en een • Vervolggesprek en/of eindgesprek aan het eind. • Gesprekken naar aanleiding van KKB of andere opleidingsmomenten • Bekwaamheidsgesprek over het zelfstandig werkzaam zijn





53

Oncologie

Wat houdt deze setting in

• De assistent werkt en leert op het oncologiecentrum/dagbehandeling, de polikliniek voor oncologie en consultatief op de verpleegafdeling (D2 en overige afdelingen waar de patiënten met een maligniteit zijn opgenomen)

• De AIOS heeft de dagelijkse zorg voor patiënten op de dagbehandeling en coördineert de behandeling met chemotherapie, registreert en behandelt de bijwerkingen

• De AIOS doet consulten bij in het ziekenhuis opgenomen patiënten met een maligniteit en verdenking maligniteit

• De AIOS geeft medische leiding aan een multidisciplinair oncologisch behandelteam op de dagbehandeling

• De AIOS voert de administratie en de organisatie van de algemene oncologie bespreking met de radiotherapie, radiologie, chirurgie en de externe consulenten.

• De AIOS werkt onder supervisie van de 4 oncologen. • De assistent is aanwezig bij de wekelijkse grote visite. • De AIOS regelt consultaties • De AIOS verzorgt de correspondentie naar huisarts en andere

specialismen • De AIOS voert geheel zelfstandig de slechtnieuws gesprekken • De stage wordt onderbroken door een dienstenblok

Wat wordt in deze opleidingsjaren geleerd

• Alle zeven competenties • Klinische presentaties: bijlage 3 • Kenmerkende beroepsactiviteiten: zie overzicht 2.2 • De assistent doet ervaring op in de multidisciplinaire behandeling en

begeleiding van poliklinische patiënten met een maligniteit. Welk bekwaamheidsniveau geldt er.


• Heeft kennis van de incidentie, pathofysiologie, diagnostiek en therapie van de veel voorkomende oncologische aandoeningen zoals mammacarcinoom, colorectaalcarcinoom, ovariumcarcinoom, prostaatcarcinoom, urotheelcelcarcinoom, niercelcarcinoom, pancreascarcinoom en oesophagus/maagcarcinoom (1)

• Is uitgerust voor de begeleiding en behandeling van patiënten met solide tumoren en toont inzicht in het multidisciplinair karakter hiervan (3)

• Kan de verschillende systematische therapieën geven voor solide tumoren, herkent bijwerkingen en participeert in de behandeling (3)

• Participeert in de palliatieve zorg en begeleidt patiënten met (incurabele) maligniteiten


• Kuur patiënten zien (bijwerkingen bespreken, nieuwe klachten, gewichtsverlies), WHO performance vaststellen, lichamelijk onderzoek op indicatie

• Recepten verzorgen (mn anti-emetica en ondersteunende medicatie), chemotherapie recepten worden door de supervisor ondertekend

• Dagelijks voorbespreken met de supervisoren van de dagbehandeling en de polikliniekpatiënten

• Uitvoeren van studieprotocollen • 3 dagdelen polikliniek • Telefonisch te woord staan van patiënten thuis, evt. recepten faxen

naar thuisapotheek • Het laboratoriumonderzoek van patiënten die de volgende dag voor



54


een kuur gepland staan, beoordelen, en de gegevens en daglijst aan verpleging geven

• Consulten oncologie • Notuleren algemene oncologiebespreking • Het presenteren van de patiënten met een maligniteit op de wekelijkse

algemene oncologie bespreking • Het bijwonen en actief participeren in de tweewekelijkse urologie-

oncologie bespreking • Het bijwonen en actief participeren in de wekelijkse mamma-oncologie

bespreking. Verrichtingen/Vaardigheden: • Aanprikken van porta-cath • Inbrengen maagsonde • (Par) enterale voeding • Ascitespunctie • Introductie gesprek, tussentijds- en eindgesprek door supervisor(en) • Gesprekken naar aanleiding van KKB of OSat • Gesprek met (plaatsvervangend) opleider


• Continue zelfreflectie • OSATS en KKB (3-4) • Referaat • Onderdeel 360º beoordeling • Een gesprek met (plaatsvervangend) opleider



55

Differentiatie Nefrologie

In het 5de of 6de jaar van de opleiding tot internist:

perifere deel van de opleiding tot nefroloog Wat houdt deze differentiatie van 8 maanden in

• De NIO8 werkt en leert gedurende 8 maanden onder directe supervisie van de deelopleider in de nefrologie in nauwe samenwerking met de universitaire opleider met een zekere zelfstandigheid binnen de groep van de 4 nefrologen

• De NIO werkt en leert op de dialyse afdeling waar ze de zorg en behandeling heeft van een kwart van de totale hemodialyse groep (met haar supervisor die tijdens deze opleidings fase de NIO in toenemende mate zelfstandig laat werken

• De NIO neemt waar in voorkomende gevallen voor de patiënten met peritoneaal dialyse

• Drie dagdelen per week worden polikliniek werkzaamheden verricht • De NIO levert consulten voor alle opgenomen patiënten met een

nefrologisch probleem • De NIO heeft specifieke consultatieve werkzaamheden op de IC met

betrekking tot CVVH en andere continue dialyse technieken • De NIO is de eerst aangewezene voor het plaatsen van centrale lijnen

ten behoeve van hemodialyse • De NIO zit de shuntbespreking voor. • De NIO geeft leiding aan een groep van verpleegkundigen op de

dialysekamer. • De NIO is lid van de watercommissie

Wat wordt tijdens deze differentiatie geleerd

• Alle zeven competenties • Klinische presentaties: zie bijlage 3 • Kenmerkende beroepsactiviteiten: zie overzicht 2.2 • De NIO doet ervaring op in de behandeling en begeleiding van

patiënten met een nieraandoening, hypertensie en patiënten die gedialyseerd (gaan) worden tot een zelfstandig niveau

Welk bekwaamheidsniveau geldt voor deze differentiatie


• De NIO heeft kennis van de klinische presentatie, de diagnostiek en behandeling van nierziekten die hij zonder supervisie moet kunnen geven (5)

• De NIO weet een patiënt met een essentiële en secundaire hypertensie te analyseren en zelfstandig te behandelen (5)

• De NIO kent de aspecten van nierfunctievervangende behandeling met hemodialyse en peritoneaal dialyse (5) en weet deze toe te passen (4)

• De NIO kent de metabole aspecten die voortvloeien uit de nierziekte en weet deze adequaat behandelen (5)

• De NIO kent de specifieke farmacologie en therapie bij de patiënten met een gestoorde nierfunctie goed toepassen (5)

• De NIO is in staat dagelijks leiding te geven aan de dialyse kamer (4). • De NIO loopt zelfstandig visite op de dialyse kamer • De NIO diagnosticeert en behandelt een peritonitis als complicatie van

de behandeling met perioneaal dialyse (4) Welke opleidingsactiviteiten worden uitgevoerd

• Middels anamnese, lichamelijk onderzoek en aanvullend laboratorium onderzoek een probleemlijst opstellen bij een patiënt met hypertensie, een nieraandoening.

• Het beoordelen van het urine sediment

8 Nefroloog In Opleiding.



56


• Het vaststellen van overvulling, decompensatie en het bepalen van een streefgewicht

• Het beoordelen van een 24-uurs bloeddrukmeting • Het veelvuldig analyseren van de calcium-fosfaathuishouding, de

beoordeling en behandeling van de renale anemie en andere metabole complicaties voortkomend uit de chronische nierinsufficiëntie.

• Het opstellen van een differentiële diagnose bij een acute op chronische nierinsufficiëntie, nefrotisch syndroom en dienaangaande aanvullende diagnostiek bepalen

• De opdrachten geven voor hemodialyse, plasmaferese en medebehandeling bij patiënten aan de CVVH

• Zorg voor de poliklinische patiënten met bovenstaande aandoeningen • PA (nefro-pathologie) bespreking wekelijks voorbereiden en zo

mogelijk coördineren • Wekelijkse shunt bespreking met vaatchirurgen, interventie radiologen

en verpleegkundigen van de vaatwerkgroep bijwonen. • Het voorschrijven van medicamenten bij patiënten met een

verminderde of afwezige nierfunctie indachtig de farmacologie en farmacodynamica

• Behandelen van patienten met een vasculitis met nierbetrokkenheid aan de hand van protocollen, inclusief de indicatie voor en uitvoering van een plasmafiltratie

• Het plaatsen van allerlei centrale lijnen als toegang tot de bloedbaan voor hemodialyse of ferese

• Voorzitten en begeleiden van een multidisciplinair overleg • Verzorgen van een uitvoerige documentatie rond de dialyse patienten • Het beoordelen van potentiële donor voor niertransplantatie • Het voorbereiden voor een niertransplantatie • Het stellen van een indicatie voor een nierbiopsie en (laten) uitvoeren

hiervan; de complicaties opvangen. Verrichtingen/Vaardigheden: 1. Plaatsen van centrale lijnen 2. (Laten) uitvoeren van een nierbiopsie 3. Beoordelen van een urinesediment 4. Maken van een echo van de urinewegen (facultatief) • Introductiegesprek, tussentijdse evaluaties en eindgesprek door de

supervisor • Beoordeling en nabesprekingen van de verrichtingen • NIO onderwijs voorbereiding


• Beoordeling supervisor en opleider • Toetsen NIO dagen • Kennistoets • COIG • 360º beoordeling



57

Differentiatie Hematologie

In het 5de of 6de jaar van de opleiding tot internist:

perifere deel van de opleiding tot hematoloog Wat houdt deze differentiatie van 6 maanden in

• De HIO9 werkt en leert onder directe supervisie van de deelopleider in de Hematologie in nauw overleg met de academische opleider. De 4 stafhematologen verdelen de supervisie en eindverantwoordelijkheid van de werkzaamheden volgens het vigerende dienstrooster. De HIO functioneert in toenemende mate zelfstandig voor wat betreft poliklinische patiëntenzorg en afdelingssupervisie. Het doel is om de HIO goed voor te bereiden op het aanstaande zelfstandig werken op een afdeling Hematologie na afronding van de opleiding.

• Gedurende de stage heeft de HIO supervisie over de afdeling Klinische Hematologie (A2-achter) en de Dagbehandeling. Wekelijks worden alle behandelde patiënten besproken. Dagelijks vindt overleg plaats met de dienstdoende hematoloog.

• Per week heeft de HIO gedurende 2 dagdelen spreekuur. Tijdens dit spreekuur worden alleen hematologische patiënten gezien. Alle polikliniekpatiënten worden besproken tijdens de wekelijkse poli-bespreking. Voor meer spoedeisende supervisie is de dienstdoende hematoloog altijd beschikbaar

• Naast de klinische en poliklinische werkzaamheden heeft de HIO een consultfunctie voor hematologische problemen op andere afdelingen, ofwel zelfstandig ofwel als supervisor van de consult-assistent

• De HIO verricht op de afdeling zelfstandig sternumpuncties en cristabiopten. Voor zover wenselijk en mogelijk zal tijdens de stage de mogelijkheid worden geboden centraalveneuze catheters in te brengen

• De HIO verricht onder supervisie beenmergcytologie op het klinisch chemisch laboratorium

• De HIO wordt ongeveer eens per 4 weken ingeroosterd in de hematologiedienst. In deze periode is de HIO 24 uur per dag bereikbaar voor hematologische problemen, waarbij de dienstdoende.stafhematoloog eindsupervisie en -verantwoordelijkheid heeft

• De HIO participeert in het hematologie-onderwijs dat aan assistenten wordt gegeven. Tijdens een presentatie van de HIO is er altijd een stafhematoloog aanwezig ter beoordeling en ondersteuning.

• De volgende besprekingen worden bijgewoond o Ochtendrapport: dagelijks 08:00 (maandag 07:45) o Radiologie – bespreking: dagelijks 16:30 (behalve vrijdag) o SCT-overleg met UMCU: wekelijks dinsdag 11:30 o Grote visite afdeling: wekelijks woensdag 09:00 – 12:00 o Poli – bespreking: wekelijks woensdag 14:30 o PA – bespreking (“HOR bespreking”): tweewekelijks woensdag 13:30 o “Knelpuntenoverleg”(kwaliteitsbespreking): tweewekelijks woensdag

13:30 o Studie – overleg: tweewekelijks 13:30

Wat wordt tijdens deze differentiatie geleerd

• Alle zeven competenties • Ervaring met behandeling en begeleiding van patiënten met hematologische

aandoeningen tot een zelfstandig niveau

9 Hematoloog in opleiding.



58

Welk bekwaamheidsniveau geldt voor deze differentiatie


• Hematologische consulten op andere klinische afdelingen (5) • Diagnostiek behandeling en begeleiding van patiënten met acute leukemie (5) • Diagnostiek behandeling en begeleiding van patiënten met lymfoom,

plasmacytoom (5) • Hemofilie zorg en advisering (5) • Begeleiding en supervisie laboratoria (4) • Voorzitter multidisciplinair overleg binnen de hematologie (5) • KPC bespreking (5)

Welke opleidings-gesprekken worden gevoerd

• Introductiegesprek, tussentijdse evaluaties en eindgesprek door de supervisor • Beoordeling en nabesprekingen van de verrichtingen • HIO onderwijsvoorbereiding


• Beoordeling supervisor en opleider • Landelijke Kennistoets • Bezoek buitenlands congres • COIG (AIG) • KKB’s binnen de hematologie • 360º beoordeling



59

4. Kwaliteitszorg en Implementatie Modernisering De kwaliteit van de opleiding Interne Geneeskunde in het St. Antonius Ziekenhuis is geborgd vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Centrale Opleidingscommissie (COC) en de Opleidingsgroep Interne Geneeskunde. De opleidingsgroep als geheel en de afzonderlijke leden staan garant voor een kwalitatief goede opleiding. Vanuit de COC wordt de kwaliteit van de opleiding Interne Geneeskunde bewaakt en geborgd met een ziekenhuisbreed kwaliteitszorgsysteem. Het kwaliteitszorgsysteem is opgebouwd uit twee componenten, te weten kwaliteitsmetingen en docentprofessionalisering. Kwaliteitsmeting In 2011 is in de COC van het St. Antonius Ziekenhuis een algemeen kwaliteitszorgplan vastgesteld dat gebaseerd is op de PDCA-cyclus, waarmee een continue kwaliteitsimpuls bewerkstelligd wordt. In het plan is aandacht voor zowel kwaliteitsmetingen die specifiek gericht zijn op de opleiding Interne Geneeskunde, als manieren om ziekenhuisbrede verbeterthema’s te kunnen identificeren. Onderdeel van het kwaliteitszorgplan voor de opleiding Interne Geneeskunde is een cyclus van interne audits. Dit houdt in dat gedurende de erkenningperiode minimaal één keer een proefvisitatie plaatsvindt, bij voorkeur halverwege de periode. Een interne visitatiecommissie ad hoc legt op basis van de audit in een verslag de sterke punten, de aandachtspunten en aanbevelingen voor verbetering voor de opleiding Interne Geneeskunde vast. Het verslag wordt vervolgens plenair besproken in de COC vergadering, waarna bindende afspraken worden gemaakt over een eventueel verbetertraject en een termijn voor de volgende proefvisitatie. Binnen de opleiding Interne Geneeskunde van het St. Antonius Ziekenhuis wordt gebruik gemaakt van de EFFECT-vragenlijst om het opleidingsklimaat te monitoren. Deze meting wordt minimaal elke drie jaar herhaald.

De PDCA-cyclus kent vier stappen:

1. Plan: formuleer haalbare doelen op basis van informatie uit de verschillende instrumenten. Een actielijst met de beoogde resultaten, een taakverdeling en een termijn om de doelen te bereiken vergroot de slagingskans.

2. Do: voer de geplande verbetering uit conform afspraak. 3. Check: bespreek tijdens verschillende overlegmomenten de status van de geplande acties.

De gestelde criteria of vooraf benoemde resultaten zijn hierin behulpzaam. 4. Act: waar nodig bijsturen (evalueren en ingrijpen/herontwerpen) van de acties. Formuleren

nieuwe doelen.

Bron: www.knmg.nl/modernisering



60

De uitkomsten van zowel de interne audit als de EFFECT-meting worden met de AIOS besproken in de formele opleidingsvergadering, waarna gezamenlijk een plan van aanpak wordt gemaakt. De voortgang van dit plan is een vast punt op de agenda van de opleidingsvergadering, waardoor het vier maal per jaar wordt geëvalueerd en bijgesteld. Vanuit de COC vindt een doorlopende monitoring van de voortgang van de kwaliteitscyclus van alle Medische Vervolgoleidingen plaats. Om daarnaast ook ziekenhuisbrede verbeterthema’s te kunnen identificeren worden de notulen van de opleidingsvergadering van elke opleiding ieder kwartaal geanalyseerd. Ook wordt vanuit de COC driejaarlijks onder alle in het ziekenhuis aanwezige AIOS een D-RECT enquête afgenomen. Belangrijke specialisme-overstijgende verbeterthema’s worden in de COC vergadering besproken. Op deze manier wordt volgens de PDCA-cyclus de kwaliteit van de opleiding geëvalueerd, verbeterd, gewaarborgd en verantwoord. Tijdens iedere opleidingsvergadering staat het verbeterplan en de voortgang daarvan op de agenda. Doordat ook de COC telkens wordt geïnformeerd, kan zij deze kwaliteitszorg monitoren en waar nodig of gewenst, bijsturen en ondersteuning bieden. Docentprofessionalisering Alle leden van de opleidingsgroep: • dragen naar hun beste kunnen bij aan de opleiding Interne Geneeskunde. • committeren zich aan de eisen en verplichtingen die zijn verbonden aan de

opleidingserkenning voor de opleider en leden van de opleidingsgroep, zoals deze zijn bepaald in hoofdstuk C van het Kaderbesluit CCMS.

• voeren de competentiegerichte opleiding met de daarmee samenhangende uitgangspunten, doelstellingen en opleidingsinstrumenten, zoals beschreven in het nationale opleidingsplan uit.

Alle leden van de opleidingsgroep staan op deze wijze garant voor een kwalitatief goede opleiding en een optimaal leerklimaat. Als onderdeel hiervan volgen alle leden van de opleidingsgroep bij- en nascholing om zich op didactisch gebied verder te ontwikkelen. In principe zijn alle leden van de opleidingsgroep Interne Geneeskunde van het St. Antonius Ziekenhuis Teach the Teacher geschoold. De opleider en plaatsvervangend opleider volgen minimaal twee vervolgmodules van de training. De overige leden van de opleidingsgroep volgen de basistraining. Wanneer een nieuw lid toetreedt tot de opleidingsgroep volgt deze zo snel mogelijk de basistraining TTT. In opdracht van de COC wordt in de eerste helft van 2013 op basis van een ‘needs-assessment’ een aanvullend scholingsprogramma samengesteld, waaraan ook de opleiders(groep) Interne Geneeskunde zal deelnemen, om hun didactische kwaliteiten op peil te houden en waar nodig te verbeteren. Implementatie Modernisering Vanaf mei 2013 hebben alle AIOS in (voor) opleiding tot internist het E-portfolio in gebruik genomen. In het eerste voortgangsgesprek stelt de AIOS in overleg met de opleider het individueel opleidingsplan (IOP) op. Gedurende de opleiding wordt het IOP regelmatig met de AIOS besproken en waar nodig aan de wensen van de AIOS aangepast. Naast de reguliere opleidingsvergaderingen worden ook zgn. “Thema” opleidingsvergaderingen georganiseerd. Binnen het thema “Competentiegericht opleiden” wordt door de AIOS en opleider steeds 1 onderwerp (b.v. KBP / 360-graden feedback etc) voorbereid en aan de opleidingsgroep gepresenteerd.



61

Binnen de verschillende opleidingsmomenten zoals de ochtendoverdracht, complicatiebespreking, MDO etc. worden naast het medisch handelen ook de overige competenties met de AIOS besproken, zoals b.v. professionaliteit, maatschappelijk handelen en kennis en wetenschap. Een aantal expliciete voorbeelden hiervan worden op dit moment gedefinieerd.



62

5. Ten slotte Het opleidingsplan is een weergave van de inhoud en structuur van de huidige Opleiding Interne Geneeskunde van het St. Antonius Ziekenhuis. De verdere modernisering van de medische opleidingen zal ongetwijfeld tot verbeteringen van de opleidingen, en dus ook van dit opleidingsplan, leiden. Ook het regionale plan van deze opleiding en andere lokale opleidingsplannen van het St. Antonius Ziekenhuis kunnen aanleiding zijn dit plan te herzien. Ten slotte geldt dat, gezien vanuit de communicatiefunctie van dit opleidingsplan, de opvattingen over de Opleiding Interne Geneeskunde verder aangescherpt kunnen worden. Hierdoor zullen de kwaliteit van het curriculum, het leerklimaat en de opleiding in totaliteit nog verder verbeteren.



63

Bijlage 1 Begrippenlijst AIOS

Arts(en) In Opleiding tot (medisch) Specialist

ANIOS

Arts(en) Niet In Opleiding tot (medisch) Specialist

Bekwaamheidsniveau

Minimale combinatie van kennis, kunde en gedrag die nodig is om een omschreven vaardigheid op een bepaald niveau te beheersen

BBOV-huisje

Een afbeelding van een huisje waarin verschillende onderdelen van het opleidingsplan zijn ondergebracht En welke een samenvatting geeft van het opleidingsplan als geheel

CanMeds

Canadian Medical Education Directives for Specialists

CAT (Critically Appraised Topic)

Presentatie van een antwoord op een individuele klinische vraag

Competentie

• Het vermogen om een professionele activiteit in een specifieke context adequaat uit te voeren door geïntegreerde aanwezigheid van kennis, vaardigheden en attitude

• Een getoonde bekwaamheid of gedragsrepertoire waaruit blijkt dat kennis, vaardigheden, attitude, eigenschappen en inzichten in het handelen zijn geïntegreerd

360° Feedback Gestructureerde beoordeling van een persoon of groep door staf, assistenten, analisten en andere medewerkers met wie geleerd en/of gewerkt wordt

Kerncompetentie

Een van de 7 competentiegebieden volgens CanMeds: Medisch handelen, Samenwerking, Communicatie, Kennis en wetenschap, Maatschappelijk Handelen, Organisatie en Professionaliteit Voor de opleiding Interne Geneeskunde toegevoegd: Reflecteren

KPB (Korte Praktijk Beoordeling) Ook wel KKB (Korte Klinische Beoordeling)

Instrument om gestructureerde feedback te geven op een geobserveerde taak die door de AIOS in de praktijk wordt uitgevoerd

Opleidingsplan NOP ROP LOP POP

• Een opleidingsplan geeft een beschrijving van de opleiding tot specialist • Het omvat het geheel van eindcompetenties, onderwijsmethode, -

activiteiten en –materiaal, toetsing en kwaliteitszorg over het opleidingsplan

• Dit geheel wordt beeldend samengevat in het ‘BBOV-huisje’ Nationaal opleidingsplan Regionaal opleidingsplan Lokaal opleidingsplan Persoonlijk opleidingsplan

Portfolio Een verzameling van documenten, waarin de verplichtingen voortvloeiende uit dit besluit en de specifieke besluiten worden bijgehouden, en waaruit de voortgang van de opleiding en de zelfreflectie van de AIOS blijken. Het bevat ten minste de documenten ten behoeve van de beoordeling van de AIOS, de gehouden voordrachten en referaten, de gepubliceerde artikelen, de gevolgde cursussen en de uitgevoerde verrichtingen.

Reanimatietraining BLS

Reanimatietraining Basic Life Support



64

Thema

• Omschreven gebied van stoornissen, problemen en/of situaties, relevant en/of kenmerkend voor het vakgebied

• Thema’s geven als het ware een indeling van de opleiding op basis van de werkzaamheden van de specialist

• Thema’s zijn bundelend en vereenvoudigend, geven overzicht over het specialisme en vormen een leidraad voor het opleidingsplan, en dus ook voor de toetsing

• Thema’s zijn idealiter een vereenvoudigde weergave van een zo groot mogelijke dekking van het vakgebied



65

Bijlage 2 Planning Introductie-Onderwijsprogramma Arts-assistenten Deel 1 Algemeen Dag 1 (maandag) 12.30 - 13.00 Ontvangst en introductie Antonius Academie 13.00 - 13.30 Bibliotheek 13.30 - 14.00 Patiënt- en Marketingcommunicatie 14.00 - 14.20 Introductie Klinische Chemie 14.20 - 14.40 Introductie Nucleaire Geneeskunde 14.40 - 15.00 Introductie Mortuarium 15.00 - 15.15 Pauze 15.15 - 15.45 Introductie Pathologie 15.45 - 16.15 Introductie Medische Microbiologie en Immunologie 16.15 - 16.45 Introductie Klinische Farmacie 16.45 - 17.30 Pauze 17.30 - 20.30 Training Werken met het EPD Dag 2 (dinsdag) 11.00 - 12.00 Pretest Acute Geneeskunde 12.00 - 12.30 Pauze 12.30 - 13.00 Weefsel- en orgaandonatie 13.00 - 13.45 Introductie SEH 13.45 - 14.20 Omgaan met schokkende gebeurtenissen 14.20 - 14.30 Pauze 14.30 - 17.00 Workshop Patiëntveilig handelen 17.00 - 17.30 Pauze 17.30 - 20.30 Training Registeren van DBC’s Planning Deel 2 Acute Geneeskunde Dag 3 AB-Problematiek (woensdag) 08.00 - 08.45 Airway

08.45 - 09.30 Breathing

09.30 - 09.45 Pauze

09.45 - 11.30 Simulatiesessie

11.30 - 12.15 ALS-theorie

12.15 - 12.45 Pauze

12.45 - 13.45 ALS-theorie

13.45 - 14.45 Simulatie sessie ALS/BLS

14.45 - 15.00 Pauze

15.00 - 16.30 Simulatie sessie ALS/BLS



66

Dag 4 C-problematiek en Reanimatietraining (donderdag) 08.00 - 09.00 C-problematiek (shock)

09.00 - 10.00 Reanimatieprotocol

10.00 - 10.15 Pauze

10.15 - 12.15 Simulatiesessie Reanimatietraining

12.15 - 12.45 Pauze

12.45 - 14.45 ATLS Light

14.45 - 15.00 Pauze

15.00 - 16.00 Simulatiesessie Opvang traumapatiënt

16.00 - 17.00 Sepsis en SIT-criteria

Dag 5 Casuïstiek10 (vrijdag)

08.00 - 09.00 Patiënt met een acute buik

09.00 - 10.00 Patiënt met pijn op de borst

10.00 - 10.15 Pauze

10.15 - 11.00 De benauwde patiënt

11.00 - 12.00 Simulatiesessie …

12.00 - 12.45 Pauze

12.45 - 13.45 De niet-aanspreekbare patiënt (niet traumatisch)

13.45 - 14.45 Simulatiesessie Opvang patiënt in shock

14.45 - 15.00 Pauze

15.00 - 16.00 Simulatiesessie Opvang niet-aanspreekbare patiënt

16.00 - 17.00 Posttest Acute Geneeskunde

10 Diagnostiek en eerste behandeling, SEH patiënt & afdelingspatiënt


St. Antonius Ziekenhuis Versie 1.0 Nieuwegein – Utrecht, mei 2011

67

Bijlage 3 Matrix Klinische Presentaties en Klinische settings

Bijlage 3 Matrix Klinische Presentaties en Klinische settings

Klinische PresentatiesA2m A2v A2A 5B A3 5A C2* IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

Trombose en embolie * A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

thrombosebeen X Xthromboflebitis X

Longembolie X X X XTrombofilie X X X Xoverbrugging antistollingstherapie rondom inbegrepen X XVerhoogde bloedingsneiging A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

Trombocytopenie X X X XTrombocytenfunctiestoornissen X X XBloedingscomplicaties bij antistolling X X X X X XThoracale pijn A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

Intercostaalneuralgie Xtietze/Bornholm/costochondritis X X XOesofaguspathologie X X X X X Xpericarditis/myocarditis X XMaligniteit X X X X X X X(postherpetische) neuropathie X X XAnemie A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

typering anemie X X X X X X X X X X X X Xbeenmergremming w.o. medicamenteus en infectieus X X X Xanemie bij chronische ziekte X X X X X X X X X XVoedingsdeficiënties X X Xchronisch bloedverlies tractus digestivus X X X X XMenometrorragie X Xbeenmergziekten w.o. leukemie en metastasering X X Xaangeboren aandoeningen w.o. hemoglobinopathie X X(auto-immuun)hemolyse X XNierinsufficiëntie X X X X Xgestoorde vertering X X Xgestoorde resorptie X X X

* = Spoedpoli, acute opname afdeling en SEH

Klinische settings

68

Bijlage 3

Koorts A2m A2v A2A 5B A3 5A C2* IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

luchtweginfectie / pneumonie X X X X X Xurineweginfecties X X X X X Xwekedeleninfectie/osteomyelitis X Xdiverticulitis, enterocolitis X(gegeneraliseerde) virale infectie X Xkoorts uit (sub)tropen, met name tyfus X X Xfebris eci (FUO) X X X Xartritis X X X Xinfectie hogere luchtwegen/sinusitis X X X X Xsysteemziekten/bindweefselziekten X Xperiodieke koortssyndromen X Xparaneoplastische koorts/maligne lymfoom X X X X Hypotensie en Shock A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

hypovolemische shock X X Xcardiogene shock X X X Xobstructieve shock X X Xdistributieve shock X X Xinfuus beleid X X Xinotropica beleid X X X XOedeem A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

trombose/posttrombotisch syndroom X X X Xovergevoeligheidsreactie X Xidiopathisch/cyclisch X Xveneuze insufficiëntie X X Xmedicamenteus geïnduceerd Xhartfalen, pericarditis X X X Xpulmonale hypertensie X Xlevercirrose/leverfalen X Xhypoalbuminemie X X Xlymfoedeem X X X X X X

*= Spoedpoli, acute opname afdeling en SEH

69

Bijlage 3

Collaps A2m A2v A2A 5B A3 5A C2* IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

afwijkende vasculaire tonus en volumestatus X X X X Xvasovagaal X X X Xorthostatische hypotensie X X X X X Xoverige oorzaken: X XMedicatie X X X XDyspnoe A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

hyperventilatiesyndroom X X Xobstructief longlijden X X X Xdiffuse parenchymateuze longziekten Xrestrictief longlijden/aandoening thorax-wand Xhartfalen, myocardinfarct X X X X XPericarditis X XHypertensie A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

essentiële hypertensie X X X X X X X X Xmedicamenteus/toxisch, w.o. orale anit-conceptie X XAlcohol X XGlycerinezuur X X X X≤ stadium II nefropathie X Xendocriene oorzaken X X Xvasculaire oorzaken X Xnefrogene oorzaken X X XOSAS X Xhypertensie tijdens zwangerschap X X X> stadium II nefropathie X X X


70

Bijlage 3

Diabetes mellitus A2m A2v A2A 5B A3 5A C2* IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

DM type 1 X X X X X X X X XDM type 2 X X X X X X X X XNeuropathie X≤ stadium II diabetische nefropathie X X Xcardiovasculair risicomanagement X X Xoverige typen DM Xontregeling diabetes X X X X X X X X X Xperioperatieve glucose regulatie X Xpolycysteus-ovariumsyndroom XInsulinepomptherapie X> stadium II diabetische nefropathie X X Xnefrotisch syndroom X X Xdiabetes tijdens zwangerschap X Xdiabetische voet X X X XDorst en polyurie A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

primaire polydipsie X Xmedicamenteus/toxisch X X X Xcentrale diabetes insipidus X X X Xnefrogene diabetes insipidus X X X XHuidafwijkingen A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

Jeuk X X Xallergie en exantheem X X XGeneesmiddelallergie X Xhuidafwijkingen bij systeemziekten bijv.vasculitis, bindweefselziekten, sarcoidose X X X(para-)infectieuze huidafwijkingen X X X Xvasculaire huidafwijkingen (arterieel/veneus) X X Xhirsutisme/alopecia X


71

Bijlage 3

Hypothermie A2m A2v A2A 5B A3 5A C2* IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

koude expositie X X Xdrugs / alcohol etc X X X

endocrien X X XIcterus A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

toxische/medicamenteuze hepatitis X X X X XM. Gilbert X Xhemochromatose X X X Xhemolyse X X X X Xobstructie-icterus X X X Xlevercirrose X X X Xvirale hepatitis X Xoverige infectieuze hepatitis X X Xauto-immuunhepatitis X X Xlevermetastasen X X X X XTractus-digestivusbloedingen* A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

alle bloedingsoorzaken X X X XKlachten bovenste deel tractus digestivus A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

functionele dyspepsie X X X Xgastro-oesofageale reflux X X Xpeptisch ulcuslijden X X X X Xenteritis, enterocolitis X X X X Xmedicamenteus, o.a. morfinomimetica X X X X Xhik X X Xpsychiatrie w.o. boulimia en anorexia X X X


72

Bijlage 3

Veranderd defecatiepatroon A2m A2v A2A 5B A3 5A C2* IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

Obstipatie X X X X X X X Xhabituele obstipatie X XOverloopdiarree X X X X X XDiarree X X X X Xinfectieuze diarree X X X X X X XGemengd X Xmedicamenteuze oorzaken X XMotiliteitsstoornissen X XIBS X Xinflammatoire darmziekten X X X X Xmalabsorptie/short bowel X X X Xendocriene oorzaken X Xcoloncarcinoom/poliep X X X X Xpsychiatrische stoornissen/depressie X X X XBuikpijn A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

functionele klachten, IBS X X X X Xklachten uitgaande van de buikwand X X X Xenteritis, enterocolitis X X Xruimte-innemende processen X X X X Xinflammatoire darmziekten X X Xpeptisch ulcus X X X X Xpancreatitis, (peri)hepatitis X X X Xherniatie en postoperatieve problemen X X X XIntoxicaties A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

intoxicaties X X XChronische vermoeidheid A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

medicamenteuze oorzaken X(post)infectieus Xanalyse chronische vermoeidheid Xpsychiatrische toestandsbeelden Xslaapstoornissen/OSAS X


73

Bijlage 3

Verwardheid A2m A2v A2A 5B A3 5A C2* IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

Delier X X X X X X X X X nb andere oorzaken elders genoemdZwangerschap* A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

pre-existente hypothyreoïdie Xfysiologische veranderingen X Xnierziekten o.a. nefrotisch syndroom, DM X Xtrombose(profylaxe) X X Xpostpartumthyreoïditis X XLeveraandoeningen X X Xsyndroom van Sheehan/diabetes insipidus X Xrelevante pre-existente ziekte X XMedicatiebeleid X XAcute medische problemen A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

alle beelden bij andere presentaties genoemd X X X XBewustzijnsdaling en coma A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

alle beelden bij andere presentaties genoemd X X X XGewichtsverlies A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

verminderde calorie-inname X X Xmedicamenteus Xverhoogd energieverbruik Xthyreotoxicose XMaligniteiten X Xinflammatoire darmziekten X X Xverminderde calorie opname w.o. pancreasfalen, coeliakie, IBD X X Xhartfalen, COPD, nierinsufficiëntie, X X X X X Xinfecties, bindweefselziekten X Xendocriene stoornissen Xneurologische aandoeningen Xpsychiatrische aandoeningen X


74

Bijlage 3

Gewichtstoename A2m A2v A2A 5B A3 5A C2* IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

obesitas Xhypothyreoïdie Xmedicamenteus Xerfelijke aandoeningen Xziekte en syndroom van Cushing Xpolycysteus-ovariumsyndroom Xoverige endocriene stoornissen Xneurologische & psychiatrische stoornissen XElektroliet- en zuurbasestoornissen A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

hyper- en hypokaliëmie X X X X X Xhyper- en hyponatriëmie X X X X X X Xmetabole acidose en alkalose X X X Xrespiratoire acidose en alkalose X X X(gecombineerde) stoornissen van het

calcium, magnesium, fosfaat, chloor , lithium X X X XNierinsufficiëntie X X X XGewrichtsklachten A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

jicht, pseudojicht X X X X Xartrose X Xfibromyalgie Xsyndroom van Sjögren X X Xsysteemziekten w.o. reumatoïde artritis X XSLE, sclerodermie, psoriasis, PMR X XVasculitis X X X(post)infectieus w.o. soa

ziekte van Lyme, post-streptokokken Xparaneoplastische aandoeningen X Xcharcotgewricht X Xaseptische botnecrose X


75

Bijlage 3

Hematurie A2m A2v A2A 5B A3 5A C2* IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

cystitis, pyelonefritis X X X X X Xrepetitive strain (o.a. lange afstand lopen) X Xglomerulaire aandoeningen X X Xstenen, ADPKD, AVM, papilnecrose X X X X Xmaligniteiten X X X Xpostrenale oorzaken w.o. blaaspoliepen X X XProteïnurie A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

DM-nefropathie < st 2 X Xorthostatische proteïnurie X Xmicroalbuminurie door overige oorzaken X Xinfectieziekten X XDM-nefropathie > st 2 X Xnefrotisch en nefritisch syndroom X X Xerfelijke nierziekten X X Xparaproteïnemie, amyloïdose X X X Xmedicamenten X X XKlierzwellingen A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

infectieziekten X X X X X X Xvirale infecties w.o. EBV en CMV X Xbacteriële lymfadenitis w.o. Bartonella X X X Xparasitaire lymfadenitis w.o. Toxoplasma X X X Ximmunologische ziekten X Xsarcoïdose X X Xvirale infecties w.o. hiv Xbacteriële infecties w.o. tbc, soa X X X X X Xmetastasen, maligne lymfoom en leukemie X X XZwelling in de hals A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

benigne schildkliernodus X

struma/thyreoïditis X

congenitale processen X

speekselklier- en schildkliertumoren X X

maligniteit X X Xparagangliomen X

goedaardige zwellingen w.o. lipomen


76

Bijlage 3

Hirsutisme A2m A2v A2A 5B A3 5A C2* IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

medicamenteuze oorzaken X X

idiopathisch X

polycysteus-ovariumsyndroom X X

Hyperprolactinemie X

bijnierhyperplasie en -tumoren, ovarium-tumoren X XGynaecomastie* A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

puberteit X

Medicamenteus X

malnutritie X

pseudogynaecomastie X

mannelijk hypogonadisme, hyperthyreoïdie X

chronische nier- en leverziekten X X Xmammacarcinoom, testistumoren X XOverig

Galactorroe A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

Zwangerschap X

medicamenteus X X

mechanische stimulatie X

Hypothyreoïdie X X

Hyperprolactinemie X

Overig X

Transfusie van bloed en bloedbestanddelen* A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

indicatie erytocytentransfusie (inclusief massale transfusie, wisseltransfusie)

X X X X XX X

transfusiegerelateerde infectieziekten X X X


77

Bijlage 3

Palliatieve zorg A2m A2v A2A 5B A3 5A C2* IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

Pijnbehandeling X X X X Xanorexie en andere eetlust- of orale intake-gerelateerde problemen X X X X X

X Xdepressie, delier X X X X X X X X X Xnausea, constipatie, braken, diarree X X X X X X X X X X Xhoest, benauwdheid X X X X X Xhuidproblematiek (zweren, decubitus, jeuk) X X Xverminderd functioneren, verminderde autonomie X X X X X X X Xvermoeidheid, asthenie X X Xbijwerkingen van medicatie (zoals opioïden en chemotherapie): verdriet, angst en andere emotionele, sociale en psycho-logische problemen

X X X

X Xincontinentie en infecties X Xlevenseinde: abstinentiebeleid, niet-reanimeerbeleid, euthanasie, palliatieve sedatie

X XX X

Presentaties op grensvlak van de interne geneeskunde A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

KNO: parotitis, heesheid, sinusitis, epistaxis, glossitis, tonsillitis, faryngitis/ faryngeaal abces, vertigo, otitis, mastoïditis

X X XX

oogheelkunde: uveïtis, scleritis, episcleritis (rood oog), acute en chronische visus-daling, conjunctivitis, pijnlijk oog, sicca-syndroom, exoftalmie, gezichtvelduitval, cataract

X X X

Xpsychiatrie: bipolaire stoornis, angst-stoornis, delier, dementie, depressie, slaapstoornis, somatisatie, eetstoornissen, psychose, hallucinaties, wanen al dan niet in het kader van een somatische aandoening of medicamenteuze oorzaak

X X X X X X

Xneurologie: perifere neuropathie, hyper-tensieve encefalopathie, CTS, (dreigende) dwarslaesie, infecties van meningen en hersenen, hoofdpijn en migraine, Guillain-Barrré, myasthenia gravis, epilepsie, M.

Parkinson, dementie, TIA, MS, n.-facialisparese, evenwichtsstoornis, myopathie, myositisgynaecologie: menstruatie- en fertiliteit-stoornissen, polycysteus-ovarium-syndroom, chronische pijn onder in de buik, anticonceptie

X X


X X

78

Bijlage 3

Specifiek preventief handelen door de internist A2m A2v A2A 5B A3 5A C2* IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

vaccinaties (bijv. pneumokokken na milt-extirpatie, hepatitis-B bij dialysepatiënten etc.)

X X

Xreisadviezen (bijv. immunologisch gecompromitteerde patiënten) X

antibioticaprofylaxe (bijv. ingrepen bij patiënt met hartklepafwijkingen) X

leefstijl adviezen (bijv. afvallen bij hyper-tensie en diabetes mellitus, stoppen met roken)

X

osteoporose X X

medicatiesanering X X X X X X X

Afwijkingen bij laboratoriumonderzoek A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

hoge BSE X X Xleverenzymafwijkingen X X X X X X X Xelectrolietstoornissen (Na, K, Ca, PO4, Mg) X X X X X X Xstoornissen in het lipidenspectrum X X X Xstollingsstoornissen X X X X X Xurine-afwijkingen X X X X X Xanemie X X X X X X X X X X X X X Xpolycytemie X X Xtrombocytose/trombocytopenie X X Xleukocytose/leukocytopenie/afwijkende leukocytendifferentiatie X X X X X Xijzerstatus (ijzerverzadiging, ferritine) X X X X X X Xafwijkingen eiwitspectrum X X Xschildklierfunctietesten X X

Toevalsbevindingen bij beeldvormend onderzoek A2m A2v A2A 5B A3 5A C2 IC POLI Consulten Longen Cardiologie Nefrologie Oncologie Hematologie AG/Spoedpoli MDL

Neuro-imaging, bijvoorbeeld hypofyse-incidentaloom, empty sella X

Solide/cysteuze afwijking orgaan X X

Verdeking gemetastaseerde maligniteit X X X X X X

Organomegalie, bijvoorbeeld lever, milt, bijnier X X

Afwijkende botstructuur/wervelfractuur X X X X


79



80

Bijlage 4a Matrix Beroepsactiviteiten en geoperationaliseerde competenties

Kenmerkende beroeps activiteiten 1. k

enni

s/va

ardi

ghed

en

2. b

esch

ikba

re m

idde

len

toep

asse

n

3. e

tisch

e ve

rant

woo

rde

zorg

4. v

indt

info

rmat

ie

1. b

ehan

delre

latie

2. lu

iste

rt

3. b

espr

eekt

med

info

rmat

ie

4. v

ersl

agle

ggin

g

1. o

verle

gt m

et c

olle

ga's

2. v

erw

ijst a

dequ

aat

3.ef

fect

ief i

nter

colle

giaa

l con

sult

4. e

ffeci

eve

ente

rdis

cplin

aire

sam

enw

erki

ng

1. k

ritis

che

besc

houw

ing

info

rmat

ie

2. o

ntw

ikke

lt w

eten

scha

ppel

ijke

vakk

enni

s

3. p

ers

bij e

n na

-sch

olin

gspl

an

4. b

evor

dert

desk

undi

ghei

d an

dere

n

1. k

ent d

eter

min

enat

en z

iekt

en

2. b

ijdra

ge a

an g

ezon

dhei

dszo

rg

3. h

ande

lt vo

lgen

s w

ette

lijke

bepa

linge

n

4. h

ande

lt ad

equa

at b

ij in

cide

nten

1. b

alan

s w

erk,

opl

eidi

ng

2. d

oelm

atig

3. m

idde

len

vera

ntw

oord

bes

teed

4. g

ebru

ikt I

CT

adeq

uaat

1. n

iet-o

orde

lend

e ho

udin

g

2. re

flect

ie o

p ei

gen

func

tione

ren

3. re

flect

eren

met

pat

ient

4. re

flect

eren

met

pro

fess

iona

l

1. Stabiliseren acuut zieke patient x x x x x x x x x x KKB2. Opname acute patient x x x x x x x x x x x x x x KKB3. Opname electieve patient x x x x x x x x x x x x x x x x x KKB4. Overdracht (incl supervisie ontvangen) x x x x x x KKB5. Visite lopen x x x x x x x x x x x KKB6. Grote visite (incl diagnostisch/behandelplan) x x x x x x x x x x x x x x x KKB7. Gesprek patient / familie x x x x KKB8. Slecht nieuws gesprek x x x x x x x x x x x x x KKB9. Procedures / verrichtingen x x x x x x KKB10. Ontslag (voorlichting, medicatie, verslaglegging) x x x x x x x x x x KKB11. Consult (leveren) x x x x x x x x x x x x x KKB12. Poli intake x x x x x x x x x x x x x x x x x x KKB13. Presentatie geven x x x x x x CAT14. CAT x x x x x x KKB15. Complicatie bespreking / MIP melding x x x x x x x x x x x x x x x x KKB16. Onderwijs geven (bv aan co-ass) x x x x x x x KKB17. Behandeling / medicatie voorschrijven x x x x x x x x x KKB

Enige competentie die niet aan de orde komt is Organiseren: balans - werk -opleiding - komt vooral aan de orde bij iedere stage en voortgangsgesprekken met opleider en stagebegeleiders.

Competenties Maatsch. Hand. Organiseren Reflecteren ToetsenMedisch Hand. Communiceren Samenwerken Wetens. & Kennis



81

Bijlage 4b Matrix met per stage: Beroepsactiviteiten, competenties en toetsen

Zaalstages Toetsen

Kenmerkende beroepsactiviteiten� 1. k

enni

s/va

ardi

ghed

en

2. b

esch

ikba

re m

idde

len

toep

asse

n

3. e

this

che

vera

ntw

oord

e zo

rg

4. v

indt

info

rmat

ie

1. b

ehan

delre

latie

2. lu

iste

rt

3. b

espr

eekt

med

info

rmat

ie

4. v

ersl

agle

ggin

g

1. o

verle

gt m

et c

olle

ga's

2. v

erw

ijst a

dequ

aat

3.ef

fect

ief i

nter

colle

giaa

l con

sult

4. e

ffect

ieve

inte

rdis

cipl

inai

re s

amen

wer

king

1. k

ritis

che

besc

houw

ing

info

rmat

ie

2. o

ntw

ikke

lt w

eten

scha

ppel

ijke

vakk

enni

s

3. p

ers

bij e

n na

-sch

olin

gspl

an

4. b

evor

dert

desk

undi

ghei

d an

dere

n

1. k

ent d

eter

min

ante

n zi

ekte

n

2. b

ijdra

ge a

an g

ezon

dhei

dszo

rg

3. h

ande

lt vo

lgen

s w

ette

lijke

bepa

linge

n

4. h

ande

lt ad

equa

at b

ij in

cide

nten

1. b

alan

s w

erk,

opl

eidi

ng*

2. d

oelm

atig

3. m

idde

len

vera

ntw

oord

bes

teed

4. g

ebru

ikt I

CT

adeq

uaat

1. n

iet-o

orde

lend

e ho

udin

g

2. re

flect

ie o

p ei

gen

func

tione

ren

3. re

flect

eren

met

pat

iënt

4. re

flect

eren

met

pro

fess

iona

l

2. Opname acute patiënt x x x x x x x x x x x x x x x KPB3. Opname electieve patiënt x x x x x x x x x x x x x x x x x x KPB4. Overdracht (inclusief supervisie ontvangen) x x x x x x x KPB5. Visite lopen x x x x x x x x x x x KPB6. Grote visite (inclusief diagnostisch/behandelplan) x x x x x x x x x x x x x x x KPB7. Therapie x x x x x x x x x x KPB8. Gesprek patiënt/ familie x x x x x x KPB9. Slecht nieuws gesprek x x x x x x x x x x x x x KPB10. Procedures/ verrichtingen x x x x x x KPB11. Ontslag (voorlichting, medicatie) x x x x x x x x x x x KPB12. Intercollegiaal consult; verlenen en vragen x x x x x x x x x x x x x x x x KPB15. Complicatie bespreking / MIP melding x x x x x x x x x x x x x x x x x KPB16. Onderwijs geven x x x x x x x x x KPB17. Correspondentie x x x x x KPB

Totaal Zaalstage x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x

Maatschappelijkhandelen Organiseren Reflecteren

Medisch handelen Communiceren Samenwerken

Wetenschap & Onderwijs



82

SEH en Acute Geneeskunde Toetsen

Kenmerkende beroepsactiviteitenSHE en Acute geneeskunde 1.

ken

nis/

vaar

digh

eden

2. b

esch

ikba

re m

idde

len

toep

asse

n

3. e

this

che

vera

ntw

oord

e zo

rg

4. v

indt

info

rmat

ie

1. b

ehan

delre

latie

2. lu

iste

rt

3. b

espr

eekt

med

info

rmat

ie

4. v

ersl

agle

ggin

g

1. o

verle

gt m

et c

olle

ga's

2. v

erw

ijst a

dequ

aat

3.ef

fect

ief i

nter

colle

giaa

l con

sult

4. e

ffect

ieve

inte

rdis

cipl

inai

re s

amen

wer

king

1. k

ritis

che

besc

houw

ing

info

rmat

ie

2. o

ntw

ikke

lt w

eten

scha

ppel

ijke

vakk

enni

s

3. p

ers

bij e

n na

-sch

olin

gspl

an

4. b

evor

dert

desk

undi

ghei

d an

dere

n

1. k

ent d

eter

min

ante

n zi

ekte

n

2. b

ijdra

ge a

an g

ezon

dhei

dszo

rg

3. h

ande

lt vo

lgen

s w

ette

lijke

bep

alin

gen

4. h

ande

lt ad

equa

at b

ij in

cide

nten

1. b

alan

s w

erk,

opl

eidi

ng*

2. d

oelm

atig

3. m

idde

len

vera

ntw

oord

bes

teed

4. g

ebru

ikt I

CT

adeq

uaat

1. n

iet-o

orde

lend

e ho

udin

g

2. re

flect

ie o

p ei

gen

func

tione

ren

3. re

flect

eren

met

pat

iënt

4. re

flect

eren

met

pro

fess

iona

l

1. Stabiliseren acuut zieke patiënt x x x x x x x x x x KPB2. Opname acute patiënt x x x x x x x x x x x x x x x KPB4. Overdracht (inclusief supervisie ontvangen) x x x x x x x KPB7. Therapie x x x x x x x x x x KPB8. Gesprek patiënt/ familie x x x x x x KPB9. Slecht nieuws gesprek x x x x x x x x x x x x x KPB10. Procedures/ verrichtingen x x x x x x KPB11. Ontslag (voorlichting, medicatie) x x x x x x x x x x x KPB12. Intercollegiaal consult; verlenen en vragen x x x x x x x x x x x x x x x x KPB15. Complicatie bespreking / MIP melding x x x x x x x x x x x x x x x x x KPB17. Correspondentie x x x x x KPBTotaal SHE en Acute geneeskunde x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x






83

Diensten Toetsen


enni

s/va

ardi

ghed

en

2. b

esch

ikba

re m

idde

len

toep

asse

n

3. e

this

che

vera

ntw

oord

e zo

rg

4. v

indt

info

rmat

ie

1. b

ehan

delre

latie

2. lu

iste

rt

3. b

espr

eekt

med

info

rmat

ie

4. v

ersl

agle

ggin

g

1. o

verle

gt m

et c

olle

ga's

2. v

erw

ijst a

dequ

aat

3.ef

fect

ief i

nter

colle

giaa

l con

sult

4. e

ffect

ieve

inte

rdis

cipl

inai

re s

amen

wer

king

1. k

ritis

che

besc

houw

ing

info

rmat

ie

2. o

ntw

ikke

lt w

eten

scha

ppel

ijke

vakk

enni

s

3. p

ers

bij e

n na

-sch

olin

gspl

an

4. b

evor

dert

desk

undi

ghei

d an

dere

n

1. k

ent d

eter

min

ante

n zi

ekte

n

2. b

ijdra

ge a

an g

ezon

dhei

dszo

rg

3. h

ande

lt vo

lgen

s w

ette

lijke

bep

alin

gen

4. h

ande

lt ad

equa

at b

ij in

cide

nten

1. b

alan

s w

erk,

opl

eidi

ng*

2. d

oelm

atig

3. m

idde

len

vera

ntw

oord

bes

teed

4. g

ebru

ikt I

CT

adeq

uaat

1. n

iet-o

orde

lend

e ho

udin

g

2. re

flect

ie o

p ei

gen

func

tione

ren

3. re

flect

eren

met

pat

iënt

4. re

flect

eren

met

pro

fess

iona

l

1. Stabiliseren acuut zieke patiënt x x x x x x x x x x KPB2. Opname acute patiënt x x x x x x x x x x x x x x x KPB4. Overdracht (inclusief supervisie ontvangen) x x x x x x x KPB5. Visite lopen x x x x x x x x x x x KPB7. Therapie x x x x x x x x x x KPB8. Gesprek patiënt/ familie x x x x x x KPB9. Slecht nieuws gesprek x x x x x x x x x x x x x KPB10. Procedures/ verrichtingen x x x x x x KPB11. Ontslag (voorlichting, medicatie) x x x x x x x x x x x KPB12. Intercollegiaal consult; verlenen en vragen x x x x x x x x x x x x x x x x KPB15. Complicatie bespreking / MIP melding x x x x x x x x x x x x x x x x x KPB17. Correspondentie x x x x x KPB

Totaal Diensten x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x






84

ICU Toetsen


enni

s/va

ardi

ghed

en

2. b

esch

ikba

re m

idde

len

toep

asse

n

3. e

this

che

vera

ntw

oord

e zo

rg

4. v

indt

info

rmat

ie

1. b

ehan

delre

latie

2. lu

iste

rt

3. b

espr

eekt

med

info

rmat

ie

4. v

ersl

agle

ggin

g

1. o

verle

gt m

et c

olle

ga's

2. v

erw

ijst a

dequ

aat

3.ef

fect

ief i

nter

colle

giaa

l con

sult

4. e

ffect

ieve

inte

rdis

cipl

inai

re s

amen

wer

king

1. k

ritis

che

besc

houw

ing

info

rmat

ie

2. o

ntw

ikke

lt w

eten

scha

ppel

ijke

vakk

enni

s

3. p

ers

bij e

n na

-sch

olin

gspl

an

4. b

evor

dert

desk

undi

ghei

d an

dere

n

1. k

ent d

eter

min

ante

n zi

ekte

n

2. b

ijdra

ge a

an g

ezon

dhei

dszo

rg

3. h

ande

lt vo

lgen

s w

ette

lijke

bep

alin

gen

4. h

ande

lt ad

equa

at b

ij in

cide

nten

1. b

alan

s w

erk,

opl

eidi

ng*

2. d

oelm

atig

3. m

idde

len

vera

ntw

oord

bes

teed

4. g

ebru

ikt I

CT

adeq

uaat

1. n

iet-o

orde

lend

e ho

udin

g

2. re

flect

ie o

p ei

gen

func

tione

ren

3. re

flect

eren

met

pat

iënt

4. re

flect

eren

met

pro

fess

iona

l

1. Stabiliseren acuut zieke patiënt x x x x x x x x x x KPB2. Opname acute patiënt x x x x x x x x x x x x x x x KPB4. Overdracht (inclusief supervisie ontvangen) x x x x x x x KPB5. Visite lopen x x x x x x x x x x x KPB6. Grote visite (inclusief diagnostisch/behandelplan) x x x x x x x x x x x x x x x KPB7. Therapie x x x x x x x x x x KPB8. Gesprek patiënt/ familie x x x x x x KPB9. Slecht nieuws gesprek x x x x x x x x x x x x x KPB10. Procedures/ verrichtingen x x x x x x KPB11. Ontslag (voorlichting, medicatie) x x x x x x x x x x x KPB12. Intercollegiaal consult; verlenen en vragen x x x x x x x x x x x x x x x x KPB15. Complicatie bespreking / MIP melding x x x x x x x x x x x x x x x x x KPB16. Onderwijs geven x x x x x x x x x KPB17. Correspondentie x x x x x KPB

Totaal ICU x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x






85

Polikliniek stage Toetsen


enni

s/va

ardi

ghed

en

2. b

esch

ikba

re m

idde

len

toep

asse

n

3. e

this

che

vera

ntw

oord

e zo

rg

4. v

indt

info

rmat

ie

1. b

ehan

delre

latie

2. lu

iste

rt

3. b

espr

eekt

med

info

rmat

ie

4. v

ersl

agle

ggin

g

1. o

verle

gt m

et c

olle

ga's

2. v

erw

ijst a

dequ

aat

3.ef

fect

ief i

nter

colle

giaa

l con

sult

4. e

ffect

ieve

inte

rdis

cipl

inai

re s

amen

wer

king

1. k

ritis

che

besc

houw

ing

info

rmat

ie

2. o

ntw

ikke

lt w

eten

scha

ppel

ijke

vakk

enni

s

3. p

ers

bij e

n na

-sch

olin

gspl

an

4. b

evor

dert

desk

undi

ghei

d an

dere

n

1. k

ent d

eter

min

ante

n zi

ekte

n

2. b

ijdra

ge a

an g

ezon

dhei

dszo

rg

3. h

ande

lt vo

lgen

s w

ette

lijke

bepa

linge

n

4. h

ande

lt ad

equa

at b

ij in

cide

nten

1. b

alan

s w

erk,

opl

eidi

ng*

2. d

oelm

atig

3. m

idde

len

vera

ntw

oord

bes

teed

4. g

ebru

ikt I

CT

adeq

uaat

1. n

iet-o

orde

lend

e ho

udin

g

2. re

flect

ie o

p ei

gen

func

tione

ren

3. re

flect

eren

met

pat

iënt

4. re

flect

eren

met

pro

fess

iona

l

4. Overdracht (inclusief supervisie ontvangen) x x x x x x x KPB7. Therapie x x x x x x x x x x KPB8. Gesprek patiënt/ familie x x x x x x KPB9. Slecht nieuws gesprek x x x x x x x x x x x x x KPB11. Ontslag (voorlichting, medicatie) x x x x x x x x x x x KPB12. Intercollegiaal consult; verlenen en vragen x x x x x x x x x x x x x x x x KPB13. Poli consult x x x x x x x x x x x x x x x x x KPB15. Complicatie bespreking / MIP melding x x x x x x x x x x x x x x x x x KPB16. Onderwijs geven x x x x x x x x x KPB17. Correspondentie x x x x x KPB

Totaal Polikliniek stage x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x






86

Stages Cardiologie, Longziekten, Hematologie, Oncologie, Nefrologie en MDL Toetsen


enni

s/va

ardi

ghed

en

2. b

esch

ikba

re m

idde

len

toep

asse

n

3. e

this

che

vera

ntw

oord

e zo

rg

4. v

indt

info

rmat

ie

1. b

ehan

delre

latie

2. lu

iste

rt

3. b

espr

eekt

med

info

rmat

ie

4. v

ersl

agle

ggin

g

1. o

verle

gt m

et c

olle

ga's

2. v

erw

ijst a

dequ

aat

3.ef

fect

ief i

nter

colle

giaa

l con

sult

4. e

ffect

ieve

inte

rdis

cipl

inai

re s

amen

wer

king

1. k

ritis

che

besc

houw

ing

info

rmat

ie

2. o

ntw

ikke

lt w

eten

scha

ppel

ijke

vakk

enni

s

3. p

ers

bij e

n na

-sch

olin

gspl

an

4. b

evor

dert

desk

undi

ghei

d an

dere

n

1. k

ent d

eter

min

ante

n zi

ekte

n

2. b

ijdra

ge a

an g

ezon

dhei

dszo

rg

3. h

ande

lt vo

lgen

s w

ette

lijke

bep

alin

gen

4. h

ande

lt ad

equa

at b

ij in

cide

nten

1. b

alan

s w

erk,

opl

eidi

ng*

2. d

oelm

atig

3. m

idde

len

vera

ntw

oord

bes

teed

4. g

ebru

ikt I

CT

adeq

uaat

1. n

iet-o

orde

lend

e ho

udin

g

2. re

flect

ie o

p ei

gen

func

tione

ren

3. re

flect

eren

met

pat

iënt

4. re

flect

eren

met

pro

fess

iona

l

1. Stabiliseren acuut zieke patiënt x x x x x x x x x x KPB2. Opname acute patiënt x x x x x x x x x x x x x x x KPB3. Opname electieve patiënt x x x x x x x x x x x x x x x x x x KPB4. Overdracht (inclusief supervisie ontvangen) x x x x x x x KPB5. Visite lopen x x x x x x x x x x x KPB6. Grote visite (inclusief diagnostisch/behandelplan) x x x x x x x x x x x x x x x KPB7. Therapie x x x x x x x x x x KPB8. Gesprek patiënt/ familie x x x x x x KPB9. Slecht nieuws gesprek x x x x x x x x x x x x x KPB10. Procedures/ verrichtingen x x x x x x KPB11. Ontslag (voorlichting, medicatie) x x x x x x x x x x x KPB12. Intercollegiaal consult; verlenen en vragen x x x x x x x x x x x x x x x x KPB13. Poli consult x x x x x x x x x x x x x x x x x KPB15. Complicatie bespreking / MIP melding x x x x x x x x x x x x x x x x x KPB17. Correspondentie x x x x x KPB

Totaal stages x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x






87

Consulten stage Toetsen


enni

s/va

ardi

ghed

en

2. b

esch

ikba

re m

idde

len

toep

asse

n

3. e

this

che

vera

ntw

oord

e zo

rg

4. v

indt

info

rmat

ie

1. b

ehan

delre

latie

2. lu

iste

rt

3. b

espr

eekt

med

info

rmat

ie

4. v

ersl

agle

ggin

g

1. o

verle

gt m

et c

olle

ga's

2. v

erw

ijst a

dequ

aat

3.ef

fect

ief i

nter

colle

giaa

l con

sult

4. e

ffect

ieve

inte

rdis

cipl

inai

re s

amen

wer

king

1. k

ritis

che

besc

houw

ing

info

rmat

ie

2. o

ntw

ikke

lt w

eten

scha

ppel

ijke

vakk

enni

s

3. p

ers

bij e

n na

-sch

olin

gspl

an

4. b

evor

dert

desk

undi

ghei

d an

dere

n

1. k

ent d

eter

min

ante

n zi

ekte

n

2. b

ijdra

ge a

an g

ezon

dhei

dszo

rg

3. h

ande

lt vo

lgen

s w

ette

lijke

bep

alin

gen

4. h

ande

lt ad

equa

at b

ij in

cide

nten

1. b

alan

s w

erk,

opl

eidi

ng*

2. d

oelm

atig

3. m

idde

len

vera

ntw

oord

bes

teed

4. g

ebru

ikt I

CT

adeq

uaat

1. n

iet-o

orde

lend

e ho

udin

g

2. re

flect

ie o

p ei

gen

func

tione

ren

3. re

flect

eren

met

pat

iënt

4. re

flect

eren

met

pro

fess

iona

l

4. Overdracht (inclusief supervisie ontvangen) x x x x x x x KPB5. Visite lopen x x x x x x x x x x x KPB7. Therapie x x x x x x x x x x KPB8. Gesprek patiënt/ familie x x x x x x KPB9. Slecht nieuws gesprek x x x x x x x x x x x x x KPB10. Procedures/ verrichtingen x x x x x x KPB11. Ontslag (voorlichting, medicatie) x x x x x x x x x x x KPB12. Intercollegiaal consult; verlenen en vragen x x x x x x x x x x x x x x x x KPB15. Complicatie bespreking / MIP melding x x x x x x x x x x x x x x x x x KPB17. Correspondentie x x x x x KPB

Totaal Consulten stage x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x






88

Expliciete onderwijsmomenten Toetsen


enni

s/va

ardi

ghed

en

2. b

esch

ikba

re m

idde

len

toep

asse

n

3. e

this

che

vera

ntw

oord

e zo

rg

4. v

indt

info

rmat

ie

1. b

ehan

delre

latie

2. lu

iste

rt

3. b

espr

eekt

med

info

rmat

ie

4. v

ersl

agle

ggin

g

1. o

verle

gt m

et c

olle

ga's

2. v

erw

ijst a

dequ

aat

3.ef

fect

ief i

nter

colle

giaa

l con

sult

4. e

ffect

ieve

inte

rdis

cipl

inai

re s

amen

wer

king

1. k

ritis

che

besc

houw

ing

info

rmat

ie

2. o

ntw

ikke

lt w

eten

scha

ppel

ijke

vakk

enni

s

3. p

ers

bij e

n na

-sch

olin

gspl

an

4. b

evor

dert

desk

undi

ghei

d an

dere

n

1. k

ent d

eter

min

ante

n zi

ekte

n

2. b

ijdra

ge a

an g

ezon

dhei

dszo

rg

3. h

ande

lt vo

lgen

s w

ette

lijke

bep

alin

gen

4. h

ande

lt ad

equa

at b

ij in

cide

nten

1. b

alan

s w

erk,

opl

eidi

ng*

2. d

oelm

atig

3. m

idde

len

vera

ntw

oord

bes

teed

4. g

ebru

ikt I

CT

adeq

uaat

1. n

iet-o

orde

lend

e ho

udin

g

2. re

flect

ie o

p ei

gen

func

tione

ren

3. re

flect

eren

met

pat

iënt

4. re

flect

eren

met

pro

fess

iona

l

14. Presentatie geven/ CAT x x x x x x x CAT/ KPB16. Onderwijs geven x x x x x x x x x KPB

Totaal expliciete onderwijsmomenten x x x x x x x x x x x x






89

Bijlage 5a Overzicht Cursorisch Onderwijs

Cursus en ander onderwijs

Wanneer Plaats

Organisatie Duur uren/dagen

Toetsing ja/nee

Competenties

Opmerking

Landelijk Onderwijs

Internistendagen Alle jaren Maastricht NIV 2 Nee Alle Jaarcongres internisten Kennistoets 2e en 4e jaar e-toets NIV 1 JA KW jaarlijks

Regionaal Onderwijs

COIG (voor 1de en 2de jaar) 10 maal in 2 jaren

Driebergen UMCU/ OOR 10 Presentatie casus

KW, MH

Docenten ook door onszelf geleverd

COIG ( voor jaar 3- 4) 2 per jaar Amersfoort NIV 2 ja KW,C

Lokaal Onderwijs *

Introductieprogramma: Algemeen + acute geneeskunde

1e of 2e maand Nieuwegein St. Antonius Academie

1 week ja KW,O,Pro Zie bijlage 3

Introductie Interne Geneeskunde

Bij indiensttreding

Nieuwegein Vakgroep 2 maanden ja alle Aan eind een bekwaamheidsverklaring

Cursorisch Onderwijs Interne Geneeskunde (COIG)

10 maal per jaar, ter voorbereiding regionale COIG

Nieuwegein Vakgroep 20 uren minimaal

soms KW,C,O,S,Pro

ECG Cursus 1- 2 maal per maand

Nieuwegein Vakgroep cardiologie

10 uur ja KW.MH Door Dr. Ascoop, oud-opleider cardiologie

Journal-club/CAT wekelijks Nieuwegein Vakgroep 40 Ja KW,C,MH Met steun van bibliotheek

Communicatie 2 Nieuwegein Vakgroep 8 ja C,P Discipline Overstijgend Onderwijs

5x per jaar Nieuwegein St. Antonius Academie

1,5 uur MH/KW/C/S/O/MA/Pro

E-ducatieprogramma Medisch

Continue Internet Antonius Academie

Variabel Variabel MH, KW, Pro Meerdere e-modulen

Competenties: MH = Medisch Handelen, KW = Kennis en wetenschap, C = Communicatie, S = Samenwerking, O = Organisatie, MA = Maatschappelijk Handelen, Pro = Professionaliteit * indien mogelijk wordt het onderwijs ook gevolgd op de locatie Utrecht dmv videoconferencing



90

Bijlage 5b Overzicht Onderwijsbesprekingen

Onderwijsbespreking Wanneer Plaats

Organisatie Duur uren/dagen

Toetsing ja/nee

Competenties

Opmerking

ECG Cursus 1- 2 maal per maand

Nieuwegein Vakgroep cardiologie

10 uur ja KW.MH Door Dr. Ascoop, oud-opleider cardiologie

Journal-club/CAT wekelijks Nieuwegein Vakgroep 40 Ja KW,C,MH Met steun van bibliotheek

Communicatie

2 Nieuwegein Vakgroep 8 ja C,P

Discipline Overstijgend Onderwijs

5x per jaar Nieuwegein St. Antonius Academie

1,5 uur MH/KW/C/S/O/MA/Pro

Acute Geneeskunde wekelijks Nieuwegein, skillslab

Vakgroep 1 uur Ja KPB MH, C, Pro

Door Geers, Meinders

Probleem bespreking 2 wekelijks Nieuwegein Vakgroep 2 uur Ja MH, KW Iedere afdeling presenteert een casus

Obductie bespreking 2-3 wekelijks Nieuwegein Vakgroep 2 uur Ja MH, KW, C Om de 6 weken gezamenlijk met de afdeling longziekten

Medische Microbiologie 1 maal per maand

Nieuwegein Vakgroep en medische microbiologen

1 uur Ja MH, KW, C Consultatieve Geneeskunde

Complicatie bespreking 1 maal per maand

Nieuwegein Vakgroep 1 uur Ja MH, C, S, O, Pro Coördinator F. Storms

Thema onderwijs 1 maal per maand

Nieuwegein Vakgroep 1 uur Ja MH, C, MA, Pro Diverse thema’s: biologicals, palliatieve zorg, stervensbegeleiding

MICRO Teaching 2 wekelijks Nieuwegein Vakgroep 1 uur Ja MH, KW Interessante casus van de week met terugrapportage en zoekvraag.



91

Bijlage 6 Beoordelingsformulieren De bijgevoegde opleidingsformulieren worden alleen nog door AIOS en opleider ingevuld tijdens de overgangsfase (tot medio mei 2014) naar het gebruik van het E-portfolio. De beoordelingsformulieren zijn ook te downloaden op de website: http://www.umcutrecht.nl/subsite/rocu/portfolio-rocu/Sjablonen_en_formulieren.htm



92



93



94



95



96



97



98

Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Heelkunde · 2017. 2. 9. · Lokaal Opleidingsplan...

Documents

Transcript of Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Heelkunde · 2017. 2. 9. · Lokaal Opleidingsplan...