Lijst Examenvragen GBO Volgens Inhoudstafel

Slechts dit document, waarin de oningevulde theorievragen van de exames van het vak Bijzondere

Overeenkomsten tussen de periode 2002-2011 te vinden zijn, is een officieel document dat verspreid

werd door het Instituut voor Contractenrecht. Alle andere (afwijkende) documenten zijn op eigen

risico te gebruiken.

Theorievragen: vak Bijzondere Overeenkomsten voor de periode 2002 tot en met 2011

Lijst examenvragen BO periode 2002-2011

Met welke techniek (inzake bijzondere overeenkomsten) kan u van uw tegenpartij

bewijsmateriaal opvorderen, op een efficiënte manier, dus zonder dat de tegenpartij

documenten kan doen verdwijnen? Hoe zal u dat concreet organiseren?

Bespreek het verschil tussen bewaargeving, bruiklening, huur, bezetting ter bede en

aanneming.

OVEREENKOMSTEN INZAKE OVERDRACHT VAN EIGENDOM

HOOFDSTUK 1. KOOP

Hoe anders is de nietigheid van de koop wanneer de zaak tenietgaat vóór de koop

dan wel daarna? Wat is de reden van dit verschil?

Bij wie ligt het risico bij een voorwaardelijke koop (ontbindend en opschortend)?

Vergelijk dit met het risico bij een nietige koop.

A koopt een stuk grond van B. Daarna sluit hij met B een overeenkomst om een huis

te bouwen. Wat moet er notarieel worden verleden?

Waar vinden we in ons BW een voorbeeld van de informatie-asymmetrie tussen

koper en verkoper?

§1. Kenmerken

1. Eigendomsoverdracht

Er bestaan koopcontracten die pas voltrokken zijn bij de betaling van een voorschot

van 15% van de koopprijs. JUIST of FOUT?

Een verkoopconcessie is een koopovereenkomst. JUIST of FOUT?

A verkoopt zijn huis aan B per notariële akte op 5 december 2003. B verkoopt het

huis aan C die zijn notariële aankoopakte overschrijft op 12 december 2003. A

verkoopt echter zelf ook nog eens diezelfde woning aan D die zijn aankoopakte laat

overschrijven op 15 december 2003. Wie is eigenaar erga omnes?

Wie kan de nietigverklaring inroepen bij de verkoop van andermans zaak? Waarom

wel of waarom niet?

Wat is het belang van het flikkermoment?

Is sterkmaking bruikbaar bij aankoop van onroerend goed?






Toon aan met een duidelijk voorbeeld of de regel Nemo plus iuris transferre potest,

quam ipse habet in de context van de dubbele verkoop van een onroerend goed al

dan niet wordt gevolgd. Wat is in die context het belang van het flikkermoment?

Toon aan hoe “constructive notice” een rol speelt voor de tegenwerpelijkheid van de

verkoop van een machine tussen verkoper A en koper B, aan C die een schuldeiser

is van A.

A koopt een TV van winkelier B, met beding van eigendomsvoorbehoud. Daarna

verkoopt A zijn TV door aan C. Is C dan eigenaar van die TV?

Pierre koopt een wasmachine in een Carlefour-warenhuis t.w.v. 550 euro, te betalen

middels een som bij aankoop (150 euro) en vier wekelijkse schijven. De volgende

dag beklaagt Pierre zich zijn aankoop. Geen nood, hij heeft een verzakingsrecht.

JUIST of FOUT?

Leg uit hoe bij een koop een ingebrekestelling een ‘shift van het risico’ kan teweeg

brengen. Waarom is dat? Welke correctie bestaat hierop?

Eigendomsoverdracht bij koop grijpt steeds solo consensu plaats. JUIST of FOUT?

A verkoopt zijn huis aan B op T1. B schrijft zijn titel niet over. A verkoopt het huis

eveneens aan C (die te goeder trouw is) op T2. C schrijft zijn titel over op T3. C

verkoopt het huis aan D (die te kwader trouw is) op T4. D schrijft zijn titel over op T5.

Wie is eigenaar van het huis en waarom?

A verkoopt zijn huis aan B. B schrijft zijn titel niet over. B verkoopt zijn huis aan B1.

B1 schrijft zijn titel over. A verkoopt zijn huis ook aan C. C schrijft zijn titel over, maar

net een dag na de overschrijving door B1. Wie is eigenaar van het huis en waarom?

Leg uit waarom de regeling van verkoop van andermans zaak in de cursus wordt

besproken na de vrijwaring voor uitwinning.

Hoe anders is de nietigheid van de koop wanneer de zaak tenietgaat vóór de koop

dan wel daarna? Wat is de reden van dit verschil?

Leg uit hoe de res perit debitori en de res perit creditori-regel werken bij een gewoon

koopcontract, bij een koop onder opschortende voorwaarde, bij een koop onder

ontbindende voorwaarde en bij een nietige koop.

Bespreek de geldigheid en de tegenwerpelijkheid van een beding van

eigendomsvoorbehoud in het gemene kooprecht. In welke mate wijken de Wet

Consumentenkrediet en de Woningbouwwet hiervan af?






De overgang van risico bij koop is steeds gekoppeld aan de eigendomsovergang.

JUIST of FOUT?

Marie koopt een huis van Esther. Na de compromis blijkt dat Esther mede-eigenaar is

van die woning, samen met haar boer Björn. Marie voelt zich gefopt. Wat kan zij

doen?

Wat is voor een derde het belang van de exceptie van overschrijving wanneer het

gaat over de verkoop van een stuk grond? Leg uit onder welke voorwaarden hij zich

daar op kan beroepen

2. Geldprijs

§2. Totstandkoming

1. Toestemming- en wilsovereenstemming

Wat is het nut van een koop met commandverklaring?

Heeft het lichten van de optie door de koper bij een eenzijdige verkoopbelofte

terugwerkende kracht? Geef drie redenen waarom het antwoord van belang is.

Maak een clausule in een contract van verkoop van aandelen waarbij A ten gunste

van partij B een call-optie geeft, en ook een first refusal recht.

Formuleer een clausule voor een contract van verkoop van aandelen waarbij A ten

gunste van partij B een put-optie geeft en ook een first offer recht.

Vergelijk de commandverklaring met drie andere verwante rechtsfiguren. Leg goed uit

waarin het verschil precies bestaat.

Een voorkooprecht moet, naast de bepaling van het betreffende goed, een bepaalde

of bepaalbare prijs omvatten. JUIST of FOUT?

Vergelijk de overgang van risico bij koop, aanneming en Woningbouwwet. Waarom

deze verschillen?

2. Gebreken in de toestemming

3. Bekwaamheid

Enkel de echtgenoten zelf kunnen zich beroepen op de vernietigbaarheid van een

tussen hen gesloten koopovereenkomst (art. 1595 BW). JUIST of FOUT?

4. Voorwerp

5. Vorm

6. Bewijs

7. Interpretatie






§3. Verbintenissen van de verkoper

Hoe gaan de verschillende regimes van de koop om met diensten die worden

geleverd in samenhang met de verschaffing van een zaak?

1. Levering

2. Vrijwaring voor uitwinning

Leg uit waarom de regeling van verkoop van andermans zaak in de cursus wordt

besproken na de vrijwaring voor uitwinning.

Welke twee vormen van geanticipeerde vrijwaring voor uitwinning bij koop staan de

koper ter beschikking? Leg uit

Welke schadevergoeding krijgt de koper bij volledige uitwinning? Leg uit en wees

volledig.

3. Vrijwaring voor verborgen gebreken. Gemeen recht

4. Vrijwaring voor gebreken. Wet Consumentenkoop

Vergelijk non-conformiteit in het gemene recht en bij consumentenkoop?

Formuleer een clausule inzake meldingstermijn bij consumentenkoop die zo voordelig

mogelijk is voor uw cliënt, de verkoper.

5. Vrijwaring voor gebreken. Wet productaansprakelijkheid

§4. Verbintenissen van de koper

1. Zaak in ontvangst nemen

2. Prijs betalen

Bespreek grondig de gelijkenissen en verschilpunten tussen koop en aanneming op

het vlak van prijs en prijsbepaling en leg uit in welke mate daarbij wordt afgeweken

van het gemene verbintenissenrecht.

3. Bescherming van de onbetaalde verkoper

Wat is een oneigenlijke revindicatie en wat is het nut daarvan?

§5. Einde

1. Beding van wederinkoop






Wat is het gevolg voor derde-contractanten bij toepassing van een wederinkoop.

Waarom mag ik geen beding van wederinkoop opnemen in een contract dat

onderworpen is aan de Wet Breyne?

Wanneer de verkoper van een goed gebruikt maakt van een beding van wederinkoop

dat in de koopovereenkomst werd bedongen, dan zijn een tweede maal

registratierechten verschuldigd. JUIST of FOUT?

2. Vernietiging wegens benadeling

Kan een contract worden vernietigd wegens benadeling?

§6. Varia

1. Wet Consumentenkrediet

2. Wet marktpraktijken

3. Veiling en openbare verkopen

Bij een vrijwillige openbare verkoop komt de koop tot stand bij de toewijzing aan de

hoogste bieder. JUIST of FOUT?

Bij een veiling moet de verkoop niet openbaar gebeuren. JUIST of FOUT?

Wat is veiling?

Wanneer is een veiling een verkoop en wanneer is het een verdeling? Wat is het

belang van dit onderscheid?

4. Overdracht van schuldvordering – effectisering – factoring

Wat is effectisering?

Als de cedent een vordering overdraagt aan meerdere cessionarissen, dan gaat die

cessionaris voor, welke het eerst zijn contract vaste datum heeft bezorgd door de

registratie daarvan. JUIST of FOUT?

Benoem en bespreek kort alle contracten die bij een effectiseringsoperatie

voorliggen. Ga uit van een stille cessie van hypothecaire bankkredieten.

Wat is factoring? Bespreek de voordelen ervan en de juridische grondslag voor het

verhaal van de factor. Wees volledig

5. Concessie van alleenverkoop

Een verkoopconcessie is een koopovereenkomst. JUIST of FOUT?

In welke mate speelt de billijkheid een rol bij concessie van alleenverkoop? Waarom?

6. Internationale koop






HOOFDSTUK 2. KANSCONTRACTEN

§1. Kenmerken

§2. Spel en weddenschap

Een contract tussen studenten om poker te spelen met 25 euro inzet is nietig. JUIST

of FOUT?

Wat is de spelexceptie? Waarom bestaat deze regel?

§3. Lijfrente

De lijfrente is essentieel aflosbaar. JUIST of FOUT?

Bespreek de werking van het stilzwijgend ontbindend beding bij lijfrentecontracten.

Kan een koop met lijfrente van een onroerend goed worden vernietigd wegens

benadeling? Waarom (niet)? Op welke andere (specifieke) grond(en) kan die koop

eventueel nog worden vernietigd en wat zijn de voorwaarden hiervoor?

Partijen bij een contract met lijfrente kunnen contractueel in de gerechtelijke of

buitengerechtelijke ontbinding voorzien wegens de loutere niet-betaling van de

rentetermijnen. JUIST of FOUT?

Wanneer de rentegenieter overlijdt, houdt de verplichting van de renteplichtige om te

betalen op. JUIST of FOUT?

Elk contract met lijfrente is een kanscontract. JUIST of FOUT?

Leg uit waarom de kwade trouw van één der partijen bij lijfrentebedingen niet relevant

is. Illustreer met een voorbeeld

§4. Tontine, aanwas en terugval

Bespreek de clausule Istas bij het tontinebeding.

Bespreek het verschil tussen tontine, aanwas en terugval.

Een oude professor van 80 koopt samen met zijn derde echtgenote van 21 een huis.

In het contract nemen zij een aanwasbeding op. Kan hier sprake zijn van een

kanscontract? Wat is het belang van die kwalificatie?

Wat is het verschil tussen een tontinebeding en een beding van aanwas?

Formuleer een aanwasbeding dat niet onder bezwarende titel is.

HOOFDSTUK. 3. DADING






§1. Kenmerken

1. Vaststellingsovereenkomst en dading

De dading biedt partijen geen uitvoerbare titel. JUIST of FOUT?

Waarom kan men tegen een dading niet optreden wegens dwaling omtrent het recht?

Leg dat soort van dwaling concreet uit met een voorbeeld.

Leg het verschil uit tussen een dading en een vaststellingsovereenkomst. Wat zijn de

gevolgen van dit onderscheid?

Een dading afgesloten tussen de dader van een ongeval en de verzekeraar van het

slachtoffer, die optrad in naam en voor rekening van dat slachtoffer, bindt het slachtoffer

nooit. JUIST of FOUT?

Hoe en in welke mate had “Eddy van de chauffage” het slachtoffer kunnen worden

van een probleem bij de dadingsovereenkomst omtrent het ongeval met zijn vinger?

Waarom sluit art. 2052, lid 2 BW dwaling omtrent het recht uit als vernietigingsgrond?

Leg dat soort van dwaling concreet uit met een voorbeeld.

Een dading is altijd minstens ten dele declaratief, soms ook ten dele translatief.

Verklaar deze uitspraak. Geef voorbeelden.

2. Dading en andere rechtsfiguren

Vergelijk de rol van de rechter bij bindend advies, bemiddeling en dading

§2. Geldigheidsvereisten

1. Bekwaamheid

2. Toestemming

3. Voorwerp

§3. Vorm en bewijs

§4. Interpretatie

§5. Gevolgen

Tegen een dading kan geen benadeling worden ingeroepen, tenzij de rechter

simulatie aanvaardt. JUIST of FOUT?

OVEREENKOMSTEN INZAKE GENOT VAN EIGENDOM

HOOFDSTUK. 1. HUUR






Opdat indexering bij om het even welk schriftelijk huurcontract kan plaatsvinden,

moet daarin uitdrukkelijk zijn voorzien. JUIST of FOUT?

Het bestaan van een huurovereenkomst, dat door een van de partijen wordt betwist,

kan nooit door middel van getuigen en vermoedens worden bewezen. JUIST of

FOUT?

§1. Kenmerken

1. Algemene kenmerken

2. Bekwaamheid

3. Vormvereisten

Huurcontracten van onroerende goederen zijn tegenwerpelijk aan derden vanaf het

sluiten van de overeenkomst. JUIST of FOUT?

4. Gemene en bijzondere huur

Vergelijk het bestaan of niet bestaan van een contractuele relatie tussen verhuurder

en onderhuurder bij gemene huur, woninghuur en handelshuur.

§2. Gemene huur

1. Verbintenissen van de verhuurder

Wat is vereist opdat een exoneratiebeding in een parkingcontract zou geldig zijn?

2. Verbintenissen van de huurder

Moet de huurprijs in een huurovereenkomst worden geïndexeerd? Hoe creatief

kunnen partijen zijn in het uitwerken van een indexatieformule?

Welke werken mag de huurder in het gemene huurrecht niet doen? Waarin bestaat

precies het verschil bij handelshuur? Waarom dit verschil?

3. Beschermingsmechanismen voor de onbetaalde verhuurder

Wat is een beslag tot terugvordering?

Wat is het nut van een beslag tot terugvordering?

4. Duur

Een gemene huurovereenkomst afgesloten voor negen jaar wordt bij gebreke aan

tijdige opzegging na negen jaar stilzwijgend een huurovereenkomst van onbepaalde

duur. JUIST of Fout?

Moet een levenslange huur worden overgeschreven op het hypotheekkantoor?

Waarom wel of waarom niet?






Hoe anders is de rol van een opzegging bij een huurcontract van bepaalde duur en bij

een huurcontract van onbepaalde duur?

Wat is de opzegtermijn ingeval de huurder van een wagen, verhuurd voor 15

maanden, deze wil opzeggen?

Wat is de opzegtermijn ingeval de huurder die een villa aan de kust huurt voor een

periode van vier jaar, waar hij met zijn gezin regelmatig het weekend doorbrengt, de

huur wil opzeggen in het derde jaar. Hoeveel bedraagt de opzegtermijn?

5. Einde

Een schriftelijke 3/6/9 huur van een garage moet wettelijk altijd 1 maand voor het

verstrijken van huurtermijn worden opgezegd opdat de huur eindigt. JUIST of FOUT?

Illustreer de werking van een uitdrukkelijk ontbindend beding in het huurcontract van

een garage.

6. Onderhuur en overdracht van huur

Een contractueel verbod op onderhuur en huuroverdracht is niet toegelaten in

handelshuurcontracten. JUIST of FOUT?

7. Overdracht van het verhuurde goed zelf

In welke mate kan een uitzettingsbeding een rol spelen bij vervreemding van het

gehuurde goed? Vergelijk gemene huur, woninghuur en handelshuur.

Schrijf een eerbiedigingsbeding.

Wat is het belang van een huurcontract met vaste datum? Zijn er op dat vlak

verschillen tussen gemene huur, woninghuur en handelshuur?

§3. Woninghuur

1. Toepassingsgebied

2. Staat van het verhuurde goed

3. Duur

Een schriftelijke woninghuur van 4 jaar kan op het einde van het derde jaar door de

huurder worden opgezegd zonder enige vergoeding. JUIST of FOUT?

De verhuurder kan een woninghuurovereenkomst te allen tijde opzeggen om het

goed persoonlijk te laten betrekken door zijn neefje Jan. JUIST of FOUT?

De opzeg van een verhuurder die een woninghuur opzegt voor eigen gebruik met een

opzegtermijn van zes maand, waarna de huurder drie maand later een tegenopzeg






met opzegtermijn van een maand betekent, beëindigt de huurovereenkomst niet.

Juist of Fout?

Een huurder kan een woninghuurovereenkomst van 2,5 jaar die niet binnen twee

maanden na contractsluiting werd geregistreerd, te allen tijde beëindigen zonder

vergoeding. JUIST of FOUT?

Een woninghuurovereenkomst van 6 jaar is geldig. JUIST of FOUT?

Indien het huurcontract van een woning, waar de huurder weliswaar niet al te vaak

verblijft maar wel zijn domicilie heeft, geldt voor een periode van 2 jaar; is de opzeg

na het eerste jaar mogelijk? Wat is de opzegtermijn?

Wat is de opzegtermijn ingeval de verhuurder van een woning die tot hoofdverblijf

dient, wil opzeggen omdat zijn neefje er wil komen wonen. Wat zijn de modaliteiten

van de opzeg? Stel dat de huurder nog tijdens de door de verhuurder gegeven

opzegtermijn een nieuw verblijf huurt. Kan hij vermijden op twee plaatsen huur te

moeten betalen? Wat als blijkt dat het neefje zeven maanden later al weer verhuisd

is?

Vergelijk de stilzwijgende wederinhuring bij gemene huur, woninghuur en

handelshuur.

4. Prijs, kosten en lasten

Een indexatieclausule in een woninghuurovereenkomst die in een indexatie om de 2

jaar voorziet, is geldig. JUIST of FOUT?

5. Huurwaarborg

6. Overdracht van huur

Een uitzettingsbeding vormt een belangrijke correctie op de tegenwerpelijkheid van

een handelshuur en een woninghuur aan de nieuwe eigenaar, indien de huur vaste

dagtekening heeft voor de vervreemding. JUIST of FOUT?

7. Onderhuur



8. Overdracht van het verhuurde goed zelf





9. Procesrechtelijke aspecten






§4. Handelshuur

Huurbelofte is een meerzinnig begrip inzake handelshuur. Leg uit.


2. Duur

Een handelshuur van onbepaalde duur bestaat niet. JUIST of FOUT?

De opzeggingstermijn voor de huurder van een handelshuur van onbepaalde duur

(art. 14, lid 3 HHW) bedraagt 1 maand. JUIST of FOUT?

Jan besluit een krantenwinkeltje te openen in Leuven. Hij huurt een pand in de

Tiensestraat. Om het succes van zijn winkeltje te kunnen ‘testen’ komt hij met de

verhuurder overeen de huur te beperken tot 2 jaar. Hoe beoordeelt u de geldigheid

van een dergelijk contract? Wat zijn de opties van Jan tegen het verstrijken van het

tweede jaar? Wat is de positie van de verhuurder?

Wat is de opzegtermijn ingeval de huurder van een verplaatsbaar hot-dog-standje zijn

huurovereenkomst van 9 jaar wil opzeggen?

Wat is de opzetermijn ingeval de verhuurder bij het einde van de eerste driejarige

periode het goed waarin een kapperszaak is gevestigd, zelf wil betrekken? De

huurder meent dat de opzegging onterecht is aangezien de opzeggingsmogelijkheid

voor eigen gebruik niet met zoveel woorden in het contract stond. Quid?

3. Prijs, kosten en lasten

De huurder van een krantenwinkel in de Bondgenotenlaan vlak aan het Leuvense

station wil een huurprijsverlaging. De huurprijs, zoals (op 1 maart 2003) in de

huurovereenkomst bepaald, bedraagt 10.000 euro/maand. Daarmee deed de

verhuurder een goede zaak, vermits de normale huurwaarde toen slechts 9.500

euro/maand bedroeg. Nu blijkt de normale huurwaarde nog te zijn gedaald tot 8.450

euro/maand door de onverwachte, doch definitieve sluiting van het Leuvense

Station. Heeft zijn vordering kans op slagen? Leg uit

4. Verbouwingswerken

Zo de (negenjarige) huurovereenkomst dat uitdrukkelijk bepaalt, kan de verhuurder

van de kantoorruimten van C&A bij het verstrijken van elke driejarige periode de huur

beëindigen om het goed af te breken en weder op te bouwen. JUIST of FOUT?

De artikelen 7 tot en met 9 van de Handelshuurwet zijn van dwingend recht ter

bescherming van de verhuurder. Dat betekent dat de partijen afwijkende clausules

kunnen bedingen die de huurder benadelen. JUIST of FOUT?






5. Onderhuur en overdracht van huur

De B.V.B.A. Cantersteen kan de bovenste verdieping van het kantorengebouw dat zij

huurt, in onderhuurder geven aan haar financieel directeur, die aldaar zijn

hoofdverblijfplaats zal hebben. JUIST of FOUT?



6. Overdracht van het verhuurde goed

Een contractueel verbod op onderhuur en huuroverdracht is niet toegelaten in

handelshuurcontracten. JUIST of FOUT?

Een uitzettingsbeding vormt een belangrijke correctie op de tegenwerpelijkheid van

een handelshuur en een woninghuur aan de nieuwe eigenaar, indien de huur vaste

dagtekening heeft voor de vervreemding. JUIST of FOUT?





7. Huurhernieuwing

De onderhuurder, wiens handelszaak, die hij zelf tot stand bracht, door de weigering

van de hernieuwing van de hoofdhuur wegens afbraak en wederopbouw, tenietgaat,

moet zich voor het bekomen van de uitzettingsvergoeding rechtstreeks tot de

(hoofd)verhuurder wenden. JUIST of FOUT?

Zo de handelsverhuurder, in het kader van een hernieuwingsprocedure, andere

voorwaarden ter kennis brengt, wordt de huurder die niet reageert onweerlegbaar

geacht met de hernieuwing onder die voorwaarden in te stemmen. JUIST of FOUT?

8. Uitzettingsvergoeding

9. Procesrechtelijke aspecten

HOOFDSTUK. 2. LENING

§1. Bruiklening

1. Kenmerken

In 1963 heeft het Hof van Cassatie een arrest gewezen over bruikleen dat fel is

bekritiseerd in de rechtsleer. Leg die kritiek uit, maar leg ook uit waarom het






standpunt van het Hof toch wel bruikbaar is, maar op een andere manier. Hoe dan

wel?

Welke verschillen zijn er tussen bruiklening en bezetting ter bede?

De bruikleenovereenkomst heeft geen intuitu personae karakter. JUIST of FOUT?

Ontbinding is onmogelijk bij commodaat.

2. Verbintenissen van de ontlener

3. Verbintenissen van de uitlener

Waarom draagt de uitlener het risico van verlies van de uitgeleende zaak door

toeval? Welke uitzonderingen bestaan hierop? Verklaar waarom het risico in die

gevallen bij de ontlener ligt.

§2. Verbruiklening

1. Kenmerken

Welke gelijkenissen en verschillen zijn er tussen verbruiklening en quasi-

vruchtgebruik?

2. Verbintenissen van de ontlener

Bij insolvabiliteit van de verbruiklener kan de uitlener in geval van samenloop het

ontleende goed revindiceren. JUIST of FOUT?

Wat is een “acte de complaisance”?

De verbruiklener is enerzijds verplicht tot teruggave van de ontleende zaak en

anderzijds tot bewaring en behoud van die zaak tot op het ogenblik van teruggave.

JUIST of FOUT?

3. Lening op interest

HOOFDSTUK 3. VARIA

§1. Leasing

Bij vroegtijdige ontbinding van het contract lastens de leasingnemer, claimt de

leasinggever de wagen van 2 jaar oud en de verdere betaling van nog 2 jaar

leasingtermijnen. Kan dit? Motiveer uw antwoord.

Bespreek het onderscheid tussen leasing, huurkoop en verkoop op afbetaling.

Wat is het verschil tussen leasing en huurkoop?

Welke nuttige rol kan een derdenbeding spelen in een leasingovereenkomst?






Vertoont de wagen van de lessee een verborgen gebrek, dan is de lessor nooit

aansprakelijk. JUIST of FOUT?

Wij bespraken recente rechtspraak inzake leasing (Cassatie 8 november 2002) en

Brussel 23 juni 1999). Welk essentieel punt werd hierbij beslist?

Hoe en waarom heeft de rechtspraak schadebedingen in leasingcontracten

gemilderd?

Kan een leasingnemer een huurkoop toestaan aan een derde met betrekking tot het

geleasde goed?

1. Kenmerken en soorten

2. Franchising

3. Licentie

Op de licentieovereenkomst zijn zonder meer de regels van het gemene huurrecht van

toepassing. JUIST of FOUT?

DIENSTENOVEREENKOMSTEN

§1. Onderscheid aanneming, bewaargeving en lastgeving

§2. Onbenoemde en elders geregelde dienstenovereenkomsten

HOOFDSTUK. 1. AANNEMING

§1. Kenmerken

1. Omschrijving

2. Onderscheid

3. Beperkingen van de vrije keuze van medecontractant

Geef twee redenen waarom het belangrijk kan zijn dat een aannemer erkend is.

§2. Verbintenissen van de aannemer

1. Het werk goed uitvoeren

2. Het werk tijdig uitvoeren

3. Levering en teruggave

§3. Verbintenissen van de opdrachtgever

1. Het werk mogelijk maken






2. De prijs betalen

3. Aanvaarding

§4. Aansprakelijkheid

1. Aansprakelijkheid voor slechte of laattijdige uitvoering van het werk

2. Aansprakelijkheid voor lichte zichtbare gebreken

3. Aansprakelijkheid voor lichte verborgen gebreken

4. Tienjarige aansprakelijkheid

Als het dakgebinte van een woning na 5 jaar door houtrot wordt aangetast, kan de

bouwheer de aannemer in elk geval aanspreken op basis van art. 1792 B.W. JUIST

of FOUT?

5. In solidum aansprakelijkheid van aannemer en architect

Wat is het verschil tussen hoofdelijke aansprakelijkheid van aannemer en architect en

in solidum aansprakelijkheid van beiden?

Toon met een voorbeeld het verschil aan tussen hoofdelijke aansprakelijkheid van

aannemer en architect en in solidum aansprakelijkheid tussen aannemer en

architect.

6. Aansprakelijkheid ten aanzien van derden

Kan een boze buur de in solidum veroordeling bekomen van zijn buurman-bouwheer

en diens aannemer? Ook als in solidum veroordeling niet mogelijk zou zijn, op welke

gronden zal de boze buur mogelijks een afzonderlijke veroordeling bekomen:

a. Ten aanzien van de bouwheer: ________________________________

b. Ten aanzien van de aannemer: ________________________________

§5. Onderaanneming en neveaanneming

1. Omschrijving

2. Verhouding hoofdaannemer – onderaannemer

3. Verhouding hoofdaannemer – opdrachtgever

4. Verhouding onderaannemer – opdrachtgever

Wat is het nut van het voorrecht van de onderaannemer nu hij immers een

rechtstreekse vordering heeft?

Wat zijn de vereisten om als onderaannemer een rechtstreekse vordering te kunnen

instellen tegen de bouwheer?






Leg uit waarom de recente cassatierechtspraak over de rechtstreekse vordering van

de onderaannemer enerzijds leidt tot een verenging en anderzijds tot een verruiming.

Kan de bouwheer de elektricien, onderaannemer aangesteld door de algemene

aannemer, aanspreken voor fouten in de uitvoering van zijn werk? Zijn er speciale

voorwaarden?

§6. Risico

Vergelijk de risico-overdracht in het gemene aannemingsrecht en Wet Breyne.


deze verschillen?

§7. Einde

1. Eenzijdige opzegging

2. Overlijden van de aannemer

§8. Woningbouwwet

Voor toepassing van de Woningbouwwet moet er een storting geschieden voor de

voltooiing. Wat wordt hier bedoeld met “storting”? Illustreer a.d.h.v. een bankgarantie

en een rubriekrekening van de notaris.

1. Beschermingswetgeving

Toon aan hoe de regelingen over betaling van de prijs in de Woningbouwwet de

koper beschermen. Op welke punten inzake betaling van de prijs zou er nog betere

bescherming kunnen worden tot stand gebracht?


A koopt een stuk grond van B. Daarna sluit hij met B een overeenkomst om een huis

te bouwen. Is de Woningbouwwet van toepassing?

3. Kwalificatie

4. Overgang van eigendom en risico


deze verschillen?

5. Tienjarige aansprakelijkheid

6. Verplichte dubbele oplevering

7. Verplichte vermeldingen en bijlagen

8. Prijs






9. Waarborg

Moet een tijdelijke vereniging onder de Woningbouwwet een 100 %

voltooiingswaarborg bieden?

10. Sancties

Wat is er fout met de nietigheidsregeling in de Wet Breyne?

Bij een verkoop in het raam van de Wet Breyne heeft de bouwpromotor voor het

sluiten van het contract van de koper een voorschot ad 20% van de koopprijs

ontvangen. Bespreek alle mogelijke actiemiddelen die de koper ter beschikking

staan. Heeft de promotor iets te vrezen van het parket?

HOOFDSTUK. 2. BEWAARGEVING

§1. Gemeen recht

1. Kenmerken

Bewaargeving kan betrekking hebben op alle roerende goederen. JUIST of FOUT?

Wat is het verschil tussen een parking- en een garagecontract?

Wat is vereist opdat een exoneratiebeding in een parkingcontract zou geldig zijn?

Vereist bewaargeving uit noodzaak de toestemming van beide partijen? Waarom wel

of waarom niet?

Vergelijk een parkingcontract, bewaargeving uit noodzaak en garagecontract.

De bewaargever en bewaarnemer kunnen hun bewaargevingsovereenkomst te allen

tijde eenzijdig herroepen. JUIST of FOUT?

2. Soorten

Wat is bewaargeving uit noodzaak en wat is het verschil met de vrijwillige

bewaargeving?

Kapstokken aan de muur van een café voor de jassen van klanten betreffen een vorm

van bewaargeving uit noodzaak.

Vereist bewaargeving uit noodzaak de toestemming van beide partijen? Waarom wel

of waarom niet?

3. Verbintenissen van de bewaarnemer

In welke mate kan een bewaarnemer een onderhoudsverplichting hebben ten

aanzien van het depositum?

Waarom en wanneer geniet de bewaarnemer van een retentierecht?

Hoe absoluut is de resultaatsverbintenis inzake teruggave door een bewaarnemer?






Geef een concreet voorbeeld van de regel culpa levis in concreto bij een bijzondere

overeenkomst.

Het loon van een bewaarnemer is vatbaar voor rechterlijke matiging, dat van een

lasthebber niet. JUIST of FOUT?

Op de bewaarnemer rust een bewakingsplicht, hetgeen een inspanningsverbintenis

is, en een teruggaveplicht, hetgeen een resultaatsverbintenis uitmaakt. Hoe moeten

deze met elkaar worden gerijmd? Illustreer aan de hand van een voorbeeld

Kan een ziekenhuis zich exonereren voor de gevolgen van diefstal van persoonlijke

goederen van patiënten? Onder welke voorwaarden en omstandigheden?

4. Verbintenissen van de bewaargever

§2. Hotelbewaargeving


2. Aansprakelijkheid van de hotelhouder

§3. Sekwester

Verklaar het probleem van de sekwester en zijn zes circuspaarden.

1. Contractueel sekwester

Een conventionele sekwester onder bezwarende titel kan geen gebruik maken van

het wettelijke retentierecht om zijn bezoldiging af te dwingen. JUIST of FOUT?

2. Gerechtelijk sekwester

HOOFDSTUK. 3. LASTGEVING

Pierre geeft Jaak volgend mandaat : “Ik, ondergetekende, Pierre, geef aan Jaak, die

aanvaardt, volmacht om in mijn naam en voor mijn rekening al mijn zaken te

behartigen”.

a) Jaak sluit een dading af met de verzekeringsinstelling van de autochauffeur die

Pierre een jaar geleden heeft omver gereden.

b) Jaak besluit het gebouw van Pierre in de Diestsestraat te verhuren. Voor de

benedenverdieping sluit Jaak een handelshuur af voor een initiële periode van 12

jaar; de bovenverdieping verhuurt Jaak voor een duurtijd van 1 jaar aan een koppel

dat er zijn hoofdverblijfplaats in vestigt; de kelderverdieping wordt als garage

verhuurd voor 6 jaar aan de nonkel van Jaak.






Vergelijk de positie van lasthebber, Jaak, en lastgever, Pierre, in verband met alle

genoemde door Jaak gestelde handelingen.

§1. Gemeen recht

1. Lastgeving en volmacht

Een misdrijf begaan door de schijnlasthebber in de uitvoering van de naar schijn

bestaande opdracht zorgt ervoor dat de schijnlastgever niet gehouden is. JUIST of

FOUT?

De lasthebber is compleet gek geworden. Stelt dit een einde aan het mandaat?

Vergelijk het nut van een schriftelijke volmacht tussen partijen en ten aanzien van

derden.

Welke gevolgen van gemeen recht worden uitgeschakeld indien de lastgeving is

aangegaan in het gemeenschappelijk belang van lastgever en lasthebber?

2. Vorm en bewijs

3. Omvang van de vertegenwoordigingsbevoegdheid

Hoe wordt de omvang van de vertegenwoordigingsbevoegdheid van een lasthebber

bepaald? Is een derde met wie de lasthebber in het kader van de

lastgevingsovereenkomst contracteert hierdoor gebonden? Welke middelen staan de

derde ter beschikking indien de lasthebber de grenzen van zijn mandaat te buiten

gaat?

Formuleer een clausule van zo ruim mogelijke contractuele uitschakeling van de

plicht van rekening en verantwoording bij lastgeving.

4. Verbintenissen van de lasthebber

Is er hoofdelijkheid bij pluraliteit van lasthebbers? Waarom of waarom niet? En bij

pluraliteit van lastgevers? Waarom of waarom niet?

De uitvoering van een mandaat is een resultaatsverbintenis. JUIST of FOUT?

5. Verbintenissen van de lastgever

Bij een onherroepelijke lastgeving door A aan B om zijn huis te verkopen, kan A het

huis niet meer verkopen aan C. JUIST of FOUT?

Is er hoofdelijkheid bij pluraliteit van lasthebbers? Waarom of waarom niet? En bij

pluraliteit van lastgevers? Waarom of waarom niet?

6. Gevolgen van de lastgeving ten aanzien van derden

Vergelijk het nut van een schriftelijke volmacht tussen partijen en ten aanzien van

derden.






Een lastgever A doet een beroep op een lasthebber B. B schakelt een aannemer C in

om aan zijn verplichtingen als lasthebber te voldoen. Indien C bepaalde fouten

maakt, kan A op basis van artikel 1994 lid 2 B.W. rechtstreeks C aanspreken. JUIST

of FOUT?

7. Einde

§2. Handelstussenpersonen

Wat zijn handelstussenpersonen? Wat zijn de verschillende soorten en hoe kan je ze

onderscheiden?

1. Makelaar

2. Zelfstandige handelsagent

3. Commissionair

4. Handelsvertegenwoordiger

§3. Engineering

Lijst Examenvragen GBO Volgens Inhoudstafel

Documents

Transcript of Lijst Examenvragen GBO Volgens Inhoudstafel