LESONTWERP - PORTFOLIO AARDRIJKSKUNDE -...

14
Campus Heverlee Hertogstraat 178 3001 Heverlee Tel. 016 375600 www.khleuven.be LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING Naam: Arne Anseeuw, Victor Bens, Lennart Verhaert en Jens Vancauwenbergh Vakkencombinatie: AA / GE Stagebegeleider DLO: H. Verstappen Academiejaar: 2014-2015 School: HHH-Leuven Onderwijsvorm: A-stroom Richting: Latijn Klas: 102 Lokaal: 209 Aantal leerlingen: 23 Les gegeven door: Arne Anseeuw Vak: Aardrijkskunde Onderwerp: Klimaat beïnvloedende factoren Vakmentor: H. Verstappen Datum/Data: 27-02-2015 Lesuur/-uren: 3 de lesuur BEGINSITUATIE Situering in de lessenreeks 1) De leerlingen hebben dit trimester al de leerstof over landschap en kaart, reliëf en gesteenten gezien. Relevante voorkennis (en/of kennis die nog niet aanwezig is) 2) Lln zijn nog niet aan het thema weer en klimaat begonnen Maar dit lesonderwerp staat los van de rest van thema 4 (weer en klimaat). Het maakt dus niet zo veel uit dat de leerlingen nog niet al te veel weten over dit onderwerp. Enkel het lezen van weer-en klimaatkaarten en klimatogrammen kan misschien voor wat problemen zorgen als de vakleerkracht zo ver nog niet geraakt is met de leerstof. Belevings- en ervaringswereld & Actualiteit - Lln hebben in het thema landschap en kaart leren werken met de windrichtingen. - Lln hebben in het thema reliëf de hoogtezones leren benoemen. - Lln. worden bijna dagelijks geconfronteerd met het weerbericht van België en Europa. Ze hebben dus een idee van de aanwezige verschillen in weer en klimaat. - Lln maken op vakantie kennis met ander weer en andere klimaten. (strandvakantie / skivakantie) - Lln. weten dat het weer en het klimaat afhangen van de seizoenen. - Voor sommige leerlingen is dit de eerste les en dus kunnen sommige lln nog niet werken met klimatogrammen. Hier moet de lkr op inspelen en alles vanaf het begin uitleggen. Leerniveau van de klasgroep, klassfeer, … - De lln zijn al op vakantie geweest in verschillende landen en weten zo dat er verschillende klimaattypes zijn. - Het weer en het klimaat zijn actuele onderwerpen. De lln hebben hier ongetwijfeld al veel over gehoord op tv of in de krant in het kader van de klimaatsopwarming. DIDACTISCHE VERANTWOORDING Welke (vak)didactische principes komen in je les aan bod? (= opsomming) In deze les gaan we de begrippen weer en klimaat definiëren door de beïnvloedende factoren te benoemen en ze aan te leren aan de leerlingen. De les zal beginnen met het beluisteren van een weerbericht via PPT. Zo kunnen ze al eens zelf nagaan (activiteitprincipe) wat de mogelijke oorzaken zijn voor de verschillende temperaturen op verscheidene plaatsen. De leerlingen zullen begrippen te horen krijgen die ze misschien al eerder hebben gehoord (herhalingsprincipe) op een nieuwsbericht. Ze gaan de verschillende factoren ook kunnen zien (aanschouwelijkheidsprincipe) doordat ze grondig uitgelegd worden met behulp van beeldmateriaal. Motivatie weerbericht EINDTERMEN & LEERPLANDOELEN Situering in de eindtermen: (Vakoverschrijdend en/of vakgebonden) ET 17 De leerlingen kunnen de verschillen tussen weer en klimaat verwoorden ET 18 De leerlingen kunnen voor enkele factoren uitleggen hoe ze weer en klimaat beïnvloeden. ET20 De leerlingen kunnen gegevens over weer en klimaat van een gebied uit cijfers, grafische voorstellingen en kaarten aflezen

Transcript of LESONTWERP - PORTFOLIO AARDRIJKSKUNDE -...

Page 1: LESONTWERP - PORTFOLIO AARDRIJKSKUNDE - HOMEaaportfolioarneanseeuw.weebly.com/.../6/40166837/lvb-weerenklimaat.pdf · De leerlingen kunnen aan de hand van kaarten, het klimaat en

Campus Heverlee Hertogstraat 178 3001 Heverlee

Tel. 016 375600 www.khleuven.be

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Naam: Arne Anseeuw, Victor Bens, Lennart Verhaert en Jens

Vancauwenbergh

Vakkencombinatie: AA / GE

Stagebegeleider DLO: H. Verstappen

Academiejaar: 2014-2015

School: HHH-Leuven

Onderwijsvorm: A-stroom

Richting: Latijn

Klas: 102

Lokaal: 209

A Aantal leerlingen: 23

Les gegeven door: Arne Anseeuw

Vak: Aardrijkskunde

Onderwerp: Klimaat beïnvloedende factoren

Vakmentor: H. Verstappen

Datum/Data: 27-02-2015

Lesuur/-uren: 3de lesuur

BEGINSITUATIE

Situering in de lessenreeks 1) De leerlingen hebben dit trimester al de leerstof over landschap en kaart, reliëf en gesteenten gezien.

Relevante voorkennis (en/of kennis die nog niet aanwezig is) 2) Lln zijn nog niet aan het thema weer en klimaat begonnen Maar dit lesonderwerp staat los van de rest van

thema 4 (weer en klimaat). Het maakt dus niet zo veel uit dat de leerlingen nog niet al te veel weten over dit

onderwerp. Enkel het lezen van weer-en klimaatkaarten en klimatogrammen kan misschien voor wat problemen zorgen als de vakleerkracht zo ver nog niet geraakt is met de leerstof.

Belevings- en ervaringswereld & Actualiteit - Lln hebben in het thema landschap en kaart leren werken met de windrichtingen.

- Lln hebben in het thema reliëf de hoogtezones leren benoemen. - Lln. worden bijna dagelijks geconfronteerd met het weerbericht van België en Europa. Ze hebben dus een idee

van de aanwezige verschillen in weer en klimaat. - Lln maken op vakantie kennis met ander weer en andere klimaten. (strandvakantie / skivakantie) - Lln. weten dat het weer en het klimaat afhangen van de seizoenen. - Voor sommige leerlingen is dit de eerste les en dus kunnen sommige lln nog niet werken met klimatogrammen.

Hier moet de lkr op inspelen en alles vanaf het begin uitleggen.

Leerniveau van de klasgroep, klassfeer, … - De lln zijn al op vakantie geweest in verschillende landen en weten zo dat er verschillende klimaattypes zijn. - Het weer en het klimaat zijn actuele onderwerpen. De lln hebben hier ongetwijfeld al veel over gehoord op tv of

in de krant in het kader van de klimaatsopwarming.

DIDACTISCHE VERANTWOORDING Welke (vak)didactische principes komen in je les aan bod? (= opsomming)

In deze les gaan we de begrippen weer en klimaat definiëren door de beïnvloedende factoren te benoemen en ze aan te leren aan de leerlingen. De les zal beginnen met het beluisteren van een weerbericht via PPT. Zo kunnen ze al eens zelf nagaan (activiteitprincipe) wat de mogelijke oorzaken zijn voor de verschillende temperaturen op verscheidene plaatsen. De leerlingen zullen begrippen te horen krijgen die ze misschien al eerder hebben gehoord

(herhalingsprincipe) op een nieuwsbericht. Ze gaan de verschillende factoren ook kunnen zien (aanschouwelijkheidsprincipe) doordat ze grondig uitgelegd worden met behulp van beeldmateriaal. Motivatie weerbericht

EINDTERMEN & LEERPLANDOELEN

Situering in de eindtermen: (Vakoverschrijdend en/of vakgebonden) ET 17 De leerlingen kunnen de verschillen tussen weer en klimaat verwoorden ET 18 De leerlingen kunnen voor enkele factoren uitleggen hoe ze weer en klimaat beïnvloeden. ET20 De leerlingen kunnen gegevens over weer en klimaat van een gebied uit cijfers, grafische voorstellingen en kaarten aflezen

Page 2: LESONTWERP - PORTFOLIO AARDRIJKSKUNDE - HOMEaaportfolioarneanseeuw.weebly.com/.../6/40166837/lvb-weerenklimaat.pdf · De leerlingen kunnen aan de hand van kaarten, het klimaat en

Situering in het leerplan: Leerplan aardrijkskunde 1ste graad A van het VVKSO, leerplan aardrijkskunde 1ste graad, Brussel, 2008 D/2008/7841/038 Leerstofthema

4.6 Klimaat en vegetatie

Leerplandoelstelling 2 De overeenkomsten en verschillen tussen weer en klimaat verwoorden 3.1 Temperatuur- en neerslagverschillen tussen België en/of Europa uit cijfers, grafische voorstellingen en kaarten aflezen en vergelijken met deze van Ukkel 3.3 De dominerende windrichting, de gemiddelde jaarneerslag en de gemiddelde jaartemperatuur van Ukkel als parate kennis kunnen gebruiken.

Didactische wenken (2) Vanuit de voorbeelden kunnen de leerlingen het onderscheid tussen weer en klimaat uitleggen. Aan de hand van een weerbericht kunnen de weerselementen worden afgeleid. (3.1) In de lessen van het eerste leerjaar gaat het vooral over het lezen en begrijpen van grafieken (temperatuurcurve, neerslagdiagram, windroos met dominerende windrichting) van klimatogrammen van kaarten en

van eenvoudige determineertabel is een hulpmiddel, dat permanent ter beschikking staat van de leerlingen en dat

uiteraard niet gememoriseerd dient te worden. (3.3) Uit de studie van de gegevens van Ukkel bepalen de leerlingen de dominerende windrichting, de gemiddelde jaarneerslag en de gemiddelde jaartemperatuur. Deze waarden moeten zij als parate kennis gebruiken om later vergelijkingen te kunnen maken. We opteren om hier sterk afgeronde cijfers te hanteren, nl. 10°C en 800mm.

(5) Bij de beïnvloedende factoren kan bijvoorbeeld aandacht gaan naar de breedteligging, de afstand, het voorkomen van gebergtes, overheersende windrichtingen… Het is niet de bedoeling om bij die beïnvloedende factoren diepgaande verklaringen zoals relaties met de stand van de zon aan te brengen.

ALGEMEEN LESDOEL De leerlingen kunnen aan de hand van kaarten, het klimaat en weer van een bepaalde regio verklaren. Ze kunnen de verschillende beïnvloedende factoren benoemen en aanduiden op een kaart met behulp van een atlas.

SCHOOLAGENDA (Van de leerlingen. Verwijs naar het werkblad en/of de pagina’s in het werk- en/of handboek.)

Weer en klimaat

BRONNEN (Noteer alle gebruikte bronnen, volgens BIN.)

-NEDERLANDSE PUBLIEKE OMROEP, (2013 ), Waarom is het ‘s zomers langer licht ?, geraadpleegd op 4 februari

2015, http://www.schooltv.nl/no_cache/video/crid/20130711_langerlicht01/

-KMI, (2015), Klimaat in de wereld, geraadpleegd op 3 februari 2015, http://www.meteo.be/meteo/view/nl/6042865-Klimaat+in+de+wereld.html -KNMI, (2014), Weerstatistieken De Bilt 2014, http://www.weerstatistieken.nl/de-bilt/2014/juli -KNMI, (2014), Weerstatistieken De Bilt 2014, http://www.weerstatistieken.nl/de-bilt/2014/januari

-LA CHAINE METEO (2015), Ostersund-Suède, Prévisions, http://www.lachainemeteo.com/meteo-suede/ville/previsions- meteo-ostersund-7724-0.php -WEEBLY, Weer en Klimaat, http://weerenklimaat.weebly.com/hoogteligging.html

-WEEBLY, Weer en Klimaat, http://weerenklimaat.weebly.com/neerslag.html -AARDRIJKSKUNDE ,Hoofdstuk 2: klimaatzones en landschappen, Irene Toersen, 15 juni 2012, https://akirene.wordpress.com/2012/06/15/hoofdstuk-2-klimaatzones-en-landschappen-%C2%A79/

LEERMIDDELEN & MEDIA Meebrengen door de lkr: Powerpoint Zaklamp Atlas Werkblaadjes met klimatogram Whiteboard-stiften

in het lokaal: wandkaarten wereldbol

Page 3: LESONTWERP - PORTFOLIO AARDRIJKSKUNDE - HOMEaaportfolioarneanseeuw.weebly.com/.../6/40166837/lvb-weerenklimaat.pdf · De leerlingen kunnen aan de hand van kaarten, het klimaat en
Page 4: LESONTWERP - PORTFOLIO AARDRIJKSKUNDE - HOMEaaportfolioarneanseeuw.weebly.com/.../6/40166837/lvb-weerenklimaat.pdf · De leerlingen kunnen aan de hand van kaarten, het klimaat en

Didactisch lesontwerp

Leerdoelen

KRACHTIGE LEEROMGEVING

Lesfasen

& timing Onderwijs- en leeractiviteiten Media Leerinhoud

De leerlingen

kunnen de

temperatuur

en de neerslag

beschrijven

voor de Alpen,

Noord en

Zuid-Europa

(C5)

Instapfase

Probleemstelling:

AGENDA

Motivatiefase

Lkr laat weerbericht zien van Europa.

Lkr vraagt de lln. te letten op mogelijke

temperatuur/neerslag verschillen.

Lln bekijken het weerbericht en de

foto’s aandachtig.

-Wat stellen we vast als we het weer in Noord-

en Zuid-Europa met elkaar vergelijken ?

-Hoe zou het komen dat er zo’n groot

temperatuurverschil is tussen Noord- en Zuid-

Europa ?

-Op welke plaatsen viel de meeste regen ?

-Hoe was het weer in de bergtoppen van de

Alpen ?

Lln doen beroep op het weerbericht,

op hun voorkennis (reiservaringen) en op de

foto’s, desnoods helpt de lkr. We kunnen besluiten dat er verschillende

factoren zijn die het weer beïnvloeden. In deze

les gaan we deze factoren van dichterbij

bekijken.

Probleemstelling

-Welke factoren beïnvloeden het weer en

het klimaat? -Welke factoren beïnvloeden de

temperatuur en de neerslag in België en

Europa -Hoe komt dit?

Factoren die het klimaat beïnvloeden.

Ppt filmpje

weerbericht van

Europa.

https://www.you

tube.com/watch

?v=vkZql69TOjU

Ppt met de

probleemstelling

BORD:

Factoren die het klimaat beïnvloeden

Page 5: LESONTWERP - PORTFOLIO AARDRIJKSKUNDE - HOMEaaportfolioarneanseeuw.weebly.com/.../6/40166837/lvb-weerenklimaat.pdf · De leerlingen kunnen aan de hand van kaarten, het klimaat en

Lesovergang Wie van jullie is er vorig jaar op reis geweest?

Naar waar zijn jullie dan geweest?

Wanneer was die reis gepland?

Waarom zijn jullie op dat moment naar

X op reis geweest ?

De lln kunnen

in eigen

woorden

uitleggen

waarom de

hoogste

temperatuur

voorkomt in

de zomer,

(C3)

Lesfase 1:

De stand van de zon

1. Stand van de zon

Waarnemingsopdracht Lkr. laat cijfers reisgedrag in Vlaanderen zien

en stelt enkele vragen:

Wanneer gaan de meeste mensen op

reis in Vlaanderen ?

Waarom denk je dat de meeste mensen

in de zomer vooral naar de kust gaan ?

Lln leiden uit de tabel af dat de zomer

de ideale periode is.

1.1 Seizoen

OLG seizoenen Neem allemaal jullie atlas en jullie werkbladen

p 172. In de tabel bovenaan vullen jullie de

juiste temperaturen in. Je zoekt hiervoor een

gepaste atlaskaart met de januari en juli

temperatuur in Europa.

Welke atlaskaart is het meest geschikt?

Noteer het nummer van de kaart naast

opdracht 1.1. in je WB. De temperatuur in januari vullen we klassikaal

in, de temperatuur in juli gaan jullie per twee

invullen. Hoeveel bedraagt de januari

temperatuur van Stockholm?

Hoeveel bedraagt de januari

temperatuur van Athene?

Doe nu hetzelfde voor de juli

temperaturen.

Besluit: Hoogste temperatuur hebben we

tijdens de zomer.

BORD:

http://www.toeri

smevlaanderen.

be/sites/toerism

evlaanderen.be/f

iles/assets/docu

ments_KENNIS/

cijfers/Kerncijfer

s/2014_Toerism

e_in_kerncijfers.

pdf

BORD:

WB p 172

Atlaskaart p 37

Ppt ATLASKAART

37

1. Stand van de zon

1.1 Seizoenen

De hoogste temperatuur hebben we

tijdens de zomer.

De hoogste temperatuur in het

noordelijk halfrond hebben we tijdens

de zomer. De hoogste temperatuur in

het zuidelijk halfrond hebben we

tijdens de winter.

Page 6: LESONTWERP - PORTFOLIO AARDRIJKSKUNDE - HOMEaaportfolioarneanseeuw.weebly.com/.../6/40166837/lvb-weerenklimaat.pdf · De leerlingen kunnen aan de hand van kaarten, het klimaat en

De lln kunnen

in eigen

woorden

uitleggen

waarom de

temperatuur

het hoogst is

op de

middag,(C3)

Waarnemingsopdracht: Globe en zaklamp

We gaan nu een klein experiment doen om het

fenomeen van de seizoenen uit te leggen. Wie

wil de zon spelen ?

Doceren

-Lkr legt uit dat de aardbol schuin staat. Als het

Noordelijk halfrond van de zon staat

weggedraaid is het winter. We vangen dan

minder licht en warmte op. Het wordt dan

kouder, dagen duren minder lang, vroeger

donker. Als het noordelijk halfrond naar de zon

staat toegekeerd vangen we meer licht en

warmte op. De dagen worden langer, het is

warmer. Het is dan zomer.

Lkr toont ook een kort filmpje om het

fenomeen van de seizoenen extra toe te

lichten.

1.2 Tijdstip van de dag

OLG tijdstip van de dag Lkr. laat nu dagtemperaturen zien genoteerd

in België in de zomer en in de winter.

Lln bekijken de statistieken en stellen

vast dat de temperatuur over de middag het

hoogst is. OLG dagboog

Ik ga jullie een filmpje laten zien over de

invloed van de stand van de zon op de

temperatuur. Let vooral op de temperatuur en

het uur van de dag.

Hoe hoog was de temperatuur tijdens de

middag?

Waar stond de zon toen? De lln doen een beroep op hun vast-

stellingen na het bekijken van het

filmpje.

Globe en

zaklamp

http://www.scho

oltv.nl/no_cache

/video/crid/2013

0711_langerlicht

01/

BORD:

http://www.wee

rstatistieken.nl/d

e-bilt/2014/juli http://www.wee

rstatistieken.nl/d

e-

bilt/2014/februa

ri http://www.flipc

harts.nl/Gereeds

chap/Aardrijksku

nde/Stand%20v

an%20de%20zo

n.swf

Verklaring:

De afstand tot de zon heeft niets te

maken met de warmte in de zomer en

de koude in de winter. Dit ontstaat

door de schuine stand van de aarde.

Hierdoor staan de zonnestralen

loodrecht(zomer) en schuin(winter) op

de aarde. Bij een loodrechte stand

moeten de zonnestralen een kleiner

oppervlakte verwarmen dan bij een

schuine stand van de zonnestralen.

1.2 Tijdstip van de dag

Op de middag is het het warmst is. De

zon staat dan op het hoogste punt.

Verklaring:

Als de zon op zijn hoogste punt staat,

schijnen de zonnestralen loodrecht op

de aarde. De zonnestralen moeten dan

een kleinere oppervlakte opwarmen

dan wanneer de zonnestralen schuin

op de aarde invallen.

(’s morgens en ’s avonds)

Page 7: LESONTWERP - PORTFOLIO AARDRIJKSKUNDE - HOMEaaportfolioarneanseeuw.weebly.com/.../6/40166837/lvb-weerenklimaat.pdf · De leerlingen kunnen aan de hand van kaarten, het klimaat en

De lln kunnen

in eigen

woorden

uitleggen

waarom het

warm is dicht

bij de evenaar

en koud ver

van de

evenaar,(C3)

Neem je WB P 172

We gaan klassikaal de tweede oefening in jullie

WB maken.

Wanneer is de temperatuur het hoogst?

Hoe staat de zon dan aan de horizon?

Besluit: De hoogste temperatuur van de dag

noteren we op de middag.

1.3 Afstand tot de evenaar

OLG afstand tot de evenaar

Lkr. laat een 7-daagse weersvoorspelling zien

van Malaga (Zuid-Spanje) en Ostersund

(Zweden)

Wat merk je als je de temperatuur van

Ostersund en Malaga vergelijkt ?

Wat stel je vast als je kijkt naar de

ligging in Europa ?

Hoe zou het komen dat de temperatuur

in het noorden veel lager is?

Klassikale opdracht

Neem je WB P 172 en de atlaskaart met de

julitemperatuur van Europa. Noteer het

kaartnummer weer in je WB.

Wat is de temperatuur in Oslo, Brussel

en Athene?

Welke stad ligt het dichtst bij evenaar ?

Wat stellen jullie vast als je verder van

de evenaar weggaat ?

En wat als je dichter naar de evenaar

gaat?

WB p 172

BORD: http://www.lach

ainemeteo.com/

meteo-

suede/ville/previ

sions-meteo-

ostersund-7724-

0.php.

WB p 172 Atlaskaart p 37

Het warmste moment is altijd twee

uur later dan de middag. De aarde

heeft wat tijd nodig om op te

warmen.

1.3 Afstand tot de evenaar

In het noorden van Europa is het

kouder dan in het zuiden van Europa.

Hoe dichter bij de evenaar, hoe

warmer het wordt. Hoe verder van de

evenaar, hoe kouder het wordt. De

breedteligging beïnvloedt de

temperatuur, hierdoor ontstaan er

verschillende klimaatzones.

Page 8: LESONTWERP - PORTFOLIO AARDRIJKSKUNDE - HOMEaaportfolioarneanseeuw.weebly.com/.../6/40166837/lvb-weerenklimaat.pdf · De leerlingen kunnen aan de hand van kaarten, het klimaat en

Doceren

Lkr. toont de invloed van breedteligging op de

temperatuur aan de hand van een atlaskaart

en de kaart van de verschillende klimaatzones

op de ppt. Besluit: Hoe verder van de evenaar, hoe

kouder de temperatuur wordt.

Ppt klimaatzones

Atlaskaart p37

Verklaring:

Bij de gebieden rond de evenaar staan

de zonnestralen loodrecht op de aarde.

De oppervlakte die de zon hier moet

verwarmen is klein.

Lesovergang 2 plaatsen op dezelfde breedteligging maar

verschillen temperatuur

De leerlingen

kunnen zelf

omschrijven

waarom het

kouder is op

de top van de

berg dan in

het dal en

waarom er

meer regen

valt op de top

van de berg

dan in het dal

(C3)

Lesfase 2:

De hoogteligging

2. De hoogteligging

2.1 Temperatuur

OLG: hoogteligging <-> temperatuur

Wie van jullie is op skivakantie geweest?

Merkten jullie iets aan de temperatuur

als jullie met de skilift naar boven

gingen?

Lln denken terug aan hun reiservaringen en

besluiten dat het op de piste kouder was dan

in het dal

Op de afbeelding op de PPT zie je de Zugspitz

in Garmish-Partenkirchen. Ik heb hierop twee

pijlen geplaatst. Eerste pijl (het dal 719m) en

de tweede pijl (top 2962m)

Welk verschil merk je op tussen top en

dal?

BORD:

Ppt foto’s, klima-

togrammen, ta-

bellen

2. De hoogteligging

2.1 Temperatuur

Page 9: LESONTWERP - PORTFOLIO AARDRIJKSKUNDE - HOMEaaportfolioarneanseeuw.weebly.com/.../6/40166837/lvb-weerenklimaat.pdf · De leerlingen kunnen aan de hand van kaarten, het klimaat en

De lln. kunnen

in eigen

woorden

omschrijven

hoe de

neerslag af-

hangt van de

hoogteligging

(C3).

Individuele opdracht: hoogteligging <->

temperatuur

Op de volgende dia zien jullie twee

klimatogrammen. De ene is van in het dal, dus

op 719m en de andere is van de top (2962m).

-Lkr. vraagt om de tabel onderaan p 173 WB in

te vullen.

Lln vullen de tabel in

-Lkr. verbetert klassikaal via PPT

Besluit: De hoogteligging beïnvloedt de

temperatuur.

2.2 De neerslag

Duowerk neerslag:

-Lkr vraagt om atlas en werkblaadjes p174

erbij te nemen.

-Lkr vraagt op zoek te gaan naar een kaart met

de jaarlijkse neerslag van Europa.

Welke kaart hebben jullie gevonden?

-Lkr vraagt om op p174 de tabel bovenaan

over de hoeveelheid neerslag per twee in te

vullen + de juiste atlaskaart nr. te noteren

naast de opdracht.

-Lkr overloopt klassikaal de oplossingen met

behulp van atlaskaart op de PPT.

Welke reliëfvorm overheerst er in Bern?

Wat kan je besluiten als je de neerslag

in deze verschillende hoogtezones met

elkaar vergelijkt?

Lln denken na over de net gemaakte

oefening en besluiten dat de hoeveelheid

neerslag stijgt naarmate de hoogte groter

wordt.

WB p. 173

BORD:

Atlaskaart p37

WB p. 174

Ook in de zomer ligt er meestal een

laagje sneeuw op de top van de berg.

De hoogteligging beïnvloedt de

temperatuur.

Hoe hoger de plaats ligt, hoe lager de

temperatuur, zowel ’s winters als ‘s

zomers

2.2 De neerslag

De hoogteligging beïnvloedt de

neerslag. Hoe hoger de plaats ligt, hoe

meer neerslag. Dit is te wijten aan het

ontstaan van stijgingsregens, neerslag

veroorzaakt door een reliëfhindernis.

Stijgingsregens: neerslag die

ontstaat door stijging van vochtige

lucht in hoger gelegen reliëfgebieden

Page 10: LESONTWERP - PORTFOLIO AARDRIJKSKUNDE - HOMEaaportfolioarneanseeuw.weebly.com/.../6/40166837/lvb-weerenklimaat.pdf · De leerlingen kunnen aan de hand van kaarten, het klimaat en

De lln. kunnen

het ontstaan

van neerslag

in reliëfrijke

gebieden aan

de hand van

een

eenvoudige

figuur

verklaren (C3)

OLG stijgingsregens:

We starten op zeeniveau. Wat gebeurt

er daar?

Wat gebeurt er met de gevormde

wolken?

Wat gebeurt er met deze wolken

wanneer ze moeten stijgen?

Welke relatie was er tussen de

temperatuur en de hoogte?

Hoe zou het dan kunnen komen dat de

neerslag toeneemt met de hoogte?

Lln. proberen het begrip stijgingsregens te

verklaren aan de hand van eenvoudige figuur.

DOCEREN:

Lkr. legt het ontstaan van stijgingsregens uit:

- Er verdampt water op zee en er vormen

zich wolken met waterdamp.

- Deze wolken worden landinwaarts

geblazen door de wind.

- Wanneer deze wolken stijgen, gaat het

regenen. Dit komt omdat de temperatuur

daalt met de hoogte en waterdamp gaat

condenseren tot waterdruppels.

PPT:

stijgingsregens

- Er verdampt water op zee en er

vormen zich wolken met

waterdamp.

- Deze wolken worden landinwaarts

geblazen door de wind.

- Wanneer deze wolken stijgen,

gaat het regenen. Dit komt omdat

de temperatuur daalt met de

hoogte en waterdamp gaat

condenseren tot waterdruppels.

Lesovergang Laten we nu de klimatogrammen van Kiev en

Ukkel vergelijken.

Waar ligt Ukkel? (coördinaten)

Waar ligt Kiev? (coördinaten)

Wat hebben ze dan gemeen?

Dus dan zouden ze toch normaal een

gelijkaardig klimatogram hebben.

Hebben ze dit op het eerste zicht ?

Probleemstelling

Ze hebben geen gelijkaardige klimatogram

alhoewel ze dezelfde breedte- en hoogteligging

hebben. Dus moet er nog een andere factor zijn

die het weer beïnvloedt.

PPT:

Klimatogramme

Ukkel / Kiev

Page 11: LESONTWERP - PORTFOLIO AARDRIJKSKUNDE - HOMEaaportfolioarneanseeuw.weebly.com/.../6/40166837/lvb-weerenklimaat.pdf · De leerlingen kunnen aan de hand van kaarten, het klimaat en

De juiste

gegevens, nl.

temperatuur

uit een

klimatogram

halen, kunnen

interpreteren

en deze in

verband

brengen met

de ligging (C4)

Lesfase 3:

De nabijheid van de zee

3. De nabijheid van de zee

Laten we nu opnieuw kijken naar de

klimatogrammen van Kiev en Ukkel.

Waar liggen de 2 weerstations t.o.v. de

zee?

Welke stad ligt in de nabijheid van de

zee ?

-Lkr. geeft de opdracht om a.d.h.v. de

klimatogrammen het kader in te vullen op p

175. -Lkr overloopt de opdracht via PPT en vult

samen met de lln. de tekst onder de tabel in. Welke invloed heeft de afstand tot de

zee op de temperatuur?

Lln stellen vast dat aan zee het klimaat

milder is.

DOCEREN

De zee heeft dus een grote invloed op de

temperatuur van het nabije land. In de zomer

is het aan de kust net iets koeler dan in het

binnenland.

Het land warmt veel sneller op dan de zee,

maar koelt ook sneller af. Dit komt omdat

zonnestralen niet diep in de aarde doordringen.

Hierdoor moeten ze een kleine oppervlakte

verwarmen en warmt de aarde snel op.

In de zee kunnen zonnestralen diep

doordringen. Nu moeten de zonnestralen wel

een groot volume opwarmen. Dit duurt veel

langer.

BORD:

Ppt:

Klimatogram

Wandkaart

PPT: kaart

WB: p 175

3. De nabijheid van de zee

- Kiev ligt veel meer landinwaarts,

Ukkel is dichter aan de zee

gelegen. (Noordzee)

- De zee warmt trager op waardoor

ze ook trager afkoelt en dus

langer warmte afgeeft.

- In januari is de T van een plaats

nabij de zee hoger dan een plaats

in het binnenland.

- In juli is de T van een plaats nabij

de zee lager dan een plaats in het

binnenland. De zee heeft een verfrissende

invloed in de zomer en een

verzachtende invloed in de winter.

Lesovergang We weten al dat de breedteligging, de

hoogteligging en de zee een invloed hebben op

de temperatuur .

Maar er is nog een vierde factor die het weer

beïnvloedt.

Enig idee welke factor het weer nog kan

beïnvloeden ?

Page 12: LESONTWERP - PORTFOLIO AARDRIJKSKUNDE - HOMEaaportfolioarneanseeuw.weebly.com/.../6/40166837/lvb-weerenklimaat.pdf · De leerlingen kunnen aan de hand van kaarten, het klimaat en

De lln kunnen

de

windrichtingen

en hun

eigenschappen

benoemen en

toepassen in

verschillende

situaties (C4)

Lesfase 4:

Overheersende

windrichting

4. De overheersende windrichting

OLG: windrichting

-Lkr laat weerstatistieken zien van twee dagen

in januari in Nederland . We merken een groot

verschil in temperatuur op beide dagen. In dit

voorbeeld is een andere factor verantwoordelijk

voor de temperatuurverschillen.

Welke factor beïnvloedt hier de

temperatuur ?

Hoe zou het komen dat de windrichting

zorgt voor temperatuurverschillen?

Welke windrichting zorgt ervoor dat het

kouder is ?

Welke windrichting zorgt ervoor dat het

warmer is ?

Welke windrichting brengt regen ?

Individuele opdracht

-Lkr vraagt atlas te nemen en te zoeken naar

een kaart waar de dominante windrichting van

België op te vinden is.

(lkr gaat rond en kijkt of de lln het vinden,

stuurt indien nodig bij)

Wat is de dominante windrichting in

België?

Hoe heb je dit gezien?

Juist, wij krijgen meestal wind vanuit het

Zuidwesten

Klassikale opdracht

-Lkr. vraagt WB p176 erbij te nemen. We gaan

de juiste eigenschappen van de windrichtingen

proberen in te vullen.

Wat gaan we voelen;

Wanneer de lucht uit het noorden komt?

En vanuit het zuiden ?

Als de lucht vanuit het Westen komt, dus van

de Zee

Hoe gaat de lucht dan zijn?

En als die vanuit de oostelijke richting komt,

vanuit het land

Hoe gaat de lucht dan zijn?

Ja, heel juist,

BORD:

Ppt

weerstatistieken

https://weerstati

stieken.nl/de-

bilt/2015/januari

Atlas p7

WB p 176

Ppt met

oplossing

4. De overheersende windrichting

Page 13: LESONTWERP - PORTFOLIO AARDRIJKSKUNDE - HOMEaaportfolioarneanseeuw.weebly.com/.../6/40166837/lvb-weerenklimaat.pdf · De leerlingen kunnen aan de hand van kaarten, het klimaat en

Wie weet nog de dominante windrichting

van België?

Prima, dat mag je met een pijl op de kaart

aanduiden.

Klassikale opdracht

Nu gaan we de windrichtingen eens benoemen

naar de plaats van waar ze vandaan komen;

Maritieme lucht, vanwaar komt de lucht?

Is die vochtig of droog ?

Continentale lucht, vanwaar komt die?

(welke richting)

Gaat die lucht vochtig of droog zijn?

Polaire lucht, vanwaar komt die lucht?

Gaat die lucht warm of eerder koud

aanvoelen?

En dan als laatste tropische lucht,

vanwaar zal die komen?

Is die lucht warm of koud?

Besluit

De windrichting beïnvloedt zowel temperatuur

als neerslag.

WB p 176

ZW is de overheersende windrichting in

België.

De windrichting is een beïnvloedende

factor op temperatuur en neerslag.

Opmerkingen i.v.m. bijlagen:

Steeds kopie toevoegen van ingevuld werkblad of -boek.

Indien gebruik gemaakt wordt van transparanten of digitale presentatie: handouts toevoegen (verkleind, zwart/wit).

Indien de klasopstelling gewijzigd wordt: plan en/of omschrijving toevoegen.

Page 14: LESONTWERP - PORTFOLIO AARDRIJKSKUNDE - HOMEaaportfolioarneanseeuw.weebly.com/.../6/40166837/lvb-weerenklimaat.pdf · De leerlingen kunnen aan de hand van kaarten, het klimaat en

BORDSCHEMA

1) Stand van de zon

2) Hoogteligging

3) Nabijheid van de zee

4) Overheersende windrichting