INF kaarten

44
NETWERKLEREN 2011/1.0 NETWERKLEREN Leraren leren vooral op de werkplek, naar aanleiding van de dagelijkse werkzaamheden. Als een leraar een vraag heeft, dan is vaak een collega de bron voor een passend antwoord. Netwerkleren is een vorm van het verbinden van elkaars praktijken. Leren en kennisontwikkeling is daarmee ook steeds meer een spontane sociale activiteit: je leert met elkaar in je netwerk, en zoekt oplossingen voor vragen en uitdagingen die je tegenkomt in je praktijk. Door anderen te betrekken bij je leervraag maak je gericht gebruik van elkaars kennis, ervaringen en zienswijzen. Netwerkleren in het onderwijs Netwerkleren staat voor een persoonlijke en actieve manier van leren waarbij leraren gericht gebruik- maken van hun contacten. Het kan in de kern worden omschreven als het participeren in of creëren van relaties tussen lerenden. Deze netwerken ontstaan ad hoc rondom een praktijkprobleem, maar kunnen uitgroeien tot stabiele leernetwerken. Ze ontstaan binnen de school of breiden uit naar een schoolover- stijgend netwerk. Door verbreding leer je ook van collega’s en experts buiten de eigen school. “Netwerkleren betekent voor mij met mensen een groepje vormen om van elkaars kennis en vaardigheden gebruik te maken. Proberen om elkaars leervragen en praktijkproblemen helder te krijgen en op te lossen.” Simon, leraar groep 8 Kenmerken van netwerkleren Eigen (leer)vragen staan voorop. Binnen eventuele kaders of thema’s bepaal je zelf waarover je het wilt hebben. Het gaat om het uitwisselen van persoonlijke ervaringen, waarbij je met elkaar de oplossingen ontwikkelt. Een leernetwerk bepaalt zijn eigen tempo en inhoud. Als je een bepaalde kwestie wilt uitdiepen, dan doe je dat. Het leernetwerk bepaalt zelf wie er deelnemer wordt. Iedere deelnemer kan anderen uitnodigen, zolang het bijdraagt aan de uitwisseling. Netwerken zijn open en dynamisch, juist daardoor krijgen verfrissende ideeën een kans. coach

description

INF kaarten

Transcript of INF kaarten

Page 1: INF kaarten

ne

tw

er

kl

er

en

2011/1.0

NetwerklereN

Leraren leren vooral op de werkplek, naar aanleiding van de dagelijkse werkzaamheden. Als een leraar

een vraag heeft, dan is vaak een collega de bron voor een passend antwoord. Netwerkleren is een vorm

van het verbinden van elkaars praktijken. Leren en kennisontwikkeling is daarmee ook steeds meer

een spontane sociale activiteit: je leert met elkaar in je netwerk, en zoekt oplossingen voor vragen en

uitdagingen die je tegenkomt in je praktijk. Door anderen te betrekken bij je leervraag maak je gericht

gebruik van elkaars kennis, ervaringen en zienswijzen.

Netwerkleren in het onderwijsNetwerkleren staat voor een persoonlijke en actieve manier van leren waarbij leraren gericht gebruik­

maken van hun contacten. Het kan in de kern worden omschreven als het participeren in of creëren van

relaties tussen lerenden. Deze netwerken ontstaan ad hoc rondom een praktijkprobleem, maar kunnen

uitgroeien tot stabiele leernetwerken. Ze ontstaan binnen de school of breiden uit naar een schoolover­

stijgend netwerk. Door verbreding leer je ook van collega’s en experts buiten de eigen school.

“Netwerkleren betekent voor mij met mensen een groepje vormen om van elkaars

kennis en vaardigheden gebruik te maken. Proberen om elkaars leervragen en

praktijkproblemen helder te krijgen en op te lossen.” Simon, leraar groep 8

Kenmerken van netwerkleren • Eigen(leer)vragenstaanvoorop.Binneneventuelekadersofthema’sbepaaljezelfwaaroverjehet

wilt hebben. Het gaat om het uitwisselen van persoonlijke ervaringen, waarbij je met elkaar de

oplossingen ontwikkelt.

• Eenleernetwerkbepaaltzijneigentempoeninhoud.Alsjeeenbepaaldekwestiewiltuitdiepen,

dan doe je dat.

• Hetleernetwerkbepaaltzelfwieerdeelnemerwordt.Iederedeelnemerkananderenuitnodigen,

zolang het bijdraagt aan de uitwisseling. Netwerken zijn open en dynamisch, juist daardoor krijgen

verfrissende ideeën een kans.

coach

Page 2: INF kaarten

netwerkleren

Ineenleernetwerkontstaathierdoortijdenruimteomnietalleennatedenkenoverdevraag:

doen we de dingen goed? Maar ook over de vraag: doen we de goede dingen?

“Op verschillende scholen speelt vaak hetzelfde. Het scheelt veel tijd als je dat

samen in schooloverstijgende leernetwerken oppakt.” Josje, leraar groep 7

De meerwaarde van netwerkleren Als leraar kom je soms problemen tegen in je werk, die snel opgelost moeten worden. Of je hebt een

vraagstuk waarmee je aan de slag wilt. Door hulp te vragen bij collega’s, vind je vaak snel een oplos­

sing. Netwerkleren is daarmee oplossingsgericht vanuit de dagelijkse praktijk.

Wat vandaag wordt geleerd of ontwikkeld, kun je vaak morgen direct toepassen.

“Het voordeel van een leernetwerk is dat je op heel korte termijn veel kunt

leren, door met elkaar in gesprek te gaan.” Simon, leraar groep 8

“Ik ervaar deelnemen aan een leernetwerk als een verrijking. Je komt tot

nieuwe inzichten, je gaat anders kijken, eigenlijk breder kijken. Je verruimt

je blik en dat is heel fijn.” Hugo, leraar groep 4

Netwerkleren is misschien wel vanzelfsprekend, maar het gaat niet vanzelf. Structuren die netwerk­

leren mogelijk maken moeten vaak worden verstevigd en vernieuwd. Maar daarmee ontstaat wel de

situatie waarin je als leraar langdurig je expertise en passie kunt delen.

Page 3: INF kaarten

le

er

ag

eN

da

2011/1.0

leerageNda

Dagelijkse vragen of problemen uit de praktijk staan in het leernetwerk centraal. Om het overzicht te

houden en gedeelde vragen op elkaar af te stemmen, is het goed om een leeragenda samen te stellen.

Deze vormt de rode draad voor de activiteiten van het leernetwerk. Activiteiten of kennisproducten

die op het eerste gezicht weinig lijken op te leveren, kunnen in de context van de leeragenda een

logischeplaatsinnemen.Bijdeleeragendahebbenallerollen een functie: de inspirator, coördinator

en creator.

Kernvragen staan centraalIndeleeragendakomendebelangrijksteleervragenenleerdoelenvandedeelnemerssamen.

Hij geeft daarmee richting aan de activiteiten die het leernetwerk onderneemt en zet het leerproces

centraal.Eenleeragendasteltlerenbovenhetleverenvanprestatiesencreëertdaarmeeruimtevoor

creativiteit en geeft energie aan het leernetwerk.

Kenmerken Eenleeragenda

• bevatdewezenlijkekernvragenvandedeelnemers,omgezetinleervragen

• wordtgedragendooralledeelnemers

• bevatkortetermijn-enlangetermijn(leer)doelen

• bevatleerdoelendieconcreetenmeetbaarzijn

• biedthouvastaandebijeenkomstenenactiviteitenvanhetleernetwerk

• maaktduidelijkwelkekennishiatenerzijn

• geeftruimteaanhetleerproces.

Rol inspiratorAan de hand van de leeragenda worden ook eventuele hiaten in aanwezige kennis zichtbaar.

Deze kunnen het leernetwerk stimuleren de kennis op een andere manier binnen het netwerk te

halen, bijvoorbeeld door nieuwe deelnemers erbij te betrekken of een gastspreker uit te nodigen.

Het opstellen van de leeragenda wordt begeleid door de inspirator. De leeragenda kan hierbij worden

vastgelegd in een notitie of document en eventueel worden geplaatst in een online omgeving.

Zo weten andere collega’s ook waar jouw leernetwerk mee bezig is of gaat. De leeragenda kan ook

alleen in de hoofden van de deelnemers zitten.

Page 4: INF kaarten

leeragenda

Rol coördinatorAls de leeragenda vorm heeft gekregen, kunnen allerlei activiteiten worden gekoppeld aan de doelen,

en kan er door de coördinator een jaarplanning worden gemaakt met concrete activiteiten. Per bijeen­

komst of activiteit kun je met behulp van de leerdoelen bepalen welk resultaat je wilt bereiken.

Rol creatorEenleeragendaisnietinbetongegoten.Hetgeeftrichting,maarlaatzichopiedergewenstmoment

aanpassen aan veranderende samenstelling van het leernetwerk, of veranderende behoeftes van de

deelnemers. De creator signaleert deze behoeftes, bijvoorbeeld met behulp van de barometer.

Page 5: INF kaarten

so

cia

al

co

Nt

ra

ct

2011/1.0

sociaal coNtract

Voor het goed functioneren van een leernetwerk is het belangrijk dat de onderlinge relaties goed zijn.

Dat er sprake is van echte betrokkenheid met elkaar en een gedeeld gevoel van verantwoordelijkheid

voor het leerproces. Je moet je als deelnemer gewaardeerd voelen, de ander vertrouwen en je veilig

voelen. Veiligheid wil zeggen dat er begrip, openheid en respect is voor elkaar, maar er mogen ook

uitdagingenzijn.Eengoedeengezelligesfeerisvaaknietvoldoende,ookkritischefeedback,

confronteren en doorvragen zijn belangrijke aspecten voor een leernetwerk.

“Als leraar moet je kunnen reflecteren op je eigen gedrag. Maar dat is voor een

leernetwerk even belangrijk. Ook vind ik dat er iets van evenwicht moet zijn

tussen halen en brengen, maar daar kunnen ook best verschillen in zijn.

Niet iedereen hoeft altijd evenveel te brengen.” Maria, leraar groep 6

Verwachtingen afstemmenBespreekmetelkaarwelkeinbrengjeverwacht.Bijvoorbeeldnietalleen‘halen’,maarook‘brengen’.

Wat doe je als je in een bepaalde periode erg weinig tijd hebt om deel te nemen? Het kan een goed

idee zijn om met elkaar een sociaal contract op te stellen. Hierin beschrijf je wat je met elkaar wilt, wat

de verwachtingen zijn, hoe je met elkaar omgaat en eventueel hoe je elkaar hierop zal aanspreken.

Dit hoeft niet heel zwaar te worden aangezet, maar het kan helpen om het ritme van het netwerk te

bepalen en een beeld te vormen van de onderlinge omgangsvormen.

Het is wenselijk om de verwachtingen periodiek te ijken, bijvoorbeeld na de afname van de

barometer, om zo verwachtingen tijdig bij te stellen.

“Voorheen was ik heel resultaatgericht. Ik ben nu veel meer gericht op het

proces. Ik neem in het leernetwerk meer de tijd op weg naar mijn doel.

Daardoor ontstaat meer ruimte voor verdieping merk ik.” Saskia groep 3/4

Page 6: INF kaarten

sociaal contract

Ook wordt in een leernetwerk vaak ervaringskennis met elkaar gedeeld en worden praktijkvragen

ingebracht. Stel bijvoorbeeld vooraf de vraag of iedereen daartoe bereid is en wat je van elkaar

verwacht.

Je bepaalt zelf de grondbeginselenUiteindelijk bepaal je gezamenlijk hoe je met elkaar wilt omgaan en of je dit wilt vastleggen in een

sociaal contract. Spreek deze verwachtingen uit en bepaal samen welke de grondbeginselen van het

leernetwerk vormen. Mogelijke afspraken die je met elkaar maakt, zijn:

• gavertrouwelijkommetwaterwordtbesproken

• reageeropeneneerlijk

• neemactiefdeel

• geefzorgvuldigfeedback

• communiceerduidelijk

• betrekelkaarbijvragenuitdepraktijkenzoeknaargedeeldeoplossingen

• houdhetnetwerkopenennaarbuitengericht

• staopenvoornieuweledenennodig‘gasten’uitdievoornieuweideeënenoplossingen

kunnen zorgen.

”Je mag gerust iets van een leernetwerk eisen, vind ik. Als je geen doelstellingen

en tijdstippen vastlegt, blijft het wel erg vrijblijvend. Als je die vaste momenten

inbouwt, zoek je elkaar ook vaker tussendoor op.” Simon, leraar groep 8

Page 7: INF kaarten

fas

es

2011/1.0

Fases

Iederleernetwerkkenteenlevenscyclusdiebestaatuitdriefases:zaaien,cultiverenenoogsten,

met elk z’n eigen kenmerken en aandachtspunten.

ZaaienEenleernetwerkstartvaakmeteen‘klik’.Jeontmoetelkaarenontdektelkaarsgezamenlijkepassies

of praktijkvragen. Zijn deze ontmoetingen blijvend interessant dan maak je afspraken met elkaar en

vormenzichdeeerstecontourenvaneenleernetwerk.Eenleernetwerkbegintvaakklein,metbijvoor­

beeld twee of drie leraren, maar kan al snel groeien.

“Toen ik eenmaal met Henk ervaringen uitwisselde over leraar groep 3/4

ontstond er opeens een klik. We hadden direct zoveel te bespreken. En dat bleek

niet alleen voor ons, we zijn nu al met z’n vieren.” Saskia, leraar groep 3/4

CultiverenDe kiemen zijn gelegd en de eerste leeropbrengsten voor je onderwijspraktijk beginnen zichtbaar te

worden. Je begint je op je gemak te voelen en komt geregeld bij elkaar. Geven en nemen zijn vanzelf­

sprekende begrippen geworden, zonder alles af te wegen. Nieuwe leervragen worden makkelijker

opgepakt.Erkomtookmeerruimtevoorflexibiliteit,nieuwedeelnemersbrengenfrisseideeënin.

“Eerst liet ik mijn leerroute bepalen door wat is goed om te leren.

Na gesprekken hierover in mijn netwerk heb ik zelf meer de touwtjes van

mijn eigen leerroute in handen. Ik vind het fijn om eigen keuzes te maken

in professionaliseren.” Nick, leraar groep 8

Page 8: INF kaarten

fases

OogstenHet leernetwerk heeft z’n draai gevonden en krijgt erkenning. Nieuwe deelnemers dienen zich

spontaanaan.Erwordtsamengewerktaannieuweinzichtenofproductenenerontstaatruimteom

te oogsten: er is meer samenhang tussen leervragen en meer diepgang in ontwikkelde kennis.

Het is hierdoor makkelijker om de opbrengsten vast te leggen, en met anderen te delen – ook buiten

het leernetwerk.

“Via leernetwerk ‘leraar groep 4’ heb ik veel ideeën opgedaan en uitgewis­

seld. Ik heb hierdoor ook buiten het netwerk om, de motivatie gevonden om me

verder te verdiepen in dit onderwerp.” Ruud, leraar groep 4

De fases in de praktijkDe praktijk is vaak weerbarstiger. Zo zal een leernetwerk na de oogstfase weer opnieuw in de zaaifase

komen, of zit het bij de start al bijna in de oogstfase. Ook zul je zien dat in een leernetwerk meerdere

leervragennaastelkaargaanlopen,elkmeteeneigendoorlooptijdenfasering.Iederleernetwerkont­

wikkelt hierin z’n eigen tempo. Realiseer je dat je als leernetwerk zelf bepaalt hoe, waarover en in welk

tempo je leert. Jij staat samen met de andere deelnemers aan het roer van je eigen leerproces!

“We merkten dat door de wisseling van het schooljaar onze gezamenlijke leer­

vraag niet meer actueel was. We wilden liever aan de slag met het onderwerp

sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen. We zijn toen geswitcht van

onderwerp. Ik weet nog dat ik aanvankelijk dacht: mogen we zomaar wisselen?

Tot ik me realiseerde dat wij als leernetwerk zelf bepalen wat we belangrijk

vinden.” Maria, leraar groep 6

Page 9: INF kaarten

ro

ll

en

2011/1.0

rolleN

We onderscheiden drie rollen in een leernetwerk: coördinator, inspirator en creator. Deze rollen zijn

een hulpmiddel om activiteiten binnen het leernetwerk te benoemen en te kunnen beleggen bij

deelnemers. Ze beschrijven de verschillende taken die in een goed functionerend leernetwerk aan­

wezigzijn.Eendeelnemerkanmeerdererollenhebbeneneenrolkandoormeerderemensenworden

ingevuld, of rouleren. De rollen kristalliseren zich in de zaaifase vaak nog uit. Het belang van rollen

is dat algemene gevoelens over het functioneren in het leernetwerk benoemd en opgepikt kunnen

worden. Leren is een sociaal proces waarvoor iedereen in het netwerk verantwoordelijk is, de rollen

jagen dit proces slechts aan.

CoördinatorDe coördinator is verantwoordelijk voor de planning. Hij beheert de jaaragenda, regelt locaties voor

bijeenkomsten en stemt praktische zaken op elkaar af. Ook zorgt hij ervoor dat de werkzaamheden

en de werklast redelijk over de tijd en deelnemers worden verdeeld. De coördinator treedt op als

technisch voorzitter.

“Er is iemand in ons netwerk die er altijd voor zorgt dat wij niet uiteengaan

zonder nieuwe datum. Zoiets simpels zorgt er al voor dat de continuïteit in ons

leernetwerk is gegarandeerd.” Hugo, leraar groep 4

“Ik denk dat in elk netwerk iemand het voortouw moet nemen. Bijvoorbeeld

iemand die zorgt voor een overlegruimte of een agenda maakt. Eigenlijk voor

wat sturing zorgt in het leernetwerk.” Simon, leraar groep 8

InspiratorDe inspirator voedt het creatieve brein van het netwerk. Hij is verantwoordelijk voor de inhoudelijke

agenda van het leernetwerk. Hij inspireert het leernetwerk door discussies aan te zwengelen, zoekt

activerende werkvormen uit en begeleidt de activiteiten. Hij zorgt ervoor dat inhoudelijke lijnen waar

nodig bij elkaar komen en dat het leernetwerk de goede richting uitgaat. Als het nodig is, fungeert hij

als luis in de pels van het netwerk.

coach

Page 10: INF kaarten

rollen

“Soms zit de klad er even in. Dan is het goed als iemand de boel weer een beetje

oppept. In ons leernetwerk is er altijd wel iemand die bij tijd en wijle die rol op

zich neemt. Dat houdt je scherp als leernetwerk.” Maria, leraar groep 6

CreatorDe creator zorgt ervoor dat het leernetwerk de opbrengsten van de samenwerking in het leernetwerk

explicietbenoemtenbeschrijft.Endatdezewordenverwerkttotconcretekennisproducten waar alle

deelnemers wat aan hebben. Hij zet eventueel onderzoek op en legt opbrengsten vast. Hij stimuleert

de verspreiding van de opbrengsten binnen en buiten het netwerk.

“Soms ben je gewoon lekker op gang. Wisselen we veel uit, en doen we veel

nieuwe inzichten op die we direct gebruiken in de praktijk. Dan zijn we niet

altijd bezig met de vraag wat andere collega’s aan die kennis kunnen hebben.

Gelukkig is er iemand in ons netwerk die steeds bedenkt of wat we hebben

geleerd nuttig is voor collega’s. Het is toch zonde om goede ideeën niet te delen.”

Jasper, leraar groep 3

Page 11: INF kaarten

CO

AC

HIN

G2011/1.0

coachiNg

Naast de drie rollen onderscheiden we de leernetwerkcoach, ICT-coach en ambassadeur

netwerkleren. Deze rollen zijn ondersteunend aan meerdere leernetwerken, of verhogen de

status van netwerkleren binnen de school, of het schoolbestuur.

Leernetwerkcoach De leernetwerkcoach is een coach voor leernetwerken binnen een school of schooloverstijgend, en

ondersteunt leernetwerken bij hun zelfsturing. De coach maakt geen deel uit van de leernetwerken,

maar onderzoekt met de deelnemers onder welke condities het leernetwerk kan worden versterkt of

verbreed.

“Ik merk dat mijn bijdrage vaak echt iets toevoegt. Ik heb toch meer afstand

tot zo’n leernetwerk, dat werkt verfrissend. Met een paar vragen help je een

leernetwerk al snel weer een stapje verder.” Marcel, leernetwerkcoach

“Als ik een leuke werkvorm heb uitgeprobeerd dan deel ik die met de inspirato­

ren van de leernetwerken. Die kunnen er dan meteen mee aan de slag, en heel

vaak blijkt het bij hen ook goed te werken.” Elisabeth, leernetwerkcoach

ICT-coachDeICT-coachzorgtvoorondersteuningbijhetsamenwerkenineenonline omgeving van het

leernetwerk. Hij doet voorstellen voor online mogelijkheden die de samenwerking of kennisdeling

ondersteunenenbevorderenalshetleernetwerkdaaraantoeis.DeICT-coachmaaktgeendeeluit

van het leernetwerk. Hij stemt af met de coördinator van het leernetwerk, en de leernetwerkcoach. De

kernvanderolvanICT-coachishetverzorgenenorganiserenvandegewenste(online)communicatie

binnendeleernetwerkenvaneenschool(bestuur).

coach

coach

coach

Page 12: INF kaarten

COACHING

“Vroeger ging ik vaak te snel. Wilde ik iets waar een leernetwerk nog niet aan

toe was. Of ze waren druk met andere zaken. Ik overleg nu meer met de deel­

nemers vooraf, probeer aan te sluiten bij hun behoefte. Dat werkt beter. En er

zijn gelukkig altijd netwerken die wel wat sneller willen.” Simon, ICT-coach

AmbassadeurNetwerkleren bewijst zich door het te doen, erover filosoferen helpt niet. De ambassadeur

netwerkleren heeft dit zelf ondervonden en straalt dit principe uit. De ambassadeur weet wat

netwerkleren inhoudt en heeft ervaring hiermee in de eigen praktijk. Hij heeft ook ervaren dat

netwerkleren en het lerend en producerend bezig zijn niet altijd vanzelf gaat. De ambassadeur kan de

meerwaarde van netwerkleren goed benoemen, weet netwerkleren op de agenda van management

en schoolbestuur te krijgen en behartigt de belangen van netwerkleerders. De ambassadeur bevestigt

daarmee de link tussen netwerkleren en professionalisering van leraren en bevordert kennisdeling

binnen een schoolbestuur. Als netwerkleerder in hart en nieren heeft hij bovenal een voorbeeld­

functie binnen de school en daarbuiten.

“Zelf zit ik ook in een intensief leernetwerk met andere directeuren. Wat me dat

al niet heeft opgeleverd! Je wilt toch het goede voorbeeld geven en dat uitdragen.

Laten zien wat het oplevert aan mijn leraren, maar ook aan collega­directeuren

van andere scholen. Mensen inspireren om ook meer te netwerkleren.”

Stefan, ambassadeur netwerkleren

“Ik vind het belangrijk dat netwerkleren erkenning krijgt. Het levert zo veel op,

weet ik uit de praktijk. Dat moet worden beloond, of ten minste kunnen mee­

tellen voor het bekwaamheidsdossier.” David, ambassadeur netwerkleren

1

Page 13: INF kaarten

va

lk

uil

en

2011/1.0

ValkuileN

Indezekaartbenoemenweenkelebekendevalkuilen,dieiniedernetwerkkunnenvoorkomen,met

name in de zaaifase. Ze tijdig herkennen kan zorgen voor de nodige bijstelling door de creator.

Thema wordt onvoldoende gedragen door deelnemers• Streefnaareigenaarschapvandeelnemersdoorhunleervragen,vastgelegdindeleeragenda,

als uitgangspunt te nemen.

Onvoldoende cultuur van kennis delen en co-creatie• Beginmetdegenendiedatwèlalhebben.

• Laatdeinspirator inspirerende werkvormen inbrengen.

• Organiseerinformatievebijeenkomstenenworkshops.

• Bedenkdatdezemaniervanlerenechteencultuuromslagvraagt.Iedermaaktzo’nomslagin

z’n eigen tempo. Gun deelnemers die tijd.

Onvoldoende ondersteuning door management• Betrekhenvanafhetallereerstebeginbijjeplannen.

• Geefhuneenrolmetverantwoordelijkhedenbijvoorbeeldineenklankbordgroep.

Dit kan ondersteuning en erkenning voor het netwerk en de kennisproducten opleveren.

Te weinig tijd• Kijkkritischnaarjedoelen.Zijndezerealistischenhaalbaarbinnenhettijdsbestek?

Pas deze zo nodig aan.

• Maakeenkorte-enlangetermijnplanning.Streefnaarkleinschaligenzichtbaarsucces

op korte termijn. Leg hierbij ook data vast indien mogelijk.

• Bedenk:onderwijsveranderingenkostentijd!

“Ik heb uren voor professionalisering, maar ik heb ook 34 kinderen in een

combinatiegroep. Daar ligt mijn prioriteit en dat is knoerthard werken.

Maar netwerkleren levert mij wel heel goede en praktische ideeën op voor

diezelfde praktijk. Saskia, leraar groep 3/4

Page 14: INF kaarten

valkuilen

Het blijft te vrijblijvend, deelname komt niet echt goed op gang• Misschienishetonderwerpnietboeiendgenoeg,oftebreed?Laatdecreatoronderzoekenwat

deelnemers echt willen leren en hoe.

• Startmeteenniettegrote,maarookniettekleinegroep.

• Steleenkerngroepinwaarindeelnemersverschillenderollen hebben.

• Maakconcretevervolgafsprakenmetelkaar,legdieeventueelvastinhetsociaal contract.

“Vaste tijdstippen afspreken is toch wel belangrijk bij netwerkleren.

Je mag gerust iets eisen van elkaar vind ik.” Simon, leraar groep 8

Aanvankelijk enthousiaste aanmelders haken af• Watverwachtenjullievanelkaar,alshetgaatominvesterenvantijdeninspanninginhetnetwerk?

Bespreekdittijdigmetelkaar.

• Steldevraag:zijndeverwachtingenwellichttehooggespannen?

• Maakduidelijkwatjevanelkaarverwachtinditleernetwerk,eventueelvastgelegdineen

sociaal contract.

Echte vragen uit eigen praktijk komen niet op tafel• Probeereenontspannen,veiligeenopensfeertecreëren,waarinproblemenenknelpunten

bespreekbaar zijn.

• Vormsubgroepen,ofdefinieerminiprojectenzodaterinkleinegroepengewerktkanworden.

• Decreatorkanhelpenonderzoekenwatdeechteleervragenzijn.

Page 15: INF kaarten

st

imu

le

re

n2011/1.0

stimulereN

“Hoe breng je netwerkleren in en tussen scholen op gang? Hoe stimuleer je net­

werkleren als de opbrengsten niet van te voren vaststaan?” Stefan, directeur

RuimteEenleernetwerkkunjeopvattenalseencontinuestroomvanleermomentendienietvantevorenzijn

bedacht, en waarbij het niet de bedoeling is deze te beheersen en te controleren. Het gaat om zin­

volle, vaak spontane contacten met collega’s of beroepsgenoten die helpen om onderling vragen en

problementebesprekenenoptelossen.Eenschoolleiderdieditprocesteveelstuurt,loopthetrisico

het ontstaan van leernetwerken te frustreren. Durven loslaten geldt voor deelnemers maar zeker ook

voordeschoolleiding.Belangrijkisomlerarenhetvertrouwentegevendatzeprofessionalszijnen

hiernaar handelen. Geef daarom goede voorbeelden de ruimte en maak netwerkleren en het onder­

houden van professionele relaties onderdeel van de professionele ruimte waarin leraren zich ontwik­

kelen.

Ondersteunende rollenInteractiebinneneenleernetwerkkanalleenplaatsvindenalshetgoedbeschermdistegenstorende

invloeden. Rollen binnen het leernetwerk of de juiste coaching brengen leraren bij elkaar, brengen

interacties op gang, sturen aan op meningsvorming door visies te laten botsen en door nieuwe inzich­

ten die ontstaan expliciet te maken. Die rollen geven zo’n netwerk energie en continuïteit.

Als schoolleider speel je een belangrijke rol in het succes van leernetwerken, juist door je op de achter­

grond te houden en het gevoel van ruimte voor professionele ontwikkeling te stimuleren.

“Eigenlijk doen we heel veel dingen goed en dat is ook belangrijk. Dat moeten

we ook zichtbaar maken. Succesmomenten vieren. Dat geeft ook energie.”

Harrie, directeur

coach

Page 16: INF kaarten

stimuleren

Hoe geef je de ruimte aan leernetwerken? • Geefenthousiastemedewerkerseenrolinleernetwerken.Benoemdierollenookindefunctiemix.

• Zorgvoorcontinuïteitvannetwerkenendeorganisatorischeinbedding.

• Geefmedewerkerstijdenruimtevoorparticipatieinleernetwerken.Neemditopinhun

takenplaatje, bijvoorbeeld als professionaliseringstijd.

• Waardeernetwerklerenendeeldeopbrengstenofkennisproducten breder in de school, zorg dat

het op bestuursniveau de erkenning krijgt die het nodig heeft. Gebruik hierbij bijvoorbeeld het

waardecreatieverhaal. Of draag een ambassadeur op.

• Zorgvoorkoppelingtussendeontwikkelingvanlerareninleernetwerkenenfunctionerings-

gesprekken,portfolioenwetBIO.

“Een goede borging op bestuursniveau is belangrijk, zodat het schoolbestuur

hier ook tijd en middelen voor vrijmaakt binnen de organisatie.”

Anne, directeur

Leernetwerken staan los van formele structuren en gaan dwars door schoolorganisaties heen.

Zekunnengestartwordenbinneneen(groot)schoolbestuur.Alsmanagermoetjedanzorgenvoor

goed eigenaarschap en een gedeelde urgentie om zo’n netwerk te starten. Netwerkleren is geen

oplossing voor alle problemen en moet geen doel op zich worden. Je moet blijven onderzoeken of

het aansluit bij de praktijk, cultuur en behoefte.

Page 17: INF kaarten

co

ör

din

at

or

2011/1.0

coördiNator

De coördinator is verantwoordelijk voor de planning. Hij beheert de jaaragenda, regelt locaties voor

bijeenkomsten en stemt praktische zaken op elkaar af. Ook zorgt hij ervoor dat de werkzaamheden

en de werklast redelijk over de tijd en deelnemers worden verdeeld. De coördinator treedt op als

technisch voorzitter.

Hoe kan een coördinator een leernetwerk ondersteunen? De coördinator ondersteunt door praktische zaken goed op orde te krijgen. De coördinator

• zorgtdathetleernetwerkafsprakenmaaktoverhoemenwilsamenwerkenenlegtdit

eventueel vast in een sociaal contract

• brengtinkaartwatmoetgebeurenendoetsuggestiesvoorverdelingvandezetaken

• zorgtvoorhetopstellenvaneenagendavoorbijeenkomsten

• zorgtvooreenruimtewaarindedeelnemerselkaarkunnenontmoeten

• zorgtvoorspecifiekematerialenalsdaarbehoefteaanis

• nodigtgastsprekersuit

• zorgtvoordeverspreidingvandocumenten

• isdetechnischvoorzittervanbijeenkomsten

• maaktnieuwedeelnemerswegwijsbinnenhetnetwerk.

“Ik denk dat in elk netwerk iemand het voortouw moet nemen. Bijvoorbeeld

iemand die zorgt voor een overlegruimte of een agenda maakt. Eigenlijk voor

wat sturing zorgt in het leernetwerk.” Simon, leraar groep 8

Relatie tot andere rollenDe coördinator kan worden ingevuld door meer dan een persoon en rouleert bij voorkeur in het

leernetwerk. De coördinator stemt zijn activiteiten af met de ICT-coach en eventueel de leernetwerk-

coach.Indiennodigkandeleernetwerkcoachtijdelijkderolvancoördinatoropzichnemen.Hierbijis

het van belang te zorgen voor een overdracht van deze rol naar een van de deelnemers.

Page 18: INF kaarten

coördinator

Page 19: INF kaarten

Le

er

ne

tw

er

kc

oa

ch

2011/1.0

leerNetwerkcoach

De leernetwerkcoach is een coach voor leernetwerken binnen een school of schooloverstijgend, en

ondersteunt de leernetwerken bij hun zelfsturing. De coach maakt geen deel uit van deze leernet­

werken, maar onderzoekt met de deelnemers onder welke condities het leernetwerk versterkt of

verbreed kan worden.

Wanneer is een leernetwerkcoach nodig?De leernetwerkcoach kan in iedere fase van een leernetwerk worden ingezet. Vooral in de zaaifase is

deinzetvaneenleernetwerkcoachvaaknuttigennodig.Indiefaseisdekwetsbaarheidvaneenleer­

netwerk groot, en kan het door een steuntje in de rug, of het afvangen van wat wind net voldoende

kracht krijgen om tot volle groei te komen.

Wie kan de rol van leernetwerkcoach op zich nemen?De rol van leernetwerkcoach kan door iedereen die coachend kan optreden worden opgepakt.

De aanstelling kan gebeuren op vraag van de leernetwerken, of vanuit de wens van de schoolleiding.

Inhetlaatstegevalishetvanbelangdatdeleernetwerkcoachweleenonafhankelijkepositieheeft,

in verband met vertrouwen dat tussen de leernetwerkcoach en de leernetwerken moet kunnen

ontstaan.Belangrijkisdatdeleernetwerkcoacherkendengesteundwordtdoorhetteamenhet

management. Ook moet de coach een aanspreekpunt hebben binnen het leernetwerk.

“Ik wilde met mijn collega een leernetwerk doorgaande leerlijnen opstarten.

In het begin wisten we niet goed hoe we dat konden aanpakken.

Zo’n gesprek met de leernetwerkcoach was echt een steuntje in de rug.

We hebben direct concrete stappen gezet en we groeien nu langzaam uit

tot een groter leernetwerk.” Maria, leraar groep 6

coach

Page 20: INF kaarten

Leernetwerkcoach

Wat doet een leernetwerkcoach? De leernetwerkcoach stelt prikkelende vragen en fungeert als een spiegel. Hij dwingt het leernetwerk

stil te staan bij zaken, waar een netwerk in haar enthousiasme of onwennigheid niet altijd aan toe­

komt. Zo kan hij in gesprek gaan met deelnemers over hun leeragenda, de inspirator helpen bij het

inzetten van activerende werkvormen, of de creator ondersteunen bij het benoemen van opbreng­

sten.Indiennodiggaathijmethetleernetwerknaofervoldoendevertrouwenis,ofbekijkthijofde

rollen binnen het leernetwerk voldoende zijn verdeeld. De coach kan zelf tijdelijk rollen binnen het

netwerk innemen. De checklist voor de leernetwerkcoach helpt zicht te krijgen op dit soort

randvoorwaardelijke zaken.

Deleernetwerkcoachkanindiennodiganderen(tijdelijk)betrekkenbijhetleernetwerk,ofdeelnemers

met dezelfde rollen of vragen van verschillende leernetwerken met elkaar in contact brengen.

BijvoorbeelddoormetNetwerk InBeeld de aard en frequentie van de contacten te bekijken, of om

mogelijke niet­benutte contacten zichtbaar te maken.

Zodraeenleernetwerkkrachtiggenoegis,isderolvandecoach(tijdelijk)uitgespeeld,ofverschoven

naar de achtergrond.

“Soms ben je in je netwerk zo op elkaar ingespeeld dat je in vaste patronen zit.

Als de leernetwerkcoach dan een keer aanschuift bij een overleg zie je bepaalde

zaken weer in een heel ander perspectief. Alleen al door de vragen die ze stelt,

ga je weer breder kijken en kom je op nieuwe ideeën.” Jasper, leraar groep 3

Page 21: INF kaarten

co

mp

et

en

tie

s2011/1.0

competeNties

Wat maakt iemand tot een goede netwerkleerder? Welke competenties heeft een goede netwerk­

leerder? We vroegen het enkele leraren die er ervaring mee hebben. Zij gaven de volgende

competenties aan die bijdragen aan succesvol netwerkleren:

Openstaan voor nieuwe relaties en ervaringen

“Je moet openstaan om kennis en ervaringen met anderen te delen, en voor

advies. En dan ook iets doen met het advies.” Josje, leraar groep 7

“Je hebt eigenlijk een soort van nieuwsgierigheid nodig. Naar andere

ervaringen en mensen.” Simon, leraar groep 8

Goed kunnen communiceren

“Je moet communicatief sterk zijn, goed zijn in het opbouwen van relaties.

En goed kunnen luisteren, daar zit wel een kerncompetentie.” Anne, directeur

Kennis kunnen en willen delen (geven en nemen)

“Als iemand nooit eens een praktijkprobleem deelt, wat doe je dan in een

leernetwerk? Daar gaat het toch juist om.” Jasper, leraar groep 3

“Je zit er niet alleen voor jezelf.” Saskia, leraar groep 3/4

Page 22: INF kaarten

competenties

Kunnen omgaan met feedback

“Het is niet altijd makkelijk, maar je moet je wel open kunnen stellen voor

feedback. Je zit daar om te leren van elkaar. Als je dan niet durft te zeggen

wat niet goed gaat, dan groei je niet.” Maria, leraar groep 6

Kunnen reflecteren

“Uiteindelijk wil je een betere leraar worden. Tenminste dat is wel mijn doel.

Wat gaat goed en wat kan beter. Daar zicht op krijgen, heeft mij echt verder

gebracht.” Josje, leraar groep 7

Je kwetsbaar durven opstellen

“Een leernetwerk werkt pas goed als je elkaar beter kent. Die vertrouwens­

band, is ontzettend belangrijk. Pas dan ga je vragen stellen die je elders niet

zomaar zou stellen.” Simon, leraar groep 8

“Vertrouwen is belangrijk, je moet vertrouwen hebben in de mensen en je eigen

kunnen.” Maria, leraar groep 6

Bepaaldecompetentieshangenweermeerafvanderoldiejeinneemt.Jekuntelkaarstalentenjuist

goed benutten in een leernetwerk.

“Een bijeenkomst hoeft niet lang te duren, en kan daardoor juist heel effectief

zijn. Maar dan moet je wel goed kunnen samenvatten en bondig zijn.

Niet iedereen hoeft dat te kunnen trouwens, maar liefst wel de voorzitter.”

Saskia, leraar groep 3/4

Page 23: INF kaarten

iNs

pir

at

or

2011/1.0

iNspirator

De inspirator voedt het creatieve brein van het netwerk. Hij is verantwoordelijk voor de inhoudelijke

agenda van het leernetwerk. Hij inspireert het leernetwerk door discussies aan te zwengelen, zoekt

activerende werkvormen uit en begeleidt de activiteiten. Hij zorgt ervoor dat inhoudelijke lijnen waar

nodig bij elkaar komen en dat het leernetwerk de goede richting uitgaat. Als het nodig is, fungeert hij

als luis in de pels van het netwerk.

Het is raadzaam om al in een vroeg stadium de rol van inspirator te bespreken. Dit maakt de kans gro­

ter dat een pril netwerk doorgroeit naar een volgende fase, doordat men gecoördineerd aan zinvolle

activiteiten werkt. De rol van creator is hierbij ondersteunend.

Hoe kan een inspirator een leernetwerk ondersteunen? Eensuccesvolleernetwerkstoptindezaaifasetijdenenergieinhetonderzoekenenafstemmenvan

de leervragen, doel, en verwachtingen. De inspirator kan hierbij ondersteunen door:

• teonderzoekenofdevoorwaardenaanwezigzijnomtoteenleernetwerkuittekunnengroeien

(bijvoorbeeldmetdenetwerkscan).

• gesprekkentotstandtebrengen

• startdoelenteformuleren

• deinhoudelijkeleeragenda op te stellen en up to date te houden

• hetorganiserenvaneenstartbijeenkomstsamenmetdecoördinator

• hetintroducerenvanpassende(online)werkvormen

• hetleggenvaneenbasisvoorvertrouwenenveiligheid

• hetvoordragenvaneenambassadeur netwerkleren

• hetinformerenvanheteigenteamofdeschoolleiding.

Page 24: INF kaarten

inspirator

Indecultiveer-enoogstfase kan de inspirator het leernetwerk ondersteunen door bijvoorbeeld:

• tezorgendatdeelnemerszichvoorelkaarsleerprocesverantwoordelijkvoelen

(gedeeldeigenaarschap)

• ingesprektegaanmetdeelnemersdieevenbuitenbeeldzijn

• hetstimulerentotreflecterenopheteigenleerproces

• hetmonitoreneneventueelherdefiniërenvandoelenengrenzen

• hetzorgenvoordeintroductievannieuwedeelnemers

• hetinformerenvanhetteamofmanagement,overvoortgangenopbrengsten.

De inhoud, vorm en intensiteit van de ondersteuning kan per fase anders worden ingevuld.

Relatie tot andere rollenDe rol van de inspirator kan door verschillende deelnemers worden ingevuld en wisselen in de tijd.

Hij stemt af met de leernetwerkcoach en eventueel de ICT-coach. De leernetwerkcoach kan tijdelijk

de rol van inspirator op zich nemen. Hierbij is het van belang te zorgen voor een overdracht van deze

rol naar een van de deelnemers.

“Zo iemand die het netwerk de juiste spirit geeft, is essentieel vinden we.

Die zelfs heftige discussies weet te veroorzaken. We zorgen er altijd voor dat die

rol in ons netwerk vervuld is. Desnoods zoeken we nieuwe deelnemers erop uit”.

Maria, leraar groep 6.

Page 25: INF kaarten

ict

-co

ac

h2011/1.0

ict-coach

DeICT-coachzorgtvoorondersteuningbijhet samenwerken van het leernetwerk.

Hij maakt geen deel uit van het leernetwerk. Hij stemt af met de coördinator van het leernetwerk

en de leernetwerkcoach.

KerntaakDe kern van de rol van ICT­coach is het verzorgen en organiseren van de gewenste online onder­

steuningbinnendeleernetwerkenvaneenschool(bestuur).Hetdoelhierbijisdatcommunicatieen

samenwerking tussen de deelnemers en kennisdeling binnen en buiten het leernetwerk zo optimaal

mogelijk met ICT worden ondersteund. Daarbij kunnen meerdere faciliteiten worden gebruikt die

betrokkenheid creëren en verbeelding en afstemming mogelijk maken.

De rol van ICT­coach kan door één of meer personen worden uitgevoerd, die alle leernetwerken in een

school(bestuur)ondersteuntenzorgtvooreenheidingebruiktetechnologie.BelangrijkisdatdeICT­

coach zowel de taal van de deelnemers spreekt als het ICT­jargon. Op deze manier worden de wensen

van het netwerk optimaal vertaald naar de inrichting van een online omgeving.

ICT is geen doel op zich DeICT-coachrealiseertzichsteedsdatICT slechts een middel is en geen doel op zich. Hij zorgt dat de

deelnemerscentraalblijven.Eenonlineomgevinginzettenvooreengroepmensendieelkaarzeer

regelmatig ziet, kan een overkill zijn.

“Ik ben niet echt gek op computers. Maar we hebben geleerd te Skypen.

Dat was heel handig, want op die manier konden we een expert van buiten

uitnodigen in ons netwerk. Eigenlijk vond ik het ook heel leuk om te doen,

dat Skypen.” Sylvia, leraar groep 5

coach

Page 26: INF kaarten

ict-coach

Ondersteuning bij kennisdelingEenleernetwerkwisseltkennisenervaringenuitenontwikkeltopdiemaniergedeeldekennis.

Deze kennis zit vaak deels in hoofden van deelnemers, maar betreft ook kennisproducten als

gespreksverslagen, materialen en video­opnames. De ICT­coach bekijkt met de deelnemers op welke

manierhetnetwerkdezekennishetbesteonlinekanvastleggenendelen.Bijvoorbeeldineenaparte

werkruimte binnen de elektronische werkomgeving van de school, door gebruik van Google Docs,

of eenvoudigweg een map op een gedeelde netwerkschijf. Spreek af met het leernetwerk voor wie

diedocumentenbeschikbaarzijn.Eencombinatievanbeslotenenopendocumentenofwerkruimte

is hierbij ook een optie.

Ondersteuning bij communicatieHet gebruik van de telefoon en e­mail is snel gemeengoed in een leernetwerk. De ICT­coach kan ook

andere manieren van virtuele communicatie introduceren, zoals het gebruik van een discussieruimte

ofhetgebruikvanonlinecommunicatiemiddelenalsSkype.DeICT-coachtastdebehoeftesaf,enreikt

op het juiste moment de juiste techniek aan.

Uiteindelijk kiest elk leernetwerk die informatie­ en communicatiekanalen die passen bij de deel­

nemers.DeICT-coachheeftvoldoendekennisvanmodernecommunicatiemiddelenenweetwelk

effect die kunnen hebben op de deelnemers. Hij helpt het leernetwerk bij het maken van de juiste

keuzes hierin.

“Ik gebruik mijn computer nu veel meer dan vroeger. Documenten wisselen we

snel uit en we informeren elkaar via de mail. Maar een online discussie gaat

me nog net iets te ver.” Jasper, leraar groep 3

Page 27: INF kaarten

Fe

ed

ba

ck

2011/1.0

Feedback

Innetwerkeniscommunicatieeenbelangrijkonderdeelvanhetleerproces.Erwordtveelalintensief

samengewerkt en gediscussieerd en hierbij kunnen de gemoederen soms hoog oplopen. Zeker bij

discussies over alternatieve aanpakken in de les.

Bewust feedback gevenLatenmerkenhoewe‘deboodschap’vandeanderverstaan,isvanbelangomcommunicatie-

stoornissen te voorkomen. We geven feedback op het communicatieve gedrag van de ander.

Hiermee checken we of we de boodschap goed begrepen hebben, en maken we de ander bewust

van zijn communicatieve vaardigheid. Vaak geven we onbewust feedback, zoals het fronsen van de

wenkbrauwen. Het is belangrijk om ook bewust feedback te geven in een leernetwerk. Het gaat hierbij

met name om het geven van constructieve feedback, feedback waar de ander concreet iets mee kan.

Feedback wordt daarmee een welgemeend advies over het handelen in de onderwijspraktijk of over

iemands opstelling in het leernetwerk.

“Ik sta nu wel meer open voor opmerkingen dan in het begin. Vind het soms

nog wel lastig, maar merk dat ik veel leer van die feedback. Feedback geven

vind ik eigenlijk nog steeds heel moeilijk.” Maria, leraar groep 6

Aandachtspunten voor het geven van feedback• Feedbackwordteerdergeaccepteerdalservoldoendevertrouwenisbinnenhetleernetwerk.

• Realiseerjedathetmoeilijkisvoormensenomonderscheidtemakentussennegatievekritieken

opbouwende feedback.

• Geefnietalleennegatievefeedback.Maakookpositieveopmerkingenoverhetfunctionerenvan

de ander.

• Motiveerjefeedback,geefaanwatjevindt,waaromenhoejetotdieconclusiegekomenbent.

• Geefalternatievendieaangevenhoehetookanderskan.

• Gebruik‘ik-boodschappen’.Hierdoorwordthetmeereenpersoonlijkemeningenwordthetminder

ervaren als een persoonlijke aanval.

• Geefalleenopbouwendefeedback.Houddezenietalgemeen.

Page 28: INF kaarten

feedback

• Geeffeedbackopgedragdatookechtteveranderenis.

• Geeffeedbackonmiddellijk.Dedrempelomdezetegevenwordtsteedshoger,vooralalshetom

negatieve kritiek gaat.

• Geefconstructieveenbeschrijvendefeedback:geefaanwatjijzelfgezienofgehoordhebt,probeer

interpretaties te voorkomen.

• Beperkjetotenkelepunten.Houdrekeningmetwatdeander‘aankan’.

• Checkaltijdofdefeedbackgoedbegrepenis.

• Vraagookzelfomfeedback.Stahiervooropen.

• Probeertijdensjegesprekkendeanderervanteovertuigendatfeedbackeenmiddelisomteleren

en de communicatie duidelijker te maken.

• Feedbackgevenisnetzomoeilijkalsfeedbackontvangen.

“Die openheid moet er zijn in je leernetwerk. En vertrouwen. Als die twee er

niet zijn dan gaat het niet.” Simon, leraar groep 8

Page 29: INF kaarten

Va

lk

uil

eN

2011/1.0

ValkuileN

Indezekaartbenoemenweenkelebekendevalkuilen,dieiniedernetwerkkunnenvoorkomen,met

name in de cultiveerfase.Tijdigherkennenkanzorgenvoordenodigebijstellingdoordecreator.

Mensen zeggen af voor bijeenkomsten• Ganawaarommensenafzeggen:misschienkomthettijdstipnietuit,isdelocatieniethaalbaar,

of past het doel niet goed. Mogelijk kan hier iets aan gedaan worden.

• Stelmetelkaarrealistischeverwachtingenoverdeelnameenkennisproducten.

• Maakvoorafafsprakenmetelkaarenlegdiebijvoorbeeldvastinhetsociaal contract.

• Geefiedereeneensteminhetvaststellenvanhetdoelvandebijeenkomstenenbetrekdeelnemers

bij de voorbereiding ervan.

• De inspirator kan het proces ook tussen de bijeenkomsten gaande houden.

Te veel vergadersfeer • Voorkomeenvergadersfeerdoorvooralietsmetelkaartegaandoen,bijvoorbeeldinterviewsmet

beroepsgenoten, collega’s of experts, of ontwikkel concreet materiaal.

• Zorgvoorwisselende(activerende)werkvormen.

• Werkinkleinegroepenmeteensteedsanderesamenstellingenwisselplenairuit.

Berijden van stokpaardjes• Laatmensenhuneigenleervragenstellenzonderdaarbijhunopvattingentebetrekken.

• Creëereenopensfeerwaarinnietéénopvattingdomineert,maarwaariniedereenopvattingenkan

uiten. Vraag ook naar de argumenten en bewijzen voor die opvattingen. Zo worden stokpaardjes

geobjectiveerd.

• Isersprakevaneensterkgroepsgevoel,dankanhetgevaarvangroepsdenkenomdehoekkomen.

Ofdeelnemersveranderenonderdrukvandegroephunmening.Eenheterogenesamenstelling

verkleint dit risico. Ook het komen en gaan van deelnemers, een open houding, verkleint het

groepsdenken.

Page 30: INF kaarten

valkuilen

“Openheid moet er zijn. Als die er niet is, dan werkt het niet. Een leernetwerk is

geen verplichting en als je openstaat voor elkaars vragen dan kan het een goed

leernetwerk worden.” Simon, leraar groep 8

Onvoldoende tijd om gestelde doelen te bereiken• Misschienligthettempotehoog?Hetkosteventijdomeenpassendritmetevinden.

• Bespreekmetelkaardedoelen,misschienzijnzenietrealistischenmoetenzewordenbijgesteld.

• Beschrijftussendoelen,enbedenkhierbij:beterveelkleinestapjes,danlangehalen,snelthuis.

Onvoldoende leernetwerkhouding bij deelnemers• Bedenkdatmenvooralisgewendaanformeellerenonderleidingvaneendocentofexpert.

Netwerkleren vergt een open houding en verantwoordelijkheid voor het leerproces van alle deel­

nemers. Deze houding heeft tijd nodig om zich te ontwikkelen.

• Leernetwerkenhebbenveelaandachtvoorvragenenuitdagingenuitdedagelijkseonderwijsprak­

tijk. Het kost tijd om deze concrete vragen te vertalen naar gedeelde leeractiviteiten in het leernet­

werk.

“Je hebt ook leernetwerken die meer een clubje zijn. Die hebben nog geen open

instelling, die denken teveel voor hun eigen school, hun eigen ontwikkeling om

te kunnen gaan samenwerken. Ze hebben anderen nog niet nodig.”

Hugo, leraar groep 4

Page 31: INF kaarten

ge

sp

re

ks

te

ch

Nie

k2011/1.0

gesprekstechNiek

Als leernetwerkcoach begeleid je het netwerk vanaf de zijlijn. Je bent niet bezig met de inhoud, maar

jerichtjeophetbegeleidenvanhetproces.Eenbelangrijkhulpmiddeldaarbijiseengoedegespreks­

techniek. Deze is samen te vatten tot: luisteren, samenvatten en doorvragen.

LuisterenDe kunst van het vragen stellen, begint met luisteren. Luisteren doe je met je hele lichaam. Door je

lichaamshouding laat je de ander zien dat je geïnteresseerd bent in wat hij te zeggen heeft.

Aandachtspunten hierbij zijn:

• maakoogcontact

• maakgebruikvanknikkenen‘hummen’

• maakaantekeningen

• beweegnon-verbaalmee(afstandverkleinen,afstandnemen,gebarenspiegelen).

Eengoedeluisteraarletdaarnaastaandachtigopwatdeanderzegt.

Let hierbij op:

• dewoorden(watiemandletterlijkzegt)

• demanierwaaropdesprekerdewoordenuitspreekt(toon,volume,kracht)

• delichaamstaalvandespreker(houding,gebarentaal,gezichtsexpressie).

SamenvattenHeeft de ander zijn betoog afgerond, dan vat je het samen in je eigen woorden. Hiermee check je of je

deboodschapgoedhebtbegrepen.Isdatniethetgeval,dangeefjedeanderdegelegenheidaante

vullen of te corrigeren. Samenvattingen geven een gesprek structuur.

Zeg bijvoorbeeld:

“Als ik je goed heb begrepen, vind jij dat ...”

“Je zegt dus dat ...”

coach

Page 32: INF kaarten

gesprekstechiniek

DoorvragenSpeur naar aanknopingspunten om door te vragen. Wees alert op vaagheden, aannames, algemene

waarhedenenformuleringenmet‘moeten’of‘kunnen’.Dezetaalpatronenverhullenvaakwaardevolle

informatie. Let op wat de ander zegt en op wat hij níet zegt. Zo krijg je meer informatie los.

Vraag bijvoorbeeld als iemand zegt: “Dat kan toch niet!”, volgens wie dat niet kan.

Wat kun je beter vermijden?Laat oordelen, meningen en adviezen liever achterwege. Hiermee neem je namelijk het initiatief over

van de deelnemers van het leernetwerk en geef je tevens een waardeoordeel. Dit sluit eerder het

gesprek af dan dat het een opening geeft om nieuwe perspectieven te verkennen.

Probeer het netwerk meerdere alternatieven te bieden of nieuwe openingen aan te reiken.

Insommigegevallenishetwelwenselijkalsdeleernetwerkcoacheenadviesgeeft.Hijheeftvaak

meer ervaring en inzicht in netwerkleren dan de deelnemers.

Page 33: INF kaarten

me

er

wa

ar

de

2011/1.0

meerwaarde

Praktijkgericht lerenAls leraar kom je in je werk soms problemen tegen, die snel opgelost moeten worden. Of je hebt een

vraagstuk waarmee je aan de slag wilt. Door hulp te vragen bij collega’s, vind je vaak snel een oplos­

sing. Netwerkleren is daarmee oplossingsgericht vanuit de dagelijkse praktijk. Wat vandaag wordt

geleerd of ontwikkeld, kun je vaak morgen direct toepassen.

”Ik geef het in een vroeg stadium aan als ik ergens tegenaan loop. Ik overleg

in het leernetwerk en merk dat ik niet de enige ben. Vaak kunnen ze me direct

op weg helpen. Hierdoor worden problemen eerder opgelost en gaan ze niet

sluimeren.” Sylvia, leraar groep 5

Verdiepen met collega-expertsLeren in een netwerk heeft een aantal voordelen ten opzichte van het traditionele of formele leren.

Leraren vinden collegiale uitwisselingen heel prettig en ervaren dat bovendien als erg effectief.

Metnameomdatdeoplossingenaandepraktijkgetoetstzijn.Collega’sblijkenvaakgoedeexperts.

Netwerklerenzorgtervoordatjeeenactiefbenaderbaarenstevig‘vangnet’vanexpertiseomjeheen

hebt, waardoor je je gesteund voelt in de uitvoering van je werk. Het zijn de mensen met wie je lang­

durig je passie voor je werk kunt delen.

”Door de samenwerking in het leernetwerk krijg ik veel kennis mee van

collega’s die er al langer mee bezig zijn. Ik neem die kennis heel snel op in

mijn dagelijkse praktijk.” Simon, leraar groep 8

Zelf aan het roerIneenleernetwerkhebjeveelinvloedopdeinhoudenplanningvanhetnetwerk.Jeeigenleervraag

staat centraal en dat motiveert om kennis uit te wisselen en te leren. Netwerkleren stimuleert daar­

naasttotreflectieopheteigenhandelenindepraktijk.

1

Page 34: INF kaarten

meerwaarde

“Vroeger vond ik het lastig om te gaan met feedback. Nu sta ik veel meer open

voor opmerkingen van collega’s. In een leernetwerk geef je immers veel feed­

back aan elkaar. Daar leer je vanzelf mee omgaan.” Harrie, leraar groep 3

“Vaak gaat het best wel goed in je klas. Maar als iemand anders meekijkt of

­denkt dan maakt dat je scherper. Door vragen van een collega ga je je eigen

handelen in een ander licht zien. Dan kan een andere aanpak opeens toch beter

lijken.” Sylvia, leraar groep 5

“Vroeger beslisten we als directieleden over bepaalde zaken. Nu laten we dat

meer over aan de leernetwerken.” Stefan, directeur

Schooloverstijgende netwerkenEenleernetwerkstartvaakbinneneenschool,doorcontactendiedeelnemerssomsalhebbenmet

huncollega’s.Indebehoefteomuittebreidenmetnieuwedeelnemers,wordensomsalsheelvan­

zelfsprekend verbindingen gelegd met collega’s van andere scholen. Daarmee verbreed en verdiep

je de gezamenlijke ervaringen en kennis van het leernetwerk direct. Zie het als een reis naar andere

culturen.Ditmaaktjenieuwsgierig,prikkeltdereflectieopdeeigenpraktijk,maarstimuleertook

vernieuwing en uitwisseling. Uiteindelijk bepaalt het leernetwerk of en wanneer het toe is aan een

dergelijke verbreding.

“Ik zat vorig jaar voor het eerst in leraar groep 8. Dan komt er veel op je af.

Ik kon gelukkig direct meedoen aan het leernetwerk leraar groep 8 van drie

andere scholen. Dat heeft me erg geholpen, ik hoefde het wiel niet voor alles zelf

uit te vinden.” Simon, leraar groep 8

“Ook naast de momenten met het leernetwerk zoek ik nu gemakkelijker contact

met collega’s van andere scholen. De drempel is nu veel lager.”

Hugo, leraar groep 4

Page 35: INF kaarten

cr

ea

to

r2011/1.0

creator

De creator zorgt ervoor dat het leernetwerk de opbrengsten van de samenwerking expliciet benoemt

enbeschrijft.Endatdezewordenverwerkttotconcretekennisproducten waar alle deelnemers wat

aan hebben. Hij zet eventueel onderzoek op en legt opbrengsten vast. Hij stimuleert de verspreiding

van de opbrengsten binnen en buiten het netwerk. Hij zorgt dat de juiste expertise binnen het leer­

netwerk aanwezig is of wordt binnengehaald.

Hoe kan een creator een leernetwerk ondersteunen? De creator is verantwoordelijk voor het voortdurend evalueren van de werkwijzen en het functioneren

van het leernetwerk. Zijn rol is in alle fases van het leernetwerk belangrijk, een accent kan worden

gelegd in de oogstfase.

De creator

• zorgtdaterafsprakenkomenoverhoehetleerprocesendekenniswordenvastgelegd,

eventueel in een online omgeving

• monitorthetsamenwerkingsproces

• zorgtregelmatigvoorevaluatieen feedback

• zetinstrumenteninalsdebarometer ter ondersteuning en herhaalt de meting periodiek

• initieertregelmatiggesprekkenoverdekwaliteitvanhetnetwerk,zowelgerichtophetproces

als de inhoud

• signaleertdebehoefteaanspecifieke(externe)expertise

• zorgtdatimplicietaanwezigekennisexplicietwordtgemaakt,bijvoorbeelddoorsamenmetde

inspirator de marktplaats in te zetten

• zorgtdat kennisproducten en andere opbrengsten worden vastgelegd volgens de afspraken en

worden verspreid binnen en buiten het netwerk.

De creator is daarnaast verantwoordelijk voor het voortdurend evalueren van de werkwijzen en het

functioneren van het leernetwerk. Hij monitort het samenwerkingsproces en zorgt regelmatig voor

evaluatie en feedback, bijvoorbeeld door het inzetten van de barometer. De creator initieert regel­

matig gesprekken over de kwaliteit van het netwerk, zowel gericht op het proces als de inhoud.

Page 36: INF kaarten

creator

Relatie tot andere rollenDe rol kan door verschillende deelnemers worden ingevuld en wisselen in de tijd. De leernetwerk­

coach kan tijdelijk de rol van creator op zich nemen. Hierbij is het van belang te zorgen voor een

overdracht van de rol van leernetwerkcoach naar een van de deelnemers.

“Regelmatig vullen we de barometer in. Even de vinger aan de pols houden.

Het geeft direct een beeld van hoe het gaat in ons netwerk. Gelukkig meestal

prima, maar laatst liep het even wat minder. Dat voelden we wel aan, maar de

barometer bracht dat ook direct aan het licht. We zijn naar aanleiding daar­

van in gesprek gegaan. Dat gaf lucht.” Hugo, leraar groep 4

Page 37: INF kaarten

Ke

nn

isp

ro

du

ct

en

2011/1.0

keNNisproducteN

“Kennis begint bij het ontdekken van iets dat we nog niet begrijpen.”

Frank Herbert

Watiskennis?Traditioneelsprekenwevankennisalswehethebbenoverdedingendieiemandweet.

Netwerklereniseensocialeactiviteitenstreefternaaromtekomentot‘sociale’kennis.Datwilzeg­

gen dat kennis zoveel mogelijk ter beschikking staat aan anderen en gezamenlijk wordt ontwikkeld,

gedeeldenonderhouden.Kennisproductenkunnenhierbijhelpen,zemakenconcreetenzichtbaar

welkeervaringenenexpertisehetleernetwerkinhuisheeft.Eenspecialerolisweggelegdvoorde

creator, die dit proces ondersteunt.

Voor het ontwikkelen van kennisproducten is nodig:

• juistesamenstellingleernetwerk

• verbalisatie:elkaardingenuitleggen

• vasthoudenvaninzichten

• reflecterenopdeinzichten.

Juiste samenstelling leernetwerkJe gedachten en denkbeelden op tafel leggen, is niet altijd makkelijk. De samenstelling van het

leernetwerkmaaktverschil.Insommigenetwerkenhoefjeelkaarweiniguitteleggen,enblijftveel

onuitgesproken.Ineenheterogenernetwerkkomenuiteenlopendevisieseninzichtenbijeen,enzijn

er meer prikkels om actief uit te wisselen. Wat bedoelt Saskia eigenlijk wanneer zij ... zegt? Waar heeft

Bramhettochsteedsoveralshijhetweerover...heeft?

“We kunnen veelwetend zijn door andermans kennis, maar we kunnen niet

wijs zijn door andermans wijsheid.” Michel Eyquem de Montaigne

Page 38: INF kaarten

Kennisproducten

Verbalisatie: elkaar dingen uitleggenStel elkaar in een leernetwerk vragen over wat zo vanzelfsprekend lijkt. Het aan elkaar uitleggen of

onder woorden brengen heet verbalisatie. Het maakt vanzelfsprekendheden expliciet en zorgt ervoor

dat deze ter discussie of bespreking voorgelegd worden. Zo vormen ze de basis van nieuwe, gezamen­

lijke kennis.

“Er is veel kennis en verstand nodig om vanzelfsprekende dingen te bewijzen.”

Otto Weiss

Vasthouden van inzichten Bespreekbinnenjeleernetwerkwelkeverwachtingenerzijnoverdekennisproducten,legditbijvoor­

beeld vast in de leeragenda en het sociaal contract. Door het vastleggen van kennis, eventueel in

een online omgeving,kunjeeruitputten,ooknadeafloopvanhetnetwerk,maarookdoormensen

buitenhetnetwerk.Kenniskunjevastleggenin(les)verslagen,video-opnameofnotities.Maarerzijn

ook creatieve uitingen mogelijk als interviews, muurkranten, of bijdragen aan de nieuwsbrief van de

school. Zo blijft de ontwikkelde kennis een bron voor het leren in de toekomst.

“Wat geeft het, of iemand knap is, als hij anderen zijn kennis niet kan

bijbrengen?” Plato

Reflecteren op de inzichten Ineenleernetwerkreflecteerjeopjeberoepsmatighandelen.Jeonderzoektbijvoorbeeldwathet

effectisvandemethodendiejijinzet,ofzetdebarometerinomtereflecterenophetfunctioneren

van het leernetwerk. Het waardecreatieverhaal maakt zichtbaar welke kennis jij in je leernetwerk hebt

ontwikkeldenwatdatheeftopgeleverdvoorjezelf,collega’sendeschool.Reflecterenkentvaakeen

verzadigingspunt als een netwerk tot de conclusie komt dat de leervraag met de ontstane inzichten

voldoende is beantwoord.

Page 39: INF kaarten

oN

liN

e o

mg

eV

iNg

2011/1.0

oNliNe omgeViNg

Bijleernetwerkenstaatdekwaliteitvandecontactentussendedeelnemerscentraal.Inhetbegin

zijn dit vooral face­to­facecontacten, maar op termijn kan de behoefte ontstaan om ook op andere

manierentecommuniceren.Bijvoorbeeldomhetaantalcontactmomententeverhogen,ofomdatde

fysieke afstand tussen de deelnemers groot is. Of men wil de kennisproducten breder toegankelijk

maken.Eenonlinesamenwerkingsomgevingbiedtveelmogelijkhedenvoorhetdelenvankennisen

ondersteunen van communicatie.

OndersteuningNietiedereenkanmakkelijkoverwegmetonlineomgevingen.Eeninwerkperiodeenondersteuning

voor de deelnemers is daarom nodig. Men heeft tijd nodig om te wennen aan de nieuwe manier van

werken. De ICT-coach speelt een belangrijke rol bij de keuze van een passende ICT­omgeving en helpt

mensen vertrouwd te raken met deze omgeving. Hij kan de wensen van het netwerk vertalen naar

eisen die aan de omgeving moeten worden gesteld.

Behoefte leernetwerk centraalBijhetontwerpeneninrichtenvaneenonlineomgevingstaandebehoeftesvanhetleernetwerk

centraal.Deomgevingmoetookaangepastkunnenwordenaaneventueleveranderdebehoefte(s).

Eenidealesamenwerkingsomgevingondersteunt:

• actievebetrokkenheidvandedeelnemers

• communicatietussendeelnemersbinnenenbuitenhetleernetwerk

• uitwisselingvandocumenten(teksten,beeldenenaudio-envideomateriaal)

• hetalgemeenfunctionerenvaneenleernetwerk.

“Als ICT­leernetwerk geef je het goede voorbeeld. Wij gingen dus als eerste

online. Het grappige is dat zich al vrij snel twee nieuwe collega’s wilden

aansluiten bij het leernetwerk. Die vonden het reuze interessant wat we doen.

Dat geeft meteen wat nieuw bloed.” Simon, leraar groep 8

coach

Page 40: INF kaarten

online omgeving

Verdere aandachtspunten zijn:• Deinrichtingvandeonlineomgevingsluitaanbijde(veranderende)behoeftesvandedeelnemers

en de fase waarin het leernetwerk zich bevindt.

• Deonlineruimteistoegankelijkvoorlerarenbinneneneventueelbuitendeschool,maarmaak

daarover eerst afspraken met de leernetwerken.

• Hetleernetwerkisverantwoordelijkvoordeeigenwerkruimteeninhoud.

• Deonlineruimtemaaktzichtbaarwelkedeelnemersinhetleernetwerkzitten,wathundoelisen

welke expertise ze hebben.

• Betrekdecreator bij de inhoud van de werkruimte.

• Maakvantevorenafsprakenoverhoedecommunicatieverlooptbinnenentussendeleernetwerken.

• MaakalsICT­coach van te voren afspraken met de deelnemers over beheer en ondersteuning.

“Ik vind het nu nog prettiger om de kennis binnen ons leernetwerk te houden

en niet online te zetten. Misschien zijn we nog niet zeker over de kwaliteit, dat

speelt mee. Dat breder delen komt later wel. Nu zou dat afleiden.

Gelukkig krijgen we ook de ruimte om ons eigen tempo daarin te bepalen.”

Josje, leraar groep 7

Page 41: INF kaarten

Va

lk

uil

eN

2011/1.0

ValkuileN

Indezekaartbenoemenweenkelebekendevalkuilendieiniedernetwerkkunnenvoorkomen,met

name in de oogstfase.Tijdigherkennenkanzorgenvoordenodigebijstellingdoordecreator.

De rode draad is onduidelijk • Ontwikkelsameneenleeragenda.Koppeldeleeragendatelkensterug,enneemeenbeslissing

over wat in de volgende bijeenkomst centraal staat.

• Bereidelkebijeenkomstvoormeteenaantaldeelnemers,maarhoudvastaandeleervraagvande

gehele groep.

• Wanneerdeleervraaghaaraantrekkingskrachtverliest,ebtdemotivatieweg.Devraagwordtdan

kennelijk onvoldoende gedeeld. Formuleer in dat geval een nieuwe leervraag of stel de leervraag bij.

Er wordt veel gepraat, er worden ervaringen uitgewisseld, er ontstaan soms nieuwe inzichten, maar wat zijn uiteindelijk de opbrengsten?• Kritischereflectieophetreilenenzeileninhetleernetwerk,eventueelmethulpvandeleernet-

werkcoach,houdthetleernetwerkscherpengefocust.Inzetvandebarometer of de checklist helpt

omopdezezakentereflecteren.

• Maakbespreekbaarwatdeconcreteverwachtingenzijnvandeelnemersoverderesultaten.

Probeer deze een duidelijke plaats te geven in wat deelnemers in hun eigen werk al doen, zoals

een nieuwe methode in de klas uitproberen.

• Maakdeleerwinstzichtbaar.Ditkanalheeleenvoudigdoorhetmakenvankennisproducten zoals

notities, samenvattingen, een nieuwsbrief, of bedenk creatievere vormen waarin beeld een

rol speelt.

• Bouwrustwekenin,ontwerpmetelkaareenpassendritme.

• Deopbrengstenhoevennietvooriedereenhetzelfdetezijn.Voordeeeniskritischereflectieophet

eigen handelen voldoende terwijl de ander een concreter doel voor ogen heeft.

• Vulhetwaardecreatieverhaal in en bespreek met elkaar de ingevulde verhalen.

Page 42: INF kaarten

valkuilen

“Ik wil niet alles moeten vastleggen. Dat gaat weer ten koste van het echt actief

bezig zijn. Laat mij maar samen zitten met mijn leernetwerk, en dan maak ik

wel wat notities van ideeën en toepassingen. Dat moet maar even genoeg zijn.”

Josje, leraar groep 7

Er zijn deelnemers die zelf (bijna) niets bijdragen en dat gedrag verstoort de motivatie van wel actieve deelnemers• Maakvoorafafsprakenmetelkaaroverwatjeverwachtenlegdievastineensociaal contract.

• Informeeropennaarderedenvanditgedragenmaakheldereafspraken.Passiviteitkannamelijkte

maken hebben met angst. Angst om fouten te maken, angst voor technologie, maar ook gebrek aan

tijd door persoonlijke omstandigheden. Of gebrek aan kennis.

• Erzijnookpassievedeelnemersdiedoorhebbendaterietsbelangrijksgebeurt,maarnoggeen

interesse hebben om al deel te nemen. Het is belangrijk om deze mensen in de gaten te houden,

want ze kunnen op een later tijdstip wel actief deel uit gaan maken van het netwerk.

• Eenleernetwerkdatallangeretijdindezelfdesamenstellingmetietsbezigis,kaneenvormvan

‘groepsdenken’ontwikkelen.Danishetgoedomnieuwedeelnemersofandereinvloedenvanbui­

ten in te brengen, bijvoorbeeld door het uitnodigen van gastsprekers.

“Ik heb ook ervaren dat mensen alleen maar komen halen. Op zich vind ik dat

niet erg. Maar die mensen moeten niet de overhand hebben, anders ben je weer

de leider van een groepje, net zoals je dat bent in je klas.” Jasper, leraar groep 3

Page 43: INF kaarten

am

ba

ss

ad

eu

r2011/1.0

ambassadeur

HetRuuddeMoorCentrumondersteuntallerleiinitiatievenmetbetrekkingtothetprofessionaliseren

van leraren op de werkplek. Voor leraren of directieleden die zich aantoonbaar inzetten voor netwerk­

leren,heefthetRdMCdeambassadeurnetwerklereningesteld.Ookjouwschoolkaniemandnomine­

ren voor deze rol.

Profiel van de ambassadeurDe ambassadeur hoort bij de coaching voor leernetwerken. Hij ondersteunt de leernetwerken van

buitenaf en draagt netwerkleren een warm hart toe. Hij weet wat netwerkleren inhoudt en heeft

hiermee ervaring in de eigen praktijk. Hij begrijpt ook dat netwerkleren en het lerend en produce­

rend bezig zijn niet altijd vanzelf gaan. De ambassadeur kan de meerwaarde van netwerkleren goed

benoemen, weet netwerkleren op de agenda van management en schoolbestuur te krijgen, en

behartigt de belangen van netwerkleerders. Hij treedt op als een soort makelaar die leernetwerken in

contact brengt met nieuwe richtingen en weet het borgen van de opbrengsten van de leernetwerken

te stimuleren. De ambassadeur bevestigt daarmee de link tussen netwerkleren en professionalisering

van leraren. Als netwerkleerder in hart en nieren heeft hij bovenal een voorbeeldfunctie binnen en

buiten de school.

Wat houdt de rol in? De ambassadeur netwerkleren:

• krijgteenregistratiebijhetRdMC

• krijgthetzeldzameambassadeurspeldje

• neemtkosteloosdeelaanRdMC-evenementenalsnazomerschoolenconferenties

• wordtgevraagddeeltenemenaaneeninterviewwaarinwezijnervaringenmetnetwerkleren

vastleggen en publiceren

• wordtuitgenodigdomervaringentedelenviadewebsitevandetoolkit

• kanfungerenalsklankbordbijhetschrijvenvanartikelenenpublicatiesvanhetRdMCover

netwerkleren

• jaarlijkswordendeambassadeursdoorhetRdMCopeenpassendemanierinhetzonnetjegezet.

1

Page 44: INF kaarten

ambassadeur

“Op de een of andere manier komt het wel aan. De nominatie van het RdMC

verscheen ook in ons schoolblad. Het geeft erkenning. En leraren kwamen met

vragen over netwerkleren. Dat vond ik het leukste.”

Stefan, ambassadeur netwerkleren

Nominatie ambassadeurWiljijeenpowernetwerkervoordragenenhem(ofhaar)totambassadeurlatenbenoemen

doorhetRdMC?

Online* kun je iemand nomineren. Zorg voor een goede motivatie, liefst onderbouwd met

documenten,uitspraken,ofandere‘wapenfeiten’.Wijnemenvervolgenscontactopvoor

verdere informatie of om afspraken te maken.

*http://rdmc.ou.nl/netwerkleren