Leertheorieën samenvatting tentamen

3
 Leertheorieën Behavioristische theorie. - Klassieke conditionering; Pavlov; als 2 gebeurtenissen tegelijkertijd plaatsvinden, krijgt de ene gebeurtenis dezelfde functie als het oproepen van gedrag als het andere. - Operante conditionering; Skinner; Handelingbeloning. Wanneer de handeling goed is richting het eindresultaat, komt er een beloning. Deze beloning moet wel anders zijn, om het gedrag te verbeteren. Successieve approximatie; geleidelijke toenadering. Mager; ‘uitvinder’ leerdoelen duidelijke handeling/werkwoord (schrijven, noemen e.d.), onder welke condities het uitgevoerd moet worden (zonder boek, aan de hand van een bron e.d.) , minimum prestatie (80% goed hebben e.d.). Leerdoelen komen voort uit behaviorisme!! Cognitieve theorieën De vraag ligt bij: Hoe wordt kennis opgeslagen in het geheugen? En hoe wordt de informatie verwerkt? Newell en Simon: productiesysteem. Voorbeeld productieregel: als….dan verbinding. Bijv.: Als het sneeuwt, worden de straten wit. Als het regent, worden de straten nat e.d. Declaratieve kennis; weten dat iets zo is wordt bij zo’n productieregel omgezet in procedurele kennis, de kennis kunnen gebruiken en uitvoeren. Bijv.: weten dat delen door een breuk zelfde is als vermenigvuldigen is niet hetzelfde als deze kunnen toepassen. De Grote, de Corte. Handelingspsychologische theorie Vygotsky; cultuur-historische theorie van onstaan mentale handelingen: handelingen als; vergelijkingen maken tussen begrippen, trekken van conclusies, uit hoofd optellen e.d. Dialoog; vier principes. Belangrijk in de handelingspsychologie: - Principe van interiorisatie: uitwendige handelingen vormen de basis van mentale handelingen. Bijv. optellen: het samenvoegen van een aantal voorwerpen. Leerling krijgt er in gedachte, een beeld bij. - Principe van de zone van naastbije ontwikkeling: Onderwijs en opvoeding moeten gericht zijn op wat het kind zelfstandig nog niet kan. Maar wel met hulp van ouder/onderwijzer. - Principe van de centrale rol van de volwassenen: Ouder/onderwijzer moet kind bevorderen de taken uit principe van naastbije ontwikkeling uit te voeren. - Principe van de sociaal-communicatieve oorsprong van mentale handelingen: ontwikkeling geschied niet alleen door dialoog tussen ouder en kind, maar ook door contact tussen leerlingen onderling. Meta-cognitieve theorie Meta-cognitie: De kennis en opvattingen die iemand heeft over zijn cognitief functioneren (denken, redeneren, leren, onthouden). En over de wijze waarop dit gestuurd kan worden.

Transcript of Leertheorieën samenvatting tentamen

Page 1: Leertheorieën samenvatting tentamen

5/12/2018 Leertheorie n samenvatting tentamen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/leertheorieen-samenvatting-tentamen 1/3

Leertheorieën

Behavioristische theorie.

-  Klassieke conditionering;

Pavlov; als 2 gebeurtenissen tegelijkertijd plaatsvinden, krijgt de ene gebeurtenis dezelfde functie als

het oproepen van gedrag als het andere.

-  Operante conditionering;

Skinner; Handelingbeloning. Wanneer de handeling goed is richting het eindresultaat, komt er een

beloning. Deze beloning moet wel anders zijn, om het gedrag te verbeteren. Successieve

approximatie; geleidelijke toenadering.

Mager; ‘uitvinder’ leerdoelen duidelijke handeling/werkwoord (schrijven, noemen e.d.),

onder welke condities het uitgevoerd moet worden (zonder boek, aan de hand van een bron e.d.) ,

minimum prestatie (80% goed hebben e.d.).

Leerdoelen komen voort uit behaviorisme!!

Cognitieve theorieën

De vraag ligt bij: Hoe wordt kennis opgeslagen in het geheugen? En hoe wordt de informatie

verwerkt?

Newell en Simon: productiesysteem. Voorbeeld productieregel: als….dan verbinding. Bijv.: Als het 

sneeuwt, worden de straten wit. Als het regent, worden de straten nat e.d. Declaratieve

kennis; weten dat iets zo is wordt bij zo’n productieregel omgezet in procedurele kennis, de kennis

kunnen gebruiken en uitvoeren. Bijv.: weten dat delen door een breuk zelfde is als vermenigvuldigen

is niet hetzelfde als deze kunnen toepassen.

De Grote, de Corte.

Handelingspsychologische theorie

Vygotsky; cultuur-historische theorie van onstaan mentale handelingen: handelingen als;

vergelijkingen maken tussen begrippen, trekken van conclusies, uit hoofd optellen e.d.

Dialoog; vier principes. Belangrijk in de handelingspsychologie:

-  Principe van interiorisatie: uitwendige handelingen vormen de basis van mentale

handelingen. Bijv. optellen: het samenvoegen van een aantal voorwerpen. Leerling krijgt er in

gedachte, een beeld bij.

Principe van de zone van naastbije ontwikkeling: Onderwijs en opvoeding moeten gerichtzijn op wat het kind zelfstandig nog niet kan. Maar wel met hulp van ouder/onderwijzer.

-  Principe van de centrale rol van de volwassenen: Ouder/onderwijzer moet kind bevorderen

de taken uit principe van naastbije ontwikkeling uit te voeren.

-  Principe van de sociaal-communicatieve oorsprong van mentale handelingen: ontwikkeling

geschied niet alleen door dialoog tussen ouder en kind, maar ook door contact tussen

leerlingen onderling.

Meta-cognitieve theorie

Meta-cognitie: De kennis en opvattingen die iemand heeft over zijn cognitief functioneren (denken,

redeneren, leren, onthouden). En over de wijze waarop dit gestuurd kan worden.

Page 2: Leertheorieën samenvatting tentamen

5/12/2018 Leertheorie n samenvatting tentamen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/leertheorieen-samenvatting-tentamen 2/3

Meta-cognitieve opvattingen: minitheorieën over het cognitief functioneren. Bijv: opvattingen over 

leren. Ene zegt: primair uit het hoofd leren van feiten. Ander zegt: het leren is begrijpen van oorzaken,

gevolg en verbanden.

Meta-cognitieve kennis: specifieke kennis over het cognitief functioneren.

Meta-cognitieve vaardigheden: sturen van leerprocessen: oriëntering (doel wat kind wil bereiken),planning (volgorde waarin de taken aangepakt worden e.d.), bewaking (proces in de gaten houden),

zelftoetsing (test of het goed loopt).

Constructivisme

Vorm van meta-cognitieve theorie.

Benadrukt dat leren een actief en constructief proces is.

Nieuwe informatie moet gekoppeld worden aan bestaande voorkennis actieve

koppelingsproces. Persoonlijk proces, omdat ieders voorkennis anders is.

Paris en Byrne; zes uitgangspunten constructivisme:  Leerling heeft vanuit interne kracht informatie zoekt 

  Begrijpen is meer dan het opnemen van informatie. Structureren de informatie.

  Mentale representaties veranderen.

  Begrijpen is nooit definitief. Reflecties. 

  Ontwikkeling legt beperkingen aan leerproces op. Bijv. rijping 

  Reflectie en reconstructie stimuleren leerproces.

Voorkennis en ervaringen kunnen alleen gebruikt worden, en van waarde zijn in bepaalde context.

Bijvoorbeeld ‘neem geen overhaaste conclusies’ is bruikbaar als iemand het geleerd heeft voor het 

schaken. Maar niet voor bijv. het kopen van een huis. 

Constructivisme gaat er van uit dat er niet vanzelf transfer optreedt.

Geconditionaliseerde kennis: condities van het gebruik van kennis van kennis die daaraan

vastzitten, aan elkaar verbonden zijn. Geen algemene kennis en toepassingscondities.

Verankerde instructie: Instructie die kennis probeert te verankeren aan betekenisvolle contexten.

Vanderbilt groep

Vier grondprincipes:

  Kennis en vaardigheden verankerd aan de context; nadruk op begrijpen en inzicht,betrokkenheid.

  Benadering andere toepassingscontexten.

  Bekijken leerstof van verschillende kanten/gezichtspunten; flexibelere kennis te realiseren

  Decontextualisering; Los maken van de context.

Onderwijspsychologische theorieën

Gagné: Onderwijspyscholoog: Ontwikkelde een onderwijsleertheorie.

Externe condities: Factoren in omgeving die invloed hebben op het leren. (Bijv. mooi weer, harde

muziek e.d.)

Page 3: Leertheorieën samenvatting tentamen

5/12/2018 Leertheorie n samenvatting tentamen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/leertheorieen-samenvatting-tentamen 3/3

Interne condities: Factoren in de leerling die bepalen of de stof geleerd kan worden. (Bijv. het 

begrijpen van een begrip. Wordt een begrip niet begrepen, kan een evt. formulie ook niet begrepen

worden).

Navolgers Gagné:

-  Romizowski: deelde doelstellingen in categorieën: Kennis, vaardigheden.-  Merrill: Indeling 10 typen; scheiding tussen de aard van de informatie, en wat er mee gedaan

moet worden (onthouden, ontdekken, gebruiken).

Ausubel: cognitieve onderwijstheorie; benadrukt het belang van aansluiting van voorkennis bij nieuw

te leren kennis. Kennis hiërarchisch opgeslagen:

Drie mogelijke ankerpunten:

-  De concrete, specifieke ondergeschikte begrippen worden verbonden aan algemene,

abstracte bovengeschikte ankerpunten.

-  Algemene, abstracte bovengeschikte ankerpunten worden verbonden aan concrete,

specifieke en ondergeschikte ankerpunten.

Subordinate learning: Meerder begrippen onder één algemeen begrip

Superordinate learning: één algemeen begrip onder meerdere losse begrippen

Combinatoarial learning: Bijv. begrip ‘massa’ wordt gerelateerd aan ‘energie’ en ‘gewicht’.

Van Parreren

Nadruk op de wijze waarop de leerprestatie tot stand kwam.

Geheugenspoor; Een door leren verworven gedragsmogelijkheid.

Wanneer een bepaald spoor actief wordt, worden ook ander sporen actief. Heeft enige nadelen:

1.  Spoor moet actief gemaakt worden; bijv. wanneer er naar iets op zoek gegaan wordt (rode

voorwerpen o.i.d.2.  Klontering; vergelijkbare sporen kunnen niet uit elkaar gehaald worden.

3.  De samenhang neem af; minder sterke onderlinge relaties, waardoor ze minder makkelijk op

zijn te roepen.

Gal’perin

Nadruk op de oriëntering; eerste fase

Materiële handeling; tweede fase

Hardop uitspreken; derde fase

Voor zichzelf spreken; vierde fase

Mentale niveau; vijfde fase

Theorie beperkt zich tot het mentale leren.

Spiro

Gaat uit dat problemen bij leren slecht gestructureerde systemen zijn. Bijv. economie of sociale

wetenschappen; wetenschappers/mensen delen niet dezelfde mening over deze zaken. Bij 

wiskunde/natuurkunde e.d. is dat wel zo; goed gestructureerd systeem.