Tentamen 2014

15
Radboudwffiffi 58101 Hoofdlijnen Functionele Morfologie 24 oktober 2014 10.00 uur Deze tentamenset kunt u na afloop meenemen. Bloktoets Datum Aanvangstijd ALGEMENE AANWIJZINGEN EN INSTRUGTIE: . Dit tentamen bestaat uit 54 extended matching vragen. . Controleer of uw tentamenset compleet is. . De beschikbare tijd voor het gehele tentamen is 2 uur. o Vermeld op het antwoordformulier duidelijk uw naam en studentnummer. . Het gebruik van alle audiovisuele en technische hulpmiddelen is niet toegestaan, tenzij expliciet vermeld elders op dit voorblad. Mocht u dergelijke apparatuur toch gebruiken, dan zal dit als fraude worden aangemerkt. Op uw tafel mogen uw studenten- en registratiekaart en los schrijfmateriaal liggen. Etui's moeten van tafel. Invulinstructie . Gebruik voor het invullen van het antwoordformulier een HB-potlood. . Brj iedere vraag is het aantal gevraagde alternatieven tussen haakjes aangegeven, zowel op uw tentamenset als op het antwoordformulier. Het is mogelijk dat er meer antwoordopties juist zijn dan aangegeven tussen haakjes, geef in dit geval niet meer op dan het gevraagde aantal. . Antwoordopties kunnen meer dan één keer gebruikt worden (indien anders dan staat dit specifiek bij de vraag vermeld) en niet alle antwoordopties hoeven gebruikt te worden. . Voor elk juist antwoord is I punt te behalen. . De vragen worden als volgt gescoord: Goed antwoord Fout antwoord 1 0 Punten . Op het antwoordformulier geeft u uw antwoord door het vakje onder de letter die hoort bij het betreffende alternatief helemaal te vullen. . Schrijf niet buiten de invulvelden van het antwoordformulier. . Draag er zorg voor dat, als u klaar bent, uw antwoorden op het antwoordformulier staan. . De op het antwoordformulier ingevulde antwoorden worden beschouwd als uw definitieve antwoorden, ongeacht de antwoorden in uw tentamenset. . A/s u uw antwoordformulier vlekt, vouwt, beschadigt of de invulinsfrucfres negeeñ kan het niet correct worden verwerkt. Vraag de surueillant in dergelijke gevallen om een nieuw blanco antwoordformulier! lndien u dit verzuimt zijn de gevolgen daarvan voor uw rekening. Gorrectie-instructie . Als u uw antwoord wilt verbeteren dient u het foutieve vakje te corrigeren met GUM! Verwijder gumresten zorgvuldig van uw antwoordformulier. Daarna kunt u het juiste vakje kiezen. Vul niet teveel antwoorden in: . Draag er zorg voor dat het aantal aangekruiste antwoorden het aangegeven maximum aantal antwoorden NIET overschrijdt. . lndien het aantal aangekruiste antwoorden het aangegeven maximum aantal antwoorden overschrijdt, wordt het extra aantal antwoorden genegeerd, te beginnen bij het antwoord het meest achteraan in het alfabet. Vul niet te weinig antwoorden in: . Er is geen sprake van 'correction for guessing' (= punten aftrek voor foute antwoorden). Kruis daarom altijd het gevraagde aantalalternatieven aan. Studentcommentaar Lever na afloop het antwoordformulier in. lndien u commentaar heeft op de vragen, verwijzen we u naar de hyperlink die is opgenomen bij uw toetsindeling in uw webdossier t.b.v. het digitaal studentcommentaarformulier voor deze toets. LET OP !! ZET EERST UW NAAM EN STUDENTNUMMER OP HET ANTWOORDFORMULIER! VEEL SUCCES!

Transcript of Tentamen 2014

Page 1: Tentamen 2014

Radboudwffiffi58101 Hoofdlijnen Functionele Morfologie24 oktober 201410.00 uur

Deze tentamenset kunt u na afloop meenemen.

BloktoetsDatumAanvangstijd

ALGEMENE AANWIJZINGEN EN INSTRUGTIE:

. Dit tentamen bestaat uit 54 extended matching vragen.

. Controleer of uw tentamenset compleet is.

. De beschikbare tijd voor het gehele tentamen is 2 uur.o Vermeld op het antwoordformulier duidelijk uw naam en studentnummer.. Het gebruik van alle audiovisuele en technische hulpmiddelen is niet toegestaan, tenzij expliciet

vermeld elders op dit voorblad. Mocht u dergelijke apparatuur toch gebruiken, dan zal dit alsfraude worden aangemerkt. Op uw tafel mogen uw studenten- en registratiekaart en losschrijfmateriaal liggen. Etui's moeten van tafel.

Invulinstructie. Gebruik voor het invullen van het antwoordformulier een HB-potlood.. Brj iedere vraag is het aantal gevraagde alternatieven tussen haakjes aangegeven, zowel op uw

tentamenset als op het antwoordformulier. Het is mogelijk dat er meer antwoordopties juist zijndan aangegeven tussen haakjes, geef in dit geval niet meer op dan het gevraagde aantal.

. Antwoordopties kunnen meer dan één keer gebruikt worden (indien anders dan staat dit specifiekbij de vraag vermeld) en niet alle antwoordopties hoeven gebruikt te worden.

. Voor elk juist antwoord is I punt te behalen.

. De vragen worden als volgt gescoord:Goed antwoord Fout antwoord1 0 Punten

. Op het antwoordformulier geeft u uw antwoord door het vakje onder de letter die hoort bij hetbetreffende alternatief helemaal te vullen.

. Schrijf niet buiten de invulvelden van het antwoordformulier.

. Draag er zorg voor dat, als u klaar bent, uw antwoorden op het antwoordformulier staan.

. De op het antwoordformulier ingevulde antwoorden worden beschouwd als uw definitieveantwoorden, ongeacht de antwoorden in uw tentamenset.

. A/s u uw antwoordformulier vlekt, vouwt, beschadigt of de invulinsfrucfres negeeñ kan het nietcorrect worden verwerkt. Vraag de surueillant in dergelijke gevallen om een nieuw blancoantwoordformulier! lndien u dit verzuimt zijn de gevolgen daarvan voor uw rekening.

Gorrectie-instructie. Als u uw antwoord wilt verbeteren dient u het foutieve vakje te corrigeren met GUM! Verwijder

gumresten zorgvuldig van uw antwoordformulier. Daarna kunt u het juiste vakje kiezen.Vul niet teveel antwoorden in:. Draag er zorg voor dat het aantal aangekruiste antwoorden het aangegeven maximum aantal

antwoorden NIET overschrijdt.. lndien het aantal aangekruiste antwoorden het aangegeven maximum aantal antwoorden

overschrijdt, wordt het extra aantal antwoorden genegeerd, te beginnen bij het antwoord hetmeest achteraan in het alfabet.

Vul niet te weinig antwoorden in:. Er is geen sprake van 'correction for guessing' (= punten aftrek voor foute antwoorden). Kruis

daarom altijd het gevraagde aantalalternatieven aan.

StudentcommentaarLever na afloop het antwoordformulier in. lndien u commentaar heeft op de vragen, verwijzenwe u naar de hyperlink die is opgenomen bij uw toetsindeling in uw webdossier t.b.v. hetdigitaal studentcommentaarformulier voor deze toets.

LET OP !!

ZET EERST UW NAAM EN STUDENTNUMMER OP HET ANTWOORDFORMULIER!

VEEL SUCCES!

Page 2: Tentamen 2014

THEMA 1: EMBRYOLOGIE

Antwoordopties:

blaas

bloedvaten

bot

colon ascendens

colon descendens

duodenum

hersenen

huid

ileum

jejunum

lever

maag

A

B

cD

E

F

G

H

¡

J

K

L

M milt

N ovaria

O pancreas

P pleura

O rectum

R spieren

S testes

T tuba uterina

U uterus

V vagina

W zaadleider

lnstructie:Beantwoord de onderstaande vragen met behulp van de bovenstaande antwoordopties. Hetgetal tussen haakjes geeft het maximaal aantal toegestane antwoorden aan.

Vraag 1 Welke organen/weefsels ontstaan uit het ectoderm? (2)

Vraag2 Welke organen ontstaan geheel uit de gang van Müller? (2)

Vraag 3Welke organen ontwikkelen zich geheel of gedeeltelijk in hetventrale mesenterium?

(2)

Vraag 4Welke delen van de oerdarm'puilen'tijdens de embryonaleontwikkeling'uit' in de navelstreng?

(2)

Vraag 5Welke delen van de oerdarm hebben een dorsaal én eenventraal mesenterium?

(2)

Page 3: Tentamen 2014

THEMA 2: HET BEKKEN

Antwoordopties:

A a. femoralis

B a. glutea inferior

C a. glutea superior

D a. iliaca interna

E a. pudenda interna

F a. testicularis

G arcus tendineus

H diafragmaurogenitale

I incisura ischiadica minor

J incisura ischiadica major

K linea arcuata

L m. iliopsoas

M m. piriformis

N m. gluteus medius

O m. levator ani

P m. obturatorius internus

O n. femoralis

R n, gluteus inferior

S n. gluteus superior

T n. ischiadicus

U n. obturatorius

V n. pudendus

W ramus ischiopubicus

X ramus superior ossis pubis

Y sacrum

Z tuber ischiadicum

lnstructie:Beantwoord de onderstaande vragen met behulp van de bovenstaande antwoordopties. Hetgetaltussen haakjes geeft het maximaal aantaltoegestane antwoorden aan.

Vraag 6 Welke structuren passeren het foramen ischiadicum minus? (3)

VraagT Welke structuren vormen de bovenrand en de onderrand vanhet foramen suprapiriforme?

(2)

Vraag 8 Welke structuren bereiken het been vanuit het grote bekken? (3)

Vraag 9Welke structuren vormen een aanhechtingsplaats voor de mlevator ani?

(2)

Page 4: Tentamen 2014

THEMA 3: BUIKWAND

Antwoordopties:

A a. epigastrica inferior M

B a. epigastrica superior N

C a. intercostalis O

D a. lumbalis P

E a. thoracica interna O

F arcus iliopectineus R

G fascia transversalis S

H intersectio tendinea T

I lig. inguinale U

J linea arcuata V

K linea terminalis W

L m. erector spinae X

m. latissimus dorsi

m. obliquus abdominis externus

m. obliquus abdominis internus

m. pectoralis major

m. pectoralis minor

m. rectus abdominis

m. serratus anterior

m. transversus abdominis

m. trapezius

peritoneum

v. azygos

v. hemiazygos

lnstructie:Beantwoord de onderstaande vragen met behulp van de bovenstaande antwoordopties. Hetgetaltussen haakjes geeft het maximaal aantal toegestane antwoorden aan.

Vraag 10Welke spieren vormen de achterkant van de rectusschedein het gebied boven de navel?

(2)

Vraag 11

De vascularisatie van de m. rectus abdominis wordt voorhet grootste deel verzorgd door twee bloedvaten. Welkebloedvaten zijn dit?

(2)

Vraag 12Welke twee lagen bevinden zich dorsaal van de mtransversus abdominis?

(2)

Vraag 13Welke spieren van de bovenste extremiteit bevinden zich ineen transversale doorsnede op wervelniveau Th10?

(2)

Vraag 14Welke spieren van de bovenste extremiteit bevinden zich ineen transversale doorsnede op wervelniveau Th3?

(5)

Page 5: Tentamen 2014

THEMA 4: LIESKANAAL

U ziet hier een tekening van een liesbreuk (hernia inguinalis). U ziet hoe het peritoneumuitstulpt in het lieskanaal (de breukzak) en met daarin een gedeelte van de dunne darm(breukinhoud). De breukzak loopt samen met de funiculus spermaticus door het lieskanaal

4{x

Page 6: Tentamen 2014

Antwoordopties:

A a. epigastrica inferior

B a. epigastrica superior

C a, femoralis

D a. pudenda interna

E a. testicularis

F annulus inguinalis externus

G annulus inguinalis internus

H aponeurose van m. obliquusabdominis externus

I ductus deferens

J fascia transversalis

K funiculusspermaticus

L gubernaculum

hernia inguinalis lateralis

hernia inguinalis medialis

ileum

m. obliquus abdominis internus

m. cremaster

m. rectus abdominis

m. transversus abdominis

n. femoralis

M

N

oP

oR

S

T

U n. genitofemoralis

V n. ilioinguinalis

W n. pudendus

lnstructie:Beantwoord de onderstaande vragen met behulp van de bovenstaande antwoordopties. Hetgetaltussen haakjes geeft het maximaal aantal toegestane antwoorden aan.

Vraag 15ln de situatie zonder liesbreuk bevat de wand van de funiculusspermaticus twee fascielagen met daartussen de m. cremaster.Welke structuren bevat de funiculus spermaticus nog meer?

(4)

Vraag 16Een hernia inguinalis kan ontstaan als de achterwand van hetlieskanaal verzwakt is. Welke structuur vormt voor het grootstegedeelte de achterwand van het lieskanaal?

(1)

Yraag 17Welke zenuwen (niet getekend) lopen een risico op beschadigingbij het opereren van deze liesbreuk?

(2)

Vraag 18Welke structuur wordt als markeringspunt gebruikt om te bepalenof dit een tekening is van een mediale of een laterale liesbreuk?

(1)

Vraag 19 ls dit een tekening van een mediale of een laterale liesbreuk? (1)

Vraag 20Bij de vrouw ligt er een embryologisch overblijfsel in hetlieskanaal. Welke structuur is dit?

(1)

Page 7: Tentamen 2014

THEMA 5: PROJECITES

Antwoordopties: Hieronder ziet u een tekening van de ventrale rompwand van een vrouwEr is een raster met antwoordopties A Vm Y overheen geprojecteerd.

lnstructie:U loopt een dagje mee met de huisarts. Tijdens het spreekuur ziet u verschillende patiënten

Beantwoord de onderstaande vragen met behulp van de letters in de tekening. Het getaltussen haakjes geeft het maximaal aantaltoegestane antwoorden aan.

Vraag2l

De eerste patiënte waarbij lichamelijk onderzoek aan de buik wordtgedaan heeft een litteken. Uit de locatie van het litteken concludeertu dat de patiënte hoogstwaarschijnlijk een operatie aan de blindedarm heeft ondergaan. Waar zit het litteken het meest waarschijnlijk?

(2)

Yraag22Een volgende patiënte heeft vermoedelijk de ziekte van Pfeiffer. Dehuisarts vertelt dat dan de milt vaak vergroot is. Wat is de locatie vaneen normale milt?

(1)

Yraag23

Bij het buikonderzoek van een slanke vrouw voelt de huisarts ietsonvenruachts. De abdominale aorta lijkt ter hoogte van de bifurcatievergroot: een aneurysma aortae abdominalis. Op welke plek voelt hijdit?

(1)

Vraag24

Een patiënte klaagt over vermoeidheid, kortademigheid en pijn op deborst. De huisarts luistert of er hartgeruis te horen is bij de kleppenvan de aorta en truncus pulmonalis. Op welke twee plekken zet hijde stethoscoop om te ausculteren?

(2)

Page 8: Tentamen 2014

Vraag2SDe patiënte uit de vorige vraag blijkt al een pacemaker te hebben. U

herinnert zich dat dan het draadje van de pacemaker via de venasubclavia sinistra naar het hart wordt qeleid. Waar liqt deze vena?

(2)

Yraag26 ln welke vakjes bevindt zich de projectie van de linker nier het meestwaarschijnlijk?

(2)

Vraag2T ln welke vakjes bevindt zich de projectie van de rechter ureter hetmeest waarschijnlijk?

(2)

Vraag 28ln welke vakjes bevindt zich de projectie van de galblaas het meestwaarschijnlijk?

(2)

Page 9: Tentamen 2014

THEMA 6: BEELDVORMING

Patiënt is een man van 42 jaar. Op de hierna volgende doorsneden uit een CT-onderzoekvan het abdomen zijn GEEN afwijkingen zichtbaar. Doorsnede 1 is het meest craniaal endoorsnede 4 het meest caudaal.

Antwoordopties:

A aorta abdominalis

B aorta thoracalis

C blaas

D colon

E costae

F crus diafragmaticus

G galblaas

H ileum/jejunum

I lever

J ligamentum falciforme

K m. obturatorius internus

L m. psoas major

M m. rectus abdominis

maag

milt

nier links

nier rechts

oesophagus

pancreas

rectum

scapula

v. cava inferior

v. lienalis

v. portae

wervellichaam

N

oP

oR

S

T

U

V

W

X

Y

lnstructie:

Beantwoord de onderstaande vragen met behulp van de bovenstaande antwoordoptiesHet getal tussen haakjes geeft het maximaal aantaltoegestane antwoorden aan.

Vraag 29Welke structuren zijn zichtbaar in de rechthoek opdoorsnede 1?

(6)

Vraag 30Welke structuren zijn zichtbaar in de rechthoek opdoorsnede 2?

(7)

Vraag 31Welke structuren zijn zichtbaar in de rechthoek opdoorsnede 3?

(8)

Vraag 32Welke structuren zijn zichtbaar in de rechthoek opdoorsnede 4?

(2)

Page 10: Tentamen 2014

Doorsnede 1

Doorsnede 2

Page 11: Tentamen 2014

Doorsnede 3

Doorsnede 4

Page 12: Tentamen 2014

THEMA 7: HART EN GROTE VATEN

Antwoordopties:

A a. carotis communis sinistra

B a. subclavia sinistra

C aorta

D diaphragma

E linker atrium

F linker hoofdbronchus

G linker ventrikel

H n. laryngeus recurrens

I n. phrenicus

J n. vagus

K oesophagus

L pericard

M pleura parietalis

N pleura visceralis

O rechter atrium

P rechter hoofdbronchus

O rechter ventrikel

R truncus brachiocephalicus

S truncus pulmonalis

T v. azygos

U v. brachiocephalica dextra

V v. brachiocephalica sinistra

W v. cava inferior

X v. jugularis interna sinistra

Y v. pulmonalis

Z v. subclavia sinistra

lnstructie:Beantwoord de onderstaande vragen met behulp van de bovenstaande antwoordoptiestekening. Het getaltussen haakjes geeft het maximaal aantal toegestane antwoorden aan.

Vraag 33 Waar mondt de sinus coronarius in uit? (1)

Vraag 34Met welk deel van het hart maakt de oesophagus het meestecontact?

(1)

Vraag 35 Welke venen liggen tegen de sinus obliquus pericardii aan? (2)

Vraag 36Welke zenuw loopt wel door het mediastinum superius, maar nietdoor het mediastinum inferius?

(1)

Vraag 37Welke 3 structuren veroorzaken een vernauwing van deoesophagus?

(3)

Vraag 38 Welke structuren monden uit in de vena cava superior? (3)

Vraag 39Benoem 3 structuren die (gedeeltelijk) geTnnerveerd worden doorde n. phrenicus.

(3)

Vraag 40De ductus thoracicus mondt uit op een plek waar twee vaten bijelkaar komen. Welke vaten zijn dit?

(2)

Page 13: Tentamen 2014

THEMA 8: HET RETROPERITONEUM

Antwoordopties:

A a, epigastrica inferior

B a. gluteus superior

C a. iliaca communis

D a. iliaca interna

E a. ovarica

F a. pudenda interna

G a. renalis sinistra

H a. renalis dextra

I a. testicularis

J aorta

K colon ascendens

L colon descendens

M colon sigmoideum

N duodenum

O glandula adrenalis (bijnier)

P lever

O m. erector spinae

R m. iliacus

S m. psoas

T m. rectus abdominis

U maag

V milt

W pancreas

X rectum

lnstructie:Beantwoord de onderstaande vragen met behulp van de bovenstaande antwoordopties. Hetgetaltussen haakjes geeft het maximaal aantaltoegestane antwoorden aan.

Vraag 41Welke bloedvaten kunnen zorgen voor vascularisatie van delinker ureter?

(4 )

Yraag42De ureter loopt van de nier naar het kleine bekken. Net voordatde ureter het kleine bekken in gaat ligt de ureter op tweestructuren. Welke structuren ziin dit?

(2)

Vraag 43Welke structuren komen het meest in aanmerking om tegen delinker nier aan te liggen?

(5)

Yraag 44Welke structuren komen het meeste in aanmerking om tegende ventrale zijde van de linker ureter aan te liggen?

(3)

Page 14: Tentamen 2014

THEMA 9: EEN KLINISCHE CASUS

Een man is tijdens parachutespringen terecht gekomen op het hek van het vliegveld. De puntvan het hek heeft zijn linker thorax geraakt. De brandweer heeft het hek afgezaagd en methet laatste stukje nog in het lijf komt de patiënt op de spoedeisende hulp afdeling, waar hij

door u wordt nagekeken.De plaats waar hij is geraakt is ietsje onder de linker tepel. Het ijzer is loodrecht op hetlichaam in het transversale vlak naar binnengedrongen. De wond bloedt niet.U doet auscultatoir onderzoek en hoort aan de linker zijde geen ademgeruis, rechts wel. Ubent bezorgd dat het ijzer tussen de ribben door is gegaan en het hart heeft geraakt.

Antwoordopties:

A a. epigastrica superior sinistra

B a. pulmonalis sinistra

C a. thoracica interna sinistra

D aorta descendens

E fissura horizontalis

F linker ventrikel

G middenkwab

H n. phrenicus sinistra

I n. vagus

J nn. intercostales

K oesophagus

L pericard

M pleura parietalis

N pleura visceralis

O rechter ventrikel

lnstructie:

Beantwoord de onderstaande vragen met behulp van bovenstaande opties. Het getaltussenhaakjes geeft het maximaal aantaltoegestane antwoorden aan.

Vraag 45Stel dat het ijzer tot aan het myocard is gekomen, welke vijtstructuren komen dan het meest in aanmerking om geraakt tezijn?

(5)

Vraag 46Met echo-onderzoek blijkt dat het linker diafragma niet beweegt.Dit duidt op letselvan een structuur. Welke structuur is dit?

(1)

Yraag4TOp een CT-scan blijkt het stuk ijzer uiteindelijk maar 5 cm in depersoon te zitten. Welke structuren liggen zo vet dorsaal in hetmediastinum posterius dat deze 4þ!_geraakt kunnen zijn?

(3)

Page 15: Tentamen 2014

THEMA 10: DE THORÐGOTO

Antwoordopties:

Hieronder ziet u een röntgenfoto van een patiënt met emphyseem. Er is een raster met deantwoordopties A Um Y overheen getekend.

lnstructie:Beantwoord de onderstaande vragen met behulp van de letters in het raster. Het getaltussen haakjes geeft het maximaal aantal toegestane antwoorden aan,

Vraag 48ln welk vakje bevindt zich het grootste gedeelte van deaortaboog?

(1)

Vraag 49 ln welk vakje bevindt zich de apex van het hart? (1)

Vraag 50ln welke vakjes bevindt zich het grootste gedeelte van de rechter5e rib?

(4)

Vraag 51ln welke vakjes bevinden zich het grootste gedeelte van de linker10" rib?

(2)

Vraag 52ln welk vakje is het emphyseem van de patiënt het meestduidelijk?

(1)

Vraag 53ln welke vakjes bevinden zich de contouren van de atria hetmeest waarschijnlijk?

(3)

Vraag 54 ln welke vakjes verloopt de linker hoofdbronchus? (2)