LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit...

38
Leeaarheidsmonitor 2011 Conclusies & Wijkschetsen

Transcript of LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit...

Page 1: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

Leefbaarheidsmonitor 2011

Conclusies & Wijkschetsen

Page 2: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

1

LEEFBAARHEIDSMONITOR 2011

GEMEENTE VELSEN

CONCLUSIES

&

WIJKSCHETSEN

Page 3: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

2

Gemeente Velsen Afdeling Informatiemanagement Informatie & Statistiek November 2011 Samenstelling: George Timmermans Ludo Heijnens Brondata: I&O Research, Enschede

Page 4: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

3

INHOUD:

1. INLEIDING......................................................................................... 5

2. CONCLUSIES PER THEMA ........................................................... 6

2.1 Korte toelichting .............................................................................................6

2.2 Welzijnsvoorzieningen (H2) ..........................................................................7 2.2.1 Buurthuizen................................................................................................7 2.2.2 Wijksteunpunten ........................................................................................7

2.3 Leefbaarheid in de buurt (H3) ......................................................................8 2.3.1 Fysieke verloedering .................................................................................8 2.3.2 Sociale overlast en dreiging ......................................................................8 2.3.3 Overlast van vermogensdelicten................................................................8 2.3.4 Verkeersoverlast ........................................................................................9 2.3.5 Overige overlast ........................................................................................9 2.3.6 Woongenot...............................................................................................10 2.3.7 Sociale cohesie ........................................................................................10 2.3.8 Burengeschillen .......................................................................................10 2.3.9 Samenleven met andere culturen.............................................................10

2.4 Ontwikkeling en betrokkenheid bij de buurt (H4)....................................11 2.4.1 Medeverantwoordelijkheid en actieve betrokkenheid .............................11 2.4.2 Recente ontwikkelingen ...........................................................................11 2.4.3 Toekomstverwachtingen ..........................................................................11 2.4.4 Waardering directe woonomgeving en totale gemeente .........................11

2.5 Onveiligheidsbeleving en slachtofferschap (H5)........................................12 2.5.1 Onveiligheidsbeleving .............................................................................12 2.5.2 Slachtofferschap ......................................................................................12 2.5.3 Schaalscores criminaliteit en overlast.....................................................12 2.5.4 Functioneren politie in de buurt..............................................................12

2.6 Functioneren gemeente (H6) .......................................................................13 2.6.1 Stellingen .................................................................................................13 2.6.2 Oordeel gemeentebreed...........................................................................13 2.6.3 Oordeel per wijk ......................................................................................13

2.7 Functioneren corporaties (H7) ....................................................................14 2.7.1 Stellingen .................................................................................................14 2.7.2 Oordeel gemeentebreed...........................................................................14 2.7.3 Oordeel per wijk ......................................................................................14

2.8 Vrije tijd (H8) ...............................................................................................15 2.8.1 Cultuur.....................................................................................................15 2.8.2 Sport ........................................................................................................15 2.8.3 Recreatie..................................................................................................15

Page 5: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

4

2.9 Vrijwilligerswerk en mantelzorg (H9)........................................................16 2.9.1 Vrijwilligerswerk .....................................................................................16 2.9.2 Mantelzorg...............................................................................................16

2.10 Gezondheid en zelfredzaamheid (H10).......................................................17 2.10.1 Gezondheidsbeleving...............................................................................17 2.10.2 Hulpbehoefte............................................................................................17

3. WIJKSCHETSEN............................................................................. 18

3.1 Korte toelichting ...........................................................................................18

3.2 Velsen-Zuid en Driehuis (wijk 00) ..............................................................20 3.2.1 Positionering ten opzichte van de andere wijken ....................................20 3.2.2 Ontwikkeling ten opzichte van 2009........................................................20

3.3 IJmuiden-Noord (wijk 01) ...........................................................................22 3.3.1 Positionering ten opzichte van de andere wijken ....................................22 3.3.2 Ontwikkeling ten opzichte van 2009........................................................22

3.4 IJmuiden-Zuid (wijk 02) ..............................................................................24 3.4.1 Positionering ten opzichte van de andere wijken ....................................24 3.4.2 Ontwikkeling ten opzichte van 2009........................................................24

3.5 IJmuiden-West (wijk 03) .............................................................................26 3.5.1 Positionering ten opzichte van de andere wijken ....................................26 3.5.2 Ontwikkeling ten opzichte van 2009........................................................26

3.6 Zee- en Duinwijk (wijk 04) ..........................................................................28 3.6.1 Positionering ten opzichte van de andere wijken ....................................28 3.6.2 Ontwikkeling ten opzichte van 2009........................................................28

3.7 Velsen-Noord (wijk 05) ................................................................................30 3.7.1 Positionering ten opzichte van de andere wijken ....................................30 3.7.2 Ontwikkeling ten opzichte van 2009........................................................30

3.8 Santpoort-Noord (wijk 06)...........................................................................32 3.8.1 Positionering ten opzichte van de andere wijken ....................................32 3.8.2 Ontwikkeling ten opzichte van 2009........................................................32

3.9 Santpoort-Zuid (wijk 07) .............................................................................34 3.9.1 Positionering ten opzichte van de andere wijken ....................................34 3.9.2 Ontwikkeling ten opzichte van 2009........................................................34

3.10 Velserbroek (wijk 08) ...................................................................................36 3.10.1 Positionering ten opzichte van de andere wijken ....................................36 3.10.2 Ontwikkeling ten opzichte van 2009........................................................36

Page 6: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

5

1. INLEIDING In het voorjaar van 2011 heeft de vijfde meting plaatsgevonden van het tweejaarlijks onderzoek naar leefbaarheid en veiligheid in Velsen. Primair doel van de Leefbaarheidsmonitor is het in kaart brengen van de stand van zaken op het gebied van leefbaarheid en veiligheid op wijkniveau. Door de resultaten van dit onderzoek te vergelijken met die uit voorgaande jaren, en dan met name uit 2009, kunnen trends en ontwikkelingen zichtbaar worden gemaakt. De onderwerpen die in de leefbaarheidsmonitor aan bod zijn gekomen, worden in de rapportage ervan per hoofdstuk behandeld. In hoofdstuk 2 van dit document worden de belangrijkste conclusies ten aanzien van deze thema’s samengevat. Aangezien de resultaten van het onderzoek per wijk zijn gespecificeerd, ligt het voor de hand om ook per wijk te bekijken welke ontwikkelingen hebben plaatsgevonden en hoe deze resultaten zich verhouden tot die van de totale gemeente. Dit wordt gedaan aan de hand van zogenaamde wijkschetsen. Deze worden gepresenteerd in hoofdstuk 3, zowel in grafiekvorm als in de vorm van korte profielschetsen, waarin voor elke wijk de resultaten van de monitor nog eens extra inzichtelijk worden gemaakt. Wellicht ten overvloede: bij het interpreteren van de resultaten van de leefbaarheidsmonitor moet worden bedacht dat het hier gaat om de subjectieve beleving van de bewoners. Als er bijvoorbeeld wordt gesproken over “toename van het aantal woninginbraken”, gaat het hier niet om de ‘harde’ gegevens, zoals bijvoorbeeld het aantal aangiften van een dergelijk misdrijf bij de politie, maar om hoe de bewoners van een bepaalde wijk de ontwikkeling van het aantal woninginbraken in hun wijk beleven.

Page 7: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

6

2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s die in de leefbaarheidsmonitor zijn onderzocht. Zij worden behandeld in dezelfde volgorde als die in de monitor zelf. Dit zijn de thema’s: welzijnsvoorzieningen (H2) leefbaarheid in de buurt (H3) ontwikkeling en betrokkenheid bij de buurt (H4) onveiligheidsbeleving en slachtofferschap (H5) functioneren gemeente (H6) functioneren corporaties (H7) vrije tijd (H8) vrijwilligerswerk en mantelzorg (H9) gezondheid en zelfredzaamheid (H10) De hoofdstukken van de monitor waarin deze thema’s worden behandeld zijn tussen haken weergegeven. Per thema wordt gekeken naar de meer opvallende scores van de verschillende wijken en de meest in het oog springende ontwikkelingen ten opzichte van 2009. Daarbij is gebruik gemaakt van informatie uit de grafieken en tabellen van de leefbaarheidsmonitor zelf.

Page 8: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

7

2.2 Welzijnsvoorzieningen (H2) 2.2.1 Buurthuizen Het aandeel mensen dat regelmatig naar het buurthuis gaat, ligt op hetzelfde niveau als in 2009, namelijk op 17%. Opmerkelijk zijn daarbij de grote verschillen in buurthuisbezoek per wijk. In Velsen-Zuid/Driehuis, Santpoort-Noord en Velserbroek ligt het percentage bezoekers zo rond de 10% (resp. 8%, 11% en 12%), terwijl het in Velsen-Noord, ondanks een afname van 5%, drie keer zo hoog ligt (29%). Ook onder kinderen is het buurthuisbezoek verreweg het grootst in Velsen-Noord. Het is daar zelfs nog gestegen naar 45%. Velsen-Zuid/Driehuis, Santpoort-Noord en Santpoort-Zuid blijven daar met resp. 6%, 9% en 9% sterk bij achter. Van de mensen die nooit naar een buurthuis gaan, zegt het merendeel er gewoonweg geen behoefte aan te hebben. 2.2.2 Wijksteunpunten Het bezoek aan wijksteunpunten is afgenomen van 10% twee jaar geleden tot 8% in 2011. Naast het feit dat men er weinig behoefte aan zegt te hebben, kan ook onbekendheid met het fenomeen daaraan bijdragen. Daar komt bij, dat niet elke wijk beschikt over een wijksteunpunt. Zo zal het ontbreken ervan eraan hebben bijgedragen, dat het percentage bezoekers in de wijk Velsen-Zuid/Driehuis tot 0% is gereduceerd. In Velserbroek en Zee- en Duinwijk is het aantal bezoekers daarentegen relatief hoog (resp. 18% en 16%).

Page 9: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

8

2.3 Leefbaarheid in de buurt (H3) 2.3.1 Fysieke verloedering In het algemeen heeft men de indruk dat de fysieke verloedering minder is geworden. Met name bekladding en vernieling nemen volgens de mensen duidelijk af. Ook de rommel op straat wordt minder, maar scoort met 31% nog steeds aanzienlijk. Opmerkelijk is daarbij de hoge score van IJmuiden-West, namelijk 52%. De overlast door hondenpoep is niet afgenomen en wordt door veel inwoners (40%) nog steeds als een hinderlijk verschijnsel ervaren. Opvallend is dat de vier IJmuidense wijken daarbij bovengemiddeld scoren (IJmuiden-Zuid zelfs 53%). 2.3.2 Sociale overlast en dreiging Sociale overlast door bedreiging, geweld, straatroof of lastigvallen op straat is in alle wijken vrijwel zonder uitzondering afgenomen. Ook de overlast door dronken mensen op straat is in de meeste wijken, en dan met name in Velsen-Noord, IJmuiden-Zuid en Zee-en Duinwijk, beduidend minder geworden, maar blijft nog steeds hardnekkig in IJmuiden-West (21%) en in mindere mate IJmuiden-Noord (15%). Hoewel overlast van groepen jongeren nog steeds een probleem vormt en slechts licht is gedaald (van 18% naar 16%), is er in de meeste wijken sprake van een afname van de ervaren overlast van groepen jongeren. De meest opvallende daling is daarbij te zien in Velsen-Noord (van 24% naar 14%). Ook in Velserbroek is sprake van een aanzienlijke afname, hoewel het daar met 21% duidelijk een probleem blijft. Ook IJmuiden-West en IJmuiden-Noord blijven op dit punt hoog scoren met resp. 21% en 19%. Daarnaast lijkt het probleem van overlast door groepen jongeren nu ook de kop op te steken in Santpoort (stijging met 5%) en dan met name in Santpoort-Noord (16%). Drugsoverlast wordt gemeentebreed niet vaak als zodanig ervaren (4% - evenals in 2009), maar twee jaar geleden duidelijk wel in Velsen-Noord (15%). Inmiddels is het cijfer voor die wijk gedaald naar 8%. Daarentegen is er sprake van een duidelijke stijging in IJmuiden-West en IJmuiden-Noord. Deze wijken vertonen nu qua drugsoverlast met resp. 12% en 9% de hoogste scores. 2.3.3 Overlast van vermogensdelicten Overlast van vermogensdelicten, zoals fietsendiefstal, diefstal uit auto’s en beschadiging of vernieling van auto’s laat gemeentebreed ongeveer hetzelfde beeld zien als in 2009. Als we per wijk gaan kijken ontstaat echter een ander beeld. De wijken Velsen-Noord en Zee-en Duinwijk vertonen een duidelijke afname van deze vormen van overlast, terwijl in Velsen-Zuid/Driehuis juist een sterke toename is te zien. Het aantal inbraken in woningen is in de afgelopen twee jaar duidelijk toegenomen in de gemeente Velsen. Zei in 2009 nog 6 % van de inwoners dat inbraak vaak voorkomt, in 2011 is dit percentage gestegen naar 10 %. De meest opmerkelijke uitkomst is ook hier de opvallende groei van het aantal inbraken in de wijk Velsen-Zuid/Driehuis. Het percentage inwoners dat aangeeft dat inbraak vaak voorkomt is meer dan verdrievoudigd in de

Page 10: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

9

afgelopen twee jaar: van 12 % in 2009 naar 39 % in 2011. Ook in Santpoort (Noord en Zuid) en Velserbroek is een duidelijke toename te zien. Met name Santpoort-Zuid scoort relatief hoog met 21%. Zee-en Duinwijk is de enige wijk waar sprake is van een afname als het gaat om inbraken in woningen. 2.3.4 Verkeersoverlast De verkeersoverlast is gemeentebreed gezien enigszins afgenomen. Toch worden met name te hard rijden en parkeeroverlast nog steeds vaak ervaren als bijzonder hinderlijk (resp. 36% en 31%). Volgens de inwoners van de gemeente Velsen zijn dit twee van de drie belangrijkste vormen van overlast (het derde veelgenoemde probleem is overlast door hondenpoep). Kijken we naar de situatie per wijk, dan zien we dat het percentage mensen in Velsen-Noord, dat in 2009 te hard rijden als probleem zag, toen wel erg groot was (55%). Dit is in 2011 teruggebracht tot beduidend kleinere proporties, namelijk 41%, hetgeen in vergelijking met de andere wijken nog steeds hoog is. Andere wijken waar te hard rijden nog steeds als groot probleem wordt ervaren, zijn IJmuiden-Noord (46%), IJmuiden-West (40%), Santpoort-Zuid (40%) en Zee-en Duinwijk (39%). In Velserbroek wordt het inmiddels het minst vaak als probleem gezien (afname van 34% naar 28%). Zoals gezegd behoort ook parkeeroverlast tot de top 3 van de belangrijkste problemen. Deze vorm van overlast scoort relatief het hoogst in de wijken IJmuiden-Noord en IJmuiden-Zuid (beide 39%), en in mindere mate ook in Velserbroek (34%) en Velsen-Noord. In laatstgenoemde wijk is de parkeeroverlast de laatste twee jaar flink toegenomen (van 27% naar 35%). Geluidsoverlast door verkeer is in alle wijken minder geworden en dus ook in de gemeente als geheel (van 20% naar 17%). De afname is het grootst geweest in Velsen-Noord, namelijk van 30% naar 22% (overlast is dus nog steeds relatief groot). De hoogste percentages geluidsoverlast door verkeer komen voor rekening van de wijken IJmuiden-Noord (26%) en Velsen-Zuid/Driehuis (24%). Ook de overlast als gevolg van agressief verkeersgedrag vertoont een kleine tendens naar beneden (van 16% naar 14%). Het grootst is die afname geweest in Velserbroek (van 17% naar 10%). Agressief verkeersgedrag wordt nog steeds relatief vaak gezien als bron van ergernis in de wijken IJmuiden-Noord, IJmuiden-West en Velsen-Noord (resp. 21%, 20% en 20%) 2.3.5 Overige overlast De overlast door omwonenden is flink afgenomen in Velsen-Noord (van 15% naar 9%). In de overige wijken is zij nagenoeg gelijk gebleven. Geluidsoverlast anders dan van verkeer vertoont een wisselend beeld: duidelijke toename in IJmuiden-Noord, flinke afnames in Velsen-Zuid/Driehuis, Zee-en Duinwijk, Velsen-Noord en Velserbroek. Tot slot de overlast door horecagelegenheden: evenals in 2009 bevindt deze zich op een relatief laag niveau (3%). Alleen voor de bewoners van IJmuiden-Noord en IJmuiden-West blijft dit een groter probleem (8%), terwijl in IJmuiden-Zuid inmiddels 5% van de bewoners overlast ondervindt van horecagelegenheden, hetgeen een stijging betekent van 2%.

Page 11: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

10

2.3.6 Woongenot In aansluiting op de vragen omtrent de diverse vormen van ervaren overlast, zoals hierboven beschreven, is de bewoners ook gevraagd hoe prettig ze het vinden om in hun buurt te wonen. Het percentage bewoners, dat aangeeft het (zeer) prettig te vinden om in de buurt te wonen, is voor de gehele gemeente nog met 1% gestegen naar 96%. Opvallende stijger daarbij is Velsen-Noord (van 87% naar 95%). Tegelijkertijd zijn IJmuiden-Noord en IJmuiden-West lichtjes gedaald (beide nu 92%). 2.3.7 Sociale cohesie Aan de hand van de voorgelegde stellingen kan een schaalscore worden berekend voor de sociale cohesie. Deze score varieert tussen 0 en 10 en hoe hoger de score op deze schaal, hoe positiever de inwoners zijn over de sociale cohesie in de eigen woonbuurt. De gemiddelde score voor de hele gemeente is onveranderd gebleven en komt net als in 2009 uit op een 6,4. De hoogste scores zijn voor Velsen-Zuid/Driehuis (7,0), Santpoort-Noord (7,0) en Santpoort-Zuid (6,8). De score is relatief fors gedaald in de wijken IJmuiden-Noord en IJmuiden-West, namelijk van 6,7 voor de beide wijken gezamenlijk in 2009 naar resp. 6,3 en 6,2 voor de wijken afzonderlijk in 2011. Een lichte stijging is te bespeuren in de wijken Velsen-Noord en Zee-en Duinwijk (voor beide wijken een stijging met 0,2). 2.3.8 Burengeschillen Opvallend is dat 35% van de inwoners van Santpoort-Zuid aangeeft wel eens een geschil met de buren te hebben gehad. Daarmee heeft zij de hoogste score en blijft deze wijk net 1% voor op IJmuiden-West en IJmuiden-Zuid. De meeste geschillen worden in de verschillende wijken opgelost door in gesprek te gaan met de buren en er zijn er maar weinig die kiezen voor buurtbemiddeling door de Stichting Welzijn. 2.3.9 Samenleven met andere culturen De stellingen met betrekking tot het samenleven met andere culturen in de buurt, leveren zo op het oog lage scores op van nog geen 10%, waarbij moet worden aangetekend dat lage scores bij deze stellingen duiden op weinig spanningen en/of negatieve gevoelens. Aangezien dit de eerste keer is, dat deze stellingen aan bod kwamen, is er nog weinig van te zeggen hoe deze cijfers zich verhouden tot landelijke trends. Wél is er een duidelijk verschil te bespeuren tússen de wijken. Bij alle stellingen kwamen de hoogste scores voor rekening van Zee-en Duinwijk, Velsen-Noord en in iets mindere mate IJmuiden-West. In alle gevallen tekende Santpoort-Noord voor de laagste scores.

Page 12: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

11

2.4 Ontwikkeling en betrokkenheid bij de buurt (H4) 2.4.1 Medeverantwoordelijkheid en actieve betrokkenheid Een ruime meerderheid van de Velsenaren (86%) voelt zich medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid in de buurt. Ondanks dit grote verantwoordelijkheidsgevoel, blijkt dat er een veel kleinere groep (22%) ook echt actief betrokken is bij de verbetering van de buurt. Dit aandeel is onveranderd ten opzichte van 2009. 2.4.2 Recente ontwikkelingen Over de ontwikkelingen van de eigen buurt in het afgelopen jaar is men in 2011 beduidend minder negatief dan bij dezelfde vraag in 2009. Alleen in Santpoort-Zuid, IJmuiden-Zuid (beide -7%) en vooral IJmuiden-West (-15%!) blijft de stemming omtrent de meest recente ontwikkelingen nog behoorlijk negatief. 2.4.3 Toekomstverwachtingen De verwachtingen over de ontwikkelingen van de buurt in de toekomst zijn anno 2011 in de hele gemeente duidelijk positiever dan in 2009 (van -6% naar +3%). Alleen in Santpoort-Zuid zijn de toekomstverwachtingen nog steeds negatief (-2%). Verder is er geen enkele wijk meer waar een achteruitgang wordt verwacht. In Velsen-Noord is het verwachtingspatroon zelfs zeer hoog te noemen (+26%!). 2.4.4 Waardering directe woonomgeving en totale gemeente Zowel voor de waardering van de directe woonomgeving (naar 7,6) als voor die van de totale gemeente (naar 6,7) is het rapportcijfer gestegen met 0,1. In beide gevallen heeft Velsen-Noord haar achterstand (nagenoeg) ingelopen. Bewoners van Velsen-Zuid / Driehuis, Santpoort-Noord en Santpoort-Zuid blijven hoog scoren in hun waardering voor de directe woonomgeving (boven 8,0).

Page 13: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

12

2.5 Onveiligheidsbeleving en slachtofferschap (H5) 2.5.1 Onveiligheidsbeleving In alle wijken zeggen steeds meer mensen zich in het algemeen wel eens onveilig te voelen (van 22% naar 26%). Daarom is het opvallend dat de onveiligheidsgevoelens in de eigen woonbuurt in de meeste wijken juist afnemen (van 69% naar 64%). Vooral in Velsen-Noord lijkt men zich steeds veiliger te voelen. Het onveiligheidsgevoel is daar van 87% naar 61% gegaan, een afname van maar liefst 26%. Het vaakst blijkt men zich (in meer of mindere mate) onveilig te voelen in de wijken IJmuiden-West en Zee-en Duinwijk (beide 70%). 2.5.2 Slachtofferschap Van alle misdrijven is het stelen of vernielen van de auto de meeste bewoners overkomen. Bijna een kwart van de Velsenaren heeft het afgelopen jaar te maken gehad met gestolen zaken of vernielingen aan de buitenkant van de auto. Dit is een daling van 4% ten opzichte van 2009. Voor de overige misdrijven geldt dat er geen relevante verschillen zijn met twee jaar geleden. 2.5.3 Schaalscores criminaliteit en overlast Slachtofferschap en de mate waarin bewoners overlast ervaren kunnen worden samengevat aan de hand van een zevental indicatoren. Deze zijn bedoeld om snel en gemakkelijk inzichtelijk te krijgen hoe het met een bepaald type probleem in de verschillende wijken is gesteld. Voor deze indicatoren zijn schaalscores berekend. Hoe hoger de schaalscore, des te vaker mensen slachtoffer zijn geworden of des te vaker mensen denken, dat een bepaald probleem in hun buurt voorkomt. Op de indicatoren vermogensdelicten en woninginbraak worden de hoogste scores bereikt door Velsen-Zuid/Driehuis. De wijken IJmuiden-Noord en IJmuiden-West scoren daarentegen het hoogst op de overige indicatoren, t.w. dreiging, autodelicten, fietsendiefstal, geweldsdelicten en vernieling. 2.5.4 Functioneren politie in de buurt De helft van alle inwoners geeft aan (zeer) tevreden te zijn over het totale functioneren van de politie. Dit betekent een lichte vooruitgang ten opzichte van 2009 (van 47% naar 50%). Op maar liefst 9 van de 12 stellingen, die de bewoners in het onderzoek voorgelegd hebben gekregen, heeft de politie (lichte tot vrij aanzienlijke) vooruitgang geboekt. Slechts ten aanzien van één stelling, namelijk “Politie komt te weinig uit de auto” is sprake van een achteruitgang. Inmiddels vindt namelijk 62% van de Velsenaren (tegenover 58% in 2009), dat de politie inderdaad te weinig uit de auto komt. Ook in het contact met de politie zit geen vooruitgang. Nog steeds vindt slechts 20% van de bewoners, dat er contact is met de politie. Daarnaast is net als in 2009 64% van de bewoners van mening, dat ze de politie te weinig zien.

Page 14: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

13

2.6 Functioneren gemeente (H6) 2.6.1 Stellingen In het onderzoek waren de volgende 6 stellingen opgenomen over het functioneren van de gemeente: 1. De gemeente heeft aandacht voor het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid in uw

buurt. 2. De gemeente informeert de buurt over de aanpak van de leefbaarheid en veiligheid in uw

buurt. 3. De gemeente betrekt de buurt bij de aanpak van de leefbaarheid en veiligheid in uw buurt. 4. De gemeente is bereikbaar voor meldingen en klachten over onveiligheid en overlast in

uw buurt. 5. De gemeente reageert op meldingen en klachten over onveiligheid en overlast in uw

buurt. 6. De gemeente doet wat ze zegt bij het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid in uw

buurt. Hieronder volgt het oordeel van de bewoners, zowel gemeentebreed als per wijk. 2.6.2 Oordeel gemeentebreed De meningen van de Velsense bevolking ten aanzien van de 6 stellingen over het functioneren van de gemeente laten een vrijwel identiek beeld zien als in 2009. Hier en daar is een hele kleine vooruitgang geboekt, maar dat mag geen naam hebben. De scores blijven in de range van 30% tot 55%. De laagste score betreft nog steeds stelling 6, namelijk dat de gemeente doet wat ze zegt m.b.t. de leefbaarheid en de veiligheid. Slechts 30% van de Velsenaren vindt dat deze stelling waar is. 2.6.3 Oordeel per wijk Wanneer we de antwoorden per wijk gaan bekijken, valt op dat met name in Velsen-Noord het oordeel over de gemeente behoorlijk is verbeterd (vooruitgang bij alle 6 stellingen). Behalve bij stelling 1 is men daar nu bij alle overige stellingen het meest positief van alle wijken. Ook in de wijkcombinatie IJmuidenNoord/-West is het oordeel over de gemeente verbeterd. Een blik op de tabellen voor deze wijken afzonderlijk (blz. 98/99 van de monitor) laat zien, dat deze vooruitgang vooral op het conto van IJmuiden-Noord moet worden geschreven. De bewoners van de wijk Velsen-Zuid/Driehuis zijn bij de helft van de stellingen (stellingen 1, 3 en 5) het minst positief over de gemeente. Ook in 2009 was de score van deze wijk al aan de lage kant, maar het oordeel is er de afgelopen twee jaar niet beter op geworden. Dat is zeker ook het geval bij de bewoners van IJmuiden-Zuid. Behalve op stelling 5 antwoorden zij nu op de overige stellingen minder positief als in 2009 en bij stellingen 2 en 6 zijn ze nu het minst positief van alle wijken.

Page 15: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

14

2.7 Functioneren corporaties (H7) 2.7.1 Stellingen In het onderzoek waren de volgende 6 stellingen opgenomen over het functioneren van de gemeente: 1. De corporatie heeft aandacht voor het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid in en

om uw wooncomplex. 2. De corporatie informeert de bewoners over de aanpak van de leefbaarheid en veiligheid

in en om uw wooncomplex. 3. De corporatie betrekt de bewoners bij de aanpak van de leefbaarheid en veiligheid in en

om uw wooncomplex. 4. De corporatie is bereikbaar voor meldingen en klachten over onveiligheid en overlast in

en om uw wooncomplex. 5. De corporatie reageert op meldingen en klachten over onveiligheid en overlast in en om

uw wooncomplex. 6. De corporatie doet wat ze zegt bij het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid in en

om uw wooncomplex. Hieronder volgt het oordeel van de bewoners, zowel gemeentebreed als per wijk. 2.7.2 Oordeel gemeentebreed De meningen van de Velsense bevolking ten aanzien van de 6 stellingen over het functioneren van de corporaties laten een vrij positief beeld zien ten opzichte van 2009. Behalve op stelling 5, is op alle overige stellingen een kleine tot aanzienlijke vooruitgang beboekt, en in 2011 bevinden de scores zich inmiddels in de range van 59% tot 74%. Het merendeel van de bewoners van corporatiewoningen zijn dus goed te spreken over het functioneren van de corporaties. 2.7.3 Oordeel per wijk Aangezien het percentage bewoners van corporatiewoningen in de wijk VelsenZuid/Driehuis erg laag is, is deze wijk niet meegenomen in het oordeel per wijk. Ook de percentages voor Santpoort-Noord, Santpoort-Zuid en Velserbroek zijn relatief laag. Het maken van gevolgtrekkingen zou op basis daarvan geen betrouwbare resultaten opleveren. Daarom zijn ook deze wijken niet meegenomen in het wijkoordeel. Net als bij het oordeel over het functioneren van de gemeente, heeft Velsen-Noord ook ten aanzien van de corporaties een flinke inhaalslag gemaakt. Daarbij moet wel worden aangetekend dat in 2009 het oordeel van de bewoners van corporatiewoningen in deze wijk nog relatief matig was. De scores op de stellingen varieerden toen voor Velsen-Noord tussen 37% en 60%, terwijl deze in 2011 inmiddels op het niveau liggen van de andere wijken en soms zelfs ruim daarboven (m.n. reactie van corporaties op meldingen en klachten).

Page 16: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

15

2.8 Vrije tijd (H8) 2.8.1 Cultuur Het percentage bewoners dat zelf één of meerdere kunstvormen beoefent, vertoont een lichte daling ten opzichte van 2009. Dit is vooral te wijten aan afnames in VelsenZuid/Driehuis (-9%) en Zee-en Duinwijk (-5%). Ook in de wijken IJmuiden-Noord en -West was sprake van een afname. De tabel op pagina 99 van de monitor laat zien, dat beide wijken in 2011 het laagste percentage hebben met 15%. Verreweg het hoogste percentage komt voor rekening van Santpoort-Zuid (33%). Het bezoek aan culturele voorstellingen (binnen of buiten de gemeente) neemt over de hele linie wat af. Nog maar 56% van de bewoners van Velsen-Noord heeft het afgelopen jaar een voorstelling bezocht. Deze wijk heeft daarmee duidelijk de laagste score. Van dezelfde dalende tendens is trouwens ook sprake wanneer we kijken naar het bezoek aan culturele voorzieningen binnen de gemeente zelf. Ook daar komt de laagste score voor rekening van Velsen-Noord. Slechts éénderde deel van haar bewoners heeft het afgelopen jaar gebruik gemaakt van deze voorzieningen. Die lage score wordt mogelijk veroorzaakt door de locatie van de wijk aan de overzijde van het kanaal, in combinatie met het culturele aanbod in Beverwijk. 2.8.2 Sport Ruim zeven op de tien Velsenaren doet op de één of andere manier aan sport. Dit is gelijk aan 2009, waarmee ook een eind is gekomen aan de stijgende lijn in sportbeoefening in de jaren daarvóór. Bovengemiddeld scoren nog steeds de wijken Velsen-Zuid/Driehuis, Velserbroek, Santpoort-Noord en vooral Santpoort-Zuid (83%). 2.8.3 Recreatie De inwoners van de gemeente Velsen zijn over het algemeen (zeer) tevreden over het aanbod aan recreatiemogelijkheden binnen de gemeente (82%). Het meest tevreden zijn de bewoners van Velserbroek, Velsen-Zuid/Driehuis, Santpoort-Noord en Santpoort-Zuid (allen rond 90%). Duidelijk het minst tevreden zijn de bewoners van Velsen-Noord (66%). Van alle recreatieve voorzieningen krijgen Nationaal Park Zuid-Kennemerland en Recreatiegebied Spaarnwoude de hoogste rapportcijfers (resp. 7,9 en 7,6). Het strand en de haven scoren zo rond de 7, zowel qua voorzieningen als qua bereikbaarheid. Velsen-Noord scoort verreweg het laagst van alle wijken bij de tevredenheid over de overige parken.

Page 17: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

16

2.9 Vrijwilligerswerk en mantelzorg (H9) 2.9.1 Vrijwilligerswerk Van alle Velsenaren is een derde actief in het vrijwilligerswerk. Dat is 5% minder dan in 2009. Deze afname is in bijna alle wijken zichtbaar. Alleen in Velsen-Noord is sprake van een stijging. De hoogste percentages vrijwilligers zijn te vinden in Santpoort-Noord en Velsen-Zuid/Driehuis (resp. 43% en 42%). Een groot deel van de vrijwilligers is nog steeds actief bij een vereniging op het gebied van sport en recreatie (35%). Het aandeel vrijwilligers in onderwijs en kinderopvang is gedaald van 19% naar 13%. 2.9.2 Mantelzorg Het percentage bewoners dat mantelzorg verleent is in bijna alle wijken gedaald. Het laagst zijn deze percentages nu in Velsen-Noord en IJmuiden-Noord (resp. 17% en 18%). In Santpoort-Noord wonen relatief de meeste mantelzorgers (31%). Ongeveer de helft van de mantelzorg wordt verleend aan ouders. Het aandeel mantelzorg aan vrienden of buren is afgenomen (24% naar 18%). Andere vormen van mantelzorg zijn nagenoeg gelijk gebleven.

Page 18: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

17

2.10 Gezondheid en zelfredzaamheid (H10) 2.10.1 Gezondheidsbeleving Ruim driekwart van de Velsenaren ervaart de eigen gezondheid als goed tot zeer goed. De beste gezondheid wordt ervaren in Santpoort-Noord (83%), terwijl de bewoners van IJmuiden-West hun eigen gezondheid verreweg het minst vaak als goed tot zeer goed beoordelen (68%). 2.10.2 Hulpbehoefte Van alle bewoners geeft 7 % aan bij de dagelijkse bezigheden vanwege lichamelijke of psychische problemen hulp nodig te hebben. Dit is gelijk aan 2009. Verder valt in vergelijking met twee jaar geleden op dat bij nagenoeg alle vormen van bezigheden, waarvoor hulp nodig kan zijn, de hulpbehoefte wel is afgenomen. Vooral de behoefte aan hulp bij de dagelijkse boodschappen, financiële administratie en het verplaatsen per auto of openbaar vervoer is fors afgenomen. Ten aanzien van de percentages bij de hulp die men nodig denkt te hebben, moet wel worden bedacht dat de vraagstelling hierover is gewijzigd. Dit zou van invloed kunnen zijn geweest op de beantwoording van de vragen. Voorzichtigheid is dus geboden bij de interpretatie van deze gegevens.

Page 19: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

18

3. WIJKSCHETSEN 3.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk wordt aan de hand van een aantal grafieken een beeld geschetst van elke Velsense wijk afzonderlijk. Deze grafieken vormen een aanvulling op de grafieken in de monitor. Per wijk worden de verschillen getoond met zowel de resultaten van de totale gemeente (en daarmee de andere wijken) als de resultaten uit de vorige monitor van 2009. In de begeleidende tekst worden eveneens deze twee vergelijkingen behandeld: Vergelijking in de ruimte: de positionering van de betreffende wijk ten opzichte van de

andere wijken. Vergelijking in de tijd: de ontwikkeling van de betreffende wijk ten opzichte van de

resultaten van 2009. De vergelijking in de tijd wordt daarbij enigszins bemoeilijkt doordat in 2009 een aantal wijken tesamen één onderzoeksgebied vormden. Daardoor waren er toen 7 onderzoeksgebieden, tegenover 9 onderzoeksgebieden in 2011, namelijk alle wijken behalve de Spaarndammmerpolder. De volgende wijken vormden in 2009 tesamen één onderzoeksgebied (zie ook kaart op pagina 19): - IJmuiden-Noord (01) en IJmuiden-West (03) = IJmuiden-Noord en –West - Santpoort-Noord (06) en Santpoort-Zuid (07) = Santpoort Er is voor gekozen om niet verder terug te gaan in de tijd, aangezien bij eerdere edities van de leefbaarheidsmonitor (2002, 2004 en 2007) sprake was van nog meer samengestelde wijken en daarmee van nog minder onderzoeksgebieden. Dat zou het beeld bij een vergelijking in de tijd alleen nog maar verder hebben vertroebeld. Bij de keuze van de thema’s voor de grafieken is gebruikgemaakt van de vragen die direct betrekking hebben op de leefbaarheid en waarvan de resultaten worden gepresenteerd in hoofdstuk 3 van de monitor. Deze vragen betreffen de diverse vormen van overlast en zijn allemaal op dezelfde wijze gesteld, hetgeen de onderlinge vergelijking bevordert. Van de 23 vragen met betrekking tot overlast zijn er 5 niet meegenomen in de grafieken, omdat de mate van overlast te klein is om daar zinvolle resultaten van te tonen (een overlast van gemiddeld 2% of minder). De overblijvende 18 thema’s zijn natuurlijk niet allesbepalend voor wat betreft de leefbaarheid. Toch lijken zij een goed beeld te geven van de leefbaarheid in de wijk. Daarnaast worden in de wijkschetsen zelf ook andere thema’s meegenomen, wanneer de specifieke resultaten van die thema’s in de diverse wijken daar aanleiding toe geven. Bij vergelijkingen van de leefbaarheidssituatie met het gemiddelde van de totale gemeente (de eerste grafiek bij elke wijk) zal blijken dat bepaalde wijken op veel terreinen beduidend ongunstiger scoren dan andere wijken. Dat hoeft op zich niet zo alarmerend te zijn. Het kan ook te maken hebben met de fysieke structuur van een wijk en met de aard van de bebouwing. Wanneer bijvoorbeeld een wijk relatief veel etagebouw heeft, zal de kans groter zijn dat in zo’n wijk ook meer overlast door omwonenden wordt ervaren. In dat geval zal het van groter belang zijn hoe die overlast zich in de tijd ontwikkelt en dat komt weer tot uiting in de tweede grafiek.

Page 20: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

19

Bij vragen naar de diverse vormen van overlast die de respondent al of niet ondervindt, zijn hoge antwoordpercentages uiteraard niet gewenst. Bij beide grafieken duiden positieve verschillen dus op een ongunstige situatie, in de bovenste grafiek ten opzichte van de totale gemeente en in de onderste grafiek ten opzichte van 2009. Deze grafiekbalken zijn daarom rood gemaakt. Negatieve verschillen duiden op een gunstige situatie voor de betreffende wijk en zijn dus ook als groene balken weergegeven. Zo kan in een oogwenk worden gezien, hoe een wijk er qua leefbaarheid voor staat.

Kaart: Wijkindeling Gemeente Velsen

Page 21: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

20

3.2 Velsen-Zuid en Driehuis (wijk 00) 3.2.1 Positionering ten opzichte van de andere wijken De wijk Velsen-Zuid en Driehuis blijkt voor haar bewoners een aantrekkelijke wijk om in te wonen. Evenals twee jaar geleden geven de bewoners van deze wijk hun woonomgeving het hoogste cijfer van alle Velsense wijken. Het is zelfs nog iets gestegen (van 8,1 naar 8,2). De openbare ruimte in deze wijk is volgens haar bewoners behoorlijk schoon, met relatief heel weinig rommel (12% tegenover 31% gemiddeld) en hondenpoep (21% tegenover 40% gemiddeld). Ze zijn ook erg te spreken over de recreatiemogelijkheden in de buurt. Maar liefst 90% is daar (zeer) tevreden over (tegenover 82% gemiddeld). Het aandeel sportbeoefenaren is behoorlijk hoog, namelijk 77% tegenover 71% voor de totale gemeente. Alleen in Santpoort-Zuid is dat percentage hoger (83%). Verder is het aandeel bewoners dat wel eens of regelmatig vrijwilligerswerk doet in deze wijk relatief hoog, namelijk 42% tegenover 33% voor de totale gemeente. Wat echter het meest opvalt in de wijk Velsen-Zuid en Driehuis, is de zeer grote overlast in de sfeer van de vermogensdelicten, met name woninginbraak, diefstal uit auto’s en fietsendiefstal. Grafiek 3.1 laat zien dat het percentage inwoners, dat aangeeft dat deze delicten vaak voorkomen in hun buurt, veel hoger is dan in de andere wijken. Voor inbraak in woningen is dat percentage zelfs 39%, tegenover 10% voor de totale gemeente. Naast deze overlast door vermogensdelicten, is in Velsen-Zuid en Driehuis sprake van relatief veel geluidsoverlast door verkeer. Weliswaar is deze vorm van overlast afgenomen, maar met 24% blijft deze wijk op dit punt nog steeds relatief hoog scoren ten opzichte van de totale gemeente (17%) 3.2.2 Ontwikkeling ten opzichte van 2009 Dat de hierboven reeds gesignaleerde grote overlast door vermogensdelicten een ontwikkeling is van de laatste tijd, blijkt uit grafiek 3.2. Met name de ervaringen met woninginbraak zijn de afgelopen twee jaar in Velsen-Zuid en Driehuis explosief toegenomen, namelijk van 12% in 2009 naar 39% in 2011. Het zou goed zijn om te weten of deze enorme toename ook tot uiting komt in een duidelijke stijging in deze wijk van het aantal aangiften van woninginbraak bij de politie. Ook de door de bewoners ervaren toename van andere vermogensdelicten, zoals fietsendiefstal (van 2% naar 10%) en diefstal uit auto’s (van 4% naar 8%), zou bij een dergelijke vergelijking met de daadwerkelijke aangiftecijfers betrokken kunnen worden.

Page 22: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

21

Velsen-Zuid / Driehuis (00)

bekladding

rommel

hondenpoep

vernieling

jongeren

dronken mensen

drugsoverlast

fietsendiefstal

diefstal uit auto's

beschadiging auto's

inbraak woningen

agressief verkeersgedrag

geluid verkeer

te hard rijden

parkeeroverlast

overlast omwonenden

geluid anders

horeca

-40 -30 -20 -10 0 10 20 30 40

Overlast wijk t.o.v. totale gemeente (%)

Leefbaarheidsmonitor 2011

Grafiek 3.1

Velsen-Zuid / Driehuis (00)

bekladding

rommel

hondenpoep

vernieling

jongeren

dronken mensen

drugsoverlast

fietsendiefstal

diefstal uit auto's

beschadiging auto's

inbraak woningen

agressief verkeersgedrag

geluid verkeer

te hard rijden

parkeeroverlast

overlast omwonenden

geluid anders

horeca

-40 -30 -20 -10 0 10 20 30 40

Overlast wijk 2011 t.o.v. 2009 (%)

Leefbaarheidsmonitor 2011

Grafiek 3.2

Page 23: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

22

3.3 IJmuiden-Noord (wijk 01) 3.3.1 Positionering ten opzichte van de andere wijken IJmuiden-Noord laat op veel facetten van leefbaarheid een relatief minder gunstige score zien ten opzichte van de andere wijken (grafiek 3.3). Nu is het een wijk met daarbinnen zowel een belangrijke winkelfunctie (Lange Nieuwstraat / Marktplein / Kennemerlaan) als ook een bekend uitgaansgebied (Kennemerlaan). Bepaalde vormen van overlast, die met deze functies gepaard plegen te gaan, blijken zich dan ook in deze wijk meer dan gemiddeld te openbaren. Qua percentage worden de hoogste scores bereikt door overlast door hondenpoep (48% tegenover 40% gemiddeld), overlast door te hard rijden (46% tegenover 36% gemiddeld) en parkeeroverlast (39% tegenover 31% gemiddeld). Verder ervaart 26% geluidsoverlast door verkeer (tegenover 17% gemiddeld over de hele gemeente), heeft 21% last van agressief verkeersgedrag (tegenover 14% gemiddeld) en ondervindt 20% van de bewoners overlast door beschadiging of vernieling van auto’s (tegenover 10% gemiddeld). Tenslotte is er dan nog relatief veel geluidsoverlast anders dan door verkeer (19% tegenover 13% gemiddeld), overlast door dronken mensen op straat (15% tegenover 7% gemiddeld), drugsoverlast (9% tegenover 4% gemiddeld) en overlast door horecagelegenheden (8% tegenover 3% gemiddeld). 3.3.2 Ontwikkeling ten opzichte van 2009 IJmuiden-Noord is één van de wijken die nu voor het eerst afzonderlijk is onderzocht. Een goede vergelijking met 2009, toen het nog samen met IJmuiden-West één onderzoeksgebied vormde, is daarom slechts voor een deel te maken. Gezien de relatief minder gunstige scores die zowel IJmuiden-Noord als IJmuiden-West laten zien op het gebied van leefbaarheid en veiligheid is het echter wel opmerkelijk, dat de scores op de stellingen ten aanzien van het functioneren van gemeente, woningcorporaties en politie voor beide wijken gezamenlijk in 2011 duidelijk positiever zijn dan twee jaar daarvoor. Inmiddels is men gemiddeld redelijk tevreden over het functioneren van deze instanties. Daarnaast is men in IJmuiden-Noord gematigd positief over de ontwikkelingen in de nabije toekomst (+3%). Mogelijk is deze positieve stemming in verband te brengen met de recent getroffen maatregelen om de overlast door met name horecagelegenheden te beteugelen. Toch zal in de toekomst mogelijk extra aandacht geschonken moeten worden aan deze wijk om de diverse vormen van verkeers- en sociale overlast terug te dringen, teneinde de leefbaarheid in deze wijk te behouden en waar mogelijk te verbeteren.

Page 24: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

23

IJmuiden-Noord (01)

bekladding

rommel

hondenpoep

vernieling

jongeren

dronken mensen

drugsoverlast

fietsendiefstal

diefstal uit auto's

beschadiging auto's

inbraak woningen

agressief verkeersgedrag

geluid verkeer

te hard rijden

parkeeroverlast

overlast omwonenden

geluid anders

horeca

-40 -30 -20 -10 0 10 20 30 40

Overlast wijk t.o.v. totale gemeente (%)

Leefbaarheidsmonitor 2011

Grafiek 3.3

IJmuiden-Noord en -West (01+03)

bekladding

rommel

hondenpoep

vernieling

jongeren

dronken mensen

drugsoverlast

fietsendiefstal

diefstal uit auto's

beschadiging auto's

inbraak woningen

agressief verkeersgedrag

geluid verkeer

te hard rijden

parkeeroverlast

overlast omwonenden

geluid anders

horeca

-40 -30 -20 -10 0 10 20 30 40

Overlast wijk 2011 t.o.v. 2009 (%)

Leefbaarheidsmonitor 2011

Grafiek 3.4

Page 25: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

24

3.4 IJmuiden-Zuid (wijk 02) 3.4.1 Positionering ten opzichte van de andere wijken IJmuiden-Zuid vertoont op de meeste punten met betrekking tot overlast en leefbaarheid een gemiddelde score ten opzichte van de andere wijken (grafiek 3.5). Grote bron van ergernis blijkt echter nog steeds de overlast als gevolg van hondenpoep (53% tegenover 40% gemiddeld) te zijn. Deze is ten opzichte van twee jaar geleden zelfs nog toegenomen (was in 2009 nog 47%). Verder is er in deze wijk nog steeds relatief veel parkeeroverlast (39% tegenover 31% gemiddeld) en zijn er relatief veel burengeschillen (34% tegenover 29% gemiddeld). 3.4.2 Ontwikkeling ten opzichte van 2009 In het algemeen lijken de verschillen met twee jaar geleden niet erg groot (grafiek 3.6), met uitzondering van een forse afname van overlast door vernieling (van 21% naar 12%). Daarnaast is er de hierboven reeds genoemde, op zich vrij forse toename van overlast door hondenpoep (van 47% naar 53%). Op een getalsmatig lager niveau is wellicht de toename van overlast door horecagelegenheden van belang (van 3% naar 5%), hoewel tegelijkertijd de overlast door dronken mensen op straat is afgenomen (van 13% naar 9%). Toch lijkt er sprake te zijn van enige onvrede in IJmuiden-Zuid. Men is niet erg tevreden over de meest recente ontwikkelingen (-7%) en ook het oordeel over het functioneren van de gemeente is verslechterd. Mogelijk heeft dit te maken met stagnatie van enkele bouwprojecten binnen de wijk. Een stimulerend overheidsoptreden kan hierin wellicht verandering brengen.

Page 26: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

25

IJmuiden-Zuid (02)

bekladding

rommel

hondenpoep

vernieling

jongeren

dronken mensen

drugsoverlast

fietsendiefstal

diefstal uit auto's

beschadiging auto's

inbraak woningen

agressief verkeersgedrag

geluid verkeer

te hard rijden

parkeeroverlast

overlast omwonenden

geluid anders

horeca

-40 -30 -20 -10 0 10 20 30 40

Overlast wijk t.o.v. totale gemeente (%)

Leefbaarheidsmonitor 2011

Grafiek 3.5

IJmuiden-Zuid (02)

bekladding

rommel

hondenpoep

vernieling

jongeren

dronken mensen

drugsoverlast

fietsendiefstal

diefstal uit auto's

beschadiging auto's

inbraak woningen

agressief verkeersgedrag

geluid verkeer

te hard rijden

parkeeroverlast

overlast omwonenden

geluid anders

horeca

-40 -30 -20 -10 0 10 20 30 40

Overlast wijk 2011 t.o.v. 2009 (%)

Leefbaarheidsmonitor 2011

Grafiek 3.6

Page 27: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

26

3.5 IJmuiden-West (wijk 03) 3.5.1 Positionering ten opzichte van de andere wijken Net als IJmuiden-Noord laat ook IJmuiden-West op veel facetten van leefbaarheid een relatief minder gunstige score zien ten opzichte van de andere wijken (grafiek 3.7). Zo ligt er volgens de bewoners erg veel rommel op straat (52% tegenover 31% gemiddeld) en heeft men in de wijk veel overlast van dronken mensen (21% tegenover 7% gemiddeld). Er is daarnaast relatief veel drugsoverlast (12% tegenover 4% gemiddeld) en ook de overlast door jongeren is in IJmuiden-West relatief groot (21% tegenover 16% gemiddeld). De overlast door horecagelegenheden bevindt zich op hetzelfde niveau als in IJmuiden-Noord (8% tegenover 3% gemiddeld). Tenslotte zorgt ook agressief verkeersgedrag in IJmuiden-West voor de nodige overlast (20% tegenover 14% gemiddeld). Het lijkt daarom ook niet zo verwonderlijk dat de onveiligheidsbeleving bij de bewoners van IJmuiden-West aan de hoge kant is (70% tegenover 64% gemiddeld). Naast deze vormen van overlast zijn er relatief veel burengeschillen (34% tegenover 29% gemiddeld) en zijn er relatief weinig bewoners die hun eigen gezondheid als goed tot zeer goed beoordelen (68% tegenover 77% gemiddeld). 3.5.2 Ontwikkeling ten opzichte van 2009 IJmuiden-West is één van de wijken die nu voor het eerst afzonderlijk is onderzocht. Een goede vergelijking met 2009, toen het nog samen met IJmuiden-Noord één onderzoeksgebied vormde, is daarom slechts voor een deel te maken. Gezien de relatief minder gunstige scores die zowel IJmuiden-Noord als IJmuiden-West laten zien op het gebied van leefbaarheid en veiligheid is het echter wel opmerkelijk, dat de scores op de stellingen ten aanzien van het functioneren van gemeente, woningcorporaties en politie voor beide wijken gezamenlijk in 2011 duidelijk positiever zijn dan twee jaar daarvoor. Inmiddels is men gemiddeld redelijk tevreden over het functioneren van deze instanties. Wat verder ook kan worden geconcludeerd, is dat in beide wijken tesamen de parkeeroverlast en overlast door vernieling en bekladding zijn afgenomen (met resp. 10%, 7% en 3%), waarbij wel moet worden opgemerkt dat van beide wijken IJmuiden-West in 2011 hierop duidelijk de beste (i.e. laagste) scores laat zien. Desondanks vinden veel bewoners van IJmuiden-West dat de wijk het afgelopen jaar sterk achteruit is gegaan (met -15% de laagste score van alle wijken). Het is daarom des te opvallender, dat men hier, net als in IJmuiden-Noord, toch tamelijk hoopvol is gestemd over de ontwikkelingen in de nabije toekomst (+4%). Uit de resultaten van de monitor kan niet worden opgemaakt wat daarvan de oorzaak is, maar het is mogelijk dat, naast de recente maatregelen om de (horeca-)overlast te beperken, ook het project Oud-IJmuiden aan deze positieve stemming heeft bijgedragen. Ook al om die reden is het daarom wenselijk, dat het betreffende bouwprogramma, ondanks de crisis, zo volledig mogelijk kan worden uitgevoerd.

Page 28: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

27

IJmuiden-West (03)

bekladding

rommel

hondenpoep

vernieling

jongeren

dronken mensen

drugsoverlast

fietsendiefstal

diefstal uit auto's

beschadiging auto's

inbraak woningen

agressief verkeersgedrag

geluid verkeer

te hard rijden

parkeeroverlast

overlast omwonenden

geluid anders

horeca

-40 -30 -20 -10 0 10 20 30 40

Overlast wijk t.o.v. totale gemeente (%)

Leefbaarheidsmonitor 2011

Grafiek 3.7

IJmuiden-Noord en -West (01+03)

bekladding

rommel

hondenpoep

vernieling

jongeren

dronken mensen

drugsoverlast

fietsendiefstal

diefstal uit auto's

beschadiging auto's

inbraak woningen

agressief verkeersgedrag

geluid verkeer

te hard rijden

parkeeroverlast

overlast omwonenden

geluid anders

horeca

-40 -30 -20 -10 0 10 20 30 40

Overlast wijk 2011 t.o.v. 2009 (%)

Leefbaarheidsmonitor 2011

Grafiek 3.8

Page 29: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

28

3.6 Zee- en Duinwijk (wijk 04) 3.6.1 Positionering ten opzichte van de andere wijken De leefbaarheid in de wijk Zee- en Duinwijk vertoont anno 2011 een wisselend beeld (grafiek 3.9). Zo is er relatief veel overlast als gevolg van fysieke verloedering, zoals hondenpoep (48% tegenover 40% gemiddeld), rommel op straat (38% tegenover 31% gemiddeld), vernieling (18% tegenover 14% gemiddeld) en bekladding (10% tegenover 8% gemiddeld). Ook is er relatief veel overlast door omwonenden (10% tegenover 7% gemiddeld), hetgeen mogelijk te maken heeft met de overwegende bouwwijze (etagebouw). Ten aanzien van de meeste andere vormen van overlast echter, ziet het beeld van de wijk er rooskleuriger uit. Parkeeroverlast (24% tegenover 31% gemiddeld) en de beide vormen van geluidsoverlast, namelijk door verkeer (14% tegenover 17% gemiddeld) en anderszins (8% tegenover 13% gemiddeld), zijn in Zee- en Duinwijk veelal minder aan de orde dan in de meeste andere wijken. Daarnaast is er hoegenaamd geen overlast door horecagelegenheden (0% tegenover 3% gemiddeld) en worden er volgens de bewoners ook minder auto’s beschadigd (6% tegenover 10% gemiddeld). Toch is de onveiligheidsbeleving in Zee- en Duinwijk aan de hoge kant (70% tegenover 64% gemiddeld). 3.6.2 Ontwikkeling ten opzichte van 2009 Uit grafiek 3.10 blijkt, dat Zee- en Duinwijk zich de afgelopen twee jaar naar de mening van haar bewoners qua leefbaarheid in positieve zin heeft ontwikkeld. Zij ondervinden op vrijwel alle fronten steeds minder overlast, met name ook in de sfeer van de vermogensdelicten. Zee- en Duinwijk is daarmee de enige wijk binnen de gemeente, waar overlast door woninginbraak is afgenomen (van 10 % naar 6%). In alle overige wijken, en dan vooral in de ‘duurdere’ wijken, ervaart men een forse toename van dit fenomeen. Ook hier zou het interessant zijn om te kijken of deze afwijkende score van Zee- en Duinwijk kan worden gestaafd door de daadwerkelijke aangiftecijfers van de politie. Andere vormen van overlast zijn eveneens behoorlijk afgenomen. Overlast door vernieling springt daarbij het meest in het oog (van 33% naar 18%). De enige vorm van overlast, die de afgelopen twee jaar flink is toegenomen in Zee- en Duinwijk, is de overlast door hondenpoep (van 38% naar 48%), een verschijnsel dat vooral in de IJmuidense wijken nogal hardnekkig blijkt.

Page 30: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

29

Zee- en Duinwijk (04)

bekladding

rommel

hondenpoep

vernieling

jongeren

dronken mensen

drugsoverlast

fietsendiefstal

diefstal uit auto's

beschadiging auto's

inbraak woningen

agressief verkeersgedrag

geluid verkeer

te hard rijden

parkeeroverlast

overlast omwonenden

geluid anders

horeca

-40 -30 -20 -10 0 10 20 30 40

Overlast wijk t.o.v. totale gemeente (%)

Leefbaarheidsmonitor 2011

Grafiek 3.9

Zee- en Duinwijk (04)

bekladding

rommel

hondenpoep

vernieling

jongeren

dronken mensen

drugsoverlast

fietsendiefstal

diefstal uit auto's

beschadiging auto's

inbraak woningen

agressief verkeersgedrag

geluid verkeer

te hard rijden

parkeeroverlast

overlast omwonenden

geluid anders

horeca

-40 -30 -20 -10 0 10 20 30 40

Overlast wijk 2011 t.o.v. 2009 (%)

Leefbaarheidsmonitor 2011

Grafiek 3.10

Page 31: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

30

3.7 Velsen-Noord (wijk 05) 3.7.1 Positionering ten opzichte van de andere wijken De meest vormen van overlast zijn in Velsen-Noord meer dan gemiddeld aanwezig, zoals ook is te zien in grafiek 3.11. Vooral rommel op straat blijkt nog steeds een flinke bron van onvrede (43% tegenover 31% gemiddeld). Ook verkeersoverlast en bepaalde vormen van sociale overlast (dronken mensen en drugsoverlast) zijn in deze wijk wat meer dan gemiddeld aanwezig. Verder is het opvallend dat het bezoek aan gemeentelijke culturele instellingen, zoals museum, schouwburg of bibliotheek zeer laag is (33% tegenover 59% gemiddeld). De ligging aan de overzijde van het Noordzeekanaal zou daarvan de reden kunnen zijn. Toch blijft de delname aan het culturele aanbod in het algemeen ook behoorlijk achter bij het gemeentelijk gemiddelde (56% tegenover 71% gemiddeld). Tenslotte moet nog worden vermeld, dat de tevredenheid over de recreatiemogelijkheden in de omgeving sterk achterblijft bij de andere wijken (66% tegenover 82% gemiddeld). 3.7.2 Ontwikkeling ten opzichte van 2009 De meest in het oog springende, positieve veranderingen op het gebied van leefbaarheid en veiligheid lijken de afgelopen twee jaar te hebben plaatsgevonden in Velsen-Noord. Zoals blijkt uit grafiek 3.12, zijn in deze wijk bijna alle vormen van overlast flink afgenomen. De fysieke verloedering is een stuk minder geworden, met name overlast door vernieling (van 24% naar 14%) en bekladding (van 18% naar 11%). Ook is er beduidend minder sociale overlast, zoals die van groepen jongeren (van 24% naar 14%) en drugsoverlast (van 15% naar 8%). De bewoners van Velsen-Noord hebben in 2011 ook aanzienlijk minder overlast door te hard rijden (van 55% naar 41%) dan in 2009. Bovendien wordt het verkeersgeluid ook steeds minder als hinderlijk ervaren (van 30% naar 22%). Dat het woongenot van de bewoners de afgelopen twee jaar aanzienlijk is gestegen (van 87% naar 95%), zal dan ook geen verwondering wekken. Door al deze positieve ontwikkelingen in Velsen-Noord, lijkt het erop dat de bouwkundige ingrepen en financiële injecties die de wijk de afgelopen jaren heeft gekregen (en nog krijgt) hun vruchten aan het afwerpen zijn. Dat zal er mogelijk tevens voor hebben gezorgd, dat het oordeel van de bewoners over het functioneren van de gemeente en de corporaties duidelijk is verbeterd. De wijk is momenteel echter nog steeds aan het terugkomen vanuit een achterstandssituatie. Op de meeste aspecten van leefbaarheid kan nog steeds de nodige vooruitgang worden geboekt. Daarbij komt dat de parkeeroverlast (van 27% naar 35%) en, ook in deze wijk, overlast door woninginbraken (van 7% naar 10%) zelfs nog zijn toegenomen. Afgaande op deze resultaten en de hierboven geschetste huidige situatie, zal de komende tijd nog moeten worden gewerkt aan het vergroten van de recreatiemogelijkheden, het terugdringen van de parkeeroverlast en aan het meer betrekken van de wijk en haar bewoners bij het openbare leven van het overig deel van de gemeente.

Page 32: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

31

Velsen-Noord (05)

bekladding

rommel

hondenpoep

vernieling

jongeren

dronken mensen

drugsoverlast

fietsendiefstal

diefstal uit auto's

beschadiging auto's

inbraak woningen

agressief verkeersgedrag

geluid verkeer

te hard rijden

parkeeroverlast

overlast omwonenden

geluid anders

horeca

-40 -30 -20 -10 0 10 20 30 40

Overlast wijk t.o.v. totale gemeente (%)

Leefbaarheidsmonitor 2011

Grafiek 3.11

Velsen-Noord (05)

bekladding

rommel

hondenpoep

vernieling

jongeren

dronken mensen

drugsoverlast

fietsendiefstal

diefstal uit auto's

beschadiging auto's

inbraak woningen

agressief verkeersgedrag

geluid verkeer

te hard rijden

parkeeroverlast

overlast omwonenden

geluid anders

horeca

-40 -30 -20 -10 0 10 20 30 40

Overlast wijk 2011 t.o.v. 2009 (%)

Leefbaarheidsmonitor 2011

Grafiek 3.12

Page 33: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

32

3.8 Santpoort-Noord (wijk 06) 3.8.1 Positionering ten opzichte van de andere wijken De bewoners van Santpoort-Noord blijken behoorlijk tevreden over de leefbaarheid van hun wijk. Zo wordt bijvoorbeeld de woonomgeving hoog gewaardeerd met het cijfer 8,1 (tegenover 7,6 gemiddeld). Daarnaast bereikt de sociale cohesie in deze wijk de hoogste score van alle wijken (schaalscore 7,0 tegenover 6,4 gemiddeld). Gemeenschapszin lijkt hier dan ook hoog in het vaandel te staan. Zowel het aandeel vrijwilligers (43% tegenover 33% gemiddeld) als het aandeel mantelzorgers (31% tegenover 23% gemiddeld) is hier namelijk het hoogst van alle wijken. Een ander thema waarbij Santpoort-Noord de hoogste score bereikt, is het thema gezondheid. Van de bewoners beoordeelt maar liefst 83% (tegenover 77% gemiddeld) de eigen gezondheid als goed tot zeer goed. Ten aanzien van de meeste vormen van overlast steekt de wijk gunstig af ten opzichte van de overige wijken (grafiek 3.13). Met name het verkeer leidt volgens de bewoners tot beduidend minder ergernis dan in andere wijken. Ook de overlast als gevolg van fysieke verloedering blijft relatief beperkt, met uitzondering van overlast door bekladding van muren en/of gebouwen (11% tegenover 8% gemiddeld). 3.8.2 Ontwikkeling ten opzichte van 2009 Santpoort-Noord is één van de wijken die nu voor het eerst afzonderlijk is onderzocht. Een goede vergelijking met 2009, toen het nog samen met Santpoort-Zuid één onderzoeksgebied (Santpoort) vormde, is daarom slechts voor een deel te maken. Zoals blijkt uit grafiek 3.14, nemen de meeste vormen van overlast in beide wijken tesamen licht af of blijven ongeveer gelijk. De toename van overlast door woninginbraak (van 10% naar 16%) lijkt gezien de cijfers over 2011 vooral veroorzaakt te worden door de resultaten van Santpoort-Zuid (21% in 2011). De toegenomen overlast door groepen jongeren (van 7% naar 12%) komt echter naar alle waarschijnlijkheid grotendeels voor rekening van Santpoort-Noord (16% in 2011). In Santpoort-Noord zal daarmee de komende jaren het terugdringen van overlast door groepen jongeren waarschijnlijk de nodige aandacht vergen.

Page 34: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

33

Santpoort-Noord (06)

bekladding

rommel

hondenpoep

vernieling

jongeren

dronken mensen

drugsoverlast

fietsendiefstal

diefstal uit auto's

beschadiging auto's

inbraak woningen

agressief verkeersgedrag

geluid verkeer

te hard rijden

parkeeroverlast

overlast omwonenden

geluid anders

horeca

-40 -30 -20 -10 0 10 20 30 40

Overlast wijk t.o.v. totale gemeente (%)

Leefbaarheidsmonitor 2011

Grafiek 3.13

Santpoort (06+07)

bekladding

rommel

hondenpoep

vernieling

jongeren

dronken mensen

drugsoverlast

fietsendiefstal

diefstal uit auto's

beschadiging auto's

inbraak woningen

agressief verkeersgedrag

geluid verkeer

te hard rijden

parkeeroverlast

overlast omwonenden

geluid anders

horeca

-40 -30 -20 -10 0 10 20 30 40

Overlast wijk 2011 t.o.v. 2009 (%)

Leefbaarheidsmonitor 2011

Grafiek 3.14

Page 35: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

34

3.9 Santpoort-Zuid (wijk 07) 3.9.1 Positionering ten opzichte van de andere wijken De bewoners van Santpoort-Zuid blijken in het algemeen behoorlijk tevreden over de leefbaarheid van hun wijk. Zo wordt bijvoorbeeld de woonomgeving zeer hoog gewaardeerd met het cijfer 8,2 (tegenover 7,6 gemiddeld). Daarnaast lijkt de individuele ontplooiing in deze wijk op een hoog peil te staan. Zowel het aandeel beoefenaars van één of meerdere kunstvormen (33% tegenover 20% gemiddeld) als het aandeel sportende inwoners (83% tegenover 71% gemiddeld) is hier het hoogst van alle wijken. De sociale cohesie is in deze wijk behoorlijk groot (schaalscore 6,8 tegenover 6,4 gemiddeld). Daarom is het des te opmerkelijker dat het percentage bewoners, dat aangeeft wel eens een geschil met de buren te hebben gehad, in Santpoort-Zuid het hoogst is van alle wijken (35% tegenover 29% gemiddeld). Ten aanzien van de meeste vormen van overlast steekt de wijk gunstig af ten opzichte van de overige wijken (grafiek 3.15). Er is relatief weinig sprake van sociale overlast of overlast door fysieke verloedering. Wel is sprake van het bovengemiddeld voorkomen van bepaalde vormen van verkeersoverlast, namelijk van overlast door te hard rijden en van geluidsoverlast door verkeer. De meest opvallende score wordt echter bereikt door overlast als gevolg van woninginbraken (21% tegenover 10% gemiddeld). Alleen in de wijk Velsen-Zuid en Driehuis wordt een hogere score bereikt (39%). 3.9.2 Ontwikkeling ten opzichte van 2009 Santpoort-Zuid is één van de wijken die nu voor het eerst afzonderlijk is onderzocht. Een goede vergelijking met 2009, toen het nog samen met Santpoort-Noord één onderzoeksgebied (Santpoort) vormde, is daarom slechts voor een deel te maken. Zoals blijkt uit grafiek 3.16, nemen de meeste vormen van overlast in beide wijken tesamen licht af of blijven ongeveer gelijk. De toename van overlast door groepen jongeren (van 7% naar 12%) lijkt, gezien de cijfers over 2011, vooral veroorzaakt te worden door de resultaten van Santpoort-Noord (16% in 2011). De toegenomen overlast door woninginbraak (van 10% naar 16%) komt echter naar alle waarschijnlijkheid grotendeels voor rekening van Santpoort-Zuid (21% in 2011). Net als in de wijk Velsen-Zuid en Driehuis, waar de overlast door woninginbraak de afgelopen twee jaar exponentieel is gestegen, zal ook in Santpoort-Zuid een vergelijking moeten worden gemaakt met de daadwerkelijke aangiftecijfers van de politie. Wellicht mede door toename van woninginbraak is de mening van de bewoners van Santpoort-Zuid over de meest recente ontwikkelingen tamelijk negatief. Ook ten aanzien van de nabije toekomst is men hier (als enige wijk binnen de gemeente) vrij somber gestemd.

Page 36: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

35

Santpoort-Zuid (07)

bekladding

rommel

hondenpoep

vernieling

jongeren

dronken mensen

drugsoverlast

fietsendiefstal

diefstal uit auto's

beschadiging auto's

inbraak woningen

agressief verkeersgedrag

geluid verkeer

te hard rijden

parkeeroverlast

overlast omwonenden

geluid anders

horeca

-40 -30 -20 -10 0 10 20 30 40

Overlast wijk t.o.v. totale gemeente (%)

Leefbaarheidsmonitor 2011

Grafiek 3.15

Santpoort (06+07)

bekladding

rommel

hondenpoep

vernieling

jongeren

dronken mensen

drugsoverlast

fietsendiefstal

diefstal uit auto's

beschadiging auto's

inbraak woningen

agressief verkeersgedrag

geluid verkeer

te hard rijden

parkeeroverlast

overlast omwonenden

geluid anders

horeca

-40 -30 -20 -10 0 10 20 30 40

Overlast wijk 2011 t.o.v. 2009 (%)

Leefbaarheidsmonitor 2011

Grafiek 3.16

Page 37: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

36

3.10 Velserbroek (wijk 08) 3.10.1 Positionering ten opzichte van de andere wijken Uit de monitor blijkt dat Velserbroek in het algemeen een prettige wijk is om in te wonen. Vooral over de recreatiemogelijkheden zijn de bewoners zeer te spreken. Maar liefst 91% van hen zijn daar (zeer) tevreden over (tegenover 82% gemiddeld). Dat is wellicht niet zo vreemd, gezien de aanwezigheid van een uitgestrekt recreatiegebied (Spaarnwoude) op een steenworp afstand. Bovendien blijft de hoeveelheid overlast relatief beperkt, zoals blijkt uit grafiek 3.17. Dat geldt met name voor de meeste vormen van verkeersoverlast. Alleen de parkeeroverlast vormt in Velserbroek nog een redelijk groot probleem (34% tegenover 31% gemiddeld). De vraag is of dit probleem zich vooral voordoet om en nabij het winkelcentrum, of dat het probleem mogelijk meer structureel is en in de gehele wijk voelbaar. Tenslotte blijkt ook overlast door groepen jongeren, hoewel met 6% afgenomen, nog steeds een flink probleem (21% tegenover 16% gemiddeld). Onderzoek zal moeten uitwijzen waar in de wijk dat probleem het meest hardnekkig blijkt te zijn. 3.10.2 Ontwikkeling ten opzichte van 2009 De meeste vormen van overlast in Velserbroek zijn de laatste jaren flink afgenomen. Grafiek 3.18 laat zien, dat met name de overlast door fysieke verloedering en de verkeersoverlast minder zijn geworden. Zo wordt men in de wijk steeds minder vaak met agressief verkeersgedrag geconfronteerd (van 17% naar 10%) en wordt er volgens de bewoners ook minder vaak te hard gereden dan twee jaar geleden (van 34% naar 28%). De enige vorm van overlast die sinds 2009 in Velserbroek is toegenomen, is de overlast door woninginbraken (van 3% naar 8%). Het aandeel hiervan bevindt zich weliswaar nog op een beduidend lager niveau dan in de wijken Velsen-Zuid/Driehuis en Santpoort-Zuid, maar lijkt toch ook hier onderdeel van een gemeentebreed probleem.

Page 38: LBHM 2011 - conclusies & wijkschetsen · 2. CONCLUSIES PER THEMA 2.1 Korte toelichting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies weergegeven ten aanzien van de thema’s

37

Velserbroek (08)

bekladding

rommel

hondenpoep

vernieling

jongeren

dronken mensen

drugsoverlast

fietsendiefstal

diefstal uit auto's

beschadiging auto's

inbraak woningen

agressief verkeersgedrag

geluid verkeer

te hard rijden

parkeeroverlast

overlast omwonenden

geluid anders

horeca

-40 -30 -20 -10 0 10 20 30 40

Overlast wijk t.o.v. totale gemeente (%)

Leefbaarheidsmonitor 2011

Grafiek 3.17

Velserbroek (08)

bekladding

rommel

hondenpoep

vernieling

jongeren

dronken mensen

drugsoverlast

fietsendiefstal

diefstal uit auto's

beschadiging auto's

inbraak woningen

agressief verkeersgedrag

geluid verkeer

te hard rijden

parkeeroverlast

overlast omwonenden

geluid anders

horeca

-40 -30 -20 -10 0 10 20 30 40

Overlast wijk 2011 t.o.v. 2009 (%)

Leefbaarheidsmonitor 2011

Grafiek 3.18