21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1....

36
21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het percentage opgenomen soorten ten opzichte van de vorige lijst (1996) gedaald is van 67 naar 62 % van de beschouwde soorten. Deze afname heeft betrekking op paddenstoelen van lanen, loofbossen, naaldbossen en het stedelijke gebied. De daling is het grootst bij mycorrhizapaddenstoelen die met boomwortels in symbiose leven. Over deze groep bestonden in 1996 nog de grootste zorgen. Deze verheugende ontwikkeling is te danken aan een sterk verminderde depositie van verzurende stoffen en een meer beperkte reductie van stikstofdepositie in Nederland. De resultaten tonen ook aan dat paddenstoelen terecht als uitstekende indicatororganismen voor verzuring en vermesting worden beschouwd en dat ze zich kunnen herstellen na een ongunstige periode. Het slechte nieuws is dat nog steeds 1619 soorten, 62% van alle beschouwde Nederlandse paddenstoelen, op de Rode Lijst staan en dat de toekomst er voor deze soorten dus niet rooskleurig uitziet. Het aandeel Rode-Lijstsoorten in moerasbossen, heidevelden, moerassen, duinen en graslanden is ongeveer constant gebleven of licht gestegen en ligt nu tussen 62 en 86% van alle kenmerkende soorten. Behalve verzuring en vermesting spelen bij deze groepen paddenstoelen ook andere factoren een rol bij de achteruitgang, met name biotoopverlies, verdroging, verstoring van de bodem en onzorgvuldig beheer. Het plukken van paddenstoelen heeft geen rechtstreekse invloed op de productie van vruchtlichamen in volgende jaren (Egli et al., 2006), maar leidt uiteraard wel tot een verminderde zichtbaarheid van paddenstoelen. In een dicht bevolkt en bosarm land als Nederland is dit een factor om in toenemende mate rekening mee te houden. Verder is er een opmerkelijke verslechtering van de situatie bij twee groepen paddenstoelen van speciale substraten, namelijk bij paddenstoelen op brandplekken en op mest. De sterkste bedreigingen voor paddenstoelen doen zich nu dus voor buiten bossen, in biotopen die traditioneel door mycologen minder bezocht worden en waarvoor binnen het natuurbeleid tot op heden wat betreft paddenstoelen weinig aandacht bestaat. Het is dus nodig is om de aandacht van veldwerk en beleid naar deze biotopen uit te breiden. 21.2. Internationale aspecten Bijna de helft van de inlandse paddenstoelen is zeer zeldzaam, een opmerkelijk hoog percentage in vergelijking met andere groepen organismen. Een deel van deze soorten komt elders in Europa aanmerkelijk meer voor en is op continentale schaal niet als bedreigd aan te merken. Bij het opstellen van soortbeschrijvingen voor deze Rode Lijst is evenwel gebleken dat een verrassend groot deel van de behandelde soorten ook internationaal tot de grote zeldzaamheden behoort. Daaronder zijn zeer opvallende paddenstoelen waarvan verspreiding en ecologie goed bekend zijn. Van sommige soorten heeft Nederland zelfs de enige thans bekende vindplaats binnen haar grenzen. Dit schept een grote morele verantwoordelijkheid, ook als paddenstoelen formeel niet beschermd zijn onder nationale of internationale wetgeving. Bovendien heeft Nederland zich volgens de Rio conventie verplicht om de biodiversiteit binnen haar grenzen in stand te houden. Exacte gegevens over de internationale betekenis van de gehele Nederlandse mycoflora kunnen op dit moment niet worden gegeven omdat voor een beoordeling van veel soorten een speciale literatuurstudie vereist is. Het zou zinvol zijn om op korte termijn een dergelijke studie te laten verrichten aan de bedreigde en ernstig bedreigde soorten, opdat de juiste prioriteiten kunnen worden gesteld bij eventuele monitoring en soortgerichte maatregelen. Hierbij kunnen ook de soorten worden betrokken die de laatste halve eeuw uit Nederland beschreven zijn. Behoud van typelocaties is eveneens een belangrijke internationale verantwoordelijkheid. 21.3. Kartering en monitoring in de toekomst Deze Rode Lijst berust op 1,8 miljoen verspreidingsgegevens die in de loop van ruim een eeuw door vrijwilligers bijeen zijn gebracht. De eigenschappen van paddenstoelen, kort levende vruchtlichamen en jaarlijks grote fluctuaties, leiden er in combinatie met het beperkte aantal vrijwilligers toe dat dit databestand in enige periode niet meer is dan een uitgebreide steekproef. Hierdoor is de interpretatie van deze gegevens complex en alleen mogelijk met gebruik van correctiefactoren. De complexiteit wordt versterkt door het relatief kleine aantal gegevens in het bestand van voor 1980 toen met de systematische kartering van Nederland werd begonnen. Een deel van de beschikbare gegevens uit die periode is evenwel nog niet ingevoerd. Het is moeizaam en tijdrovend werk dat speciale deskundigheid vraagt. Door een inhaalslag op dit gebied zou de basis voor een volgende Rode Lijst kunnen worden verstevigd, al zullen correctiefactoren vooralsnog nodig blijven. 260

Transcript of 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1....

Page 1: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen

21.1. HoofdconclusiesHet goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het percentage opgenomen soorten ten opzichte van de vorige lijst (1996) gedaald is van 67 naar 62 % van de beschouwde soorten. Deze afname heeft betrekking op paddenstoelen van lanen, loofbossen, naaldbossen en het stedelijke gebied. De daling is het grootst bij mycorrhizapaddenstoelen die met boomwortels in symbiose leven. Over deze groep bestonden in 1996 nog de grootste zorgen. Deze verheugende ontwikkeling is te danken aan een sterk verminderde depositie van verzurende stoffen en een meer beperkte reductie van stikstofdepositie in Nederland. De resultaten tonen ook aan dat paddenstoelen terecht als uitstekende indicatororganismen voor verzuring en vermesting worden beschouwd en dat ze zich kunnen herstellen na een ongunstige periode.

Het slechte nieuws is dat nog steeds 1619 soorten, 62% van alle beschouwde Nederlandse paddenstoelen, op de Rode Lijst staan en dat de toekomst er voor deze soorten dus niet rooskleurig uitziet. Het aandeel Rode-Lijstsoorten in moerasbossen, heidevelden, moerassen, duinen en graslanden is ongeveer constant gebleven of licht gestegen en ligt nu tussen 62 en 86% van alle kenmerkende soorten. Behalve verzuring en vermesting spelen bij deze groepen paddenstoelen ook andere factoren een rol bij de achteruitgang, met name biotoopverlies, verdroging, verstoring van de bodem en onzorgvuldig beheer. Het plukken van paddenstoelen heeft geen rechtstreekse invloed op de productie van vruchtlichamen in volgende jaren (Egli et al., 2006), maar leidt uiteraard wel tot een verminderde zichtbaarheid van paddenstoelen. In een dicht bevolkt en bosarm land als Nederland is dit een factor om in toenemende mate rekening mee te houden. Verder is er een opmerkelijke verslechtering van de situatie bij twee groepen paddenstoelen van speciale substraten, namelijk bij paddenstoelen op brandplekken en op mest.

De sterkste bedreigingen voor paddenstoelen doen zich nu dus voor buiten bossen, in biotopen die traditioneel door mycologen minder bezocht worden en waarvoor binnen het natuurbeleid tot op heden wat betreft paddenstoelen weinig aandacht bestaat. Het is dus nodig is om de aandacht van veldwerk en beleid naar deze biotopen uit te breiden.

21.2. Internationale aspectenBijna de helft van de inlandse paddenstoelen is zeer zeldzaam, een opmerkelijk hoog percentage in vergelijking met andere groepen organismen. Een deel van deze soorten komt elders in Europa aanmerkelijk meer voor en is op continentale schaal niet als bedreigd aan te merken. Bij het opstellen van soortbeschrijvingen voor deze Rode Lijst is evenwel gebleken dat een verrassend groot deel van de behandelde soorten ook internationaal tot de grote zeldzaamheden behoort. Daaronder zijn zeer opvallende paddenstoelen waarvan verspreiding en ecologie goed bekend zijn. Van sommige soorten heeft Nederland zelfs de enige thans bekende vindplaats binnen haar grenzen. Dit schept een grote morele verantwoordelijkheid, ook als paddenstoelen formeel niet beschermd zijn onder nationale of internationale wetgeving. Bovendien heeft Nederland zich volgens de Rio conventie verplicht om de biodiversiteit binnen haar grenzen in stand te houden.

Exacte gegevens over de internationale betekenis van de gehele Nederlandse mycoflora kunnen op dit moment niet worden gegeven omdat voor een beoordeling van veel soorten een speciale literatuurstudie vereist is. Het zou zinvol zijn om op korte termijn een dergelijke studie te laten verrichten aan de bedreigde en ernstig bedreigde soorten, opdat de juiste prioriteiten kunnen worden gesteld bij eventuele monitoring en soortgerichte maatregelen. Hierbij kunnen ook de soorten worden betrokken die de laatste halve eeuw uit Nederland beschreven zijn. Behoud van typelocaties is eveneens een belangrijke internationale verantwoordelijkheid.

21.3. Kartering en monitoring in de toekomstDeze Rode Lijst berust op 1,8 miljoen verspreidingsgegevens die in de loop van ruim een eeuw door vrijwilligers bijeen zijn gebracht. De eigenschappen van paddenstoelen, kort levende vruchtlichamen en jaarlijks grote fluctuaties, leiden er in combinatie met het beperkte aantal vrijwilligers toe dat dit databestand in enige periode niet meer is dan een uitgebreide steekproef. Hierdoor is de interpretatie van deze gegevens complex en alleen mogelijk met gebruik van correctiefactoren. De complexiteit wordt versterkt door het relatief kleine aantal gegevens in het bestand van voor 1980 toen met de systematische kartering van Nederland werd begonnen. Een deel van de beschikbare gegevens uit die periode is evenwel nog niet ingevoerd. Het is moeizaam en tijdrovend werk dat speciale deskundigheid vraagt. Door een inhaalslag op dit gebied zou de basis voor een volgende Rode Lijst kunnen worden verstevigd, al zullen correctiefactoren vooralsnog nodig blijven.

260

Page 2: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

De resultaten van deze Rode Lijst berusten geheel op onbezoldigd veldwerk door vrijwilligers. Ook de digitale verwerking van paddenstoelengegevens en het bestandsbeheer worden door vrijwilligers verricht. Dit komt de continuïteit, kwaliteit en toegankelijkheid van het bestand uiteindelijk niet ten goede. Het wordt steeds moeilijker om vrijwilligers te vinden die capabel zijn en tijd hebben om deze taken naar behoren te vervullen. Vrijwel alle andere particuliere PGO´s hebben een professioneel kader dat het verzamelen van veldgegevens coördineert, het gegevensbestand beheert en de kwaliteit van data bewaakt dankzij directe of indirecte steun van de overheid. Dit zou ook voor data over paddenstoelen een goede zaak zijn.

Planmatige monitoring van paddenstoelen vindt plaats binnen het paddenstoelenmeetnet in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM, zie kader). De resultaten hebben voor deze Rode Lijst nauwelijks een rol gespeeld omdat de looptijd (1998-2007) vrijwel geheel binnen de laatste referentieperiode valt (2000-2007). Bij een volgende editie van de Rode Lijst kunnen monitoringsgegevens wel een rol spelen als aanvulling op karteringsgegevens. Het meetnet is opgezet voor 110 soorten paddenstoelen in bossen op zandgrond en is dus zowel wat soorten als biotopen betreft beperkt. Deze tellingen kunnen derhalve karteringsgegevens nooit vervangen.

In verband met de ontwikkelingen in de mycoflora zou het zinvol zijn om ook in andere biotopen dan bossen en lanen op zandgrond monitoringprojecten op te zetten. Daarbij verdienen bossen en lanen op klei en schrale graslanden ons inziens prioriteit. Het aandeel Rode-Lijstsoorten is in die biotopen groot en er is in veel gevallen sprake van concrete bedreigingen.

De Gezoneerde stekelzwam (Hydnellum concrescens) is een van de Rode-Lijstsoorten die al tien jaar gemonitord worden in het kader van het paddenstoelenmeetnet.Foto H. Huijser

261

Page 3: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

Het Paddenstoelenmeetnet

Het paddenstoelenmeetnet is gestart in 1998 en onderdeel van het Netwerk Ecologische Monitoring. Dit meetnet wordt uitgevoerd door de Nederlandse Mycologische Vereniging, in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek waardoor de kwaliteit van de gegevens gewaarborgd is. Het bestaat uit permanente meetpunten van 500 tot 1000 m2 waar jaarlijks enkele malen de aantallen vruchtlichamen van telsoorten worden geteld door vrijwilligers. De telsoorten zijn indicatief voor de milieuomstandigheden ter plaatse. Bij het begin van het project zijn 110 telsoorten geselecteerd waarvan er 51 op de Rode Lijst 1996 staan. Dit aantal is met de nieuwe Rode Lijst gedaald tot 42 (zie tabel hieronder). Inmiddels zijn al bijna 800 meetpunten uitgezet.

Rode-Lijstsoorten in het paddenstoelenmeetnetNederlandse naam Wetenschappelijke naam Rode Lijst 2008Porfieramaniet Amanita porphyria KwetsbaarKleverige knolamaniet Amanita virosa BedreigdWeerhuisje Astraeus hygrometricus BedreigdHolsteelboleet Boletinus cavipes KwetsbaarHanekam Cantharellus cibarius Gevoelig-trendTrechtercantharel Cantharellus tubaeformis KwetsbaarKoperrode spijkerzwam Chroogomphus rutilus BedreigdEchte tolzwam Coltricia perennis Gevoelig-trendGrootsporige truffelknotszwam Cordyceps longisegmentis KwetsbaarLila gordijnzwam Cortinarius alboviolaceus KwetsbaarArmbandgordijnzwam Cortinarius armillatus Ernstig bedreigdRoodschubbige gordijnzwam Cortinarius bolaris KwetsbaarPagemantel Cortinarius semisanguineus KwetsbaarVleeskleurige korrelhoed Cystoderma carcharias BedreigdDennesatijnzwam Entoloma cetratum Gevoelig-trendSlijmige spijkerzwam Gomphidius glutinosus BedreigdIndigoboleet Gyroporus cyanescens BedreigdKammetjes-stekelzwam Hericium coralloides Gevoelig-zeldzaamPruikzwam Hericium erinaceus BedreigdGezoneerde stekelzwam Hydnellum concrescens KwetsbaarGele stekelzwam Hydnum repandum KwetsbaarDenneslijmkop Hygrophorus hypothejus KwetsbaarDunne weerschijnzwam Inonotus cuticularis KwetsbaarSchaapje Lactarius vellereus KwetsbaarRoodgrijze melkzwam Lactarius vietus KwetsbaarBruine anijszwam Lentinellus cochleatus KwetsbaarPalingsteelmycena Mycena clavicularis BedreigdPurpersnedemycena Mycena pelianthina KwetsbaarKleine bloedsteelmycena Mycena sanguinolenta Gevoelig-trendGewoon varkensoor Otidea onotica KwetsbaarZwartvoetkrulzoom Paxillus atrotomentosus KwetsbaarGoudvinkzwam Pholiota astragalina KwetsbaarGoudplaatzwam Phylloporus pelletieri BedreigdBruinschubbige franjehoed Psathyrella caput-medusae Ernstig bedreigdGeschubde stekelzwam Sarcodon imbricatus Ernstig bedreigdAvondroodstekelzwam Sarcodon joeides BedreigdBlauwvoetstekelzwam Sarcodon scabrosus KwetsbaarBruine ringboleet Suillus luteus Gevoelig-trendFijnschubbige boleet Suillus variegatus BedreigdGele ridderzwam Tricholoma equestre BedreigdHalsdoekridderzwam Tricholoma focale Ernstig bedreigdBittere boleet Tylopilus felleus Kwetsbaar

262

Page 4: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

21.4. Paddenstoelen in het natuurbeleid Zoals eerder is geconstateerd bestaat er geen inspanningsverplichting voor de overheid aangaande bescherming van paddenstoelen in Nederland, noch in de nationale wetgeving, noch via internationale verdragen als de Bern Conventie. Deze situatie is niet gebaseerd op het feit dat het met paddenstoelen vanzelf wel goed gaat en dat ze dus geen bescherming nodig zouden hebben. Veel publicaties, waaronder deze Rode Lijst, bewijzen het tegendeel. Het ontbreken van paddenstoelen in nationale en Europese regelgeving heeft meer te maken met het gebrek aan lobbyisten binnen de (internationale) mycologische gemeenschap.

Dit heeft er in Nederland toe geleid dat er bij de centrale en regionale overheden in het verleden nauwelijks beleid is ontwikkeld voor het behoud van de biodiversiteit aan paddenstoelen. Er zijn op dit gebied wel enkele positieve ontwikkelingen gaande. Recent zijn 14 bedreigde en ernstig bedreigde paddenstoelen geselecteerd voor de leefgebiedenbenadering, een nieuwe vorm van op soorten gericht natuurbeleid (Keizer, 2007; zie kader).

De leefgebiedenbenadering, een nieuwe beleidsstrategie voor soorten

Het doel van de leefgebiedenbenadering is: ´Een impuls geven aan het behalen van de biodiversiteitsdoelstelling door het duurzaam verbeteren van het leefgebied van geselecteerde soorten via een verbreding in de maatschappelijke betrokkenheid bij de uitvoering en implementatie van het actieve soortenbeleid.´ Het is de bedoeling dat de provincies hierbij het voortouw nemen. In het kader van de leefgebiedenbenadering zijn de 14 hieronder genoemde paddenstoelen geselecteerd (Keizer, 2007).

Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Rode Lijst 2008 Rode lijst 1996

Prachtamaniet Amanita ceciliae Bedreigd BedreigdMoerashoningzwam Armillaria ectypa Bedreigd BedreigdGoudporieboleet Boletus impolitus Bedreigd BedreigdArmbandgordijnzwam Cortinarius armillatus Ernstig bedreigd Ernstig bedreigdBrandplekribbelzwam Faerberia carbonaria Ernstig bedreigd Ernstig bedreigdHeideaardster Geastrum schmidelii Bedreigd BedreigdSlijmige spijkerzwam Gomphidius glutinosus Bedreigd Ernstig bedreigdEchte pruikzwam Hericium erinaceus Bedreigd BedreigdGezoneerde stekelzwam Hydnellum concrescens Kwetsbaar BedreigdPapegaaizwammetje Hygrocybe psittacina Gevoelig-trend BedreigdEikenweerschijnzwam Inonotus dryadeus Bedreigd BedreigdPeperbus Myriostoma coliforme Kwetsbaar BedreigdZandtulpje Peziza ammophila Bedreigd Ernstig bedreigdGele ridderzwam Tricholoma equestre Bedreigd Bedreigd

263

De Gele ridderzwam (Tricholoma equestre) is een van de paddenstoelen voor de leefgebiedenbenadering. Deze bedreigde soort kan zich massaal uitbreiden na het verwijderen van strooisel in dennenbossen, zoals hier op Terschelling.Foto E. Arnolds

Page 5: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

Daarnaast zijn 18 paddenstoelen aangewezen als ´typische soorten´ voor belangrijke habitats in het Natura-2000 programma (Bouwman, 2007, zie kader). De toekomst zal leren in hoeverre deze initiatieven werkelijk bijdragen aan het behoud van deze soorten.

Een positieve ontwikkeling op regionaal niveau vormt het natuurbeleid van de provincie Utrecht. Daar is een ´Oranje Lijst´ opgesteld van bedreigde kleibospaddenstoelen, waaruit 17 prioritaire soorten zijn gekozen waarvoor de provincie bijzondere verantwoordelijkheid draagt (Veerkamp, 2000). Momenteel wordt gewerkt aan een overzicht van de belangrijkste groeiplaatsen.

Natura 2000, een Europees programma voor behoud van natuur

Het Natura 2000-programma moet uitvoering geven aan de Europese Habitat- en Vogelrichtlijn en leiden tot een Europees netwerk van natuurgebieden. In dit kader worden ook in Nederland een aantal gebieden aangewezen voor de realisatie van de nationale doelstellingen. Voor elke priortitaire habitat zijn door het ministerie van LNV een aantal ´typische soorten´ aangewezen, waaraan de kwaliteit van gebieden (´staat van instandhouding´) kan worden afgemeten. Tot deze typische soorten behoren zowel algemene als zeldzame en ernstig bedreigde soorten. Voor acuut met uitsterven bedreigde typische soorten kunnen speciale maatregelen worden genomen om verdere achteruitgang te voorkomen. Tot de typsiche soorten behoren 18 paddenstoelen van enkele belangrijke habitattypen. Deze worden hieronder genoemd.

Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Rode Lijst 2008 Habitat AcuutBedreigd ?

Zeeduinchampignon Agaricus devoniensis Niet bedreigd zeeduinen NeeMoerashoningzwam Armillaria ectypa Bedreigd laagveenmoeras NeeHanenkam Cantharellus cibarius Gevoelig arm loofbos NeeKaal veenmosklokje Galerina tibiicystis Bedreigd hoogveen NeeHelmharpoenzwam Hohenbuehelia culmicola Bedreigd zeeduinen JaVeenmosvuurzwammetje

Hygrocybe coccineocrenata Kwetsbaar hoogveen Nee

Broos vuurzwammetje Hygrocybe helobia Bedreigd laagveenmoeras NeeKoraalspoorstekelzwam Kavinia alboviridis Bedreigd jeneverbesstruweel NeeZwavelmelkzwam Lactarius chrysorrheus Niet bedreigd arm loofbos NeeWitte berkenboleet Leccinum niveum Kwetsbaar berkenbroekbos NeeDuinveldridderzwam Melanoleuca cinereifolia Niet bedreigd zeeduinen NeeZandtulpje Peziza ammophila Bedreigd zeeduinen NeeDuinstinkzwam Phallus hadriani Kwetsbaar zeeduinen NeeVeenmosbundelzwam Pholiota henningsii Ernstig bedreigd hoogveen JaDuinfranjehoed Psathyrella ammophila Kwetsbaar zeeduinen NeeRegenboogrussula Russula cyanoxantha Niet bedreigd arm loofbos NeeSmakelijke russula Russula vesca Niet bedreigd arm loofbos NeeVeenmosgrauwkop Tephrocybe palustris Kwetsbaar hoogveen Nee

Ook bestaat er tot dusverre te weinig belangstelling voor het gebruik van paddenstoelen als indicatororganismen, bijvoorbeeld als doelsoorten voor natuurdoeltypen of bij beheerspakketten, hoewel ze daar in allerlei biotopen uitstekend geschikt voor zouden zijn. Een positieve ontwikkeling is het recente gebruik door sommige provincies van paddenstoelen die op de Rode Lijst staan en gevoelig zijn voor ammoniak als indicatoren voor beoordeling van natuurwaarden in het kader van de Wet Ammoniak en Veehouderij.

De enige door het rijk gesubsidieerde activiteiten op mycologisch gebied zijn tot dusverre het paddenstoelenmeetnet (jaarlijks vanaf 1998) en eens in de tien jaar het opstellen van een Rode Lijst. Per saldo wordt aan het behoud van tien korhoenders meer overheidsgeld besteed dan aan het behoud van 1619 soorten bedreigde paddenstoelen. Het is de vraag of deze verdeling rechtvaardig is, zeker gezien de essentiële functies die paddenstoelen in bossen en natuurgebieden vervullen.

Inspanningen van de overheid ten behoeve van het behoud van paddenstoelen zijn evenwel niet noodzakelijkerwijs gekoppeld aan wettelijke verplichtingen. Ze kunnen ook voortkomen uit moreel besef en uit wetenschappelijke kennis die aantoont dat inspanningen noodzakelijk zijn. Wat dat betreft kan Nederland een voorbeeld nemen aan sommige andere landen. In Zweden bijvoorbeeld spelen paddenstoelen een hoofdrol in het evalueren en selecteren van bosreservaten. Er worden tal van trainingen opgezet om bosbouwers en andere veldwerkers indicatorsoorten te leren herkennen, begeleid door fraai geïllustreerde publicaties (Nitare, 2000). In Groot-Brittannië zijn omvangrijke

264

Page 6: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

projecten opgezet om de belangrijkste groeiplaatsen van stekelzwammen en graslandpaddenstoelen te identificeren en te beschermen. Deze programma´s komen, ironisch genoeg, grotendeels voort uit Nederlands onderzoek naar de achteruitgang van paddenstoelen in de jaren tachtig en negentig. De wetenschappelijke infrastructuur voor voortzetting van dit onderzoek is helaas met de opheffing van het Biologisch Station in Wijster in 1999 verloren gegaan. Ook de sterke krimp bij professioneel taxonomisch mycologisch onderzoek en onderwijs bij het Nationaal Herbarium te Leiden is zorgwekkend.

Nederland mag bogen op een rijke traditie van mycologisch onderzoek, het dichtste netwerk van deskundige vrijwilligers en het meest complete bestand aan verspreidingsgegevens over paddenstoelen ter wereld. De geringe inspanningen om het kennisniveau te behouden en om paddenstoelen en hun groeiplaatsen daadwerkelijk te beschermen staan daarmee in ontrast. Wij hopen dat deze Rode Lijst wat dat betreft als een katalysator zal werken.

22.5. Paddenstoelen en beheerUiteindelijk bepalen in een door mensen beheerst landschap als Nederland concrete menselijke handelingen voor een groot deel de toekomst van paddenstoelen. Consequent verschralend beheer van één berm met oude eiken kan een refugium scheppen voor tal van bedreigde paddenstoelen. Het kappen van één boom kan een ernstig bedreigde soort uit ons land laten verdwijnen.

Het is nog steeds een wijd verbreid misverstand dat paddenstoelen wel vanzelf ´meeliften´ met beheersmaatregelen voor andere soortengroepen. Uit deze Rode Lijst blijkt dat sommige biotopen voor paddenstoelen veel belangrijker zijn dan voor andere groepen organismen, zoals bermen met oude bomen, dennenbosjes in stuifzanden, volgroeide sparrenbossen, dynamische zeeduinen en oude, permanente weilanden. Dit kan soms leiden tot belangentegenstellingen met andere soortgroepen en tot lastige dilemma´s voor beheerders. Voorts blijkt dat paddenstoelen vaak baat hebben bij specifieke beheersmaatregelen. In deze publicatie worden diverse terreinen genoemd waar door beheerders bewust geprobeerd wordt om de rijkdom aan paddenstoelen te bevorderen. Dat heeft geleid tot grote successen in bijvoorbeeld landgoed Vennebroek (Vereniging Natuurmonumenten), het Fort bij Rijnauwen bij Bunnik (Staatsbosbeheer), landgoed Nijenrode (particulier), de Amstelveense Poel (gemeente) en park Staddijk in Nijmegen (gemeente). Even zovele voorbeelden kunnen worden aangehaald van plaatsen waar door toedoen van beheerders waardevolle groeiplaatsen van paddenstoelen verloren zijn gegaan, vaak uit onkunde of onwetendheid. Goede contacten tussen locale paddenstoelenkenners en locale beheerders blijken vaak de sleutel tot succes voor het behoud van mycologische waarden. Het is daarbij essentieel dat veldmycologen niet alleen soortenlijsten van geïnventariseerde terreinen verschaffen, maar ook belangrijke groeiplaatsen aangeven en beheersadviezen verstrekken (Van Tooren et al., 2006).

Aan beschikbaarheid van kennis over de effecten van beheer op paddenstoelen kan het niet liggen. Er zijn in Nederland op particulier initiatief twee uitstekende publicaties verschenen over de relaties tussen paddenstoelen en natuurbeheer van Kuyper (1994) en Keizer (2003). Vooral het laatste boekje geeft concrete aanwijzingen voor terreinbeheerders die kunnen worden toegepast zonder dat mycologische ervaring nodig is. In praktijk wordt van deze kennis nog te weinig gebruik gemaakt. Hiervoor bestaan diverse redenen: Lang niet alle beheerders komen in aanraking met dergelijke publicaties; beheersmaatregelen voor paddenstoelen zijn volstrekt vrijblijvend; vanuit de overheid wordt instandhouding van de paddenstoelenflora op geen enkele wijze voorgeschreven of gestimuleerd; er staat geen premie op een goed ontwikkelde mycoflora met een aantal Rode-Lijstsoorten, bijvoorbeeld in de hoogte van beheerssubsidies.

De overheid zou dus door wettelijke maatregelen en financiële prikkels aan beheerders het behoud van paddenstoelen kunnen stimuleren en zo deze Rode Lijst ook naar de praktijk kunnen vertalen. Daarnaast zou zij een belangrijke rol kunnen spelen bij de kennisoverdracht aan grondeigenaren. In Zweden en Groot-Brittannië worden bijvoorbeeld, in samenwerking met mycologische verenigingen en natuurbeschermingsorganisaties, op grote schaal fraaie folders gratis verspreid waarin bijvoorbeeld de betekenis van schrale graslanden en oude bossen voor paddenstoelen wordt uiteengezet met goede richtlijnen voor een optimaal beheer. Zulke initiatieven verdienen in Nederland navolging.

265

Page 7: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

22. Literatuur

Agerer, R. 1991. Studies on ectomycorrhizae XXXIV. Mycorrhizae of Gomphidius glutinosus and of G. roseus with some remarks on Gomphidiaceae (Basidiomycetes). Nova Hedwigia 55: 501-518.

Antonin, V. & M.E. Noordeloos. 1993. A monograph of Marasmius, Collybia and related genera in Europe. Libri botanici 8, IHW-Verlag, Eching.

Aptroot, A., C.M. van Herk, H.F. van Dobben, P.P.G. van den Boom, A.M. Brand & L. Spier. 1998. Bedreigde en kwetsbare korstmossen in Nederland. Basisrapport met voorstel voor de Rode Lijst. Buxbaumiella 46: 1-101.

Arnolds, E. 1980. De oecologie en sociologie van Wasplaten. Natura 77: 17-44.Arnolds, E. 1981. Ecology and coenology of macrofungi in grasslands and moist heathlands in

Drenthe, the Netherlands. Vol. 1. Bibl. Mycol. 83. J. Cramer, Vaduz.Arnolds, E. (ed.) 1985. Veranderingen in de paddestoelenflora. Wetensch. Meded. KNNV 167.Arnolds, E. 1989a. A preliminary Red Data List of macrofungi in the Netherlands. Persoonia 14: 77-

125.Arnolds, E. 1989b. Former and present distribution of stipitate hydnaceous fungi (Basidiomycetes) in

the Netherlands. Nova Hedwigia 48: 107-142.Arnolds, E. 1991. Decline of ectomycorrhizal fungi in Europe. Agriculture, Ecosystems and

Environment 35: 209-244.Arnolds, E. 2001. Hoop voor de Hanekam. Coolia 44: 48-56.Arnolds, E. 2003. De stekelzwammen en pruikzwammen van Nederland en België. Coolia 46(3),

supplement.Arnolds, E. 2004. De Zeedenmycena in Beilen. Coolia 47: 179.Arnolds, E. 2006. 2004, een opmerkelijk jaar voor wasplaten in Drenthe. Coolia 49: 4-10.Arnolds, E. & Van den Berg, A., 2001. Trends in de paddestoelenflora op basis van karterings-

gegevens. Coolia 44: 139-152.Arnolds, E. & Van den Berg, A., 2005. De opkomst van snipperpaddestoelen. Coolia 48: 131-148.Arnolds, E. & R. Chrispijn. 2006. De Tolvormige stuifzwam terug in Drenthe. Coolia 49: 100-101.Arnolds, E., R. Douwes & I. Somhorst. 2004. Mycologische avonturen in jonge sparrenbosjes op

voormalige landbouwgrond. Coolia 47: 56-64.Arnolds, E. & R. Enzlin. 2006. Over volledigheid en representativiteit van de paddenstoelen-

kartering in Drenthe. Coolia 49: 125-134.Arnolds, E. & Kuyper, Th. W. 1996. Bedreigde en kwetsbare paddestoelen in Nederland. Basisrapport

met voorstel voor de Rode Lijst. Rapport Biologisch Station Wijster. Arnolds, E., Th.W. Kuyper & M.E. Noordeloos (red.). 1995. Overzicht van de paddestoelen in

Nederland. Nederlandse Mycologische Vereniging, Wijster.Arnolds, E. & G. van Ommering. 1996. Bedreigde en kwetsbare paddestoelen in Nederland.

Toelichting op de Rode Lijst. IKC Natuurbeheer, Wageningen.Arnolds, E. & M. Veerkamp. 1999. Gids voor de paddestoelen in het meetnet. Nederlandse

Mycologische Vereniging, Baarn.Arnolds, E. & M. Veerkamp. 2000. Opsporing verzocht! De integrale aandachtssoorten in het

paddestoelenmeetnet. Coolia 43: 58-74.Arnolds, E. & M. Veerkamp. 2007. Nieuwsbrief paddenstoelenmeetnet – 8. Coolia 50: 117-132.Baar, J. 1994. Effect van verwijdering van de strooisel- en humuslaag.op ectomycorrhizaschimmels.

In: Th.W. Kuyper (red.), Paddenstoelen en Natuurbeheer: 58-65 Wetenschappelijke Mededeling KNNV 212. Stichting Uitgeverij KNNV, Utrecht.

Baar, J. 1996. Ingrepen in strooisel- en humuslagen en ectomycorrhizaschimmels in grove-dennenopstanden. Coolia 39: 89-97.

Baar, J. & Th.W. Kuyper. 1998. Restoration of Aboveground Ectomycorrhizal Flora in Stands of Pinus sylvestris (Scots Pine) in The Netherlands by Removal of Litter and Humus. Restoration Ecology 6: 227-237.

Bakker, K. 1945. Lepiota vittadinii (Mor.) Fr. Fungus 16: 9.Bakker, L. 2005. De Snipperhoop in de Horsten. Coolia 48: 136. 2005.Barkman, J. 1964. Paddestoelen in jeneverbesstruwelen. Coolia 11: 4-29.Barkman, J.J. 1975. Le Dicrano-Quercetum, nouvelle association des chênaies acidophiles aux Pays-

Bas. Colloques Phytosociologiques 3 : 251-254.Barkman, J. 1976. Terrestrische fungi in jeneverbesstruwelen. Coolia 19: 94-110.Bas, C. 1969. Morphology and subdivision of Amanita and a monograph on its section Lepidella.

Persoonia 5: 285-579.

266

Page 8: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

Bas, C. 1976. Russula pumila Rouzeau & Massart, een ook in Nederland ontdekte elzenbegeleider. Coolia 19: 125-128.

Bas, C. 1996. Notulae ad floram agaricam neerlandicam XXXI. Latin diagnoses of two new species in Pseudobaeospora. Persoonia 16: 255.

Bas, C., Th.W. Kuyper, M.E. Noordeloos & E.C. Vellinga (eds). 1988. Flora Agaricina Neerlandica 1. Balkema, Rotterdam, Brookfield.

Bas, C., Th.W. Kuyper, M.E. Noordeloos & E.C. Vellinga (eds). 1990. Flora Agaricina Neerlandica 2. Balkema, Rotterdam, Brookfield.

Bas, C., Th.W. Kuyper, M.E. Noordeloos & E.C. Vellinga (eds). 1995. Flora Agaricina Neerlandica 3. Balkema, Rotterdam, Brookfield.

Bas, C., Th.W. Kuyper, M.E. Noordeloos & E.C. Vellinga (eds). 1999. Flora Agaricina Neerlandica 4. Balkema, Rotterdam, Brookfield.

Benkert, D. et al. 1992. Rote Liste der gefährdeten Grosspilze in Deutschland. Deutsche Gesellschaft für Mykologie e.V., Naturschutzbund Deutschland e.V. IHW-Verlag, Eching.

Berg, B. & McClaugherty. 2008. Plant litter – Decomposition, Humus formation, Carbon sequestration. 2nd ed. Springer Verlag, Berlin, Heidelberg.

Bernicchia, A. 2005. Polyporaceae s.l. Fungi Europaei 10. Candusso, Alassio.Boertmann, D. 1995. The genus Hygrocybe. Fungi of Northern Europe 1. Svampetryk, Greve,

Denmark.Bollen, J. 2002. Kroonjuwelen en andere mycologische snuisterijen 4. Het noordelijke gedeelte van

het Bunderbos c.a. Coolia 45: 95-100.Bollen, J. 2003. Kroonjuwelen en andere mycologische snuisterijen 7: de dijk langs het Juliana-kanaal

tussen Geulle en Elsloo. Coolia 46: 25-28.Bollen, J. 2008. De Kammetjesstekelzwam in bos Elsloo. PSL-Nieuws 15 (2): 6.Bon, M. 1988. Flore mycologique du Littoral. Doc. Mycol. 19(74): 62-65.Bos, L. 1998. Het jaar na de brand bij Kootwijk. Coolia 41: 8-16.Bos, L. 2001. Het verdere verloop van de brandplekpaddestoelen in Kootwijk. Coolia 44: 92-101.Bouwman, I. 2007. Waarborgen voor duurzame landelijke doelen Natura 2000. Rapport Alterra,

Wageningen.Breitenbach, J. & F. Kränzlin. 1991. Pilze der Schweiz 3. Mykologia, Luzern.Broekema-Bruinsma, M.C., D. Jansen & N.R. Bulthuis-Hanenburg. 1999. Een paddestoelen eldorado

in Eindhoven. Coolia 42: 189-190.Brouwer, E. 1996. De Lente-knotszwam (Clavulinopsis vernalis), fijnproever of veelvraat? Coolia 39:

189-193.Brouwer, E. & G.J. Ilbrink. 2003. Oude begraafplaatsen aan de zuidoostelijke Veluwerand. Coolia 47 :

12-16.Brouwer, E. & M. van Tweel. 2003. Opsporen en beschermen van de belangrijkste paddenstoelen-

terreinen in Nederland. De Levende Natuur 104 : 184-189.Cannon, P.F., D.L. Hawksworth & M.A. Sherwood-Pike. 1985. The British Ascomycotina, an annotated

checklist. Commonwealth Mycological Institute, London.Chrispijn, R. 1999. Champignons in de Jordaan. Schuyt & Co, Haarlem.Chrispijn, R. 2001. Het Bolarisjaar. Coolia 44: 38-47.Cool, C & H. van der Lek. 1935. Paddestoelenboek deel II. W. Versluys, Amsterdam, Batavia,

Paramaribo.Daams, J. 1952. Volvaria bombycina. Fungus 22 : 25. 1952.Dam, N. & L. Jalink. 2001. Kroonjuwelen en andere mycologische snuisterijen 2. Het Nijmeegse park

Staddijk. Coolia 44: 24-28.Dix, N.J. & J. Webster. 1995. Fungal ecology. Chapman & Hall, London.Donk, M. A. 1933. Révision der Niederländischen Homobasidiomyceten – Aphyllophoraceae 2.

Meded. Ned. Mycol. Ver. 22: 1-278.Dool, E. van den, M. Veerkamp & P.J. Keizer. 1997. Kleibospaddenstoelen III. Utrechtse kleiboslanen

– ‘Bijzondere’ soorten, vroeger en nu. Coolia 40: 73-133.Douwes, R., K. Raangs & I. Somhorst. 2008. Drie bijzondere Gordijnzwammen in noordelijke

sparrenbosjes. Coolia 51:18-23.Ebert, 1962. Die Fingerhutverpel – Verpa digitaliformis Pers. Ex Fr. – im sachsischen Erzgebirge.

Mykol. MittBl. 6: 9-11.Egli, S., P. Martina, C. Buser, W. Stahl & F. Ayer. 2006. Paddenstoelen plukken vermindert de

productie van vruchtlichamen niet. Coolia 49: 146-155.Evans, S. 2006. Conservation corner. Field Mycology 7: 69-71.Favre, J. 1948. Les associations fongiques des haut-marais jurassiens. Büchler & Co, Bern.

267

Page 9: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

Geesink, J. 1972. Vier jaar mycologische observaties op brandplekken. Coolia 15: 118-132.Groenendaal, M. 2002. Verslag mycologisch onderzoek De Kerf. Rijkswaterstaat, Delft.Groenendaal, M. 2004. De Hoornderwegberm op Texel. Coolia 47: 169-172.Gutter, A. 2005. Een kwart eeuw paddestoelen karteren in Nederland: Het begin van een nieuw

tijdperk. Coolia 48: 123-127.Hansen, L. & Knudsen, H. 1992. Nordic Macromycetes 2. Nordsvamp, Copenhagen.Hansen, L. & Knudsen, H. 1997. Nordic Macromycetes 3. Nordsvamp, Copenhagen.Heilmann-Clausen, J., A. Verbeken & J. Westerholt. 1998. The genus Lactarius. Svampetryk,

Mundelstrup.Heijerman, Th. & H. Turin. 1999. Rode Lijsten en evaluatie van het Nederlandse natuurbeleid, ofwel:

kunnen Rode Lijsten korter? De Levende Natuur 100: 286-291.Holec, J. 2001. The genus Pholiota in central and western Europe. Libri botanici 20. IHW-Verlag,

Eching.Hommel, P., R. de Waal, B. Muys, J. den Ouden & T. Spek. 2007. Terug naar het lindewoud,

strooiselkwaliteit als basis voor ecologisch bosbeheer. KNNV Uitgeverij, Zeist.Hooff, H. van. 2006. Standaardlijst voor de Nederlandse Myxomyceten (Slijmzwammen).Huijsman, H.S.C. 1942. Zijn de wonderen de wereld al uit? Fungus13: 54-55.Hutchinson, L.J. & G.L. Barron. 1997. Parasitism of pollen as a nutritional source for lignicolous

Basidiomycota and other fungi. Mycol. Res. 101: 191-194.Immerzeel, G. 1997. Coprinus strossmayeri: nieuw voor Nederland. Coolia 40: 39-43.Ing, B. 1993. Towards a Red List of endangered European macrofungi. In: D.N. Pegler, L. Boddy, B.

Ing & P.M. Kirk (eds), Fungi in Europe: Investigation, Recording and Conservation: 231-237.Royal Botanic Gardens, Kew.

Jahn, H. 1979. Pilze die an Holz wachsen. Baranek & Frost, Herford.Jalink, L. 1995. De Aardsterren van Nederland en België. Coolia 38, supplement.Jalink, L. 1999. Op zoek naar de mycologische kroonjuwelen van Nederland 1. De 200 meest

waardevolle kilometerhokken. Coolia 42: 143-162.Jalink, L.M., M.M. Nauta & A.G. Becker. 2000. De mycoflora van het Groot Zwarteveld en enkele

andere duingraslanden in de Amsterdamse Waterleidingduinen in relatie tot beheer en vegetatie. Rapport Gemeentewaterleidingen, Amsterdam & Myco-consult, Oegstgeest.

Jansen, A.E. 1984. Vegetation and macrofungi of acid oakwoods in the north-east of the Netherlands.Agricultural Research Reports 923. Pudoc, Wageningen.

Jansen, E. & H.F. van Dobben. 1987. Is decline of Cantharellus cibarius in the Netherlands due to air pollution? Ambio 16: 211-213.

Jansen, E., H. van Dobben & T. de Wit. 1985. Achteruitgang van de cantharel in Nederland. In E. Arnolds (red.), Veranderingen in de paddestoelenflora (mycoflora). Wetensch. Meded. KNNV 167: 59-69.

Kalff, J. 1953. Volvaria bombycina (Quél.). Fungus 23: 29-30.Keizer, P.J. 1995. Een nieuwe boleet voor Nederland: de Robijnboleet Chalciporus rubinus. Coolia 38:

29-32.Keizer, P.J. 1997. Coltricia confluens: a new polypore from the Netherlands. Persoonia 16: 389-392.Keizer, P.J. 1998. Het belang van coniferenbossen voor de mycoflora in Nederland. De Levende

Natuur 98: 122-128.Keizer. P.J., 2003. Paddestoelvriendelijk natuurbeheer. KNNV Uitgeverij, Utrecht.Keizer, P.J. 2007. Paddenstoelen. In: V.J. Kalkman (red.) de soorten van het leefgebiedenbeleid. EIS-

Nederland, Leiden.Keizer, P.J. & E. Arnolds, 1995. The Macromycete flora in roadside verges planted with trees in

comparison with related forest types. Mycologia Helvetica 7: 31-69.Keizer, P.J. & R. A. F. Sullock-Enzlin. 1988. Het landgoed Vennebroek, een mycologisch juweel.

Coolia 31: 101-109.Kelderman, P.H. 1994. Parasolzwammen van Zuid-Limburg. Natuurhistorisch Genootschap Limburg,

Maastricht.Kits van Waveren, E. 1929. De Nederlandse aardsterren. De Levende Natuur 33: 144-148.Knorr, M., S.D. Frey & P.S. Curtis. 2005. Nitrogen addition and litter decomposition: a meta analysis.

Ecology 86: 3252-3257.Koelewijn, C. 2003. Meerdere vindplaatsen van de Kleverige Knolamaniet (Amanita virosa) in de

gemeente Noordenveld (Drenthe). Coolia 46: 144.Koop, H. & S. van der Werf. 1995. Natuurlijke bosgemeenschappen, A-locaties en boscomplexen;

achtergronddocument bij de ecosysteemvisie bos. IBN-rapport 162, Wageningen.Kreisel, H. (ed.). 1987. Pilzflora der Deutschen Demokratischen Republik. Gustav Fischer, Jena

268

Page 10: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

Krieglsteiner, G.J. 1991. Verbreitungsatlas der Grosspilze Deutschlands (West), Band 1. Ständerpilze.Ulmer Verlag, Stuttgart.

Krieglsteiner, G.J. 1993. Verbreitungsatlas der Grosspilze Deutschlands (West), Band 2.Schlauchpilze. Ulmer Verlag, Stuttgart.

Krieglsteiner, G.J. (ed.). 2000. Die Grosspilze Baden-Württembergs 1. Eugen Ulmer, Stuttgart.Krieglsteiner, G.J. (ed.). 2000. Die Grosspilze Baden-Württembergs 2. Eugen Ulmer, Stuttgart.Krieglsteiner, G.J. (ed.). 2001. Die Grosspilze Baden-Württembergs 3. Eugen Ulmer, Stuttgart.Krieglsteiner, G.J. (ed.). 2003. Die Grosspilze Baden-Württembergs 4. Eugen Ulmer, Stuttgart.Kuijs, W.D.J. 1995. Een nieuwe mycena voor Nederland. Coolia 38: 71-72.Kuyper, Th.W. (red.). 1994. Paddenstoelen en natuurbeheer. Wetensch. Meded. KNNV 212. KNNV

uitgeverij, Utrecht.Kuyper, Th. W. 2007. Ectomycorrhizavormende ascomyceten. Coolia 50: 171-176.Kuyper, Th.W., E. Arnolds & P.J. Keizer. 1997. Omphalina praticola, eine neue Art aus den

Niederlanden. Österr. Z. Pilzk. 6: 131-134.Kuyper, Th.W., E. Arnolds & B. de Vries. 1999. Mycoflora. In: P. Schmidt (red.). Maatregelen om

effecten van eutrofiëring en verzuring in voedselarme en droge bossen met bijzondere natuurwaarden tegen te gaan – de situatie vijf seizoenen na de ingrepen. Hinkeloord Reports 26: 27-49, 73-95.

Kuyper, Th.W., H.H. Bartelink, H.F. van Dobben, J.M. Klap & H. Weersink. 2004. Behoud van natuurwaarden in droge, voedselarme bossen: hoe effectief zijn effectgerichte maatregelen? In: G.- J. van Duinen et al. (red.), Duurzaam natuurherstel voor behoud van biodiversiteit: 5-31. ECLNV, Ede.

Kuyper, Th.W., E. Arnolds, A. van den Berg, R. Chrispijn, L. Jalink & M. Veerkamp. 2006. Paddestoelen in naaldbossen. De Levende Natuur 107: 228-232.

Kuyper, Th. W., E. Mekenkamp & M. Verbeek. 1994. Die Pilzflora der Kriechweidengebüsche auf der Watteninsel Terschelling. Z. Mykol. 60: 305-316.

Kuyper, Th. W. & J. Schreurs. 1984. Enkele opmerkingen over de paddenstoelenflora van de Bemelerberg. Publ. Natuurhist. Gen. Limburg 34: 53-55.

Kuyper, Th.W., A.J. Termorshuizen & W.P.T. Boswijk. 1990. Ectomycorrhiza en de vitaliteit van het Nederlandse bos. Nederlands Bosbouwtijdschrift 62: 334-338.

Kuyper, Th.W., E. Arnolds, A. van den Berg, R. Chrispijn, L. Jalink & M.T. Veerkamp. Paddestoelen in naaldbossen. De Levende Natuur 107: 228-232.

Lammers, H., L, Raaijmakers & H. van Hooff. 2005. Beekdalmycoflora in het Coovels Bos. Coolia 48: 191-196.

Lammers, H., L, Raaijmakers & H. van Hooff. 2007. Uitbreiding Nederlandse namenlijst voor Ascomyceten. Coolia 50: 192-227.

Leake, J.R. 2005. Plants parasitic on fungi: unearthing the fungi in myco-heterotrophs and debunking the ´saprotrophic plant myth´. Mycologist 19: 113-122.

Legon, N.W. & A. Henrici. 2005. Checklist of the British & Irish Basidiomycota. Royal Botanic Gardens, Kew.

Leusink, L. 1995. De levensduur van paddestoelen. Coolia 38: 106-114.Maas Geesteranus, R.A. 1956. The stipitate Hydnums of the Netherlands – 1. Sarcodon P. Karst.

Fungus 26: 44-60.Maas Geesteranus, R.A. 1957. The stipitate Hydnums of the Netherlands – 2. Hydnellum P. Karst.

Fungus 27: 50-71.Maas Geesteranus, R.A. 1971. Gasteromyceten van Nederland. Coolia 15: 49-92.Maas Geesteranus, R.A. 1976. De clavarioide fungi. Wetensch. Meded. KNNV 113. Meijden, R. van der, B. Odé, C. Groen, J. Witte & D. Bal. 2000. Bedreigde en kwetsbare vaatplanten

in Nederland. Basisrapport met voorstel voor Rode Lijst. Gorteria 26: 85-208.Ministerie van LNV. 2000. Natuur voor mensen, mensen voor natuur. Nota natuur, bos en landschap

in de 21e eeuw. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, ´s Gravenhage.Montecchi, A. & M. Sarasini. 2000. Funghi ipogei d´ Europa. Associazione Micologica Bresadola,

Trento.Munoz, J.A. 2005. Boletus s.l. Fungi europaei 2, 2nd ed. Candusso, Alassio.Nauta, M. 1987. Revisie van de in Nederland voorkomende soorten van het geslacht Agrocybe.

Rapport Rijksherbarium, Leiden.Nauta, M. 2003. A new Agrocybe on woodchips in Northwestern Europe. Persoonia 18: 271-274.Nauta, M. & E.C. Vellinga. 1995. Atlas van Nederlandse paddestoelen. Balkema, Rotterdam,

Brookfield.

269

Page 11: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

Nederlandse Mycologische Vereniging. 2000. Verspreidingsatlas. Kaartenbijlage Overzicht van de paddestoelen van Nederland, deel 1, 2. Nederlandse Mycologische Vereniging, Baarn.

Neville, P. & S. Poumarat. 2004. Amaniteae. Fungi Europaei 9. Candusso, Alassio.Nitare, J. (ed.). 2000. Signalarter, Indikatorer pa skyddsvärd skog, flora över kryptogamer.

Skogsstyrelsens Forlag, Jönköping.Nohrstedt, H.O. 1994. Fruit-body production and 137Cs activity of Cantharellus cibarius after nitrogen-

and potassium fertilisation. Skogforsl 1994 2.Noordeloos, M.E. 1992. Entoloma s.l. Fungi Europaei 5. Giovanna Biella, Saronno.Noordeloos, M.E. 2001. Hoe raak ik thuis in de boleten – 4: Van Peperboleet tot Schubbige boleet: de

´kleinere´geslachten van de Boletaceae en Strobilomycetaceae.Noordeloos, M.E. 2004. Entoloma s.l. Supplemento. Fungi Europaei 5A. Candusso, Alassio.Noordeloos, M.E., Th.W. Kuyper & E.C. Vellinga (eds). 2001. Flora Agaricina Neerlandica 5. Balkema,

Lisse.Noordeloos, M.E., Th.W. Kuyper & E.C. Vellinga (eds). 2005. Flora Agaricina Neerlandica 6. Taylor &

Francis, Boca RatonNoordeloos, M.E. & G. van Zanen. 2005. De Ruige ridderzwam in de Flevopolder. Coolia 48 (1): 18-

19.Nordin, I. 1969. Mykologiska Notiser. Friesia 9: 180-192.Ódor, P, J. Heilmann-Clausen, M. Christensen, E. Aude, K.W. van Dort, A. Piltaver, I. Siller, M.T.

Veerkamp, R. Walleyn, T. Standovár, A.F.M. van Hees, J.Kosec, N. Matočec, H. Kraigher & T. Grebenc, 2006. Diversity of dead wood inhabiting fungi and bryophytes in semi-natural beech forests in Europe. Biological Conservation 131: 58-71.

Oort, A.J.P. 1928. De Nederlandse Mycena´s. Meded. Ned. mycol. Ver. 16-17: 184-255.Orton, P.D. 1960. New checklist of British agarics and boleti. Part 3. Notes on genera and species in

the list. Trans. Br. mycol. Soc. 43: 159-439.Öster, M. 2008. Low congruence between the diversity of waxcap (Hygrocybe spp.) fungi and vascular

plants in semi-natural grasslands. Basic and Applied Ecology 9: 514-522.Ozinga, W. A., 2001. Paddenstoelenkartering Dwingelderveld 1999/2000. Buro Bakker, Assen.Ozinga, W., Arnolds, E., 2003. Mycorrhizapaddestoelen als leidraad voor beheersadviezen voor

bossen op voedselarme zandgrond. De Levende Natuur 104: 177-183.Ozinga, W. & J. Baar. 1997. Primaire Grove-dennenbossen in stuifzandgebieden als refugia voor

zeldzame mycorrhizapaddestoelen. De Levende Natuur 98: 129-133.Pegler, D.N. 1983. The genus Lentinus: A World Monograph. Kew Bull., ad. Series 10: 1-281. Pegler, D.N, B.M. Spooner & T.W.K. Young. 1993. Bristish truffles. Royal Botanic Gardens Kew.Petersen, P.M. 1970. Danish Fireplace Fungi, An Ecological Investigation on Fungi on Burns. Dansk

bot. Ark. 27 (3): 7-97.Poelt, J. & W. Obermayer. 1990. Lichenized bulbils as diaspores in the basidiolichen Multiclavula-

Vernalis Spec. Coll. Herzogia 8: 289-294.Robich, G. 2007. Mycena d´ Europa. Associazione Micologica Bresadola, Trento.Redhead, S.A. & Th.W. Kuyper. 1987. Lichenized agarics: Taxonomic and nomenclatural riddles. In:

G.A. Laursen, J.F. Ammirati & S.A. Redhead (eds), Arctic and alpine mycology 2: 319-348. Plenum publ.

Redhead, S.A., F. Lutzoni, J-M. Moncalvo & R. Vilgalys. 2002. Phylogeny of agarics: partial systematics solutions for core omphalinoid genera in the Agaricales (euagarics). Mycotaxon 83: 19-58.

Romagnesi, H. 1956. Une russule nouvelle de l´aulnaie subalpine. Bull. Soc. Linn. Lyon 25: 181.Ruiter, H. 2005. Stroomdalflora in het dal van de Overijsselse Vecht, hoe lang nog? De Levende

Natuur 106: 162-165.Schaminée, J., E. Weeda & V. Westhoff. 1995. De vegetatie van Nederland 2. Opulus Press, Uppsala,

Leiden.Schaminée, J., A. Stortelder & V. Westhoff. 1996. De vegetatie van Nederland 3. Opulus Press,

Uppsala, Leiden.Schaminée, J., E. Weeda & V. Westhoff. 1998. De vegetatie van Nederland 4. Opulus Press, Uppsala,

Leiden.Schweers, A.C.S. 1939. Glinsteringen des jaars 1938. Fungus 10: 37.Schweers, A.C.S. 1948. Door het rietland. Fungus 18: 1-4.Sonneborn, I., W. Sonneborn & K. Siepe. 1999. Rote Liste der gefährdeten Grosspilze

(Makromyzeten) in Nordrhein-Westfalen. Stortelder, A., J. Schaminée & P. Hommel. 1999. De vegetatie van Nederland 5. Opulus Press,

Uppsala, Leiden.

270

Page 12: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

Strien, A.J. van. 2000. Rode lijsten zijn zinvol. De Levende Natuur 101: 94-95.Swaay, C. van. 2006. Basisrapport Rode Lijst Dagvlinders. Rapport VS2006.002, De Vlinderstichting,

Wageningen.Swanenburgh-de Veye, G.D. 1935. De algemene ledenexcursie der N.M.V. te Gorssel op 5, 6 en 7

october j.l. Fungus 7: 21- 25.Termorshuizen, A. & A. Schaffers. 1991. The decline of carpophores of ectomycorrhizal fungi in

stands of Pinus sylvestris L. in the Netherlands: possible causes. Nova Hedwigia 53: 267-289.Tolsma, B. 2003. Beheer van de Notenlaan bij Zeist, een kroonjuweel bij uitstek. Coolia 46: 90-92.Tooren, B. van & B. Odé. 2008. Is actieve soortenbescherming kansrijk voor bedreigde inheemse

vaatplanten? De Levende Natuur 109: 127-130.Tooren, B. van, N. van der Ploeg & P. Dirks. 2006. Paddenstoelen en het beheer van natuurgebieden.

Coolia 49: 1-3.Trudell, S.A., P.T. Rygiewicz & R.L. Edmonds 2004. Patterns of nitrogen and carbon stable isotope

ratios in macrofungi, plants and soils in two old-growth conifer forests. New Phytol. 164: 317-335.

Vandeven, E., Antonissen, I. et al. 1996. Aantekenlijst voor zwammen en slijmzwammen. Koninklijke Antwerpse Mycologische Kring, Antwerpen.

Veerkamp, M.T. 1997. Paddestoelen. In: Vereniging Onderzoek Flora en Fauna, Jaarboek natuur 1997. KNNV uitgeverij, Utrecht/VOFF, Wageningen.

Veerkamp, M.T. 1998. Paddestoelen op brandplekken sterk achteruitgegaan. De Levende Natuur 99: 62-66.

Veerkamp, M.T. 2000. Voorstel voor de Oranje Lijst van Kleibospaddenstoelen. RER-bericht, nr. 37. Provincie Utrecht.

Veerkamp, M.T. 2003. Paddestoelen in bosreservaten. Eiken-Haagbeukenbossen: Smoddebos, Bentheimerwald en Samerrott. Alterra-rapport 584. Wageningen.

Veerkamp, M.T. 2003. Het belang van groot dood beukenhout voor paddestoelen. Ned. Bosbouwtijdschrift 75(5): 10-14.

Veerkamp, M.T. 2005. De diversiteit van paddestoelen in het Nederlandse bos. Alterra, rapport 1157. Wageningen.

Veerkamp, M. & E. Arnolds. 2008. Nieuwsbrief paddestoelenmeetnet – 9. Coolia 51: 97-108.Veerkamp, M. & A. Gutter. 2006. Stuifzanden in het vizier. Coolia 49: 135-138.Vries, B. de. 1976. Over de oecologie van houtbewonende schimmels op Juniperus communis. Coolia

19: 118-124.Vries, B. de & E. Arnolds. 1994. Veranderingen in de mycoflora van drie jeneverbesstruwelen. Coolia

37: 51-71.Vries, B. de & H. Wassink. 2007. Cristella-weekend mei 2007. Coolia 50: 187-191.Vries, G. de. 1971. De fungi van Nederland 3. Hypogaea, truffels en schijntruffels. Wet. Meded. KNNV

88. KNNV, Hoogwoud.Walleyn, R. & G. Le Jeune. 2007. Russula elegans Bres. Ss. Romagnesi – Vergelende

netspoorrussula. AMK Meded. 2007.2: 46-47.Walleyn, R. & E. Vandeven (Red.). 2006. Standaardlijst van Basidiomycota en Myxomycota van

Vlaanderen en het Brussels Gewest. Rapport INBO.R.2006.27. Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel.

Walleyn, R. & A. Verbeken. 2000. Een gedocumenterde Rode Lijst van enkele groepen paddestoelen(macrofungi) van Vlaanderen. Meded. Instituut voor Natuurbehoud 7: 1-84. Brussel.

Walleyn, R. & M. Veerkamp, 2005. Houtzwammen op beuk. Kensoorten voor soortenrijke bossen in België en Nederland. Natuur.focus 4(3): 82-88.

Watling, R. 1970. British Fungus Flora, agarics and boleti 1. Boletaceae: Gomphidiaceae: Paxillaceae. Her´s Majesty´s Stationary Office, Edinburgh.

Weeda, E.J., R. Westra, Ch. Westra & T. Westra. 1991. Nederlandse oecologische Flora 4. IVN, Amsterdam.

Weeda, E., J.H.J. Schaminée & L. van Duuren, 2002. Atlas van Plantengemeenschappen in Nederland, deel 2: graslanden, zomen en droge heiden. KNNV Uitgeverij, Utrecht.

Weeda, E., J.H.J. Schaminée & L. van Duuren, 2005. Atlas van Plantengemeenschappen in Nederland, deel 4: bossen, struwelen en ruigten. KNNV Uitgeverij, Utrecht.

Wöldecke, K. 1998. Die Grosspilze Niedersachsens und Bremens. Naturschutz und Landschaftspflege in Niedersachsen 39: 1-536. Niedersächsisches Landesamt für Ökologie, Hannover.

Zanen, G. van. 2001. Mijn favoriet: een eigenwijze bundelzwam. Natura 2001: 89.

271

Page 13: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

Bijlage 1. Analyse van trend en zeldzaamheid in een selectie van 127 ´goed onderzochte´ atlasblokken

B.1.1. Een alternatieve methode voor het bepalen van Rode-LijstcategorieënUit de bespreking van de methodiek in hoofdstuk 4 is duidelijk dat een vergelijking van absoute aantallen atlasblokken van een soort tussen twee referentieperiodes voor paddenstoelen tot onrealistische resultaten leidt indien niet gecorrigeerd wordt voor verschillen in onderzoekinspanning. Daarom is voor elke periode een correctiefactor gebruikt, waardoor het aantal unieke atlasblokmeldingen van alle soorten tezamen in de beschouwde periodes gelijk wordt gesteld (§ 4.6). Aan het toepassen van correctiefactoren kleven echter nadelen, die worden behandeld door Heijerman & Turin (1999). Volgens deze auteurs zijn dergelijke Rode lijsten zelfs ´in hoge mate kunstmatige constructies´ die ´geen enkele waarde hebben als instrument om het gevoerde beleid te evalueren´. Deze kritiek wordt door Van Strien (2000) gerelativeerd, al worden een aantal methodische bezwaren onderschreven.

De twee belangrijkste bezwaren tegen de hier gehanteerde methode zijn dat (1) de uitkomsten te negatief zijn als het gemiddelde aantal paddenstoelsoorten per atlasblok in werkelijkheid zou zijn toegenomen en te positief als dat gemiddelde zou zijn afgenomen, (2) dat relatieve toename van één soort automatisch leidt tot relatieve afname van alle andere soorten. Dit laatste zou impliceren dat de Rode lijst nooit korter zou kunnen worden, zelfs als alle oorspronkelijke Rode-lijstsoorten in werkelijkheid vooruit zouden gaan.

Om deze redenen zijn de verkregen resultaten getoetst door voor een aantal soorten tevens de Rode-lijst categorieën te berekenen zonder correctiefactoren. Dit is gebeurd in een set van atlasblokken die zowel in de periode 1900-1983 als in de periode 2000-2007 relatief goed onderzocht zijn. Een vergelijkbare methode is gebruikt voor het opstellen van de Rode Lijst van vaatplanten op basis van goed onderzochte kilometerhokken (Van der Meijden et al., 2000). Varianten zijn op paddenstoelen eerder toegepast door Arnolds (1985) bij een vergelijking van ´volledige´ excursielijsten uit verschillende periodes en door Nauta & Vellinga (!995) bij een vergelijking van de trend van paddenstoelen in 44 relatief goed onderzochte atlasblokken in verschillende periodes. De laatste auteurs constateerden een treffende overeenkomst met de uitkomsten van de standaardbepaling van de trend die, evenals in deze Rode Lijst, was gebaseerd op een vergelijking van het percentage meldingen binnen verschillende periodes

B.1.2. Selectie van goed onderzochte atlasblokken en te analyseren soortenAls criterium voor ´goed onderzocht´ is arbitrair gekozen voor atlasblokken waar in beide referentieperiodes tenminste 200 soorten zijn aangetroffen. Een gemiddeld atlasblok met 200 paddenstoelensoorten is in feite nog lang niet volledig geïnventariseerd. In een uitgebreid onderzocht atlasblok zijn veelal meer dan 1000 soorten te verwachten. Een hogere drempel is echter bezwaarlijk omdat dan de selectie van atlasblokken te klein zou worden. In totaal voldeden 127 atlasblokken aan dit criterium. De alternatieve methode wordt daarom in het vervolg kortheidshalve aangeduid als ´127-blokmethode´. De hiervoor beschreven methode, gebaseerd op de gehele dataset, wordt verder aangeduid als ´standaardmethode´.

De ligging van deze geselecteerde atlasblokken is weergegeven in figuur B.1. De blokken liggen goed verdeeld over Nederland en mogen als een in geografisch opzicht representatieve steekproef worden beschouwd. De steekproef omvat slechts 7,6% van alle 1674 Nederlandse atlasblokken, zodat lang niet alle inheemse soorten paddenstoelen in deze dataset vertegenwoordigd zijn. In het laagveen- en kleigebied in West-Nederland zijn weinig atlasblokken geselecteerd. Dit is in overeenstemming met de relatieve soortenarmoede in deze streken.

B.3. Berekening van Rode-lijstcategorieënDe bepaling van de Rode-lijstcategorieën van soorten in de goed onderzochte atlasblokken wijkt af van de complete methode doordat

• Er geen correctie is toegepast voor verschillen in aantallen meldingen in periode 1900-1983 en 2000-2007.

• De bepalingen alleen zijn uitgevoerd voor soorten die in tenminste een van beide periodes in vijf atlasblokken gevonden zijn en die ook bij de standaardmethode beschouwd zijn. Dat zijn 1483 voldoende bekende soorten, 56% van het aantal soorten dat volgens de standaardmethode beschouwd werd. Bij lagere frequenties worden de bepalingen te

272

Page 14: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

onbetrouwbaar omdat de kans steeds groter wordt dat de selectie van 127 atlasblokken niet representatief is voor Nederland als geheel.

Voor het overige is de standaardmethode gevolgd, hetgeen o.a. betekent:• Alleen voldoende bekende soorten zijn bij de berekeningen gebruikt.• Voor het bepalen van de zeldzaamheid en z-klasse is gecorrigeerd door het aantal

atlasblokken van de algemeenste soort in de selectie gelijk te stellen met het maximum van 1674 blokken. Diverse soorten zijn in alle 127 geselecteerde blokken aangetroffen. Voor het bepalen van de z-klasse zijn dus alle aantallen atlasblokken met een factor 1674/127 = 13,2 vermenigvuldigd.

• Voor het bepalen van de trend en t-klasse is het ongecorrigeerde aantal atlasblokken in periode 2000-2007 gedeeld door het aantal in periode 1900-1983.

B.1.4. ResultatenEerst is gekeken naar de correlatie tussen zeldzaamheid van alle beschouwde soorten in de periode 1993-2007 volgens de standaardmethode en de 127-blokmethode (Fig. B.2). Bij fundamentele verschillen tussen deze methodes zou men verwachten dat er aanzienlijke verschillen tussen deze benaderingen bestaan. Er is echter sprake van een zeer sterke positieve correlatie (R2 = 0,903).

Ook de correlatie tussen de berekende trends van deze soorten volgens de standaardmethode en 127-blokmethode is sterk (R2 = 0,837) (Fig. B.3). De spreiding wordt groter naarmate soorten meer toenemen, maar dat is een logisch gevolg van de rekenmethode: Bij een afname van 2 naar 1 atlasblok is de trend – 50%, bij een toename van 1 naar 2 blokken + 100%. Voor deze grafiek is de toename van een soort gemaximaliseerd op + 100% aangezien de figuur anders onleesbaar wordt. Het blijkt dat de trend in de 127 blokken gemiddeld 15% lager is dan volgens de standaardmethode.

De aantallen soorten in de verschillende Rode-Lijstcategorieën, bepaald volgens de standaardmethode en de 127-blokmethode op basis van zeldzaamheid en trend (Tabel b.4), worden samengevat in tabel b.1. Hieruit blijkt dat van de 1483 soorten er volgens de 127-blokmethode 363 op de Rode lijst terecht komen, 66% van de 552 soorten volgens de standaardmethode. Ook de verschillen per categorie zijn aanzienlijk. Behalve bij de verdwenen soorten wordt de Rode-lijstcategorie voor het merendeel van de soorten één categorie lager bij de 127-blokmethode. Van de

273

Figuur B.1. Ligging van de 127 atlasblokken met meer dan 200 soorten in zowel de periode 1900-1983 als de periode 2000-2007

Page 15: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

83 ernstig bedreigde soorten volgens de standaardmethode worden er bijvoorbeeld 45 als bedreigd geclassificeerd volgens de 127-blokmethode.

zeldzaamheid in alle data en in 127 beste atlasblokken

0

20

40

60

80

100

120

140

0 200 400 600 800 1000 1200 1400

n atlasblokken alle data

n be

ste

atla

sblo

kken

Figuur B.2. Correlatie tussen zeldzaamheid van 1483 soorten paddenstoelen volgens de standaardmethode en de 127-blokmethode

Trend in alle atlasblokken en 127 beste blokken

R2 = 0,8368

-150,00

-100,00

-50,00

0,00

50,00

100,00

150,00

-150 -100 -50 0 50 100 150

n atlasblokken alle data

n be

ste

atla

sblo

kken

Figuur B.3. Correlatie tussen de trend van 1483 soorten paddenstoelen volgens de standaardmethode en de 127-blokmethode

274

Page 16: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

Om de factor toeval bij schaarse soorten verder te reduceren zijn vergelijkbare berekeningen gemaakt met een set soorten die in één van de periodes in minimaal 10 atlasblokken zijn aangetroffen. Van de 1105 aldus beschouwde soorten komen er volgens de standaardmethode 376 voor de Rode lijst in aanmerking, volgens de 127-blokmethode 262 (70%). De resultaten wijken dus maar weinig minder af.

Tabel B.1. Vergelijking tussen aantallen soorten in de Rode-lijstcategorieën (niet gecorrigeerd) volgens de 127-atlasblokkenmethode en de standaardmethode

Categorie TNB GE KW BE EB VN Totaal RL compleetTNB 917 13 1 931GE 18 2 20KW 145 26 25 6 202BE 40 11 104 74 5 234EB 4 45 23 11 83VN 13 13Totaal RL 127 blokken 1120 39 146 126 28 24 1483

B1.5. DiscussieCentraal staat de vraag hoe de verschillen in de resultaten tussen de 127-blokmethode en de standaardmethode kunnen worden verklaard. Voor deze Rode Lijst is het uiteraard van groot belang om na te gaan of de 127-blokmethode een realistischer beeld geven van de achteruitgang van soorten dan de standaardmethode. Bij de selectie van de atlasblokken is ervan uitgegaan dat de gegevens in de twee referentieperiodes volledig gelijkwaardig zijn. Bij systematische afwijkingen zullen ook bij deze methode correctiefactoren nodig zijn. Een nauwkeuriger vergelijking tussen de datasets in de periode 1900-1983 en 2000-2007 brengt echter een aantal verschillen en onzekerheden aan het licht, bijvoorbeeld:

• Het gemiddelde aantal beschouwde soorten per atlasblok bedraagt in de periode 1900-1983 347 tegen 407 in de periode 2000-2007, een toename van 17%. Op grond van mycosociologisch onderzoek (bijvoorbeeld Arnolds, 1981; Jansen, 1984) en deskundigenoordeel van veldmycologen kan worden gesteld dat zich in bossen sinds 1950 geen opvallende verandering in totaal soortenaantal heeft voorgedaan, maar wel een verschuiving tussen ecologische groepen waarbij de soortdiversiteit van mycorrhizapaddenstoelen sterk is afgenomen terwijl die van houtpaddenstoelen sterk is toegenomen. Er zijn dus geen aanwijzingen dat het aantal soorten paddenstoelen per atlasblok in de laatste jaren werkelijk is gestegen. De toename in de dataset berust waarschijnlijk op gemiddeld intensiever onderzoek in de laatste periode, hetgeen overeenkomt met ontwikkelingen in veldonderzoek. Dit kan een belangrijk deel van de toename van Rode-Lijstsoorten verklaren. Daar komt bij dat juist bij intensief onderzoek meer zeldzame soorten aan het licht komen.

• Bij de selectie van blokken voor de eerste periode 1900-1983 is het aantal blokken dat na 1970 werd onderzocht sterk oververtegenwoordigd ten opzichte van de jaren daarvoor. Dat is een logisch gevolg van de toename van mycologische inventarisaties sinds 1970, in tegenstelling tot een overwicht aan losse waarnemingen voor die tijd. Het betekent wel dat in de selectie terreinlijsten zijn oververtegenwoordigd uit een tijdsbestek dat de mycoflora al sterk achteruit ging. Deze factor kan de hierboven geconstateerde gemiddeld 15% lagere trend in de 127 atlasblokken verklaren.

• Een atlasblok is gedefinieerd als goed onderzocht als er tenminste 200 soorten zijn aangetroffen. In werkelijkheid gaat het nog altijd om een beperkte steekproef. In goede jaren kunnen 200 soorten tijdens één excursie worden genoteerd binnen een kilometerhok. De meest intensief onderzochte atlasblokken in de periode 2000-2007 hebben soortenaantallen van boven de 800 soorten, maar zelfs deze aantallen zijn te laag omdat ze steeds gebaseerd zijn op (intensief) onderzoek in een klein deel van het blok. De correlatie tussen de soortenaantallen in beide periodes is beperkt, zoals uit Tabel b.2 blijkt. 40% van de atlasblokken met meer dan 600 soorten in de laatste periode had minder dan 300 soorten in de eerste periode. Het is dus onwaarschijnlijk dat twee lijsten uit één atlasblok vergelijkbaar zijn wat betreft onderzoeksinspanning, geïnventariseerd deel van het blok en tijdstip van bezoek. Deze factoren kunnen binnen de beperkte steekproef van grote invloed zijn.

275

Page 17: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

Tabel B.2. Vergelijking van aantallen gemelde soorten binnen de 127 geselecteerde atlasblokken met meer dan 200 soorten in de periodes 1900-1983 en 2000-2007

200-299soorten

300-399soorten

400-499soorten

500-599soorten

600-835soorten

Totaal blokken2000-2007

200-299 soorten 17 9 7 1 1 35300-399 soorten 17 12 2 1 1 33400-499 soorten 11 9 8 0 1 29500-599 soorten 6 3 10 0 1 20600-835 soorten 4 1 1 3 1 10Totaal blokken 1900-1983

55 34 28 5 5 127

Een mogelijk effect van het gebruik van een correctiefactor voor de omvang van datasets bij paddenstoelen zou volgens Van Strien (mond. meded.) kunnen zijn dat een grote afname van mycorrhizapaddenstoelen leidt tot een onderschatting van het aantal Rode-Lijstsoorten in andere functionele groepen. Bij het niet toepassen van een correctiefactor zou de trend van soorten dus sterker zijn en hun aandeel in de Rode Lijst hoger worden.

In tabel B.3 worden de de uitkomsten voor verschillende functionele groepen binnen de trendklassen voor beide methodes met elkaar vergeleken. Het blijkt dat het aandeel van de verschillende trendklassen in de functionele groepen goed vergelijkbaar is, met uitzondering van de soorten met een afname tussen 75 en 100% (trendklasse ttt). Volgens de standaardmethode is het aandeel in de mycorrhizasoorten 34%, volgens de 127-blokmethode 27%. Een omgekeerde verhouding geldt voor houtpaddenstoelen. Dit is echter volledig te verklaren doordat een veel groter aantal mycorrhizasoorten bij de 127-blokmethode verdwenen is (trend-klasse tttt), een gevolg van de beperkte steekproef. Als we bij mycorrhizasoorten de sterk afgenomen en verdwenen soorten als één klasse beschouwen, is het aandeel daarvan volgens beide methodes gelijk, namelijk 37%. Een dergelijke berekening voor houtpaddenstoelen levert een soortgelijke uitkomst op.

Tabel B.3. Aantallen en percentages van trendklassen in verschillende functionele groepen volgens de standaardmethode en 127-blokmethode en de verhoudingen daartussen

Trendklasse Mycor-rhiza

Biotroof ofmet mossenof algen

Necro- ensaprotroofop hout

SaprotroofKruiden

Saprotroof op bodem

Saprotroof op mest

Totaal

Standaardmethode0/+ (n) 216 35 315 37 252 19 8740/+ (%) 25 4 36 4 29 2t (n) 69 9 45 7 92 5 227t (%) 30 4 20 3 41 2tt (n) 69 5 34 3 92 8 211tt (%) 33 2 16 1 44 5ttt (n) 53 6 25 6 63 2 155ttt (%) 34 4 16 6 41 2tttt (n) 10 0 1 0 4 0 15tttt (%) 67 0 7 0 27 0127-blok methode0/+ (n) 262 39 346 45 320 22 10340/+ (%) 25 4 34 4 31 2t (n) 53 9 30 3 64 3 162t (%) 33 6 19 2 40 2tt (n) 56 2 24 1 71 6 160tt (%) 35 1 15 1 44 4ttt (n) 22 4 18 2 32 2 80ttt (%) 27 5 22 2 40 2tttt (n) 24 1 2 2 16 1 46tttt (%) 52 2 4 4 35 2

276

Page 18: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

In tabel B.4 worden de aantallen Rode-Lijstsoorten voor verschillende functionele groepen volgens beide methodes met elkaar vergeleken. Hieruit blijkt dat het aantal Rode-Lijstsoorten voor alle functionele groepen volgens de 127-blokmethode vrijwel even sterk verhoogd wordt met een factor tussen 1,4 en 1,7. Deze resultaten onderschrijven onze stelling dat de standaardmethode geen artefacten veroorzaakt.

Tabel B.4. Aantallen Rode-Lijstsoorten in verschillende functionele groepen volgens de standaardmethode en 127-blokmethode en de verhoudingen daartussen

Funct. groep Mycor-rhiza

Biotroof ofmet mossenof algen

Necro- ensaprotroofop hout

SaprotroofKruiden

Saprotroof op bodem

Saprotroof op mest

Totaal

Standaard 207 17 90 12 237 13 576200-blok 128 11 55 7 153 9 363200 blok/standaard 1,62 1,55 1,63 1,71 1,55 1,44 1,52

De algehele conclusie is dat aan de 127-blokmethode dermate veel methodische bezwaren en onzekerheden kleven dat de uitkomsten aanmerkelijk ondoorzichtiger worden dan de resultaten van de standaardmethode. De afwijkingen in de uitkomsten van deze methode ten opzichte van de standaardmethode kunnen op vele manieren worden geînterpreteerd. Bovendien kan met die methode alleen een deel van de soorten worden beoordeeld, namelijk die soorten die in voldoende mate in de geselecteerde blokken voorkomen.

B.6. Kunnen Rode Lijsten korter?Een uitdagende kop boven het hierboven aangehaalde artikel van Heijerman & Turin (1999) is: ´Kunnen Rode Lijsten korter?` Volgens de auteurs is dit een retorische vraag. Hun antwoord is nee, zeker indien gecorrigeerd wordt voor aantallen atlasblokken per waarnemingsperiode en dat is bij de meeste Rode Lijsten het geval. De toename van sommige soorten leidt in dat geval immers tot een afname van andere beschouwde soorten waardoor de soorten op de Rode Lijst wel veranderen, maar het aantal gelijk blijft.

De Rode Lijst paddenstoelen 2008 toont aan dat Rode Lijsten wel degelijk korter kunnen. Ondanks het gebruik van de door Heijerman en Turin verfoeide methode is het percentage Rode-Lijstsoorten ten opzichte van de vorige Rode Lijst afgenomen van 67 naar 62%. De oorzaak van deze ogenschijnlijk verrassende uitkomst is ons inziens dat genoemde auteurs een puur rekenkundige benadering hanteren die niet geheel strookt met de realiteit, althans niet voor paddenstoelen. Twee belangrijke factoren die zij onderschatten zijn:

• Plaatsing op een Rode Lijst is gebaseerd op twee criteria, zeldzaamheid en trend. Heijerman & Turin gaan vooral in op de laatste factor, die inderdaad door het gebruik van relatieve abundanties beïnvloed kan worden. Alle zeer zeldzame soorten komen volgens de criteria van het ministerie van LNV echter per definitie op de Rode Lijst. Bij paddenstoelen gaat het daarbij om alle soorten die in de periode 1993-2007 in maximaal 11 atlasblokken waargenomen zijn. Dat zijn 1126 soorten (883 zeer zeldzaam plus 243 verdwenen), ofwel 70% van alle Rode-Lijstsoorten. Veranderingen in verspreiding (trend) binnen de zeer zeldzame soorten hebben geen effect op de lengte van een Rode Lijst, hoogstens op de onderlinge verhouding tussen de verschillende categorieën van bedreiging. Bij intensivering van veldonderzoek zal ongetwijfeld blijken dat een aantal zeer zeldzame soorten in meer dan 11 atlasblokken voorkomt. Toch heeft dit bij paddenstoelen vooralsnog nauwelijks effect op het aantal zeer zeldzame soorten omdat het aantal atlasblokken van algemene soorten ook zal stijgen en dus ook het criterium voor een zeer zeldzame soort geleidelijk naar boven opschuift tot een maximum van 16 atlasblokken bij een landsdekkende inventarisatie (Tabel 4.2). Bovendien zullen bij uitgebreider veldwerk ongetwijfeld nieuwe zeldzaamheden worden ontdekt. Het percentage van 70% zeer zeldzame soorten zal dus niet gauw dalen en wordt niet beïnvloed door het gebruik van relatieve abundanties.

• Heijerman & Turin beschouwen soorten min of meer als communicerende vaten: indien er drie soorten toenemen, nemen er drie andere af, over de hele breedte van een soortengroep bezien. Deze situatie is modelmatig weergegeven in Tabel B.5. Daarbij is naar analogie van de werkelijke situatie uitgegaan van drie referentiejaren, 1950, 1980 en 2007 en van een constant totaal aantal data in deze jaren. Soorten die in minder dan 50 atlasblokken voorkomen worden in het model als zeldzaam beschouwd. De soorten A, B en C gaan tussen

277

Page 19: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

1950 en 1980 met 50% achteruit waardoor ze op de Rode Lijst belanden. De soorten D, E en F blijven in werkelijkheid gelijk, maar door correctie voor de omvang van de steekproef lijkt het of ze met 100% toenemen. In 2007 zijn de soorten A, B en C weer op het oude niveau, maar D, E en F belanden nu op de Rode Lijst, in feite ten onrechte omdat hun verspreiding in werkelijkheid stabiel bleef.Deze aanname is in praktijk niet altijd juist, zoals nu voor paddenstoelen is aangetoond. De hoge soortenrijkdom aan mycorrhizavormers in voedselarme bossen is als gevolg van stikstofdepositie niet vervangen door een even omvangrijke groep stikstofminnende soorten, maar door enkele tolerante soorten die voordien ook al algemeen waren (Arnolds, 1991). Deze situatie is modelmatig weergegeven in Tabel B.6. In dit nivelleringsmodel gaan de soorten A – E wederom tot 1980 met 50% achteruit, zodat ze op de Rode Lijst belanden. Soort F was in 1950 algemeen en blijft dat in 1980. Bij herstel van de oude situatie in 2007 zullen de soorten A – E van de Rode Lijst verdwijnen en soort F komt er niet voor in de plaats. De Rode Lijst wordt dus in dat geval dus korter zoals hier ook in praktijk is aangetoond. Een dergelijke ontwikkeling is bijvoorbeeld ook van toepassing voor paddenstoelen in moerasbossen onder invloed van verdroging en in met bomen beplante wegbermen en schrale graslanden onder invloed van bemesting. Het nivelleringsmodel geldt niet alleen voor paddenstoelen, maar bijvoorbeeld ook voor vaatplanten in heidevelden en graslanden.Bij het nivelleringsmodel blijft het overigens mogelijk dat trends binnen verschillende functionele groepen elkaar beïnvloeden. De uitkomsten in tabel B.3 geven echter aan dat er bij paddenstoelen ook geen wezenlijk verschil bestaat in de trends van verschillende functionele groepen.

Tabel B.5. Theoretisch voorbeeld van het model met 6 soorten als communicerende vaten

Atlasblok-ken 1950

Atlasblok-Ken 1980

Trend (%) RodeLijst

Atlasblok-ken 2007

Trend (%) RodeLijst

Soort A 20 10 -50% RL 20 +100% TNBSoort B 20 10 -50% RL 20 +100% TNBSoort C 20 10 -50% RL 20 +100% TNBSoort D 10 20 +100% TNB 10 -50% RLSoort E 10 20 +100% TNB 10 -50% RLSoort F 10 20 +100% TNB 10 -50% RLTotaal 90 90 90

Tabel B.6. Theoretisch voorbeeld van het nivelleringsmodel met 6 soorten

Atlasblok-Ken 1950

Atlasblok-Ken 1980

Trend (%) RodeLijst

Atlasblok-ken 2007

Trend (%) RodeLijst

Soort A 20 10 -50% RL 20 +100% TNBSoort B 20 10 -50% RL 20 +100% TNBSoort C 20 10 -50% RL 20 +100% TNBSoort D 20 10 -50% RL 20 +100% TNBSoort E 20 10 -50% RL 20 +100% TNBSoort F 100 150 +50% TNB 100 -33% TNBTotaal 200 200 200

B.7 EindconclusieAl met al kunnen we dus concluderen dat voor de gehanteerde standaardmethode, met gebruik maken van een correctiefactor voor verschillende aantallen data in de referentieperiodes, geen ongewenste artefacten konden worden aangetoond. Analyse van een aantal goed onderzochte atlasblokken vormt geen bruikbaar alternatief. Ook in de toekomst lijken dergelijke correcties voor paddenstoelen onvermijdelijk gezien de blijvend onevenwichtige opbouw van het gegevensbestand in de tijd en de onvermijdelijke kenmerken van een beperkte steekproef. De toegepaste correctiefactor voor de omvang van de dataset heeft ontegenzeggelijk bepaalde nadelen die men liever zou vermijden, maar de bezwaren zijn veel minder fundamenteel en zwaarwegend dan door Heijerman & Turin (1999) worden aangevoerd. We kunnen dus de stelling van Van Strien (2000) beamen: Rode Lijsten zijn zinvol.

278

Page 20: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

Bijlage 2. Onvoldoende bekende soorten uit de categorieën niet beschouwd (NB) en onvoldoende gegevens (OG). Legenda zie kaders § 3.4.

WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08 WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08 WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08Acanthobasidium delicatum OG-1 Apiospora montagnei NB-5 Ascotricha chartarum NB-5Acanthobasidium phragmites OG-1 Apiospora paralella NB-5 Ascozonus leveillei OG-1Acanthonitschkea tristis OG-1 Arachnocrea stipata NB-5 Ascozonus woolhopensis OG-1Acanthophiobolus helicosporus OG-1 Arachnopeziza aranea OG-1 Asteromassaria macrospora NB-5Achroomyces disciformis OG-1 Arachnopeziza aurata OG-1 Athelia arachnoidea OG-1Achroomyces effusus NB-5 Arachnopeziza aurelia OG-1 Athelia binucleospora OG-1Achroomyces fimetarius NB-5 Arachnopeziza candidofulva OG-1 Athelia bombacina OG-1Achroomyces peniophorae OG-1 Arachnopeziza eriobasis NB-5 Athelia decipiens OG-1Achroomyces subabditus NB-5 Arachnopeziza obtusipila NB-5 Athelia fibulata OG-1Achroomyces vestitus OG-1 Arachnopeziza variepilosa NB-5 Athelia neuhoffii OG-1Acrospermum compressum OG-1 Armillaria borealis OG-2 Athelia ovata OG-1Acrospermum graminum NB-5 Arnium apiculatum NB-5 Athelia pyriformis OG-1Agaricus endoxanthus NB-5 Arnium olerum OG-1 Athelia salicum OG-1Agaricus fissuratus NB-1 Arthopyrenia punctiformis OG-1 Athelia subovata OG-1Agaricus floccipes OG-3 Arthopyrenia salicis OG-1 Athelia tenuispora OG-1Agaricus leucotrichus NB-1 Artomyces pyxidatus NB-5 Athelia teutoburgensis OG-1Agaricus pampeanus OG-3 Ascobolus albidus OG-1 Athelopsis glaucina OG-1Agaricus pseudoumbrella NB-5 Ascobolus amoenus OG-1 Athelopsis lacerata NB-5Agaricus rufotegulis NB-5 Ascobolus behnitziensis OG-1 Athelopsis lembospora OG-1Aglaospora profusa NB-5 Ascobolus boudieri OG-1 Basidiodendron caesiocinereum OG-1Agrocybe rivulosa NB-5 Ascobolus brantophilus NB-5 Basidiodendron cinereum OG-1Akanthomyces aranearum OG-1 Ascobolus brassicae OG-1 Basidiodendron deminutum OG-1Albotricha acutipila OG-1 Ascobolus constantinii OG-1 Basidiodendron eyrei NB-5Albotricha washingtonensis NB-5 Ascobolus crenulatus OG-1 Basidiodendron nodosum NB-5Allophylaria herbicola OG-1 Ascobolus degluptus OG-1 Belonioscypha culmicola OG-1Allophylaria macrospora OG-1 Ascobolus demangei OG-1 Belonium graddonii NB-5Alnicola badiolateritia OG-2 Ascobolus denudatus OG-1 Belonium hystrix OG-1Alnicola geraniolens NB-5 Ascobolus elegans OG-1 Belonium incurvatum OG-1Alnicola rubriceps OG-2 Ascobolus epimyces OG-1 Belonopsis excelsior NB-5Amanita inopinata NB-5 Ascobolus foliicola OG-1 Belonopsis graminea OG-1Amarenomyces ammophilae NB-5 Ascobolus geophilus OG-1 Belonopsis hydrophila OG-1Amicodisca svrcekii NB-5 Ascobolus immersus OG-1 Belonopsis iridis NB-5Amphiporthe hranicensis NB-5 Ascobolus lignatilis OG-1 Belonopsis obscura OG-1Amphiporthe leiphaemia NB-5 Ascobolus michaudii OG-1 Belonopsis retincola OG-1Amphisphaeria bufornia NB-5 Ascobolus minutus NB-5 Berlesiella nigerrima OG-1Amphisphaeria multipunctata NB-5 Ascobolus perplexans OG-1 Bertia moriformis OG-1Amphisphaeria umbrina OG-1 Ascobolus roseopurpurascens OG-1 Bertiella rhodospila NB-5Anthostomella formosa OG-1 Ascobolus sacchariferus OG-1 Biscogniauxia anceps NB-5Anthostomella limitata NB-5 Ascobolus stictoideus OG-1 Biscogniauxia nummularia OG-3Anthostomella phaeosticta NB-5 Ascobolus viridis OG-1 Bisporella pallescens OG-1Anthostomella punctulata NB-5 Ascocorticiellum vermisporum OG-1 Bisporella scolochloae OG-1Anthostomella rubicola OG-1 Ascocorticium anomalum OG-1 Bisporella subpallida OG-1Anthostomella tomicoides NB-5 Ascocoryne inflata NB-5 Blumeriella jaapii NB-5Anthracobia subatra NB-5 Ascocoryne solitaria OG-3 Boidinia furfuracea OG-1Antrodia lenis NB-5 Ascodesmis macrospora NB-4 Bolbitius coprophilus NB-4Aphanoascus fulvescens NB-5 Ascodesmis microscopica NB-4 Boletus fragrans NB-3Apiognomonia acerina NB-5 Ascodesmis nana NB-4 Boletus regius NB-3Apiognomonia errabunda NB-5 Ascodesmis nigricans NB-4 Boletus ripariellus OG-2Apiognomonia erythrostoma NB-5 Ascodesmis sphaerospora NB-4 Botryobasidium aureum OG-1Apiognomonia veneta NB-5 Ascodichaena rugosa NB-5 Botryobasidium candicans OG-1Apioplagiostoma carpinicola NB-5 Ascosphaera apis NB-5 Botryobasidium conspersum OG-1Apioporthe vepris OG-1 Ascosphaera atra NB-5 Botryobasidium danicum OG-1Apiosordaria verruculosa NB-5 Ascotricha bosei NB-5 Botryobasidium ellipsosporum OG-1

279

Page 21: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08 WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08 WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08Botryobasidium laeve OG-1 Candelabrochaete septocystidiata NB-5 Chaetosphaeria vermicularioides NB-5Botryobasidium obtusisporum OG-1 Cantharellus pallens NB-5 Cheilymenia aurea NB-1Botryobasidium pruinatum NB-5 Capnodium salicinum NB-5 Cheilymenia carota NB-1Botryohypochnus isabellinus OG-1 Capronia mansonii NB-5 Cheilymenia crassistriata NB-5Botryosphaeria festucae NB-5 Capronia moravica NB-5 Cheilymenia insignis NB-3Botryosphaeria obtusa NB-5 Capronia pilosella NB-5 Cheilymenia rubra OG-3Botryosphaeria rhodina NB-5 Capronia pulcherrima NB-5 Chlorophyllum molybdites NB-4Botryosphaeria stevensii NB-5 Cenangiopsis quercicola OG-1 Chloroscypha sabinae OG-1Botryotinia convoluta NB-5 Cenangium acicolum OG-1 Chloroscypha seaveri OG-1Botryotinia draytonii OG-1 Cenangium ferruginosum OG-1 Christiansenia mycetophila OG-3Botryotinia fuckeliana OG-1 Cenococcum geophilum OG-1 Christiansenia mycophaga NB-5Botryotinia globosa OG-1 Ceraceomyces crispatus OG-1 Christiansenia pallida OG-1Botryotinia narcissicola OG-1 Ceraceomyces sublaevis OG-1 Christiansenia physciasearum NB-5Botryotinia polyblastis OG-1 Ceraceomyces tessulatus OG-1 Christiansenia tumefaciens OG-1Botryotinia porri OG-1 Ceratobasidium anceps NB-5 Chromocyphella muscicola OG-1Botryotinia squamosa OG-1 Ceratobasidium bicorne NB-5 Ciboria acerina OG-1Bourdotia galzinii OG-1 Ceratobasidium cornigerum OG-1 Ciboria alni OG-1Bryoscyphus atromarginatus OG-1 Ceratobasidium pseudocornigerum OG-1 Ciboria americana OG-1Bryoscyphus dicrani OG-1 Ceratobasidium ramicola OG-1 Ciboria aschersoniana OG-1Bryoscyphus marchantiae OG-1 Ceratosphaeria lampadophora OG-1 Ciboria betulae OG-1Bryoscyphus rhytidiadelphus OG-1 Cercophora arenicola OG-1 Ciboria betulicola NB-5Bryostroma trichostomi OG-1 Cercophora caudata OG-1 Ciboria caucus OG-1Byssochlamys nivea NB-5 Cercophora coprophila NB-5 Ciboria coryli OG-1Byssocorticium atrovirens OG-1 Cercophora mirabilis NB-5 Ciboria juncorum OG-1Byssocorticium coprophilum OG-1 Cercophora solaris OG-1 Ciboria rufofusca OG-1Byssosphaeria schmiedermayeriana NB-5 Cercophora sulphurella OG-1 Ciboria viridifusca OG-1Calloriella umbrinella NB-5 Cerinomyces crustulinus OG-1 Ciborinia candolleana OG-1Calocera glossoides OG-2 Ceriophora palustris NB-5 Ciliolarina laricina OG-1Calonectria colhounii NB-5 Ceriospora dubyi NB-5 Ciliolarina ligniseda NB-5Calonectria crotalariae NB-5 Ceriospora polygonacearum OG-1 Ciliolarina neglecta OG-1Calonectria kyotensis NB-5 Ceriporiopsis resinascens NB-5 Cilioplea kansensis NB-5Calonectria pyrochroa NB-5 Ceriporiopsis subvermispora NB-5 Cistella aconiti NB-5Calonectria theae NB-5 Cerocorticium hiemale OG-1 Cistella acuum OG-1Calosphaeria cyclospora NB-5 Ceuthospora buxi NB-5 Cistella albidolutea NB-5Calosphaeria dryina NB-5 Ceuthospora feurichii NB-5 Cistella caricis NB-5Calosphaeria pulchella OG-1 Ceuthospora laurocerasi NB-5 Cistella deflexa NB-5Calosphaeria wahlenbergii NB-5 Ceuthospora liriodendri NB-5 Cistella fugiens OG-1Calospora arausiaca NB-5 Ceuthospora rhododendri NB-5 Cistella geelmuydenii OG-1Calospora platanoidis NB-5 Chaetapiospora rhododendri NB-5 Cistella granulosella OG-1Calycellina chlorinella OG-1 Chaetomium bostrychodes NB-5 Cistella grevillei OG-1Calycellina dennisii OG-1 Chaetomium crispatum NB-5 Cistella hoehnelii NB-5Calycellina faginea NB-5 Chaetomium elatum OG-1 Cistella hymeniophila NB-5Calycellina indumenticola OG-1 Chaetomium globosum NB-5 Cistella incrustata OG-1Calycellina ochracea OG-1 Chaetomium gracile NB-5 Cistella pinicola OG-1Calycellina populina OG-1 Chaetomium indicum NB-5 Cistella stereicola OG-1Calycellina punctata OG-1 Chaetomium murorum NB-5 Cistella teucrii OG-1Calycina cruentata NB-5 Chaetomium seminudum NB-5 Clathrus ruber NB-4Calycina discreta OG-1 Chaetomium thermophilum NB-5 Claussenomyces atrovirens OG-1Calycina subhyalinula NB-5 Chaetosphaerella fusca OG-1 Claussenomyces prasinulus OG-1Calyptella campanula NB-1 Chaetosphaeria callimorpha OG-1 Claussenomyces reserve NB-5Calyptella flos-alba NB-1 Chaetosphaeria cupulifera NB-5 Clavaria atrofusca NB-5Calyptella gibbosa OG-3 Chaetosphaeria inaequalis NB-5 Clavaria zollingeri NB-5Calyptella sulphurea NB-5 Chaetosphaeria innumera OG-1 Clavariadelphus truncatus NB-5Camarographium stephensii NB-5 Chaetosphaeria myriocarpa OG-1 Clavulinopsis minutula NB-5Camarops lutea NB-5 Chaetosphaeria pulviscula OG-1 Cleistothelebolus nipigonensis OG-1

280

Page 22: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08 WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08 WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08Clitocybe alnetorum NB-3 Coprinus calosporus NB-4 Cortinarius durissimus NB-3Clitocybe augeana OG-4 Coprinus candidatus OG-2 Cortinarius fasciatus OG-4Clitocybe sinopica NB-3 Coprinus candidolanatus NB-5 Cortinarius fulvescens NB-3Clitocybe subalutacea NB-1 Coprinus canistri NB-5 Cortinarius gentilis NB-3Clitocybe vermicularis NB-3 Coprinus cardiasporus OG-2 Cortinarius hillieri NB-5Clitopilus daamsii OG-3 Coprinus cinereofloccosus NB-3 Cortinarius imbutus NB-5Clitopilus fasciculatus NB-4 Coprinus epichloes OG-2 Cortinarius ionophyllus NB-5Clitopilus passeckerianus NB-5 Coprinus galericuliformis OG-4 Cortinarius isabellinus NB-3Clypeosphaeria mamillana NB-5 Coprinus geesterani OG-2 Cortinarius junghuhnii OG-4Coccomyces coronatus OG-1 Coprinus goudensis OG-2 Cortinarius junghuhnii s N. Arnold OG-4Coccomyces dentatus NB-5 Coprinus hercules OG-2 Cortinarius laniger NB-5Colletotrichum dematium Nb-5 Coprinus idae OG-2 Cortinarius leucopus NB-1Collybia hariolorum NB-3 Coprinus iocularis OG-2 Cortinarius miniatopus NB-5Collybia succinea NB-3 Coprinus kimurae NB-4 Cortinarius myrtillinus NB-1Colpoma quercinum OG-1 Coprinus krieglsteineri OG-2 Cortinarius obtusobrunneus NB-1Confertobasidium olivaceoalbum OG-1 Coprinus kubickae OG-2

Cortinarius ochroleucus NB-1

Coniochaeta angustispora NB-5 Coprinus lilatinctus OG-2 Cortinarius prasinus NB-5Coniochaeta hansenii OG-1 Coprinus martinii NB-5 Cortinarius pseudomalachius NB-5Coniochaeta leucoplaca NB-5 Coprinus minutisporus NB-5 Cortinarius pulchripes OG-4Coniochaeta ligniaria OG-1 Coprinus ochraceolanatus OG-2 Cortinarius punctatus s Lange OG-4Coniochaeta malacotricha OG-1 Coprinus pallidissimus NB-5 Cortinarius punctatus s Ricken NB-1Coniochaeta pulveracea NB-5 Coprinus parvulus NB-5 Cortinarius rigidiannulatus NB-5Coniochaeta scatigena OG-1 Coprinus pseudoamphithallus NB-5 Cortinarius rufoolivaceus NB-5Coniochaeta subcorticalis NB-5 Coprinus pseudocortinatus OG-2 Cortinarius sordescens NB-5Coniochaeta velutina OG-1 Coprinus pseudoniveus OG-2 Cortinarius spilomeus NB-5Coniochaetidium savoryi NB-5 Coprinus saccharinus NB-5 Cortinarius splendens NB-5Coniophora fusispora NB-5 Coprinus sassii NB-3 Cortinarius stemmatus NB-1Coniophora hanoiensis NB-5 Coprinus sclerotiorum OG-2 Cortinarius subargentatus NB-1Coniophora olivacea OG-1 Coprinus scobicola NB-4 Cortinarius subtortus NB-5Conocybe anthracophila OG-2 Coprinus singularis OG-2 Cortinarius subtorvus NB-5Conocybe bispora NB-5 Coprinus trisporus OG-2 Cortinarius terpsichores NB-5Conocybe bisporigera NB-5 Coprinus xantholepis NB-5 Cortinarius umbonatus NB-1Conocybe cettoiana NB-5 Coprinus xenobius OG-2 Cortinarius unimodus NB-5Conocybe crispa NB-1 Coprotus aurora OG-1 Cortinarius uraceus NB-1Conocybe enderlei NB-5 Coprotus dextrinoideus OG-1 Cortinarius velenovskyi NB-1Conocybe farinacea NB-5 Coprotus disculus NB-5 Cortinarius venetus NB-3Conocybe fimetaria NB-5 Coprotus granuliformis OG-1 Cortinarius xanthocephalus NB-1Conocybe hornana NB-5 Coprotus leucopocillum OG-1 Corynascus sepedonium NB-5Conocybe leucopus NB-3 Coprotus ochraceus OG-1 Craterocolla cerasi OG-1Conocybe magnispora NB-5 Coprotus sexdecemsporus OG-1 Crepidotus brunneoroseus NB-5Conocybe murinacea NB-1 Coriolopsis cervina NB-5 Crepidotus cristatus NB-5Conocybe mutabilis NB-5 Coronicium alboglaucum OG-1 Crepidotus roseoornatus NB-5Conocybe neoantipus OG-2 Coronophora gregaria NB-5 Crepidotus subverrucisporus NB-3Conocybe nigrodisca NB-5 Corticium quercicola OG-1 Crepidotus versutus OG-4Conocybe piloselloides NB-1 Cortinarius albofimbriatus NB-3 Crepidotus villosus NB-1Conocybe rostellata NB-5 Cortinarius alborufescens NB-3 Cristinia gallica OG-1Conocybe singeriana NB-5 Cortinarius armeniacus NB-3 Cristinia helvetica OG-1Conocybe spiculoides NB-3 Cortinarius biformis NB-3 Cristinia rhenana NB-5Conocybe subpallida OG-2 Cortinarius conicus NB-5 Crumenulopsis pinicola OG-1Conocybe subxerophytica NB-5 Cortinarius cyanites NB-5 Crumenulopsis sororia OG-1Conocybe watlingii NB-5 Cortinarius damascenus NB-3 Cryptendoxyla hypophloida NB-5Conocybe zeylanica NB-4 Cortinarius depressus NB-1 Cryptodiaporthe aesculi NB-5Coprinus allovelus NB-5 Cortinarius diabolicus NB-1 Cryptodiaporthe aubertii NB-5Coprinus bicornis NB-5 Cortinarius dionysae NB-5 Cryptodiaporthe castanea NB-5Coprinus bisporiger NB-5 Cortinarius duracinus NB-1 Cryptodiaporthe hystrix NB-5

281

Page 23: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08 WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08 WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08Cryptodiaporthe populea NB-5 Diaporthe decorticans OG-1 Durella macrospora OG-1Cryptodiaporthe pulchella NB-5 Diaporthe detrusa NB-5 Echinula asteriadiformis OG-1Cryptodiaporthe pyrrhocystis NB-5 Diaporthe dulcamarae NB-5 Efibulobasidium albescens OG-1Cryptodiaporthe rostellata OG-1 Diaporthe eres OG-1 Eichleriella alliciens NB-5Cryptodiaporthe salicella NB-5 Diaporthe hederae NB-5 Eichleriella deglubens OG-1Cryptodiaporthe salicina NB-5 Diaporthe impulsa NB-5 Elaphomyces asperula NB-5Cryptodiscus rhopaloides OG-1 Diaporthe inaequalis OG-1 Eleutherascus tuberculatus NB-5Cryptosphaeria eunomia OG-1 Diaporthe incarcerata NB-5 Emericella nidulans NB-5Cryptosphaeria lignyota NB-5 Diaporthe intermedia NB-5 Emericellopsis glabra NB-5Cryptosporella hypodermia NB-5 Diaporthe leiphaemia OG-1 Emericellopsis robusta NB-5Cryptovalsa protracta NB-5 Diaporthe linearis NB-5 Emericellopsis terricola NB-5Cucurbitaria berberidis OG-1 Diaporthe lirilla NB-5 Enchnoa infernalis NB-5Cucurbitaria elongata OG-1 Diaporthe oncostoma NB-5 Encoeliopsis rhododendri NB-5Cucurbitaria spartii NB-5 Diaporthe pardalote NB-5 Endogone lactiflua OG-1Curreya pithyophila NB-5 Diaporthe perniciosa NB-5 Endogone macrocarpa OG-1Cyathicula cacaliae OG-1 Diaporthe pustulata OG-1 Endogone microcarpa OG-1Cyathicula dolosella OG-1 Diaporthe scobina NB-5 Endoxyla cirrhosa OG-1Cyathicula fraxinophila OG-1 Diaporthe seposita NB-5 Entoloma aethiops NB-3Cyathicula marchantiae OG-1 Diaporthe spissa NB-5 Entoloma alcedicolor NB-5Cyathicula maydis NB-5 Diaporthe strumella NB-5 Entoloma apiculatum NB-1Cyathicula pallida OG-1 Diaporthe trinucleata NB-5 Entoloma brunneoflocculosum NB-5Cyathicula straminea OG-1 Diaporthe woodii NB-5 Entoloma callirhodon NB-5Cyathicula striata OG-1 Diaporthopsis angelicae NB-5 Entoloma insolitum NB-5Cyathicula subhyalina OG-1 Diatrype flavovirens OG-1 Entoloma inusitatum OG-3Cyathicula tomentosa OG-1 Diatrypella pulvinata OG-1 Entoloma iodiolens NB-5Cyclaneusma minus OG-1 Diatrypella verrucaeformis OG-1 Entoloma moliniophilum NB-5Cystoderma simulatum NB-5 Didymella applanata OG-1 Entoloma nausiosme NB-5Cystolepiota adulterina NB-5 Didymella bryoniae NB-5 Entoloma occultopigmentatum OG-3Dacrymyces capitatus OG-2 Didymella equisetina NB-5 Entoloma ollare NB-4Dacrymyces minor OG-2 Didymella eupyrena NB-5 Entoloma placidum NB-5Dacrymyces tortus OG-3 Didymella exigua NB-5 Entoloma pseudoexcentricum OG-3Daldinia decipiens NB-5 Didymella glacialis NB-5 Entoloma testaceum NB-5Daldinia occidentalis OG-2 Didymella ligulicola NB-5 Entoloma violaceoviride NB-5Daldinia petriniae OG-2 Didymella lycopersici NB-5 Entosordaria perfidiosa NB-5Dasyscyphella claviculata NB-5 Didymella praestabilis NB-5 Eocronartium muscicola NB-5Dasyscyphella crystallina OG-1 Didymella prominula NB-5 Epichloë typhina OG-1Dasyscyphella distinguenda OG-1 Didymella proximella NB-5 Epiphegia microcarpa OG-1Dasyscyphella dryina OG-1 Didymella urticicola NB-5 Episphaeria fraxinicola OG-1Dasyscyphus pteridialis NB-5 Didymosphaeria conoidea OG-1 Epithele typhae OG-1Delitschia didyma NB-5 Didymosphaeria futilis NB-5 Erysiphe mayorii NB-5Delitschia pachylospora OG-1 Didymosphaeria massarioides NB-5 Erysiphe urticae NB-5Delitschia winteri NB-5 Didymosphaeria oblitescens OG-1 Erythricium laetum OG-1Dematioscypha dematiicola OG-1 Diehliomyces microsporus NB-4 Eupenicillium baarnense NB-5Dematioscypha richonis NB-5 Diplocarpon rosae NB-5 Eupenicillium brefeldianum NB-5Dendrothele acerina OG-1 Diplonaevia bresadolae NB-5 Eupenicillium ochrosalmoneum NB-5Dendrothele griseocana OG-1 Discohainesia oenotherae NB-5 Eupenicillium osmophilum NB-5Dennisiodiscus prasinus OG-1 Discosphaerina cytisi NB-5 Eurotium amstelodami NB-5Dentocorticium utribasidiatum NB-5 Discostroma tostum NB-5 Eurotium halophilicum NB-5Dermea cerasi OG-1 Ditopella ditopa OG-1 Eurotium herbariorum NB-5Dermea padi OG-1 Dothidea noxia NB-5 Eurotium intermedium NB-5Desmazierella piceicola NB-5 Dothidotthia ramulicola OG-1 Eurotium pseudoglaucum NB-5Diaporthe araliae NB-5 Drepanopeziza ribis NB-5 Eutypa lata OG-1Diaporthe arctii OG-1 Drepanopeziza sphaeroides NB-5 Eutypa maura OG-1Diaporthe circumscripta NB-5 Durella atrocyanea NB-5 Eutypa spinosa OG-1Diaporthe crataegi NB-5 Durella commutata OG-1 Eutypella dissepta Nb-5Diaporthe decedens NB-5 Durella connivens OG-1 Eutypella leprosa OG-1

282

Page 24: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08 WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08 WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08Eutypella prunastri OG-1 Gloeocystidiellum porosum OG-1 Hemimycena epichloe OG-3Eutypella quaternata OG-1 Glomerella cingulata NB-5 Hemimycena gracilis OG-3Eutypella scoparia OG-1 Glomerella lagenaria NB-5 Hemimycena hirsuta OG-3Eutypella stellulata OG-1 Glomerella tucumanensis NB-5 Hemimycena mauretanica OG-3Exarmidium hemisphaericum OG-1 Gloniella moliniae NB-5 Hemimycena nitriolens NB-5Exidia pythia NB-5 Gloniopsis curvata OG-1 Hemimycena pseudocrispata NB-5Exidiopsis calcea OG-1 Gloniopsis praelonga OG-1 Hemimycena pseudocrispula OG-3Exidiopsis effusa OG-1 Gnomonia amoena NB-5 Hemimycena pseudogibba NB-5Exidiopsis fungicola OG-1 Gnomonia cerastis OG-1 Hemimycena pseudogracilis OG-3Exidiopsis grisea OG-1 Gnomonia comari NB-5 Hemimycena pseudolactea OG-3Exidiopsis griseobrunnea NB-5 Gnomonia gnomon NB-5 Hemimycena sordida NB-5Exidiopsis opalea OG-1 Gnomonia intermedia NB-5 Hemimycena subimmaculata OG-3Exobasidium japonicum OG-3 Gnomonia padicola NB-5 Hemimycena substellata OG-3Exobasidium karstenii OG-3 Gnomonia rubi NB-5 Hemimycena tortuosa OG-3Exobasidium myrtilli NB-5 Gnomonia setacea NB-5 Henningsomyces candidus OG-1Exobasidium rostrupii OG-3 Gnomoniella carpinea NB-5 Henningsomyces puber NB-5Fenestella fenestrata NB-5 Gnomoniella rubicola NB-5 Herpobasidium deformans OG-1Fenestella salicis NB-5 Godronia callunigera NB-5 Herpotrichia herpotrichoides NB-5Fibrodontia gossypina OG-1 Godronia cassandrae NB-5 Herpotrichia macrotricha NB-5Fibulomyces mutabilis OG-1 Godronia fuliginosa OG-1 Herpotrichiella inconspicua OG-1Fibulomyces septentrionalis NB-5 Godronia ribis OG-1 Heterochaetella brachyspora OG-1Fimaria cervaria OG-1 Gorgoniceps aridula OG-1 Heterochaetella dubia OG-1Fimaria hepatica OG-1 Gremmeniella abietina OG-1 Heterosphaeria patella OG-1Fimaria leporum OG-1 Grovesinia pyramidalis NB-5 Hohenbuehelia reniformis NB-3Fimaria porcina OG-1 Guignardia philoprina NB-5 Hyalinia rubella OG-1Fimaria ripensis OG-1 Guignardia punctoidea NB-5 Hyalopeziza ciliata OG-1Fimaria theioleuca OG-1 Gymnopilus pseudofulgens OG-3 Hyalopeziza corticicola NB-5Flagelloscypha libertiana NB-5 Habrostictis carpoboloides OG-1 Hyalopeziza niveocincta NB-5Flagelloscypha oblongispora NB-5 Haglundia perelegans NB-5 Hyalopeziza trichodea OG-1Flagelloscypha pilatii OG-1 Haglundia sarmentorum OG-1 Hyalorbilia fusispora NB-5Fuscoscypha hepaticicola NB-5 Hamatocanthoscypha laricionis OG-1 Hyaloscypha albohyalina OG-1Gaeumannomyces caricis NB-5 Hamigera avellana NB-5 Hyaloscypha aureliella OG-1Gaeumannomyces graminis NB-5 Hamigera reticulata NB-5 Hyaloscypha daedaleae NB-5Galerina camerinoides NB-1 Hebeloma aestivale NB-5 Hyaloscypha fuckelii OG-1Galerina cascadensis NB-1 Hebeloma album s Bruchet NB-1 Hyaloscypha herbarum OG-1Galerina farinacea NB-1 Hebeloma bruchetii NB-1 Hyaloscypha hyalina sl OG-1Galerina karstenii NB-1 Hebeloma brunneifolium NB-1 Hyaloscypha intacta OG-1Galerina longinqua NB-1 Hebeloma candidipes NB-1 Hyaloscypha leuconica OG-1Galerina nordmanniana NB-1 Hebeloma clavulipes NB-1 Hyaloscypha paludosa OG-1Galerina pallidispora NB-1 Hebeloma dunense NB-1 Hyaloscypha quercicola NB-5Galerina rugisperma NB-1 Hebeloma fragilipes NB-1 Hyaloscypha salicina NB-5Galerina sahleri NB-1 Hebeloma hiemale OG-4 Hyaloscypha vitreola OG-1Galerina subcerina NB-1 Hebeloma ingratum NB-3 Hydnangium carneum NB-2Galerina subochracea NB-1 Hebeloma leucosarx NB-1 Hydnellum ferrugineum OG-4Galerina viscida NB-3 Hebeloma lutense NB-1 Hydnotrya confusa NB-5Galerina wellsiae NB-1 Hebeloma marginatulum NB-3 Hydropus marginellus NB-4Galzinia incrustans NB-5 Hebeloma oculatum NB-1 Hygrocybe aurantia NB-5Geastrum smardae NB-4 Hebeloma sarcophyllum NB-3 Hygrocybe calyptriformis NB-5Gelasinospora calospora NB-5 Hebeloma stenocystis NB-1 Hygrocybe constrictospora OG-4Gelasinospora cerealis NB-5 Hebeloma strophosum NB-1 Hygrocybe irrigate NB-1Gelasinospora retispora OG-1 Hebeloma vejlense NB-5 Hygrocybe monteverdae NB-5Gibberella cyanogena NB-5 Helicobasidium brebissonii OG-1 Hygrocybe splendidissima NB-5Gibberella pulicaris OG-1 Helicogloea lagerheimii OG-1 Hygrocybe turunda s Arnolds NB-1Gibberella zaea OG-1 Helminthosphaeria clavariarum OG-1 Hygrophorus chrysodon NB-5Gibellula leiopus OG-1 Helvella lactea NB-1 Hygrophorus purpurascens NB-2Gibellula pulchra OG-1 Hemimycena angustispora OG-3 Hymenochaete cinnamomea OG-1

283

Page 25: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08 WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08 WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08Hymenochaete corrugata OG-1 Hyphodontia floccosa OG-1 Inocybe putilla NB-3Hymenogaster calosporus NB-5 Hyphodontia granulosa OG-1 Inocybe quietiodor sl NB-5Hymenoscyphus albidus OG-1 Hyphodontia microspora NB-5 Inocybe stangliana NB-5Hymenoscyphus albopunctus OG-1 Hyphodontia pruni OG-1 Inocybe striata NB-3Hymenoscyphus bryophilus OG-1 Hyphodontia quercina OG-1 Inocybe subnudipes NB-1Hymenoscyphus citrinulus OG-1 Hyphodontia rimosissima OG-1 Inocybe terrigena NB-1Hymenoscyphus consobrinus OG-1 Hyphodontia subalutacea OG-1 Inocybe trivialis NB-1Hymenoscyphus epiphyllus OG-1 Hyphodontiella multiseptata OG-1 Iodophanus testaceus NB-5Hymenoscyphus fagineus OG-1 Hypochniciellum ovoideum NB-5 Ionomidotis fulvotingens NB-5Hymenoscyphus fastidiosus OG-1 Hypochniciellum subillaqueatum NB-5 Irpex lacteus OG-1Hymenoscyphus fulvus OG-1 Hypochnicium albostramineum OG-2 Isaria dubia OG-1Hymenoscyphus humuli OG-1 Hypochnicium bombycinum OG-1 Jaapia argillacea OG-1Hymenoscyphus immutabilis OG-1 Hypochnicium eichleri OG-1 Jaapia ochroleuca OG-1Hymenoscyphus laetus OG-1 Hypochnicium geogenium OG-1 Jobellisia saliciluticola NB-5Hymenoscyphus limonium NB-5 Hypochnicium lundellii OG-1 Kalmusia clivensis NB-5Hymenoscyphus lutescens OG-1 Hypochnicium polonense OG-1 Karstenia lonicerae NB-5Hymenoscyphus menthae NB-5 Hypochnicium punctulatum OG-1 Karstenula straminis NB-5Hymenoscyphus nitidulus OG-1 Hypochnicium sphaerosporum OG-1 Keissleriella culmifida OG-1Hymenoscyphus phyllogenus OG-1 Hypochnicium vellereum OG-1 Keissleriella ocellata OG-1Hymenoscyphus phyllophilus OG-1 Hypocopra pachyolax OG-1 Keissleriella pinicola NB-5Hymenoscyphus pileatus OG-1 Hypocrea argillacea OG-1 Kernia nitida NB-5Hymenoscyphus repandus OG-1 Hypocrea lixii NB-5 Kirschsteiniothelia aethiops OG-1Hymenoscyphus rhodoleucus OG-1 Hypocrea pilulifera NB-5 Kirschsteiniothelia maritima OG-1Hymenoscyphus rhytidiadelphi NB-5 Hypocrea placentula OG-1 Lachnellula calyciformis OG-1Hymenoscyphus robustior OG-1 Hypocrea schweinizii OG-1 Lachnellula calycina OG-1Hymenoscyphus salicellus OG-1 Hypocrea spinulosa NB-5 Lachnellula resinaria NB-5Hymenoscyphus scutuloides OG-1 Hypocrea splendens NB-5 Lachnum bicolor OG-1Hymenoscyphus serotinus OG-1 Hypocrea strictipilosa NB-5 Lachnum brevipilosum OG-1Hymenoscyphus sparsus OG-1 Hypoderma commune OG-1 Lachnum callimorphum OG-1Hymenoscyphus suspectus OG-1 Hypoderma rubi OG-1 Lachnum capitatum OG-1Hymenoscyphus syringicolor OG-1 Hypomyces albidus NB-5 Lachnum carneolum OG-1Hymenoscyphus vernus OG-1 Hypomyces broomeanus OG-1 Lachnum cerinum OG-1Hymenoscyphus vitellinus NB-5 Hypomyces cervinigenus OG-1 Lachnum ciliare OG-1Hymenoscyphus whitei OG-1 Hypomyces linkii OG-1 Lachnum clandestinum OG-1Hymenostilbe muscaria OG-1 Hypomyces odoratus NB-5 Lachnum diminutum OG-1Hyphoderma "Hentic 9312" NB-5 Hypospilina bifrons NB-5 Lachnum dumorum OG-1Hyphoderma capitatum NB-5 Hypoxylon chestersii NB-5 Lachnum eburneum NB-5Hyphoderma cremeoalbum NB-5 Hypoxylon confluens OG-3 Lachnum fuscescens OG-1Hyphoderma cryptocallimon OG-1 Hypoxylon effusum NB-5 Lachnum humili NB-5Hyphoderma definitum OG-1 Hypoxylon fraxinophilum NB-5 Lachnum imbecille OG-1Hyphoderma deviatum OG-1 Hypoxylon petriniae NB-5 Lachnum impudicum NB-5Hyphoderma macedonicum OG-1 Hysterium acuminatum NB-5 Lachnum juncinum NB-5Hyphoderma medioburiense OG-1 Hysterium angustatum OG-1 Lachnum misellum OG-1Hyphoderma mutatum OG-1 Hysterium pulicare OG-1 Lachnum nudipes OG-1Hyphoderma nemorale NB-5 Hysterographium mori NB-5 Lachnum palearum OG-1Hyphoderma obtusiforme NB-5 Hysterostegiella dumeti OG-1 Lachnum papyraceum OG-1Hyphoderma orphanellum OG-1 Immotthia hypoxylon NB-5 Lachnum patulum OG-1Hyphoderma pallidum OG-1 Incrupila aspidii NB-5 Lachnum pteridis NB-5Hyphoderma roseocremeum OG-1 Inocybe ambigua NB-5 Lachnum pudibundum OG-1Hyphoderma subdefinitum OG-1 Inocybe commixta NB-3 Lachnum pulverulentum OG-1Hyphoderma tsugae OG-1 Inocybe glabrescens NB-3 Lachnum pygmaeum OG-1Hyphodermella corrugata OG-1 Inocybe heimii NB-1 Lachnum rhodoleucum OG-1Hyphodiscus theiodeus NB-5 Inocybe lutescens NB-1 Lachnum rhytismatis OG-1Hyphodontia alutacea OG-1 Inocybe perbrevis NB-1 Lachnum roseum OG-1Hyphodontia arguta OG-1 Inocybe posterula NB-3 Lachnum salicariae NB-5Hyphodontia crustosa OG-1 Inocybe pseudoreducta NB-5 Lachnum soppitii OG-1

284

Page 26: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08 WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08 WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08Lachnum sulphurellum OG-1 Leptosphaeria calvescens NB-5 Leucopaxillus tricolor NB-3Lachnum sydowii OG-1 Leptosphaeria coniothyrium OG-1 Leucostoma cinctum NB-5Lachnum tenuissimum OG-1 Leptosphaeria culmifraga NB-5 Leucostoma curreyi OG-1Lacrymaria glareosa NB-5 Leptosphaeria culmorum NB-5 Leucostoma niveum OG-1Lactarius aurantiofulvus NB-1 Leptosphaeria derasa NB-5 Leucostoma persoonii NB-5Lactarius brittannicus NB-5 Leptosphaeria dolioloides NB-5 Leucostoma translucens OG-1Lactarius cyathuliformis NB-5 Leptosphaeria doliolum OG-1 Limonomyces roseipellis OG-1Lactarius flavidus NB-5 Leptosphaeria epicalamia NB-5 Lindtneria leucobryophila NB-5Lactarius rubrocinctus NB-5 Leptosphaeria eustoma OG-1 Lindtneria panphyliensis NB-5Lactarius utilis NB-5 Leptosphaeria fuckelii NB-5 Linospora capreae NB-5Laetinaevia carneoflavida OG-1 Leptosphaeria galiorum NB-5 Litschauerella clematitis NB-5Laetinaevia pustulata NB-5 Leptosphaeria graminis NB-5 Litschaueria corticiorum OG-1Laetisaria fuciformis OG-1 Leptosphaeria herpotrichoides NB-5 Lophiostoma angustilabrum NB-5Lagarobasidium detriticum OG-1 Leptosphaeria juncina NB-5 Lophiostoma aquatica NB-5Lambertella tetrica OG-1 Leptosphaeria luctuosa NB-5 Lophiostoma arundinis NB-5Lamprospora arvensis OG-2 Leptosphaeria maculans OG-1 Lophiostoma caulium NB-5Lamprospora campylopodis NB-5 Leptosphaeria nigrans NB-5 Lophiostoma compressum NB-5Lamprospora dicranellae NB-5 Leptosphaeria nodorum OG-1 Lophiostoma fuckelii OG-1Lamprospora dictydiola NB-1 Leptosphaeria ogilviensis NB-5 Lophiostoma macrostomum NB-5Lamprospora faroensis OG-2 Leptosphaeria parvula NB-5 Lophiostoma myriocarpum NB-5Lamprospora maireana OG-2 Leptosphaeria passeriniana NB-5 Lophiostoma origani NB-5Lamprospora retinosa NB-5 Leptosphaeria planiuscula NB-5 Lophiostoma semiliberum OG-1Lamprospora retispora OG-2 Leptosphaeria pontiformis NB-5 Lophiotrema culmifragum NB-5Lamprospora tortulae-ruralis NB-5 Leptosphaeria praetermissa OG-1 Lophiotrema curreyi NB-5Lamprospora tuberculata OG-2 Leptosphaeria purpurea OG-1 Lophiotrema nucula OG-1Lanzia vacini OG-1 Leptosphaeria rivularis NB-5 Lophiotrema vagabundum NB-5Lasiobelonium corticale OG-1 Leptosphaeria rubicunda NB-5 Lophium mytilinum NB-5Lasiobelonium variegatum NB-5 Leptosphaeria rusci NB-5 Lophodermium arundinaceum OG-1Lasiobolus cuniculi NB-5 Leptosphaeria rustica NB-5 Lophodermium caricinum NB-5Lasiosphaeria canescens OG-1 Leptosphaeria salicaria NB-5 Lophodermium cladophilum NB-5Lasiosphaeria caudata OG-1 Leptosphaeria scitula NB-5 Lophodermium conigenum OG-1Lasiosphaeria hirsuta OG-1 Leptosphaeria trifolii NB-5 Lophodermium culmigenum OG-1Lasiosphaeria hispida OG-1 Leptosphaeria typhae NB-5 Lophodermium gramineum NB-5Lasiosphaeria phyllophila OG-1 Leptosphaeria typharum OG-1 Lophodermium juniperinum OG-1Lasiosphaeria spermoides OG-1 Leptosphaeria typhicola NB-5 Lophodermium maculare NB-5Lasiosphaeria strigosa OG-1 Leptosphaerulina australis NB-5 Lophodermium petiolicolum OG-1Leccinum crocipodium NB-5 Leptospora rubella OG-1 Lophodermium piceae OG-1Leccinum cyaneobasileucum NB-5 Leptosporomyces galzinii OG-1 Lophodermium pinastri OG-1Leccinum olivaceosum NB-1 Leptosporomyces raunkiaerii NB-5 Lophodermium pini-excelsae NB-5Leccinum oxydabile NB-1 Leptotrochila cerastiorum OG-1 Lophodermium seditiosum OG-1Leccinum pulchrum NB-1 Leptotrochila porri OG-1 Lophodermium typhinum OG-1Leccinum roseofractum NB-1 Leptotrochila ranunculi OG-1 Luellia recondita OG-1Leccinum roseotinctum NB-1 Letendraea helminthicola NB-5 Lycoperdon marginatum NB-2Leccinum salicicola NB-1 Leucoagaricus crystallifer NB-5 Lyophyllum caerulescens NB-5Leccinum schistophilum NB-5 Leucoagaricus pilatianus NB-5 Lyophyllum konradianum NB-3Leccinum thalassinum OG-2 Leucocoprinus birnbaumii NB-4 Lyophyllum tenebrosum NB-3Leccinum umbrinum s Blum NB-1 Leucocoprinus cepistipes NB-4 Lysurus cruciatus NB-4Lemalis aurea NB-5 Leucocoprinus denudatus NB-4 Macrolepiota fuliginosa NB-5Lentinula edodes NB-4 Leucocoprinus heinemannii NB-4 Macrolepiota konradii NB-1Lenzites warnieri NB-5 Leucocoprinus lilacinogranulosus NB-4 Maireina monacha NB-5Lepidomyces subcalceus OG-1 Leucocoprinus magnusianus NB-4 Marasmius alliaceus NB-5Lepiota efibulis NB-4 Leucogyrophana mollusca NB-5 Massaria inquinans NB-5Lepiota rubella NB-4 Leucogyrophana olivascens OG-1 Massaria zanthoxyli NB-5Leptosphaeria agnita OG-1 Leucogyrophana pinastri OG-1 Massarina arundinacea OG-1Leptosphaeria arundinacea OG-1 Leucogyrophana romellii OG-1 Massarina corticola OG-1Leptosphaeria asparagi NB-5 Leucogyrophana sororia NB-5 Massarina eburnea OG-1

285

Page 27: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08 WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08 WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08Massarina emergens NB-5 Mollisia caerulans OG-1 Mycena pachyderma NB-3Massarina rubi NB-5 Mollisia caespiticia OG-1 Mycena phaeophylla NB-3Massariosphaeria typhicola NB-5 Mollisia carduorum OG-1 Mycena rapiolens NB-5Megalocystidium leucoxanthum OG-1 Mollisia caricina OG-1 Mycena stipata OG-3Megalocystidium luridum OG-1 Mollisia cinerella OG-1 Mycena xantholeuca NB-5Melanconis ribis NB-5 Mollisia cirsiicola OG-1 Mycenella lasiosperma NB-1Melanconis thelebola NB-5 Mollisia clavata OG-1 Mycocalia denudata OG-1Melanogaster intermedius NB-1 Mollisia depressuloides NB-5 Mycocalia duriaeana OG-1Melanoleuca amica NB-1 Mollisia discolor OG-1 Mycoporum quercus OG-1Melanoleuca contracta NB-1 Mollisia escharodes OG-1 Mycosphaerella aucupariae OG-1Melanoleuca humilis NB-1 Mollisia fusca OG-1 Mycosphaerella brassicicola NB-5Melanoleuca luteolosperma NB-1 Mollisia humidicola OG-1 Mycosphaerella brunneola NB-5Melanoleuca metrodii NB-1 Mollisia juncina OG-1 Mycosphaerella cirsii-arvensis NB-5Melanoleuca schumacheri NB-1 Mollisia junciseda NB-5 Mycosphaerella equiseticola NB-5Melanoleuca strictipes NB-1 Mollisia ligni OG-1 Mycosphaerella grossulariae NB-5Melanoleuca subpulverulenta NB-1 Mollisia lividofusca OG-1 Mycosphaerella iridis NB-5Melanoleuca tabularis NB-1 Mollisia lycopi OG-1 Mycosphaerella latebrosa NB-5Melanoleuca tristis NB-1 Mollisia palustris OG-1 Mycosphaerella maculiformis NB-5Melanoleuca turrita NB-1 Mollisia pastinacae OG-1 Mycosphaerella pinodes NB-5Melanomma fuscidulum NB-5 Mollisia phalaridis OG-1 Mycosphaerella podagrariae NB-5Melanopsamma pomiformis OG-1 Mollisia poaeoides OG-1 Mycosphaerella punctiformis OG-1Melanospora brevirostris OG-1 Mollisia polygoni OG-1 Mycosphaerella pyri OG-1Melanospora fallax NB-5 Mollisia pteridina OG-1 Mycosphaerella recutita NB-5Melanospora leucotricha NB-5 Mollisia pteridis OG-1 Mycosphaerella rosigena NB-5Melanospora parasitica OG-1 Mollisia rabenhorstii OG-1 Mycosphaerella rubella OG-1Melanospora zobelii NB-5 Mollisia ramealis OG-1 Mycosphaerella superflua OG-1Melastiza cornubiensis NB-1 Mollisia revincta OG-1 Mycosphaerella tassiana OG-1Mellitiosporium pteridium NB-5 Mollisia rosae OG-1 Mycosphaerella typhae NB-5Melogramma campylosporum NB-5 Mollisia spectabilis NB-5 Myriosclerotinia curreyana OG-1Melomastia mastoidea OG-1 Mollisia strobilicola NB-5 Myriosclerotinia dennisii OG-1Membranomyces delectabilis OG-1 Mollisia stromaticola NB-5 Myriosclerotinia duriaeana NB-5Merismodes fasciculatus NB-5 Mollisia typhae NB-5 Myriosclerotinia sulcata OG-1Metameris aspidiorum NB-5 Mollisia urticicola OG-1 Mytilinidion mytilinellum NB-5Metameris osmundae NB-5 Mollisia ventosa OG-1 Myxarium crystallinum OG-1Metasphaeria coccodes NB-5 Mollisiella austriaca OG-1 Myxarium grilletii OG-1Micromphale brassicolens NB-5 Mollisina acerina OG-1 Myxarium laccatum NB-5Micropeziza cornea OG-1 Mollisina oedema OG-1 Myxarium podlachicum OG-1Micropeziza karstenii NB-5 Mollisina rubi OG-1 Naemacyclus fimbriatus NB-5Micropodia arenula NB-5 Mollisiopsis lanceolata OG-1 Naevala perexigua OG-1Micropodia pteridina OG-1 Monascostroma innumerosum NB-5 Naeviopsis carneopallida NB-5Microscypha grisella NB-5 Monilinia aucupariae OG-1 Navicella pileata OG-1Microsphaera alphitoides NB-5 Monilinia baccarum OG-1 Nectria arenula NB-5Microsphaera euonymi NB-5 Monilinia corni OG-1 Nectria berkeleyana NB-5Microsphaera ornata NB-5 Monilinia fructicola NB-5 Nectria consors OG-1Microsphaera penicillata NB-5 Monilinia fructigena OG-1 Nectria cosmariospora OG-1Microsphaera tortilis NB-5 Monilinia johnsonii OG-1 Nectria desmazierii OG-1Microstroma juglandis NB-5 Monilinia laxa OG-1 Nectria ditissima NB-5Microthyrium ciliatum NB-5 Monilinia mespili OG-1 Nectria ellisii OG-1Microthyrium macrosporum NB-5 Monilinia oxycocci OG-1 Nectria erubescens OG-1Microthyrium microscopium NB-5 Monilinia padi OG-1 Nectria flavoviridis NB-5Microthyrium pinophyllum NB-5 Morchella vaporaria NB-1 Nectria fuckeliana OG-1Mniaecia jungermanniae OG-1 Mutinus elegans NB-4 Nectria galligena OG-1Mollisia amenticola OG-1 Mycena alphitophora NB-4 Nectria haematococca OG-1Mollisia aquosa OG-1 Mycena atropapillata NB-3 Nectria hederae OG-1Mollisia artemisiae NB-5 Mycena cecidiophila NB-5 Nectria inventa NB-5Mollisia benesuada OG-1 Mycena leptophylla NB-5 Nectria ipomoeae OG-1

286

Page 28: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08 WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08 WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08Nectria lamyi OG-1 Octospora melina OG-3 Paradidymella holci NB-5Nectria lecanodes NB-5 Octospora orthotricha OG-3 Paraphaeosphaeria michotii OG-1Nectria leptosphaeriae OG-1 Octospora phagospora NB-5 Paratrichophaea macrocystis NB-5Nectria lugdunensis NB-5 Octospora roxheimii OG-3 Paratrichophaea michiganensis NB-5Nectria magnusiana NB-5 Octospora rubens OG-3 Parmastomyces mollissimus NB-5Nectria mammoidea OG-1 Octospora rustica OG-3 Patellaria atrata OG-1Nectria neomacrospora OG-1 Octospora tetraspora OG-3 Patellariopsis atrovinosa OG-1Nectria ochroleuca OG-1 Octospora wrightii OG-3 Paullicorticium delicatissimum OG-1Nectria peziza OG-1 Oligoporus cerifluus NB-3 Paullicorticium pearsonii OG-1Nectria pityrodes OG-1 Oligoporus guttulatus NB-5 Pellidiscus pallidus OG-1Nectria pseudopeziza OG-1 Oliveonia pauxilla OG-1 Peniophora pithya NB-1Nectria punicea OG-1 Olla transiens NB-5 Peridiothelia fuliguncta NB-5Nectria purtonii OG-1 Ombrophila ambigua NB-5 Perrotia flammea NB-5Nectria radicicola OG-1 Ombrophila janthina OG-1 Perrotia phragmiticola OG-1Nectria sinopica OG-1 Ombrophila translucens NB-5 Pezicula acericola OG-1Nectria solani NB-5 Omphalina obatra NB-3 Pezicula alba NB-5Nectria suffulta NB-5 Omphalina rustica NB-1 Pezicula carpinea OG-1Nectria veuillotiana OG-1 Onychophora coprophila OG-1 Pezicula cinnamomea OG-1Nectria vilior OG-1 Ophiobolus acuminatus OG-1 Pezicula corticola OG-1Nectriella bloxamii NB-5 Ophiobolus erythrosporus OG-1 Pezicula eucrita OG-1Nectriella dacrymycella OG-1 Ophiobolus mathieui NB-5 Pezicula frangulae OG-1Nectriella funicola NB-5 Ophiobolus niesslii NB-5 Pezicula hamamelidis OG-1Nectriella paludosa NB-5 Ophioceras leptosporum NB-5 Pezicula livida OG-1Nectriopsis candicans OG-1 Ophiognomonia melanostyla NB-5 Pezicula malicorticis OG-1Nectriopsis exigua OG-1 Ophiostoma megalobrunneum NB-5 Pezicula rubi OG-1Nectriopsis tubariicola OG-1 Ophiostoma olivaceum NB-5 Pezicula sepium OG-1Nectriopsis violacea NB-5 Ophiostoma piceae NB-5 Peziza boltonii NB-5Neopeckia fulcita NB-5 Ophiostoma stenoceras NB-5 Peziza obtusapiculata NB-5Neosartorya fischeri NB-5 Ophiovalsa betulae NB-5 Peziza ostracoderma NB-4Neottiella albocincta NB-5 Ophiovalsa corylina NB-5 Peziza saniosa NB-5Neurospora sitophila NB-5 Ophiovalsa suffusa OG-1 Peziza subumbrina NB-5Niesslia aemula NB-5 Orbicula parietina OG-1 Pezizella amenti OG-1Niesslia antarctica NB-5 Orbilia aurantiorubra OG-1 Pezizella campanulaeformis OG-1Niesslia exigua NB-5 Orbilia auricolor OG-1 Pezizella chionea OG-1Niesslia exilis NB-5 Orbilia cardui OG-1 Pezizella chrysostigma OG-1Niesslia exosporioides NB-5 Orbilia comma NB-5 Pezizella eburnea OG-1Nigrosabulum globosum NB-5 Orbilia cyathea OG-1 Pezizella ericae OG-1Niptera eriophori OG-1 Orbilia epipora NB-5 Pezizella fairmanii NB-5Niptera lacustris NB-5 Orbilia inflatula OG-1 Pezizella gemmarum OG-1Niptera melatephra NB-5 Orbilia leucostigma OG-1 Pezizella leucostigma NB-5Niptera pilosa NB-5 Orbilia luteorubella OG-1 Pezizella parilis OG-1Niptera ramincola NB-5 Orbilia questiformis NB-5 Pezizella punctoidea OG-1Nitschkia collapsa OG-1 Orbilia rozei NB-5 Pezizella subtilis OG-1Nitschkia confertula NB-5 Orbilia rubrovacuolata NB-5 Pezizella turgidella NB-5Nitschkia cupularis OG-1 Orbilia sarraziniana OG-1 Pezizella vulgaris OG-1Nitschkia grevillei OG-1 Orbilia vinosa NB-5 Pezoloma iodocyanescens NB-5Nitschkia parasitans OG-1 Ovulinia azaleae NB-5 Phacidium coniferarum NB-5Nodulosphaeria pontica NB-5 Pachnocybe ferruginea NB-5 Phacidium multivalve OG-1Ocellaria ocellata OG-1 Paecilomyces fumosoroseus NB-5 Phacidium vaccinii NB-5Octospora axillaris OG-3 Paecilomyces marquandii NB-5 Phacidium vincae NB-5Octospora bridei NB-5 Paecilomyces tenuipes OG-1 Phaeodothis winteri NB-5Octospora bryi-argentei OG-3 Panaeolus antillarum NB-4 Phaeohelotium extumescens OG-1Octospora coccinea OG-3 Panaeolus campanulatus NB-1 Phaeohelotium geogenum OG-1Octospora crosslandii OG-3 Panaeolus papilionaceus NB-1 Phaeohelotium italicum OG-1Octospora gemmicola OG-3 Panaeolus retirugis NB-1 Phaeohelotium lilacinum NB-5Octospora lilacina OG-3 Paradidymella clarkii NB-5 Phaeohelotium monticola OG-1

287

Page 29: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08 WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08 WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08Phaeohelotium nobile OG-1 Plagiosphaera immersa NB-5 Protocrea delicatula OG-1Phaeohelotium subcarneum OG-1 Plagiosphaera umbelliforum NB-5 Protocrea farinosa OG-1Phaeohelotium umbilicatum OG-1 Plagiostoma alneum NB-5 Protodontia subgelatinosa OG-1Phaeosolenia densa NB-5 Plagiostoma devexa NB-5 Psathyrella amarescens NB-5Phaeosphaeria licatensis NB-5 Plagiostoma euphorbiae NB-5 Psathyrella flexispora NB-5Phaeosphaeria norfolcia NB-5 Plagiostoma inclinatum NB-5 Psathyrella granulosa NB-5Phaeosphaeria tritici NB-5 Plagiostoma pustula NB-5 Psathyrella mesobromionis NB-5Phanerochaete bubalina OG-1 Plagiostoma solodaginus NB-5 Psathyrella opaca NB-3Phanerochaete filamentosa OG-1 Plagiostoma tormentillae NB-5 Psathyrella phaseolispora NB-1Phanerochaete jose-ferreirae OG-1 Platychora ulmi OG-1 Psathyrella purpureobadia NB-5Phanerochaete laevis OG-1 Pleomassaria siparia OG-1 Psathyrella scheppingensis NB-5Phanerochaete magnoliae OG-1 Pleospora abscondita OG-1 Psathyrella stercoraria NB-4Phanerochaete martelliana OG-1 Pleospora cytisi NB-5 Pseudeurotium ovale NB-5Phanerochaete tuberculata OG-1 Pleospora herbarum OG-1 Pseudobaeospora albidula NB-5Phellinus tremulae NB-5 Pleospora infectoria NB-5 Pseudoclitocybe expallens NB-1Phialina flaveola OG-1 Pleospora penicillus OG-1 Pseudohelotium pineti OG-1Phialina foliicola OG-1 Pleospora rubelloides NB-5 Pseudomassaria chondrospora NB-5Phialina lachnobrachya OG-1 Pleospora scrophulariae OG-1 Pseudomassaria polystigma NB-5Phialina pseudopuberula NB-5 Pleospora shepherdiae OG-1 Pseudomassaria sepincolaeformis NB-5Phialina separabilis OG-1 Pleospora straminis NB-5 Pseudombrophila deerata NB-5Phialina ulmariae OG-1 Pleospora vagans NB-5 Pseudonectria ciliata NB-5Phlebia cornea NB-5 Ploettnera solidaginis NB-5 Pseudonectria pachysandricola NB-5Phlebia cremeoochracea OG-1 Pluteus chrysophaeus OG-4 Pseudonectria rousselliana NB-5Phlebia deflectens NB-5 Pluteus pouzarianus OG-3 Pseudopeziza calthae NB-5Phlebia lilascens OG-2 Poculum myricae OG-1 Pseudopeziza medicaginis NB-5Phlebia subcretacea NB-5 Poculum petiolorum OG-1 Pseudopeziza morthieri OG-1Phlebiella allantospora OG-1 Podosordaria tulasnei OG-1 Pseudopeziza trifolii OG-1Phlebiella ardosiaca NB-5 Podosphaera clandestina NB-5 Pseudotis apophysata NB-5Phlebiella aurora OG-1 Podosphaera plantaginis NB-5 Pseudotomentella atrocyanea OG-1Phlebiella bourdotii OG-1 Podospora appendiculata NB-5 Pseudotomentella mucidula NB-5Phlebiella christiansenii OG-1 Podospora argentinensis OG-1 Pseudotomentella tristis OG-1Phlebiella fibrillosa NB-5 Podospora collapsa NB-5 Pseudovalsa lanciformis NB-5Phlebiella filicina OG-1 Podospora communis OG-1 Pseudovalsa longipes NB-5Phlebiella pseudotsugae OG-1 Podospora curvicolla OG-1 Pseudovalsa umbonata NB-5Phlebiella tulasnelloidea OG-1 Podospora curvula OG-1 Psilachnum acutum NB-5Phlebiopsis roumeguerii OG-1 Podospora decipiens OG-1 Psilachnum asemum OG-1Phleogena faginea NB-5 Podospora excentrica OG-1 Psilachnum inquilinum OG-1Pholiota adiposa NB-1 Podospora fimiseda NB-5 Psilachnum rubrotinctum NB-5Pholiota gymnopodia NB-1 Podospora globosa NB-5 Psilocistella conicola NB-5Pholiota nematolomoides NB-3 Podospora leporina NB-5 Psilocybe apelliculosa NB-5Phomatospora berkeleyi NB-5 Podospora miniglutinans OG-1 Psilocybe bullacea NB-1Phomatospora coprophila NB-5 Podospora perplexans NB-5 Psilocybe caricicola NB-1Phomatospora dinemasporium OG-1 Podospora pleiospora OG-1 Psilocybe dorsispora OG-2Phomatospora endopteris NB-5 Podospora setosa OG-1 Psilocybe magica OG-2Phomatospora hyalina OG-1 Podospora tarvisiana NB-5 Psilocybe merdicola OG-3Phomatospora therophila NB-5 Podospora tetraspora OG-1 Psilocybe micropora NB-5Phragmoporthe conformis NB-5 Podospora unicaudata OG-1 Psilocybe muscorum OG-4Phyllachora graminis NB-5 Podostroma alutaceum NB-5 Psilocybe phyllogena NB-1Phyllachora junci NB-5 Polycoccum peltigerae OG-1 Psilocybe strictipes OG-4Phyllactinia fraxini NB-5 Porpoloma metapodium NB-3 Psilocybe subviscida NB-1Phyllactinia guttata NB-5 Potebniamyces discolor NB-5 Psilocybe tuberosa NB-5Phyllotopsis nidulans NB-5 Preussia aemulans NB-5 Pterula rigida NB-5Physalacria cryptomeriae OG-1 Preussia fleischhakii NB-5 Pulvinula salmonicolor NB-5Piloderma croceum OG-1 Preussia vulgaris NB-5 Pycnopeziza pachyderma OG-1Pirottaea nigrostriata OG-1 Proliferodiscus pulveraceus OG-1 Pyrenopeziza adenostyldis NB-5Pirottaea symphyti OG-1 Propolomyces versicolor OG-1 Pyrenopeziza arctii NB-5

288

Page 30: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08 WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08 WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08Pyrenopeziza arenivaga OG-1 Russula cicatricata OG-4 Scutellinia barlae OG-3Pyrenopeziza betulicola OG-1 Russula cretata NB-1 Scutellinia cejpii OG-3Pyrenopeziza chailletii OG-1 Russula deceptiva NB-1 Scutellinia legaliae NB-5Pyrenopeziza chamaenerii OG-1 Russula elaeodes NB-1 Scutellinia minutella OG-3Pyrenopeziza digitalina OG-1 Russula faginea NB-1 Scutellinia mirabilis OG-3Pyrenopeziza dilutella NB-5 Russula fragrantissima NB-3 Scutellinia nigrohirtula OG-3Pyrenopeziza foliicola OG-1 Russula gilvescens NB-3 Scutellinia olivascens OG-3Pyrenopeziza inornata NB-5 Russula gracilipes NB-1 Scutellinia paludicola OG-3Pyrenopeziza karstenii OG-1 Russula helodes NB-5 Scutellinia patagonica OG-3Pyrenopeziza lychnidis OG-1 Russula melitodes NB-5 Scutellinia pseudotrechispora OG-3Pyrenopeziza lycopincola NB-5 Russula pascua NB-3 Scutellinia setosa NB-3Pyrenopeziza maculata OG-1 Russula pectinata OG-4 Scutellinia subhirtella s Kullman OG-3Pyrenopeziza nervicola NB-5 Russula purpurata NB-1 Scutellinia subhirtella s Svrcek OG-3Pyrenopeziza petiolaris OG-1 Russula raoultii NB-3 Scutellinia superba s Le Gal OG-3Pyrenopeziza plantaginis OG-1 Russula sororia OG-4 Scutellinia superba s Schum. OG-3Pyrenopeziza pulveracea NB-5 Russula terenopus NB-1 Scutellinia torrentis OG-3Pyrenopeziza rubi OG-1 Russula zvarae NB-5 Scutellinia trechisperma NB-5Pyrenopeziza urticicola NB-5 Rutstroemia bolaris OG-1 Scutellinia vitreola OG-3Pyrenophora parvula NB-5 Rutstroemia calopus OG-1 Scytinostroma portentosum OG-4Pyrenophora trichostoma NB-5 Rutstroemia fruticeti OG-1 Seaverinia geranii OG-1Pyrenophora typhaecola OG-1 Rutstroemia lindaviana OG-1 Sebacina calospora OG-1Pyxidiophora grovei NB-5 Rutstroemia maritima OG-1 Sebacina enodulosa NB-5Quaternaria dissepta NB-5 Rutstroemia plana NB-5 Sebacina epigaea OG-1Ramaria condensata NB-1 Saccoblastia farinacea OG-1 Sebacina incrustans OG-1Ramaria crispula NB-1 Saccobolus beckii NB-5 Sebacina sublilacina OG-1Ramaria flaccida NB-3 Saccobolus caesariatus OG-1 Sebacinella citrispora OG-1Ramaria flava NB-5 Saccobolus citrinus NB-5 Sebacinella nodosa OG-1Ramaria subdecurrens NB-5 Saccobolus depauperatus OG-1 Selinia pulchra OG-1Ramgea annulispora OG-1 Saccobolus glaber OG-1 Septotinia podophyllina NB-5Ramonia interjecta NB-5 Saccobolus obscurus OG-1 Septotinia populiperda OG-1Rebentischia massalongoi NB-5 Saccobolus truncatus OG-1 Serpula lacrimans NB-4Renatobasidium notabile NB-5 Saccobolus versicolor OG-1 Sillia ferruginea NB-5Repetobasidium americanum OG-1 Saccothecium sepincola NB-5 Sistotrema binucleosporum OG-1Repetobasidium vile NB-5 Sarcodon leucopus NB-2 Sistotrema coroniferum OG-1Resupinatus kavinii NB-5 Sarcoscypha jurana NB-3 Sistotrema dennisii NB-5Resupinatus trichotis NB-1 Sarea difformis NB-5 Sistotrema diademiferum OG-1Rhabdocline pseudotsugae OG-1 Sarea resinae OG-1 Sistotrema efibulatum OG-1Rhizodiscina lignyota OG-1 Schizothecium aloides NB-5 Sistotrema hirschii OG-1Rhodocybe fuscofarinacea NB-5 Schizothecium glutinans NB-5 Sistotrema hispanicum OG-1Rhytisma salicinum OG-1 Schizothecium hispidulum NB-5 Sistotrema lagenosporum NB-5Rickenella mellea NB-5 Schizothecium nanum OG-1 Sistotrema muscicola OG-1Ripartites albidoincarnatus NB-3 Schizothecium squamulosum NB-5 Sistotrema octosporum OG-1Roesleria pallida OG-1 Schizothecium tetrasporum OG-1 Sistotrema pistilliferum OG-1Roesleria subterranea NB-5 Schizothecium vesticola OG-1 Sistotrema sernanderi OG-1Rosellinia brittanica NB-5 Schizothyrium pomi NB-5 Sistotrema subangulisporum OG-1Rosellinia corticium OG-2 Sclerotinia homoeocarpa NB-5 Sistotrema subtrigonospermum OG-1Roumegueriella rufula OG-1 Sclerotinia kirschsteineriana OG-1 Sistotremastrum niveocremeum OG-1Russula adulterina NB-3 Sclerotinia minor OG-1 Sistotremella hauerslevii OG-1Russula alutacea NB-3 Sclerotinia pseudotuberosa NB-5 Sordaria fimicola OG-1Russula amoena NB-3 Sclerotinia sclerotiorum OG-1 Sordaria humana OG-1Russula amoenoides NB-1 Sclerotinia trifoliorum OG-1 Sordaria macrospora OG-1Russula azurea NB-3 Scoleconectria cucurbitula OG-1 Sordaria minima NB-5Russula badia NB-3 Scopinella caulincola OG-1 Sordaria superba NB-5Russula barlae NB-3 Scopinella solani NB-5 Sphaerobasidium minutum NB-5Russula carpini NB-5 Scopuloides leprosa NB-5 Sphaeropsis sapinea NB-5Russula cavipes NB-3 Sphaerostilbella aureonitens OG-1

289

Page 31: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08 WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08 WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08Sphaerotheca macularis NB-5 Taphrina johansonii OG-1 Tomentella neobourdotii OG-1Spiculogloea occulta NB-5 Taphrina padi OG-1 Tomentella puberula OG-1Splanchnonema argus NB-5 Taphrina populina NB-5 Tomentella punicea OG-1Splanchnonema foedans NB-5 Taphrina pruni OG-1 Tomentella radiosa OG-1Splanchnonema loricatum NB-5 Taphrina sadebeckii NB-5 Tomentella rhodophaea OG-1Splanchnonema platani NB-5 Taphrina tosquinetii OG-1 Tomentella rubiginosa NB-5Splanchnonema pupula NB-5 Taphrophila argyllensis NB-5 Tomentella stuposa OG-1Sporormia lignicola NB-5 Taphrophila cornu-capreoli NB-5 Tomentella subclavigera NB-5Sporormiella affinis OG-1 Teichospora hispida NB-5 Tomentella sublilacina OG-1Sporormiella australis NB-5 Teichospora obduscens OG-1 Tomentella subtestacea OG-1Sporormiella bipartis OG-1 Tephrocybe admissa NB-3 Tomentella viridula NB-5Sporormiella dubia OG-1 Tephrocybe coracina NB-1 Tomentellina fibrosa OG-1Sporormiella intermedia OG-1 Tephrocybe graminicola NB-1 Tomentellopsis echinospora OG-1Sporormiella lageniformis OG-1 Tephrocybe inolens NB-1 Tomentellopsis submollis OG-1Sporormiella leporina NB-5 Tephrocybe mephitica NB-1 Tomentellopsis zygodesmoides OG-1Sporormiella megalospora OG-1 Tephrocybe misera NB-1 Trametes cervina NB-5Sporormiella minima NB-5 Tephrocybe tomentella NB-5 Trametes pubescens OG-4Sporormiella ovina OG-1 Thanatephorus cucumeris OG-1 Trechispora alnicola OG-1Sporormiella pilosa NB-5 Thecotheus apiculatus NB-5 Trechispora amianthina OG-1Sporormiella pulchella NB-5 Thecotheus crustaceus NB-5 Trechispora antipus OG-1Sporormiella teretispora OG-1 Thecotheus holmskjoldii NB-5 Trechispora byssinella OG-1Stamnaria persoonii OG-1 Thecotheus pelletieri OG-1 Trechispora fastidiosa OG-1Steccherinum laeticolor NB-5 Thecotheus strangulatus NB-5 Trechispora hymenocystis NB-5Steccherinum litschaueri NB-5 Thelebolus caninus OG-1 Trechispora invisitata NB-5Steccherinum subcrinale NB-5 Thelebolus coemansii OG-1 Trechispora microspora OG-1Stenocybe pullatula NB-5 Thelebolus crustaceus NB-5 Trechispora nivea NB-5Stictis arundinacea NB-5 Thelebolus microsporus OG-1 Trechispora praefocata OG-1Stictis elevata NB-5 Thelebolus minutissimus OG-1 Trechispora stellulata NB-5Stictis friabilis NB-5 Thelebolus nanus NB-5 Trechispora subsphaerospora NB-5Stictis minor NB-5 Thelebolus polysporus NB-5 Trematosphaeria hydrela NB-5Stictis pusilla OG-1 Thelebolus stercoreus OG-1 Trematosphaeria pertusa NB-5Stictis radiata OG-1 Thelephora mollissima NB-3 Trematosphaeria wegeliniana NB-5Stictis stellata OG-1 Thermoascus aurantiacus NB-5 Tremella candida OG-1Stigmatea robertiani OG-1 Thermoascus crustaceus NB-5 Tremella giraffa NB-5Stigmatolemma urceolata OG-1 Therrya pini NB-5 Tremella globospora OG-1Stomiopeltis betulae NB-5 Thyridaria macrostomoides NB-5 Tremella indecorata OG-1Strattonia carbonaria NB-5 Thyridaria maculans NB-5 Tremella invasa NB-5Strattonia minor NB-5 Thyridaria rubronotata OG-1 Tremella lichenicola NB-5Stromatinia gladioli OG-1 Thyridium vestitum NB-5 Tremella obscura OG-1Stromatinia narcissi NB-5 Tomentella atramentaria OG-1 Tremella penetrans OG-1Stypella vermiformis OG-1 Tomentella badia OG-1 Tremella phaeophysciae NB-5Subulicium lautum OG-1 Tomentella botryoides NB-5 Tremella polyporina OG-1Subulicystidium longisporum OG-1 Tomentella bryophila OG-1 Tremella translucens NB-5Sydowia polyspora NB-5 Tomentella caesiocinerea OG-1 Tremella versicolor OG-1Symphyosirinia angelicae OG-1 Tomentella cinerascens OG-1 Tremella wirthii OG-1Talaromyces emersonii NB-5 Tomentella coerulea NB-5 Trichobelonium asteroma OG-1Talaromyces flavus NB-5 Tomentella crinalis OG-1 Trichobolus sphaerosporus NB-5Talaromyces helicus NB-5 Tomentella cyanea NB-5 Trichobolus zukalii OG-1Talaromyces leycettanus NB-5 Tomentella ellisii OG-1 Trichodelitschia bisporula OG-1Talaromyces macrosporus NB-5 Tomentella ferruginea OG-1 Trichoglossum tetrasporum NB-4Talaromyces stipitatus NB-5 Tomentella fuscocinerea OG-1 Tricholoma batschii NB-3Tapesia evilescens OG-1 Tomentella fuscoferruginosa OG-1 Tricholoma bufonium NB-1Taphrina alni NB-5 Tomentella galzinii OG-1 Tricholoma fucatum NB-1Taphrina amentorum OG-1 Tomentella lapida OG-1 Tricholoma inamoenum NB-1Taphrina betulina OG-1 Tomentella lilacinogrisea NB-5 Tricholoma luridum NB-3Taphrina deformans NB-5 Tomentella molybdaea OG-1 Tricholoma moserianum NB-1

290

Page 32: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08 WETENSCHAPPELIJKE NAAM RL08Tricholoma pseudonictitans NB-5 Uncinula bicornis NB-5Tricholoma stans NB-3 Unguicularia aspera NB-5Trichopeziza albotestacea OG-1 Unguicularia costata NB-5Trichopeziza mollissima OG-1 Unguicularia incarnatina NB-5Trichopeziza relicina OG-1 Unguicularia millepunctata OG-1Trichopezizella horridula NB-1 Unguicularia scropulosa NB-5Trichopezizella macrospora NB-1 Unguiculella eurotioides OG-1Trichophaeopsis tetraspora NB-5 Unguiculella hamulata OG-1Trichosphaerella ceratophora NB-5 Urceolella crispula OG-1Trichosphaerella decipiens NB-5 Urceolella ulmariae OG-1Trichosphaeria notabilis NB-5 Uthatobasidium fusisporum OG-1Trichosphaeria pilosa NB-5 Uthatobasidium ochraceum NB-5Trichothyrina alpestris NB-5 Valsa ambiens OG-1Trichothyrina parasitica NB-5 Valsa ceratophora OG-1Trichothyrina pinophylla NB-5 Valsa coenobitica NB-5Trichothyrina salicis NB-5 Valsa nivea NB-5Tubaria pallidospora NB-1 Valsa pruinosa NB-5Tubaria pellucida s Lange NB-1 Valsa pustulata NB-5Tuber excavatum NB-2 Valsa salicina NB-5Tuber exiguum NB-5 Valsa sordida NB-5Tubeufia cerea OG-1 Valsaria insitiva NB-5Tubeufia helicomyces NB-5 Valsella salicis NB-5Tubeufia paludosa OG-1 Velutarina rufoolivacea OG-1Tubeufia trichella NB-5 Venturia alnea NB-5Tubulicium vermiferum NB-5 Venturia chlorospora NB-5Tubulicrinis accedens OG-1 Venturia crataegi NB-5Tubulicrinis angustus OG-1 Venturia ditricha NB-5Tubulicrinis gracillimus OG-1 Venturia fraxini OG-1Tubulicrinis medius OG-1 Venturia inaequalis NB-5Tubulicrinis regificus OG-1 Venturia rumicis OG-1Tubulicrinis sororius OG-1 Venturiocistella diversipila NB-5Tubulicrinis subulatus OG-1 Venturiocistella pini NB-5Tulasnella albida OG-1 Vesiculomyces citrinus OG-1Tulasnella allantospora OG-1 Vialaea insculpta NB-5Tulasnella calospora OG-1 Vibrissea filisporia OG-1Tulasnella deliquescens OG-1 Vibrissea leptospora OG-1Tulasnella eichleriana OG-1 Viennotidia fimicola OG-1Tulasnella pallida NB-5 Viennotidia humicola NB-5Tulasnella pinicola OG-1 Volvariella media NB-1Tulasnella pruinosa OG-1 Volvariella volvacea NB-4Tulasnella thelephorea OG-1 Vuilleminia alni OG-2Tulasnella tomaculum OG-1 Vuilleminia coryli OG-2Tulasnella violea OG-1 Westerdykella dispersa NB-5Tympanis alnea OG-1 Wettsteinina moniliformis NB-5Tympanis conspersa OG-1 Wilcoxina mikolae NB-5Tympanis hypopodia OG-1 Woldmaria crocea OG-1Tympanis malicola OG-1 Xenasma pulverulentum OG-1Tympanis piceina OG-1 Xenolachne longicornis OG-1Typhula anceps OG-1 Xenosperma ludibundum NB-5Typhula capitata NB-5 Xylobolus frustulatus NB-2Typhula crassipes NB-5 Zignoëlla ovoidea OG-1Typhula culmigena NB-5 Zygospermella insignis NB-5Typhula hyalina NB-5Typhula micans OG-1Typhula pertenuis OG-1Uncinula adunca Nb-5

291

Page 33: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

Bijlage 3. Voorgestelde nieuwe Nederlandse namenN.B. De hier voorgestelde namen zijn nog niet beoordeeld door de Commissie Nederlandse namen van de Nederlandse Myclogische Vereniging en de Vlaamse Mycolgen Vereniging.

Boletus splendidus Fraaie roodnetboleetCallistosporium pinicola DennenolijfzwammetjeClavaria ravida Grauwe knotszwamCollybia acervata Kale bundelcollybiaCortinarius albonigrellus Zwarte kruipwilggordijnzwamCortinarius amigochrous SparrengordijnzwamCortinarius biveloides Oker gordelsteelgordijnzwamCortinarius candelaris SpoelvoetgordijnzwamCortinarius cotoneus Olijfbruine viltgordijnzwamCortinarius diasemospermus Kleine pelargoniumgordijnzwamCortinarius fistularis Roestbruine dwerggordijnzwamCortinarius fulmineus Vosrode knolgordijnzwamCortinarius haematochaelis RoodvelumgordijnzwamCortinarius jubarinus Kleine witsteelgordijnzwamCortinarius lucorum PeppelgordijnzwamCortinarius multicolor Wijnrode siersteelgordijnzwamCortinarius napus Roodbruine knolgordijnzwamCortinarius opimus Okerbruine viltgordijnzwamCortinarius praestigiosus Kleine roodbandgordijnzwamCortinarius pseudocandelaris Vale spoelvoetgordijnzwamCortinarius pseudoprivignus Bleke gordelsteelgordijnzwamCortinarius rubellopes Rozestelige gordijnzwamCortinarius sciophyllus OmberplaatgordijnzwamCortinarius subferrugineus Roestbruine witsteelgordijnzwamCortinarius subporphyropus Grijze purpersteelgordijnzwamCortinarius subviolascens Geringde gordijnzwamCortinarius tiliaceus Valse pelargoniumgordijnzwamCortinarius variegatus BleekplaatgordijnzwamCortinarius veregregius Grote roodbandgordijnzwamEntoloma chloropolium CitroensteelsatijnzwamEntoloma jahnii Witte schelpsatijnzwamEntoloma pachydermum Fraaie elzensatijnzwamEntoloma romagnesii Lichte vloksteelsatijnzwamEntoloma roseoalbum Witte moerasbossatijnzwamEntoloma subpusillum Berijpte trechtersatijnzwamEntoloma transvenosum Broze satijnzwamFlammulaster wieslandri Okerbruin vloksteeltjeHebeloma atrobrunneum KruipwilgvaalhoedHygrophorus pudorinus TerpentijnslijmkopInocybe olivaceobrunnea Olijfbruine vezelkopInocybe proximella Lichtsporige vezelkopLactarius mairei Ruige melkzwamLactarius scoticus Kleine donsmelkzwamLamprospora asperior Vals mosschijfjePeniophora rufa PeppelschorszwamPeniophora versivolor Bruingrijze schorszwamPeziza brunneoatra Bruinzwarte bekerzwamPhlebia expallens Bleke aderzwamPleurotus calyptratus Zittende oesterzwamPsathyrella borgensis Vlakke franjehoedPsathyrella mookensis Grijsbruine bermfranjehoedPsathyrella rhombispora Ruitsporige franjehoedPseudobaeospora pyrifera Wijnrood porfierzwammetjeRamariopsis tenuicula Wit koraaltjeRussula carminipes KarmijnrussulaRussula versatilis Bonte dwergrussulaSkeletocutis subincarnata Korstvormige dennezwamTremella steidleri EikekerntrilzwamTyphula variabilis Slank knotsje

292

Page 34: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

Index van beschreven en afgebeelde soortenWetenschappelijke namen

bes afb bes afb bes afbAgaricus bernardii 241 Gomphidius glutinosus 189 191 Pholiota lenta 123 125Agaricus campester 233 234 Gyrodon lividus 132 131 Pholiota pityrodes 215Agrocybe paludosa 219 218 Gyroporus castaneus 103 Phytoconis ericetorum 209 211Agrocybe rivulosa 19 Helvella elastica 139 140 Pleurotus eryngii 229 228Amanita ceciliae 162 Hericium coralloides 112 113 Pluteus atromarginatus 187Amanita crocea 128 129 Hohenbuehelia auriscalpium 146 Pluteus cyanopus 149Amanita vaginata 132 Hohenbuehelia culmicola 240 Pluteus plautus 148 145Amanita virosa 119 118 Hydnellum compactum 155 Psathyrella cotonea 124 125Amanita vittadinii 249 Hydnellum concrescens 153 261 Pseudobaeospora frieslandica 110Amylostereum laevigatum 204 203 Hygrocybe coccinea 229 6 Psilocybe polytrichi 184Anthracobia melaloma 197 199 Hygrocybe konradii 230 Psilocybe semiglobata 236 238Boletus aereus 160 Hygrocybe laeta 202 Ramaria fennica 159Boletus calopus 155 Hygrocybe phaeococcinea 210 Ramaria pallida 130 129Bovistella radicata 204 206 Hygrocybe psittacina 222 223 Rhizina undulata 198 195Cantharellula umbonata 207 206 Hygrophoropsis macrospora 219 Russula alnetorum 167Cantharellus cibarius 152 3 Hygrophorus persoonii 130 131 Russula elegans 162 161Cerrena unicolor 148 149 Hygrophorus russula 164 165 Russula paludosa 180 179Chalciporus rubinus 248 Hypocreopsis lichenoides 173 Russula versicolor 160 161Clavaria argillacea 202 203 Hypsizygus ulmarius 163 Rutstroemia conformata 171Clavulinopsis corniculata 225 226 Inocybe aeruginascens 133 Sarcodon scabrosus 117 118Clavulinopsis fusiformis 230 141 Inocybe godeyi 163 Stromatinia rapulum 244 246Clavulinopsis vernalis 205 Lactarius aspideus 168 Suillus laricinus 190Clitocybe geotropa 141 142 Lactarius uvidus 108 109 Terana coerulea 114 113Collybia konradiana 120 122 Lentinus lepideus 255 254 Trichoglossum hirsutum 224Coltricia perennis 178 179 Lentinus tigrinus 174 175 Tricholoma cingulatum 244 242Coprinus macrocephalus 237 Lepiota xanthophylla 139 138 Tricholoma equestre 180 182

263Coprinus picaceus 143 142 Lycoperdon umbrinum 111 Tricholoma sulphurescens 119Coprinus sterquilinus 237 238 Lyophyllum semitale 157 154 Tricholoma vaccinum 181 182Coprinus strossmayeri 258 259 Macrolepiota excoriata 235 234 Typhula erythropus 136Cordyceps longisegmentis 121 122 Marasmius hudsonii 14 Tyromyces fissilis 256Cortinarius armillatus 169 170 Marasmius querceus 144 Verpa conica 252 246Cortinarius balteatocumatilis 152 154 Microglossum nudipes 224 226 Volvariella bombycina 257 259Cortinarius salor 135 134 Mitrula paludosa 171 170Crucibulum crucibuliforme 253 251 Mycena belliae 212 211Cystoderma carcharias 192 Mycena crocata 253 254Cystoderma terrei 184 186 Mycena niveipes 147Cystolepiota pulverulenta 137 138 Mycena pelianthina 141 140Disciotis venosa 143 145 Mycena sanguinolenta 201Entoloma conferendum 217 218 Mycena seynii 193 191Entoloma cruentatum 231 Myriostoma coliforme 245 11Entoloma euchroum 174 175 Octavianina asterosperma 133 134Entoloma exile 222 Omphalina chlorocyanea 94Entoloma griseocyaneum 227 228 Omphalina gerardiana 213 214Entoloma pachydermum 172 Omphalina praticola 224 223Entoloma pleopodium 250 251 Phellinus pini 194 195Faerberia carbonaria 198 199 Phellodon tomentosus 183Galerina paludosa 209 Pholiota astragalina 185 186Gautieria morchellaeformis 108 109 Pholiota henningsii 212 214Geastrum minimum 241 242 Pholiota highlandensis 197

293

Page 35: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

Nederlandse namenbes afb Bes afb bes afb

Appelboomkaaszwam 256 Hanenkam 152 3 Spatelharpoenzwam 146Appelrussula 180 179 Heideknotszwam 202 203 Spechtinktzwam 143 142Armbandgordijnzwam 169 170 Helmharpoenzwam 240 Sterspoorsatijnzwam 217 218Beekmijtertje 171 170 Holsteelkluifzwam 139 140 Stromesthazenpootje 237Behaarde roodsteelcollybia 120 122 Hulsttaailing 14 Tijgertaaiplaat 174 175Blauwe korstzwam 114 113 Iepenzwam 163 Tolvormige stuifzwam 204 206Blauwgroen trechtertje 94 Jeneverbeskorstzwam 204 203 Tweesporig trechtertje 224 223Blauwvoethertenzwam 149 Kammetjesstekelzwam 112 113 Veenmosbundelzwam 212 214Blauwvoetstekelzwam 117 118 Kaneelboleet 103 Vergelende netspoorrussula 162 161Bleke knoflooktaailing 144 Kapjesinktzwam 258 259 Vingerhoedje 252 246Bleke koraalzwam 130 129 Karmozijnwasplaat 210 Violetbruine gordijnzwam 152 154Blozend staalsteeltje 231 Kegelpoederparasol 137 138 Violette satijnzwam 174 175Blozende knolvezelkop 163 Kleefsteelstropharia 236 238 Violetvlekkende melkzwam 108 109Bonte berkenrussula 160 161 Kleine aardster 241 242 Violetvlekkende moerasmelkzwam 168Brandplekbundelzwam 197 Kleine bloedsteelmycena 201 Vleeskleurige korrelhoed 192Brandplekribbelzwam 198 199 Kleverige knolamaniet 119 118 Vlokkig veenmosklokje 209Bronskleurig eekhoorntjesbrood 160 Knolvoethertenzwam 148 145 Weidechampignon 233 234Bundelknotszwam 230 141 Kruisdisteloesterzwam 229 228 Welriekende sterspoortruffel 133 134Citroengele satijnzwam 250 251 Kwelderchampignon 241 Zeedenmycena 193 191Dennenstekelzwam 183 Lenteknotszwam 205 Zijdeachtige beurszwam 257 259Dennenvuurzwam 194 195 Moerasleemhoed 219 218 Zwartsnedehertenzwam 187Donkerbruine stuifzwam 111 Oliebolzwam 198 195 Zwartvlekkende rouwridderzwam 157 154Doolhofelfenbankje 148 149 Olijfkleurige slijmkop 130 131Echte tolzwam 178 179 Paarsbruine koraalzwam 159Elzenboleet 132 131 Papegaaizwammetje 222 223Elzenrussula 167 Peperbus 245 11Elzenstromakelkje 171 Prachtamaniet 162Fors porfierzwammetje 110 Prachtmycena 253 254Fraaie elzensatijnzwam 172 Pronksteelbolet 155Geaderde leemhoed 19 Purpersnedemycena 141 140Gebochelde wasplaat 230 Rafelige parasolzwam 235 234Geel nestzwammetje 253 251 Rietbundelzwam 215Geelplaatparasolzwam 139 138 Rietmycena 212 211Geelvlekkende ridderzwam 119 Rivierbosmycena 147Geelvoetfranjehoed 124 125 Robijnboleet 248Gele ridderzwam 180 182

263Rode korrelhoed 184 186

Geringde inktzwam 237 238 Roodvoetknotsje 136Geringde ridderzwam 244 242 Roodvoetstaalsteeltje 222Gewoon houtskoolbekertje 197 199 Roze slijmkop 164 165Gewoon veentrechtertje 209 211 Rozetkussentjeszwam 173Gezoneerde stekelzwam 153 261 Ruige aardtong 224Gladde groene aardtong 224 226 Ruige ridderzwam 181 182Goudvinkzwam 185 186 Saffraanamaniet 128 129Grauwe ringboleet 190 Salomonsstromabekertje 244 246Grijsblauwe satijnzwam 227 228 Scharlaken wasplaat 229 6Grijze slanke amaniet 132 Scherpe stekelzwam 155Grijze vorkplaat 207 206 Schubbig veenmostrechtertje 213 214Groenverkleurende vezelkop 133 Schubbige taaiplaat 255 254Grootsporige schijncantharel 219 Schubsteelamaniet 249Grootsporige truffelknotszwam 121 122 Sikkelkoraalzwam 225 226Grote aderbekerzwam 143 145 Slijmerige blekerik 123 125Grote trechterzwam 141 142 Slijmige paarssteelgordijnzwam 135 134Grove sponstruffel 108 109 Slijmige spijkerzwam 189 191Haarmoszwavelkop 184 Slijmwasplaat 202

294

Page 36: 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen · 21. Evaluatie, conclusies en aanbevelingen 21.1. Hoofdconclusies Het goede nieuws van deze nieuwe Rode Lijst paddenstoelen is dat het

De Nederlandse Mycologische Vereniging, opgericht in 2008, heeft als doel de beoefening van de mycologie in ruime zin te bevorderen. In voor- en najaar worden wekelijks excursies georganiseerd. Er worden binnen- en buitenlandse werkweken gehouden en in de winter verscheidene landelijke bijeenkomsten. Door het gehele land zijn er studiegroepen waar beginnende en gevorderde mycologen gezamenlijk vondsten bespreken en determineren. Tevens is de NMV actief in de natuurbescherming. Centraal staat in de vereniging de paddenstoelenkartering: de leden verzamelen gegevens en voeren deze in een centraal bestand in, waarvan de kwaliteit door provinciale coördinatoren wordt bewaakt. In het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring coördineert de NMV tevens het landelijke paddenstoelenmeetnet. De NMV bezit een uitgebreide collectie paddenstoelenboeken. Het contactblad van de Vereniging, Coolia, verschijnt viermaal per jaar en wordt aan de leden toegestuurd. Momenteel heeft de Vereniging een kleine 800 leden.

Website: www.mycologen.nlInformatie over lidmaatschap: [email protected]

295