Kwaliteit in de Zorg

20
Vinger aan de pols voor PAH-patiënten Ouderenzorg Verschuiving GGZ richting huisarts Een model voor zorg op maat juli 2013 Kwaliteit in de Zorg “Gezondheidsbeleving: zorg op maat” “Wat is gezondheid eigenlijk en wat kun je doen om mensen een betere beleving van hun gezond- heid te geven? ” Prof. dr. Sjaak Bloem stelt heel relevante vragen, die nochtans in de waan van de dag ondergesneeuwd dreigen te raken. Terwijl ze toch enorm belangrijk zijn voor verbetering van de kwaliteit van de zorg. Prof. Bloem bekleedt een leerstoel op Nyenrode Business Universiteit, welke is ingesteld op initiatief van Janssen, rond gepersonaliseerde zorg. Lees verder op pagina 3 “Van geneeskunde naar geneeskunst” De verbetering van de kwaliteit van zorg kent verschillende aspecten. Uiteraard moet de tech- nische handeling, die voor de zorg wordt uitge- voerd, kloppen. Maar ook van belang is hoe de patiënt die behandeling beleeft. Prof. dr. Hans Kerkkamp is lid van de Raad van Bestuur van het Atrium Ziekenhuis in Heerlen en houdt zich daar bezig met de voortdurende verbetering van de kwaliteit van zorg. “Belangrijk is ook om je af te vragen wat een behandeling heeft bijgedragen aan de waarde van de kwaliteit van leven.” Lees verder op pagina 10 “Van spreekkamer naar gesprekskamer” “Iedere patiënt is uniek. Het is van belang dat de juiste informatie en juiste zorg bij de juiste patiënt komt. Dat betekent niet dat je zes miljoen patiën- ten allemaal een unieke benadering kunt geven, maar er zijn wel gemeenschappelijke kenmerken die een gemeenschappelijke benadering recht- vaardigen. Er zijn patiënten die helemaal niet zit- ten te wachten op uitgebreide informatie, ande- ren willen juist het naadje van de kous weten voor ze een keuze voor een behandeling maken. Lees verder op pagina 11

description

De Nederlandse gezondheidszorg staat voor grote uitdagingen. Hoe waarborgen we de kwaliteit? Lees er hier alles over aan de hand van verschillende ziektebeelden. Het voorwoord is verzorgd door minister Edith Schippers

Transcript of Kwaliteit in de Zorg

Page 1: Kwaliteit in de Zorg

Vinger aan de pols voor PAH-patiënten

Ouderenzorg

Verschuiving GGZ richting huisarts

Een model voor zorg op maat

juli 2013

Kwaliteit in de Zorg

“Gezondheidsbeleving: zorg op maat”

“Wat is gezondheid eigenlijk en wat kun je doen

om mensen een betere beleving van hun gezond-

heid te geven? ” Prof. dr. Sjaak Bloem stelt heel

relevante vragen, die nochtans in de waan van de

dag ondergesneeuwd dreigen te raken. Terwijl ze

toch enorm belangrijk zijn voor verbetering van

de kwaliteit van de zorg. Prof. Bloem bekleedt

een leerstoel op Nyenrode Business Universiteit,

welke is ingesteld op initiatief van Janssen, rond

gepersonaliseerde zorg.

Lees verder op pagina 3

“Van geneeskunde naar geneeskunst”

De verbetering van de kwaliteit van zorg kent

verschillende aspecten. Uiteraard moet de tech-

nische handeling, die voor de zorg wordt uitge-

voerd, kloppen. Maar ook van belang is hoe de

patiënt die behandeling beleeft. Prof. dr. Hans

Kerkkamp is lid van de Raad van Bestuur van

het Atrium Ziekenhuis in Heerlen en houdt zich

daar bezig met de voortdurende verbetering van

de kwaliteit van zorg. “Belangrijk is ook om je af

te vragen wat een behandeling heeft bijgedragen

aan de waarde van de kwaliteit van leven.”

Lees verder op pagina 10

“Van spreekkamer naar gesprekskamer”

“Iedere patiënt is uniek. Het is van belang dat de

juiste informatie en juiste zorg bij de juiste patiënt

komt. Dat betekent niet dat je zes miljoen patiën-

ten allemaal een unieke benadering kunt geven,

maar er zijn wel gemeenschappelijke kenmerken

die een gemeenschappelijke benadering recht-

vaardigen. Er zijn patiënten die helemaal niet zit-

ten te wachten op uitgebreide informatie, ande-

ren willen juist het naadje van de kous weten voor

ze een keuze voor een behandeling maken.

Lees verder op pagina 11

Page 2: Kwaliteit in de Zorg

2 voorwoord

Kwaliteit in de Zorg

Pulse Media Group

De inhoud van de commerciële bijdragen zoalsbedrijfsprofielen, expertinterviews, expertbijdrage en advertorials beschrijven de meningen en standpunten van de geïnterviewden. De redactie van PMG tracht alle fouten te voorkomen, echter kan de redactie niet in staan voor eventuele fouten of onvolkomenheden in deze bijdragen. PMG aanvaardt hierdoor geen aansprakelijkheid.

Pulse Media Group B.V. Keizersgracht 1271015 CJ Amsterdam T 020 520 76 50 www.pulsemedia-group.com

Inhoud

Veranderingen in het zorglandschap

Zorg voor PAH-patiënten

Medicijnmonitor voor therapietrouw

Opluchting bij hooikoorts

GGZ naar de huisarts

Zeldzame psychische aandoeningen

Psychosomatiek kent drempels

Waarom een particulier verzorgingshuis?

Homeopathie is een keuze

Wat een vermoeidheidcentrum kan doen

Thuiszorg: ook een sociale functie

4

6

8

9

12

13

14

15

16

17

18

Colofon

Senior Media AdvisorCornelis [email protected]

Managing DirectorMaarten Le [email protected]

Productie/Lay-OutBert Potse, Jelle Heijman, Studio Razend

RedactieCor Dol (hoofdredactie), Hans-Peter Lassche, Irma van der Lubbe, Annemiek de Waard

Foto‘sBigstockphoto.com

DrukkerDijkman Offset, Diemen

Edith Schippers, Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

De kwaliteit van de Nederlandse gezondheidszorg moet

hoog zijn en blijven. Daar is iedereen het over eens. Maar

wat is dat dan, die kwaliteit? We denken natuurlijk aller-

eerst aan de technische kant van zorg: genezen en ver-

betering van de kwaliteit van leven. Maar er hoort meer

bij: brede openingstijden bij de huisarts bijvoorbeeld, voor

de deur kunnen parkeren, snel telefonisch contact krijgen.

Of via e-mail. Kwaliteit is ook duidelijke informatie ont-

vangen over wat je mankeert. Weten wie de beste is op

welk gebied. Serieus genomen worden. Een gezamenlijk

opgesteld behandelplan, waar je je aan kunt houden. Zo

lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen ondanks een

aandoening. Of thuis kunnen sterven. Maar kwaliteit is

ook de wetenschap dat zorg beschikbaar en betaalbaar

is en blijft.

Onze gezondheidszorg staat voor een grote uitdaging. De

snel stijgende kosten waren goed op te vangen in tijden

van economische bloei. Maar die tijden zijn over. De eco-

nomie zal de komende jaren een veel lagere groei kennen.

Daardoor zullen we veel meer moeten kijken naar wat we

meer en beter kunnen doen met minder geld. Gelukkig

erkennen zorgverleners dat efficiënte en klantvriendelijke

ziekenhuizen vaak ook de betere ziekenhuizen zijn. Kwa-

liteit is vaak helemaal niet duurder, in tegendeel.

Ik ben ervan overtuigd dat we nog veel vooruitgang kun-

nen boeken. In verschillende ziekenhuizen wordt heel

verschillend behandeld. Dat betekent dat artsen de eigen

richtlijn over wat goede zorg is, vaak niet volgen. Veel

onderzoeken zijn onnodig of worden dubbel gedaan, dat

belast de patiënt onnodig. Zinnig en zuinig is het nieuwe

devies. De zorg zal zich daaraan moeten aanpassen. We

moeten kijken naar wat een patiënt of cliënt echt nodig

heeft en daaraan zuinig invulling geven. Mensen worden

in de toekomst vaker thuis behandeld en verzorgd. In hun

eigen vertrouwde omgeving voelen ze zich veilig en vrij.

Dat is goed voor patiënten én voor de kosten, want die lig-

gen lager. De toepassing van e-health dient beide doelen:

patiënten hebben meer comfort en vrijheid en de kosten

liggen lager.

Innovaties kunnen enorme verbeteringen brengen in de

kwaliteit, maar dat is niet per definitie zo. Het is cruciaal

om scherp te kijken naar wat iets oplevert voor patiënten

of cliënten. Niet elk ziekenhuis heeft bijvoorbeeld alle ap-

paratuur nodig. De meerwaarde is soms beperkt. Deze

apparatuur kost veel geld en het is dus opmerkelijk dat

ziekenhuizen soms massaal overgaan tot aanschaffen,

terwijl onduidelijk is wat de meerwaarde ervan is.

Kwaliteit van zorg zit ook in de relatie arts en patiënt.

Staat de kwaliteit van leven centraal, of de behandeling?

Bijvoorbeeld bij ouderen met één of meer chronische aan-

doeningen. Deze patiënten slikken vaak ontzettend veel

medicijnen. Apothekers kunnen met een medicijncheck

één keer per jaar uitzoeken hoe die medicijnen zich tot

elkaar verhouden. Werken ze elkaar tegen, kan het niet

minder? Zo’n check kan ontzettend veel kwaliteit voor de

patiënt opleveren. Kwaliteit is soms complex, maar kan

ook ontzettend simpel zijn.

De sector zelf bepaalt wat kwaliteit is, met richtlijnen en

normen. En bovenal met het eigen handelen. De verze-

keraars, de artsen, ziekenhuizen, verpleegkundigen, de

tandartsen, de verloskundigen en alle andere zorgverle-

ners zorgen er samen voor dat iedereen die zorg nodig

heeft, de beste zorg kan krijgen. De zorgvraag van de pa-

tiënt is daarbij leidend en inzicht voor de patiënt in wie

welke kwaliteit levert, is cruciaal. De komende jaren is dat

de opdracht die we moeten vervullen, opdat ook over een

aantal jaren in Nederland nog steeds topzorg wordt gele-

verd, beschikbaar voor iedereen die het nodig heeft.

Partners

Page 3: Kwaliteit in de Zorg

3expertbijdrage

“Wat is gezondheid eigenlijk en wat kun je doen om mensen een betere beleving van hun gezondheid te ge-ven? Welke diensten kun je aanbie-den om die beleving te verbeteren en als je dat aanbiedt, hoe controleer je dan of het werkt?” Prof. dr. Sjaak Bloem stelt heel relevante vragen, die nochtans in de waan van de dag ondergesneeuwd dreigen te raken. Terwijl ze toch enorm belangrijk zijn voor verbetering van de kwaliteit van de zorg. Prof. Bloem bekleedt een leerstoel op Nyenrode Business Universiteit, welke is ingesteld op initiatief van Janssen, rond geperso-naliseerde zorg. Janssen wil, met het mogelijk maken van deze leerstoel, een bijdrage leveren aan het verbe-teren van de kwaliteit van leven en de zorg voor patiënten en hun om-geving. Vanuit deze leerstoel is een model ‘gepersonaliseerde zorg’ ont-wikkeld, waarbij bovenstaande vra-gen als pijlers dienden.

Ladder“Een aantal jaren geleden zijn we ons gaan

bezighouden met de vraag hoe we de gezond-

heidsbeleving van een individu moeten meten.

Er is een ontzettend groot instrumentarium

en heden ten dage wordt dat instrumentarium

steeds belangrijker, omdat ziekenhuizen de

opdracht krijgen de gezondheidsbeleving van

mensen in kaart te krijgen. Samen met col-

lega dr. Joost Stalpers vroeg ik me af wat voor

typen vragenlijsten er in feite bestonden en

wat de achterliggende gedachte daarvan was.

Het bleek dat de meeste vragenlijsten wel be-

trouwbaar zijn, maar ze zijn veelal niet valide.

Dat laatste wil zeggen dat niet precies duidelijk

is wat er wordt gemeten. Dat komt omdat de

meeste vragenlijsten geen helder theoretisch

kader hebben en omdat de gebruikte begrip-

pen zijn niet geduid.” De tijd leek daarmee rijp

voor een goede onderbouwing van het begrip

gezondheid, het meten daarvan en vooral hoe

mensen hun eigen gezondheid beleven. Prof.

Bloem: “Wij zien gezondheid als het functione-

ren van individuen om het leven te leiden dat ze

willen leiden, binnen de grenzen van de eigen

mogelijkheden. Een goed beeld daarvan is een

persoon die op een ladder op en neer gaat. Hoe

hoger op de ladder, hoe beter je je gezondheid

beleeft. De top van de ladder staat voor de top-

dag over een bepaalde periode, en de onderste

sport voor de slechtste dag. Zo kunnen we op

een heel praktische manier meten. De gezond-

heidsbeleving van een persoon komt overeen

met de plaats op de ladder die hij zichzelf geeft.”

Persoonlijk makenDus: gezondheid werd gedefinieerd én het kon

op een eenvoudige manier worden gemeten.

Overigens was het idee van een ladderschaal

niet nieuw, maar werd wel door Bloem en Stal-

pers geoptimaliseerd voor gebruik voor het

meten van beleefde gezondheid. “En door de

uitersten aan te geven, konden we meting per-

soonlijk maken. Het goede aan de schaal is dat

de positie waarop je jezelf op de ladder plaatst

ten opzichte van de topdag, absoluut is. Zo kun

je mensen die terminaal ziek zijn vergelijken

met een sportman die zijn benen heeft gebro-

ken.” Die gegevens zijn belangrijk in de dage-

lijkse praktijk van de zorg, want als je als behan-

delend arts behalve inzicht in de biomedische

factoren ook inzicht in de beleving van de ziekte

hebt, dan leidt dat tot een betere diagnose, een

beter behandelplan, een hogere gerapporteerde

patiënttevredenheid en een hogere therapie-

trouw. “Het medische deel heeft in de praktijk

veelal de overhand”, vindt Sjaak Bloem. “Het be-

levingsdeel wordt een beetje vergeten. Dat zou

op één of andere manier meer terug moeten ke-

ren in de behandelkamer. Daarmee zou de ma-

nier waarop de patiënt met zijn of haar ziekte

omgaat, ook geborgd zijn.” Voor elk individu

geldt dat de uitersten van de gezondheidsbele-

ving, zoals we die op onze eigen ladder weerge-

ven, kunnen blijven verschuiven in de tijd. “Het

enige relevante is hoe je nu je gezondheid be-

leeft ten opzichte van die topdag.”

Acceptatie en controleOm de beleving van gezondheid nog meer te-

rug te brengen naar de behandelkamer, worden

onder meer in ziekenhuizen PROMs geïntro-

duceerd: Patient Reported Outcome Measure-

ments. Dit zijn belangrijke methodieken om de

patiënt een stem te geven, maar ze hebben

vaak als nadeel dat het hele lange vragenlijsten

zijn. “Het is niet te doen om een patiënt elke

drie weken een lange vragenlijst voor te leggen.

Met behulp van de ladderschaal kun je echter al

binnen vier vragen een indicatie krijgen van de

richting die de beleving opgaat. Bovendien wil je

weten waarom mensen zichzelf hoger of lager

op de ladder plaatsen ten opzichte van een eer-

der meetpunt. Daarbij spelen de grootheden ac-

ceptatie en controle een rol.” Acceptatie wil zeg-

gen in hoeverre een patiënt bereid is de ziekte

een plaats te geven in het leven, controle zegt

iets over het zien van mogelijkheden om iets

aan de gezondheid te kunnen doen. Als beide

dalen, zal ook de gezondheidsbeleving dalen.

Maar ook één van beide kan dalen. Patiënten

met een hoge acceptatie en hoge controle doen

het goed. “Deze mensen moet je voeden met

trots. In termen van gezondheidsbeleving sco-

ren zij hoog. Patiënten met een hoge acceptatie

en lage controle zijn mensen die heel praktisch

planning en structuur nodig hebben. Mensen

met een lage acceptatie en hoge controle heb-

ben emotionele zorg nodig, zij vechten tegen

zichzelf. Lotgenotencontact is dan bijvoorbeeld

een goed middel.” De moeilijkste groep is die

met een lage controle en lage acceptatie. “Zij

behoeven coaching, je moet ze aan de hand

meenemen en hoop gaan bieden.” Met slechts

zes vragen kunnen mensen ingedeeld worden

in één van de vier menstypen.

Meer doelgerichte zorgBelangrijk voor de praktische toepassing van dit

model voor gepersonaliseerde zorg is dat met

deze kennis zorg doelgerichter en effectiever

aangeboden kan worden. Daarmee kunnen ook

- en dat is in het licht van de huidige en komen-

de ontwikkelingen in de zorg minstens zo be-

langrijk - de kosten in de hand worden gehou-

den. Prof. Bloem: “Je kunt de zorg dus inrichten

aan de hand van de vier typen patiënten, je kunt

doelgerichter zorg aanbieden en met behulp

van de laddermeting kijken of de aangeboden

zorg ook daadwerkelijk soelaas biedt. Dat geeft

je de kans om bij te sturen mocht dat nodig zijn.

En je geeft niet alleen de arts, maar ook jezelf

als patiënt inzicht. In het kader van ‘samen ver-

antwoordelijk zijn’, is dat een belangrijk gege-

ven.” Om het meten makkelijk en efficiënt te

maken heeft het bedrijf ‘Healthy Solutions’ een

web- en app-based programma ontwikkeld:

‘MedScores’. Op basis van de scores worden

individuen automatisch ingedeeld in één van de

vier menstypen.

TransparantieAllerlei partijen spelen een rol in de gezond-

heidszorg en zullen in de schaduw van de hui-

dige tijd toch met elkaar om tafel moeten. Dan

is het goed om effectieve indicatoren te heb-

ben waarmee de zorg beoordeeld kan worden.

Bloem vindt ook dat partijen meer transparant

met elkaar zouden moeten gaan samenwerken.

“Je zult de samenwerking moeten gaan zoe-

ken tussen arts en patiënt. Dat gebeurt ook al,

maar men moet meer durven. Er zijn al artsen

van doordrongen dat meer grip op de patiënt-

beleving kan leiden tot een betere behandeling.

Maar verschillende partijen zouden het samen

moeten onderschrijven en er aan werken om

het in te voeren in de klinische praktijk. Een

multidisciplinaire insteek is vereist, waarbij ook

de patiënt een rol speelt. Een verandering van

mentaliteit is niet alleen iets van de arts, een lid

van de Raad van Bestuur of de zorgverzekeraar,

maar ook van de patiënt. Zelfmanagement be-

tekent dat je het samen moet doen en het mo-

del voor gepersonaliseerde zorg kan daarbij een

goede leidraad zijn.”

Gezondheidsbeleving: zorg op maatOp een ‘vrij eenvoudige’ manier is de beleving van gezondheidszorg te meten.En de resultaten bieden kansen op verbetering van de kwaliteit.

Prof. dr. Sjaak Bloem bekleedt een leerstoel op Nyenrode BusinessUniversiteit rond

gepersonaliseerde zorg en is werkzaam bij de innovatieve, farmaceutische firma Janssen.

Page 4: Kwaliteit in de Zorg

4 van de redactie

Het veranderende zorglandschapSinds 1 januari van dit jaar zijn er veranderingen in de zorg. Zo gaat het eigen risico omhoog naar 350 euro.

Wie in Nederland woont of werkt, is wet-telijk verplicht een basisverzekering af te sluiten bij een zorgverzekeraar in Ne-derland. Het basispakket dekt de stan-daardzorg van bijvoorbeeld huisarts, ziekenhuis of apotheek. De overheid be-slist wat er in het basispakket zit.

BasispakketDe veranderingen in het basispakket in 2013 zijn onder andere: het eigen risico gaat omhoog naar 350 euro, rollators en andere eenvoudige loophulpmiddelen verdwijnen uit het basispakket, men be-taalt een eigen bijdrage van 25 procent bij de aanschaf van gehoortoestellen, de eigen bijdrage in de curatieve geeste-lijke gezondheidszorg wordt afgeschaft, het stoppen-met-rokenprogramma komt terug in het basispakket en er wor-den maximaal drie behandeluren dieet-advies vergoed.

AWBZOm de zorg toegankelijk, goed en be-taalbaar te houden, voert het kabinet de komende jaren hervormingen door zoals op het gebied van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Ook neemt de overheid maatregelen zodat mensen langer zorg thuis kunnen krijgen. Het kabinet wil de AWBZ vanaf 2015 ingrijpend hervormen. Alleen de zwaarste, langdurige zorg wordt dan nog vergoed uit de AWBZ. Lichtere vormen van AWBZ-zorg gaan naar gemeenten of worden geregeld via de zorgverzeke-ring. Verder is bij mensen met een eigen vermogen de eigen bijdrage omhoog-gegaan, is er extra geld voor persoons-gebonden budget en wil het kabinet dat mensen langer zorg thuis kunnen krij-gen.

MantelzorgHet zorglandschap verandert: de over-heid trekt zich steeds meer terug en sti-muleert dat patiënten, zorgaanbieders en zorgverzekeraars hun verantwoorde-lijkheid nemen. Langer thuis blijven be-tekent ook dat de rol van de mantelzorg

steeds groter wordt. Er zijn in Nederland 3,6 miljoen mantelzorgers die langdu-rig en onbetaald zorgen voor zieke of gehandicapte familieleden of vrienden. Een ziekte die iemand langzaam maar zeker volledig afhankelijk maakt van de zorg van anderen is dementie. De ver-wachting is dat in de toekomst een op de vijf mensen een vorm van dementie krijgt, waarvan de ziekte van Alzheimer de meest voorkomende is. Het overgro-te deel van deze mensen woont thuis en krijgt zorg van vooral mantelzorgers. De belangrijkste reden voor opname in een verpleeghuis is dat de mantelzorg het niet meer aan kan.

Dementie“De samenleving wordt steeds ouder en er nadert een grote golf van mensen die zullen lijden aan dementie”, zegt Bart Rutten, lid Wetenschappelijke Ad-viesraad ISAO (Internationale Stichting Alzheimer Onderzoek) en neuroweten-schapper/psychiater aan het Maastricht UMC. Het verouderingsproces is de grootste risicofactor om Alzheimer te ontwikkelen. “Daarnaast wordt de kans verhoogd door bijvoorbeeld levensstijl-factoren zoals voeding en genetische factoren, die vooral bij de vroege vorm van de ziekte een belangrijke rol spelen. Tot nu toe is de voortgang van de ziekte onomkeerbaar en onbehandelbaar. Om effectieve strategieën te ontwikkelen die de ziekte daadwerkelijk kunnen ver-tragen of de ernst kunnen verminderen is neurobiologisch onderzoek noodza-kelijk. De identificatie van de biologi-sche componenten in het ziekteproces die omkeerkaar zijn, zal er hopelijk toe leiden dat we in de toekomst dementie kunnen vertragen, behandelen en mis-schien zelfs in bepaalde gevallen kun-nen voorkomen! Vroegdiagnostiek, het tijdig herkennen van voorstadia, is hier-bij natuurlijk van groot belang.”

GeneesmiddelenNederlanders gebruiken in vergelijking met andere Europeanen weinig me-

dicijnen. Toch stijgen de uitgaven aan medicatie. Belangrijke oorzaken zijn de komst van nieuwe, dure geneesmidde-len en het feit dat mensen steeds ouder worden. De Stichting Eerlijke Genees-middelenvoorzieningen (EGV) is een on-afhankelijke organisatie die zich inzet om arts en patiënt te ondersteunen bij problemen met de vergoeding van ge-neesmiddelen. De wet- en regelgeving over de vergoeding van geneesmidde-len is lastig te doorgronden en kan voor artsen, patiënten en zorgverzekeraars voor misverstanden zorgen. De stichting is tien jaar geleden opgericht door de initiatiefnemers die zich zorgen maak-ten om de communicatie tussen arts en patiënt en om de toegang tot medicij-nen.

MonitorIn 2012 en in 2013 heeft een overheve-ling van dure geneesmiddelen plaats-gevonden. Het gaat daarbij om ver-anderingen in de financiering voor geneesmiddelen die worden ingezet bij chronische ontstekingsziekten zoals reuma, oncologische aandoeningen en aandoeningen waarbij groeihormonen worden voorgeschreven. De stichting heeft in samenwerking met een groot aantal patiëntenorganisaties en be-roepsverenigingen een monitor in het leven geroepen: monitorgeneesmidde-len.nl. De monitor is een goede basis volgens EGV-vicevoorzitter Kees van Schagen: “Een model waarin artsen en patiënten een belangrijke rol hebben.” Er is een denktank opgezet om na te denken over wat potentiële problemen kunnen zijn. Hiervoor kunnen patiënten de vragenlijst op de website invullen. Zij worden opgeroepen via patiëntenver-enigingen en beroepsgroepen.

SwitchOok heeft de stichting een helpdesk voor patiënten die geneesmiddelen niet kunnen krijgen; deze signalen worden

meegenomen. Daarnaast wordt aanvul-lend onderzoek van bijvoorbeeld apo-thekerscoöperatie Napco meegenomen. Het rapport is nu naar de Tweede Kamer. Van Schagen: “Wel jammer dat het mi-nisterie dat de subsidie verstrekt, wor-stelt met de conclusies met betrekking tot de invoering van de overheveling. De oplossing moet de kwaliteit struc-tureel ondersteunen. Alles draait nu om volumes en kostenbeheersing. Als patiënten daardoor moeten switchen, terwijl de richtlijnen zeggen dat het niet goed is, dan komt de kwaliteit van zorg in gevaar.” Dit gebeurt vooral bij TNF-alfa-blokkers. Patiënten begrijpen niet waarom veranderd wordt. Er wordt nu onderzocht of in één keer switchen wel goed is. “De monitor is in het politieke debat ingebracht en geeft transparantie, iets dat nodig is in de zorg. We moeten zorgconsumenten, die nu nog te afhan-kelijk van de arts zijn, vertrouwen geven en in de spreekkamer de vrijheid geven om zelf beslissingen te durven nemen.”

CommunicatieVoor een goede kwaliteit van zorg is goede communicatie belangrijk. Van Schagen: “We hebben het over multidis-ciplinaire teams, wijkverpleging, enzo-voort. Behalve de communicatie tussen arts en patiënt is ook de communicatie tussen de zorgverleners onderling en tussen de ziekenhuisapotheek en de openbare apotheek belangrijk. Die laat-ste vorm van communicatie rammelt nu nog aan alle kanten en wordt een steeds nijpender probleem, zeker bij oncolytica. De communicatie moet zo optimaal mo-gelijk zijn voor het welzijn van de zorg-consument! En ook is transparantie in de financiering noodzakelijk. Er zijn bijvoorbeeld nu vaak nog onduidelijke afspraken tussen ziekenhuizen en zorg-verzekeraars.”

Auteur: Annemiek de Waard

Page 5: Kwaliteit in de Zorg

5expertinterview

Rivierduinen biedt tweede- en derdelijns

geestelijke gezondheidszorg aan de in-

woners van het noorden en midden van

Zuid-Holland. Onze zorg stelt cliënten in

staat weer grip op hun leven te krijgen

en zelf keuzes te maken die de kwaliteit

van hun leven verhogen. Onze centra voor

geestelijke gezondheidszorg bieden de

zorg in de omgeving die het best past bij

de situatie van de cliënt: thuis als het kan,

in één van onze klinieken als het moet. In

de geestelijke gezondheidszorg zien we

de komende jaren een verschuiving van

opname in een kliniek naar behandeling in

een polikliniek of thuis. Het afbouwen van

opnameplekken is onderdeel van het door

minister Schippers gesloten zorgakkoord.

Landelijk moet het aantal opnameplekken

in 2020 met een derde zijn teruggebracht

ten opzichte van 2008.

Thuis als het kan

Thuis als het kan, vertaalt zich bij Rivier-

duinen in het steeds vaker inzetten van

wijkgerichte zorg. Cécile Gijsbers van Wijk,

lid Raad van Bestuur en Geneesheer Direc-

teur bij Rivierduinen: “Bij wijkgerichte zorg

begeleiden en ondersteunen wij de cliënt

in zijn eigen leefsituatie met als doel duur-

zaam herstel. Alle cliënten met langduren-

de en complexe psychiatrische problema-

tiek komen voor deze zorg in aanmerking.

Deze cliënten hebben aanzienlijke en

blijvende beperkingen in sociaal en maat-

schappelijk functioneren. Bij wijkgerichte

zorg werken wij niet alleen aan verminde-

ring van ziektesymptomen of genezing,

maar ook aan maatschappelijk herstel en

het hervinden van een zinvolle levensin-

vulling ondanks aanwezige beperkingen.”

Samenwerken in een keten

Rivierduinen doet dit samen met keten-

partners als onder andere maatschappelijk

werk, dagbesteding en woonbegeleiding.

Het wijkteam regisseert de zorg, zodat

samenhang is gewaarborgd. Ook werkt

het team samen met familie en andere

betrokkenen. Een hechte werkrelatie tus-

sen de cliënt, zijn naastbetrokkenen en de

zorgverleners is hét voertuig van effectieve

wijkgerichte zorg. De regie blijft in handen

van de cliënt die in zorg is. Gijsbers van

Wijk: “Deze eigen regie is onderdeel van

onze zorgvisie. Wij stellen samen met de

cliënt positief geformuleerde zorgdoelen

op, zodat wij hem goed kunnen begelei-

den in het hervinden van een betekenisvol

leven.” En kan de cliënt deze eigen regie

niet aan? Dan neemt het team de regie tij-

delijk over. Als zorg in de eigen omgeving

even niet mogelijk is, dan is opname in

één van de klinieken van Rivierduinen een

mogelijkheid. Ook dan blijft het wijkteam

de cliënt begeleiden. De zorg kan hiermee

heel gemakkelijk worden aangepast aan

de behoefte van de cliënt.

Wat was de reden om de Stichting mirro op te zetten?

Remko Segers, manager van Stichting

mirro: “Veel Nederlanders, ongeveer 3 mil-

joen, hebben voor korte of langere perio-

den psychische klachten. Zij zoeken hulp

en middelen die hen kunnen ondersteu-

nen. Dat doen ze vaak op het internet of

bij de huisarts. Veel consumenten krijgen

online niet de antwoorden waar ze naar

op zoek zijn. Verder blijkt dat veel huis-

artsen behoefte hebben aan verdere on-

dersteuning op het gebied van geestelijke

gezondheidszorg. Daarnaast is bewezen

dat e-health-toepassingen op dit gebied

goed werken. Het gebruik hiervan valt nog

tegen, maar gezien de markt- en kosten-

ontwikkeling in de zorg is het een prima

alternatief. Stichting mirro haakt op die

ontwikkelingen in.”

Wat biedt de stichting?

“Allereerst de thematische websites met

online zelfhulp die mensen helpen bij het

zelf herkennen, aanpakken en voorkomen

van psychische klachten. Op dit moment

zijn er sites voor een viertal thema’s: ge-

zondzorgen.mirro.nl helpt mantelzorgers

om mentaal gezond te blijven; rouwver-

werking.mirro.nl voor mensen die in een

rouwproces zitten; game-check.mirro.nl

om onverantwoord gamen te kunnen her-

kennen en voorkomen en burnout.mirro.nl

om een burnout te leren herkennen en aan

te pakken. Op de sites staan allerlei film-

pjes, testen, oefeningen en andere infor-

matie waarin professionele behandelaren

tips geven hoe je het beste met deze pro-

blematiek kunt omgaan. De sites kunnen

uit eigen beweging door mensen bezocht

worden, maar ook bijvoorbeeld op aanwij-

zing van de huisarts of de werkgever.”

Wat ziet u als grote voordeel van de themawebsites?

“De sites zijn kosteloos, makkelijk toe-

gankelijk, anoniem, kennen geen wacht-

tijd en hebben een positieve uitstraling.

Dat maakt ze een goed alternatief voor

mensen die niet direct de zorg in hoeven,

maar wel met hun problemen aan de slag

willen. We hopen op deze manier minder

mensen in de zorg te krijgen door het tij-

dig ondervangen van deze problemen. De

sites bieden vroegtijdig ‘de juiste zorg op

het juiste moment’; dat is waar mirro voor

staat. Door klantenpanels en wetenschap-

pelijk onderzoek worden de websites en

de online zelfhulp continue verbeterd.

Wat biedt mirro nog meer?

“Mirro wil ook de zorgprofessionals in en

om de huisartsenpraktijk helpen de juiste

zorg op het juiste moment te leveren. We

ontwikkelen daarvoor een screeningsin-

strument voor de eerste zorgtoewijzing

en een bijbehorend behandelprotocol,

waarbij we volledig aansluiten op de gene-

ralistische Basis GGZ die onlangs vanuit

het ministerie van VWS is voorgesteld. Op

dit moment zijn we deze producten nog in

een kleine kring aan het ontwikkelen en

uitproberen. Komend najaar zijn ze klaar

om aan een breder veld aan te bieden.

Verder breiden we het aanbod aan online

zelfhulp steeds verder uit. Dit jaar komen

er acht nieuwe themawebsites bij, onder

meer op het gebied van relatieproblema-

tiek en slaapproblemen.

advertorial

Wijkgerichte zorgWerken aan een betekenisvol leven

“Online psychische hulp”

Cécile Gijsbers van Wijk, lid van de Raad

van Bestuur en Geneesheer Directeur bij

Rivierduinen.

WWW.MIRRO.NLWWW.MIRRO.NLWWW.MIRRO.NL

BURNOUT.MIRRO.NL

GEZONDZORGEN.MIRRO.NL

GAME-CHECK.MIRRO.NL

ROUWVERWERKING.MIRRO.NL

Stichting mirro is een gezamenlijk

initiatief van de GGZ instellingen

AZmn, GGZ Drenthe, GGZ inGeest,

Parnassia Groep en Achmea. Bin-

nenkort staat de stichting open voor

aansluiting van andere zorgverle-

ners en verzekeraars.

Page 6: Kwaliteit in de Zorg

6 van de redactie

Vinger aan de pols voor PAH-patiëntenDe distributie van geneesmiddelen voor PAH-patiënten stond ter discussie. Voorzichtigheid is geboden.

Patiënten met Pulmonale Arteriële Hypertensie (PAH) bevinden zich mo-menteel in een benarde positie. Dit jaar verschenen geneesmiddelen voor deze patiënten op een lijst van de overheid, waarmee werd aangegeven dat de me-dicijnen zou worden ‘overgeheveld’. Dat zou betekenen dat ze niet door het re-guliere GeneesmiddelenVergoedings-Systeem (GVS) zouden worden vergoed, maar dat het ziekenhuis volledig verant-woordelijk zou worden voor de verstrek-king van de middelen. De zorg rond PAH is tot dusver prima geregeld. Maar door de dreigende overheveling worden men-sen met een progressief dodelijke aan-doening met inspanning gerelateerde klachten de weg opgestuurd om hun medicatie op te halen. Een goed functi-onerend systeem wordt opgeven, omdat het besparingen zou opleveren. Geluk-kig zijn de middelen voor PAH-patiënten kort geleden van de voorlopige lijst ge-haald en dat is voor even goed nieuws. Toch is het zaak om, met dit geval als voorbeeld, de vinger aan de pols te hou-den.

Bekendheid vergrotenFerdinand Bolsius is voorzitter van de patiëntenvereniging pulmonale hyper-tensie, de Stichting PHA Nederland, waarbij PHA staat voor Pulmonale Hy-pertensie Associatie. De vereniging doet uiteraard aan belangenbehartiging voor patiënten, maar probeert ook gelden te werven om wetenschappelijk onder-zoek te ondersteunen én om de ziekte breed bekend te maken. “We komen nog steeds nieuwe patiënten tegen die al drie of vier jaar aan het dokteren zijn, waarbij dan niemand aan pulmonale arteriële hypertensie denkt. Dat komt ook, omdat de klachten aanvankelijk nogal algemeen zijn en niet direct in de richting van deze aandoening wijzen”, vertelt hij. Kort gezegd is bij pulmonale arteriële hypertensie de bloeddruk in de longslagader en verder in de longen te

hoog. Bij verschillende ziektebeelden kan pul-monale arteriële hypertensie als compli-catie onstaan, dit kan het geval zijn bij Sclerodermie, bij aangeboren hartafwij-kingen of bij chronische longembolieën. Maar PAH kan ook door onbekende oor-zaak ontstaan. Onbehandeld is pulmonale arteriële hy-pertensie een progressief dodelijke aan-doening. “Dat houdt geen patiënt langer dan vier of vijf jaar vol, maar gelukkig zijn er sinds enige tijd medicijnen op de markt, die over het algemeen goed aanslaan.” Vermoeidheid, gebrek aan conditie, kortademigheid: dat zijn de belangrijkste symptomen van de ziekte. “Patiënten krijgen dus te weinig zuur-stof. Maar iedereen die een flinke griep heeft doorgemaakt, heeft deze klachten ook. Waarmee ik aan wil geven dat de ziekte lastig te diagnosticeren is. De di-agnose wordt gesteld tijdens een rech-ter hart echocardiografie en bevestigd met een hartkatheterisatie, waarmee de werkelijke druk in de longslagader wordt gemeten. Dat laatste is nog een hele in-greep.” Als de medicatie niet meer (vol-doende) helpt, is een longtransplantatie een optie. Maar de beschikbaarheid van donorlongen is slecht en de wachttijd is zeker drie jaar. Veel patiënten die wor-den geïndiceerd voor een transplantatie, overleven de wachttijd niet. In Neder-land lopen nog steeds een heleboel pa-tiënten rond met klachten die niet her-kend worden.

Goed geregeldDe beschikbare medicijnen zijn vrijwel allemaal gericht op het verwijden van de bloedvaten om zo de bloeddruk in de longslagader te dempen. Zoals ge-zegd, zijn de medicijnen medio febru-ari 2013 voorlopig geschrapt van de lijst om per 1 januari 2014 overgeheveld te worden. Ferdinand Bolsius: “Voor zover ik weet, zullen deze medicijnen niet op de lijst terugkeren, maar we zijn er als

de kippen bij op het moment dat dat wel gebeurt. Want als de overheveling plaatsvindt, zijn we als patiënten aan de goden overgeleverd. Nog afgezien van het feit dat het waarschijnlijk enorme financiële consequenties heeft voor de ziekenhuizen -we hebben het over rede-lijk dure medicijnen-, is het ook nog zo dat de verspreiding er niet beter op gaat worden.” De verspreiding is momenteel prima geregeld en dat is belangrijk, want patiënten mogen niet zonder medicijnen komen te zitten. Een aantal van de me-dicijnen worden per infuus toegediend. “Er zit een heel systeem van service ach-ter en dat kan mijns inziens nooit door een ziekenhuis worden overgenomen. Het wordt nu door professionele orga-nisaties uitstekend geregeld met een prima service.” Als de geneesmiddelen overgeheveld zouden worden, zijn niet langer de apothekers maar de zieken-huizen verantwoordelijk voor de leve-ring. “Het is allemaal erg onduidelijk hoe dat vervolgens gefinancierd moet gaan worden. Als het niet voor 100 procent gefinancierd wordt, moeten ziekenhui-zen dat uit hun eigen budget halen. En dat zou weer kunnen betekenen, dat art-sen er door de ziekenhuizen toe worden aangezet om niet teveel van deze medi-cijnen voor te schrijven en dat is niet in het belang van de patiënt.”

ContactDe patiëntenvereniging heeft via de voorzitter nauw contact met de Werk-groep Pulmonale Hypertensie. In deze werkgroep zijn specialisten, die veel PAH behandelen verzameld. “Ze komen regelmatig bij elkaar en ik heb begrepen dat ze alsnog contact op gaan nemen met het ministerie om voor de toekomst de huidige status te continueren, want je weet maar nooit. Er moet bezuinigd wor-

den en dat geld zal toch ergens vandaan moeten komen. De totale besteding aan PAH-medicatie in Nederland is 40 miljoen euro per jaar. Op het totaal van besteding is dat peanuts, het schiet echt niet op.”

Waarom veranderen?De zorg rondom PAH is nu goed geor-ganiseerd en gereguleerd door toewij-zing van behandeling via de acht aca-demische ziekenhuizen en één perifeer ziekenhuis (St. Antonius in Utrecht/Nieuwegein). Binnen dit netwerk wordt multidisciplinair samengewerkt en zijn er speciale PAH-verpleegkundigen die ondersteuning bieden op patiëntenni-veau. De medicamenteuze zorg is goed geregeld: medicijnen en benodigde pro-ducten worden thuis bezorgd en dat is voor veel van deze patiënten een ze-gen. De keuzes voor medicijnen wor-den elke drie jaar door de WHO (World Health Organisation) Groep besproken en bediscussieerd tijdens een groot in-ternationaal congres en vervolgens als richtlijnen gepubliceerd. Ferdinand Bol-sius: “Wij hebben intensief contact met het veld en over het algemeen hoor ik bij patiënten verdomd weinig klachten over de Nederlandse centra, artsen en/of de service die verleend wordt. Patiën-ten krijgen bijna allemaal de mogelijk-heid om 24 uur per dag contact te heb-ben met het ziekenhuis als dat nodig is. Ik ben daar heel tevreden over.” Er lijkt derhalve weinig reden om de bestaande situatie te veranderen, maar de wegen van de overheid zijn soms ondoorgron-delijk en het lijkt mede om die reden in-derdaad een goed idee om de vinger aan de pols te houden.

Auteur: Cor Dol

Page 7: Kwaliteit in de Zorg

7expertbijdrage

Bezuinigingen in de zorg zijn tot beleid gemaakt. De kosten van dure genees-middelen, zoals TNF-blokkers tegen onder meer reuma, psoriasis, colitis ul-cerosa en de ziekte van Crohn, worden sinds 1 januari 2012 niet meer door het reguliere GeneesmiddelenVergoedings-Systeem (GVS) vergoed. Waar patiënten met deze ziekten hun medicatie voor-heen meestal via de apotheek ontvin-gen, is nu het ziekenhuis volledig ver-antwoordelijk voor de verstrekking van deze middelen. Er is sprake van ‘overhe-veling’. Maar met een afgemeten budget is dat voorwaar nog geen eenvoudige zaak en heeft zelfs verstrekkende ge-volgen voor de kwaliteit van zorg.

PAHPAH betekent dat er een hoge bloed-druk in de longslagader is met alle ge-volgen van dien. De aandoening kan dodelijk verlopen en moet daarom goed behandeld worden. De zorg voor deze patiënten is goed geregeld met ex-pertcentra, voorwaarden voor het voor-schrijven en gecontroleerde distributie. Echter, de medicatie voor PAH stond tot voor kort op de nominatie om overgehe-veld te worden. Een goed functionerend systeem zou worden opgegeven, omdat het besparingen zou opleveren. Op aan-dringen van de patiëntenvereniging en specialisten is de medicatie voor PAH voorlopig door de overheid van de lijst gehaald. Het idee achter de overheveling is dat de poliklinische medicijnkosten overgaan naar de kliniek. Dat betekent dat deze kosten onder verantwoording komen van de zorginstelling. De ge-dachte is dat de ziekenhuisapothekers over de prijs van deze medicijnen gaan onderhandelen met de farmaceutische industrie of op zoek gaan naar een goedkoper alternatief. Maar: “De zorg ís al goed geregeld en de prijsonderhande-lingen zijn enkele jaren geleden gevoerd. Ook omdat de zorg is gecentreerd in en-kele centra, is de controle op de medicij-nen en patiënten nauwgezet. Bovendien wordt het medicijn in sommige gevallen continu per infuus toegediend, dat moet je goed controleren op het ontstaan van infecties of problemen met het infuus-systeem. Binnen enkele minuten kan de patiënt al in de problemen komen als de toediening van het medicijn wordt on-derbroken. Dit betekent ook dat de pa-tiënt goed geïnformeerd moet zijn en er een zeer goed georganiseerd systeem moet zijn om deze patiënten te onder-steunen. Bovendien geldt dat PAH een zeldzame aandoening is, waardoor de inkoop van medicijnen een veel te laag volume heeft om op de prijs te kunnen afdingen”, vertelt dr. Repke Snijder.

Beste behandelingDr. Snijder is secretaris van de nationale werkgroep PAH, waarin de specialisten

zitten uit de centra die patiënten met pulmonale hypertensie behandelen. “De werkgroep is multidisciplinair: longart-sen, cardiologen, kinderartsen en vas-culair geneeskundigen zijn lid van deze groep. De groep is erkend door de we-tenschappelijke verenigingen. “Bij vra-gen en problemen rondom pulmonale hypertensie treden wij in overleg met bijvoorbeeld het CvZ [College van Zorg-verzekeraars, red.].” In het geval van het opstellen van beleid met betrekking tot de vergoeding van medicatie werd de werkgroep zelf geconsulteerd door het CvZ. “Want wij hebben geen enkel far-maceutisch belang. Ons belang is uit-sluitend goede behandeling voor onze patiënten met de mogelijkheden die er zijn.” De politiek streeft er echter naar om de kosten van de zorg zo min moge-lijk te laten groeien. “Ik kan niet van de politiek verwachten dat ze zich realiseert wat de consequenties van maatregelen zijn voor kleine patiëntengroepen, dus het is onze taak de decision makers zo goed mogelijk te informeren, zij aan zij met de patiëntenvereniging, want nieu-we maatregelen in 2015 of 2016 sluit ik niet uit. Maatregelen om de kosten voor medicatie lager te krijgen, zullen waar-schijnlijk wel volgen of het ook voor de PAH-patiënten ook geldt, zullen we pro-beren te voorkomen door de overheid goed te informeren over de nadelige gevolgen van een dergelijk besluit. En ja, de farmaceutische industrie verdient misschien, maar er moet ook ruimte zijn om te innoveren.”

KinderenProf. dr. Rolf Berger van het UMCG in Gro-ningen houdt zich met name bezig met PAH bij kinderen en benadrukt het be-lang van de goede georganiseerde zorg

in Nederland. “PAH is relatief zeldzaam. Bij volwassenen is het een ernstige pro-gressieve ziekte, maar voor kinderen is de prognose nog vele malen slechter. Onbehandeld heeft een kind een prog-nose van ongeveer een jaar, met behan-deling ligt de vijfjaars overleving tegen de 70%. Door de zeldzaamheid hebben we voor kinderen met PAH in Nederland één expertisecentrum in Groningen.” De kinderen krijgen in het expertisecen-trum vaak geïndividualiseerde medica-tieprogramma’s. Prof. Berger vindt het belangrijk dat daarvoor mogelijkheden blijven bestaan, maar twijfelt of dat na een eventuele overheveling ook kan. “Ik weet niet wat een overheveling zou be-tekenen voor de keuzevrijheid van me-dicatie; het zou de geïndividualiseerde behandelplannen in gevaar kunnen brengen. Alle kinderen worden volgens een landelijke standaard behandeld en gevolgd, wat belangrijk is voor evaluatie van de therapie. Daar moet je niet aan rommelen, sterker nog, ik denk dat we er trots op moeten zijn dat we het op deze manier georganiseerd hebben in Neder-land. Op dit gebied zijn we één van de leidende landen in wereld.”

Kiezen?Hoe het anders kan: Prof. dr. Mart van de Laar is als reumatoloog verbonden aan het Reumacentrum Twente in En-schede. TNF-blokkers tegen reuma zijn vorig jaar wél overgeheveld. “Dat was toen een budget van 500 miljoen euro, ik kan me voorstellen dat zo’n bedrag door de overheid onder de loep wordt genomen. Om de kosten beheersbaar te maken, is het budget overgeheveld naar de ziekenhuizen, die de plicht hebben om de geneesmiddelen te verstrekken voor hun patiënten.” Steeds meer dure

geneesmiddelen worden overgeheveld, bijvoorbeeld ook oncolitica, middelen tegen kanker. De gedachte is dat bud-getten beheersbaar worden, maar de vraag van de patiënten zal groeien. “In het eerste jaar hebben we geen proble-men gezien, maar toen hadden we al-leen te maken met anti-reumatica. Nu wordt het breder met oncolitica en dat betekent dat een ziekenhuis uiteinde-lijk keuzes moet gaan maken, omdat het budget vastligt. Dus waar kiezen we voor? Hoe meer je decentraliseert, hoe meer de collectiviteitsgedachte uit de maatschappij verdwijnt.”

Kwaliteit van levenHet dilemma voor de medisch specialist is duidelijk. Prof. Van de Laar: “Je wilt elke individuele patiënt de beste zorg geven, maar door de budgetbeheersing krijg je straks wellicht situaties waarin je keuzes moet maken. Behandel je de reumapatiënt of de kankerpatiënt?” Op dit moment zijn de verschuivingen nog klein, er zijn nog geen conflicten ten aanzien van de behandeling van individuele patiënten. Maar Prof. Van de Laar vreest dat de flexibiliteit qua keuze voor medicijnen zal verdwijnen. Nog moeilijker wordt het als kosten en kwaliteit van leven meegenomen wor-den bij besluiten over welk geneesmid-del toegepast kan worden. “Het kan zijn dat een goedkoper geneesmiddel een even goed resultaat geeft. Dan kun je aan kostenbeheersing gaan doen. Maar wat als een goedkoper middel ook heel veel nare bijwerkingen heeft? Dan wordt het duurder dan een duur geneesmiddel zonder bijwerkingen. Dat inzicht zal er de komende jaren meer moeten komen en moet invloed hebben op de keuzes die we voor geneesmiddelen maken.”

Zorg om overhevelingDe overheveling van geneesmiddelen van het reguliere circuit naar verstrekking door ziekenhuizen heeft de nodige impact.

Page 8: Kwaliteit in de Zorg

8 van de redactie

Met de Medicijnmonitor verbetert Mediq Apotheek het medicijngebruik en helpt complicaties en ziekenhuis-opnames voorkomen. Hoe werkt de Medicijnmonitor?Birgitta Cloosterman (huisarts Badhoevedorp):

De Medicijnmonitor is een systeem waarbij

huisarts en apotheker gezamenlijk het medi-

cijngebruik van de patiënt in de gaten houden:

waar gebruikt de patiënt de medicatie voor, zijn

deze medicijnen nog wel nodig, of moet er mis-

schien juist iets bij. Moet ik mijn ijzertabletten

nog wel gebruiken, kan ik mijn migraine aanval-

len voorkomen?

Hoe werkt dit precies?Meryem Bilan (apotheker bij Mediq Apotheek

Badhoevedorp): Ons Apotheek Informatie

Systeem bevat van al onze klanten de medi-

catiehistorie. De Medicijnmonitor combineert

vervolgens gegevens uit dat systeem. Zo wordt

bij alle patiënten van tachtig jaar en ouder die

bloedverdunners gebruiken, gekeken of ze ook

wel een maagbeschermer krijgen. Gebruiken ze

deze maagbeschermer niet dan is er een risico

op een maagbloeding. Uit deze check volgt een

lijst met actiepunten. Soms zijn dat dingen die

ik direct met de patient bespreek andere geval-

len bespreek ik eerst met de huisarts. We heb-

ben wekelijks een vast half uur voor overleg.

Birgitta Cloosterman: Als huisarts heb ik toe-

gang tot het dossier, labrapporten en adviezen

van specialisten. Zo kan ik zien of de voorge-

schreven medicatie nog de juiste is, of dat er

iets moet veranderen. Over het algemeen wordt

dat zeer gewaardeerd: mensen voelen zich vei-

lig bij het idee dat hun arts ze goed in de gaten

houdt.

Sinds wanneer werkt u met de Medicijnmonitor? Meryem Bilan: We zijn in 2011 begonnen met de

Medicijnmonitor en inmiddels werken bijna alle

Mediq Apotheken hiermee. Mediq Apotheek

Badhoevedorp werkt inmiddels samen met alle

zes de huisartspraktijken in Badhoevedorp.

Om hoeveel patiënten gaat het eigenlijk?Meryem Bilan: In deze apotheek staan ruim

3000 chronische medicijngebruikers geregis-

treerd. Wekelijks komen er uit de check zo’n

veertig patiënten omhoog, waarvan ik ruim de

helft met de huisartsen bespreek.

Is er voor die patiënten veel veran-derd met de invoering van de Medicijnmonitor?Meryem Bilan: Een van de punten waarop we

met de Medicijnmonitor echt gezondheidswinst

behalen is therapietrouw: patiënten die hun

medicatie niet volgens voorschrift gebruiken.

Dat is echt een issue in de gezondheidszorg

en onjuist gebruik van medicijnen brengt hoge

kosten met zich mee. Met de Medicijnmonitor

kunnen we daar als apotheker actief aan bijdra-

gen, door zelf de mensen te bellen en uit te leg-

gen waarom ze een bepaald medicijn wel nodig

hebben.

Draagt de Medicijnmonitor echt bij aan de gezondheid?Birgitta Cloosterman: Ik ben overtuigd van

de gezondheidswinst die we boeken met de

Medicijnmonitor. Op korte termijn is dat nog

lastig meten. Maar het staat vast dat we op

deze manier complicaties en soms zelfs zieken-

huisopnames voorkomen. Uiteindelijk zullen

alle apotheken met zo’n systeem gaan werken.

Bedenk: mensen worden steeds ouder en gaan

steeds meer medicatie gebruiken, maar blijven

langer thuis wonen. Dan is structurele controle

noodzakelijk om complicaties te voorkomen. De

Medicijnmonitor is de toekomst.

advertorial

“Minder complicaties dankzij de Medicijnmonitor”

Meryem Bilan is Apotheker bij Mediq Apotheek

Badhoevedorp, Birgitta Cloosterman is huisarts

in groepspraktijk Badhoevedorp

”Alles is goed op elkaar afgestemd”Verschillende medicijnen voor verschillende kwalen verdragen elkaar niet altijd goed. Hoe bereik je een optimale afstemming?

Eigenlijk was Mies Bakker (70) uit Bad-

hoevedorp altijd kerngezond. Maar na

een flinke whiplash staken allerlei kwa-

len ineens de kop op. Psoriasis, astma,

diabetes, hartproblemen. “Ik weet niet of

het door die whiplash komt, maar daar-

na is het in ieder geval wel gestart”, ver-

telt Mies. “Maar ja, het overkomt je en je

moet door.” Dat gebeurt met een aantal

medicijnen, die dankzij de Medicijnmo-

nitor goed in balans zijn. “Ik heb altijd

al een prima contact met mijn huisarts

gehad, en daar is de apotheek de laatste

jaren bij gekomen. Ik was laatst nog bij

de apotheek, dan praten we alles door.

Of de combinatie van de medicijnen wel

goed is bijvoorbeeld. Er kwam een me-

dicijn uit, dat eigenlijk niet goed bij een

ander medicijn paste. De apotheker wil-

de het daar graag met de huisarts over

hebben. Ik vind het prima. Dankzij het

goede contact voel ik me wel gesteund.”

Prettig gevoel

De medicatie van Mies wordt gecontro-

leerd met de Medicijnmonitor. “Dat vind

ik een voordeel. Ik word goed in de gaten

gehouden en dat is een prettig gevoel. Ik

kreeg vorig jaar nieuwe medicijnen van

de cardioloog, maar daar kon ik abso-

luut niet tegen. Dat heb ik ook doorge-

geven aan de apotheek en dat vonden

ze prettig om te weten.” De medicatie

werd aangepast en Mies’ klachten ver-

dwenen. Ze ervaart dat de medicijnen

dankzij de afstemming door de Medi-

cijnmonitor goed werken: “Natuurlijk

zou ik graag van alle medicijnen af wil-

len, maar ja, dat zit er niet in. Ze zijn nu

goed op elkaar afgestemd en ik voel me

er stukken beter door.” Mies krijgt ook

advies om bepaalde medicijnen bijvoor-

beeld niet tegelijk met melkproducten in

te nemen. Sommige medicijnen kunnen

beter ook niet gelijktijdig of juist op be-

paalde tijden ingenomen worden. Mede

dankzij de Medicijnmonitor zijn die za-

ken goed op elkaar afgestemd.

Onder controle

Bij bezoek aan een specialist heeft Mies

altijd een uitdraai van de lijst met me-

dicijnen bij zich, zodat de artsen er al

rekening mee kunnen houden. “Ik krijg

van de apotheek altijd keurig een e-mail

met het bericht dat er weer medicijnen

besteld moeten worden en ik hou het

zelf ook bij. Dan kan ik dat gewoon be-

stellen, dat werkt hartstikke goed. Als ik

met een nieuw recept kom, dan wordt

dat weer afgestemd met de medicijnen

die ik al gebruik zodat alles zo goed mo-

gelijk verloopt. En zoals ik zei, ik voel me

daar goed bij. En dat helpt om er niet te

veel bij stil te staan wat je allemaal moet

slikken. Het geeft je het gevoel dat je je

ziekte onder controle hebt.”

Auteur: Cor Dol

Page 9: Kwaliteit in de Zorg

9van de redactie

Wat is immunotherapie?

Allergiepatiënten die bijvoorbeeld aller-

gisch zijn voor graspollen, berkenpollen

of huisstofmijten kunnen medicijnen ge-

bruiken om de klachten te onderdrukken.

Wanneer deze middelen onvoldoende

helpen kunnen patiënten een immuno-

therapie volgen, waarbij ze een steeds

hogere dosis van de stof krijgen toege-

diend waarvoor ze allergisch zijn. Op

die manier raakt het lichaam gewend en

uiteindelijk immuun voor het allergeen.

Voorheen gebeurde dat door subcutane,

dus onderhuidse, injecties. Het nadeel

daarvan is dat het wat bijwerkingen gaf,

plus de patiënt moest elke week naar

een arts om de injectie toegediend te

krijgen en de bijwerkingen in de gaten te

houden. Niet erg patiëntvriendelijk. Eind

jaren ‘80 kwamen we uit bij een sublin-

guale toediening van het allergeen, aller-

eerst met druppels en nu ook via graspol-

lentabletten.”

“Stallergenes produceert allergenen, de

stoffen die een allergische reactie uitlok-

ken. Dat geldt zowel voor de grondstof-

fen als de eindproducten. In Frankrijk be-

zitten we flink wat hectares land, waar we

vijf verschillende soorten grassen kwe-

ken en oogsten via gestandaardiseerde

methoden. Ook kweken we zelf mijten

op synthetische wijze, wat een homoge-

nere mijtenpopulatie geeft. Op die ma-

nier zijn we verzekerd van een kwalitatief

hoogstaand product en een continue

aanvoer van allergenen voor bijvoorbeeld

de graspollentablet.”

Welke voordelen bieden tabletten?

“Ten opzichte van druppels zijn tabletten

veel minder afhankelijk van temperatuur

en zijn daardoor stabieler. Daar komt bij

dat het langzame opdoseren grotendeels

komt te vervallen. De graspollentablet

die Stallergenes produceert heeft een

opdoseerfase van drie dagen. Dat zijn be-

langrijke stappen vooruit. De tablet bevat

extracten van vijf verschillende graspol-

len die veel in Nederland voorkomen en

sterk op elkaar lijken. De meeste patiën-

ten kunnen de dosering van deze tablet

goed verdragen, het is een bewezen ef-

fectieve concentratie.”

Wat kunt u zeggen over de duur van

inname?

“Het begin van inname is een paar maan-

den voor het begin van het seizoen en

dan ook nog gedurende het seizoen.

Daarmee is de innameduur aanzienlijk

verkort en daarmee wordt de therapie

ook goedkoper, omdat je maar een paar

maanden inneemt in plaats van een heel

jaar. In het kader van beperking van de

zorgkosten is dat niet onbelangrijk. The-

rapietrouw is een belangrijk aandachts-

punt bij middelen die langdurig gebruikt

moeten worden, en op deze wijze wordt

dit probleem enigszins ondervangen.”

Komen er ook tabletten tegen allergieën

voor huisstofmijt?

“Daar wordt momenteel veel onderzoek

naar gedaan, maar het is nog onduidelijk

wanneer dergelijke tabletten op de markt

komen. Verder doen we veel onderzoek

naar diagnostica en bijvoorbeeld naar

biomarkers, om te ontdekken of een im-

munotherapie inderdaad aanslaat bij een

patiënt. Ook zoeken we naar therapieën

voor andere allergieën, zoals voedselal-

lergieën.”

expertinterview

“Immunotherapie in ontwikkeling”

Liesbeth Ras is Medical Affairs Manager bij Stallergenes BV

Letterlijk en figuurlijk opluchtingHooikoortspatiënten kunnen vaak jarenlang met klachten rondlopen. Immunotherapie kan een oplossing zijn.

Hooikoorts is de populaire naam voor

wat in medische kringen allergische rhini-

tis heet. “Eigenlijk is hooikoorts een heel

mooie omschrijving van het ziektebeeld”,

vindt dr. Rustemeyer. Dr. Thomas Ruste-

meyer is als dermatoloog verbonden aan

VUmc in Amsterdam en geeft daar leiding

aan de sub-afdeling dermatologie-aller-

gologie. Deze afdeling houdt zich bezig

met allergieën in de breedste zin van het

woord. Dat vereist een multidisciplinaire

aanpak: een allergie kan zich in het onder-

zoeksveld van verschillende disciplines ui-

ten. “Bij hooikoorts gaat het om koorts en

griepachtige verschijnselen die klassiek

door blootstelling aan pollen in het gras

ontstaan. Het klinische beeld lijkt erg op

een ‘gewone’ virale infectie van de boven-

ste luchtwegen.” Echter, de allergische rhi-

nitis onderscheidt zich van de virale infec-

tie door aanvalsgewijze niesbuien en een

waterige loopneus. De neus kan ook juist

voortdurend verstopt zijn. Belangrijk voor

de diagnose is goed doorvragen, bijvoor-

beeld in welke situaties het ziektebeeld

optreedt.

AanpakNadat de afgelopen jaren redelijk wat ge-

experimenteerd is in de behandeling van

hooikoorts, onderscheidt dr. Rustemeyer

nu een stapsgewijze aanpak in drie fasen.

“Allereerst is het van belang om het aller-

geen, dus de allergie veroorzakende stof,

zo veel mogelijk te mijden. Als dat niet

kan: de klachten onderdrukken met symp-

tomatische therapie, zoals een neusspray.

Als dat niet voldoende is of als genezing

om wat voor reden dan ook gewenst is, is

immunotherapie de beste optie.” In deze

derde fase krijgt het lichaam een steeds

hogere dosis van het relevante allergeen

toegediend. De dosis moet zó zijn, dat het

net geen allergische reactie uitlokt. Het

allergeen wordt door het afweersysteem

van het lichaam herkend, dat zo door de

herhaaldelijke toediening gewend raakt

aan het allergeen. Uiteindelijk zal het li-

chaam door de gewenning ‘vergeten’ op

het allergeen te reageren. “Het mooie van

dit systeem is dat het lichaam het zelf op-

lost”, beschouwt dr. Rustemeyer. Immuno-

therapie bestaat in drie vormen, waarvan

één vorm alleen in publicaties bestaat. Het

gaat daarbij om het inspuiten van het aller-

geen in lymfeklieren. Wel in de praktijk is

het subcutaan (onderhuids) injecteren of

sublinguaal (onder de tong) innemen van

druppels of smelttabletten. Welke manier

ook gekozen wordt, therapietrouw is be-

langrijk, want het gaat om een behande-

ling die enkele jaren in beslag kan nemen.

Dr. Rustemeyer: “De druk van het lijden

moet groot genoeg zijn, want de immuno-

therapie vraagt om commitment.”

AllergiepoliDe allergiepoli van VUmc bestaat al sinds

1983, maar is onlangs qua personeel ver-

drievoudigd. Het resultaat van een poging

om de wachttijden voor de patiënten te

verkorten. Dat is gelukt en inmiddels trekt

de allergiepoli ook meer patiënten aan. De

meerwaarde van zo’n allergiepoli? “Een

uitgebreidere diagnostiek en een ade-

quate behandeling”, vat dr. Rustemeyer

samen. “En als medici is het voor ons een

grote motivatie om vaak langlopende pa-

tiënten letterlijk en figuurlijk opluchting te

bieden.”

Page 10: Kwaliteit in de Zorg

10 expertbijdrage

De patiënt begrijpen en daar beleid op makenHoe patiënten zorg beleven, is onder meer afhankelijk van de verwachting die ze van een ziekenhuis hebben.

Van geneeskunde naar geneeskunstTechnisch gezien moet de geleverde zorg in orde zijn. Maar hoe de patiënt dat beleeft is misschien nog wel belangrijker.

Met de ‘vermarkting’ van de zorg, de wens om

zorg toegankelijk en betaalbaar te houden en

dientengevolge de nodige veranderingen en

innovaties, is het een mooi gebied voor onder-

zoek en monitoring. En dat is ook precies wat

het health team van GfK doet. “We brengen de

perceptie van zorg in kaart. Onze visie is dat

ziekenhuizen in een vrije markt terechtkomen,

waar keuzes gemaakt moeten worden. Verze-

keraars kopen van oudsher in op prijs en volu-

me, maar je ziet nu dat circa 70 procent van de

inkoop vrij gaat worden. Kwaliteit wordt daarbij

steeds belangrijker. Ziekenhuizen moeten zich

differentiëren om de efficiencyslag te kunnen

maken en positioneren om de juiste patiënten

voor dit bepaalde type zorg binnen te kunnen

halen”, beschouwt directeur Jan Güse van het

onderzoeksbureau. “Om dat te kunnen doen is

marketingdata nodig om te weten hoe je gezien

wordt, want dat helpt je om beleid te ontwikke-

len.”

VerwachtingenPatiënten en potentiële patiënten hebben be-

paalde verwachtingen van een ziekenhuis. Be-

leving van zorg is gekoppeld aan de mate waar-

in aan die verwachting wordt voldaan. Jan Güse:

“Dat is dus niet alleen op het vlak van kwaliteit,

maar het totale beeld van uitstraling, de bejege-

ning door het personeel, informatievoorziening,

bereikbaarheid en parkeergelegenheid. Hoe

een patiënt of potentiële patiënt een zieken-

huis percipieert heeft daarnaast te maken met

persoonsgebonden kenmerken als opleiding,

economische status én gezondheidsbeleving.”

Güse meent dat we uit een tijd komen waarin

de verwachting voor elk algemeen ziekenhuis

ongeveer gelijk was. Maar dat gaat veranderen:

de patiënt krijgt voor elk ziekenhuis een heel

specifieke verwachting. Dat betekent dat een

ziekenhuis zijn doelgroep beter moet gaan be-

grijpen en segmenteren. “Als je goede zorg wilt

bieden, moet je snappen hoe je verzorgingsge-

bied eruitziet. Pas als je dat inziet, kun je doel-

groepen segmenteren en er beleid op maken.

Daar beginnen ziekenhuizen nu pas aan.” Uit de

meting van vorig jaar blijkt bijvoorbeeld bereik-

baarheid het meest werd genoemd als criterium

dat een rol speelt bij de voorkeur voor een cen-

trum, -ofschoon afhankelijk van het type zorg-,

gevolgd door kwaliteit en de houding van het

personeel.

Transparante informatieDus hoewel de verwachting ten opzichte van

een ziekenhuis in het verleden nog vrij alge-

meen was, zal die de komende jaren steeds

specifieker worden. Dan wordt het ook be-

langrijk om patiënten alle informatie te geven

om een gerichte keuze voor een ziekenhuis te

kunnen maken. “En hoe transparant is dan die

informatievoorziening en -deling”, voegt Jan

Güse toe. “Je ziet bijvoorbeeld dat onderwerpen

als wachttijden of slagingskans steeds meer

worden gecommuniceerd. Er gebeurt ook veel

op social media. Daar spreken mensen over

ziekenhuizen. Anderen die informatie zoeken,

komen ook in dat soort discussies terecht. Voor

de ziekenhuizen betekent dat dat ze hun doel-

groep goed moeten begrijpen om een betere

match te kunnen maken met hun consumenten

en om in te kunnen spelen op hun verwachtin-

gen. Hoe beter je dat doet, hoe beter de zorgbe-

leving van de patiënt.”

De verbetering van de kwaliteit van zorg kent

verschillende aspecten. Uiteraard moet de tech-

nische handeling, die voor de zorg wordt uitge-

voerd, kloppen. Maar ook van belang is hoe de

patiënt die behandeling beleeft. Prof. dr. Hans

Kerkkamp is lid van de Raad van Bestuur van

het Atrium Ziekenhuis in Heerlen en houdt zich

daar bezig met de voortdurende verbetering van

de kwaliteit van zorg. “Belangrijk is ook om je af

te vragen wat een behandeling heeft bijgedra-

gen aan de waarde van de kwaliteit van leven.”

Complexe zaakPraten over de kwaliteit van zorg is een com-

plexe zaak, vindt prof. Kerkkamp. Want vaak

wordt de rol van de patiënt zélf in het hele ver-

haal niet meegenomen. Een patiënt die na een

leven lang roken, vet eten en weinig lichaams-

beweging een hartinfarct krijgt, ontvangt in het

ziekenhuis een behandeling, die hij ook nog

kan beoordelen. “Maar belangrijk nog is dat

deze patiënt zijn levenswijze wellicht opnieuw

bekijkt en gezond gaat leven om de risicofac-

toren voor een nieuw infarct te verminderen. De

kwaliteit van leven heeft de patiënt zelf verbe-

terd. Het is mijnsinziens de rol van het zieken-

huis als organisatie om tools aan te geven om

de kwaliteit van het leven te verbeteren, die

verdergaan dan symptomatisch het probleem

op te lossen.”

EssentieEen ziekenhuis krijgt te maken met zo’n 1500

wetten, protocollen en richtlijnen om technisch

goede zorg te leveren, dat aan de richtlijnen

wordt getoetst. Ook kan de zorg gemeten wor-

den door puur naar de opbrengst te kijken van

wat het technisch handelen heeft opgeleverd.

“Aan de hand van patiënttevredenheidsonder-

zoek krijg je vervolgens nog een beeld van de

beleving van de zorg. Maar hoe weet je of een

patiënt na een ingreep een verbetering in de

kwaliteit van leven ervaart? Dat is nog geen

standaard punt dat uitgevraagd wordt, terwijl

het mijnsinziens wel de essentie van de zorg is.”

Moet een patiënt met kanker in een gevorderd

stadium per se chemotherapie krijgen? De the-

rapie zal zijn kwaliteit van leven niet verbeteren

en wellicht is de keuze om de tijd die rest zon-

der ernstige bijwerkingen van de therapie door

te brengen, meer gerechtvaardigd. Kerkkamp:

“Wat we technisch kunnen moeten we niet altijd

technisch willen toepassen. We moeten weer

van geneeskunde naar geneeskunst gaan, ons

afvragen wat het beste is voor de patiënt zélf.”

SamenIn het Atrium wordt samengewerkt met andere

partijen, zoals patiëntenverenigingen en de se-

niorenraad, om te kijken of zorgprogramma’s

goed aansluiten bij de verwachtingen van pati-

enten. “We willen het beeld van verwachtings-

patronen omzetten in processen. Dat gebeurt

nu voor een aantal diagnoses. Voor Parkinson-

patiënten planden we voorheen bijvoorbeeld

alle onderzoeken zo veel mogelijk op één dag,

zodat ze er verder vanaf zouden zijn. Maar deze

patiënten blijken dat helemaal niet als prettig te

ervaren, zij spreiden de onderzoeken liever. Zo

kun je de verwachting beter laten aansluiten bij

wat wij als ziekenhuis qua diagnose en behan-

deling kunnen bieden. Dat geeft een enorme

kwaliteitsverbetering in de belevingservaring.

We moeten veel meer naar de wensen en ver-

langens van de patiënt luisteren, want niemand

weet zoveel over zijn ziekte als hij.”

bedrijfsprofiel

Jan Güse, Managing Director GfK HealthCare

Nederland

Prof. dr. Hans Kerkkamp is lid van de Raad van

Bestuur van het Atrium Ziekenhuis

Ons doel: ...Het verschil maken Wij zijn Janssen. Onze focus ligt op vijf belangrijke therapeutische gebieden: Neurowetenschappen, Infectieziekten, Oncologie, Immunologie, Cardiovasculaire aandoeningen en metabolisme. De patiënt staat centraal bij alles wat we doen.

Samen met u willen we het leven van patiënten verbeteren. Nu en in de toekomst. Wij zijn Janssen.

Zoekt u meer informatie, bezoekt u dan onze website: www.janssennederland.nl

©Ja

nsse

n-Ci

lag

B.V.

– P

HNL/

JAN

/061

3/00

03

Art accreditation: Julius Caesar Bustamante, Pajaros.

Janssen is proud to feature artwork created by people affected by the illnesses and diseases we are committed to treating

and preventing.

h60755-JANcorp_255x50_NL_upd.indd 1 06-06-13 12:04

Page 11: Kwaliteit in de Zorg

11bedrijfsprofiel

Van spreekkamer naar gesprekskamerDe patiënt ondersteunen in het maken van de keuzes die hij heeft: het verlangt een andere rol van de arts.

“Iedere patiënt is uniek. Het is van be-

lang dat de juiste informatie en juiste

zorg bij de juiste patiënt komt. Dat be-

tekent niet dat je zes miljoen patiënten

allemaal een unieke benadering kunt

geven, maar er zijn wel gemeenschap-

pelijke kenmerken die een gemeen-

schappelijke benadering rechtvaardi-

gen. Er zijn patiënten die helemaal niet

zitten te wachten op uitgebreide infor-

matie, anderen willen juist het naadje

van de kous weten voor ze een keuze

voor een behandeling maken. Daar wil-

len wij in de praktijk van een ziekenhuis

graag op inspelen. Door te kijken met

welk type patiënt we te maken hebben,

kun je je informatie en keuzemogelijk-

heden toepassen.” Dr. Paul Kil is uroloog

in het Elisabeth Ziekenhuis te Tilburg en

het TweeSteden Ziekenhuis in Waalwijk.

In zijn praktijk ziet hij veel patiënten met

prostaatkanker, die voor belangrijke

keuzes staan. “Je kunt ook volgen hoe

iemand zijn ziekte doorloopt en er zelf

tegenaan kijkt. Daar kunnen wij als arts

weer op anticiperen.” Gepersonaliseerde

zorg in de spreekkamer dus.

Patiënt betrekken

Dr. Kil vindt het essentieel om de patiënt

te betrekken in de keuze voor een be-

paalde behandeling. “Bij prostaatkanker

heb je behandelingen die qua medisch

eindresultaat vaak gelijk zijn. Bestralen

of opereren geeft dezelfde levensver-

wachting, maar de bijwerkingen van de

verschillende behandelingen verschil-

len enorm. Die bijwerkingen hebben te

maken met de uiteindelijke kwaliteit van

leven en het gevoel dat de patiënt ná de

behandeling heeft. In onze optiek is het

de sleutel om de patiënt te vragen naar

zijn eigen voorkeuren. Wat is voor hen

belangrijk om gelukkig te worden? Dat

moet je relateren aan het type behan-

deling.” Om de patiënt zelf een goede

keuze te kunnen laten maken, samen

met de arts, is het van belang om alle

keuzemogelijkheden te kennen. “Dus:

de patiënt in de regie en hij maakt de

keuze. Maar daarin moet je als arts wel

ondersteuning bieden -bijvoorbeeld in

de vorm van een keuzehulp-, je moet in

overleg en transparant zijn. Daarbij moet

je dus een inschatting maken van het

type patiënt waarmee je te maken hebt.”

De segmentaties die prof. Sjaak Bloem

benoemt passen precies in dat plaatje

van dr. Paul Kil.

Keuzehulp

Verzekeraars en politiek zien ook in

dat een goede keuzehulp mogelijkhe-

den biedt. “Samen met de verzekeraar

proberen we het model van prof. Bloem

voor prostaatkankerpatiënten te opti-

maliseren. Soortgelijke patiënten kiezen

voor soortgelijke oplossingen en daar-

mee kunnen we weer andere patiënten

helpen een optimale keuze te maken

om de kwaliteit van leven na de behan-

deling zo hoog mogelijk te laten zijn. Dat

kan ook een keuze voor geen behan-

deling zijn. Mensen zijn wel degelijk in

staat om zelf te kiezen en eventueel dus

zelfs af te zien van een behandeling.”

expertbijdrage

Dr. Paul Kil, uroloog in het Elisabeth Ziekenhuis

te Tilburg

Meten is weten. En doen.Het meten van het effect van zorg is een kunst an sich. Wat kan een zorgverzekeraar met de resultaten?

Transparantie van kwaliteit als het gaat

om het meten en zo kunnen verbeteren

van zorg: zeker voor een zorgverzekeraar

is dat een groot goed. Programmamana-

ger Marleen van Oirsouw van Achmea legt

uit wat het programma Kwaliteit van Zorg

behelst. “Binnen dit programma maken we

de zorg transparant voor onze verzeker-

den. Samen met koplopers in het veld heb-

ben we een gestructureerde aanpak ont-

wikkeld en zijn in 2011 gestart. Inmiddels

wordt er gewerkt aan kwaliteitsinformatie

over 23 aandoeningen, waaronder demen-

tie. Kwaliteit van zorg zit daarbij in belang-

rijke mate in de kwaliteit van leven. Daarbij

kom je al gauw in discussies terecht of je

dat wel kunt meten, met welke groep je

te maken hebt, of een zorgaanbieder er

invloed op kan uitoefenen en hoe subjec-

tief het is. Voor dementie kreeg de verze-

keraar vorig jaar een kwaliteitsprijs van

de Orde van Medisch Specialisten, omdat

het uniek was dat een verzekeraar, samen

met wetenschap en een aantal netwerken

in een keten bekeken hoe de kwaliteit van

leven voor dementerenden vergeleken

kon worden. Het model dat prof. dr. Sjaak

Bloem introduceerde met de ‘geperso-

naliseerde zorg’ is een simpele en snelle

methode, die voor veel patiënten en man-

telzorgers toepasbaar is en inzicht geeft

in de zorgbeleving en daarmee kwaliteit

van zorg. Dit model wil Achmea samen

met zorgaanbieders uittesten bij meerdere

aandoeningen om tot verdere transparan-

tie te komen.

Opleveren

Het moge duidelijk zijn dat Achmea graag

wil weten wat bepaalde zorg oplevert voor

hun klanten. Marleen van Oirsouw: “Want

dan kunnen klanten en hun arts veel beter

het gesprek voeren over kwaliteit van le-

ven, zeker bij langdurige zorg als genezing

niet mogelijk is” Projectleider Anouk Vor-

selman: “Je kunt wel investeren, maar dan

wil je ook weten wat het oplevert.” Binnen

het programma ‘Kwaliteit van Zorg’ liggen

nu 23 aandoeningen onder de loep. Anouk

Vorselman: “Per aandoening bekijken we

wat de uitkomsten zijn, hoe we dat kunnen

meten en daar zetten we een traject voor

op. Het gaat uiteindelijk om de beste zorg

voor iedereen beschikbaar te maken. Dan

moet je wel weten wat de beste zorg is.”

Overigens zijn de verschillende projecten

een kwestie van de lange adem: ze lopen

enkele jaren omdat zorgvuldigheid gebo-

den is, met wetenschappelijke randvoor-

waarden en draagvlak in het veld. De uit-

komsten kunnen leiden tot verbeteringen

en innovaties bij zorgaanbieders, waarbij

Achmea een ondersteunende rol kan bie-

den. Zo wordt de hele zorg beter.

Fasen

de projecten kennen vier fasen: ontwikke-

len, meten, weten en doen. De meeste pro-

jecten zitten momenteel nog in de eerste

fase. Marleen van Oirsouw: “In de meet-

fase moeten we komen tot een landelijke

registratie en vergelijking tussen de sco-

res, waarbij we er rekening mee houden

dat je niet alles met alles kunt vergelijken.

Dat levert nog genoeg discussie op. We

zijn voorzichtig in het publiceren, we willen

het vertrouwen van onze partners houden

en onze bevindingen toetsen aan weten-

schappelijke verenigingen en grote instel-

lingen, die als koploper in hun vakgebied

gelden.”

Marleen van Oirsouw is manager binnen

het programma ‘Kwaliteit van Zorg’ binnen

Achmea, met name gericht op langdurige zorg.

Anouk Vorselman is projectleider binnen het

programma ‘Kwaliteit van Zorg’ binnen Achmea

Page 12: Kwaliteit in de Zorg

12

De beste zorg voor psychische klachten, direct en dichtbij en in nauwe samen-werking met de huisartsen. Dat zijn de uitgangspunten van Indigo, een lande-lijk netwerk. De Parnassia Groep werkt via Indigo samen met ruim 600 huisart-sen in en rondom de praktijken. Onze medewerkers bieden een samenhan-gend pakket van preventie, advies en behandeling. Alles in nauw overleg met de huisarts. Hierdoor is onze zorg kort, efficiënt en gericht op snel herstel.

Mensen kunnen in hun leven last krij-gen van psychische klachten, zoals stress, angst, depressie of een versla-ving. Een eerste stap is deze klachten te bespreken met de huisarts. De huis-arts beoordeelt en schakelt indien no-dig Indigo in om samen de juiste zorg te bieden. Dat kan zijn door een Indigo medewerker in de huisartsenpraktijk voor een snelle diagnose en een korte behandeling, of een wat intensievere be-handeling bij een psycholoog van Indigo die werkzaam is in of rondom de prak-tijk. Natuurlijk zijn er ook patiënten die meer zorg nodig hebben dan Indigo kan bieden. Dan biedt de Parnassia Groep met haar specialistische behandelingen gerichte en doeltreffende zorg.Onze visie is dat mensen met psy-chische klachten direct de juiste hulp

moeten krijgen om hun problemen aan te pakken en erger te voorkomen. Wij werken met een digitaal screeningsin-strument voor een snelle diagnose en een goede toeleiding naar de juiste zorg en geprotocolleerde behandeling. Waar mogelijk wordt gewerkt met inzet van e-healthondersteuning.

Omdat Indigo in Noord en Zuid Holland onderdeel is van de Parnassia Groep, hebben onze medewerkers direct toe-gang tot het netwerk en de kennis en kunde van de specialistische ggz. Hier-mee zorgen wij daar waar nodig voor specialistische kennis bij onze mede-werkers ter ondersteuning van de be-handeling. Als de klachten veranderen kan er lichtere of zwaardere zorg in-geschakeld worden zonder onnodige schakels. Zo worden zoveel mogelijk dubbele intakes, overdrachten en tijds-verlies in de behandeling voorkomen zodat het herstel van de patiënt zo snel mogelijk plaatsvindt.

Voor meer informatie, neem contact op via 088-357 19 00 of kijk op www.indigo.nl.

van de redactie

Indigo biedt psychische zorg bij u in de buurt

advertorial

Parnassia Groep is een moderne orga-

nisatie en bestaat uit tien zorgmerken

die gezamenlijk de beste psychische

en verslavingszorg aanbieden die voor-

handen is. De behoefte aan gespecia-

liseerde geestelijke gezondheidszorg

en verslavingszorg is de afgelopen

jaren sterk gegroeid in Nederland. De

Parnassia Groep wil als vernieuwende

ggz-instelling voorop lopen, zeker als

het gaat om kwaliteit. Het brede palet

aan kennis en kunde op het gebied van

de GGZ is onze kracht; van Basis GGZ

tot heldere specialisaties en topklini-

sche GGZ. Hierdoor kunnen we steeds

gerichter en doeltreffender antwoord

geven op psychische gezondheidspro-

blemen.

De juiste zorg op het juiste moment,

daar draait het om. Met Indigo bieden

wij de eerste benodigde ondersteuning

voor mensen met psychische klachten.

Direct en dichtbij huis. Wij hanteren drie

principes:

• we willen ziekte voorkomen, of er zo

vroeg mogelijk bij zijn om vererge-

ring te voorkomen;

• we bieden zorg zo dichtbij mogelijk

bij de patiënt aan, bijvoorbeeld door

samen te werken met huisartsen;

• onze zorg is zo kort en licht als ver-

antwoord, en langer en zwaarder in-

dien nodig.

U verdient de beste zorg, ook voor psychische en verslavingsproblemen

Verschuiving GGZ richting huisartsDe GGZ gaat fundamenteel veranderen: patiënten worden daardoor sneller, dichterbij en korter, in vertrouwde omgeving behandeld.

Rotterdam-Zuid is een stadsdeel met veel ver-

schillende nationaliteiten en relatief veel men-

sen die laag zijn opgeleid. Net als elders in het

land wonen hier mensen met psychische klach-

ten. Dr. Timmers, huisarts ter plekke, onderkent

de extra problemen die dat op dit vlak met zich

meebrengt. “Veel mensen die we voorheen ver-

wezen, kwamen nooit aan bij de zorginstanties.

Last van drempelvrees of ze begrepen de taal

in verwijzingsbrieven niet goed of ze konden

het niet lezen. Bovendien rust er nog altijd een

stigma op GGZ-problematiek, terwijl het juist

belangrijk is om in een vroeg stadium in te grij-

pen om erger te voorkomen. Ook geldt dat de

afstand tussen huisarts en GGZ-instelling fi-

guurlijk te groot was.”

In de wijkIn 2012 sloot minister Schippers een akkoord

met verschillende partijen in de zorg in Neder-

land om zorg toegankelijker en meer betaalbaar

te maken. GGZ-zorg drukte zwaar op de begro-

ting en het idee was om alle zorg die nu onnodig

in de dure, specialistische zorg gegeven wordt,

te verschuiven naar de huisartsenpraktijk, met

als voordeel dat patiënten eerder en makkelij-

ker die zorg krijgen die ze nodig hebben. Dat

leidde tot de inrichting van de Basis GGZ, be-

staande uit twee onderdelen. De Praktijk On-

dersteuner Huisartsen GGZ (POH GGZ) is de

eerste stap in het organiseren van GGZ-zorg

rondom de huisarts. De POH-GGZ zorgt bijvoor-

beeld voor intake, screening en begeleiding van

patiënten. Het tweede punt van de Basis GGZ is

dat patiënten met lichte en middelzware klach-

ten eveneens in de wijk behandeld worden. Dat

wordt deels al ingevuld door vrij gevestigde psy-

chologiepraktijken, maar deze zijn zeker niet in

alle achterstandswijken voldoende aanwezig.

Met de komst van de Basis GGZ kan dit verder

vormgegeven worden, met de huisarts meer en

meer als een spin in het web.

Overleg en netwerkDe mate van inzet van de POH-GGZ is afhan-

kelijk van het aantal patiënten in de praktijk.

In de gedeelde praktijk van dr. Timmers is vier

maal per week een POH-GGZ aanwezig, die di-

rect onder regie van de huisarts werkt. “Je kunt

met elkaar overleggen en gebruik maken van

het netwerk. Hij is een belangrijke schakel in de

doorverwijzing als specialistische zorg wel aan

de orde is. De ondersteuning is zeer welkom.

Met enkele gesprekken kan hij een patiënt al in

de goede richting zetten.”

Beter en goedkoperBelangrijk is dat de GGZ op deze manier wijkge-

richt en laagdrempelig wordt, van preventie tot

de wijkgerichte zorg voor patiënten met middel-

zware klachten. Maar niet elke huisarts(praktijk)

heeft de ruimte om een POH-GGZ te kunnen

huisvesten. Daarnaast moet de huisarts zelf wel

openstaan voor de ondersteuning en teamwork

is vereist. Anja Verhaegh, manager Basis GGZ

constateert “dat mensen die de zorg nodig heb-

ben, sneller op de juiste plek de benodigde zorg

krijgen. Mildere problemen kunnen eerder on-

dervangen worden waardoor erger voorkomen

wordt en mensen sneller weer grip op hun leven

krijgen. Het totale aantal patiënten wat wordt

gezien, groeit weliswaar, maar de gemiddelde

behandelduur wordt korter en daarmee wordt

de zorg goedkoper. Dus uiteindelijk betere zorg

voor minder geld.”

Auteur: Cor Dol

Page 13: Kwaliteit in de Zorg

13van de redactie

Een nieuw geluid in online hulpExpertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (E-KJP) maakt e-health aantrekkelijk

“Online hulp raakt inmiddels ingeburgerd, maar wat wij wilden, bestond niet”, aldus Joann Hinrichs, programmaleider e-health bij het E-KJP. “Wij wilden de meest effec-tieve behandelingen voor jongeren op een aantrekkelijke en gebruikersvriendelijke manier online aanbieden.”

“Internet en smartphones zijn overal, dus is het logisch dat digitale communicatie een integraal onderdeel is van de manier waarop zorginstellingen hulp verlenen. Voor cliënten is het prettig – qua school en werk – dat ze hun behandeling (deels) thuis kunnen volgen, waar en wanneer het schikt. En e-health houdt de zorg toegan-kelijk, omdat het goedkoper is.

Een van de online projecten waarmee we ervaring hebben opgebouwd, is 99gram.nl, voor tienermeiden met eetproblemen. Een succesvolle site die speels en laagdrem-pelig oogt, maar waarachter ook serieuze behandelingen hangen. De instellingen van het E-KJP (Accare, de Bascule, Curium, de Jutters, Karakter, Triversum en Yulius) besloten om ook op e-health terrein sa-men te werken.

We wilden een forse stap verder en zoch-ten een platform dat organisatie-breed kan worden gebruikt. Een omgeving voor behandelaren en cliënten om te communi-ceren en waaraan op maat gemaakte mo-

dules en behandelingen kunnen worden toegevoegd. Waarbij de randvoorwaarden rondom privacygevoeligheid en EPD goed geregeld zijn.

We gingen met deze wens naar de makers van 99gram.nl.” Robbert Slotman van Jouw Omgeving: “Dat was eind 2011. Wij maak-ten al tien jaar online hulpsites. Ook wij wilden een solide basis neerzetten die we kunnen blijven doorontwikkelen. Online hulp kan leuk zijn door een online dag-boek bij te houden en stukjes daarvan te delen met je behandelaar. Of een filmpje uploaden over een probleemsituatie.”

Joann Hinrichs: “Met de standaard func-tionaliteiten van Jouw Omgeving kunnen behandelaren en cliënten veilig mailen, chatten en een dossier bijhouden. Samen hebben we de eerste ‘blended’ behandel-programma’s gemaakt, gebaseerd op ‘evidence-based’ protocollen: behandelin-gen waarvan de effectiviteit wetenschap-pelijk onderzocht is. Daarbij verloopt een deel van de behandeling via de PC en een deel via gesprekken met de behandelaar op de polikliniek. Zo is er Dappere kat voor kinderen met angststoornissen en Doepressie voor depressieve jongeren. Deze maand gaat de training voor ouders

van kinderen met gedragsproblemen van start.”Robbert Slotman: “Het papieren werkboek inscannen is niet toereikend. Samen met inhoudelijke experts en de gebruikers kiezen we de beste interactieve mogelijk-heden. We zoeken per programma naar een eigen stijl die past bij de doelgroep. We vermijden vragenlijsten en bedenken visuele manieren om problemen en oplos-singen te verhelderen. Aantrekkelijke pro-gramma’s bevorderen de therapietrouw en het zelfvertrouwen van de gebruiker, ook bij degene die minder tekstueel ingesteld is.”

Joann Hinrichs: “Het E-KJP loopt met Jouw Omgeving voorop in online hulp en kijkt actief hoe andere zorginstellingen gebruik kunnen maken van de opgebouwde ex-pertise.”Jouw Omgeving draait nu anderhalf jaar en er zijn grote plannen voor de toekomst. Eind 2013 komt de eerste app uit: een dag-boek waarmee jongeren op hun mobieltje hun voortgang kunnen bijhouden.

expertbijdrage

Meer informatie?

www.netwerk-kjp.nlwww.jouwomgeving.nl

Zieke geest in een ziek lichaamVan de mensen met een chronische lichamelijke ziekte heeft 20 tot 30% ook een psychisch pro-bleem.

Het kan toeval zijn. Het één kan ook het gevolg van het ander zijn. Maar het meest waarschijnlijke is, dat sommige chronische lichamelijke ziekten op de-zelfde manier ontstaan als bepaalde psychische problemen. Adriaan Honig, hoogleraar ziekenhuispsychiatrie aan het VUmc en het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis onderzoekt deze samen-hang al jaren. Hij legt uit: “Chronische ziekten zoals diabetes en hart- en vaatziekten ontstaan doordat het im-muunsysteem wordt opgejaagd. Bij psy-chische problemen zoals angst en de-pressie is dat eveneens het geval. Ook het stresshormoon cortisol speelt bij beide ziekten een rol.”

Twintig jaar eerder doodPsychiatrische stoornissen blijken een risicofactor voor het beloop van li-chamelijke aandoeningen. Zo hebben mensen met een hartinfarct en een depressie drie keer zoveel kans om te overlijden dan niet-depressieve mensen met een hartinfarct. Bij hen blijken hart-medicijnen bovendien minder goed te werken en is de kans op heropname in

het ziekenhuis aanmerkelijk groter. De invloed andersom is zelfs nog schrijnen-der: chronisch psychiatrische patiënten leven gemiddeld twintig jaar korter dan de gemiddelde Nederlander. Deze over-sterfte komt vooral door chronische li-chamelijke aandoeningen. “Dit getal is al twintig jaar hetzelfde”, weet Honig. “Het heeft deels met onze veranderde levensstijl en leefgewoonten te maken, maar ook met de stoornis zelf, de medi-catie en het feit dat we als psychiaters te weinig medisch lichamelijke zorg le-veren.”

GezondheidswinstOm patiënten met een dergelijke ‘over-lap’ beter te herkennen en te behande-len, pleit Honig voor een intensievere samenwerking tussen specialisten op beide gebieden. “Psychiaters zouden veel moeten bijleren over wat wij soma-tische problematiek noemen”, vindt hij. “Maar centra voor geestelijke gezond-heid staan momenteel flink onder druk door bezuinigingen, dus dat wringt.” Andersom zouden behandelaars van chronische lichamelijke aandoeningen

hun patiënten moeten screenen op ang-sten en depressie, zo stelt Honig. Bo-vendien moeten zij worden getraind om patiënten tools aan te reiken waarmee zij stress kunnen verminderen die met hun ziekte te maken heeft. “Het is niet aangetoond dat hierdoor de overleving van deze mensen verbetert, maar hun kwaliteit van leven verbetert wél en deze mensen worden minder snel opgeno-men”, vertelt Honig. Momenteel wordt

onderzocht of het mogelijk is om in te grijpen op het proces waardoor beide soorten aandoeningen ontstaan. Het moment waarop één pil alles zal gene-zen, lijkt echter nog ver weg.

Auteur: Irma van der Lubbe

Page 14: Kwaliteit in de Zorg

14 van de redactie

Geen diagnose, en dan?Diagnostiek, behandeling, consultatie en advies voor onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten

Altrecht Psychosomatiek Eikenboom is een

top klinisch centrum met een landelijke functie

voor volwassenen en jongeren met ernstige en

chronische onvoldoende verklaarde lichamelij-

ke klachten. Dit zijn klachten zoals chronische

vermoeidheid, pijn, verlamming- en uitvalsver-

schijnselen, waar artsen na uitgebreid lichame-

lijk onderzoek geen medische verklaring voor

kunnen vinden.

Bij deze patiënten is er vaak sprake van klach-

ten waarbij een combinatie van lichamelijke,

psychische en sociale factoren een rol spelen.

Eikenboom biedt behandeling die zich richt op

het gunstig beïnvloeden van deze factoren.

Het doel van de behandeling is dat patiënten

beter kunnen omgaan met hun lichamelijke

klachten. Dit betekent een zo groot mogelijke

zelfstandigheid op lichamelijk, psychisch en so-

ciaal gebied. Effectonderzoek laat vermindering

van klachten zien naast verbetering van de kwa-

liteit van leven, en afname van doktersbezoek.

De therapie in het centrum is interdisciplinair.

Verschillende disciplines werken intensief sa-

men: artsen, psychiaters, psychologen, fysio-

therapeuten, psychomotorisch therapeuten,

kunstzinnige therapeuten, verpleegkundigen

en maatschappelijk werkenden.

Naast behandeling kunnen huisartsen en spe-

cialisten bij Eikenboom terecht voor consulta-

tie, advies en second opinion. Zo kan er contact

worden opgenomen over bijvoorbeeld een vast-

gelopen behandeling of voor overleg over vak-

inhoudelijke kwesties. In geval van twijfel over

de diagnose of onzekerheid over de geboden

behandeling kan Eikenboom een second opi-

nion bieden.

Eikenboom biedt gespecialiseerde patiën-

tenzorg in combinatie met wetenschappelijk

onderzoek, innovatieve behandelingen en

kennisverspreiding waarvoor ze het predicaat

topklinische GGz toegekend heeft gekregen.

Ook is Eikenboom een van de initiatiefnemers

van het landelijk Netwerk Onverklaarde Li-

chamelijke Klachten. Dit netwerk heeft op de

site www.nolk.info een sociale kaart geplaatst,

waarop te zien is waar mensen met hun klach-

ten terecht kunnen.

advertorial

Altrecht Psychosomatiek Eikenboom in Zeist

Meer informatie?

Voor contact of meer informatie kunt u bellen naar 030 696 56 00, of kijken op www.altrecht.nl

Erkennen psychosomatische klachten is vaak drempel “Ik ben toch niet gek”

Psychosomatische klachten kunnen iemands leven grondig ontwrichten. Mensen hebben zeer reële pijn- of uit-valsklachten, maar noch de huisarts noch de specialist kan een lichamelijke (somatische) oorzaak vinden. Veel pa-tiënten hebben bijna iedere mogelijke specialist wel een keer geraadpleegd en steeds was het antwoord: Sorry, we kun-nen niets vinden.

Omdat de klachten zo reëel en levens-echt zijn, is het voor patiënten moeilijk te accepteren dat ook psychische fac-

toren wel eens een rol zouden kunnen spelen. Voor huisartsen is het erg lastig dit bespreekbaar te maken. Patiënten hebben vaak het gevoel dat hun licha-melijke klachten niet langer serieus worden genomen. “De dokters weten het niet meer, dus denken ze zeker dat ik gek ben.”

WanhopigDr. Iris Keuning herkent deze emoties maar al te goed. Zij is als psychiater werkzaam bij Altrecht Psychosomatiek Eikenboom, een derdelijns centrum van

de GGZ-instelling Altrecht, gespeciali-seerd in de behandeling van mensen met psychosomatische aandoeningen. “Wij hebben hier te maken met de meest ernstige gevallen, met mensen die alles al hebben geprobeerd en vaak wanho-pig zijn. Maar, hoe wanhopig ook, toch kost het de huisarts vaak de nodige overredingskracht om mensen naar ons door te verwijzen.”

De reden dat bij mensen vaak pas in een laat stadium een psychosomatische di-agnose wordt gesteld heeft niet zozeer te maken met de onwil van huisartsen en specialisten. Bij lichamelijke klachten wordt gezocht naar lichamelijke oorza-ken. De huisarts verwijst patiënten met klachten daarom in eerste instantie naar een somatisch specialist. Vaak is dat, gezien de aard van de klachten, de neu-roloog, de internist of de pijnbestrijder. Ook deze specialisten onderzoeken de patiënt grondig voordat zij andere oor-zaken in overweging willen en kunnen nemen.

DoorverwijzenMeestal is het overigens de huisarts die doorverwijst naar de psychiater. Dat heeft twee redenen. Ten eerste kent de huisarts de patiënt meestal beter dan de specialist; hij kent vaak de familiesitu-atie, weet of er redenen voor stress of misschien zelfs een depressie zijn. De tweede reden is dat patiënten meestal terugverwezen worden naar de huisarts als de specialist niets kan vinden. De huisarts heeft dan een functie als coör-

dinator en zorgt voor de stapsgewijze inzet van zorg afhankelijk van de ernst van de aandoening.

Iris Keuning pleit er niet voor dat huis-artsen veel eerder naar de derde lijn doorverwijzen. “Over het algemeen gaat het best goed. Een huisarts die een psy-chosomatische problematiek vermoedt, zal eerst enkele weken rustig afwach-ten. In de meeste gevallen verdwijnen de klachten namelijk na enige tijd spon-taan. Een tweede groep patiënten wordt goed opgevangen in zowel de somati-sche als de psychiatrische tweede lijn. De huisarts kan om ondersteuning vra-gen bij de praktijkondersteuner GGZ of bij een centrum als het onze door een consultatie of second opinion.”

Kwaliteit verbeteren“Wanneer de klachten zeer ernstig en langdurig zijn, is verwijzing naar een multidisciplinaire, gespecialiseerde in-stelling zoals Eikenboom zinvol. Het is helaas niet altijd zo dat de klachten helemaal verdwijnen zodra de patiënt accepteert dat misschien psychische factoren een rol spelen. Als mensen al twintig of dertig jaar met bijvoorbeeld ernstige pijnklachten rondlopen, zijn deze niet zomaar verdwenen. Wij kun-nen vaak wel helpen om ze draaglijker te maken, om de kwaliteit van leven dui-delijk te verbeteren.”

Auteur: Hans-Peter Lassche

Page 15: Kwaliteit in de Zorg

15van de redactie

“Particuliere zorg is eigenlijk zorg nieuwe stijl”

Waarom kiezen mensen voor een particulier verzorgingshuis?“Een particulier verzorgingshuis is een alterna-

tief voor een regulier verzorgingshuis. Onze vi-

sie is dat we in Nederland wat zijn doorgeslagen

in het idee dat iedereen recht heeft op dezelfde

zorg. Zolang het puur over zorg gaat sta ik daar

achter, maar via de AWBZ wordt in feite niet al-

leen de zorg geregeld, maar ook het wonen en

leven. De politiek zet nu groot in op de scheiding

van wonen en zorg. Daarmee wordt het moge-

lijk om de AWBZ en WMO sec voor zorg in te

zetten en mensen zijn daarnaast zelfbeslissend

over hoe ze willen wonen en leven. Dat stelt je

in staat om een heel divers aanbod te kunnen

leveren dat veel beter aansluit bij de woon- en

leefwensen van individuele personen.”

Waar zit wat u betreft het grootste verschil tussen particuliere en regu-liere zorg?“In de integrale aanpak. Daar waar de reguliere

zorg alles vanuit de AWBZ financiert en daar-

mee dus moeilijk onderscheid kan maken tus-

sen verschillende doelgroepen, zijn wij daar wel

toe in staat door mensen zelf te laten betalen

voor wonen en leven. Daardoor kunnen we een

heel specifieke doelgroep uitkiezen, daar een

goed woon-leefproduct voor te maken, en ver-

volgens aan de klant over te laten of ze dat wil-

len huren of niet. Het zelfbeschikkingsrecht van

de klant staat veel meer centraal.”

Spelen zaken als huiselijkheid en kleinschaligheid ook een rol?

“Zeker. Je hoort kleinschaligheid en huiselijk-

heid vaak als zaken die heel belangrijk zijn. Het

is ook een reactie van de maatschappij op de

relatieve grootschaligheid die op een gegeven

moment in de reguliere zorg ontstond. Overi-

gens komt de reguliere zorg daar nu ook van

terug.”

Is particuliere zorg alleen voor welge-stelden?“Dat beeld moet ik nuanceren. Al zo’n 15 jaar ge-

leden is de AWBZ ook voor de cliëntgroep in de

particuliere zorg toegankelijk geworden. Waar

men tegenwoordig spreekt over particuliere

woonzorg-initiatieven, men feitelijk spreekt over

de nieuwe vorm van ouderenzorg: het scheiden

van wonen en zorg. Eigenlijk is daar niets parti-

culiers aan, want de zorg wordt gewoon vanuit

de AWBZ en WMO betaald. Mensen betalen

zelf hun wonen en leven. Particuliere woonzorg

is voor iedereen toegankelijk.”

Hoe heeft Domus Magnus vormgege-ven aan de drie pijlers wonen, dienst-verlening en zorg?“Wonen gebeurt in oude, monumentale gebou-

wen met een mooie uitstraling. Daar proberen

we een speciale doelgroep voor aan te trekken.

Deze mensen verblijven graag in een karakte-

ristiek (of uniek) pand, het geeft een meerwaar-

de. Overigens zijn de appartementen er ruim.

Voor wat betreft de dienstverlening proberen

we goed in de huid van onze cliënten te kruipen.

Wat zou je zelf willen? Goede maaltijden en een

activiteitenprogramma dat is toegesneden op

onze bewoners. Goede zorg is wat ons betreft

aandacht voor de cliënt. Duidelijk afspreken wat

je gaat doen en nakomen wat je hebt beloofd.

We leveren hoogstaande zorg binnen de indi-

catie en zijn ondernemend voor bewoners die

meer wensen/willen.

expertinterview

Erwin Miedema is oprichter, directeur en DGA

van Domus Magnus, een particulier verzor-

gingshuis met zes vestigingen door het hele

land.

Meer informatie?

www.domusmagnus.com

”Dit voelde voor ons als thuis”Een particulier verzorgingshuis verkiezen boven een regulier verzorgingshuis. Waarom doe je dat?

Haar moeder woonde lang zelfstandig in een eigen appartement, maar toen na eni-ge tijd kwakkelen uiteindelijk de diagnose Alzheimer werd gesteld, viel voor dochter Marlies van Esberg het kwartje. Omdat thuiszorg niet meer afdoende was en Mar-lies en haar zus te ver weg wonen, werd opname in een verzorgingshuis onvermij-delijk. Voor opname in een regulier verzor-gingshuis is een AWBZ-indicatie van het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg) nodig. Die indicatie was er, maar tijdens de ori-entatie op een passende woonomgeving kwamen de kinderen op het spoor van een particulier verzorgingshuis. “Je bent aan-vankelijk tamelijk onbekend met dit ter-rein, je hebt eigenlijk geen idee wat er is en welke mogelijkheden er zijn.”

Vertrouwd“Voor ons én voor ons gevoel ook voor onze moeder is het belangrijk om te wo-nen in een omgeving die vertrouwd is. De-menterende mensen hebben sowieso veel behoefte aan vaste punten in hun leven. Kleinschalige zorg sprak ons het meest aan, je hebt toch het idee dat je dat het liefst zelf ook zou willen. Hoewel dat in de reguliere zorg ook steeds meer voorkomt, kom je toch al gauw in de particulier sec-tor terecht, maar daar hangt ook weer een prijskaartje aan.” In een particulier verzor-gingshuis betalen de bewoners zelf voor wonen, service en dienstverlening. De zorg zelf wordt wel bekostigd vanuit WMO- of AWBZ-indicaties. Overigens is een derge-lijke indicatie niet noodzakelijk, maar met

een indicatie is het bijvoorbeeld wel moge-lijk om een PGB (Persoons Gebonden Bud-get) aan te vragen om daarmee (een deel van) de verblijfkosten te betalen.

AfwegenVoor Marlies en haar familie waren de per-soonlijke voorkeuren (“kleinschaligheid, meer individueel gerichte zorg, persoonlijk, huiselijk, overzichtelijk”) en de financiële aspecten de belangrijkste punten om af te wegen. Omdat een en ander, mede dank-zij spaartegoeden en een goede verkoop van het huis, financieel allemaal haalbaar bleek, kregen de persoonlijke afwegingen de overhand. “Samen hebben we een aan-tal verzorgingshuizen bekeken, ook regu-liere. We hebben uiteindelijk gekozen voor een particuliere instelling in de buurt. Voor onze moeder is het ook goed om te kun-nen blijven wonen in een omgeving die ze kent en die overzichtelijk is. Natuurlijk moet het financieel mogelijk zijn, maar daarbij zijn we prima ondersteund door de directeur van het verzorgingshuis, die heel transparant duidelijk maakte wat wel en wat niet mogelijk was. Ik zeg niet dat een regulier verzorgingshuis niet goed is, maar voor ons voelde dit vertrouwder en meer eigen. Dat is lastig uit te leggen. In ieder geval denk ik dat onze moeder het daar erg naar haar zin heeft. Beter wordt ze niet, maar ze is er thuis en kan het goed worden

met iedereen. Dat is toch ook wat waard.”

Auteur: Cor Dol

Page 16: Kwaliteit in de Zorg

16 van de redactie

Homeopathie onder vuur“Laat mensen zelf kiezen.”

Veel Nederlanders gebruiken homeo-

pathische geneesmiddelen of bezoe-

ken een homeopathisch arts of the-

rapeut. Tegelijkertijd is homeopathie

niet onomstreden en krijgt het door de

overheid beperkingen opgelegd. Hoe

valt dit te rijmen? Het belangrijkste

probleem is dat de werkzaamheid van

homeopathische geneesmiddelen

niet aangetoond kan worden volgens

de methoden waarmee de werkzaam-

heid van reguliere geneesmiddelen

aangetoond worden. Gevolg is dat

sinds 2012 de werkzaamheid van ho-

meopathische zelfzorgmiddelen niet

meer op de verpakking vermeld mag

worden.

Uitgangspunten

Lilian Peters is voorzitter van de Stich-

ting Voor Vrije Keuze en klassiek

homeopaat. Zij is hier vanzelfspre-

kend niet blij mee. “Het klopt dat de

werkzaamheid van homeopathische

geneesmiddelen niet aangetoond

kan worden op de traditionele voor-

geschreven manier. Dit wil echter niet

zeggen dat er niets valt te zeggen over

de werkzaamheid. Er is veel weten-

schappelijk onderzoek beschikbaar

waarin de werkzaamheid overduide-

lijk wordt aangetoond. Het punt is

echter dat homeopathie op geheel

andere uitgangspunten is gebaseerd

dan de traditionele geneeskunde. De

achterliggende principes van de ho-

meopathie zijn echter nog niet geheel

duidelijk. Misschien zullen deze wel

nooit volgens de methoden van de

klassieke wetenschap worden ontra-

feld.”

Homeopathische geneesmiddelen

worden afgestemd op het individu,

niet alleen op de klacht. De middelen,

niet-toxisch en op basis van natuur-

lijke ingrediënten, stimuleren het zelf-

genezend vermogen van het lichaam.

Omdat gekeken wordt naar het indi-

vidu, krijgt niet iedereen met dezelfde

klachten hetzelfde middel voorge-

schreven. Homeopathische middelen

kennen ook verschillende sterktes, al

naar gelang de mate van verdunning

van de werkzame stof. Dit alles maakt

onderzoek op de traditionele manier

lastig: zoveel mensen, zoveel genees-

middelen.

Referendum

Gebruikers van homeopathische zelf-

zorgmiddelen zijn verontwaardigd

over de houding van de overheid. Zij

vinden dat de overheid de maatregel

terug moet draaien. Onderzoek naar

de werkzaamheid van homeopathi-

sche geneesmiddelen wordt gene-

geerd en, belangrijker nog, mensen

wordt een keuze ontnomen. Volgens

Lilian Peters kan het ook anders: “In

Zwitserland is homeopathie opgeno-

men in het basispakket. Daar heeft de

overheid wel serieus gekeken naar de

beschikbare onderzoeken en informa-

tie, en dit vervolgens per referendum

aan de bevolking voorgelegd. Een rui-

me meerderheid stemde voor opname

in het basispakket.”

Voorstanders vinden dat homeopa-

thie en de traditionele geneeskunde

naast elkaar moeten kunnen bestaan.

Het grootste deel van de mensen die

aankloppen bij een homeopaat ziet

de homeopathie als een waardevolle

aanvulling op de traditionele genees-

kunde. Zij kiezen voor de homeopa-

thie omdat de achterliggende filosofie

ze aanspreekt of omdat ze vertrouwen

op de veilige en niet-toxische midde-

len.

Critici doen homeopathische succes-

sen vaak af als psychosomatisch. Li-

lian Peters vindt dat nogal goedkoop.

Zij vindt dat de homeopathie zich vol-

doende bewezen heeft en beschik-

baar moet zijn als serieus alternatief

voor wie daar behoefte aan heeft.

Auteur: Hans-Peter Lassche

Want dat is harder nodig dan ooit:• Zo is het niet meer toegestaan om op een

homeopathisch middel te vermelden waartoe het product dient;

• Er mag in de media niet meer wor den ge-schre ven over de werking van de middelen;

• En zijn er door deze nieuwe regelgeving al homeo pathische zelfzorgmiddelen verdwenen bij de drogist.

Om het tij te keren zet de Vereniging Homeopathie publiekscampagnes, politieke lobby, petities en heel veel andere acties in.

Word lid en help mee!Als u nu lid wordt ontvangt u gratis de VSM Eerste Hulp Kit t.w.v. € 9,95*. Dit superhandige tasje bevat diverse pleisters, verband en een schaartje. Natuurlijk ontbreken ook de VSM Eerste Hulp producten niet (Calendulan en Arni fl or Eerste Hulp zalf**, 25 gram). Boven-dien ontvangt u 5 x per jaar het Homeo pathie Magazine en kortingen in diverse webshops.

Meld u aan opwww.vereniginghomeopathie.nl of bel 020-617 83 08.

Helpt u mee de homeopathie in Nederland toegankelij k te houden?

Word lid en help mee!Als u nu lid wordt ontvangt u gratis de VSM Eerste Hulp Kit t.w.v. € 9,95*. Dit superhandige tasje bevat diverse pleisters, verband en een schaartje. Natuurlijk ontbreken ook de VSM Eerste Hulp producten niet (Calendulan en Arni fl or Eerste Hulp zalf**, 25 gram). Boven-dien ontvangt u 5 x per jaar het Homeo pathie Magazine en kortingen in diverse webshops.

www.vereniginghomeopathie.nl

Helpt u mee de homeopathie in Nederland toegankelij k te houden? Word lid en ontvang een gratis 1e Hulp Kit! *

*Actie loopt zolang de voorraad strekt. ** Gezondheidsproduct Like ons op facebook

Page 17: Kwaliteit in de Zorg

17van de redactie

“Vermoeidheid aangepakt”Waarom een vermoeidheidcentrum?

“Zo’n 16% van de klachten op het spreek-

uur van een huisarts is gerelateerd aan

vermoeidheid. Het VermoeidheidCen-

trum is er voor patiënten met ernstige,

aanhoudende vermoeidheidsklachten.

Daar hangen veel andere klachten mee

samen, zoals pijn en neurocognitieve

klachten. Dit is dus niet zomaar een

beetje moe, maar kan een invaliderende

aandoening zijn. De ernstigste vorm heet

ME/CVS (Chronisch VermoeidheidSyn-

droom) en dan heb je ook nog chronische

vermoeidheid, dat meestal speelt bij een

aandoening als MS of kanker. De oor-

zaak van ME/CVS is onbekend, maar de

klachten zijn heel duidelijk. De erkenning

is de laatste jaren wel beter geworden en

er is ook een richtlijn gekomen. Toch gaat

het vaak om vage klachten, waarmee pa-

tiënten vaak jarenlang in het behandel-

circuit rondlopen zonder resultaat.”

Wat kan uw VermoeidheidCentrum voor

deze patiënten betekenen?

“Zo’n 5 tot 9 procent van de ME/CVS-

patiënten herstelt volledig. Dat is weinig

en daarbij gaat het bijna altijd om pati-

enten die maar kort ziek en bovendien

jong zijn. Onze doelstelling kan dan ook

niet anders zijn dan de situatie verbete-

ren, het gaat immers om een chronische

aandoening. Het primaire doel is dat je

een verbetering ervaart in het dagelijks

functioneren, bijvoorbeeld makkelijker

en beter activiteiten uitvoeren. Maar ook

acceptatie is belangrijk.”

Hoe ziet de behandeling in uw centrum

er uit?

“Patiënten die zich aanmelden wordt ge-

vraagd online een uitgebreide vragenlijst

in te vullen. Op basis daarvan volgt een

intake door een verpleegkundige en in-

ternist in de vermoeidheidpoli van het

MC Zuiderzee. Zo kunnen we de proble-

men goed analyseren en op een rij zetten.

De internist kan een diagnose stellen en

medicatie en een behandelplan bepalen.

Die diagnose wordt gesteld op basis van

vastgestelde internationale criteria. De

behandeling is multidisciplinair, waarbij

de therapeuten op elkaar zijn ingespeeld.

Een fysiotherapeut kan de beweging ver-

beteren, afgestemd op de patiënt. Daar

hebben we een ‘beweegweger’ voor ont-

wikkeld. Je kunt zo eenvoudig bepalen

welke impact beweging heeft en welke

beweging het beste werkt. Patiënten le-

ren zelf welke vorm van bewegen, hoe

lang en wanneer voor hen het beste is. In

de multidiscipline zit verder een ergothe-

rapeut, die werkt met de ‘activiteitenwe-

ger’. Die werkt als de beweegweger, maar

gaat door de hele dag bekijken welke ac-

tiviteiten meer of minder impact hebben

en hoe ze het best over de dag verdeeld

kunnen worden. Het team bevat verder

een psychotherapeut, die vaak werkt met

de ‘Accept and Commitment Therapy’

(ACT) en hij heeft aandacht voor de so-

ciale problematiek van de aandoening.

Ook een ontspanningstherapeut en waar

nodig een diëtist, arbeidsdeskundige, be-

drijfsarts of jurist horen bij het team. De

verpleegkundige coach bewaakt het pro-

ces en samen met de internist bijvoor-

beeld de medicatie.”

Wat zijn de meest recente ontwikkelin-

gen?

“De inspectie voor volksgezondheid

heeft ons aangeduid als een koploper in

het gebruik van e-health. Het is bij ons

een combinatie van toegankelijkheid via

e-mail en de telefoon, voor allerlei vragen

en persoonlijk contact, en het invullen

van de vragenlijsten, het intelligent ver-

werken daarvan en een snelle output.”

expertinterview

Pierre de Roy is (met anderen) initiatiefnemer

en directeur van VermoeidheidCentrum

Lelystad.

Meer informatie?

www.vermoeidheidcentrum.nl

Dokter, ik ben zo moe….Sinds er meer bekend wordt over de oorzaken wordt ernstige vermoeidheid steeds serieuzer geno-men.

Iedereen voelt zich wel eens moe.

Meestal is dat na een paar nachten goed

slapen weer over. Anders is het wanneer

de vermoeidheid lang aanhoudt. In Ne-

derland spreekt men na drie maanden

van chronische vermoeidheid. Hoewel

deze door iedereen op dezelfde manier

wordt ervaren, kunnen de oorzaken

heel divers zijn. De vermoeidheid kan

op zichzelf staan, maar ook een bij-

verschijnsel zijn van een ziekte zoals

kanker of Parkinson. Gaan de klachten

gepaard met andere ongemakken zoals

spier-, keel- of hoofdpijn en opgezette

klieren, dan kan er sprake zijn van ME/

CVS (Myalgische Encephalomyelitis/

Chronisch VermoeidheisSyndroom).

Serieus

Chronische vermoeidheid kan een

grote invloed hebben op de kwaliteit

van leven, weet professor Julia Newton,

Hoofd Klinische Geneeskunde aan de

Universiteit van Newcastle, Engeland.

“Veelgehoorde klachten zijn onder meer

pijn, slaap, duizelingen bij het opstaan,

geheugen- en concentratieproblemen”,

vertelt ze. “Die kunnen ertoe leiden dat

mensen bijvoorbeeld niet meer kunnen

autorijden, maar ook dat ze hun werk of

hun studie niet kunnen volhouden.” Des-

ondanks werd chronische vermoeidheid

jarenlang niet echt serieus genomen.

“Ik heb patiënten met verschrikkelijke

verhalen over hun ervaringen in zieken-

huizen en klinieken”, geeft Newton aan.

“Volgens mij heeft dat te maken met het

feit dat de ziekte werd gezien als iets dat

tussen de oren zat.”

Erkenning

Inmiddels is algemeen erkend dat chro-

nische vermoeidheid een serieus pro-

bleem is. Newton vertelt dat tegenwoor-

dig steeds duidelijker wordt dat er in

veel gevallen een lichamelijke oorzaak

is. “Veel mensen met vermoeidheid

hebben een lage bloeddruk”, legt ze uit.

“Daardoor krijgen hun hart, hersenen

en spieren niet voldoende bloed aange-

voerd. In het ergste geval kan dat leiden

tot black outs. De meeste mensen heb-

ben echter last van duizelingen bij het

opstaan. Hun bloeddruk daalt, het bloed

zakt in hun benen en worden ze licht in

hun hoofd. In de lichtste vorm krijgen

mensen pijn in de spieren. Die ontstaat

doordat zuren daar de kans krijgen om

zich op te hopen, doordat het bloed er

niet goed genoeg doorheen stroomt om

ze te kunnen afvoeren.”

Gedegen aanpak

Bij de behandeling van vermoeidheid

werd vaak uitgegaan van de mogelijk

achterliggende ziekte. Tegenwoordig

stelt men steeds vaker de vermoeidheid

zelf centraal en bekijkt deze met een

multidisciplinair team. “Beter, omdat

vermoeidheid zoveel verschillende oor-

zaken kan hebben”, vindt Newton. “Op

die manier kan vermoeidheid ook veel

beter worden herkend en behandeld.”

Die behandeling is veelal niet helend;

de medische wetenschap begrijpt nog

niet helemaal wat de ziekte veroorzaakt.

Dat betekent dat hij ook nog niet te ge-

nezen valt, hoewel er testonderzoeken

worden uitgevoerd op weg naar medica-

tie. “Maar we kunnen veel doen om de

symptomen op een gestructureerde ma-

nier te verbeteren, bijvoorbeeld via het

aanpakken van slaapproblemen en de

lage bloeddruk”, vertelt Newton. “Mijn

boodschap is dan ook dat het echt niet

nodig is om met serieuze vermoeidheid

te moeten leven.”

Auteur: Irma van der Lubbe

Page 18: Kwaliteit in de Zorg

18 bedrijfsprofiel

Toename gewrichtspijnen door vergrijzingSoft lasertherapie bij o.a. pijnbestrijding van reuma, artrose en artritis.

Zoveel mogelijk zelf doenErg blij is Deana Vijsma (63) met de thuiszorg die zij heeft. Toch probeert zij zoveel mogelijk zelf te doen.

“Thuiszorg op maat, zorgt voor kwaliteit”

Caroline Dubbelman van Balancecare werkt al

een aantal jaren met een medisch goedgekeur-

de BNS soft laser. Binnen de medische wereld

won deze laser in Duitsland in 2007 de innova-

tieprijs en wordt sindsdien succesvol gebruikt

in een toenemend aantal landen. De soft laser

werkt ontstekingsremmend, pijnstillend en cel

vernieuwend. Het pijnloze helende licht van de

laser ondersteunt het herstelmechanisme en

optimaliseert het zelf genezend vermogen van

het lichaam. De resultaten zijn uitmuntend zoals

bij pijn bij artrose en gewrichtsproblemen. De

soft laser wordt daarnaast met goede resulta-

ten toegepast bij gezondheidsproblemenzoals

ademhalingsstoornissen, allergieën, bloeddruk-

klachten, gewichtsproblemen, migraine, hormo-

nale klachten, oedeemvorming, spijsverterings-

klachten, stress, vermoeidheid, verslavingen

zoals roken en bij vruchtbaarheidsproblemen.

In de huidige tijd zijn er veel mensen met wel-

vaartsziektes zoals artrose en artritis, door o.a.

verzuring van de gewrichten. Er zijn waterzuive-

ring systemen bij Balancecare verkrijgbaar die

alkalisch water produceren met toevoeging van

geïoniseerde mineralen, waardoor het zuur-ba-

se evenwicht wordt hersteld. Daarnaast speelt

voeding uiteraard ook een rol.In de praktijk

boekt de combinatie van de softlaser, het ge-

ioniseerde water en een aangepast voedings-

patroon enorme resultaten. Vermoeidheid en

gewrichtspijnen worden aanzienlijk verminderd.

Bij deze combinatie is een duidelijke conditie-

verbetering te constateren bij darmproblemen,

allergische en reumatische aandoeningen. Bij

Balancecare gaan wij ervanuit dat de oorzaak

van een probleem moet worden aangepakt en

de pijn van een aandoening tot een minimum

moet worden beperkt. Bij aanvang is het nood-

zakelijk in korte termijn meerdere behandelin-

gen te ondergaan zodat het herstelmechanisme

van het lichaam kan worden geactiveerd. ‘Het is

iedere keer weer een feest te zien dat mensen

weer kwaliteit van leven terug krijgen! ’Balance-

care is gevestigd in Doorwerth, nabij Arnhem en

uitvalswegen A50 en A12. Voor meer informatie

zie www.balancecare.eu.

Op de vraag wat Deana precies mankeert,

antwoordt zij: “Je kunt beter vragen wat ik

níet heb. Ik heb onder meer twee vormen van

reuma en ben geboren met een afwijking

aan mijn voeten. Door mijn slechte mobili-

teit ben ik te dik geworden. Dat, en stress in

mijn privésituatie, hebben er bovendien toe

geleid dat ik ook diabetes en hartklachten

heb ontwikkeld.” Thuiszorg is voor Deana

geen overbodige luxe. Sinds zo’n anderhalf

jaar komt hulp Sylvia iedere week Deana’s

huisje schoonmaken. Tussen het werk door

hebben de twee samen veel lol. “Ook dat is

belangrijk voor mij”, vindt Deana. “Door mijn

fysieke gesteldheid en privéproblemen heb

ik nauwelijks sociale contacten. Met Syl kan

ik beetje van gedachten wisselen. Dat geeft

me energie en werkt ook heel relativerend.”

Afremmen

Het liefste zou Deana zoveel mogelijk zelf

doen. “Daarin moet ik soms worden afge-

remd”, erkent ze. “Laatst probeerde ik ook

weer iets, maar toen viel ik en liep een her-

senschudding op. Toen heb ik besloten dat

ik dat maar niet meer moet willen.” Toch doet

Deana er alles aan om zelf actief in huis te

blijven. “Via bonnen van de gemeente krijg

ik nu aquatherapie”, vertelt ze. “Ik wil ervoor

zorgen dat ik blijf bewegen en niet dikker

word, zodat ik dingen kan blijven doen. Je

hebt mensen die, als ze per ongeluk iets om-

gooien, denken: ‘Laat maar liggen, dat doet

de thuiszorg wel’. Daar kan ik me erg boos

over maken.” De aangekondigde bezuini-

gingen in de zorg vindt Deana daarom niet

verkeerd. “Ik vind het wél vervelend dat ik

straks een eigen bijdrage moet betalen voor

zowel de thuiszorg als de gespecialiseerde

thuiszorg, omdat ik het al zo krap heb en ik

met mijn netwerk geen beroep kan doen op

mantelzorg”, vertelt ze. “Maar wat de zorg

zelf betreft hebben we in ons land een ver-

wencultuur gehad. Daar kan best wat af; veel

mensen kunnen veel meer dan ze doen.”

Auteur: Irma van der Lubbe

Het aantal ouderen dat zorg nodig heeft stijgt enorm, wordt dit een pro-bleem in de toekomst?In 2040 zijn er 4,6 miljoen 65-plussers, dat is

26% van de totale bevolking. Een ontwikkeling

waar we nu op moeten reageren want wachtlijs-

ten van zorginstellingen worden langer en voor

steeds meer ouderen is de vraag of ze de zorg

kunnen krijgen die zij nodig hebben op het mo-

ment dat zij daar behoefte aan hebben.

Is er een oplossing?Je ziet steeds meer dat ouderen tegen een uit-

zichtloze wachtlijst aanlopen of dat ze zichzelf

niet kunnen vinden in de massale sfeer van een

tehuis. Een goede oplossing is thuiszorg op

maat. Persoonlijke zorg in je eigen huis, voor

specifieke wensen en behoeften.

Wat is het voordeel?De ouderen voelen zich veilig en gerust in hun

vertrouwde omgeving en met het comfort dat

ze gewend zijn. Er is altijd iemand waar ze op

kunnen rekenen. Of het nou gaat om wassen,

aankleden, boodschappen doen, bereiden van

eten of het doen van de was. Omdat er één of

meerdere verzorgers voor langere tijd worden

geplaatst bij een bepaalde cliënt zorgt dit voor

een hechte band. Ook is de zorg direct beschik-

baar, er is geen wachttijd.

Is dat betaalbaar?Professionele verzorgers uit verschillende EU-

landen werken hier voor minimaal hetminimum

loon maar door de lagere levensstandaard in

hun thuisland is dat voor hen een goed salaris.

Ouderen krijgen een PGB (Persoons Gebonden

Budget) of een bijdrage uit de WMO (Wet Maat-

schappelijke Ondersteuning), de kosten van

een hulp uit het buitenland vallen meestal bin-

nen dat budget.

Het mes snijdt aan twee kanten, deze mensen

zijn extra gemotiveerd omdat ze in Nederland

beter verdienen en ze zijn op gegroeid met een

traditie waarin ouderen worden gekoesterd.

Levert dat geen taalproblemen op? De verzorgers spreken Duits of Engels en met

1 of 2 vaste hulpen per cliënt ontstaat snel een

goede vriendschap die communicatie nog mak-

kelijker maakt. Mogelijke vooroordelen zoals

taalbarrières en vertrouwenskwesties over een

inwonende hulp die 24 uur zorg op maatlevert,

verdwijnen snel. Doordat de cliënt niet telkens

een andere verzorger maar voortdurend de-

zelfde hulp(en) heeft, wordt snel een gevoel van

vertrouwen en wederzijds begrip opgebouwd.

Zekerheid voor de cliënt: nooit meer alleen zijn.

van de reactie

expertinterview

Hans van Hoof, Zorg manager bij Stichting

Homecare

Caroline Dubbelman, Paramedisch

Natuurgeneeskundig therapeut

Page 19: Kwaliteit in de Zorg

19advertorial

Zorg moet vergelijkbaar zijnSteeds meer mensen zijn gewend om gebruik te

maken van internet, bijvoorbeeld als je een tele-

visie gaat kopen is het vanzelfsprekend om je te

oriënteren op het aanbod voordat je overgaat tot

aankoop. Gelukkig zijn er de verschillende ver-

gelijkingssites, waar je op je gemak kunt kijken,

vergelijken en vervolgens een beslissing kan

maken. Vreemd is het echter dat het voor niet

alle producten en diensten mogelijk is. Zeker

wanneer het gaat om zaken waar wij allen vroeg

of laat mee te maken krijgen, zorg. Waarom is

het zo lastig om alle vormen van zorg bij elkaar

te treffen, makkelijk doorzoekbaar te maken en

ook nog met elkaar te vergelijken? Het is toch

eigenlijk vreemd dat we ons zomaar laten door-

verwijzen naar een instelling of behandelaar die

we nooit eerder hebben gezien. Dit terwijl we al-

lemaal kritischer worden.

Het zou prettig zijn als het aanbod volstrekt

onafhankelijk inzichtelijk wordt gemaakt, zon-

der dat daar een instelling of aanbieder wordt

‘voorgetrokken’. Daarnaast is het belangrijk dat

de zorgaanbieders zich online goed laten zien.

Bij telkens veranderende zorgmarkten wordt

het voor zorgaanbieders steeds belangrijker

om in contact te staan met de doelgroep. De

doelgroep verlangt informatie vooraf en wordt

steeds kritischer op het aanbod. Zorgaanbie-

ders hebben kortom de morele verplichting om

deze groep optimaal te bedienen met informa-

tie over hun instelling of dienst. Uiteindelijk

komt het allemaal neer op ouderwetse doel-

groepmarketing.

In 2012 is KiesvoorjeZorg.nl opgericht, een on-

afhankelijke vergelijkingssite voor de zorg.

Contactinformatie van ouderenzorginstellingen,

ziekenhuizen en klinieken zijn toegevoegd. En

websites van alle instellingen zijn handmatig

bezocht om relevante informatie op te nemen

om te vergelijken. Het viel op dat veel van deze

websites moeilijk doorzoekbaar zijn. Is Kies-

voorjeZorg.nl een non-profit organisatie? Nee,

het eerste doel is de informatie transparant en

overzichtelijk aan te bieden aan de doelgroep.

Hier wordt alle tijd en aandacht in geïnvesteerd.

Toch zit er een verdienmodel achter het product.

Als een zorginstelling meer wil laten zien dan de

basisinformatie, bijvoorbeeld foto’s of brochu-

res wil uploaden, dan kan er gebruik gemaakt

worden van een Premium. Het tarief is laag

zodat het voor alle instellingen haalbaar is om

gebruik te maken van de extra mogelijkheden.

Hierdoor hebben niet alleen de grote partijen

het voordeel van een mooie profielpagina.

De komende periode zal KiesvoorjeZorg.nl nog

meer zorgmarkten gaan opnemen in de web-

site. Per 7 juni a.s. zal de zorgmarkt Fysiothera-

pie worden toegevoegd.

advertorial

Alle gegevens aanwezig voor samenwerkende artsenWerkende IT oplossing geeft de dokter toegang tot alle medische gegevens in één scherm.

De behandeling van patiënten gebeurt in toene-

mende mate door samenwerkende en/of fuse-

rende maatschappen. De patiëntgegevens zijn

daarmee per definitie vastgelegd bij meerdere

zorginstellingen. Hiermee groeit de behoefte

om de gegevens uit te wisselen. De diversiteit

aan informatiesystemen maken dat niet zelden

dezelfde gegevens op meerdere plaatsen ge-

registreerd staan. Dat maakt het niet eenvou-

dig om anderen dan de initiële aanvragers, te

laten beschikken over de gegevens. De dokter

is daarom geholpen met de toegang tot de ver-

snipperde medische gegevens vanuit de ver-

schillende bronnen.

Versnipperde medische gegevens beschikbaarWat zou het fijn zijn als elke arts tijdens een

Multi Disciplinair Overleg (MDO) met collega’s

vanuit verschillende zorginstellingen, op zijn ei-

gen scherm, vanuit dezelfde werklijst toegang

heeft tot dezelfde medische gegevens.

Door gebruik te maken van een bewezen soft-

ware oplossing ontsluit u op een veilige manier

patiëntdata uit verschillende zorgaanbieders.

Hiermee zijn de patiëntdata direct toegankelijk,

met behoud van privacy. De behandelend spe-

cialisten krijgen via hun eigen ZIS toegang tot

de patiëntdata. Ook als die specialisten werk-

zaam zijn in een ander ziekenhuis dan waar de

patiënt onder behandeling is. De oplossing van

Medischegegevens.nl geeft u in één overzicht

inzage in deze patiëntdata, ook binnen uw be-

staande ZIS, of die informatie nu uit ziekenhuis

A, B, C of D komt.

• Een MDO kan op basis van gelijke informa-

tie worden voorbereidt;

• Geen dubbel onderzoek of wachten op over-

dracht vanuit collega Zorgverlener;

• Geen duplicaat dossier beheer op meerdere

locaties;

• Patiëntmandaat is georganiseerd en vastge-

legd;

• Geen belasting voor de ICT;

Binnen 3 maanden klaarDoor gebruik te maken van een oplossing die

zich op andere locaties reeds heeft bewezen

hoeft u het wiel niet zelf uit te vinden. Hiervan

zijn naast technische ICT referenties ook refe-

renties beschikbaar vanuit de medici. Ervarin-

gen en lessons learned kunnen worden overge-

nomen.

‘Anale klachten: niets om je voor te schamen’Anale klachten zijn gênant. Maar bij pijnklachten of bloedverlies is het verstandig om toch naar de huisarts te gaan.

Anale pijn, jeuk of bloedverlies is meestal het

gevolg van een onschuldige aandoening die

met de juiste aanpak zo verholpen kan worden

– mits er door de juiste specialist naar wordt ge-

keken. In Nederland zijn er echter maar weinig

artsen die zich volledig hebben toegelegd op

anale klachten. Chirurg-proctoloog drs. Jean-

Paul de Zoete, werkzaam bij Helder kliniek,

heeft zich wél volledig toegelegd op dit vakge-

bied. “Juist met deze klachten, die toch vaak eni-

ge gêne met zich mee brengen, is het belangrijk

om een specialist met ervaring te zien,” meent

De Zoete.

Helder kliniek is gespecialiseerd in het behan-

delen van alle anale aandoeningen, waaronder

aambeien, anale scheurtjes, fistels, huidflapjes

en anale wratten. Deze klachten zijn erg verve-

lend en kunnen mensen beperken in hun soci-

ale leven. Drs. de Zoete: “Veel mensen blijven er

jarenlang mee rondlopen. Maar anale aandoe-

ningen komen heel veel voor en zijn niets om je

voor te schamen.”

Eerlijk is eerlijk: niemand wordt blij van de ge-

dachte aan een anaal onderzoek. Maar eigen-

lijk valt het allemaal best mee. “Mijn patiënten

hoeven zich voor het onderzoek niet uit te kle-

den, maar slechts hun broek een stukje te laten

zakken. Ze mogen gewoon op hun zij gaan lig-

gen en hoeven dus niet op handen en knieën te

gaan zitten. Vervolgens leg ik voor extra privacy

een doekje over de voorkant. In de praktijk blijkt

dit voor patiënten een heel comfortabele hou-

ding te zijn,” aldus drs. de Zoete.

Helder kliniek biedt uitsluitend de meeste mo-

derne en bewezen succesvolle behandelme-

thodes aan. “Bij aambeien is de Barron ligatie

in 75% van de gevallen de aangewezen behan-

deling,” zegt De Zoete. “Deze methode, ook wel

‘elastiekjes schieten’ genoemd, is op dit mo-

ment het meest toegepast en kent een hoog

succespercentage. De aambeien worden afge-

bonden met een elastisch ringetje waarna ze

vanzelf verschrompelen. Fissuren behandelen

we met ISDN-zalf of met Botox. Dit laatste ge-

beurt onder narcose en is dus volledig pijnloos.”

bedrijfsprofiel

Meer informatie

KiesvoorjeZorg.nl B.V.T. 023 711 32 02E. [email protected]

Meer informatie

Helder kliniekT. 088 – 778 52 02www.helderkliniek.nl

Helder kliniek heeft vestigingen in Eindhoven,

Enschede, Hilversum, Rotterdam en Velp.

Page 20: Kwaliteit in de Zorg

20 advertorial

hansanders.nl

224,50per stuk

tot de helft goedkoper dan elders!

• zeer klein, niet zichtbaar• comfortabel• eenvoudig in te stellen via pc, iPhone en iPad• gebruik bij specifieke luistersituaties of gedurende de dag• kant-en-klaar, direct meenemen

Kies voor de easy amplifier:

Info

rmee

r naa

r de

voor

waa

rden

.

Bekijk de productvideo en verkoopadressen op hansanders.nl/hoorversterker

Niet gezien, wel gehoordHans Anders introduceert slimme hoorversterker voor mensen met beginnend gehoorverlies.

Er zijn verrassend veel personen die

moeite hebben met horen, maar die

nog niet toe zijn aan een écht hoor-

toestel. Voor deze mensen biedt Hans

Anders sinds kort een unieke oplos-

sing om weer volop te genieten van

het leven. De Easy Amplifier is een

zeer kleine onzichtbare hoorverster-

ker die comfortabel gedragen wordt

en eenvoudig in het gebruik is. En juist

daardoor kunnen mensen de Easy

Amplifier de gehele dag dragen of al-

leen tijdens gelegenheden waar dat

nodig is. Denk daarbij aan al die waar-

devolle momenten als één-op-één ge-

sprekken, aan tafel tijdens het eten, bij

het tv-kijken, op verjaardagen, in res-

taurants of tijdens het sporten.

Onzichtbaar

De stap naar een hoortoestel is voor

veel mensen mentaal groot. Dat heeft

alles te maken met de perceptie van

‘echt ouder worden’, die bij het af-

nemen van het gehoor komt. Jan de

Groot, algemeen directeur van Hans

Anders: “Veel mensen in de middel-

bare leeftijdsgroep van 40 tot 60 jaar

hebben vaak al een lichte vorm van

gehoorverlies. En omdat zij nog vol-

op in het leven staan, moeten zij een

flinke drempel over voordat ze een

hoortoestel zullen dragen.” Dit blijkt

ook uit ramingen van de NVVS en de

Nationale Hoorstichting: tweederde

van de slechthorenden draagt geen

hoortoestel. Regelmatig wordt zelfs

jaren gewacht met de overstap. “De

Easy Amplifier is voor anderen nage-

noeg onzichtbaar en daarmee voor

deze groep mensen dé oplossing om

weer volop te genieten van het leven.

We zien het daarom ook als een logi-

sche aanvulling op ons assortiment”,

aldus De Groot.

Betaalbaar

Naast een mentale drempel is er ook

een financiële factor die mensen er-

van weerhoudt te kiezen voor een

hoortoestel. Mensen die nog niet in

aanmerking komen voor vergoeding

van een hoortoestel, maar wel een

hooroplossing zoeken kunnen voor

forse uitgaven komen te staan. De

Easy Amplifier is zo aantrekkelijk ge-

prijsd (224,50; red.) dat het voor deze

groep mensen een goed alternatief is.

Handig

De Easy Amplifier die Hans Anders

biedt is vooral een handig apparaat-

je. Hij is zo klein dat hij gemakkelijk

en comfortabel in het oor past. De

hoorversterker is zeer eenvoudig in

te stellen via de computer of iPhone/

iPad. Ook het harder of zachter zetten

gebeurt in een handomdraai. Na een

korte hoortest kan de klant de Easy

Amplifier direct meenemen uit één

van de winkels van Hans Anders die

hoortoestellen verkopen of bestellen

in de webshop. De Easy Amplifier is

dan meteen klaar voor gebruik. Alle-

maal uiterst eenvoudig en klantvrien-

delijk. Hoe dat allemaal kan voor die

prijs? Een kwestie van horen, zien en

geloven!

Meer informatie

T 0800 – 0027 (gratis)W hansanders.nl/hoorversterker

De Easy Amplifier is geschikt bij

een gehoorverlies tot 80 dB en is

zeer makkelijk zelf in stellen via

de pc, iPhone of iPad. Het slimme

apparaatje is daarom een snelle

en betaalbare oplossing voor

mensen met slechts een beperkt

gehoorverlies, maar die niet kun-

nen rekenen op een vergoeding

door hun zorgverzekering.