Klein geloof (eerste zondag na Pasen: Ongelovige Thomas)
Transcript of Klein geloof (eerste zondag na Pasen: Ongelovige Thomas)
Niet zien en toch geloven –o God, als Jij mij helpt
dan zal ik Jou toch loven,hoezeer ik, overstelpt
door allerhande plagen,door twijfel en verdriet,
naar het waarom blijf vragen –toch zing ik Jou dit lied!
Niet zien en toch geloven:vertrouwend verdergaan,niet horend, als een dove,
niet ziende, blind voortaan,niet reikend met mijn handen
naar meer dan Jij mij geeft,maar wijs door scha en schande
geloven dat Je leeft!( Troost André / ‘Geef vrede’ )
Heer ontferm U over ons
Christus ontferm U over ons.
Heer ontferm U
(Wylli
nJo
sé
)
Dan nog, dan nog klamp ik mij
klamp ik mij vast aan jou,
of je wil of niet,
op ongenade of genade,
Ik zal red mij, red mij roepen
of zoiets als heb mij lief.
Diep in ons hart weerklinkt er een stem
die zingt: 'Eer aan God de Vader. Gloria!'
Zoon van de mensen, door Uw groot lijden
zijn wij dichter bij U. Gloria!
Geest van hoop en liefde, Geest van licht en leven,
Geest van echte vrede. Gloria!
G e l u k k i g w i e n i e t z i e t e n t o c h g e l o o f t ,
d i e h o o p t o p l e v e n u i t d e d o o d g e b o r e n , -
h i j d i e h e t h o u d t b i j w a t e r i s b e l o o f d :
' u i t s t e r v e n d g r a a n o n t k i e m d h e t n i e u w e k o r e n ' ;
d e m i n s t e m e n s , g e m a r t e l d , l e e g g e r o o f d ,
h i j z a l , b i j G o d , n o g o o i t v a n z i c h d o e n h o r e n !
Maar ongelukkig hij die niet gelooft,eer hij Gods toekomst tastbaar ziet bewezen.
Al zag hij mensen, ooit het licht ontroofd,
bij duizendtallen uit de dood verrezen;al zag hij draak en duivelstuig onthoofd,hij zag zijn ongeloof nog niet genezen!
(va
n O
pb
erg
en
Ja
n / ‘Z
o v
rie
nd
elij
k e
n v
eili
g )
[Voorganger]
Ik geloof dat het leven mij geschonken werd
door God, onze Vader, bron van liefde.Ik geloof dat ik geroepen ben
om mee te werken aan een toekomstdie voor elke mens menswaardig is.
[Al]
Ik geloof in die uitzonderlijke mensdie niet geleefd heeft voor zichzelf.
Ik geloof in die mensdie wij kennen als Zoon van mensen
en Zoon van God,die een ereplaats gaf aan mensendie over het hoofd werden gezien.
[Voorganger]
Ik geloof dat zijn Geest onder ons werktals wij in zijn naam samen zijn
en wij elkaar levenskansen geven.
[Al]
Ik geloof dat zijn Geestons telkens weer aanspoortom naar elkaar om te zienen zo mensen te worden
met en voor elkaar
[Voorganger]
Ik geloof dat ons levenniet zal eindigen in het zinloze niets
[Allen]
Maar dat wij eens zullen levenbij de bron van liefde
die voor ons dit leven schonk.Amen.
Laat onze woorden stijgen voor uw aangezicht als wierook.Zie in ons het verlangen een mens te zijn van U.Kom, adem ons open, Kom, adem ons open, adem ons open
(Prins S
ieds
/ Löw
enth
alT
om
)
Terwijl wij om Hem treuren,toont Hij ons hand en voet.
Hij komt door dichte deuren,Hij spreekt zijn vredegroet.
Terwijl wij van Hem spreken,is Hij in onze kring
om ons het brood te brekenvan zijn verkondiging.
( onbekend / ‘roept God een mens’ )
[Voorganger]
In Jouw Naam zijn wij hier samen.Wij noemen Je, tastend en twijfelend;
God en Vader,Roepstem, Drager,Grond van leven.
[Allen]
Niemand heeft Je ooit gezien,maar elke dag opnieuw is het duidelijk
hoe Jij werkzaam aanwezig zijtdaar waar mensen elkaar vinden
en van elkander houden,waar mensen de handen in elkaar slaan
en de kleine stappen zettenom deze wereld om te bouwen
tot Jouw wereld.
[Vg]
Wij zien Je aan het werkin de ontluikende liefde tussen mensen,
in groeiende solidariteit,in blijvende verbondenheid,
in de kleine en grote inzetvoor vrede en gerechtigheid.
[Al]
Wij zien Je aan het werkin Jezus, jouw zoon:
de woorden die Hij sprak, waren Jouw woorden,
en worden nu ook de onze.Zijn keuze voor de kleine mensen
was jouw keuze,en wordt nu ook de onze.
[Vg]
In Hem heb Je jouw lot aan ons verbonden,jouw droom in ons gelegd:
dat lammen niet lam blijvenen doven niet doof.
Dat er voor elke mens leven mogelijk is,leven in overvloed.
[Al]
Hem willen wij hier bij name noemenals inspiratie,
wegwijzer voor ons leven,als blijvende oproepom te blijven doen
wat Hij heeft gedaan.
[Vg]
Daarom bidden wij Jou:beziel ons met zijn Geest
en met geen andere.Dat wij vanuit zijn inspiratie
weten wat recht en wat slecht is.
[Al]
Dat wij midden de ontmoediging en twijfelde fantasie bewaren
en wegen blijven vinden naar de nieuwe toekomst
die Jij ons in handen hebt gegeven.Dat onze hand niet slaat,
dat onze mond niet verraadt,dat wij geen mens verloochenen.
[Vg]
En dat wij niet vergetenhen die on ons blijven rekenen:
zij van wie wij houdenen zij van wie wij nog niet genoeg houden.
[Al]
Dat wij niet vergetenhen die naast ons staan,
ons voorgaan en bemoedigen,en hen met wie wij samen op weg zijn
naar menselijker samenleven.
[Vg]
Dat wij evenmin vergetenhen die van ons zijn heengegaan:
dat zij tot ons blijven spreken,ons verder oproepen en inspireren,
ook nu zij gestorven zijn.
[Al] Beziel ons met jouw Geesten met geen andere.
Dat wij elkaar bewaren,verdragen en voortstuwen
in de richting van menswaardigheid.Dat wij niet wijken
voor macht of eigenbaat.Dat wij waakzaam zijn
om de tekenen van hoop te zien.Dat wij zelf zo’n teken mogen worden.
Vrede voor alle mensen, de vrede van de
Heer.
Vrede voor jou, voor mij, voor ons: de
vrede van de Heer.
(Schollaert Paul )
W i j g a a n w e e r v e r d e r , v o l v a n h o o p
o p o n g e b a a n d e w e g e n
m e t o n z e d r o o m o p h i n d e r l o o p
d e m e e s t e f e i t e n t e g e n .
D e o n r u s t h o u d t o n s o p d e b e e n
e n d o e t o n s v e r d e r r e i z e n ,
e e n s t e m d i e k l i n k t d o o r a l l e s h e e n
e e n G o d n i e t w e g t e p r i j z e n .
Z i j n w o o r d h o u d t a a n i n o n s g e m i s
d a t a l l e s k a n v e r k e r e n ,
d a t v r e d e h i e r b e s t a a n b a a r i s
e n o n r e c h t o m t e k e r e n
H i j d o e t o n s k i e z e n v o o r d e m e n s
b e d r e i g d , v e r a r m d , v e r g e t e n .
H i j v o e r t o n s n a a r d e l a a t s t e g r e n s
o m v a n e l k a a r t e w e t e n .
S j a l o o m , g e l u k o p d e z e r e i s .
H e t d u u r t m i s s c h i e n n o g e e u w e n
m a a r t w i j f e l n i e t m e e r a a n d e w i j s :
' h e t l a m h u i s t b i j d e l e e u w e n ! '
(va
n O
pb
erg
en
Ja
n / J
an
Will
em
va
n d
e V
eld
e )