Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

42
Kingdom of Nirvoas Handelaren van Sundert Generaties: (1.) / (2.) Adriaan (3.) Elisa, Jan

Transcript of Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

Page 1: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

Kingdom of Nirvoas

Handelaren van SundertGeneraties:

(1.) /

(2.) Adriaan

(3.) Elisa, Jan

Page 2: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

‘Meester Swaan heeft me echt superveel geleerd het afgelopen jaar.’ zei Jan tevreden. Het was een vroege wintermorgen en het gezin van Sundert zat aan het ontbijt.

‘Dat herinnert me ergens aan!’ Vader Adriaan sloeg met zijn vlakke hand op tafel. ‘Elisa, hoe zou je het vinden als jij óók naar de lessen van meester Swaan mocht?’

Page 3: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

Bij het horen van meester Swaans naam kleurde Elisa rood.

‘W-wat? Ik?’ stamelde ze en ze keek haar vader onzeker aan.

Het was stil aan tafel. Buiten kwam het dorpsleven op gang. Met veel lawaai kwam er een paard en wagen voorbij.

‘U bedoelt dat ik, net als Jan, een leerling mag worden van meester Swaan?’

Page 4: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

‘Een goede educatie is steeds belangrijker tegenwoordig. Een goed opgeleide vrouw heeft een beter leven in het vooruitzicht. En zeker een vrouw zoals jij, Elisa, een vrouw uit een handelaarsfamilie. Voor je toekomst kan het geen kwaad het één en ander te leren.’ sprak Adriaan.

‘Lijkt me gezellig, zus!’ zei Jan vrolijk en hij stond op. ‘Ik moet naar school, tot vanmiddag!’

Page 5: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

Toen de deur achter haar broertje dicht was gevallen, concentreerde Elisa zich weer op haar pap.

Al sinds de eerste dag dat meester Swaan hier een voet binnen had gezet, was ze smoorverliefd op hem. De laatste paar maanden bracht ze veel tijd met hem door, en Manuel – zoals de meester heette – was altijd heel vriendelijk tegen haar. Soms flirtte hij zelfs met haar…of verbeeldde ze zich dat maar?

Page 6: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

Een zenuwachtig gevoel kriebelde in Elisa’s buik. Nadat ze de tafel had afgeruimd, stapte ze door de achterdeur het kleine tuintje in. Er waaide een scherpe, kille wind, maar daar was Elisa wel blij mee. Ze moest even haar gedachten opfrissen.

Ze was verliefd op Manuel, en ze hoopte dat die liefde wederzijds was. Soms leek dat ook echt zo. En lessen bij hem nemen – dat betekende dat ze nog vaker bij hem zou zijn!

Page 7: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

‘Post voor Adriaan van Sundert!’ riep de koetsier en Adriaan stak lachend zijn hand op. Hij nam het stapeltje brieven aan en liep neuriënd terug naar zijn huis.

Nog iedere dag miste hij zijn vrouw Johanna, die helaas veel te jong gestorven was. Toch kon hij ook wel weer van het leven genieten, iets wat hij lange tijd niet gekund had.

Page 8: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

Toen Adriaan de brieven op zijn werktafel gelegd had, besefte hij ineens dat hij nog wat zaken moest uitzoeken in zijn magazijn.

Die post lag er over een paar uurtjes ook nog wel.

Page 9: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

Nietsvermoedend kwam Elisa de kamer binnen, en haar oog viel op de brieven op haar vaders tafel.

Het was niets voor haar om in andermans zaken te rommelen – maar nu ging ze stiekem op de stoel zitten en schoof de papieren naar zich toe.

En meteen ging er een schok door haar heen: een brief van Manuel!

Page 10: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

Geachte heer van Sundert,

Ik heb het afgelopen jaar met zeer veel plezier aan uw adres lesgegeven. Ik hoop dan ook nog lange tijd uw zoons onderwijzer te mogen blijven. Er is echter iets dat ik u moet mededelen: ik ga komende maand trouwen. Aangezien daar de nodige zaken bij komen kijken, vraag ik u of ik de rest van deze winter vrij mag. Per 1 april zal ik bij u terugkeren en mijn taak als meester van uw zoon hervatten. Hoogachtend, Manuel Swaan.

Page 11: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

Elisa’s handen begonnen te trillen. Het was alsof iemand langzaam haar keel dichtkneep.

Benauwd stond ze op, maar meteen werd ze overvallen door duizelingen. Ze greep zich aan het tafelblad vast, waardoor de brieven op de grond vielen.

‘Trouwen.’ fluisterde Elisa met schorre stem.

Page 12: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

Het leek wel of de werkelijkheid nu pas echt tot haar doordrong.

Manuel Swaan ging trouwen. Niet met haar, nee.

Had ze dat dan ooit verwacht? Had hij haar ooit reden gegeven om te denken dat hij verliefd op haar was?

Verward sloeg Elisa haar handen voor haar gezicht.

Page 13: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

Elisa wilde niet huilen – maar het gebeurde toch.

Van binnen voelde het alsof haar hart in duizend stukjes brak.

Ze had zich niet meer zo verdrietig gevoeld sinds het overlijden van haar moeder.

Al haar verliefde gevoelens voor Manuel sloegen om in angst en wanhoop.

Page 14: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

Hij gaat trouwen, hij gaat trouwen, schoot het steeds door haar heen.

Ineens hoorde Elisa voetstappen bovenaan de trap, en snel droogde ze haar tranen.

Niemand mocht haar verdriet zien. Niemand mocht ooit weten dat ze werkelijk gedacht had dat deze liefde wederzijds was.

Page 15: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

Snel begon ze met koken voor de middagmaaltijd. Haar vader lette niet op haar, maar schoof tevreden achter zijn bureau.

Hij zag de brieven op de grond liggen, maar besteedde er verder geen aandacht aan. Hij raapte ze op, en las de eerste brief.

‘Kijk nou toch eens, Manuel Swaan gaat trouwen!’ riep hij verrast.

Page 16: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

Er verscheen een brede grijns op Adriaans gezicht en hoofdschuddend krabbelde hij een snel briefje terug.

‘Eindelijk…Ik dacht al dat die man nooit zou trouwen! Hij was al bijna vijfendertig!’ Tevreden vouwde Adriaan de brief op en riep naar zijn dochter: ‘Prachtig, niet? Manuel die gaat trouwen!’

‘Ja, prachtig…’ mompelde Elisa.

Page 17: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

Na het eten plofte Elisa op haar bed neer. Ze voelde zich doodmoe en ze had nergens meer zin in.

Alle lichtpuntjes die ze de afgelopen tijd had gezien, waren verdwenen. Alsof ze nooit bestaan hadden.

Tranen prikten achter haar ogen, haar keel deed pijn.

Page 18: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

Elisa voelde van alles tegelijk – verdriet, woede, angst, maar ook nog liefde en bewondering voor Manuel.

Hoe kon dat nou? Zou ze hem nu niet moeten haten?

Ze herinnerde zijn complimentjes. ‘Je bent het liefste meisje dat ik ooit ontmoet heb.’ had hij ooit gezegd.

Was dat dan een leugen?

Page 19: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

De weken gingen voorbij. Het was stil in huis nu Manuel niet meer langs kwam. Aan tafel was een lege stoel.

Elisa ging door met haar leven zoals altijd, maar soms zag ze het niet meer zitten. Dan miste ze haar moeder meer dan ooit – en wenste ze dat zij nog leefde en dat ze even bij haar kon uithuilen.

Maar nee, dat kon niet. Daarom greep Elisa steeds vaker naar de drank.

Page 20: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

Ze werd er altijd misselijk van. Iedere keer dat ze een slok nam, vroeg ze zich af hoe haar vader deze wijn zo gewoon kon drinken.

Het spul brandde in haar keel en leek haar hele binnenste in brand te zetten. Maar als dat voorbij was, kwam er een warme, beschermende gloed over haar heen. Dan kon Elisa er weer even tegenaan, en hoefde ze niet meer aan Manuel te denken.

Page 21: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

‘s Nachts werd ze vaak wakker met Manuel in haar gedachten. Alle herinneringen aan hem spookten om haar heen – zijn mooie ogen, zijn stralende, zorgeloze lach, zijn lieve complimentjes…

Huilen kon Elisa niet meer. Het leek wel of haar tranen op waren. Drinken wilde ze ook niet meer, ze wist dat drank haar verdriet maar voor eventjes verdoofde. Dus zwierf ze nachtenlang door het huis, alleen met haar verdriet.

Page 22: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

De winter ging voorbij, en al gauw was het 1 april. Manuel zou terugkomen en zijn taak als meester weer oppakken.

Elisa had haar vader duidelijk gemaakt dat ze liever geen lessen bij hem zou volgen, en hij had het na wat mopperen geaccepteerd.

Voor Manuels komst bakte Elisa een grote taart. Ze wilde toch gastvrij blijven. Maar ze zag er vreselijk tegenop, hem weer te zien.

Page 23: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

En daar zaten ze dan, die avond, alsof Manuel nooit was weggeweest.

Hij gedroeg zich precies als altijd, heel vriendelijk, geïnteresseerd en vrolijk. Hij maakte grapjes met Jan, sprak met Adriaan over de handel en gaf Elisa soms een complimentje.

Elisa kon geen hap door haar keel krijgen.

Page 24: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

‘Hee zus, hoef je je taart niet? Geef maar hier hoor!’ zei Jan lachend.

‘O,’ stamelde Elisa. ‘Ja, neem maar. Ik heb niet zo’n honger.’

Ze beet op de binnenkant van haar wangen om haar tranen binnen te houden. Onder tafel balde ze haar handen tot vuisten – haar nagels prikten pijnlijk in haar handpalmen.

Page 25: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

Het gesprek ging verder over van alles en nog wat.

Elisa probeerde onbezorgd mee te praten, maar het lukte niet. Iedere keer als ze iets wilde zeggen, bleven de woorden in haar keel steken. Ze kon er niet tegen dat Manuel weer tegenover haar zat. Alsof er niets gebeurd was.

Ineens sprong ze overeind en rende de trap op, naar boven.

Page 26: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

‘Meiden…’ grijnsde Jan en hij probeerde wat grapjes te maken met Manuel, maar die was ineens doodserieus.

Langzaam at hij van zijn taart, en staarde uitdrukkingsloos voor zich uit.

Page 27: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

Elisa sloeg de deur van het magazijn achter zich dicht en liet eindelijk haar tranen de vrije loop.

Ze sloeg met haar vuisten in een zak meel, en smeet spullen door de kamer. Uiteindelijk bleef ze uitgeput staan. De zak meel die ze nog in haar handen hield, drukte ze jammerend tegen zich aan.

Page 28: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

Ze wilde zich verstoppen, voor altijd, en nooit meer tevoorschijn komen.

Elisa drukte haar gezicht tegen de ruwe stof van de zak aan. Stof kriebelde in haar neusgaten.

Hoe kon Manuel nu zo gewoon doen? Was zij dan nooit méér voor hem geweest, dan gewoon de zus van zijn leerling?

Page 29: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

Elisa plofte neer op een houten ton en drukte haar hand tegen haar mond. Ze wilde niet meer huilen. Ze mocht niet meer huilen.

Van beneden zweefden geluiden haar tegemoet – het lachen van Jan, de opgewekte stem van haar vader, en af en toe de lage stem van Manuel.

Page 30: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

Een lange tijd bleef Elisa zo zitten. Toen ging ineens de deur open en kwam Manuel binnen. Snel wendde Elisa zich van hem af.

Met haar rug naar hem toe vroeg ze: ‘Wat kom je doen?’

‘Ik kwam even kijken of het wel goed ging met je, Elisa. Je zag zo bleek aan tafel.’

Page 31: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

Hij kwam naar haar toe en legde zijn hand op haar schouder.

‘Raak me niet aan!’ Elisa schudde zijn hand angstig weg. ‘Manuel, ik dacht dat… Onze momenten samen, onze gesprekken…jij…ik dacht echt dat – ’

Een snik belemmerde Elisa verder te spreken.

Page 32: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

‘Wat dacht je echt? Elisa, wat is er met je? Je huilt!’ zei Manuel zacht. Zijn stem was vol bezorgdheid.

Elisa slikte, en raapte toen al haar moed bijeen.

‘Ik dacht dat ik speciaal voor je was, Manuel.’ Even zweeg ze.

‘Jij was in ieder geval wel heel speciaal voor mij.’

Page 33: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

Onzeker keek Elisa op, in zijn gezicht. Nog nooit had ze zo dichtbij hem gestaan.

Ze keek hem in zijn ogen en even leek het of hij tranen weg moest knipperen. Maar dat verbeeldde ze zich vast maar!

‘Elisa, je bent ook speciaal voor mij. Dat meen ik.’

Page 34: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

‘En dat moet je echt nooit vergeten. Ik ben erg veel om je gaan geven in de afgelopen tijd. En je bent het liefste meisje dat ik ooit gezien heb, Elisa.’

Elisa balde haar vuisten en snoof geïrriteerd.

‘Hoe kun je dat nu zeggen? Je bent getrouwd, Manuel, getrouwd!’

Page 35: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

‘Ik ben tweeëndertig, Elisa. Een leeftijd waarop iedereen al lang een gezin gesticht heeft. Ik moest wel trouwen, toen de mogelijkheid zich voordeed.’

Elisa kneep haar ogen dicht en stampte met haar voet op de grond.

‘Je hebt een heel speciaal plekje in mijn hart.’ voegde Manuel er nog aan toe.

Page 36: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

‘Waarom zeg je dat nu toch?’ riep Elisa uit. Haar trillende stem ging over in een wanhopig gejammer.

Het verbaasde haar niet dat Manuel haar opving toen ze door haar knieën zakte.

Hij sloeg zijn armen beschermend om haar heen en zei zachtjes troostende woorden.

Page 37: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

‘Ik ben niet uit liefde getrouwd. Misschien dat dat je een beetje troost.’ zei Manuel. Nu klonk er ook een groot verdriet door in zijn stem.

Elisa maakte zich los uit zijn omhelzing. Haar gezicht was nu zo dicht bij het zijne, dat ze zijn ademhaling op haar lippen kon voelen.

Dit moment, deze omhelzing, had zo, zó anders kunnen zijn.

Page 38: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

‘Het zou me te veel pijn doen als ik hier nog langer kwam. Ik denk dat het beter is als ik mijn baan hier opzeg.’ zei Manuel ineens vastberaden.

‘Wat? Ga je hier weg? Nee, Manuel, dit is je werk, dat mag je niet…’ stamelde Elisa geschrokken.

Page 39: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

‘Ik heb je veel verdriet aan gedaan, Elisa. We hadden het fijn samen. Maar ik moet nu verder met mijn leven, ik heb keuzes gemaakt.’ Manuel slikte moeizaam. ‘Ik wil je geen pijn doen, meisje. Iemand zoals jij mag niet ongelukkig zijn. Dat verdien je niet.’ Zijn stem zwakte af tot een gefluister. ‘Het is beter als ik ga.’

Hun handen lieten elkaar los. Voor altijd.

Page 40: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

Elisa bleef nog urenlang in het stille magazijn. Alleen.

Manuel was naar beneden gegaan, had met haar vader gepraat, en was vertrokken.

Elisa hoorde de deur achter hem dichtgaan en zijn voetstappen wegsterven op de straat.

Die avond vertelde Adriaan dat meester Swaan niet meer terug kwam.

Page 41: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

‘Maar waarom zo ineens? Hij zou nu toch gewoon blijven, na zijn huwelijk?’ vroeg Jan verward.

‘Ik weet het ook niet. Hij vertelde me dat hij andere, dringende zaken te doen heeft en dat hij dus niet meer hier kan blijven. Het is jammer. Hij was een ongelofelijk briljante man, een geweldige leraar.’ zuchtte Adriaan en Jan knikte teleurgesteld.

Page 42: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.6

Elisa zonderde zich af van haar vader en broer.

Ze waren teleurgesteld in het vertrek van meester Swaan.

Eigenlijk was het allemaal haar schuld.

Toch zou niemand ooit weten dat zij de reden was waarom Manuel Swaan voorgoed vertrokken was.