Kingdom of Nirvoas - afl. 2.4

21
Kingdom of Nirvoas – Adel, familie Daesdonck Generaties: (1.) Larissa (2.) Abraham Jr. , Isabella

Transcript of Kingdom of Nirvoas - afl. 2.4

Page 1: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.4

Kingdom of Nirvoas –

Adel, familie Daesdonck

Generaties:

(1.) Larissa

(2.) Abraham Jr. , Isabella

Page 2: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.4

Tot ‘s avonds laat was Abraham bezig brieven te schrijven. Hij moest contacten met de buitenlandse adel onderhouden voor de koning, maar daarnaast werkte hij ook voor zichzelf.

Abraham wilde een goede naam opbouwen binnen de adellijke kringen. En, zo bedacht de jonge Abraham tevreden, dat ging best goed.

Page 3: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.4

Abraham dwong zijn halfzusje Isabella ook tot het schrijven van brieven. Aangezien ze later een invloedrijke dame zou worden, kon het geen kwaad haar aanwezigheid nu al te laten merken. Heel Nirvoas zou weten wie Isabella Daesdonck was! Ook schreef het meisje brieven aan Constantijn Uilenberg, met wie ze later waarschijnlijk zou trouwen.

Zonder klagen pende Isabella het ene vel na het andere vol.

Page 4: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.4

Larissa Daesdonck was tevreden. Onopvallend en braaf als ze was, bracht ze haar dagen door met lezen en handwerken.

Haar dochter zou later goed terechtkomen. Ze had ook niet anders verwacht.

Larissa wist zeker dat haar overleden echtgenoot trots zou zijn.

Page 5: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.4

‘Geen brief vandaag?’ vroeg Isabella verontwaardigd aan het ontbijt.

Abraham schudde zijn hoofd.

‘Er was wel een boodschapper aan de deur, van Constantijn Uilenberg. Hij wilde u zeggen dat hij aangenaam verrast was door uw laatste brief.’

Page 6: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.4

Een glimlach verscheen op Isabella’s gezicht.

‘Ik had hem geschreven dat ik erg uitkijk naar de dag dat ik zijn vrouw zal zijn.’

Nog steeds glimlachend nam Isabella een hap.

‘Maar Abraham, wanneer zal ik hem te zien krijgen?’

Page 7: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.4

‘Te zien? Constantijn, bedoelt u? Ah, een ontmoeting!’ knikte Abraham. ‘Dat kan geregeld worden. Het lijkt me goed dat jullie elkaar al eens ontmoet hebben, voor jullie trouwen.’

‘Wanneer trouwen we?’ vroeg Isabella.

‘Zodra u 16 bent, lijkt mij. Dat is een goed moment.’

Page 8: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.4

De volgende dag was het zondag en vertrokken ze met z’n drietjes naar de kerk.

De dienst duurde lang, er werd gepreekt over de hel. Abraham en Isabella gaapten.

Ook Larissa lette niet op. Ze was er totaal niet bij met haar gedachten.

Page 9: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.4

Na de dienst haastte Larissa zich naar het kerkhof. Bij het graf van haar echtgenoot bleef ze staan.

Zijn dood was inmiddels bijna vijf jaar geleden. Ze had een fijn leven met hem gehad. Daar was ze nog steeds dankbaar voor.

Page 10: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.4

En toch was Larissa in de war. Zéker, toen ze thuis een man voor de deur zag staan – een man die ze de laatste tijd vaak zag.

Hij heette Jan Dageraath en was graaf van een groot landgoed in het oosten van Nirvoas.

Ze hadden elkaar ontmoet op een groot bal van wederzijdse kennissen.

Page 11: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.4

Graaf Dageraath was meteen al begonnen de jonge weduwe het hof te maken – hij maakte buigingen voor haar en wierp haar kushandjes toe.

Larissa voelde zich gevleid. Ze hield ervan bewonderd te worden.

Abraham had haar ook altijd behandeld alsof ze zijn engel was – ach, Abraham… dat was al zo lang geleden!

Page 12: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.4

‘Uw ogen,’ fluisterde Jan geheimzinnig. ‘Het zijn net poorten naar de hemel. En uw haren, zijdezacht en…’

Zijn stem stokte. Larissa’s gezicht kwam steeds dichterbij…

Page 13: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.4

Graaf Dageraath schudde zijn hoofd, in een poging zijn slechte gedachten weg te jagen – maar het lukte niet.

Hij verlangde naar deze vrouw. Hij wilde haar lippen op de zijne voelen, haar lichaam…

En nog voor hij meer kon denken, lag hij met Larissa op de sofa.

Page 14: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.4

Niemand wist iets van de gebeurtenissen tussen Larissa en graaf Dageraath.

Iedereen had genoeg aan zijn hoofd. Het was Isabella’s verjaardag, een belangrijke dag, want nu kwam ze een stap dichter bij de volwassenheid.

‘En binnenkort zal er een huwelijk zijn, zo hoorde ik?’ vroeg de koning, en enthousiast begon Isabella te vertellen.

Page 15: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.4

Later die avond was het dan zo ver: Isabella groeide op.

Een beetje verward keek ze om zich heen. Alles was nog hetzelfde; de glanzende, marmeren vloeren, de porseleinen rozenvazen, de spiegels met hun gouden lijsten.

Alles was nog hetzelfde – behalve zij.

Page 16: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.4

‘Nu hoef ik nog maar vier jaar te wachten, en dan ben ik zestien en zal ik trouwen!’ jubelde Isabella.

Abraham klapte in zijn handen.

‘Nog even, en u zult jonkvrouw Uilenberg zijn!’

Page 17: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.4

Larissa voelde zich trots als een pauw toen ze haar jonge dochter zag. In een flits zag ze Isabella’s toekomst voor zich: een leven vol pracht en praal, feesten aan het hof, diners en banketten in grote balzalen…

‘Gefeliciteerd,’ zei Larissa met een fatsoenlijk knikje.

‘Dank u, moeder.’ zei Isabella terug, op precies dezelfde, keurige toon.

Page 18: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.4

De tijd verstreek. Larissa’s relatie met graaf Jan Dageraath werd steeds intiemer.

Toen hij op een nacht bleef slapen, wist Larissa dat ze dit niet langer geheim kon houden.

Page 19: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.4

De volgende dag stelde ze Jan voor aan Isabella en Abraham. Allebei keken ze een beetje verbaasd, maar ze schudden de man beleefd de hand.

‘Over u heb ik al veel mogen horen, vrouwe Isabella. U wordt zeer gewaardeerd in de hogere kringen.’ sprak Jan met een duidelijke, hooghartige stem.

Page 20: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.4

Graaf Jan draaide zich om naar Abraham.

‘En u bent de welbekende Abraham Daesdonck Junior. Over u heb ik ook al het een en ander vernomen. De koning schijnt erg tevreden over u te zijn als raadsheer.’ zei Jan, terwijl hij Abrahams hand bleef schudden.

Abraham trok zijn hand los en knikte. ‘Dat is waar. Dank u.’

Page 21: Kingdom of Nirvoas - afl. 2.4

Na de introductie wendde Jan zich weer tot Larissa. Hij trok haar tegen zich aan, en Larissa keek giechelend naar haar dochter.

‘Isabella, Abraham,’ begon ze en ze keek Jan diep in zijn ogen. ‘We moeten jullie iets vertellen. Binnenkort zal er, naast het huwelijk van Isabella, nóg een huwelijk zijn!’