Kind in beeld - Meester Roy › uploads › 1 › 0 › 0 › 0 › ...Je toetst je bevindingen aan...

26

Transcript of Kind in beeld - Meester Roy › uploads › 1 › 0 › 0 › 0 › ...Je toetst je bevindingen aan...

  • OGP 2 Kind Pagina 2

    Kind in beeld

    OGP2

    2016 – 2017

  • OGP 2 Kind Pagina 3

    Het opleidingsgerelateerd product 2 (OGP 2)

    ‘Kind’ is het thema van de tweede kwartaalopdracht van de propedeutische fase. In deze

    OGP gaat het er om dat je meer zicht krijgt op het leren en ontwikkelen van kinderen.

    Onderstaande vragen zijn typerend voor de thema’s waar je in deze periode mee aan de

    slag zult gaan:

    1. Hoe verloopt het leren en de ontwikkeling van een kind in de verschillende

    leeftijdsfasen wat betreft de verschillende ontwikkelingsgebieden? Wat is de

    betekenis daarvan voor de verschillende vakgebieden? 2. Wat is leren, wanneer en hoe leren kinderen en hoe weet je dat kinderen iets geleerd

    hebben? Hoe verhouden algemene ideeën over leren zich tot leren van kinderen

    binnen bepaalde vakgebieden? 3. Hoe houd je rekening met de (verschillen in) ontwikkeling van kinderen in de groep

    en hoe stimuleer jij dit ontwikkelingsproces? Wat is de betekenis daarvan voor de

    verschillende vakgebieden? 4. Wat betekent dit alles voor de keuze en inrichting van onderwijsleersituaties bij

    verschillende vakgebieden?

    Doelen

    Aan het einde van dit kwartaal heb je actieve kennis van de ontwikkeling én van het leren

    van kinderen op de basisschool. Je kunt deze actieve kennis kenbaar maken in woord en/ of

    beeld en geluid.

    In deze periode werk je aan een breed scala van doelen. Realisatie van deze doelen wordt

    zichtbaar in de uitwerking van de OGP-opdracht.

    Heel concreet gaat het in deze periode om onderstaande kritische situaties, kritische

    handelingen en standaarden: B Ontwerpen en begeleiden van leeractiviteiten

    B.2 Leeractiviteiten ontwerpen

    2.4 leef- en belevingswereld

    B.3 Leeractiviteiten begeleiden

    1.4 contact met kinderen

    C Omgaan met verschillen

    C.1 Rekening houden met verschillen in cultuur, waarden en normen

    2.3 verschillen tussen leerlingen

    2.5 sociaal emotionele ontwikkeling

    C.2 Rekening houden met verschillen in taal, leerstijl, motivatie en tempo

    3.8 leerstof concreet maken

    D Contact met ouders, experts en instanties

    D.1 Eenvoudig gesprek met een ouder voeren

  • OGP 2 Kind Pagina 4

    6.3 respectvol contact met ouders

    E Leren en werken in een professionele leergemeenschap

    E.2 Bespreken van opbrengsten en kwaliteit van leeractiviteiten met collega’s

    3.11 leerprocessen observeren en registreren

    Bovenstaande kritische situaties, kritische handelingen en standaarden worden feitelijk getoetst. Op

    onderstaande kritische handelingen en standaarden krijg je ontwikkelingsgerichte feedback.

    B.1 Leerdoelen stellen

    7.3 onderzoekende en reflectieve houding

    C.1 Rekening houden met verschillen in cultuur, waarden en normen

    6.4 cultuurverschillen tussen school- en thuismilieu

    D.1 Eenvoudig gesprek met een ouder voeren

    7.1 beeld leraar primair onderwijs

    E.3 Rapporteren over de eigen ontwikkeling

    7.2 eigen ontwikkeling

  • OGP 2 Kind Pagina 5

    Stappenplan OGP2

    Om uiteindelijk tot een mooi resultaat te komen zijn er een aantal activiteiten die je zult ondernemen. Deze stappen zijn uitgeschreven in een stappenplan. Het advies is om dit stappenplan nauwgezet te volgen. Je weet dan zeker dat je ‘op schema’ bent.

    Stap 1: Kies een kind uit je klas dat op een ‘gemiddeld’ niveau functioneert.

    Stap 2: Geïntegreerde introductie (alleen voltijdse studenten) 11 november

    Stap 3: Subjectief concept uitwisselen 14-20 november

    Stap 4: Leg een “Kindportret” aan. Voor de kerstvakantie

    Stap 5: Maak een keuze voor spoor A of spoor B week 28 november

    Stap 6 : Afspraak inplannen met ouders Vóór de kerstvakantie

    Stap 7: Lessen ontwerpen. Vanaf week 5 dec.

    Stap 8: Feedback op kindportret 20 december

    Stap 9 : Uitvoeren van lessen half dec - half jan

    Stap 10: Oudergesprek. In januari.

    Stap 11: Feedback op lessen door domeinexpert. 19 januari (voltijd) 17 januari (deeltijd)

    Stap 12 : Integratie in januari

    Stap 13: Inleveren voor beoordeling uiterlijk woensdag 1 februari om 9.00 uur

  • OGP 2 Kind Pagina 6

    Stap 1:

    Kies een kind uit je klas dat op een ‘gemiddeld’ niveau functioneert.

    Kies in overleg met je mentor een kind uit dat in dit kwartaal je specifieke aandacht zal hebben. Het is

    van belang dat je een kind kiest dat gemiddeld functioneert zowel wat betreft ontwikkeling (en gedrag)

    als wat betreft leren. Bespreek goed met je mentor welk kind daarvoor het beste in aanmerking komt.

    In dit kader is het van belang dat je je mentor inzage geeft in de OGP opdracht.

    Je gaat van het gekozen kind in dit kwartaal een kindportret maken.

    Vraag toestemming om filmopnames in de klas én bij dat kind te maken. Op verschillende scholen zijn

    er verschillende richtlijnen en afspraken over het maken van beeldopnames. Vraag dat bij je mentor

    na.

    Stap 2: Geïntegreerde introductie 11 november

    (alleen in de voltijdopleiding)

    Op de startmiddag van deze nieuwe OGP-opdracht starten we met een geïntegreerde introductie.

    Tijdens deze introductie willen we je laten ervaren hoe belangrijk het is om onbevooroordeeld naar

    anderen te kijken, hoe noodzakelijk het is om verder te kijken dan enkel de eerste indruk. We willen je

    uitdagen om eigen verwachtingen en aannames van anderen los te laten zodat het je gaat lukken om

    objectief te observeren.

    Stap 3: Subjectief concept uitwisselen 14-20 november Open jouw subjectief concept met betrekking tot het leren en ontwikkelen van kinderen. Vragen die je

    jezelf daarbij kunt stellen zijn de vragen die hierboven ook al zijn benoemd, namelijk: 1. Hoe verloopt het leren en de ontwikkeling van een kind in de verschillende leeftijdsfasen en

    wat betreft de verschillende ontwikkelingsgebieden? Wat is de betekenis daarvan voor de

    verschillende vakgebieden? 2. Hoe houd je rekening met de (verschillen in) ontwikkeling van kinderen in de groep en hoe

    stimuleer jij dit ontwikkelingsproces? Wat is de betekenis daarvan voor de verschillende

    vakgebieden? 3. Wat betekent dit alles voor de keuze en inrichting van onderwijsleersituaties voor

    verschillende vakgebieden? Natuurlijk zijn deze beelden in het begin van de periode nog onvolledig. Dat geeft niets. Op basis van

    de activiteiten die volgen en het aanbod vanuit diverse vakgebieden ga je dit subjectief concept meer

    en meer uitbouwen. Wissel de beelden uit met medestudenten en vul je eigen beeld aan op grond van wat je van anderen

    hoort en ziet. Breid je subjectief concept voortdurend uit tijdens dit kwartaal. Laat je voor elk domein

    inspireren door de ervaringen in je stage, de inhoud van de lessen en de theorie die je bestudeert.

    Stap 4: Leg een “Kindportret” aan. Voor de kerstvakantie

    Bij stap 1 koos je een kind uit je stageklas dat, kijkend naar de verschillende vakgebieden, een

    gemiddeld niveau heeft. Je brengt dit kind uitvoerig in beeld. Daarbij besteed je aandacht aan de

    brede ontwikkeling van kinderen (zoals de cognitieve, de sociaal-emotionele, de morele en de

    identiteitsontwikkeling) maar ook aan ontwikkeling op de leerlijnen binnen de diverse vakken.

  • OGP 2 Kind Pagina 7

    Bijlage 1 geeft je een houvast voor de uitwerking van het kind portret. Er zijn verschillende manieren

    om aan de benodigde informatie te komen. Je kunt daarbij denken aan eigen observaties, gesprekken

    met het kind, gesprekken met je mentor, gegevens uit het leerlingvolgsysteem etc.

    Je moet het kindportret dat je samenstelt ook verantwoorden. Bijlage 2 geeft een houvast om dat te

    doen.

    Bewaar al het ‘ruwe’ materiaal dat je verzamelt. Het gaat dan om schriftelijke verslagen van

    gesprekken, beeldmateriaal (foto’s én film), gespreksnotities, observatieverslagen, resultaten van

    testjes etc.

    Dit materiaal zet je mogelijk in bij het oudergesprek dat je gaat voeren aan het einde van deze

    periode. Het ruwe materiaal is ook van belang als je later in het kwartaal gaat samenwerken met

    medestudenten.

    Stap 5: Maak een keuze voor spoor A of spoor B week van 28 november (ASV)

    Later in deze OGP-opdracht is het de bedoeling dat je de informatie die is verzameld over kinderen

    van verschillende leeftijdsniveaus gaat integreren. Je gaat dan je individuele ervaringen met een kind

    uit een specifieke leeftijdsgroep uitwisselen en vergelijken met de ervaringen van medestudenten die

    gewerkt hebben met kinderen uit andere leeftijdsgroepen.

    Bij deze vijfde stap maak je een keuze of je bovenstaande integratie wil vormgeven door middel van

    een schriftelijke verslaglegging (verwerking en reflectie) óf door middel van een gezamenlijke film (met

    behulp van de reeds verzamelde beelden).

    Afhankelijk van de verwerkingsvorm die je kiest word je in een leergroep geplaatst . Dat worden

    heterogene groepen. Het gaat er immers om dat waarnemingen van kinderen uit verschillende

    groepen van de basisschool aan elkaar worden gekoppeld.

    Vanaf dit moment gaan we weer starten met groepswerk en dus ook met de samenstelling van een

    procesdocument. Tijdens de ASV les word je hierop gericht aangestuurd

    Spoor A Meer lessen en talige verwerkingsvorm

    Spoor B Minder lessen filmische verwerkingsvorm

    1. Kindportret Kindportret 2. A. Oudergesprek B.Oudergesprek m.b.v. beelden 3. Voor alle 6 vakken lessen Voor 4 vakken lessen

    (uit elk domein één les) 4. Integratieve verwerking van

    ontwikkelings- en leerlijnen op de basisschool door middel van schriftelijke verslaglegging.

    Integratieve verwerking van ontwikkelings- en leerlijnen op de basisschool door middel van een beeldverslag

    Stap 6 : Afspraak inplannen met ouders Voor de kerstvakantie

    Het is belangrijk dat je op tijd een afspraak inplant met ouders, voor een gesprek dat na de

    kerstvakantie dient plaats te vinden (zie stap 10).

  • OGP 2 Kind Pagina 8

    Stap 7: Lessen ontwerpen. Vanaf week van 5 december

    Afhankelijk van de keuze voor spoor A of spoor B ontwerp je 6 of 4 lessen, gericht op het gemiddelde

    niveau in jouw stagegroep. Je voert deze uit voor tenminste de volgende domeinen/ vakken: o Nederlands o Rekenen/Wiskunde o OJW (tenminste 1 vak) o Beeldende vorming Bij de lesontwerpen schrijf je een verantwoording waarin je uitlegt waarom deze les op deze wijze

    opgezet is. In bijlage 5 vind je een format om je wat meer houvast te geven bij het schrijven van een

    verantwoording.

    Hoewel het verstandig is om al je lesontwerpen (incl. verantwoordingen) kritisch te laten beoordelen

    door medestudenten is feedback van één medestudent op tenminste één ontwerp (incl.

    verantwoording) verplicht. Op basis van de feedback stel je het ontwerp (incl. feedback) bij.

    Stap 8: Feedback op kindportret 20 december

    Elke student presenteert zijn/ haar kindportret aan een domeinexpert. Bij deze feedback wordt gebruik

    gemaakt van bijlage 3 én bijlage 4. Tijdens deze feedbackronde krijg je als student een andere (meer

    actieve) rol dan je tot nu toe gewend bent. In de ASV wordt de werkwijze verder toegelicht.

    Wissel de ontvangen feedback uit met medestudenten en vul je subjectief concept aan op grond van

    wat je van anderen hoort en ziet. Verwerk deze input in het logboek van je procesverslag.

    Stap 9 : Uitvoeren van lessen half december tot half januari

    Je voert de ontworpen lessen uit, je reflecteert op de activiteit en je vraagt feedback aan jouw

    werkplekbegeleider.

    Stap 10: Oudergesprek. In januari.

    Presenteer het kindportret aan de ouders van het gekozen kind. In dit gesprek kun je het

    beeldmateriaal dat je hebt gebruikt voor het in kaart brengen van de ontwikkeling van dat kind

    (ongeveer 3 minuten) laten zien. Op basis daarvan voer je een gesprek. In dit gesprek deel jij jouw

    bevindingen uit het kindportret met de ouders. Je brengt ze op de hoogte, zonder conclusies te

    trekken of voorspellingen te doen. Je toetst je bevindingen aan hun ervaringen. Ga na of jij hun kind recht hebt gedaan en helder in beeld

    hebt gebracht. Vergeet niet feedback op jouw gespreksvaardigheden te vragen aan de ouder/

    verzorger. In de ASV les krijg je een bruikbaar format aangereikt.

    Stap 11: Feedback op gegeven lessen door domeinexpert. 19 januari (voltijd) 17 januari (deeltijd)

    Aan het einde van de periode wordt tenminste één van de lesontwerpen (incl. verantwoording) door

    een domeinexpert bekeken. Bij deze feedback wordt gebruik gemaakt van bijlage 6 én bijlage 7.

    Tijdens deze feedbackronde krijg je als student een andere (meer actieve) rol dan je tot nu toe

    gewend bent. In de ASV wordt de werkwijze verder toegelicht

    Stap 12 : Integratie in januari Breng met medestudenten de totale ontwikkeling van kinderen in beeld. Vergelijk de ontwikkeling van het door jou gekozen kind met de ontwikkeling van jongere en oudere

    kinderen. Bespreek in de leergroep jullie bevindingen, trek conclusies en breng dit samen in een

  • OGP 2 Kind Pagina 9

    samenhangend overzicht dat het leren en de ontwikkeling van kinderen op een basisschool in beeld

    brengt. In stap 5 heb je al bepaald of dit een schriftelijke uitwerking óf een beeldverslag wordt.

    De verschillende subjectieve concepten, die gedurende dit kwartaal door elke student voortdurend

    zijn aangevuld, kunnen als basis dienen voor de gemeenschappelijke conclusies die jullie trekken.

    Stap 13: Inleveren voor beoordeling uiterlijk woensdag 1 februari om 9.00 uur

    Het is van belang dat je verschillende deelproducten ter beoordeling aanbiedt in het portfolio overzicht

    in n@tschool.

    Concreet gaat het om:

    Kindportret Kindportret - verantwoording

    Oudergesprek voorbereiding Oudergesprek verslaglegging Oudergesprek feedback

    Lesontwerp rekenen/wiskunde:

    je plaatst hier niet alleen het lesontwerp rekenen/ wiskunde maar ook de verantwoording

    ervan. Daarnaast voeg je jouw reflectie op deze les toe en de feedback van je

    werkplekbegeleider. Indien van toepassing, plaats je hier ook de feedback van

    medestudenten en/ of de domeinexpert. Lesontwerp Taal:

    je plaatst hier niet alleen het lesontwerp rekenen/ wiskunde maar ook de verantwoording

    ervan. Daarnaast voeg je jouw reflectie op deze les toe en de feedback van je

    werkplekbegeleider. Indien van toepassing, plaats je hier ook de feedback van

    medestudenten en/ of de domeinexpert. Lesontwerp(en) van vakken binnen domein Oriëntatie op jezelf en de wereld:

    je plaatst hier niet alleen de lesontwerpen oriëntatie op jezelf en de wereld maar ook de

    verantwoording(en) ervan. Daarnaast voeg je jouw reflectie(s) op deze les(sen) toe en de

    feedback van de werkplekbegeleider. Indien van toepassing, plaats je hier ook de feedback

    van medestudenten en/ of de domeinexpert.

    Let op: afhankelijk van de keuze van je spoor voeg je hier meer of minder lesontwerpen toe! Lesontwerp beeldende vorming:

    je plaatst hier niet alleen het lesontwerp beeldende vorming maar ook de verantwoording

    ervan. Daarnaast voeg je jouw reflectie op deze les toe en de feedback van je

    werkplekbegeleider. Indien van toepassing, plaats je hier ook de feedback van

    medestudenten en/ of de domeinexpert.

    Integrale verwerking

    Uitwerking van de integratie van de verschillende leeftijdsfasen in één samenhangend verslag

    of film.

    Procesverslag Zoals je dat ook in de vorige periode hebt gedaan kun je bovenstaande deelproducten in het portfolio overzicht opnemen door ze via de rechtermuisknop “toe te voegen als competentiebewijsstuk”. Let op: geef de deelproducten de namen die je hierboven terugleest! Als de deelproducten in het portfolio overzicht zijn geplaatst stel je je klassendocent op de hoogte van het feit dat je de uitwerking van OGP2 ter beoordeling klaar hebt staan.

  • OGP 2 Kind Pagina 10

    Let op: alle schriftelijke uitwerkingen in deze map dienen te voldoen aan de gestelde eisen voor

    wat betreft het schriftelijke taalgebruik (de spelling, de interpunctie en het formuleren op

    woord- en op zinsniveau). Zie ook taalbeleid FHKE.

    Stap 14: Filmfestival

    Het filmfestival vindt in de voltijdopleiding plaats op 6 februari. In de deeltijdopleiding vindt de

    presentatie van de films plaats op dinsdagavond 7 februari.

    Gelijktijdigheid

    Hoewel bovenstaande beschrijving van de stappen mogelijk suggereert dat deze stappen na elkaar

    volgen, is dat zeker niet het geval. Verschillende stappen moeten naast elkaar, gelijktijdig, worden

    gezet. Reeds tijdens het samenstellen/ bijstellen van je kind-portret, start je al met het ontwerpen van

    je lessen. Tijdens het ontwerpen en uitvoeren van je lessen ben je als groep bezig met het integreren

    van alle ervaringen en beelden tot een geïntegreerd product. Onderstaande schema illustreert dit.

    november Observeren en beelden verzamelen

    begin december Observeren en beelden verzamelen Lessen ontwerpen

    Half december Observeren en beelden verzamelen, uitmondend in kindportret

    Lessen ontwerpen en uitvoeren

    Als groep nadenken over groepsafspraken en integratie van informatie

    begin januari Oudergesprek Lessen uitvoeren en evalueren

    Integreren van alle ervaringen en beelden in één product.

    eind januari Integreren van alle ervaringen en beelden in één product..

    Wat wordt er getoetst? De beoordeling van OGP2 komt tot stand op basis van:

    1. De kwaliteit van het kindportret 2. De aanwezigheid van de feedback op het oudergesprek door ouder/ verzorger 3. De kwaliteit van de ontwikkelde en uitgevoerde lessen en de mate waarin die aansluiten op

    een gemiddeld niveau in een klas. De beoordelaar van de OGP-opdracht baseert zich bij zijn/

    haar waardering op de feedback van referenten (medestudenten, werkplekbegeleider,

    domeinexpert).

    Let op: afhankelijk van de keuze voor een spoor gaat het hier om 4 of om 6 lessen. 4. De kwaliteit van de integratie van ontwikkelingslijnen in A) schriftelijke verwerking of B) film 5. De kwaliteit van het samenwerkingsproces, zoals beschreven in het procesverslag

    Aanvullend 6. Het schriftelijke taalgebruik overeenkomstig de gestelde taaleisen (taalbeleid FHKE)

  • OGP 2 Kind Pagina 11

    De definitieve beoordeling van de klassendocent Klassendocenten bekijken in natschool jouw materialen en geven de definitieve eindbeoordeling. Bij

    de eindbeoordeling wordt gebruik gemaakt van een format dat HKE-breed wordt gehanteerd. Een

    verwerking van dat beoordelingsformulier vind je in bijlage 8. Klassendocenten informeren binnen tien werkdagen het toetsbureau. Het toetsbureau verwerkt de

    beoordelingen in Progress. Je kunt de resultaten van de beoordeling vervolgens in Progress

    terugvinden. Indien je aan alle eisen hebt voldaan kun je een eindbeoordeling ‘voldoende’ verwachten. Je ontvangt de beoordeling ‘goed’ als je daarnaast voldoet aan tenminste één criterium van

    complexiteit (zie hieronder) én voldoet aan het criterium voor zelfstandigheid.

    Complexiteit (min. 1 van 2): - De student slaagt erin om de ontwikkeling van de leerling integraal weer te geven, waarbij hij

    verband legt tussen verschillende ontwikkelingsgebieden en de positie van de leerling op

    leerlijnen - De student past theorieën vanuit de ontwikkelingsgebieden morele, sociaal-emotionele en/of

    identiteitsontwikkeling doelgericht toe in het ontwerp van een of meer leeractiviteiten Zelfstandigheid: - De student heeft naast de standaardbronnen (eigen observaties, mentor) meerdere bronnen

    gevonden om informatie over de leerling te verwerven en maakt hier uitdrukkelijk gebruik van bij

    de typering van het kind.

    Herkansing Indien OGP 2 wordt beoordeeld met een onvoldoende is er een mogelijkheid voor herkansing. Je krijgt

    in dat geval een bijstelopdracht. In verreweg de meeste gevallen zal het, in geval van een herkansing,

    gaan om een individuele bijstelopdracht. Deze kan betrekking hebben op elk van de verplichte

    onderdelen van de uitwerking én op het schriftelijke taalgebruik ervan. In uitzonderlijke gevallen kan

    het zo zijn dat de bijstelopdracht op groepsniveau wordt geformuleerd. Dit kan bijvoorbeeld het geval

    zijn indien de inhoudelijke kwaliteit van de integratie in de volle breedte onder de maat is. De

    herkansing dient in de toets-/stageweek (week 5) van één van de volgende kwartalen van het eerste

    studiejaar te worden aangeleverd.

    Credits OGP 2: 8 credits Domeinen met leerarrangementen

    PPO

    Taal Rekenen/ wiskunde OJW – aardrijkskunde OJW – natuuronderwijs/ techniek OJW – levensbeschouwing KO – Beeldende vorming Onderzoek Onderzoek is ondersteunend voor een kwalitatief goede uitvoering van de opdracht.

  • OGP 2 Kind Pagina 12

    Bijlagen:

    1. Format kindportret 2. Format verantwoording kindportret 3. Format beoordeling kindportret 4. Feedback formulier kindportret 5. Format verantwoording lesontwerp 6. Format beoordeling lesontwerp 7. Feedback formulier lesontwerp 8. Beoordelingsformulier OGP2 9. Domeinbeschrijvingen 10. Literatuur

  • OGP 2 Kind Pagina 13

    Bijlage 1 Format kindportret

    A. Gegevens van kind

    De naam (pseudoniem), leeftijd, groep

    De leef- en belevingswereld

    Denk daarbij aan gezinssituatie, woonsituatie, interesseprofiel, hobby’s en

    bezigheden, karakter, zelfvertrouwen en zelfbeeld, zelfsturing, eventuele

    bijzonderheden.

    B. Voorgeschiedenis op school

    Hoe is de schoolloopbaan tot nu toe verlopen?

    Voer in het licht hiervan gesprekken met leerkrachten. Misschien mag je ook het

    leerlingvolgsysteem inzien

    C. Beschrijving van de ontwikkeling:

    In deze OGP richten we ons in ieder geval op de volgende domeinen van

    ontwikkeling:

    1. Sociaal-emotionele ontwikkeling

    2. Morele ontwikkeling

    3. Identiteitsontwikkeling

    4. Cognitieve ontwikkeling

    5. Levensbeschouwelijke ontwikkeling

    D. Leer- en ontwikkelingslijnen van de verschillende vakgebieden

    1. Rekenen

    2. Taal

    3. Oriëntatie op jezelf en de wereld (aardrijkskunde, n&t, levo)

    4. Kunstzinnige oriëntatie (tekenen)

    Denk goed na over de wijze waarop je bovenstaande in kaart brengt. Je moet je daar

    voor kunnen verantwoorden. Ten behoeve van onderbouwing van je conclusies kun

    je gebruik maken van observatieverslagen, verslaglegging van interviews,

    toetsresultaten, analyse van leerlingenwerk, verslagen van gesprekken met het

    gekozen kind, etc.

  • OGP 2 Kind Pagina 14

    Bijlage 2 Format verantwoording kindportret

    In de verantwoording van het kind-portret gaat het er met name om dat je de bronnen op basis

    waarvan je de informatie hebt verzameld specifiek benoemd en aangeeft of de data en bronnen

    waarop je je uitspraken baseert toereikend zijn (betrouwbaarheid en validiteit).

    Het gaat daarbij met name om de onderdelen C en D van je kindportret

    Welk leer- of ontwikkelingsdomein betreft het?

    Welke bronnen heb ik gebruikt?

    In hoeverre zijn bronnen toereikend?

    Sociaal-emotionele ontwikkeling

    Morele ontwikkeling

    Identiteitsontwikkeling

    Cognitieve ontwikkeling

    Levensbeschouwelijke ontwikkeling

    Rekenen

    Taal

    Ojw – aardrijkskunde

    Ojw – n&t

    Ojw – levo

    Beeldende vorming

  • OGP 2 Kind Pagina 15

    Bijlage 3 Format beoordeling kindportret*

    Voldaan Wel voldaan, maar moet als aandachtspunt worden meegenomen naar volgende kwartaal

    Nog niet voldaan: verbetering is vóór definitieve aanlevering bij klassendocent noodzakelijk

    Objectief beschreven, scheiding tussen

    observaties en interpretatie.

    Niet veroordelend en recht gedaan aan

    het kind

    Veelzijdige aspecten van het kind in beeld

    gebracht

    Gebaseerd op gesprekken met ervaringsdeskundigen / leerkrachten

    Gebaseerd op eigen observatie van het

    kind

    Met behulp van gepaste en valide

    observatie-instrumenten

    Gebaseerd op analyse van leerlingenwerk

    Gebaseerd op onderzoek van leerlingvolgsysteem

    In de beschrijving van de ontwikkeling is

    relevante theorie gebruikt

    In de beschrijving van de ontwikkeling is professionaliteit (vakjargon) zichtbaar

    Leerlijnen vanuit de vaktheorie zijn

    expliciet gekoppeld aan de prestaties van

    de kinderen

    Het schriftelijke taalgebruik beantwoordt aan het taalbeleid FHKE: op elke pagina komen niet meer dan vijf taalfouten voor

    Ontwikkelingsgerichte feedback: Zie feedbackformulier (bijlage 4)

    *Docent zet kruisjes in bovenstaand format. Student maakt kwalitatieve notities van feedback op feedbackformulier (bijlage 3)

  • OGP 2 Kind Pagina 16

    Bijlage 4 Feedbackformulier kindportret Feedback-gever

    Feedback-ontvanger

    Betreft

    Datum

    Stap 1: huidige niveau. Impact, verrijking en verbetering. (in kaart brengen van het huidige niveau van het product)

    Feedback-ontvanger benoemt de feedbackwens. Feedback-ontvanger noteert: Wat is al bereikt? Voldoet het werk aan het gestelde doel? Heb ik taal en spelling voldoende gecontroleerd? Etc.

    Aanvulling feedback-gever:

    Stap 2 : aanvulling, verbetering en verrijking Verschil tussen huidige en gewenste situatie.

    Feedback-ontvanger noteert: Wat is nog nodig? Wat kan de feedback-ontvanger doen om het product te verbeteren? Wat betekent deze feedback voor toekomstige producten? Wat kan de feedback-ontvanger doen om zichzelf verder te ontwikkelen? Etc.

    Aanvulling feedback-gever:

  • OGP 2 Kind Pagina 17

    Bijlage 5 Format verantwoording lesontwerp Verantwoording/ toelichting lesontwerp

    Domein: taal – rekenen/ wiskunde – OJW– BVO* *omcirkel wat van toepassing is

    Welke keuze(s) heb je in dit

    opzicht gemaakt?

    (Denk in je antwoord op deze vraag

    aan terugkoppeling naar zowel

    (vakspecifieke) theorie als praktijk)

    Waarom heb je deze

    keuze(s) gemaakt?

    (Denk in je antwoord op deze vraag

    aan terugkoppeling naar zowel

    (vakspecifieke) theorie als praktijk)

    Uit het lesontwerp (met name de formulering van de doelen) en de verantwoording van het lesontwerp blijkt dat de student zicht heeft op kerndoelen, tussendoelen en leerlijnen

    Uit het lesontwerp (met name de formulering van de beginsituatie) en de verantwoording van het lesontwerp blijkt dat de student zicht heeft op een gemiddeld ontwikkelingsniveau van kinderen in zijn/ haar klas. In de formulering van de beginsituatie is zichtbaar dat gerichte analyse en observatie aan de basis heeft gelegen van de vaststelling ervan. (relatie met kindportret)

    In het lesontwerp en de verantwoording van het lesontwerp wordt zichtbaar dat de student de vakspecifieke leer- en onderwijs- principes kan vertalen naar een afgestemd onderwijsontwerp . (gemiddeld ontwikkelingsniveau)

    .In het lesontwerp en de verantwoording van het lesontwerp wordt zichtbaar dat de student de leerstof concreet kan maken.

    In het lesontwerp en de verantwoording van het lesontwerp wordt zichtbaar dat de student geëigende werkwijzen inzet om te bepalen of de geformuleerde doelen zijn behaald.

  • OGP 2 Kind Pagina 18

    Bijlage 6 Format voor beoordeling lesontwerp*

    Voldaan Wel voldaan, maar moet als aandachtspunt worden meegenomen naar volgende kwartaal

    Nog niet voldaan: verbetering is vóór definitieve aanlevering bij klassendocent noodzakelijk

    Uit het lesontwerp (met name de formulering van de doelen) en de verantwoording van het lesontwerp blijkt dat de student zicht heeft op kerndoelen, tussendoelen en leerlijnen.

    Uit het lesontwerp (met name de formulering van de beginsituatie) en de verantwoording van het lesontwerp blijkt dat de student zicht heeft op een gemiddeld ontwikkelingsniveau van kinderen in zijn/ haar klas. In de formulering van de beginsituatie is zichtbaar dat gerichte analyse en observatie aan de basis heeft gelegen van de vaststelling ervan. (relatie met kindportret)

    In het lesontwerp en de verantwoording van het lesontwerp wordt zichtbaar dat de student de vakspecifieke leer- en onderwijs- principes kan vertalen naar een afgestemd onderwijsontwerp . (gemiddeld ontwikkelingsniveau)

    In het lesontwerp en de verantwoording van het lesontwerp wordt zichtbaar dat de student de leerstof concreet kan maken.

    In het lesontwerp en de verantwoording van het lesontwerp wordt zichtbaar dat de student geëigende werkwijzen inzet om te bepalen of de geformuleerde doelen zijn behaald.

    Het schriftelijke taalgebruik beantwoordt aan het taalbeleid FHKE.

    Ontwikkelingsgerichte feedback: zie feedbackformulier bijlage 7

    *Docent zet kruisjes in bovenstaand format. Student maakt kwalitatieve notities van feedback op feedbackformulier (bijlage 7)

  • OGP 2 Kind Pagina 19

    Bijlage 7 Feedbackformulier lesontwerp Feedback-gever

    Feedback-ontvanger

    Betreft

    Datum

    Stap 1: huidige niveau. Impact, verrijking en verbetering. (in kaart brengen van het huidige niveau van het product)

    Feedback-ontvanger benoemt de feedbackwens. Feedback-ontvanger noteert: Wat is al bereikt? Voldoet het werk aan het gestelde doel? Heb ik taal en spelling voldoende gecontroleerd? Etc.

    Aanvulling feedback-gever:

    Stap 2 : aanvulling, verbetering en verrijking Verschil tussen huidige en gewenste situatie.

    Feedback-ontvanger noteert: Wat is nog nodig? Wat kan de feedback-ontvanger doen om het product te verbeteren? Wat betekent deze feedback voor toekomstige producten? Wat kan de feedback-ontvanger doen om zichzelf verder te ontwikkelen? Etc.

    Aanvulling feedback-gever:

  • OGP 2 Kind Pagina 20

    Bijlage 8 Beoordeling OGP2 (door klassendocent) (Let op: dit is een bewerking van het originele document. Het echte formulier kun je vinden op portal)

    Naam student:

    O – V – G*

    Klas:

    Datum:

    + / +- / - Evt op- en aanmerkingen

    In het licht van kritische situatie B en C laat de student zien dat hij/ zij in staat is leeractiviteiten te ontwerpen die aansluiten bij de beginsituatie van kinderen die ‘gemiddeld’ functioneren. Dit wordt onder meer zichtbaar in

    (1) de formulering van de beginsituatie (kennis/ kunde, betrokkenheid en actualiteit en bekendheid met didactisch instrumentarium);

    (2) de koppeling van beginsituatie aan haalbare doelen, en

    (3) de functionaliteit van uitwerking van de les (gekoppeld aan beginsituatie en doelen)

    In het licht van kritische situatie B laat de student zien dat hij/ zij in staat is daadwerkelijk contact te maken met kinderen tijdens zijn/ haar lessen. In het licht van kritische situatie C laat de student zien dat hij/ zij leerstof concreet kan maken voor kinderen

    Beide criteria worden in ieder geval zichtbaar in de feedback van de mentor op de lessen.

    In het licht van kritische situatie B, C en E laat de student zien dat hij/ zij zich beelden kan vormen van het leren en ontwikkelen van kinderen. In dit geval gaat het om de uitwerking van een portret van een kind dat ‘gemiddeld’ functioneert.

    In het licht van kritische situatie D maakt de student zichtbaar dat hij/ zij informatie over de leerling in voor ouders begrijpelijke woorden en/of beelden kan terugkoppelen. Om dit zichtbaar te maken is het nodig dat de student vraagt naar feedback van een ouder/ verzorger en deze feedback heeft opgenomen in zijn/ haar dossier.

    Het schriftelijke taalgebruik beantwoordt aan het taalbeleid FHKE: op elke pagina komen niet meer dan vijf taalfouten voor.

    *Student ontvangt de beoordeling G indien het werk aan tenminste één van de criteria voor complexiteit en het criterium voor

    zelfstandigheid voldoet (zie opdracht omschrijving)

  • OGP 2 Kind Pagina 21

    Bijlage 9 Domeinbeschrijvingen

    Onderstaande domeinbeschrijving geldt voor elk van de domeinen:

    - Taal

    - Didactiek van Rekenen/ wiskunde

    - OJW – aardrijkskunde

    - OJW Natuur & Techniek

    - Kunstzinnige oriëntatie

    - Pedagogiek psychologie onderwijskunde

    Individuele stage-activiteiten

    • Observeer op meerdere momenten een gemiddelde leerling uit jouw stageklas. Leg daarbij je bevindingen vast in woord en beeld.

    • Ga in gesprek met collega’s om achtergrondinformatie van het kind te achterhalen.

    • Verdiep je met behulp van het leerlingvolgsysteem in de leerontwikkeling van het kind.

    • Breng de ontwikkeling van de leerling in beeld met foto’s, scans van schriftelijk werk en film.

    - Werk individueel met deze leerling waarbij je op zoek gaat naar de ontwikkeling van het kind binnen de leerlijn van het betreffende domein

    - Toon jouw (beeld)verslag in een gesprek met de ouders

    - Ontwerp een les. Laat in de verantwoording van je lesvoorbereiding zien hoe je rekening hebt gehouden met de gemiddelde leerling. Je voegt een verantwoording toe. Daarin

    komt onder meer ter sprake:

    o De beginsituatie van de leerling.

    o De doelen en de formulering

    o De activering van leerlingen

    o De concretisering van de leerstof

    o De evaluatie van de doelen (product- en procesdoelen) Bij de verantwoording van je lesontwerp gebruik je (vak-)relevante bronnen.

    • Voer deze les uit in je stageklas.

    • Reflecteer zelf op deze les en vraag feedback op deze les aan je werkplekbegeleider

    Groep

    Overleg met je groep de uitkomsten van je bevindingen in de stage. Zien jouw groepsgenoten

    dezelfde dingen in hun klas bij hun gekozen leerling? Wat zijn overeenkomsten en verschillen? Hoe

    ontwikkelen kinderen zich gedurende de basisschool? Bundel al je ervaringen en materialen en

    verwerk deze in een gemeenschappelijk (talig of filmisch) product.

  • OGP 2 Kind Pagina 22

    Bijlage 10 Literatuur voor fasekennistoets (OGP2)

    Pedagogiek, Psychologie en Onderwijskunde

    Luijtjes, M. , Zeeuw-Jans, I. de (2013). Ontwikkeling in de groep. Bussum: Couthino. Paragraaf 1.2.1 relevante ontwikkelingstheorieën Bouwers, H. (2010). Kiezen voor het jonge kind. Bussum: Coutinho. 2.3.2 intellectuele ontwikkeling 2.3.3 emotionele ontwikkeling 4.1 omgaan met doelen in de onderbouw 4.2 welke doelen zijn van belang voor de onderbouw?

    Hendriksen, J., & Dijkstra, H. (2011). Het verhaal van het kind. Thieme Meulenhoff. 1.5 cognitieve ontwikkeling (3 – 6 jaar) 2.5 cognitieve ontwikkeling (6-9 jaar) 3.5 cognitieve ontwikkeling (9-12 jaar) 4.5 cognitieve ontwikkeling (0-3 jaar) 1.3 emotionele ontwikkeling (3-6 jaar) 2.3 emotionele ontwikkeling (6-9 jaar) 3.3 emotionele ontwikkeling (9-12 jaar) 4.3 emotionele ontwikkeling (0-3 jaar) 7.3 Bowlby 7.15 Piaget 8.1 identiteit 8.4 cognitieve 8.8 emotionaliteit Veen, T. van de , Wal, van der, J. (2012). Van leertheorie naar onderwijspraktijk. Groningen: Noordhoff. Hoofdstuk 5 Cognitieve psychologie En in het bijzonder 5.2 ontdekkend leren van Bruner

    Boog, G., Janson, D., Memelink, D. (2012). Leren kun je observeren. Je onderwijs afstemmen op de leerlingen. Amersfoort: Uitgeverij ThiemeMeulenhoff.

    Hoofdstuk 2, p. 27-48, als PDFbestand beschikbaar.

    Alkema, T., et al. (2012). Meer dan onderwijs. Assen: van Gorcum. Onderstaande hoofdstukken als PDFbestand beschikbaar

    5.5 voorbereiden

    5.6 uitvoeren van onderwijsactiviteiten

    5.7 differentiatie

  • OGP 2 Kind Pagina 23

    Taal

    Boek

    Paus, H. , et al. (2014). Portaal. Bussum: Coutinho. (hoofdstuk 2, pag. 60-84 en hoofdstuk

    5, pag. 182-269)

    Aanbevolen literatuur

    Schaerlaekens, A. (2009) De taalontwikkeling van het kind. Groningen/Houten: Wolters-

    Noordhoff.

    Dit boek biedt inzicht in het intrigerende proces van taalverwerving door jonge kinderen.

    Het bevat vele authentieke voorbeelden van Nederlandstalige kinderen en een uitvoerige

    bibliografie.

    Paus, H. et al. (2002) Driemaal taal. Groningen: Wolters Noordhoff.

    Hoofdstuk 1 van Driemaal taal heeft als titel ‘Taalontwikkeling in een notendop’.

    In vogelvlucht vind je beschrijvingen over eerste- en tweedetaalverwerving.

    Verrips, M. (2001) Kindertaal in beeld. Bussum: Coutinho.

    Dit boek is gekoppeld aan de tv-documentaire Oetsiekoetsie. Centraal staat de ontwikkeling

    van kindertaal. In het boek wordt steeds expliciet verwezen naar fragmenten uit de tv-

    documentaire. Hierdoor kun je theoretische achtergronden direct terugzien in de praktijk van

    alledag. Andersom zie je hoe concreet beeldmateriaal geanalyseerd kan worden in termen,

    begrippen die binnen taalverwerving van belang zijn.

    Huizenga,H. et al. (2013) Basiskennis taalonderwijs. Groningen: Wolters Noordhoff.

    Hoofdstuk 3, 5, 6 en 7

    Elsäcker, W. et al. (2006) De taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2.

    Expertisecentrum Nederlands

    Hoofdstuk 10

  • OGP 2 Kind Pagina 24

    Sites:

    http://kindentaal.logopedie.nl/site/taalinhoud

    Een informatieve site over de communicatie en het leren van taal bij jonge kinderen.

    http://www.rug.nl/let/voorzieningen/alfasteunpunt/onderwerpen/nederlands/kindertaal

    Marijn van Dijk is in 2012 gepromoveerd aan de universiteit van Groningen. Zij laat zien dat

    de ontwikkeling van taal bij peuters schoksgewijs gaat. Er is ook een kort filmpje opgenomen

    in deze site, dat laat zien hoe productie van taal (het gebruiken van taal) niet gelijk loopt met

    het begrijpen van taal.

    http://www.kennislink.nl/publicaties/taalverwerving-is-betekenis-zichtbaar-maken

    Maren Panneman is in 2007 gepromoveerd aan de universiteit van Amsterdam. In haar

    promotie laat ze zien waarom peuters geen lidwoord gebruiken. Het vertelt iets over het

    mentaal lexicon (de aangeboren taal) bij jonge kinderen, een leuke site om even te lezen.

    http://www.kennislink.nl/kernwoorden/kindertaal

    Een algemene site met allemaal weetjes over de kindertaalontwikkeling.

    www.lesintaal.nl

    www.tule.slo.nl

    http://kindentaal.logopedie.nl/site/taalinhoudhttp://www.rug.nl/let/voorzieningen/alfasteunpunt/onderwerpen/nederlands/kindertaalhttp://www.kennislink.nl/publicaties/taalverwerving-is-betekenis-zichtbaar-makenhttp://www.kennislink.nl/kernwoorden/kindertaalhttp://www.lesintaal.nl/http://www.tule.slo.nl/

  • OGP 2 Kind Pagina 25

    Didactiek van rekenen/wiskunde

    Oonk, W. et al. (2015). Rekenen-wiskunde in de praktijk: Kerninzichten. Groningen: Noordhoff. ISBN: 9789001847005 . Hoofdstuk 5 t/m 8.

    Boswinkel, N & Moerlands, F. (2005). Het topje van de ijsberg. Panamapost (2). Utrecht: Panamaproject.

    http://www.parwo.nl/publiek/art-

    Passend_rekenwiskundeonderwijs_voor_alle_leerlingen_lv_(210909).pdf

    OJW- natuur en techniek

    Vaan, E. de & Marell, J. (2012). Praktische didactiek voor natuuronderwijs. Bussum:

    uitgeverij Coutinho.

    Hoofstuk 5: “Onderwijsstijlen bij natuuronderwijs”

    Hoofstuk 6: “Onderzoekend en ontdekkend leren”

    Hoofstuk 7: “Jonge kinderen en natuuronderwijs”

    Hoofstuk 8: “Natuurbeleving”

    OJW-aardrijkskunde

    Peters, A., Westerveen, F. (2010). Geowijzer. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.

    hoofdstuk 12 (kaartlezen)

    hoofdstuk 13 (topografie)

    hoofdstuk 1.3 t/m H 1.6 (kaart en atlas)

    Kunstzinnige oriëntatie - beeldende vorming

    Schasfoort, B. (2012). Beeldonderwijs en didactiek (4e druk). Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.

    Hoofdstuk 2: Ontwikkeling (pp. 25-57)

    Hoofdstuk 9.2: Hoe ontwikkel je creativiteit (pp. 240-243)

    Hoofdstuk 9.5: Hoe ontwikkel je creativiteit (pp. 248-250)

    http://www.parwo.nl/publiek/art-Passend_rekenwiskundeonderwijs_voor_alle_leerlingen_lv_(210909).pdfhttp://www.parwo.nl/publiek/art-Passend_rekenwiskundeonderwijs_voor_alle_leerlingen_lv_(210909).pdf

  • OGP 2 Kind Pagina 26

    Levensbeschouwing

    De Schepper, J. (2015). Levensbeschouwing ontwikkelen. Didactiek voor

    levensbeschouwing in het primair onderwijs. Amersfoort: Kwintessens uitgevers

    Kopmels, T. (2016). Verhalen vertellen en vragen stellen. Vakdidactiek Levensbeschouwing

    & Geestelijke Stromingen. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers