KERSTLITURGIE 2005

20
KERSTLITURGIE 2005 “Heden is u een Redder geboren” Welkomstwoorden en aansteken van de kaarsen Deze tijd, deze plaats, deze mensen, de kaarsen, het gebed, het zingen, de oude wijze woorden, wij, kleine mensen; om iets te vinden, om ons in de bron te spiegelen en iets van God te horen, te voelen, te herinneren: dáárom zijn wij naar hier gekomen. Gebed God van het licht, wij verlangen naar licht in de duisternis. Wij lijden aan realisme en aan allerlei soorten van ongeloof; we zitten vaak zo dicht, zo vast, zijn vaak maar zo half! Kom ons ongeloof te hulp, kom en vertroost ons gemis. Zie toch de wereld, zie toch naar ons zoals ook wij naar u uitzien. Bevestig ons verlangen. Ontferm u over ons, amen. Zingen Lied 138: 1,2,4. Komt allen tezamen Gedicht Kerstmis is……. Kerstmis is tranen drogen. Kerstmis is als ieder klaar staat voor het feest. Kerstmis is leven met hoop. Kerstmis is je verzoenen met elkaar, vreemdelingen opnemen, anderen helpen, het slechte mijden en het goede doen. Dat is Kerstmis. Kerstmis is tranen drogen, delen met elkaar wat je hebt. Als een noodlijdende geholpen wordt, dan wordt het Kerstmis. Iedere dag als liefde aan elkaar gegeven wordt, iedere dag is het Kerstmis op aarde, 1

Transcript of KERSTLITURGIE 2005

Page 1: KERSTLITURGIE 2005

KERSTLITURGIE 2005

“Heden is u een Redder geboren”

Welkomstwoorden en aansteken van de kaarsenDeze tijd, deze plaats, deze mensen, de kaarsen, het gebed, het zingen, de oude wijze woorden, wij, kleine mensen;om iets te vinden, om ons in de bron te spiegelenen iets van God te horen, te voelen, te herinneren:dáárom zijn wij naar hier gekomen.

GebedGod van het licht, wij verlangen naar licht in de duisternis.Wij lijden aan realisme en aan allerlei soorten van ongeloof;we zitten vaak zo dicht, zo vast, zijn vaak maar zo half!Kom ons ongeloof te hulp, kom en vertroost ons gemis.Zie toch de wereld, zie toch naar ons zoals ook wij naar u uitzien.Bevestig ons verlangen.Ontferm u over ons, amen.

Zingen Lied 138: 1,2,4. Komt allen tezamen

Gedicht Kerstmis is…….

Kerstmis is tranen drogen.Kerstmis is als ieder klaar staat voor het feest.Kerstmis is leven met hoop.Kerstmis is je verzoenen met elkaar,vreemdelingen opnemen, anderen helpen, het slechte mijden en het goede doen.Dat is Kerstmis.Kerstmis is tranen drogen,delen met elkaar wat je hebt.Als een noodlijdende geholpen wordt,dan wordt het Kerstmis.Iedere dag als liefde aan elkaar gegeven wordt,iedere dag is het Kerstmis op aarde,als mensen tevreden en gelukkig zijn,dan komt God weer op deze aarde en brengt zijnLicht.

(Gedicht uit Haïti)

1

Page 2: KERSTLITURGIE 2005

LezenLucas 2:1-16 (NBV)

Stem 1 In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. Jozef ging van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde, om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was. Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad.

Zingen Het eerste couplet van ‘Toon ons uw zoon als bron van licht’

Stem 2Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door het stralende licht van de Heer, zodat ze hevig schrokken. De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van David voor jullie een redder geboren. Hij is de messias, de Heer. Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt.’ En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden:‘Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft.’

ZingenTweede couplet van ‘Toon ons uw zoon als bron van licht’

Dat ieder die zich tot hem wendt:de gloed van uw genade kent: Kyrie eleison!

2

Page 3: KERSTLITURGIE 2005

Stem 3Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Laten we naar Betlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.’

ZingenDerde couplet van ‘Toon ons uw zoon als bron van licht’

Wij vragen vrede voor elkaar.Maak Gij om hem ons bidden waar! Kyrie eleison!

Overdenking“Jezus redt” is een bekende slogan. Een uitspraak die geen tegenspraak of twijfel duldt. “Jezus redt”; het klinkt als een klok. Maar wat houdt die redding in? Wat betekent het voor ons? Vroeger was die slogan “Jezus redt” veel meer een zekerheid dan nu. Jezus wees ons als voorbeeld de goede weg. Met hem zouden wij er op aarde wel iets moois van maken. Nu bekruipt je steeds vaker het gevoel dat onze menselijke mogelijkheden niet helemaal toereikend zijn voor dat ideaal. Er is zoveel waar we machteloos tegenover staan. Er zijn plekken op de wereld waar het, figuurlijk gesproken, donker is. Soms door menselijke schuld, soms ook niet. Hoe vaak maken wij zelf niet mee dat het leven een stuk van zijn glans verliest door ziekte, gemis of eenzaamheid? Daar hebben we in ons geloof niet altijd een antwoord op, of een oplossing voor. Dat is de ongrijpbaarheid van het leven, en daarmee worden we maar al te vaak geconfronteerd. Ook al zijn we van goede wil, toch is de keuze voor het goede niet altijd eenduidig. Want wat is goed en wat is kwaad?Die dubbelheid zie je op allerlei terreinen. Een voorbeeld: de technologie heeft ons bevrijd van veel beperkingen. Communicatie is gemakkelijker geworden, maar is ze ook mensvriendelijker?Op medisch gebied zijn veel grenzen verlegd. Vaak een zegen, soms een last. Iedere vooruitgang werpt nieuwe problemen op. Het leven is minder maakbaar dan we vaak denken.Moet je dan maar pessimist worden en je idealen vergeten? Kan de kerstboodschap van redding en heil nog iets voor ons betekenen?Misschien moeten we niet naar de grote oplossingen zoeken, of de absolute waarheid, maar naar fragmenten van waarheid. Ik bedoel, naar momenten waarop we iets voelen van vrede en bevrijding. Die fragmenten of momenten vinden we in kleine verhalen. In de levens van gewone mensen. In het kleine, in het gewone alledaagse kan er iets oplichten. Kan er iets groots onthuld worden. Overal waar mensen geraakt worden, een gezicht krijgen voor elkaar, met ontferming bewogen zijn. Juist een pasgeboren kind kan die krachten van ontferming en bescherming heel sterk in ons oproepen. Dat gebeurt bijvoorbeeld in het geboorteverhaal van Jezus. Het kerstverhaal is zo’n klein verhaal waarin iets groots wordt onthuld. Het zet in bij gewone mensen. Mensen zonder pretentie. Jozef, Maria, herders. Een doodgewone stal in de velden bij Bethlehem. Het speelt zich af in de marge, maar juist dáár gebeuren grote dingen en klinken grote woorden: Vrede op aarde, God heeft in de mensen welbehagen. God is naar de mensen toegekomen en ontfermt zich over hen, die aan de kant staan. Zij, die eigenlijk geen plek mogen hebben op aarde, zij krijgen een plaats in Gods Geschiedenis. Zij worden, zij zijn gezien. Dat is wel bijzonder als je je uitgerangeerd voelt. Als je denkt: ik sta aan de zijlijn, ik tel niet mee. Want ik ben maar een eenvoudig mens, ik heb alleen maar lagere school… Of: ik ben oud, gehandicapt, niet interessant… Dan is het een zegen als je gezien wordt, een plek krijgt, er bij mag horen.

3

Page 4: KERSTLITURGIE 2005

Zo is het ook voor die eenvoudige mensen daar in Bethlehem. Een kind wordt hen geboren. Zijn naam betekent “redder”. Hij onthult Gods diepste bedoelingen. Hij brengt een boodschap van liefde en ontferming. Onder gewone mensen wordt hij geboren. Dat is niet toevallig. God moet hebben gezien dat het daar goed is. Mensen in de marge zijn er het meest ontvankelijk voor. Zij worden er het meest door geraakt. Zoals wij juist in tijden van verdriet en duisternis heel gevoelig zijn voor een woord van liefde en meeleven. Gewone, eenvoudige mensen worden in het licht gezet. Uit de duisternis geleid. Maar die grote dingen duren maar even. Het licht kan ook zomaar gedoofd worden. Die dreiging zit al in het verhaal zelf. Herodes geeft bevel tot kindermoord. De drie wijzen moeten een omweg maken. Jozef en Maria vluchten met hun kind. Het wonder is aanstootgevend, ongrijpbaar en breekbaar. Dat is het nog steeds.

Ik heb thuis een kerststal. Iedereen is prominent aanwezig. Zelfs de os en de ezel en enkele schapen. Alleen: het kindje in de kribbe is zó klein, dat ik ieder jaar bang ben het kwijt te zullen raken. Alles van waarde is zo weerloos en kwetsbaar. Het kan zomaar zoekraken in ons leven. We kunnen er aan voorbij lopen, het over het hoofd zien. Of ertegenaan schoppen, wanneer het ons leven onder kritiek stelt. Er over schamperen ook. Want wat stelt het voor, zo’n kindje in de kribbe. Het zal ons niet altijd troosten als we verdriet hebben. We kunnen er onze grote problemen niet één-twee-drie mee oplossen. Het geeft geen zekerheid dat wij het zullen redden in deze weerbarstige wereld, waar we lang niet altijd weten wat goed en kwaad is. En toch kan het ons alles geven wat we nodig hebben. Alles wat het leven heel en zinvol maakt. Als we in de kribbe kijken en het kind ons aanziet, dan is dat een geschenk. We voelen ons gekend, gezien. Er is iemand die in ons gelooft. Die ons wil bevrijden van hardheid, onverschilligheid en vervreemding. Die ons aanspreekt met de woorden: kijk maar, het is goed! Die aanblik kan grote krachten in ons oproepen. Krachten van vertedering en ontferming. Een verlangen om dit weerloze, kwetsbare mensenkind te beschermen. Dat doen we als we elkaar aanzien, naar elkaar omzien en elkaar een plek gunnen op aarde. Dan pas kan in het kleine, gewone, het bijzondere oplichten. Heden is u een Redder geboren. Laten wij hem van harte welkom heten. Amen.

ZingenLied 145. Nu zijt wellekome

Gedicht

Laten wij het Kind aanbidden,onze Koning, zeer gewis!Hem die nu ook in ons middendoor zijn Geest aanwezig is.Laten wij ons nederbuigenvoor de Koning in de stal.Laten wij voor hem ook juichen,hem de Redder van ’t heelal.Glorie voor de nieuwe Koning.Jubelzangen zonder tal.

4

Page 5: KERSTLITURGIE 2005

Laten wij hem eer bewijzen,die zijn liefd’ ons openbaart.Laten wij met woorden prijzenhem die niemand evenaart.Koning is hij voor zeer velen;hij regeert met liefdemacht.Ja, als priester wil hij delenheel zijn leven en zijn kracht.Glorie voor de nieuwe Koning.Hij brengt Licht in onze nacht.

Laten wij als zusters tonende gezindheid van de Heer:allen, die zeer verre wonen,dienen; nu en telkens weer.Laten wij zijn minste mensenvol van liefde metterdaadhelpen in hun levenswensen;hun ons wijden zonder baat.Glorie voor de nieuwe Koning,die zo door de wereld gaat.

(uit: Geloofd zij de Here God, Henk Meijer, Boekencentrum 1988)

Zegenbede (naar Ef. 5:1)Weest dan navolgers van God,als geliefde kinderen,en wandelt in de liefde,zoals ook Christus u heeft liefgehad.

Slotlied(U kunt dit lied zingen op de melodie van psalm 119 of lied 487 uit het liedboek)

de sterren schijnen twink’lend in de nachtons wegen wijzend om elkaar te vinden;de maan speelt mee met heel en half gezichtfluistert vanachter wolken die er drijven,opdat wij dromen tot de morgen komten wijzer opstaan dan wij voordien waren.

de regen wast van tijd tot tijd ons schoonde wind schudt oude nesten van de takkenverleden wijkt al voor een nieuwe jeugd- leven en dood als zij elkaar vervangen - verfrist van blik en vindingrijk gerichtom weer opnieuw vertrouwend te verlangen.

(Tekst: Annelou Koens; overgenomen uit het septembernummer 2004 van Open Deur)

5

Page 6: KERSTLITURGIE 2005

Hieronder treft u nog enkele teksten en gedichten aan die u ook zou kunnen gebruiken bij uw kerstviering. Tevens een recept voor die afdelingen die ook een maaltijd hebben gepland.

Vrede is de wegAls we om ons heen kijken, dan heerst er bepaald geen vrede op aarde. Het geweld lijkt tot ongekende hoogten te stijgen. In het midden Oosten, in Afrika, in ons eigen land. Alles rechtstreeks thuisbezorgd, via de t.v., radio, krant… of wij het willen of niet, we zijn erbij betrokken.In deze tijd van duisternis, onzekerheid en angst vieren we de geboorte van Jezus. De mens, die zei: ‘indien iemand u op uw rechterwang slaat, keer hem/haar ook uw linkerwang toe’, ofwel: durf eens een onverwachte stap te zetten, een tegenbeweging op gang te brengen. Vrede is niet een toestand die bereikt kan worden, een doel om naar te streven, er is geen weg die naar vrede leidt, vrede is de weg. Een pad, het ene moment verhard en goed begaanbaar, het volgende moment onverhard, bijna verdwenen onder opgewaaid zand, zó stel ik mij de weg van de vrede voor. Smal en kronkelig, vol hobbels, gaten en omleidingen en vol mensen, die deze weg bewandelen. Deze drukbelopen weg vraagt onderhoud, om haar op te graven uit het zand van alle ruzies en oorlogen en haar begaanbaar te houden. Een hele klus waar we al ons geduld, doorzettingsvermogen en liefde voor nodig hebben. De weg van vrede, moeilijk begaanbaar soms, maar vaak ook vol verrassingen en onverwachte ontmoetingen.Op de weg van de vrede lopen wij elkaar niet meer voorbij, daar zien wij als mens de ander staan, daar bloeit vriendschap, onverwacht.

(Tekst: Simone van der Laan)

Zo werd de tempel haar huisEen legende

Eens leefden in de stad Nazareth een man, Joachim genaamd, en zijn vrouw Anna. Zij woonden daar al vele jaren tezamen, en ofschoon het hun goed ging hadden zij één groot verdriet: zij hadden geen kinderen. Toch waren zij rechtvaardig en volgden in alles Gods geboden. ‘Waarom wordt ons geen kind gegeven?’ vroegen zij zich af. Tenslotte beloofden zij, dat als God hun een kind zou schenken, zij dit kind niet bij zichzelf zouden houden. Zij deden de gelofte, dat zij het naar de tempel in Jeruzalem zouden brengen, opdat het daar zou worden opgevoed.Opnieuw was de tijd aangebroken, dat Joachim op reis ging naar Jeruzalem, om daar zijn offer te brengen. Hij zocht het mooiste lam uit zijn kudde als offerdier, nam afscheid van zijn vrouw Anna en begaf zich op weg. Het was een lange tocht, want de grote stad waarin de tempel stond, lag ver weg in het zuiden en Joachim had wel een week voor zijn reis nodig. Eindelijk bereikte hij de hooggebouwde stad. Zijn hart bonsde, toen hij door de eeuwenoude poort naar binnen ging en de berg besteeg. Daar lag de tempel voor hem. Vijftien stenen treden leidden hem omhoog, tot hij voor het grote brandofferaltaar stond.Daar zou hij zijn lam offeren, dat hij uit zijn kudde hiervoor had meegebracht. Toen hij aan de beurt was, nam hij het dier en wilde het de priester aanreiken; deze echter herkende hem, deed een stap achteruit en zei op strenge toon: ‘Jij bent Joachim uit Nazareth, de man van Anna. Al vele jaren zijn jullie getrouwd en toch heeft God jullie geen kind geschonken. Wat hebben jullie gedaan, Joachim, dat jullie huwelijk kinderloos bleef? Ben je wel waardig hier aan het altaar te offeren?’De mensen die er omheen stonden, keken geschrokken naar Joachim en zagen hoe geen antwoord hem over de lippen kwam. Het lam liet hij neer op de grond en hij keek met ogen, groot van verwondering naar de priester. Maar deze wees met zijn hand naar de treden die Joachim beklommen had en zei kortaf: ‘Niemand die onwaardig is, mag hier zijn offer brengen; ga dus heen en denk na over jullie leven!’

6

Page 7: KERSTLITURGIE 2005

Bevend nam Joachim zijn lam weer in de armen. Met neergeslagen ogen keerde hij zich om en verliet langs rijen verwonderde mensen de tempel. Hij daalde af naar het grote plein en verliet de stad door de poort die de mensen de Gouden Poort noemen. Zo kwam hij ten slotte op de velden waar de herders de schapen hoeden en nam bij hen dienst als knecht. Overdag deed hij trouw zijn werk, maar ’s avonds zat hij, afgezonderd van de anderen, geleund tegen een rotsblok en dacht na: wat had hij al die jaren verkeerd gedaan? Waarom waren hij en zijn vrouw onwaardig? Vele dagen bracht hij zo door, tot hij het in één van de lange slapeloze nachten niet meer uithield, het veld opliep, neerknielde en God in zijn gebed om antwoord vroeg.Eindelijk, tegen de ochtend, nog voordat de zon opging werd het licht om hem heen. Toen hij opkeek, zag hij een vlammende engel voor zich staan die sprak: ‘Vrees niet, Joachim. Ik ben de engel des Heren. Ik ken jou en je vrouw, al de dagen van jullie leven. Ik zag ook hoe je weggezonden werd uit de tempel en hoorde nu je gebed in deze nacht. Gezonden werd ik om je te zeggen dat jullie niet onwaardig zijn, maar dat jullie moesten wachten tot God het kind zou zenden dat bij jullie nu geboren zal worden. Ook is de gelofte van Anna en jou aangenomen. Het meisje dat tot jullie komt, zal vanaf haar derde jaar in de tempel opgroeien. Zij zal Maria heten en eens zal de Heiland der wereld uit haar geboren worden. Sta nu op en ga weer naar Jeruzalem. Onder de poort waardoor je de stad verliet, zul je je vrouw ontmoeten. Ga met haar terug naar Nazareth en blijf bij haar tot jullie kind geboren is’. Toen verliet de engel hem en Joachim bleef geknield op het veld tot de zon opging en de herders opstonden en zich gereed maakten voor hun werk. Toen stond ook hij op, dankte hen dat hij hen had mogen helpen en nam afscheid.Langzaam liep hij opnieuw de berg op naar de stad. Hij was geheel in gedachten verzonken, want helderder dan de zon die nu boven het land oprees was de gestalte van de engel geweest die met hem gesproken had en diep in zijn hart klonken nog de woorden die hij gehoord had.Tegen de tijd dat Anna in Nazareth haar man terug verwachtte, was de engel ook aan haar verschenen, en had haar zijn boodschap gebracht. Ook zei hij haar, naar Jeruzalem te gaan. Zo maakte zij zich gereed en trok haar man achterna. Toen zij de stad bereikte en aan de poort kwam naderde daar over een andere weg ook Joachim en ze ontmoetten elkaar onder de glanzende ronde boog van de gouden poort. Zij omarmden elkaar en waren gelukkig. In de tempel brachten zij hun offer, dat nu door de priester aangenomen werd, en keerden naar Nazareth terug. Niet lang daarna werd Anna zwanger. Het meisje dat bij hen geboren werd, noemden zij Maria, zoals door de engel gezegd was.’Je bent bijna drie jaar oud’, zei Anna op een dag tegen de kleine Maria, ‘en je zult spoedig naar Jeruzalem gaan, om daar te wonen in de grote tempel.’ Zij nam haar op schoot en vertelde verder: ‘Hier mag je spelen met de kinderen uit onze stad en daar zul je leren het brood te bakken voor de tafel in de tempel, je zult leren de gewaden te maken voor de priesters en hun dienaren. Hier ben je bij ons, en daar zal je bij je leraren zijn.’Zo duurde het niet lang meer dat ze op weg gingen en na een lange reis bereikten ze de tempel. Boven, bij de grote zuilen van de voorhal stond de priester en wenkte Maria. En Joachim en Anna die wisten dat de tijd gekomen was waarop Maria hen volgens hun gelofte moest verlaten, kusten haar en lieten haar gaan. En zij beklom de treden, één voor één, zonder om te zien, tot zij boven aan de hand van de priester de tempel binnenging. Zo werd de tempel het huis waar zij woonde, werkte en alles leerde over haar volk Israël. Maar het liefste hoorde zij de woorden van de joodse profeten die zeiden dat eens in hun volk de Heiland, de redder der wereld geboren zou worden.Niet altijd kan een meisje in de tempel blijven. Wanneer het dertien jaar oud is moet het trouwen in Israël. Zo riep de opperpriester alle ongetrouwde mannen van het volk bijeen. Zij moesten een tak van een boom meebrengen en deze voor het altaar neerleggen. Hij wiens tak daar zou bloeien zou Maria’s man worden.

7

Page 8: KERSTLITURGIE 2005

Vele mannen kwamen en droegen hun tak naar binnen, maar bij geen van hen kwam er een bloem aan. Toen de laatste gegaan was, keek de opperpriester rond en merkte dat in een donkere hoek nog een man stond. Toen de opperpriester hem vroeg waarom hij niet naar voren was gekomen antwoordde hij, dat hij maar een arme oude man was, met wie zo’n mooi jong meisje toch niet kan trouwen?’God zelf zal haar man aanwijzen’, gaf de priester ten antwoord en gebood de man zijn tak toch naar het altaar te brengen. En zie, toen Jozef, want zo heette de man, zijn tak voor het altaar omhoog hield, ontbloeide er aan het hout een stralend witte bloem. Vol vreugde riepen de priesters dat Maria’s man nu gevonden was en dat de bruiloft spoedig gevierd kon worden. En zo gebeurde het.

(Bron onbekend)

Ga dan op wegGa dan op weg en laat de hoopen verwachting je leiden,ook al zijn pijn en verdrietdoor geen mens te vermijden.Wees niet bevreesd,ga en vertrouw op de Geestdie je van angst zal bevrijden.Ga dan op weg en ontmoetop de reis medemensen.Geef aan een ieder alwat jij jezelf toe zou wensen.

Dan, onder het gaan,zul je de ander zien staanen overschrijd je je grenzen.Ga dan op weg en schud afal je twijfels en zorgen.Ga en ontdek, wat vandaagnog voor jou is verborgen.Houd op dat Lichtaltijd je ogen gericht.Dat zal je kracht zijn voor morgen.

(Tekst: Jacqueline Roelofs; met toestemming overgenomen uit: Vierenderwijs; verhalen, rituelen en meditaties. Rita Hoeve/Barbara Leijse. Uitg. Narratio 2003)

De EngelIk kom van oneindig ver,waar wij gelukkig zijn.Ik reis door de lucht als een ster.Maar wat is de wereld klein.

Ik kom uit het paradijs.Maar hemel, wat een verschil.Want wat is de aarde grijs,en wat zijn de mensen stil.

8

Page 9: KERSTLITURGIE 2005

Ze liggen bijeen in het veld.Ze hebben hun ogen dicht.Horen ze wel wat ik meld?Kunnen ze tegen het licht?

Want het licht dat ik ze geef,dat is van ons huis, en ik hoor,terwijl ik boven ze zweef,ons eigen hemelse koor.

’Gloria, Gloria.’Het klinkt hier zo anders, zo ijl.En niemand zingt het na.En er is geen muziek onderwijl.

Ik wil weer terug naar God.De wereld doet me pijn.Die ene zin nog tot slot:dat er vrede op aarde zal zijn.

Maar kijk, nu gaan ze staan,allemaal, o kijk, allemaal;en ze staren de hemel aan.Spreek ik dan toch hun taal?

(Tekst: Michel van der Plas)

JuliaDe oude Julia schuifelt over straat. Blootsvoets. Het deert haar niet. Stok in de ene hand. Hard nodig, haar lichaam is in een hoek van bijna 90 graden gebogen. Andere hand tot een kommetje gevormd. Bedelnap. Dikke zwarte rokken, truien en omslagdoeken. Mensen kijken naar haar. Het deert haar niet.Veel geld wordt niet in haar uitgestoken hand gelegd. Mensen kijken naar haar en kijken dan weer weg. Schaamte? Verlegenheid? Gêne? Vrolijke bedelaars vangen meer. Het deert haar niet meer. Zij heeft niet veel nodig.Zij schuifelt over straat. Haar teen stoot ergens tegen aan. Voor haar ligt een glazen bol. Oh ja, zij weet waar die thuishoort. Bij Carlo, die als een levend beeld z’n geld verdient. Maar Carlo is al weg en zij weet niet waar zijn slaapplaats is. Morgen zal ze de bol teruggeven.Ze schuifelt naar de portiek waar haar dozen en een oude deken liggen. Hier slaapt ze ’s nachts, een beetje beschut tegen regen en wind. Ze nestelt zich. Echt honger heeft ze niet. Nooit meer. Ze voelt sowieso niet zo veel meer. Het deert haar ook niet meer.Ze haalt de glazen bol tevoorschijn en houdt hem in haar oude handen. Hij glimt en glanst en alle lichtjes uit de omgeving kaatsen erin en weer terug, lijkt wel. Een levend ding… zo’n bol. Julia kan er niet genoeg van krijgen… Haar mond plooit zich, wat onwennig, tot een glimlach. Nee. Ze kan er niet genoeg van krijgen. Ze kijkt en kijkt tot haar ogen vanzelf dichtvallen.Zo vinden de volgende morgen de schoonmakers haar… dood. Met een glimlach op haar gezicht en een glazen bol stevig geklemd in haar handen. Haar deert niets meer. Julia is gelukkig.

(Tekst: Ellen Harkink)

9

Page 10: KERSTLITURGIE 2005

Overnachten in het oude Midden-OostenVolgens het evangelie van Lucas werd Jezus geboren in de nacht, terwijl Jozef en Maria op reis waren. Tegenwoordig is zo’n geboorte onderweg geen pretje, dus toen zal dat zeker niet het geval geweest zijn. We hebben er vaak geen idee van hoeveel er afgereisd werd in de oudheid. Er bestonden in prehistorische tijden al contacten tussen Mesopotamië (het huidige Irak) en het dal van de Indus (India). Het reisseizoen duurt van maart tot oktober. Vele handelsschepen bevaren dan de Middellandse zee en kooplieden trekken langs de karavaan-wegen door het Midden-Oosten. Langs diezelfde wegen stuurden koningen hun legers op veldtocht tegen vijandelijke landen.Hoven stelden er een eer in om artiesten en handwerkslieden uit exotische gebieden in dienst te nemen, diplomatieke missies reisden de gehele oude wereld rond en als ze geen succes hadden, kwamen de legers achter hen aan.Hoe voorzag men al die mensen van eten en onderkomen? Voor legers was dat geen probleem: zij roofden gewoon wat ze nodig hadden in de gebieden waar ze doorheen trokken. Voor diplomaten, kooplui en andere reizigers was het reizen een riskante zaak, denk maar aan het verhaal van de barmhartige Samaritaan. Bivakkeren in tenten was iets van nomaden of bewapende mannen. De meeste reizigers waren dus al gauw aangewezen op logies en proviandering, verschaft door de bewoners van het land. Daarvoor waren een aantal mogelijkheden. Zoals de herbergen die in het algemeen gedreven werden door ongetrouwde vrouwen die uit de prostitutie kwamen. Rond 1500 voor Chr. werden Kanaänitische kooplui die de Egyptische stad Memphis bezochten ondergebracht in zo’n herberg, die gewijd was aan de godin van de liefde, Astarte.Ook in Mesopotamië was de herberg een toevluchtsoord voor prostituees, overspelers en misdadigers. Bier, seks en overspel bezorgden de herbergen een slechte naam. Wat niet wegneemt dat de waardin tact moest bezitten om met haar bedenkelijke klanten om te gaan en vreemd genoeg gold ze ook als een wijze vrouw. Iets wat doorklinkt in het verhaal van de hoer Rachab die de verspieders herbergde omdat ze meteen doorhad dat dat voor haar en haar familie voordeel kon brengen.De wat beter gesitueerden konden terugvallen op een opmerkelijk recht, het recht op gastvrijheid bij particulieren. Een recht dat tot op de huidige dag in het Midden-Oosten in ere wordt gehouden. Het ideaal was dat ook armen van dit recht gebruik konden maken, maar in de praktijk is daar niet veel van terechtgekomen. In principe kon men gratis logeren. Het was immers een wederkerige plicht, dus de gastheer kon rekenen op dezelfde hartelijkheid, maar een cadeautje mocht natuurlijk wel.Volgens het evangelie van Lucas moest Maria het kind in een kribbe leggen. Hoewel niet precies gezegd wordt waar Jezus geboren werd, ligt het voor de hand te denken aan een nachtverblijf in de nabijheid van een plaats waar de dieren van de reizigers gevoed werden. Het Griekse woord dat Lucas hier gebruikt, zou je kunnen vertalen met “uitspanning”. Een plaats waar je ook je rijdier kunt uitspannen en voeden en waar je je ’s avonds met andere reizigers kon ontspannen in een gemeenschappelijke ruimte. Een type herberg dat nog het meeste leek op een karavanserai: beneden een hof met galerij waar de dieren gestald werden en de bagage opgeslagen werd, boven zeer eenvoudige kamertjes en een zaal waar men elkaar kon ontmoeten, zoiets als ons motel. Er is voldoende grond voor de veronderstelling dat zulke uitspanningen veel fatsoenlijker dan andere herbergen waren.Toen ze aankwamen, was er geen kamertje vrij voor hen en zo moesten ze een slaapplaats zoeken onder het afdak tussen de dieren. Na de vermoeiende reis zullen Maria en Jozef wel iets gegeten hebben. Over de maaltijden is weinig bekend. Waarschijnlijk bestond deze uit een dikke soep van granen met kruiden, zout en soms peulvruchten. Er werd brood bij gegeten. Groente was goedkoop en meestal was er wel een salade van sla, radijs of komkommer. En natuurlijk werd er wijn geschonken, vaak danig versneden door de waard. Voor Lucas werd Jezus waarschijnlijk in zo’n karavanserai geboren, maar er zijn nog vele andere mogelijkheden en in Israël laat men je die plaatsen graag zien en men claimt die ook als echt.(Bron onbekend)

10

Page 11: KERSTLITURGIE 2005

Kerstmenu van Jozef en MariaVoor wie het deze kerst eens niet wil laten aankomen op reerug of kalkoen, volgt hier een recept dat de maaltijd die Jozef en Maria in de kerstnacht kregen voorgezet dicht zal benaderen. Wie niet wil afzien van een glas wijn erbij zou Retsina (een Griekse wijn met hars erin) kunnen proberen.

Burghul (vier personen)2 eetlepels boter400 gram burghul (gebroken tarwekorrels)1½ liter kokende (groente)bouillon2 eetlepels boter2 flinke gesnipperde uien1 eetlepel (gedroogde) munteen snufje tijmzoutyoghurt

De burghul wassen op een zeef. De boter smelten in een soeppan, daarin de burghul vijf minuten zachtjes bakken. Af en toe omscheppen. Dan de bouillon erbij roeren en alles 30 tot 45 minuten rustig laten koken. Intussen de uiensnippers goudgeel bakken in de boter. Op het laatst met de kruiden en misschien nog wat zout aan de brij toevoegen. Aan tafel een lepeltje yoghurt in het bord. Hierbij pitabroodjes en tuinkers met radijs, plakken komkommer of augurkjes.

[Deze kerstliturgie en teksten zijn met toestemming (en enkele wijzigingen) overgenomen uit ‘Klokkenklank’ (uitgave december 2004), officieel orgaan van de Vrijzinnig Hervormde Vrouwenfederatie in Nederland.]

11