KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA · 2007. 4. 3. · KATBLAD 86, JANUARI 2004...

24
1 KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA Inhoudsopgave Redactioneel Lianne van Dijken in Jordanië Moduleverslagen 02/03 Moduleverslagen 03/04 Samenvattingen doctoraalscripties Scriptiefestival 2003: -Reníe van der Putten -Maria Mos Air Travel Blues van Norval Smith Linguïstenmop Nieuwe emailadressenlijst Taalwetenschap

Transcript of KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA · 2007. 4. 3. · KATBLAD 86, JANUARI 2004...

Page 1: KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA · 2007. 4. 3. · KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA Inhoudsopgave Redactioneel Lianne van Dijken in Jordanië Moduleverslagen

1

KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA Inhoudsopgave Redactioneel Lianne van Dijken in Jordanië Moduleverslagen 02/03 Moduleverslagen 03/04 Samenvattingen doctoraalscripties Scriptiefestival 2003: -Reníe van der Putten -Maria Mos Air Travel Blues van Norval Smith Linguïstenmop Nieuwe emailadressenlijst Taalwetenschap

Page 2: KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA · 2007. 4. 3. · KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA Inhoudsopgave Redactioneel Lianne van Dijken in Jordanië Moduleverslagen

2

REDACTIONEEL Dit is het 86ste nummer van het Katblad – het instituutsblad van Taalwetenschap=Algemene Taalwetenschap+alfa-informatica+fonetiek – waarin studenten verslag doen van de gegeven modules van het afgelopen semester (en door een Sinterklaasgedicht te lezen valt hoe snel onze buitenlandse masterstudenten integreren!), waarin Lianne van Dijken inzage geeft in haar niet-geheime dagboek van haar zoektocht naar Classifiers in de Jordaanse Gebarentaal (JSL), Norval Smith strijd levert met computerende vliegboekingen en Reníe van der Putten en Maria Mos de prijs krijgen omdat zij als enigen van een groot aantal afstudeerders de moeite namen een mooie samenvatting van hun doctoraalscriptie te maken. Het nummer eindigt met een linguïstenmop. De redactie ziet gaarne meer linguïstenmoppen tegemoet. Om vrolijk te blijven. Omdat niemand nooit iets instuurt uit zichzelf (behalve Norval). Ingrid van Alphen [email protected] 1(EindKat) Sies de Haan [email protected] (modulekat) Jacques Arends [email protected] (correctiekat) Omslagontwerp: ©Victorine van Alphen 1 LET OP NIEUWE EMAILADRESSEN AAN EIND VAN KAT!!!!!!!!

Page 3: KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA · 2007. 4. 3. · KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA Inhoudsopgave Redactioneel Lianne van Dijken in Jordanië Moduleverslagen

3

lianne van Dijken, studente Taalwetenschap, richting NGT, was van 1 juni t/m 17 juli op het Holy Land Institute for the Deaf (HLID) in Salt, Jordanië, op zoek naar classifiers in de Jordaanse Gebarentaal (JSL) en deed daar een klein taalkundig onderzoekje. DAGBOEK Salt, 6 juni 2003 Na een kleine week hier al een berichtje uit een lekker warm en boeiend Jordanië! ‘k Had nooit gedacht dat gebarentalen ZO anders konden zijn! ‘k Werk hier samen met de enige taalkundige van het Holy Land Institute for the Deaf. Zij woont en werkt hier inmiddels vier jaar en de grammatica van JSL die ze beschreven heeft, ligt momenteel in zowel Engelse als Arabische versie bij de drukker. Het HLID is het meest gerenommeerde instituut voor Doven in het Midden Oosten. Van hieruit worden ook cursussen gegeven in Syrië, Jemen, Saoedi-Arabië en Irak en in diverse vluchtelingenkampen in Jordanië. De dovenschool is tot 12 juni open, daarna gaan de kinderen naar huis tot eind augustus, dus ik probeer nu zoveel mogelijk contact met ze te hebben, en vooral met de oudere meiden, om JSL op te pikken. Het meest opvallende is dat in NGT localisatie vnl. gebeurt door indexeren. In JSL niet. Er zijn veel directionele werkwoorden en daarnaast wordt bodyshift veel gebruikt, maar er wordt nauwelijks geïndexeerd. Heel apart! We zijn enthousiast geworden om het videomateriaal ook op dat aspect te gaan bekijken. Het aparte vind ik om bepaalde kenmerken uit een taal te kunnen halen, zonder de taal te beheersen en er ook een label op te kunnen plakken door de theoretische bagage van het afgelopen jaar. Nu zie ik wel duidelijk de meerwaarde van deze studie na de tolkopleiding! Qua lexicon heb ik nog geen gebaar ontdekt dat hetzelfde is….aan tafel begon het al goed: wat in NGT LEKKER is, betekent hier: RAAR/NIET GOED BIJ JE HOOFD…. Zelfs de landen gebaren zijn anders…en de naamgebaren van de 150 dove kinderen ook…maar ze zijn bereidwillig om hun naamgebaar te geven, de Engels gespelde versie en de Arabisch gespelde versie. En de vraag toen ik de tweede dag het terrein op liep? Weet je m’n naam nog, weet je m’n naam nog?…. JSL heeft nauwelijks gesproken componenten. Arabisch schrift verschilt enorm van de gesproken taal. De kinderen leren Arabisch vingerspellen, Arabisch lezen, Engels vingerspellen en Engels lezen. Ze leren iets van de Arabische gesproken taal. Daarnaast is het onderwijs niet beïnvloed door een visie die tegen gebaren was, zoals in West Europa. Het orale onderwijs dat gegeven is, was omdat ze niet beter wisten/konden. Volgens mij heeft dat een enorme invloed op de taalontwikkeling. Als ik hier zie hoe de kleintjes van drie en vier jaar oud gesprekjes met elkaar voeren…amazing…Verder is het geweldig om alle uren van de dag tussen doven mensen te zijn, zodat je geen moeite hoeft te doen om de dovencultuur op te zoeken. Salt, 13 juni 2003 Samen met Tanja uit Duitsland met wie ik samen in een huis woon, voor deze zes weken, liep ik op vrijdag aan het begin van de avond naar Down Town Salt naar het internetcafé. We hadden niet bedacht dat in Jordanië vrijdag een vrije dag is en dat de winkels etc. dan gesloten zijn en de moskees open…zoals we aan het allesdoordringende gezang uit de minaretten hadden kunnen horen, maargoed. Terwijl we de stenen trappen afliepen naar het dorp, kwamen we de eigenaresse van het winkeltje bij ons op de hoek tegen die ook naar beneden liep. Een forse vrouw, ze wankelde en struikelde, dus ik pakte haar hand vast en we liepen gearmd naar beneden. Ze nodigde ons uit voor koffie. We dachten dat het onbeleefd was om nee te zeggen, dus wij naar binnen. Ze leidde ons naar het gastenvertrek. De meeste Arabieren hebben een speciale gastenkamer met allerlei goudkleurige tierelantijnen, bloemetjesbekleding etc. Haar schoondochter maakte de koffie en kwam bij ons

Page 4: KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA · 2007. 4. 3. · KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA Inhoudsopgave Redactioneel Lianne van Dijken in Jordanië Moduleverslagen

4

zitten. Op het Arabische gebabbel van de vrouw hadden we maar vriendelijk geglimlacht, maar nu kon de schoondochter in haar beste Engels overbrengen wat de vrouw wilde zeggen….My mother in law says that you’re SO beautiful, she likes you, she loves you (dit verklaarde al waarom ik de eerste keer in de winkel niet hoefde te betalen…) she has a son, he’s 30 years old. You can marry him and stay in Jordan forever.’ …. ?! Ai ai,… zelfs het argument dat ik m’n moeder zo zou missen werd verworpen: ‘ you can bring her and your whole family to Jordan…’ …. ‘t was lekkere koffie….! Voordat de onderhandeling over de kamelen begon zijn we maar opgestapt… Salt, 19 juni Het is erg leuk om de opnames te maken! We hebben als vergelijkingsmateriaal ook 2 jongetjes, van 5 en 6 opgenomen. Ze vertelden spontaan de Mr. Bean video die ze drie dagen daarvoor gezien hadden…we snapten pas hun hele verhaal nadat we zelf de Mr. Bean video bekeken hadden… en het commentaar van deze Arabische kinderen….Mr. Bean zonder zwembroek in het zwembad: “ schande!” Ontkenning is ook interessant…JSL lijkt minder RSI gevoelig: geen hoofdschudden, maar een verplicht gebaar voor ontkenning. Er zijn verschillende gebaren om ontkenning aan te geven en ook de typische Middelandse zee-gebied wenkbrauw-omhoog en kin naar boven – knik komt hier voor. De Doven moeten erg om m’n facial expressions lachen, die verraadden dat ik niet in Jordanië gebarentaal heb geleerd. Salt, 23 juni Hitte valt mee, te bloot gekleed gaan is “schande” zoals veel dingen…al ligt het in de Dovengemeenschap iets minder complex en kun je als horende Hollandse vrouw gerust met een Dove man praten. Morgen staat een bezoek aan de dovenclub in de hoofdstad Amman op het programma, samen met de Dove leraar die Gebarentaallessen geeft. Amman, 24 juni Er zijn nog maar vijf Dovenclubs in Jordanië, omdat de overheid de andere clubs gesloten heeft vanwege de criminaliteit. We werden bijzonder gastvrij ontvangen en rondgeleid door het gebouw. Er waren zowel mannen als vrouwen op het tijdstip dat wij er waren, maar er zijn ook aparte mannen- en vrouwenbijeenkomsten. Opvallend dat in Amman weer andere gebaren gebruikt worden dan in Salt. Het was me al opgevallen, maar toen ik naar de wc wilde, bleken er zelfs op basaal niveau lexicale verschillen te bestaan en duurde het even voor ik terecht kwam waar ik wilde zijn….☺ Petra, 27 juni „Do you want to race the camels?“ vroeg de eigenaar van de kameel waar ik op zat terwijl hij naast me reed op zijn andere kameel. „Ehm…..sure….“ Schommel-hobbel-schommel in de volgende versnelling ging de kameel (fully airconditioned .;-) ) richting het Romeinse theater in Petra. „You just say ggggrrrrr and it will go down.“ Blijkbaar sprak ook de kameel geen Arabisch: „gggrrrr….“ knie voor knie zakte de kameel door z`n benen en stond ik weer veilig op de grond, naast een lachende bedoeïne. Petra, `de verborgen stad`, is een indrukwekkende, uitgehakte rotsstad waar je pas terechtkomt als je door een lange kloof loopt. Aan het eind van de kloof zie je een van de tempels waar `s ochtends precies de zon op schijnt. Adembenemend. Een uitgestrekt berggebied, gekleurde rotswanden en tal van graven en tempels. (Petra was de hoofdstad van de streek Edom in de bijbel.) Klauteren, veel foto`s, vet zweten, zonnebrand smeren en alle imposante rotswanden …super!

Page 5: KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA · 2007. 4. 3. · KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA Inhoudsopgave Redactioneel Lianne van Dijken in Jordanië Moduleverslagen

5

Salt, 9 juli Het vak Taal en Interactie, gegeven door Ingrid van Alphen, dat ik het afgelopen jaar volgde, ging over interactie tussen mensen in het verloop van een spontaan gesprek. We luisterden naar de ongeschreven regels van gesproken taal interactie: hoe weet je dat iemand anders de beurt mag nemen, waarom wordt op sommige initiatieven wel gereageerd en op andere niet, is er een ‘gastvrouw/-heer’ in het gesprek etc. Het viel nog niet mee om ‘interactie te vangen’ in Jordaanse Gebarentaal…Uiteindelijk had ik dan drie Doven gevonden die na het avondeten en de afwas bereid waren om een “spontaan gesprek” te voeren. "Als het maar een beetje snel kan, vooruit dan, waar moet het over gaan?” “Ehm…het moet vooral SPONTAAN zijn…” Ondertussen vroeg ik me af hoe ‘echte’ onderzoekers te werk zouden gaan… maarja, ik moest ze nu eenmaal goed in beeld hebben, anders zou ik er achteraf niet zoveel aan hebben. Goed, camara op een statief, drie mensen op het schoolplein, in een soort halve cirkel, de horenden die er nog stonden had ik weggestuurd en toen de camera aan stond liep ik zelf ook weg…. En ik had schijnbaar niet zo goed uitgelegd dat ik ook weg zou lopen…(om als horende niet de gebarentaal te beïnvloeden, zoals ik gelezen had in artikelen van ‘de grote namen.’ Dit veroorzaakte enige commotie…”Is dit een grapje? Laat ze ons hier nu gewoon zitten, komt ze echt wel terug?…” (Het hielp waarschijnlijk ook niet mee dat ik van tevoren gekscherend had gezegd dat dit veel tijd ging kosten en ze de volgende ochtend om 6 uur pas klaar zouden zijn.) Ik was verrast om na een kwartier terug te komen en de drie ‘slachtoffers’ nog druk te zien gebaren..! Wat dat betreft… is het echt geweldig hoe mensen bereid zijn mee te doen aan mijn experimentele onderzoekjes. (Wie weet denken ze stiekum: ppffff, gelukkig gaat ze binnenkort weer naar huis die blonde Hollandse met haar videocamera…en haar rare facial expressions die absoluut niet kloppen met de Jordaanse gebarentaal…) Salt, 1 juli Gisteren zijn we uiteindelijk begonnen met de analyses van de gebarentaalopnames. Daar was ik ten slotte voor gekomen!! Ik had nooit gedacht dat het zo fascinerend en boeiend kon zijn om met z‘n twee-en voor de tv te hangen en beeldje voor beeldje de opnamen te bekijken. We ontdekken classifiers, maar ook andere dingen, zoals het ontbreken van indexen in Jordaanse Gebarentaal. Dit vraagt om meer onderzoek… zo roepen vragen andere vragen op en dat schijnt een teken te zijn dat je goed bezig bent… Amman, 14 juli Vandaag heb ik colleges gevolgd op de Jordan University… all in Arabic… Daar was geen touw aan vast te knopen; de reden dat ik erheen ging was om te kijken naar de tolk, die me vroeg of ik interesse had om hem aan het werk te zien. Sure…erg leuk, grappig om te merken dat de struikelblokken niet zozeer taalafhankelijk zijn: de docent die de tolk als voorbeeld gebruikt, mensen die zacht praten, kiezen of je wel of geen pauze vraagt… Ik heb alleen maar gekeken, maar na 2 uur was ik bekaf moet ik zeggen… Wel een aparte ervaring om overal waar je bent de enige Europeaan te zijn, ook op de universiteit, nog zonder hoofddoek ook. Al is Jordanië niet zo conservatief, toch zie je aardig wat vrouwen met bedekt gezicht, soms ook de ogen. Alles wat ze aanhebben is zwart, ook zwarte handschoenen. Best beangstigend om te zien, vind ik. De witte hoofddoeken etc. gaan nog wel, maar alles zwart….nee. Salt, 15 juli De gebarentaalanalyses vorderen gestaag, het is echt secondewerk. Zo kun je met een opname van een minuut zo een halfuur bezig zijn met uitschrijven! Toch blijft het spannend…verrassend genoeg! Ik ben nu zo ver op de rit dat ik het in NL verder af kan maken zonder de kluts kwijt te raken wat gebarentaal betreft. Maar met m’n facial expressions zal het wel nooit goed komen…

Page 6: KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA · 2007. 4. 3. · KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA Inhoudsopgave Redactioneel Lianne van Dijken in Jordanië Moduleverslagen

6

MODULE-VERSLAGEN (eerst nog enkele uit studiejaar 02/03) Propedeuse-module: Dovencultuur I Docenten: Mevr. Marijke C. Scheffener en Dhr. Dr. Roland Pfau Periode: 2e semester 02/03 blok 1 en 2 Studielast: 5 punten Auteurs: Linda Schreurs en Marjan van Zuilen Wat is eigenlijk cultuur? En wat onderscheidt een cultuur van een subcultuur? Met deze vragen beginnen de colleges. Van het begrip cultuur bestaan verschillende definities, afhankelijk vanuit welke achtergrond je de vraag probeert te beantwoorden. Voldoende gelegenheid voor discussie dus en die was er dan ook. De volgende colleges hadden onderwerpen als Dovencultuur, taal en cultuur en hun onderlinge invloed, naamgebaren, humor en taalgrapjes (in zowel gesproken als in gebarentaal), gebarentaalpoëzie en doven in de film. Voor ieder college kregen we artikelen die we thuis moesten lezen ter voorbereiding op de discussie die tijdens de colleges plaats vond. Roland leidde de colleges in waarna één van de studenten een referaat hield om het onderwerp van het betreffende college uit te diepen. De colleges waren één keer per week, na een college taalverwerving NGT. Voor Marijke was er een tolk aanwezig. Het was erg leuk dat de colleges door Roland en Marijke samen werden gegeven, want Marijke is natuurlijk ervaringsdeskundige. Voor het onderwerp naamgebaren had Marijke opnamen gemaakt van dove vrienden die ons zo konden uitleggen hoe zij aan hun naamgebaar waren gekomen. Ook tijdens de colleges over humor bleek dat de humor van doven en horenden toch echt verschillend is. Zij lachen niet om dezelfde grapjes. Het was de eerste keer dat de module Dovencultuur I werd gegeven. De meeste van ons volgen Taalverwerving NGT en hebben het vorige semester ook de module Inleiding Gebarentalen gevolgd. Dovencultuur I ligt een beetje in het verlengde van de Inleiding: de stof was niet meer helemaal nieuw voor ons. Toch heeft Dovencultuur I ons veel meer begrip van en inzicht in de Dovenwereld gegeven. Ook het take-home tentamen dat heel goed de behandelde stof besloeg, droeg daaraan bij. (Basis)kennis van de NGT is echter geen vereiste om de colleges te kunnen volgen. De colleges waren erg leuk. Er was veel ruimte voor vragen en discussie werd gestimuleerd. Roland en Marijke zijn erg enthousiast. Met een groot deel van de groep zijn we naar het Handtheater en Deaf in the Picture (filmfestival) geweest en ook tijdens college hebben we samen naar een “dovenfilm” gekeken. Naast cultuur in theorie, ook (doven)cultuur in de praktijk! BA-module: Taal en interactie Docente: Dr. I.C. van Alphen Periode: 2e semester 02/03, blok 1 en 2 Studielast: 5 ECTS Auteur: Sipkje van der Schaaf De module taal en interactie wordt zoals de andere modules afgesloten met een evaluatie in het KATblad. In deze module staat de sociolinguïstische analyse van gesprekken centraal. Je leert om met ‘een ander oor’ naar gesprekken te luisteren. Je kan hierbij denken aan samenhang in het gesprek, interrupties en de verschillende rollen van de personen in het gesprek. Deze aspecten probeer je vervolgens te koppelen aan bijvoorbeeld gender of sociale klasse. Aan het begin van de module neem je een gesprek op met twee andere personen. Dit gesprek ga je vervolgens transcriberen. Het gesprek vormt de leidraad voor de gehele module. De college’s

Page 7: KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA · 2007. 4. 3. · KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA Inhoudsopgave Redactioneel Lianne van Dijken in Jordanië Moduleverslagen

7

bereid je voor door literatuur te bestuderen over uiteenlopende onderwerpen. Hierbij maak je thuis of in de colleges opdrachten. Aspecten die in de literatuur worden besproken ‘zoek’ je in je eigen transcript. Bijv. Wie heeft de meeste beurten in het gesprek. Op deze manier leer je gaandeweg je gehele gesprek te analyseren. De vaak verrassende en leuke uitkomsten worden besproken in de colleges. De module wordt afgesloten met een analyseopdracht voor je eigen gesprek en een tentamen waarin je een gegeven gesprek gaat analyseren. De module was voor alle studenten zeer vernieuwend, het levert een andere kijk op de taalwetenschap. Daarnaast is het een interessant onderwerp, omdat het dicht bij je staat. De literatuur was over het algemeen goed leesbaar en de opdrachten inclusief de analyseopdracht waren goed te doen. De vraagstelling van de analyseopdracht was niet voor iedereen duidelijk, maar hier wordt aan gesleuteld. Het is interessant om een gesprek op te nemen en dit gesprek te analyseren. Je krijgt een beeld van de manier waarop de personen zich ‘gedragen’ tijdens verbale interactie. Soms kan dit echter leiden tot irritaties! Kortom een ontzettend leuke module waarin je leert om allerlei aspecten van verbale interactie te ontdekken, waar je eerder nooit bij stil stond. MA-module: Creole Studies Docent: Jaques Arends Periode: 2e semester 02/03 blok 1 en 2 Studielast: 10 ECTS Auteurs: Eija Koskenlinna & Anna Lehkonen Creole Studies was an interesting introduction to the field of creole languages. We participated the course as exchange students without previous knowledge on the subject, and feel that the course us gave an exhaustive insight to the field of creole studies. The reading material consisted of chosen articles from different journals and the book “Pidgins and Creoles – an Introduction”. The subjects the lectures covered ranged from theories of creole genesis to case studies on different creole languages (analyzing of texts etc). The lecturer listened to the students’ wishes and made alterations on the study guide based on them. In the end of each lecture there was plenty of time for questions and discussion. The group was quite small, only seven students. Everybody attended the lectures quite regularly. Each student also gave a presentation in the end of the course on a subject related to the issues discussed. Altogether we are happy with the course and its structure. It was useful to participate in this course, because our home university doesn’t offer courses on creoles – this was a great opportunity to learn something on a subject that’s not being researched at home. En dan nu de MODULE-VERSLAGEN uit het studiejaar 03/04 PROP-module: Academische Vaardigheden I Docent: Arjen Florijn Periode: 1e semester '03/'04 blok 1 en 2 Studielast: 5 punten Auteurs: Fleur Daemen en Margje Mosman Academische Vaardigheden? Ja! Academische Vaardigheden! Dat is mijn beschrijving van deze module in vijf woorden. Toen ik aan deze module begon wist ik niet echt wat mij precies te wachten stond. Na het eerste college wist ik dat wel, maar wat het allemaal inhield? We gingen

Page 8: KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA · 2007. 4. 3. · KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA Inhoudsopgave Redactioneel Lianne van Dijken in Jordanië Moduleverslagen

8

de UB bezoeken, een zoekverslag schrijven en we kregen practica over computerprogramma's met ingewikkelde functies. Ik en mijn medestudenten vroegen ons af waar dat allemaal voor nodig was! Maar gelukkig bestaat er dan nog altijd zo iets als de docent. En deze docent mochten we bijna alles vragen, we mochten hem mailen en zelfs op zijn thuistelefoon bellen! En zo werd duidelijk wat van ons verwacht werd. Het lijkt misschien overbodig om iemand te leren waar hij/zij naar literatuur moet zoeken en hoe je met een computerprogramma om moet gaan waar zelfs de docent nog sceptisch tegen aan kijkt. Maar wij beschouwen deze module vooral als een voorbereiding op wat nog komen gaat en een duwtje in de rug wat betreft jouw interesses op het vakgebied. Ik weet dat niet iedereen, en dat geldt ook voor ons, altijd even gemotiveerd naar college is gekomen en de opdrachten met een vrolijk gezicht heeft gemaakt, maar niemand kan zeggen dat we te veel hebben moeten doen voor deze module of dat het te moeilijk was. En als iemand beweert dat hij/zij van deze module niets geleerd heeft dan geloven wij dat niet. Want wij vonden het ontzettend nuttig om eens een presentatie te geven. Het opent je ogen wat betreft je eigen kunnen. Dus zoals we aan het begin al zeiden; academische vaardigheden? Ja! PROP-module: Inleiding Taalwetenschap Docent: Jacques Arends Periode: 1e semester '03/'04 blok 1 en 2 Studielast: 5 ECTS Auteurs: Fleur Daemen en Margje Mosman Communiceren door middel van is een menselijke vanzelfsprekendheid. Zo vanzelfsprekend dat je er niet meer bij na denkt. Daarvoor is de algemene taalwetenschap uitgevonden. Dit vak wordt gegeven in de vorm van een werkcollege van drie uur per week. In de les worden één a twee hoofdstukken behandeld, die je had moeten voorbereiden. De moeilijkheidsgraad is niet al te hoog, er zitten dus wel onderwerpen tussen die lastig zijn. Maar daarvoor heb je de docent die voor verheldering kan zorgen. Op dit gebied is de docent helaas soms ietwat onvoorbereid; niet altijd heeft hij voorbeelden paraat of soms moet hij wat lang na denken. Het boek is ook niet altijd even duidelijk evenals de powerpoint presentatie die soms ook niet goed te zien was omdat de gordijnen stuk waren. De participatie van de studenten was verschillend ondanks goede aanmoedigingspogingen. Er is ook ruimte voor discussie zelfs tot na de les. Over het algemeen wordt deze module dus als nuttig ervaren. Het geeft een bredere en nieuwe kijk op taal. BA-module: Taalverwerving Nederlandse Gebarentaal I, II en II Docente: Joni Oyserman Periode: 1e semester '03/'04 blok 1 en 2 Studielast: 15 ECTS Auteurs: Fleur Daemen en Margje Mosman Aan een universiteit als de UvA kun je allerlei soorten talen studeren en dus ook Nederlandse Gebarentaal. De lessen, in de vorm van werkcolleges, worden gegeven door een dove docent. Dit werkt leerbevorderend want je moet wel communiceren door middel van gebaren. Er is drie keer college in de week, in totaal zijn dat acht lesuren. Acht uur college in de week is voor een vak misschien wel veel, maar de verdere tijd die je erin moet steken is niet buitensporig, ook al is drie uur college achter elkaar soms wel aan de intensieve kant. Maar goed, je leert ook niet zomaar even gebarentaal. Je kunt het niet zien en dan meteen begrijpen, je moet het ook echt doen. In de les worden verschillende soorten oefeningen gedaan; individueel, in een groepje of met twee personen (de befaamde partneroefening). Tijdens de les wordt ook zeker niet gepraat! Als je iets wilt vragen of tegen iemand wilt zeggen dan doe je dat in gebarentaal. De docent is zeer goed betrokken, en ze geeft ontzettend leuk les. Ze neemt de tijd om dingen uit te leggen ook als je iets niet begrijpt. En, ook zeer belangrijk, ze weet de studenten te motiveren. Huiswerk wordt

Page 9: KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA · 2007. 4. 3. · KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA Inhoudsopgave Redactioneel Lianne van Dijken in Jordanië Moduleverslagen

9

gemaakt door middel van een werkboek en een videoband. De kwaliteit van de videoband is niet om over naar huis te schrijven, maar er valt mee te werken. In het begin is het misschien een beetje onwennig om met je handen te moeten communiceren, maar je moet het gewoon doen. Op een gegeven moment maak je een switch en je zult zien: gebarentaal is ontzettend leuk! Dit vak is iedereen aan te raden! BA-module: Taal & Interactie Docente: dr. I.C. van Alphen Periode: 1e semester03/04, blok 1 en 2 Studielast: 5 ECTS Auteurs: Tanja Jissink en Jacqueline van Wersch @Begin @Participants: TAN Tanja, JAC Jacqueline *TAN: weet je nog dat ik zei van <taal en interactie lijkt me een leuke module> ? [“] *TAN: nou dat blijkt ook zo te zijn, toch? *JAC: ja. *TAN: dat je zelf een gesprek moet opnemen, uitschrijven en daar de theorie aan *TAN: toetst. *TAN: dat maakt de stof echt minder droog, vind je niet? *JAC: inderdaad. *TAN: vooral omdat we met slechts zeven personen waren, hadden we veel ruimte *TAN: voor eigen inbreng en discussie. *TAN: dat maakt het leuk, toch? *JAC: ja. *TAN: maar eh +… *TAN: maar wat vind <jij> er dan van? [nadruk] *JAC: wel leuk. *TAN: nee, maar je hebt toch wel een echte mening? *JAC: ja eh +… *JAC: van al dat geanalyseer ben ik me wel erg bewust geworden van mijn eigen *JAC: spreekstijl. # *JAC: in mijn eigen gesprek had ik de grootste mond en ik probeer nu te minderen. *JAC: hahaha *TAN: hihihi *JAC: nee serieus, het is een absolute aanrader. *JAC: het is de tijd die je in het vak moet steken absoluut waard. *JAC: wekelijks de theorie lezen en vervolgens deze aan je eigen gesprek toetsen. *JAC: het geheel uitwerken en inleveren. *TAN: ja als je het bijhoudt is de eindanalyse ook makkelijker en minder werk. *JAC: en anders kom je jezelf misschien wel tegen bij het tentamen. *JAC: maar als je het bijhoudt is het zeker een leuk vak. *TAN: dat klopt. *TAN: ook omdat de Ingrid van Alphen zo´n eigen tintje aan de colleges geeft. *TAN: een spreekstijl op zich. *TAN: HAAR zouden ze eens moeten analyseren. *JAC: hahahahaha *TAN: hihihihihi @end

Page 10: KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA · 2007. 4. 3. · KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA Inhoudsopgave Redactioneel Lianne van Dijken in Jordanië Moduleverslagen

10

BA module: Lexicon en syntaxis van gebarentalen Docent: Roland Pfau Periode: 1e semester 03/04, blok 1 en 2 Studielast: 5 ECTS Auteur: Elly Zegwaard Deze module wordt gegeven in het derde jaar van de opleiding Nederlandse gebarentaal. Ik ben zelf tweedejaars student. Dit vak sloot goed aan in mijn rooster en dus heb ik gekozen om dit vak een jaartje eerder te volgen. De docent had mij gezegd dat ik mogelijk termen tegen zou komen, die ik nog niet eerder in mijn studie tegen was gekomen, maar daar zouden we wel uit komen. De inhoud van de module is breed en ter kennismaking. Zoals de naam al doet vermoeden, worden er allerlei aspecten besproken van lexicon en syntaxis, zoals bijvoorbeeld leengebaren, persoonlijke voornaamwoorden in de gebarentaal, tijd en aspect, vraagzinnen enz. Voor elk college was er leesmateriaal beschikbaar dat je kon kopiëren. Ik vond de artikelen die we moesten lezen niet altijd even makkelijk te begrijpen. Dat was niet erg, want de artikelen waren slechts ter ondersteuning. De onderwerpen werden tijdens het college uitgebreid behandeld en m.b.v. power-point en een handout verduidelijkt. Mocht je tijdens het voorbereiden zaken zijn tegengekomen waar je niet uit kwam, dan was er tijdens de les de gelegenheid om hier uitgebreid uitleg over te krijgen. Dat was prettig, een extra uitleg van de docent was veel waard. De laatste week hadden we een artikel dat gepubliceerd wordt door de docent zelf. Dat was het enige artikel dat in het Nederlands was. Alle andere artikelen waren Engelstalig. Dat zal echter niet veel problemen meer opleveren als je derdejaars student bent. Het college werd gevolgd door vier studenten. Wij moesten allen een referaat verzorgen over een onderwerp waarvan het materiaal beschikbaar was bij de docent. Ik had zelf een heel lastig en onduidelijk artikel over het wel of niet bestaan van het persoonlijk voornaamwoord in een gebarentaal. Ik had er moeite mee om structuur in te krijgen, maar Roland weet je dan weer zo op weg te helpen dat het uiteindelijk toch is gelukt om een referaat van 30-40 minuten te houden. De vier studenten waren vrijwel alle lessen aanwezig. Doordat er zo weinig studenten waren, was het heel makkelijk om te reageren op elkaar en vragen te stellen als dat nodig was. Dat heb ik als prettig ervaren. Al met al kan ik zeggen dat ik de stof van de module best moeilijk vond, wellicht doordat ik niet eerst het vak ‘fonologie en morfologie van gebarentalen’ heb gevolgd, maar het lukte de docent toch elke les weer om alles duidelijk te maken. De docent had ook steeds een opmerking met de strekking “wanhoop niet, het komt goed, daar zal ik voor zorgen” en dat geeft je een goed gevoel. BA-module: Taal-en spraakvermogen Docent: Rob Schoonen Periode: 1e semester 2003, blok 1 en 2 Studielast: 5 ECTS Auteurs: Sanne de Boer en Kimberley Mulder Tijdens de evaluatie in de groep zijn twee dingen over het vak Taal- en Spraakvermogen naar voren gekomen: het was erg interessant en leuk, maar ook erg veel werk om te doen. Het was de bedoeling dat we ter voorbereiding van de colleges een hoofdstuk uit het boek van David W. Carroll, Psychology of Language, lazen. Dit bleek erg veel werk, vooral omdat het grote hoofdstukken waren met erg veel informatie en dan ook nog eens geschreven in het Engels. Daar ben je zo een paar uur aan kwijt. Daar staat tegenover dat je nauwelijks Opdrachten moest inleveren. In vergelijking tot "lichtere" vakken als Spraak of Vorm, beide ook 5 ETCS, maar vakken van slechts 7 weken, is dit veel werk. Taal- en spraakvermogen zou misschien qua moeilijkheid en qua tijd die je erin moet stoppen, meer studiepunten moeten opleveren. Gelukkig waren de meeste

Page 11: KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA · 2007. 4. 3. · KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA Inhoudsopgave Redactioneel Lianne van Dijken in Jordanië Moduleverslagen

11

mensen, ondanks dit commentaar, zeer positief. De lessen waren namelijk goed verzorgd door de docent, Rob Schoonen. Ieder college nam hij de nieuwe stof met ons door, en er was uitgebreid gelegenheid tot vragen stellen. Verder had hij veel ondersteunend beeldmateriaal en interessante video's. Ook kwam hij bijna iedere les met een onderzoekje op de proppen, wat ervoor zorgde dat we ook een beetje een beter beeld kregen van wat voor soort onderzoekjes er zijn en hoe je verschillende soorten dingen kunt testen. Eigenlijk deden we dus ook een beetje praktijkervaring op. Het vak was dus goed georganiseerd, alleen was het even wat harder aanpoten dan met andere vakken. BA-module: Taalverwerving Nederlandse Gebarentaal 1, 2 en 3 Docente: Marijke Scheffener Periode: 1e semester ‘03/’04, blok 1 en 2 Studielast: 15 ECTS Auteurs: Rike Baas en Loes Schat In september begon een enthousiaste groep studenten aan de module Taalverwerving Nederlandse Gebarentaal. Nu, een paar maanden later, kijken we terug op een voor ons intensieve, maar leerzame, boeiende en nuttige kennismaking met de Nederlandse Gebarentaal (NGT). We hebben het als groep, tijdens de bijeenkomsten de afgelopen maanden, erg naar onze zin gehad. En we kunnen met een gerust hart zeggen dat we nu allemaal een stuk gebarentaalvaardiger zijn dan aan het begin van dit studiejaar door een complete onderdompeling in deze taal, zowel in de les als thuis. Thuis door de huiswerkopdrachten, die we aan de hand van een werkboek en videoband moesten maken. In de opdrachten werden de in de les geleerde gebaren en onderdelen van de grammatica van NGT behandeld. Op deze manier konden wij ons trainen in onze gebaarvaardigheid. Enige op- en aanmerkingen moeten hierbij gemaakt worden over de kwaliteit van het lesmateriaal en dan met name over de videobanden behorende bij de modules 2 en 3. Het kwam hierbij namelijk geregeld voor dat de aangeboden informatie op de videoband niet overeenkwam met de beschrijving in het werkboek. Onze docente, waar wij erg over te spreken waren, deed haar best om de hele groep bij de les te betrekken. In de afwisselende lessen werden wij als NGT studenten actief betrokken om het geleerde in praktijk te brengen. Marijke Scheffener zorgde ervoor dat elke uitleg die ze gaf, over oude en nieuwe stof, duidelijk was. Ook gaf zij veel gelegenheid tot het stellen van vragen over het huiswerk en de geleerde begrippen. Aan het einde van elk blok hield ze een korte evaluatie waarin voldoende ruimte voor discussie was. Dit alles gaf ons het gevoel dat het ook echt zinvol was om aanwezig te zijn bij de lessen en het stimuleerde ons om ons goed voor te bereiden. Al met al vinden wij de module Taalvaardigheid Nederlandse Gebarentaal 1, 2 en 3 een leuke leerzame module, die wij iedereen die kennis wil maken met NGT kunnen aanraden. MA-Module: Language Contact Docent: J.T.G. Arends Period: Semester 1 03/04 ECTS: 10 By: : Sanne Schepman and Karina Hof Taught by Professor Jacques Arends, the class Language Contact centered around the text Language Contact: An Introduction (Sarah G. Thomason, Edinburgh: Edinburgh University Press, 2001). Arends’s knowledge of, and enthusiasm for, the subject matter, as well as the

Page 12: KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA · 2007. 4. 3. · KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA Inhoudsopgave Redactioneel Lianne van Dijken in Jordanië Moduleverslagen

12

internationalism of the students, contributed to a lively and compelling course. Theory as outlined in Thomason’s book explained the main phenomena and mechanisms of language contact. In turn, Arends supplemented the scholarly framework with a wide range of examples, many of which were the professor’s favorite topic – pidgins and creoles…These illustrations were in written and audio forms, as well as personal renditions by native speakers. We were fortunate to have a class comprising speakers of fourteen distinct languages!2 While the first half of the semester focused on lecture of the book, chapter by chapter, the second half encouraged more class participation. All students gave an oral presentation on a self-chosen subject resulting in awareness of various topics, some of which directly correlated to Thomason’s outline, some of which explored other related aspects. Examples include presentations on the pidgin state of German Sign Language, language contact in an international student residence, and a hypothetical hybrid of Dutch and English – Nederenglish. This class would be appropriate for students interested in a global survey of language contact and contact-induced change worldwide. Though less of a theoretical course, Language Contact is an eye-opening class enriched by its breadth of scope and many fine examples. MA module: Topics in Sign Linguistics I Docent: Roland Pfau ECTS: 10 Period: Semester I 03/04, By: Lianne van Dijken and Ruth Koster This course was in a certain way designed by ourselves by choosing the topics of our own interests. About this topic one could compose an oral presentation. Many areas of the field of sign linguistics were covered. The topics presented were sign linguistics poetry, mouthings, classifiers, Indo-Pakistani Sign Language, questions in Sign Language, negation in Sign Language, language choice in cochlear implant users and Sign Language processing in the brain. For those of us who had little previous knowledge of sign linguistics the teacher gave a crash course during the first class. Our class discussions were well structured in that they began with a general dissemination of information about whatever linguistic topic we were dealing with. Then they became more specific to cover any gaps in student’s knowledge whether about general- or sign linguistics. Next to interesting articles by various sign language researchers we watched some poems, sign language lexicon, classifiers, etc. on videotape/computer. It was very enriching to have a native signer and his interpreter in the class. Together we could bring up various examples of various sign languages. Roland has been exceptionally organized, accessible and therefore a very stimulating teacher. Concluding we can say that we widened out sign language horizons. By writing the final essay we can go more in depth into the material of our choice. MA-Module: Acquired Language Disorders Docent: R.S. Prins Period: semester 1, 03/04 ECTS: 10 By: Maja Vinther Dyrby & Elske Bolk 2 German Sign Language ,Russian Sign Language, Dutch, English, French, Italian, Arabic, Russian, Farsi, Icelandic, Berber, Sranan, Spanish, German.

Page 13: KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA · 2007. 4. 3. · KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA Inhoudsopgave Redactioneel Lianne van Dijken in Jordanië Moduleverslagen

13

The module “Acquired Language Disorders” is focused on disorders in language and language use, which can arise in people whose language development as a child has been normal. There were 9 meetings about aphasia, 3 meetings about language disorders in dementia and 2 meetings about disorders of language use in schizophrenia and Gilles de la Tourette syndrome. Because students of different backgrounds followed this course, the opinions about the content differed. Most students said they found the course interesting, but some people would have liked to hear more about schizophrenia, others about right-hemisphere disorders, while people who followed the BA-module “Taal- en spraakstoornissen” thought there was too much overlap between these two courses. A suggestion would be to give an introduction about the anatomy of the brain and aphasia to the students who don’t know much about these topics before starting with the program. The literature was well readable, but the articles were a bit old and therefore possibly not up to date. The lecturer explained this by the need for literature containing an overview of a certain topic, whereas recent articles are often about a very specific topic. The assignments (there were 3 of them) were a good way to study the literature with more attention. Everybody found the level of difficulty of the assignments fitting. The oral presentations, which everybody had to give, were a good exercise in formulating material and presenting it in front of the group, and practicing the use of PowerPoint. They were interesting because they were about research articles related to the literature we all read, but providing new information as well. Students and lecturer suggest a better room and better functioning equipment for giving presentations and showing video material. Because of technical problems, there was often too little time to discuss the literature and too much discussion about the time and busy schedule (Instead of debating priorities, it might be better and quicker if the lecturer makes the decision on what to include or leave out). Our lecturer was always very helpful in finding literature for the final paper, and with preparing the oral presentations. Also, everybody really liked the visits of different guest lecturers! In general it was an interesting course, but because it was the first time it was given in this particularly way, it needs to be evaluated with some extra attention. It turned out not to be a really good follow-up on everybody’s program because of the different backgrounds of the students. MA-Module: Functional Grammar Docent: Dik Bakker Period: 1st semester 2003/2004 ECTS: 10 By: Maja Vinther Dyrby and Eugenie Stapert This course gave an introduction to the theory of functional grammar. The basis was taken from the book ‘The theory of functional grammar’ written by Simon Dik, supplemented by exercises, additional viewpoints and articles by the teacher. For every lesson we read a chapter and usually made exercises, which were explained and discussed in class. The FG model aims to be a speaker/hearer-model. For the main part of the course we worked on the build-up of the semantic underlying representations in their different levels, moving up from terms to propositions and pragmatic functions. The last couple of sessions were devoted to expression rules, mapping the meaning onto form, and introducing a model differing from the one in the book. Another supplement to the book was the addition of a diachronic aspect. The following is a summary of the opinions of the participating students on literature, exercises, the teacher, participation of students and the general opinion. The literature was found adequate in level as well as in amount, even though the backgrounds of the students were very different. This was probably because the teacher made it accessible, but at the same time took sidetracks to a more advanced level. So, the students were content with the literature, although some maybe had expected a more general introduction, rather than primarily

Page 14: KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA · 2007. 4. 3. · KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA Inhoudsopgave Redactioneel Lianne van Dijken in Jordanië Moduleverslagen

14

the particular theory of Simon Dik. Also, it was suggested that a bibliography be given for further reading. In general the exercises were found very useful and appropriate, giving a more concrete realization of the model, and also presenting problematic cases. However, we thought it was a pity that we often didn’t have time enough to discuss or elaborate them in depth (or at all). The teacher was very helpful and open for questions and discussion. He was highly motivated and made the theoretical material clearer and more interesting, motivating the students to think about linguistic facts. Maybe the only problem was that there wasn’t always time to answer the questions in a satisfying way. All students were present in most lessons. It’s our impression that everyone prepared well. At least the students were very active in discussions and had both challenging questions and critical comments. We had a good, diverse group and a gezellige, yet productive, atmosphere. Everybody seemed to feel free to speak up in class. The general opinion was very positive. The course was found instructive and interesting, and the level was adequate. MA-Module: Sociolinguistics Docente: I.C. van Alphen Period: Semester 1 03/04 ECTS: 10 By: Karina Hof A class of eleven students representing eight distinct nationalities and even more languages, Sociolinguistics was an ideal setting for real life fieldwork. Taught by Ingrid van Alphen during semester 1-03, the course discussed a wide range of literature, conducted individual pilot studies, and performed plenty of self-analysis in daily classroom conversations. The gedicht below was written for the class’s celebration of Sinterklaas, a grand sociolinguistic speech event in and of itself. While our class will particularly enjoy the inside jokes referenced, may the gedicht also serve as reflection on an engaging course and appreciation for an engaging professor. Een gedicht voor Ingrid by Karina Hof (cf. Klaas, Sinter, 2003, Personal Communication) On a cloudy day in mid-November Sint arrived in the low lands of Nether. A long journey had they made from Spain, He was tired and most desperate for caffeine. But A’dam was always fun (’specially the nights), So Sint cheered up slurping a Coca Cola lite. Hardly had he yet lit his daily cigarette When he saw his fave Piet had the whole way wept. “Dear Zwarte Piet, why do you cry so much? Have I overworked you, not had a break for lunch?” “No, Sint, your labor practices are fair. It’s news from my land that makes me despair.” “What could be wrong, you’re from the Golden State; California is always sunny and so great?”

Page 15: KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA · 2007. 4. 3. · KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA Inhoudsopgave Redactioneel Lianne van Dijken in Jordanië Moduleverslagen

15

“I just got word from all my ghetto bros, Everyone be mad upset, kids and hoes. The government no longer digs our talk. They all, ‘Change your speech or outta school you walk!’ I don’t think this be very phat or phair. We speak with our own grammatical flair. What if this means that students will be deprived Of education just ’cause they speak some jive?” Seeing Piet so sad clearly had Sint troubled. He was older, but he didn’t live in a bubble. After thinking for a long, long, long while, Sint pulled out his Grote Boek and gave a smile. While paging through all the V’s, he then thought, ‘Ah, I’m in Holland, to the A’s, go I ought.’ “Dear Piet, I know whom we must consult now. It says here she’s in De Pijp, a lovely vrouw. We’ve brought her many presents before And I’m sure she’ll help us if we implore. I recall her well – smart, sweet and vivid. Indeed, her name is van Alphen, Ingrid.” Zwarte Piet’s eyes did a bit brighten And code-switching he said, “Even kijken.” (While the two went to Ingrid’s habitation Other Piets did Sint’s gift administration.) Jumping from their horses, they had reached her home, But Sint cautioned to Piet, “Turn off your phone.” They rang the bell and waited for a bit Then soon to the door a kind woman alit. “Mevrouw van Alphen, hoe gaat het met u?” “Oh please,” she said, “None of this vous; use tu!” Soon the three were talking in the kitchen like old friends (And to tape recording the conversation gave their consents.) They told of the situation in Piet’s hometown. Sint requested her help, Piet begged, “You down?” After a moment of silence, Ingrid fast spoke, “I have an idea, though it may sound like a joke. Everyone should be free to speak as they wish. Who is the government to dictate what’s correct English? So, it’s in California where they discriminate? This needs to come to an end, to terminate. As it so happens, before a recent gubernatorial election Someone asked me for help with his accent reduction. Who was it you inquire for whom I did the favor? None other than Arnold Schwarzenegger. So you see, Sint and Piet, new pals of mine, No more ‘Hasta la vista.’ It’s payback time. Excuse me then while I tell Arnold not to be moronic. I’ll explain all the pros to recognizing Ebonics. For free speech I’ll send an SMS proposing.

Page 16: KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA · 2007. 4. 3. · KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA Inhoudsopgave Redactioneel Lianne van Dijken in Jordanië Moduleverslagen

16

(Don’t worry, I’ll include a greeting and a closing.) Hours later, the pepernootjes all gone, Ingrid reappeared, her PC all done. Piet had been at the table alone and down “Wher’d Sint go?” asked Ingrid as she looked around. “Sint got really bored so he decided to explore; He’s upstairs looking at your shoes on the fourth floor. But forget Sint, Ingrid, yo please tell me, Did you make any progress promoting AAV?” “Did I ever, Piet, you wouldn’t believe, Everyone in California is so relieved. All the schools agree they can’t reject That each group can have its own dialect. None is goed, none is slecht. They’re all equal, deserving of respect.” Upon hearing the news, Piet hooted in delight. Never again would there be a fight. “Thank you, Ingrid, you da bomb! I appreciate all you’ve done. If you don’t mind, it’s time I call my homies. So I’m gonna turn on my mobile phonies.” Hearing all the commotion downstairs, Sint returned holding some shoes, several pairs. Of course Ingrid would pull through. She was the sociolinguist extraordinaire he knew. Sint looked at Ingrid as he handed her a boot. “Take this, I’m not going down the chimney with all that soot.” She asked, “Shouldn’t I wait until 5 December?” “No,” he replied, “This’ll be a gift to remember.” Ingrid looked inside and underneath some socks There way down deep lay a small box. She opened it up and looked inside, Only to find a note Sint had tried for so long to hide. It read:

O Ingrid this may seem quite vague, But I’ve known you since The Hague. I’ve been leaving you gifts for years, Though all along have for you cried tears. I’ve seen what you can do to a syntactic tree, And your interviews with kids mesmerize me.

I’ve watched you from the shores of Spain, And hoped to one day exclaim, “Will you marry me? I love you!” And to that she replied, “I, like, do.”

Page 17: KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA · 2007. 4. 3. · KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA Inhoudsopgave Redactioneel Lianne van Dijken in Jordanië Moduleverslagen

17

Samenvattingen DOCTORAALSCRIPTIES 2003 RÉNIE VAN DER PUTTE TE LAAT?/! Over de linguïstische invloeden van weglopers uit de periode 1767-1802 op de Surinaamse Marrontalen. De centrale vraagstelling voor deze scriptie luidde (zoals de titel al doet vermoeden): hebben de ‘late’ weglopers uit de periode 1767-1802 nog linguïstische elementen overgedragen op of toegevoegd aan de Surinaamse Marrontalen? Archiefmateriaal Het basismateriaal voor de scriptie was afkomstig uit het Algemeen Rijksarchief (nu: Nationaal Archief) in Den Haag. Daar worden rapporten bewaard die aangiftes bevatten van de Surinaamse planters van ‘de geabsenteerde en geretourneerde slaven’ van hun plantage. De documenten beginnen in het jaar 1767 en eindigen in december 1802. Het aantal slaven dat in deze 26 jaar weggelopen is, bedraagt 6228. Een groot deel van hen, namelijk ruim 49% kwam zelf terug op de plantage, werd gevangengenomen of doodgeschoten bij de bospatrouilles die de Nederlanders organiseerden om marronnage, de praktijk van het weglopen, tegen te gaan. Een kleine meerderheid echter (50,4%) lukte het om zich definitief in de wouden te vestigen om als Marron of bosneger door het leven te gaan. Meer over de weglopers Naast gegevens over wie er wanneer wegliep van welke plantage bevatten de documenten aanvullende informatie over de slaven. Afhankelijk van de burgerkapitein (de functionaris die de aangifte noteerde) en van degene die de aangifte kwam doen, werden daarbij al dan niet de volgende gegevens genoteerd: het geslacht van de wegloper en de leeftijdsgroep3, zijn of haar naam, brandmerk, functie op de plantage (ambachtsslaaf, veldslaaf et cetera), of de slaaf een Afrikaanse neger4 was of een creool, mulat of indiaan, en last but not least tot welke etniciteit de Afrikaanse negers behoorden. Met name dit laatste was van belang voor het onderzoek naar linguïstische invloeden. Helaas was de groep weglopers met een etnische vermelding erg klein: slechts bij 109 personen (1,75% van àlle weglopers) werd genoteerd tot welk Afrikaanse volk zij gerekend werden of van Afrikaans gebiedsdeel zij afkomstig waren. Toch gaf deze informatie interessante aanwijzingen, vooral door de opvallende verhoudingen binnen de groep. De etnische afkomst van de weglopers Opvallend was dat de overgrote meerderheid van deze 109 weglopers, namelijk ruim 71% tot het volk van de Louango’s / Angola’s werd gerekend. Op de tweede plaats volgden met een aandeel van bijna 12% de Cormantijnen. Samen telden zijn 91 van de 109 weglopers. Daarnaast waren er 6 Gangoa’s (of Kangoes), 4 Malinkers en 3 Abo’s. Tot slot vertegenwoordigden 5 mensen in hun eentje een heel volk (waaronder een Wanwie, een Sokko en – waarschijnlijk- een man uit Ouidah). Nu betrof de hierboven genoemde groep het aantal weglopers maar niet het feitelijke aantal wegblijvers. Van de 109 weglopers met etnische vermelding bleken er 41 geretourneerd (of dood) te zijn. (Zie tabel 1.) Kortom: er waren 68 permanente wegblijvers en van hen was nog steeds meer dan 70% afkomstige uit het Louango/Angola-gebied en op de tweede plaats stonden nog steeds de Cormantjnen (met nu een iets groter aandeel van bijna 15%). De leden van de overige 3 D.w.z. dat er apart melding gemaakt werd als het een baby, kind, jong meisje of jonge jongen betrof. 4 De term ‘Afrikaanse neger’ werd niet gebruikt, wel de benoeming ‘oude neeger’, ‘nieuwe neeger’ of ‘sout water neeger’. Het sloeg in alle gevallen op slaven die uit Afrika afkomstig waren.

Page 18: KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA · 2007. 4. 3. · KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA Inhoudsopgave Redactioneel Lianne van Dijken in Jordanië Moduleverslagen

18

groepen waren grotendeels teruggekeerd of gevangengenomen. Hen heb ik hierna buiten beschouwing gelaten. Het was vooral interessant om uit te zoeken welke Afrikaanse talen de twee grootste groepen gesproken zouden kunnen hebben bij het verlaten hun plantages, want op basis daarvan kon onderzocht worden of juist deze mensen elementen of kenmerken van hun talen hebben achtergelaten in de Surinaamse Marrontalen Tabel 1 Aantal weglopers en wegblijvers naar etniciteit AFKOMST / ETNICITEIT

Aantal weglopers

Aantal geretourneerden

Aantal wegblijvers

Wegblijvers in % Variant 1*Variant 2*

Louango/Angola 78 30* 48 70,6 % 70,6 % Cormantijn 13 3 9 of 10 13,3 % 14,7 % Kangoe/Gangoa 6 4 2 of 1 2,9 % 1,5 % Malinkernegers 4 - 4 5,9 % 5,9 % Abo 3 1 2 2,9 % 2,9 % Wamwie 1 1 - - - Sokko 1 - 1 1,5 % 1,5 % Brazilië 1 1 - - - Jdhu 1 - 1 1,5 % 1,5 % Calbaeker 1 - 1 1,5 % 1,5 % Onbekend 1 1 - - - TOTAAL 109 41 68 100 % 100 % Bron: ARA *=inclusief 2 doden De wegblijvers en hun Afrikaanse talen Tussen ± 1740 en ± 1800, de periode die in het kader van mijn scriptie relevant is, werden er voornamelijk van drie gebieden in Afrika slaven ingescheept. Op de eerste plaats was dat aan de Windwardkust. (Dit gebied bleek in het kader van de 86 wegblijvers niet van belang.) Daarnaast vond er handel plaats aan de Goudkust en in het Louangogebied. De Louango/Angolaslaven waren – dat moge duidelijk zijn – afkomstig uit het Louangogebied. Hier werden Bantu-talen gesproken. Waar in eerdere periodes vooral KiKongo-sprekers waren vervoerd naar Suriname zouden dat in deze periode voor het eerst ook KiMbundu-taligen zijn. De Cormantijnen waren gerekruteerd in landen aan de Goudkust. In deze omgeving werden talen uit het Kwa-cluster gesproken, zoals Akan. Onder de tussen 1740 en 1800 ingevoerde slaven zouden nu echter ook sprekers van het Anyi-Baule te vinden zijn. Mijn veronderstelling was nu dat àls de wegblijvers uit mijn onderzoeksperiode 1767-1802 linguïstische elementen zouden hebben overgedragen, dat er dan toch zeker sporen van het KiMbundu en het Anyi-Baule terug te vinden zijn in de Surinaamse Marrontalen. Sporen of niet? De Surinaamse Marrontalen zijn samen te voegen tot twee hoofdgroepen: het Saramaccaans en het Ndjuka. De eerste groep bevat de stamtaal Saramaccaans en het Matawai. Tot de tweede groep worden de stamtaal Ndjuka (ook wel Aukaans), Boni (of Aluku), Kwinti en Paramaccaans gerekend. Om te ontdekken of er sporen van KiMbundu en Anyi-Baule te vinden zijn in het Saramaccaans en het Ndjuka5 heb ik (aan de hand van de werken van een aantal gerenommeerde onderzoekers)

5 Hiermee bedoel ik vanaf nu de groep Saramacaans en de groep Ndjuka.

Page 19: KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA · 2007. 4. 3. · KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA Inhoudsopgave Redactioneel Lianne van Dijken in Jordanië Moduleverslagen

19

het lexicon, de fonologie, en de morfologie en syntaxis onderzocht op aanwezigheid van Afrikaanse woorden, kenmerken of elementen. Hieruit bleek voor het Saramaccaans dat er in het lexicon veel Bantu-woorden te vinden waren maar dat deze overwegend tot de KiKongo-talen konden worden herleid en nauwelijks tot KiMbundu-talen. Ook waren er aanwijzingen voor enige lexicale Kwa-invloed maar zeker niet van Anyi-Baule. In de fonologie van het Saramaccaans bleek redelijk wat Bantu voor te komen en veel Kwa, maar de aanwezigheid van zowel KiMbundu als Anyi-Buale was daarmee niet expliciet aangetoond. De morfologie en syntaxis bleken veel Kwa-kenmerken te vertonen (zo goed als geen Bantu) maar ook nu was expliciete invloed van Anyi-Baule niet aannemelijk. Voor het Ndjuka gold dat het lexicon, net als bij het Saramaccaans, veel Bantu woorden bevatte, dat deze overwegend KiKongo als oorsprong hadden en nauwelijks KiMbundu. Daarnaast waren er veel Kwa-woorden met sporadisch een duidelijke Anyi-Baule-herkomst. De fonologie bleek veel linken te hebben naar Kwa en (in mindere mate naar) Bantu maar invloed vanuit Anyi-Baule en KiMbundu werd niet expliciet aangetoond. Tot slot de morfologie en syntaxis: in het Ndjuka werden geen invloeden van Bantu gevonden, wel van Kwa maar ook nu was er geen reden expliciete invloed vanuit Anyi-Baule aan te nemen. Conclusie Uit het voorgaande is gebleken dat er in de (huidige) Surinaamse Marrontalen nauwelijks sporen te vinden zijn van KiMbundu en Anyi-Baule – de talen waarvan ik aangenomen heb dat ze gesproken werden door de twee grootste groepen wegblijvers waarvan de etnische afkomst bekend is. Mijn eindconclusie luidt dan ook dat kan worden vastgesteld dat de Marrons die wegliepen tussen 1767 en 1802 en voor de rest van hun leven in de bossen woonden, hoegenaamd niets hebben toegevoegd aan de (reeds ontstane) Surinaamse Marrontalen. In die zin kwamen ze ‘te laat’. Hooguit zullen ze, op basis van herkenning vanuit hun eigen linguïstische achtergrond, bepaalde taalkundige verschijnselen hebben herkend en ‘bevestigd’. MARIA MOS WOORD VOOR WOORD. De invloed van semantische en vormelijke clustering op het leren van de betekenis van Spaanse werkwoorden Sommige studenten beginnen het hele proces van scriptieschrijven met een idee voor een onderwerp, maar ik niet. Begin september 2002 had ik een scriptiebegeleider (Jan Hulstijn), een afstudeerrichting en een streefdatum (voor de zomervakantie in 2003), maar geen flauw benul waarover ik wilde schrijven. Om ideeën op te doen ben ik toen gaan lezen in artikelen en boeken die ik voor eerdere werkgroepen gebruikt had. Het geluk was aan mijn zijde, want al snel vond ik in een boek van Schmitt6 de stelling dat je tegenstellingen beter niet gelijktijdig kunt aanbieden aan vreemde-taalverwervers. Volgens Schmitt leidt dit vaak tot cross-association: de woorden lijken te veel op elkaar in betekenis, en worden daarom verward. Mijn interesse was gewekt. Schmitt had het in zijn boek alleen over eenvoudige tegenstellingen van het type rechts-links, maar zou het gevaar van cross-association ook dreigen wanneer meer woorden die in betekenis op elkaar lijken gelijktijdig worden aangeboden? Helaas was ik niet de eerste persoon die op dit idee kwam. Verschillende onderzoekers bleken experimenten te hebben uitgevoerd waarin proefpersonen groepjes woorden moesten leren die al dan niet in betekenis verwant waren.7

6 Schmitt, N. (2000). Vocabulary in language teaching. Cambridge: Cambridge University Press. 7 De voor mijn scriptie meest relevante onderzoeken staan beschreven in:

Page 20: KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA · 2007. 4. 3. · KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA Inhoudsopgave Redactioneel Lianne van Dijken in Jordanië Moduleverslagen

20

Na meer te hebben gelezen over het meertalig mentaal lexicon en woordrelaties werd mijn onderzoeksvraag steeds duidelijker: wat is de relatieve moeilijkheidsgraad van het leren van de betekenis van clusters van woorden die in semantisch of vormelijk opzicht verwant zijn in vergelijking met woorden die onverwant zijn? Relaties tussen woorden bestaan op grond van overeenkomsten in betekenis en in vorm. Ik was dus niet alleen geïnteresseerd in semantische verwantschap (overeenkomsten in betekenis) maar ook in vormelijke verwantschap. Mijn proefpersonen moesten drie groepjes woorden leren: een vormelijk verwante groep (hierna V), een semantisch verwante groep (S) en een onverwante groep (O). De basishypothese was: het is moeilijker om (in semantisch of vormelijk opzicht) verwante woorden gelijktijdig te leren dan woorden die niet verwant zijn. De uiteindelijke onderzoeksopzet was als volgt: eerstejaars studenten Spaans aan de UvA deden een training in de vorm van een computerprogramma dat ongeveer 40 minuten duurde. In dit programma kregen ze 24 Spaanse werkwoorden aangeboden. Het programma was ingedeeld in drie in willekeurige volgorde aangeboden hoofdstukken (S, V en O), waarin steeds acht nieuwe werkwoorden aangeleerd werden. De woorden in S hadden allemaal te maken met ‘je mening uiten’, zoals preconizar-pleiten voor en recalcar-benadrukken. Alle woorden in V bestonden uit een voorvoegsel + poner (zetten, stellen) + se (zich), zoals disponerse-zich klaarmaken om en reponerse-herstellen. De woorden in O, waaronder acoger-verwelkomen en otorgar-uitreiken, hadden niets met elkaar te maken. De proefpersonen kregen contextzinnen te zien, waarin een doelwoord voorkwam. In eerste instantie konden ze daarbij kiezen uit drie mogelijke vertalingen voor het doelwoord, maar later moesten ze zelf de juiste vertaling intypen. Ieder hoofdstuk duurde net zolang tot alle woorden achter elkaar juist vertaald werden. De moeilijkheidsgraad van de drie hoofdstukken werd zo geoperationaliseerd in het aantal pogingen dat ze nodig hadden voordat alle woorden juist vertaald werden. Bij de uitvoering van mijn experiment bleek één van de lastigste aspecten van ‘echt’ onderzoek doen met ‘echte’ proefpersonen: zodra je een experiment uitvoert met proefpersonen ben je volledig afhankelijk van hun medewerking. Ik had gekozen voor een experiment met Spaanse woorden omdat ik die taal zelf spreek en er veel eerstejaars studenten zijn aan de UvA. Door misverstanden over afspraken met docenten, de werkdruk van de eerstejaars en het gebrek aan noodzaak (voor hen) om mee te helpen aan mijn onderzoek had ik uiteindelijk van slechts tien proefpersonen volledige gegevens. De resultaten waren desondanks overtuigend, zoals blijkt in tabel 1. Tabel 1Gemiddeld aantal pogingen per hoofdstuk Hoofdstuk N Gemiddelde s.d. Minimum Maximum Range 1. Semantisch 10 5.9 2.3 4 10 6 2. Vormelijk 10 3.4 1.4 1 6 5 3. Onverwant 10 2.6 1.1 2 5 3 Alle proefpersonen hadden de meeste pogingen nodig voor de in betekenis verwante groep woorden. Een eenweg-variantieanalyse met repeated measures voor de factor hoofdstuk

Tinkham, T. (1993). The effect of semantic clustering on the learning of second language vocabulary. System, 21, 371-380. Tinkham, T. (1997). The effects of semantic and thematic clustering on the learning of second language vocabulary. Second Language Research, 13, 138-163. Waring, R. (1997). The negative effects of learning words in semantic sets: A replication. System, 25, 261-274. Schneider, V.I., Healy, A.F. & Bourne, L.E., jr. (1998). In A.F. Healy & L.E. Bourne, jr. (Eds.), Foreign language learning: psycholinguistic studies on training and retention (pp. 77-90). Mahwah, New Jersey: Erlbaum.

Page 21: KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA · 2007. 4. 3. · KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA Inhoudsopgave Redactioneel Lianne van Dijken in Jordanië Moduleverslagen

21

(Semantisch, Vormelijk en Onverwant) liet een significant hoofdeffect zien (F = 6.825, df = 2, p = .019). Gemiddeld waren meer pogingen nodig voor de vormelijk verwante woorden dan voor de onverwante woorden, maar dit verschil was, gezien het kleine aantal proefpersonen, niet significant. Dat cross-association een rol speelde bij het leren van de woorden in het semantisch verwante hoofdstuk blijkt ook uit het soort fouten dat proefpersonen gaven. Als vertaling van woorden uit hoofdstuk S gaven ze veelvuldig de vertaling van een van de andere woorden uit hetzelfde hoofdstuk (75 keer, bij V en O respectievelijk 11 en 7 keer). Dit verschil was significant. Deze resultaten wijzen erop dat het gezamenlijk aanbieden van woorden die in betekenis sterk verwant zijn een negatief effect kan hebben op de snelheid waarmee de betekenis geleerd wordt. Voor de invloed van in vorm verwante woorden werd geen bewijs gevonden. Uit verder onderzoek moet blijken of clustering ook van invloed is op het onthouden op de langere termijn. Ondanks de vrijwel onvermijdelijke laatste-momentstress heb ik op het scriptiefestival (26 juni) mijn bul kunnen ondertekenen. Inmiddels ben ik begonnen aan de onderzoeksmaster Linguistics. Voor vragen over mijn onderzoek of een uitgebreider verslag kun je me mailen: [email protected]. REISVERSLAG "AIR TRAVEL BLUES" By: Norval Smith To gain some insight into what all went wrong a few days ago I have had to think about how I remember things. I know nothing basically about studies on the workings of memory capacity, but clearly my memory is very strongly associative. In other words I remember things as being linked with other things. Anyone who knows me well will know that I am a rather chaotic person, and this is reflected in my generally poor memory. It's not so much that the things are not there somewhere in my memory, it's just that they're connected to each other in a strange fashion. In April I attended a workshop in Oxford - it was a great workshop, but that is irrelevant to the story. What is very relevant is that the airline I travelled with was British Midland, flying to Heathrow. Also probably relevant was the fact that I booked the ticket on the internet with a travel agent by the name of R******. In doing so I apparently created a strong association as follows: {Oxford, Heathrow, British Midland, Internet, R******}. I was obviously not aware of that at the time, but I had created a timebomb in my brain. Well, you have to put it a bit dramatically, or people will stop reading! In June I had to go to London in my capacity as external examiner for the BA in Linguistics at UCL, at least for the phonology papers - it's a very theoretical course. I thought to myself when I had to make the travel arrangements - this was actually daft of me, as they have a pet travel agent who does all this for you, but anyway - that the last time I booked a ticket on the internet with R****** it had worked out very well. Let's try it again. i had chosen R****** in the first place because I had frequently travelled with them in the 70’s under a bargain-flight arrangement they had with Elseviers because I knew someone who worked there. Don’t ask! I typed in my dates of departure and return - the 11th and 12th of June. I'm very sure of this because I had a print-out of all the flights that R****** had on offer for those two days. The next step - actually book the flights. Afterwards when I phoned up R****** to see if I could change things - they had gone wrong of course - the woman I spoke to explained that their computer likes people to go on long holidays (well, she didn't exactly put it in those terms), and by default assumes that people are coming back in the following calendar month. So the sneaky computer

Page 22: KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA · 2007. 4. 3. · KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA Inhoudsopgave Redactioneel Lianne van Dijken in Jordanië Moduleverslagen

22

changed my day of return from 12th June to 12th July during the actual process of booking. The outward flight I had chosen did have the return date blank - it was described as a "roaming" return, so I guess the computer felt free to choose the day for me! The thing was, having seen a page with flights for the 11th and 12th of June I basically had no reason to suspect that I might now be booking a different day of return. Of course this is an object lesson in itself - read what you’re confirming before you confirm This is still a story within a story but please be patient. I booked the flights on a Friday, and when Monday came along and with it the tickets, I was horrified to read that instead of a one-day stay in London I had given myself a whole month! It was of course too late to do anything about it, but obviously UCL would not be prepared to pay for a month's stay. The hotel they had booked for a night was the most expensive I’ve ever stayed in. So I turned to EasyJet as the Easy way out, and could luckily get a fairly cheap ticket - this was only a couple of days before the meeting at UCL, so that was lucky, but who the hell cares – UCL were paying anyway. Being Scottish this threat of an unused return air-ticket to London was of course gnawing away at my brain. I did have some money I'd earned long ago but which still hadn't been paid. If I could have that paid into our departmental account at the university here I reckoned I would still be able to offset my ticket against that if I could pay a meaningful research visit to somewhere within reach of London (in fact that money never arrived in the university account having been bounced by our faculty financial section). Now, as it happens I have a shared set of views on syllable structure with a phonologist at Oxford, Paloma Garcia-Bellido. We had discussed the possibility of greater co-operation in the past, and as it happened I'd missed seeing her on my previous visit to Oxford, so we arranged that I would spend a couple of days discussing syllable structure with her. I still needed an outward flight but EasyJet provided the answer again. But remember, EasyJet had formed part of the original equation in my solution of the previous mess, so this apparently got added to my miasmic memory associations, which were now presumably linking {Oxford, Heathrow, British Midland, Internet, R******, EasyJet}. I mean I did know that EasyJet flew from Gatwick, but I guess that was opposed in my mind to the close association between Heathrow and British Midland. The whole Oxford trip was very successful - the weather was also great! And the first thing that went wrong was when I got on the bus in Oxford to go to Heathrow. Heathrow is an airport with widely spread-out terminals and it is important to know which terminal you need to go to. So I said I was travelling with British Midland - thereby strengthening the association in my mind, and that meant Terminal One. I got there in plenty of time. And found my way quickly to the British Midland area. There was an absolutely enormous queue - there were apparently numerous BMI flights leaving within the next hour, so it took ages to get anywhere near the front. In the meantime the checking-in time had come and gone, and eventually I was directed to a counter. "Sir. This is a British Airways ticket." Stunned silence on my part. Now if there hadn't been this queue at BMI everything would still have been OK, but time was now very pressing. There was a British Airways counter a few rows along, but to cut a long story short they had nothing to do with flights to Amsterdam. I was told there that I had to go to Terminal Four (the furthest away). I even had to take a train to get there!! By this time it was nearly 17.10 and my flight was due to leave at 17.50. I asked if I had enough time but she couldn't say – she couldn’t check me in from there. I rushed to the station - I didn't actually cause any injuries on the way, although I might have given a few people a soft bump. I got to the platform at 17.11 and a half, and the train was away down at the other end, and was due to leave at 17.14. I eventually reached the train at 17.13. In the space of five minutes I had been changed from a slightly impatient but still cool air traveller into a gasping sweat-stained bundle of nerves. The train seemed to take ages to get to Terminal Four - nearly 10 minutes it felt like to me. A path cleared itself for me, lifts magically opened their doors just as I got there - the train by the way only ran every 15 minutes so that had worked well too. Gasping I collapsed on a random British Airways desk at 17.25 and was told to go to the ticket counter. There they said I was too late - the

Page 23: KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA · 2007. 4. 3. · KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA Inhoudsopgave Redactioneel Lianne van Dijken in Jordanië Moduleverslagen

23

gate was closed. After some discussion - my ticket, like 99% of tickets held nowadays by anyone except millionaires, was non-alterable - they eventually said I could be re-booked to a later flight, but then the girl behind the counter said "Oh. It's Saturday today. That was our last flight!" "Well, I can try re-booking you to KLM. But this is a very cheap ticket, and they're not under any obigation to take you. If they don't want to do that come back here." Aargh! Anyway luckily KLM were not in Terminal One! And their ticket office was just about 5 yards away. The BA people stamped my ticket, and off I rushed. The KLM people looked at my ticket disapprovingly and there were consultations with people of increasing seniority. "We can take you but there'll be a penalty of €80”! That’s fl. 175 for old-style Dutchmen. My whole original return ticket had only cost €112. I offered a mixture of euros and pounds but I was told I had to go and change the euros, as they only accepted pounds! I knew by now that the KLM flight left at 18.15 and by this time it was already well past half-past 5. So I rushed off to the moneychangers. At the one place there was in front of me this incredibly irritating Englishman changing a large amount of money into dollars, and insisting - I think he said he was going to Africa somewhere - that he didn't want notes with small heads because he'd had problems with them before - apparently dollar bills come in two types!! Each note had to be individually checked for head size (presumably of President Lincoln), while I was maybe missing a second plane! It was at this juncture that I took out my wallet to check on the locaton of my euros and spilt all my coins on to the floor. After spending several minutes picking them up, I noticed that there was a free moneychanger person at the rival counter next door. I sped there, paid a fairly disadvantageous exchange rate for the fifteen pounds I needed, and rushed back with my trolley - I still had to check in - to the ticket office. There I got my ticket - well, I know KLM is making a loss - and was directed to a check-in desk. It struck me as a bit odd at the time that it was now 17.50 - 25 minutes before departure time, which was precisely the interval before departure when I'd arrived at the BA desk. Anyway - yours not to reason why - I rushed across to the specified desk, checked in my case, and rushed off to the gate - the distance seemed endless. I arrived very much in a lather, to find a room with very few people in it. I collapsed on to a seat just in time to hear an announcement that the departure would be delayed by 15 minutes. This they had known at the desk of course, as they kept telling me not to worry, but they hadn’t actually told me about the delay. Most of the passengers had gone off to have a last-minute coffee or something, because in fact the plane was rather full. The moral of this story is not to always trust your intuitions about travel arrangements you have made. You don't just have to check the time and day of your flight – and of course month, but also your airline!!! Van de redactie: LINGUISTS JOKE☺☺☺☺☺☺☺☺☺☺☺☺☺☺☺☺☺☺☺☺☺☺☺☺☺ Two linguists are walking in the Kalverstraat, says one Linguist to the other Linguist: LIN1: “How interesting! There are several languages in which two negative words make a sentence positive but there are NO languages in which two positive words make a sentence negative!!!” LIN2: “Sure Sure”

Page 24: KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA · 2007. 4. 3. · KATBLAD 86, JANUARI 2004 TAALWETENSCHAP UvA Inhoudsopgave Redactioneel Lianne van Dijken in Jordanië Moduleverslagen

24