KANSRIJKHEID POIESZ januari 2010

10
LC2/HJ/KANSRIJKHEID POIESZ/januari LC2/HJ/KANSRIJKHEID POIESZ/januari 2010 2010 1

Transcript of KANSRIJKHEID POIESZ januari 2010

Page 1: KANSRIJKHEID POIESZ januari 2010

LC2/HJ/KANSRIJKHEID POIESZ/januari 2010LC2/HJ/KANSRIJKHEID POIESZ/januari 2010 11

Page 2: KANSRIJKHEID POIESZ januari 2010

LC2/HJ/KANSRIJKHEID POIESZ/januari 2010LC2/HJ/KANSRIJKHEID POIESZ/januari 2010 22

LEREN & ONTWIKKELENLEREN & ONTWIKKELEN

D.m.v. VENIJNIGE VRAAGSTUKKEN D.m.v. VENIJNIGE VRAAGSTUKKEN VINDT HET LEREN EN ONTWIKKELEN VINDT HET LEREN EN ONTWIKKELEN PLAATS. PLAATS.

AANLEREN VAN NIEUW GEDRAG EN AANLEREN VAN NIEUW GEDRAG EN “AFLEREN” VAN OUD GEDRAG“AFLEREN” VAN OUD GEDRAG

Page 3: KANSRIJKHEID POIESZ januari 2010

LC2/HJ/KANSRIJKHEID POIESZ/januari 2010LC2/HJ/KANSRIJKHEID POIESZ/januari 2010 33

FEEDBACKFEEDBACK

3 VENIJNIGE VRAAGSTUKKEN MET 3 VENIJNIGE VRAAGSTUKKEN MET INDIVIDUELE – EN INDIVIDUELE – EN GROEPSPRODUCTEN.GROEPSPRODUCTEN.

PROFIELSPECIFIEKE OPDRACHTENPROFIELSPECIFIEKE OPDRACHTEN

OP DEZE PRODUCTEN HEB JE OP DEZE PRODUCTEN HEB JE FEEDBACK & FEEDFORWARD GEHAD.FEEDBACK & FEEDFORWARD GEHAD.

Page 4: KANSRIJKHEID POIESZ januari 2010

LC2/HJ/KANSRIJKHEID POIESZ/januari 2010LC2/HJ/KANSRIJKHEID POIESZ/januari 2010 44

Iemand kan pas iets doen als hij het Iemand kan pas iets doen als hij het kankan, , het het wilwil en er de en er de gelegenheidgelegenheid voor heeft. voor heeft.

Page 5: KANSRIJKHEID POIESZ januari 2010

LC2/HJ/KANSRIJKHEID POIESZ/januari 2010LC2/HJ/KANSRIJKHEID POIESZ/januari 2010 55

POIESZPOIESZ

MOTIVATIEMOTIVATIE

GELEGENHEID CAPACITEITGELEGENHEID CAPACITEIT

Page 6: KANSRIJKHEID POIESZ januari 2010

LC2/HJ/KANSRIJKHEID POIESZ/januari 2010LC2/HJ/KANSRIJKHEID POIESZ/januari 2010 66

ONTWIKKELENONTWIKKELEN

VOOR ONTWIKKELEN MOET ER VOOR ONTWIKKELEN MOET ER WORDEN VOLDAAN AAN WORDEN VOLDAAN AAN MOTIVATIEMOTIVATIE, , CAPACITEITCAPACITEIT EN EN GELEGENHEID GELEGENHEID

DEZE 3 ASPECTEN HANGEN MET DEZE 3 ASPECTEN HANGEN MET ELKAAR SAMENELKAAR SAMEN

Page 7: KANSRIJKHEID POIESZ januari 2010

LC2/HJ/KANSRIJKHEID POIESZ/januari 2010LC2/HJ/KANSRIJKHEID POIESZ/januari 2010 77

MOTIVATIEMOTIVATIE

De mate waarin de persoon een doel De mate waarin de persoon een doel wenst te behalen, of interesse heeft in het wenst te behalen, of interesse heeft in het vertonen van bepaald gedrag.vertonen van bepaald gedrag.

Motivatie is een wezenlijke voorwaarde tot Motivatie is een wezenlijke voorwaarde tot lerenleren

Vier aspecten: aandachtVier aspecten: aandacht relevantierelevantie vertrouwenvertrouwen satisfactiesatisfactie

Page 8: KANSRIJKHEID POIESZ januari 2010

LC2/HJ/KANSRIJKHEID POIESZ/januari 2010LC2/HJ/KANSRIJKHEID POIESZ/januari 2010 88

CAPACITEITCAPACITEIT

De mate waarin de persoon zelf over De mate waarin de persoon zelf over eigenschappen, vaardigheden of eigenschappen, vaardigheden of instrumenten beschikt op bepaald gedrag instrumenten beschikt op bepaald gedrag uit te voeren.uit te voeren.

Hierbij gaat het om: gedragHierbij gaat het om: gedrag zelfkenniszelfkennis interpersoonlijk interpersoonlijk verkeerverkeer existentieel welzijnexistentieel welzijn

Page 9: KANSRIJKHEID POIESZ januari 2010

LC2/HJ/KANSRIJKHEID POIESZ/januari 2010LC2/HJ/KANSRIJKHEID POIESZ/januari 2010 99

GELEGENHEIDGELEGENHEID

De mate waarin buiten de persoon gelegen De mate waarin buiten de persoon gelegen omstandigheden bevorderend of remmend omstandigheden bevorderend of remmend inwerken op bepaald gedrag.inwerken op bepaald gedrag.

Het is een aspect dat buiten de persoon ligt Het is een aspect dat buiten de persoon ligt maar effect heeft op aspecten die binnen de maar effect heeft op aspecten die binnen de persoon zijn gelegen.persoon zijn gelegen.

Situatie, omgeving en omstandigheden zijn van Situatie, omgeving en omstandigheden zijn van invloed op leergedrag en werkresultaatinvloed op leergedrag en werkresultaat

Gedragscompetenties zijn niet situatie Gedragscompetenties zijn niet situatie onafhankelijk!onafhankelijk!

Page 10: KANSRIJKHEID POIESZ januari 2010

LC2/HJ/KANSRIJKHEID POIESZ/januari 2010LC2/HJ/KANSRIJKHEID POIESZ/januari 2010 1010

KANSRIJKHEIDGESPREKKENKANSRIJKHEIDGESPREKKEN

Na het 3Na het 3ee venijnige vraagstuk (halverwege het venijnige vraagstuk (halverwege het studiejaar) vindt er een kansrijkheidgesprek studiejaar) vindt er een kansrijkheidgesprek plaats tussen student en basigroepbegeleider.plaats tussen student en basigroepbegeleider.

Hiertoe wordt een format uitgereikt waarin jij Hiertoe wordt een format uitgereikt waarin jij jouw mate van kansrijkheid in het algemeen en jouw mate van kansrijkheid in het algemeen en de drie aspecten in het bijzonder aangeeftde drie aspecten in het bijzonder aangeeft

Dit ingevuld format is leidend voor het gesprek Dit ingevuld format is leidend voor het gesprek en dien je 4 werkdagen voorafgaande het en dien je 4 werkdagen voorafgaande het gesprek aan de basisgroepbegeleider te mailengesprek aan de basisgroepbegeleider te mailen