k1m2 Hv Boekje

52
1 klas 1 module ‘Journalist’ context 1 hv EXPERIENCE journalist klas 1 hv

Transcript of k1m2 Hv Boekje

Page 1: k1m2 Hv Boekje

1klas 1 module ‘Journalist’ context 1 hv

EXPERIENCEjournalist

klas 1 hv

Page 2: k1m2 Hv Boekje

2 klas 1 module ‘Journalist’ context 1 hv

Inhoudsopgave

Context 1: ‘Informatie’1 Introductie 2 Op de redactie3 Aan het werk

Context 2: ‘Voldoende energie?!’4 Voldoende elektrictiteit?!5 Energiebronnen6 Elektriciteit7 De meterkast8 Verbruik9 Een zuinige school!

Context 3: ‘Gezien en gehoord’10 Gezien en gehoord11 Licht12 Geluid13 Geluidsonderzoek Verslag

Colofon

358

161620232733

3435424649

Experience klas 1 module ‘Journalist’ hvDe Passie 2012-2013Auteur: Corine Brouwer & Wouter TerlouwVormgeving: Nick de KoningFoto voorkant: Piet Terlouw

We hebben getracht de rechtmatige eigenaren van alle afbeeldingen te achterhalen. Mocht u toch van mening zijn dat een afbeelding is gebruikt waarvan u de rechthebbende bent dan verzoeken wij u vriendelijk om contact met ons op te nemen (088 - 33 72 800).

Page 3: k1m2 Hv Boekje

3klas 1 module ‘Journalist’ context 1 hv

Context 1: Informatie

1 IntroductieNieuws gaat als een lopend vuurtje! Ben jij ook zo nieuwsgierig?

Op 4 oktober 1991 stortte een vliegtuig op twee flats in Amsterdam, de Bijlmerramp. Binnen een uur was al het nieuws te volgen op de radio. Op 11 september 2001 boorden twee vliegtuigen zich in de Twin Towers. Binnen een uur waren de videobeelden te zien op het internet. Op 25 februari 2009 stort een Turks vliegtuig neer naast de A9. Nog voordat de hulp-diensten er zijn, is dit al te lezen op Twitter. Wat gebeurt er op 20 mei 2020 en hoe snel zullen we dat allemaal weten?

Jij kunt het je bijna niet voorstellen: leven zonder internet, televisie of mobiele telefoon. Maar voor je opa of oma was dit heel normaal. Welke spelletjes werden gedaan? Hoe vertelde je het als je iets later thuis kwam? Dat zijn vragen waar we een antwoord op willen hebben.

Mens & Natuur

1 Interview iemand die ouder is dan 50 jaar. Denk aan je opa, oma, buren of iemand uit de kerk. Probeer er achter te komen hoe het leven was voordat er mobiele telefoons, internet en mp3’s waren uitgevonden en vergelijk dat met hoe je er nu gebruik van maakt.

Gegevens van de persoon aan wie je de vraag wilt gaan stellen:

Naam:

Leeftijd:

Geslacht:

Deze persoon is mijn: opa/oma/tante/oom/buurman/buurvrouw/

Waarover wil je iets te weten komen? Schrijf dit in trefwoorden op.

de Twin Towers op 11 september 2001Figuur 1

Page 4: k1m2 Hv Boekje

4 klas 1 module ‘Journalist’ context 1 hv

Maak acht vragen voor het interview met behulp van deze trefwoorden. Schrijf deze acht vragen hieronder op en laat ze lezen aan je docent. Houdt vervolgens het inter-view. Typ de vragen en antwoorden uit en doe ze in je map erbij.

2

Vraag 1

Vraag 2

Vraag 3

Vraag 4

Vraag 5

Vraag 6

Vraag 7

Page 5: k1m2 Hv Boekje

5klas 1 module ‘Journalist’ context 1 hv

Vraag 8

Het leven zonder radio, tv en internet was heel anders dan nu. Noem twee overeen-komsten en drie verschillen.

Overeenkomsten

3

2 Op de redactieBen jij ook zo nieuwsgierig? Wil jij ook van alles wat weten? Hoe kom je aan al de informatie over wat er allemaal gebeurt? Journalisten zorgen daarvoor!

Mens & Natuur

Wat hebben journalisten nodig om te werken?1

Journalisten verzamelen informatie, schrijven artikelen en maken tv-programma’s. Daarom hebben ze een werkplek nodig. Ook moeten ze snel kunnen communiceren.

Het bureau: aan het werk met de eloAls journalist ga je op zoek naar informatie en wil je interessante dingen weer delen met andere mensen. De elo is een plek waar je informatie kunt vinden en ook documenten weer kunt delen.

Wat betekent de afkorting elo?2

1.

1.

2.

2.

3.

Verschillen

Page 6: k1m2 Hv Boekje

6 klas 1 module ‘Journalist’ context 1 hv

Je komt niet zomaar een redactie binnen; daarvoor heb je een sleutel of code nodig. Wat zijn voorbeelden van sleutels op internet?

3

Om snel te communiceren gebruiken journalisten vaak e-mail. E-mail is een belangrijk communicatiemiddel.

Heb jij een eigen e-mailadres?4

Ook op school gebruiken we de e-mail vaak. Tijd om snel met de e-mail aan de slag te gaan!

• We gaan aan de slag met schoolmail. Ga naar http://schoolmail.passie.net. Log in.

• Om e-mail te versturen klik je op: Nieuw bericht.

• Bij Aan typ je het adres van diegene die je wilt mailen.

• Als je aan meer dan één persoon een e-mail wilt sturen type je achter het eerste adres een ; daarna een spatie en dan het volgende adres.

Je kunt ook op Aan klikken. Wat gebeurt er nu?5

• Zoek het adres van een klasgenoot op. Door op de naam te klikken komt het adres ook bij Aan te staan.

• Je mag nu een aantal klasgenoten een e-mail sturen. Stuur in ieder geval ook je buren een e-mail.

Ook je docenten kun je e-mailen. Hoe ziet het e-mailadres van een Passiedocent eruit?6

Page 7: k1m2 Hv Boekje

7klas 1 module ‘Journalist’ context 1 hv

• Op het plaatje hieronder (figuur 1) zie je vijf verschillende dingen staan. Eronder kun je lezen wat deze dingen precies zijn en waarvoor ze worden gebruikt.

• Onderwerp: Het is belangrijk dat je duidelijk in het onderwerp zet waar je e-mail over gaat. Jij en de ander kunnen de e-mail dan ook makkelijker terugvinden.

• CC toevoegen: Soms wil je een e-mail aan meerdere mensen sturen. Daar kun je CC voor gebruiken. Voorbeeld: je moet een opdracht inleveren bij je docent. Deze opdracht heb je samen met iemand gemaakt. Het adres van de docent zet je bij Aan, het adres van je klasgenoot bij CC.

• BCC toevoegen: Soms wil je een e-mail aan heel veel mensen sturen. Het is dan niet netjes als iedereen alle e-mailadressen kan zien. Veel mensen vinden dat ook vervelend. Door doorstuurmailtjes heb je ook een grote kans om spam te krijgen. Om dit te voorkomen zet je de adressen bij BCC. Voorbeeld: Je sportteam is eerste geworden bij een belangrijke wedstrijd. Je wilt dit met één e-mailtje vertellen aan je vrienden, klasgenoten en familie. Natuurlijk wil je niet dat je klasgenoten het e-mailadres van je oma krijgen. Je zet daarom alle adressen in de BCC.

Samengevat zou je het ook zo kunnen zeggen:• Aan: de persoon/personen aan wie je het bericht stuurt, en waar je reactie

van verwacht.• CC: Carbon-Copy: kopie op carbon papier: maakt aan iedereen duidelijk

dat deze personen ook geïnformeerd worden, maar van hen geen actie verwacht wordt.

• BCC: Blind-Carbon-Copy: een blinde kopie: de andere ontvangers kunnen niet zien dat deze personen een kopie van het bericht ontvangen.

Figuur 1

Klik op Bestand toevoegen als bijlage. Wat gebeurt er nu?7

• Stuur nu een e-mail aan meerdere mensen, gebruik de CC en BCC.

• Bestand toevoegen als bijlage: Soms wil je een tekstbestand, een plaatje of een ander bestand naar iemand sturen. Dit kun je doen via Bestand bijvoegen als bijlage.

• Zoek een plaatje op internet dat te maken heeft met journalistiek.• Sla dit plaatje op de computer op.• Stuur je docent een e-mail met het plaatje als bijlage.

Page 8: k1m2 Hv Boekje

8 klas 1 module ‘Journalist’ context 1 hv

Kijk verder rond in het e-mailprogramma. Welke mogelijkheden ontdek je nog meer?8

Om alles overzichtelijk te houden, heeft een redactie een archief. Ze ordenen artikelen en informatie om het later makkelijk terug te vinden. Op elke la en elk vakje staat een label waarop staat wat er in zit.We gaan met onze schoolmail hetzelfde doen. We gaan de e-mails ordenen en netjes in verschillende laden doen. Hiervoor gebruiken we de functie ‘labels’.

• Klik op labels (figuur 2), en vervolgens op labels beheren. Nu wordt een menu geopend waarin je labels kunt toevoegen en wijzigen.

We gaan een aantal labels toevoegen: M&N, klas, school en privé.

Figuur 2

• Klik bij Labels op Nieuw label maken, vul hier M&N in en klik op Maken (figuur 3). Nu verschijnt het label voor M&N in de rij. Doe dit ook voor klas, school en privé.

We gaan nu kijken hoe we e-mails moeten labelen. • Selecteer de e-mail die je van je buren hebt gehad door op het vierkantje hiervoor te

klikken (figuur 4). Er verschijnt een vinkje. Klik vervolgens op Labels en dan op het label klas. Voor het e-mailtje komt nu een label met ‘klas’ te staan.

• Doe hetzelfde voor de andere e-mails die je hebt.

• Door aan de linkerkant op een label te klikken, kun je snel alle e-mails bekijken van bijvoorbeeld M&N.

Figuur 3

Figuur 4

3 Aan het werkIn het vorige hoofdstuk hebben we ontdekt dat de televisie, computers, mp3-spelers en het internet er allemaal nog niet waren in de tijd dat je opa en oma jong waren. Nu ga je als journalist aan het werk. Je gaat een reportage maken over de positieve en negatieve gevolgen van internet.

Mens & Natuur

Page 9: k1m2 Hv Boekje

9klas 1 module ‘Journalist’ context 1 hv

Wat doet een journalist?1. Informatie verwerken: journalisten willen graag

veel informatie. 2. Onderzoek uitvoeren: de onderwerpen die je

aanpakt, bestudeer je grondig, je vraagt informatie aan deskundigen (vaak telefonisch) en gaat op pad om zaken te onderzoeken.

3. Contacten leggen: je benadert bijvoorbeeld mensen voor interviews of informatie.

4. Schrijven: als journalist schrijf je teksten, verzin je koppen en maak je onderschriften bij foto’s. Wanneer je voor radio of televisie werkt, lever je een bijdrage in audiovisuele vorm, bijvoorbeeld een programma-item.

5. Het nieuws volgen: als journalist schrijf je niet alleen, je volgt ook zelf al het nieuws via verschillende media.

een journalist aan het werkFiguur 1

Een journalist heeft diverse taken:

Hieronder gaan we deze vijf stappen oefenen.

Stap 1: Informatie verwerkenLees het onderstaande artikel en maak vraag 1 en 2.

Een veertienjarig meisje uit Brunssum heeft een ruzie die begon tijdens een chatsessie op internet, beslecht met eenhonkbalknuppel. Ze zocht haar chatpartner, een eveneens veertienjarig plaatsgenootje, op en sloeg haar tijdens een confrontatie op straat hard op het hoofd met het slagwapen. Het meisje deelde wat klappen en schop-pen uit aan het slachtoffer.Het is niet voor het eerst dat een twist op een van de chatsites wordt beslecht met geweld. Enige tijd geleden dreigde een leerling van het Eijkhagencollege inLandgraaf al eens een medescholier met een getrokken mes na een felle woordenstrijd en bedreigingen over en weer via het internet. Ook híer moest de politie ingrijpen. Grof, beledigend en bedreigend taal-gebruik is niet nieuw op internet. Het

is voor veel mensen makkelijk om zich te verschuilen achter de computer en relatief anoniem te blijven. Soms loopt het echter uit de hand, zoalsafgelopen maandag dus in de Bruns-sumse wijk De Egge. De twee ex-vriend-innen, die ver weg zelfs familie van elkaar zijn, waren via een MSN-site van internet aan het chatten over de redenen waarom ze niet meer bij elkaar over de vloer kwa-men. Dat leidde tot bedreigingen ‘over en weer’ en uiteindelijk tot de confron-tatie op straat. De jonge Brunssumse wordt morgen voorgeleid aan de officier van justitie. Het slachtoffer hield aan de confrontatie een dikke bult op het hoofd, diverse kneuzingen en blauwe plekken over. Door de klap op het hoofd moest ze een paar keer braken en ‘s nachts uit voorzorg regelmatig worden gewekt. Haar ouders hebben aangifte gedaan.

Tiener beslecht ruzie tijdens chatten met houten knuppel

Page 10: k1m2 Hv Boekje

10 klas 1 module ‘Journalist’ context 1 hv

De risico’s van internetHet internet biedt geweldige mogelijkheden voor jongeren en volwassenen. Je bent vast een enthousiaste gebruiker, die graag e-mailt en chat. Ook spelletjes en muzieksites zijn erg populair. Echter, zoals geldt voor de meeste spannende activiteiten: aan het gebruik van het internet zijn bepaalde risico’s verbonden. Eén van die risico’s is pesten.

Wat is pesten?Pesten is lange tijd met woorden of met je lijf geweld gebruiken tegen één persoon. Die ene persoon durft of kan zich niet verdedigen. Pesten gebeurt soms alleen, maar meestal met een groepje mensen. Voorbeelden van pesten zijn: slaan, schoppen, duwen, spugen, nare dingen zeggen of doen alsof iemand niet bestaat.Pesten is niet eerlijk en zelfs gemeen. Pesten is ook heel iets anders dan plagen. Iemand die geplaagd wordt, durft terug te plagen. Bij plagen ben je gelijk aan elkaar. Iemand die gepest wordt, durft niet iets terug te doen.

Pesten op internet: CyberpestenVeel jongeren vinden internetten net zo gewoon als televisie kijken. Bijna alle jongeren in Nederland zijn dan ook regelmatig te vinden op het internet. Om iets op te zoeken, om spelletjes te spelen of om met iemand te e-mailen of te chatten. Ze vinden dit meestal heel leuk om te doen. Maar internetten is niet alleen leuk. Het komt regelmatig voor dat jongeren vervelende berichtjes ontvangen of zelfs gepest en bedreigd worden. Dit noemen we cyberpesten.

Cyberpesten is eigenlijk niet anders dan ‘ouderwets’ pesten, alleen via een ander kanaal, namelijk het internet.

“Ik durf meer met MSN, je bent niet bij hem en hij kan je niet in elkaar slaan.”“Het feit dat niemand je iets kan doen en ouders of leraren vaak geen weet hebben van de pesterijen, zorgt ervoor dat kinderen ongestoord hun gang kunnen blijven gaan.”

boekje van www.kinderconsument.nl

Figuur 1

Hoe ontstond de ruzie?

Hoe zorg jij ervoor dat je geen ruzie maakt op MSN?

1

2

Stap 2: Onderzoek uitvoerenJe wilt meer te weten komen over internet en pesten op internet. Lees daarvoor de informatie op blz. 10 - 14 en maak de bijbehorende vragen.

Page 11: k1m2 Hv Boekje

11klas 1 module ‘Journalist’ context 1 hv

Hoe noemen we pesten op internet?3

Kun jij nog meer voorbeelden noemen van pesten op internet?4

Zou jij ook makkelijker via internet pesten dan dat je bij iemand in de buurt zou zijn? Leg je antwoord uit!

5

Wat zou jij doen als je hoort of ziet dat iemand gepest wordt?6

Vormen van cyberpestena. Iemand opzettelijk een virus versturen

Denk je dat het een leuke foto is of een grappig berichtje dat je binnenkrijgt, blijkt het een virus te zijn waardoor de computer vastloopt. Leuk geintje? Niet echt als de pc naar de winkel moet om te worden gerepareerd en jij van je ouders een maand niet mag gamen en niet op MSN mag. En jij kon er niks aan doen.

b. Iemand uitschelden of belachelijk maken per e-mail of per MSNJe ligt al niet lekker in de groep op school en dan krijg je een mailtje: dat iedereen je haat, dat iedereen je lelijk vindt. Zou dat waar zijn, vindt iedereen je stom? Als één iemand dat mailt, is het niet meteen waar. Maar balen is het wel. En wat dacht je van dit: een ‘lelijk’ meisje mailen dat ze zo verschrikkelijk mooi is en haar dan uitlachen in de klas als de mail ter sprake komt.

“Het ergste is dat ik zelfs thuis niet veilig ben. Zelfs daar pakken ze me nog!”

Page 12: k1m2 Hv Boekje

12 klas 1 module ‘Journalist’ context 1 hv

c. Gehackt wordenSommige kinderen kunnen slordig zijn met hun wachtwoord. Ze laten het wachtwoord ergens slingeren of vertellen het aan anderen. Of ze bedenken zo’n simpel wachtwoord dat een ander het makkelijk kan raden. Een voorbeeld: iemand hackt je MSN, scheldt tegen iedereen in je lijst en iedereen denkt dat jij het gedaan hebt terwijl je het niet hebt gedaan. Of iemand hackt je homepage en zet er vreemde plaatjes op!

“Ik ging een tijdje wel eens hacken. Dat is lachen, dan stuurde ik een password naar iemand toe met de vraag of dat klopte, en dan gingen ze me hun password geven.”

d. Foto’s van iemand anders op internet zettenJe trekt een gekke bek als je aan het cammen bent. Iemand slaat het plaatje op op zijn computer en stuurt het naar iedereen in de klas of hangt het op een prikbord op school. Je staat voor schut. Geen leuk grapje!

e. Iemand een dreigmailtje sturenJe kunt op internet heel makkelijk onbekend blijven. Je kunt een e-mailadres aanmaken en een nepnaam en verkeerde gegevens opgeven. Er zijn mensen die dat doen en een dreigmailtje sturen. Dat ze je opwachten op school, bijvoorbeeld. Niemand weet wie dat mailtje heeft gestuurd. Maar als de politie en school erachter komen, dan krijgt de dader een flinke straf.

“Ik stuur wel eens iets aan kinderen die ik niet aardig vind. Die stuur ik vieze teksten, erger dan rotzak, bijvoorbeeld ‘I’m gonna kill you tonight’”.

f. RoddelenKwaad spreken over anderen, bijvoorbeeld via MSN, is dat pesten of geen pesten?

“Op school is er vaak wel iemand die zegt kappen of zo, op internet is dat niet.”

1.

4.

2.

5.

3.

6.

Welke zes vormen van cyberpesten heb je?7

Page 13: k1m2 Hv Boekje

13klas 1 module ‘Journalist’ context 1 hv

Wat is hacken?8

Wat vindt jij van roddelen en pesten? (Geef ook aan waarom je dit vindt!)9

OnderzoekOm uit te zoeken hoe het zit met cyberpesten hebben ongeveer 400 brugklassers meegedaan aan een onderzoek. Hieronder lees je de uitkomsten!

Hoeveel kinderen hebben internet of een mobiele telefoon?Bijna alle brugklassers (98%) maken gebruik van internet. 92% van de brugklassers heeft een mobiele telefoon en ongeveer driekwart van alle brugklassers stuurt wel eens sms’jes.

Hoeveel kinderen pesten via internet?Ongeveer 12% van de brugklassers heeft in een half jaar tijd wel eens iemand gepest via internet. 1,3% van de brugklassers pest minstens één keer per maand iemand anders via internet. Pesten via sms komt minder vaak voor. Ongeveer 2% van de brug-klassers heeft wel eens iemand anders gepest via sms.

Hoeveel kinderen worden gepest via internet?16% van de brugklassers is in een half jaar tijd één of twee gepest via internet. 3% van de brugklassers is één keer per maand of vaker het slachtoffer van pesten via internet. Pesten via sms komt veel minder vaak voor. Ongeveer 2% van de brugklassers is wel eens gepest via sms.

Hoe wordt er gepest?Schelden komt het meest voor bij cyberpesten. Ook roddelen gebeurt vaak.

Wie is de dader?De meeste brugklassers (66%) weten niet door wie ze worden gepest. De dader is hier dus anoniem. 7% van de brugklassers wordt gepest door iemand van de eigen school of uit de eigen klas.

fragment uit het filmpje ‘Stop digitaal pesten’ van SIRE

Figuur 2

Page 14: k1m2 Hv Boekje

14 klas 1 module ‘Journalist’ context 1 hv

Had jij deze resultaten verwacht? Welk resultaat vind je opvallend?10

Wat zou je kunnen doen als je hoort dat iemand via internet gepest wordt?11

Een meisje, dat bij jou op school zit, is helemaal overstuur. Haar ex, die ook bij jullie op school zit, blijkt haar op schandalige wijze te kijk te hebben gezet op internet. De jongen, die volgens de verhalen boos was dat zijn vriendin het uit had gemaakt, heeft een pikante foto van haar op een site gepubliceerd met daarbij de tekst dat zij ‘er’ maar niet genoeg van kan krijgen. Het is het onderwerp op het schoolplein die dag. Jij bent er met een groepje vrienden ook over aan het praten.

Dit zeggen mijn vrienden:1. Vriend 1 zegt dat het haar eigen schuld is. Ze heeft haar vriendje die foto laten maken.

Als maker van de foto mag hij doen met de foto wat hij wil. Het zou anders geweest zijn als ZIJ de foto’s had gemaakt.

2. Vriend 2 zegt dat het strafbaar is, want je mag niet zomaar een foto van iemand op internet zetten. Mensen mogen zelf bepalen of ze met hun eigen foto ergens staan of niet.

3. Vriend 3 zegt dat het ex-vriendje haar in haar eer en goede naam aantast en dat mag niet.

Welke vriend heeft volgens jou gelijk en waarom?

12

Page 15: k1m2 Hv Boekje

15klas 1 module ‘Journalist’ context 1 hv

Stap 3: Contact leggen

Met wie zou je graag willen spreken over dit onderwerp? Of wie zou je vragen willen stellen? Waarom?

13

1.

2.

3.

Welke vragen zou je deze persoon stellen? Bedenk er drie.14

Stap 4: SchrijvenAls journalist schrijf je artikelen. Ook jij gaat een artikel schrijven!

Schrijf een kort artikel voor de schoolkrant. Dit artikel moet gaan over de risico’s van-internet en moet met plaatjes maximaal een half A4-tje zijn.

15

Stap 5: Het nieuws volgenJournalisten zorgen dat ze op de hoogte blijven van het laatste nieuws. Ze lezen de krant, luisteren naar de radio en kijken televisie. Blijf ook op de hoogte van het laatste Mens & Natuur nieuws.

Maak een collage op A3-papier met krantenkoppen van artikelen van nieuws dat volgens jou bij Mens & Natuur hoort. Lever de collage, samen met je artikel uit stap 4, in bij je docent.

16

Page 16: k1m2 Hv Boekje

16 klas 1 module ‘Journalist’ context 2 hv

Context 2: Voldoende elektriciteit?!

4 Voldoende elektriciteit?!Zonder elektriciteit kan een journalist zijn werk niet doen. Voor al die computers, radio’s, televisies en mobiele telefoons hebben we elektriciteit nodig. Wat nu als er iets mis is met de elektriciteitslevering? Of als we zoveel elektriciteit gebruiken dat er te weinig is?

Mens & Natuur

Hoe zou jij het vinden als de stroom een uur zou uitvallen? Wat zou je wel/niet kunnen doen?

1

Hoe zou jij het vinden als een stroomstoring een dag duurt? Wat zou je wel/niet kun-nen doen?

2

En wat als je een week geen elektriciteit zou hebben? Wat zou je wel/niet kunnen doen?

3

Even geen elektriciteit is leuk voor een uurtje, maar daarna wordt toch snel duidelijk dat elektriciteit onmisbaar voor ons is. Waar halen we deze elektriciteit vandaan? Hoe komt het ons huis binnen en hoe kunnen we zien hoeveel we daadwerkelijk gebruiken?

5 Energiebronnen

De batterij in een laptop en het gas in de gastank noemen we energiebronnen. Er bestaan meer energiebronnen: de zon, steenkool, aardolie, een accu in een auto. De energie is er in opgeslagen. En je kunt die energie eruit halen.

Natuurkunde

Steenkool, aardolie en aardgas worden fossiele energiebronnen genoemd. Deze energie kan er door verbranding uit vrijkomen. Steenkool, aardgas en aardolie worden

Page 17: k1m2 Hv Boekje

17klas 1 module ‘Journalist’ context 2 hv

Soorten energieAls je de stekker van je computer in het stopcontact doet, krijgt je computer elektrische energie. Dit kun je zien doordat bijvoorbeeld het scherm aan gaat. Als je autorijdt, wordt benzine verbrand in de motor. Dit is een chemische reactie waarbij warmte vrijkomt. De chemische energie uit de benzine laat de auto rijden. Je draait de gaskraan van een fornuis open en steekt het gas aan. Het gas verbrandt en er ontstaat warmte. Je zet er een pan op en het water gaat na enige tijd koken. De chemische energie uit het gas wordt gebruikt om het water te verwarmen. Dat betekent dat warmte ook een energiesoort is. Op de wildwaterbaan in het pretpark wordt je door een bootje door het stromende water voortbewogen: het water geeft bewegingsenergie aan het bootje. Het water in een stuwmeer kan via een waterrad een dynamo laten draaien. Daardoor kan elektrische energie worden opgewekt.

elektrische energie wordt omgezet in licht en warmte

Figuur 1

Noem drie energiebronnen die niet voor luchtverontreiniging zorgen.2

fossiele brandstoffen genoemd, omdat ze afkomstig zijn van plantenresten. De fossiele energiebronnen raken, doordat we steeds meer energie gebruiken, snel op. We kunnen deze bronnen niet altijd blijven gebruiken, dus dat is een nadeel van fossiele brandstoffen. Een ander nadeel is dat er bij verbranding niet alleen warmte, maar ook veel schadelijke stoffen vrijkomen. Deze vervuilen het milieu.Omdat fossiele brandstoffen en kernenergie nadelen hebben, gebruikt men steeds meer andere energiebronnen zoals biomassa, windenergie, stromend water en zonne-energie.

Hoe komt het dat de fossiele brandstoffen op raken?3

1.

2.

3.

Noem drie fossiele brandstoffen.1

1.

2.

3.

Page 18: k1m2 Hv Boekje

18 klas 1 module ‘Journalist’ context 2 hv

de kernreactor in Tjernobyl moest na de kernramp helemaal ingepakt worden om extra straling te voorkomen

Figuur 2

Energiebron Energiesoort

Zon Stralingsenergie

Wind & stromend water Bewegingsenergie

Accu, batterij of elektriciteitscentrale Elektrische energie

Uranium Kernenergie

Elke energiebron levert zijn eigen energiesoort:

Uiteindelijk worden veel van deze energiesoorten omgezet in warmte. Zo wordt de stralingsenergie van de zon op aarde omgezet in warmte. Ook bij het branden van een lampje op elektrische energie komt warmte vrij.

Welke energiebron en energiesoort hoort bij de volgende zinnen?Op het nieuws hoor je: ”Ramp in Rusland. Gevaarlijk afval ...”

4

‘s Nachts heb je niet veel aan deze energiebron.

Schoon, maar als het nu niet waait?

Het is wel goedkoop.

Energiebron: Energiesoort:

Energiebron: Energiesoort:

Energiebron: Energiesoort:

Energiebron: Energiesoort:

Page 19: k1m2 Hv Boekje

19klas 1 module ‘Journalist’ context 2 hv

Vallend of snelstromend water kan ook gebruikt worden om elektriciteit te maken. Dit wordt wel ‘witte steenkool’ genoemd. Waarom noemen we vallend water ‘witte steen-kool’?

5

6

7

Waarom maken we in Nederland bijna geen gebruik van ‘witte steenkool’?

Welke voordelen heeft ‘witte steenkool’ ten opzichte van gewone steenkool?

Omzetten energiesoort in een andere energiesoortEen auto gebruikt benzine als brandstof. In de motor verbrandt de benzine. Dit geeft beweging en warmte. De chemische energie van de benzine wordt omgezet in twee andere energiesoorten: bewegingsenergie en warmte.Je kunt deze energieomzetting ook weergeven in een schema (figuur 3):

Een gloeilamp zet elektrische energie om in licht en warmte. Een zonnecel in een rekenmachine zet stralingsenergie om in elektrische energie. Je kunt dus een energiesoort omzetten in een andere energiesoort.

Ook in een gloeilamp vindt een energieomzetting plaats. Vul in figuur 4 zelf het schema van deze energieomzetting in.

8

Figuur 3

Figuur 4

Page 20: k1m2 Hv Boekje

20 klas 1 module ‘Journalist’ context 2 hv

Welk energiesoort gebruikt een televisie?9

Welke twee energiesoorten ontstaan er als je een televisie gebruikt?

1.

2.

10

6 Elektriciteit

Elektriciteit is een energiesoort. Energie heb je nodig om iets te kunnen laten werken. Veel apparaten hebben elektrische energie nodig om te werken. Daarvoor moet je ze aansluiten op het stopcontact. Elektrische energie komt echter niet vanzelf uit het stopcontact. Er is een centrale voor nodig.

Natuurkunde

Hoe kom je aan elektriciteit?In de elektriciteitscentrale wordt water tot stoom verhit door het verbranden van aard-olie, aardgas of steenkool. De stoom zorgt ervoor dat de turbine (een schoepenrad) gaat draaien. Daardoor gaat een generator (een dynamo) draaien en wordt er elektrische energie opgewekt (figuur 1). De opgewekte energie wordt dan door middel van hoogspanningskabels ge -transporteerd naar de verschillende steden.

Bij de verbranding van steenkool, aardolie of aardgas kan milieuvervuiling optreden. In plaats van het verbranden van steenkool, aardolie of aardgas kan een centrale ook kernenergie gebruiken. Dat is schoon, maar niet zonder gevaar. Er blijft wel schadelijk afval over.

een schematische tekening van een elektriciteitscentrale

Figuur 1

Met welk apparaat wordt er in de elektriciteitscentrale elektriciteit opgewekt?1

Wat wordt er verbrand in een centrale?2

Page 21: k1m2 Hv Boekje

21klas 1 module ‘Journalist’ context 2 hv

Vergelijk de elektriciteitsvoorziening van je fiets met die van een huis. Trek een lijn tussen de woorden die hierbij dezelfde functie hebben.

draden elektriciteitscentraledynamo apparaten thuisachterlicht schoepenradvoorwiel hoogspanningskabel

3

Zet onderstaande zinnen in de juiste volgorde.

er ontstaat stoom aardgas wordt verbrand aan het schoepenrad zit een grote dynamo vast

de stoom blaast tegen het schoepenrad

het vuur verwarmt het water

als de dynamo draait, dan maakt de dynamo elektriciteit

4

Schrijf in de tabel de voordelen en de nadelen van de brandstof voor een centrale. Gebruik internet om dit zo nodig op te zoeken!

5

Brandstof Voordeel Nadeel

Gas

Kolen

Olie

Afval

Kernenergie

Page 22: k1m2 Hv Boekje

22 klas 1 module ‘Journalist’ context 2 hv

Woensdag 12 december 2007, 22.20 HURWENEN - Een Apache gevechtshe-likopter van de Koninklijke Luchtmacht heeft woensdagavond een enorme cha-os veroorzaakt in de Bommelerwaard. Even na 19.00 uur raakte de helikopter van de vliegbasis Gilze-Rijen tijdens een oefenvlucht kabels van hoogspan-ningsmasten van Nuon boven de Waal ter hoogte van Hurwenen. Daardoor viel de stroom in een groot deel van het Gelders rivierengebied uit.

De apache raakte beschadigd, maar kon tot een weiland bij Vlijmen doorvliegen. Daar werd een noodlanding gemaakt. De twee vliegers bleven volgens Defensie ongedeerd. Het ministerie van Defensie spreekt van een ‘gecontroleerde nood-landing’. De kabels van de hoogspanningsmasten vielen in de Waal. Daardoor raakte de scheepvaart ter plekke gestremd. Het is niet bekend hoe lang de Bommel-erwaard nog zonder stroom zit. Volgens woordvoerster Floske Kusse werd onmid-dellijk na het ongeval onderzocht hóe de schade zo snel mogelijk hersteld kan worden. Daar werd met man en macht

aan gewerkt op de dijk bij Hurwenen. “Er valt nog geen zinnig woord te zeggen over hoe lang dat gaat duren.”De Bommelerwaard veranderde in een spookgebied. Inwoners zochten onmid-dellijk andere manieren om aan stroom te komen. Aanhangwagens met noodag-gregaten reden af en aan. Het ongeluk heeft drommen publiek naar de Waal-bandijk in Hurwenen getrokken. Ook aan de overkant van de rivier in Heesselt, waar afgeknapte kabels in het water terecht zijn gekomen, kijken veel mensen naar de opruimwerkzaamheden. Uit voor-zorg zijn de bewoners van enkele huizen aan de Heeseltse kant geëvacueerd, zegt de politie. Die brengen de nacht elders door.Ruim 50.000 huishoudens zitten zonder stroom, schat de politie. In totaal zijn 21 plaatsen getroffen, waaronder Zalt-bommel, Rossum, Haaften en Deil. De hulpdiensten zijn bezig bij en-kele verzorgingshuizen in het gebied noodmaatregelen te treffen, omdat de gebruikelijke noodvoorziening daar niet werkt.

www.brabantsdagblad.nl

Enorme chaos na crash Apache

Vervoer elektriciteitElektriciteit moet van de elektriciteitscentrale naar de huizen vervoerd worden. Vanaf de centrale lopen hoogspanningsleidingen naar een stad. Bij de stad staat een verdeelstation. Vanaf het verdeelstation gaan de kabels door de grond naar een transformatorhuisje in de wijk. Vanaf het transformatorhuisje gaan er kabels door de grond naar de huizen. Zo’n kabel komt dan via de meterkast het huis in.

Soms gaat het echter mis ...

Je hebt het artikel gelezen over het ongeluk met de apache. Wat ging er mis en waarom was dit zo’n groot probleem?

6

Page 23: k1m2 Hv Boekje

23klas 1 module ‘Journalist’ context 2 hv

7 De meterkast

De meterkast is een kleine ruimte in huis waar verschillende meters geplaatst zijn. Ook is het een plek waar water, gas, elektriciteit en de telefoon meestal het huis binnenkomen.

Natuurkunde

Een overzicht De meterkast bestaat uit twee onderdelen: • De verschillende meters: deze worden gebruikt om

bij te houden hoeveel water of elektriciteit wordt verbruikt.

• De groepenkast: deze verdeelt de stroom over verschillende onderdelen van het huis.

In de meterkast zitten soms ook de hoofdkraan voor hetwater en een kastje voor de telefoon. Vanuit de meter-kast gaan het water, gas, elektriciteit en de telefoon-aansluiting verder naar andere plekken in het huis.de meterkast

Figuur 1

Kijk thuis in de meterkast en schrijf onder de plaatjes wat de naam van de meter is. Daaronder noteer je voor welk product het wordt gebruikt. (Thuis hulp vragen is toe-gestaan.)

1

Wat is de functie van de groepenkast?2

gas / water / elektriciteit gas / water / elektriciteit gas / water / elektriciteit

Page 24: k1m2 Hv Boekje

24 klas 1 module ‘Journalist’ context 2 hv

Dag Tijd Meterstand Verbruik t.o.v. vorige dag

n.v.t.

Je gaat onderzoeken hoeveel stroom jullie thuis verbruiken. Kijk vijf opeenvolgende dagen naar de hoeveelheid verbruikte stroom. Probeer elke keer op dezelfde tijd te kijken. Vul de tabel in.

3

Reken het totale verbruik uit door de waarden in de laatste kolom op te tellen.

Wat is het gemiddelde verbruik per dag? (Tip: tel het verbruik van alle dagen bij elkaar op en deel dit door vijf.)

De groepenkastEen tweede onderdeel van de meterkast is de groepenkast. Een groepenkast wordt ook wel een verdeelinrichting genoemd (figuur 2). Deze groepenkast is de plek waar de elektrische stroom over verschillende plekken in het huis wordt verdeeld.

de verdeelinrichting van een woonhuis

Figuur 2

4

5

Page 25: k1m2 Hv Boekje

25klas 1 module ‘Journalist’ context 2 hv

Bekijk de meterkast bij jullie thuis. Teken deze schematisch na. Teken in ieder geval de volgende dingen: de elektriciteitsmeter, de groepenkast, de watermeter en de gasme-ter. Schrijf dit er in de tekening bij. (Tip: een foto maken mag ook! Schrijf dan ook van alle onderdelen de naam erbij.)

6

StoppenStoppen of smeltzekeringen (figuur 3) zorgen er-voor dat er niet teveel stroom kan lopen. Dit isnodig omdat bij hogere stromen, kabels warm kunnen worden en er brand kan ontstaan. Ook is het een beveiliging bij kortsluiting, want bij kort-sluiting gaat er ook opeens veel stroom lopen.In een smeltzekering zit een draadje dat smelt als er teveel stroom doorheen loopt. Wanneer dit draadje smelt, is de stroom afgesloten. De stop is dan gesprongen.Nieuwe ‘stoppen’ werken niet meer met een dun draadje wat smelt, maar zijn als het ware elektronische schakelaars die de stroom meten. Als deze te hoog is, schiet de schakelaar uit.

smeltzekering met houderFiguur 3

Wat doet een zekering?7

Page 26: k1m2 Hv Boekje

26 klas 1 module ‘Journalist’ context 2 hv

Wat is het voordeel van een elektronische stop ten opzichte van een smeltzekering?8

9

AardlekschakelaarNaast de stoppen is er in de groepenkast ookeen aardlekschakelaar (figuur 4). Deze schakelaarzorgt ook voor meer veiligheid met elektriciteit.De schakelaar controleert of de hoeveelheidstroom die het huis in gaat, gelijk is met dehoeveelheid stroom die het huis uit gaat. Alsdeze hoeveelheid niet gelijk is, lekt er dus ergensstroom. Dit is voor de schakelaar een reden omde stroom te onderbreken. Dit voorkomt dat je bijkortsluiting een levensgevaarlijke schok kuntkrijgen.

een aardlekschakelaarFiguur 4

Wat doet een aardlekschakelaar?

Page 27: k1m2 Hv Boekje

27klas 1 module ‘Journalist’ context 2 hv

8 Verbruik

Een computer geeft niet zomaar geluid. Voor het maken van geluid iselektrische energie nodig. Die kan de computer krijgen uit het stopcontact.Hoe langer een apparaat aanstaat, hoe meer energie voor dat apparaatnodig is.

Natuurkunde

De hoeveelheid energie die voor een apparaat nodig is, hangt ook af van het soort apparaat. Een computer heeft in dezelfde tijd meer energie nodig dan een mp3-speler.

Van welke twee dingen hangt het energieverbruik van een apparaat af?1

Waar of niet waar?2

VermogenOp elektrische apparaten staat vaak een typeplaatje (figuur 1). Op dit plaatje staan deeigenschappen van het apparaat. Er staatbijvoorbeeld op wat het vermogen van hetapparaat is. Het vermogen (P) geeft aan hoeveelelektrische energie dat apparaat per secondegebruikt, als het apparaat natuurlijk aanstaat!We drukken het vermogen uit in watt (W) ofkilowatt (kW). 1 kW is gelijk aan 1000 W.Lampen zetten elektrische energie om in licht en warmte. Een spaarlamp met eenvermogen van 14 W die een aantal uren brandt, verbruikt dus energie. Wanneer delamp vier uur brandt, verbruikt hij vier keer zoveel energie als wanneer de lamp één uurbrandt.

een typeplaatje van een elektrisch apparaatFiguur 1

1.

2.

waar niet waar

Als een lamp lang aanstaat, dan kost dat meer energie dan wanneer een lamp maar even aan is.

Elektrische energie uit batterijen is veel goedkoper dan elektrische energie uit het stopcontact.

Voor het maken van geluid heb je energie nodig.

Hoeveel energie een apparaat verbruikt, hangt af van het soort apparaat dat gebruikt wordt.

Page 28: k1m2 Hv Boekje

28 klas 1 module ‘Journalist’ context 2 hv

Een koffiezetapparaat (vermogen = 700 W) maakt in vijf minuten een kan koffie. Een mixer (vermogen = 200 W) heeft 15 minuten nodig om het beslag van een cake te mixen. Waarvoor is meer elektrische energie nodig, voor het maken van de koffie of voor het cake-beslag? Waarom is dit zo, denk je?

8

In figuur 1 zie je het typeplaatje van een apparaat. Wat is het vermogen van dit apparaat?

6

P =

Zoek thuis drie apparaten op. Bekijk de typeplaatjes en vul de tabel in.7

Apparaat Vermogen

Koffiezetapparaat 700 W

3 P is het symbool voor de grootheid ...

4 kW is het symbool voor de eenheid ...

Geef de definitie van vermogen.5

Page 29: k1m2 Hv Boekje

29klas 1 module ‘Journalist’ context 2 hv

Wat is de afkorting en eenheid van verbruik?10

In het volgende gedeelte ga je rekenen aan het verbruik. Je maakt deze berekeningen volgens bepaalde regels. Je doet dit elke keer op dezelfde manier. Hoe je berekeningen doet, kun je vinden op de gele kaart ‘berekeningen’. Lees deze kaart goed door!

Uit welke vier stappen bestaat een berekening?11

1.

3.

2.

4.

Wat noteer je bij ‘gegevens’?12

afkorting eenheid

VerbruikEen stofzuiger heeft een hoog vermogen, soms wel 1700 W. Een lampje heeft een laag vermogen, rond de 20 W. Maar, een stofzuiger gebruik je een uurtje per week, terwijl een lamp in de winter uren aan kan staan. Wat verbruikt nu de meeste energie?De hoeveelheid energie die elektrische apparaten gebruiken noemen we het verbruik. Het energieverbruik (E) wordt gegeven in kWh. Je rekent het verbruik uit door het vermogen te vermenigvuldigen met de tijd. In formulevorm is dit E = P x t.

Een stofzuiger van 1700 W die een uur in de week aanstaat, verbruikt 1700 kWh. De lamp die wel 20 uur per week aanstaat, verbruikt maar 400 kWh.

Wat is de afkorting en eenheid van vermogen?

afkorting eenheid

Wat noteer je bij ‘formule’?13

9

Page 30: k1m2 Hv Boekje

30 klas 1 module ‘Journalist’ context 2 hv

16 Een magnetron met 1000 W staat 15 minuten aan. Wat is het verbruik van de magne-tron?

Gegevens:

Formule:

Berekening:

Uitkomst:

Een magnetron met 1000 W staat 15 minuten aan. Wat is het vermogen van de mag-netron in kW en hoeveel uur staat de magnetron aan?

15

P =

t =

Voordat je zelf aan de slag gaat, krijg je eerst een voorbeeldberekening. Bekijk deze goed! Snap je alles?

VoorbeeldberekeningHoeveel elektrische energie verbruikt een stofzuiger van 2000 W als je deze een kwartier gebruikt?

Stap 1: Gegevens

P = 2000 W = 2 kW

t = 15 min = 0,25 uur

Stap 2: Formules

E = P x t

Stap 3: Berekening

E = 2 kW x 0,25 uur

Stap 4: Uitkomst

E = 0,5 kWh (500 Wh is ook goed!)

Geef de formule E = P x t in woorden.14

Page 31: k1m2 Hv Boekje

31klas 1 module ‘Journalist’ context 2 hv

17 Een waterkoker van 800 W staat 10 minuten aan. Hoeveel elektrische energie ver-bruikt de waterkoker?

Gegevens:

Formule:

Berekening:

Uitkomst:

Op http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/energiebesparing/vraag-en-antwoord/wat-is-het-energielabel-voor-huishoudelijke-apparatuur.html wordt uitgelegd wat energielabels zijn. Hoe helpen energielabels om minder energie te verbruiken?

18

Je zusje is bang in het donker. Daarom blijft ‘s nachts de lamp op de gang branden. De lamp van 40 W brandt iedere nacht 12 uur. Bereken hoeveel elektrische energie deze lamp in een jaar verbruikt.

20

Gegevens:

Formule:

Berekening:

Uitkomst:

Waarom is het slim om minder energie te verbruiken? 19

Page 32: k1m2 Hv Boekje

32 klas 1 module ‘Journalist’ context 2 hv

Elektrische energie kost €0,22 per kWh. Hoeveel moet je betalen per jaar voor de lamp?

Bereken hoeveel je in een jaar bespaart als je een ledlamp van 3 W gebruikt in plaats van de lamp van 40 W.

Gegevens:

Formule:

Berekening:

Uitkomst:

Gegevens:

Formule:

Berekening:

Uitkomst:

21

22

Vind je het nog lastig en wil je extra oefenen? Kijk op de elo voor extra oefenmateriaal!

Als je meer wilt weten over energie en vermogen, kijk dan ook eens het volgende filmp-je:• http://www.schooltv.nl/beeldbank/clippopup/20101022_lamp01

Page 33: k1m2 Hv Boekje

33klas 1 module ‘Journalist’ context 2 hv

een windturbine in Zweden

Figuur 1

OpdrachtSchrijf een brief aan de directeur waarin je ingaat op de volgende twee vragen:• Hoe kan de school energie besparen?• Hoe kan de school alternatieve energiebronnen

gebruiken?

Leg in je brief als eerste uit waarom je deze brief schrijft en waarom het nodig is om over deze vragen na te denken. Vervolgens beschrijf je ook de ideeën die je hebt om energie te besparen en altenatieve energiebronnen te gebruiken. Je brief wordt ongeveer 1 A4-tje.

9 Een zuinige school!Even geen elektriciteit is leuk voor een uurtje, maar daarna wordt toch snel duidelijk dat elektriciteit onmisbaar voor ons is. Energie is echter niet gratis: we moeten betalen voor onze elektriciteit en ons gas. Van de energie die wij verbruiken is ook geen oneindige voorraad. Olie en gasvoorraden worden kleiner en zullen op den duur op zijn. Maar er zijn ook andere vormen van energie die niet opraken. Deze energie wordt alternatieve of duurzame energie genoemd. Een voorbeeld hiervan zijn windmolens (figuur 1).

Mens & Natuur

Page 34: k1m2 Hv Boekje

34 klas 1 module ‘Journalist’ context 3 hv

Context 3: Licht en geluid

10 Gezien en gehoordAls journalist heb je veel te maken met licht en geluid. Licht als het gaat om het maken van foto’s of een interview op tv. Geluid bij het opnemen van radioberichten. Ook telefoneren of het werken op een computer heeft alles met licht en geluid te maken. Veel van het nieuws hebben we gezien of gehoord!

Mens & Natuur

Zoek in folders of kranten vijf technische producten die met licht of geluid te maken hebben. Plak deze bij dit hoofdstuk.

1

Hebben deze producten elektriciteit nodig? Welke wel en welke niet?2

Ook technische producten, zoals een telefoon, een computer of een radio, hebben alles met licht en geluid te maken. Deze technische producten gebruiken vaak elektriciteit om licht en geluid te produceren.

wel

niet

Page 35: k1m2 Hv Boekje

35klas 1 module ‘Journalist’ context 3 hv

11 Licht

Zien doen we met onze ogen. Onze ogen zijn zintuigen die gevoelig zijn voor licht. De lichtstralen die in ons oog komen, worden omgezet in signalen voor de hersenen. Alles wat we zien geeft dus licht af, anders zou ons oog niets zien.

Natuurkunde

Als je je ogen dicht doet, wordt het zwart. Je oog geeft als het geen licht waarneemt, het signaal ‘zwart’ naar de hersenen. Je kunt deze tekst bijvoorbeeld zien, doordat het licht van de zon of een lamp op het papier weerspiegeld wordt.

Het oogIn figuur 1 zie je een tekening van je oog. Je oog bestaat uit verschillende onderdelen. De belangrijkste onderdelen zijn de oog-lens en het netvlies. Licht komt door je ooglens het oog binnen. De ooglens zorgt ervoor dat het licht op de juiste manier op het netvlies komt. Het netvlies bestaat uit verschillende sen-soren, die gevoelig zijn voor licht. Deze sensoren geven vervolgens signalen door naar de hersenen, waardoor je kunt zien. schematische weergave van het oog

Figuur 1

Wat is de functie van de ooglens?1

Wat is de functie van het netvlies?2

Op de tafel ligt een rode pen. Beschrijf hoe de kleur van de pen uiteindelijk als signaal in de hersenen komt.

3

Page 36: k1m2 Hv Boekje

36 klas 1 module ‘Journalist’ context 3 hv

Practicum Kleuren combineren

Wat gaan we doen?We gaan onderzoeken wat wit licht is.

Wat hebben we nodig?• witte lichtbundel (demoproef )• prisma (demoproef )• lichtkastje (drie kleuren licht)• scherm

het lichtspectrumFiguur 2

Rood Oranje Geel Groen Blauw Indigo Violet

LichtspectrumJe hebt allerlei kleuren licht: je hebt bijvoorbeeld geel, rood of blauw licht. Denk maar aan een discobal! Deze kleuren kun je allemaal op een rijtje zetten. Dit wordt een lichtspectrum genoemd. In het lichtspectrum (figuur 2) staan alle kleuren licht die je kunt zien. Kijk op de elo voor een versie in kleur!

Een bundel licht kan ook bestaan uit verschillende soorten licht door elkaar heen. Zo kun je het witte licht niet vinden in het lichtspectrum. Wit licht bestaat uit alle kleuren licht bij elkaar. Wanneer je wit licht opsplitst, krijg je het lichtspectrum. Dit opsplitsen van licht doen we met een prisma.

Noem de zeven belangrijkste kleuren uit het spectrum.4

1.

2.

3.

4.

5.

6.

7.

Waarom staat wit licht niet in het spectrum?5

Page 37: k1m2 Hv Boekje

37klas 1 module ‘Journalist’ context 3 hv

Je docent laat een witte lichtstraal op een prisma vallen. Wat gebeurt er met het witte licht?

6

Aan de slag!• Met het lichtkastje kun je drie kleuren licht maken. Deze kleuren kun je mengen tot

andere kleuren licht.

• Projecteer alle kleuren apart op het scherm.

• Combineer twee kleuren met elkaar (bijvoorbeeld rood met blauw, blauw met groen, etc.)

Welke kleuren kun je allemaal maken?7

Welke kleur ontstaat er nu?8

• Combineer nu alle drie de kleuren.

Demoproef ‘Prisma’

Licht en schaduwLicht verplaatst zich in een rechte lijn. Lichtstralen buigen dus niet af. Doordat licht in rechte stralen gaat, kun je schaduwbeelden maken. De schaduw is een plek waar het licht niet kan komen, omdat er iets voor staat.

Voor een schaduwbeeld zijn drie dingen nodig: een lichtbron, een voorwerp en een ‘scherm’ om de schaduw op te vangen.

In figuur 3 zie je hoe een schaduw gevormd wordt. Vanuit de lichtbron vertrekken allemaal rechte licht stralen. Door het voorwerp worden deze lichtstralen tegengehouden. Net naast het voorwerp kunnen de lichtstralen er wel langs en komen ze wel op het scherm. De stralen net langs het voorwerp vormen dus de rand van het schaduwbeeld.

Voor het maken van een schaduwbeeld heb je een lichtbron nodig. Geef twee voor-beelden van lichtbronnen.

9

1.

2.

Page 38: k1m2 Hv Boekje

38 klas 1 module ‘Journalist’ context 3 hv

Geef in figuur 3 aan wat de lichtbron, het voorwerp en het scherm is.

11

Je loopt ’s avonds over straat. Dicht bij een lantaarnpaal zie je de schaduw van jezelf. Geef aan wat in deze situatie de lichtbron, het voorwerp en het scherm is.

Lichtbron

Voorwerp

Scherm

12

In figuur 4 zie je een lamp, het voorwerp en een scherm. Geef in deze tekening aan waar het licht en de schaduw is.

13

een lamp, voorwerp en schermFiguur 4

licht en schaduwFiguur 3

Wat is schaduw?10

Page 39: k1m2 Hv Boekje

39klas 1 module ‘Journalist’ context 3 hv

Practicum Licht en schaduw

Wat gaan we doen?We gaan onderzoeken hoe een schaduwbeeld ontstaat.

Wat hebben we nodig?• lamp• voorwerp• scherm

Aan de slag!• Een schaduwbeeld maak je met een lamp, een voorwerp en je scherm. Je gaat kijken

hoe de afstanden tussen voorwerp en scherm de grootte van de schaduw bepalen.• Plaats het voorwerp dicht bij het scherm. Maak een tekening van de situatie. Teken de

belangrijkste lichtstralen in de tekening en geef duidelijk aan waar de schaduw is.

• Plaats vervolgens het voorwerp dicht bij de lamp. Maak opnieuw een tekening van de situatie. Teken opnieuw de belangrijkste lichtstralen in de tekening en geef duidelijk aan waar de schaduw is.

Page 40: k1m2 Hv Boekje

40 klas 1 module ‘Journalist’ context 3 hv

In figuur 5 zie je een lamp en het schaduwbeeld. De schaduw wordt gevormd door een balk. Teken het voorwerp zo dat de figuur klopt.

15

een lamp en een scherm met schaduwFiguur 5

Hoe ontstaan schaduwbeelden? (Dit is de conclusie van je onderzoek!)14

Page 41: k1m2 Hv Boekje

41klas 1 module ‘Journalist’ context 3 hv

Licht als energieDe zon is een energiebron. Het licht dat vanuit de zon komt heeft een bepaalde energie, dit is stralingsenergie. Zo kunnen we de stralingsenergie van de zon gebruiken om elektriciteit op te wekken met zonnencellen.

Licht is straling en heeft dus stralingsenergie. Verschillende soorten energie kunnen in elkaar omgezet worden. Het is een warme zomerdag. Je zit nu al een half uur in de zon en je krijgt het erg warm. Daarom ga je snel in de schaduw zitten. Welke energieomzetting vindt plaats bij het zitten in de zon?

16

Zoek op waar infrarood licht voor wordt gebruikt.18

Zoek op waar ultraviolet licht voor wordt gebruikt.19

Onzichtbaar lichtEr zijn echter ook lichtstralen die je niet kunt zien. Dit licht wordt infrarood en ultraviolet licht genoemd.

In het spectrum in figuur 6 is alleen het zichtbare licht getekend. Je kunt in het spectrum ook beschrijven waar het onzichtbare infrarode en ultraviolette licht zich bevindt. Zoek dit op en schrijf het bij het spectrum.

17

het lichtspectrumFiguur 6

Rood Oranje Geel Groen Blauw Indigo Violet

Page 42: k1m2 Hv Boekje

42 klas 1 module ‘Journalist’ context 3 hv

Hoe kun je een toon maken met het elastiekje?1

• Maak een toon met het elastiekje.

Beschrijf je waarnemingen.2

• Onderzoek wanneer je een hoge toon krijgt en wanneer je een lage toon krijgt.

Streep door wat onjuist is.Conclusie: Ik krijg een lagere / hogere toon wanneer ik het elastiekje strakker trek en ik krijg een lagere / hogere toon als het elastiekje losser wordt.

3

12 Geluid

De stem en het gehoor hebben alles met geluid te maken. Met de stem produceren we geluid, de stem is een geluidsbron. Het gehoor is het zintuig om geluid waar te nemen.

Natuurkunde

Practicum Trillingen

Wat gaan we doen?We gaan onderzoeken hoe we met een elastiekje of latje geluid kunnen maken.

Wat hebben we nodig?• twee pennen• elastiek• latje• evt. klem op tafel

Aan de slag!• Neem twee pennen en een elastiekje. Doe het

elastiekje om de twee pennen en houdt de pennen uit elkaar (figuur 1).

twee pennen en een elastiekFiguur 1

Page 43: k1m2 Hv Boekje

43klas 1 module ‘Journalist’ context 3 hv

Je kunt ook tonen maken met andere voorwerpen. Een voorwaarde voor een toon is dat het voorwerp trilt.

• Neem een houten latje of een plastic of ijzeren liniaal.

• Houdt de liniaal met ongeveer 5 cm op tafel en duw het stevig op tafel (figuur 2).

• Maak voorzichtig (!) een trilling.

Hoor je een toon?4

• Schuif de liniaal verder op tafel, zodat 10 cm op tafel zit. Voer de proef opnieuw uit.

Is de toon veranderd?5

• Voer de vorige stap nog een aantal keer uit en kijk wat er met de toon gebeurt.

Streep door wat onjuist is. Conclusie: Als het trillende gedeelte van het latje korter wordt, wordt de toon hoger / lager.

6

latje op tafelFiguur 2

Zowel het latje als het elastiekje geven een trilling. Deze trilling kan zowel snel als langzaam zijn. De trilling van het latje of elastiekje wordt overgebracht op de lucht of op andere voorwerpen. Deze tussenstof gaat meetrillen.

Het oorUiteindelijk komt de trilling door het trillen van de lucht bij het oor. In figuur 3 zie je een teke-ning van het oor. Het oor bestaat uit verschillende onderdelen. Het geluid wordt opgevangen door de gehoor-schelp (3). Het geluid gaat vervolgens door de gehoorgang (2) naar het trommelvlies (4). Het trommelvlies neemt de trilling van de lucht over, het gaat dus meetrillen. Het trommelvliesgeeft de trilling weer aan allerlei botjes door. Uiteindelijk komt het geluid uit bij het slakken-huis (10). In het slakkenhuis zitten sensoren die het geluid opvangen. Vervolgens wordt via de gehoorzenuw (11) een signaal gezonden naar de hersenen.

schematische weergave van het oorFiguur 3

Page 44: k1m2 Hv Boekje

44 klas 1 module ‘Journalist’ context 3 hv

Streep door wat onjuist is.Een langzame / snelle trilling geeft een hoge toon. Bij deze toon hoort een lage / hoge frequentie.

12

ToonhoogteGeluid kan verschillende toonhoogten hebben. Een langzaam trillend latje geeft lage tonen, een snel trillend latje een hoge toon.Bij een trillend voorwerp kun je aangeven hoe snel het trilt. Dit doe je door te zeggen hoeveel trillingen het voorwerp in een seconde maakt. Dit noem je de frequentie (afkorting: f ). Lage tonen horen bij een langzame trilling en dus bij een lage frequentie. Hoge tonen horen bij een snelle trilling en dus bij een hoge frequentie.De eenheid van frequentie (f ) is hertz (Hz). Een hertz is hetzelfde als één trilling per seconde. Een frequentie van 50 Hz is dan dus 50 trillingen per seconde. Het latje gaat dan in één seconde 50 keer heen en weer.

GeluidssterkteGeluid is niet zomaar geluid. Geluid kan hard of zacht zijn. Dit noem je geluidssterkte. Wanneer je de geluidssterkte wilt weten, meet je dit met een geluidsmeter of decibelmeter. De eenheid van geluidssterkte is decibel (dB). Harde geluiden, boven 80 dB, zijn schadelijk voor je gehoor.

Waar wordt de trilling van de lucht omgezet in de trilling van botjes?8

Wat is de functie van het slakkenhuis?9

Hoe komt het geluid van het trillende elastiekje bij je oor?7

Waarmee meet je de geluidssterkte?10

Wat is de eenheid van geluidssterkte?11

Page 45: k1m2 Hv Boekje

45klas 1 module ‘Journalist’ context 3 hv

De oren kunnen niet elk willekeurig geluid goed waarnemen. Lage en hoge tonen zijn voor ons gehoor vaak niet goed waar te nemen. Dolfijnen kunnen echter wel goed hoge tonen horen en communiceren hiermee.

GehoorgrenzenOnze oren kunnen niet elk willekeurig geluid even goed horen. We hebben gehoorgrenzen. Geluid met frequenties lager dan ongeveer 20 Hz en hoger dan ongeveer 20.000 Hz zijn voor de mens niet waar te nemen. 20 Hz en 20.000 Hz zijn dus de gehoorgrenzen.Naast dat je hele lage en hele hoge tonen niet kunt horen, is het oor ook nog eens meer of minder gevoelig voor bepaalde toonhoogte. Zo is de mens veel gevoeliger voor een frequentie van 5.000 Hz, dan voor 20 Hz. 5.000 Hz is de frequentie van onze spraak.

Een hondenfluitje produceert ook hoge tonen. Wat is het voordeel hiervan?14

Een elastiekje trilt met een frequentie van 250 Hz. Wat betekent dat?13

Page 46: k1m2 Hv Boekje

46 klas 1 module ‘Journalist’ context 3 hv

13 GeluidsonderzoekOveral is geluid, op school, op straat. Zelfs tijdens een toets is het niet stil in het klaslokaal. Maar hoe hard zijn deze geluiden? En is het gevaarlijk of vervelend voor ons? We gaan op onderzoek uit!

Mens & Natuur

GeluidssterkteIn het vorige hoofdstuk heb je geleerd dat geluid hard en zacht kan zijn, dit noem je geluidssterkte. Maar een heel laag geluid van 60 dB klinkt voor ons heel anders dan een hoog geluid van 60 dB. Daarom bestaat naast de grootheid geluidssterkte, ook de grootheid luidheid, met de eenheid dB(A). Luidheid zegt iets over hoe luid het geluid voor ons is.

In de onderstaande tabel zie je een aantal waarden staan, met daarbij de zone (is het gevaarlijk, hinderlijk, o.i.d.) en een voorbeeld.

Zone Luidheid (db(A)) Voorbeeld

gevaarlijke zone 140 Straalmotor op 25m afstand, luide popband

130 Straaljager op 50 m afstand

120 Sirene, autoclaxon

110 Popgroep, cirkelzaag

hinderlijke zone 100 Helicopter op 30 m hoogte

90 Personenauto

80 Scooter op 7,5 m afstand

vermoeiende zone 70 Luide muziek in kamer

60 Kantoor, luid gesprek

rustige zone (overdag) 50 Rustig gesprek

rustige zone (‘s nachts) 40 Stille straat

30 Fluisterend gesprek

zachte zone 20 Ruisende bladeren

10 Vallend blad

stilte 0 Gehoordrempel

Wat is het verschil tussen geluidssterkte en luidheid?1

Page 47: k1m2 Hv Boekje

47klas 1 module ‘Journalist’ context 3 hv

GeluidsonderzoekWe gaan in groepjes een klein onderzoek doen naar geluid. We doen dit op allerlei plaatsen in of bij de school. Je hoort van de docent welke plaatsen allemaal mogelijk zijn en wie op welke plaats aan de slag gaat.

Een onderzoek kun je verdelen in drie stappen:• Voorbereiding

Je bedenkt wat je wilt weten. Je stelt een onderzoeksvraag. Je bereidt je onderzoek voor. Je bedenkt wat je nodig hebt en wat je wilt gaan doen. Je maakt een onderzoeksplan.

• Uitvoering Je voert je onderzoek uit.

• Afronding Je sluit je onderzoek af met een verslag. In dit verslag schrijf je welk onderzoek je hebt gedaan, hoe je dat hebt gedaan en wat de resultaten zijn.

VOORBEREIDINGMeestal staat in het boekje duidelijk wat je moet doen. Voordat je aan de slag gaat, lees je dit eerst goed door om te kijken of je alles begrijpt. Als alles duidelijk is, kun je aan de slag!

Wat ga je doen?Je gaat op verschillende plaatsen in de school het geluid meten.

Wat heb je nodig?• decibelmeter• pen en papier

Hoe ga je het doen?• Schrijf van de plaats waar je het geluidsonderzoek gaat doen, eerst op wat je

verwachting is voor het geluidsniveau. Gebruik de tabel op de vorige pagina.• Ga naar die plaats toe. Bekijk de plaats en schrijf op welke geluidsbronnen aanwezig

zijn.• Meet de geluidssterktes voor een bepaalde tijd en schrijf de geluidssterktes in een

tabel.• Komt de geluidssterkte overeen met jullie verwachting?• In welke zone ligt jullie geluid? Is deze zone wenselijk voor die plaats?• Beschrijf je onderzoek in een onderzoeksverslag. Gebruik hiervoor de gele kaart

‘verslag maken’.

Geef een aantal voorbeelden van ‘gevaarlijk geluid’.2

Schat wat de geluidssterkte in het klaslokaal zal zijn.3

Page 48: k1m2 Hv Boekje

48 klas 1 module ‘Journalist’ context 3 hv

UITVOERINGWanneer je alles goed doorgelezen hebt, kun je aan de slag gaan. Voer het practicum uit zoals beschreven staat bij ‘Hoe ga je het doen?’.

AFRONDINGAls je dit onderzoek hebt uitgevoerd, kun je een verslag maken. Een verslag van een onderzoek maak je altijd op dezefde manier. Iemand die er niet bij is geweest, moet pre-cies kunnen begrijpen wat je allemaal hebt gedaan. Zorg er altijd voor dat je verslag er netjes uitziet. Hoe je een verslag maakt, staat beschreven op de gele kaart ‘verslag’ . Pak deze kaart achter uit je map en lees deze goed door!

Deze keer wordt je geholpen bij het maken van het verslag. Op de volgende pagina’s zie je een verslag dat al voor een deel gemaakt is. Sommige stukjes moet je nog invullen.Wanneer je klaar bent met je verslag, haal je het ingevulde verslag uit je map en lever je het in bij je docent!

Beschrijf in je verslag in ieder geval ook de volgende dingen: • Inleiding:

Welke locatie heb je onderzocht? Welke geluidsbronnen bevinden zich daar?

• Resultaten: Wat is de gemeten geluidssterkte?

• Discussie: Is deze geluidssterkte goed of te hard op deze plek? (In een zelfstudielokaal is het belangrijker dat het stil is dan in de pauze op de gang.)

Page 49: k1m2 Hv Boekje

49klas 1 module ‘Journalist’ context 3 hv

Verslag Geluidsonderzoek

Geluidsonderzoek

Naam:

Klas:

Datum:

Ik heb bij deze proef samengewerkt met:

Tip: plak hier een leuk plaatje! :)

Page 50: k1m2 Hv Boekje

50 klas 1 module ‘Journalist’ context 3 hv

2. Inleiding

In dit practicum hebben we onderzoek gedaan op/bij

naar geluid. Op/bij zijn de volgende geluidsbronnen

aanwezig: .

Van te voren dachten we dat het geluid op onze onderzoeklocatie heel hard / hard / nor-maal / zacht / heel zacht is.

3. OnderzoeksvraagHoe hard is het geluid op/bij ?

4. Hypothese (‘wat je verwacht’) Wat verwachtte jij als antwoord op de onderzoeksvraag?

5. WerkplanMateriaal

Werkwijze

Page 51: k1m2 Hv Boekje

51klas 1 module ‘Journalist’ context 3 hv

6. OnderzoeksresultaatGeef hieronder aan op welke locatie je hebt gemeten, welke geluidsbronnen er aanwezig waren en wat de geluidssterkte was.

7. Discussie en conclusie Wat ging goed en wat ging fout? Wat is het antwoord op de onderzoeksvraag?

Locatie Aanwezige geluids-bronnen

Geluidssterkte

Page 52: k1m2 Hv Boekje

52 klas 1 module ‘Journalist’ context 3 hv

Extra schrijfruimte