JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen

15
 Pulsar-Nask 2 Vmbo gt-3 Uitwerkingen Hoofdstuk 1 © Noordhoff Uitgevers bv 1 1 Stoffen 1.1 Stoffen herkennen 2 stofeigenschappen 3 D 4 kleur, geur 5 a Verschil: kleur, geur, smaak, etc. Overeenkomst: beide zijn vloeibaar. b Verschil: dichtheid, kleur, ijzer is magnetisch; koper niet. Overeenkomst: beide zijn vast, ze geleiden elektriciteit en warmte. 6 Elke stof kan een massa van 10 gram hebben. Aan de massa kun je dus niet herkennen welke stof het is.  Annemarie heeft gelijk. 7 geur, kleur, brandbaarheid, smaak 8 ruike n kleure nblind zien doofheid horen verkoudheid 9 gezichtbedrog 10 Ik zie allemaal cirkels. Wanneer je een passer zou gebruiken, zul j e merken dat hier alleen maar cirkels zijn getekend. Door het gebruik van verschillende kleuren en achtergronden zie je in de tekening spiralen. 11 laboratoriumjas Beschermt tegen stoffen die opspatten of tegen stoffen die op de werktafel liggen. bril Beschermt tegen opspattende stoffen. handschoenen Beschermt tegen gevaarlijke (bijtende, irriterende, giftige) stoffen. haarelastiek Zorgt ervoor dat je haar niet in de vlam van de brander komt.

Transcript of JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen

Page 1: JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen

5/9/2018 JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/jvb-nask2-t3h1-uitwerkingen 1/14

Pulsar-Nask 2 Vmbo gt-3 Uitwerkingen Hoofdstuk 1

© Noordhoff Uitgevers bv 1 

1 Stoffen

1.1 Stoffen herkennen

2 stofeigenschappen

3  D 

4 kleur, geur

5  a Verschil: kleur, geur, smaak, etc.

Overeenkomst: beide zijn vloeibaar.

b Verschil: dichtheid, kleur, ijzer is magnetisch; koper niet.

Overeenkomst: beide zijn vast, ze geleiden elektriciteit en

warmte.

6 Elke stof kan een massa van 10 gram hebben. Aan de massa

kun je dus niet herkennen welke stof het is.

Annemarie heeft gelijk.

7 geur, kleur, brandbaarheid, smaak

8 ruiken kleurenblind

zien doofheid

horen verkoudheid

9 gezichtbedrog

10 Ik zie allemaal cirkels. 

Wanneer je een passer zou gebruiken, zul je merken dat hier alleen maar 

cirkels zijn getekend. Door het gebruik van verschillende kleuren en 

achtergronden zie je in de tekening spiralen.

11 

laboratoriumjas Beschermt tegen stoffen die opspatten of tegen stoffen die op dewerktafel liggen.

bril Beschermt tegen opspattende stoffen.

handschoenen Beschermt tegen gevaarlijke (bijtende, irriterende, giftige) stoffen.

haarelastiek Zorgt ervoor dat je haar niet in de vlam van de brander komt.

Page 2: JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen

5/9/2018 JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/jvb-nask2-t3h1-uitwerkingen 2/14

Pulsar-Nask 2 Vmbo gt-3 Uitwerkingen Hoofdstuk 1

© Noordhoff Uitgevers bv 2 

12 Wanneer je eet of drinkt, kunnen (schadelijke) stoffen in je

lichaam komen. Deze schadelijke stoffen liggen op tafel of

zitten aan je handen.

13 Ze eet tijdens het practicum.

Haar laboratoriumjas is niet dicht.Ze heeft haar lange haren niet samengebonden.

Ze drinkt.

Er ligt brood op de tafel.

Ze heeft geen bril op terwijl een stof uit het bekerglas spat.

14 Het zwartgemaakte gezichtje is het juiste antwoord.a Een reageerbuis mag je niet verder vullen met vloeistof

dan voor 1/3e deel.    b Tijdens het verhitten van een reageerbuis moet je de opening

op jezelf richten. ☺   c Om je vingers niet te branden gebruik je een reageerbuisknijper.    

d Je mag een beetje stof uit een potje schudden. ☺   e Na gebruik van een stof moet je het potje afsluiten.    f Als je iets knoeit, ruim je dat na afloop van het practicum op. ☺   g Stoffen op je handen moet je direct afwassen.    h Doe tijdens een proef alleen wat in het voorschrift staat.    i Je kunt je tas overal in het lokaal neerzetten. ☺   

15

aanwezig? Waar in het lokaal? 

nooddouche

oogdouche

brandblusser

branddeken

Eigen antwoord 

16 Een stof kan worden opgenomen via de huid. Dat veroorzaakt

problemen als een stof gevaarlijk of giftig is.

17 Het zwartgemaakte gezichtje is het juiste antwoord.1 Erik leest eerst het practicumvoorschrift goed door.    2 Voordat hij de proef uitvoert, haalt hij alle benodigdheden op.    3 Omdat hij gewoon water verwarmt, doet Erik geen jas aan en geen bril op. ☺   4 Erik doet de reageerbuis halfvol water. ☺   5 Erik steekt de brander op de juiste manier aan.    6 Erik gebruikt een reageerbuisknijper.    7 Erik verwarmt het reageerbuisje in de gele vlam. ☺   8 Na de proef zet Erik het buisje in het reageerbuisrekje.    9 Erik beantwoordt de vragen in het activiteitenboek.    

10 Na de proef ruimt Erik de spullen op en zet alles weer terugwaar hij het gehaald heeft.    

11 Erik maakt de tafel schoon met een doek.    

Page 3: JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen

5/9/2018 JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/jvb-nask2-t3h1-uitwerkingen 3/14

Pulsar-Nask 2 Vmbo gt-3 Uitwerkingen Hoofdstuk 1

© Noordhoff Uitgevers bv 3 

1.1 Test jezelf

1  a Stoffen herken je aan de stofeigenschappen. Bijvoorbeeld

geur, kleur, smaak en brandbaarheid.

b Je kunt niet altijd vertrouwen op je zintuigen.

c Tijdens een proef moet je jezelf beschermen. Draag altijdeen jas. Bind je lange haren op als je met vuur werkt.

Voordat je iets verwarmt, zet je een veiligheidsbril op.

d Je doet veilig practicum als jij je houdt aan de

veiligheidsvoorschriften. Doe geen andere proeven dan de

proeven die je moet doen. Veilig werken betekent ook dat je

weet waar de noodvoorzieningen zijn.

2 Voorbeelden van goede antwoorden zijn:

geur, kleur, smaak, brandbaarheid, dichtheid, geleidbaarheid,

oplosbaarheid.

3 gezichtsbedrog

4 Het zwartgemaakte gezichtje is het juiste antwoord.a Mensen nemen waar met hun zintuigen.    

b In de scheikunde mag je proeven. ☺   

c Als je een proef doet, hoef je niet beschermd te worden. ☺   

d Een bril beschermt tegen opspattende stoffen.    

e Tijdens een practicum moet je altijd de veiligheidsregels kennen.    

5 1 Ze dragen een laboratoriumjas.

2 Ze dragen een veiligheidsbril.

3 Ze gebruiken een reageerbuisknijper.

6  a voor 1/3e gevuld.

b spatel / lepel

c moet je je handen meteen wassen.

d voorschrift

e ruim je alles netjes op.

1.2 Zuivere stoffen en mengsels

2  a twee of meer stoffen door elkaar.b één stof.

3 lucht, sinaasappelsap, wijn, bier, ranja, beton

4  B 

Page 4: JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen

5/9/2018 JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/jvb-nask2-t3h1-uitwerkingen 4/14

Pulsar-Nask 2 Vmbo gt-3 Uitwerkingen Hoofdstuk 1

© Noordhoff Uitgevers bv 4 

5

6  C 

7  C 

8

9  a smeltpunt

b … verdampen … temperatuur …

10  a na 20 minuten

b 15 minuten

Het smelten begint na 20 minuten. Na 35 minuten is alles gesmolten.

c 52 °C

d Waarschijnlijk paraffine.

52 °C is gelijk aan 325 K (zie tabel 1). Uit tabel 15 kun je dan bij 

smeltpunt aflezen welke stof het is.

e zie volgende pagina.

Het is dezelfde stof; dus is het smeltpunt hetzelfde. De tijdsduur van 

het gehele proces is waarschijnlijk langer dan in de tekening. De 

warmteafgifte per tijdseenheid is meestal kleiner dan bij verwarmen. 

Page 5: JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen

5/9/2018 JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/jvb-nask2-t3h1-uitwerkingen 5/14

Pulsar-Nask 2 Vmbo gt-3 Uitwerkingen Hoofdstuk 1

© Noordhoff Uitgevers bv 5 

11 

temperatuur elektrisch signaal grafiek 

temperatuur- sensor   computer 

12 

smeltpunt stolpunt

mengsel

kooktraject smelttraject

zuivere stof

kookpunt stoltraject

13  a + b 

c Zeewater is een mengsel , want de temperatuur verandert 

tijdens het bevriezen .

d Het stoltraject van zeewater is -1 °C tot -5 °C.

Page 6: JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen

5/9/2018 JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/jvb-nask2-t3h1-uitwerkingen 6/14

Pulsar-Nask 2 Vmbo gt-3 Uitwerkingen Hoofdstuk 1

© Noordhoff Uitgevers bv 6 

1.2 Test jezelf

1  a Een mengsel bestaat uit twee of meer stoffen door elkaar.

Een zuivere stof bestaat uit één stof.

b Je maakt een temperatuur-tijd-diagram. Bij een zuiver stof

blijft de temperatuur bij een faseovergang gelijk. Dezetemperatuur heet smeltpunt, stolpunt of kookpunt.

c Een mengsel heeft een smelttraject, stoltraject of

kooktraject. Bij de faseovergangen smelten en koken neemt

de temperatuur langzaam toe. De temperatuur neemt

langzaam af tijdens het stollen.

2 smeltpunt, één soort molecuul, suiker

3 smelttraject, twee soorten moleculen, ranja 

4  a smeltpunt.

b mengsel 

c temperatuur 

d temperatuursensor 

5

1.3 Mengsels 

2  a helder

b kleur

3  B 

4 De oplosbaarheid van een stof is het aantal gram van een stofdat maximaal in één liter water kan oplossen. 

5 … vloeistoffen … beter …

… gassen …oplosbaarheid … temperatuur

6  D 

7 Ja … het mengsel is helder.

Page 7: JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen

5/9/2018 JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/jvb-nask2-t3h1-uitwerkingen 7/14

Pulsar-Nask 2 Vmbo gt-3 Uitwerkingen Hoofdstuk 1

© Noordhoff Uitgevers bv 7 

8  a 

: 1000 × 100

water 1 L (= 1000 mL) 1 mL 100 mL

ijzersulfaat 156 g 0,156 g 15,6 g

: 1000 × 100

Je kunt maximaal 15,6 gram ijzersulfaat oplossen in 100 mL water.

: 1000  × 450 

water 1 L (= 1000 mL) 1 mL 450 mL

ijzersulfaat 156 g 0,156 g 70,2 g

: 1000  × 450 

Je kunt maximaal 70,2 gram ijzersulfaat oplossen in 450 mL water.

: 156  × 80 

water 1000 mL 6,41 mL 512,8 mL

ijzersulfaat 156 g 1 g 80 g

: 156  × 80 

Je hebt minimaal 512,8 mL water nodig om 80 g ijzersulfaat tekunnen oplossen.

9  a Een suspensie is altijd troebel.  b Een suspensie is niet altijd gekleurd ☺ 

Een suspensie is altijd gekleurd.

c Een emulsie is een vaste stof die niet goed mengt met een vloeistof. ☺ 

Een emulsie is een vloeistof die niet goed mengt met een vloeistof.

d Een suspensie ontmengt als je de suspensie een poosje laat staan.  e Een emulsie heeft altijd een kleur.  

f Een emulgator helpt water en olie met elkaar mengen.

 g Als je een suspensie een poosje laat staan, zakt de vloeistof naar de bodem. ☺ 

Als je een suspensie een poosje laat staan, zakt de vaste stof naar de bodem.

10  a een kleinere dichtheid heeft dan water.

1 cm 3 

olie is minder zwaar dan 1 cm 3 

water. 

b

gekleurd

vaste stof + vloeistof

ontmengt suspensie

vloeistof + vloeistof

zakt naar de bodem emulsie troebel

olie drijft bovenop

Page 8: JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen

5/9/2018 JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/jvb-nask2-t3h1-uitwerkingen 8/14

Pulsar-Nask 2 Vmbo gt-3 Uitwerkingen Hoofdstuk 1

© Noordhoff Uitgevers bv 8 

12 D 

13

legering gemende metalen toepassing 

brons koper en tin munten, beelden, kerkklokken

messing koper en zink waterkranensoldeer tin en lood metalen solderen

14 a

mengsel omschrijving 

schuim Schuim is een gasvormige stof dat niet oplost in een vloeibare stof.

nevel Nevel is een vloeibare stof die fijn verdeeld is in een gasvormige stof.

rook Rook is een vaste  stof gemengd met een gasvormige stof. 

suspensie Een suspensie is een vaste stof die niet oplost in een vloeibare  stof.

emulsie Een emulsie is een vloeibare  stof die niet oplost in een vloeibare  stof.

mengsel voorbeeld 

schuim de schuimkraag op bier in een glas, slagroom

nevel mist

rook smog

suspensie krijt in water; zand in water

emulsie melk, mayonaise, advocaat, yoghurt, mosterd

1.3 Test jezelf

1  a Oplossingen zijn heldere mengsels van een oplosmiddel

met een andere stof. Een oplossing kan kleurloos of

gekleurd zijn. De oplosbaarheid geeft aan hoeveel gram

stof maximaal oplost in 1 liter water.

b Een suspensie is een mengsel van kleine deeltjes van een

vaste stof en water. Een emulsie is een mengsel van twee

vloeistoffen die niet in elkaar oplossen. Voor een emulsie is

een emulgator nodig. Een suspensie en een emulsie zijn

altijd troebel en gekleurd.

c Een legering is een mengsel van twee metalen. Schuim is

een fijn verdeeld gas in een vloeistof. In rook zweven kleine

vaste deeltjes in een gas. Een nevel is een vloeistof die fijn

verdeeld is in een gas.

2 helder, soms een kleur, stof opgelost in oplosmiddel

3 altijd gekleurd, vaste stof zinkt naar de bodem, troebel

Page 9: JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen

5/9/2018 JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/jvb-nask2-t3h1-uitwerkingen 9/14

Pulsar-Nask 2 Vmbo gt-3 Uitwerkingen Hoofdstuk 1

© Noordhoff Uitgevers bv 9 

4

schuim een mengsel van twee metalen

nevel een gas verdeeld in een vloeistof

legering vaste deeltjes verdeeld in een gas

rook een vloeistof fijn verdeeld in een gas

5 a Een emulsie ontmengt na verloop van tijd. Hierbij ontstaan

twee vloeistoflagen.

Romano heeft gelijk.

b emulgator

c Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: mayonaise,

mosterd, melk, yoghurt, advocaat

1.4 Mengsels scheiden

3  a 1 Vouw het filter twee maal dubbel.

2 Zet de trechter in de reageerbuis.3 Doe het filter in de trechter. Plak het filter vast.

4 Schenk een beetje troebel water op het filter.

5 Wacht tot het water door het filter is gezakt.

6 Herhaal de laatste twee stappen.

b filter

4 1 suspensie

2 filter met residu

3 filtraat

5 a Zout kun je oplossen in water.    b Suiker lost niet op in water. ☺   

c Een oplossing is helder.    

d Door filtreren scheid je de opgeloste stoffen van het water. ☺   

e Het residu gaat door het filter. ☺   

f Het filtraat is altijd helder.    

g Vaste deeltjes hebben een grotere dichtheid dan water

en zinken naar de bodem.    

h Je moet eerst afschenken en dan gaan bezinken. ☺   

i Cola is een voorbeeld van een suspensie. ☺   

j Door een verschil in stofeigenschappen kun je een mengsel

scheiden.

 

 

Page 10: JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen

5/9/2018 JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/jvb-nask2-t3h1-uitwerkingen 10/14

Pulsar-Nask 2 Vmbo gt-3 Uitwerkingen Hoofdstuk 1

© Noordhoff Uitgevers bv 10 

6 kookpunt

7 ... koken.

… vaste stof

… residu (zout).

8 a  A

b B

9 Zie de figuur hiernaast.

10  a ja

b nee

c ja

d nee

Het water verdampt in de lucht. Je zou het water dan moeten 

opvangen. Waterproductie uit zeewater gebeurt door destillatie. 

11  a destilleren

b indampen

c filtreren / indampen

Indampen duurt veel langer. 

12 

13 … fracties.… fracties … kooktraject.

… fractie …mengsel …

… lager …

14 D L I D E S T I L L A A T B R R O R W Z

W U Y F I L T R A A T N E K N I Z E B Q

N E R E R T L I F I N D A M P E N S M N

L O V P F K W W J H K W V Q G V M I H Z

A D W P D D E S T I L L E R E N F D P R

E I Z U J F A N E K N E H C S F A U Y P

Page 11: JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen

5/9/2018 JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/jvb-nask2-t3h1-uitwerkingen 11/14

Pulsar-Nask 2 Vmbo gt-3 Uitwerkingen Hoofdstuk 1

© Noordhoff Uitgevers bv 11 

1.4 Test jezelf

1  a Een suspensie kun je scheiden door gebruik te maken van

het verschil in deeltjesgrootte. Ook kun je een suspensie

scheiden door gebruik te maken van de dichtheid van de

deeltjes. Dit heet bezinken en afschenken.b Bij indampen maak je gebruik van het verschil in kookpunt.

De stof met het laagste kookpunt verdampt eerst. Bij

indampen scheid je een vloeistof van een opgeloste vaste

stof.

c Bij destilleren vang je de vloeistof op die het eerst kookt.

Deze vloeistof heet het destillaat. Bij destilleren maak je ook

gebruik van het verschil in kookpunt.

2 filtreren verschil in kookpunt, vloeistof wordt opgevangen

indampen verschil in deeltjesgrootte

destilleren verschil in kookpunt, de vloeistof verdwijnt

3  a niet waar

b waar

c waar

d waar

Een oplossing wordt meestal ingedampt. 

4 condenseren, verdampen

5  a Zie de figuur hiernaast.

b Zie figuur.

c Zie figuur.

1.5 Extraheren en adsorberen

2  C 

3 a De juiste volgorde is:P Je doet water bij een mengsel van zand en zout.

R Je laat het zout oplossen.

I Je filtreert het mengsel.

M Je dampt de oplossing in.

A Je haalt het zand van het filter en het zout uit de indampschaal.

b PRIMA

4 Wanneer je jood en zout met alcohol mengt, lost het jood op.

Als het zout eruit gefilterd is, dan is het jood nog opgelost in de

alcohol. Je moet dus indampen om de vaste stof jood in

handen te krijgen.Jannie heeft gelijk.

Page 12: JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen

5/9/2018 JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/jvb-nask2-t3h1-uitwerkingen 12/14

Pulsar-Nask 2 Vmbo gt-3 Uitwerkingen Hoofdstuk 1

© Noordhoff Uitgevers bv 12 

5 Er wordt water in de zoutlaag geperst. Het zout lost op in het

water. Het zoute water wordt omhoog gepompt. Daarna wordt

het zoute water (pekel) ingedampt. Het water verdampt en het

zout blijft achter.

6 Het zwartgemaakte gezichtje is het juiste antwoord.a Je kunt water of alcohol als extractiemiddel gebruiken.    

b Als je alcohol bij het mengsel doet, dan lost het zout op. ☺   

c Je doet water bij het mengsel. Daarna filtreer je het mengsel.

Het zout blijft dan op het filter achter. ☺   

d Als je na de scheiding het opgeloste zout gaat indampen,

dan is het zout het extract.    

7 Bij extraheren doe je een vloeistof  bij een mengsel van twee 

vaste stoffen . Van de twee stoffen in het mengsel lost de ene 

stof wel op en de andere niet .

Het oplosmiddel heet extractiemiddel . Het ontstane mengselwordt daarna gefiltreerd. Na indampen van het filtraat houd je

het extract  over.

8 Sjakira doet water bij (fijngemalen) rozenblaadjes.

Ze laat de geurstoffen oplossen.

Ze filtreert het mengsel.

Daarna dampt ze de oplossing in.

Op het filter liggen de rozenblaadjes. Het extract is haar

parfum.

9  a Het adsorptiemiddel bindt de opgeloste stof aan hetoppervlakte van het adsorptiemiddel.

b Norit adsorbeert de schadelijke stof in je maag en in je

darmen.

10  C 

11 … norit … geurstof …

… adsorptiemiddel …

… hechten …

12 extractiemiddel koffiefilter water

extract koffiefilter

Page 13: JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen

5/9/2018 JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/jvb-nask2-t3h1-uitwerkingen 13/14

Pulsar-Nask 2 Vmbo gt-3 Uitwerkingen Hoofdstuk 1

© Noordhoff Uitgevers bv 13 

13

14  a Een rondje is kleurloze cola .

Een zwart puntje is kleurstof .

Een zwart driehoekje is koolstof . b In situatie 1 heb je de gewone cola.

c In situatie 2 wordt koolstof bij de cola gevoegd. De kleurstofhecht zich aan de koolstof.

d In situatie 3 wordt het mengsel gefiltreerd. De koolstof met

aangehechte koolstof blijft achter op het filter (residu). De

kleurloze cola zit in het bekerglas (filtraat).

1.5 Test jezelf 

1 a Bij extraheren scheid je twee vaste stoffen door de ene stof

op te lossen en de andere niet. Je gebruikt daarbij een

extractiemiddel. Bij extraheren maak je gebruik van eenverschil in oplosbaarheid. Na extraheren moet je meestal

filtreren en indampen.

b Bij adsorberen verwijder je een kleine hoeveelheid

vervuilende stof uit een mengsel. Adsorberen lukt alleen als

de ene stof zich beter hecht aan het adsorptiemiddel dan de

andere stof. Na adsorptie moet je altijd filtreren.

2 water, zand en zout, filtreren, indampen

3 a adsorberen

b koolstof / actieve koolc c – a – b

d Nee, de kleurstof hecht zich aan het oppervlakte van het

adsorptiemiddel. Als het hele oppervlakte vol zit met

kleurstof, moet je het adsorptiemiddel op het filter

vervangen.

Page 14: JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen

5/9/2018 JvB NASK2 T3H1 Uitwerkingen - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/jvb-nask2-t3h1-uitwerkingen 14/14

Pulsar-Nask 2 Vmbo gt-3 Uitwerkingen Hoofdstuk 1

© Noordhoff Uitgevers bv 14 

4 extraheren kookpunt

filtreren deeltjesgrootte

bezinken / afschenken aanhechting

absorberen oplosbaarheiddestilleren dichtheid

Examentraining 

1  B 

2  B 

3  B 

4  D 

5 Voorbeelden van goede antwoorden zijn:

- Hij had een laboratoriumjas aan moeten doen.

- Hij moet een veiligheidsbril dragen.

- De rondbodemkolf op de achtergrond is niet afgesloten.

- Op de tafel ligt een onafgeschermde vaste stof. Deze moet

eerst worden opgeruimd of opgeborgen.

- hij moet handschoenen aan doen. De stoffen zijn gevaarlijk

(gaten in kleren en plekken op zijn handen).

- De huisdieren mogen niet aanwezig zijn.

6  B

7 A

8 C

9  B

10 B

11 A

12 B

13 A

14 B