JvB NASK1 T4H9 Uitwerkingen
Transcript of JvB NASK1 T4H9 Uitwerkingen
5/9/2018 JvB NASK1 T4H9 Uitwerkingen - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/jvb-nask1-t4h9-uitwerkingen 1/13
Pulsar nask 1 vmbo-kgt 4 uitwerkingen © 2008 Noordhoff Uitgevers bv 43
9 Straling
9.1 Elektromagnetische straling
1 B In de lucht en in de grond zitten ook radioactieve stoffen
2 Elektromagnetische straling is een magnetische trilling die zich met
een snelheid van het licht verplaatst.
3 lichtsnelheid = 300 000 km/s
t = 8 min = 8 × 60 = 480 s.
afstand = lichtsnelheid × tijd = 300 000 × 480 = 144 000 000 km
4 afstand = lichtsnelheid × tijd
6,15·1016 = 300 000 × tijd
tijd = 6,15·1016
/ 300 000 = 2,05 ·1011
secondenHet licht is ongeveer 6500 jaar onderweg.
5 1 radiogolven
2 infrarood
3 zichtbaar licht
4 ultraviolet
5 röntgenstraling
6 gammastraling
6 a violet
b microgolven
c radio, televisie en gsm
d gammastraling
7
8 Infrarode straling kan levend weefsel beschadigen.
Röntgenstraling bevat veel energie.
Radiostraling is een vorm van ioniserende straling.
Ultraviolette straling is een vorm van ioniserende straling.
Een radioactieve stof zendt altijd ioniserende straling uit.
Infraroodstraling bevat meer energie dan ultraviolette straling.
5/9/2018 JvB NASK1 T4H9 Uitwerkingen - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/jvb-nask1-t4h9-uitwerkingen 2/13
Pulsar nask 1 vmbo-kgt 4 uitwerkingen © 2008 Noordhoff Uitgevers bv 44
9 belichtingsmeter zichtbaar licht
radio radiostraling
huid infrarood
ogen zichtbaar licht
Geiger-Müllerbuis ioniserende straling
warmtecamera infrarood
radar radiostraling
gsm-telefoon radiostraling
beeldchip zichtbaar licht
10 a achtergrondstraling
b vanuit de aardkorst, het heelal of voorwerpen in je omgeving
11 a Op de top van een berg ben je dichter bij het heelal, waar veel
radioactieve straling vandaan komt.
b Geiger-Müllerbuis
c beschadigingen van lichaamscellen, bijvoorbeeld in de huid
d zichtbaar licht
12
9.1 Test jezelf
1 Groen: UV, achtergrondstraling, infrarood, zonlicht,
gammastraling
Blauw: Geiger-Müllerbuis, magnetron, zonnebank, lichtmeter
G A M M A S T R A L I N G
O
U R A D I O S T R A L I N G
L O A F
T I O N I S E R E N D R T I
A G O
V E I N F R A R O O D
I N C
O S T S
L I C H T S N E L H E I D L P
E R E I E
T A F C C
L H T
B E L I C H T I N G S M E T E R
N U G E V A A R L I J K M
5/9/2018 JvB NASK1 T4H9 Uitwerkingen - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/jvb-nask1-t4h9-uitwerkingen 3/13
Pulsar nask 1 vmbo-kgt 4 uitwerkingen © 2008 Noordhoff Uitgevers bv 45
2
elektromagnetisch spectrum instrument om elektromagnetische
straling te meten
radioactieve stof kan veranderingen in atomen en
moleculen veroorzaken
achtergrondstraling stof die ioniserende straling uitzendt
Geiger-Mullerbuis 300 000 km/s
ioniserende straling straling op aarde afkomstig uit de
ruimte
snelheid van
elektromagnetische straling
overzicht van soorten straling
3 1 gammastraling
2 röntgenstraling
3 ultraviolet
4 licht
5 infrarood
6 radiogolven
9.2 Nuttig gebruik van straling
1 C 40
2 a Om zichzelf te beschermen tegen de (schadelijke)
röntgenstraling.
b De patiënt staat maar heel even bloot aan de straling.
3 bot spierweefsel wang kroon tandvlees
tanden beugel kleding loden schort leer
4 a wit
b een vulling
c volwassene, want alle tanden zijn al gewisseld,er is geen melkgebit zichtbaar
5 zichtbaar zijn: onderkaak, sleutels, mes
6 a B
b Botten laten de röntgenstraling moeilijk door. Op plekken waar
geen straling komt, blijft de plaat wit.
c Het bot bij nummer 1, want deze plek is niet zo wit als bij plek 3.
Hoe meer straling er wordt doorgelaten, hoe donkerder het er
uit ziet op een röntgenfoto.
7 De tracer moet straling uitzenden. Deze straling gaat door het
lichaam heen en kan buiten het lichaam weer worden opgevangen.
5/9/2018 JvB NASK1 T4H9 Uitwerkingen - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/jvb-nask1-t4h9-uitwerkingen 4/13
Pulsar nask 1 vmbo-kgt 4 uitwerkingen © 2008 Noordhoff Uitgevers bv 46
8 rood: darmbloeding, schildklier, hartinfarct, bloedbaan
9 a Bijvoorbeeld: er wordt gebruikgemaakt van (ioniserende}
straling.
b Bij een röntgenfoto wordt het lichaam van buitenaf bestraald.
Bij een tracer komt de straling van binnen uit het lichaam
10 In de delen die niet doorbloed zijn, kan de tracer niet komen.
Uit deze delen komt dus geen straling.
In de delen die wel goed doorbloed zijn, kan de tracer wel komen.
Hier komt dus wel straling vanaf.
11 a Lichaamscellen die zich ongeremd delen. Hierdoor ontstaat een
gezwel, dat goedaardig of kwaadaardig kan zijn.
b De straling maakt de cellen van de tumor kapot, waardoor de
groei stopt.
c Alleen de tumor moet bestraald worden. Anders worden ook
gezonde cellen kapotgemaakt.
12
radioactieve pillen slikken
onder een bestralingsapparaat liggen uitwendige bestraling
injectie met een radioactieve stof inwendige bestraling
radioactieve stof komt niet in je lichaam
13 a waar
b niet waar
c waar
d niet waar e waar
f waar
14 Sommige tumoren zijn van buitenaf moeilijk te bestralen, omdat er
te veel gezond weefsel omheen zit. Bij inwendige bestraling blijft
de bestraling beperkt tot een klein gebied.
15 a De cellen van de schimmels en de bacteriën worden door de
straling kapotgemaakt.
b Nee, want het fruit en de kruiden bevatten geen radioactieve
stoffen. Ze zijn alleen bestraald. De straling is er doorheengegaan.
9.2 Test jezelf
1 Sommige dingen kun je niet rechtstreeks met het oog zien. Je
kunt ze met straling onderzoeken. Een voorbeeld daarvan is het
maken van röntgenfoto’s. Zachte weefsels laten röntgenstraling
goed door.
Botten en tanden laten röntgenstraling slecht door.
Waar de röntgenstraling slecht wordt doorgelaten, blijft de
fotografische plaat wit. Organen kun je onderzoeken met een tracer.
5/9/2018 JvB NASK1 T4H9 Uitwerkingen - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/jvb-nask1-t4h9-uitwerkingen 5/13
Pulsar nask 1 vmbo-kgt 4 uitwerkingen © 2008 Noordhoff Uitgevers bv 47
Dat is een radioactieve stof die je inneemt of ingespoten krijgt.
Via de straling van de tracer kan de plaats waar de tracer zich
bevindt zichtbaar gemaakt worden.
Bij kanker gaan cellen in je lichaam zich ongeremd delen. Er
ontstaat een tumor.
Door straling op de cellen in de tumor te richten, kan men dezecellen doden. Bestraling van buitenaf heet uitwendige bestraling.
Bestraling door het inspuiten van radioactieve stoffen heet
inwendige bestraling.
2 Voorbeeld van een antwoord:
nuttige toepassing van
straling alternatief
1 röntgenfoto bij douanealle vrachtcontainers openmaken en de
inhoud controleren
2 röntgenfoto bij tandartswachten tot gaatjes groter worden en ze
met het oog zichtbaar zijn
3kankerbestrijding met
inwendige bestralingopereren
4kankerbestrijding door
uitwendige bestralingopereren
5 onderzoek met een tracer het voorwerp openmaken / de persoon
opereren
3 B Als een zwart lijntje.
4 De riolering kan nu eenvoudig en snel gecontroleerd worden: op
plekken waar van buitenaf straling gemeten wordt, zit een lek.
Bij bestraling van buitenaf zouden eerst alle rioolbuizen
uitgegraven moeten worden.
9.3 Atomen: bron van radioactiviteit
1 D 300 000 000 000 000 000 (= 300 biljard moleculen)
2
3
stof symbool massagetal aantal protonen aantal neutronen
koolstof C 12 6 6
lood Pb 208 82 126
waterstof H 1 1 0
zilver Ag 107 47 60
zink Zn 64 30 34
protonen
in de atoomkern
neutronenbewegen rond de atoomkern
elektronen
5/9/2018 JvB NASK1 T4H9 Uitwerkingen - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/jvb-nask1-t4h9-uitwerkingen 6/13
Pulsar nask 1 vmbo-kgt 4 uitwerkingen © 2008 Noordhoff Uitgevers bv 48
4 Groen:
Het aantal protonen bepaalt de atoomsoort.
Het aantal protonen wordt ook wel ‘atoomnummer’ genoemd.
Het aantal protonen + neutronen heet ‘massagetal’.
Elektronen zijn veel lichter dan protonen.
5
atoomsoort symbool atoomnummer atoommassa
waterstof H 1 1,0
stikstof N 7 14,0
zuurstof O 8 16,0
aluminium Al 13 27,0
chloor Cl 17 35,5
kalium K 19 39,1
broom Br 35 79,9
kwik Hg 80 200,6
lood Pb 82 207,2
kleine
massa
grote
massa plutonium Pu 94 244,0
6 a 15 protonen
b 15 elektronen
c 31 - 15 = 16 neutronen
d Fosfor
7 B evenveel protonen, maar een verschillend aantal neutronen
8 1 koolstof (= 6 protonen)
2 stikstof (= 7 protonen)
9 A koolstof-12 D koolstof-13
B stikstof-16 E stikstof-14
C koolstof-14 F stikstof-16
10 C uit de kern van het atoom
11 Plutonium-239 heeft 94 protonen en 145 neutronen.
Er gaat een deeltje met 2 protonen en 2 neutronen weg.Er blijft dus over: 92 protonen en 143 neutronen.
Dit is Uranium-235.
12 a waar
b waar
c niet waar
13 Er vervallen 153 kernen per seconde.
5/9/2018 JvB NASK1 T4H9 Uitwerkingen - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/jvb-nask1-t4h9-uitwerkingen 7/13
Pulsar nask 1 vmbo-kgt 4 uitwerkingen © 2008 Noordhoff Uitgevers bv 49
14
9.3 Test jezelf
1 a waar
b niet waar
c niet waar
d waar
e waar
f niet waar
g waar
h niet waar
2 a In de kern 3 bolletjes rood kleuren.
b De overige 4 bolletjes van de kern zijn groen gekleurd.
c Drie bolletjes die om de kern heen draaien zijn blauw gekleurd.
3
Waterstof-3
In de kern:
1 rood bolletjeen 2 groene
bolletjes.
Om de kern:
1 blauw bolletje.
Helium-3
In de kern:
2 rode bolletjesen 1 groen
bolletje.
Om de kern:
2 blauwe
bolletjes.
Koolstof-12
In de kern:
6 rode bolletjeen 6 groene
bolletjes.
Om de kern:
6 blauwe
bolletjes.
4 Wanneer een kern vervalt, ‘brokkelt’ er een stukje van de kern af.
Na het vervallen van de kern kan het aantal protonen in de kern
veranderd zijn. Er is dan een andere atoomsoort ontstaan.
alfastraling
bètastraling
gammastraling α
β
γ
twee protonen entwee neutronen
elektronen
energierijkeelektromagnetischestraling
grotere, zwaredeeltjes
kleinere,lichtere deeltjes
5/9/2018 JvB NASK1 T4H9 Uitwerkingen - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/jvb-nask1-t4h9-uitwerkingen 8/13
Pulsar nask 1 vmbo-kgt 4 uitwerkingen © 2008 Noordhoff Uitgevers bv 50
5
soort straling wat is het?
alfastraling deeltjes bestaande uit 2 protonen en 2 neutronen
bètastraling elektronen
gammastraling energierijke elektromagnetische straling
9.4 Eigenschappen van ioniserende straling
1 B De tegel is nu voor driekwart nat.
2 C het aantal elektronen van het atoom
3 Blauw gekleurd: bètastraling, ultraviolet, alfastraling,
röntgenstraling, gammastraling.
4 Het doordringend vermogen hangt af van de soort straling.
Het doordringend vermogen hangt af van de stof waar de
straling op valt.
De dracht van gammastralen in beton is 100 cm.
De dracht van alfastraling is 100 Bq.
5 a alfastraling
b bètastraling
c gammastraling
6 a Alfa- en bètastraling gaan niet door je lichaam heen.
b De dracht van gammastraling is in menselijk spierweefsel groter
dan in goud.
7 a Om te voorkomen dat de straling ook door haar lichaam gaat.
b Nee, alfastraling gaat niet door de huid heen.
(Het is wel verstandig om enige afstand te houden en na afloop
onder andere je handen goed te wassen.)
8 De halveringsdikte is groter als het materiaal dichter is.
De halveringsdikte is afhankelijk van de soort straling en het
soort materiaal.
Hoe groter de dichtheid van een stof, hoe kleiner de
halveringsdikte. De halveringsdikte is de dikte van het materiaal dat 50% van
de straling tegenhoudt.
De halveringsdikte is kleiner als de straling meer energie
bevat.
Hoe dik je een muur ook maakt, er gaat altijd straling
doorheen.
9 2 x 15 cm = 30 cm
10 a dikte van de laag lood (mm) 0 0,11 0,22 0,33 0,44 0,55 0,66 0,77 0,88
doorgelaten straling (%) 100 50 25 12,5 6,25 3,13 1,56 0,78 0,39
5/9/2018 JvB NASK1 T4H9 Uitwerkingen - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/jvb-nask1-t4h9-uitwerkingen 9/13
Pulsar nask 1 vmbo-kgt 4 uitwerkingen © 2008 Noordhoff Uitgevers bv 51
b De loden wand moet ongeveer 0,77 mm dik zijn, want dan
wordt er nog slechts 0,78% doorgelaten.
11 a
tijd ( jaar) aantal stabiele kernen
0 0 14 20
28 30
42 35
b
c Iedere 14 jaar halveert het aantal niet-stabiele kernen. De
halveringstijd is dus 14 jaar.
12 a 45 dagenb IJzer-59 (Fe-59) (BINAS tabel 29)
13 In de halveringstijd vervalt de helft van het aantal instabiele
kernen.
9.4 Test jezelf
1 Ioniserende straling kan atomen veranderen in ionen.
2
alfastraling groot doordringend vermogen
gammastraling zeer groot doordringend vermogen
bètastraling klein doordringend vermogen
5/9/2018 JvB NASK1 T4H9 Uitwerkingen - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/jvb-nask1-t4h9-uitwerkingen 10/13
Pulsar nask 1 vmbo-kgt 4 uitwerkingen © 2008 Noordhoff Uitgevers bv 52
3 a 24 seconden
b
c bètastraling (BINAS tabel 29)
d Er is dan nog 10% van de Ag-110 atomen over.
Aflezen in de grafiek: ongeveer 80 dagen.
9.5 Stralingsbescherming
1 C Dat maakt helemaal niets uit! Je krijgt nog steeds dezelfde
hoeveelheid straling en dus dezelfde schade.
2 Als straling op een cel valt, zal de cel de straling absorberen.
De straling kan de cel beschadigen.
De cel kan dan doodgaan of zich te snel delen.
In dit laatste geval ontstaat er een tumor .
3 a tweemaal een vliegreis 0,04 mSv
foto bij tandarts 0,05 mSv
Bij de tandarts krijg je meer straling.
b vliegreis (heen en terug) + skivakantie + televisie + eten =
0,04 + 0,03 + 0,02 + 0,4 = 0,49 mSvc Minstens 80 maal de jaarlijkse achtergrondstraling:
80 x 2 = 160 mSv.
4 a 4 mSv
b 10 mSv
c Zonder scan zou je niet zo gemakkelijk te weten kunnen komen
wat er mis is met een patiënt. Bovendien levert de opgelopen
dosis een verhoogd risico, maar er hoeft nog steeds niets mis
te gaan. Het risico van een scan is veel kleiner dan het risico
van een ernstige ziekte of aandoening.
5/9/2018 JvB NASK1 T4H9 Uitwerkingen - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/jvb-nask1-t4h9-uitwerkingen 11/13
Pulsar nask 1 vmbo-kgt 4 uitwerkingen © 2008 Noordhoff Uitgevers bv 53
kerncentrale
radioactief afval
ondergrondse opslag bovengrondse opslag
elektriciteit
5
6 C inwendige besmetting
7 a Je zou besmet kunnen raken doordat radioactief materiaal op jehanden of elders op je huid terecht kan komen.
Bovendien kunnen aan stofdeeltjes in de lucht zich gemakkelijk
radioactieve stoffen hechten. Deze zou je kunnen inademen.
b Iedereen draagt speciale pakken, schoenen, handschoenen,
mondkapjes en mutsen en zoveel mogelijk taken worden door
machines uitgevoerd.
8 De koepel is een sterke constructie die bij een ongeluk de
radioactieve stoffen binnen de centrale moet houden.
9
10 a Ze wilden een transport van radioactief afval tegenhouden.
b Als de afvalvaten gaan lekken, komen er radioactieve
materialen in het water terecht. Door de stroming van het water kan het radioactief materiaal over een groot gebied verspreid
worden. Het leven in zee kan radioactief besmet raken en
uiteindelijk ook de mensen.
c Geiger-Müllerbuis
11 Groen:
a Ziekenhuizen produceren meer radioactief afval dan
kerncentrales.
c Straling van radioactief afval is even gevaarlijk als straling van
een atoombom.
f Radioactief afval met een korte halveringstijd is niet gevaarlijk.
h In een kerncentrale wordt stroom opgewekt met een
stoomturbine.
5/9/2018 JvB NASK1 T4H9 Uitwerkingen - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/jvb-nask1-t4h9-uitwerkingen 12/13
Pulsar nask 1 vmbo-kgt 4 uitwerkingen © 2008 Noordhoff Uitgevers bv 54
9.5 Test jezelf
1 1 De cel kan doodgaan.
2 Er kan een tumor ontstaan.
2 – de duur van de straling – deafstand tot de radioactieve stof
– detussenstof tussen jou en de bron
3 a radioactief afval
b Er komt per seconde veel straling vanaf.
c Het duurt heel lang voordat de radioactieve stof is verdwenen.
d 1 bovengrondse opslag
2 ondergrondse opslag
4 Het materiaal ondergronds opslaan in zout- en kleilagen.
5 Radioactief afval heeft over het algemeen een grote halveringstijd.Je moet soms heel lang wachten voordat het materiaal een
activiteit heeft gekregen die veilig is voor de omgeving.
EXAMENTRAINING
1
röntgenfoto mobiele telefoon
microgolven ziekenhuis
ultraviolet spectrum
radiogolven alfa-, bèta- en gammastraling
licht dracht
Ioniserende straling magnetron
kleuren van de regenboog atoomkern
protonen en neutronen zien
doordringend vermogen blacklight bij een disco
Instabiele atoomkern radioactiviteit
2 a Het uit elkaar vallen van een instabiele atoomkern.
Bij radioactief verval komt ioniserende straling vrij.
Dit kan alfa-, bèta- en/of gammastraling zijn.
b C een ongeladen kerndeeltje
5/9/2018 JvB NASK1 T4H9 Uitwerkingen - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/jvb-nask1-t4h9-uitwerkingen 13/13
Pulsar nask 1 vmbo-kgt 4 uitwerkingen © 2008 Noordhoff Uitgevers bv 55
3 a A 241
b C (zie BINAS tabel 29)
c D
uitleg: In BINAS tabel 29 staat de halveringstijd, nl. 14 jaar.
25% komt overeen met 2 halveringstijden =
2 x 14 = 28 jaar.
4 a Een tracer is een radioactieve stof die in het lichaam gebracht
wordt. Omdat de tracer straling uitzendt, kan de tracer
van ‘buitenaf’ gevolgd worden.
b Ze is besmet: ze heeft een radioactieve stof in en/of op haar
lichaam. Dit zou gevaarlijk kunnen zijn voor haar omgeving.
c 24 uur is 24/6 = 4 halveringstijden.
Er is nog 100% / (2x2x2x2) = 6,25 % van de radioactieve
isotoop in haar lichaam aanwezig.
5 a aantal protonen = 3
aantal neutronen = 3aantal elektronen = 4
b B een negatief ion
c Atoomsoort: Lithium (Li), omdat het aantal protonen bepaalt
welke atoomsoort het is. Bij lithium zijn dit 3 protonen.
6 vliegen: 0,04 mSv (2 x 0,02 mSv)
röntgenfoto: 10 mSv
eten: 0,4 mSv
televisiekijken: 0,02 mSv
totaal: 10,46 mSv
7 1 De duur van de bestraling zo kort mogelijk maken.
2 De afstand tot de bron zo groot mogelijk maken.
3 Een tussenstof met een kleine dracht tussen jezelf en de bron
plaatsen. Bijvoorbeeld een betonnen muur of een loden plaat.