JvB NASK1 T3H1 Uitwerkingen

download JvB NASK1 T3H1 Uitwerkingen

of 13

Transcript of JvB NASK1 T3H1 Uitwerkingen

1 Stoffen en materialen1.1 Een ontwerper kiest materiaal 1 B Dat kan heel goed. Er zijn al meerdere schepen van beton gemaakt. Het drinkglas en de tafel met stoel.

2 3

4

a ijzer smelt bij 1535 oC zeer sterk zwaar goedkoop materiaal buigbaar roest snel kleur door lakverf b eigen antwoord

aluminium smelt bij 720 oC sterk licht duur materiaal buigbaar roest niet kleur door lakverf

koolstof onsmeltbaar, brandbaar sterk zeer licht heel duur materiaal onbuigbaar roest niet in elke kleur te maken

5

a eigen antwoord b eigen antwoord Je kunt dat niet zeggen, omdat je niet weet hoe groot de stukken hout en ijzer zijn. Je kunt stoffen alleen vergelijken als je van elke stof evenveel hebt. dichtheid, smeltingswarmte, smeltpunt,

6

7 8

vaste stof

dichtheid (g/cm3)

smeltpunt (K) 933 1081 2045 273 693

aluminium keukenzout platina ijs marmer zink

2,70 2,17 21,5 0,92 2,7 7,13

smeltingswarmte (J/g) 397 500 113 334 107

soortelijke warmte (J/gK) 0,88 0,88 0,133 2,2 0,88 0,386

soortelijke weerstand ( mm2/m) 0,027 0,106 0,062

Pulsar nask 1 vmbo-kgt 3 uitwerkingen hoofdstuk 1

Noordhoff Uitgevers bv

5

9

a Twee van de volgende stoffen zijn mogelijk: hout, kurk, paraffine, ijs, b Alle stoffen met een dichtheid groter dan 1 g/cm3. c C Alcohol mengt met water.

10 IJzer is sterker dan beton en makkelijker te vervormen. Doordat het ijzer makkelijker vervormt dan beton drukt het in bij een aanvaring, beton scheurt of er ontstaat een gat. 11 a2 1

d

i t n r l a

c e l s i s

h l

t

h

e

i

d

ij s4

h

o3

v o

u m e a l i e n n i u m

b r t i

o e6

5

m a7

a

u m

b

n

b Celsius 12 a Kelvin (Lord Kelvin was de naam van de Britse natuurkundige, naar wie de eenheid van absolute temperatuur is genoemd.) b Het absolute nulpunt is de laagst mogelijke temperatuur. 0 K of -273 C. 13 968 C 1512 K -269 C =1241 K =1239 C =4 K -12 C =261 K 168 K = -105 C 1940 K =1667 C 0 C =273 373 K =100 -70 C =203 K C K

14 a 123 K, dit is -150 C b 423 K, dit is 150 C c 234 K, dit is -39 C 1.1 Test jezelf 1 2 De ontwerper moet letten op de stofeigenschappen. De dichtheid van diamant is 3,52 g/cm3. Staal smelt bij 1780 K De dichtheid van water is 1 g/cm3. Het stolpunt van benzine is 123 K A 1 cm3 plastic heeft een massa van 1,2 gram. A de dichtheid is gemeten bij een temperatuur van 20 oC.

3 4

Pulsar nask 1 vmbo-kgt 3 uitwerkingen hoofdstuk 1

Noordhoff Uitgevers bv

6

5

6

a De temperatuur waarbij een stof smelt noem je het smeltpunt. b De temperatuur waarbij een stof stolt noem je het stolpunt. c Bij veel stoffen ligt het smeltpunt en het stolpunt bij dezelfde temperatuur. 1 doorzichtig; 2 hard; 3 breekbaar; 4 dichtheid = 2,6 g/cm3; 5 glas kan smelten.

7

1.2 Stoffen 1 2 B Dat kan goed. Glas kan tegen hoge temperaturen a stofeigenschappen kleur geur dichtheid oplosbaarheid in water smeltpunt

zwart geurloos 2,25 g/cm3 lost niet op 3823 K

b De stof is grafiet. 3 stof koper roestvrij staal aluminium porselein glas 4 voordelen bij gebruik in de keuken goede warmte geleiding weinig onderhoud licht in gewicht kan in de magnetron, vele vormen mogelijk doorzichtig, kan in de magnetron dichtheid 8,96 g/cm3 7,8 g/cm3 2,7 g/cm3 2,4 g/cm3 2,6 g/cm3

Porselein is breekbaar. Je moet de wanden van een porseleinen schaal veel dikker maken dan de wanden van aluminium pannen, a rauw vlees rood gaar vlees bruin verbrand vlees zwart b Ja, de meeste mensen vinden gaar vlees lekker, maar verbrand vlees niet. Verbrand vlees smaakt bitter en de zwarte stof is kankerverwekkend. De goede zinnen zijn: a Roesten van ijzer is een reactie. b Bij een reactie ontstaan nieuwe stofeigenschappen. d Het bakken van vlees is een reactie. e Het ontploffen van vuurwerk is een reactie. Noordhoff Uitgevers bv

5

6

Pulsar nask 1 vmbo-kgt 3 uitwerkingen hoofdstuk 1

7

7 ijzer grijs taai/sterk glimmend beginstof 8 9 roest rood-bruin bros dof reactie product

C Als de stof weer stolt, dan zie je dezelfde eigenschappen weer terug. GOUD

10 A faseovergang 11 vloeistof; vaste stof; gas. 12

13

14 is een reactie het gas brandt de moleculen in het ei veranderen vet onder de pan brandt aan is geen reactie het water verdampt de pan wordt warm de moleculen bewegen sneller de afstand tussen de moleculen wordt groter

1.2 Test jezelf 1 2 3 Een stof herken je aan de stofeigenschappen. D verdwijnen stoffen en ontstaan nieuwe stoffen. a goed; b fout; c goed; d goed Noordhoff Uitgevers bv

Pulsar nask 1 vmbo-kgt 3 uitwerkingen hoofdstuk 1

8

4

(beginstoffen) (reactieproduct) ijzer roest ijzer + zuurstof + water roest

5

6

1.3 Hoeveelheden, grote en kleine getallen 1 2 het aantal kg staal 2 kilogram aardappels 5 kubieke meter zand 0,005 gram vitamine D 1,5 L cola 3 cm3 alcohol 50 000 kg beton 3 3 kg 15 g 10 cm 0,5 kg 4m3 3 3

A In mm wordt de omtrek van de aarde een te groot getal.

massa volume x x x x x x x

= 3000 = 0,015 = 0,01 = 2,345 = 500 = 4000

g kg dm m g cm3 3 3

massa/volume massa massa volume volume massa volume

massa/volume 0,04 m 13 m3 3 3

= 40 = 13 000 = 0,012 = 0,13453

dm g L dm kg L

3

volume volume volume

0,567 kg = 567 12 cm

2345 dm

3

volume massa volume

134,5 g 1,23 dm

= 1,23

Pulsar nask 1 vmbo-kgt 3 uitwerkingen hoofdstuk 1

Noordhoff Uitgevers bv

9

4 100 000 W = 1 MW 2000 W = 2 kW 3 x 103 W = 3 kW 5 6 x x 5 MW = 5 x 106 W 26 kW = 26 000 MW 3,6 109 W = 3,6 GW x x

Schrijven in de wetenschappelijke notatie. a 1 x 103 b 3 x 103 c 6 x 106 A milli (m) en micro () a 0,01 b 0,001 c 0,1 .

7 8

9

10 35 : 1000 = 0,035 g 11 azijnzuur chloroform aceton 0,025 g/m3 0,24 g/m3 1,78 g/m3

12 a 15000 : 1000 000 = 0,015 g b 15000: 1000 = 15 mg c Dat is nog geen gevaarlijke hoeveelheid. 13 a b c d e 350 :100 x 4 = 14 L 14 x 1750 = 24500 mg 30 x 24500 = 735 000 mg 735 000 : 150 = 4900 mg Dat is nog geen gevaarlijke hoeveelheid.

14 10 000 cm2 300 000 000 m/s 3 600 000 J 15 oplossing puzzel: standaard kilogram

Pulsar nask 1 vmbo-kgt 3 uitwerkingen hoofdstuk 1

Noordhoff Uitgevers bv

10

1.3 Test jezelf 1 pak suiker van 1 kg 100 gram rookvlees 15 m3 zand 1 liter melk 2,5 kg muurverf 2 150 g 3400 dm 15 kg 0,2 m 25 L 23,45 m3 3 12 MW 3500 W 4530 MW 4 5 6 7 8 3,7 x 106 0,001 0,0024 g A mega a 3 mg/m3 b Het volume van de ruimte is 60 x 15 x 6 = 5400 m3 De MAC-waarde van chloor is 3 mg/m3 In de lucht mag 5400 x 3 = 16 200 mg maximaal voorkomen. Dat is 16,2 g. = 12 000 000 = 3,5 = 4 530 000 W kW kW3 3

massa

volume

= 0,15 = 3,4 = 15 000 = 200 = 25 = 23450

kg m3 g dm3 dm3 dm3

1.4 Afval en gevaarlijke stoffen 1 C De bekertjes worden gerecycled, er worden bijvoorbeeld vuilniszakken van gemaakt. dempend materiaal nylon vloer voor de sporthal vloer voor speelplaatsen onderkant vloerbedekking katoen 1 2 1 1 2 2

2

Pulsar nask 1 vmbo-kgt 3 uitwerkingen hoofdstuk 1

Noordhoff Uitgevers bv

11

3

1 2 3 4 5 6

klein chemisch afval(KCA) groente-,fruit-, en tuinafval(GFT) glas papier/karton blik aluminium en koper

4

GFT: koffiedik, mest, fruitschillen, gemaaid gras. KCA: batterijen, medicijnen, motorolie, accu, tl-lampen glas: flessen, gebroken ruiten

5

6 tuinafval verfspullen oude fietsband 7 Soort afval? GFT KCA rest Waar lever je het in? groene afvalbak. gemeente stortplaats grijze afvalbak Wat gebeurt er mee? compost speciale stortplaats of hergebruik storten of verbranden

Je moet nagaan of de materialen die je gebruikt gerecycled of hergebruikt kunnen worden. 1 veiligheidskaarten 2 gifwijzer 3 tabel 37 in BINAS 1 Bel een arts. 2 Raadpleeg de gifwijzer.

8

9

10 A Maximaal Aanvaarbare Concentratie. 11 Omdat de MAC-waarde van 5 niet is overschreden. 12 beschermende kleding, veiligheidsbril en handschoenen 13 a

exposief

radioactief Noordhoff Uitgevers bv

Pulsar nask 1 vmbo-kgt 3 uitwerkingen hoofdstuk 1

12

b 1 nitraten 2 waterstof 3 waterstofperoxide 14 irriterend; giftig; lichtontvlambaar; bijtend 15

16 Fall-out is radioactief stof dat uit een radioactieve wolk neerslaat op de grond. Fall-out kan ontstaan bij een kernramp of atoombom ontploffing. 17 a Door een glazenplaat met loodglas en een loodschort. b Door het dragen van stoffilters en alles goed af te wassen waarmee je in aanraking komt. 18 B De straling van radioactieve stoffen beschadigt lichaamscellen. 19 g 2 3 4 a u t 5 s t 6 k 7 l o 8 p i 9 h 10 s c 11 s t o 12 o n t v l 13 g i f w ij 14 v e 1 e v r e g r o b r a a n o d c t e r h o f m a m z e i l a c o a l k o g e i b r i r y n n i e e c d d n r n l s e g s e t n y n o m f b o o l

g r a m e b r u n z o o l t e r a ar g h e i

i l

k

d

s

k

a

a

r

t

1.4 Test jezelf 1

Pulsar nask 1 vmbo-kgt 3 uitwerkingen hoofdstuk 1

Noordhoff Uitgevers bv

13

2

Je moet materialen kiezen die gerecycled kunnen worden of kunnen worden hergebruikt. 1 beschermende kleding 2 veiligheidsbril 3 handschoenen dragen. explosief; radioactief; giftig; lichtontvlambaar. B de bijbehorende gifwijzer lezen A met loodglas en beschermende kleding waarin lood is verwerkt

3

4 5 6

1.5 Zinken, zweven en drijven 1 D De fles drijf nu iets hoger op het water. De lucht is uit de fles gehaald. Lucht heeft massa(1,3 gram per liter), de fles zonder lucht is dus iets lichter. Daadoor drijf de fles iets hoger op het water. D de dichtheid van je lichaam kleiner is dan de dichtheid van het zoute water.

2

3

4

a 1 g/cm3. b stof aluminium vurenhout ebbenhout plexiglas keukenzout olie ether rubber ijs zink

dichtheid 2,70 g/ cm3 0,58 g/cm3 1,26 g/cm 1,2 g/cm 0,9 g/cm 1,2 g/cm 2,17g/cm3 3 3

drijft wel/niet in water niet wel niet niet niet wel wel niet wel niet

3 3

0,71g/cm

3 3 3

0,92 g/cm 7,13 g/cm

6 7

het volume = 36 20 = 16 cm3 1 het volume 2 de massa

Pulsar nask 1 vmbo-kgt 3 uitwerkingen hoofdstuk 1

Noordhoff Uitgevers bv

14

8 9

dichtheid = massa : volume ( = m : v) dichtheid = massa : volume dichtheid = 33 : 18 = 1,83 dichtheid = 1,83 g/cm3

10 a volume = 5,3 5 = 0,3 volume = 0,3 cm3. b dichtheid = massa : volume dichtheid = 5,8 : 0,3 = 19,33 dichtheid = 19,33 g/ cm3 c wel 11 massa 1500 g 25 g 1360 g 861 g 3g 68,8 g 5000 g volume 652,17 cm3 11,52 cm3 850 cm 82 cm 12 cm3 3 3 3 3

dichtheid 2,3 g/cm3 2,17 g/cm3 1,6 g/cm3 3

soort stof beton keukenzout zand zilver kurk platina vurenhout3 3 3

10,5 g/cm 0,25 g/cm 21,5 g/cm 0,58 g/cm

3,2 cm

8620,69 cm

12 = m /v 3,52 = 12 /v v = 12/3,52 = 3,4 het volume = 3,4 cm3 13 B 1,1 g/cm3 De dichtheid van de druif moet kleiner zijn dan de dichtheid van de vruchtensiroop maar groter dan de dichtheid van bronwater. 14 De dichtheid van alcoholvrij bier is groter dan de dichtheid van gewoon bier omdat er geen alcohol in zit. De dichtheid van alcohol is kleiner dan de dichtheid van water.

1.5 Test jezelf 1 zinken De dichtheid van een voorwerp is kleiner dan de dichtheid van de vloeistof. De dichtheid van een voorwerp is groter dan de dichtheid van de vloeistof. De dichtheid van een voorwerp is gelijk aan de dichtheid van de vloeistof. 2 3 omcirkelen: plexiglas; magnesium; ebbenhout; kwik. C de massa van het voorwerp en het volume van het voorwerp. zweven drijven X X X

Pulsar nask 1 vmbo-kgt 3 uitwerkingen hoofdstuk 1

Noordhoff Uitgevers bv

15

4

= m /V = 150/19,2 = 7,8 de dichtheid = 7,8 g/cm3 a volume = 56 40 = 16 cm3 b = m /V = 142,4/16 = 8,9 de dichtheid = 8,9 g/cm3 a De dichtheid van zand = 1,6 g/cm3 b Het volume van het zand = 150 000 cm3 = m /V 1,6 = m / 150 000 m = 150 000 x 1,6 = 240 000 De massa = 240 000 g = 240 kg.

5

6

Examentraining 1 2 A blok 1 = 2,7 g/cm3 (BINAS, tabel 15) V = 310 x 60 x 4,5 = 83 700 cm3 = m /V 2,7 = m/ 83 700 m = 2,7 83 700 = 225990 g = 226 kg B De dichtheid blijft gelijk. Door het afzagen van het stukje verandert wel de massa van het blokje maar het blijft perspex, dus de dichtheid verandert niet. B KCA (Klein Chemisch Afval) = 1,8 g/cm3 (BINAS, tabel 15) Het volume van n steen: V = 5 x 10 x 20 = 1000 cm3 = m /v 1,8 = m/1800 m = 1000 x 1,8 = 1800 De massa van n steen is 1800 g = 1,8 kg. Jan mag vervoeren: 500 : 1,8 = 277,78 dus 277 stenen. De eigenschappen van het reactieproduct(de taart) zijn anders dan de eigenschappen van de beginstoffen (het deeg). Smaak, kleur, geur en de hardheid verschillen. De zwarte stof die overblijft heet koolstof. 175 + 273 = 448 K B kunststof

3

4 5

6

7 8 9

10 C De dichtheid van een blikje cola light is kleiner dan 1,0 g/cm3.

Pulsar nask 1 vmbo-kgt 3 uitwerkingen hoofdstuk 1

Noordhoff Uitgevers bv

16

11 Beide cola blikjes drijven nu. De dichtheid van het zoute water is dan groter dan de dichtheid van de blikjes met cola. 12 450 mL = 0,450 L 13 condenseren 14 A 293 K 15 20 2,6 = 17,4 C 16 gas vaste stof

17 Deze fase overgang heet rijpen.

Pulsar nask 1 vmbo-kgt 3 uitwerkingen hoofdstuk 1

Noordhoff Uitgevers bv

17