(Amsterdam) (Utrecht) (Meppel) (Assen) (Zwolle) (Leeuwarden) (Groningen)Steden keuze jongeren

(Joyce Boers 4 Havo)

Voorwoord:

Dit onderzoek gaat uit naar de verschillende punten die nodig zijn om een stad te kiezen waar jongeren willen gaan studeren. En welke punten nu uiteindelijk de doorslag geven om de juiste stad te kiezen. Ook word er gevraagd wat de nodige voorzieningen moeten zijn in een stad. Als laatste word er duidelijk welke stad nu het meest intrek is bij jongeren en waarom. Verder word er naar de reistijden gekeken en of jongeren liever op kamers willen wonen of thuis blijven wonen. De laatste paginas van dit onderzoek zijn gevuld met een van de grootste bronnen van dit onderzoek, namelijk de enqutes die zijn afgenomen op de middelbare school Stad & Esch Diever.

Verder wens ik u veel kijk en leesplezier.

Inleiding:

Dit PO voor aardrijkskunde gaat over de steden die jongeren het meeste aanspreken na het behalen van hun diploma op het middelbaar onderwijs. De hoofdvraag die beantwoord gaat worden aan het eind van dit PO is:

Naar welke stad trekken de meeste jongeren na hun middelbare school heen voor hun vervolg studie?

Deze hoofdvraag word onderzocht door zes deelvragen om zo tot de conclusie te komen wat het antwoord op de hoofvraag is. De deelvragen zijn:

1. Hoever willen de gemiddelde jongeren reizen voor hun studie?

2. Blijven jongeren tijdens hun studie thuis wonen of gaan zij op kamers?

3. Welke redenen hebben jongeren om thuis te blijven wonen of juist op kamers te gaan wonen?

4. welke steden/stad spreken/spreekt de jongeren het meeste aan om naartoe te gaan voor hun studie? En waarom?

5. Wat benvloed de keuze voor de studieplaats voor jongeren? Ouders, vrienden, geld?

6. Welke voorzieningen zijn in een stad nodig om jonger aan te trekken?

Om dit onderzoek uit te voeren zijn er enqutes uitgedeelt op de school Stad en esch locatie Diever. De uitkomsten van de enqutes zijn te vinden in dit verslag. Het is de bedoeling om de uitkomsten van de enqutes te gaan vergelijken met de algemene cijfers van onder andere blogs waar dezelfde vragen gesteld zijn die jongeren uit heel Nederland hebben beantwoord, en door middel van het cbs. In totaal worden er drie deelvragen vergeleken met de algemene cijfers. Dit zijn de deelvragen 1,2,5. De enqute is ingevuld door precies 50 leerlingen.

De andere deelvragen zijn uitgewerkt als een lijst. Deelvraag 6 word naar de hand van de voorzieningen die leerlingen in de enqutes opgaven samengesteld en is in categorien aangegeven door de verscheidenheid in antwoorden.

Deelvraag 3 is gekoppeld aan deelvraag 2 en word als een lijst bijgevoegd. Deelvraag 4 is het begin van het uitwerken van de hoofdvraag en is bij voorkeur apart gehouden qua klas omdat leerlingen uit de 3e klas een ander beeld hebben voor welke stad zij kiezen dan leerlingen uit de 4e en 5e klas die hier al mee bezig zijn geweest in de vorm van opendagen bezoeken.

De afgenomen enqutes zijn achterin het verslag te vinden en zijn geordend op klas. Niet alle gegevens van de afgenomen enqutes waren relevant dus zijn weggelaten in het verslag. Tevens is bij de voorzieningen antwoorden van de enqutes weggelaten door een te diversiteit van uitkomsten zijn deze bij andere uitkomsten samengevoegd vanwege de overeenkomst.

Inhoudsopgave:

Voorkant [bladzijde 1]

Voorwoord [bladzijde 2]

Inleiding [bladzijde 3]

Inhoudsopgave [bladzijde 4]

Deelvragen:

1. Hoever willen de gemiddelde jongeren reizen voor hun studie? [bladzijde 5]

2. Blijven jongeren tijdens hun studie thuis wonen of gaan zij op kamers? [bladzijde 6]

3. Welke redenen hebben jongeren om thuis te blijven wonen of juist op kamers te gaan wonen? [bladzijde 7,8]

4. Welke steden/stad spreken/spreekt de jongeren het meeste aan om naartoe te gaan voor hun studie? En waarom? [bladzijde 9,10,11]

5. Wat benvloed de keuze voor de studieplaats voor jongeren? Ouders, vrienden, geld? [bladzijde 12]

6. Welke voorzieningen zijn in een stad nodig om jonger aan te trekken? [bladzijde 13]

Hoofdvraag:

Naar welke stad trekken de meeste jongeren na hun middelbare school heen voor hun vervolg studie? [bladzijde 14]

Conclusie [bladzijde 15,16]

Nawoord[bladzijde 17]

Bronnenlijst [bladzijde 18]

Enqutes [bladzijde 19]

Hoever willen de gemiddelde jongeren reizen voor hun studie?

Reistijd:

Tijd

Aantal genoemd

30 minuten

1

60 minuten

12

90 minuten

16

120 minuten

10

150 minuten

2

180 minuten

3

____

Totaal

44

Tabel 1

Totaal = 1+12+16+10+2+3 = 44 Gem. Reistijd = 1x30+12x60+90x16+10x120+2x150+3x180= 4230/44 = 96 minuten Algemeen gemiddeld 72 minuten (bron: LSVb)

Naar te hebben onderzocht door middel van enqutes te houden over de 3e , 4e, en 5e klas van de havo en vwo van de 3e klas. Is de vraag gesteld hoever je zou willen reizen voor jou studie. De uitkomsten van het onderzoek staan in bovenstaande tabel 1 vernoemd. Het gemiddelde is berekend met de berekening die onder tabel 1 staat en komt uit als antwoord: 96 minuten. Dit is relatief hoog vergeleken met het algemeen gemiddelde van Nederland wat namelijk 72 minuten is.

Blijven jongeren tijdens hun studie thuis wonen of gaan zij op kamers?

Aantal

Financieel/Sociaal

Aantal

Kamers

22

Financieel

Sociaal

10

7

Thuis

13

Financieel

Sociaal

7

7

Eerst niet later wel

Geen idee

7

4

Financieel

Sociaal

5

3

Tabel 2

Tabel 2 geeft de antwoorden weer van de antwoorden van de leerlingen die de enqutes hebben ingevuld op school. Hieruit is op te merken dat jongeren het liefst op kamers gaan. Want dit lijkt hun financieel beter door de kortere reistijden. Ook lijkt het hun een leuke ervaring en een nieuwe manier om sociale contacten te leggen. Ook een groot gedeelte heeft gezegd dat ze thuis willen blijven wonen. Dit omdat zij dat niet kunnen betalen en omdat zij hun oude vrienden nog vaak willen zien. Niet dicht daar in de buurt is het antwoord: eerst niet later wel. Dit heeft vooral met de financien te maken. Zij denken dat ze dan eerst kunnen sparen en daarna pas op kamers kunnen gaan wonen omdat ze het anders niet kunnen betalen. Een aantal mensen heeft nog helemaal geen idee. Dit zijn waarschijnlijk de mensen uit de 3e klas zij hebben nog veel minder over hun opties en studie nagedacht, wat ook begrijpelijk is want ze hebben nog 2 3 jaar de tijd en de vwo-ers zelfs nog 4 jaar.

De vergeleken met de algemen cijfers uit verschillende bronnen is een duidelijk antwoord. Uit de algemene cijfers blijkt dat 62 tot 64% van de studenten op kamers woont en de andere ongeveer 35 tot 38% van de studenten woont thuis. De redenen die hier ook bijstaan is dat zij het net als door de leerlingen beschreven redenen geld een rol speelt bij de mogelijke optie om op kamers te gaan wonen, en dicht in de buurt staat familie en vrienden dus de sociale factor.

Welke redenen hebben jongeren om thuis te blijven wonen of juist op kamers te gaan wonen?

De vorige deelvraag heeft al beantwoord of mensen liever thuis blijven wonen of op kamers willen gaan wonen. Daaruit kwam de conclusie dat het merendeel van de leerlingen op kamers wil gaan wonen. Omdat dit het makkelijkst is met de reistijd. En om nieuwe sociale conacten aan te leggen. De jongeren die juist thuis willen blijven hebben redenen als dat ze het niet kunnen betalen of geen zin hebben. En ook dat zij hun sociale contacten willen behouden of juist hun sport. Hieronder een lijst met de gegeven redenen van leerlingen.

Kamers

Leuk

Wil eigen vrijheid

Dichtbij voorzieningen en school

Huis gekocht met familie

Te ver weg van huis

Wil het huis uit

Minder reistijd

sport

Tabel 3

De reden van leeringen die op kamers willen staan in tabel 3 en komen er op neer wat de meeste leerlingen antwoorden: het is leuk. Verder willen leerlingen dichtbij school en voorzieningen zitten voor een zo kort mogelijke reistijd of omdat de school gewoonweg tever weg is van huis. Ook is er een reden gegeven dat de familie een gezamenlijk huis heeft gekocht of dat men gewoon het huis uit wil en zijn eigen vrijheid wil hebben. Als laatste voor de sportieve mensen gaan zij op kamers om zo weinig mogelijk reistijd te hebben zodat men zo veel mogelijk kan sporten.

Redenen eerst niet later wel

Ligt eraan of ik zin heb

Pas later makkelijker, geen reistijd

Thuis blijven om te sparen en dan op kamers

Tabel 4

De redenen van leerlingen die eerst niet op kamers willen maar later wel op kamers willen liggen veel dichter bij elkaar en staan in tabel 4. Het antwoord dat daarop gegeven is of men dan zelf zin heeft om op kamers te gaan of het gemak van thuiswonen daarboven kiest. Verder ligt het vooral financieel want de leerlingen beweeren dat ze eerst willen sparen omdat ze het anders niet kunnen betalen. Als laatste reden is gegeven dat ze eerst willen zien of het