Jongeren en/in steden

25
Jongeren en/in steden Maria Bouverne-De Bie, Evelyne Deceur, Griet Roets Universiteit Gent, vakgroep sociale agogiek

description

Jongeren en/in steden. Maria Bouverne-De Bie, Evelyne Deceur, Griet Roets Universiteit Gent, vakgroep sociale agogiek. Jongeren en/in steden. En steden Steden verschillen In steden Jongeren verschillen En/in steden Verschillende visies op jongeren, steden en stedelijkheid. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Jongeren en/in steden

Page 1: Jongeren en/in steden

Jongeren en/in steden

Maria Bouverne-De Bie, Evelyne Deceur, Griet RoetsUniversiteit Gent, vakgroep sociale agogiek

Page 2: Jongeren en/in steden

Jongeren en/in steden En steden

Steden verschillen In steden

Jongeren verschillen En/in steden

Verschillende visies op jongeren, steden en stedelijkheid

Page 3: Jongeren en/in steden

Jongeren en steden Stedelijk landschap in Vlaanderen

= netwerk van vele, relatief kleine steden grote steden

Brussel, Antwerpen, Gent

regionale steden, onderling verschillend in grootte en uitrustingsgraad

Oostende, Brugge, Kortrijk, Roeselare Aalst, Sint Niklaas Mechelen, Turnhout Leuven Hasselt, Genk

kleine steden Diksmuide, Eeklo, Halle, Geel, Bree

(Kesteloot, 2003)

Page 4: Jongeren en/in steden

Jongeren en steden ‘Ik woon heel graag in mijn stad – ik ben hier

geboren en getogen – hier is mijn thuis …’ Waterschei Gent Antwerpen Lokeren Molenbeek Mechelen Sint Truiden …

(100 x Jong in de stad: 8-11)

= diversiteit van leefsituaties en betekenissen= tegelijk: vooral kleinstedelijk beeld (3/4 Vlaamse

bevolking heeft vooral kleinstedelijke ervaring)

Page 5: Jongeren en/in steden

Jongeren en steden Kleinstedelijke ervaring: traditioneel beeld van

de stad als Woonstad, een ruimte van vertrouwen Sociaal, cultureel en ruimtelijk zeer leesbaar Gekenmerkt door een streven naar een collectief

gedeelde, vertrouwde cultuur In spanning met glokalisering

Uniformisering winkelaanbod: naast woonstad ook ‘passantenstad’

Steden met regionale uitstraling nemen deze centrumfunctie overdag op, komen ‘s avonds ‘tot rust’(Laermans, 2008)

Page 6: Jongeren en/in steden

Jongeren en steden ‘In de stad heb je alles. En dichtbij. Fijne

cafeetjes waar je een keer iets kunt drinken. Daarom moet dat niet ‘s avonds laat zijn of zo.’

Alles is binnen handbereik. Je bent overal dadelijk bij (winkels, cinema’s, uitgaansplekken…) Jongeren wijzen op het feit dat er beweging is in

de stad, dat er ‘leven’ is. En ze houden van gezellige drukte.(100 x Jong in de stad: 8-15)

Page 7: Jongeren en/in steden

Jongeren en steden Naoorlogse sociaal-economische ontwikkeling →

Stedelijke leefcomplexen, dit zijn: Stadsgewesten, gevormd door

een kernstad centrale, dichtbebouwde stedelijke wijken (stadskern: historische

kernstad & 19e eeuwse uitbreiding) een agglomeratie

aaneengesloten bebouwde zones (woonkern) een banlieu

migratie vanuit de agglomeratie en pendel naar de agglomeratie

Forensenwoonzone → 70 % Vlaamse bevolking woont in zo’n stedelijk

leefcomplexdit is: in een gebied dominant gestructureerd door suburbanisatie en pendel

(Kesteloot, 2003)

Page 8: Jongeren en/in steden

Jongeren en steden Suburbanisatie

Uitbreiding woonmilieus buiten de kernstad Auto wordt een noodzakelijk vervoermiddel Ook cultuuraanbod wordt suburbaan (o.a.

gemeentelijke culturele centra) →

vervreemding van de stad als plek van diversiteit, innovatie, verrassing en uitdaging

beeld van de stad als negatief, ongezond en gevaarlijk problematisering van de stad als ‘kindonvriendelijke’

omgeving: ‘grote boze wolfsyndroom’(De Visscher, 2008)

Page 9: Jongeren en/in steden

Jongeren en steden Ontwikkeling ‘gesegregeerde stad’:

Sociaal-economische, demografische en etnische contrasten

→ tweedeling stadsgewesten oververtegenwoordiging kinderen en jongeren in

migrantenbuurten kernsteden oververtegenwoordiging Belgische kinderen en jongeren in

periferie grote ongelijkheden tussen jongeren qua

woonomstandigheden sociale voorzieningen vrijetijdsinfrastructuur initiatieven voor jongeren

(Kesteloot, 2003)

Page 10: Jongeren en/in steden

Jongeren en steden ‘In de interviews focussen jongeren op twee

grote knelpunten voor hun (zeer nabije) toekomst: wonen en werken’

‘De oplossing voor de woonpuzzel – budget, ruimte en tuin combineren – is de stadsrand. Deze wordt vaak als ideaal beschreven: de voordelen van de stad worden er gecombineerd met de voordelen van rustiger wonen’ (100 x Jong in de stad: 63)

‘Jongeren vragen zich af of ze wel werk zullen vinden, of de job hen zal kunnen boeien, of ze er voldoende mee zullen kunnen verdienen… Veel jongeren klagen dat ze enkel interims kunnen krijgen, terwijl ze maar wat graag aan de slag willen als vaste werkkracht’ (100 x Jong in de stad: 66)

Page 11: Jongeren en/in steden

Jongeren in steden Steden worden door jongeren verschillend

beleefd Vraag hoe jongeren kunnen, mogen en willen

aanwezig zijn in de woonomgeving interactie tussen gebouwde, gedeelde en geleefde

dimensies woonomgeving gebouwde omgeving: sociale en ruimtelijke structuur gedeelde omgeving: habitus en gesocialiseerde grenzen geleefde omgeving: ‘agency’ van kinderen en jongeren

Onderzoek De Visscher (2008) naar betekenis woonomgeving : → ontwikkeling verschillende ‘woonpatronen’

Page 12: Jongeren en/in steden

Jongeren in steden Woonomgeving als geprivatiseerde omgeving

Vooral contacten met ‘gelijkgezinden’: beperkte betekenis publieke ruimte als ‘ontmoetingsruimte’

Weinig kennis over, tot en met schrik van stedelijke woonomgeving

Woonomgeving als gemeenschapsomgeving ‘Ik ken iedereen en ik kom overal’, maar wel binnen

de grenzen van de eigen groep Groepspatronen kruisen elkaar op een aantal

knooppunten Woonomgeving als gesegregeerde omgeving

Grote diversiteit tussen bewoners Grote heterogeniteit van gepersonaliseerde

netwerken en ruimtelijke patronen

Page 13: Jongeren en/in steden

Jongeren in steden Jongeren geven mee vorm aan de stad door

toe-eigening van hun woonomgeving ‘Jongeren, met heel diverse achtergronden, willen graag dat

de stad een ontmoetingsplaats is. … Opmerkelijk is dat jongeren verwijzen naar plaatsen en ontmoetingsruimtes waar ze ook andere generaties of andere groepen mensen tegen komen’

(100 x Jong in de stad: 50)

Betekenis van verschillende knooppunten in de stad school, scouts…: ontmoeting binnen een geïnstitutionaliseerd

kader, in grote mate met gelijk gestemde anderen ijssalon: verbinding tussen verschillende sociale groepen park : een plaats waar men vaak komt, en een plaats om af te

spreken

(De Visscher, 2008: 360)

Page 14: Jongeren en/in steden

Jongeren in steden Niet alle jongeren hebben gelijke

mogelijkheden tot toe-eigening, ingevolge (gesocialiseerde) uitsluiting van mogelijke contacten buiten de eigen groep Een ‘kansarme’ woonomgeving is niet

noodzakelijk een kansarme opvoeding, en vice versa

Ruimtelijke structuren geven mee de grenzen aan waarbinnen jongeren kunnen, mogen en willen aanwezig zijn in de stad mobiliteit, groen, ruimte tot rondhangen als

aandachtspunten bij uitstek(100 x Jong in de stad: 37-53)

Page 15: Jongeren en/in steden

Jongeren in steden Jeugdvoorzieningen grijpen verschillend in op

leefsituatie van jongeren Kijken ‘achter de cijfers’ is nodig

jongeren hebben niet altijd toegang tot de in hun buurt aanwezige voorzieningen

bereik van initiatieven moet gezien worden in relatie tot wat ze betekenen in de situatie van jongeren ook sterk categoriale initiatieven bieden onder bepaalde

conditiesemancipatiemogelijkheden (Van de Walle, 2011)

aandacht voor diversiteit in gemeenschapsvorming(Soenen, 2006)

Page 16: Jongeren en/in steden

Jongeren in steden Diversiteit in gemeenschapsvorming

Homogeniteit participatie aan homogene groepen, bijv. in kader

jeugdwerk belangrijk voor sociaal welbevinden en sociale steun

Herkenbaarheid publieke familiariteit, bijv. in kader van dagelijks

ontmoeten belangrijk voor gevoel van veiligheid

Ambivalentie feitelijke heterogeniteit, met mogelijkheden tot contact

en anonimiteit, ruimte voor vermijding en ontmoeting belangrijk voor leren omgaan met diversiteit

Page 17: Jongeren en/in steden

Jongeren in steden 100 x Jong in de stad (37-53)

Aandachtspunten voor het jeugdbeleid : ruimte voor contacten met vrienden, voor veiligheid,

voor vrijblijvende ontmoeting >< patronen in het jeugdbeleid

stad als probleem voor jongeren/Jongeren als probleem voor de stad jongeren weghouden van de stad creatie aparte jeugdruimtes aan de rand van de stad

stad als speel-en ontmoetingsruimte kindvriendelijke steden

stad als democratische leerschool lerende steden(Deceur & De Visscher, 2012:333-348)

Page 18: Jongeren en/in steden

Jongeren in steden Lerende steden (Bernet, 1990):

Learning in the city stad als leeromgeving en vindplaats educatieve

voorzieningen Learning from the city

stad als educatieve gemeenschap van vreemden Learning in the city

stad als kennisobject

Page 19: Jongeren en/in steden

Jongeren en/in steden Welke visie op jongeren, steden en

stedelijkheid? Jong zijn

een tijd van ‘inkapseling’? of kinderen en jongeren als medeburgers?

Steden vindplaatsen van segregatie en sociale uitsluiting? of een maatschappelijke arena?

Stedelijkheid een vraag naar orde en beheersing onveiligheid? of de vormgeving aan een stedelijk project?

Page 20: Jongeren en/in steden

Jongeren en/in steden Jongeren als medeburgers

Analyse van ongelijkheden in de feitelijke aanwezigheid van jongeren in de stad, en van hoe dit ingrijpt op de mogelijkheden van jongeren

Aandacht voor vraag welk hulpbronnen essentieel zijn voor welke jongeren in welke concrete situaties

Leren omgaan met diversiteit als pedagogische en sociale meerwaarde

Evenwicht vinden tussen aansluiten bij leefwereld en verruimen van de leefwereld

Ruimte voor ambivalente initiatieven in de grensruimtes tussen verschillende beleidssectoren(Van de Walle, 2011)

Page 21: Jongeren en/in steden

Jongeren en/in steden Steden als maatschappelijk arena

Aandacht voor mobiliteit, groen, wonen en werken(100 x Jong in de stad)

Herwaardering achtergestelde buurten door inzet op sociale economie en groene ruimte

Ruimte voor innovatie en creatieve economie Ontwikkeling participatieve praktijken van

‘onderuit’ opzoeken van diversiteit werken met wie mee doet als uitgangspunt niet het tekort telt, wel de opportuniteiten die er zijn werken over de grenzen van sectoren en wijken heen:

‘transversaal werken’

Page 22: Jongeren en/in steden

Jongeren en/in steden Vormgeving aan een stedelijk project

Vraag naar herwaardering stad als ontmoeting tussen verschillende sociaal-economische groepen: ‘zwakke’ groepen: nieuwkomers, met name:

arbeidsmigranten jaren zestig en zeventig, nieuwe migratiestromen, en jonge nieuwe stedelingen

‘sterke’ groepen, met rechtstreekse beleidsimpact: autochtone stadsbewoners en Belgische nieuwkomers

‘relatief sterke’ groepen met onrechtstreekse beleidsimpact: stadsgebruikers, wonend in de banlieu en de forensenwoonzones

(Kesteloot, 2003)

Page 23: Jongeren en/in steden

Jongeren en/in steden → erkenning stad en stedelijkheid als feitelijk

socialisatiekader kan voor het jeugdbeleid een belangrijke inspiratiebron zijn verschuiving discussie van ‘bereik’ naar

‘sociale kennis’: hoe kunnen, mogen, willen jongeren aanwezig zijn in hun dagelijkse omgeving

betekenis publieke ruimte als mogelijkheid tot samen jong zijn, tegensprekelijkheid, toe-eigening en ontmoeting

(Coussée & Roets, 2011).

Page 24: Jongeren en/in steden

Jongeren en/in steden Een ‘stedelijk’ jeugdbeleid is een hefboom

naar een integraal jeugdbeleid, met name de profilering van het jeugdbeleid als

lruispunt tussen verschillende sectoren gericht op diversiteit van jongeren overheen verschillende sociaal economische groepen vanuit een maatschappelijk engagement naar jongeren

overheen een diversiteit van aspiraties en noden

100x Jong in de stad biedt inspiratie-en discussiemateriaal vergt concretisering en uitdieping

Page 25: Jongeren en/in steden

Literatuur 100xJong in de Stad, Brussel: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Bernet, J.T. (ed.) (1990). The educating city. I congrés internacional de ciutas

educadores. Barcelona Coussée, F. & Roets, G. (2011). Op een kruispunt is het altijd voorrang van rechts.

Diversiteit en sociaal-cultureel werk. In: F. Cockx, et al. (ed.). Wissels. Handboek sociaal-cultureel werk met volwassenen (pp. 280-303). Gent: Academia Press.

Deceur, E., & De Visscher, S. (2012). Jeugd verbinden met de stad. In: M.De Bie, R. Roose & M. Vandenbroeck (red). Maatschappelijk engagement: Een besef van kwetsbaarheid. Liber amicorum Nicole Vettenburg (pp. 333-348). Gent: Aademia Press.

De Visscher, S (2008). De sociaal-pedagogische betekenis van de woonomgeving voor kinderen. Gent: Academia Press.

Kesteloot, C. (2003). Verstedelijking in Vlaanderen: problemen, kansen en uitdagingen voor het beleid in de 21e eeuw. In: De eeuw van de stad. Over stadsrepublieken en rastersteden. Voorstudies (pp.15-39). Brugge: die Keure.

Laermans, R. (2008). Ruimten van Cultuur. Leuven: Van Halewijck. Soenen, R. (2006). Het kleine ontmoeten. Over het sociale karakter van de stad.

Leuven: Garant. Van de Walle T. (2011). Jeugdwerk en sociale uitsluiting. De

toegankelijkheidsdiscussie voorbij? Gent: Academia Press.