Jonge helden in het groen
-
Upload
froukje-kooter -
Category
Documents
-
view
229 -
download
1
description
Transcript of Jonge helden in het groen
Jonge HeldenIn het groen
Echt en eerlijk
“We denken in kansen, misschien is dat heel naïef, maar toch"
Toeren langs boeren
“Jonge agrariërs zijn immers de toekomst”
De perfecte uitvinding
www.bajk.nl
facebook.com/BAJK
@BAJKbestuur
* Als je nu lid wordt betaal je de resterende maanden van 2013 niets!Word gratis* lid op de website
Lid worden? Dat kan!
Kijk voor meer informatie, werkgroepen en activiteiten op www.bajk.nl, facebook volg ons op twitter of download onze app!
Dan is BAJK echt iets voor jou!Ben je of wil je boer worden?
Heb je interesse in het landelijk gebied? Ben je jonger dan 35 jaar?
(YFM Brabant is een regionale afdeling van Youth Food Movement Nederland)
Wat eet jij vanavond? Ook zo benieuwd naar het verhaal achter je eten?
Word lid via www.youthfoodmovement.nl! En volg ons via:
@YFM_Br facebook.com/yfmbrabant
Wij zijn een netwerk van veranderaars. Jonge boeren, chefs, beleidsmakers, studenten en consumenten die zich inzetten voor een eerlijker en gezonder voedselsysteem. Doe jij ook mee?
Waar komt al dat eten toch vandaan? Hoe wordt het geproduceerd? En kunnen we op deze manier nog wel verder? Al deze vragen spoken vaak door mijn hoofd. En waarom krijg ik het gevoel dat alleen volwassenen zich hier mee bezig houden?
Verschillende inspirerende en enthousiaste jonge mensen, van onder andere Youth Food Movement Brabant en Brabants Agrarisch Jongeren Kontakt,hebben mij het tegendeel bewezen. Want zij denken hier gelukkig ook over na. Juist zij, de jongeren die iets doen met voedsel, zijn wat mij betreft de pareltjes voor de toekomst. Zij verdienen een podium om hun verhaal te vertellen en anderen te inspireren.
En dit is nodig, aangezien veel jongeren niet nadenken over de toekomst van ons voedsel. Ze halen snel even iets bij de snackbar en hebben geen flauw idee van de herkomst en productie.
Pas wanneer we samen laten zien, wie we zijn en wat we doen, kunnen wij een verschil maken en het imago van de agrosector een boost geven.
Voorwoord
FroukjeFroukje Kooter, hoofdredacteur
Hoofd- en eindredacteur:
Froukje Kooter
@FroukjeKooter
De specialisten op voedsel gebied van de
stellen zich voor
8-11
6-7
Toeren langs boerenDe eerste:
Het verhaal achter aardbeien, asperges en echt boeren ijs
12 De perfecte uitvindingEen vierkante meter moestuin
Met ingrediënten uit eigen moestuinDrie gerechten
Innovatieklas #HASIK13
13
Mede mogelijk gemaakt door:
Aan deze editie hebben meegewerkt:
Xander Beks Stijn Derks Alice Korsch Janneke Pieters Mousha van Wijk
Niek van den Broek Ralph Geerts Han van Kilsdonk Dalila Sayd Het Eetcafé
Stephanie Derks Masja Horrevorts Thijs Maessen Larisa Versluis HAS Hogeschool
“We denken in kansen, misschien is dat heel naïef, maar toch”
Stijn Derks vertelt:
14-15
16-17
Musts van dit moment
18“Motiveren is inspireren”
19
20-23De één kiest voor intensief en varkens.De ander gaat voor koeien, schapen, een boerderijwinkel en een moestuin.
ieder zo zijn vak
Innovatieklas #HASIK13Ik woon in Wijnandsrade, de parel van Zuid-Limburg. De
uitdagingen van dit moment: de ontwikkeling van een
duurzame landbouw om zo de groeiende
wereldbevolking te voeden en tegelijkertijd honger en
armoede bestrijden.
Ik ben aan de slag gegaan met innovatief
ondernemerschap bij jonge melkveehouders in
Zuid-Limburg. Jonge agrariërs zijn immers de
toekomst van deze sector en in Zuid-Limburg vind je het
mooiste landschap van Nederland. Mijn passie is dan ook
om deze twee onderwerpen met elkaar te verbinden. Zo
draag ik mijn steentje bij aan een duurzame en innovatie
veehouderij. Volg mij @ThijsMaessen
Thijs Maessen (1989)
Mousha van Wijk (1989)
In mijn familie zijn voedselallergieën en
overgevoeligheden de normaalste zaak van de wereld.
Al van jongs af aan lees ik de etiketten en weet ik om te
gaan met de marketingtrucs en innovaties van
fabrikanten. Mijn frustratie en nieuwsgierigheid naar de
voedingsmiddelwereld liepen op. Vandaar ook mijn
passie: mensen helpen met een allergie of intolerantie.
En kijken welk voedingsmiddel reacties veroorzaakt bij
mensen. Bij mijn project: Food Sense Relations houd ik
me bezig met de vraag: hoe maak je het leven van
iemand met allergie of intolerantie zo makkelijk
mogelijk? Volg mij @FoodSenseRel
Fotografie: Stephanie Derks
Fotografie: Stephanie Derks
Fotografie: Stephanie Derks
Masja Horrevorts (1992)
Mijn droom: een wereld waarin iedereen de ruimte
en mogelijkheid krijgt om zijn of haar eigen talenten
te ontdekken, te waarderen en te gebruiken. Maar
ook de talenten van zijn of haar omgeving. Deze
droom realiseer ik op de productiewerkvloer, met
mijn project: ReHappy company .
Het doel? Medewerkers die meer voldoening uit hun
werk halen, meer waardering voelen, een groter
verantwoordelijkheidsgevoel hebben en vooral veel
productiever zijn.
Want uiteindelijk:
Kun je altijd kiezen hoe je, je werk doet.
Ook al heb je geen keus in het werk zelf.
Het nieuwe afstudeertraject van HAS Hogeschool waar studenten vauit hun individuele passies en
talenten aan de slag gaan met activiteiten die zixh kenmerken door hoge maatschappelijke waarden.
Innovatieklas #HASIK13
Stephanie Derks (1987) en Alice Korsch (1991)
Wij, Able2sustain, hebben een doel. En dat doel is
het teweeg brengen van een gedragsverandering
bij de consument naar een duurzame consumptie.
Verschillende onderwerpen waar Able2sustain
aandacht aan geeft zijn o.a. voedselverspilling,
duurzaamheid van producten en de verbinding
tussen stad en platteland. We organiseren onder
andere een Eat2sustain vierdaagse. Tijdens deze
vierdaagse doen we leuke dingen met studenten
in ‘s-Hertogenbosch. Samen staan we stil bij onze
manier van consumeren en hoe we dit kunnen
verduurzamen. Want het is zo ongelooflijk
belangrijk. We moedigen de studenten aan om
samen duurzamer te consumeren. Het doel:
handvaten bieden om hun gedrag in te toekomst
te veranderen. We willen laten zien dat duurzaam
ook zeker gemakkelijk en leuk kan zijn, vooral als je
het samen doet. Volg ons @able2sustain
Janneke Pieters (1991)
Mijn passie? Die bevat twee kernwoorden: echt en eerlijk.
Weten waar alles vandaan komt, hoe het wordt gemaakt en
vooral zelf dingen doen, dat vind ik heerlijk! Daarom ben ik
ook het project wEET Helder begonnen. Ik wil een interactieve
website maken voor bedrijven en consumenten. Volgens mij is
dit DE manier om transparantie van voeding te realiseren. Op
de site laten bedrijven hun processen en ingrediënten zien.
Consumenten mogen reageren op iedere stap uit elk proces.
De kracht ligt bij de interactie: een leerzame bron voor de
consument en een stuk promotie en feedback voor bedrijven.
En waarom ik dit doe? Bedrijven die eerlijke producten maken,
mogen trots op zichzelf zijn, en dit ook best aan de wereld
laten zien. Volg mij @wEETHelder
Fotografie: Stephanie Derks
Fotografie: Stephanie Derks
De consument is steeds minder
gezond gaan eten. Ze is gewend
geraakt aan een smaak die verre
van echt lekker is. Toen mij
gevraagd werd om iets met
kinderen en voeding te doen,
kwam daarom het idee van de
Soepfabriek naar voren. De drie
kernwaardes: lekker, gezond en
zelfgemaakt. Op deze manier
maak ik kinderen, en grote kin-
deren, enthousiast over gezonde
voeding. Hoe? We laten ze zelf
aan de gang gaan met goede
ingrediënten. We leren ze waar
de smaak vandaan komt en hoe je
dit kan versterken. En dit, zonder
het gebruik van bouillonpoeder,
blokjes of andere hulpmiddelen.
Proef de kracht van groenten
en kruiden en je bent meteen
verkocht. Zelf gezonde dingen
maken, eigenlijk heel simpel. Volg
mij @desoepfabriek
Ralph Geerts (1984)
Fotografie: Peter Visser
Het nieuwe afstudeertraject van HAS Hogeschool waar studenten vauit hun individuele passies en
talenten aan de slag gaan met activiteiten die zixh kenmerken door hoge maatschappelijke waarden.
Op 12 juni 2013 vond de eerste 'Toeren langs Boeren' plaats. Een initiatief van Larisa Versluis (25). Tijdens een fietstocht in en om 's-Hertogenbosch maakt Larisa studenten op inspirerende wijze, bewust van de herkomst van ons voedsel. Bij de eerste toer kwam de groep studenten achter het verhaal van aardbeien, witte asperges en echt boeren ijs.
9
“Ik hoop dat ze het volhouden”
Tijdens haar afstudeertraject koos Larisa voor de Innovatieklas. Ze ging op zoek naar haar passies en kwaliteiten. En haar project ‘IamFood’ ontstond. Ze vertelt vol passie: “In actie voor echt eten! Gezond, lokaal, eerlijk en vers eten vind ik zo ongelofelijk belangrijk.” Larisa zet zich in voor schoolfruit, organiseert eetexperimenten en initieert ‘Toeren langs Boeren’.
Tot slot krijgt de groep nog de kans om zelf aardbeien te plukken. Er is keuze uit de ‘Elsanta’ en de ‘Lambada’. De groep is meteen verkocht door de volzoete Lambada’s. Teruglopend naar de fietsen merkt Larisa op: “het is voor mij nog nooit zo duidelijk geweest dat de beleving van eten zo veel mooier is als je er zelf iets voor doet!”
Zelf stekenVanuit Vennenhof fietst de groep door naar hun volgende stop: aspergeboerderij van Frenk en Helma ter Stege. Frenk neemt de groep direct mee naar een klein veldje tegenover de boerderij. Tussen de rijen asperges vertelt Frenk over hun witte asperges, vollegronds geteeld. “Deze zijn simpelweg het lekkerst”, aldus Frenk. Door middel van foliemanagement verlengt Frenk het aspergeseizoen. De vroege asperges krijgen zwart folie met nog een extra thermolaag. De latere asperges krijgen een witte folie. Dit is essentieel. Het zwarte folie neemt in de lente namelijk te veel zon op en dit gaat ten koste van de asperges.
De asperges starten pas met groeien bij een temperatuur van 10 tot 12 graden. Als Frenk uitlegt dat een asperge bij 25 graden wel twaalf centimeter per dag groeit, is de groep stomverbaasd. “Twaalf centimeter per dag, zo dat is veel”. De vraag luidt of er ook verschil in smaak zit door de jaren heen. Frenk antwoordt: “er is zeker een verschil. Een aspergeplant kan zo’n zeven jaar oud worden. Hoe jonger een asperge is, hoe sneller deze groeit. En snelgroeiende asperges zijn het lekkerst.” Een andere vraag uit de groep: “Is een grond wel eens aspergeziek?” Een deel van de groep kijkt om: aspergeziek, wat is dat dan? Frenk vertelt dat een grond na zeven jaar aspergeziek is. Pas na 25 jaar kunnen er weer asperges geteeld worden op het land omdat de grond dan is bijgekomen.”
Larisa kiest eerst voor een pilotversie ‘Toeren langs Boeren’. Ze vraagt de innovatieklas om 12 juni om negen uur ‘s ochtends voor HAS Hogeschool klaar te staan. De tandems staan klaar, en zo vertrekt de groep voor een fietstocht van ongeveer twintig kilometer. Larisa is bezorgd en een beetje zenuwachtig: “ik hoop dat ze het volhouden”. Via het Heetmanplein naar het Bossche Broek. En voor sommigen is het afkicken, want waar is de koffie? Die moet toch nog even op zich laten wachten. Langs het provinciehuis fietst de groep naar de eerste boerderij: Vennenhof.
Lambada’s van De VennenhofBij De Vennenhof, van Peter en Dianca van de Ven, ontvangt Peter de groep aan de picknicktafel. Peter, oud HAS student, vertelt over het ontstaan van het bedrijf. “We richten ons nu op asperges en aardbeien. In 1966 hadden mijn ouders 25 verschillende gewassen.” Dit aantal slonk in de loop der jaren en er bleven twee gewassen over: aardbeien en asperges.
“Deze worden geteeld op een bedje van stro en zijn veel voller van smaak”
Tijdens een rondleiding vertelt Peter dat ze twee teeltsystemen hebben voor de aardbeien: vollegronds- en stellingenteelt. Grote afnemers willen de aardbeien van de stellingenteelt. Deze aardbeien kunnen namelijk in grote aantallen geleverd worden. Maar eigenlijk is Peter veel trotser op zijn vollegronds aardbeien. “Deze worden geteeld op een bedje van stro en zijn veel voller van smaak”, aldus Peter. De vollegronds teelt is volgens hem dan ook de enige, echte manier van telen. Je hebt namelijk te maken met de kringloop, en deze is essentieel voor een mooi product.
Toeren langs boeren
Tot slot geeft Frenk de groep de kans om zelf asperges te steken. Maar dan wel aan de hand van een stappenplan: uitgraven, vasthouden, volgen met de steker, voelen van weerstand, steken en het gat dichtmaken. De hele groep steekt zijn eigen asperge en is zo trots als een pauw.
Reportage10
“Maar jongens, de koeien worden niet met de hand gemolken hoor”
11
De hele groep steekt zijn eigen asperge en is zo trots als een pauw
Na het steken en het handen wassen, schuift iedereen aan voor de lunch. Larisa heeft aan alles gedacht. Iedereen krijgt een kopje aspergesoep van ter Stege en er komt brood op tafel van de Bossche Broodspecialist. Heerlijk bestreken met een laag roomboter van de Kern en dikke plakken biologische belegen kaas van Bastiaanse. De groep smult van de lunch en vindt het heerlijk om zo een dag langs de boeren te fietsen. Het initiatief van Larisa is nu dus al geslaagd.
De buiken zijn goed gevuld en dus kan de fietstocht worden voortgezet. De groep fietst door het groen verder en ziet dan een open veld met klaprozen staan. De meiden beginnen te joelen en willen maar wat graag even stoppen. “Zullen we een groepsfoto maken tussen de klaprozen?” vraagt één van hen. Na een heuse fotoshoot springt iedereen weer op de fiets en vertrekken ze naar Vught.
Echt boeren ijsOp de Vughtse ijsboerderij wordt de groep verwelkomt door Frans en Hannie. Frans vertelt dat ze 50 roodbonte koeien hebben en dat een deel van de melk gebruikt wordt voor het ijs. De koeien worden niet gemolken met een robot. De groep valt stil en kijkt Frans met open mond aan. “Maar jongens, de koeien worden niet met de hand gemolken hoor”, zegt één van de studenten. De groep is opgelucht maar direct ook verbaasd: hoe melkt u de koeien dan? Frans vertelt dat hij een gewone melkstal heeft en dat hij die straks wel even laat zien.Frans en Hannie maken nu ongeveer 12 jaar ijs en dat bevalt eigenlijk heel erg goed. Eén liter melk is genoeg voor twee liter ijs. Waarom geen kaas gekozen? “Dat is een goede
vraag. We hebben er wel voor gekeken. Maar we vonden het te intensief. Daarbij komt dat je voor één kaas veel meer melk nodig hebt. En het voordeel van ijs is eigenlijk heel erg simpel: je doet het in de diepvries en het blijft zes maanden goed.”Om het ijs te laten proeven neemt Hannie de groep mee naar de ijsmakerij. Voor hun neus wordt vers ijs gemaakt en ook direct uitgedeeld. Wat is dat toch heerlijk, vers ijs.
Zoals Frans had beloofd laat hij de groep zijn bedrijf zien. Eerst de kalfjes in de witte iglo’s om vervolgens de melkstal binnen te lopen. Na de uitleg over het melken neemt Frans de groep vol trots mee naar zijn koeien. “Loop maar de wei in en ga maar kijken”, zegt hij. Na wat rondlopen bij de koeien halen sommigen nog een ijsje. Vervolgens stapt de groep weer op de fiets om terug naar school te gaan.
Onverwachte stopBij het oversteken van de N65 wordt de groep tegengehouden door een politieman. Geschrokken blijft de groep staan. Maar dan hebben ze door waarom ze moeten wachten. De koning en koningin rijden langs voor hun bezoek aan Den Bosch. Een mooiere afsluiting is toch niet mogelijk. De groep fietst terug naar de HAS en levert de tandems in. Moe maar voldaan vertrekt iedereen naar huis. Het was een heerlijke, smakelijke fietstocht en zeker voor herhaling vatbaar.
Reportage
Column
En toch moest ik er aan geloven, ik ging aan de slag met stadslandbouw. Eén van mijn ‘opdrachten’ was namelijk het organiseren van een bijeenkomst. Een bijeenkomst voor, jawel volwassenen, die actief bezig zijn met stadslandbouw. Eindelijk was het dan zo ver. Veel verschillende mensen, van verschillende partijen waren aanwezig. Zoals de gemeente Oss, Brabantse Milieu Federatie, ZLTO en de Bossche Boeren.
Door de hele organisatie van de bijeenkomst kreeg ik steeds meer feeling met de thematiek. En ik moet zeggen, de bijeenkomst was een succes. Mensen wisselden kaartjes uit en er ontstonden nieuwe samenwerkingsverbanden.
Echt waar, niets is zo veranderlijk als de mens. Zelfs ik begon dat hele stadslandbouw gedoe namelijk echt leuk te vinden. En had ik geluk, want sinds ik stage liep, zag ik overal opeens ‘stadslandbouw artikelen’. Ik ging helemaal los: bieslook, basilicum, tomaatjes, waarom ook niet. In kleine bakjes op mijn vensterbank groeiden de zaadjes uit tot kleine plantjes. Maar kleine plantjes worden groot, en ik had meer ruimte nodig om ze echt goed te laten groeien. Zou ik dan toch maar naar een volkstuintje gaan? Of in onze tuin een heel stuk afzetten? Wat een gedoe.
Ik had al geen ruimte en daar was ook nog mijn stageteam. Bij mijn afscheid kreeg ik namelijk zaadjes voor courgettes, worteltjes en radijsjes. Ik werd helemaal gek. Hoe moet ik toch al die heerlijke dingen gaan telen op mijn vensterbank, dat past gewoon weg niet.
Maar gelukkig hebben we internet en vond ik dus ook, na wat zoeken, de perfecte uitvinding: een vierkante meter moestuin. Een kleine bak, wat worteldoek, potgrond en een schepje. Ja, ja ik had mijn eigen moestuin.
Stadslandbouw is helemaal hip. Bij het begin van mijn stage dacht ik: ze maken serieus een grapje. Want als het zo hip is, waarom weet ik dan nog niet wat het is? En hoe kan het, dat weer alleen volwassenen hierover praten?
En het bevalt super. Je zet de bak in de tuin of op je balkon. Wat vind je lekker? Radijsjes, worteltjes, courgette, tomaten, sla? Of ben je meer van de kruiden en ga je voor bieslook, pepermunt, tijm of tuinkers? De zaadjes er in, af en toe wat water geven en je ziet je eigen eten langzaam groeien. En hoeveel tijd het gemiddeld kost per dag? Maximaal vijf minuten.
Het ‘verbouwen’ van je eigen eten kost dus niet zo veel tijd en heel veel middelen heb je niet nodig. Wat het op levert? Een heuse smaakbeleving. Je zaait je eigen eten. Geeft je moestuin af en toe wat water. En aan het eind haal je zelf je eigen eten uit de grond. Van zaadje tot slaatje, jij hebt het zelf in de hand.
Ik vind het super: mijn eigen moestuin. En ik ben er achter gekomen dat her verre van saai is. Het is echt hip. Ik ben zo blij als een kind nu ik mijn eigen radijsjes kan eten. En het klinkt afgezaagd maar ik kan het alleen nog maar een keer benadrukken: weet wat je eet, begin bij jezelf!
Stadslandbouw hip? Geloof je het zelf?
12
13Recepten
Seizoensgroenten metbroodcroutons en gebakken wijtingIngrediënten:Bloemkool, wortel, komkommer, rode paprika, 1 gepekelde citroen (te koop bij Marrokkaanse en sommige Turkse supermarkten), oud brood, 4 wijting filets, scheut olijfolie, 100 ml azijn, 100 gr (riet)suiker, 200 ml water, klontje roomboter, zout en peper
Bereidingswijze:Doe de azijn, suiker en water bij elkaar in een pan en verhit tot de suiker is opgelost. Snijd alle groenten in gelijke stukken en doe deze samen in een bak. Giet het azijn, suiker en water mengsel er overheen. De groenten moeten helemaal onder staan. Laat het 90 minuten intrekken. Scheur het oude brood in kleine stukken en bak in een koekenpan met een scheut olijfolie tot ze krokant zijn. Snijd de schil van de gepekelde citroen los van het vruchtvlees en snijd deze in zeer dunne reepjes. Dep de wijtingfilets droog met wat keukenpapier. Verhit de koekenpan met een scheutje olijfolie. Bak de wijtingfilets op de huidzijde kort aan. Verwijder de olie uit de pan en voeg een klontje roomboter toe. Laat de boter uitbruisen en schep een aantal keren met een lepel de boter over de filets tot de bovenkant licht gaar is. Dresseer de groenten in het zuur op het bord, schep de wijting filets met de huidzijde aan de bovenkant op de groenten en maak af met gepekelde citroenreepjes.
Ingrediënten:8 tot 12 rijpe pruimtomaatjes, 2 rode paprika’s in lengte doorgesneden, 3 teentjes knoflook, 6 eetlepels olijfolie, 1 blikje ansjovisfilets, verse basilicum, zout en peper
Bereidingswijze:Verwarm de oven voor op 190 graden. Ontvel de tomaatjes, door ze eerst met de punt van een mes in te kerven en ongeveer 20 seconden in kokend water te dompelen. Vervolgens de tomaatjes laten schrikken in (ijs)koud water. Nu is het velletje makkelijker van de tomaten af te pellen. Halveer de paprika’s in de lengte. Maak de knoflooktenen schoon en snijd in dunne plakjes. Verdeel de knoflook en de tomaatjes over de paprika helften en strooi er wat zout en versgemalen peper over. Schenk er ruim olijfolie overheen. Leg de paprika helften in een ovenschaal en bak ongeveer 50 minuten in de oven (wanneer ze te snel verkleuren, de temperatuur wat later zetten). Besprenkel de paprika’s af en toe met het eigen vocht, dat vrijkomt door de hitte. Haal de paprika’s uit de oven zodra ze zacht zijn. En laat ze vijf minuten afkoelen. Begiet de gevulde paprika’s met de sappen uit de ovenschaal en leg er per halve paprika 3 ansjovisfilets op en wat basilicumblaadjes.
Paprika gevuld met cherrytomaatjes en ansjovis uit de oven
Salade van radijsachtigen met zeebaars en sinaasappeldressingIngrediënten:2 verse zeebaarsfilets, 1 sjalot gesnipperd, 2 tomaten, bosje radijs, 1/4 rammenas, 2 koolrabi, 3 sinaasappels, scheut olijfolie, 100 gram feta
Bereidingswijze:Snijd de koolrabi, radijs en rammenas in gelijke stukken en meng ze. Fruit de gesnipperde sjalot in een klein beetje olijfolie. Voeg de tomaat, die klein gesneden is, eraan toe. Laat kort smoren en pureer met een staafmixer tot een saus. Breng op smaak met zout, peper en olijfolie. Fileer de zeebaars in flinterdunne plakken. Maak een dressing van de sinaasappels en de olijfolie. Meng de dressing door het radijs, rammenas, koolrabi mengsel. Dresseer dunne plakken zeebaarsfilets over vier borden. Schenk er wat van de tomatensaus over. Maak af met de salade van radijsachtigen. Brokkel op het laatst wat feta over de salade heen.
Ben je benieuwd naar de kok die deze heerlijke recepten heeft geschreven? Dat is Dalila Sayd met haar eigen cateringbedrijf Da Lila Food. Na een periode van zes jaar in verschillende Michelin resutarants gewerkt te hebben besluit ze om weer te gaan studeren. Haar passie voor eten blijft onverminderd en daarom volgt ze dan ook de opleiding Food Design & Innovation aan HAS Hogeschool. Voor meer informatie over haar en haar bedrijf check je www.dalilafood.nl of volg je haar via @Da_LilaFood.
Mijn broertjes zijn eigenlijk veel slimmerBeuningse ondernemer Stijn Derks (18) vertelt over zijn leven als enthousiaste, ambitieuze en energieke pluimveehouder, fourage handelaar en akkerbouwer. Een nieuwe stap in de voedselketen is volgens hem essentieel om te komen tot meer draagvlak.
Samen met vader Willy, moeder Marja en broertjes Willem (15) en Jesse (13) is Stijn eigenaar van één van de drie Rondeelstallen in Nederland. De familie Derks is niet alleen eigenaar van Rondeel Ewijk, maar ook van twee pluimveebedrijven voor de opfok. Daarnaast zijn ze mede-eigenaar van een locatie scharrel leghennen. In totaal beschikken ze over 260.000 dieren.
Het RondeelWageningen Universiteit deed een onderzoek, Houden van Hennen, met als resultaat: het Rondeel concept. Het concept zorgt voor een balans tussen Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO), een ideale situatie voor leghennen en een goede werkomgeving voor de pluimveehouder zelf. Juist deze balans en het innovatieve concept sprak de familie aan. “Als we geen uitzondering op de regel hadden willen zijn, had ik wel dezelfde stal als de buurman”, aldus Stijn.Stijn vindt vooral de mogelijke betrokkenheid van de consument fijn van dit concept. “Normaal gesproken is het namelijk niet mogelijk dat voorbijgangers zomaar een kijkje nemen in de stal. En al helemaal niet in de pluimveesector. Bij ons staat de deur juist altijd open”. Iedereen kan binnenlopen en via de bezoekerstunnel de kippen bekijken.
Bij de in- en uitgang van het Rondeel staat een eierautomaat, die net zo werkt als de beter bekende aardbeienautomaat: geld er in stoppen en het deurtje gaat open.
De jonge agrariër vertelt dat hij met het Rondeel zoveel mogelijk streekgebonden wil gaan werken. Maar ook de gesloten kringloop staat centraal. Eigen voer, zelf opgefokte Rondeelkuikens, de mest op eigen land en afzet in de omgeving. Naast de nationale afzet aan Albert Heijn en La Place, besteedt Stijn nu meer aandacht aan de streekgerichte verkoop.
Echte ondernemersStijn zegt: “Mijn broertjes zijn echte ondernemers en eigenlijk veel slimmer. Willem en Jesse richten zich name-lijk al drie jaar op de streek. Ze verkopen de scharreleieren van ons gangbare bedrijf in de buurt. Dat begon met 200 eieren per week, nu zijn het er 3000. Mijn broertjes voor-zien bijna heel Beuningen van onze scharreleieren, met hulp van 15 vriendjes.”
Het ondernemen zit de zonen van Willy Derks in het bloed: op zijn 13e begon Stijn zijn eigen fourage bedrijf. Hij zet nu 650 hectare af en wil naar 900 hectare over vijf jaar. Toen de jonge agrariër met het plan kwam om ook een eigen akkerbouwbedrijf te starten werd hij voor gek verklaard. “Dat lukt je toch nooit, je haalt je veel te veel werk op je hals”, zeiden veel mensen. En juist dat zorgde er voor dat er bij hem iets knapte, het moest en zou lukken. Momenteel verbouwt hij met zijn eigen akkerbouw bedrijf 85 hectare aan maïs en tarwe. De rest van het voer koopt hij nog aan. Maar het streven is om in de toekomst de productie uit te bouwen naar een hoeveelheid die voldoende is om alle Rondeelstallen van Nederland te voorzien.
Als Stijn verder droomt over zijn toekomst, hoopt hij ooit nog een melkveehouderij te hebben met zijn vader. Waarom? Het contact met de individuele dieren, het buiten werken en met zijn handen aan de gang. Misschien is het geen geloofwaardig droombeeld maar Stijn zegt: “We denken in kansen, misschien is dat heel naïef, maar toch.”Jan en Heleen van Wijk draaien de Rondeelstal van de familie Derks.
“Als we geen uitzondering op de regel hadden willen zijn, had ik wel dezelfde stal als de buurman”
“We denken in kansen, misschien is dat heel naïef, maar toch”
Reportage14
15
Heleen vertelt aan de loopband dat de eieren die niet direct als product verkocht worden, verwerkt worden tot rondeeladvocaat en andere eiproducten. Eieren die hier niet meer geschikt voor zijn, gaan naar de industrie waar ze gebruikt worden door bakkerijen en voor veevoer. “Het is wel mooi dat je voor alle soorten eieren afzet hebt”. Zo is de verspilling nihil en dat wordt tenslotte ook steeds belangrijker.
Ons visitekaartjeHeleen vertelt dat de transparante manier van werken mensen aanspreekt. De bezoekers zijn vooral opa’s en oma’s met hun kleinkinderen. De kinderen vinden het geweldig om de kippen van zo dicht bij te zien. Veel (buurt)verenigingen hebben interesse en vragen vaak ook naar een presentatie. Maar één ding valt Heleen heel erg op. Er komen bijna geen jonge ouders. Stijn is het daar helemaal mee eens: “Wat ons betreft moet er vooral een slag gemaakt worden naar de jonge ouders. Hoe krijg je juist hen hier naartoe? En wat is de reden dat ze nu nog niet komen?”Momenteel wordt er veel gevraagd van de boeren in de tijd van de transitie. En dat is goed. “Maar het moet allemaal
niet te dromerig worden, werkbaar zou fijn zijn”, aldus Heleen. Stijn denkt dat juist de consument een belangrijke rol heeft in de transitie. Wij spelen hier op in, maar je moet er wel iemand voor zijn om mensen te woord te staan. Je moet er tegen kunnen dat er altijd mensen over de vloer zijn, en dat ze kritisch zijn. Alles moet gewoon perfect zijn. En met zoveel mensen over de vloer is dat nog belangrijker. We willen ons visitekaartje af geven, en trots zijn. En niet alleen op onze Rondeel. Al onze bedrijven en alleen met het beste resultaat.
Volg mij via www.derksfourage.nl en @stijnderks.
Reportage
Urban farming? O ja, stadstuinieren. Dit boek geeft tips van zaadje tot
pastaatje. Hoe verbouw je groente, kruiden en fruit op je balkon? En
hoe verwerk je, je zelfverbouwde ingrediënten in een heerlijk recept?
Handvatten vind je in dit boek. (Het Groentenparadijs, Manja Visser,
Kosmos Uitgevers, €19,95)
Het Groentenparadijs
Wat een gedoe? En dat lukt me toch nooit? Met het stappenplan uit dit boek ga je zo aan de slag en heb je
binnen de kortste keren je eigen geteelde groenten op tafel staan. (Jelle’s Makkelijke moestuin, Jelle
Medema & Saskia Naber, €25,-)
Jelle’s Makkelijke moestuin
Een praktische gids voor de biologische en duurzame tuiniers onder ons. Aan de hand van tekst, beeld en weetjes word je aan de
hand meegenomen tijdens het tuinieren. Voor Ieder seizoen iets speciaals.
(Tuinschatten, Renate Hudak & Harald Harazim, Tirion Natuur, €24,95)
Tuinschatten
De moestuin met zijn geitenwollen-sokken-imago verdwijnt. Er is een heuse moestuinrevolutie gaande.
Ben jij hip en jong? Beginnende tuinier, heb je weinig ruimte en
vooral heel weinig tijd? Je hebt niet meer nodig dan een handschepje, zaadjes, wat potten en potgrond.
Naast tips en trucs helpen makkelijke en uitgebreide recepten je om altijd iets heerlijks op tafel te zetten voor als je vrienden komen.
(Meiden de moestuin, Alex Mitchell, Kosmos Uitgevers, €16,95)
Meiden in de moestuin
Must follow @soChicken@WijZijnMorgen@toogoodtowaste_
@Boer_Co@lectorDVK@jorisLohman
@WillemenDrees@I_amfood@DBNAJK
@sharon_dijksma@4positiviteit@foodlog_nl
@landbouwnieuws@klasseboeren@Boerenfluitjes
Must haves16
Ook voor de echte vleeseters is een dagje zonder vlees best een aanra-der. Maar heb je geen tijd voor een hele avond in de keuken. Dit boek brengt je 140 snelle recepten voor soepen, voor- en hoofdgerechten en natuurlijke heerlijke desserts. En je bent niet langer dan een half uur bezig met de bereiding. (30 minuten vegetarisch, Rose Elliot, €19,95)
30 minuten vegetarisch
De wereldkampioen barbecuen helpt je bij het verzorgen van een eenvoudige tot bijzonder feestelijke barbecue. Met meer dan zeventig recepten, organiseer je een BBQ van A tot Z, van hapjes tot desserts. Verlang jij al naar het zomerweer? (BBQ, een feest!, Peter de Clercq, Lannoo, €19,95)
BBQ, een feest!
Heb je meer interesse in lekker eten dan in uren in de keuken staan? Met 350 snelle en heerlijke recepten maak je in een hand om draai een heerlijke maaltijd. En mocht het nog niet snel genoeg gaan, dan lees je toch gewoon de tips om nog sneller te koken. (Real Fast Food, Nigel Slater, €13,99)
Real Fast Food
Een lijst met ingrediënten, er lijkt soms geen eind aan te komen. Je kunt bijna een hele dag uit trekken voor een bezoek aan de supermarkt voordat je alle ingrediënten hebt gevonden. Dat hoeft nu niet meer. In dit boek bestaat ieder recept uit maximaal 5 ingrediënten. (Neem 5 ingrediënten, James Tanner, €16,95)
Neem 5 ingrediënten
Must follow@DeTostiFabriek@YFM_Br@Stap_indestal
@Peelhorst@biobudget@AgrichatNL
@KoeOpAvontuur@samuellevie@MeatYourOwn
@AgrimeetsDesign@StadseBoeren @dickfoodlognl
@FabFoodForecast@DuurzameTweets@groenkennisnet
17Must haves
Tasty Green Lifestyle Experience, oftewel TGLE,
is een publiek private coöperatie,geïnitieerd
door Xander Beks (33). De coöperatie is in 2009
ontstaan uit het programma voor jeugd
‘lekker groen’ van het toenmalige ministerie van
LNV. Centraal staat het verbinden van overheid,
onderwijs en ondernemers vanuit het
jongerenperspectief.
Toen TGLE in 2009 van start ging, kozen Xander Beks
en het ministerie, de provincie Noord-Brabant als
proeftuin. Het concept van TGLE sluit goed aan bij
de Agenda van Brabant. Namelijk: stad en platteland
verbinden, onderwijsinstellingen verbinden en het
realiseren van een optimale wisselwerking tussen
overheid, onderwijs en ondernemingen. Na het
draaien van pilots, de eerste anderhalf jaar, is samen
met de provincie Noord-Brabant gekozen voor
strategische doorontwikkeling van het concept.
TGLE speelt in op de dagelijkse levensstijl van
jongeren. Dit in combinatie met duurzame
ontwikkelingen en ervaringsgericht leren zijn de
schakels tot succes volgens Xander Beks. Het
uiteindelijke doel is het realiseren van een duurzame
samenleving. Hoe dit wordt gedaan? Door jongeren
echt iets te laten doen; ze verantwoordelijkheid te
geven: zet de jongeren in de driver’s seat. TGLE biedt
hen de mogelijkheid om het gesprek aan te gaan met
overheid en ondernemers. Vanuit hun
belevingswereld en vanuit hun onderwijsmodules
kunnen ze een essentiële bijdrage leveren.
De coöperatie werkt samen met het onderwijs. Jon-
geren van VMBO, MBO, HBO en Academies zijn de
jongeren waar TGLE mee aan de slag gaat.
“Loslaten van het stramien zoals het al honderd jaar
gaat”, zo zegt Xander, is het enige redmiddel om te
komen tot bedrijfsvoering nieuwe stijl. Jongeren
moeten de mogelijkheid krijgen om de ‘standaard’
zaken op een andere manier in te vullen. Om dit te
realiseren zorgt TGLE voor passende activiteiten in het
curriculum. Xander Beks: “Jongeren moeten uit de luie
stoel en in de driver’s seat”. Jongeren willen
uitgedaagd worden door middel van zien, voelen,
proeven, experimenteren en vooral doen.
Naast de samenwerkingsverbanden met onderwijs
instellingen zoals Hervion, het Koning Willem 1
college, NHTV, Helicon en HAS Hogeschool is TGLE
ook actief op het gebied van vrijetijdseconomie en
lifestyle. Dit in de vorm van evenementen. Xander zet
zich dan ook in om met, door en voor jongeren een
duurzaam evenement neer te zetten zoals Zeropop.
Zeropop was een pilot. Inmiddels kijkt TGLE in
samenwerking met stichting Ecopop hoe je
evenementen zo duurzaam als mogelijk kan realiseren
met jongeren. Xander heeft een grote interesse voor
slimme, strategische evenementen. Voor inspiratie en
kennis werkt hij dan ook graag samen met
evenementen van Concert at Sea tot grote, zakelijke
congressen. De evenementen, die TGLE organiseert,
vinden nu nog plaats binnen Brabant maar zullen zich
steeds verder door Nederland verspreiden.
“Loslaten van het stramien zoals het
al honderd jaar gaat”
“Motiveren is inspireren”
Zo ontstaat er een nieuwe,
uitdagende manier van werken. Jongeren krijgen de
kans om vanuit hun eigen talenten, interesses en
passie te leren. Deze manier van werken draagt bij aan
innovatieve ideeën. “Motiveren is inspireren”, is dan
ook een veel gebruikte zin door Xander.
De driver’s seat is een veelvoorkomende term bij
TGLE. Om deze term kracht bij te zetten hebben
jongeren van NHTV en Helicon een film gemaakt over
hun leerproces tijdens één van de TGLE projecten.
Voor Helicon leerzaam en vakinhoudelijk, voor NHTV
praktijk gericht oefenen: een film produceren.
Gewoon doen!Column18
boer&burgerTijdens het Eetcafé ontmoeten boer en burger elkaar. Het
Eetcafé is een initiatief van Youth Food Movement (YFM)
en Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK). Het Eetcafé is een on- en offline hangout voor boer en burger.
Een wat? Nou, een website waar boeren en burgers elkaar
ontmoeten. De meeste mensen in Nederland wonen in de stad.
En degenen die in de stad wonen, weten steeds minder over hun
eten. Waar komt het vandaan? En wie maakt het? De kranten
staan vol met soms verontrustende stukken over bijvoorbeeld
paardenvlees in je lasagne en plofkip of bofkip. Stadsmensen
zijn daardoor vaak kritisch naar de boer, maar als we heel eerlijk
zijn: wat weten we nou precies van de dagelijkse praktijk op een
boerderij?
Gelukkig is er een heldere link tussen boeren en burgers, het gaat
tenslotte over ons voedsel. Een aantal onderwerpen –
dierenwelzijn, milieu, genetische gemodificeerde organismen,
bodemvruchtbaarheid – zijn zeer beladen. Discussies hierover
lopen vaak uit op een welles-nietes gesprek. Waar twee
wereldbeelden bij elkaar komen en waar het begint te schuren,
ontstaan de mooiste dingen. Daarom is de dialoog tussen stad en
platteland zo belangrijk.Met Het Eetcafé brengen de Youth Food Movement (YFM) en het
Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) boeren en burgers
samen. Om elkaar te leren kennen, vragen te stellen, kritisch te
zijn en discussie te voeren, omdat voedsel ons verbindt.
Naast het online platform, organiseren zij het komende jaar
Eetcafé’s door het hele land; in de stad en op het platteland.
Boeren komen naar de stad om de burger te ontmoeten. En
stedelingen worden het platteland opgestuurd om te kijken waar
hun eten vandaan komt.Het Eetcafé is onderdeel van de internationale webcampagne
FoodPoliticsEU.Wil je meer weten? Volg ons dan via @HetEetcafé, facebook.
com/HetEetcafe of kijk even op onze site www.heteetcafe.eu. Geschreven door: Het Eetcafé
19Column
Mts. van Kilsdonk
Han van Kilsdonk (28)
De boeren van ‘Ieder zo zijn vak’
Niek van den Broek (28)Bioboerderij ‘t Schop
Interview22
Ieder zo zijn vakEven voorstellenHan: Ik ben Han van Kilsdonk, een vleesvarkenshouder in Maren-Kessel. Het bedrijf is nu nog van mijn ouders. We hebben vier locaties: twee in Lithoijen en twee in Maren-Kessel. Binnenkort nemen mijn broer en ik het ‘of-ficieel’ over. De taakverdeling is duidelijk: mijn broer de locaties in Lithoijen, ik in Maren-Kessel. Een bewuste keuze. Want mocht één van ons een andere weg in willen slaan, dan veroorzaakt dit geen problemen. Naast ons bedrijf ben ik bestuurlijk actief bij BAJK, AJK Oss en ZLTO Oss. Daarnaast ben ik leider van ons vriendenelftal.Niek: Ik ben Niek van den Broek. Een achtentwintigjarige biologische boer. Mijn ouders en ik hebben thuis een biologische boerderij met koeien (Blonde d’Aquitaine en Aberdeen Angus) en schapen (Texelaar-Swifter) voor het vlees en een moestuin. Al onze producten verkopen we in onze boerderijwinkel. Ik was projectmanager bij BAJK. Maar nu ben ik thuis fulltime aan het werk. Ik ben nog wel bestuurslid bij de werkgroep multifunctioneel. Naast mijn werk houd ik van mountainbiken, stappen en surfen.
Wat vind je van de boer-buur en producent-consument relatie?Han: Ik vind het zelf, net zoals veel andere jonge agrariërs, erg lastig om hier op in te spelen. Het kost gewoon heel veel tijd. En ik ben er niet voor opgeleid. Het zit me niet in het in het bloed, om naar de consument toe te stappen. Anders was ik wel detailhandel gaan doen. Ik ben juist boer omdat ik met dieren wil werken. Om de consument te begrijpen, moet ik meer weten van marketing. En marketing is echt een vak apart. Het productschap PVV was een goed mid-del om de afstand tussen producent en te verkleinen. Want daar zitten alle spelers in. Aangezien het wordt opgeheven lijkt het me verstandig dat daar iets voor in de plaats komt. Niek: Ja, wat vind ik daar van? Ik vind het heel erg belangrijk om hier op in te spelen. Volgens mij helpen alle kleine beetjes. Gewoon een keer koffie drinken met de buren. Of wat wij doen: rechtstreekse verkoop en het koken met groepen. Dit zorgt voor veel direct contact. Helaas zijn er ook bedrijven die niks doen met de buren. Met de BAJK organiseerden we daarom een workshop ‘boeren met de buren’. Naar mijn idee staan jonge boeren meer open voor ‘boeren met de buren’ dan ouderen. Al is er nog wel een hele slag te maken.
“Dagen van half zeven ‘s ochtends tot half elf ‘s avonds op stal zie ik niet zitten.”
Waarom vind je juist jouw ‘soort’ bedrijf leuk?Han: Waarom ik juist vleesvarkens leuk vind? Ik vind varkens überhaupt leuk. Het zijn slimme, eigenwijze dieren, met een eigen wil. En ik ben er mee opgegroeid. Al van jongs af aan help ik mijn vader op het bedrijf. Hoe ouder ik werd, hoe meer klusjes en verantwoordelijk ik kreeg. En zodra ik eenmaal kon, werkte ik zaterdag en zondag mee.Niek: Het leuke aan het zijn van een bioboer? In mijn optiek hebben de dieren een goed leven. En we zijn niet alleen productiegericht. Juist de diversiteit maakt ons bedrijf leuk. Ik vind het gewoon heerlijk om met mensen om te gaan. En met onze neventak spelen we hier mooi op in.
Wat vinden jullie van elkaars manier van werken?Han: Een agrariër zoals Niek, maakt zelf de keuze om meer op de consument in te spelen. Als hij dit wil en er behoefte aan heeft, is dat prima. Ik zie het mezelf in ieder geval niet snel doen. Ik ben simpelweg niet het type voor een winkel. Als mijn vriendin en ik een neventak zouden starten, dan beginnen we een zorgboerderij. Niek: Ieder zo zijn vak. Voor mij zou het niks zijn om me volledig op de productie te richten. Wij doen het biologisch, zij op een andere manier. In mijn ogen is de biologische landbouw een duurzame vorm die het mogelijk maakt om over enkele jaren de gigantische wereldbevolking te voeden.
Als je terug denkt aan vroeger....De vader van mijn opa is begonnen met het bedrijf. Als klein mannetje, van ongeveer vijf jaar, vond ik het heerlijk om met mijn vader te werken. Ik had mijn eigen, kleine riekje en voerde daarmee de koeien. Daarnaast vond ik het geweldig om met opa te gaan rijden met de MCcormick, een open tractor. We gingen dan samen de regeninstallatie ophalen.
Tijdens een interview vertellen twee ondernemers hoe zij in het leven staan. En welke rol de consument en de transitie voor hen spelen Beiden achtentwintig jaar en gestudeerd aan HAS Hogeschool. Alleen is Han van Kilsdonk intensieve vleesvarkenshouder en Niek van den Broek biologische boer.
23Interview
Hoe ziet je bedrijf er uit in de toekomst?Han: Later, als de mogelijkheid zich voordoet, schakel ik om naar een gesloten bedrijf. Zo heb ik de cyclus van ‘zaadje tot karbonaadje’ zelf in de hand. Nu ben je afhankelijk van de fokker en weet je de historie van de biggen niet. Ook in de toekomst wil ik gewoon zelf werkzaam zijn in het bedrijf. Misschien met één of twee mensen parttime in dienst. Maar ik wil absoluut niet van hen afhankelijk zijn. Ik wil het werk gewoon kunnen doen in de uren die ik daarvoor heb. Dagen van half zeven ‘s ochtends tot half elf ‘s avonds op stal zie ik niet zitten. Wel moet de buurt mijn bedrijf accepteren: Ik wil niet de boer zijn waar iedereen met een grote boog om heen loopt. Want hopelijk gaan mijn kinderen later gewoon in het dorp naar school. Dan moeten ze trots kunnen zijn op ons bedrijf. Niek: Over ongeveer 5 jaar neem ik het bedrijf over. Ik wil me ook richten op directe verkoop in Tilburg. Dat is wel een beetje onze stad. En ik denk dan aan verkoop op de markt. Ik wil me daar niet fulltime aan binden. Op het moment hebben we contact met de Ondernemerslift. Samen gaan we kijken welke zorgtak het best bij het bedrijf past. Het lijkt me namelijk leuk om nog meer met mensen te doen. Zelf zou ik het leuk vinden om met verslaafden te werken. En met mensen die herintegreren in de samenleving. Maar ik ben erg benieuwd naar de ideeën van de Ondernemerslift.
Wat vind je van de transitie van de veehouderij?Han: Tijdens het Brabant Beraad zijn ambitieuze plannen gemaakt. En dat is goed. Maar volgens mij zijn we continue in transitie. Dertig jaar geleden werden de varkens anders gehouden. De milieu eisen waren anders en het energiegebruik lag vele malen hoger dan momenteel. In deze dertig jaar is een slag gemaakt naar duurzaamheid. Deze slag moeten we weer maken alleen dan gericht op de omgeving. De vorige transitie maakte van stallen, grote stallen om voort te kunnen bestaan. En het aantal bedrijven nam af. Nu mogen de bedrijven niet meer groter worden, dus zal de opbrengst ergens anders vandaan moeten komen. De opbrengstprijs. En dit is spannend. Iemand moet gaanbetalen, en de boeren kunnen het niet. Dus nu is de vraag: wil de consument dat doen? Voor 50 cent per kilo extra kan een boer veel doen. En dan kunnen we de transitie echt doorzetten. En dit is noodzakelijk. Al denk ik niet dat de transitie lukt voor 2020. En ik denk dat ik niet de enige ben.Niek: Ik ben benieuwd of er bij de transitie daadwerkelijk slagen gemaakt gaan worden die groot genoeg zijn.Al moet ik wel zeggen: ik heb er niet zo veel mee te maken. Het is voornamelijk voor de intensieve veehouderij. Ik vind natuurlijk wel dat er iets moet gebeuren. Uiteindelijk denk ik alleen dat het niet snel genoeg gaat. Jonge boeren moeten namelijk wel aan de gang kunnen blijven en hun boterham kunnen verdienen. Of jonge boeren bezig zijn met de transitie? Ik denk het wel, maar er gebeurd nog te weinig. Voornamelijk jongeren die actief zijn in eigen bedrijf denken na over de transitie. Maar ik denk dat ze geen duidelijk beeld hebben welke keuzes gemaakt kunnen worden voor de toekomst. De keuzes zijn nu vaak nog gericht op lage productiekosten. Als ik zelf naar de transitie kijk denk ik dat we wel op de goede weg zijn. We horen in ieder gaval veel positieve verhalen omdat we biologisch zijn en ons richten op de consument.
“Ik vind het gewoon heerlijk om met mensen om te gaan”
Als je terug denkt aan vroeger....Ik vond het vroeger altijd heel leuk om in het weekend met mijn vader of broers de stal in te gaan. Van hokken uit scheppen tot voeren, alles was oké. Toen ik zes was, mocht ik ook een beetje tractor rijden. En dat was natuurlijk super gaaf. Ik mocht dan op schoot bij mijn vader en het stuur vasthouden. Maar geen gas geven want daar kon ik helemaal niet bij.
Welke bijdrage ga jij leveren aan de transitie?Han: Ik probeer zoveel mogelijk te kijken naar duurzame kansen. We blijven een bedrijf dat drie gezinnen moet voeden, en dat staat voorop. We hebben meegedaan met een project voor mestverwerking en productie van groene stroom. Het resultaat: goed voor het milieu, slecht voor de portemonnee. Niet duurzaam dus. Daarnaast maak ik me sterk voor een goede relatie met de omgeving. De kindervakantieweek vindt bijvoorbeeld
plaats op ons bedrijf. Reacties als: ‘je ruikt de varkens bijna niet’ heb ik al vaak gehoord. En dat doet me goed.Ook zet ik me in voor het verbeteren van het imago van jonge boeren via BAJK en AJK Oss als bestuurslid.Niek: Het klinkt misschien heel stom maar ik wil het goede voorbeeld laten zien. En ook laten zien dat biologisch wel rendabel kan zijn. Ik hoop gewoon dat ik mensen kan inspireren en motiveren voor multifunctionele landbouw. Er zitten zowel aan multifunctionele landbouw als een biologische werkwijze veel goede kanten. Door deze te laten zien, hoop ik dat veel mensen er iets van leren.
Fotografie: Dick Boschlo
Volg ons via www.hetschop.nl en @hanvankilsdonk.
advertentie