Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

159
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2013-2014 HET GEMEENSCHAPPELIJK EUROPEES KOOPRECHT. EN WAT MET DE REST VAN DE WERELD? Masterproef van de opleiding ‘Master in de rechten’ Ingediend door Jonas Vancoillie (studentennr. 00802437) Promotor: Prof. Dr. Maud Piers Commissaris: Mevr. Isabelle Bambust

Transcript of Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

Page 1: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

Faculteit Rechtsgeleerdheid

Universiteit Gent

Academiejaar 2013-2014

HET GEMEENSCHAPPELIJK EUROPEES KOOPRECHT.

EN WAT MET DE REST VAN DE WERELD?

Masterproef van de opleiding

‘Master in de rechten’

Ingediend door

Jonas Vancoillie

(studentennr. 00802437)

Promotor: Prof. Dr. Maud Piers

Commissaris: Mevr. Isabelle Bambust

Page 2: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent
Page 3: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

i

Woord vooraf

Met deze masterproef sluit ik mijn vijfjarige opleiding als student aan de faculteit

rechtsgeleerdheid van de Universiteit Gent af. Deze masterproef zou niet tot stand zijn

gekomen met de hulp van een aantal personen tot wie ik graag een oprechte

dankbetuiging zou richten.

Allereerst wil ik mijn dank betuigen aan mijn promotor, Prof. Dr. Maud Piers, en

commissaris, Mevr. Isabelle Bambust, voor het aanreiken van een boeiend onderwerp en

hun begeleiding bij het opstellen van mijn masterproef. Graag wil ik ook alle andere

Professoren, academisch en ondersteunend personeel van de Universiteit Gent bedanken.

Allen hebben zij bijgedragen tot de uitstekende opleiding die ik heb genoten. Tot slot richt

ik een woord van dank aan mijn ouders voor hun onvoorwaardelijke steun.

GENT, 11 mei 2014

Page 4: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

ii

Page 5: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

iii

Inhoudsopgave

LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN ................................................................................................... VII

INLEIDING ................................................................................................................................................ 1

Deel I. Het Hoe en Waarom van Uniform Recht .................................................................... 3

Hoofdstuk 1. De toenemende noodzaak aan uniform recht .........................................................5

Hoofdstuk 2. De diverse methoden van uniforme rechtsinstrumenten ..................................7

Deel II. Het Gemeenschappelijk Europees Kooprecht: achtergrond, doel,

toepassing en interpretatie ....................................................................................................... 10

Hoofdstuk 1. De ontwikkeling van het Gemeenschappelijk Europees Kooprecht ............ 13

Afdeling 1. De weg naar het Voorstel van de Europese Commissie ................................................. 13

Afdeling 2. Het Gemeenschappelijk Europees Kooprecht en recente ontwikkelingen ............ 17

Hoofdstuk 2. Doel ...................................................................................................................................... 20

Afdeling 1. Rechtsdiversiteit als hinderpaal .............................................................................................. 20

Afdeling 2. De problematiek volgens de Europese Commissie en haar Voorstel als

antwoord .................................................................................................................................................................. 23

Afdeling 3. Het Europees Parlement stelt perken aan de doelstelling ............................................ 27

Hoofdstuk 3. De toepassing van het Gemeenschappelijk Europees Kooprecht ................. 28

Afdeling 1. Een optioneel instrument ........................................................................................................... 28

Afdeling 2. Het toepassingsgebied ................................................................................................................. 30

1. Materieel toepassingsgebied .................................................................................................................. 30

A. Het Voorstel van de Europese Commissie ....................................................................................... 30

A.1. Drie categorieën van overeenkomsten ................................................................................. 30

A.2. Bijzondere overeenkomsten ..................................................................................................... 33

A.3. Kritische opmerkingen ................................................................................................................ 34

B. Door het Europees Parlement gestemde wijzigingen ............................................................. 35

B.1. Focus op de internethandel en grondige wijzigingen ..................................................... 35

B.2. Kritische opmerkingen ................................................................................................................ 39

2. Personeel toepassingsgebied.................................................................................................................. 41

Page 6: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

iv

A. Het Voorstel van de Europese Commissie ................................................................................... 41

A.1. Handelskoop en consumentenkoop ....................................................................................... 41

A.2. Kritische opmerkingen ................................................................................................................ 42

B. Door het Europees Parlement goedgekeurde wijzigingen .................................................... 42

3. Territoriaal toepassingsgebied .............................................................................................................. 44

A. Het Voorstel van de Europese Commissie ................................................................................... 44

A.1. Grensoverschrijdende overeenkomsten .............................................................................. 44

A.2. Kritische opmerkingen ................................................................................................................ 45

B. Door het Europees Parlement gestemde wijzigingen ............................................................. 46

Afdeling 3. Tussenconclusie: enkele bedenkingen omtrent de toepassing van het GEK ......... 47

Afdeling 4. Overeenkomsten met een partij van buiten de EU........................................................... 49

Hoofdstuk 4. De interpretatie van het GEK, de rol van het nationaal recht en de

waarborgen op eenvormige toepassing ........................................................................................... 52

Deel III. Universeel en Regionaal Kooprecht in de Rest van de Wereld: een

vergelijking met het GEK en inzichten voor de Europese situatie ............................... 55

Hoofdstuk 1. Inleiding ............................................................................................................................. 57

Hoofdstuk 2. Universeel kooprecht .................................................................................................... 58

Afdeling 1. Het Weens Koopverdrag ............................................................................................................. 58

1. Inleiding ........................................................................................................................................................... 58

2. Doel en methode .......................................................................................................................................... 60

A. De rationale en de gehanteerde methode van het Weens Koopverdrag ......................... 60

B. Een verschillende methode maar een gelijkaardig doel als het

Gemeenschappelijk Europees Kooprecht .......................................................................................... 61

3. De toepassing van het Weens Koopverdrag en een vergelijking met het GEK .................. 62

A. De toepassing van het CISG ................................................................................................................ 62

A.1. Materieel toepassingsgebied ..................................................................................................... 62

A.2. Personeel toepassingsgebied .................................................................................................... 65

A.3. Territoriaal toepassingsgebied ................................................................................................ 66

A.4. Een opt-out instrument ............................................................................................................... 68

B. Vergelijking met het GEK .................................................................................................................... 70

Page 7: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

v

B.1. Materieel toepassingsgebied ..................................................................................................... 70

B.2. Personeel toepassingsgebied .................................................................................................... 73

B.3. Territoriaal toepassingsgebied ................................................................................................ 73

B.4. Opt-in versus opt-out ................................................................................................................... 74

C. Het gevolg van de keuze voor het GEK bij gelijktijdige toepassing van het CISG ......... 75

4. Uniformiteit van het Weens Koopverdrag in de praktijk............................................................ 77

A. Beperkte waarborgen op een uniforme toepassing ................................................................. 77

B. Vergelijking met het GEK .................................................................................................................... 79

5. De meerwaarde van het Gemeenschappelijk Europees Kooprecht ten aanzien van

het Weens Koopverdrag ................................................................................................................................ 81

6. Conclusie ......................................................................................................................................................... 83

Afdeling 2. De UNIDROIT Beginselen van Internationale Handelsovereenkomsten ................ 84

1. Achtergrond ................................................................................................................................................... 84

2. Doel en methode van de UNIDROIT Beginselen en een vergelijking met het GEK........... 86

3. Diverse toepassingen van de UNIDROIT Beginselen .................................................................... 88

4. De toepassing van de UNIDROIT Beginselen op overeenkomsten en de

vergelijking met het GEK ............................................................................................................................... 90

A. Toepassingsgebied van de UNIDROIT Beginselen .................................................................... 90

B. Het vrijwillig gebruik van soft law door contractspartijen ................................................... 90

C. Vergelijking met het GEK ..................................................................................................................... 91

5. Lessen uit de Beginselen voor de toekomst van het GEK ........................................................... 94

Hoofdstuk 3. Regionaal kooprecht ..................................................................................................... 97

Afdeling 1. Verenigde Staten ............................................................................................................................ 97

1. Rechtsdiversiteit in de VS en de parallel met de EU ..................................................................... 97

2. Restatements of the law ............................................................................................................................ 98

3. Artikel 2 van de Uniform Commercial Code ..................................................................................... 99

A. Achtergrond .............................................................................................................................................. 99

B. Doel ............................................................................................................................................................ 100

C. Methode .................................................................................................................................................... 101

D. Lessen voor de Europese eenmaking........................................................................................... 102

Page 8: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

vi

4. Het Weens Koopverdrag in de Verenigde Staten ......................................................................... 104

A. De CISG en de UCC ................................................................................................................................ 104

B. Valkuilen omtrent het CISG in de VS: voorbode voor het GEK? ........................................ 104

Afdeling 3. OHADA in Afrika ........................................................................................................................... 107

1. Inleiding ......................................................................................................................................................... 107

2. Historische achtergrond ......................................................................................................................... 107

3. Het doel en de methode van OHADA vergeleken met het GEK............................................... 109

4. Toepassingsgebied .................................................................................................................................... 111

5. Uniformiteit van het OHADA kooprecht .......................................................................................... 112

6. De verhouding met het Weens Koopverdrag ................................................................................. 113

7. Toekomstperspectieven ......................................................................................................................... 114

A. De ontwikkeling van een Uniform Act on Contract Law ...................................................... 114

B. De toekomst van OHADA: verdere harmonisatie op het Afrikaanse continent .......... 116

C. Troeven van het CISG in de Afrikaanse regio ............................................................................ 117

Afdeling 4. Oost-Azië en de Principles of Asian Contract Law .......................................................... 119

1. Inleiding ......................................................................................................................................................... 119

2. Achtergrond en beknopte bespreking van de PACL ................................................................... 119

3. Het Weens Koopverdrag in Azië .......................................................................................................... 120

4. Vergelijking met de eenmaking van het Europees contractenrecht .................................... 121

BESLUIT ............................................................................................................................................. 122

BIBLIOGRAFIE .................................................................................................................................... 127

Page 9: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

vii

Lijst van gebruikte afkortingen

ALI American Law Institute

AUCL Uniform Act on Contract Law

AUDCG Acte uniforme sur le droit commercial general van 15 december

2010, Journal Officiel OHADA 11 februari 2011, nr. 23, 5-77.

B2B Business-to-Business

B2C Business-to-Consumer

C2C Consumer-to-Consumer

CCJA Common Court of Justice and Arbitration

CESL Common European Sales Law

CISG / Weens

Koopverdrag

Verdrag der Verenigde Naties inzake Internationale

Koopovereenkomsten betreffende Roerende Zaken, Wenen, 11

april 1980.

DCFR Draft Common Frame of Reference

Draft AUCL M. FONTAINE, OHADA Uniform Act on contract law: preliminary draft,

UNIDROIT, 2004, 48 p. en

http://www.unidroit.org/english/legalcooperation/OHADA%20ac

t-e.pdf

EU Europese Unie

Eurobarometer nr.

320

The Gallup Organization, Flash Eurobarometer nr. 320: European

contract law in business-to-business transactions, 2011 en

http://ec.europa.eu/public_opinion/flash/fl_320_en.pdf.

Eurobarometer nr.

321

The Gallup Organization, Flash Eurobarometer nr. 321: European

contract law in business-to-consumer transactions, 2011 en

http://ec.europa.eu/public_opinion/flash/fl_321_en.pdf.

GEK Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de

Raad betreffende een gemeenschappelijk Europees Kooprecht,

Brussel, 11 oktober 2011, COM (2011) 635 def.

GRK Gemeenschappelijk Referentiekader

HVJ Hof van Justitie van de Europese Unie

IMCO Commissie Interne Markt en Consumentenbescherming van het

Europees Parlement

JURI Commissie Juridische Zaken van het Europees Parlement

Kmo Kleine of middelgrote onderneming

NjW Nieuw Juridisch Weekblad

Page 10: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

viii

OHADA L’Organisation pour l’Harmonisation en Afrique du Droit des

Affaires

OHADA Verdrag Traité relatif à l’Harmonisation en Afrique du Droit des Affaires,

Port Luis, 17 oktober 1993.

PACL Principles of Asian Contract Law

PECL Principles of European Contract Law

PICC / UNIDROIT

Beginselen

UNIDROIT Principles of International Commercial Contracts

Richtlijn

Consumentenrechte

n

Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van

25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging

van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van Richtlijn 1999/44/EG

van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van

Richtlijn 58/577/EEG en van Richtlijn 97/7/EG van het Europees

Parlement en de Raad

Rome II-

Verordening

Verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de

Raad van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is

op niet-contractuele verbintenissen

Rome I-Verordening Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de

Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op

verbintenissen uit overeenkomst

Tekst GEK De tekst van het GEK in Bijlage I van het Voorstel voor een

Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende

een gemeenschappelijk Europees Kooprecht, Brussel, 11 oktober

2011, COM (2011) 635 def.

Toelichting GEK De toelichting van de Europese Commissie bij het Voorstel voor

een Verordening van het Europees Parlement en de Raad

betreffende een gemeenschappelijk Europees Kooprecht, Brussel,

11 oktober 2011, COM (2011) 635 def.

TPR Tijdschrift voor Privaatrecht

UCC Uniform Commercial Code

ULFIS Verdrag houdende een Eenvormige Wet inzkae de Totstandkoming

van Internationale Koopovereenkomsten betreffende Roerende

Lichamelijke Zaken, Den Haag, 1 juli 1964.

ULIS Verdrag houdende een Eenvormige Wet inzake Internationale

Koop van Roerende Lichamelijke Zaken, Den Haag, 1 juli 1964.

UNCITRAL United Nations Commission on International Trade Law

Page 11: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

ix

UNIDROIT International Institute for the Unification of Private Law

UNIDROIT

Beginselen 2010

INTERNATIONAL INSITUTE FOR THE UNIFICATION OF PRIVATE LAW,

UNIDROIT Principles of International Commercial Contracts 2010,

Rome, UNIDROIT, 2010, xlv + 454 p.

VEU Verdrag betreffende de Europese Unie, Pb. L., C. 83, nr. 53, 30

maart 2010, 13-46.

Voorstel GEK De Verordening zoals opgenomen in het Voorstel voor een

Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende

een gemeenschappelijk Europees Kooprecht, Brussel, 11 oktober

2011, COM (2011) 635 def.

VS Verenigde Staten

VWEU Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Pb. L., C. 83,

nr. 53, 30 maart 2010, 13-45.

Wetgevingsresolutie

GEK

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel

voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad

betreffende een gemeenschappelijk Europees kooprecht,

Straatsburg (voorlopige uitgave), 26 februari 2014, P7_TA-

PROV(2014)0159

Page 12: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

x

Page 13: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

1

Inleiding

1. Het Gemeenschappelijk Europees Kooprecht (GEK) is één van de laatste initiatieven tot

harmonisatie van het Europees contractenrecht. Het GEK bevat een geheel van

rechtsregels voor een aantal specifieke grensoverschrijdende transacties, onder meer de

koop-verkoop. Een blik op het bestaande recht wereldwijd leert ons dat het GEK niet de

eerste in zijn soort is. De eenmaking van het kooprecht is al in zekere mate gerealiseerd

door het Verdrag der Verenigde Naties inzake Internationale Koopovereenkomsten

betreffende Roerende Zaken (het CISG) op het universeel niveau. Een ander belangrijk

globaal project is de UNIDROIT Beginselen van Internationale Handelsovereenkomsten. De

creatie van een regionaal gemeenschappelijk kooprecht is evenmin uniek. Wereldwijd

bestaan er reeds verscheidene instrumenten die pogen het kooprecht een te maken in een

bepaalde regio. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de Uniform Commercial Code in de

Verenigde Staten en de Uniform Acts van OHADA in West-Afrika. Het GEK zal ook niet de

laatste in zijn soort zijn. In Oost-Azië is men nu bijvoorbeeld bezig het contractenrecht

regionaal aan te pakken met de Principles of Asian Contract Law. Al deze instrumenten zijn

initiatieven tot een uniform regionaal of universeel koop- of contractenrecht, maar geen

van hen is identiek. Elk verschillen ze op diverse vlakken zoals hun achtergrond, doel,

methodiek, toepassing, inhoud, vorm en omkadering.

2. De titel van deze masterproef maakt duidelijk dat we wereldwijd gaan kijken naar

rechtsinstrumenten die te vergelijken zijn met het GEK. De doelstelling bestaat er echter

niet in een alomvattende en beschrijvende encyclopedie op te stellen over alle bestaande

kooprechtprojecten. Het onderwerp van dit werk wordt op twee vlakken sterk beperkt.

3. Ten eerste moest er een selectie worden gemaakt tussen de vele instrumenten met

uniform koop- of contractenrecht. Alle bestaande en in ontwikkeling zijnde regimes

bespreken in een tweejarige studie is onbegonnen werk. Naast het GEK worden er vijf

instrumenten besproken: twee universele regimes, één uit de Verenigde Staten, één uit

Afrika en één Aziatisch project. Deze onderwerpen werden gekozen rekening houdend

met verschillende criteria, waaronder de geografische spreiding, hun belang voor de

rechtspraktijk en de mate waarin ze vergelijkbaar zijn met het Europese streven naar

uniformiteit.

4. Ten tweede ligt de nadruk van deze masterproef niet op de vergelijking van de

inhoudelijke rechtsregels van alle besproken instrumenten. Enerzijds opnieuw om

Page 14: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

2

praktische reden omdat dit niet haalbaar zou zijn, maar anderzijds ook omdat dit niet

altijd relevant is. We belichten daarom voornamelijk de volgende topics:

- Wat is de achtergrond en welke zijn de doelstellingen van de desbetreffende

instrumenten? Wat tracht men te bereiken met de eenmaking of harmonisatie?

- De toepassing van het instrument. Is het louter kooprecht of een algemener

contractenrecht? Regelt het instrument enkel commerciële transacties of is het

ruimer? Dit zijn slechts twee van de vele vragen die aan bod zullen komen in dit

onderdeel. Niet alleen het toepassingsgebied sensu stricto wordt besproken, maar

we kijken ook wanneer het instrument daadwerkelijk van toepassing is op een

contract tussen partijen.

- Hoe verhouden de regionale instrumenten zich tot de universele instrumenten?

Mogelijks bestaan er potentiële conflicten. Hoe kunnen deze dan worden opgelost?

- Welke waarborgen zijn er opdat het instrument uniform wordt toegepast?

5. De rode draad doorheen deze masterproef is het GEK. Bovenstaande onderwerpen

worden niet enkel vanuit een beschrijvend oogpunt bestudeerd; de nadruk ligt op de

vergelijking met het GEK. Rechtsvergelijking is aldus een belangrijk aspect van deze

masterproef. Door te kijken naar wat andere rechtsordes te bieden hebben kan men veel

leren over zijn eigen recht.1 De studie en vergelijking van diverse instrumenten met

uniform koop- of contractenrecht helpt ons het GEK beter te begrijpen. Het kan dienen als

hulpmiddel om de sterke punten en de zwakheden van dit nieuwe recht te ontrafelen. De

ervaring die we hebben met gelijkaardige instrumenten biedt ons bovendien belangrijke

inzichten voor de toekomst van het GEK of zelfs van het Europees contractenrecht in het

algemeen. Rechtsvergelijking helpt ons namelijk niet alleen om ons eigen recht te

begrijpen, maar het is ook uitermate nuttig bij de creatie van nieuw recht.2 We kunnen

vreemd recht als een informatieve bron gaan gebruiken. We kunnen er met andere

woorden inspiratie uit putten. We gaan kijken hoe men elders in de wereld het

contractenrecht heeft eengemaakt of geharmoniseerd en hieruit kunnen we ongetwijfeld

lessen trekken voor de verdere ontwikkeling van het GEK.

1 F. GORLÉ, G. BOURGEOIS, H. BOCKEN, F. REYNTJENS, W. DE BONDT en K. LEMMENS, Rechtsvergelijking, Mechelen, Wolters Kluwer, 2007, 87-88. 2 Ibid.

Page 15: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

3

DEEL I. HET HOE EN WAAROM VAN UNIFORM RECHT

Page 16: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

4

Page 17: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

5

Hoofdstuk 1. De toenemende noodzaak aan uniform recht

6. Het is algemeen geweten dat grensoverschrijdende transacties juridisch complexer zijn

dan binnenlandse transacties. In de context van internationale overeenkomsten gebeurt

het vaak dat de twee contractspartijen van een diverse achtergrond afkomstig zijn. De

partijen spreken vaak niet dezelfde taal en delen mogelijks niet dezelfde rechtstraditie.3

Het maken van een contractuele rechtskeuze kan gepaard gaan met lange en dure

onderhandelingen. Dit brengt economische kosten met zich mee. Indien de partijen niet

tijdig tot een consensus komen, is het bovendien reëel dat de deal volledig wordt

afgebroken wat resulteert in puur economisch verlies.

7. Maar ook wanneer partijen een nationaal recht hebben gekozen zijn de problemen nog

niet van de baan. Beeld bijvoorbeeld de situatie in waarin één partij economisch een stuk

sterker is dan zijn tegenpartij. Hoogstwaarschijnlijk zal de sterkste partij de toepassing

van zijn nationaal recht op het contract opdringen ten aanzien van de economisch

zwakkere contractspartij. Uiteraard is dit in het nadeel van deze tweede partij, aangezien

hij te maken zal krijgen met een vreemd recht waarvan hij waarschijnlijk weinig tot geen

kennis heeft. Een andere optie is dat de partijen kiezen voor het ‘neutraal’ recht van een

derde land. Dit brengt opnieuw ernstige nadelen met zich mee. Het recht is mogelijkerwijs

opgetekend in een vreemde taal, partijen kennen de inhoud er niet van en daarenboven is

een nationaal recht is niet altijd geschikt voor internationale transacties.4

8. Indien partijen geen rechtskeuze hebben gemaakt zal er beroep worden gedaan op de

objectieve verwijzingsregels van het internationaal privaatrecht om het nationaal recht te

bepalen die het contract beheerst. De toepassing van deze verwijzingsregels is vaak geen

eenvoudige opgave en brengt opnieuw moeilijkheden met zich mee.5 Vaak stuit men op

heel wat juridische en technische moeilijkheden hetgeen de rechtsonzekerheid in de hand

werkt. Bovendien komen we opnieuw terecht bij een nationaal recht, waardoor de nadelen

die we hierboven hebben besproken terug de kop opsteken.

3 De ene partij kan bijvoorbeeld uit een common law land (bv. het Verenigd Koninkrijk) komen, de andere uit een civil law land (bv. België). Maar ook binnen eenzelfde rechtstraditie zijn er grote verschillen mogelijk tussen het recht van de verschillende landen. 4 I. SCHWENZER, “Who needs a uniform contract law, and why?”, Villanova Law Review 2013, (723) 723-727. 5 M. A. PETSCHE, “International commercial arbitration and the transformation of the conflict of laws theory”, Michigan State Journal of International Law 2010, 453-493.

Page 18: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

6

9. De diversiteit van het nationaal recht wordt gezien als een obstakel voor de

internationale handel.6 Tegelijkertijd moet er gewezen worden op het alsmaar toenemend

internationaal handelsverkeer ten gevolge van de globalisatie.7 Vooral na de Tweede

Wereldoorlog heeft de technologische vooruitgang gezorgd voor een ongeziene toename

van de wereldwijde, internationale handel.8 Vandaar de toenemende noodzaak aan een

oplossing.

10. De oplossing van deze problematiek ligt in de harmonisatie of eenmaking van het

contractenrecht op het regionaal of universeel niveau. Juridische eenmaking of

harmonisatie moeten zorgen voor mindere juridische complexiteit en meer

rechtszekerheid in de context van het internationaal contracteren. Eenmaking en

harmonisatie zijn geen synoniemen. Eenmaking van het recht leidt ertoe dat de

rechtsregels in verschillende landen identiek worden, met eenzelfde toepassing en

interpretatie.9 Het eengemaakte recht wordt dus in principe gelijk in de verschillende

staten. Harmonisatie is een gradatie lager. Het nationaal recht van de verschillende landen

baseert zich op eenzelfde model. Niet alle regels zijn daarom identiek. De nationale

rechten worden vooral naar resultaat eengemaakt, maar niet noodzakelijk naar vorm.10

Harmonisatie biedt dus meer speelruimte aan de nationale wetgever.

11. Toegegeven, de omschrijving van eenmaking en harmonisatie hierboven is onvolledig

en voor discussie vatbaar.11 Het onderscheid tussen deze concepten wordt overigens vaak

over het hoofd gezien in de rechtsleer. Beide begrippen worden regelmatig onderling door

elkaar gebruikt.

6 E. MCKENDRICK, “Harmonisation of European contract law: the state we are in” in S. VOGENAUER en S. WEATHERILL, The harmonisation of European contract law: implications for European private law, business and legal practice, Oxford, Hart Publisher, 2006, (5) 14-15. 7 T. SOUBBOTINA, Beyond economic growth: an introduction to sustainable development, Washington D.C., The World Bank, 2000, 83-94. 8 J. BASEDOW, “Worldwide harmonisation of private law and regional economic integration - General report”, Revue de Droit Uniforme 2003, (31) 33. 9 J. CLIFT, “UNCITRAL and the goal of harmonization of Law”, Internet Law and Policy Forum 1999, http://www.ilpf.org/events/jurisdiction/presentations/cliftpr.htm. 10 F. GORLÉ, G. BOURGEOIS, H. BOCKEN, F. REYNTJENS, W. DE BONDT en K. LEMMENS, Rechtsvergelijking, Mechelen, Wolters Kluwer, 2007, 95. 11 P. J. OSBORNE, “Unification or harmonisation: a critical analysis of the United Nations Convention on the contracts for international sale of goods 1980”, CISG Database Pace Law 2006, http://www.cisg.law.pace.edu/cisg/biblio/osborne.html#7, 1.1-1.2.

Page 19: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

7

Hoofdstuk 2. De diverse methoden van uniforme

rechtsinstrumenten

12. Nu we het nut van een uniform recht begrijpen zullen we een blik werpen op de

diverse methoden die de rechtsinstrumenten hanteren om hun doelstellingen te bereiken.

In dit hoofdstuk geven we een algemeen overzicht van de voornaamste krachtlijnen.

Wanneer we de rechtsinstrumenten later individueel bespreken wordt er dieper ingegaan

op deze aspecten in het licht van het besproken regime.

13. Hard vs. soft law - De harmonisatie of eenmaking van het recht kan de vorm

aannemen van hard law of van soft law.12 Hard law komt tot stand door een instantie met

wetgevende bevoegdheid en is aldus bindende wetgeving. Internationale verdragen, zoals

het CISG, vallen onder deze categorie. Ook het GEK, die de vorm zal aannemen van een

Europese Verordening, is hard law. Daartegenover staat soft law. Dit kan onder meer de

vorm aannemen van een modelwet of restatement.13 Deze instrumenten zijn op zichzelf

niet juridisch bindend maar kunnen toch een grote invloed op de rechtspraktijk

uitoefenen. Zo kunnen ze in sommige gevallen gebruikt worden door contractspartijen,

die principes uit het instrument overnemen in hun contractuele clausules.14 Ook kunnen

ze gebruikt worden door rechters en praktijkjuristen. Tot slot gebeurt het dat nationale

wetgevers de modelwetten (deels) omzetten in bindende nationale wetgeving.15

14. Toepassingsgebied - De diverse instrumenten met uniform koop- of

contractenrechten verschillen vaak sterk qua toepassingsgebied. Drie aspecten moeten

bekeken worden. Ten eerste het materieel toepassingsgebied. Sommige instrumenten zijn

bijvoorbeeld louter kooprecht terwijl andere instrumenten een ruimer contractenrecht

omvatten. Ten tweede zijn er duidelijke verschillen waar te nemen op het vlak van het

personeel toepassingsgebied. Het CISG en de PICC regelen in principe enkel de

handelskoop (B2B), terwijl het GEK bijvoorbeeld ook van toepassing is op

overeenkomsten met consumenten (B2C). Het derde en laatste aspect is het territoriaal

toepassingsgebied. Hierin zal eveneens tot uiting komen of het universeel dan wel een

regionaal instrument is.

12 Meer over het onderscheid tussen ‘hard law’ en ‘soft law’ in C. B. ANDERSEN, “Defining Uniformity in Law”, Uniform Law Review 2007, (5) 15-17. 13 L. F. DEL DUCA, “Developing global transnational harmonization procedures for the twenty-first century: the accelerating pace of common and civil law convergence”, Texas International Law Journal 2006-2007 (625) 628. 14 Denk daarbij bijvoorbeeld aan de UNIDROIT Beginselen; infra. nrs. 221 e.v. 15 C. R. REITZ, “Globalization, international legal developments, and uniform state laws”, Loyola Law Review 2005, (301) 317.

Page 20: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

8

15. Het toepassingsgebied weerspiegelt in zekere mate ook de doelstellingen die men

heeft bij de ontwikkeling van het instrument. Wil men de internationale of regionale

handel stimuleren? Beoogt men handel tussen bedrijven te vergemakkelijken of richt men

zich ook op de consumentenkoop? Deze diversiteit aan ‘subdoelstellingen’ doen echter

geen afbreuk aan het feit dat al de besproken rechtsinstrumenten één ‘kerndoel’ delen: de

vereenvoudiging van de grensoverschrijdende transacties door uniforme regels te bieden

aan de contractspartijen.

16. Vervanging, opt-in of opt-out - Wanneer een uniform instrument wordt ontwikkeld

werpt de vraag zich op wanneer dit regime daadwerkelijk van toepassing op een contract

en wat de resterende rol is van het nationaal recht. Er zijn drie verschillende methoden te

onderscheiden die uniforme rechtsinstrumenten kunnen hanteren.

17. Ten eerste kan het gaan om “vervanging”. Het nieuwe uniforme recht vervangt het

nationaal recht. Dit is de meest ingrijpende methode. Voor de onderwerpen die vallen

buiten de werkingssfeer van het instrument zal het nationaal recht natuurlijk onaangetast

blijven. OHADA hanteert deze techniek in haar Uniform Acts.

18. De tweede methode is deze van “opting-out”. Het uniforme instrument, en dus niet het

nationaal recht, is automatisch van toepassing op de transacties die binnen haar

toepassingsgebied vallen. Niettemin kunnen de contractpartijen beslissen om de

toepassing van het instrument uit te sluiten en hun contract alsnog door het nationaal

recht te laten beheersen. Het bekendste voorbeeld hiervan is het CISG.

19. De derde en laatste wijze om tot de toepassing van het instrument te komen is “opting-

in”. Er is geen automatische toepassing van het eengemaakte recht. De contractspartijen

kiezen op vrijwillige basis om het eengemaakte recht toe te passen op hun overeenkomst.

Doen ze dit niet, dan zal het nationaal recht simpelweg van toepassing zijn. Het

toekomstige GEK is een opting-in instrument. Soft law instrumenten zijn in principe ook

enkel van toepassing zijn op een contract indien partijen vrijwillig beslissen het te

gebruiken.

20. Waarborgen voor uniforme toepassing - Eén identieke tekst met regels is

onvoldoende om uniformiteit te bekomen in de rechtspraktijk. Er moeten zekere

waarborgen worden voorzien opdat het instrument in verschillende landen gelijk wordt

uitgelegd en toegepast. Vaak bevatten de rechtsinstrumenten regels omtrent hun

Page 21: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

9

interpretatie. In sommige gevallen is er ook een hoogste gerechtshof, die

gemeenschappelijk is aan alle Staten waarin het instrument van toepassing is en die finaal

uitspraak kan doen over de interpretatie ervan. Het Europees Hof van Justitie zou deze

taak krijgen voor het GEK. Tot slot is het belangrijk dat de rechtspraak van nationale

rechters omtrent het uniform recht gemakkelijk kan worden geraadpleegd door actoren

uit andere landen. Verzamelingen van rechtspraak, meestal online, zijn dan ook een steeds

wederkerend fenomeen in deze context.

Page 22: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

10

Page 23: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

11

DEEL II. HET GEMEENSCHAPPELIJK EUROPEES

KOOPRECHT: ACHTERGROND, DOEL, TOEPASSING EN

INTERPRETATIE

Page 24: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

12

Page 25: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

13

Hoofdstuk 1. De ontwikkeling van het Gemeenschappelijk

Europees Kooprecht

Afdeling 1. De weg naar het Voorstel van de Europese Commissie

21. Principles of European Contract Law - De harmonisatie van het Europees

contractenrecht is geen nieuw fenomeen.16 Een eerste belangrijke stap waren de

“Beginselen van Europees Overeenkomstenrecht”, beter gekend als “the Principles of

European Contract Law” (PECL), die werden opgemaakt door de Commissie voor Europees

Verbintenissenrecht (de zogenaamde Lando-commissie).17 De werkzaamheden van deze

commissie waren gestart in 1982 en het uiteindelijke resultaat werd in drie delen

gepubliceerd tussen 1995 en 2002. Deze boeken bevatten voorstellen voor

gemeenschappelijke Europese regels betreffende overeenkomstenrecht.

22. De PECL kan als basis dienen voor de toekomstige codificatie van Europees

contractenrecht.18 Deze doelstelling kan echter pas op lange termijn worden

verwezenlijkt. Op korte termijn tracht de PECL een waardevol academisch denkoefening

te zijn dat de beginselen tracht weer te geven die terug te vinden zijn in het recht van alle

EU-lidstaten. 19 Deze “restatement”, naar het voorbeeld van de Restatatement of the Laws in

de Verenigde Staten, kunnen dan als basis dienen voor nationale wetgevers bij de

hervorming van het nationaal recht. Eveneens kunnen nationale rechters het instrument

hanteren indien een onderwerp onvoldoende geregeld is in hun nationaal recht.20 Tot slot

kunnen ook contractspartijen de Beginselen toepassen op hun overeenkomsten. De PECL

is dan vooral bruikbaar bij grensoverschrijdende handelsovereenkomsten (B2B).21

16 Voor een uitvoerig overzicht betreffende de harmonisatie van Europees contractenrecht, zie: G. TOMÁS, Harmonisation of European contract law: slowly but surely, Lex Et Scientia International Journal 2013, 7-15. 17 O. LANDO en H. BEALE (eds.), Principles of European Contract Law, Parts I and II, Combined and Revised, Prepared by the Commission on European Contract Law, Den Haag, Kluwer Law International, 2000, xlviii + 561 p. (met Franse en Engelse tekst). Voor Nederlandse versie, zie M. STORME, “Beginselen van Europees overeenkomstenrecht – aangevulde versie met inleiding”, TPR 2005, 1181-1241; O. LANDO, A. PRÜM, E. CLIVE en R. ZIMMERMAN (eds.), Principles of European Contract Law, Part III, Kluwer Law International, Den Haag, 2003, xxxv + 291 p. 18 O. LANDO en H. BEALE (eds.), Principles of European Contract Law, Parts I and II, Combined and Revised, Prepared by the Commission on European Contract Law, Den Haag, Kluwer Law International, 2000, xxiv. 19 C. TWIGG-FLESNER (ed.), The Cambridge Companion to European Union Private Law, Cambridge, Cambridge University Press, 2010, 118. 20 O. LANDO en H. BEALE, Principles of European Contract Law Part I: performance, non-performance and remedies, Prepared by the Commission on European Contract Law, Dordrecht, Maretinus Nijhoff Publishers, 1995, xviii. 21 C. TWIGG-FLESNER (ed.), supra. noot 19, 118.

Page 26: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

14

23. Mededeling Commissie - In 2001 publiceerde de Europese Commissie de Mededeling

over Europees verbintenissenrecht, waarbij het debat werd geopend over de vraag of de

verschillen tussen het verbintenissenrecht binnen de EU een belemmering vormen voor

de interne markt en wat de mogelijkheden zijn voor toekomstig Europees

verbintenissenrecht.22 In het licht hiervan startte de Commissie een reeks van consultaties

en discussies met diverse belangengroepen.

24. Actieplan - Twee jaar later, in 2003, werd de uitkomst van dit proces werd

voorgesteld in het Actieplan van de Europese Commissie met de titel “een coherenter

Europees verbintenissenrecht”23. De Commissie stelde vast dat er belangrijke

rechtsverschillen waren tussen de diverse nationale rechtstelsels die de

gemeenschappelijke markt verstoren.24 Er worden drie voorstellen gedaan: de

ontwikkeling van een “Gemeenschappelijk Referentiekader” (GRK), het stimuleren van

algemene voorwaarden toepasselijk in de gehele Europese Unie en het nadenken over een

optioneel Europees Wetboek van Contractenrecht.25

25. Draft Common Frame of Reference - Een academische versie van een

‘Gemeenschappelijk Referentiekader’ (bekend als de DCFR) kwam finaal tot stand in

2009.26 Dit monnikenwerk bevat principes, definities en modelregels voor zowel handels-

als consumentencontracten, alsook nuttige commentaren en opmerkingen.27 Dit

academisch instrument is in belangrijke mate gebaseerd op de PECL.28 Maar in

tegenstelling tot de PECL bevat de DCFR niet enkel bepalingen omtrent contracten, maar

ook omtrent niet-contractuele verbintenissen.

22 Mededeling van de Commissie aan de Raad van het Europees Parlement over europees verbintenissenrecht, Brussel, 11 juli 2001, COM (2001) 198 def. In de Nederlandstalige mededelingen wordt er foutief gebruikt gemaakt van de term ‘verbintenissenrecht’. In alle andere talen gebruikt men de term ‘overeenkomstenrecht’. 23 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement inzake een coherenter europees verbintenissenrecht: een actieplan, Brussel, 12 februari 2003, COM (2003) 068 def. 24 Ibid., nrs. 25 e.v. 25 M. W. HESSELINK, “Naar een coherenter Europees contractenrecht? Het Actieplan van de Europese Commissie”, 2003, http://ec.europa.eu/consumers/cons_int/safe_shop/fair_bus_pract/cont_law/stakeholders/5-35b.pdf , 6-7. 26 C. VON BAR, E. CLIVE en H. SCHULTE-NÖLKE (eds.), Principles, Definitions and Model Rules of European Private Law: Draft Common Frame of Reference (DCRF), VI dln., München, Sellier European Law Publishers, 2009, 1133 p. 27 Ibid., 10-18. 28 G. CORDERO MOSS, “Commercial contracts and European private law”, in C. TWIGG-FLESNER (ed.), The Cambridge Companion to European Union Private Law, Cambridge, Cambridge University Press, 2010, (147), 151.

Page 27: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

15

26. De voornaamste rol van de DCFR is het verbeteren van de bestaande acquis. Dit

instrument kan echter ook (i) gebruikt worden door nationale wetgevers bij het omzetten

van EU richtlijnen in nationale wetgeving; (ii) gehanteerd worden in arbitragegeschillen;

(iii) verder worden ontwikkeld tot een set van algemene contractuele voorwaarden voor

de praktijk; en (iv) een bron vormen voor het Europese Hof van Justitie bij de interpretatie

van het acquis.29

27. Groenboek - Een volgende belangrijke publicatie van de Europese Commissie kwam er

in 2010, met het “Groenboek over beleidsopties voor de ontwikkeling van een Europees

contractenrecht voor consumenten en ondernemingen”.30 Het doel ervan is het

uiteenzetten van de verschillende beleidsopties omtrent de toekomst van het Europees

contractenrecht. Met dit Groenboek werd tevens de start gegeven van een publieke

raadpleging over wat er nu moest gebeuren met de DCFR op politiek vlak.31 De consultatie

werd gesloten in januari 2011 en leidde tot maar liefst 319 antwoorden.32

28. Tekst van de deskundigengroep - In april 2010 besliste de Europese Commissie tot

de oprichting van een “deskundigengroep voor het gemeenschappelijk referentiekader op

het gebied van het Europees contractenrecht”.33 Deze groep had van de Commissie als taak

gekregen een haalbaarheidsstudie uit te voeren en onderzoek te doen naar de mogelijke

toekomstige ontwikkeling van een Europees instrument met betrekking tot het

contractenrecht.

29. Een jaar later werd het resultaat van de deskundigengroep voorgesteld.34 Deze

bestond uit een volledige set van contractuele bepalingen, gegoten in een

gebruiksvriendelijke tekst. De groep stelt de Commissie voor deze tekst als toolbox te

gebruiken bij de ontwikkeling van een later Europees instrument. Tevens wordt de

29 E. MCKENDRICK, “Harmonisation of European contract law: The State We Are In” in S. VOGENAUER EN

S. WEATHERILL (eds.), The harmonisation of european contract law. Implications for european private laws, business and legal practice, Portland, Hart Publishing, 2006, (5) 12. 30 Groenboek van de Commissie over beleidsopties voor de ontwikkeling van een Europees contractenrecht voor consumenten en ondernemingen, Brussel, 1 juli 2010, COM (2010) 348 def. 31 Ibid., 2. 32 De antwoorden op de publieke raadpleging van het Groenboek kunnen hier worden geraadpleegd: http://ec.europa.eu/justice/news/consulting_public/news_consulting_0052_en.htm. 33 Besluit van de Commissie tot oprichting van de deskundigengroep voor het gemeenschappelijk referentiekader op het gebied van het Europees contractenrecht, Brussel, 26 april 2010, 2010/233/EU. 34 EXPERT GROUP ON A COMMON FRAME OF REFERENCE IN THE AREA OF EUROPEAN CONTRACT LAW, A European contract law for consumers and businesses: publication of the results of the feasibility study carried out by the expert group on European contract law for stakeholders’ and legal practitioners’ feedback, 2011, 93 p. en http://ec.europa.eu/justice/policies/consumer/docs/explanatory_note_results_feasibility_study_05_2011_en.pdf.

Page 28: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

16

mogelijkheid geboden aan alle geïnteresseerde partijen om feedback te geven omtrent het

voorstel.35

30. Resolutie van het Europees Parlement - In navolging van de haalbaarheidsstudie

presenteerde het Europees Parlement zijn standpunt over de beleidsopties voor de

ontwikkeling van een Europees contractenrecht in de Resolutie van 8 juni 2011.36 Het

Parlement verkiest dat het Europees contractenrecht wordt gegoten in een facultatief

instrument via een Europese Verordening (optie 4 van het Groenboek).37 Er wordt gesteld

dat partijen, zowel bij transacties tussen ondernemingen onderling als bij transacties met

consumenten, de keuze moeten hebben om het optioneel instrument al dan niet te kiezen

als alternatief voor de bestaande nationale of internationale wetgeving.38 Het Europees

Parlement benadrukt ook dat het instrument een hogere consumentenbescherming dient

te bevatten dan de minimumbescherming van het bestaande consumentenacquis en

betrekking dient te hebben op nationale dwingende regels.39 Tot slot benadrukt men ook

dat er nog heel wat onbeantwoorde vragen zijn die de Commissie nader moet

onderzoeken, zoals de relatie met het Weens Koopverdrag en de Rome I-Verordening.40

31. Vervolg - Op 11 oktober 2011 vaardigde de Europese Commissie een voorstel uit voor

een verordening betreffende een gemeenschappelijk Europees kooprecht.41 Een

geamendeerde ontwerpwetgevingsresolutie werd op 26 februari 2014 gestemd door het

Europees Parlement. 42 Deze worden hierna uitgebreid besproken.

35 Ibid., 8. 36 Resolutie van het Europees Parlement over beleidsopties voor de ontwikkeling van een Europees contractenrecht voor consumenten en ondernemingen, Straatsburg, 8 juni 2011, P7_TA (2011) 0262. 37 Ibid., nr. 5. 38 Ibid., nr. 11. 39 Ibid., nr. 14. 40 Ibid., nr. 11. 41 Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een gemeenschappelijk Europees Kooprecht, Brussel, 11 oktober 2011, COM (2011) 635 def. 42 Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een gemeenschappelijk Europees kooprecht, Straatsburg (voorlopige uitgave), 26 februari 2014, P7_TA-PROV(2014)0159 en http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?type=TA&reference=P7-TA-2014-0159&language=NL (hierna: Wetgevingsresolutie GEK)

Page 29: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

17

Afdeling 2. Het Gemeenschappelijk Europees Kooprecht en recente ontwikkelingen

32. Op 11 oktober 2011 deed de Europese Commissie een voorstel voor een facultatief

gemeenschappelijk Europees kooprecht.43 Dit voorstel bevat rechtsregels die partijen

kunnen toepassen op bepaalde types van overeenkomsten met een grensoverschrijdend

karakter. Met het GEK tracht men de grensoverschrijdende handel te bevorderen door

voordelen te bieden aan zowel de ondernemingen als de consumenten. De

grensoverschrijdende handel wordt namelijk een steeds belangrijker deel van onze

economie gezien de globalisatie en de opkomst van de digitale handel.

33. Het GEK creëert een set van regelen die identiek zullen zijn voor alle EU-lidstaten. Het

GEK vervangt de nationale wetgeving niet, maar biedt een alternatief naast het bestaande

recht. Partijen kunnen dan vrijwillig overeenkomen om het GEK toe te passen op hun

overeenkomst.

34. Het voorstel van de Commissie bestaat drie onderdelen, een voorstel voor de

verordening44 (preambule en 16 artikels) en twee Bijlagen. Bijlage I45 bevat de bepalingen

van het GEK (bestaande uit 8 delen, 186 artikels en een aanhangsel inzake herroeping).

Bijlage II bevat de standaardmededeling over het GEK die de handelaar aan de consument

moet verstrekken om diens toestemming te verkrijgen om het GEK toe te passen.

35. Het GEK is innovatief op verscheidene vlakken.46 Ten eerste erkent het GEK het belang

van de consumentenkoop in de internationale handel. Het GEK onderscheidt zich duidelijk

van het CISG door ook van toepassing te zijn op contracten tussen ondernemingen en

consumenten. Ten tweede erkent het GEK het belang van gestandaardiseerde contracten.

Zo wordt er bijvoorbeeld een standaardmededeling voor de consument voorzien in Bijlage

II. Tot slot houdt het GEK rekening met het toenemend belang van de digitale handel. Er

worden gedetailleerde regels voorzien voor elektronisch gesloten overeenkomsten alsook

voor de levering van digitale inhoud.

43 Supra. noot 41. 44 Hierna: Voorstel GEK. 45 Hierna: Tekst GEK. 46 R. SCHULZE, “What Scholars say: A commentary on the CESL”, speech tijdens het CCBE debat The Common European Sales Law – Lawyers buying into the process, Brussel, 17 december 2012 en http://www.ccbe.eu/fileadmin/user_upload/document/CESL_conference/Schulze_speech.pdf

Page 30: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

18

36. De European Law Institute47 publiceerde in september 2012 een uitgebreid statement

over het voorstel van de Commissie waarin men enkele interessante wijzingen aanraadt

betreffende de toepassing van het GEK.48 Twee belangrijke commissies van het Europees

Parlement hebben zich ook uitgesproken over het Voorstel van de Commissie en steunen

het idee van het GEK, maar stellen eveneens grote wijzigingen voor. De “Commissie

Interne Markt en Consumentenbescherming” (IMCO)49 publiceerde zijn advies50 in juli

2013 waarin men opriep om het voorstel in een Richtlijn te gieten en het GEK op heel wat

punten te amenderen.51 De “Commissie Juridische Zaken” (JURI)52 presenteerden hun

verslag in september 201353 en namen een volledig andere positie in dan IMCO.54 Er

worden ruim tweehonderd amendementen voorgesteld. Opvallend is vooral het voorstel

om het GEK te beperken tot overeenkomsten op afstand.55

37. Het Europees Parlement stemde op 26 februari 2014 plenair in met het voorstel.56 Het

GEK werd door ruimschoots gesteund (416 stemmen vóór, 159 tegen en 65

onthoudingen).57 Het Parlement volgt de lijn van JURI en beperkt het toepassingsgebied

van het GEK tot overeenkomsten op afstand58, waarbij de focus ligt op de internethandel.59

47 https://www.europeanlawinstitute.eu/ 48 EUROPEAN LAW INSTITUTE, Statement of the European Law Institute on the Proposal for a Regulation on a Common European Sales Law COM(2011) 635 final, Wenen, European Law Institute, 2012, 331 p. en https://www.europeanlawinstitute.eu/projects/publications/. 49 Internal Market and Consumer Protection Committee. http://www.europarl.europa.eu/committees/nl/imco/home.html. 50 E. GEBHARDT en H. P. MAYER, Advies van de Commissie interne markt en consumentenbescherming aan de Commissie juridische zaken inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een gemeenschappelijk Europees kooprecht, Commissie interne markt en consumentenbescherming, 2013, 120 p. en http://www.europarl.europa.eu/committees/nl/imco/opinions.html?linkedDocument=true&ufolderComCode=IMCO&ufolderLegId=7&ufolderId=07447&urefProcYear=&urefProcNum=&urefProcCode=#menuzone. 51 Het advies van IMCO werd kritisch onthaald. Zie o.a. E. CLIVE, “The best can be the enemy of the good”, European Private Law News 2013, http://www.epln.law.ed.ac.uk/2013/07/12/the-best-can-be-the-enemy-of-the-good/. 52 Legal Affairs Committee, http://www.europarl.europa.eu/committees/nl/juri/home.html. 53 K. H. LEHNE en L. BERLINGUER, Verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een gemeenschappelijk Europees kooprecht, A7-0301/2013, Commissie Juridische Zaken, 2013, 275 p. en http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-%2f%2fEP%2f%2fTEXT%2bREPORT%2bA7-2013-0301%2b0%2bDOC%2bXML%2bV0%2f%2fNL&language=NL 54 E. CLIVE, “Proposal for a Common European Sales Law advances”, European Private Law News 2013 en http://www.epln.law.ed.ac.uk/2013/09/18/proposal-for-a-common-european-sales-law-advances/ 55 Zie onder meer amendement 26, 60 en 61 in het verslag van K. H. LECHNE en L. BERLINGUER, supra. noot 53. 56 Supra. noot 42. 57 EUROPEAN COMMISSION MEMO, Optional European Sales Law receives strong backing by the European Parliament, 26 februari 2014 en http://europa.eu/rapid/press-release_MEMO-14-137_en.htm; EUROPEAN PARLIAMENT / LEGISLATIVE OBSERVATORY, 2011/0284(COD) - 26/02/2014 Text adopted by Parliament, 1st reading/single reading, 10 mei 2014 en

Page 31: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

19

38. De sterke steun van het Europees Parlement is een belangrijke stap voorwaarts maar

desalniettemin blijft de toekomst van het GEK onzeker. Het voorstel dient nu nog te

worden aangenomen door de Raad van de Europese Unie.60 Het is afwachten of de Raad

positief op de wetgevingsresolutie zal reageren.

http://www.europarl.europa.eu/oeil/popups/summary.do?id=1339866&t=d&l=en; M. CROSS, “EU-wide contract law receives strong approval”, Lawgazette 2014 en http://www.lawgazette.co.uk/law/eu-wide-contract-law-receives-strong-approval/5040162.article 58 Amendement 26, 60 en 61 Wetgevingsresolutie GEK. 59 Amendement 1, 2 en 7 Wetgevingsresolutie GEK. 60 Art. 289 j° art. 294 VWEU.

Page 32: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

20

Hoofdstuk 2. Doel

Afdeling 1. Rechtsdiversiteit als hinderpaal

39. Hinderpalen voor de interne markt - Eén van de vier fundamentele vrijheden van de

Europese interne markt is het vrij verkeer van goederen.61 Het doel is een gebied te

creëren zonder binnengrenzen waarin goederen vrij kunnen circuleren als op een

binnenlandse markt. Dit heeft geleid tot de afschaffing van de douanerechten en

kwantitatieve beperkingen tussen de lidstaten in 1968.62 De Europese interne markt is een

essentieel competitief instrument in de globaliserende wereld. Niettemin is de creatie van

de interne markt verre van volledig.63 Er blijven in de praktijk belangrijke juridische64 en

niet-juridische belemmeringen bestaan tussen de EU-lidstaten die verhinderen dat de

grensoverschrijdende handel ten volle tot zijn recht komt. Niet-juridische hinderpalen zijn

onder andere de vreemde taal, leveringsmoeilijkheden, culturele verschillen, enz.65 De

juridische factoren die een effect op de grensoverschrijdende handel hebben zijn de

verschillen in het contractenrecht, fiscale regelgeving, kost van juridisch advies, enz.66 Wij

gaan hierna dieper in op het contractenrecht als hinderpaal voor de grensoverschrijdende

handel.67

40. Eurobarometer B2B - Onderzoek heeft aangetoond dat bijna de helft van de

ondervraagde ondernemingen in de EU een zekere hinder ondervindt van de verschillen in

het contractenrecht in de context van grensoverschrijdende handelstransacties.68 Deze

obstakels zijn (i) moeilijkheden om het toepasselijk recht te kiezen; (ii) moeilijkheden om

de provisies van het vreemd recht toe te passen; (iii) problemen bij het beslechten van

grensoverschrijdende betwistingen en (iv) kost van het juridisch advies omtrent

61 Art. 26 en 28-37 VWEU. 62 X, “Vrij verkeer van goederen”, Infopagina’s over de Europese Unie 2013 en http://www.europarl.europa.eu/aboutparliament/nl/displayFtu.html?ftuId=FTU_3.1.2.html 63 V. REDING, “The common European Sales Law – breaking the mould to help businesses and customers”, Speech tijdens Forum Europe: Realising the European Single Market Forum 2012 en http://europa.eu/rapid/press-release_SPEECH-12-164_en.htm. 64 Waarmee o.a. wordt bedoeld de rechtsdiversiteit ten gevolge van de verschillen in nationale wetgeving van de EU-lidstaten. Meer over de rechtsdiversiteit in Europa is te vinden in: L. NIGLIA (ed.), Pluralism and European Private Law, Oxford, Hart Publishing, 2013, xiii + 277 p. 65 THE GALLUP ORGANIZATION, Flash Eurobarometer nr. 320: European contract law in business-to-business transactions, 2011, http://ec.europa.eu/public_opinion/flash/fl_320_en.pdf, 15 (hierna: Eurobarometer nr. 320); THE GALLUP ORGANIZATION, Flash Eurobarometer nr. 321: European contract law in business-to-consumer transactions, 2011, http://ec.europa.eu/public_opinion/flash/fl_321_en.pdf, 18 (hierna: Eurobaromter nr. 321). 66 Ibid. 67 Voor een uitgebreide analyse over de vraag of er daadwerkelijk nood is aan een eengemaakt contractenrecht, zie: J. SMITS (ed.), The Need for a European Contract Law: Empirical and Legal Perspectives, Groningen, Europa Law Publishing, 2005, xii + 188 p. 68 Eurobarometer nr. 320, 16-17.

Page 33: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

21

buitenlands overeenkomstenrecht.69 Vooral ondernemingen die nog niet deelnemen aan

de grensoverschrijdend handel maar daar wel interesse in hebben, worden afgeschrikt

door de implicaties die het overeenkomstenrecht met zich meebrengt.70 Tevens melde 7

op 10 ondernemingen dat ze zouden kiezen voor een uniform Europees contractenrecht

indien het zou bestaan.71 De helft (52%) van de ondervraagden verkoos dat dit recht het

nationale contractenrecht zou vervangen, terwijl 38% voorstander was van een optioneel

instrument.72

Figuur 1: Impact van mogelijke contractenrecht gerelateerde obstakels bij de beslissing om grensoverschrijdend te kopen/verkopen binnen de EU. Bron: Eurobarometer nr. 320, 16.

41. Eurobarometer B2C - Er werd eveneens onderzoek gevoerd naar de invloed van het

contractenrecht op grensoverschrijdende consumententransacties.73 Naast andere

mogelijke belemmeringen, vormde het contractenrecht ook hier opnieuw een

belemmering voor de consumententransacties binnen de EU. De obstakels gerelateerd aan

het contractenrecht waren dezelfde als degene die hierboven zijn opgesomd. Meer dan de

helft van de ondervraagde ondernemingen gaf aan dat deze obstakels een zekere impact

hadden op hun buitenlandse activiteiten.74 De resultaten van dit onderzoek waren in grote

mate gelijkaardig aan de resultaten hierboven.

69 Ibid., 15. 70 Ibid., 21. 71 Ibid., 29. 72 Ibid., 31. 73 Eurobarometer nr. 321. 74 Ibid., 19.

Page 34: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

22

Figuur 2: Impact van mogelijke contractenrecht gerelateerde obstakels bij de beslissing om grensoverschrijdend te kopen/verkopen binnen de EU. Bron: Eurobarometer nr. 321, 20.

42. Vaststelling - We stellen vast dat er een aantal belemmeringen zijn die verhinderen

dat de interne markt ten volle wordt ontwikkeld. Uit de Eurobarometers van 2011 blijkt

dat de verschillen in de nationale, contractenrechtelijke regelingen als een van de

belangrijkste hinderpaal wordt ervaren voor ondernemingen in de context van de

grensoverschrijdende handelstransacties met handelaren en consumenten op de interne

Europese markt. Ook andere studies, zoals deze van het advocatenbureau Clifford

Chance,75 hebben dit bevestigd. Deze belemmering ontmoedigt handelaren, met name

kmo’s, om grensoverschrijdend handel te drijven of om nieuwe buitenlandse markten aan

te boren in de EU.

75 S. JAMES en H. PLATTERN, “Does business want an EU contract law? The Clifford Chance survey of business attitudes to a European contract law”, Mondaq 2005 en http://www.mondaq.com/article.asp?articleid=32445&searchresults=1.

Page 35: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

23

Afdeling 2. De problematiek volgens de Europese Commissie en haar Voorstel als antwoord

43. Bijkomende transactiekosten voor handelaren - De Europese Commissie erkent de

problematiek die werd aangehaald in de Eurobarometers. Handelaren moeten (i)

onderhandelen om het toepasselijk recht te kiezen of hebben moeite om het toepasselijk

recht vast te stellen; (ii) de inhoud van buitenlandse wetgeving nagaan, waarbij men vaak

een vertaling nodig heeft; (iii) kosten maken om juridisch advies te verkrijgen en (iv) hun

overeenkomsten aanpassen aan de buitenlandse wetgeving. Dit leidt tot bijkomende

transactiekosten voor de grensoverschrijdende handel en weerhoudt de handelaren om

hun activiteiten uit te breiden tot andere lidstaten.76 Het zijn vooral de kmo’s die

verhinderd worden om handel te drijven op de markten van andere EU-landen aangezien

kleinere ondernemingen minder middelen (lagere omzet) hebben om de bijkomende

transactiekosten van buitenlandse handel te dragen.

44. Juridisch kluwen ingeval van consumentenovereenkomsten - Grensoverschrijdende

consumentenovereenkomsten zijn juridisch nog complexer omwille van de verschillen in

de nationale consumentenbescherming. Het toepasselijke recht op een overeenkomst in

de EU wordt beheerst door de Rome I-Verordening inzake het recht dat van toepassing is

op verbintenissen uit overeenkomst.77 Een consumentenovereenkomst is een specifieke

overeenkomst waarvoor bijzondere regels gelden in artikel 6 Rome I-Verordening ter

bescherming van de consument. Indien partijen geen rechtskeuze hebben gemaakt zal de

overeenkomst worden beheerst door het recht van het land waar de consument zijn

gewone verblijfplaats heeft, op voorwaarde dat (a) de verkoper zijn commerciële

activiteiten of beroepsactiviteiten ontplooit in het land waar de consument zijn

woonplaats heeft, of (b) dergelijke activiteiten met ongeacht welke middelen richt op dat

land of op verscheidene landen, met inbegrip van dat land.78 De partijen kunnen wel een

rechtskeuze maken maar deze mogelijkheid wordt aan beperkingen onderworpen. De

rechtskeuze mag er namelijk niet toe leiden dat de consument de bescherming verliest

welke hij geniet op grond van de dwingende bepalingen van het recht van het land waar

hij zijn gewone verblijfplaats heeft.79

45. Wanneer Een handelaar die een overeenkomst sluit met een consument uit een andere

lidstaat en waarbij er geen rechtskeuze wordt gemaakt, zal de handelaar het buitenlands

76 Overweging 2 Voorstel GEK. 77 Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (hierna: Rome I-Verordening) 78 Art. 6(1) Rome I-Verordening. 79 Art. 6(2) Rome I-Verordening.

Page 36: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

24

consumentenrecht moeten nagaan want deze beheerst in principe het contract. Maar ook

al wordt er toch een rechtskeuze gemaakt voor het recht van de lidstaat van de handelaar,

dan nog moet hij het consumentenrecht van de lidstaat van de consument nagaan om te

weten of deze al dan niet een betere bescherming biedt voor de consument. Zo ja, dan zal

de handelaar zijn overeenkomst moeten aanpassen in overeenstemming met het

buitenlandse recht.

46. De verschillen tussen nationale dwingende regels inzake consumentenbescherming

zijn dus een belangrijke belemmering voor de grensoverschrijdende handel.80 In de

context van de e-handel moeten handelaren eveneens hun websites aanpassen aan de

dwingende regels van het buitenlands consumentenrecht en dit brengt opnieuw

bijkomende kosten met zich mee.

47. Ook consumenten afgeschrikt - Volgens de Europese Commissie beperken vele

consumenten zich bij het winkelen tot hun vertrouwde, binnenlandse markt omdat ze

vaak bezorgd zijn omtrent hun juridische bescherming indien ze goederen aankopen in

het buitenland.81 Dit is opnieuw een belemmering die verhindert dat de interne markt ten

volle tot uiting kan komen.

48. Gevolgen voor handelaren - De bijkomende kosten leiden ertoe dat er minder

grensoverschrijdende handel wordt gevoerd. Deze terughoudendheid van ondernemingen

om handel te drijven met andere lidstaten van de EU brengt negatieve economische

gevolgen met zich mee. Volgens de Europese Commissie lopen handelaren jaarlijks

tientallen miljarden euro mis aan handel tussen lidstaten misgelopen als gevolg van

verschillen in overeenkomstenrecht.82 Ook lopen ondernemingen kostenbesparingen mis

indien men gebruik zou kunnen maken van één enkel kooprecht of één enkele website.83

49. Ook op mededingingsrechtelijk vlak doen zich kwalijke gevolgen voor. Aangezien

vooral kmo’s belemmerd worden door de bijkomende transactiekosten die gepaard gaan

met buitenlandse handel, komt de mededinging tussen kmo’s en grotere ondernemingen

in gevaar. Een grote concurrerende onderneming zal minder moeite hebben om een

buitenlandse markt te betreden dan een kleine onderneming.84

80 Overweging 3 Voorstel GEK. 81 Overweging 4 Voorstel GEK. 82 Toelichting GEK, 4. 83 Overweging 2 Voorstel GEK. 84 Overweging 7 Voorstel GEK.

Page 37: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

25

50. Gevolgen voor consumenten – De consumenten dragen ook de nadelige gevolgen van

de beperkte grensoverschrijdende handel. Een consument die vrij kan winkelen op de

buitenlandse markt, heeft keuze uit een veel groter en beter aanbod. Bovendien leiden de

obstakels voor grensoverschrijdende handel eveneens tot een beperking van de

mededinging. De toename van de grensoverschrijdende handel zou daarentegen

aanleiding geven tot meer concurrentie tussen handelaren en dus dalende prijzen op de

markt.85 De Europese Commissie meent tevens dat bestellingen van consumenten in het

buitenland vaak worden geweigerd omdat verkopers terughoudend zijn om

grensoverschrijdende overeenkomsten te sluiten.86

51. Noodzaak voor een Europees kooprecht - Een uniform Europees kooprecht heeft als

doel een oplossing te bieden aan de belemmeringen die het gevolg zijn van de verschillen

in overeenkomstenrecht tussen de lidstaten. De Europese Commissie vat de doelstelling

van het GEK als volgt samen in haar voorstel van 2011:

“De algemene doelstelling van het voorstel bestaat erin de totstandbrenging en de

werking van de interne markt te verbeteren door de uitbreiding van

grensoverschrijdende handel voor ondernemingen en grensoverschrijdende

aankopen voor consumenten te bevorderen. Deze doelstelling kan worden bereikt

door een zelfstandig, uniform geheel van bepalingen inzake overeenkomstenrecht

aan te bieden, waaronder bepalingen inzake consumentenbescherming: het

gemeenschappelijk Europees kooprecht, dat als een secundaire regeling inzake

overeenkomstenrecht in het nationale recht van elke lidstaat moet worden

beschouwd.

Handelaren moeten het gemeenschappelijk Europees kooprecht op al hun

grensoverschrijdende zaken in de Europese Unie kunnen toepassen in plaats van zich

te moeten aanpassen aan verschillende nationale regelingen inzake

overeenkomstenrecht, op voorwaarde dat de andere partij bij de overeenkomst

daarmee instemt. Het moet op de gehele levenscyclus van een overeenkomst van

toepassing zijn en derhalve de meeste gebieden omvatten die relevant zijn bij het

sluiten van grensoverschrijdende overeenkomsten. Als gevolg daarvan zou de

informatie die handelaren moeten verzamelen over de nationale rechtsstelsels van

andere lidstaten, beperkt worden tot sommige, veel minder belangrijke

aangelegenheden die niet onder het gemeenschappelijk Europees kooprecht vallen.

In transacties tussen ondernemingen en consumenten zou het niet langer nodig zijn

om uit te zoeken welke bepalingen van het consumentenrecht inzake

consumentenbescherming dwingend zijn, aangezien het gemeenschappelijk Europees

kooprecht volledig geharmoniseerde bepalingen inzake consumentenbescherming

zou bevatten die in de hele Europese Unie een hoog niveau van bescherming bieden.

Bij grensoverschrijdende transacties tussen handelaren zouden onderhandelingen

over het toepasselijke recht vlotter kunnen verlopen, aangezien de

85 Toelichting GEK, 3-4; Overweging 4 en overweging 7 Voorstel GEK. 86 Overweging 4 Voorstel GEK.

Page 38: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

26

overeenkomstsluitende partijen de mogelijkheid zouden hebben om in te stemmen

met de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht – dat voor hen

beiden even toegankelijk is – op hun contractuele verhouding.

Als een direct gevolg daarvan zouden handelaren kunnen besparen op de extra

transactiekosten in verband met overeenkomstenrecht en kunnen functioneren in een

voor grensoverschrijdende handel minder complexe juridische omgeving op basis van

een enkel geheel van bepalingen in de hele Europese Unie. Handelaren zouden zo in

staat zijn om beter van de interne markt te profiteren door hun handel over de

grenzen heen uit te breiden en bijgevolg zou de mededinging binnen de interne markt

toenemen. Consumenten zouden profiteren van een betere toegang tot aanbod uit de

hele Europese Unie tegen lagere prijzen en minder vaak als klant worden geweigerd.

Op grond van een enkel geheel van bindende bepalingen die een hoog niveau van

consumentenbescherming bieden, zouden zij ook meer zekerheid genieten over hun

rechten wanneer zij grensoverschrijdend winkelen.”87

52. Conclusie - Het voornaamste doel van het GEK is het stimuleren van de

grensoverschrijdende handel op de Europese interne markt, zowel voor transacties tussen

handelaren als transacties met consumenten. Het GEK tracht de bijkomende

transactiekosten die gepaard gaan met het betreden van een buitenlandse markt te

verminderen. In plaats van verzeild te raken in het juridisch kluwen als gevolge van de

diverse nationale rechtsstelsels, zouden handelaren kunnen kiezen een uniform Europees

kooprecht voor hun grensoverschrijdende overeenkomsten. Dit werkt kostenbesparend

en komt de rechtszekerheid ten goede.88 Zowel de ondernemingen, met name kmo’s, als de

consumenten zouden vruchten plukken van toenemende buitenlandse handel.

53. Tevens bevat het een reeks van bepalingen ter bescherming van de consument, om zo

een hoog niveau van consumentenbescherming te waarborgen, het

consumentenvertrouwen in de interne markt te vergroten en buitenlandse aankopen te

stimuleren.89

87 Toelichting GEK, 5. 88 Art. 1(2) Voorstel GEK. 89 Art. 1(3) Voorstel GEK.

Page 39: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

27

Afdeling 3. Het Europees Parlement stelt perken aan de doelstelling

54. Beperkt tot de handel op afstand - Het is vanzelfsprekend dat het achterliggende idee

van het GEK in grote mate hetzelfde blijft na de voorgestelde amendementen van het

Europees Parlement. De centrale doelstelling van het van de Europese Commissie en het

Europees Parlement bestaat erin de totstandbrenging en de werking van de interne markt

te verbeteren door de uitbreiding van grensoverschrijdende handel voor ondernemingen

en grensoverschrijdende aankopen voor consumenten te bevorderen. Het middel daartoe

is de creatie van een zelfstandig, uniform geheel van bepalingen inzake

koopovereenkomsten.

55. De doelstelling van het GEK werd echter beperkt in overeenstemming met het

gewijzigde materiële toepassingsgebied. Het oorspronkelijk voorstel van de Commissie

had tot doel een oplossing te bieden voor de belemmeringen in de grensoverschrijdende

handel bij de verkoop van goederen in het algemeen.90 De Wetgevingsresolutie beperkt

zich tot de handel op afstand, met name de onlinehandel.91

56. Het Europees Parlement stelt vast dat de belemmeringen in verband met het

overeenkomstenrecht, het grootst zijn op het gebied van de verkoop op afstand, terwijl dit

gebied net voordeel zou moeten halen uit de interne markt. De handel op afstand, met

name de internethandel, wordt steeds belangrijker.92 Steeds meer consumenten doen hun

aankopen online en steeds meer verkopers gaan hun goederen op het internet aanbieden.

Een Europees kooprecht biedt de partijen de mogelijkheid om een uniform

overeenkomstenrecht toe te passen op hun overeenkomsten op afstand waardoor de

bijkomende transactiekosten in verband met het divers overeenkomstenrecht worden

vermeden.93

57. Conclusie - De Wetgevingsresolutie beperkt aldus het doel tot de uitbreiding van de

grensoverschrijdende internethandel binnen de interne markt. Het doel werd dus

aangepast in overeenstemming met het gewijzigde materiële toepassingsgebied. Het is

vanzelfsprekend dat de centrale doelstelling van het voorstel verder niet verandert.

90 Overweging 1, 2, 13 Voorstel GEK en art. 1(1) Voorstel GEK j° art. 5 Voorstel GEK. 91 Amendement 26, 60 en 61 Wetgevingsresolutie GEK. 92 ECOMMERCE EUROPE, Press release: European E-commerce to reach €312 billion in 2012, 12 mei 2013 en http://www.ecommerce-europe.eu/press/2013/05/press-release-european-e-commerce-to-reach-312-billion-in-2012-19-growth 93 Overweging 8 Wetgevingsresolutie GEK.

Page 40: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

28

Hoofdstuk 3. De toepassing van het Gemeenschappelijk

Europees Kooprecht

Afdeling 1. Een optioneel instrument

58. Secundaire regeling - Het GEK moet worden beschouwd als een secundaire of tweede

regeling inzake overeenkomstenrecht die wordt ingevoegd in het nationaal recht van de

lidstaten.94 Het GEK vervangt het nationaal recht niet maar bestaat autonoom naast het

nationale kooprecht. M.a.w., het gaat hier om een Europese regeling binnenin de nationale

rechtsorde. Deze secundaire regeling is identiek doorheen de gehele Europese Unie.95

59. Facultatief - Het GEK is enkel van toepassing op overeenkomsten die binnen haar

toepassingsgebied vallen indien partijen daarvoor kiezen.96 Partijen moeten uitdrukkelijk

overeenkomen op vrijwillige basis om hun overeenkomst te onderwerpen aan het GEK.97

Het GEK is dus een optioneel of facultatief kooprecht.

60. Het is nog steeds noodzakelijk op het toepasselijke nationaal recht te bepalen aan de

hand van de relevante collisieregels van internationaal privaatrecht. Er moeten namelijk

drie stappen gevolgd worden om het GEK toe te passen. In de eerste stap moet worden

nagegaan welk nationaal recht de grensoverschrijdende overeenkomst beheerst volgens

de verwijzingsregels van het internationaal privaatrecht. In Europa zijn de

verwijzingsregels voor contracten terug te vinden in de Rome I-Verordening. Partijen

hebben de mogelijkheid om zelf een rechtskeuze te maken.98 De contractspartijen kunnen

in deze fase wel nog geen keuze maken voor het GEK. De keuze voor het GEK is namelijk

de keuze tussen twee regelingen in hetzelfde nationaal recht en dit is dus geen

rechtskeuze in de betekenis van het internationaal privaatrecht.99 De tweede stap houdt in

dat partijen moeten nagaan of het toepasselijke recht de keuze voor het GEK toelaat. Dit

zal pas mogelijk zijn indien het recht van een EU-lidstaat het contract beheerst. De derde

stap vereist uiteindelijk dat partijen overeenkomen om het GEK toe te passen. Dit is

opting-in voor het GEK. Het GEK zal namelijk niet automatisch van toepassing zijn gezien

zijn facultatief karakter.

94 Toelichting GEK, 4; Overweging 9 Voorstel GEK. 95 Met uitzondering van de opties voor de lidstaten in art. 13 Voorstel GEK. 96 Art. 3 j° art. 8(1) Voorstel GEK. 97 Toelichting Voorstel, 9; Overweging 9 Voorstel GEK. 98 Art. 3 Rome I-Verordening. 99 Toelichting Voorstel, 7; Overweging 10 Voorstel GEK.

Page 41: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

29

61. Ook wanneer partijen geldig gekozen hebben voor de toepassing van het GEK blijft er

een belangrijke rol weggelegd voor het toepasselijk nationaal recht. Het GEK heeft geen

alomvattende werkingssfeer; heel wat onderwerpen zijn er niet in geregeld. Deze kwesties

worden beheerst door het nationaal recht dat van toepassing is op de overeenkomst.100

62. Geldigheid keuze GEK - Opdat de keuze voor het GEK geldig zou zijn moet er voldaan

zijn aan een aantal voorwaarden.101 Ingeval van een overeenkomst tussen een handelaar

en een consument kan er slechts geldig gekozen worden voor het GEK door middel van

een uitdrukkelijke verklaring, gescheiden van de hoofdovereenkomst.102 Bovendien

dienen er ook een aantal formele vereisten vervuld te zijn, terug te vinden in artikel 9

Voorstel GEK en in het de tekst van het GEK zelf.

63. In het Voorstel zijn geen artikels terug te vinden die vereisen dat de overeenstemming

om het GEK toe te passen tussen handelaren uitdrukkelijk dient te gebeuren. De vereiste

van de uitdrukkelijke verklaring ingeval van een consument laat a contrario uitschijnen

dat tussen handelaren een impliciete keuze voor het GEK mogelijk is. Deze stelling wordt

ook onrechtstreeks gesteund door de beginselen die aan de grondslag liggen van een

resem andere bepalingen in het GEK (die o.a. verwijzen naar hun gedragingen103 en hun

gemeenschappelijke bedoelingen104).105 Toch is er onduidelijkheid wanneer we ook gaan

kijken buiten de artikels van het Voorstel. In de toelichting bij het voorstel106 en in

overweging 9 Voorstel GEK stelt men namelijk dat “het gemeenschappelijk Europees

kooprecht op vrijwillige basis op een grensoverschrijdende overeenkomst van toepassing

moet zijn indien partijen dit uitdrukkelijk overeenkomen”.

64. Indien partijen een ongeldige keuze zouden hebben gemaakt voor het GEK zal het

instrument niet van toepassing zijn en wordt de overeenkomst beheerst door het recht

zoals aangewezen door de relevante collisieregels van internationaal privaatrecht.107

100 Overweging 27 Voorstel GEK. 101 Art. 8(1) Voorstel GEK. 102 Art. 8(2) Voorstel GEK. 103 Art. 30(3) Tekst GEK (over de overeenstemming bij het sluiten van een contract) 104 Art. 58(1) Tekst GEK (over de uitlegging van de overeenkomst) 105 M. HESSELINK, “How to op into the Common European Sales Law? Brief comments on the Commission’s proposal for a regulation” in I. CLAEYS en R. FELTKAMP (eds.), The Common European Sales Law: towards an alternative salse law? A Belgian perspective, Antwerpen, Intersentia, 2013, (1) 11. 106 Toelichting GEK, 14. 107 Het Europees Parlement stelt voor dit uitdrukkelijk op te nemen in de overwegingen (amendement 13 / nieuwe overweging 23bis Wetgevingsresolutie GEK).

Page 42: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

30

65. Gedeeltelijke toepassing - Artikel 1 Voorstel GEK heeft gestalte aan het principe van

vrijheid van overeenkomst en stelt dat partijen vrij van de bepalingen van het GEK kunnen

afwijken, tenzij anders bepaald is.108 Maar ingeval van de overeenkomst met een

consument moet het GEK toch in zijn geheel gekozen worden.109 Hiermee wil de Europese

regelgever vermijden dat het GEK selectief zou worden toegepast op een manier die het

evenwicht van de overeenkomst verstoort en afbreuk doet aan de

consumentenbescherming.110 Handelaren onderling kunnen er daarentegen wel voor

kiezen het GEK gedeeltelijk toe te passen, behalve voor de dwingende bepalingen waarvan

het GEK de uitsluiting verbiedt.111

Afdeling 2. Het toepassingsgebied

66. Overzicht - We zullen hierna het toepassingsgebied van het Gemeenschappelijk

Europees Kooprecht uitvoerig ontleden. Zowel het materieel, personeel en territoriaal

toepassingsgebied komen aan bod. Bij de bespreking van deze drie aspecten zullen we

telkens dezelfde structuur hanteren om het overzicht te kunnen bewaren. We vertrekken

elke keer van het Voorstel van de Europese Commissie in 2011. We beschrijven de

relevante bepalingen en becommentariëren hen. Vervolgens bespreken we bij elk

onderdeel de wijzingen die het Europees Parlement voorstelt in haar Wetgevingsresolutie

van 2014.

1. Materieel toepassingsgebied

A. Het Voorstel van de Europese Commissie

A.1. Drie categorieën van overeenkomsten

67. Algemeen - Het GEK harmoniseert het overeenkomstenrecht voor drie types van

grensoverschrijdende contracten. Het GEK kan worden toegepast op overeenkomsten

voor de verkoop van goederen, voor de levering van digitale inhoud en voor verbonden

diensten.112 Deze drie categorieën worden hieronder uitvoerig besproken.

68. Verkoop van goederen - Het GEK kan allereerst worden toegepast op

koopovereenkomsten.113 Het is voor de hand liggend dat deze vallen onder het

toepassingsgebied van het GEK, aangezien de koopovereenkomsten met betrekking tot

108 Art. 1(2) Voorstel GEK. 109 Art. 8(3) Voorstel GEK. 110 Overweging 24 Voorstel GEK. 111 Het Europees Parlement raadt aan om dit uitdrukkelijk toe te voegen aan art. 8(3) Voorstel GEK (amendement 72 Wetgevingsresolutie GEK) 112 Art. 1(1) Voorstel GEK j° art. 5 Voorstel GEK. 113 Art. 1(1) Voorstel GEK j° Art. 5(a) Voorstel GEK.

Page 43: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

31

roerende goederen vanuit economisch standpunt de belangrijkste soort overeenkomsten

zijn.114 Een koopovereenkomst wordt gedefinieerd als “een overeenkomst waarbij de

handelaar ("de verkoper") de eigendom van goederen aan een andere persoon ("de koper")

overdraagt of zich ertoe verbindt deze over te dragen en de koper de prijs van deze goederen

betaalt of zich ertoe verbindt deze te betalen”.115

69. Koopovereenkomsten hebben goederen tot voorwerp. Dit zijn roerende lichamelijke

zaken.116 Elektriciteit en aardgas zijn geen goederen in de betekenis van het GEK. Water en

andere soorten gas zijn enkel goederen indien zij worden verkocht in een bepaald volume

of bepaalde hoeveelheid.117 Het GEK kan dus worden toegepast op de verkoop van bidons

met water, gasflessen en dergelijke meer, maar niet op de verkoop van water en gassen

geleverd via een pijpleiding of ander infrastructuurnet.118 Het GEK is evenmin van

toepassing op de verkoop van onlichamelijke zaken, zoals intellectuele eigendomsrechten

of aandelen. Ook de verkoop van onroerende goederen valt niet onder het

toepassingsgebied van dit instrument.

70. Artikel 2(k) stelt ook uitdrukkelijk dat overeenkomsten tot levering van te

vervaardigen of te produceren goederen ook vallen onder het begrip koopovereenkomst,

en dus onder het toepassingsgebied van het GEK vallen. Overeenkomsten betreffende

gedwongen verkoop of die op een andere manier de uitoefening van het openbare gezag

betreffen zijn daarentegen geen koopovereenkomsten in de betekenis van het GEK.119

71. Overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud - Omwille van het

toenemende belang van de digitale economie120, strekt het toepassingsgebied van het GEK

zich ook uit tot overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud.121 Digitale inhoud

wordt gedefinieerd als “gegevens die, al dan niet volgens de specificaties van de koper, in

digitale vorm geproduceerd en geleverd worden, inclusief video, audio, afbeeldingen of

schriftelijke digitale inhoud, digitale spellen, software en digitale inhoud waarmee bestaande

hardware of software kan worden gepersonaliseerd”.122 Het is daarbij niet noodzakelijk dat

114 Overweging 16 Voorstel GEK. 115 Art. 2(k) Voorstel GEK. 116 Art. 2(h) Voorstel GEK. 117 Art. 2(h) (i)-(ii) Voorstel GEK. 118 R. SCHULZE, Common European Sales Law – Commentary, Baden-Baden, Nomos Verlagsgesellschaft, 2012, 42, nr. 6. 119 Art. 2(k) laatste zinsnede Voorstel GEK. 120 Overweging 17 Voorstel GEK 121 Art. 1(1) Voorstel GEK j° art. 5(b) Voorstel GEK. 122 Art. 2(j) Voorstel GEK.

Page 44: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

32

die inhoud op een materiële gegevensdrager wordt geleverd.123 Ook het downloaden of

streamen van bijvoorbeeld muziekbestanden valt onder de levering van digitale inhoud.124

72. Er worden wel 6 categorieën uitgesloten: (i) financiële diensten; (ii) juridisch of

financieel advies; (iii) diensten in de gezondheidszorg; (iv) communicatiediensten en –

netwerken, en bijhorende faciliteiten en diensten; (v) gokken; en (vi) het creëren van

nieuwe digitale inhoud en het wijzigen van bestaande digitale inhoud door consumenten

of andere interacties met de creaties van andere gebruikers.125

73. De definitie van digitale inhoud in artikel 2(j) Voorstel GEK stelt uitdrukkelijk dat het

irrelevant is of de data al dan niet volgens de specificaties van de koper werd

geproduceerd en geleverd. Zowel standaard software als op maat gemaakte software

vallen dus binnen het toepassingsgebied van dit kooprecht.126 Opvallend is dat voor de

toepassing van het GEK het ook irrelevant is of de digitale inhoud tegen betaling of gratis

wordt geleverd. De Commissie argumenteert dat digitale inhoud vaak wordt verstrekt

omwile van niet-geldelijke overwegingen, zoals het verlenen van toegang tot persoonlijke

gegevens of in het kader van een marketing strategie.127 Ook in deze gevallen wil men de

koper bescherming bieden via de bepalingen van het GEK.

74. Het toevoegen van de levering van digitale inhoud is naar mijn mening een goed idee.

In onze informatiemaatschappij wordt de verkoop van digitale inhoud steeds belangrijker.

Dit leidt onder meer tot heel wat twisten in het kader van het Weens Koopverdrag, dat

geen uitdrukkelijke regeling voorziet voor deze overeenkomsten.128 Men doet er ook goed

aan een uitdrukkelijke definities op te nemen in het instrument. Zonder goede definiering

zou de term “digitale inhoud” aanleiding geven tot kwalificatieproblemen en

rechtsonzekerheid.129 Een omschrijving van de term in het de Verordening zelf vermijdt

betwistingen in de toekomst.130

123 Overweging 17, laatste zin Voorstel GEK. 124 Bijvoorbeeld het aangaan van een abonnement bij Spotify via een toegangscontract zou onder het toepassingsgebied van het GEK vallen. 125 Art. 2(j) (i)-(iv) Voorstel GEK. 126 R. SCHULZE, supra. noot 118, 44, nr. 17. 127 Overweging 18 Voorstel GEK. 128 Infra. nrs. 150-151 129 C. SCHULLER en A. ZENEFELS, “Obligations of sellers and buyers” in G. DANNEMANN en S. VOGENAUER, “The Common European Sales Law in context: interactions with English and German law, Oxford, Oxfod University Press, 2013, (581) 582-585. 130 THE LAW SOCIETY OF SCOTLAND, “Call for evidence – A Common European Sales Law for the European Union – A proposal for a regulation for the European Commission”, 2012, http://www.lawscot.org.uk/media/492984/obl-moj_call_for_evidence-common_european_sales_law-law%20society%20of%20scotland%20response.pdf, 8.

Page 45: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

33

75. Overeenkomsten betreffende verbonden diensten - De derde en laatste categorie is

deze van de verbonden diensten. Dienstenovereenkomsten die verbonden zijn met de

koopovereenkomst of de overeenkomst voor de levering van digitale inhoud vallen onder

het toepassingsgebied van het GEK.131 Een verbonden dienst is “elke dienst die betrekking

heeft op goederen of digitale inhoud,[…] die door de verkoper van de goederen of digitale

inhoud wordt geleverd op grond van de koopovereenkomst, de overeenkomst betreffende het

leveren van digitale inhoud of een afzonderlijke, tegelijk met de koopovereenkomst of de

overeenkomst betreffende het leveren van digitale inhoud gesloten, verbonden

dienstenovereenkomst”.132 Het gaat hier dus over door de verkoper verstrekte diensten die

nauw en rechtstreeks verbonden met met de verkoop van goederen of levering van

digitale inhoud.133 Voorbeelden van verbonden diensten zijn installatie, onderhoud of

reparatie.

76. Belangrijk is dat deze diensten worden geleverd door de verkoper van de goederen of

digitale inhoud en niet door een derde partij. Indien een derde partij de diensten levert,

dan valt deze overeenkomst buiten het toepassingsgebied van het GEK.134 Het

toepasselijke recht wordt in dit geval bepaald door de verwijzingsregels van de Rome I-

Verordening en Rome II-Verodening.

77. Vervoersdiensten, opleidingsdiensten, ondersteundende telecommunicatiediensten en

financiële diensten zijn geen verbonden diensten in het Voorstel van de Commissie.135

A.2. Bijzondere overeenkomsten

78. Gemengde overeenkomsten - Overeenkomsten die andere (“vreemde”) aspecten

bevatten dan de verkoop van goederen, levering van digitale inhoud en de levering van

verbonden diensten vallen buiten het toepassingsgebied van het GEK.136 Het gaat daarbij

bijvoorbeeld de diensten uitgesloten in artikel 2(m) Voorstel GEK, zoals om financiële

diensten of vervoersdiensten. Ook andere vreemde elementen, zoals bijvoorbeeld de huur

van een goed, zal ertoe leiden dat het GEK niet geldt. De relatieve waarde van het vreemde

element in het gehele contract is daarbij irrelevant.137 Bijgevolg zal het GEK ook niet

bruikbaar zijn voor de koop van goederen die gepaard gaat met vervoersdiensten die

slechts een fractie van de waarde uitmaaken van de koopovereenkomst. Partijen kunnen

131 Art. 1(1) Voorstel GEK j° art. 5(c) Voorstel GEK. 132 Art. 2(m) Voorstel GEK. 133 Overweging 19 Voorstel GEK. 134 Overweging 20 Voorstel GEK. 135 Art. 2(m) (i)-(iv) Voorstel GEK. 136 Art. 6(1) Voorstel GEK 137 R. SCHULZE, supra. noot 118, 50-51, nr. 5.

Page 46: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

34

echter wel een afzonderlijk contract opmaken voor het vreemde element zodat de

hoofdovereenkomst wel binnen het toepassingsgebied van het GEK valt.138

79. Overeenkomsten die verband houden met consumentenkrediet - In het voorstel van

de Commissie wordt elke koopovereenkomst die gepaard gaat met een kredietverlening

door de verkoper uit het toepassingsgebied van het GEK gesloten.139 De kredietverlening

kan in de vorm van betalingsuitstel, een lening of andere, soortgelijke

financieringsregeling. Opvallend is dat de uitsluiting enkel geldt indien het krediet wordt

verleend door de verkoper. In geval van kredietverlening door een derde partij,

bijvoorbeeld indien de betaling gebeurt met een kredietkaart, geldt de uitsluiting van

artikel 6(2) Voorstel GEK niet.140

A.3. Kritische opmerkingen

80. Geen verkoop van diensten - Het materieel toepassingsgebied wordt door sommigen

bekritiseerd omdat het zich beperkt tot de verkoop van goederen, digitale inhoud en

verbonden diensten. De verkoop van diensten is een belangrijk deel van de

grensoverschrijdende internethandel,141 maar valt dus buiten het toepassingsgebied van

het GEK.142

81. Gemengde overeenkomsten en verbonden consumentenkrediet - De uitsluitingen

van gemengde overeenkomsten in artikel 6(1) Voorstel GEK en de overeenkomsten

verbonden met kredietverlening door de verkoper in artikel 6(2) Voorstel GEK zorgen

ervoor dat een groot aantal transacties buiten het toepassingsgebied van het GEK

vallen.143 Het instrument wordt daardoor een stuk minder aantrekkelijk voor de praktijk.

138 R. SCHULZE, supra. noot 118, 51, nr. 6. 139 Art. 6(2) Voorstel GEK. 140 R. SCHULZE, supra. noot 118, 51, nr. 9. 141 Zo behoren ‘reizen en vakantieverblijf’ tot de meeste voorkomende online aankopen door consumenten. Zie: EUROSTAT, “European Year of Citizens 2013. Nearly 60% of EU internet users shop online. Clothes, travel & holiday accommodation: most common online purchases”, Eurostat Newsrelease 2013 en http://epp.eurostat.ec.europa.eu/cache/ITY_PUBLIC/4-15102013-AP/EN/4-15102013-AP-EN.PDF 142 L. MÖLENBERG, “The proposal for a Common European Sales Law: work in progress”, Presentatie tijdens openbare hoorzitting JURI 2013 en http://www.europarl.europa.eu/document/activities/cont/201303/20130322ATT63740/20130322ATT63740EN.pdf. 143 THE LAW SOCIETY OF ENGLAND AND WALES, Response to UK government call for evidence, The Law Society 2013,http://international.lawsociety.org.uk/files/The%20Law%20Society_Response%20to%20CESL%20consultation_0512_Final.pdf, 32.

Page 47: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

35

82. Door de uitsluiting van gemengde overeenkomsten is het GEK bijna enkel bruikbaar

voor eenvoudige overeenkomsten. Grotere en complexere transacties zijn in veel

omstandigheden gemengde overeenkomsten die gepaard gaan met diverse vormen van

bijkomende dienstverlening.144 Tevens bestaat het gevaar dat partijen zouden

overeenkomen om het GEK toe te passen op hun contract, maar bij een geschil voor de

nationale rechtbank wordt de toepassing door de rechter geweigerd omdat hij een (klein)

onderdeel in het contract terugvindt waardoor het contract wordt aanzien als een

gemengde overeenkomst.145 Dit zou geheel ingaan tegen de verwachtingen van de partijen

en komt de rechtszekerheid niet ten goede.146

83. Ook de uitsluiting van overeenkomsten die verband houden met consumentenkrediet

stuit op heel wat onbegrip. De problematiek van het consumentenkrediet is

geharmoniseerd waardoor er weinig redenen zijn om dit buiten het GEK te laten.147 Het

toepassingsgebied van het GEK wordt hier onnodig beperkt waardoor er meer juridische

complexiteit is en de kansen slinken dat het GEK succesvol wordt in de praktijk.148

B. Door het Europees Parlement gestemde wijzigingen

B.1. Focus op de internethandel en grondige wijzigingen

84. Overeenkomsten op afstand - JURI heeft zich gebogen over het vraagstuk of het GEK

zich moet beperken tot overeenkomsten op afstand.149 In het finaal verslag stellen

144 LAW COMMISSION and SCOTTISH LAW COMMISSION, An optional Common European Sales Law: Advantages and problems. Advice to the UK government, 2011, http://lawcommission.justice.gov.uk/docs/Common_European_Sales_Law_Advice.pdf, 90, nr. 6.51-6.52. In de rechtsleer is men ook kritisch over deze uitsluiting, zie o.a.: R. SCHULZE, supra. noot 118, 52, nr. 12-13. 145 R. SCHULZE, supra. noot 118, 52, nr. 12. 146 M. FOGT, “Private international law issues in opt-out and opt-in instruments of harmonization: the CISG and the proposal for a Common European Sales Law”, Columbia Journal of European Law 2013, (83) 98. 147 H., EIDENMÜLLER, N. JANSEN, E., KIENINGER, G., WAGNER en R., ZIMMERMANN, “The proposal for a regulation on a Common European Sales Law: deficits of the most recent textual layer of European contract law”, The Edinburgh Law Review 2012, (301) 320. 148 R. SCHULZE, supra. noot 118, 52, nr. 13. 149 L. BERLINGUER en K.-H. LEHNE, Werkdocument over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een gemeenschappelijk Europees kooprecht (COM(2011)0635 – C7-0329/2011 – 2011/0284(COD)), Commissie Juridische Zaken, 2012, http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-%2f%2fEP%2f%2fNONSGML%2bCOMPARL%2bPE-497.786%2b01%2bDOC%2bPDF%2bV0%2f%2fNL, 5; L. BERLINGUER en K.-H. LEHNE, Ontwerpverslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een gemeenschappelijk Europees kooprecht (COM(2011)0635 – C7-0329/2011 – 2011/0284(COD)), Commissie Juridische Zaken, 2013, http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-

Page 48: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

36

rapporteurs BERLINGUER en LEHNE voor om het toepassingsgebied van het GEK voorlopig te

beperken tot overeenkomsten op afstand, met inbegrip van online overeenkomsten.150 Het

Europees Parlement volgde het verlag en keurde de amendementen goed.151

85. Een overeenkomst op afstand wordt gedefinieerd “als een overeenkomst die tussen een

handelaar en een consument of een andere handelaar wordt gesloten in het kader van een

georganiseerd systeem voor verkoop op afstand, zonder gelijktijdige fysieke aanwezigheid

van de handelaar, of, ingeval de handelaar een rechtspersoon is, een natuurlijke persoon die

de handelaar vertegenwoordigt, en de consument of de andere handelaar , en waarbij tot op

en met inbegrip van het moment waarop de overeenkomst wordt gesloten, uitsluitend

gebruik wordt gemaakt van een of meer technieken voor communicatie op afstand”.152 Het

moet daarbij nog steeds gaan om één van de drie categorieën: koopovereenkomsten,

overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud of overeenkomsten betreffende

verbonden diensten.

86. Cloud computing - Het Europees Parlement keurde een nieuwe overweging goed om

duidelijk te maken welke cloudcomputing-overeenkomsten worden gedekt door het GEK.

In de nieuwe overweging 17bis wordt uitdrukkelijk vermeld dat het GEK ook van

toepassing kan zijn wanneer digitale inhoud kan worden gedownload uit de cloud van de

verkoper of tijdelijk kan worden opgeslagen in de cloud van de dienstverlener.153 Cloud

computing betekent dat gegevens die zich op andere computers bevinden via internet

worden opgeslagen, verwerkt en gebruikt.154 Het gaat om een netwerk waarbij gebruikers

via internet gebruik kunnen maken van hardware en software van een externe

dienstverlener. Het Europees Parlement doet er goed aan om uitdrukkelijk in de

overwegingen op te nemen dat het GEK van toepassing kan zijn op cloud computing. Na het

voorstel van de Commissie was er hierover namelijk al reeds onduidelijkheid onstaan in

de rechtsleer.155

%2f%2fEP%2f%2fNONSGML%2bCOMPARL%2bPE-505.998%2b02%2bDOC%2bPDF%2bV0%2f%2fNL, 123. 150 L. BERLINGUER en K.-H. LEHNE, supra noot 53, amendementen 26, 60 en 61 van het Verslag en toelichting, 138-139. 151 Art. 1(1) Wetgevingsresolutie GEK j° art. 5(a) Wetgevingsresolutie GEK. 152 Art. 2(p) Wetgevingsresolutie GEK. 153 Overweging 17bis Wetgevingsresolutie GEK. 154 Eenvoudige definitie gehanteerd door de Europese Commissie in COM(2012) 529 final. Voor meer uitleg over cloud computing, zie: EUROPESE COMMISSIE MEMO, “Het aanboren van het potentieel van cloud computing in Europa – wat houdt dat in en wat betekent het voor mij?”, Europa.eu Press Release Database 2012 en http://europa.eu/rapid/press-release_MEMO-12-713_nl.htm. 155 C. CASTRO, C. REED en R. DE QUIEROZ, “On the applicability of the Common European Sales Law to some models of cloud computing services”, 2013, 14 p. en http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=2254993

Page 49: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

37

87. Verbonden diensten - In het voorstel van de Commissie zijn opleidingsdiensten geen

verbonden diensten156 waardoor het GEK er niet op van toepassing is.157 Deze uitsluiting

werd geschrapt in de Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement.158 Het

toepassingsgebied wordt op dit punt dus verruimd aangezien opleidingsdiensten nu wel

onder het GEK zouden vallen. IMCO motiveerde diezelfde aanpassing in haar advies door

te stellen dat deze diensten een belangrijke factor kunnen zijn bij de koop van een goed of

digitale inhoud, waarbij er bijvoorbeeld aan een computerprogramma moet worden

gedacht.159

88. Verbonden en gemengde overeenkomsten - Overeenkomsten kunnen een vreemd

element hebben, d.w.z. een element anders dan de verkoop van een goed, levering van

digitale inhoud of verbonden dienst. Het kan hierbij gaan om verbonden of gemengde

overeenkomsten. In artikel 6 Voorstel GEK van de Commissie werden alle gemengde

overeenkomst uitgesloten, maar het Europees Parlement heeft een volledig gewijzigd

artikel goedgekeurd.160

89. Een uitdrukkelijke regeling voor verbonden overeenkomsten moet worden

toegejuicht,161 maar het is jammer dat er momenteel geen definitie is opgenomen van een

verbonden overeenkomst in de Wetgevingsresolutie. Ook de DCFR bevat geen duidelijke

definitie.162 Eenvoudig gezegd gaat het om twee of meer afzonderlijk gesloten

overeenkomsten die nauw verbonden zijn en een economische eenheid vormen.163 De

overeenkomsten zijn verbonden omdat ze gesloten worden met de intentie om een

gemeenschappelijk economisch doel te bereiken.164 De ene overeenkomst kan vallen

binnen het toepassingsgebied van het GEK terwijl de ermee verbonden overeenkomst

156 Art. 2(m) (ii) Voorstel GEK. 157 Art. 5(c) Voorstel GEK. 158 Amendement 45 Wetgevingsresolutie GEK. 159 E. GEBHARDT en H. P. MAYER, supra. noot 50, 43. 160 Amendement 63-69 Wetgevingsresolutie GEK. 161 T. DANG VU, “Linked contracts in the DCFR, the Consumer Rights Directive and the Draft Optional Instrument” in I. SAMOY en M. LOOS, Linked contracts, Cambridge, Intersentia, 2012, (115) 144. 162 In het commentaar bij art. II.5:106 DCFR stelt men dat opdat twee overeenkomsten verbonden zouden zijn het vereist is dat er een verband is tussen beide overeenkomsten die voldoende nauw is om te rechtvaardigen dat de herroeping van één overeenkomst juridische gevolgen heeft voor de andere overeenkomst en dat dit het geval is indien de twee overeenkomsten een economische eenheid vormen vanuit objectief oogpunt. Art. II.-5:106(2) DCFR bevat eveneens enkele criteria om te bepalen of een kredietovereenkomst verbonden is. Zie ook: T. DANG VU, “Linked contracts in the DCFR, the Consumer Rights Directive and the Draft Optional Instrument” in I. SAMOY en M. LOOS, Linked contracts, Cambridge, Intersentia, 2012, (115) 136-137. 163 Definitie gebaseerd op deze van de DCFR (ibid.) en deze van I. SAMOY en M. LOOS, “Introduction” in I. SAMOY en M. LOOS, Linked contracts, Cambridge, Intersentia, 2012, (1) 1. 164 R. MOMBERG URIBE, “Linked contracts: elements for a general regulation” in I. SAMOY en M. LOOS, Linked contracts, Cambridge, Intersentia, 2012, (153) 159.

Page 50: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

38

daarentegen buiten het toepassingsgebied valt. Verbonden overeenkomsten zijn vaak

kredietovereenkomsten, maar het kan ook bijvoorbeeld gaan om onderhouds- of

verzekeringsovereenkomsten.165 Het door het Parlement goedgekeurde amendement

maakt duidelijk dat op de “hoofdovereenkomst” het GEK kan worden toegepast indien dit

valt binnen diens toepassingsgebied,166 maar op de verbonden overeenkomst is het GEK

niet van toepassing. Het recht dat van toepassing is op deze verbonden overeenkomst

wordt bepaald volgens de geldende collisieregels.167 In de EU zijn deze verwijzingsregels

voor contracten terug te vinden in de Rome I-Verordening.

90. In het geval van een gemengde overeenkomst is er sprake van één enkele

overeenkomst. Deze overeenkomst bevat enerzijds een onderdeel dat valt binnen het GEK

maar anderzijds ook een onderdeel dat niet binnen de werkingssfeer valt. De nieuwe tekst

maakt duidelijk dat het GEK ook voor gemengde overeenkomsten kan worden gebruikt

indien de onderdelen die niet binnen het toepassingsgebied van het GEK vallen kunnen

worden opgesplitst en een deel van de prijs eraan kan worden toegewezen.168 Het

vreemde onderdeel moet dan worden behandeld als een verbonden overeenkomst, m.a.w.

dit onderdeel wordt van de overeenkomst gesplitst en wordt beheerst door het normaal

toepasselijk recht zoals aangewezen door de geldende collisieregels.169 Dit is een

toepassing van de zogenaamde cumulatietheorie.170

91. Overeenkomsten die verband houden met consumentenkrediet - In het voorstel van

de Commissie valt elke koopovereenkomst die gepaard ging met een kredietverlening

door de verkoper buiten het toepassingsgebied van het GEK.171 Het Europees Parlement

heeft deze bepaling geschrapt.172 Deze kwestie moet dan worden opgelost a.d.h.v. de

algemene regel voor verbonden overeenkomsten. Een overeenkomst die gelinkt is met

consumentenkrediet wordt dus niet meer automatisch uitgesloten indien de

amendementen van het Europees Parlement worden aangenomen.

165 E. CLIVE, C. VON BAR en H. SCHULTE-NÖLKE (eds.), Principles, Definitions and Model Rules of European Private Law: Draft Common Frame of Reference (DCFR), München, Sellier, 2009, 410. 166 Amendement 11 en 64 Wetgevingsresolutie GEK. 167 Amendement 11 en 65 Wetgevingsresolutie GEK. 168 Amendement 11, 64 en 68 Wetgevingsresolutie GEK. 169 Amendement 11 en 68 Wetgevingsresolutie GEK. 170 E. HONDIUS, V. HEUTGER, C. JELOSCHEK, H. SIVESAND en A. WIEWIOROWSKA, Principles of European Law: Study Group on a European Civil Code - Sales, München, Sellier European Law Publishers, 2008, 119. Een andere theorie is de zogenaamde absorptietheorie. Daarbij wordt er gekeken naar het dominant gedeelte van de overeenkomst. Indien het dominant gedeelte van de overeenkomst binnen het toepassingsgebied zou vallen, dan zou het GEK worden toegepast op de volledige overeenkomst. Deze theorie werd echter niet gehanteerd in de nieuwe tekst van het Europees Parlement. 171 Art. 6(2) Voorstel GEK. 172 Amendement 69 Wetgevingsresolutie GEK.

Page 51: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

39

B.2. Kritische opmerkingen

92. Beperking tot overeenkomsten op aftand – De meningen zijn verdeeld over de vraag

of het GEK zich moet beperken tot transacties op afstand.173 Het beperken van het

toepassingsgebied is potentieel een manier om een nieuw instrument zoals het GEK te

testen in de praktijk.174 Het GEK is namelijk het eerste Europese verordening in zijn soort:

een optioneel instrument dat bestaat naast het nationaal recht.175 Eveneens bevat het GEK

vele innovatieve regels. De JURI rapporteurs justificeren de beperking tot overeenkomsten

op afstand door erop te wijzen dat de internethandel de belangrijkste sector is waar het

GEK zich op richt.176 De meeste grensoverschrijdende transacties zijn overeenkomsten op

afstand en de omzet van de Europese internethandel blijft sterk groeien.177

93. Het beperkter toepassingsgebied krijgt evenwel sterke tegenwind van onder meer

consumentenorganisaties Ecommerce Europe en de European Consumer Organisation

(BEUC).178 Volgens de kritiek zal dit leiden tot verdere juridische fragmentatie. Er zal een

dualistisch rechtsregime ontstaan omdat er verschillende rechtsregels zullen gelden voor

online en offline overeenkomsten. Dit maakt het contractenrecht complexer en brengt

173 Voorstanders zijn onder meer The Law Society van Engeland en Wales (J. RAYNER, “Concession over EU sales law”, Lawgazette 2013 en http://www.lawgazette.co.uk/69588.article) en de Britse overheid (UK MINISTRY OF JUSTICE, A Common European Sales Law for the European Union - a proposal from the European Commission, The Government Response, 2012, https://consult.justice.gov.uk/digital-communications/common-european-sales-law, 18) 174 D. SZENTPALY-KLEIS, “Speaking notes: public hearing of the JURI Committee on the draft report for a Common European Sales Law (CESL)”, Presentatie tijdens openbare hoorzitting JURI: ‘The proposal for a Common European Sales Law: work in progress’, Brussel, 2013, http://www.europarl.europa.eu/document/activities/cont/201303/20130322ATT63750/20130322ATT63750EN.pdf, 1. 175 Supra. nrs. 58-65. 176 L. BERLINGUER en K.-H. LEHNE, supra noot 53, 137-138. 177 Vooral de B2C e-commerce kent een sterke groei doorheen heel Europa. Zie: YSTATS, Market report: Europe cross-border B2C E-commerce 2014 en http://ystats.com/en/reports/preview.php?reportId=1077&start=0 178 U. PACHL en A. REYNA, Common European Sales Law - Exchange of views with the Council presidency on 25th November. Letter sent to the EP/JURI Committe, Brussel, The European Consumer Organisation, 2013, http://www.beuc.eu/publications/x2013_085_upaare_cesl_council_pres_25_nov.pdf, 2-3; P. VICARY-SMITH en F. MOMBOISSE, BEUC and Ecommerce Europe joint call to reject CESL. Joint letter sent to all Members of the European Parliament, Brussel, BEUC en Ecommerce Europe, 2014 en http://www.beuc.eu/publications/beuc-x-2014-009_joint_letter_to_meps_on_joint_call_to_reject_cesl.pdf Professor BEALE is het ook oneens met de beperking van het toepassingsgebied: “I agree that the CESL should be targeted primarily at distance contracts. However, I do not see that it needs to limited to them. If parties wish to use the CESL for contracts that are made by other means, they should be free to do so.”. BEALE, H., “Draft report on the proposal for a CESL: General note by Professor Huge Beale”, Presentatie tijdens openbare hoorzitting JURI: The proposal for a Common European Sales Law: work in progress, Brussel, 2013, http://www.europarl.europa.eu/document/activities/cont/201303/20130322ATT63744/20130322ATT63744EN.pdf, 3.

Page 52: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

40

rechtsonzekerheid met zich mee.179 Dit verwart niet enkel consumenten, maar komt ook

ondernemingen niet ten goede. Ze zullen verschillende instrumenten moeten gebruiken

voor hun overeenkomsten of afstand en hun gewone face-to-face verkopen. Vooral voor

kmo’s zal dit een zware administratieve last zijn.180 De transactiekosten voor het GEK

worden daarom mogelijks te hoog, waardoor ondernemingen het instrument links zullen

laten liggen. Verder wordt er nog opgeworpen dat er een ongelijke behandeling is tussen

consumenten die al dan niet online kopen.181 Tot slot werkt het dualistisch regime

concurrentieverstorend tussen ondernemingen die offline verkopen en deze die online

verkopen.182

94. Mijns inziens is bovenstaande kritiek gerechtvaardigd en is het beperken van het

toepassingsgebied tot overeenkomsten op afstand aldus geen goede zet. De focus van het

GEK ligt inderdaad op de internethandel maar dit is geen reden om contractspartijen de

mogelijkheid te ontnemen om het GEK ook op hun andere overeenkomsten toe te passen.

Deze bijkomende beperking draagt verder bij aan de fragmentatie van het recht en

vergroot de kans dat het GEK niet gebruikt zal worden in de praktijk.

95. Verbonden en gemengde overeenkomsten – De door het Europees Parlement

goedgekeurde wijzingen voor verbonden en gemengde overeenkomsten bieden een betere

regeling dan hetgeen voorzien was in het Voorstel van de Commissie. De amendementen

verruimen het toepassingsgebied van het GEK tot verbonden en gemengde

overeenkomsten. Ook de verbonden kredietverlening zou onder het GEK vallen. Gezien de

eerdere besproken kritiek183 worden deze wijzigingen over het algemeen toegejuicht.184

96. Niettemin is niet iedereen tevreden over de wijze waarop overeenkomsten met een

vreemd element onder het GEK worden gebracht. THOMAS en WENDEHORST betreuren het

179 U. PACHL, “Amending the CESL Proposal”, Presentatie tijdens openbare hoorzitting JURI: The proposal for a Common European Sales Law: work in progress, Brussel, 2013, http://www.europarl.europa.eu/document/activities/cont/201303/20130322ATT63742/20130322ATT63742EN.pdf, slide 2-3. 180 D. SZENTPALY-KLEIS, “Speaking notes: public hearing of the JURI Committee on the draft report for a Common European Sales Law (CESL)”, Presentatie tijdens openbare hoorzitting JURI: ‘The proposal for a Common European Sales Law: work in progress’, Brussel, 2013, http://www.europarl.europa.eu/document/activities/cont/201303/20130322ATT63750/20130322ATT63750EN.pdf, 2. 181 U. PACHL, supra. noot 179, slide 3. 182 U. PACHL, supra. noot 179, slide 3. 183 Supra. nrs. 81-83. 184 F. GRAF VON WESTPHALEN, “Draft report 2011/0284 (COD) of the Committee on Legal Affairs on the Proposed Common European Sales Law (CESL Presentatie tijdens openbare hoorzitting JURI: ‘The proposal for a Common European Sales Law: work in progress’, Brussel, 2013, nr. 1.2.3, http://www.europarl.europa.eu/document/activities/cont/201303/20130322ATT63748/20130322ATT63748EN.pdf; D. SZENTPALY-KLEIS, supra. noot 180.

Page 53: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

41

dat onder de huidige tekst het GEK onbruikbaar blijft voor contracten waarbij het

vreemde onderdeel slechts minimum is indien het niet gesplitst kan worden van de

overeenkomst:

“Under Article 6(1) of the Regulation, the CESL is not available where a contract

includes any alien element not covered by the substantive scope, even if this element

is minor. As the existence of even a minor alien element such as a support hotline,

transport services, or a ‘welcome gift’, makes the CESL unavailable for use, this has

the consequence that the parties can never be sure whether a court will later detect

an alien element and refuse to apply the CESL. This will create a degree of

uncertainty that will make the CESL less attractive to traders. Quite obviously, this

problem exists in particular in those cases where the contract is not divisible and no

price can be apportioned to the alien element. For these reasons the authors suggest

deleting the words ‘provided those elements are divisible and their price can be

apportioned’ in Amendment 58 and to repeal Amendment 63.”185

2. Personeel toepassingsgebied

A. Het Voorstel van de Europese Commissie

A.1. Handelskoop en consumentenkoop

97. Het GEK kan enkel worden toegepast op overeenkomsten wanneer de verkoper van de

goederen of de leverancier van digitale inhoud een handelaar is.186 Een handelaar is “een

natuurlijk persoon of een rechtspersoon die handelt voor doeleinden die verband houden met

zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit”.187 Zowel de verkoop aan een

consument (B2C) als de verkoop tussen twee handelaren (B2B) vallen binnen de

werkingssfeer van de Verordening.188 Het GEK is echter niet toepasbaar op

overeenkomsten waarbij beide partijen consumenten zijn (C2C).

98. Consumentenkoopovereenkomst - Het GEK kan van toepassing zijn op een

koopovereenkomst waarbij de verkoper een handelaar en de koper een consument is.189

Een consument wordt gedefinieerd als “een natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden

185 J. THOMAS en C. WENDEHORST, Increasing the legal certainty and attractiveness of the CESL: outstanding issues, Brussel, Directorate General for Internal Policies – Policy department C: citizens’ rights and consitutional affairs, 2013, https://www.europeanlawinstitute.eu/fileadmin/user_upload/p_eli/News_page/Juri_Briefing_Note.pdf, 23-24. 186 Art. 7(1) Voorstel GEK. 187 Art. 2(e) Voorstel GEK. 188 Overweging 21 Voorstel GEK. 189 Art. 2(l) Voorstel GEK.

Page 54: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

42

die geen verband houden met zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit”.190 Het

GEK voorziet een reeks van dwingende bepalingen ter bescherming van de consument.191

99. Handelskoopovereenkomst - De werkingssfeer van het GEK strekt zich ook uit tot de

koopovereenkomsten tussen twee handelaren. Volgens het voorstel van de Commissie kan

het GEK echter alleen toegepast worden op de handelskoopovereenkomst wanneer ten

minste één van de partijen een kleine of een middelgrote onderneming (kmo) is.192 In

artikel 13 Voorstel GEK wordt wel de optie voorzien voor een lidstaat om het GEK

beschikbaar te maken voor handelskoopovereenkomsten waarbij geen van de partijen een

kmo is.

A.2. Kritische opmerkingen

100. Vereiste kmo bij B2B – De uitsluiting van overeenkomsten tussen twee niet-kmo’s

lijkt ongefundeerd.193 Er is geen reden om niet toe te laten dat het GEK zou kunnen

worden gekozen tussen twee grote ondernemingen indien zij dit wensen.194 Bovendien

kan het soms onduidelijk zijn of een onderneming wel een kmo is ten tijde van het sluiten

van de overeenkomst, wat tot meer rechtsonzekerheid kan leiden.195

B. Door het Europees Parlement goedgekeurde wijzigingen

101. Definities - De definitie van de begrippen “handelaar” en “consument” wordt

aangepast. Een handelaar wordt omschreven als “iedere natuurlijke persoon of

privaatrechtelijke dan wel publiekrechtelijke rechtspersoon, die met betrekking tot

190 Art. 2(f) Voorstel GEK. 191 Overweging 11 Voorstel GEK. 192 Art. 7(1) Voorstel GEK. In art. 7(2) GEK wordt een kmo als “een handelaar die (a) minder dan 250 personen in dienst heeft, en (b) een jaaromzet heeft die niet meer bedraagt dan 50 miljoen euro of een jaarlijks balanstotaal dat niet meer bedraagt dan 43 miljoen euro, of voor een kmo die haar gewone verblijfplaats heeft in een lidstaat die niet de euro als munteenheid heeft of in een derde land, de equivalente bedragen in de munteenheid van die lidstaat of dat derde land”. 193 M. THYSSEN, Advies van de Commissie economische en monetaire zaken aan de Commissie juridische zaken inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een gemeenschappelijk Europees kooprecht (COM(2011)0635 – C7–0329/2011 – 2011/0284(COD)), Brussel, Commissie economische en monetaire zaken, 2012, http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-%2f%2fEP%2f%2fNONSGML%2bCOMPARL%2bPE-491.011%2b02%2bDOC%2bPDF%2bV0%2f%2fNL, 10. 194 J. BASEDOW, “An EU law for cross-border sales only – Its meaning and implications in open markets” in M. BONELL, M.-L. HOLLE en P. NIELSEN (eds.), Liber amicorum Ole Lando, Kopenhagen, DjØf Publishing, 2012, (27) 40-41. H., EIDENMÜLLER et al., supra. noot 147, 319; LAW COMMISSION and SCOTTISH LAW COMMISSION, supra. noot 144, 88, nr. 6.43. 195 R. KOCH, “CISG, CESL, PICC and PECL” in U. MAGNUS, CISG vs. regional sales law unification. With a focus on the new common European sales law, München, Sellier European slaw publishers, 2012, (125) 133.

Page 55: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

43

overeenkomsten handelt voor doeleinden die verband houden met zijn handels-, bedrijfs-,

ambachts- of beroepsactiviteit.”196 Deze definitie sluit nauwer aan bij deze van de Richtlijn

consumentenrechten.197

102. Een consument wordt gedefinieerd als “een natuurlijke persoon die handelt voor

doeleinden die geen verband houden met zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of

beroepsactiviteit; indien een overeenkomst wordt gesloten voor doeleinden die deels

binnen en deels buiten de handelsactiviteit van deze persoon liggen en het

handelsoogmerk zo beperkt is dat het binnen de algehele context van de overeenkomst

niet overheerst, wordt deze persoon ook als consument aangemerkt.”198 Door de wijziging

biedt men een oplossing voor de gemengde overeenkomsten: er wordt gekeken naar het

voornaamste doel voor het sluiten van de overeenkomst.199 Indien het handelsoogmerk

miniem is in de gehele context blijft de kwalificatie van consument overeind. De nieuwe

formulering sluit nu aan bij de definitie van de Richtlijn consumentenrechten.200 In de

nieuwe overweging 11bis wordt de definitie van consument nog verder verduidelijkt.201 Er

wordt gesteld dat bij de beoordeling of het om een consument gaat er rekening moet

worden gehouden met de wijze waarop deze persoon zich gedraagt tegenover de

wederpartij.

103. Afschaffing vereiste kmo - Amendement 70 van de Wetgevingsresolutie schrapt de

voorwaarde van een kmo in B2B-transacties opdat het GEK van toepassing zou zijn. Het

GEK zal dus ook kunnen worden toegepast op een overeenkomst tussen twee grote

196 Amendement 31 Wetgevingsresolutie GEK. 197 Art. 2(1) Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijzing van de Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 85/577/EEG en van Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad (hierna: Richtlijn consumentenrechten). De definitie in de Richtlijn consumentenrechten verduidelijkt echter ook dat de handelaar ook via een ander persoon kan optreden die namens of voor de rekening van de handelaar. Deze verduidelijking betreffende vertegenwoordiging werd ook voorgesteld door E. Regner (Zie K.-H. LEHNE en L. BERLINGER, Amendments 206-531, Commissie Juridische Zaken, 2013, http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-%2f%2fEP%2f%2fNONSGML%2bCOMPARL%2bPE-510.560%2b01%2bDOC%2bPDF%2bV0%2f%2fNL , 42). Het werd echter niet opgenomen in het uiteindelijk verslag van JURI noch gestemd door het Europees Parlement. 198 Amendement 32 Wetgevingsresolutie GEK. 199 BERLINGUER en K.-H. LEHNE, Ontwerpverslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een gemeenschappelijk Europees kooprecht (COM(2011)0635 – C7-0329/2011 – 2011/0284(COD)), Commissie Juridische Zaken, 2013, http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-%2f%2fEP%2f%2fNONSGML%2bCOMPARL%2bPE-505.998%2b02%2bDOC%2bPDF%2bV0%2f%2fNL, 28. 200 Overweging 17 Richtlijn Consumentenrechten. 201 Amendement 5.

Page 56: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

44

ondernemingen. Men blijft wel de nadruk leggen op de bescherming van kmo’s, zoals

duidelijk wordt gemaakt in de nieuwe tekst van artikel 1(2) Wetgevingsresolutie GEK: “Op

grond van deze verordening kunnen handelaren, met name kleine of middelgrote

ondernemingen („kmo's”) zich verlaten op een gemeenschappelijk geheel van bepalingen

[…]”.202

3. Territoriaal toepassingsgebied

A. Het Voorstel van de Europese Commissie

A.1. Grensoverschrijdende overeenkomsten

104. Grensoverschrijdende overeenkomsten - Enkel overeenkomsten op afstand die een

grensoverschrijdend karakter hebben vallen binnen de werkingssfeer van het GEK.203

Allereerst moet dit moet begrepen worden in het licht van de doelstelling van het GEK, die

erin bestaat een antwoord trachten te bieden aan de bijkomende transactiekosten ten

gevolge van verschillende nationale wetgeving in de context van de grensoverschrijdende

handel.204 Maar de tweede en voornaamste reden waarom de Commissie deze beperking

invoert is omwille van het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5(3) VEU.205 Het probleem

van de verschillen in nationaal overeenkomstenrecht die de goede werking van de interne

markt hinderen heeft een duidelijk grensoverschrijdende dimensie die het best kan

worden aangepakt op het niveau van de Europese Unie.

105. Een overeenkomst tussen een handelaar en een consument is grensoverschrijdend

indien er voldaan is aan twee voorwaarden: (i) het opgegeven algemene adres, het

leveringsadres of het factuuradres ligt in een ander land dan dat waarde handelaar zijn

gewone verblijfplaats heeft; en (ii) ten minste één van deze staten een EU-lidstaat is.206

106. Voor handelskoopovereenkomsten is er sprake van een grensoverschrijdende

overeenkomst indien beide handelaren hun gewone verblijfplaats in verschillende landen

hebben, waarvan er ten minste één een EU-lidstaat is.207 Volgens het vierde lid van artikel

4 Voorstel GEK is de gewone verblijfplaats van ondernemingen en andere instellingen, de

plaats waar deze hun hoofdvestiging hebben. Indien het gaat om een natuurlijke persoon-

handelaar, dan wordt er gekeken naar de plaats waar hij zijn belangrijkste

202 Eigen emfase d.m.v. onderlijning. 203 Art. 4(1) Voorstel GEK. 204 Infra. nrs. 39 e.v. 205 Toelichting Voorstel GEK, 10-11. 206 Art. 4(3) Voorstel GEK. 207 Art. 4(2) Voorstel GEK.

Page 57: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

45

handelsactiviteit heeft. Indien de overeenkomst is gesloten in het kader van de activiteiten

van een filiaal, agentschap of andere vestiging van de handelaar, wordt de plaats van het

filiaal, agentschap of andere vestiging als de gewone verblijfplaats van de handelaar

beschouwd.208

107. Het grensoverschrijdend karakter moet worden beoordeeld op het tijdstip waarop de

partijen overeenstemming bereiken over de toepassing van het GEK.209 Het is dus niet

relevant mocht de gewone verblijfplaats van de contractspartijen na het sluiten van de

overeenkomst veranderen waardoor beide partijen in hetzelfde land gevestigd zouden

zijn.

108. Binnenlandse overeenkomsten – Overeenkomsten zonder grensoverschrijdend

karakter vallen in regel niet onder het GEK. Niettemin hebben lidstaten de mogelijkheid

om het toepassingsgebied uit te breiden en het instrument ook beschikbaar te maken voor

de binnenlandse transacties.210

A.2. Kritische opmerkingen

109. Verruimen toepassingsgebied - Omdat het GEK beperkt is tot grensoverschrijdende

overeenkomsten zullen handelaars die het willen toepassen een verschillend recht moeten

hanteren voor hun binnenlandse en grensoverschrijdende verkopen. Dit verhoogt de

juridische complexiteit voor de handelaars. Een handelaar zal ook minder geneigd zijn om

de initiële kosten te maken om met het GEK te werken (juridisch advies en het aanpassen

van zijn standaardcontracten) als het instrument slechts voor een klein deel van zijn

contracten gebruikt kan worden.211

Het GEK zou gemakkelijker slagen in zijn opzet om de transactiekosten te verlagen indien

het instrument beschikbaar zou zijn voor alle overeenkomsten die de verkoper sluit,

ongeacht of deze al dan niet een grensoverschrijdend karakter hebben.212

208 Art. 4(5)Voorstel GEK. 209 Art. 4(6) Voorstel GEK. 210 Overweging 15 Voorstel GEK en art. 13(b) Voorstel GEK. 211 J. BASEDOW, “An EU law for cross-border sales only – Its meaning and implications in open markets” in M. BONELL, M.-L. HOLLE en P. NIELSEN (eds.), Liber amicorum Ole Lando, Kopenhagen, DjØf Publishing, 2012, (27) 34-35. 212 H., EIDENMÜLLER et al., supra. noot 147, 318; J. SMITS, “The Common European Sales Law and party choice: when will parties choose the proposed CESL?”, Maastricht European Private Law Institute Working Paper, http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=2060017, 13.

Page 58: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

46

B. Door het Europees Parlement gestemde wijzigingen

110. Geen wijzingen - Ondanks bovenstaande kritiek verandert het Europees Parlement

niets aan de vereiste van het grensoverschrijdend karakter van de overeenkomst. JURI

heeft de beperking tot grensoverschrijdende overeenkomsten wel onderzocht213, maar in

haar finaal advies geen wijzigingen aangebracht aan deze vereiste.

213 L. BERLINGUER en K.-H. LEHNE, Werkdocument over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een gemeenschappelijk Europees kooprecht (COM(2011)0635 – C7-0329/2011 – 2011/0284(COD)), Commissie Juridische Zaken, 2012, http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-%2f%2fEP%2f%2fNONSGML%2bCOMPARL%2bPE-497.786%2b01%2bDOC%2bPDF%2bV0%2f%2fNL, 4-5.

Page 59: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

47

Afdeling 3. Tussenconclusie: enkele bedenkingen omtrent de toepassing van het GEK

111. Facultatief - We hebben geconstateerd dat het GEK een optioneel rechtsstelsel

invoert. Opdat het instrument succesvol zou zijn, moet het een aantrekkelijk alternatief

zijn voor de contractspartijen zodat ze de toepassing van het GEK vrijwillig zullen kiezen.

Volgens de Europese Commissie zal de keuze voor het GEK kostenbesparend zijn voor

handelaren omdat ze daardoor vermijden dat ze de nationale regelingen inzake

overeenkomstenrecht moeten bestuderen.214 Het GEK biedt daarbovenop een hoog niveau

van consumentenbescherming waardoor het als een kwaliteitslabel kan worden aanzien

waarop de consumenten kunnen vertrouwen.215 Desalniettemin acht de rechtsleer het

onzeker of het huidige voorstel zijn doelstellingen zal bereiken omwille van verscheidene

gebreken.216

112. Beperkt toepassingsgebied - Het toepassingsgebied van het GEK is onderworpen

aan behoorlijk wat beperkingen. Daarbij moet vooral worden gedacht aan de sterk

bekritiseerde vereisten van het grensoverschrijdend karakter van de overeenkomst en de

kmo als contractspartij bij overeenkomsten tussen handelaars. Het Europees Parlement

wil bovendien het materieel toepassingsgebied sterk inperken tot overeenkomsten op

afstand.

113. Er gaan heel wat stemmen in de rechtsleer op om het toepassingsgebied te

verruimen.217 Het huidige voorstel zal volgens velen zijn doelstellingen niet zal bereiken.

Het kooprecht zal verder gefragmenteerd worden en de juridische complexiteit zal

toenemen. Handelaars zullen het GEK maar kunnen kiezen voor een beperkt deel van de

overeenkomsten die ze sluiten. Als gevolg zal de keuze voor het GEK geen dalende

transactiekosten met zich meebrengen, zoals beoogd door de Europese wetgever.218 Het is

dan ook twijfelachtig of verkopers wel vrijwillig zullen kiezen om het GEK toe te passen.

214 COM(2011) 636 definitief, 11. 215 Ibid., 12. 216 Vanuit de gedragswetenschappen zijn er ook kritische stemmen te horen. Zie hiervoor onder meer: M. ENGEL en J. STARK, “The CESL as a European brand: paypalizing European contract law”, Working paper series 2013, 8 p. en http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=2246271; G. Low, “A psychology of choice of laws”, European Business Law Review 2013, 363-387; G. Low, “Will firms consider a European optional instrument in contract law?”, European Journal of Law and Economics 2011, 521-540; U. PACHL, “The Common European Sales Law: have the right choices been made? A consumer policy perspective”, Maastricht Faculty of Law Working Papers 2012, 16 p. en http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=2102827. 217 M. PIERS en C. VANLEENHOVE, “Gemeenschappelijk Europees Kooprecht. Een nieuw instrument van uniform toepasselijk recht”, NjW 2012, (2) 5-6; J. SMITS, “Gemeenschappelijk Europees Kooprecht gaat niet ver genoeg”, Ars Aequi 2012, (348) 351. 218 M. PIERS en C. VANLEENHOVE, supra. noot 217, 5-6.

Page 60: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

48

114. Keuze van het GEK ingeval van consumenten - In het huidige Voorstel wordt

opting-in voor het GEK door consumenten onderworpen aan strenge vereisten. De

instemming moet gebeuren in de vorm van een uitdrukkelijke verklaring en kan niet via

de algemene voorwaarden.219 De verkoper zal dus worden geconfronteerd met

consumenten die wel instemmen met het GEK en deze die dit niet doen. Het resultaat is

dat de handelaar te maken krijgt met een nog groter juridisch kluwen.220 Dit effect zal

opnieuw niet kostenbesparend werken. Dan moeten we ook nog kijken naar de kant van

de consument: zal deze zich geroepen voelen om te kiezen voor het GEK? Het huidig

Voorstel moedigt dit in elk geval niet aan. De vereiste van de uitdrukkelijke verklaring en

de standaardmededeling “lezen als de bijsluiter van een zeer gevaarlijk medicijn”.221 De

consument zal hoogstwaarschijnlijk de informatie niet eens lezen en gewoon de indruk

krijgen dat hij een voor hem nadelige beslissing moet nemen. Nochtans voorziet het GEK

een hoog niveau van consumentenbescherming.

115. Besluit - Er is duidelijk nog werk aan de winkel voor de Europese regelgever. Het

toepassingsgebied is te beperkt en de wijze van opting-in te omslachtig. Deze gebreken

maken het instrument veel minder aantrekkelijk voor de contractpartijen, waardoor de

kans bestaat dat het GEK dode letter zal blijven.

219 Overweging 22 Voorstel GEK. 220 H. EIDENMÜLLER, “What can be wrong with an optoin? An optional Common European Sales Law as a regulatory tool”, Working Paper Series 2012, http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=2102827, 13. 221 H. EIDENMÜLLER et al., supra. noot 147, 321.

Page 61: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

49

Afdeling 4. Overeenkomsten met een partij van buiten de EU

116. De focus van het GEK ligt logischerwijze op de handel binnenin de Europese interne

markt. Desondanks kan het GEK eveneens van toepassing zijn op een overeenkomst

waarbij één van de partijen een gewone verblijfplaats heeft buiten de EU.222 Er kunnen

echter diverse problemen optreden in de context van deze transacties.

117. Overeenkomst tussen handelaren - Indien partijen geen rechtskeuze hebben

gemaakt, dan zal het recht van het land van de verkoper (of dienstverlener) gewoonlijk

van toepassing zijn op de overeenkomst.223 Indien een Belgische koper bijvoorbeeld

goederen koopt van een Zwitserse verkoper, dan zal hun contract in principe worden

beheerst door het Zwitsers recht indien de partijen niet anders zijn overeengekomen. In

die situatie kunnen de partijen niet geldig kiezen voor het GEK.

118. Indien partijen het GEK werkelijk willen toepassen op hun overeenkomst kunnen ze

natuurlijk gebruik maken van de mogelijkheid om een rechtskeuze te maken.224 Zo kunnen

de Belgische koper en Zwitserse verkoper beslissen dat hun overeenkomst onderworpen

is aan het recht van een EU-lidstaat en vervolgens geldig overeenkomen om het GEK toe te

passen. Dit is de correcte manier. Het is echter mogelijk dat de partijen kiezen voor het

GEK maar vergeten zijn om eerst een rechtskeuze te maken voor het recht van een EU-

lidstaat. Deze situatie is zeker niet ondenkbaar in de praktijk gezien de ingewikkelde

manier van opting-in.225 In theorie betekent de ongeldige keuze voor het GEK dat het

nationaal recht van toepassing zal zijn, in ons voorbeeld opnieuw het Zwitsers recht.

119. Overeenkomst tussen een handelaar en een consument - Stel dat een consument

gedomicilieerd in Zwitserland goederen koopt van een onderneming met

hoofdverblijfplaats in België. Opnieuw moet er gekeken worden naar de regels van

internationaal privaatrecht om het toepasselijke recht te bepalen.226 Artikel 6(1) Rome I-

Verordening brengt ons op het recht van het land waar de consument zijn gewone

verblijfplaats heeft. In ons voorbeeld zou dit dus het Zwitsers recht zijn en is het GEK

opnieuw niet beschikbaar voor de partijen.

222 Art. 4(3)(b) Voorstel GEK: “waarvan er ten minste één een lidstaat is”; Overweging 14 VOORSTEL GEK. 223 Art. 4(1)(a) en (b) Rome I-Verordening. 224 Art. 3 Rome I-Verordening. 225 G. CUNIBERTI, “Common European Sales Law and third state sellers”, op de Conflict of Laws website 2012, http://conflictoflaws.net/2012/common-european-sales-law-and-third-state-sellers/ 226 Overweging 14 Voorstel GEK.

Page 62: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

50

120. Artikel 6(2) Rome I-Verordening laat echter toe dat er ook in

consumentenovereenkomsten een rechtskeuze wordt gemaakt, mits er voldaan is aan de

voorwaarde dat deze keuze er niet toe leidt dat de consument bescherming verliest

dewelke hij geniet op grond van dwingende bepalingen van het normaal aangewezen

toepasselijke recht. Volgens de Commissie is deze laatste regel echter irrelevant omdat de

bepalingen van het GEK identiek in de EU en er dus een gelijk niveau van

consumentenbescherming is.227 Deze redenering geldt echter niet in het licht van

transacties met derde Staten. Het GEK is natuurlijk geen onderdeel van het recht van die

derde Staat en dit vreemd recht kan een hogere consumentenbescherming bieden.228 In

sommige landen, waaronder Zwitserland, is een rechtskeuze bijvoorbeeld niet toegelaten

voor consumenten. Europese verkopers zouden dus niet kunnen rekenen op het GEK voor

hun transacties met consumenten in derde landen.229

121. Net zoals bij overeenkomsten tussen handelaren, is het ook hier even goed denkbaar

dat partijen foutief zouden kiezen voor het GEK zonder eerst te hebben gekozen voor het

recht van een EU-lidstaat, terwijl de Rome I-Verordening het recht van een land buiten de

EU aanduidt. Het gevolg is dat de keuze voor het GEK in regel ongeldig is gebeurd.230

122. Impliciete rechtskeuze? - Het bovenstaande geeft aan dat de omslachtige manier van

opting-in bij transacties met derde Staten kan tot onvoorziene situaties leiden omdat

partijen vergeten om eerst een rechtskeuze te maken in de betekenis van het

internationaal privaatrecht. De beide contractpartijen hebben de bedoeling om het GEK

toe te passen, maar door een vergetelheid is hun keuze voor dit kooprecht ongeldig.

123. Men zou kunnen argumenteren dat de keuze voor het GEK een impliciete

rechtskeuze inhoudt voor het recht van een EU-lidstaat. De impliciete rechtskeuze wordt

aanvaard in artikel 3(1) Rome I-Verordening. Toch biedt dit geen afdoende oplossing. Het

is echter niet duidelijk welk nationaal recht de partijen dan zouden hebben gekozen. De

impliciete rechtskeuze ingeval van consumentenovereenkomsten is daarbovenop ook nog

227 Toelichting Voorstel GEK, 7. 228 A. DICKINSON, “Eu’s proposed sales law hits the shelves”, op de Conflict of Laws website 2011, http://conflictoflaws.net/2011/eus-proposed-sales-law-hits-the-shelves/; H., EIDENMÜLLER, N. JANSEN, E., KIENINGER, G., WAGNER en R., ZIMMERMANN, “The proposal for a regulation on a Common European Sales Law: deficits of the most recent textual layer of European contract law”, The Edinburgh Law Review 2012, (301), 314. 229 C. BISPING, “The Common European Sales Law, consumer protection and overriding mandatory provisions in private international law”, International and Comparative Law Quarterly 2013, (436) 474-475. 230 G. CUNIBERTI, “Common European Sales Law, Third States and Consumers”, op de Conflict of Laws website 2012 en http://conflictoflaws.net/2012/common-european-sales-law-third-states-and-consumers/

Page 63: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

51

onderworpen aan de beperking van artikel 6(2) Rome I-Verordening en zal dus maar

geldig zijn indien de consumentenbescherming van het GEK beter is dan deze van het

recht waar de consument zijn gewone verblijfplaats heeft.231 CUNIBERTI besluit dat deze

problematiek dan ook het best uitdrukkelijk geregeld wordt in het GEK.232

231 G. RÜHL, “The Common European Sales Law: 28th regime, 2nd regime or 1st regime”, Maastricht Faculty of Law Working Paper 2012, http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=2025879, 11. 232 Hij stelt in zijn bijdrage enkele wijzigingen voor aan artikel 11 Voorstel GEK die deze kwestie zouden regelen: G. CUNIBERTI, supra. noot 230.

Page 64: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

52

Hoofdstuk 4. De interpretatie van het GEK, de rol van het

nationaal recht en de waarborgen op eenvormige toepassing

124. Autonome interpretatie - De uitlegging van het GEK wordt geregeld in artikel 4

Voorstel GEK. Het vertrekpunt in artikel 4(1) Voorstel GEK is de autonome interpretatie:

de bepalingen van het GEK moeten autonoom worden geïnterpreteerd en in

overeenstemming met de beginselen en doelstellingen die ten grondslag liggen van het

instrument.233

125. Leemtes - Indien het GEK van toepassing is op een contract, moet het worden

toegepast op alle onderwerpen die binnen de werkingssfeer van het GEK vallen.234 Het is

echter mogelijk dat een onderwerp binnen de werkingssfeer valt, maar niet uitdrukkelijk

wordt geregeld in het GEK. Deze lacunes mogen niet worden opgevuld door beroep te

doen op het nationaal recht. Integendeel, artikel 4(2) Voorstel GEK schrijft voor dat deze

onderwerpen worden beslecht conform de doelstellingen235 en beginselen236 van het GEK

en alle bepalingen ervan.

126. Doordat het nationaal recht volledig terzijde wordt geschoven, moet de regel van

artikel 4(2) Voorstel GEK een sterke waarborg bieden voor de eenvormige toepassing van

het GEK doorheen de lidstaten van de EU. Niettemin is het geen eenvoudige regel om toe

te passen.237 Ten eerste kan er al discussie bestaan over de vraag of een onderwerp al dan

niet onder de werkingssfeer van het GEK valt. Ten tweede is het vaak moeilijk om een

kwestie op te lossen aan de hand van de beginselen en doelstellingen.

127. De vraag of een onderwerp al dan niet door het GEK wordt beheerst, wordt deels

beantwoord in overweging 27 en 28 Voorstel GEK. Overweging 28 zegt eenvoudigweg dat

het GEK niet geldt voor onderwerpen die buiten het terrein van het overeenkomstenrecht

vallen maar dat deze worden geregeld door het relevante Unierecht of nationaal recht.

Overweging 27 bevat een lijst met onderwerpen die het GEK niet behandelt. Het gaat

233 Art. 4(1) GEK en overweging 29 Voorstel GEK. 234 Overweging 29 VOORSTEL GEK. In de Wetgevingsresolutie van het Parlement is deze zin geschrapt in overweging 29, maar eenzelfde regel is nu opgenomen in overweging 22 (amendement 12). Het Europees Parlement verandert dus niet aan de regels betreffende de uitlegging van het GEK. 235 Duidelijk terug te vinden in de Toelichting van het Voorstel. 236 Vrijheid van overeenkomst (art. 1 GEK); goede trouw en billijkheid (art. 2 GEK); samenwerking (art. 3 GEK). Doorheen de tekst zijn ook nog de beginselen van redelijkheid, vormvrijheid en het vertrouwensbeginsel terug te vinden. 237 I. CLAEYS, “CESL tools: issues settled, matters addressed, rules, principles, objectives and all its provisions” in I. CLAEYS en R. FELTKAMP (eds.), The Draft Common European Sales Law: Towards an alternative sales law? A Belgian perspective, Antwerpen, Intersentia, 2013, (17) 26-32.

Page 65: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

53

echter om een niet-limitatieve opsomming, waardoor het voor heel wat onderwerpen

moeilijk blijft om te oordelen of ze al dan niet door het GEK worden geregeld.238

128. Amendementen Europees Parlement - In navolging van het verslag van JURI heeft

het Europees Parlement heeft in haar Wetgevingsresolutie een nieuw artikel 11bis

ingevoerd.239 Daarin worden de aangelegenheden opgesomd die vallen onder het GEK. De

JURI rapporteurs willen hiermee de duidelijkheid en de rechtszekerheid verbeteren.240 Ze

geven wel aan dat de lijst mogelijks nog moet worden aangepast in de loop van de

wetgevingsprocedure wanneer het GEK zou worden aangepast (vooral in het context van

de voorgestelde beperking tot overeenkomsten op afstand).

129. Tevens werd er een nieuwe overweging 27bis goedgekeurd241 die de verhouding

tussen het GEK en de Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken242 verduidelijkt. De JURI

rapporteurs voegen daarbij de volgende motivering:

“Zo kunnen bijvoorbeeld oneerlijke handelspraktijken leiden tot dwaling bij de

consument, of zelfs bedrog, bedreiging of misbruik inhouden. In andere gevallen

kunnen oneerlijke handelspraktijken resulteren in het schenden van

informatieverplichtingen, bijvoorbeeld inzake de definitieve prijs. Deze gevallen

moeten door het gemeenschappelijk Europees kooprecht gedekt worden. Andere

oneerlijke handelspraktijken vallen buiten het toepassingsgebied, met name indien

geen overeenkomst is gesloten. Die gevallen worden beheerst door het nationale

recht dat overeenkomstig de regels van internationaal privaatrecht van toepassing

is.”243

130. Rol van het Hof van Justitie - Het Hof van Justitie van de Europese Unie is een

overkoepelend rechtsorgaan dat er onder meer op toeziet dat de Europese wetgeving op

dezelfde wijze wordt geïnterpreteerd en toegepast in alle lidstaten.244 Door de strikt

autonome toepassing van het GEK, waarbij er geen beroep op het nationaal recht mag

worden gedaan, zal het HVJ een heel belangrijke rol spelen. Nationale rechters zullen zich

238 Ibid. 28. 239 Amendement 75 Wetgevingsresolutie GEK. 240 K. H. LEHNE en L. BERLINGUER, supra. noot 53, 139. 241 Amendement 15 Wetgevingsresolutie GEK. 242 Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt. 243 K. H. LEHNE en L. BERLINGUER, supra. noot 53, 18. 244 Art. 267 VWEU.

Page 66: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

54

veel vlugger wenden tot het HVJ, met name in zaken waarin ze moeten terugvallen op de

vage onderliggende beginselen van het GEK.245

131. Is het HVJ wel klaar om deze taak naar behoren op zich te nemen? Een procedure

voor het HVJ duurt gemiddeld bijna 16 maanden.246 Er wordt gevreesd voor een verdere

overbelasting van het HVJ waardoor er aanzienlijke wachttijden zouden optreden in

geschillen omtrent het GEK waarbij de nationale rechter beroep doet op het HVJ.247

Bovendien vraagt MEYER zich af of het HVJ wel in staat is om naar behoren toe te zien op

een uitgebreid instrument van contractenrecht zoals het GEK.248 Het HVJ heeft al moeite

om de beknopte richtlijnen betreffende consumentenrecht consistent toe te passen.

132. Database - In artikel 14 Voorstel GEK wordt voorzien in een database door de

Commissie waarin de beslissingen inzake het GEK door de nationale rechtbanken en het

HVJ openbaar te raadplegen zijn. In de Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement

wordt artikel 14 geschrapt, maar het systeem van de database wordt wel terug

opgenomen in latere artikels.249 De amendementen voorzien tegelijkertijd gedetailleerde

regels omtrent deze database.

245 H.-W. MICKLITZ en N. REICH, “The Commission Proposal for a ‘Regulation on a Common European Sales Law (CESL)’ - Too broad or not broad enough?”, 2012, EUI Working Papers LAW 2012, http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=2013183, 28. 246 In 2012 duurde een procedure voor het HVJ gemiddeld 15,7 maanden. Court of Justice of the European Union, Annual report 2012: synopsis of the work of the Court of Justice, the General Court and the Civil Service Tribunal, curia.europa.eu, http://curia.europa.eu/jcms/upload/docs/application/pdf/2013-04/192685_2012_6020_cdj_ra_2012_en_proof_01.pdf, 104. 247 N. KORNET, “The Common European Sales Law and the CISG: complicating or simplifying the legal environment?”, Maastricht European Private Law Institute Working Paper 2012, http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=2012310, 13. 248 O. MEYER, “Promoting uniform sales law”, European Business Law Review 2013 (389) 397. 249 Amendement 254-256 Wetgevingsresolutie GEK.

Page 67: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

55

DEEL III. UNIVERSEEL EN REGIONAAL KOOPRECHT IN DE

REST VAN DE WERELD: EEN VERGELIJKING MET HET

GEK EN INZICHTEN VOOR DE EUROPESE SITUATIE

Page 68: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

56

Page 69: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

57

Hoofdstuk 1. Inleiding

133. Nu we het GEK uitvoerig hebben toegelicht kunnen we overgaan naar een volgende

luik: het uniform koop- en contractenrecht in de rest van de wereld. De problematiek van

de rechtsdiversiteit bij het grensoverschrijdend contracteren is natuurlijk niet uniek

Europees, integendeel, het is een globaal probleem. Er zijn dan ook diverse initiatieven

ondernomen om het recht op het universeel en regionaal niveau een te maken of te

harmoniseren.

134. Dit deel is onderverdeeld in twee grote luiken. Allereerst zullen we een blik werpen

op het universeel kooprecht. Twee universele instrumenten zullen aan bod komen: het

Weens Koopverdrag en de UNIDROIT Beginselen. In een daaropvolgend hoofdstuk zullen

we ingaan op regionale uniforme wetgeving, met name de Uniform Commercial Code in de

Verenigde Staten, de Uniform Acts van OHADA in West-Afrika en de Principles of Asian

Contract Law in Oost-Azië.

135. Niettemin wordt het onderscheid tussen de universele en de regionale instrumenten

niet al te strikt gehanteerd. Wanneer we het hebben over de VS, Afrika en Oost-Azië zullen

we telkens terug de link maken met het CISG. In één enkele regio kunnen universele en

regionale instrumenten tegelijkertijd gelden. Dit is zeer interessant gezien ook het GEK en

de CISG elkaar overlappen in de EU. De ervaringen van andere regio’s in een gelijkaardige

situatie kan daarom een interessante leerschool zijn voor de Europese regelgever.

Page 70: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

58

Hoofdstuk 2. Universeel kooprecht

Afdeling 1. Het Weens Koopverdrag

1. Inleiding

136. Het VN-verdrag inzake internationale koopovereenkomsten betreffende roerende

zaken van 11 april 1980, ook wel bekend als het Weens Koopverdrag (hierna de Engelse

afkorting CISG: Convention on the International Sale of Goods), is een internationaal

verdrag met een uniform recht inzake internationale koopovereenkomsten van roerende

zaken.250 Het CISG werd ontwikkeld door de United Nations Commission on International

Trade Law (UNCITRAL). Het Verdrag bevat bepalingen omtrent de contractsluiting, de

verplichtingen van de koper en verkoper, remedies ingeval van wanprestaties, bepalingen

omtrent overmacht en een reeks van overige verwante bepalingen betreffende

internationale handelskoopovereenkomsten voor roerende zaken.

137. Historische achtergrond - In het algemeen zegt men dat de eerste stappen naar een

uniform internationaal kooprecht werden gezet in de jaren ’20 van de vorige eeuw door de

befaamde academici ERNST RABEL, de toenmalige voorzitter van het International Institute

for the Unification of Private Law (nu UNIDROIT). In 1928 stelde hij voor dat het instituut

moest werken aan de eenmaking van het recht betreffende internationale

koopovereenkomsten. In 1930 creëerde UNIDROIT een comité, waarin RABEL actief was,

met als doel de ontwikkeling van een internationaal kooprecht.251 In 1934 werd reeds een

eerste versie ingediend252 maar het duurde tot de Haagse Conferentie van 1964 alvorens

de twee initiële Verdragen tot stand kwamen: het “Verdrag houdende een Eenvormige

Wet inzake Internationale Koop van Roerende Lichamelijke Zaken”253 (Engelse afkorting:

ULIS) en het “Verdrag houdende een Eenvormige Wet inzake de Totstandkoming van

Internationale Koopovereenkomsten betreffende Roerende Lichamelijke Zaken”254

(Engelse afkorting: ULFIS). Beide Verdragen bleken evenwel onsuccesvol gezien hun

250 Verdrag der Verenigde Naties inzake Internationale Koopovereenkomsten betreffende Roerende Zaken, Wenen, 11 april 1980. 251 P. HUBER en A. MULLIS, The CISG: a new textbook for students and practitioners, München, Sellier, 2007, 2. 252 E. RABEL, “Der Entwurf eines einheitlichen Kaufgesetzes”, RabelsZ, 1935, afl. 9, 3-79. 253 Convention on a Uniform Law on the International Sale of Goods (ULIS), Den Haag, 1 juli 1964. 254 Convention relating to a Uniform Law on the Formation of Contracts for the International Sale of Goods (ULFIS), Den Haag, 1 juli 1964.

Page 71: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

59

beperkt aantal ratificaties waardoor ze weinig werden gebruikt in de praktijk.255

Niettemin waren ze een belangrijke stap op de weg naar het Weens Koopverdrag.

138. In 1966 werd de United Nations Commission on International Trade Law (UNCITRAL)

opgericht door de Algemene Vergadering, met als opdracht de verdere codificatie en

ontwikkeling van het internationale handelsrecht.256 UNCITRAL besliste een werkgroep op

te richten om een nieuwe tekst met bepalingen voor een eenvormig kooprecht op te

maken. Een versie werd ingediend in 1978 en was het voorwerp van de Diplomatieke

Conferentie van 10 maart tot 11 april 1980 in Wenen.257 Na enkele wijzigingen kwam het

Weens Koopverdrag uiteindelijk tot stand op 11 april 1980. In januari 1988 werd het CISG

van kracht in 11 Verdragsstaten. Sindsdien is het aantal Verdragsstaten gestegen tot 80.258

Mits enkele uitzonderingen zijn bijna alle grote handeldrijvende landen aangesloten bij

het CISG.259 Daardoor wordt het Weens Koopverdrag gezien als het meest succesvolle

Verdrag betreffende overeenkomstenrecht ter wereld.260

255 S. KRÖLL, L. MISTELIS en P. VISCASILLAS (eds.), UN Convention on Contracts for the International Sale of Goods (CISG). Commentary, München, Hart Publishing, 2011, 3-4. 256 Resolutie 2205 (XXI) van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (17 december 1966). 257 P. SCHLECHTRIEM en I. SCHWENZER (eds.), Commentary on the UN Convention on the international sale of goods (CISG), Oxford, Oxford University Press, 2005, 2-3. 258 Albanië, Argentinië, Armenië, Australië, Oostenrijk, Bahrein, België, Benin, Bosni-Herzegovina, Brazilië, Bulgarije, Burundi, Canada, Chili, China, Colombia, Cuba, Cyprus, Denmarken, Dominicaanse Republiek, Duitsland, Ecuador, Egypte, El Salvador, Estland, Finland, Frankrijk, Gabon, Georgië, Ghana, Griekenland, Guinee, Honduras, Hongarije, IJsland, Irak, Israël, Italië, Japan, Kroatië, Kyrgyzstan, Letland, Libanon, Lesotho, Libië, Lithouwen, Luxemburg, Mauritius, Mexico, Mongolië, Montenegro, Nederland, Nieuw Zeeland, Noorwegen, Oekraïne, Paraguay, Peru, Polen, Republiek Macedonië, Republiek Korea, Republiek Moldavië, Romenië, Russische Federatie, Saint Vincent en de Grenadines, San Marino, Servië, Singapore, Slowakije, Slovenenië, Spanje, Syrië, Tsjechische Republiek, Turkije, Uganda, Uruguay, Uzbekistan, Venezuela, Verenigde Staten, Wit-Rusland, Zambia, Zweden en Zwitserland (lijst van mei 2014). Voor een actuele lijst van de Verdragsstaten zie : http://www.uncitral.org/uncitral/en/uncitral_texts/sale_goods/1980CISG_status.html of http://www.cisg.law.pace.edu/cisg/countries/cntries.html 259 Economisch belangrijke landen die het CISG niet hebben geratificeerd, zijn het Verenigd Koninkrijk, Hong Kong, Zuid-Afrika, India en Taiwan. 260 S. KRÖLL, L. MISTELIS en P. VISCASILLAS (ed.), UN Convention on Contracts for the International Sale of Goods (CISG). Commentary, München, Hart Publishing, 2011, 1, nr. 1.

Page 72: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

60

Figuur 3: Verdragsstaten CISG (mei 2014).

139. Overzicht - Hiernavolgend komen verschillende onderwerpen betreffende het CISG

aan bod. We beginnen met een beknopte bespreking van de doelstelling. Vervolgens wordt

er ingegaan op het toepassingsgebied. We zullen daarbij niet alleen beschrijvend te werk

gaan maar ook de huidige onduidelijkheden en knelpunten omtrent de toepassing van het

CISG belichten. Belangrijk is ook de vergelijking met het GEK die we zullen doorvoeren: op

welke punten verschilt het GEK van het CISG en wat met de potentiële conflicten tussen

beide instrumenten? Ten slotte zullen we nagaan wat de meerwaarde is die het GEK biedt

ten opzichte van het CISG.

2. Doel en methode

A. De rationale en de gehanteerde methode van het Weens Koopverdrag

140. Ontwikkeling internationale handel - Het doel van het Weens Koopverdrag is

bijdragen tot het wegnemen van juridische belemmeringen in de internationale handel en

tot de ontwikkeling van de internationale handel. Om dit te bereiken ontwikkelde men

eenvormige regels voor internationale kooptransacties waarbij men rekening hield met de

verschillende sociale, economische en juridische stelsels.261

141. Voor de inwerkingtreding van het Weens Koopverdrag moesten de partijen telkens

nagaan welk recht hun internationale koopovereenkomst regelde volgens de

verwijzingsregels van het internationaal privaatrecht. In bijna alle gevallen beheerste het

nationaal recht van één van de partijen het contract. Deze manier van werken leidde tot

bijkomende transactiekosten: onzekerheid betreffende het toepasselijke recht, een partij 261 Preambule CISG.

Page 73: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

61

wordt geconfronteerd met vreemd recht, etc. Ook het onderhandelen met betrekking tot

het toepasselijke recht leidt tot een toename van de transactiekosten. Het Weens

Koopverdrag tracht deze transactiekosten te vermijden door een uniform kooprecht in te

stellen die van toepassing is op de internationale handelskoopovereenkomsten.262

142. Methode - Met het CISG tracht men tot de eenmaking van het kooprecht te komen

door een internationaal verdrag te sluiten. Eenmaal een land het CISG ratificeert, wordt

het verdrag integraal een onderdeel van het nationaal recht.263 Aangezien een verdrag

bindend is voor de verdragsstaten leiden ze tot vergaande uniformiteit voor de bepalingen

die zijn opgenomen in het instrument. Het doel van het CISG is eenmaking, niet de loutere

harmonisatie.264

B. Een verschillende methode maar een gelijkaardig doel als het

Gemeenschappelijk Europees Kooprecht

143. Verschillende methode - We hebben net gezien dat het CISG een Verdrag is waartoe

Staten vrijwillig moeten toetreden alvorens het in werking treedt in een land. Het GEK,

zoals voorgesteld door de Europese Commissie, is een EU-verordening. De EU-lidstaten

moeten niet toetreden tot het GEK maar het zal meteen van toepassing zijn in de lidstaten.

144. Gelijkaardig doel - Zowel het GEK als het CISG trachten de juridische

belemmeringen en de daarmee gepaarde hogere transactiekosten in de context van de

grensoverschrijdende handel te verminderen. Het middel daartoe is in beide gevallen de

creatie van een uniform kooprecht met regels voor overeenkomsten met een

grensoverschrijdend karakter. Het fundamentele doel van beide instrumenten stemt dus

overeen. De verschillen in doelstellingen hangen voornamelijk samen met hun

verschillend toepassingsgebied.265

262 H. FLECHTNER, “The United Nations Convention on Contracts for the International Sale of Goods (Part I): purposes, background, history, nature, scope and application”, UN Audiovisual Library of International Law: Lecture Series en http://legal.un.org/avl/ls/Flechtner_IEL.html. 263 P. P. VISCASILLAS, “Applicable law, the CISG, and the future Convention on International Commercial Contracts”, Villanova Law Review 2013, (733) 746. 264 Over het onderscheid tussen eenmaking en harmonisatie: supra. nrs. 10-11 Vaak worden de termen harmonisatie en eenmaking door elkaar gebruikt in de rechtsleer over het CISG. Bovendien wordt er opgeworpen dat eenmaking een utopie is en enkel harmonisatie mogelijk is. Zie o.a.: P. J. OSBORNE, “Unification or harmonisation: a critical analysis of the United Nations Convention on Contracts for the International Sale of Goods 1980”, CISG Database Pace Law 2006, http://www.cisg.law.pace.edu/cisg/biblio/osborne.html#7, chapter 1; B. ZELLER, CISG and the unification of international trade law, New York, Routledge-Cavendish, 2007, 16. 265 We behandelen hier enkele krachtlijnen. Het verschil in toepassingsgebied komt uitvoerig aan bod in het hierna volgend deel.

Page 74: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

62

145. Een eerste logisch verschil bestaat erin dat het doel van het GEK zich beperkt tot de

ontwikkeling interne Europese markt. Het Weens Koopverdrag is daarentegen een

universeel instrument dat zich richt tot de globale handel. Wat het CISG beoogt te bereiken

op universeel niveau wil de Europese Commissie (beter) doen op het Europese niveau met

het GEK.

146. Ten tweede is het CISG is niet van toepassing op de consumentenkoop en heeft dus

niet de intentie om het sluiten van grensoverschrijdende consumentenovereenkomsten te

stimuleren. Een van de voornaamste doelstellingen van het GEK daarentegen is het

aanmoedigen van aankopen door consumenten door hoog niveau van

consumentenbescherming te bieden.266 Bovendien legt het GEK de focus op kmo’s.267 De

Europese regelgever wil het vooral voor de kleinere ondernemingen gemakkelijker maken

om de buitenlandse markten te betreden.268 Deze intentie vinden we niet terug in het CISG.

147. Het derde verschil is de nadruk van het Voorstel van de Commissie op de

onlinehandel.269 Het Europees Parlement gaat nog verder door voor te stellen het GEK te

beperken tot overeenkomsten op afstand. Uit de voorgestelde amendementen in de

overwegingen blijkt duidelijk dat de pijlen gericht worden op online transacties. Het CISG

stamt van de tijd voor de e-commerce270 en is dus opgesteld met de ‘klassieke’

overeenkomsten in het achterhoofd.

3. De toepassing van het Weens Koopverdrag en een vergelijking met het

GEK

A. De toepassing van het CISG

A.1. Materieel toepassingsgebied

148. Koopovereenkomst - Volgens artikel 1(1) CISG is het Verdrag van toepassing op

koopovereenkomsten betreffende roerende zaken. Het CISG definieert niet uitdrukkelijk

wat een koopovereenkomst is. Uit de bepalingen omtrent de verplichtingen van de

verkoper (artikel 30 e.v. CISG) en van de koper (artikel 53 e.v. CISG) kan echter indirect

een omschrijving worden afgeleid: een koopovereenkomst onder het CISG is dan een

266 Toelichting Voorstel GEK, 2-5 en overweging 11 Voorstel GEK. 267 P. BRULEZ, “Creating a consumer law for professionals: radical innovation or consolidation of national practices?’”, op de website KU Leuven Lirias 2013, 29 p. en https://lirias.kuleuven.be/bitstream/123456789/421051/2/consumerlawprofessionnals.pdf 268 Overweging 2 Voorstel GEK. 269 Er wordt verwezen naar de onlinehandel in overweging 2 en 26 Voorstel GEK alsook diverse malen in de Mededeling COM(2011) 636 definitief, 2-3 en 9. 270 Zo werden de bekende webwinkels Ebay en Amazon pas opgericht midden jaren ’90.

Page 75: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

63

contract waarbij de koper de plicht heeft de goederen (en de mogelijke documenten) te

leveren, waarbij het eigendomsrecht overgaat en waarbij de tegenpartij een prijs moet

betalen en handelen overeenkomstig het contract.271

149. Roerende zaken - Enkel de koop van roerende zaken valt binnen de werkingssfeer

van het CISG. Dienstovereenkomsten of overeenkomsten die niet de verkoop van roerende

zaken tot voorwerp hebben vallen niet onder het toepassingsgebied van het Verdrag. De

term “roerende zaken” is niet gedefinieerd in het Weens Koopverdrag, maar er wordt

algemeen aangenomen dat het gaat om lichamelijke roerende goederen die kunnen

geleverd worden. Onroerende goederen en onlichamelijke goederen, zoals intellectuele

eigendomsrechten of know how, vallen niet onder de toepassing van het Verdrag.272

150. Software - Een moeilijke kwestie waarover onenigheid bestaat in de rechtsleer is de

vraag of software een goed kan zijn onder het CISG.273 De meerderheidsvisie houdt in dat

standaard software op een materiële drager of online geleverd gezien kan worden als een

goed binnen de werkingssfeer van het CISG. Op vlak van op maat gemaakte software

(customized software) kan men moeilijk spreken van één bepaalde

meerderheidsopvatting. Bepaalde toonaangevende auteurs verwerpen het onderscheid

tussen standaard software en customized software. Onder meer SCHLECHTRIEM stelt dat ook

op maat gemaakte software een goed is onder het CISG. Een pure licentieovereenkomst

valt echter buiten de werkingssfeer van het CISG.274 Er is echter ook een belangrijk deel

van de rechtsleer en rechtspraak die stelt dat een overeenkomst tot de ontwikkeling van

op maat gemaakte software wordt als een dienstenovereenkomst moet worden

beschouwd.275

271 P. SCHLECHTRIEM en I. SCHWENZER (eds.), supra. noot 257, 26, nr. 14. 272 P. SCHLECHTRIEM en I. SCHWENZER (eds.), supra. noot 257, 28-31, nrs. 21-24 273 Zie o.a. F. DIEDRICH, “The CISG and computer software revisited”, Vidobona Journal of International Commercial Law and Arbitration 2002, 55-75, http://www.cisg.law.pace.edu/cisg/biblio/diedrich1.html ; S. GREEN en D. SAIDOV, “Software as goods”, Journal of Business Law 2007, 161-181, http://www.cisg.law.pace.edu/cisg/biblio/green-saidov.html; M. LARSON, “Applying uniform sales law to international software transactions: the use of the CISG, its shortcomings, and a comparative look at how the proposed UCC Article 2B would remedy them”, Tulane Journal of International and Comparative Law 1997, 445-488; J. LOOKOFSKY, “In dubio pro conventione? Some thoughts about opt-outs, computer programs and preemption under the 1980 Vienna Sales Convention (CISG)”, Duke Journal of Comparative and International Law 2003, 273-279; H. SONO, “The applicability and non-applicability of the CISG to software transactions” in C. ANDERSEN en U. SCHROETER (eds.), Sharing international commercial law acros national boundaries: festschrift for Albert H. Kritzer, Londen, Wildy, Simmonds & Hill Publishing, 2008, 512-526. 274 P. SCHLECHTRIEM en I. SCHWENZER (eds.), supra. noot 257, 28-31, nr. 21; Zie o.a. ook: P. HUBER en A. MULLIS, supra. noot 251, 43. 275 Zie o.a. Appellate Court Köln (Duitsland), 26 Augustus 1994, http://cisgw3.law.pace.edu/cases/940826g1.html; M. BRIDGE, The international sales of goods: law and practice, Oxford, Oxford University Press, 2007, 520; F. DIEDRICH, supra. noot 107; F. FERRARI,

Page 76: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

64

151. Er moet ook rekening worden gehouden met mogelijke bijkomende diensten die

worden geleverd met de software (bv. de verkoper gaat de software ook in de toekomst

verder onderhouden). Indien de waarde van deze diensten meer is dan de waarde van de

software, dan valt de overeenkomst ingevolge artikel 3(2)CISG sowieso buiten de

werkingssfeer van het Verdrag.276

152. Te vervaardigen of voort te brengen zaken - Het is mogelijk dat er goederen

worden verkocht die speciaal worden geproduceerd in het kader van de desbetreffende

overeenkomst. Dit werpt de vraag op of het hier om een koopovereenkomst of

dienstovereenkomst (productie van goederen) gaat. Deze kwestie wordt uitdrukkelijk

geregeld in het Weens Koopverdrag. Ingevolge artikel 3(1) CISG worden overeenkomsten

tot levering van te vervaardigen of voort te brengen roerende zaken gelijkgesteld met

koopovereenkomsten, tenzij wanneer de koper een wezenlijk deel van de voor de

vervaardiging of voortbrenging benodigde grondstoffen moet verschaffen. De

economische waarde is volgens de meerderheid van de rechtsleer de maatstaf om te

bepalen of het gaat om een wezenlijk deel.277 Het gehanteerde criterium van “wezenlijk

deel” is echter vaag en kan tot betwistingen leiden.278

153. Gemengde overeenkomsten - De verkoop van roerende zaken kan gepaard gaan met

aanneming van diensten. Dit zijn de zogenaamde gemengde overeenkomsten en vallen in

regel onder het toepassingsgebied van het CISG. Het Verdrag is echter niet van toepassing

op de gemengde overeenkomsten waarin het belangrijkste deel van de verplichtingen van

de partij die de zaken levert, erin bestaat de arbeidskracht te verstrekken of andere

diensten te verlenen.279 Hier moet er volgens de meerderheidsvisie gekeken worden welk

aspect er de grootste economische waarde heeft.280 Stel bijvoorbeeld dat er een machine

wordt gekocht met een kostenplaatje van €100 000. De verkoper staat echter ook in voor

de installatie, het onderhoud en de opleiding van de operators - hetgeen in totaal een

waarde heeft van €150 000. Het belangrijkste deel van de verplichtingen is in dit

“Specific topics of the CISG in the light of judicial application and scholary writing”, 15 Journal of Law and Commerce 1995, 1-126. 276 J. LOOKOFSKY, Understanding the CISG, Kopenhagen, Wolters Kluwer, 2008, 21-22. 277 P. SCHLECHTRIEM en I. SCHWENZER (eds.), supra. noot 257, 56, nr. 3. 278 CISG ADVISORY COUNCIL OPINION NO. 4, “Contracts for the Sale of Goods to Be Manufactured or Produced and Mixed Contracts (Article 3 CISG)”, 24 oktober 2004 en http://www.cisg.law.pace.edu/cisg/CISG-AC-op4.html; J. LOOKOFSKY, “The 1980 United Nations Convention on Contracts for the International Sale of Goods” in J. HERBOTS en R. BLANPAIN (eds.), International Encyclopaedia of Laws - Contracts, Den Haag, Kluwer Law International, 2000, (1) 40. 279 Art. 3(2) CISG. 280 J. PEROVI, “Selected critical issues regarding the shpere of application of the CISG”, Belgrade Law Review 2011, (181) 186-187; P. SCHLECHTRIEM en I. SCHWENZER (eds.), supra. noot 257, 56, nr. 7a.

Page 77: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

65

voorbeeld economisch gezien niet de verkoop van de machine, maar de dienstverlening.

Bijgevolg is het CISG niet van toepassing.

154. In de praktijk is het echter niet altijd zo eenvoudig op te bepalen welk aspect de

grootste economische waarde heeft indien er één enkele prijs is bepaald voor het gehele

pakket van transacties (de verkoop van het goed en de levering van diensten). Ook is het

soms moeilijk om te oordelen of de transacties onderdeel uitmaken van één contract ofwel

twee afzonderlijke contracten zijn waarbij het CISG van toepassing is op de verkoop van

de goederen terwijl het contract betreffende de diensten onderworpen is aan het nationaal

recht.281

155. Uitsluitingen - Artikel 2 CISG bevat een lijst van kooptransacties waarop het Weens

Koopverdrag niet van toepassing is. Het gaat daarbij om consumentenkoop,282 koop op een

openbare veiling, executoriale of anderszins gerechtelijke verkoop, koop van

waardepapieren, schepen, vliegtuigen en elektriciteit.

A.2. Personeel toepassingsgebied

156. Handelskoop - Het CISG is in principe niet van toepassing op de koop voor

persoonlijk gebruik of voor gebruik in gezin of huishouding.283 Het toepassingsgebied van

het Verdrag strekt zich dus in principe enkel uit tot aankopen voor commerciële,

industriële en professionele doeleinden.284 Het Verdrag tracht aldus geen uniforme regels

te creëren voor de internationale consumentenkoop maar enkel voor de internationale

handelskoop. Het doorslaggevende criterium om de koop te kwalificeren is de intentie van

de koper. Het uiteindelijke werkelijke gebruik van de goederen is niet relevant bij de

beoordeling of het al dan niet om een consumentenkoop gaat.285 Het tijdstip waarop dit

criterium moet worden nagegaan is dit van de contractsluiting. Dus indien de koper op het

ogenblik van de contractsluiting de goederen kocht met intentie voor persoonlijk gebruik,

281 CISG ADVISORY COUNCIL OPINION NO. 4, “Contracts for the Sale of Goods to Be Manufactured or Produced and Mixed Contracts (Article 3 CISG)”, 24 oktober 2004 en http://www.cisg.law.pace.edu/cisg/CISG-AC-op4.html; J. HONNOLD, Uniform Law for International Sales under the 1980 United Nations Convention, Den Haag, Kluwer Law International, 1999, 58-60, nr. 60; W. KHOO, “Article 3” in C.M. BIANCE en M.J. BONNELL, Commentary on the International Sales Law - The 1980 Vienna Sales Convention, Milan, Giuffrè, 1987, (41) 43. 282 Hierna uitvoerig besproken. 283 Art. 2(a), eerste zinsnede CISG. 284 F. FERRARI, H. FLECHTNER en R. BRAND (eds.), The draft UNCITRAL Digest and beyond: cases analysis and unresolved issues in the UN Sales Convention, München, Sellier, 2004, 82. 285 P. SCHLECHTRIEM en I. SCHWENZER (eds.), supra. noot 257, 43, nr. 5.

Page 78: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

66

dan zal het CISG niet van toepassing zijn ook al worden de goederen uiteindelijk toch

gebruikt voor professionele doeleinden.286

157. Uitzonderlijk consumentenkoop - Er is één uitzondering voorzien op het

bovenstaande: het CISG kan van toepassing zijn op de consumentenkoop indien de

verkoper niet wist noch had behoren te weten dat de zaken voor strikt persoonlijk gebruik

gekocht werden.287 Ook dit moet worden beoordeeld op het tijdstip van de

contractsluiting.288 In de meeste gevallen weet de verkoper niet waarvoor het goed

gekocht wordt. De intentie om de goederen strikt persoonlijk te gebruiken moet dan

worden afgeleid uit diverse objectieve elementen, waaronder de aard van het goed, de

aangekochte hoeveelheid,289 het leveringsadres,290 het gebruikte briefpapier,291 enz.

A.3. Territoriaal toepassingsgebied

158. Internationale koopovereenkomsten - Opdat het CISG van toepassing zou zijn, moet

het gaan om een internationale koop. Dit houdt in dat de partijen gevestigd zijn in

verschillende Staten.292 Indien zowel de koper als de verkoper gevestigd zijn in eenzelfde

Verdragsstaat, zal het CISG niet toepasselijk zijn. De nationaliteit van de partijen is niet van

belang.293 De partij die zich beroept op de toepassing van het Verdrag draagt de bewijslast

van het internationale karakter van de overeenkomst.294

159. De term vestiging is niet uitdrukkelijk gedefinieerd in het CISG en dus moeten we

teruggrijpen naar de rechtspraak. Hieruit valt af te leiden dat de vestiging een plaats is die

een daadwerkelijke band heeft met de handelsactiviteit van de verkoper en van waaruit de

handelsactiviteit regelmatig wordt bedreven.295 Dit veronderstelt een zekere

duurzaamheid, stabiliteit en autonomie.296

286 S. KRÖLL, L. MISTELIS en P. VISCASILLAS (eds.), supra. noot 255, 41, nr. 10 287 Art. 2(a), tweede zinsnede CISG. 288 S. KRÖLL, L. MISTELIS en P. VISCASILLAS (ed.), supra. noot 255, 43, nr. 16. 289 Appellate Court Jura (Zwitserland), 3 november 2004, http://cisgw3.law.pace.edu/cases/041103s1.html. 290 U. MAGNUS, Wiener UN-Kaufrecht in J. von Staudingers Kommentar zum Bürgerlichen Gesetzbuch mit Einführungsgesetz und Nebengesetzen, Berlijn, Sellier-de Gruyter, 2005, 100, nr. 23. 291 P. SCHLECHTRIEM en I. SCHWENZER (eds.), supra. noot 257, 44, nr. 10. 292 Art. 1(1) CISG. 293 Art. 1(3) CISG. 294 P. SCHLECHTRIEM en I. SCHWENZER (eds.), supra. noot 257, 31, nr. 25. 295 S. KRÖLL, L. MISTELIS en P. VISCASILLAS (eds.), UN Convention on Contracts for the International Sale of Goods (CISG). Commentary, München, Hart Publishing, 2011, 33-34, nrs. 43-44. 296 Appellate Court Stuttgart (Duitsland), 28 februari 2000, http://cisgw3.law.pace.edu/cases/000228g1.html; District Court Rimini (Italië), 26 November 2002, http://cisgw3.law.pace.edu/cases/021126i3.html.

Page 79: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

67

160. Indien een partij meer dan één vestiging heeft, dan wordt gekeken naar de vestiging

die de nauwste band heeft met de overeenkomst en de uitvoering ervan.297 De betrokken

vestiging is dus niet noodzakelijk de maatschappelijke zetel van een onderneming of de

voornaamste vestiging van de verkoper.298 Indien een partij geen vestiging heeft dan is

diens gewone verblijfplaats doorslaggevend.299

161. Eén van de partijen van de koopovereenkomst kan ook een tussenpersoon zijn. Om te

bepalen of het gaat om een contract met een grensoverschrijdend karakter is het

belangrijk om te bepalen wie de contractspartij is. Indien een agent optreedt binnen zijn

vertegenwoordigingsbevoegdheid wordt het contract in principe gesloten met de

principaal, waardoor de vesting van de agent niet van belang is.300 Het komt echter voor

dat er onduidelijkheden bestaan over wie nu de contractspartij is. Deze kwestie wordt niet

geregeld in het CISG en wordt beheerst door het nationaal recht aangewezen door de

verwijzingsregels van internationaal privaatrecht.301

162. Het spreekt voor zich dat er ook een zekere band moet zijn met een Verdragsstaat bij

het Weens Koopverdrag. Dit kan rechtstreeks zijn doordat beide partijen gevestigd zijn in

een Verdragsstaat302 of indirect door de werking van het conflictenrecht.303 Hieronder

worden beide mechanismen afzonderlijk besproken.

163. Beide partijen gevestigd in Verdragsstaat - De regel in artikel (1)(1)(a) CISG is de

meest eenvoudige regel om tot de toepassing van het Weens Koopverdrag te komen.

Indien zowel de koper als de verkoper gevestigd zijn in verschillende Verdragsstaten, dan

is het Verdrag automatisch van toepassing op de koopovereenkomst. Dit noemt men vaak

het “autonoom mechanisme” omdat er geen omweg nodig is via de regels van

internationaal privaatrecht.304

164. Conflictenrecht duidt het recht van een Verdragsstaat aan - Artikel 1(1)(b) CISG

stelt dat het Weens Koopverdrag ook van toepassing is indien de regels van internationaal

privaatrecht het recht van een Verdragsstaat aanwijzen. Deze conflictenregels moeten

297 Art. 10(a) CISG. 298 P. SCHLECHTRIEM en I. SCHWENZER (eds.), supra. noot 257, 31-32, nr. 28. 299 Art. 10(b) CISG. 300 J. ZIEGEL, “The scope of the convention: reaching out to article one and beyond”, Journal of Law and Commerce 2005-2006, (59) 63. 301 J. HONNOLD en H. FLECHTNER, Uniform law for international sales under the 1980 United Nations Convention, Alphen aan den Rijn, Kluwer Law International, 2009, 30-31, nr. 41. 302 Art. 1(1) (a) CISG. 303 Art. 1(1) (b) CISG. 304 HUBER, P. en MULLIS, A., supra. noot 251, 51.

Page 80: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

68

gezocht worden in internationale verdragen of in het nationaal recht, afhankelijk van het

land van het forum.305 Indien het een Europees forum is, dan zullen de verwijzingsregels

van de Rome I-Verordening toegepast worden.

165. Stel bijvoorbeeld dat een koper gevestigd in Londen een koopovereenkomst sluit met

een verkoper gevestigd in België. Het Verenigd Koninkrijk is geen Verdragsstaat, dus

komen we via art. 1(1)(a) CISG niet tot de toepassing van dit Verdrag. Maar een Europese

rechter zal de conflictenregels van de Rome I-Verordening toepassen. Bij gebreke aan een

rechtskeuze, zal de overeenkomst worden beheerst door het recht van het land waar de

verkoper zijn gewone verblijfplaats heeft.306 In casu is dit het Belgisch recht. België heeft

het Weens Koopverdrag geratificeerd en als gevolg zal het CISG toepasselijk zijn op de

koopovereenkomst.

166. Er dient tot slot ook nog worden opgeworpen dat elke Verdragsstaat ten tijde van

toetreding een voorbehoud kan maken opdat dat hij niet gebonden zal zijn door artikel

1(1)(b) CISG.307 Onder meer de Verenigde Staten hebben verklaard niet gebonden te zijn

door dit artikel.308 In dit geval kan men enkel tot de toepassing van het Verdrag komen via

het autonoom mechanisme van artikel 1(1)(a) CISG.

167. Uitzondering - Indien de partijen niet op de hoogte waren dat hun contract

internationaal was ten tijde van het sluiten van het contract, dan zal het Weens

Koopverdrag niet van toepassing zijn.309 De contractpartijen moeten dus beseffen dat de

overeenkomst die ze sluiten internationaal is, en niet puur binnenlands, op het moment de

contractsluiting. Om hierover te kunnen oordelen verwijst artikel 1(2) CISG naar drie

objectieve elementen: de overeenkomst zelf, de transacties tussen de partijen en de

informatie verstrekt door de partijen.

A.4. Een opt-out instrument

168. Toepassing van het CISG uitsluiten - Artikel 6 CISG weerspiegelt het fundamentele

principe van de wilsautonomie.310 Het CISG is automatisch van toepassing op de

koopovereenkomsten die voldoen aan de voorwaarden gesteld in artikel 1-3 CISG. De

bepalingen van het CISG hebben echter een suppletiefrechtelijk karakter. Ook al valt een

305 Voor EU: Rome I-Verordening 306 Art. 4(1)(a) Rome I-Verordening 307 Art. 95 CISG. 308 http://www.cisg.law.pace.edu/cisg/countries/notables.html 309 Art. 1(2) CISG. 310 S. KRÖLL, L. MISTELIS en P. VISCASILLAS (ed.), supra. noot 260, 99, nr. 1.

Page 81: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

69

overeenkomst onder het toepassingsgebied van het Weens Koopverdrag, dan kunnen

partijen alsnog beslissen om de toepassing van het CISG volledig uit te sluiten en ander

recht toe te passen (opt-out).311 Partijen kunnen ook beslissen om het Verdrag niet

volledig uit te sluiten, maar om deels af te wijken van de bepalingen in het CISG. Indien de

partijen afwijken van bepaalde artikelen van het CISG, kunnen ze dit echter niet doen voor

artikel 12 CISG.312

169. Het CISG kan uitdrukkelijk of impliciet worden uitgesloten. De overeenkomst die de

toepassing van het Verdrag uitsluit kan louter inhouden dat het CISG niet van toepassing

is, zonder dat er een ander recht wordt aangewezen.313 Om het toepasselijke recht te

bepalen zullen de regels van internationaal privaatrecht gehanteerd worden. In de meeste

gevallen zullen de partijen echter een rechtskeuze maken in de overeenkomst waarin ze

het CISG uitdrukkelijk uitsluiten.

170. Er wordt aanvaard dat de keuze voor het recht van een niet-verdragsluitende Staat of

de specifieke keuze voor het nationaal kooprecht van een verdragsstaat de toepassing van

het CISG uitsluit.314 De loutere clausule die kiest voor het recht van een verdragsstaat in

het algemeen sluit de werking van het Verdrag niet uit maar wordt gezien als de

uitdrukking van de wil om het CISG toe te passen als onderdeel van het nationaal recht.315

171. In vele gevallen wordt er van het CISG afgeweken omdat partijen afwijkende

clausules opnemen in hun contract. Ook zal de verwijzing naar de INCOTERMS in het

contract een geldige afwijking zijn van het CISG, doch geen volledige uitsluiting gezien de

INCOTERMS maar een deel van de materie omvatten.316

172. Overeenkomst om het CISG toe te passen - Ingevolge het principe van

wilsautonomie hebben partijen hebben ook de mogelijkheid om het CISG van toepassing te

verklaren op hun overeenkomst die buiten het toepassingsgebied van het CISG valt

311 Art. 6 CISG. 312 Art. 12 CISG, laatste zin CISG. 313 P. HUBER en A. MULLIS, supra. noot 251, 62. 314 S. KRÖLL, L. MISTELIS en P. VISCASILLAS (ed.), supra. noot 260, 103, nr. 12. 315 Appellate Court Grenoble (Frankrijk), 16 juni 1993, http://cisgw3.law.pace.edu/cases/930616f1.html; Appellate Court Celle (Duitsland), 24 mei 1995, http://cisgw3.law.pace.edu/cases/950524g1.html; C.M. BIANCA en M.J. BONELL, Commentary on the international sales law. The 1980 Vienna Sales Convention, Milano, Giuffrè, 1987, 56-57, nr. 2.3.3; L. DEL DUCA en P. DEL DUCA, “Practice under the Convention on International Sale of Goods (CISG). A primer for attorneys and international traders”, Uniform Commercial Code Journal 1995, (331) 341-342. 316 H. VAN HOUTE, J. ERAUW en P. WAUTELET (eds.), Het Weens Koopverdrag, Antwerpen, Intersentia, 1997, 50-51, nr. 1.65.

Page 82: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

70

(opting-in).317 Men kan bijvoorbeeld beslissen het Verdrag toe te passen op de koop van

een zaak die is uitgesloten in artikel 2 CISG of op een koopovereenkomst zonder

internationaal element.

173. In principe zouden partijen ook kunnen kiezen om de bepalingen van het CISG toe te

passen op een consumentenkoop. Vaak zal deze mogelijkheid echter beperkt zijn door

regels van consumentenbescherming. Er moet onder meer rekening worden gehouden

met artikelen 6 en 9 Rome I-Verordening (in een Europese context) en de bepalingen van

het normaal toepasselijk contractenrecht.318

B. Vergelijking met het GEK

B.1. Materieel toepassingsgebied

174. Types van overeenkomsten - Het CISG maakt draait maar omtrent één type van

overeenkomst, namelijk de koopovereenkomst betreffende roerende zaken. Het GEK

daarentegen spreekt van drie categorieën van overeenkomsten in artikel 5 Voorstel GEK:

de koopovereenkomst, de overeenkomst voor de levering van digitale inhoud en

overeenkomsten betreffende verbonden diensten.

175. Opvallend zijn vooral de overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud. De

levering van digitale inhoud is niet uitdrukkelijk geregeld in het CISG waardoor er

discussie bestaat over onder welke omstandigheden deze overeenkomsten onder het CISG

vallen.319 De uitdrukkelijke regeling in het GEK is dus een belangrijke meerwaarde ten

aanzien van het CISG. Hierin komt duidelijk tot uiting dat het GEK een moderner

instrument is.

176. Indien de amendementen van het Europees Parlement worden aangenomen, zal het

GEK enkel nog van toepassing zijn op overeenkomsten op afstand. Deze beperking geldt

niet voor het CISG waarin er geen woord gerept wordt over de overeenkomst op afstand.

Overeenkomsten op afstand kunnen natuurlijk wel onder het CISG vallen indien ze aan de

toepassingsvereisten van artikel 1 CISG voldoen. Maar in tegenstelling tot het CISG legt de

Europese regelgever de duidelijk de nadruk op de internethandel in het GEK. Het GEK is

317 S. COOK, “The CISG from the perspective of the practioner”, Journal of Law and Commerce 1998, (343) 352-353; P. SCHLECHTRIEM en I. SCHWENZER (eds.), supra. noot 257, 89-90, nr. 13. 318 H. VAN HOUTE, J. ERAUW en P. WAUTELET (eds.), Het Weens Koopverdrag, Antwerpen, Intersentia, 1997, 51, nr. 1.66. 319 Supra. nr. 150-151; Dit komt neer op de vraag wanneer de levering van digitale inhoud een goed is in de betekenis van het CISG.

Page 83: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

71

erop gericht om online aankopen eenvoudiger te maken en te stimuleren. Dit is nooit de

focus geweest van het CISG.

177. Uitsluitingen - De koop van elektriciteit en de gedwongen verkoop is uitgesloten in

zowel het CISG als het GEK. Aardgas wordt enkel in het GEK uitgesloten. Water en andere

soorten gas vallen enkel onder het GEK indien ze marktklaar zijn gemaakt en in een

bepaalde volume worden verkocht. Dit is echter het geval in het overgrote aandeel van de

verkopen waardoor het onderscheid met het CISG (die deze zaken nooit uitsluit) in de

praktijk niet zo groot is op dit punt.320

178. Het CISG neemt in artikel 2 uitdrukkelijk op dat het niet geldt voor de koop van

effecten, waardepapieren en betaalmiddelen. Hoewel het GEK dit niet expliciet vermeldt,

valt het ook buiten het toepassingsgebied van dit instrument gezien het hier gaat om

rechten (en niet om goederen) of om wisselcontracten.321

179. In tegenstelling tot het CISG worden zeeschepen, binnenvaartschepen,

luchtkussenvaartuigen en luchtvaartuigen niet uitgesloten uit het GEK.

180. Te vervaardigen goederen - In het CISG valt een overeenkomst tot levering van te

vervaardigen of voort te brengen zaken in regel onder zijn toepassingsgebied, behalve

indien de koper een wezenlijk deel van de grondstoffen levert.322 Het GEK laat deze

uitzondering vallen en stelt alle overeenkomsten tot levering van te vervaardigen

goederen gelijk met koopovereenkomsten.323 Het vermijdt daarmee betwistingen die zich

voordoen in het CISG betreffende de vraag wanneer iets een “wezenlijk deel” is.

181. Gemengde overeenkomsten - Omdat er verscheidene onduidelijkheden zijn omtrent

de toepassing van artikel 3(2) CISG is het aan te raden dat partijen de toepassing van het

Weens Koopverdrag op hun overeenkomst preciseren.324

182. In het Voorstel van de Commissie vallen gemengde overeenkomsten volledig buiten

het toepassingsgebied van het GEK.325 Deze regeling is heel duidelijk maar wordt sterk

320 U. MAGNUS, “CISG vs. CESL”, in U. MAGNUS (ed.), CISG vs. Regional sales law unification. With a focus on the new common European sales law, München, Sellier law publishers, 2011, 109. 321 Ibid. 322 Art. 3(1) CISG. 323 Art. 2(k) Voorstel GEK. 324 J. PEROVI, “Selected critical issues regarding the sphere of application of the CISG”, Belgrado Law Review 2011, (181) 186-187. 325 Art. 6(1) Voorstel GEK.

Page 84: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

72

bekritiseerd doordat het GEK enkel bruikbaar is voor simpele koopovereenkomsten. Eén

van de kritieken op het CISG is net dat het moeilijk bruikbaar is voor complexere

transacties omwille van haar vaagheden in artikel 3 CISG. Het Voorstel van de Commissie

biedt echter geen alternatief aangezien ze simpelweg alle gemengde overeenkomsten

uitsluit.326

183. Het Europees Parlement heeft nu wel een amendement gestemd dat voorstelt het

toepassingsgebied van het GEK uit te breiden tot gemengde overeenkomsten.327 De

regeling die ze daarin opneemt is verschillend van deze in het CISG. In de amendementen

wordt er toepassing gemaakt van de cumulatietheorie: men gaat het vreemde onderdeel in

de overeenkomst afsplitsen en daarop het GEK niet toepassen. Er moet dus niet worden

ingegaan welk deel van de overeenkomst het wezenlijkst of belangrijkst is. Het nadeel van

deze theorie is echter dat het GEK onbruikbaar is contracten waar men niet kan splitsen,

ook al is het vreemde aspect relatief miniem. Tevens kan er betwisting ontstaan over de

vraag of men al dan niet kan afsplitsen. Zowel de regeling in het CISG als in de

voorgestelde amendementen voor het GEK gaan dus gepaard met zekere onduidelijkheden

bij hun toepassing in de praktijk.

184. Overeenkomsten met een financieringsregeling - Het Weens Koopverdrag bevat

geen uitdrukkelijke bepaling omtrent koopovereenkomsten die gepaard gaan met

kredietverlening of enige andere vorm van financieringsregeling. Conform artikel 7(2)

CISG moeten we dit trachten op te lossen aan de hand van de algemene beginselen waarop

het Verdrag berust. We kunnen het principe van artikel 3(2) CISG voor gemengde

overeenkomsten toepassen en kijken welk aspect van de overeenkomst het overwicht

heeft.328 We hebben al eerder gesproken dat deze bepaling niet altijd eenvoudig is toe te

passen.

185. Het Voorstel van de Commissie sluit elke koopovereenkomst die gepaard gaat met

kredietverlening door de verkoper uit het toepassingsgebied van het GEK. Deze regel is

natuurlijk wel duidelijk, maar stuitte op sterke kritiek. Het Europees Parlement stelt

echter voor om de uitdrukkelijke uitsluiting van deze overeenkomsten te schrappen.

326 LAW COMMISSION and SCOTTISH LAW COMMISSION, An optional Common European Sales Law: Advantages and problems. Advice to the UK government, 2011, http://lawcommission.justice.gov.uk/docs/Common_European_Sales_Law_Advice.pdf, 90, nrs. 6.51-6.52. 327 Amendement 64 Wetgevingsresolutie GEK; Supra. nr. 88-90. 328 P. HUBER en A. MULLIS, supra. noot 251, 48; SCHLECHTRIEM en SCHWENZEER, 27, nr 16.

Page 85: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

73

B.2. Personeel toepassingsgebied

186. Consumentenovereenkomsten - Zowel het CISG als het GEK regelen

handelskoopovereenkomsten. Maar het toepassingsgebied van het GEK omvat ook B2C

overeenkomsten terwijl deze in regel zijn uitgesloten uit het toepassingsgebied van het

CISG. Eén van de voornaamste doelstellingen van het GEK bestaat er namelijk in om de

grensoverschrijdende consumentenkoop aan te moedigen door een hoog niveau van

consumentenbescherming te waarborgen en het vertrouwen van de consument in de

interne markt te vergroten.329 Dit behoort absoluut niet tot de doelstellingen van het CISG.

187. Toch moet dit verschilpunt enigerlei genuanceerd worden. We hebben gezien dat het

CISG alsnog van toepassing kan zijn op een consumentenkoop indien de koper niet wist

noch had behoren te weten dat de zaken voor zodanig gebruik werden gekocht. Wanneer

een consument bijvoorbeeld online een goed aankoopt en daarbij het e-mail adres van zijn

werk gebruikt, bestaat de kans dat het CISG van toepassing zal zijn op de overeenkomst.330

Het gaat hierbij wel om uitzonderlijke situaties en het is zeker niet de bedoeling van het

CISG om de consumentenkoop te regelen.

B.3. Territoriaal toepassingsgebied

188. Grensoverschrijdende overeenkomsten - Beide instrumenten zijn van toepassing op

grensoverschrijdende transacties. Het CISG beperkt zich echter niet tot één bepaalde

regio, terwijl het GEK zich richt op de Europese interne markt.

189. Transacties met derde Staten - Zowel het CISG als het GEK kunnen ook van

toepassing zijn op overeenkomsten waarbij één van de partijen gevestigd is in een derde

Staat. Beide gevallen vereisen in principe dat minstens één van de partijen in een

Verdragsstaat of EU-lidstaat gevestigd is.331 Dit is op zich niet voldoende: het CISG en het

GEK hebben elk verschillende bijkomende voorwaarden. Het CISG zal pas (automatisch)

van toepassing zijn indien de regels van internationaal privaatrecht het recht van een

Verdragsstaat aanwijzen als het toepasselijke recht (artikel 1(1)(b) CISG). Het GEK

daarentegen is nooit automatisch van toepassing ook al duiden de verwijzingsregels het

329 Art. 1(3) Voorstel GEK. 330 R. KOCH, ”CISG, CESL, PICC and PECL” in U. MAGNUS, CISG vs. regional sales law unification. With a focus on the new Common European Sales Law, München, Sellier European Law Publishers, (125) 132. 331 In geval van het CISG kunnen contractspartijen ook tot de toepassing van het Verdrag komen door het CISG of het recht van een Verdragsstaat te kiezen, zonder dat één van de partijen gevestigd is in een Verdragsstaat.

Page 86: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

74

recht van een EU-lidstaat aan. Partijen moeten dan nog steeds kiezen om het GEK

toepasselijk te maken.

B.4. Opt-in versus opt-out

190. Optionele instrumenten - Zowel het GEK als het CISG zijn een secundair regime die

parallel bestaan naast het nationaal kooprecht. Het nationaal kooprecht wordt dus niet

vervangen maar het GEK en het CISG bieden een alternatief kooprecht voor bepaalde

internationale overeenkomsten. Beide instrumenten zijn optioneel maar op een

verschillende manier: het GEK is een opt-in instrument, het CISG is een opt-out instrument.

191. Het GEK is een optioneel instrument die van toepassing op de overeenkomst indien

partijen daarvoor kiezen. Vandaar de benaming opt-in instrument. Het CISG werkt op de

tegenovergestelde manier. Het CISG is automatisch van toepassing op de overeenkomsten

die binnen haar toepassingsgebied vallen. Het nationale kooprecht wordt dus automatisch

terzijde geschoven. Partijen kunnen het CISG wel geheel uitsluiten of er gedeeltelijk van

afwijken. In die zin is het CISG dus ook een optioneel instrument. Wanneer partijen het

CISG uitsluiten, dan spreekt men van opting-out.

192. Internationaal privaatrechtelijke problematiek - Het grote verschil tussen beide

instrumenten is dat het GEK altijd de keuze van de partijen nodig heeft om van toepassing

te zijn. Het voordeel het CISG, dat automatisch van toepassing is, bestaat erin dat de

problematiek van het internationaal privaatrecht deels ontweken wordt.332 Om tot de

toepassing te komen van het Verdrag via artikel 1(1)(a) CISG moet er in regel geen

conflictenrecht worden toegepast. Toch blijven er vragen van internationaal privaatrecht

bestaan. Er is ten eerste nog steeds een conflictenrechtelijke voorvraag bestaan indien

men zich beroept op artikel 1(1)(b) CISG. Ten tweede blijft het toepasselijke nationaal

recht ook belangrijk voor de onderwerpen die niet in het Verdrag worden behandeld.

Gezien de beperkte werkingssfeer van het CISG blijft het nationaal recht een grote rol

spelen. Bovendien moet er voor onderwerpen die vallen binnen de werkingssfeer van het

CISG maar er niet door geregeld zijn, soms beroep worden gedaan op het nationaal recht.

333

332 M. FOGT, supra. noot 146, 93. 333 Art. 7(2) CISG.

Page 87: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

75

C. Het gevolg van de keuze voor het GEK bij gelijktijdige toepassing van het

CISG

193. Gelijktijdige toepassing - Het toepassingsgebied van het GEK en het CISG

overlappen gedeeltelijk. Het gaat dan over handelskoopovereenkomsten die onder het

toepassingsgebied van beide instrumenten vallen. Uitzonderlijk kan het CISG ook worden

toegepast op bepaalde consumentenkopen waardoor ook hier een beperkte overlapping

met het GEK mogelijk is. Volgens sommige auteurs is de relatie tussen het GEK en het CISG

in deze situaties relatief eenvoudig: het CISG is van toepassing op de overeenkomst

behalve wanneer de contractpartijen hebben gekozen om het GEK toe te passen.334 Dit

gaat echter te kort door te bocht en verdient enige verdieping.

194. Impliciete uitsluiting CISG - Het conflict tussen beide instrumenten komt vooral tot

uiting wanneer een contract onder het toepassingsgebied van beide instrumenten valt en

partijen kiezen voor het GEK zonder dat ze de werking van het CISG uitdrukkelijk

uitsluiten. De vraag werpt zich nu op of de keuze voor het GEK ook impliciet de uitsluiting

van het CISG inhoudt. In overweging 25 van het Voorstel wordt hierover gezegd dat de

keuze voor het GEK wel degelijk een overeenstemming van de partijen inhoudt om het

CISG uit te sluiten. De Europese regelgever heeft echter niet de bevoegdheid om te

oordelen over het toepassingsgebied van een internationaal verdrag. De toepassing van

het CISG wordt bepaald door het verdrag zelf.335 Desondanks is de gedachtegang van de

Europese wetgever wel te volgen. Het is zeer waarschijnlijk dat rechters zullen oordelen

dat de uitdrukkelijke opting-in voor het GEK de impliciete opting-out voor het CISG met

zich meebrengt.336 Dit zal gewoonlijk de bedoeling van de partijen zijn.

195. Aanvulling - Een ander vraagstuk betreft de rol die het CISG nog kan hebben nadat

partijen zijn overeengekomen om het GEK toe te passen. Stel opnieuw dat een

overeenkomst onder het toepassingsgebied van beide instrumenten valt en de partijen

zijn overeengekomen om het GEK toe te passen, zonder dat ze het CISG uitdrukkelijk

hebben uitgesloten. Is het CISG in deze gevallen volledig uitgesloten of kan men zich er nog

op beroepen voor onderwerpen die niet worden geregeld in het GEK? Een gedeeltelijke

334 F. CELADNIK, “International sales of goods in the European Union before and after the adaptation of the Common European Sales Law”, Working Paper Series 2012, 21 p. en http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=2161350. 335 M. HESSELINK, “How to op into the Common European Sales Law? Brief comments on the Commission’s proposal for a regulation” in I. CLAEYS en R. FELTKAMP (eds.), The Common European Sales Law: towards an alternative salse law? A Belgian perspective, Antwerpen, Intersentia, 2013, (1) 5; N. KORNET, “The Common European Sales Law and the CISG: complicating or simplifying the legal environment?”, Maastricht Journal of European and Comparative Law 2012, (164) 178. 336 Ibid.

Page 88: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

76

afwijking van het CISG wordt namelijk door het Verdrag zelf toegelaten. Het gaat hier dus

over de rol van het CISG als gap filler voor het GEK.

196. In de rechtsleer wordt aangenomen dat de overeenkomst om het GEK toe te passen

een loutere afwijking van het CISG met zich meebrengt.337 Het voordeel hiervan is dat dit

bijdraagt aan de uniformiteit van het GEK aangezien er beroep wordt gedaan op een

internationaal instrument in plaats van het nationaal recht.338

197. Conflicterende toepassing - Er zijn uitzonderlijke situaties denkbaar waarbij de

uitsluiting van het CISG ongeldig is terwijl de keuze voor het GEK wel geldig is. Stel

bijvoorbeeld dat een Verdragsstaat bij zijn toetreding tot het Weens Koopverdrag zich

beroept op artikel 95 CISG en aldus verklaart dat elke overeenkomst door middel van een

geschrift moet worden gesloten. Partijen kunnen dan ongeldig het CISG uitsluiten indien

ze dit niet bij geschrift doen en tegelijkertijd geldig kiezen voor de toepassing van het

GEK.339

198. Een tweede complexe situatie is de keuze voor het GEK in de

handelsovereenkomsten via de algemene voorwaarden.340 Dit kan echter tot problemen

leiden ingeval een overeenkomst onder het toepassingsgebied valt van zowel het CISG als

het GEK. Met betrekking tot het CISG heeft het Duitse Hooggerechtshof heeft geoordeeld

dat de algemene voorwaarden slechts tegenwerpbaar zijn indien deze beschikbaar zijn

voor de tegenpartij ten tijde van het aanbod, waarbij een loutere verwijzing ernaar niet

volstaat.341 Deze voorwaarde is niet terug te vinden in het GEK. Het is dus mogelijk dat de

keuze voor het GEK in de algemene voorwaarden wordt opgenomen waarbij er louter naar

de voorwaarden wordt verwezen waardoor dit in theorie een ongeldige uitsluiting van het

CISG is.

199. Hoe moeten we deze conflicten oplossen? Sommige auteurs beroepen zich op artikel

90 CISG om het GEK voorrang te geven op het CISG.342 Volgens deze bepaling prevaleren

337 K. BOELE-WOELKI, A. KEIRSE en S. KRUISINGA, “Naar een contractenrecht voor de Unie. Waar de Europese regelgever aan moet denken”, Nederlands Juristenblad 2011, afl. 2, (58) 63; M. PIERS en C. VANLEENHOVE, supra. noot 217, 11. 338 M. PIERS en C. VANLEENHOVE, supra. noot 217, 11. 339 U. MAGNUS, “CISG vs. CESL” in U. Magnus (ed.), CISG vs. regional sales law unification. With a focus on the new Common European Sales Law, München, Sellier European Law Publishers, 2012, (97) 106-107. 340 M. HESSELINK, supra. noot 335, 12. 341 Bundesgerichtshof (Duitsland), 31 oktober 2001, http://cisgw3.law.pace.edu/cases/011031g1.html 342 P. MANKOWSKI, “CESL - Who needs it?”, Internationales Handelsrecht 2012, (45) 47.

Page 89: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

77

internationale overeenkomsten namelijk op het CISG. De meeste rechtsleer meent

daarentegen dat artikel 90 CISG geen soelaas biedt omdat een Europese verordening geen

internationale overeenkomst is waar Staten partij bij zijn.343 Artikel 94 CISG zal

waarschijnlijk moeten worden toegepast om een oplossing te bekomen.344 In dat artikel is

vastgelegd dat Verdragsluitende Staten die dezelfde of nauw verwante rechtsregels

hebben betreffende de onderwerpen geregeld in het CISG, ten allen tijde kunnen verklaren

dat het Verdrag niet van toepassing zal zijn op koopovereenkomsten van de partijen die

gevestigd zijn in die Staten. Er is momenteel wel niet uitdrukkelijk zo’n verklaring

gemaakt door de EU. FOGT raadt aan dat dit gebeurt opdat deze situatie duidelijk geregeld

zou zijn.345

4. Uniformiteit van het Weens Koopverdrag in de praktijk

A. Beperkte waarborgen op een uniforme toepassing

200. Uitlegging - Als het CISG zijn doel wil bereiken om de transactiekosten van

internationale koopovereenkomsten te verminderen, dan is het essentieel dat het Verdrag

eenvormig wordt toegepast en geïnterpreteerd in de praktijk. Opdat het CISG eenvormig

zou worden toegepast mag een rechter het dus niet interpreteren in het licht van het

nationaal recht van het forum.

201. Artikel 7(1) CISG maakt duidelijk hoe het Verdrag moet worden geïnterpreteerd: “bij

de uitleg van het Verdrag moet er rekening worden gehouden met het internationale

karakter ervan en met de noodzaak eenvormigheid in de toepassing ervan en naleving van

de goede trouw in de internationale handel te bevorderen”. Indien een regel niet letterlijk

kan geïnterpreteerd worden, moeten de rechters deze autonoom interpreteren los van de

nationale rechtsorde. Het is dus in principe niet toegelaten dat een rechter zich beroept op

nationale concepten om interpretatieve problemen op te lossen. De rechter moet het

probleem betreffende het CISG bekijken en interpreteren door een internationale lens.346

202. Artikel 7(1) CISG voegt toe dat er rekening moet worden gehouden met drie

elementen: het internationale karakter, de noodzaak voor eenvormigheid en de goede

343 M. FOGT, supra. noot 146, 99-102; R. KOCH, “CISG, CESL, PICC and PECL” in U. MAGNUS, CISG vs. regional sales law unification. With a focus on the new common European sales law, München, Sellier European slaw publishers, 2012, (125) 143-144. 344 R. KOCH , supra. noot 343, 144; M. FOGT, supra. noot 146, 102-103. 345 M. FOGT, supra. noot 146, 102-103. 346 F. FERRARI, “Gap-filling and interpretation of the CISG: overview of international case law”, Vindobona Journal of International Commercial Law & Arbitration 2003, (63) 65-68.

Page 90: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

78

trouw in de internationale handel.347 Het doel van de autonome interpretatie is vooral het

bevorderen van de eenvormige toepassing van het Weens Koopverdrag.348 Om deze

uniformiteit te bereiken is het onvoldoende dat de nationale rechters louter naar het CISG

op zich kijken. Het Verdrag kan dan nog steeds verschillend geïnterpreteerd worden in de

verschillende landen. Het is noodzakelijk dat er rekening wordt gehouden met de

rechtspraak in de Verdragsstaten.349 Met andere woorden, een nationale rechter die het

Verdrag interpreteert moet rekening houden met de interpretatie die werd gehanteerd

door vreemde rechters in andere Verdragsstaten.

203. Mogelijks vallen bepaalde onderwerpen wel onder het CISG maar worden ze er niet

uitdrukkelijk in behandeld. Dit wordt geregeld in artikel 7(2) CISG: “vragen betreffende de

door dit Verdrag geregelde onderwerpen, die hierin niet uitdrukkelijk zijn beslist, worden

opgelost aan de hand van de algemene beginselen waarop dit Verdrag berust, of bij

ontstentenis van zodanige beginselen, in overeenstemming met het krachtens de regels van

internationaal privaatrecht toepasselijke recht”. Leemten in het verdrag moet men dus

trachten op te lossen aan de hand van de algemene rechtsbeginselen waarop het CISG is

gebaseerd. Het door het internationaal privaatrecht aangewezen nationaal recht vormt

pas een laatste redmiddel indien er geen relevante beginselen in het CISG kunnen

vastgesteld worden.350

204. Geen ander mechanisme - Het Weens Koopverdrag biedt verder weinig garanties op

een uniforme interpretatie en toepassing. Er is geen overkoepelen rechtsorgaan of

autoriteit gecreëerd die uitspraak doet over de interpretatie van de bepalingen in het

Verdrag. Het komt toe aan de gewone rechtbanken en arbitrage tribunalen om het Weens

Koopverdrag correct toe te passen in geschillen. Daardoor bestaat het gevaar dat de

uniforme regels van het Verdrag in de praktijk niet uniform worden toegepast, omdat

verscheidene rechters en practici een verschillende interpretatie hanteren.351 In de

347 Het criterium van geode trouw is controversieel in de rechtsleer. Zie o.a.: C.M. BIANCA en M.J. BONELL, Commentary on the international sales law. The 1980 Vienna Sales Convention, Milano, Giuffrè, 1987, 83-88, nrs.2.4.; P. SCHLECHTRIEM en I. SCHWENZER (eds.), supra. noot 257, 100, nrs. 17-18. 348 F. FERRARI, “Uniform interpretation of the 1980 Uniform Sales Law”, Georgia Journal of International and Comparative Law 1994-1995, (183) 198-206. 349 F. FERRARI, “Gap-filling and interpretation of the CISG: overview of international case law”, Vindobona Journal of International Commercial Law & Arbitration 2003, (63) 68-72. 350 Ibid., 79-91. 351 J. BAILEY, “Facing the truth: seeing the Convention on Contracts for the International Sale of Goods as an obstacle to a uniform law of international sales”, Cornell International Law Journal 1999, 310; H. FLECHTNER, “Globalization of law as documented in the law on international sales of goods” in J. ERAUW en P. TAELMAN (eds.), XXXVe Willy Delva: Nieuw internationaal privaatrecht: meer Europees, meer globaal in Gandaius PUC Willy Delva, Mechelen, Kluwer, 2009, 541-558; I. SCHWENZER

Page 91: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

79

praktijk neemt men inderdaad waar dat rechtbanken de neiging hebben om het CISG uit te

leggen in het licht van hun eigen nationaal recht.352 De afwezigheid van een hoogste

rechtsinstantie en daardoor veroorzaakte onvoorspelbaarheid van het CISG is één van de

voornaamste oorzaken waarom partijen overgaan tot opting-out.353

205. Databases - Er zijn echter wel initiatieven genomen om wereldwijde rechtspraak en

rechtsleer betreffende het Verdrag te verzamelen en publiceren op het internet.354 Deze

initiatieven geven vaak gratis toegang tot rechterlijke en arbitrale beslissingen betreffende

het Verdrag, alsook vele doctrine. Deze projecten zijn essentieel om de autonome

interpretatie en de eenvormige toepassing van het Verdrag te vergemakkelijken.355 Het

praktisch belang ervan is zeer groot.

B. Vergelijking met het GEK

206. Definities - Het CISG bevat geen opsomming van definities voor de gebruikte termen.

Daardoor zijn de begrippen voor interpretatie vatbaar en ontstaan onduidelijkheden en

tegenstrijdige interpretaties. Het voorbeeld van het begrip “zaak” kan gegeven worden.

Vooral in het licht van de transacties betreffende software levert dit problemen en

tegenstrijdige beslissingen van de nationale rechters.356 Het GEK definieert een hele reeks

van begrippen in artikel 2 Voorstel GEK (waaronder ook het begrip “goederen”357 alsook

het begrip “digitale inhoud”358). Het belang hiervan in het licht van de eenvormige

toepassing mag niet onderschat worden.

en P. HACHEM, “The CISG - Successes and pitfalls”, American Journal of Comparative Law 2009, (457) 467-469. We zullen dit fenomeen verder nog bespreken in het licht van het CISG in de Verenigde Staten: infra. nrs. 280-287. 352 F. FERRARI, “Homeward trend: what, why and why not” in A. JANSSEN en O. MEYER (eds.), CISG methodology, München, Sellier, 2009, 171-206. 353 J. SMITS, “Problems of uniform sales law - Why the CISG may not promote international trade”, Maastricht European Private Law Institute 2013, http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=2197468, 9. 354 De voornaamste zijn: Pace Database (www.cisg.law.pace.edu); UNCITRAL Database (www.uncitral.org) incl. CLOUT (www.uncitral.org/uncitral/en/case_law.html); UNILEX Database (www.unilex.info); CISG-online (www.cisg-online.ch). 355 S.V. BAZINAS, “Uniformity in the interpretation and the application of the CISG: the role of CLOUT and the Digest” in UNCITRAL en SIAC (eds.), Celebrating success: 25 years United Nations Convention on contracts for the international sale of goods, Singapore, Singapore International Arbitration Center, 2005, http://www.cisg.law.pace.edu/cisg/biblio/bazinas.html. 18-27. 356 J. BAILEY, “Facing the truth: seeing the Convention on Contracts for the International Sale of Goods as an obstacle to a uniform law of international sales”, Cornell International Law Journal 1999, (273) 305-307. 357 Art. 2(h) Voorstel GEK. 358 Art. 2(j) Voorstel GEK.

Page 92: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

80

207. Interpretatiemethode - Het CISG en het GEK hameren beide op een autonome

interpretatie, los van het nationaal recht, hetgeen essentieel is voor de eenvormige

toepassing in de rechtspraktijk van de verschillende landen. Beide instrumenten verwijzen

ook naar hun onderliggende beginselen om de onderwerpen te regelen die binnen hun

werkingssfeer vallen maar er niet uitdrukkelijk in geregeld zijn. Er is toch een belangrijk

onderscheid tussen beide instrumenten met betrekking tot de rol die men geeft aan het

nationaal recht voor de interpretatie.359 Het CISG laat toe dat men zich finaal beroept op

het nationaal recht indien er geen relevante beginselen kunnen worden gevonden om de

desbetreffende kwestie op te lossen. Het GEK laat dit niet toe. Alle onderwerpen die vallen

binnen zijn werkingssfeer moeten worden opgelost a.d.h.v. de relevante bepalingen of,

ingeval van leemtes, door de beginselen die aan de grondslag liggen van het GEK. Het

nationaal recht mag nooit finaal worden toegepast: alle onderwerpen binnen de

werkingssfeer van het GEK worden geregeld door het GEK.

208. Het voordeel van de methode die het GEK hanteert bestaat erin dat het instrument

zich verder distantieert van het nationaal recht, waarmee men een betere uniforme

toepassing beoogt. Anderzijds is deze interpretatiemethode waarbij men zich beroept op

de algemene beginselen niet altijd gemakkelijk toe te passen in de praktijk.360 De methode

die het GEK hanteert lijkt ook niet aangewezen voor een globaal instrument als het CISG.

De rechtsdiversiteit onder de Verdragsstaten van het CISG is een stuk groter dan deze in

de Europese regio en er is geen opperste rechtbank die toeziet op de uitlegging van het

Verdrag. De huidige manier van interpreteren waarbij men zich tot het door collisieregels

aangewezen nationaal recht kan wenden als laatste toevlucht, lijkt dan ook een meer

realistische aanpak voor universeel rechtsinstrument.361

209. Zowel het CISG als het GEK vereisen dat men zich beroept op het internationaal

privaatrecht voor de onderwerpen die niet behandeld worden door het instrument. Deze

kwesties worden dus geregeld door het aangewezen nationaal recht.

210. Een overkoepelend rechtsorgaan - Er bestaat geen internationaal rechtsorgaan die

toeziet op de uniforme toepassing van het CISG. Dit wordt gezien als een belangrijke

oorzaak voor de niet-uniforme interpretatie van het Verdrag door nationale rechters. Dit

maakt het CISG onvoorspelbaarder in de rechtspraktijk en bijgevolg minder aantrekkelijk

359 I. CLAEYS, supra. noot 237, 26. 360 Supra. nr. 124-127 361 M. FOGT, supra. noot 146, 106.

Page 93: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

81

voor contractspartijen.362 In het licht van het GEK hebben we wel een overkoepelend

rechtsorgaan, namelijk het Hof van Justitie van de Europese Unie. Deze instantie zal

toezien op de autonome toepassing van het GEK waardoor er in theorie minder gevaar is

voor afwijkende interpretaties door nationale rechters dan het geval is bij het CISG.363

Desondanks gelooft SMITS niet dat de aanwezigheid van het HVJ volstaat om een antwoord

te bieden aan dit probleem. Hij denkt dat er daarvoor nood is aan een rechtbank op het

Europese niveau die de geschillen omtrent het GEK voor haar rekening neemt en beslist.364

211. Database - In artikel 14 Voorstel GEK365 wordt voorzien in een database door de

Commissie waarin de beslissingen inzake het GEK door de nationale rechtbanken en het

HVJ openbaar te raadplegen zijn. Ervaringen met het CISG leren ons dat deze databases

een zeer nuttig instrument zijn om de uniforme uitlegging en toepassing te promoten.366

212. Conclusie - Zowel het CISG en het GEK vertrekken van het principe van de autonome

interpretatie om de uniforme toepassing te promoten. De Europese regelgever wil zich

echter nog verder distantiëren van het nationaal recht dan het geval is in het licht van het

CISG. Het GEK heeft als voordeel dat het HVJ zal toezien op haar eenvormige uitlegging, als

is het verre van zeker of dit zal volstaan. Beide instrumenten voorzien databases met

relevante rechtspraak, hetgeen van groot belang kan zijn in de praktijk.

5. De meerwaarde van het Gemeenschappelijk Europees Kooprecht ten

aanzien van het Weens Koopverdrag

213. Er zijn heel wat gelijkenissen tussen het GEK en het CISG. De vraag die zich opwerpt

is dan ook of we niet voldoende hebben met het Weens kooprecht. Op welke punten biedt

het GEK een meerwaarde waardoor zijn creatie wordt gerechtvaardigd?

214. CISG niet door alle EU-lidstaten geratificeerd - Niet alle EU-lidstaten zijn

Verdragsstaten bij het CISG. Het Verenigd Koninkrijk, Portugal, Ierland en Malta hebben

het Verdrag niet geratificeerd. Er is dus eigenlijk geen eenvormig kooprecht in de EU voor

de handelskoop. Het is echter te betwijfelen of dit een reden is om een nieuw Europees

instrument tot stand te brengen. Het lijkt logischer om deze lidstaten verder aan te

362 S. COOK, “The CISG from the perspective of the practioner”, Journal of Law and Commerce 1998, (343) 350-352. 363 I. SCHWENZER en P. HACHEM, “The CISG - Successes and pitfalls”, American Journal of Comparative Law 2009, (457) 468. 364 J. SMITS, “The Common European Sales Law (CESL): beyond party choice”, Zeitschrift für Europäisches Privatrecht 2012, (904) 914-915. 365 Nieuw art. 168bis Wetgevingsresolutie GEK. 366 S.V. BAZINAS, supra. noot 355.

Page 94: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

82

moedigen het CISG alsnog te ratificeren.367 Bovendien kunnen partijen uit een niet-

Verdragsstaat bij het CISG toch beslissen het CISG toe te passen (opting-in), wat te

vergelijken is met het mechanisme van het GEK.368

215. Consumentenkoop en kmo’s - Ook al zou het CISG door alle EU-lidstaten

geratificeerd worden, dan nog is er geen eenvormig kooprecht voor de overeenkomsten

met consumenten. Dit valt buiten het toepassingsgebied van het CISG. Daartegenover

spelen de consumentenkoop en consumentenbescherming in het GEK een centrale rol.

Bovendien heeft men ook de intentie om kmo’s een betere bescherming te bieden met het

GEK. Het CISG doet dit niet. Een kritische opmerking is echter of een optioneel instrument

wel geschikt is om deze doelstellingen te bereiken.369 Ondernemingen zullen niet gauw

geneigd zijn om voor het GEK te kiezen indien ze merken dat deze een grote bescherming

biedt aan de andere contractspartij.

216. Een moderner en vollediger instrument – Het GEK is een moderner kooprecht. Dit

komt bijvoorbeeld tot uiting in het toepassingsgebied, dat uitdrukkelijk ook de levering

van digitale inhoud omvat. Jammer genoeg zijn er nog belangrijke aspecten van

internethandel niet geregeld, zoals licenties van technologie.370 Heel wat materiële

bepalingen van het GEK zijn ook vaak beter of moderner dan het CISG. Bovendien heeft het

CISG een veel beperktere werkingssfeer dan het GEK.371 De reden hiervoor is vooral

politiek: het is niet eenvoudig om een globale politieke consensus te krijgen over een

brede waaier van onderwerpen. Eenmaking op een lager (regionaal) niveau, zoals de EU, is

een stuk eenvoudiger. De werkingssfeer van het GEK is dan ook ambitieuzer dan dit van

het CISG. Dit maakt echter niet het onderwerp uit van deze masterproef.

217. Overkoepelend rechtsorgaan - Een belangrijke hinderpaal in de eenvormige

toepassing van het CISG is het ontbreken van een finaal beslissende instantie die uitspraak

doet over de interpretatie van het CISG. Op het niveau van de EU hebben we daarentegen

het HVJ die zal toezien op de uitlegging en toepassing van het GEK. We hebben echter

367 N. KORNET, “The Common European Sales Law and the CISG: complicating or simplifying the legal environment?”, Maastricht European Private Law Institute Working Paper 2012, http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=2012310, 11. 368 L. DIMATTEO, “Common European Sales Law: a critique of its rationales, functions, and unanswered questions”, Journal of International Trade Law and Policy 2012, (222) 227. 369 N. KORNET, supra. noot 367, 16. 370 Ibid. 371 Zo omvat het GEK ook precontractuele plichten (informatieplichten). Een ander voorbeeld is het principe dat partijen moeten handelen in overeenstemming met de goede trouw. In het CISG komt dit principe van goede trouw enkel voor m.b.t. de interpretatie van het Verdrag. Nog een belangrijke verbetering van het GEK t.o.v. het CISG is de regeling betreffende tegenstrijdige standaardvoorwaarden van een overeenkomst (battle of the forms).

Page 95: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

83

reeds gezien dat sommige auteurs zich afvragen of de aanwezigheid van het HVJ wel

voldoende zal zijn. In theorie is het bestaan van een overkoepelend rechtsorgaan een

relatief sterke garantie op uniformiteit, maar het is absoluut niet zeker of het HVJ zijn rol

naar behoren zal kunnen uitoefenen in de praktijk.

6. Conclusie

218. Indien het GEK zal worden doorgevoerd, dan zullen we in de EU te maken krijgen

met een drieledig rechtsregime voor de internationale transacties: het nationaal recht van

de EU-lidstaten, het CISG voor de internationale handelskoop en het GEK, al dan niet

beperkt tot overeenkomsten op afstand.

219. Het CISG en het GEK zullen elkaar deels overlappen. Dit leidt niet alleen tot een

conflict tussen beide instrumenten in bepaalde gevallen, maar brengt ons ook tot de vraag

of er wel nood is aan een bijkomende Europese regeling voor grensoverschrijdende

handelsovereenkomsten. Als concurrent voor het CISG zal het GEK zich voldoende

aantrekkelijk moeten kunnen profileren voor opdat partijen vrijwillig zouden kiezen voor

het GEK. Het CISG heeft het voordeel dat het reeds omringd wordt groot geheel van

rechtspraak en rechtsleer. Dit helpt bouwen aan de voorspelbaarheid van het uniform

recht. Het GEK zou daarentegen als nieuw instrument van nul moeten beginnen, waardoor

het minder aantrekkelijk kan lijken in de praktijk. Het toepassingsgebied van het GEK kent

overigens nogal wat gebreken hetgeen opnieuw afbreuk doet aan de aantrekkelijkheid van

het instrument. Niettemin is het toepassingsgebied van het CISG ook zeker niet vrij van

tekortkomingen.

220. De gedeeltelijke overlapping tussen het CISG en het GEK neemt niet weg dat er ook

grote verschillen bestaan tussen beide instrumenten. Het GEK betreedt heel wat nieuw

terreinen en biedt zelfs een aantal verbeteringen in vergelijking met het CISG. Daarbij kan

bijvoorbeeld gedacht worden aan de regeling voor software transacties. Niettemin blijft

het verre van zeker of het GEK zich voldoende kan onderscheiden van het CISG en het

nationaal recht opdat het succesvol zou worden in de praktijk. De toekomst zal uitwijzen

of contractspartijen de voordelen van het GEK als afdoend beoordelen opdat ze dit

instrument vrijwillig zullen hanteren. De daadwerkelijke impact van het GEK op het CISG

zal dan ook pas in de toekomst blijken.

Page 96: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

84

Afdeling 2. De UNIDROIT Beginselen van Internationale Handelsovereenkomsten

1. Achtergrond

221. We hebben het al kort gehad over de” Beginselen van Europees

Overeenkomstenrecht” (PECL) – een soft law instrument dat kan dienen als basis voor een

toekomstige codificatie van het Europees contractenrecht.372 Een gelijkaardig project

bestaat op universeel niveau: de “UNIDROIT Beginselen voor Internationale

Handelsovereenkomsten” (PICC).373 De PECL kan eigenlijk worden beschouwd als de

Europese versie van de UNIDROIT beginselen.374 De gelijkenissen tussen de PELC en PICC

zijn treffend. Beide zijn niet-bindende instrumenten die inhoudelijk in grote mate

overeenstemmen.375 Ook is de vorm hetzelfde, namelijk artikelen bij bijhorend

commentaar. De noten bij de PECL zijn wel uitvoeriger dan deze bij de PICC.376 Een

belangrijk verschil is dat de Europese beginselen algemene regels van

overeenkomstenrecht omvatten die in tegenstelling tot de UNIDROIT beginselen niet

beperkt zijn tot internationale of commerciële contracten.377 Het grootste onderscheid

betreft hun territoriaal toepassingsgebied: de PICC zijn een universeel instrument gericht

op internationale overeenkomsten wereldwijd, terwijl de PECL ontwikkeld zijn voor

Europa.378

222. Historische achtergrond - De “Beginselen voor Internationale

Handelsovereenkomsten” werden ontwikkeld door het Internationaal instituut voor de

eenmaking van het privaatrecht (UNIDROIT)379. UNIDROIT, opgericht in 1926, is een

372 O. LANDO en H. BEALE (eds.), Principles of European Contract Law, Parts I and II, Combined and Revised, Prepared by the Commission on European Contract Law, Den Haag, Kluwer Law International, 2000, xxiv; supra. nrs. 21-22. 373 Principles of International Commercial Contracts. 374 H. BEALE, “European contract law: the Common Frame of Reference and beyond”, in C. TWIGG-FLESNER (ed.), The Cambridge Companion to European Union Private Law, Cambridge, Cambridge University Press, 2010, (116), 119. 375 M. STORME, “Moeilijkheden en algemene kenmerken van beginselen van eenvormig overeenkomstenrecht”, Jura Falconis 1994-1995, (491) 492. 376 Ibid. 377 Art. 1:101(1) PECL in O. LANDO en H. BEALE (eds.), Principles of European Contract Law, Parts I and II, Combined and Revised, Prepared by the Commission on European Contract Law, Den Haag, Kluwer Law International, 2000, 95 versus Preambule UNIDROIT Beginselen 2010 in INTERNATIONAL

INSITUTE FOR THE UNIFICATION OF PRIVATE LAW, UNIDROIT Principles of International Commercial Contracts 2010, Rome, UNIDROIT, 2010, 1. 378 Ibid. 379 Institut international pour l’unification du droit privé / International institute for the unification of private law.

Page 97: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

85

intergouvernementele organisatie die werkt aan de ontwikkeling van een eengemaakt

privaatrecht.380 Momenteel heeft UNIDROIT 63 verdragsluitende staten.381

Figuur 4: Verdragsstaten UNIDROIT – Bron: http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Incoterms_map.png

223. In 1980 werd er een Werkgroep opgericht om de UNIDROIT beginselen op te stellen.

Deze werkgroep bestond uit juridische experts en academici uit alle belangrijke

rechtsregimes in de wereld.382 In 1994 diende deze Werkgroep zijn finale versie in bij

UNIDROIT, die het document aan het publiek voorstelde.

224. De eerste editie van de PICC werd gepubliceerd in 1994.383 Naderhand werden deze

nog enkele malen aangepast door UNIDROIT: de tweede editie verscheen in 2004384 en de

derde editie in 2010.385 Deze laatste editie, die sterk werd uitgebreid t.a.v. de vorige

edities, bestaat uit 211 artikelen onderverdeeld in 11 hoofdstukken.

225. Inhoud - De PICC bevat algemene beginselen voor internationale

handelsovereenkomsten en is opgesteld naar het voorbeeld van de Amerikaanse

380 Art. 1 UNIDROIT International Institute for the Unification of Private Law Statute, Rome, 26 maart 1993. 381 http://www.unidroit.org/en/about-unidroit/membership. 382 THE GOVERNING COUNCIL OF UNIDROIT, “Introduction to the 1994 edition” in UNIDROIT, UNIDROIT principles of international commercial contracts 2010, Rome, UNIDROIT, 2010, (xxii) xxii. 383 INTERNATIONAL INSITUTE FOR THE UNIFICATION OF PRIVATE LAW, UNIDROIT Principles of International Commercial Contracts 1994, Rome, UNIDROIT, 1994, xx + 256 p. 384 INTERNATIONAL INSITUTE FOR THE UNIFICATION OF PRIVATE LAW, UNIDROIT Principles of International Commercial Contracts 2004, Rome, UNIDROIT, 2004, xxviii + 385 p. 385 INTERNATIONAL INSITUTE FOR THE UNIFICATION OF PRIVATE LAW, UNIDROIT Principles of International Commercial Contracts 2010, Rome, UNIDROIT, 2010, xlv + 454 p. (hierna: UNIDROIT Beginselen 2010).

Page 98: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

86

“Restatements of the Law”.386 Voor een belangrijk deel zijn de UNIDROIT PICC een

weergave van beginselen en concepten die terug te vinden zijn in het contractenrecht van

de meeste rechtsstelsels. Niettegenstaande zijn de PICC meer dan louter de kleinste

gemene deler van diverse nationale rechtsregimes; er zijn ook beginselen opgenomen die

niet algemeen wereldwijd aanvaard zijn. Indien men moest kiezen tussen tegenstrijdige

regels, koos de Werkgroep bijlange niet altijd voor de meerderheidsopvatting, maar werd

er geopteerd voor de beste regel in het licht van internationale handelstransacties.387

2. Doel en methode van de UNIDROIT Beginselen en een vergelijking met

het GEK

226. Doel - Het achterliggend probleem waarvoor de UNIDROIT Beginselen een antwoord

pogen te bieden is opnieuw eenzelfde verhaal als bij het CISG en het GEK. De verschillen in

de nationale wetgevingen zijn belangrijke hinderpalen in grensoverschrijdende

overeenkomsten.388 Het gaat dan voornamelijk over de hogere transactiekosten voor

partijen omdat ze kosten moeten maken om het toepasselijke recht te bepalen alsook de

kosten om de inhoud van het vreemde recht te achterhalen indien dit van toepassing is.

Een set van regels die los staat van een nationaal rechtsregime biedt de partijen echter een

neutraal alternatief voor hun internationale overeenkomst.

227. Soft law - tegenstelling tot het CISG en andere wetgevende initiatieven, hanteert de

UNIDROIT een andere benadering in de ontwikkeling van een eenvormig recht voor

internationale handelsovereenkomsten. De Beginselen zijn een soft law instrument. Het is

nooit de bedoeling geweest om een internationaal verdrag te sluiten tussen alle

UNIDROIT-Verdragsstaten.389 De Verdragsstaten zijn absoluut niet gebonden door de

Beginselen. Staten zijn natuurlijk wel vrij om de beginselen om te zetten in nationale

wetgeving, maar dit gebeurt louter op vrijwillige basis. Zolang dit niet is gebeurd, zijn de

beginselen slechts soft law en geen recht in de betekenis van bindende rechtsregels.

Contractspartijen zijn er dus ook helemaal niet door gebonden, maar kunnen wel vrijwillig

beslissen om de Beginselen toe te passen.

386 M.J. BONELL, An international restatement of contract law. The UNIDROIT principles of international commercial contracts, Ardsley, Transnational Publishers, 2005, 4. 387 Ibid., 46-47. 388 S. VOGENAUER en J. KLEINHEISTERKAMP (eds.), Commentary on the UNIDROIT principles of international commercial contracts (PICC), Oxford, Oxford University Press, 2009, 1-3, nrs. 1-6. 389 R. HYLAND, “On setting forth the law of contract: a foreword”, American Journal of Comparative Law 1992, (541) 542.

Page 99: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

87

228. Een soft law instrument heeft verscheidene voordelen ten opzichte van een

internationaal verdrag.390 Ten eerste is het vaak moeilijk om tot een akkoord te komen

tussen de vertegenwoordigers van de overheden. Elk land verkiest vaak zijn eigen regels

en staat afkerig tegen de buitenlandse oplossingen. Veel verdragen hebben een beperkt

toepassingsgebied en werkingssfeer omdat het moeilijk is unanimiteit te bekomen over

ruimere rechtsonderwerpen. Tot slot blijven vele verdragen vaak dode letter omdat ze

nooit in werking treden of niet gebruikt worden in de praktijk. Een restatement zoals de

PICC ontwijkt deze nadelen. De Beginselen zijn opgesteld door experts die niet optraden

als vertegenwoordigers van een nationale overheid.391 Het onderhandelingsproces was

een stuk eenvoudiger omdat geen enkel land gebonden was door het uiteindelijke

resultaat. Deze manier van werken bezorgt dus weinig politieke tegenstrubbelingen.

Anderzijds biedt een restatement minder garanties op daadwerkelijke eenmaking want het

gaat uiteindelijk louter om een document van een private organisatie die geen wetgevende

bevoegdheid heeft.392 Het gebruik van de PICC in de praktijk hangt dan ook louter af van

zijn persuasieve autoriteit.393

229. De PICC tracht een set van regels te ontwikkelen voor wereldwijd gebruik, ongeacht

het rechtsstelsel en de economische en politieke achtergrond van de landen waarin ze

worden gebruikt. Omwille van hun internationaal karakter tracht men terminologie te

vermijden die eigen is aan een welbepaald rechtsstelsel en verwijst men niet naar

nationaal recht in de commentaren bij de Beginselen.394 Men poogt zich dus te distantiëren

van het nationaal recht om hun internationaal natuur te benadrukken en te behouden. Dit

is natuurlijk niet alleen typerend aan het de Beginselen, maar voor alle instrumenten die

pogen bij te dragen tot de eenmaking of harmonisatie van het recht op een regionaal of het

universeel niveau.

230. Vergelijking met het GEK - In tegenstelling tot de Beginselen is het GEK geen soft law

instrument. Het GEK wordt ontwikkeld door een Europese instantie met wetgevende

bevoegdheid en is dus geen privaat initiatief. Beide instrumenten hanteren dus een totaal

verschillende methode. Eén kanttekening kan er toch worden gemaakt. Door van het GEK

390 H. DEEB GABRIEL, “The advantages of soft law in international commercial law: the role of UNIDROIT, UNCITRAL, and the Hague Conference”, Journal of International Law 2008-2009, 655-672; A. VENEZIANO, “The soft law approach to unification of international commercial contract law: future perspectives in light of UNIDROIT experience”, Villanova Law Review 2013, (521) 524-525. 391 THE GOVERNING COUNCIL OF UNIDROIT, “Introduction to the 2004 edition” in UNIDROIT, UNIDROIT principles of international commercial contracts 2010, Rome, UNIDROIT, 2010, (xxii) xvi. 392 S. VOGENAUER en J. KLEINHEISTERKAMP (eds.), supra. noot 388, 5, nrs. 13. 393 THE GOVERNING COUNCIL OF UNIDROIT, “Introduction to the 1994 edition” in UNIDROIT, UNIDROIT principles of international commercial contracts 2010, Rome, UNIDROIT, 2010, (xxii) xxiv. 394 Ibid., xxiii.

Page 100: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

88

een optioneel regime te maken worden de contractspartijen en in het verlengde de EU-

lidstaten niets opgedrongen. Dit maakt het waarschijnlijk ook een wat minder bittere pil

om te slikken door de EU-lidstaten die weinig enthousiast zijn over dit Europees

instrument. In zekere mate kan dit worden vergeleken met het voordeel geboden door een

soft law instrument. Toch blijft het GEK een Europese verordening en aldus hard law. De

politieke tegenstand door bepaalde lidstaten is ondanks het optioneel karakter dan ook

zeer sterk.395

3. Diverse toepassingen van de UNIDROIT Beginselen

231. Preambule - Uit de preambule van de UNIDROIT Beginselen blijkt dat het instrument

voor verschillende doeleinden kan worden gebruikt:

- Deze Beginselen bevatten algemene regels voor internationale

handelsovereenkomsten.

- Zij vinden toepassing indien partijen dit bij een overeenkomst zijn overeengekomen.

- Zij kunnen toegepast worden indien partijen zijn overeengekomen dat algemene

rechtsbeginselen, de lex mercatoria of dergelijke op hun overeenkomst van

toepassing zijn.

- Zij kunnen toegepast worden indien partijen geen recht hebben gekozen dat op hun

overeenkomst van toepassing is.

- Zij kunnen gebruikt worden om akten van eenvormig internationaal recht uit te

leggen of aan te vullen.

- Zij kunnen gebruikt worden om nationaal recht uit te leggen of aan te vullen

- Zij kunnen als model dienen voor nationale en internationale wetgevers.396

232. Toepasselijke regels voor handelsovereenkomsten - De UNIDROIT Beginselen

kunnen worden toegepast op handelsovereenkomsten. De PICC zijn echter een soft law

instrument en hebben dus geen bindende kracht uit zichzelf. De Beginselen zijn dus in

principe slechts van toepassing indien partijen dit bij overeenkomst zijn

overeengekomen.397 In titel 4 zullen we dit dieper bespreken en een vergelijking maken

met het GEK.398

233. De preambule stelt ook voor dat de Beginselen van toepassing kunnen zijn op

overeenkomsten indien “partijen zijn overeengekomen dat de algemene rechtsbeginselen,

395 Er is o.a. tegenkanting van Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. 396 Onofficiële Nederlandse vertaling van de preambule UNIDROIT Beginselen 2010. 397 Preambule PICC + UN1 p.8 en p. 13 398 Infra. nrs. 237 e.v.

Page 101: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

89

de lex mercatoria of dergelijke op hun overeenkomst van toepassing zijn” alsook “voor

vragen die rijzen indien het niet mogelijk blijkt de relevante regel van het toepasselijke

recht vast te stellen”.

234. Uitleggen en aanvullen internationaal en nationaal recht - Een volgende functie is

de diende rol bij internationaal en nationaal recht. De Beginselen kunnen ten eerste

worden gebruikt door rechters en arbiters bij de interpretatie en aanvulling van

internationale instrumenten met uniform recht. Een mooi voorbeeld hiervan is het

SCAFOM arrest van het Belgisch Hof van Cassatie.399 Een contract was onderworpen aan

het CISG en er was een betwisting omtrent onvoorzienbare omstandigheden die het

evenwicht tussen de partijen verstoorden, maar geen overmacht uitmaakten (hardship).

Overmacht is geregeld in het CISG maar er is geen bepaling opgenomen omtrent hardship.

Via artikel 7 CISG verwees het Hof naar de UNIDROIT Beginselen om deze leemte in het

CISG op te vullen.

235. Ten tweede is in de preambule van de Beginselen opgenomen dat de Beginselen ook

gebruikt kunnen worden om het nationaal recht te interpreteren en aan te vullen. In het

commentaar bij de PICC is opgenomen dat rechters en arbiters zich met name kunnen

laten inspireren door de Beginselen in geschillen betreffende internationale commerciële

contracten.400

236. Model voor wetgevers - Tot slot kan het instrument worden gebruikt als een

inspiratiebron of “toolbox” voor nationale en internationale wetgevers bij de creatie of

hervorming van het contractenrecht. Alhoewel het voornaamste doel van de PICC erin

bestond een set van Beginselen te bieden die partijen op hun overeenkomst konden

toepassen, is de PICC vooral succesvol gebleken als inspiratiebron voor wetgevers.401

399 Cass. 19 juni 2009, C.07.0289.N; R. KOFOD, “Hardship in international sales: CISG and UNIDROIT Principles”, CISG Datase Pace Law 2011, http://www.cisg.law.pace.edu/cisg/biblio/kofod.html, 3.2.5. 400 Commentaar bij de UNIDROIT Beginselen 2010, 5-6: F. DESSEMONTET, “Use of the UNIDROIT Principles to interpret and supplement domestic law”, ICC International Court of Arbitration Bulletin 2002, 29-38. 401 S. VOGENAUER, “Common Frame of Reference and UNIDROIT Principles of International Commercial Contracts: coexistence, competition, or overkill of soft law?”, Oxford Legal Studies Research Paper 2010, http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=1581352##, 9-12.

Page 102: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

90

4. De toepassing van de UNIDROIT Beginselen op overeenkomsten en de

vergelijking met het GEK

A. Toepassingsgebied van de UNIDROIT Beginselen

237. Materieel - De UNIDROIT Beginselen hebben een relatief ruim materieel

toepassingsgebied. De UNIDROIT Beginselen bevatten algemene regels die gelden voor

internationale handelsovereenkomsten, waarbij men zich niet beperkt tot

kooptransacties. De algemene beginselen kunnen ook opgenomen worden in

dienstenovereenkomsten, huurovereenkomsten, concessies en dergelijke.402 Het

instrument voorziet niet in een opsomming van specifieke soorten overeenkomsten

waarvoor de beginselen gebruikt kunnen worden.

238. Territoriaal - De preambule stelt uitdrukkelijk dat de Beginselen ontworpen zijn

voor internationale handelsovereenkomsten. De PICC reikt zelf geen criteria aan om te

bepalen wanneer een overeenkomst een internationaal karakter heeft. Men veronderstelt

echter dat de term “internationaal” zo breed mogelijk moet geïnterpreteerd worden en

enkel situaties uitsluit waarbij alle relevante elementen in één land liggen.403 Er is echter

niets dat de contractspartijen verhindert om de Beginselen toch toe te passen op hun

louter binnenlandse overeenkomst zover de dwingend regels van het toepasselijk

nationaal recht gerespecteerd worden.404

239. Personeel - De PICC zijn niet opgesteld voor consumentenovereenkomsten.405 Dit

blijkt duidelijk uit de preambule waarin men spreekt over “handelsovereenkomsten”. De

achterliggende reden is dat landen voorzien in diverse bepalingen van dwingende regels

van consumentenbescherming waarmee de Beginselen niet willen interfereren.406

B. Het vrijwillig gebruik van soft law door contractspartijen

240. Keuze van de partijen - De UNIDROIT Beginselen zullen bindend zijn tussen de

contractspartijen indien voldaan is aan twee voorwaarden: (i) de partijen hebben de

Beginselen toepasselijk verklaard op hun contract en (ii) het toepasselijke nationaal recht

402 S. VOGENAUER, supra. noot 401, 4. 403 Commentaar bij de UNIDROIT Beginselen 2010, 1-2. 404 Ibid., 2 405 S. VOGENAUER en J. KLEINHEISTERKAMP (eds.), supra. noot 388, 34-39, nrs. 25-28. 406 Commentaar bij de UNIDROIT Beginselen 2010, 2.

Page 103: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

91

staat het gebruik van de Beginselen toe.407 In zekere zin kunnen de PICC dus een optioneel

instrument genoemd worden die van toepassing is op het contract indien er sprake is van

opting-in door de partijen.408

241. De keuze van de partijen om de PICC toe te passen moet goed onderscheiden worden

van de rechtskeuze in de internationaal privaatrechtelijke betekenis. De referentie naar de

PICC wordt over het algemeen gezien als een overeenkomst om te beginselen in het

contract te incorporeren.409 De Beginselen worden niet beschouwd als een werkelijk

rechtsregime dat het contract beheerst. Het gaat daarentegen om gewone contractuele

clausules. Het toepasselijke recht op de koopovereenkomst moet nog steeds afzonderlijk

worden bepaald aan de hand van de regels van het internationaal privaatrecht.410 De

verwijzing naar de Beginselen als toepasselijk recht wordt soms wel aanvaard in arbitrage

omdat er geen automatische toepassing van de lex fori is.411

C. Vergelijking met het GEK

242. Soft law vs. hard law - Wanneer de contractspartijen geldig kiezen voor het GEK, dan

is het GEK bindend in de zin dat het alle onderwerpen die binnen haar werkingssfeer

vallen uitsluitend door het GEK zullen worden geregeld.412 Het nationaal recht is niet meer

van toepassing op de overeenkomst tussen de partijen voor die onderwerpen. Het GEK is

een regeling tot stand gebracht door een wetgever, m.n. de Europese regelgever. Het heeft

dus kracht van wet. De UNIDROIT Beginselen onderscheiden zich duidelijk van het GEK

doordat het geen wetgeving is. De Beginselen zijn een product die niet door een instantie

met wetgevende bevoegdheid tot stand zijn gekomen.413 Wanneer partijen beslissen om

het Beginselen toe te passen blijft het nationaal dwingend recht gelden.414

407 Z. NOVY, “The role of the UNIDROIT in the unification of international commercial law with a specific focus on the principles of international commercial contracts, Czech Yearbook of International Law 2014, (341) 355. 408 S. VOGENAUER, supra. noot 401, 8. 409 M. J. BONELL, “The UNIDROIT Principles and Transnational Law”, Revue de Droit Uniforme 2000, (199) 201-202. 410 R. GOODE, H. KRONKE, E. MCKENDRICK en J. WOOL, Transnational commercial law: international instruments and commentary, Oxford university press, Oxford, 2004, 40; J. BONELL (ed.), A new approach to international commercial contracts: the UNIDROIT principles of international commercial contracts, Kluwer law international, Den Haag, 1999, 9. 411 S. VOGENAUER en J. KLEINHEISTERKAMP (eds.), supra. noot 388, 82-85, nrs. 1-7 412 Art. 11 Voorstel GEK. 413 H. FLECHTNER, “The CISG’s impact on international unification efforts: the UNIDROIT Principles of International Commercial Contracts and the Principles of European Contract Law” in F. FERRARI (ed.), The 1980 Uniform Sales Law. Old issues revisited in the light of recent experiences, München, Sellier European Law Publishers, 2003, (196) 170-171. 414 Infra. nr. 247.

Page 104: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

92

243. Materieel toepassingsgebied - De UNIDROIT Beginselen hebben een veel ruimer

toepassingsgebied dan het GEK, namelijk internationale handelsovereenkomsten in de

ruime betekenis. De Beginselen beperken zich dus niet tot de drie categorieën van

overeenkomsten opgesomd in artikel 5 Voorstel GEK. Er is wel een zekere overlapping

tussen beide instrumenten: de handelsovereenkomsten die vallen binnen het GEK vallen

ook onder het beoogde toepassingsveld van de ruimere PICC. Maar het omgekeerde geldt

niet.

244. Territoriaal toepassingsgebied - Op het eerste zicht lijken zowel het GEK als de

PICC zich te richten tot grensoverschrijdende overeenkomsten. Dit is echter niet helemaal

juist voor de Beginselen. De Beginselen dienen voor internationale overeenkomsten

waarbij de notie “internationaal” veel ruimer is dan een grensoverschrijdende transactie

in de betekenis van het GEK. Het internationaal aspect van de overeenkomst kan er

bijvoorbeeld ook in bestaan dat de levering in het buitenland moet gebeuren of dat er een

zekere impact is op de internationale handel.415 Tevens zijn de Beginselen bedoeld een

globaal instrument te zijn, net zoals het CISG. Het GEK is daarentegen een regionaal

instrument dat enkel beoogt van toepassing te zijn op overeenkomsten waarbij er een

zekere band is met een EU-lidstaat. We kunnen dus concluderen dat de Beginselen een

veel ruimer territoriaal toepassingsgebied hanteren dan het GEK.

245. Personeel toepassingsgebied - De PICC richten zich uitsluitend tot

handelsovereenkomsten. De Beginselen zijn niet ontwikkeld voor de

consumentenovereenkomsten, maar zijn bedoeld voor diverse vormen van B2B

transacties. Het GEK daarentegen behelst ook consumentenovereenkomsten (B2C) in haar

toepassingsgebied. Meer nog, de consumentenbescherming en het stimuleren van

grensoverschrijdende aankopen door consumenten is één van de voornaamste

doelstellingen van het GEK.

246. Definities - Opvallend is het gebrek aan duidelijke definities van de concepten ter

afbakening van het toepassingsgebied van de UNIDROIT Beginselen. Er worden geen

criteria aangereikt om te bepalen wanneer een overeenkomst “internationaal” is. Evenmin

is een exacte omschrijving van een “handelsovereenkomst” terug te vinden. Het GEK lijnt

haar toepassingsgebied heel wat scherper af door relevante termen te definiëren in artikel

415 M. VISCASILLAS, UNIDROIT Principles of international commercial contracts: sphere of application and general provisions, Arizona Journal of International and Comparative Law 1996, (381) 393-394.; S. VOGENAUER en J. KLEINHEISTERKAMP (eds.), supra. noot 388, 33-34, nrs. 21-24.

Page 105: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

93

2 Voorstel GEK.416 Het ontbreken van bepaalde definities in de UNIDROIT Beginselen is

echter geen groot gebrek omdat het gaat om een soft law instrument.417 De toepassing van

de Beginselen is afhankelijk van de partijen die de Beginselen opnemen als contractuele

clausules. Het GEK vergt ook opting-in, maar het gaat niet om een soft law instrument. Het

is belangrijk om te weten wat het exacte toepassingsgebied is van een hard law instrument

als het GEK opdat partijen weten wanneer ze geldig kunnen kiezen voor de toepassing dit

regime. Partijen kunnen niet opteren om het GEK toe te passen indien een overeenkomst

niet voldoet aan de voorwaarden omtrent het toepassingsgebied.

247. Opting-in - Net zoals het GEK kunnen de UNIDROIT Beginselen in zekere zin ook als

een optioneel instrument beschouwd worden.418 In de preambule van de PICC is namelijk

opgenomen dat partijen kunnen overeenkomen om hun contract door de Beginselen te

laten beheersen. Wanneer partijen beslissen om de Beginselen toe te passen blijft het

nationaal recht echter gelden. De keuze om de Beginselen toe te passen wordt in regel niet

gezien als een internationaal privaatrechtelijke rechtskeuze maar gelijkgesteld met de

incorporatie van de Beginselen in het contract zoals een normale contractuele clausule.419

De UNIDROIT Beginselen opnemen in een contract is dus niet meer dan afwijken van het

niet-dwingend nationaal recht.420 De dwingende rechtsregels van het toepasselijke

nationaal recht blijven echter onverminderd gelden. Anders gezegd, de geïncorporeerde

Beginselen zullen pas bindend zijn voor de contractspartijen in de mate dat ze niet in strijd

zijn met het toepasselijk dwingend recht.

248. De keuze voor het GEK kan evenmin beschouwd worden als het kiezen van het

toepasselijke recht in de zin van het internationaal privaatrecht, maar het verschil tussen

opting-in voor het GEK en opting-in voor de Beginselen is voor het overige aanzienlijk. Het

gaat hier om twee zeer verschillende zaken. De keuze voor het GEK is niet gelijk te stellen

met de loutere incorporatie van de regels in het contract via clausules. Het GEK is een deel

van het overeenkomstenrecht van de lidstaten. Het functioneert daarin als een secundaire

regeling.421 Wanneer partijen overeenkomen om te kiezen voor het GEK, dan zullen de

416 O.a. “koopovereenkomst” wordt gedefinieerd in art. 2(k), “consumentenovereenkomst” in art. 2(l), etc. 417 F. FERRARI, “Defining the sphere of application of the 1994 UNIDROIT Principles of international commercial contracts”, Tulane Law Review 1994-1995, (1225) 1236-1237. 418 S. VOGENAUER, supra. noot 401, 150. 419 F. FERRARI, “Defining the sphere of application of the 1994 UNIDROIT Principles of International Commercial Contracts”, Tulane Law Review 1994-1995, (1225) 1229. 420 Z. NOVY, “The role of UNIDROIT in the unification of international commercial law with a specific focus on the principles of international commercial contracts”, Czech Yearbook of International Law 2014, (341) 355. 421 Overweging 9 Voorstel GEK.

Page 106: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

94

regels van dit instrument van toepassing zijn op alle onderwerpen die het regelt. Het zal

dus fungeren als een daadwerkelijk rechtsregime die het contract beheerst. Het nationaal

recht betreffende diezelfde onderwerpen wordt dan terzijde geschoven.422 Dit is compleet

verschillend wanneer we dit vergelijken met de keuze voor de UNIDROIT Beginselen, die

geen positief recht zijn.

249. Overkoepelend rechtsorgaan - Er bestaat geen overkoepelende rechtbank die

wereldwijd toeziet op de uniforme toepassing van de PICC, wat we wel hebben met de Hof

van Justitie in het licht van het GEK. Daarom is het moeilijk om de eenvormige toepassing

van de UNIDROIT Beginselen in de rechtspraktijk te garanderen. Er is geen enkele

waarborg dat rechters wereldwijd een provisie uit de PICC op eenzelfde manier zullen

toepassen en interpreteren.423

5. Lessen uit de Beginselen voor de toekomst van het GEK

250. Beginselen zelden toegepast door contractspartijen - Het succes van de UNIDROIT

Beginselen bestaat er vooral in dat ze als inspiratiebron gebruikt werden door diverse

nationale wetgevers bij de hervorming van hun nationaal recht.424 De Beginselen waren in

de eerste plaats echter bedoeld als een vrijwillig regime dat van toepassing zou zijn op

overeenkomsten. Het valt op dat ze op dit vlak weinig succes kennen. Er zijn heel weinig

gevallen waarin partijen uitdrukkelijk gekozen hadden voor de toepassing van de

Beginselen.425 Op de website met de officiële databank is de rechtspraak betreffende de

Beginselen verzameld.426 Heden ten dage zijn er slechts acht zaken in terug te vinden

waarin de partijen uitdrukkelijk de toepassing van de Beginselen hadden gekozen.427

251. Onzekerheid - Er zijn verschillende redenen denkbaar waarom partijen de

Beginselen niet gebruiken in de praktijk. Eén van de belangrijkste oorzaken is de

onzekerheid die ermee gepaard gaat.428 Het instrument is nog niet uitvoerig het voorwerp

geweest van rechtspraak, zeker in vergelijking met het nationaal recht. De uitkomst van de

geschillenbetwisting omtrent de Beginselen is dan ook een stuk minder voorspelbaar.

422 Overweging 26-29 Voorstel GEK. 423 Z. Novy, “The role of the UNIDROIT in the unification of international commercial law with a specific focus on the principles of international commercial contracts, Czech Yearbook of International Law 2014 (341) 361. 424 S. VOGENAUER, supra. noot 401, 9-12. 425 R. MICHAELS, “Umdenken fïr die UNIDROIT-Prinzipien: Vom rechtswahlstatut zum allgemeinen teil des transnationalen vertragsrecht”, Rabels Zeitschrift für ausländisches und internationals Privatrecht 2009, (866) 871; VOGENAUER en J. KLEINHEISTERKAMP (eds.), supra. noot 388, nrs. 40-41. 426 www.unilex.info 427 http://www.unilex.info/article.cfm?pid=2&pos=1&iid=1196#IID1196 428 S. VOGENAUER, supra. noot 401, 11.

Page 107: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

95

Daardoor blijven de practici liever hun vertrouwde en uitvoerig getoetste recht hanteren.

Dit is een vicieuze cirkel. Op die manier groeit de rechtspraak betreffende de Beginselen

nauwelijks aan en verbetert de situatie niet.

252. Dit probleem geldt evengoed voor het toekomstige GEK. Wanneer het wordt

ingevoerd, zal het een maagdelijk regime zijn die pas rechtspraak kan opbouwen door het

gebruik in de praktijk. Natuurlijk is alle wetgeving ooit nieuw, maar niet alle wetgeving is

optioneel zoals het GEK. Het gevaar bestaat dus dat de contractspartijen het GEK liever

links zullen laten liggen en hun vertrouwde recht zullen blijven hanteren, net zoals

gebeurt met de UNIDROIT Beginselen.

253. Niet aanvaard door rechtbanken - Een grote hindernis waarmee de Beginselen

worden geconfronteerd is de afkerigheid van de rechtbanken ten aanzien van de PICC. De

rechters aanvaarden de keuze voor de PICC als een rechtsregime die het contract beheerst

in regel niet. De keuze van de Beginselen wordt gelijkgesteld met de incorporatie van

contractuele clausules. Een nationale rechter zal ertoe gehouden zijn eigen nationaal recht

toe te passen (daaronder ook begrepen de regels van internationaal privaatrecht die het

forum moet hanteren). Het internationaal privaatrecht laat ook niet toe dat er gekozen

wordt voor een niet-statelijk recht.429 In het kader van arbitrage wordt de opting-in voor

de Beginselen als toepasselijk recht wel vlugger aanvaard.430

254. Het GEK zal niet met deze problematiek geconfronteerd worden aangezien het een

initiatief is van een wetgever. Indien partijen kiezen voor het GEK, dan kan een rechter dit

niet zomaar naast hem neerleggen. Een geldige keuze voor het GEK zal door de

rechtbanken gerespecteerd moeten worden. Het enige waarover betwisting kan bestaan is

de vraag of de keuze voor het GEK al dan niet geldig is gebeurd.

255. Onbekend is onbemind - Vele juristen hebben weinig kennis van de UNIDROIT

Beginselen. Aan de meeste universiteiten worden de Beginselen maar sporadisch vermeld

in vakken betreffende contractenrecht, zonder dat ze het voorwerp uitmaken van een

uitvoerige studie. Het belang van de universitaire opleiding voor het succes van een

429 De Inter-American Convention on the Law Applicable to International Contracts is een uitzondering. Dit Verdrag met regels van internationaal privaatrecht laat wel toe dat er wordt gekozen voor een supranationaal of a-nationaal recht. 430 In de Preambule raadt UNIDROIT dan ook aan dat partijen de keuze voor de toepassing van de Beginselen combineren met een arbitrageclausule. M. J. BONELL, “The UNIDROIT Principles and transnational law”, Revue de Droit Uniforme 2000, (199) 202-203.

Page 108: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

96

instrument in de praktijk mag niet onderschat worden.431 Een advocaat die niet vertrouwd

is met een instrument zal zijn cliënten niet aanraden om het te gebruiken.432 Om de

slaagkansen van het GEK te vergroten kan het aldus een grote hulp zijn dat studenten

gedurende hun opleiding vertrouwd worden gemaakt met dit recht. Wanneer deze

generatie juristen de schoolbanken verlaat zullen ze vlugger teruggrijpen naar het

aangeleerde recht van het GEK.

431 O. MEYER, “Promoting a uniform sales law”, European Business Law Review 2013, (389) 404-405. 432 F.-J. SCHILLO, “UN-Kaufrecht oder BGB? Die qual der wahl beim internationalen warenkaufvertraf. Vergleichende hinweise zur rechtswahl beim abschluss von verträgen”, Internationales Handelsrecht 2003, 257-268.

Page 109: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

97

Hoofdstuk 3. Regionaal kooprecht

Afdeling 1. Verenigde Staten

1. Rechtsdiversiteit in de VS en de parallel met de EU

256. De Verenigde Staten van Amerika is een federale republiek bestaande uit vijftig

deelstaten en het federale District of Columbia. In het Amerikaanse systeem bestaan er

twee overheden naast elkaar: de federale overheid en deze van de afzonderlijke staten.

Het federale niveau bestaat uit een organieke wetgevende (Senate en House of

Representatives), organieke uitvoerende (President of the United States) en organieke

rechterlijke macht (federal courts). Daarnaast heeft elke staat een eigen wetgevende macht

(Senate en House of Representatives), een uitvoerende macht (governors) en een

rechterlijke macht (state courts).

257. De bevoegdheden tussen de federale rechtsorde en deze van de deelstaten zijn

afgebakend in de grondwet. Het federale niveau heeft een toegewezen bevoegdheden en

de staten hebben de residuaire bevoegdheid. Wanneer de federale wetgever optreedt

binnen zijn bevoegdheid, dan primeert dienst wetgeving op de statelijke wetgeving.

258. Het common law (in de betekenis van de rechtspraak) van de deelstaten is de

belangrijkste rechtsbron van het Amerikaanse recht. Niettemin speelt wetgeving (statute

law) een steeds grotere rol. Een belangrijke oorzaak hiervoor was de noodzaak aan een

meer eengemaakt Amerikaanse recht, waardoor er in toenemende mate wetgeving werd

uitgevaardigd door de federale wetgever.433

259. De belangrijkste poging tot harmonisatie van het handelsrecht was de

totstandkoming van de Uniform Commercial Code in 1952.434 De UCC bevat bepalingen

omtrent diverse handelstransacties, waaronder de verkoop van roerende goederen,

verkoop van handelszaken, bankrecht, rechtshandelingen betreffende wisselbrieven,…

Aangezien de UCC het werk is van twee organisaties zonder wetgevende macht, gaat het

niet om positief recht en hebben ze uit zichzelf geen juridisch gevolg. Pas indien de

wetgever van een individuele Staat de UCC geheel of gedeeltelijk aanneemt als wetgeving,

worden de bepalingen geldend recht in die Staat.

433 F. GORLÉ, G. BOURGEOIS, H. BOCKEN, F. REYNTJENS, W. DE BONDT en K. LEMMENS, Rechtsvergelijking, Mechelen, Wolters Kluwers, 2007, 278. 434 Te vinden op http://www.law.cornell.edu/uniform/ucc.

Page 110: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

98

260. De Amerikaanse situatie heeft enkele opvallende gelijkenissen met de Europese.

Beide regio’s worden geconfronteerd met rechtsdiversiteit waardoor ze pogen een

uniform recht te ontwikkelen voor grensoverschrijdende transacties. Bovendien is er een

bijkomende gelijkenis. Er zijn vandaag in de VS twee belangrijke instrumenten met

uniform kooprecht: enerzijds Artikel 2 van de UCC maar anderzijds ook het Weens

Koopverdrag. De parallel kan getrokken worden met de EU waar het GEK ook

tegelijkertijd zal bestaan naast het CISG. Net omwille van deze gelijkenissen kunnen we

nuttige lessen trekken uit de Amerikaanse ervaringen.

2. Restatements of the law

261. Het American Law Institute (ALI) is een private organisatie opgericht in 1923 en heeft

vandaag ongeveer 3000 leden, bestaande uit gerenommeerde rechters, advocaten en

professoren uit de VS en het buitenland.435 Het doel van het ALI is “to promote the

clarification and simplification of the law and its better adaption to social needs, to secure

the better administration of justice, and to encourage and carry on scholarly and scientific

legal work”. 436

262. Het instituut is uitgegroeid tot een zeer gezaghebbende organisatie die een

prominente rol speelt in de Amerikaanse rechtspraktijk. Hun bekendste verwezenlijkingen

zijn de Restatements of the law. Tussen 1923 en 1944 ontwikkelde het ALI Restatements

omtrent diverse rechtsgebieden437, waaronder contractenrecht. Het ALI heeft ook

meegewerkt aan de Uniform Commercial Code.

263. De Restatements of the law zijn eigenlijk een private codificatie van het bestaande

Amerikaanse recht dat ontwikkeld wordt in de common law rechtspraak. In essentie zijn

de restatements een weergave van de consensus over wat het Amerikaanse recht is of zou

moeten zijn.438 Het gebeurt ook dat ze de meerderheidsvisie in de bestaand rechtspraak

niet volgen omdat een andere regel beduidend beter wordt geacht.439

435 ALI, Membership overview, https://www.ali.org/index.cfm?fuseaction=membership.membership. 436 American Law Institute Certificate of Incorporation, 23 februari 1926, Washington D.C., http://www.ali.org/doc/charter.pdf 437 Voor een overzicht, zie de ALI Pubications Catalog op http://www.ali.org/index.cfm?fuseaction=publications.categories&parent_node=1 438 HARVARD LAW SCHOOL LIBRARY RESEARCH GUIDES, “Intro to Restatements”, Harvard College 2010 en http://guides.library.harvard.edu/content.php?pid=103327&sid=1036651&gid=4882. 439 A. FARNSWORTH, An introduction to the legal system of the United States, Londen, Oceana publications, 1983, 78-80.

Page 111: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

99

264. De Restatements zijn geen primaire bron van recht aangezien het ALI een niet-

gouvernementele organisatie is die geen bevoegdheid heeft om wetten te creëren. Ze

worden ook niet ontwikkeld met de bedoeling dat ze finaal zouden worden omgezet in

wetgeving. De Restatements spelen echter wel een belangrijke rol bij de ontwikkeling van

een uniform Amerikaans recht.440 Ze worden bijzonder hoog in het vaandel gedragen.

Gezien hun hoogstaande academische kwaliteit en grondige voorbereiding zijn de

Restatements een van de belangrijkste secundaire bronnen van het recht en hebben ze een

grote invloed op de rechtspraktijk. Ze worden regelmatig gebruikt door advocaten en

rechters. Het gebeurt dan ook vaak dat de Restatements worden geciteerd in de

Amerikaanse rechtspraak.441

3. Artikel 2 van de Uniform Commercial Code

A. Achtergrond

265. De UCC is opgemaakt door juridische experts van de National Conference of

Commissioners on Uniform State Laws (NCCUSL) en het American Law Institute (ALI). Het

opstellen van de UCC begon in 1945. De finale tekst was volledig in 1951 en een officiële

versie van de UCC, inclusief noten, werd gepubliceerd in 1952. Het resultaat was een

uitvoerige modelwet dat uiteenlopende commerciële onderwerpen regelde, waaronder de

koop.

266. De versie van 1952 werd enkel aangenomen door Pennsylvania in 1953.442 In 1956

vaardigde de New York Law Revision Commission een studie uit die het idee van een

uniforme code steunde, maar de toenmalige versie niet geschikt achtte om in te voeren in

New York.443 Als reactie daarop werd de UCC herzien en in 1956 werd de hernieuwde

versie gepubliceerd. Er volgenden ook later nog vele aanpassingen.

267. Artikel 2 van de UCC is het deel van de UCC omtrent de verkoop van goederen. Artikel

2 van de UCC was opgenomen in de versie van 1957 en later aangepast in 1958 en 1962.444

440 A. FARNSWORTH, An introduction to the legal system of the United States, London, Oceana publications, 1983, 80. 441 D. DENNISON, “Restatements of the law”, The Judge Ben C. Green Law Library en http://lawlibrary.case.edu/research-guides/restatements-of-the-law/ 442 Report No.1 of the Permanent Editorial Board for the Uniform Commercial Code, 1962 in THE

AMERICAN LAW INSTITUTE en NATIONAL CONFERENCE OF COMMISSIONERS ON UNIFORM STATE LAWS, Uniform Commercial Code: official text 1987 with comments, Philadelphia, American Law Institute, 1987, xxiii. 443 R. BRAUCHER, “The 1956 revision of the uniform commercial code”, Villanova Law Review 1956, Vol. 2, 3-15. 444 R. SPEIDEL, “Revising UCC Article 2: a view from the trenches”, Hastings Law Journal 2000-2001, Vol. 52, 607-620; THE AMERICAN LAW INSTITUTE en NATIONAL CONFERENCE OF COMMISSIONERS ON UNIFORM

Page 112: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

100

Alle staten hebben de versie van 1962 aangenomen met uitzondering van Louisiana. In

2003 werden er opnieuw wijzigingen voorgesteld door de NCCUSL en het ALI, maar

doordat geen enkele Staat de amendementen doorvoerde in hun wetgeving werden de

wijzigingen terug ingetrokken in 2011.445

268. Thans is de UCC grotendeels aangenomen door alle 50 Staten in de VS. Louisiana

heeft de meeste bepalingen van de UCC aangenomen, met uitzondering van artikel 2 (het

deel over koop).446 De UCC is vandaag enorm belangrijk in de Amerikaanse rechtspraktijk.

Er moet echter een belangrijke kanttekening gemaakt worden. Elke Staat is vrij om de

aanpassingen te maken aan de bepalingen die ze opneemt in wetgeving, waardoor er geen

volstrekte uniformiteit is.447 Er is dus niet één enkele versie van de UCC van toepassing in

alle Staten van de VS.

B. Doel

269. Rationale van de UCC - Elke staat heeft zijn eigen contractenrecht – er is geen

volstrekt uniform Amerikaans contractenrecht. De verschillen in het recht tussen de

afzonderlijke staten kunnen leiden tot praktische en juridische moeilijkheden in de

context van de interstatenhandel. Een verkoper of koper wordt geconfronteerd met

problemen omtrent het toepasselijke recht en mogelijks wordt het contract beheerst door

het recht van een andere staat die één van de partijen niet kent. Met andere woorden, de

interstatenhandel wordt opnieuw gehinderd door de bijkomende transactiekosten. Het

doel van de UCC is uniformiteit creëren voor commerciële transacties in de Verenigde

Staten.448 Dit moet de handel tussen de Amerikaanse Staten stimuleren en de mededinging

versterken.

270. Vergelijking met het GEK - De gelijkenis met de grensoverschrijdende handel tussen

Europese landen, elk met hun eigen contractenrecht, is snel gemaakt. De UCC heeft in

essentie hetzelfde doel als het GEK, namelijk het verminderen van de transactiekosten die

STATE LAWS, Uniform Commercial Code: official text 1987 with comments, Philadelphia, American Law Institute, 1987, 60, §2-101. 445 De voorgestelde amendementen van 2003 kunnen worden teruggevonden op: LEGAL

INFORMATION INSTITUTE, “UCC Article 2 Sales (2003 Revision - Withdrawn)”, Cornell University Law School en http://www.law.cornell.edu/ucc/2/article2 446 LEGAL INFORMATION INSTITUTE, “Uniform Commercial Code Locater”, Cornell University Law School en http://www.law.cornell.edu/uniform/ucc 447 Verschillen tussen de Staten zijn terug te vinden op de “Uniform Commercial Code Locator” van Cornell University op http://www.law.cornell.edu/uniform/ucc. 448 H. FLECHTNER, “The U.S. experience with the UCC and the CISG: some insights for the proposed CESL?” in U. MAGNUS, CISG vs. regional sales law unification. With a focus on the new common European sales law, München, Sellier European slaw publishers, 2012, (5) 5-6.

Page 113: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

101

gepaard gaan met grensoverschrijdende transacties als gevolg van de rechtsdiversiteit.449

De oplossing daartoe is het ontwikkelen van een instrument met uniforme regels.

C. Methode

271. Geen positief recht - De UCC is op zichzelf geen positief recht. Het is een modelwet

tot stand gebracht door twee organisatie die geen wetgevende bevoegdheden hebben. De

UCC wordt pas wet wanneer deze door de Staten wordt aangenomen in hun wetgeving. De

Amerikaanse Staten zijn vrij om te kiezen welke versie ze aannemen en wijzigingen door

te voeren. De uniformiteit van de UCC moet aldus met een korrel zout genomen worden.

Niet alle Staten hebben dezelfde versie aangenomen en vele Staten hebben hun eigen

amendementen gemaakt.450 De onderwerpen opgenomen in de UCC zijn dus nog zeker niet

volstrekt eengemaakt doorheen de VS. Er blijft een grote mate van non-uniformiteit

bestaan tussen de Staten. Deze kanttekening moet steeds in het achterhoofd worden

gehouden wanneer we spreken van “uniform” recht in de context van artikel 2 van de UCC.

272. Vergelijking met de Europese aanpak - Op het vlak van de methode heeft de UCC

weinig gemeen met het GEK. Het GEK is geen modelwet. Het wordt uitgevaardigd door de

Europese wetgever en het is de bedoeling dat het de vorm van een Europese verordening

zal aannemen die rechtstreeks van toepassing zal zijn in de EU-lidstaten. De nationale

wetgevers hoeven dus niets meer te doen. In tegenstelling tot de UCC zal in elke lidstaat

eenzelfde set van regels gelden, met uitzondering van de opties die voor lidstaten worden

gelaten in art. 13 Voorstel GEK.

273. De Europese methode heeft verscheidene voordelen. De graad van uniformiteit is een

stuk hoger dan het geval is bij een modelwet. Er wordt ook een heel lang proces van

geleidelijke omzetting in wetgeving vermeden zoals het geval was bij de UCC. Anderzijds

genoot de UCC wel meer politieke steun aangezien de Staten altijd vrijwillig de UCC in

wetgeving goten.451 De ontwikkeling van het GEK stuit daarentegen op sterke politieke

tegenwind.452

449 Ibid. 450 R. HYLAND, “The American experience: Restatements, the UCC uniform laws, and transational coordination”, in A. HARTKAMP, M. HESSELINK, E. HONDIUS, C. JOUSTRA, E. DU PERRON en M. VELDMAN (eds.), Towards a European Civil Code, Nijmegen, Kluwer Law International, 2011, (59) 61. 451 H. FLECHTNER, supra. noot 448, 10. 452 EURACTIV, “Common European Sales Law faces rocky reception”, EurActiv.com 2014 en http://www.euractiv.com/sections/innovation-enterprise/common-european-sales-law-faces-rocky-reception-301090.

Page 114: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

102

274. Ondanks de grote verschillen wijst FLECHTNER toch op de gelijkaardige “architectuur”

van de UCC en het GEK.453 Beide instrumenten nemen niet de kortste en meest voor de

hand liggende weg naar een uniform recht door simpelweg één kooprecht in te voeren op

het hogere (federale respectievelijke Europese) niveau dat van toepassing is doorheen alle

(lid)Staten. In de VS creëerde men geen federaal kooprecht om zich niet te mengen met de

bevoegdheid van de Staten. De Europese regelgever biedt louter een bijkomende optie

naast het nationaal kooprecht. Het nationaal kooprecht blijft bestaan.

275. De Europese wetgever zou ook kunnen gekozen hebben om het GEK te gieten in een

aanbeveling.454 Deze manier van werken zou zeer nauw aanleunen bij de methode van de

UCC. Ingeval van een aanbeveling, zouden lidstaten vrijwillig en geleidelijk het instrument

kunnen omzetten in hun nationaal recht. Volgens de Europese Commissie was deze

methode echter niet geschikt omdat er een reëel risico bestaat van een incoherente en

onvolledige aanpak door de lidstaten. Lidstaten zouden de aanbeveling verschillend

kunnen uitvoeren of zelfs helemaal niet.455 In de toelichting bij het Voorstel besluit de

Commissie dan ook dat de doelstelling van het GEK om de interne markt te verbeteren niet

kan verwezenlijkt worden door de lidstaten zelf maar dient te worden aangepakt op het

niveau van de Unie.456 Gelet op de Amerikaanse ervaring met de UCC die niet uniform

doorgevoerd is, moeten we de Europese regelgever gelijk geven dat een aanbeveling niet

de aangewezen manier is om uniformiteit te bereiken binnen de EU. Ook een Europese

richtlijn zou hoogstwaarschijnlijk niet leiden tot de beoogde mate van uniformiteit.457

D. Lessen voor de Europese eenmaking

276. Succes van de UCC doet hoop op Europees succes leven - De UCC is een zeer

succesvol regime van uniform recht. De UCC werd echter voorafgegaan door andere

modelwetten en projecten tot eenmaking die weinig succesvol waren.458 Het succes van de

UCC vandaag toont aan dat de harmonisatie en lang proces is met vallen en opstaan. De

graduele harmonisatie van het kooprecht in de Verenigde Staten begon reeds aan het eind

van de 19e eeuw en is vandaag nog steeds aan de gang. Maar de UCC is vandaag wel recht

in de 50 Amerikaanse Staten. Het duurde echter meer dan 10 jaar vanaf de publicatie van

de UCC voordat dit was gebeurd in alle Staten. Het is vandaag nog onzeker of het GEK een

453 H. FLECHTNER, supra. noot 448, 13-14. 454 Een aanbeveling werd besproken als een beleidsoptie (optie 3) van een Europees contractenrecht in het Groenboek van de Europese Commissie van 2010. Daarbij werd er zelfs uitdrukkelijk verwezen naar de UCC uit de Verenigde Staten. Zie: COM(2010)348 definitief, 8-9. 455 COM(2010)348 definitief, 9. 456 Toelichting Voorstel GEK, 10-11. 457 Ibid., 12. 458 O.a. de Uniform Sales Act van 1904.

Page 115: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

103

even belangrijke stap zou kunnen zijn voor de Europese eenmaking als de UCC voor de

Amerikaanse harmonisatie. Mogelijks is het GEK een belangrijk keerpunt in de eenmaking

van het Europees privaatrecht maar de kans bestaat eveneens dat het GEK op een

mislukking zal uitdraaien.

277. In vergelijking met het GEK had de UCC wel een belangrijke troef voor succes. De UCC

is geen optioneel regime dat vrijwillige opting-in door de partijen vereist. Eens

doorgevoerd door een Staat vervangt de UCC het statelijke kooprecht. Door het gebrek aan

alternatief lag het voor de hand dat de UCC in de praktijk een grote rol zou spelen eens

ingevoerd. Het GEK heeft deze waarborg niet. Het is een optioneel regime waardoor het

gevaar bestaat dat het instrument dode letter blijft.

278. De Amerikaanse ervaring levert ons in elk geval nuttige inzichten voor de toekomst

van de Europese harmonisatie.459 We weten dat de eenmaking een moeilijk en lang proces

is. Het falen van het GEK zal zeker geen punt zetten achter de Europese eenmaking. We

mogen nu al stellen dat het GEK een groot theoretisch belang heeft voor de verdere

codificatie en eenmaking van het Europees privaatrecht.460 Het is echter niet ondenkbaar

dat het vooral daarbij blijft en het GEK, als het er al komt, dode letter zal blijven.

279. Geen werkelijke uniformiteit onder zowel UCC als GEK - De uniformiteit van de UCC

moet sterk genuanceerd worden gezien er verschillende versies zijn aangenomen in de

Amerikaanse Staten. Het GEK is geen modelwet en de wetgevers van EU lidstaten kunnen

dus niet vrij gaan sleutelen aan de regels in het instrument. Niettemin moet de

uniformiteit van het GEK ook genuanceerd worden. Ten eerste zal het GEK het kooprecht

in de EU niet eenmaken. Het GEK bestaat naast het nationaal recht dat onveranderd kan

blijven voortbestaan. De rechtsdiversiteit binnen de EU zal na het GEK geen knauw

krijgen, integendeel, er komt eigenlijk gewoon een extra regime bij. Ten tweede is het

toepassingsgebied van het GEK beperkt tot grensoverschrijdende overeenkomsten. Men

kan pas tot de eenmaking van het kooprecht komen indien ook de nationale

koopovereenkomsten binnen het toepassingsgebied van het Europees regime vallen.461

Ten derde zijn er bepaalde opties in artikel 13 Voorstel GEK voor de EU-lidstaten voorzien.

459 L. DIMATTEO, “The curious case of transborder sales law: a comparative analysis of CESL, CISG and the UCC”, in U. MAGNUS, CISG vs. regional sales law unification. With a focus on the new common European sales law, München, Sellier European law publishers, 2012, 32-34. 460 U. MAGNUS, “CISG vs. CESL”, in U. MAGNUS (ed.), CISG vs. Regional sales law unification. With a focus on the new common European sales law, München, Sellier law publishers, 2011, 101. 461 L. DIMATTEO, “The curious case of transborder sales law: a comparative analysis of CESL, CISG and the UCC”, in U. MAGNUS, CISG vs. regional sales law unification: with a focus on the new common European sales law, München, Sellier European law publishers, 2012, (25) 50-51.

Page 116: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

104

Zo kunnen lidstaten bijvoorbeeld besluiten het GEK ook beschikbaar te maken voor hun

binnenlandse transacties. Aangezien lidstaten vrij al dan niet gebruik kunnen maken van

deze opties zal dit opnieuw leiden tot verschillen tussen de EU-lidstaten.

4. Het Weens Koopverdrag in de Verenigde Staten

A. De CISG en de UCC

280. Er bestaan twee regimes voor kooptransacties naast elkaar in de VS: het CISG en de

UCC. De vraag rijst dus welk regime van toepassing is op welke overeenkomsten. Het CISG

is niet van toepassing op binnenlandse transacties. De UCC zal deze overeenkomsten

beheersen. Indien het gaat om een internationale koopovereenkomst dan zal het CISG van

toepassing zijn indien voldaan is aan de voorwaarden in artikel 1 CISG.462 Er moet echter

wel gewezen worden op het feit dat de VS bij zijn toetreding heeft verklaard niet gebonden

te zijn door artikel 1(1)(b) CISG conform artikel 95 CISG.463 Indien een handelaar in de VS

een koopovereenkomst sluit met een handelaar gevestigd in een niet-Verdragsstaat, dan

zal het CISG niet automatisch van toepassing zijn op deze overeenkomst.464

281. Er zijn vele inhoudelijke gelijkenissen tussen de UCC en het CISG. Toch mogen beide

instrumenten niet naar analogie geïnterpreteerd worden. Artikel 7(1) CISG vereist dat het

Weens Koopverdrag autonoom geïnterpreteerd wordt zonder dat er beroep wordt gedaan

op nationale concepten. Men ondermijnt de uniforme toepassing van het CISG indien men

ervan uitgaat dat de concepten in de UCC overeenstemmen met deze van het CISG.465

B. Valkuilen omtrent het CISG in de VS: voorbode voor het GEK?

282. Gebruik van de instrumenten in de rechtspraktijk - Het gebeurt vaak, ook vandaag

nog, dat juristen hun cliënten in de Verenigde Staten aanraden om de toepassing van het

462 F. ENDERLEIN en D. MASKOW, International sales law, United Nations Convention on the Contracts for the International Sale of Goods / Convention on the Limitation Period in the International Sale of Goods, New York, Oceana Publications, 1992, 10-11. 463 CISG ADVISORY COUNCIL OPINION NO. 15, “Reservations under articles 95 en 96 CISG”, 22 oktober 2013 en http://www.cisg.law.pace.edu/cisg/CISG-AC-op15.html. 464 A. BUTLER, “Application of the CISG” in A. BUTLER, A pratical guide to the CISG: negotiations through litigation, New York, Aspen Publishers, losbl., 4-5. 465 F. FERRARI, “The relationship between the UCC and the CISG and the construction of uniform law”, Loyola of Los Angeles Law Review 1996, (1021) 1028-1033. Een voorbeeld is het concept van goede trouw (good faith). De betekenis van goede trouw in het Weens Koopverdrag correspondeert niet met de definitie van de UCC. In het licht van het CISG moet er rekening worden gehouden met de uiteenlopende interpretaties van het concept in verschilllende landen. Zie hierover A. FARNSWORTH, “The convention on the international sale of goods from the perspective of the common law countries”, La Vendita Internazionale 1981, (3) 18; F. FERRARI, “The relationship between the UCC and the CISG and the construction of uniform law”, Loyola of Los Angeles Law Review 1996, (1021) 1031-1033.

Page 117: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

105

CISG uit te sluiten en te kiezen voor de UCC.466 Het beperkt aantal rechtszaken betreffende

het CISG is een duidelijke indicator dat het Verdrag geen prominente rol speelt in de

rechtspraktijk.467 Pas recent is er een evolutie waar te nemen dat het CISG hoe langer hoe

minder wordt uitgesloten door contractspartijen in de VS.468 Dit brengt ons tot de vraag

waarom het CISG relatief weinig wordt gehanteerd. Dit kan ons nuttige inzichten geven

over de toekomst van het GEK.

283. Allereerst zijn contractspartijen en juristen mogelijks niet bereid de initiële kosten

(start-up kosten) te maken om een nieuw rechtsinstrument te leren gebruiken en blijven

ze liever hun vertrouwde regimes hanteren.469 Tevens brengt een nieuw instrument altijd

meer onzekerheid met zich mee dan een instrument dat al jarenlang wordt toegepast in de

rechtspraktijk. De start-up kosten van het CISG zijn tot op vandaag nog een grote

hinderpaal voor het gebruik van het Verdrag.470

284. Indien het GEK wordt doorgevoerd zullen we in sommige gevallen drie mogelijke

regimes hebben: het nationaal recht, het GEK en het CISG. Er kan dan ook terecht worden

afgevraagd of het GEK wel door de contractspartijen zullen worden gekozen. De

ervaringen van het CISG in de VS geven alvast geen rooskleurig beeld voor de toekomst

van het GEK. Het Weens Koopverdrag is automatisch van toepassing maar partijen kunnen

het Verdrag uitsluiten conform artikel 6 CISG. Het GEK staat echter op nog zwakkere

poten: het is een optioneel instrument dat nooit van toepassing is tenzij wanneer partijen

daarvoor kiezen. Het is dus niet ondenkbaar dat het GEK nog moeilijker zijn weg zal

vinden in de rechtspraktijk.

466 H. FLECHTNER, “Changing the opt-out tradition in the United States”, Modern Law for Global Commerce, Congress to celebrate the fortieth annual session of UNCITRAL Vienna 2007, http://www.uncitral.org/pdf/english/congress/Flechtner.pdf, 1-3; KOEHLER, M. en YUJUN, G., “The acceptance of the Unified Sales Law (CISG) in different legal systems: an international comparision of three surveys on the exclusion of the CISG’s application conducted in the United States, Germany and China”, Pace International Law Review 2008, 45-60; G. PHILIPPOOPOILOS, “Awareness of the CISG among American attorneys”, UCC Law Journal 2008, 357-371. 467 H. FLECHTNER, “The CISG in U.S. courts: the evolution (and devolution) of the methodology of interpretation”, in F. Ferrari (ed.), Quo Vadis CISG? Celebrating the 25th anniversary of the United Nations Convention on Contracts for the International Sale of Goods, Brussel, Forum Européen de la Communication, 2005, (91) 92; M. REIMANN en A. MICH, “The CISG in the United States: why it has been neglected and why Europeans should care”, Rabels Zeitschrift für ausländisches und internationals Privatrecht 2007, (115) 118. 468 H. FLECHTNER, “Changing the opt-out tradition in the United States”, Modern Law for Global Commerce, Congress to celebrate the fortieth annual session of UNCITRAL Vienna 2007, http://www.uncitral.org/pdf/english/congress/Flechtner.pdf, 1-3. 469 H. FLECHTNER, supra. noot 448, 17. 470 H. Flechtner, supra. noot 466, 1-3.

Page 118: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

106

285. Waarom is de UCC dan wel zo succesvol in vergelijking met het CISG? Toen de UCC in

wetgeving werd gegoten door de Staten was het natuurlijk ook instrument dat gepaard

ging met start-up kosten. Maar de UCC vervangt het statelijk kooprecht van de staten. De

rechtspraktijk was dus verplicht om de UCC te gebruiken en de initiële kosten te dragen –

een duidelijk voordeel in vergelijking met het CISG en het toekomstige GEK.471

286. Interpretatie van het CISG in de VS - Het gebrek aan een overkoepelend

rechtsorgaan is één van de belangrijkste oorzaken voor de niet-uniforme toepassing van

het CISG wereldwijd. Het gebruik en de interpretatie van het Weens Koopverdrag in de

Verenigde Staten is hier een bewijs van. De rechtbanken in de VS slagen er niet altijd in het

CISG correct toe te passen.472 De UCC heeft een grote invloed uitgeoefend op het CISG maar

omwille van het internationaal karakter van het CISG mag men zich bij de interpretatie

van het Weens Koopverdrag niet beroepen op de UCC.473 Toch zijn er talrijke voorbeelden

van rechtspraak waarin Amerikaanse rechters zich niet houden aan de autonome

interpretatie en door terugvallen op een “nationale” interpretatie.474

287. De kans is bestaande dat ook het GEK niet overal eenvormig zou worden

geïnterpreteerd. Toch moet er op worden gewezen dat het GEK meer waarborgen biedt

op uniforme toepassing dan het CISG. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de lijst van definities

in artikel 2 Voorstel GEK, het verbod zich te beroepen op het nationaal recht bij de

uitlegging (ook bij leemtes) en vooral het HVJ die zal toezien op de interpretatie. Dit zijn

grote pluspunten t.a.v. het CISG.

471 H. FLECHTNER, “The US experience with the UCC and the CISG: some insights for the proposed CESL?”, in U. MAGNUS (ed.), CISG vs. regional sales law unification, with a focus on the new common European sales law, München, Sellier European slaw publishers, 2012, (5) 18. 472 K. GRBIC, “Putting the CISG where it belongs: in the Uniform Commercial Code”, Touro Law Review 2012, (173) 180-189. 473 F. FERRARI, “The relationship between the UCC and the CISG and the construction of uniform law”, Loyola of Los Angeles Law Review 1995-1996, 1021-1033. 474 K. CROSS, “Parol evidence under the CISG: the ‘homeward trend’ reconsidered”, Ohio State Law Journal 2007, 133-160; F. FERRARI, “Homeward trend and lex forism despite uniform sales law”, Vindobona Journal of International Commercial Law & Arbitration 2009, (15) 26-38; M. KOEHLER, “Survey regarding the relevance of the United Nations Convention for the International Sale of Goods (CISG) in legal practice and the exclusion of its application”, 2006, http://www.cisg.law.pace.edu/cisg/biblio/koehler.html; J. LOOKOFSKY en H. FLECHTNER, “Nominating Manfred Forberich: the worst CISG decision in 25 years?”, Vindobona Journal of Intrenational Commercial Law and Arbitration 2005, 199-208. Dit fenomeen doet zich echter ook voor in heel wat andere Verdragstaten en is dus zeker geen uniek Amerikaans fenomeen. Voor een beschrijving van hetzelfde fenomeen in bijvoorbeeld Duitsland, zie: U. MAGNUS, “Germany” in F. FERRARI, The CISG and its impact on national legal systems, München, Sellier European Law Publishers, 2008, (143) 156-157.

Page 119: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

107

Afdeling 3. OHADA in Afrika

1. Inleiding

288. Tot nog toe hebben we ons enkel toegelegd op het Westen. Maar ook in andere

regio’s van de wereld worden er initiatieven ondernomen om het contractenrecht een te

maken of te harmoniseren. In dit hoofdstuk richten we onze pijlen op het Afrikaanse

continent. We zullen het met name hebben over de pogingen tot eenmaking van de

Organisation pour l'Harmonisation en Afrique du Droit des Affaire (OHADA).475 OHADA is

een Afrikaanse organisatie met 17 West- en Centraal-Afrikaanse Verdragsstaten. OHADA

vaardigde verscheidene Uniform Acts uit om het handels- en economisch recht in ruime zin

een te maken. Eén van deze Acts omvat een uniform kooprecht voor de OHADA lidstaten.

Alvorens we deze Uniform Act dieper bespreken, geven we eerste een kort historisch

overzicht.

2. Historische achtergrond

289. Periode na de dekolonisatie - Het recht kort na de onafhankelijkheid van de

Afrikaanse staten bestond voornamelijk uit het ingevoerde Europese recht en met name

uit de grote lijnen van de Franse Code de Commerce. Deze wetgeving was echter niet

geschikt voor de Afrikaanse maatschappij en een groot deel geraakte al gauw in onbruik.

Ook bij latere herzieningen van het recht baseerde men zich vaak op het Franse recht. Het

resultaat was een verouderd recht dat niet aangepast was aan de Afrikaanse

ontwikkelende economieën.476 Niet alleen was het recht niet geschikt voor de regio maar

een bijkomend probleem was het rechtspluralisme. Zoals al eerder besproken is dit een

rem op de grensoverschrijdende handel. Voor het ontstaan van OHADA had bovendien nog

geen enkel van de huidige OHADA lidstaten het CISG geratificeerd.

290. Ontstaan van OHADA - Op 17 oktober 1993 werd OHADA bij Verdrag opgericht bij

verdrag door 14 Afrikaanse landen.477 Dit aantal is ondertussen gestegen tot 17 Staten:

Benin, Burkina Faso, Kameroen, Centraal-Afrikaanse Republiek, de Comoren,

Democratische Republiek Congo, Republiek Congo, Ivoorkust, Gabon, Guinee, Guinee-

Bissau, Equatoriaal-Guinea, Mali, Niger, Senegal, Tsjaad en Togo.478

475 Engels: Organization for Harmonization of Business Laws in Africa. 476 J. COETZEE en M. DE GAMA, “Harmonisation of sales law: an international and regional perspective”, Vindobona Journal of International Commercial Law & Arbitration 2006, (15) 17. 477 Traité relatif à l’Harmonisation en Afrique du Droit des Affaires / Treaty on Harmonisation of Business Law in Africa, Port Luis, 17 oktober 1993 (hierna: OHADA Verdrag). 478 Zie: http://www.ohada.com/etats-membres.html

Page 120: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

108

291. Het doel van OHADA en de

rechtsgebieden die het beoogt te

harmoniseren zijn opgenomen in artikel 1

en 2 van het OHADA Verdrag:

“The objective of the present Treaty is the

harmonization of business laws in the

Contracting States […]”479

“So as to implement the present Treaty, it is

to be understood by Business Law

regulations concerning Company Law,

definition and classification of legal persons

engaged in trade, proceeding in respect

credits and recovery of debts, means of

enforcement, bankruptcy, receiverships, arbitration; are also

included the following laws: Employment law, Accounting law, Transportation and Sales

laws, and any such other matter that the Council of Ministers would decide, unanimously, to

so include as falling within the definition of Business Law, in conformity with the objective of

the present Treaty and of the provisions of Article 8.”480

292. OHADA werd opgericht om het handelsrecht en economisch recht in verscheidene

Afrikaanse landen te harmoniseren, aangepast aan de economische situatie van de regio.

OHADA heeft momenteel negen Uniform Acts481 uitgevaardigd en is volop bezig met de

harmonisatie op andere rechtsgebieden. De OHADA wetten zijn sterk beïnvloed door het

Franse model, maar er wordt ook duidelijk rekening gehouden met de complexiteit en de

kenmerken van de Afrikaanse rechtsregimes.482 Om een uniforme toepassing en

interpretatie van deze Acts te waarborgen werd de Common Court of Justice and

Arbitration483 (CCJA) opgericht.484 Deze supranationale rechtsinstantie heeft vier taken: (i)

479 Art. 1 OHADA Verdrag. 480 Art. 2 OHADA Verdrag. 481 Uniform Act relating to general commercial law (1997); Uniform Act relating to commercial companies and economic interest group (1997); Uniform Act organizing securities (1997); Uniform Act organizing simplified recovery procedures and measures of execution (1998); Uniform Act organizing collective proceedings for wiping of debts (1998); Uniform Act on arbitration (1999); Uniform Act organizing and harmonizing undertakings’ accounting systems (2000); Uniform Act relating to the transportation of goods by road (2003); Uniform Act governing Cooperative credit banks (2010). Beschikbaar op: http://www.ohada.com/actes-uniformes.html. 482 Ondanks de dominerende Franse invloed, zijn er ook elementen uit het Duitse, Engelse, Portugese en Islamitische recht terug te vinden. S. MANCUSO, “Trends on the harmonization of contract law in Africa”, Annual Survey of International & Comparative Law 2007, (157) 167-168. 483 Cour Commune de Justice et d’Arbitrage.

Figuur 5: Verdragsstaten OHADA

Page 121: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

109

de CCJA waakt over de implementatie, uitlegging en toepassing van het OHADA recht;485

(ii) de lidstaten, de OHADA ministerraad en de nationale rechtscolleges kunnen zich

wenden tot de CCJA met vragen over het OHADA recht;486 (iii) het is de cassatierechter met

betrekking tot twisten omtrent het OHADA recht;487 (iv) de CCJA voorziet een

arbitrageprocedure voor contractuele geschillen.488

293. OHADA Act relating to General Commercial Law - Onze focus ligt op de OHADA Act

relating to General Commercial Law, die een uniform handelskooprecht bevat.489 In 1998

trad deze Act in werking. Boek V werd volledig gewijd aan de commerciële verkoop490 en

was zeer sterk geïnspireerd op het CISG.491 In 2010 werd de AUDCG echter herzien en de

handelskoop opgenomen in boek VIII.492 Dit vernieuwde recht verschilt meer van het CISG

dan voorheen, doch blijven er vele gelijkenissen overeind.493

3. Het doel en de methode van OHADA vergeleken met het GEK

294. Doel - Het onderliggende doel van de eenvormige OHADA wetten is het aantrekken

van buitenlandse investeringen om de economische ontwikkeling te stimuleren.494 De

bedoeling is dat de Afrikaanse landen ook kunnen participeren in de internationale handel

die van toenemend belang is in de globaliserende wereld.495 De diversiteit van de

Afrikaanse rechtsregimes werd aanzien als een obstakel voor de economische

vooruitgang. Eenvormige wetten zouden deze rechtsonzekerheid verhelpen en de

484 Art. 3, eerste lid OHADA Verdrag. Voor een uitvoerige bespreking van de CCJA, zie: S. BA, “The example of the Organization for the Harmonisation of Business Law in Africa (OHADA)” in R. V. VAN

PUYMBROECK (ed.), Comprehensive legal and judicial development: towards an agenda for a just and equitable society in the 21st century, Washington D.C., The World Bank, 2001, (413) 419-424. 485 Art. 14, eerste lid OHADA Verdrag. 486 Art. 14, tweede lid OAHDA Verdrag. 487 Art. 13-20 OHADA Verdrag. 488 Art. 21-26 OHADA Verdrag. 489 Acte uniforme sur le droit commercial general van 17 april 1997, Journal Officiel OHADA 1 oktober 1997, nr. 1. 490 Te raadplegen in het Engels op http://www.ohadalegis.com/anglais/audrtcomgb5.htm 491 F. FERRARI, “International sales law in the light of the OHBLA Uniform Act relating to General Commercial Law and the 1980 Vienna Sales Convention”, Revue de Droit des Affaires Internationales 2001, 599-607; U. SCHROETER, “Das einheitliche kaufrecht der afrikanischen OHADA-Staaten im vergleich zum UN-Kaufrecht”, Recht in Afrika 2001, 163-176. 492 Acte uniforme sur le droit commercial general van 15 december 2010, Journal Officiel OHADA 11 februari 2011, nr. 23 (hierna: AUDCG). Te raadplegen op http://www.droit-afrique.com/images/textes/Ohada/AU/OHADA%20-%20AU%20Droit%20commercial.pdf. 493 K.-M. SCHMIDT, “What will be the impact of the Common European Sales Law (CESL) in the CISG? - A journey back to professor Zeller’s birthplace with a little detour via Africa”, International Trade & Business Law Review 2014, (290) 292. 494 Preambule OHADA Verdrag. 495 J. LOHOUES-OBLE, “L’apparition d’un droit international des affaires en Afrique”, Revue international de droit compare 1999, (543)

Page 122: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

110

internationale handel in Afrika stimuleren.496 Het ligt voor de hand dat het algemeen

handelsrecht, inclusief handelskooprecht, een cruciaal rechtsgebied is dat moest worden

aangepakt om deze doelstellingen te bereiken.

295. Methode - Om bovenstaande doelstelling te bereiken werd OHADA opgericht en

vaardigt deze organisatie zogenaamde “Uniform Acts” uit,497 waaronder de AUDCG. Deze

Acts worden gepubliceerd in de Journal Officiel van OHADA.498 Deze zijn bindend en

hebben directe werking in de OHADA lidstaten.499 De lidstaten moeten de Acts dus niet

omzetten in nationale wetgeving.500 Het uitvaardigen van een Uniform Act leidt tot de

automatische intrekking van het ermee strijdig nationaal recht.501 Anders gezegd, het

nationaal recht wordt vervangen door het nieuw uniform recht.

296. Vergelijking GEK - De achtergrond tussen de Afrikaanse regio en de EU is natuurlijk

sterk verschillend hetgeen zich ook weerspiegelt in de doelstellingen. Afrikaanse landen

zitten op economisch vlak mijlenver achter op het Westen. De nieuwe uniforme wetgeving

moderniseert het Afrikaanse recht, creëert een klimaat van meer rechtszekerheid, helpt de

lidstaten om zich aan te passen aan de moderne vrije markt economie en is

aantrekkelijker voor de internationale handel. Het finale doel van de eengemaakte wetten

is economische ontwikkeling in de OHADA lidstaten. De EU heeft daarentegen al een fikse

economische voorsprong op OHADA. De nood aan modernisatie en economische

ontwikkeling is minder schrijnend. De doelstellingen die worden uiteengezet in het GEK

zijn dan ook ‘verfijnder’ dan deze van de OHADA Acts. Ondanks deze verschillen is

eenzelfde kern terug te vinden. Zowel OHADA als de Europese regelgever proberen een

antwoord te bieden op de rechtsdiversiteit en de handel te stimuleren. Dit is een steeds

wederkerend verhaal in de context van de harmonisatie of de eenmaking van het recht.

297. Zowel het GEK als de AUDCG hebben directe werking. Net zoals de Uniform Acts moet

ook het GEK niet worden omgezet in nationaal recht door de wetgevers van de EU-

496 A. MOULOUL, “Comprendre l’Organisation pour l’Harmonisation en Afrique du Droit des Affaires (O.H.A.D.A.)”, SUBB Jurisprudentia 2009, (140), 142-150. 497 Art. 5-12 OHADA Verdrag. 498 Art. 9 OHADA Verdrag. 499 Art. 10 OHADA Verdrag: Uniform Acts are directly applicable and overriding in the Contracting States notwithstanding any conflict they may give rise to in respect of previous or subsequent enactment of municipal laws. 500 J. ISSA-SAYEGH, “La portée abrogatoire des actes uniformes de l’OHADA sur le droit interne des états-parties”, Revue Burkinabé de Droit 2001, (51) 57. 501 AVIS N°001/2001/EP, http://web.ohada.org/doctrine-et-jurisprudence/fr/actes/default/3294,avis-n0012001ep.html; R. BEAUCHARD en M. J. VITAL KODO, “Can OHADA increase legal certainty in Africa?”, Justice & Development Working Paper Series 2011, http://siteresources.worldbank.org/EXTLAWJUSTINST/Resources/17-2011CanOHADAIncrease.pdf?resourceurlname=17-2011CanOHADAIncrease.pdf, 15.

Page 123: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

111

lidstaten. Het is namelijk de bedoeling dat het GEK in een Europese verordening wordt

gegoten waardoor het rechtstreeks van toepassing zal zijn in de lidstaten.502 De Uniform

Acts zijn dus te vergelijken met de Europese verordeningen.503

298. Voor het overige hanteert OHADA wel verschillende methode dan de Europese

regelgever met het GEK. De AUDCG is één van de Uniform Acts die het nationaal recht van

de lidstaten vervangt (zover de onderwerpen geregeld zijn in de regionale wetgeving).

Deze methode is een stuk ingrijpender dan deze van het GEK, die niet raakt aan het recht

van de EU-lidstaten. Het GEK bestaat parallel naast het nationaal recht. We hebben echter

reeds aangehaald dat het recht in de OHADA lidstaten verouderd en niet aangepast was

aan hun maatschappij. Daardoor lijkt de keuze om het nationaal recht te vervangen

logischer en gemakkelijker te aanvaarden.

4. Toepassingsgebied

299. Materieel toepassingsgebied - De AUDCG is van toepassing op

handelskoopovereenkomsten tussen handelaren, natuurlijk personen en

rechtspersonen.504 In artikel 236 AUDCG zijn de uitsluitingen uit het materiële

toepassingsgebied opgenomen. Het AUDCG is ook niet van toepassing op de (i) koop op

een openbare veiling; (ii) de executoriale verkoop of anderszins gerechtelijke verkoop;

(iii) de koop van effecten, waardepapieren en betaalmiddelen; (iv) de koop van

zeeschepen, binnenvaartschepen, luchtkussenvaartuigen, of luchtvaartuigen; en (v) de

koop van elektrische energie.505 Deze uitsluitingen zijn een kopie van deze uit artikel 2

CISG. Ook de regeling betreffende gemengde overeenkomsten stemt overeen met deze van

het CISG: indien het belangrijkste deel van de verplichtingen van de partij die de zaken

levert, erin bestaat arbeidskracht of andere diensten te verstrekken valt de overeenkomst

niet onder het toepassingsgebied van de AUDCG.506 Artikel 3(1) CISG is echter niet

overgenomen. Koopovereenkomsten van te vervaardigen zaken waarbij de koper een

wezenlijk deel van de grondstoffen levert worden dus niet uit het toepassingsgebied van

de AUDCG gesloten.

300. Personeel toepassingsgebied - De AUDCG regelt enkel de handelskoop. In artikel

235(a) AUDCG wordt de consumentenkoop uitgesloten. Dit gebeurt opnieuw in dezelfde

502 Art. 288 VWEU. 503 R. BEAUCHARD en M. J. VITAL KODO, supra. noot 501, 8. 504 Art. 234 AUDCG 505 Art. 236 AUDCG 506 Art. 235(b) AUDCG

Page 124: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

112

bewoordingen als artikel 2 CISG.507 Uitzonderlijk zijn de bepalingen van de AUDCG wel van

toepassing op de consumentenkoop indien de verkoper niet wist of had behoren te weten

dat de zaken werden gekocht voor persoonlijk gebruik.

301. Territoriaal toepassingsgebied - De bepalingen van boek 7 AUDCG zijn automatisch

van toepassing in twee gevallen. Ten eerste gelden de bepalingen indien beide

contractspartijen hun vestiging hebben in een OHADA lidstaat. Ten tweede is de AUDCG

ook van toepassing indien de regels van internationaal privaatrecht het recht van een

OHADA lidstaat aanwijst. Opdat de AUDCG van toepassing zou zijn is het echter niet

vereist dat de overeenkomst een grensoverschrijdend karakter vertoont. Wanneer beide

partijen gevestigd zijn in dezelfde OHADA lidstaat zal de AUDCG ook automatisch van

toepassing zijn op deze binnenlandse transactie.

302. Vergelijking met het GEK - De twee voornaamste verschillen tussen de AUDCG en

het GEK zijn: (i) de consumentenkoop valt enkel onder de toepassing van het GEK en (ii)

de AUDCG is ook van toepassing op koopovereenkomsten zonder grensoverschrijdend

karakter. Aangezien het toepassingsgebied van de AUDCG sterk overeenstemt met het

CISG, zal een uitvoerige vergelijking hier niet meer worden herhaald.

5. Uniformiteit van het OHADA kooprecht

303. De CCJA is een opperste gerechtshof gecreëerd dat gemeenschappelijk is aan alle

verdragsluitende staten. Dit overkoepelend rechtsorgaan heeft het laatste woord over de

interpretatie van de Uniform Acts.508 Dit biedt een sterke garantie op de eenvormige

toepassing van de OHADA instrumenten.509 Op het Europese niveau kunnen we dit

vergelijken met het Hof van Justitie, die zich eveneens finaal zal kunnen uitspreken over

de interpretatie van het GEK. Zo’n gerechtshof ontbreekt daarentegen in de context van

het CISG.

507 Art. 235 (a) AUDCG: Les dispositions du présent livre ne régissent pas): (a) de marchandises achetées pour un usage personnel, familial ou domestique, à moins que le vendeur, à un moment quelconque avant la conclusion ou lors de la conclusion du contrat, n'ait pas su et n'ait pas été censé savoir que ces marchandises étaient achetées pour un tel usage;”507. hetgeen overeenstemt met de Franse versie van artikel 2 CISG. Te vertalen als: “(a) de koop van roerende zaken, gekocht voor persoonlijk gebruik of voor gebruik in gezin of huishouding, tenzij de verkoper te eniger tijd voor of bij het sluiten van de overeenkomst niet wist of had behoren te weten dat de zaken voor zodanig gebruik werden gekocht;.” 508 Art. 14 OHADA Verdrag. 509 C. M. DICKERSON, “Harmonizing business laws in Africa: OHADA calls the tune”, Columbia Journal of Transnational Law 2005, (17) 56-58.

Page 125: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

113

6. De verhouding met het Weens Koopverdrag

304. Potentiële conflicten - Van de 17 OHADA verdragsstaten zijn slechts Benin, Gabon en

Guinee ook verdragsstaten bij het CISG. Aangezien het toepassingsgebied van de AUDCG in

grote mate een kopie van het toepassingsgebied van het CISG werpt de vraag zich op hoe

beide instrumenten zich tegenover elkaar verhouden.

305. Wanneer beide contractspartijen gevestigd zijn in dezelfde OHADA lidstaat is de

situatie eenvoudig. De AUDCG zal van toepassing zijn aangezien het CISG enkel

grensoverschrijdende overeenkomsten regelt. Er kan zich echter wel een conflict tussen

beide instrumenten voordoen ingeval van grensoverschrijdende situaties. Wanneer de

contractspartijen gevestigd zijn in OHADA lidstaten waarvan beide (of één ervan)

eveneens verdragsstaten zijn bij het CISG kan er een conflict ontstaan tussen het AUDCG

en het CISG.510 In de rechtsleer is er geen unanimiteit over hoe beide instrumenten zich

verhouden tegenover elkaar. Sommige auteurs menen dat het OHADA kooprecht

prevaleert op het CISG ingevolge artikel 90 CISG.511 Het OHADA-Verdrag regelt dezelfde

aangelegenheden als het CISG en volgens hen zijn Staten zijn partij bij het OHADA-

Verdrag. Andere stemmen in de doctrine stellen dat de OHADA Uniform Acts geen

internationale overeenkomsten zijn die volgens art. 90 CISG prevaleren op het CISG.512 Er

moet daarom beroep worden gedaan op art. 94 CISG. Ingevolge dit artikel kunnen Staten

die dezelfde of nauw verwante rechtsregels hebben met betrekking tot de in het CISG

geregelde aangelegenheden, te allen tijde verklaren dat het CISG in dit geval niet van

toepassing zal zijn. Noch de Staten Benin, Gabon en Guinee noch OHADA zelf hebben

echter zo’n verklaring gemaakt. Daardoor zou het CISG prevaleren in de conflictsituaties

met de AUDCG.

306. Doet diezelfde problematiek zich ook voor onder het GEK? Het GEK vermijdt de

meeste conflicten met het CISG indien men aanvaardt dat de keuze voor het GEK een

510 Er is een conflict denkbaar in 2 situaties. Ofwel zijn beide partijen gevestigd in OHADA lidstaten die eveneens CISG Verdragsstaten zijn. Ofwel is slechts één van die OHADA lidstaten tegelijkertijd ook een CISG Verdragsstaat, en duidt het internationaal privaatrecht het recht van die Staat aan. 511 L. CASTELLANI, “Ensuring harmonization of contract law at regional and global level: the United Nations Convention on Contract for the International Sale of Goods and the role of UNCITRAL”, Uniform Law Review 2008, (115) 121; I. SCHWENZER, P. HACHEM en C. KEE, Global sales and contract law, Oxford, Oxford university press, 2012, 41, nr. 3.35. 512 F. Ferrari, “CISG and OHADA sales law. Or the relationship between global and regional sales law” in U. MAGNUS (ed.), CISG vs. regional sales law unification. With a focus on the new common European sales law, München, Sellier European slaw publishers, 2012, (79) 86-96; U. MAGNUS, “Concluding remarks” in U. MAGNUS (ed.), CISG vs. regional sales law unification. With a focus on the new common European sales law, München, Sellier European slaw publishers, 2012, (147) 149-150.

Page 126: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

114

impliciete uitsluiting van het CISG inhoudt.513 Niettemin zijn er complexe gevallen

denkbaar, die we eerder hebben besproken, waarbij het niet zomaar te aanvaarden is dat

het GEK prevaleert op het CISG.514 We stuiten dus op hetzelfde probleem als hetgeen zich

voordoet in de verhouding tussen het OHADA kooprecht en het CISG. In beide gevallen

lijkt een uitdrukkelijke verklaring conform artikel 94 CISG de beste oplossing.

307. Hindert OHADA het CISG? - Er wordt soms opgeworpen dat de regionale

harmonisatie via het OHADA kooprecht een hinderpaal vormt voor een universeel

kooprecht. Omdat de OHADA lidstaten reeds deel uitmaken van regionale harmonisatie

zullen ze mogelijks minder incentieven hebben om zich ook nog aan te sluiten bij het

CISG.515 Het nieuwe AUDCG van 2010 wijkt ook meer af van het CISG dan voorheen,

waardoor rechters minder vlug zullen kunnen teruggrijpen het CISG rechtsspraak.516

SCHMIDT meent dat de AUDCG problematischer is voor het CISG dan het GEK.517 In

tegenstelling tot het GEK is de AUDCG namelijk automatisch van toepassing op de

overeenkomsten die onder haar toepassingsgebied vallen. Volgens SCHMIDT zal het GEK

daarentegen als opt-in regime niet al te vaak worden gekozen en aldus het succes van het

CISG niet verstoren.

7. Toekomstperspectieven

A. De ontwikkeling van een Uniform Act on Contract Law

308. Algemeen - De AUDCG bevat enkel een uniforme regeling voor koopovereenkomsten

tussen handelaren. In 2001 besliste de Raad van Ministers te Bangui om een stap verder te

gaan en een groter deel van het contractenrecht verder een te maken in een afzonderlijke

Uniform Act on Contract Law (AUCL).518 In 2002 nam het Permanent Secretariaat van

OHADA contact op met UNIDROIT met de vraag om samen te werken aan een Preliminary

Draft Uniform Act on Contracts.519 UNIDROIT ging in op deze vraag en schoof MARCEL

513 Supra. nrs. 194. 514 Supra. nrs. 197-199. 515 CISG ADVISORY COUNCIL OPINION NO. 1, “The CISG and regional harmonization”, 3 augustus 2012 en http://www.cisg.law.pace.edu/cisg/CISG-AC-dec1.html. 516 K.-M. SCHMIDT, supra. noot 493, 293-294. 517 Ibid., 294-295. 518 CONSEIL DES MINISTRES DE L’ORGANISATION POUR L’HARMONISATION EN AFRIQUE DU DROIT DES AFFAIRES, “Compte rendu de la réunion du conseil des ministres de l’OHADA (Bangui, les 22 et 23 mars 2001)”, Journal Officiel de l’Organisation pour l’Harmonisation en Afrique du droit des affaires 2001, afl. 12, (3) 6-7. 519 X, “Preparation by UNIDROIT of a draft OHADA Uniform Act on contract law”, UNIDROIT.org 2014 en http://www.unidroit.org/en/legal-cooperation-and-research/121-legal-cooperation-and-research-scholarships/516-preparation-by-unidroit-of-a-draft-ohada-uniform-act-on-contract-law

Page 127: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

115

FONTAINE, Leuvense professor en lid van de UNIDROIT Werkgroep, naar voren om dit

project in goede banen te leiden.520

309. UNIDROIT Beginselen als model - De OHADA Ministerraad koos voor de UNIDROIT

Principles of International Commercial Contracts als model voor de OHADA AUCL. Het is de

bedoeling om zo de nieuwe Act zo dicht mogelijk bij de UNIDROIT Beginselen te laten

aansluiten. Dit brengt verscheidene voordelen met zich mee.521 De UNIDROIT Beginselen

zijn een modern instrument met een stevige internationale reputatie. Het wordt aanzien

als kwalitatief hoogstaand omdat ze worden ontwikkeld door befaamde academici van

diverse juridische achtergronden. De Beginselen hebben ook een universeel karakter,

hetgeen een sterk pluspunt is in deze globaliserende wereld. De Beginselen zijn ook al

gebruikt door verscheidene landen bij de hervorming van hun contractenrecht waardoor

OHADA deel zou uitmaken van een grotere rechtsfamilie. OHADA zou eveneens gebruik

kunnen maken van de bestaande wereldwijde rechtsleer en rechtspraak omtrent de

UNIDROIT Beginselen bij de toepassing van de Uniform Act.522 Tot slot zijn de Beginselen

ook beschikbaar in verscheidene talen. Dit is vanuit praktisch oogpunt een belangrijk

voordeel gezien de 4 officiële talen in OHADA.523 Niettemin worden de UNIDROIT

Beginselen niet louter gekopieerd in een nieuw instrument. Indien nodig worden de

Beginselen aangepast rekening houdend met de unieke Afrikaanse eigenschappen en

aangevuld waar nodig.524

310. Voorlopige versie - In 2004 werd het Ontwerp van de AUCL525 samen met een

uitvoerige toelichting526 ingediend bij het Permanent Secretariaat van OHADA. Er werd in

520 Ibid. 521 M. FONTAINE, “The draft OHADA Uniform Act on Contracts and the UNIDROIT Principles of International Commercial Contracts”, Uniform Law Review 2004, (573) 576. 522 S. K. DATE-BAH, “The UNIDROIT Principles of International Commercial Contracts and the Harmonisation of the Principles of Commercial Contracts in West and Central Africa”, Revue de Droit Uniforme 2004, (269) 272. 523 Bijna alle Verdragsstaten zijn Franstalig, behalve Equatoriaal-Guinea (tweetalig Frans en Spaans), Kameroen (tweetalig Frans en Engels) en Guinee-Bissau (Portugees). 524 Er is o.a. rekening gehouden met de hoge graad van analfabetisme in de regio. M. FONTAINE, OHADA Uniform Act on Contract Law: explanatory notes to the preliminary draft, 2004, 10, nr. 17, http://www.unidroit.org/english/legalcooperation/OHADA%20explanatory%20note-e.pdf; M. FONTAINE, “The draft OHADA Uniform Act on Contracts and the UNIDROIT Principles of International Commercial Contracts”, Uniform Law Review 2004, (573) 577-579. De voorlopige versie is ook uitermate geschikt voor de informele economie: C. M. DICKERSON, “OHADA’s proposed Uniform Act on Contract law: formal law for the informal sector”, European Journal of Law Reform 2001, 462-478. 525 M. FONTAINE, OHADA Uniform Act on contract law: preliminary draft, UNIDROIT, 2004, 48 p. en http://www.unidroit.org/english/legalcooperation/OHADA%20act-e.pdf (hierna: Draft UACL). 526 M. FONTAINE, OHADA Uniform Act on contract law: explanatory notes to the preliminary draft, UNIDROIT, 2004, 33 p. en http://www.unidroit.org/english/legalcooperation/OHADA%20explanatory%20note-e.pdf

Page 128: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

116

dit Ontwerp echter nog geen beslissing genomen omtrent het toepassingsgebied. Er

werden twee opties opgenomen: ofwel zou de AUCL van toepassing zijn op alle

overeenkomsten, ofwel alleen op overeenkomsten tussen handelaren.527 De voorkeur van

de rapporteur ging uit naar de eerste optie omdat een afzonderlijke regime voor de

handelscontracten en de overige contracten nodeloos complex zou zijn.528

311. Tot op heden is de Uniform Act on Contract Law nog niet uitgevaardigd door OHADA.

Het project stuitte namelijk op heel wat verzet in de rechtsleer uit de OHADA lidstaten.529

Er is ook nooit een einde gekomen aan de discussie of de Act enkel van toepassing zou

moeten zijn op handelsovereenkomsten of daarentegen een algemeen contractenrecht zou

moeten inhouden. Het Ontwerp is ondertussen al bijna 10 jaar oud, maar de laatste jaren

is er weinig tot geen vooruitgang geboekt. De toekomst van dit project lijkt dan ook hoogst

onzeker.

B. De toekomst van OHADA: verdere harmonisatie op het Afrikaanse continent

312. De Franse invloed is nog steeds zeer sterk in de OHADA aangezien een groot deel van

de Verdragsstaten voormalig Franse koloniën zijn530 en het overgrote merendeel Frans als

taal hebben. De invloed van het Franse rechtssysteem is niet alleen terug te vinden in de

Uniform Acts531 maar ook in de werking van de CCJA.532 In de toekomst lijkt het echter

waarschijnlijk dat men zich meer distantieert van het Franse regime. Dit is essentieel

indien OHADA wil uitbreiden over het gehele Afrikaanse continent.533 Zo wil men onder

meer naast het Frans ook het Engels, Portugees en Spaans toevoegen als officiële

werktalen van OHADA.534 Het voornaamste argument om afstand te nemen van de Franse

invloed is het voornemen om OHADA verder uit te breiden en ook Engelssprekende

landen met een common law achtergrond in te wijden.535 Mijns inziens was het dan ook

527 Art. 00/1 en art. 0/1 Draft UACL. 528 M. FONTAINE, supra. noot 526, 12-14. 529 S. MANCUSO, “La coexistence du droit civil et du common law en Afrique”, http://www.institut-idef.org/IMG/pdf/M._MANCUSO_La_coexistence_du_droit_civil_et_du_common_law_en_Afrique.pdf, 8-9. 530 Senegal, Mali, Guinee, Niger, Burkina Faso, Ivoorkust en Benin zijn voormalig Franse koloniën. 531 Zie hierover: M. KONÉ, Le nouveau droit commercial des pays de la zone OHADA: comparaison avec le droit Français, Parijs, LGDJ, 2003, xiv + 416 p. 532 C.M. DICKERSON, “Harmonizing Business Laws in Africa: OHADA calls the tune”, Columbia Journal of Transnational Law 2005, (17) 20-22. 533 S. EL SAADANI, “Communication: OHADA, a continent-wide perspective”, Revue de droit uniforme 2008, 485-488. 534 Huidig art. 42 OHADA Verdrag vermeldt enkel Frans als werktaal; C.M. DICKERSON, “Harmonizing Business Laws in Africa: OHADA calls the tune”, Columbia Journal of Transnational Law 2005, (17) 21. 535 S. K. DATE-BAH, “The preliminary Draft OHADA Uniform Act on Contract Law as seen by a common law lawyer”, Revue de droit uniforme 2008, 217-222.

Page 129: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

117

een uitstekende keuze om de Uniform Act betreffende het contractenrecht niet te laten

inspireren door het Frans recht maar door de universele UNIDROIT Beginselen. Deze

Beginselen hebben geen common law noch een civil law oorsprong maar weerspiegelen de

belangrijkste internationale principes in het contractenrecht van alle belangrijke

rechtsordes in de wereld. Dit zal gemakkelijker aanvaard worden door de Engelsprekende

landen in Afrika dan een wetsinstrument die duidelijk civil law-rechtelijk geïnspireerd is.

C. Troeven van het CISG in de Afrikaanse regio

313. Enkel OHADA-lidstaten Benin536, Gabon537 en Guinee538 zijn aangesloten bij het

Weens Koopverdrag. De toetreding van andere OHADA-lidstaten zou volgens CASTELLANI

nochtans een belangrijke stap zijn naar verdere economische ontwikkeling.539 Het CISG

bevat een set van moderne regels nodig om de internationale handel in de regio verder te

stimuleren. Er moet niet alleen gekeken worden naar de regionale handel, maar ook naar

de deelname van de West-Afrikaanse landen in de globale handel. Het CISG zou bovendien

gemakkelijker de verschillen tussen de civil en common law jurisdicties in West-Afrika

kunnen overbruggen dan de OHADA wetten die sterk door het Franse recht beïnvloed

zijn.540

314. Handelaren uit ontwikkelingslanden zouden ook een potentieel groot voordeel

kunnen doen met het CISG bij het sluiten van een contract met een partij gevestigd in een

ontwikkeld land. In deze contracten zal vandaag haast altijd een rechtskeuze worden

gemaakt voor het nationaal recht van het ontwikkelde land. Dit speelt in het nadeel voor

de handelaar uit het ontwikkelingsland omdat hij wordt geconfronteerd met een vreemd

recht. Het CISG zou in een neutraler en schappelijker rechtsregime kunnen bieden voor

beide partijen.541 De kans blijft weliswaar bestaan dat de partij gevestigd in het

ontwikkelde land een opting-out kan doordrijven en het CISG aldus uitsluiten ten voordele

536 http://www.cisg.law.pace.edu/cisg/countries/cntries-Benin.html. 537 http://www.cisg.law.pace.edu/cisg/countries/cntries-Gabon.html. 538 http://www.cisg.law.pace.edu/cisg/countries/cntries-Guinea.html. 539 L. G. CASTELLANI, “Esuring harmonisation of contract law at regional and global level: the United Nations Convention on Contracts for the International Sale of Goods and the Role of UNCITRAL”, Uniform Law Review 2008, (115) 122-123. Ook S. K. BATE-BAH ijvert voor de toetreding van Afrikaanse Staten tot het Weens Koopverdrag, zie: S.K. BATE-BAH, “The case for accession to, or ratification of, the Vienna United Nations Conventions on the International Sale of Goods 1980 by African states”, European Journal of Law Reform 2011, 360-369. 540 L. G. CASTELLANI, supra. noot 539, 123-124. 541 L. G. CASTELLANI, “Promoting the adoption of the United Nations Convention on Contracts for the International Sale of Goods (CISG)”, Vindobona Journal of International Commercial Law & Arbitration 2009, (241) 246-247.

Page 130: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

118

van zijn eigen nationaal recht. Niettemin is het logisch dat een Westerse partij vlugger het

CISG zal aanvaarden dan onbekend recht uit een Afrikaans land.

Page 131: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

119

Afdeling 4. Oost-Azië en de Principles of Asian Contract Law

1. Inleiding

315. Oost-Azië behoort tot werelds belangrijkste economische regio’s. Economische

grootmachten zijn onder meer China, Japan en Zuid-Korea (respectievelijk de tweede,

derde en vijftiende grootste economie ter wereld).542 Oost-Azië wordt gekenmerkt door

vergaande rechtsdiversiteit: er zijn zowel civil law, common law en gemengde

rechtsstelsels terug te vinden.543

316. Naar het voorbeeld van de UNIDROIT PICC en de PECL, is men in Oost-Azië begonnen

met de ontwikkeling van de “Principles of Asian Contract Law”. Dit academisch initiatief

heeft als bedoeling een juridisch kader te creëren voor een uniform contractenrecht in de

regio.

2. Achtergrond en beknopte bespreking van de PACL

317. De PACL is een recent initiatief dat zich nog volop in de ontwikkelingsfase bevindt.

Eind 2009 kwamen verscheidene professoren544 uit Zuid-Korea, Japan en China overeen

om de PACL te ontwerpen en forums in de toekomst te organiseren omtrent dit

onderwerp.545 Er zijn ondertussen al reeds acht forums geweest.546 Het doel van de PACL

is de creatie van een reeks contractenrechtelijke regels en beginselen die geschikt zijn

voor de Aziatische landen.

318. Modelwet - De PACL wordt opgesteld naar het voorbeeld van de PECL.547 Het is niet

de bedoeling om een nieuw recht te ontwikkelen bij wijze van verdrag. Net zoals de PECL

542 INTERNATIONAL MONETARY FUND, “Report for Selected Countries and Subjects”, World Economic Outlook Database 2014 en http://www.imf.org/external/pubs/ft/weo/2014/01/weodata/index.aspx. 543 I. SCHWENZER, P. HACHEM en C. KEE (eds.), Global Sales and Contract Law, Oxford, Oxford University Press, 2012, 29-31, nrs. 2.116-2.131. 544 Professor YOUNG JUN LEE (Zuid-Korea), NAOKI Kanayama (Japan), NAOKO KANO (Japan) en SHIYUAN

HAN (China). 545 S. HAN, “Principles of Asian Contract Law: an endeavor of regional harmonization of contract law in East Asia”, Villanova Law Review 2013, (589) 590. 546 First PACL Forum: General Principles and Interpretation of Contracts (Keio University, maart 2010); Second PACL Forum: Formation of Contract (Ho Chi Minh University, augustus 2010); Third PACL Forum: Non-performance (Seoul University, december 2010); Fourth PACL Forum: Validity of Contract (Osaka, mei 2011); Fifth PACL Forum: Performance (Tsinghua University, september 2011); Sixth PACL Forum: Non-performance (Seoul University, december 2011); Seventh PACL Forum: General matters, Performance and Non-performance (Keio University, maart 2012); Eighth PACL Forum: Performance and Non-performance (Seoul University, december 2012). 547 FONDATION POUR LE DROIT CONTINENTAL, CIVIL LAW INITIATIVE, “Harmonization of regional laws on obligations”, Fondation Du Droit Contiental 2014 en

Page 132: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

120

wordt de PACL een soft law instrument of modelwet dat geen juridische bindende kracht

heeft. Het is een academisch initiatief dat los staat van een regelgevende politieke

instantie.548

319. Restatement en innovatie - De PACL zal in belangrijke mate een weergave zijn van

de gemeenschappelijke beginselen en regels die terug te vinden zijn in de Aziatische

landen. Het gaat dus om een “restatement” van het Aziatisch contractenrecht, vergelijkbaar

met de Amerikaanse Restatements of Law. Deze beginselen moeten uit het recht worden

gehaald door een rechtsvergelijkende studie van het bestande Aziatische recht.549 Indien

de PACL te weinig zou aansluiten bij het bestaande recht bestaat de vrees dat het niet zal

worden aanvaard in de rechtspraktijk. Niettemin benadrukt SHIYUAN HAN dat er

tegelijkertijd ook aandacht moet zijn voor innovatie waar nodig: “An ideal PACL can only be

obtained by utilizing the restatement as the basis for the PACL and then going beyond that

base.”550

3. Het Weens Koopverdrag in Azië

320. In 1988 trad het Weens Koopverdrag in werking in China.551 In Zuid-Korea552 en

Japan553 trad het Verdrag pas in werking respectievelijk in 2005 en 2009. Gezien deze drie

landen reeds aangesloten zijn bij het CISG werpt de vraag zich op of er wel nood is aan de

PACL.

321. SHIYUAN HAN is van mening dat er wel degelijk behoefte is aan de PACL.554 Ten eerste

heeft het Weens Koopverdrag een beperkt toepassingsgebied en werkingssfeer. Het regelt

enkel koopovereenkomsten en vele punten zijn niet geregeld in het Verdrag. Ten tweede is

het CISG sterk beïnvloed door het Westen. Het Verdrag is ontwikkeld door Europese en

Amerikaanse academici waardoor er weinig rekening werd gehouden met andere

rechtsregimes dan de Europees-continentale civil law en de Engels-Amerikaanse common

http://www.fondation-droitcontinental.org/en/our_action/harmonization-of-regional-laws-on-obligations/. 548 S. HAN, “Principles of Asian Contract Law: an endeavor of regional harmonization of contract law in East Asia”, Villanova Law Review 2013, (589) 592-593. 549 S. HAN, supra. noot 548, 596-597. 550 S. HAN, supra. noot 548, 597. 551 http://www.cisg.law.pace.edu/cisg/countries/cntries-China.html 552 http://www.cisg.law.pace.edu/cisg/countries/cntries-Japan.html 553 http://www.cisg.law.pace.edu/cisg/countries/cntries-Korea.html 554 S. HAN, supra. noot 548, 591.

Page 133: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

121

law.555 De PACL zouden daarentegen een kans zijn om de Oost-Aziatische visie te

weerspiegelen.

322. Er zijn echter sterke twijfels over de slaagkans van dit project gezien de

uiteenlopende rechtsdiversiteit in Oost-Azië. Sommige auteurs zijn van mening dat het

CISG reeds de voornaamste gemeenschappelijke kern van het Oost-Aziatisch

contractenrecht weergeeft.556 Er zit wel waarheid in dat waarden en culturen in Azië op

bepaalde punten sterk verschillen van de Westerse,557 maar er is geen sprake van de

Aziatische waarden: de culturele waarden (die weerspiegeld worden in de rechtspraktijk)

verschillen ook heel sterk in de Aziatische landen onderling. GARY F. BELL meent daarom

dat regionale harmonisatie in Azië geen voordelen biedt ten opzichte van het Weens

Koopverdrag.558

4. Vergelijking met de eenmaking van het Europees contractenrecht

323. De Europese situatie is zeer verschillend van deze in de Oost-Aziatische regio. Het

belangrijkste onderscheid is het bestaan een statenverband in Europa. Oost-Azië heeft

geen gelijkaardige organisatie als de Europese Unie. Eenmaking in Oost-Azië is dan ook

veel moeilijker te bereiken dan in de EU. De PACL zal geen voorloper te zijn van een

uniform hard law instrument in Oost-Azië (hetgeen wel zou kunnen gezegd worden van de

PECL).559 Desalniettemin kan de PACL een belangrijke invloed uitoefenen op de nationale

wetgevers die het nationaal contractenrecht hervormen. Men zou de PACL als een

555 G. BELL, “Harmonisation of contract law in Asia - harmonising regionally or adopting global harmonisations - the example of the CISG”, Singapore Journal of Legal Studies 2005, (362) 363. 556 G. BELL, supra. noot 555, 368; I. SCHWENZER, P. HACHEM en C. KEE, Global sales and contract law, Oxford, Oxford university press, 2012, 32, nr. 2.135. 557 Toch moet dit genuanceerd worden voor onder meer China en Japan. Het contractenrecht en de rechtspraktijk in China wordt tevens sterk beïnvloed door het Weens Koopverdrag Het Chinese contractenrecht heeft zich op bepaalde vlakken laten inspireren door het CISG. Praktiserende advocaten sluiten de toepassing van het CISG ook zelden uit. Het lijkt dus niet juist te argumenteren dat het CISG haaks op de Chinese rechtscultuur staat. Zie: S. HAN, “China” in F. FERRARI, The CISG and its impact on national legal systems, München, Sellier European Law Publishers, 2008, (71) 72 en 84-87. In Japan is het Weens Koopverdrag nog niet zo heel lang in werking. Maar reeds voor de inwerkingtreding oefende het Verdrag een invloed uit op het Japanse contractenrecht. In Japan lijkt er dus ook geen groot conflict te zijn met de waarden in het CISG en de Japanse waarden. Het CISG heeft ook een invloed op de herziening van het Japanse Burgerlijk Wetboek. Zie: H. SONO, Japan’s accession to the CISG: the Asia factor, Pace International Law Review 2008, (105) 108-110; S. Hayakawa, “Japan” in F. FERRARI, The CISG and its impact on national legal systems, München, Sellier European Law Publishers, 2008, 225-230; A. KAMO, “Crystallization, unification, or differentiation? The Japanese Civil Code (law of obligations) reform commission and basic reform policy (draft proposals)”, Columbia Journal of Asian Law, 171-211. 557 G. BELL, supra. noot 555, 367-368. 558 Ibid. 559 O. LANDO, “Principles of European Contract Law: a first step towards a European Civil Code?”, International Business Law Journal 1997, 189-202.

Page 134: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

122

inspiratiebron kunnen gebruiken en zo indirect tot harmonisatie kunnen komen in de

regio.560

560 S. HAN, surpra. noot 548, 599.

Page 135: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

123

Besluit

324. De rechtsdiversiteit is een belangrijk obstakel voor de grensoverschrijdende handel.

De globalisatie en de daarmee gepaarde groei van de internationale handel voedt de nood

aan harmonisatie of eenmaking van het recht om een antwoord te bieden op deze

problematiek. Wereldwijd zijn er (en worden er nog steeds) diverse instrumenten met

uniform koop- of contractenrecht ontwikkeld.

325. Empirisch onderzoek in de EU heeft aangetoond dat de diversiteit van het

contractenrecht wel degelijk als een probleem wordt ervaren door ondernemingen. Er is

dus een zekere behoefte aan een uniform kooprecht. Op 11 oktober 2011 kwam de

Europese Commissie op de proppen met een voorstel voor een gemeenschappelijk

Europees kooprecht. Het voorstel voorziet in een secundaire en facultatieve regeling. Het

GEK zal autonoom bestaan naast het nationaal kooprecht en is enkel van toepassing indien

contractspartijen daar vrijwillig voor kiezen (opting-in). Het toepassingsgebied strekt zich

uit over zowel de consumenten- als de handelskoop. Er wordt duidelijk veel belang

gehecht aan de bescherming van consumenten en kmo’s.

326. Het GEK bevat bovendien ook heel wat innovatieve bepalingen die toegejuicht

moeten worden. Er kan daarbij bijvoorbeeld worden gedacht aan de regeling omtrent de

levering van digitale inhoud, wat steeds belangrijker wordt in de moderne

informatiemaatschappij. Toch stuitte het GEK op heel wat kritiek, onder meer omtrent

diens beperkt toepassingsgebied. Er wordt dan ook gevreesd dat contractspartijen het

GEK links zullen laten liggen waardoor het instrument dode letter zal blijven.

327. In haar Wetgevingsresolutie van 2014 stelt het Europees Parlement een lange

waslijst van amendementen voor. Een resem van deze wijzigingen vormen een duidelijke

verbetering op het voorstel van de Commissie. De belangrijkste wijziging is echter te

betreuren: de beperking tot overeenkomsten op afstand. Een nog strikter gelimiteerd

toepassingsgebied zal verder bijdragen tot de fragmentatie van het recht en het

instrument minder aantrekkelijk maken voor contractspartijen.

328. De toekomst van het GEK is vandaag nog onzeker. Het voorstel moet nog worden

voorgelegd aan de Raad van de Europese Unie. Het is reëel dat het GEK strandt omwille

van de sterke politieke tegenkanting in bepaalde lidstaten.

Page 136: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

124

329. Indien het GEK zal worden ingevoerd, dan zullen we in de EU te maken krijgen met

een drieledig rechtsregime voor contracten: het nationaal recht, het GEK en het Weens

Koopverdrag van 1980. Het CISG is de dag van vandaag het belangrijkste instrument met

uniform kooprecht ter wereld. Dit internationaal Verdrag is automatisch van toepassing

op internationale koopovereenkomsten die vallen binnen haar toepassingsgebied. Partijen

kunnen de toepassing wel uitsluiten. In tegenstelling tot het GEK gaat het hier dus om een

opt-out systeem. Het CISG is enkel van toepassing op de handelskoop. Er is een beperkte

overlapping mogelijk voor deze overeenkomsten met het GEK aangezien bijna alle EU-

lidstaten het CISG hebben geratificeerd. De keuze voor het GEK kan in principe worden

beschouwd als de opting-out voor het CISG. Toch zijn er gevallen waarin de verhouding

tussen beide instrumenten onduidelijk is.

330. De ervaringen met het CISG levert nuttige inzichten op voor de toekomst van het

GEK. In heel wat landen, waaronder de Verenigde Staten, staan contractspartijen afkerig

tegen het gebruik van het CISG en maken ze dan ook dankbaar gebruik van de

mogelijkheid om de toepassing ervan uit te sluiten. Eén van de redenen hiervoor is de

onzekerheid die een nieuw en onbekend instrument met zich meebrengt. Partijen blijven

liever hun vertrouwde regime gebruiken en willen de start-up kosten niet maken om te

leren werken met een nieuw kooprecht. Ook het GEK zal als nieuw instrument gepaard

gaan met start-up kosten. Het valt sterk te betwijfelen of het GEK voldoende voordelen

biedt voor contractspartijen opdat ze wel bereid zouden zijn om deze initiële kosten te

maken.

331. Een belangrijk voordeel van het GEK tegenover het CISG is de rol van het HVJ die

toezicht kan houden op de uniforme uitlegging en toepassing. Niettemin lijkt het HVJ

vandaag niet in staat deze taak naar behoren op te nemen omwille van de huidige

overbelasting van het Hof hetgeen de procedures aanzienlijk zal vertragen.

332. De UNIDROIT Beginselen zijn een tweede instrument met een globaal kooprecht.

UNIDROIT hanteert echter een andere methode dan het CISG en het GEK. De PICC is een

soft law instrument of een modelwet. De Beginselen zijn vooral succesvol gebleken als

inspiratiebron voor nationale wetgevers. Partijen kunnen ook beslissen om de Beginselen

toe te passen op hun contract maar dit gebeurt zeer zelden. Hopelijk is dit geen voorbode

voor het GEK dat eveneens afhangt van de vrijwillige opting-in. Er moet echter op gewezen

worden dat de keuze voor de Beginselen niet te vergelijken is met de keuze voor het GEK.

Ingeval van de PICC gaat het in principe om de loutere incorporatie van de Beginselen in

het contract via contractuele clausules. In tegenstelling tot het GEK gaat het dus niet om

Page 137: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

125

een rechtsregime dat het contract beheerst. Tot slot toont de ervaring met de PICC ook aan

dat de opleiding aan de rechtenfaculteiten een belangrijke rol kan spelen voor het gebruik

van het instrument in de praktijk. Het GEK zal meer kans op slagen hebben indien het

uitgebreid aan bod komt in het curriculum van de Europese rechtenopleidingen.

333. De Verenigde Staten is net zoals de EU een regio waar het probleem van de

rechtsdiversiteit de kop opstak. De Restatement of the Law hebben bijgedragen tot de

harmonisatie van het recht. De belangrijkste rol is echter weggelegd voor de Uniform

Commercial Code. De UCC is van oorsprong soft law: het ging om een modelwet zonder

bindende kracht. Na verloop van tijd is de UCC aangenomen als wetgeving door de

individuele Amerikaanse Staten. De UCC speelt vandaag een essentiële rol in de alledaagse

rechtspraktijk. Of het GEK in die voetsporen zal treden valt te betwijfelen. Ten eerste stuit

het GEK op sterke politieke tegenkanting terwijl de UCC vrijwillig door de Staten werd

aanvaard. Ten tweede vervangt de UCC het statelijk kooprecht indien ingevoerd door de

wetgever. Het succes van het GEK zal als optioneel regime afhangen van de vrijwillige

opting-in door de partijen. Een nadeel van de UCC is de gebrekkige uniformiteit gezien de

verschillen in de statelijke wetgeving. Het GEK zal als Europese verordening meer

uniformiteit bieden.

334. Ook in Afrika worden pogingen tot eenmaking ondernomen. De totstandkoming van

OHADA werd ingegeven door de nood aan modernisatie van het recht en de problemen

betreffende de rechtsdiversiteit. Deze organisatie vaardigt Uniform Acts uit die het

nationaal recht van de lidstaten vervangt. Hierin ligt een duidelijk verschil met een

secundair regime als het GEK. Eén van de OHADA Acts bevat een eenvormig

handelskooprecht dat sterkt overeenstemt met het CISG. Een opperste gerechtshof, de

CCJA, heeft het laatste woord over de interpretatie van de Uniform Acts in de lidstaten.

335. Van de huidige 17 OHADA-lidstaten zijn er slechts drie die het CISG geratificeerd

hebben. Net zoals we hebben gezien in het licht van het GEK zijn er ook hier situaties

denkbaar waarbij het Weens Koopverdrag en het OHADA kooprecht in conflict komen met

elkaar. Deze situatie zou het best geregeld worden door gebruik te maken van de

reservatie in artikel 94 CISG. Toch heeft nog geen enkele lidstaat, noch OHADA zelf, reeds

zo’n verklaring gemaakt.

336. De laatste regio die aan bod is gekomen was Oost-Azie. Naar het voorbeeld van de

PECL is men daar begonnen met de ontwikkeling van de “Principles of Asian Contract Law”.

De bedoeling is een modelwet tot stand te brengen die de gemeenschappelijke beginselen

Page 138: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

126

en regels in de Aziatische landen weergeeft. Het project wordt evenwel kritisch onthaald.

Bepaalde auteurs zijn van mening dat het CISG reeds de kern van de gemeenschappelijke

beginselen weergeeft en dat er bovendien geen behoefte is aan de PACL. Eenmaking in

Oost-Azië is in elk geval een stuk moeilijker te verwezenlijken dan in Europa aangezien er

geen Aziatische organisatie is die te vergelijken is met de EU.

337. Om af te sluiten zal er een overzicht worden gegeven van de belangrijkste inzichten

voor het GEK die we hebben geleerd door te kijken naar het uniform koop- en

contractenrecht wereldwijd.

Ten eerste zal het GEK zich als optioneel instrument voldoende moeten kunnen

onderscheiden van het bestaande nationaal en internationaal recht. Het huidig voorstel

bevat enkele innovatie bepalingen maar omwille van het beperkte toepassingsgebied is de

kans groot dat het GEK weinig succes zal kennen. Het uitbreiden van het

toepassingsgebied (en niet beperken zoals het Europees Parlement voorstelt) zou een

grote stap voorwaarts zijn.

Ten tweede is het aan te raden dat bepaalde onduidelijkheden omtrent de

toepassing beter worden geregeld. Er zullen problemen optreden ingeval van

overeenkomsten met partijen gevestigd buiten de EU. Bovendien is de verhouding tussen

het GEK en het CISG in bepaalde omstandigheden schimmig. Ook dit verdient verdere

verduidelijking.

Ten derde moet er gewezen worden op een pluspunt van het GEK, namelijk haar

relatief sterke waarborgen op uniformiteit. Andere instrumenten tonen aan dat het vaak

zeer moeilijk is om tot een uniforme toepassing te komen in de praktijk. Het GEK zal als

Europese verordening weinig speelruimte laten voor de nationale wetgevers. Bovendien

kan het HVJ een belangrijke rol spelen als waakhond voor het GEK.

Tot slot hebben we geleerd dat de eenmaking en harmonisatie van het recht een

lang en moeizaam proces is. De kans op falen van het GEK is bestaande, maar dit zal niet

het einde betekenen van de verdere eenmaking van het Europees contractenrecht.

Bovendien heeft het GEK nu al bewezen een nuttige denkoefening te zijn met groot

theoretisch belang. We moeten nu afwachten wat de toekomst ons zal brengen.

Page 139: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

127

Bibliografie

1. Wetgeving in ruime zin

- Act relating to General Commercial Law, van 15 december 2010, Journal Officiel

OHADA 11 februari 2011, nr. 23.

- Acte uniforme sur le droit commercial general van 17 april 1997, Journal Officiel

OHADA 1 oktober 1997, nr. 1.

- American Law Institute Certificate of Incorporation, 23 februari 1926, Washington

D.C.

- Besluit van de Commissie tot oprichting van de deskundigengroep voor het

gemeenschappelijk referentiekader op het gebied van het Europees

contractenrecht, Brussel, 26 april 2010, 2010/233/EU.

- Conseil des Ministres de l’Organisation pour l’Harmonisation en Afrique du Droit

des Affaires, “Compte rendu de la réunion du conseil des ministres de l’OHADA,

Bangui, les 22 et 23 mars 2001, Journal Officiel de l’Organisation pour

l’Harmonisation en Afrique du droit des affaires 2001, afl. 12, 3-8.

- Groenboek van de Commissie over beleidsopties voor de ontwikkeling van een

Europees contractenrecht voor consumenten en ondernemingen, Brussel, 1 juli

2010, COM (2010) 348 def.

- Groenboek van de Commissie over beleidsopties voor de ontwikkeling van een

Europees contractenrecht voor consumenten en ondernemingen, Brussel, 1 juli

2010, COM (2010) 348 def.

- Mededeling van de Commissie aan de Raad van het Europees Parlement over

europees verbintenissenrecht, Brussel, 11 juli 2001, COM (2001) 198 def.

- Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement inzake een coherenter

europees verbintenissenrecht: een actieplan, Brussel, 12 februari 2003, COM

(2003) 068 def.

- Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees

Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s: Een

Gemeenschappelijk Europees Kooprecht om grensoverschrijdende transacties in

de eengemaakte markt te vergemakkelijken, Brussel, 11 oktober 2011, COM

(2011) 636 def.

- Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees

Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s: Het aanboren van het

potentieel van cloud computing in Europa, Brussel, 27 september 2012, COM

(2012) 529 final.

Page 140: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

128

- Resolutie 2205 (XXI) van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (17

december 1966).

- Resolutie van het Europees Parlement over beleidsopties voor de ontwikkeling

van een Europees contractenrecht voor consumenten en ondernemingen,

Straatsburg, 8 juni 2011, P7_TA (2011) 0262.

- Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005

betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten

op de interne markt.

- Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober

2011 betreffende consumentenrechten, tot wijzing van de Richtlijn 93/13/EEG

van de Raad en van Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad

en tot intrekking van Richtlijn 85/577/EEG en van Richtlijn 97/7/EG van het

Europees Parlement en de Raad.

- Traité relatif à l’Harmonisation en Afrique du Droit des Affaires, Port Louis, 1993.

- Traité relatif à l’Harmonisation en Afrique du Droit des Affaires, Port Luis, 17

oktober 1993.

- UNIDROIT International Institute for the Unification of Private Law Statute, Rome,

26 maart 1993.

- Verdrag betreffende de Europese Unie, Pb. L., C. 83, nr. 53, 30 maart 2010, 13-46.

- Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Pb. L., C. 83, nr. 53, 30

maart 2010, 13-45.

- Verdrag der Verenigde Naties inzake Internationale Koopovereenkomsten

betreffende Roerende Zaken, Wenen, 11 april 1980.

- Verdrag houdende een Eenvormige Wet inzake Internationale Koop van Roerende

Lichamelijke Zaken (ULIS), Den Haag, 1 juli 1964.

- Verdrag houdende een Eenvormige Wet inzake Totstandkoming van

Internationale Koopovereenkomsten betreffende Roerende Lichamelijke Zaken,

Den Haag, 1 juli 1964.

- Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad

betreffende een gemeenschappelijk Europees Kooprecht, Brussel, 11 oktober

2011, COM (2011) 635 def.

- Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een

Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een

gemeenschappelijk Europees kooprecht, Straatsburg (voorlopige uitgave), 26

februari 2014, P7_TA-PROV(2014)0159 en

http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?type=TA&reference=P7-TA-

2014-0159&language=NL

Page 141: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

129

2. Rechtspraak

A. België

- Cass. 19 juni 2009, C.07.0289.N.

B. Rest van Europa

- Appellate Court Grenoble (Frankrijk), 16 juni 1993,

http://cisgw3.law.pace.edu/cases/930616f1.html

- Appellate Court Köln (Duitsland), 26 Augustus 1994,

http://cisgw3.law.pace.edu/cases/940826g1.html.

- Appellate Court Celle (Duitsland), 24 mei 1995,

http://cisgw3.law.pace.edu/cases/950524g1.html

- Appellate Court Stuttgart (Duitsland), 28 februari 2000,

http://cisgw3.law.pace.edu/cases/000228g1.html

- District Court Rimini (Italië), 26 November 2002,

http://cisgw3.law.pace.edu/cases/021126i3.html.

- Appellate Court Jura (Zwitserland), 3 november 2004,

http://cisgw3.law.pace.edu/cases/041103s1.html.

C. Afrika

- AVIS N°001/2001/EP, http://web.ohada.org/doctrine-et-

jurisprudence/fr/actes/default/3294,avis-n0012001ep.html

Page 142: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

130

Literatuur

A. Boeken

- BA, S., “The example of the Organization for the Harmonisation of Business Law in

Africa (OHADA)” in R. V. VAN PUYMBROECK (ed.), Comprehensive legal and judicial

development: towards an agenda for a just and equitable society in the 21st century,

Washington D.C., The World Bank, 2001, 413-424.

- BASEDOW, J., “An EU law for cross-border sales only – Its meaning and implications

in open markets” in M. BONELL, M., M.-L. HOLLE en P. NIELSEN (eds.), Liber amicorum

Ole Lando, Kopenhagen, DjØf Publishing, 2012, 27-44.

- BIANCA, C.M. en BONELL, M.J., Commentary on the international sales law. The 1980

Vienna Sales Convention, Milaan, Giuffrè, 1987, xvii + 886 p.

- BONELL, J. (ed.), A new approach to international commercial contracts: the

UNIDROIT principles of international commercial contracts, Den Haag, Kluwer law

international, 1999, xii + 441 p.

- BONELL, M.J., An international restatement of contract law. The UNIDROIT principles

of international commercial contracts, Ardsley, Transnational Publishers, 2005, xiii

+ 691 p.

- BRIDGE, M., The international sales of goods: law and practice, Oxford, Oxford

University Press, 2007, lxv + 770 p.

- BUTLER, A., “Application of the CISG” in A. BUTLER, A pratical guide to the CISG:

negotiations through litigation, New York, Aspen Publishers, losbl., 21 p.

- CLAEYS, I. en FELTKAMP, R. (eds.), The Draft Common European Sales Law: Towards

an alternative sales law? A Belgian perspective, Antwerpen, Intersentia, 2013, xix +

336p.

- CLIVE, E., VON BAR, C. en SCHULTE-NÖLKE, H. (eds.), Principles, Definitions and Model

Rules of European Private Law: Draft Common Frame of Reference (DCFR),

München, Sellier European Law Publishers, 2009, vi + 643 p.

- ENDERLEIN, F. en MASKOW, D., International sales law, United Nations Convention on

the Contracts for the International Sale of Goods / Convention on the Limitation

Period in the International Sale of Goods, New York, Oceana Publications, 1992, xv +

479 p.

- FARNSWORTH, A., An introduction to the legal system of the United States, Londen,

Oceana publications, 1983, ix + 172 p.

- FERRARI, F. , FLECHTNER, H. en R. BRAND (eds.), The draft UNCITRAL Digest and

beyond: cases analysis and unresolved issues in the UN Sales Convention, München,

Sellier, 2004, ix + 875 p.

Page 143: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

131

- FERRARI, F., “Homeward trend: what, why and why not” in A. JANSSEN en O. MEYER

(eds.), CISG methodology, München, Sellier, 2009, 171-206.

- FERRARI, F., The CISG and its impact on national legal systems, München, Sellier

European Law Publishers, 2008, 489 p.

- FLECHTNER, H., “Globalization of law as documented in the law on international

sales of goods” in J. ERAUW en P. TAELMAN (eds.), XXXVe Willy Delva: Nieuw

internationaal privaatrecht: meer Europees, meer globaal in Gandaius PUC Willy

Delva, Mechelen, Kluwer, 2009, 541-558.

- FLECHTNER, H., “The CISG in U.S. courts: the evolution (and devolution) of the

methodology of interpretation”, in F. Ferrari (ed.), Quo Vadis CISG? Celebrating the

25th anniversary of the United Nations Convention on Contracts for the International

Sale of Goods, Brussel, Forum Européen de la Communication, 2005, 91-111.

- FLECHTNER, H., “The CISG’s impact on international unification efforts: the

UNIDROIT Principles of International Commercial Contracts and the Principles of

European Contract Law” in F. FERRARI (ed.), The 1980 Uniform Sales Law. Old issues

revisited in the light of recent experiences, München, Sellier European Law

Publishers, 2003, 196-197.

- GOODE, R., KRONKE, H., MCKENDRICK, E. en WOOL, J., Transnational commercial law:

international instruments and commentary, Oxford, Oxford university press, 2004, l

+ 1058 p.

- GORLÉ, F., BOURGEOIS, G., BOCKEN, H., REYNTJENS, F., DE BONDT, W. en LEMMENS, K.,

Rechtsvergelijking, Mechelen, Wolters Kluwers, 2007, 278 p.

- HARTKAMP,A., HESSELINK, M., HONDIUS, E., JOUSTRA, C., DU PERRON, E., en VELDMAN, M.

(eds.), Towards a European Civil Code, Nijmegen, Kluwer Law International, 2011,

xvi + 847 p.

- HONDIUS, E., HEUTGER, V., JELOSCHEK, C., SIVESAND, H. en WIEWIOROWSKA, A., Principles

of European Law: Study Group on a European Civil Code - Sales, München, Sellier

European Law Publishers, 2008, xl + 485 p.

- HONNOLD, J. en FLECHTNER, H., Uniform law for international sales under the 1980

United Nations Convention, Alphen aan den Rijn, Kluwer Law International, 2009,

xliv + 713 p.

- HONNOLD, J., Uniform Law for International Sales under the 1980 United Nations

Convention, Den Haag, Kluwer Law International, 1999, xix + 608 p.

- HUBER, P. en MULLIS, A., The CISG: a new textbook for students and practitioners,

München, Sellier, 2007, xxiii + 408 p.

- INTERNATIONAL INSITUTE FOR THE UNIFICATION OF PRIVATE LAW, UNIDROIT Principles of

International Commercial Contracts 2010, Rome, UNIDROIT, 2010, xlv + 454 p.

Page 144: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

132

- INTERNATIONAL INSITUTE FOR THE UNIFICATION OF PRIVATE LAW, UNIDROIT Principles of

International Commercial Contracts 2004, Rome, UNIDROIT, 2004, xxviii + 385 p.

- INTERNATIONAL INSITUTE FOR THE UNIFICATION OF PRIVATE LAW, UNIDROIT Principles of

International Commercial Contracts 1994, Rome, UNIDROIT, 1994, xx + 256 p.

- KONÉ, M., Le nouveau droit commercial des pays de la zone OHADA: comparaison

avec le droit Français, Parijs, LGDJ, 2003, xiv + 416 p.

- KRÖLL, S., MISTELIS, L. en VISCASILLAS, P. (ed.), UN Convention on Contracts for the

International Sale of Goods (CISG). Commentary, München, Hart Publishing, 2011,

lxiii + 1251 p.

- LANDO, O. en BEALE, H. (eds.), Principles of European Contract Law, Parts I and II,

Combined and Revised, Prepared by the Commission on European Contract Law, Den

Haag, Kluwer Law International, 2000, xlviii + 561 p.

- LANDO, O. en BEALE, H., Principles of European Contract Law Part I: performance,

non-performance and remedies, Prepared by the Commission on European Contract

Law, Dordrecht, Maretinus Nijhoff Publishers, 1995, xxi + 268 p.

- LANDO, O., PRÜM, A., CLIVE, E. en ZIMMERMAN, R. (eds.), Principles of European

Contract Law, Part III, Kluwer Law International, Den Haag, 2003, xxxv + 291 p.

- LOOKOFSKY, J., “The 1980 United Nations Convention on Contracts for the

International Sale of Goods” in J. HERBOTS en R. BLANPAIN (eds.), International

Encyclopaedia of Laws - Contracts, Den Haag, Kluwer Law International, 2000, 1-

224.

- LOOKOFSKY, J., Understanding the CISG, Kopenhagen, Wolters Kluwer, 2008, xii +

243 p.

- MAGNUS, U. (ed.), CISG vs. regional sales law unification. With a focus on the new

common European sales law, München, Sellier European law publishers, 2012, ix +

237 p.

- MAGNUS, U., Wiener UN-Kaufrecht in J. von Staudingers Kommentar zum

Bürgerlichen Gesetzbuch mit Einführungsgesetz und Nebengesetzen, Berlijn, Sellier-

de Gruyter, 2005, xvii + 985 p.

- MCKENDRICK, E., “Harmonisation of European contract law: the state we are in” in S.

VOGENAUER en S. WEATHERILL, The harmonisation of European contract law:

implications for European private law, business and legal practice, Oxford, Hart

Publisher, 2006, 5-30.

- NIGLIA, L. (ed.), Pluralism and European Private Law, Oxford, Hart Publishing, 2013,

xiii + 277 p.

- SAMOY, I, en LOOS, M., Linked contracts, Cambridge, Intersentia, 2012, xi + 165 p.

Page 145: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

133

- SCHLECHTRIEM, P. en SCHWENZER, I. (eds.), Commentary on the UN Convention on the

international sale of goods (CISG), Oxford, Oxford University Press, 2005, lxxxii +

1149 p.

- SCHULLER, C. en ZENEFELS, A., “Obligations of sellers and buyers” in G. DANNEMANN en

S. VOGENAUER, “The Common European Sales Law in context: interactions with

English and German law, Oxford, Oxfod University Press, 2013, 581-611.

- SCHULZE, R. en STUYCK, J., Towards a European contract law, München, Sellier

European law publishers, 2011, xiii + 279 p.

- SCHULZE, R., Common European Sales Law – Commentary, Baden-Baden, Nomos

Verlagsgesellschaft, 2012, xxxvi + 780 p.

- SCHWENZER, I., HACHEM, P. en KEE, C., Global sales and contract law, Oxford, Oxford

University Press, 2012, cxciii + 873 p.

- SMITS, J. (ed.), The Need for a European Contract Law: Empirical and Legal

Perspectives, Groningen, Europa Law Publishing, 2005, xii + 188 p.

- SONO, H., “The applicability and non-applicability of the CISG to software

transactions” in C. ANDERSEN en U. SCHROETER (eds.), Sharing international

commercial law acros national boundaries: festschrift for Albert H. Kritzer, Londen,

Wildy, Simmonds & Hill Publishing, 2008, 512-526.

- SOUBBOTINA, T., Beyond economic growth: an introduction to sustainable

development, Washington D.C., The World Bank, 2000, vi + 205 p.

- THE AMERICAN LAW INSTITUTE en NATIONAL CONFERENCE OF COMMISSIONERS ON UNIFORM

STATE LAWS, Uniform Commercial Code: official text 1987 with comments,

Philadelphia, American Law Institute, 1987, xxiii + 1155 p.

- TWIGG-FLESNER, C. (ed.), The Cambridge Companion to European Union Private Law,

Cambridge, Cambridge University Press, 2010, xxix + 350 p.

- UNIDROIT, UNIDROIT principles of international commercial contracts 2010, Rome,

UNIDROIT, 2010, xlv + 454 p.

- VAN HOUTE, H., ERAUW, J. en WAUTELET, P. (eds.), Het Weens Koopverdrag,

Antwerpen, Intersentia, 1997, 377 p.

- VAN HOUTTE, H., The law of international trade, Londen, Swet & Maxwell, 2002, xlvi

+432 p.

- VOGENAUER, S. en KLEINHEISTERKAMP, J. (eds.), Commentary on the UNIDROIT

principles of international commercial contracts (PICC), Oxford, Oxford University

Press, 2009, ccxxx + 1319 p.

- VON BAR, C., CLIVE, E. en SCHULTE-NÖLKE, H. (eds.), Principles, Definitions and Model

Rules of European Private Law: Draft Common Frame of Reference (DCRF), VI dln.,

München, Sellier European Law Publishers, 2009, 1133 p.

Page 146: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

134

- ZELLER, B., CISG and the unification of international trade law, New York, Routledge-

Cavendish, 2007, xi + 116 p.

B. Bijdragen in tijdschriften en overige literatuur

- ANDERSEN, C. B., “Defining Uniformity in Law”, Uniform Law Review 2007, 5-57.

- BAILEY, J., “Facing the truth: seeing the Convention on Contracts for the

International Sale of Goods as an obstacle to a uniform law of international sales”,

Cornell International Law Journal 1999, 273-317.

- BASEDOW, J., “Worldwide harmonisation of private law and regional economic

integration - General report”, Revue de Droit Uniforme 2003, 31-49.

- BATE-BAH, S. K., “The case for accession to, or ratification of, the Vienna United

Nations Convention on the International Sale of Goods 1980 by African states”,

European Journal of Law Reform 2011, 360-369.

- BAZINAS, S. V., “Uniformity in the interpretation and the application of the CISG: the

role of CLOUT and the Digest” in UNCITRAL en SIAC (eds.), Celebrating success: 25

years United Nations Convention on contracts for the international sale of goods,

Singapore, Singapore International Arbitration Center, 2005, 18-27 en

http://www.cisg.law.pace.edu/cisg/biblio/bazinas.html.

- BEALE, H., “Draft report on the proposal for a CESL: General note by Professor Huge

Beale”, Presentatie tijdens openbare hoorzitting JURI: The proposal for a Common

European Sales Law: work in progress, Brussel, 2013, 8 p. en

http://www.europarl.europa.eu/document/activities/cont/201303/20130322AT

T63744/20130322ATT63744EN.pdf.

- BEAUCHARD, R. en VITAL KODO, M.J., “Can OHADA increase legal certainty in Africa?”,

Justice & Development Working Paper Series 2011, 41 p. en

http://siteresources.worldbank.org/EXTLAWJUSTINST/Resources/17-

2011CanOHADAIncrease.pdf?resourceurlname=17-2011CanOHADAIncrease.pdf.

- BELL, G., “Harmonisation of contract law in Asia - harmonising regionally or

adopting global harmonisations - the example of the CISG”, Singapore Journal of

Legal Studies 2005, 362-372.

- BERLINGUER, L. en LEHNE, K.-H, Ontwerpverslag over het voorstel voor een

verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een

gemeenschappelijk Europees kooprecht (COM(2011)0635 – C7-0329/2011 –

2011/0284(COD)), Brussel, Commissie Juridische Zaken, 2013 en

http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-

Page 147: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

135

%2f%2fEP%2f%2fNONSGML%2bCOMPARL%2bPE-

505.998%2b02%2bDOC%2bPDF%2bV0%2f%2fNL.

- BERLINGUER, L. en LEHNE, K.-H, Werkdocument over het voorstel voor een verordening

van het Europees Parlement en de Raad betreffende een gemeenschappelijk Europees

kooprecht (COM(2011)0635 – C7-0329/2011 – 2011/0284(COD)), Brussel,

Commissie Juridische Zaken, 2012 en

http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-

%2f%2fEP%2f%2fNONSGML%2bCOMPARL%2bPE-

497.786%2b01%2bDOC%2bPDF%2bV0%2f%2fNL, .

- BISPING, C., “The Common European Sales Law, consumer protection and

overriding mandatory provisions in private international law”, International and

Comparative Law Quarterly 2013, 463-483.

- BOELE-WOELKI, K., KEIRSE, A. en KRUISINGA, S., “Naar een contractenrecht voor de

Unie. Waar de Europese regelgever aan moet denken”, Nederlands Juristenblad

2011, afl. 2, 58-65.

- BONELL, J., “The CISG, European contract law and the development of a world

contract law”, American Journal of Comparative Law 2008, vol. 56, 1-28.

- BONELL, J., “The UNIDROIT Principles and transnational law”, Revue de Droit

Uniforme 2002, 199-218.

- BRAUCHER, R., “The 1956 revision of the uniform commercial code”, Villanova Law

Review 1956, Vol. 2, 3-15.

- BRAUCHER, R., “The legislative history of the uniform commercial code”, Columbia

Law Review 1958, Vol. 58, 798-814.

- BRENNAN, L., “Why Article 2 cannot apply to software transactions”, Duqesne Law

Review 2000, Vol. 38, 459-589.

- BRULEZ, P., “Creating a consumer law for professionals: radical innovation or

consolidation of national practices?’”, op de website KU Leuven Lirias 2013 en

https://lirias.kuleuven.be/bitstream/123456789/421051/2/consumerlawprofes

sionnals.pdf.

- CASTELLANI, L. G., “Ensuring harmonization of contract law at regional and global

level: the United Nations Convention on Contract for the International Sale of

Goods and the role of UNCITRAL”, Uniform Law Review 2008, 115-126.

- CASTELLANI, L. G., “Promoting the adoption of the United Nations Convention on

Contracts for the International Sale of Goods (CISG)”, Vindobona Journal of

International Commercial Law & Arbitration 2009, 241-248.

Page 148: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

136

- CASTRO, C., REED, C. en DE QUIEROZ, R., “On the applicability of the Common

European Sales Law to some models of cloud computing services”, 2013, 14 p. en

http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=2254993

- CELADNIK, F., “International sales of goods in the European Union before and after

the adaptation of the Common European Sales Law”, Working Paper Series 2012,

21 p. en http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=2161350.

- CISG ADVISORY COUNCIL OPINION NO. 15, “Reservations under articles 95 en 96 CISG”,

22 oktober 2013 en http://www.cisg.law.pace.edu/cisg/CISG-AC-op15.html.

- CISG ADVISORY COUNCIL OPINION NO. 4, “Contracts for the Sale of Goods to Be

Manufactured or Produced and Mixed Contracts (Article 3 CISG)”, 24 oktober 2004

en http://www.cisg.law.pace.edu/cisg/CISG-AC-op4.html.

- CISG ADVISORY COUNCIL OPINION NO. 1, “The CISG and regional harmonization”, 3

augustus 2012, http://www.cisg.law.pace.edu/cisg/CISG-AC-dec1.html.

- CLIFT, J., “UNCITRAL and the goal of harmonization of Law”, Internet Law and Policy

Forum 1999 en

http://www.ilpf.org/events/jurisdiction/presentations/cliftpr.htm.

- CLIVE, E., “Proposal for a Common European Sales Law advances”, European Private

Law News 2013 en http://www.epln.law.ed.ac.uk/2013/09/18/proposal-for-a-

common-european-sales-law-advances/

- CLIVE, E., “The best can be the enemy of the good”, European Private Law News

2013 en http://www.epln.law.ed.ac.uk/2013/07/12/the-best-can-be-the-enemy-

of-the-good/

- COETZEE, J. en DE GAMA, M., “Harmonisation of sales law: an international and

regional perspective”, Vindobona Journal of International Commercial Law &

Arbitration 2006, 15-26.

- COHN, D., KIRSCH, E. en NIMMER, R., “License contracts under Article 2 of the Uniform

Commercial Code: a proposal”, Rutger Computer and Technology Law Journal 1993,

281-369

- COOK, S., “The CISG from the perspective of the practioner”, Journal of Law and

Commerce 1998, 343-353.

- COURT OF JUSTICE OF THE EUROPEAN UNION, “Annual report 2012: synopsis of the work

of the Court of Justice, the General Court and the Civil Service Tribunal,

Luxemburg”,

curia.europa.eu,http://curia.europa.eu/jcms/upload/docs/application/pdf/2013-

04/192685_2012_6020_cdj_ra_2012_en_proof_01.pdf

- CROSS, K., “Parol evidence under the CISG: the ‘homeward trend’ reconsidered”,

Ohio State Law Journal 2007, 133-160.

Page 149: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

137

- CROSS, M., “EU-wide contract law receives strong approval”, Lawgazette 2014 en

http://www.lawgazette.co.uk/law/eu-wide-contract-law-receives-strong-

approval/5040162.article.

- CUNIBERTI, G., “Common European Sales Law and third state sellers”, op de Conflict

of Laws website 2012 en http://conflictoflaws.net/2012/common-european-sales-

law-and-third-state-sellers/

- CUNIBERTI, G., “Common European Sales Law, third states and consumers”, op de

Conflict of Laws website 2012 en http://conflictoflaws.net/2012/common-

european-sales-law-third-states-and-consumers/

- DATE-BAH, S. K., “The preliminary Draft OHADA Uniform Act on Contract Law as

seen by a common law lawyer”, Revue de droit uniforme 2008, 217-222.

- DATE-BAH, S. K., “The UNIDROIT Principles of International Commercial Contracts

and the Harmonisation of the Principles of Commercial Contracts in West and

Central Africa”, Revue de Droit Uniforme 2004, 269-273.

- DEEB GABRIEL, H., “The advantages of soft law in international commercial law: the

role of UNIDROIT, UNCITRAL, and the Hague Conference”, Journal of International

Law 2008-2009, 655-672.

- DEL DUCA, L. en DEL DUCA, P., “Practice under the Convention on International Sale

of Goods (CISG). A primer for attorneys and international traders”, Uniform

Commercial Code Journal 1995, 331-370.

- DEL DUCA, L. F., “Developing global transnational harmonization procedures for the

twenty-first century: the accelerating pace of common and civil law convergence”,

Texas International Law Journal 2006-2007, 625-660.

- DENNISON, D., “Restatements of the law”, The Judge Ben C. Green Law Library en

http://lawlibrary.case.edu/research-guides/restatements-of-the-law/

- DESSEMONTET, F., “Use of the UNIDROIT Principles to interpret and supplement

domestic law”, ICC International Court of Arbitration Bulletin 2002, 29-38.

- DICKERSON, C.M., “Harmonizing business laws in Africa: OHADA calls the tune”,

Columbia Journal of Transnational Law 2005, 17-73.

- DICKERSON, C.M., “OHADA’s proposed Uniform Act on Contract law: formal law for

the informal sector”, European Journal of Law Reform 2001, 462-478.

- DICKINSON, A., “Eu’s proposed sales law hits the shelves”, op de Conflict of Laws

website 2011 en http://conflictoflaws.net/2011/eus-proposed-sales-law-hits-the-

shelves/.

- DIEDRICH, F., “The CISG and computer software revisited”, Vidobona Journal of

International Commercial Law and Arbitration 2002, 55-75.

Page 150: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

138

- DIMATTEO, L., “Common European Sales Law: a critique of its rationales, functions,

and unanswered questions”, Journal of International Trade Law and Policy 2012,

222-240.

- ECOMMERCE EUROPE, Press release: European E-commerce to reach €312 billion in

2012, 12 mei 2013 en http://www.ecommerce-europe.eu/press/2013/05/press-

release-european-e-commerce-to-reach-312-billion-in-2012-19-growth

- EIDENMÜLLER, H., “What can be wrong with an option? An optional Common

European Sales Law as a regulatory tool”, Working Paper Series 2012, 19 p. en

http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=2102827

- EIDENMÜLLER, H., JANSEN, N., KIENINGER, E., WAGNER, G. en ZIMMERMANN, R., “The

proposal for a regulation on a Common European Sales Law: deficits of the most

recent textual layer of European contract law”, The Edinburgh Law Review 2012,

301-357.

- EL SAADANI, S., “Communication: OHADA, a continent-wide perspective”, Revue de

droit uniforme 2008, 485-488.

- ENGEL, M. en STARK, J., “The CESL as a European brand: paypalizing European

contract law”, Working Paper Series 2013, 8 p. en

http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=2246271

- EURACTIV, “Common European Sales Law faces rocky reception”, EurActiv.com 2014

en http://www.euractiv.com/sections/innovation-enterprise/common-european-

sales-law-faces-rocky-reception-301090.

- EUROPEAN COMMISSION MEMO, Optional European Sales Law receives strong backing

by the European Parliament, 26 februari 2014 en http://europa.eu/rapid/press-

release_MEMO-14-137_en.htm

- EUROPEAN LAW INSTITUTE, Statement of the European Law Institute on the Proposal

for a Regulation on a Common European Sales Law COM(2011) 635 final, Wenen,

European Law Institute, 2012, 331 p. en

https://www.europeanlawinstitute.eu/projects/publications/.

- EUROPEAN PARLIAMENT / LEGISLATIVE OBSERVATORY, 2011/0284(COD) - 26/02/2014

Text adopted by Parliament, 1st reading/single reading, 10 mei 2014 en

http://www.europarl.europa.eu/oeil/popups/summary.do?id=1339866&t=d&l=e

n

- EUROPESE COMMISSIE MEMO, “Het aanboren van het potentieel van cloud computing

in Europa – wat houdt dat in en wat betekent het voor mij?”, Europa.eu Press

Release Database 2012 en http://europa.eu/rapid/press-release_MEMO-12-

713_nl.htm.

Page 151: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

139

- EUROSTAT, “European Year of Citizens 2013. Nearly 60% of EU internet users shop

online. Clothes, travel & holiday accommodation: most common online purchases”,

Eurostat Newsrelease 2013 en

http://epp.eurostat.ec.europa.eu/cache/ITY_PUBLIC/4-15102013-AP/EN/4-

15102013-AP-EN.PDF

- EXPERT GROUP ON A COMMON FRAME OF REFERENCE IN THE AREA OF EUROPEAN CONTRACT

LAW, A European contract law for consumers and businesses: publication of the

results of the feasibility study carried out by the expert group on European contract

law for stakeholders’ and legal practitioners’ feedback, 2011, 93 p. en

http://ec.europa.eu/justice/policies/consumer/docs/explanatory_note_results_fe

asibility_study_05_2011_en.pdf.

- FARNSWORTH, A., “The convention on the international sale of goods from the

perspective of the common law countries”, La Vendita Internazionale 1981, 3-21.

- FERRARI, F., “Defining the sphere of application of the 1994 UNIDROIT Principles of

international commercial contracts”, Tulane Law Review 1994-1995, 1225-1237.

- FERRARI, F., “Gap-filling and interpretation of the CISG: overview of international

case law”, Vindobona Journal of International Commercial Law & Arbitration 2003,

63-92.

- FERRARI, F., “Homeward trend and lex forism despite uniform sales law”, Vindobona

Journal of International Commercial Law & Arbitration 2009, 15-42.

- FERRARI, F., “International sales law in the light of the OHBLA Uniform Act relating

to General Commercial Law and the 1980 Vienna Sales Convention”, Revue de Droit

des Affaires Internationales 2001, 599-607

- FERRARI, F., “Specific topics of the CISG in the light of judicial application and

scholary writing”, 15 Journal of Law and Commerce 1995, 1-126.

- FERRARI, F., “The relationship between the UCC and the CISG and the construction

of uniform law”, Loyola of Los Angeles Law Review 1995-1996, 1021-1033.

- FERRARI, F., “Uniform interpretation of the 1980 Uniform Sales Law”, Georgia

Journal of International and Comparative Law 1994-1995, 183-228.

- FLECHTNER, H., “Changing the opt-out tradition in the United States”, Modern Law

for Global Commerce, Congress to celebrate the fortieth annual session of UNCITRAL

Vienna 2007, 3 p. en http://www.uncitral.org/pdf/english/congress/Flechtner.pdf

- FLECHTNER, H., “The United Nations Convention on Contracts for the International

Sale of Goods (Part I): purposes, background, history, nature, scope and

application”, UN Audiovisual Library of International Law: Lecture Series en

http://legal.un.org/avl/ls/Flechtner_IEL.html.

Page 152: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

140

- FOGT, M., “Private international law issues in opt-out and opt-in instruments of

harmonization: the CISG and the proposal for a Common European Sales Law”,

Columbia Journal of European Law 2013, 83-141.

- FONDATION POUR LE DROIT CONTINENTAL, CIVIL LAW INITIATIVE, “Harmonization of

regional laws on obligations”, Fondation Du Droit Contiental 2014 en

http://www.fondation-droitcontinental.org/en/our_action/harmonization-of-

regional-laws-on-obligations/.

- FONTAINE, M., “The draft OHADA Uniform Act on Contracts and the UNIDROIT

Principles of International Commercial Contracts”, Uniform Law Review 2004, 573-

584.

- FONTAINE, M., OHADA Uniform Act on contract law: explanatory notes to the

preliminary draft, UNIDROIT, 2004, 33 p. en

http://www.unidroit.org/english/legalcooperation/OHADA%20explanatory%20n

ote-e.pdf

- FONTAINE, M., OHADA Uniform Act on contract law: preliminary draft, UNIDROIT,

2004, 48 p. en

http://www.unidroit.org/english/legalcooperation/OHADA%20act-e.pdf

- GEBHARDT, E. en MAYER, H. P., Advies van de Commissie interne markt en

consumentenbescherming aan de Commissie juridische zaken inzake het voorstel

voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een

gemeenschappelijk Europees kooprecht, Commissie interne markt en

consumentenbescherming, 2013, 120 p. en

http://www.europarl.europa.eu/committees/nl/imco/opinions.html?linkedDocu

ment=true&ufolderComCode=IMCO&ufolderLegId=7&ufolderId=07447&urefProc

Year=&urefProcNum=&urefProcCode=#menuzone.

- GRAF VON WESTPHALEN, F., “Draft report 2011/0284 (COD) of the Committee on

Legal Affairs on the Proposed Common European Sales Law (CESL Presentatie

tijdens openbare hoorzitting JURI: ‘The proposal for a Common European Sales Law:

work in progress’, Brussel, 2013, 7 p. en

http://www.europarl.europa.eu/document/activities/cont/201303/20130322AT

T63748/20130322ATT63748EN.pdf

- GRBIC, K., “Putting the CISG where it belongs: in the Uniform Commercial Code”,

Touro Law Review 2012, 173-203.

- GREEN, S. en SAIDOV, D., “Software as goods”, Journal of Business Law 2007, 161-181.

- GRUNDMANN, S;, “The future of contract law”, European Review of Contract Law

2011, 490-527.

Page 153: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

141

- HAN, S., “Principles of Asian Contract Law: an endeavor of regional harmonization

of contract law in East Asia”, Villanova Law Review 2013, 589-599.

- HARDWICK, A., “Amending the uniform commercial code: how will a change in scope

alter the concept of goods?”, Washington University Law Quarterly 2004, 275-296.

- HARVARD LAW SCHOOL LIBRARY RESEARCH GUIDES, “Intro to Restatements”, Harvard

College 2010 en

http://guides.library.harvard.edu/content.php?pid=103327&sid=1036651&gid=4

882.

- HESSELINK, M. W., “Naar een coherenter Europees contractenrecht? Het Actieplan

van de Europese Commissie”, 2003, 35 p. en

http://ec.europa.eu/consumers/cons_int/safe_shop/fair_bus_pract/cont_law/stak

eholders/5-35b.pdf.

- HESSELINK, M., “How to op tinto the Common European Sales Law? Brief comments

on the Commission’s proposal for a regulation”, European Review of Private Law

2012, 195-212.

- HYLAND, R., “On setting forth the law of contract: a foreword”, American Journal of

Comparative Law 1992, 541-550.

- INTERNATIONAL MONETARY FUND, “Report for Selected Countries and Subjects”,

World Economic Outlook Database 2014 en

http://www.imf.org/external/pubs/ft/weo/2014/01/weodata/index.aspx.

- ISSA-SAYEGH, J., “La portée abrogatoire des actes uniformes de l’OHADA sur le droit

interne des états-parties”, Revue Burkinabé de Droit 2001, 51-61.

- JAMES, S. en PLATTERN, H., “Does business want an EU contract law? The Clifford

Chance survey of business attitudes to a European contract law”, Mondaq 2005 en

http://www.mondaq.com/article.asp?articleid=32445&searchresults=1.

- KAMO, A., “Crystallization, unification, or differentiation? The Japanese Civil Code

(law of obligations) reform commission and basic reform policy (draft proposals)”,

Columbia Journal of Asian Law, 171-211.

- KOEHLER, M. en YUJUN, G., “The acceptance of the Unified Sales Law (CISG) in

different legal systems: an international comparision of three surveys on the

exclusion of the CISG’s application conducted in the United States, Germany and

China”, Pace International Law Review 2008, 45-60.

- KOEHLER, M., “Survey regarding the relevance of the United Nations Convention for

the International Sale of Goods (CISG) in legal practice and the exclusion of its

application”, 2006 en http://www.cisg.law.pace.edu/cisg/biblio/koehler.html

- KOFOD, R., “Hardship in international sales: CISG and UNIDROIT Principles”, CISG

Datase Pace Law 2011 en http://www.cisg.law.pace.edu/cisg/biblio/kofod.html.

Page 154: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

142

- KORNET, N., “The Common European Sales Law and the CISG: complicating or

simplifying the legal environment?”, Maastricht Journal of European and

Comparative Law 2012, 164-179.

- LANDO, O., “Principles of European Contract Law: a first step towards a European

Civil Code?”, International Business Law Journal 1997, 189-202.

- LARSON, M., “Applying uniform sales law to international software transactions: the

use of the CISG, its shortcomings, and a comparative look at how the proposed UCC

Article 2B would remedy them”, Tulane Journal of International and Comparative

Law 1997, 445-488.

- LAW COMMISSION and SCOTTISH LAW COMMISSION, An optional Common European

Sales Law: Advantages and problems. Advice to the UK government ,2011, xvi + 129

p. en

http://lawcommission.justice.gov.uk/docs/Common_European_Sales_Law_Advice.

pdf.

- LEGAL INFORMATION INSTITUTE, “UCC Article 2 Sales (2003 Revision - Withdrawn)”,

Cornell University Law School en http://www.law.cornell.edu/ucc/2/article2.

- LEGAL INFORMATION INSTITUTE, “Uniform Commercial Code Locater”, Cornell

University Law School en http://www.law.cornell.edu/uniform/ucc

- LEHNE, K. H. en BERLINGUER, L., Verslag over het voorstel voor een verordening van

het Europees Parlement en de Raad betreffende een gemeenschappelijk Europees

kooprecht, A7-0301/2013, Brussel, Commissie Juridische Zaken, 2013, 275 p. en

http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-

%2f%2fEP%2f%2fTEXT%2bREPORT%2bA7-2013-

0301%2b0%2bDOC%2bXML%2bV0%2f%2fNL&language=NL.

- LEHNE, K.-H. en BERLINGER, L., Amendments 206-531, Brussel, Commissie Juridische

Zaken, 2013, 188 p. en http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-

%2f%2fEP%2f%2fNONSGML%2bCOMPARL%2bPE-

510.560%2b01%2bDOC%2bPDF%2bV0%2f%2fNL.

- LOCKHART, T., “No more pulp fiction: proposed UCC Article 2 revisions embrace

paperless electronic transactions”, Michigan Bar Journal 1996, 516-521.

- LOOKOFSKY, J. en FLECHTNER, H., “Nominating Manfred Forberich: the worst CISG

decision in 25 years?”, Vindobona Journal of Intrenational Commercial Law and

Arbitration 2005, 199-208.

- LOOKOFSKY, L., “In dubio pro conventione? Some thoughts about opt-outs, computer

programs and preemption under the 1980 Vienna Sales Convention (CISG), Duke

Journal of Comparative and International Law, 2003, Vol. 13.3, 263-289.

Page 155: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

143

- LOW, G., “A psychology of choice of laws”, European Business Law Review 2013,

363-387.

- MANCUSO, S., “La coexistence du droit civil et du common law en Afrique” en

http://www.institut-

idef.org/IMG/pdf/M._MANCUSO_La_coexistence_du_droit_civil_et_du_common_law

_en_Afrique.pdf.

- MANCUSO, S., “Trends on the harmonization of contract law in Africa”, Annual Survey

of International & Comparative Law 2007, 157-178.

- MANKOWSKI, P., “CESL - Who needs it?”, Internationales Handelsrecht 2012, 45-53.

- MEYER, O., “Promoting uniform sales law”, European Business Law Review 2013,

389-406.

- MEYER, P., “L’avant-projet d’acte uniforme OHADA sur le droit des contrats:

innovations et debats”, International Business Law Journal 2008, 291-317.

- MEYER, P., “The harmonization of contract law within OHADA: general report on

the Ouagadougou Colloquium 15-17 November 2007”, Uniform Law Review 2008,

393-403.

- MICHAELS, R., “Umdenken fïr die UNIDROIT-Prinzipien: Vom rechtswahlstatut zum

allgemeinen teil des transnationalen vertragsrecht”, Rabels Zeitschrift für

ausländisches und internationals Privatrecht 2009, 866-888.

- MICKLITZ, H.-W. en REICH, N., “The Commission Proposal for a ‘Regulation on a

Common European Sales Law (CESL)’ - Too broad or not broad enough?”, EUI

Working Papers LAW 2012, 34 p., en

http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=2013183.

- MILLER, F., “What can we learn from the failed 2003-2005 amendments to UCC

Article 2?”, South Texas Law Review 2011, 471-485.

- MÖLENBERG, L., “The proposal for a Common European Sales Law: work in

progress”, Presentatie tijdens openbare hoorzitting JURI 2013 en

http://www.europarl.europa.eu/document/activities/cont/201303/20130322AT

T63740/20130322ATT63740EN.pdf.

- MOULOUL, A., “Comprendre l’Organisation pour l’Harmonisation en Afrique du Droit

des Affaires (O.H.A.D.A.)”, SUBB Jurisprudentia 2009, 140-182.

- NIMMER, R., “Through the looking glass: what courts and UCITA say about the scope

of contract law in the information age”, Duquesne Law Review 1999-2000, Vol. 38,

255.

- NOVY, Z., “The role of the UNIDROIT in the unification of international commercial

law with a specific focus on the principles of international commercial contracts,

Czech Yearbook of International Law 2014, 341-365.

Page 156: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

144

- OSBORNE, P. J., “Unification or harmonisation: a critical analysis of the United

Nations Convention on the contracts for international sale of goods 1980”, CISG

Database Pace Law 2006 en

http://www.cisg.law.pace.edu/cisg/biblio/osborne.html#7.

- PACHL, U. en REYNA, A., Common European Sales Law - Exchange of views with the

Council presidency on 25th November. Letter sent to the EP/JURI Committe, Brussel,

The European Consumer Organisation, 2013, 5 p. en

http://www.beuc.eu/publications/x2013_085_upaare_cesl_council_pres_25_nov.p

df.

- PACHL, U., “Amending the CESL Proposal”, Presentatie tijdens openbare hoorzitting

JURI: The proposal for a Common European Sales Law: work in progress, Brussel,

2013 en

http://www.europarl.europa.eu/document/activities/cont/201303/20130322AT

T63742/20130322ATT63742EN.pdf.

- PACHL, U., “The Common European Sales Law: have the right choices been made? A

consumer policy perspective”, Maastricht Faculty of Law Working Papers 2012, 16

p. en http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=2102827.

- PEROVI, J., “Selected critical issues regarding the sphere of application of the CISG”,

Belgrade Law Review 2011, 181-195.

- PETSCHE, M.A., “International commercial arbitration and the transformation of the

conflict of laws theory”, Michigan State Journal of International Law 2010, 453-493.

- PHILIPPOOPOILOS, G., “Awareness of the CISG among American attorneys”, UCC Law

Journal 2008, 357-371.

- PIERS, M. en VANLEENHOVE, C., “Gemeenschappelijk Europees Kooprecht. Een nieuw

instrument van uniform toepasselijk recht”, NjW 2012, 2-12.

- RABEL, E., “Der Entwurf eines einheitlichen Kaufgesetzes”, ”, Rabels Zeitschrift für

ausländisches und internationals Privatrecht 1935, afl. 9, 1-79.

- RAYNER, J., “Concession over EU sales law”, Lawgazette 2013 en

http://www.lawgazette.co.uk/69588.article

- REDING, V., “The common European Sales Law – breaking the mould to help

businesses and customers”, Speech tijdens Forum Europe: Realising the European

Single Market Forum 2012 en http://europa.eu/rapid/press-release_SPEECH-12-

164_en.htm.

- REIMANN, M. en MICH, A., “The CISG in the United States: why it has been neglected

and why Europeans should care”, Rabels Zeitschrift für ausländisches und

internationals Privatrecht 2007, 115-129.

Page 157: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

145

- REITZ, C. R., “Globalization, international legal developments, and uniform state

laws”, Loyola Law Review 2005, 301-325.

- ROLLING, J., “The UCC under wraps: exposing the need for more notice to consumers

of computer software with shrinkwrapped licenses”, Commercial Law Journal

1999, 197-228.

- RÜHL, G., “The Common European Sales Law: 28th regime, 2nd regime or 1st

regime”, Maastricht Faculty of Law Working Paper 2012, 14 p. en

http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=2025879.

- SCHILLO, F.-J., “UN-Kaufrecht oder BGB? Die qual der wahl beim internationalen

warenkaufvertraf. Vergleichende hinweise zur rechtswahl beim abschluss von

verträgen”, Internationales Handelsrecht 2003, 257-268.

- SCHMIDT, K.-M., “What will be the impact of the Common European Sales Law

(CESL) in the CISG? - A journey back to professor Zeller’s birthplace with a little

detour via Africa”, International Trade & Business Law Review 2014, 290-303

- SCHROETER, U., “Das einheitliche kaufrecht der afrikanischen OHADA-Staaten im

vergleich zum UN-Kaufrecht”, Recht in Afrika 2001, 163-176.

- SCHULZE, R., “What Scholars say: A commentary on the CESL”, speech tijdens het

CCBE debat The Common European Sales Law – Lawyers buying into the process,

Brussel, 17 december 2012 en

http://www.ccbe.eu/fileadmin/user_upload/document/CESL_conference/Schulze

_speech.pdf.

- SCHWENZER, I. en HACHEM, P., “The CISG - Successes and pitfalls”, American Journal of

Comparative Law 2009, 457-477.

- SCHWENZER, I., “Who needs a uniform contract law, and why?”, Villanova Law

Review 2013, (723) 723-727.

- SMITS, J., “Contractenrecht als meergelaagde rechtsorde: uitdagingen voor de

komende tien jaar”, Contracteren 2009, afl. 4, 110-115.

- SMITS, J., “Gemeenschappelijk Europees Kooprecht gaat niet ver genoeg”, Ars Aequi

2012, 348-351.

- SMITS, J., “Problems of uniform sales law - Why the CISG may not promote

international trade”, Maastricht European Private Law Institute 2013 en

http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=2197468.

- SMITS, J., “The Common European Sales Law (CESL): beyond party choice”,

Zeitschrift für Europäisches Privatrecht 2012, 904-917.

- SMITS, J., “The Common European Sales Law and party choice: when will parties

choose the proposed CESL?”, Common Market Law Review 2013, 51-68.

Page 158: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

146

- SONO, H., Japan’s accession to the CISG: the Asia factor, Pace International Law

Review 2008, 105-114.

- SOSSA, D. C., “Le champ d’application de l’avant-projet d’Acte uniforme OHADA sur

le droit des contrats: contrats en general / contrats commerciaux / contrats de

consummation”, Revue de droit Uniforme 2008, 339-353.

- SPEIDEL, R., “Revising UCC Article 2: a view from the trenches”, Hastings Law

Journal 2000-2001, Vol. 52, 607-620.

- STORME, M., “Beginselen van Europees overeenkomstenrecht – aangevulde versie

met inleiding”, TPR 2005, 1181-1241.

- STORME, M., “Moeilijkheden en algemene kenmerken van beginselen van eenvormig

overeenkomstenrecht”, Jura Falconis 1994-1995, (491) 492.

- SZENTPALY-KLEIS, D., “Speaking notes: public hearing of the JURI Committee on the

draft report for a Common European Sales Law (CESL)”, Presentatie tijdens

openbare hoorzitting JURI: ‘The proposal for a Common European Sales Law: work in

progress’, Brussel, 2013, 4 p. en

http://www.europarl.europa.eu/document/activities/cont/201303/20130322AT

T63750/20130322ATT63750EN.pdf.

- THE GALLUP ORGANIZATION, Flash Eurobarometer nr. 320: European contract law in

business-to-business transactions, 2011 en

http://ec.europa.eu/public_opinion/flash/fl_320_en.pdf.

- THE GALLUP ORGANIZATION, Flash Eurobarometer nr. 321: European contract law in

business-to-consumer transactions, 2011 en

http://ec.europa.eu/public_opinion/flash/fl_321_en.pdf.

- THE LAW SOCIETY OF ENGLAND AND WALES, Response to UK government call for

evidence, The Law Society, 2013, 63 p. en

http://international.lawsociety.org.uk/files/The%20Law%20Society_Response%

20to%20CESL%20consultation_0512_Final.pdf

- THE LAW SOCIETY OF SCOTLAND, “Call for evidence – A Common European Sales Law

for the European Union – A proposal for a regulation for the European

Commission”, 2012, 12 p. en http://www.lawscot.org.uk/media/492984/obl-

moj_call_for_evidence-common_european_sales_law-

law%20society%20of%20scotland%20response.pdf.

- THOMAS, J. en WENDEHORST, C., Increasing the legal certainty and attractiveness of the

CESL: outstanding issues, Brussel, Directorate General for Internal Policies – Policy

department C: citizens’ rights and consitutional affairs, 2013, 35 p. en

https://www.europeanlawinstitute.eu/fileadmin/user_upload/p_eli/News_page/J

uri_Briefing_Note.pdf

Page 159: Jonas Vancoillie - Universiteit Gent

147

- THYSSEN, M., Advies van de Commissie economische en monetaire zaken aan de

Commissie juridische zaken inzake het voorstel voor een verordening van het

Europees Parlement en de Raad betreffende een gemeenschappelijk Europees

kooprecht (COM(2011)0635 – C7–0329/2011 – 2011/0284(COD)), Brussel,

Commissie economische en monetaire zaken, 2012, 15 p. en

http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-

%2f%2fEP%2f%2fNONSGML%2bCOMPARL%2bPE-

491.011%2b02%2bDOC%2bPDF%2bV0%2f%2fNL.

- TOMÁS, G., Harmonisation of European contract law: slowly but surely, Lex Et

Scientia International Journal 2013, 7-15.

- UK MINISTRY OF JUSTICE, A Common European Sales Law for the European Union - a

proposal from the European Commission, The Government Response, 2012, 50 p. en

https://consult.justice.gov.uk/digital-communications/common-european-sales-

law

- VENEZIANO, A., “The soft law approach to unification of international commercial

contract law: future perspectives in light of UNIDROIT experience”, Villanova Law

Review 2013, 521-528.

- VICARY-SMITH, P. en MOMBOISSE, F., BEUC and Ecommerce Europe joint call to reject

CESL. Joint letter sent to all Members of the European Parliament, Brussel, BEUC en

Ecommerce Europe, 2014 en http://www.beuc.eu/publications/beuc-x-2014-

009_joint_letter_to_meps_on_joint_call_to_reject_cesl.pdf.

- VISCASILLAS, P. P., “Applicable law, the CISG, and the future Convention on

International Commercial Contracts”, Villanova Law Review 2013, 733-760.

- VOGENAUER, S., “Common Frame of Reference and UNIDROIT Principles of

International Commercial Contracts: coexistence, competition, or overkill of soft

law?”, European Review of Contract Law 2010, afl. 2, 143-183.

- VISCASILLAS, M., UNIDROIT Principles of international commercial contracts: sphere of

application and general provisions, Arizona Journal of International and Comparative Law

1996, 381-441.

- X, “Vrij verkeer van goederen”, Infopagina’s over de Europese Unie 2013 en

http://www.europarl.europa.eu/aboutparliament/nl/displayFtu.html?ftuId=FTU_

3.1.2.html.

- YSTATS, Market report: Europe cross-border B2C E-commerce 2014 en

http://ystats.com/en/reports/preview.php?reportId=1077&start=0

- ZIEGEL, J., “The scope of the convention: reaching out to article one and beyond”,

Journal of Law and Commerce 2005-2006, 59-73.