Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt...

156
Jl* Historisch „, I : ZWOLLE M M E R 2,5O

Transcript of Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt...

Page 1: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

Jl*

Historisch

„, I

: ZWOLLE

M M E R 2 , 5 O

Page 2: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Groeten uit Zwolle

Annèt Bootsma-van Hulten enWim Huijsmans

lirnlle,rltituin. (ds postmcrl .

'lioor dezen berichten irij

IJ het nnnxtttuad be.zoclt

van, een onzer WII'-UJVI.I.1

Doijer & van 'Derenter.

Ansichtkaart Klein Weezenland (nu: Van Roijen-singel)Poststempel 22 november 1912

Deze reizigerskaart van de fa. Doijer en VanDeventer, werd waarschijnlijk gebruikt door detoenmalige firmant J.J. Doijer om een bezoek aante kondigen aan zijn neef Henri Doijer, firmantvan de Amsterdamse muziekhandel Doijer en Als-bach. De fa. Doijer en Van Deventer was eenbekend Zwols bedrijf. De firma werd in 1814 opge-richt door de heer H.A. van Deventer. Deze vestig-de een likeurstokerij in het pand Diezerstraat 58.Dit pand, waar later de fa. Hendriksen jarenlangzetelde, was zeer geschikt voor een stokerij omdatzich in de tuin een wel bevond. Tot 1813 was er eenbrouwerij gehuisvest geweest, waaraan de in degevel zichtbare leeuw en tonnen nu nog herinne-ren. In 1826 kwam Van Deventers neef J.J. Doijerin de zaak. De firma maakte likeuren, bitters, jene-ver en limonadesiropen; later kwamen daar ookvruchtenwijnen bij. De dranken werden onder deeigen naam en onder de handelsnaam '1814' in hethele land verkocht. Het was een klassiek familie-bedrijf: de familie Van Deventer bleef tot 1935 inde leiding vertegenwoordigd, de familie Doijerzelfs tot 1989. In 1866 verhuisde het bedrijf naareen pand op de Oude Vismarkt, hoek Wolwever-straat, waar voordien een mouterij gevestigd was.De gevel van dit karakteristieke pand, tegenwoor-dig wit geverfd, draagt nog steeds de oude firma-naam. Goed honderd jaar was dit de hoofdvesti-ging van de firma. Aan het eind van de jaren zestigwerd de binnenstad echter verruild voor de Mars-landen. Doijer en Van Deventer fuseerde in 1982met de onderneming Dirkzwager, ondermeerproducent van Florijn. Het bedrijf opereert nuonder de naam Intercaves en heeft nog steeds eenZwolse vestiging.

Page 3: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Redactioneel Inhoud

In deze bundel gaat de Zwolse historie niet verderterug dan de tijd rond 1800. In die tijd gaf de ver-lichte Jacob Frederik Serrurier zijn ambt als predi-kant op en koos hij voor een al evenmin succesvolbestaan in de handel en tuinbouw. Hoe het tochnog met hem goedkwam verhaalt A. Vernooij ineen korte biografie van deze 'aartsketter.'

Niet zonder dramatiek was het levensbeginvan de twee kinderen van Rudolf Sandberg enLaura van Haersolte, die beiden buiten een huwe-lijk waren verwekt en geboren. Bovendien leefdende twee ouders ook nog eens honderden kilome-ters van elkaar verwijderd. M.L. Hansen gaat in opdeze tragische en onhuiselijke situatie.

Dat steden al sinds eeuwen het plattelandoverheersen, wordt ons weer eens diets gemaaktaan de hand van de recente historie over deopheffing van de gemeente Zwollerkerspel in dejaren zestig. Peter Tijhaar is de scribent van Zwol-le's grote stap voorwaarts.

Een klein jubileum, het derde lustrum van'onze' Zwolse Historische Vereniging, wordtgememoreerd door Wim Coster.

Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans 2

Jacob Frederik Serrurier (1771-1844): een aartsketter in ZwolleA.J.M. Vernooij 4

De tragische liefde van Rudolf Sandberg en Laura van Haersolte

M.L. Hansen 12

De opheffing van Zwollerkerspel Peter Tijhaar 20

Vijftien jaar Zwolse Historische Vereniging Wim Coster 29

Literatuur Marieke Schaap-Steegmans 31

Boekbespreking 32

Mededelingen 33

Omslag: Nadat de gemeente Zwollerkerspel was opgeheven, werden de bordenaangepast: een gedeelte werd afgeplakt (foto: Gemeentearchief Zwolle).

Page 4: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Jacob Frederik Serrurier (1771-1844):een aartsketter in Zwolle

A.J.M. Vernooij -w-acob Frederik Serrurier kwam in 1795 als 24-I jarige dominee naar Zwolle. Hij was de manI die met zijn preken in Zwolle stof deed

opwaaien. Rhijnvis Feith zou hem een 'aartsketter'hebben genoemd. Hij voelde zich niet begrepenen veroordeelde de 'vadzigheid' en bekrompen-heid.

In 1814 vertrok hij als failliet landgoedbezitter.In de tussenliggende jaren had hij het dominees-ambt verlaten en was hij koopman en landbouwergeworden. Hij was ook mede-oprichter van hetNut in Zwolle en vervulde veel ambtelijke func-ties. Na zijn Zwolse tijd bracht hij het tot directeurvan de Staatscourant en gaf hij een tijdschrift overde landbouw uit. Hij beschreef zijn leven en depolitiek van zijn tijd in geschriften, die nu in hetGemeentearchief Zwolle worden bewaard.1

DomineeSerrurier kwam uit het Duitse Hanau en was doorzijn vader voorbestemd om 'rechtzinnig' predi-kant te worden, net zoals veel van zijn familiele-den. Verschillende Serruriers waren in die tijddominee in Nederland. Maar al in Leiden, waar hijtheologie studeerde, bekropen Jakob Frederiktwijfels over zijn geschiktheid voor het dominees-ambt. Die twijfels werden versterkt door z'nomgang met vrijzinnige en patriotsgezinde stu-denten.

Op 5 juli 1795 hield hij in de Franse (Waalse)kerk van Zwolle zijn intreepreek. Zijn voorgangeren studiegenoot Teissèdre de 1'Ange2 had debezoekers van de Franse kerk 'meer van de gewo-nen oude kost' gegeven, meende Serrurier. Dit'gepaard met een aangenaam uiterlijk en eenetoen veel opgang makende taal van 't gevoel, ver-schafte hem een zeer talrijk gehoor, en de Fran-sche kerk werd bepaaldelijk die der jonge vrou-wen.'3 Serrurier was er blijkbaar niet op uit zijn

publiek, ook al was het vrouwelijk, te behagen. Hijbekende dat hij 'het nu ook maar eens liet waaijenen voor mijne denkwijze in 't Staatkundige engodsdienstige vrij onbewimpeld uitkwam.' Vol-gens Serrurier had Rhijnvis Feith, 'die aan hethoofd eenen zoodanige Vrouwenclique stond endie regt ouderwetsch regtzinnig was' hem vooreen 'aartsketter' verklaard na het horen van deintreepreek.4

Hij gaf toe dat het bezoek aan de Franse kerkminder werd na zijn aanstelling. Dat kwam vol-gens hem ook door zijn bemoeiingen met hetplaatselijk bestuur: 'mijne pen kwam aan de Zwol-sche Patrioten nog al eens te stade'.5 Kortom, hetboterde niet tussen Serrurier en het Zwolse esta-blishment. In zijn autobiografie oordeelde hij velejaren later nog heel hard: 'in de koppen der Zwol-sche menschen zag het al heel duister uit. Voor alwat wetenschap was, was er bitter weinig smaak enin godsdienstige begrippen was men er zoobekrompen als ergens.'6

HandelaarOp 23 oktober 1796 trouwde hij met Margarethaten Cate, dochter van de handelaar Berend tenCate en Antonia Hendrika van Marie.7 Een broervan Margaretha stelde hem in 1796 voor diens'handel in stafijzer' over te nemen. Dat werk zou725 gulden per jaar opbrengen, evenveel als zijnpredikantschap opleverde. Serrurier zag het aan-bod als een uitweg uit het knellende dominees-ambt: 'ik had toen regt den hekel gekregen aan datgeheele ligchaam, waarin zo weinig ziel zat.'8

Toch zou hij nog eenmaal de kansel beklim-men in Zwolle. Dat gebeurde bij de viering van deoverwinning op de Engelsen, die in het najaar van1799 een inval hadden gedaan. Het stedelijkbestuur achtte hem geschikt voor een redevoeringin de Grote Kerk op 19 december. Serrurier han-

Page 5: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

teerde daarin met verve de kanselretoriek. Hij waslovend over de verdedigers van het vaderland. 'Gijallen, Bataven, Franschen, krijgslieden, burgers,gij allen die de wapens voor het vaderland hebtaangegord - ontvangt dan uit naam van het vader-land deszelfs ongeveinsde, eerbiedigste hulde.' En:'Komt dan en aanschouwt met mij een Staat welksburgers als broeders onder eikanderen leven, waarde wet voor allen gelijk is, en niemand zijne vrij-heid op de Slavernij enes anderen vestigt.'9

Overigens had Serrurier zelf niet zo'n heldhaf-tige rol gespeeld. Toen de Engelsen bij Zwartsluiswaren gesignaleerd, werd hij tot zijn schrik onderde wapenen geroepen. Maar hij had veel excusesom daar onderuit te komen: 'weerzin tegen hetbeschaafde krijgswezen'; zijn vrouw die op hetpunt stond te bevallen; een schoonvader die kindswas en de afwezigheid van diens oudste zoon, diemet de Zwolse jagers naar Noord-Holland wasvertrokken. Gelukkig vond hij zijn huisdokter,tevens majoor van de schutterij, bereid hem tedetacheren bij het bureau van de provinciale com-mandant in Zwolle.10

Het NutSerrurier was er wél bij toen op 4 juni 1799 in deNieuwe Concertzaal, een Zwols Departement vande Maatschappij tot Nut van 't Algemeen werdopgericht. Hij was ook langdurig voorzitter; eersteen halfjaar in 1800 en later nog eens vijfjaar tus-sen 1809 en 1814." Onder de maximaal 59 ledenbevonden zich in de loop der jaren kooplui, fabri-kanten, bestuurders, predikanten en onderwij-zers. Bekende namen op de ledenlijsten waren:Rhijnvis Feith, H. Potgieter, H. Tijl, N. Kantelaaren landdrost baron Bentinck.12

Serrurier hield er redevoeringen die volgenszijn memoires, 'mij zelven in de eerste plaats'amuseerden.13 Hij liet het niet alleen bij woorden.Hij was ook lid van de Commissie van Onder-stand, die geld inzamelde voor levensmiddelen eneen 'Rumfordse Soepkokerij' opzette. Naar hetrecept van graaf Rumford in München werd eensoep bereid met witte bonen, groene erwten,gepelde gerst, aardappelen, spek en een snee rog-gebrood.

Het liep geen storm bij de soepketel: 65 dagen

754

lang werden 100 porties uitgedeeld. Er hadden'dagelijks ten minsten nog 2 maal zo veel armen'gespijsd kunnen worden, meldde de Commissievan Onderstand in de Zwolsche Courant op 6 juni1801.14 Hoogstwaarschijnlijk was het Serrurier diedeze ervaring aangreep om in diezelfde krantenkele spectator-achtige gesprekken te plaatsentussen de bedelaarster Griet, Janna de schoon-maakster en diens man Gerrit, waarin commen-taar werd geleverd op deze wijze van bedeling. Erwas sprake van vooroordeelen bij de armen enbezwaren van winkeliers.'5

Kadastrale minuutplanSectie F (Berkum), 1822.Ter verduidelijking:Berkumerweg = Kuyer-huislaan; Rohuis =Rode Huis; 759-760 =Roodhuizerallee.

Page 6: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Handtekening vanSerrurier.

De gereedschappen voor de soepkokerij werdeneind 1802 verkocht. Andere initiatieven van hetNut, zoals een kousenfabriek en een school, warenook geen lang leven beschoren. De leesbibliotheekhield tot 1807 stand. Het Nut zelf stopte in 1814.16

Was de eigenzinnigheid van Serrurier er debetaan? Waarschijnlijk had hij de hand in het verbre-ken van de banden met het landelijke Nut 'omdatdie vereniging een goed deel onzer inkomsten ver-slond, zonder ons veel nut aan te brengen', zoalshij meende. Maar ook de Zwollenaren begrepenhem niet. Het Nut was volgens hem hoog nodig ineen stad als Zwolle 'want de Wetenschap was er ingeen achting, vadzigheid vooral onder de hoogereStanden vrij algemeen en generlei zucht voor hetalgemeene Welzijn.'17

SchoolopzienerSerrurier nam ook geen blad voor de mond in eenverslag dat hij in 1801 maakte als schoolopzieneren lid van het departementaal schoolbestuur. Eenbaantje dat hij via connecties in Den Haag hadverworven (zijn zus was getrouwd met de secreta-ris van de minister van Nationale Opvoeding, J.H.van der Palm).18

Hij schetste een weinig rooskleurig beeld vande toestand in het 'derde district van den OudenIJssel'. Van de onderwijzers verwachtte hij weinig:'eenvoudige landlieden... zo opgevoed, zo onder-wezen, zo aangesteld, zo beloond en zo van ande-ren behandeld..' En dan waren er de 'zwarigheden'die de hervorming van het onderwijs belemmer-den zoals 'de bekrompenheid en slegte inrigtingvan meest alle Schoolvertrekken... het vooral tenplattenlande zo onregelmatig ter school komenvan de kinderen... de vooroordelen van het groot-ste gedeelte der ouders... de geringen middelen

van bestaan der meeste School-onderwijzers'.Tenslotte: 'de grootste van alle zwarigheden is enblijft de onmogelijkheid om aan een andere teleren hetgeen men zelve niet weet'.19

Serrurier ging, blijkens dit verslag, hervor-mingsgezind aan het werk. Zijn ijver werd allengsminder; althans in de verslagen komt zijn naam inde loop der jaren minder en minder voor. Opmer-kelijk is nog een overzicht uit 1808. Het is nietondertekend, maar gezien het handschrift moethet van Serrurier zijn. Er is daarin sprake vanenerzijds 'aanmerkelijke verbeteringen' en ander-zijds van onderwijzers als 'vadsige wezens' en'indolente, onwillige en bevoordeelde indivi-du's'.20

Het Roode HuisZijn huwelijk met Margaretha ten Cate leverdeSerrurier een landgoed op. Toen zijn schoonvaderin 1801 stierf, erfde hij onder meer de buitenplaatshet Roode Huis.21 Berend ten Cate had Het RoodeHuis in 1782 gekocht van de erven van wijlen deMarquise De Louvois.22 Het lag ten oosten vanZwolle op de Oosterenk, niet ver van de NieuweVecht, het water dat de Vecht met Zwolle ver-bond. Het Roode Huis werd ook wel aangeduidals spijker, een toen gebruikelijke aanduiding vooreen kleine buitenplaats. Rond Zwolle lagen er ver-schillende: Boschwijk van Rhijnvis Feith was debekendste. Op Veldwijk, ten zuidoosten van destad, woonde in die tijd een nicht van Serruriersvrouw, Elizabeth Paschen.23

LandbouwerSerrurier verkocht zijn huizen in de stad en gingbuiten wonen na 'een nieuw, ruim en gemakkelijkhuis' op het landgoed gebouwd te hebben. Oudebomen werden omgehakt en een deel van het wei-land omgezet in 'moestuin, boschjes en vijver.'24

Hij besloot zijn 'oude liefhebberij voor landlevenen landbedrijf weer ter hand te nemen. Die liefdewas ontstaan toen hij als veertienjarige jongen inde kost werd gedaan bij een predikant die hetbeheer had over landbouwgronden. Over zijnbedrijf meldt hij in zijn herinneringen alleen hetvolgende: 'wij hadden 2 knechts en 2 meiden endan nog gewoonlijk 5, 6 en meer daglooners in 't

Page 7: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

werk: voorts 3 paarden, 1 ezel en van 15 tot 20melkkoeijen, ook wel 6 tot 12 mestkalvers tegelijk.' In 1813 verbouwde hij mangelwortels (sui-kerbieten) voor de suikerraffinaderij van een zwa-ger. Hij noemt de 'geschriften van Thaer' (een indie tijd bekend Duits landbouwkundige) en zijnjeugdervaringen als reden om 'een andere wijzevan landbouwen te beproeven'.25

PublicatiesSerrurier hield zich niet alleen als practiserendboer met de landbouw bezig. Een van de grootsteuitgevers van die tijd, Allart uit Amsterdam, bena-derde Serrurier in de zomer van 1803 voor een ver-taling van een Engelse verhandeling over vrucht-bomen van William Forsyth.26 Serrurier vond hetwerk van Forsyth niet interessant genoeg. Hij ver-taalde een Duits handwoordenboek over vrucht-bomen van J. Christ, waarin hij gedeeltes van For-syth's werk aan toevoegde. Dat leverde zijn Fruit-kundig Woordenboek op.27

Na deze vingeroefening begon hij aan een gro-ter werk. Hij had inmiddels naam gemaakt alslandbouwkundige. Bewijs daarvoor is een briefdie de toenmalige commissaris voor landbouw,Jan Kops, in 1804 aan Serrurier stuurde. Kopsmoedigde hem aan een standaardwerk van deDuitser Albrecht Thaer in het Nederlands te verta-len. Kops schreef: 'sedert een geruime tijd hebt gijden Landbouw tot uw hoofdbezigheid gesteld, enals wetenschap beoefend.' De brief werd in 1807afgedrukt in het boek dat onder de titel Boeren-goudmijn verscheen.28

Serrurier had geen rechtstreekse vertalinggemaakt van Thaer, maar een zeer vrije bewer-king. Zijn eigen ervaringen en opvattingen warener ruimschoots in verwerkt. De Boerengoudmijnwas geen praktisch handboek voor de gemiddeldeboer. Het was meer een overzicht van de stand vanzaken in de toen nog jonge en zeer onvolkomenwetenschap van de landbouw. Die wetenschapwas nog lang niet ver genoeg om de landbouwwerkelijk verder te helpen. Serrurier was wel zijntijd vooruit met zijn opmerkingen over een effi-ciënte bedrijfsvoering, over het nut van proefne-mingen, de eigen aard van ieder bedrijf en iederegrondsoort en de kritische benadering van erva-

B O E R E N

GOUDMIJN,OF HANDLEIDING TOT

de Kunst, om van verfchilknde Soorten van Lan-derijen het meest mogelijke nut te trekken,meer Vee te kunnen houden dan naar gewoon-te , en hetzelve over 't geheel beter te kun-nen voeden en doelmatiger behandelen;benevens een aantal wetenswaardigebijzonderheden tot den Landbouw be-trekkelijk: alles met voorbeelden, opffr,"'.,ondervinding berustende, opgehelderd.- 'Z._

voornamelijk gejroüen xpt de Landbouwkundige WJerjvöi .v a n , J ' ï C •;•.'•'

ALBRECHT T H A t ó

ten dienfte der Hollandfche GoedsheerenLandlieden bearfaeid en uitgegeven

door

J. F. S E R R U R I E R ,

met een aanmoedigenden Ericfvan

J A N K O P S,COMMISSARIS TOT DE ZAKEN VAN DEN LANDBOUW

EIJ HET MINISTERIE VAN BINNENLANDSCHEZAKEN.

MET AFBEELDINGEN.

* *

TE A M S T E R D A M , , J I J

J O H A N N E S A L L A R T ,u D c c c v n .

ringen en theorieën van anderen.De Boerengoudmijn is de enige bron om meer

te weten te komen van zijn bedrijfsvoering op hetRoode Huis. Serrurier deed de 'openhartigebekentenis' dat zijn bedrijfin de afgelopen vijfjaar'geene behoorlijke rente van mijn kapitaal' hadopgeleverd. De oorzaken lagen volgens hem nietin de bedrijfsvoering: 'mijne veldvruchten staan

Titelpagina van BoerenGoudmijn uitgegevenin Amsterdam in 1807.

Page 8: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

FRUITKUNDIG

WOORDENBOEK,g E H E C Z E N D E A l l H E T G E E N B E T R E K K I N G H E E F T T O T

D E K E N N T S E N H E T H U I S H O U D E L I J K G E B R U I K D E R

V E r. S C H I L L E N D E S 0 0 F. T E N V A N F R U I T E N ; T O T

H E T J A N K W E E K E N , V E R E D E L E N , S N O E I J K N

E N B E H A N D E L E N V A N V R U C H T B O O M E N J

T O T H E T A A N L E G G E N " V A N B R O E I -

D A K K E N , T R E K R A S S E N E N O R A N -

J E H U I Z E N E N Z .

GEVOLGD NAAR HET HOOGDUITSCH VAN

J. C. C H R I S T

E N VEK.RIJKT MET HET W E T E N S W A A R D I G S T E U I T

H E T OP LAST VAN H E T E N G E L S C H GOU-V E R N E M E N T UITGEGEVEN WERK VAN

W. P O R S I J T H ,

over eette nieuwe wijze van boomfnoeijen, en dt

door hem uitgevondene middelen om oude, kwijnen-

de , of verwaarloosde bootsen te genezen en op

nieuws te doen herleven enz.

J. F. S E R R U R I E R .

in tu-ee Deden, wet Platen?] -

EERSTE DEETL.v:'

T E A M S TE R D A ivf*,, i

L>AJ O H A N N E S A L L>A R T:f

M D C C C V

Titelpagina van Fruit-kundig woordenboekuitgegeven in Amster-dam in 1805.

doorgaans niet slechter dan die van anderen, veel-al beter; mijn vee ziet er zoo goed uit... geeft eenegenoegzame hoeveelheid melk, en ook het vet-mesten op stal gaat naar wensch.' Volgens Serru-rier moest de conclusie zijn 'dat de landbouw, zooals dezelve in deze oorden beoefend wordt, aanzijne beoefenaars geen, althans geen geëvenredig-de voordeden aanbrengt.'29

'Voor het oog der wereld...'1808 was een gloriejaar voor Serrurier. Zijn naamals landbouwkundige en zijn relatienetwerk lever-den hem drie erebanen op: het lidmaatschap vande Commissie van Landbouw in Overijssel, van deHollandsche Maatschappij van Wetenschappen inHaarlem en van het door koning Lodewijk Napo-leon gecreëerde Koninklijk Instituut van Weten-schappen, Letteren en Schoone Kunsten. Bij datinstituut hield hij in 1810 een verhandeling overlandbouw. Eigengereid als hij was, verzette hij zichaanvankelijk tegen de gebruikelijke publicatie.30

Maar die publieke erkenning was een magerecompensatie voor zijn privé-problemen. In 1803hadden speculaties op de beurs hem aan de finan-ciële afgrond gebracht. Op zijn vrouw en zijnvrienden na, vertelde hij niemand over zijn geld-problemen. Hij was 'in 't geheel omstreeksƒ 90.000 schuldig'. De waarde van zijn bezittingen(het landgoed) schatte hij op ongeveer de helft, teweinig om als vrij man verder te leven. Hij besloothet Roode Huis niet te verkopen. Hij trof eenregeling waardoor hij voortaan in het krijt stondbij vrienden en 'een Amsterdamsen huis.' Na zijnfinanciële debacle zat er volgens Serrurier nietsanders op dan 'voor het oog der wereld een welge-steld grondbezitter te blijven, in de daad hoogst-zuinig te leven, en voorts te zien wat ik er bij ver-dienen konde.'31

Ambtelijke functiesVoor de noodzakelijke bijverdiensten ging hij opzoek naar ambtelijke functies. Zijn kennissen-kring was hem behulpzaam, zoals hij zelf schreef,want in 1805 'kreeg ik van mijne Haagsche vrien-den eensklaps het berigt dat zij hadden weten tebewerken dat ik tot lid van den Raad van Finantiein Overijssel zou benoemd worden.' In die functiestreek hij jaarlijks 2500 gulden op 'waarvoor ikniets anders te doen had, dan 4 a 5 maal 's weeknaar de Stad te gaan en eenige uren lang de verga-dering bij te wonen.'32

Met de komst van Lodewijk Napoleon in 1808verdween dit bestuurscollege. Maar toen had hij alweer iets anders op het oog, want 'het was mijeigen om nooit te kniezen... waar ik maar iets totverbetering van mijnen toestand meende te kun-

Page 9: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

nen doen, deed ik zulks.'33 In die geest toog hij in1808 naar 't Loo voor een audiëntie bij LodewijkNapoleon. Volgens eigen zeggen bedankte hij dezevoor zijn benoeming tot lid van Commissie vanLandbouw in Overijssel, maar zei liever een bezol-dige functie te hebben.34

Die brutaliteit scheen in de smaak te vallen. Dekoning benoemde hem in een commissie, die eennieuw belastingstelsel moest ontwerpen. Serrurierkwam daardoor op gelijke voet te verkeren metonder andere de oud-minister Hendrik van Stra-len (1751-1822) en de staatsraad P.L. van de Kastee-le. Serrurier was niet onder de indruk. Van Stralenomschreef hij als 'een windmaker van het eerstesoort' en Van de Kasteele als 'een hooghartig Cos-tumier.'35 Buiten de commissie om legde hij de

koning zijn ideeën voor; deze gaf hem toestem-ming een eigen ontwerp te maken. Dit werkbezorgde hem een tractement van 2400 gulden,dat met reis- en verblijfskosten aangevuld werd tot'over de ƒ4000.'36

Toen Lodewijk Napoleon in 1810 vertrok,moest hij uitzien naar andere inkomsten. Via zijnHaagse relaties, waaronder minister van JustitieFelix van Maanen (1769-1846), werd hem de func-tie toebedeeld van griffier en notaris bij het vrede-gerecht van het kanton Zwolle. Bovendien kreeghij bij de van landdrost tot prefect getransfor-meerde P. Hofstede 'spoedig een witten voet.' Zowerd hij in 1811 ook secretaris generaal van de pre-fectuur. Maar omdat hij al snel in onmin raaktemet Hofstede werd hij in 1812 doorgeschoven naar

Het oude Verlaat teBerkum in circa 1955(foto: A. Meulenbelt).

Page 10: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

10 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

de functie van Ontvanger van de directe middelenin zijn woonplaats Zwollerkerspel 'op een inko-men van een paar duizend gulden.' Vanaf begin1813 begon hij die post zelfwaar te nemen 'in eenkamer op Vegterdam', op enkele minuten van hetRoode Huis.37

Maar deze functie was 'onvoldoende voor mij-ne behoeften.' In 1814, toen de Franse bezettingvoorbij was, zag hij weer mogelijkheden in dehandel. Met een aanbevelingsbrief van Teissèdrede 1'Ange wist hij een plaats als makelaar op deAmsterdamse beurs te verwerven. Zo kwam eeneinde aan zijn verblijf in Zwolle. Hij bood hetRoode Huis te koop aan en per trekschuit vertrokhij met zijn gezin op 20 oktober naar Amster-dam.38

In een rijtuig met vier paardenMaar ook in Amsterdam had hij behoefte aan'andere hulpbronnen.' Minister A.R. Falckbezorgde hem de baan van 'solliciteur'.39 In 1816kon hij ruimer ademhalen toen hij in deze functie9000 gulden aan provisie ontving. Bovendien ont-ving hij toen het geld dat de verkoop van hetRoode Huis had opgebracht. Een jaar later werdhij commissionair voor de Zwolse suikerraffina-deurs Nilant en Besier; zijn solliciteurschap begonhem 'goed geld te geven'.40

In 1820 was de financiële ellende voorbij. Hijkeerde terug naar Zwolle met opgeheven hoofd.Toen hij in 1814 de stad 'met stille trom' moest ver-laten, had Serrurier zijn vrouw beloofd: 'nu komtgij hier niet weer 't en ware ik er U in een rijtuigmet vier paarden kan brengen.' Zes jaar later konhij in Harderwijk die uitmonstering bestellen. Hetwerden uiteindelijk drie paarden, maar dat 'kwamer dan ook althans voor de oogen der Zwollenarenniet op aan', aangezien het al middernacht wastoen ze de stad binnenreden.41

Een hard gevalToen Serrurier tussen 1832 en 1843 zijn herinnerin-gen op schrift stelde, treurde hij nog om zijngedwongen vertrek uit Zwolle: 'het verlaten vandie buitenplaats...was zekerlijk een hard geval'.42

Op het Roode Huis was hij gelukkig geweest, vervan 'apenspel, formaliteit, etiquette en leugens',

zoals hij in zijn politiek dagboek het hof- en staats-leven omschreef.43

Des te tragischer is dat van zijn geliefde land-goed nagenoeg alle sporen zijn uitgewist. Huis enstallen werden afgebroken.44 Het Roodhuizerpad,onder de wijk Berkum, is de enige tastbare herin-nering. Serrurier zelf kreeg in de Zwolle geenerkenning in de vorm van een straatnaam of eengedenksteen.45

Noten1. Gemeentearchief Zwolle (GAZ). PA 1151 bestaat uit

een map met 10 documenten, in 1943 geschonkendoor mevr. dr. C. Serrurier, een nazaat van JacobFrederik. Daaronder bevindt zich een 'Levensbe-richt', de belangrijkste bron voor dit artikel. Op 37vellen van 4 pagina's schreef Serrurier tussen 1832 en1834 zijn herinneringen. Er is ook een getypt af-schrift van dr. C. Serrurier. Een in 1988 gemaakt af-schrift (door H. Ter Meij, De autobiografie van J.F.Serrurier) bevindt zich in de bibliotheek van het ar-chief. Serrurier liet ook een politiek dagboek ('His-torische aantekeningen') na, geschreven tussen 1805en 1830, volgens de aanhef gericht 'Aan mijn zoons'.In dit archief is ook een (zelfgeschreven?) overzichtvan zijn carrière.

2. Josue Teissèdre de 1'Ange (1771-1853) was predikantin Zwolle tussen april 1793 en mei 1794. Hij had eenrol gespeeld bij de patriottische opstand van 1787 inzijn geboortestad Middelburg. Bij de omwentelingvan 1795 nam hij er plaats in het burgercomité. Laterwas hij dominee in o.a. Haarlem en Amsterdam. Hijintroduceerde Serrurier bij patriottische vrienden,die later belangrijke posities zouden bekleden,waaronder: J.H. van der Palm (1763-1840), Agentvan Nationale Opvoeding tussen 1799 en 1806 (zieA. De Groot, Leven en arbeid van J. van der Palm,Wageningen, 1960); Jean Henri Appelius (1767-1828), secretaris van Lodewijk Napoleon en minis-ter van Financiën van 1824-28, wiens familie even-eens uit het Duitse Hanau afkomstig was (zie: J. vander Poel, Ter ere van Mr. Jean Henri Appelius, 1767-1828, Deventer-Djakarta, 1954); Steven Dassevael(1771-1838), 'de ijverige en trouwe griffier van alleregeringen tussen 1798 en 1810 en na 1813'. (DeGroot, Leven en arbeid, 80).

3. GAZ, PA 1151, Levensbericht, hierna aangeduid alsAB = autobiografie, p. i2a,b.

4. AB, p. i2b,c.5. AB, p. 12c.6. AB,p. 2b.7. GAZ, RBSO, nr. 707.

Page 11: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 11

8. AB, p. nd .9. GAZ, PA 1151, verhandeling 1799, p. 9,15.10. AB, p. 14a.11. J. Drentje, Minnaars der deugdbevordering, De

Maatschappij tot Nut van het Algemeen in Zwolle van1789-1814, scriptie, 1986, p. 17; zie over het Nut ook:W.W. Mijnhardt, Om het algemeen voïksgeluk: tweeeeuwen particulier initiatief1784-1984, z.p., 1984.

12. GAZ, Archief Nut.13. AB, p. 17c.14. Drentje, Minnaars, p. 20-29.15. Drentje, Minnaars, idem.16. Drentje, Minnaars, p. 40-44.17. AB, p. 14b.18. AB, p.i4d; zie ook noot 2.19. Rijksarchief Overijssel, Archief Schoolbesturen in

Overijssel, nr. 378.20. Idem, nr. 381.21. AB, p. 14c.22. GAZ, RA 001-00654, p. 32.23. E. Gelderman en J. Hagedoorn (red.), Een aardsch

paradijs, De buitenplaatsen Boschwijk, Landwijk enVeldwijk nabij Zwolle, Zwolle, 1994, p. 15-22; C. W.van der Pot, Zwolle's omgeving omstreeks 1900,Zwolle, z.j., p. 37. AB, p.3ia.

24. AB, p.i4C,d.25. AB, p 16b, 22c,d.26. AB, p. 16c.27. Fruitkundig woordenboek, behelzende alle hetgeen

betrekking heeft tot de kennis en het huishoudelijk ge-bruik der verschillende soorten van fruiten, Amster-dam, J. Allart, 1805-1806,2 delen.

28. Boerengoudmijn of Handleiding tot de kunst om vanverschillende soorten van landerijen het meest moge-

lijke nut te trekken, meer vee te kunnen houden dannaar gewoonte en hetzelve over 't geheel beter te kun-nen voeden, en doelmatiger behandelen: benevens eenaantal wetenswaardige bijzonderheden tot den land-bouw betrekkelijk: alles met voorbeelden, op onder-vinding berustende, opgehelderd, Amsterdam, J. Al-lart, 1807.

29. Boerengoudmijn, p. 226-227.30. J.F. Serrurier, Verhandeling over den landbouw, Am-

sterdam, 1816.31. AB, p.iéb.32. AB, p. i6d.33. AB, p.17034. AB.p. 18b.35. AB, p. i8d,i9b.36. AB, p. i9a-2ob.37. AB, p. 20c, 22a.38. AB, p. 24b-26a.39. AB, p. 27c; een solliciteur was pleitbezorger in kleine

rechtszaken en/of indiener van verzoekschriften.40. AB, p. 3od.41. AB, p. 31a.42. AB, p. 26a.43. GAZ, PA 1151, Historische aantekeningen, p. 9644. In 1841 kwam er een andere boerderij voor in de

plaats, aldus Van der Pot, Zwolle's omgeving, p. 37.45. In recente historische studies over Zwolle worden

Serruriers kritische uitspraken over Zwolle aange-haald. Zie onder andere: J.C. Streng, 'Stemme instaat'. De bestuurlijke elite in de stadsrepubliek 1579-1795, Hilversum, 1997; H. Brouwer, Lezen en schrij-ven in de provincie, De boeken van Zwolse boekverko-pers, 1777-1849, Leiden, 1995.

Page 12: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

12 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

De tragische liefde van Rudolf Sandberg enLaura van Haersolte

M.L. Hansen

Vrijwel alle brieven van de ZwollenaarRudolf Sandberg aan Laura van Haersolteworden bewaard in het familiearchief Van

Haersolte dat zich in het Rijksarchief te Zwollebevindt. Slechts enkele van zijn brieven ontbre-ken; zij zijn zeer waarschijnlijk verbrand. RudolfSandberg had het liefst gezien dat de gehelecorrespondentie tot as werd, maar Laura bewaar-de zijn brieven zorgvuldig, zodat de zeldzamehoogtepunten en de vele dieptepunten uit hunverhouding bewaard zijn gebleven. Eén enkelebrief van Laura en een paar brieven van haar moe-der belichten de situatie van de andere kant.'

Het gezin van Albertus SandbergRond 1820 woonde Albertus Sandberg (1768-1843)aan de Nieuw Markt te Zwolle. Sandberg was eenvan de rijkste mannen van Overijssel. Voor de ver-zorging van zijn elf kinderen woonde een kinder-meid in huis. Zij nam na de dood van zijn vrouwReinira Johanna Schrassert (1770-1814) - gestorvenin het kraambed - steeds meer de plaats van eenmoeder in. Naarmate de kinderen opgroeidenwerd zij steeds minder kinderjuf, maar bestierdehet hele huishouden. Door de kinderen werd zijop handen gedragen.

Albertus Sandberg beheerde zijn geld en zijnkinderen met straffe hand. Hij spendeerde grotebedragen aan hun opvoeding. De meeste meisjesgingen eerst naar de Franse school in Zwolle.Daarna waren ze oud genoeg om voor de duur vantwee jaar naar een kostschool gezonden te wor-den, a raison van 1.000 gulden per jaar. De oplei-dingen van de jongens waren heel verschillend,wat mogelijk te maken had met hun verstandelijkevermogens. De knapsten studeerden; anderenkozen voor het leger en één, Bart, werd bij eendominee in Vaassen ondergebracht, wat zijn vader1.200 gulden per jaar kostte.

Materiële zorgen hadden de kinderen vanAlbertus Sandberg dus niet, maar zij misten eenliefhebbende vader. Sandberg was een intelligente,pragmatische man, maar heel afstandelijk. Nooitkon er een bemoedigend woord vanaf, prijzen washelemaal zijn gewoonte niet. Tussen de broers enzusters was de onderlinge verstandhouding heelgoed. Ook nadat de oudsten getrouwd waren enelders woonden bleef het contact hartelijk en ver-trouwelijk, zelfs als zij lang niets van elkaar had-den gehoord.

De grootste problemen met hun vader ont-stonden door de keuze van huwelijkspartners.Albertus Sandberg was van mening - zoals meervaders in zijn tijd - dat geld met geld moest trou-wen. Een ieder die dat aardse goed in een (te) klei-ne portie meebracht, werd zonder discussie afge-wezen. Stelde Albertus Sandberg voor zijn doch-ters net zulke strenge regels als voor zijn zonen?De eerste van de kinderen die trouwde was deoudste dochter; haar bruidegom was een bankier.De zonen Johan en Johannes Albertus moestenvervolgens heel wat beledigingen slikken, voordatzij toestemming kregen te trouwen. De bruid vanJohannes Albertus, Berendina van Bommel, namnotabene 80.000 gulden in contanten mee. Hetwas een weinig vrolijk perspectief voor de thuis-blijvers. Zoon Reinier werd zo verliefd dat hij tochmet zijn vader ging praten. Het meisje was van uit-stekende familie; haar vader was magistraat vanDeventer. Maar helaas had zij geen fortuin enAlbertus Sandberg verleende geen toestemmingtot het huwelijk. Ook een tweede verzoek van Rei-nier faalde. Het was nee, het bleef nee en van trou-wen is het nooit gekomen.

Nog veel moeilijker was de situatie waarinRudolf Sandberg terecht kwam.

Page 13: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Luitenant Rudolf Sandberg (1796-1830)Zolang Rudolf in Zwolle in garnizoen lag en hij inzijn ouderlijk huis woonde, was zijn traktementvan 75 gulden per maand ruim voldoende om zijnprivé uitgaven te dekken. Buiten Zwolle garnizoenhoudend, kreeg hij onkosten voor kost en inwo-ning. Toch hield hij genoeg over om te bestedenaan theater en concerten, aan de Redoute en aanhet gokken, én aan de dames. Als 20-jarige jonge-man was hij met zijn garnizoen naar Maastrichtvertrokken. Daar knoopte hij connecties aan metde mooie, hartstochtelijke mevrouw Macleod.Haar blauwe ogen en haar grote mond met prach-tige tanden waren een genoegen om naar te kij-ken. Het vermoeden dat hij niet haar enige amantwas deed zijn gevoelens van affectie veranderen inweerzin en Rudolf maakte een einde aan de ver-houding. De vele brieven die zij hem nog stuurdeliet hij ongeopend liggen. Hij richtte zijn aandachtop Caroline van den Santheuvel, een mogelijkehuwelijkspartner. Het liep op niets uit; zonderruzie gingen zij elk hun eigen weg. Caroline had alsnel een ander en Rudolf raakte bevriend metLouise Brade, de dochter van een kolonel. Rudolfkon het met de Brade's bijzonder goed vinden. Hijzocht hen vaak op en vond het prettig met Louisete praten. Louise dacht er iets anders over; zij waswèg van Rudolf en had de volledige instemmingvan haar ouders. Mevrouw Brade was alvast eenzorgzame schoonmoeder voor Rudolf. Toen hijziek werd, kookte zij zelfs zijn lievelingsgerechtenvoor hem. Voorzichtigheidshalve liet mevrouwBrade het jonge stel nooit alleen; in het salon zatzij erbij en als er een tochtje gemaakt werd ging zijmee. Misschien dat het daardoor lang onduidelijkbleef dat Rudolf geen vurige affectie voor Louisevoelde. Rudolf had de bedoelingen van de Brade'swel door maar hield zich van de domme en lietzich verwennen. Intussen was hij hevig verliefdgeworden op een ander en nam de arme Louise invertrouwen. Hij vertelde haar over zijn gevoelensvoor het meisje en besprak zijn plannen. Dat waszijn verdediging toen Louise's ouders merkten dathun graag geziene gast niet van plan was hunschoonzoon te worden.

Laura van Haersolte (1806-1857)Het meisje heette Laura van Haersolte, een baro-nes van zeventien jaar zonder enig kapitaal. Haarvader Johan van Haersolte was door een financiëlemésaillance in discrediet geraakt, hij had geld eneer verloren en zijn dochter deelde in de val. Datzij van adel was en dat haar familie in Zwolle inhoog aanzien stond, baatte niet. Dat hun beidervaders ooit vriendschappelijke betrekkingen had-den onderhouden wenste Rudolfs vader waar-schijnlijk liever te vergeten. In tegenstelling tot

Portret van vaderAlbertus Sandberg,(A.J. Gevers en A.J.Mensema, De Haveza-ten in Salland en hunbewoners, 281).

Page 14: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

De Nieuw Markt teZwolle (foto: Gemeen-tea rch ief Zwolle).

Rudolf had Laura in haar jonge leven alleen maarzorgen gekend. Haar ouders waren na voortdu-rend gereis om arrestatie te ontlopen en een bronvan inkomsten te vinden, ten langen leste inMaastricht beland waar het leven veel goedkoperwas. Haar vader werd er ontvanger van de Brussel-se loterij. Na zijn dood zette Laura's moeder hetbureau voort.

En toen stapte luitenant Sandberg het loterij-bureau binnen, niet één keer maar al snel wel driekeer per week. Laura's moeder had niets in degaten. Misschien werd haar aandacht te veel inbeslag genomen door haar tweede huwelijk datrond deze tijd gesloten werd.

Het duurde niet zo heel lang of Laura en

Rudolf gaven elkaar geschenken. Hij liet zich por-tretteren; niet in uniform zoals zijn eigen keuzegeweest zou zijn, maar in de kleding waarin Laurahem het liefst zag. Zij was heel blij met het cadeau.In wiens opdracht haar portret gemaakt werd, isonbekend. De financiën van beiden in aanmer-king nemend waarschijnlijk van Rudolf. Ook hijkoesterde haar beeltenis. Hij kreeg van haar eentheekopje en bier- en wijnglazen waar hij zo zorg-vuldig mee omging dat hij ze liever diep wegborgdan dat ze in scherven vielen. De gedachte alleen albezorgde hem nachtmerries.

Hun eerste hevige ruzie werd veroorzaaktdoordat Rudolf'zich met gemeen volk ophield opeen wijze dat men er schande van sprak,' zo ver-weet de freule de soldaat. Hij stond versteld overhaar uitbarsting; niet zozeer over wat ze zei, maarhóe zij het zei. 'Scheldwoorden zyn en blyvensteeds strafbaar in de mond van een jong meisjevan fatsoenlyke geboorte.' Woedend ging hij wegen eiste schriftelijke excuses, anders was het 'UIT.'De verzoening zal mondeling plaats gevondenhebben zodat er veel te raden overblijft.

Rudolf vroeg haar ten huwelijk hoewel hij wistdat het moeilijk zou worden zijn vaders toestem-ming te krijgen. Hij kende zijn vader goed genoegom te weten dat deze niet blij zou zijn met eenschoondochter zonder kapitaal. Dat diens hou-ding zo onverbiddelijk was wist hij niet, daarvoorhad hij te weinig contact met zijn broers en zustersgehad. Zijn vaders toestemming was noodzakelijkomdat het inkomen van eerste luitenant onvol-doende was om een gezin op te zetten. Zijn vadermoest dus financieel bijspringen. Rudolf moest zosnel mogelijk kapitein zien te worden en daarvoorbood de afdeling infanterie in Zwolle meer kansdan die in Maastricht. Bovendien kon hij meersparen als hij thuis woonde. Hij vroeg met succeseen ruiling aan en al snel zou Zwolle zijn nieuwestandplaats zijn.

Rudolf en Laura smeedden een plan voor eenlaatste samenzijn voordat hij naar Zwolle vertrok:zij ging - met toestemming van haar moeder - bijhaar getrouwde zus in Luik logeren. Wat haarmoeder niet wist was dat Rudolf ook kwam. Bijaankomst was hij ziek. De liefdevolle verzorgingdoor Laura heeft de intimiteit ongetwijfeld ver-

Page 15: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

hoogd. De laatste ochtend, heel vroeg, sloopRudolf naar Laura's kamer, bezwoer haar op hetgraf van zijn moeder, met haar te trouwen en namop onstuimige wijze afscheid. Hij ging naar Zwolleen zij bleef in Luik hangen totdat haar moeder -inmiddels achterdochtig geworden - haar laterophaalde en het hoge woord eruit kwam: zij waszwanger.

Rudolf ontving het verpletterende nieuws perbrief. Na van de eerste schrik bekomen te zijn namhij zonder bedenken de verantwoording van hetvaderschap op zich en begon onmiddellijk geld testuren.

Van zijn broers en zusters kreeg hij veel sym-pathie. Zij zouden Laura allemaal als een zusjeverwelkomen, verzekerden zij hem. Zij gaven hemechter - ook met een kind op komst - geen kans devaderlijke toestemming tot een huwelijk te krij-gen. Zo openhartig als Rudolf tegen zijn broers enzusters en tegen de huishoudster was, zo geslotenwas hij naar zijn vader toe. Albertus Sandbergwerd al spoedig op een andere manier op de hoog-te gebracht van de aanstaande geboorte van zijnonwettige kleinkind. Zijn zwager, om raadgevraagd door Laura's moeder, bracht AlbertusSandberg 'in zijn heiligen yver' op de hoogte. Paparepte er thuis met geen woord over en was tegenRudolf vriendelijker dan ooit. Misschien dat defamilie Van Haersolte niets van de familieTuitbrei-ding geweten heeft, in ieder geval constateerdeRudolf dat 'heel Zwolle' mee zweeg.

Elke cent die Rudolf overhield bewaarde hijvoor Laura. Hij stuurde het geld op in de vormvan coupons of wissels. In Zwolle was het niet zomoeilijk een coupon te bemachtigen, al kon hij hetbedrag niet precies vaststellen. In Kampen liep hijde hele stad afzonder te slagen. In Maastricht ver-liep de ontvangst via Laura's moeder omdat Laurazich op een geheim adres bevond, in een poging

praatjes te voorkomen.Rudolf maakte zich zorgen over het financiële

verlies bij het verzilveren van de coupons. Hijmeende dat zijn schoonmoeder niet al het ontvan-gen geld aan Laura gaf. Dat de coupons geen goe-de oplossing waren vond mama ook: 'Die cou-pons wil men hier niet eens hebben.' Zij had zestom toevallig kunnen verzilveren bij een jood dieop het punt stond naar Amsterdam te gaan en hetbij de transactie opgelopen verlies vond zij integenstelling tot Rudolf te verwaarlozen. Voor 51francs slechts 36 centimes. Dat was inderdaadminder dan Laura had gezegd. Mama vatteRudolfs commentaar op als een verwijt over haaronbetrouwbaarheid en voer verder uit: 'alsof wydaarop zouden profiteeren.' Rudolf stelde voorgeld te sturen, de reactie was onverwacht fel. Zijverweet Rudolf 'wilt Gy my nu ook ten toon stel-len.' Rudolf was perplex dat een vrouw die in dehoogste kringen had verkeerd, zulke taal uit konslaan. Het choquerendste heeft hij wellicht nieteens op papier gezet, om Laura te sparen.

Vertrouwen, jalouzie en liefdeRudolf Sandberg was geen man waar een meisje inmoeilijkheden staat op kon maken. Hij was volgoede bedoelingen maar het mankeerde hem aandaadkracht. Hij had begrip voor de moeilijke situ-atie waarin Laura verkeerde, maar behalve hetmondjesmaat sturen van geld deed hij er niet veelaan; kon dat waarschijnlijk ook niet. Hij beseftezijn onvermogen maar als Laura hem dat verweetreageerde hij geraakt. Hij nam zelden het initia-tief: 'als Gy iets nodig heeft zeg het slechts' enwachtte af terwijl hij wist dat Laura een schamelegarderobe bezat en van alles voor de baby nodighad. Op Laura's vragen om raad gaf hij in hetgeheel geen antwoord of hij omzeilde de vraagmet: 'zoals U het doet zal het goed zijn.' Detail van een brief.

Page 16: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

16 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Waarom kon hij met een regiment naar Maas-tricht marcheren (het ging niet door omdat hijziek werd) en kwam hij tijdens een verlof van viermaanden niet verder dan Utrecht? Hij was eendromer; zodra er een kleinigheid gebeurde fanta-seerde hij grote gevolgen erbij. Hij mijmerde overeen prettige toekomst. Hij met zijn kind opschoot, leerde hem lezen en rekenen, Laura gezel-lig met een handwerkje bezig....

Dat de werkelijkheid ondertussen minderprettig was wist hij wel, maar hij wilde het niethoren. Op verwijten reageerde hij gepikeerd. AlsLaura schreef dat zij het zo moeilijk had, ant-woordde hij steevast dat het voor hem ook nietgemakkelijk was. Over de eerste verwijten vanLaura's moeder en stiefvader werd hij zo kwaaddat hij twee maanden niets van zich liet horen. Paseen maand voor de bevalling werd de correspon-dentie weer opgepakt. Rudolf beloofde zijn 'Dier-bare Beste Laura' keer op keer eeuwige trouw enbeloofde haar tot de gelukkigste der vrouwen temaken. Hij wenste voor zijn Laura de enige wareliefde te zijn. Haar volledige vertrouwen te hebbenmaakte hem gelukkig. Omgekeerd bracht eengebrek aan vertrouwen hem totaal van zijn stuk.Dat hij af en toe op onmogelijke wijze uit de hoekkon komen had hij niet eens in de gaten: terwijlLaura eenzaam in het kraambed lag beschreef hijhaar een Zwols naaistertje dat sprekend op haarleek. Hij liep met hartkloppingen in de stromenderegen achter haar aan, hij volgde haar tot in dekerk. Nog nooit had een kerkdienst hem zo korttoegeschenen, 'met dit meisje zoude ik my kunnenvergeten.' Als één van zijn broers haar door destraat zag lopen riep hij: 'Dolf! daar gaat Lauretheen', waarna Rudolf naar het raam stoof.

Hij had ook nog steeds contact met de familieBrade en het aanstaande bezoek aan Zwolle vanzijn 'ex' Caroline kondigde hij vrolijk aan. Laurawist dat uitgerekend mevrouw Macleod naarKampen was verhuisd. Als geruststelling schreefRudolf dat hij slechts een half uurtje in Kampenwas gebleven, net lang genoeg om met de beurt-schipper te onderhandelen voor de overtocht naarAmsterdam waarheen hij twee van zijn zustersbegeleidde. Het halve uurtje was lang genoeggeweest om mevrouw Macleod te zien, zij het

slechts uit de verte. Zij was net bevallen van eenzoon, wist Rudolf én hij wist hoe zij leefde methaar oude man. De laatste opmerking doet weiniggeruststellend aan en Laura kreeg met al haar twij-fels gelijk. Rudolf werd naar Kampen verplaatst enkreeg prompt een uitnodiging van de Engelse dieer niet om loog. Zij koesterde nog steeds vurigegevoelens voor Rudolf en wenste hem 's avonds bijde kerk te ontmoeten. Hij ging er niet op in. Hoge-lijk beledigd dat Rudolf Sandberg niet kwamopdagen, schreef zij een tweede brief: hoe zij alwachtend drie maal om de kerk gelopen was, eeneer die geen enkele andere man nog te beurt geval-len was. Hij moest en zou komen, elke anderevrouw die zijn aandacht trok zou zij doden,schreef zij met gevoel voor drama. Haar man wasniet thuis en zij verwachtte Rudolf op de afgespro-ken tijd bij haar huis.

Aan het gedetailleerde verslag te zien, leekRudolf de aandacht toch wel strelend voor zijn egote vinden al ging hij niet op het aanbod in. Hijvond het leuk Laura jaloers te maken: 'want myneLaura weet wel, dat ik er steeds behagen in schep-te, die gewaarwording by haar te verwekken.' Alszij niet jalours werd was het net of zij niets omhem gaf. Vertrouwen moest zij hem ook. Lichtdreigend zei hij dat als hij de naam kreeg hij ergemakkelijk de daad aan toe kon voegen.

Rudolf had weinig reden tot jaloezie. Laura zagbijna niemand. Om de schande te verdonkerema-nen was het kind buiten Maastricht ter wereldgebracht. Na een paar maanden verhuisden dejonge moeder en haar baby naar een ander dorp,in de hoop dat de familie-omstandigheden daarniet bekend waren. Zelfs Rudolf wist haar adresniet. Zij leefde er onder een valse naam en Rudolfveronderstelde dat zij zich mevrouw Sandbergnoemde.

Rudolf Sandberg was heel gevoelig voor atten-ties. Dat Laura de moeite nam een halsdoek voorhem te zomen was voor hem het bewijs dat zijondanks de jongste ruzie om hem gaf. Toen Lauraschreef dat zij ernstig ziek was geweest, maakte hijzich grote zorgen. Dat zij inmiddels aan de bete-rende hand was, had geen invloed op de gedach-tenstroom van Rudolfs fantasie: als Laura hemontviel dan zou hij zich vrijwillig het leven bene-

Page 17: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

men. Hij zag het precies voor zich. Na achterlatingvan een brief waarin hij zijn broers en zustersopdroeg voor zijn kind te zorgen, zou hij naarLaura's graf gaan en met haar beeltenis voor ogeneen einde aan zijn leven maken. Misschien over-dreef hij niet eens zo veel. De dood van zijn kana-ries bracht hem zo uit zijn doen dat hij zijn etenliet staan terwijl zijn tranen vloeiden. Hij kon erniet van slapen, met als gevolg dat hij midden inde nacht zijn verdriet aan Laura beschreef. Boveneen brief met emotioneel nieuws kon hij uren blij-ven staren en zuchten. Voor haar portret storttehij bittere tranen. In de laatste maanden van Lau-ra's zwangerschap en de eerste maanden na degeboorte van het kind kon hij haar portret nietaanzien. Hij omwikkelde het met een doek - dievan Laura was geweest - en verstopte het achter ineen kast. Wandelend in Zwolle's omgeving tracht-te hij zijn gemoedsrust weer in evenwicht te bren-gen.

Rudolf Sandberg had genoeg zelfkennis om teweten dat hij een driftig man was. De pijn waar hijeen tijdlang aan leed was een gedeeltelijk excuus,maar ook zonder pijn had hij woedeaanvallen. Hijwas ook slordig in zijn sociale contacten. Hij kongeen excuus aanvoeren voor het niet beantwoor-den van zijn post. Hoewel hij van zijn broers enzusters hield, konden zij meer dan een jaar vanenig bericht verstoken blijven. Een broer was aleen half jaar getrouwd voordat hij door Rudolfgefeliciteerd werd. Een zwager had meerdere brie-ven gestuurd en een paar maanden later had hijnog steeds niets van Rudolf gehoord. Rudolf wistwel dat hij er verkeerd aan deed maar hij was nietin staat zich tot schrijven te zetten. Hij schoof hetvan dag tot dag voor zich uit. Rudolf liet 'zyn moe-dertje' ook raden hoe het met hem ging. Achterafhad hij veel spijt van dit gedrag, smeekte om Lau-ra's vertrouwen en bedelde om vele lange brievenen was gelukkig als zij lief en vriendelijk schreef.

Dolfke (1825-1859)Rudolf stelde in aanvang veel belang in zijn kind.Hij vroeg op de hoogte gehouden te worden overde vorderingen in het zindelijk worden, lopen enpraten. Hij kon de ontwikkelingen van zijn zoonenigermate volgen omdat een paar huizen verder-

op in de straat een jong echtpaar woonde met eenbaby, even oud als zijn Dolfke. Bij mooi weer wan-delde de moeder met het kind over de NieuwMarkt. Wat hij jammer vond, was dat Dolfke zoweinig haar had, want in Zwolle liep een kleinmeisje rond met prachtige krullen waar nog nooiteen schaar in was gezet.

Direct na de geboorte van hun kind kreeg hijeen lokje haar van de baby opgestuurd. Hij was erzeer door geroerd, keek er elke dag naar, had hetvoor zich liggen bij het schrijven en vroeg na eenpaar maanden een nieuw lokje zodat hij kon zienof de kleur veranderde.

Hij had behoefte iets tastbaars van zijn gelief-den te bezitten en vroeg een gebruikt kledingstukzowel van Laura als van het kind te sturen, zijmoest de kleding vooral niet wassen. De geurmoest aanvullen wat het oog miste.

Dat Dolfke met zeventien weken al zindelijkwas, kon hij niet geloven en dat het kind zo ver-standig was als Laura schreef, daar wilde hij weleens een staaltje van horen. Hij stelde Laura gerusttoen het praten lang uitbleef: 'Boomen welke laatopgaan, dragen doorgaans de beste vruchten.'

Dat zij het kind na een jaar nog zoogde zindehem niet. Zijn schoonzus zei ook al dat het nietgoed was. Hij vroeg meermalen met nadruk ermeete stoppen. Ten laatste dreigde hij geen acht meerop zijn gezondheid te slaan als zij zo slordig met dehare omging. Hij was tevreden toen hij hoorde datzij met zogen was gestopt.

Rudolf vroeg steeds weer om informatie overDolfke, 'elke kleinigheid was van belang.' VanuitZwolle gaf hij opvoedkundige raad; bij negen vande tien kinderen bereikte men met kwaadheidslechts weinig. Laura moest het kind met zacht-heid opvoeden en prijzen voor vlijt en vorderin-gen. Drift was voor beteugeling vatbaar. Voor strafin de hoek zetten was zijn uiterste strafmaatregel;slaag keurde hij in alle gevallen af. Hij raadde eenhuisdier - bij voorkeur een hondje - aan en snoe-pen was slecht voor de tanden.

Behalve geld in de vorm van coupons stuurdeRudolf zodra een gelegenheid zich voordeed (endat was niet vaak) een mand of kistje naar Lauramet voedingswaren die in Zwolle goedkoperwaren of die in Maastricht niet te krijgen waren.

Page 18: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

18 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Kinderprent met SintNicolaas, circa 1800.(Uit: Kinderen van alletijden. Kindercultuur inde Nederlanden vanafde middeleeuwen totheden, 72).

Hij zond lekkernijen zoals Deventerkoek, choco-lade en rozijnen, Madeira- en Mallagawijn, enzelfs een keer bloembollen met een gebruiksaan-wijzing erbij. Hij stroopte thuis de zolder af voorafgedankte kleding van zijn zusters en kochtmeters linnen. Zijn 'engelachtig kindje' verwendehij met pepermuntjes in de vorm van dieren eneen enkele keer met een 'speeltje.' Nadat Dolfkehad geklaagd over het voorbijgaan van St.Nicolaas- terwijl zijn vriendjes zo goed waren bedacht -stuurde Rudolf een jaar later extra geld op vooreen cadeautje.

Jantje (1827-1901)Rudolf had trouwplannen, maar niet met Laura.Hij was door zijn vader gemachtigd Laura een

afkoopsom aan te bieden. Rudolf reisde naarMaastricht, met wat hij een voordelig voorstelvond: een som van 'duizenden guldens' ineens;een bedrag overigens dat onvoldoende was omeen heel leven mee door te komen. Rudolf zou welkans zien om haar af en toe iets extra's toe te stop-pen. Hoe hij het een en ander aan zijn aanstaandevrouw zou uitleggen, heeft hij waarschijnlijk nooitbedacht. Laura weigerde het aanbod en haar stief-vader ging zo heftig tekeer dat Rudolf geschrok-ken met een 'zoet praatje' een einde aan alleopwinding maakte en naar Zwolle terug ging. Dereis was in meerdere opzichten een teleurstellinggeworden. Het was de eerste keer dat Rudolf zijnzoon zag. Het kind viel hem zwaar tegen, hij vondzijn 'engelachtig kindje' maar 'een boeren kinkel.'

Page 19: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

De liefde was echter niet voorbij want Laura wasvoor een tweede keer zwanger.

Rudolf raakte in een diepe depressie. Zijnvoorgenomen huwelijk ging niet door. Voor, tij-dens en na de geboorte van zijn tweede zoon - Jan-tje - liet hij niets van zich horen. In plaats van elkemaand een klein bedrag te sturen, zoals zijngewoonte was, stuurde hij eens in de drie maan-den een grote coupon en Laura's portret had hijachter de spiegel gehangen. Pas na maandenstuurde hij korte en bovenal koele briefjes.

BrusselLaura's vertrouwen hielp hem er langzaam boven-op en hij schreef weer wat vaker aan zijn (nogsteeds) dierbare Laura. Hij leefde op bij zijn over-plaatsing als kapitein van de grenadiers naar Brus-sel. Onder zijn vaders blik vandaan en met hetinkomen van kapitein kon hij met meer vertrou-wen en zelfs met belangstelling zijn toekomst tege-moet zien. Hij noemde Laura na lange tijd weer'zyn vrouwtje' en sprak van 'myn kinderen.' Hijwas zeer verheugd dat Laura instemde naar Brus-sel te verhuizen en ging op zoek naar een geschiktewoning. Intussen zocht hij Laura en de kinderenmeermalen op; de verhouding begon op eengezinsleven te lijken. Rudolf genoot van zijn kin-deren, de op handen zijnde verhuizing was hetenige dat aan hun geluk ontbrak. Net buiten eenvan de Brusselse stadspoorten vond Rudolf debegeerde woning. Hij raadde Laura aan niet telang te wachten met het opzeggen van haar huuren noteerde alvast de te verhuizen spullen omvoor het vervoer te zorgen.

Het politieke klimaat in de Zuidelijke Neder-landen was op dat moment echter onrustig, deroep naar onafhankelijkheid groot. In Brussel bra-ken in 1830 relletjes uit, maar het leger werd nogniet ingezet. Toen de huizen van notabelen aange-vallen werden en de onrust zich uitbreidde vielprins Frederik op bevel van zijn vader koning Wil-lem I Brussel binnen. Hij kreeg versterking uit deplaatselijke garnizoenen. De Brusselaars richttenbarricades op en er werd drie dagen lang in destraten gevochten voordat Frederik zich terugtrokmet achterlating van honderden doden.

Kapitein Rudolf Sandberg werd gewond naar

Mechelen gebracht. Eerst liet het zich nog niet zoernstig aanzien maar na een paar dagen werd Lau-ra verzocht met spoed te komen. Rudolf schreefnog een kort briefje aan zijn familie met het ver-zoek om Laura en de kinderen niet in de steek telaten en stierf.

Uit de familie geschraptDe familie Sandberg werd in 1839 in de adelstandverheven maar voor de kinderen van RudolfSandberg werd in het Adelsboek geen plaats inge-ruimd. Hoewel de kinderen de familienaam vanhun moeder droegen, werden zij ook bij de familieVan Haersolte niet erkend. De koning deed datevenmin. Een poging van Jan om alsnog in deadelstand verheven te worden liep op een misluk-king uit.2

Maar het kon nog krasser: Rudolf Sandberg isniet in het Adelsboek vermeld, alsof hij nooit heeftbestaan. Dankzij zijn brieven, die hij zelf vernie-tigd had willen zien, is van hem meer bekendgeworden dan zijn vader ooit heeft kunnen vre-zen.

Noten1. Hansen, M.L. (ed.), Dierbare Laura. Brieven van

Rudolf Sandberg. 1823-1830, Overijsselse Hand-schriften 1, Epe 1997.

2. Marcelis, Th., 'Hoe is het met ons Dolfke?', in:IJsselakademie7 (1984), 81-86; 8 (1985), 13-16,39-40.

Page 20: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

20 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

De opheffing van Zwollerkerspel1

Peter Tijhaar 'wolle in een wurggreep, uitbreidings-plannen zijn onmogelijk, Zwollerkerspel

/als een knellende ceintuur rondom deOverijsselse hoofdstad.' Veelgehoorde kreten uithet nabije verleden. Nogal eenzijdig natuurlijk,beweringen vanuit de 'grote stad.' Zwollerkerspelwerd geportretteerd als een soort boeman. Van-zelfsprekend voelde Zwollerkerspel zich helemaalniet als een wurger of Jack the Ripper. En terecht:Zwollerkerspel slingerde zich weliswaar nogalslangachtig om Zwolle heen, maar het was eentrotse welvarende gemeente met een rijke historie.

Het ongeluk voor Zwollerkerspel was datZwolle als gemeente belangrijker was; het vervul-de een regiofunctie en was aangewezen als indus-triekern en moest daarom uitbreiden om demoderne tijd bij te kunnen benen. Daarvan werdZwollerkerspel in 1967 het slachtoffer. De gemeen-te werd in drie stukken verdeeld. Het grootste deelwerd in de nacht van 31 juli op 1 augustus Zwolsgrondgebied. Zwollerkerspel is dus al meer dandertig jaar lang historie. Toch voelen veel oudereen zelfs jongere inwoners van deze ex-gemeentezich nog altijd meer Zwollerkerspelaar dan Zwol-lenaar. Zij wonen niet in Zwolle maar in de dor-pen Berkum, Frankhuis, Ittersum, Wijthmen,Windesheim en Westenholte of in de buurtschap-pen Berkum-Brinkhoek, Berkum-Bruggenhoek,Berkum-Poepershoek, Berkum-Veldhoek, Celle-muiden, Genne, Haerst, Harculo, Herfte, Hoog-en Laag-Zuthem, Langenholte, Mastenbroek,Nieuwe Wetering, Oldeneel, Oude Wetering,Streukel en Voorst. Vanaf 1967 was het hier'gemeente Zwolle.' Alleen Cellemuiden, Genne,Laag-Zuthem, Mastenbroek en Streukel gingennaar andere gemeenten.

Veel buurtschappen hebben inmiddels hunidentiteit verloren en zijn opgegaan in de stedelij-ke bebouwing van Zwolle.2 Dit geldt ook voor de

dorpen. Ittersum en Schelle zijn opgeslokt doorZwolle en maken nu deel uit van Zwolle-Zuid.Berkum en Westenholte daarentegen hebben huneigen karakter redelijk kunnen behouden, al kij-ken veel inwoners van Westenholte en Frankhuisnu tegen de huizen van Stadshagen aan. Eigenlijkis alleen Wijthmen ongeschonden uit de strijdgekomen.

Wat waren de oorzaken die uiteindelijk leid-den tot de opheffing van de gemeente Zwollerker-spel in 1967? In dit artikel wil ik een antwoordgeven op deze vraag. Ik doe dit door middel vaneen chronologisch overzicht dat begint in 1960,een jaar vóór het verzoek tot grenswijziging. Heteindigt in 1967, het jaar van de opheffing vanZwollerkerspel. Het onderzoek is voornamelijkgebaseerd op artikelen in de Zwolsche Courant.

De stilte voor de stormIn 1960 was er van een grenswijziging tussenZwolle en Zwollerkerspel nog geen sprake. Laatstaan van opheffing van Zwollerkerspel. De toen-malige burgemeester van Zwollerkerspel, de heerC Slager, maakte zich hierover dan ook nog geenmerkbare zorgen. In 1960 zei hij: 'Directe uitbrei-ding van Zwolle over de Zwollerkerspelgrenzen isnog niet zo hard nodig, de helft van het Zwolsgrondgebied is nog onbebouwd.' Dat Zwollerker-spel de toekomst rooskleurig tegemoet zag bleekook uit tal van bouwactiviteiten die op stapel ston-den. Zo lagen er plannen op tafel voor een villa-dorp in de Brinkhoek en zomerhuisjes in Herfte.Voorop stond dat dit alles in goed overleg zougaan met de gemeente Zwolle.

Voor Berkum was een bestemmingsplan ont-wikkeld. Het plan behelsde een uitbreiding vanhet aantal woningen met 300. Verder zouden er 16speciale woningen komen voor ouderen, 8 win-kels, 74 meter garageboxen, een sportterrein en

Page 21: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 21

een transformatorstation. Wanneer dit klaar was,moest men bekijken hoe men verder zou gaan: inzuidelijke richting of verder naar de Vecht. OokWestenholte, Voorst en Ittersum hielden zichbezig met de toekomst. Het accent in Westenholtemoest komen te liggen op de bouw van arbeiders-woningen; dit met het oog op het geplande indus-trieterrein aan het nieuwe Zwolle-IJsselkanaal. Inhet uitbreidingsplan voor Ittersum was behalve debouw van 400 woningen ook een nieuw Huis vanBewaring en een nieuwe Rijkswerkplaats voorVakontwikkeling opgenomen. De oude Rijks-werkplaats was gevestigd aan de Hoogstraat.

Een ding was zeker, Zwollerkerspel maaktezich in 1960 weinig zorgen over de toekomst. Degemeente floreerde en het aantal inwoners wasgestegen van 11.411 tot 11.721. Toch was die toe-komst verre van rooskleurig; dat zou spoedig blij-ken.

Zwolle wil een gesprekOp 7 maart 1961 nodigde het gemeentebestuur vanZwolle het bestuur van Zwollerkerspel uit vooreen oriënterend gesprek over grenswijziging tus-sen beide gemeenten. De argumenten die Zwolle

hanteerde waren niet zozeer het feit dat Zwolleeen grotere stad wilde worden of meer inwonersmoest krijgen. Het ging er meer om dat veel bur-gers in Zwolle werkten. Zij waren zodoendebetrokken bij het dagelijks leven van de stad, maarwoonden in Zwollerkerspel. Zij hadden geenenkele mogelijkheid om mee te praten over destad omdat zij buiten de gemeentegrenzen woon-den. Volgens de burgemeester van Zwolle, drs.J.A.F. Roeien, kwam op verschillende punten hetwelzijn van de burgers in gevaar. Om dit tegen tegaan was een royale grenswijziging noodzakelijk.Dat dit niet het enige argument was, zou later blij-ken.

Het gemeentebestuur van Zwollerkerspelstond echter niet open voor mondeling overleg.En dat terwijl het gemeentehuis van Zwollerker-spel aan het Ter Pelkwijkpark op nog geen 300meter van het Zwolse gemeentehuis stond. In juni1961 zond Zwolle aan Zwollerkerspel de conclusiesvan het rapport van de Sociografische Dienst vanZwolle. Daarin stonden cijfers over de te verwach-ten bevolkingsgroei van de stad. Ook het struc-tuurplan 1961 en een kaart waarop de door Zwollegewenste grenswijziging stond aangegeven, wer-

Ver voordat er sprakewas van opheffing vande gemeente Zwoller-kerspel, verrezen o.a. inBerkum nieuwe wonin-gen. Hier is de Cam-pherbeeklaan te zienomstreeks 1952 (foto:Gemeentearchief Zwol-Ie).

Page 22: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

2 2 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Het gemeentehuis vanZwollerkerspel bevondzich op Zwols grondge-bied, aan het Ter Pelk-wijkpark (foto:Gemeentearchief Zwol-Ie).

den opgestuurd. Het college van B&W van Zwol-lerkerspel raakte echter niet overtuigd van denoodzaak tot zo'n grote grenswijziging. Wel wasmen bereid grond af te staan voor industrievesti-ging. Hier moest tegenover staan dat Zwollerker-spel een Zwols stuk ten zuidwesten van de spoor-lijn naar Almelo zou krijgen. Over het afstaan vanwoongebieden viel niet te praten.

Zwolle zet doorZwolle zette echter door. Op 5 augustus 1961 steldehet college van B&W aan de gemeenteraad voorom de grenswijziging bij de Staten-Generaal aan-hangig te maken. De raadsleden ontvingen ookhet structuurplan 1961 en het rapport van de

Sociografische Dienst. De voorgestelde wijzigingkwam er op neer dat Zwolle een gebied wenste datlag rond de grens van Zwolle en dat ongeveeranderhalf a tweemaal de oppervlakte van Zwollebedroeg. In het zuidwesten zou de grens gevormdmoeten worden door de IJssel; in het noordendoor de Vecht. Ook in noordwestelijke en zuid-oostelijke richting zou de grens aanzienlijk verlegdworden.

Welke argumenten hanteerde Zwolle om degrenswijziging te legitimeren? B&W gingen ervanuit dat de Zwolse bevolking, ongeacht de ont-wikkeling in het randgebied, zou groeien van56.000 in 1961 tot 92.000 in 1985 (dit is redelijk uit-gekomen); dat de beroepsbevolking in 1985 zou

Page 23: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

zijn toegenomen van 19.300 tot 35.222 en dat dewoningbehoefte dan ruim 26.000 woningen zoubedragen. Een en ander hield in dat er in 1985 inZwolle minimaal 418 hectare beschikbaar moestkomen voor de bouw van ruim 14.000 woningenen voor scholen, kerken, ziekenhuizen, winkels enwijkcentra. Verder 141 hectare voor industrieter-rein en 129 hectare voor recreatieve doelen. Uit-breiding van het grondgebied was dus onontbeer-lijk.

Een grenswijziging zou de industriële ontwik-keling van Zwolle ten goede komen. In de door deregering geschreven Zevende Industrialisatienotawas Zwolle als één van de kernen aangewezenwaar arbeidsplaatsen geconcentreerd moestenworden. Er moest dus ook ruimte wordengecreëerd voor industrieterreinen.

Voorstel aangenomenOp 21 augustus 1961 werd in de Zwolse gemeente-raad over de grenswijzigingsplannen gesproken.De heer Van Wegen van de KVP weerlegde hetargument dat de grenzen historisch warengegroeid. De grenzen tussen Zwolle en Zwoller-kerspel waren, aldus de KVP-er, in 1802 tijdens deFranse bezetting vastgesteld. 'Een onnatuurlijkeen grillige grens.' Hij vond dat het ging om de wel-vaart van Zwolle en omgeving, van alle mensentussen IJssel en Vecht. Van Wegen verklapte ookdat de Zwolse gemeenteraadsfracties waren bena-derd door politieke vrienden uit Zwollerkerspelmet het verzoek een voorstel tot grenswijzigingaan te houden.

De heer Van Goor van de CHU meende dat dekwestie niet moest worden gezien vanuit eenZwols, of Zwollerkerspels standpunt. Het moestworden bekeken vanuit de landelijke betekenis.'Het accent van het economisch leven wordtsteeds meer verlegd naar het oosten des lands, enalleen met kansen op een goede ontwikkeling zalZwolle hierin een taak kunnen vervullen.'

In dezelfde vergadering nam de raad een voor-stel aan om te komen tot een grenswijziging metZwollerkerspel. Over opheffing van Zwollerker-spel werd nog niet gesproken. Burgemeester Roe-ien kon zijn spijt daarover nauwelijks verbergen.'Een samengaan van Zwollerkerspel en Zwolle zou

de ideale gemeente kunnen opleveren, maar meteen zo vergaand voorstel kunnen wij niet komen.'

Het rapport van ZwollerkerspelZwollerkerspel sloeg natuurlijk terug. Dat gebeur-de, zoals gebruikelijk voor ambtenaren, in devorm van een rapport; in dit geval opgesteld doorgemeenteadviseurs. Zij hadden de ontwikkelingenin het gebied van Zwolle en Zwollerkerspel onderde loep genomen. De conclusie was duidelijk: hetafstaan van grote gebieden aan Zwolle was 'nietnoodzakelijk' en 'niet gewenst.' Het toekomst-beeld dat Zwolle van zichzelf schetste was volgensde opstellers niet reëel: 'Zwolle loopt met zijnhoofd in de wolken.' 'Het Zwolse gemeentebe-stuur heeft wel een wat optimistische kijk op hetsucces van de industrialisatiepolitiek. Er kunnenzich talrijke omstandigheden voordoen die eenindustriële expansie van een omvang als doorZwolle wordt voorzien onmogelijk maken.'

Bovendien waren de reeds aangeboden indus-trieterreinen zeker tot 1985 voldoende om dehoogste economische nood te lenigen.

Verder stond het nog helemaal niet vast datZwolles inwonertal in de toekomst zo sterk zoutoenemen: 'Zwolle baseert zijn gegevens immers

Zwollerkerspel voeldewel voor een taakverde-ling. Deze gemeente zoudan kunnen zorgen voorhet behoud van het lan-delijke karakter zoalsaan de Brinkhoekweg;circa 1974 (foto:Gemeentearchief Zwol-Ie).

Page 24: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Raadsvergaderingenvan de gemeenteraadvan Zwollerkerspel von-den plaats in 'Bosch-wijk' aan de Heinose-weg. Het was tevens dewoning van de burge-meester (foto: Gemeen-tearch iefZwo He).

niet op de ontwikkelingen van het verleden, maarop de taak die het zich heeft gesteld en op het toe-komstbeeld dat het voor zich zelf heeft ontwor-pen. Er zijn geen tekenen dat die voorspellingenuit zullen komen. Sterker nog, in 1961 zal Zwolleeen vertrekoverschot hebben.' De schrijvers had-den hier een goed argument: tot 1964 vertrokkener meer mensen uit Zwolle dan er bijkwamen.

De opstellers van het rapport vonden hetafstaan van gebieden aan Zwolle onwenselijkomdat een snelle ontwikkeling van het gebiedmeer kosten met zich meebracht dan kon wordenopgebracht door de groei van de bevolking. AlsZwolle in 1985 92.000 inwoners zou hebben, zou-den de gemeentelijke lasten met zeven gulden perhoofd van de bevolking zijn gestegen. De lastenzouden het meest stijgen in Zwolle en het minst inZwollerkerspel. 'De Zwolse financiën zullen ookzonder een grenswijziging al zwaar op de proefworden gesteld, omdat toeneming van de bedrij-vigheid, groei van de stedelijke kern en saneringvan de binnenstad enorme uitgaven zullen vergen.

Toevoeging van de begeerde delen van Zwoller-kerspel zal daarbij als extra kostenverhogende fac-tor optreden.' Groot Zwolle zou over minder geldkunnen beschikken dan Zwolle en een zelfstandigZwollerkerspel samen.

En dan was er nog de democratie. In 1961 wasin Zwollerkerspel één raadslid per 781 inwonersaanwezig. In Groot Zwolle zouden de Zwollerker-spelaren genoegen moeten nemen met één raads-lid per 2.000 inwoners.

De gemeenteraad van Zwollerkerspel schaardezich natuurlijk als één man achter de conclusiesvan het rapport. De raadsleden zagen een taakver-deling tussen hun gemeente en Zwolle wel zitten.Zwolle kon zich gaan concentreren op de hoofdta-ken werkgelegenheid, het vergroten van de 'allure'van de stad en het scheppen van een aantrekkelijkcentrum door sanering van de binnenstad. Zwol-lerkerspel zorgde wel voor de instandhouding vanhet groene gebied rond de stad en voor de recre-atiemogelijkheden. De woonkernen van Zwoller-kerspel zouden worden uitgebouwd, maar met

Page 25: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

behoud van het landelijke karakter.Burgemeester Roeien van Zwolle vond het

rapport maar niets en stak dat tijdens zijn nieuw-jaarsrede op 8 januari 1962 niet onder stoelen ofbanken. In de loop van dat jaar nam burgemees-ter C. Slager van Zwollerkerspel afscheid. Op zijnlaatste werkdag erkende hij nog dat samenvoegingvan gemeenten soms noodzakelijk is. 'Maar', zozei hij, 'in opheffing van Zwollerkerspel geloof ikniet.'

De nieuwe burgemeester, mr. W.J.E. Crom-melin, hield zich bij zijn installatie op de vlakte:'De grenskwestie tussen Zwolle en mijn nieuwegemeente is mij geheel onbekend. Dit soort kwes-ties zijn altijd erg teer en daarom wil ik er nietsover zeggen. Een eerste uitspraak zou reeds tellen.'

De provincie bemoeit zich er meeGedeputeerde Staten van Overijssel vonden dat erzo langzamerhand genoeg was gesoebat: Zwollezou groeien en daar was ruimte voor nodig. Op 7maart 1963 vielen bij de gemeenten Zwolle, Zwol-lerkerspel, Hasselt, Genemuiden, IJsselmuiden enHeino vier voorstellen op de deurmat. Men mochtkiezen. Het eerste voorstel hield in dat Zwolle eenstuk industrieterrein aan het Zwolle-IJsselkanaalen stuk grond in de buurt van de Agnietenbergvan Zwollerkerspel kreeg. Het laatste stuk grondwas nodig voor de toekomstige wijk Aalanden. Inhet tweede voorstel kreeg Zwolle ook Spoolde enin het derde kwam daar ook nog Schelle bij. Hetvierde voorstel ging het verst: geheel Zwollerker-spel werd verdeeld over de buurgemeenten.

Zwolle was natuurlijk erg blij en reageerdesnel: men voelde wel iets voor het vierde voorstel.

Zwollerkerspel was minder gelukkig. Degemeenteraad was tamelijk gepikeerd. Vooral desuggestie om de ambtenaren van Zwollerkerspelte ontslaan viel verkeerd. Raadslid Lenstra van dePvdA had het tijdens de raadsvergadering van 10september 1963 over 'onheuse stoten onder degordel.' De hele raad was tegen opheffing van degemeente, alhoewel de PvdA Zwolle de mogelijk-heid wilde bieden haar grondgebied tot aan de IJs-sel uit te breiden en eventueel de Agnietenberg welwilde afstaan.

Helaas voor Zwollerkerspel koos de provincie

voor het vierde voorstel en zij kreeg de ministermee. Op een persconferentie in het Provinciehuismaakte minister van Binnenlandse Zaken E.H.Toxopeus op 8 juni 1964 bekend dat Zwollerker-spel zou worden opgeheven. Twee maanden laterhadden de betrokken gemeentebesturen het wets-voorstel in huis. Ze kregen twee maanden de tijdom hun opvattingen hierover kenbaar te maken.De 'gewone' inwoners kregen slechts tot 24 okto-ber de tijd om bij de provincie hun bezwaarschrif-ten in te dienen. De datum die in het wetsontwerpwerd genoemd, was 1 januari 1967.

Zwolle kon zich uiteraard prima vinden in hetvoorstel van de minister. Wel vroeg ze zich af wat

Toen de discussie overgrenswijziging al enigejaren speelde, werd mr.W.J.E. Crommelingop7 februari 1963 geïnstal-leerd als burgemeestervan Zwollerkerspel(foto: collectie Gemeen-te Zwollerkerspel).

Page 26: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

26 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Ittersum, 1967. Ledenvan de Tweede Kamervonden het onaan-vaardbaar dat kernenzoals Ittersum zich uit-breidden zonder datZwolle daar invloed opkon uitoefenen (foto:Gemeentearchief Zwol-Ie).

er moest gebeuren met het gemeentehuis vanZwoUerkerspel dat aan het Ter Pelkwijkpark inZwolle stond. Hetzelfde gold voor de ambtenarenvan de bedreigde gemeente. Zwolle was genegeneen aantal van hen in dienst te nemen.

Heino en Hasselt waren ook erg tevreden. Hei-no kreeg Laag-Zuthem, een uitbreiding met 214hectare en 158 inwoners. Hasselt viel helemaal metde neus in de boter. Die gemeente kon uitziennaar een gebiedsuitbreiding van maar liefst 4.000hectare. Ook IJsselmuiden was voor.

ZwoUerkerspel vond het natuurlijk maar niets,maar ook Genemuiden was tegen. Deze gemeentedeed wel aanspraak op een stukje Hasselterdijk,maar daarvoor hoefde ZwoUerkerspel, wat Gene-muiden betrof, niet te worden opgeheven.

Den Haag zet doorToxopeus was daadkrachtig, maar na de verkie-zingen van 1965 moest hij wijken voor een nieuweminister. Bovendien had de vaste Kamercommis-

sie zich ook nog niet over het Zwolse vraagstukgebogen. ZwoUerkerspel kreeg enig respijt.

Op 3 januari van het daaropvolgende jaardiende de staatssecretaris van BinnenlandseZaken, Westerhout, toch het wetsontwerp bij deKamer in. Burgemeester Crommelin sprak er tij-dens zijn nieuwjaarsrede zijn teleurstelling overuit. Hij hoopte nog dat het bezoek van de vasteKamercommissie aan ZwoUerkerspel op 5 aprilhet tij zou kunnen keren. Niets was echter minderwaar. De Kamerleden vonden het zelfs onaan-vaardbaar dat onder de rook van Zwolle kernenals Ittersum, Westenholte en Berkum tot ontwik-keling kwamen zonder dat de centrumplaats daarinvloed op kon uitoefenen. Er zou een hoogstongewenste stedenbouwkundige situatie ont-staan.

De staatssecretaris vond bovendien dat Zwol-lerkerspel in veel gevallen al afhankelijk was vanZwolle; bijvoorbeeld wat betrof de schouwburg,de ziekenhuizen en de zwembaden. Berkum had al

Page 27: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

sinds 17 augustus 1966 'Zwols' gas.Op 28 december van dat jaar werd in de Twee-

de Kamer over het wetsvoorstel gestemd. De KVP,PvdA, ARP, W D en PSP waren voor: een meer-derheid. Tegen waren CHU, GPV, SGP en de Boe-renpartij. 'Boer' Koekoek had geen goed woordover voor de gemeente Zwolle: 'Ze gooien singelsdicht en breken goeie huizen af. Daardoor zittenze in nood, ze hebben geen ruimte en geen geld.Nu mag Zwollerkerspel zeker bij gaan springen. Ikben hier vierkant teg'n.'

In maart 1967 werd het voorstel ook in de Eer-ste Kamer aangenomen. Het lot van Zwollerker-spel was bezegeld.

De taart wordt verdeeldZwolle had het meeste profijt van de opheffingvan Zwollerkerspel. Het bestaande grondgebiedvan 2.028 hectare werd vergroot met maar liefst8.030 hectare tot meer dan 10.000 hectare. Deranddorpen Ittersum, Westenholte en Berkumalsmede enkele buurtschappen en een dunbevolktlandbouwgebied werden door Zwolle opgeslokt.Het inwonertal steeg van 60.000 naar 72.000,waarmee Zwolle van de vierde naar de tweedeplaats opschoof wat de grootte van Overijsselsesteden betrof. Enschede bleef veruit de grootste.

Genemuiden kreeg ook een flink stuk grond,dik 1.000 hectare. De nieuwe gemeentegrenskwam diep in de Mastenbroeker polder te liggen,langs de Groenesteeg. Het inwonertal van Gene-muiden nam slechts toe met 30 personen. IJssel-muiden kreeg er 1.270 hectare bij en zo'n 370 nieu-we inwoners. De nieuwe grens tussen Hasselt enIJsselmuiden werd langs de Oude Weteringgetrokken. Voortaan zou heel 's Heerenbroekonder IJsselmuiden vallen. Heino werd uitgebreidmet Laag-Zuthem. De kleinste gemeente vanOverijssel, Hasselt, kreeg er meer dan 4.000 hecta-re bij. Een groot stuk van Mastenbroek en hetgebied rond Haerst en Genne langs de Vecht gin-gen naar Hasselt. Hasselt werd ook 1.300 inwonersrijker en telde er nu 4.300.

Het gemeentepersoneel van Zwollerkerspelwerd eveneens verdeeld. Het ging om zestig amb-tenaren. De oudsten werden op wachtgeld gezet.Een van hen was Mannus van Dijk, de eerste en

tevens laatste bode van Zwollerkerspel. Voor deZwollerkerspelaren was hij een bekende verschij-ning.

Tien administratieve ambtenaren bleven inhet oude gemeentehuis aan het Ter Pelkwijkpark.Zij gingen zich bezighouden met de inschrijvingvan de 12.000 nieuwe inwoners van Zwolle. Zevenpersoneelsleden gingen over naar Openbare Wer-ken van Zwolle, anderen naar Huisvesting en naarhet kantoor van de gemeente-ontvanger.

De rijkspolitie verdween uit Zwollerkerspel. Inelk van de drie kernen van de voormalige gemeen-te ging één rijkspolitieman over in dienst van deZwolse gemeentepolitie. Zij kregen assistentie vanelf nieuwe agenten, vijf voor Berkum, drie voorIttersum en drie voor Westenholte.

Tussentijdse verkiezingenOmdat er een nieuwe gemeente zou ontstaan,kwamen er nieuwe gemeenteraadsverkiezingen.Ze werden gehouden op 28 juni, ruim een maandvoor de opheffing van Zwollerkerspel. Grote win-naar was de splinternieuwe partij D'66, die metdrie zetels in de raad kwam. Ook de ProtestantsChristelijke Combinatie (CHU en ARP) steeg, vanzeven naar negen zetels. Veel stemmers op de PCCkwamen uit Zwollerkerspel. De PvdA bleef degrootste partij.

De Zwolse gemeenteraad werd uitgebreid van31 naar 35 zetels. Vier leden van het gemeentebe-stuur van Zwollerkerspel namen zitting in deZwolse raad. Oud-wethouder H. Roetman enoud-loco-burgemeester J. Pierik namens de PCC,A. Lenstra voor de PvdA en H.A. Schoot Uiter-kamp voor de KVP. Het college van B&W bleefongewijzigd en werd voorgezeten door burge-meester J.A.F. Roeien.

Het eindeOp 31 juli 1967 was het dan zover. Voor de laatstemaal kwam de gemeenteraad van Zwollerkerspelbijeen. De gemeentevlag hing, heel symbolisch,halfstok. De laatste vergadering stond voor eengroot deel in het teken van de ophanden zijndeopheffing van de gemeente. Onder de aanwezigenhing een sfeer van berusting. Men had zijn bestgedaan, maar het had niet mogen baten. Achter de

Page 28: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

28 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Nadat de gemeenteZwollerkerspel wasopgeheven, werden deborden aangepast: eengedeelte werd afgeplakt(foto: GemeentearchiefZwolle).

geschiedenis van Zwollerkerspel is een punt gezet,zei loco-burgemeester Pierik. 'Het was een mooiegemeente, die financieel in staat was de nodigeplannen te realiseren. Het heeft geen zin nu nogstil te staan bij al die annexatiepogingen, die in hetverleden werden gedaan. Wij moeten ons instellenop de nieuwe situatie.' De laatste handeling van deraad van Zwollerkerspel was de overdracht van deWindesheimer molen aan Zwolle.

Op 1 augustus 1967 viel het doek definitief. De

borden bij de toegangswegen werden aangepast.'Berkum, gemeente Zwollerkerspel' was vanaftoen 'Berkum, gemeente Zwolle.'

Noten1. Dit artikel is gebaseerd op een afstudeerscriptie

HPO Geschiedenis aan de Hogeschool Windesheimuit september 1997.

2. Ank Meliesie-Appelhof, 'Honderd jaar Zwolle, deZwollenaren en hun Zwollerkerspel' in: Als de Dagvan Gisteren, Zwolle, 1992.

1

Page 29: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Vijftien jaar Zwolse Historische Vereniging

In de zomer van 1983 namen de twee studentengeschiedenis, Jaap Hagedoorn en Nico Haber-mehl het besluit in Zwolle, 'een gemeente met

een respectabel verleden,' een historische vereni-ging op te richten.' Zij begonnen met het wervenvan 'in-principe-leden' en bepaalden voor zich-zelf, dat ze tot oprichting van de vereniging zou-den overgaan, als ze honderd kandidaten haddengeworven. Op 17 oktober was dit streefgetal gepas-seerd en op 15 december 1983 was de officiëleoprichting van de Zwolse Historische Verenigingeen feit.

Als doelstelling gold 'de bevordering van deuitbreiding en verspreiding van de kennis omtrentde geschiedenis van Zwolle binnen zijn huidigegrenzen'. Nico Habermehl werd de eerste voorzit-ter. Het bestuur bestond verder uit secretaris JaapHagedoorn, penningmeester Henk Brassien en deleden Jan Borst en Roei Oost.

Als eerste concrete resultaat van dit strevenverscheen op 27 januari 1984 een Nieuwsbrief, diein de burgerzaal van het stadhuis werd aangebo-den aan wethouder H. Okkels. De redactie vandeze publikatie was in handen van Jaap Hage-doorn, Roei Oost en Anneke van der Wurff.

Vijf jaar na de oprichting telde de vereniging460 leden, waarvan twintig procent buiten Zwollewoonachtig was. De Nieuwsbrief was inmiddelseen Tijdschrift geworden. Sinds 1984 werd ook eenJaarboek uitgegeven (in het eerste jaar onderredactie van J.F. Borst en P.J. Lettinga en met eenomslagontwerp van Han Prins) en waren er vierspeciale uitgaven tot stand gekomen. Ook werdenlezingen georganiseerd en kwam de samenwer-king met andere plaatselijke organisaties en groe-pen op het gebied van de geschiedenis op gang.

Kortom: binnen vijf jaar had de verenigingzich in het Zwolse historische leven een vasteplaats verworven.

Het tweede lustrum werd in 1993 gevierd metde uitgave van een jubileumnummer, dat geheelin het teken stond van 'de tegenstellingen en ver-anderingen' in Zwolle gedurende de laatste negen-tig jaar.2 Vijftien onderwerpen rond dit themawerden door verschillende auteurs belicht. HetJaarboek was in 1989 opgeheven, maar het Tijd-schrift had een metamorfose ondergaan en kendeeen professionele vormgeving en druk. Het aantalleden was, mede dankzij een uitgebreide actie in1992, gestegen tot bijna 600. Daarna ging de groeigestaag verder, niet in de laatste plaats dankzij devoortdurende persoonlijke benadering doorvoorzitter dr. BJ. Kam, na Jaap Hagedoorn enRaymond Salet de vierde voorzitter van de ZHV.

In december 1998 telde de vereniging ruim 700leden, die het Zwols Historisch Tijdschrift viermaal per jaar (binnen de gemeente uit handen vanvrijwillig werkende bezorgers) in de bus kregen.

Sinds 1995 participeert de vereniging in de gra-tis toegankelijke lezingen-cyclus van de 'Histori-sche Avonden in Zwolle.' Deze worden, samenmet onder andere het Gemeentearchief Zwolle,het Rijksarchief in Overijssel en de VerenigingVrienden van de Stadskern, georganiseerd.

Een hoogtepunt in dat verband was het groteaantal bezoekers van de filmavonden rond hetthema 'Zwolle in oorlogstijd.' Deze, in nauwesamenwerking met de Stichting DocumentatieZwolle 1940-1945 en het Filmhuis Zwolle gereali-seerde avonden, trokken ruim 600 bezoekers.

Voorts wordt regelmatig het 'Historisch Café'(voorheen 'Historisch Forum') gehouden, waarbijde aanwezigen, onder het genot van een drankje,een causerie over een actueel (wordend) onder-werp krijgen te horen.

De bovengenoemde activiteiten staan ook in1999 weer op het programma. Verder bestaat hetvoornemen verschillende werkgroepen op te rich-

Wim Coster

Page 30: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

30 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Op 27 januari 1984werd de eerste Nieuws-brief uitgereikt aan wet-houder H. Okkels. Devoorzitter van de ZHV,Nico Habermehl,spreekt de aanwezigeneerst toe (foto: JaapHagedoorn).

ten, teneinde de leden meer actief bij de vereni-ging te betrekken. Een eerste 'Werkgroep ZwolseAgrarische Geschiedenis' (ZAG) ging in 1998 vanstart, een tweede 'Zwols Industrieel Erfgoed'(ZIE) in januari van dit jaar.

Ook hoopt het bestuur een voldoende geslaag-de inzending te krijgen voor de prijsvraag rond hetontwerp van een eigen logo (zie ook bij de mede-delingen van het bestuur). Dit logo kan dan fun-geren als handtekening voor de pas vijftienjarige,maar toch al volwassen Zwolse Historische Ver-eniging.

Noten1. Hagedoorn, J., 'Vijfjaar Zwolse historische vereni-

ging (1983-1988)' in: Zwols Historisch laarboek 1988Zwolle 1988,149-152.

2. Zwols Historisch Tijdschrift X (1993), nr 4.

Page 31: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Literatuur

Nieuwe boekenDrentje, J.H., Het vrijste volk der wereld: Thorbecke,Nederland en Europa, Zwolle 1998.

Dunk, Thomas H. von der, 'Hij kan zeer wel spree-ken en weefgoed sijn agting onder sijn volk te behou-den.' Cornelis Redelykheid en de selectie van eenstadsarchitect voor Zwolle in 1777, Amsterdam 1998.

Een ingekorte versie van deze uitgave isonlangs gepubliceerd in de Overijsselse Histo-rische Bijdragen, 113 (1998), 105-134.

Dijk, Rudolf van en Ton Hendrikman, Zwolle inhet voetspoor van de Moderne Devotie. Stadswande-lingen en fietsroutes, 2e geh. herz. druk., Kampen1998.

Evenboer, Bert, Neem nou Zwolle. Een kleine histo-rie over de ontwikkeling van Zwolle, Deel3, Rondom'Het frater', Zwolle 1998.

Zie ook de boekbespreking hierna.

Lijst van namen bij Kwartierstatenboek 40 jaar - 40kwartieren, Zwolle 1998.

Te bestellen door overschrijving van ƒ 2,50naar postrekening 3058822 t.n.v. NGV-Afd.IJs-sellanden te Zwolle o.v.v. 'Namenlijst.'

Meij, G.C. van der, 'De Haagse Lutheraan: destaatsman J.R. Thorbecke' in: DocumentatiebladLutherse Kerkgeschiedenis 24 (1998), 44-47.

Nijland, Karel, A'k achterumme kieke, Zwolle 1998.

Robles atlassen. Vestingbouwkundige plattegrondenuit de Nederlanden en een verslag van een veldtochtin Friesland in 1572, Leeuwarden 1998.

60 Facsimile kaartbladen van De Robles atlas-sen te Dresden en Austin, Texas uitgegeven ineen oplage van 432 ex.

Streng, J.C., Het is thans zeer briljant. Aspecten vanhet Zwolse culturele leven tijdens de overgang vanancien régime naar moderne tijd, Hilversum 1999.

Werkman, P.E., '"Een groot werk en kleinekracht". De organisatie van lutherse mannen inNederland 1897-1981', in: Voorlopers en dwarslig-gers. Cahier over de geschiedenis van de christelijk-sociale beweging(2) (1998), 45-77.

Wormgoor, Ingrid, De Reeve 50 jaar. Groei tot eenorthopedagogisch behandelcentrum, Kampen 1998.

Marieke Schaap-Steegemans

Nijland, Karel, A'k nogmaals kieke, Zwolle 1998.Schroor, Meindert en Charles van den Heuvel, De

Page 32: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Boekbespreking

Bert Evenboer, Neem nou Zwolle. Een kleine histo-rie over de ontwikkeling van Zwolle: 'Rondom hetFrater', Zwolle (Evenboer boek) 1998, ISBN9094010625; prijs ƒ 32,50.

Het derde deel in de serie Neem nou Zwolle, datdoor Bert Evenboer is geschreven en in eigenbeheer uitgegeven, gaat over het stadsgedeelte tus-sen Blijmarkt, Papenstraat en Praubstraat met eenenkel uitstapje naar de overkant van deze straten(Lutherse kerk, venduhuis en de Emmanuëlshui-zen). De schrijver heeft hier kennelijk gebruikkunnen maken van een aantal particuliere archie-ven. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de beschrijvingvan het wel en wee van het taxibedrijf van degebroeders Land en uit de geschiedenis van deLutherse kerk aan de Blijmarkt.

Vooral ten aanzien van gebeurtenissen uit delaatste vijftig jaar komt de lezer aan zijn trekken,zeker ook door de vele, hoewel wat klein gerepro-duceerde foto's uit de na-oorlogse periode dieonder meer een uitgebreid beeld geven van detwee verbouwingen aan de stadsschouwburg. Wiein het beschreven gebied gaat rondwandelen kanaan de hand van het vlot geschreven boek eenheleboel leren over de geschiedenis van een van deoudste gedeelten der binnenstad.

Toch staat er een aantal onjuiste gegevens in,waardoor de betrouwbaarheid van het beschre-vene enigszins geweld wordt aangedaan. Zo is hethaardstedengeld geen typisch Zwolse belasting,maar een belasting die onder druk van de StatenGeneraal tijdens de Opstand werd ingesteld. DeOverijsselse steden, die toen nog zeer zelfstandigwaren, aanvaardden die belasting pas na veelgeharrewar. De vrede met de Belgen werd in 1839

gesloten, niet in 1831 (het jaar van de eerste Belgi-sche grondwet). Verder wordt wat slordig omge-sprongen met de moedertaal en de eigennamen:Herchel moet Herschei zijn, Kitch moet Kitschzijn, Voërst moet de Voerst of gewoon van Voorstzijn. Haersholte moet Haersolte zijn. Weem ofweme is de juiste spelling voor de pastorie en eenmanege heeft geen accent nodig.

Ik mis een nadere beschrijving van de oudeNutsspaarbank, die op een enkele foto gedeeltelijkis gezien, maar in het geweld van de Odeonver-bouwingen is ondergegaan. Voor wie wat dieperop de oude Zwolse geschiedenis wil ingaan is hetontbreken van een register en enige bronvermel-ding een gemis; zeker omdat het verder een leukboekje is, dat zich vlot laat lezen en stevig is uitge-voerd zodat het op een wandeling in de jaszak kanworden meegenomen.

B.J. Kam

Page 33: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 33

Mededelingen

Mededelingen van het bestuurJaarvergaderingOp woensdag 14 april om 20.00 uur begint de Jaar-vergadering van de ZHV in het GemeentearchiefZwolle. De leden worden van harte uitgenodigdhierbij aanwezig te zijn.

Zwols Historisch PlatformOp zaterdag 17 april, aanvang 10.00 uur, wordt inhet Stedelijk Museum Zwolle door de ZHV eenZwols Historisch Platform georganiseerd. Debedoeling is om organisaties, instellingen en groe-pen, die zich bezighouden met (aspecten van) deZwolse geschiedenis (nader) met elkaar in contactte brengen en te bezien welke 'dwarsverbanden'mogelijk zijn. Te denken valt bijvoorbeeld aanonderwerpen als archeologie, architectuur, beel-dende kunst, dialect, film en foto, genealogie, geo-logie, landbouw, literatuur, natuur en landschap,numismatiek, waterschap en waterstaat.

WerkgroepenDe werkgroep Zwolse Agrarische Geschiedenis(ZAG) zal op woensdag 2 juni weer bijeen komen.Plaats: Gemeentearchief Zwolle. Tijd: 20.00 uur.Nieuwe leden zijn welkom.De werkgroep Zwols Industrieel Erfgoed (ZIE)werd op 29 januari 1999 opgericht. Plaats enonderwerp(en) voor de volgende bijeenkomstzullen nader bekend worden gemaakt.

Historisch CaféZoals gebruikelijk op de laatste vrijdagvan de one-ven maanden, zal op vrijdag 26 maart om 17.00uur, weer een Historisch Café worden gehoudenin Brasserie Vliegerhuys, Nieuwstraat 55. Leden enbelangstellenden zijn daar welkom om onder hetgenot van een door de vereniging aangebodendrankje, te-luisteren naar een causerie over een

nog aan te kondigen onderwerp en daarover ver-der te praten.

Logo voor de Zwolse Historische verenigingHet Bestuur van de Zwolse Historische Vereni-ging roept op tot deelname aan een prijsvraagvoor een ontwerp van een eigen logo. Hieruit die-nen het karakter van zowel de vereniging als destad Zwolle duidelijk herkenbaar naar voren tekomen. (Voor enige informatie omtrent de ZHVzij onder andere verwezen naar de vaste folder enhet artikel 'Vijftien jaar Zwolse Historische Ver-eniging' in dit nummer van het Zwols HistorischTijdschrift van 1999.)

Een jury, samengesteld uit leden van bestuuren redactie, bijgestaan door deskundige externeadviseurs, zal uit de binnengekomen inzendingeneen keuze maken. De winnaar of winnares, geeftaan de ZHV het recht in haar publicaties en ande-re uitingen zonder geldelijke betaling van het logogebruik te maken. Het winnend ontwerp zal, wan-neer het in publicaties van de ZHV wordt opgeno-men, vergezeld gaan van de naam van de maker ofmaakster. Ook zal worden getracht, aan de uitslag(en dus de winnaar of winnares) van de prijsvraagruime publicitaire aandacht te geven. De slui-tingsdatum voor de inzendingen is 1 september1999. De uitslag zal voor 1 oktober bekend wordengemaakt. Inzendingen sturen aan: A. Arendsen,David Spanjarstr. 6, 8017 DD Zwolle.

Ten slotte, maar niet in de laatste plaats, zal dewinnaar een gratis exemplaar ontvangen van elkepublicatie waarin het logo is opgenomen.

Tijdschrift inbindenEvenals drie jaar geleden heeft BoekbinderijHabes (Assendorperstraat 64, tel. 038-4215969)passende omslagen om het Zwols Historisch Tijd-schrift in te binden. Wie daar belangstelling voorheeft, kan zich opgeven bij de heer Bouwmeestervan de firma Habes. De prijs is afhankelijk van hetaantal belangstellenden. Hoe meer mensen zichaanmelden, hoe lager de prijs.

Page 34: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

34 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Auteurs Colofon

drs. Annèt Bootsma-van Hulten (1953) studeerde ge-schiedenis. Momenteel werkt zij als historicus opfree-lance basis.

Wim Coster is slavist en historicus en heeft reeds enigemalen over onderwerpen uit de geschiedenis vanZwolle geschreven. Hij verdient de kost als free-lan-ce publicist en is voorzitter van de Zwols Histori-sche Vereniging.

Maria Leonie Hansen (1947) is art-director. Uit liefheb-berij houdt zij zich bezig met de geschiedenis vanZwolle en Overijssel.

Wim Huijsmans (1948) is als medewerker verbondenaan het gemeentearchief van Zwolle en onder ande-re belast met acquisitie, inventarisatie en onder-zoek.

dr. Ben Kam (1924) was huisarts te Zwolle. Momenteelhoudt hij zich bezig met locale geschiedenis.

Peter Tijhaar (1962) studeerde geschiedenis aan de Ho-geschool Windesheim en is thans werkzaam als do-cent.

Aad Vernooii (1949) studeerde aan de School voorJournalistiek te Utrecht en behaalde zijn licentiaats-diploma in geschiedenis aan de Katholiek Universi-teit Leuven. Hij werkt thans als persvoorlichter bijhet Nederlands Zuivelbureau te Rijswijk.

Het Zwols Historisch Tijdschrift is een uitgave van deZwolse Historische Vereniging en verschijnt viermaalper jaar. Leden van de vereniging krijgen het tijdschriftgratis toegezonden.

Bestuur Zwolse Historische VerenigingW. Coster, voorzitterA. Arendsen, secretaris, telefoon: 038-4652369M.M.H, van Ulsen, penningmeesterA. Bootsma-van Hulten, B.J. Kam, AJ. Mensema,R. Salet, leden

SecretariaatPostbus 1448, 8001 BK Zwolle, telefoon: 038-4652369

Ledenadministratietelefoon: 038-4654617

Bezorging tijdschrift: A. Bootsma-van Hulten,telefoon: 038-4543434

Internet adres:http://www.obd.nl/instel/histver/zwolle.htm

Financiën: girorekening Postbank: 5570775t.n.v. Zwolse Historische Vereniging

Tarieven lidmaatschap:65+ (wonend binnen Zwolle) en studenten f35,oo/jaaroverige leden /45,oo/jaarhuisleden ƒ 7,50/jaar

Redactie Zwols Historisch TijdschriftA. Bootsma-van Hulten, W. Cornelissen, E.A. van Dijk,W.A. Huijsmans, M. van der Laan, J.C. Streng,I. Wormgoor.Redactie-adres: Westerstraat 17,8011 CD Zwolle

Vormgeving: Rob van den Elzen bNO (t)Opmaak: Different Design DeventerDruk: Hoekman Zwolle B.V.

ISSN 0926-7476 © Zwolse Historische VerenigingNiets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie,microfilm of op welke wijze dan ook, zonder vooraf-gaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Page 35: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ADVERTENTIES

Als het om

maatwerk g a a t . . .

0N£ STOP SHOPPINGPRINTING ON

COlOUfi

SITS- . * .*»*hypermodern machinepark.

Drukkerij Hoekman B.V. GenemuidenD R U K K E R I I Drukkerij Hoekman Zwolle B.V.• " • J X ^ - I ^ V T I I V ! Drukkerij Hoekman Nieuw-VennepH O E K M A N Hoekman GrafiMedia B.V.

Rijssense Drukkerij Ten Cate

Telefoon 038-385 23 85Telefoon 038-456 48 00Telefoon 0252-67 59 73Telefoon 038-456 48 00Telefoon 0548-53 04 05

Zwolle?

Te Koop gevraagd:

Historische kantoorpanden

bouwjaar voor 1900

Inlichtingen: 038 - 421 32 90

Van der Reijd Vastgoed Adviseurs B.V.Lid VBO

VASTGOEDADVISEUR

VAN

UDNBtf

DER REIJDassurantiën bv - vastgoed-adviseurs

ne ""Her Vliege^Kuys"Mieuws+raat 55 Tel, 038-4221206

8011 TM Zwolle Fax 038-4224318

£-ea pcunA w-t 14^0 J• Dé ieX.tus.he. tof (ie. vOR 2-wollé....

Hééft U wat t e vieren.,

E-lte acht weHéR >\ieiMe, expositie......

E-n. ééa i/értrouw^te plet uoor de. 2-wolse Historische

plet o^ -fce

Page 36: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

'f l r • VWT5'..

Sinds 1929

Fa H. HABESHANDBOEKBINDERIJ

Assendorperstraat 64 - 8012 CA ZwolleTel. 038 - 421 59 69

Binden van:

Scripties

Statenbijbels

Enz., enz.

Bindend Boeiend

Page 37: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

Historisch4 •

N G 1 9 9 9 N U R I J S ¥ 1 2 , 5 0

Page 38: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Groeten uit Zwolle

Annèt Bootsma-van Hulten enWim Huijsmans

Wasch-, Mangel- en StrijkinrichtingBleekerij

„DE BOSCHBLEEK"A. Westmeljer, Zwolle. Telef. Int 614

Bleekerij „AURORA"WENUM bij Apeldoorn. Tel. Int. 222.

Moderne Inrichtingen, Hygiënischebehandeling. Keurige, deugdelijke, correcteen prompte aflevering, tegen billijk tarief.

Vraagt prijzen. Zendt proefwasch.

ü

Ansichtkaart 'De Boschbleek'Poststempel: Zwolle 2 november 1917

Beste Dorus,Namens Moeder kom ik even vragen of je het dezezomer geleende beddegoed, dezer dagen terug wiltzenden, maar weer in de waschmand, zeide moeder,dan zullen we die wel weer terug sturen, want hetmoet dienst doen (in 't) tweede huis in 't Weezen-land, voor een verdrukte man. Het ledikant isonnoodig. Hier alles wel.Heel veel groeten van Albert en Christine.

Op de kaart, in 1988 aan het Gemeentearchiefgeschonken door de heer G.T. Oldenhof uit Wes-tenholte, zijn de Dominicanenkerk aan de Assen-dorperstraat en de Thomasschool, een R.K. jon-gensschool, aan de Blekerstraat te zien. E'e Bosch-bleek lag aan het Groot Weezenland achter deNutsschool. De was ligt te bleken op de plaatswaar nu het politiebureau en de nieuwbouw vanhet ziekenhuis De Weezenlanden staan. DeBoschbleek verdween in de jaren zestig.

De wasserij en de bleekvelden van de Bosch-bleek, eigendom van A. Westmeyer, waren na zijnoverlijden in 1871 in het bezit gekomen van zijnstiefzoon, Gerrit Jan Oldenhof. Oldenhof breiddede wasserij uit en schafte een stoommachine aanom het zware werk te verlichten. Na zijn overlij-den in 1905 zette de weduwe Oldenhof De Bosch-bleek voort, samen met haar zoon Albert. Dezetrouwde in 1916 met Christine Hulshof. Th(eodo-rus) Oldenhof, aan wie de kaart geadresseerd is,was een broer van Albert en werd in 1899 inUtrecht tot priester gewijd.

Een andere broer, Herman Oldenhof, was in1916 eigenaar geworden van stoomwasserij 'DeWaterstroom' aan het Blekerswegje, vlakbij deSchoenkuipenbrug. Het Blekerswegje en deOldenhofveste zijn anno 1999 getuigen van deactiviteiten van de Oldenhofs als wasbazen en ble-kers.

Page 39: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 39

Redactioneel Inhoud

In dit nummer treft u weer een keur aan interes-sante artikelen aan over de geschiedenis van Zwol-le. De nadruk ligt op de periode rond de TweedeWereldoorlog. Ank Meliesie-Appelhof beschrijfthaar herinneringen aan het leven in de binnenstadin de jaren dertig: van de voetbaluitslagen bij PietKok tot de koffie bij bakker Appelhof in de Voor-straat. Kees Ribbens vertelt over Duitse scholierendie in september 1944 naar Zwolle kwamen omaan de IJssel verdedigingswerken te graven. Zijnartikel is voor een deel gebaseerd op de herinne-ringen die één van die scholieren, Karl Traupe uitBraunschweig, kort geleden naar het Gemeente-archief stuurde. Ook in de jaren vijftig werd Zwol-le met oorlog geconfronteerd: de Russische invalin Hongarije in 1956. Van de duizenden vluchte-lingen kwamen er ook een paar naar Zwolle. Fionade Heus en Anita Klappe onderzochten hoe defamilies Vermesi en Schreiber in Zwolle werdenopgevangen. Ze wonen er nog steeds.

Over een andere periode gaat het doorwrochteartikel van de historicus Jean Streng. Hij beschrijfthoe Zwolse uitdragers en verkopers van tweede-hands goederen in de achttiende eeuw aan de kostkwamen. Ze hadden geen dik belegde boterham.

Frivoler is het verhaal achter de ansichtkaarthiernaast. De uitbaters van blekerij en wasserij DeBoschbleek, lieten hun broer Dorus, die pastoorwas in Frederiksoord, fijntjes weten dat hij hetgeleende beddegoed eens terug moest bezorgen.

Lezenswaardig is overigens ook de recensiedoor Frits David Zeiler van het alom bejubeldeboek van dr. Jean Streng, Het is thans zeer briljant.

Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans 38

Herinneringen J.A.M. Meliesie-Appelhof 40

Het onverwachte optreden van de Hitler-jugend in Zwolle

K. Ribbens 46

Hongaarse vluchtelingen in Zwolle Fiona de Heus en Anita Klappe 53

Uitdragerij en uitdragers in de achttiende eeuw J.C. Streng 57

Literatuur Marieke Schaap-Steegmans 62

Boekbespreking(en) 63

Mededelingen 67

Agenda 68

Auteurs 70

Omslag: Blekerij en wasserij De Boschbleek. (foto: Gemeentearchief Zwolle).

Page 40: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Herinneringen

J.A.M. Meliesie-Appelhof

Bakker Jan Appelhof enzijn vrouw Derkje vanDorth; ïgiy (foto: parti-culiere collectie).

Oude Vismarkt

De eerste jaren van mijn leven, begin jarendertig, heb ik doorgebracht in een boven-woning aan de Oude Vismarkt. We woon-

den boven de sigarenzaak van Piet Kok. Ieder zon-dagmiddag wemelde het daar van mannen, diewachtten tot de voetbaluitslagen op de winkelruitwerden geplakt. Als de favoriete club had gewon-nen, ging er een gejuich op; als diezelfde favorieteclub een nederlaag had geleden, stonden degezichten van de voetbalfans somber. Er werdgediscussieerd over de prestaties van ZAC, PEC enZwolsche Boys, maar ik geloof niet dat men elkaarin de haren vloog. Voetbal was in die tijd nog geenoorlog!

Mijn vader was voor ZAC. Hij ging regelmatignaar de 'mets'. Als de wedstrijd was afgelopen, liep

mijn moeder hem tegemoet over de Veerallee. Opdie manier ging ik al in de kinderwagen in de rich-ting van het ZAC-terrein, een terrein waar ik latervele voetstappen heb gezet: eerst op spikes en laterop handbalschoenen.

Onze bovenwoning huurden we van de heerHollander. Hij had een drogisterij naast de siga-renzaak van Piet Kok en woonde boven de zaak.Mijn zus en ik hebben in onze kinderjaren veelmet zijn drie dochters gespeeld. In de eerste jarenwas er een tuin met een hoog hek eromheen; opdeze plaats kwam later een parapluwinkel. Erwaren een wip en een grote zandbak. Verder had-den de Hollanders een souterrain, dat als ik het megoed herinner als keuken dienst deed. Ook daarheb ik veel gespeeld.

Buiten spelen is er tegenwoordig nauwelijks

Page 41: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

meer bij in de binnenstad, maar als klein kindspeelde ik wel op straat: op de Oude Vismarktwaar we woonden en ook op het Koningsplein. Erwas altijd wel iets te zien in de straat. Ons huis hadeen balkonnetje aan de voorzijde. Daarom haddenwe altijd bezoek als er op Koninginnedag eenoptocht was; de stoet kwam namelijk altijd langsons huis.

Op zondagochtend zagen we soms groepenkinderen langskomen, die op weg waren naar deRooms-Katholieke kerk. De meisjes waren alsbruidjes gekleed in mooie witte jurken en ze had-den een kransje op het hoofd. Ik vond dat prach-tig. Ik wilde daar ook graag bij zijn, maar als lidvan de Hervormde Kerk deed je geen heilige com-munie. Wat dat was wist ik uiteraard niet.

Er is heel wat veranderd op de Oude Vismarkt.De drogisterij van Hollander is er niet meer. Desigarenzaak van Piet Kok was al veel eerder ver-dwenen en ook de kledingzaak van Wieringa, aande andere kant, is al vele jaren weg. Ook de groen-tenboer en de melkboer, die vroeger met paard enwagen hun waren kwamen brengen, zijn al langverleden tijd. Wat voelde je je de koning te rijk,wanneer je op de bok mocht zitten.

Als ik in bed lag, hoorde ik soms de eentonigeroep van de visboer. Wat hij precies riep, heb iknooit begrepen. Iets met 'mooie garnalen'. Als hetdonker was klonk het een beetje luguber. En's morgens hoorde je de ratel van de vuilnisman.Die vertrouwde geluiden hoorden erbij.

VoorstraatMijn grootouders woonden in de Voorstraat.Mijn opa was bakker en had daar een bakkerij enwinkel. Behalve brood werden er in de winkel ookkruidenierswaren verkocht. Vooral op marktda-gen - vrijdag - was het vol in de winkel. De boerin-nen uit de omgeving deden hun inkopen en wer-den in de kamer achter de winkel gelaafd met kof-fie. Achter die kamer was de bakkerij. Op een lan-ge plank werden de ongebakken broden in deoven geschoven. Als we 's morgens op bezoekkwamen kreeg mijn oudere zus een warme kadeten ik een warme krentenbol. Verder was er bene-den een kleine keuken en een binnenplaats meteen tonnetjes-WC en een volière met parkietenvan oom Jan. Oom Jan mijn ongetrouwde oom,was eveneens bakker en nam later, na opa's dood,de zaak over.

Aan de voorkant op de eerste verdieping, wasde kamer. Vandaaruit keek je uit op de achterkantvan de Erven J.J.Tijl, waar de Overijsselsche enZwolsche Courant werd gemaakt. Heel interessantvond ik het spionnetje, waardoor je een gedeeltevan de straat kon zien.

De gang liep een beetje af naar de keuken. Hetwater dat uit de kraan kwam, was altijd lauw. In degang was de WC - eveneens een ouderwetse ton -,waar ik niet graag op ging, want het stonk er altijd.Liever ging ik naar de WC op de binnenplaats.

Mijn grootmoeder was een strenge vrouw diealtijd in donkere jurken was gehuld. Over diejapon droeg zij altijd een boezelaar. Of dat eenZwols woord is, weet ik niet. Zij had haar grijzeharen in een knoetje. Opa was een stille, goedigeman. De laatste jaren van zijn leven bracht hijdoor in een leunstoel bij het raam. Naast zijn stoelstond een wandelstok van donker, gedraaid hout.Na een beroerte was hij kinds geworden, zoalsdementie destijds werd genoemd. Ik was te jongom dat allemaal te beseffen. Ik herinner mij flauw-tjes, dat hij verhalen vertelde, die nogal luguberwaren. Het enige verhaal, dat mij is bijgeblevengaat over twee witte paarden, die uit het bostevoorschijn komen en die een doodkist achterzich aan sleepten.

Er was ook een poes waar ik doodsbang voor

Drogist Hollander hadeen tuin met een zand-bak waar de kinderenAppelhof regelmatigspeelden (foto: particu-liere collectie).

Page 42: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Derkje Appelhof-vanDorth met kleinkinde-ren in de Voorstraat;1928 (foto: particulierecollectie).

was. Zij had mijn nichtje dat van mijn leeftijd wasen met wie ik vaak optrok, op haar voorhoofdgekrabd toen zij per ongeluk op het beest trapte.Als ik de winkel in kwam - je moest altijd hard'blijf maar' roepen - en de kat zat op de trapgemeen naar mij te loeren (het dier keek natuur-lijk gewoon) moest oma haar eerst wegjagen,anders deed ik geen stap verder. Aan deze poes ishet niet te danken, dat ik zoveel van dieren houd!

Ik vond het wel leuk om met de kleine poesjes,die aan de lopende band geboren werden, te spe-len. Ik zat dan op de grond in de kamer en deed zein een omgekeerde stoof, waarmee ik ging rijden.Opa en oma raakten die jonge poesjes gemakkelijkkwijt aan de vele boeren die op vrijdag de winkelbezochten.

De gastvrijheid van mijn grootouders op devrijdagochtenden hebben mijn ouders geen wind-eieren gelegd. In de oorlogsjaren hebben zij veleliters melk gehaald bij boerderijen in Haerst,Wijthmen en Schelle.

OpoeDe grootmoeders van tegenwoordig zien er heel

mm1

anders uit dan mijn opoe. Grootmoeders gedra-gen zich tegenwoordig ook anders. Ik kan me mijngrootmoeder onmogelijk voorstellen in een langeof korte broek, schaatsend, zwemmend, roeiendof tennissend. Dat deed ze gewoon niet - evenminals alle andere opoes. Oudere vrouwen - en watwas men vroeger gauw oud!- hadden een keurigejurk aan, droegen een mantel en hoed en meestalook handschoenen. Ze deden het huishouden enwaren onderdanig aan hun echtgenoten. (Het isoverigens moeilijk om me voor te stellen dat mijnoma onderdanig was, omdat ze naar mijn wetennogal dominant was; opa was daarentegen eengoedige man.)

Vroeger zeiden wij 'opoe'. Een jonger nichtjeging op de moderne toer en begon 'oma' te zeg-gen. Wij namen dat langzamerhand over. Omawas een echt familiemens. Ze genoot ervan als zehaar kinderen en kleinkinderen om zich heen had,hoewel ze dat nooit zou zeggen. Ze had veel gevoelvoor humor, net zoals de meeste van haar zoonsen dochters. Ze kon erg ad rem zijn. Toen ze oudwas verbleef ze regelmatig bij haar dochters. Opeen dag vroeg een nichtje haar moeder of ze eenpaar schoenen 'met doorlopende hakken' (zoalswij de toen in de mode zijnde plateauzolen noem-den) mocht kopen. Waarop oma zei: 'Och kind,dan stoa'j nooit meer stille in oen lèèv'n.'

Oma was een flinke vrouw. Toen ze oud waszag ik er vaak tegenop om bij haar op bezoek tegaan. Het op visite gaan was niet zo'n corvee, wantje kon best gezellig met haar praten. Alleen als jevroeg hoe het met haar ging, antwoordde ze altijdop sombere toon: 'Giet wel.' Als ik na een poosjeweg wilde gaan durfde ik dat niet te zeggen, wantdan klonk het steevast: 'Goa'j alweer. Och ja, er isook niks an bi'j zo'n old mense.' En dan vertrok ikmet een schuldgevoel. Haar laatste jaren heeft zedoorgebracht in bejaardentehuizen. Eerst in huizeAllegonda in Ittersum (waar nu het kantoor van teSiepe is gevestigd) en later in het oudeliedenhuisaan de van Karnebeekstraat. Dat was een droef-geestige omgeving. Hoeveel ze van haar familiehield bleek uit de laatste woorden die ik van haarhoorde, vlak voordat ze stierfin de bedompte klei-ne kamer van het tehuis: 'Ik vind het zo erg, dat ikjullie nou niet meer zal zien.'

Page 43: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 43

Oom JanOom Jan was vrijgezel en een erg lastige man. Wij,de nichtjes en neefjes, waren bang voor hem,omdat hij zo vreselijk tekeer kon gaan. 'Angaon'noemde mijn oma dat.

Ik heb het altijd erg raar gevonden dat mijnopa en oma twee van hun zoons Jan noemden. Deoudste noemden wij 'oom Jan de bakker' en dejongste zoon werd door de familie aangeduid als'kleine Jan'; deze naam bleef gangbaar ook toen hijlater de langste van de kinderen was. Opa heetteeveneens Jan, maar hij werd door zijn vrouw nooitbij zijn voornaam aangesproken. Hoe ze hem welnoemde weet ik niet. Jan was duidelijk de familie-naam want de beide kleinzoons van opa en omaheetten ook allebei Jan.

Oom Jan de bakker was een hoofdstuk apart.Hij was altijd nadrukkelijk aanwezig. Iedere zon-dagmorgen gingen wij op bezoek in de Voorstraat.Wij speelden met mooi weer buiten.

Tegenover het huis, voor de drukkerij van Tijl,lagen roosters en het was erg leuk om daar over-heen te rennen. Dat maakte veel lawaai.

In de vakanties kwamen ook de ooms en tantesdie buiten Zwolle woonden, met hun kinderen.Wij gingen dan winkeltje spelen. De oudste nicht-jes waren winkeljuffrouw. Daar kwamen wij, jon-geren, helaas niet aan te pas. Wij stonden, met eenmand aan de arm, voor de toonbank om bood-schappen te doen. De 'verkoopsters' bliezen eenzakje op en dat legden wij in de mand. Wij 'woon-den' meestal ergens: in de kamer achter de winkel,in de keuken of in de kamer op de tussenverdie-ping, vanwaar je uitkeek op de winkel.

Maar na een poosje kwam steevast oom Janfurieus naar beneden stuiven. Hij was woest,omdat we zo'n rommel maakten, hoewel dat bestmeeviel en wij alles altijd netjes opruimden. Maarals oom Jan het op zijn heupen had was Leiden(Zwolle) in last.

Boven waren de ouders altijd hevig aan hetdiscussiëren. Het leek alsof ze grote ruzie hadden,want ze hadden harde stemmen. En boven alles uithoorde je de ruzie-achtige stem van oom Jan.Toen hij op een zondagmorgen weer eens hevigaan het 'angaon' was geweest, zei één van de nicht-jes: 'Als oom Jan dood is huppel ik achter zijn

begrafenis.' Dat was natuurlijk niet echt gemeend,maar toen oom Jan overleed moest ik daar weeraan denken. Hij is niet oud geworden. Toen wij bijzijn begrafenis met ernstige gezichten in een volg-koetsje zaten schoten mij die spontane woordenin gedachten. En het kostte mij, ondanks de droe-vige gebeurtenis, even moeite om niet te lachen.

FamilieMijn opa heb ik niet lang gekend. Ik was nog jongtoen hij overleed. Hij schijnt een goedig mens tezijn geweest. Zijn wortels lagen in Dalfsen enomgeving. Verschillende ooms en tantes van zijnkant woonden in Zwolle.

Oma kwam uit Den Ham. Zo nu en dan kwamer een familielid op visite. Er moet een tante Betjegeweest zijn, maar die herinner ik mij niet meer.Verder was er 'dove oom Jan.' Hij moest een grotedonkerbruine hoorn tegen zijn oor houden omons te kunnen verstaan. De levendigste herinne-ringen heb ik aan oom Mannus. Als ik VaderAbraham zie moet ik aan die aardige oom denken,want daar leek hij sprekend op. Hij had een lange,grijze baard, een bolhoed op het grijze hoofd eneen donker kostuum. Het was altijd leuk als oomMannus in de Voorstraat kwam, want dan kregen

Wandelen op de Wip-strikkerallee; 1928 (foto:particuliere collectie).

Page 44: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

44 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Boodschappen doen inde Diezerstraat; 1929(foto: particuliere col-lectie).

wij een reep chocola uit de winkel van hem. Hijwas vrijgezel.

Verder was er nog tante Dina die ook onge-trouwd was. Het was een klein, mager mensje, dataltijd ziekelijk was. Ze is overigens vrij oud gewor-den. Het verhaal ging dat tante Dina altijd flauwviel als er een familielid binnen kwam. Ze viel ech-ter nooit op de grond omdat ze steeds viel wan-neer er een stoel achter haar stond. Ik heb haaroverigens nooit flauw zien vallen. Ze zei nauwe-lijks iets tegen ons. Je kreeg alleen een slap handje.Op een zondagochtend ben ik erg geschrokken.Toen ik de kamer binnen kwam zat er een in hetwit geklede gestalte. Ik dacht, dat ik een spook zag,maar het was tante Dina in nachtgewaad. Met eenzacht, beverig stemmetje zong ze psalmen meemet de radio.

BinnenstadEr is in de loop der jaren heel wat veranderd in deZwolse binnenstad. Toen ik kind was kon je overalfietsen en autorijden. In de Diezerstraat zijn veelvan de oude bekende winkels verdwenen: Olden-hof, Vroom en Dreesmann, de stoffenzaak vanCovers, de handwerkwinkel van Tine Prins, defraaie gevel van de bontzaak van Hendriksen enniet te vergeten bioscoop de Kroon. In de goedeoude tijd hield men de Nederlandse taal nog in

ere. Wij gingen niet 'shoppen', maar winkelen. Ener was nog uitverkoop en geen 'sale'. E'e GroteMarkt had een ronde vluchtheuvel in het midden.Daar kon je rustig omheen fietsen. Hotel Peterswas een gezellig restaurant waar heerlijke koffiewerd geschonken.

De Roggenstraat had een rijbaan met blauwesteentjes. In deze smalle straat nam de St.Michaëlskerk met zijn sierlijke spitse torentje, eenbelangrijke plaats in.

Als kind heb ik vaak op het Gasthuispleingespeeld. Daar stonden prachtige kastanjebomen.In het najaar gingen we kastanjes zoeken. Thuis-gekomen gingen we daar allerlei leuke dingen vanmaken, zoals paardenleidsels en poppetjes. Opvrijdag was er markt. Er werden kippen en konij-nen verkocht en heel dikwijls heb ik met vertede-ring gekeken naar donzige, gele eendenkuikens enzelfs naar jonge hondjes, die ik allemaal wel meewilde nemen. Zwolle was toen nog een knusseprovinciestad. Je kon onbezorgd door de stratenlopen en fietsen en het was zelfs niet nodig om jerijwiel op slot te zetten, want 'zwijntjesjagers'waren een zeldzaamheid. Bovendien surveilleer-den er regelmatig politie-agenten - 'tuten' noem-de de jeugd hen - door de straten. Als ie zonderachterlicht fietste kon je geheid een bekeuring ver-wachten! Er was een behoorlijke discipline in dietijd. Toen we later van de Oude Vismarkt naar deWipstrikbuurt verhuisden moest ik regelmatigover het Kerkbrugje. Daar mocht je vroeger nietoverheen fietsen, maar je had niet altijd zin om afte stappen. Als je een klein eindje de brug op fietstehad je al kans te worden aangehouden. Het leekwel of er overal 'tuten' waren, die voor en achterogen hadden!

Op nationale feestdagen was het altijd gezelligdruk in de binnenstad. Op het Grote Kerkpleinhebben wij met alle kinderen van de lagere scho-len veel gezongen. Hier klonken overbekendevaderlandse liedjes, zoals 'Wij willen Hollandhouden', 'O schitterende kleuren van Nederlands'vlag', 'Waar de blanke top der duinen' en 'In naamvan Oranje doe open de poort'. Iedereen kendedie versjes, die in de klas eindeloos tweestemmigwerden gerepeteerd.

Page 45: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 45

ZwolsIk heb altijd gedacht een echte Zwolse te zijn.Maar dit blijkt volgens deskundigen allesbehalvewaar te zijn. Mijn vader was weliswaar geboren engetogen in Zwolle, maar mijn moeder kwam uitKampen en ook mijn grootouders kwamen uitandere plaatsen.

Bij ons thuis werd geen Zwols gesproken. Inhet ouderlijk huis van mijn vader aan de Voor-straat spraken mijn vader en zijn broers en zusterswel het Zwolse dialect. Ik heb me laten vertellendat er drie soorten Zwols bestaan: Kamperpoor-ten-, Diezerpoorten- en binnenstadszwols. In hetvoormalige Zwollerkerspel klonk het dialect weeranders. Mijn moeder heeft vroeger ongetwijfeld inhaar jeugd thuis Kampers gesproken. Daar plaag-de mijn vader haar wel eens mee. Want volgenshem klinkt 'götte' veel beter dan 'geute'. Hij leerdeons ook Zwolse zinnetjes, zoals: 'Een jonge doddeop een liekelattien spiekeren' en 'Sidi tamentis,astoe entis paktem'. Maar echt dialect spreken waser niet bij. Tegenwoordig worden de dialectenweer in ere hersteld.

Wanneer tante Nellie, de weduwe van eenjong-overleden vriend van mijn vader, op bezoekkwam kon je echt sappig Zwols horen. Ze had ver-scheidene Zwolse stopwoorden: 'Rojdum', 't Ken'en 'mu'j mèèmaak'n'. Tante Nellie was een 'bestmense', maar ze had één lastige eigenschap: zekwam altijd te laat. Ze sloeg geen verjaardag vanmijn ouders over, maar ze had de onprettigeeigenschap pas tegen zes uur op bezoek te komen.Dan wilde mijn moeder graag eten, want 's avondskwam er weer veel visite en alles moest bijtijdsworden klaargezet. Er was op zo'n feestdag altijdveel aanloop. Dat vond ik - als kind- erg gezellig.Nu begrijp ik dat het voor mijn moeder wel eenseen corvee was, want haar hoofd liep om. Vooral's avonds was de kamer vol. Aan de ene kant zatende mannen en aan de andere kant van de kamer devrouwen. Later op de avond kon je de mannenzij-de niet meer zien van de rook.

Maar voordat het zover was kwam tante Nel-lie, meestal met haar jongste dochter. Als het mid-dagbezoek weg was zeiden wij: 'Gauw tafel dek-ken, dan ziet ze tenminste dat we haast hebben'.Ze zei wel: 'Mutt'n jullie èt'n. Ik blieve niet lange',maar een uur later zat ze er nog. Als ze eindelijkweg was werden er in allerijl stoelen van bovengehaald, kopjes klaargezet en dan kwam de eerstevisite al. Dergelijke hoogtijdagen zullen altijd in deherinnering blijven.

In 1930 werd uitbundiggevierd dat Zwolle 700jaar eerder stadsrechtenhad gekregen. Op deOude Vismarkt wasdeze poort gebouwd(foto: particuliere col-lectie).

Wandelen in het TerPelkwijkpark; 1930(foto: particuliere col-lectie).

Page 46: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

46 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Het onverwachte optreden van de Hitler-jugend in Zwolle1

Kees Ribbens

De Hitlerjugend hadeen overweldigend suc-ces. Volgens Hitlermoest de Hitlerjugend'Vlug als windhonden,taai als leer en hard alshet staal van Krupp'zijn (Friedrich Heer,Jeugd in beweging.Grote stromingen der20e eeuw. Den Haag1972,106).

September 1944 was een chaotische maand.Na meer dan vier jaar Duitse bezetting leekde bevrijding van Nederland eindelijk nader-

bij te komen. Na hun landing in Normandië injuni 1944, rukten de geallieerde strijdkrachten inhoog tempo op in noordelijke richting. Begin sep-tember 1944 moesten de Duitsers Parijs en Brusseluit handen geven. Op 5 september, Dolle Dinsdag,leek het even alsof de geallieerden Nederlandbereikt hadden. Hoewel die indruk niet juistbleek, voelden de Duitsers de druk toenemen.

Niet alleen hun aanwezigheid in Nederland werdbedreigd, ook het Derde Rijk zelf leek steeds meerin gevaar te komen.

Onder de Duitsers die zich bewust werden vande toenemende druk bevond zich de Gauleiter vanhet Bezirk Zuid-Hannover-Braunschweig, Hart-mann Lauterbacher. Deze 35-jarige aanhanger vanHitler, Oostenrijker van geboorte, was tevensReichsverteidigungskommissar voor dit gebied enhad eerder een hoge positie ingenomen in deorganisatie van de Hitlerjugend. De geallieerde

Page 47: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 47

opmars baarde hem grote zorgen. Lauterbachermeende zijn Führer een grote dienst te bewijzendoor mensen uit zijn regio in te zetten bij de Duit-se verdediging. Het Duitse Rijk moest volgenshem verdedigd worden bij de Nederlandse IJssel;daar diende het geallieerde offensief gekeerd teworden. Hij besloot daarom op zeer korte termijnleden van de Hitlerjugend in te zetten bij de West-wallbau: de aanleg van de IJssellinie. Zo raaktenhonderden Duitse scholieren in september 1944 inZwolle verzeild.

Op donderdag 7 september 1944 kregen devierde- tot achtsteklassers van verschillende Ober-schulen in Braunschweig, allen leden van de Hit-lerjugend (HJ), opdracht om uiterlijk om 6 uur's avonds aanwezig te zijn bij de Martino-Katheri-neumschool. Ransel, deken, broodzak en kookge-rei dienden meegenomen te worden. De verza-melde jeugd, allen tussen de 14 en 17 jaar oud,werd die avond toegesproken door de plaatselijkeKreisleiter van de NSDAP. De scholieren kregenniet veel meer te horen dan dat er voor hen eenbelangrijke taak was wegggelegd; op de inhouddaarvan werd niet nader ingegaan. Zij marcheer-den vervolgens naar het station waar zij tegen 10uur met een speciale trein vertrokken. In die treinbevonden zich op dat moment 525 scholieren ennegen begeleidende docenten uit Braunschweig,Wolfenbüttel, Helmstedt en Schöningen. Er werdeten meegenomen voor drie dagen. Via Peine enHannover, waar nog eens 566 scholieren metenkele begeleiders instapten, ging het transport inwestelijke richting. De bestemming was voorvelen een raadsel; geen van de scholen was eerderdan 6 september op de hoogte gebracht van dezeoperatie.2 Toch was de stemming in de trein goed.Dat de ernst van de situatie niet geheel tot de jon-gens doordrong, bleek uit het feit dat enkelen vanhen af en toe op het dak van hun wagon klommenof bij korte stops in en uit de trein sprongen.3

Sommigen doodden de reistijd door kaart tespelen terwijl de trein via Bentheim de Nederland-se grens bereikte en doorreed naar Deventer. Hoe-wel Deventer de geplande eindbestemming was,werd het transport door de Organisation Todt(OT) alhier, belast met de aanleg van de IJssellinie,doorgestuurd naar Zwolle. Pas op vrijdagmiddag

rond 3 uur kwam de trein in Zwolle aan. Een deelvan de passagiers werd verder gezonden naarMeppel, maar 917 scholieren bleven in Zwolle.4 Zijwerden begeleid door 23 docenten, een arts en vierverpleegsters. Allen stonden onder leiding van derangaltester Hitlerjugendführer, Starnmführer Dr.Koken, en zijn twee assistenten van de Lehrerbil-dungsanstalt Braunschweig, Hauptgefolg-schaftsführer Grasshof en NSFK- ObersturmführerErich Ehlers.5

De plaatselijke leiding van de OT was pas tweeuur eerder op de hoogte gebracht van de komstvan dit transport. Onduidelijk is of dit het gevolgwas van de chaotische militaire en administratievesituatie in deze dagen (in de wirwar van de tochreeds onduidelijk afgebakende verantwoordelijk-heden van Reichskommissariat, Wehrmacht,NSDAP, OT en Hitlerjugend) of van belemmerin-gen in het telefoonverkeer vanwege een door hetNederlandse verzet doorgesneden telefoonkabel.6

De sfeer in de stad was bij aankomst van hettransport gespannen. 'Die Bevölkerung verhieltsich zwar ruhig, aber sichtlich feindselig.'7 Om de

De Hitlerjugend begonin de politieke strijd methamer en sikkel alssymbool van het natio-naal-socialisme, voor-dat Hitler in 1933 aande macht kwam (Fried-richHeer, Jeugd inbeweging. Grote stro-mingen der 20e eeuw.Den Haag 1972,108).

Page 48: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

4 8 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

De Wilhelminaschoolen Kweekschool aan hetAssendorperplein waareen gedeelte van deDuitse jongens in sep-tember 1944 was onder-gebracht(foto: GemeentearchiefZwolle).

lhelrninaschöo.t„en Kweek'schoöl

spanning niet verder op te drijven werd afgezienvan de mogelijkheid een groot aantal huizen tevorderen als onderkomen. Na enkele uren werdende scholieren vervolgens op verschillende plaatsenin de stad ondergebracht door de OT. Zo kwameen van de groepen terecht in een gebouw aan hetZwarte Water waar zich ook soldaten van deKriegsmarine bevonden. De verpleegsters werdenuiteindelijk ondergebracht in de Duitse Schoolwaar zij een ziekenboeg inrichtten.

Op zondag 10 september werden drie scholenin beslag genomen waar de Duitse scholieren van-uit hun verspreide eerste onderkomens werdenondergebracht. In de school aan het Assendorper-plein vonden 333 scholieren een onderkomen. Zemoesten er in dekens op stro slapen. In de Binnen-vaartschool werden 275 jongens geplaatst en in deschool aan de Westerlaan 309.8 De sanitaire voor-zieningen in de schoolgebouwen waren uiteraardniet afgestemd op dit verblijf. Bovendien lag dehygiënische standaard van de jongens nog niet erghoog: 'Ihr Gefühl für körperliche Sauberkeit und

Sauberhaltung der Wasch- und Abort-anlagenmufite erst geweckt worden.'9 Ernstige gezond-heidsproblemen deden zich echter niet voor.

Op de ochtend van hun verhuizing werden dejongens en hun begeleiders toegesproken door deOverijsselse Beauftragte K.G.G. Weidlich, de pro-vinciale vertegenwoordiger van ReichskommissarSeyss-Inquart. Hij vertelde iets over de situatie inNederland en over de te verrichten werkzaamhe-den - de aanleg van een verdedigingslinie - en zeg-de voorts uitstekende voeding toe. Die beloftewerd niet nagekomen, omdat de Duitse begelei-ders zich onvoldoende realiseerden dat de voed-selsituatie in Nederland verre van optimaal was.l0

De verstrekte broodmaaltijden werdenbeschouwd als voldoende maar eentonig. Bijgebrek aan een veldkeuken van de OT werd hetwarme eten van de Centrale Keuken in de stadbetrokken. Deze weinig gevarieerde stamppottenmet slechts een beperkte hoeveelheid vlees veroor-zaakten geen enthousiasme: 'Der Hunger trieb esschlietëlich hinein.'" Onder de docenten rees het

Page 49: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 49

vermoeden dat er te weinig vlees werd verstrekt,zodat de OT extra toezicht liet uitoefenen in deCentrale Keuken of het voor de HJ bestemde vleeswel in de juiste ketel terechtkwam.

Een ernstiger probleem was dat niet alle HJ-erstijdens de haastige voorbereiding het verzoek had-den ontvangen om werkkleding en stevig schoeiselmee te nemen. Toezeggingen van Duitse instan-ties om zorg te dragen voor werkschoenen enwerkkleding, werden tot kort voor de terugkeernaar Duitsland niet nagekomen. Omdat vooral deschoenen flink sleten tijdens het werk, kregen deplaatselijke schoenmakers daarom uiteindelijk tehoren dat ze alleen nog maar voor de Duitsersmochten werken. Dat de medewerking van deDuitse instanties in de stad te wensen overliet,12

gold ook voor de OT, onder wier verwantwoorde-lijkheid de Hitlerjugend was geplaatst. Zo werdeen verzoek om enkele fietsen voor de HJ-leiding -noodzakelijk voor het bereiken van de uiteenlig-gende werkplaatsen en onderkomens - pas na achtdagen ingewilligd.

Ook duurde het enkele dagen voordat de Hit-lerjugend daadwerkelijk werd ingezet. Pas vanafmaandag 11 september ontvingen de scholierenaanwijzingen van de OT waar zij zich dienden temelden voor de Schanzarbeiten. Dat betekendeniet automatisch dat zij nu aan het werk konden.Sommigen bleken niet in staat de juiste Baustellete vinden; anderen die wel op de gezochte plekaankwamen, ontbrak het aan het benodigdegereedschap. Dat probleem gold niet voor de jon-gens uit Wolfenbüttel die bij hun vertrek in Duits-land reeds spades, schoppen en houwelen haddenmeegekregen.

De jonge Duitsers vertrokken 's ochtends inkleine groepen vanaf hun scholen voor een tochtvan ongeveer zes kilometer in de richting vanKampen. Bij gebrek aan transportmiddelen begafmen zich te voet op weg, wat ongeveer een uur inbeslag nam. Tussen de weilanden moesten daar'Deckungslöcher gegen Tieffliegerangriffe' oftewel schuttersputjes worden gegraven. Anderenhielden zich bezig met het afsteken van graszodenwaarmee de geplande drie kilometer lange tank-gracht tussen IJssel en Vecht gecamoufleerd dien-de te worden. Vanwege het gebrek aan werktuigen

werd in twee ploegen gewerkt, van 8 uur 's och-tends tot 1 uur 's middags en van 1 uur 's middagstot 6 uur 's avonds.13 Tijdens de werkzaamhedenwerden de jeugdige arbeidskrachten nagenoegongemoeid gelaten door overvliegende geallieerdevliegtuigen. Enkele docenten hadden echter hunbedenkingen over de gevaarlijke nabijheid van devijand, temeer daar de scholieren zich niet altijdgeheel bewust waren van het mogelijke gevaar. 'Eswar nicht leicht, der unbekümmerten Jugendklarzumachen, dafi man sich bei Annaherung derGefahr sofort in den Einmannlöchern amStraSenrande und auf der Arbeitsstelle in Sicher-heit bringen mufite.'14

Wie in de ochtendploeg werkte, kon 's mid-

De Korte ademhalings-steeg in september 1944,gefotografeerd doorHorst Beulshausen, éénvan de leden van deHitlerjugend die inZwolle was onderge-bracht (foto: particulie-re collectie).

Page 50: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Het Wehrmachtslokaalin de Sassenstraat ïg.Op hun vrije middagengingen jongens van deHitlerjugend hier opbezoek (foto: Gemeente-archief Zwolle).

dags Zwolle ingaan. De Hitlerjugend liep rond inhet centrum en bezocht het Wehrmachtsheim inde Sassenstraat. Sommigen bezochten de bio-scoop of gingen roeien met een boot. Dat leidde ereen enkele keer toe dat de HJ-ers door jeugdigeZwollenaren werden bespuwd. Een enkele Duitsescholier meende zich bij gebrek aan Nederlandsgeld te kunnen veroorloven om winkeldiefstallente begaan, wat hem bij ontdekking op een repri-mande en een uitgaansverbod kwam te staan.Velen schreven brieven naar huis die per veldpostverstuurd werden. Om 8 uur 's avonds moesten deHJ-ers weer binnen zijn. Wanneer een van deDuitse soldaten die de scholen bewaakte, op datuur in de lucht schoot, waren de straten leeg. OokNederlanders mochten zich na dat tijdstip nietmeer buiten vertonen.

Vanaf vrijdag 15 september werden veel graaf-werkzaamheden overgenomen door Nederlandseburgers. Nadat Amerikaanse troepen eerder dieweek in Zuid-Limburg de Nederlandse grens had-den overschreden, werden alle Zwolse mannentussen 18 en 45 jaar verplicht om zich voor graaf-werk aan de IJssellinie te melden.15 Terwijl despanning onder zowel Nederlanders als Duitserssteeg, werd de Hitlerjugend nu ingezet voor hetplaatsen en camoufleren van geschut nabij de

oever van de IJssel. Dit geschiedde in groepen vanongeveer vijftig jongens onder leiding van enkelegeniesoldaten. Dit werk beviel blijkbaar beter:'Diese Arbeit sagte den Jungen im hohen Mafie zuund führte zu anerkannt guten Ergebnissen.'16

Na nauwelijks een week kwam er al een onver-wacht einde aan de inzet van de Duitse scholieren.Op zondagmiddag 17 september 1944 ontving deWehrmachtskommandantur in Zwolle het: berichtvan de geallieerde luchtlandingen in Noord-Bra-bant en Gelderland, de operatie Market Garden.Deze operatie vormde een ernstige bedreigingvoor Duitsland en voor de verbindingen tussenNederland en Duitsland. Alle militaire eenhedenin de regio Zwolle werden in staat van paraatheidgebracht en de werkzaamheden van de Duitsescholieren aan de IJssellinie werden abrupt afge-broken. Nog diezelfde avond werden 61 ziekescholieren naar het station gebracht, v/aar eentrein hen via Hengelo terug naar Duitslandbracht. Inmiddels werden pogingen ondernomenom ook voor de overige scholieren transport teregelen. Hoewel de HJ-ers eerder op de avond nogmet propagandistisch oogmerk door de stadgemarcheerd hadden, daartoe aangezet door deOverijsselse Beauftragte, gaven de Duitse autori-teiten er de voorkeur aan hun jeugdige landgeno-ten te verwijderen uit de mogelijke frontzone.Blijkbaar ontstond pas op dit moment ook buiteneen klein groepje docenten het besef van hetgevaar waaraan men deze kinderen, zonder noe-menswaardige voorbereiding, had blootgesteld.

Enkele lege goederenwagons met bestemmingCoevorden werden ingeschakeld voor de; haastigeevacuatie. Rond 1 uur 's nachts in de vroege och-tend van 18 september vertrok dit transport vanafhet Zwolse station. De volgende ochtend werddoor Hauptgefolgschaftsführer Grasshof een tele-gram gestuurd naar de regionale leiding van de HJin Hannover: '900 Hitlerjungen des Gaues Süd-hannover-Braunschweig aus Zwolle in Coewar-den [sic] eingetroffen. Der Rest auf Transportnach Hengelo. Alles gesund.'17

Later die dag werd het transport in Bentheimaangevuld met nog 160 leden van de Hitlerjugenddie uit Deventer kwamen. Rond middernacht gingde trein met vier personen- en acht goederenwa-

Page 51: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

gons op weg naar Braunschweig, waar men de vol-gende ochtend om 11 uur aankwam. De volgendedag was iedereen weer op school aanwezig; debeëinding van de Fronteinsatz was even snel enonverwachts verlopen als het plotselinge beginervan.

Terugkijkend op deze twaalfdaagse 'veldtocht'sprak de HJ-leiding op voorzichtige wijze enigeontevredenheid uit over het gebrek aan voorberei-ding: 'Die Entsendung eines Vorkommandos inden Einsatzort wurde viele Schweirigkeiten ausdem Wege raumen und den Arbeitseffekt wesent-lich vergröfiern.' Over de inzet van de jeugdigewerkers werd daarentegen niet geklaagd: 'DerKameradschaftsgeist in der HJ war ausgezeich-net.'18 Een docent merkte op: 'Disziplin undArbeitseifer unserer Jungen waren gut.'19 Ietsrealistischer was een begeleidende docent uit

Braunschweig die over de Hitlerjungen opmerkte:'Ihre Frische und Einsatzfreudigkeit war bis zumAbmarschtage vorbildlich, allerdings mit der fürihr Lebensalter kennzeichnenden Einschrankung,dafi die Arbeit - wohl auch infolge mangelnderuebung - leicht in Spielerei ausartete und immerseht gerauschvoll vor sich ging.'20

De leiding van de Hitlerjugendwas van meningdat de scholieren 'vielseitige und tiefe Eindrückevon einem fremden Lande bekommen [haben]und sind in dem BewuStsein zurückgekehrt, zuihrem bescheidenen Teil bei der Verteidigung desReiches mitgeholfen zu haben.'21 Volgens een vande begeleidende docenten ging er van de aanwe-zigheid van de Hitlerjungen zelfs een duidelijkepropagandistische werking 'von nicht hoch genugeinzuschatzender Bedeutung' uit op zowel deZwolse bevolking - die zich al opmaakte om degeallieerden te ontvangen - als op de reeds bepakte

De Zwolse binnenstad;1939 (foto: Gemeentear-chief Zwolle).

Page 52: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Duitsers.22 Blijkbaar meende de man dat er sprakewas van een belangrijke positieve invloed op demoraal van de aanwezige Duitsers terwijl hetNederlandse vertrouwen in de geallieerde over-winning zou zijn afgenomen. De jarenlange nazi-propaganda maakte het hem blijkbaar onmogelijkte beseffen dat de Nederlanders de inzet van dezejeugdige arbeidskrachten interpreteerden als eennoodgreep van een instortend Duitsland, eenineenstorting die in onzekerheid tegemoet werdgezien.

Noten1. Dit artikel is gebaseerd op de persoonlijke herinne-

ringen van één van de betrokken Duitse jongens, deheer Karl Traupe uit Braunschweig. De heer Traupestuurde onlangs zijn herinneringen samen met eenbundeling verslagen in copievorm over Der Krieg-seinsatz braunschweigischer Schuier 1944 in den Nie-derlanden ([Braunschweig/Brunswijk 1998]). Dezebundeling is voorzien van een inleiding en aanwezigin het Gemeentearchief Zwolle. De originele versla-gen, opgesteld in september-oktober 1944 door be-geleiders, bevinden zich in het NiedersachsischesStaatsarchiv in Wolfenbüttel, Akten 12 Neu 13Nr. 19615.

2. Diezelfde avond vertrokken ook enkele honderdenvolwassenen uit Braunschweig. Vermoedelijkmaakten zij evenals de circa 2000 Hitlerjugend-le-den deel uit van een groep van 5000 Duitse arbeids-krachten die werden ingezet bij deze operatie. Vande volwassenen werd een deel naar Meppel ge-stuurd, een ander deel kwam eveneens in Zwolle te-recht. De scholieren werden behalve in Zwolle enMeppel ondergebracht in en rond Deventer,Zutphen en Arnhem. Traupe, Der Kriegseinsatzbraunschweigischer Schuier 1944 in den Niederlan-den p.2-3, 6; Hauptbannführer Sierk, Hannover 14september 1944 aan de Bann-Führer in Niedersach-sen; Bericht über den Fronteinsatz der Hitler-Ju-gend beim Westwallbau - Bauabschnitt Zwolle -vom 7.9. bis 19.9.1944 (samengesteld door Hauptge-folgschaftsführer Grasshof en NSFK-Ober-sturmführer Erich Ehlers, Braunschweig 21.9.1944)p.i; L. de Jong maakt in Het Koninkrijk der Neder-landen in de Tweede Wereldoorlog dl. 10a eerste helft('s-Gravenhage 1980) p.261 slechts melding van deinzet van Duitse gravers in Limburg.

3. L. Wacker, Bericht über meine Erfahrungen alsBegleiter der Hitlerjungen der Fr. Schule beim„Fronteinsatz Holland" (7.-19.9.44) Wolfenbüttel,7.9.1944 [sic] p.5-6.

4. Ruim de helft van hen kwam uit Braunschweig,Wolfenbüttel en Goslar, de overigen uit een kleine-re Hj-Bann in die regio.

5. NSFK = National-sozialistisches Fliegerkorps; W.Lohrengel, Bericht über meine Tatigkeit als Be-treuungslehrer beim Hitlerjugendeinsatz im Herbst1944, Braunschweig 11. Okt. 1944, p.i.

6. Bericht über den Fronteinsatz der H.J. in Holland,Wolfenbüttel, 10.X.1944.

7. W. Lohrengel, Bericht über meine Tatigkeit als Be-treuungslehrer beim Hitlerjugendeinsatz im Herbst1944, Braunschweig 11. Okt. 1944, p.i.

8. Bericht über den Fronteinsatz der Hitler-Jugendbeim Westwallbau - Bauabschnitt Zwolle - vom 7.9.bis 19.9.1944 (samengesteld door Hauptgefolg-schaftsführer Grasshof en NSFK-ObersturmführerErich Ehlers, Braunschweig 21.9.1944) p.2.

9. W. Lohrengel, 2.10. Gerberding, Bericht über den Hollandeinsatz, Gos-

lar 19.10.1944, p.i-ii.11. Traupe, 10.12. De verhouding tussen de begeleidende docenten en

de aanwezige leiding van de Hitlerjugend was even-min optimaal. De HJ-leiding was zelfs zo ontevre-den over de opstelling van de docenten - die slechtsoog zouden hebben voor de gevaren en moeilijkhe-den - dat overwogen werd hen terug naar Duitslandte sturen. L. Wacker, 2.

13. Gerberding, iia spreekt van werktijden 7-12 en 13-18uur.

14. W. Lohrengel, 2; Zie ook Bericht des StudienratsDr. Karl Lehmberg über seinen Fronteinsatz inHolland mit 24 Schülern der Staatlichen Oberschu-le für Jungen in Bad Gandersheim, Bad Ganders-heim 26. September I944.

15. Kees Ribbens, Bewogen jaren. Zwolle in de TweedeWereldoorlog, Zwolle-Kampen 1995, 84-8.1;, 169-171.

16. Gansshof en Ehlers, 3.17. Idem, 5.18. Idem, 6.19. Bericht über den Westeinsatz der Internatschule

Seesen a.Harz, 27. September 1944.20. W. Lohrengel, 221.21. Gansshof en Ehlers, 7.22. L. Wacker, 7-8.

Page 53: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 53

Hongaarse vluchtelingen in Zwolle

In 1956 brak er een volksopstand uit in Honga-rije. Tienduizenden mensen vluchtten vanafhet eind van dat jaar naar het Westen. Meer

dan tweeduizend Hongaren kwamen in Neder-land terecht, onder wie de families Vermesi enSchreiber. Zij werden opgevangen door degemeente Zwolle, waar ze nu nog steeds wonen.Dit artikel gaat over hun vlucht uit Hongarije ende opvang in Zwolle.

In 1956 rommelde het in het Oostblok. InPolen wisten de Russen een volksopstand de kopin te drukken, in Hongarije dreigde het mis tegaan. Na een ware volksopstand op 23 oktober vandat jaar, probeerde de Communistische Partij vanHongarije te redden wat er te redden viel door de

populaire en hervormingsgezinde Imre Nagy hetpremierschap aan te bieden. Nagy overspeeldezijn hand, beloofde allerlei hervormingen enmeldde dat Hongarije een meerpartijenstaat zouworden en uit het Warchaupact wilde treden. DeRussen konden dit niet over hun kant laten gaanen op 4 november rolden honderden tanks vanhet Warschaupact, waarin het Rode Leger de over-hand had, Boedapest binnen. De opstandelingenboden fel verzet maar waren geen partij voor degoed bewapende Russische troepen. Chroesjtsjovhad van te voren al met de vice-premier onderNagy, Janos Kadar, afgesproken dat hij het pre-mierschap zou overnemen.

De gevechten in de straten van Boedapest gin-

Fiona de Heus enAnita Klappe

De families Vermesi enSchreiber met de fraters,kort na hun aankomstuit Hongarije (foto:particulier bezit).

Page 54: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

54 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

«Is beleend la «irtniamellng bter «aaehit*op tnltlttltfjtsirtm Zwpli» medlcui na^dat dei» vernomen nafl dut-eep In Utrecwonend» Hongaar, aebwr^Tarnócil In

Üja Mpttpluti H D beroep op d» burgerijhad ïwlaah. Tetamen roet e«ni: vertegen.woordigir vut het Rod* KroUti de hoerTamoetl naar Ooi i tnrUki tnU«ne» detngetamelde. kleren, . i . " ^ - " ' ^ ^ •

lurfcman

•turf-

wtg,ellen>t WJ

ader-tMd

hter-o ensden-

leertorgeluringtogen

l

Woningen voor vluchtelingenBeroep op burgerij voor menbilering

Naar wü vernemen hebben B. en W. in hun göftmJ*lar renoöSen vtr-gaderlng- In prindpefcetlotöt enige woningen ter: beschikking té'sUXltn >anHongaarse vluchtelingen Indien dit gewénst'7!»» »Un.

Het college vertrouwt erop dat de Zwolse burgerij de meubilering vandete woningen kut venorgen. Waarschijnlijk ligt het in. de bedoeling voor.dit doel een collecte te organiseren; mogelijk wil men ook geschonken neofietlen dankbaar aanvaarden. ;~ De organisatie hleryan dient nog uitgewerkt te worden. Te zijner lijd zullen we hierover nadere gegeven» publiceren.

ZAC bij Roda op bezoekN

fiei-Dexenter Roda.is een van dieploegen, die in de—gevaaflljki;verkeert en als zodanig dient ZAC errekeninK mee te houden, dat het in

Gestruikeld en been gebroken.\

De dertienjarige leerling van. de-DavldWijnbeekachool Henk Asslnk, kwam jftete.r r n tin ili ' i i | l | l itï " f r •Ifl irhPffl **'acgel.ukklg te vallen, dat hij op tweenlnntapn e*n ^be ri brak. HM werd naar

fop*dag8.ebi

'M

'del'v*fl•vooiriabV

'grolhad

weivenaamdier

vanZ.Gsrr«

In de Zwolsche Courantvan 10 november 1956verscheen een oproepvan het college vanB&Wom meubilairbeschikbaar te stellen.

gen door tot 15 november. Twintigduizend Hon-garen lieten het leven, twintigduizend anderenwerden gevangen genomen. Imre Nagy was doorde Russen gearresteerd en stierf voor een vuurpe-loton. Vanaf eind oktober begon een vluchtelin-genstroom van duizenden Hongaren naar hetWesten. De meesten staken 's nachts te voet deOostenrijkse grens over. Uiteindelijk zoudentweehonderdduizend Hongaren hun vaderlandontvluchten. Meer dan tweeduizend Hongarenkwamen voorgoed in Nederland terecht. Via eencentraal punt in Utrecht werden zij in gezinsver-band ondergebracht bij Nederlanders of kregen zeeen eigen huis.

ZwolleDe Russische inval veroorzaakte een storm vanprotest in de westerse wereld. Ook de Zwollenarentrokken zich het lot van de Hongaren aan. Al op 5november deden burgemeester en wethouders hetvoorstel aan de gemeenteraad het lot van devluchtelingen te verzachten door een krediet van10.000 gulden beschikbaar te stellen.

Op 6 november woonden honderden menseneen protestbijeenkomst bij in de zalen van Odeon.De bijeenkomst was georganiseerd door de vijfZwolse politieke partijen. Vlammende woordengetuigden van wat er in de harten van de Zwolle-naren leefde. Een van de sprekers was mr. J.P.Hogerzeil, die zei: 'Ook al zou het grote offers kos-ten, wij moeten de slachtoffers van de strijd om devrijheid in onze schaarse huizen en fabrieken eenplaats geven.' Drs. G.J. Horbach wees op de plichtom materiële bijstand te verlenen en de Neder-landse stem te laten klinken in het koor van deVerenigde Naties. Bij de uitgang werd een collectegehouden, die bijna vijfhonderd gulden oplever-de. Het bedrag ging naar het Rode Kruis. EenZwolse arts deed een oproep in de krant om luiersen kinderkleding in te zamelen. Via Utrecht wer-den deze vervolgens naar Hongarije gebracht.

Op 10 november werd bekendgemaakt dat erenkele woningen beschikbaar werden gesteld alsdat nodig zou zijn. Men vormde een kleine com-missie waarin wethouder A. Veltman, de directeurvan Sociale Zaken, S. van de Linde en de directeurvan de Twentsche Bank W.C. Bakker zitting had-den. De laatste regelde de financiën.

De commissieleden waren het erover eens datde Hongaarse vluchtelingen in alle rust ontvangenmoesten worden en dat ze in alle rust hun wonin-gen moesten kunnen betrekken. De eerste tijdmoesten ze geholpen worden, maar daarna moes-ten ze op eigen benen staan. Dat zouden ze waar-schijnlijk zelf het meest op prijs stellen.

Gratis knippenOp 10 november was er al in de Zwolsche Couranteen oproep verschenen waarin Zwollenaren werdgevraagd meubels en huisraad af te staan voor deop te vangen Hongaren. De Zwollenaren gavengul. Een winkelier stelde tweemaal vijfhonderdgulden beschikbaar aan kleding en een schoen-winkel wilde alle schoenen wel betalen. Een kap-per bood aan de Hongaren gedurende hun tijd inZwolle gratis te knippen en hij wilde ze ook voor-zien van toiletzeep. Er kwam voor beide gezinneneen haard ter beschikking en een gedeeltelijkewoninginrichting. De Twentsche Bank opendeeen rekening waarop Zwollenaren geld konden

Page 55: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 55

storten voor de Hongaren. In totaal werd er onge-veer 2.000 gulden binnengehaald.

De commissie was op zoek naar mensen dieHongaars spraken en naar werkgevers die werkhadden.

Ongeveer vierhonderd Zwollenaren stondenop 11 november een halve liter bloed af in hetGGD-gebouw aan de Turfmarkt ter aanvullingvan de voorraad in Amsterdam die als gevolg vande Hongaarse gebeurtenissen aanzienlijk geslon-ken was.

Padvinders en scholieren voerden op 19november een bliksemactie onder het motto vanhet Rode Kruis 'Hoe eerder geld, hoe beter.' Erkwam een speciale jeugdkrant, die de kinderenvoor een kwartje huis-aan-huis verkochten. De6.000 kranten brachten samen meer dan 1500 gul-den op.

Anthonie HeinsiusstraatEind december werd bekendgemaakt dat er injanuari twee Hongaarse gezinnen naar Zwollezouden komen. De twee gezinshoofden waren inHongarije chauffeur-monteur geweest en het zouvoor hen niet moeilijk zijn om in Zwolle aan deslag te komen. Er kwamen eind januari echtergeen chauffeurs naar Zwolle, maar Janos Schrei-ber en György Vermesi met vrouw en kinderen.Zij waren in Hongarije respectievelijk boekhouderen onderwijzer geweest. 'We gingen naar de stadwaar werk was. Waterleidingmaatschappij Over-ijssel NV had werk voor mijn vader en voor Ver-mesi', vertelt zoon Janos Schreiber. De twee gezin-nen kregen elk een flat aan de Anthonie Heinsius-straat. Mevrouw Schreiber woonde er ruim veer-tig jaar en mevrouw Vermesi woont er nog steeds.Mevrouw Schreiber weet niet waarom ze er zolanggewoond heeft: 'Volgens mij komt dat door deemotionele binding.'

De op een na jongste zoon van de familie Ver-mesi was György. Hij was pas vijf jaar toen hijsamen met zijn familie uit het dorpje St. Gotthardaan de Oostenrijkse grens moest vluchten. Hijweet nog: 'Het gebeurde vrij plotseling, mijn moe-der werd als het ware van achter het fornuis weggeplukt. Het enige wat we nog konden doen, wasextra kleding meenemen en de papieren pakken.

Met de fiets vertrokken we richting Oostenrijk.Op dat moment heerste er verwarring bij de grens.De douanebeambten kregen geen bevelen dusiedereen kon zo de grens over.'

In Oostenrijk kwamen ze de familie Schreibertegen die ook vanuit St. Gotthard door de prikkel-draadversperring was gevlucht. Ze besloten bijelkaar te blijven en samen naar Nederland te gaan.Janos Schreiber: 'Mijn vader had positieve verha-len over Nederland gehoord.'

MedelijdenDe Zwolse bevolking had medelijden met degezinnen. 'Het was net of je uit een concentratie-kamp was gekomen en zo werd je ook benaderd.'Al snel bekommerden de fraters van het Frater-huis aan de Burgemeester van Roijensingel zich

Boedapest na de invalvan de Sovjettroepen in1956 (in: Hoofdwegender geschiedenis II,Groningen 1974,392).

Page 56: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

De Hongaren in Neder-land hadden hun eigencontactblad (Gemeen-tearchief Zwolle, IA029,doos 4).

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Contactblad van de katholieke Hongaren Iri Nederland Het krulsdragend volk Verschijnt maandelijkt

over de Hongaarse families. 'De gezinnen wareneen begrip in Zwolle', herinnert frater Francinozich. Door verhalen uit zijn omgeving en zijneigen herinnering weet György Vermesi dat deopvang in Zwolle subliem was. Er zat echter éénminpuntje voor hem en zijn broers en zussen aanvast: 'Mijn vader lette goed op ons. We moestenalles goed doen.'

Janos Schreiber en zijn moeder zijn ook tevre-den over de opvang, maar ze vinden niet dat heteen 'gespreid bedje' was: 'We hadden preciesgenoeg.'

Hollandse potDe families leerden van de fraters de Nederlandsetaal. 'In het begin ging dat vooral met kleine geba-ren en woordjes.' Frater Francino lacht als hijeraan terugdenkt. 'Wij wezen dingen aan die zij inhet Nederlands moesten zeggen. Woorden zoalsstoel waren erg moeilijk voor ze.' Toch hadden zehet Nederlands snel onder de knie: 'De familieswaren goed ontwikkeld, ze waren ontzettend leer-gierig.' De fraters leerden ook wie Sinterklaas wasen lieten de Hongaarse families kennis maken methet Hollands eten. György Vermesi: 'Niemandvan de familie vond bloemkool lekker en mijnvader dacht dat jus soep was.' Mevrouw Schreiberkan zich het voorval met de soep nog goed herin-neren: 'Wij vonden de aardappels zo droog!'

De fraters traden voor de familie Vermesiregelmatig rnet hun mannenkwartet op. 'We zon-gen dan oubollige liedjes en er werd wat afgela-chen op die avonden', vertelt frater Francino.Janos Schreiber en György Vermesi waren zelf ookmuzikaal. In maart 1957 deden zij mee aan de jaar-lijkse competitie 'Amateurs zetten hun beidebeentjes voor' in Odeon. Janos-Schreiber speelde

piano en György Vermesi zong er Hongaarse lief-desliedjes bij. Tot grote verrassing van het publiekzong hij later vol overgave 'Geef mij maar Amster-dam.' Het was dan wel geen ode aan Zwolle, maartoch een blijk van dankbaarheid voor de gastvrij-heid die hij had gevonden.

TerugkeerDe eerste zes, zeven jaar kon de familie Vermesiniet naar Hongarije terug. György Vermesi was alenkele malen in zijn vaderland opgepakt en ris-keerde bij terugkeer gevangenisstraf. Pas toen hetgezin de Nederlandse nationaliteit had, konden zeterugkeren naar hun geboortegrond. De familieSchreiber ging pas eind jaren zestig voor het eerstterug. 'Er was veel veranderd. We hadden geendirecte familie meer in Hongarije. Alleen omaSchreiber, maar die was al naar Nederland geko-men en heeft hier de laatste jaren van haar levendoorgebracht. Daardoor hadden we geen directefamilie meer in Hongarije en is het heimwee welovergegaan.'

Toch zijn beide families regelmatig terugge-weest in Hongarije. György Vermesi junior zou erniet meer willen wonen. 'Ik ben geen Nederlanderen geen Hongaar. Ik voel me mens, meer niet.' Deouders van Janos Schreiber hebben trauma's over-gehouden aan hun vlucht uit Hongarije. 'Het washeel moeilijk. Een situatie die je je nauwelijks voorkunt stellen.' Zoon Janos is nog wel bezig metHongarije. Een tijdlang organiseerde hij Hongaar-se missen. Ook verzamelt hij krantenknipsels enboeken over de opstand. Zijn moeder laat het lie-ver rusten. Het is lang geleden en de familie is nugewoon Nederlands. 'Wij zijn al snel geïntegreerdin de Nederlandse samenleving.'

Page 57: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 57

Uitdragerij en uitdragers inde achttiende eeuw

De handel in tweedehands goederen was teZwolle jarenlang het terrein van de 'vrijejongens', zeker in de achttiende eeuw. Het

was handel met goederen, veelal kleren en huis-raad, verworven uit erfhuizen, op veilingen of ver-koop door particulieren. De mogelijkheid dat erook gestolen goederen onder terechtkwamen, waszeer groot.

TakenDe uitdragers waren niet in een gilde verenigd.Lange tijd konden ze ongereglementeerd hungang gaan. Dat duurde tot 1724, toen de uitdragerijvolgens de magistraat van dag tot dag zo was toe-genomen dat er orde, dus een reglement moestkomen. Een andere reden was om te voorkomendat 'ondeugende menschen' gelegenheid krijgen'om zig te ligten van aan anderen ontvreemde goe-deren' waardoor de rechtmatige eigenaren daar-van verstoken bleven. De uitdragers gingen tot desemi-officiële 'stadsambten' behoren, net zoals deturfdragers en zakophoudsters. In het reglementwerd bepaald dat niemand meer een uitdragerijals bedrijf mocht uitvoeren zonder permissie vande magistraat, op straffe van tien gulden. De hui-dige 'uitdraagsters' moesten zich binnen veertiendagen bij het stadsbestuur aangeven. De geadmit-teerde uitdragers dienden door een eed te belovenhet reglement stipt te volgen. Goed dat op eenpublieke veiling werd gekocht, moest binnen zesweken betaald worden, anders mocht de uitdragerbij andere erfhuizen niet kopen. De uitdragers washet verboden om nieuwe kleren of andere nieuwegoederen die onder een gilde ressorteerden, tekopen. De boete op een overtreding was vijf gul-den. Goed dat niet uit erfboedels was gekocht,moesten de uitdragers direct en drie dagen langtentoonstellen. En wel 'voor hun deuren, in devensters of op Pothuusen', dat waren de kleine

aangebouwde werkhuisjes. Pas dan mocht hetgoed verkocht worden. Als de uitdrager bemerktemet gestolen goed van doen te hebben, diende hijde verkoper 'zo veel behendig als mogelijk' uit tehoren over de herkomst, de verkoop aanhoudenof zijn vermoedens aan de magistraat melden. Bijnavraag over gestolen goederen dienden de uit-dragers alle medewerking te verlenen door zoveelmogelijk informatie in te winnen ofte geven. Waser bij een van de gildeleden iets ontvreemd, enkoesterde het gilde een verdenking tegen een uit-drager, dan mocht het gilde met toestemmmingvan de magistraat huiszoeking doen. Daarbijhoefde men zich niets van de onvermijdelijke pro-testen van de getroffen uitdrager aan te trekken.'

De uitdragers verkochten hun waar niet alleenaan huis. Ze hadden voor de verkoop van hunspullen ook een vaste plaats op de zaterdagsemarkt. Vanaf het Hoornsteegje tot aan de Melk-markt stalden ze hun waren uit. Bij het stadsbe-stuur verdedigden de uitdragers met verve hunplek tegen de oprukkende groenteverkopers. Dezegingen steed vaker schuin tegenover de uitdragersstaan, waardoor de doorgang voor het publiekzeer belemmerd werd. Na een beroep op een zeeroude gewoonte steunde het stadsbestuur de uit-dragers en verbood vervolgens de verkoop vangroente vanaf het Hoornsteegje tot aan de Melk-markt.2

De uitdragers, die natuurlijk uitstekend op dehoogte waren van de waarde van vele roerendegoederen, waren de aangewezen personen omboedels te waarderen. Dat gebeurde veelal na hetoverlijden van een vader of moeder terwijl er nogminderjarige kinderen in leven waren. Hetgebeurde om de waarde van de erfenis vast te stel-len. Twee uitdragers kwamen dan in het sterfhuisom gezamenlijk alle aanwezige spullen te taxeren.

J.C. Streng

Page 58: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Melk markt

De plaats van de uit-dragers aan de Melk-markt, tussen hetHoornsteegje en de Gro-te Markt (foto:Gemeentearchief Zwol-le, topografische atlas).

AantalIedere Zwolse burger of burgeres kon een uitdra-gerij beginnen. Wie dat wilde, kon zich voor eenopengevallen plaats door middel van een rekest(=verzoekschrift) bij het stadsbestuur aanmelden.In de regel werd het beroep aan een van de fami-lieleden doorgegeven. Na de dood van een uitdra-ger of uitdraagster vroeg de echtgenoot of echtge-note toestemming om met de uitdragerij door temogen gaan. Opvallend weinig kwam het voor dathet beroep door een zoon of dochter werd overge-nomen. Soms sloeg men een generatie over. Zoverwierf Michiel van Oorschot de vacante uitdra-gersplaats van wijlen zijn grootvader AlbertusGlaser. Bij een vrijwillige tussentijdse opvolgingdienden de afgaande en de mogelijke nieuwe uit-drager veelal gezamenlijk een rekest in. Als datgeen directe familie was, was er mogelijk een

bedrag voor de verwerving betaald. Bewijzen zijndaar niet voor, maar het was in die tijd niet onge-bruikelijk.

Het stadsbestuur maakte bij de toewijzinggeen onderscheid naar religie zodat zowel devrouw van de lutherse 'meester Kok', de katholie-ke armmeester lan Broekhaar en de jood MozesJoseph van Goch dit beroep konden uitoefenen.3

Omdat blijkbaar het aantal uitdragers te grootwas om voor ieder van hen een enigszins redelijkbestaan op te bouwen, besloot het stadsbestuur in1736 het aantal uitdragers tot twaalf terug te bren-gen door tijdelijk geen nieuwe uitdragers toe telaten. Desondanks bleven er illegale uitdragersactief. In 1750 kregen de niet-beëdigde uitdragersde aanzegging om binnen een kwart jaar met dekoop en verkoop op te houden. Blijkbaar was ookde sociale positie van de uitdragers zorgwekkend

Page 59: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 59

gedaald. Want bepaald werd dat alleen nog orden-telijke burgers met 'wat vermogen', na een ver-zoek konden worden geautoriseerd om een uit-dragerij te beginnen. Tegelijkertijd werd het aan-tal uitdragers op zestien of achttien vastgesteld.Drie jaar later werd het aantal uitdragers 'provi-sioneel' uitgebreid tot zeventien. Aan de onwetti-ge uitdragers, zowel joden als christenen, werdook nu weer nog drie maanden gegund om zichvan hun goederen te ontdoen en om zich vervol-gens van de uitdragerij te onthouden op een boetevan vijf gulden.

Lang duurde de kracht van deze dreiging niet.In 1769 werd er op het verzoek van de beëdigdeuitdragers opnieuw ingegrepen. Zoals het in 1753was gebeurd, werden namens de magistraat de lie-den die zonder toestemming een uitdragerij 'exer-ceren', door een roedendrager aangezegd zichvoortaan van uitdragerij te onthouden. En 'zo oppublieke verkopingen als anderzinds generhandegoederen te kopen om als uitdrager daar medewinst te doen en zulks op een boete van vijf guldenvoor de eerste keer ten profijte van de armenka-mer.' Na de tweede keer volgde de dreiging vaneen 'correctie ter arbitrage' van de magistraat.4

Het reglement uit 1724 leek vooral bedoeldvoor 'uitdraagsters', ze werden althans explicietgenoemd. In 1806 waren er nog maar weinig vrou-wen in de uitdragerij actief. In dat jaar betaaldendertien 'gequalifiseerde uijtdragers' het vereistepatentgeld om een beroep te mogen uitoefenen.Onder hen waren slechts drie vrouwen.5

Kwalijke zakenAl was de uitdragerij dan in regels vastgelegd, hetzou een illusie zijn te denken dat er alle kwalijkezaken mee werden voorkomen. Vooral vreesdemen vreemdelingen. Twee joodse bendeledenwerden te Zwolle ter dood gebracht wegens eenreeks misdaden, waaronder diefstal en heling. Zewaren op de veerboot van Zwolle naar Amster-dam met de gestolen goederen betrapt. MariaAgnis de Wolff, een vreemdelinge uit Coesfelt,werd in 1762 door het gerecht veroordeeld en uitde stad verbannen wegens het opkopen van gesto-len goederen.6

Maar ook Zwolse uitdragers raakten wel eens

op het verkeerde pad. De uitdrager Jan de Groothad de 'banquerottier' Frederik Vrij bij zijn ver-trek uit Zwolle geholpen met het verzenden vanenige kisten en andere zaken. Op zijn naam hadhij ze naar het veerschip laten brengen. De Grootwerd beboet met vijfentwintig gulden en werdvoor een jaar 'gesuspenseerd' als uitdrager. Hetwas meer dan de arme man kon verdragen. Hijwerd omwille van zijn vrouw en zeven kinderenvan de opgelegde straf ontheven met de 'recom-mandatie zich van zodane wanbedrijven' te ont-houden.7

Het waren niet alleen beroepsdieven die voorde verleiding bezweken. Simon Clement klaagdebij de magistraat over zijn neefje Franciscus Lode-winus van Santen die uit de winkel van zijn eigenmoeder enige bijbels had gestolen. De dief had debijbels vervolgens ver beneden de waarde aan deZwolse uitdragers Van Kuik en Van Borne ver-kocht. De beide heren kregen voor hun handels-wijze een boete van vijf gulden en ze mochten zesweken lang geen uitdragerij uitvoeren. Maar doorde benauwde omstandigheden waarin de gezin-nen terecht dreigden te komen, werd kort daarnade zes weken teruggebracht tot veertien dagen.8

De uitdrager Jan Ramaker bekende voor hetstadsbestuur dat zijn vrouw van een meisje dat zeniet van naam kende, twee stukjes 'vries bond' hadgekocht. Beide lappen waren nieuw. Het een vanvijf en het ander van vijftien el. De uitdrager hadvoor de ene lap zes stuiver en een oortje betaald;voor de andere zes stuiver de el. Bij navraag bleekdat de beide stukken naar koopman Rutger Arnol-dus Dumpel teruggebracht waren, omdat ze vanhem gestolen waren. Ramaker had bovendien hetgeld dat hij voor de lappen had betaald terugge-kregen van 'een oude vrouw die hij niet kende doggehoort hadde dat de Grootmoeder zoude zijnvan de meid die dat goed ten zijnen huize verkogthadde'. Omdat het uitdragers verboden wasnieuw goed te kopen, en omdat verkoop bij de elonder het kramersgilde viel, kreeg Ramaker eenboete van vijf gulden. Want het bedrag dat Rama-ker aan het meisje had betaald, was meer geweestdan het goed waard was. Hetgeen voor het stads-bestuur genoegzame reden was tot 'suspicie'.Waarschijnlijk betekende dat, dat men Ramaker

Page 60: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

6o ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Een gedeelte van de uit-dragerij in de boedelin-ventaris van WillemJansen (Gemeente-archief Zwolle).

van heling verdacht.9

Onuitroeibaar was het maken van onderlingeafspraken van de uitdragers bij openbare verko-pingen. Daarmee werden de prijzen gedrukt. Deroedendragers, die ook als veilingmeester optra-den, hadden tot taak om 'zo ras' de uitdragersafspraken maakten, dit meteen aan het stadsbe-stuur te melden. Maar het bleef tobben. In 1753werd aan de verantwoordelijke magistraten, dekeurmeesters, verzocht om maatregelen tegen 'demenigvuldige abuizen en onordentelijkhedenomtrent het exerceren der uitdragerij ter executie'

te stellen. Het maken van onderlinge afspraken bijverkopingen hield echter stand. Dit 'complotte-ren', zoals het stadsbestuur het noemde, werd in1787 opnieuw verboden.10

Nieuw goedUitdragers handelden in tweedehands goederen,niet in nieuw. Dat was verboden. Maar de gildenvroegen zich sterk af of de uitdragers zich daar welaan hielden. Altijd vreesden ze overtreding vanhun gildevrijheden. Het wol- en zijdekopersgildeverzocht de magistraat om op te treden tegenpublieke veilingen die altijd in het Reventer wer-den gehouden. Daar werden namelijk nieuwe lap-pen laken van enkele ellen geveild waaruit gemak-kelijk een broek of een 'kamisool en broek'gemaakt kon worden. Dit was een goede gelegen-heid voor 'joden en uitdragers' om nieuwe stoffenop te kopen voor verdere verkoop. De magistraatwerd verzocht de veilingmeester de verkoop vandeze goederen, die tot hun gilde behoorden, teverbieden."

Ook het gilde van de kleermakers hield eenwakend oog gericht op de activiteiten van de uit-dragers en de altijd in een adem genoemde joden.Zij vreesden de verkoop van nieuwe kleding. Hetkleermakersgilde kreeg het voor elkaar dat hetstadsbestuur een verbod uitvaardigde tegen deverkoop van nieuwe kleren, nieuwe balijnen rok-ken en 'gestickte lijven' door uitdragers en joden.Een uitzondering gold voor de verkoop op de vrijemarkten.12

De uitdragerij hield men het liefst strenggescheiden van de reguliere winkelverkoop. Datondervond de joodse winkelier Hartog Lijfmandie voor het onderhoud van zijn huisgezin een'gering negotie' in 'chitsen en catoenen' dreef. Bijde verkoop van zijn stoffen was hij vaak genood-zaakt zijn goed tegen 'oud goed' te ruilen. Als hijdat weigerde, moest hij tot zijn grote schade goed'inhouden'. Daarom verzocht hij aan de magi-straat toestemming voor het inruilen en de ver-koop van deze oude goederen. Zijn rekest werdafgewezen.13

In 1789 besloot de magistraat dat gekocht goed,ook al was het nieuw, wel door uitdragers ver-kocht mocht worden. Helemaal helder waren de

Page 61: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 6l

voorwaarden niet want een nadere omschrijvingvolgde na een rekest van het kramersgilde over dewerkwijze van de uitdragers. De uitdragers had-den namelijk op een publieke verkoping van deboedel van wijlen de koopman Schutte en juf-frouw Vermeer, laken, bonten, garen en zijdegekocht en dit vervolgens in kleinere porties opge-deeld en doorverkocht. Volgens het kramersgildewas zowel de verkoop van nieuwe goederen als deopdeling ervan verboden. Zowel de uitdragers alsde gildeleden kregen van de magistraat gedeelte-lijk hun zin. De uitdragers mochten deze nieuwegoederen verkopen mits zij ze verkochten zoals zeop de veiling waren ingekocht, dus niet verderopgesplitst in kleinere porties. De vraag wie datzou controleren, werd - merkwaardig genoeg -niet gesteld.14

Een sober bestaan?Hoewel verwacht werd dat de uitdragers 'wat' ver-mogen hadden, lijken de meesten toch een soberbestaan te hebben geleid. De lage boeten waarmeegedreigd werd, zijn daar al een indicatie voor. Ooktijdelijke opschorting van de uitdragerij leidde totontwrichting in gezinnen. De geringe verdienstewas vermoedelijk de reden waarom Henricus deGroot in plaats van Antonij Kelders als uitdragerbeëdigd werd. Kelders prefereerde een weinigrooskleurig soldatenleven boven de uitdragerij.15

Toch slaagden enkele uitdragers erin hun sta-tus tot die van een middenstander te verhogen. In1803 werd er een inventaris opgemaakt van dewinkel en de uitdragerij van Willem Jansen om deerfporties vast te stellen van de nagebleven wedu-we Johanna Mulder en zijn twee minderjarige kin-deren. De omvang van de persoonlijke goederenwas zeer bescheiden. De uitdragerij bestond voor-namelijk uit meubels zoals bedden, kasten, spie-gels, kabinet, kisten, een 'boero'. Daarnaast was ereen verzameling oud tin, een braadspit en textiel,waaronder lakens, kussens en servetten. Verderwaren er 'oude behangsels' en nog veel meer.Ondanks de strenge scheiding tussen handel intweedehands en nieuwe goederen, dreef WillemJansen ook een kleine winkel van sinkel in lintenen garen, zaad, gort en rijst, thee en kruiderijen enklompen. Het nagelaten vermogen van Willem

Jansen werd vastgesteld op 5103 gulden. Daar gin-gen de schulden aan kooplieden van 703 gulden eneen hypotheek op zijn huis van 1600 gulden vanaf.Als saldo bleef een bedrag van 2800 gulden voor deweduwe en de kinderen over. Inderdaad voldeeddeze uitdragerij aan de wens van het stadsbestuurom personen van 'wat' vermogen aan te stellen.'6

Noten1. Gemeentearchief Zwolle (GAZ), AAZ01 05917;

idem AAZ01320 (15-2-1724).2. GAZ, Resoluties, 18-9-1792.3. idem, 4-2-1761,4-8-1785,5-2-1772.4. idem, 10-3-1769.5. idem, 20-2-1736, 5-7-1750,18-4-1753, 28-6-1753, 31-8-

1753. GAZ AAZ01 6467 (1806).6. B.J. Kam, Capita selecta, capita occidorum. Dood-

straffen in Zwolle van Columbus tot Napoleon, Zwol-le 1992,143-150, 241.

7. GAZ, Resoluties, 7-8-1764,14-8-1764.8. idem, 26-12-1771,3-1-1772.9. idem, 23-4-1790.10. idem, 1-4-1787.11.- idem, 3-6-1754.12. idem, 31-8-1753.13. idem, 25-6-1772.14. idem, 27-8-1789,23-4-1790,5-10-1791.15. idem, 24-6-1779.16. GAZ, RA001175,306-310 (1803).

Page 62: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

62 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Literatuur

Marieke Schaap-Steegmans

Nieuwe boeken

[Berkenvelder, Frans ... et al] (red.), Tafel 19Zwolle vijftig jaar rond, 1949-1990, Zwolle 1999.Lustrumuitgave van de Tafelronde 19 te Zwolle.

De Vries, Birgit, Eerste aanzet tot bouwblokonder-zoek in de Voorstraat te Zwolle, Zeist 1999. Diplo-mawerk Monumenten- en Landschapszorg, Ant-werpen.

Eskens, Hein, Hundert jier Frysk Selskip Swol:1899-1999, Zwolle 1999. Jubileumuitgave t.g.v. het100-jarig bestaan van de vereniging het Frysk Sel-skip Swol.

Officiële gemeentegids Zwolle. Uitg. in opdrachtvan de Gemeente Zwolle, Eindhoven cop.1999.

[Rabelink, Wim ... et al.] (red), Politiewijzer,Zwolle 1999. Gids die jaarlijks wordt uitgeg. doorde Politie IJsselland.

Roël, Marten, Hotel van Geijtenbeek in de oorlog:het verzetsleven van J.H. Roël, s.1.1999.

Spendel, J.M., Familienamen in Nederland: vanhier en elders, Delft cop. 1999.

Stratengids 1999, Zwolle 1999. Jaarlijkse uitgaveGemeente Zwolle.

Trompetter, C., Naar een nieuwe geschiedenis vanOverijssel: haalbaarheidsonderzoek in opdracht vanhet Historisch Beraad Overijssel, Zwolle 1999.

Wezo: al 30 jaar een onderneming met een sociaalkarakter, Waddinxveen [1999]. Uitgave van hetWerkvoorzieningschap Zwolle en Omgeving t.g.v.het 30-jarig jubileum.

Page 63: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Boekbespreking(en)

J.C. Streng, Het is thans zeer briljant. Aspecten vanhet Zwolse culturele leven tijdens de overgang vanancien régime naar moderne tijd. Hilversum (Ver-loren) 1999. ISBN 90-6550-608-x; prijs ƒ 49,-

Gestadig en verre van langzaam werkt Jean Strengaan een omvangrijk oeuvre. Zwolle vaart er welbij, want bij ieder nieuw boek wordt bevestigd watinsiders natuurlijk al lang weten: het is in Zwolleallerminst een saaie bedoening en dat is het waar-schijnlijk ook nooit geweest. Het imago van pro-vincialisme wordt dankzij de geschiedschrijving -door Streng en anderen - stukje bij beetje afge-schud. Neem alleen al de titel van dit nieuwe, injanuari gepresenteerde boek: 'Het is thans zeerbriljant.' Het gaat weliswaar om een citaat van eenwat over-enthousiaste J.F. Serrurier, maar toch, inZwolle was omstreeks 1800 zeker wat te beleven -en niet alleen op de potjeskermis.

Het begrip 'cultuur' wordt door Streng zeerbreed opgevat. Literatuur (en dan vooral dicht-kunst), muziek, toneel, schilderkunst, maar ooksociëteitsleven en openbare feesten, religie enwereldbeschouwing, emancipatie en vaderlandsegeschiedenis, weldadigheid en hygiëne, tuinkunsten landschap komen uitgebreid aan de orde. Bijvrijwel ieder aspect komt de verbluffende kennisvan de auteur naar voren, zowel van de archivali-sche bronnen als van de egodocumenten (vooralde, deels door hemzelf bezorgde brieven) en de inZwolle en elders verschenen literatuur. Op de let-terkundige verdiensten zijn ook de meeste 'Zwolseerflaters' uitgezocht; Feith, de 'volksdichter' vannationale faam, natuurlijk in de eerste plaats.Maar ook mindere goden als Ter Pelkwijk, DenBeer, Oostkamp, Rietberg, Doyer en Pruimerskomen aan de orde. Daarnaast worden ook deschilders Prudhomme en Van der Laan (opnieuw)behandeld. In de bijlagen wordt van een aantal

literatoren een bibliografie gepresenteerd of - watVan der Laan en de componist Röhner betreft -verwezen naar eerdere publicaties.

De overgangstijd waarover Streng schrijft iseen van de boeiendste uit de geschiedenis. Redenaast romantiek, geloof naast wetenschap, demo-cratische gezindheid naast hang naar autocratie,emancipatiestreven naast kleinburgerlijkheid,republikeinse naast monarchistische tendenzen:het kwam allemaal voor, soms in één persoon,vaak in één vriendenkring en in veel gevallen bin-nen één mensenleeftijd. De pogingen om dezetegenstellingen met elkaar te verzoenen, bijvoor-beeld in een gezelschap als 't Nut, worden door deauteur overtuigend verwoord en in veel gevallenhoudt hij ons daarmee onbedoeld een spiegelvoor.

Als grenzen van de behandelde periode wor-den globaal 1780 en 1840 genomen. Het beginvormt logischerwijs de in Zwolle zo spannendepatriottentijd, de afsluiting van jaren waarin aller-lei hoopvolle ontwikkelingen stagneerden. Natio-naal gezien liet de afscheiding van België zijn spo-ren na, maar ook op lokaal niveau leek de fut erwat uit te zijn. Zwolle maakte niet de grote sprongvoorwaarts die het bij de opening van de Willems-vaart in 1819 had verwacht, en de meeste cultuur-dragers waren gestorven of naar elders vertrok-ken. Het kreeg inderdaad iets van de sfeer die denaar Amsterdam uitgeweken Potgieter zo verfoei-de.

Na de introductie van zijn Zwolse erflatersbeschrijft Streng nog zes aspecten van het culture-le leven in de breedste zin. Het sociëteits- en ver-enigingsleven wordt afgezet tegen het openbareleven, verlichting tegen traditie, het leven 'in deschepping' tegen de mens als herschepper van zijnomgeving, en tenslotte is er aandacht voor demonumenten ter ere van grote stadgenoten en

Page 64: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

6 4 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

voor de wisselwerking tussen het lokale en het zichrazendsnel ontwikkelende nationale niveau.Onderwerpen als de openbare feesten of het eer-betoon aan lokale helden zijn buitengewoon boei-end geschreven. Koning Willem I is ons werkelijksympathiek als we lezen, dat hij - anders danNapoleon - de hem aangeboden stadssleutelsdirect aan de burgemeesters teruggeeft. En hetgevecht van gelikte uitgevers om de complete wer-ken van Feith over het moede hoofd van de mees-ter heen leest als een theaterstuk.

Ook bij dit erudiete en zeer leesbare boekmogen een paar kritische kanttekeningen nietontbreken. Hier en daar laat de schrijver ietsonderbelicht of trekt hij een wat te snelle conclu-sie. Het feit, dat dansfeesten en toneelstukken keerop keer werden verboden, betekent waarschijnlijkdat ze illegaal doorgingen, niet dat ze werdengestaakt (p. 86 e.v.). De trots van de Hollanders ophet door inpolderingen zelf geschapen landschapwas omstreeks 1800 vrijwel afwezig. Een groot deelvan het gebied tussen IJ en Nieuwe Maas was dooruitvening tot een watervlakte geworden, en daar-bij was de waardering voor het polderland ook inhet 'Hollands Arcadië' op zichzelf laag (p. 147).Het kritische oordeel van het Koninklijk Instituutover Röhner's cantate 'De verlossing van Neder-land' nam niet weg, dat dezelfde commissie uit-voering van dit werk in Amsterdam onmogelijkachtte wegens het gebrek aan geschoolde zangers(p. 212). Echt gemist wordt in deze studie eennadere uitwerking van de onderlinge relaties -zowel familiair als zakelijk - tussen de actoren vanhet Zwolse culturele leven. Het blijft bij een aan-stippen, zoals in de levensschets van Rietberg deconnecties van zijn familie met die van Thorbeckeen Feith (p. 32). Zonder een complete prosopo-grafie te verlangen, zou het toch interessant zijngeweest om deze familiebanden wat nader uitge-werkt te zien, al was het alleen maar om Strengsopvattingen tegenover die van Franken over dehomines novi van 1795 reliëf te geven.

'Schoolmeesterachtig werden de taal- en spel-fouten aangewezen,' lezen we op p. 209 over derecensies van de dichtbundels van Rietberg. Wezullen dus alleen maar een lichte verbazing uit-spreken over woorden als 'geëikt' (p. 38), 'schend-

de' (p. 156) en het blijkbaar onvermijdelijke 'nietin het minst', waar 'niet het minst' wordt bedoeld(p. 202). Verder bespeelde Sophie Thorbecke niethet clavecimbel maar de piano (p. 77-78 en 127),had de cholera in 1827 noch Nederland, nochZwolle al bereikt (p. 65) en was Feith's 'Fannij'geen roman maar een gedichtencylus (p. 114,116).Maar dit zijn slechts kleine smetjes op een schoon- en inderdaad briljant geschetst - tafereel.

Frits David Zeiler

Jan Drentje, Thorbecke, Nederland en Europa. Hetvrijste volk der wereld. Zwolle (Waanders) 1998,160 blz., ISBN 9040093083; prijs ƒ 24,90.

Nederland leed in 1998 aan collectief geheugen-verlies. In dat jaar was het tweehonderd jaar gele-den dat de eerste Nederlandse, en republikeinsegrondwet in 1798 tot stand was gekomen. Maar erwerd geen aandacht aan besteed. De overheidachtte het niet opportuun. Wel was dat het gevalmet de toen hondervijftig jaar geleden tot standgekomen grondswetherziening van de (nota bene)in 1798 te Zwolle geboren Johan Rudolf Thorbec-ke; een herziening die de nog steeds bestaandeconstitutionele monarchie inluidde.'

De bewondering voor Thorbecke heeft algeruime tijd kenmerken die overeenkomen metdie van de traditionele heiligenverering. Regelma-tig vinden er vieringen rond jubeljaren plaats,bestaat er een speciale vereniging voor zijn vere-ring en ontbreken de standbeelden evenmin.Regeringspersonen vertoeven graag in de schaduwvan hun grote voorganger. In november 1998 waser weer zo'n toogdag te Zwolle ter herdenking vanhet tweehonderdste geboortejaar van Thorbeckeen diens grondwetsherziening uit 1848. E'e Zwolsehistoricus Jan Drentje kreeg voor deze gelegen-heid de opdracht een biografie van Thorbecke teschrijven. Is hij er onder deze omstandigheden ingeslaagd om er geen hagiografie van te maken?

Ja en nee, Drentje volgt een middenweg tussenvolslagen adoratie en hyperkritiek. Ja, op dieplaatsen waar Drentje pleit voor een minder opThorbecke gerichte politieke geschiedschrijving.Nee, het boek is minder geslaagd op die plaatsen

Page 65: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

waar hij dit goede voornemen weer vergeet enThorbecke onomwonden een 'geniaal politicus'noemt en zijn tegenstanders van negatieve epithe-ta worden voorzien. Voor Drentje was Thorbeckeeen man uit één stuk. Dat kan best zo zijn geweest,maar toch had ook Thorbecke zijn eigenaardighe-den.

Na een hoofdstuk over de herdenkingen dieaan de grondwetsherziening van 1848 tot hedenzijn besteed, volgen drie hoofdstukken waarin hetleven van Thorbecke binnen de gegeven beperkteruimte die Drentje ter beschikking stond, ade-quaat wordt weergegeven. De drie hoofdstukkenkomen overeen met drie belangrijke levensfasen:jeugd, studie en de ontdekking van de Duitseromantiek, de politieke ontwikkeling naar 1848 ende zorg om het behoud van 'zijn' grondwet.

Thorbecke had vanaf zijn jeugd een tomelozeambitie. De wijze waarop hij tijdens zijn studietijdmet zijn werk niet in opspraak wilde komenomdat het zijn carrière negatief zou kunnen beïn-vloeden, is veelzeggend. Toen hij al hoogleraarwas leende hij zijn pen voor het regeringsgezindeJournal de la Haye. Bij wat mindere goden zouzoiets al snel als broodschrijverij worden geduid.Zoveel is duidelijk, de liberaal Thorbecke was een

DA.G-EZK

gezagsgetrouw persoon; eerst aan zijn vader envervolgens aan de koning. Zo steunde Thorbecke -misschien juridisch correct maar zeer onliberaal -de koning bij diens vervolging van de gerefor-meerden die zich in 1834 afscheiden van de Her-vormde Kerk (niet in Drentje). En ondanks hetbefaamde wetsartikel 'de koning is onschendbaar,de ministers zijn verantwoordelijk', wenste hij inde grondwetsherziening van 1848 de macht van dekoning niet te beknotten.2 Thorbecke was inwezen een ondemocratisch politicus. Zo weigerdehij 'hovaardig' om naar zijn kiezers te gaan. OokThorbecke boog liever naar boven dan naar bene-den.

Dat politiek over zo'n eenvoudige zaak alsmacht gaat, of over het recht van de burger ommee te beslissen wat er met zijn opgebrachte geldgebeurt, lijkt Thorbecke te willen verhullen.Ondanks veel denken, en zelfs 'doordenking', washet staatkundig taalgebruik van Thorbecke naarhuidige maatstaven weinig wetenschappelijk. Hetmeest hulde hij zich in metaforen uit de natuur enuit de romantiek: de tijdgeest, een geest die wak-ker wordt, bewegende krachten, volkskracht, hetverstandige deel der natie, en zo voort (het lijktwaarachtig wel een pleidooi voor de verbeelding

EÏSN In de jaren 1870-1880stagneerde de wetge-ving. Het aantal proble-men dat om een oplos-sing vroeg, liep hoog op.Spotprent uit de Uilen-spiegel, 1871 (in: Alge-mene Geschiedenis derNederlanden, dl. 12 p.420).

Wie zal zeggen, dat de heer Thorbecke, op zijne jaren, geen zware laak heeft aanvaard?

Page 66: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

66 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

aan de macht). Desondanks was de staatkundigeprestatie van Thorbecke niet gering. Hij wist zijnorganische kijk op de geschiedenis met de actuelepolitiek tot een stelsel te voegen. Bovendien washij de voltooier van zijn eigen programma. In zijnteleologische opvatting, waarin hij grote lijnenvan de Verenigde Republiek naar de eigen tijdtrok, wist Thorbecke de indruk te wekken alsofiedereen op hem zat te wachten. En net zoals alleijdele mannen maakte Thorbecke zich ook drukover de latere geschiedschrijving. Hij was er vanovertuigd dat wetgeving tot de hogere kunstenbehoorde en dat zijn verdiensten bij de hervor-ming van de staat blijvende roem zouden verwer-ven. Daarin heeft hij zich, zie het begin, tot opheden niet vergist.

De terloopse vergelijking tussen Thorbecke ende uiterst geestige Franse schrijver Voltaire, lijkteen ontglipt schrijffoutje. Te meer omdat in hethele boekje geen bon mot van Thorbecke geci-teerd wordt. Al voordat hij in standbeelden werdvastgelegd, stond Thorbecke stijf van de ernst.

Gaandeweg de lezing van deze biografie werdde overeenkomst van Thorbecke met de bijbelsewetgever Mozes, steeds sterker. Twee leiders ver-vuld van een missie om een onwillig volk respec-tievelijk naar het beloofde land en naar het libera-lisme te leiden. En net zomin als Mozes was Thor-becke erg ingenomen met eigenzinnige ronde-dansjes rond zelfopgerichte gouden kalveren.

Het laatste hoofdstuk in het boek gaat overThorbecke en Europa. De vraag: 'Heeft Europa(een) Thorbecke nodig?' was ook het thema waarde deelnemers aan de bovengenoemde toogdagzich mee bezig hielden. Zonder ironie is het niet,want als in Drentje's boek Thorbecke's buiten-landse politiek ter sprake komt, blijkt de geleerdestaatsman zich veelal in de Europese machtver-houdingen te vergissen. Enfin, ik moet eerlijk toe-geven dat ik niet alle formuleringen en afwegingenbegrepen heb, maar de strekking van het betoog isdat er thans in Europa, in tegenstelling tot bijThorbecke, een vast plan voor de toekomst ont-breekt. Je kunt je afvragen of dat wel zo is - er wor-

den nogal wat geïdealiseerde gedachten geciteerd -en of dat wel zo erg is. Te bedenken valt dat dekakofonie in de tijd van Thorbecke minstens zoomvangrijk was als thans, al lijkt de op Thorbeckegerichte geschiedschrijving dat te ontkennen.

ƒ. C. Streng

Noten1. A.H. Huussen jr., 'Tweehonderd jaar grondwet', in:

Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiede-nis der Nederlanden, 113 (1998), 495-500.

2. Ch. B. Krol, Als de koning dit eens wist...! Over gezagen kennis, onschendbaarheid en onfeilbaarheid, inhun onderlinge historie, Maastricht 1994, passim.

Page 67: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Mededelingen

Van het bestuur

JaarvergaderingOp woensdag 14 april vond in het Gemeentear-chief de algemene ledenvergadering van de ZHVplaats. Ruim twintig leden waren aanwezig.

Binnen het bestuur vond een aantal wisselin-gen plaats. Mevrouw A. Bootsma-Van Hulten ende heren B.J. Kam, A.J. Mensema en R. Salet tra-den af. Voorzitter W. Coster werd herkozen.Mevrouw Bootsma blijft lid van de redactie. Haarplaats in het bestuur wordt ingenomen door deheer M. van der Laan. Als nieuwe leden werdengekozen mevrouw J. Otten en mevrouw M.Schneiders. Eén positie bleef nog vacant. (Een uit-gebreider verslag zal beschikbaar zijn voor de vol-gende jaarvergadering.)

EreledenAansluitend op de jaarvergadering werd in CaféStroomberg het derde lustrum van de ZHVgevierd. Bij die gelegenheid, waarbij vele (oud-)bestuursleden en (oud-)redactieleden aanwezigwaren, werden twee ere-leden benoemd: dr. B.J.Kam en drs. J. Hagedoorn. Zij ontvingen deonderscheiding wegens hun verdiensten voor deZwolse geschiedenis.

Jaap Hagedoorn, één van de initiatiefnemersbij de oprichting van de vereniging, was jarenlangvoorzitter en secretaris, publiceerde regelmatigover de Zwolse geschiedenis en was in dit verbandook op tal van andere manieren actief.

Ben Kam was jarenlang bestuurslid en voorzit-ter van de ZHV, publiceerde eveneens veelvuldigover de Zwolse geschiedenis, bezorgde de vereni-ging veel publiciteit en wist veel leden voor de ver-eniging te winnen.

De beide ere-leden ontvingen een door beel-dend kunstenaar Frans van de Vrande ontworpen

oorkonde, met daarop een collage van Zwolsestadsbeelden.

LogoVoor de prijsvraag rond het logo zijn reeds enkeleinzendingen binnengekomen. Het is de bedoelingde winnende inzending bekend te maken tijdenshet Historisch Café op vrijdag 24 september.Plaats: Brasserie 'Het Vliegerhuys', Nieuwstraat55-Aanvang: 17.00 uur. De inzendingstermijn sluit op1 september.(Zie voor het reglement nummer 1 van 1999 vanhetZHT.)

Zwols Historisch PlatformOp zaterdag 17 april vond op initiatief van de ZHVin het Stedelijk Museum Zwolle een bijeenkomstplaats onder de noemer Zwols Historisch Plat-form.

Vertegenwoordigers van een dertigtal Zwolseorganisaties waren bijeen met de bedoeling(nader) kennis met elkaar te maken en te bezienhoe zij (meer) konden samenwerken. Het bleekeen nuttige bijeenkomst te zijn. Gesproken werdonder andere over de mogelijkheden van een 'his-torische markt', het geven van bekendheid ineikaars media en de samenstelling van een gidsvan historische organisaties in Zwolle. Om tebeginnen zal het laatste gebeuren. Op het StedelijkMuseum Zwolle worden daartoe, op basis van hetadressenbestand van genodigden voor het plat-form, de gegevens verzameld en bewerkt. Dege-nen die geen uitnodiging hebben ontvangen, kun-nen zich daar alsnog melden. Nadere informatieover initiatieven vanuit het ZHP zal volgen.

Page 68: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

68 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Agenda

Bruidssuikermandjegemaakt door C. W.Rensing; eind achttien-de eeuw (foto: HansWesterink).

Tentoonstellingen Stedelijk Museum Zwolle

Glans langs de IJssel, zilver uit Zwolle22 mei t/m 15 augustus

Het is voor het eerst dat zoveel zilveren voorwer-pen, gemaakt door Zwolse zilversmeden, bijeen-gebracht en te zien zijn. Uit de periode van heteinde van de zestiende eeuw tot eind negentiendeeeuw zijn ongeveer 225 zeer verschillende objectengeëxposeerd. De tentoonstelling is onderverdeeldin voorwerpen voor kerkelijk gebruik, pronkvoor-werpen die in opdracht van stad en gilde zijngemaakt en gebruikszilver voor de rijke burgers en

patriciërs. Zeer bijzonder zijn de raadsherenbe-kers, gemaakt ter nagedachtenis aan een overledenbestuurder van de stad. Hiervan zijn er in de loopvan de tijd meer dan honderd gemaakt, maarslechts acht zijn aan de smeltkroes ontkomen.Nadat ze tientallen jaren als avondmaalsbekerszijn gebruikt, bevinden ze zich nu in het museum.Een ander curieus voorwerp is een grote beker,voorstellend een man met baard en een hoed ophet hoofd. Deze kleurige, geglazuurde steengoedbeker is een zogenaamde drinkuit. Dit is een bekerdie men leeg moest drinken alvorens hem neer tekunnen zetten. De beker zelf is in Keulen, vervaar-digd, maar in Zwolle heeft men er eind zestiende

Page 69: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 6 9

eeuw een zilveren rand omheen gezet. Waar-schijnlijk is dit gebeurd omdat de rand beschadigdwas.

Het vakmanschap van de Zwolse zilversmedenis te zien in de vele fraaie vormen en graveringen.Zeer exclusief zijn de theebusjes van Hendrik enEusebius Willem Voet. Deze zijn gemaakt vanschildpadfineer met zilveren chinoiserie-voorstel-lingen. Een ander fraai voorwerp is het hier afge-beelde bruidsuikermandje uit een particuliere col-lectie. Dit is eind achttiende eeuw door C.W. Ren-sing vervaardigd.

Tegelijkertijd met de tentoonstelling in Zwollezijn in de musea van Zutphen, Deventer en Kam-pen onder dezelfde titel zilverexposities te zien,maar dan betreft het werk dat in die steden isgemaakt.

Bij de tentoonstelling verschijnt niet alleen eenboek van de vier steden tezamen, Glans langs deIJssel, zilver uit Zutphen, Deventer, Zwolle en Kam-pen (ƒ 55,-), maar ook een zeer uitgebreid boekover de Zwolse zilversmeden, Zwols zilver, hetZwolse goud- en zilversmidsambacht en zijn mees-ters (ƒ 69,50). Hierin wordt nog uitvoeriger inge-gaan op de verschillende zilversmeden dan in hetboek Glans langs de IJssel het geval is. Beide boe-ken bevatten zoveel mogelijk verschillende afbeel-dingen en alle bekende merken van Zwolse zilver-smeden zijn opgenomen. Zij worden door Waan-ders Uitgevers in roulatie gebracht.

Als aanvulling wordt in elk van de vier steden ookwerk van hedendaagse zilversmeden getoond.Deze zilversmeden zijn uit het hele land afkomstigen zij maken groot werk. Tevens is in elk museumeen eindexamenwerk van de vakschool inSchoonhoven geëxposeerd. In Zwolle is werk vannegen zilversmeden geselecteerd en van een leer-ling van de vakschool. Ook van deze kunstenaarsverschijnt een boekwerkje.

Stien Eelsingh10 juli t/m 29 september

De in Zwolle geboren kunstenares Stien Eelsinghheeft niet alleen zelf veel werk gemaakt, maar zijstimuleerde ook, vooral in de jaren vijftig, de ama-teuristische kunstbeoefening. De tentoonstellinggeeft een overzicht van haar werk in ongeveer 70schilderijen, gouaches en aquarellen. Dit werk isvooral in particuliere collecties terecht gekomen.Het museum heeft vooral uit deze collecties degetoonde bruiklenen gehaald; veelal onbekendwerk.

Aanvankelijk maakte Eelsingh zeer figuratiefwerk, onder andere tekeningen van bekendeZwolse typen. In haar latere, Staphorster periode,vervaardigde zij zeer kleurige doeken, in een bijnaexpressionistische vormgeving.

De tentoonstelling is geënt op het kunsthisto-risch onderzoek van mevrouw drs. Roei Smit-Muller, dat begin dit jaar uitmondde in eenmonografie over Stien Eelsingh.

Page 70: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Auteurs Colofon

drs. Annèt Bootsma-van Hulten (1953) studeerde ge-schiedenis. Momenteel werkt zij als historicus opfree-lance basis.

Fiona de Heus (1977) studeerde aan de faculteit Journa-listiek en Communicatie van de Hodeschool Win-desheim te Zwolle.

W.A. Huijsmans (1948) is als medewerker verbondenaan het Gemeentearchief van Zwolle en onder an-dere belast met acquisitie, inventarisatie en onder-zoek.

Anita Klappe (1977) studeerde aan de faculteit Journa-listiek en Communicatie van de Hogeschool Win-desheim te Zwolle en is werkzaam als journalist.

J.A.M. Meliesie-Appelhof, geboren en getogen in Zwol-le, is free-lance journalist.

drs. C.R. Ribbens (1967) studeerde geschiedenis aan deKatholieke Universiteit Nijmegen. Hij schreef o.a.Bewogen jaren. Zwolle in de Tweede Wereldoorlog(1995). Hij is thans verbonden aan de UniversiteitUtrecht waar hij onderzoek verricht naar de heden-daagse omgang met het verleden.

Marieke Schaap-Steegmans is bibliothecaris van hetGemeentearchief Zwolle.

dr. J.C. Streng (1945) studeerde geschiedenis aan deNoordelijke Leergangen te Zwolle en vervolgensaan de Rijksuniversiteit Groningen. Onlangs pro-moveerde hij op het proefschrift 'Stemme in staat'.De Bestuurlijke elite in de stadsrepubliek Zwolle.1579-1795. Thans is hij werkzaam als free-lance his-toricus.

drs. Frits David Zeiler (1949) is historicus. Hij organi-seert onder meer tentoonstellingen en publiceertregelmatig over regionaal-historische onderwer-pen, zowel West- als Oost-Nederland betreffende.

Het Zwols Historisch Tijdschrift is een uitgave van deZwolse Historische Vereniging en verschijnt viermaalper jaar. Leden van de vereniging krijgen het tijdschriftgratis toegezonden.

Bestuur Zwolse Historische VerenigingW. Coster, voorzitterA. Arendsen, secretaris, telefoon: 038-4652369M.M.H, van Ulsen, penningmeesterM. van der Laan, J. Otten, M. Schneiders, leden

SecretariaatGemeentearchief Zwolle, Voorstraat 26, 8011 NL Zwol-le

Ledenadministratietelefoon: 038-4654617

Bezorging tijdschrift: A. Bootsma-van Hulten,telefoon: 038-4543434

Internet adres:http://www.obd.nl/instel/histver/zwolle.htm

Financiën: girorekening Postbank: 5570775t.n.v. Zwolse Historische Vereniging

Tarieven lidmaatschap:65+ (wonend binnen Zwolle) en studenten /35,oo/jaaroverige leden /45,oo/jaarhuisleden ƒ 7,50/jaar

Redactie Zwols Historisch TijdschriftA. Bootsma-van Hulten, W. Cornelissen, E.A. van Dijk,W.A. Huijsmans, M. van der Laan, J.C. Streng,I. Wormgoor.Redactie-adres: Westerstraat 17,8011 CD Zwolle

Vormgeving: Rob van den Elzen bNO (t)Opmaak: Different Design DeventerDruk: Hoekman Zwolle B.V.

ISSN 0926-7476 © Zwolse Historische VerenigingNiets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie,microfilm of op welke wijze dan ook, zonder vooraf-gaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Page 71: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ADVERTENTIES

Als het om

maatwerk g a a t . . .

*"hypermodern machinepark.

«•• en e»,

Drukkerij Hoekman B.V. Genemuiden • Telefoon 038-385 23 85Drukkerij Hoekman Zwolle B.V. - 1616 (000 038-456 48 00

r i U ^ l / . a l v f Drukkerij Hoekman Nieuw-Vennep • Telefoon 0252-67 59 73H O E K M A N Hoekman GrafiMedia B.V. • Telefoon 038-456 48 00

Rijssense Drukkerij Ten Cate • Telefoon 0548-53 04 05

Zwolle?

Te Koop gevraagd:

Historische kantoorpanden

bouwjaar voor 1900

Inlichtingen: 038- 421 32 90

Van der Reijd Vastgoed Adviseurs B.V.Lid VBO

VASTGOEDADVISEUR LIDNBK4

B• VANDERREUDassurantiën bv - vastgoed-adviseurs

"•Het Vliegev4\wys"AJieuws-b-aat 55 Tel. 038-42212068011 TM Zwolle Fax 038-4224318

Dfc lattai-s-te Haf f ie. vOA iwolle..

E-en. yowL w-t 1490

i/ieren.,

E-lte a c W weJiew. nj'e^we- Expositie

Ê-vv een. \z€rtrö!Awrle pleU \/oor (Le. 2-wolse Nisiorisohe ^/erenjiMVii^-.

E-en. plet OK -fce

Page 72: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

Fa H. HABESHAISIDBOEKBINDERIJ

Assendorperstraat 64 - 8012 CA ZwolleTel. 038 - 421 59 69

Sinds 1929

Binden van:

Scripties

ude Boeken

Statenbijbels

ums

Enz., enz.

Bindend Boeiend

Page 73: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten
Page 74: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

74 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Groeten uit Zwolle

Annèt Bootsma-van Hulten enWim Huijsmans

ZWOLLEA R C HIE F

ot™J

001161

Ansichtkaart Grote Markt met PeperbusPoststempel augustus 1961

'Beste & Lieve CorrieOpa is met vacantie in Zwolle en maakt het gelukkiggoed. Ik heb al veel gewandeld en mooie tochtenmedegemaakt met Oom Jan. Het weer is best welwatfrisch maar veel droog. Van Tante Adri heb ikvanmorgen uit Italië de 2e brief gehad, ze heeftprachtig weer en geen pijn dus ook zij geniet vanalles. Voor we van huis gingen hebben we je briefinorde ontvangen. En nu Corrie, ik weet niet of je alterug bent van vacantie maar in gedachten een flin-ke kus van Opa en ook de hartelijke groeten vanTante Nel, oom Jan en Neven en Litia(l).'

De Grote Markt was in het begin van de jarenzestig nog een verkeersknooppunt. Op de ansichtis een deel van de rotonde zichtbaar, die daar in1929 werd aangelegd. Dat was noodzaak gewordenomdat het verkeer zich voor die tijd willekeurigover het plein bewoog, hetgeen de nodige hache-lijke situaties opleverde.

Aan de op kaart zichtbare kabels hingen, bijwijze van straatverlichting, lichtbakken.

Ongeveer midden op de kaart is goed het pandGrote Markt 15 te zien, het huis met de gevelsteenvan 'het Hondje'. Het huis was van 1922-1968eigendom van H.J.G. Paanakker, winkelier inschoenen. Dit pand was aan het eind van het vori-ge jaar een prooi der vlammen, hierover elders indit tijdschrift meer.

Page 75: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 75

Redactioneel Inhoud

In het vorige nummer heeft u de jeugdherinnerin-gen van Ank Meliesie-Appelhof over de TweedeWereldoorlog kunnen lezen, deze keer vertelt zijvooral over haar lagere school tijd: de onderwij-zers, de bijnamen die deze en andere Zwollenarenkregen, de zondagsschool en hoe vakanties toendoorgebracht werden.

Een 'hot item' is de brand in december 1998 inHet Hondje op de hoek van de Grote Markt en deafbraak van het pand. Op dit moment is het eenopen plek tegenover de Grote Kerk. Wim Huijs-mans en Johan Teunis onderzochten de geschie-denis en de bouwkundige aspecten van het pandaan de hand van archiefstukken, afbeeldingen ende restanten van het pand zelf. Het wachten is nuop de (her)bouw van dit beeld bepalende pand.

Tegenover Het Hondje ligt de Grote Kerk.Hier speelde een eeuw geleden Baron van AerssenBeijeren van Voshol een belangrijke rol als presi-dent kerkvoogd. J. Erdtsieck en B. Veltmanbeschrijven het leven van deze standsbewuste per-soon. Hij heeft een belangrijke rol gespeeld in hetbijeenbrengen van gelden voor de restauratie vande Grote Kerk. Op de ansichtkaart uit 1961 onderde kop 'Groeten uit Zwolle' is deze bekende plekin de stad ook te zien.

Zeker de moeite waard zijn twee interessanteboeken die onlangs verschenen en die wordenbesproken in het literatuuroverzicht: het ene overZwolse zilversmeden en het andere over een aan-tal karakteristieke huizen uit het eind van de 19deeeuw. Aan beide boeken is veel onderzoek vooraf-gegaan.

Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en wim Huijsmans 74

Herinneringen (2) J.A.M. Meliesie-Appelhof 76

Grote Markt 15, 'Het Hondje' Wim Huijsmans en Johan Teunis 81

Baron van Aerssen Beijeren van Voshol (1828-1914),

redder van de Grote Kerk J. Erdtsieck en B. Veltman 91

Boekbesprekingen 102

Mededelingen 104

Agenda 105

Auteurs 106

Omslag: Schoolfoto van Ank Meliesie-Appelhof. Kinderen, keurig met de armenover elkaar, zitten in ouderwetse schoolbanken (foto: particuliere collectie).

Page 76: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Herinneringen (2)

J.A.M. Meliesie-Appelhof

De school aan de Turf-markt, met meneerKronenberg (particulie-re collectie).

School

Enige tijd geleden vond ik een oude schoolfo-to van de eerste klas van de lagere school.Kinderen van zes of zeven jaar, keurig met

de armen over elkaar, zitten in ouderwetse school-banken. Het zijn van die banken met een vak eneen inktpotje in het midden. Op school schrevenwe met een kroontjespen: dunne lijntjes op endikke neer.

Ik zat op school II. Vroeger hadden de open-bare scholen een nummer in plaats van een naam.Het hoofd van de school was meneer Jonkers. Wijzeiden 'meneer' en niet 'meester', want dat zeidenalleen de kinderen op de dorpsscholen het platte-land. Behalve meneer Jonkers waren er meneer

Jansen (een erg aardige onderwijzer) en meneerDe Mik, maar die heb ik nooit gehad. Van juf-frouw Weggemans en juffrouw Jagersma heb ikwel les gehad.

Ik had geen hekel aan school. Rekenen vond ikniet prettig. Cijferen ging wel, maar die vreselijkesommen over een vat dat leegliep en over A en B,die elkaar ontmoetten, hadden niet bepaald mijnvoorkeur. Taal vond ik fijn. Ik had veel fantasie enik vond het heerlijk om opstellen te maken.Meneer Jonkers bij wie ik in de hoogste Mas zat -er waren zeven klassen - was niet bepaald eenpedagoog. Hij heeft mijn tere kinderziel zeergekwetst met opmerkingen als: 'Ga jij maar naar jekaboutertjes en elfjes.'

Page 77: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 77

Zingen was ook één van mijn favoriete vakken.We zongen tweestemmig versjes die de jeugd vantegenwoordig waarschijnlijk niet meer kent: 'Opde grote stille heide', 'Hela, gij bloempje, slaapt gijnu nog' en de vaderlandse liedjes, zoals 'Waar deblanke top der duinen' en 'O schitterende kleurenvan Nederlands' vlag.'

Ook de tekenuurtjes waren gezellig, al was ikbeslist geen tekentalent. Uit het hoofd tekenen -vooral poppetjes - was leuk, maar om een rechtelijn langs een lineaal te trekken vond ik al moeilijk!

En dan moest je ook nog handwerken. Hetenige prettige eraan vond ik dat juffrouw Jagers-ma, die ons handwerkles gaf, altijd voorlas. Demeeste tijd bracht ik door achter de stoel van dejuf om op mijn beurt te wachten om te wordengeholpen. Er was altijd wat. Steken vielen in hetbreiwerk, een draad raakte in de war, enzovoort.Door mijn ongeduldige karakter was ik overalmeestal erg vlug mee, maar met handwerkenkwam ik altijd achteraan. Aan de meeste werk-stukken, waar veel handige klasgenootjes al meeklaar waren, kwam ik nooit toe. Toch kreeg ikaltijd een voldoende, al had ik die beslist niet ver-diend. Het is op dit gebied nooit goed gekomenmet mij!

StadhuisHoewel ik alleen de eerste zeven jaren van mijnleven in de binnenstad heb gewoond, heb ik daartoch prettige herinneringen aan. Zwolle was toeneen gezapige ambtenarenstad en er was nog wei-nig verkeer. Vanuit ons huis aan de Oude Vis-markt keek je uit op de Pius-sociëteit, op de hoekvan de Rode Haansteeg. De groenteboer en demelkboer kwamen aan huis met paard en wagen.Het was groot feest als je even op de bok mochtzitten. Soms speelden we op het Gasthuisplein,onder de prachtige oude kastanjebomen die in hetvoorjaar pronkten met hun 'kaarsen' en waar inhet najaar glanzende bruine kastanjes uit vielen.Wij verzamelden ze en maakten er poppetjes enpaardentomen van. Even verderop was de boter-markt - de Nieuwe Markt- naast het postkantoor.Daar verkochten de boerinnen uit de omgeving,getooid met witte 'knippiesmutsen', boter eneieren. Ze hadden grote klepmanden bij zich.

Mijn moeder ging vaak met mij wandelen inde Tuin van Eekhout. Het park bestaat nog altijd,maar het heeft veel van zijn glorie verloren. Ikvond het altijd erg leuk in het park. Er was eengrote volière met interessante vogeltjes. Ook waser een grote zandbak. Terwijl de kinderen zichdaarin vermaakten zaten de moeders op een bank-je toe te kijken. Maar ik mocht er nooit in. Dat wasvies!

Het stadhuis heeft altijd een grote rol gespeeldin mijn leven. Ik kwam daar al als kind omdatmijn vader er werkte. Hij was verifkateur dergemeentefinanciën. Ik vond dat een erg moeilijkwoord en het duurde lang voordat ik het zonderhaperen kon zeggen. Later kreeg mijn vadersfunctie een andere naam: hoofd van de accoun-tantsdienst. Mijn vader moest van alle gemeente-lijke bedrijyen en instellingen de boeken controle-ren. Een van de bedrijven waar hij kwam was degasfabriek - met de grote gashouders - die achterde gevangenis stond. Die gevangenis sprak hevigtot onze verbeelding. Soms zag je de 'boevenwa-

Fietsen leren langs deOude Vismarkt; circa1934 (particuliere col-lectie).

Page 78: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

De collega's van G.B.Appelhof van de afde-ling Financiën. Staand:H. Santing, H. Hellen-doorn, F. Wienbelt, R.Hogewind, R. Schrie-mer en J. Scheper. Zit-tend: Z.G. de Ruiter,G.B. Appelhof W.Peters (de atleet) en G.Hoetink; 1948 (particu-liere collectie).

gen' voorbijkomen. Wij, mijn vriendinnetjes enik, waren altijd benieuwd hoe die 'boeven' er zou-den uitzien.

Als ik mijn rapport had gekregen ging ik naarhet stadhuis om het aan mijn vader te laten zien.Aan de Sassenstraat, links van de hoofdingang,was een deur. Daarachter voerde een steile houtentrap naar de afdeling financiën, waar mijn vaderzat met zijn collega's: meneer Peters - de bekendeatleet-, meneer de Ruiter, meneer Van de Wal enmeneer Schriemer. Al die 'meneren' bewonder-den het rapport, waarop steevast achten voor vlijten gedrag prijkten.

Die deur en die trap zijn er allang niet meer.Mijn vader heeft het nieuwe stadhuis nooitgekend.

KerkenMijn ouders kwamen allebei uit een hervormdefamilie. Als dit niet het geval was geweest, danhadden hun ouders zeker grote bezwaren tegenhun verkering hebben gehad. In het algemeen hul-digde men het standpunt: Twee geloven op éénkussen, daar slaapt de duivel tussen.

De familie van mijn vader 'kerkte' in de GroteKerk. Dit gebouw was vanuit hun woning, Voor-straat 5, in een minuut te bereiken. Mijn vadervertelde dat hij nog wel eens spijbelde. Na dedienst stelde hij zich ergens verdekt op om aan zijnvrienden te vragen waar de dominee over hadgepreekt. Want dat werd door zijn vader altijdnagevraagd.

Ik'ben gedoopt en heb belijdenis gedaan in deGrote Kerk, bij dominee Van Noppen. De cate-chisaties bij deze predikant, in het catechisatiege-bouw aan de Kamperstraat, waren erg prettig. Hijhad zelf geen kinderen, maar hij hield er erg veelvan. Als de ijsclub aan het Groot Weezenland ge-opend was schaatste hij ondanks zijn hoge leeftijd(als kind vond je iedereen boven de twintig aloud!) met een hele sliert catechisanten achter zichaan.

Toch had ik iets met de rooms-katholiekekerk. De kerkgebouwen vond ik altijd heel interes-sant. Ze hadden iets mysterieus, met al die beeldenen wierookgeur. In de vakanties logeerden mijnnichtje uit Enschede, dat even oud is als ik, en ikaltijd bij elkaar. In de kerstvakantie liepen wij dekatholieke kerken af om kribjes te kijken. We lie-pen van de kerk aan de Ossenmarkt naar deSt. Michaëlskerk aan de Roggenstraat.

In onze lagere schooltijd moesten we iederezondagochtend naar zondagsschool. Die werdvoor de kinderen uit de Wipstrikbuurt gehoudenin de Koningin Emmaschool aan de Jacob Cats-straat. Broeder van de Grijp, die met een zustervan mijn vader was getrouwd, en de heer Bieringa,de deurwaarder, hadden de leiding. We hadden inde eerste jaren les van een juffrouw. Die verteldeverhalen die ik niet altijd begreep. In één verhaalkwam de zin voor: 'En Siepie was sociaal, wetenjullie wat dat is?' Ik wist helemaal niet wat dat voorvreselijks was. Later leerde ik dat dat 'rood' was.Die 'rooien' hielden niet van de koningin. Dat

Page 79: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 79

vond ik heel erg, want heel jong was ik al konings-gezind.

LogerenHet was vroeger niet vanzelfsprekend, dat je devakantie buiten de stad doorbracht. En een reisnaar het buitenland was slechts voor enkelebevoorrechten weggelegd. Veel vakantie had mentrouwens niet. De meeste mensen waren hoog-stens twee weken per jaar vrij. Bovendien werktemen ook op zaterdagmorgen, zodat een langweekeinde er niet bij was. De lagere schoolkinde-ren hadden ongeveer tien dagen paas- en kerstva-kantie en vier weken grote vakantie. De herfstva-kantie duurde drie dagen en daar was dankdag bijinbegrepen.

Wij zijn wel enkele malen in Katwijk en Doe-tinchem met vakantie geweest. We logeerden ineen pension. Eenmaal gingen we naar het buiten-land en daar was ik hevig trots op. Vanuit Doetin-chem zijn we een dagje in Kleef geweest, net overde Duitse grens.

Meestal gingen we in de vakantie ergens loge-ren of we hadden logees. Als mijn ouders eenavond uitgingen, mocht ik bij oma aan de Voor-straat logeren. Ik sliep in de alkoof, grenzend aande woonkamer. Dat was heel interessant wantdoor de kier van de deur zag ik licht schijnen enkon ik alles horen wat er in de kamer gebeurde.Oma was heel zorgzaam. Het was erg warm in dealkoof, maar ik moest en zou een wollen omslag-doek van haar om mijn geringe schoudertjesslaan: 'anders krijg je kolde arms.' Ik vond dat'arms' erg stom klinken.

Meestal logeerden mijn nichtje en ik bij elkaar.We schuimden de hele stad af. We gingen naar deVoorstraat, het ouderlijk huis van haar moeder enmijn vader, en naar de Ruysdaelstraat, waar haaroma van vaderszijde woonde. Om één of andere'duustere' reden vonden we het hevig interessantom achterbuurten te bekijken. We hadden eenvoorkeur voor hele smalle straatjes. In één van diesteegjes kwam ons eens een vrouw tegemoet, dietegen ons zei: 'Kinderen, jullie moeten teruggaan.Dit is niets voor jullie.' We deden dat braaf, maarwe waren ontzettend nieuwsgierig, wat voor vre-selijks daar zou zijn gebeurd als wij verder warengelopen. We vertelden thuis natuurlijk niets overonze escapades! Ik herinner mij de vakanties alseen heerlijke tijd.

Tijdens een vakantieaan zee, kon je ezeltjerijden langs het strand;I930 (particuliere col-lectie).

Broeder A. van de Grijp(links in zwart pak) gafleiding aan de zondag-school. Hij was wijkver-pleger en hij was eenoom van J.A.M. Melies-ie. Rechts zitten tweeandere ooms allebei Jangeheten; ervoor DickyAppelhof; 1930 (parti-culiere collectie).

Page 80: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

8o ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Bij familie in Deventerstond een schommel inde tuin; circa 1934 (par-ticuliere collectie).

BijnamenIn veel plaatsen en gezinnen kent men het gebruikvan bijnamen. Die worden zo hardnekkiggebruikt, dat men de werkelijke naam van de per-soon nauwelijks kent of zelfs nooit heeft gekend.Vroeger kende elke autochtone Zwollenaar 'dekalken neüze', 'de golden poot' en 'Billy-zoek-de-

fout', zoals burgemeester Mooiweer ook wel werdgenoemd. In de vorige eeuw waren er nog veelmeer bijzondere namen, zoals in het oude liedjevan 'Diene met de musse en de waterbusse' is tehoren.

Thuis hadden we ook voor diverse mensen bij-namen. Een kennis, van wie de vooruitstekendekin duidelijk zichtbaar was, noemden we 'het laat-ste kwartier.' Het had natuurlijk ook het eerstekwartier kunnen zijn als hij de andere kant opkeek! Dan was er een juffrouw, die werd aange-duid als 'het eeuwige leven', omdat ze een vooruit-stekende onderlip had. Mijn moeder zei namelijk:'Als ze de laatste adem uitblaast komt die er bijhaar neus weer in.' Toen ze werkelijk haar laatsteadem uitblies heeft ze waarschijnlijk een verstopteneus gehad! Dan hadden we 'tuutien-kus-mie-eens.' Waar dat op sloeg weet ik niet meer. Verderkenden we Zebedeüs en zijn zonen Habakuk enMordegai. Bijbels klopt dit helemaal niet.

Later op de HBS hadden we voor bijna iedereleraar een bijnaam. Maar die hadden ze al jaren.Natte his - zoals biologie werd genoemd - werdgegeven door 'de Bezem.' Het verhaal ging dattoen ze voor de eerste keer les gaf, leerlingenklaagden dat ze heel anders les gaf dan haar voor-ganger. Daarop werd hen meegedeeld: 'Nieuwebezems vegen schoon.' Haar opvolger werd 'destofzuiger' genoemd! De leraar Frans, die Zijlstraheette, werd omgedoopt tot Sijmen. Dan was er "tHeufd' voor wiskunde (wiskunde is predeskunde,als je niet oplet leer je het nooit, zei hij altijd). Ver-der waren er de 'Ober', voor Duits, 'Sam' voorgeschiedenis, 'de Paf voor aardrijkskunde en'Ghandi' voor een magere wiskundeleraar. Ten-slotte waren er 'ome Jan' en 'de Sik', maar diewaren vóór mijn tijd. Het geven van bijnamen iseen beetje in onbruik geraakt al zullen er zeker noggezinnen zijn, die onderling iemand bij een zelfbe-dachte naam noemen. En in dorpen zal het onge-twijfeld nog wel voorkomen. Zwolle is ei: echter tegroot voor geworden!

Page 81: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 81

Grote Markt 15, 'Het Hoïïdje'

Vlak bij de Grote Kerk, op de plaats waar deGrote Markt overgaat in Voorstraat enLuttekestraat, staat op de hoek het pand

Grote Markt 15, beter bekend als Het Hondje. Ditgedeelte van de Grote Markt, met de Peperbus opde achtergrond, is één van de meest afgebeeldeplekjes van de stad Zwolle.

Het hondje of't untienOmdat huisnummering in vroegere tijden ont-brak, hadden veel panden vanaf circa 1600 eennaam. Een groot aantal mensen kon niet lezen ofschrijven, daarom werd zo'n huisnaam metbehulp van een afbeelding duidelijk gemaakt. Uit-hangborden, windvanen, muurschilderingen engevelstenen werden hiervoor gebruikt. Zo wistenvreemdelingen bij welk huis ze moesten zijn.Anderzijds was het ook een vorm van reclamevoor het bedrijf dat in het betreffende pand werduitgeoefend.

Het hondje met het jaartal '1669' zou herinne-ren aan de laatste torenbrand van de Grote- ofSt. Michaëlskerk, toen de bliksem in de spits wasgeslagen. Volgens sommigen was het hondje hetenige slachtoffer. Een andere lezing meldt daaren-tegen dat het hondje ongedeerd onder het puinvandaan kwam. Het is niet meer te achterhalenwelke versie juist is.

Op een schilderij van de Zwolse schilder JanGrasdorp waar de torenbrand van 1669 staat afge-beeld, is in de voorgevel (trapgevel met middenpinakel) de gevelsteen met het hondje te zien.

Vanaf 1665 stond dit pand al bekend als HetHondje of op zijn Zwols Et Untien. In dat jaarkwam deze huisnaam voor het eerst in eenarchiefstuk voor. Het jaartal 1669 is misschien aande gevelsteen toegevoegd omdat er in dat jaar bijde val van de toren van de Grote Kerk daadwerke-lijk een hond betrokken was, die daarbij of het

leven liet of wonderwel levend onder het puinvandaan kwam. Het blijft gissen.

In de zestiende eeuw was in het pand een kuiperijgevestigd. Vanaf 1557 stond het pand dan ookbekend als De Kuip. Het is een logische plaats vooreen kuiperij, omdat tegen de Grote Kerk, op deplaats van de huidige consistoriekamer, het Stads-vleeshuis was aangebouwd. Bovendien was op dehoek van de Voorstraat en de Luttekestraat sinds1600 de Stadswaag gevestigd. De gewogen boterwerd in tonnetjes of kuipen verpakt en in hetnabijgelegen Vleeshuis wilde men weten wat voorvlees men in de kuip had. In het vleeshuis werd hetvlees o.a. op kwaliteit en versheid gecontroleerd.De aanwezigheid van een kuiperij in de nabijheidvan beide stedelijke instellingen bood de kuipereen goed bestaan.

Wim Huijsmans enJohan Teunis

Gevelsteen met het jaar-tal 1669 en het hondjewaaraan het pand zijnnaam ontleend (fotoGemeentearchief Zwol-Ie).

Page 82: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

82 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

De Grote Markt,DJ. van Elten, 1782(collectie StedelijkMuseum Zwolle).

De Grote Markt,A. Serné, 1834(collectie StedelijkMuseum Zwolle).

Midden in de stad was door overkluizing vande Grote Aa een marktplaats ontstaan. Op dekaart van Joan Blaeu (1640) zijn de overkluizingente zien. De westgevel van de Grote Markt bestondtoen nog uit vijf panden. Op een schilderij van

Derk Jan van Elten (1782) zien we de vijf gevelsgedetailleerd weergegeven. Een schilderij van A.Serné uit 1834 laat nog steeds de gevelsteen met hethondje in de voorgevel zien. In 1851 kwam daarverandering in, toen JJ. Cavaljè in het pand een

Page 83: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

tabakszaak opende. Precies boven de ingang lietde tabakshandelaar een houten bord met de tekst'Tabak' aanbrengen. De gevelsteen met hondjewerd verwijderd en verhuisde naar de zijgevel.Tientallen jaren werden in het pand rookwarenverkocht. In 1915 verdween het sigarenmagazijn enkreeg het pand de bestemming van schoenmakerijmet als specialiteit het maken van maatschoeisel.Tot 1968 bleef het een schoenenzaak. In hetzelfdejaar openden de huidige eigenaren, de gebroedersVan Beek, er een lederwarenzaak. Daarna ver-huurden de Van Beeks het pand aan een traiteurmet veel Italiaanse specialiteiten. Tot aan de brandvan 1998 was het pand in gebruik bij de Febo.

De brandDe landelijke keten van Febo snacks vestigde zichin het begin van de jaren negentig in het pand.Vooral in de kleine uurtjes van het weekeinde trokde automatiek veel publiek uit omliggende stratenwaar het Zwolse uitgaansleven zich afspeelt. Het is

dan in de Voorstraat en bij de Febo drukker danop een doordeweekse dag. Er zijn al heel watmeningsverschillen, vaak als gevolg van overmatig

De Grote Markt,J. Poppel naar L. Roh-bock, derde kwart 19deeeuw (collectie StedelijkMuseum Zwolle).

Zwart geblakerd zijn demuren van de belen-dende percelen nadat'het Hondje' tot degrond toe afgebroken is,11 februari J999(Monumentenzorg,Zwolle).

Page 84: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

84 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Zelfs de brandweermankijkt bedrukt wanneerhij de uitgebrande res-ten van 'het Hondje'ziet, 3 februari 1999(Monumentenzorg,Zwolle).

drankgebruik, voor of na een patatje-oorlog vande Febo, op de Grote Markt uitgevochten.Ondanks deze incidenten trok de snacksgigantveel publiek.

Op de avond van tweede kerstdag 1998 was hetniet anders. Toch is dit voorlopig de laatste dagdat er een hartige hap aan het adres Grote Markt 15was te krijgen. Op de vroege ochtend van zondag27 december werd er brand gemeld. Een steekvlamin een frituurpan sloeg via de afzuiginstallatie overnaar de hogere verdiepingen. Gadegeslagen doorhet uitgaanspubliek bestreed de brandweer hetvuur met groot materieel. Van een afstand kekenvier personeelsleden toe. Amper bekomen van deschrik vertelde Zik Ria Soltan Ali aan de ZwolseCourant hoe hij aan het werk was toen de zaakopeens vol met rook stond. 'Ik was bezig bij desnackbar toen opeens een klant "brand" riep. Ikkeek om en zag vuur in de frituurpan. Het was eenkleine vlam, maar in bijna een minuut was hetvuur al boven. Ik heb meteen 1-1-2 gebeld. Toen iknaar boven wilde gaan om mijn jas te pakken wasdaar ook allemaal rook. Ik heb mijn jas laten lig-gen en de klanten naar buiten gestuurd. Er wasgeen tijd meer om het vuur te blussen. Het ging tesnel.' De Febo-werknemer stond later klappertan-dend te kijken hoe de brandweer het vuur bluste.Het naast liggende pand Grote Markt 14, waar al

enkele jaren de cd / platenzaak Samsam is geves-tigd, liep enige brandschade op, maar vooralwaterschade. Van discotheek Roots, gevestigdonder grand café De Harmonie, werd uit voorzorgde inventaris uit het pand gehaald. Rond half vijf's morgens was de brand onder controle. Welduurde het nablussen nog lang. Op 28 decemberkwamen nog steeds rookpluimen uit het pand.Met behulp van een hoogwerker werden de smeu-lende resten uit het pand geschept. Asbest dat inhet pand zat, werd door de brandweer verwijderd.De naaste buren prezen het werk van de brand-weer. Als de brandweer niet zo snel was gekomendan waren er volgens hen nog meer panden inbrand gevlogen. Wel werden er vraagtekens gezetbij de brandveiligheid van ondernemingen als deFebo.

Op straat sprak men vlak na de brand nietmeer over het Hondje maar over 'Hot Dog' en'Fikkie.'

Bouwhistorische waarnemingenIn samenwerking met het Gemeentearchief Zwol-le en het Instituut voor Bouwhistorische Inventa-risatie en Documentatie (IBID) uit 's-Hertogen-bosch heeft de afdeling Monumentenzorg van degemeente Zwolle onderzoek verricht naar degeschiedenis en bouwhistorie. Onderzoek in hetGemeentearchief, het Stedelijk Museum Zwolleen bij Monumentenzorg heeft gezorgd voor aan-vullende informatie. Tijdens en na de sloop heb-ben de heren Van Beek, eigenaren van het pand,gelegenheid geboden tot het verrichten van bou-whistorische waarnemingen aan het pand. Behal-ve de beide auteurs heeft Wijnand Bloernink vanhet IBID een belangrijke bijdrage geleverd bij hetonderzoek van de geschiedenis van Het Hondje.Hij heeft in opdracht van MonumentenzorgZwolle bouwhistorische waarnemingen gedaantdie grotendeels in dit artikel verwerkt zijn.

In januari, februari en mei van dit jaar is hetpand vijf maal bezocht. Het eerste bezoek wasoriënterend; tijdens het tweede en derde bezoekkon via een hoogwerker de bovenzijde en buiten-zijde van het pand worden bekeken. Bij het vierdebezoek was het pand gesloopt, op de kelder en derechter zijmuur en achtermuur, de gemene muren

Page 85: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

met de buurpanden na. Tenslotte werd de keldertijdens het vijfde en laatste bezoek onderzocht.

Wegens de gevaarlijke toestand waarin hethuis zich bevond, was het moeilijk het huis binnente gaan; de muren waren ontzet, de vloeren onbe-trouwbaar en door de hitte waren de asbest dak-platen verbrokkeld en in het pand zelf terechtge-komen. Toch bleek het mogelijk om aan de handvan hetgeen nog te zien was, enige voorzichtigeconclusies te trekken. Eerlijkheidshalve moetopgemerkt worden dat ook gegevens zijn gemist.Dat kan ook niet anders. De sloop heeft anderhal-ve week geduurd en het was ondoenlijk daarvoortdurend bij te zijn.

Bouwhistorische constateringenHet huis was gelegen op de hoek van een huizen-blok aan de Grote Markt tegenover de Grote Kerken grensde alleen rechts en achter aan zijn buur-panden. Het was gebouwd op een L-vormige plat-tegrond; een deel achter Grote Markt 14, het rech-ter buurpand, behoorde ook tot het onderzochtehuis.

Voor de brand bestond het pand uit een kel-der, drie bouwlagen en een kap. Het gedeelte ach-ter het buurpand had waarschijnlijk een plat dak.Merkwaardig is de knik naar buiten in de linkerzijgevel, ongeveer in het midden, die niet uit deaard van de percelering valt te verklaren. De knikcorrespondeerde bijvoorbeeld niet met de dieptevan het buurpand. Mogelijk speelde de omvangvan het tegenover het huis gelegen en nu verdwe-nen stadsvleeshuis hier een rol. De kap was uitge-voerd als een zadeldak met een dakschild aan devoorzijde.

De kelder bestond, en bestaat, uit twee delen.De voorkelder grenst aan de voorgevel en de rech-ter zijgevel en is even diep als het buurpand, GroteMarkt 14. De achterkelder sluit daarop aan enomvat een oppervlak die vrijwel het hele westelijkdeel van het huis omvatte; dus ook het deel achterhet buurpand. Links naast de voorkelder was eenstrook van ruim 1.50 meter niet onderkelderd. Devoorkelder is oud en overdekt met ribloze kruisge-welven; de recente achterkelder had een vlakkezoldering van gewapend beton. Beide kelders zijngeheel gepleisterd.

Alle balklagen waren enkelvoudig en van gre-nenhout. Versierende elementen waren niet aan-wezig. De simpele sporenkap die niet door gebin-ten werd ondersteund, was zonder borstweringuitgevoerd. De binnenmuurtjes waren halfsteensen fungeerden niet als bouwmuren.

De voorgevel die boven de pui nog gaaf aanwe-zig was zal uit ongeveer het midden van de negen-tiende eeuw dateren. Hij was uitgevoerd in schoonmetselwerk, drie vensterassen breed en aan debovenzijde beëindigd door een simpele kroonlijst.De vensters waren afgesloten door middel vanstrekken, die aan de onderzijde uitgevoerd warenmet een lichte porring. De ramen van de verdie-ping waren zesruits schuiframen, die van de twee-de verdieping dubbele naar binnen draaienderamen, die ieder uit een paneeltje onder en tweeglasvlakken daarboven bestonden.

De linker zijgevel was boven de pui zowel vanbinnen als van buiten geheel gepleisterd. Aan deachterzijde zaten drie vensters: twee op de verdie-ping en één op de tweede verdieping. De twee ven-sters van de verdieping zaten op ongelijke hoogte.Mogelijk lagen de hier aanwezige vloerniveaus tentijde van het aanbrengen van de vensters op ver-schillende hoogte. Uit de gesloopte balklagenbleek dit overigens niet. Bij de hoek met de voor-gevel zat de gevelsteen uit 1669 met het hondje.

Zicht op de uitgebrandetweede verdieping van'het Hondje', 3 februari1999 (Monumenten-zorg, Zwolle).

Page 86: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

86 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

De pui van beide gevels bestond uit grote glas-vlakken en was modern. Tijdens de sloop bleek dezijgevel te zijn opgebouwd uit IJsselsteenjes vaneen oranje-gele tot lichtrode kleur (18 x 8 x 3,6 cm)die sterk aan de zeventiende eeuw doen denken.Ongeveer in het midden van de zijgevel, op detweede verdieping, bevond zich een dichtgemet-seld rond venstertje, een zogeheten oeil-de-boeuf,dat eveneens op de zeventiende of vroege acht-tiende eeuw wijst.

Na de sloop bleken de scheidingsmuren metde buurpanden vol bouwsporen te zitten die deelsachter pleisterwerk waren verborgen. Frappantwas de aanwezigheid van dichtgezette balkgaten inde achtergevel, de scheidingsmuur met Voorstraat2. Dat wijst erop dat er, gezien de overspanning,ook een bouwmuur moet zijn geweest evenwijdigaan, en niet te ver van, deze achtergevel. Gezien deomvang van de oude voorkelder kan deze eigen-lijk alleen maar op de scheidingsmuur tussen bei-de kelders hebben gestaan, ter hoogte van de ach-tergevel van het rechter buurpand zoals uit dereconstructie van de bouwgeschiedenis zal blij-ken.

Een voorzichtige reconstructievan de bouwgeschiedenisHet huis dat in de nacht van 26 op 27 december1998 afbrandde zal voor een belangrijk deel rondhet midden van de vorige eeuw, de geschatteouderdom van de voorgevel, zijn gebouwd. Devloerhoogten en de verschijningsvorm van de bal-klagen, evenals de plaatsing van de kap sluitenzodanig op deze voorgevel aan, dat deze waar-schijnlijk in één bouwcampagne tot stand zijngekomen. De constructie van de sporenkap, zon-der gebinten of borstwering is ook karakteristiekvoor deze periode. Mogelijk vond deze ingrijpen-de verbouwing plaats in 1851, toen er een tabaks-zaak in het pand kwam en de gevelsteen met hethondje naar de zijgevel werd verplaatst.

De halfsteens binnenmuren, aansluitend op denegentiende-eeuwse vloerniveaus, kunnen nooitouder zijn. De kelders, achtergevel en linker zijge-vel zijn ongetwijfeld wel ouder. Op de dateringvan de rechter zijgevel komen we terug.

De kelder lijkt het oudst. Een opmeting van

architect Karssing maakt duidelijk dat de situatiehier oorspronkelijk heel anders was. De voorkel-der van Grote Markt 15 vormde een eenheid metde kelder van Grote Markt 14, het rechter buur-pand. Deze oorspronkelijke kelder was tweebeu-kig; in het midden stonden twee kolommen waar-op de kruisgewelven rustten, zes gewelfvakken intotaal: twee breed, drie diep. De breedte van dezekelder was binnenwerks 6.55 meter, een normalemaat voor een stadswoonhuis. Als de omvang vanhet huis overeen kwam met het oppervlak: van dekelder was het niet erg diep, de kelder mat binnen-werks 6.80 meter. Dat het huis aan de oost- ofwestzijde verder doorliep dan de kelder is niethelemaal uit te sluiten, maar voor de hand liggendlijkt dit niet. In ieder geval was het huidige achter-deel van het huis oorspronkelijk niet onderkel-derd, en waarschijnlijk ook niet bebouwd, waar-over verderop meer.

DJ. de Vries dateerde dit keldertype in detweede helft van de vijftiende of eerste helft van dezestiende eeuw.1 Het ligt voor de hand om dit huiste identificeren met het huis dat in 1557 bekendstond als De Kuip. Als de latere huizen GroteMarkt 14 en 15 toen nog een eenheid vormden,betekent dit dat hier aan de Grote Markt in de zes-tiende eeuw vier huizen stonden, terwijl er volgensafbeeldingen uit de zeventiende eeuw vijfstonden.

Het oude huis is blijkbaar gesplitst in twee hui-zen. Hoe dit precies in zijn werk is gegaan is nieteenvoudig te achterhalen. Beperken we ons eersttot de feiten.

De recent gesloopte linker zijgevel, opge-bouwd uit IJsselsteentjes, stond ruim 1.50 meterlinks van de linker keldermuur. Het huis is aandeze kant dus blijkbaar verbreed en het ligt voorde hand dit met de splitsing in verband te bren-gen. Het opgaande werk van de rechter zijmuur,de scheidingsmuur met Grote Markt 14 is echtermet geheel andere stenen opgebouwd, groter enroodbakkend. Het is dus onwaarschijnlijk dat debeide muren in één bouwcampagne tot stand zijngekomen. Daar komt bij dat de scheidingsmuurtussen beide huizen in de kelder, met zijn bochtenen slingers en op meerdere plaatsen ook nog eenshalfsteens, moeilijk gezien kan worden als deug-delijk fundament voor de opgaande scheidings-

Page 87: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

üïltekestraat en Grèote Markt

muur. Steenformaten waren in de kelder nietzichtbaar maar de opmetingstekening geeft voorde halfsteens muurtjes een maat van 10 centimeteren voor de steens delen een maat van 20 centime-ter. Dit vormt een aanwijzing dat deze ook uit IJs-selsteentjes is opgebouwd, die in de linker zijgevelimmers respectievelijk 8 en 18 centimeter breed enlang waren. Maten die met voegen en pleisterlagenaardig in de buurt van de genoemde muurdiktesuitkomen.

Alles wijst er dus op dat de huidige, nogbestaande scheidingsmuur een vervanging is vaneen oudere muur van circa 1640, zoals verderopwordt betoogd. Dit kan ook een verklaring vor-men voor het feit dat in de scheidingsmuur geenoudere balkgaten zichtbaar waren, hoewel niet isuit te sluiten dat die nog achter het pleisterwerk

verborgen zaten. Voorlopig is de conclusie dat descheidingsmuur rond het midden van de vorigeeeuw is gebouwd als onderdeel van de verbouwingvan Grote Markt 15 of die van het rechter buur-pand, iets later in de tijd.2

Een tweede probleem wordt gevormd doordathet niet onderkelderde achterdeel bij het huis isaangetrokken. De zwaarte van de scheidingsmuurtussen beide kelders maakt duidelijk dat hier oor-spronkelijk een zware bouwmuur stond, waar-schijnlijk een buitenmuur. De recent geslooptezijgevel uit de zeventiende eeuw leek tijdens desloop echter over de volle diepte van het huis, totVoorstraat 2 door te lopen. Toen was het achter-deel dus al bebouwd. Het achterhuis had echter enandere ruimtelijke opbouw dan het voorhuis. Datblijkt uit de aanwezigheid van de dichtgezette

Doorkijkje vanuit deLuttekestraat naar deGrote Markt, ca. 1925.Op de zijgevel zijn eenaantal reclamebordente zien: het Hotel-res-taurant Meiberg zat inde Voorstraat op num-mer 11 (thans firmaRunhaar). Het grotebord van deAmster-damsche Spaarkas,Damrak 48, wekt op omeen prospectus op tevragen voor een stortingvan f 2.50 per maand.De verdeling van deramen in deze gevel-wand, het dak en detwee deuren laat duide-lijk zien dat het linkerdeel een apart pand wasmet een deur en eensmal venster op de bega-ne grond en hierboveneen raam per verdieping(GemeentearchiefZwolle).

Page 88: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

88 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Schoenmagazijn 'hetHondje' van H. Paan-akker, Grote Markt 15.De etalage van de win-kel beslaat de hele voor-gevel.Op de hoek van deVoorstraat en de Lutte-kestraat is de winkel ingalanterieën van H. vanOers (foto A. Meulen-belt, ca. 1955; Gemeen-tearchief Zwolle).

balkgaten in de huidige achtergevel, die aantoontdat de balklaag hier een andere richting had danhet voorste deel en uit het feit dat de vensters in dezijgevel op de verdieping in hoogte verschillen entenslotte ook uit de sprong in de kroonlijst op dieplaats. Dit alles maakt een latere bebouwing vandit deel waarschijnlijk.

De meest voor de hand liggende conclusie isdat men in de zeventiende eeuw Grote Markt 14afsplitste van het hoofdhuis en dit laatste tevensnaar links en naar achteren vergrootte, ten kostevan de open ruimte die hier voordien nog aanwe-zig was.

Mogelijk had deze open ruimte de vorm vaneen straatje dat de Voorstraat met de Melkmarkt

verbond. Op het schilderij uit 1782 van Derk J. vanElten zien we aan de Melkmarkt ter hoogte van ditstraatje een heel smal huisje staan, mogelijk eenzijkamer van het grote middeleeuwse huis datdaarnaast staat. In de loop van de tijd zal hetstraatje zijn verkaveld en bij de huizen zijn aange-trokken. Het fenomeen van losse bouwblolJcen opde markt die in de loop van de tijd vastgroeien aanoudere bebouwing, kennen we ook uit andere ste-den zoals in Deventer rond de bebouwing aan deBrink.

Wanneer vond deze ingrijpende verbouwing ensplitsing plaats? De schilderijen van Dirk J. vanElten uit 1782 en Adrianus Serné uit 1834 laten bei-

Page 89: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 89

de een huis met een trapgevel zien, die zoveelovereenkomsten vertonen dat het beeld zekergeloofwaardig is. Merkwaardig is de datering vande bewaard gebleven gevelsteen: 1669. De afge-beelde trapgevel is voor dat jaar wel erg ouderwetsuitgevoerd en lijkt eerder uit 1630 of 1640 te stam-men. In 1669 zou men eerder een gevel in Hol-lands-classicistische trant verwachten, zoals dehalsgevel van het rechter buurpand, die ook opbeide genoemde schilderijen is te zien. Mogelijkheeft de verandering van naam, in 1641 nog DeKuip en in 1665 voor het eerst Het Hondje iets metde bouw te maken. We houden het hier maar opeen datering van rond 1640 met als logische conse-quentie dat de gevelsteen later is aangebracht. Deschilderijen laten zien dat het huis nog geen twee-de verdieping had en de kap wel een borstwering.Op de zolderverdieping zaten in 1782 nog drie bol-kozijnen, ongetwijfeld uit de bouwtijd, en op devlieringzolder één. De recent gesloopte zijgevelstamt met zekerheid ook uit deze tijd, evenals hetossenoog dat na de brand zichtbaar werd. Op hetschilderij uit 1834, waarop de proporties wat zui-verder lijken te zijn weergegeven dan op dat uit1782, zien we dat het huis een hoge begane grondheeft en een relatief lage verdieping. Deze ruimte-lijke structuur wijkt sterk af van het recent afge-brande pand. De voor de sloop nog aanwezigevensters in de gepleisterde zijgevel wijzen waar-schijnlijk op een achttiende-eeuwse verbouwingvan het huis, waarschijnlijk nog binnen de voorons onbekende zeventiende-eeuwse structuur.Ook de schilderijen wijzen op moderniseringenvan het huis uit de achttiende eeuw: de pui- enverdiepingsvensters, en tussen 1782 en 1834: devensters op zolderniveau.

Tijdens de herbouw van het pand in het mid-den van de vorige eeuw werden de zeventiende-eeuwse voorgevel, de vloeren en de kap gesloopt,en waarschijnlijk ook het opgaande muurwerkvan de rechter zijgevel. Behalve de kelder, de ach-tergevel en waarschijnlijk de achtergevel van Gro-te Markt 14, bleef alleen de linker zijgevel van hethuis bewaard.3 Men zal toen de vensters achter inde zijgevel hebben gehandhaafd en de rest van degevel hebben gepleisterd om ontsierende bouw-sporen aan het zicht te onttrekken.

ConclusieGrote Markt 15 bestond voor de brand met enigezekerheid uit een kelder uit de periode 1450-1550,die is behouden, een linker zijgevel uit de perioderond 1640, een voorgevel, balklagen en kap vancirca 1850. Van de bewaard gebleven scheidings-muren met de buurpanden is de ouderdom van deachtergevel, tevens scheidingsmuur met Voor-straat 2 onbekend; waarschijnlijk zijn ze laat vijf-tiende- of zestiende-eeuws. Hetzelfde geldt voorde achtergevel van Grote Markt 14. De rechter zij-muur dateert uit het midden van de negentiendeeeuw, behoudens het deel in de kelder dat uit rond1640 zal dateren. Over de rechter zijmuur van hetachterdeel, met Grote Markt 13 valt niets zinnigs tezeggen.

Sloop en herbouwDoor het lange doorsmeulen van de brand heeftde constructie van het pand erg te leiden gehad.Direct na de brand heeft Monumentenzorg Zwol-le het initiatief genomen om zoveel mogelijk vanhet pand te behouden, of ten minste datgene watverloren dreigde te gaan te documenteren en tefotograferen. Uit overleg tussen de eigenaar,architect, de verzekeraar en de Gemeente Zwollebleek dat het pand niet te handhaven was. Toendit duidelijk werd, liet Monumentenzorg Zwolleeen bouwhistorische waarneming uitvoeren. Hetpand is geen geregistreerd gemeentelijk of rijks-monument. Wel ligt het pand in het beschermdstadsgezicht van de gemeente Zwolle en in een his-torische omgeving.

De stedenbouwkundigen en monumenten-zorgers van de gemeente Zwolle adviseerden aande eigenaar om als uitgangspunt voor een nieuwontwerp voor een bouwstijl te kiezen die aansluitbij de sfeer van de naburige bebouwing. Deze aan-beveling voor een ontwerp in traditionele stijlbetekent niet dat eigentijdse materialen en vorm-geving taboe zijn, al wordt het toepassen van vlak-ken met veel staal, beton en glas in deze histori-sche omgeving een bijna onmogelijke opdracht.Of de langsgevel weer als zijgevel moet wordenopgetrokken is ook de vraag. Op deze commer-cieel aantrekkelijke plek moet het bij een goedontwerp mogelijk zijn dat deze gevel zo wordt

Page 90: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

ingevuld dat deze ook vanaf de Luttekestraat zijdevoor een ondernemer interessant is. Deze overwe-ging zal bij het ontwerp zeker een rol spelen.Indien de voorgevel nauwkeurig wordt gedocu-menteerd is een reconstructie van de voorgevelook bespreekbaar. Door de Rijksdienst voor deMonumentenzorg (RDMZ) en de medewerkersvan Monumentenzorg Zwolle zijn vijf architectenaan de eigenaar voorgedragen. Van deze architec-ten kon verwacht worden dat zij een opdracht metsucces konden afronden. Er werd door de herenVan Beek geen gebruik gemaakt van het voorstel.De opdracht werd verleend aan een architect dieniet op het lijstje voorkwam. Een opdrachtgeverweet over het algemeen wie hij als architect uit-zoekt. Dat is ook bij Het Hondje het geval. VanBeek heeft voor herbouw van het afgebrande pandgekozen. Hij zit hiermee op dezelfde lijn als deVrienden van de Stadskern. In de Zwolse Courantvan 6 januari 1999 gaf voorzitter dr. A.G.P. Cre-mers te kennen dat de Vrienden het zoudenbetreuren als het pand aan de Grote Markt hele-maal afgebroken zou moeten worden. Als hetinderdaad zover komt, hoopt hij dat er een pandin de oude trant voor terugkomt. Op zo'n gevoeli-ge plek in de historische binnenstad moet je datgewoon durven, aldus Cremers.

Architectenbureau Karssing uit Hattem kreegvan de Van Beeks de opdracht voor de herbouwvan het pand Het Hondje. In Zwolle heeft Kars-sing restauraties uitgevoerd aan Sassenstraat 3(restaurant Neeltje) en aan de panden boven deporterne aan de Eekwal. Een plan voor de restau-ratie van Praubstraat 19 is in voorbereiding. InHattem heeft de architect een aantal panden waar-onder Het Wheeme gerestaureerd. Volgens hetplan van Karssing wordt het pand opgetrokken inde stijl van het afgebrande en gesloopte pand. Devoorgevel is een exacte kopie, in de zijgevel vindteen aantal wijzigingen plaats. Met een knipoognaar het verleden wil de architect ook een andereonderpui aanbrengen. Voor en tijdens de sloop ishet pand door de architect nauwkeurig opgeme-ten en gedocumenteerd. De gevelsteen, een aantal

kozijnen en een gedeelte van de lijstgoot werdentijdens de sloop zorgvuldig verwijderd en opgesla-gen.

Over historiserend bouwen wordt heel verschil-lend gedacht. In 1964 vond in Venetië een Interna-tionaal Congres plaats van architecten, werkzaamop het gebied van monumentenzorg. Op dit con-gres werd een aantal richtlijnen vastgesteld,sedertdien bekend geworden als het Charter vanVenetië. Het afgebrande pand mag dan geenmonument zijn, het stond in een historischeomgeving en kon zich op het eerste gezicht metenmet tal van Zwolse monumenten.

Verschillende disciplines die bij de (her)bouwvan Het Hondje zijn betrokken zoals de opdracht-gever, de architect, de gemeente en de Welstands-/monumentencommissie, hebben elk hun eigeninbreng bij de totstandkoming van het nieuwehondje. Het is een hele toer om hier een pand neerte zetten waar een ieder zich in kan vinden en datin de toekomst niet als brutaal of wellicht nogerger, als suf wordt ervaren.

Noten1. DJ. de Vries, De konstruktieve ontwikkeling van het

stadswoonhuis te Zwolle van 1300 - IJOO. Afstudeer-scriptie HTS, 1979.

2. De gravure van J. Poppel uit het derde kwart van denegentiende eeuw laat Grote Markt 15 al wel zienmet een moderne gevel, terwijl nr. 14 nog zijn oude,Hollands-classicistische gevel uit de zeventiendeeeuw heeft. Collectie Stedelijk Museum Zwolle.

3. De scheidingsmuur van het achterdeel met GroteMarkt 13 laat ik hier buiten beschouwing.

Page 91: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Baron van Aerssen Beijeren van Voshol(1828-1914), redder van de Grote Kerk1

Onze oude kerken zijn vaak rijk aangedenkstenen. Ze roepen herinneringenop aan het verleden en vormen ook een

bron van kennis van dat verleden. Ook in de Groteof St. Michaëlskerk bevinden zich veel gedenkste-nen. Als u daar rondgewandeld heeft, is u onge-twijfeld in de noordmuur aan de westelijke kanteen marmeren plaat opgevallen met goudkleurigeletters:

D(eo) O(ptimo) M(aximo) S(acra)Ter Gedachtenis

aan de Herstelling van dit Kerkgebouwdoor de Zorg van Kerkvoogden en Notabelen

onder het Praesidium vanMr. W.F.E. Baron van Aerssen Beijeren van

Vosholin de jaren

1882 tot 30 augustus 1896is deze Gedenksteen alhier

door den Algemeenen Kerkeraad geplaatst30 augustus 1897

De onthulling van deze gedenksteen geschieddeop 30 augustus 1897 door de uiterst rechtzinnigepredikant ds. J. Vermeer, die met kwartjes en dub-beltjes de benodigde kosten van ƒ 600,- had bij-eengebracht. Het was een dankbetoon aan de vrij-zinnige president-kerkvoogd Mr. W.F.E. baronvan Aerssen Beijeren van Voshol.2 Zonder de inzetvan deze laatste zou het hoognodige herstel vanhet monumentale kerkgebouw niet tot stand zijngebracht. Wie was deze baron van Aerssen en watbezielde hem?

AfkomstDe familie Van Aerssen stamt af van een oudgeslacht uit de Zuidelijke Nederlanden. In de zes-tiende en zeventiende eeuw kwam de familie doorbanden met de Oranje-familie in hoog aanzien. In

1619 werd Francois van Aerssen door prins Mau-rits in de ridderschap van Holland opgenomen; defamilie woonde toen in Sommelsdijk. Vanaf 1822mocht de familie van Aerssen zich officieel tooienmet de titel 'baron'.

Willem Frederik Ernst van Aerssen werd op 24januari 1828 geboren in Deventer als zevende kindvan baron Albert Nicolaas van Aerssen en dienstweede vrouw Antoinette Petronella JacquelineRigano. Albert van Aerssen was officier en zouzich tijdens de Belgische opstand van 1830-1839onderscheiden, waarvoor hij het ridderkruis vande Militaire Willemsorde ontving. Toen Willemgeboren werd, was Albert majoor. Toen het gezinin 1834 naar Zwolle verhuisde, stond hij te boek alsLieutenant Kolonel. Albert van Aerssen overleedin datzelfde jaar. Zijn jongste zoon was toen zesjaar.

J. Erdtsieck enB. Veltman

v / D.O.M.

Gedenksteen in de Gro-te ofSt. Michaëlskerk(foto B. Veltman).

T E R G E D A C H T E N I S- AAN DE HERSTELLING VAN DIT KERKGEBOUW,;,ÏDOOR D E Z O R C V A N KERKVOO£DE.N EN .NOTABELE*!*-1

ONDER HET PRAESIBIUM VAN

iR.W.EËJARé'N VAN AERSSEN BfcUEREN V.ANVOSHOL', ï ' I N D E j ;ATï EINf'

! • 1 8 8 2 TOT 30AUGUSTUS 1 8 9 6 ,as DEZE GEDENKSTEEN ALHIER . /:''';'•.

DOOR DEN ALGEMEENEN KERKEIAAD GEPLAATST'30 AUGUSTUS ia,8 7. ,

„.„„^ ,.._„ .>*.

Page 92: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

92 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Mr. W.F.E. Baron vanAerssen van Beijerenvan Voshol(Iconografisch Bureau,Den Haag).

In de tijd dat Willem van Aerssen opgroeide,waren hiërarchische structuren van groot belang.Iedereen behoorde op grond van zijn geboorte toteen bepaalde stand: de geboorte bepaalde deplaats in de samenleving. Het was de 'dubbeltjesen kwartjes' maatschappij: geboren als het éénwerd je nooit het ander. De verschillen kwamentot in de kleding toe tot uiting; zo waren er petten-en hoedendragers.

De adel stond aan de top van de maatschappe-lijke ladder. Tot 1848 speelde de adel zelfs staats-rechterlijk een rol: de adelijke stand mocht deleden van de Eerste Kamer kiezen. In 1848 werd ditvoorrecht officieel afgeschaft, maar een standen-maatschappij bleef Nederland zeker nog tot na deEerste Wereldoorlog.

Rechterlijke machtWillem van Aerssen was dus krachtens geboortevoorbestemd om een aanzienlijke positie in demaatschappij in te nemen. Hij doorliep het gym-nasium in Zwolle, waar hij prijzen kreeg voor zijngoede prestaties. Daarna studeerde hij rechten inUtrecht. Na zijn promotie op 11 mei 1855 koos VanAerssen voor een rechterlijke loopbaan. Hij begonzijn 52-jarige carrière in 1856 met een aanstellingals griffier bij het kantongerecht in Zwolle. In1908, op 80-jarige leeftijd, nam hij afscheid als pre-sident van de rechtbank alhier.

Als beginnend jurist vestigde Van Aerssen zichin een huis aan de Sassenpoortenwal (nu VanNahuysplein). Zijn moeder, douairière Van Aers-sen-Rigano, woonde tot haar overlijden in 1875 inhet huis naast hem. Van Aerssen was inmiddelsgehuwd met Claudina Maria Caroline baronesBentinck van Nijenhuis. Mr. Jan A.G. baron deVos van Steenwijk, burgemeester van Zwolle enlid van de Eerste Kamer, was één van zijn zwagers.

In 1883, 27 jaar nadat hij als griffier begonnenwas, werd Van Aerssen geïnstalleerd als presidentvan de Zwolse Rechtbank. Zoals we nog zullenzien, kende ook zijn nevenfuncties in de kerk-voogdij en gemeenteraad zo'n lange aanlooptijd.En dat terwijl hij toch het nodige aanzien genoot.Vermoedelijk heeft dit te maken met het negen-tiende-eeuwse idee dat men een zekere leeftijdbereikt moest hebben om voor 'vol' aangezien teworden. Het is echter ook mogelijk dat een gevoelvan plichtsbetrachting hem ervan weerhoudenheeft om zich op relatief jonge leeftijd uitbundigbezig te houden met maatschappelijke activitei-ten; dit in tegenstelling tot de huidige tijd waarinindrukwekkende lijsten met nevenfuncties vaakeen statussymbool geworden zijn. Van Aerssenzag in ieder geval gaarne, dat een rechterlijk amb-tenaar zich geheel wijdde aan zijn ambt. Neven-functies mochten niet meer tijd in beslag nemendan het eigenlijke ambt, zoals hij onder meer bijzijn afscheid in 1908 benadrukte.

Van Aerssen behoorde tot de conservatievevleugel van het toen heersende liberalisme. Toenhet verwijt opkwam, vooral onder invloed van hetopkomende socialisme, dat de heersende rechts-gang een klassejustitie was, pareerde hij dit fel. Het

Page 93: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 93

is echter geen boude bewering te stellen dat in detoenmalige rechtsspraak met twee maten gemetenwerd. Het gewone volk werd ongetwijfeld harderaangepakt dan de mensen uit de hogere standen.Voor leden uit de eigen groep hadden rechtersmeer begrip dan voor mensen van wie de levens-omstandigheden mijlenver van hen afstonden.Vooral misdrijven tegen het eigendom werdenstreng gestraft.

Toch bleef Van Aerssen een onkreukbarejurist. Hij wilde op een gegeven moment graag deSociaal Democratische Bond veroordelen, omdatdeze een geweldadige omverwerping van debestaande orde propageerde. Toch zag hij ervan afhet aangeklaagde bestuur van de Bond te veroor-delen omdat het Wetboek van Strafrecht nietvoorzag in het probleem. Hij gaf in zijn vonnis welde hint om op dit punt het strafrecht aan te scher-pen. Overigens werd de Bond in hoger beroep teArnhem wel veroordeeld.

De politicus van AerssenVan Aerssen deed op 15 juni 1880 als lid van deliberale fractie zijn intrede in de gemeenteraad.Hij stelde zich daar behoudend op. Hij zette zichonder andere in voor de verfraaiing van de oude/stadswallen; zo ontstonden het Van Nahuyspleinen het Terpelkwijkpark. De belangen van zijnstand indachtig, probeerde hij het ontwerp voorde spoorbrug zo te maken dat 'de heren er methunne rijtuigen zouden kunnen passeren.'

Minder voortvarend was hij toen er maatrege-len nodig waren op het gebied van de volksge-zondheid. In 1866 had zich een ernstige cholera-epidemie voorgedaan. Omdat de afvoer van feca-liën te wensen overliet en het drinkwater van destadspompen gevaar liep besmet te worden, von-den langdurige beraadslagingen plaats over eenverplichte invoering van het tonnenstelsel en overde financiering hiervan. Van Aerssen en de zijnenkonden niet erg warmlopen voor deze plannen.

J. W. Meyer. 'Thanshuis Baron van Aerssen'(collectie StedelijkMuseum Zwolle).

Page 94: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

94 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Zij stelden zich integendeel zeer terughoudendop. Zij beschikten immers over eigen waterputtenen konden het zonder de openbare watervoorzie-ning stellen.

Op 28 november 1892, na twaalf jaar, eindigdeVan Aerssens loopbaan als raadslid. Hij kreegmeer en meer moeite met allerlei besluiten waarhij niet achterstond maar die wel door zijn eigenfractiegenoten ondersteund werden. Maar ookzijn toenemende werkzaamheden voor de GroteKerk, waaraan hij meer genoegen beleefde, zulleneen punt van overweging geweest zijn.

KerkvoogdijHet instituut kerkvoogdij was in 1829 ingesteld omte zorgen voor de financiële zaken van de kerk.Voor 1795 had de overheid die taak uitgevoerd. Dekerkvoogdij beheerde als onafhankelijk lichaamde financiën van de kerk en bemoeide zich alleenmet materiële aangelegenheden. De leden van dekerkvoogdij werden benoemd door een collegevan notabelen, die op hun beurt gekozen werdendoor de lidmaten die bijdroegen aan de inkom-sten van de kerk. Dit was een beperkt gezelschapomdat de meeste mensen weinig financiële mid-delen hadden. Bovendien hadden de meeste men-sen weinig interesse om iets voor de kerk apart teleggen. In 1908 bijvoorbeeld, vermeldde eenmaandtelling als opbrengst van de collecten 66halve centen en was de gemiddelde gift van dekerkganger voor de kerkvoogdij 2 cent!

De kerk was overigens niet geheel zonderbezittingen en vaste inkomsten. In Zwolle ontvingmen een 'rijkstraktement' voor zes predikanten,gebaseerd op het prijsniveau van 1810 (ƒ 600,- perjaar). De kerk bezat bovendien verschillende lan-derijen en fondsen. Daartegenover stond hetonderhoud van drie grote en oude gebouwen: deGrote Kerk, de Broerenkerk en de Bethlehemsekerk.

Van Aerssen werd in 1876 lid van de kerkvoog-dij van de hervormde gemeente in Zwolle. Tweejaar later werd hij president van dit college, eenfunctie die hij tot 1914 - dus 36 jaar lang - bekleed-de.

Het presidentschap van de kerkvoogdij wasaltijd in handen van aanzienlijke mannen die gro-

te invloed hadden op de gang van zaken. In denotulen die we over de periode Van Aerssen heb-ben nagelezen komt dit ook duidelijk tot uiting.Steeds weer klinkt het als een refrein: 'de presidentzegt' ... 'hij is van mening'... 'op voorstel van devoorzitter' enzovoorts. Van enig tegenwicht waspas in zijn laatste jaren sprake. Uit de notulen krij-gen we een goed inzicht in de opvattingen van debaron. We zouden hem een klassieke negentien-de-eeuwer kunnen noemen. Ter illustratie nemenwe enkele zaken onder de loep die regelmatig in denotulen terugkeren.

PersoneelIn de vorige eeuw had de hervormde gemeentenogal wat personeel in dienst. Van vrijwilligers-werk zoals we dat nu kennen was geen sprake.Weliswaar vervulden kerkvoogden en kerken-raadsleden hun functie op vrijwillige basis, maarzij deelden alleen orders uit. Alleen de diakenenhadden een rol bij de bijstanduitdelingen, maarverder waren er voor elk karwei betaalde krachten.

Allereerst waren er de kosters, die kerken-knechten onder zich hadden voor het zware werk.De kerkenknechten waren op hun beurt weeronderverdeeld in de eerste, tweede en derdeknecht. De kosters vormden de spil van hetbedrijf. In de notulen komen we de koster van deBethlehemse kerk tegen die in de kelder van dezekerk woonde. Hij klaagde over de vochtigheid vanzijn woning met als gevolg dat een klein huisjevoor hem werd gehuurd in de Sassenstraat. Maarmen vond het jammer om de kelder onbewoondte laten en daarom werd deze weer verhuurd aaneen ander. Niet zo vreemd, want er waren in dietijd veel meer kelderwoningen.

Een koster van de Broerenkerk was diep in detachtig toen hij zijn werk niet meer aankon. Dekerkvoogden zagen dit wel in en gaven hem eenpensioen van ƒ 450,- per jaar. Om de schade tebeperken stelden ze een opvolger aan voor de helftvan het loon met als toezegging dat hij meer zoukrijgen als zijn voorganger was overleden; datgebeurde twee jaar later.

Onmisbaar waren ook de stovenzetsters. Dekerken werden pas aan het einde van de negen-tiende eeuw verwarmd. Het zetten van stoven

Page 95: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 95

werd verpacht aan iemand die vrouwen in diensthad. Zij zorgden voor het warm maken en plaat-sen van de stoven. In elke kerk was een zogehetenstovenhok. Het stoken van de turf, de walm en hetheen en weer lopen van de stovenzetsters, wasnogal eens een bron van irritatie. De gelden voorde stoven werden wekelijks door de exploitantgeïnd.

Vervolgens was er een organist. Uiteraard wasdat een functie van een ander kaliber, maar ook hijhad helpers: de orgeltrappers. In de Grote Kerkmoesten er minstens zes zijn.

Verder was er een college van collectanten.3

Dit was een gezelschap uit de lagere burgerstandvoor wie dit een erefunctie was. Er stond geenbeloning tegenover, maar wel enkele faciliteitenzoals een zitplaats tegen gereduceerd tarief of gra-tis entree bij concerten in de kerk. Men werdbenoemd, maar men kon ook ontslagen wordenals er dingen gebeurden die niet goed waren in deogen van de kerkvoogden.

Ook was er een ziekentrooster. In 1896 func-tioneerde deze man vanwege zijn leeftijd nauwe-lijks meer, maar ontving nog wel zijn volle salarisvan ƒ 245,-. De kerkenraad had hierbij een oogjetoegedaan. De baron drong aan op ontslag maargunde hem nog wel een pensioen van ƒ 50,- perjaar...

Een gewichtige kerkfunctionaris was de ont-vanger. Deze vergaderde altijd met de kerkvoog-den. Hij behoorde zelf ook tot de gegoede burgerijen genoot een daarbij passend traktement. Dezefunctie kon overigens ook alleen door kapitaal-krachtige mensen vervuld worden, omdat er eenborgsom gestort moest worden van enkele dui-zenden guldens.

De predikantenDe verhouding tussen predikanten en kerkvoogdijwas van geheel andere aard. De predikantenwaren veelal ook 'heren van stand.' Met henbestond geen arbeidsrechtelijke verhouding, maarwel kon de kerkvoogdij de hoogte van het trakte-ment, pensioen of andere uitkering bepalen.

In de notulen komen herhaaldelijk te krappetraktementen (ongeveer ƒ 2000,-) en uitkeringenbij ouderdom aan de orde. Dergelijke geluiden

kwamen ook van orgeltrappers en kerkenknech-ten, maar dan ging het om een paar gulden. Bij depredikanten speelden veel hogere bedragen. Zon-der veel krimp werden soms kosten van enkelehonderden guldens vergoed.

In 1881 trachtte Van Aerssen de predikantentegemoet te komen op een wijze die de kerkenkasniet zou bezwaren. Hij stelde voor om bij eenvacature deze plaats niet meer te vervullen en hetzo vrijgekomen bedrag te verdelen over de overigevijf. De baron vond zes predikanten een weeldemet drie kerken. Bovendien vond hij dat voor hetgodsdienstonderwijs best een godsdienstonder-wijzer aangetrokken kon worden. Dat was veelgoedkoper. Ook kon op deze manier wat aan depensioenen gedaan worden die veel te laag waren,reden waarom de dominees zo lang bleven door-gaan. De kerkenraad stond op zijn achterste benenen wees Van Aerssen op nieuwe impulsen die vaneen nieuwkomer zouden uitgaan. De baron vondechter dat het nieuwtje er meestal snel afwas. Vande predikanten had hij geen hoge dunk. Van Aers-sen hield lang aan zijn voorstel vast, maar uitein-delijk wilde hij geen echt conflict en ging overstag.

Van Aerssen nam wel het initiatief om eenpensioenfonds voor predikanten te vormen. Daarbestond destijds geen voorziening voor; een iederwerd geacht voor zijn eigen oude dag maatregelente treffen. Maar als de nood aan de man kwambetaalde de kerkvoogdij toch een redelijk bedragvoor een emeritus of een weduwe.

Standen in de kerkBinnen de kerk werkte het idee van de standen-maatschappij net zo hard door als in de rest van desamenleving. Dat kwam bijvoorbeeld tot uiting inde positie van de drie Zwolse hervormde kerken.De ene kerk was deftiger - en duurder - dan deandere. Dat bleek uit de prijzen van de banken inde kerken.

Na 1814 was het noodzakelijk de banken te ver-huren om inkomsten te verkrijgen. Op zichzelfwas het geen vreemde gedachte om voor de plaat-sen in de kerk geld te vragen, maar de uitvoeringwas zeer tijdsgebonden. De plaats en de prijs in dekerk reflecteerde namelijk de plaats in de maat-schappij. Zo vonden we een brief van iemand die

Page 96: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

9 6 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

een duurdere plaats verlangde omdat hij in eenbetere stand terecht was gekomen.

Vóór de Franse Tijd kenden de magistratuur,de officieren en de adel overigens ook hun eigenplaatsen, maar ze betaalden er niet voor. De mees-te mensen stonden of namen een krukje mee,omdat de kerk niet vol geplaatst kon worden metbanken, omdat er in die tijd (tot 1829) nog mensenin de kerk begraven werden.

Na de Franse Tijd werd er bij de zitplaatsenonderscheid gemaakt in klassen en ook onder-scheid in mannen- en vrouwenplaatsen. Aanvan-kelijk werden de plaatsen eenmaal per jaar ver-huurd aan de hoogstbiedende. Later werden vasteprijzen berekend. Het meest geliefd waren dezogeheten regeringsbanken. Oorspronkelijkwaren deze bestemd voor de stadsbestuurders,maar later konden ze ook gehuurd worden.

De huurprijs hing mede af van de kerk. Zokostte in 1882 een zitplaats in de Grote Kerk achterde meensliedenbank - recht voor de preekstoel -ƒ 5,40 per jaar. De meensliedenbank zelf was metƒ 8,- per jaar geprijsd. Dezelfde plaats kostte in deBroerenkerk ƒ 5,- en in de Bethlehemse kerk ƒ 3,-.In 1909 waren er vier klassen en de prijs varieerdetoen van ƒ 6,- tot ƒ 1,25 per jaar. De armen werdenverwezen naar de Bethlehemse kerk, maar ook inde Grote Kerk stonden banken ver achter depreekstoel voor onvermogenden.

Bij herhaling werd de koster gemaand vooralgeen 'onbevoegden' op onbezette verhuurdeplaatsen toe te laten, ook al was de kerk stampvol.Pas na 1900 werd toegestaan dat vrouwen die bijeen volle dienst geen zitplaats konden krijgen eenlege plaats mochten gebruiken.

Naarmate de tijd vorderde werd het gemor vande vaste kerkgangers tegen de bankverhuur luider.Vooral in het orthodoxe deel van de gemeente,waar men herhaaldelijk geconfronteerd werd metvolle kerken terwijl men niet bij machte was eenvaste plaats te bekostigen, was de weerstand groot.Maar baron van Aerssen piekerde er niet over omverandering in het systeem te brengen. In vrijwilli-ge bijdragen zag hij niets. Wel kwam hij op delumineuze gedachte om plaatskaartjes van 25 en 10cent uit te geven voor niet-verhuurde plaatsen.Aardige bijkomstigheid is dat we hierdoor de toe-

loop bij bepaalde predikanten kunnen nagaan.Hoe meer kaartjes, hoe voller de dienst! Ook toenbleek het meteen een middel om de rentabiliteitvan een dominee na te gaan.

Er waren ook plaatsen die weggegeven werdenaan bepaalde groepen. Oud-collectanten kregeneen bescheiden plaats, die ze alleen voor zichzelfmochten gebruiken. De regeringsbank werd gere-serveerd voor aanzienlijker lieden, oud-kerkvoog-den en notabelen. Hun minderjarige zonenmochten bij pa zitten; als die er niet was mochtenzij niet van de plaats gebruik maken. De kostermoest dus overal zijn ogen hebben en ook nogbeleefd blijven.

Vanzelfsprekend waren er ook plaatsen gere-serveerd voor familie en gasten van de predikan-ten. Ook konden de onderofficieren en 'minde-ren' op (eigen) plaatsen rekenen tegen een gere-duceerd tarief.

Met de verhuur van kerkelijke ruimte was VanAerssen ook erg selectief. Een verzoek van hetLeger des Heils in 1896 om de Bethlehemse kerk temogen gebruiken werd afgewezen. Het 'Leger'had destijds nogal een 'wild' imago dat niet pastebij het beeld dat Van Aerssen had van een gods-dienstige bijeenkomst en bovendien zinde desociale laag hem niet. Maar ook de ChristelijkeNationale Werkmansbond viste achter het nettoen zij om de consistoriekamer van de GroteKerk vroegen. Ze waren wel christelijk en netjes,maar dat deze 'arbeiders' op de stoelen van de def-tige vergaderruimte zouden zitten, ging de barontoch te ver.

Redder van de Grote KerkTot dusver hebben we Willem baron van Aerssennogal kritisch bekeken en hem ervaren als eenechte regent, die zich veel moeite getroostte debestaande orde te handhaven. Zijn grote verdien-ste is echter gelegen in zijn rol als redder van deGrote Kerk.

De negentiende eeuw staat niet bepaaldbekend om z'n monumentvriendelijkheid, omdater toen heel wat waardevolle gebouwen zijn ges-loopt in naam van de vooruitgang.

De Grote Kerk leek dat lot ook beschoren. Hetgebouw stond er in de tweede helft van de eeuw

Page 97: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 97

treurig bij en het leek of niemand zich om hetgebouw bekommerde. Hierin was baron vanAerssen een van de weinige uitzonderingen.Direct na zijn benoeming als kerkvoogd stelde hijhet herstel van de ramen aan de orde. Toen hij nogmaar net president was geworden, startte hij hetherstel van het oude doophek uit 1597, dat op ver-scheidene plaatsen kapot was en bedekt met eenlelijke verflaag. De kosten bedroegen ƒ 900,-. Datwas een hoog bedrag omdat de kerkelijke kas erniet zo rooskleurig voorstond; dat was ook dereden waarom de kerk verwaarloosd was. Verderwerd de klok uit 1683 weer aan het lopen gebrachten het schilderij van Hendrik ten Oever in de con-sistoriekamer gerestaureerd. Ook werd een begingemaakt met de restauratie van het Schnitgeror-gel.

Dit alles was echter slechts een druppel op eengloeiende plaat en dat besefte de baron ook wel.Hij ving daarom een correspondentie aan met debekende architect dr. P.J.H. Cuypers, rijksadvi-seur voor de monumentenzorg, over een mogelij-ke restauratie.

We zullen de geschiedenis van de restauratiehier verder niet volgen, maar we beperken ons totde rol van de baron. En deze was groot. Van Aers-sen stelde een restauratiecommissie in waarvan hijzelf voorzitter werd. De overige leden waren decommissaris van de Koning in Overijssel, mr. J.H.Geertsema en de heer J.H. Schellwald, agent vande Nederlandsche Bank.

Er begon een intensieve correspondentie metminister Heemskerk, die de geraamde restauratie-kosten van ƒ 83.600,- buitensporig hoog vond. Demeeste inwoners van Zwolle verdienden minderdan ƒ 10,- per week en velen van hen zullen hethoofd geschut hebben bij het horen van hetbedrag dat voor de restauratie opgebracht moestworden.

In het begin van de jaren tachtig maakte eenwetswijziging subsidie op de restauratie van histo-rische bouwwerken mogelijk. De Grote Kerkstond echter niet op de monumentenlijst. Maar deherstellingen die op initiatief van Van Aerssen alwaren verricht maakten indruk. Mede dankzij hetlobbywerk van Van Aerssens zwager De Vos vanSteenwijk en het Zwolse r.k. kamerlid mr. A.F.

Vos de Wael lukte het uiteindelijk om subsidie tekrijgen.

Tussen 1882 en 1896 was de baron onvermoei-baar in de weer om geld voor de restauratie bijeente krijgen. De regering was weliswaar over de bruggekomen met een bijdrage van ƒ 60.000,- overtwaalf jaar, maar de resterende (inmiddels!)ƒ 40.000,- diende de kerk zelf op te brengen. Endat met begrotingen die de reguliere kosten voorhet kerkelijk bedrijf nauwelijks wisten te dekken.

Hoofdelijke omslagIn die tijd betaalden lidmaten alleen voor hetgebruik van de banken. Kerkcollecten brachtenweinig op. Maar de kosten stegen en de restauratievan de Grote Kerk was voor de kerkelijke gemeen-te onbetaalbaar. Verder vroegen ook de Broeren-kerk en de Bethle-hemse kerk het nodige onder-houd. Daarom stelde Van Aerssen voor een hoof-delijke omslag in te voeren van '/4% van het ver-moedelijke inkomen in het komende jaar. De voorzijn plan benodigde gegevens kreeg hij van debelastingdienst. De baron besefte ongetwijfeld dat

P.J.H. Cuypers

Page 98: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

98 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Ontwerptekening vanP.J.H. Cuypers voor hetnoorderportaal. De hei-ligenbeelden werdenniet goedgekeurd. Erkwam uiteindelijk eenhistorisch meer verant-woord ontwerp,(uit: Mededeelingenvan de Rijksadviseursvoor de Monumentenvan Geschiedenis enKunst, jaargang 1930).

} H H { H H |

PORTAAL DER NOORDZIJDE.

NED: HERV: KERK S:MICHAËL TE ZWOLLE.

Page 99: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 99

hij hiermee vooral zijn standgenoten zou treffenwant de kleine burger in Zwolle had nauwelijksinkomsten die binnen belastingtermen vielen. Hijvoelde echter niets voor vrijwillige giften, omdatdan alleen bepaalde mensen zouden bijdragen.

In 1883 gingen de eerste aanslagen de deur uit.In de stad werden de biljetten door een bodebezorgd, die hiervoor ƒ 25,- ontving, maar in hetuitgebreide Zwollekerspel belastten de veldwach-ters(!) zich hiermee. Zij ontvingen elk ƒ 10,- voorde moeite. Zoals te verwachten viel ontketendende aanslagen veel verontwaardiging. Een van deeerste protesten kwam van baron van Haersolthe,die per deurwaarder liet aanzeggen dat hijbedankte voor het lidmaatschap van de hervorm-de kerk. Er kwamen veel reclames binnen over dehoogte van het bedrag, maar als mensen blevenweigeren, werd hun zaak voor de rechter gebracht.(Saillant detail: dezelfde rechtbank waarvan VanAerssen president was).

De meeste van deze processen werden door dekerkvoogdij gewonnen, zodat men in 1887 konschrijven: 'de maatregel om van de belastingschul-digen, die niet betaald hebben, de gelden te doeninvorderen, heeft gunstig gewerkt.' De totaleheffing bracht ongeveer ƒ 5000,- op, circa 15% vande totale begroting. Het bleek een bron vaninkomsten die het de kerkvoogdij mogelijk maak-te om de restauratiekosten te betalen. De omslagwerd in 1909 opgetrokken naar '/3% van het inko-men.

De maatregel werd Van Aerssen niet in dankafgenomen en hij zal er in de Grote Sociëteitmenig opmerking over hebben moeten aanhoren.Hem viel echter weinig te verwijten, want menig-maal haalde hij zelf de kerk uit liquiditeitsmoei-lijkheden door een renteloos bedrag voor te schie-ten. Iets wat overigens ook verschillende van zijncollega's uit de kerkvoogdij deden.

HeiligenbeeldenEen teken van ruimdenkendheid van Van Aerssenwas dat hij nooit tegen de ideeën van Cuypersinging. Deze restaurateur, zelf katholiek, was eengroot bewonderaar van de gotiek als uiting van demiddeleeuwse vroomheid. In 1876 maakte Cuy-pers een ontwerptekening voor de hoofdingang

van de kerk met St. Michaël in het midden en eenaantal heiligenbeelden naast hem. Dit was voor dekerkenraad en vooral voor de rechtzinnige domi-nee Vermeer een brug te ver. Men verzocht degemeentelijke architect de heer Koch een onder-zoek in te stellen naar de historiche gronden vandit voorstel. Deze bleken er niet te zijn. Zo werdZwolle een conflict bespaard zoals in Zutphenontstond en dat daar nogal wat commotie veroor-zaakte. Hier werd een compromis gevonden meteen historisch meer verantwoord ontwerp waarbijeen beeld van de aartsengel Michaël de torenspitsbekroont Dit beelcLstaat er nog steeds, zij het datde originele goedkope houten uitvoering al in 1930vervangen moest worden door een steviger metkoper beslagen exemplaar.

In het inwendige van de kerk werden middel-eeuwse motieven wel hersteld of opnieuw aange-bracht. De kale witte muren uit de reformatietijdverdwenen. Wellicht is dat ook de reden waaromin 1897 op de gedenksteen de Latijnse afkortingvoor een eerbetoon aan de allerhoogste en heilig-ste God is geplaatst met voorbijgaan aan engelenen heiligen. Hiermee werd benadrukt dat het omeen protestants kerkgebouw ging.

Een nieuwe tijdEen onaangename briefwisseling met het toezicht-houdend provinciaal college over een beleggings-zaak in 1910, deed de toen 82-jarige baron ver-zuchten, dat hij beter zijn plaats kon afstaan aaneen jongere. Hij had in 1908 al afscheid genomenvan de rechtbank. Zijn collega kerkvoogden had-den hem echter overgehaald zich nog eens als pre-sident van hun college te laten benoemen. Inmid-dels ging Van Aerssen er kennelijk wel tegenopzien om verweer te moeten geven tegen de ver-anderende inzichten.

In 1910 verzette hij zich tegen het plan om eenwaarnemer uit de kring der predikanten bij dekerkvoogdij toe te laten. Dat vond hij niet gepast,maar helemaal ergerlijk werd het voor hem toenin 1912 dominee A. de Haan door een actie vandiens collega's benoemd werd tot kerkvoogd. VanAerssen wond zich daar zeer over op. Deze benoe-ming had hem volkomen verrast. Hij was er 'notabene' niet eens over geraadpleegd. Volgens de

Page 100: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

1 0 0 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Beeld van de aartsengelMichaël dat op de torenvan het noorderportaalstaat (GemeentearchiefZwolle).

baron waren predikanten 'lieden die zichbezwaarlijk voegden naar de mening van ande-ren.' Verder hadden ze zijns inziens geen zakelijkinzicht, laat staan dat ze tijd voor beheerszakenhadden. Bovendien verbood het plaatselijk regle-ment het.

Maar nu merken we iets van tegengas bij deoverige kerkvoogden, die hem tot dan braafgevolgd hadden. Het reglement kon toch veran-derd worden? Zij wilden ds. De Haan wel als kerk-voogd. Zeer tegen de zin van de baron kwam deverandering tot stand, onder goedkeuring van hetprovinciaal college.

V

Toen ds. De Haan zijn intrede in de vergade-ring van de kerkvoogdij deed was het welkomst-woord ijzig. Hij werd aangesproken met 'mijnheerde Haan' en de president kondigde aan in beroepte zullen gaan tegen de deze benoeming. Hij werdtoen echter in het ongelijk gesteld.

Het eindeDit was meer dan de ondertussen 86-jarige VanAerssen kon verdragen. Bijna was aan zijn loop-baan al een abrupt einde gekomen toen hem eenernstig ongeval overkwam. Hiervan herstelde hijechter spoedig. Een aanbod van ds. De Haan omheen te gaan wees hij af. Het ging hem niet om depersoon maar om de zaak. Hij had zich best naarde opvatting van de meerderheid der kerkvoog-den willen schikken. Dat had hij, vond hij zelf, inzijn loopbaan wel vaker moeten doen, maar hijvond de beslissing verkeerd. Ook de goedkeuringvan het provinciaal college achtte hij een verkeer-de stap. Ze hadden de zaak niet ten principaleoverwogen en dat kon hij niet aanvaarden. Verbit-terd nam hij afscheid op 24 april 1914.

Bij deze gelegenheid werden vele lovendewoorden gesproken, maar niemand trachtte hemnog over te halen te blijven zoals enkele jaren eer-der gebeurd was. Hij schijnt deze slag niet teboven zijn gekomen. Hij overleed na een kortziekbed op 15 november 1914. Zijn vrouw was altien jaar eerder overleden.

De Zwolsche Courant schreef bij zijn dood ondermeer: 'Niet alleen op rechterlijk gebied bleek zijnwerkzaamheid, als lid van het kerkbestuur van deNederlandsch Hervormde Gemeente was hij vangrote betekenis. De restauratie van het prachtigekerkgebouw op de Grote Markt is allereerst aanhem te danken, zijn krachtige hand, zijn volhar-ding heeft het zo bezwaarde werk der restauratietot een goed einde gebracht. Op velerlei gebiedzou nog van zijn werkzaamheden kunnen wordengewaagd. Tot medewerking was hij steeds bereid.Een man van karakter, een edelman in de volle zinvan het woord is met hem heengegaan.' De barondeed voor het laatst van zich spreken op 20november 1914. Toen vermeldde de krant dat debaron ƒ 1000,- had gelegateerd aan de wijkverple-

Page 101: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 101

ging van de Nederlandse Protestantenbond.Van Aerssen werd begraven op de begraaf-

plaats aan de Meppelerweg. Van zijn graf is bijnaniets meer terug te vinden, alleen enkele afgesletenletters en verbrokkelde paaltjes resteren.

TenslotteWillem baron van Aerssen was ongetwijfeld eenmarkante persoonlijkheid in het negentiende-eeuwse Zwolle. Zijn opvattingen passen geheel inde negentiende-eeuwse standenmaatschappij. Erwaren echter ook mensen die aan deze zekerhedentornden en deze groep werd naarmate de eeuwvorderde steeds groter. De ouder wordende VanAerssen kreeg steeds meer moeite met de verande-ringen die zich in de samenleving voltrokken. Metzijn afkomst uit adellijke kring met een overwe-gend militaire traditie voelde hij zich thuis in hetverleden. Zijn afscheid van de kerkvoogdij werdvoor hem vergald door een door hem verlorenconflict. Zijn overlijden in 1914 valt toevalligsamen met het einde van de periode 1814-1914.

Van Aerssens betekenis ligt evenwel in zijn rolals redder van Zwolles grootste monument. Tenopzichte van de Grote Kerk was hij zijn tijd voor-uit. Hij onderkende de immateriële waarde ervanen zette zich geheel in toen dit erfgoed bedreigdwerd. Hij was hier zelfs zo bij betrokken dat eenpredikant vond dat het college van kerkvoogdeneen afgod had, de Grote Kerk, want baron vanAerssen was gewoon te zeggen dat eerst de GroteKerk op orde moest zijn en dat dan de predikan-ten aan de beurt kwamen.

Het is daarom goed, dat er naast het verwaar-loosde graf aan de Meppelerweg de gedenksteen inde Grote kerk is die de herinnering aan hemlevend houdt.

Noten1. Dit artikel is een bewerking van de St. Michaëlsle-

zing 1998, gehouden door de dezelfde auteurs.2. Zie ook de artikelen van J. Erdtsieck, 'Dominee Jan

Vermeer (1834-1904). Een negentiende eeuwer tenvoeten uit' in: Zwols Historisch Tijdschrift XIV(1997)» 40-49 en 'Een restauratie in de negentiendeeeuw. De Grote Kerk van de ondergang gered'Zwols Historisch TijdschriftXV (1998), 46-51.

3. Dit college heeft tot 1943 bestaan.

Page 102: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

102 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Boekbesprekingen

B. Dubbe, Zwols zilver. Het Zwols goud- en zilver-smidsambacht en zijn meesters. Zwolle (Waanders,in samenwerking met het Stedelijk MuseumZwolle) 1999, ISBN 9040093601; prijs ƒ69,50.

'Kun je mij de Dubbe even geven?'... het zijnwoorden die in de wereld van verzamelaars en lief-hebbers van tin, goud en zilver veelvuldig wordengebruikt. En iedereen weet natuurlijk direct waarhet over gaat. Met het verschijnen van Zwols zilveris aan die duidelijkheid evenwel een einde geko-men, want na bovengenoemde vraag is er directeen wedervraag: 'Welke?' Na Tin en tinnegieters inNederland - en vele artikelen - verplicht Dubbeandermaal het gilde van professionals en liefheb-bers van de toegepaste kunsten aan zich met eenstandaardwerk dat weliswaar over goud- en zilver-smeden in één stad gaat, maar dat in zijn strekkingen belang natuurlijk de lokale grenzen verre over-schrijdt en overstijgt.

Laten we eens met dat laatste beginnen. Voorwie onbekend is met voorwerpen van Zwolsegoud- en zilversmeden, is het voortreffelijke foto-werk in het boek al overtuigend genoeg om Dub-be's stelling te kunnen onderschrijven dat ver-scheidene Zwolse ambachtslieden niet onderhoefden doen voor hun Haagse of Amsterdamsecollega's. Dit boek en al die andere publikatiesover lokale en regionale voorwerpen van toege-paste kunst, die de laatste jaren zijn verschenen,geven trouwens aan hoe weinig zinvol het is omvanuit stijlpuristische overwegingen een kwali-teitshirarchisch onderscheid te maken tussenAmsterdam/Haags en 'provinciaal' goud en zilver.Natuurlijk zijn er kwaliteitsverschillen - zoals dieer ook zijn tussen het Franse en het Hollandse zil-ver - maar het gaat niet aan om vanuit dat ene per-spectief een belangrijk deel van het Nederlandsezilver naar de achtergrond te schuiven. Gelukkig is

er door de vele tentoonstellingen en publikatiesvan de afgelopen twintig jaar een sterke herwaar-dering van het 'provinciale' zilver. Nogmaals,door het mooie fotowerk en de voorname vorm-geving van een voornaam onderwerp door Waan-ders is de schoonheid van het Zwolse zilver, ookvoor degene die al veel heeft gezien, verrassend.

De zojuist genoemde herwaardering is niet inde laatste plaats toe te schrijven aan het feit dat derecente studies over de Nederlandse centra vanhet goud- en zilversmidsambacht niet alleen dekunsthistorische kant van de zaak belichten, maarhet gouden of zilveren voorwerp ook plaatsen inzijn economische en sociale context. Voor demens die ontvankelijk is voor de 'historische sen-satie' draagt deze doorblik naar de wereld achterhet voorwerp bij aan de appreciatie en, zoals uit deveilingresultaten van de afgelopen jaren blijkt, gel-delijke waardering van het 'provinciale' zilver.Zwols zilver is het produkt van langdurig en gron-dig archiefonderzoek, waardoor deze multidi-mensionale context van de voorwerpen naarvoren komt.

In zijn inleidende hoofdstukken gaat Dubbe inop de technische aspecten van het ambacht; op deplaats van de goud- en zilversmeden in hetSt. Lucasgilde, waarin o.a. ook de glazenmakers,tinnegieters, schilders en boekdrukkers hun plekvonden (na 1664 hadden de goud- en zilversme-den hun eigen gilde) en op de stedelijke verorde-ningen ten aanzien van goud en zilver.

Dubbe besluit zijn inleiding met de resultatenvan een studie naar de leveranties van Zwolsegoud- en zilversmeden aan burgerij, stad en kerk.Dit hoofdstuk brengt mij op een punt van kritiekop het boek. Na de Wageningse dissertatie vanSchuurmans uit 1989 over materiële cultuur enlevensstijl en na het grote aantal onderzoeken naarboedelinventarissen in Nederlandse steden, zou-

Page 103: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 103

den auteurs van boeken over deelaspecten vantoegepaste kunst, zoals Dubbe, zich meer gelegenmoeten laten liggen aan de 'sociale geschiedenisvan het antiek'. Dubbe's hoofdstuk 'Leveranties'suggereert dat Zwols zilver aansluiting zoekt bijhet moderne onderzoek, maar is bij naderebeschouwing een presentatie van selectieve onder-zoeksresultaten die waarschijnlijk door de goedetoegankelijkheid van het vroege Zwolse archief-materiaal zijn bepaald. De nadruk ligt op de lateMiddeleeuwen en de vroege zeventiende eeuw;weinig over de achttiende en negentiende eeuw.Bijzonder waardevol materiaal, maar het was nuzo aardig geweest als de auteur ook iets had kun-nen zeggen over de specifiek Zwolse sociale inbed-ding van het zilver in latere tijd: welke voorwerpenwerden door wie en wanneer gebruikt. Hoe zit hetmet smaakontwikkeling en 'dalende cultuurgoe-deren.' Misschien overvragen wij, maar in zijnalgemeenheid mag worden gesteld dat boeken alsZwols zilver weliswaar de historische context vanhet voorwerp in beeld willen brengen, maarmethodisch nogal zwak zijn, waardoor de behan-deling van de thema's hapsnap blijft.

Terug naar de positieve kanten van het boek.De behandeling van de vele Zwolse goud- en zil-versmeden van de Middeleeuwen tot in de negen-tiende eeuw is grondig en uitvoerig. De goede toe-gankelijkheid van de Zwolse archieven vanuitgenealogisch oogpunt werpt hier haar vruchten af.Interessant zijn de familierelaties tussen deambachtslieden. De nauwkeurige bronverwijzin-gen zullen nog veel verder onderzoek stimulerenen vergemakkelijken. Voor de antiekliefhebber en-verzamelaar heeft Zwols zilver een bijzonderewaarde als standaardwerk. In de bijlagen vindenwe o.a. transcripties van gildebepalingen ennatuurlijk de jaarletters en de meestertekens. Delaatste op een heldere wijze afgebeeld.

In de bijlage VI werpt Dubbe nog een intrige-rende vraag op: hoeveel zilveren voorwerpen zijner eigenlijk overgebleven en aan ons overgeleverd.Dubbe laat zien dat de grote tentoonstellingen vande afgelopen jaren slechts een klein aantal voor-werpen van vóór 1600 bevatten (3,7%). Dat is wei-nig als we ons realiseren hoeveel materiaal van na1600 ook verdwenen zal zijn. Er is maar weinig

overgebleven, dat is duidelijk. Dat gegeven en ditprachtige boek doen de slechtste kant van de lief-hebber van goud en zilver weer boven komen:hebzucht!

Bert Looper

Derk-Jan Rouwenhorst, Het cultureel erfgoed vanVastgoed Zwolle. Karakteristieke huizen in Noord-en Oost-Nederland (Vastgoed Zwolle B.V.) Zwolle1999. ISBN 9090126260.

De fraaie, pompeuze villa's aan de Van Roijensin-gel weerspiegelen in het water van de Zwolsegrachten.

Over deze residenties van hooggeplaatstenotabelen in Zwolle, maar ook over ander onroe-rend goed voor de beter gesitueerden in de noor-delijke en oostelijke provincies, verhaalt auteurDerk-Jan Rouwenhorst in een zeer fraai uitgege-ven boek van de Van der Reijdgroep. In elf hoofd-stukken beschrijft Rouwenhorst de bouw- enbewoningsgeschiedenis van evenveel gebouwendie eigendom zijn van het vastgoedbedrijf. Vijfvan de beschreven panden staan in Zwolle.

De reden waarom een dergelijk bedrijf eenmooi boek laat vervaardigen is blijkbaar tweele-dig. Enerzijds heeft de firma een fraai relatiege-schenk. Anderzijds probeert Van der Reijd destaatssecretaris in het voorwoord op te roepen totverruiming van de fiscale mogelijkheden voorbeleggend Nederland, als prikkel in de zorg voorhet cultureel erfgoed.

Naar aanleiding van een stuk over Van Roijen-singel 13 in het Zwols Historisch Tijdschrift, kreegDerk-Jan Rouwenhorst de opdracht van makelaarVan der Reijd om de panden in bezit van de vast-goedgroep te beschrijven. De voormalige studentgeschiedenis van de Hogeschool Windesheim wasingenomen met de opdracht. De leerschool omeen boek te schrijven kostte de historicus volgenseen juninummer van de krant van de Hogeschooltwee jaar.

Het resultaat is er naar, niet alleen door degeschreven informatie, maar ook door de grotediversiteit aan illustraties en fraaie kleurenfoto'svan Hans Westerink.

Uit archiefstukken en literatuur die de auteur

Page 104: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

1 0 4 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

ten dienste stonden, is per pand een aardig verhaalgesmeed. De functies, ambities en familieomstan-digheden van de notabelen worden uitgebreidneergezet, zonder teveel zijwegen in te gaan. Aar-dige anekdotes zijn door de auteur opgenomen,zoals in het geval van Huize Eekhout, Van Roijen-singel 2/3. De opdrachtgever kreeg van de stadsar-chitect en hoofd gemeentewerken toestemmingom bouwafval in de stadsgracht te storten, mitseventuele schade hersteld zou worden. De vergun-ning voor aanleg van een riool voor Van Roijen-singel 13 werd in een week verleend, hetgeen vol-gens de auteur als voorbeeld dient voor huidigeoverheidsdienaren. De gebouwen zijn soms aan-leiding om nader in te gaan op de geschiedenis. Inde beschrijving van de villa van het geslacht VanHeijningen-Bosch in Veendam wordt nader uit-geweid over de veenontginningen in het gebied enhet zware werk van de veenarbeiders. Over HuizeVreewijk en Villa Bella in Oosterbeek wordt voor-al verhaald over de Duitse 'gasten' gedurende deTweede Wereldoorlog.

Het boek is behalve informatief door de geko-zen schrijfstijl zeer leesbaar. In een streven naarvolledigheid van de eigendoms- en bewoningsge-schiedenis volgt aan het einde van ieder hoofdstukeen opsomming, zonder dat dit storend is. Ookniet echt storend zijn enkele fouten in het boek.Om een voorbeeld te noemen: Isaac Gosschalkkreeg volgens de auteur de opdracht voor de bouwvan de villa aan de Van Roijensingel 6 als landelijkbekend architect van ondermeer het stationsge-bouw in Groningen. Tot de bouw van dit stationwerd echter in 1891 besloten, terwijl de opdrachtvoor de villa in 1882 werd verleend. In een aantalgevallen slaat de auteur de plank mis als het gaatom de beschrijving van toegepaste materialen.Hieruit blijkt dat de auteur geschiedenis heeftgestudeerd en geen bouwkunde of architectuur-historie. Daarentegen zijn de stijltyperingen vande gebouwen opmerkelijk juist, bijvoorbeeld inhet geval van de toepassing van 'Um i8oo'-ele-menten in het huis De Kempenaer in Haren.

Een tweede boek ligt blijkbaar in het verschiet;gezien de kwaliteit van dit deel lijkt dat een goedekeus.

Henk Jansen

Mededelingen

Van het bestuurDe twee werkgroepen Zwolse Agrarische Geschie-denis (ZAG) en Zwols Industrieel Erfgoed (ZIE)draaien goed. De leden van ZAG houden zich intwee- of drietallen bezig met specifieke onderwer-pen. Bovendien wordt getracht de areaalontwik-keling in kaart te brengen.

Binnen ZIE zijn goede vorderingen gemaaktaan de hand van de boeken van het MonumentenInventarisatieproject (MIP). Hieruit is een eersteselectie gemaakt van objecten die nader zullenworden bestudeerd. De bedoeling is om in de loopvan volgend jaar met een publicatie te komen.

Belangstellenden voor deze twee werkgroepenkunnen zich melden bij Wim Coster, Prins Frede-rikplein 2, 8019 XB Zwolle, tel. 038-4221451.

De oprichting van een derde werkgroep, diezich bezig zal houden met mondelinge geschiede-nis, is aanstaande. Het doel hiervan is, Zwolsegeschiedenis(sen) vast te leggen in de vorm vaninterviews. Belangstellenden kunnen contactopnemen met het nieuwe bestuurslid JanineOtten, conservator topografisch-historische atlasvan het Gemeentearchief Zwolle, Voorstraat 26,8011 ML Zwolle, tel. 038-4982488.

Page 105: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Agenda

105

Verandering van lucht,over de geschiedenis van reizen en vakantieseducatieve tentoonstelling4 oktober - eind december 1999

Elk najaar wordt door het Stedelijk MuseumZwolle een educatief project georganiseerd op hetgebied van de cultuurhistorie. Dit jaar is hetonderwerp het reizen door de eeuwen heen, vanafde Romeinse tijd tot nu toe. Het is bedoeld voorgroep 7 en 8 van de basisschool en de basisvor-mingvan het voortgezet onderwijs.

Aan de orde komen handelsreizen, ontdek-kingsreizen, educatieve reizen zoals de zogenaam-de Grand Tour, en het hedendaagse toerisme.

Scholen kunnen zich vooraf voor deelnameaan het project inschrijven. Mijn kan dan voorafeen informatiepakket afhalen. Aan de hand hier-van kan de docent het museumbezoek voorberei-den. In het museum worden de leerlingen bege-leid door medewerkers van de educatieve dienst.De ervaring van de afgelopen jaren heeft geleerddat de ene na de andere klas gedurende de heleperiode op schooldagen elkaar afwisselt. Omdat invoorgaande jaren enkele scholen teleurgesteldmoesten worden wegens overtekening, loopt hettotale project dit jaar een paar weken langer door.

Wanneer de ruimte niet bezet is door eenschoolklas, meestal op woensdagmiddag en in hetweekend, kunnen ook anderen de tentoonstellingbezoeken.

Cursus Ken Uw StadZwolle heeft een lange en boeiende geschiedenisachter de rug: in zo'n 1200 jaar ontwikkelde destad zich van een kleine nederzetting tot eengemeente met ruim 100.000 inwoners. De Zwolle-naren hebben in de loop der eeuwen heel watmeegemaakt. In deze cursus, die is bedoeld voor

mensen die iets meer willen weten over de stad,wordt ingegaan op hun beslommeringen.

De eerste twee avonden zijn gewijd aan deMiddeleeuwen; in de volgende twee bijeenkom-sten komen onderwerpen uit de zeventiende enachttiende eeuw aan de orde en tijdens de laatstetwee avonden staan de negentiende en twintigsteeeuw centraal. Tijdens de bijeenkomsten zijn ori-ginele bronnen uit de verschillende perioden tezien, variërend van middeleeuwse handschriftentot videofragmenten.

Telkens komen onderwerpen uit de politiek,de economie en uit de sociale en culturele geschie-denis aan bod. Op politiek gebied zien we de ver-schillen tussen een stadsbestuur dat uit schepenenen schout bestaat, een stadsbestuur dat stedelijkevrijheid hoog in het vaandel heeft staan en centra-lisatie en democratisering. Enkele steekwoordenbij de economische ontwikkeling van de stad zijnhandel, Hanze, gilden, mechanisatie en crisis vande jaren dertig in deze eeuw. Tenslotte krijgenonderwerpen zoals kloosters, Moderne devotie,maatschappelijke standen, eer, toenemend ver-keer en stadsuitbreiding uitgebreid aandacht.Docenten: Ingrid Wormgoor, Jean Streng en Har-ry StalknechtData: 16 en 30 november, 14 december, 11 en 25januari en 8 februariTijd: 20.00- 22.00 uurPlaats: Gemeentearchief Zwolle, Voorstraat 26Kosten: ƒ 125,- (inclusief syllabus). Dit bedragmoet op de eerste bijeenkomst worden voldaan.Aanmelding: schriftelijk (vóór 2 november 1999)bij het Gemeentearchief Zwolle, Voorstraat 26,8011 ML Zwolle.

Page 106: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

io6 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Auteurs Colofon

drs. Annèt Bootsma-van Hulten (1953) studeerde ge-schiedenis. Momenteel werkt zij als historicus opfree-lance basis.

J. Erdtsieck (1921) studeerde aan de Sociale Academieen aan de Rijksuniversiteit Groningen (andragolo-gie). Hij was achtereenvolgens catecheet/jeugdwer-ker van de Hervormde Gemeente te Zwolle, hulp-prediker te Eerbeek, regionaal jeugdwerkleider inGroningen/Drenthe en bedrijfsmaatschappelijkwerker in Zwolle.

W.A. Huijsmans (1948) is als medewerker verbondenaan het gemeentearchief van Zwolle en onder ande-re belast met acquisitie, inventarisatie en onder-zoek.

drs. H.P. Jansen (1964) studeerde kunst- en architec-tuurgeschiedenis en archeologie in Groningen. Mo-menteel werkt hij alscoördinator monumentenzorgen archeologie bij de gemeente Zwolle.

drs. Bert Looper studeerde middeleeuwse geschiedeniste Groningen en was stadsarchivaris van Zutphen(1985-1992) en 's-Hertogenbosch (1992-1995). Nu ishij werkzaam bij het ministerie van BinnenlandseZaken en Koninkrijksrelaties als directeur van deCentrale Archief Selectiedienst te Winschoten.'Buiten kantooruren' is hij antiekliefhebber enwerkt hij aan een boek over Winschoter zilver.

J.A.M. Melissie Appelhof, geboren en getogen in Zwol-le, is free-lance journalist.

Johan Teunis (1950) is medewerker bij het team Monu-mentenzorg en Archeologie van de sectie Ruimtelij-ke Inrichting bij de Sector Stadsbeheer. Hij houdtzich o.a. bezig met planbeoordeling bij en toezichtop restauraties en met gemeentelijke publicaties opdit terrein.

drs. Berend Veltman (1926) studeerde economie inRotterdam en culuurgeschiedenis van West-Europaaan de Open Universiteit. Van 1990-1994 was hijvoorzitter van de kerkvoogdij van de NederlandsHervormde gemeente te Zwolle.

Het Zwols Historisch Tijdschrift is een uitgave van deZwolse Historische Vereniging en verschijnt viermaalper jaar. Leden van de vereniging krijgen hel: tijdschriftgratis toegezonden.

Bestuur Zwolse Historische VerenigingW. Coster, voorzitterA. Arendsen, secretaris, telefoon: 038-4652369M.M.H, van Ulsen, penningmeesterM. van der Laan, J. Otten, M. Schneiders, leden

SecretariaatGemeentearchief Zwolle, Voorstraat 26, 8011 NL Zwol-le

Ledenadministratietelefoon: 038-4654617

Bezorging tijdschrift: A. Bootsma-van Hulten,telefoon: 038-4543434

Internet adres:http://www.obd.nl/instel/histver/zwolle.htm

Financiën: girorekening Postbank: 5570775t.n.v. Zwolse Historische Vereniging

Tarieven lidmaatschap:65+ (wonend binnen Zwolle) en studenten /35,oo/jaaroverige leden /45,oo/jaarhuisleden ƒ 7,50/jaar

Redactie Zwols Historisch TijdschriftA. Bootsma-van Hulten, W. Cornelissen, E.A. van Dijk,W.A. Huijsmans, M. van der Laan, J.C. Streng,I. Wormgoor.Redactie-adres: Westerstraat 17,8011 CD Zwolle

Vormgeving: Rob van den Elzen bNO (t)Opmaak: Different Design DeventerDruk: Hoekman Zwolle B.V.

ISSN 0926-7476 © Zwolse Historische VerenigingNiets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie,microfilm of op welke wijze dan ook, zonder vooraf-gaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Page 107: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ADVERTENTIES

Als het om

maatwerk g a a t . . .

drukkerij Hoekman kan hef voor u realiseren.

^

hypermodern machinepark.

fechnologieen en een

Drukkerij Hoekman B.V. GenemuidenD R U K K E R I I Drukkerij Heekman Zwolle B.V.r i s v X l ^ V r l Y l Drukkerij Hoekman Nieuw-VennepH O c K M A N Hoekman GraliMedia B.V.

Rijssense Drukkerij Ten Cale

Telefoon 038-385 23 8STelefoon 038-456 48 00Telefoon 0252-67 59 73Telefoon 038-456 4800Telefoon 0548-53 04 05

Zwolle?

Te Koop gevraagd:

Historische kantoorpanden

• bouwjaar voor 1900

Inlichtingen: 038i- 421 32 90

Van der Reijd Vastgoed Adviseurs B.V.Lid VBO

VASTGOEDADVISEUR LIDNBK4

ujVANDERREIJDEassurantiën bv - vastgoed-adviseurs

*ie "•Het

55 Tel. 038-4221206

8011 TM Zwolle Fax 038-4224318

i e '-fcDe letterste tof f ia «on

E-en w-t

U wai te weren., ifl'aa^'fUlAr cLe, V

txte, cuM weX-w. (\ieww€. expositie

Ê-n. een. ^erirouwtte pleü vooc iLe, 2-wolse His-feoriso e ^/ereniai'iw:

plet OK -fce

Page 108: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

*.. V

FaH. HABHANDBOEKBINDERIJ

Assendorperstraat 64 - 8012 CA ZwolleTel. 038 - 421 59 69

Sinds 1929

Binden van:Bindend Boeiend

Scripties

de Boeken

Statenbijbels

ums

Enz., enz.

1 . '_. • , ; • - . J . . .

Page 109: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

•V r

I W O I S

istorisc

De rijke geschiedenis vande Onze-Lieve-Vrouwekerk

• »:•»:»:•:•:*;•*•:•

,'• t -

* •

Page 110: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

110 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Annèt Bootsma-van Hulten enWim Huijsmans

ZWOLLE. KAMPERPOORTErMET GEZICHT NAAR Dl

KAMPERSTRAAT.

Groeten uit Zwolle

Ansichtkaart Kamperpoortenbrug met PeperbusPoststempel: 11 september 1907

L.0. Gisteravond half zeven ben ik hier aangeko-men. Van de Groninger reis is niets meer gekomen.Ge hebt zeker den geheelen dag uit staan kijken?Waart ge hier nu ook maar, het is zulk prachtigweer. Krijg ik spoedig eenig nieuws terug? Vele groe-ten van ons allen.

J.W. Haven, Molenweg 43, Zwolle.

Volgens het adresboek woonde in 1907 op hetadres Molenweg 43 het gezin van Barend Louis IeMahieu en zijn vrouw Joukje Haven. Barend wasals machinist werkzaam bij het spoor, zoals zovelen in Assendorp. Niet voor niets werd Assen-

dorp ook wel de spoorhazenbuurt genoemd. Deafzender van de kaart zal wel tijdelijk te gast zijnbij verwanten omdat zijn achternaam hetzelfde isals die van de vrouw van Le Mahieu. Het schriftverraadt de hand van iemand die mooi en deftigkan schrijven, de kennis van het Latijn is echterminder groot. In het adres is sprake van MutuaFides (= wederzijdse trouw). Dat was de naam vande Groninger studentensociëteit aan de noordzij-de van de Grote Markt.

De kaart toont ons de Kamperpoortenbrug alsdraaibrug, waarboven de Peperbus hoog uitto-rent. Deze brug werd in 1951 vervangen door eenophaalbrug, die intussen ook al weer vervangen isdoor een brede, vaste brug, bedoeld om grotereverkeersstromen vanuit en naar het centrum teleiden dan heden ten dage het geval is.

Page 111: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 111

Redactioneel Inhoud

De Peperbus is de bekendste toren van Zwolle enhoort als toren bij de Onze Lieve Vrouwekerk. Ditjaar is het 600 jaar geleden dat op de plek waar nude kerk staat, een kapel werd ingewijd. Deparochie van de Onze Lieve Vrouwe ten Hemel-opneming besteedt hier op bijzondere wijze aan-dacht aan en ook het Zwols Historisch Tijdschriftwil niet aan dit historische feit voorbijgaan. Naoverleg met een klein comité van de parochie isbesloten een themanummer uit te brengen, waar-in enkele bijzondere facetten uit de rijke geschie-denis van de Onze-Lieve-Vrouwekerk voor hetvoetlicht gebracht worden.

Dirk Jan de Vries, die in het verleden al over demiddeleeuwse bouwgeschiedenis van de kerkpubliceerde, richt zijn aandacht nu op de koorge-welven en de onderbouw van de Peperbus. Ookaan het beeld van de aartsengel Michaël, dat naveel omzwervingen 'rust' vond en een plaats kreegin de kerk aan de Ossenmarkt, besteedt hij aan-dacht.

Diepgravend is de verhandeling van A.J. Looy-enga over het kerkgebouw, dat in de tweede helftvan de negentiende euw in een neogotisch gewaadwerd gestoken. Vooral op initiatief van pastoorSpitzen werd de neogotische restauratie en inrich-ting gerealiseerd. Veel uitbreidingen uit die tijdzijn overigens bij de laatste grote restauratie in dejaren 1975-1981 weer gesloopt.

Jean Streng schrijft tenslotte over twee zilverenbeelden die voor de kerk gemaakt werden toen hetklimaat voor de katholieke gemeenschap iets mil-der werd. Ook verhaalt hij over het wel en wee vande kerkelijke gemeenschap zoals dat door de ach-tereenvolgende pastoors genoteerd werd in hetzogeheten Registrum Memoriale. Jubilea van ker-kelijke ambtsdragers, processies naar Kevelaar enveranderingen in de jaren zestig van deze eeuwpasseren de revue.

Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans 110

Enkele bijzonderheden van de kerk DJ . de Vries 112

De Onze-Lieve-Vrouwekerk in de negentiende eeuw

A.J. Looyenga 120

Twee zilveren heiligen J. Streng 144

Het rijke roomse leven in de Onze-Lieve-Vrouwekerk J. Streng 146

Auteurs 154

Omslag: Beelden van de Onze-Lieve-Vrouwekerk (foto's: M.I. Meijerink).

Page 112: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

112 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Enkele bijzonderheden van de kerk

DirkJ.de Vries Twee vrij recente artikelen in het JaarboekMonumentenzorg gaan over de middel-eeuwse bouwgeschiedenis van respectieve-

lijk de toren en de kerk.1 Enkele versierendeonderdelen die hier nadere uitwerking verdienen,bleven daarin onderbelicht; zonder overigensrecht te doen aan de veel omvangrijker, rijke ver-zameling oudere interieurstukken.

Uit de combinatie van het voorgaande bouw-historische en archivalische onderzoek kwam naarvoren dat aan de ogenschijnlijke architectonischeeenheid van de kerk toch een meer complex engefaseerd ontstaan ten grondslag ligt. Heel bijzon-der, niet alleen voor Zwolle maar ook landelijkgezien, is dat een groot deel van de middeleeuwseboekhouding bewaard bleef; thans veiliggesteld inhet Zwolse Gemeentearchief. De vooraanstaandekatholiek Emanuel van Twenhuizen onttrok ditmateriaal aan de stedelijk vordering (en vernieti-ging) waaraan de andere kerk- en kloosterarchie-ven ten prooi vielen. Opmerkelijk is eveneens, datde kerk tegenwoordig een waardevol beeld bezitdat in de vorige eeuw nog aan de stad toebehoor-de. Het gaat om het beeld de aartsengel Michaëldat in deze bijdrage beschreven wordt.

KoorgewelvenHet koor kwam samen met de transeptarmen ende eerste, oostelijke travee van het schip omstreekshet jaar 1417 onder dak. Dit blijkt uit de doorgaan-de nummering (telmerken) op de kapconstructiesboven deze bouwdelen en uit de dendrochronolo-gische datering van het toegepaste eikenhout datin de winter van 1416 op 1417 gekapt werd. In hetkasboek is bovendien sprake van de aanschaf van'bakken, stilen ende plancken tut deser kercken',hetgeen wijst op bouwactiviteiten. Omdat er in1399 reeds een kapel gewijd werd, nemen we aandat een (lager) deel van het koor, waar een Anto-

niusaltaar opgesteld stond, toen reeds in gebruikwerd genomen. Door het aanmoedigen van hetkerkbezoek, waaraan in 1399 een pauselijke aflaatverbonden werd, door het stichten van broeder-schappen en door schenkingen van burgersondervond ook de bouw financiële steun. In 1417sloot men de grote bouwcampagne voorlopig enprovisorisch af door tegen het meest westelijkespant, doorgaand tot beneden toe, een tijdelijkehouten wand aan te brengen. Het plaatsen van dekappen en de daarbij horende dwarsverbanden inde vorm van trekbalken, maakte het mogelijkgewelven aan te brengen. Het was echter gebruike-lijk daarmee enkele jaren te wachten om. het met-selwerk een goede uitharding te gunnen en de fun-damenten te laten 'zetten'. Met andere woorden:de koorgewelven zullen niet veel ouder zijn dan1420. Mogelijk dateren ze zelfs van na 1451, toenhet schip toegevoegd werd.

Het koor telt twee vakken met kruisgewelven oprechthoekige grondslag in het westen en een poly-gonaal, zogenoemd 5/8 sluitingsvak in het oosten.De gewelfribben ontspringen tegen de zijmurenop consoles met plantaardige vormen. In de topvan het gewelf komen zij samen tegen een sluit-steen. Het is heel gebruikelijk dat daarop, vooralin de koorsluiting een voorstelling van Christuswerd aangebracht, immers: 'Jezus Christus isde uiterste hoeksteen op welken het geheelgebouw bekwamelijk te zamen gevoegd zijnde,opwast tot eenen heiligen tempel in denHeere'(Ef. 2:19-22).

De koorsluitingssteen van de O.L.V.-kerk isechter vlak. In de negentiende eeuw werd er eengeschilderde, gouden zon op aangebracht. De zon,symbool van het Licht, misstaat op deze plek ove-rigens niet en past bij de middeleeuwse, christelij-ke iconografie.

Page 113: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT "3

Het koor en transeptvan de O.L. V. -kerk teZwolle vanuit het zuid-oosten (foto A.J. van derWal, RDMZ1971).

Page 114: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

114 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Koorgewelf van deO.LV.-kerk Zwolle.Sluitsteen met Mariaen Jezus in reliëf(foto RDMZ1981).

Koorgewelf van deO.LV.-kerk. Voorstel-lingvan St.-Antoniusop sluitsteen in hetmiddelste gewelf(foto RDMZ1981).

Page 115: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 115

De twee westelijke vakken van het koor bevat-ten daarentegen wèl sluitstenen met middeleeuwsbeeldhouwwerk. Tegenwoordig zijn ze voorzienvan een i9de-eeuwse polychromie. De meest wes-telijke steen toont in reliëf een voorstelling vanMaria met het kind Jezus. Zij is gehuld in een rui-me, geplooide mantel die ook haar hoofd en rech-ter arm afdekt waarop zij het naakte kindje draagt.Haar linker hand omvat de voeten van het kind.De gelaatstrekken van beide figuren zijn met meerrecente verf nogal aangezet waardoor de mimiekwaarschijnlijk afwijkt van de middeleeuwsegelaatstrekken.

De middelste sluitsteen van het koorgewelftoont een baarddragende man met lang haar. Hijdraagt een mantel met kraag of kap en houdt metzijn rechter hand een bel en met zijn linker handeen krukvormig attribuut vast. In dit reliëf kanbezwaarlijk een voorstelling van de God-Vadergezien worden, zoals Ter Kuile aanneemt.2 Bruik-baarder is de suggestie van Gerard Keilholtz, orga-nist van de kerk, dat het hier om een voorstellingvan Antonius Abt gaat. Het voornaamste attri-buut van Antonius is de T- (Tau) staf met eenhorizontale kruk waarvan ook een enkelzijdigevariant, functionerend als een wandelstok bekendis. Dit type kortere stok lijkt op deze sluitsteen tezijn afgebeeld. Een ander attribuut van Antoniusis de bel, ook gedragen door het zogenoemde St-Antoniusvarken, op zich weer een symbool van deheilige Antonius. Antonius werd vereerd alspatroon tegen besmettelijke ziekten, zoals de pesten het St.-Antoniusvuur.3 Er zijn diverse redenendie de aanwezigheid van het reliëf met de voorstel-ling van Antonius rechtvaardigen en verklaren.

De eerste reden is dat in de aflaat van 1399sprake is van een Antoniusaltaar. Ook in laterebeschrijvingen van de kerk wordt dit altaar als hetop een na belangrijkste genoemd (na het aanMaria en Maria Magdalena gewijde hoofdaltaar).4

Opmerkelijk is, dat één jaar voor de wijding vande kapel en het verlenen van de aflaat een ernstigepestepidemie woedde in Zwolle: 'De gehelesomertyd door stierven er dagelyks twintig, ookwel dertig menschen binnen dese Stad. Selfs zyn erdie verhalen, dat er alle dagen meer dan vyftigalhier, en in ons Carspel uit dit leven weggerukt,

en na het graf gesleept zyn'.5

De hele periode waarin het oostelijk deel vande Q.L.V.-kerk tot stand kwam, werd geplaagddoor golven van pest: iri de zomer van 1421 heersteer opnieuw een epidemie, evenals in de jaren 1423en 1440.6 Deze gebeurtenissen zullen er mede toebijgedragen hebben dat er in 1445 een tweedebroederschap in de O.L.V.-kerk gesticht werd,namelijk de 'broederscap des heiligen vaders sanc-ti Anthonii'.7 Zo'n zelfde broederschap was in 1412gesticht ter ere van 'onser lieuer vrouwen'.8

De bepalingen inzake de bezigheden en ver-plichtingen jegens de broederschap zijn beknop-ter geformuleerd dan bij de O.L.V. broederschap(zie noot 8). De procuratoren die bij de stichtinggenoemd worden, zijn behalve Henrick Schone-kamp als priester van het Antoniusaltaar, LubbertTymanssoen en Johan van Millingen. Zij staanmet hun vrouwen (respectievelijk Hase en Jutte)ook vermeld 'in der yrsten sexteernen ofte capitell'als degenen 'die oir renten geloest hebn'. Betalingvan een jaarlijks bedrag of een 'rente', een inko-men uit een onderpand, financierde het lidmaat-schap van de broederschap.

Onderbouwvan de torenDankzij de bewaard gebleven kasboeken enbestekken is over de bouw van de toren, en vooralover de lantaarn, veel bekend. De bouw van detoren moet omstreeks 1463 begonnen zijn; tienjaar nadat het schip was voltooid met het plaatsenvan een westgevel, voorzien van overhoeksesteunberen. Het lijkt erop dat men in die gevelreeds een grote opening met staande tandenspaarde, om de toekomstige aansluiting met denieuwe toren mogelijk te maken.9 Onder de kerk-meesters Gerbert van den Busch en Jacob vanTwenhuesen kreeg Berend van Covelens in hetvoornoemde jaar opdracht de toren te 'doen tym-meren ende mueren' waarvoor ze hem nog vijftiggulden moesten betalen.10 Hieruit blijkt debetrokkenheid van stadsbouwmeester Berend ofBernt van Covelens die tussen 1445 en 1474 tal vanstedelijke opdrachten uitvoerde. In 1447 kreeg hijhet burgerrecht van Zwolle maar het is bekend dathij ook in andere steden werkzaamheden verricht-te.11 De torenromp is sober uitgevoerd met drie

Page 116: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

n6 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Plint van de Peperbusca. 1463 (foto auteur1996).

Blokje van Munster-steen voorzien vaninscriptie aan de zuid-zijde van de doorgangvan het torenportaal(foto auteur).

geledingen, grotendeels in baksteen opgetrokkenen telt telkens drie nissen per gevel/geleding.

Een niet eerder gesignaleerde bijzonderheid isde natuurstenen plint van de toren, thans alleenaan de westzijde zichtbaar.12 Men ziet nu tweelagen (oorspronkelijk meer want de straat kwamomhoog) van op hun kant gestelde blokken Bent-heimer zandsteen. Natuurstenen plinten komenwel vaker voor, maar ze zijn doorgaans in gladafgewerkte blokken uitgevoerd. Hier zien we ech-ter een ruwe afwerking met diagonale slagen inéén richting, Waarschijnlijk werden deze slagenaangebracht met een puntbeitel of spitsvlecht alsgrove afwerking van een gekloofd of gebouchar-deerd oppendak. Een randslag ontbreekt.

Een dergelijke plint geeft een rustiek effect. Zezijn van antieke, Romeinse architectuur bekend,evenals van weerbare bouwwerken uit de tijd vande Staufïsche keizers. Het dichtstbijzijnde entevens voor Nederland unieke voorbeeld is dehoge plint van de massief natuurstenen Proosdijte Deventer, Sandrasteeg 8 (1130 d). Jongere voor-beelden dateren doorgaans uit de tijd van deRenaissance. In Italië is dat de vijftiende eeuw, inNederland voor het eerst vanaf de zestiende eeuw.Een toepassing rond 1463 is dus uitzonderlijk.Wellicht heeft het met de afkomst/opleiding vanBerend te maken, ergens uit het Duitse Rijnge-bied, Wesel of Koblenz? In ieder geval zijn inDuitsland uit de vijftiende eeuw meer voorbeel-den bekend van rustica metselwerk in plinten ofzelfs over de volle hoogte van gevels.13

De doorgang van de toren naar de kerk is 4,83meter breed, heeft afgeschuinde, geprofileerdehoeken en bevat aan weerszijden een steens diepenis van 0,54 x 0,72 meter op 1,21 meter boven devloer. Een opvallend onderdeel bevindt zich opcirca 1,9 meter hoogte in de zuidmuur ter hoogte

Page 117: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 117

van de licht gebogen bovenzijde van de nis. Hetgaat om een beschadigd blokje van zogenoemdeBaumberger of Munstersteen dat voorzien is vaneen inscriptie en oorspronkelijk een lengte van 44centimeter had. Sinds de ingrijpende ontpleiste-ring in 1978 is de lengte gereduceerd tot 30 centi-meter (bij een hoogte van 13 centimeter en eendikte van 6 cm) en gaapt er rechts van het steentjeeen gat. De beschadiging komt de leesbaarheidvan de inscriptie in gotische letters niet ten goede.Bovendien werd de bovenste regel rechts eerder enmet opzet afgevlakt. De bovenste regel lijkt meteen kapitale D te beginnen, maar daarna is deinterpretatie moeilijk, omdat de dun ingehaktehulplijntjes van de letters ontbreken of met kalkgevuld zijn. Er zou bijvoorbeeld kunnen staan:Die genede... De tweede regel begint met eenwapenschildje waarin een T (Tau) opgenomen is.De daarop volgende reeksen inscripties wordenduidelijk van elkaar gescheiden: twee keer dooreen drietal diep ingehakte ruiten boven elkaar endoor een diep gestoken 'klavertje' waarvan hetsubtiel dun gesneden steekje wèl bewaard bleef.Alleen de eerste reeks lijkt leesbaar: CCCC, moge-lijk deel van een jaartal (1)4.., maar het vervolglijkt daar niet op aan te sluiten. Kortom: een puz-zel die nog niet opgelost is.

Met het oog op een mogelijke betekenis van deinscriptie ging een eerste gedachte uit naar eengedenksteen c.q. herinnering aan de eerste steen-legging, zoals bijvoorbeeld in het zuidkoor (1464)en de toren (1515) van de N.H. kerk te Delden.14 Indat geval zou de steen primair in het baksteenmetselwerk van de Peperbus opgenomen moetenzijn, maar daar wijst het breukvlak rechts in hetgat naast het steentje niet op. Omdat alle natuur-steen aan de buitenzijde van de toren Bentheimeris en Munstersteen doorgaans wat later toepassingvindt in Zwolle, lijkt een datering later dan 1463meer voor de hand te liggen.

Hebben we hier te maken met een memorie-steentje in verband met een begraving op dezeplaats? Het steentje zit nogal hoog en soortgelijkestenen ontbreken elders in de kerk. Een bijzonderaanknopingspunt lijkt ook het wapenschildje metde T te zijn. Is het 'een steenhouwersmerk, een

teken van een onbekende meester? Alleen die ranglijkt zich van wapenschildjes rond het merk tehebben bediend.15 Een laatste suggestie voor ditteken gaat in de richting van een (overleden) indi-vidueel lid of van de collectieve betrokkenheid vande St.-Antoniusbroederschap. Antonieten droe-gen immers de tau of het crux commissa alsembleem.

Aartsengel MichaëlOp een nieuw plateau met randschrift, gedragendoor een zandstenen leeuwenkop, bevindt zichsinds 1993 boven de noorddeur in het schip eenbeeld van Michaël. Volgens een koperen plaquettestond het beeld voordien (vanaf 1951) in de hal van

Beeld van Michaëlboven de noorddeur inhet schip van de O.L. V. -kerk in 1615 vervaardigddoor Frerick Reynerse(foto auteur 1997).

Page 118: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

n8 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

de St. Michaëlsschool aan het A-plein. Voor dietijd stond het in de negentiende-eeuwseSt.-Josephkerk aan de Nieuwstraat en daarvoor inde Diezer (buiten) poort. Zoals bekend wasMichaël niet alleen de patroon van de stedelijkehoofdkerk maar ook van de stad. Van de oudereVispoort is eveneens bekend dat die onderbescherming van de stadspatroon was gesteld en'Sencte Mychiels poerte' genoemd werd.16

Het 1,5 meter hoge beeld van fijnkorreligezandsteen is opvallend goed bewaard gebleven,wellicht dankzij de oudste opstelling in een nis endoor de gele verf die er op aangebracht is. De steenzelf is grijzer; in enkele diepere holten werdengeen oudere kleursporen aangetroffen. Degehelmde Michaël is gekleed als een Romeinse sol-daat met een metalen borststuk over een geplooi-de mantel die tot op de knieën valt en in strokenuit de schouderstukken (dierenkoppen) van hetharnas komt. De armen van Michaël zijn verderonbedekt, maar over de onderbenen zijn scheen-stukken geschoven. Een zekere onbalans in dehouding ontstaat omdat het linker been daaron-der op een dwarsgeplaatste, plat liggende draakrust. Het beest hapt in de onderrand van eenstaand ovaal, het wapen van Zwolle dat doorMichaël met zijn linker arm wordt gedragen. Inzijn rechter hand draagt hij een houten speer.Michaëls hoofd staat onder een vrij schuine hoek,in de richting van de draak gewend. Michaël heeftverder twee niet al te ver uitstekende vleugels. Hetbeeld heeft een ruwe achterzijde - stond dus metde rug tegen een muur - en bevat daar een smeed-ijzeren oog ter bevestiging aan een haak. De dyna-mische, strijdende drakendoder ontleent zijn sta-biliteit verder aan een rechthoekig voetstuk (36 x30 centimeter) dat ruim tien centimeter hoog is.

De Buiten-Diezerpoort werd in het jaar 1828gesloopt, zoals Heerkens noteerde: 'Met de geheelen alle slechting van Stads hooge wallen, muren enpoorten, mei: uitzondering der reeds afgebrokenKamper en Luttekepoort, is in het jaar 1828 aan denoordzijde een aanvang gemaakt. De Buitendie-serpoort in welkers fraaije met platte pilastersopgehaalde buitengevel, zich in het midden eennis met het beeld van Stadsbewaarengel Michaëlop iedere zijde een vengster zich vertoonde, was

tevens in hare tweede verdieping van eene openepoort, doch in eene overdwarsche rigting voor-zien, dewelke tot doorgang der beide naast gelege-ne wallen diende. Deze buitenpoort is in gezegdjaar 1828 verkocht voor ƒ 605,- en afgebroken...'.17

Op bevel van prins Maurits werd Zwolle beginzeventiende eeuw van nieuwe aarden bolwerkenvoorzien. Tot deze werkzaamheden behoorde ookhet bouwen van een nieuwe buitenste Diezerpoortin het jaar 1615, ruim nadat de vroegere buiten-poort omstreeks 1594 was afgebroken. Van Hat-tum schreef daarover in 1755: 'Na het voleindenvan Stads Vesten, aan dese syde, wierdt de twedeof Buiten Dieserpoort, thans nog in wesen, opge-bouwd, en in den jare 1615, voltooyd, gelyk voordie poorte gesteld is met vergulde letteren op eenblaauwe grond; zynde ook het beeld van StadsSchuts Heylige, den Aarts Engel Michiel» met eenDraak onder syn voeten, aan de buiten syde voorde poort geplaatst'.'8

Dankzij speurwerk van oud-gemeentearchiva-ris F.C. Berkenvelder valt er thans meer over demaker van het beeld te vertellen. Uit de Maandre-keningen blijkt dat men in 1614 metselde aan eennieuwe poort voor de Diezerpoort en dat eenbeeldhouwer uit Amsterdam daar twee dagenwerkte.19 De rekeningen van het jaar 1615 meldendat aan Frerick Reynerse, beeldhouwer, is aanbe-steed twee hoofden voor 3 daler te houwen. Daar-naast krijgt hij 20 Car. gulden voor het houwenvan de engel Michiel. Er komen twee leeuwen opde nieuwe Diezerpoort die in hetzelfde jaar nogmet leien wordt gedekt.20

De twee (lopende) leeuwen schijnen bewaardte zijn gebleven als tuinornamenten van het HuisBoschwijkbij Zwolle.21

Op grond van de vermelding in het jaar 1614kan wellicht afgeleid worden dat met een beeld-houwer uit Amsterdam de in 1615 genoemde Fre-rick Reynerse bedoeld wordt. Over Fre(de)rickReyn(i)erse is in de algemene index van het Zwol-se Gemeentearchief niets te vinden. In algemenepublicaties over beeldhouwers in de vroege zeven-tiende eeuw ontbreekt deze Frerick, evenals in denotariële akten, beroepslijsten, poort-, onder-trouw- en begrafenisboeken uit die tijd in hetAmsterdamse archief.

Page 119: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 119

Met de ondubbelzinnige toeschrijving van hetMichaëlsbeeld (en de leeuwen) aan Frerick Rey-nerse kan wellicht elders toch een aanknopings-punt in de geschreven bronnen gevonden worden.Duidelijk is dat het om een tot nog toe onbekendebeeldhouwer gaat die een trefzekere stijlopvattingen een goede materiaalbeheersing combineerde.

Dit Michaëlsbeeld uit voormalig stedelijkbezit, is dankzij de opleving van het R.K. geloof inde negentiende eeuw behouden gebleven in eenkerk die ooit voor andere heiligen werd op- eningericht.

Noten1. Dirk J. de Vries, "Soe dattet een Ewych Werck mach

bliven'; de bouw van de Onze Lieve Vrouwetoren ofPeperbus te Zwolle', Jaarboek Monumentenzorg1992, Zwolle/Zeist 1992, 71-96 en Dirk J. de Vries,'De middeleeuwse bouwgeschiedenis van de OnzeLieve Vrouwekerk te Zwolle', Jaarboek Monumen-tenzorg 1996,194-202.

2. E.H. ter Kuile, Noord- en Oost-Salland. De Neder-landse Monumenten van Geschiedenis en Kunst.'s-Gravenhage 1974,122.

3. J.J.M. Timmers, Christelijke symboliek en icono-grafie. Haarlem 1978, nr. 668.

4. De Vries 1996, noot 21.5. B.J. van Hattum, Geschiedenissen der stad Zwolle I,

Zwolle 1767,257-258.6. Van Hattum 11767,332,341,376.7. Gemeentearchief Zwolle, Archief O.L.V. parochie,

voorlopig inv.nr.707; het origineel is gevat in eenomslag van leer en eikenhout.

8. idem, voorlopig inv.nr.708. 'JhesuS. Int Jaer ons he-ren dusent CCCC unde twalfe Doe auerdroeghenonser lieuer vrowen broeders dat men alle jaer enennijen gildemeister kiesen sal. Ende die twe jaer lanctoekomende sal hijt wesen ende die twe gildemeis-

terfi moghen voert kiesen vi broeders daer die twehen mede. moghen beraden. Ende wes die achttedan averdraghen, dat sullen die ander gildebruedersende Susters volghen. Ende weert sake dat yemantwere die des niet volghen en wolde, die moechte uutder bruderscap gaen.

9. Zieafb. 2, De Vries 1996,196.10. De Vries 1996,72-73.11. DJ. de Vries, Bouwen in de late middeleeuwen. Ste-

delijke architectuur in het voormalige Over- en Ne-dersticht, Utrecht 1994,64-66.

12. Het metselwerk aan de noord- en zuidzijde is ver-nieuwd na het wegbreken van de negentiende-eeuwse aanbouwen. Alleen bij de zuidwestelijkehoek kan men thans misschien opmaken dat deplint om de hoek aan de zuidzijde van de torendoorliep.

13. Bijvoorbeeld het omstreeks 1462 daterende Reich-lin-Meldegg-Haus, thans museum aan de Krum-mer Bergstrafie en het Raadhuis uit ca. 1490 teÜberlingen alsook Haus zur Katz uit 1424 in Kon-stanz; beide Duitse steden liggen aan de Bodensee.Zie: Peter Findeisen, Stadt Überlingen. Bodensee-kreis. Ortsatlas Baden-Württemberg, Stuttgart 1994,36.

14. De Vries 1994,111-114.15. H. Janse en DJ. de Vries, Werk en merk van steen-

houwer. Het steenhouwersambacht in de Nederlan-den voor 1800, Zwolle/Zeist 1991,61-62.

16. De Vries 1994,234.17. Rijksarchief Overijssel, Hs. uit verzameling Heer-

kens, nr. 1, in Archief VORG, 24-25.18. B.J. van Hattum, Geschiedenissen der stad Zwolle V,

Zwolle 1775,33.19. GAZ, AAZ01-1941,21,49 en 68. Deze en de volgende

noot met vriendelijke dank aan F.C. Berkenvelder.20. GAZ, AAZ01-1942,33,61, 63,74,75,86,89,99,101.21. Heymerick Tromp, 'Tuin- en parkaanleg', in:

E. Gelderman en J. Hagedoorn [eds.], Een aardschparadijs. De buitenplaatsen Boschwijk, Landwijk enVeldwijk nabij Zwolle, Zwolle 1994,169.

Page 120: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

120 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

De Onze-Lieve-Vrouwekerkin de negentiende eeuw

A.J. Looyenga

De orgelkast van deOnze-Lieve-Vrouwe-kerk, vervaardigd in1697 door NicolausBrunswick en in 1813 teZwolle geplaatst. Hethuidige instrumentdateert uit 1896 en isgemaakt door de orgel-maker Maarschalker-weerd. De neogotischeborstwering is ontwor-pen door F. W. Mengel-berg (fotoM.I.Meijerink).

Op 4 maart 1809 werd de O.L.V.-kerk ofKruiskerk, die sinds mensenheugenis nietmeer voor de eredienst was gebruikt, op

bevel van Lodewijk Napoleon overgedragen aande katholieken, ter vervanging van de schuilker-ken aan de Koestraat en de Spiegelsteeg.1 Zoalsbijna overal, bleef de toren eigendom van de stad.De schuilkerken aan de Hoornsteeg en die 'Onderde Bogen' bleven bestaan. Voor het herstel van dekerk schonk koning Lodewijk Napoleon ƒ 9.100.Zijn gift was uiterst welkom want het kerkgebouwverkeerde in een abominabele toestand. De dakenwaren slecht, de muren ingewaterd enz. Er werdhard gewerkt aan het herstel en op 25 augustus 1811werd de kerk in gebruik genomen.2 In 1815 werd delaat zeventiende-eeuwse torenspits door bliksem-inslag verwoest. Pas in 1828 kwam een nieuwe koe-pelvormige bekroning tot stand naar ontwerp vande stadsarchitect H. Klinkert. Sindsdien draagt detoren de naam Peperbus.

De vroeg negentiende-eeuwse inrichtingDe inrichting was aanvankelijk nog provisorisch:een altaar, een preekstoel en een kabinetorgeltje.Spoedig werden stappen ondernomen om tot eenwaardiger inrichting van het godshuis te komen.Het was voor heel wat katholieke gemeenten in dietijd moeilijk om aan passende inventarisstukkente komen voor de kerken die zij hadden terugge-kregen. Een van de mogelijkheden, die vooral inhet Brabantse veelvuldig werd benut, was hetovernemen van stukken uit opgeheven Idoostersuit de Zuidelijke Nederlanden. Op die manier zijntal van belangwekkende stukken kerkelijke kunstin Noord-Brabantse kerken beland. Voor kerkenin Overijssel bood het katholieke Munsterland eenvergelijkbare mogelijkheid. Zo kwam het kerkbe-stuur van de O.L.V.-kerk terecht bij de voormaligeObservantenkirche in Munster. Voor het daaraanwezige hoogaltaar waren zij net te laat; het wasal verkocht.3 Wel wisten zij het orgel te verwerven.Het instrument was in 1697 gebouwd door Nico-laus Brunswick. Door bemiddeling van een zekereprof. J.E. Kistemaker te Munster werd dit instru-ment aangekocht en in 1813 werd het in Zwolleopgesteld.4

Nu het niet gelukt was om een hoogaltaar overte nemen, besloot men een nieuw altaar te latenmaken. Op 16 oktober 1817 nam de meestertim-merman Johannes C. Polier dit werk aan. In 1819was het altaar klaar. Het is helaas niet bekend wiede ontwerper ervan was. Over de maker van hetbeeldhouwwerk is wel een aanwijzing te vinden.Er bestaat namelijk een overeenkomst uit 1818 tus-sen het kerkbestuur en de beeldhouwer AntoniusWallenhorst, voor het maken van een beeld vanWillibrordus.5 Verder staan in het rekeningen-boek betalingen aan een beeldhouwer Wallenbeek(ongetwijfeld een verschrijving) voor een aantalbeelden, niet alleen van Willibrord, maar ook van

Page 121: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 121

Bonifatius en Michaël. Omdat al deze figuren ophet hoogaltaar voorkwamen, zullen de beeldenvan Wallenhorst daarvoor bestemd zijn geweest.Het is zeker niet ondenkbaar dat deze beeldhou-wer ook het altaar heeft ontworpen. Hij tekendehet eerder genoemde contract in Duits schrijf-schrift, dus waarschijnlijk was hij een Duitser.Gezien de zojuist vermelde Zwolse connecties metMunster, is het goed mogelijk dat hij uit deze stadafkomstig was.

In een advies van 3 februari 1819, over deafwerking van het altaar, dat vermoedelijk afkom-stig is van de bovengenoemde professor Kistema-ker staat: 'Ik heb mijne gedachten er over latengaan, en ook andere kundige mannen bevraagd.Ons oordeel is, dat de kleur zoude wesen wit,namelijk bleek wit, of als men hier 't noemd melk-wit. Dit staat deftig, en de nieuwste autaren hierhebben ook deze kleur. De verziersels aan de pyla-ren, boven en beneden, als ook die elders, wordendan verguld, eenigen meer helder en andere blee-

ker na welbevinden; edoch moet niet te veel goudaangebragt worden of doorschitteren. Zulk istegen de eenvoudige majesteit, die voor 's Heerentempel past.'6 De keuze voor wit met goud istypisch voor het neoclassicisme, de overheersendestijlrichting van die dagen. In zijn vormgevingdroeg het altaar daarentegen nog een sterk barokkarakter. De opbouw herinnert aan de Romeinsekerkgevels, zoals die in de late Renaissance werdenontwikkeld en vooral in de barok een grote bloeibeleefden. Het retabel had een flauw gebogenbenedengedeelte dat door zuilen werd geleed. Hetmiddendeel daarvan, waar zich het altaarstukbevond, werd geflankeerd door twee pilasters engekoppelde zuilen. Daarvoor stond het eigenlijkealtaar met zijn tombevormige onderbouw (sti-pes). Zoals nog zal blijken, dateren het tabernakelen de forse door engelen geflankeerde expositie-troon van later tijd. In de zijgedeelten waren door-gangen aangebracht, waarboven nissen met beel-den. Het bovengedeelte bestond uit een schelpnismet beeld, geflankeerd door pilasters en even ach-teruit geplaatste zuilen, die een gebogen frontonmet het Alziend Oog droegen, een voorstelling dievanaf de late achttiende eeuw tot ongeveer 1850veelvuldig in kerken werd aangebracht.

Het altaarstuk was een schilderij in de trantvan Pieter de Grebber, dat wordt gedateerd op hettweede kwart van de zeventiende eeuw. Het kwamvrijwel zeker uit één der schuilkerken en heeftdaar wellicht ook als altaarstuk dienst gedaan. Hetbevindt zich thans in de torenhal. Op het altaarre-tabel waren verscheidene beelden aangebracht,waarvan de meeste wel te identificeren zijn. Hetbeeld links beneden draagt een kroon en staat opeen maansikkel; dit is dus Maria. Het rechter beeldis vermoedelijk Jozef, omdat in zijn rechter handiets te zien is dat op zijn attribuut de leliestaf lijkt.Bovendien werd het in deze tijd gebruikelijk Jozefals pendant van Maria een plaats te geven. In deloop van de negentiende eeuw zou dit leiden tot devaste aan weerszijden van het hoogaltaar geplaats-te Maria-en Jozef-altaren. Door wie en wanneerdeze beelden zijn vervaardigd is niet bekend. In denis in de bovenbouw is een staande figuur vanChristus te zien met de zegevaan. Dit beeld werdpas in 1856 geplaatst, vermoedelijk door de verder

Het voormalige hoog-altaar uit 1819. De com-muniebank is afkomstigvan de Gebrs. Goossensuit 's-Hertogenbosch;circa ISJO (fotoGemeentearchief Zwol-le, KA074).

Page 122: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

122 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

onbekende beeldsnijder P.J. Dalmeijer.7 De tweerijk bewerkte figuren aan weerszijden van debovenbouw, die ook de visuele verbinding tussenonder- en bovenbouw tot stand brengen, zijnmoeilijker te identificeren. Het linker beeld lijkteen Romeinse wapenrok te dragen en voorzien tezijn van vleugels. Het zou dan de stadspatroonMichaël kunnen voorstellen, wat overeenkomtmet de eerder geciteerde betaling aan de beeld-houwer Wallenhorst. De identiteit van een drukmet de rechterarm gebarende figuur ter rechterzijde is niet vast te stellen. Op de uiterste hoekenvan de onderbouw zijn nog twee beeldengeplaatst; het linker draagt een kerkmodel mettwee torens in de hand en stelt dus Willibrordusvoor en het rechter zal waarschijnlijk Bonifatiuszijn. Sinds de zeventiende eeuw was het namelijkzeer gebruikelijk beide geloofsverkondigers alseikaars pendant in een kerk te plaatsen. Ook dezebeelden moeten zijn geleverd door Wallenhorst.

In 1856-1857, toen ook het al vermelde Chris-tusbeeld werd geplaatst, is het altaar verfraaid metenig snijwerk (waarschijnlijk boven het tympaan)en met een nieuw tabernakel. Ook werd het bij diegelegenheid 'kunstig geschilderd'. De witte tintviel blijkbaar niet meer zo in de smaak.

Wat later met dit altaar is gebeurd, is niet dui-delijk. Toen in 1872 de opdracht voor het huidigehoogaltaar was verleend, wilde het kerkbestuurhet oude altaar verkopen, maar men raakte hetniet kwijt. Toen kwam pastoor Spitzen echter incontact met de Praefectus Apostolicus vanLapland. Volgens hem zou het oude altaar 'zeer testade komen in de nieuw kerk te Drontheim, wel-ke ZD staat te bouwen'.8 Uit diverse bronnen valtaf te leiden dat het inderdaad naar Noorwegen isverscheept.9 Men moet in Trondheim wel ambiti-euze plannen hebben gehad, wilde men het kolos-sale Zwolse altaar kunnen onderbrengen. Teambitieus klaarblijkelijk, want tot 1902 moest dekatholieke gemeenschap in die stad het met eenzeer bescheiden kapel doen. Wat intussen met hetaltaar is gebeurd, is niet bekend.10

Behalve het zojuist beschreven altaar werdenook andere stukken voor de kerk aangeschaft. In1812 kreeg de kerk een preekstoel en in 1825 eencommuniebank. Daarna gebeurde er geruime tijd

niets. In 1842 werden twee balkons in 'de zijpan-den' aangebracht voor extra plaatsen. In 1850kreeg de kerk een geschilderde kruisweg, waar-voor ƒ 1021,- werd betaald aan O. de Boer.'' Dit zalde schilder Otto de Boer senior (1797-1856) zijn,die werkzaam was in Amsterdam, Den Haag,Leeuwarden en Groningen. Hij schilderde ondermeer bijbelse voorstellingen en altaarstukken. DeSt. Michaëlskerk in zijn geboorteplaats Woudsendbewaart een altaarstuk met de Opwekking vanLazarus en een kruisweg van zijn hand. Ook deSt. Simon en Judas te Ootmarsum bezit een doorhem vervaardigde kruisweg.12 De Zwolse kruis-weg werd in 1873 geschonken aan de katholiekeparochie te Fredrikshald (Halden) in Noor-wegen.13 In 1852 kreeg de kerk via pastoor VanKessel dertien terracotta beelden van de GoedeHerder en de Twaalf Apostelen. Deze zijn in hetseminarie Rijsenburg terecht gekomen.14 In 1857werd 'de gevel van de kerk verfraaid en met debeeltenis van de Hemelvaart van Maria voor-zien.'15 Deze beeltenis werd in 1871 aan deparochie te Heino geschonken en is daar nogsteeds in de kerk aanwezig.16

De in 1826 aangeschafte communiebank werdin 1862 verfraaid met drie gebeeldhouwde pane-len, vervaardigd in het atelier van de Gebrs. Goos-sens te 's-Hertogenbosch, dat in dezelfde tijd ookdrie biechtstoelen leverde. Al deze stukken zijninmiddels verdwenen. De ontwerptekening vande vernieuwde communiebank heeft schrijverdezes eertijds gefotografeerd. Zij toont voorstel-lingen van de bruiloft te Kana, de wonderbaarlijkespijziging en het laatste avondmaal. Zijaltaren zijner ook geweest, want in de kerkbestuursnotulenvan 26 november 1873 staat dat het oude St. Jozef-altaar aan de kerk van Winschoten is geschonken.Daar is het overigens niet meer aanwezig.

Nieuwe opvattingenZo bood de kerk omstreeks 1860 het beeld van eensobere blanke gotische ruimte, met een groten-deels neoclassicistische inrichting, die nog eensterke barokke inslag had. Aan de oostzijde werdde ruimte gedomineerd door het enorme hoogal-taar, aan de westzijde door het grote barokkeorgel. De grote, lichte ruimte zelf, moet echter

Page 123: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 123

overheersend zijn geweest. Het ideaalbeeld vaneen licht kerkinterieur met hier en daar wat kleur-accenten, maakte na 1860 snel plaats voor eenandere visie. De romantiek had de Middeleeuwenherontdekt en dat liet de denkbeelden over kerkenen kerkinrichting niet onberoerd. Men wilde degotiek laten herleven en men droomde van half-duistere, mysterieuze, kleurrijke ruimten. Middel-eeuwse kerken werden soms op krachtdadige wij-ze in overeenstemming gebracht met het ideaal-beeld dat men zich van een middeleeuwse kerkhad gevormd. Een goed voorbeeld was de St. Ca-tharinakerk te Utrecht. Deze tamelijk sobere laat-gotische kloosterkerk werd tussen 1860 en 1865verbouwd tot datgene wat men zich bij een goti-sche kathedraal voorstelde. De middeleeuwsewerkelijkheid werd daarbij ondergeschikt ge-maakt aan de negentiende-eeuwse droom van deMiddeleeuwen.17

De neogotische restauratie: achtergrondenDat ook in de Zwolse O.L.V.-kerk een rijke goti-sche droom werd gerealiseerd, is het werk van pas-

toor Otto Anthonius Spitzen (1823-1889).IS Dezewerd geboren te Steenwijkerwold en kreeg zijnpriesteropleiding aan de seminaries te 's-Heeren-berg en Warmond. Daarna studeerde hij enige tijdte München, onder andere bij de beroemde kerk-historicus Ignaz Döllinger. In 1846 werd hij totpriester gewijd en daarna werkte hij als kapelaan teHeino, Steenwijkerwold en Zwolle. Van 1851 tot1857 was hij professor aan het Groot-Seminarie teWarmond. Van 1858 tot 1866 was hij pastoor teHeino en daarna werd hij in Zwolle benoemd. Hijwas zeker één van de meest erudiete priesters vanzijn tijd. Hij was lid van verschillende geleerdegenootschappen en kreeg vooral bekendheid doorzijn studies over Thomas a Kempis. Deze droegener wezenlijk toe bij dat diens auteurschap van Deimitatione Christi definitief kwam vast te staan.Verder verscheen van zijn hand een uitvoerigestudie over de middeleeuwse Biblia Pauperum.19

Spitzen had dus een grote belangstelling voorde Middeleeuwen. Het lag voor de hand dat hij demiddeleeuwse kerk waaraan hij verbonden werd,ook nieuwe middeleeuwse luister wilde geven. In

Wr j^.Jy3?ari)r|)ttbrk

JËÏrowbplan

Plattegrond van de kerkdoor S. Trooster, geda-teerd april 1887. Dereeds uitgevoerde en noguit te voeren vergro-tingswerken zijn aange-geven (GemeentearchiefZwolle, KA074).

Page 124: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

124 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

het Registrum Memoriale schreef hij daarover:'Vanaf het oogenblik dat hij benoemd werd, hadde pastoor de restauratie en verfraaiing van hetheerlijk kerkgebouw als de voornaamste grootezaak beschouwd.- Eerst 28 Mei 1868 bracht hij ditter sprake. Aanvankelijk niet met algemeenen bij-val.'20

Op 29 november 1869 stelde hij het onderwerpopnieuw aan de orde: 'na ingewonnen advies vanMonseigneur den aartsbisschop stelde hij (de pas-toor) voor den gerenommeerden architect denHeer Schneider te laten overkomen, ten eindedezen te belasten met het ontwerpen der teekenin-gen van de bereids gewijzigde en uitgebreide,maar nog altijd bekrompen plannen. Den pastoorwas ingevallen of de biecht- en catechismuszalenaan wederzijde van het langschip der kerk niet zookonden worden aangelegd, dat ze later kondenworden doorgetrokken en op deze wijze twee lagezijschepen als het ware vormen. De Heer Schnei-der alsmede de Weieerwaarde Heer Van Heuke-lum, "Baurath" des aartsbisschops keurden hetvoorstel goed. De Heeren kerkmeesters vereenig-den zich eenparig er mede. De Heer Schneiderbeloofde voor eene som van ƒ 560 een algemeenplan van restauratie, vergroting en versiering derkerk te ontwerpen, dat voor Juni 1870 gereed zouzijn.'21 Uit de notulen van het kerkbestuur van 29november 1869 blijkt ook dat er was gesprokenover een nieuw hoogaltaar en twee nieuwe altarenin het transept.

De plannen werden nader uitgewerkt door dearchitect H.J. Wennekers. Het volledige ontwerpkon niet terstond worden uitgevoerd, omdat hetkerkbestuur nog niet alle tegen de kerk gebouwdehuizen had verworven. De bouwactiviteiten dietussen 1870 en 1873 onder leiding van Wennekershun beslag kregen, omvatten achtereenvolgenshet transept met de twee daarbij aansluitende tra-veeën van het schip, een sacristie aan de noordzij-de van het koor en het koor zelf. Tussen 1887 en1889 volgde de rest van het schip en de sacristie aande zuidzijde van het koor. Deze werkzaamheden,waarbij het oorspronkelijke plan in hoofdzaakmoet zijn aangehouden, stonden onder leidingvan de Zwolse bouwkundige S.J.H. Trooster.22

De Utrechtse School in de neogotiekIn het voorgaande stuk zijn verschillende perso-nen genoemd die een nadere introductie behoe-ven. In de eerste plaats de 'Baurath' van de aarts-bisschop, Gerardus Wilhelmus van Heukelum(1834-1910). Deze telg uit een familie van bak-steenfabrikanten koos voor het priesterschap. Hijwerd in 1859 gewijd en meteen daarna benoemdtot kapelaan aan de St. Catharinakerk te Utrecht,de kathedraal van het aartsbisdom. In 1873 werdhij pastoor te Jutphaas, waar hij tot zijn doodbleef. Hij had reeds vroeg belangstelling voor ker-kelijke kunst en architectuur en ontwikkeldegeleidelijk vrij uitgesproken denkbeelden daar-over. Hij vond dat de kerkelijke kunst, die natuur-lijk gotisch moest zijn, haar inspiratiebron moestvinden in het eigen land. Voor de architectuurbetekende dit dat de veertiende en vijftiende-eeuwse baksteenbouw van midden en oostelijkNederland het uitgangspunt voor nieuwe gebou-wen moest zijn.

Van Heukelum kreeg kans om zijn ideeën inde praktijk te brengen toen in 1868 de pastoor/ple-baan van de Utrechtse kathedraal, Andreas Ignati-us Schaepman tot aartsbisschop werd benoemd.Van Heukelum werd nu diens informele adviseurin zake kerkelijke kunst, of zoals Spitzen hetnoemde, diens 'Baurath'.23 Om de geestelijkheidvoor zijn ideeën te winnen richtte hij in 1869 eenvereniging voor kerkelijke kunst op, het Sint Ber-nulphusgilde, aanvankelijk alleen voor geestelij-ken, later ook voor leken. Verder was hij ook deoprichter van het Aartsbisschoppelijk Museum,waarin kerkelijke kunst werd geëxposeerd die alseen voorbeeld voor nieuwe creaties kon dienen.Zijn belangrijkste taak was het echter om kunste-naars te vinden die zijn programma zouden kun-nen uitvoeren. Hij had vooral behoefte aan eenarchitect.

De beroemdste kerkenbouwer van die tijd wasP.J.H. Cuypers (1827-1921), maar tegen de2.e figuurhad Van Heukelum de nodige bezwaren. Hij zoulater zeggen dat hij Cuypers geen architect achttein 'volle Nederlandse zin', maar de ware reden waseerder dat hij Cuypers niet plooibaar genoegvond. Hij zocht naar andere architecten en kwamzodoende in contact met Hugo Schneider (1841-

Page 125: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 125

1925).24 Deze was afkomstig uit Duitsland en hadzijn opleiding gehad bij verschillende coryfeeënvan de neogotiek, zoals Carl Gottlob Ungewitterin Kassei, Richard Voigtel te Keulen, Friedrich(von) Schmidt te Wenen en George Gilbert Scottte Londen. Sinds 1865 was hij te Aken gevestigd.Van Heukelum was goed bekend met de kunst-kenner en priester Franz Bock uit Aken en is waar-schijnlijk via hem met Schneider in contact geko-men.

Van Heukelum wilde Schneider ontwerpenlaten maken voor kerken en semikerkelijkegebouwen en deze door Nederlandse architectenlaten uitvoeren. Zo konden die leren hoe hetmoest. Twee architecten had Van Heukelum aan-vankelijk 'op zicht': Herman Wennekers, dieonder andere de restauratieplannen voor Zwollekreeg uit te voeren en verder onder toeziend oogvan Van Heukelum de fraaie kerk van Vierakkerbij Zutphen (1869) tot stand bracht, alsmede Ge-rard te Riele, die naar ontwerp van Schneider eenkatholieke kerk bouwde in Wijhe (1869-1871).25

Uiteindelijk doorstond geen van beiden de proef,

want Van Heukelum kwam in contact met dearchitect Alfred Tepe (1840-1920) en concludeerdespoedig dat deze zijn man was. Tepe heeft talrijkekerken gebouwd: wij noemen hier slechts die teRaalte en Heeten en verder de kapel op de RKbegraafplaats te Zwolle.26 Van Heukelum wist ooknog andere kunstenaars voor zijn denkbeelden tewinnen: de beeldhouwer Friedrich Wilhelm Men-gelberg (1837-1919), de glazenier Heinrich Geuer(1841-1904) en de edelsmid Gerard Brom (1831-1882). Samen met Tepe vormden zij het zogehetenUtrechts Kwartet. De door Van Heukelum geïni-tieerde richting staat bekend als de UtrechtseSchool. Vooral Mengelberg zou voor de ZwolseO.L.V.-kerk van groot belang blijken te zijn.

Het restauratieplan van Hugo SchneiderLaten wij het plan dat Schneider voor de O.L.V.-kerk maakte eens nader bezien. In de eerste plaatswerd het gebouw hersteld, waarbij de gotischestijlkenmerken weer sterker tot spreken werdengebracht. Verscheidene ramen, die in de loop dereeuwen waren dichtgemetseld, bijvoorbeeld in de

litr f^.J^.Birotljutek O.I/.)O.Jj«m«t»a«l. Tekening van de zuid-zijde van de kerk geda-teerd april 188/, doorS. Trooster, met hetreeds gebouwde en nogte bouwen gedeelte vande zijbeuk (Gemeente-archief Zwolle, KA074).

Page 126: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

126 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

koorsluiting, werden geopend en evenals de overi-ge vensters voorzien van natuurstenen raamstijlenmet traceerwerk in laatgotische vormen. Hetmeest spectaculaire aspect van de werkzaamhedenwas de toevoeging van een reeks kapellen, of betergezegd van zijbeuken, aan het schip. Verschillendeoverwegingen zullen hierbij van invloed zijngeweest. In de eerste plaats van praktische aard: erkwam meer ruimte in de kerk, de zijbeuken kon-den worden gebruikt voor processies, die immersniet buitenshuis mochten worden gehouden, enverder waren zij zeer geschikt om de biechtstoelente plaatsen. Bij Spitzen en zijn architect kan echternog iets anders hebben meegespeeld. Een eenbeu-kige kerk was niet in overeenstemming met hetdoor een kathedraalachtig ideaaltype bepaaldegotiekbeeld van de neogotici. Door toevoegingvan zijbeuken zou de Zwolse kerk iets meer een'kathedraal' karakter krijgen.

De nieuwe zijbeuken onderscheidden zichdoor materiaalgebruik en vormgeving duidelijkvan het oude werk. Zij hadden bij elke travee eensteekkap eindigend in een topgevel. Deze topge-vels hadden niet de volle breedte van de kapeltra-vee, maar waren eerder een soort zeer groot uitge-vallen dakkapellen. Om toch de indruk van eenvolledige topgevel te verkrijgen had de ontwerpereen kunstgreep toegepast, waarbij de hoekkepersvan deze dakkapellen in de gevels van elke traveenaar beneden doorliepen tot aan de steunberen.Hieruit blijkt duidelijk dat de ontwerper streefdenaar een afwisselende bedaking die echter hetoude werk niet al te zeer mocht domineren.Vreemd was wel dat het achterste gedeelte van hetdak dat direct bij het oude werk aansloot oor-spronkelijk plat was afgedekt.27 In 1884 kregendeze daken een schuine helling en werden deramen van het schip iets naar beneden doorge-trokken, alles volgens plan van Alfred Tepe.28 Deverdere afwerking van de zijbeuken was vrij een-voudig. Aan beide zijden van de toren bevondenzich eenvoudige aanbouwen. Aan de zuidzijde wasechter tussen deze aanbouw en de zijbeuk eenportaal aangebracht dat door een extra hoog tent-dak en een ingang met wimberg een speciaalaccent kreeg. Of dit portaal ook nog op het ont-werp van Schneider teruggaat staat niet vast.

Inwendig waren de zijbeuken laag en donker.Om ze bij de kerkruimte te laten aansluiten warentussen de muurpijlers in het schip bogen uitgebro-ken. Daarbij sloot zich het kruisgewelf der zij-beuktraveeën niet direct aan, aangezien rnen tus-sen de buitensteunberen van het schip een bredeboog had aangebracht. Het nieuwe werk was dusook inwendig nadrukkelijk gescheiden van hetoude. Bij de restauratie van 1975-1981 werden denegentiende-eeuwse uitbreidingen, afgezien vande aanbouwen aan het koor, gesloopt. In het schipwerden de neogotische raamstijlen en traceringendoor nieuwe vervangen. Bijna was toen ook deneogotische inrichting van de kerk aan de vernie-tiging prijs gegeven. Gelukkig is men te elfder urenog tot beter inzicht gekomen.

Friedrich Wilhelm MengelbergDe sobere blanke kerk die Spitzen bij zijn komst inZwolle aantrof, was voor hem niet aanvaardbaar.Een kleurige en tegelijk mystieke kerk wenste hij,een ruimte die door haar atmosfeer en door haarvoorstellingen tot devotie opriep. Spitzen en zijnmedestanders hebben wellicht gedacht de O.L.V.-kerk in haar middeleeuwse gedaante terug tebrengen. Maar het waren hun eigen Middeleeu-wen, het was in zekere zin een droom. Het was deveelzijdige beeldhouwer Mengelberg die dezedroom werkelijkheid maakte.

Friedrich Wilhelm Mengelberg (1837-1919), devader van de beroemde dirigent Willem Mengel-berg, was geboortig uit Keulen.29 Na zijn leertijdin Keulen opende hij een beeldhouwersatelier inzijn geboortestad, dat hij in 1865 naar Aken ver-plaatste. In 1868 vervaardigde hij een bisschopsze-tel voor de St. Catharinakathedraal te Utrecht.Hiermee had hij zo'n succes dat hij besloot omnaar Utrecht te verhuizen. Zijn atelier kwam daartot grote bloei en had een enorme productie. In1892 telde het 32 medewerkers. Voor tal van ker-ken in Nederland en het Rijnland produceerdenzij altaren, preekstoelen, biechtstoelen, orgelfron-ten, beelden, kruiswegstaties en wat dies meer zij.Thans zijn ongeveer 500 werken geïdentificeerd.Bekend zijn de bronzen deuren van het noordpor-taal van de Keulse Dom uit 1887-1891, resultaat vaneen prijsvraag.30

Page 127: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 127

Toen Van Heukelum kort na zijn benoemingtot pastoor van Jutphaas in 1873 in dat dorp eennieuwe kerk liet bouwen door Alfred Tepe, werdaan Mengelberg de inrichting toevertrouwd.Andere door hem ontworpen ensembles zijn deinterieurs van de St. Michaël te Schalkwijk en deSt. Willibrordus te Utrecht; beide kerken zijneveneens ontworpen door Tepe. Fraaie stukkenuit zijn atelier zijn ook te vinden in de Krijtberg teAmsterdam en in de RK kerken te Heeten en Raal-te. Een belangrijk werkstuk tenslotte was hetmonument voor Thomas a Kempis in de voorma-lige St. Michaëlkerk te Zwolle, dat bij de betreu-renswaardige afbraak van deze kerk op zo smade-lijke wijze te gronde is gegaan.

Uitgangspunten van de neogotische inrichtingDe neogotische inrichting van de Zwolse O.L.V.-kerk behoort tot de belangrijke Mengelberg-ensembles. Alvorens daarover in bijzonderhedente treden, willen wij ingaan op de beginselen dieeraan ten grondslag liggen. Deze waren gedeelte-lijk ontleend aan de toenmalige opvattingen overmiddeleeuwse kerksymboliek en gedeeltelijk aaneigentijdse pastorale en liturgische overwegingen.De negentiende-eeuwse Rooms-Katholieke Kerkdroeg in vele opzichten nog het stempel van hetConcilie van Trente, dat veel hebbelijkheden vande middeleeuwse kerk had opgeruimd. De liturgiewerd bij die gelegenheid geüniformeerd, de icono-grafie gestandaardiseerd en de hoeveelheid devo-ties gereduceerd. Het kerkbegrip van na Trentevond zijn artistieke uitdrukking in de barok. Deze'barokke' religieuze mentaliteit werkte in denegentiende eeuw door. Dat betekende dat eenterugkeer naar de Middeleeuwen, zo men die alzou willen, onmogelijk was. Ook de neogoticikonden en wilden dat niet en zo zou men kunnenspreken, met een zekere overdrijving weliswaar,van een barokke religiositeit in middeleeuwsgewaad.

Het ideale neogotische kerkgebouw moestworden geconcipieerd volgens één alles omvat-tend concept, dat een iconografische en stilistischeeenheid vormde. Binnen de Utrechtse School washet vaak Mengelberg die voor kerken een alge-meen inrichtingsplan ontwierp.

Het neogotische kerkconcept ging uit van eentamelijk strikte scheiding van koor- of altaarge-deelte en kerkschip. Verder had een neogotischekerk van enige betekenis vrijwel altijd twee zijko-ren, wat bij middeleeuwse kerken eerder uitzon-dering dan regel is. De Zwolse kerk had ze ook nieten men heeft ze hier niet toegevoegd. Men heeftzich ermee tevreden gesteld de oostelijke wandenvan de transeptarmen als zodanig te behandelen.Deze maken dus in zekere zin deel uit van de koor-partij. Het hoogkoor is het belangrijkste gedeeltevan het kerkgebouw. Het is gewijd aan het Sacra-ment van de eucharistie en daarmee aan het heils-werk van Christus. In de iconografie komt dat danook tot uitdrukking. In het gewelf van de kruisingziet men acht engelen met de arma Christi, de lij-denswerktuigen van Christus. In de triomfboogtussen kruising en koor verbeeldt een groot cruci-fix, het triomfkruis, de dood van Christus, teza-men met het getuigenis der apostelen dat gestaltekrijgt in de apostelbalk, waar elke apostel een arti-kel van de geloofsbelijdenis bij zich heeft. In deoverhuiving van het hoogaltaar, waar het offer vanChristus op onbloedige wijze opnieuw tegen-woordig wordt gesteld, ziet men Christus als god-delijke rechter bij het Laatste Oordeel; hij houdteen boek in de hand met de Alpha en de Omega,

Het kruisingsgewelf metengelen met de lijdens-werktuigen van Chris-tus, geschilderd in 1881-1882 door Johann Lange(foto: auteur).

Page 128: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

128 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Apostelbalk met triomf-kruis, vervaardigd in1878 door F. W. Mengel-herg (foto: auteur).

het begin en het einde. Hij wordt geflankeerd doorMaria en Johannes de Doper als voorsprekersvoor de mensheid.

Het zou bij de thematiek van het priesterkoorgepast hebben, wanneer de gebrandschilderderamen de hoofdmomenten van Christus' heils-werk hadden verbeeld. Het is mogelijk dat de oor-spronkelijk aanwezige vensters inderdaad derge-lijke voorstellingen hebben bevat, maar daaroveris weinig bekend. De huidige vensters uit 1905-1910 hebben grotendeels betrekking op Maria, depatroonheilige van de kerk. Dat het heilswerk vanChristus de gehele kosmos omvat, wordt waar-schijnlijk aangeduid door de tekenen van de die-renriem in het sluitingsgewelf. De hemelse mach-ten die Christus in het Sanctus verheerlijken zijnweergegeven door de engelen in de koorgewelven.De lerende kerk wordt aangeduid door de vierbeelden van de westerse kerkleraren Hieronymus,Gregorius, Augustinus en Ambrosius. Vreemd ishet dat de vier evangelisten slechts een bescheidenplaats is vergund, namelijk aan de achterzijde vanhet triomfkruis en wel door middel van hun sym-bolen.

De transeptarmen hebben als thematiek demenswording van Christus. Op de noordelijke

Het noorder transeptmet de profetenschilde-ringen van Johann Lan-ge uit 1883 en eengedeelte van de doordezelfde schilder ver-vaardigde kruisweg;1883-1888 (foto:auteur).

Page 129: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 129

hoek ziet men een beeld van Maria, OnbevlektOntvangen; doordat zij vrij was van de erfzondewas zij waardig om Gods zoon te ontvangen enmens te doen worden. Aan de zuidzijde ziet menChristus in een menselijk aspect, namelijk dat vanhet Heilig Hart. Hier hebben wij een duidelijkvoorbeeld van een niet middeleeuwse devotie inmiddeleeuws gewaad. De H. Hart-verering dateertuit de zeventiende eeuw, maar werd pas in hetlaatste kwart van de negentiende eeuw vanuit dekerk sterk gestimuleerd. Op de oostelijke wandenvan de transeptarmen vindt men schilderingenvan de profeten die Christus' komst en menswor-ding hebben voorzegd. In de noordelijke transept-arm bevindt zich het altaar gewijd aan Maria. Denoordzijde was in de Middeleeuwen een zeergebruikelijke plaats voor een Mariakapel of -altaar. Ook bij de St. Michaëlkerk in Zwolle washet noordelijke koor aan Maria gewijd.

Het zuidelijke zijaltaar is aan Jozef gewijd. Datis in het geheel niet middeleeuws. In de Middel-eeuwen was Jozef een tamelijk onbelangrijke heili-ge. In de baroktijd nam zijn verering toe om in denegentiende eeuw een hoogtepunt te bereiken. In1870 werd hij zelfs uitgeroepen tot patroon van degehele kerk. Het werd dan ook pas in de loop vande negentiende eeuw gebruikelijk dat het Maria-altaar een Jozef-altaar als tegenhanger kreeg.

Het schip is de ruimte voor het kerkvolk. Dedaar aangebrachte voorstellingen hebben in denegentiende-eeuwse iconografie dan ook meestalbetrekking op deze wereld. Men ziet daar dikwijlsafbeeldingen van heiligen. Het schip van deO.L.V.-kerk bevatte echter geen voorstellingen.

De neogotische polychromieTot zover de inhoudelijke uitgangspunten voor deinrichting van de kerk; nu de uitwerking. Beslis-send voor de indruk die de kerk nu maakt, is depolychromie; ook al is die alleen in koor en tran-sept behouden gebleven. De witte kerk, die pas-toor Spitzen bij zijn komst te Zwolle aantrof, pastegoed bij de esthetische standaard van de vroegenegentiende eeuw. De ontdekking dat de oudeGrieken hun gebouwen vaak zeer bont beschilder-den heeft aan een verandering in het denken overarchitectuur en kleur in aanzienlijke mate bijge-

dragen. Men kan in hoofdzaak twee soorten poly-chromie onderscheiden: de constructieve poly-chromie, waarbij de kleur door het gebruik vanverschillend getinte bouwmaterialen wordt ver-kregen, en de geschilderde polychromie.31

De constructieve polychromie is in Nederlandgeïntroduceerd door Pierre Cuypers; de geschil-derde wellicht ook, maar deze vond vooral aan-hang binnen de Utrechtse School. Men dient tebedenken dat authentieke voorbeelden van mid-deleeuwse polychromie zeer schaars waren, zodatmen vaak eigen inventies volgde. Veel invloedhadden de opvattingen van de Franse architectEugène Viollet-le-Duc (1814-1879), terwijl er vanafomstreeks 1870 tal van voorbeeldboeken van dedrukpers rolden.

Ofschoon Mengelberg van beroep beeldhou-wer was, heeft hij verscheidene ontwerpen voorkerkbeschildering gemaakt. Dat voor de Zwolsekerk is één van de vroegste. Het dateert uit 1881. Eris nog een schets bewaard die vermoedelijk vanMengelberg afkomstig is waarop de hoofdlijnenvan de wanddecoratie zijn aangegeven).32

De kerkschilder Gerard F.X. Jansen (1835-1896) bracht in 1881-1882 de beschildering vankoor en transept aan. De engelen met de armaChristi in het kruisingsgewelf en de in 1883 aange-brachte profeten in de transeptarmen zijn het

Zuider transept met deprofetenschilderingenvan Johann Lange uit1883 en een gedeelte vande door dezelfde schildervervaardigde kruisweg(1883-1888). Uiterstlinks een der twee grotekandelabers met leze-naar naar ontwerp vanF. W. Mengelberg ver-vaardigd door GerardBrom; 1877 (foto:auteur).

Page 130: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

130 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Schetsontwerp voor dewandbehandeling vanhet koor. Potloodteke-ning waarschijnlijk vanF. W. Mengeïberg(GemeentearchiefZwolle, KA074).

werk van de schilder Johann Lange (1823-1908) uitAken, die daarbij naar de ontwerptekeningen vanMengeïberg werkte.33 Opvallend is de als tegelta-bleau uitgevoerde textiel-imitatie in de onderstewandgedeelten van het koor. De tegels zijn naarontwerp van Mengeïberg uitgevoerd door J. Schil-lemans te Utrecht. Tussen de koorramen is telkenseen architectuurschildering aangebracht, die eengotische aedicula (klein gebouwtje) voorstelt,waarin gordijnen zijn opgehangen. De kleurstel-ling van deze schilderingen is duidelijk verwantaan de schilderingen die Viollet-le-Duc liet aan-brengen in de kapellen van de Notre-Dame inParijs en waarover hij een platenalbum uitgaf.

Het wandgedeelte boven die schilderingenheeft een wat groenige tint, wat in de polychromievan die tijd vrij gebruikelijk was. Het is gedeco-

reerd met groene vierpasjes en in bruin en gouduitgevoerde Franse lelies. Ter hoogte van dekraagstenen van de gewelven is een brede bandaangebracht, geheel in overeenstemming met deaanbevelingen van Viollet-le-Duc; daarboven isde wand crèmekleurig met een enkel plantaardigmotief.

In het transept was de beschildering ietsanders opgezet: het onderste gedeelte van de wandis in brokaatimitatie beschilderd; daarbovenbevindt zich een fries met symbolische voorstel-lingen die betrekking hebben op Maria en Jozef enaansluiten bij de aan hen gewijde altaren. Danvolgt de al genoemde reeks profeten; zij zijngeschilderd tegen een achtergrond in paars ensteenrood en geplaatst onder goudkleurige goti-sche baldakijns met wimbergen. Daarboven volgteen hoog gedeelte met schijnvoegen. Tenslotte zietmen dezelfde brede band als in het koor met daar-boven een blank gedeelte met enig plantaardigornament. Het benedengedeelte van de noord- enzuidwanden van het transept, waar de kruisweg isaangebracht, is voorzien van tegeltableaux metafwisselend cirkels en ruitvormig geplaatste vier-kanten, afgebiesd met meanderranden. In de plintzijn kwasten te zien.

Aan de noordzijde ziet men in de meander-rand twee tegels met daarop J. Schillemans/Utrecht 1886. Op zich is dit niets bijzonders, maarhet is vreemd dat deze tegels op hun kop zijn aan-gebracht. Het verhaal gaat dat Mengeïberg, deontwerper, erop tegen was dat de tegelfabrikantzijn werk zou signeren. Alleen de naam van deontwerper mocht erop staan. De tegelfabrikantvond dit de omgekeerde wereld en signeerde toch:omgekeerd.34

Het schip werd pas in 1893 beschilderd naarhet oorspronkelijke plan van Mengeïberg. GerardJansen en verder J.A. Waterkamp uit Zwollededen dat elk voor een deel. In 1906 moest debeschildering worden vernieuwd. Toen werdenook de zijbeuken gepolychromeerd. De wandge-deelten die naast de nieuw aangebrachte scheid-bogen naar de zijbeuken waren overgebleven,werden voorzien van schijnvoegen, boven debogen bevond zich een geschilderd fries met goti-sche arcaden, waartussen gordijnen. De muurge-

Page 131: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 131

deelten daarboven waren op dezelfde manierbehandeld als het transept. Bij de restauratie van1975-1981, waarbij de neogotische zijbeuken wer-den verwijderd, verdween ook de polychromievan het schip. Om toch een goed geheel te verkrij-gen met de gehandhaafde beschildering in hetoostelijke gedeelte van de kerk werd in het schipeen bescheiden nieuwe beschildering aange-bracht. Dit was ontworpen door Han Prins uitZwolle en uitgevoerd door D. Schoonekamp uitAmsterdam. De brede biezen die op de transept-gewelven zijn te zien, werden in het schip op eeniets verstrakte wijze nagevolgd. De wandpijlerskregen een steenroze kleur en werden voorzienvan witte schijnvoegen. Het resultaat is zekerovertuigend. Ontwerper en uitvoerder hebben opbekwame wijze de beide delen van het gebouwvisueel tot elkaar weten te brengen.

De neogotici wensten niet alleen de wanden vaneen kleurrijk gewaad te voorzien, maar ook de

vloeren moesten zo worden behandeld. Men kondaarbij kiezen voor een mozaïekvloer, zoals bij-voorbeeld in de Keulse Dom, maar dat was voorde gemiddelde kerk te kostbaar. Een nieuwe tech-niek bood uitkomst, een tegelsoort die dikwijlswordt aangeduid met de Engelse term encaustictile. Zij werd in Engeland het eerst ontwikkeld enlater op het Europese continent verbreid door defirma Villeroy & Boch uit Mettlach. De door hengeleverde tegels worden vaak als Mettlacher tegelsaangeduid. In Zwolle kreeg het priesterkoor in1875 e e n dergelijke vloer. Het ontwerp stamt vanJean Bethune (1821-1894) uit Gent, één derinvloedrijkste neogotici uit België.35 De connectiemet Bethune is waarschijnlijk via Schneider totstand gekomen. Deze was namelijk in die tijdbetrokken bij de restauratie van de Dom in Aken,waar toen een koepelmozaïek werd aangebracht,naar ontwerp van genoemde Bethune. De kleurenvan de vloer zijn geel en bruinrood met hier endaar zwart. Hij is in enige grote velden ingedeeld,

Zuidwand van het koormet beschildering entegeltableau ontworpendoor F. W. Mengelbergen het in diens ateliervervaardigde beeld vanAugustinus (fotoauteur).

Schip naar het westenvoor de restauratie van1975-1981, met deneogotische beschilde-ring en de preekstoelvan Mengelberg; 1878(GemeentearchiefZwolle, KA074- 504).

Page 132: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

132 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Een van de twee werkte-keningen voor de tegel-vloer in het koor. Pente-kening gedeeltelijk metwaterverf ingekleurd,gesigneerd J. Wenne-kers, Zwolle (Gemeen-tearchief Zwolle,KA074-117).

Het voormalig hoog-altaar in de St. Catha-rina-kathedraal teUtrecht, ontworpen in1868 doorHugo Schnei-der, uitgevoerd doorF. W. Mengelberg (foto:E.F Georges, naar teke-ning. Utrecht, MuseumCatharijneconvent).

waarbinnen een patroon van cirkels en vierkan-ten, met geometrische motieven. Op een enkeleplaats is een adelaar afgebeeld.

De neogotische altarenIn 1872 kreeg Mengelberg de opdracht om eenhoogaltaar te leveren. Het moest aldus het Regis-trum Memoriale 'niet alleen deftig en sierlijk zijn,maar ook aan alle liturgische eischen beantwoor-den, zoodat de vorm van een ciboriealtaar werdgekozen.' Het eerste ontwerp dat Mengelberg ver-vaardigde voldeed niet, maar het tweede kwamwel voor uitvoering in aanmerking. Het kostteƒ 13.000,-. Het was in 1874 gereed en het werd op 15september 1875 geconsacreerd.

Ciboriumaltaren, dat wil zeggen altaren meteen overhuiving, zijn geen uitvinding van devroeg-christelijke periode, zoals veelvuldig wordtgedacht. Zij kwamen pas in de Middeleeuwen totontwikkeling, voornamelijk in Italië. Ten noordenvan de Alpen waren zij minder gangbaar.36 In debaroktijd waren echte ciboriumaltaren niet zeergebruikelijk. Het open baldakijnaltaar, zoals dearchitect-beeldhouwer Bernini ontwierp voor deSt. Pieter in Rome, vond daarentegen veel navol-ging. In de tweede helft van de negentiende eeuwwerd het echte ciboriumaltaar op bescheiden

schaal weer toegepast. In de 'Utrechtse' kringgenoot het bij grotere kerken een zekerevoorkeur.37 Mengelberg heeft ook na Zwolle nogenkele ciboriumaltaren vervaardigd; het monu-mentaalste in de Krijtberg in Amsterdam (1886).Altaren van dit model werden vooral in de periode1920-1940 veelvuldig toegepast.

De al meerdere malen genoemde HugoSchneider ontwierp reeds in 1868 twee ciborium-altaren voor de UtrechtseSt. Catharinakathedraal,het hoogaltaar en het Sacramentsaltaar. Beidewerden uitgevoerd door Mengelberg; het hoogal-taarciborium overigens pas in 1887.38 Vooral dithoogaltaar is voor ons van belang: karakteristiek isde reusachtige frontaal of wimberg boven de spits-boog die de zuilen verbindt, en de balustrade metpinakels die het geheel bekroont. Zonder de wim-berg lijkt het erg veel op het Zwolse altaar. Debogen zijn rijk voorzien van zogeheten toten. Deoverheersende kleuren zijn rood, blauw en goud.In de boogzwikken ziet men engelen, in de balu-

Page 133: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 133

strade de reeds genoemde figuren van Christus alswereldrechter, geflankeerd door Maria en Johan-nes de Doper. Tegen elk van de twee voorste hoek-zuilen zijn twee beelden aangebracht. Aan de lin-kerzijde staan Maria Magdalena, herkenbaar aanzalfdoos en kruis, en Antonius van Padua met hetChristuskind.

De beide rechter beelden zijn minder gemak-kelijk te identificeren: een priester met een kruisen een vrouw met een zalfdoos. Dit raadsel wordtgedeeltelijk opgelost als wij nagaan wie het altaargeschonken heeft en haar naamheiligen kan heb-ben doen afbeelden: Johanna Maria van derMoolen. Het beeld van Maria Magdalena kan danin verband worden gebracht met de tweede naamvan de schenkster. Er zijn niet veel heiligen met denaam Johanna. In aanmerking komt hier alleenJohanna, de vrouw van Chusa, één van de vrou-wen bij het graf van Jezus die meestal wordt afge-beeld met een zalfdoos. De priester kan Lebuïnuszijn, de patroonheilige van Deventer. Deze komtin de kerkelijke kunst niet al te vaak voor, maar hijwordt dan als een priester met boek en kruis afge-beeld. Noch zijn aanwezigheid op deze plaats,noch die van Antonius zijn zonder meer verklaar-baar. Misschien was Johanna van der Moolenafkomstig uit Deventer en had zij verder een bij-zondere devotie tot de Heilige Antonius. Het kanook zijn dat de aanwezigheid van Lebuïnus temaken heeft met het streven dat in de late negen-tiende eeuw naar voren kwam om de verering vanNederlandse heiligen te stimuleren.

Het Maria-altaar (1872) en het Jozef-altaar(1874) zijn vleugelaltaren. Geheel of gedeeltelijkegebeeldhouwde vleugelaltaren zijn kenmerkendvoor de late gotiek in Midden-Europa en deNederlanden. In Frankrijk en Engeland kwamenzij veel minder voor, terwijl Zuid-Europa eengeheel andere ontwikkeling heeft gekend.39 Sindshet begin van de zeventiende eeuw zijn zij inonbruik geraakt. Pas de neogotici grepen vanafongeveer 1860 op dit altaartype terug. Mengelbergwas daarbij al vroeg betrokken. In 1860 maakte hijeen ontwerp voor een dergelijk altaar voor hetMunster in Mönchen-Gladbach, dat echter nietwerd uitgevoerd.40

De beide Zwolse zijaltaren behoren tot de

vroegste vleugelaltaren van Mengelberg diebewaard zijn gebleven. Hun hoofdvorm is onge-veer gelijk. De onderbouwen zijn sober en hebbeneen uitspringend middengedeelte. Het retabelbestaat uit een praedella en een iets brederebovenbouw. Deze bestaat uit een middenpartijmet beeld, bekroond door een baldakijn, dat bijhet Maria-altaar rijker is behandeld dan bij hetJozef-altaar - en uit twee rechthoekige panelenmet reliëfs en luiken. De detaillering is bij hetMaria-altaar sierlijker dan bij het Jozef-altaar. Zozijn boven de voorstellingen op het Maria-altaarrijk bewerkte bogen met een klein gewelfje erach-ter aangebracht, terwijl zich daar bij het Jozef-altaar strenger werkende wimbergen bevinden; invormen ontleend aan de Keulse Dom. Ook deopengewerkte lijsten onder en boven de voorstel-lingen zijn bij het Maria-altaar rijker.

Alvorens aandacht te besteden aan de afzon-derlijke voorstellingen, moet erop gewezen wor-den dat wij hier waarschijnlijk te maken hebben

Het hoogaltaar van deO.L.V.-kerk, vervaar-digd in 1872-1874 doorF.W. Mengelberg (foto:auteur).

Page 134: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

134 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Het Maria-altaar uit1872 door F. W. Mengel-berg (foto: M.I.Meijerink).

De geboorte van Jezus;rechter paneel van hetMaria-altaar (foto:auteur).

met de oudste door Mengelberg vervaardigdeMaria- en Jozef-altaren die bewaard zijn gebleven.Verder geldt voor alle scènes op beide altaren datzij de oudste voorbeelden zijn van deze voorstel-lingen in het werk van Mengelberg.

In de praedella van het Maria-altaar zijngeschilderde bustes te zien van oudtestamentischefiguren met spreukbanden waarop teksten zijnaangebracht die in de Christelijke traditie metMaria in verband zijn gebracht: David met eenpsalmtekst, Salomo met een tekst uit het Hooglieden Isaias en Ezechiel met teksten uit hun profe-tieën. De centrale figuur in de bovenbouw is destaande Maria met het kind op haar linker arm.Links van haar is een reliëf met de annunciatie.Voor een goudbrokaten gordijn zien wij linksMaria, zittend onder een verhemelte op een lagezetel, waarop de initialen van Mengelberg en hetjaar 1872. Rechts zien we een knielende engel, metnaast zich in een vaas de lelie, symbool van dereinheid van Maria. Boven Maria is de Heilige

Geest afgebeeld in de vorm van een duif. Tussende beide hoofdfiguren staat een lezenaar metopenliggend boek, waarin ook werkelijk iets is telezen. Vreemd is het onbeholpen perspectief vanzowel de lezenaar als het zitbankje van Maria. Uitander werk van Mengelbergs atelier blijkt dat ditniet op onkunde berust. Het moet met opzet zijngedaan, misschien in navolging van een middel-eeuws origineel. Zekerheid daaromtrent kon nogniet worden verkregen. Annunciatie-voorstellin-gen van dit type paste Mengelberg later slechts zel-den toe. Ons is slechts één voorbeeld bekend: eenreliëf van het voormalige hoogaltaar in de: kerk teLobith uit 1901, waar de perspectivische onvolko-menheden overigens ontbreken.

Het rechter reliëf stelt de geboorte van Jezusvoor. Links staan Maria en Jozef en rechts zietmen twee herders; de meest rechtse met een doe-delzak. Men lette echter vooral op het kind in hetmidden. Het is geheel ingebakerd en ligt niet ineen kribbe, maar op een altaarachtige verhoging.Zijn hoofdje lijkt op een takkenbos te liggen. Dit

Page 135: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 135

zou een verwijzing kunnen zijn naar het offer vanIsaac dat vaak wordt beschouwd als een vooraf-beelding van het offer dat Christus heeft gebracht.In later werk varieert Mengelberg veelvuldig opdeze voorstelling, maar hij heeft haar niet letterlijkherhaald.

De voorstellingen op de luiken spreken voorhet grootste gedeelte voor zich. Op de buitenzij-den ziet men vier bekende vrouwen uit het OudeTestament, die met Maria in verband wordengebracht: van links naar rechts Ruth, Sara, Estheren Judith. Bij geopende luiken zijn vier beelden tezien. Links zijn dat de ouders van Maria, Joachimen Anna, herkenbaar aan hun attributen, eenmandje met duiven en een boek. De twee vrou-wenfiguren op het rechter luik bieden wat meerproblemen. Geheel rechts is Maria Magdalena,terwijl de linker figuur, gekleed als abdis met eenkruikje in de hand, waarschijnlijk Walburgisvoorstelt. Wat deze heiligen hier te maken hebbenis echter niet duidelijk. De namen van de schenk-sters Jansje en Mina Heerkens leveren hier weinigop.

Het Jozef-altaar was een schenking van Her-man Schaepman en zijn echtgenote Henrica Geer-truida van Hees. Het wordt gedomineerd dooreen groot beeld vart Jozef als patroon van de gehe-le kerk. Hij wordt voorgesteld met de gebruikelij-ke leliestaf in de linkerhand. In de rechterhandheeft hij een rond schild waarop een schip met eenkerk staan: het schip der kerk. De herkomst vandeze iconografie is precies na te gaan. Zij stamtnamelijk uit de kring van het St. Bernulphusgildeen werd voor het eerst beschreven door de secreta-ris van dit genootschap A. Aukes.41

De andere voorstellingen op het altaar hebbenbetrekking op Jozef als voedstervader van Jezus. Inde praedella ziet men geschilderde bustes vanJacob, de oudtestamentische Jozef, David enEcclesiasticus (Jezus Sirach). De spreukbandendie zij bij zich hebben zijn gedeelten van tekstendie te maken hebben met de voorstellingen op hetretabel. Bij Jacob staat te lezen: 'iam laetus moriarquia vidi faciem tuam' (ik zal verheugd stervenomdat ik Uw aangezicht heb gezien, Gen. 46:30)en bij Jozef: 'Deus fecit me quasi patrem regis'(God maakte mij als een vader voor de koning,

een vrije weergave van Gen. 45:8). Deze tekstenhebben betrekking op Jozefs verblijf in Egypte enverwijzen dus naar de vlucht naar Egypte van deHeilige Familie. Er zal ook wel verband zijn tussende bekende droom van de oudtestamentischeJozef en de droom van zijn nieuwtestamentischenaamgenoot, die op het linker luik is afgebeeld.Verder was ook de nieuwtestamentische Jozef debeschermer van een koning. De uitspraak vanJacob moet vermoedelijk ook in samenhang wor-den gezien met de lofzang van Simeon bij deopdracht van Jezus in de tempel. Het psalmcitaatbij David 'sperate in eo, omnis congregatio popu-li' (hoopt op hem, gehele gemeenschap van hetvolk, Ps. 91:9) heeft vermoedelijk betrekking op devolkstelling die Jozef en Maria noopte zich op reiste begeven. De tekst van Ecclesiasticus 'Statuetfilios suos sub tegmine eius (hij zal zijn kinderenonder zijn beschutting plaatsen, Eccl 14:26)) moetvermoedelijk aanduiden dat Maria en Jozef, weg-gezonden van de herberg, toch onderdak vindenen dat zij ook verder goddelijke bescherminggenieten.

Het eigenlijke retabel bevat twee reliëfs en tweebeschilderde luiken. De schilderingen zijn waar-schijnlijk van de hand van de schilder MaartenSchenk (1833-1911) die vaak voor Mengelberg

Het Jozef-altaar ver-vaardigd 1874 doorF. W. Mengelberg (foto:auteur).

Page 136: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

136 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

De Heilige Familie aanhet werk; rechter luikvan het Jozef-altaar(foto: auteur).

werkte, maar niet aan zijn atelier verbonden was.Jozef ligt op een bed en wordt benaderd door eenengel met een eigenaardig omhoog wijzende rech-tervleugel, een motief dat Mengelberg vaak bijannunciaties gebruikt. Eigenaardig is de verschij-ningsvorm van Maria in spitse lichtkrans, eenzogeheten mandorla die het kind draagt dat ookweer door een spitse mandorla wordt omgeven.Een aardig detail is nog het triptiekje tegen de ach-terwand van de kamer, met een tekst inHebreeuws schrift. Mengelberg heeft de droomvan Jozef vaker afgebeeld, maar nooit meer opdeze manier. Meestal staat de engel achter hem.Dezelfde compositie als in Zwolle, maar andersuitgewerkt vinden wij op het Jozef-altaar in deMarienkirche in Bonn (1893).

Op het linker reliëf is de afwijzing bij de her-berg in Bethlehem te zien. Jozef staat links, Mariais vermoeid neergezonken. De herbergier wordtdoor een onderdeur gedeeltelijk aan het gezichtonttrokken. Mengelberg zal hierna de herberg-scène nog herhaaldelijk weergeven, in hoofdzaak

volgens hetzelfde stramien, waarbij alleen het aan-tal figuren op de achtergrond varieert.

Het rechter reliëf geeft de vlucht naar Egypteweer, met Maria en het kind op de ezel. Jozef leidtde ezel en kijkt achterom. Links staat de boom diede Heilige Familie voor vervolgers zou hebbenbeschut. In de tekst van Jezus Sirach was ook spra-ke van bescherming door een boom. Tenslotte deHeilige Familie aan het werk. Typerend is dat dejonge Jezus twee latten vasthoudt in een kruis-vorm, een verwijzing naar zijn kruisdood. Op deachtergrond links is een boom te zien. Opvallendis dat Jozef naar links wijst, waar een paal staat. Ditverwijst waarschijnlijk weer naar Ecclesiasticus,waar wordt gesproken over iemand die in zijnmuren een paal zal opstellen. De boom op de ach-tergrond is waarschijnlijk een toespeling op deboom die de Heilige Familie tijdens de vlucht naarEgypte beschermde.

Op de buitenzijden van de luiken zijn vierstaande heiligen te zien. Drie van hen zijn naam-heiligen van de schenkers. Links staat Gertrudis,herkenbaar aan haar staf met muizen. Verder is dezalige Herman Joseph van Steinfeld afgebeeld meteen appel en een omgekeerde bijl. Uiterst rechtsstaat de heilige Duitse keizer Hendrik II, met inzijn hand een model van de door hem gestichteDom van Bamberg. De vrouw naast hem. die eenhart in haar hand houdt met een kruis erop, kanBirgitta zijn, temeer daar zij één van de naamge-vers was van de moeder van Herman Schaepman.

KruiswegAan de noord- en zuidwanden van het transeptzijn de kruiswegstaties aangebracht. Meestalbevinden deze zich in het schip op een zekereafstand van elkaar, maar dat was vóór de restaura-tie en vergroting van het schip niet mogelijk. Dekruisweg werd vervaardigd van 1883 tot 1888 doorde schilder Johann Lange die ook de engelen ophet kruisingsgewelf en de profetenfiguren hadgeschilderd. Johann Lange kreeg zijn eerste oplei-ding bij Johann Adolf Lasinsky (1808-1871) in zijngeboortestad Koblenz. Vervolgens studeerde hijvan 1842-1847 aan de Kunstakademie Düsseldorfbij de landschapsschilder Johann Wilhelm Schir-mer (1807-1863). Zijn werk omvat landschappen

Page 137: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 137

en religieuze voorstellingen.42 Als kerkschilderwerkte hij in de St. Adalbert te Aken (verloren) enin de Redemptoristenkerk te Amsterdam (1882)waar hij ook ontwerpen van Mengelberg uitvoer-de. Aangezien Mengelberg ook veel kruiswegenheeft ontworpen, zou het voor de hand liggen datLange naar diens schetsen heeft gewerkt. Zijnkruisweg vertoont echter geen enkele overeen-komst met de staties zoals Mengelberg ze conci-pieerde. Men moet dan ook aannemen dat Langehier naar eigen inzicht te werk is gegaan.

Overige inrichtingsstukkenHet triomfkruis met Maria en Johannes de Evan-gelist heeft zich in de Middeleeuwen ontwikkeld.In de baroktijd raakte het in onbruik, maar in deneogotiek werd het in ere hersteld. De eveneensmiddeleeuwse combinatie van triomfkruis metapostelbalk is hier waarschijnlijk op instigatie vanVan Heukelum opnieuw toegepast (1878)43

Ook van Mengelberg afkomstig was de helaasverwijderde preekstoel die in 1875 werd geplaatst.

Zij bestond uit een een stenen voet, vervaardigddoor de steenhouwer Lambertus te Riele uitDeventer en uit een houten kuip, rugschot enklankbord. Op het middendeel van het klankbordwaren opengewerkte wimbergen aangebracht. Optrapleuning waren geschilderde profetenbustesaangebracht; van boven naar beneden Isaias, Jere-mias, Ezechiel en Michaeas. Op de kuip warengeschilderde voorstellingen te zien die waarschijn-lijk betrekking hadden op de prediking van Chris-tus en op het bekeringswerk van Willibrordus.Ook uit Mengelbergs atelier afkomstig waren driebiechtstoelen, waarvan er twee bewaard zijn(1872). Zij bevatten in vlakrelief voorstellingen diein verband staan met de biecht. Op de tegen denoordelijke schipwand geplaatste biechtstoel zietmen in het gedeelte voor de biechtvader Christusdie de boetvaardige zondares vergeeft en boveninde Goede herder; op het rechter gedeelte zijn tweeprofeten en voorstellingen van het boeteoffer uitLeviticus (4:27) te zien en de verdrijving uit hetparadijs. De andere biechtstoel bevat in het deur-

Eerste statie van de doorJohann Lange vervaar-digde kruisweg (1883-1888): Christus wordtter dood veroordeeld(foto: auteur).

Biechtstoel aan denoordzijde van hetschip, vervaardigd in1872 door F. W. Mengel-berg (foto: auteur).

Page 138: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

138 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Sedile in het koor,geschonken door pas-toor O.A. Spitzen in1886 bij zijn 40-jarigpriesterfeest; vervaar-digd door F. W. Mengel-berg (foto: auteur).

gedeelte de opwekking van Lazarus en de Moedervan Smarten. In het andere gedeelte zijn twee pro-feten en het oudtestamentische equivalent van deopwekking van Lazarus afgebeeld: de profeet Eli-seus die de Sunamietische vrouw haar gestorvenzoon teruggeeft, een en ander ontleend aan deBiblia Pauperum.44

Van betekenis zijn nog de koorbank uit 1876 envooral de overhuifde sedile uit 1886, geschonkendoor Spitzen bij zijn veertig jarig priesterfeest.Zeer virtuoos zijn de wimbergen behandeld, invormen ontleend aan de Dom in Keulen. Aan debinnenzijde van de wangstukken zijn in laagreliëftwee staande figuren aangebracht, links Petrus alspaus, rechts Otto bisschop van Bamberg, herken-baar aan een pijlenbundel. Ook het doopvont uit1871 is door Mengelberg ontworpen. Het steen-houwerswerk werd uitgevoerd door een zekerePisa en het koperwerk door Gerard Brom. Op hetdeksel zijn de vier paradijsstromen weergegeven.De opmerkelijke grote kandelabers met lezenaarsin het koor werden in 1877 vervaardigd door Ge-

rard Brom, wederom naar ontwerp van Mengel-berg.

Ook de beelden verdienen enige aandacht.Behalve de beelden van het Heilig Hart van Jezusen Maria Onbevlekt Ontvangen die al besprokenzijn, zijn in het koor beelden te zien van Ambrosi-us, Augustinus, Gregorius en Hieronymus. Zewerden in 1887 geplaatst en vervolgens gepoly-chromeerd door Gerhard Jansen uit Zevenaar.Mengelberg heeft deze kerkvaders herhaaldelijkgemodelleerd, onder andere op het hoogaltaar vande kerk te Vianen (1886). Deze beelden zijn vol-gens het Registrum Memoriale van Vianen hetdirecte voorbeeld voor de Zwolse sculpturengeweest. Inderdaad vertonen de beide groepenkerkvaders opvallende overeenkomsten, maar zezijn toch niet volkomen identiek.

Een spectaculair stuk in de kerk is het zilverenMariabeeld uit 1886, dat een ouder verving omdatdit niet voldeed 'aan de eischen van een goedensmaak en nog veel minder aan die van den gothi-schen stijl'45 Mengelberg vervaardigde een gipsenmodelontwerp en de edelsmid Franz Xaver Hell-ner uit Kempen, die voor de kerk nog meer edel-smeedwerk leverde, voerde het uit. Hellner maak-te nadien nog drie andere versies van dit beeld.46

Het laatste werkstuk dat Mengelberg voor de kerkvervaardigde is het Pieta-altaar dat in 1908 werdgeplaatst. In de onderbouw ziet men in het mid-den Maria als moeder van Smarten, geflankeerddoor engelen met lijdenswerktuigen. In de prae-della zien we de profeten Jeremias en Isaia.s die hetlijden van Christus hebben voorspeld. Dit geheeldient als voetstuk van het eigenlijke beeld.

Dankzij een schenking van mevrouw Heer-kens-Sonsbeeck en haar zoon Theodoor Heerkenskreeg de orgelmaker Maarschalkerweerd & Zonenin 1894 opdracht een nieuw orgel te bouwen. Hetwas in 1896 gereed. Opmerkelijk is dat de barokkeorgelkast uit 1697 werd gehandhaafd, wat enigs-zins strijdig was met de verder zo nadrukkelijknagestreefde stilistische eenheid. Misschien woogdeze in 1894 niet meer zo zwaar als in de dagen vanSpitzen; ook is het mogelijk dat men hier de wensvan de schenkers volgde. In elk geval mag menzich gelukkig prijzen dat dit fraaie orgelmeubelbehouden is gebleven.

Page 139: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 139

Pieta-altaar uit 1908,vervaardigd door F. W.Mengelberg (foto:auteur).

Page 140: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

140 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Schets Heinrich Geuervoor een gebrandschil-derd raam, met Willi-brordus en Bonifatius(GemeentearchiefZwolle, KA074).

Gebrandschilderde ramenTenslotte verdienen de gebrandschilderde ramende aandacht. Zoals gezegd bezat de kerk verschei-dene ramen van de glazenier Heinrich Geuer(1841-1904)47 Deze was evenals Mengelbergafkomstig uit Keulen. In 1871 vestigde hij zich inUtrecht. In zijn beginjaren experimenteerde hijmet nieuwe verf- en brandtechnieken; kennelijkniet geheel met succes, want veel van zijn vroegeramen zijn sterk verbleekt. In zijn latere werkstuk-ken treedt dat euvel niet meer op. Een goedeindruk van zijn werk kan men krijgen in deSt. Willibrordus in Utrecht. Wat zijn Zwolseramen voorstelden staat niet vast. Er is van zijnhand wel een tekening bekend van een raam metvoorstellingen van Willibrordus en Bonifatius,terwijl een al eerder genoemde, vermoedelijk doorMengelberg gemaakte ontwerpschets voor dewanddecoratie van de kerk in de ramen eveneensafbeeldingen van heiligen weergeeft. Waar dezeramen dan ondergebracht hadden moeten wor-den is onduidelijk. Op oude foto's van het koorzijn alleen ramen te zien met medaillons. In elkgeval behoorden deze ramen tot Geuers vroegewerken en zij waren aan het begin van deze eeuwzo verbleekt dat besloten werd ze te vervangen.

Koorsluiting en transept kregen vervolgensnieuwe ramen. De grisaillevensters in de tweedekoortravee zijn waarschijnlijk nog van Geuer.Voor de nieuwe ramen wendde men zich tot hetglasatelier van Hertel & Lersch te Düsseldorf. Ditbedrijf was in 1869 opgericht door Carl Hertel(1843-?).48 Het had snel succes en leverde ramenover de gehele wereld. Ook mocht het zich König-liche Sachsische Hof-Glasmalerei noemen. Blijkenseen brief van 1 oktober 1904 maakten zij alle ont-werpen voor hun vensters zelf.49 Zeer lang blevenzij de neogotiek trouw, getuige hun ramen in deMaria Geboortekerk te Losser uit 1923-1924. Deeerste vensters die zij aan de Zwolse kerk leverden,zijn de grote transeptramen uit 1905. De overigevensters moeten in de daarop volgende jaren totstand zijn gekomen.

De vensters hebben een Mariologische thema-tiek, waarin het aandeel van Maria in het verlos-singswerk van Christus wordt benadrukt en waar-bij de oudtestamentische parallellen niet zijn ver-

Page 141: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 141

geten. Of naar een van te voren vastgesteld icono-grafisch totaalplan is gewerkt, staat niet vast. Dereeks moet worden gelezen vanaf het grote vensterin het noorder transept, elk raam van benedennaar boven. In het grote venster in het noordertransept is Noach te zien die vanaf de ark een duifloslaat. De voorstelling wordt geflankeerd doortwee profeten; dan volgen de geboorte van Mariaen de tempelgang van Maria. In het oostelijkeraam in het noorder transept ziet men achtereen-volgens het huwelijk van Isaac en Rebecca, hethuwelijk van Maria en Jozef en de annunciatie. Inhet eerste raam aan de noordzijde van het koorziet men het brandende braambos en de geboortevan Christus. Het volgende raam vertoont in hetonderste register Samuel die door zijn ouders naarde tempel wordt gebracht en vervolgens deopdracht van Jezus in de tempel en het sterfbedvan Maria.50 Het raam achter het hoogaltaar ver-toont achtereenvolgens David voor de ark des ver-bonds, de terugkeer van Judith met het hoofd vanHolophernes en de opname van Maria in dehemel. Op het volgende raam ziet men Esther alskoningin tegenover koning Assuerus, vervolgensMaria als koningin van alle heiligen, en tenslottede kroning van Maria. Het laatste koorvenstervertoont de stamboom van Jezus, ofwel de boomvan Jesse.

In het transept zien we boven het Jozef-altaarvoorstellingen die betrekking hebben op Jozef:eerst de triomftocht van de oudtestamentischeJozef en verder wederom de Heilige Familie in dewerkplaats en tenslotte de dood van Jozef. Hetgrote zuidelijke transeptraam tenslotte is gewijdaan de Onbevlekte Ontvangenis: onderaan zietmen de paradij svloek, daarboven de verheerlijkteMaria, als de vrouw uit de Apocalyps, de tweedeEva, en tenslotte de Drieëenheid.

Deze venstercyclus is door haar hoge kwaliteiten haar rijk uitgewerkte thematiek een belangrijkspecimen van neogotische glazenierskunst. Zijsluit ook de geschiedenis van de neogotiek in deO.L.V.-kerkaf.

De O.L.V.-kerk is een middeleeuwse kerk van bij-zondere betekenis. Zij is echter ook van zeer grootbelang als voorbeeld van neogotiek. De visie van

de negentiende-eeuwse geestelijken en kunste-naars heeft hier een zeer waardevol Gesamtkunst-werk tot stand gebracht. Haar inrichting neemt inde ontwikkeling van de neogotiek in Nederlandzelfs een sleutelpositie in.

Tempelgang vanMaria. Fragment vanhet gebrandschilderderaam van Hertel enLersch in het noordertransept (foto: auteur).

Page 142: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

142 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Noten* De auteur is dank verschuldigd aan de medewerkers

van het Gemeentearchief Zwolle en verder aan deheren Henk Bach, Ton Hendrikman en Tom Wa-terreus voor de aangename en nuttige uitwisselingvan gegevens en ideeën.

1. Voor de geschiedenis en architectuur van de OnzeLieve Vrouwekerk werden geraadpleegd: [Thom deVries], De O.L. Vrouwenkerk te Zwolle. Geschied-kundig overzicht van de oorsprong der kapel, de bouwvan de Kruiskerk en de lotgevallen van de toren,Zwolle 1950; Dirk J. de Vries, ' "Soe dattet eenEwych Werck mach bliven". De bouw van de OnzeLieve Vrouwetoren of Peperbus te Zwolle', JaarboekMonumentenzorg (1992), 71-96; Dirk J. de Vries, 'Demiddeleeuwse bouwgeschiedenis van de Onze LieveVrouwekerk te Zwolle', Jaarboek Monumentenzorg(1996), 194-202. Zie ook: Mdarschalkerweerd en deUtrechtse School. Het orgel en de neogotiek in de OnzeLieve Vrouwekerk te Zwolle, Zwolle 1996 en 600 jaarOnze Lieve Vrouwekerk in Zwolle, Zwolle 1999.Voor dit artikel werd vooral gebruik gemaakt vanhet Kerkarchief O.L.V.-kerk Zwolle, in Gemeente-archief Zwolle (GAZ), KA074. Ik raadpleegde dit ar-chief reeds enige keren toen het zich nog ter pasto-rie bevond. Verschillende toen nog aanwezige stuk-ken, met name tekeningen, heb ik naderhand nietmeer aangetroffen.

2. KA74-437, Registrum Memoriale (RM), cap. I, fol.25-

3. Brief J.E. Kistemaker 15-3-1812, in KA74-84.4. KA74-437, RM cap. I, fol. 27 en KA74-84, st. mbt or-

gel. Over het orgel: H.C.J. Wullink, De negentiendeeeuwse orgelgeschiedenis van de Onze Lieve Vrouwe-kerk te Zwolle, Delden 1994. Bulletin van de Stich-ting Drents-Overijsselse Kerken 12.

5. KA74-95.6. In KA74-89. De ondertekening is afgescheurd.7. KA74-437, RM cap. II en KA74-61, Kasboek kerkbe-

stuur 1856-1881.8. KA74-311, Copijboek uitgaande correspondentie,

12-5-1873.9. Stukken hierover in KA74-240.10. Informatie over de katholieke kerk te Trondheim

dank ik aan een schriftelijke mededeling d.d. 16-4-1983 van Gustav Bjarlo uit Trondheim.

11. KA74-31, rekening kerkmeesters 1810-1854, 31-12-1850.

12. Over het werk van De Boer in Woudsend: J.R. vander Wal, 'De parochiekerk van de Heilige Aartsen-gel Michaël te Woudsend', Keppelstok 38(mei 1989),151-164. Een kruisweg vervaardigd in 1848 voor deSt. Plechelmus te Oldenzaal bevindt zich thans in deSt. Theresia te Borne.

13. Corr. over de schenking van de kruisweg in KA74-240. De schilderijen van deze kruisweg zijn naarNoorwegen overgebracht en bevinden zich in hetHistorisk Museum van Bergen. Gegevens via TomWaterreus verkregen van Th. Appelman te Halden.

14. Uit het rekeningenboek (KA74-31) blijkt dat op 31-12-1852 een gedrag van ƒ 1571,90 werd uitbetaald aanVan Kessel voor dertien beelden. Blijkens eenschrijven van het kerkbestuur aan het aartsbisdomvan 29-5-1871 (KA74-311, copijboek uitgegane brie-ven) werden de beelden aan Rijsenburg geschon-ken. Over hun latere lotgevallen is niets bekend.

15. KA74-437, RM cap. I, fol. 29.16. Brief kerkbestuur aan aartsbisdom, 29-5-1871, in

KA74-311, copijboek uitgegane brieven. Het betrefthier een groot houten reliëf, dat thans is aange-bracht boven de triomfboog in de kerk te Heino.Een ontwerp?tekening van deze sculptuur heb ik in1983 nog in het parochiearchief van de O.L.V.-kerkaangetroffen. Huidige verblijfplaats onbekend. Fo-tocopie in bezit van auteur.

17. A.J. Looyenga, De Utrechtse School in de neogotiek:de voorgeschiedenis en het Sint Bernulphusgüde. Diss.Leiden 1991, 91-1123. Dit proefschrift is het eerstedeel van een driedelig werk over de UtrechtseSchool dat wij binnen afzienbare tijd hopen hetlicht te doen zien.

18. Over Spitzen: F.B.M. Tangelder, 'Otto Anton Spit-zen: een katholiek emancipator in Overijsel in detweede helft der vorige eeuw', In: Overijselseportret-ten. Zwolle 1958, 283-299.

19. Otto Ant. Spitzen, 'Biblia Pauperum', Gildeboek3(1880), 1-44.

20. KA74-437, RM cap.I, fol. 43.21. KA74-437, RM cap.I, fol. 43-44.22. De bestekken van de verschillende bouwfasen ble-

ven bewaard. KA74-242-248.23. Over dit adviseurschap zie: Looyenga, als noot 17,

288-341.24. Over Schneider: Looyenga, als noot 17,294-314. Ook

de Zwolse restauratie en vergroting worden daarbehandeld.

25. Enige andere door Schneider ontworpen bouwwer-ken: Zevenaar, St. Andreas, restauratie en vergro-ting (1869); Vragender, voorm. St. Antonius (1868);Herveld, voorm. St. Willibrordus (1871) en 't Goy(Prov. Utrecht, 1871) een navolging op grotereschaal van het kerkje van Blauwkapel bij Utrecht.

26. Het werk van Tepe zal uitvoerig worden besprokenin het tweede deel van mijn in noot 17 aangekondig-de studie. Zie thans: H.P.R. Rosenberg, De 19de-eeuwse kerkelijke bouwkunst in Nederland, DenHaag 1972 en A.J. Looyenga, 'Alfred Tepe', In: Bio-

Page 143: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

grafisch Woordenboek van Nederland 2, Amsterdam1985.562-563.

27. De kerkmeester W.M. Helmich maakte hiertegenbezwaar in een uitvoerig schrijven van 27-10-1875,waarin hij ook verder zeer kritische kanttekeningenplaatst bij de restauratiewerkzaamheden (afschriftin KA74-3H, Copijboek uitgaande corresponden-tie). Wij hopen in een andere publicatie uitvoerigerop dit belangwekkende stuk te kunnen ingaan.

28. KA74-437, RM cap. I, fol. 55, KA74-311, Copijboekuitgaande correspondentie, 11-2-1884.

29. Het werk van Mengelberg komt uitvoerig aan deorde in het derde deel van mijn in noot 17 aange-kondigde studie. Zie thans: A.J. Looyenga. 'Fried-rich Wilhelm Mengelberg', In: Biografisch woorden-boek van Nederland 2, Amsterdam 1985,389-391.

30. Zie: Peter Keiler, Haral Schlütter, 'Die Bronzetürendes 19. Jahrhunderts am Dom zu Köln', KölnerDomblattói (1996), 163-230,63(1998), 83-184.

31. De geschiedenis van de architectuur-polychromie iste gecompliceerd om hier behandeld te worden.Zie: Arjen Looyenga, 'Kleur tot meerdere glorieGods. Constructieve en geschilderde polychromiein negentiende-eeuwse Nederlandse kerken', JongHolland (1995.2), 65-83.

32. InKA74-246.33. De gegevens over data en makers van de inrichting

van de kerk zijn, tenzij anders vermeld, ontleendaan KA74-437, RM cap. I en II.

34. Dit verhaal berust op een mondelinge overlevering.Mededeling van de heer Henk Bach, Zwolle.

35. KA74-437, RM cap. I, fol. 53; Over Bethune zie o.a.Neogotiek in België, Tielt 1994, 167-208. Twee doorde architect Wennekers vervaardigde werktekenin-gen zijn bewaard gebleven (KA74-117).

36. Joseph Braun, Der christliche Altar in seiner ge-schichtlichen Entwicklung 2, München 1924,185-275;een korte samenvatting in idem, 'Altarciborium',in: Reallexikon zur deutschen Kunstgeschichte 1,Stuttgart 1937,475-485.

37. Looyenga, als noot 17,361-362.38. Over deze altaren: Looyenga, als noot 17,107-108.39. Braun, als noot 36, 345-363.40. Hans Bange, Das Gladbacher Munster im 19. Jahr-

hundert. Wiederherstellung und Neuausstattung,

Mönchengladbach 1973, 72-74. De kerk kreeg weleen vleugelaltaar, ontworpen door Konrad Krameruit Kempen. Het ging in de Tweede Wereldoorlogverloren.

41. A. Aukes, 'Proeve eener voorstelling van den H. Jo-seph als patroon der H. Kerk', Het Gildeboek 1(1873), 23-30.

42. Thieme-Becker, Künstlerlexikon 22, 326 en Kat. DieDüsseldorfer Malerschule, Düsseldorf-Darmstadt

" 1979, 144. Volgens Thieme-Becker zou Lange ookeen kruisweg hebben vervaardigd voor de Saint-Gervais te Luik. Een kerk van die naam is daar ech-ter niet te vinden, wel een Saint-Servais; deze bezatechter een kruisweg van twee Luikse schilders.

43. Van Heukelum liet in 1876 door Mengelberg eendergelijke apostelbalk met triomfkruis aanbrengenin de kerk te Jutphaas, naar het voorbeeld van eenlaatgotisch exemplaar in de kerk te Barmen bij Lin-nich in het Rijnland. Zie: H.J.A.M. Schaepman,G.W. van Heukelum, De St. Nicolaaskerk van Jut-faas: een dorpskerk als gebouw beschreven en met hetoog op hare versiering nader verklaard, Utrecht 1906,12-14.

44. Voor de interpretatie van de voorstellingen op debiechtstoelen heb ik veel te danken aan Tom Water-reus uit Zwolle.

45. KA74-437, RM cap. II.46. Birgitta Falk, Etablissement Franz Hellner, Kempen

am Rhein, 1844-1894: eine rheinische Goldwerkstattim Historismus, Krefeld 1994, 368-370. De andereversies bevinden zich in Groningen, St. Joseph;Hengelo (Ov), St. Lambertus en Keulen, St. Mariaan der Kupfergasse.

47. Over Geuer: C. Hoogveld, Glas in lood in Nederland1817-1968, Den Haag zj, 244-245.

48. Over Hertel: Thieme-Becker, 16, 554. Zie ook Her-bert Rode, 'Die Wiedergewinnung der Glasmalerei,mit einem Exkurs zu den Mosaiken', in: EduardTrier, Willy Weyres (eds), Kunst des 19. Jahrhun-derts im Rheinland 3, Malerei, Düsseldorf 1979, 275-313.

49. KA74-216.50. De betekenis van de voorstellingen van de drie ra-

men achter het altaar staat beschreven in KA74-437,RM cap. II, onder 1906.

Page 144: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

144 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Twee zilveren heiligen

Jean Streng Heiligheid is onstoffelijk. Toch heeft menin de katholieke kunst talloze pogingenondernomen om juist die heiligheid in

materiaal vast te leggen. Dat kon in de schilder- enbeeldhouwkunst door speciale attributen tegebruiken bij de uitbeelding van heiligen. Een bij-zonder effect verkreeg men door de exceptionelestatus van een heilige te vatten in kostbaar materi-aal; zilver bijvoorbeeld. De matte glans van ditedele metaal moet in een half verlichte kerk heteffect van bovenaardsheid versterkt hebben. TeZwolle werden in het begin van de achttiendeeeuw twee zilveren borstbeelden gemaakt dietegenwoordig in de kluis van de Onze Lieve Vrou-wekerk worden bewaard.

De heilige Loyola en XaveriusHoe werd men in de zeventiende eeuw, in de tijdvan de barok, een heilige? Dat was in die tijd nietdoor het martelaarschap zoals in het vroege chris-tendom, noch door bovenaardse versterving zoalsin de Middeleeuwen. Tijdens de tijd van de con-tra-reformatie konden de strijders voor de kerkdeze hoge status verwerven. Dat gold zowel voorhen die tegen de protestantse kerken in Europastreden als voor hen die de verspreiding van hetkatholieke geloof in het verre westen en oostenbevorderden. Aan die eisen voldeden de Spaanseedelman Ignatius van Loyola, gestorven in 1556, enFranciscus Xaverius, gestorven 1552. Na zijn jeugdin krijgsdienst geweest te zijn, stichtte de Spaanseedelman Ignatius in 1534 de beroemde orde van deSociëteit van Jezus, de jezuïten. Franciscus, die totde eerste zes gezellen van de orde behoorde, wasals missionaris werkzaam geweest in Oost-Indiëen Japan. De beide ijveraars voor de roomse kerkwerden in 1622 door paus Gregorius XV heilig ver-klaard. Daarna konden ze gaan fungeren in dekatholieke heiligencultus.1

De priesters van de jezuïetenorde die te Zwolleen Overijssel werkzaam waren, konden zich aanIgnatius en Franciscus spiegelen. Er was voor henveel werk te doen tegen het voortschrijdende pro-testantisme. De situatie in de Republiek was voorde katholieken zo verslechterd dat de paus dezeven gewesten tot missiegebied had verklaard.Het behoorde trouwens tot de traditie van de ordeom de verering van hun twee beroemde en heiligeordegenoten krachtig te bevorderen. Afbeeldin-gen van hen behoorden tot de vaste onderdelenvan een jezuïtenkerk en hun feestdagen warenhoogtepunten in het kerkelijk leven. De gelovigenkonden profiteren van hun wonderwerken. Hetgebruik van water dat in de naam van Ignatius wasgewijd, werd tegen besmettelijke ziekten gebruikt.En ook Xaverius werd vereerd als een groot won-derdoener.2

Peter van BuirenDe twee borstbeelden van Ignatius en Franciscuszijn waarschijnlijk na 1700 gemaakt. Vóór die tijdzou het vanwege de kerkverstoringen niet verstan-dig zijn geweest om zulke kostbare beelden in eenschuilkerk te plaatsen. De katholieke kerkdienstenwaren namelijk verboden. Bij invallen kregen deaanwezigen een boete opgelegd en werden de ker-kelijke accessoires in beslag genomen. Maar na1700 was het risico door een tolerantere houdingvan het stadsbestuur minder groot geworden. Dekatholieken konden toen meer aandacht aan deinrichting van hun schuilkerken besteden. Dat zalook het geval in de Steegjeskerk zijn geweest, deschuilkerk waar deze zilveren heiligen een plaatskregen.

De maker van de twee portretten was de teZwolle werkzame zilversmid Peter van Buiren. Hijwas van ongeveer 1668 tot aan zijn dood in 1723werkzaam. Als katholiek behoorde hij tot dezelfde

Page 145: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 145

en Franciscus een stola. De boodschap aan degelovigen werd hiermee duidelijk uitgebeeld. Endie was dat men zich voor zijn zieleheil op de cle-rus moest verlaten. Want de priester als bedienaarvan de heilbrengende sacramenten, was de onmis-bare schakel tot God. Deze benadrukking van depriesterlijke positie behoorde tot de kerkelijke po-litiek van de contrareformatie.

Een speciaal probleem was de uitbeelding vanhet aureool. Al sinds de vroegste tijden van hetchristendom werden heiligen afgebeeld met eenronde schijf, of met een cirkel in de vorm van eenenkele lijn zwevend rond hun hoofd. Dit laatstewas bij deze zilveren beelden in technisch opzichtnogal moeilijk. Van Buiren koos voor de eerste, inde iconografie oudste oplossing, door het aureoolals een stralenkrans achter op het hoofd te plaat-sen. De portretten zijn geen realistische afbeeldin-gen. De beide heiligen zijn, zoals gebruikelijk bijvereerde personen, geïdealiseerd. De combinatievan alle elementen gaf de twee uitgebeelden involdoende mate de noodzakelijke glans van heilig-heid. Dat zal zeker in een half duistere kerk bijlicht flakkerend kaarslicht het geval zijn geweest.

Noten1. P. Burke, Stadscultuur in Italië tussen renaissance en

barok, Amsterdam 1988,68-84.2. L.J. Rogier, Geschiedenis van het katholicisme in

Noord-Nederland in de 16e en ïje eeuw, Amsterdam-Brussel 1964 (3e druk), 1060-1061.

3. B. Dubbe, Zwols zilver. Het Zwolse goud- en zilver-smidsambacht en zijn meesters, Zwolle 1999,94.

Zilveren beeld vanIgnatius van Loyolagemaakt door de Zwolsezilversmid Peter vanBuiren(foto: M.I. Meijerink).

religie als de twee heiligen. Aan inlevingsvermo-gen zal het hem dan ook niet ontbroken hebben.3

Van Buiren zal gewerkt hebben volgens richt-lijnen van zijn opdrachtgevers, de jezuïten. Voorde leek die onbekend is met de fysionomie van deheiligen is er een tekst met de naam toegevoegd.De twee heiligen zijn in kerkelijk ornaat uitge-beeld, als priester dus. Ignatius draagt een kazuifel

Page 146: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

146 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Hét rijke roomse levenin de Onze-Lieve-Vrouwekerk

Jean Streng Wie origineel wil zijn, zou bovenstaandetitel moeten vermijden. Want het is eenwel erg afgesleten cliché om op deze

manier het katholieke leven te duiden. Maar het isongetwijfeld juist dat de periode tussen het herstelvan de kerkelijke hiërarchie in Nederland en dejaren zestig van deze eeuw wel bij uitstek de tijdvan het rijke roomse leven was. Ook in de OnzeLieve-Vrouweparochie te Zwolle. Het kerkelijkleven is aan de hand van het Registrum Memorialedat de opeenvolgende pastoors gedurende die lan-ge periode bijhielden goed te volgen. Het is vooraleen klerikale kijk op de hoogtepunten van het ker-kelijk leven die in dit register van belangrijkegebeurtenissen werden opgetekend. Meestalwordt deze periode aangeduid als de emancipatievan de katholieken. Het zou echter beter zijn omdie tijd te kenmerken als de tijd waarin de roomsekerk zich publiekelijk breed maakte. Want deemancipatie was maar betrekkelijk: binnen de zuilmoesten de gelovigen vooral in het gareel van declerus blijven.1

PausenIn het Registrum Memoriale wordt veel aandachtbesteed aan kerkelijke ambtsdragers. De hoogstein de roomse hiërarchie is de paus. De eerste keerdat hij wordt genoemd verkeerde hij in grotenood. De kerkelijke staat werd belaagd door deeenwording van Italië. Om tegemoet te komenaan 'den hagchelijke toestand in welke het opper-hoofd der kerk, Paus Pius IX, wegens de revolutie'was komen te verkeren, werd er een collectegehouden. Het bracht de aanzienlijke som van1306 gulden op. Kort daarop investeerde deparochie voor 42.000 franken in een geldleningvoor de paus.

Ter gelegenheid van het vijftigjarig priester-schap van de paus waren er in 1869 diensten waar

de gelovigen een volle aflaat konden verdienen.Ondertussen hield de strijd van de paus tegen deItaliaanse eenwording nog steeds de gemoederenbezig. Uiteraard lag de sympathie van de Zwolsepastoor bij de paus. In 1872 werd er een gebeds-dienst voor de overwinning van de paus en de kerkgehouden. Het was tevergeefs, de wereldlijkemacht van de paus was toen al ingeperkt tot Vati-caanstad.

Vooral rond paus Leo XIII waren vele jubileate vieren. Het begon in 1879 met een mis ter gele-genheid van het eenjarig jubileum van de paus envervolgens zijn tweejarig jubileum. Weer vijfjaarlater werd in de Onze-Lieve-Vrouwekerk een'missie' gegeven voor de paus. 'De missie slaagdeuitstekend', noteerde de pastoor. Voor de laatstekeer vond er in 1902 een jubelfeest plaats voor LeoXIII. Er werd een veertiguren gebed gehouden. Deparochianen woonden de godsdienstoefeningentrouw bij, gingen biechten en vervolgens ter com-munie.

De feestelijke viering van het gouden priester-schap van de nieuwe paus, Pius X, vond in 1908plaats. Er waren veel communicanten en de heledag was het mogelijk door herhaald kerkbezoekeen aflaat te verdienen 's Avonds was er een lofmet predikatie en een processie. In 1913 kon meneen aflaat verdienen door het jubileum dat Pius Xliet vieren ter herinnering aan het Edict van Mi-laan. Met dit edict uit 313 gaf keizer Constantijngrote vrijheid aan de christenen. Veel van deZwolse gelovigen deden eraan mee.

Daarna waren de pastoors uiterst zuinig metnotities over de pausen. De laatste keer dat dehoogste kerkleider werd vermeld, was bij het veer-tig-jarig jubileum van koordirecteur Eduard Pon-ten. In 1958 kreeg hij de pauselijke onderscheiding'Pro ecclesia et Pontifice' uitgereikt.2

Page 147: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 147

BisschoppenBeneden de paus bevolkte een groot aantal kardi-nalen en bisschoppen de roomse hiërarchie. Aande meesten van deze kerkelijke leiders besteeddemen geen aandacht. Het waren alleen de bisschop-pen en kardinalen die een relatie met Zwolle had-den, die de pastoors van de Onze-Lieve-Vrouwe-kerk een notitie in het Registrum Memorialewaardig achtten. Dat gold bijvoorbeeld voor deop 19 september 1882 overleden aartsbisschopJ. Schaepman. Zijn begrafenis te Zwolle werd op-geluisterd door de aanwezigheid van vele Neder-landse bisschoppen. De prins van Oranje had eenadjudant afgevaardigd.

In 1911 konden de gelovigen een volle aflaatverdienen door het bijwonen van een bijzonderlof. De aflaat was geschonken door Pius X aan depastoors die aanwezig waren geweest bij de specia-le audiëntie die was verleend aan de Nederlandsekatholieken ter gelegenheid van de benoemingvan zijne eminentie Wilhelmus Marinus van Ros-sum tot kardinaal. Voor de katholieken van Zwol-le was dit een bijzondere gebeurtenis omdat denieuwe kardinaal aldaar geboren was. Op 27 juli1913 werd een pontificaal lof door kardinaal VanRossum in de Onze-Lieve-Vrouwekerk gehouden.Het kerkbestuur werd met de nodige plaatselijketrots en veel pomp and circumstances te Zwolleontvangen. Het stadsbestuur had goedgunstigtoestemming verleend om tot opluistering destadsklokken van de toren voor de aanvang vanhet lof te luiden. Er waren veel priesters in hetkoor, en de gehele ruimte van de kerk was metparochianen gevuld.3

Het toeval wilde dat toen de kerkhistoricusJohannes de Jong in 1934 te Zwolle logeerde, hijbenoemd werd tot coadjutor (helper en plaatsver-vanger) van de Utrechtse bisschop. Veertien jaarlater, in 1948, bracht de ondertussen tot kardinaalbenoemde De Jong, een officieel bezoek aan Zwol-le. Hij bezocht er een grote missietentoonstellingin Odeon en leidde een pontificaal lof in de Onze-Lieve-Vrouwekerk. De pastoor noteerde in hetRegistrum Memoriale dat het allemaal 'zeer mooi'was geweest.

Op 30 juli 1950 droeg de nieuwe bisschop Mgr.G.V. van Velzen, een 'zoon van onze parochie',

zijn 'eerste' pontificale mis in de Onze-Lieve-Vrouwekerk op. Bij het lof werd hij voorafgegaandoor een stoet bruidjes. Daarna ging de bisschopte voet naar Odeon om de huldiging van katholiekZwolle te ontvangen.

Toen in maart 1960 aartsbisschop BernardusJan Alfrink te Rome de kardinaalshoed kreeg, leekdit vooral memorabel omdat de pastoor van deOnze Lieve Vrouwekerk erbij aanwezig was.

Priesters en pastoorsBij de klerikale historieschrijvers van het Regis-trum Memoriale kan men niet anders verwachtendan dat ze veel aandacht besteedden aan het welen wee van hun collegae. De nadruk lag vooral ophet 'wel', en tot aan de Tweede Wereldoorlog wer-den er heel wat priesterlijke jubilea genoteerd.

In 1859 vierde pastoor H. van Kessel het veer-tigste jaar 'zijner bediening'. 'Zijn HoogEwd.'schonk bij die gelegenheid zes kostbare zilverenkandelaars aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Voorde viering waren vele collegae uitgenodigd. Hetwas een typisch klerikaal genoegen om al die aan-wezige priesters te tellen: 27. De toeloop van degelovigen was groot, en de parochianen gaven velegeschenken.

Pastoor A.B. Weenink(1874-1944) was een vande pastoors die hetRegistrum Memorialebijhield (foto: Gemeen-tearchief Zwolle).

Page 148: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

148 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Ter gelegenheid van het40-jarig jubileum vanA.B. Weenink was deO.L.V.-kerkopi5augustus 1940 feestelijkversierd met bloemen enlinten (foto: Gemeente-archief Zwolle, KA074).

Men wist zo'n feest te vieren. In 1862 vierdepastoor Van Kessel een veertig- en een vijfentwin-tigjarig jubileum. De deelname was weer groot,tijdens de godsdienstoefeningen zat de kerk tel-kens 'eivol'. De pastoor werd van huis afgehaalden kreeg een aubade. Door het kerkbestuur wer-den zijn verdiensten breed uitgemeten. De pas-toor schonk een zilveren Mariabeeldje dat na eenprocessie en de antifoon 'Tota pulchra' door depastoor werd gewijd. Daarna plaatste men hetbeeldje onder een 'fraaije van hemel blaauwe zijdeen fluweel vervaardigde troon'. De pastoor lietnog aan achthonderd huiszittende katholiekeneen 'voedzaam middagmaal bezorgen'. Deparochianen waren ook nu weer royaal metgeschenken.

De volgende jubilea werden met aanmerkelijkminder woorden beschreven. Pastoor Spitzen wasin 1886 door de paus benoemd tot kanunnik vanhet Metropolitaankapittel van Utrecht. Toen op6 juni zijn veertigjarig priesterfeest werd gevierd,waren alle kanunniken aanwezig.

Pastoor Weenink vierde een reeks van jubilea.

In 1925 was het zijn zilveren priesterfeest. Het feestliep 'buitengewoon goed' van stapel en er werdenprachtige cadeaux ontvangen die aan de kerk wer-den geschonken. In 1936 volgde de viering van zijnvijfentwintigjarig pastoorschap. De gehele paro-chie ging ter communie en 'groot was het getal datkwam feliciteren'. Een mis werd gezongen diedoor Th. Ponten (een van de zonen van de orga-nist van de Onze-Lieve-Vrouwekerk, J.S. Ponten)gecomponeerd was. Zijn veertigjarig priesterfeestvierde de ondertussen tot deken benoemde Wee-nink, in 1940. Het was een 'grootsch' en algemeenfeest. In korte tijd werd 3700 gulden ingezameld.Van dit geld werden in de zijbeuken van de kerkmooie ramen met voorstellingen van de achtzaligheden door de kunstenaar Koeken uitUtrecht gemaakt.

Kort na de Tweede Wereldoorlog waren er dekoperen priesterfeesten van de kapelaans Wissenen Dewemers te vieren. De opbrengst onder degelovigen bedroeg beide keren twaalfhonderd gul-den. Tijdens de viering van het twaalf-en-een-halfjarig pastoraat van pastoor Wanders in 1958werd Mozarts Missa Brevis gezongen. De aartsbis-schop had voor de vereiste orkestbezetting speci-aal toestemming gegeven. De strijkers van het Gel-ders Orkest en solisten verzorgden de uitvoering.Er volgde een druk bezochte receptie en de jubila-ris kreeg een televisietoestel van de parochiecadeau. Enkele maanden later werd het veertigja-rig priesterfeest van de pastoor in Grand HotelWientjes gevierd. In de jaren zestig werd eenpriesterjubileum nog slechts een sobere vermel-ding, zoals dat van het veertig-jarig priesterfeestvan pater Pot in 1967.

SchenkersOver de gelovigen zijn de gegevens in het Regis-trum Memoriale uiterst schaars. Als ze voorko-men is het meestal als groep, als aantal aanwezigenbij een dienst of deelnemers aan een processie.Alleen wie als kerkelijke mecenas optrad werddoor de pastoors met naam en toenaam vermeld.Slechts enkelen viel die eer te beurt. Onder henwaren personen uit families die te Zwolle al eenlange traditie van kerkelijk mecenaat achter zichhadden.

Page 149: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 149

Zoals Lucretia van Kessel - Rankenberg die op13 maart 1908 na een kortstondige ziekte op tach-tigjarige leeftijd was overleden. Aan deze vrouwhad de Onze-Lieve-Vrouweparochie zeer veel tedanken. Menige gift was door haar ter versieringvan de kerk geschonken. 'Doch behalve de luistervan 's Heeren heiligdom ging haar tevens de noodder behoeftigen ter harte'. Zij schonk testamentair30.000 gulden aan de parochie om daarmee eenfonds te stichten waarvan de rente moest strekkentot verpleging van personen, wanneer de Vos deWael-stichting tot stand zou zijn gekomen.

Op 21 november 1909 stierf onverwacht op 55-jarige leeftijd Th.E.F. Heerkens, de grootste wel-doener van het katholieke Zwolle. Hij was jaren-lang penningmeester van de parochie geweest enaan zijn 'vorstelijke milddadigheid' dankten dekatholieken de oprichting van de St. Jozef- enSt. Thomas-school, de herbouwing en vergrotingvan de St. Aloysiusschool en een bijgebouw vanhet Fraterhuis. Menige liefdadigheidsinstellinghad hij gesteund, ook buiten Zwolle. Paus Pius Xhad hem kort voor zijn overlijden nog vereerd metde Commanderie van de orde van de H. Gregoriusde Grote.

Kort daarop, in 1911 overleed op 85-jarige leef-tijd de weduwe van Lodewijk Heerkens, geborenA.C.J. van Sonsbeeck. Aan haar milddadigheiddankte de parochie de twee gebrandschilderderamen boven de twee zijaltaren plus een 'konink-lijke gift' van 40.000 gulden voor de Vos de Wael-stichting. In het Registrum Memoriale wordendaarna geen mecenassen meer genoemd. Daar-mee lijkt een eind gekomen aan een lange periodevan mecenaat die mogelijk terug te voeren is tot inde zeventiende eeuw.4

Het kerkgebouwIn 1855 werd de kerk als parochiekerk in gebruikgesteld. In de daarop volgende jaren werd de kerkaanmerkelijk verbeterd. Er kwam een portaalonder de toren en een ijzeren hek ter afsluiting vande hoofdingang. De kerk werd versierd met eennieuw tabernakel, voorzien van 'eenig snijwerk enkunstig geschilderd'. De gevel werd verfraaid meteen afbeelding van Maria Hemelvaart. Er kwamgaslicht en naast de kerk werd de St. Jozefkapel

gebouwd en voorzien van het altaar uit de voor-malige Steegjeskerk. De verbeteringen werdenbetaald uit de overgenomen boedel van de Steeg-jeskerk en bijdragen van sommige parochianen ende pastoor. De onkosten voor de kerk werdennaderhand voornamelijk uit de verpachting vande kerkbanken bestreden. De jaarlijkse pachtsombedroeg 2500 gulden.

De restauratie van het dwarsschip van de kerkvond plaats in 1871. Tevens werden er vier kapellenen een sacristie aangebouwd. Het jaar daarop wasde consecratie van het moedergodsaltaar en deplaatsing van twee relieken: een van de martelaresEuphomia en een van de martelaren van Gorcum.

In 1873 volgde de restauratie van het presbyte-rium van de kerk. De consecratie van het hoogal-taar en het St. Jozefaltaar vond het jaar daarnaplaats. Ze ging gepaard met de plaatsing van derelieken van de apostelen Petrus en Paulus in hethoogaltaar, en van de martelaren Laetus en Jaco-bus in het St. Jozefaltaar.

Bijna dertig jaar kon men zonder grote restau-raties de kerk gebruiken. Maar in 1901 en 1902moest het gehele benedengedeelte van het mid-denschip opnieuw geschilderd worden omdat hetdoor vocht zeer geleden had. Tevens werden dekruiswegstaties nagezien en bijgewerkt, de beel-den van de profeten boven de zijaltaren opgehaalden werd de gehele wand beneden de profeten-rijvan het zij altaar der Allerheiligste Maagd wegenshet vocht met platen belegd en opnieuw door destadgenoot, de heer Waterkamp, gepolychro-meerd. De kosten werden bestreden door vrijwil-lige giften van enkele parochianen.

In oktober 1932 was de situatie zo ernstig dat erstukken van het gewelf naar beneden dreigden testorten. Dit maakte het noodzakelijk om in degehele kerk de gewelven te repareren en opnieuwte schilderen. 'Een zorgelyk werk !!', noteerde depastoor. Maar in 1934 waren de gewelven van degehele kerk gerepareerd en geschilderd door deheer Treiteren uit Zwolle.

Na de Tweede Wereldoorlog volgde in raptempo de modernisering van het gebouw. Inmaart 1949 brandden voor het eerst de elektrischelampen; het was 'pracht licht'. In 1952 werd denieuwe geluidsinstallatie van Philips in gebruik

Page 150: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

150 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

genomen, die 'voldeed zeer goed'. Comfortabelvoor de gelovigen werd het in december 1963 toende nieuwe verwarmingsinstallatie gestookt werd.Tijdens de bouw waren 'nog knoken onder devloer te voorschijn' gekomen.

Met de architect Verlaan was er in 1966 overlegover een eventuele restauratie en verandering vande kerk. Vier jaar later was er een brief van monu-mentenzorg met de toezeggingen van het rijk ende provincie. Het wachten was op de gemeente. In1971 was de verdeling van de kosten van de restau-ratie geregeld: het rijk betaalde vijftig, de provin-cie tien en de gemeente veertig procent van dekosten. Maar eerst wenste het bisdom nog eenonderzoek naar de benodigde kerkruimte te

Voor de bedevaart naarKevelaar werd een spe-ciale trein ingezet. Inhet 'Programma' wer-den de vertrektijdenaangegeven, en ook degebeden die men onder-weg diende te bidden;1904 (GemeentearchiefZwolle, KA074).

190422 AUGUSTUS 24

Zwolle.Ondertussen vielen er stukken steen van de

toren waardoor er vanwege het gevaar hekkenwerden geplaatst. De restauratie van de toren zouspoedig beginnen en in 1976 begon men aan eeningrijpende restauratie van de kerk.

Tijdens alle zorgen over het kerkgebouw kreegmen te maken met een nieuw fenomeen: toerisme.Dagjesmensen overspoelden de stad en daaromwerd in de zomertijd de kerk opengesteld voor

AUGUSTUS

PROGRAMMAfler

Godsdienstoefeningengedurende

de Bedevaartder

ZWOLSCHE PROCESSIEtlBflf

KEVELAER.

— s —

HETÏNRElS.CeenwlehtUii

Z W O L L E . . , ' . . . . v a r t r . 8 . 1 9

wnrra . .. 8.420L3T , 8.54DEVENTER . ; . . . . „ 9.1.2ZUTFEN aa.uk. 9.34 . . „ 9.58NIJMEGEN „ 11.12 . . „ 11.53

nihlil. Rut. t|)il

KEVELAEE „ 3.00

TERUGREIS.mldd, Uur. ttlii

K E V E L A E R . . . . . . vorti.-. 2.2S

. N I J M E G E N aauk. 3.49 . . vortr . 4.05

Z U T F E N „ 6.18 ; . „ G.24

D E V E N T E R „ 5.48

OLST „ 6.18

WIJHE „ B.30ZWOLLE „ 7.02

nieuwsgierig publiek. Om de rondgang in de kerkte vergemakkelijken was er een vouwblaadje meteen plattegrond en informatie: 'vanwege buiten-landse toeristen in 4 talen!'

Maria en KevelaarEen van de belangrijkste manifestaties van roomsleven was de verering van Maria. Voor de Zwolsekatholieken was het belangrijkste onderdeel vande devotie de jaarlijkse processie naar Kevelaar.Deze ging terug tot in de achttiende eeuw. In 1780was de 'Zwolsche broederschap ter ere van Maria'opgericht en vanaf 1789 reisden er pelgrims naarKevelaar. Ieder jaar vertrok in eind augustus ofbegin september vanuit Zwolle een groep pel-grims uit West-Friesland, Friesland, Groningen,Drenthe en Overijssel naar dit in Duitsland gele-gen Maria-oord.

De eerste notities in het Registrum M^emorialevermelden daarover iets bijzonders. Het uiterst'zeldzaam voorrecht' van een priester die in 1860voor de vijfentwintigste keer de Zwolse processiebegeleidde. Alle feestelijkheden worden breedvoe-rig beschreven. Zoals de met veel geheimzinnig-heid omgeven overhandiging van kerkelijke kle-ding aan de kerk te Kevelaar. Op de grens vanKevelaar werden de pater en de pelgrims opge-wacht door muzikanten en feestelijk geklede meis-jes die bloemen strooiden. De jubilaris kreeg alsgeschenk een rozenkrans van de pelgrims,'s Avonds was er een feestelijke dis waarbij de jubi-lerende priester erewijn werd aangeboden.

De Mariadevotie werd nog versterkt door deoprichting van een congregratie van Onze-Lieve-Vrouw van Onbevlekte Ontvangenis in 1869. Dezebroederschap was speciaal bedoeld voor jeugdigemannen. In de toekomst zouden nog het veertig-en het zestigjarig bestaan van deze broederschapworden gevierd.

In 1878 werd het grote zilveren Mariabeelddoor de pelgrims meegenomen. Twee jaar ernavierde men het eerste eeuwfeest van de Zwolseprocessie naar Kevelaar met ruim 700 pelgrims.Bijkans geheel Kevelaar had de vlag uitgestoken.De pastoor van Kevelaar verwelkomde de Zwolsepelgrims met een toespraak van de kansel.

Tussen 1884 en 1888 werden er voor de proces-

Page 151: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

sie naar Kevelaar in de regel 800 pelgrims geno-teerd; in 1885 bijkans 900. Daarna daalde het aan-tal deelnemers tot 450 pelgrims. Dat was 'iets min-der dan de vorige jaren'. Waarschijnlijk werd dedaling veroorzaakt doordat de gelovigen uit Gro-ningen en een deel van de Friese pelgrims de tochtop eigen gelegenheid ondernamen. Tussen 1892 en1901 zat men weer op het oude niveau. Het jaardaarop slonk door de afscheiding van Raalte enomstreken het aantal deelnemers tot 650 perso-nen.

Ook vanuit Rome werd de Maria-devotie aan-gemoedigd. Vanwege het jubileum van de dogmaverklaring der Onbevlekte Ontvangenis van Mariadoor Pius X werden er in 1904 godsdienstoefenin-gen gehouden. Het jaar daarop was voor Zwolleeen bijzonder Mariajaar want de Zwolse pelgrima-ge naar Kevelaar bestond in 1905 honderdvijfen-twintig jaar en met de nodige ernst vierde men ditjubileum. Paus Pius X schonk voor deze gelegen-heid alle deelnemers een volle aflaat. Niet minderdan tien priesters namen dit keer deel aan de pro-cessie en in Kevelaar werd een nieuw vaandelplechtig gewijd.

De kerk meende de Mariadevotie nog verder tekunnen verdiepen door in 1908 opnieuw eenbroederschap op te richten. Tijdens een plechtiglof installeerde men de broederschap van Onze-Lieve-Vrouw van zeven smarten. Een groot aantalpersonen werd lid.

De processie naar Kevelaar boette aan belang-stelling in. Tussen 1906 en 1913 nam het aantaldeelnemers gestaag af van 600 naar 325 deelne-mers. Door de Eerste Wereldoorlog en moeilijk-heden aan de grens kwam er voorlopig een eindaan de jaarlijkse tocht. Pas in 1921 trok men weernaar Kevelaar. Waren er in 1922 nog 360 pelgrims,het jaar daarna kon de processie wegens te geringedeelname niet doorgaan. Maar daarna gingen tot1933 tussen de 250 en 370 mensen op pad. In 1930waren dat er vanwege het hondervijftigjarig jubi-leum 500 pelgrims. Te Kevelaar werd dit jubileum'zeer luisterrijk' gevierd.

In 1932 werd een nieuw Onze-Lieve-Vrouwe-pension aanbesteed voor 197.837 gulden. Innovember 1933 werd het nieuwe pension ingebruik genomen. Vijftien zusters deden intrede

11 K U 1 X \ r K K. I IV <."

IKIAHieBKSTAAN

MA NNEN-CON<:iHK(JATIK

Hl .1ANU A H 1

('UKliHTKi IfKVJ KHIi

1N* I» .H KRUK VAN

t*. 1.. VI*. TKN ff KM KÏ**.*I*N K.it INW

11 TOT »8 M KI I«U»

l 'Asroüit A. H. WKKNINK

.lOS, I*. 'VltOOMü 1'tUSKKi T

en 'van den eersten dag af bloeide het pension'onder Gods zegen'. Minder goed bloeide onder-tussen de Kevelaarprocessie. In 1934 kon menwegens de toestand in Duitsland niet naar hetbedevaartsoord. 'Hitler en Nationaal socialisme'geeft het Registrum Memoriale als oorzaak. Bijhervatting van de reis in 1935 gingen ongeveer 279personen mee, een aantal dat daalde tot 200 in1937. Het jaar daarop kon de processie niet door-gaan door gebrek aan deelname. Wel waren erenige enthousiaste pelgrims die de vele kilometersop de pedalen - als 'fiets processie'- aflegden enenkele minder validen gingen met een autobus. Inhet omineuze jaar 1939 trokken nog circa hon-derdvijftig personen naar Kevelaar. Ze waren nogmaar net thuis of de oorlog tussen Duitsland enPolen brak uit. De Tweede Wereldoorlog en denasleep ervan maakte de pelgrimage meer dan tienjaar onmogelijk. Pas in augustus 1950 ging er weereen Zwolse bedevaart. Honderdtwintig deelne-mers gingen op comfortabele wijze met bussennaar het bedevaartsoord.

Maria kon in het aan haar gewijde jaar 1954,ook te Zwolle vereerd worden, vooral in de mei-maand en augustus. Het jaar werd besloten met

Gedachtenisprentje terherinnering aan het 60-jarig bestaan van deMannen-congregatie in1929 (GemeentearchiefZwolle, KA074).

Page 152: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

152 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

In 1925 vertrok eengroep mannen op defiets op bedevaart(GemeentearchiefZwolle, KA074).

een noveen, die 'ondanks St. Nicolaasdrukte zeergoed bezocht' werd. In 1958 herdacht men heteeuwfeest van de verschijning van Maria in Lour-des.

Maar de verering voor Maria boette aan popu-lariteit in. Het enthousiasme voor de tocht naarKevelaar was vrijwel verdwenen en de pastoorsnoteerden nog slechts een processie naar Keve-laaar in 1967 en 1971.

De jaren zestigOp 25 september 1960 werden voor het eerst deklokken van de Peperbus geluid om de parochia-nen op te roepen. Daarvoor had het parochiebe-stuur na vele jaren soebatten uiteindelijk de toe-stemming van de gemeente verworven. Die goed-keuring was nodig omdat de Peperbus en de daar-in opgehangen klokken eigendom van degemeente zijn. Dat men nu luider de gelovigenkon roepen bleek in de toekomst noodzakelijkerdan ooit. Maar hoe luider men riep, des te mindergelovigen er kwamen. De ban van het rijke roomseleven leek voor vele gelovigen verbroken. Daarbleek al iets van toen men het herstel van de kerke-lijke hiërarchie in 1954 herdacht. De kerk was tij-dens deze vieringen van '100 jaar Kromstaf inNederland maar 'tamelijk bezet'. In 1950, een

'Heilig Jaar!' was er aan voorbereiding voor hetverdienen van een 'Jubile-aflaat' nog massaal deel-genomen.

In het Registrum Memoriale verschijnensteeds minder aantekeningen die getuigen van hetklerikale leven. De notities zijn dan vooral deweerslag van de verwoede pogingen die onderno-men werden om de gelovigen binnen de kerk tebehouden. Gedeeltelijk was dat tevergeefs, want inde jaren zestig en zeventig emancipeerden velekatholieken zich van kerk en clerus.

De gevolgen van het Tweede Vaticaanse Con-cilie noodzaakten tot verandering aan en rond hetpriesterkoor. Het moest aangepast worden aan dekomende liturgische veranderingen. Op de eerstezondag in de advent werd voor het eerst de gewij-zigde liturgie ingevoerd. Het meebidden van degelovigen ging goed, en er werd gunstig gere-ageerd op de invoering van een collecte. Het tradi-tionele veertig-uren gebed werd vervangen doorbezinningsdagen over de eucharistie, waarvoor debelangstelling groot was.

Grote belangstelling was er voor kerstmis.Voor het eerst sinds de pastoors het RegistrumMemoriale bijhielden, werden de feestelijkhedenrond kerstmis genoteerd. De uitgebreide vieringvan kerstmis lijkt vooral na de Tweede Wereld-oorlog populair te zijn geworden. Het was tevenseen tegemoetkoming aan de belangstelling van hetgelovige publiek. Het was nog de enige viering inhet kerkelijk jaar die massaal bezocht werd. Iederjaar werd aangetekend hoe groot de belangstellingvoor de krib was en waar die geplaatst was. Al ofniet met de kanttekening 'erg mooi!'. Kerstmiswerd het enige belangrijke feest in het geestelijkeleven van ontkerkelijkte gelovigen.

Door speciale liturgie probeerde men de jeugdbinnen de kerk te houden. Tijdens de eerste Heili-ge communie werd er in de kerk in plaats van hetmiddaglof een spel opgevoerd. Het was een grootsucces en werd vaker herhaald. Men kwam ook deiets oudere jeugd zo veel mogelijk tegemoet. In1966 was er de 'eerste hollandse jeugdmis', de kerkwas 'stampvol!' Nadat het nieuwtje er echter afwas, werd het aantal bezoekende adolescentenalras 'veel minder'. Verder trachtte men de jeugdte binden door verenigingen in het leven te roepen

Page 153: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT 153

met modieus klinkende namen, want met eenwoord als 'congregatie' kon men iedere hoop opbelangstelling wel bij voorbaat uitsluiten. Eennieuw centrum voor jongeren aan de NieuweMarkt werd het 'sokajohome'. De Peperbuskelderwerd in gebruik genomen door de 'Kati-club', watstaat voor katholieke tieners. Lang bestonden dezeclubs niet. Na een brand in het sokajohome werddie onder nieuwe omstandigheden en onder denieuwe naam van 'De Link' voortgezet. Het .waseen nieuwe stichting met een breed opgezettejeugdaccomodatie.

In het Registrum Memoriale ontbreken ook deklachten over de teruggang van het Zwolse kerk-bezoek niet. Overal in Nederland was het kerkbe-zoek sterk teruggelopen. Voor Zwolle kwam daarnog de sanering van de binnenstad bij waardoor ereen kerk (de St. Michaëlkerk) te veel was. Als spe-cifieke reden was er de haveloosheid van de Onze-Lieve-Vrouwe. In 1970 werden de achterste kerk-banken afgesloten zodat de bezoekers gedwongenwerden voorin de kerk te gaan zitten. Het zanglo-kaal werd veranderd in een gezellige vergader-ruimte, die vanaf 1971 tijdens de hoogmis als kin-dercrèche werd gebruikt.

Het eenrichtingsverkeer van kerk naar gelovi-gen werd minder stringent. Zelfs priesterbenoe-mingen werden onderwerp van discussie. In 1969was er een openbare 'hearing' in verband met eenvacature van deken voor Zwolle. In hetzelfde jaarvond de oprichting plaats van een parochieraad.Maar deze lekeninspraak bracht niet de vitalise-ring van het kerkelijk leven waar de pastoor ophoopte: 'De parochieraad heeft dit jaar 10 keervergaderd. Er waren geen resultaten, die het ver-melden waard zijn'. Aan wie dat gelegen heeftblijft jammer genoeg in het midden.

Klein succes boekte men in de samenwerkingmet andere kerken. Deze oecumenische tenden-zen reikten niet verder dan samenwerking. Curi-eus was het geval van de oud-dominee J. Loos, diena priester gewijd te zijn, zijn eerste mis opdroeg.Hij was in 1963 'de eerste gehuwde-priester inNederland' en zijn mis trok zowel onder katholie-ken als niet-katholieken grote belangstelling.

Op 31 oktober 1967 was de katholieke kerk ver-tegenwoordigd bij de oecumenische gedenkdienst

in de Grote of St. Michaëlkerk die ter gelegenheidvan het 450-jarig bestaan van de reformatie werdgehouden.

Nu de oude liturgie op het punt stond te ver-dwijnen beseften vele gelovigen wat er aan roomsetraditie verloren dreigde te gaan. Voor deze nos-talgische, aan de traditie vasthoudende, katholie-ken was er iedere eerste zondag van de maand eenvolledige Hoogmis in het Fraterhuis aan de VanRoyensingel. Ook werden er korte tijd afwisselendintegrale Latijnse missen gecelebreerd in deparochiekerken van St. Michaël en de Onze-Lieve-Vrouwekerk. In de laatst genoemde kerkwerden in 1970 de plechtigheden in de goede weekin het Gregoriaans gehouden.

Dat er nog tot 1969 belangstelling was voor detraditionele liturgie bleek tijdens de viering vanhet patroonsfeest. De plechtige Latijnse hoogmisen het lof trokken een 'volle kerk!' Met een misvolgens de oude rite kon men nog landelijke roemverwerven. De Latijnse hoogmis die in de Onze-Lieve-Vrouwekerk op het feest van ChristusKoning werd opgedragen, werd op de televisie uit-gezonden.

Noten1. Gemeentearchief Zwolle (GAZ) Archief O.L.V. pa-

rochie, registrum memoriale, nrs. 1 en 9. De laatsteaartspriester en de pastoors waren: H. van Kessel(1853-1866), O.A. Spitzen (1866-1889), H.C. Verheul(1889-1900), A. Visser (1900-1919), A.B. Weenink(1919-1944), H.F. Wanders (1944-1964) en G. Terp-stra (1964-1975).

2. Niet vermeld in: S. Ponten, 'Rijk en Rooms: de perio-de Ponten , in: Ave Praedara. 500 jaar koorzang in deOnze Lieve Vrouwekerk te Zwolle 1498-1998,47-52.

3. K. Ribbens, '"Heil U! Zwolle's edle spruit". De te-rugkeer van kardinaal Van Rossum in zijn geboor-testad', in: Zwols Historisch Tijdschrift 13 (1996), 58-65.

4. J.C. Streng, 'Uyt liefde van de catholyke religie': derooms-katholieke elite in Overijssel tijdens de ze-ventiende eeuw', in: Leidschrift (ter perse).

Page 154: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

154 ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT

Auteurs Colofon

drs. Annèt Bootsma-van Hulten (1953) studeerde ge-schiedenis. Momenteel werkt zij als historicus opfree-lance basis.

W.A. Huijsmans (1948) is als medewerker verbondenaan het gemeentearchief van Zwolle en onder ande-re belast met acquisitie, inventarisatie en onder-zoek.

dr. A.J. Looyenga (1945) studeerde geschiedenis enkunstgeschiedenis aan de Rijks Universiteit te Lei-den. Hij is werkzaam bij universiteit, archiefwezenen HBO-instelling. Hij publiceert voornamelijkover negentiende eeuwse kerkbouw en over dekunsthistorische aspecten van orgelgeschiedenis.

dr. J.C. Streng (1945) studeerde geschiedenis aan deNoordelijke Leergangen te Zwolle en vervolgensaan de Rijksuniversiteit Groningen. Onlangs pro-moveerde hij op het proefschrift 'Stemme in staat'.De Bestuurlijke elite in de stadsrepubliek Zwolle.1579-1795- Thans is hij werkzaam als free-lance his-toricus.

dr. Dirk J. de Vries (1952) studeerde bouwkunde aan deHTS te Zwolle en kunstgeschiedenis aan de Rijks-universiteit te Utrecht. Hij is werkzaam bij de Rijks-dienst voor de Monumentenzorg te Zeist.

Het Zwols Historisch Tijdschrift is een uitgave van deZwolse Historische Vereniging en verschijnt viermaalper jaar. Leden van de vereniging krijgen het tijdschriftgratis toegezonden.

Bestuur Zwolse Historische VerenigingW. Coster, voorzitterA. Arendsen, secretaris, telefoon: 038-4652369M.M.H, van Ulsen, penningmeesterM. van der Laan, J. Otten, M. Schneiders, leden

SecretariaatGemeentearchief Zwolle, Voorstraat 26, 8011 NL Zwol-le

Ledenadministratietelefoon: 038-4654617

Bezorging tijdschrift: A. Bootsma-van Hulten,telefoon: 038-4543434

Internet adres:http://www.obd.nl/instel/histver/zwolle.htm

Financiën: girorekening Postbank: 5570775t.n.v. Zwolse Historische Vereniging

Tarieven lidmaatschap:65+ (wonend binnen Zwolle) en studenten /35,oo/jaaroverige leden /45,oo/jaarhuisleden ƒ 7,5o/jaar

Redactie Zwols Historisch TijdschriftA. Bootsma-van Hulten, W. Cornelissen, E.A. van Dijk,W.A. Huijsmans, M. van der Laan, J.C. Streng,I. Wormgoor.Redactie-adres: Westerstraat 17,8011 CD Zwolle

Vormgeving: Rob van den Elzen bNO (t)Opmaak: Different Design DeventerDruk: Hoekman Zwolle B.V.

ISSN 0926-7476 © Zwolse Historische VerenigingNiets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie,microfilm of op welke wijze dan ook, zonder vooraf-gaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Page 155: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

ADVERTENTIES

Als het om

maatwerk g a a t . . .

ONE STOP SHOPPMG

pmm ON gf ua COLOUR

drukkerij Hoekman kan hef voor o realiseren.

en

hypermodern machinepark.

nieüWSfe technolo9l'eën en een

Drukkerij Hoekman B.V. GenemuidenD R U K K E R I I Drukkerij Hoekman Zxolle B.V.r t A ^ i / a r l V i Drukkerij Heekman Nieuw-VennepH O E K M A N Hoekman GraliMedia B.V.

Rijssense Drukkerij Ten Cate

Telefoon 038-385 23 85Teleioon 038-456 48 00Telefoon 0252-67 59 73Teleioon 038-456 48 00Telefoon 0548-53 04 05

Te Koop gevraagd:

Historische kantoorpanden

bouwjaar voor 1900

Inlichtingen: 038- 421 32 90

Van der Reijd Vastgoed Adviseurs B.V.Lid VBO

VASTGOEDADVISEUR

VAN

UDNBK4

DERRBJDassurantiën bv - vastgoed-adviseurs

Zwolle?

^ie "-Het Vliege.*4\wys"55 Tel. 038-4221206

8011 TM Zwolle Fax 038-4224318

^rO-Sse-ne % E-ea pasui w-t

• E-lHé. rxcW; weZ&n. rt.ieii.wfi. ejcposi-tie-

• Ê-a &en vyer-fcröiAwite. pleK wor {Le, 2-wolse Misiörische

pleü oirw -fce ov\.\hoLuLa\.

Page 156: Jl* Historisch · 2017. 6. 20. · ZWOLS HISTORISCH TIJDSCHRIFT Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Huijsmans lirnlle, rltituin. (ds postmcrl . 'lioor dezen berichten

- ; , • • k • • ; y • • • . - . . ' - . . . ; • • • .

• j ' " ï • * '

• . f "

t ' " ' \ '•

• » { y ' • • < - • • . ' * :

•: .•*•. .•• S ^ j - V .

Sinds 1929

Fa H. HABESHANDBOEKBINDERU

Assendorperstraat 64 - 8012 CA ZwolleTel. 038-421 59 69 ,•,

Binden van:

Scripties

de Boeken

Statenbijbels

bums

Enz., enz.

* • • • ' ; '

Bindend Boeiend

v

• • • • • . > /' • • . • • • • • . > * , ; • "

• . • • 7 * - • • • - .

/ ' r 7