Historisch Nu #36

8
historisch nu nummer 36 - 12de jaargang januari 2012 - historisch nu is een uitgave van museum rotterdam Om aan die zoektocht een extra inhoud te geven is de Rotter- damse ontwerpster Monique van Heist gevraagd als gastcura- tor; haar stijl van werken sluit naadloos aan bij het thema. Werkkleding is bij Van Heist een terugkerend element: ze ontwierp bijvoorbeeld een stofjas als japon en een overall als avondjurk. De tijdloosheid van werkkleding die vooral func- tioneel is en zich lange tijd aan trends heeft onttrokken, past goed bij het door haar in 2009 gelanceerde Hello Fashion: een groeiende collectie waarin zij voor een periode van tien jaar de houdbaarheid van haar ontwerpen onderzoekt. Werkstijl heeft historische werkkleding voor fysieke arbeid als uitgangspunt. Kleding van Rotterdamse bedrijven en diensten als Oranjeboom, RDM en Roteb vormen een rode draad. En steeds is er de link met hedendaagse (internationale) mode met stukken van o.a. Vivienne Westwood, Maison Martin Margiela en Bless. De persoonlijke kant van werkkleding wordt belicht in een speciaal voor deze tentoonstelling geproduceerde serie portretten onder leiding van Monique van Heist. Dat werkkle- ding die langere tijd is gedragen persoonlijk wordt, blijkt uit deze foto’s en bijbehorende verhalen van Rotterdamse werkers. Lees verder op pagina 4-5 sjouk hoitsma Werkkleding. het is een onderwerp dat past bij de stad waar de overhemden als het ware met opgestroopte mouwen in de etalages liggen. Bovendien is het actueel: aan de invloed van werkkleding op het hedendaagse kleedgedrag is niet te ontkomen. die invloed was aanleiding om te onderzoeken wanneer de oude werkkloffies, zoals museum rotterdam die in de collectie heeft, de sprong van de fabriek of de haven naar de straat en de catwalk maakten. werkstijl cuLtuurPLan Eens in de vier jaar stellen de Rotterdamse culturele orga- nisaties een meerjarenplan op waarmee zij een subsidiever- zoek indienen bij de gemeente Rotterdam. Ook Museum Rotterdam stelt een dergelijk plan op dat dient als basis voor onze activiteiten in de periode 2013-2016. Dit keer wordt dat spannend en gecom- pliceerd door de aangekon- digde bezuinigingen. Hoeveel er bezuinigd moet worden is nog niet precies bekend, maar volgens inge- wijden zal de hele kunst- en cultuursector ergens tussen de 15 en 25 % worden gekort. Veel instellingen vrezen voor hun voortbestaan of zullen het met aanzienlijk min- der subsidie moeten doen. Ook ons museum zal moeten bezuinigen. Onlangs hebben we samen met het Maritiem Museum Rot- terdam een extern onderzoek laten verrichten om te verken- nen hoe ‘het verhaal van Rot- terdam’ kan worden verteld met minder gebouwen, minder mensen en minder subsidie. Er zijn drie scenario´s onderzocht op inhoudelijke, financiële en organisatorische conse- quenties. Deze liepen uiteen van een volledige fusie met het Maritiem Museum in één gebouw, tot een meer onafhan- kelijke koers van elkaar. Uit de studie komt de laatste variant naar voren als beste optie. Door onze sterke kan- ten – de relatie met de stad en haar bewoners en de contac- ten in de wijken - nog verder uit te bouwen, zijn we als geen ander in staat het verhaal van de stad te vertellen. Wij ambi- eren een voortrekkersrol bij het tot stand komen van een spraakmakende presentatie die laat zien wat Rotterdam tot Rotterdam maakt. Van Rotta tot Roffa, op een nog nader te bepalen locatie in de binnenstad samen met de andere Rotterdamse erf- goed instellingen. Het is naar onze mening een idee dat per- spectief biedt voor de stad en het museum. hans Walgenbach algemeen directeur de atlas van stolk laat met prenten en affiches zien dat het wagen van een gokje voor een goed doel al eeuwenoud is. 7 een Lot uit de Loterij de spijkerbroek en de overall zijn al lang niet meer alleen op de werkvloer te vinden. traditionele werkkleding is een bron van inspiratie voor mode- ontwerpers. WerKstijL 4/5 is je familie je steun en toe- verlaat of wil je er weinig mee te maken hebben? de expositie FamiLie belicht de vele aspecten van familie. van familiebe- drijf tot familiegeheim. 3 FamiLie 6 justus van eFFenBLoK Fotograaf david adams verhuisde van sydney naar spangen en legde zijn nieu- we buurt vast. het justus van effenblok is voor hem al jaren een fascinerend onderwerp. medewerkers van de rdm in werkkleding, circa 1920 (foto gemeentearchief rotterdam)

description

Historisch Nu is de krant van Museum Rotterdam, met nieuws over tentoonstellingen en activiteiten van het museum.

Transcript of Historisch Nu #36

historisch nunummer 36 - 12de jaargang januari 2012 - historisch nu is een uitgave van museum rotterdam

Om aan die zoektocht een extra inhoud te geven is de Rotter-damse ontwerpster Monique van Heist gevraagd als gastcura-tor; haar stijl van werken sluit naadloos aan bij het thema. Werkkleding is bij Van Heist een terugkerend element: ze ontwierp bijvoorbeeld een stofjas als japon en een overall als avondjurk. De tijdloosheid van werkkleding die vooral func-tioneel is en zich lange tijd aan trends heeft onttrokken, past goed bij het door haar in 2009 gelanceerde Hello Fashion: een groeiende collectie waarin zij voor een periode van tien jaar de houdbaarheid van haar ontwerpen onderzoekt.Werkstijl heeft historische werkkleding voor fysieke arbeid als uitgangspunt. Kleding van Rotterdamse bedrijven en diensten

als Oranjeboom, RDM en Roteb vormen een rode draad. En steeds is er de link met hedendaagse (internationale) mode met stukken van o.a. Vivienne Westwood, Maison Martin Margiela en Bless. De persoonlijke kant van werkkleding wordt belicht in een speciaal voor deze tentoonstelling geproduceerde serie portretten onder leiding van Monique van Heist. Dat werkkle-ding die langere tijd is gedragen persoonlijk wordt, blijkt uit deze foto’s en bijbehorende verhalen van Rotterdamse werkers.

Lees verder op pagina 4-5

sjouk hoitsma

Werkkleding. het is een onderwerp dat past bij de stad waar de overhemden als het ware met opgestroopte mouwen in de etalages liggen. Bovendien is het actueel: aan de invloed van werkkleding op het hedendaagse kleedgedrag is niet te ontkomen.die invloed was aanleiding om te onderzoeken wanneer de oude werkkloffies, zoals museum rotterdam die in de collectie heeft, de sprong van de fabriek of de haven naar de straat en de catwalk maakten.

werkstijl

cuLtuurPLan

Eens in de vier jaar stellen de Rotterdamse culturele orga-nisaties een meerjarenplan op waarmee zij een subsidiever-zoek indienen bij de gemeente Rotterdam. Ook Museum Rotterdam stelt een dergelijk plan op dat dient als basis voor onze activiteiten in de periode 2013-2016. Dit keer wordt dat spannend en gecom-pliceerd door de aangekon-digde bezuinigingen.

Hoeveel er bezuinigd moet worden is nog niet precies bekend, maar volgens inge-wijden zal de hele kunst- en cultuursector ergens tussen de 15 en 25 % worden gekort. Veel instellingen vrezen voor hun voortbestaan of zullen het met aanzienlijk min-der subsidie moeten doen. Ook ons museum zal moeten bezuinigen.

Onlangs hebben we samen met het Maritiem Museum Rot-terdam een extern onderzoek laten verrichten om te verken-nen hoe ‘het verhaal van Rot-terdam’ kan worden verteld met minder gebouwen, minder mensen en minder subsidie. Er zijn drie scenario s onderzocht op inhoudelijke, financiële en organisatorische conse-quenties. Deze liepen uiteen van een volledige fusie met het Maritiem Museum in één gebouw, tot een meer onafhan-kelijke koers van elkaar.

Uit de studie komt de laatste variant naar voren als beste optie. Door onze sterke kan-ten – de relatie met de stad en haar bewoners en de contac-ten in de wijken - nog verder uit te bouwen, zijn we als geen ander in staat het verhaal van de stad te vertellen. Wij ambi-eren een voortrekkersrol bij het tot stand komen van een spraakmakende presentatie die laat zien wat Rotterdam tot Rotterdam maakt. Van Rotta tot Roffa, op een nog nader te bepalen locatie in de binnenstad samen met de andere Rotterdamse erf-goed instellingen. Het is naar onze mening een idee dat per-spectief biedt voor de stad en het museum.

hans Walgenbachalgemeen directeur

de atlas van stolk laat met prenten en affiches zien dat het wagen van een

gokje voor een goed doel al eeuwenoud is.

7een Lot uit de Loterij

de spijkerbroek en de overall zijn al lang niet meer

alleen op de werkvloer te vinden. traditionele

werkkleding is een bron van inspiratie voor mode-

ontwerpers.

WerKstijL

4/5

is je familie je steun en toe-verlaat of wil je er weinig mee te maken hebben? de expositie FamiLie

belicht de vele aspecten van familie. van familiebe-

drijf tot familiegeheim.

3FamiLie

6justus vaneFFenBLoK

Fotograaf david adams verhuisde van sydney naar spangen en legde zijn nieu-we buurt vast. het justus van effenblok is voor hem al jaren een fascinerend

onderwerp.

medewerkers van de rdm in werkkleding, circa 1920 (foto gemeentearchief rotterdam)

2

oogstrelend cadeau

Bij Boddaert thuis worden wij naar een kamer geleid waar een schilderij op een ezel staat. We zien een voorstelling van een groep huzaren en infanteristen van regimenten ‘op Holland’ van het Staatse leger die tijdens een legeroefening halt houdt bij een tent van een marketenster. Opvallend is het heldere zonlicht dat van links op het pad met karrensporen valt en de wolken met roze flarden kleurt. We zijn het snel met elkaar eens: wat een prachtige aanwinst voor de collectie!

Wie is deze Langendijk en wat is er bekend over zijn werk? Dirk Langendijk wordt in 1748 in Rotterdam geboren en trouwt in 1776 met de niet onbemiddelde Josina van Doorn met wie hij vijf kinderen krijgt. In de loop van de tijd komt het gezin in financiële problemen. Langendijk raakt aan de drank en in 1795 wordt het huwelijk ontbonden. Tien jaar later verdrinkt hij in de Leuvehaven. Misschien omdat hij een slok teveel op had? We zullen het nooit weten. Als kunstenaar is hij vooral bekend om zijn virtuoze tekeningen en aquarellen van historische en militaire voorstellingen waarvan er honderden zijn bewaard. Zijn geschilderde oeuvre is veel kleiner: er zijn niet meer dan 20 schilderijen van hem bekend. De voorstellingen van galante

gezelschappen in parken, ruitergevechten of soldaten bij een uitspanning dateren alle uit de periode rond 1775; onze nieuwe aanwinst uit 1778 past dus precies in dit tot dusver bekende oeuvre.

Boddaert vertelt ons dat hij al enkele jaren geleden zijn oog op dit schilderij heeft laten vallen. Hij was – net als wij – direct onder de indruk van de fijne penseelvoering en detaillering, de sfeer van het landschap en de lichtbehandeling. Bijzonder is ook dat er nauwelijks sprake is van modieuze of sentimentele roman-tiek. Langendijk toont zich een vakkundig meester in de traditie van 17de-eeuwse schilders als Philips Wouwerman en Johannes Lingelbach, maar weet het werk van zijn grote voorbeelden op aantrekkelijke wijze naar zijn eigen tijd te vertalen. Drie maanden na ons bezoek poseert Boddaert in het nieuwe schilderijendepot voldaan naast de aanwinst waarvoor hij zich zo heeft ingespannen. Het schilderij is tot en met 29 januari 2012 in de tentoonstelling Rijk Leven te bewonderen.

Liesbeth van der Zeeuwconservator kunst en kunstnijverheid

in augustus 2011 nodigt jhr. r.j.h. Boddaert hans Walgenbach, directeur van museum rotterdam, en mij uit voor een bezoek bij hem thuis. hij wil ons een ‘oogstrelend’ schilderij van dirk Langendijk laten zien namens de heeren Xvii. dit gezelschap van initiatiefrijke heren werd in 1986 opgericht en mede dankzij hun inspanning werd de restauratie van het schielandshuis een feit. dit jaar willen de heeren Xvii niet alleen hun 25-jarig bestaan vieren, maar ook het schielandshuis weer met een cadeau vereren. Zou dit schilderij een welkome aanwinst voor de collectie zijn?, wil Boddaert van ons weten.

heeren Xvii

Jhr. R.J.H. Boddaert en wijlen Jhr. F.W.E. Groeninx van Zoelen namen in 1986 het initiatief tot de oprichting van de Heeren XVII. De naam verwijst naar de hoofddirectie van de Verenigde Oostindische Compagnie. De Heeren XVII hebben sindsdien diverse schenkingen aan Museum Rotterdam gedaan. In 1990 gaven zij een bronzen scheeps-kanon cadeau. De 1200 kilo zware twaalfponder werd in 1645 in opdracht van de Admiraliteit op de Maze door de broers Cornelis en Dirk Ouderogge gegoten.

Portret vande Kunstenaar

Langendijk was leerling van de Rotterdamse rijtuig- en sieraadschilder Dirk Bisschop bij wie hij de aquareltechniek leerde. Dit portret van Langendijk is gemaakt door Johannes Bemme.

Kunst-verZameLaar

Kunstverzamelaar Gerrit van der Pals was een goede vriend van Langendijk. Hij hielp hem regelmatig wanneer de financiële nood hoog was. In zijn collectie bevonden zich 3 schilderijen en circa 60 tekeningen van Langendijk.

De Atlas Van Stolk heeft een grote collectie tekeningen van Langendijk. Een van de be-kendste is een afbeelding van de overtocht van de Fransen over de bevroren Nieuwe Maas in januari 1795. Langendijk, een vurig patriot, is volgens een eigen aantekening getuige geweest van deze overtocht.

teKening

nieuWeaanWinst

De sfeer van het schilderij brengt het werk van de Italiani-santen in herinnering.Deze 17de-eeuwse schilders trokken naar Italië om de klas-sieke oudheid te bestuderen en legden het zonovergoten land-schap vast. Langendijk heeft Italië zelf nooit bezocht.

Museum Rotterdam heeft nog twee schilderijen van Dirk Langendijk in de collectie: ‘Ruitergevecht’ uit 1779 en ‘Slagveld met stervende generaal’ uit 1780. Voor meer informatie over de drie Langendijks; www.museumrotterdam.nl/collectie/trefwoord langendijk of scan onderstaande QR-code

3historisch nu januari 2012 nr 36historisch nu januari 2012 nr 36

Nog steeds maken geld en goederen deel uit van het familie-kapitaal. Ook verhalen en recepten horen daartoe, net als tafelmanieren en tradities, kennis en opleiding. In de 20ste eeuw werd men zich bewust van het genetisch kapitaal: uiterlijk, gezondheid en vaardigheden krijg je allemaal ‘van huis uit’ mee. Plaatst die ontdekking het verleden in een nieuw perspectief? Zit bijvoorbeeld het ondernemen een familie in het bloed? Kun je een kwartje worden als je voor een dubbeltje geboren bent? Bestaat er een gen voor rijkdom en status?

In de tentoonstelling Familie wordt de invloed van familie op het individu onder de loep genomen. Knellen de familieban-den of zorgt de familie juist voor steun en hulp? Verschillende thema’s rond het begrip familie zorgen voor een spannende afwisseling met steeds een eigen invalshoek. Het Erasmus Me-disch Centrum en de Erasmus Universiteit Rotterdam droegen onderzoeksgegevens aan. Familieleven gaat over de zorg, steun en hulp bij dagelijkse dingen, terwijl familiegeheim onderwer-pen aandraagt waarover juist wordt gezwegen. Na familieka-pitaal schuift men aan tafel bij het familiediner, om daarna een kijkje te nemen bij verschillende familiebedrijven. Daarin is een tegel te zien met de kermistent van de familie Magito, die destijds beroemd was om haar kunsten. De tegel is tussen 1730 en 1760 gemaakt door de al even beroemde familie Aalmis. Ook moderne familiebedrijven komen aan bod. Wist u dat die familiebedrijven tegenwoordig voor meer dan de helft bijdragen

aan het Bruto Nationaal Inkomen? Familie laat de bezoeker ook genieten van prachtige familieportretten. Het oudste is geschil-derd op twee zijluiken van een altaarstuk uit de Laurenskerk. Dit intrigerende portret uit ongeveer 1530 toont burgemeester Pieter Karre en zijn echtgenote Maria van Groenewegen, samen met hun levende en overleden kinderen. Heel anders zijn de getekende families uit ‘het Familie Archief’ van beeldend kunstenaar Agnes Roothaan. Zij groeide op in een gezin met zeven kinderen. Samen tekenden zij aan het begin van de jaren ’70 de inwoners van ‘Kute bij de Dam’. Gezin-nen, families, alleenstaanden, een dirigent en de burgemeester bevolkten dit alternatieve Rotterdam. Elk figuurtje kreeg een naam en werd ingeschreven in het bevolkingsregister. De ver-makelijke collectie is bewaard gebleven en een deel daarvan is te zien in Familie.

Gaan uw handen jeuken? Teken dan uw eigen familie op de ten-toonstelling! Wist u trouwens dat iemand die met verschillende generaties omgaat minder vooroordelen krijgt dan iemand die voornamelijk met leeftijdsgenoten optrekt? En is er een betere reden denkbaar om met de hele familie naar de tentoonstelling te komen?

mayke groffenconservator

familietoen de rotterdamse burgemeester Pieter van schoonhoven in 1753 zijn testament opstelde, was hij bijzonder gul voor zijn kleinzonen. Zo zou de oudste kleinzoon het huis aan de Boompjes krijgen. er was wel een voorwaarde: Pieter junior moest de familiewapens boven de schouw intact laten... een patriciër ontleende zijn reputatie in de 18de eeuw immers niet zozeer aan persoonlijk succes, maar vooral aan het bezit en aanzien van de familie waartoe hij behoorde. de familiewapens moesten Pieter aansporen om zijn voorouders te eren én om het familiekapitaal door te geven aan het nageslacht.

Moederliefde toont de huiselijk-heidscultus die in de 19de eeuw hoogtij vierde. Een gelukkig familieleven gold als burgerlijk ideaal, en als basis voor een welvarend land.

maternité

De Familie is een zelfportret van Marius Richters met zijn echtge-note Johanna van der Markt en hun zoon Han (1917).

Enkele leden van de getekende familie van Agnes Roothaan. Het bonte gezelschap kreeg een prominente plaats in de expositie.

ZeLFPortret

aLternatieFrotterdam

han hoogerbrugge maakte voor de expositie interactieve projecties die de bezoeker door de tentoonstelling leiden. deze illustratie hoort bij het thema Familiebedrijf.

jhr. r.j.h. Boddaert in het schilderijendepot van het museum. Links op ooghoogte de nieuwe aanwinst.

De beroemde familie Magito – een familie van koorddansers en kermisartiesten – is afgebeeld op een tegel van de al even beroemde Rotterdamse familie Aalmis, tegelbakkers.

Stad als Muze stond afgelopen jaar in het teken van familierela-ties. Speciale aandacht kreeg de mantelzorg. De voorwerpen in Familie zijn door mantelzorgers zelf uitgekozen.

Ga op onderzoek naar het eigen familieverleden, deel een familiegeheim of maak een silhouetportret in de roemrijke traditie van de Rotterdamse knipkunst.

Koorddansers

manteLZorg

siLhouet

FamiLiet/m 9 sept 2012

niveau 1Schielandshuis

2

oogstrelend cadeau

Bij Boddaert thuis worden wij naar een kamer geleid waar een schilderij op een ezel staat. We zien een voorstelling van een groep huzaren en infanteristen van regimenten ‘op Holland’ van het Staatse leger die tijdens een legeroefening halt houdt bij een tent van een marketenster. Opvallend is het heldere zonlicht dat van links op het pad met karrensporen valt en de wolken met roze flarden kleurt. We zijn het snel met elkaar eens: wat een prachtige aanwinst voor de collectie!

Wie is deze Langendijk en wat is er bekend over zijn werk? Dirk Langendijk wordt in 1748 in Rotterdam geboren en trouwt in 1776 met de niet onbemiddelde Josina van Doorn met wie hij vijf kinderen krijgt. In de loop van de tijd komt het gezin in financiële problemen. Langendijk raakt aan de drank en in 1795 wordt het huwelijk ontbonden. Tien jaar later verdrinkt hij in de Leuvehaven. Misschien omdat hij een slok teveel op had? We zullen het nooit weten. Als kunstenaar is hij vooral bekend om zijn virtuoze tekeningen en aquarellen van historische en militaire voorstellingen waarvan er honderden zijn bewaard. Zijn geschilderde oeuvre is veel kleiner: er zijn niet meer dan 20 schilderijen van hem bekend. De voorstellingen van galante

gezelschappen in parken, ruitergevechten of soldaten bij een uitspanning dateren alle uit de periode rond 1775; onze nieuwe aanwinst uit 1778 past dus precies in dit tot dusver bekende oeuvre.

Boddaert vertelt ons dat hij al enkele jaren geleden zijn oog op dit schilderij heeft laten vallen. Hij was – net als wij – direct onder de indruk van de fijne penseelvoering en detaillering, de sfeer van het landschap en de lichtbehandeling. Bijzonder is ook dat er nauwelijks sprake is van modieuze of sentimentele roman-tiek. Langendijk toont zich een vakkundig meester in de traditie van 17de-eeuwse schilders als Philips Wouwerman en Johannes Lingelbach, maar weet het werk van zijn grote voorbeelden op aantrekkelijke wijze naar zijn eigen tijd te vertalen. Drie maanden na ons bezoek poseert Boddaert in het nieuwe schilderijendepot voldaan naast de aanwinst waarvoor hij zich zo heeft ingespannen. Het schilderij is tot en met 29 januari 2012 in de tentoonstelling Rijk Leven te bewonderen.

Liesbeth van der Zeeuwconservator kunst en kunstnijverheid

in augustus 2011 nodigt jhr. r.j.h. Boddaert hans Walgenbach, directeur van museum rotterdam, en mij uit voor een bezoek bij hem thuis. hij wil ons een ‘oogstrelend’ schilderij van dirk Langendijk laten zien namens de heeren Xvii. dit gezelschap van initiatiefrijke heren werd in 1986 opgericht en mede dankzij hun inspanning werd de restauratie van het schielandshuis een feit. dit jaar willen de heeren Xvii niet alleen hun 25-jarig bestaan vieren, maar ook het schielandshuis weer met een cadeau vereren. Zou dit schilderij een welkome aanwinst voor de collectie zijn?, wil Boddaert van ons weten.

heeren Xvii

Jhr. R.J.H. Boddaert en wijlen Jhr. F.W.E. Groeninx van Zoelen namen in 1986 het initiatief tot de oprichting van de Heeren XVII. De naam verwijst naar de hoofddirectie van de Verenigde Oostindische Compagnie. De Heeren XVII hebben sindsdien diverse schenkingen aan Museum Rotterdam gedaan. In 1990 gaven zij een bronzen scheeps-kanon cadeau. De 1200 kilo zware twaalfponder werd in 1645 in opdracht van de Admiraliteit op de Maze door de broers Cornelis en Dirk Ouderogge gegoten.

Portret vande Kunstenaar

Langendijk was leerling van de Rotterdamse rijtuig- en sieraadschilder Dirk Bisschop bij wie hij de aquareltechniek leerde. Dit portret van Langendijk is gemaakt door Johannes Bemme.

Kunst-verZameLaar

Kunstverzamelaar Gerrit van der Pals was een goede vriend van Langendijk. Hij hielp hem regelmatig wanneer de financiële nood hoog was. In zijn collectie bevonden zich 3 schilderijen en circa 60 tekeningen van Langendijk.

De Atlas Van Stolk heeft een grote collectie tekeningen van Langendijk. Een van de be-kendste is een afbeelding van de overtocht van de Fransen over de bevroren Nieuwe Maas in januari 1795. Langendijk, een vurig patriot, is volgens een eigen aantekening getuige geweest van deze overtocht.

teKening

nieuWeaanWinst

De sfeer van het schilderij brengt het werk van de Italiani-santen in herinnering.Deze 17de-eeuwse schilders trokken naar Italië om de klas-sieke oudheid te bestuderen en legden het zonovergoten land-schap vast. Langendijk heeft Italië zelf nooit bezocht.

Museum Rotterdam heeft nog twee schilderijen van Dirk Langendijk in de collectie: ‘Ruitergevecht’ uit 1779 en ‘Slagveld met stervende generaal’ uit 1780. Voor meer informatie over de drie Langendijks; www.museumrotterdam.nl/collectie/trefwoord langendijk of scan onderstaande QR-code

3historisch nu januari 2012 nr 36historisch nu januari 2012 nr 36

Nog steeds maken geld en goederen deel uit van het familie-kapitaal. Ook verhalen en recepten horen daartoe, net als tafelmanieren en tradities, kennis en opleiding. In de 20ste eeuw werd men zich bewust van het genetisch kapitaal: uiterlijk, gezondheid en vaardigheden krijg je allemaal ‘van huis uit’ mee. Plaatst die ontdekking het verleden in een nieuw perspectief? Zit bijvoorbeeld het ondernemen een familie in het bloed? Kun je een kwartje worden als je voor een dubbeltje geboren bent? Bestaat er een gen voor rijkdom en status?

In de tentoonstelling Familie wordt de invloed van familie op het individu onder de loep genomen. Knellen de familieban-den of zorgt de familie juist voor steun en hulp? Verschillende thema’s rond het begrip familie zorgen voor een spannende afwisseling met steeds een eigen invalshoek. Het Erasmus Me-disch Centrum en de Erasmus Universiteit Rotterdam droegen onderzoeksgegevens aan. Familieleven gaat over de zorg, steun en hulp bij dagelijkse dingen, terwijl familiegeheim onderwer-pen aandraagt waarover juist wordt gezwegen. Na familieka-pitaal schuift men aan tafel bij het familiediner, om daarna een kijkje te nemen bij verschillende familiebedrijven. Daarin is een tegel te zien met de kermistent van de familie Magito, die destijds beroemd was om haar kunsten. De tegel is tussen 1730 en 1760 gemaakt door de al even beroemde familie Aalmis. Ook moderne familiebedrijven komen aan bod. Wist u dat die familiebedrijven tegenwoordig voor meer dan de helft bijdragen

aan het Bruto Nationaal Inkomen? Familie laat de bezoeker ook genieten van prachtige familieportretten. Het oudste is geschil-derd op twee zijluiken van een altaarstuk uit de Laurenskerk. Dit intrigerende portret uit ongeveer 1530 toont burgemeester Pieter Karre en zijn echtgenote Maria van Groenewegen, samen met hun levende en overleden kinderen. Heel anders zijn de getekende families uit ‘het Familie Archief’ van beeldend kunstenaar Agnes Roothaan. Zij groeide op in een gezin met zeven kinderen. Samen tekenden zij aan het begin van de jaren ’70 de inwoners van ‘Kute bij de Dam’. Gezin-nen, families, alleenstaanden, een dirigent en de burgemeester bevolkten dit alternatieve Rotterdam. Elk figuurtje kreeg een naam en werd ingeschreven in het bevolkingsregister. De ver-makelijke collectie is bewaard gebleven en een deel daarvan is te zien in Familie.

Gaan uw handen jeuken? Teken dan uw eigen familie op de ten-toonstelling! Wist u trouwens dat iemand die met verschillende generaties omgaat minder vooroordelen krijgt dan iemand die voornamelijk met leeftijdsgenoten optrekt? En is er een betere reden denkbaar om met de hele familie naar de tentoonstelling te komen?

mayke groffenconservator

familietoen de rotterdamse burgemeester Pieter van schoonhoven in 1753 zijn testament opstelde, was hij bijzonder gul voor zijn kleinzonen. Zo zou de oudste kleinzoon het huis aan de Boompjes krijgen. er was wel een voorwaarde: Pieter junior moest de familiewapens boven de schouw intact laten... een patriciër ontleende zijn reputatie in de 18de eeuw immers niet zozeer aan persoonlijk succes, maar vooral aan het bezit en aanzien van de familie waartoe hij behoorde. de familiewapens moesten Pieter aansporen om zijn voorouders te eren én om het familiekapitaal door te geven aan het nageslacht.

Moederliefde toont de huiselijk-heidscultus die in de 19de eeuw hoogtij vierde. Een gelukkig familieleven gold als burgerlijk ideaal, en als basis voor een welvarend land.

maternité

De Familie is een zelfportret van Marius Richters met zijn echtge-note Johanna van der Markt en hun zoon Han (1917).

Enkele leden van de getekende familie van Agnes Roothaan. Het bonte gezelschap kreeg een prominente plaats in de expositie.

ZeLFPortret

aLternatieFrotterdam

han hoogerbrugge maakte voor de expositie interactieve projecties die de bezoeker door de tentoonstelling leiden. deze illustratie hoort bij het thema Familiebedrijf.

jhr. r.j.h. Boddaert in het schilderijendepot van het museum. Links op ooghoogte de nieuwe aanwinst.

De beroemde familie Magito – een familie van koorddansers en kermisartiesten – is afgebeeld op een tegel van de al even beroemde Rotterdamse familie Aalmis, tegelbakkers.

Stad als Muze stond afgelopen jaar in het teken van familierela-ties. Speciale aandacht kreeg de mantelzorg. De voorwerpen in Familie zijn door mantelzorgers zelf uitgekozen.

Ga op onderzoek naar het eigen familieverleden, deel een familiegeheim of maak een silhouetportret in de roemrijke traditie van de Rotterdamse knipkunst.

Koorddansers

manteLZorg

siLhouet

FamiLiet/m 9 sept 2012

niveau 1Schielandshuis

4

in een woud van overalls torent er één met schouders boven uit: een kakikleurig ketel-pak met een lengte van twee meter, het hoofd van de drager niet meegerekend. op de rug is een vierkante lap genaaid met opschrift: ‘natuurlijk van Kok vakkleding!’. de overall is rond 1950 gemaakt om recla-me te lopen voor Kok vakkleding, tot 1960 gevestigd aan de Kruiskade. Wie anders dan de reus van rotterdam kan deze over-all gedragen hebben?

Rigardus Rijnhout (1922-1959) was 2.37 m lang en woonde om de hoek in de Gouvernestraat. Hij verhuurde zich als lopend reclamebord voor verschillende bedrijven. Of hij deze overall, die speciaal voor hem is gemaakt, ook daadwerkelijk heeft gedragen is onzeker. Dit unieke ketelpak (een vertaling van het Amerikaanse boilersuit) vormt het startpunt van Werkstijl. Hij staat tussen de overalls van verschillende Rotterdamse bedrijven zoals RDM en Oranjeboom, van ambachtslui als huisschilders

en timmermannen en de modieuze overalls, rechtstreeks van de catwalk, zoals die van Walter van Beirendonck, de bekende Belgische ontwerper. Hij droeg hem zelf als werkkleding. Het vroegste voorbeeld van een overall, een van oorsprong Amerikaans kledingstuk, is in slechte staat: hij valt nog net niet uit elkaar. Hij is gevonden in een mijn in Californië door twee Zweedse jeans-ontwerpers van het piepkleine label Blue Highway, die eigenlijk op zoek waren naar stukjes van de vroeg-ste jeans, de werkbroeken die de mijnwerkers droegen.Het schatgraven naar oude jeans komt voort uit een enorme be-langstelling voor de originals. De oervorm van de spijkerbroek is geïntroduceerd door Levi Strauss in 1873. Het werd het meest-verkochte kledingstuk ooit en daarmee ook het belangrijkste voorbeeld van invloed van werkkleding op mode. Veel jeans-ontwerpers en -labels zoeken naar de roots en baseren er hun nieuwe ontwerpen op. Werkstijl toont stukjes van de oudste jeans, gevonden in de mijnen, samen met het nieuwste werk van jeans-ontwerpers uit Rotterdam en de rest van de wereld. Gastcurator Monique van Heist is geobsedeerd door de manier waarop oude werkkleding de sporen van het harde werken laat zien. Maar ook door de manier waarop modeontwerpers dit fenomeen in hun werk toepassen en kleding ontwerpen die

er uitziet alsof ze al een heel leven heeft doorleefd. De sporen voorzien de toekomstige drager van een stukje geschiedenis en authenticiteit.Voor Werkstijl kregen zes Rotterdamse werkers met verschil-lende beroepen spiksplinternieuwe jeans om dagelijks te dragen. Gedurende de tentoonstelling zullen we hen, of beter gezegd hun broeken, volgen. Wordt hun werkstijl zichtbaar in hun broek?Werkstijl vertelt vele verhalen. Over het stoere manchester werkpak, het uniform van de Rotterdamse arbeider, en hoe bur-gemeester André van der Louw in de jaren ‘70 gebruik maakte van dat imago. Over de logo’s op werkkleding en hun invloed op het Rotterdamse straatbeeld. Over de speciale eisen die gesteld worden aan het werk van de werkkledingontwerper. Over de geschiedenis van bekende Rotterdamse werkkleding-bedrijven. Over talloze vrouwenschorten in fabriek, verpleging en huishouden. Over de interessantste accessoires van hoofd tot voet. Stukjes geschiedenis en actualiteit, vormgegeven volgens een concept van ‘werk in uitvoering’, onder het wakend oog van de historische uniformen van de suppoosten van Museum Rotterdam.

sjouk hoitsmaconservator mode en textiel

5&historisch nu januari 2012 nr 36

v.L.n.r.

overall XLoverall bedoeld voor de

Reus van Rotterdam, circa 1950

overall van GGD Rotterdam

bedoeld voor gebruik op quarantaine-eiland,

1930-1940

dienstbodekostuum gedragen door een dienstbode van de

familie Halbertsma, Rotterdam, circa 1900

spijkerbroekgevonden in een

mijn in Californië: eerste Levi’s werkbroek met het kenmerkende

label met de twee paarden, 1888-1889.

Collectie Michael Harris, USA

lassers van de RETfoto: Jan van der Hoeven

(Collectie Gemeentearchief Rotterdam)

‘Shades of denim’

a-symmetrische overall, Maison Martin Margiela,

collectie voorjaar/zomer 2009

foto: Jacques Habbah

overall

Walter van Beirendonck, collectie Read my Skin,

voorjaar/zomer 2011

‘Patrick’ stervormige overall, Monique van Heist, winnende collectie voor Dutch Fashion

Award 2009

WerKstijL28 feb t/m 30 sept 2012

niveau 0Schielandshuis

werkstijl

4

in een woud van overalls torent er één met schouders boven uit: een kakikleurig ketel-pak met een lengte van twee meter, het hoofd van de drager niet meegerekend. op de rug is een vierkante lap genaaid met opschrift: ‘natuurlijk van Kok vakkleding!’. de overall is rond 1950 gemaakt om recla-me te lopen voor Kok vakkleding, tot 1960 gevestigd aan de Kruiskade. Wie anders dan de reus van rotterdam kan deze over-all gedragen hebben?

Rigardus Rijnhout (1922-1959) was 2.37 m lang en woonde om de hoek in de Gouvernestraat. Hij verhuurde zich als lopend reclamebord voor verschillende bedrijven. Of hij deze overall, die speciaal voor hem is gemaakt, ook daadwerkelijk heeft gedragen is onzeker. Dit unieke ketelpak (een vertaling van het Amerikaanse boilersuit) vormt het startpunt van Werkstijl. Hij staat tussen de overalls van verschillende Rotterdamse bedrijven zoals RDM en Oranjeboom, van ambachtslui als huisschilders

en timmermannen en de modieuze overalls, rechtstreeks van de catwalk, zoals die van Walter van Beirendonck, de bekende Belgische ontwerper. Hij droeg hem zelf als werkkleding. Het vroegste voorbeeld van een overall, een van oorsprong Amerikaans kledingstuk, is in slechte staat: hij valt nog net niet uit elkaar. Hij is gevonden in een mijn in Californië door twee Zweedse jeans-ontwerpers van het piepkleine label Blue Highway, die eigenlijk op zoek waren naar stukjes van de vroeg-ste jeans, de werkbroeken die de mijnwerkers droegen.Het schatgraven naar oude jeans komt voort uit een enorme be-langstelling voor de originals. De oervorm van de spijkerbroek is geïntroduceerd door Levi Strauss in 1873. Het werd het meest-verkochte kledingstuk ooit en daarmee ook het belangrijkste voorbeeld van invloed van werkkleding op mode. Veel jeans-ontwerpers en -labels zoeken naar de roots en baseren er hun nieuwe ontwerpen op. Werkstijl toont stukjes van de oudste jeans, gevonden in de mijnen, samen met het nieuwste werk van jeans-ontwerpers uit Rotterdam en de rest van de wereld. Gastcurator Monique van Heist is geobsedeerd door de manier waarop oude werkkleding de sporen van het harde werken laat zien. Maar ook door de manier waarop modeontwerpers dit fenomeen in hun werk toepassen en kleding ontwerpen die

er uitziet alsof ze al een heel leven heeft doorleefd. De sporen voorzien de toekomstige drager van een stukje geschiedenis en authenticiteit.Voor Werkstijl kregen zes Rotterdamse werkers met verschil-lende beroepen spiksplinternieuwe jeans om dagelijks te dragen. Gedurende de tentoonstelling zullen we hen, of beter gezegd hun broeken, volgen. Wordt hun werkstijl zichtbaar in hun broek?Werkstijl vertelt vele verhalen. Over het stoere manchester werkpak, het uniform van de Rotterdamse arbeider, en hoe bur-gemeester André van der Louw in de jaren ‘70 gebruik maakte van dat imago. Over de logo’s op werkkleding en hun invloed op het Rotterdamse straatbeeld. Over de speciale eisen die gesteld worden aan het werk van de werkkledingontwerper. Over de geschiedenis van bekende Rotterdamse werkkleding-bedrijven. Over talloze vrouwenschorten in fabriek, verpleging en huishouden. Over de interessantste accessoires van hoofd tot voet. Stukjes geschiedenis en actualiteit, vormgegeven volgens een concept van ‘werk in uitvoering’, onder het wakend oog van de historische uniformen van de suppoosten van Museum Rotterdam.

sjouk hoitsmaconservator mode en textiel

5&historisch nu januari 2012 nr 36

v.L.n.r.

overall XLoverall bedoeld voor de

Reus van Rotterdam, circa 1950

overall van GGD Rotterdam

bedoeld voor gebruik op quarantaine-eiland,

1930-1940

dienstbodekostuum gedragen door een dienstbode van de

familie Halbertsma, Rotterdam, circa 1900

spijkerbroekgevonden in een

mijn in Californië: eerste Levi’s werkbroek met het kenmerkende

label met de twee paarden, 1888-1889.

Collectie Michael Harris, USA

lassers van de RETfoto: Jan van der Hoeven

(Collectie Gemeentearchief Rotterdam)

‘Shades of denim’

a-symmetrische overall, Maison Martin Margiela,

collectie voorjaar/zomer 2009

foto: Jacques Habbah

overall

Walter van Beirendonck, collectie Read my Skin,

voorjaar/zomer 2011

‘Patrick’ stervormige overall, Monique van Heist, winnende collectie voor Dutch Fashion

Award 2009

WerKstijL28 feb t/m 30 sept 2012

niveau 0Schielandshuis

werkstijl4

in een woud van overalls torent er één met schouders boven uit: een kakikleurig ketel-pak met een lengte van twee meter, het hoofd van de drager niet meegerekend. op de rug is een vierkante lap genaaid met opschrift: ‘natuurlijk van Kok vakkleding!’. de overall is rond 1950 gemaakt om recla-me te lopen voor Kok vakkleding, tot 1960 gevestigd aan de Kruiskade. Wie anders dan de reus van rotterdam kan deze over-all gedragen hebben?

Rigardus Rijnhout (1922-1959) was 2.37 m lang en woonde om de hoek in de Gouvernestraat. Hij verhuurde zich als lopend reclamebord voor verschillende bedrijven. Of hij deze overall, die speciaal voor hem is gemaakt, ook daadwerkelijk heeft gedragen is onzeker. Dit unieke ketelpak (een vertaling van het Amerikaanse boilersuit) vormt het startpunt van Werkstijl. Hij staat tussen de overalls van verschillende Rotterdamse bedrijven zoals RDM en Oranjeboom, van ambachtslui als huisschilders

en timmermannen en de modieuze overalls, rechtstreeks van de catwalk, zoals die van Walter van Beirendonck, de bekende Belgische ontwerper. Hij droeg hem zelf als werkkleding. Het vroegste voorbeeld van een overall, een van oorsprong Amerikaans kledingstuk, is in slechte staat: hij valt nog net niet uit elkaar. Hij is gevonden in een mijn in Californië door twee Zweedse jeans-ontwerpers van het piepkleine label Blue Highway, die eigenlijk op zoek waren naar stukjes van de vroeg-ste jeans, de werkbroeken die de mijnwerkers droegen.Het schatgraven naar oude jeans komt voort uit een enorme be-langstelling voor de originals. De oervorm van de spijkerbroek is geïntroduceerd door Levi Strauss in 1873. Het werd het meest-verkochte kledingstuk ooit en daarmee ook het belangrijkste voorbeeld van invloed van werkkleding op mode. Veel jeans-ontwerpers en -labels zoeken naar de roots en baseren er hun nieuwe ontwerpen op. Werkstijl toont stukjes van de oudste jeans, gevonden in de mijnen, samen met het nieuwste werk van jeans-ontwerpers uit Rotterdam en de rest van de wereld. Gastcurator Monique van Heist is geobsedeerd door de manier waarop oude werkkleding de sporen van het harde werken laat zien. Maar ook door de manier waarop modeontwerpers dit fenomeen in hun werk toepassen en kleding ontwerpen die

er uitziet alsof ze al een heel leven heeft doorleefd. De sporen voorzien de toekomstige drager van een stukje geschiedenis en authenticiteit.Voor Werkstijl kregen zes Rotterdamse werkers met verschil-lende beroepen spiksplinternieuwe jeans om dagelijks te dragen. Gedurende de tentoonstelling zullen we hen, of beter gezegd hun broeken, volgen. Wordt hun werkstijl zichtbaar in hun broek?Werkstijl vertelt vele verhalen. Over het stoere manchester werkpak, het uniform van de Rotterdamse arbeider, en hoe bur-gemeester André van der Louw in de jaren ‘70 gebruik maakte van dat imago. Over de logo’s op werkkleding en hun invloed op het Rotterdamse straatbeeld. Over de speciale eisen die gesteld worden aan het werk van de werkkledingontwerper. Over de geschiedenis van bekende Rotterdamse werkkleding-bedrijven. Over talloze vrouwenschorten in fabriek, verpleging en huishouden. Over de interessantste accessoires van hoofd tot voet. Stukjes geschiedenis en actualiteit, vormgegeven volgens een concept van ‘werk in uitvoering’, onder het wakend oog van de historische uniformen van de suppoosten van Museum Rotterdam.

sjouk hoitsmaconservator mode en textiel

5&historisch nu januari 2012 nr 36

v.L.n.r.

overall XLoverall bedoeld voor de

Reus van Rotterdam, circa 1950

overall van GGD Rotterdam

bedoeld voor gebruik op quarantaine-eiland,

1930-1940

dienstbodekostuum gedragen door een dienstbode van de

familie Halbertsma, Rotterdam, circa 1900

spijkerbroekgevonden in een

mijn in Californië: eerste Levi’s werkbroek met het kenmerkende

label met de twee paarden, 1888-1889.

Collectie Michael Harris, USA

lassers van de RETfoto: Jan van der Hoeven

(Collectie Gemeentearchief Rotterdam)

‘Shades of denim’

a-symmetrische overall, Maison Martin Margiela,

collectie voorjaar/zomer 2009

foto: Jacques Habbah

overall

Walter van Beirendonck, collectie Read my Skin,

voorjaar/zomer 2011

‘Patrick’ stervormige overall, Monique van Heist, winnende collectie voor Dutch Fashion

Award 2009

WerKstijL28 feb t/m 30 sept 2012

niveau 0Schielandshuis

werkstijl

de australische fotograaf david adams verhuisde na het voltooien van zijn kunst-opleiding van sydney via den haag naar spangen. daar probeerde hij zijn ervaring met een nieuwe woonomgeving in foto’s te vertalen. het justus van effenblok was voor hem een openbaring. niet eerder had hij een dergelijk voorbeeld van sociale woningbouw gezien.

rotterdamsicoon

In Australië was sociale woningbouw een kwestie van zoveel mogelijk mensen in zo goedkoop mogelijke projects onder-brengen ergens aan de rand van de stad; in elk geval uit het zicht van de rijken. Het fotogenieke Rijksmonument waar Adams vol verbazing en bewondering in ronddoolde, was in slechte staat en de omgeving had ook betere tijden gekend.

Het complex heeft een kleurrijke geschiedenis. In 1918 kreeg architect Michiel Brinkman opdracht een complex van 264 volkswoningen in de nieuwe wijk Spangen te ontwerpen. Zijn ontwerp was revolutionair: een gesloten woonblok van vier verdiepingen hoog. De bovenwoningen kregen galerijen, zo breed als openbare straten, waar de bakker en de melkboer met hun karren langs de deuren konden gaan. Er was een binnen-park met bankjes en openbare verlichting. Gemeenschappelijke voorzieningen, zoals het badhuis en centrale verwarming, veraangenaamden het leven van de bewoners.

Het plan riep ook weerstand op. De gemeenschappelijke voorzieningen zouden in strijd zijn met de onafhankelijke Nederlandse volksaard. Fatsoensrakkers vreesden dat de platte daken zedeloosheid in de hand zouden werken: platte daken maken het immers lastig om te zien en te controleren wat er op gebeurt... Uiteindelijk werd de strijd in de gemeenteraad

gewonnen door de sociaaldemocratische wethouder Heijkoop en in 1921 begon men met de bouw. In de jaren ‘80 van de vorige eeuw groeide de behoefte aan een ingrijpende renovatie. Zestig jaar intensieve bewoning had spo-ren achtergelaten en de veelal kleine woningen voldeden niet meer aan de wensen van de nieuwe tijd. Die renovatie werd af-gerond in 1985, het jaar waarin het complex ook de status van Rijksmonument kreeg, maar verdiende geen schoonheidsprijs.

Van dit alles heeft David Adams weinig meegekregen. Toen hij de afgelopen jaren het complex regelmatig bezocht, zag hij een monument in verval. Leegloop, slecht onderhoud en verpau-pering dreven het complex in een neerwaartse spiraal. Zonder opdracht begon Adams met zijn foto-essay. Het eindresultaat is wat hij noemt een visual poem; een persoonlijke, poëtische interpretatie van een uniek en monumentaal bouwwerk. Hij zag de schoonheid van verval en verstilde teloorgang en legde die in krachtige foto’s vast. In 2010 stelde hij een boek samen met foto’s van het Justus van Effenblok getiteld Close to Silence en deed mee aan het International Photobook Festival in Kassel. Een jury van recensenten kende hem de eerste prijs toe; de Reviewers Prize.

hK

Bij de renovatie van 1985 werd de achtergevel wit geschilderd. Door matig onderhoud werd wit al snel grauw en de verf bladderde af. In de nieuwe renovatieplannen wordt de oorspronkelijke bakstenen gevel in oude glorie hersteld.

geBroKenWit

Adams fotografeerde ook de huidige uitgebreide renovatie die het complex in nog geen dertig jaar ondergaat. Voor hem is die renovatie de tweede fase in zijn langlopende project. De eerste fase was het vastleg-gen van de oude situatie. In de derde fase wil hij toekomstige bewoners en hun geschiedenis fotograferen.

tWeedeFase

reis doorde tijd

De renovatie was een reis door de tijd. Op sommige plekken kwam bij het kaal maken van de muren, decenniaoud behang tevoorschijn.

toeKomst

Met de nieuwe plannen mikt Woonstad Rotterdam op een nieuwe groep bewoners die zich aangetrokken voelt tot de cultuurhistorische waarde van het complex. Om aan de eisen van kritische kopers en huurders te voldoen, is het afwerkingsniveau van het blok hoog en speelt duurzaamheid een belangrijke rol.

6

man wandelt met hond door verlaten complex. detail van een panoramafoto.

simavi werkt samen met moeders in ontwikkelingslanden aan gezondheid.

Wie een kans waagt bij een van de vele loterijen in nederland kan de mooiste prijzen winnen. althans dat willen de media ons doen geloven. de gelukkige winnaars stralen en de sufferds die niet meedoen, hebben het nakijken. de tentoonstelling Een lot uit de Loterij toont prenten en affiches waarop te zien is hoe door de eeuwen heen met loterijen en collectes geld wordt ingezameld voor liefdadigheid.

De Staatsloterij is de grootste en oudste loterijorganisatie van ons land, met een omzet van 889,7 miljoen en 618,6 miljoen aan prijzengeld in 2009. De loterij is in 1726 opgericht als de Generaliteitsloterij, en ontwikkelt zich daarna via de Bataaf-sche loterij, de Koninklijke Nederlandsche tot de huidige Staatsloterij. In Nederland worden al in de 15de eeuw loterijen gehouden. Het begint met het vergeven van ambten. Later wor-den hier prijzen aan toegevoegd. Stadsbesturen organiseren lo-terijen om de financiën weer op orde te krijgen. Het succes van deze loterijen brengt de overheid op het idee zelf verlotingen te organiseren. Tot halverwege de 19de eeuw vindt de trekking plaats in de Ridderzaal. De trekkingen zijn een waar spektakel vol spanning en volksvermaak: weeskinderen trekken onder toeziend oog van notabelen lotnummers uit een grote trommel. Het resultaat, een prijs of een ‘niet’, wordt telkens afgeroepen. Spektakel en vermaak vinden we nu nog steeds terug in de trekking van sommige loterijen die het publiek op de televisie kan volgen.

17de-eeuwse loterijen worden aangekondigd met grote loterij-kaarten die vergelijkbaar zijn met het huidige reclameaffiche. De kaart bestaat uit een hoofdafbeelding, een afbeelding van de te winnen prijzen plus de tekst. Er worden honderden tot zelfs duizenden exemplaren voor een loterij gedrukt. Helaas zijn veel kaarten niet of slechts gedeeltelijk bewaard. In de Atlas zijn

nog een paar fraaie 17de-eeuwse voorbeelden te vinden, zoals de loterijkaart van 1666 voor Terschelling. Het eiland wordt dat jaar door de Engelsen overvallen en het dorp West-Terschelling volledig in as gelegd. Om het eiland erbovenop te helpen orga-niseert men een loterij.

Wie meespeelt in een loterij draagt vaak bij aan een goed doel. Diegene die eigenlijk niet van een gokje houdt, wordt toch overgehaald mee te doen, omdat het geven voor een goed doel dan zwaarder telt. Nederlanders zijn gul en staan op de derde plaats van geeflanden in de wereld. Affiches en televisieoptre-dens door bekende Nederlanders brengen goede doelen onder de aandacht. De inzet van bekende Nederlanders is betrekke-lijk nieuw, maar het aandacht vragen voor goede doelen is eeu-wenoud. Naast affiches met Ruud Gullit, Katja Schuurmans en andere coryfeeën bezit de Atlas fraaie affiches die ons op het Rode Kruis, missiewerk, het zwakke kind of steun aan werk-lozen attenderen. De grootste sponsor van goede doelen is De Postcode Loterij. De op één na grootste loterij van Nederland is in 1989 opgericht en 50% van de inleg gaat naar goede doe-len. Voor wie een gokje waagt, maar geen prijs wint, is het een mooie gedachte dat met de inleg een goed doel wordt gesteund.

emilie van der maasconservator atlas van stolk

mooie prijzengoede doelen

7

Voor het werven voor goede doelen worden in toenemende mate Bekende Nederlanders ingezet. Angela Groothuizen verbindt haar naam aan eer-lijke handel die arme boeren een betere prijs voor hun producten garandeert.

Het Internationale Rode Kruis werd in 1863 opgericht op initiatief van de Zwitserse bankier Henry Dunant. De Nederlandse tak volgde een paar jaar later maar kreeg pas in 1895 de officiële naam Nederlands Roode Kruis. (Ontwerp: Fré Drost, 1937 )

Jantje Beton wil dat kinderen vrij buiten kunnen spelen. De organisatie werd eind jaren ‘60 opgericht toen veel flats uit de grond werden gestampt. Koningin Beatrix ontwierp het kenmerkende beeldje.

Twee Franse artsen van het Rode Kruis konden het in 1971 niet verkroppen dat ze van de regering geen hulp mochten verlenen in de bloedige Biafra-oorlog. Ze richtten de organisa-tie Médecins Sans Frontières op om, desnoods zonder toestem-ming van de overheid of van één van de strijdende partijen, slachtoffers te helpen.

coLLecte

Beton

grenZeLoos

eerLijKehandeL

Ron Brandsteder en andere bekende heren in smoking vroegen enkele jaren geleden aandacht voor de hoogste Postcodekanjer tot dan: ] 27,9 miljoen. Bij de laatste trekking van 1-1-2012 was de hoofdprijs opgelopen tot ] 40 miljoen.

Kanjer

een lot uit de loterij

10 maart t/m 1 juli 2012 expositiekelderAtlas Van Stolk

historisch nu januari 2012 nr 36historisch nu januari 2012 nr 36

juStuS VAneFFenblok

een Rotterdams icoondoor David Adams

17 maart t/m 6 mei 2012Galerie Dubbelde Palmboom

Bio David Adams is een veelzij-dig fotograaf die niet gelooft

in traditionele ‘vakjes’ als fotojournalistiek of portret-fotografie. Voor hem is het belangrijk dat hij zijn eigen visie op een onderwerp kan weergeven. In 2007 won hij

de Zilveren Camera voor zijn portretserie van inwoners van

de Haagse Transvaalbuurt.

de australische fotograaf david adams verhuisde na het voltooien van zijn kunst-opleiding van sydney via den haag naar spangen. daar probeerde hij zijn ervaring met een nieuwe woonomgeving in foto’s te vertalen. het justus van effenblok was voor hem een openbaring. niet eerder had hij een dergelijk voorbeeld van sociale woningbouw gezien.

rotterdamsicoon

In Australië was sociale woningbouw een kwestie van zoveel mogelijk mensen in zo goedkoop mogelijke projects onder-brengen ergens aan de rand van de stad; in elk geval uit het zicht van de rijken. Het fotogenieke Rijksmonument waar Adams vol verbazing en bewondering in ronddoolde, was in slechte staat en de omgeving had ook betere tijden gekend.

Het complex heeft een kleurrijke geschiedenis. In 1918 kreeg architect Michiel Brinkman opdracht een complex van 264 volkswoningen in de nieuwe wijk Spangen te ontwerpen. Zijn ontwerp was revolutionair: een gesloten woonblok van vier verdiepingen hoog. De bovenwoningen kregen galerijen, zo breed als openbare straten, waar de bakker en de melkboer met hun karren langs de deuren konden gaan. Er was een binnen-park met bankjes en openbare verlichting. Gemeenschappelijke voorzieningen, zoals het badhuis en centrale verwarming, veraangenaamden het leven van de bewoners.

Het plan riep ook weerstand op. De gemeenschappelijke voorzieningen zouden in strijd zijn met de onafhankelijke Nederlandse volksaard. Fatsoensrakkers vreesden dat de platte daken zedeloosheid in de hand zouden werken: platte daken maken het immers lastig om te zien en te controleren wat er op gebeurt... Uiteindelijk werd de strijd in de gemeenteraad

gewonnen door de sociaaldemocratische wethouder Heijkoop en in 1921 begon men met de bouw. In de jaren ‘80 van de vorige eeuw groeide de behoefte aan een ingrijpende renovatie. Zestig jaar intensieve bewoning had spo-ren achtergelaten en de veelal kleine woningen voldeden niet meer aan de wensen van de nieuwe tijd. Die renovatie werd af-gerond in 1985, het jaar waarin het complex ook de status van Rijksmonument kreeg, maar verdiende geen schoonheidsprijs.

Van dit alles heeft David Adams weinig meegekregen. Toen hij de afgelopen jaren het complex regelmatig bezocht, zag hij een monument in verval. Leegloop, slecht onderhoud en verpau-pering dreven het complex in een neerwaartse spiraal. Zonder opdracht begon Adams met zijn foto-essay. Het eindresultaat is wat hij noemt een visual poem; een persoonlijke, poëtische interpretatie van een uniek en monumentaal bouwwerk. Hij zag de schoonheid van verval en verstilde teloorgang en legde die in krachtige foto’s vast. In 2010 stelde hij een boek samen met foto’s van het Justus van Effenblok getiteld Close to Silence en deed mee aan het International Photobook Festival in Kassel. Een jury van recensenten kende hem de eerste prijs toe; de Reviewers Prize.

hK

Bij de renovatie van 1985 werd de achtergevel wit geschilderd. Door matig onderhoud werd wit al snel grauw en de verf bladderde af. In de nieuwe renovatieplannen wordt de oorspronkelijke bakstenen gevel in oude glorie hersteld.

geBroKenWit

Adams fotografeerde ook de huidige uitgebreide renovatie die het complex in nog geen dertig jaar ondergaat. Voor hem is die renovatie de tweede fase in zijn langlopende project. De eerste fase was het vastleg-gen van de oude situatie. In de derde fase wil hij toekomstige bewoners en hun geschiedenis fotograferen.

tWeedeFase

reis doorde tijd

De renovatie was een reis door de tijd. Op sommige plekken kwam bij het kaal maken van de muren, decenniaoud behang tevoorschijn.

toeKomst

Met de nieuwe plannen mikt Woonstad Rotterdam op een nieuwe groep bewoners die zich aangetrokken voelt tot de cultuurhistorische waarde van het complex. Om aan de eisen van kritische kopers en huurders te voldoen, is het afwerkingsniveau van het blok hoog en speelt duurzaamheid een belangrijke rol.

6

man wandelt met hond door verlaten complex. detail van een panoramafoto.

simavi werkt samen met moeders in ontwikkelingslanden aan gezondheid.

Wie een kans waagt bij een van de vele loterijen in nederland kan de mooiste prijzen winnen. althans dat willen de media ons doen geloven. de gelukkige winnaars stralen en de sufferds die niet meedoen, hebben het nakijken. de tentoonstelling Een lot uit de Loterij toont prenten en affiches waarop te zien is hoe door de eeuwen heen met loterijen en collectes geld wordt ingezameld voor liefdadigheid.

De Staatsloterij is de grootste en oudste loterijorganisatie van ons land, met een omzet van 889,7 miljoen en 618,6 miljoen aan prijzengeld in 2009. De loterij is in 1726 opgericht als de Generaliteitsloterij, en ontwikkelt zich daarna via de Bataaf-sche loterij, de Koninklijke Nederlandsche tot de huidige Staatsloterij. In Nederland worden al in de 15de eeuw loterijen gehouden. Het begint met het vergeven van ambten. Later wor-den hier prijzen aan toegevoegd. Stadsbesturen organiseren lo-terijen om de financiën weer op orde te krijgen. Het succes van deze loterijen brengt de overheid op het idee zelf verlotingen te organiseren. Tot halverwege de 19de eeuw vindt de trekking plaats in de Ridderzaal. De trekkingen zijn een waar spektakel vol spanning en volksvermaak: weeskinderen trekken onder toeziend oog van notabelen lotnummers uit een grote trommel. Het resultaat, een prijs of een ‘niet’, wordt telkens afgeroepen. Spektakel en vermaak vinden we nu nog steeds terug in de trekking van sommige loterijen die het publiek op de televisie kan volgen.

17de-eeuwse loterijen worden aangekondigd met grote loterij-kaarten die vergelijkbaar zijn met het huidige reclameaffiche. De kaart bestaat uit een hoofdafbeelding, een afbeelding van de te winnen prijzen plus de tekst. Er worden honderden tot zelfs duizenden exemplaren voor een loterij gedrukt. Helaas zijn veel kaarten niet of slechts gedeeltelijk bewaard. In de Atlas zijn

nog een paar fraaie 17de-eeuwse voorbeelden te vinden, zoals de loterijkaart van 1666 voor Terschelling. Het eiland wordt dat jaar door de Engelsen overvallen en het dorp West-Terschelling volledig in as gelegd. Om het eiland erbovenop te helpen orga-niseert men een loterij.

Wie meespeelt in een loterij draagt vaak bij aan een goed doel. Diegene die eigenlijk niet van een gokje houdt, wordt toch overgehaald mee te doen, omdat het geven voor een goed doel dan zwaarder telt. Nederlanders zijn gul en staan op de derde plaats van geeflanden in de wereld. Affiches en televisieoptre-dens door bekende Nederlanders brengen goede doelen onder de aandacht. De inzet van bekende Nederlanders is betrekke-lijk nieuw, maar het aandacht vragen voor goede doelen is eeu-wenoud. Naast affiches met Ruud Gullit, Katja Schuurmans en andere coryfeeën bezit de Atlas fraaie affiches die ons op het Rode Kruis, missiewerk, het zwakke kind of steun aan werk-lozen attenderen. De grootste sponsor van goede doelen is De Postcode Loterij. De op één na grootste loterij van Nederland is in 1989 opgericht en 50% van de inleg gaat naar goede doe-len. Voor wie een gokje waagt, maar geen prijs wint, is het een mooie gedachte dat met de inleg een goed doel wordt gesteund.

emilie van der maasconservator atlas van stolk

mooie prijzengoede doelen

7

Voor het werven voor goede doelen worden in toenemende mate Bekende Nederlanders ingezet. Angela Groothuizen verbindt haar naam aan eer-lijke handel die arme boeren een betere prijs voor hun producten garandeert.

Het Internationale Rode Kruis werd in 1863 opgericht op initiatief van de Zwitserse bankier Henry Dunant. De Nederlandse tak volgde een paar jaar later maar kreeg pas in 1895 de officiële naam Nederlands Roode Kruis. (Ontwerp: Fré Drost, 1937 )

Jantje Beton wil dat kinderen vrij buiten kunnen spelen. De organisatie werd eind jaren ‘60 opgericht toen veel flats uit de grond werden gestampt. Koningin Beatrix ontwierp het kenmerkende beeldje.

Twee Franse artsen van het Rode Kruis konden het in 1971 niet verkroppen dat ze van de regering geen hulp mochten verlenen in de bloedige Biafra-oorlog. Ze richtten de organisa-tie Médecins Sans Frontières op om, desnoods zonder toestem-ming van de overheid of van één van de strijdende partijen, slachtoffers te helpen.

coLLecte

Beton

grenZeLoos

eerLijKehandeL

Ron Brandsteder en andere bekende heren in smoking vroegen enkele jaren geleden aandacht voor de hoogste Postcodekanjer tot dan: ] 27,9 miljoen. Bij de laatste trekking van 1-1-2012 was de hoofdprijs opgelopen tot ] 40 miljoen.

Kanjer

een lot uit de loterij

10 maart t/m 1 juli 2012 expositiekelderAtlas Van Stolk

historisch nu januari 2012 nr 36historisch nu januari 2012 nr 36

juStuS VAneFFenblok

een Rotterdams icoondoor David Adams

17 maart t/m 6 mei 2012Galerie Dubbelde Palmboom

Bio David Adams is een veelzij-dig fotograaf die niet gelooft

in traditionele ‘vakjes’ als fotojournalistiek of portret-fotografie. Voor hem is het belangrijk dat hij zijn eigen visie op een onderwerp kan weergeven. In 2007 won hij

de Zilveren Camera voor zijn portretserie van inwoners van

de Haagse Transvaalbuurt.

de australische fotograaf david adams verhuisde na het voltooien van zijn kunst-opleiding van sydney via den haag naar spangen. daar probeerde hij zijn ervaring met een nieuwe woonomgeving in foto’s te vertalen. het justus van effenblok was voor hem een openbaring. niet eerder had hij een dergelijk voorbeeld van sociale woningbouw gezien.

rotterdamsicoon

In Australië was sociale woningbouw een kwestie van zoveel mogelijk mensen in zo goedkoop mogelijke projects onder-brengen ergens aan de rand van de stad; in elk geval uit het zicht van de rijken. Het fotogenieke Rijksmonument waar Adams vol verbazing en bewondering in ronddoolde, was in slechte staat en de omgeving had ook betere tijden gekend.

Het complex heeft een kleurrijke geschiedenis. In 1918 kreeg architect Michiel Brinkman opdracht een complex van 264 volkswoningen in de nieuwe wijk Spangen te ontwerpen. Zijn ontwerp was revolutionair: een gesloten woonblok van vier verdiepingen hoog. De bovenwoningen kregen galerijen, zo breed als openbare straten, waar de bakker en de melkboer met hun karren langs de deuren konden gaan. Er was een binnen-park met bankjes en openbare verlichting. Gemeenschappelijke voorzieningen, zoals het badhuis en centrale verwarming, veraangenaamden het leven van de bewoners.

Het plan riep ook weerstand op. De gemeenschappelijke voorzieningen zouden in strijd zijn met de onafhankelijke Nederlandse volksaard. Fatsoensrakkers vreesden dat de platte daken zedeloosheid in de hand zouden werken: platte daken maken het immers lastig om te zien en te controleren wat er op gebeurt... Uiteindelijk werd de strijd in de gemeenteraad

gewonnen door de sociaaldemocratische wethouder Heijkoop en in 1921 begon men met de bouw. In de jaren ‘80 van de vorige eeuw groeide de behoefte aan een ingrijpende renovatie. Zestig jaar intensieve bewoning had spo-ren achtergelaten en de veelal kleine woningen voldeden niet meer aan de wensen van de nieuwe tijd. Die renovatie werd af-gerond in 1985, het jaar waarin het complex ook de status van Rijksmonument kreeg, maar verdiende geen schoonheidsprijs.

Van dit alles heeft David Adams weinig meegekregen. Toen hij de afgelopen jaren het complex regelmatig bezocht, zag hij een monument in verval. Leegloop, slecht onderhoud en verpau-pering dreven het complex in een neerwaartse spiraal. Zonder opdracht begon Adams met zijn foto-essay. Het eindresultaat is wat hij noemt een visual poem; een persoonlijke, poëtische interpretatie van een uniek en monumentaal bouwwerk. Hij zag de schoonheid van verval en verstilde teloorgang en legde die in krachtige foto’s vast. In 2010 stelde hij een boek samen met foto’s van het Justus van Effenblok getiteld Close to Silence en deed mee aan het International Photobook Festival in Kassel. Een jury van recensenten kende hem de eerste prijs toe; de Reviewers Prize.

hK

Bij de renovatie van 1985 werd de achtergevel wit geschilderd. Door matig onderhoud werd wit al snel grauw en de verf bladderde af. In de nieuwe renovatieplannen wordt de oorspronkelijke bakstenen gevel in oude glorie hersteld.

geBroKenWit

Adams fotografeerde ook de huidige uitgebreide renovatie die het complex in nog geen dertig jaar ondergaat. Voor hem is die renovatie de tweede fase in zijn langlopende project. De eerste fase was het vastleg-gen van de oude situatie. In de derde fase wil hij toekomstige bewoners en hun geschiedenis fotograferen.

tWeedeFase

reis doorde tijd

De renovatie was een reis door de tijd. Op sommige plekken kwam bij het kaal maken van de muren, decenniaoud behang tevoorschijn.

toeKomst

Met de nieuwe plannen mikt Woonstad Rotterdam op een nieuwe groep bewoners die zich aangetrokken voelt tot de cultuurhistorische waarde van het complex. Om aan de eisen van kritische kopers en huurders te voldoen, is het afwerkingsniveau van het blok hoog en speelt duurzaamheid een belangrijke rol.

6

man wandelt met hond door verlaten complex. detail van een panoramafoto.

simavi werkt samen met moeders in ontwikkelingslanden aan gezondheid.

Wie een kans waagt bij een van de vele loterijen in nederland kan de mooiste prijzen winnen. althans dat willen de media ons doen geloven. de gelukkige winnaars stralen en de sufferds die niet meedoen, hebben het nakijken. de tentoonstelling Een lot uit de Loterij toont prenten en affiches waarop te zien is hoe door de eeuwen heen met loterijen en collectes geld wordt ingezameld voor liefdadigheid.

De Staatsloterij is de grootste en oudste loterijorganisatie van ons land, met een omzet van 889,7 miljoen en 618,6 miljoen aan prijzengeld in 2009. De loterij is in 1726 opgericht als de Generaliteitsloterij, en ontwikkelt zich daarna via de Bataaf-sche loterij, de Koninklijke Nederlandsche tot de huidige Staatsloterij. In Nederland worden al in de 15de eeuw loterijen gehouden. Het begint met het vergeven van ambten. Later wor-den hier prijzen aan toegevoegd. Stadsbesturen organiseren lo-terijen om de financiën weer op orde te krijgen. Het succes van deze loterijen brengt de overheid op het idee zelf verlotingen te organiseren. Tot halverwege de 19de eeuw vindt de trekking plaats in de Ridderzaal. De trekkingen zijn een waar spektakel vol spanning en volksvermaak: weeskinderen trekken onder toeziend oog van notabelen lotnummers uit een grote trommel. Het resultaat, een prijs of een ‘niet’, wordt telkens afgeroepen. Spektakel en vermaak vinden we nu nog steeds terug in de trekking van sommige loterijen die het publiek op de televisie kan volgen.

17de-eeuwse loterijen worden aangekondigd met grote loterij-kaarten die vergelijkbaar zijn met het huidige reclameaffiche. De kaart bestaat uit een hoofdafbeelding, een afbeelding van de te winnen prijzen plus de tekst. Er worden honderden tot zelfs duizenden exemplaren voor een loterij gedrukt. Helaas zijn veel kaarten niet of slechts gedeeltelijk bewaard. In de Atlas zijn

nog een paar fraaie 17de-eeuwse voorbeelden te vinden, zoals de loterijkaart van 1666 voor Terschelling. Het eiland wordt dat jaar door de Engelsen overvallen en het dorp West-Terschelling volledig in as gelegd. Om het eiland erbovenop te helpen orga-niseert men een loterij.

Wie meespeelt in een loterij draagt vaak bij aan een goed doel. Diegene die eigenlijk niet van een gokje houdt, wordt toch overgehaald mee te doen, omdat het geven voor een goed doel dan zwaarder telt. Nederlanders zijn gul en staan op de derde plaats van geeflanden in de wereld. Affiches en televisieoptre-dens door bekende Nederlanders brengen goede doelen onder de aandacht. De inzet van bekende Nederlanders is betrekke-lijk nieuw, maar het aandacht vragen voor goede doelen is eeu-wenoud. Naast affiches met Ruud Gullit, Katja Schuurmans en andere coryfeeën bezit de Atlas fraaie affiches die ons op het Rode Kruis, missiewerk, het zwakke kind of steun aan werk-lozen attenderen. De grootste sponsor van goede doelen is De Postcode Loterij. De op één na grootste loterij van Nederland is in 1989 opgericht en 50% van de inleg gaat naar goede doe-len. Voor wie een gokje waagt, maar geen prijs wint, is het een mooie gedachte dat met de inleg een goed doel wordt gesteund.

emilie van der maasconservator atlas van stolk

mooie prijzengoede doelen

7

Voor het werven voor goede doelen worden in toenemende mate Bekende Nederlanders ingezet. Angela Groothuizen verbindt haar naam aan eer-lijke handel die arme boeren een betere prijs voor hun producten garandeert.

Het Internationale Rode Kruis werd in 1863 opgericht op initiatief van de Zwitserse bankier Henry Dunant. De Nederlandse tak volgde een paar jaar later maar kreeg pas in 1895 de officiële naam Nederlands Roode Kruis. (Ontwerp: Fré Drost, 1937 )

Jantje Beton wil dat kinderen vrij buiten kunnen spelen. De organisatie werd eind jaren ‘60 opgericht toen veel flats uit de grond werden gestampt. Koningin Beatrix ontwierp het kenmerkende beeldje.

Twee Franse artsen van het Rode Kruis konden het in 1971 niet verkroppen dat ze van de regering geen hulp mochten verlenen in de bloedige Biafra-oorlog. Ze richtten de organisa-tie Médecins Sans Frontières op om, desnoods zonder toestem-ming van de overheid of van één van de strijdende partijen, slachtoffers te helpen.

coLLecte

Beton

grenZeLoos

eerLijKehandeL

Ron Brandsteder en andere bekende heren in smoking vroegen enkele jaren geleden aandacht voor de hoogste Postcodekanjer tot dan: ] 27,9 miljoen. Bij de laatste trekking van 1-1-2012 was de hoofdprijs opgelopen tot ] 40 miljoen.

Kanjer

een lot uit de loterij

10 maart t/m 1 juli 2012 expositiekelderAtlas Van Stolk

historisch nu januari 2012 nr 36historisch nu januari 2012 nr 36

juStuS VAneFFenblok

een Rotterdams icoondoor David Adams

17 maart t/m 6 mei 2012Galerie Dubbelde Palmboom

Bio David Adams is een veelzij-dig fotograaf die niet gelooft

in traditionele ‘vakjes’ als fotojournalistiek of portret-fotografie. Voor hem is het belangrijk dat hij zijn eigen visie op een onderwerp kan weergeven. In 2007 won hij

de Zilveren Camera voor zijn portretserie van inwoners van

de Haagse Transvaalbuurt.

8

mantel-zorg

Op het oog lijkt het samenspel museum en mantelzorg een verrassende combinatie, maar voor Museum Rotterdam is zorg geen onbekend terrein. Een aantal jaren geleden verwierf het museum de inventaris van het uitleendepot van de opgeheven Stichting Thuiszorg Rotterdam. De voorwerpen geven een beeld van de institutionele hulpverlening in de Maasstad, maar laten veel vragen onbeantwoord: wie gebruikte de hulpmid-delen, waarom en hoe lang? Wat zijn de verhalen achter het gebruik ervan?

Mantelzorg is informele zorg die vaak binnenskamers en meestal zonder hulp van buitenaf door familie, vrienden, ken-nissen en buren wordt verleend aan hulpbehoevenden. Van dit belangrijke zorggebied had het museum geen collectie, maar is nu dankzij een uitgebreid netwerk van relaties wel in staat de verhalen van de betrokkenen op te tekenen en nieuwe collectie te verwerven. En dat is essentieel voor een museum dat de actuele geschiedenis van de stad onderzoekt, vastlegt en presenteert.

Boeiende stadsverhalen werden eerder door het museum opgetekend via het langlopend onderzoeksproject Stad als Muze. In 2010 leidde de betrokkenheid van het museum met het leven van een groep vrouwen in een renovatiewijk op Zuid, tot een glossy die nationale aandacht kreeg. De vrouwen kregen erkenning, aandacht en waardering voor hun

onvermoeibare inzet voor de wijk en het museum kon een stukje van Rotterdam in kaart brengen dat anders onopgemerkt zou zijn gebleven.

In het geval van mantelzorgers is het gevaar om onopgemerkt te blijven ook aanwezig door het vanzelfsprekende karakter van die zorg. Een op de tien Rotterdammers is actief als man-telzorger en vindt de zorg voor een ander zo vanzelfsprekend dat die inspanning voor de buitenwereld nauwelijks zichtbaar is. Op het vlak van mantelzorg zijn veel boeiende verhalen van stadsgenoten te vertellen. Verhalen over liefde, toewijding en bijzondere banden, maar ook over de hindernissen die bureau-cratische instanties en de terugtredende overheid opwerpen. Verhalen waar men buiten de eigen cirkel nauwelijks weet van heeft.

Museum Rotterdam wil die verhalen niet alleen optekenen maar ook presenteren. In de expositie Familie wordt aandacht besteed aan mantelzorg, een uitgesproken familieaangelegen-heid. Ook de voorwerpen die mantelzorgers in hun dagelijks leven voor de zorg gebruiken zijn van belang voor de geschied-schrijving. Samengevoegd geven de verhalen en objecten een gedetailleerd beeld van de belangrijke rol die sommige mensen in de Rotterdamse samenleving spelen.

hK

coLoFonhistorisch nu

is een uitgave van museum rotterdam.Korte Hoogstraat 313011 GK Rotterdam

telefoon 010 217 67 67fax 010 433 44 99

[email protected]

redactieHenk van der Kroon

Rob NoordhoekLiesbeth van der Zeeuw

vormgeving75B

ProductiebegeleidingRon Breugelmans

drukVeenman+

voor alle foto’s geldt:

bron museum rotterdam,

tenzij anders vermeld.

niets uit deze uitgave mag worden

verveelvoudigd en/of openbaar

gemaakt door middel van druk, foto-

kopie, microfilm of op welke andere

wijze dan ook, zonder voorafgaande

toestemming van de redactie.

op 10 november 2011 sloot museum rotterdam aan bij de landelijke aandacht voor mantelzorg. in het schielandshuis werd in samenwerking met instanties voor mantel-zorg de Dag van de Mantelzorger georganiseerd; een dag waarop de zorggever centraal stond. in workshops, themagesprekken en presentaties stonden genodigden en instanties stil bij de problematiek van de ruim 70.000 mantelzorgers in rotterdam.

schieLandshuis

agenda

tentoonsteLLingen

rijk Leven

t/m 29 januari 2012

rituelen

t/m 26 februari 2012

Familie

t/m 9 september 2012

de Koninginnekerk

13 jan t/m 22 april 2012

Werkstijl

28 feb t/m 30 sept 2012

museumnacht

10 maart 2012

geluk in de loterij

10 maart t/m 4 juli 2012

evenementen

elke eerste zondag van de

maand gratis rondleiding

om 15.00 uur

duBBeLdePaLmBoom

agenda

Zicht op delfshaven

vaste opstelling

hoezo waardeloos?

vaste opstelling

mijn rotterdam

tot mei 2012

nooit meer weg

t/m 4 maart 2012

justus van effenblok

17 maart t/m 6 mei 2012

Peter martens

18 mei t/m 24 juni 2012

theo joosten

vanaf 30 juni 2012

openingstijden

voor beide musea:

di t/m zon 11.00-17.00 uur

www.museumrotterdam.nl

historisch nu januari 2012 nr 36

dankzij studenten van het Zadkinecollege konden mantelzorgers hun zorgende rol even loslaten en zich overgeven aan een verkwikkende handmassage.

MuSeuMnAcht 2012

´SMAAkdoorbrAAk´

10 maart 20.00 – 02.00 uurSlijtvaste stijl met een Rot-terdams sausje. Met onder andere Trash & Treasures

modemarkt, portrethokje en naaiworkshops. Daarnaast interactieve colleges over

de kapsalon als cultuurgoed, werkkleding als stijlicoon en de (wan)smaak van de elite.

Dat smaakt naar meer.

Artwork: Lorelinde Verhees en Petja Buitendijk