Jeuk bij ouderen · Het verouderingsproces draagt bij aan het ontstaan van jeuk door fysiologische...

9
Jeuk bij ouderen Diagnostiek en behandeling Alet J.G. Leus, Joost M. Meijer, Sytse U. Zuidema en Marcel F. Jonkman Samenvatting Jeuk is de meest voorkomende dermatologische klacht bij ouderen en kan een sterke negatieve invloed hebben op de kwaliteit van leven. Bij ouderen kan het moeilijk zijn om de oorzaak van het symptoom jeuk te herkennen, vanwege de brede differentiële diagnose en de frequente comorbiditeit en polyfarmacie. In de praktijk kan een indeling worden gebruikt in de categorieën ‘jeuk met zichtbare huidafwijkingen’ en ‘jeuk zonder zichtbare huidafwijkingen’, voor gerichte diagnostiek naar de onderliggende oorzaak. De meest voorkomende oorzaak van jeuk bij ouderen is een droge huid (xerosis cutis). In de eerste lijn is vaak sprake van jeuk door een huidaandoening en is een internistische oorzaak zeldzamer. Bij iedere oudere patiënt met jeuk wordt geadviseerd om, naast een oorzakelijke behandeling, een droge huid te behandelen met indifferente middelen en algemene jeukverlichtende maatregelen. Topicale therapeutische opties omvatten dermatocorticosteroïden, anti-inflammatoire middelen en lokale anesthetica. Systemische behandelingen bestaan uit onder andere antihistaminica, antidepressiva en anti-epileptica. Casus Een 83-jarige vrouw, woonachtig in een verzorgingshuis, kampt al twee jaar met ondraaglijke jeuk. Naast een droge huid zijn alleen erytheem, papels en lineaire krabeffecten zichtbaar op de romp en de rug (figuur 1). De jeuk is door haar huisarts gediagnosticeerd als eczeem, maar dermatocorticosteroïden van sterkte klasse 2 gaven geen verlichting. In een later stadium denkt haar dermatoloog aan scabiës of een cutane geneesmiddelenreactie. Behandeling met permetrinecrème geeft geen soelaas. Geneesmiddelen met een mogelijke tijdsrelatie met haar jeukklachten (metoprolol en hydrochloorthiazide) waren reeds gestaakt of gewijzigd, maar dit had geen effect op de klachten gehad. Welke aanwijzingen kunnen bijdragen aan het stellen van een diagnose bij deze veelvoorkomende klacht? De prevalentie van huidaandoeningen neemt toe met de leeftijd, en daarmee neemt ook de kans op jeuk toe. 1,2 De ziektelast van chronische jeuk is hoog en vergelijkbaar met of zelfs hoger dan die van chronische pijn. 3 In verpleeghuizen komt jeuk voor bij 7 tot 50% van de bewoners. 4-8 In de huisartsenpraktijk wordt het vóórkomen van jeuk geschat op 8%; hierbij zijn patiënten ouder dan 75 jaar oververtegenwoordigd. 9-11 Jeuk is een reden om een arts te raadplegen, met name als de jeuk chronisch is, dat wil zeggen: langer dan 6 weken bestaat. Bij ouderen is het niet eenvoudig om een onderliggende oorzaak van het symptoom jeuk te vinden vanwege de brede differentiële diagnose. 12 ‘Idiopathische jeuk bij ouderen’ (seniele pruritus) wordt dan vaak gesteld als diagnose per exclusionem. 13 STAND VAN ZAKEN NED TIJDSCHR GENEESKD. 2019;163:D2350 1

Transcript of Jeuk bij ouderen · Het verouderingsproces draagt bij aan het ontstaan van jeuk door fysiologische...

Page 1: Jeuk bij ouderen · Het verouderingsproces draagt bij aan het ontstaan van jeuk door fysiologische veranderingen van de huid met uiteindelijk een droge huid (xerosis cutis),2 veroudering

Jeuk bij ouderenDiagnostiek en behandeling

Alet J.G. Leus, Joost M. Meijer, Sytse U. Zuidema en Marcel F. Jonkman

SamenvattingJeuk is de meest voorkomende dermatologische klacht bij ouderen en kan een sterke negatieve invloed hebben op de kwaliteit van

leven.

Bij ouderen kan het moeilijk zijn om de oorzaak van het symptoom jeuk te herkennen, vanwege de brede differentiële diagnose en

de frequente comorbiditeit en polyfarmacie.

In de praktijk kan een indeling worden gebruikt in de categorieën ‘jeuk met zichtbare huidafwijkingen’ en ‘jeuk zonder zichtbare

huidafwijkingen’, voor gerichte diagnostiek naar de onderliggende oorzaak.

De meest voorkomende oorzaak van jeuk bij ouderen is een droge huid (xerosis cutis). In de eerste lijn is vaak sprake van jeuk door

een huidaandoening en is een internistische oorzaak zeldzamer.

Bij iedere oudere patiënt met jeuk wordt geadviseerd om, naast een oorzakelijke behandeling, een droge huid te behandelen met

indifferente middelen en algemene jeukverlichtende maatregelen.

Topicale therapeutische opties omvatten dermatocorticosteroïden, anti-inflammatoire middelen en lokale anesthetica.

Systemische behandelingen bestaan uit onder andere antihistaminica, antidepressiva en anti-epileptica.

CasusEen 83-jarige vrouw, woonachtig in een verzorgingshuis, kampt al twee jaar met ondraaglijke jeuk. Naast een droge huid zijn alleen

erytheem, papels en lineaire krabeffecten zichtbaar op de romp en de rug (figuur 1). De jeuk is door haar huisarts gediagnosticeerd

als eczeem, maar dermatocorticosteroïden van sterkte klasse 2 gaven geen verlichting. In een later stadium denkt haar

dermatoloog aan scabiës of een cutane geneesmiddelenreactie. Behandeling met permetrinecrème geeft geen soelaas.

Geneesmiddelen met een mogelijke tijdsrelatie met haar jeukklachten (metoprolol en hydrochloorthiazide) waren reeds gestaakt of

gewijzigd, maar dit had geen effect op de klachten gehad. Welke aanwijzingen kunnen bijdragen aan het stellen van een diagnose bij

deze veelvoorkomende klacht?

De prevalentie van huidaandoeningen neemt toe met de leeftijd, en daarmee neemt ook de kans op jeuk toe.1,2 De ziektelast van

chronische jeuk is hoog en vergelijkbaar met of zelfs hoger dan die van chronische pijn.3 In verpleeghuizen komt jeuk voor bij 7 tot

50% van de bewoners.4-8 In de huisartsenpraktijk wordt het vóórkomen van jeuk geschat op 8%; hierbij zijn patiënten ouder dan 75

jaar oververtegenwoordigd.9-11

Jeuk is een reden om een arts te raadplegen, met name als de jeuk chronisch is, dat wil zeggen: langer dan 6 weken bestaat. Bij

ouderen is het niet eenvoudig om een onderliggende oorzaak van het symptoom jeuk te vinden vanwege de brede differentiële

diagnose.12 ‘Idiopathische jeuk bij ouderen’ (seniele pruritus) wordt dan vaak gesteld als diagnose per exclusionem.13

STAND VAN ZAKEN

NED TIJDSCHR GENEESKD. 2019;163:D2350 1

Page 2: Jeuk bij ouderen · Het verouderingsproces draagt bij aan het ontstaan van jeuk door fysiologische veranderingen van de huid met uiteindelijk een droge huid (xerosis cutis),2 veroudering

Het verouderingsproces draagt bij aan het ontstaan van jeuk door fysiologische veranderingen van de huid met uiteindelijk een

droge huid (xerosis cutis),2 veroudering van het immuunsysteem en neuropathie.14 In dit artikel bieden wij een leidraad voor de

benadering van de diagnose en therapie van jeuk bij ouderen, gebaseerd op de Europese richtlijn ‘Chronische jeuk’ en literatuur over

jeuk bij verpleeghuisbewoners.12 Daarnaast introduceren wij het begrip ‘non-bulleus pemfigoïd’, een tot voor kort onbekende,

Figuur 1Jeukende, eczemateuze huidafwijkingen bij de non-bulleuze vorm van pemfigoïd

Bij dermatologisch onderzoek van de patiënt uit de casus zijn op de rug eczemateuze plaques, een droge huid en krabeffecten zichtbaar. (Fotogepubliceerd met toestemming van de betrokkenen.)

STAND VAN ZAKEN

NED TIJDSCHR GENEESKD. 2019;163:D2350 2

Page 3: Jeuk bij ouderen · Het verouderingsproces draagt bij aan het ontstaan van jeuk door fysiologische veranderingen van de huid met uiteindelijk een droge huid (xerosis cutis),2 veroudering

jeukende auto-immuunziekte bij ouderen.5

Diagnostiek

Jeuk is een karakteristiek symptoom van veel huidziekten, zoals eczeem, psoriasis, urticaria en scabiës, maar jeuk kan ook

aanwezig zijn zonder primaire huidafwijkingen als symptoom van niet-dermatologische aandoeningen. De benadering van jeuk bij de

oudere patiënt en de analyse van de oorzaak begint met de anamnese, waarna op grond van het klinische beeld twee groepen

onderscheiden worden: jeuk met zichtbare primaire huidafwijkingen en jeuk zonder zichtbare primaire huidafwijkingen.12,14

Bij 50-90% van de patiënten is sprake van jeuk met zichtbare primaire huidafwijkingen en richt het verdere onderzoek zich op het

differentiëren van de dermatose (figuur 2).10 Aan jeuk zonder zichtbare primaire huidafwijkingen kunnen verschillende

internistische, neurologische of psychiatrische aandoeningen ten grondslag liggen, en daarnaast in zeldzame gevallen ‘onzichtbare’

dermatosen (tabel 1).12

Figuur 2Hoe analyseer je jeuk bij ouderen?

Diagnostisch algoritme voor de mogelijke oorzakenFiguur aangepast naar Yosipovitch en Bernard.15

STAND VAN ZAKEN

NED TIJDSCHR GENEESKD. 2019;163:D2350 3

Page 4: Jeuk bij ouderen · Het verouderingsproces draagt bij aan het ontstaan van jeuk door fysiologische veranderingen van de huid met uiteindelijk een droge huid (xerosis cutis),2 veroudering

In de huisartsenpraktijk wordt bij 1,5% van de patiënten met jeuk een geneesmiddel als oorzaak gerapporteerd (toxicodermie).

Toxicodermie kan met primaire huidafwijkingen gepaard gaan, maar dit is niet altijd het geval.10 Secundaire huidafwijkingen, zoals

excoriaties, vergroving van het huidreliëf (lichenificatie) en papels ten gevolge van herhaald krabben (prurigo nodularis), kunnen

voorkomen bij iedere oorzaak van jeuk, maar kunnen ook ontbreken.

Aanwijzingen voor de diagnose

De volgende symptomen en kenmerken van de jeuk kunnen bijdragen aan het stellen van de juiste diagnose.2,12,15,16

Verlichting van jeuk tijdens baden of douchen is suggestief voor xerosis cutis. Frequent watercontact en een droge, warme

omgeving in de winter kunnen verergering geven van xerosis. Verergering van jeuk tijdens het baden of douchen (aquagene

pruritus) kan voorkomen bij polycythaemia vera.

Jeuk tijdens lichaamsactiviteit of temperatuurwisselingen, maar ook bij eten van pittig voedsel of bij emoties is suggestief voor

cholinerge urticaria.

Een acuut ontstaan van de jeuk is onwaarschijnlijk bij internistische oorzaken en komt vaker voor bij huidziekten als

contactallergisch eczeem, urticaria, scabiës of geneesmiddelenreacties.

Als meerdere personen in de omgeving zijn aangedaan, dient scabiës of een andere parasitaire infestatie te worden overwogen,

bijvoorbeeld in een verzorgings- of verpleeghuis. De voorkeurslokalisaties van scabiës zijn interdigitaal, aan de buigzijde van de

Tabel 1Classificatie en mogelijke oorzaken van jeuk bij een oudere patiënt

STAND VAN ZAKEN

NED TIJDSCHR GENEESKD. 2019;163:D2350 4

Page 5: Jeuk bij ouderen · Het verouderingsproces draagt bij aan het ontstaan van jeuk door fysiologische veranderingen van de huid met uiteindelijk een droge huid (xerosis cutis),2 veroudering

pols en bij de genitaliën. Een zeer besmettelijke variant met schilfering (scabiës crustosa) kan voorkomen bij verwaarlozing of late

herkenning.

Als een geneesmiddel verdacht wordt als oorzaak van de jeuk, dient de patiënt het gebruik minimaal 3 maanden te staken alvorens

het effect geëvalueerd kan worden. Jeuk door geneesmiddelen treedt meestal op binnen dagen tot weken na het starten en zelden

na jarenlang gebruik. Calciumantagonisten, ACE-remmers, hydrochloorthiazide en opioïden zijn bij ouderen relatief veelgebruikte

medicijnen die jeuk kunnen veroorzaken.

Gegeneraliseerde jeuk die gepaard gaat met koude rillingen, vermoeidheid en B- symptomen als gewichtsverlies, koorts of

nachtzweten, kan een paraneoplastisch verschijnsel bij een maligniteit zijn.

Bij jeuk op basis van een internistische aandoening en psychogene jeuk zijn de symptomen vaak gegeneraliseerd, terwijl

neurologische oorzaken in de regel gelokaliseerde jeuk veroorzaken, zoals notalgia paraesthetica (heftige jeuk die vaak tussen de

schouderbladen is gelokaliseerd) en brachioradiale jeuk (lokale jeuk of branderigheid, voornamelijk lateraal op de armen en

schouders, die uitgelokt wordt door zonlicht of aanraking).

Secundaire afwijkingen die door het krabben ontstaan, zoals krabeffecten (excoriaties), prurigo-papels en lichenificatie, kunnen

ontstaan bij jeuk met en zonder primaire huidafwijkingen.

Een puur psychische oorzaak van de jeuk is een diagnose per exclusionem en vraagt om een psychiatrische follow-up. Het oude

gezegde dat psychogene jeuk zelden leidt tot nachtelijk ontwaken, is niet bewezen. De meeste jeukende aandoeningen verstoren de

slaap; psychische stoornissen kunnen nachtelijk ontwaken door jeuk met een dermatologische oorzaak wel verergeren.17

Bij dementie is de heteroanamnese van de verpleging essentieel en dient men bedacht te zijn op agitatie of slaapproblemen, die

indirecte symptomen van jeuk kunnen zijn.

Aanvullend onderzoek

Als de patiënt jeuk met zichtbare primaire huidafwijkingen heeft, dienen de diagnostiek en de behandeling op de huidaandoening

gericht te zijn. Naast de klinische evaluatie van de huidafwijkingen kan ter bevestiging van de dermatose een huidbiopt voor

histopathologisch onderzoek worden afgenomen. Bij een verdenking op scabiës kan dermatoscopie worden gebruikt om de

scabiësmijt te identificeren.2,15

Bij jeuk zonder zichtbare huidafwijkingen wordt geadviseerd in eerste instantie laboratoriumonderzoek te verrichten om

onderliggende internistische aandoeningen uit te sluiten, waaronder de bepaling van lever-, nier- en schildklierfuncties, bloedbeeld

en leukocytendifferentiatie, bezinking en de glucoseconcentratie of HbA1c-waarde.2,12

Behandeling

Bij iedere oudere patiënt met jeuk door een droge huid wordt geadviseerd te beginnen met indifferente middelen en algemene niet-

medicamenteuze maatregelen, waarbij de instructie aan de patiënt of verzorgende van groot belang is (tabel 2).2,12 Een zalfbasis

heeft vanwege het sterker hydraterende effect de voorkeur boven een crème, gel of lotion. Indifferente middelen met een

verzachtende, verkoelende en jeukstillende werking zijn bijvoorbeeld lanettecrème, vaseline-cetomacrogolcrème, vaseline-

paraffine en koelzalf.13,16 De verdere behandeling van het symptoom jeuk is afhankelijk van de oorzaak (zie figuur 2).

Topicale therapeutische opties

Tabel 2Algemene, niet-medicamenteuze maatregelen tegen chronische jeuk8

STAND VAN ZAKEN

NED TIJDSCHR GENEESKD. 2019;163:D2350 5

Page 6: Jeuk bij ouderen · Het verouderingsproces draagt bij aan het ontstaan van jeuk door fysiologische veranderingen van de huid met uiteindelijk een droge huid (xerosis cutis),2 veroudering

Dermatocorticosteroïden

Topicale corticosteroïden werken anti-inflammatoir en zijn effectief bij de symptomatische behandeling van jeuk bij inflammatoire

huidaandoeningen, zoals eczeem en psoriasis. Topicale corticosteroïden kunnen een snelle verlichting van jeuk geven en zodoende

een jeuk-krabcyclus doorbreken. De voorkeur gaat uit naar corticosteroïden met een relatief gunstig bijwerkingenprofiel door een

korte halfwaardetijd, zoals fluticason of mometason.12,18 Sterk tot zeer sterk werkende corticosteroïden (klasse 3 en 4) worden

tevens gebruikt bij patiënten met secundaire huidafwijkingen door chronische jeuk, zoals jeukende papels (prurigo nodularis).

Volgens de NHG-standaard ‘Eczeem’ wordt het gebruik van zeer sterke klasse-4-corticosteroïden in de eerste lijn ontraden.19

Topicale anesthetica en calcineurineremmers

Topicale anesthetica kunnen een tijdelijk verlichting geven van gelokaliseerde jeuk, zoals neuropathische jeuk bij notalgia

paraesthetica of genitale jeuk.12 Capsaïcine en calcineurineremmers, zoals tacrolimuszalf, hebben direct en indirect invloed op de

cutane zenuwvezels en belemmeren de jeuksignalen. De ‘desensibilisatie’ van cutane zenuwvezels kan in het begin van de

behandeling branderigheid en erytheem geven en is daardoor mogelijk minder geschikt bij ouderen.12 Calcineurineremmers hebben

een anti-inflammatoire werking en kunnen langdurig veilig worden gebruikt bij bijvoorbeeld eczeem en bij chronische jeuk met

secundaire krabeffecten.12,20

Systemische therapeutische opties

Antihistaminica

In de dagelijkse praktijk zijn antihistaminica de meest gebruikte systemische middelen voor de behandeling van jeuk.12 Afgezien van

de toepassing bij urticaria zijn antihistaminica echter niet bewezen effectief tegen jeuk.21 Klassieke sedatieve antihistaminica,

zoals hydroxyzine of promethazine, kunnen bij jeuk en slaapproblemen kortdurend gebruikt worden om tevens het inslapen te

verbeteren.15

Bij ouderen is terughoudendheid geboden in de toepassing van antihistaminica vanwege mogelijke interacties, anticholinerge

effecten en een risico op vallen en delier.2 Voor de behandeling van urticaria gaat de voorkeur uit naar niet-sedatieve

antihistaminica van de tweede generatie, zoals levocetirizine of desloratadine. De standaarddosering kan eventueel tot een

viervoud worden verhoogd, zoals bij patiënten met chronische spontane urticaria wordt geadviseerd.12

Anti-epileptica

Gabapentine en pregabaline vallen onder anti-epileptica en grijpen in op het perifere en centrale zenuwstelsel. Gabapentine wordt

ook gebruikt voor neuropathische jeuk; een gunstig effect is beschreven bij patiënten met jeuk door chronische

nierinsufficiëntie.12,16 Bij ouderen kan gabapentine worden gebruikt in een dosis van 100-300 mg voor de nacht. Afhankelijk van de

kwetsbaarheid van de patiënt kan deze dosering worden opgebouwd tot 1800 mg, verdeeld over meerdere doses per dag.2

Antidepressiva

Antidepressiva worden gebruikt bij patiënten met paraneoplastische, psychogene of neuropathische jeuk. Deze middelen

beïnvloeden de jeuk door een effect op de serotonine- en histamineconcentraties.16,20 Selectieve serotonineheropnameremmers

kunnen offlabel worden gebruikt bij vormen van chronische jeuk die niet reageren op andere therapieën.12 Bij ouderen heeft het

gebruik van voornamelijk tricyclische antidepressiva, zoals amitriptyline, als nadeel dat de patiënt verhoogd vatbaar is voor

anticholinerge bijwerkingen als delier, urineretentie, obstipatie en duizeligheid. Nortriptyline heeft bij ouderen de voorkeur bij

neuropathische jeuk en pijn.22 Sedatieve antidepressiva kunnen behulpzaam zijn als de patiënt ook slaapproblemen heeft,

bijvoorbeeld mirtazapine in een lage dosis van 15 mg/dag.20

Glucocorticoïden

Systemische glucocorticoïden, zoals oraal prednison in een dosis van 30-40 mg/dag, kunnen gebruikt worden voor de verlichting

van ernstige jeuk op korte termijn. Bij ouderen kan bij het gebruik van prednison metabole verstoring optreden, zoals ontregeling

van diabetes mellitus. Het wordt daarom aangeraden de behandelduur te beperken tot maximaal 2 weken en vóór het stoppen over

te stappen op gebruik van topicale corticosteroïden.12

Terug naar de casus

Bij de 83-jarige patiënte met chronische jeuk werd een nieuw vriesbiopt van de huid genomen en werd bloed afgenomen voor

onderzoek naar immunologische oorzaken. Directe immuunfluorescentiemicroscopie toonde aanwezigheid van specifieke IgG-auto-

antistoffen tegen structurele eiwitten in de basale membraan van de huid. Gezien het klinische beeld werd de diagnose ‘non-bulleus

STAND VAN ZAKEN

NED TIJDSCHR GENEESKD. 2019;163:D2350 6

Page 7: Jeuk bij ouderen · Het verouderingsproces draagt bij aan het ontstaan van jeuk door fysiologische veranderingen van de huid met uiteindelijk een droge huid (xerosis cutis),2 veroudering

pemfigoïd’ gesteld (zie uitleg). Deze auto-immuunblaarziekte manifesteerde zich bij de patiënte als een chronische, jeukende

dermatose, zonder dat in het ziekteproces sprake was van enige blaarvorming.

De prevalentie van pemfigoïd is 259 per miljoen inwoners en de aandoening komt voornamelijk voor boven een leeftijd van 65

jaar.23 Het is geen zeldzame ziekte meer bij ouderen boven de 80 jaar; in verpleeghuizen is de gerapporteerde incidentie van bulleus

pemfigoïd hoog, met 4,8 nieuwe patiënten per jaar per 100 bewoners.24,25 Er is een sterk verband met neurodegeneratieve

aandoeningen, voornamelijk dementie.

Pemfigoïd gaat altijd gepaard met sterke jeuk en kan zich presenteren met erythemateuze plaques en papels, eczemateuze

huidafwijkingen of excoriaties. Bij een hoge verdenking op pemfigoïd is diagnostiek in de eerste lijn mogelijk door serologische

screening, mits het serum wordt verzonden naar een laboratorium dat beschikt over een specifieke test, namelijk: indirecte

immuunfluorescentie op zout-gespleten humane huid. Daarom is bij verdenking overleg met of verwijzing naar een dermatoloog

aangewezen.

Bij de patiënte uit de casus verdwenen de klachten snel na therapie met clobetasolcrème 20 g/dag (klasse 4) op het gehele lichaam

behoudens het gelaat gedurende 4 maanden in een afbouwschema. Deze crème kreeg zij als alternatief voor oraal prednison.26

Wanneer verwijzen?

Behandeling van xerosis cutis met indifferente middelen en de genoemde algemene maatregelen leidt meestal in enkele weken tot

afname van jeuk. Als bij een patiënt met therapieresistente jeuk de huidafwijkingen niet tot een specifieke dermatose zijn te

herleiden of de onderliggende oorzaak van jeuk onduidelijk blijft, dan is verwijzing naar een dermatoloog geïndiceerd. Consultatie

van een dermatoloog in een verzorgings- of verpleeghuis is in sommige situaties mogelijk.

De dermatoloog heeft meer therapeutische opties beschikbaar, zoals ultraviolet(UV)-lichttherapie.15,20 Echter kunnen de

beschikbaarheid en praktische uitvoerbaarheid van lichttherapie bij ouderen een obstakel zijn.12 In geval van ernstige jeuk bij

eczeem of langdurige ernstige jeuk bij prurigo nodularis kunnen immuunsuppressiva worden gebruikt, zoals methotrexaat of

ciclosporine.15 Een nieuwe behandeloptie is neurokinine-1-receptorantagonist aprepitant, die blokkade geeft van de substance P-

receptor op sensorische zenuwen in de huid.12

Conclusie

Jeuk bij ouderen is een veelvoorkomend probleem met mogelijk een sterk negatieve invloed op de kwaliteit van leven. Vaak is jeuk

een symptoom van een huidaandoening, maar ook internistische, neurologische of psychiatrische aandoeningen kunnen jeuk

veroorzaken. Jeuk kan in de praktijk benaderd worden met een indeling in de categorieën ‘jeuk met zichtbare huidafwijkingen’ en

‘jeuk zonder zichtbare huidafwijkingen’, om gerichte diagnostiek naar de onderliggende oorzaak te verrichten.

Bij ouderen is de meest voorkomende oorzaak van jeuk een droge huid (xerosis cutis) ten gevolge van huidveroudering. Daarom

wordt aangeraden om naast diagnostiek en een mogelijke oorzakelijke therapie bij iedere oudere patiënt algemene

jeukverlichtende maatregelen te treffen en te beginnen met symptomatische behandeling met indifferente middelen.

Online artikel en reageren op ntvg.nl/D2350

Universitair Medisch Centrum Groningen, afd. Dermatologie: A.J.G. Leus, MSc, arts-onderzoeker; dr. J.M. Meijer, aios dermatologie;prof.dr. M.F. Jonkman, dermatoloog; afd. Huisartsgeneeskunde & Ouderengeneeskunde: prof.dr. S.U. Zuidema, specialistouderengeneeskunde.Contact: M.F. Jonkman ([email protected])

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

H.R. Moes, MSc, promovendus (Universitair Medisch Centrum Groningen, afd. Neurologie) gaf commentaar op een eerdere versie

van dit manuscript.

Aanvaard op 1 augustus 2018

Citeer als: Ned Tijdschr Geneeskd. 2018;163:D2350

Literatuur1. Norman RA. Xerosis and pruritus in the elderly: recognition and management. Dermatol Ther (Heidelb). 2003;16:254-9.

doi:10.1046/j.1529-8019.2003.01635.x. Medline

2. Berger TG, Shive M, Harper GM. Pruritus in the older patient: a clinical review. JAMA. 2013;310:2443-50.

doi:10.1001/jama.2013.282023. Medline

3. Kini SP, DeLong LK, Veledar E, McKenzie-Brown AM, Schaufele M, Chen SC. The impact of pruritus on quality of life: the skin

equivalent of pain. Arch Dermatol. 2011;147:1153-6. doi:10.1001/archdermatol.2011.178. Medline

4. Teoh YL, Teo RY, Yeo B, Lim KH, Koh MJ. Elderly hospitalised patients – the impact of itch and its prevalence. Ann Acad Med

STAND VAN ZAKEN

NED TIJDSCHR GENEESKD. 2019;163:D2350 7

Page 8: Jeuk bij ouderen · Het verouderingsproces draagt bij aan het ontstaan van jeuk door fysiologische veranderingen van de huid met uiteindelijk een droge huid (xerosis cutis),2 veroudering

Singapore. 2016;45:134-7 Medline.

5. Lamberts MA, Meijer JM, Luijendijk D, Zuidema SU, Jonkman MF. Jeuk en cutaan pemfigoïd bij verpleeghuisbewoners. Tijdschrift

voor Ouderengeneeskunde. April 2017.

6. Kiliç A, Gül U, Aslan E, Soylu S. Dermatological findings in the senior population of nursing homes in Turkey. Arch Gerontol Geriatr.

2008;47:93-8. doi:10.1016/j.archger.2007.07.007. Medline

7. Lichterfeld A, Lahmann N, Blume-Peytavi U, Kottner J. Dry skin in nursing care receivers: A multi-centre cross-sectional prevalence

study in hospitals and nursing homes. Int J Nurs Stud. 2016;56:37-44. doi:10.1016/j.ijnurstu.2016.01.003. Medline

8. Valdes-Rodriguez R, Mollanazar NK, González-Muro J, et al. Itch prevalence and characteristics in a Hispanic geriatric population: a

comprehensive study using a standardized itch questionnaire. Acta Derm Venereol. 2015;95:417-21. doi:10.2340/00015555-

1968. Medline

9. Kantor GR, Lookingbill DP. Generalized pruritus and systemic disease. J Am Acad Dermatol. 1983;9:375-82. doi:10.1016/S0190-

9622(83)70144-1. Medline

10. Frese T, Herrmann K, Sandholzer H. Pruritus as reason for encounter in general practice. J Clin Med Res. 2011;3:223-9 Medline.

11. Okkes IM, Oskan SK, Lamberts H. Van klacht naar diagnose. Bussum: Coutinho; 1998.

12. Weisshaar E, Szepietowski JC, Darsow U, et al. European guideline on chronic pruritus. Acta Derm Venereol. 2012;92:563-81.

doi:10.2340/00015555-1400. Medline

13. Knuistingh Neven A. Pruritus senilis. Farmacotherapeutische richtlijn. Nederlands Huisartsen Genootschap 2004.

14. Berger TG, Steinhoff M. Pruritus in elderly patients – eruptions of senescence. Semin Cutan Med Surg. 2011;30:113-7.

doi:10.1016/j.sder.2011.04.002. Medline

15. Yosipovitch G, Bernhard JD. Clinical practice. Chronic pruritus. N Engl J Med. 2013;368:1625-34. doi:10.1056/NEJMcp1208814.

Medline

16. Zeidler C, Raap U, Ständer S. [Pruritus in elderly: causes, prevention and therapy](Duits). MMW Fortschr Med. 2015;157:54-8.

doi:10.1007/s15006-015-2544-1. Medline

17. Gupta MA, Gupta AK, Kirkby S, et al. Pruritus associated with nocturnal wakenings: organic or psychogenic? J Am Acad Dermatol.

1989;21:479-84. doi:10.1016/S0190-9622(89)70211-5. Medline

18. Leidraad Dermatocorticosteroïden. Utrecht: Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie; 2000.

19. NHG-standaard Eczeem. Utrecht: NHG; 2014.

20. Pereira MP, Ständer S. Chronic Pruritus: Current and Emerging Treatment Options. Drugs. 2017;77:999-1007.

doi:10.1007/s40265-017-0746-9. Medline

21. O’Donoghue M, Tharp MD. Antihistamines and their role as antipruritics. Dermatol Ther (Heidelb). 2005;18:333-40.

doi:10.1111/j.1529-8019.2005.00034.x. Medline

22. Valdes-Rodriguez R, Stull C, Yosipovitch G. Chronic pruritus in the elderly: pathophysiology, diagnosis and management. Drugs

Aging. 2015;32:201-15. doi:10.1007/s40266-015-0246-0. Medline

23. Hübner F, Recke A, Zillikens D, Linder R, Schmidt E. Prevalence and Age Distribution of Pemphigus and Pemphigoid Diseases in

Germany. J Invest Dermatol. 2016;136:2495-8. doi:10.1016/j.jid.2016.07.013. Medline

24. Fernandez-Viadero C, Arce Mateos F, Verduga Velez R, Crespo Santiago D. Blisters in a nursing home: bullous pemphigoid more

often than we think? J Am Geriatr Soc. 2004;52:1405-6. doi:10.1111/j.1532-5415.2004.52379_5.x. Medline

25. Joly P, Baricault S, Sparsa A, et al. Incidence and mortality of bullous pemphigoid in France. J Invest Dermatol. 2012;132:1998-

2004. doi:10.1038/jid.2012.35. Medline

26. Terra JB, Potze WJ, Jonkman MF. Whole body application of a potent topical corticosteroid for bullous pemphigoid. J Eur Acad

Dermatol Venereol. 2014;28:712-8. doi:10.1111/jdv.12153. Medline

KernpuntenJeuk bij ouderen wordt beïnvloed door een verscheidenheid aan fysiologische veranderingen die samengaan met veroudering,

onder andere leidend tot een droge huid.

Voor de benadering van een oudere patiënt met chronische jeuk kan in de praktijk een indeling worden gebruikt in de categorieën

‘jeuk met zichtbare huidafwijkingen’ en ‘jeuk zonder zichtbare huidafwijkingen’.

Bij ouderen komt de relatief zeldzame auto-immuunziekte pemfigoïd vaker voor en kan blaarvorming ontbreken (non-bulleus

pemfigoïd)

Bij ouderen met hevige, therapieresistente jeuk en eczemateuze huidafwijkingen dient non-bulleus pemfigoïd in de differentiële

STAND VAN ZAKEN

NED TIJDSCHR GENEESKD. 2019;163:D2350 8

Page 9: Jeuk bij ouderen · Het verouderingsproces draagt bij aan het ontstaan van jeuk door fysiologische veranderingen van de huid met uiteindelijk een droge huid (xerosis cutis),2 veroudering

diagnose te staan.

UitlegPemfigoïd

Pemfigoïd, ook wel bekend als bulleus pemfigoïd, is een auto-immuunblaarziekte van de huid. De aandoening is relatief zeldzaam,

maar komt vaker voor bij ouderen boven de 65 jaar. Hoewel pemfigoïd een blaarziekte is, ontwikkelt een kwart van de patiënten

géén blaren, maar wel sterk jeukende eczemateuze of urticariële plaques of slechts secundaire krabeffecten. Deze non-bulleuze

vorm van pemfigoïd dient in de differentiële diagnose opgenomen te worden bij ouderen met hevige, therapieresistente jeuk.

STAND VAN ZAKEN

NED TIJDSCHR GENEESKD. 2019;163:D2350 9