Jeugd Verkeerskrant Groep / Toffe tekens · Bekijk samen het filmpje op het digibord en geef daarna...

8
EEN UITGAVE VAN DE VERKEERSMETHODE VAN VEILIG VERKEER NEDERLAND | SCHOOLJAAR 2019 - 2020 Jeugd Verkeerskrant – Groep 7/8 Toffe tekens les 9 & 10 Les 9 – Start Bekijk samen het filmpje op het digibord en geef daarna antwoord op de vragen. Dit ontdek je: Ik kan aan de tekens op verkeersborden zien voor wie het verkeersbord geldt. Ik kan benoemen wat je moet doen bij verkeersborden en onderborden. Ik laat zien dat ik de betekenis van verkeersborden opvolg. Ik besef dat ik invloed heb op het andere verkeer bij elke keuze die ik maak. a. Zou jij Chinees willen leren? Ja Nee b. Leg je antwoord uit. Eigen antwoord. Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Ik houd van vreemde talen.

Transcript of Jeugd Verkeerskrant Groep / Toffe tekens · Bekijk samen het filmpje op het digibord en geef daarna...

  • EEN UITGAVE VAN DE VERKEERSMETHODE VAN VEILIG VERKEER NEDERLAND | SCHOOLJAAR 2019 - 2020

    Jeugd Verkeerskrant – Groep 7/8

    Toffe tekensles

    9 & 10

    Les 9 – Start

    Bekijk samen het filmpje op het digibord en geef daarna antwoord op de vragen.

    Dit ontdek je:

    Ik kan aan de tekens op

    verkeersborden zien voor wie het

    verkeersbord geldt.

    Ik kan benoemen wat je moet doen bij verkeersborden en onderborden.

    Ik laat zien dat ik de betekenis van verkeersborden

    opvolg.

    Ik besef dat ik invloed heb op het andere verkeer bij elke keuze die ik

    maak.

    a. Zou jij Chinees willen leren?

    Ja Nee

    b. Leg je antwoord uit.

    Eigen antwoord.

    Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Ik houd van vreemde talen.

  • 2 Toffe tekens

    Zo zit dat… met tekens op een verkeersbord• Voor wie geldt het verkeersbord?• Soms kun je aan het teken zien voor wie het bord geldt.• Kun je niet aan het teken zien voor wie het bord geldt,

    dan geldt het voor bestuurders.

    Zo zit dat… met verkeersborden• Er zijn vijf soorten verkeersborden. Vier soorten borden

    hebben een vaste beginzin. - Je moet hier… borden - Je mag hier niet… borden - Kijk hier is… borden - Pas op… borden - De vijfde soort heeft geen vaste kleur, vorm en

    beginzin. Het zijn de voorrangsborden.• In de bewaarmap vind je meer informatie over de

    verkeersborden.

    Zo zit dat… met een bordje eronder• Soms hangt er onder een verkeersbord een klein wit bordje. Dat is een onderbord.

    - Onderborden vertellen iets over het verkeersbord dat erboven hangt. - Soms vertelt een onderbord dat een verkeersbord niet geldt voor jou als je fietst.

    1 – Tekens kijken

    Kijk naar de tekens op de verkeersborden. Voor wie gelden ze? Trek een lijn van een teken naar de voetganger of fietser.

    B6

    C14C16

    D5

    F6G7

    J8

  • Toffe tekens 3

    2 – Welke verkeersborden?

    3 – Een bordenpaar

    a. Er zijn vijf soorten verkeersborden. Teken in de borden hierboven van elk soort een voorbeeld. Geef het verkeers-bord ook de goede kleuren. Kies verkeersborden die niet in deze les voorkomen.

    b. Welke zin hoort bij welke soort verkeersbord? Trek lijnen van de zinnen naar de borden.

    c. Er blijft één soort verkeersbord over. Welke is dit?

    d. Kijk naar jouw verkeersborden. Maak de zinnen bij deze verkeersborden af.

    1

    2

    a. Kijk naar de foto’s. Welke verkeersborden staan in de andere rijrichting van de straat? Zet de nummers in de rondjes. Kies uit:

    b. Kijk nog eens naar de foto’s. Wat doe je als je de verkeers-borden op deze foto’s ziet?

    Foto 1:

    Foto 2:

    c. Kijk nog een keer naar foto 2. Zou je een ander antwoord hebben gegeven als dit onderbord onder het verkeers-bord hing?

    Ja/Nee want,

    B3D4D5F61 2 3 4 5

    Pas op... Je moet hier...Kijk hier is... Je mag hier niet...Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: ...een gevaarlijk kruispunt. Je moet hier extra goed uit-kijken.

    Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Ik zou stoppen en wachten tot de auto voorbij is, de auto mag namelijk voorgaan. Als de weg vrij is, dan pas verder fietsen. Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Ik zou omdraaien en een andere weg kiezen. Ik mag deze straat namelijk niet in.

    dan geldt het verkeersbord niet voor mij als ik fiets.

    Eigen antwoord. Bijvoor-beeld: ...een erf. Je mag hier overal lopen, spelen en fietsen (max. 15 km/u), maar je mag niemand hinderen.

    Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: ...lopen. Je moet hier het voet-pad opgaan. Je mag hier ook skaten, skelteren en steppen.

    Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: ...deze straat inrijden. Als je fietst moet je afstappen en verder gaan lopen met je fiets aan de hand.

    Voorrangsborden

    1

    4

    Eigen antwoord.

  • 4 Toffe tekens

    4 – Bordenpraat

    a. Lees de strip. Kijk daarna naar tekening 1. Houden Boris en Demi zich aan de afspraken?

    Boris wel, maar Demi niet.

    Demi wel, maar Boris niet.

    Ja, ze houden zich allebei aan de afspraken.

    Nee, ze houden zich allebei niet aan de afspraken.

    b. Kijk naar tekening 2. Moeten Boris en Demi hier allebei rechtdoor? Leg je antwoord uit.

    c. Kijk naar tekening 3. Zou jij hetzelfde doen als Boris en Demi?

    Ja, want

    Nee, ik zou

    1

    3

    2

    4

    d. Kijk naar tekening 4. Heeft Demi gelijk?

    Ja, want

    Nee, want

    Klaar?

    Kies een leuke Kiezen maar!

    opdracht uit op het werkblad.

    Opdrachten nagekeken?Doe samen de Kijk terug quiz van deze les op het digibord.

    Jij weet de weg hè?

    Weet je zeker dat we goed

    gaan?

    Ja, maar je mag er wel

    inrijden!

    Dood- lopende weg!?!

    Ja, ja natuurlijk!

    Ja! Geloof me

    maar!

    Eigenlijk moeten we hier

    naar rechts, maar dat mag

    niet.

    Ik hoop maar dat we er zo ook kunnen

    komen?!

    Demi

    Boris

    het is een ‘kijk, hier is ... bord’.

    stoppen en wachten tot de auto is gepasseerd.

    Nee, Demi mag hier ook links en rechts afslaan. Zij is voetganger en het verkeersbord geldt alleen voor bestuurders. Boris moet rechtdoor, hij is een fietser en dus een bestuurder.

    Eigen antwoord. Bijvoorbeeld:

  • Toffe tekens 5

    Bekijk eerst samen het filmpje op het digibord. Geef daarna antwoord op de vragen.

    Les 10 – Start

    Dit ontdek je:

    Ik kan uitleggen waarom ik voor een bepaalde

    vervoerswijze kies.

    Ik kan uitleggen hoe ik het veiligst een

    spoorwegovergang oversteek.

    Als ik een gevaarlijke

    verkeerssituatie kan ontwijken, ben ik

    bereid dat te doen.

    Ik laat zien dat ik voorrangs

    voertuigen herken en dat ik ze voor laat als dat moet.

    a. Er zijn plannen om gewone burgers naar de ruimte te laten reizen. Gewoon voor de lol. Zou jij dit willen?

    Ja Nee

    b. Leg je antwoord uit.

    Eigen antwoord.

    Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Ik wil graag de ruimte in.

  • 6 Toffe tekens

    Zo zit dat… met voorrangsvoertuigen• Politie, brandweer en ambulance rijden soms met een

    blauw zwaailicht en een loeiende sirene. Het zijn dan voorrangsvoertuigen.

    • Krijg je te maken met een voorrangsvoertuig? Ga aan de kant en laat het voertuig voorgaan. Politie, brand-weer en ambulance mogen van de afspraken afwijken als dat nodig is.

    • Hebben politie, brandweer en ambulance hun blauwe zwaailicht en sirene niet aan? Dan moeten zij zich net als iedereen aan de gewone verkeersafspraken houden.

    Bekijk de animatie!• Zo zit dat… met slim reizen

    Bekijk de animatie!• Zo zit dat… met een spoorwegovergang

    Zo zit dat… met gele en blauwe zwaailichten• Er zijn twee soorten zwaailichten: blauwe en gele.• Alleen de politie, de brandweer en de ambulance

    mogen blauwe zwaailichten gebruiken. Het blauwe zwaailicht is soms aan samen met een sirene. Je moet auto’s met een blauw zwaailicht en sirene altijd voor laten gaan.

    • Een geel zwaailicht is een waarschuwingslicht: er is iets bijzonders aan de hand. Let dus goed op. Gele zwaailichten zie je bijvoorbeeld bij: de dierenambulance, de vuilnisauto, de wegenwacht, bijzonder vervoer.

    1 – Welke route?

    a. Jip wil naar de bibliotheek. Welke route is voor Jip het veiligst?

    Route 1

    Route 2

    Route 3

    b. Leg je antwoord uit.

    Bibliotheek Bibliotheek

    Bibliotheek

    1 2

    3

    Jip

    Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Omdat de andere twee routes niet veilig zijn. Je mag niet schuin oversteken en het is niet veilig om over een drukke straat te lopen.

  • Toffe tekens 7

    3 – Dilemma

    b. Hoe ga jij meestal naar school?

    c. Is dit een goede manier om naar school te gaan?

    Ja, want

    Nee, want

    d. Hoe gaat je vader of moeder meestal naar het werk?

    e. Zou dit een goede manier zijn om naar school te gaan?

    Ja, want

    Nee, want

    a. Stel: Jij wilt lopend naar je vriend. Op de route zijn wegwerkzaamheden, waardoor je niet op de stoep kunt lopen. Maar ook niet op het fietspad. Je kunt alleen maar over de drukke weg, maar dit is gevaarlijk. Er is ook een andere route naar je vriend, maar die is veel langer. Wat zou je doen? Leg je antwoord uit.

    b. Je ziet dat een volwassene over de drukke weg gaat. Zou je nu iets anders doen? Leg je antwoord uit.

    2 – Welke vervoerswijze?

    a. Kijk naar de vier vervoerswijzen. Bedenk voor elke vervoerswijze een voordeel en een nadeel.

    Voordeel:

    Nadeel:

    Voordeel:

    Nadeel:

    Voordeel:

    Nadeel:

    Voordeel:

    Nadeel:

    Het gaat snel(ler).

    Het is slecht voor het milieu.

    Je bent in beweging.

    Je kunt moe worden.

    Het is goedkoop.

    Je bent lang(er) onderweg.

    Je zit droog.

    Je moet rekening houden met vertrektijden.

    Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Met de auto.Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Met de fiets.

    Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Ik zou een andere, veiligere route kiezen.

    Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Nee, hierdoor verander ik niet van gedachten.

    Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: het is goed voor het milieu en voor je gezondheid.

    het is slecht voor het milieu en voor je gezondheid (doordat je niet beweegt).

    Ook een goed voorbeeld: Nee, want meer auto’s bij de school is ongewenst in verband met de drukte en veiligheid.

  • 4 – Wat vind jij?

    5 – Voorrang of niet?

    WACHT tot het rode licht er kan nog een trein

    112

    WACHT tot het rode licht er kan nog een trein

    Wat jij doet is levens-gevaarlijk!

    Nu moet ik toch nog wachten!

    Niels Niels

    IrisIris

    a. Lees de strip. Kijk naar tekening 1. Met wie ben jij het eens? Leg je antwoord uit.

    Ik ben het eens met Niels / Iris, omdat

    a. Kijk naar de tekeningen. Wie mag als eerste verder? Kleur de rondjes.

    b. Leg je antwoord uit.

    b. Kijk naar tekening 2. Wat zou jij zeggen als je Niels was? Vul de laatste tekstballon in.

    1

    1

    2

    2

    Het kan nog best. Kom nou!

    Opdrachten nagekeken?Doe samen de Kijk terug quiz van deze les op het digibord.

    Klaar?

    Kies een leuke Kiezen maar!

    opdracht uit op het werkblad.

    Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Nee, hierdoor

    verander ik niet van gedachten.

    Eigen antwoord.

    het onveilig is om over te steken. Je moet wachten tot de spoorbomen weer omhoog zijn en de lichten en bel uit zijn.

    Een voorrangsvoertuig mag altijd voorgaan. Een dieren-ambulance is geen voorrangsvoertuig (de fietser komt van rechts en heeft dan dus voorrang).