JBP Ronse 2008 - 2010 definitiefJeugdbeleidsplan Ronse 2008 - 2010 p. 2 Voorwoord Voor u ligt het...

Stad Ronse

Jeugdbeleidsplan 2008 - 2010

Jeugdbeleidsplan Ronse 2008 - 2010 p. 2

Voorwoord

Voor u ligt het jeugdbeleidsplan 2008 – 2010. Dit plan beschrijft wat de stad Ronse de komende drie jaar wil doen voor haar jonge inwoners. Zoals u zal kunnen lezen omvat dit plan acties op heel wat verschillende gebieden. Het belang en de aandacht voor “jeugd” dringt trouwens steeds meer door op verschillende beleidsdomeinen. Waar bij de vorige plannen dit document nog de naam “Jeugdwerkbeleidsplan” kreeg, wordt het nu officieel een “jeugdbeleidsplan”. Dit wijst er meteen op dat ook de overheid de bredere invulling van jeugdbeleid erkent. Ronse is blij met de bredere invulling van dit plan. We merken immers ook in de praktijk dat een stedelijke jeugddienst tegenwoordig met veel meer bezig is dan “activiteiten organiseren voor kinderen”. (Iets wat uiteraard steeds één van de kerntaken zal blijven.) Heel bewust hebben we er dan ook voor gekozen om in te tekenen op de prioriteit “jongereninformatie” binnen het hoofdstuk jeugdbeleid. Daarnaast werd ook nog gekozen voor “jeugdruimte” als heel belangrijk element binnen het voeren van een goed jeugdbeleid. Ook rond de tweede prioriteit “jeugdwerkinfrastructuur” zijn in dit plan doelstellingen en acties terug te vinden. Goede en veilige huisvesting is en blijft voor het particuliere jeugdwerk immers een absolute voorwaarde voor een kwaliteitsvolle werking. Daarnaast is er echter ook aandacht voor kadervorming, samenwerking, maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren enz. Zo een Jeugdbeleidsplan komt er echter niet zomaar. Dit plan is het resultaat van een jaar vol aandacht voor de noden en behoeften van onze jonge burgers op het vlak van vrije tijd, leefomgeving en welzijn. Medewerkers van het jeugdcentrum legden daarvoor hun oor te luisteren bij kinderen en jongeren, jeugdwerkinitiatieven, mensen uit het werkveld… . Hoewel het opstellen van dergelijk “Jeugdbeleidsplan” telkens de nodige voeten in de aarde heeft, zijn we toch blij dat we als stad deze “oefening” weer gemaakt hebben. We zijn er immers van overtuigd dat dit plan een hefboom kan zijn voor de komende jaren. Een plan dat er mee voor kan zorgend dat Ronse een aangename stad is waarin ook kinderen en jongeren hun “plaats” hebben, letterlijk en figuurlijk. Tot slot wens ik nog een woordje van dank te richten aan al diegene die mee geholpen hebben aan het opstellen van dit plan. In de eerste plaats de kinderen en jongeren die op verschillende momenten hun stem lieten horen, de jeugdwerkers en jongeren uit de jeugdraad, de partners in het werkveld, collega’s van andere (stads)diensten en de mensen van het jeugdcentrum. Bedankt! Namens het stadsbestuur, Nedia Gmati-Trabelsi Schepen voor Jeugd Stadsbestuur Ronse Stedelijk Jeugdcentrum Ronse Grote Markt 12 Spinstersstraat 36 9600 Ronse 9600 Ronse Tel. 055/23 27 11 Tel. 055/23 94 26 E-mail : [email protected] E-mail : [email protected]


Inhoudsopgave

Voorwoord ........................................................................................................................ 2 Inhoudsopgave ................................................................................................................. 3 1. Inleiding ........................................................................................................................ 5 1.1. Het decreet Jeugdbeleid ............................................................................................. 5 1.2. Binnen een stedelijk beleid ........................................................................................ 6

1.2.1. “Strategisch Plan” Ronse ................................................................................................................... 6 1.2.2. Missie Stedelijk Jeugdcentrum ......................................................................................................... 6 1.2.3. Inhoudelijke keuzes............................................................................................................................. 7

1.3. Structuur JBP .............................................................................................................. 7 1.3.1. Indeling hoofdstukken ........................................................................................................................ 7 1.3.2. Opbouw en onderverdeling............................................................................................................. 8 1.3.3. Link met financiële luik....................................................................................................................... 9

2. Werkingskader ............................................................................................................ 10 2.1. Stad Ronse ............................................................................................................... 10

2.1.1. Objectieve gegevens:......................................................................................................................10 2.1.2. Geografische en demografische gegevens ................................................................................10 2.1.3. Socio-economische gegevens .........................................................................................................11

2.2. Jeugdbeleid.............................................................................................................. 12 2.3. Jeugdcentrum en jeugdraad..................................................................................... 13 2.4. SWOT-analyses ........................................................................................................ 14 3. Opmaak en inspraak................................................................................................... 17 3.1. Proces opmaak......................................................................................................... 17 3.2. Inspraak en participatie............................................................................................ 18 4. Jeugdwerkbeleid in Ronse.......................................................................................... 20 4.1. Particulier Jeugdwerk............................................................................................... 20

Doelstellingen en acties...............................................................................................................................20 4.2. Jeugdwerkinfrastructuur .......................................................................................... 23

Doelstellingen en acties...............................................................................................................................23 4.3. Gemeentelijk jeugdwerk (regulier)........................................................................... 25

Doelstellingen en acties...............................................................................................................................25 4.4. Jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren ......................... 30

Doelstellingen en acties...............................................................................................................................30 4.5. Samenwerkingsverbanden en projecten .................................................................. 34

Doelstellingen en acties...............................................................................................................................34


4.6. Niet-georganiseerde jongeren.................................................................................. 36 Doelstellingen en acties...............................................................................................................................36

4.7. Kadervorming .......................................................................................................... 37 Vaststellingen en behoeften .......................................................................................................................37 Doelstellingen en acties...............................................................................................................................37

4.8. De plaats van het Jeugdcentrum binnen het jeugd(werk)beleid.............................. 39 Structuur..........................................................................................................................................................39 Doelstellingen en acties...............................................................................................................................39

4.9. Inspraak en participatie............................................................................................ 42 Doelstellingen en acties...............................................................................................................................42

5. Jeugdbeleid in Ronse.................................................................................................. 44 5.1. Jongereninformatie .................................................................................................. 44

Doelstellingen en acties...............................................................................................................................44 5.2. Geïntegreerd jeugdbeleid......................................................................................... 47

Investeren in samenwerking en overleg...................................................................................................47 Vaststellingen en evoluties..........................................................................................................................47 Doelstellingen en acties...............................................................................................................................48

5.3. Speelruimte(plan)..................................................................................................... 50 5.3.1. Het strategisch plan door een kinderbril .....................................................................................50 5.3.2. Gegevensverzameling.....................................................................................................................51 5.3.3. Vaststellingen en behoeften ...........................................................................................................54 5.3.4. Doelstellingen en acties ...................................................................................................................55

5.4. Fuifruimte................................................................................................................. 57 Vaststellingen en behoeften .......................................................................................................................57 Doelstellingen en acties...............................................................................................................................58

6. Financieel overzicht .................................................................................................... 60


1. Inleiding

1.1. Het decreet Jeugdbeleid Dit “Jeugdbeleidsplan”, kortweg JBP genaamd, heeft als doel de krijtlijnen uit te zetten van het jeugdbeleid dat de stad Ronse gedurende de komende periode van drie jaar wil voeren. Het is echter ook het JBP die bepaalt of een gemeente in aanmerking komt voor subsidiëring door de Vlaamse overheid. De opmaak, procedure en inhoud van dit plan worden dan ook vastgelegd in een decreet en een aantal uitvoeringsbesluiten. Voor dit JBP, reeds het zesde in rij, werd het betreffende decreet gewijzigd. Het heet nu voluit : Decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid, zoals gewijzigd bij de decreten van 23 december 2005 en 15 december 2006. De belangrijkste krachtlijnen van dit herziene decreet zijn :

- Het doel is het plannen van het toekomstige jeugdbeleid. - De planperiode bedraagt 3 jaar. - De opmaak van het JBP dient te gebeuren op basis van “communicatieve planning”. Dit

betekent dat het plan aandacht moet hebben voor inspraak en participatie van minstens drie doelgroepen : kinderen en jongeren, het (particuliere) jeugdwerk en ervaringsdeskundigen uit het werkveld.

- Er zijn twee verplichte hoofdstukken : “jeugdwerkbeleid” en “jeugdbeleid”. In het hoofdstuk “jeugdwerkbeleid” wordt beschreven hoe het lokale en (inter)gemeentelijk jeugdwerk zal ondersteund worden. In het hoofdstuk “jeugdbeleid” gaat het over de manier waarop jeugdwerkbeleid aansluit bij andere domeinen zoals sport en cultuur en worden andere thema’s behandeld die een impact hebben op kinderen en jongeren.

- Hierbij werden twee prioriteiten vastgelegd, één voor elk hoofdstuk. Voor het hoofdstuk “jeugdwerkbeleid” is dit de prioriteit “jeugdwerkinfrastructuur”. Voor het hoofdstuk “jeugdbeleid” werd “jongereninformatie” als prioriteit vastgelegd. Gemeenten die deze prioriteiten uitdiepen in hun jeugdbeleidsplan kunnen hiervoor extra middelen krijgen.

- “Diversiteit” “en “interactief bestuur” lopen als rode draad doorheen het plan. Dit wil zeggen dat het beleid oog moet hebben voor de verschillende “soorten” jongeren in haar gemeente en moet waken dat deze ook bij de opmaak en uitvoering van het beleid betrokken worden.

De stad Ronse heeft de duidelijke keuze gemaakt om in te tekenen op de twee prioriteiten “jeugdwerkinfrastructuur” en “jongereninformatie”. Dit gebeurde telkens in overleg met de Stedelijke Adviesraad voor Jeugd, maar werd ook ondersteund door de resultaten uit verschillende bevragingen. In dit Jeugdbeleidsplan zijn omtrent deze domeinen dan ook duidelijke doelstellingen en acties terug te vinden. Daarnaast is Ronse één van de 40-tal gemeenten die op basis van objectieve criteria extra middelen krijgen voor jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. Ook op dit vlak wil Ronse z’n verantwoordelijkheid nemen. Een specifiek onderdeel met doelstellingen en acties omtrent dit onderwerp is het logische gevolg. Al is het uiteraard een blijvende bekommernis om gans het domein van het ronsese jeugdbeleid divers en toegankelijk te maken. “Interactief bestuur” of de wijze waarop ook kinderen en jongeren actief kunnen bijdragen tot het beleid, werd niet als afzonderlijk hoofdstuk behandeld maar krijgt z’n plaats doorheen de verschillende doelstellingen en acties van dit plan.


1.2. Binnen een stedeli jk beleid

1.2.1. “Strategisch Plan” Ronse Jeugdbeleid staat niet los van andere beleidsdomeinen. Dit is ook in Ronse niet het geval. Het stadsbestuur wil “Jeugdbeleid” ruimer zien. Dit Jeugdbeleidsplan kadert dan ook binnen het algemeen “Strategisch Plan” dat de stad Ronse in 2006 gepresenteerd heeft. Dit “Strategisch Plan” is een visie op de toekomst van Ronse en geeft een beeld van hoe men de stad binnen een 10-tal jaar wil zien evolueren. Het plan is het resultaat van grondig overleg en samenwerking tussen de medewerkers en politici van de stad. Het is een stadsprogramma waarbij bewoners, bedrijven en organisaties uit verschillende sectoren worden uitgenodigd om mee een rol te spelen, met het stadsbestuur als regisseur. De verschillende deelbeleidsplannen (jeugd, cultuur, milieu, sport etc.) werden aan dit programma getoetst. De geformuleerde doelstellingen zijn niet geschreven op maat van diensten of sectoren afzonderlijk, ze reiken over de grenzen van bevoegdheden, diensten en sectoren. Er worden daarbij strategische doelstellingen geformuleerd rond drie peilers : wonen, werken en vrije tijd. Het geheel kreeg de titel : “Ronse, genieten midden in de groene heuvels.” De tekst van het “Strategisch plan Ronse” kan gedownload worden op www.ronse.be Hoewel “jeugd” als doelgroep niet afzonderlijk benoemd wordt binnen dit strategisch plan, is het toch duidelijk dat een aantal strategische doelstellingen rond vrije tijd betrekking hebben op jeugd. Maar ook binnen “wonen” en “werken” vinden we linken met jeugd als het bijvoorbeeld gaat over buitenschoolse kinderopvang en speelpleinwerking. Wat bewijst dat de brede invulling die binnen dit plan aan “jeugdbeleid” gegeven wordt, niet uit de lucht gegrepen is.

1.2.2. Missie Stedelijk Jeugdcentrum Binnen de stad Ronse staat het stedelijk jeugdcentrum in voor het uitvoeren van het jeugdbeleid. De missie van het stedelijk jeugdcentrum was dan ook een belangrijke leidraad doorheen de opmaak van dit plan. Deze missie, die ook reeds binnen de vorige beleidsplannen gepresenteerd werd, kan als volgt geformuleerd worden :

1) Jonge mensen zoveel mogelijk kansen bieden op persoonlijke ontwikkeling; dit met respect en verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van anderen.

2) Streven naar een maximale betrokkenheid en participatie van jongeren in het vormgeven van hun lokale gemeenschap.

3) Daar optreden en reageren, waar de rechten en kansen van kinderen en jongeren in gevaar zijn.

Om deze missie waar te maken, is het jeugdcentrum actief op vijf belangrijke domeinen :

• ontmoeting

• informatie en vorming

• aanbieden van een recreatief aanbod

• ondersteuning van het jeugdwerk en aandacht voor jeugdruimte

• inspraak en participatie

Het schema in hoofdstuk 4.8. “Het Jeugdcentrum binnen het jeugd(werk)beleid” plaats de verschillende activiteiten van het jeugdcentrum binnen dit kader.


1.2.3. Inhoudelijke keuzes Voor de jeugdsector is dit Jeugdbeleidsplan niet het eerste, wel integendeel. Inhoudelijk wordt voor dit plan dan ook voortgebouwd op de vorige beleidsplannen. Vanuit de dienst jeugd lijkt het een verstandige en bewuste keuze om het huidige beleid en het daaraan gekoppelde aanbod verder te zetten. Concreet betekent dit dat dit plan ondermeer zal streven naar :

• Behoud van de ondersteuning (zowel financieel als logistiek) aan de bestaande jeugdwerkinitiatieven, de VZW Jeugdcentrum en de jeugdraad.

• Behoud van de stedelijke jeugdwerkinitiatieven. Dit zowel wat betreft het “klassieke” aanbod zoals speelpleinwerking en grabbelpas, maar ook de doelgroepgerichte initiatieven zoals buurtsport, buurtspeelpleinen en Wesh.

• Behouden en verfijnen van de huidige mogelijkheden aan projectsubsidies. Daarnaast worden uiteraard wel nieuwe klemtonen en projecten naar voor geschoven. Een eigen locatie voor de speelpleinwerking (eventueel in combinatie met BKO) is reeds geruime tijd een belangrijke prioriteit. Ook ziet het stadsbestuur heel wat mogelijkheden in de structurele uitbreiding van het project Buurtsport. Hiermee zou het project een ruimere invulling kunnen krijgen en kan de huidige werking naar een hoger niveau getild worden. Daarnaast zou ook “Speelruimte” een heel belangrijk aspect moeten worden binnen het jeugdbeleid van de stad Ronse. De nood aan degelijke speelruimte klinkt vanuit heel veel hoeken. Binnen het JBP zal dan ook een apart hoofdstuk hieraan gewijd worden. Zoals reeds gemeld wil de stad Ronse ook werk maken van de twee vastgelegde prioriteiten “jeugdwerkinfrastructuur” en “jongereninformatie”. Wat betreft “jeugdwerkinfrastructuur” zal vooral verder gebouwd worden op de huidige ondersteuning en subsidiemogelijkheden. Voor “jongereninformatie” worden enkele nieuwe (en/of vernieuwende) projecten voorgesteld.

1.3. Structuur JBP Hoe beknopt en kernachtig men het ook altijd tracht te formuleren, een Jeugdbeleidsplan is toch altijd een fors document. Vandaar dit onderdeel waarbij even aandacht besteed wordt aan de structuur van dit Jeugdbeleidsplan. Zowel de verschillende hoofdstukken en onderdelen van dit plan worden geschetst, als de opbouw binnen elk van deze elementen. Tot slot ook nog een kort woordje over de link met het financiële luik.

1.3.1. Indeling hoofdstukken Hoewel het Jeugdbeleidsplan in theorie maar twee hoofdstukken dient te bevatten zijn het er toch zes geworden. Bovendien werden de twee belangrijkste hoofdstukken, “jeugdwerkbeleid” en “jeugdbeleid” onderverdeeld in enkele belangrijke (deel)hoofdstukken.

Hoofdstuk 1 : Inleiding Dit hoofdstuk situeert het JBP binnen het wettelijk kader en binnen beleid van de stad. Tevens is er een woordje uitleg bij de opbouw en structuur van dit plan in terug te vinden.

Hoofdstuk 2 : Werkingskader Hoewel niet langer verplicht, wordt een beeld geschetst van het kader waarbinnen dit jeugdbeleidsplan een invloed heeft.. Een beleidsplan moet immers steeds in z’n context gezien worden. Er is een woordje uitleg bij de socio-economische situatie van Ronse aan de hand van het strategisch beleidsplan. Het ronsese jeugdwerkveld en het jeugdbeleid worden kort beschreven en ondersteund met een SWOT-analyse. Tot slot passeert de jeugdraad en , het stedelijk jeugdcentrum, de revue. Ook hier wordt een SWOT-analyse aan gekoppeld.


Hoofdstuk 3 :- Opmaak en inspraak Dit hoofdstuk geeft een antwoord op de vraag hoe de “communicatieve planning en interactief bestuur” ingevuld werd. Ook het proces van de opmaak van dit JBP wordt beschreven. Voorts volgt er een woordje uitleg over de verschillende initiatieven wat betreft inspraak en participatie.

Hoofdstuk 4 : Jeugdwerkbeleid Dit hoofdstuk wordt nog verder onderverdeeld in een aantal belangrijke onderdelen, zijnde

:

• 4.1. particuliere jeugdwerk

• 4.2. jeugdwerkinfrastructuur (prioriteit)

• 4.3. gemeentelijk jeugdwerkbeleid (regulier)

• 4.4. jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare jongeren

• 4.5. samenwerkingsverbanden en projecten

• 4.6. niet-georganiseerde jongeren

• 4.7. kadervorming

• 4.8. omkadering en structuur stedelijk jeugdcentrum

• 4.9. inspraak en participatie

Hoofdstuk 5 : Jeugdbeleid Dit hoofdstuk benadert het brede veld van jeugdbeleid. Breed betekent echter ook dat er keuzes dienden gemaakt te worden. Dit gebeurde in overleg met de Jeugdraad en op basis van de noden die bleken uit de bevragingen. Onderdelen hier zijn :

• 5.1. jongereninformatie (prioriteit)

• 5.2. geïntegreerd jeugdbeleid

• 5.3. speelruimte

• 5.4. fuifruimte

Hoofdstuk 6: Financieel overzicht Dit hoofdstuk geeft een ruim beeld van de financiële consequenties van dit beleidsplan.

1.3.2. Opbouw en onderverdeling Per hoofdstuk (of onderdeel van een hoofdstuk) wordt eenzelfde structuur gevolgd. Op basis van de bijgevoegde SWOT-analyses en de resultaten uit de verschillende bevragingen (zie verder) worden doelstellingen en acties geformuleerd. Wat betreft Jeugdruimte is deze analyse ruimer en ook geheel in de tekst opgenomen, zodat dit deel als een afzonderlijk Jeugdruimteplan kan gelezen worden. Van belang hierbij is :

• Alles vertrekt vanuit enkele strategische doelstellingen : 17 in totaal. Sommige hoofdstukken tellen meerdere strategische doelstellingen.

• Elke strategische doelstelling wordt verder uitgesplitst in een aantal operationele doelstellingen.

• Deze worden op hun beurt geconcretiseerd aan de hand van acties.

• Na elke operationele doelstelling is er een financieel luikje die ook een zicht geeft op de timing en planning van deze doelstelling (zie verder : 1.3.3.).

• De nummering van de strategische en operationele doelstellingen loopt door doorheen de verschillende hoofdstukken.

• Vaak zijn er verwijzingen naar andere doelstellingen. Er is daarbij een verschil tussen “Zie …” (waarbij verwezen wordt naar de plaats waar de eigenlijke doelstelling en het financiële plaatje aangaande het betreffende onderwerp hun plaats krijgen) en “Zie ook …” (waarbij verwezen wordt naar een plaats in het document waar een andere doelstelling terug te vinden is die mee de doelstelling ondersteunt.)


Doorheen het plan zijn er ook acties terug te vinden die voorafgegaan worden door : Deze “toeter” wijst op acties waarbij kinderen en jongeren actief betrokken worden bij het beleid. Het kan gaan om inspraakmomenten maar ook om concrete acties of initiatieven die kinderen en jongeren kunnen nemen om mee het beleid te bepalen of hun omgeving vorm te geven. “Interactief bestuur” als rode draad doorheen het plan.

1.3.3. Link met financiële luik Na elke operationele doelstelling zijn de financiële consequenties van de bijhorende acties hiervan terug te vinden in een kleine tabel. Deze tabel bevat per regel een aantal gegevens waaronder het betreffende artikelnummer uit de begroting en de omschrijving van deze uitgave. Ook het bedrag zoals opgenomen in de begroting 2008 en de prognose voor 2009 en 2010. Hiermee kan ook meteen ingeschat worden tijdens welke jaren deze actie gepland is. Voorts wordt ook aangegeven of deze uitgaven subsidiabel zijn (“Subs”) of kaderen binnen de doelstellingen rond maatschappelijke kwetsbaarheid (“Ma Kw”). Wanneer de uitgaven evenwel van toepassing zijn op één van de prioriteiten wordt “Subs” vervangen door “JIF” (jongereninformatie) of “JWIF” (jeugdwerkinfrastructuur). Om de link te leggen met het financiële luik in hoofdstuk zes krijgt elke regel een nummer (“Nr.”). Dit nummer is ook terug te vinden in het financieel meerjarenplan (op het einde van dit plan). Op deze manier kan elke uitgave gekaderd worden binnen het financieel meerjarenplan (dat opgebouwd is rond de volgorde van de begrotingsartikels) en kan omgekeerd, een uitgave uit het financieel meerjarenplan snel terug gevonden worden in het Jeugdbeleidsplan. De volgorde van nummering is immers die van in het plan.


2. Werkingskader

2.1. Stad Ronse

2.1.1. Objectieve gegevens: Coördinaten stadsbestuur: Stadsbestuur Ronse

Grote Markt 12, 9600 Ronse Samenstelling College van Burgemeester en Schepenen: 1. Luc Dupont, burgemeester, CD&V 2. Gunther Deriemaker, eerste schepen, SP.a GROEN! (schepen van sport) 3. Agnes Van Crombrugge, tweede schepen, CD&V 4. Suzanne Arys, derde schepen, SP.a GROEN! 5. Joris Vandenhoucke, vierde schepen, CD&V 6. Nedia Gmati-Trabelsi, vijfde schepen, SP.a GROEN! 7. Yves Deworm, zesde schepen, CD&V 8. Pol Kerckhove, OCMW-voorzitter en zevende schepen, SP.a GROEN! Schepen van Jeugd is Mevr. Nedia Gmati-Trabelsi Samenstelling fracties gemeenteraad: CD&V: Jan Foulon (voorzitter gemeenteraad) ,Diederik Van Hamme

Ignace Michaux, Brigitte Vanhoutte SP.a GROEN: Christophe Stockman, Leander De Cauter

Lesly Van Wynen, Björn Bordon, Wouter Stockman Open VLD: Patrick De Dobbeleer, Tom Deputter GBIC: Rudy Boudringhien, Erik Van Der Eedt Vlaams Belang: Erik Tack, Patrick Vanneste, Brigitte Goddaer, Dirk Deschaumes,

Christiane Modde, Nathalie Carton, Jean-Paul Vancoppenolle

2.1.2. Geografische en demografische gegevens Ronse is gelegen in de Vlaamse Ardennen. Het is de meest zuidelijke gemeente van het arrondissement Oudenaarde. Het vormt tevens de zuidelijke grens van de provincie Oost-Vlaanderen met de provincie Henegouwen. De stad is 34,5 km² groot en telde op 31 december 2006 24.424 inwoners. Dit is een groei van 266 inwoners ten opzichte van 2006 en van 429 ten opzichte van 2005. Hiermee volgt Ronse de tendens die ook in Oost-Vlaanderen gaande is. Maar ook de vergrijzing laat zich voelen in Ronse: 22,2% van de totale bevolking is ouder dan 60 jaar. De jeugd (van 0 tot 25 jaar) maakt 32% uit van het totaal aantal inwoners. Ook dit is hoger dan gemiddeld. Er wonen 1311 mensen van vreemde nationaliteit in Ronse of 5,4% van de totale bevolking. Deze mensen komen uit maar liefst 56 verschillend landen, het grootste deel uit Marokko (410), Frankrijk (290), Tunesië (81), Italië (78) en Nederland (65).


Ronse is één van de 6 Nederlandstalige taalgrensgemeenten met taalfaciliteiten voor Franstaligen. Ronse heeft geen fusie aangegaan met de omliggende gemeenten waardoor het een entiteit op zich is. De omliggende gemeenten aan Waalse zijde (Mont de L’Enclus, Frasnes-lez-Anvaing en Ellezelles) en aan Vlaamse zijde (Maarkedal en Kluisbergen) zijn gemeenten met een landelijk en heuvelachtig karakter. De taalgrens vormt een onzichtbare maar reële scheidingslijn in onze regio. Er zijn geen of weinig gestructureerde contacten over de taalgrens. Sommige buurten in Ronse scoren hoog op een aantal indicatoren van kansarmoede. Scheldekouter, Prinskouter, Stookt, Marijve en Ninovestraat zijn dan ook opgenomen als kansarme buurten in de atlas kansarmoede van professor Kesteloot. Deze kansarme buurten situeren zich in de omgeving van de grote invalswegen.

2.1.3. Socio-economische gegevens Aan de hand van een synthese van de SWOT-analyse van het strategisch plan wordt een kort beeld geschetst van de socio-economische situatie van de stad Ronse. Historische inleiding Ronse is een stad die door de textielindustrie groot werd gemaakt. In de eerste helft van vorige eeuw heeft de textielsector Ronse opgetild tot dé textielstad naast Gent. Getuige daarvan zijn de vele textielfabrieken en arbeiderswijken rond het historisch centrum van de stad. Iedereen die in die tijd in Ronse woonde of verbleef had wel iets met textiel te maken. Helaas takelden zowel de stad als de textielindustrie af in de tweede helft van vorige eeuw. Deze neergang heeft zijn keerpunt gekend bij de overgang naar de volgende eeuw. Nu zijn er signalen die aangeven dat Ronse aan een tweede leven begonnen is. Het bevolkingsaantal stijgt opnieuw, steeds meer jonge mensen ontdekken Ronse en het vertrouwen bij projectontwikkelaars is zo groot dat ze met velen neerstrijken te Ronse. Zwaktes De stad leeft met een aantal gegevens die het bijzonder moeilijk maken om zich los te maken van de nog steeds nadelige socio-economische toestand. Het is zo dat Ronse een stad is met taalfaciliteiten. Deze grondwettelijke constructie heeft een negatieve impact op deze stad. Zo is Ronse voor de Waalse en Brusselse sociaal zwakkere groepen een aantrekkingspool geworden, niet alleen omwille van de bediening in de Franse taal maar ook omwille van de verouderde, meestal goedkope, arbeiderswoningen. Dit heeft als resultaat dat het werkloosheidscijfer, naast Gent, de hoogste is in Oost-Vlaanderen en het gemiddelde inkomen de laagste is van Oost-Vlaanderen. Ook in andere socio-economische cijfers scoort Ronse meestal bijzonder zwak. Een ander effect is tevens dat de bevolkingsdichtheid relatief hoog is in Ronse. Op provinciaal niveau staat Ronse op de zevende plaats wat bevolkingsdichtheid betreft, en dit na Gent, Aalst, Sint-Niklaas, ... kortom alle grote steden in de provincie. Ronse heeft omwille van de reconversieperiode in de vorige eeuw een serieuze achterstand opgelopen op het vlak van aangepaste vrijetijdsinfrastructuur. Ronse beschikte tot voor kort over geen sporthal, beschikt over een verouderd, veel te kleine academie, en beschikt helemaal niet over een aangepast cultuurcentrum. Er is heel weinig formele speelruimte etc. Dit wordt echter in de komende jaren rechtgezet. Bedreigingen De situatie is wat ze is maar de omstandigheden zijn nog steeds zo dat de toestroom van sociaal zwakkere groepen niet afneemt of is gestopt. Er is nog steeds een groot arsenaal aan goedkope verouderde woningen. Het is aan de stad om nauwgezet toe te zien dat de woonkwaliteit en leefomstandigheden strikt opgevolgd worden. Zoniet glijdt ze verder af in deze vicieuze cirkel. Het hoeft geen uitleg dat deze tendens de financiële draagkracht van de stad aantast.


Sterktes Ronse is een stad die in een schitterende omgeving gelegen is. Tussen de heuvels van langs de ene kant de Vlaamse Ardennen en langs de andere kant lPays des Collines. Een streek die door heel wat toeristen en fietsers aangedaan wordt om uit te waaien in de mooie, heuvelachtige natuur. Dit is een sterkte die niemand de stad Ronse kan afnemen. Bovendien heeft Ronse een bijkomende troef. Voor zij die deze prachtige groene omgeving willen combineren met de stedelijke drukte en geborgenheid, dan is hiervoor Ronse een schitterende keuze. Ronse is een compacte stad waar alles op wandel- en fietsafstand te bereiken is. Er is een aanbod van diensten en producten waardoor je de stad niet hoeft te verlaten. Bovendien is er sinds 10 jaar een renovatiegolf aan de gang die alle straten en vele gebouwen van het historische centrum aanpakt. Economisch gezien heeft Ronse in de tweede helft van vorige eeuw moeten inboeten wat het aantal werkplaatsen betreft, niettemin stabiliseert dit aantal zich de laatste jaren rond de 9.000 jobs. Nog steeds een mooi aantal en hiermee is Ronse nog steeds de 10de werkgever van Oost-Vlaanderen. Hiermee wordt een cliché ontkracht dat Ronse economisch niets meer voorstelt. Vele mensen maken de link tussen werkloosheid en werkgelegenheid. Veel werkloosheid betekent weinig werkgelegenheid. Dit is een regel die echter niet altijd opgaat! Ronse beschikt over een mooi en divers aanbod van bedrijven die zich manifesteren in de verschillende sectoren. Het vroeger overwegend industrieel karakter wordt doorheen de jaren gecompenseerd door nieuwe bedrijven in de tertiaire en quartaire sector. Kansen In deze tekst werd reeds vermeld dat zich een kentering heeft ingezet in deze stad. Verschillende signalen duiden aan dat Ronse zich stilaan, figuurlijk dan, uit het dal aan het hijsen is. Op veel beleidsdomeinen weet Ronse zich bij de hogere overheden te manifesteren. Heel wat (stadsvernieuwings)projecten vallen in de prijzen. De unieke ligging van de stad is een troef die nog beter moet worden uitgespeeld. Vele mensen zijn op zoek naar een dergelijke plek om hun leven op te bouwen. Bijkomende troef hierbij zijn de relatief lage vastgoedprijzen en het nog steeds aanwezig aanbod van bouwgronden. Ronse houdt trouwens ook positieve effecten over aan de bloeiende textielperiode van vorige eeuw. De stad beschikt namelijk over een rijk historisch patrimonium. Zowel cultuurhistorisch met evenementen en gebouwen als de Fiertel, de Crypte, de Sint-Hermeskerk, het station, Villa Carpentier,... maar ook het woningpatrimonium telt volledige straten in de art-deco-stijl, steegjes met pittoreske huisjes, authentieke textielfabrieken die omgebouwd worden tot lofts, schitterende landhuizen die gelegen zijn in de heuvels rondom de stad. Ook op economisch vlak is Ronse ambitieus. In 2007 wordt het ondernemerscentrum Ronse opgericht. In Ronse heeft men aan den lijve ondervonden welke schade globalisering kan teweegbrengen aan het lokaal economisch bestel. Innovatie en creativiteit zijn de sleutelbegrippen om voor de Westerse economie nog een toekomst te hebben. Ronse wil mee op deze golf van innovatie- en kenniseconomie. Momenteel worden samen met de onderzoeks- en bedrijfswereld heel wat plannen gemaakt in die zin. Het werd reeds vermeld dat Ronse een toestroom kent van allochtonen uit Wallonië en Brussel. Deze instroom heeft zijn socio-economische implicaties maar kan ook omgebogen worden tot opportuniteiten. De culturele diversiteit die in Ronse aanwezig is biedt kansen. Misschien heeft Ronse nog niet de traditie en ervaring van de grootsteden op dat vlak, maar deze achterstand wordt heel snel ingehaald.

2.2. Jeugdbeleid Ondanks de sterke “verstedelijking” kan Ronse niet echt klagen wat betreft de aanwezigheid van jeugdwerkinitiatieven. Er zijn in Ronse 10 erkende jeugdwerk-initiatieven, waarvan maar liefst drie scoutgroeperingen, een Chiro, Jeugd Rode Kruis, Humanistische Jongeren, twee politieke jongerenverenigingen, een holebi-vereniging en een (allochtone) meisjeswerking. Daarnaast is er ook nog een erkend jeugdwerkinitiatief voor amateuristische kunstbeoefening.


Ook vanuit de stad, in het bijzonder het stedelijk Jeugdcentrum, worden heel wat initiatieven opgezet. Er zijn de “klassieke” speelpleinwerking en Grabbelpaswerking, maar daarnaast heeft het Jeugdcentrum ook heel wat werkingen ontplooid die zich richten naar maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. Zo zijn er o.a. de “Buurtspeelpleinwerking”, “Wesh (een initiatief voor allochtone jongeren) en Buurtsport. Toch bleek uit verschillende analyses in het kader van de opmaak van dit en vorige jeugd(werk)beleidsplannen, dat de jongeren uit de Bijzondere Jeugdbijstand nog heel moeilijk of geen toegang vinden tot deze initiatieven. Het valt trouwens op dat in Ronse vrij veel voorzieningen voor bijzondere jeugdbijstand aanwezig zijn. Een andere belangrijke vaststelling is dat Ronse hoog scoort op de criteria en indicatoren die door de Afdeling Jeugd en Sport (van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap) gehanteerd worden om te bepalen of gemeenten recht hebben op extra middelen in het kader van “maatschappelijke achterstelling”. Ronse behoort dan ook tot de 41 gemeenten die extra middelen krijgen om actie te ondernemen naar kinderen en jongeren die zich in een sociaal, cultureel of sociaal-economisch zwakke positie bevinden. Ook de omgevingsanalyse die het Preventieteam Bijzondere Jeugdbijstand van de Provincie Oost-Vlaanderen gemaakt heeft, spreekt hierover boekdelen. (Het rapport werd niet in bijlage opgenomen, maar voor meer info kan u steeds terecht : Lousbergkaai 106 / bus 21, 9000 Gent – 09/235 32 70) Ook geografisch heeft Ronse zijn eigenheid. Het is een erg compacte stad zonder deelgemeenten temidden van de Vlaamse Ardennen. Het ligt in een prachtig dal omgeven door groene heuvels, wat echter ook een zekere “geslotenheid” in de hand werkt. Deze compactheid maakt dat Ronse, ondanks een inwonersaantal van “maar” 24.000 inwoners te kampen heeft met zogenaamd “grootstedelijke problematiek”. Tot slot is er de vaststelling dat Ronse, ondanks de prachtige omgeving, in de stad zelf haast niet beschikt over formele speelterreintjes of openbare sportplekjes. In een stad met een hoge bevolkingsdichtheid toch een gemis. Zoals reeds vermeld telt Ronse ook een vijftal aandachtswijken. Ook het jeugdcentrum is gelegen in één van deze wijken.

2.3. Jeugdcentrum en jeugdraad Het stedelijk jeugdcentrum bevindt zich in de Spinsterstraat 36 in Ronse. Het is daarmee één van de “buitendiensten” van de stad Ronse. Er zijn vijf personen tewerk gesteld, waarvan één coördinator, één buurtsportwerker, één verantwoordelijke voor speelplein en grabbelpas, één jongerenwerker en één persoon verantwoordelijk voor de ondersteuning van het particuliere jeugdwerk , de jeugdraad en de organisatie van evenementen. In hoofdstuk 1.2.2. kon u reeds meer lezen over de missie en de doelstellingen van het jeugdcentrum. Een schema in hoofdstuk 4.8. geeft meer uitleg bij de inhoudelijke taken. Het gebouw van het jeugdcentrum beschikt over 2 burelen, een kleine fuifzaal, een polyvalente zaal en nog drie bijkomende (knutsel)lokalen. Voor het gebouw is een kleine geasfalteerde koer. Het jeugdcentrum is elke weekdag open van 9 uur tot 12 uur en van 13 uur tot 17 uur. Op woensdag is het jeugdcentrum in de voormiddag gesloten en open van 13 uur tot 19 uur. Op zaterdag kan men in het jeugdcentrum terecht van 14 uur tot 18 uur. Contactgegevens : Jeugdcentrum Ronse - Spinstersstraat 36 – 9600 Ronse

055 / 23 94 26 – [email protected] – www.ronse.be


De Stedelijke Adviesraad voor Jeugd, kortweg Jeugdraad, bestaat in Ronse uit afgevaardigden van alle erkende jeugdwerkinitiatieven, aangevuld met enkele onafhankelijk geïnteresseerden. Na de nieuwe samenstelling in het voorjaar van 2007 zijn in de jeugdraad vertegenwoordigd : Animo Ronse Sadaune Yoni Animo Ronse Lamon Ignace Jong CD&V - Ronse Haustraete Hans Jong CD&V - Ronse Bockstal Hannah Chiro OndergRonse Bagué Bram F.O.S. de Ouistiti's Dekeyser Katrien F.O.S. de Ouistiti's Haelters Kris Humanistische Jongeren Schier Marie Humanistische Jongeren De Clercq Ellen Jeugd Rode Kruis Jeugd Rode Kruis Declercq David JH Zoobidoobie JH Zoobidoobie Dreelinck Andres Vanpevenaeyge Steven Kunstgroep Jakhals JoWe - Lejo Doise Maarten Khiter Sammy Meisjeswerking Memosa Meisjeswerking Memosa Gazdallah Yasmin Gmati-Trabelsi Yosra Scouting Durendael vzw Scouting Durendael vzw Lemaître Annelies Provost Tessie Scouts & Gidsen Ridders v/d Fiertel Everaert Hans De Meulemeester Simon Toeterniettoe Toeterniettoe Vandewiele Gregory Cant Junior Onafhankelijke afhankelijke Coolsaet Jelle Onafhankelijke - Ondervoorzitster Coolsaet Nele Onafhankelijke afhankelijke - Penningmeester Dhondt Elke Onafhankelijke Vandenhoucke Julien Onafhankelijke nafhankelijke De Wit Dries Onafhankelijke - Voorzitter Stedelijke Jeugdraad D'Hondt Axel Schepen voor Jeugd Gmati-Trabelsi Nedia Jeugdcentrum - Medewerker Sanspeur Veerle Jeugdcentrum - Coördinator Huyghe Erwin

2.4. SWOT-analyses Bijgevoegd twee SWOT-analyses : eentje van het “jeugdbeleid” in Ronse en eentje van de werking van het “jeugdcentrum”. Heel wat van voorgaande elementen zijn hier in terug te vinden. Toch is het ook ruimer dan dit. Deze SWOT-analyses werden meermaals getoetst aan de verschillende bevragingen, andere stadsdiensten etc. en werden in de loop van het proces bijgestuurd. Het zijn deze SWOT-analyses die mee de basis vormen van de bevindingen die in de volgende hoofdstukken leiden tot het formuleren van doelstellingen en acties.


SWOT-analyse Jeugd(werk)beleid Ronse

STERKTES (wat zijn de troeven van het jeugdbeleid in Ronse?) ZWAKTES (wat heeft Ronse (nog) niet in huis wat betreft jeugdbeleid)

* Vrij groot aantal (klassieke) jeugdverenigingen * Jeugd nog te weinig gezien als "beleidsdomein / partner"

* Enkele sterke stedelijke werkingen (SP, GP, B4K, optredens.) * Jeugd wordt aanbodsgewijs benaderd, niet sectoroverschrijdend

* Eigen jeugdcentrum (gebouw + personeel) * Weinig / geen participatie of zelforganisaties allochtone jongeren

* Logistieke en financiële steun voor jeugdverenigingen S W * Geen eigen locatie stedelijke speelpleinwerking

* Vrij goede voeling van wat leeft bij jongeren (binnen jeugddienst) * Speelruimte : te weinig formele speelplekken

* Grote groep monitoren (ook allochtone / meisjes) * Gebrek aan geschikte fuifruimtes / fuifklimaat

* Breed bereik van JC met activiteiten (allochtoon / autochtoon) * Te weinig profilering / bekendheid van de eigen jeugddienst

* Breed netwerk van partners * Te weinig gebruik verschillende communicatiekanalen jongeren

* Stedelijk JC : combinatie van stadsdienst en VZW * Link met onderwijs is onbestaand / zwak

* Aanwezigheid in de wijken zelf (met gebouw / werkingen) * Weinig tot geen vrijetijdsaccommodatie / infrastructuur

* Vrij divers (sport)aanbod naar 4 - 12 jarigen * Weinig (cultureel) aanbod naar jongeren (privé, verenigingen etc.)

* Aantal grote sportclubs met jeugdwerking * Weinig dynamische jeugdraad

* Aanwezigheid van jeugdverblijfsinfrastructuur * Geen (particulier) jeugdhuis

* Groene omgeving van Ronse * Geen JIP / JAC

KANSEN (waar liggen nog mogelijkheden voor het jeugdbeleid) GEVAREN (wat kan het jeugdbeleid bedreigen)

* Ronse heeft een vrij jonge bevolking * Bedreiging / gebrek / onveiligheid locaties jeugdverenigingen

* Beschikbare ruimtes voor de uitbouw van speelruimte * Mentaliteit : "Jongeren van straat halen", "Jongeren = problemen"

* Mogelijkheden nieuwe media (website, SMS, etc.) * Veranderende tolerantie van MIJ ten opzichte van jongeren

* Profilering van de eigen jeugddienst (eigen logo, website) O T * Taak / Missie t.o.v. jongeren : enkel aanbieden vrije tijd?

* Samenwerking tussen verschillende (stads-)diensten * Groeiend aandeel van jongeren van etnisch-culturele minderheden

* Aandacht voor jeugd binnen verschillende diensten * Groeiend aandeel van anderstalige kleuters, kinderen, jongeren

* Jonge allochtone schepen >> dialoog met jongeren * Dalend of gebrek aan engagement bij jongeren / hoge eisen

* Samenwerking met Onderwijs (o.a. sport na school) * Houding ouders / jongeren t.o.v. vrije tijd (cfr gratis-verhaal)

* Bewegwijzering * Ligging Jeugdcentrum (niet centraal / aandachtswijk)

* Beeld van publieke opinie over het JC / JC is er voor migranten

* Afhaken van "middenklasse"

* Socio-economische situatie van de stad Ronse

* Hoge jeugdwerkloosheid


SWOT-analyse Jeugdcentrum

STERKTES (waar is het JC goed in, wat zijn troeven) ZWAKTES (waar is het JC niet zo goed in, wat hebben ze niet in huis)

* Vrij ruim aanbod naar leeftijden 4 - 12 jaar * Te weinig communicatie met jongeren via "hun" kanalen

* Enkele sterke werkingen en producten : Pagadders , Bruul for Kids * Public relations / brede bekendmaking kan beter

* Werkingen met maatschappelijk kwetsbare jongeren * Weinig gebruik "nieuwe" media : website, e-mail, MSN,

* Aantal toegangskanalen naar allochtone jongeren S W * Te weinig kennis : "waar zijn adolescenten naar op zoek"

* Klantvriendelijkheid * Gering bereik van adolescenten (autochtoon en allochtoon)

* Eigen gebouw / ruime openingsuren / bereikbaarheid * Gering bereik meisjes (vanaf 14 jaar)

* Soepele logistieke ondersteuning van jeugdver. / uitleendienst * Weinig slagkracht / beslissingen nemen (gemeentelijke structuur)

* Team : divers, vrij stabiel, (jong) * Te weinig planmatig werken

* Goed in organiseren * Geen duidelijke taak (naar gasten als brede publiek)

* Just in time / snel inpikken op noden * "Neen" zeggen is moeilijk : grenzen bewaken

* Bereidheid tot overleg en samenwerking / gesprekspartner * Weinig vormingsaanbod

* Kennis (boven)lokale situatie / (boven)lokale verenigingen * Te weinig tijd voor visie / planning lange termijn binnen team

* Voeling met heel wat jeugdbewegingen / wat leeft onder de jeugd * Nog te weinig aandacht voor multiculturaliteit (?)

KANSEN (waar liggen mogelijkheden, wat benut het JC nog niet) GEVAREN (wat kan de werking van het JC bedreigen)

* Duidelijke profilering / naam / logo * Imago / publieke opinie

* Duidelijke visie en standpunten omtrent items * Te zeer gericht op "gasten" uit de buurt

* Ander aanbod dan doe-gericht * Volgens "gasten" gebeurt "niets" / "te weinig". Vraag naar "meer"

* Bewustmaken van de jeugd / kritische rol O T * Vergelijken met Brussel (waar financieel “meer” kan / mag)

* Jeugdruimte / speelruimte (alle vormen) * Ligging (niet de meest toegankelijke wijk)

* Ronse heeft een jonge bevolking * Flexibiliteit (trop is trop)

* VZW Stedelijk Jeugdcentrum * Vernieuwing dreigt uit te blijven

* "Eiland"-mentaliteit

* (Te) veel tijd in overleg / netwerking / samenwerking

* Gezien worden als "de" oplossing voor problemen met jongeren

* Opdracht : "Jongeren van straat halen"

* Soms verschillende standpunten / aanpak binnen team

3. Opmaak en inspraak

3.1. Proces opmaak Het decreet die de opmaak regelt van het jeugdbeleidsplan legt de gemeenten op om een participatief proces te voeren waarbij plaats is voor inspraak van kinderen en jongeren. De concrete inspraakprojecten die mee dit beleidsplan vorm gaven worden in een volgend onderdeel besproken. De opmaak van het plan zelf verliep via twee sporen. Enerzijds was er het proces binnen de eigen diensten van het stadsbestuur. Anderzijds was er de samenwerking met de jeugdraad en de partners uit het werkveld. Binnen het stadsbestuur werd begin 2007 een regiegroep opgericht waarin de verantwoordelijken van de diensten Jeugd, Cultuur, Sport en Toerisme betrokken waren. Voor het eerst moesten deze diensten immers op eenzelfde moment een beleidsplan opmaken. (Met uitzondering van toerisme die “vrijwillig” aansloot.) Het was dan ook de gelegenheid bij uitstek om deze plannen op elkaar af te stemmen. Onder leiding van het afdelingshoofd Stedelijke Ontwikkeling werd maandelijks samen gekomen. Er werd ondermeer werk gemaakt van het opstellen van een gezamenlijke timing en een stappenplan. De SWOT-analyses van de verschillende diensten werden besproken en op elkaar afgestemd. Ook werden gezamenlijke infomomenten georganiseerd met diensten zoals Ruimtelijke Ordening, OCMW en sociale dienst, diversiteitscentrum etc. Verder werd de stand van zaken toegelicht en was terugkoppeling of bijsturing mogelijk. Aan het begin van de zomervakantie werd ook nog een gezamenlijke telefonische enquête opgesteld en afgenomen bij een 150-tal personen. In het opmaakproces met het werkveld werd er voor gekozen om geen stuurgroep te vormen die de hele opmaak van het plan zou opvolgen. Op twee vergaderingen van de jeugdraad werd de opzet, inhoud en structuur van het nieuwe jeugdbeleidsplan besproken. Ook een eerste mogelijke invulling kwam aan bod. Daarna werd beslist om verder te werken met “clusters”. Geïnteresseerden konden zich opgeven om binnen een cluster verder aangesproken te worden. Er waren drie clusters :

• Cluster 1 : Particuliere jeugdwerk en jeugdwerkinfrastructuur

• Cluster 2 : Jongereninformatie

• Cluster 3 : Maatschappelijke kwetsbaarheid Elk van deze clusters kwam nadien samen om inhoudelijk verder te werken. Sommige jongeren gaven zich op voor de drie clusters. Hierbij werden ook gericht mensen uit het werkveld mee uitgenodigd. Zo zaten bijvoorbeeld bij de cluster “jongereninformatie” vertegenwoordigers van CLB en wijkcentra mee rond de tafel. Bij de cluster “maatschappelijke kwetsbaarheid” warend dit mensen uit bijzondere jeugdzorg , de integratiedienst en het diversiteitscentrum. Deze procedure heeft als voordeel dat mensen betrokken zijn bij die aspecten van het plan waarvan ze zelf aangegeven hebben dat ze hen interesseerden. De betrokkenheid en motivatie is dan ook groter. Nadeel is dat weinigen een zicht hebben op het geheel, daar waar verschillende elementen elkaar toch vaak raken.. Met al de informatie uit de bevragingen en clusters ging de jeugdconsulent aan de slag om de concrete doelstellingen en acties op papier te zetten. Uiteraard diende dit tussentijds afgestemd te worden met het bestuur (Schepen van Jeugd of College van Burgemeester en Schepenen). Tot slot werd dit in een algemene vergadering terug gekoppeld naar de jeugdraad.


3.2. Inspraak en part ic ipatie Hoewel het jeugdcentrum doorheen allerhande werkingen heel wat voeling tracht te houden met de leefwereld van kinderen en jongeren, werden in het kader van de opmaak van dit plan toch nog enkele inspraakmomenten georganiseerd. Ook deden zich een aantal kansen voor tot samenwerking waar het jeugdcentrum op ingespeeld heeft. Het waren onder meer deze bevragingen en inspraakprojecten die mee aan de basis lagen van het opstellen van voorgaande SWOT-analyses en die geleid hebben tot de geformuleerde doelstellingen en acties in volgende hoofdstukken. Hierna volgt een korte beschrijving van de projecten en de belangrijkste bevindingen. Ronse, mijn toekomst (project schoolgaande jeugd 12-jarigen) In oktober 2006 organiseerde JCI een netoverschrijdende, actieve bevraging onder de 12-jarige schoolgaande jeugd. Het project was klassikaal gericht en kreeg als titel “Hoe moet Ronse er binnen 6 jaar uitzien? Wat is jullie toekomstdroom voor Ronse?” Aan de hand van knutselwerkjes en gedichten werd hier klassikaal rond gewerkt. Dit alles mondde uit in een tentoonstelling in het jeugdcentrum. De kunstwerkjes en gedichten leverden heel wat informatie op. Vooral de vraag naar speelruimte of groene ruimte was opvallend. Ook was er veel vraag naar losse ontspanningsmogelijkheden (Bv. bioscoop) eerder dan de vraag naar activiteiten. Bevraging naar de sociale grondrechten door Riso Oost-Vlaanderen Riso Oost-Vlaanderen organiseerde in het kader van het Lokaal Sociaal Beleid een heel brede bevraging onder de Oost-Vlaamse bevolking. De bevraging ging over de sociale grondrechten zoals sociale zekerheid, arbeid, gezondheid, sociale bijstand, juridische bijstand, wonen, gezond leefmilieu, culturele en maatschappelijke ontplooiing en onderwijs. Voor Ronse werden voornamelijk allochtone jongeren bevraagd tussen 16 en 18 jaar via een gerichte steekproef. Het jeugdcentrum stond mee in voor het samenstellen van deze steekproef. Indien de verwachtingen van deze groep onder de loep genomen worden, valt vooral de vraag naar meer activiteiten op. Zij willen een ruimer aanbod, ook op zondag. Daarnaast zouden zij ook graag meer groen hebben in de stad. Ze ervaren ook dat hun“identiteit” (allochtoon vs autochtoon) vaak voor spanningen blijft zorgen. Project voetbalkooi Tijdens de zomer van 2006 en 2007 werd een mobiele voetbalkooi op 14 verschillende plekken in de stad geplaatst gedurende 3 tot 4 dagen. Kinderen en jongeren konden vrij voetballen zonder zich vooraf te moeten inschrijven of te moeten betalen. Vanuit de jeugddienst werd dit project nauw opgevolgd om ten eerste te peilen naar de waarde van dit initiatief, maar ten tweede ook als aanleiding om met de jongeren te praten. De vraag naar ‘meer van dat soort activiteiten’ komt sedertdien regelmatig terug. De voetbalkooi staat hierbij symbool voor een laagdrempelige, vrij toegankelijke infrastructuur. Uit de gesprekken met de jongeren bleek ook de veelvuldige vraag naar een permanent, omheind voetbalveldje. Het moet wel centraal gelegen zijn, maar ze willen toch het gevoel hebben er hun ‘eigen ding’ te kunnen doen. Op sommige plaatsen vroegen ze ook naar meer speelruimte in hun buurt. Een andere vaststelling is de vraag naar meer aanbod (bv. wijktornooitjes in de kooi), maar bij verdere navraag bleek vaak ook dat ze niet op de hoogte zijn van het bestaande aanbod. GIP 6 Handel KSO Glorieux De jeugdconsulent van Ronse zat mee in de jury van de eindproef van 6 Handel in het KSO Glorieux. Deze eindproef, een klassikaal werk, handelde over “vrije tijd” en bestond onder meer uit een aantal enquêtes, interviews en analyses. Uiteraard ideaal cijfermateriaal en een gelegenheid om bij de mondelinge toelichting bijkomende informatie te vragen. Bij deze tieners en jongeren


bleek vooral de vraag naar (ongebonden) mogelijkheden tot ontspanning zoals een avondje cinema, shopping etc. op het verlanglijstje te staan. (Te) weinig jongeren doen aan sport. Wat betreft informeren en geïnformeerd worden bleek (nog maar eens) hoe gevaarlijk het is internet en e-mail te overschatten. Heel wat info-overdracht verloopt nog (het best) via flyers, affiches en vooral mond-aan-mond-reclame. Open Jeugdraad (7 september) Op deze “open” jeugdraad werden naast de vaste leden van de jeugdraad alle leiding, voorzitters en secretarissen uitgenodigd van de erkende jeugdwerkinitiatieven. Aan de hand van flappen en post-its werd gewerkt rond 4 thema’s : subsidies, werking van de jeugdraad, logistieke ondersteuning, jeugdwerkinfrastructuur. Er bleek een vrij grote tevredenheid over de huidige financiële ondersteuning. Ook de subsidiemogelijkheden op het vlak van jeugdwerkinfrastructuur werden gesmaakt. Al bleek brandveiligheid nog een (letterlijk en figuurlijk) “hot” item te zijn. Op het vlak van de uitleendienst kon nog werk verricht worden, zeker wat het op elkaar afstemmen betreft van de uitleendiensten van verschillende stadsdiensten. Ook rond kampvervoer werden enkele vragen gesteld. De werking van de jeugdraad mocht dan weer dynamischer. De meest gehoorde verzuchting was echter die naar een fuifzaal. Debat doelgroepjongeren (20 september) Omdat er vaak gepraat wordt “over”, maar al te weinig “met” zogenaamde doelgroepjongeren werd een debat georganiseerd met een tiental jongeren van allochtone afkomst. Aan de hand van en tiental stellingen (waar voor of tegen moest gestemd worden) kwam een debat op gang tussen de mensen van het jeugdcentrum, de Schepen van Jeugd en de jongeren omtrent thema’s zoals : de taak van het jeugdcentrum of de stad Ronse, een jeugdhuis, de kostprijs van activiteiten etc. Het bleek dat deze jongeren vooral gericht zijn op een verhoogd aanbod aan activiteiten. Toch geven ze ook aan klaar te zijn om verantwoordelijkheden op te nemen mits de nodige begeleiding en ondersteuning. De vraag naar (een vorm van) jeugdhuiswerking was groot. Ze verwachten van het jeugdcentrum ook een stukje een “opvoedende rol”. Opvallend was ook dat ze aangeven al te weinig op de hoogte te zijn van het aanbod aan activiteiten. Telefonische enquête 18 – 65 jaar (samen met Sport / Cultuur) Samen met de dienst Cultuur en Sport werd werk gemaakt van een vragenlijst voor een telefonische enquête. Deze enquête was gericht naar volwassen van 18 tot 65 jaar en werd afgenomen bij een zorgvuldig gewogen steekproef. Misschien niet meteen de doelgroep van 4 tot 25 jaar, maar wel vaak ouders en grootouders van heel wat kinderen en jongeren! Nuttige informatie in het kader van dit beleidsplan was dan ook af te leiden op het vlak van informatie. Kanalen zoals persberichten in de lokale pers Daarnaast bleek de ligging van het jeugdcentrum toch vaak een drempel te zijn.


4. Jeugdwerkbeleid in Ronse

4.1. Part icul ier Jeugdwerk

Doelstellingen en acties

Strategische doelstelling 1

SD 1 : Erkende, startende of particuliere jeugdwerkinitiatieven krijgen de gepaste ondersteuning en begeleiding bij het uitbouwen of voortzetten van een kwalitatieve werking. Operationele doelstelling 1.1. OD 1.1. : Een duidelijk subsidiereglement, met aandacht voor de vragen en noden uit het werkveld, biedt erkende en startende jeugdwerkinitiatieven jaarlijks de gepaste financiële ondersteuning.

Actie 1 : De huidige financiële middelen voor ondersteuning blijven behouden en worden verdeeld volgens het nieuwe subsidiereglement. Na goedkeuring door de Gemeenteraad wordt dit voor het eerst toegepast op het werkingsjaar 2007- 2008. Dit reglement voorziet in een jaarlijkse uitbetaling na het afgelopen werkingsjaar (september – augustus) en dit voor het eind van het (burgerlijk) jaar. Actie 2 : Het subsidiereglement voorziet in startsubsidies en projectsubsidies. Deze mogelijkheden worden op een actieve manier uitgedragen. Een foldertje zet hierbij alle subsidiemogelijkheden op een rijtje. Aan de hand van dit foldertje worden startende initiatieven en bestaande jeugdwerkinitiatieven geïnformeerd. (Zie hoofdstuk 4.1. : OD 1.4.) Actie 3 : De stad helpt de erkende jeugdwerkinitiatieven bij hun kampvervoer (vervoer van materiaal). De bestaande financiële ondersteuning blijft in het nieuwe subsidiereglement behouden. De mogelijkheid om het vervoer door de technische diensten van de stad te laten uitvoeren (in samenspraak met de jeugddienst) zal nog verfijnd worden. De jeugddienst maakt hieromtrent in 2008 nieuwe afspraken met de TD. (Zie ook hoofdstuk 4.1. : OD 1.2.)

Nr. 761/ Omschrijving 2008 Subs Ma. Kw. 2009 2010

1 332-03 Subsidies jeugd- en jongerenverenigingen en amateuristische kunstbeoefening

21.000 21.000 22.000 22.000

2 332-03 Projectsubsidies 2.000 2.000 2.000 2.000

3 332-03 Startsubsidies 500 500 500 500

4 332-03 Kampvervoer 2.500 2.500 2.500 2.500

Operationele doelstelling 1.2. OD 1.2. : Erkende en startende jeugdwerkinitiatieven kunnen een beroep doen op de logistieke ondersteuning van de stad Ronse wat betreft diensten en het gebruik van infrastructuur.


Actie 1 : Het vernieuwde (subsidie)reglement (zie hiervoor) regelt de erkenningvoorwaarden voor nieuwe jeugdwerkinitiatieven. Het jeugdcentrum informeert, stimuleert en begeleidt actief startende jeugdwerkinitiatieven in hun vraag naar erkenning. (Zie ook hoofdstuk 4.8. : OD 12.1.) Actie 2 : Erkende jeugdwerkinitiatieven kunnen in het Stedelijk Jeugdcentrum terecht voor een beperkt aantal kopies (500) per jaar. Ook 2 rollen PMD-zakken kunnen jaarlijks gratis afgehaald worden. Actie 3 : Tentoonstellingspanelen, podiumelementen, nadarafsluitingen etc. waar de technische dienst van de stad Ronse over beschikt kunnen gratis gebruikt worden bij evenementen of activiteiten. De aanvraag en regeling hiervoor dient tijdig te gebeuren in samenspraak met de jeugddienst. Actie 4 : Erkende jeugdwerkinitiatieven zijn een bevoorrechte gebruiker van de lokalen van het Stedelijk jeugdcentrum. De fuifzaal en polyvalente zaal kunnen 1 maal per jaar een volledige dag gratis gebruikt worden voor een evenement of activiteit. Een volgende keer geldt een voordeeltarief. Vergaderlokalen kunnen steeds gratis gebruikt worden, evenwel niet op permanente basis. Dit alles wordt geregeld in de geldende gebruiksovereenkomsten. Actie 5 : Er wordt een korting van 250,00 euro toegestaan aan erkende jeugdwerkinitiatieven bij het huren van de grote zaal van het COC. Bij beslissing van het College is geen of korting op de huur mogelijk bij het gebruik van de stedelijke infrastructuur (grote en kleine zaal COC, polyvalente zaal Bibliotheek, theaterzaal Stedelijke Academie, lokalen Brouwerij De Keyser). Actie 6 : Na samenspraak met de stedelijke sportdienst kan het jeugdwerk 3 maal per jaar gratis gebruik maken van het stedelijk zwembad. De aanvraag gebeurt via het jeugdcentrum. Actie 7 : Na samenspraak met de stedelijke sportdienst kan het jeugdwerk gratis gebruik maken van het voetbalveld Gamy voor activiteiten of evenementen. De aanvraag gebeurt via het jeugdcentrum. Actie 8 : Onder bepaalde voorwaarden kunnen erkende jeugdwerkinitiatieven hun activiteiten gratis laten opnemen in de gemeentelijke informatiekanalen. Het moet gaan over “open” activiteiten waarvan de doelgroep ruimer is dan de eigen leden. (Zie hoofdstuk 5.1. : OD 14.1.) Actie 9 : Kampvervoer (vervoer van materiaal) door de technische diensten van de stad Ronse. (Zie hoofdstuk 4.1. : OD 1.1.)

Operationele doelstelling 1.3. OD 1.3. : Een goed uitgebouwde uitleendienst ondersteunt jeugdwerkinitiatieven bij hun werking of evenementen.

Actie 1 : De bestaande uitleendienst van het Stedelijk Jeugdcentrum wordt jaarlijks aangevuld of vernieuwd. Aankopen of vervangingen gebeuren in samenspraak met de Stedelijke Adviesraad voor Jeugd. Het praktische beheer is in handen van de VZW Jeugdcentrum. Actie 2 : Het bestaande uitleenreglement wordt jaarlijks geëvalueerd en indien nodig aangepast. Inhoudelijke wijzigingen worden voorgelegd aan de Stedelijke Adviesraad voor Jeugd. Het uitgangspunt blijft (voorlopig) dat erkende jeugdwerkinitiatieven gratis gebruik kunnen maken van het materiaal (mits betalen van een waarborg). Voor anderen wordt een huurprijs gevraagd. Zie ook actie 3. Actie 3 : Niet enkel de jeugddienst beschikt over materiaal die kan uitgeleend worden. Ook de cultuur-; sporten technische dienst stellen materiaal ter beschikking. Vanuit het standpunt van de gebruiker dient dit op elkaar afgestemd te worden. In een eerste fase wordt geïnventariseerd wat er waar uit te lenen is en onder welke voorwaarden. Dit wordt gebundeld in een samenvattend document. Hierbij wordt vervolgens werk gemaakt van een éénduidig uitleensysteem en op elkaar afgestemde tarieven. Wat met erkende jeugdwerkinitiatieven die materiaal van de cultuurdienst willen uitlenen of omgekeerd? In 2008 en 2009 wordt hier rond een initiatief genomen met TD, Cultuur en Sport om te komen tot duidelijke afspraken. (Zie ook hoofdstuk 5.2. : OD 15.1.)


5 124-02 Aankoop materieel uitleendienst 3.000 3.000 3.000 3.000


Operationele doelstelling 1.4. OD 1.4. : Het Stedelijk Jeugdcentrum profileert zich als informatiebron voor jeugdwerkinitiatieven en draagt op een actieve manier bij tot het bezorgen en uitwisselen van informatie die het jeugdwerk aanbelangen.

Actie 1 : Het jeugdcentrum blijft informatie die het jeugdwerk aanbelangen via de Stedelijke Adviesraad voor Jeugd maar ook in rechtstreekse contacten met het werkveld op een actieve manier verspreiden. Actie 2 : Alle verschillende subsidiemogelijkheden worden verzameld in een document en actief beschikbaar gesteld aan erkende en startende jeugdwerkinitiatieven. (Zie ook hoofdstuk 4.1. OD 1.1.) Actie 3 : Het Stedelijk Jeugdcentrum gaat in samenwerking met de Stedelijke Adviesraad voor Jeugd na welk informatiekanaal ontwikkeld kan worden om een agenda over op stapel staande activiteiten (fuiven, acties etc.) uit te wisselen. Een digitale nieuwsbrief (zie actie 4) kan hier een antwoord op beiden. Samenwerking en inbreng van jongeren moet hierbij structureel ingebouwd worden. Dit garandeert het meest kans op succes, betrokkenheid en continuïteit. (Zie hoofdstuk 5.1. : OD 14.2. en zie ook hoofdstuk 4.8. : OD 12.2.) Actie 4 : De stad Ronse is bezig met het ontwikkelen van een nieuwe website. Binnen deze site zorgt de jeugddienst voor een geüpdatet luikje “jeugd” waar alle nodige reglementen en documenten (huur zalen, uitleendienst) te downloaden zijn. Ook van de mogelijkheid om digitale nieuwsbrieven te sturen naar een geïnteresseerd publiek wordt actief gebruik gemaakt. (Zie ook hoofdstuk 5.1. : OD 14.1.)

Nr. 761/ Omschrijving 2008 JIF Ma. Kw. 2009 2010

6 123-06 Drukwerk jongereninformatie 3.000 3.000 3.000 3.000

NOTA : In het kader van deze strategische doelstelling rond de ondersteuning van het particulier jeugdwerk, past het ook om (reeds) een operationele doelstelling te vermelden die verder in dit beleidsplan zijn plaats krijgt onder de strategische doelstelling rond “toegankelijkheid” (SD 7). Uiteraard staan al deze doelstellingen niet los van elkaar en is werken aan toegankelijkheid ook een belangrijk onderdeel van de ondersteuning aan het particuliere jeugdwerk. Operationele doelstelling 7.1. (doelstelling uit hoofdstuk 4.4. : SD 7) OD 7.1. : Erkende jeugdwerkinitiatieven krijgen de nodige ondersteuning indien ze hun werking willen toetsen op toegankelijkheid en initiatieven en acties wensen te nemen rond diversiteit.

Actie 1 : Het jeugdcentrum ondersteunt erkende jeugdwerkinitiatieven, indien ze dit wensen, in een proces om aan toegankelijkheid en diversiteit te werken. Het jeugdcentrum geeft hiertoe zelf de nodige impulsen en wijst op concrete mogelijkheden zoals de middelen van het OCMW voor “maatschappelijke en culturele participatie”. Daarnaast voorziet het jeugdcentrum in de mogelijkheid tot trajectbegeleiding voor één jeugdwerkinitiatief per jaar door een (koepel)organisatie die hierover de expertise in huis heeft zoals Uit de Marge, Lejo, Odice… Actie 2 : Samen met de Stedelijke Adviesraad voor Jeugd gaat het jeugdcentrum de mogelijkheid na om concrete acties op poten te zetten om erkende jeugdwerkinitiatieven en maatschappelijk kwetsbare jongeren met elkaar in contact te brengen. Actie 3 : Het jeugdcentrum richt jaarlijks een vorming in voor het particuliere jeugdwerk omtrent diversiteit en het omgaan met kinderen en jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties.


7 122-04 Inrichten vorming monitoren 500 500 500 500

8 123-48 Bijdrage (koepel)organisaties 1.200 1.200 1.200 1.600


4.2. Jeugdwerkinfrastructuur



SD 2 : Erkende jeugdwerkinitiatieven beschikken over aangename, kwaliteitsvolle en (brand)veilige lokalen. Ook de omgevingsruimte van de lokalen draagt bij tot een kwalitatieve werking. Operationele doelstelling 2.1. OD 2.1. : Erkende jeugdwerkinitiatieven kunnen aan de hand van een subsidiereglement een aanzienlijke financiële tegemoetkoming krijgen voor verbeteringswerken aan hun infrastructuur op het vlak van veiligheid, (geluids)isolatie, inbraak- en vandalismepreventie, hygiëne, sanitair en voor omgevingswerken die bijdragen tot een kwalitatieve werking.

Actie 1 : Het huidige ontwerp van subsidiereglement wordt definitief uitgewerkt en goedgekeurd door de Gemeenteraad. Reeds drie jaar werd “proefgedraaid” met dit reglement en dit tot tevredenheid van de jeugdwerkinitiatieven. Hierbij kunnen de jeugdwerkinitiatieven onder bepaalde voorwaarden 60 % van hun kosten gesubsidieerd krijgen wanneer het gaat om werken die de kwaliteit van hun jeugdlokalen verbeteren. Dit kan zowel gaan om inrichting, sanitair, veiligheid, isolatie, omgevingswerken, geluidsinsolatie etc. Voor de periode waarin “jeugdwerkinfrastructuur” als prioriteit geldt, wordt de tegemoetkoming van 60 % naar 80 % opgetrokken. Actie 2 : Dit reglement wordt mee opgenomen in de brochure met subsidiemogelijkheden en actief bekend gemaakt bij de erkende jeugdwerkinitiatieven. Samen met de verhoogde tegemoetkoming moet dit resulteren in meer aanvragen. (Zie hoofdstuk 4.1. : OD 1.4.)

Nr. 761/ Omschrijving 2008 JWIF Ma. Kw. 2009 2010

9 332-03 Toelagen jeugdwerkinfrastructuur en brandveiligheid

15.000 15.000 15.000 15.000

Operationele doelstelling 2.2. OD 2.2. : De brandveiligheid van de jeugdwerklokalen voldoet binnen de drie jaar aan de wettelijke normen. Hiertoe krijgen erkende jeugdwerkinitiatieven financiële en logistieke ondersteuning.

Actie 1 : Via een impulssubsidie binnen het bovengenoemd subsidiereglement kunnen de jeugdwerkinitiatieven de komende drie jaar aanspraak maken op extra subsidies voor werken die de brandveiligheid van de jeugdlokalen verhogen. Dit reglement of de afspraken hieromtrent worden samen met de jeugdraad opgesteld. Ook gezamenlijk aankoop van brandmateriaal kan hierbij een element zijn. Actie 2 : Deze mogelijkheid wordt mee opgenomen in brochure met subsidiemogelijkheden en actief bekend gemaakt bij de erkende jeugdwerkinitiatieven. (Zie hoofdstuk 4.1. : OD 1.4.) Actie 3 : Het jeugdcentrum volgt actief de wetgeving rond brandveiligheid van openbare ruimtes op en informeert het jeugdwerkveld hierover.


Nr. 761/ Omschrijving 2008 JWIF Ma. Kw. 2009 2010

9 332-03 Toelagen jeugdwerkinfrastructuur en brandveiligheid

15.000 15.000 15.000 15.000

Operationele doelstelling 2.3. OD 2.3. : Het jeugdcentrum ondersteunt actief jeugdwerkinitiatieven bij hun vragen en noden omtrent jeugdwerkinfrastructuur en behartigt hun belangen binnen een duidelijke gemeentelijke visie.

Actie 1 : Het stadsbestuur en het jeugdcentrum maken werk van een duidelijke visie omtrent de stedelijke ondersteuning op het vlak van infrastructuur voor jeugdwerkinitiatieven. Hierbij past ook het onderzoek naar de mogelijkheden of opportuniteit om (nieuwe) stedelijke infrastructuur voor speelpleinwerking / buitenschoolse kinderopvang te combineren met lokalen voor het particuliere jeugdwerk. (Zie hoofdstuk 4.3. : OD 3.2.) Actie 2 : Het jeugdcentrum steunt of ondersteunt jeugdwerkinitiatieven, wanneer zij dit wensen, bij hun zoektocht naar geschikte locaties of bij het “onderhandelen” hierover. Het JC stelt hiertoe graag de opgebouwde kennis en netwerken ter beschikking. Actie 3 : De infrastructuur van het Stedelijk jeugdcentrum wordt actief ter beschikking gesteld aan het particuliere jeugdwerk. Zij zijn een bevoorrechte gebruiker. De mogelijkheden staan vermeld in de geldende gebruiksovereenkomsten. (Zie ook hoofdstuk 4.1. : OD 1.2. en hoofdstuk 4.8. : OD 12.3.)


4.3. Gemeenteli jk jeugdwerk (regulier)



SD 3 : Het stedelijk jeugdcentrum heeft een gevarieerd en divers aanbod aan activiteiten en jeugdwerkvormen voor kinderen en jongeren. Dit aanbod speelt in op de noden en behoeften van kinderen en jongeren en is aanvullend aan het particuliere jeugdwerk. Operationele doelstelling 3.1. OD 3.1. : De stedelijke speelpleinwerking Pagadders wordt verder uitgebouwd tot een kwalitatieve werking waarbij het belang van het kind centraal staat.

Actie 1 : Behouden van de financiële ruimte voor de ondersteuning van de stedelijke speelpleinwerking “Pagadders”. Het betreft hier zowel huur van lokalen, aankoop van materieel als middelen voor voeding, uitstappen, workshops etc. Bij de uitbouw van de speelpleinwerking gaat hierbij veel aandacht naar de centrale rol van het kind. Het vrij-speel-systeem wordt verder uitgebouwd. Hierbij wordt beroep gedaan op de ondersteuning van koepelorganisaties zoals VDS en Vivès. Actie 2 : Behouden van de financiële ruimte om projecten te ondersteunen die de kwaliteit van de speelpleinwerking verbeteren. Jaarlijks dient de monitorengroep een project in bij het stadsbestuur. Actie 3 : Laten ontwikkelen of aankopen van een inschrijvingsprogramma voor Speelpleinwerking en Grabbelpas waardoor zowel administratie, financiële afrekening als het opmaken van fiscale attesten op een vlotte manier kunnen gebeuren. Actie 4 : Ondersteunen van de monitorenwerking van het speelplein “Pagadders”. Monitoren zijn immers een erg belangrijke schakel in de uitbouw van een kwalitatieve werking. (Zie hoofdstuk 4.3. : SD 4) Actie 5 : Werk maken van de realisatie van een nieuwe en eigen locatie voor de stedelijke speelpleinwerking, eventueel in combinatie met Buitenschoolse Kinderopvang.. (Zie hoofdstuk 4.3. : OD 3.2)


10 122-02 PWA speelplein 8.500 9.000 9.000

11 122-04 Vergoeding optredens speelplein 500 500 500 500

12 124-02 Speel- en knutselmateriaal SP 4.000 4.000 4.000 4.000

13 124-05 Drukwerk T-shirts 400 400 400 400

14 124-06 Maaltijden en busvervoer SP 14.000 14.000 14.000 14.000

15 124-06 Uitstappen speelpleinwerking 1.000 1.000 1.000 1.000

16 124-48 Technische kosten : voeding 6.500 6.500 6.500 6.500

17 126-01 Huur gebouwen en (klas)containers 7.000 7.000 7.500 7.500

18 332-03 Toelage speelpleinprojecten 1.000 1.000 1.000 1.000

19 742-53 Ontwikkelen inschrijvingssysteem 4.000 0 0

20 161-08 Inkomsten : bijdrage ouders 23.000 23.000 23.000


Operationele doelstelling 3.2. OD 3.2. : Er wordt een haalbaarheidsstudie, planning en voorontwerp opgemaakt met het oog op een eigen locatie voor de stedelijke speelpleinwerking.

Actie 1 : Samen met mogelijke partners zoals OCMW (buitenschoolse kinderopvang) en het stedelijke kinderdagverblijf wordt een behoeftestudie gemaakt voor een nieuwe gemeenschappelijke locatie. Ook de mogelijkheid en de keuze om hier eventueel locaties voor het particuliere jeugdwerk aan te koppelen wordt hierbij onderzocht. Actie 2 : In 2008 wordt een studie van mogelijke locaties gemaakt, samen met en eerste voorontwerp. Dit kan de aanleiding zijn voor het opstarten van een definitief bouwdossier in de tweede helft van de legislatuur.


21 733-60 Studie gebouw speelpleinwerking 10.000 0 0

Operationele doelstelling 3.3. OD 3.3. : De stedelijke Grabbelpaswerking wordt op een kwalitatieve manier verder uitgebouwd.

Actie 1 : Behouden van de financiële ruimte voor de uitbouw van Grabbelpas en SWAP Actie 2 : Binnen de Grabbelpaswerking wordt een verhoogde samenwerking met de dienst Cultuur nagestreefd. Vooral het uitbouwen van een aangepast programma van podiumkunsten voor kleuters en kinderen zal in nauwe samenwerking gebeuren. Actie 3 : Wegens de uitval van tieners aan het georganiseerde aanbod, het gebrek aan een gestructureerd aanbod en het belang om tieners blijvend bij het jeugdwerk te betrekken zal binnen de Grabbelpas werk gemaakt worden van een gepast aanbod naar tieners. Er dient nog bekeken te worden of dit onder de naam SWAP dan wel Grabbelpas zal gebeuren. (Zie ook hoofdstuk 4.3.: OD 3.4.) Actie 4 : Laten ontwikkelen of aankopen van een inschrijvingsprogramma voor Speelpleinwerking en Grabbelpas waardoor zowel administratie, financiële afrekening als het opmaken van fiscale attesten op een vlotte manier kunnen gebeuren. (Zie ook OD 3.1.)


22 122-04 Vergoeding optredens & workshops 2.000 2.000 2.000 2.000

23 123-02 Promo-materiaal Grabbelpas 1.000 1.000 1.000 1.000

24 124-02 Speel- en knutselmateriaal GP 2.500 2.500 2.500 2.500

25 124-06 Uitstappen grabbelpas / SWAP 4.000 4.000 4.000 4.000

19 742-53 Ontwikkelen inschrijvingssysteem 4.000 0 0

26 161-02 Inkomsten : bijdrage ouders 1.200 1.200 1.200

Operationele doelstelling 3.4. OD 3.4 : Het jeugdcentrum verhoogt het aanbod aan activiteiten naar tieners en jongeren. Dit kan uitmonden in een structurele werking naar deze doelgroep toe.

Actie 1 : Het jeugdcentrum gaat van start met een activiteitenkalender op maat van tieners en jongeren. Gedurende een periode van ongeveer drie maand worden hierbij een tiental activiteiten aangeboden op losse basis. Dit gaat van muziek optredens, over workshops tot uitstappen. Dit alles wordt aantrekkelijk gepromoot en loopt in de maanden februari – mei en september – december. Drempels voor deelname worden zo laag mogelijk gehouden. Actie 2 : De jaarlijkse toelage aan de vzw jeugdcentrum (voorheen de financiële structuur achter het jeugdhuis Yi-Ha) blijft behouden. Een deel hiervan wordt besteed aan (grotere) activiteiten gericht naar tieners en jongeren. (Zie ook hoofdstuk 4.3. : OD 3.6.)


Actie 3 : De voortzetting van het tienerproject van de speelpleinwerking Pagadders. Hierbij worden tijdens de vakantieperiodes op regelmatige basis activiteiten georganiseerd voor tieners die het speelplein de voorbije twee jaar ontgroeid zijn (14 - 15 jaar) maar toch nog te jong zijn om monitor op het speelplein te worden. Op deze manier blijft de band met jeugdwerking behouden en is de stap naar een monitorcursus kleiner. Actie 4 : De Grabbelpaswerking wordt in 2008 uitgebreid met enkele gerichte activiteiten voor tieners. Er wordt ook een project uitgewerkt waarbij maandelijkse een activiteit georganiseerd wordt tijdens de schoolperiodes. Deze activiteiten richten zich tot de deelnemers aan de Grabbelpaswerking, maar ook tieners uit het speelpleinproject worden betrokken. (Zie Actie 3) Actie 5 : Binnen Buurtsport en Wesh is er een verhoogde aandacht voor tieners en jongeren. (Zie Hoofdstuk 4.4. : “jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren”).


27 122-04 Workshops activiteitenkalender 1.000 500 500 1.000 1.000

28 123-06 Drukwerk promotie activiteiten 4.000 4.000 4.000 4.000

29 332-03 Toelage vzw stedelijk jeugdcentrum 18.500 12.500 6.000 18.500 18.500

Operationele doelstelling 3.5. OD 3.5. : Het jeugdcentrum organiseert jaarlijks minstens één evenement met een breed bereik en een grote uitstraling voor kinderen en jongeren.

Actie 1 : Bruul for Kids, een actieve kindernamiddag met aangepaste muzikale omkadering, wordt verder uitgebouwd tot hét jaarlijks evenement voor kleuters en kinderen. Hierbij wordt zo veel mogelijk samenwerking gezocht met partners zoals de jeugdraad, jeugdbewegingen, lokale middenstand, publieke diensten etc… Deze partners kunnen aan de hand van een toelage ondersteund worden in hun deelname en inbreng. Actie 2 : Het jeugdcentrum onderzoekt de mogelijkheden voor het inrichten van een soortgelijk evenement maar gericht naar tieners en jongeren. Uiteraard zal dit zowel wat betreft activiteiten als muzikale omkadering de nodige attractiviteit moeten hebben. Dergelijk evenement heeft evenwel het potentieel om over doelgroepen heen kinderen en jongeren te boeien. In 2009 wordt een eerste editie gelanceerd. NOTA : Cfr. Zie ook doelstelling 7.3.2. in het Sportbeleidsplan omtrent de organisatie van een groot straatsportevenement binnen de drie jaar.


30 122-04 Optredens & workshops B4K, … 2.000 2.000 2.000 2.000

31 124-05 Aankoop en bedrukking kledij 1.000 1.000 1.000 1.000

32 124-12 Huur geluidsinstallaties e.a. 8.000 8.000 8.000 8.000

33 332-03 Toelage jeugdhappenings 3.000 3.000 3.000 3.000

Operationele doelstelling 3.6. OD 3.6. : De “vzw stedelijk jeugdcentrum”, een paragemeentelijke vzw, blijft de structuur en de motor achter activiteiten en evenementen voor tieners en jongeren en van diensten ter ondersteuning van het particuliere jeugdwerkveld.

Actie 1 : De jaarlijkse toelage aan de vzw stedelijk jeugdcentrum (voorheen de financiële structuur achter het jeugdhuis Yi-Ha) blijft behouden. Een deel hiervan wordt besteed aan (grotere) activiteiten gericht naar tieners en jongeren. Dit gaat ondermeer over de organisatie van (rock)optredens in het jeugdcentrum, Bruul for Kids of het bekostigen van de activiteiten in het kader van de bovengenoemde activiteitenkalender voor tieners. Het bestuur van deze vzw bestaat voor de helft uit jongeren aangeduid door de Stedelijke Adviesraad voor Jeugd


Actie 2 : De vzw stedelijk jeugdcentrum staat in voor het beheer van de infrastructuur van het jeugdcentrum en de fuifzaal. Ook het praktische beheer van de uitleendienst gebeurt door de vzw stedelijk jeugdcentrum. Tot slot zal ook de representatie van het jeugdcentrum (opendeurdag, nieuwjaarsreceptie, vergaderingen) door de vzw mee gedragen worden. Actie 3 : In 2008 zal nagegaan worden in hoeverre een deel van de toelage op een gepaste wijze weer kan geïnvesteerd worden in een “jeugdhuiswerking”. Welke vorm (waar? hoe? wie?) deze werking kan en moet aannemen moet echter samen met de betrokken en geïnteresseerde jongeren nog scherp gesteld worden. Dit is een denkoefening die in 2008 zal moeten gemaakt worden samen met de jongeren, het jeugdcentrum, het bestuur…. (Zie hoofdstuk 4.4. : OD 5.3.)



34 123-16 Representatiekosten 1.110 1.110 1.110

Operationele doelstelling 3.7. OD 3.7. : Het jeugdcentrum verhoogt de inspanningen om zowel het eigen aanbod als het aanbod vanuit het particuliere jeugdwerkveld beter bekend te maken bij kinderen, tieners, jongeren en hun ouders. Dit in overleg en interactie met jongeren zelf. (Zie hoofdstuk 5.1. : “Jongereninformatie”)

Actie 1 : Het jeugdcentrum werkt samen met de Stedelijke Adviesraad voor Jeugd aan een concept (maandelijkse folder / nieuwsbrief) met de komende activiteiten. De inbreng van jongeren zelf is hierbij van essentieel belang voor het welslagen en de continuïteit van dit project. Hiertoe wordt binnen de Stedelijke Adviesraad voor Jongeren een werkgroep opgericht waarbij ook niet-aangesloten jongeren aangesproken worden om deel uit te maken van de “redactieraad”. (Zie hoofdstuk 5.1. : OD 14.1.) Actie 2 : Het luikje “jeugd” op de vernieuwde website en de mogelijkheid binnen de vernieuwde website tot het versturen van e-nieuwsbrieven wordt aangewend voor een directe benadering van kinderen en jongeren. (Zie ook hoofdstuk 5.1. : OD 14.1.)

Naast deze “klassieke” activiteiten en vormen van jeugdwerk heeft de stad Ronse ook nog een ruim aanbod aan jeugdwerkvormen gericht (of meer op maat van) maatschappelijk kwetsbare jongeren. Deze worden in een volgend hoofdstuk verder uitgediept. (Zie hoofdstuk 4.4. : “Jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren”)



SD 4 : De stedelijke jeugdwerkinitiatieven worden mee gedragen door een enthousiaste groep vrijwilligers en monitoren. Operationele doelstelling 4.1. OD 4.1. : De stad Ronse behoudt de financiële ruimte om de nodige monitoren en vrijwilligers te kunnen engageren binnen de stedelijke jeugdwerkinitiatieven.

Actie 1 : Jaarlijks worden voldoende monitoren, minimum in het bezit van het attest “animator in het jeugdwerk” (of gelijkwaardig) geëngageerd binnen de stedelijke werkingen zoals Grabbelpas, Speelpleinwerking Pagadders en Buurtspeelpleinen. Eén monitor per acht kinderen is de maatstaf. De monitoren krijgen een onkostenvergoeding binnen het vrijwilligersstatuut.

• 14 euro per dag voor stagiairs

• 28 euro per dag voor gebrevetteerde monitoren Actie 2 : Het jeugdcentrum werkt aan een duidelijke visie omtrent het inschakelen van (betaalde) monitoren en (onbezoldigde) vrijwilligers binnen de verschillende werkingen.


35 111-08 Vergoeding monitoren 53.000 39.000 14.000 53.000 53.000

Operationele doelstelling 4.2. OD 4.2. : Een bloeiende monitorenwerking of vrijwilligerswerking, onder impuls van het stedelijk jeugdcentrum, vormt de motor en de basis van de dynamiek en kwaliteit binnen de groep monitoren en vrijwilligers en zorgt voor een voldoende opvolging en rekrutering van nieuwe jongeren.

Actie 1 : Op geregelde tijdstippen worden activiteiten, weekends of groepsbevorderende activiteiten georganiseerd voor de verschillende groepen monitoren. Deze creëren een belangrijke groepssfeer en dynamiek en zijn ook de basis voor een evaluatie- en inspraakproces met de jongeren omtrent hun rol binnen de werkingen. Actie 2 : Samen met de monitoren wordt werk gemaakt van (ludieke) acties die voor toeleiding van nieuwe enthousiaste jongeren kunnen zorgen.


36 124-06 Uitstappen monitoren 1.500 1.500 1.500 1.500

37 126-01 Huurlasten monitorenwerking 800 500 300 800 800

Operationele doelstelling 11.1. OD 11.1. : De stad Ronse bewaakt de kwaliteit van de vrijwilligers en monitoren door de gepaste vorming op te leggen, te stimuleren of eventueel te organiseren. (Zie hoofdstuk 4.7. : “Kadervorming”)


4.4. Jeugdwerk met maatschappeli jk kwetsbare kinderen en jongeren



SD 5 : Het stedelijk jeugdcentrum heeft een gevarieerd en divers aanbod aan activiteiten en jeugdwerkvormen voor kinderen en jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties. Dit aanbod speelt in op de noden en behoeften van kinderen en jongeren en legt in de mate van het mogelijke de link naar het reguliere jeugdwerk. Operationele doelstelling 5.1. OD 5.1. : De buurtspeelpleinen worden verder op een kwalitatieve manier uitgebouwd.

Actie 1 : De financiële ruimte blijft behouden om de Buurtspeelpleinen op een kwalitatieve manier verder uit te bouwen. De dagelijkse aanwezigheid van monitoren tijdens de zomermaanden op de formele speelplekken in de stad Ronse blijft hierbij de basis. Het laagdrempelig aanbieden van verhoogde speelkansen aan kinderen uit de aandachtswijken is de prioritaire doelstelling. Actie 2 : Het jeugdcentrum ondersteunt en stimuleert actief een monitorenwerking van de Buurtspeelpleinen, als drijvende kracht achter het gebeuren en de mogelijkheid tot inspraak en participatie van de jongeren. Hierbij wordt ook de nodige aandacht besteed aan het proberen samenstellen van een diverse groep monitoren. (Zie hoofdstuk 4.7. : OD 11.1.) Actie 3 : Het jeugdcentrum ondersteunt en stimuleert actief de vorming van de monitoren van de Buurtspeelpleinen als belangrijke basis voor een kwalitatieve werking. (Zie hoofdstuk 4.7. : OD 11.1.)


38 121-01 Verplaatsingsonkosten zomer 500 500 500 500

39 122-04 Vergoeding optredens, workshops 500 500 500 500

40 124-02 Speel- en knutselmateriaal 1.500 1.500 1.500 1.500

41 124-05 Drukwerk T-shirts 200 2.000 200 200

42 124-06 Uitstappen Buurtspeelplein 1.500 1.500 1.500 1.500

Operationele doelstelling 5.2. OD 5.2. : Het jeugdcentrum verhoogt het aanbod aan activiteiten voor jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties. Dit kan zowel gaan om een vrijblijvend aanbod aan activiteiten of om projecten waarbij jongeren nauw betrokken worden en aangesproken op hun verantwoordelijkheden.

Actie 1 : Tijdens de vakantieperiodes biedt het jeugdcentrum een laagdrempelig activiteitenaanbod aan voor jongeren van 12 tot 16 jaar. Er worden extra inspanningen gedaan om dit aanbod bekend te maken bij jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties. Actie 2 : Samen met jongeren kunnen projecten opgestart worden waarbij aan jongeren kansen gegeven wordt om zinvolle vrijetijdsbesteding te organiseren. Elk project wordt op z’n waarde


getoetst en afgewogen tegen de doelstellingen en missie van het jeugdcentrum. Voorbeelden uit het verleden zijn een Breakdance-project en een rap-project. Actie 3 : Het jeugdcentrum neemt het initiatief om op geregelde basis vrijetijdsactiviteiten in te richten met bijzondere aandacht voor de toegankelijkheid voor allochtone meisjes. Daarbij is samenwerking met bestaande partners (vb. diversiteitscentrum Odice) of meisjeswerkingen (Memosa) vanzelfsprekend een bijzonder aandachtspunt. Deze kunnen daarbij ondersteund worden met een toelage.


27 122-04 Workshops activiteiten(kalender) 1.000 500 500 1.000 1.000

43 123-06 Promotiemateriaal projecten 1.000 1.000 1.000 1.000

44 124-02 Materiaal projecten en activiteiten 3.000 1.000 2.000 2.000 2.000

45 124-06 Uitstappen projecten, activiteiten 500 500 500 500

46 332-03 Toelagen meisjeswerking 1.000 1.000 1.000 1.000

Operationele doelstelling 5.3. OD 5.3. : De stad Ronse geeft de kans aan jongeren om binnen een duidelijk kader en onder begeleiding vorm te geven aan hun vrije tijd, waarbij ze zelf een deel van de verantwoordelijkheid in handen krijgen. Dit kan leiden tot het (weer) oprichten van een jeugdhuiswerking.

Actie 1 : In eerste instantie wordt de werking van “Wesh” verder gezet. Wesh wordt logistiek en financieel ondersteund om zo deze werking te laten uitgroeien tot een volwaardige jongerenwerking met bijzondere aandacht voor allochtone jongeren. Hierbij wordt deze werking nauw opgevolgd en logistiek in handen genomen door een medewerker van het jeugdcentrum maar ligt de verantwoordelijkheid voor de programmatie en de uitvoering van de activiteiten grotendeels bij de jongeren zelf. Actie 2 : Gezien de herhaaldelijke vraag van jongeren, zowel binnen de jeugdraad als vanuit de (“allochtone”) jongeren uit de buurt, naar een “nieuw” jeugdhuis, is dit een vraag die het Jeugdcentrum niet meer uit de weg kan gaan. In 2008 zal nagegaan worden in hoeverre een deel van de toelage van de vzw Stedelijk Jeugdcentrum op een gepaste wijze weer kan geïnvesteerd worden in een “jeugdhuiswerking”. Welke vorm (waar? hoe? wie?) deze werking kan en moet aannemen moet echter samen met de betrokken en geïnteresseerde jongeren nog scherp gesteld worden. Dit is een denkoefening die in 2008 zal moeten gemaakt worden samen met de jongeren, het jeugdcentrum, het bestuur… (Zie ook hoofdstuk 4.3. : OD 3.6.)


27 122-04 Workshops activiteiten(kalender) 1.000 500 500 1.000 1.000

43 123-06 Promotiemateriaal projecten 1.000 1.000 1.000 1.000

44 124-02 Materiaal projecten 3.000 1.000 2.000 3.000 3.000

47 124-06 Uitstappen Wesh e.a. 1.500 1.500 1.500 1.500

48 124-10 Belastingen, taksen jeugdhuis 0 0 500 500

49 124-48 Technische kosten : inkomgelden 1.500 1.500 1.500 1.500

50 126-01 Huurlasten (kamp) Wesh 300 300 300 300


Operationele doelstelling 5.4. OD 5.4. : Aan de hand van samenwerkingsverbanden met partners uit het werkveld verhoogt de stad Ronse het aanbod en de mogelijkheid voor kinderen en jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties om te participeren aan jeugdwerk of biedt het kansen op een zinvolle vrijetijdsbesteding. (Zie Hoofdstuk 4.5 : “Samenwerkingsverbanden en projecten”)


Een van de werkingen die het jeugdcentrum de voorbije jaren uitbouwde naar maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren toe was het project Buurtsport. Gezien het potentieel van deze werking wordt dit in een afzonderlijke strategische doelstelling behandeld.


SD 6 : Buurtsport Ronse is een werking die jongeren, maar eventueel ook andere doelgroepen, vanuit een wijkgerichte benadering een zinvolle vrijetijdsbesteding aanreikt met sport als methodiek. Het stimuleert hen deel te nemen aan het sportgebeuren in Ronse. Operationele doelstelling 6.1. OD 6.1. : Het aanbod van buurtsport Ronse is boeiend, divers, toegankelijk en wijkgericht.

Actie 1 : Aanbieden van wekelijkse sportactiviteiten tijdens de schoolperiode (op schoolvrije momenten) op minimum drie speelpleintjes te Ronse. Mits de gepast omkadering (zie OD 6.3.) is dit uit te breiden naar vijf pleintjes tegen 2010. Actie 2 : Naast het pleintjesaanbod ook opzetten van laagdrempelige, open activiteiten (ook wel “centrale activiteiten” genoemd). Dit kunnen zowel activiteiten zijn tijdens de vakantie of avonturensportkampen. De doelgroep zijn hier jongeren uit meerdere wijken samen. Actie 3 : Organisatie van minstens één lessenreeks per jaar in een sport met hoge “straatwaarde” zoals bijvoorbeeld breakdance, boksen, straattheater. Actie 4 : Aanbod van straatvoetbal(tornooitjes), mee ondersteund door de aankoop van een mobiel voetbalveldje. Dit veldje wordt toegevoegd aan de uitleendienst (van het jeugdcentrum of de sportdienst) om zo nog meer ingezet te worden voor jongeren. Actie 5 : Binnen de 3 jaar een groots straatsportevenement organiseren (bv. binnenhalen van een editie van de Lotto Street Soccer Cup)


51 122-04 Inrichten workshops, lessenreeks 500 500 500 500

28 123-06 Promotie activiteiten 4.000 4.000 4.000 4.000

52 124-02 Aankopen materiaal 1.500 1.500 1.500 1.500

53 124-06 Uitstappen Buurtsport 2.000 2.000 2.000 2.000

54 126-01 Huurlasten Buurtsport 400 400 400 400

Operationele doelstelling 6.2. OD 6.2. : De doelgroepen van Buurtsport toeleiden naar het reguliere sportgebeuren.

Actie 1 : Opzetten en uitvoeren van samenwerkingsverbanden met scholen en sportclubs ten einde kinderen en jongeren toe te leiden naar regelmatig georganiseerde sportbeoefening. Bv. sportmarkt, sportschool. Actie 2 : Nagaan van de mogelijkheden om in samenwerking met sportclubs en uitbaters van sportinfrastructuur een aanbod van “Sport na School” op te starten waarbij aan de hand van een pasje aan sterk verminderde tarieven kan gesport worden op bepaalde uren (niet-piek-uren). Actie 3 : Ondersteunen van vragen en projecten vanuit de doelgroep om deze toe te leiden naar een verzelfstandigde werking. Bv. minivoetbalschool, project karate.


Operationele doelstelling 6.3. OD 6.3. : Omkadering : aantrekken en motiveren van een ploeg medewerkers en vrijwilligers ten einde Buurtsport verder uit te bouwen.

Actie 1 : Inschakelen van twee halftijdse buurtsportassistenten (niveau C) in vast dienstverband. Zij moeten mee helpen instaan voor het wekelijks pleintjesaanbod, de organisatie van “open activiteiten”, de begeleiding van “Sport na School” etc. Actie 2 : Inrichten van een laagdrempelige cursus “Sport en spel” om jongeren uit de doelgroep voor te bereiden op de cursus “Animator”. Hiermee kunnen ze dan ook aan de slag als monitor binnen de werking. Actie 3 : Contacten leggen met sportscholen in de buurt om Buurtsport te laten fungeren als stageplaats voor sportstudenten. Actie 4 : Aanbieden van gepaste vorming en bijscholing ter verhoging van de motivatie, ervaring en deskundigheid van alle medewerkers. Actie 5 : De stuurgroep Buurtsport minstens twee maal per jaar laten samen komen.


55 111-02 Bezoldiging Buurtsportassistenten 24.000 24.000 24.000 24.000

56 332-03 Toelage inrichten (kader)vorming 500 500 500 500

57 123-17 Opleiding en intervisie BSA 500 500 500 500

58 123-48 Lidgelden : oa UDM, VOS 400 400 400 400

NOTA : Omtrent het project zijn ook heel wat doelstellingen en acties terug te vinden in het Sportbeleidsplan van de stad Ronse. Buurtsport wordt daarin als hefboom gebruikt om het sportbeleid van de stad voor een divers publiek toegankelijk te maken.


SD 7 : De particuliere jeugdwerkinitiatieven worden gestimuleerd en ondersteund bij het werken rond toegankelijkheid en diversiteit. Operationele doelstelling 7.1. OD 7.1. : Erkende jeugdwerkinitiatieven krijgen de nodige ondersteuning indien ze hun werking willen toetsen op toegankelijkheid en initiatieven en acties wensen te nemen rond diversiteit. (Zie ook hoofdstuk 4.1. : SD 1.)

Actie 1 : Het jeugdcentrum ondersteunt erkende jeugdwerkinitiatieven, indien ze dit wensen, in een proces om aan toegankelijkheid en diversiteit te werken. Het jeugdcentrum geeft hiertoe zelf de nodige impulsen en wijst op concrete mogelijkheden zoals de middelen van het OCMW voor “maatschappelijke en culturele participatie”. Daarnaast voorziet het jeugdcentrum in de mogelijkheid tot trajectbegeleiding voor één jeugdwerkinitiatief per jaar door een (koepel)organisatie die hierover de expertise in huis heeft zoals Uit de Marge, Lejo, Odice… Actie 2 : Samen met de Stedelijke Adviesraad voor Jeugd gaat het jeugdcentrum de mogelijkheid na om concrete acties op poten te zetten om erkende jeugdwerkinitiatieven en maatschappelijk kwetsbare jongeren met elkaar in contact te brengen. Actie 3 : Het jeugdcentrum richt jaarlijks een vorming in voor het particuliere jeugdwerk omtrent diversiteit en het omgaan met kinderen en jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties.


27 122-04 Vergoeding en erelonen 1.000 500 500 1.000 1.000


4.5. Samenwerkingsverbanden en projecten



SD 8 : Het jeugdcentrum gaat samenwerkingsverbanden aan voor het realiseren van projecten voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren of engageert zich verder binnen bestaande initiatieven. Operationele doelstelling 8.1. OD 8.1. : Ondersteuning en opvolging van het samenwerkingsproject JoWe

Actie 1 : Financiële, inhoudelijke en logistieke ondersteuning van het project JoWe. In een convenant wordt de financiële ondersteuning vastgelegd, samen met de voorwaarden en verwachtingen die aan het project en de partners gesteld worden. Momenteel bedraagt deze ondersteuning € 6.000,00 per jaar. JoWe organiseert hierbij elke week (buiten de periode van de zomervakantie) minstens één activiteit gericht naar jongeren uit de hulpverlening of de “peergroup” hier rond. Inhoudelijk zetelt het jeugdcentrum mee in de stuurgroep die nauw het project opvolgt. Minstens om de drie maand komt deze stuurgroep samen om het project te evalueren en te sturen. Logistiek kan JoWe voor bijzondere activiteiten gebruik maken van de lokalen van het jeugdcentrum en het materiaal van de uitleendienst.


59 332-03 Toelage JoWe 6.000 6.000 6.000 6.000

Operationele doelstelling 8.2. OD 8.2. : Projecten met betrekking tot maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren kunnen rekenen op een financieel steuntje in de rug.

Actie 1 : De stad Ronse voorziet een toelage voor initiatieven die een project realiseren rond maatschappelijke achterstelling. Deze projecten dienen zich te richten naar jongeren en moeten kaderen binnen de doelstellingen van jeugdwerk en de missie van het jeugdcentrum. Dit bedrag kan nooit meer bedragen dan 50 % van de kosten van het project met een maximum van 400,00 euro. Ook erkende jeugdverenigingen kunnen hier aanspraak op maken. De jeugdraad geeft advies over de projecten, de beslissing ligt bij het College.


60 332-03 Toelage projecten Ma. Kwetsb. 2.000 2.000 2.000 2.000

Operationele doelstelling 8.3. OD 8.3. : Het jeugdcentrum steunt of onderneemt initiatieven wat betreft internationale uitwisselingen. De zustersteden van Ronse krijgen daarbij bijzondere aandacht.

Actie 1 : Voorzien van financiële ruimte voor individuele aanvragen tot internationale uitwisseling en projecten. Voorwaarde is dat andere subsidiemogelijkheden reeds nagegaan


werden. Hierbij wil het jeugdcentrum de jongere ondersteunen en op weg helpen. Bovendien moet het een initiatief betreffen met een maatschappelijk karakter (vb. vrijwilligerswerk). Deze projecten worden na advies door de jeugdraad aan het College voorgelegd. De maximale toelage is 500,00 euro. Actie 2 : Voorzien van financiële ruimte om internationale uitwisseling van jeugdgroepen te ondersteunen. Voorwaarde is dat ook andere subsidiemogelijkheden reeds nagegaan werden. Het jeugdcentrum wil hierbij deze jeugdgroeperingen ondersteunen. Bovendien moet de uitwisseling kaderen binnen een project met een maatschappelijke meerwaarde naar de deelnemers toe. Deze deelnemers zijn uiteraard in hoofdzaak jongeren zelf. De maximale toelage is 750,00 euro. Actie 3 : Deze mogelijkheid wordt mee opgenomen in brochure met subsidiemogelijkheden en actief bekend gemaakt bij de erkende jeugdwerkinitiatieven. (Zie hoofdstuk 4.1. : OD 1.4.) Actie 4 : In 2008 wordt vanuit het jeugdcentrum een uitwisseling voorbereid van jongeren uit Ronse met een jeugdwerkinitiatief in één van de zustersteden, zodat dit kan uitmonden in een daadwerkelijke uitwisseling. Hierbij wordt gezocht naar samenwerking en inbreng van jongeren of particuliere jeugdwerkinitiatieven. Dit moet resulteren in een gezamenlijk traject dat via een toelage kan ondersteund worden.


61 332-03 Toelage europees programma 1.000 1.000 1.000 1.000

62 332-03 Toelage jumelage-initiatieven 2.000 2.000 3.000 3.000


SD 9 : Initiatieven voor jongeren vanuit het werkveld worden logistiek ondersteund voor zover zij kaderen binnen de doelstellingen en de missie van het jeugdcentrum. Operationele doelstelling 9.1. OD 9.1. : Projecten naar maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren kunnen rekenen op de logistieke en financiële steun van de stad voor zover deze kaderen binnen de doelstellingen van het jeugdbeleid en de missie van het jeugdcentrum.

Actie 1 : Het Project Karate wordt verder logistiek ondersteund. Hierbij worden onder impuls van een buurtbewoner en sleutelfiguur binnen de allochtone gemeenschap karate-lessen gegeven in het jeugdcentrum. Deze werking bereikt een heel divers publiek waaronder voornamelijk kinderen en jongeren (uit de buurt). Actie 2 : Het Peanuts- project wordt verder ondersteund. Hierbij bieden partners uit de bijzondere jeugdzorg een specifiek aanbod voor schoolplichtige jongeren die desondanks uit de boot vallen. Deze momenten vinden momenteel plaats in het jeugdcentrum.


4.6. Niet-georganiseerde jongeren



SD 10 : Binnen het jeugdbeleid van de stad is er zowel fysische als psychische ruimte voor niet-georganiseerde jongeren en hun vrijetijdsbesteding.

Operationele doelstelling 10.1. OD 10.1. : Vanuit het jeugdcentrum wordt de aanzet gegeven voor activiteiten, lessenreeksen, uitstappen voor niet-georganiseerde jongeren of wordt, aansluitend op hun noden en behoeften, hun vrije ruimte aantrekkelijk gemaakt.

Actie 1 : Het jeugdcentrum organiseert twee maal per jaar een specifiek activiteit of uitstap voor skaters en/of dirt-jumpers Actie 2 : Wanneer de mogelijkheid zich voor doet en er vanuit de jongeren signalen opgevangen worden, speelt het jeugdcentrum graag in op vragen om rond straatcultuur / streetsporten een evenement of lessenreeks te organiseren of staat het de jongeren bij in het vormgeven van hun speelruimte.


63 124-02 Aankoop materiaal skaters e.a. 3.000 3.000 3.000 3.000

49 124-48 Technische kosten : inkom etc. 1.500 1.500 1.500 1.500

Aangezien heel wat aspecten verwijzen naar (speel)ruimte voor jongeren verwijzen we graag naar het hoofdstuk betreffende speelruimte (Hoofdstuk 5.3. : “Speelruimte”) waar dit uitgebreid aan bod komt.

NOTA : Ook de link met het Sportbeleidsplan is hier sterk aanwezig . Binnen het sportbeleidsplan is immers een gans hoofdstuk terug te vinden over de niet-georganiseerde sporter. Iets waar ook deze jongeren dicht bij aanleunen.


4.7. Kadervorming

Vaststellingen en behoeften Momenteel voorziet de stad Ronse in een terugbetaling van een fors deel van de kosten voor het volgen van een opleiding die leidt tot het attest “animator, “hoofdanimator” of “instructor”. In het voorbije JBP werd de toelage opgetrokken van 100,00 naar 120,00 euro. Jaarlijks volgen een 30-tal monitoren de cursus “animator”, een vijftal de cursus “hoofdanimator”. - Er is een vrij grote tevredenheid over het systeem van de terugbetaling van kadervorming.

Zowel individuele jongeren als jeugdwerkinitiatieven (voor hun leiding) maken vlot gebruik van deze mogelijkheid.

- Er wordt wel de vraag gesteld om de toelage te verhogen (“de cursussen worden ook steeds duurder”) Ook de vraag naar een snellere uitbetaling klinkt.

- Voorts wordt de nood ervaren aan cursussen die meer op maat zijn van jongeren met een anderstalige achtergrond of met minder bagage in het klassieke jeugdwerk. Vorming op maat lijkt noodzakelijk. Soms leiden verschillende verwachtingen en taalbarrières tot onduidelijkheden of spanningen waardoor inhoud verloren gaat of niet adequaat kan overgebracht worden.

- Een erg belangrijke vaststelling is evenwel dat het steeds moeilijker wordt om voldoende monitoren te vinden. Niet dat het aantal jongeren die een vorming volgt sterk gedaald is, de mate waarin ze zich engageren (qua tijd) is niet meer zo groot. Wat betekent dat er eigenlijk meer jongeren zouden moeten gevonden worden om in te stappen in het jeugdwerk. Terugbetaling kan daartoe een hefboom zijn.



SD 11 : Jongeren kunnen kwalitatieve kadervorming volgen die beantwoordt aan hun noden en worden hiertoe gestimuleerd en financieel ondersteund. Operationele doelstelling 11.1. OD 11.1. : De stad Ronse bewaakt de kwaliteit van de vrijwilligers en monitoren door de gepaste vorming op te leggen, te stimuleren of eventueel te organiseren.

Actie 1 : Terugbetaling van erkende kadervorming voor jongeren die wonen / en of actief zijn in Ronse. De huidige (120 euro/per jaar/persoon) blijft behouden en in 2009 opgetrokken naar 150 euro/per jaar/persoon). Er worden in de loop van het jaar twee betalingsmomenten voorzien. Een voor het begin van de zomervakantie en één aan het eind van het kalenderjaar. Actie 2 : Samen met de monitoren van de verschillende werkingen worden initiatieven op poten gezet die de toeleiding van nieuwe jongeren kan bevorderen. Actie 3 : Op een actieve manier streeft het stedelijk jeugdcentrum de diversiteit binnen de groep monitoren na door de opgebouwde contacten en kennissenkring te gebruiken om jongeren uit maatschappelijk kwetsbare groepen te stimuleren dergelijke vorming te volgen. . Actie 4 : De mogelijkheid om “vorming op maat” aan te bieden voor jongeren uit bepaalde kansengroepen (bv. anderstaligen, maatschappelijk kwetsbare jongeren) wordt in 2008 onderzocht. Hiertoe wordt contact opgenomen met vormingsorganisaties. In 2009 zou dit moeten leiden tot een vorming op maat (in Ronse of in de buurt). Actie 5 : Organisatie van gerichte vormingssessies voor monitoren (bv. EHBO-cursus)



64 331-01 Subsidies kadervorming 4.000 4.000 5.000 5.000

7 122-04 Vorming monitoren 500 500 500 500

56 332-03 Toelage inrichten (kader)vorming 500 500 500 500


4.8. De plaats van het Jeugdcentrum binnen het jeugd(werk)beleid

Structuur Onderstaand schema geeft een beeld van de activiteiten die het jeugdcentrum organiseert en de ondersteuning die het biedt op vijf verschillende domeinen.



SD 12 : Het jeugdcentrum is het aanspreekpunt voor kinderen, jongeren en ouders bij het zoeken van informatie, organiseren van evenementen, vrijetijdsbesteding etc. Operationele doelstelling 12.1. OD 12.1. : Het jeugdcentrum biedt de gepaste logistieke ondersteuning aan jeugdwerkinitiatieven en andere partners en profileert zich zo als “steunpunt” binnen het jeugdwerkveld.


Actie 1 : De acties beschreven in hoofdstuk 4.1.3. moeten er toe leiden dat jeugdwerkinitiatieven hun weg naar het jeugdcentrum (blijven)vinden (Zie hoofdstuk 4.1. : OD 1.2.) Actie 2 : Het jeugdcentrum begeleidt actief startende jeugdwerkinitiatieven in hun weg naar oprichting, uitbouwen van hun werking en (eventueel) aanvragen tot erkenning

Operationele doelstelling 12.2. OD 12.2. : Het jeugdcentrum is (meer en meer) een informatiebron voor kinderen, jongeren, ouders en partners uit het werkveld.

Actie 1 : Het jeugdcentrum verzamelt alle informatie die van belang is voor kinderen, jongeren, ouders en partners en stelt deze vrij ter beschikking. (Zie ook hoofdstuk 5.1. : OD 14.1.) Actie 2 : Daarbij neemt het jeugdcentrum een coördinerende rol op bij het scheppen van mogelijkheden tot het uitwisselen van informatie tussen jeugdwerkinitiatieven en/of partners. (Zie hoofdstuk 4.1. : OD 1.4.)

Operationele doelstelling 12.3. OD 12.3. : De lokalen van het jeugdcentrum worden ter beschikking gesteld voor de partners uit het jeugdwerkveld, vertrekkend vanuit een duidelijke visie en vastgelegde richtlijnen.

Actie 1 : Erkende jeugdwerkinitiatieven zijn bevoorrechte gebruikers van de lokalen van het jeugdcentrum. Binnen de verschillende gebruikersovereenkomsten van fuifzaal en polyvalente zaal worden de voorwaarden hiervan vastgelegd. Daarnaast werkt het jeugdcentrum een duidelijke leidraad uit voor het gebruik van de andere lokalen door derden. (Zie ook hoofdstuk 4.1. : OD 1.2.) (Zie ook hoofdstuk 4.5. : OD 9.3.) Actie 2 : Een goed onderhouden gebouw schept meer mogelijkheden voor de partners uit het werkveld. Het bepaalt bovendien ook mee het imago van het jeugdcentrum. Dit is dus een belangrijk aandachtspunt. Defecten worden zo snel mogelijk hersteld.


65 125-02 Benodigdheden gebouwen 2.000 2.000 2.000

66 125-06 Onderhoudswerken gebouwen 3.000 3.000 3.000

Operationele doelstelling 12.4. OD 12.4. : Profilering en bereikbaarheid van het Jeugdcentrum verbeteren.

Actie 1 : Ontwikkelen logo en huisstijl (voor vzw stedelijk jeugdcentrum). Actie 2 : Bewegwijzering naar Jeugdcentrum. Uiteraard kadert dit in een breder “bewegwijzeringsplan” van de stad Ronse waarbij ook andere diensten, openbare gebouwen, toeristische trekpleisters etc. in rekening dienen gebracht te worden.


67 122-04 Ereloon ontwerp logo en, huisstijl 1.000 1.000 1.000 1.000

68 125-06 Bewegwijzering, borden e.a. 2.000 2.000 2.000

Operationele doelstelling 12.5. OD 12.5. : Het jeugdcentrum is het aanspreekpunt voor jongeren en organisaties bij het organiseren van fuiven en evenementen. (Zie hoofdstuk 5.4. : “Fuifruimte”)


Operationele doelstelling 12.6. OD 12.6. : Het huidig personeelskader (5 FTE) staat in voor het bieden van de nodige ondersteuning, omkadering en aanbod aan activiteiten. Dit wordt aangevuld met 1 FTE (2 halftijdse) Buurtsportassisstent voor het uitbouwen van dit project.

Actie 1 : Behoud van de huidige personeelsformatie. Actie 2 : Afsluiten van een overeenkomst met Odice voor het detacheren van 1 FTE-medewerker met een specifieke opdracht naar de maatschappelijk kwetsbare jongeren (uit de buurt). NOTA : Deze detachering kadert binnen het Lokaal Sociaal Beleid in is ook opgenomen in het nieuwe Lokaal Sociaal Beleidsplan van de stad Ronse. Actie 3 : Aanwerving van twee halftijdse buurtsportassistenten niveau C (Zie ook hoofdstuk 4.4. : OD 6.3.)


69 111-01 Bezoldiging personeel 73.315 74.000 74.000

70 111-02 Bezoldiging Gesco’s 51.495 52.000 52.000

55 111-02 Bezoldiging Buurtsportassistenen 24.000 24.000 24.000 24.000

71 465-05 Premies Gesco’s 31.225 31.225 31.225

Operationele doelstelling 12.7. OD 12.7. : Gepaste omkadering en vorming voor het personeel garandeert een kwalitatieve werking en dienstverlening.

Actie 1 : Het lidmaatschap bij koepelorganisaties biedt de nodige ondersteuning, de mogelijkheid tot ervaringsuitwisseling en het leren kennen van “good practises”. Actie 2 : Vorming voor het personeel.


8 123-48 Lidgelden koepelorganisaties 1.200 1.200 1.200 1.200

72 123-17 Kosten vorming personeel 1.500 1.500 1.500


4.9. Inspraak en part ic ipatie



SD 13 : Kinderen en jongeren hebben reële kansen tot inspraak en participatie aan het jeugd(werk)beleid van de stad Ronse. Operationele doelstelling 13.1. OD 13.1. : Logistieke en financiële ondersteuning van de Stedelijke Adviesraad voor Jeugd

Actie 1 : Behouden van de jaarlijkse financiële toelage aan de Stedelijke Adviesraad voor Jeugd (= jeugdraad). Dit gebeurt na het indienen van het jaarlijks werkingsverslag Actie 2 : Logistiek ondersteunen van de jeugdraad door het gratis ter beschikking stellen van het materiaal van de uitleendienst en het gratis gebruik van de lokalen van het JC. Wanneer de aanvraag via het jeugdcentrum gebeurt, kan de jeugdraad ook gratis gebruik maken van het materiaal van de technische dienst, de lokalen in eigendom van de stad Ronse (zaal COC, Brouwerij De Keyser etc.), het voetbalveld Gamy, de informatiekanalen van de stad Ronse etc. Actie 3 : Het jeugdraad en het jeugdcentrum streven naar meer diversiteit binnen de jeugdraad. Hiervoor worden de netwerken van beide aangesproken.


73 332-03 Toelage jeugdraad 3.000 3.000 3.000 3.000

Operationele doelstelling 13.2. OD 13.2. : Het jeugdcentrum organiseert formele inspraakmomenten voor kinderen en jongeren bij activiteiten of projecten die zich richten naar kinderen.

Actie 1 : Bij het (her)inrichten van speelruimte zorgt het jeugdcentrum voor structurele inspraak van de gebruikers (kinderen en jongeren). Zo wordt bijvoorbeeld voor de invulling van het nieuwe stadspark binnen het stadsvernieuwingsproject “De Kloef” samen met Kind en Samenleving een inspraakproject uitgebouwd. Dit zal tevens de aanzet zijn voor het opstellen van een breed speelweefselplan. (Zie hoofdstuk 5.3. : OD 16.2.) Actie 2 : Binnen de leidingweekends voor monitoren (van de stedelijke jeugdwerkinitiatieven) zorgt het jeugdcentrum er voor dat er ook structurele momenten zijn waarop de deelnemers actief over de werking kunnen reflecteren en discussiëren. Deze kampmomenten zijn immers belangrijke inspraakmomenten en hefbomen bij het uitbouwen van een kwalitatieve werking. (Zie hoofdstuk 4.3. : OD 4.2.) Actie 3 : Binnen de acties rond jongereninformatie besteedt het jeugdcentrum de nodige aandacht aan de betrokkenheid van kinderen en jongeren, zowel wat inhoud als uitvoering betreft. (Zie hoofdstuk 5.1. : OD 14.1. en 14.2.)

Operationele doelstelling 13.3. OD 13.3. : Jongeren worden gestimuleerd en aangesproken om deel te nemen aan (bestaande) inspraakprojecten die in Ronse georganiseerd worden.


Actie 1 : het jeugdcentrum stimuleren jongeren of spreekt hen aan om deel te nemen aan inspraakprojecten zoals deze die aan bod gekomen zijn binnen het proces van de opmaak van dit Jeugdbeleidsplan. Bv. Grondrechtenboom, de toekomst van Ronse etc. Ook het deelnemen aan de Provinciale Kinderraad etc. kunnen als waardevolle inspraak- en participatiemomenten gezien worden.

Operationele doelstelling 13.3. OD 13.3. : Behouden van de klankgroep / clusters met het oog op een jaarlijks evalueren of bijsturen van de doelstellingen en acties van dit JBP.

Actie 1 : De cluster(s) worden jaarlijks één maal samen geroepen om het lopende beleidsplan kritisch te evalueren en eventueel suggesties te doen om het bij te sturen.

Operationele doelstelling 13.4. OD 13.4. : Jongeren worden gestimuleerd om initiatieven te nemen die hun vrijetijdsaanbod kunnen kleuren en vorm geven.

Actie 1 : Het jeugdcentrum stelt een toelage ter beschikking van jongeren die hun schouders willen zetten onder een muziekinitiatief. Dit kan “Garagerock” zijn, een plaatselijk rockfestivalletje , maar dit kan ook gaan naar een gelijksoortig initiatief. Binnen de jeugdraad wordt bekeken hoe hier rond een duidelijke richtlijn kan opgesteld worden en in welke mate ook de jeugdraad hiertoe kan bijdragen.


74 332-03 Toelage initiatieven (Garagerock e.a.) 1.000 1.000 1.000 1.000


5. Jeugdbeleid in Ronse

Dit tweede “verplichte” hoofdstuk is het meest vernieuwende aan het vernieuwde decreet, en toch ook weer niet. Met dit hoofdstuk “jeugdbeleid” wordt structureel vastgelegd dat “jeugd” heel wat ruimer is dan de “klassieke” jeugdverenigingen en het organiseren van activiteiten. Maar ook in het vorige jeugdwerkbeleidsplan was hier reeds aandacht voor, zij het niet zo expliciet. Voor het eerst staan hier echter ook financiële middelen tegenover. Als men er immers voor kiest in te spelen op de prioriteit, deze maal is dit “jeugdinformatie”, kunnen extra subsidies verkregen worden. Middelen die ook expliciet naar doelstellingen omtrent deze prioriteit moeten gaan. Ronse gaat graag in op deze prioriteit. Niet enkel om de “centen” maar nog veel meer omdat ook uit de verschillende bevragingen bleek dat “informeren”, “geïnformeerd worden” of “informatie vinden” belangrijke knelpunten blijven. Ook de Jeugdraad steunde deze keuze volmondig. Dit mag echter niet doen vergeten dat er nog heel wat andere interessante domeinen zijn die onder de noemer “jeugdbeleid” vallen. Denk maar aan mobiliteit en verkeersveiligheid, kindvriendelijke openbare ruimtes etc. Er dienden echter keuzes gemaakt te worden. Op basis van de bevragingen en in samenspraak met de Stedelijke Adviesraad voor Jeugd werd gekozen voor “speelruimte” en “fuifruimte” als bijkomende onderdelen van dit hoofdstuk. Tot slot is er ook nog een onderdeel over “samenwerkingsverbanden” omdat Ronse de voorbije jaren, los van de decretale verplichtingen, hier reeds werk van probeert te maken.

5.1. Jongereninformatie



SD 14 : Jongeren krijgen en vinden via de best passende kanalen de informatie die ze zoeken, nodig hebben of voor hen van belang is. Operationele doelstelling 14.1. OD 14.1. : Kinderen en jongeren worden gericht en via de gepaste kanalen geïnformeerd over het stedelijk vrijetijdsaanbod en over onderwerpen die van belang zijn voor de leefwereld van kinderen en jongeren. Voor de jongste kinderen verloopt deze communicatie (deels) via de ouders.

Actie 1 : Een nieuwe (gemeenschappelijke) folder van de diensten “Jeugd”, “Sport”en “Cultuur” verzamelt drie maal per jaar het aanbod naar kinderen en jongeren. Deze informatie wordt daarbij niet (meer) gebundeld vanuit de structuur van “diensten” maar vanuit de behoefte van de doelgroepen/ gebruiker / lezer. Hierbij wordt regelmatig het concept geëvalueerd en (indien nodig) aangepast. Actie 2 : Samenwerking en afspraak met scholen omtrent het plaatsen van info-kiosken in de scholen, waarbij de stedelijke diensten op één locatie affiches en flyers ter beschikking kunnen stellen. Eventueel kan dit uitgebreid worden naar andere strategische plaatsen. Met technische scholen kan samen gezeten worden om te zien in welke mate deze infozuilen onderwerp kunnen zijn van een praktische proef en/of eindwerk. (Zie hoofdstuk 4.1. : OD 1.2.) Actie 3 : Eén brochure bundelt alle subsidiemogelijkheden voor jeugdwerkinitiatieven. (Zie hoofdstuk 4.1. : OD 1.2.)


Actie 4 : Het luikje “jeugd” op de vernieuwde website wordt regelmatig geüpdatet. Actie 5 : Het jeugdcentrum verzamelt alle informatie die van belang is voor kinderen, jongeren, ouders en partners en stelt deze vrij ter beschikking. (Zie hoofdstuk 4.8. : OD 12.2.)

Nr. 761/ Omschrijving 2008 Subs. / JIF Ma. Kw. 2009 2010

75 123-02 Promomateriaal jeugdcentrum 1.500 1.500 1.500 1.500

76 123-02 Nieuwe initiatieven jongereninformatie

2.000 2.000 2.000 2.000


77 124-02 Materiaal jongereninformatie 2.500 2.500 2.500 2.500

Operationele doelstelling 14.2. OD 14.2. Kinderen en jongeren krijgen kanalen aangereikt om hun boodschap uit te dragen (naar elkaar). Kinderen en jongeren zijn hierbij rechtstreeks betrokken.

Actie 1 : Een jeugdbladzijde in “INzicht”geeft (één maal per jaar) een speelse toets aan dit gemeentelijke infoblad. Hiervoor wordt (tijdens de zomermaanden) een redactie van kinderen gevormd. Dit moet resulteren in een frisse, leuke pagina met nieuws van en voor jeugd.. Actie 2 : Het jeugdcentrum wil samen met de jeugdraad een lans breken voor “openbare aanplakzuilen” in de stad. Niet enkel de jeugdverenigingen, maar een breed middenveld zouden hierdoor efficiënter publiciteit kunnen maken zonder het straatbeeld te bezoedelen met wildgeplakte affiches. Nu is hier absoluut nood aan. Actie 3 : Jeugdwerkinitiatieven kunnen na overleg gebruik maken van de gemeentelijke infokanalen voor het aankondigen van “open” activiteiten. Actie 4 : Samen met de jeugdraad gaat het jeugdcentrum op zoek naar een geschikte manier / medium om info te verspreiden onder jeugdwerkinitiatieven. Uiteraard zal zowel voor de inhoudelijke inbreng als het uitvoeren van deze actie inbreng nodig zijn van de betrokken actoren, zijnde de jeugdwerkinitiatieven en individuele jongeren. (Zie hoofdstuk 4.1. : OD 1.4.)



77 124-02 Materiaal jongereninformatie 2.500 2.500 2.500 2.500

Operationele doelstelling 14.3. OD 14.3.: Het jeugdcentrum investeert mee in het project “Computerruimtes” van de wijkcentra.

Actie 1 : Het jeugdcentrum werkt samen met de wijkcentra aan het realiseren van het project “Computerruimtes”. Aan de hand van een overeenkomst ondersteunt het jeugdcentrum dit project financieel. Het jeugdcentrum bewaakt hierbij dat de aangereikte middelen onder meer besteed worden aan vormingen (gericht naar jonger) en dat de ruimtes ook open zijn op “jeugdvriendelijke uren”.


78 332-03 Toelage “computerruimtes” 3.000 3.000 3.000 3.000


Operationele doelstelling 14.4. OD 14.4. : De uitbouw van een JIP en/of JAC wordt mee ondersteund en onderzocht.

Actie 1 : Het jeugdcentrum gaat samen met de partners uit het sociale jeugdwerkveld na welke noden en/of mogelijkheden er zijn voor het oprichten van een officieel JIP of JAC. Uiteraard dient dit te kaderen binnen een breder Lokaal Sociaal Beleid en zullen hier nog andere partners een rol in te vervullen hebben. NOTA : In het Lokaal Sociaal Beleidsplan van Ronse werd deze doelstelling ook opgenomen in het kader van het luikje opvoedingsondersteuning.

Operationele doelstelling 14.5. OD 14.5. : Jongeren die met vragen zitten rond “jobstudenten” vinden in het jeugdcentrum een luisterend oor en worden gericht doorverwezen.

Actie 1 : Het jeugdcentrum blijft op de hoogte van de wetgeving rond vrijwilligers / jobstudenten en verzamelt de nodige info. Actie 2 : Inspelend op de noden en behoeften organiseert het jeugdcentrum toeleidingssessies naar de werkwinkel. Hierbij wordt in kleine groepjes de stap gezet naar de werkwinkel. Eventueel kan zelfs gekeken worden in welke mate het mogelijk is dat trajectbegeleiders van de werkwinkel geen wekelijks moment in het jeugdcentrum aanwezig kunnen zijn.


5.2. Geïntegreerd jeugdbeleid

Investeren in samenwerking en overleg Het Jeugdcentrum heeft de afgelopen jaren geïnvesteerd in netwerken en zich weten te profileren als een gesprekspartner binnen het brede veld van jeugdbeleid. Het jeugdcentrum probeert hierbij ook een actieve partner te zijn en werkt mee aan heel wat projecten. Zo was er de samenwerking rond DOR (Drugoverleg Ronse) met partners uit de preventiesector, het project “Ronse Wereldstad” met partners op het vlak van integratie en diversiteit, de aanwezigheid binnen het overleg rond de Speel-o-theek, het lokaal overleg kinderopvang etc. Ook het eigen project “Buurtsport” kan hier als voorbeeld aangehaald worden. Het jeugdcentrum streeft hierbij immers een nauwe samenwerking met sport, integratie en wijkwerking na. Ook op andere beleidsdomeinen bewoog er de voorbije jaren heel wat. Zo was er de bouw van de nieuwe sporthal, die een hele stimulans betekent voor het sportgebeuren in Ronse. Iets wat ook de jeugd zeker ten goed komt. Ook de bouw van een nieuw Cultuurcentrum, met in een eerste fase een nieuwe Academie voor Artistieke Vorming, krijgt steeds meer concrete vorm. Ronse beschikt daarnaast over een vrij uitgebreide sociale kaart op het vlak van “leren en werken”, “geestelijke gezondheidszorg”, “kinderopvang”, “minderheden”, “etc.. Daarbij ook heel wat diensten die zich (volledig) naar kinderen en jongeren richten. (Een volledige opsomming is terug te vinden in de stadsgids “Ronse uw stad” of via de website van de provincie Oost-Vlaanderen.) Zo zijn er in Ronse heel wat instellingen of voorzieningen voor bijzondere jeugdzorg. De samenwerking binnen “JoWe” werd al eerder aangehaald. Twee personeelsleden van het jeugdcentrum zijn ook lid van de “Preventiecel” van het Comité Bijzondere Jeugdzorg van het arrondissement Oudenaarde. Tot slot is het jeugdcentrum ook op bovenlokaal en intergemeentelijk vlak actief. Er wordt meegewerkt aan provinciale initiatieven zoals “Spruitenbal” en deelgenomen aan overlegorganen op provinciaal niveau. Ook is de jeugdconsulent van Ronse vertegenwoordiger voor Oost-Vlaanderen binnen de Algemene Vergadering van VVJ (Vlaamse Vereniging Jeugddiensten).

Vaststellingen en evoluties Het is duidelijk dat het jeugdcentrum sinds enkele jaren bij heel wat verschillende overlegorganen en projecten betrokken wordt. Het groeit daarbij uit tot een volwaardige gesprekspartner en meer en meer wordt een beroep gedaan op de kennis of expertise die binnen het jeugdcentrum aanwezig is. In de mate van het mogelijke probeert het jeugdcentrum aan deze vraag te beantwoorden en haar positie binnen bestaande netwerken te versterken. Toch is het ook van belang dat hierbij de eigen prioriteiten en missie duidelijk bewaakt worden. Overleg en samenwerking, hoe boeiend ook, kosten immers vaak heel wat tijd. Een keuze is soms nodig. Het is echter duidelijk dat door de gelijklopende beleidsplanning voor “Cultuur”, “Sport” en “Jeugd”, en de er regiegroep die daartoe opgericht werd, er een verhoogde aandacht is voor samenwerking binnen deze domeinen. Daarmee kreeg de evolutie die reeds aan de gang was een vernieuwd elan. Zeker voor de belangen van kinderen en jongeren schept dit nieuwe kansen waar vanuit het jeugdcentrum moet op ingespeeld worden! Dat Buurtsport binnen het nieuwe “Sportbeleidsplan” een ruime rol krijgt toebedeeld en dat “gezinnen en kinderen” als prioritaire doelgroep aangeduid worden binnen het “Cultuurbeleidsplan” kunnen dit proces enkel versterken! Maar ook op andere vlakken liggen nog veel mogelijkheden. Zo is het jeugdcentrum vragende partij voor structurele samenwerking met de “Technische Dienst” en “Wonen en Bouwen” (dienst ruimtelijke ordening) rond het thema “speelruimte”. Zowel voor het onderhoud van de bestaande


speelruimte als het creëren van (speel)ruimte en aandacht voor jongeren binnen het publieke domein is nauwe samenwerking nodig. (Meer daarover in het volgende hoofdstuk.) Ook op het vlak van buitenschoolse kinderopvang lijkt wat te bewegen. De eerste stappen zijn gezet in het overleg omtrent een gemeenschappelijke locatie voor speelpleinwerking, kinderdagverblijf en buitenschoolse kinderopvang. (Zie hoofdstuk 4.3. : OD 2.2.) Wordt ongetwijfeld vervolgd…



SD 15 : Het jeugdcentrum is een gesprekspartner en actieve speler in heel wat samenwerkingsverbanden binnen het brede domein jeugdbeleid Operationele doelstelling 15.1. OD 15.1. : Het jeugdcentrum werkt samen met andere stadsdiensten (en op andere beleidsdomeinen) voor het realiseren van projecten waarbij “jeugd” een doelgroep is.

Actie 1 : Samenwerking met dienst cultuur op het vlak van programmatie naar kleuters toe , maar ook wat betreft een educatief kunstaanbod. Binnen het Cultuurbeleidsplan zijn gezinnen, en bij uitbreiding dus jeugd, trouwens een prioritaire doelgroep. Actie 2 : Samenwerking met de dienst sport op het vlak van Buurtsport voor het inrichten en promoten van activiteiten en het verhogen van de toegankelijkheid van het sportaanbod naar kansengroepen toe. NOTA : Deze actie komt uitgebreid aan bod in een aantal doelstellingen binnen het Sportbeleidsplan 2008 – 2013 van de stad Ronse. Actie 3 : Ook wat betreft het inschrijven voor activiteiten van sporten/of jeugddienst wordt gekeken welke samenwerking mogelijk is. Op deze manier zou voor sommige ouders het heen en weer rijden tussen beide locaties kunnen vermeden worden. Actie 4 : Samenwerking op het vlak van het gebruik van de verschillende uitleendiensten van de stedelijke diensten cultuur, sport en technische dienst (Zie ook hoofdstuk 4.1. : OD 1.3.) Actie 5 : Samenwerking met de preventiedienst door een actieve inbreng binnen DOR (DrugOverleg Ronse), het overleg rond jongerencoaches, etc. Actie 6 : Samenwerking met technische dienst, ruimtelijke ordening en de dienst “wonen en bouwen” omtrent de plaats van speelruimte in de publieke ruimte, het onderhoud en herstellingen van speelruimte etc. (Zie ook hoofdstuk 5.3. : SD 16.1.) Actie 7 : Samenwerking met de dienst integratie voor het realiseren van interculturele projecten.

Operationele doelstelling 15.2. OD 15.2. : Samenwerking met partners in het lokale (sociale) werkveld.

Actie 1 : Er wordt vanuit het jeugdcentrum gezocht naar een structurele manier om met het OCMW samen te werken rond “maatschappelijke en culturele participatie”. De financiële mogelijkheden die het OCMW biedt voor haar “cliënten” wordt zo goed mogelijk kenbaar gemaakt. Actie 2 : Het jeugdcentrum tast actief de mogelijkheden af rond het concept “Brede School”. Hiertoe wordt met scholen samen rond de tafel gezeten om bijvoorbeeld in het kader van Buurtsport of Sport na School gebruik te maken van hun accommodatie en infrastructuur. (Zie Hoofdstuk 4.4. OD 6.2.)


Actie 3 : Het jeugdcentrum engageert zich in samenwerkingsverbanden en overleg waar de belangen van kinderen en jongeren kunnen of moeten behartigd worden. Bijvoorbeeld :

- lokaal overleg kinderopvang - stedelijke welzijnsraad Ronse - lokaal drugoverleg (DOR) - stuurgroep speel-o-theek - OZO (overleg Oost-Vlaamse jeugddiensten)

Actie 4 : Wanneer projecten passen binnen de doelstellingen en missie van het jeugdcentrum en er daartoe de nodige tijd en ruimte is werkt het jeugdcentrum projectmatig samen met :

- Buurt- en opbouwwerk Ronse (RISO Oost-Vlaanderen) - RAVIS (overleg etnisch culturele minderheden) - Vrolijke Kring (vereniging waar armen het woord nemen) - Odice (Ronse) : lokaal diversiteitscentrum

Operationele doelstelling 15.3. OD 15.3. : Bovenlokale samenwerking met andere jeugddiensten aanhalen of voortzetten.

Actie 1 : Medewerking aan provinciale initiatieven zoals Spruitenbal. Actie 2 : Voortzetten van de gemaakte afspraken rond het gebruik van de uitleendienst (door erkende jeugdwerkinitiatieven) van andere gemeenten. Wanneer deze aanvragen via de betreffende jeugddienst verloopt kunnen ook zij aan dezelfde voorwaarden van de Ronsese jeugdwerkinitiatieven gebruik maken van het materiaal.

Operationele doelstelling 15.4. OD 15.4. : Het jeugdcentrum bouwt voort aan netwerken die de belangen van kinderen en jongeren kunnen behartigen en ondersteunen.

Actie 1 : Het jeugdcentrum investeert in het uitbouwen of onderhouden van netwerken binnen het (sociale) jeugdwerkveld. Actie 2 : Jaarlijkse nieuwjaarsreceptie voor de partners uit het brede jeugd(werk)veld.


34 123-16 Representatiekosten 1.110 1.110 1.110


5.3. Speelruimte(plan)

5.3.1. Het strategisch plan door een kinderbril Het strategisch plan van de stad Ronse bestaat uit drie delen, namelijk wonen, vrije tijd en werken. Vooral binnen de eerste twee strategische doelstellingen kunnen enkele afleidingen gemaakt worden die belangrijk zijn voor kinderen en jongeren en meer bepaald ruimte voor jeugd en speelruimte. Strategische doelstellingen rond wonen. De Stad Ronse wil een voorbeeld zijn van nieuwe stedelijkheid. Een van de aandachtspunten hierbij is het realiseren van een kwalitatieve publieke ruimte opdat de mensen kansen zouden hebben elkaar vaker te ontmoeten. Infrastructuren voor voetgangers, fietsers, skeelers, skaters en groen in het straatbeeld moeten een prominente plaats innemen en met inspraak van de gebruikers ingericht worden. Een andere factor is het terug dringen van het autoverkeer ten voordele van verkeersveiligheid, rust, langzaam verkeer en openbaar vervoer, maar ook de publieke ruimte vrijwaren van geparkeerde auto’s. De bovengenoemde strategische doelstellingen zullen gerealiseerd worden via volgende maatregelen: Ten eerste zijn er de stadsvernieuwingsprojecten De Kloef/Nieuwe Leie, waaronder de inplanting van een nieuw park (stadstuin) als knoop van zachte verkeersstromen, zachte recreatie en ontmoeting Ten tweede zullen de verschillende stadsparken heraangelegd worden tot stadstuinen met een grote belevingswaarde waar het aangenaam vertoeven is. Dit moet leiden tot een netwerk van groene ruimtes die in onderling ruimtelijk en functioneel verband staan. Ten derde wordt er werk gemaakt van voorzieningen en activiteiten die ontmoeting en sociale contacten bevorderen zowel op niveau van de stad als van de wijk en dit voor alle leeftijden. De bibliotheek krijgt een bijkomende ontmoetingsrol. Ten vierde zal er werk gemaakt worden van het stimuleren van alternatief vervoer in het stadscentrum, met dan vooral aandacht voor de fietsers, voetgangers en het openbaar vervoer. Als vijfde en laatste belangrijke maatregel in functie van de kindgerichtheid rond wonen wil de Stad Ronse een geheel van acties opzetten om van Ronse een nette stad en veilige stad te maken. Strategische doelstellingen rond vrije tijd. Op vlak van vrije tijd wil Ronse score via een aantal speelpunten op de domeinen natuur, cultuur, sport en toerisme.

• Op het domein ‘natuur’ zijn de vernieuwingsprojecten als De Kloef en de Nieuwe Leie de voornaamste speerpunten, naast het park De Malander en de te vernieuwen stadsparken die een grote belevingswaarde aangemeten krijgen.

• Op het domein ‘cultuur’ krijgt het vernieuwingsproject de Nieuwe Leie een centrale en dynamiserende rol toebedeeld. Bij de uitwerking van het project zal de aandacht in hoofdzaak uitgaan naar gezinnen als doelgroep. Dit betekent dat zowel in het gebouw als de inrichting ervan, als in programma en activiteiten aandacht besteed wordt aan verschillende leeftijdsgroepen en gelijktijdige activiteiten. Zo zal de stedelijke academie verder uitgebouwd worden en draagt deze bij tot een zinvolle vrijetijdsbesteding voor meer kinderen en jongeren.

• Op het domein ‘toerisme’ zijn er de reeds aanwezige jeugdlogies als sterke troef. Daarnaast zijn er nog een aantal mogelijkheden om spoorwegbermen en jaagpaden om te bouwen naar een netwerk van zachte recreatie en te komen tot een grensoverschrijdende verbinding voor zwakke weggebruikers.

• Op het domein ‘sport’ is er de nieuwe sportzone en vooral, een nieuwe sporthal.


De vaststelling kan gemaakt worden dat de publieke ruimte een groot aantal functies moet vervullen en er vele potentiële gebruikers zijn. Dit plan wil de aandacht erop vestigen dat werken aan een kindgerichte publieke ruimte tegelijkertijd werken is aan een kwaliteitsvolle publieke ruimte voor iedereen. Dit zijn geen twee aparte begrippen. Kinderen en jongeren zijn, naast volwassenen en op gelijke voet met die volwassenen, frequente gebruikers van die publieke ruimte. (In Ronse is ongeveer een derde van de bevolking jonger dan 25 jaar.) Vanuit dit standpunt is het wenselijk dat die publieke ruimte mede ingericht wordt op maat van kinderen en jongeren en dat ze daarnaast ook betrokken partij worden bij de inrichting van de publieke ruimte.

5.3.2. Gegevensverzameling Gegevens van bevolkingsdichtheid en woontypologie Ronse wordt gekenmerkt door een compacte stadskern, omgeven door open groene ruimte. Dit wordt ondermeer aangetoond door volgende cijfers. Op 31 december 2006 bedroeg de oppervlakte van het totale grondgebied 3453ha47a of 34,5 km² en telde Ronse 24.424 inwoners. Indien er echter een cirkel getrokken wordt rond de stadskern, dan geeft dit volgende cijfers: een oppervlakte van 949ha83a of 9,49 km² en 19.721 inwoners. Anders gezegd: op ¼ van het grondgebied woont er 81% van de Ronsese bevolking. De bevolkingsdichtheid van Ronse is uitzonderlijk hoog, namelijk 695 inwoners per km² terwijl dit in Oost-Vlaanderen 463 inwoners per km² bedraagt. Die bevolkingsdichtheid is geheel te wijten aan de hoge dichtheidsgraad van de stadskern, namelijk 2.078 inwoners per km². Indien de manier van wonen onder de loep genomen wordt, dan woont ongeveer 46,25% van de bevolking in een gesloten ééngezinswoning. Nog eens 8,91% woont in een appartement of studio. Doorgaans hebben dit soort woningtypes weinig ruimte in en om het huis, zodat de bewegings- en speelruimte heel beperkt is. In de stadskern lopen deze cijfers zelfs op tot 65,36%, respectievelijk 53,70% in een gesloten woning en 10,66% in een appartement of studio. De verwerking van deze gegevens op de kaart van Ronse leidt tot volgend resultaat. (Afbeelding 1) Het grondgebied van Ronse wordt ingedeeld in statistische sectoren volgens het Nationaal Instituut voor Statistiek. Per sector wordt er weergegeven hoeveel jongeren (< 19 jaar) in dat gebied wonen en de kleur van de sector duidt de bevolkingsdichtheid aan. De sectoren als Prinskouter, Broeke en Marijve springen hierbij in het oog. De cirkel geeft de stadskern weer. Er is geopteerd voor die bundeling van sectoren omwille van hun ligging in het centrum van het totale grondgebied, maar ook in functie van de toekomstige woninguitbreidingen. Vooral naar het zuiden toe zijn er nogal wat verkavelingen gepland. Gegevens over speelruimte > Speelruimte, een begripsomschrijving ‘Speelruimte’ kan op vele manieren begrepen worden. Veelal wordt in eerste instantie gedacht aan speelpleintjes. Dit zijn duidelijk afgebakende gebieden en deze gebieden worden specifiek ingericht voor kinderen, vaak met allerlei speeltoestellen. Speelruimte wordt in dit geval begrepen als fysieke ruimte. De speelruimte moet daarbij beantwoorden aan de basisvoorwaarden voor bespeelbaarheid, namelijk betrokkenheid, veiligheid, bereikbaarheid, herbergzaamheid en herkenbaarheid en de samenhang tussen al deze elementen. Het realiseren van deze fysieke ruimte gebeurt doorheen vele beleidssectoren zoals huisvesting, ruimtelijke ordening, onderwijs, sport, milieu, mobiliteit, … Een tweede aspect van speelruimte is de psychische ruimte. Zo is er de laatste tijd veel commotie omtrent ‘overlast’ door spelende kinderen. Indien kinderen en jongeren echter enkel “getolereerd”


worden op de daartoe ingerichte ruimtes, worden deze een soort “reservaat” waarbuiten niet kan gespeeld worden. Uiteraard kan dit niet de bedoeling zijn. Bovendien moet zowel bij de fysieke speelruimte als de psychische speelruimte rekening gehouden worden dat jeugd een begrip is dat vele ladingen dekt. Zo is er het jeugdwerk, de niet-georganiseerde jongeren, verschillende leeftijdscategorieën, verschillende doelgroepen, een verschillende actieradius van kinderen en jongeren, …. Daarnaast is het belangrijk dat kinderen en jongeren betrokken worden bij enerzijds het beleid omtrent speelruimte en anderzijds de inrichting van de ruimte. Ook in deze fasen moeten kinderen en jongeren verweven worden met ruimte. > een speelweefselconcept Kinderen en jongeren spelen altijd en overal. Spelen is eigen aan hun leeftijd en zij spelen zeker niet enkel en alleen op de daartoe ingerichte speelplekken. Zij zijn evenzeer medegebruiker van de algemene publieke ruimte bv. om zich te verplaatsen naar de speelpleintjes of naar de school, maar evenzeer om er elkaar te ontmoeten. Naast de formele speelruimten en de specifieke kindvoorzieningen (bv. Scholen) zijn er dus ook heel wat informele speelruimten aanwezig in de stad. Bovendien verplaatsen kinderen en jongeren zich vlot van de ene plaats naar de andere. Daarom is het belangrijk dat er ook bij de inrichting van de verbindingen aandacht besteed wordt aan bovengenoemde voorwaarden met betrekking tot bespeelbaarheid van de publieke ruimte. Zo ontstaat er een ruimtelijk netwerk met een samenhangende structuur, een weefsel. Het gebruik maken van de publieke ruimte gebeurt in verschillende stappen. Het netwerk heeft verschillende niveaus. Uit studies blijkt dat de actieradius van kinderen en jongeren toeneemt met de leeftijd. Dit evolueert van het deurportaal over de straat tot de volledige stad. Deze actieradius stemt overeen met de verschillende niveaus op het vlak van ruimtelijke planning, namelijk van de woontypologie, over de inrichting van de openbare weg tot stadsplanning. Dit weefsel duidt ook op de verwevenheid van activiteiten en functies. Zoals eerder reeds vermeld, zijn kinderen en jongeren geen geïsoleerde groep in het sociale verkeer. Heel wat van hun activiteiten zijn identiek aan die van volwassenen (bv. sporten winkelen, babbelen, …), alleen hebben die een meer ‘speels’ karakter. Het weefsel houdt ook in dat speelweefsel geen op zich staande planning is, maar best kan ingepast worden bij de planning van de publieke ruimte. Formele speelplekken in Ronse In dit deel wordt er gefocust op de formele speelplekken te Ronse, namelijk welke speelpleinen zijn er reeds aanwezig en wat is de gewenste situatie. Onder formele speelplekken worden verstaan: plaatsen die specifiek ingericht zijn voor kinderen en jongeren zoals speelpleintjes, skateparken, speelbos, …. > Huidig aanbod Ronse beschikt op dit moment over 7 vrij toegankelijke speelplekken, namelijk speelpleintjes aan de Beekstraat, de Bredestraat, de sportzone en in de wijk Stookt en 2 skateparken, respectievelijk op de Ferrantparking en de sportzone. Bijkomend is er in het Muziekbos is er speelzone, waar vrij kan gespeeld worden. Je hoeft er met andere woorden niet op de paadjes te blijven. Deze speelplekken hebben verschillende functies. De speelpleintjes aan de Beekstraat, de Bredestraat en in de Stookt zijn wijkgericht. Zij bedienen in eerste instantie de nabijgelegen wijken als Ledeganckstraat-Vanbeverenplein, Ninovestraat en Marijve, en de Stookt. Het speelpleintje aan de sporthal heeft eerder een transitfunctie. Kinderen en jongeren spelen er in afwachting van het begin van de sportactiviteit of van de ouders die de kinderen komen ophalen. De skateparken bedienen dan weer een specifieke groep jongeren.


Indien de actieradius van kinderen gekoppeld wordt aan de wijkgerichte speelpleintjes, dan vallen volgende zaken op (Afbeelding 1) Afbeelding 1 : Formele speelplekken (wijkgericht) gekoppeld aan de actieradius van kinderen

Ten eerste situeren deze pleintjes zich vooral in het oostelijke deel van de stadskern van Ronse. Aan deze kant raken de verschillende cirkels (= actieradius) elkaar min of meer, wat inhoudt dat kinderen en jongeren uit deze buurten op een speelplek terecht kunnen binnen hun normale verplaatsingspatroon. Dit houdt meteen in dat kinderen en jongeren uit het noordwestelijke deel binnen hun actieradius niet terecht kunnen op een speelpleintje in de buurt. Ten tweede liggen net in het noordwestelijke deel van de stadskern de dichtstbevolkte wijken van Ronse. Net daar is er een gebrek aan formele speelruimte. Bovendien zijn in de Prinskouter en in Broeke respectievelijk 77% en 46% gesloten woningen, type arbeiderswoningen. Rond en in die huizen is er weinig ruimte om te spelen. De weinige open ruimte die er is, is private eigendom zoals Domein St.-Hubert en Park Lagache. De koer van het jeugdcentrum biedt nog enig soelaas. > Gewenste situatie Rekening houdend met de bevolkingsdichtheid, de fysieke barrières voor kinderen en jongeren en hun actieradius, is het wenselijk dat er in het noordwestelijke deel van de stadskern actief werk gemaakt wordt van het creëren van publieke ruimte en meer in het bijzonder het realiseren van

Wijkgericht speelplein met speeltoestellen: Beekstraat, Bredestraat, Stookt Actieradius kinderen 6-12 jaar: 400m Actieradius kinderen + 12 jaar: 1000m


formele speelplekken. Zodoende hebben alle kinderen en jongeren uit de stadskern van Ronse in hun buurt ruimte om te spelen. Er ontstaat op die manier een aaneensluiting van formele speelplekken of een speelgordel. Door ook aandacht te hebben voor de kindgerichtheid van de verbindingen tussen deze speelplekken in wordt het speelweefsel een feit.

5.3.3. Vaststellingen en behoeften Aan de hand van eerder genoemde inspraakprojecten wordt een beeld geschetst over de vaststellingen en behoeften aan speelruimte in Ronse. Ook de bezoeker komt aan het woord… 1) Ronse, mijn toekomst (Project schoolgaande jeugd 12-jarigen) In oktober 2006 organiseerde JCI een netoverschrijdende, actieve bevraging onder de 12-jarige schoolgaande jeugd. Het project was klassikaal gericht en kreeg als titel “Hoe moet Ronse er binnen 6 jaar uitzien? Wat is jullie toekomstdroom voor Ronse?” Het meest genoemde antwoord was de vraag naar een groot speelpark. Velen bouwden het Bruulpark om tot een fantastische speeltuin. Hun vraag was ook om meer speeltoestellen te hebben in de stad, evenals een pretpark en meer sportvelden. Op de vierde plek kwam de vraag naar groene ruimte. 2) Bevraging naar de sociale grondrechten door Riso Oost-Vlaanderen Riso Oost-Vlaanderen organiseerde in het kader van het Lokaal Sociaal Beleid een heel brede bevraging onder de Oost-Vlaamse bevolking. De bevraging ging over de sociale grondrechten zoals sociale zekerheid, arbeid, gezondheid, sociale bijstand, juridische bijstand, wonen, gezond leefmilieu, culturele en maatschappelijke ontplooiing en onderwijs. Voor Ronse werden voornamelijk allochtone jongeren bevraagd tussen 16 en 18 jaar via een gerichte steekproef. Indien de verwachtingen van deze groep onder de loep genomen worden, valt vooral de vraag naar meer activiteiten op. Zij willen een ruimer aanbod, ook op zondag. Daarnaast zouden zij ook graag meer groen hebben in de stad. 3) Project voetbalkooi Tijdens de zomer van 2006 werd een mobiele voetbalkooi op 14 verschillende plekken in de stad geplaatst gedurende 3 tot 4 dagen. Kinderen en jongeren konden vrij voetballen zonder zich vooraf te moeten inschrijven of te moeten betalen. Vanuit de jeugddienst werd dit project nauw opgevolgd om ten eerste te peilen naar de waarde van dit initiatief, maar ten tweede ook als aanleiding om met de jongeren te praten. De vraag naar ‘meer van dat soort activiteiten’ komt sedertdien regelmatig terug. De voetbalkooi staat hierbij symbool voor een laagdrempelige, vrij toegankelijke infrastructuur. Uit de gesprekken met de jongeren bleek ook de veelvuldige vraag naar een permanent, omheind voetbalveldje. Het moet wel centraal gelegen zijn, maar ze willen toch het gevoel hebben er hun ‘eigen ding’ te kunnen doen. Op sommige plaatsen vroegen ze ook naar meer speelruimte in hun buurt. Een andere vaststelling is de vraag naar meer aanbod (bv. wijktornooitjes in de kooi), maar bij verdere navraag bleek vaak ook dat ze niet op de hoogte zijn van het bestaande aanbod. 4) Bezoekers stad Ronse Bezoekers van de stad Ronse vragen ook naar speelruimte. Ongeveer wekelijks krijgt de toeristische dienst die vraag aan de balie. Uiteraard vooral door gezinnen met kinderen, maar ook grootouders die met de kleinkinderen op uitstap gaan. Dit speelplein moet gezien worden als een verblijfsruimte (park) met een breed assortiment aan speeltoestellen. Voorlopig worden deze mensen naar het speelplein van de jeugdherberg De Fiertel gestuurd. Deze jeugdherberg ligt op de uiterste rand van Ronse, waardoor de bezoekers het centrum van de stad verlaten. Een groot centraal gelegen speelplein met verblijfskarakter is op toeristisch vlak een meerwaarde en zou zelfs gezinnen uit naburige gemeenten naar Ronse kunnen lokken. Binnen het Toeristisch Beleidsplan (in opmaak) is dit eveneens een doelstelling die naar voor geschoven wordt.


5.3.4. Doelstellingen en acties


SD 16 : Kinderen en jongeren beschikken in (een dichtbevolkte stad als) Ronse over aangepaste en voldoende speelruimte. Operationele doelstelling 16.1. OD 16.1. : De bestaande formele speelruimte voldoet aan de geldende normen en wetten betreffende de veiligheid en de bestaande speelruimte wordt onderhouden, uitgebouwd en verfraaid.

Actie 1 : Het stadsbestuur engageert zich om de speelpleinen, waarvan het eigenaar is, om minimaal de normen van kwaliteit en veiligheid te hanteren, zoals die beschreven staan in de KB’s op de uitbating van speelpleinen en de veiligheid van speeltoestellen. Daartoe kan eventueel samengewerkt worden met een externe partner voor het opmaken van een risicoanalyse, het opmaken van een logboek en het uitvoeren van de periodieke controle. Actie 2 : De jeugddienst neemt de coördinatie waar voor het onderhoud, de uitbouw en de verfraaiing van de speelruimte. Voor de realisatie daarvan zal samengewerkt worden met verschillende diensten zoals groendienst, technische dienst, maar ook ruimtelijke ordening enz. Actie 3 : De jeugddienst staat in voor het onderhoud en de verdere uitbouw van speelruimte voor specifieke doelgroepen (bv. skaters, dirt-jump) (Zie ook hoofdstuk 4.6. : SD 10)


79 124-02 Materiaal onderhoud en herstel 3.000 3.000 3.000 3.000

80 124-12 Nazicht en controle speeltoestellen 2.500 2.500 2.500

66 125-06 Onderhoudswerken jeugdcentrum 3.000 3.000 3.000

Operationele doelstelling 16.2. OD 16.2. : In 2008 ontwikkelt de jeugddienst een speelweefselplan en legt dit als princiepsnota voor aan het schepencollege en betrokken diensten.

Actie 1 : Onder de regie van Kind & Samenleving zal de jeugddienst, in samenwerking met alle betrokken diensten, een speelweefselplan opmaken. Het speelweefselplan handelt niet enkel over de formele speelplekken, maar maakt een scan van de kindgerichtheid van alle plaatsen en de verbindingen die door de jeugd bezocht en gebruikt worden, zoals school, bibliotheek, zwembad, speelpleintjes, …. Dit plan zal bestaan uit een inventaris van de huidige situatie, een swot-analyse op die inventaris en een voorstel van de gewenste situatie. In dit proces worden ook actief kinderen en jongeren betrokken. Actie 2 : Het opstarten en regelmatig bijeenroepen van een overleggroep in functie van het opmaken en het uitvoeren van het speelweefselplan. In deze overleggroep zijn alle betrokken diensten aanwezig zoals ruimtelijke ordening, mobiliteit, milieu, technische dienst, groendienst, sportdienst, maar ook bijvoorbeeld onderwijs, buurtwerking, …. Actie 3 : Op basis van dit speelweefselplan wordt jaarlijks een actieplan opgemaakt dat prioriteiten vastlegt en voorstellen formuleert voor het concretiseren van de doelstellingen zoals opgenoemd in het speelweefselplan.


81 122-02 Coaching speelweefselplan 9.000 0 0


Operationele doelstelling 16.3. OD 16.3. : Op basis van het huidige speelruimteplan en het nieuwe speelweefselplan wordt er actief werk gemaakt van de realisatie van bijkomende formele speelruimte, met aandacht voor de mobiliteit tussen de speelplekken.

Actie 1: Uit het huidige speelruimteplan blijkt duidelijk dat het in het noordwestelijke deel van de stadskern ontbreekt aan speelruimte. Vooral de wijk Prinskouter en in mindere mate ook Broeke, zijn dichtbevolkte wijken met weinig (speel)ruimte. Bij het creëren van extra speelruimte wordt prioriteit gegeven aan deze wijken, teneinde de speelgordel verder te kunnen sluiten. Actie 2 : Vanuit het jeugdcentrum wordt mee invulling gegeven aan de invulling van het grote stadspark binnen het stadsvernieuwingsproject “De Kloef”. Hierbij wordt samen met Kind & Samenleving gewerkt aan (en gewaakt over) een proces waarbij ook kinderen en jongeren voldoende inspraak krijgen. Actie 3 : Het ontbreekt in Ronse aan een speelruimte met verblijfskarakter. Dat wil zeggen : een ruimte waar gezinnen met kinderen, vanuit Ronse en daarbuiten, naar toe komen om er gedurende enkele uren te verblijven en te spelen. Tegen 2010 is er een geschikte locatie vastgelegd. Actie 4 : De jeugddienst zet mee de schouders onder de realisatie van een verhard voetbalveldje in het centrum van de stad. Uit de vele contacten met de jongeren zelf, blijkt dat dit (nog steeds) één van de vele verzuchtingen is op het vlak van speelruimte. Actie 5 : Jaarlijks worden er financiële middelen voorzien voor de realisatie van bijkomende speelruimte of openbare sportruimte en voor de inrichting van de verbindingen tussen de speelruimten in. Actie 6 : De jeugddienst gaat de mogelijkheden na in verband met het ontsluiten van privé-speelruimte / scholen.


82 744-51 Aanleg speelruimte 40.000 0 40.000

82 744-51 Aanleg verhard voetbalveldje 0 50.000 0

54 126-01 Huurlasten Buurtsport 400 400 400 400

Operationele doelstelling 16.4. OD 16.4. : De jeugddienst ontwikkelt een netwerk van partners om speelruimte in te bedden in aanpalende beleidssectoren.

Actie 1: De jeugddienst zorgt er voor dat speelruimte regelmatig op de agenda van de jeugdraad geplaatst wordt. Actie 2 : De jeugddienst en/of de jeugdraad maakt werk van een structurele vertegenwoordiging in de verschillende overleggroepen en adviesraden zoals Gecoro, maar ook rond mobiliteit.


5.4. Fuifruimte

Vaststellingen en behoeften Bij het opstellen van dit jeugdbeleidsplan was de situatie in Ronse op het vlak van beschikbare ruimtes voor fuiven als volgt : De Volksbond – Zonnestraat : Kondigde einde september 2001 aan geen fuiven meer toe te laten vanwege vandalisme en overlast voor de buurt. Enkele weken later werd de zaal terug ter beschikking gesteld maar onder zeer strikte voorwaarden. De fuiforganisatoren worden verplicht een vaste security-firma in te huren en betalen steeds de kosten van een schoonmaakploeg na de fuif. Dit maakt het organiseren van fuiven hier een vrij dure zaak. Toch vinden de meeste fuiven, zeker wanneer ze georganiseerd worden door scholen, in deze zaal plaats. De Stadsfeestzaal – Grote Markt Deze vroegere locatie van het jeugdhuis “Yi-Ha” was een veelgebruikte fuifruimte. In 2001 werd ze, mede door de verhuis van het jeugdhuis naar de nieuwe lokalen in het jeugdcentrum, door het stadsbestuur niet meer beschikbaar gesteld voor fuiven. De zaal was ook niet meer brandveilig. Ondanks de zeer centrale ligging en de geschikte omvang en architectuur van het gebouw, kon deze ruimte niet meer behouden worden voor fuiven. Omtrent deze locatie doen momenteel ideeën de ronde voor de uitbreiding van het stadhuis. Hierbij zou deze feestzaal de nieuwe gemeenteraadszaal kunnen worden. Concrete plannen zijn er nog niet. C.O.C. – Olifantstraat Het complex, bezit van de stad, bestaat uit een grote zaal en een kleine zaal. De kleine zaal, die ook een keuken bevat en helemaal gerenoveerd werd, wordt door het stadsbestuur niet meer verhuurd voor fuiven. De grote zaal is eigenlijk te groot voor kleinschalige fuiven. Grote fuiven kunnen in de toekomst nog wel terecht in deze grote zaal. De Paters – Steenweg op Elzele : Deze zaal, met een capaciteit van 600 personen is niet meer beschikbaar voor fuiven. De plaatselijke basisschool heeft deze in gebruik genomen als speelzaal / turnzaal. Enkel activiteiten overdag en ’s avonds (eetfestijnen) vinden er soms nog plaats. Het Stedelijk Jeugdcentrum – Spinstersstraat : Sinds het najaar van 2002 wordt binnen de muren van het Stedelijk Jeugdcentrum een fuifzaal ter beschikking gesteld van jongeren. Met een capaciteit van maximum 250 personen is dit zaaltje wel snel te klein. Ook de ligging in een drukke woonbuurt, maakt dit niet de ideale fuifplaats. Er werd in samenwerking met de jeugdraad gewerkt aan een geschikte infrastructuur en een efficiënt gebruiksreglement. Daarbij werd ook de mogelijkheid gegeven aan privé-initiatieven om er fuiven in te richten. Erkende jeugdwerkinitiatieven kunnen de zaal éénmaal per jaar gratis gebruiken. Het jeugdcentrum neemt hierbij ook (grotendeels) de kosten voor de (verplichte) security op zich. Bij het schrijven van dit plan gaan er ongeveer een achttal fuiven per jaar door in deze zaal. Steeds meer wordt het zaaltje ook gehuurd voor trouwfeesten of andere gelegenheden. Fuiven onder vuur. Het is duidelijk dat, daar waar een zestal jaar geleden er nog voldoende kansen waren voor jongeren om fuiven in te richten, deze mogelijkheden de voorbije jaren enorm verminderd zijn. Gesprekken met eigenaars en uitbaters leren dat vooral de “lasten” die fuiven veroorzaken, zoals beschadigingen, geluidsoverlast, klachten van de buren, kleine vechtpartijen etc. er de oorzaak van zijn waarom fuiven meer en meer uit de zaaltjes geweerd worden. Nochtans neemt fuiven een heel belangrijke plaats in binnen jongerenculturen. Zowat alle resultaten van bevragingen en gesprekken met jongeren tonen dit aan. Binnen de “Open Jeugdraad” was dit zowat één van de meest gehoorde verzuchtingen! Bovendien zijn fuiven vaak de (noodzakelijke) motor achter het verwerven van middelen voor het verenigingsleven. Het stadsbestuur is zich van deze nood bewust en leverde reeds behoorlijke inspanningen door het beschikbaar stellen van de instuifruimte van het


jeugdcentrum voor fuiven. Hierbij werden aanzienlijke investeringen gedaan op het vlak van akoestiek en uitrusting. Gezien de ligging en omvang van het zaaltje is deze ruimte echter niet geschikt om aan alle noden te beantwoorden. Daarvoor is de capaciteit te klein en is de ligging, midden in een dichtbevolkte buurt, niet geschikt. Het is daarom van groot belang dat de draagkracht van de buurtbewoners mee bewaakt wordt. Het jeugdcentrum hanteert de regel dat er maximum 2 fuiven per maand, gespreid over minstens twee verschillende weekends, kunnen plaats vinden. Totnogtoe kon deze regel gehandhaafd worden. Zoals reeds aangehaald kunnen grotere fuiven, de meeste (school)fuiven behoren tot deze categorie, niet terecht in het jeugdcentrum. Zij zijn bijna verplicht aangewezen op de zaal van de Volksbond, die heel wat duurdere prijzen hanteert. Dit als gevolg van de verplichte security en schoonmaakbeurt die mee dienen betaald te worden. Voor echte mega-fuiven, met een bezoekersaantal van 1000 mensen, (zo zijn er een tweetal per jaar) zijn er wel mogelijkheden in de grote zaal van de C.O.C. Er is dus overduidelijk nood aan bijkomende en betaalbare (!) fuifruimte voor “gewone” fuiven met een opkomst van 200 – 400 personen. Dit alles wordt ook duidelijk onderkend door de jeugdraad. De noden en behoeften rond fuiven dienen dan ook goed opgevolgd te worden. Het fuifzaaltje van het jeugdcentrum kan immers geen definitieve oplossing van het probleem betekenen. Visie op fuifruimte Het stadsbestuur van Ronse is er zich van bewust dat “fuiven” een erg prominente plaats in neemt binnen het vrijetijdsgebeuren van jongeren en vaak een bron van inkomsten is voor het verenigingsleven. Jongeren moeten daarom de kans krijgen om goed en veilig te kunnen fuiven, in respect evenwel met de andere bevolkingsgroepen en de omgeving. Mede door de toenemende intolerantie ten overstaan van fuiven wil het stadsbestuur zich inzetten om fuifruimte te voorzien voor jongeren. Daarnaast is er ook nood aan begeleiding en ondersteuning van jonge mensen die fuiven of andere evenementen willen organiseren. Er worden almaar meer regels opgelegd en er moet met heel wat rekening gehouden worden. Een fuifreglement of fuifhandboek zou hierbij kunnen helpen. Het jeugdcentrum kan hierbij een belangrijke ondersteunende rol spelen.


Strategische doelstelling 17 SD 17 : Jongeren (of verenigingen) die een fuif willen organiseren vinden in Ronse daarvoor de geschikte plaats en genieten de nodige ondersteuning. Operationele doelstelling 17.1. OD 17.1. : De instuifruimte van het jeugdcentrum is beschikbaar voor het inrichten van fuiven, met een duidelijke prioriteit voor het jeugdwerk.

Actie 1 : Het stadsbestuur engageert zich ertoe blijvend fuifruimte aan te bieden voor de jeugd in Ronse. Daartoe wordt momenteel de instuifruimte van het jeugdcentrum verder als fuifruimte aangeboden. Het huidige gebruikersreglement zal in de loop van 2008 geëvalueerd en bijgestuurd worden. Het jeugdcentrum zit hiervoor rond de tafel met een aantal jongeren. Actie 2 : Erkende jeugdwerkinitiatieven en leerlingenraden krijgen éénmaal per jaar de fuifzaal gratis ter beschikking. De jeugdraad bij al haar activiteiten. (Zie hoofdstuk 4.1. : OD 1.2. en hoofdstuk 4.9. : OD 13.1.) Actie 3 : de vzw stedelijk jeugdcentrum neemt op dit moment grotendeels de kosten op zich van de security. Dit om een eenduidig beleid hierin te kunnen voeren en mistoestanden te vermijden. Bij de geplande evaluatie van het gebruiksreglement moet de financiële inbreng van de


fuiforganisatoren hierbij opnieuw vastgesteld worden, waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen erkende jeugdwerkinitiatieven en fuiven vanuit privé-organisaties. NOTA : Zoals aangehaald, zijn voor het realiseren van bovenstaande doelstellingen en acties ook middelen voorzien binnen de begroting van de vzw Stedelijk Jeugdcentrum.

Operationele doelstelling 17.2. OD 17.2. : De nood aan bijkomende fuifruimte wordt door het jeugdcentrum actief uitgedragen. Daar waar mogelijk worden dossiers hierover bespoedigd of onder de aandacht gebracht.

Actie 1 : Binnen allerhande overleg rond de invulling van stedelijke infrastructuur wordt de nood aan fuifruimte duidelijk kenbaar gemaakt en het belang van een ruimte voor fuiven verdedigd. Actie 2 : Momenteel zijn er plannen voor de renovatie van het Cultureel Ontspanningscentrum (COC). In een eerste fase zal hier een studie rond uitgevoerd worden. Het jeugdcentrum bewaakt dat ook de mogelijkheid tot fuiven mee opgenomen wordt in de studie en bekeken wordt in hoeverre dit een haalbare situatie is. Actie 3 : In de mate van het mogelijke steunt en ondersteunt de stad Ronse privé-initiatieven wat betreft het aanbieden van fuifinfrastructuur. Uiteraard binnen de geldende normen en wetgeving.

Operationele doelstelling 17.3. OD 17.3. : Het beleid rond fuiven wordt nauw opgevolgd en de nodige informatie wordt actief beschikbaar gesteld voor jongeren. Het Jeugdcentrum is tevens de plaats voor organisatoren van fuiven en evenementen waar ze terecht kunnen met hun vragen en ze op praktische ondersteuning kunnen rekenen.

Actie 1 : Het jeugdcentrum verzamelt de nodige informatie in verband met fuiven en stelt deze beschikbaar voor jongeren. Het jeugdcentrum informeert en ondersteunt fuiforganisatoren actief bij het afsluiten van verzekeringen, aanvragen van billijke vergoedingen, SABAM etc. Actie 2 : Het jeugdcentrum werkt mee aan de inventarisatie en het opstellen van een “fuifhandboek”. Een initiatief van de werkgroep “fuiven” van DOR (Drugoverleg Ronse). Actie 3 : Via de uitleendienst van het jeugdcentrum wordt klein praktisch materiaal ter beschikking gesteld voor fuiven : een uitleenbare fuifkoffer met o.a. veiligheidsvestjes, detectoren voor vals geld etc. Actie 4 : Het jeugdcentrum neemt deel aan studies en projecten rond fuifbeleid die georganiseerd worden vanuit de jeugddienst van de provincie Oost-Vlaanderen of Fuifpunt.


6. Financieel overzicht

Dit laatste hoofdstuk geeft een volledig financieel overzicht van dit Jeugdbeleidsplan. Deze uitgebreide tabel kan gelezen worden als het financiële meerjarenplan voor de dienst Jeugd. De tabel bestaat uit verschillende kolommen. Hierin zijn alle artikelnummers uit de begroting opgenomen, samen met een korte beschrijving. Als uitgangspunt en vergelijkingskader werden de afrekening van 2006 en de begroting van 2007 hieraan toegevoegd. Vooraan elke kolom staat een nummer. Deze nummers zij ook terug te vinden in de tekst van het JBP. Op deze manier kan vlot de link gemaakt worden tussen deze tabel en de tekst en omgekeerd. In de tekst staan per doelstelling immers de uitgaven vermeld die van toepassing zijn. Deze werden genummerd. De volgorde van nummering is die van de tekst. (Nummer 1 is dus terug te vinden bij de eerste doelstelling.) Voorts wordt elk artikelnummer nog verder in detail uitgesplitst (per werking of onderwerp.) Daarbij wordt in een volgende reeks kolommen aangegeven over welk soort uitgave het gaat.

• “Subs. Uitg.” : betreft de subsidiabele uitgaven, deze dienen ter verantwoording van de “gewone” middelen die Ronse krijgt voor het gevoerde jeugdwerkbeleid.

• Wanneer dit bedrag cursief staat betreft het een uitgave voor de prioriteiten jeugdwerkinfrastructuur of jongereninformatie. Dit kan afgelezen worden uit de laatste kolom (zie verder).

• “Ma. Acht.” : uitgaven voor “maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren”, deze dienen ter verantwoording van de extra middelen die Ronse hiervoor krijgt.

Hierna volgen nog de prognose voor het jaar 2090 en 2010. Deze cijfers geven een beeld over de planning en timing van de doelstellingen en acties. Deze zijn ook terug te vinden in de tekst.

Helemaal achteraan wordt aan de hand van een code nog weergegeven over welk uitgave het gaat. Daarbij worden volgende codes gehanteerd :

- PK = uitgaven voor personeelskosten - ADM = uitgaven voor administratie - JW = uitgaven voor jeugdwerkprojecten - MK = uitgaven voor maatschappelijke kwetsbaarheid - JIF = uitgaven voor jongereninformatie - JWIF = uitgaven jeugdwerkinfrastructuur - GIF = uitgaven gemeentelijke infrastructuur - PB = project beëindigd

Om ook snel de (heel) grote lijnen in het geheel te kunnen zien, wordt gestart met het weergeven van een samenvattende tabel. Daarin zijn de totale uitgaven (personeel, werking en subsidies) af te lezen, als ook de totale inkomsten en de investeringen op de buitengewone dienst. Hierbij wordt kort aangehaald welk aandeel (belangrijke) subsidies of uitgaven hierbij innemen.


Financiële samenvatting JBP 2008 – 2010

Omschrijving Afrekening 2006

Krediet 2007

Krediet 2008

Sub. Uitg. Ma. Acht. Niet Sub. Krediet 2009

Krediet 2010

Personeel & monitoren

196.595,94 239.050,00 246.175,00 40.750,00 38.500,00 166.925,00 247.950,00 247.950,00

waarvan 53.000,00 voor monitoren

Werkings-kosten

92.178,47 154.600,00 166.700,00 81.700,00 20.100,00 64.900,00 158.410,00 158.410,00

Subsidies derden

70.537,72 92.215,00 87.215,00 71.500,00 15.500,00 215,00 90.225,00 90.225,00

UITGAVEN TOTAAL

359.312,13 485.865,00 500.090,00 193.950,00 74.100,00 232.040,00 496.585,00 496.585,00

waarvan waarvan

11.500,00 15.000,00

voor jongereninformatie voor jeugdwerkinfrastructuur

INKOMSTEN TOTAAL

149.100,50 169.545,00 174.825,00 91.200,00 51.000,00 32.625,00 174.825,00 174.825,00

waarvan waarvan waarvan waarvan

43.000,00 51.000,00 9.500,00 14.500,00

voor reguliere jeugdwerkinitiatieven voor maatschappelijke kwetsbaarheid voor jongereninformatie voor jeugdwerkinfrastructuur

BUITENG. UITGAVEN

21.815,59 56.850,00 55.000,00 0,00 0,00 55.000,00 51.000,00 40.000,00

Financieel Meerjarenplan 2008 - 2010 : dienst Jeugd

Gewone uitgaven

Nr. Artikel nr. Omschrijving artikel Afrekening 2006

Krediet 2007

Krediet 2008


Krediet 2010

Soort

761/111-01 Bezoldiging personeel jeugd 37.442,08 28.315,00 73.315,00 74.000,00 74.000,00

69 Personeel jeugdwerking 73.315,00 PK

761/111-02 Bezoldiging gesco's 81.472,79 96.495,00 75.495,00 76.000,00 76.000,00

70 Gesco's jeugdwerking 51.495,00 PK

55 Buurtsportassistenten (Gesco) 24.000,00 MK

7611/111-02 Bezoldiging Gesco's 0,00 18.430,00 0,00 0,00 0,00

Project Jeugdwerkloosheid 0,00 PB

761/111-08 Vergoeding monitoren 43.494,33 53.000,00 53.000,00 53.000,00 53.000,00

35 Speelplein, Grabbelpas, 39.000,00 JW

35 Buurtspeelplein, Buurtsport, . 14.000,00 MK

761/111-09 Vergoeding prestaties gesco's 2.832,44 8.350,00 8.350,00 8.500,00 8.500,00

8.350,00 PK

761/112-01 Vakantiegeld personeel jeugd 1.690,36 2.075,00 2.875,00 3.000,00 3.000,00

2.875,00 PK

761/112-02 Vakantiegeld gesco's 6.665,35 7.085,00 7.085,00 7.200,00 7.200,00

7.085,00 PK

761/112-48 Andere sociale vergoedingen 3.888,00 4.300,00 5.500,00 5.500,00 5.500,00

Maaltijdcheques 5.500,00 PK

7611/112-48 Andere sociale vergoedingen 0,00 990,00 0,00 0,00 0,00

Maaltijdcheques JWL 0,00 PB

761/113-01 Patronale bijdrage RSZPPO 11.616,47 8.760,00 11.000,00 11.000,00 11.000,00

Personeel jeugd 11.000,00 PK

7611/113-01 Patronale bijdrage RSZPPO 0,00 2.035,00 0,00 0,00 0,00

Project Jeugdwerkloosheid 0,00 PB

761/113-02 Patronale bijdrage RSZPPO 4.660,32 5.520,00 5.520,00 5.600,00 5.600,00

Gesco's jeugd 5.520,00 PK

761/113-08 Patronale bijdrage RSZPPO 121,22 0,00 240,00 250,00 250,00

Bijzondere prestaties personeel

240,00 PK

761/113-09 Patronale bijdrage RSZPPO 162,02 480,00 480,00 500,00 500,00

Bijzondere prestaties gesco's 480,00 PK

761/115-01 Verplaatsingskosten en vergoedingen personeel

70,05 220,00 320,00 350,00 350,00

320,00 PK



Krediet 2007

Krediet 2008


Krediet 2010

Soort

761/115-02 Verplaatsingskosten en vergoedingen gesco's

177,15 345,00 345,00 350,00 350,00

345,00 PK

761/115-41 Tegemoetkomingen personeel 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

0,00 PK

761/115-42 Tegemoetkomingen gesco's 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

0,00 PK

761/117-01 Verzekering arbeidsongevallen 1.803,36 2.250,00 2.250,00 2.300,00 2.300,00 Speelplein, Grabbelpas e.a. 1.750,00 JW

Buurtspeelpleinen, e.a. 500,00 MK

761/118-02 Bijdrage sociale dienst VKSOP 500,00 400,00 400,00 400,00 400,00

Jeugdwerking 400,00 PK

Subtotaal Personeelskosten 196.595,94 239.050,00 246.175,00 40.750,00 38.500,00 166.925,00 247.950,00 247.950,00

761/121-01 Reis- en verblijfkosten 2.490,21 3.000,00 3.000,00 3.000,00 3.000,00

Verplaatsingsonkosten etc. 2.500,00 PK

38 Vergoeding zomerwerkingen 500,00 JW

761/121-48 Andere vergoedingen : parkeerkosten e.a.

2,00 240,00 240,00 250,00 250,00

240,00 PK

761/122-01 Erelonen en vergoedingen 450,95 500,00 750,00 750,00 750,00

Expertises materieel 750,00 GIF

761/122-02 Erelonen en vergoedingen 5.022,00 7.500,00 17.500,00 9.000,00 9.000,00

81 Erelonen studie speelweefsel 9.000,00 JW

10 PWA speelpleinwerking 8.500,00 PK

761/122-04 Erelonen en vergoedingen 1.429,70 8.000,00 8.000,00 8.000,00 8.000,00

22 Optredens Grabbelpas / Swap 2.000,00 JW

11 Speelpleinwerking Pagadders 500,00 JW

39 Buurtspeelpleinen 500,00 MK

51 Buurtsport 500,00 MK

27 JC algemeen : activiteiten e.a. 500,00 JW

27 Doelgroepen : Wesh e.a. 500,00 MK 30 Kindernamiddag B4K 2.000,00 JW

67 Ontwerp logo, huisstijl, website 1.000,00 JIF

7 Vorming monitoren 500,00 MK



Krediet 2007

Krediet 2008


Krediet 2010

Soort

761/122-05 Presentiegeld en commissies 0,00 300,00 500,00 500,00 500,00

Jury’s aanwervingen 500,00 PK

7611/122-05 Presentiegeld en commisies 0,00 250,00 0,00 0,00 0,00

Jeugdwerkloosheid 0,00 PB

761/123-02 Prestaties derden : promotiemateriaal jeugdwerk en kantoorbenodigdheden

1.507,96 4.500,00 6.000,00 6.000,00 6.000,00

Kantoorbenodigdheden 1.500,00 ADM

23 Materiaal Grabbelpas en Swap 1.000,00 JW

76 Materiaal jongereninformatie 2.000,00 JIF

75 Jeugdcentrum algemeen 1.500,00 JW

761/123-06 Prestaties derden eigen aan functie, drukwerk, inbindingen

5.265,14 7.000,00 9.000,00 9.000,00 9.000,00

Drukwerk jeugdcentrum 1.000,00 ADM

28 Promotiemateriaal activiteitenkalender

4.000,00 JW

43 Promotiemateriaal Wesh e.a. 1.000,00 MK

6 Jongereninformatie 3.000,00 JIF

761/123-07 Frankeringskosten jeugddienst 5.000,00 5.000,00 5.000,00 5.000,00 5.000,00

5.000,00 ADM

761/123-11 Telefoonkosten 2.410,98 3.100,00 3.100,00 3.200,00 3.200,00

Telefoonkosten jeugddienst 2.500,00 ADM

Abonnement internet 600,00 ADM

761/123-12 Huur- en onderhoudskosten bureaumateriaal

327,15 2.000,00 2.000,00 2.000,00 2.000,00

Copieertoestel e.a. 2.000,00 ADM

761/123-13 Werkingskosten informatica 18,16 1.200,00 1.200,00 1.200,00 1.200,00

1.200,00 ADM

761/123-16 Receptiekosten 519,60 1.110,00 1.110,00 1.110,00 1.110,00

34 Nieuwjaarsrecerie e.a. 1.110,00 ADM

761/123-17 Kosten beroepsopleiding 891,52 2.000,00 2.000,00 2.000,00 2.000,00

72 Vorming personeel jeugddienst 1.500,00 PK

57 Intervisies BS, Wesh e.a. 500,00 MK

7611/123-17 Kosten beroepsopleiding 0,00 500,00 0,00 0,00 0,00

Project jeugdwerkloosheid 0,00 PB

761/123-18 Inrichten examens 0,00 0,00 1.500,00 1.500,00 1.500,00

Personeel jeugd 1.500,00 PK

7611/123-18 Inrichten examens 497,25 1.500,00 0,00 0,00 0,00

Project jeugdwerkloosheid 0,00 PB



Krediet 2007

Krediet 2008


Krediet 2010

Soort

761/123-19 Kosten aankoop boeken, documentatie, abonnementen

0,00 600,00 500,00 500,00 500,00

500,00 ADM

761/123-48 Lidgelden 1.530,88 1.600,00 1.600,00 1.600,00 1.600,00

8 VDS, VVJ, K&S e.a. 1.200,00 JW

58 Uit De Marge, VOS 400,00 MK

761/124-02 Technische benodigdheden 16.666,78 24.000,00 24.000,00 24.000,00 24.000,00

12 Speelpleinwerking : speelgoed, knutsel- en promomateriaal

4.000,00 JW

24 GP / SWAP / kinderatelier : speelgoed, knutselmateriaal

2.500,00 JW

40 Buurtspeelpleinen : speel- en didactisch materiaal

1.500,00 MK

44 Jeugdcentrum algemeen 1.000,00 JW

44 Doelgroepen : Wesh, BD e.a. 2.000,00 MK

52 Buurtsportwerking : aankopen 1.500,00 MK

77 Jongereninformatie 2.500,00 JIF

5 Uitleendienst jeugdcentrum 3.000,00 JW

63 Materiaal skaters e.a. 3.000,00 MK

79 Onderhoud en herstellingen speelruimte

3.000,00 JW

761/124-05 Aankoop werkkledij 958,80 1.600,00 1.600,00 1.600,00 1.600,00

13 Speelpleinwerking 400,00 JW

41 Buurtspeelpleinen 200,00 MK

31 Jeugdcentrum : projecten 1.000,00 JW

761/124-06 Prestaties derden : kosten vervoer en maaltijden

17.373,43 26.000,00 26.000,00 26.000,00 26.000,00

14 Maaltijden en busvervoer SP 14.000,00 JW

25 Busvervoer Grabbelpas/SWAP 4.000,00 JW

15 Busvervoer Speelpleinwerking 1.000,00 JW

42 Busvervoer Buurtspeelpleinen 1.500,00 MK

47 Busvervoer Wesh e.a. 1.500,00 MK

53 Uitstappen Buurtsport 2.000,00 MK

45 Uitstappen projecten 500,00 MK

36 Jaarwerking monitoren : jaarwerking, uitstappen

1.500,00 JW

761/124-08 Verzekering BA, diefstal, braak 80,32 900,00 900,00 900,00 900,00

SP, GP, BSP, Wesh e.a. 900,00 JW



Krediet 2007

Krediet 2008


Krediet 2010

Soort

761/124-10 Belastingen, taksen jeugdhuiswerking

0,00 0,00 0,00 500,00 500,00

48 0,00 ADM

761/124-12 Huur- en onderhoudskosten 3.478,12 10.000,00 12.000,00 12.000,00 12.000,00

Blusapparaten, tapinstallaties 1.500,00 GIF

32 Evenementen, geluidsinstallaties e.a.

8.000,00 JW

80 Onderhoud speeltoestellen 2.500,00 GIF

761/124-13 Levering energie jeugdherberg 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

0,00 GIF

761/124-48 Diverse technische kosten : oa voeding, toegangsgelden

5.547,70 8.000,00 8.000,00 8.000,00 8.000,00

16 Voeding speelplein 6.500,00 JW

49 Uitstappen, inkom etc. 1.500,00 MK

761/125-02 Benodigdheden gebouwen 2.151,03 5.000,00 4.000,00 4.000,00 4.000,00

65 Jeugdcentrum, skatepark 2.000,00 GIF

68 Bewegwijzering, borden etc. 2.000,00 GIF

761/125-06 Prestaties derden gebouwen 1.220,13 5.000,00 3.000,00 3.000,00 3.000,00

66 Onderhoudswerken JC 3.000,00 GIF

761/125-08 Verzekering onroerend goed 630,31 800,00 800,00 800,00 800,00

800,00 GIF

761/125-10 Belastingen, taksen en retributie op onroerend goed

0,00 200,00 200,00 0,00 0,00

(o.a. ex-skategebouw) 200,00 GIF

761/125-12 Elektriciteit voor de gebouwen 3.434,35 4.000,00 4.000,00 4.500,00 4.500,00

4.000,00 GIF

761/125-13 Levering gas voor gebouwen 5.326,37 7.200,00 7.200,00 7.500,00 7.500,00

7.200,00 GIF

761/125-15 Levering water voor gebouwen 882,60 1.000,00 1.000,00 1.000,00 1.000,00

1.000,00 GIF

761/125-48 Andere kosten voor gebouwen 0,00 800,00 800,00 800,00 800,00

800,00 GIF

761/126-01 Huurlasten onroerend goed 6.827,66 8.500,00 8.500,00 9.000,00 9.000,00

17 Lokalen en klascontainers speelpleinwerking

7.000,00 JW

37 Huurlasten monitoren SP 500,00 JW

37 Huurlasten monitoren BSP 300,00 MK

50 Huurlasten Wesh 300,00 MK

54 Huurlasten Buurtsport 400,00 MK



Krediet 2007

Krediet 2008


Krediet 2010

Soort

761/127-02 Materiaal voertuigen jeugd 0,00 100,00 100,00 100,00 100,00

100,00 JW

761/127-03 Brandstof voertuigen jeugd 0,00 150,00 150,00 150,00 150,00

150,00 JW

761/127-06 Prestaties voertuigen jeugd 237,37 250,00 250,00 250,00 250,00

250,00 JW

761/127-12 Huur transportmaterieel jeugd 0,00 1.200,00 1.200,00 1.200,00 1.200,00

1.200,00 JW

Subtotaal Werkingskosten 92.178,47 154.600,00 166.700,00 81.700,00 20.100,00 64.900,00 158.410,00 158.410,00

761/301-01 Onwaarden op niet geïnde vastgestelde rechten

0,00 25,00 25,00 25,00 25,00

25,00 ADM

761/331-01 Rechtstreekse premies en subsidies

4.411,00 4.000,00 4.000,00 5.000,00 5.000,00

64 Subsidies kadervorming 4.000,00 JW

761/332-03 Subsidies en toelagen aan instellingen voor jeugd

65.899,77 78.000,00 83.000,00 85.000,00 85.000,00

73 Toelage Jeugdraad 3.000,00 JW

1 Subsidies voor jeugd- en jongerenverenigingen en amateuristische kunstbeoefening

21.000,00 JW

2 Projectsubsidies 2.000,00 JW

3 Startsubsidies 500,00 JW

4 Kampvervoer 2.500,00 JW

9 Toelagen verbeteringswerken jeugdwerkinfrastructuur

15.000,00 JWIF

29 Toelage VZW Jeugdcentrum 12.500,00 JW

29 Toelage VZW Jeugdcentrum 6.000,00 MK

74 Toelage projecten (GR e.a.) 1.000,00 JW

33 Toelagen jeugdhappenings 3.000,00 JW

46 Toelage meisjeswerking 1.000,00 MK

18 Toelage speelpleinprojecten 1.000,00 JW

59 Toelage JoWe 6.000,00 MK



Krediet 2007

Krediet 2008


Krediet 2010

Soort

78 Toelage computerpunten 3.000,00 JIF

60 Toelage projecten Ma. Acht. 2.000,00 MK

61 Toelagen voor aanvragen europees programma jeugd

1.000,00 JW

62 Toelagen voor aanvragen jumelage-initiatieven jeugd

2.000,00 JW

56 Toelage (kader)vorming en/of cursus jeugdadviseurs

500,00 MK

761/415-02 Tussenkomst vakbondspremies

226,95 190,00 190,00 200,00 200,00

190,00 PK

761/435-01 Bijdrage werkingskosten 0,00 10.000,00 0,00 0,00 0,00

Project De Lijn 0,00 PB

Subtotaal Toelagen en subsidies 70.537,72 92.215,00 87.215,00 71.500,00 15.500,00 215,00 90.225,00 90.225,00

Totaal Budget dienst Jeugd 359.312,13 485.865,00 500.090,00 193.950,00 74.100,00 232.040,00 496.585,00 496.585,00



Gewone ontvangsten


Krediet 2007

Krediet 2008


Krediet 2010

Soort

761/106-02 Terugvordering bet. personeel 0,00 25,00 25,00 25,00 25,00

25,00

761/161-01 Retributie gebruik zaal JC 0,00 25,00 25,00 25,00 25,00

25,00

761/161-02 Inkomsten Grabbelpas / Swap 765,17 1.200,00 1.200,00 1.200,00 1.200,00

26 1.200,00 JW

761/161-08 Tussenkomst ouders SP 17.108,47 23.000,00 23.000,00 23.000,00 23.000,00 20 23.000,00 JW

761/161-48 Ontvangst., terugvorderingen 1.180,10 4.000,00 1.000,00 1.000,00 1.000,00

1.000,00

7611/161-48 Ontvangst., terugvorderingen 0,00 220,00 0,00 0,00 0,00 PB

0,00

761/163-01 Verhuring onroerende goederen, concessie brouwer

0,00 100,00 100,00 100,00 100,00

100,00

761/380-01 Vergoedingen kleine schade 0,00 250,00 250,00 250,00 250,00

250,00

761/465-05 Premies Gesco's 28.934,67 31.225,00 31.225,00 31.225,00 31.225,00

71 31.225,00

7611/465-05 Premies Gesco's 0,00 5.500,00 0,00 0,00 0,00 PB

761/465-48 Subsidies jeugdbeleid 101.112,09 104.000,00 118.000,00 118.000,00 118.000,00

43.000,00 JW

51.000,00 MK

14.500,00 JWIF

9.500,00 JIF

761/485-48 Andere ontvangsten 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Totaal Ontvangsten 149.100,50 169.545,00 174.825,00 91.200,00 51.000,00 32.625,00 174.825,00 174.825,00



Buitengewone uitgaven


Krediet 2007

Krediet 2008


Krediet 2010

Soort

761/724-60 Buitengewoon onderhoud gebouwen

0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Nieuwe infrastructuur speelpleinwerking

0,00

761/733-60 Erelonen, studie jeugdwerking 0,00 0,00 10.000,00 0,00 0,00

21 Studie gebouw speelplein 10.000,00 GIF

761/741-51 Aankoop bureaumeubilair 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 JW

0,00

761/741-98 Aankoop ander meubilair 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

J.I.P. 0,00 JIF

761/742-53 Aankoop informaticamaterieel 0,00 5.850,00 4.000,00 0,00 0,00

19 4.000,00 ADM

761/742-98 Aankoop ander meubilair 506,49 1.000,00 1.000,00 1000,00 0,00

1.000,00 ADM

761/744-51 Aankoop machines, explotatie materiaal en uitrusting

21.309,10 50.000,00 40.000,00 50.000,00 40.000,00

82 Investeringen binnen speelruimteplan en speelpleinwerking

40.000,00 JW

Totaal Investeringen 21.815,59 56.850,00 55.000,00 0,00 0,00 55.000,00 51.000,00 40.000,00

JBP Ronse 2008 - 2010 definitiefJeugdbeleidsplan Ronse 2008 - 2010 p. 2 Voorwoord Voor u ligt het...

Documents

Transcript of JBP Ronse 2008 - 2010 definitiefJeugdbeleidsplan Ronse 2008 - 2010 p. 2 Voorwoord Voor u ligt het...