Jaarverslag Omnia Wonen 2013

136
Balanceren Volkshuisvestingsverslag en Jaarrekening 2013

description

 

Transcript of Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Page 1: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Postbus 418

3840 AK Harderwijk

0341 27 87 00

[email protected]

www.omniawonen.nl

BalancerenPostadres

Telefoon

e-mail

Internet

Volkshuisvestingsverslag en Jaarrekening 2013

Page 2: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Volkshuisvestingsverslag

en Jaarrekening 2013

Balanceren

Omnia Wonen Jaarverslag 2013

Page 3: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 2

Page 4: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 3

Inhoudsopgave

Woord vooraf 5 Governancestructuur 7 Verslag van de Raad van Commissarissen 9

Volkshuisvestingsverslag 15 1. Strategie en beleid 17

1.1 Werkgebied 17

1.2 Ondernemingsplan 2011-2014 17

1.3 Strategisch voorraadbeleid 17

1.4 Prestatieafspraken met belanghouders 18

1.5 aeDex 19

1.6 Externe ontwikkelingen 20

2. Participatie 21

2.1 Beleidskader 21

2.2 Bewonersparticipatie 21

2.3 Duurzaamheid: bewustwording 22

2.4 Klachtenadviescommissie 23

2.5 Belanghouders 23

3. Het woningbezit 25 3.1 Beleidskader 25

3.2 Nieuwbouw 25

3.3 Verkoop en aankoop 26

3.4 Woningbezit 28

3.5 Overige onroerende zaken 28

3.6 Beheer voor derden 29

4. Kwaliteit woningbezit 31

4.1 Beleidskader 31

4.2 Binnenonderhoud 31

4.3 Buitenonderhoud en energiemaatregelen 33

4.4 Energielabels 35

4.5 Asbest 36

4.6 Warmtewet 36

4.7 Samenwerken met markt 36

5. Leefbaarheid 37

5.1 Beleidskader 37

5.2 Sociale problemen 37

5.3 Maatschappelijk en commercieel vastgoed 38

5.4 Buurt- en wijkbeheer 39

5.5 Investeren: fysiek en sociaal 39

6. Wonen, Zorg en Welzijn 41 6.1 Beleidskader 41

6.2 Huisvesting specifieke doelgroepen 41

6.3 Aanpassen woningen 43

7. Toewijzen en verhuren 45 7.1 Beleidskader 45

7.2 Huurverhoging 45

7.3 Woonruimteverdeling 46

7.4 Woningtoewijzing 47

7.5 Mutaties en leegstand 48

7.6 Huurachterstand en huurderving 49

7.7 Aanvullende diensten 49

8. Financiën 51

8.1 Beleidskader 51

8.2 Waardering vastgoed 51

8.3 Eigen vermogen en jaarresultaat 52

8.4 Realisatie versus begroting 53

8.5 Leningenportefeuille 53

8.6 Treasurycommissie 53

8.7 Verbindingen 54

8.8 Toekomstverwachtingen 56

9. De organisatie Omnia Wonen 59

9.1 Beleidskader 59

9.2 Organisatiestructuur 59

9.3 Sturing 60

9.4 Personeel 60

9.5 Ondernemingsraad 61

9.6 Communicatie 61

9.7 ICT: OpPAD 61

Verklaring van het bestuur 63 Kengetallen 65 Jaarrekening 67 1. Fiscale positie per 31 december 2013 69

2. Geconsolideerde balans per 31 december 2013 72

3. Geconsolideerde winst- en verliesrekening

over 2013 74

4. Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2013 75

5. Geconsolideerde grondslagen voor waardering

en resultaatbepaling 77

6. Grondslagen voor de waardering van activa en

passiva 78

7. Grondslagen voor resultaatbepaling 88

8. Grondslagen voor de opstelling van het

geconsolideerd kasstroomoverzicht 91

9. Toelichting op de geconsolideerde balans 92

10. Niet in de balans opgenomen verplichtingen 108

11. Toelichting op de geconsolideerde winst- en

verliesrekening 112

12. Enkelvoudige balans per 31 december 2013 118

13. Enkelvoudige winst- en verliesrekening

over 2013 120

14. Algemene grondslagen voor de opstelling van de

enkelvoudige jaarrekening 121

15. Toelichting op de enkelvoudige balans 122

16. Toelichting op de enkelvoudige winst- en

verliesrekening 125

17. Overige informatie 127

Overige gegevens 129 Ondertekening Bestuur en RvC 131 Controleverklaring accountant 133

Page 5: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 4

Naam van de toegelaten instelling Stichting Omnia Wonen

Gemeente waar de instelling haar vestigingsplaats heeft : Harderwijk

Kantooradres : Scheepssingel 12

3841 KS Harderwijk

Postadres : Postbus 418

3840 AK Harderwijk

Website : www.omniawonen.nl

Datum en nummer van het Koninklijk Besluit waarbij de

instelling is toegelaten

: 6 februari 1920, nummer 42

Inschrijvingsnummer stichtingenregister bij Kamer van

Koophandel en Fabrieken voor De Veluwe en Twente

: Nummer 31014972

Vestigingen:

- Amersfoort / Utrecht : Utrechtseweg 14

3811 NB Amersfoort

- Amstelveen : William Boothlaan 2a

1185 NP Amstelveen

- Arnhem :

Huissensestraat 27

6833 HL Arnhem

- Assen : Scharmbarg 213

9407 EE Assen

- Den Haag : Goudenregenstraat 42

2565 EZ Den Haag

- Harderwijk / Ermelo : Scheepssingel 2

3841 KS Harderwijk

- Nunspeet : Stationslaan 79

8071 CL Nunspeet

- Oldebroek/ Elburg Van Sytzemalaan 2

8096 AS Oldebroek

- Steenwijk : Gasthuisstraat 31

8331 JM Steenwijk

Page 6: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 5

Woord vooraf

In het Kabinetsprogramma bij de start van Rutte II

zijn stevige maatregelen aange-kondigd voor de

corporatiesector. In de loop van 2013 is geleidelijk

duidelijk geworden wat het Kabinet daarmee

bedoelt. Corporaties moeten fors bijdragen aan het

begrotingstekort door het instellen van een

verhuurdersheffing die voor Omnia Wonen snel

oploopt naar ruim € 6 miljoen euro per jaar vanaf

2017.

De mogelijkheid deze heffing door te berekenen

aan de huurders stelt ons voor een lastig dilemma.

Enerzijds willen we de huurders voor een redelijke

prijs goede woningen bieden en zorgen dat de

laagste inkomensgroepen betaalbaar kunnen

wonen. Aan de andere kant vloeien de inkomsten

voor een deel weg naar het Rijk en moeten we om

de financiële continuïteit te kunnen waar-borgen de

huren wel extra verhogen. Wij hebben geprobeerd

de huurders enigszins te ontzien door de geboden

ruimte om huren te verhogen slechts gedeeltelijk te

benutten. Om de heffing op te kunnen vangen zet

Omnia Wonen daarnaast sterk in op efficiency-

verbetering en verlaging van de bedrijfskosten.

In de Herziening van de Woningwet en de discussie

over de in het vooruitzicht gestelde Novelle is

duidelijk geworden dat het speelveld van de

corporatie sterk wordt beperkt. Wat rest is het

bouwen en exploiteren van sociale huurwoningen.

Het beperken van de activiteiten zal op termijn

ongetwijfeld zichtbaar worden in buurten en wijken.

Maar ook de strenge scheiding tussen goedkopere

en duurdere woningen en overig onroerend goed,

betekent een rem op de bouwactiviteiten, een

beperking van de diversiteit aan doelgroepen waar

we iets voor kunnen betekenen en geeft vooral veel

extra administratieve lasten. Omnia Wonen

probeert door kostenbesparing en het verminderen

van nieuwbouwinvesteringen ruimte over te houden

voor betaalbare huren voor de laagste

inkomensgroepen en investeringen in de isolatie

van de woningvoorraad. Door het solide financiële

beleid van de afgelopen jaren ziet Omnia Wonen de

toekomst toch met vertrouwen tegemoet. Door bij te

sturen en te versoberen verwachten wij de huurders

met een bescheiden inkomen ook de komende

jaren te kunnen blijven voorzien van betaalbare

woonruimte.

Ook in 2014 zullen nog belangrijke beslissingen

vallen in de Tweede Kamer over de

corporatiesector. De Novelle van minister Blok zal

na advies van de Raad van State voor

besluitvorming worden voorgelegd. Ook de

parlementaire enquête staat voor de deur en zal

zeker veel aandacht krijgen in de pers. Of de wereld

van de woningcorporatie daarna weer anders wordt,

is afwachten.

Omnia Wonen gaat verder om samen met

huurders, huurdersorganisaties, gemeenten,

maatschappelijke instellingen en het bedrijfsleven

woningen te verhuren aan huurders met een smalle

beurs. Dit doen we met bekwaam en alert

personeel dat zich verbonden voelt met onze

huurders.

Ik wil het personeel en de Raad van

Commissarissen bedanken voor hun inzet en

betrokkenheid. Ondanks alle tegenwind was 2013

een succesvol jaar.

mr. G.W.M. van de Ven

bestuurder

Page 7: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 6

Page 8: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 7

Governancestructuur

Bestuursmodel

Omnia Wonen heeft haar governancestructuur ingericht

volgens het tweelagen bestuursmodel. Er is een Raad

van Commissarissen (RvC) en een bestuur.

Het bestuur wordt gevormd door de directeur-

bestuurder. Artikel 6 van de statuten van Omnia Wonen

geeft aan dat de bestuurder alle taken en bevoegd-

heden toekomen die nodig zijn om de doelstelling van

de stichting te realiseren. Dit betekent onder andere dat

de bestuurder zorg draagt voor een ondernemingsplan

en voor de vertaling van dit plan in concreet beleid en

jaarplannen, alsook voor de financiële vertaling van die

jaarplannen in een (meerjaren-)begroting. De

bestuurder is bevoegd tot alle rechtshandelingen die

bijdragen aan het realiseren van de doelstelling van

Omnia Wonen en passen binnen het door de RvC

goedgekeurde jaarplan en begroting. De bestuurder

legt verantwoording af aan de RvC. Voor de uitvoering

van werkzaamheden delegeert de bestuurder taken en

bevoegdheden aan medewerkers binnen de

organisatie. Dit is vastgelegd in functieomschrijvingen,

werkafspraken en een procuratieschema.

De RvC houdt toezicht op het functioneren van de

corporatie in het algemeen en de bestuurder in het

bijzonder en staat de bestuurder met raad terzijde. De

bestuurder zorgt er voor dat de RvC over de nodige

informatie beschikt om haar taak uit te oefenen. De

RvC heeft haar taak en werkwijze uitgewerkt in het

Reglement voor de Raad van Commissarissen van de

stichting Omnia Wonen1.

In artikel 8 en 11 van de statuten staat aangegeven

welke besluiten zijn voorbehouden aan de RvC of

waarvoor de bestuurder vooraf goedkeuring van de

RvC nodig heeft. Zo stelt de bestuurder minimaal

eenmaal in de vier jaar een nieuw ondernemingsplan

vast en elk jaar het jaarplan en begroting, het

volkshuisvestingsverslag en de jaarrekening. Dit doet

hij nadat de RvC haar goedkeuring heeft gegeven. Ook

voor het aangaan van verbindingen en deelnemingen

en een aantal andere besluiten, heeft de bestuurder

vooraf de goedkeuring nodig van de RvC.

1 Het huishoudelijk reglement van de RvC en de

statuten vindt u op www.omniawonen.nl

De beloning van de bestuurder is een aangelegenheid

van de RvC. Ook de bevoegdheid tot het benoemen,

schorsen en ontslag van de bestuurder, ligt in handen

van de RvC.

De RvC benoemt de externe accountant en keurt de

vergoeding voor de accountant goed. Uiteraard doet zij

dit na overleg met de bestuurder. Jaarlijks wordt op

advies van de bestuurder beoordeeld of de accountant

ook voor het komende jaar weer de boeken controleert.

Om de drie jaar beoordeelt de RvC diepgaand en

uitgebreid of de huidige accountant voldoet aan de

verwachting of dat er een wisseling van de wacht moet

plaatsvinden. Ook hierbij wordt het advies van de

bestuurder ter harte genomen.

De bestuurder kan de statuten wijzigen. Echter, hier-

voor heeft hij de goedkeuring nodig van het ministerie

van Binnenlandse Zaken en die van de RvC. De RvC

en de bestuurder leggen in het volkshuisvestings-

verslag en in de jaarrekening verantwoording af over de

activiteiten van het afgelopen jaar.

Aedescode en Governancecode Woningcorporaties

Omnia Wonen onderschrijft als lid van de branche

organisatie Aedes de Aedescode en daarmee impliciet

ook de Governancecode Woningcorporaties. Op

enkele onderdelen wijkt Omnia Wonen af van de

richtlijnen van de Governancecode. De afwijkingen zijn:

a. Benoemen bestuurder. De RvC heeft in afwijking

van artikel II.2.1 van de Governancecode besloten

de bestuurder voor onbepaalde tijd te benoemen.

De RvC vindt dat zij de bestuurder kritisch kan

volgen en tijdig kan ingrijpen als dat nodig is.

Bovendien voorkomt dit korte termijn denken bij de

bestuurder. Iets wat erg belangrijk is voor de

stabiliteit en continuïteit in de onderneming.

b. Onafhankelijkheid RvC. Zes van de zeven leden

van de RvC voldoen aan de criteria die in artikel

III.2.2 van de code aan formele onafhankelijkheid

worden gesteld.

Page 9: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 8

Eén lid van de RvC is voorafgaand aan zijn

benoeming werkzaam geweest bij een belangrijke

zakelijke relatie van Omnia Wonen. Dit staat zijn

onafhankelijkheid in de praktijk niet in de weg.

In artikel 9, lid 6 en 7, van de statuten is vastgelegd

hoe te handelen bij belangenverstrengeling of de

schijn van belangenverstrengeling van leden van de

RvC.

In de Governancecode staan diverse bepalingen over

de werving en benoeming, het functioneren en de

bezoldiging van zowel het bestuur als de Raad van

Commissarissen. De Benoeming- en remuneratie-

commissie houdt zich met deze zaken bezig. Het

remuneratierapport over 2013 verschijnt begin 2014 en

wordt op de website van Omnia Wonen gepubliceerd.

Paragraaf V. van de code gaat over maatschappelijke

verantwoording en beleidsbeïnvloeding. Wij sturen

onze belanghouders ons jaarplan, volkshuisvestings-

verslag en jaarrekening. Bovendien zitten wij regel-

matig met hen om tafel om te discussiëren over onze

koers en strategie. De belanghouders in ons kern-

gebied nodigen wij geregeld uit voor rondetafel-

gesprekken over onderwerpen die lokaal spelen. Die

gesprekken blijken in de praktijk waardevol te zijn,

zowel voor de belanghouders als voor Omnia Wonen.

Telkens neemt één lid van de RvC deel aan een

rondetafelgesprek. In de eerstvolgende vergadering

van de RvC doet hij hiervan verslag.

Eenmaal in de vier jaar laten we ons visiteren. Het

visitatierapport 2012 staat op onze website. Dit geldt

ook voor het standpunt van Omnia Wonen over de

bevindingen uit dit rapport.

Risicobeheersing

Risicobeheersing staat hoog op de agenda van Omnia

Wonen. Wij vinden het belangrijk op een verantwoorde

en transparante wijze om te gaan met het maat-

schappelijke kapitaal dat ons ter beschikking staat.

Er is in 2013 een nieuw controlplan en een auditplan

vastgesteld. In het controlplan zijn de huidige tien

belangrijkste risico’s opgesomd en de maatregelen om

deze risico’s te beheersen benoemd.

Ook is aangegeven wie binnen de organisatie

verantwoordelijk is voor het uitvoeren van deze

maatregelen. In de kwartaalrapportage aan de

bestuurder wordt door de managers en teamleiders

expliciet aandacht besteed aan deze en andere risico’s

en de te nemen beheersingsmaatregelen. Voor zover

mogelijk worden risico’s gekwantificeerd. Ook wordt in

de kwartaalrapportage verantwoording afgelegd over

de besteding van de op basis van de begroting aan

budgethouders beschikbaar gestelde budgetten. Er

wordt een strikt budget bewakingsbeleid gevoerd.

Bij nieuwbouwprojecten, projecten voor woning-

verbetering en andere projecten met een grote

financiële impact, wordt per project telkens kritisch

gekeken of en zo ja wanneer het van start kan gaan.

Hierover wordt verslag gedaan aan de RvC.

Risicobeheersing is een vast onderdeel van de

verantwoordingsrapportage van de bestuurder aan de

RvC. Risico’s waar in 2013 met de RvC over is

gesproken zijn onder andere:

- de politiek onzekerheid om ook in de toekomst de

huren extra te mogen verhogen in relatie tot de

verhuurdersheffing;

- betalingsproblemen voor met name huurders die

langdurig rond moeten komen van een minimaal

inkomen;

- de huurderving en –achterstanden van maatschap-

pelijk en overig bedrijfsmatig onroerend goed;

- de stagnerende nieuwbouw en de gevolgen daar-

van voor grondposities;

- de gevolgen van verplichte asbestinventarisatie en

asbestbesmetting;

- de financiële stabiliteit van onze bouwpartners en

- de affaires bij diverse woningcorporaties en de

gevolgen daarvan voor saneringssteun van het

CFV en het storten van een obligo bij het WSW.

In het auditplan is voor de belangrijkste risicogebieden

en voor een groot aantal deelprocessen aangegeven

welke interne controles uitgevoerd gaan worden. Het

auditplan dient als toetsing van de werking van het

risicobeheersings- en controlesysteem van Omnia

Wonen. In 2013 is een aanvang gemaakt met de

interne controle op de inkomenstoets bij woning-

toewijzing.

Page 10: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 9

Verslag van de Raad van Commissarissen

De Raad van Commissarissen (RvC) geeft in dit

verslag aan welke activiteiten hij heeft ondernomen om

op een verantwoorde wijze toezicht uit te oefenen op

de corporatie in het algemeen en de bestuurder in het

bijzonder.

Toezichtkader

De wettelijke regels, waaronder de prestatievelden van

het Besluit Beheer Sociale Huursector, het eigen

ondernemingsplan ‘Omnia Wonen – Koers met

kansen’, het meerjarenplan, het jaarplan en de

begroting vormen het toezichtkader. In het

ondernemingsplan is de koers uitgezet voor de periode

2011 tot en met 2014. Het plan wijst de weg naar de

doelen voor onze organisatie en biedt onze klanten en

andere belanghouders de blik op wat wij in deze

periode willen bereiken en hoe we dat gaan doen.

De bestuurder stelt elk kwartaal een bestuurders-

rapportage op. Met deze rapportage legt hij verant-

woording af aan de RvC. De rapportage sluit aan op

het ondernemingsplan en het daarvan afgeleide

meerjarenplan en jaarplan. Zo houdt de RvC zich op de

hoogte van de voortgang van het jaarplan en volgt of

binnen de begroting wordt gebleven. Om de prestaties

van Omnia Wonen in perspectief te kunnen plaatsen,

kijkt de RvC naar allerlei kengetallen, zoals deze door

het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV), het

Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en

IPD/aeDex worden aangeleverd.

Mede gelet op de economische crisis, de verhuurders-

heffing en de overige plannen die het Kabinet in petto

heeft voor corporaties, volgt de RvC de ontwikkelingen

rond de financiële continuïteit nauwlettend. In de

begroting, het jaarverslag en in de bestuurders-

rapportages is veel aandacht voor de ontwikkeling van

de solvabiliteit en de liquiditeit. Ook de treasury-

activiteiten worden aandachtig gevolgd. Het treasury-

jaarplan wordt jaarlijks goedgekeurd en via de

bestuurdersrapportages wordt over de uitvoering van

dit plan gerapporteerd.

Verder laat de RvC zich informeren over de diverse

nieuwbouwplannen, plannen voor woningverbetering

en energiebesparing en onderhoudsplannen. Hiermee

zijn vele miljoenen euro’s gemoeid. Ook de prestatie-

afspraken met de gemeenten, de relatie van Omnia

Wonen met haar belanghouders en informatie over

bewonersparticipatie, klanttevredenheid en verhuur-

resultaten heeft de belangstelling van de RvC. Tot slot

wordt in de RvC-vergaderingen uitgebreid stilgestaan

bij de belangrijkste risico’s die Omnia Wonen loopt. Zo

is onder andere gesproken over asbestinventarisaties,

toenemende betalingsproblemen bij huurders, de

affaires bij andere corporaties, de grondposities en de

solvabiliteit en liquiditeit van bouwpartners.

Belanghoudersbijeenkomsten

Door Omnia Wonen zijn in 2013 twee bijeenkomsten

voor belanghouders georganiseerd: op 13 juni in

Arnhem en op 14 november in Nunspeet. De RvC was

in wisselende samenstelling bij deze bijeenkomsten

vertegenwoordigd en krijgt zo gevoel voor wat er leeft

onder de vertegenwoordigers van de plaatselijke

maatschappelijke organisaties. In de RvC-vergadering

wordt verslag gedaan van deze bijeenkomsten.

Samenstelling Raad van Commissarissen

De RvC bestond in 2013 uit zeven leden. Twee van

hen zijn benoemd op voordracht van de

huurdersorganisatie. Alle leden worden benoemd voor

een periode van vier jaar.

De heer J. G. de Groot, voorzitter

Gepensioneerd, vele jaren bestuurlijke ervaring

onder meer als burgemeester van Harderwijk.

Woonplaats: Harderwijk

Geboortedatum: 11 maart 1943

Relevante nevenfuncties: voorzitter van het bestuur

van het Burgerweeshuis

in Harderwijk, commis-

saris van de Inclusief-

groep Nunspeet

Benoemd: 1 januari 2007

Herbenoemd: 1 januari 2011

Aftredend op: 31 december 2014

Page 11: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 10

De heer A. van Eijk MBA, vice voorzitter/secretaris

Directievoorzitter van de Coöperatieve Rabobank

Apeldoorn en omstreken; deskundig op het gebied van

financiën.

Woonplaats: Harderwijk

Geboortedatum: 20 november 1963

Relevante nevenfuncties: geen

Benoemd: 1 januari 2008

Herbenoemd: 1 januari 2012

Aftredend: 31 december 2015

De heer G.A.C. Bouwmeester RA

Zelfstandig ondernemer, advies- en interim

management opdrachten.

Op voordracht van de huurdersorganisatie: financiële

deskundigheid en ervaring met bewonersparticipatie.

Woonplaats: Barneveld

Geboortedatum: 3 maart 1963

Relevante nevenfuncties: penningmeester Stichting

Vrienden van Norschoten,

Barneveld, voorzitter WMO-

Raad, Barneveld

Benoemd: 1 januari 2011

Aftredend: 31 december 2014

De heer G. de Klein

Predikant

Op voordracht van de huurdersorganisatie; deskundig

op het gebied van ethiek en bewonersparticipatie.

Woonplaats: Assen

Geboortedatum: 27 juni 1950

Relevante nevenfuncties: geen

Benoemd: 15 februari 2006

Herbenoemd: 1 januari 2010

Aftredend : 31 december 2013

Mevrouw M.L.A. de Klerk

Partner in adviesbureau aXis strategie beleid

management; breed bestuurlijk en maatschappelijk

netwerk.

Woonplaats: Zuidlaren

Geboortedatum: 17 december 1955

Relevante nevenfuncties: voorzitter Stichting Brink-

belangen, Zuidlaren

Benoemd: 1 januari 2013

Herbenoemd:

Aftredend: 31 december 2016

Mevrouw M.E.G. Lindeman

Zelfstandig adviseur, gericht op financieel en

juridisch advies aan kleine bedrijven en

particulieren, beleidsadviseur bij de Stichting

Visitatie Woningcorporaties; breed bestuurlijk en

maatschappelijk netwerk.

Woonplaats: Amersfoort

Geboortedatum: 21 november 1958

Relevante nevenfuncties: commissaris van Kinder-

opvang De Bilt, zitting in

de Belanghebbenden

vertegenwoordiging van

Woningbouwvereniging

Amerongen, budget-

coach en sociaal raads-

vrouw in Amersfoort

Benoemd: 1 januari 2013

Herbenoemd:

Aftredend: 31 december 2016

De heer J. M. W. van Wieringen

Pensioen sinds 2009, vele jaren bestuurlijke ervaring

als directeur van een bouw- en

projectontwikkelingsbedrijf.

Woonplaats: Holten

Geboortedatum: 31 maart 1948

Relevante nevenfuncties: voorzitter Stichting Transities

in Plattelandsgebieden

Benoemd: 1 januari 2010

Aftredend: 31 december 2013

In het afgelopen jaar heeft de RvC bij haar leden en bij

de bestuurder geen situaties geconstateerd waarbij

sprake is van tegenstrijdige belangen.

Met uitzondering van de heer Van Wieringen zijn alle

leden van de Raad onafhankelijk in de zin van bepaling

III.2.2 van de Governancecode Woningcorporaties. De

heer Van Wieringen was voor zijn benoeming werk-

zaam bij een belangrijke zakelijke relatie van Omnia

Wonen. Dit staat zijn kritische en onafhankelijke

beoordeling van zaken niet in de weg.

Medio 2013 is een traject ingezet om te voorzien in de

vacatures per 31 december 2013 van de heren J.M.W.

van Wieringen en G. de Klein. Inmiddels is één van de

functies op voordracht van de huurdersorganisatie

S.H.O.W. per 1 januari 2014 ingevuld door de heer

M.P. Celie.

Page 12: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 11

Profielschets

De RvC hanteert een uitgebreide profielschets bij het

invullen van vacatures en het verdelen van de diverse

aandachtsvelden. De profielschets staat op de website

van Omnia Wonen. Er wordt gestreefd naar een

samenstelling waarbij een meerderheid van de

commissarissen actief is in het arbeidsproces.

Gevraagd wordt om deskundigheid en levenservaring

in combinatie met een sterk gevoel voor ontwikkelingen

in de samenleving. Leden moeten onafhankelijk en

onpartijdig zijn ten opzichte van elkaar en het bestuur.

De RvC functioneert als één college met een

gezamenlijke verantwoordelijkheid.

De RvC vergadert collegiaal, maar met een kritische

distantie. Aan de functie van voorzitter worden

daarnaast nog specifieke eisen gesteld. Dit geldt ook

voor de leden met de aandachtsgebieden financiën,

volkshuisvesting, bedrijfskunde/organisatiekunde en

bouwen/projectontwikkeling.

Rooster van aftreden

Rooster van aftreden per 31 december 2013:

De heer G.A.C. Bouwmeester lid

31/12/2014

De heer J.G. de Groot* voorz.

31/12/2014

De heer A. van Eijk* secr.

31/12/2015

Mevrouw M.L.A. de Klerk lid

31/12/2016

Mevrouw M.E.G. Lindeman lid

31/12/2016

De heer M.P. Celie* lid

31/12/2017

*niet herbenoembaar

Commissies

Er zijn twee vaste commissies, te weten een

Auditcommissie en een Benoeming- en

Remuneratiecommissie. De reglementen voor deze

commissies zijn op een aantal punten gewijzigd en

opnieuw vastgesteld op 6 februari 2013. In de

vergadering van november 2012 zijn de leden voor de

commissies benoemd.

De heren De Groot en Van Wieringen maken deel uit

van de Benoemings- en Remuneratiecommissie. Zij

staan onder andere stil bij de Governancecode en het

functioneren en de beloning van zowel de bestuurder

als de Raad. Het remuneratierapport over 2012 werd in

de RvC-vergadering van april 2013 besproken en staat

op de website.

De heren Bouwmeester en Van Eijk zitten in de Audit-

commissie. Zij hebben overleg met de accountant ter

voorbereiding op het gesprek van de accountant met

de voltallige RvC over het jaarverslag. Tevens buigen

zij zich over interne controle, risicobeheersing, treasury

en andere financiële zaken.

Aan de vergaderingen van de commissies neemt ook

de bestuurder deel en indien nodig medewerkers uit de

organisatie.

Eigen ontwikkeling en functioneren

De RvC heeft een eigen budget voor opleidingen,

kennisuitwisseling en externe advisering. Alle leden zijn

lid van de Vereniging Toezichthouders Woning-

corporaties (VTW) en bezoeken bijeenkomsten van

deze vereniging. Ook andere bijeenkomsten worden

bezocht. Nieuwe commissarissen nemen deel aan het

introductieprogramma van de VTW.

In het najaar van 2013 is onder begeleiding van een

extern bureau gesproken over het functioneren van de

Raad als geheel alsook over het functioneren van ieder

lid afzonderlijk. Het rapport van het externe bureau is

aan de orde geweest in de vergadering van februari

2014. Op basis van dit rapport en het gesprek hierover

is geconcludeerd dat de Raad functioneert overeen-

komstig de statuten en de profielschets voor de leden

van de Raad van Commissarissen van Omnia Wonen.

Integriteitsbeleid en klokkenluidersregeling

Omnia Wonen kent een integriteitscode. Ook is er een

klokkenluidersregeling. In de vergadering van

september zijn de uitvoering van de code en de

regeling aan de orde geweest. Zowel de integriteits-

code als de klokkenluidersregeling zijn op de website

van Omnia Wonen geplaatst.

Page 13: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 12

Bestuur

Omnia Wonen kent een bestuur dat wordt gevormd

door de algemeen directeur, de heer mr. G.W.M van de

Ven. De heer Van de Ven is bestuurder sinds het

ontstaan van Omnia Wonen op 1 juli 2003. Daarvoor

was hij 14 jaar directeur van een van de rechts-

voorgangers van Omnia Wonen. De bestuurder bepaalt

het dagelijkse beleid en zorgt voor de uitvoering

daarvan. Hij is bevoegd tot alle noodzakelijke

rechtshandelingen om de doelstellingen van Omnia

Wonen te realiseren.

In zijn functie van directeur van Omnia Wonen is de

heer Van de Ven ook vertegenwoordiger van de

stichting Omnia Wonen als bestuurder van Stichting

Woningbeheer Ons Belang, Stichting Domiso en Omnia

Wonen Holding BV. Deze BV is op zijn beurt weer

bestuurder van Omnia Wonen Ontwikkeling BV. Naast

zijn functie binnen Omnia Wonen heeft de heer Van de

Ven een tweetal nevenfuncties. Hij is onbezoldigd

voorzitter van Estrado. Dit is een cultuurpodium in

Harderwijk. Deze nevenfunctie is eind 2013 beëindigd.

Daarnaast is hij onbezoldigd lid van het bestuur van de

Stichting RK Liefdehuis Amersfoort in Amersfoort. Er is

geen sprake van tegenstrijdige belangen in de zin van

de bepaling II.3 van de Governancecode Woning-

corporaties.

De Benoeming- en Remuneratiecommissie van de RvC

voert jaarlijks een functioneringsgesprek met de

bestuurder en maakt daarvan een verslag voor de

voltallige raad.

Het salaris van de bestuurder voldoet aan de Wet

normering bezoldiging top-functionarissen publieke en

semi-publieke sector (WNT). De bezoldiging van de

directeur bestuurder bestaat uit een vast jaarloon,

inclusief vakantietoeslag, van € 123.638,-. De bijtelling

voor de ter beschikking gestelde auto bedraagt in 2013

€ 10.091,-. Het werkgeversdeel voor de voorzieningen

voor beloningen op termijn (pensioenvoorziening)

bedraagt € 33.903,- en de door de werkgever betaalde

premie VPL en VOP € 5.026,-. Er is geen variabele of

prestatiebeloning, winstdelingsregeling of beëindigings-

regeling afgesproken. De pensioenafspraken voor de

bestuurder zijn gebaseerd op dezelfde grondslagen als

de medewerkers. De bestuurder heeft geen

persoonlijke leningen, garanties en dergelijke van

Omnia Wonen. Het salaris ontwikkelt zich conform de

afspraken van de CAO Woningcorporaties.

Vergoedingen Raad van Commissarissen

De vergoeding voor de voorzitter bedroeg € 12.132,-,

voor de vice-voorzitter € 8.904,- en voor de leden

€ 8.088,- (lid voor 31-12-2012) en € 7.440,- (lid na

31-12-2012). De vergoeding voldoet aan de WNT en

aan de Honoreringscode commissarissen van de VTW.

Vergaderingen

De RvC heeft in het verslagjaar vijf keer regulier

vergaderd. Er werd één extra vergadering ingepland in

maart 2013. De voorzitter, vice-voorzitter en de

bestuurder bereiden de agenda van de vergaderingen

voor.

Vergadering februari

De oordeelsbrief over het verslagjaar 2011 van het

Ministerie van Binnenlandse Zaken en een rapportage

van het CFV ‘Corporatie in Perspectief’ zijn behandeld.

De volgende thema’s kwamen aan de orde: de

financiële positie van Omnia Wonen en de mate waarin

de relevante regels worden nageleefd. De rapportage

van het laatste kwartaal van 2012 en de management

letter van de accountant van november 2012 zijn

besproken. Het treasuryjaarplan is goedgekeurd.

Verder is stilgestaan bij de acties die voortvloeiden uit

de gehouden visitatie en het vertrek van twee

commissarissen aan het einde van het jaar. Ook werd

gesproken over het eigen functioneren van de Raad in

2012.

Vergadering maart

De begroting voor 2013 is in november 2012 goed-

gekeurd. Bij het opstellen van deze begroting waren de

nieuwe voorgenomen maatregelen van het kabinet nog

niet bekend. In de bijgestelde begroting zijn de

verhuurdersheffing, de huurverhogingen en de

saneringssteun ingerekend voor de komende jaren.

Deze werd besproken en geaccordeerd tijdens een

extra vergadering op 26 maart 2013. Omdat dit ook

invloed had op het treasuryjaarplan is deze ook tijdens

de vergadering opnieuw behandeld en goedgekeurd.

Page 14: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 13

Vergadering april

Het remuneratierapport over 2012 is besproken en

goedgekeurd. De profielschets van de RvC werd

vastgesteld. Voorgesteld werd om de zelfevaluatie in

het vierde kwartaal van 2013 door een extern bureau te

laten plaatsvinden. Verder is stil gestaan bij de stand

van zaken rondom de werving van twee nieuwe leden

voor de RvC en is de Governancecode aan de orde

geweest. Tot slot is de RvC geïnformeerd over de

lopende organisatieontwikkelingen.

Vergadering juni

Met de accountant is gesproken over de jaarrekening

2012, het accountantsverslag en de managementletter.

Het proces om de jaarrekening te vervaardigen is heel

intensief geweest. Dit heeft te maken met de implemen-

tatie van nieuwe richtlijnen. De Raad is op de hoogte

gesteld over de stand van zaken rondom de

organisatieaanpassingen en de werving van twee

nieuwe RvC-leden. In het kader van het eigen functio-

neren wordt een brainstormmiddag gepland met een

extern bureau voor de maand oktober. Voor deze tijd

worden afzonderlijke gesprekken met ieder lid gevoerd.

Verder zijn de bestuurdersrapportage van het eerste

kwartaal en het faciliteringsvolume van het WSW

besproken en is het verslag van de werkzaamheden

van de Klachtenadviescommissie aan de orde geweest.

Vergadering september

In de vergadering van september 2013 is kennis-

gemaakt met twee kandidaten voor de RvC. Ook werd

er teruggekeken naar de relatiebijeenkomst op 11

september naar aanleiding van het tienjarig bestaan

van Omnia Wonen. Verder is het integriteitsbeleid

besproken en is de bestuurdersrapportage van het

tweede kwartaal aan de orde geweest. Ook zijn de

actuele ontwikkelingen in de sector en de afspraken

tussen Aedes en het Kabinet besproken. De aan-

sprakelijkheid voor bestuur en Raad en het mede-

werkerstevredenheidsonderzoek werden besproken.

Tot slot werd het programma van het eindejaarsbezoek

van de Raad vastgesteld.

Vergadering november

In de vergadering van november zijn het jaarplan en de

begroting voor 2014 besproken en goedgekeurd.

Tevens is stilgestaan bij de bestuurdersrapportage van

het 3e kwartaal 2013. De Remuneratiecommissie heeft

de beoordeling van de bestuurder op zich genomen en

informeert de leden van de Raad. Er werd aandacht

besteed aan social media. De Raad heeft het WSW

een volmacht verleend. De heer M.P. Celie is per 1

januari 2014 benoemd als lid van de RvC voor een

eenmalige periode van vier jaar en in aansluiting hierop

is het nieuwe rooster van aftreden vastgesteld.

Voor 2014 is de heer A. van Eijk wederom benoemd als

vice-voorzitter. Ook zijn het vergaderrooster voor 2014

en de samenstelling van de Remuneratie- en Audit-

commissie in 2014 vastgesteld.

Overige bijeenkomsten

De RvC heeft samen met de bestuurder en met

medewerkers uit de organisatie een werkbezoek

gebracht aan woningcomplexen in Nunspeet en ‘t

Harde. Daarbij heeft de Raad zich uitvoerig laten

informeren over onderhoud en lokale vraagstukken.

Ook is er themabijeenkomst en een workshop

georganiseerd. De themabijeenkomst in juni ging over

risicomanagement en aansprakelijkheid voor

commissarissen. De workshop ging over werving en

selectie en heeft in september plaatsgevonden.

Een delegatie van de RvC heeft een gesprek gevoerd

met de Ondernemingsraad en hiervan verslag gedaan

aan de voltallige Raad. Een andere delegatie heeft de

jaarvergadering van de huurdersorganisatie S.H.O.W.

bijgewoond. Ook hiervan is verslag gedaan in de

voltallige Raad.

Tot slot heeft de RvC met het MT en de partners eind

november een werkbezoek gebracht aan de vak-

federatie Rietdekkers die een toelichting gaven over het

verwerken en toepassen van riet.

Verantwoording

De RVC heeft kennisgenomen van het verslag van de

bestuurder over het boekjaar 2013. In het verslag zijn

opgenomen de geconsolideerde balans en resultaten-

rekening 2013 en het volkshuisvestingsverslag 2013.

De jaarrekening is door Ernst & Young gecontroleerd

en voorzien van een goedkeurende controleverklaring .

De RvC stemt in met het volkshuisvestingsverslag en

de jaarrekening en heeft deze goedgekeurd.

Harderwijk, 4 juni 2014

Page 15: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 14

Page 16: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 15

Volkshuisvestingsverslag

Page 17: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 16

Page 18: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 17

1. Strategie en beleid

1.1 Werkgebied

Stichting Omnia Wonen is een woningcorporatie die

actief is in 13 gemeenten. Ons kerngebied bestaat uit

de gemeenten op de Noordwest Veluwe (met name

Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek en

Putten) en de gemeenten Steenwijkerland, Amersfoort

en Arnhem. In het kerngebied willen we een prominen-

te rol spelen op het gebied van het wonen. De gemeen-

ten Den Haag, Assen, Amstelveen en Utrecht rekenen

we niet tot ons kerngebied. In deze gemeenten willen

we een goede beheerder zijn. Wij stoten daar woningen

af als dit nodig is om in het kerngebied te groeien.

Wij bieden woonruimte aan ongeveer 7.500

huishoudens. Dit doen we met ruim 80 enthousiaste

medewerkers.

1.2 Ondernemingsplan 2011-2014

Missie, visie en ambities

In ons ondernemingsplan ‘Koers met kansen’, dat geldt

voor de periode 2011 tot en met 2014, is onze missie

als volgt omschreven:

“Met maatwerk in wonen bieden wij onze klanten in al

hun diversiteit betere kansen op zelfstandigheid.”

Omnia Wonen streeft naar kwalitatief goede woningen

in een plezierige woonomgeving. We zien dit als een

belangrijke basisvoorwaarde om mensen – met name

hen die daartoe minder goed in staat zijn – betere

kansen op zelfstandigheid te bieden. Het bieden van

een stabiele woonsituatie vraagt om maatwerk. Er is

immers sprake van een toenemende diversiteit van

onze klanten. Naast het creëren van randvoorwaarden

voor zelfstandigheid en het leveren van maatwerk is

duurzaamheid het derde belangrijke thema dat hoog op

onze agenda staat. Omnia Wonen werkt aan energie-

besparing en duurzaam bouwen.

Wij focussen ons kortom op de volgende drie ambities:

- zelfregie door wonen;

- maatwerk in wonen;

- duurzaamheid rond wonen.

Strategische beleidslijnen

Om deze ambities te realiseren, moeten wij binnen

onze organisatie daarvoor de voorwaarden scheppen.

In het ondernemingsplan worden daarom drie

strategische beleidslijnen geschetst:

- Hechter verbinden met mens en maatschappij;

- Efficiëntere organisatie;

- ICT intensiever benutten.

Het is belangrijk te weten wat belanghouders van ons

verwachten en we willen duidelijk zijn over wat we

willen en kunnen bieden. Onze organisatie richten we

zo in dat wij optimaal kunnen presteren met een

minimale inzet van mensen en middelen. Daarbij

maken we intensief gebruik van Informatie en

Communicatie-technologie (ICT) om zo kennis te

organiseren, de primaire processen te verbeteren en de

klanten sneller en adequater te kunnen helpen.

Jaarplan 2013

Het ondernemingsplan vertalen wij in jaarplannen. In

het Jaarplan 20131 stonden onze voornemens voor dat

jaar. In de volgende hoofdstukken leest u wat we

daarvan hebben gerealiseerd. Daarbij geven wij ook de

beleidskaders aan. Zo leggen we een verband met de

ambities en de strategische beleidslijnen uit het

ondernemingsplan.

Niet alleen het ondernemingsplan gebruiken wij om

onze jaarplannen te maken. Ook ons strategisch

voorraadbeleid en de daarop afgestemde

prestatieafspraken met belanghouders vormen

belangrijke input.

1.3 Strategisch voorraadbeleid

Het strategisch voorraadbeleid is erop gericht dat ons

woningbezit nu en in de toekomst aansluit op de vraag.

Wij vinden het met name van belang dat er voldoende

betaalbare en kwalitatief goede woonruimte

beschikbaar is en blijft voor mensen die qua inkomen of

om andere redenen niet zelf kunnen voorzien in hun

huisvesting.

1 Het ondernemingsplan ‘Koers met kansen’ en het

Jaarplan 2013 vindt u op www.omniawonen.nl

Page 19: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 18

Vanuit de doelstellingen van ons ondernemingsplan, de

marktvraag en onze financiële mogelijkheden bekijken

we wat er aan onze woningportefeuille moet en kan

veranderen. Per gemeente stellen we zo het

portefeuillebeleid vast. Het portefeuillebeleid geeft

antwoord op de vraag of we woningen willen bijbouwen

of ingrijpend willen renoveren en of we woningen willen

verkopen of zelfs slopen. Wij stemmen ons

portefeuillebeleid – veelal via prestatieafspraken - af

met de gemeenten waarin wij actief zijn.

Voor het bestaande woningbezit maken we het

portefeuillebeleid meer concreet in svb-plannen per

woningcomplex. Verreweg de meeste complexen willen

we nog lange tijd verhuren.

Naast de productstrategie wordt voor ieder

woningcomplex nog een aantal zaken vastgelegd. De

belangrijkste zijn:

de gewenste streefhuur (= huur bij nieuwe verhuur);

uitgangspunten voor het uitrustingsniveau voor

keuken, badkamer, toilet en installatiewerk;

het gewenste energielabel en

de doelgroep die gehuisvest wordt.

In 2013 is het portefeuillebeleid nagenoeg ongewijzigd

gebleven. Een aantal complexen is nader bekeken om

te beoordelen of we ze willen doorexploiteren of dat er

meer ingrijpende maatregelen nodig zijn. Hiervoor

hebben we een standaard stappenplan gemaakt.

Daarnaast zijn we verder gegaan om ons strategisch

voorraadbeleid te actualiseren en te verbeteren. Om de

verbeteringsslag mogelijk te maken, is onder andere

een automatiseringspakket aangeschaft dat aansluit bij

onze wensen. Het pakket zal in 2014 volledig

operationeel zijn.

1.4 Prestatieafspraken met belanghouders

Wij maken prestatieafspraken met de gemeenten in

ons kerngebied. In de gemeenten buiten het

kerngebied doen we bewust niet mee aan het brede

volkshuisvestingsoverleg.

Elburg

In Elburg hebben we samen met de gemeente en

collega-corporatie UWOON op basis van het

Prestatiecontract Wonen 2011-2015 concrete

afspraken gemaakt voor het jaar 2013. Deze afspraken

hadden voor Omnia Wonen met name betrekking op de

nieuwbouw van 16 sociale huurwoningen en 2 vrije

sector huurwoningen in het plangebied Waterlanden in

Doornspijk. We hebben toegezegd een aantal van deze

woningen toe te wijzen aan mensen met een inkomen

boven de € 34.229,-.

Bij de evaluatie van de afspraken over 2013 is

geconcludeerd dat we onze toezeggingen zijn

nagekomen.

Harderwijk

Tussen de gemeente en de corporaties UWOON en

Omnia Wonen zijn afspraken gemaakt over

(woningmarkt-) onderzoek, nieuwbouw, bestaande

voorraad, duurzaamheid, wonen en zorg, leefbaarheid,

specifieke doelgroepen, maatschappelijke zorg,

(regionale) woonruimteverdeling en maatschappelijk

vastgoed.

De overeenkomst heeft betrekking op de periode 2014

tot en met 2016 en is in januari 2014 ondertekend. De

huurdersorganisaties waren bij alle gesprekken

betrokken.

Nunspeet

Ook in Nunspeet stonden eind 2013 de contouren voor

nieuwe prestatieafspraken tussen de gemeente en

Omnia Wonen vast. Er is gesproken over de

consequenties van het (regionale) woningmarkt-

onderzoek voor het benodigde aantal sociale

huurwoningen en het aantal woningen voor de

zogenaamde middeninkomensgroepen. Ook hebben

we het gehad over de consequenties van het scheiden

van wonen en zorg, zorgsteunpunten, het opnieuw

inzetten van met WMO-gelden aangepaste woningen,

het strategisch voorraadbeleid, leefbaarheid,

maatschappelijk vastgoed, duurzaamheid, grondprijs-

beleid en woonruimteverdeling.

De afspraken worden naar verwachting in 2014

ondertekend.

Oldebroek

Met de gemeente Oldebroek hebben we nog geen

prestatieafspraken. Wel hebben we zowel bestuurlijk

als ambtelijk overleg over diverse zaken. Omnia Wonen

heeft wel de intentie om ook in Oldebroek tot prestatie-

afspraken te komen.

Page 20: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 19

Steenwijkerland

De gemeente Steenwijkerland en de drie in deze

gemeente werkzame woningcorporaties zijn eind 2013

gestart met de gesprekken voor nieuwe prestatie-

afspraken. Vertrekpunt voor de gesprekken is de met

medewerking van de corporaties opgestelde ‘Visie op

wonen en leefbaarheid’ van de gemeente. Belangrijke

thema’s voor de afspraken zijn onder andere de

benodigde (betaalbare) sociale woningvoorraad,

wonen, zorg en welzijn, duurzaamheid, sociale

problematiek en leefbaarheid. Het doel is dat in de loop

van 2014 de nieuwe prestatieafspraken worden

ondertekend.

Arnhem

De gezamenlijke corporaties en de gemeente Arnhem

hebben in 2012 nieuwe prestatieafspraken gemaakt

over:

bouwen en beheren;

variatie en keuze;

wonen, welzijn en zorg;

sociaal investeren en

duurzaam bouwen.

De afspraken die voor Omnia Wonen van belang zijn

gaan met name over de woonruimteverdeling, de

betaalbaarheid van de sociale woningvoorraad en het

investeren in energiebesparende maatregelen in de

bestaande woningvoorraad.

Amersfoort

In Amersfoort hebben we samen met de gemeente en

de corporaties de Alliantie en Portaal aan prestatie-

afspraken gewerkt voor de jaren 2014 en 2015. Het

gaat om afspraken over de regionale woonruimte-

verdeling, het benodigde aanbod sociale huurwoningen

(kwantitatief en kwalitatief), duurzaamheid, wonen en

zorg, welzijn en veiligheid, wijkaanpak, specifieke

doelgroepen en financiën. Begin 2014 is er overeen-

stemming bereikt over de te maken afspraken.

Ondertekening volgt naar verwachting in de loop van

dat jaar.

Daarnaast hebben we In Amersfoort onder de noemer

‘Hoogspringers’ samen met een groot aantal andere

partijen medio 2013 een intentieverklaring ondertekend

waarin we toezeggen de mogelijkheden voor

energieneutraal renoveren te onderzoeken.

Bestuurlijk en ambtelijk overleg

Op bestuurlijk en ambtelijk niveau hebben wij

regelmatig formeel en informeel contact met de

gemeenten en andere belanghouders. Deze contacten

zijn divers van aard en leiden soms tot formele

afspraken. Een voorbeeld van dit laatste is een

overeenkomst over de huisvesting van arbeids-

migranten die de gemeenten, corporaties en enkele

uitzendorganisaties en werkgevers op de Noord-

Veluwe dit jaar hebben gemaakt.

1.5 aeDex

Wij willen onze prestaties graag in perspectief plaatsen

en doen daarom mee aan de IPD/aeDex corporatie

vastgoedindex.

De belangrijkste resultaten over het boekjaar 2013 zijn:

Het totale rendement kwam in 2013 uit op 2,2%. Dit

rendement is opgebouwd uit een direct en een indirect

rendement. Het directe rendement kwam uit op 4,3%

en drukt het resultaat van de dagelijkse bedrijfsvoering

uit. In dit rendement zitten enerzijds de huurinkomsten

en anderzijds de aan het vastgoed direct toe te

rekenen uitgaven, zoals onderhoud en beheer,

verwerkt. Het indirecte rendement geeft de waarde-

ontwikkeling van het vastgoed weer. Hierin zijn ook de

investeringen in het vastgoed en aan- en verkopen

meegenomen. In 2013 is de waarde van ons vastgoed

met 2,0% gedaald. Zowel het directe als het indirecte

rendement lag ruim boven het rendement van de

benchmark. De benchmark geeft de resultaten van alle

circa 35 deelnemende corporaties tezamen weer.

Onze bijdrage aan de betaalbaarheid van de huren en

de leefbaarheid, het zogenaamde maatschappelijke

rendement, bedroeg in 2013 2,4%. Dit is het rendement

dat we, gezien onze doelstellingen, bewust laten liggen

door geen markthuren te vragen en te investeren in

leefbaarheid.

Omnia

Wonen

Bench-

Mark

Totaal rendement 2,2% 0,3%

- indirect rendement -2,0% -3,2%

- direct rendement 4,3% 3,7%

Maatschappelijk dividend 2,4% 1,6%

Exploitatiekosten per

verhuureenheid € 2.153 € 2.460

Page 21: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 20

We zijn zeer tevreden met de behaalde resultaten. Die

hebben we onder andere te danken aan een efficiënte

bedrijfsvoering. De efficiency ratio (de totale exploitatie-

kosten als percentage van de huur) kwam uit op 34,7%.

Het gemiddelde van de deelnemers ligt op 42,4%.

Behalve als benchmarkinstrument gebruiken we de

aeDex ook voor ons strategisch voorraadbeleid.

1.6 Externe ontwikkelingen

Externe ontwikkelingen zijn van grote invloed op de

mate waarin en de wijze waarop we onze ambities

waar kunnen maken. De maatregelen van het Kabinet

Rutte II hebben enorme gevolgen voor huurders en

woningcorporaties.

Huurders krijgen met grote huurstijgingen te maken.

Weliswaar komen de allerlaagst betaalden veelal in

aanmerking voor huurtoeslag, maar deze regeling is in

voorgaande jaren behoorlijk versoberd.

Woningcorporaties wordt een beperking van het

werkveld en een concentratie van activiteiten in één

kernregio in het vooruitzicht gesteld. De verhuurders-

heffing doet een enorme aanslag op onze financiële

middelen. De heffing bedraagt voor Omnia Wonen in

2013 circa € 1,5 ton, maar loopt de jaren daarna snel

op tot zo’n € 6,2 miljoen in 2017 en daarna. Ook de

financiële ondersteuning van collega corporaties via het

Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting slaat een flink

gat in onze financiële mogelijkheden. Dit gaat naar

schatting om ongeveer € 6,0 miljoen voor de periode

2013-2018.

Onze investeringsruimte neemt dus fors af. Omnia

Wonen heeft daarom de nieuwbouwinvesteringen voor

de verdere toekomst naar beneden bijgesteld, de

verkoopdoelstelling enigszins verhoogd en zet de

ingezette weg van verbetering van de efficiëncy en

verlaging van de bedrijfskosten verder door. De

mogelijkheden om de huren extra te verhogen

gebruiken we slechts ten dele, omdat we ook de

betaalbaarheid voor de doelgroepen die zijn

aangewezen op sociale huurwoningen niet uit het oog

willen verliezen. Al met al blijven we zo in staat te

werken aan onze ambities, te investeren in zowel

bestaand als nieuw bezit en risico’s op te vangen.

Page 22: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 21

2. Participatie

2.1 Beleidskader

Omnia Wonen vindt het belangrijk om te weten wat er

onder huurders en belanghouders leeft, wat ze van ons

verwachten en wat ze te bieden hebben. En andersom

is het goed dat men weet met welke vraagstukken wij

bezig zijn en wat wij tot onze taak en

verantwoordelijkheid rekenen. De inbreng van huurders

en belanghouders gebruiken we bij het formuleren,

bijstellen en uitvoeren van ons beleid.

2.2 Bewonersparticipatie

De participatie van bewoners vindt in verschillende

vormen plaats. Zowel centraal als lokaal praten wij met

(vertegenwoordigers van) onze huurders. Daarnaast

onderzoeken wij de woonwensen en tevredenheid van

(toekomstige) bewoners en betrekken hen bij de bouw

of onderhoud van hun woning.

Huurdersorganisatie

De Stichting Huurdersorganisatie Omnia Wonen

(S.H.O.W.) is een belangrijke gesprekspartner van

Omnia Wonen. De S.H.O.W. adviseert ons over

(beleids-)zaken die de belangen van al onze huurders

raken. In 2013 is advies gevraagd over:

- asbestbeleid;

- aanpassing van doelstelling energiebeleid;

- jaarlijkse huurverhoging per 1 juli;

- jaarafspraken met gemeente Elburg en

- visie op mens en buurt.

De S.H.O.W. plaatste diverse kanttekeningen bij onze

voorstellen. Dit heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat ons

asbestbeleid en onze visie op mensen en buurt op

onderdelen zijn aangepast en verduidelijkt. Ons

voornemen niet al onze complexen op tenminste

energie-label C te brengen kon op begrip van de

S.H.O.W. rekenen. Voor sommige complexen staan de

kosten namelijk niet in verhouding tot het resultaat. De

suggestie van de huurdersorganisatie om de

huurverhoging af te toppen op de streefhuur (als

inkomen ≤ € 43.000,-) dan wel de markthuur (inkomen

> € 43.000,-) hebben we overgenomen. Met de jaar-

afspraken met de gemeente Elburg kon de S.H.O.W.

instemmen.

Naast de adviesaanvragen hebben wij met de

S.H.O.W. gesproken over onder andere energie-

ambassadeurs, de Warmtewet, de stand van zaken bij

diverse prestatieafspraken, de plannen van het Kabinet

Rutte II, servicekosten, de organisatiewijzigingen

binnen Omnia Wonen, woningtoewijzing en zonne-

panelen. Ook neemt de S.H.O.W. deel aan het overleg

dat we regelmatig met de directies van onze

onderhoudspartners hebben.

De samenwerkingsovereenkomst met de gemeente

Harderwijk is door de S.H.O.W. met een formele

steunbetuiging onderschreven. Eén van de bestuurs-

leden is bij de totstandkoming van deze overeenkomst

direct betrokken geweest. In de jaarvergadering van de

S.H.O.W. hebben we een uitleg gegeven hoe we tegen

onze betrokkenheid bij leefbaarheidsvraagstukken

aankijken.

Tot slot is de samenwerkingsovereenkomst tussen

Omnia Wonen en de S.H.O.W. geactualiseerd en

opnieuw ondertekend en heeft de S.H.O.W. een

voordracht gedaan voor een kandidaat voor de Raad

van Commissarissen.

Lokale huurdersorganisaties

Met de lokale bewonerscommissies of bewoners-

groepen praten we over zaken die in of rondom een

groep woningen spelen. In 2013 waren er 25

bewonerscommissies en –verenigingen actief, per

saldo twee meer dan in 2012. De onderwerpen waar-

over is gesproken hangen af van de lokale situatie en

liepen uiteen van veiligheid in de buurt en parkeer-

problemen tot verlichting van gemeenschappelijke

ruimten en beplanting rondom een woningcomplex.

Wij betrekken bewonerscommissies ook bij onder-

houdsprojecten. Als een woningcomplex geen

bewonerscommissie heeft, richten wij een tijdelijke

bewonersadviesgroep op. Vanaf de voorbereiding tot

en met de afronding van een onderhoud- of renovatie-

plan zitten wij met deze bewoners om tafel. Zij denken

en beslissen mee over bijvoorbeeld de verschillende

keuzemogelijkheden. In het afgelopen jaar was er

alleen in de gemeente Nunspeet een bewonersadvies-

groep actief.

Page 23: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 22

Dit jaar hebben we voor de vierde keer een

bewonerscommissiedag georganiseerd. Deze dag

heeft tot doel de onderlinge contacten tussen

bewonerscommissies, de S.H.O.W. en Omnia

Wonen te verbeteren. Er is onder andere stil

gestaan bij de organisatiewijzigingen binnen Omnia

Wonen Het centrale thema was dit keer social

media. In een interactief programma kregen de

deelnemers gereedschap aangereikt om met het

thema aan de slag te gaan en verbindingen te

leggen.

De activiteiten van de centrale en lokale

huurdersorganisaties zijn erg belangrijk. Daarom

ondersteunen wij ze ook financieel. In 2013 is bijna

€ 40.000,- uitgegeven aan bewonersparticipatie.

Gemiddeld is dit ongeveer € 5,45 per woning. Het jaar

daarvoor was het totaalbedrag ongeveer € 51.000,-.

Tevredenheidsonderzoeken

Ook in 2013 onderzochten we hoe tevreden onze

huurders waren over onze dienstverlening. Huurders

die bij ons een woning zijn gaan huren of een reparatie-

verzoek indienden, ontvingen achteraf digitaal of per

post een enquête. Op de meeste onderdelen scoren

we lager dan in 2012, maar nog ruim boven onze norm

van 7,0. Voor de klantgerichtheid bij het betrekken van

een bestaande woning scoorden wij een 7,9, voor de

dienstverlening rondom een nieuwbouwwoning een 7,4

en voor de algemene tevredenheid bij het afhandelen

van een reparatieverzoek een 8,0. In 2012 kwam de

score in al de drie onderzoeken op een 8,1 uit.

We hebben dit jaar bij vier onderhoudsprojecten de

tevredenheid van bewoners gemeten. Helaas kregen

we bij twee projecten onvoldoende respons om

betrouwbare conclusies te kunnen trekken. Bij de twee

andere projecten waren de bewoners tevreden tot zeer

tevreden over zowel het proces als het eindresultaat

van de werkzaamheden.

De uitkomsten van de zeven geplande tevredenheids-

onderzoeken gaven geen aanleiding het beleid of de

processen bij te stellen. De onderzoeken naar de

tevredenheid van bewoners bij de onderhoudsprojecten

zijn mede input geweest bij de keuze van onze

ketenpartner voor het planmatig onderhoud in Den

Haag.

In september is Omnia Wonen met een digitaal klanten-

panel gestart. Het digitaal klantenpanel is een online

klankbord. Het is een makkelijke manier om de

wensen van huurders te leren kennen, nieuwe

producten en diensten voor te leggen en beleid te

toetsen. We zien het digitaal klantenpanel als een

aanvulling op de tevredenheidsonderzoeken die we al

langer uitvoeren.

Huurders die deelnemen aan het klantenpanel

ontvangen ongeveer vier keer per jaar een digitale

vragenlijst over uiteenlopende onderwerpen. Eind 2013

hadden zich ruim 800 huurders aangemeld voor het

panel. In oktober werd huurders gevraagd welke

wensen zij hebben ten aanzien van een nieuwe

website en een huurdersportaal. De resultaten van dit

onderzoek nemen we in 2014 mee als input voor het

ontwikkelen van een nieuwe website.

2.3 Duurzaamheid: bewustwording

Investeren in de energetische kwaliteit van nieuwe en

bestaande woningen alleen is niet voldoende om tot

lager energieverbruik te komen. Het gedrag van

mensen is minstens zo belangrijk.

We hebben zo’n 15 huurders opgeleid tot

energieambassadeur. Deze huurders hebben een

training gevolgd over energie, energieverbruik en de

mogelijkheden om als bewoner besparingen te

behalen. De ambassadeurs kunnen andere huurders

adviseren en begeleiden bij hun energieverbruik.

Eind 2012 hebben wij een publiciteitscampagne

gevoerd om huurders te interesseren voor het

ontvangen van een energieadvies. Hierop zijn slechts

een kleine 60 verzoeken binnengekomen voor een

bezoek van een energieambassadeur.

Door diverse oorzaken is de aandacht voor de inzet

van energieambassadeurs helaas wat in het slob

geraakt. We willen hen in ieder geval in het vervolg een

rol laten spelen in onze eigen

energiebesparingsprojecten. Zij kunnen bijvoorbeeld

goed uitleggen wat de voordelen zijn van het laten

isoleren van een woning en huurders rondleiden in

projecten waar reeds energiebesparende maatregelen

zijn getroffen.

Page 24: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 23

Naast energieambassadeurs maken we gebruik van

het instrument Beter Peter. Beter Peter is een bespaar-

programma waarbij huurders via de computer een

persoonlijk actieplan op kunnen stellen. Met Beter

Peter of adviezen van een energie-ambassadeur kan

een huurder al snel € 150,- op zijn of haar energie-

kosten besparen.

We zetten niet alleen in op de bewustwording van onze

huurders, maar ook op die van onze medewerkers.

Want alleen gemotiveerde medewerkers kunnen onze

milieudoelstellingen uitdragen.

2.4 Klachtenadviescommissie

We willen van onze fouten leren. Bewoners met

klachten over Omnia Wonen, kunnen altijd terecht bij

de woonadviseur. Is de bewoner niet tevreden over de

oplossing, dan kan hij zijn klacht neerleggen bij de

bestuurder. Vrijwel altijd wordt het bezwaar in goed

overleg tussen de bewoner en Omnia Wonen opgelost.

Komen de bewoner en Omnia Wonen er samen niet

uit? Dan kan de bewoner zijn klacht voorleggen aan

een onafhankelijke Klachtenadviescommissie. De

uitspraak van de Klachtenadviescommissie wordt in

principe opgevolgd.

Er zijn vijf corporaties aangesloten bij de

Klachtenadviescommissie:

- UWOON met woningen in Elburg, Ermelo en

Harderwijk, Ermelo;

- Woningstichting Putten uit Putten;

- Woonpalet uit Zeewolde;

- Triada woondiensten met huurders in Epe, Hattem

en Heerde en

- Omnia Wonen.

Omnia Wonen voert het secretariaat van de commissie.

Alle huurders van Omnia Wonen, dus ook onze

huurders buiten het kerngebied, kunnen de Klachten-

adviescommissie inschakelen. De Klachtenadvies-

commissie behandelde afgelopen jaar vijf klachten.

Geen van deze klachten had betrekking op Omnia

Wonen. Wel is een klacht over Omnia Wonen terug

verwezen omdat de procedure nog niet volledig was

doorlopen.

2.5 Belanghouders

Zowel op bestuurlijk als uitvoerend niveau zijn er

formele en informele contacten met partners zoals

collega-corporaties, gemeenten, zorg- en welzijns-

organisaties, politie, hulporganisaties en aannemers.

Jubileum

Medio 2013 vierde Omnia Wonen haar tienjarig

bestaan. In dit kader hebben we voor onze

belanghouders een mini-symposium georganiseerd.

Philip Idenburg, co-auteur van het boek Sociaal Wonen

2030, nam de aanwezigen mee naar de toekomst aan

de hand van vier aansprekende scenario’s over hoe

wonen en sociale voorzieningen in Nederland op de

lange termijn eruit gaan zien. Na een geanimeerde

forumdiscussie was er ruim gelegenheid na te praten

over het thema en andere zaken die ons bindt.

Rondetafelbijeenkomsten

In ons kerngebied onderhouden wij intensief contact

met gemeenten en andere belanghouders. Wij

organiseren in deze gemeenten rondetafelbijeen-

komsten. Per bijeenkomst nodigen we ongeveer tien

belanghouders uit. De gesprekken spitsen zich toe op

de lokale situatie. Wij willen één keer in de drie jaar met

belanghouders in de gemeenten in ons kerngebied om

tafel zitten. In 2013 waren dit Arnhem en Nunspeet1.

Tijdens de rondetafelbijeenkomst in Arnhem

passeerden de volgende onderwerpen de revue:

de rol van bewoners, professionele organisaties en

vrijwilligers bij de zorg voor een leefbare woon-

omgeving;

bewonersparticipatie;

veranderingen en verbeteringen van het

woningtoewijzingssysteem en

samenwerking van diverse organisaties bij overlast,

huurschulden en huisuitzetting.

Aan de tafel in Nunspeet deden de volgende

onderwerpen de ronde:

de behoefte aan vrije sector woningen;

de benodigde omvang en samenstelling van de

voorraad sociale huurwoningen en

de betaalbaarheid van sociale huurwoningen.

1 Het verslag van de bijeenkomsten is te vinden op

www.omniawonen.nl.

Page 25: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 24

De bijeenkomsten leiden tot meer begrip voor elkaars

standpunten. Het geeft inzicht in ieders belangen en

de afwegingen die gemaakt moeten worden. Daarnaast

ontvangen de aanwezigen waardevolle input voor hun

eigen beleid en programma’s. Voor ons vormen de

bijeenkomsten bovendien een goede basis voor het

verder uitbouwen van de samenwerking.

Overig

Wij ontmoeten onze belanghouders ook op tal van

andere gelegenheden. Zo maken we bijvoorbeeld

prestatieovereenkomsten, hebben overleg over bouw-

en onderhoudsplannen, hebben contacten met zorg- en

welzijnspartijen en doen wijkschouwen met onder

andere wijkagenten en buurtbeheerders. Door ons

voortdurend op allerlei niveaus te verbinden met onze

belanghouders zijn wij in staat optimaal gebruik te

maken van elkaars capaciteiten.

Page 26: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 25

3. Het woningbezit

3.1 Beleidskader

Wij maken onderscheid tussen gemeenten in het

kerngebied en de overige gemeenten. In het kern-

gebied hebben wij intensief contact met gemeenten en

andere belanghouders. Dat zijn de plaatsen waar wij

ons ook actief richten op nieuwbouw en aankoop. In de

overige gemeenten spelen we een minder actieve rol,

maar zijn we wel een betrokken beheerder. Zo nodig

stoten wij daar woningen af als dit nodig is om in het

kerngebied te groeien.

In het kerngebied willen we een bijdrage leveren aan

het terugdringen van het (kwalitatieve) woningtekort.

Wij bouwen met name sociale huurwoningen, soms in

combinatie met huurwoningen in de vrije sector en

ruimten voor gemeenschappelijke gebruik of zorg-

partijen.

Onze nieuwbouw-, aankoop- en verkoopplannen

vloeien voort uit ons strategisch voorraadbeleid en de

prestatieafspraken die we met gemeenten maken.

Uitgangspunt voor het strategisch voorraadbeleid en de

prestatieafspraken is dat ons woningaanbod nu en in

de toekomst aansluit op de vraag van woning-

zoekenden. Wij vinden het met name belangrijk dat er

voldoende betaalbare en kwalitatief goede woonruimte

is voor mensen die qua inkomen of om andere redenen

niet zelf kunnen voorzien in hun huisvesting.

Wij stimuleren de toekomstige huurders hun wensen en

behoeften vroegtijdig in te brengen. Zo zorgen wij

ervoor dat onze woningen en ons maatschappelijk

vastgoed zo goed mogelijk worden afgestemd op de

behoeften van de uiteindelijke gebruiker.

3.2 Nieuwbouw

Gerealiseerde nieuwbouw

We hebben in 2013, zoals ook voorzien in het Jaarplan,

drie nieuwbouwprojecten opgeleverd. Het gaat in totaal

om 70 huurwoningen, een zorgsteunpunt en een

winkelruimte.

In ‘t Harde, gemeente Elburg, zijn 29 zorgapparte-

menten, waarvan 25 in de sociale huur en 4 in de vrije

sectorhuur,

en een zorgsteunpunt voor de wijk opgeleverd. Eind

2013 stonden nog vier appartementen leeg.

Als onderdeel van de revitalisering van het winkel-

centrum De Binnenhof hebben we in Nunspeet een

nieuwe winkelruimte met daarboven 16 sociale huur-

appartementen gebouwd en verhuurd. Ook de

bestaande woningen en winkelruimten zijn aangepakt.

Tot slot overhandigden we in Oldebroek de sleutel aan

25 huurders van eengezinswoningen in de sociale

huur. Dit project hebben we samen met een ontwikke-

laar, die de grond in eigendom had, gerealiseerd.

In aanbouw genomen

Het afgelopen jaar zijn we begonnen met de bouw van

vier projecten, waarvan één bij het opstellen van het

Jaarplan 2013 nog niet was voorzien. Eén project uit

het Jaarplan 2013 is doorgeschoven naar begin 2014.

In Steenwijk is de 1e fase van de nieuwe Meenthehof

van start gegaan. De 1e fase bestaat uit 42 sociale

huurappartementen met daaronder 18 verpleeghuis-

plaatsen en een aantal gemeenschappelijke ruimten.

Aangrenzend wordt een nieuwe recreatieruimte

gerealiseerd. De appartementen worden in de eerste

maanden van 2014 door de bewoners van de oude

Meentehof betrokken. Een zorgpartij huurt de verpleeg-

huisplaatsen en de bijbehorende ruimten.

Nabij het centrum van Nunspeet bouwen we 41

appartementen, waarvan 30 in de sociale huur en 11 in

de vrije sector. De appartementen zijn uitermate

geschikt voor ouderen en zijn begin 2014 gereed voor

bewoning. Om de bouw van het appartementen-

complex mogelijk te maken zijn 4-duplexwoningen

gesloopt.

In de kern Elspeet, gemeente Nunspeet, is gestart met

de bouw van 20 zorgstudio’s en een aantal

gemeenschappelijke ruimten. Het complex wordt naar

verwachting medio 2014 opgeleverd.

Het vierde project betreft 18 eengezinswoningen in de

kern Doornspijk, gemeente Elburg. Het gaat om 16

sociale huurwoningen en 2 vrije sector huurwoningen.

Page 27: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 26

De huurders kunnen er begin 2014 in. Het project zou

aanvankelijk door een collega corporatie worden

gebouwd.

Tot slot is eind 2013 opdracht gegeven voor de bouw

van 22 sociale huurwoningen in het Kornputkwartier in

Steenwijk. Het gaat om grondgebonden woningen die

qua indeling en plattegrond zowel geschikt zijn voor

ouderen als kleine gezinnen. Begin 2014 is met de

bouw begonnen.

Maatschappelijk vastgoed moet sinds 2011 aanbesteed

worden. Het hiervoor genoemde maatschappelijk

vastgoed in ’t Harde, Steenwijk en Elspeet is in een

bouwteam ontwikkeld. De afspraken hiervoor dateren

van voor 2011.

Nieuwbouw in voorbereiding

Er zijn ook nog een aantal projecten in voorbereiding.

Dit betreft in de eerste plaats de 2e fase van de nieuwe

Meentehof in Steenwijk. In de 2e fase wordt de huidige

recreatieruimte en serviceflat met 48 eenheden

gesloopt en 54 nieuwe appartementen gebouwd. Het

gaat om 26 appartementen in de sociale huur en 28

appartementen in de vrije huursector. Fase 2 start

zodra de bewoners van de oude Meentehof zijn

verhuisd naar hun nieuwe, in fase 1 gerealiseerde,

appartement en wordt naar verwachting eind 2015

opgeleverd.

In Harderwijk bereiden we de bouw van een ‘Thuishuis’

voor. Dit is een kleinschalige woonvorm voor

alleenstaande ouderen met 7 wooneenheden. Het

streven is in de loop van 2014 met de bouw te starten.

Verder participeren wij in Harderwijk in de Ontwikkel-

combinatie De Hoge Varen Hierden V.O.F. De

ontwikkelcombinatie bouwt in het nieuwbouwplan De

Hoge Varen koopwoningen. Omnia Wonen heeft in

2013 één van de ontwikkelde woningen onder het label

KoopGoedkoop in de markt gezet.

Ook is er nog een aantal (ver-)nieuwbouwplannen in

onderzoek. Dit zijn plannen voor Assen en Nunspeet.

Tot slot hebben we grondposities in Amersfoort

(Vathorst Noord), Elburg (De Dijkjes en Zuiderzee-

straatweg) en Steenwijkerland (Gasthuisstraat).

Maatwerk

Alle woningen leveren wij op met een eigentijds

afwerkingsniveau. Willen de huurders of kopers meer

luxe of andere voorzieningen in de woning dan betalen

zij een meerprijs. Op deze manier kunnen toekomstige

bewoners hun woning naar eigen wens laten

uitvoeren.

Duurzaamheid

Om te voldoen aan de milieueisen die uit het

Bouwbesluit voortvloeien, gaan we uit van de Trias

Energetica. Dat betekent kort gezegd dat wij optimaal

gebruik maken van de noord-zuid oriëntatie van

woningen, zoveel mogelijk isoleren in de schil en zo

min mogelijk via technische installaties aanpakken.

In een aantal projecten gebruiken wij nieuwere

technieken. Zo zijn in de projecten De Binnenhof en De

Meenthehof warmte terugwin (wtw) installaties, led-

verlichting en driedubbel isolatieglas toegepast. In de

Meenthehof zijn bovendien zonnepanelen geplaatst

voor het elektraverbruik in de algemene ruimten alsook

een ‘energie leverende lift’ en een mos-sedum dak voor

de recreatieruimte. Verder worden met het oog op

duurzaam onderhoud in de Meenthehof en de 41

appartementen nabij het centrum in Nunspeet

aluminium kozijnen toegepast.

Samenwerken met de markt

Voor onze nieuwbouw werken we samen met

aannemers en toeleveranciers die over aantoonbare

ervaring en expertise beschikken die voor een specifiek

project van belang zijn. Waar nodig, schakelen we

onafhankelijke adviseurs in. Zo is ons kenniscentrum

Domiso betrokken geweest bij de keuzes van de

zorginfrastructuur voor De Meenthehof en de

zorgstudio’s in Elspeet.

3.3 Verkoop en aankoop

Verkoop 2013

Er zijn het afgelopen jaar 13 woningen verkocht, waar-

van 12 in Nunspeet en 1 in Harderwijk. Bij verkoop

geven we geen kortingen of andere voordelen.

Geplande verkoop

Aan het einde van 2013 zijn er nog 508 huurwoningen

die voor verkoop zijn aangewezen. Het gaat om:

Page 28: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 27

- 406 in Nunspeet;

- 73 in Oldebroek;

- 23 in Harderwijk;

- 5 in Assen en

- 1 in Steenwijkerland (Eesveen).

Voor verkoop aangewezen woningen bieden wij aller-

eerst aan de zittende huurder aan. Is hij niet geïnteres-

seerd? Dan kan hij gewoon blijven huren. Gaat hij

verhuizen? Dan bieden wij de woning te koop aan op

de vrije markt. Daarbij hebben huurders van andere

woningen van Omnia Wonen voorrang. Zo stimuleren

we dat huurwoningen vrij komen voor mensen die op

de huurmarkt zijn aangewezen.

Aankoop

Begin 2013 hebben we een deel van het bezit van

woningcorporatie deltaWonen in de gemeente

Oldebroek overgenomen. Het gaat om:

- 500 eengezinswoningen;

- 52 etagewoningen;

- 4 zorgvastgoed complexen met in totaal 38

appartementen/wooneenheden en een aantal

gemeenschappelijke ruimten;

- 18 KoopGoedkoop woningen en

- 38 garages en 1 berging.

Kopen met Korting

In Putten heeft Omnia Wonen in de periode 2006-2011

onder het label Kopen met Korting 100 woningen

gerealiseerd. De kopers hebben in deze constructie

een korting op de taxatiewaarde van de woning

gekregen. Ze zijn verplicht de woning te zijner tijd tegen

de oorspronkelijke koopprijs, onder aftrek van de

korting, terug te verkopen aan Omnia Wonen. Een

waardestijging of –daling wordt volgens een van te

voren vastgelegde sleutel gedeeld tussen de koper en

Omnia Wonen. De waarde van eventueel aangebrachte

verbeteringen is volledig voor de koper. Omnia Wonen

verkoopt de woning vervolgens weer met korting door

aan de opvolgende koper.

Met deze constructie bieden wij mensen die wat minder

te besteden hebben, de kans een woning te kopen en

blijven er goedkope woningen beschikbaar voor

starters. In 2013 zijn er zes woningen opnieuw aan- en

verkocht.

KoopGoedkoop

Omnia Wonen heeft eind 2013 98 woningen onder het

label KoopGoedkoop. Het gaat om 32 woningen in

Nunspeet, 26 woningen in Harderwijk, 22 in Elburg en

18 in Oldebroek.

Ook bij deze constructie koopt de koper alleen de

opstal en is de grond in eigendom van Omnia Wonen.

De grond wordt in erfpacht uitgegeven en daarvoor

wordt door de koper van de opstal jaarlijks een canon

aan Omnia Wonen betaald. Op deze canon verlenen

wij een korting, die geleidelijk aan minder wordt. Na tien

jaar betaald men de volledige canon. Deze

ingroeiregeling zorgt ervoor dat een koopwoning

bereikbaar wordt voor starters waarvan aannemelijk is

dat deze nog een inkomensstijging gaan doormaken.

In 2013 zijn vier KoopGoedkoop-woningen

doorverkocht, waarvan één weer onder het label

KoopGoedkoop . De drie andere woningen zijn tegen

marktwaarde verkocht; twee nieuwe eigenaren hebben

de grond van ons gekocht en aan één nieuwe eigenaar

is de grond in erfpacht uitgebracht.

Page 29: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 28

3.4 Woningbezit

Door nieuwbouw, aankoop, sloop en verkoop telt het

woningbezit van Omnia Wonen aan het einde van 2013

7.281 woningen. Dit zijn er 605 meer dan het jaar daar-

voor. Ongeveer 5% van de woningen is voor 1950

gebouwd, 40% tussen 1950 en 1975, 41% tussen 1975

en 1999 en 14% vanaf 2000. Bijna 54% van de

woningen zijn eengezinswoningen, ruim 45%

etagewoningen en zo’n 1% duplexwoningen.

In het volgende overzicht staat hoe het woningbezit is

verdeeld naar huurprijscategorie.

Woningen verdeeld per huurcategorie (stand eind 2013)*

Netto huur december 2012

≤374,44

>366,44

≤535,91

>535,91

≤574,35

>574,35

≤681,02

>681,02

Totaal

Amersfoort 17 339 162 245 58 821

Amstelveen 5 131 136

Arnhem 126 233 25 64 92 540

Assen 46 247 41 6 340

Den Haag 74 523 10 607

Elburg 5 292 27 36 16 376

Ermelo 14 14 28

Harderwijk 30 549 74 167 206 1.026

Nunspeet 390 1.508 240 256 37 2.431

Oldebroek 107 343 35 88 4 577

Steenwijkerland 67 230 19 31 6 353

Utrecht 20 20 0 6 46

Totaal

901

4.429

633

899

419

7.281

* exclusief appartementen/kamers in diverse gemeenten die aan een zorgpartij worden verhuurd en exclusief 15 woonwagen-

standplaatsen in Nunspeet en 15 woonwagenstandplaatsen en1 huurwoonwagen in Harderwijk

3.5 Overige onroerende zaken

Omnia Wonen verhuurt ook andere onroerende zaken.

Deze verdelen wij in drie categorieën.

1. Zorgvastgoed.

Voorbeelden hiervan zijn steunpunten voor

ouderenzorg, complexen voor begeleid of

beschermd wonen, een Kulturhus en ruimten die

aan welzijnspartijen worden verhuurd.

2. Overige bedrijfseenheden.

Hierbij gaat het meestal om combinatieprojecten

zoals winkels of kantoren die gevestigd zijn onder

woningen.

3. Garages, parkeerplaatsen en bergruimten.

Deze verhuren wij in principe aan onze eigen

huurders. Hiermee bieden we hen wat extra’s.

Garages en bergruimten zijn meestal ingebouwd in

combinatie met een groep woningen.

Onder het zorgvastgoed vallen 17 complexen of

delen van complexen die we aan zorgpartijen

verhuren. Het gaat in totaal om ongeveer 245

appartementen/kamers en een aantal algemene

ruimten.

Page 30: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 29

Verhuur overige onroerende zaken (stand eind 2013)

Gemeente Maat- Overige Garages, Totaal

schappelijk bedrijfs- parkeerplaatsen,

vastgoed* eenheden** bergruimtes***

Amersfoort 7 50 57

Amstelveen 2 3 5

Arnhem 2 42 44

Den Haag 2 7 9

Elburg 1 0 14 15

Harderwijk 11 8 24 43

Nunspeet 20 37 52 109

Oldebroek 4 39 43

Steenwijkerland 4 2 6

Totaal 42 58 231 331

* zowel in Harderwijk als Nunspeet is 1 eenheid overgegaan van maatschappelijk vastgoed naar overige bedrijfseenheden

** in Jaarverslag 2012 was per abuis 1 eenheid te veel opgenomen in Elburg. In Nunspeet worden in het winkelcentrum De

Binnenhof per saldo 1 winkelruimte minder verhuurd dan in 2012. In Harderwijk is 1 garage overgegaan naar overige

bedrijfsruimte.

*** in Jaarverslag 2012 was per abuis voor Arnhem 1 eenheid te veel opgenomen en voor Nunspeet 1 eenheid te weinig

3.6 Beheer voor derden

Naast onze eigen woningen en bedrijfsruimten beheren

we ook woningen en bedrijfsruimten van Verenigingen

van Eigenaren (VvE). Dat zien wij niet als een kerntaak.

Wij doen het alleen als wij als eigenaar van de

appartementsrechten van woningen of bedrijfsruimten

minimaal 50% van het stemrecht hebben. In het

verleden deden we ook het beheer voor andere partijen

dan VvE’s. Hiermee zijn wij gestopt.

Eind 2013 heeft Omnia Wonen nog

appartementsrechten in 25 VvE’s. Wij doen het

beheer van negen van deze verenigingen. Zeven

zijn slapend omdat alle woningen van Omnia

Wonen zijn. De overige negen worden door een

andere partij beheerd.

Page 31: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 30

Page 32: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 31

4. Kwaliteit woningbezit

4.1 Beleidskader

Onze kerntaak is het bieden van passende en goede

huisvesting aan mensen die zijn aangewezen op de

huurmarkt. Ons vastgoed zien we als middel om deze

kerntaak te vervullen. Het is daarom belangrijk dat onze

woningen goed worden onderhouden en blijven aan-

sluiten op de vraag. De kaders voor het bouw- en

markttechnisch op niveau houden van de woningen

worden vastgelegd in ons strategisch voorraadbeleid.

We stellen ons tot doel het onderhoud zo efficiënt

mogelijk te organiseren.

Plezierig wonen is één van de voorwaarden voor de

tevredenheid van bewoners en voor het realiseren van

zelfregie. Daarom laten wij mensen meedenken over

het onderhoud en de kwaliteit van hun huis. Zo kunnen

zij ervoor zorgen dat een woning zo goed mogelijk

aansluit bij de eigen wensen.

Tot slot voelen wij ons medeverantwoordelijk voor de

kwaliteit van het milieu en het verminderen van de CO2-

uitstoot. Daarom investeren we in onze woningen door

energiebesparende maatregelen te treffen en het

gebruik van duurzame materialen te bevorderen.

4.2 Binnenonderhoud

Bij binnenonderhoud maken we onderscheid tussen

binnenrenovaties, onderhoud aan technische instal-

laties en dagelijks onderhoud.

Binnenrenovaties

Binnenrenovaties hebben met name betrekking op

onderhoud en verbetering van keuken, douche en

toilet. Binnenrenovaties kunnen op drie verschillende

momenten worden uitgevoerd:

op verzoek van de huurder;

bij mutatie en

planmatig.

Het is de bedoeling dat in de toekomst binnen-

renovaties steeds meer op verzoek van de huurder

gaan gebeuren. Alleen als om technische of organisa-

torische redenen een planmatige aanpak handiger is,

kiezen we daarvoor. Bij een planmatige aanpak wordt

een huurder overigens niet verplicht mee te doen.

Tenzij de werkzaamheden om veiligheidsredenen of

door wettelijke voorschriften uitgevoerd moeten

worden.

Bij een binnenrenovatie wordt de woning aan de

binnenzijde onderhoudstechnisch weer in goede staat

gebracht. Daarbovenop kan een huurder voor woon-

technische verbeteringen kiezen. Zo kan bijvoorbeeld

voor extra keukenkastjes, een verhoogd toilet of luxe

kranen worden gekozen. Als de verbeteringen tot de

door Omnia Wonen gehanteerde basis- of pluskwaliteit

behoren, wordt een huurverhoging doorberekend. De

basiskwaliteit geldt voor de sociale huursector en de

pluskwaliteit voor de vrije sector. Extra opties bovenop

de basis- of pluskwaliteit worden in één keer met de

huurder afgerekend. Zit een woning bij mutatie nog niet

op basis- of plus-kwaliteit? Dan brengen wij dit in

beginsel op dat moment aan.

Als een huurder daarom verzoekt, kunnen (delen van)

de keuken-, douche- of toiletruimte overigens eerder

worden aangepakt dan technische gezien noodzakelijk

is. De huurder moet dan wel de vervroegde afschrijving

betalen. Verder mogen huurders, onder voorwaarden,

zelf materialen inbrengen bij een binnenrenovatie of er

zelf aan meewerken.

Er is in 2013 bijna € 2,2 miljoen (2012: € 4,5 miljoen)

besteed aan onderhoud bij binnenrenovaties, waarvan

ruim € 0,8 miljoen planmatig en ongeveer € 1,3 miljoen

bij mutatie of op individueel verzoek. Er was een

budget beschikbaar van bijna € 2,6 miljoen. Het budget

is onderschreden omdat minder mensen hebben

deelgenomen aan de binnenrenovaties dat bij de

begroting is ingeschat. Ook is een planmatig project in

Elburg niet doorgegaan omdat de keukens bij nader

inzien nog niet aan vervanging toe waren.

Naast onderhoud zijn bij binnenrenovaties ook ver-

beteringen aangebracht. Het gaat om ruim € 277.000,-,

waarvan € 216.000,- is doorberekend in de huur en

€ 61.000,- in één keer met de huurder is afgerekend.

In 2012 investeerden we bij binnenrenovaties

€ 312.500,- in kwaliteitsverhogende voorzieningen.

Hiervan werd € 179.000,- in de huur doorberekend en

€ 133.500,- direct met de huurders afgerekend.

Page 33: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 32

Uitgaven binnenrenovaties per gemeente in 2013 (x € 1.000)

Gemeente Onderhoud Verbetering

Amersfoort 130 62

Amstelveen 39 0

Arnhem 57 29

Assen 24 0

Den Haag 776 143

Elburg 59 4

Ermelo 36 3

Harderwijk 409 1

Nunspeet 580 34

Oldebroek 7 0

Steenwijkerland 34 0

Utrecht 0 0

Omnia Wonen totaal 1.251 277

In het volgende overzicht zijn de binnenrenovatieprojecten, die plan-

matig zijn uitgevoerd, opgenomen.

Overzicht van planmatig uitgevoerde binnenrenovaties

Gemeente Straten Werkzaamheden

Den Haag Dedemsvaartweg, Melis

Stokelaan, Leggelostraat e.o.

keukenrenovatie

Harderwijk Hofdijkstraat keukenrenovatie *

* gecombineerd met buitenonderhoud

Technische installaties

Bij technische installaties, zoals cv-ketels en liften,

maken we onderscheid tussen contractonderhoud en

planmatig onderhoud. Contractonderhoud vindt perio-

diek plaats en heeft tot doel de installaties in goede

conditie te houden. Ook het verhelpen van storingen

behoort tot het contractonderhoud. Bij planmatig onder-

houd worden vitale onderdelen of volledige installaties

vervangen omdat ze aan het einde van hun technische

levensduur zijn.

We hebben in 2013 € 808.000,- (2012: € 667.00) aan

contractonderhoud uitgegeven. Dit is zo’n 11% minder

dan begroot. Aan planmatig onderhoud is in 2013

€ 838.000,- (2012: € 903.000,-) uitgegeven, 14,5%

minder dan begroot. Een deel van de werkzaamheden

is doorgeschoven naar 2014, een deel is niet

uitgevoerd omdat het niet nodig bleek en er was sprake

van een btw-voordeel.

Dagelijks onderhoud

Dagelijks onderhoud bestaat uit reparatie- en mutatie-

onderhoud. Het gaat dan om kleinere herstelwerkzaam-

heden in een woning. Mutatieonderhoud wordt uit-

gevoerd als een woning van huurder wisselt. Ongeveer

45% van de reparatieverzoeken en onderhouds-

werkzaamheden bij mutaties voeren we zelf uit. De

overige 55% besteden we uit aan derden.

In 2013 is ruim € 1,4 miljoen besteed aan dagelijks

onderhoud. Dit is circa 14% meer dan begroot. Deze

overschrijding komt met name door de strengere

wetgeving rondom asbest. In 2012 gaven we zo’n € 1,3

miljoen uit aan dagelijks onderhoud.

Page 34: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 33

Uitgaven dagelijks onderhoud (inclusief eigen dienst)

2013 in € 2012 in €

Reparatieonderhoud 1.235.000 5.561 meldingen 981.000 6.166 meldingen

Mutatieonderhoud 207.000 460 mutaties 307.000 491 mutaties

Totaal

1.442.000

1.288.000

4.3 Buitenonderhoud en energiemaatregelen

Buitenonderhoud

Buitenonderhoud bestaat uit planmatig onderhoud en

levensduur verlengende maatregelen. Planmatig onder-

houd van de woning staat in het teken van het bouw-

technisch op peil houden van de woningkwaliteit. Denk

bijvoorbeeld aan schilderbeurten of het herstellen van

voegwerk. Daarnaast voeren we werkzaamheden uit

die de technische levensduur van de woningen ver-

lengd. Het gaat om ingrijpende maatregelen als bij-

voorbeeld het vervangen van lateien, kozijnen, dak-

goten en dakpannen. Zowel het planmatig onderhoud

als de levensduur verlengende maatregelen worden

per complex woningen uitgevoerd.

Energiemaatregelen

Het buitenonderhoud combineren wij vaak met werk-

zaamheden die de energetische kwaliteit verbeteren.

Dit doen we door een combinatie van de volgende

maatregelen toe te passen:

- isoleren van daken, vloeren en gevels;

- vervangen van enkel glas door HR++ glas;

- plaatsen van hoogrendementsketels (HR 107) en

mechanische ventilatie.

In een enkel geval treffen we nog aanvullende

maatregelen. Dit doen we als de woningen daardoor

tegen relatief geringe kosten net in een beter label

terechtkomen.

Te denken valt aan vraaggestuurde mechanische

ventilatie met een sensor voor CO2.

Naast bovengenoemde maatregelen maken we gebruik

van milieuvriendelijke en duurzame materialen en werk-

wijzen. Energiebesparende maatregelen verrekenen wij

in de huurprijs.

Er is in 2013 bijna € 4,8 miljoen (2012: € 7,9 miljoen)

besteed aan planmatig buitenonderhoud. Omdat een

deel van de werkzaamheden bij nader inzien nog niet

nodig bleken, zijn ze doorgeschoven naar 2014 en

daarna. Hierdoor is 1,5% minder uitgegeven dan aan

budget beschikbaar was.

In 2013 is circa € 0,7 miljoen uitgegeven aan levens-

duur verlengende maatregelen en ruim € 1,8 miljoen

aan energetische maatregelen. Dit is respectievelijk

ongeveer 19% en 10% minder dan begroot. Dit komt

doordat plannen voor een deel zijn bijgesteld, één

project is doorgeschoven naar 2014 en er minder huur-

ders mee deden aan de energiebesparende maatre-

gelen dan waarmee rekening was gehouden. In 2012

is ongeveer € 5,4 miljoen uitgegeven aan levensduur

verlengende maatregelen en is voor een kleine € 3,1

miljoen in energiebesparende maatregelen geïnves-

teerd.

Page 35: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 34

Uitgaven buitenonderhoud en energiebesparing per gemeente in 2013 (x € 1.000)

Gemeente Planmatig Levensduur- Energie-

onderhoud

verlengend

besparing

Amersfoort 158 0 0

Amstelveen 0 0 0

Arnhem 350 0 0

Assen 404 0 0

Den Haag 12 0 0

Elburg 4 0 0

Ermelo 105 0 137

Harderwijk 512 33 215

Nunspeet 3.146 642 1.459

Oldebroek 44 0 0

Steenwijkerland 70 0 2

Utrecht 0 0 0

Totaal 4.805

675 1.813

In het volgende overzicht zijn de grotere projecten uit 2013 opgenomen.

Overzicht van enkele grotere projecten ( projectenkosten > € 100.000,-)

Gemeente Straten Werkzaamheden

Arnhem dr. Schaepmanlaan e.o. schilderwerk en asbestanering van bergingsdaken

Assen Vreelanden e.o. schilderwerk, houtrotherstel en aanpassen dakvoet

Assen Sluisstraat schilderwerk en houtrotherstel

Ermelo Tijmlaan e.o. schilderwerk en houtrotherstel

Harderwijk Hofdijkstraat en Alberdingk

Thijmlaan

vervangen dakbedekking en dak- en vloerisolatie *

Harderwijk Grote Poortstraat, deel

Vuldersbrink

schilderwerk, houtrotherstel en dakisolatie

Nunspeet Randweg e.o. schilderwerk, houtrotherstel, kozijnvervanging, herstel

voegwerk, asbestsanering, HR++-glas, dak-, vloer- en

gevelisolatie, mechanische ventilatie en centrale

verwarming **

Nunspeet deel Nijverheidsweg schilderwerk, houtrotherstel en HR++-glas

Nunspeet Uitleg, deel Mackaystraat schilderwerk, houtrotherstel, asbestsanering, vloerisolatie

en HR++-glas

Nunspeet Martensweg, deel

Mackaystraat

schilderwerk, HR++-glas en mechanische ventilatie

Nunspeet appartementen Binnenhof renovatie buitenzijde en gemeenschappelijke ruimten in

kader revitalisatie winkelcentrum

* gecombineerd met binnenrenovatie

** grootonderhoudsplan met doorlooptijd van drie jaar

Page 36: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 35

Zonnepanelen

We hebben in kaart gebracht welke woningen van

Omnia Wonen in beginsel geschikt zijn voor het

plaatsen van zonnepanelen. Met onze

huurdersorganisatie S.H.O.W. hebben we

doorgesproken binnen welke beleidskaders we

zonnepanelen willen toepassen. Begin 2014

verwachten we hierover hun advies. Mede in

afwachting van de beleidskaders hebben we in 2013

geen pilotproject uitgevoerd. Het budget voor een pilot

is doorgeschoven naar 2014.

Bewoners

Bewoners denken en beslissen via bewonerscommis-

sies of tijdelijke bewoners(advies)groepen mee over de

inhoud en de uitvoering van onderhouds- en verbete-

ringsprojecten. In het afgelopen jaar was bij twee pro-

jecten een bewonersgroep actief, één in Nunspeet en

één in Harderwijk. In beide projecten is een breed scala

aan werkzaamheden uitgevoerd. Omdat de werkzaam-

heden door bewoners als ingrijpend ervaren kunnen

worden, is waar nodig sociale ondersteuning aange-

boden.

4.4 Energielabels

Omnia Wonen heeft voor de periode 2010-2019 € 16,3

miljoen (prijspeil 2010) uitgetrokken voor energie-

besparende maatregelen. Wij verwachten dat daarmee

in 2020 ons woningbezit gemiddeld op een energie

index van 1,33 (label C) uitkomt.

We investeren de komende jaren met name in wonin-

gen die nu nog een geel, oranje of rood label hebben

(label D, E, F of G). In het volgende overzicht is te

lezen dat eind 2013 36,2% van onze woningen nog een

dergelijk label had en dat 63,7% een groen label (label

A, B of C) droeg. Door de aankoop van 552 woningen

in Oldebroek ziet het totale bezit er iets minder ’groen’

uit dan eind 2012. Toen had 35% een ‘groen’ label. Dit

neemt niet weg dat de gemiddelde energieindex is

verbeterd van gemiddeld 1,67 (label D) eind 2012 naar

gemiddeld 1,58 (label C) eind 2013. Vergelijken we dit

met landelijke cijfers dan zien we dat de energieindex

op 1,69 (label D) zit en dat ruim 50% van de woningen

van corporaties een groen label heeft en een kleine

50% een rood, oranje of geel label (bron: Aedes:

SHAERE 2013).

Overzicht energielabels en energieindex per gemeente en totaal, eind 2013 (in %)

Gemeente label A B C D E F G gemiddelde

index ≤ 1,05 1,06-1,30 1,31-1,60 1,61-2,00 2,01-2,40 2,41-2,90 ≥2,91 index

Amersfoort 0,0 16,2 57,9 8,8 8,8 2,3 6,0 1,61 Amstelveen 0,0 0,0 0,0 0,7 30,2 58,1 11,0 2,56 Arnhem 12,5 25,8 30,2 15,1 9,5 5,6 1,3 1,53 Assen 25,4 19,8 20,3 27,4 0,9 5,3 0,9 1,46 Den Haag 0,0 2,6 26,8 34,5 4,8 7,9 23,4 2,08 Elburg 13,8 77,1 4,8 4,3 0,0 0,0 0,0 1,20 Ermelo 0,0 0,0 0,0 3,6 39,3 57,1 0,0 2,43 Harderwijk 19,1 23,7 27,6 23,6 5,4 0,5 0,0 1,45 Nunspeet 7,8 25,3 37,7 20,4 4,2 3,7 0,9 1,49 Oldebroek 6,3 17,6 18,6 32,9 17,8 6,2 0,5 1,69 Steenwijkerland 5,4 27,0 23,9 33,0 10,5 0,3 0,0 1,56 Utrecht 0,0 6,5 17,4 71,7 4,4 0,0 0,0 1,71 Totaal bezit 8,9 23,4 31,4 21,3 6,9 4,7 3,3 1,58 Landelijk 4,7 16,3 32,5 24,0 12,7 7,0 2,8 1,69

Page 37: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 36

4.5 Asbest

In woningen die voor 1994 zijn gebouwd kunnen

asbesthoudende materialen zitten. Omnia Wonen

vindt het belangrijk om dit zo goed mogelijk in kaart

te brengen. Al was het alleen maar om ongerustheid

bij bewoners weg te kunnen nemen. Daarom zijn in

2013 in vrijwel alle complexen, waar we nog geen of

weinig zicht hadden op de aanwezigheid

van asbest, steekproeven uitgevoerd. Uit deze

inventarisatie zijn geen acute situaties naar voren

gekomen waarbij directe sanering noodzakelijk

bleek. In 2014 worden de laatste zes complexen

onderzocht.

Bij planmatig onderhoud of andere ingrijpende

werkzaamheden vindt altijd een uitgebreid asbest-

onderzoek plaats. Deze onderzoeken hebben in een

aantal gevallen geleid tot sanering. Deze sanerin-

gen waren niet direct nodig vanwege de veiligheid

voor de bewoners, maar omdat we er naar streven

al onze woningen op termijn zoveel mogelijk

asbestvrij te maken.

4.6 Warmtewet

Op 1 januari 2014 treedt de Warmtewet in werking.

Deze wet zorgt er voor dat consumenten in een

collectief warmtenetwerk niet meer voor hun energie

betalen dan consumenten met een individuele energie-

voorziening (het-niet-meer-dan-anders-principe

(NMDA)). Dit heeft gevolgen voor de jaarlijkse service-

kostenafrekening in woningcomplexen met een

collectieve warmte-installatie. Bij de betreffende

huurders moet vanaf 2014 het verbruik in Gigajoules

worden afgerekend in plaats van de totale inkoop-

kosten. Daarom zijn technische aanpassingen

uitgevoerd aan verschillende collectieve warmte-

installaties.

4.7 Samenwerken met de markt

Samenwerken met marktpartijen biedt een aantal voor-

delen. Door open en transparant met elkaar samen te

werken, wordt optimaal gebruik gemaakt van elkaars

expertise, innovatie en ervaring. Doordat partijen

steeds beter op elkaar ingespeeld raken, nemen

bovendien afstemmingskosten (overhead) af en de

kwaliteit van het werk toe.

Voor het onderhoud en de verbetering van onze

woningen werken we daarom samen met vaste

partners: twee voor de planmatige aanpak van de

buitenkant en drie voor de binnenrenovaties en een

deel van het dagelijks onderhoud. Deze vijf partners

onderschrijven onze klant- en onderhoudsfilosofie. De

samenwerking vindt plaats op basis van vastgestelde

eenheidsprijzen van de werkzaamheden. De eenheids-

prijzen worden jaarlijks geïndexeerd en eenmaal in de

drie jaar herijkt. In 2013 heeft zo’n herijking plaatsge-

vonden.

Voor specifieke werkzaamheden zijn in 2012 preferred

suppliers (voorkeurs leveranciers) geselecteerd. De

prefered suppliers voeren gespecialiseerde werkzaam-

heden uit zoals bijvoorbeeld asbestsaneringen of

betonwerkzaamheden. De samenwerking met de

prefered suppliers verliep in 2013 naar tevredenheid.

Zowel de vaste onderhoudspartners als de preferred

suppliers zijn mede geselecteerd op basis van hun

kennis en ervaring met duurzaam onderhouden,

waaronder het gebruik van duurzame materialen en het

toepassen van duurzame werkwijzen.

Voor het schilderwerk is in 2013 het standaard proces

geoptimaliseerd. Dit maakt het mogelijk bij schilderwerk

in het vervolg resultaat gestuurd samen te werken.

Resultaat gestuurd samenwerken (RGS) houdt globaal

in dat met de onderhoudspartner wordt afgesproken dat

een complex woningen gedurende een bepaalde

periode in een vooraf afgesproken en meetbare onder-

houdsconditie wordt gehouden. Met RGS verwachten

wij het onderhoudsproces te versnellen, de onder-

houdskosten te verlagen en de kwaliteit en klant-

tevredenheid te optimaliseren.

Het kwaliteitsbewakingssysteem dat we met de vaste

partners opzetten was in 2013 nog niet operationeel.

De verwachting is dat dit in 2014 wel het geval zal zijn.

Met onze onderhoudspartners hebben we afgesproken

dat we samen op jaarbasis minimaal 1.200 uur werk

bieden aan mensen van de Inclusief Gresbo groep.

Door de economische crisis is de ambitie helaas niet

geheel gehaald. De Inclusief Gresbo groep begeleidt

mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt. Op

het gebied van post, schoonmaak en groenonderhoud

verlenen ze al jaren diensten aan Omnia Wonen.

Page 38: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 37

5. Leefbaarheid

5.1 Beleidskader

Omnia Wonen vindt dat mensen zelf verantwoordelijk

zijn voor een plezierig woon- en leefklimaat. Soms

constateren wij dat er hulp nodig is. Bijvoorbeeld als

we zien dat mensen vereenzamen of niet in staat zijn

hun eigen financiën te beheren. Daarbij maken we

gebruik van ons netwerk. Wij dwingen echter niets af

en hoeden ons voor ‘pamperen’.

Naast hulp aan individuele huurders werken wij ook op

andere manieren aan de leefbaarheid in wijken, buur-

ten en dorpen. Dit doen wij onder andere door in de

directe omgeving van onze woningen te investeren in

maatschappelijk vastgoed en wijk- en buurtbeheer.

5.2 Sociale problemen

Problemen achter de voordeur

Omnia Wonen gaat actief om met ‘problemen achter de

voordeur’. De vraagstukken die spelen kunnen heel

divers zijn. Bijvoorbeeld vereenzaming, schulden, ver-

slaving, huiselijk geweld en psychiatrische problema-

tiek. Wij komen dergelijke kwesties vaak tegen bij een

betalingsachterstand of overlastsituatie. Onze woon-

adviseurs hebben regelmatig persoonlijk contact met

de bewoners. Maar ook onze vakmannen die een

reparatie uitvoeren bij huurders thuis en medewerkers

van onze ketenpartners vangen signalen op.

Bij ‘problemen achter de voordeur’ hebben we een

belangrijke verwijsfunctie. Wij leggen rechtstreeks

contact met hulpinstanties of zorg- en welzijns-

organisaties of zetten het op de agenda van een

daarvoor bestemd overleg. In zo’n overleg bespreken

wij complexe bewonerssituaties met politie en verschil-

lende hulp-, zorg- en welzijnsorganisaties. Het afge-

lopen jaar hebben we ruim 20 casussen in dergelijke

overleggen ingebracht.

Elke woonwinkel heeft een sociale kaart. Hierin staat

ons plaatselijk netwerk van politie, zorg-, welzijns- en

hulpinstanties. Het bundelen van de krachten van

woningcorporaties met die van politie en

hulpverleningsinstanties is een adequate manier

waarmee huurders met (vaak meervoudige) problemen

vroegtijdig in contact kunnen worden gebracht met

hulpverleners. Ook zijn er contacten met vrijwilliger-

sorganisaties als Stichting Present.

Buurtbemiddeling

In Amersfoort, Amstelveen, Assen, Elburg, Ermelo,

Harderwijk, Nunspeet en Oldebroek doet Omnia

Wonen mee aan Buurtbemiddeling. Buurtbemiddeling

wil conflicten tussen buren of buurtbewoners zo snel

mogelijk aanpakken, zodat een irritatie of probleem niet

uit de hand loopt. Speciaal getrainde vrijwilligers probe-

ren de kibbelende partijen bij elkaar te brengen en de

problemen op te lossen. In het afgelopen jaar hebben

we 16 burenruzies naar buurtbemiddeling door-

verwezen.

In meer complexe situaties, waar bijvoorbeeld drugs- of

psychiatrische problematiek speelt, kan niet op buurt-

bemiddeling worden teruggevallen. In die gevallen is

professionele hulp nodig.

Hennep

Wij staan niet toe dat in onze woningen hennep wordt

gekweekt. Het kan een enorme overlast veroorzaken

voor omwonenden, gevaarlijk zijn voor de bewoners en

de buren en flinke schade aan de woning toebrengen.

Begin 2013 hebben we een hennepconvenant onder-

tekent met onder andere de gemeenten Elburg,

Nunspeet en Oldebroek. In Assen, Amersfoort en

Harderwijk hadden we al eerder een convenant onder-

tekend over de aanpak van hennepkwekerijen. Als wij

een hennepkwekerij ontdekken, dan wordt bij de

Kantonrechter direct om ontbinding van de huurover-

eenkomst gevraagd.

Woonfraude

Ook bij andere vormen van woonfraude, zoals

onrechtmatige doorverhuur, treden we streng op.

In Amersfoort hebben we met de gemeente en de

overige corporaties een convenant met afspraken hoe

we elkaar kunnen helpen bij het bestrijden van illegale

bewoning. Illegale bewoning kan bepaalde vormen van

overlast veroorzaken en doet woningzoekenden tekort.

Page 39: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 38

Ontruimingen

Bij een huurachterstand treden wij snel op. Hiermee

willen wij voorkomen dat huurschulden zo hoog

oplopen dat een huurder uit zijn woning wordt gezet.

Wij maken met de huurder afspraken over de manier

waarop hij de huurschuld inloopt. Ook bij overlast-

situaties geldt dat snel reageren erger kan voorkomen.

Bijvoorbeeld door mensen vroegtijdig in contact te

brengen met hulpinstanties of door buurtbemiddeling in

te schakelen. Toch rest ons soms, in het belang van de

directe woonomgeving, niets anders dan de rechter te

vragen een huurovereenkomst te ontbinden.

In 2013 heeft de kantonrechter 50 keer het vonnis

‘ontruiming’ uitgesproken. Uiteindelijk zijn16 van deze

woningen daadwerkelijk leeggekomen: 14 keer in

verband met huurschulden en twee keer in verband

met een combinatie van huurschuld en overlast.

Daarnaast zijn in verband met overlast nog vier

woningen leeggekomen zonder een vonnis van de

rechter. Voor de 34 gevallen die niet tot ontruiming zijn

gekomen hebben we na het vonnis van de rechter

alsnog een passende oplossing gevonden, bijvoorbeeld

in de vorm van schuldhulpverlening.

Ontruimingen

Opvallend is dat het aantal ontruimingen in vergelijking

met 2012, ondanks de economische crises, sterk is

afgenomen.

Tweede Kans

In Amersfoort en Arnhem hebben wij afspraken

gemaakt met andere corporaties, de gemeente en

hulpinstanties over de opvang van mensen die uit hun

woning zijn gezet. Vaak krijgen deze huurders elders

een tweede kans.

Wel worden hieraan voorwaarden gesteld, die ervoor

moeten zorgen dat zij niet terugvallen in hun oude

gedrag. Afgelopen jaar zijn 2 woningen als tweede

kans verhuurd.

Begeleid wonen

In Harderwijk hebben we onder de titel ‘Stap-voor-stap

wonen’ een samenwerkingsovereenkomst voor het

begeleid wonen van mensen die onder aan de woon-

lader staan. Het idee achter de overeenkomst is dat

mensen die verslaafd zijn of om een andere reden

geen dak meer boven het hoofd hebben, onzelf-

standige woonruimte krijgen met op maat toegesneden

begeleiding. De begeleiding van de hulporganisatie is

erop gericht dat men na verloop van tijd doorstroomt

naar een (meer) zelfstandige woonvorm. Omnia Wonen

verhuurt onder de vlag van deze overeenkomst nu één

woning aan Iriszorg.

Onder de titel ‘Kansrijk Wonen’ participeren we in

Nunspeet een vergelijkbaar project. Voor dit project

verhuren we al sinds jaar en dag een eengezinswoning

waarin vier jongeren begeleid wonen. De opzet is dat

ze na ongeveer één jaar volledig zelfstandig gaan

wonen.

5.3 Maatschappelijk en commercieel vastgoed Maatschappelijke voorzieningen zoals zorgsteun-

punten, ruimten voor dagbesteding en buurthuizen

hebben een positieve invloed op de leefbaarheid in

dorpen, wijken en buurten. Dat geldt vaak ook voor

voorzieningen zoals winkels en kinderdagverblijven.

Gebouwen met een maatschappelijk functie realiseren

wij in buurten en dorpen waar wij ook woningen

verhuren.

Voorbeelden van vastgoed met een maatschappelijke

functie die wij verhuren zijn:

- zorgsteunpunten in Elburg, Harderwijk en

Nunspeet;

- ruimten voor dagbesteding in Harderwijk, Nunspeet

en Steenwijk;

- ruimten voor welzijnswerk en maatschappelijk werk

in Nunspeet;

2013

2012

Amersfoort 2 1

Amstelveen 0 1

Arnhem 4 8

Assen 1 7

Den Haag 2 7

Elburg 1 1

Harderwijk 2 6

Nunspeet 3 1

Steenwijkerland 1 0 Totaal 16 32

Page 40: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 39

- een centrum voor maatschappelijke dienstverlening

in Harderwijk;

- een ruimte voor een sportvereniging in Steenwijk

en

- een Kulturhus in Elspeet.

Voorbeelden van andere ruimten in ons bezit die van

belang zijn voor leefbaarheid in een dorp, wijk of buurt

zijn:

- winkels in winkelcentrum De Binnenhof in

Nunspeet;

- ruimten voor kinderopvang in Harderwijk en

Nunspeet en

- eenheden voor medische zorg in Amersfoort en

Nunspeet.

5.4 Buurt- en wijkbeheer

Samen met bewoners en partners willen we bijdragen

aan kwalitatief goede wijken. Dit doen wij vooral in

dorpen, wijken en buurten waarin wij een flink aantal

woningen verhuren.

Binnenhof in Nunspeet

Om de verhuurbaarheid van het winkelcentrum De

Binnenhof en de leefbaarheid van de omliggende wijk

een impuls te geven is samen met de gemeente een

revitaliseringsplan gemaakt. In het kader van dit plan

heeft Omnia Wonen in 2013 een nieuwe winkelruimte

met daarboven 16 sociale huurappartementen

opgeleverd. Ook is de renovatie van de bestaande

winkels en het onderhoud aan de buitenzijde van de

bestaande appartementen ter hand genomen. Samen

met de gemeente hebben we de herinrichting van de

openbare ruimte opgepakt.

Wijkaanpak

Ook op andere plekken mag wijkaanpak rekenen op

onze belangstelling. Zo participeren we in onder andere

Assen, Elburg, Harderwijk, Nunspeet en Oldebroek in

allerlei platforms. In deze platforms bespreken bijvoor-

beeld bewonersorganisaties, de gemeente, corporaties

en andere instellingen de leefbaarheidsvraagstukken

die in een dorp, wijk of buurt spelen.

In Arnhem hebben we voor de leefbaarheid in de wijk

de Laar-West afgesproken bij een nieuwe woning-

toewijzing de politie om ‘woonadvies’ te vragen. Deze

afspraak geldt voor de periode medio 2013 tot en met

2015.

Huismeester

Onze huismeesters spelen een belangrijke rol in de

leefbaarheid in en om ‘hun’ complex. Hun

werkzaamheden variëren van het opruimen van de

gemeenschappelijke ruimten, tot het aanspreken van

mensen op hun (woon)gedrag. Vaak lukt het hen een

dreigende verloedering om te buigen naar een

positieve sfeer waarin huurders gezamenlijk de

mouwen opstropen en in hun woonomgeving aan de

slag gaan.

5.5 Investeren: fysiek en sociaal

In 2013 besteedden wij circa € 101.000,- aan leefbaar-

heid. Dit is € 34.000 meer dan in 2012 en € 174.000

minder dan begroot. Bij het opstellen van de begroting

stellen we een bedrag voor leefbaarheid vast. Daarna

worden plannen gemaakt en beoordeeld. Dit willen we

omkeren zodat realisatie en begroting in de toekomst

beter op elkaar aansluiten.

Het geld is voor een deel uitgegeven aan fysieke voor-

zieningen in en rondom woningen en voor een deel aan

allerlei zaken op sociaal gebied.

Voorbeelden van leefbaarheidsprojecten (fysiek en sociaal)

Gemeente

Straten Werkzaamheden

Amersfoort alle complexen bijdrage aan VIA-project voor hulpverlening aan huurders met

(woon-)problemen

Arnhem Zaslaan, portiekflats. vervangen vloeren gemeenschappelijke ruimten en verwijderen

graffity

Elburg/Nunspeet alle complexen bijdrage aan Buurtbemiddeling

Nunspeet Veluwse Heuvel Opschonen en inrichten gemeenschappelijk groen

Page 41: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 40

Page 42: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 41

6. Wonen, Zorg en Welzijn

6.1 Beleidskader

Iedereen wil zo lang mogelijk zelfstandig wonen. En

natuurlijk het liefst in de eigen woonomgeving. Dit geldt

niet alleen voor ouderen. Ook mensen met een

verstandelijke of lichamelijke beperking en mensen met

sociale en psychische problemen willen als het even

kan op eigen benen staan. Dit betekent een toenemen-

de vraag naar zelfstandige woonvoorzieningen met

mogelijkheden voor zorg en begeleiding. Dit wordt nog

eens versterkt door het door de regering ingezette

beleid van scheiden van wonen en zorg en extramura-

lisering. Omnia Wonen speelt op deze ontwikkelingen

in en wil hierin maatwerk leveren. Om dit zo goed

mogelijk te doen, werken wij samen met zorg- en

welzijnsinstellingen.

6.2 Huisvesting specifieke doelgroepen

Woningtoewijzing

Een deel van de woningen van Omnia Wonen is

bestemd voor bijzondere doelgroepen. In Arnhem,

Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek en Steenwijk

verhuren wij (delen van) complexen en afzonderlijke

woningen aan zorgpartijen. Deze organisaties bieden

de bewoners veelal begeleiding en/of verzorging. Vaak

is een (zorg-)indicatie vereist om een appartement of

kamer toegewezen te krijgen.

Daarnaast verhuren wij bepaalde woningen bij

voorrang aan ouderen of mensen met specifieke

wensen. Zo hebben wij woningen die bestemd zijn voor

mensen die om welke reden dan ook gelijkvloers

moeten wonen.

In totaal zijn bijna 1.150 van onze woningen geoor-

merkt voor ouderen of specifieke doelgroepen.

Woonzorgcomplexen

In het afgelopen jaar is volgens planning een

woonzorgcomplex in ’t Harde, gemeente Elburg,

opgeleverd, is de1e fase van de bouw van een

woonzorgcomplex in Steenwijk vrijwel afgerond en is

begonnen met de bouw van zorgstudio’s in Elspeet,

gemeente Nunspeet. Ook is een locatie gevonden voor

de bouw van een ‘Thuishuis’ in Harderwijk.

Het woonzorgcomplex in ‘t Harde bestaat uit 29

zelfstandige appartementen en een aantal ruimten die

we aan een zorgpartij verhuren. 16 appartementen zijn

door deze zorgpartij toegewezen aan kandidaten met

een zorgindicatie. Alle 29 appartementen worden

echter rechtstreeks van Omnia Wonen gehuurd.

De 1e fase van de nieuwe Meenthehof bestaat uit 42

zelfstandige appartementen, 18 verpleeghuisplaatsen

en drie gemeenschappelijke woonkamers voor de

bewoners van de verpleeghuisplaatsen en een

recreatieruimte. Een zorgpartij gaat de verpleeghuis-

plaatsen en gemeenschappelijke woonkamers huren.

Deze eenheden zijn zodanig gebouwd dat ze in de

toekomst ook als zelfstandige woonruimte zijn te

verhuren.

Omdat de verhuizing naar de nieuwe appartementen

ingrijpend kan zijn voor de bewoners van de oude

Meentehof , worden ze daarbij door Omnia Wonen

begeleid.

De zorgstudio’s in Elpeet bestaan uit 20 verpleeg-

appartementen, 2 gezamenlijke woonkamers en 2

logeerkamers. Een zorgpartij gaat de appartementen

toewijzen aan mensen met een zorgindicatie. Er wordt

echter rechtstreeks van Omnia Wonen gehuurd.

Het ‘Thuishuis’ in Harderwijk gaat huisvesting bieden

aan een groep senioren die ervoor kiezen samen te

wonen. Het huis bestaat uit een aantal gemeen-

schappelijke ruimten, zoals een grote leefkeuken, in

combinatie met zelfstandige eenheden voor de

afzonderlijke bewoners. Inmiddels is een aannemer

geselecteerd die naar verwachting in de loop van 2014

met de bouw start. De eenheden worden in het sociale

huursegment aangeboden.

Stichting Thuishuis Harderwijk heeft in 2013 zo’n 80

thuisbezoeken gebracht aan ouderen die

vereenzamen. De Thuishuis vrijwilliger adviseert over

de mogelijke oplossingen, neemt zo nodig actie of

verwijst eventueel naar andere instellingen. Mede

gelet op de komst van het ‘Thuishuis’, verwacht de

stichting in 2014 een toename in het aantal thuis-

bezoeken.

Page 43: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 42

In totaal verhuurt Omnia Wonen eind 2013 17 complexen of delen van complexen aan zorgpartijen. Het gaat om:

Complexen verhuurt aan zorgpartijen

Gemeente

Samenwerkingspartner/

Huurder

Omschrijving

Arnhem Stichting Philadelphia Zorg 21 appartementen voor begeleid wonen van ouderen en één

gemeenschappelijke ruimte voor groepswonen ouderen

Arnhem Stichting Siza Dorp Groep 20 appartementen voor begeleid wonen, één gemeenschappelijke

ruimte en één kantoorruimte

Harderwijk Stichting ’s Heeren Loo 4 appartementen, 2 aan 2 met elkaar verbonden, voor begeleid

wonen van mensen met een verstandelijke beperking

Harderwijk Stichting ’s Heeren Loo 10 appartementen in de Bogen voor begeleid wonen van

mensen met een verstandelijke beperking

Harderwijk Stichting ’s Heeren Loo 10 appartementen in De Bogen voor begeleid wonen van mensen

met een niet-aangeboren hersenletsel en aantal ruimten voor

begeleiding

Harderwijk Icare 3 appartementen in De Bogen voor mensen die (tijdelijk) zorg of

verpleging nodig hebben en ruimte voor dagopvang

Harderwijk Stichting Philadelphia Zorg 19 appartementen, 2 gemeenschappelijke woonkamers en één

personeelsruimte

Nunspeet Stichting Philadelphia Zorg 22 appartementen voor begeleid wonen van mensen met een

beperking, drie gezamenlijke huiskamers en één kantoorruimte

Nunspeet Stichting Philadelphia Zorg 24 appartementen voor begeleid wonen van mensen met een

beperking, vier gezamenlijke huiskamers en één kantoorruimte

Nunspeet Stichting InteraktContour 18 appartementen voor begeleid wonen van mensen met een

lichamelijke beperking of een niet-aangeboren hersenletsel, drie

gezamenlijke huiskamers en één kantoorruimte

Nunspeet Stichting InteraktContour 7 appartementen voor mensen met een lichamelijke beperking of

een niet-aangeboren hersenletsel, één gezamenlijke huiskamer

en één ruimte voor een slaapwacht

Oldebroek Stichting EBC 16 wooneenheden, beheerderswoning en dagbestedingsruimte

voor begeleid wonen jongeren

Oldebroek Stichting Philadelphia Zorg 8 appartementen en een gemeenschappelijke ruimte voor

begeleid wonen

Oldebroek Stichting ’s Heeren Loo vrijstaande woning met 8 onzelfstandige eenheden, logeerkamer,

slaapwacht en 2 woonkamers

Oldebroek Stichting ’s Heeren Loo separaat woongebouw met 6 appartementen

Steenwijkerland Stichting FRION

gezinsvervangend tehuis ter grootte van 6 eengezinswoningen

voor mensen met een verstandelijke beperking

Steenwijkerland RIBW IJssel-Vecht 24 appartementen voor begeleid wonen van jongeren in het

autistisch spectrum en één algemene ruimte

Steunpunten

Veel gemeenten kennen steunpunten voor zorg en

welzijn. Vaak is zo’n steunpunt gevestigd in een

complex met appartementen waarin ouderen en/of

mensen met een beperking wonen. Zowel de mensen

die in het complex wonen als omwonenden in de wijk

kunnen een beroep doen op de diensten van de zorg-

en welzijnspartijen in het steunpunt.

Page 44: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 43

In de wijk Drielanden in Harderwijk functioneert ons

complex De Bogen als steunpunt. Het in 2013

opgeleverde complex in ‘t Harde is zorgsteunpunt voor

het complex en de omliggende wijk. En in de gemeente

Nunspeet zijn drie steunpunten voor zorg en welzijn in

eigendom van Omnia Wonen:

- De Veluwse Heuvel in Nunspeet;

- De Brem in Nunspeet en

- De Oranjehof in Elspeet.

De nieuwe Meentehof in Steenwijk tot slot, gaat als

uitvalsbasis dienen voor de woonzorgzone Ooster-

meenthe e.o.

Kleinschalige projecten

Naast woon-zorgcomplexen en steunpunten voor

ouderen en andere hulpbehoevenden verhuurt

Omnia Wonen midden in woonwijken nog een aantal

woningen aan zorgpartijen. De verwachting is dat,

door het in gang gezette rijksbeleid van scheiden van

wonen en zorg, zorginstellingen steeds minder vaak

zelf woningen van ons zullen huren. In 2013 zijn drie

contracten opgezegd. Bewoners gaan in de toekomst

waarschijnlijk steeds vaker rechtstreeks van de

corporatie huren en de zorginstelling zal zich steeds

meer toeleggen op puur de zorg en begeleiding.

Kleinschalige projecten

Gemeente

Samenwerkingspartner/

Huurder

Omschrijving

Harderwijk Stichting ’s Heeren Loo 11 appartementen voor begeleid wonen van mensen met een

verstandelijke beperking

Harderwijk Iriszorg appartement voor beschermd of begeleid wonen van met

name (ex-) verslaafden

Nunspeet GGZ Centraal eengezinswoning voor het beschermd wonen van mensen met

psychiatrische of psychosociale problemen

Nunspeet Stichting InteraktContour 6 appartementen voor begeleid wonen van ouderen met een

lichamelijke beperking

Nunspeet Stichting Philadelphia Zorg 2 eengezinswoningen en twee appartementen voor begeleid

wonen van mensen met een beperking

Nunspeet Kansrijk Wonen 2 eengezinswoning voor begeleid wonen van jongeren

Nunspeet Ben Effectief vrijstaand woonhuis voor begeleid wonen van 3 jongeren

Oldebroek Stichting EBC eengezinswoning voor begeleid wonen van mensen met

psychosociale problemen

Oldebroek Stichting Philadelphia Zorg eengezinswoningen en twee appartementen voor begeleid

wonen van mensen met een beperking

6.3 Aanpassen woningen

Vraaggestuurd

Door aanpassingen in woningen kunnen ouderen en

mensen met een beperking vaak langer zelfstandig

wonen. Wij adviseren hen en brengen de aanpas-

singen aan als zij dat willen. Wij spelen dus in op de

vraag van individuele bewoners. Vaak gaat het om

relatief eenvoudige veranderingen als een extra trap-

leuning of het weghalen van drempels in en om het

huis.

Afhankelijk van de specifieke situatie nemen we een

aanpassing voor eigen rekening of berekenen we het

door aan de huurder. Aanpassingen die tot onze basis-

of pluskwaliteit behoren, leiden tot een huurverhoging.

Andere aanpassingen reken we in één keer af met de

huurder.

Stimuleringsregelingen

In sommige gemeenten wordt ter stimulering van het zo

lang mogelijk zelfstandig wonen voor eenvoudige

aanpassingen aan zowel kopers als huurders een

kleine subsidie ter beschikking gesteld.

Page 45: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 44

Bijvoorbeeld in de gemeenten Elburg en Nunspeet. De

gemeente Harderwijk geeft in haar Beleidsplan Wonen

2016 ook aan met een stimuleringsregeling te komen.

WMO-aanvragen

Gemeenten subsidiëren vanuit de Wet Maatschappelijk

Ondersteuning (WMO) meer ingrijpende aanpassingen.

Omnia Wonen heeft 18 WMO-aanvragen aan de

betreffende gemeente doorgestuurd, evenveel als in

2012.

Er zijn onder andere toiletten aangepast, trapliften

geplaatst en keukens en douches beter toegankelijk

gemaakt. In totaal hebben wij bijna € 16.000,- besteed

aan WMO-werkzaamheden. Dit is ruim € 16.000,-

minder dan in 2012. WMO-aanvragen lopen overigens

lang niet altijd via de verhuurder. In toenemende mate

doet de huurder zelf de aanvraag en wordt ons zo

nodig om toestemming gevraagd.

Als een woning vrijkomt die voorzien is van een

ingrijpende aanpassing, kijken wij of wij deze kunnen

toewijzen aan een woningzoekende die deze

voorziening nodig heeft. Op deze manier gaan wij

zorgvuldig om met het geld dat wordt uitgegeven aan

aanpassingen.

Sterrenclassificatiesysteem

Op basis van woningmarktonderzoek en gezien het

regeringsbeleid van scheiden van wonen en zorg en

extramuralisatie schatten wij in dat, in de meeste

gemeenten waarin wij actief zijn, er een (beperkt) tekort

is aan gelijkvloerse woningen. Met behulp van een

sterrenclassificatiesysteem hebben we in kaart

gebracht welke woningen van ons geschikt zijn voor

mensen die niet (meer) zo goed ter been zijn. In een

aantal gemeenten gebruiken we de sterren om

woningen die vrij komen gericht aan te kunnen bieden.

Het systeem verdeelt de woningen in vijf klassen.

Sterren Omschrijving

Geen Treden in/naar de woning

* Nultredewoning

** Rollator toegankelijke woning

*** Rolstoel toegankelijk, rollator toe- en

doorgankelijke woning

**** Rolstoel toe- en doorgankelijke woning

In het volgende overzicht staat per gemeente het

percentage woningen dat aan het einde van 2013 over

geen, 1, 2, 3 of 4 sterren beschikt. De circa 245

appartementen en kamers, die we aan zorginstellingen

verhuren, zijn niet in het overzicht opgenomen. Deze

hebben veelal drie of vier sterren.

Overzicht sterrenclassificatie woningbezit Omnia Wonen, eind 2013 (in %)

Aantal sterren 0 1 2 3 4

Amersfoort 63,3 7,9 28,7 0,0 0,0

Amstelveen 100,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Arnhem 91,5 0,0 0,0 0,0 8,5

Assen 65,6 34,4 0,0 0,0 0,0

Den Haag 100,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Elburg 83,8 8,5 2,1 0,0 5,6

Ermelo 100,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Harderwijk 47,2 48,5 0,0 0,5 3,8

Nunspeet 79,6 17,4 0,4 1,6 1,1

Oldebroek 83,9 15,8 0,3 0,0 0,0

Steenwijkerland 41,4 33,7 13,6 0,0 11,3

Utrecht 82,6 17,4 0,0 0,0 0,0

Totaal 74,2 18,6 4,2 0,6 2,4

Page 46: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 45

7. Toewijzen en verhuren

7.1 Beleidskader

Ons huur- en toewijzingsbeleid is erop gericht dat er

voldoende passende woonruimte is voor mensen die

zijn aangewezen op de huurmarkt of bewust ervoor

kiezen te huren.

Centraal in ons huurbeleid staan de streefhuren. Wij

hebben voor elke huurwoning een streefhuur

vastgesteld. De streefhuur is de huur die we aan een

nieuwe huurder vragen en is onder andere afhankelijk

van de kwaliteit van de woning. Wij gebruiken de

streefhuur ook bij het vaststellen van de jaarlijkse

huurverhoging. De streefhuren stellen we zodanig vast

dat er nu en in de toekomst voldoende betaalbare

huurwoningen zijn voor de lagere inkomensgroepen. In

de vrije sector vragen we de markthuur.

Wij vinden het belangrijk dat woningzoekenden een

woning krijgen die bij hen past. De toewijzingsregels

zijn er dan ook op gericht dat er zo veel mogelijk

maatwerk wordt geleverd. Er wordt onder andere

rekening gehouden met de inkomenssituatie van de

woningzoekende. Ook is er ruimte om statushouders

en mensen die in acute woningnood zitten te helpen.

7.2 Huurverhoging

Jaarlijkse huurverhoging

Afhankelijk van het huishoudinkomen zijn de huren op

1 juli als volgt verhoogd;

- ≤ € 33.614 of onbekend 4,0%

- > € 33.614 en ≤ € 43.000 4,5%

- > € 43.000 6,5%

Als door de toepassing van deze percentages de huur

boven de streefhuur uit zou komen, hebben we de huur

slechts verhoogd tot de streefhuur. Voor huishoudens

met een inkomen boven de € 43.000,- hebben we niet

afgetopt op de streefhuur, maar op de markthuur.

In de vrije sector mag geen inkomensafhankelijke

huurverhoging worden toegepast. Deze huren zijn

grotendeels met 4% verhoogd. Twee complexen, die

wat slechter verhuren, hebben een verhoging van 2,5%

gekregen.

De gemiddelde huurverhoging is per saldo op 4,14%

uitgekomen. 15,8% van onze huurders had volgens de

Belastingdienst een huishoudinkomen van boven de

€ 43.000,-, 10,9% een huishoudinkomen tussen de

€ 33.614,- en € 43.000,- en 52,5% had een inkomen

van maximaal € 33.614,-. Van de overige huishoudens

kon de Belastingdienst geen inkomensindicatie

opgeven of hebben we het niet opgevraagd omdat het

vrije sectorhuur betrof.

Bezwaarschriften

Als een huurder het niet eens is met de jaarlijkse

huurverhoging, dan kan hij bezwaar aantekenen.

Afgelopen jaar hebben 131 huurders bezwaar

gemaakt, fors meer dan in de voorafgaande jaren. In

45 gevallen hebben de huurverhoging aangepast op

basis van de door de huurder aangeleverde gegevens.

59 huurders hebben hun bezwaar ingetrokken nadat wij

de verhoging verder hadden toegelicht en 27 bezwaren

zijn doorgestuurd naar de huurcommissie. De

commissie heeft ons in 21 gevallen in het gelijk gesteld

en 6 huurders hebben hun bezwaar alsnog

ingetrokken. Twee huurders zijn in beroep gegaan

tegen de uitspraak van de huurcommissie. Hierin is nog

geen uitspraak gedaan.

De huurcommissie behandelt niet alleen bezwaren

tegen de jaarlijkse huurverhoging. Een huurder kan ook

een huurverlaging vragen als hij vindt dat wij de woning

niet goed onderhouden. In 2013 is één verzoek tot

huurverlaging bij de huurcommissie ingediend. De

commissie moet nog uitspraak doen. Bij de twee

verzoeken tot huurverlaging die in 2012 zijn ingediend,

zijn de huurders uiteindelijk in het gelijk gesteld.

Huurverhoging bij mutatie of na woningverbetering

De jaarlijkse huurverhoging is niet het enige moment

waarop een huurprijs kan wijzigen. Ook als een woning

van huurder wisselt, verhogen wij soms de huur. In de

sociale huursector vragen wij de streefhuur en in de

vrije sector de markthuur.

Page 47: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 46

Verder kan de huurprijs stijgen als de kwaliteit van de

woning verbetert. Bijvoorbeeld na het installeren van

centrale verwarming of het plaatsen van een tweede

toilet. Dit kan zijn op verzoek van de huurder of bij een

planmatige aanpak.

Ook als in een woning energiebesparende

maatregelen, zoals isolatieglas wordt aangebracht,

wordt de huur van de zittende huurder verhoogd.

Tegenover de huurverhoging staat immers een

besparing op energie. De huurverhoging is gelijk aan

75% van de in een complex gemiddeld te verwachten

besparing op energiekosten. Wij noemen dit de

woonlasten waarborg.

Werkelijke huren , streefhuren en markthuren

De huurprijsregelgeving bepaalt de maximale huurprijs

die wij mogen vragen voor een sociale huurwoning. Dit

was eind 2013 gemiddeld € 785,- per woning; € 30,-

hoger dan een jaar daarvoor. De gemiddelde markt-

huur bedroeg € 671,- per woning; € 6,- hoger dan in

2012 (bron: aeDex). De werkelijke huren en onze

streefhuren zijn meestal aanmerkelijk lager dan de

maximaal toegestane huur en de markthuur.

De werkelijke huren stegen van gemiddeld € 470,- eind

2012 naar gemiddeld € 489,- eind 2013. De streef-

huren gingen van gemiddeld € 500,- naar gemiddeld

€ 528,-. Gemiddeld bedraagt de werkelijke huur dus

62,4% en de streefhuur 67,2% van de maximaal toe-

gestane huur. In de volgende tabel staan de gemid-

delde werkelijke huur, de gemiddelde streefhuur en

gemiddelde markthuur en de gemiddeld maximaal

toegestane huur per gemeente.

Werkelijke huur, streefhuur, markthuur en maximaal toegestane huur, gemiddeld eind 2013

7.3 Woonruimteverdeling

Huurwoningen worden volgens plaatselijke of regionale

regels verdeeld. Omdat onze huurwoningen over 12

gemeenten zijn verdeeld, hebben wij te maken met

verschillende systemen en regels. De meeste gemeen-

ten hanteren het aanbodsysteem. Vrijkomende wonin-

gen worden dan via internet of de krant aangeboden in

een advertentie. Hierin staat informatie over de woning

en aan welke eisen de nieuwe bewoner(s) moet(en)

voldoen.

Is een woningzoekende geïnteresseerd, dan reageert

hij zelf op de woning. Als er meerdere belangstellenden

zijn, bepalen objectieve regels zoals woonduur of

inschrijfdatum welke kandidaat de woning krijgt aan-

geboden. Met ingang van 2013 wordt 15% van de

vrijgekomen woningen in Arnhem door loting toe-

gewezen. In de gemeenten Assen, Steenwijkerland en

Den Haag werken wij volgens een distributiesysteem.

Degene die bovenaan de lijst van woningzoekenden

staat, komt als eerste in aanmerking voor de leeg-

komende woning.

Gemeente gemiddelde werkelijke huur (% maximaal)

gemiddelde streefhuur

(% maximaal)

gemiddelde markthuur

gemiddelde maximaal toe-gestane huur

Amersfoort € 545 (70,6%) € 569 (73,8%) € 683 € 772

Amstelveen € 450 (72,6%) € 496 (80,0%) € 578 € 620

Arnhem € 517 (73,9%) € 524 (75,0%) € 633 € 699

Assen € 476 (64,0%) € 485 (65,1%) € 545 € 744

Den Haag € 434 (80,5%) € 442 (82,1%) € 515 € 539

Elburg € 513 (56,2%) € 536 (58,8%) € 733 € 912

Ermelo € 358 (61,4%) € 427 (73,1%) € 465 € 583

Harderwijk € 551 (67,6% € 561 (68,9%) € 665 € 814

Nunspeet € 466 (53,9%) € 531 (61,3%) € 730 € 865

Oldebroek € 464 (56,0%) € 557 (67,2%) € 738 € 829

Steenwijkerland € 465 (71,9%) € 473 (73,1%) € 587 € 646

Utrecht € 388 (55,8%) € 491 (70,5%) € 664 € 696

Totaal € 489 (62,4%) € 528 (67,2%) € 671 € 785

Page 48: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 47

Woonruimteverdeling 2013

Gemeente Inschrijven bij Algemeen

Amersfoort Woonkompas Aanbod via Woonkompas. Alle beschikbare woningen

worden in de woonkrant en op internet geplaatst.

Amstelveen WoningNet

Aanbod via Woningnet. Alle beschikbare woningen

worden op internet geplaatst.

Arnhem Entree Aanbod via Entree. Alle beschikbare woningen komen op

internet.

Assen Omnia Wonen Distributiesysteem op basis van inschrijfduur.

Elburg de corporaties op de

Noord Veluwe

Regionaal aanbodmodel. Alle beschikbare woningen

worden op internet geplaatst.

Ermelo de corporaties op de

Noord Veluwe

Regionaal aanbodmodel. Alle beschikbare woningen

worden op internet geplaatst.

Den Haag Omnia Wonen Distributiesysteem op basis van inschrijfduur.

Harderwijk de corporaties op de

Noord Veluwe

Regionaal aanbodmodel. Alle beschikbare woningen

worden op internet geplaatst.

Nunspeet de corporaties op de

Noord Veluwe

Regionaal aanbodmodel. Alle beschikbare woningen

worden op internet geplaatst.

Oldebroek de corporaties op de

Noord Veluwe

Regionaal aanbodmodel. Alle beschikbare woningen

worden op internet geplaatst.

Steenwijkerland Omnia Wonen Distributiesysteem op basis van inschrijfduur.

Utrecht WoningNet Aanbod via Woningnet. Alle beschikbare woningen

worden op internet geplaatst.

Op de Noord Veluwe, Amstelveen, Arnhem en Utrecht

is de woonkrant afgeschaft. Woningen worden in deze

gemeenten nu nog uitsluitend via internet aangeboden.

Op de Noord Veluwe hebben de corporaties daarvoor

gezamenlijk een woningzoekendenportaal laten

ontwikkelen.

7.4 Woningtoewijzing De criteria die worden gebruikt bij de woning-

toewijzing verschillen per gemeente. Vaak wordt

gekeken naar:

- het inkomen in relatie tot de huurprijs;

- de woninggrootte in relatie tot de samenstelling van

een huishouden en

- voorzieningen in een woning in relatie tot de

(potentiële) behoefte aan hulp voor één of meer

leden van een huishouden.

Daarnaast worden vaak afwijkende regels gehanteerd

voor mensen die met spoed (andere) woonruimte nodig

hebben. Dit zijn urgentiecriteria. In totaal hebben we in

2013 zo’n 35 woningen op basis van urgentie toege-

wezen. Dit zijn er 4 minder dan in 2012.Het gaat voor

het grootste deel om woningen in Amersfoort en

Nunspeet.

Verder zijn buiten de reguliere woningverdeling om nog

10 woningen toegewezen aan statushouders. Dit zijn

er twee meer dan in 2012. Wij hebben met gemeenten

vaak afspraken over het huisvesten van deze doel-

groep zodat gemeenten aan hun taakstelling kunnen

voldoen.

Het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH) legt een

relatie tussen huurprijs, inkomen en samenstelling van

een huishouden. In het volgende overzicht staat hoe de

woningtoewijzing het afgelopen jaar plaatsvond binnen

de grenzen van het BBSH. Het gaat om 452 bestaande

woningen en 66 nieuwbouwwoningen.

Page 49: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 48

Woningtoewijzing in 2013 conform aanhangsel E van het BBSH

90%-grens

92,1% van de sociale huurwoningen (huurprijs

maximaal € 681,02) is toegewezen aan mensen met

een inkomen van maximaal € 34.229. Hiermee voldoen

wij aan de eis dat minimaal 90% van de sociale

huurwoningen aan deze doelgroep moet worden

toegewezen. Deze eis volgt uit de regels over

staatssteun aan woningcorporaties. Als wij ons niet aan

de toewijzingseis houden, lopen wij in de toekomst

onder andere goedkope financiering mis. Dat schaadt

de financiële positie van Omnia Wonen.

Om binnen de 90%-grens te blijven, hebben we sinds

2011 de toewijzingsregels aangescherpt. Hierdoor zijn

mensen met een inkomen boven de € 34.229 (prijspeil

2013) aangewezen op een koopwoning of een woning

in de vrije sector huur. Voor een deel van deze doel-

groep is dit echter geen reëel alternatief. Daarom

verhuren we een aantal duurdere sociale huur-

woningen exclusief aan mensen die boven de

inkomensgrens zitten. Woningzoekenden met een

urgentieverklaring krijgen ongeacht hun inkomen

sowieso een sociale huurwoning aangeboden. Per

saldo zorgen we er voor dat wij aan de 90%-norm

voldoen.

7.5 Mutaties en leegstand

In 2013 hebben 491 huurders hun huurcontract

opgezegd. Dit betekent een mutatiegraad van 6,8%.

474 woningen zijn of worden opnieuw verhuurd. De

overige 17 zijn verkocht dan wel gesloopt. De

mutatiegraad loopt per gemeente sterk uiteen.

Eind 2013 stonden 71 woningen leeg. Ook 23

garages/bergingen en 13 bedrijfsruimtes waren op dat

moment niet verhuurd. Eind 2012 stonden 47

woningen, 18 garages/bergingen en 9 bedrijfsruimtes

leeg. Dikwijls moeten er onderhoudswerkzaamheden

worden uitgevoerd voordat een woning of bedrijfsruimte

weer verhuurd kan worden. Aansluitende verhuur is

dan niet altijd mogelijk. Soms staat een woning leeg

omdat hij wordt verkocht. De verhuur van bedrijfs-

ruimten vergt in de huidige tijd extra inspanning.

Categorie huishouden

Leeftijd Inkomen in € per jaar

Huur ≤ 374,44

aantal

woningen

Huur > € 374,44 ≤ € 535,91

aantal woningen

Huur ≥ € 535,91

aantal

woningen

Totaal

eenpersoons < 65 jaar ≤ 21.025 37 81 37 155

eenpersoons < 65 jaar > 21.025 16 51 40 107

eenpersoons ≥ 65 jaar ≤ 21.100 0 4 10 14

eenpersoons ≥ 65 jaar > 21.100 1 4 11 16

tweepersoons < 65 jaar ≤ 28.550 2 37 36 75

tweepersoons <65 jaar > 28.850 1 10 25 36

tweepersoons ≥ 65 jaar ≤ 28.725 0 3 9 12

tweepersoons ≥ 65 jaar > 28.725 0 4 16 20

> € 374,44 ≤ 574,35 > € 574,35

meerpersoons < 65 jaar ≤ 28.550 1 40 26 67

meerpersoons <65 jaar > 28.550 0 5 8 13

meerpersoons ≥ 65 jaar ≤ 28.725 0 2 0 2

meerpersoons ≥ 65 jaar > 28.725 0 0 1 1

Totaal 58 241 219 518

Page 50: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 49

Mutatiegraad

7.6 Huurachterstand en huurderving

Met het volgen van een consistent incassobeleid

proberen wij de betalingsachterstanden te beperken.

Zo proberen wij huurders te beschermen tegen de

vervelende gevolgen van huurachterstanden. Als wij de

huurachterstand uitdrukken in een percentage van de

netto huren, dan bedraagt deze eind 2013 voor het

totale bezit 1,18% (woningen 1,25% en bedrijfsruimten

0,53%). In 2013 was dit voor het totale bezit 0,96%.

Drukken wij de huurderving uit in een percentage van

de nettohuur, dan is dit voor het totale bezit eind 2013

1,38% (woningen 1,01% en bedrijfsruimten 4,68%).

Het jaar daarvoor was dit voor het totale bezit 1,53%.

Huurderving ontstaat door leegstand van woningen of

bedrijfsruimten en door huren die wij niet kunnen

incasseren.

Door de economische crisis nemen de huurachter-

standen toe. Ondanks al onze inspanningen om dit te

voorkomen. Zo zien we onder andere een toename van

het aantal betalingsregelingen.

7.7 Aanvullende diensten

In aanvulling op de verhuur bieden we nog een aantal

aanvullende diensten. Zo helpen wij huurders bij het

aanvragen van huurtoeslag, geven de mogelijkheid om

onderhoud van huurders over te nemen,

bieden een glasverzekering aan en geven de

mogelijkheid bij Woonenergie een energiecontract af te

sluiten.

Huurtoeslag

Een van de mogelijkheden om een woning betaalbaar

te houden voor de lagere inkomens is de huurtoeslag.

Huurders kunnen er voor kiezen de huurtoeslag op hun

eigen rekening te laten storten of rechtstreeks aan de

verhuurder over te laten maken. Met ingang van 1

januari 2014 is deze laatste mogelijkheid vervallen.

In december 2013 ontvingen nog 991 huurders via

Omnia Wonen huurtoeslag. Dit is 13,6% van onze

huurders. De gemiddelde bijdrage die zij ontvingen was

€ 184,- per maand. Wij brengen de huurtoeslag in

mindering op de huurprijs die wij incasseren.

Service Huurders Onderhoud

Huurders moeten een deel van de onderhouds-

werkzaamheden zelf uitvoeren, het zogenaamde

huurdersonderhoud. Voor een vaste vergoeding

kunnen zij een aantal van deze werkzaamheden

uitbesteden aan Omnia Wonen.

Wij noemen dit het Service Huurdersonderhoud (SHO).

Het deelnemerspercentage is ligt gedaald van 81,9%

eind 2012 naar 80,5% eind 2013 en varieert van 53,2%

in Oldebroek tot 88,9% in Arnhem. Een nieuwe huurder

kiest vrijwel altijd voor deelname aan het SHO.

Glasverzekering

Huurders kunnen voor € 1,- per maand verzekeren

tegen glasschade. De verzekering zorgt ervoor dat

schade snel wordt hersteld. Eind 2013 heeft 85,5% van

onze huurders een glasverzekering afgesloten via

Omnia Wonen. Dit varieert van 35,7% in Ermelo tot

95,7% in Nunspeet. Eind 2012 had 83,6% van de

huurders een glasverzekering via Omnia Wonen.

WoonEnergie

Wij brengen bij onze huurders WoonEnergie onder de

aandacht. WoonEnergie levert standaard groene

stroom. Daarnaast levert ze gas. Omdat WoonEnergie

voor circa 110 woningcorporaties collectief gas en

groene stroom inkoopt, is zij in staat scherpe prijzen te

bieden. Eind 2013 had 14,6% van onze huurders een

contract bij WoonEnergie; een afname van 3,6% ten

opzichte van een jaar daarvoor. Het deelname-

percentage varieert van 0% in Oldebroek tot 20,9% in

Harderwijk.

Gemeente Mutatie 2013 Mutatie 2012

Amersfoort 4,9 4,9

Amstelveen 0,7 4,4

Arnhem 10,9 10,4

Assen 10,6 11,7

Den Haag 11,2 6,7

Elburg 6,1 5,8

Ermelo 7,1 0,0

Harderwijk 6,8 9,3

Nunspeet 4,8 5,2

Oldebroek 5,3 -

Steenwijkerland 13,3 17,8

Utrecht 0,0 2,2

Totaal 6,8 7,4

Page 51: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 50

Page 52: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 51

8. Financiën

8.1 Beleidskader

Om onze ambities waar te maken is een gedegen

financieel beleid nodig dat uitgaat van daadwerkelijk

beschikbare middelen en realistische toekomst-

verwachtingen. Wij vinden het belangrijk dat financiers

vertrouwen in ons hebben en dat andere partners er

vanuit kunnen gaan dat we gemaakte afspraken

nakomen. Dit betekent dat:

de inkomsten uit verhuur en verkoop voldoende

moeten zijn om aan al onze verplichtingen te

voldoen;

het eigen vermogen voldoende moet zijn om risico’s

op te vangen en

renterisico’s worden beperkt.

Meer concreet streven wij naar een gezonde

verhouding tussen de zogenaamde netto operationele

kastromen en de rente-uitgaven (rentedekkingsgraad).

Onze norm is dat de operationele kasstromen minimaal

1,4 keer de rente-uitgaven bedragen. Daarnaast sturen

wij op een solvabiliteit (op basis van bedrijfs-waarde)

van minimaal 25 procent en willen we voldoen aan alle

(financiële) eisen die toezichthouders en het WSW aan

ons stellen. Ook streven we naar een evenwichtige

leningenportefeuille, waarbij rentekosten, flexibiliteit en

risico’s met elkaar in balans zijn.

In het investeringsstatuut staan de kaders voor onze

investeringsbeslissingen. Investeringen beoordelen we

op hun financieel en sociaal rendement. In het

deelnemingenstatuut zijn de kaders voor het aangaan

en beëindigen van deelnemingen vastgelegd.

8.2 Waardering vastgoed

Ons sociale vastgoed waarderen we op bedrijfswaarde

en ons commerciële vastgoed op marktwaarde. Het

sociale vastgoed bestaat uit de woningen met een

huur onder de huurtoeslaggrens en het maatschappe-

lijk vastgoed. Het commerciële vastgoed bestaat uit

woningen met een huur boven de huurtoeslaggrens en

garages, kantoren en winkels. Op het sociale vastgoed

schrijven we jaarlijks af. Daarbij maken we onderscheid

tussen de componenten opstal, installaties en interieur.

Op de grondwaarde wordt niet afgeschreven.

De bedrijfswaarde is gelijk aan de verdiencapaciteit van

het sociale vastgoed, berekend als de contante waarde

van de toekomstige kasstromen. Er is in de bedrijfs-

waarde geen rekening gehouden met de af te dragen

vennootschapsbelasting. Daarmee sluiten wij aan op

de zienswijze van de Raad voor de jaarverslaggeving.

Onze meerjarenbegroting leert ons dat wij de komende

tien jaar voor een totaalbedrag van € 43,9 miljoen aan

vennootschapsbelasting moeten betalen.

Het is goed om met de nodige voorzichtigheid naar de

bedrijfswaarde te kijken. De hoogte hiervan hangt sterk

af van hoe de toekomstige kasstromen worden ge-

schat. Vooral parameters zoals de huurstijging en de

inflatie laten zich moeilijk voorspellen. Op basis van de

huidige verwachtingen en uitgangspunten bedraagt de

bedrijfswaarde van het sociale vastgoed per

31 december 2013 circa € 498,8 miljoen. Dit is inclusief

€ 2,9 miljoen aan sociaal vastgoed in de vorm van

maatschappelijk gebonden eigendom en overige

onroerende zaken De bedrijfswaarde is € 70,4 miljoen

hoger dan eind 2012. Dit komt per saldo met name

door de aankoop van woningen in Oldebroek,

nieuwbouw, de huurverhogingen en de verhuurders-

heffing

Het commerciële vastgoed waarderen we op

marktwaarde. Dit is de waarde die dit vastgoed

opbrengt als we het direct aan een andere partij

zouden verkopen. Hoewel we niet van plan zijn het

commerciële vastgoed direct te verkopen, weerspiegelt

het wel de meest reële waarde van dit deel van ons

bezit. Om de marktwaarde te bepalen maken we

gebruik van de aeDex. Voor de aeDex wordt ieder jaar

minimaal een derde deel van ons bezit door een

onafhankelijke taxateur gewaardeerd. De marktwaarde

van ons commerciële bezit is op 31 december 2013

€ 78,2 miljoen; € 3,7 miljoen minder dan eind 2012. De

waardedaling heeft alles te maken met de algemene

ontwikkeling op de vastgoedmarkt.

Page 53: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 52

De bedrijfswaarde is als volgt samengesteld:

Bedrijfswaarde sociaal vastgoed 2013

Bedrijfswaarde 2013

(bedragen x € 1 miljoen)

Contante waarde van

de kasstromen

467,1

Restwaarde grond 31,7

Totaal bedrijfswaarde

498,8

Jaarresultaat (bedragen x € 1.000,-)

8.3 Eigen vermogen en jaarresultaat

Volgens de balansopstelling bedroeg het eigen

vermogen op 31 december 2013 circa € 322 miljoen.

De solvabiliteit, berekend op basis van het balanstotaal,

komt hiermee uit op 51,8% (2012: 50,6%).

Wij sloten het jaar 2013 af met een positief saldo van

€ 11,4 miljoen. Dit bedrag is toegevoegd aan ons eigen

vermogen. Het resultaat, opgesplitst in beheer-

activiteiten en overige activiteiten, ziet er als volgt uit:

Jaarresultaat (bedragen x € 1.000,-)

2013

2012

Exploitatieopbrengsten 48.621 43.458

Exploitatiekosten - 24.264 - 27.485

Aan de exploitatie toegerekende rente - 10.264 - 8.551

Resultaat beheeractiviteit 14.145 7.421

Boekwinsten verkochte woningen 1.249 1.388

Resultaat financieringsactiviteit 329 828

Resultaat deelneming 0 0

Afschrijvingen - 18.543 - 19.076

Waardeverandering materiële vaste activa 15.964 - 14.254

Jaarresultaat voor belasting 13.144 - 23.693

2013

2012

a. Bedrijfsopbrengsten 49.869 44.807

b. Bedrijfslasten - 23.262 - 59.458

c. Niet gerealiseerde waardeveranderingen - 3.529 - 1.319

d. Resultaat deelneming 0 0

e. Rentebaten en opbrengsten effecten 329 828

f. Rentelasten - 10.264 - 8.551

g. Vennootschapsbelasting - 1.735 - 3.658

Jaarresultaat na belasting 11.409 - 27.351

Page 54: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 53

8.4 Realisatie versus begroting

Het jaarresultaat voor belasting ligt € 16 miljoen hoger

dan wij hadden begroot. Dit wordt voor een groot deel

veroorzaakt door de posten afschrijvingen en

waardeveranderingen materiële vaste activa.

Resultaat opgesplitst in beheeractiviteiten en overige activiteiten (bedragen x € 1.000,-)

Begroot

2013

Werkelijk

2013

Verschil

Exploitatieopbrengsten 48.413 48.621 208

Exploitatiekosten - 25.019 - 24.212 807

Aan de exploitatie toegerekende rente - 10.594 - 10.264 330

Resultaat beheeractiviteit 12.800 14.145 1.345

Boekwinsten verkochte woningen 994 1.249 255

Resultaat financieringsactiviteit 109 329 220

Afschrijvingen - 10.540 - 18.543 - 8.003

Resultaat deelneming 0 0 0

Waardeverandering materiële vaste activa - 6.199 15.964 22.163

Jaarresultaat voor belasting - 2.836 13.144 15.980

8.5 Leningenportefeuille

De leningenportefeuille is in 2013 met circa € 43,3

miljoen toegenomen tot ongeveer € 276,0 miljoen. Er is

voor € 56,0 miljoen aan leningen aangetrokken en er is

€ 12,7 miljoen afgelost. In het nieuwe jaar staat ons

een aflossingsverplichting op de leningenportefeuille te

wachten van € 19,7 miljoen. Dit bedrag is opgenomen

onder de kortlopende schulden.

Het verloop van de leningenportefeuille is als volgt:

Stand per 1 januari 2013 € 232.730.000

Nieuwe leningen € 56.000.000

Aflossingen € - 12.706.000

Stand per 31 december 2013 € 276.024.000

De gemiddelde rentevoet van de leningenportefeuille

bedroeg eind 2013 circa 3,76%. Het Waarborgfonds

Sociale Woningbouw (WSW) staat borg voor € 266,6

miljoen van onze leningen. Dankzij de borgstelling

kunnen wij relatief goedkoop geld aantrekken. Hier

staat tegenover dat een groot deel van ons bezit in

onderpand is bij het WSW. Er staat voor € 9,5 miljoen

aan niet geborgde leningen in de boeken.

8.6 Treasurycommissie

De Treasurycommissie is in het boekjaar vier keer

samengekomen. De commissie heeft een adviserende

rol aan de bestuurder. De adviezen die de Treasury-

commissie geeft, zorgen ervoor dat er op een verant-

woorde manier geld wordt aangetrokken of belegd.

Verder wordt er scherp gekeken naar het risico van

rentefluctuaties.

In het treasurystatuut is onder andere vastgelegd dat

derivaten alleen mogen worden ingezet om rente-

risico’s af te dekken. Wij hebben overigens geen

derivaten. Wel hebben we € 20 miljoen aan basisrente-

leningen. Bij deze leningen staat de basisrente voor de

gehele looptijd vast en wordt een opslag periodiek

opnieuw vastgesteld. Bij een dergelijk lening is sprake

van een ‘embedded’ derivaat. Deze leningen zorgen

niet voor een verhoogd risicoprofiel. Voor een nadere

toelichting verwijzen wij naar de jaarrekening 2013. In

het hoofdstuk ‘Niet in de balans opgenomen

verplichtingen’ onder ‘Financiële instrumenten’ worden

doelstellingen en beleid van Omnia Wonen ten aanzien

van het beperken van de mogelijke risico’s uiteengezet.

Het renterisico van de leningenportefeuille is onder

controle. Dit mede dankzij de looptijden en rente-

percentages van de in de afgelopen jaren aan-

getrokken leningen. Het risicoprofiel van de leningen-

portefeuille voldoet aan de eisen die in het Treasury-

statuut staan en die het WSW aan ons stelt.

Page 55: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 54

8.7 Verbindingen

Omnia Wonen neemt deel aan diverse formele

samenwerkingsvormen. Wij zijn financieel betrokken,

aandeelhouder of vertegenwoordigd in het bestuur

(verbindingen ex artikel 11a, lid 2, BBSH).

Verbindingen

Naam

Doel

Stichting Woningbeheer

Ons Belang

Opgericht 28 december 1994

Het doel is:

Het verwerven, beheren, exploiteren en vervreemden van registergoederen en alles wat

daarmee verband kan houden of daartoe bevorderlijk kan zijn.

Het bestuur wordt gevormd door de algemeen directeur van Omnia Wonen. De stichting

heeft in 2013 geen activiteiten ontplooid.

Woningnet NV

Opgericht 5 februari 2001

Het doel is:

Het verdelen van vrijkomende woningen op een voor de consument overzichtelijke en

transparante wijze in een groot gebied in de randstad. De deelnemers zijn uitsluitend

toegelaten instellingen. Omnia Wonen neemt deel voor haar woningen in Amstelveen

en Utrecht. Woningnet is gevestigd in Utrecht.

Stichting Omnia Wonen heeft minder dan 1% van de aandelen.

Stichting Bouwontwikkeling

Schuytgraaf (BOS)

Opgericht 24 juni 1999

Het doel is:

Het beheer van het te vormen risicofonds van de door de aan de

samenwerkingsovereenkomst deelnemende corporaties (opgeheven op 5 april 2002).

Het bevorderen van overleg tussen corporaties in het kader van de tussen de

corporaties gesloten samenwerkingsovereenkomst.

Het voeren van overleg met de gemeente Arnhem en andere publiek- en

privaatrechtelijke instellingen ter uitvoering van de tussen de corporaties gesloten

samenwerkingsovereenkomst.

De deelnemers zijn: Stichting Volkshuisvesting Arnhem, Stichting Vivare, Stichting

Portaal, Stichting Omnia Wonen en Woningstichting Openbaar Belang. Het bestuur

wordt gevormd door de directeur-bestuurders van de aangesloten corporaties.

Rhijnstroom BV

Opgericht 3 januari 2002

Het doel is:

De ontwikkeling en realisatie van onder andere woningen, centrumvoorzieningen en

sociaal culturele voorzieningen in het plangebied Schuytgraaf in Arnhem.

Het verstrekken van zekerheden voor schulden van rechtspersonen of andere

Vennootschappen die met haar in een groep verbonden zijn.

En dit alles in de ruimste zin.

De aandeelhouders zijn: Stichting Vivare, Stichting Volkshuisvesting Arnhem, Stichting

Omnia Wonen (11,5%) en Woningstichting Openbaar Belang. De vennootschap is

beherend vennoot in Realisatiemaatschappij Schuytgraaf CV.

Schuytgraaf CV

Opgericht 3 januari 2002

Het doel is:

De ontwikkeling en realisatie van woningen, centrumvoorzieningen en sociaal culturele

voorzieningen in het plangebied Schuytgraaf in Arnhem.

De beherende vennoot is Rhijnstroom BV. De commanditaire vennoten zijn: Stichting

Vivare, Stichting Volkshuisvesting Arnhem, Stichting Omnia Wonen en

Woningstichting Openbaar Belang.

Page 56: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 55

Omnia Wonen Holding BV

Opgericht 31 december 2007

Het doel is:

Werkzaam te zijn op het gebied van de volkshuisvesting, welzijn, zorg en

dienstverlening.

Het oprichten en verwerven van, het deelnemen in, het samenwerken met, het

besturen van, alsmede het (doen) financieren van andere ondernemingen in welke

rechtsvorm dan ook.

Het verstrekken en aangaan van geldleningen, het beheren van en beschikken over

registergoederen en het stellen van zekerheden, ook voor schulden van anderen.

Het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste

zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn; een en ander met

inachtneming van het bepaalde in het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH).

Stichting Omnia Wonen heeft 100% van de aandelen.

Omnia Wonen

Ontwikkeling BV

Opgericht 31 december 2007

Het doel is:

Werkzaam te zijn op het gebied van de volkshuisvesting, welzijn, zorg en

dienstverlening.

Het (doen) ontwikkelen en realiseren van bouwwerken alsmede het participeren in

samenwerkingsverbanden gericht op aannemen van bouwwerken en het (doen)

verrichten van onderhoudswerkzaamheden ten behoeve van onder meer Stichting

Omnia Wonen, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Omnia

Wonen Holding B.V. of andere dochtermaatschappijen daarvan en/of

(rechts)personen in welke vorm dan ook.

Het oprichten en verwerven van, het deelnemen in, het samenwerken met, het

besturen van, alsmede het (doen) financieren van andere ondernemingen in welke

rechtsvorm ook.

Het verstrekken en aangaan van geldleningen, het beheren van en beschikken over

registergoederen en het stellen van zekerheden, ook voor schulden van anderen.

Het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste

zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn; een en ander met

inachtneming van het bepaalde in het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH).

Omnia Wonen Holding B.V. heeft 100% van de aandelen.

Ontwikkelingscombinatie

De Hoge Varen Hierden V.O.F.

Opgericht 24 juni 2011

Het doel is:

Het verwerven van percelen en het ontwikkelen en realiseren van woningen in

plangebied ‘De Hoge Varen’ in Hierden, gemeente Harderwijk

Omnia Wonen Ontwikkeling BV heeft 50% van het vermogen ingebracht en deelt voor

50% in de winst en het verlies.

Stichting Domiso

Opgericht 7 december 2011

Het doel is:

Het bieden van een platform om kennis en expertise op het gebied van domotica te

delen en alles wat daarmee verband kan houden of daartoe bevorderlijk kan zijn.

Het bestuur wordt gevormd door de algemeen directeur van Omnia Wonen. De

stichting heeft in 2013 activiteiten ontplooid voor twee woon-zorgprojecten van Omnia

Wonen (Steenwijkerland en Elspeet).

Met ingang van 2013 wordt de projectontwikkeling in

beginsel vanuit de toegelaten instelling gedaan en niet

meer vanuit Omnia Wonen Ontwikkeling BV. Omnia

Wonen Ontwikkeling BV is vennoot in de

ontwikkelingscombinatie De Hoge Varen Hierden

V.O.F. Voorlopig is dit de enige activiteit die de

Ontwikkeling BV verricht.

Stichting Bouwontwikkeling Schuytgraaf, Rhijnstroom

BV en Schuytgraaf CV zijn in liquidatie.

De (gezamenlijke) ontwikkelingsactiviteiten van de

corporaties in de Vinex-locatie Schuytgraaf zijn

afgerond. Er worden in 2014 geen activiteiten meer

ondernomen.

Overig

De heer M.R.H. Geerlings zit op voordracht van Omnia

Wonen voor de periode 2012-2015 in het bestuur van

de stichting CAI in Harderwijk. Deze stichting beheert

het lokale kabelnet voor radio, tv, telefoon en internet.

Page 57: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 56

8.8 Toekomstverwachtingen

Omnia Wonen heeft financieel gezien een solide

uitgangspositie om de toekomst in te gaan.

In de meerjarenbegroting is voor de komende 10 jaar

rekening gehouden met de bouw van 685 nieuwe

huurwoningen, de verkoop van 200 bestaande

huurwoningen, een onderhoudsnorm van € 1.200 per

woning (prijspeil 2013) en een bedrag van € 24,5

miljoen aan investeringen in het bestaande woning-

bezit, waarvan € 10,6 miljoen voor energiebesparende

maatregelen. De huurverhoging toppen we met het oog

op de betaalbaarheid voor huishoudens met een

inkomen onder de € 43.000,- af op onze streefhuur

(gemiddeld 67,2 procent van de maximale huur). Dit

vertaalt zich in een huurverhoging die snel afloopt van

ruim twee procent boven de inflatie in 2014 tot nul

procent boven de inflatie in 2023.

In verband met de verhuurdersheffing en de sanerings-

heffing van het CFV hebben we vanaf 2018 ons nieuw-

bouwprogramma teruggebracht van gemiddeld 70

woningen per jaar naar gemiddeld 40 woningen per

jaar. Dit gaat om fictieve plannen wat betekent dat we

minder dan voor heen in staat zullen zijn nieuwe

kansen op te pakken. De verkoopdoelstelling is met

ingang van 2014 enigszins verhoogd; van 13 naar 20

per jaar. Het beleid om de efficiency te verhogen en de

bedrijfskosten te verlagen zetten we voort. In dat kader

kijken we in 2014 nog eens kritisch naar onder andere

de benodigde formatie en de onderhoudskosten.

Al met al levert dit een beeld op waarin de solvabiliteit

en de rentedekkingsgraad ruim boven onze eigen

minimumeis van respectievelijk 25% en 1,4 blijft en de

financieringsbehoefte binnen de normen die het onder

andere het WSW, financiers en toezichthoudende

organen daaraan stellen.

Gevoeligheidsanalyses laten zien dat Omnia Wonen in

staat is risico’s als een substantieel hogere sanerings-

heffing, lagere huurverhoging, hogere rente en inflatie

en lagere verkopen goed op te vangen.

Ontwikkeling solvabiliteit

De solvabiliteit op basis van de bedrijfswaarde en

actuele waarde bedraagt eind 2013 51,8%. De

solvabiliteit loopt daarna volgens het basisscenario uit

de goedgekeurde meerjarenbegroting geleidelijk op

naar 64,2% per ultimo 2022. In het slecht-weer

scenario zakt de solvabiliteit naar 40,6% in 2016 om

daarna weer op te klimmen naar 51,9% in 2022.

0,0%

10,0%

20,0%

30,0%

40,0%

50,0%

60,0%

70,0%

2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022

Ontwikkeling solvabiliteit op basis van de bedrijfswaarde en actuele waarde

Basis

Slecht weer

Norm Omnia Wonen

Page 58: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 57

Rentedekkingsgraad

Op basis van de meerjarenbegroting voor de komende

10 jaar is in onderstaande grafiek de verwachte

ontwikkeling van de rentedekkingsgraad weergegeven.

De rentedekkingsgraad bedraagt in het basisscenario

eind 2013 2,4, zakt naar 1,9 in 2014 en loopt daarna

geleidelijk weer op naar 2,8 in 2022. In het slecht-weer

scenario loopt de rentdekkingsgraad terug naar

ongeveer 1,8. Dit zit nog ruim boven onze norm van

1,4.

0,00

0,50

1,00

1,50

2,00

2,50

3,00

2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022

Ontwikkeling Rentedekkingsgraad (ICR)

Basis

Slecht weer

Norm Omnia Wonen

Page 59: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 58

Page 60: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 59

9. De organisatie Omnia Wonen

9.1 Beleidskader

Het ondernemingsplan van Omnia Wonen staat in het

teken van drie ambities: het leveren van maatwerk aan

onze huurders, het werken aan duurzaamheid en het

bevorderen van zelfregie voor onze bewoners die daar

niet of onvoldoende toe in staat zijn.

Om deze ambities waar te maken is het nodig dat

Omnia Wonen efficiënter gaat werken, meer gebruik

gaat maken van ICT toepassingen en investeert in een

sterkere relatie met bewoners en belanghouders.

Daarvoor hebben we medewerkers nodig die

bekwaam, alert en verbindend zijn. Deze drie kern-

waarden spelen bij het aantrekken van nieuw personeel

en de ontwikkeling van de huidige medewerkers een

belangrijke rol.

9.2 Organisatiestructuur

Eind 2012 wisten we hoe we de nieuwe organisatie

wilden gaan vormgeven, in 2013 werd dit

geëffectueerd. Functies vervielen, nieuwe functies

kwamen. Het proces van solliciteren naar interne

functies, gesprekken, assessments en keuzes maken

heeft ongeveer drie maanden geduurd. Op 1 april wist

iedereen waar hij werkzaam was: binnen welk proces,

met welke functie en op welke vestiging. Voor een

beperkt aantal functies hebben we extern moeten

werven.

De meest ingrijpende verandering was het opzetten

van Woonservice. Huurders kunnen nu op alle

werkdagen van 8.30 uur tot 17.00 uur tijdens

kantooruren met hun vragen bij de medewerkers van

Woonservice terecht. Ze zijn niet langer afhankelijk van

de beperkte openingstijden van de lokale vestigingen.

Ons doel is zo de vragen van de klant snel, duidelijk en

efficiënt af te handelen.

2013 was ook het jaar waarin de overheid beslissingen

heeft genomen die impact hebben op de organisatie.

De verhuurdersheffing maar ook de inperking van de

activiteiten van corporaties betekenen voor ons dat we

minder nieuwbouw kunnen realiseren en kritisch naar

onze bedrijfskosten moeten kijken. Ook zullen we

minder aandacht kunnen geven aan leefbaarheid. Dit

heeft er al toe geleid dat we geen invulling gaan geven

aan het Proces Mens & Buurt, maar op dit veld met een

interne adviseur gaan werken. Hoewel Omnia Wonen

een verhoudingsgewijs bescheiden personeelsbestand

heeft, ontkomen we er niet aan kritisch naar de

benodigde formatie te kijken.

Organigram Omnia Wonen, eind 2013

Page 61: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 60

9.3 Sturing

Om de vier jaar actualiseert Omnia Wonen haar

ondernemingsplan. De in het ondernemingsplan

geformuleerde ambities en doelen, vertalen wij naar

een meerjarenplan. Hierin staat wat er moet gebeuren

om de geformuleerde ambities en doelen te bereiken,

inclusief een tijdsplanning. Het meerjarenplan wordt

jaarlijks bijgesteld en fungeert als basis voor de

jaarplannen. Naast de jaarplannen geeft het MT kaders

mee door middel van bijvoorbeeld het strategisch

voorraadbeleid, het informatiseringsplan en de

klantvisie van waaruit de processen werken.

Over de jaarplannen en de daarbij behorende

budgetten wordt verantwoording afgelegd aan het

Management Team (MT). Daarbij wordt aandacht

besteed aan eventueel noodzakelijke bijstellingen van

het jaarplan en aan belangrijke risico’s die worden

gelopen. De directeur bestuurder stelt op zijn beurt

ieder kwartaal een verantwoordingsrapportage op voor

de Raad van Commissarissen.

9.4 Personeel

Op 31 december 2013 bedroeg de formatie 74,4

fulltime eenheden (fte’s) verdeeld over 81

medewerkers. Eind 2012 had Omnia Wonen 70,3 fte’s

en 78 mede-werkers. De groei heeft te maken met de

effectuering van de nieuwe organisatiestructuur. Een

aantal werkzaamheden werden in 2012 nog ingevuld

door externe krachten.

49,4% van de medewerkers is vrouw en 50,6% man.

De gemiddelde leeftijd is 46,1 jaar. De leeftijdsopbouw

is in het volgende diagram te zien (in procenten).

Leeftijdsopbouw personeel Omnia Wonen in 2013

Ziekteverzuim

Het ziekteverzuimpercentage over 2013 was 4,1% .

Ongeveer de helft betreft langdurig verzuim (langer

dan 1 maand). In 2012 hadden wij een ziekteverzuim

van 5,0%.

Bezoldiging topfunctionarissen

Op grond van de Wet normering bezoldiging top-

functionarissen publieke en semi-publieke sector

(WNT) moet de bezoldiging van de topfunctionarissen

openbaar worden gemaakt. Ook de bezolding van

medewerkers die meer dan het WNT-maximum ver-

dienen moet gepubliceerd worden.

De bezoldiging van de directeur-bestuurder, de heer

G.W.M. van de Ven, is als volgt opgebouwd;

bruto jaarinkomen € 123.638,-

bijtelling leaseauto € 10.091,-

beloning betaalbaar op termijn € 38.929,-

Totaal € 172.658,-

De opbouw van de bezoldiging van manager Innovatie

& Strategie, de heer E. Zuidwijk, luidt als volgt:

bruto jaarinkomen € 84.114,-

bijtelling leaseauto € 6.983,-

beloning betaalbaar op termijn € 25.336,-

Totaal € 116.433,-

En de opbouw van de bezoldiging van manager

Bedrijfsvoering & Strategie, de heer V. Burger, is als

volgt:

bruto jaarinkomen € 68.109,-

bijtelling leaseauto € 3.569,-

beloning betaalbaar op termijn € 19.718,-

Totaal € 91.396,-

De manager Bedrijfsvoering & Strategie is per 1

september naar een andere werkgever vertrokken. De

bovengenoemde bezoldiging is herrekend op jaarbasis.

De bezoldiging van de directeur-bestuurder en de

managers alsook die van de andere medewerkers van

Omnia Wonen zitten ruim onder de WNT-norm van

€ 228.559,-.

Page 62: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 61

Opleidingen

Omnia Wonen ziet opleidingen als een investering in

kwaliteit en professionaliteit. In 2013 zien we dat het

aantal gevolgde opleidingen flink is toegenomen.

Weliswaar nog niet over de hele linie, maar toch. Per

saldo is € 127.000,- uitgegeven aan opleidingen,

€ 37.000,- meer dan in 2012.

Integriteit

Omnia Wonen heeft integer handelen hoog in het

vaandel staan. Onze uitgangspunten voor integer

handelen hebben we in een integriteitscode

opgenomen. Deze brengen we jaarlijks op

verschillende wijzen onder de aandacht van de

medewerkers. Ook kennen we een

klokkenluidersregeling. Er zijn in 2013 geen voorvallen

aan het licht gekomen die in strijd zijn met onze code.

Agressie

Omnia Wonen kent een agressieprotocol. Dit betekent

onder meer dat agressie-incidenten geregistreerd

worden. In 2013 zijn ongeveer evenveel incidenten

geregistreerd als in 2012.

Nieuwe medewerkers die in hun functie contact hebben

met de klant volgen een agressietraining, gericht op het

voorkomen en beheersen van agressie. Periodiek vindt

een opfriscursus plaats.

9.5 Ondernemingsraad

Ook in 2013 is er weer veelvuldig en constructief

overleg geweest tussen de Ondernemingsraad (OR) en

de directie. De veranderingen van de organisatie, die

in overleg met de OR in en aantal fasen is opgeknipt,

vroegen weer veel aandacht. De OR en de directie

hebben gedurende het jaar over allerlei aspecten die

met de transformatie van de organisatie samenhangen

met elkaar overlegd. Onder andere over het nieuwe

functieboek. Ook het autobeleid, de verhuurdersheffing

en andere maatregelen van de overheid die gevolgen

kunnen hebben voor de organisatie, zijn onderwerp van

gesprek geweest.

9.6 Communicatie

De verdere professionalisering van communicatie

binnen Omnia Wonen is ook dit jaar voortgezet. Een

procesgerichte organisatie betekent een andere

benadering van communicatie binnen de organisatie.

De uitvoering van communicatie is verder in de

processen neergelegd. De Communicatieadviseur richt

zich nu meer op adviseren, faciliteren en monitoren van

de communicatie binnen de organisatie en het verder

begeleiden van medewerkers.

De ontwikkeling naar een procesgerichte organisatie is

een stap richting een efficiëntere organisatie. Hieraan

leverde communicatie afgelopen jaar een bijdrage op

het gebied van interne communicatie, waaronder het

opzetten van een nieuwe intranet. Dit project is nog in

volle gang en wordt in 2014 afgerond. Daarnaast

draagt communicatie bij aan de dienstverlening van

Omnia Wonen door middel van de ontwikkeling van de

nieuwe website met huurdersportaal en de inzet van

social media. Ook deze projecten lopen door tot in

2014.

We sponsoren met name activiteiten die de

bewoners van onze woningen ten goede komen.

Maar ook andere zaken die bijdragen aan het

gewenste imago, sponsoren wij. In 2013 is ruim

€ 8.700,- uitgegeven aan sponsoractiviteiten,

waarvan weer € 5.000,- aan Homeplan. Homeplan

realiseert huisvestingsprojecten in

ontwikkelingslanden. Onze bijdrage gaat naar

projecten in Nicaraqua en Zuid-Afrika.

9.7 ICT: OpPAD

ICT zien we als een belangrijk middel om enerzijds de

efficiency van onze bedrijfsvoering te verbeteren en

anderzijds onze klanten beter van dienst te zijn. Het is

echter een middel en moet daarom in een breder

verband worden opgepakt. Daarom zijn we het pro-

gramma OpPAD gestart. Dit staat voor Optimaliseren

Processen, Automatisering en Dienstverlening.

In het kader van het programma OpPAD zijn in 2013

diverse projecten opgepakt. De processen zijn verder

ingericht en verschillende verbeteringen zijn ingevoerd

of in gang gezet. De grootste aandacht vroeg het

opzetten van Woonservice. Huurders kunnen hier nu

centraal met al hun vragen terecht. Dit vroeg om

aanpassingen in de infrastructuur voor telefonie en

internet en om programmatuur waarmee kennis en

informatie beter en gemakkelijker kan worden ont-

sloten.

Page 63: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Jaarverslag 2013 62

Parallel hieraan wordt gewerkt aan een systeem om

gegevens op een beheersbare manier vast te leggen

en te onderhouden. De organisatie is gebaat bij

betrouwbare en op eenduidige manier vastgelegde

gegevens, onder andere ter ondersteuning van het

strategisch voorraadbeleid.

Ook wordt gewerkt aan een centraal document

management systeem, een nieuwe website met

huurdersportaal, een nieuw intranet en een nieuw

rapportagesysteem voor managementinformatie.

Het is de bedoeling het programma OpPAD in 2014 af

te ronden.

Page 64: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

63

Verklaring van het bestuur

Omnia Wonen is zich bewust van de aan woningcorporaties toebedeelde maatschappelijke verantwoordelijkheid. Omnia Wonen

onderschrijft de Aedescode en daarmee ook de Governancecode Woningcorporaties.

Als bestuurder verklaar ik dat de financiële middelen van Omnia Wonen in 2013 uitsluitend zijn ingezet in het belang van de

volkshuisvesting.

mr. G.W.M. van de Ven, bestuurder

Harderwijk, 4 juni 2014

Page 65: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

64

Page 66: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

65

Kengetallen

2013 2012 2011 2010 2009

Bezit

Aantal woningen 7.281 6.676 6.674 6.570 6.555

Aantal verhuureenheden 7.612 6.965 6.971 6.863 6.839

Financiële continuïteit

Eigen vermogen per verhuureenheid 42.363 41.873 42.199 13.933 13.333

Jaarresultaat per verhuureenheid 1.498 -3.927 5.239 647 9.797

Solvabiliteit 51,79% 50,61% 55,89% 43,30% 38,60%

Current Ratio 0,04% 0,10% 0,17% 0,81% 1,72%

Rentabiliteit eigen vermogen 3,54% -9,38% 12,42% 4,64% 73,48%

Rentabiliteit totaal vermogen

inclusief ontvangen rente 1,83% -4,75% 10,66% 1,39% 19,19%

Verhuurzaken

Gemiddelde huurverhoging 4,14% 2,23% 1,25% 1,19% 2,37%

Aantal ontruimingen 16 32 12 16 15

Mutatiegraad 6,80% 7,36% 7,30% 7,00% 7,46%

Gemiddelde kale huur 31 december 489 470 456 446 437

Aantal huurders met huurtoeslag 991 981 1.026 1.066 1.312

Gem. huurtoeslag per huurder per maand 184 181 178 176 172

Huurachterstand in % van de netto jaarhuur, exclusief vergoedingen 1,18% 0,96% 1,08% 0,83% 0,84%

Huurderving in % van de netto jaarhuur, exclusief vergoedingen 1,38% 1,53% 1,63% 1,55% 1,00%

Personeel

Aantal fulltime equivalenten (fte) per 1.000 vhe 9,77% 10,11 10,26 10,50 11,15

Onderhoudkosten

Kosten reparatieonderhoud per melding 192 159 140 152 165

Mutatie-onderhoud per mutatie 367 626 371 582 671

Planmatig onderhoud per woning 1.178 1.201 605 761 1.528

Page 67: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

66

Page 68: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

67

Jaarrekening

Page 69: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

68

Page 70: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

69

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

1 FISCALE POSITIE Alle bedragen in € 1.000 1.1 Fiscale eenheid Stichting Omnia Wonen vormt tezamen met haar dochtermaatschappijen: - Omnia Wonen Holding BV - Omnia Wonen Ontwikkeling BV een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. De vennootschapsbelasting van de dochtermaatschappijen wordt rechtstreeks bij de moedermaatschappij in de jaarrekening verantwoord. 1.2 Berekening belastbaar bedrag 2013

Het belastbaar bedrag voor de vennootschapsbelasting over 2013 is als volgt berekend: 2013

Resultaat voor belastingen 13.144

Aandeel in het resultaat van deelnemingen -286

12.858

Waarderingsverschillen:

Fiscaal lagere afschrijvingskosten 16.719

Overige waardeveranderingen van vaste activa -16.256

Fiscaal lager verkoopresultaat -919

Vrijval disagio langlopende leningen -442

-898

Fiscale verschillen:

Niet aftrekbare kosten (incl. heffing Centraal Fonds) 1.520

Dotatie Herinvesteringsreserve -281

1.239

Fiscaal resultaat 2013

13.199

Compensabele verliezen -2.256

Belastbaar bedrag 2013

10.943

Berekening vennootschapsbelasting

De hierover verschuldigde vennootschapsbelasting bedraagt: 2013

20,0% over € 200 40

25,0% over € 10.743 2.686

Verschuldigde vennootschapsbelasting 2013 2.726

Per balansdatum bedraagt de verschuldigde vennootschapsbelasting € 751. De samenstelling van dit bedrag is als volgt: Verschuldigde vennootschapsbelasting 2013 € 2.726 minus reeds betaalde voorlopige aanslag € 1.975.

Page 71: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

70

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

De ten laste van het resultaat gebrachte vennootschapsbelasting 2013 is als volgt te specificeren:

2013

Vennootschapsbelasting

Vennootschapsbelasting 2.727 Mutatie voorziening belastingen -992

1.735

Page 72: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

71

Page 73: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

72

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

2 GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2013 (voor winstbestemming) Alle bedragen in € 1.000 31 december 2013 31 december 2012

€ € € €

ACTIVA

Vaste activa

Materiële vaste activa (1)

Sociaal vastgoed in exploitatie 501.664 430.645

Sociaal vastgoed in ontwikkeling bestemd

voor eigen exploitatie 9.489 7.172

Onroerende en roerende zaken ten dienste

van de exploitatie 7.474 7.704

518.627

445.521

Vastgoedbeleggingen (2)

Commercieel vastgoed in exploitatie 78.297 81.889

Vastgoed verkocht onder voorwaarden 13.047 15.126

Commercieel vastgoed in ontwikkeling

bestemd voor eigen exploitatie 4.785 2.022

96.129

99.037

Financiële vaste activa (3)

Andere deelnemingen 2.516 2.515

Vorderingen op maatschappijen waarin wordt

deelgenomen 148 318

Latente belastingvordering(en) 2.503 1.511

Leningen u/g 260 268

5.427

4.612

Vlottende activa

Voorraden (4)

Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de

verkoop 310 311

Voorraad klein- en groot materiaal 62 61

372

372

Vorderingen (5)

Huurdebiteuren 392 314

Vorderingen op gemeenten - 36

Handelsdebiteuren 836 1.950

Overige vorderingen en overlopende activa - 2

1.228

2.302

Liquide middelen (6) 1.151 24.382

622.934 576.226

Page 74: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

73

_________________________________________________________________________________________________ 31 december 2013 31 december 2012

€ € € €

PASSIVA

Groepsvermogen (7) 322.636 291.647

Voorzieningen (8)

Onrendabele investeringen en

herstructureringen 919 25.485

Overige voorzieningen 44 55

963

25.540

Langlopende schulden (9)

Schulden/leningen overheid 136 162

Schulden aan kredietinstellingen 256.170 220.652

Verplichtingen uit hoofde van onroerende

zaken verkocht onder voorwaarden 13.204 15.126

269.510

235.940

Kortlopende schulden (10)

Aflossingsverplichtingen langlopende

schulden 19.719 11.916

Schulden aan leveranciers 2.324 2.848

Belastingen en premies sociale

verzekeringen 1.373 583

Overige schulden en overlopende passiva 6.409 7.752

29.825

23.099

622.934 576.226

Page 75: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

74

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

3 GECONSOLIDEERDE WINST-EN-VERLIESREKENING OVER 2013 2013 2012

€ €

Bedrijfsopbrengsten

Huuropbrengsten (11) 45.785 40.859

Opbrengsten servicecontracten (12) 1.956 1.671

Overheidsbijdragen (13) - 1

Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille (14) 1.249 1.391

Overige bedrijfsopbrengsten (15) 879 886

Totaal bedrijfsopbrengsten

49.869 44.808

Bedrijfslasten

Afschrijvingen (16) 18.543 19.076

Overige waardeveranderingen van vaste activa (17) -19.526 12.935

Bijzondere waardeverminderingen van vlottende activa (18) 32 -39

Erfpacht (19) 13 13

Lonen en salarissen (20) 4.197 4.342

Sociale lasten (21) 552 477

Pensioenlasten (22) 726 717

Onderhoudslasten (23) 10.043 14.854

Leefbaarheid (24) 101 67

Lasten servicecontracten (25) 1.897 1.619

Overige bedrijfskosten (26) 6.683 5.399

23.261 59.460

Bedrijfsresultaat

26.608 -14.652

Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille (27) -3.529 -1.319

Financiële baten en lasten

Opbrengst van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten (28) 4 2

Rentebaten en soortgelijke opbrengsten (29) 325 826

Rentelasten en soortgelijke kosten (30) -10.264 -8.551

-9.935 -7.723

Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen

(31) 13.144 -23.694

Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening -1.735 -3.657

Resultaat na belastingen

11.409 -27.351

Page 76: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

75

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk

4 GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT 2013

Alle bedragen in € 1.000

2013 2012

Kasstroom uit operationele activiteiten

Bedrijfsresultaat 26.608 -14.652

Aanpassingen voor:

– afschrijvingen materiële vaste activa 18.543 19.076

– overige waardeveranderingen materiële

vaste activa en vastgoedbeleggingen -19.526 12.935

– bijzondere waardevermindering van vlottende

activa 32 -39

– resultaat verkoop vastgoedportefeuille -1.256 267

– geactiveerde productie inzake projecten

huurwoningen -100 -417

– geactiveerde rente inzake projecten 0 -52

– mutaties van voorzieningen -11 -10

Veranderingen in werkkapitaal:

– mutatie vorderingen 444 -70

– mutatie overlopende activa 2 67

– mutatie voorraden en onderhanden

projecten 0 0

– mutatie handelscrediteuren 15 182

– mutatie schulden aan maatschappijen waarin

wordt deelgenomen 0 0

– mutatie belastingen en sociale premies -294 -4

– mutatie overlopende passiva (excl.

overlopende rente) -840 429

-2.992 32.365

Per saldo kasstroom uit bedrijfsoperaties 23.616 17.713

Ontvangen intrest 745 202

Betaalde intrest -9.449 -8.437

Betaalde winstbelasting -1.975 2.188

-10.679 -6.047

Per saldo kasstroom uit operationele activiteiten

(transporteren) 12.937 11.666

Page 77: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

76

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk

2013 2012

Transport 12.937 11.666

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Investeringen in overige financiële vaste activa 0 0

Desinvesteringen in overige financiële vaste activa 180 164

Investeringen in materiële vaste activa -72.895 - 17.291

Desinvesteringen in materiële vaste activa 1.950 446

Investeringen in vastgoedbeleggingen -9.802 -3.142

Desinvesteringen in vastgoedbeleggingen 1.103 875

Per saldo kasstroom uit investeringsactiviteiten -79.464 -18.948

-66.527 -7.282

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

Ontvangsten uit langlopende schulden 56.000 40.000

Aflossingen langlopende schulden en bankkrediet -12.705 -12.286

Per saldo kasstroom uit financieringsactiviteiten 43.295 27.714

Mutatie geldmiddelen -23.232 20.432

Page 78: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

77

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

5 GECONSOLIDEERDE GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING ALGEMEEN Consolidatie

In de jaarrekening van Stichting Omnia Wonen zijn de financiële gegevens geconsolideerd van Stichting Omnia Wonen en de volgende groepsmaatschappijen: LIJST MET KAPITAALBELANGEN Stichting Omnia Wonen te Harderwijk staat aan het hoofd van een groep rechtspersonen. Een overzicht van de gegevens vereist op grond van de artikelen 2:379 en 2:414 BW is onderstaand opgenomen: Aandeel in het

geplaatste Opgenomen in Naam, statutaire zetel kapitaal consolidatie

%

Omnia Wonen Holding BV 100,00 Ja Harderwijk

Omnia Wonen Ontwikkeling BV 100,00 Ja Harderwijk

De activiteiten van Omnia Wonen Ontwikkeling BV bestaan uitsluitend in een deelname in ontwikkelingscombinatie De Hoge Varen VOF. Omnia Wonen Holding BV is statutair bestuurder van Omnia Wonen Ontwikkeling BV. Stichting Omnia Wonen heeft de volgende kapitaalbelangen, die (niet) op nettovermogenswaarde zijn gewaardeerd: Aandeel in het Eigen

geplaatste vermogen Resultaat Naam, statutaire zetel kapitaal ultimo boekjaar boekjaar

% € €

Realisatiemaatschappij Schuytgraaf CV in liq. 11,40 3 - Arnhem

Rhynstroom BV 11,50 13 - Arnhem

Woningnet NV - 1 -

Stichting Cai Harderwijk - - -

Stichting Cai Nunspeet - - -

Ontwikkelingscombinatie De Hoge Varen VOF 50,00 2.500 - Harderwijk

De activiteiten van Rhynstroom BV bestaan uit de ontwikkeling en realisatie van woningen, centrumvoorzieningen en sociaal culturele voorzieningen in het plangebied Schuytgraaf te Arnhem en het verstrekken van zekerheden voor schulden van rechtspersonen of andere vennootschappen die met haar in een groep verbonden zijn. Rhynstroom BV treedt op als beherend vennoot in realisatiemaatschappij Schuytgraaf CV. De activiteiten van Ontwikkelingscombinatie De Hoge Varen VOF bestaan uit het verwerven van percelen en het (her) ontwikkelen en realiseren van (sociale) woningen op die locaties. De VOF wordt op nettovermogenswaarde gewaardeerd. De kleine minderheidsdeelnemingen (allen < 1,0%) die zowel afzonderlijk als gezamenlijk van te verwaarlozen betekenis zijn, zijn Woningnet NV, Stichting CAI Harderwijk en Stichting CAI Nunspeet.

Page 79: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

78

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

Grondslagen voor de consolidatie

In de geconsolideerde jaarrekening van Stichting Omnia Wonen zijn de financiële gegevens verwerkt van de tot de groep behorende maatschappijen en andere rechtspersonen waarop een overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend of waarover de centrale leiding wordt gevoerd. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld met toepassing van de grondslagen voor de waardering en de resultaatbepaling van Stichting Omnia Wonen. De financiële gegevens van de groepsmaatschappijen en de andere in de consolidatie betrokken rechtspersonen en vennootschappen zijn volledig in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen onder eliminatie van de onderlinge verhoudingen en transacties. Belangen van derden in het vermogen en in het resultaat van groepsmaatschappijen zijn afzonderlijk in de geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking gebracht. De resultaten van nieuw verworven groepsmaatschappijen en de andere in de consolidatie meegenomen rechtspersonen en vennootschappen worden geconsolideerd vanaf de overnamedatum. Op die datum worden de activa, voorzieningen en schulden gewaardeerd tegen de reële waarden. De betaalde goodwill wordt geactiveerd en afgeschreven over de economische levensduur. De resultaten van afgestoten deelnemingen worden in de consolidatie verwerkt tot het tijdstip waarop de groepsband wordt verbroken. Oordelen en schattingen

Bij de toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt het bestuur van de groep zich diverse oordelen en schattingen. De belangrijkste oordelen en schattingen hebben betrekking op de activa in exploitatie (zowel het sociaal als het commercieel vastgoed), de voorzieningen, de waardeverminderingen en de acute en latente belastingen. De hierbij behorende veronderstellingen zijn vermeld in de toelichting bij de hiervoor genoemde jaarrekeningposten. 6 GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA Regelgeving

De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de bepalingen van het Besluit beheer sociale huursector, Titel 9 Boek 2 BW, en Hoofdstuk 645 van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving en de stellige uitspraken van de overige hoofdstukken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Vergelijking met voorgaand jaar

De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Verwerking verplichtingen

In de jaarrekening wordt naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens rekening gehouden met feitelijke verplichtingen die kunnen worden gekwalificeerd als "intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd". Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de corporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de corporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de formalisering van de definitief ontwerp fase en afgeleid het aanvragen van de bouwvergunning heeft plaatsgevonden.

Page 80: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

79

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

Materiële vaste activa

Algemene uitgangspunten Sociaal vastgoed in exploitatie Classificatie en kwalificatie Sociaal vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs onder de huurtoeslaggrens, het maatschappelijk vastgoed en het overige sociale vastgoed. De huurtoeslaggrens is een algemeen huurprijsniveau dat jaarlijks per 1 juli door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt vastgesteld. Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerend goed dat is verhuurd aan maatschappelijke organisaties, waaronder zorg-, welzijn-, onderwijs en culturele instellingen en dienstverleners en tevens is vermeld op de bijlage zoals deze is opgenomen in de Beschikking van de Europese Commissie d.d. 15 december 2009 aangaande de staatssteun voor toegelaten instellingen. Stichting Omnia Wonen heeft haar sociaal vastgoed (op portefeuilleniveau) als bedrijfsmiddel gekwalificeerd, gelet op het beleid van de corporatie waarbij vooral het realiseren van de volkshuisvestelijke taken centraal staat. Als gevolg hiervan wordt het sociaal vastgoed beschouwd als bedrijfsmiddel. Waardering bij eerste verwerking Bij de eerste verwerking wordt het sociaal vastgoed in exploitatie gewaardeerd tegen de kostprijs. De kostprijs omvat de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en de hieraan direct toerekenbare overige kosten om het actief in operationele staat te brengen. Investeringssubsidies worden in mindering gebracht op het geïnvesteerde bedrag. Verder wordt rente tijdens de bouw geactiveerd en in de kostprijs opgenomen. De afschrijving vangt aan zodra het sociaal vastgoed beschikbaar is voor exploitatie. De in de toekomst te maken kosten van sloop worden in het jaar dat de exploitatie door sloop in de toekomst wordt beëindigd ten laste van het resultaat verantwoord. Waardering na eerste verwerking Het sociaal vastgoed in exploitatie (gekwalificeerd als bedrijfsmiddel) wordt na eerste verwerking gewaardeerd tegen de bedrijfswaarde (welke veelal lager is dan de vervangingswaarde), onder aftrek van lineaire afschrijvingen gebaseerd op de verwachte gebruiksduur en rekening houdend met de componentenbenadering. Indien de afschrijvingsmethode, gebruiksduur en/of restwaarde van de opstallen in de loop van de tijd wijzigingen ondergaan, worden deze als een schattingswijziging verantwoord. De waardevermindering van de kostprijs als gevolg van de afwaardering naar lagere bedrijfswaarde na eerste verwerking wordt bepaald op het niveau van de kasstroom genererende eenheid. De waardevermindering wordt separaat tot uitdrukking gebracht en in het resultaat verantwoord als bijzonder waardeverminderingsverlies. Uitgaven na eerste verwerking Uitgaven na eerste verwerking ten behoeve van een kasstroom genererende eenheid (complex) die voldoen aan de algemene activeringscriteria worden geactiveerd. Ter beoordeling of en in hoeverre hierbij sprake is van een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt uitgegaan van de additionele kasstromen die deze uitgaven tot gevolg hebben. Voorzover deze kasstromen lager zijn wordt het verschil met de uitgaven na eerste verwerking ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht en verantwoord onder "Overige waardeveranderingen materiële vaste activa". Afschrijving Afschrijving vindt per complex plaats gedurende de periode van exploitatie van het sociaal vastgoed. In de periode tussen twee rapportagemomenten wordt een afschrijving ten laste van de resultatenrekening gebracht die is gebaseerd op de bedrijfswaarde van het voorgaande rapporteringsmoment, de verwachte gebruiksduur en de verwachte restwaarde aan het einde van de verwachte gebruiksduur. Voor de bepaling van de afschrijvingslast wordt onderscheid gemaakt in componenten van het sociaal vastgoed met een verschillende levensduur. Op grond wordt niet afgeschreven. De restwaarde betreft de verwachte waarde van het sociaal vastgoed op moment van verkoop dan wel geschatte grondwaarde op moment van sloop.

Page 81: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

80

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

Componenten Binnen het vastgoed worden componenten onderkend met een verschillende levensduur. Naast de grond (geen afschrijving) en de opstal worden installaties en inventaris onderkend. Van een afzonderlijke component is sprake indien deze component meer dan 10% uitmaakt van de waarde van het actief en/of indien de afschrijvingslast (als gevolg van een afwijkende levensduur van de component ten opzichte van de opstal) meer dan 10% afwijkt van de situatie dat geen component zou zijn onderkend. Complexindeling Het woningbezit is opgedeeld naar kasstroom genererende eenheden waarbij per complex een daarop gericht beleid is bepaald. Bij de indeling is de differentiatie in de vastgoedsturing van de corporatie ten aanzien van huur, onderhoud, bouwjaar en wijkgerichte aanpak bepalend. Verder zijn hierbij bepalende factoren: locatie, woningtype, doelgroep en prijsklasse. De indeling sluit aan op de wijze waarop het interne beleid en de bedrijfsvoering is gedefinieerd. Aansluiting is daarbij gezocht bij de differentiatie in het huur- en onderhoudsbeleid en levensduurschattingen. Bepaling bedrijfswaarde Onder de bedrijfswaarde wordt verstaan de contante waarde van de aan een actief of samenstel van activa toe te rekenen toekomstige kasstromen die kunnen worden verkregen met de uitoefening van het bedrijf. De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van de geprognosticeerde kasstromen uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de investering. De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en onderbouwde veronderstellingen die de beste schatting van de directie weergeven van de economische omstandigheden die van toepassing zullen zijn gedurende de resterende levensduur van het actief. De kasstromen zijn gebaseerd op de eind 2013 intern geformaliseerde meerjaren begroting en bestrijken een periode van 5 jaar behoudens de verwachte kosten van groot onderhoud, erfpacht en overige contracten met een werkingsduur van meer dan vijf jaar. De kosten van planmatig groot onderhoud worden gebaseerd op de in de meerjaren onderhoudsbegroting onderkende cycli per component. Voor latere jaren wordt uitgegaan van de verwachte gemiddelde groeivoeten voor inflatie, huurstijging en rente alsmede genormeerde lastenniveaus. Bij de bedrijfswaardeberekening zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Stijgingsparameters: - jaarlijkse huurverhoging: 2013 4,21% , 2014 3,82%, 2015 2,92%, 2016 2,88% en 2017 2,82% (vg jaar: 2,5%); - jaarlijkse huurderving van 1,08% (vg jaar: 1,1%); - mutatiegraad van 7% en huurharmonisatie uitsluitend voor de eerste vijf jaar gemiddeld 0,22 %

- (vg jaar: 0,49%); - stijging overige exploitatielasten en onderhoudsuitgaven:

2013 1,50 % (vg jaar 2,25 %) 2014 1,50 % (vg jaar 2,48 %) 2015 1,95 % (vg jaar 2,63 %) 2016 2,27 % (vg jaar 2,74 %) 2017 2,49 % (vg jaar 3,00 %) 2018 e.v. 3,00 % (vg jaar 3,00 %);

Volumeparameters: Het uitgangspunt voor de in de bedrijfswaarde in te rekenen kosten is de vastgestelde meerjarenbegroting voor 2014. Middels een kostenverdeelstaat is per kostensoort bepaald welk deel kan worden toegerekend aan de kasstroom genererende eenheden en welk deel niet. Vervolgens is bepaald hoe deze kosten toegedeeld moeten worden aan Daeb en niet-Daeb activiteiten. De volgende normen zijn gehanteerd: - Norm binnenonderhoud o.b.v. ervaringscijfers € 392 (vg jaar: € 377) - Norm buitenonderhoud o.b.v. ervaringscijfers € 808 (vg jaar: € 777) - Directe (belastingen, verzekering) en indirecte overige exploitatieuitgaven voor zover vastgoedgerelateerd (algemeen

beheer): € 961 per vhe (vg jaar: € 1.031 ) - Heffing van overheidswege gekoppeld aan het sociaal vastgoed in exploitatie (verhuurderheffing): voor 2014 en

verder ingerekend op basis van het wettelijk kader voor de periode 2014 tot en met 2017 en voor 2018 en verder gebaseerd op de beste schatting die voor 2018 en verder op jaarbasis is verondersteld gelijk te zijn aan de heffing in 2017

Page 82: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

81

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

Discontering: - Disconteringsvoet van 5,25% (vg jaar 5,25%) - Contantmakingsperiode: geschatte resterende economische levensduur van het complex met een minimum

van 15 jaar waarvoor geen concrete sloop-, renovatie-of verkoopplannen aanwezig zijn. Overige aspecten: - Inrekenen restwaarde grond per verhuureenheid: gedifferentieerd naar gemeente waarbij tevens

grondgebonden en gestapelde bouw worden onderscheiden, uitgaande van bouwrijpe grond met een sociale huurbestemming aan het eind van de economische levensduur, zijnde de huidige grondprijs geïndexeerd naar einde levensduur en gecorrigeerd met nog te maken kosten voor sloop.

- Inrekenen woningverkopen: tegen de contante waarde van de verwachte opbrengstwaarde minus verkoopkosten voor maximaal de eerstkomende vijf jaar op basis van een geformaliseerd verkoopplan.

Sociaal vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Typering Dit betreffen complexen in aanbouw die zijn bestemd om te worden ingezet als vastgoed in exploitatie niet zijnde een vastgoedbelegging. Waarderingsgrondslag Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie wordt gewaardeerd tegen uitgaafprijzen en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering. Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend vanaf het moment dat daadwerkelijk met ontwikkeling is gestart. Rente wordt uitsluitend toegerekend indien voor te vervaardigen materiële vaste activa noodzakelijkerwijs een aanmerkelijke hoeveelheid tijd nodig is om deze gebruiksklaar te maken. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet over het totale vreemde vermogen. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken wordt de interestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Bijzondere waardevermindering Stichting Omnia Wonen beoordeelt op iedere balansdatum of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien de verwachte realiseerbare waarde lager is dan de verwachte totale geactiveerde kosten bij oplevering is sprake van een onrendabele top. Bij de bepaling of de onrendabele top leidt tot een bijzondere waardevermindering worden de boekwaarde en de bedrijfswaarde van de kasstroomgenererende eenheid waartoe de onroerende zaken gaan behoren betrokken. Indien en voor zover de onrendabele top groter is dan het verschil tussen de bedrijfswaarde en de boekwaarde van de betreffende kasstroomgenererende eenheid, is sprake van een bijzondere waardevermindering van het vastgoed in ontwikkeling. Indien en voor zover de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van het vastgoed in ontwikkeling, dan wordt het vastgoed in ontwikkeling op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen.

Grondposities Ingenomen grondposities (al dan niet met opstallen) worden aangeschaft met het oog op (her)ontwikkeling van huur- en koopprojecten. Aangezien er nog geen inzicht bestaat in aard, omvang en samenstelling van deze projecten, worden de posities gerubriceerd onder de post "Sociaal vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie". De posities worden gewaardeerd tegen historische kostprijs en bijkomende kosten of lagere realiseerbare waarde. Afschrijvingen Op vastgoed in ontwikkeling wordt niet afgeschreven. Afschrijving vindt eerst plaats nadat de betreffende complexen in exploitatie zijn genomen. Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd tegen de kostprijs (verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs), minus eventuele investeringssubsidies, verminderd met cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen.

Page 83: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

82

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

De afschrijving is lineair en gebaseerd op de verwachte gebruiksduur rekening houdend met de restwaarde. Indien de verwachting omtrent de afschrijvingsmethode, gebruiksduur en/of restwaarde in de loop van de tijd wijzigingen ondergaat, worden deze wijzigingen als een schattingswijziging verantwoord. Buiten gebruik gestelde onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd tegen de kostprijs dan wel de lagere opbrengstwaarde. Indien de verwachte opbrengstwaarde belangrijk hoger is dan de boekwaarde en besloten is tot verkoop, wordt overgegaan tot een incidentele herwaardering die verwerkt wordt als ongerealiseerde waardestijging in het eigen vermogen. Bij de realisatie van de waardestijging wordt deze als een afzonderlijke post in de winst- en verliesrekening verwerkt. De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden niet langer in de balans opgenomen na vervreemding of wanneer geen toekomstige prestatie-eenheden van het gebruik of de vervreemding worden verwacht. Vastgoedbeleggingen

Commercieel vastgoed in exploitatie Het vastgoed in exploitatie wordt op objectniveau geclassificeerd naar sociaal en commercieel vastgoed, rekening houdend met de criteria van de Beschikking van de Europese Commissie d.d. 15 december 2009 aangaande de staatssteun voor toegelaten instellingen. Op grond van deze criteria omvat het commercieel vastgoed de woningen met een huurprijs boven de huurliberalisatiegrens (huurtoeslaggrens), het bedrijfsmatig vastgoed (niet zijnde maatschappelijk vastgoed) en het overige commercieel vastgoed. Waarderingsgrondslag Waardering bij eerste verwerking

Bij de eerste verwerking wordt het commercieel vastgoed in exploitatie gewaardeerd tegen de kostprijs. De kostprijs omvat de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, inclusief transactiekosten minus eventuele investeringssubsidies. De verkrijgings- of vervaardigingsprijs wordt bepaald als de som van de bestede externe kosten en de direct hieraan toerekenbare kosten. Waardering na eerste verwerking

Stichting Omnia Wonen waardeert het commercieel vastgoed in exploitatie na eerste verwerking tegen reële waarde overeenkomstig het actuele waardemodel RJ 213 "Vastgoedbeleggingen". De reële waarde wordt bepaald met inachtneming van de relevante feiten en omstandigheden van de markt waarop toegelaten instellingen actief zijn en de bepalingen zoals opgenomen in het BBSH. De reële waarde, oftewel de marktwaarde in verhuurde staat, wordt vastgesteld met gebruikmaking van de waarderingen voor de deelname aan de IPD/Aedex Corporatie Vastgoedindex. Bij deze waarderingen staan de huurcontracten en de kasstromen centraal. Op het commercieel vastgoed in exploitatie gewaardeerd tegen reële waarde wordt op grond van RJ 213 "Vastgoed beleggingen" niet afgeschreven. Uitgaven na eerste verwerking

Uitgaven inzake vastgoedbeleggingen na eerste verwerking die voldoen aan de algemene activeringscriteria worden geactiveerd. Complexindeling

Het commercieel vastgoed is opgedeeld naar kasstroom genererende eenheden waarbij per complex een daarop gericht beleid is bepaald. Bij de indeling is bepalend de differentiatie in de vastgoedsturing van de corporatie ten aanzien van huur, onderhoud, bouwjaar en wijkgerichte aanpak. Verder zijn hierbij bepalende factoren: locatie, woningtype, doelgroep en prijsklasse. De indeling sluit derhalve aan op het strategische vastgoedbeleid van de corporatie. Herwaardering

Winsten of verliezen ontstaan door een wijziging in de reële waarde worden verantwoord in de winst- en verliesrekening. Het verschil tussen de boekwaarde van voor en na de herwaardering wordt als ongerealiseerde waardestijging toegelicht bij het eigen vermogen.

Page 84: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

83

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk Overige uitgangspunten De overige uitgangspunten van Sociaal vastgoed in exploitatie uit paragraaf "Sociaal vastgoed in exploitatie " zijn ook van toepassing op Commercieel vastgoed in exploitatie, met uitzondering van het volgende: Als invulling van de actuele waarde geldt niet de bedrijfswaarde maar de reële waarde. Reële waarde Jaarlijks wordt een derde deel van het commercieel vastgoed getaxeerd door een onafhankelijke en ter zake deskundige externe taxateur, hetgeen betekent dat elk derde deel van het commercieel vastgoed in exploitatie minimaal eens per drie jaar opnieuw getaxeerd wordt. Aangezien de waardering van het niet getaxeerde deel van het commercieel vastgoed niet kan worden afgeleid van courante/recente prijzen op de vastgoedmarkt, is de reële waarde benaderd door de contante waarde van de geschatte toekomstige kasstromen te bepalen (Discounted Cash Flow methode). De toekomstige kasstromen worden bepaald aan de hand van een doorexploitatie- en een uitpondscenario. De reële waarde als waarderingsgrondslag in de jaarrekening wordt bepaald als de meest waarschijnlijke prijs, die redelijkerwijs op de markt te verkrijgen is, berekend op basis van de beide scenario's. De contante waarde van de toekomstige kasstromen wordt derhalve berekend op basis van marktconforme uitgangspunten. Verder wordt rekening gehouden met bestaande juridische en feitelijke verplichtingen, verbonden aan het vastgoed waaronder de huidige huurcontracten. Bij het doorexploitatiescenario is de veronderstelling dat het volledige complex in exploitatie blijft gedurende de DCF-periode. Bij het uitpondscenario is de veronderstelling dat na mutatie tot verkoop van individuele woningen tegen leegwaarde wordt overgegaan. De berekening wordt uitgevoerd over een DCF-periode van 15 jaar, met gebruikmaking van een gemiddelde mutatiegraad, een indexeringsvoet en een disconteringsvoet. Daarnaast wordt de eindwaarde ultimo het 15e jaar bepaald door de huuropbrengst van het 15e jaar te delen door de exit yield (rendementseis). De gehanteerde exit yields liggen tussen de 5,25% en 15, 37% en zijn afhankelijk van de veroudering van het actief uit hoofde van locatie, economisch, markttechnisch en bouwtechnisch oogpunt. De overige gehanteerde uitgangspunten zijn: Prijsinflatie: 20-jaars gemiddelde conform CBS Bouwkostenstijging: 20-jaars gemiddelde conform DBD bouwkostenstijging Looninflatie: 20-jaars gemiddelde conform CBS regeringslonen Disconteringsvoet: 7,36% - 9,28% IFRS: 24-maands gemiddelde, 10 jaars Risico-opslag: 5,45% - 7,38% Mutatiegraad: 5,7% (gemiddeld) Onderhoudsnorm: € 888 (gemiddeld) Beheernorm: € 335 Vastgoed verkocht onder voorwaarden Stichting Omnia Wonen verkoopt woningen onder voorwaarden waarbij de koper een contractueel bepaalde korting op de reële marktwaarde krijgt. De verwerking van dergelijke transacties hangt af van de contractuele voorwaarden. Bij Stichting Omnia Wonen is uitsluitend sprake van verkopen die kwalificeren als een financieringstransactie. Als financieringstransactie kwalificeren: Verkopen waarbij Stichting Omnia Wonen het recht op terugkoop heeft tegen een bedrag dat significant lager ligt dan de verwachte reële waarde op terugkoopmoment; Verkopen waarbij Stichting Omnia Wonen een plicht tot terugkoop heeft tegen reële waarde na het verstrijken van een beperkt deel van de geschatte levensduur; Verkopen waarbij Stichting Omnia Wonen een plicht tot terugkoop heeft tegen een vaste prijs, gebaseerd op de verwachte reële waarde op terugkoopmoment. Deze als financieringstransactie gekwalificeerde verkopen onder voorwaarden worden als volgt verwerkt: De betreffende onroerende zaken worden direct voorafgaand aan de verkoop gewaardeerd tegen actuele waarde zijnde de met de koper overeengekomen contractprijs; het verschil met de boekwaarde op dat moment wordt verwerkt: - Bij een waardedaling: als een negatieve herwaardering indien en voor zover er voor de betreffende woning(en) op

dat moment nog sprake is van een ongerealiseerde waardestijging, en voor het overige als een bijzonder waardeverminderingsverlies;

- Bij een waardestijging: als een herwaardering indien en voor zover de actuele waarde hoger is dan de boekwaarde op dat moment zou zijn geweest bij toepassing van waardering tegen historische kostprijs minus afschrijvingen, en voor een eventueel resterende overige waardestijging als terugname van een bijzonder waardeverminderingsverlies;

De woning wordt voor de overeengekomen contractprijs opgenomen onder Vastgoed verkocht onder voorwaarden; de (nog te) ontvangen contractprijs wordt opgenomen als Verplichtingen inzake Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden (eerste waardering). De woning wordt jaarlijks per balansdatum gewaardeerd tegen de marktwaarde op basis van de geldende contractvoorwaarden van de verkoop onder voorwaarden; eventuele waardemutaties worden verwerkt als 'Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille'.

Page 85: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

84

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd op het bedrag dat de toegelaten instelling verschuldigd zou zijn indien op balansmoment het actief tegen de overeengekomen contractvoorwaarden teruggekocht zou moeten worden. Eventuele mutaties in deze verplichtingen worden in het resultaat verwerkt als 'Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille'. Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden wordt de verplichting onder de kortlopende schulden verantwoord. Commercieel vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Dit betreft onroerende zaken in aanbouw of in ontwikkeling voor gebruik als vastgoedbelegging. De waardering bij eerste verwerking is tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, rekening houdend met eigen ontwikkelingskosten en overige hieraan direct toerekenbare kosten. De waardering na eerste verwerking is tegen reële waarde. De reële waarde wordt bepaald door taxatie door een onafhankelijke en ter zake deskundig taxateur van het bedrag waartegen het object bij oplevering bestens kan worden verkocht onder aftrek van de nog te besteden kosten om het vastgoed te realiseren. Indien gerede twijfel bestaat of de reeds bestede kosten terugverdiend kunnen worden, wordt het vastgoed tegen de lagere reële waarde van het project in het bestaande ontwikkelingsstadium gewaardeerd en wordt het nadelig verschil in het resultaat verantwoord onder de post "Overige waardeveranderingen vastgoedbeleggingen". Financiële vaste activa

Deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend Deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode (nettovermogenswaarde). Wanneer 20% of meer van de stemrechten uitgebracht kan worden, wordt er van uitgegaan dat er invloed van betekenis is. De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening; voor deelnemingen waarvan onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor aanpassing aan deze grondslagen, wordt uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van de betreffende deelneming. Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Indien en voor zover Stichting Omnia Wonen in deze situatie geheel of ten dele instaat voor de schulden van de deelneming respectievelijk het stellige voornemen heeft de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen wordt een voorziening getroffen. Andere deelnemingen Deelnemingen waar geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Indien sprake is van een bijzondere waardevermindering vindt waardering plaats tegen de realiseerbare waarde; afwaardering vindt plaats ten laste van de winst-en-verliesrekening. Vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen De vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen worden initieel gewaardeerd tegen de reële waarde, gewoonlijk de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. Vervolgens vindt waardering plaats tegen geamortiseerde kostprijs waarbij rekening wordt gehouden met eventuele bijzondere waardeverminderingen. Latente belastingvorderingen Voor de waardering en verwerking van latente belastingvorderingen wordt verwezen naar de afzonderlijke paragraaf 'Belastingen'.

Vorderingen De verstrekte vorderingen op en leningen aan deelnemingen alsmede de overige verstrekte vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde van de tegenprestatie vermeerderd met de direct daaraan toe te rekenen transactiekosten en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs volgens de effectieve-rentemethode. Baten en lasten worden in de winst-en-verliesrekening verwerkt zodra de vorderingen aan een derde worden overgedragen of een bijzondere waardevermindering ondergaan, alsmede via het amortisatieproces.

Page 86: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

85

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

Bijzondere waardeverminderingen van financiële vaste activa Stichting Omnia Wonen beoordeelt op elke balansdatum of een financieel actief of een groep van financiële activa bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Voor alle categorieën financiële activa die tegen (geamortiseerde) kostprijs worden gewaardeerd, wordt bij aanwezigheid van objectieve aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen, de omvang van het verlies uit hoofde van de bijzondere waardevermindering bepaald en in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Bij financiële activa gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs wordt de omvang van het verlies bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de best mogelijke schatting van de toekomstige kasstromen, contant gemaakt tegen de effectieve rentevoet van het financiële actief zoals die is bepaald bij de eerste verwerking van het instrument. Een voorheen opgenomen waarderingsverlies wordt teruggenomen, indien de afname van de waardevermindering verband houdt met een objectieve gebeurtenis na afboeking, tot maximaal het bedrag dat benodigd is om het actief te waarderen op de geamortiseerde kostprijs ten tijde van de terugname als geen sprake zou zijn geweest van een bijzondere waardevermindering. Het teruggenomen verlies dient in de winst-en-verliesrekening te worden verwerkt. De boekwaarde van de vorderingen wordt verlaagd met gebruikmaking van een voorziening wegens oninbaarheid. Voorraden

Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop omvat nog niet opgeleverde en nog onverkochte woningen uit projectontwikkeling en wordt gewaardeerd op vervaardigingsprijs of lagere opbrengstwaarde. De vervaardigingsprijs omvat alle kosten die samenhangen met de verkrijging of vervaardiging, alsmede gemaakte kosten om de voorraden op hun huidige plaats en in hun huidige staat te brengen. In de kosten van vervaardiging zijn begrepen directe loonkosten en toeslagen voor aan de productie gerelateerde indirecte vaste en variabele kosten, waaronder de kosten van het bedrijfsbureau, onderhoudsafdeling en interne logistiek alsmede toegerekende rente. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs onder aftrek van direct toerekenbare verkoopkosten. Bij de bepaling van de opbrengstwaarde wordt rekening gehouden met de incourantheid van de voorraden. Voorraden De voorraden grond- en hulpstoffen worden gewaardeerd op verkrijgingsprijzen. Vorderingen

Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Vorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, veelal gelijk aan de nominale waarde. Een voorziening voor oninbaarheid gebaseerd op een statische beoordeling per balansdatum wordt in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito's met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Classificatie eigen vermogen en vreemd vermogen

Een financieel instrument of de afzonderlijke componenten van het instrument worden in de geconsolideerde jaarrekening als vreemd vermogen of als eigen vermogen geclassificeerd overeenkomstig de economische realiteit van de contractuele overeenkomst waaruit het financieel instrument voortvloeit. In de enkelvoudige jaarrekening wordt een financieel instrument geclassificeerd overeenkomstig de juridische realiteit. Rente, dividenden, baten en lasten met betrekking tot een (deel van een) financieel instrument worden in de jaarrekening opgenomen afhankelijk van de classificatie van het financieel instrument als financiële verplichting respectievelijk als eigen-vermogensinstrument.

Page 87: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

86

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________ Voorzieningen

Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen en verliezen die op balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de hoogte redelijkerwijs kan worden geschat. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Met verplichtingen van samenwerkingscombinaties in de vorm van een vennootschap onder firma wordt als gevolg van de hoofdelijke aansprakelijkheid slechts rekening gehouden indien en voor zover de financiële positie van één of meerdere partners daartoe aanleiding geeft. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen. Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen Verwachte verliezen als gevolg van onrendabele investeringen nieuwbouw worden als bijzondere waardeverandering in mindering gebracht op de boekwaarde van het complex waartoe de investeringen gaan behoren. Indien en voor zover de verwachte verliezen de boekwaarde van het betreffende complex overtreffen wordt voor dit meerdere een voorziening gevormd. Onder verwachte verliezen wordt in dit verband verstaan de netto contante waarde van alle investeringsuitgaven minus aan deze investering toe te rekenen ontvangsten. Daarnaast wordt deze voorziening gevormd voor bijzondere waardeveranderingen inzake nieuwbouwwoningen in ontwikkeling die bij oplevering aan derden zijn overgedragen onder een "verkoop onder voorwaarden" regeling. Voorziening pensioenen Pensioenregeling van het bedrijfstakpensioenfonds voor de Woningcorporaties. De gehanteerde pensioenregeling van Stichting Omnia Wonen en haar groepsmaatschappijen is ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds. De hieruit voortvloeiende pensioenverplichtingen worden gewaardeerd volgens de "verplichting aan de pensioenuitvoerder benadering". In deze benadering wordt de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie als last in de winst-en-verliesrekening verantwoord. Te betalen premie dan wel de vooruitbetaalde premie per jaareinde wordt als overlopend passief respectievelijk overlopend actief verantwoord. Een pensioenvordering uit hoofde van aanwezige overschotten bij de pensioenuitvoerder wordt opgenomen als de groep beschikkingsmacht heeft over het overschot, het waarschijnlijk is dat het tot toekomstige economische voordelen voor de groep leidt en het betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een pensioenoverschot wordt op dezelfde wijze gewaardeerd als een voorziening. Behalve de betaling van premies heeft de groep geen verdere verplichtingen uit hoofde van genoemde pensioenregeling. De groep heeft in geval van een tekort bij het bedrijfstakpensioenfonds geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen anders dan hogere toekomstige premies. Voorziening deelnemingen De voorziening deelnemingen is gevormd in verband met de negatieve nettovermogenswaarde van deelnemingen in het geval dat de groep zich aansprakelijk heeft gesteld voor de schulden van de deelneming respectievelijk een feitelijke verplichting heeft de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen. De voorziening wordt gevormd ter grootte van de uit de aansprakelijkheidstelling te verwachten eventuele kasuitstromen. Overige voorzieningen De overige voorzieningen worden opgenomen tegen de voor de afwikkeling van de voorziening naar verwachting noodzakelijke uitgaven. Deze uitgaven zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij hieronder anders is aangegeven. De stichting onderkent de volgende overige voorzieningen: Jubilea. Deze wordt opgenomen tegen de contante waarde van de verwachte uitkeringen gedurende het dienstverband. Bij de berekening van de voorziening wordt onder meer rekening gehouden met verwachte salarisstijgingen en de blijfkans. Als disconteringsvoet voor de contantmaking is de marktrente van hoogwaardige ondernemingsobligaties ad 5,25% (2012: 5,25%) genomen.

Page 88: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

87

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________ Belastingen Acute belastingen De belastingen worden berekend op basis van het verantwoorde resultaat uitgaande van het geldende belastingtarief, rekening houdend met fiscaal vrijgestelde posten, de vaststellingsovereenkomst (VSO) en geheel of gedeeltelijk niet-aftrekbare kosten. De belastingvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd indien is voldaan aan de algemene voorwaarden voor saldering. Latente belastingen Voor alle belastbare tijdelijke verschillen tussen de commerciële en fiscale balanswaardering, wordt een latente belastingverplichting opgenomen. Voor alle verrekenbare tijdelijke verschillen tussen de commerciële en fiscale balanswaardering en voor beschikbare voorwaartse verliescompensatie wordt een latente belastingvordering opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er fiscale winst beschikbaar zal zijn voor verrekening. De latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden opgenomen onder de financiële vaste activa respectievelijk voorzieningen. De waardering van latente belastingverplichtingen en -vorderingen wordt gebaseerd op de fiscale gevolgen van de door de groep, per balansdatum, voorgenomen wijze van realisatie of afwikkeling van activa, voorzieningen, schulden of overlopende passiva. Latente vorderingen worden opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er in de toekomst belastbare winsten zullen zijn die voor realisatie van het tijdelijk verschil dan wel compensabele verliezen kunnen worden aangewend. Hierbij wordt uitgegaan van het geldende belastingtarief. De latente belastingverplichtingen en vorderingen worden gewaardeerd tegen contante waarde. Langlopende schulden

Langlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Een eventueel verschil tussen het ontvangen bedrag en de reële waarde van de lening wordt verantwoord op basis van de bij die transactie horende economische werkelijkheid. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente gedurende de geschatte looptijd van de schulden in de winst-en-verliesrekening als interestlast verwerkt. Voor extendible /tijdvakleningen wordt de effectieve rente bepaald op basis van de gemiddelde contractuele rente over de volledige looptijd van de lening, ervan uitgaande dat de vaste rente in het tweede tijdvak betaald moet worden. De aflossingsverplichting voor het komend jaar van de langlopende schulden is opgenomen onder de kortlopende schulden. In het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden heeft de corporatie een terugkoopverplichting die mede afhankelijk is van de ontwikkeling van de waarde van de woningen in het economisch verkeer en de specifieke contractuele voorwaarden. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd. Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden is de verplichting onder de kortlopende schulden verantwoord. Kortlopende schulden

Bij de eerste opname van kortlopende schulden worden deze opgenomen tegen reële waarde verminderd met de direct daaraan toe te rekenen transactiekosten. De kortlopende schulden worden na de eerste waardering gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs volgens de effectieve-rentemethode. Winst of verlies worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen zodra de verplichtingen niet langer op de balans worden opgenomen, alsmede via het amortisatieproces.

Page 89: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

88

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

7 GRONDSLAGEN VOOR RESULTAATBEPALING

Algemeen

Baten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben voor zover deze gerealiseerd zijn. De kosten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor vermelde grondslagen voor waardering en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. (Voorzienbare) verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het boekjaar worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden en overigens wordt voldaan aan de voorwaarden voor het opnemen van voorzieningen. Opbrengstverantwoording algemeen Onder de bedrijfsopbrengsten worden die omzetcategorieën opgenomen, welke kenmerkend zijn voor het bedrijfstype van woningcorporaties. Dit betreft voornamelijk de opbrengst respectievelijk uit de verhuur van woningen, verkoop van woningen (voor derden en uit eigen bezit) en leveringen van aanvullende diensten jegens huurders. Bedrijfsopbrengsten Onder de bedrijfsopbrengsten worden die omzetcategorieën opgenomen, welke kenmerkend zijn voor het bedrijfstype van woningcorporaties. Dit betreft voornamelijk de opbrengst respectievelijk uit de verhuur van woningen, verkoop van woningen (voor derden en uit eigen bezit) en leveringen van aanvullende diensten jegens huurders. Huuropbrengsten Opbrengsten uit de levering van (huur)diensten worden verantwoord naar rato van de geleverde prestaties. De huuropbrengsten zijn het resultaat van het gevoerde huurprijsbeleid van de groep, rekening houdende met de door het Rijk bepaalde kaders (zoals maximale huurverhoging, maximaal redelijke huren maximale huursomstijging) en onder aftrek van huurderving wegens leegstand en oninbaarheid. Opbrengsten servicecontracten De opbrengsten servicecontracten betreffen vergoedingen van huurders boven de netto huurprijs voor leveringen en diensten (zoals energie, water, huismeesters, schoonmaakkosten, glasverzekering). De opbrengsten worden verminderd met derving wegens oninbaarheid. De kosten van de leveringen en diensten worden verantwoord onder de lasten servicecontracten. Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille De verkoop van vastgoed is een regulier onderdeel van de bedrijfsactiviteiten en wordt derhalve als onderdeel van de omzet verantwoord. Opbrengst uit verkoop van vastgoed wordt in de winst- en verliesrekening verwerkt als alle belangrijke rechten op economische voordelen alsmede alle belangrijke risico's met betrekking tot de activa zijn overgedragen aan de koper, het bedrag van de opbrengst op betrouwbare wijze kan worden bepaald en ontvangst van de opbrengst waarschijnlijk is. Op basis van deze criteria wordt onder deze post de verkoopopbrengst van huurwoningen (sociaal vastgoed en commercieel vastgoed in exploitatie) onder aftrek van verkoopkosten en de boekwaarde verantwoord. Verder is onder deze post verantwoord de opbrengstwaarde van verkocht vastgoed bestemd voor de verkoop (koopwoningen voor derden) onder aftrek van de gemaakte direct toerekenbare verkoopkosten en de vervaardigingsprijs en daaraan toegerekende directe kosten dan wel de lagere opbrengstwaarde. Winsten worden verantwoord op het moment van levering (passeren transportakte). Eventuele verliezen op koopprojecten worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn. Woningen verkocht onder voorwaarden worden niet in het resultaat verantwoord in het geval de belangrijkste economische voor- en nadelen niet zijn overgedragen aan de koper. Dergelijke transacties worden verantwoord als financieringstransactie. Verwezen wordt naar de post "Vastgoed verkocht onder voorwaarden" in de grondslagen van balanswaardering. Overige bedrijfsopbrengsten Hieronder vallen onder andere aan derden doorberekende kosten voor overige dienstverlening inzake administratieve dienstverlening, uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden, inschrijfgelden woningzoekenden e.d.

Page 90: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

89

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________ Geactiveerde productie eigen bedrijf Onder deze post worden de kosten van het eigen werkapparaat welke direct toerekenbaar zijn aan investeringen in onroerende zaken in ontwikkeling verantwoord en als zodanig geactiveerd onder onroerende zaken in ontwikkeling (te weten: sociaal vastgoed of commercieel vastgoed in ontwikkeling dan wel vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop). Bedrijfslasten

Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille De afschrijvingen op (im)materiële vaste activa en onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gebaseerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De afschrijvingen op het sociaal vastgoed in exploitatie worden gebaseerd op de bedrijfswaarde aan het begin van het boekjaar. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de verwachte gebruiksduur (is doorgaans de geschatte gebruiksduur). Met een mogelijke restwaarde van de opstallen wordt geen rekening gehouden aangezien wordt uitgegaan van sloop aan het einde van de economische levensduur, tenzij bij sociaal vastgoed in exploitatie de woningen binnen vijf jaar worden verkocht in welk geval de afschrijving wordt gestopt gelet op de hogere restwaarde door verkoop dan de boekwaarde. Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille (Bedrijfslasten) Hieronder worden (teruggenomen) afwaarderingsverliezen verantwoord voor in het boekjaar aangegane juridische en feitelijke investeringsverplichtingen inzake immateriële vaste activa en sociaal vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie. Daarnaast worden hieronder waardeverminderingen verantwoord inzake het sociaal vastgoed in exploitatie, in het geval dat voor het betreffend sociaal vastgoed geen sprake is van een eerder in het eigen vermogen opgenomen ongerealiseerde waardestijging. Verder wordt hieronder de waardevermindering als gevolg van herclassificatie verantwoord in de situatie dat teruggekocht VOV-vastgoed: - wordt bestemd voor verkoop (voorraden) en de verkrijgingsprijs als voorraad zijnde de VOV-terugkoopprijs hoger is

dan de verwachte opbrengstwaarde; - wordt ingezet als sociaal vastgoed in exploitatie en de verkrijgingsprijs zijnde de VOV-terugkoopprijs hoger is dan de

bedrijfswaarde. Bijzondere waardevermindering van vlottende activa Hieronder worden afwaarderingsverliezen op voorraden (teruggekocht VOV-vastgoed bestemd voor verkoop) opgenomen. Lonen en salarissen en sociale lasten Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst-en-verliesrekening voorzover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Pensioenlasten Stichting Omnia Wonen heeft geen verdere verplichtingen uit hoofde van haar pensioenregeling anders dan de betaling van premies. In het geval van een tekort bij het pensioenfonds, alwaar de pensioenregeling is ondergebracht, heeft de groep geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen, anders dan het voldoen van hogere toekomstige premies. De pensioenpremies worden als last in de winst- en verliesrekening verantwoord zodra zij verschuldigd zijn. Te betalen premie dan wel vooruitbetaalde premie per jaareinde wordt als overlopend passief respectievelijk overlopend actief verantwoord. Lasten onderhoud Onder deze post worden de kosten van door derden verrichte onderhoudswerkzaamheden verantwoord, voor zover de werkzaamheden in het jaar hebben plaatsgevonden alsmede (indien van toepassing) inkoop van onderhoudsmaterialen. De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging maar instandhouding van het actief.

Page 91: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

90

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

Leefbaarheid Onder deze post zijn leefbaarheidsuitgaven inzake sociale activiteiten en fysieke activiteiten opgenomen. De uitgaven inzake sociale activiteiten omvatten wijkgebonden uitgaven voor ondersteuning van bewonersinitiatieven, gebiedsgericht personeel (zoals leefbaarheidscoördinator, wijkbeheerder, huismeester), leefbaarheidsonderzoeken en uitgaven voor activiteiten zoals welkomstbijeenkomsten nieuwe bewoners, bestrijding woonoverlast, buurtbemiddeling, opvang van dak- en thuislozen, schuldsaneringen, tweede kansbeleid etcetera. De uitgaven inzake fysieke activiteiten omvatten wijkgebonden uitgaven voor buurtcentra, bijzondere gebouwen (zoals wijksteunpunten, buurtposten, HOED), onderhoud groenvoorziening, speeltoestellen, beveiliging openbare ruimte, cameratoezicht, schoonmaakacties et cetera en uitgaven voor activiteiten zoals inbraakbeveiliging, brandpreventie, verlichting achterpad, afsluiting portieken et cetera. Overige bedrijfslasten De overige bedrijfslasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille Hieronder wordt de jaarlijkse waardeveranderingen opgenomen van het tegen reële waarde gewaardeerde commercieel vastgoed in exploitatie en de woningen verkocht onder voorwaarden. Verder worden hieronder eventuele afwaarderingsverliezen verantwoord voor in het boekjaar aangegane juridische en feitelijke investeringsverplichtingen inzake commercieel vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie. De jaarlijkse waardeveranderingen van de vastgoedbeleggingen wordt voor het ongerealiseerde deel bij het eigen vermogen toegelicht. Uit de overige reserves gerealiseerde herwaardering Op grond van de BBSH is de vorming van een herwaarderingsreserve binnen het eigen vermogen niet vereist. Niet gerealiseerde waardestijgingen worden daarom als onderdeel van de overige reserves gepresenteerd. Het gerealiseerde deel van de herwaardering ten gevolge van afschrijving en verkoop, ontstaan door het waarderen van de materiële vaste activa volgens het actuele waardemodel, is als afzonderlijke post (uit de overige reserves vrijgevallen gerealiseerde herwaardering) ten gunste van de winst- en verliesrekening gebracht. Opbrengst van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten Dividend te ontvangen van niet op nettovermogenswaarde gewaardeerde deelnemingen en aandelen verantwoord onder effecten worden verantwoord zodra Stichting Omnia Wonen het recht hierop heeft verkregen. Koersverschillen op effecten worden verantwoord onder 'waardeveranderingen van financiële vaste activa en van effecten'. Rentebaten en rentelasten Rentebaten worden tijdsevenredig in de winst- en verliesrekening verwerkt rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost, indien hun bedrag bepaalbaar is en hun ontvangst waarschijnlijk. Rentelasten worden toegerekend aan de opeenvolgende verslagperioden naar rato van de resterende hoofdsom. (Dis)agio en aflossingspremies worden als rentelast aan de opeenvolgende verslagperioden toegerekend zodanig dat tezamen met de over de lening verschuldigde rentevergoeding de effectieve rente in de winst- en verliesrekening wordt verwerkt en in de balans de amortisatiewaarde van de schuld. Periodieke rentelasten en soortgelijke lasten komen ten laste van het jaar waarover zij verschuldigd worden. Vrijval van afschrijvingen over geherwaardeerde activa Een deel van de in het eigen vermogen opgenomen herwaardering wordt gerealiseerd wanneer het actief gebruikt wordt en daardoor afgeschreven. Het over te boeken bedrag komt overeen met het verschil tussen de afschrijving gebaseerd op de geherwaardeerde boekwaarde en de afschrijving gebaseerd op de oorspronkelijke kostprijs van het actief. Een overeenkomstige mutatie vindt plaats voor bedragen die betrekking hebben op activa die zijn vervreemd.

Page 92: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

91

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________ Belastingen De belasting over het resultaat wordt berekend op basis van het in de winst- en verliesrekening verantwoorde resultaat, rekening houdend met fiscaal vrijgestelde posten, de vaststellingsovereenkomst (VSO) en geheel of gedeeltelijk niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met de wijzigingen in de latente belastingvorderingen en -schulden uit hoofde van respectievelijk wijzigingen in het belastingtarief, herbeoordeling van de mogelijkheid tot realisatie van latente belastingvorderingen of een wijziging van de verwachte realisatie van een actief- of passiefpost. De aldus bepaalde belastingpost wordt in de winst- en verliesrekening opgenomen, behoudens voor zover deze betrekking heeft op posten die rechtstreeks in het eigen vermogen worden opgenomen, in welk geval de belasting in het eigen vermogen wordt verwerkt. Resultaat deelnemingen Het aandeel in resultaat van deelnemingen gewaardeerd op nettovermogenswaarde is het resultaat van de deelnemingen bepaald op de waarderingsgrondslagen van Stichting Omnia Wonen. Het resultaat op deelnemingen gewaardeerd tegen de kostprijs is bepaald op basis van de ontvangen dividenden. 8 GRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN HET GECONSOLIDEERD

KASSTROOMOVERZICHT Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen en de vlottende effecten. De effecten kunnen worden beschouwd als zeer liquide beleggingen. De op korte termijn zeer liquide beleggingen zijn beleggingen die zonder beperkingen en zonder materieel risico van waardeverminderingen als gevolg van de transactie kunnen worden omgezet in geldmiddelen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde dividenden zijn opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. De verkrijgingsprijs van de verworven groepsmaatschappij en de verkoopprijs van de verkochte groepsmaatschappij zijn opgenomen onder de kasstroom uit investeringsactiviteiten, voor zover betaling in geld heeft plaatsgevonden. De in deze groepsmaatschappijen aanwezige geldmiddelen zijn op de aankoopprijs respectievelijk de verkoopprijs in aftrek gebracht. Transacties waarbij geen ruil van kasmiddelen plaatsvindt, waaronder financiële leasing, zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van de leasetermijnen uit hoofde van het financiële leasecontract zijn voor het gedeelte dat betrekking heeft op de aflossing als een uitgave uit financieringsactiviteiten aangemerkt en voor het gedeelte dat betrekking heeft op de interest als een uitgave uit operationele activiteiten. De ontvangst uit hoofde van een sale and financial leaseback-transactie wordt gepresenteerd als een ontvangst uit hoofde van financieringsactiviteiten.

Page 93: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

92

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2013 Alle bedragen in € 1.000

ACTIVA

VASTE ACTIVA

1. Materiële vaste activa

Sociaal

vastgoed in

ontwikkeling Onroerende en

Sociaal bestemd voor roerende zaken

vastgoed in eigen ten dienste van

exploitatie exploitatie de exploitatie Totaal

€ € € €

Boekwaarde per 1 januari 2013

Aanschaffingswaarde 430.645 12.126 9.337 452.107

Waardeveranderingen - -4.953 -1.634 -6.587

430.645 7.173 7.703 445.520

Mutaties

Opleveringen 11.729 -11.729 - -

Investeringen 55.440 17.072 466 72.978

Desinvesteringen -779 - -6 -785

Afschrijvingen -17.854 - -689 -18.543

Waardemutaties via het resultaat -7.539 -3.027 - -10.565

Waardemutaties via het eigen vermogen 27.725 - - 27.725

Herclassificaties 2.297 - - 2.297

71.019 2.316 -229 73.107

Boekwaarde per 31 december 2013

Aanschaffingswaarde 499.332 17.469 9.797 526.598

Waardeveranderingen 2.332 -7.980 -2.323 -7.970

501.664 9.489 7.474 518.627

De bedrijfswaarde van het sociaal vastgoed in exploitatie bedraagt € 498.798. Onder de post sociaal vastgoed in exploitatie is tevens opgenomen sociaal vastgoed in het kader van de regeling "maatschappelijk gebonden eigendom" ten bedrage van € 2.866 (2012 € 2.256). Waardering vindt plaats tegen historische kostprijs.

Page 94: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

93

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

Analyse stijging/daling bedrijfswaarde Stijging/daling bedrijfswaarde via eigen vermogen en resultaat

Bedrijfswaarde 1 januari 2013 428.389

Autonome ontwikkeling

Vrijval kasstromen -21.133 Effect één jaar opschuiven 28.623 Nieuwe (des)investeringen binnen horizon 289

7.779

Volumewijzigingen

Huurontvangsten 45.467 Uitgaven planmatig onderhoud -1.954 Verhuurderheffing -33.553 Overige exploitatie-uitgaven 8.762 Overige bedrijfsopbrengsten -6.805 Voorraadmutaties (w.v. € 40 mln aankoop Oldebroek) 68.935 Wijzigingen (des)investeringsbeleid -4.125

76.727

Wijzigingen stijgingsfactoren

Indexaties 5.398 Levensduur -17.948 Mutatiegraad % -1.547

-14.097

Bedrijfswaarde 31 december 2013 498.798

Page 95: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

94

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

2013 2012

€ €

Sociaal vastgoed in exploitatie

Aanschaffingswaarde 430.645 399.004

Waardeveranderingen - -

Boekwaarde per 1 januari 430.645 399.004

Mutaties

Opleveringen 11.729 4.593

Investeringen 55.440 8.907

Desinvesteringen -779 -393

Afschrijvingen -17.854 -18.500

Waardemutatie via het resultaat -7.539 -1.205

Waardemutatie via het eigen vermogen 27.725 39.777

Herclassificaties 2.297 -1.657

71.019 31.522

Aanschaffingswaarde 499.332 410.454

Waardeveranderingen 2.332 20.191

Boekwaarde per 31 december 501.664 430.645

Lees voor "Boekwaarde" in dit overzicht "Bedrijfswaarde". Per component wordt lineair afgeschreven over de geschatte resterende levensduur. De bedrijfswaarde geldt als basis voor de afschrijvingen. Over grond wordt niet afgeschreven, casco wordt lineair in 50 jaar afgeschreven, inrichting lineair in 17 jaar en installaties lineair in 23 jaar. In de kostprijs is tevens rente tijdens de bouw opgenomen. Gedurende het boekjaar is hiervoor een bedrag van € 210 geactiveerd. Verstrekte zekerheden Zonder toestemming van het WSW is het de corporatie niet toegestaan om de woningen die met door het WSW geborgde leningen zijn gefinancierd te bezwaren met een beperkt recht (recht van pand/hypotheek, recht van opstal, recht van erfpacht, recht van vruchtgebruik) of de verplichting aan te gaan om deze woningen met een zekerheidsrecht te bezwaren (positieve hypotheekverklaring). Als gevolg hiervan zijn de woningen die met geborgde leningen zijn gefinancierd, niet met hypothecaire zekerheden bezwaard. Daarnaast heeft het WSW recht van eerste hypotheek op de woningen van de corporatie betreffende de door het WSW geborgde financiering. Voor de door het WSW verstrekte borgstelling heeft de corporatie een obligoverplichting gebaseerd op de omvang van de door het WSW geborgde leningen. Deze obligoverplichting is in de toelichting op de geconsolideerde balans vermeld onder de "Niet in de balans opgenomen verplichtingen en activa". De woningen aan de Weemstraat in Steenwijk zijn hypothecair bezwaard.

Page 96: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

95

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

2013 2012

€ €

Sociaal vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie

Aanschaffingswaarde 12.125 9.889

Waardeveranderingen -4.953 -3.728

Boekwaarde per 1 januari 7.172 6.161

Mutaties

Opleveringen -11.729 -5.108

Investeringen 17.072 9.648

Desinvesteringen - -2.304

Afwaarderingen -3.026 -1.225

2.317 1.011

Aanschaffingswaarde 17.469 12.125

Waardeveranderingen -7.980 -4.953

Boekwaarde per 31 december 9.489 7.172

Projecten in uitvoering In deze post zijn projecten nieuwbouwhuur opgenomen welke per balansdatum reeds in uitvoering zijn. Verder zijn hieronder nog posten opgenomen van mogelijke nieuwbouwprojecten welke posten gezien kunnen worden als voorbereidingskosten. Grondposities In deze post zijn strategische grondaankopen ad € 3.061 (2012 € 3.057) begrepen, met het oog op ontwikkeling van vastgoedprojecten en waarbij nog geen inzicht in de feitelijke projectontwikkeling is. Het zijn voornamelijk materiële vaste activa, nog niet dienstbaar aan de bedrijfsuitoefening. Zodra de grondposities daadwerkelijk in ontwikkeling worden genomen vindt rubricering plaats naar de betreffende posten.

Page 97: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

96

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

2013 2012

€ €

Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie

Aanschaffingswaarde 9.337 9.260

Waardeveranderingen -1.634 -1.328

Boekwaarde per 1 januari 7.703 7.932

Mutaties

Investeringen 466 368

Desinvesteringen -6 -34

Afschrijvingen -689 -576

Desinvesteringen volledig afgeschreven - -257

Cumulatieve afschrijving volledig afgeschreven (incl. correctie) - 271

-229 -228

Aanschaffingswaarde 9.797 9.337

Waardeveranderingen -2.323 -1.634

Boekwaarde per 31 december 7.474 7.704

Lees voor "Waardeveranderingen" in dit overzicht "Cumulatieve afschrijvingen". Afschrijving: - Kantoorgebouwen en werkplaatsen 50 jaar lineair - Automatisering 3 jaar lineair - Inventaris kantoor en werkplaatsen 5 of 10 jaar lineair - Bedrijfsauto's 4 jaar lineair De waardering van de kantoorpanden en werkplaatsen geschiedt op basis van de historische kostprijs.

Page 98: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

97

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

2. Vastgoedbeleggingen Commercieel

vastgoed in

ontwikkeling

Commercieel Vastgoed bestemd voor

vastgoed in verkocht onder eigen

exploitatie voorwaarden exploitatie Totaal

€ € € €

Boekwaarde per 1 januari 2013

Aanschaffingswaarde 81.890 15.126 2.847 99.863

Waardeveranderingen - - -825 -825

81.890 15.126 2.022 99.038

Mutaties

Opleveringen 3.307 - -3.307 -

Investeringen 2.262 849 6.819 9.929

Desinvesteringen -1.756 -823 - -2.579

Afschrijvingen - - - -

Waardemutaties via het resultaat -5.108 -2.105 -748 -7.961

Herclassificaties -2.297 - - -2.297

-3.592 -2.079 2.764 -2.908

Boekwaarde per 31 december 2013

Aanschaffingswaarde 83.405 15.152 6.357 104.914

Waardeveranderingen -5.108 -2.105 -1.573 -8.786

78.297 13.047 4.785 96.129

Page 99: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

98

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

2013 2012

€ €

Commercieel vastgoed in exploitatie

Aanschaffingswaarde 81.889 80.847

Waardeveranderingen - -

Boekwaarde per 1 januari

81.889 80.847

Mutaties

Opleveringen 3.307 -

Investeringen 2.262 3

Desinvesteringen -1.756 -

Waardemutaties via het resultaat -5.105 -1.265

Herclassificaties -2.297 2.305

-3.589 1.043

Aanschaffingswaarde 83.405 83.155

Waardeveranderingen -5.108 -1.266

Boekwaarde per 31 december

78.297 81.889

Lees voor "Waardemutaties via het resultaat" in dit overzicht "Aanpassingen reële waarde". Schattingen Gelet op de huidige marktomstandigheden kunnen toekomstige marktontwikkelingen waarop zowel door interne als door externe taxateurs gehanteerde aannames en schattingen ter bepaling van de reële waarde van het commercieel vastgoed zijn gebaseerd, ten opzichte van de werkelijk te verwachten marktontwikkelingen van significante invloed zijn op de uitkomsten van de huidige waardering in de jaarrekening. Om inzicht te geven in de effecten van redelijkerwijs mogelijke wijzigingen in belangrijke parameters op de reële waarde, is ten aanzien van het commercieel vastgoed gewaardeerd volgens de DCF-methode, de volgende gevoeligheidsanalyse opgenomen: Exit Yield: gehanteerd in reële waarde 10,06 % gemiddeld, mogelijke afwijking -1 %, stijging reële waarde € 3.452 ofwel 6,7 %. Disconteringsvoet: gehanteerd in reële waarde 9,06 % gemiddeld, mogelijke afwijking +1 %, daling reële waarde € 4.137 ofwel 8,0 %. Zekerheden en beperkingen Op de vastgoedbeleggingen rusten geen zekerheden. Verder bestaan er geen beperkingen met betrekking tot de aanwendbaarheid van vastgoedbeleggingen of de inbaarheid van de huuropbrengsten en geen belangrijke contractuele verplichtingen tot aankoop, bouw of ontwikkeling van vastgoedbeleggingen of voor reparatie, onderhoud of verbetering ervan. De bedrijfswaarde van het commercieel vastgoed in exploitatie bedraagt per ultimo 2013 € 89.962 (2012 € 85.211).

Page 100: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

99

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

2013 2012

€ €

Vastgoed verkocht onder voorwaarden

Aanschaffingswaarde 15.126 15.565

Waardeveranderingen - -

Boekwaarde per 1 januari

15.126 15.565

Mutaties

Investeringen 849 887

Desinvesteringen -823 -875

Waardemutaties via het resultaat -2.105 -451

-2.079 -439

Aanschaffingswaarde 15.152 15.577

Waardeveranderingen -2.105 -451

Boekwaarde per 31 december

13.047 15.126

Lees voor "Waardemutaties via het resultaat" in dit overzicht "Aanpassingen reële waarde". In de jaren 2006 tot en met 2010 heeft Stichting Omnia Wonen in de gemeente Putten 100 woningen gebouwd en verkocht onder de regeling Kopen met Korting waarbij de grond in erfpacht is overgedragen aan de kopers. Stichting Omnia Wonen heeft voor deze woningen een terugkoopplicht. De woningen dienen actief op de balans te worden gepresenteerd en passief dient de terugkoopplicht als financiering te worden verantwoord. Dit betekent dat deze woningen op het moment van verkoop worden geactiveerd op de balans en hier tegenover een verplichting wordt genomen. De waarde van de woningen alsmede de verplichting dient elk jaar opnieuw te worden bepaald aan de hand van geaccepteerde waarderingsmethode (onafhankelijke taxaties). Met de gemeente Putten zijn afspraken gemaakt dat Stichting Omnia Wonen gedurende 25 jaar, gerekend vanaf datum eerste verkoop, conform het regime van Kopen met Korting de woningen c.q. appartementen te koop moet aanbieden en vervreemden. Stichting Omnia Wonen is verplicht om de revenuen in de periode van 25 jaar gerekend vanaf de eerste verkoop ten gevolge van aan- en verkoop transacties in overleg met de gemeente Putten aan te wenden voor de volkshuisvesting in Putten. In het boekjaar 2013 heeft Stichting Omnia Wonen 6 woningen teruggekocht en weer doorverkocht met een resultaat van negatief € 20 (incl. verkoopkosten) welk resultaat in de resultatenrekening is verantwoord.

Page 101: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

100

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

2013 2012

€ €

Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie

Aanschaffingswaarde 2.846 436

Waardeveranderingen -825 -

Boekwaarde per 1 januari

2.021 436

Mutaties

Opleveringen -3.307 -

Investeringen 6.819 2.410

Herinvesteringsreserve - -

Waardemutaties via het resultaat -748 -825

2.764 1.585

Aanschaffingswaarde 6.357 2.846

Waardeveranderingen -1.573 -825

Boekwaarde per 31 december

4.785 2.022

Lees voor "Waardemutaties via het resultaat" in dit overzicht "Aanpassingen reële waarde". Projecten in uitvoering In deze post zijn projecten nieuwbouwhuur opgenomen welke per balansdatum reeds in uitvoering zijn. Verder zijn hieronder nog posten opgenomen van mogelijke nieuwbouwprojecten welke posten gezien kunnen worden als voorbereidingskosten.

Page 102: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

101

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

3. Financiële vaste activa

Vorderingen op

maatschap-

pijen waarin Latente

Andere deel- wordt belasting-

nemingen deelgenomen vordering(en) Leningen u/g Totaal

€ € € € €

Stand per 1 januari 2.516 318 1.511 268 4.612

Toename - 3 - - 3

Afname - -173 992 -8 812

Stand per 31 december 2.516 148 2.503 260 5.427

31-12-2013 31-12-2012

€ €

Andere deelnemingen

Realisatiemaatschappij Schuytgraaf CV in liq. 3 3

Rhynstroom BV 13 13

Woningnet NV 1 1

Stichting Cai Harderwijk - -

Stichting Cai Nunspeet - -

Ontwikkelingscombinatie De Hoge Varen VOF 2.499 2.500

2.516 2.517

Vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen

Vordering Realisatiemaatschappij Schuytgraaf CV in liq.

2013 2012

€ €

Stand per 1 januari 318 477

Rente 3 5

Aflossing -173 -164

Stand per 31 december 148 318

Over de vordering wordt rente berekend ter grootte van de 1 maands-Euribor verhoogd met 1 %. 31-12-2013 31-12-2012

€ €

Latente belastingvordering(en)

Latente belastingvordering te verkopen woningen 1.597 495 Latente belastingvordering waardering leningen 906 1.016

2.503 1.511

Page 103: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

102

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

Bij een aantal jaarrekeningposten is sprake van tijdelijke verschillen tussen de waardering van activa en passiva volgens jaarrekeninggrondslagen en fiscale grondslagen. Verder is sprake van fiscaal compensabele verliezen. De hieruit voortvloeiende latente belastingvorderingen worden hierna toegelicht: a Sociaal en commercieel vastgoed in exploitatie met nieuwbouw en verbetering.

Voor dit bezit is het uitgangspunt blijvend verhuren (waarna sloop). De op het waarderingsverschil van dit bezit betrekking hebbende actieve belastinglatentie, inclusief de investeringen in nieuwbouw en verbetering, leidt niet tot verwerking in de jaarrekening. De reden is dat de fiscale boekwaarde na afloop van de gebruiksduur (sloop) in stand blijft en fiscaal pas wordt afgewikkeld nadat in de toekomst de bouwbestemming op de grond zou komen te vervallen. Gezien de zeer lange looptijd van het waarderingsverschil, tendeert de contante waarde van de hieruit voortvloeiende latente vordering naar nihil.

b Sociaal en commercieel vastgoed in exploitatie: sloop/verkoop binnen 5 jaar. Belastinglatenties worden in de jaarrekening verwerkt voor zover de corporatie over een beleidshorizon van vijf jaar expliciete uitspraken heeft gedaan over de voorgenomen afwikkeling van de woningen door sloop/verkoop. Bij sloop binnen vijf jaar waarbij de bouwbestemming op de na sloop vrijkomende grond vervalt, wordt voor het waarderingsverschil tussen de fiscale en commerciële boekwaarde van het betreffende vastgoed een actieve latentie tegen de nominale waarde in de jaarrekening opgenomen, voor zover verrekenbaar. Wordt bij sloop binnen vijf jaar wederom vervangende nieuwbouw gepleegd, dan blijft de fiscale boekwaarde na afloop van de gebruiksduur(sloop) in stand. Derhalve wordt hiervoor geen latentie gevormd. Bij verkoop van woningen binnen vijf jaar wordt voor het waarderingsverschil een actieve latentie tegen de nominale waarde in de jaarrekening opgenomen.

c Projecten in ontwikkeling Bij projectontwikkeling kan het fiscale resultaat afwijken van het commerciële resultaat vanwege voor de sector geldende fiscale waarderingsvoorschriften volgens de Vaststellingsovereenkomsten VSO 1 en 2. Aangezien er van waarderingsverschillen bij Omnia Wonen geen sprake is, is er geen latentie opgenomen.

d Verkoop woningen onder VOV Hierbij is sprake van een waarderingsverschil tussen de commerciële en fiscale boekwaarde. Een gedeelte van de fiscale boekwaarde wordt afgewikkeld en een gedeelte van de boekwaarde in de vorm van een winstrecht wikkelt pas na terugkoop af. Voor dit tijdelijk verschil is sprake van een actieve belastinglatentie. Aangezien het moment van terugkoop en daarmee het moment van afwikkeling van de latentie op voorhand niet vast staat en een lange termijn kan zijn, is een betrouwbare schatting van deze latentie niet mogelijk en is de latentie op nihil gewaardeerd.

e Leningen o/g en u/g In de jaarrekening is voor de leningenportefeuille een latente belastingvordering tegen de contante waarde verantwoord voor het verschil tussen de waardering die de fiscus toepast (i.c. marktwaarde) en de waardering als toegepast in de jaarrekening (geamortiseerde kostprijs). De latentie loopt af over de resterende looptijd van de leningen.

De tegen de nominale waarde opgenomen tijdelijke waarderingsverschillen hebben een looptijd korter dan vijf jaar, met uitzondering van de leningen o/g die een looptijd hebben van langer dan vijf jaar. De gehanteerde netto-disconteringsvoet bedraagt 5,25%. Van deze latente belastingvordering wordt naar verwachting een bedrag van € 113 binnen 1 jaar gerealiseerd De niet in de balans tot waardering gebrachte tijdelijke, benaderde waarderingsverschillen zijn in nominale bedragen als volgt te specificeren: Boekwaarde vastgoed in exploitatie (blijvend verhuren) € 293.210 (ultimo 2012 € 380.000) Boekwaarde woningen in exploitatie met sloop < 5 jaar met herbouw € 14.700 (ultimo 2012 € 4.000) 31-12-2013 31-12-2012

€ €

Leningen u/g

Startersleningen 246 250 Lening fysiotherapeut 14 18

260 268

Stand per 31 Stand per 1 december januari 2013 Af 2013

€ € €

Startersleningen 250 -4 246 Lening fysiotherapeut 18 -4 14

268 -8 260

Page 104: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

103

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

Het bedrag aan startersleningen is door Stichting Omnia Wonen in het startersleningenfonds van de gemeente Nunspeet gestort. Vanuit dit fonds worden aan kopers van voormalige huurwoningen startersleningen gefinancierd. De lening fysiotherapeut is een onderhandse geldlening met een looptijd van 10 jaar tegen een vaste rente van 8,0 %. Aflossing geschiedt op basis van annuïteiten. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft goedkeuring voor deze lening verleend.

VLOTTENDE ACTIVA

4. Voorraden

31-12-2013 31-12-2012 € € Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop 310 310

Dit betreft grondposities voor de bouw van koopwoningen. Voorraad klein- en groot materiaal Voorraad klein- en groot materiaal 62 61

Dit betreft de voorraad onderhoudsmaterialen aanwezig in de werkplaatsen en serviceauto's van de technische medewerkers. 5. Vorderingen Alle vorderingen hebben een resterende looptijd korter dan een jaar. De reële waarde van de vorderingen benadert de boekwaarde er van gezien het feit dat waar nodig voorzieningen voor oninbaarheid zijn gevormd. Huurdebiteuren

Zittende huurders 364 275 Vertrokken huurders 182 160

546 435 Voorziening wegens oninbaarheid -154 -121

392 314

De nominale waarde van de huurachterstand bedraagt 1,18 % van de te ontvangen jaarhuren (voorgaand jaar 0,96 %). 2013 2012

€ €

Voorziening dubieuze huurdebiteuren

Stand per 1 januari 121 161 Dotatie 33 - Onttrekking - -40

Stand per 31 december 154 121

31-12-2013 31-12-2012

€ €

Vorderingen op gemeenten

Nog te ontvangen bijdragen WMO - 36

Page 105: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

104

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

31-12-2013 31-12-2012

€ €

Handelsdebiteuren

Debiteuren 829 806

Overigen 6 1.143

835 1.949

Overlopende activa

Niet vervallen rente leningen u/g - 2

6. Liquide middelen Rabobank 11 11 ING Bank 1 62 Rabobank 1.135 4.299 Rabobank spaarrekening - 20.007 Kas 3 3

1.150 24.382

Er bestaan geen belangrijke beperkingen inzake de beschikbaarheid van geldmiddelen. Ze staan ter vrije beschikking en zijn direct opvraagbaar.

PASSIVA

Alle bedragen in € 1.000 7. Groepsvermogen Voor een toelichting op het groepsvermogen verwijzen wij u naar de toelichting op het eigen vermogen van de enkelvoudige balans op pagina 122 van dit rapport. 8. Voorzieningen

2013 2012

€ €

Voorziening onrendabele investeringen

Stand per 1 januari 25.485 863 Dotatie nieuwe investeringen 919 25.485 Vrijval wegens opleveringen e.d. -25.485 -863

Stand per 31 december 919 25.485

Onrendabele investeringen betreft het per saldo verlieslatende deel van de contracten afgesloten ten behoeve van huurwoningen waarvoor nog onvoldoende kosten zijn gemaakt om het bedrag daarop in mindering te brengen. De voorziening heeft overwegend een kortlopend karakter. 31-12-2013 31-12-2012 € € Overige voorzieningen Voorziening toekomstige jubileumuitkeringen 44 55

Page 106: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

105

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

9. Langlopende schulden

Waarvan langer Waarvan langer 31-12-2013 dan vijf jaar 31-12-2012 dan vijf jaar

€ € € €

Schulden/leningen overheid 136 - 162 14 Schulden aan kredietinstellingen 256.170 214.886 220.652 -184.349 Verplichtingen uit hoofde van onroerende

zaken verkocht onder voorwaarden 13.204 - 15.126 -

269.510 214.886 235.940 -184.335

Aflossings- Resterende looptijd > 1 jaar

en < 5 jaar

Resterende verplichting looptijd >

31-12-2013 2014 5 jaar

€ € € €

Schulden/leningen overheid 162 25 136 - Leningen aan kredietinstellingen 275.863 19.694 41.284 214.886 Verplichtingen uit hoofde van onroerende

zaken verkocht onder voorwaarden 13.204 - 13.204 -

289.229 19.719 54.624 214.886

Schulden/leningen overheid

2013 2012

€ €

Leningen overheid

Stand per 1 januari 186 220 Aflossing -24 -34

Stand per 31 december 162 186 Aflossingsverplichting komend boekjaar -26 -24

Langlopend deel per 31 december 136 162

Van het restant van de lening per 31 december 2013 heeft een bedrag van € - een looptijd langer dan vijf jaar. Het gemiddelde rentepercentage in 2013 bedraagt 4,69 % ( 2012 4,67 %)

Page 107: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

106

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________ Schulden aan kredietinstellingen

2013 2012

€ €

Leningen kredietinstellingen

Stand per 1 januari 232.545 204.798 Opgenomen gelden 56.000 40.000 Aflossing -12.681 -12.253

Stand per 31 december 275.864 232.545 Aflossingsverplichting komend boekjaar -19.694 -11.893

Langlopend deel per 31 december 256.170 220.652

Het deel van de leningen met een looptijd langer dan vijf jaar bedraagt € 214.886. Het gemiddelde rentepercentage in 2013 bedraagt 3,76 % (2012 4,04 %) 31-12-2013 31-12-2012 € € Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken

verkocht onder voorwaarden Verplichting onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 13.204 15.126

De terugkoopverplichting uit hoofde van woningen verkocht onder de regeling Kopen met Korting heeft betrekking op 100 nieuwbouwkoop woningen (2012: 100 woningen). Verplichting onroerende zaken verkocht onder voorwaarden

Terugkoopverplichting ontstaan bij overdracht 15.126

Bij: verplichtingen ontstaan bij nieuwe overdrachten 849 Af: teruggekochte onroerende zaken verkocht onder voorwaarden -823 Waardemutatie -1.948

Stand per 31 december 2013 13.204

Terugkoopverplichting ontstaan bij overdracht 15.152 Waardeveranderingen -1.948

13.204

Zekerheden

Van de leningen overheid en kredietinstellingen is € 266.574 geborgd door het WSW (2012 € 222.076). Voor de door het WSW geborgde leningen heeft Omnia Wonen zich verbonden het onderliggende onroerend goed in exploitatie niet zonder toestemming te bezwaren, van bestemming te veranderen, te vervreemden of teniet te doen. Voor één lening met een restant hoofdsom ad € 1.054 (2012 € 1.070) opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen is hypothecaire zekerheid verstrekt met betrekking tot het onroerend goed.

Page 108: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

107

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

Aflossingssysteem

De leningen worden afgelost op basis van het lineaire, annuïtaire dan wel het fixe systeem.

Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken

verkocht onder voorwaarden

De terugkoopverplichtingen uit hoofde van woningen verkocht onder de Kopen met Korting regeling heeft betrekking op 100 woningen die zijn verkocht als nieuwbouw koopwoningen in de jaren 2006 tot en met 2010 in de gemeente Putten. 10. Kortlopende schulden

31-12-2013 31-12-2012

€ €

Aflossingsverplichtingen langlopende schulden

Overheidsleningen 25 24

Leningen aan kredietinstellingen 19.694 11.892

19.719 11.916

Schulden aan leveranciers

Schulden aan leveranciers 2.324 2.848

Belastingen en premies sociale verzekeringen

Vennootschapsbelasting 752 -

Omzetbelasting 419 437

Loonheffing 134 127

Pensioenen 68 19

1.373 583

Op grond van de "Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013" d.d. 18 juli 2012 diende de werkgever in 2013 een (eenmalige) 'crisisheffing' te betalen van 16% over het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking dat zij in 2012 aan een medewerker heeft betaald, voor zover dat loon hoger was dan € 150.000. Inmiddels is besloten dat de crisisheffing voor 2014 gecontinueerd zal worden. Derhalve is de crisisheffing in 2014 opnieuw van toepassing over loon uit tegenwoordige dienstbetrekking dat in 2013 aan een medewerker is uitbetaald voor zover dat hoger is dan € 150.000. Volgens RJ-bepalingen dient deze heffing ultimo 2013 als verplichting te worden opgenomen. Stichting Omnia Wonen heeft in 2013 geen medewerkers in dienst gehad met loon hoger dan € 150.000. Overige schulden en overlopende passiva Overlopende passiva

Niet opgenomen vakantiedagen 106 102 Huurtoeslag - 160 Vooruitontvangen huren 794 722 Waarborgsommen 57 98 Niet vervallen rente leningen 4.669 3.854 Nog te verrekenen servicekosten -115 164 Overige schulden (2012 incl. projectadministratie) 118 1.562 Overige transitorische posten 780 1.090

6.409 7.752

Page 109: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

108

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________ 10 NIET IN DE BALANS OPGENOMEN VERPLICHTINGEN

Voorwaardelijke verplichtingen Fiscale eenheid De vennootschap maakt deel uit van de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting en omzetbelasting met Omnia Wonen Holding BV en Omnia Wonen Ontwikkeling BV; op grond daarvan is de vennootschap hoofdelijk aansprakelijk voor de belastingschuld van de fiscale eenheid als geheel. Recht van hypotheek Tot zekerheid voor de voldoening van de verplichtingen jegens Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW), voortvloeiende uit het Reglement van deelneming WSW, in verband met alle leningen welke door Stichting Omnia Wonen onder borging van WSW zijn aangetrokken, heeft WSW Stichting Omnia Wonen verzocht aanvullende zekerheid te verstrekken, bestaande uit een recht van hypotheek en pand. In verband hiermee zijn Stichting Omnia Wonen en WSW een overeenkomst van lastgeving met privatieve werking, als bedoeld in art. 7:423 BW, aangegaan om een recht van pand en hypotheek te vestigen, zulks tot zekerheid voor de nakoming van de verplichtingen van Stichting Omnia Wonen jegens WSW, voortvloeiende uit huidige verbintenissen van Stichting Omnia Wonen tot voldoening van een geldsom uit hoofde van geldleningen of anderszins, waarvoor WSW borg staat, alsmede uit huidige door WSW ten behoeve van verleende borgstellingen, en tot een maximumbedrag dat gelijk staat aan het saldo waarvoor WSW borg staat voor de verplichtingen van Stichting Omnia Wonen voortvloeiend uit voornoemde overeenkomsten van geldlening, zulks tot en voor een bedrag van maximaal € 553 mln., te vermeerderen met rente, boete en kosten, begroot op 20% van dit bedrag, derhalve in totaal voor een bedrag van € 663,6 mln. en voorts tot gelijke zekerheid, voor zover toepasselijk bij voorbaat, een recht van pand te verlenen op de roerende zaken, rechten en inventaris (zoals nader omschreven in een door Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn N.V. op te stellen akte van hypotheek en pand). Stichting Omnia Wonen heeft een onherroepelijke volmacht aan WSW verleend om namens Stichting Omnia Wonen het vorenbedoelde recht van hypotheek en pand te vestigen voor zover de voornoemde last met privatieve werking rechtsgevolg mocht ontberen. WSW obligoverplichting Leningen van woningcorporaties, die deelnemer zijn van het WSW worden door het WSW geborgd. Het WSW stelt zich borg jegens de geldgever voor de betaling van de leningsverplichtingen. Op grond van deze borgstelling zijn corporaties verplicht een obligo aan te houden ter grootte van 3,85% over het schuldrestant van de door hun aangetrokken en door het WSW geborgde leningen. Met deze obligoverplichting staan woningcorporaties als deelnemer van het WSW garant voor elkaar. Per 31 december 2013 heeft Stichting Omnia Wonen een aangegane obligoverplichting van € 10,1 miljoen (2012: € 10,1 miljoen). Deze verplichting is voorwaardelijk: zij is opeisbaar indien de borgstellingsreserve (risico- of garantievermogen) van het WSW niet voldoende is om op grond van aanspraken van geldgevers de betalingsverplichtingen van WSW-deelnemers over te nemen.

Niet verwerkte verplichtingen Samenwerkingsverbanden Stichting Omnia Wonen is als (middellijk) vennoot van haar belang in Ontwikkelingscombinatie De Hoge Varen VOF hoofdelijk aansprakelijk voor alle schulden van deze vennootschap. Heffing voor saneringssteun Het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) heeft aan de corporatiesector een heffing voor saneringssteun opgelegd. Het CFV heeft bij de opvraag van de prognose-informatie 2014-2018 aangegeven dat rekening gehouden moet worden met een heffing voor saneringssteun in de jaren 2014 tot en met 2018 van respectievelijk 3,5%, 2%, 2%,1% en 1% van de jaarlijkse huursom. Op basis van deze percentages en de geschatte jaarlijkse huursom verwacht de corporatie dat de heffing in de komende jaren als volgt zal zijn: - 2014: € 1.447 - 2015: € 932 - 2016: € 969 - 2017: € 502 - 2018: € 519 Deze heffing is niet opgenomen in de bepaling van de bedrijfswaarde en is tevens niet als verplichting in de balans opgenomen.

Page 110: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

109

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________ Voorziening loopbaanontwikkeling (bedragen in euro's) Conform CAO heeft de werknemer die op 1 januari 2010 een 36-urige werkweek heeft en vijf jaar of langer in dienst is bij de onderneming, voor de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2014 het recht om een loopbaanontwikkelingsbudget van € 4.500 te besteden (opgebouwd uit vijfmaal het jaarlijkse budget van € 900). Voor parttime werknemers geldt e.e.a. naar rato van het dienstverband met een minimum van € 2.250. Voor deze verplichting is geen voorziening gevormd.

Meerjarige financiële verplichtingen Erfpachtverplichtingen Ten aanzien van de onroerende zaken in de gemeente Den Haag zijn erfpachtverplichtingen aangegaan voor een bedrag van € 13.000 per jaar tot het jaar 2035. Terugkoopverplichting De terugkoopverplichting uit hoofde van woningen verkocht onder de Kopen met Korting regeling is vermeld in de toelichting op de geconsolideerde balans bij de post Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden.

Financiële instrumenten

Algemeen De in deze toelichting opgenomen gegevens verschaffen informatie die behulpzaam is bij het schatten van de omvang van risico's die verbonden zijn aan zowel de in de balans opgenomen als de niet in de balans opgenomen financiële instrumenten. Doelstellingen en beleid inzake beheer financiële risico's De primaire financiële instrumenten van de groep, anders dan derivaten, dienen ter financiering van haar operationele activiteiten of vloeien direct uit deze activiteiten voort. Een belangrijke doelstelling van het financieringsbeleid van de groep is het voorkomen dan wel spreiden van ongewenste financiële risico's zoals rente- en liquiditeitsrisico's. Het beleid is erop gericht het jaarlijks renterisico te maximeren op 15% van de leningenportefeuille. De groep maakt geen gebruik van afgeleide instrumenten zoals renteswaps en andere derivaten. De belangrijkste risico's uit hoofde van financiële instrumenten van de groep zijn het kredietrisico, liquiditeitsrisico, valutarisico, renterisico, prijs- en kasstroomrisico en marktrisico. Het beleid van de groep om deze risico's te beperken is als volgt: Valutarisico De groep loopt geen valutarisico. Zij is alleen werkzaam in Nederland waardoor alle inkomende en uitgaande kasstromen in euro's zijn. Renterisico Rente-instrumenten worden toegepast ter verkrijging van een gewenst risicoprofiel in vaste en variabele renteposities. Marktrisico Het marktrisico wordt beheerst door spreiding aan te brengen in de geldgevers ter zake de leningenportefeuille. Kredietrisico Dit betreft het risico dat financiële instellingen niet aan hun contractuele verplichtingen jegens de groep kunnen voldoen. Verder wordt hieronder vermeld het risico van oninbaarheid bij (huur)debiteuren. De groep maakt gebruik van meerdere banken teneinde dit risico te beperken. Verder handelt de corporatie enkel met kredietwaardige partijen. Er zijn geen significante concentraties van kredietrisico binnen de corporatie. Voor de corporatie is het risico inzake (huur)debiteuren relatief hoog. Hiervoor is een voorziening getroffen.

Page 111: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

110

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________ Liquiditeitsrisico Dit betreft het risico dat de groep over onvoldoende middelen beschikt om aan haar directe verplichtingen te kunnen voldoen. Om te waarborgen dat de groep aan haar verplichtingen kan voldoen zijn naast het aantrekken van langlopende leningen, leningen met een variabele hoofdsom aangetrokken en is er een rekening-courantkredietfaciliteit beschikbaar voor een bedrag van in totaal € 2,5 miljoen. Reële waarde De reële waarde van de langlopende schulden is geschat aan de hand van de contante waarde van de toekomstige kasstromen tegen de geldende marktrente van 5,25 % en bedraagt € 248.314. Renterisico Rentevoet leningen overheid en kredietinstellingen met resterende looptijden

Ter beoordeling van het prijsrisico dat de groep loopt, zijn de leningen in onderstaand overzicht ingedeeld in groepen

van overeenkomstige contractueel overeengekomen rentepercentages en looptijden ( x € 1.000): Renteklasse:

Restant looptijd Tot 3% Van 3% tot 4% Van 4% tot 5% Van 5% tot 6% Totaal

1 - 5 jaar 10.000 34.955 16.410 3.176 64.541 6 - 10 jaar 30.000 20.990 25.740 0 76.730 11 - 15 jaar 0 10.000 16.002 5.000 31.002 16 - 20 jaar 0 11.957 14 0 11.971 > 20 jaar 0 60.381 31.400 0 91.781

40.000 138.283 89.566 8.176 276.025

Kasstroomrisico's leningen overheid en kredietinstellingen

Onderstaande vervalkalender van de leningenportefeuille geeft inzicht in de jaarlijkse bedragen betreffende

contractueel bepaalde kasstromen uit hoofde van de jaaraflossingen, de eindaflossingen en renteconversies

( x € 1.000):

Jaaraflossingen Eindaflossingen Renteconversies

2013 974 11.731 0 2014 530 19.334 2.617 2015 417 16.429 836 2016 436 13.855 0 2017 448 11.000 0 2018 460 9.100 0 2019 473 12.000 0 2020 457 16.251 0 2021 265 11.839 516

De duration van de leningenportefeuille overheid en kredietinstellingen bedraagt gemiddeld 8 jaar (2012: 10 jaar).

Page 112: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

111

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________ Hierna worden de renterisico's van de leningenportefeuille per leningsoort toegelicht: - De rente van vastrentende leningen is voor de gehele looptijd gefixeerd dan wel tot het renteherzieningsmoment.

Het risico van deze leningen betreft:

- op het moment van renteherziening indien de rente hoger dan wel lager is dan de oude contractrente;

- de herfinanciering van de tussentijdse en eindaflossingen van de lening in een nieuwe lening met een

hogere of lagere rente - De rente van de variabel rentende leningen ( roll-overleningen) zijn gebaseerd op eenmaandseuribor. De rente

van de roll-over leningen is opgebouwd uit het Euribor-percentage en een liquiditeitsopslag van 0,04% tot 1,14%

- De basisrenteleningen hebben een rentetarief dat bestaat uit twee componenten, zijnde een basisrente en een

kredietopslag. De basisrente geldt voor de volledige looptijd van de leningen. De kredietopslag geldt voor

een overeengekomen periode, waarbij de eerste minimale looptijd vijf jaar bedraagt. Na vijf jaar dient een nieuwe

kredietopslag met de bank overeengekomen te worden.

De twee basisrenteleningen zijn als volgt te specificeren:

Kredietopslag Basisrente Startdatum Einddatum Marktwaarde Nominaal

0,36% 3,49% 3-dec-12 1-dec-60 -11.953 -10.000

0,32% 3,53% 1-nov-12 1-nov-55 -11.948 -10.000

RJ-uiting 2013-15 (RJ 290) is niet in deze jaarrekening verwerkt. Op basis van de omvang en de niet complexe

financiële instrumenten heeft dit naar onze inschatting geen substantiële gevolgen voor de waardering.

Page 113: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

112

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

11 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE WINST-EN- VERLIESREKENING OVER 2013

Alle bedragen in € 1.000

2013 2012

€ €

11.Huuropbrengsten

Huuropbrengsten woningen en woongebouwen Daeb 38.648 34.218 Huuropbrengsten woningen en woongebouwen niet-Daeb 3.135 3.040 Huuropbrengsten onroerende zaken niet zijnde woningen Daeb 3.381 2.654

Huuropbrengsten onroerende zaken niet zijnde woningen niet-Daeb 1.261 1.647

46.425 41.559 Huurderving wegens leegstand -556 -561

Huurderving wegens oninbaarheid -84 -139

45.785 40.859

Per 1 juli 2013 zijn de huren gemiddeld verhoogd met 4,14 %. De huurderving bedraagt 1,38 % van de te ontvangen huur (2012 1,53%)

Inkomensafhankelijke huurverhoging (bedragen in € ): Met ingang van de jaarlijkse huurverhoging 2013 is het de corporatie toegestaan om inkomensafhankelijke huurverhogingen aan haar huurders door te voeren. Voor onzelfstandige woningen (kamers), woonwagens en woonwagenstandplaatsen is de maximale huurverhoging per 1 juli 2013 gelijk aan het inflatiepercentage over 2012 vermeerderd met 1,5 procentpunt, te weten 4%. Voor zelfstandige woningen is de maximale huurverhoging afhankelijk van het huishoudinkomen van de huurder. Om de doorstroming te bevorderen wordt voor huishoudens met een inkomen boven € 33.614 een hogere huurverhoging toegestaan, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen twee inkomenscategorieën. Voor huishoudens met een inkomen tot en met € 33.614 is de maximale huurverhoging per 1 juli 2013 gelijk aan het inflatiepercentage over 2012 vermeerderd met 1,5 procentpunt, te weten 4%. Voor huishoudens met een inkomen tussen € 33.614 en € 43.000 wordt per 1 juli 2013 een maximale huurstijging van inflatie + 2 procentpunt toegestaan, te weten 4,5%. Voor huishoudens met een inkomen boven € 43.000 wordt per 1 juli 2013 een maximale huurstijging van inflatie + 4 procentpunt toegestaan, te weten 6,5%.

Inkomenspeiljaar Er wordt bij de inkomensafhankelijke extra huurverhoging (4,5% en 6,5%) uitgegaan van het inkomen van het tweede kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar van de voorgestelde huurverhoging (t-2). Hiervoor is gekozen omdat dan inkomens gebruikt worden die veelal definitief zijn vastgesteld. Bij een huurverhoging per 1 juli 2013 is dus het inkomen over 2011 bepalend.

De huuropbrengst nam met € 4.926 (bedragen in € 1.000) toe als gevolg van: - Algemene huurverhogingen en harmonisatie + € 1.413 - Huurderving + € 60

- Verkopen - € 40

- Slooppercelen - € 70 - Nieuwbouw + € 476

- Aankopen + € 3.087 12.Opbrengsten servicecontracten

Overige goederen, leveringen en diensten 1.971 1.927 Te verrekenen met huurders 52 -203

2.023 1.724 Vergoedingsderving wegens leegstand -63 -51 Vergoedingsderving wegens oninbaarheid -4 -2

1.956 1.671

Page 114: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

113

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

De vergoedingen worden aan huurders doorberekend ter dekking van gemaakte kosten voor verwarming, verlichting, waterlevering, schoonmaken, glasschade, geiserhuur, dakgoten, rioolontstopping en tuinonderhoud. De vergoedingsderving bedraagt 3,3 % van de te ontvangen vergoeding minus het te verrekenen bedrag met huurders (2012 3,1 %) 2013 2012

€ €

13.Overheidsbijdragen

Overige rijksbijdragen - 1

14.Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille

Netto verkoopresultaat bestaand bezit sociaal vastgoed 1.142 1.408

Netto verkoopresultaat bestaand bezit commercieel vastgoed 56 -

Netto verkoopresultaat Kopen met Korting gemeente Putten -20 -87

Netto verkoopresultaat grond 15 -

Netto verkoopresultaat erfpacht grond 56 -

Netto verkoopresultaat projecten voor verkoop -1 70

1.248 1.391

Netto opbrengst verkopen bestaand bezit sociaal vastgoed 1.827 1.699

Af : Boekwaarde -685 -291

1.142 1.408

Netto opbrengst verkopen bestaand bezit commercieel vastgoed 255 -

Af : Boekwaarde -199 -

56 -

Verkoopresultaat Kopen met Korting gemeente Putten -20 -30

Verkoopkosten Kopen met Korting gemeente Putten (2012 incl. nagekomen

kosten) - -57

-20 -87

Netto opbrengst verkopen grond 15 -

Netto opbrengst verkopen erfpacht grond 115 -

Af : Boekwaarde -58 -

56 -

Netto opbrengst projecten voor verkoop - 71

Voor het verkochte sociaal vastgoed in exploitatie is de boekwaarde de bedrijfswaarde inclusief de ingerekende verwachte opbrengstwaarde. Voor het verkochte commercieel vastgoed in exploitatie is de boekwaarde de geschatte reële waarde. Het in de winst- en verliesrekening verantwoorde resultaat bij verkoop van vorengenoemd vastgoed is, gezien het geringe verschil tussen de opbrengstwaarde en de boekwaarde, derhalve beperkt. 15.Overige bedrijfsopbrengsten

Doorberekende kosten aan derden 539 314 Opbrengsten detachering personeel - 81 Ten laste van investeringen 100 417 Erfpachtcanon gronden in MGE 116 74 Overige opbrengsten en vergoedingen 124 -

879 886

Page 115: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

114

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

16.Afschrijvingen

2013 2012

€ €

Afschrijvingen materiële vaste activa

Sociaal vastgoed in exploitatie 17.854 18.500

Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie 689 576

18.543 19.076

17.Overige waardeveranderingen van vaste activa

Waardeverandering sociaal vastgoed in exploitatie -7.539 -5.956

Waardeverandering sociaal vastgoed in ontwikkeling 1.213 11.008

Waardeverandering aankoop sociaal vastgoed -3.721 17.889

Realisatie herwaardering a.g.v. afschrijving -9.013 -10.006

Realisatie herwaardering a.g.v. desinvesteringen -466 -

-19.526 12.935

Overige waardeveranderingen van vaste activa

18.Bijzondere waardeverminderingen van vlottende activa

Mutatie voorziening huurdebiteuren wegens oninbaarheid 32 -39

19.Erfpacht

Erfpacht gemeente Den Haag 13 13

Personeelskosten

20.Lonen en salarissen

Bruto lonen 3.535 3.213

Uitzendkrachten 711 1.141

Ontvangen ziekengelduitkeringen -49 -12

4.197 4.342

21.Sociale lasten

Premies sociale verzekeringswetten 552 477

Naar verwachting hebben de reeds vastgestelde gedifferentieerde verzekeringspremies inzake arbeidsongeschiktheidsrisico's voor toekomstige jaren geen materiële invloed op de hoogte van de toekomstige personeelslasten. 22.Pensioenlasten Pensioenlasten 726 717

Page 116: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

115

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

De gehanteerde pensioenregeling van Stichting Omnia Wonen is ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties (SPW). De belangrijkste kenmerken van deze pensioenregeling zijn: - Er is sprake van een ouderdoms- en nabestaandenpensioen. - Er is sprake van een middelloonregeling. - De pensioenleeftijd is afhankelijk van de AOW pensioenleeftijd. - De regeling kent zowel een levenslang als een tijdelijk partner- en wezenpensioen, waarbij het partner- en

wezenpensioen is verzekerd op risicobasis. - Voor het ouderdoms-, partner- en wezenpensioen stelt het bestuur van het pensioenfonds jaarlijks een premie vast

met een maximum van 31% van de ouderdomspensioengrondslag. - Als de middelen van het pensioenfonds het toelaten, zal het bestuur van het pensioenfonds de ingegane pensioenen

en de premievrije aanspraken van gewezen deelnemers aanpassen overeenkomstig de consumentenprijsindex voor alle huishoudens. De toeslagverlening is voorwaardelijk. Er is geen recht op toeslagverlening en het is voor de langere termijn niet zeker of en in hoeverre toeslagverlening zal plaatsvinden. Het bestuur van het pensioenfonds beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenuitkeringen en pensioenaanspraken worden aangepast.

De belangrijkste kenmerken van de uitvoeringsovereenkomst zijn: - Deelneming in het bedrijfstakpensioenfonds is verplicht gesteld voor de werknemers en bestuurders van de

woningcorporatie. - De woningcorporatie is uitsluitend verplicht tot betaling van de vastgestelde premies. In geen geval bestaat een

verplichting tot bijstorting. - Er is geen sprake van recht op teruggave/premiekorting. De dekkingsgraad van SPW bedraagt ultimo 2013 114% (31-12-2012: 106%). Hiermee voldoet het pensioenfonds aan de minimaal vereiste 105% die voorgeschreven is door De Nederlandse Bank. Bezoldiging van (voormalige) bestuurders en commissarissen De beloning van de RvC en de bestuurder is opgenomen in de jaarrekening onder Overige informatie. Personeelsleden

Bij de groep waren in 2013 gemiddeld 74 personeelsleden werkzaam (2012 70). 2013

2012

Onderverdeeld naar de volgende processen:

Wonen 36 26

Financiën 8 6

Directie, MT en Besturen 7 8

Management Ondersteuning 6 8

Bouwen en Onderhouden 12 12

Facilitair 2 2

Bijzonder Bezit 2 2

Leven 1 6

74 70

2013 2012

€ €

23.Onderhoudslasten

Onderhoudsuitgaven 10.043 14.853

Planmatig onderhoud 8.576 12.899

Dagelijks mutatie- en klachtenonderhoud 1.467 1.954

10.043 14.853

In 2013 is groot onderhoud uitgevoerd bij een tweetal complexen voor een totaalbedrag van € 2,1 mln. 24.Leefbaarheid

Leefbaarheid (fysieke activiteiten) 84 67

Transporteren 84 67

Page 117: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

116

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

2013 2012

€ €

Transport 84 67

Mens gerelateerde leefbaarheid 17 -

101 67

25.Lasten servicecontracten

Kosten voor leveringen en diensten 1.897 1.619

26.Overige bedrijfskosten

Automatiseringskosten 632 571

Kosten Raad van Toezicht 104 76

Huisvestingskosten 282 312

Overige personeelskosten 349 402

Overige beheerskosten 718 1.208

Belastingen 2.168 1.914

Verzekeringen 159 192

Contributie landelijke federatie Aedes 58 60

Heffing Centraal Fonds en verhuurderheffing 1.654 133

Diverse bedrijfslasten 559 531

6.683 5.399

Overige beheerskosten

Bankkosten 33 28

Verzekeringen 13 2

Representatiekosten 28 19

Markt- en klantenonderzoek 12 23

Portikosten 83 73

Telecommunicatiekosten 85 98

Drukwerk en kantoorbenodigdheden 72 72

Advertentiekosten 25 46

Kantinekosten 16 16

Contributie en abonnementen 25 19

Onderhoud inventaris 3 5

Meldkamer boodschappendienst 14 11

Sponsoring 9 9

Overige algemene kosten (2012: incl. € 359 nagekomen lasten) -90 416

Vervolgingskosten 20 48

Gereedschappen 18 8

Kosten organisatieontwikkeling 64 62

Kosten samenwerkingsverbanden 4 3

Klachten adviescommissie 1 1

Exploitatiekosten auto's 187 162

Kosten huurdersvereniging 40 35

Kosten woonruimte verdeling 56 52

718 1.208

Heffing Centraal Fonds en verhuurderheffing

Heffing Centraal Fonds 1.505 133

Verhuurderheffing 149 -

1.654 133

Diverse bedrijfslasten

Accountantskosten 88 41

Transporteren 88 41

Page 118: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

117

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

2013 2012

€ €

Transport 88 41

Advieskosten 374 452

Overige bedrijfskosten 97 38

559 531

Accountantshonoraria

Controle van de jaarrekening 46 31

Nagekomen kosten controlewerkzaamheden 2012 37 -

Controle verbindingen - 2

Andere controlewerkzaamheden 5 8

88 41

27.Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille

Waardeveranderingen commercieel vastgoed in exploitatie -3.373 -1.319

Waardeveranderingen onroerende zaken verkocht onder voorwaarden -2.104 -451

Waardeveranderingen verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht

onder voorwaarden 1.948 451

-3.529 -1.319

Financiële baten en lasten

28.Opbrengst van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten

Rente geldlening u/g 4 2

29.Rentebaten en soortgelijke opbrengsten

Geactiveerde rente vaste activa 210 52

Rente liquide middelen 93 74

Overige rentebaten 22 700

325 826

De overige rentebaten in 2012 zijn inclusief een vergoeding in verband met de latere levering van de aankoop van woningen in Oldebroek. 30.Rentelasten en soortgelijke kosten Leningen kredietinstellingen -10.209 -8.283

Lening overheid -9 -10

Disagio borgstelling WSW -46 -28

Afsluitprovisie leningen - -228

Overige rentelasten - -2

-10.264 -8.551

31.Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening

Vennootschapsbelasting -2.727 -

Mutatie voorziening belastingen 992 -3.657

-1.735 -3.657

Page 119: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

118

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

12 ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2013 (voor winstbestemming) Alle bedragen in € 1.000 31 december 2013 31 december 2012

€ € € €

ACTIVA

Vaste activa

Materiële vaste activa

Sociaal vastgoed in exploitatie 501.664 430.645

Sociaal vastgoed in ontwikkeling bestemd

voor eigen exploitatie 9.489 7.172

Onroerende en roerende zaken ten dienste

van de exploitatie 7.474 7.704

518.627

445.521

Vastgoedbeleggingen

Commercieel vastgoed in exploitatie 78.297 81.889

Vastgoed verkocht onder voorwaarden 13.047 15.126

Commercieel vastgoed in ontwikkeling

bestemd voor eigen exploitatie 4.785 2.022

96.129

99.037

Financiële vaste activa (32)

Deelnemingen in groepsmaatschappijen 247 248

Andere deelnemingen 17 17

Vorderingen op maatschappijen waarin wordt

deelgenomen 148 316

Latente belastingvordering(en) 2.503 1.511

Leningen u/g 260 268

3.175

2.360

617.931 546.918

Vlottende activa

Voorraden

Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de

verkoop 310 311

Voorraad klein- en groot materiaal 62 61

372

372

Vorderingen (33)

Huurdebiteuren 392 314

Vorderingen op gemeenten - 36

Handelsdebiteuren 836 1.950

Vorderingen op participanten en op

maatschappijen waarin wordt deelgenomen 2.263 2.263

Overige vorderingen en overlopende activa - 2

3.491

4.565

Liquide middelen (34) 1.140 24.371

622.934 576.226

Page 120: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

119

_________________________________________________________________________________________________ 31 december 2013 31 december 2012

€ € € €

PASSIVA

Eigen vermogen (35)

Herwaarderingsreserve 214.386 200.551

Overige reserves 96.841 118.447

Onverdeelde winst 11.409 -27.351

322.636

291.647

Voorzieningen

Onrendabele investeringen en

herstructureringen 919 25.485

Overige voorzieningen 44 55

963

25.540

Langlopende schulden

Schulden/leningen overheid 136 162

Schulden aan kredietinstellingen 256.170 220.652

Verplichtingen uit hoofde van onroerende

zaken verkocht onder voorwaarden 13.204 15.126

269.510

235.940

Kortlopende schulden

Aflossingsverplichtingen langlopende

schulden 19.719 11.916

Schulden aan leveranciers 2.324 2.848

Belastingen en premies sociale

verzekeringen 1.373 583

Overige schulden en overlopende passiva 6.409 7.752

29.825

23.099

622.934 576.226

Page 121: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

120

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

13 ENKELVOUDIGE WINST-EN-VERLIESREKENING OVER 2013 2013 2012

€ €

Bedrijfsopbrengsten

Huuropbrengsten 45.785 40.859

Opbrengsten servicecontracten 1.956 1.671

Overheidsbijdragen (36)

- 1

Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille 1.249 1.320

Overige bedrijfsopbrengsten 879 886

Totaal bedrijfsopbrengsten

49.869 44.737

Bedrijfslasten

Afschrijvingen 18.543 19.076

Overige waardeveranderingen van vaste activa -19.526 12.935

Bijzondere waardeverminderingen van vlottende activa 32 -39

Erfpacht 13 13

Lonen en salarissen 4.197 4.342

Sociale lasten 552 477

Pensioenlasten 726 717

Onderhoudslasten 10.043 14.853

Leefbaarheid 101 67

Lasten servicecontracten (37)

1.897 1.619

Overige bedrijfskosten 6.683 5.037

23.261 59.097

Bedrijfsresultaat

26.608 -14.360

Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille -3.529 -1.319

Financiële baten en lasten

Opbrengst van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten 4 2

Rentebaten en soortgelijke opbrengsten (38)

325 826

Rentelasten en soortgelijke kosten -10.264 -8.551

-9.935 -7.723

Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen

13.144 -23.402

Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening -1.735 -3.657

(39)

11.409 -27.059

Resultaat deelnemingen - -292

Resultaat

11.409 -27.351

Page 122: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

121

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

14 ALGEMENE GRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN DE ENKELVOUDIGE JAARREKENING De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld volgens de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW. Voor de algemene grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening, de grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat, alsmede de toelichting op de onderscheidende activa en passiva en de resultaten wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening, voor zover hierna niets anders wordt vermeld. Financiële vaste activa

Deelnemingen in groepsmaatschappijen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd op de nettovermogenswaarde, doch niet lager dan nihil. Deze nettovermogenswaarde wordt berekend op basis van de grondslagen van Stichting Omnia Wonen. Deelnemingen met een negatieve nettovermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd. Wanneer de vennootschap geheel of ten dele instaat voor schulden van de desbetreffende deelneming, wordt een voorziening gevormd, primair ten laste van de vorderingen op deze deelneming en voor het overige onder de voorzieningen ter grootte van het resterende aandeel in de door de deelneming geleden verliezen, dan wel voor de verwachte betalingen door de vennootschap ten behoeve van deze deelnemingen.

Page 123: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

122

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

15 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2013 Alle bedragen in € 1.000

VASTE ACTIVA

32. Financiële vaste activa

Vorderingen op

maatschap-

Deelnemingen pijen waarin Latente

in groepsmaat- Andere deel- wordt belasting-

schappijen nemingen deelgenomen vordering(en) Leningen u/g Totaal

€ € € € € €

Stand per 1 januari 247 17 318 1.511 268 2.360 Toename - - 3 - - 3 Afname - - -173 992 -8 812

Stand per 31 december 247 17 148 2.503 260 3.175

31-12-2013 31-12-2012

€ €

Deelnemingen in groepsmaatschappijen

Omnia Wonen Holding BV 247 248

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk staat aan het hoofd van een groep rechtspersonen. Een overzicht van de gegevens vereist op grond van de artikelen 2:379 en 2:414 BW is onderstaand opgenomen: Aandeel in het

geplaatste Opgenomen in Naam, statutaire zetel kapitaal consolidatie

%

Omnia Wonen Holding BV 100,00 Ja Harderwijk

Omnia Wonen Ontwikkeling BV 100,00 Ja Harderwijk

De activiteiten van Omnia Wonen Ontwikkeling BV bestaan uitsluitend in een deelname in ontwikkelingscombinatie De Hoge Varen VOF. Omnia Wonen Holding BV is statutair bestuurder van Omnia Wonen Ontwikkeling BV.

Page 124: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

123

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________ VLOTTENDE ACTIVA

33. Vorderingen

31-12-2013 31-12-2012

€ €

Vorderingen op participanten en op maatschappijen waarin wordt

deelgenomen

Rekening courant Omnia Wonen Ontwikkeling BV 2.263 2.263

Over de vordering wordt geen rente berekend.

34. Liquide middelen ING Bank 1 62 Rabobank 1.137 4.299 Rabobank spaarrekening - 20.007 Kas 3 3

1.140 24.371

Er bestaan geen belangrijke beperkingen inzake de beschikbaarheid van geldmiddelen. Ze staan ter vrije beschikking en zijn direct opvraagbaar.

Page 125: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

124

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

PASSIVA

Alle bedragen in € 1.000 35. Eigen vermogen

2013 2012

€ €

Herwaarderingsreserve

Stand per 1 januari 200.551 177.443

Mutatie als gevolg van herwaardering 29.061 23.108

Realisatie herwaardering a.g.v. afschrijving -9.013 -

Realisatie herwaardering a.g.v. desinvesteringen -466 -

Ongerealiseerde waardeverandering commercieel vastgoed -5.747 -

Stand per 31 december 214.386 200.551

Overige reserves

Stand per 1 januari 118.447 80.128

Resultaatbestemming voorgaand boekjaar -27.351 36.523

91.096 116.651

Correctie overige reserves i.v.m. dotatie herwaarderingsreserve - 1.545

Reeds verwerkte waardeverandering stelselwijziging -2 251

Dotatie herwaarderingsreserve 5.747 -

Stand per 31 december 96.841 118.447

In de overige reserves (vermeld onder Herwaarderingsreserve) is ultimo 2013 een bedrag ad € 214.386 (2012: € 200.551) aan ongerealiseerde waardestijging begrepen bestaande uit: Ongerealiseerde waardestijging sociaal vastgoed in exploitatie 206.061 186.854 Ongerealiseerde waardestijging commercieel vastgoed in exploitatie 8.325 13.697

214.386 200.551

De ongerealiseerde waardestijging sociaal vastgoed in exploitatie betreft het positieve verschil tussen de boekwaarde op basis van de bedrijfswaarde en de boekwaarde op basis van de historische kosten ultimo boekjaar. De ongerealiseerde waardestijging commercieel vastgoed in exploitatie betreft het positieve verschil tussen de boekwaarde van voor en na de herwaardering, zijnde de - per 1 januari 2013 gefixeerde - boekwaarde op basis van de historische kosten en de reële waarde ultimo boekjaar. Als gevolg van herclassificatie is de ongerealiseerde waardestijging commercieel vastgoed in exploitatie met € 375 toegenomen en de ongerealiseerde waardestijging sociaal vastgoed in exploitatie met € 375 afgenomen. Onverdeelde winst Stand per 1 januari -27.351 36.523 Onverdeeld resultaat boekjaar 11.409 -27.351 Winstbestemming vorig boekjaar 27.351 -36.523

Stand per 31 december 11.409 -27.351

Totaal eigen vermogen Geconsolideerd eigen vermogen 322.636 291.647

Page 126: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

125

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

16 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE WINST-EN-VERLIESREKENING OVER 2013

Alle bedragen in € 1.000

2013 2012

€ €

36.Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille

Netto verkoopresultaat bestaand bezit sociaal vastgoed 1.141 1.407

Netto verkoopresultaat bestaand bezit commercieel vastgoed 56 -

Netto verkoopresultaat Kopen met Korting gemeente Putten -20 -87

Netto verkoopresultaat grond 15 -

Netto verkoopresultaat erfpacht grond 56 -

1.248 1.320

Netto opbrengst verkopen bestaand bezit sociaal vastgoed 1.827 1.699

Af : Boekwaarde -685 -291

1.142 1.408

Netto opbrengst verkopen bestaand bezit commercieel vastgoed 255 -

Af : Boekwaarde -199 -

56 -

Verkoopresultaat Kopen met Korting gemeente Putten -20 -30

Verkoopkosten Kopen met Korting gemeente Putten (2012 incl. nagekomen

kosten) - -57

-20 -87

Netto opbrengst verkopen grond 15 -

Netto opbrengst verkopen erfpacht grond 115 -

Af : Boekwaarde -58 -

56 -

37.Overige bedrijfskosten

Automatiseringskosten 632 571

Kosten Raad van Toezicht 104 76

Huisvestingskosten 282 312

Overige personeelskosten 349 402

Overige beheerskosten 718 845

Belastingen 2.168 1.915

Verzekeringen 159 192

Contributie landelijke federatie Aedes 58 60

Heffing Centraal Fonds en verhuurderheffing 1.654 133

Diverse bedrijfslasten 559 531

6.683 5.037

Financiële baten en lasten

38.Rentelasten en soortgelijke kosten

Leningen kredietinstellingen -10.209 -8.283

Lening overheid -9 -10

Disagio borgstelling WSW -46 -28

Afsluitprovisie leningen - -228

Overige rentelasten - -2

-10.264 -8.551

Page 127: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

126

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

39.Resultaat deelnemingen

2013 2012

€ €

Aandeel resultaat Omnia Wonen Holding BV - -292

Page 128: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

127

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk _________________________________________________________________________________________________

17 OVERIGE INFORMATIE

Bestuurders en commissarissen Lasten ter zake van bezoldiging en ter zake van pensioenen van (bedragen in € ):

- bestuurders en voormalige bestuurders€ 173.558 (2012 € 168.293) - commissarissen en voormalige commissarissen € 60.180 (2012 € 60.096)

De bezoldiging van bestuurders omvat periodiek betaalde beloningen (zoals salarissen, vakantiegeld, doorbetaling bij vakantie en ziekte, belastbare kostenvergoedingen, ter beschikking stelling van auto en presentiegelden), beloningen betaalbaar op termijn (zoals pensioenlasten) Noch aan bestuurder noch aan commissarissen zijn leningen, voorschotten of garanties verstrekt. Het totaalbedrag kan als volgt per individueel lid van het bestuur (de directie) worden gespecificeerd: Periodiek betaalde Beloningen betaalbaar beloningen op termijn

2013 2012 2013 2012

Mr. G.W.M. van de Ven, directeur-bestuurder 134.629 129.400 38.929 38.893

134.629 129.400 38.929 38.893

Er is geen sprake van belaste onkostenvergoedingen

Naast de hierboven genoemde directeur-bestuurder was in 2013 een tweetal managers werkzaam. Het betreft de manager Innovatie & Strategie, de heer E. Zuidwijk en de manager Bedrijfsvoering & Strategie, de heer V. Burger. De periodiek betaalde beloning aan de heer Zuidwijk bedroeg € 91.097 en aan de heer Burger € 71.678 (herrekend op jaarbasis). De op termijn betaalbare beloning aan de heer Zuidwijk bedroeg € 25.336 en aan de heer Burger € 19.718 (herrekend op jaarbasis). Bij beide functionarissen is eveneens geen sprake van belaste onkostenvergoedingen. Met betrekking tot bovenstaande bezoldigingen is Stichting Omnia Wonen in 2013 een totaal bedrag aan crisisheffing verschuldigd van € 0.

De bezoldiging van de Raad van Commissarissen kan als volgt worden gespecificeerd:

Als lid van de Raad van Commissarissen

(excl. btw)

2013

2012

bezoldiging

belastbare onkosten-vergoeding

bezoldiging belastbare onkosten-vergoeding

J.G. de Groot 12.132 10 11.856 83

A. van Eijk 8.904 - 8.700 -

G.A.C. Bouwmeester 8.088 - 7.908 301

M.L.A. de Klerk 7.440 947 7.908 -

M.E.G. Lindeman 7.440 313 - -

G. de Klein 8.088 1.460 - 623

J.M.W. van Wieringen 8.088 1.245 7.908 429

H.A.P. Lohrengel - - 7.908 645

J. Bakker - - 7.908

60.180 3.975 60.096 2.081

Page 129: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

128

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk ________________________________________________________________________________________________

Het normenkader rondom de 'Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen Publieke en Semipublieke Sector (hierna: WNT) is bekrachtigd in het Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014-0000106049 en de Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014-0000 104920. De Aanpassingswet WNT is als onderdeel van dit normenkader nog niet formeel aangenomen door de Eerste Kamer. Voor het opmaken van de jaarrekening is in lijn met de mededeling van de minister van BZK d.d. 12 februari 2014, gepubliceerd in de Staatscourant d.d. 18 februari 2014, de Aanpassingswet WNT wel als onderdeel van het normenkader gehanteerd. Ten aanzien van interim-functionarissen die geen topfunctie vervullen hebben wij gebruik gemaakt van de mogelijkheid die paragraaf 6 van de Beleidsregels toepassing WNT biedt inzake de volledige openbaarmaking van deze functionarissen . Op basis van de Beleidsregels toepassing WNT (inclusief de wijziging van paragraaf 6 volgens besluit van de Ministervan Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 12 maart 2014, nr. 2014-0000142706 kán en hoeven wij niet volledig te voldoen aan de verplichting voor openbaarmaking van deze interim-functionarissen zoals voorgeschreven in artikel 4.2 lid 2c van de WNT (inclusief verwerking Aanpassingswet WNT) Alle functionarissen die onder de werking van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semi-publieke sector (WNT) vielen, met uitzondering van de manager Bedrijfsvoering & Strategie die per 1 september is vertrokken naar een andere werkgever, zijn het gehele jaar werkzaam geweest. De bezoldiging is voor toetsing aan de WNT herrekend op jaarbasis.

Page 130: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

129

Overige gegevens

1. Statutaire regeling winstbestemming In de statuten van Stichting Omnia Wonen zijn geen bepalingen opgenomen aangaande resultaatbestemming. 2. Bestemming van het resultaat over het boekjaar 2012 Het jaarresultaat van 2012 wordt met goedkeuring van de raad van commissarissen d.d. 5 juni 2013 op de overige reserves in mindering gebracht. 3. Bestemming van de winst 2013 De directie stelt voor om de winst over 2013 ad € 11.409 in het boekjaar 2014 toe te voegen aan de overige reserves. In afwachting van de goedkeuring van dit voorstel door de algemene vergadering is dit voorstel nog niet in de jaarrekening verwerkt maar opgenomen onder de post onverdeelde winst. 4. Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich geen belangrijke gebeurtenissen na balansdatum en die geen nadere informatie geven over de toestand op balansdatum, voorgedaan. 5. Verbonden partijen Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de stichting, haar deelnemingen en hun toezichthouders, bestuurders en leidinggevende functionarissen. Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet zakelijke grondslag.

Page 131: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

130

Page 132: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

131

Stichting Omnia Wonen te Harderwijk __________________________________________________________________________________________

Ondertekening Bestuur en Raad van Commissarissen

Bestuur

Het volkshuisvestingsverslag en de jaarrekening 2013 van Omnia Wonen zijn vastgesteld door het bestuur op

4 juni 2014 te Harderwijk

……………………………………………… mr. G.W.M. van de Ven Raad van Commissarissen

Het volkshuisvestingsverslag en de jaarrekening 2013 van Omnia Wonen zijn vastgesteld door de raad van commissarissen op 4 juni 2014 ……………………………………………… J.G. de Groot, voorzitter RvC ……………………………………………… A. van Eijk, vice voorzitter/secretaris RvC

……………………………………………… G.A.C. Bouwmeester, lid ……………………………………………… M.P. Celie, lid ……………………………………………… M.L.A. de Klerk, lid ……………………………………………… M.E.G. Lindeman, lid

Page 133: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

132

Page 134: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

133

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Page 135: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

134

Page 136: Jaarverslag Omnia Wonen 2013

Postbus 418

3840 AK Harderwijk

0341 27 87 00

[email protected]

www.omniawonen.nl

BalancerenPostadres

Telefoon

e-mail

Internet

Volkshuisvestingsverslag en Jaarrekening 2013