Jaarverslag - Febiac

32
Jaarverslag 01 d r o o w r o o V Voorwoord boekjaar 2007 Geachte lezer, De immobiliteit en de impasse waarin politiek België zich nu al een jaar bevindt, beginnen steeds zwaarder te wegen op het imago en het ondernemersklimaat in ons land; ook in onze sector. Immobiliteit en impasse zijn niet te rijmen met de automobielsector, zijn producten en hun maatschappelijke basisfunctie. Net nu zit onze sector op een cruciaal punt van zijn ontwikkeling. Het besef dat mobiliteit kostbaar en belang- rijk is, leeft meer dan ooit. Vervoermodi dienen optimaal op elkaar afgestemd, maar ook elk op zich efficiënter gebruikt. Politieke dogma’s als ‘modal shift’ (waarbij de auto zoveel mogelijk wordt uitgesloten) moeten daarom plaats maken voor de realpolitik van ‘co-modality’ (waarbij de diverse vervoerwijzen beter op elkaar worden afge- stemd). Ondanks massale investeringen in het openbaar vervoer, ondanks uit de pan swingende energieprijzen, blijken auto, motor en truck onmisbaar voor onze economie en voor iedere Belg. Tegelijk moet de invloed van het verkeer op het leefmilieu verder naar beneden. Ten slotte moet ook de doelstelling om het aantal verkeersdoden in belangrijke mate te blijven reduceren, absoluut gehaald worden. Voor dit alles is een performant wegennet van topkwaliteit een essentiële hefboom. Deze ambitieuze doelstellingen kunnen onmogelijk gerealiseerd worden zonder doordachte (politieke) beleidsplan- ning en –actie, met name op het vlak van de wegeninfrastructuur en van de autofiscaliteit. Vooral in dit laatste dossier is al veel te veel tijd verloren gegaan. FEBIAC heeft daarom het roer in handen genomen en een voorstel van groene autofiscaliteit ontwikkeld en deze omstandig bepleit. Het streven naar een nieuwe manier van het belasten van autobezit en -gebruik met het oog op een schoner verkeer, was zonder twijfel het belangrijkste dos- sier van onze federatie tijdens het voorbije boekjaar. Andere van onze activiteiten stonden deels in het teken van dit dossier: zowel tijdens onze European Motor Show Brussels, in onze communicatie als in onze onderzoeksprojecten en data-analyse werd overtuigend aangetoond dat de technische (eco-)innovaties die onze leden aanbrengen, aanzienlijke milieuwinsten opleveren en dus beloond moeten worden met een doeltreffend fiscaal beleid. En dat sluit aan bij onze missie als sectorfederatie, namelijk de proactieve ondersteuning van de zakelijke belangen van onze leden, in harmonie met de maatschappelijke wensen en het streven naar duurzaamheid. Pierre Alain De Smedt Voorzitter

Transcript of Jaarverslag - Febiac

Page 1: Jaarverslag - Febiac

Jaarverslag01

droowr

ooV

Voorwoord

boekjaar 2007

Geachte lezer,

De immobiliteit en de impasse waarin politiek België zich nu al een jaar bevindt, beginnen steeds zwaarder te wegen op het imago en het ondernemersklimaat in ons land; ook in onze sector. Immobiliteit en impasse zijn niet te rijmen met de automobielsector, zijn producten en hun maatschappelijke basisfunctie.

Net nu zit onze sector op een cruciaal punt van zijn ontwikkeling. Het besef dat mobiliteit kostbaar en belang-rijk is, leeft meer dan ooit. Vervoermodi dienen optimaal op elkaar afgestemd, maar ook elk op zich efficiënter gebruikt. Politieke dogma’s als ‘modal shift’ (waarbij de auto zoveel mogelijk wordt uitgesloten) moeten daarom plaats maken voor de realpolitik van ‘co-modality’ (waarbij de diverse vervoerwijzen beter op elkaar worden afge-stemd). Ondanks massale investeringen in het openbaar vervoer, ondanks uit de pan swingende energieprijzen, blijken auto, motor en truck onmisbaar voor onze economie en voor iedere Belg. Tegelijk moet de invloed van het verkeer op het leefmilieu verder naar beneden. Ten slotte moet ook de doelstelling om het aantal verkeersdoden in belangrijke mate te blijven reduceren, absoluut gehaald worden. Voor dit alles is een performant wegennet van topkwaliteit een essentiële hefboom.

Deze ambitieuze doelstellingen kunnen onmogelijk gerealiseerd worden zonder doordachte (politieke) beleidsplan-ning en –actie, met name op het vlak van de wegeninfrastructuur en van de autofiscaliteit. Vooral in dit laatste dossier is al veel te veel tijd verloren gegaan. FEBIAC heeft daarom het roer in handen genomen en een voorstel van groene autofiscaliteit ontwikkeld en deze omstandig bepleit. Het streven naar een nieuwe manier van het belasten van autobezit en -gebruik met het oog op een schoner verkeer, was zonder twijfel het belangrijkste dos-sier van onze federatie tijdens het voorbije boekjaar.

Andere van onze activiteiten stonden deels in het teken van dit dossier: zowel tijdens onze European Motor Show Brussels, in onze communicatie als in onze onderzoeksprojecten en data-analyse werd overtuigend aangetoond dat de technische (eco-)innovaties die onze leden aanbrengen, aanzienlijke milieuwinsten opleveren en dus beloond moeten worden met een doeltreffend fiscaal beleid. En dat sluit aan bij onze missie als sectorfederatie, namelijk de proactieve ondersteuning van de zakelijke belangen van onze leden, in harmonie met de maatschappelijke wensen en het streven naar duurzaamheid.

Pierre Alain De Smedt Voorzitter

Page 2: Jaarverslag - Febiac

De federatie FEBIAC vzw (Federatie van de Belgische Auto- en Tweewielerindustrie), die werd opgericht in maart 1900, is één van de oudste beroepsfederaties van België. Ze vertegenwoordigt de constructeurs en invoerders van vervoermiddelen op de weg (personenwagens, bedrijfs-voertuigen, gemotoriseerde tweewielers en fietsen) en hun toeleveranciers in België.

FEBIAC verdedigt de belangen van de sector en werkt proactief aan de vorming van een duurzaam onderne-mersklimaat. Daartoe vertegenwoordigt FEBIAC het geheel van haar leden bij de verscheidene stakeholders (politiek, administraties, werkgeversorganisaties, media, ...) in het maatschappelijke en politieke debat inzake verkeersveilig-heid, milieuzorg, mobiliteit, economie en fiscaliteit.

Ze draagt bij tot de promotie van de producten en diensten van haar leden door middel van marktge-richte activiteiten en evenementen en geeft haar leden advies op economisch, fiscaal, technisch, juridisch en reglementair vlak.Ook verzamelt, analyseert en verstrekt de Federatie gegevens en marketingdata over de automobiel- en tweewielermarkt en het wagenpark.

Verdediging en actieve promotie van de sectorFEBIAC, een belangrijk woordvoerder van de sectoren perso-nenwagens, bedrijfsvoertuigen en gemotoriseerde tweewie-lers, is belast met de verdediging en de promotie van deze sectoren op regionaal, federaal en internationaal niveau, zowel bij officiële instanties als bij privé-instellingen.

Het organiseren van de internationale salons “Auto’s en Motorfietsen” (de pare jaren) en “Bedrijfsvoertuigen, Vrijetijdsvoertuigen en Motorfietsen” (de onpare jaren) van Brussel, evenals bepaalde specifieke ini-tiatieven ten voordele van toeleveranciers van de autosector maken deel uit van de diensten die de Federatie levert.

FEBIAC speelt met andere woorden de rol van ont-moetingsplatform, van platform voor de oprichting van netwerken en opleidingen.

België, de thuis van assembleurs en con-structeurs van voertuigenIn ons land worden jaarlijks een klein miljoen auto’s, bedrijfsvoertuigen, autobussen en autocars geassem-bleerd. De auto-industrie in het algemeen heeft dan ook een belangrijke invloed op de economie en de tewerkstelling.

ToeleveranciersMeer dan 300 bedrijven werken in België als toeleverancier aan de automobielindustrie. FEBIAC houdt zich, in nauwe samenwerking met Agoria Automotive, bezig met het actief promoten van deze toeleveringsbedrijven, die verenigd zijn in de Automotive Suppliers Belgium (AS.be).

FEBIAC op internationaal niveauDe automobielindustrie neemt meer en meer strate-gische beslissingen op internationaal niveau. FEBIAC treedt dan ook tevens op als gesprekspartner in ver-schillende nationale en internationale overlegorganen en is onder andere lid van de OICA (Organisation Internationale des Constructeurs Automobiles of inter-nationale organisatie van autoconstructeurs), de ACEA (European Automobile Manufacturers Association of vereniging van Europese autoconstructeurs) en de ACEM (Association des Constructeurs Européens de Motocycles of vereniging van Europese motorfietsconstructeurs). g

FEBIAC

FEBIAC02

Febiac

boekjaar 2007Jaarverslag

Page 3: Jaarverslag - Febiac

03

caibeF

De heer Pierre Alain DE SMEDT – Voorzitter **

De heer Philippe MERTENS – Eerste Ondervoorzitter –Schatbewaarder ** Bestuurder Beherman European nv

De heer Thierry van KAN – Ondervoorzitter **CEO D’Ieteren Auto

De heer Jacques P. BEHERMANGedelegeerd bestuurder Beherman Auto nv

Mevrouw Frédérique BISTON Vice-President Volvo Group Representation EU

De heer Luc BONTEMPS ** Afgevaardigd bestuurder FEBIAC

De heer Jean-Paul CAMBIERAfgevaardigd bestuurder Continental Benelux nv

De heer Bart CROLSManaging Director Volvo Cars Belgium

De heer Mark DE HAES CEO Mercedes-Benz Belgium Luxembourg nv

De heer Philippe DEHENNIN ** President & CEO BMW Belgium Luxembourg nv

De heer Freddy DE MULDER ** Managing Director General Motors Belgium

De heer Paul de ROOIJ **Voorzitter Afgevaardigd bestuurder Ford Motor Company (Belgium) nv

De heer Jonathan GOODMANDirecteur-generaal Peugeot België-Luxembourg nv

De heer Philippe GUILLAUME Associate Partner IBM Belgium nv

De heer Peter HIMPE Managing Director Volvo Trucks Belgium

De heer Dirk LANNOOVice-President Katoen Natie nv

De Heer Eddy MERCKXGedelegeerd bestuurder Cycles Eddy Merckx nv

De heer Jacky MOULIGNEAU **Adjunct Managing Director Scania Belgium nv

De heer Philippe PORTAL Algemeen directeur Renault België Luxembourg nv

De heer Martin RADA Voorzitter – Directeur-generaal Fiat Group Automobiles Belgium nv

De heer Ivan SEGAL ** Bestuurder Algemeen directeur Citroên Belux nv

De heer Marcel SEYSBestuurder FEBIAC

De heer Jean VAN DER HASSELTCEO Toyota Belgium nv

De heer Guy VANHUFFELManaging Director Daf Trucks België

De heer Mark VERRIESTGeneral Manager Motorcycles & Marine Suzuki Belgium nv

De heer Pierre VIGONI **Bestuurder FESIAL nv

De heer Luc VINCKX Engeneering, Regulations, Environ. & CO2 strategyGeneral Motors Europe

De heer André DECRAENESecretaris-generaal FEBIAC

Erevoorzitters:

De heer Ingmar JONKERSDe heer Jean-Albert MOORKENS

Raad van bestuur van FEBIAC

boekjaar 2007Jaarverslag

Raad van Bestuur van FEBIAC *

FEBIAC Executive Committee

* Zoals voorgedragen ter goedkeuring aan de Algemene vergadering van 18 juni 2008.** Eveneens lid van het Directiecomité.

Luc Bontemps Afgevaardigd bestuurderAndré Decraene Secretaris-generaalJoost Kaesemans Directeur Communicatie

Jean-Luc Malfait Directeur Data ServicesMichel Martens Directeur StudiedienstenMichel Van den Broeck Directeur-generaal Salon

Page 4: Jaarverslag - Febiac

Jaarverslag

De algemene economische context en de perspectieven voor 2008In België stellen we sinds de voorbije zomer een vertra-ging van de economische activiteit vast. Die vertraging zal zich in het eerste deel van 2008 doorzetten in afwachting dat de effecten van de gestegen aardolieprijzen, de waar-destijging van de euro en de turbulenties op de financiëlemarkten geleidelijk verdwijnen. In het eerste semester van 2007 versnelde de groei van de werkgelegenheid nog, maar in 2008 zal het aantal nieuwe banen lager liggen. De ontwikkeling van de dienstverlening ondersteunt echter nog wel de creatie van banen en men verwacht dan ook dat het werkloosheidscijfer nog zal dalen. Dat de Belgische economie stevig blijft, is hoofdzakelijk te dan-ken aan de impuls die van de binnenlandse vraag uitgaat. In 2007 werd de privé-consumptie gestimuleerd door de toename van de koopkracht. In 2008 echter verwacht men dat de vertraging in de groei van de werkgelegenheid en de hogere inflatie de toename van het beschikbare inkomen zal verminderen. Het spaarquota zou in 2008 ongeveer 12,2% bedragen, wat een daling is in vergelij-king met de voorgaande jaren. Voor 2008 verwacht men dat de aangroei van vast kapitaal, zowel voor de inves-teringen van privé-personen als van bedrijven, minder snel zal verlopen. In 2006 en 2007 heeft de uitvoer zich hersteld, maar in 2008 zal die wellicht vertragen wegens de aantasting van de concurrentiekracht. De inflatie is sinds oktober laatstleden versneld, meer bepaald door de stijging van de energieprijzen. En in 2008 zullen die, net als de prijzen van voedingsmiddelen, hoog blijven.

De markt voor auto’s in 2007Eind december, een maand waarin er bijzonder veel nieuwe auto’s ingeschreven werden, had de sector over heel 2007 in totaal 524.795 nieuwe auto’s verkocht, wat amper 0,3% minder was dan in 2006 en dat was een recordjaar voor de Belgische automarkt. Toch was 2007 niet echt veelbelovend van start gegaan, zodat de sector een verkoop van 480.000 à 490.000 stuks verwachtte. De tweede helft van het jaar overtrof echter alle verwachtin-gen en zelfs december – gewoonlijk een zwakke maand, zeker vóór een autosalon – sloot het jaar 2007 op een bijzonder hoog niveau af. Wanneer we de inschrijvingen van nieuwe auto’s volgens het brandstoftype analyseren, stellen we vast dat de diesel zijn constante vooruitgang nog voortzette en dat 77% van alle auto’s die in 2007 ingeschreven werden, diesels waren.

Een dieselmotor wordt door zijn lagere verbruik en hetrijplezier dat hij biedt, almaar aantrekkelijker in de ogen van de consument, vooral in deze periode waarin de brandstofprijzen stijgen. Bovendien neemt België– wanneer het om de gemiddelde uitstoot van CO2 door nieuwe auto’s gaat – dankzij het hoge “dieselgehalte”de eerste plaats in Europa in met een gemiddelde van 152 g CO2/km.

De markt voor tweedehandse auto’s ging op haar beurt iets achteruit, van 686.405 stuks in 2006 – het hoogste cijfer ooit – tot 652.757 in 2007.Bij de 255.496 nieuwe auto’s die op naam van een bedrijf ingeschreven werden, stonden er 121.816 op naam van een leasingbedrijf. Dat is goed voor 47,7% van de bedrijfsinschrijvingen en 23,2% van alle inschrijvingen van nieuwe auto’s in België.105.662 auto’s werden er op naam van een ander dan een leasingbedrijf ingeschreven (resp. 41,4% van de bedrijfsinschrijvingen en 20,1% van het totaal). De 28.018 overige auto’s werden ingeschreven door zelfstandigen (11% van de bedrijfsinschrijvingen en 5,3% van het totaal).

Wat was de evolutie in de verschillende segmenten?De kleine gezins- en stadswagens winnen terrein: in die twee categorieën samen werden er in 2007 20.000 auto’s meer ingeschreven dan in 2006. Dat compenseert bijna de daling met 25.000 stuks in het segment van de kleine, polyvalente auto’s. De grote en middelgrote gezinsauto’s, de limousines, de kleine en grote breaks zien hun volume achter-uitgaan.De nichemarkten, zoals die van de cabrio’s, de coupésen de ultrasportieve auto’s, winnen enkele procenten in marktaandeel wat de trend naar de vrijetijds-segmenten bevestigt. De grote volumewagens, de combi’s en de terreinwagens zijn nog altijd trendy, hoofdzakelijk dankzij hun multifunctionele karakter en de verdere verbetering op het vlak van het brand-stofverbruik.

De vooruitzichten voor 2008Wegens de economische conjunctuur blijft het vertrou-wen van de consumenten en de bedrijven onzeker. Het Autosalon 2008 was niettemin een succes en het jaarbe-gin laat een markt op een heel redelijk niveau vermoe-den. FEBIAC raamt het potentieel van de volledige markt voor 2008 op 500.000 à 510.000 nieuwe auto’s. g

De markt voor nieuwe auto’s in 2007

De markt voor nieuwe auto’s in 200704

Personenw

agen

s

boekjaar 2007

Page 5: Jaarverslag - Febiac

Jaarverslag05

snegawne

nosre

P

De markt voor nieuwe auto’s in 2007

boekjaar 2007

• Inschrijvingen van nieuwe wagens per segmentSEGMENT 2005 % 2006 % 2007 % Verschil 06-07Kleine stadsauto’s 7.765 1,6% 13.116 2,5% 15.552 3,0% 2.436 Kleine polyvalente auto’s 78.594 16,4% 71.653 13,6% 46.444 8,8% -25.209 Kleine gezinsauto’s 85.545 17,8% 115.057 21,9% 133.928 25,5% 18.871 Middelgrote gezinsauto’s 42.314 8,8% 44.046 8,4% 38.269 7,3% -5.777 Grote gezinsauto’s 18.133 3,8% 17.778 3,4% 16.441 3,1% -1.337 Limousines 7.230 1,5% 8.013 1,5% 6.481 1,2% -1.532Kleine breaks 38.253 8,0% 39.162 7,4% 33.853 6,5% -5.309 Middelgrote breaks 35.323 7,4% 35.217 6,7% 36.205 6,9% 988 Grote breaks 20.572 4,3% 25.284 4,8% 24.841 4,7% -443 Coupés 6.696 1,4% 7.271 1,4% 7.365 1,4% 94 Cabrio's 9.597 2,0% 10.224 1,9% 13.084 2,5% 2.860 Roadsters 3.421 0,7% 2.467 0,5% 2.203 0,4% -264 Ultra-sportieve wagens 1.067 0,2% 1.511 0,3% 1.929 0,4% 418 Kleine volumewagens 16.635 3,5% 12.621 2,4% 10.146 1,9% -2.475 Middelgrote volumewagens 49.932 10,4% 52.322 9,9% 51.396 9,8% -926 Grote volumewagens 25.313 5,3% 31.688 6,0% 39.909 7,6% 8.221 Combi 4.304 0,9% 4.217 0,8% 5.396 1,0% 1.179 Terreinwagens 29.084 6,1% 34.121 6,5% 41.019 7,8% 6.898 Andere 310 0,1% 373 0,1% 334 0,1% -39 TOTAAL 480.088 100,0% 526.141 100,0% 524.795 100,0% -1.346

750.000

700.000

650.000

600.000

550.000

500.000

450.000

400.000

350.000

300.000

1988 1989 1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007

Nieuwe wagens

Tweedehandse wagens

Bron: FEBIAC

Inschrijvingen van nieuwe en tweedehandse wagens•

Page 6: Jaarverslag - Febiac

JaarverslagDe markt voor bedrijfsvoertuigen in 200706

boekjaar 2007

Bedrijfsvoe

rtuige

n

De markt voor bedrijfsvoertuigen in 2007

Almaar hoger?Ook in 2007 blaakte de markt voor lichte bedrijfsvoer-tuigen (< 3,5 ton), die al voor het vijfde jaar op rij een groei kende, van gezondheid: 65.392 inschrijvingen, wat 12,9 % meer was dan in 2006 dat al een recordjaar was. Alle factoren dragen bij tot de sterke vraag naar bedrijfsvoertuigen. De groei van de diensteneconomie, de uitbreiding van het elektronische winkelen en de doorgedreven logistieke inspanningen die daarmee gepaard gaan, en de stadscentra waaruit almaar meer vrachtverkeer geweerd wordt, zijn structurele elementen waardoor er bij het goederentransport almaar lichtere wagens ingezet worden. De behoefte om de vloot lichte bedrijfsvoertuigen te vernieuwen en uit te breiden, viel samen met een conjunctuurperiode waarin de bedrijfsinvesteringen opnieuw in de lift zaten. Bovendien kwamen er tegelijk talrijke nieuwe modellen op de markt. Alle voorwaarden leken dus vervuld om een nieuw record in de verkoop van lichte bedrijfsvoertuigen te vestigen. De bedrijfsvloten zijn nu echter in grote mate vernieuwd en de bedrijfsinvesteringen zullen wellicht net als de buitenlandse handel in 2008 stagneren. Daarom verwacht men vandaag in 2008 een stabili-sering of zelfs een lichte achteruitgang van het aantal inschrijvingen van lichte bedrijfsvoertuigen. De markt voor voertuigen tussen 3,5 en 16 ton die in 2007 nog een groei van 9,2 % kende, vertoonde tijdens het eerste trimester van 2008 enkele tekenen van zwakte. Voor de zware voertuigen (> 16 ton) kondigde 2007 zich aan als een terugkeer naar een normale situatie, na twee jaar (2005 en 2006) waarin het aantal bestellingen erg hoog lag omdat de klanten op de nieuwe techni-sche normen wilden vooruitlopen. De markt bleef in 2007 echter groeien, vooral in de categorie van de trek-kers voor het langeafstandsvervoer die in vergelijking met 2006 een groei van 31,7 % kenden. De groei van het aantal vrachtwagens daarentegen bleef gematigd en bedroeg maar 1,3 %.

De meest recente marktvooruitzichten voor voer-tuigen vanaf 6 ton voor 2008 gaan van 9.500 tot 11.500 eenheden. De markt wordt beperkt door de hoeveelheden die de productievestigingen aan de verschillende landen leveren. De levertermijnen lopen vandaag tot maart/juni 2009. Het blijft onzeker welke richting de markt zal uitgaan (meer bepaald de vraag in de Oost-Europese landen).

Ten slotte wijzen we op de sterke groei van de inschrijvingen van opleggers (+ 25,3 %) en aanhang-wagens (+ 15,7 %). Dat lijkt erop te wijzen dat de economie en de handel het goed doen wat zich in een hoge vraag naar wegtransport vertaalt.

De voortdurende prijsverhogingen voor diesel die begin 2008 genoteerd werden, verontrusten de transportsector. Die leiden tot een verhoging van de transportkosten met meer dan 5 % en die kosten moeten de vervoerders aan hun klanten doorrekenen, wat de inflatie verder aanwakkert. Die factor alsook de weinig rooskleurige economische vooruitzichten kunnen in 2009 leiden tot een daling van de markt.

In Europa In 2007 lag de vraag naar nieuwe bedrijfsvoertuigen 6,8 % hoger dan het jaar voordien. De Europese markt sloot het jaar af met een groei van 7,1 % voor de lichte bedrijfsvoertuigen en van 7,3 % voor de zware bedrijfsvoertuigen (> 16 ton).

Die trend die zich het hele jaar heeft doorgezet, wordt verklaard door de sterke en dynamische vraag vanuit Europa en daarbuiten die pas helemaal op het einde van het jaar lichtjes vertraagde. Het eerste trimester 2008 liet een lichte achteruit-gang bij de lichte bedrijfsvoertuigen zien, terwijl de zware bedrijfsvoertuigen een belangrijke groei bleven boeken. g

Page 7: Jaarverslag - Febiac

Jaarverslag07

negiutreovs

fjirde

B

De markt voor bedrijfsvoertuigen in 2007

boekjaar 2007

Vans < 3,5T Trucks 3,5 < 16T Trucks >= 16T

EU-27 België EU-27 België EU-27 België

Q1-2008 554.765 18.994 29.609 689 85.565 3.050 Q1-2007 558.324 18.850 26.695 814 75.645 2.848

2007 2.170.859 65.392 111.902 2.838 304.811 9.340 2006 2.026.749 57.917 112.432 2.598 284.076 7.800

Q1-2008/Q1-2007 -0,6% 0,8% 10,9% -15,4% 13,1% 7,1% 2007/2006 7,1% 12,9% -0,5% 9,2% 7,3% 19,7%

• De markt van nieuwe bedrijfsvoertuigen in België en de EU-27

Bron: FOD Mobiliteit en Vervoer, FEBIAC, ACEA

• Trekkers en zware bedrijfsvoertuigen > 16 ton MTM: park en nieuwe inschrijvingen 1990-2007

600.000550.000500.000450.000400.000350.000300.000250.000200.000150.000100.00050.000

01980 1981 1982 19831984 1985 198619871988 1989 1990 1991 1992 19931994 199519961997 19981999 2000 2001 20022003 20042005 2006 2007

70.00065.00060.00055.00050.00045.00040.00035.00030.00025.00020.00015.00010.0005.0000

Park Nieuwe inschrijvingen

Park < 3,5 ton Nieuwe inschrijvingen < 3,5 ton

Park50.000 7.000

6.5006.0005.5005.0004.5004.0003.5003.0002.5002.0001.5001.000500

0

45.000

40.000

35.000

30.000

25.0001990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007

Nieuwe inschrijvingen

Park > 16 ton

Nieuwe inschrijvingen > 16 tonNieuwe inschrijvingen trekkersPark trekkers

• Lichte bedrijfsvoertuigen (<3,5 ton MTM): park en nieuwe inschrijvingen 1980-2007

Page 8: Jaarverslag - Febiac

JaarverslagDe motormarkt in 200708

boekjaar 2007

Tweewiel

ers

De motormarkt in 2007

De inschrijvingen van nieuwe motorfietsen hebben het afgelopen jaar 2007 een record bereikt. Waar de jaren voordien, tot en met 2005, de markt vrij stabiel bleef op ongeveer 25.000 stuks, heeft de markt twee jaar geleden naar een hogere versnelling geschakeld. Na een groei van 9,3% in 2006 naar 27.269 nieuwe motoren doen we er dit jaar met een groei van 10,5% nog een ferme schep bij om eindelijk de kaap van 30.000 eenheden, die tot voor kort nog utopisch veraf leek, duidelijk te ronden en af te klokken op niet minder dan 30.131 eenheden!

Binnen de markt van de motorfietsen blijft de cate-gorie van de tweewielers het grootst met 26.313 een-heden, een groei van niet minder dan 12,5% t.o.v. van 2006. De 4-wielers (quads) halen ondanks een kleine terugval van 1,3%, het tweede beste resultaat ooit met 3.767 eenheden. De populariteit van de quads is er om te blijven, lijkt het wel. Het verhoogde veiligheidsgevoel dat gepaard gaat met de betere sta-biliteit die 4 wielen bieden, blijft vele kandidaatbe-stuurders bekoren. Tot slot past de populariteit van quads ook in de tendens naar minder sportieve en snelle motoren die zich nu al enkele jaren doortrekt. Dat er geen apart rijbewijs nodig is om een quad te besturen, blijft natuurlijk een extra troef.Ook de markt van de tweedehandse motorfietsen groeit: van 67.218 inschrijvingen in 2006 naar 72.764 in 2007. Het is dus geen verrassing dat het totale motorpark in België blijft aangroeien met 4,4% naar 371.498 stuks in 2007.

De motormarkt in segmentenHoewel de markt dus een grote groei kent, zijn er enorme verschillen binnen de verschillende marktseg-menten. Het basic- en roadstersegment, zeg maar de “naked” bike blijft het nummer één segment maar is lang niet meer onbedreigd! Ondanks de kleine groei t.o.v. vorig jaar (+220 eenheden) zakt het marktaan-deel van 24,3% naar 22,2% en de voorsprong op het 2de segment bedraagt minder dan 1.100 stuks. Deze 2de plaats bij de inschrijvingen wordt ingeno-men door de 125cc-scooters, die hun populariteit stevig vergroten met een marktaandeel van 18,0%. Tellen we hierbij ook de 125cc motoren bij, die opgerukt zijn naar de derde plaats met 10,5%, dan

stijgt het marktaandeel van de 125cc’s zelfs naar de onbetwiste eerste plaats met niet minder dan 29,5% en een voorsprong van 1.600 stuks. De voorspelde groei van het 125cc segment heeft zich vorig jaar dus door-gezet dankzij de equivalentie tussen het autorijbewijs en de 125cc motoren. Even herhalen dat van zodra een bestuurder meer dan 2 jaar in het bezit is van een autorijbewijs, hij in België ook met 125cc tweewieler met beperkt vermogen mag rijden, zonder een extra examen te hoeven afleggen.Bekijken we de cijfers even anders en tellen we de beide scootersegmenten samen, enerzijds de 125cc scooters en anderzijds de scooters van 126cc of meer, dan geeft dit een marktaandeel van 27,3%. Tellen we nu de segmenten 125cc baanmotoren samen met de scooters 125cc en de zware scooters dan geeft dit niet minder dan een marktaandeel van 37,8%. Meer dan 1 motor op 3 is dus een bij uitstek mobiliteitstweewieler. De groei van deze segmenten is nog significanter als we vergelijken met 2001. Het 125cc segment is op 6 jaar tijd zomaar eventjes twee en een half keer vermenigvul-digd en de scooters zelfs bijna 3 keer!

Het touringsegment zakt niet alleen met 2,4% naar 9,5% maar verliest zijn 3de plaats aan de 125cc moto-ren. Op plaats 5 vinden we de al geciteerde zware scooters met 9,3% en een groei van 31,8% tegenover vorig jaar. De terugval in populariteit van de supersport-motoren lijkt gestopt maar ondanks de lichte groei met bijna 100 stuks, verliezen ze toch een plaats en zakken naar rang 6 met een marktaandeel van 8,3%.

Het 7de segment op de Belgische markt blijven de “Trails”, motoren die ook eens een zijstap op onver-hard kunnen maken en niet uitsluitend asfalt lusten. Dit segment volgde in 2007 ongeveer de groei van de markt met +10,8% en behoudt dus haar markt-aandeel van 7,7%. Een ander beeld is er dan weer bij de customs. Na het historische dieptepunt van 2005 en het herstel vorig jaar, verliest het opnieuw aan marktaandeel tot 6,4%.

Motoren en hun cilinderinhoudDe trend van vorig jaar zet zich door: de kleine cilin-derinhoud is volledig terug. Meer dan 1 op 3 moto-ren heeft een cilinderinhoud van minder dan 500cc.

Page 9: Jaarverslag - Febiac

Jaarverslag09

sreleiwe

ewTDe motormarkt in 2007

boekjaar 2007

Dit bewijst nog maar eens dat de groei in de motor-markt komt van de mobiliteitssegmenten. Meer en meer mensen kiezen voor een lichte gemotoriseerde tweewieler om hun mobiliteit te verbeteren.

Motorrijders, kwetsbare weggebruikersMotorrijders blijven zwakke weggebruikers. Dat de onge-valcijfers in relatie moeten worden gebracht met het sterk toenemende aantal motorrijders op onze wegen, doet niets af aan de naakte en zorgwekkende cijfers. Daar zijn verschillende redenen voor. Een motorrijder heeft nu een-maal geen koetswerk dat hem beschermt bij een ongeval. Verder zijn motorrijders door hun compact profiel minder goed zichtbaar, ondanks het feit dat ze ook overdag met dimlicht rijden. Dit maakt de hele discussie rond de “DayTime Running Ligths” (DRL) een heet hangijzer voor de motorrijders. Motorrijders willen blijven opvallen door als enigen overdag met dimlicht aan te rijden. De beperktere stabiliteit die een motor in vergelijking met een auto biedt, kan ook voor problemen zorgen.

Motorrijden blijft een evenwichtoefening en bij een ongeval komen de rijder en eventuele passagier meestal ten val, wat de gevolgen van het ongeval ernstiger maakt. Het weze duidelijk: veilig motor-rijden is in de eerste plaats defensief en voorzichtig motorrijden en bewust zijn van je kwetsbaarheid op een motor of scooter. Daarom blijven sensibilise-ringscampagnes erg belangrijk. Het is dan ook met grote verbazing dat de MotorCycle Council (FEBIAC coördineert deze koepel van alle federaties die actief zijn rond motorrijden) gemerkt heeft dat het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) besloten heeft in 2008, net als in 2007, opnieuw geen cam-pagne te voeren ten voordele van de motorrijders. Het blijft zeer ontgoochelend en onbegrijpelijk dat de politieke wereld en het veiligheidsbeleid de gemotoriseerde tweewieler nog steeds stiefmoederlijk behandelt, zeker in het zicht van de groeiende popu-lariteit van de gemotoriseerde tweewielers. g

32.000

30.000

28.000

26.000

24.000

22.000

20.0002001

21.229 21.50322.224

25.055 24.955

27.269

30.131

2002 2003 2004 2005 2006 2007

• Inschrijvingen 2007

• Inschrijvingen per merk - 2007

1 YAMAHA 5.081 16,9%

2 HONDA 4.403 14,6%

3 SUZUKI 3.002 10,0%

4 PIAGGIO 2.770 9,2%

5 BMW 2.186 7,3%

6 KAWASAKI 1.578 5,2%

7 SYM 1.266 4,2%

8 HARLEY DAVIDSON 1.214 4,0%

9 TRIUMPH 730 2,4%

10 KYMCO 707 2,3%

11 KTM 655 2,2%

12 DUCATI 636 2,1%

MERK AANTAL % MERK AANTAL %

Page 10: Jaarverslag - Febiac

Jaarverslag

Het Belgische voertuigenpark in 2007 en evolutieEind 2007 overschreed het Belgische autopark de kaap van 5 miljoen wagens, 1,6% meer dan het jaar voordien, 8% meer dan in 2000 en 30% meer dan in 1990 (zie tabel). De groei ligt dit decennium gemid-deld lager dan in het vorige: de automarkt wordt steeds meer een vervangingsmarkt. Met iets meer dan 10 miljoen inwoners telt ons land bijna 1 auto per 2 inwoners.

Het motorfietspark zet zijn stevige groei van de afge-lopen jaren verder en tikte eind 2007 met +4,4% af op ruim 370.000 gemotoriseerde tweewielers. Ook de bestelwagens (tot 3,5 ton) zetten hun opmars verder: vorig jaar reden bijna 550.000 bestelwagens rond, een stijging met 3,8%. Het aantal middelzware vrachtwagens (3,5 tot 16 ton) blijft jaar na jaar licht dalen: in 2000 telde het park ruim 68.000 eenheden, vandaag nog 64.000.

Het park van zware trucks (+ 16 ton) en trekkers dikte aan met 1,6% respectievelijk 1,9%, wat in lijn ligt met de hoogconjunctuur die de economie vorig jaar heeft gekend. Meer productie, handel en diensten betekent immers meer vrachtvervoer en dus meer ingezette vrachtwagens.

Samengevat telt het park voor personenvervoer –auto’s, motorfietsen en bussen– vandaag 5,4 miljoen voertuigen, 9,3% meer dan in 2000; het park voor vrachtvervoer haalt net geen 700.000 voertuigen, een kwart meer dan in 2000. Bijgevolg staat 88,5% van het park in voor personenvervoer en 11,5% voor vrachtvervoer.

Het Belgische wegennet: lengte, ver-keersafwikkeling en -samenstelling Met in totaal 153.000 km wegen beschikt België over één van de dichtste wegennetten van Europa: ruim 500 km per 100 km2. Begin 2007 telde ons land 1.763 km autosnelwegen, 13.934 km overige hoofd-wegen (= gewest- en provinciewegen) en 137.379 km gemeentewegen. Alle voertuigen samen legden er 97,5 miljard km af in 2007). 36% van het totale aan-tal voertuig-km wordt gereden op autosnelwegen en 41% op overige hoofdwegen; 23% verloopt via het gemeentelijk wegennet.

In 1990 bedroegen deze aandelen respectievelijk 30%, 45% en 25%.

De samenstelling van het verkeer is flink gewijzigd: waar personenwagens in 1990 nog goed waren voor 85% van het verkeer, is dat vandaag gezakt tot 78%. Het vrachtverkeer –bestelwagens, vrachtwagens en trekkers samen– zag zijn aandeel in dezelfde peri-ode groeien van 14% tot 20%. Ook gemotoriseerde tweewielers eisten gaandeweg meer plaats op: hun verkeersaandeel verdubbelde van 0,6% tot 1,3% vandaag.

Het wegverkeer groeide met bijna 39% ten opzich-te van 1990, doch de laatste jaren in iets mindere mate: +8% ten opzichte van 2000. Het autosnel-wegennet kende de sterkste verkeersgroei: +67% ten opzichte van 1990, gevolgd door de ove-rige hoofdwegen: +28%; gemeentewegen kregen 24,5% meer verkeer te verwerken. Contrasterend hiermee is de vaststelling dat er de voorbije 20 jaar amper hoofdwegen zijn bijgekomen1, terwijl die net de grootste verkeersgroei kenden: ten opzichte van 1990 kwam er 5,6% km autosnelweg bij, terwijl de lengte van de andere hoofdwegen stabiel bleef. Enkel de groei van het gemeentelijk wegennet leunde dichter aan bij de verkeersgroei die deze onderging: +11%.

Hoewel nog enige capaciteitsreserve beschikbaar, geraakte het autosnelwegennet in de loop van de jaren ’90 steeds meer verzadigd, zoals blijkt uit de evolutie van de lengte van de files2 (zie grafiek): op 10 jaar tijd steeg die van 200 km op een normale werkdag begin ‘90 tot ruim 500 km in 2000, om daarna eerder stabiel te blijven tot 2005. In 2006 echter piekte de filelengte ineens naar 700 km, een stijging met 25% op amper 1 jaar tijd! Dit geeft aan dat bepaalde wegen zo verzadigd zijn dat elke toename of verstoring van de verkeerstroom leidt tot een uitgesproken groei van de files.

Welke signalen heeft de overheid nog meer nodig om in te zien dat, ondanks massale investeringen en subsidies in het openbaar vervoer van de afgelopen jaren –en de extra reizigers die dit heeft opgeleverd–,onverwijld moet geïnvesteerd worden in de selectieve uitbreiding en – vooral – een betere capaciteitsbe-nutting van het wegennet?

Mobiliteit

Mobiliteit10

Mobilite

it

boekjaar 2007

Bronnen: FEBIAC; Eurostat; FOD Mobiliteit en Vervoer, Brochure Nr 39: Verkeerstellingen 2006, voorlopige cijfers voor 20071 Eventuele capaciteitsuitbreiding of betere benutting van bestaande hoofdwegen blijft hier buiten beschouwing door gebrek aan accurate gegevens; daartegenover staat

de recente trend tot capaciteitsbeperking op belangrijke verkeerswegen.2 Een overschrijding van 75% van de theoretische wegcapaciteit (norm = 2000 voertuigen per uur en per rijstrook op een hoofdweg) stemt overeen met het ontstaan

van een structurele file.

Page 11: Jaarverslag - Febiac

Jaarverslag11

M

obiliteit

Mobiliteit

boekjaar 2007

• Evolutie en samenstelling van het Belgische voertuigenpark (1980-2007)

Auto

Autobus, autocar &minibus Motorfiets

Park voor vrachtvervoer over de weg

1980 3.095.955 40.310 110.588 3.246.853 140.625 88.171 24.610 31.415 284.821 109.014 3.640.6881985 3.278.789 34.281 124.286 3.437.356 171.071 80.869 23.699 29.887 305.642 97.794 3.840.7921990 3.833.294 37.272 137.957 4.008.523 235.637 78.238 34.708 37.758 386.341 209.897 4.604.7611995 4.239.051 41.582 198.470 4.479.103 294.597 72.334 38.672 40.152 445.755 227.631 5.152.4892000 4.628.949 39.557 276.933 4.945.439 399.562 68.353 39.995 45.824 553.734 243.356 5.742.5292005 4.861.352 32.247 341.861 5.235.460 506.644 64.898 40.302 47.355 659.199 259.899 6.154.5582006 4.929.284 30.638 355.933 5.315.855 523.161 64.438 40.627 47.440 675.666 265.266 6.256.7872007 5.006.294 28.965 371.498 5.406.757 543.118 64.038 41.257 48.319 696.732 270.219 6.373.708

2007/2006 1,6% -5,5% 4,4% 1,7% 3,8% -0,6% 1,6% 1,9% 3,1% 1,9% 1,9%2007/2000 8,2% -26,8% 34,1% 9,3% 35,9% -6,3% 3,2% 5,4% 25,8% 11,0% 11,0% 2007/1990 30,6% -22,3% 169,3% 34,9% 130,5% -18,1% 18,9% 28,0% 80,3% 28,7% 38,4%

Totale parkTrekkers

Anderevoertuigen

Subtotaal

Bestel-wagen

<=3,5ton

Vracht-wagen

3,5-16ton

Vracht-wagen

>=16tonSubtotaal

Park voor personenvervoer over de weg

Ook het afgelopen boekjaar heeft FEBIAC de ernst van de situatie aangekaart en oplossingen voor-gesteld. De zonet beschreven nieuwe mobiliteits-gegevens versterken de nood, de urgentie en dus het pleidooi van de federatie om op het vlak van wegeninfrastructuur:

de ‘missing links’ weg te werken en eindelijk werk te maken van de heraanleg van de grote ring rond Brussel;spitsstroken aan te leggen voor alle vormen van gemeenschappelijk vervoer;

groene golven in te stellen en variabele snelhe-den aan te duiden in functie van de verkeers-drukte;het wegennet veiliger te maken zonder de ver-keersdoorstroming te belemmeren: vlot en veilig gaan immers hand in hand en beperken meteen ook het verbruik, de CO2-uitstoot en de lucht-vervuiling door het wegverkeer;de forse investeringsbudgetten die voor de uit-bouw van een performant wegennet nodig zijn, zo snel mogelijk beschikbaar te maken. g

• Evolutie van de verzadiging van het autosnelwegennet op een normale werkdag (1985-2006)

800

Aantal km

700

600

500

400

300

200

100

1985 1990 1995Aantal km autosnelweg met verzadiging > 75%

2000 20050

Page 12: Jaarverslag - Febiac

Jaarverslag

Milieu

Milieu12

Milieu

boekjaar 2007

CO2Op 19 december 2007 diende de Europese Commissie een voorstel in om de CO2-uitstoot van nieuwe perso-nenwagens te beperken. In 2012 zou de gemiddelde CO2-uitstoot per merk onder een bepaalde waarde moe-ten liggen, afhankelijk van het gemiddelde gewicht van de voertuigen. De constructeurs ondersteunen wetgeving om de CO2-uitstoot te beperken, maar hebben enkele belangrijke opmerkingen bij het Commissievoorstel, die bij monde van FEBIAC aan de Belgische Europarlementariërs werden overgebracht. De belangrijkste actiepunten zijn:

Een invoerdatum van 2012 is onrealistisch, aangezien de constructeurs nog slechts zeer weinig impact kunnen hebben op de voertuigen die in dat jaar zullen verkocht worden. FEBIAC verkiest een gefaseerde invoering van de normen, waarbij 25% van de verkochte wagens moeten voldoen in 2012, 50% in 2013, 75% in 2014 en 100% vanaf 2015. Dit moet de constructeurs de tijd geven om aan de gestelde normen te voldoen, met toch al een duidelijke verbintenis in 2012.Het niveau van de boetes ligt bijzonder hoog in vergelijking met de prijs voor emissierechten in het European Emission Trading System. FEBIAC vraagt dat de boetes proportioneel zouden zijn met de prijs voor CO2-uitstoot in andere sectoren.De Commissie geeft aan dat er technologieën zijn die extra CO2 reductie leveren die niet blijkt uit de testcy-clus, en dat deze in rekening moeten kunnen worden gebracht. FEBIAC stelt voor om voor deze zogenaamde eco-innovaties een certificatiesysteem op te stellen, waar-bij een onafhankelijk bureau aan deze technologieën een CO2 reductiepotentieel toekent, dat dan mag worden in rekening gebracht om aan de normen te voldoen

Ook in Belgie werd de politieke vraag naar CO2-reductie duidelijk: de verschuiving van de premie bij aankoop van zuinige wagens van een aftrek van de personenbelasting naar een korting op factuur, de fasering van de aftrek-baarheid van firmawagens volgens de CO2-uitstoot,de Waalse bonus-malus bij aankoop van een nieuwe wagen. De overheid wil de bevolking aanmoedigen om zuinigere wagens aan te schaffen.

Het Ecoscore-modelHet Ecoscore-model, opgesteld door het VITO en de VUB, geeft een maat voor de emissies die een voertuig produ-ceert. In 2007 lanceerde de Vlaamse overheid een infor-matiewebsite, waarop de emissiegegevens en Ecoscore van personenwagens kon teruggevonden worden. Uit grondig onderzoek bleek echter dat verschillende gegevens niet correct waren, met foutieve Ecoscores tot gevolg. FEBIAC

heeft dit in naam van zijn leden aangeklaagd bij de bevoegde instanties. De Vlaamse Overheid onderzoekt de mogelijkheid om de jaarlijkse voertuigbelasting te baseren op de Ecoscore. FEBIAC onderschrijft de nood om de voertuigbelasting te baseren op de emissies van het voertuig, maar vreest dat Ecoscore de harmonisatie op Europees niveau zal verbreken. FEBIAC creëerde een tegenvoorstel gebaseerd op de Euronormen en de CO2-uitstoot. Hierover werd omstandig onderhandeld met vertegenwoordigers van de bevoegde kabinetten.

Themabrochure “Auto en Luchtkwaliteit”FEBIAC presenteerde op het Salon 2008 een infor-matiebrochure waarin de problematiek van auto’s en hun emissies werd toegelicht, alsook de inspanningen die de constructeurs leveren om aan dit probleem een oplossing te bieden. De brochure werd verspreid naar politieke mandatarissen en naar de leden, en is gratis verkrijgbaar bij FEBIAC voor alle geinteresseerden. Er is ook een verkorte versie van 4 pagina’s die naar een bre-der publiek wordt verspreid. FEBIAC heeft ook een pre-sentatie klaar met de informatie die zich in de brochure bevindt. Deze presentatie werd reeds gebruikt tijdens een vergadering van de Mobiliteitsraad Vlaanderen.

Euro VI voor vrachtwagensIn september 2007 liep de stakeholderconsultatie af over de Euro VI wetgeving, die de uitstoot van zware bedrijfsvoertuigen moet beperken. Het scenario dat na deze consultatie door de commissie naar voor werd geschoven is aanvaardbaar voor de industrie. Momenteel gaan echter stemmen op om de invoer-datum van Euro VI te vervroegen, en dit is voor de constructeurs niet aanvaardbaar. FEBIAC verdedigt dan ook het behoud van de huidige datum (2013-2014).

Recyclage van afgedankte voertuigenFEBIAC speelde het afgelopen jaar een actieve rol bin-nen Febelauto. Vanaf 1 januari 2006 moet Febelauto aantonen dat bij de verwerking van afgedankte voertui-gen een graad van nuttige toepassing van 85% wordt bereikt, waarvan minimum 80% recyclage en hergebruik. Het is daarom van groot belang dat de verwerkingspro-cédés van de shredderbedrijven correct geëvalueerd wor-den. OVAM organiseerde, met de hulp van FEBELAUTO en COBEREC, een studie waarin de recyclagepercentages van de Belgische shredders en verwerkingsinstallaties bepaald werden. Uit de eerste resultaten van deze studie blijkt dat België voor 2006 wel degelijk 85% zal kunnen rapporteren aan Europa. g

Page 13: Jaarverslag - Febiac

Jaarverslag13

ueiliM

Milieu

boekjaar 2007

spoorscheepvaartluchtvaartweg-goederenweg-personen

120

110

100

90

80

70

60

50

40

30

20

10

1990NOx HC PM2,5 SO2

1995 2000 2005 1990 1995 2000 2005 1990 1995 2000 20051995 2000 20050

• Evolutie van de emissies van transport (1990=100)

PM (in

g/k

m)

0,14

0,13

0,12

0,11

0,10

0,09

0,08

0,07

0,06

0,05

0,04

0,03

0,02

0,01

0,000,00 0,10 0,20 0,30 0,40 0,50 0,60 0,70 0,80 0

NOx (in g/km)

Euro-1 diesel(1993)

Euro-2 diesel(1997)

Euro-3 diesel(2000)

Euro-4 diesel(2005)

Euro-5+6benzine

Euro-6 diesel (2014) Euro-5 diesel

(2009)

• Evolutie van de NOx- en PM-limietwaarden per Euro-norm voor dieselauto's

Page 14: Jaarverslag - Febiac

Jaarverslag

Fiscaliteit

Fiscaliteit14

boekjaar 2007

Fiscalite

it

Kortingen op factuur voor milieuvriende-lijke auto’sIn 2007 werden in België 1.742 nieuwe personenauto’smet een CO2-emissie lager dan 105 g/km ingeschreven op naam van een particulier. Deze wagens geven recht op de korting op factuur van 15%, terwijl op 13 357 nieuw inge-schreven wagens de korting van 3% van toepassing was. Slechts 6 modellen geven recht op de korting van 15%, wat de effecten van de maatregel beperkt.Minder dan 105 g CO2/km is bovendien een erg lage uitstootwaarde die overeenstemt met een gemiddeld verbruik van 4,3 liter diesel per 100 km. Voor de cate-gorie 105-115 g zijn er 17 modellen (in totaal 22 als we alle versies van hetzelfde model als afzonderlijke modellen beschouwen). Het zijn vrijwel allemaal kleine stadswagens.

105 g 115 g CO2

< 105 g CO2

< 105 g CO2

2005 2006 2007 % 2006-2007

TOTAAL 350 13.914 340 15.641 1.742 13.357 412,4% -14,6%TOTAAL =< 115 g CO2/km 14.264 15.981 15.099 -5,5%TOTAALPERSONENAUTOMARKT 480.088 526.141 524.795 -0,3%

% van het markttotaal 2,97% 3,04% 2,88%

105 g 115 g CO2

105 g 115 g CO2

105 g 115 g CO2

< 105 g CO2

< 105 g CO2

Als deze maatregel wordt voortgezet, is het wenselijk dat België zich aanpast aan de door de EU gebruikte waar-den, namelijk 120g en/of 130g, zodat de impact groter is. Bovendien zou het misschien interessant zijn voertuigen met alternatieve aandrijfsystemen (brandstofcel, aardgas, ...) op te nemen in het kortingsysteem en deze maatregelen in de toekomst niet meer te laten voorfinancieren door de sector.

Wat de premie van 200 euro voor de roetfilter betreft, beloont deze maatregel één specifieke technologie. Wij pleiten voor een wetgeving die een resultaats- en geen inspanningsverbintenis beoogt. Een autoconstructeur die zijn motoren zodanig optimaliseert dat zij zonder een filter al minder dan 5 mg deeltjes uitstoten, wordt benadeeld door een dergelijke maatregel.

Bovendien heeft de maatregel een beperkt effect, aan-gezien men onder de 130 g CO2 moet blijven om ervoor in aanmerking te komen.

In 2007 gaven 4.841 nieuwe wagens, ingeschreven op naam van een particulier (en met een CO2-uitstoot

lager dan 130 g/km), recht op de premie van 200 euro (11.906 alle eigenaars samen).

Gelet op het geringe aantal personenauto’s dat recht geeft op de maatregel, zou het wenselijk zijn hem uit te breiden tot alle nieuwe voertuigen met een filter, zonder beperking van de CO2-uitstoot, om alle consumenten aan te sporen tot het kopen van een auto met roetfilter. Op die manier zou de maatregelen een groter effect hebben op het milieu.

Afgezien van deze federale maatregelen introduceerde het Waals Gewest begin 2008 een bonus-malussysteem – bij de inschrijving van een nieuwe of tweedehandse auto – gebaseerd op de CO2-uitstoot. In het Vlaams Gewest zijn er ontwerpen die de toekenning van een premie bij de installatie van een roetfilter beogen.

De wildgroei van niet-overlegde fiscale maatregelen die niet uniform zijn op federaal en gewestelijke niveau, brengt de consument in de war zonder een globale oplossing te bieden.

Page 15: Jaarverslag - Febiac

Jaarverslag

Fiscaliteit

15Fiscaliteit

boekjaar 2007

Het lijkt ons dan ook verstandiger de autofiscaliteit volledig te herzien en ze milieuvriendelijker te maken, zowel op het vlak van de verontreinigende emissies (koolstofoxiden, stikstofoxiden, deeltjes (EURO-normen) als op dat van het broeikaseffect (CO2). Dit dient te gebeuren in een budgettair neutrale context die stabieler is wat de ontvangsten betreft.

Alleen maatregelen die van toepassing zijn op het vol-ledige park en het vervangen van oudere en dus meer verontreinigende voertuigen aanmoedigen, zullen een tastbaar effect hebben op de totale emissies.

Herziening van de autofiscaliteit: een dwingende noodzaakVolgens FEBIAC moet een nieuw belastingsysteem voor personenauto’s de volgende doelstellingen beogen:

bijdragen tot het beperken van de verontreiniging en de CO2-emissies (MILIEUDOELSTELLING)geproduceerd door personenauto’s. De huidige Belgische fiscaliteit berust hoofdzakelijk op het fiscaal vermogen van de wagens (fiscale paarden-kracht gebaseerd op de cilinderinhoud of de kW’s),een parameter die weinig gecorreleerd is met de milieuparameters en bijgevolg niet geschikt is om als basis te dienen voor maatregelen die het beperken van de broeikasgasemissies en de lucht-verontreiniging beogen.ervoor zorgen dat de vervanging van de personen-auto’s minimaal op het huidige niveau gehand-haafd blijft (ECONOMISCHE DOELSTELLING). Een daling van de verkoop van nieuwe personenauto’szou een ongunstige weerslag hebben op de Belgische economie, via de constructeurs, de dealers en de aanverwante actoren (leasingondernemingen, verze-keringsmaatschappijen enz.), die essentieel zijn voor de Belgische economie omwille van de werkgelegen-heid en de inkomsten. Een daling van de verkoop van nieuwe voertuigen zou bovendien de introductie van nieuwe, meer milieuvriendelijke technologieën op de huidige automarkt vertragen. De hervorming van de autofiscaliteit moet erop gericht zijn geen specifieke merken of modellen te discrimineren;de budgettaire neutraliteit waarborgen (BEGRO-TINGSDOELSTELLING). Om haar financiële neu-traliteit ten aanzien van de overheid te waarbor-gen, moet de nieuwe fiscaliteit dezelfde belasting-ontvangsten opleveren als de huidige.

1.

2.

3.

sociaal aanvaardbaar zijn (SOCIALE DOEL-STELLING). Het huidige systeem, gebaseerd op het fiscaal vermogen, heeft een historische sociale dimensie waarvan de regeringen waarschijnlijk de instandhouding zullen eisen. De verschillen in te betalen belastingen tussen het huidige en het nieu-we belastingsysteem moeten haalbaar zijn, vooral voor gezinnen met lage inkomsten.

Bovendien moet bijzondere aandacht worden besteed aan de administratieve eenvoud, de coherentie en de duurzaamheid van de voorgestelde fiscaliteit (AANVULLENDE VOORWAARDEN).

De handhaving van het huidige systeem van de jaarlijkse verkeersbelasting, gebaseerd op het fiscaal vermogen van de wagens, is onverenigbaar met de noodzaak om de autofiscaliteit te hervormen om de inspanningen aan te vullen die de constructeurs leveren om de CO2-uit-stoot en de verontreiniging veroorzaakt door personen-auto’s te verminderen (milieudoelstelling).

Aanvankelijk was aan deze belasting een sociale dimen-sie verbonden. Er was een verband tussen de cilinderin-houd (cm3) en de grootte van de voertuigen. Bijgevolg steeg de belasting met de cilinderinhoud. Zij was hoger naarmate de auto zwaarder (duurder) was. Vandaag is er geen rechtstreeks verband meer.

Ten slotte werd het huidige systeem met ‘sprongsge-wijze’ verhogingen van de belastingbedragen, te discri-minerend geacht, en dus onverenigbaar met de econo-mische doelstelling. Een wagen uit een bepaald segment kan immers, op het vlak van het fiscaal vermogen, tot een hogere categorie behoren dan andere wagens uit hetzelfde segment, met een aanzienlijk verschil in het bedrag van de belastingen als gevolg.

4.

Page 16: Jaarverslag - Febiac

JaarverslagFiscaliteit

boekjaar 2007

• Autobelasting in functie van de CO2-uitstoot en de Euro-normen

Bedr

agen

ver

keer

sbel

astin

g

CO2-uitstoot

EURO 0

EURO 1

EURO 2EURO 3EURO 4

0Bron: FEBIAC

16

Fiscalite

it

Verkeersbelasting gebaseerd op de CO2-uitstoot en de verontreinigende emissies (EURO-normen)Deze optie houdt in dat de verkeersbelasting gebaseerd wordt op de CO2-uitstoot en de verontreiniging, ter-wijl de BIV (contraproductief op milieuvlak omdat ze afneemt met de leeftijd van het voertuig) wordt afge-schaft en de huidige ontvangsten ervan geïntegreerd worden in de nieuwe verkeersbelasting.

Deze nieuwe jaarlijkse verkeersbelasting zou lineair afhankelijk zijn van de CO2-uitstoot van de auto’s voor een bepaalde EURO-norm, en een vast bedrag toevoe-gen voor elke EURO-norm (d.w.z. een maatstaf voor de verontreinigende emissies van de wagen).

Nieuwe jaarlijkse verkeersbelasting = vast bedrag op basis van de EURO-normen + p (in €) * gCO2/kmDe lineariteit van de belasting volgens de EURO-norm voorkomt elke discriminatie en past dus in het kader van de ECONOMISCHE doelstelling. Wat de beperkte correlatie tussen CO2-uitstoot en cilinderinhoud betreft – althans voor benzinewagens – blijft de gewenste SOCIALE dimensie van het huidige systeem gedeeltelijk behouden.

Globaal dient deze belastingstructuur zich aan als de meest evenwichtige oplossing in het licht van de diverse beoogde doelstellingen.

Om deze oplossing nog aanvaardbaarder te maken, blijken tijdelijke oplossingen nodig te zijn die een geleidelijke overschakeling op het nieuwe systeem toelaten, meer in het bijzonder:

het tijdelijke behoud van de jaarlijkse verkeersbe-lasting gebaseerd op het fiscaal vermogen voor de oudste personenauto’s (meer dan 12 jaar), maar met de invoering van een CO2-component; aan-gezien de simulaties van de hierboven beschre-ven lineaire jaarlijkse verkeersbelasting SOCIAALonaanvaardbare belastingbedragen opleverden voor de oudste wagens (EURO 0 en EURO 1), werd voorgesteld voor deze auto’s een afzonderlijke formule uit te werken op basis van de bestaande regeling, dus volgens het fiscaal vermogen. Deze formule zou enkel voorlopig worden toegepast. Op middellange termijn zou de nieuwe lineaire verkeersbelasting eveneens worden toegepast op EURO 0- en EURO 1- wagens;

een tijdelijke recyclagepremie: bovendien nemen wij ook een tijdelijke recyclagepremie in contanten in overweging om het afdanken van de oudste en meest verontreinigende auto’s uit het Belgische wagenpark te ondersteunen en te versnellen.

Deze fiscale structuur, en de twee tijdelijke maatrege-len die tot doel hebben de overschakeling geleidelijk te laten verlopen, werd uiteindelijk gekozen als de meest geschikte oplossing. g

Page 17: Jaarverslag - Febiac

Jaarverslag boekjaar 2007

Fiscaliteit

Inschrijvingen door particulieren van nieuwe auto’s die in aanmerking komen voor een korting (15% en 3%) - België

AUTO/MPC 2005 2006 2007 % 2006-2007

Merk Model

AUDI A2 15 0 0 0 0 0 - -CITROEN C1 0 133 0 1.307 0 2.169 - 66%CITROEN C2 0 1.555 0 1.838 0 1.503 - -18%CITROEN C3 0 3.531 0 3.999 0 3.423 - -14%DAIHATSU CUORE 0 83 0 72 59 28 - -61%DAIHATSU TREVIS 0 0 0 17 0 43 - 153% FIAT PANDA 0 252 0 165 0 178 - 8%FIAT 500 0 0 0 0 0 24 - -FORD FIESTA 0 58 0 20 0 0 - -100%FORD FUSION 0 6 0 11 0 0 - -100%HONDA CIVIC 0 0 0 56 0 98 - 75%LANCIA MUSA 0 0 0 0 0 2 - - LANCIA YPSILON 0 0 0 0 0 12 - -MINI MINI 0 0 0 0 527 4 - -OPEL CORSA 0 2.400 0 4.231 0 43 - -99%PEUGEOT 1007 0 175 0 198 0 4 - -98%PEUGEOT 107 0 122 0 1.234 0 1.702 - 38%PEUGEOT 206 0 2.793 0 136 0 1.330 - 878%RENAULT CLIO 0 2.225 0 561 0 314 - -44%RENAULT TWINGO 0 0 0 0 0 198 - -SEAT IBIZA 0 0 0 0 373 1 - -SMART FORTWO 105 46 94 109 196 115 109% 6%SMART SMART 0 11 0 0 0 0 - -TOYOTA AYGO 0 32 0 1.580 0 1.887 - 19%TOYOTA PRIUS 218 0 246 0 413 0 68% -TOYOTA YARIS 0 492 0 11 0 0 - -100%VOLKSWAGEN LUPO 12 0 0 0 0 0 - -VOLKSWAGEN POLO 0 0 0 96 174 279 - 191%TOTAAL 350 13.914 340 15.641 1.742 13.357 412,4% -14,6%Aantal modellen 4 15 2 18 6 20 TOTAAL =< 115 g CO2/km 14.264 15.981 15.099 -5,5%VOLLEDIGE AUTOMARKT 480.088 526.141 524.795 -0,3%

Aandeel van de groep <= 115g in de volledige markt 2,97% 3,04% 2,88%

105 g =< x =< 115 g

CO2

x < 105g CO2

105 g =< x =< 115 g

CO2

x < 105g CO2

x < 105g CO2

x < 105g C2

105 g =< x =< 115 g

CO2

105 g =< x =< 115 g

CO2

17

Fiscaliteit

Page 18: Jaarverslag - Febiac

JaarverslagVerkeersveiligheid18

Veiligh

eid

boekjaar 2007

Verkeersveiligheid

Verkeersveiligheid staat terecht hoog op de politieke agenda. FEBIAC spant zich in om dat zo te houden en neemt haar taak als bestuurslid van het Belgisch Instituut van de Verkeersveiligheid (BIVV) ter harte. FEBIAC is onder andere ook zeer actief geweest binnen de Federale Commissie Verkeersveiligheid (FCVV). Tijdens werkvergaderingen van de FCVV, waar o.a. alle ingediende wetsvoorstellen een advies meekrijgen, neemt FEBIAC haar taak als vertegen-woordiger van de automobielbranche op. Er wordt daarbij gestreefd naar een nauwe samenwerking met de automobielclubs en de MotorCycle Council (MCC) zodanig dat de auto- en motorbranche zoveel als mogelijk eenstemmig haar standpunten naar voor brengt en verdedigt.

In 2001 heeft het Europees parlement als doelstelling gesteld het aantal verkeersdoden in Europa tegen 2010 te halveren. De Belgische Regering heeft zich daar volledig achter geschaard en heeft zich verbon-den deze doelstelling te halen. Op 12 maart 2007 organiseerde het BIVV de tweede Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid (SGVV). Dankzij de inspan-ningen van alle actoren op gebied van wegverkeer en verkeersveiligheid, is er een opmerkelijke vooruit-gang geboekt. Het aantal verkeersdoden lag in 2005 27% lager dan het gemiddelde tijdens de periode 1998 – 2000, wat de op twee na beste evolutie in Europa is. Om in 2010 in België minder dan 750 doden te hoeven registreren, moeten echter nog veel inspan-ningen worden geleverd, zeker nu blijkt dat de positieve trend van de laatste jaren lijkt te vertragen of zelfs om te keren. Om die reden heeft de Federale Commissie voor de Verkeersveiligheid de situatie opnieuw geëva-lueerd en nieuwe aanbevelingen voorgesteld. Eén van de prioriteiten die tijdens de SGVV besloten werd, is het oprichten van een “ongevallendatabank”,waar alle gegevens over en omstandigheden bij het gebeuren van ongevallen samengebracht worden. Alleen op die manier kunnen met kennis van zaken duurzame maatregelen ter bevordering van de ver-keersveiligheid genomen worden. FEBIAC, dat altijd op een dergelijk onderzoek betreffende ongevallen heeft aangestuurd, heeft daarnaast ook gepleit om een stand van zaken te maken van de staat van de weginfrastructuur.

Het is immers onze vaste overtuiging dat een groot deel van de achterstand die wij hebben ten opzichte van de veiligste landen in Europa, toe te schrijven is aan een schrijnend gebrek aan kwaliteit en onderhoud van onze wegeninfrastructuur. Tegelijk kan een dergelijke inventaris de leidraad zijn om de ‘zwarte punten’ doel-treffend en gestructureerd aan te pakken.

Dat het BIVV, voor het 2de jaar op rij beslist heeft om geen veiligheidscampagne te voeren die gericht is op motorrijders, zoals dat in 2005 en 2006 wel gebeurd is, is echter ontgoochelend. De kwetsbaarheid van de motorrijders blijkt voor de politieke wereld echter blijk-baar niet onrustwekkenrd genoeg om een campagne te voeren ter bevordering van hun verkeersveiligheid. Uit de cijfers blijkt nochtans onomstotelijk dat, wil Belgiëde doelstellingen halen, ook de ongevallen waarbij een motorrijder of bromfietser betrokken is, drastisch omlaag moeten. Het lijkt ons daarom van het grootste belang om elke weggebruiker attent te maken op de groeiende aanwezigheid van deze voertuigen in het verkeer en op de kwetsbaarheid van hun bestuurders.

FEBIAC heeft ook bedenkingen geuit bij het gebruik van grote aankondigingborden langs de autosnelwegen om aandacht te vragen voor voetgangers en fietsers. Indien het BIVV een campagne voor die weggebruikers wil voeren, waar FEBIAC het absoluut mee eens is, dan moet deze wel gevoerd worden daar waar andere weg-gebruikers met dit type weggebruikers geconfronteerd wordt: in de steden en langs regionale wegen. Waarom kiest het BIVV niet voor andere media zoals bushokjes, achter op de bussen van de lijn of op de flanken van de MIVB trams en bussen? Ons inziens zouden deze campagnes veel doeltreffender zijn.

FEBIAC is ook regionaal actief als deelnemer aan de Brusselse Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid, de Waalse tegenhanger ervan en binnen het Vlaams Verkeers Forum waar we naast de algemene vergade-ringen ook in verschillende werkgroepen meedenken en meewerken aan een verbeterde verkeersveiligheid. FEBIAC wordt ook regelmatig uitgenodigd op de ver-gaderingen van de commissie infrastructuur van het Federaal Parlement om de verschillende voorliggende wetsvoorstellen te bespreken.

Page 19: Jaarverslag - Febiac

Jaarverslag19

Veiligheid

Verkeersveiligheid

boekjaar 2007

We worden ook meer en meer aangesproken door par-lementaire fracties, die onze deskundigheid appreciëren, om ideeën voor wetsvoorstellen aan te reiken en stand-punten op elkaar af te stemmen.ACEM, de Europese vereniging van motorconstructeurs waar FEBIAC lid van is, volgt specifiek een aantal dos-siers op Europees vlak betreffende de verkeersveiligheid van gemotoriseerde tweewielers.

ACEM is ook actief binnen het European Road Assessment Programme (EURORAP) dat een volle-dige inventarisatie wil opstellen van de staat van de Europese wegen en waarbij alle gevaarlijke wegen geïdentificeerd en in kaart gebracht worden. Ook het dossier van de “Day Time Running Ligths” (DRL) wordt nauw opgevolgd op Europees niveau. g

2000

1750

1500

1250

1000

750

500

250

1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2003 20070

Doden 30 dagenObjectief 2006Objectief 2010Objectief 2015

• Aantal verkeersdoden in België

• Aantal dodelijke slachtoffers (30 dagen) bij motorrijders

Bron: FOD Economie & BIVV

180

170

160

150

140

130

120

110

1002000

8,0%

118

147

164

124120

123

9,9% 12,1% 10,2% 10,3% 11,3% 12,2%

130

2001 2002 2003 2004 2005 2006

Page 20: Jaarverslag - Febiac

Jaarverslag

Techniek

Techniek20

Technie

k

boekjaar 2007

HomologatieDe belangrijkste nieuwigheid van 2007 is onmisken-baar de publicatie van Richtlijn 2007 2007/46/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 5 sep-tember 2007 tot vaststelling van een geharmoni-seerd kader voor de goedkeuring van voertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onder-delen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd.

Een eerste grote ontwikkeling van deze richtlijn is de omstandigheid dat het communautair goedkeu-ringssysteem dat vandaag van toepassing is op per-sonenauto’s, motorfietsen en bromfietsen, alsook op landbouwtractoren, voortaan zal worden uitgebreid tot alle categorieën van motorvoertuigen, en meer in het bijzonder tot de bedrijfsvoertuigen (bestelwa-gens, vrachtwagens, opleggers en aanhangwagens), autobussen en reisbussen.

Ter herinnering: de communautaire goedkeuring waarborgt een permanente controle van de gelijk-vormigheid van de productie, omdat zij berust op het principe dat de constructeurs een gelijkvormigheids-attest moeten afleveren voor elk geproduceerd voer-tuig om aan te tonen dat het in overeenstemming is met het goedgekeurde type.

De tweede belangrijke evolutie die door de richtlijn wordt geïntroduceerd in het communautair goed-keuringsprincipe, is de invoering van de zogeheten ‘meerfasengoedkeuring’. Iedere constructeur die bij het bouwproces van het voertuig betrokken is, moet het deel van het attest invullen dat overeenstemt met zijn specifieke fase. Het doel is zich aan te passen aan de specifieke constructiekenmerken van de bedrijfs-voertuigen. De meerfasenprocedure zal doorgaans uit twee fasen bestaan. In een eerste fase draagt de oor-spronkelijke constructeur zorg voor de keuring van een chassis (inclusief motor, wielen, schokdempers, remmen enz.) en wordt een eerste EG-goedkeurings-formulier afgeleverd. In een tweede fase monteert de tweede constructeur het koetswerk en biedt hij het zo afgewerkte voertuig aan ter goedkeuring. De voertuigen waarvan de constructeur zowel het chassis als het koetswerk monteert, kunnen worden

goedgekeurd volgens de procedure die al bestond voor personenwagens.

De richtlijn is ook gebaseerd op het principe van de volledige harmonisering. De communautaire goed-keuringsprocedures zijn verplicht en vervangen de nationale procedures waarmee ze tot heden naast elkaar hebben bestaan. De goedkeuringsverrichtin-gen zullen zo beduidend eenvoudiger zijn voor de constructeurs. Voortaan moet slechts één Lidstaat het voertuig goedkeuren. Alle voertuigen van het-zelfde type kunnen dan in de volledige Gemeenschap worden ingeschreven op basis van hun gelijkvormig-heidsattest.

Naast de omstandigheid dat deze bepalingen het mogelijk moeten maken de werking van de een-heidsmarkt te verbeteren en de goedkeuringsproce-dure voor motorvoertuigen te vereenvoudigen, zet de Europese Unie haar inspanningen voort om de veiligheid van alle gebruikers te optimaliseren en het milieu beter te beschermen.

Hiertoe bevat de Richtlijn ook bepalingen met betrekking tot:

de toepassingsmodaliteiten voor de terugroeping van voertuigen;de voorwaarden voor de verkoop en het in het verkeer brengen van voertuigen, systemen, com-ponenten en onderdelen of uitrustingsstukken die “een aanzienlijk risico kunnen vormen voor de cor-recte werking van systemen die essentieel zijn”.de voorwaarden betreffende het meedelen van technische informatie bestemd voor de fabrikan-ten van onderdelen en technische eenheden.

Deze richtlijn heft dus richtlijn 70/156/EEG op met inwerkingtreding op 29 april 2009. De tenuitvoerleg-ging van deze bepalingen zal gespreid worden over een periode tot 2014, volgens de voertuigcategorie. De invoering van overgangsperiodes moet de indu-strie in staat stellen om haar huidige productie gelei-delijk aan te passen aan de nieuwe voorschriften, en de administraties om progressief de toevloed van goedkeuringsaanvragen te kunnen behandelen. g

Page 21: Jaarverslag - Febiac

Jaarverslag21

keinhc

eTTechniek

boekjaar 2007

(1) Datums vanaf dewelke een Lidstaat, op verzoek van de constructeur, de EG-goedkeuring kan toekennen aan een nieuw voertuigtype.(2) Datums vanaf dewelke een Lidstaat de EG-goedkeuring moet toekennen aan een nieuw voertuigtype. Tot dat punt kan nog een nationale

goedkeuring worden toegekend.(3) Datums tot dewelke de toegekende nationale goedkeuringen geldig blijven. Vanaf deze datums moeten nieuw ingeschreven voertuigen

over een EG-goedkeuring beschikken.

• Toepassingskalender van de bepalingen van richtlijn 2007/46/EG:

M1 29 april 2009

M1 29 april 2009 29 april 2011 29 april 2012voor speciaal gebruik

N1 29 april 2009 29 oktober 2010 29 oktober 2011onvolledig en volledig

N1 29 april 2009 29 oktober 2011 29 april 2013vervolledigd

N2, N3,O1, O2, O3, O4 29 april 2009 29 oktober 2010 29 oktober 2012onvolledig en volledig

M2, M3 29 april 2009 29 april 2010 29 oktober 2010onvolledig en volledig

N1, N2, N3, M2, M3, 29 april 2009 29 oktober 2012 29 oktober 2014O1, O2, O3,O4voor speciaal gebruik

N2, N3 29 april 2009 29 april 2010 29 oktober 2014vervolledigd

M2, M3 29 april 2009 29 april 2011 29 oktober 2011vervolledigd

O1, O2, O3, O4 29 april 2009 29 oktober 2011 29 oktober 2013vervolledigd

Betrokken categorieën Nieuwe types –facultatief (1)

Nieuwe types –verplicht (2)

Bestaande types –verplicht (3)

Page 22: Jaarverslag - Febiac

Jaarverslag

European Motor Show Brussels 2008

Salon22

Salon

boekjaar 2007

De in 2006 ingezette trend om van ons Internationaal Auto- en Motorsalon van Brussel een “Europees” salon te maken werd verder gezet in 2008. De voorbije European Motor Show Brussels was ongetwijfeld een belanrijke editie om deze visie te realiseren. Mits de nodige inspanningen zijn we er in geslaagd uit te groeien tot een Europese beurs van zeer hoog niveau. Het zeer succesvolle European Automotive Forum 2008 met als thema: “Cars and CO2” was als primeur zeker een belangrijke bijdrage in deze realisatie, door het bijeenbrengen van de top van de industrie, van de Europese regelgevers en van de wetenschappers.

Motor Show in the Capital of EuropeDe strijd is zeker nog niet gewonnen om van Brussel een echte automobielhoofdstad te maken, maar Brussel en ons Salon hebben alles voorhanden om deze visie te realiseren. Als Europese hoofdstad, waar de grote beslis-singen vallen, blijft Brussel de draaischijf van de Europese politiek. Alle lijnen worden hier uitgezet en later omgezet in wetten die de hele automobielsector aanbelangen.

De organisatie van de eerste editie van het European Automotive Forum met als thema “Cars and CO2,Matching Automotive Challenges with Integrated Policy”, gehouden in aanwezigheid van Prins Laurent en meerdere Europese en Belgische politici, was de perfecte kans om van gedachten te wisselen over de actuele thema’s die ons aanbelangen en die onze sector in hoge mate uitdagen.

PremièresDe nabijheid van Brussel als politiek hart van Europa maakt Brussel bijzonder geschikt om productlancerin-gen te houden en nieuwe, veelbelovende technologieënte onthullen. Steeds meer invoerders beseffen dat het Europese Salon van Brussel de gelegenheid is om een première voor te stellen en zo er van verzekerd te zijn dat de nieuwe producten de nodige aandacht krijgen in de Belgische en internationale pers.

Het voorbije Salon mocht wereldpremières verwelkomen zoals onder andere de Citroën C5, de Citroën Nemo VP, de Invicta S1, de Peugeot 807, de Mercedes C63 Break AMG, de Lancia Phedra en bij de motoren o.a. de Harley-

Davidson FLSTSB Softail Cross Bones om slechts die te noemen.

Tevreden bezoekers Het 86ste Auto- en Motosalon verwelkomde 651.018 bezoekers, minder dan bij de vorige editie, maar sowieso een overweldigend groot aantal, en nog steeds van verre het grootste Belgische evenement. Geen ander automobielsalon ter wereld evenaart onze prestatie om 1 op 10 van de actieve landgeno-ten te verwelkomen. Tevens werd een record bereikt aan bezoeken van ‘protocolaire’ aard met Europese en Belgische toppolitici.

93% van de bezoekers verklaart zich tevreden over het bezoek. Gezien de geringere toeloop waren er ook beduidend minder klachten over de te grote drukte in en rond de Heizelpaleizen. Meer zelfs, het comfort van het bezoek was dit jaar een grote bron van tevredenheid. Tevens kunnen we met trots zeg-gen dat de elektronische toegangscontrole met glans de grote toeloop en de piekmomenten vlot heeft doorstaan. Heel tevreden zijn de bezoekers over de sympathieke informanten en verkopers op de stands, over het feit ook daadwerkelijk te vinden wat men verwacht te zien op het Salon, en ook over het feit dat er niet te veel volk was tijdens het bezoek.

Marketing- en verkoopstopper Ongeveer 35% van de salonbezoekers verklaart tij-dens het Salon of in de periode die daar onmiddellijk op volgt een nieuw voertuig te willen aankopen. Er is geen beter bewijs van de kracht van het Salon als marketing- en verkoopsevenement van eerste orde als zuurstoflong voor de ganse sector. Bovendien verklaart opnieuw 40% dat de keuze van het voertuig beïnvloed werd door het Salonbezoek. De mogelijk-heden die het Salon biedt om te vergelijken, te testen en merken en modellen beter te leren kennen, blijven met andere woorden niet onbenut.

En ook de cijfers bewijzen de kracht van het Salon. Tijdens de eerste 4 maanden van dit jaar steeg de inschrijving van nieuwe voertuigen met 9,4% in vergelijking met vorig jaar, i.e. na twee succesjaren op rij.

Page 23: Jaarverslag - Febiac

Jaarverslag23

nolaS

Salon

boekjaar 2007

Mediastrategie en –resultatenEén bezoeker op twee informeert zich over een salon-bezoek via televisie en /of radio. FEBIAC maakt dan ook werk van partnerships met de belangrijkste radio- en televisiestations. Dat heeft immers een dubbel belang: de promotie van ons evenement wordt op een doeltref-fende manier gevoerd, en de potentiële bezoeker krijgt herhaaldelijk de kans om via deze media informatie te krijgen. De resultaten van deze aanpak mogen gezien worden: meer dan 7 uur uitzending over het Salon op de nationale zenders! Dat betekent een mediavalorisatie die nauwelijks in te schatten valt.

Bovendien blijft de geschreven pers niet achter. Ook bij dagbladen en magazines stellen we een jaar na jaar een groeiende aandacht vast die aan het Salon wordt besteed. Voor de voorbije editie verschenen ongeveer 1000 artikels in de verschillende geschreven media. Onze website www.autosalon.be trok ongeveer 540 000 bezoekers aan die gezamenlijk meer dan 4.5 miljoen bladzijden aanklikten.

AnimatiesAls organisator heeft FEBIAC vzw door het organiseren van een aantal themastanden ook haar steentje bijge-dragen voor het welslagen van dit Salon.Op onze stand ”Ik rijd e-positief” werden de resultaten getoond die werden gerealiseerd door een panel van een aantal proefgezinnen op het vlak van verminderd brand-stofverbruik, dus lagere emissies. Dankzij de ontvangen tips bij de aanvang van het onderzoek dat over een zestal maanden liep, werd er een significante bijdrage geleverd om brandstofverbruik en bijgevolg de CO2-uitstoot van de voertuigen voor sommigen zelfs met 15% te laten dalen.

Via een interactief spel in paleis 1 werd het publiek op de hoogte gebracht van de tips om E-positief te rijden. Dit initiatief kon op grote belangstelling rekenen. De volledige resultaten kunnen worden geraadpleegd op de website www.e-positief.be.Objectieve informatie over de voordelen en baten van verschillende technologieën als biobrandstof, hybride voertuigen, LPG, brandstofcellen, etc. konden wor-den bekomen op de stand “Powered by Nature”waar de exposanten aan de hand van een voertuig of een onderdeel ervan aan de bezoeker aanschouwelijk konden uitleggen wat deze nieuwste ontwikkelingen inhielden.De tentoonstelling “Clean Moves–Efficient Mobility”gaf dan weer een overzicht van voertuigen die speciaal werden ontwikkeld om de vervoers- en mobiliteitspro-blemen in een stedelijke omgeving op een milieuvrien-delijke manier op te vangen.

Wat brengt het Salon 2009?Het Salon 2009 wordt opnieuw een afgewogen mix van “business” en “pleasure” met in de hoofdrollen de lichte bedrijfsvoertuigen, de vrijetijdsvoertuigen en de gemotoriseerde tweewielers. Voor de komende editie zal er versterkte aandacht zijn voor de bedrijfsvoertuigen in al hun facetten. Daarnaast komt er de derde editie van de 4-daagse transportvakbeurs “Truck & Transport”. De voorberei-ding van beide Salons is inmiddels in volle gang.De thematiek is ondertussen bepaald: “De behoefte aan, en de rol van, voertuigen en transport in het dage-lijkse leven”. Een essentieel thema dat raakt aan de kern van het bestaan van onze producten: de maatschappij en de burger ten dienste zijn. g

Page 24: Jaarverslag - Febiac

Jaarverslag

Imago en vorming

Imago en vorming24

Vorming

boekjaar 2007

FEBIAC blijft zich bekommeren om de promotie van de automobielbranche en de beroepen die er deel van uitmaken. Dat doen we hoofdzakelijk op twee manieren. Ten eerste door te investeren in het project ‘toekomstopwielen.be’ dat door de hele autobranche wordt gedragen; en ten tweede door het aanbieden van sectorspecifieke opleidingen.

Advanced Automotive Management ProgrammeDe zevende editie van de Advanced Automotive Management (AAM) opleiding die FEBIAC en ICHEC Entreprises samen organiseren, kende een erg groot succes. In die mate zelfs dat de Nederlandstalige groep (29 deelnemers) opgesplitst werd. Ook voor deze editie werd de cursusinhoud verfijnd en verbe-terd. Vanuit onze relaties met de invoerders en de dealers wordt ingespeeld op nieuwe wensen en wordt het programma bijgestuurd. Dit heeft zich vertaald in hoge waarderingscijfers vanwege de deelnemers.Voor de alumni, inmiddels meer dan 250 AAM afge-studeerden, wordt een specifiek programma voorzien om de relatie met deze ‘ambassadeurs’ binnen de sector te onderhouden. Dit programma vertaalt zich hoofdzakelijk in een aantal avondlezingen. Het afge-lopen jaar werden gewaardeerde lezingen gegeven door Serge Degheldere – over duurzaam energie-gebruik – Stéphane Soile – over het beheer van een vervangwagenpark – en Jan De Strooper – over e-positief rijden.

Nascholingen voor leerkrachten Sinds 7 jaar organiseert FEBIAC in samenwerking met haar leden - bedrijven en verenigingen uit de automobiel-branche - nascholingen voor leerkrachten autotechnieken. Het programma bestaat uit 4 thema’s over hedendaagse toegepaste technologieën waar we op woensdganamid-dagen verder op in gaan. In het totaal mogen we jaarlijks meer dan 750 deelnemende leerkrachten verwelkomen die de verworven kennis uitdragen naar hun leerlingen. Dit initiatief ‘teach the teacher’ wordt in het kader van het project Toekomstopwielen.be, georganiseerd om de naambekendheid te vergroten. Bovendien creëren wij bij het lerarencorps ambassadeurs voor onze branche die enthousiast getuigen van de snelle evolutie in onze sec-tor en uiteindelijk ook de leerlingen een betere en meer actuele kennis bijbrengen.Maandelijks doen ongeveer 30 leerkrachten een beroep op de bibliotheek die opgebouwd wordt met het didactisch materiaal (voornamelijk dvd’s) die tijdens de bijscholingen van de voorbije jaren aan de leerkrachten verdeeld werden.

Opleiding personeel Febiac Naast het cursusaanbod voor onze leden (AAM) en voor leerkrachten uit de autovakken wordt vanzelf-sprekend ook aandacht besteed aan de scholing en bijscholing van het personeel van de federatie zelf. Jaarlijks wordt een inventaris opgesteld met de noden en wensen inzake opleiding. Daaruit wordt een trainingsprogramma opgemaakt dat inspeelt op deze behoeften. Om de teamspirit, de samenhang en de prestaties te verbeteren, werd het afgelopen jaar een gezamenlijk opleidingsproject samengesteld voor alle personeels-leden van FEBIAC. Tijdens de groepsbegeleiding werd er actief gewerkt aan het functioneren in groep. Deze aanpak heeft het team als organisatieonderdeel, het team als groep en de ontwikkeling van de individu-ele teamleden versterkt. Het Mentally Fit Institutestond in voor twee opleidingsfases.

toekomstopwielen.be Het unieke platform —dat gecreeërd werd voor en door de autosector onder de naam toekomstopwielen.be— onder-neemt sinds enkele jaren acties om een brug te slaan tus-sen het onderwijs en de werkgevers van de autosector.

Page 25: Jaarverslag - Febiac

Jaarverslag25

gnimr

oVImago en vorming

boekjaar 2007

Sinds 2005 werken Febiac, Federauto en Educam constructief samen aan de promotie van het autovak. Werkgevers hebben het immers moeilijk om gekwalifi-ceerd personeel aan te trekken en te behouden. Daarom is het noodzakelijk het onderwijs naar een hoger niveau te helpen zodat jonge gemotiveeerde schoolverlaters doelbewust kiezen voor een job in onze sector.

In de loop van het afgelopen jaar werden er tal van nieuwe acties ontwikkeld om elke doelgroep nog beter van dienst te zijn. Zo werd de website www.toekomstopwielen.bevolledig vernieuwd om nog beter aan de wensen en ver-wachtingen van de drie verschillende doelgroepen —leer-lingen, leerkrachten en werkgevers— te voldoen. Op diemanier kan het steeds groeiende scala aan producten en diensten van toekomstopwielen.be doeltreffend gecom-municeerd worden. Belangrijk is dat voortaan ook de informatieve publicaties via de website bekend gemaakt worden. Zo is er (om er maar enkele te noemen): de lesbrief voor leerkrachten technologische opvoeding; de nieuwsbrief voor vakleerkrachten autotechnieken; de starterskit voor pas afgestudeerden; de HR-brochure voor werkgevers.

Om de motivatie - die zeer zeker in het onderwijs aanwezig is – te tonen en extra te steunen, hebben dit jaar 5 scholen actief deelgenomen aan het Auto- en Motosalon. In totaal werden er 6 eindejaarspro-jecten tentoongesteld. Een aantrekkelijke manier om de diverse facetten van kennis en opleiding in het autovak naar voor te schuiven.

De stand op het salon werd een ware voltreffer. Wij kunnen trots uitpakken met een grote visibiliteit van toekomstopwielen.be, met een merkelijk ver-hoogd bezoekcijfer aan onze stand, met ministeriëlebezoeken en met een prima media-aandacht!Tot slot is het ook belangrijk om de enthousiaste leerkrachten en studenten te belonen voor hun inzet. Dankzij een samenwerkingsakkoord met twee racepiloten, heeft Febiac de mogelijkheid ontwik-keld om raceteams te volgen bij hun werk en voorbereiding. Het blijkt een unieke motivator te zijn om deze teams aan het werk te zien. Want precisie en doeltreffendheid zijn sleutelwoorden voor racetechnici, die hun passie graag delen met anderen. De interesse en de bewondering wordt er bij de leerkrachten en hun studenten alleen maar groter door.

Kortom, het departement Vorming en Imago maakt graag van elke gelegenheid gebruik om passie en motivatie voor onze sector aan te wakkeren. g

Page 26: Jaarverslag - Febiac

JaarverslagData Services26

DataSe

rvice

s

boekjaar 2007

Data Services

Het voorbije jaar kon het departement Data Services verder werk maken van de implementatie van zijn nieuwe reportingomgeving. Voor de installatie van dit nieuwe platform was een totale re-engineering nodig van onze productie-logica en een vereenvoudiging van de procedures. Bovendien was een extreme cohesie vereist in de verwerkingslogica van de gegevens. Door dit strikte kader konden we echter de kwaliteit verbeteren van de informatie die door onze dienst wordt geleverd.

Dankzij het nieuwe reportinginstrument kunnen we voortaan ons “data warehouse” open stellen voor interne gebruikers. Sommige collega’s, in hoofdzaak van de Studiediensten, hebben een opleiding gevolgd waardoor ze nu onze database kunnen aanspreken en zelfstandig zoekopdrachten kunnen lanceren die nodig zijn in het kader van hun dossiers en analyses.

Door de automatiseringsmogelijkheden van het geïn-stalleerde programma kunnen we binnenkort de verwerkingsprocedures optimaliseren waardoor de verschillende statistische werken sneller geleverd kunnen worden.

We werken momenteel aan de laatste fase van het pro-ject dat in hoofdzaak betrekking heeft op onze leden. Binnenkort kunnen een aantal statistische tellingen worden geraadpleegd vanuit om het even welke inter-netbrowser. De geraadpleegde informatie kan ook te allen tijde worden “ververst” waardoor steeds de jongste bijwerkingen worden weergegeven. Bovendien zijn de overzichten veel dynamischer in die zin dat het detail-niveau op het scherm door de gebruiker kan worden aangepast op grond van de soort gezochte informatie. Tot slot zal het ook na het openstellen van de databases voor interne gebruikers, mogelijk zijn voor geïnteresseer-de leden om een rechtstreekse toegang te verkrijgen tot de informatie die door ons departement wordt beheerd. De instrumenten die ter beschikking worden gesteld, zullen de gebruiker een zekere autonomie bieden om eigen zoekopdrachten op te stellen.

Data Services wordt door de leden gezien als een referentie inzake de opvolging van de evolutie van

de inschrijvingen, het beheer van het Belgische wagenpark en op het vlak van de ontwikkeling van gedetailleerde statistische tellingen met betrekking tot onze sector. Data Services biedt eveneens een antwoord op alle informaticabehoeften of -vragen van de verschillende interne departementen van de Federatie. Op dat vlak is ons team de laatste maanden bezig geweest met de vervanging van ons e-mailbeheersysteem door een veiliger en robuuster systeem waardoor we nu kunnen profiteren van de nieuwste technologische mogelijkheden. Door de realisatie van dit dossier kon worden gezorgd voor een grotere toegankelijkheid van het personeel van onze organisatie en dus voor een verbetering van de kwaliteit van de geboden diensten. In dezelfde lijn hebben we in nauwe samenwerking met het depar-tement Salon meegewerkt aan de optimalisering van de software die nodig is voor de organisatie van dit grootste Belgische evenement. Voortaan kunnen alle exposanten (verzameld per paleis of per type ten-toongesteld materieel) te allen tijde en op een heel eenvoudige manier worden gecontacteerd via SMS, wat tijdens de tentoonstelling van nut kan zijn in geval van veiligheidsproblemen.

Tot slot heeft ons laatste project, dat momenteel in de analysefase is, betrekking op de invoering van een systeem voor het beheer van de elektronische docu-menten. De implementatie van een dergelijk project zou moeten kunnen leiden tot:

een beter beheer van de massa informatie die circu-leert binnen onze organisatie; een grotere beschikbaarheid van de FEBIAC-archie-ven die de laatste honderd jaar werden verzameld;een beter beeld van het traject dat elk binnenko-mend of uitgaand document aflegt binnen onze vereniging. g

Page 27: Jaarverslag - Febiac

27

secivre

S

ataD

Data Services

boekjaar 2007Jaarverslag

Tabellen zoals geproduceerd binnen onze nieuwe reporting-omgeving•

Page 28: Jaarverslag - Febiac

Automotive Suppliers.be

Automotive Suppliers.be28

AS.be

boekjaar 2007Jaarverslag

De sectie Automotive Suppliers in Belgium van FEBIAC wil een business club zijn voor haar leden en organiseert activiteiten en ontmoetingen die de kennis van en het inzicht in de automobiel(toele-ver)branche verhogen. Ook de promotie van onze bedrijven rekent zij tot haar taak. Het afgelopen jaar werden de contacten met het senior management van de in België aanwezige constructeurs aange-haald. Daarnaast werden ook de mogelijkheden tot benchmarking voor onze bedrijven onder de loupe genomen. De hamvraag is steeds: zijn onze proces-sen en know-how voldoende toekomstgericht?We stellen vast dat de thema’s die behandeld wor-den in de executive circles, relevant zijn voor alle toeleverbedrijven: die synergie werd ten volle aan-gesproken.

Manufacturing Excellence in Belgium en de GEO Award competition ism A.T. Kearney BelgiumDe bedrijven in België danken hun sterke positie aan de lange automotive cultuur en hun know-how om complexe processen voortdurend te verbeteren. Deze troeven worden meer en meer uitgedaagd door de opkomende ‘low-cost’ landen. De Executive Circle ‘Manufacturing Excellence’ keek uit naar een neutrale en betrouwbare benchmark om de positie van de bedrijven in België te meten. AT Kearney organiseerde de voorbije jaren zo’n maatstaf in de UK, Duitsland en Spanje. FEBIAC promootte de oefening in België en vond acht bedrijven bereid om de uitdaging aan te gaan. De oefening volgt op een uiteenzetting van de Boston Consulting Group twee jaar terug: “Rethinking Automotive Purchasing: From Price Pressure to Partnership” en een analyse in de Executive Circle “Manufacturing excellence”.

Een ontmoeting met de aankooporgani-satie van FORD of EuropeOp 12 november hadden we het genoegen kennis te maken met Julia Woodhouse, Director Programme Purchasing FORD of Europe. Onder impuls van de Executive Circle ‘Contacts with the OEM’ werd een themalijst voorbereid waarbij gevoelige thema’szoals de langetermijnsamenwerking tussen de con-structeur en zijn suppliers, niet uit de weg gegaan werden.

Julia Woodhouse deelde inzichten van FORD rond de uitbouw van de productiecapaciteit in Kocaeli (Turkije), St. Petersburg (Rusland in 2008) en Craiova (Roemenië in 2009). Zij ging ook in op de supplier development programma’s en de wijze waarop long-term partnerships aangegaan worden met sleutel-leveranciers. De gesprekken werden gemodereerd door Arjen Bongard van Automotive News Europe, een man die als geen ander de juiste vragen weet te stellen.

Seminarie over de clusterwerking van toeleverbedrijven met als keynote spea-ker H. Geppert, VP AUDI AG Ingolstadt Horst Geppert is sinds meer dan 20 jaar lid van het AUDI management en is een “direct report” van Mr F. Piëch. Tijdens zijn carrière heeft hij een aantal assemblage-eenheden ontworpen en opgestart en weet dus wat de vereisten zijn voor een “automotive manufacturing process”. Horst Geppert toonde aan dat kwaliteit hand in hand gaat met kostbeheersing en sterk bepaald wordt door de implementatie van de werkmethoden.Horst Geppert maakt, samen met zijn collega’s van Porsche AG, Daimler AG en General Motors Europe, deel uit van een expertenkring die clusterwerking betracht tussen de constructeur en zijn toeleveran-ciers. Dit thema gaf uiteraard aanleiding tot interes-sante gedachtewisselingen met vertegenwoordigers van de Audi Brussel directie en Volvo Gent directie aanwezig in de zaal.

‘Global Excellence in operations, Top performance justifies Top wages’Tijdens de lunchcauserie die volgde op het semi-narie, toonde Benoit Nachtergaele van AT Kearney aan dat één op de zes bedrijven niet klaar is voor de globale competitie. De loonkost is hierin slechts van ondergeschikt belang aangezien de best presterende bedrijven ook de beste lonen betalen. Het onder-scheid wordt gemaakt door de werking van drie vir-tuele fabrieken die in elke onderneming terug te vin-den zijn: de waardecreërende fabriek, de verborgen fabriek en de management fabriek. Top performers hebben met elkaar gemeen dat ze de drie processen simultaan verbeteren a rato van 10% per jaar. De verborgen processen zorgen ervoor dat de impact op

Page 29: Jaarverslag - Febiac

29

eb.SA

Automotive Suppliers.be

boekjaar 2007Jaarverslag

de winst drie maal groter is dan het directe effect als gevolg van order- en klantenverlies. Daarnaast is de personeelskost van de ‘management fabriek’ inmid-dels groter geworden dan de personeelskost van de waardecreërende onderneming. Cijfers en vaststellin-gen die uiteraard aanleiding gaven tot geanimeerde gesprekken.

Ontmoeting met Lars Holmqvist, CEO CLEPA In vervolg op de ontmoeting drie jaar terug (15/09/2004) werden de besproken thema’s rond aankoopcontracten met de automobielconstructeurs geactualiseerd.

De ontmoeting vormde eveneens de gelegenheid inzicht te krijgen in de werking van CLEPA met zijn werk-groepen. Naast de actualisering van de problematiek van aankoopcontracten, kwamen thema’s als loonkost in emerging countries en samenwerking in Europees verband aan bod. Een persoonlijke ontmoeting met Lars Holmqvist vervolledigde het programma. g

Business Meeting met Audi Brussels

Een gesprek met dhr. E. Prieels

Gastspreker H. Geppert, VP Audi Ingolstadt

Page 30: Jaarverslag - Febiac

Communicatie

Communicatie30

Commun

icatie

boekjaar 2007Jaarverslag

Onderweg naar morgenIn december laatstleden lanceerde FEBIAC een reclame-campagne rond de auto om het imago van de automo-bielsector te ondersteunen. Bedoeling van de campagne was om de aandacht van het publiek te vestigen op het feit dat auto’s de laatste jaren heel wat vooruitgang hebben geboekt inzake verbruik, veiligheid en milieu-vriendelijkheid. Auto’s, die een onmisbaar instrument geworden zijn in de organisatie van ons dagelijkse leven, dienen immers te voldoen aan steeds hogere vereisten. De autoconstructeurs hebben die handschoen met succes opgenomen en dat vonden wij belangrijk genoeg om er een specifieke campagne aan te wijden.

Het hele campagneconcept werd geconcretiseerd in drie televisiespots die elk één van deze drie kenmerken belichtten, en via een internetsite (www.onderwegnaarmorgen.be). Dit is één van de zeldzame autocampagnes waar - gewild - geen auto in te zien is. Het was namelijk de bedoeling dat elke kijker zich zelf een beeld zou vormen van wat een auto voor hem of haar persoonlijk betekent.De internetsite geeft meer duiding en biedt een meer gedetailleerde argumentatie omtrent de vooruitgang die de afgelopen jaren werd geboekt. Daarnaast pakt de site eveneens uit met de uitdagingen voor de toekomst waarmee de autoconstructeurs geconfronteerd worden.

Met deze campagne wilde FEBIAC eveneens het vertrou-wen van de burger in de autosector en in de producten ervan, hoog houden of herstellen. Elke spot was in feite een oproep tot de gebruikers en de kopers van een auto om schoner, veiliger en zuiniger te rijden.

Aanwezigheid in de media Het departement Communicatie van FEBIAC heeft als belangrijkste opdracht de media te voorzien van allerlei cijfermateriaal en overzichten met betrekking tot de automarkt (inschrijving nieuwe wagens, rang-schikking volgens model of soort brandstof, totaal aantal geschrapte wagens, ...).

De cel communicatie vormt daarmee de link tus-sen de studies die intern worden gerealiseerd en de media.

Ons departement is van mening dat één van zijn belangrijkste prioriteiten erin bestaat de aandacht van de media te (blijven) vestigen op onderwerpen die in verband staan met de autosector. Daarom verstuurt onze federatie regelmatig perscom-muniqués rond de actualiteit uit de branche: mobili-teit, milieu, verkeersveiligheid, ...FEBIAC wordt trouwens vaak gevraagd door journa-listen en andere belanghebbenden om meer precieze uitleg te verschaffen of zijn standpunt te verduidelij-ken omtrent de verschillende sectoren die de federa-tie vertegenwoordigt.

Het is logisch dat de aandacht voor onze producten een absoluut hoogtepunt kent tijdens het Auto- & Motorsalon en dat FEBIAC in die context regelmatig door de media wordt gevraagd naar zijn mening. Resultaat daarvan is een aanzienlijk aantal artikels in de pers en tal van reportages over het Salon, zoals dat ook eerder aan bod kwam in dit jaarverslag.

Auto en Luchtkwaliteit Hoogtepunt dit jaar was ongetwijfeld de realisatie van het themanummer “Auto en Luchtkwaliteit” dat een perfecte aanvulling vormt op de vorige brochure gewijd aan de uitstoot van CO2.Dit weliswaar wetenschappelijke maar toch ook begrijpelijke dossier streeft eenzelfde doelstelling na met betrekking tot de uitstoot van polluenten door het autoverkeer. Dit is immers een grote uitdaging waarmee de automobielindustrie wordt geconfron-teerd, namelijk de vermindering van de impact van het verkeer op het milieu.Dit speciale nummer werd ruim verspreid aan ieder-een die bij dit probleem betrokken is. g

Page 31: Jaarverslag - Febiac

31

eitacinu

mmoC

Communicatie

boekjaar 2007Jaarverslag

Page 32: Jaarverslag - Febiac

INHOUDSTAFEL

Inhoudstafel32

Inhoud

boekjaar 2007Jaarverslag

Woord van de Voorzitter01

FEBIAC02

Raad van Bestuur van FEBIAC & Executive Committee03

Personenwagens04

Bedrijfsvoertuigen06

Gemotoriseerde tweewielers08

Mobiliteit10

Milieu12

Fiscaliteit14

Verkeersveiligheid18

Techniek20

Imago en Vorming24

Automotive Suppliers.be28

Data Services26

Communicatie30

Salon22

Foto’s: FEBIAC, constructeurs