JAARVERSLAG - espria.nl Espria... · 6.2.4Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december...

JAA

RVER

SLAG

pagina 2

Bestuursverslag12

3

45

Voorwoord 4

Strategie in praktijk 72.1 Meerjarenstrategie: beter door samen 82.2 Continue verbetering in de zorg 9 2.2.1 Programma Merkbaar Beter 9 2.2.2 Kwaliteit van zorg 122.3 Vitale medewerkers en goed werkgeverschap 152.4 Digitalisering en eHealth 18 2.4.1 De korte termijn horizon: vandaag 18 2.4.2 De middellange termijn: morgen 18 2.4.3 Onze toekomstvisie: overmorgen 182.5 Gezonde bedrijfsvoering 22 2.5.1 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen 22 2.5.2 Shared Service Center 25 2.5.3 Facilitair Bedrijf 25 2.5.4 Risicomanagement 262.6 Financieel beleid 292.7 Relaties met belanghebbenden 31 2.7.1 Actieve partners in ketenzorg 31 2.7.2 Centrale Cliëntenraad 34 2.7.3 Centrale Ondernemingsraad 36 2.7.4 Espria Ledenvereniging 372.8 Toekomstparagraaf 40

Profiel van het concern 413.1 Algemene gegevens 423.2 Structuur 42

Bestuur en toezicht 45

Jaarverslag Raad van Commissarissen 49

pagina 3

Jaarrekening

Bijlage

Jaarrekening 58

6.1 Geconsolideerde Jaarrekening 59 6.1.1 Balans per 31 december 2019 60 6.1.2 Resultatenrekening over 2019 61 6.1.3 Kasstroomoverzicht over 2019 62 6.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 63 6.1.5 Toelichting op de balans per 31 december 2019 78 6.1.6 Overzicht langlopende schulden ultimo 2019 91 6.1.7 Toelichting op de resultatenrekening over 2019 95 6.1.8 Gesegmenteerde resultatenrekening 109

6.2 Enkelvoudige jaarrekening 111 6.2.1 Enkelvoudige balans per 31 december 2019 111 6.2.2 Enkelvoudige resultatenrekening over 2019 112 6.2.3 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 113 6.2.4 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2019 114 6.2.5 Toelichting op de enkelvoudige resultatenrekening over 2019 119

6.3 Overige gegevens 123 6.3.1 Statutaire regeling resultaatbestemming 123 6.3.2 Nevenvestigingen 123 6.3.3 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 123

Kerngegevens 127

6

Noot voor de lezerWaar in deze rapportage cliënten staat bedoelen we ook patiënten, bewoners, klanten en kinderen en hun ouders of verzorgers zoals in verschillende sectoren of zorgorganisaties gebruikelijk is.

pagina 4

1 Voorwoord

pagina 4

pagina 5

De zorgsector staat de komende jaren voor ingrijpende veranderingen. Door-gaan zoals we nu doen kunnen we niet volhouden, want, bij gelijkblijvende verwachtingen, groeit het aantal zorgvragers voorbij aan het aantal beschikbare beroepsbeoefenaren in de zorg. Daar ligt dus reden voor het moeten verande-ren. Maar er is ook een andere reden voor verandering; een intrinsieke moti-vatie van de zorg om te wíllen veranderen ten gunste van het welbevinden van onze cliënten. De mondige en vaak goed ingevoerde burger vraagt en verdient ander en beter aanbod.

In de eerste plaats kijken we vanuit een ander perspectief naar de begrippen ziekte en gezondheid. In het huidige bestel draait het nog te vaak om de vraag wat de zorg te bieden heeft. Daar worden polissen op gemaakt en daar worden verwachtingen aan gehangen. Echter waar het om zou moeten draaien is de vraag wat mensen nodig hebben om zo comfortabel en goed mogelijk te kunnen functioneren. Het aanbod dient hiervoor veel meer te worden toegesneden op de vraag van het individu en moet passend zijn.

Ons zorgstelsel is zonder meer één van de betere op deze wereld. Maar wanneer we dat onderbouwen verzanden we al te vaak in een opsomming van dingen die we allemaal kunnen. En al te vaak richten we dat wat we kunnen dan ook nog op aandoeningen en de (vaak medische) behandeling daarvan. De beste zorg wordt echter niet geboden door maximaal medisch aanbod. Als we meer leren denken in termen van gezondheid en welbevinden veranderen de perspectieven. Dan doen we steeds vaker dingen niet, of op zijn minst anders. Dan richten we ons veel meer op de uitkomsten van zorg in termen van gewonnen kwaliteit van leven, in de waarde voor de cliënt. Door meer preventie, ondersteuning bij betere leefstijlen en vroeg-onderkenning met bijbehorend ondersteuningsaanbod, kan veel (duurdere) zorg worden voorkomen.

We willen in de dingen die we doen het functioneren van mensen als uitgangspunt nemen. We willen niet de beperkingen maar de mogelijkheden van mensen als uitgangspunt nemen. We willen kwaliteit van leven boven ‘technisch kunnen’ plaatsen. Espria richt zich vanuit haar visie en doelstellingen

in het bijzonder op kwetsbare mensen. Mensen voor wie het dagelijks leven vaak niet vanzelfsprekend vloeiend verloopt. Het zijn juist deze mensen, vaak met een combinatie van lichamelijke, psychische en sociale klachten, voor wie we ons werk doen. De mensen die, al dan niet tijdelijk, niet in staat zijn hun leven zelfstandig goed op de rit te houden. En té vaak zien we dat juist bij deze mensen het aantal hulpverleners in de tijd alleen maar toeneemt. Vanuit de verschillende silo’s richten verschillende soorten zorgbedrijven zich op deelproblemen van deze mensen, in plaats van dat er een samenhangend aanbod wordt gerealiseerd. We zien het als één van onze kerntaken om juist in die situaties te streven naar ons adagium: één klant, één plan, één aanspreekpunt.

De groei van het aantal ouderen wordt vaak geduid als een probleem: ‘We kunnen het op den duur niet meer aan’. Wij zien het liever als een kans, een hefboom om dingen anders en beter te doen. Gericht zijn op een betere levensstijl, op meer eigen regie en verantwoordelijkheid, en op het versterken van de sociale infrastructuren zijn delen van de oplossing. In combinatie met de inzet van nieuwe technieken ontstaan oplossingen. Het is niet de vraag óf digitalisering in de zorg snel in belang zal toenemen, het is de vraag hoe we dit zo goed en breed mogelijk in het voordeel van nieuwe perspectieven kunnen benutten. De komende jaren zetten we maximaal in op de kansen die in de aanstaande ontwikkelingen besloten liggen.

Een belangrijke consequentie van de veranderende visie is dat de positie van zorgprofessionals drastisch verandert. Een zorgprofessional zal meer gericht zijn op de eigen regie van cliënten en dus op ondersteuning en advies, en minder op overnemen en verrichten. Dit impliceert een geheel andere insteek op het gebied van Mens en Arbeid. Zonder afbreuk te doen aan onze klantgerichtheid zal het succes van Espria vooral worden bepaald door de mate waarin we er in slagen het ontwikkelvermogen van onze medewerkers te faciliteren en te stimuleren. Daar ligt ook de verbinding naar de vraag of we er in slagen om talentvolle medewerkers aan ons te blijven binden. We staan een open en uitdagend werkklimaat voor, met veel ruimte voor leren en ontwikkelen.

1 Voorwoord

pagina 6

Onze gerichtheid op vitaliteit onder onze cliënten kent een parallel met de gerichtheid op vitaliteit en veerkracht van onze medewerkers. Eén van de belangrijkste ambities uit ons meerjarenprogramma is verdere ontwikkeling van de participatie van medewerkers en het vergroten van hun professionele autonomie. Het succes van onze organisatie hangt nauw samen met de mate waarin medewerkers zich erkend weten en eigenaar zijn van hun professionele portefeuille.

We geven aan onze ambities invulling door zeer nauw onderling samen te werken. Dat doen we binnen het concern waarbij we de schotten tussen silo’s steeds meer doorbreken en integrale proposities aanbieden aan onze cliënten. Dat doen we ook in relatie tot de buitenwereld en onze stakeholders. We geloven in de kracht van samen en zien deze meerwaarde voortdurend in de praktijk. We pleiten indringend voor het indammen van de destructieve prikkels van de marktwerking. We opereren veelal in kwetsbare gebieden en moeten steeds meer moeite doen om ook in krimpregio’s kwaliteitszorg in stand te houden. Op geleide van vier bouwstenen van onze samenwerkingsstrategie hebben we in 2019 verdere invulling gegeven aan voorgaande ambities:

Merkbaar betere zorg Vitale medewerkers en goed werkgeverschap Digitalisering van de zorg en ondersteuning Solide bedrijfsvoering

We willen iedereen bedanken die in 2019 heeft meegeholpen onze gezamenlijke ambities weer een stukje verder te kunnen realiseren. Zonder iemand te kort te willen doen denken we dan in de eerste plaats aan onze medewerkers. We zijn dankbaar voor de enorme prestaties die steeds weer worden geleverd voor onze cliënten en we hopen dat we er in slagen de erkentelijkheid daarvoor in een steeds beter arbeidsklimaat uit te drukken. Natuurlijk danken we ook onze cliënten en hun vertegenwoordigers voor hun vertrouwen. En voor de goede samenwerking bedanken we onze ketenpartners en andere belanghebbenden. Laten we vooral de ingeslagen weg voorzetten naar de Juiste Zorg op de Juiste Plek, en naar ondersteuning van kwetsbare mensen voorbij de muren van de organisaties.

Raad van Bestuur

Op het moment van schrijven van dit verslag kenmerkt een crisis van ongekende omvang onze samenleving in de breedste zin van het woord. Corona raakt zowel de volksgezondheid als de economie hard. Voor de zorg betekent dit een groot beroep op ieders inzet, flexibiliteit en uithoudingsvermogen. Deze crisis onderstreept dat gezondheid een groot goed is en van onschatbare waarde. Juist voor de enorme inzet die in deze crisis wordt opgebracht en waarin vaak persoonlijke belangen worden weggestreept tegen het belang van de zorg voor onze cliënten, willen we onze medewerkers uit de grond van ons hart bedanken.

pagina 7

2 Strategie in

praktijk

pagina 8

2.1 Meerjarenstrategie: beter door samen

De maatschappelijke zorguitdagingen zijn groot. Doorgaan met de huidige invulling van zorg wordt, met verhoudingsgewijs steeds meer ouderen en steeds minder jongeren, geleidelijk onhaalbaar. Bovendien komt met een vergrijzende bevolking een combinatie van verschillende typen, complexere, zorgbehoeften steeds vaker voor. Het overheidsbeleid zet in op beheersing van zorgkosten en behoud van voldoende zorg van voldoende kwaliteit. We moeten dus ‘méér doen met minder meer geld.’ Er zijn op termijn eenvoudigweg te weinig beroepskrachten om de groeiende zorgvraag te beantwoorden. Nu al speelt krapte onder professionals de zorgsector parten en komen regelmatig tekorten voor. Voor de zorgorganisaties binnen Espria ligt de oplossingsrichting op drie vlakken. Ten eerste is ‘de Juiste Zorg op de Juiste Plek’ richtinggevend voor ons. Ten tweede maken we de beweging naar waardegedreven zorg. En ten derde zien wij in samenwerking, zowel onderling als met andere partners in de zorgketen en daarbuiten, de sleutel tot het behoud van goede zorg voor alle kwetsbare mensen.

Speerpunten voor samenwerkingBeter door samen is het uitgangspunt van Espria en onze onderliggende zorgorganisaties. De meerjarenstrategie die hierop is gebaseerd vormt sinds 2016 het uitgangspunt van ons handelen. In deze samenwerkingsstrategie onderscheiden we vier verschillende thema’s. Dit zijn de onderwerpen waar we met onderlinge samenwerking de meeste toegevoegde waarde kunnen behalen voor onze cliënten en medewerkers:

1. Kwaliteitszorg: continue verbetering in de zorg voor onze cliënten2. Mens en Arbeid: vitale medewerkers en goed werkgeverschap3. De meerwaarde van digitalisering in de zorg: eHealth en zorgtechnologie 4. Gezonde bedrijfsvoering: het ontzorgen en ondersteunen van zorgorganisaties

Jaarverslag 2019 - Strategie in praktijk

pagina 8pagina 8

1 2 3

4

Kwaliteitszorgcontinue verbetering in de zorg

voor onze cliënten

Mens en Arbeidvitale medewerkers

en goed werkgeverschap

DigitaliseringeHealth en

zorgtechnologie

Gezonde bedrijfsvoeringfaciliteren en ontzorgen van zorgorganisaties

pagina 9

2.2 Continue verbetering in de zorg

De komende jaren zullen grote veranderingen gaan plaatsvinden in de zorgverlening in Nederland en de zorg voor de meer kwetsbare doelgroepen in het bijzonder. Het aantal ouderen groeit sterk, vooral het aantal mensen met een zeer hoge leeftijd. Deze groep zal, hoe lang vitaal ook, uiteindelijk beperkingen ervaren die aan deze hoge leeftijd gebonden zijn. Tegelijkertijd zal het aantal in de zorg werkzame jongeren, uitgaand van de huidige balans op de arbeidsmarkt, niet voldoende meegroeien. Het gevolg: een sterke disbalans. De nieuwe groep ouderen is bovendien van de generatie die meer als consument naar de zorg heeft leren kijken in plaats van als ‘zorgontvanger’. Dit schept verwachtingen ten aanzien van het systeem, waarvan het maar de vraag is of het verwachte niveau werkelijk is op te brengen.

De verwachting is dat het aantal mensen met een verstandelijke beperking of met psychiatrische of psychische aandoeningen niet zal afnemen. Integendeel, een complexer wordende samenleving legt voor steeds meer mensen de lat erg hoog. Dit zal de kloof tussen het gewenste en het haalbare versterken. Veel mensen wensen dat ze te midden van naasten zo goed mogelijk kunnen meedoen in de maatschappij. De manier waarop de maatschappelijke en zorgsystemen hierop worden ingericht en de waarde die wordt gehecht aan structurele zorg voor kwetsbare groepen bepalen in hoeverre deze wens haalbaar is.

De definitie van kwaliteit van zorg is daarom aan verandering onderhevig. Het blijven bieden van kwaliteitszorg is de essentie van ons bestaansrecht. Leren en verbeteren en continue gericht zijn op merkbaar betere zorg vanuit het cliëntperspectief zijn thema’s waarop wij meerwaarde behalen uit intensieve en groeiende onderlinge samenwerking. Dit zien we terug in ons programma Merkbaar Beter en in ons kwaliteitsbeleid.

2.2.1 Programma Merkbaar BeterJuist omdat de zorgorganisaties van Espria actief zijn in meerdere sectoren, en zowel generalistische als (hoog)specialistische zorg bieden, is de uitdaging een samenhangende aanpak te vinden. Deze aanpak is erop gericht dat mensen zo goed mogelijk zelfstandig en in een zelfgekozen omgeving, met optimale zelfregie en passend bij hun (on)mogelijkheden kunnen functioneren en leven. Door middel van vroege signalering, preventie en vroege interventie dient het risico op verlies van autonomie en afname van welbevinden te worden voorkomen. Als er dan toch terugval optreedt, is het streven zo snel mogelijk de regie bij de cliënt terug te brengen. Voor degenen die het echt nodig hebben en voor wie zelfregie niet binnen bereik ligt, worden beschermende zorg en intensieve behandeling en begeleiding geboden. Om deze beloftes te realiseren, hebben we het programma Merkbaar Beter ontwikkeld. Dit programma geeft inhoud aan en faciliteert continue verbeteringen in het bieden van een hoogwaardig pakket aan samenhangende zorg.

Het programma Merkbaar Beter draagt sinds 2017 bij aan de beweging naar de Juiste Zorg op de Juiste Plek en waardegedreven, persoonsgerichte zorg. Onder waardegedreven zorg verstaan we in Espria-verband: zorg met een sterke focus op de uitkomsten, die we in cliëntwaarde willen uitdrukken. Bij alles wat we doen geldt dan als kernvraag: wat is de meerwaarde voor onze cliënt? Omdat dit een gegeven is dat van mens tot mens verschilt, streven we ernaar zorg te benaderen vanuit de uniciteit van iedere cliënt. Binnen dit denken staat klantwaarde centraal, naast uiteraard de vanzelfsprekende borging van professionele standaarden.

Inmiddels raakt het gedachtegoed van het programma Merkbaar Beter met haar vijf kernbeloftes ingebed in het denken en doen van alle zorgorganisaties binnen Espria. Het vormt het fundament voor de manier waarop we onze gezamenlijke visie op zorg waarmaken.


pagina 10


Het programma Merkbaar Beter is gericht op aantoonbaar bijdragen aan oplossingen voor de uitdagingen waar de sector voor staat: de vergrijzing en toenemende multi-problematiek bij cliënten tegen de achtergrond van een steeds krapper wordende arbeidsmarkt. Het programma ondersteunt en faciliteert onderlinge samenwerking en het systematisch leren van en aan elkaar. Met in- en externe samenwerkingspartners richten we ons op cliënt gecentreerde zorg: één cliënt, één dossier, één aanspreekpunt. We zoeken voortdurend naar de ‘gouden standaarden’, de voorbeelden van bewezen effectieve zorg en de lessen die we kunnen leren uit de praktijk. Daarbij verbinden we mensen en middelen met elkaar, richten netwerken op en zetten expertise op het gebied van organisatieontwikkeling, veranderkunde en onderzoek in.

Van aanbod naar vraaggerichtDe bedoeling en toegevoegde waarde van het programma Merkbaar Beter wordt steeds meer omarmd. Collega’s zoeken elkaar in toenemende mate op, over de grenzen van de Espria zorgorganisaties heen, om kennis te delen en elkaars expertise te benutten. Nieuwsgierigheid naar elkaars werkwijzen groeit bijvoorbeeld op onderwerpen als kwaliteit van zorg, passend aanbod, shared governance, strategische zorgverkoop, vastgoed, het benutten van data en het inzetten van eHealth en zorgtechnologie. Bijeenkomsten van Merkbaar Beter leiden tot vervolgafspraken en het onderling delen en benutten van successen. Naast de doorontwikkeling van modules als ‘Revalideren en herstellen bij ons’, ‘Behoeftebepaling’ en ‘Zorg bij acute situaties’, groeit de vraag naar ondersteuning bij steeds beter worden.

Merkbaar verBeterkracht Lerend vermogen en verbeterkracht bedden we vanuit het Programma Merkbaar Beter breed en duurzaam in door focus op relatiebeheer en actieve betrokkenheid bij de Espria experttafels. Hier representeren medewerkers met een bepaald expertisegebied de verschillende zorgorganisaties en bedrijfsonderdelen. Tevens zetten we in op het bevorderen van verbindingen met lean functionarissen en op zorginnovatie of –verbetering gerichte

Jezelf zijn en blijven

Overal thuis snel weer naar huis

BESCHERMENDEzorg

De sterke wijk

Verbinding en proces begeleiding door Programmateam Merkbaar Beter

Met in- en externe samenwerkingspartners ontwikkelen we zorgpaden; bijvoorbeeld Zorgpad Amputatie in samenwerking met het WZA, Interzorg en Icare. We zetten leer- en ontwikkeltrajecten op in samenwerking met Zorggroep Meander, Hanzehogeschool en RUG (Familiezorg en Home-and-placemaking) en we verzorgen onder meer workshops en presentaties op het LIDZ congres. We ondersteunen doelgroepenanalyses bij De Trans en hebben een verbindende rol als het gaat om Espria-brede thema’s als: eHealth en zorgtechnologie, continentiezorg en de wet Zorg en Dwang. Aan de hand van onderzoek maken we toegevoegde waarde en verbeterpotentieel inzichtelijk. De samenwerking met Icare op Positieve gezondheid is daar een voorbeeld van. Om de wijkteams te ondersteunen bij het werken met een brede behoeftebepaling (module van Programma Merkbaar Beter) in lijn met de visie van Icare is een pilot gestart in rayon Drenthe Zuid West, waarin teams geschoold worden in toepassing van positieve gezondheid. Op basis van de evaluatie van deze pilot zal in 2020 de verdere implementatie binnen Icare gepland gaan worden.

pagina 11


projectleiders over de grenzen van de zorgorganisaties heen. In 2020 gaan we door op deze weg. We willen onze ‘spin in het web - netwerkrol’ verder uitbouwen en de verbeterkracht van Espria zorgorganisaties verder vergroten. Door nauwe samenwerking met onze specialisten op het gebied van communicatie dragen we dit soort veranderingen uit en versterken we de kracht van goede praktijken. In co-creatie maken we ‘Beter door samen’ successen zichtbaar ter inspiratie, kennisdeling en motivatie en houden het Merkbaar Beter gedachtegoed levend. De gezamenlijke ‘Beter door samen’ email nieuwsbrief die Espria-breed wordt verstuurd is daar een mooi voorbeeld van.

Zo snel mogelijk ambulant revalideren

Voor de Merkbaar Beter module ‘Revalideren en herstellen bij ons’ liep van oktober 2018 tot en met juni 2019 een pilot bij Icare en Zorggroep Meander. Op de thema’s snelheid, effectiviteit, volledige en tijdige overdracht en duurzaamheid van de revalidatie hebben we met verschillende meetinstrumenten inzichtelijk gemaakt in welke mate we aan onze zorgbeloftes voldoen. De gezamenlijke pilot heeft veel bijgedragen aan het leren van en aan elkaar. Ook hebben we meer inzicht in concrete verbetermogelijkheden. Inge Doornbos, manager Behandeling & Revalidatie, Zorggroep Meander: “Veel mensen voelen zich thuis toch het meest op hun gemak. Een belangrijk aandachtspunt is daarom om, waar mogelijk, zo snel mogelijk vanuit thuis de verdere revalidatie te begeleiden. We hebben naar aanleiding van de pilot het ambulante proces voor Veenkade en Diemerstee onderhanden genomen, verduidelijkt en vereenvoudigd. Een mooie verbeterslag!”

pagina 12


2.2.2 Kwaliteit van zorgHet kwaliteitsbeleid binnen Espria zet in op een beleidskanteling van een focus op verantwoording naar een focus gericht op het bevorderen van het lerend vermogen. Deze kanteling behelst ook een verschuiving van een meer normatief ingestoken kwaliteitsbeleid naar een meer individueel, beschrijvend perspectief. Espria-breed wordt vanuit dit gegeven de kwaliteitscockpit ontwikkeld met als uitgangspunt dat de monitor dient aan te sluiten bij de werkzaamheden in de teams. Hierdoor kunnen zij zelf voortdurend de geleverde kwaliteit van zorg en risico’s monitoren en hierop reflecteren. Door verbetering van onze eigen kwaliteitssystemen verwachten we geleidelijk afscheid te kunnen nemen van bestaande, meer verouderde systemen waar we nu nog mee werken. In 2020 moet de vernieuwde kwaliteitsmonitor volledig operationeel zijn. Hiermee verwachten we ook de administratieve lastendruk verder te kunnen reduceren. Periodieke monitoring van cliënt- en medewerkerstevredenheid moeten een voortdurend beeld opleveren over de mate waarin we succesvol onze doelstellingen realiseren. Via het consequent toepassen van een passende leer- en verbetercyclus op alle niveaus hebben we in 2019 activiteiten ingezet op continue verbetering. Binnen de experttafel Kwaliteit wisselen we ervaringen Espria-breed uit. We willen elkaar stimuleren niet slechts te meten, omdat we dan weten en kunnen verantwoorden, maar vooral ook omdat we het willen benutten voor de beweging naar steeds betere zorg aansluitend aan de vraag van onze cliënten, hun naasten, financiers en de maatschappij. Hulpverleners maken ons duidelijk dat ze willen bijdragen aan continue verbeteren van zorg en de beweging van ‘kwaliteit leveren’ naar ‘kwaliteit leven’.

Naast wat de HKZ en ISO voorschrijven, hebben we ons in 2019 georiënteerd op een kwaliteitsbeleid waarbij de focus ligt op het werken vanuit de bedoeling (waarde toevoegen) en continu leren en verbeteren. Hierbij laten we ons inspireren door de theorie van M. Porter ten aanzien van Value Based Health Care en door de Presentietheorie van A. Baart, waarbij aandacht, medemenselijkheid en aansluiten bij de ander centraal staan. Dit betekent dat onze focus ligt op de wensen van de cliënt en hun naasten in plaats van op ons aanbod. We maken zo een beweging van aanbodgerichte zorg naar maatwerk door te luisteren naar wat een cliënt aangeeft nodig te hebben of fijn te vinden en passend bij eigen (herstel)

Samen werk maken van Begeleiding Thuis

GGZ Drenthe, Icare, Icare JGZ en De Trans werken al jaren steeds intensiever samen op het gebied van ambulante begeleiding. In Drenthe levert dat mooie resultaten op, hoewel de financiering helaas steeds meer onder druk staat. “In de projecten die we in onder meer Emmen, Coevorden, Klazienaveen en Assen doen, spreken de resultaten voor zich,” vertelt projectleider Garrelt van de Veer van De Trans. “Cliënten krijgen sneller de juiste zorg van zorgprofessionals met de juiste expertise. We werken meer als netwerk rondom de cliënt samen. Korte onderlinge lijnen, snel open afschalen en het goed kennen van elkaar en de cliënten, maakt dat we escalatie of crisissituaties vaker weten te voorkomen. Ook zien we dat cliënten en hun families vaker veilig en vertrouwd zelfstandiger hun leven kunnen leiden. Soms geheel zonder zorg en soms met minimale zorg, eventueel op afstand.” In 2019 heeft een werkgroep de randvoorwaarden en concrete doelstellingen uitgewerkt om nog meer uit de onderlinge samenwerking te halen.

pagina 13

tevredenheidsonderzoeken van alle zorgorganisaties. Hierbij liggen de scores veelal hoger dan een 8, met ‘uitschieters’ naar beneden en naar boven van respectievelijk een 7.4 en een 9.2. In 2019 is voor het eerst binnen de VVT wijkverpleging (extramuraal) een PREM meting uitgevoerd.


Gemakkelijker meer en beter inzicht

In 2019 hebben we gewerkt aan het (door)ontwikkelen van onze kwaliteitsmonitor. Doel van deze kwaliteitsmonitor is management en professionals zicht geven op de uitkomsten van het eigen (team) handelen. Deze transparante manier van presenteren van kwaliteitsinformatie biedt aanknopingspunten op verschillende niveaus, maar vooral ook in het hart van de organisaties, in de teams, om verbeteracties in te zetten ten aanzien van de veiligheid en kwaliteit van zorg. Ook hebben we een start gemaakt met het inbouwen van kwaliteitsindicatoren in managementsystemen. Hierbij gelden als uitganspunten dat administratieve lasten worden beperkt door registratie aan de bron en gegevens eenmalig worden vastgelegd maar meervoudig gebruikt.

Wet Zorg en Dwang en Wet verplichte GGZ

We hebben ons in Espria-brede samenwerking voorbereid op de invoering van een tweetal wetten: de Wet Zorg en Dwang (Wzd) en de Wet verplichte GGZ (Wvggz). Zo hebben we beleid, procedures, scholingsprogramma’s, profielen van zorgprofessionals en communicatiemateriaal ontwikkeld en aanpassingen in IT-applicaties gedaan. Hierbij hebben we veel aandacht besteed aan goede informatievoorziening en trainingen voor medewerkers. Daarnaast heeft Espria zich aangesloten bij de landelijke Klachten Commissie Onvrijwillige Zorg (KCOZ) en is een regionale klachtencommissie Wvggz ingericht.

doelen. Er zijn in de zorgorganisaties verschillende initiatieven om hierover de dialoog met cliënten te voeren. Bijvoorbeeld een pilot bij Zorggroep Meander waarbij we ervaringen van cliënten hebben gemeten bij de behoeftebepaling. Het welbevinden van de cliënten, op basis van hun wensen en behoeftes, stond hierbij centraal. De wensen en verwachtingen van cliënten met betrekking tot hun welbevinden worden geïnventariseerd met behulp van de Groningen Wellbeing Indicator (GWI). De informatie uit de GWI wordt gebruikt om samen met de cliënt afspraken te maken over de ondersteuning die nodig is voor behoud of vergroten van welbevinden. Ook zoeken we op basis daarvan naar oplossingen voor door de cliënt ervaren knelpunten. Persoonsgerichte en waardegedreven zorg krijgt op deze wijze steeds meer vorm en inhoud.

CliënttevredenheidOnze cliënten zijn over het algemeen zeer tevreden over de behandeling, zorg en ondersteuning die zij ontvangen. Dit blijkt uit de cliënt

pagina 14

Visie op informele zorgIn 2019 hebben we onze visie op informele zorg verder doorontwikkeld. Vanuit de verschillende sectoren (VVT, VG, JGZ en GGZ) is gekeken hoe we invulling willen geven aan informele zorg. Dit met het oog op het belang van het zo lang mogelijk in stand houden van de eigen regie van cliënten en de versterking van ondersteunende structuren door de eigen naasten. Deze naasten kunnen familieleden zijn maar ook heel goed de buren of leden van genootschappen waar de persoon deel van uitmaakt.Professionals binnen Espria zoeken actief de samenwerking met de informele zorg en ondersteunen bij de opzet ervan. Een belangrijke factor in de organisatie van de informele zorg is de Ledenvereniging van Espria. Met meer dan 300.000 ‘voordeuren’ als leden heeft deze vereniging een geweldig belangrijke rol in de versterking van de sociale infrastructuur. In de visie van Espria zijn informele zorg en formele zorg onlosmakelijk aan elkaar verbonden en dragen ze in gezamenlijkheid bij aan het welzijn van de cliënt. Bij deze samenwerking blijft de eigen regie van de zorgvrager het uitgangspunt. Het is de cliënt die keuzes maakt, ook of en welke inzet hij verwacht van de sociale omgeving. Daarnaast heeft de informele zorg soms ook een ondersteuningsbehoefte of -wens die het, indien ingevuld, mogelijk maakt de gevraagde ondersteuning aan een persoon te (blijven) verlenen. De visie op informele zorg die we ontwikkelen differentieert naar de verschillende doelgroepen die we binnen Espria bedienen. Immers, hoewel in de kern gelijk maakt het nogal uit of de informele zorg wordt georganiseerd voor en rondom een vitale oudere of dat deze zich richt op iemand met een verstandelijke beperking en/of een psychiatrische kwetsbaarheid.

Zorgtechnologie en innovatieHet vervangen van (onderdelen van) ‘traditionele’ zorg door eHealth is een van de oplossingsrichtingen binnen de beweging naar de Juiste Zorg op de Juiste Plek. Ook onderdeel daarvan is het inzetten van eHealth bij zorgpreventie en de verplaatsing van zorg naar zoveel mogelijk thuis. Wij geloven dat eHealth kansen biedt om zorg te verbeteren. Enerzijds blijven we zo aansluiten bij wensen en behoeften van cliënten, anderzijds biedt eHealth ons slimme oplossingen vanuit de toenemende krapte op de arbeidsmarkt bezien. Zorgtechnologie en eHealth

krijgen nadrukkelijk aandacht in de ontwikkeling van onze digitale strategie, die in hoofdstuk 2.4 Digitalisering en eHealth, nader wordt toegelicht.

Klachten en meldingenAls ‘lerende organisaties’ proberen we continue verbetering in de zorg, ondersteuning en specialistische behandeling voor onze cliënten te bereiken. Onze zorgorganisaties houden het aantal klachten, het aantal calamiteiten en het aantal meldingen van incidenten signalen bij. Ze reflecteren hierover op strategisch, tactisch en operationeel niveau en ze nemen verbetermaatregelen om de kwaliteit van zorg te verbeteren, bijvoorbeeld rondom medicatieveiligheid, hygiëne en dossiervoering.


Verbeteringen medicatieveiligheid

Evean, Icare en Zorggroep Meander, onze VVT-organisaties, zijn aangesloten op de registratiesystemen voor medicatietoediening waarmee ze met de ketenpartners in hun regio samenwerken. Zorgcentrale Noord (ZCN), collega binnen Espria, speelt daarin een belangrijke rol door waar nodig de tweede controle op afstand uit te laten voeren door de centralisten. GGZ Drenthe heeft in 2019 het ontsluiten van medicatiegegevens via het landelijk schakelpunt geoptimaliseerd.

pagina 15


Door het delen van kennis en ervaring verbreden we ‘good practices’ en implementeren deze bij de partners binnen Espria. Tussen zorgorganisaties wordt steeds intensiever informatie uitgewisseld. Zo maken we efficiënter gebruik van wat we al in huis hebben en kunnen sneller ontwikkelingen toepassen. Voorbeelden hiervan zijn de uitrol van een handzamere medewerkersklachtenregeling, informatie-uitwisseling over methoden van exitanalyse, de toepassing van onboarding apps en de medewerking aan en gebruik van de landelijke #ikzorg campagne.

LeiderschapsprogrammaWe hebben een leiderschapsprogramma opgezet gericht over Waardegedreven Leiderschap. Alle managementteamleden van de zorgorganisaties en bedrijfsonderdelen zijn hiermee gestart in 2019. De inzet is om ontmoeting over de organisatiegrenzen heen te faciliteren en te bevorderen en zo op een collegiale manier van elkaar te leren. Daarbij zetten we nadrukkelijk talenten in of specifieke expertise van collega’s. Het programma krijgt een vervolg in 2020 met plenaire leiderschapsdagen en keuzemodules. Ook is een soortgelijk programma in voorbereiding voor alle operationeel leidinggevenden binnen Espria.

Duurzame inzetbaarheidDirect gerelateerd aan onze kernthema’s vitaliteit, eigen regie en vakmanschap is duurzame inzetbaarheid: het vermogen van medewerkers om gemotiveerd, vitaal en gekwalificeerd, toegevoegde waarde in het werk te leveren en te ervaren. Kortom: medewerkers die lekker in hun werk zitten, nu én in de toekomst. We hebben een Espria-brede visie Duurzame Inzetbaarheid opgesteld en prioriteiten en focusgebieden vastgesteld voor de start van een concrete aanpak in 2020. Focus ligt daarbij eerst op Pauze houden (opladen en herstellen), Weerbaarheid (veerkracht) en Gezond richting pensioen. Juist deze thema’s houden veel medewerkers bezig en we verwachten positieve impact in het voorkómen van verzuim.

Samenwerking op dit thema gebeurt via het Espria-brede programma Mens en Arbeid en via de experttafel waaraan de managers HR uit de zorgorganisaties en bedrijfsonderdelen samenkomen.

Het programma Mens en Arbeid richt zich op de vraag hoe we in een steeds krappere arbeidsmarkt onszelf kunnen onderscheiden als werkgever. Zo proberen we nu en in de toekomst goede én voldoende medewerkers aan ons te binden en hen te blijven boeien. Werkplezier, erkenning, ontwikkelvermogen en duurzame inzetbaarheid zijn de centrale thema’s in het programma. Op hun beurt leiden deze bouwstenen ook tot steeds betere zorg voor onze cliënten. En daar draait het natuurlijk om!

Uitgangspunt is onze gemeenschappelijke visie op vitale medewerkers en goed leiderschap als sleutel tot goede zorg voor onze cliënten, nu en in de toekomst. In de zorg stellen we zelfregie en autonomie van onze cliënt centraal. Parallel daaraan stellen we vanzelfsprekend vergelijkbare waarden als uitgangspunt voor onze visie op medewerkers en werkgeverschap: zelfregie, vitaliteit en vakmanschap. Deze vormen de gezamenlijke basis voor de kernwaarden van onze zorgorganisaties.

Twee bewegingen in ‘beter door samen’ Op het gebied van goed werkgeverschap en vitale medewerkers zien we een steeds steviger verankering van onze samenwerkingsfilosofie ‘beter door samen’.

We lichten er twee bewegingen uit: In Espria-verband ontwikkelen we steeds vaker gezamenlijk iets nieuws. We bouwen en vullen bijvoorbeeld een Espria-breed online Vitaliteitsplein. We trekken samen op op het gebied van duurzame inzetbaarheid, gezamenlijke aanschaf en implementatie van een nieuw online Leer Management Systeem en een nieuwe wervingsapplicatie met daaraan gekoppeld ‘werken bij’ websites.

2.3 Vitale medewerkers en goed werkgeverschap

pagina 16


Vitaliteitsplein op intranetIn 2019 heeft een werkgroep met collega’s vanuit de zorgorganisaties in samenwerking met het Espria Kenniscentrum Vitaliteit het Vitaliteitsplein op ons intranet opgebouwd en gevuld rond thema’s als Fysiek fit, Sterk in mijn werk, Terug naar werk, Geldzaken op orde en Mentaal in balans. Via intranet is het Vitaliteitsplein voor alle 17.000 collega’s van de zorgorganisaties en bedrijfsonderdelen van Espria beschikbaar. Het plein biedt informatie en inspiratie over bewegen, voeding, slapen, omgaan met (werk)stress, de overgang, mantelzorg, omgaan met geld, en het benutten van je talenten. Medewerkers vinden er aanbod, inspirerende verhalen en praktische informatie en tips. Ook is een introductiecampagne voorbereid voor de lancering in januari 2020, een vitaliteitskalender en een communicatiecampagne voor de rest van 2020. Dit om bewustzijn bij medewerkers te vergroten en hen te helpen bij het in regie komen op voor hen relevante thema’s.

Nieuw online Leerplein

In 2019 is door De Trans, Evean, Icare en Icare JGZ in samenwerking met het SSC Espria een nieuw online Leerplein aangeschaft en gevuld. Het Leerplein is via intranet beschikbaar voor de medewerkers van de zorgorganisaties en gebruiksvriendelijker door een overzichtelijker lay-out. Het maakt het voor medewerkers en voor leidinggevenden makkelijker om vereiste en vrijwillige scholingen/E-learning modules te overzien, zowel voor professionele als voor persoonlijke ontwikkeling. Het Leerplein heeft een Espria-brede inrichting en lay-out, en bepaalde organisatiespecifieke delen. De introductie start in 2020 met centraal ontwikkelde communicatiemiddelen.

pagina 17


Vakdag Arbeidsmarktstrategie

De verschillende zorgorganisaties en bedrijfsonderdelen van Espria hebben allemaal last van krapte op de arbeidsmarkt voor (zorg)professionals. Iedere organisatie heeft haar eigen aanpak in arbeidsmarktstrategie, passend bij de eigen organisatie. In december 2019 hebben bijna 30 medewerkers van Mens & Arbeid, recruitment en communicatieadviseurs met arbeidsmarktstrategie in hun portefeuille deelgenomen aan een interne vakdag met het thema Werving, als onderdeel van arbeidsmarktstrategie.

Eline Wagteveld, communicatieadviseur bij Icare, was een van de organisatoren: “Deelnemers deden in een masterclass kennis op over trends en ontwikkelingen in werven, arbeidsmarktcommunicatie en employer branding. Ook hebben we samenwerkingsprioriteiten bepaald op basis van een inventarisatie vooraf van de onderwerpen waar de organisaties de meeste ‘wervingspijn’ ervaren. Tot slot wisselden we tips uit over arbeidsmarktcampagnes en sterkere vacatureteksten.” De vakdag krijgt een vervolg in 2020.

Naast gezamenlijke ontwikkelingen op belangrijke onderwerpen als vitaliteit, leiderschap en ontwikkelvermogen, hebben we ons ook op onderstaande onderwerpen gericht in onze samenwerking binnen Espria:

Het Espria-breed openstellen van de digitale personeelsdossiers Inrichten van dashboards voor stuurinformatie over verzuim Specifieke uitwisseling van aanpak, kennis en ervaring op het gebied van verzuim in een ‘Taskforce Verzuim’

Effectiever samenwerken met bedrijfsartsen Trainingen in omgaan met verzuim en mobiliteit Werkkostenregeling in gezamenlijke applicaties Voorbereiding op nieuwe wetgeving en afstemming daarover, zoals de wet WAB

pagina 18

2.4.1 De korte termijnhorizon: vandaag In de zorgorganisaties wordt al op veel plekken gebruik gemaakt van eHealth. Bij het vervangen van bepaalde onderdelen van zorg door eHealth gaat het om de vraag hoe hulpmiddelen en technologie de zelfredzaamheid van cliënten ondersteunen en verlengen, en hoe zij bijdragen aan het behouden van de eigen regie. Met eHealth willen we kwaliteit van zorg verhogen en ook werkplezier en werkgemak bevorderen. De meerwaarde van samenwerking binnen Espria op dit onderwerp zit in het sneller en breder toepassen van vormen van eHealth. We bereiken dit onder andere door gericht ervaringen onderling uit te wisselen. eHealth ambassadeurs uit de verschillende zorgorganisaties zijn onderling verbonden en hebben een inventarisatie gemaakt en deze via intranet laagdrempelig beschikbaar gemaakt.

2.4.2 De middellange termijn: morgen Om in toenemende mate digitalisering en eHealth mogelijkheden in te zetten ten gunste van goede zorg, zullen we aan randvoorwaarden moeten gaan voldoen die we –hoogstwaarschijnlijk - ‘morgen’ al nodig zullen hebben. In 2019 hebben we een intensief verkenningstraject doorlopen met deelnemers uit alle zorgorganisaties en bedrijfsonderdelen. Hierbij hebben we de randvoorwaarden in kaart gebracht die we als noodzakelijk kenmerken voor een moderne digitale werkomgeving. Deze werkomgeving ondersteunt onze werkprocessen en de daaruit volgende contacten en informatie-uitwisseling, veilig en 24x7.

2.4.3 Onze toekomstvisie: overmorgenTerugkijkend op de ontwikkeling in digitalisering in de afgelopen 15-20 jaar kunnen we met zekerheid concluderen: verandering is de enige constante, en de toekomst valt bijna niet te voorspellen. Toch is het voor ons cruciaal om juist op die digitalisering een toekomstbeeld te vormen. In 2019 hebben we de aanzet gedaan voor het opstarten van een Espria-breed programma Digitaal Aan Zet. Dit programma krijgt meer concreet gestalte vanaf 2020. Hierbij is het opstellen

De wereld digitaliseert en de zorg beweegt mee. Het belang van informatie-technologie in de professionele ondersteuning van onze dienstverlening neemt snel toe. Er is steeds meer data en we maken in toenemende mate gebruik van digitale communicatievormen. Vanuit de beweging naar de Juiste Zorg op de Juiste Plek wordt de inzet van zorgtechnologie steeds belangrijker. Om ook in de toekomst goede zorg voor alle cliënten te kunnen blijven bieden, vervan-gen we bepaalde onderdelen van zorg die nu nog door mensenhanden wordt gedaan door onder andere eHealth. Ook zetten we eHealth in bij preventie in allerlei opzichten en bij de verplaatsing van zorg naar zoveel mogelijk thuis. We verwachten dat verdere inzet in de komende jaren van allerlei applicaties en di-gitale middelen bij kan dragen aan het in stand houden van hoogwaardige zorg en ondersteunende processen.

Er liggen enorm veel kansen in digitalisering, maar er zijn ook grote uitdagingen. Digitalisering en eHealth omvatten een scala aan onderwerpen en thema’s op zowel technisch als menselijk vlak, en op micro- en macroniveau en alles daartussen: van zorg voor een cliënt op een locatie tot de noodzakelijke aanpassingen in financieringsstructuur van de huidige ‘verzuilde’ zorg.

Onze inspanningen op het vlak van digitalisering en eHealth verdelen we over drie planningshorizonnen: de korte, middellange en langere termijn.

2.4 Digitalisering en eHealth

We onderscheiden drie verschillende horizonnen in digitalisering:

vandaag, morgen en overmorgen.


pagina 19

van een visie op Informatietechnologie en Zorgtechnologie een van de eerste stappen. In ons programma Digitaal Aan Zet staan de vragen en de vaardigheden van medewerkers en cliënten op het gebied van eHealth en digitale ondersteuning centraal. We vinden het belangrijk om nadrukkelijk de ervaring en input van zorgcollega’s als uitgangspunt te nemen, evenals die van cliënten. Zíj zijn degenen die bepalen of zorgtechnologie goed werkt en meerwaarde biedt.

Digitaal prikbord eHealth toepassingen50 eHealth- enthousiastelingen en –ambassadeurs binnen Espria hebben actief kennis en ambities op het gebied van eHealth en zorgtechnologie gedeeld. Huidige toepassingen binnen Espria zijn verzameld op een ‘digitaal prikbord’. Via intranet is deze informatie en inspiratiewand beschikbaar voor alle medewerkers. Ook voor mensen buiten onze organisatie is de informatie te bekijken: www.ehealth.espria.nl. De eHealth voorbeelden zijn gegroepeerd in drie toepassingsgebieden: beslisondersteuning en keuzehulp, van data naar informatie en het uitwisselen van informatie. Over elke toepassing is zowel basisinformatie als meer achtergrond informatie beschikbaar. Er is tevens een ‘fysieke eHealth wand’, die actief wordt gebruikt tijdens bijeenkomsten en evenementen. Deze wand reist ook langs de Esprialocaties en kantoren. Dat stimuleert, motiveert en enthousiasmeert medewerkers de mogelijkheden van eHealth en zorgtechnologie nog meer te gaan benutten.

“eHealth, ik wist niet dat we er al zoveel mee doen! Wat een mooie voorbeelden. Dat smaakt naar meer.”


pagina 20


Evean Oostergouw wint challenge ‘Verpleeghuizen van de toekomst’

Verpleeghuis Oostergouw deed samen met Philadelphia Zorg mee aan de challenge georganiseerd door het Ministerie van VWS. Hierbij draaide het om twee vragen: hoe kan nieuwe technologie het werk van medewerkers aantrekkelijker maken? En hoe kan deze de zorgkwaliteit en veiligheid van cliënten vergroten?

Dat Evean zich nu ‘Zorgvernieuwer 2019’ mag noemen is te danken aan de succesvolle implementatie van slim incontinentiemateriaal op twee afdelingen van Oostergouw. Het is een signaleringssysteem op afstand, waardoor een bewoner alleen verschoond hoeft te worden op het moment dat het echt nodig is. Gedurende de proef met het nieuwe materiaal nam het aantal ‘natte bedden’ af met 76% af. Ook leidde het tot een verlaging van de werkdruk door minder verschoningen (-30%). Nicole Brink, medewerker zorg en kwaliteit bij Evean: “Bewoners hoeven niet meer in een nat en koud bed te liggen, en ervaren ook minder schaamte en onrust. Medewerkers hebben minder werk aan het verschonen van kleding en beddengoed. De meerwaarde ligt dus in de eerste plaats bij de cliëntervaring, maar voor zorgpersoneel scheelt het tijd, en het is ook een verlichting qua fysieke belasting.” De door Evean opgedane kennis en ervaring zetten we in bij gezamenlijke vervolgpilots binnen Espria.

Online dossiers in jeugdgezondheidszorg en ggz

In september is het nieuwe Jeugddossier Noord-Veluwe succesvol van start gegaan. Een gezamenlijk online dossier waarin zowel medewerkers van GGD NOG (JGZ 4-18), Icare JGZ (JGZ 0-4) en Stichting Jeugd Noord Veluwe (jeugdhulp) werken. Dit is de eerste regio in het land waar op deze wijze met elkaar, ondersteund door dit dossier, de zorg voor jeugd wordt vormgeven. En daarmee lopen we voorop in het digitaal toegankelijk maken van het dossier voor ouders en jongeren. Het Jeugddossier en bijbehorend klantportaal worden de komende tijd verder doorontwikkeld; een klankbordgroep van ouders en jongeren kijkt kritisch mee. Voor de overige delen van het werkgebied van Icare JGZ onderzoeken we of we ook de overstap kunnen maken naar dit Jeugddossier.

Ook GGZ Drenthe heeft een beveiligd online patiëntenportaal gelanceerd. Via Mijn GGZ Drenthe kunnen patiënten hun persoonlijke documenten inzien wanneer zij willen. Bijvoorbeeld het behandelplan of afspraken. Ook kunnen patiënten vragenlijsten invullen ter voorbereiding op een afspraak, berichten uitwisselen met de behandelaar en een naaste toegang geven tot (onderdelen van) Mijn GGZ Drenthe. Door gebruik van Mijn GGZ Drenthe krijgen patiënten meer inzicht in hun behandeling.

pagina 21


Optimaliseren analyse van OMAHA data

Het classificatiesysteem OMAHA is een hulpmiddel voor de wijkverpleging om vanuit het verpleegkundig proces de cliëntgegevens (uniform) vast te leggen in het zorgdossier. OMAHA hebben we in 2017 digitaal geïmplementeerd binnen de VVT organisaties Evean, Icare en Zorggroep Meander. In 2019 hebben we de werkwijzen onderling vergeleken en zijn met Stichting Omaha System Support een samenwerking aangegaan om toe te werken naar eenzelfde manier van registreren. Met geanonimiseerde data hebben we nu de mogelijkheid om eenvoudiger de registraties onderling te vergelijken en daarop verbeteracties in te zetten. Changuna Bijvank, projectleider Icare: “Met alle betrokken wijkverpleegkundigen, beleidsmedewerkers en functioneel beheerders van Evean, Icare en Zorggroep Meander hebben we samen met het Business Intelligence team van het SCC en de afdeling Control van Icare gekeken naar het beter inrichten van stuurinformatie. Nu hebben we domeinen, aandachtsgebieden, scores en metingen inzichtelijk en ook welke acties zijn ingezet door de wijkverpleging. Deze informatie helpt de wijkverpleging en draagt zo bij aan het optimaliseren van de kwaliteit van zorg.”

Door goede inzet van domotica, een van de vormen van eHealth, verbeteren we de kwaliteit van zorg. Met behulp van domotica kunnen we zorg nog beter afstemmen op de behoefte van de cliënt, waardoor hij/zij beter en langer zijn/haar zelfstandigheid kan behouden. We hebben sinds 2018 een centraal Espria domoticaplatform. Daarop sloten we in 2019 steeds nieuwe toepassingen centraal aan. Door deze centrale regie kunnen we pilots makkelijker opschalen naar verschillende zorglocaties of -organisaties, leveren we betere service bij storingen, en kunnen we makkelijker van elkaar leren. Bovendien levert dit inkoopvoordeel en efficiëntere samenwerking met domoticaleveranciers op. Om de juiste zorg op de juiste plek te kunnen bieden, moeten we de juiste digitale informatie op de juiste plek én ‘veilig’ (voldoend aan informatieveiligheid en privacywetgeving) beschikbaar hebben. Dat borgen we ook centraal. In 2019 zijn toepassingen van slimme sensoren op verschillende zorglocaties aangesloten, bijvoorbeeld Dekelhem van Icare, Nieuwe Havens van De Trans en Veenkade van Zorggroep Meander. Hierbij zijn de sensoren gekoppeld aan een app op speciale zorgsmartphones. Meldingen en alarmen kunnen geïnterpreteerd en gefilterd worden. Deze nieuwe generatie domotica verlicht de werkdruk van nachtzorgmedewerkers en vergroot de privacy en veiligheid van bewoners.

Steeds meer toepassingen aangesloten op centraal Espria Domoticaplatform

pagina 22

(leer)werk ervaringsplaatsen. Ook maken we ons sterk om hierbij onze eigen cliënten te betrekken, bijvoorbeeld uit de (forensische) psychiatrie en mensen met een beperking. Naast de intensieve ketensamenwerking is Espria aangesloten bij MVO Nederland en lid van MVO-netwerken binnen de brancheverenigingen.


Binnen Espria streven we naar een duurzaam gezonde bedrijfsvoering om onze ambities op het gebied van kwaliteit van zorg en innovatie waar te kunnen maken. Wij zien bedrijfsvoering als een randvoorwaardelijk thema, maar zeker ook als een kans om gezamenlijk in op te trekken en win-win situaties te creëren voor zowel onze medewerkers, cliënten, de maatschappij en andere stakeholders. In dit hoofdstuk bespreken we verschillende facetten van wat wij verstaan onder gezonde bedrijfsvoering: ons duurzaamheidsbeleid, de bedrijfsonderdelen die onze zorgorganisaties faciliteren en de manier waarop we met risico’s omgaan.

2.5.1 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen We geloven in de kracht van samen en zien deze meerwaarde voortdurend in de praktijk. Verantwoording afleggen over grensoverschrijdende effecten van onze activiteiten zien wij als de kern van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Hiermee is MVO een fundament voor gezonde bedrijfsvoering. De taak zorg te dragen voor maatschappelijke effecten ligt in het verlengde van ons bestaansrecht: zorgen dat kwetsbare mensen zo zelfstandig mogelijk kunnen functioneren en zoveel mogelijk regie houden over hun kwaliteit van leven. De zorgorganisaties en bedrijfsonderdelen van Espria handelen vanuit drie rollen in de maatschappij: als zorgverlener, als werkgever en als economisch actor.

Als zorgverlener maakt Espria zich sterk voor de hoogste kwaliteit zorg aan kwetsbare mensen. We geven hier invulling aan door kwaliteitsbeleid en het strategische programma Merkbaar Beter. Door het ontwikkelen van een digitale strategie kijken we vooruit hoe we deze zorg kunnen behouden in de toekomst. In onze rol als werkgever staat het welzijn van onze medewerkers centraal. Door middel van onder andere het strategische programma Mens en Arbeid geven we hier praktische invulling aan. Espria draagt bij aan de lokale werkgelegenheid, bijvoorbeeld door het aanbieden van stageplekken voor lokale scholen en vrijwilligerswerk. Sociale participatie staat hoog in het vaandel: de zorgorganisaties werken actief mee door re-integratie en het aanbieden van

2.5 Gezonde bedrijfsvoering

Cliëntenzorg

VastgoedMedewerkers

Sociale participatie

Facilitaire processen

Routekaart CO2-reductie

Als grootverbruiker van energie heeft Espria in 2019 verantwoording afgelegd ten aanzien van de Energy Efficiency Directive van de E.U. Hiermee heeft Espria een stap genomen die aansluit bij de zorgsector afspraken met de overheid naar CO2-emissiereductie. Het energiebeleid zal via de zorgsector afgesproken CO2-emissie routekaart worden vertaald naar de Espria routekaart. Deze beschrijft welke maatregelen we nemen om de doelstellingen van het klimaatakkoord te behalen.

pagina 23


Met de aanstelling van een programmamanager MVO willen we MVO nog steviger in onze bedrijfsvoering verankeren en vooral meerwaarde creëren door samenwerking op dit programma. Hiermee is 2019 een belangrijk jaar geweest voor het omploegen van de grond en maken wij ons op voor een vruchtbare samenwerking op MVO gebied in de komende jaren. De vijf ‘bloembladen’ van MVO in de zorg dienen als raamwerk voor de ontwikkeling van het Espria-brede MVO beleid. De eerste zaadjes hiervan zijn begin 2020 al geplant met een inventarisatie van huidige initiatieven. In 2020 zal er een nieuw gezamenlijk afvalbeleid worden geformuleerd waarin MVO een centrale rol speelt. Het mobiliteitsbeleid wordt in 2020 ook tegen het licht van de MVO-doelstellingen gehouden.

Stewards en stewardessen re-integreren in verpleeghuis

Evean en de KLM hebben een unieke samenwerking. Pursers, stewards en stewardessen van KLM kunnen na ziekte re-integreren in het Eduard Douwes Dekker huis van Evean in Amsterdam-Noord. Daar kunnen ze langzaam weer wennen aan werk door het ondersteunen van de zorg vanuit hun hospitality achtergrond. En cliënten genieten zo van extra aandacht in de vorm van bijvoorbeeld een wandeling buiten.

Nestkastjes: gezonde leefomgeving op een sociale en duurzame manier

Aandacht hebben voor het milieu, de gezondheid van mensen bevorderen én inzetten op sociale participatie? Samenwerking tussen de onderdelen van Espria maken het mogelijk. Eikenprocessierupsen zijn een gezondheidsrisico voor de cliënten en medewerkers op de groene GGZ-terreinen in Beilen en Assen. Het Facilitair Bedrijf Espria heeft gekozen voor een natuurlijk bestrijdingsmiddel, namelijk het plaatsen van nestkastjes. De koolmezen, pimpelmezen, mussen en andere soorten vogels die deze nieuwe woningen gaan betrekken eten de rupsen. Uit onderzoek is gebleken dat er 80% minder eikenprocessienesten zijn door het stimuleren van natuurlijke vijanden.

De nestkasten worden gemaakt door deelnemers van DAAT, de sociale onderneming die huist op het GGZ Drenthe terrein. DAAT maakt kwaliteitsproducten met maatschappelijk rendement door een (leer)werkplek te bieden. DAAT deelnemers zijn mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt vanwege psychische problemen. De kastjes worden bovendien gemaakt uit sloophout.

www.nos.nl/artikel/2306964-stewards-en-stewardessen-verruilen-vliegtuig-voor-verpleeghuis.html

http://www.nos.nl/artikel/2306964-stewards-en-stewardessen-verruilen-vliegtuig-voor-verpleeghuis.html

pagina 24


2.5.2 Shared Service Center Het Shared Service Center (SSC) Espria is de interne servicepartner van de zorgorganisaties binnen Espria. Het SSC team levert producten en diensten waarmee zij de zorgorganisaties ondersteunt, ontzorgt en verbindt. Zo kunnen de zorgorganisaties zich optimaal richten op het leveren van de beste zorg aan hun cliënten.

Verwerking salaris & mutaties van ± 17.000 collega’s, 5 CAO’s

Personeels- & Salarisadministratie (PSA)

7.50042.000 41.500

nieuwe arbeidsovereenkomsten

personele mutaties

vragen per mail of telefoon

120 mln

27.600 1.500

Duurzame inkoop van boeken tot medische apparatuur. En van betalingsverkeer tot afvalverwerking

totaal Inkoopvolume

orders

gebruikers online bestelsysteem

Inkoop

40 Circa 40 projecten per jaar van domotica tot een nieuwe telefooncentrale

• Informatiebeveiliging & privacybescherming voor het SSC• Kwaliteitsbeleid incl. certificering ISO 9001• Beheer gezamenlijke applicaties

Informatievoorziening

11.000 128.000 65

debiteuren

crediteurenfacturen (90% digitaal)

bankrekeningen van 20 stichtingen en BV’s

Financiële Administratie

99,9% 50.000

15.000

beschikbaarheid 24/7

telefoontjes servicedesk

mobiele telefoons, 8.000 tablets, 2.200 laptops

geblokkeerde spam- & virusmails

wifi punten

applicaties

Automatisering

1,5 mln

1.800 500

pagina 25


De ondersteunende diensten die het SSC levert zijn automatisering, informatievoorziening, financiële administratie, personeel- en salarisadministratie en inkoop. Naast kwalitatief goede dienstverlening door bundeling van expertise, bereikt het SSC schaalvoordeel uit de samenwerking van zorgorganisaties binnen Espria door te standaardiseren, volumes te bundelen en specifieke expertise te benutten. Ook verzorgt de afdeling personeels- en salarisadministratie de aanvragen voor de Subsidieregeling Praktijkleren voor de zorgbedrijven. Deze subsidie is een tegemoetkoming in de kosten van een werkgever voor de begeleiding van een leerling in een BBL-opleiding.

Purchase 2 Pay – van bestellen tot betalenWe hebben het proces van bestellen tot ontvangen en betalen van goederen en diensten effectiever gemaakt. In 2019 zijn de drie bestaande applicaties vervangen voor één nieuwe applicatie. Het hele proces van bestellen tot betalen is daarmee gebruiksvriendelijker geworden voor alle betrokkenen. Bij deze overgang hebben we met de betrokkenen gezocht naar de optimale balans tussen flexibiliteit, inzicht, efficiency en controle:

Flexibiliteit in leveranciers, artikelen of condities Inzicht in kosten, kwaliteit en prestaties Efficiency door zo laag mogelijke kosten Controle om zeker te weten dat bestellingen voldoen aan de richtlijnen

Certificering N7510 Informatiebeveiliging

Informatiebeveiliging wordt in toenemende mate belangrijk voor onze interne klanten en onze dienstverlening. Uiteraard moeten we voldoen aan de eisen van het Ministerie van VWS en de Inspectie voor Gezondheidszorg. Door Certificering N7510 Informatiebeveiliging tonen we aan dat we voldoen aan de informatiebeveiligingseisen.

2.5.3 Facilitair BedrijfHet Facilitair Bedrijf Espria (FBE) levert ondersteunende diensten aan De Trans, GGZ Drenthe, Icare en Zorggroep Meander op het gebied van huishouding, textielverzorging, eten en drinken, logistiek, veiligheid, techniek, beheer en onderhoud. Dit gebeurt in nauwe samenwerking en afstemming met de zorgorganisaties. In 2019 hebben we stappen gezet om tot verdere invulling van dit gezamenlijke facilitaire bedrijf te komen voor de zorgorganisaties in Noordoost-Nederland. De Centrale Ondernemingsraad heeft positief geadviseerd op de visie, de sourcing-strategie en de inrichting van de topstructuur van het Facilitair Bedrijf Espria. Het goedkeuren van de governance en het inrichtingsvraagstuk zijn de volgende stappen in het eenwordingsproces. De gezamenlijke doelstelling daarbij is ‘zorgdragen voor een gastvrije, veilige, goed onderhouden en schone omgeving voor cliënten en collega’s.’

De bestaande facilitaire organisatie binnen Evean is meer zelfstandig georganiseerd omdat operationeel vanwege de afstand tot Noordoost-Nederland minder voordelen vanuit gezamenlijkheid zijn te behalen. Wel wordt op het gebied van kennisdeling, inkoop en andere terreinen waar afstand minder beperkingen oplegt steeds nauw samengewerkt.

pagina 26

VoedingscommissieGoed eten en drinken is belangrijk voor onze bewoners, cliënten en patiënten. Voor mensen is de maaltijd een hoogtepunt van de dag. We doen er daarom alles aan om zowel de kwaliteit als beleving optimaal te laten zijn. Hierbij hebben we te maken met verschillende doelgroepen en behoeftes. Daarnaast worden er verschillende manieren van bereiding gehanteerd, zoals zelf koken (op de groep), regeneratie of een combinatie hiervan.

Sinds 2019 is een Espria-brede Voedingscommissie ingesteld met medewerkers van alle zorgorganisaties. De commissie heeft als doel: gezond, verantwoord, en lekker eten en drinken en voor alle cliënten een passend aanbod. De commissie ziet toe op de kwaliteit en beleving van het eten en drinken en de tevredenheid van cliënten, de aansluiting met de diversiteit aan culturen, leefstijlen, leeftijdscategorieën en ziektebeelden, en de commissieleden denken mee over het ontwikkelen van nieuwe maaltijdconcepten.

Doorkijk naar 2020De focus voor 2020 ligt op het optimaliseren van het primaire proces. Dit zijn de werkzaamheden waarmee we positief bijdragen aan de leef- en werkomgeving en het welbevinden van onze cliënten en medewerkers. Nabijheid staat centraal. Samen doen we er alles aan om werk dichtbij de cliënten zoveel mogelijk door vertrouwde gezichten te laten uitvoeren

2.5.4 Risicomanagement De planning & control cyclus binnen Espria bestaat uit een meerjarenplan en meerjarenbegroting, jaarplan en begroting. Maandelijks wordt door directies van de zorgorganisaties van Espria gerapporteerd over voornamelijk kwantitatieve (financiële) prestaties. Viermaandelijks wordt gerapporteerd over zowel kwantitatieve als kwalitatieve prestaties, waaronder de risico’s en onzekerheden waar de zorgorganisaties van Espria mee te maken hebben. De Raad van Bestuur voert daarmee minimaal drie maal per jaar het gesprek met de directies over risico’s en onzekerheden. Directies worden aangespoord het gesprek hierover te voeren, risico’s niet alleen te benoemen maar ook in te schatten op basis van verwachte kans en impact. De Raad van Bestuur gaat daarbij actief het gesprek aan hoe deze risico’s kunnen worden voorkomen, of hoe tijdig hierop kan worden geanticipeerd en waar mogelijk kan worden bijgestuurd.

Begin 2020 is het risicobeeld geactualiseerd en vergeleken met vorig jaar. Daaruit kwam geen wezenlijk ander beeld naar voren. Kort daarna werd Espria geconfronteerd met de uitbraak van het Coronavirus. Verderop lichten wij toe hoe wij de risico-inschatting hiervoor hebben gedaan. Vanuit het eerder gerapporteerde risicobeeld acht de Raad van Bestuur de belangrijkste risico’s voor de korte en middellange termijn beheersbaar. De risico’s zijn goed in beeld en frequent onderwerp van gesprek. Maatregelen zijn waar nodig genomen en worden in de tijd gevolgd. De Raad van Bestuur en directies van de zorgorganisaties beschouwen de volgende risico’s als belangrijkste:

Krapte op de arbeidsmarktDe verhouding tussen de zorgbehoefte en zorgpersoneel raakt in disbalans. We zien een uitdaging in het aantrekken en behouden van gekwalificeerd personeel om het groeiend aantal cliënten kwalitatief goede zorg te kunnen leveren. Dit leidt tot meerdere nadelige effecten, zoals meer dan gewenste inzet van personeel niet in loondienst, toenemende werkdruk, hogere kosten van werving etc. Naast initiatieven op het gebied van zorgtechnologie, zijn verschillende acties opgezet ten behoeve van werving en strategische personeelsplanning. Een verschuiving van ‘zorgen dat’, ‘zorgen met’ en ‘zorgen voor’ draagt bij aan


pagina 27

zelfredzaamheid van cliënten en resulteert eveneens in doelmatige inzet van zorgprofessionals. Daarmee kan de schaarse capaciteit aan zorgpersoneel maximaal worden ingezet.

Te hoog verzuimHet verzuim binnen Espria lag in de afgelopen jaren eerder boven dan op het gemiddelde van de verschillende sectoren (bron: Vernet). Vanuit het programma Mens en Arbeid is een integrale aanpak voor verzuim(begeleiding) ontwikkeld gericht op preventie en gedrag. Verlaging van verzuim is geen eenvoudige opdracht. Te weinig aandacht vanuit management voor sturing op het verzuim leidt snel tot een te hoog verzuimcijfer. Vanuit het programma Mens en Arbeid zet Espria ook in op deskundigheidsbevordering, administratieve lastenverlichting, duurzame inzetbaarheid en vitaliteit van medewerkers.

Onvoldoende doorontwikkeling van de kwaliteit van zorgVoor alle zorgorganisaties van Espria zijn persoonsgerichte zorg en (de doorontwikkeling van) de kwaliteit van zorg speerpunten. Het niet voldoen aan de verwachtingen van onze cliënten en het niet voldoen aan de wettelijke en eigen aanvullende eisen van kwaliteit van zorg zijn risico’s. Om onszelf scherp te houden hanteren alle zorgorganisaties een kwaliteitssysteem dat onder andere door interne en externe audits en een systeembeoordeling wordt getoetst. Zorgorganisaties zijn HKZ of ISO gecertificeerd. Verbeterpunten worden actief opgevolgd en gemonitord. De Raad van Bestuur voert frequent het gesprek met de directies over de verbeterpunten en borging van maatregelen. Als lerende organisaties stimuleren alle zorgorganisaties een veilige cultuur, met als doel de kwaliteit van zorg continu te verbeteren. De verbinding tussen management, teams en kwaliteitsbeleid wordt onder andere verbeterd door het (door-)ontwikkelen van een kwaliteitsmonitor. Het doel van deze kwaliteitsmonitor is professionals inzicht te geven in de uitkomsten van het eigen handelen. Ook ontstaat hiermee kort-cyclisch inzicht in kwaliteitsindicatoren en verbeteracties met betrekking tot de kwaliteit en veiligheid en kan hierop gestuurd worden. Risico’s worden vooral gezien als de leer- en verbetercultuur onvoldoende doorzet en acties onvoldoende opvolging krijgen (plan-do-check-act). Bij het

speerpunt ‘persoonsgerichte zorg’ vraagt het methodisch werken met het cliëntdossier om continue aandacht. Er zal onder andere meer nadruk gelegd worden op de aanspreekcultuur tussen zorgprofessionals, de coaching van medewerkers en de inzet van interne audits.

Verhoogde aandacht voor effecten Coronavirus op resultaat.In paragraaf 2.6 wordt nader ingegaan op het financieel beleid waarbij ook de ontwikkeling in de financiële kengetallen van Espria is weergegeven. Hieruit is af te leiden dat Espria ten tijde van uitbrengen van dit verslag als financieel gezond kan worden beschouwd. De zorgorganisaties van Espria kennen een voldoende tot goede balanspositie en beschikken over toereikende liquiditeit. Waar van toepassing wordt voldaan aan bankconvenanten. Espria heeft als beleid geen gebruik te maken van (afgeleide) financiële instrumenten ter afdekking van financiële risico’s. Daarmee doen ook deze risico’s zich niet voor. Op basis van de resultaatontwikkeling 2019 en de uitgangspunten van de begroting 2020 werd verwacht dat het jaar 2020 een bestendiging van de positieve resultaten zou laten zien. Het jaar 2020 is aanvankelijk ook goed gestart. Vanaf maart is Espria echter geconfronteerd met de uitbraak van het Coronavirus en de maatregelen die hiervoor genomen zijn. Op het moment van schrijven is vooral het werkgebied van Evean, in verhouding tot de rest van het concern, heftig getroffen. De schaal en duur van deze pandemie blijven onzeker, maar zullen naar verwachting gevolgen hebben voor de resultaatontwikkeling in 2020. Zichtbaar is dat er effecten zijn op instroom van cliënten en patiënten, inzet van medewerkers en gebruik van hulpmiddelen en materialen. Dit leidt tot negatieve effecten op omzet en kosten. In de jaarrekening is dit onder ‘gebeurtenissen na balansdatum’ nader toegelicht. De raad van bestuur en directies hebben intensief overleg over de uitdagingen die deze pandemie met zich meebrengt en hoe zij deze het hoofd kunnen bieden. Binnen Espria zijn door de groepsmaatschappijen meerdere scenario’s opgesteld, waarbij de resultaat- en liquiditeitsontwikkeling is uitgewerkt. Veelal kenmerken deze scenario’s zich in een bestcase, worstcase en best guess scenario. Inschattingen zijn daarbij gemaakt in de duur van deze pandemie, de mate van terugval in


pagina 28


productie-uren extramurale zorg, de mogelijke afname van de bezetting in de huizen voor langdurige zorg, kosten voor het beschikbaar houden van bedden voor Coronapatiënten, de impact van het sluiten van dagbestedingslocaties, verwachte stijging verzuim personeel, de mate waarin inzet van personeel kan meebewegen, maar ook in hoeverre kostenverhogende maatregelen of gederfde omzet door onze financiers vergoed wordt. Periodiek vindt op basis van voortschrijdend inzicht in de resultaatontwikkeling een bijstelling plaats van de scenario’s en de daarbij verwachte resultaat- en liquiditeitsontwikkeling. De Raad van Bestuur stelt vast dat deze pandemie geen risico vormt voor de continuïteit van Stichting Espria en haar zorgorganisaties, maar duidelijk is wel dat (afhankelijk van de duur en omvang van het Coronavirus) de rendementsontwikkeling van Espria in 2020 in meer of mindere mate wordt geraakt. Op basis van de huidige gezonde financiële balanspositie, de huidige beschikbare liquiditeit van Espria, de inzichten vanuit de intern opgestelde scenario’s alsook de eerste toezeggingen die er zijn gedaan vanuit de zorgverzekeraars, zorgkantoren, gemeenten en Justitie stelt de Raad van Bestuur vast dat deze pandemie geen materiële onzekerheid geeft die ernstige twijfel kan doen rijzen of Espria haar activiteiten kan voortzetten. Derhalve is de jaarrekening 2019 opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Onder ‘gebeurtenissen na balansdatum’ in de toelichting op de jaarrekening wordt hierop nader ingegaan. In 2020 zal de resultaat- en liquiditeitsontwikkeling kortcyclisch en op basis van relevante KPI’s worden gemonitord.

pagina 29


is van een duidelijk hogere loonontwikkeling. Dit zal vooral in 2020 meer zichtbaar worden in de cijfers. Tegenover de hogere bedrijfskosten stonden lagere afschrijvingskosten, met name omdat investeringsplannen in ICT nog onderhanden waren.

De omzet steeg in 2019 met 4,5% naar € 757 miljoen. Naast hogere tarieven werd dit vooral veroorzaakt door aanvullend budget voor investeringen in de kwaliteit van de verpleeghuiszorg. In 2019 is hiervoor een bedrag van € 9,2 miljoen aan extra budget ten opzichte van 2018 verantwoord. Daartegenover stonden kosten van extra personele inzet en overige investeringen in de ondersteuning van personeel in de verpleeghuizen.

In onderstaand overzicht zijn de belangrijkste ratio’s voor de boekjaren 2019 en 2018 vermeld:

In 2019 kwam het geconsolideerd resultaat van Espria uit op € 10,7 miljoen positief. Daarmee kwam het resultaat licht hoger uit dan de begrote € 8,9 miljoen, met name als gevolg van € 1,5 miljoen gerealiseerde boekwinsten op verkoop van vastgoed die niet waren begroot. Het rendement kwam uit op ruim 1,4% (resultaat als percentage van de omzet). Daarmee was sprake van verder resultaatherstel ten opzichte van vorig jaar (0,3%).

De personele kosten namen in verhouding tot de omzetontwikkeling sneller toe. Bij een aantal zorgorganisaties blijft nog sprake van hoog verzuim. Moeilijk vervulbare vacatures door schaarste van zorgpersoneel en verzuim hebben Espria-breed tot hoge kosten voor personeel niet in loondienst geleid. De kosten van personeel niet in loondienst als percentage van de totale personeelskosten lopen binnen ons concern over meerdere jaren bekeken licht op. In 2019 zijn nieuwe cao’s in de zorg afgesproken, waarbij sprake

2.6 Financieel beleid

2019 2018

Rentabiliteit (resultaat / totale opbrengsten) 1,4% 0,3%

Budgetratio (eigen vermogen / totale opbrengsten 24,6% 23,9%

Solvabiliteitsratio (eigen vermogen / totale vermogen) 42,3% 38,0%

Liquiditeitsratio (vlottende activa / kortlopende schulden) 1,7 1,5

Interest coverage ratio (bedrijfsresultaat / netto-rentelast) 3,0 1,5

pagina 30

De solvabiliteits- en budgetratio laten eind 2019 hogere uitkomsten zien. Vooral het hogere resultaat van 2019 heeft hiertoe bijgedragen. Het totale banksaldo per eind december 2019 bedroeg € 99 miljoen (eind december 2018: € 109 miljoen) en kwam daarmee lager uit. In verband met een negatieve rente zijn betalingen versneld gedaan, waarbij voornamelijk loonheffingen en sociale premies eerder zijn afgedragen. Espria heeft als beleid geen gebruik te maken van financiële instrumenten. Van daaruit worden geen financiële risico’s gelopen.

In 2019 is verdere aandacht gegeven aan versterking van de zogenaamde ‘three lines of defence’. Er is een quick scan uitgevoerd naar het functioneren van de financiële kolom (zie kader). Verder hebben we in 2019 aandacht gegeven aan het beter in positie brengen van business control, ter ondersteuning van directie en management. Daarbij is continu aandacht voor het tot stand brengen van adequate managementinformatie en het monitoren van inspanningen van directie en management ten aanzien van de te realiseren KPI’s. In 2020 krijgt dit een verder vervolg.

Doorkijk naar 2020: optimalisatie van de Espria-brede financiële kolom

In 2019 hebben we een quickscan laten uitvoeren naar het verbeterpotentieel in onze financiële kolom. Aanleiding was de wens om tot een hoger kwaliteitsniveau te komen. Op basis van aanbevelingen voert een kwartiermaker vervolgonderzoek uit in de eerste helft van 2020. Belangrijke verbetermogelijkheden zijn het splitsen van de financial control en business control functies binnen de zorgorganisaties. Ook wordt onderzocht hoe we samenwerking en kennisdeling tussen de Financiële Administratie van SSC Espria en de zorgorganisaties nog meer kunnen verbeteren.


pagina 31

praktisch vormgeven tussen formele zorg door de Espria zorgorganisaties en de informele zorg waar de Ledenvereniging zich op richt. Het is onze gezamenlijke visie dat ‘de sterke wijk’ en ‘de formele zorg’ sámen het welbevinden van (kwetsbare) mensen borgen.

Door de omvang en variëteit in portfolio zijn de zorgorganisaties van Espria in staat een integraal aanbod vanuit één regie aan kwetsbare doelgroepen te bieden. Met een 7x24-uurs beschikbaarheid, ook in dunbevolktere regio’s, en een brede expertise levert Espria een belangrijke bijdrage aan een brede sociale infrastructuur. We bieden een vangnet voor kwetsbare mensen die uit balans raken. Ons doel is dat de organisaties binnen Espria hierbij zoveel mogelijk gebruik maken van elkaars expertise en dat we samenwerken met anderen op domeinen waar Espria niet actief is. Espria zorgorganisaties willen vooral een ketenpartner zijn met een primaire focus op samenwerking. Ook zijn we zeer betrokken bij landelijke overleggen en onze brancheorganisaties Actiz, GGZ Nederland en VGN.

Medezeggenschap = interactieZorg is en blijft mensenwerk, ook al maken we voor bepaalde typen zorg en ondersteuning in toenemende mate gebruik van eHealth. De medezeggenschap van de twee belangrijkste groepen belanghebbenden, onze medewerkers en onze cliënten, vindt primair op individueel niveau plaats. Voor onze cliënten is hun regie op welbevinden het uitgangspunt, en voor onze medewerkers hun professionele autonomie. Als afgeleide daarvan is medezeggenschap op macroniveau georganiseerd in de vorm van formele medezeggenschap in lokale, regionale en centrale raden. Het afgelopen jaar hebben we zowel met ondernemingsraden als cliëntenraden intensief gesproken over de betekenis van medezeggenschap en onze gezamenlijke beweging naar ‘medezeggenschap 3.0’. Participatie is daarin een sleutelwoord. Ook hierbij zien wij een duidelijke en logische parallel tussen medewerkers en cliënten in hun streven naar eigen regie en vanuit vertrouwen werken aan welbevinden en welzijn.

Unieke samenwerking Met de onafhankelijke Espria Ledenvereniging en haar 320.000 leden trekken we zij aan zij op. Een unieke samenwerking omdat we hiermee de verbinding

2.7 Relaties met belanghebbenden

Samenwerking bij nachtzorg in Drenthe

Verschillende thuiszorgorganisaties leveren (ongeplande) nachtzorg in Drenthe. Richard van der Pluijm, Rayonmanager Icare Noord en Midden Drenthe en Groningen vertelt: ”In plaats van dat iedereen met eigen autootjes rondrijdt en maar deels gevulde diensten draait, werken we als thuiszorgaanbieders samen om alle ongeplande zorg efficiënt te verlenen. Zodat er niet in één straat drie verschillende autootjes langs cliënten hoeven.” Om de proef te starten heeft een aantal partijen, waaronder Icare, het voortouw genomen. De Autoriteit Consument en Markt heeft toestemming gegeven om voor dit project de geldende marktregels los te laten onder bepaalde voorwaarden. Zo is er geen sprake van overname van cliënten, en iedere zorgaanbieder kan meedoen met de proef. De proefperiode is nagenoeg achter de rug. Richard van der Pluijm: “We hebben al gezien dat er routes kunnen worden opgeheven, dat is al de eerste besparing. Dit terwijl de nabijheid van zorg voor de cliënten niet anders is geworden. En daarmee hun veiligheidsgevoel ook gewaarborgd blijft in de nacht. Het is de bedoeling om in 2020 het werkgebied in Drenthe uit te breiden.”


pagina 32

2.7.1 Actieve partners in ketenzorg De toenemende vraag naar steeds complexere zorg in combinatie met schaarste van zorgprofessionals leidt tot nieuwe regionale samenwerkingsinitiatieven met als doel vraag en aanbod gezamenlijk op te vangen en in goede banen te leiden en zorg te verbeteren. Tevens vindt in de ketens afstemming plaats over initiatieven voor continue verbetering van zorg op verschillende aandachtsgebieden zoals palliatieve zorg, Optimaal leven, acute zorg etc.

Optimaal Leven: samenwerking in de keten

Het programma Optimaal Leven richt zich op het verbeteren van de kwaliteit van leven van mensen met langdurige psychiatrische kwetsbaarheden (mensen met Ernstige Psychiatrische Aandoeningen) in Drenthe. Binnen Optimaal Leven wordt samengewerkt door teams van GGZ Drenthe, VNN en Cosis rondom kwetsbare, vaak chronische cliënten. Hierbij werken de zorgorganisaties samen met gemeenten, huisartsen en zorgverzekeraars. Met Optimaal Leven geven we vorm aan één van onze speerpunten, namelijk verdere integratie van (nu nog) versnipperde hulpverlening aan kwetsbare doelgroepen. In 2019 zijn de teams binnen Optimaal Leven steviger en stabieler geworden. Cliënten geven aan dat ze blij zijn dat ze snel en lokaal geholpen worden en dat de Optimaal Leven teams zo laagdrempelig bereikbaar zijn. In 2019 participeerden zo’n 400 cliënten in het programma.

Expertise bundelen in de ouderenzorg

Om de (sub)acute ouderenzorg goed te borgen, werken regionale ketenpartners veel samen. Zo heeft Evean samen met andere VVT organisaties in de regio Zaanstreek een aanmeldportaal subacute ouderenzorg opgericht. Via één centraal telefoonnummer is subacute ouderenzorg dag en nacht beschikbaar. Evean heeft het initiatief genomen in het afstemmen met belanghebbenden, het vastleggen van werkafspraken, en de afstemming met zorgverzekeraars. Het project loopt door in 2020.Zorggroep Meander brengt de eigen expertise in bij het regionale Dementie Netwerk in de gemeente Veendam. Dit is een samenwerking met de gemeente en welzijnsorganisatie Compaen met als doel nog betere zorg en ondersteuning te verlenen aan mensen met dementie.


pagina 33

Slimmere nachtzorg met hulp van sensorenIn maart 2019 startten Icare, Zorgcentrale Noord (ZCN) en Espria Ledenvereniging de proef ‘Slimme nachtzorg’. Wijkverpleegkundigen van Icare bekeken welke klanten voor de proef in aanmerking kwamen. Kwetsbare cliënten die alleen wonen en kans lopen om ’s nachts te dwalen of te vallen als ze uit bed gaan, zijn uitgenodigd voor de proef. Met nieuwe technologie kunnen we nachtzorg nog beter, efficiënter en slimmer leveren.

Cliënten krijgen sensoren (Persoonsalarm Smart) in hun woning en een bedmat (bedsensor). Deze sensoren registreren activiteiten en bewegingen. Het normale leefpatroon van de cliënt wordt in de software geprogrammeerd. Bij afwijkingen die kunnen wijzen op een calamiteit, bijvoorbeeld een val of dat de cliënt gaat dwalen, krijgt ZCN een alarm. ZCN stuurt een melding naar de verpleegkundige van Icare. Die hoeft nu dus alleen naar klanten als er mogelijk iets aan de hand is. Het gaat om professionele opvolging tussen 23.00 en 7.00 uur.

De ervaringen van wijkverpleegkundigen bij de tussentijdse evaluatie eind 2019 zijn positief. Op een schaal van 1 tot 10, bevelen de wijkverpleegkundigen het gebruik van slimme nachtzorg aan met een 8,1. Van de wijkverpleegkundigen geeft 88% aan dat hun cliënt baat heeft bij de proef slimme nachtzorg: ‘Dit is een erg mooi systeem, echt een aanvulling op de zorg!’. De proef loopt door in 2020.

4% ZVW / WMO

35% ZVW

61% WLZ

Financieringsstroom

Deelnemers in proef

Redenen uitval of niet gestart

80% Opgenomen

20% Verhuizing

12% Overleden

56% Nu in gebruik

35% Uitgevallen / gestopt

9% Nog niet in gebruik


pagina 34

2.7.2 Centrale Cliëntenraad

Samenstelling en organisatieDe medezeggenschapstructuur voor cliënten is binnen Espria op drie niveaus georganiseerd.

Lokale organisatorische onderdelen (dit kunnen zijn: verpleeg- en verzorgingshuizen, wijken, divisies etc.) hebben een eigen Cliëntenraad.

Deze zijn vertegenwoordigd in de Regionale Cliëntenraden, die op het niveau van de zorgorganisaties van Espria zijn georganiseerd.

De Centrale Cliëntenraad Espria (CCR) bestaat weer uit een vertegenwoordiging van deze onderliggende Regionale Cliëntenraden.

OverleggenIn 2019 heeft de CCR tien keer vergaderd met daaraan gekoppeld een vergadering met de Raad van Bestuur. Tevens is bij twee vergaderingen de commissaris op voordracht aanwezig geweest. Bij één van deze vergaderingen is teruggeblikt op de afgelopen periode en vooruit gekeken naar ontwikkelingen in de zorg en Espria in het bijzonder. Ook is de voorzitter van de Raad van Commissarissen bij een vergadering aanwezig geweest.

Centrale Cliëntenraad Espria

Lokale Cliëntenraden (per locatie / wijk / divisie van de zorgorganisatie)

Regionale Cliëntenraden (per zorgorganisatie)

Ontwikkelingen binnen de CCR

In memoriamEind januari overleed Hero van der Lei, lid van de CCR vanuit de RCR Evean. Hij heeft gedurende drie jaren met veel bevlogenheid zijn werkzaamheden voor de CCR uitgevoerd, het laatste kwartaal als vicevoorzitter.

Nieuwe voorzitterJan de Bruin heeft tot 21 augustus 2019 (gedeeltelijk) de taken van voorzitter waargenomen. Op die datum is Gea Smith door de leden benoemd als de nieuwe onafhankelijke voorzitter van de CCR Espria.

AfscheidEind oktober heeft de CCR en de RvB afscheid genomen van Jan de Bruin. Hij heeft zich meer dan tien jaar ingezet voor de raad, de meeste jaren als vicevoorzitter en het laatste jaar als waarnemend voorzitter.

Belangrijkste gespreksonderwerpenTijdens 2019 zijn het hoge ziekteverzuim, de financiële situatie van een aantal zorgorganisaties van Espria, de Wmcz 2018 en de voorgenomen overname TSN regelmatig onderwerp van gesprek geweest.

Andere zaken die aan de orde zijn geweest: Samenwerking Drentse ziekenhuizen Onderzoek ziekenhuiszorg Drenthe en Zuidoost Groningen Kwaliteitsmonitoring Financiële cijfers (geconsolideerde maandrapportages Espria) Werving commissaris op voordracht Geconsolideerde begroting Espria 2019 Managementletter 2018 Beleid Bescherming persoonsgegevens en informatiebeveiliging Rapport IGJ inzake bezoek Goed bestuur Vergoeding onafhankelijk voorzitter CCR Espria


pagina 35

BING rapportage (audit integriteitsbeleid Espria) Beleid informele zorg: lid van CCR zit in Espria-brede werkgroep Thema Mantelzorg en naasten Wet Zorg en Dwang/beleidsdocumenten Onderzoek Vastgoedstrategie Bestuursaudits Kaderbrief Espria 2020 Jaarverslag Espria 2018 Vrijwilligersovereenkomst Investeringsfonds Analyse klachten Espria 2018 eHealth Kabinetsplannen Prinsjesdag 2019 Leidraad Veilige Zorgrelatie Scenario’s ouderenzorg in beeld (SIRM-rapportage) Vergoedingen CR-leden

Wmcz 2018 werkgroepOm goed voorbereid te zijn op deze wet, die medio 2020 van kracht gaat worden, heeft de CCR een werkgroep ingericht. Deze werkgroep is vijf keer bijeengeweest, waarvan vier keer onder leiding van een adviseur van het LOC. In de werkgroep zijn alle regionale cliëntenraden vertegenwoordigd. Het doel is om te komen tot een Espria-brede medezeggenschapsregeling die gedragen wordt door de lokale en regionale cliëntenraden van Espria. De voorzitter van de Raad van Bestuur is bij één van de vergaderingen van de werkgroep aanwezig geweest. Tevens heeft de juriste van Espria een overleg bijgewoond.

Financiële commissieDeze commissie van de CCR is dit jaar eenmaal bijeen geweest en heeft met de Raad van Bestuur de geconsolideerde acht- en negenmaandsrapportages van Espria besproken.

RedactieraadDe redactieraad van de CCR heeft vier digitale nieuwsbrieven uitgebracht in maart, juni, september en december. In deze nieuwsbrieven informeert de CCR de cliëntenraadsleden van Espria over interessante zaken binnen Espria en de zorgorganisaties.

Toogdag

De CCR heeft op 16 mei 2019 voor de 7e keer, samen met de RvB, een toogdag voor alle cliëntenraadsleden van Espria georganiseerd. Het thema was dit keer de Wmcz 2018 ‘Wet in uitvoering, van wet naar praktijk.’ Een kleine honderd cliëntenraadsleden namen deel aan deze dag. Aan discussietafels werd besproken wat deze wet betekent voor het werk van de cliëntenraden en hun leden in de praktijk.


pagina 36


Uitgebrachte Adviezen Advies Facilitair bedrijf Espria Advies voorgenomen overname TSN Advies benoeming leden Raad van Commissarissen Espria Advies aansluiting landelijke Klachtencommissie onvrijwillige zorg (in

overlegvergadering december positief advies gegeven, schriftelijke bevestiging gaat in januari 2020 naar RvB)

In gesprek met Dagelijkse besturen van Centrale Cliëntenraden van grote zorgconcerns o.l.v.

LOC (voorzitter en vicevoorzitter) Cliëntenraden TSN

Beleidsmiddag Tijdens de beleidsmiddag op 28 november 2019 heeft de CCR thema’s en speerpunten afgesproken voor 2020 en deze verwerkt in zijn jaarplan.

2.7.3 Centrale OndernemingsraadHet jaar 2019 stond voor de Centrale Ondernemingsraad Espria (COR) in het teken van medewerkersparticipatie. Dit onderwerp kwam regelmatig in de besprekingen terug. Veel mensen willen graag meedenken en invloed hebben op besluiten in plaats van dat beleidsmakers dingen voor en over hen beslissen. De COR heeft hier een visie over gevormd, deze gedeeld met de Raad van Bestuur, besproken met de directies in de Groepsraad en met de OR-en op de Toogdag OR-en Espria.

Momenteel wordt gewerkt aan het verder handen en voeten geven aan die visie in de praktijk. Als dit is wat we met elkaar willen, hoe borgen we participatie dan zo, dat het een logisch onderdeel wordt van bijna alle besluiten die we nemen? Hoe houden we als medezeggenschap ook een open gesprek hierover op gang met als doel het samen steeds beter in de vingers te krijgen? Met de Raad van Bestuur, de directies, de leidinggevenden? Hoe stimuleren we, samen met de directies, medewerkers om daadwerkelijk mee te gaan denken? De COR ziet dit als een gezamenlijk leerproces met vallen en opstaan.

onderdeel van training management

Medewerkersparticipatie

meedenken = meedoen! visie gevormd

toogdag

visie gedeeld met management

gezamenlijk leerproces

elke medewerker is deskundig op eigen terrein

ontwikkelen standaard voor besluitvormingsprocessen

meer regie voor medewerkers

van theorie naar praktijk

meedenken over je eigen werk

pagina 37


De COR heeft een stroomschema ontwikkeld. Een handig hulpmiddel voor de medezeggenschap, waarin medewerkersparticipatie gemakkelijk in beeld gebracht wordt. Begin 2020 hoopt de COR dit definitief te maken met de Raad van Bestuur. Er komt ook een schema beschikbaar voor de OR-en die dit zouden willen gebruiken.

Samenstelling en organisatie De COR bestond in 2019 uit 14 leden. Zij zijn afgevaardigden vanuit de ondernemingsraden van de acht zorgorganisaties en bedrijfsonderdelen. Bij de afvaardiging vanuit Zorggroep Meander is een wisseling geweest.

Commissies en aandachtsgebieden Binnen de COR zijn een commissie Dagelijks Bestuur (DB) en een commissie financiën actief. Een aantal leden onderhoudt contact met de Verpleegkundige Advies Raad (VAR) en een aantal leden volgt actief de Espria-brede werkgroep duurzame inzetbaarheid. Het DB heeft het contact met het DB van de Centrale Cliëntenraad (CCR) opnieuw opgepakt.

Adviezen en instemmingen De COR heeft geadviseerd over:

Jaarplan, begroting en kaderbrief Espria 2019 Inrichting Facilitair Bedrijf Espria (na preadvisering door de vier betrokken

OR-en). De COR heeft een akkoord bereikt over het inrichten van een gezamenlijke werkgroep Facilitair Bedrijf waarin vertegenwoordigers van de vier OR-en en betrokken medewerkers plaatsnemen. Deze werkgroep gaat begin 2020 van start.

Voorgenomen toetreding van TSN tot Espria Beleid bescherming persoonsgegevens en informatiebeveiliging Voorzitter klachtencommissie medewerkers Benoeming lid Raad van Commissarissen Vervanging Edumanager Plan van aanpak financiële kolom

De COR heeft ingestemd met: Espria-brede klachtenregeling medewerkers Raamovereenkomst met arbodienst Immediator (na preadvisering door de OR-en in 2018)

Verzuim- en reïntegratieproces Kader flexibele arbeidsvoorwaarden

De COR heeft o.a. meegedacht over: Voorbereiding totstandkoming nieuw medezeggenschapsstatuut Plan duurzame inzetbaarheid (Sociaal Kader)

2.7.4 Espria Ledenvereniging In de meerjarenstrategie van de ledenvereniging staat onze missie ‘Bevorderen dat wij met elkaar en door elkaar te ondersteunen een zelfstandig en zelfredzaam leven kunnen leiden in de eigen leefomgeving.’ In onze visie is dit uitgewerkt in twee rollen:

Gids & belangenbehartiger Stimulator van een vitale leefgemeenschap

Stimulator van en verbinder van de vitale leefgemeenschapDe rol stimulator van de vitale leefgemeenschap groeit. Dat is een gevolg van de aangescherpte positionering die we in 2019 hebben ontwikkeld. Daarvoor hebben we een uitgebreid proces doorlopen met collega´s, hebben we uitvoerig onderzoek gedaan naar wat er speelt in de maatschappij. Uiteindelijk hebben we de nieuwe positionering bij onze leden getoetst. Deze werd zeer goed ontvangen en positief gewaardeerd.

Tijdens de strategiedag met de ledenraad is de aangescherpte positionering van Espria Ledenvereniging nogmaals getoetst en bevestigd. Op basis van de nieuwe positionering ontwikkelen we ons van een vereniging naar een beweging. We gaan nog meer mensen activeren en met elkaar in contact brengen zodat mensen bijvoorbeeld langer met ondersteuning van informele zorg thuis kunnen blijven wonen. We willen ervoor zorgen dat de mensen die een steuntje in de

pagina 38


rug nodig hebben, dat ook krijgen en hopelijk zelf ook later dat steuntje in de rug kunnen zijn. Hiervoor zetten we verschillende acties, middelen en kanalen in. Onze ledenadviseurs bezoeken leden en hun achterban en we organiseren bijeenkomsten en cursussen. Aan de andere kant zijn we digitaal steeds actiever, onder andere met de platformen ‘Buurtapp’, ‘Wijzelf’, ‘WeHelpen’ en ‘Stamtafel’ waarmee we ook steeds meer leden met elkaar in contact brengen.

Gids en belangenbehartiger De rollen van gids en belangenbehartiger geven we vorm en inhoud via het ledenservicepakket en andere producten en diensten. Ook deze rol blijven we innoveren. We doen continu onderzoek naar de wensen van onze leden zodat we daar goed bij kunnen aansluiten. We behartigen de belangen van onze leden onder andere door samen met vertrouwde en gerenommeerde leveranciers aanbod te ontwikkelen dat aantrekkelijk is voor wat betreft inhoud, kwaliteit en prijsstelling.

De ledenadviseurs: direct contact met onze ledenIn contact blijven met onze leden is cruciaal. Daarin spelen onze ledenadviseurs de hoofdrol, zowel op het servicecenter als in het land. Zij gaan de gesprekken aan, helpen onze leden direct of verwijzen hen naar de plek waar ze het antwoord op hun vragen kunnen vinden. Een voorbeeld daarvan is de succesvolle ‘voorbereiding keukentafelgesprek’ campagne. Het succes van deze campagne in 2019 groeide de ledenadviseurs enigszins boven het hoofd. Het aantal aanvragen voor een afspraak was zo groot dat we de campagne zelfs voortijdig hebben moeten beëindigen om teleurstellingen bij onze leden te voorkomen.

Leden met vragen kunnen ons servicecenter bellen. Dat is dag en nacht bereikbaar, ook in het weekend. Er zit 24/7 iemand klaar die leden te woord staat. We werken nauw samen met organisaties in de regio en met Zorgcentrale Noord. Daardoor kunnen wij mensen met zorgvragen direct doorverwijzen of hen helpen met bijvoorbeeld een persoonsalarm of andere eHealth oplossingen. Ook maken we gebruik van de Sociale Kaart Voor Nederland die is verwerkt in de verwijscontent op onze website.

www.youtube.com/watch?v=6HiMyf-yFQ0

www.youtube.com/watch?v=yRFZgE1oPG8

http://www.youtube.com/watch?v=6HiMyf-yFQ0

http://www.youtube.com/watch?v=yRFZgE1oPG8

pagina 39


In een vitale samenleving kunnen we samen meer voor elkaar…

…betekenen door op Stamtafels ervoor te zorgen dat leden onderling veel en vaak contact hebben, interesses delen, hulp vragen en bieden.

…betekenen door in beleefhuizen letterlijk te laten zien wat er allemaal mogelijk is en domotica toegankelijk te maken.

…zorgen met het Welkom Thuis Pakket dat informatie geeft over revalidatie en hulp als je thuiskomt uit het ziekenhuis.

…brengen door het organiseren van Vitali-tijd bijeenkomsten waar we laten zien hoe makkelijk het is om gezond te eten en goed te blijven bewegen.

…krijgen door met het platform WeHelpen eenvoudig mogelijkheden te scheppen om makkelijk hulp te vragen of aan te bieden.

…doen door elke medewerker één dag per jaar vrij te geven om iets voor een ander te doen

…boksen door met Stichting BLIJF Dementie-contacthond samen te werken en zorgduo´s te vormen met een ledenconsulent zodat we beter thuis gesprekken kunnen voeren met onze leden met beginnende dementie.

Doorkijk naar 2020In 2020 gaan we onze positionering verder doorvertalen in onze producten, diensten en service. We gaan nog meer verbindingen realiseren en nog vaker samen optrekken met onze leden en partners. We doen dit vanuit de ontwikkelde merkessentie ‘Samen meer voor elkaar…’

pagina 40


De begroting 2020 is eind 2019 vastgesteld, in een periode dat er nog geen sprake was van een uitbraak van het Coronavirus. Deze begroting houdt rekening met een lager, maar positief resultaat. Op basis van de afgesloten cao’s is de verwachting dat de loonontwikkeling iets harder oploopt dan de verkregen tarieven voor 2020, met name in de geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg. Ook nu zijn maatregelen gericht op het realiseren van een lager verzuim, een hogere doelmatigheid/productiviteit en vooral het beperkt houden van kosten personeel niet in loondienst.

In de begroting 2020 wordt rekening gehouden met een omzetstijging van circa € 20-25 miljoen. Hiervan betreft circa € 10 miljoen extra budget voor investeringen in kwaliteit verpleeghuiszorg. Het overige is met name veroorzaakt door hogere tarieven ter compensatie voor de loonontwikkeling.

Met het uitbreken van het Coronavirus is de begroting voor 2020 wel achterhaald. Afhankelijk van de duur en omvang van het Coronavirus zal de rendementsontwikkeling van Espria in 2020 in meer of mindere mate worden geraakt. Ook de mate waarin compensatie vanuit onze financiers zal worden verkregen en onze maatregelen tot bijsturing van de exploitatie kunnen leiden, zal daarbij bepalend zijn.

De Coronapandemie heeft een verwoestend effect en leidde tot vele slachtoffers. Ook binnen Espria zijn als gevolg van Corona veel slachtoffers te betreuren. Op het moment van schrijven is vooral het werkgebied van Evean, in verhouding tot de rest van het concern, heftig getroffen. Er is Espria-breed door heel veel medewerkers een onwaarschijnlijk grote klus geleverd in het continueren van zorg voor de meest kwetsbaren en het leveren van intensieve zorg aan de slachtoffers van het virus. De verwachting is dat de gevolgen van deze pandemie nog lang merkbaar zullen blijven. Terwijl op het moment van schrijven van dit verslag nog op veel plaatsen ernstig zieke cliënten worden verpleegd, thuis en in onze verpleeghuizen, denken we ook na over de vraag hoe straks weer de ingeslagen weg te vervolgen naar steeds betere zorg. Dat is een wrange tegenstelling en tegelijk een realiteit die we onder ogen moeten zien. In de loop van 2020 zal duidelijk worden hoe genormaliseerd we de draad weer kunnen oppakken en welke effecten veel langer zullen blijven.

Zoals toegelicht in de risicoparagraaf van dit bestuursverslag, maar ook vermeld in de jaarrekening (onder ‘gebeurtenissen na balansdatum’) heeft het Coronavirus en de daarvoor genomen maatregelen een grote impact op de zorgorganisaties van Espria. Het jaar 2020 is daarmee een uitdagend jaar geworden. De huidige situatie vraagt allereerst om continuïteit van goede en beschikbare zorg. Dat vraagt maximale inzet van onze medewerkers, samenwerkingspartners en leveranciers. Ondertussen zijn wij volop in gesprek met onze financiers over de effecten die het Coronavirus heeft op onze zorgorganisaties. Mede op basis van de formele uitingen van onze financiers mogen wij in deze uitzonderlijke omstandigheden coulance verwachten op het voldoen aan de (administratieve) verplichtingen (bijvoorbeeld rondom feitelijke zorglevering) in de afwikkeling van de eindverantwoording over het jaar 2020. Wij verwachten in staat te zijn onze activiteiten ook in 2020 te kunnen continueren, zij het met de inzet van onze medewerkers die zich met hart en ziel inzetten voor onze cliënten.

2.8 Toekomstparagraaf

Voorgenomen toetreding TSN In mei 2019 hebben we de voorgenomen toetreding van TSN tot Espria bekendgemaakt. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft in juli hiervoor goedkeuring verleend. Daarna is de Autoriteit Consument & Markt (ACM) om beoordeling gevraagd. De ACM heeft eind 2019 de eerste fase van haar onderzoek afgerond. De tweede onderzoeksfase loopt door in 2020.

3 Profiel van

het concern

pagina 41

pagina 42

3.2 Structuur

Stichting Espria is een zorgconcern met meerdere zorgorganisaties en ondersteunende bedrijfsonderdelen zoals het Shared Service Center. De verschillende zorgorganisaties bieden verpleging, verzorging, thuiszorg, geestelijke gezondheidszorg, jeugdgezondheidszorg, zorg aan mensen met een verstandelijke beperking en zorg op afstand door technologie.

Espria biedt meerwaarde voor de aangesloten zorgorganisaties door samen te werken aan zorgkwaliteit, vitale medewerkers, goed werkgeverschap, innovaties, en centraal geregelde kosten-efficiënte financiële administratie, personeels- en salarisadministratie, inkoop, automatisering en informatievoorziening. De schaalvoordelen dragen bij aan een optimalisatie van de inzet van middelen voor de directe cliëntenzorg. De grootschaligheid in het beheer ondersteunt zo de kleinschaligheid in de directe cliëntenzorg. Dit alles om cliënten zo lang mogelijk zelfstandig en in een zelfgekozen omgeving te laten functioneren en waar nodig passende (bescherm)zorg te bieden. Hierbij is het welbevinden van cliënten het uitgangspunt.

Onder Espria vallen negen rechtspersonen. Elke groepsmaatschappij heeft een eigen directie die verantwoordelijk is voor de integrale dagelijkse bedrijfsvoering. Het bestuur van deze rechtspersonen wordt gevoerd door Stichting Espria. Espria wordt bestuurd door een tweehoofdige Raad van Bestuur. Espria werkt intensief samen met de Espria Ledenvereniging. Leden kunnen gebruik maken van allerlei diensten op het gebied van service, ondersteuning en comfort. De laagdrempelige diensten van de Ledenvereniging dragen ook bij aan de bekendheid van de zorgbedrijven van Espria. De structuur van het concern wordt weergegeven in onderstaand figuur.

Naam verslagleggende rechtspersoon Stichting EspriaAdres Altingerweg 1Postcode 9411 PAPlaats BeilenTelefoonnummer 088-3833488Identificatienummer Kamer van Koophandel 08173909E-mailadres [email protected] www.espria.nl

3.1 Algemene gegevens

Jaarverslag 2019 - Profiel van het concern

pagina 43

Revalidatiehotel Recura BV (80%)

St. Evean Caro

Organogram Espria

Organogram Espria per 31 december 2019. Toelichting:Verticale lijnen verwijzen naar bestuurlijke verhoudingen m.u.v. de lijnen naar BV‘s: daar duidt een verticale lijn op aandeelhouderschap in een B.V. Alle Espria entiteiten zijn statutair en feitelijk gevestigd in Nederland.

St. Espria

St. IcareSt. GGZ Drenthe

St. Icare Jeugd-gezondheidszorg

St. De Trans St. ZG Meander

St. Thuiszorg Service Espria

St. Evean Zorg

St. Zorg-centrale Noord

Espria Participaties BV

St. Vegetarisch Zorgcentrum Felixoord

St. Missiehuis Vrijland

Icare Beheer en Ontwikkeling BV (100%)

De Nieuwe Zorg Thuis Holding BV (25%)


pagina 44


Wijzigingen in de organisatie(structuur)Espria streeft naar een transparante en eenvoudige juridische structuur van het concern, met bij voorkeur zo weinig mogelijk rechtspersonen. In 2019 waren de volgende belangrijke wijzigingen in de structuur aan de orde:

Opheffing van rechtspersonen In 2018 is Stichting PartiCura door middel van een juridische fusie opgegaan in Stichting Evean Zorg. Onder Stichting PartiCura viel in het verleden ook PartiCura Zorgbemiddeling BV. In deze rechtspersoon werden administratieve werkzaamheden verricht ten behoeve van de verloning van flexmedewerkers. Na de fusie zijn deze activiteiten geïntegreerd in de bedrijfsvoering van Evean waardoor er in deze BV niet langer activiteiten plaatsvonden. Per 16 juli 2019 is PartiCura Zorgbemiddeling BV door middel van een juridische fusie opgegaan in Stichting Evean Zorg.

In 2019 is Stichting HdS gefuseerd in Stichting Icare. HdS was een zorgorganisatie met een christelijke identiteit die verpleging, verzorging, huishoudelijke hulp en woonondersteuning biedt in de gemeente Barneveld. HdS was al een dochter van Stichting Icare. Tussen Icare en de Raad van Advies van HdS is een overeenkomst gesloten waarin is vastgelegd dat cliënten die dat wensen zorg (blijven) ontvangen conform de christelijke grondslag en visie. Stichting HdS is per 31 december 2019 door middel van een juridische fusie opgegaan in Stichting Icare.

Oprichting van rechtspersonenPer 22 november 2019 is de Stichting Thuiszorg Service Espria opgericht. In 2019 is het voornemen om TSN toe te laten treden tot Espria kenbaar gemaakt aan de Nederlandse Zorgautoriteit en de Autoriteit Consument en Markt. De Stichting Thuiszorg Service Espria wordt de ‘dakstichting’ waar na de transactiedatum de overgaande rechtspersonen van TSN onder worden gepositioneerd. Deze stichting zal de aandelen van de BV’s gaan houden.

KerngegevensHet werkgebied van Espria is Noordoost-, Midden- en Noordwest-Nederland.

De kerngegevens van de Espria bedrijfsonderdelen zijn opgenomen in bijlage 1.

4 Bestuur

en toezicht

pagina 45

pagina 46

Jaarverslag 2019 - Bestuur en toezicht

Normen voor goed bestuurVoor alle groepsmaatschappijen binnen Espria gelden eenduidige normen voor professioneel bestuur, toezicht en zorgvuldige verantwoording. Hierdoor weten cliënten en verschillende relaties zich verzekerd van kwaliteit en continuïteit van de dienstverlening en van transparante verantwoording daarover. De statuten van zowel Espria als alle groepsmaatschappijen voldoen aan de Governancecode Zorg.

De honorering van bestuurders, toezichthouders, directeuren en andere functionarissen vindt plaats binnen de kaders van de Wet normering topinkomens. De verantwoording hierover is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening 2019 van Espria.

Raad van BestuurDe Raad van Bestuur bestond in 2019 uit John Kauffeld en Arthur Notermans. Benoemingen in functie van leden van de Raad van Bestuur vinden binnen Espria plaats voor een periode van vier jaar, conform de bepalingen uit de Governancecode Zorg. In 2019 liep de eerste benoemingstermijn van Arthur Notermans af. De Raad van Commissarissen heeft besloten zijn benoeming te prolongeren.

De Raad van Bestuur is primair verantwoordelijk voor de strategie, het beleid van het concern en de realisatie van doelstellingen. Hij ziet daarnaast toe op de beheersing van risico’s en de naleving van wettelijke verplichtingen.

De besluitvorming binnen de Raad van Bestuur vindt plaats met meerderheid van stemmen. Een aantal besluiten is statutair voorbehouden aan de goedkeuring van de Raad van Commissarissen. De werkwijze hieromtrent is uitgewerkt in het Reglement goedkeuringsbesluiten Raad van Commissarissen Espria.

Portefeuilleverdeling Raad van BestuurJohn Kauffeld is als voorzitter van de Raad van Bestuur primair verantwoordelijk voor de concernstrategie, mens & arbeid, kwaliteit & veiligheid, communicatie en juridische zaken. Binnen de Raad van Bestuur is hij het eerste aanspreekpunt

voor de zorgverlening. Arthur Notermans heeft als bestuurder onder andere het financiële beleid, control, treasury, risicomanagement, vastgoed, en bedrijfsvoering in zijn portefeuille. Binnen de Raad van Bestuur is hij het eerste aanspreekpunt voor de Ledenvereniging Espria, Zorgcentrale Noord, het SSC en het facilitair bedrijf Espria.

De Nederlandse vereniging voor bestuurders in de zorg (NVZD) heeft een accreditatiesysteem ontwikkeld voor zorgbestuurders. In dit accreditatietraject wordt getoetst of bestuurders actief werken aan hun professionele ontwikkeling en zelfreflectie. Beide leden van de Raad van Bestuur zijn geaccrediteerd en ingeschreven in het Register van geaccrediteerde bestuurders in de zorg. In dat kader participeren beide bestuurders ook in intervisiegroepen van de NVZD.

Onderstaand een overzicht van de nevenfuncties van de leden van de Raad van Bestuur per 31 december 2019.

Dhr. J.L. (John) Kauffeld (1954)

Functie: Voorzitter Raad van Bestuur

Benoemd: 8 april 2008

Relevante nevenfuncties:

Vicevoorzitter VNO-NCW/MKB NoordVoorzitter VNO-NCW DrentheLid bestuur VNO-NCW NederlandLid Kerngroep Zorg Thuis ActizLid Stuurgroep Kwaliteitskader Wijkverpleging

Dhr. A.M. (Arthur) Notermans (1962)

Functie: Lid Raad van Bestuur

Benoemd: 1 november 2015

Relevante nevenfuncties:

Lid Raad van Toezicht Stichting Adoptievoorzieningen (tot 1 oktober 2019)Lid Raad van Toezicht Coöperatie Thuis & Veilig

pagina 47


DirectiesDe directies van de groepsmaatschappijen geven integraal leiding aan hun groepsmaatschappij. Binnen vastgestelde inhoudelijke en financiële kaders stellen de directies een eigen beleidsplan en begroting op. Na vaststelling hiervan door de Raad van Bestuur zijn de directies integraal verantwoordelijk voor de geleverde kwaliteit van zorg, het gevoerde personeelsbeleid en een passende bedrijfsvoering van de eigen groepsmaatschappij. Daarnaast geven ze samen met de andere directies invulling aan een zo groot mogelijke synergie en de realisatie van de gezamenlijke strategie van Espria. Over het gevoerde beleid legt de directie verantwoording af aan de Raad van Bestuur, die statutair verantwoordelijk is.

GroepsraadIn 2017 is de nieuwe besturingsstructuur geïmplementeerd. In deze nieuwe structuur wordt gewerkt met een Groepsraad. De directies van de groepsmaatschappijen participeren samen met de Raad van Bestuur in de Groepsraad, waar kaders voor het concern als geheel en haar onderdelen worden vastgesteld.

Rondom de Groepsraad is een aantal experttafels ingericht. Deze tafels adviseren over het beleid en de kaders voor het concern op strategisch niveau. De experttafels zijn gevormd rondom belangrijke strategische thema’s, zoals onder andere kwaliteit en veiligheid, mens en arbeid, facilitaire zaken en vastgoed.

Extern toezicht

Kwaliteit & veiligheid

Extern toezicht

Financiën & risico

Directies zorgorganisaties

Intern toezicht Raad van

Commissarissen

Medezeggenschap Ondernemingsraad

Cliëntenraad

Ruimte tijdelijke tafel(projectgroep)



Raad van Bestuur

Communi-catie

Economische zaken

Facilitair

Informatie-voorziening

Kwaliteit en veiligheid

Markt en omgeving

Ledenvereniging

Vastgoed

Informatie-beveiliging

pagina 48


In 2019 is het functioneren van de Groepsraad verder geoptimaliseerd door niet alleen te vergaderen in plenair verband maar ook afwisselend in het verband van de directeuren zorg en het verband van de directeuren bedrijfsvoering.

In 2019 is na actualisatie van het reglement van de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur een reglement opgesteld waarin de werkwijzen en taakverdeling voor directies en de Groepsraad zijn vastgelegd.

Evenwichtige verdelingBinnen Espria wordt gestreefd naar een evenwichtige verdeling van bestuurlijke zetels in termen van diversiteit. Op 31 december 2019 werd directie en bestuur gevormd door vier vrouwen en acht mannen.

Raad van CommissarissenDe Raad van Commissarissen van Espria voert het toezicht over het concern als geheel. Naast het monitoren van de realisatie van de afgesproken doelstellingen ziet de Raad van Commissarissen in het bijzonder toe op het functioneren van de Raad van Bestuur. Naast zijn toezichthoudende taken en de werkgeversrol vervult de Raad van Commissarissen een klankbordfunctie richting de Raad van Bestuur. In hoofdstuk 5 doet de Raad van Commissarissen verslag over zijn activiteiten en werkwijze in 2019.

5Jaarverslag Raad van

Commissarissen

pagina 49pagina 49

pagina 50

Jaarverslag 2019 - Jaarverslag Raad van Commissarissen

De Raad van Commissarissen werkt met een model van aandachtscommissariaten. Voor elke groepsmaatschappij is een aandachtscommissaris aangewezen. Onverlet de verantwoordelijkheid van de voltallige Raad voor het functioneren van geheel Espria en haar onderdelen is de aandachtscommissaris degene die extra aandacht heeft voor één van de groepsmaatschappijen. Door middel van werkbezoeken en informatie over bijzondere ontwikkelingen en activiteiten is er zo steeds één commissaris die meer in het bijzonder de collega-commissarissen kan informeren over de betreffende groepsmaatschappij.

CommissiesDe Raad van Commissarissen heeft uit zijn midden commissies ingesteld, enerzijds om de bespreking van onderwerpen in de vergaderingen van de Raad van Commissarissen voor te bereiden, anderzijds om bepaalde zaken na goedkeuring van de Raad zelfstandig af te handelen. De Raad kent drie commissies, te weten de commissie kwaliteit en veiligheid, de auditcommissie en de benoemings- en remuneratiecommissie. Onder het kopje ‘Samenstelling van de Raad van Commissarissen’ staat vermeld van welke commissies de commissarissen deel uitmaken.

Terugblik op 2019In 2019 is een verder vervolg gegeven aan de implementatie van de meerjarenstrategie. In 2017 is daarmee een start gemaakt met het programma Merkbaar Beter, met als doel steeds betere zorg te leveren aan onze cliënten. In 2018 is hier een nieuw strategisch samenwerkingsprogramma aan toegevoegd op het gebied van vitale medewerkers en goed werkgeverschap: Mens en Arbeid. In 2019 zijn al nadrukkelijk vruchten geplukt van deze meerjarenstrategie, zoals elders in deze verslaggeving wordt toegelicht. Daarnaast is in 2019 een programmamanager geworven voor het programma Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, dat in 2020 van start zal gaan. Espria beschouwt het als een must, een vanzelfsprekendheid, om verantwoordelijkheid te nemen op het gebied van duurzaamheid. Het programma daartoe zal zich enerzijds richten op de verantwoordelijkheid die wij hebben als economische actor, bijvoorbeeld een kritisch milieubewustzijn ten aanzien van ons energieverbruik en ons afval.

In dit jaarverslag legt de Raad van Commissarissen van Espria verantwoording af over de wijze waarop de Raad invulling heeft gegeven aan de uitvoering van zijn taken en bevoegdheden in het afgelopen jaar.

WerkwijzeDe Raad van Commissarissen houdt toezicht op het beleid van de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken binnen Espria en haar groepsmaatschappijen. Daarnaast vervult de Raad de werkgevers- en adviesrol naar de Raad van Bestuur. Daarbij richt de Raad van Commissarissen zich naar het belang van Espria en haar groepsmaatschappijen, met bijzondere aandacht voor de volgende onderwerpen:

De realisatie van de statutaire en andere doelstellingen van de organisatie Het op passende wijze uitvoering geven aan de maatschappelijke doelstelling

en verantwoordelijkheid van de organisatie De strategie van de organisatie De opzet en werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen De financiële verslaglegging Kwaliteit en veiligheid De naleving van weten regelgeving De verhouding met belanghebbenden

De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de Raad van Commissarissen zijn omschreven in de statuten van Espria. Een en ander is verder uitgewerkt in het reglement voor de Raad van Commissarissen. De Raad van Bestuur rapporteert aan de Raad van Commissarissen over de voortgang van de speerpunten uit jaarplan en begroting, zoals financiële en inhoudelijke doelstellingen, strategische doelen en samenwerkingsverbanden. De Raad heeft in het verslagjaar zeven maal vergaderd in aanwezigheid van de Raad van Bestuur. De externe accountant heeft een toelichting gegeven bij zijn bevindingen op de jaarverantwoording 2018 en de interim bevindingen 2019. De Raad heeft daarnaast enkele keren in eigen kring vergaderd.

pagina 51


Ook als zorgverlener en werkgever heeft Espria een grote verantwoordelijkheid voor duurzame maatschappelijke effecten.

Vereenvoudiging juridische structuurEspria streeft naar een zo eenvoudig mogelijke en transparante juridische structuur van het concern met bij voorkeur zo weinig mogelijk aparte rechtspersonen. In 2019 is opnieuw kritisch gekeken naar de vraag in welke rechtspersonen nog relevante activiteiten plaatsvinden vanuit de vraag of de bestaande structuur nog steeds bijdraagt aan realisatie van de concerndoelen. In dat kader is besloten tot verdere afbouw van het aantal rechtspersonen.

Nadat in 2018 de juridische structuur van het concern verder is geharmoniseerd en de statuten van alle groepsmaatschappijen zijn aangepast aan de Governancecode Zorg zijn in 2019 de reglementen van de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur geactualiseerd.

Mutaties in de RaadBegin 2019 is de procedure gestart voor de werving van twee leden van de Raad van Commissarissen. Per 1 september 2019 liep de tweede benoemingstermijn van Barbara Fransen af. Zij was benoemd op voordracht van de Centrale Cliëntenraad. Op basis het van rooster van aftreden zouden Han Noten en Paul Loven, respectievelijk voorzitter en vicevoorzitter, eind 2020 gelijktijdig aftreden. Omdat dit een minder gewenste situatie is, heeft Paul Loven aangegeven bereid te zijn eerder af te treden. Na een openbare searchprocedure zijn per 1 september 2019 Jeanine Holscher, op voordracht van de Centrale Cliëntenraad, en Marc van den Berg benoemd.

De Raad van Commissarissen dankt Barbara Fransen en Paul Loven voor hun inzet in de afgelopen jaren.

JaarcyclusDoor de Raad van Bestuur is een keuze gemaakt om de planning- en controlcyclus binnen het concern fundamenteel anders in te richten. De

Raad van Commissarissen sprak hierover intensief met de Raad van Bestuur en gezamenlijk werd besloten tot deze belangrijke stap naar een organisatie waar mede-eigenaarschap een belangrijk besturingsprincipe is. Voorheen werden normen vanuit het concern min of meer dwingend opgelegd aan de groepsmaatschappijen op kritische succesfactoren. De verandering ziet er op dat groepsmaatschappijen worden gevraagd zelf kritisch de eigen risico’s en kansen te inventariseren en op basis daarvan met realistische plannen te komen. Deze stap die nadrukkelijk verdere ontwikkeling van bottom-up organiseren beoogt te bevorderen, moet bijdragen aan breed gedragen eigenaarschap onder professionals voor het primaire proces. Verder moet hiermee de participatie worden vergroot van medewerkers in processen die hun directe werk en werkplek beïnvloeden.

Thuiszorg Service Nederland (TSN)De Raad van Commissarissen sprak uitgebreid met de Raad van Bestuur over zijn voornemen om TSN, een dochtermaatschappij van de Asito Dienstengroep (ADG), over te nemen. In 2018 besloot de ADG tot vervreemding van dit onderdeel als uitvloeisel van haar strategie om zich uit de zorgsector terug te trekken. Besloten werd tot goedkeuring van het voornemen gegeven de overtuiging dat door deze verbinding meer continuïteit en samenhangend aanbod in kwetsbare gebieden wordt gerealiseerd.

HuisvestingIn 2019 werd een zeer belangrijk bouwproject, waarvoor de Raad eerder goedkeuring verleende, opgeleverd. Dat betrof het woonproject de Nieuwe Havens in Rolde. Voor 48 bewoners werd hier moderne nieuwe huisvesting opgeleverd, die een aantal specifieke voorzieningen bevat voor de bijzondere doelgroep: mensen met zeer ernstige verstandelijke beperkingen en veelal ook aanvullende lichamelijke beperkingen. Met dit project, dat middenin de woonwijk Nooitgedacht in Rolde ligt, is de laatste fase afgerond van een programma dat over ruim tien jaar is voltrokken. Namelijk de omvorming van een voormalig gesloten inrichtingsterrein, Mariëncamp, naar een open en geïntegreerde woonvorm voor mensen met verstandelijke beperkingen.

pagina 52

krachtige meerwaarde voor het zorgaanbod binnen het concern. De Raad van Commissarissen is met de voorzitter van het bestuur van de Ledenvereniging in gesprek gegaan over de meerwaarde van de verbondenheid met Espria en de vraag hoe beide organisaties elkaar kunnen versterken. Het belang van de bijzondere verbinding is opnieuw onderstreept.

Strategische zorgverkoopIn 2019 is een onderzoek verricht naar de optimalisatie van de strategische zorgverkoop. Hierin stond de vraag centraal hoe de meerwaarde van Espria nog verder tot zijn recht kan worden gebracht, bijvoorbeeld door meerjarenafspraken met financiers te maken. Espria is een unieke speler, zowel qua omvang in volume en regio als qua samenstelling van zorgportfolio. De Raad van Commissarissen is door de onderzoekers bijgepraat over de eerste uitkomsten van het onderzoek. Op basis hiervan is gesproken over de kracht van het concern, de kansen die er liggen voor verdere samenwerking en welke voorwaarden ingevuld moeten worden om deze optimaal te kunnen benutten.

Zorgcentrale In 2019 is onderzocht hoe de zorgcentrale van Espria, Zorgcentrale Noord, zich verder kan ontwikkelen naar een digitaal medisch servicecentrum. De ontwikkeling van eHealth toepassingen en digitale zorg op afstand neemt de komende jaren naar verwachting enorm toe. Hiermee kunnen mensen ondersteund worden bij het langer zelfstandig wonen. Ook is de verwachting dat zorgprofessionals ondersteund kunnen worden vanuit een digitaal platform. De Raad van Commissarissen heeft met de Raad van Bestuur gesproken over de belangrijkste kansen en risico’s.

ZelfevaluatieJaarlijks evalueert de Raad van Commissarissen zijn functioneren. In 2019 heeft de evaluatie in eigen kring plaatsgevonden in tegenstelling tot 2018. In dat jaar vond de zelfevaluatie plaats onder leiding van een extern deskundige.In haar zelfevaluatie heeft de Raad stilgestaan bij de veranderingen in de samenstelling van de Raad en de betekenis voor de onderlinge samenwerking.

Ook in 2019 verleende de Raad goedkeuring aan een ander belangrijk bouwproject: de Altingerhof in Beilen. Hier verrijst, ijs- en weder dienende, in 2020 een mooi nieuw verpleeghuis voor ouderen met complexe hulpvragen.

Regionale SamenwerkingMet de Raad van Bestuur vond regelmatig afstemming plaats over de vorderingen in de ambitie om op regionaal niveau nauwere samenwerking met ketenpartners te realiseren. Eén van de uitgangspunten van de Espria-strategie is dat muren tussen zorgpartijen zoveel beslecht moeten worden ten gunste van zo samenhangend mogelijke zorg voor cliënten. In dat kader wordt in Noord-Nederland onderzocht of nauwere samenwerking tussen de ggz-instellingen, in het bijzonder die in Groningen en Drenthe, kan worden gerealiseerd. Beide provincies zijn eigenlijk te klein om een volledig en hoogwaardig pakket aan psychiatrische zorg zelfstandig in de lucht te houden. Daarvoor zijn eenvoudigweg de inwoneraantallen te klein. Door over provinciegrenzen heen te denken, vanuit één noordelijk gebiedsdeel, ontstaan bevolkingsaantallen die wel voldoende dekking bieden aan dat brede pakket. De inwoners van Noord-Nederland blijven zo verzekerd van hoogwaardig psychiatrische zorg waar nodig.

Thematische verdiepingIn het kader van zijn toezichthoudende rol enerzijds, de ontwikkeling van zijn eigen functioneren anderzijds, heeft de Raad van Commissarissen in 2019 een aantal verdiepende themabesprekingen gevoerd. Het kenmerk van een themabespreking is dat minder directe besluitvorming aan de orde is maar dat de opbrengst deels opiniërend, deels kennis verrijkend is. Hiermee dragen de themabesprekingen tevens bij aan de permanente educatie van commissarissen. Onderstaand wordt een korte duiding gegeven van deze besprekingen.

Strategie Espria Ledenvereniging In 2018 heeft de Espria Ledenvereniging gewerkt aan herziening van haar strategie. Hierin is een nadrukkelijke focus gelegd op de ontwikkeling en ondersteuning van de lokale samenleving. De eerdere keuze om dit in nauwe samenwerking met groepsmaatschappijen binnen Espria te doen, vormt een


pagina 53

Door het vertrek van Barbara Fransen en Paul Loven ontstonden twee vacatures die zijn ingevuld door Marc van den Berg en Jeanine Holscher. Door de wisselingen was de vergadering waarin de zelfevaluatie plaatsvond voor hen beiden ook de eerste vergadering. Daarom zijn er opnieuw afspraken gemaakt over de wijze waarop inhoud wordt gegeven aan het invullen van het aandachtscommisariaat en de verdeling van de commissies. Daarbij is behoud van continuïteit een belangrijk criterium gebleken. In de loop van 2020 vertrekt ook de voorzitter Han Noten. Daarom is eind 2019 een start gemaakt met het zoeken van een nieuwe voorzitter. Bij het ter perse gaan van dit verslag is inmiddels bekend dat de Raad in André Rouvoet een zeer geschikte opvolger heeft gevonden voor Han Noten.In haar zelfevaluatie bevestigt de Raad de keuze van de meerjarenstrategie. Verder zijn de onderlinge relaties als open en transparant beschreven. Geconstateerd is dat er voldoende onafhankelijkheid ten opzichte van elkaar is en dat het interne kritische vermogen binnen de Raad van een goed niveau is. De verhouding tot de Raad van Bestuur is beschreven als helder, stevig en uitgaand van vertrouwen.

MedezeggenschapGedurende het jaar hebben meerdere leden van de Raad van Commissarissen overlegvergaderingen met de Centrale Cliëntenraad en de Centrale Ondernemingsraad bijgewoond. Naast de terugblik die gebruikelijk in deze bijeenkomsten plaatsvindt en een blik vooruit op belangrijke ontwikkelingen heeft ook de voortgang in de strategische herijking centraal gestaan in deze overleggen. Daarnaast hebben leden van de Raad van Commissarissen vergaderingen van de Groepsraad bijgewoond.

WerkbezoekenDoor het jaar heen hebben leden van de Raad van Commissarissen diverse werkbezoeken gebracht aan locaties van alle groepsmaatschappijen. Tijdens deze werkbezoeken wordt vooral het contact gezocht met ‘de werkvloer’ om een beter beeld te krijgen op de uitdagingen voor medewerkers en waar zich knelpunten voordoen. In 2019 zijn locaties van GGZ Drenthe, Icare,

Evean, Zorggroep Meander en De Trans bezocht door leden van de Raad van Commissarissen.

Toezicht op kwaliteit en veiligheidHet toezicht op kwaliteit en veiligheid door de Raad van Commissarissen wordt voorbereid door de commissie kwaliteit. De commissie adviseert de Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen bij de behandeling van ontwikkelingen op het gebied van kwaliteit en veiligheid. De commissie fungeert als klankbord voor de Raad van Bestuur en bereidt namens de Raad van Commissarissen bespreking voor van relevante kwaliteitsaspecten. De commissie heeft in 2019 vijf keer vergaderd. Daarbij zijn onder meer de volgende onderwerpen aan bod geweest:

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Calamiteitenonderzoeken Kwaliteitsplannen VVT Plan duurzame inzetbaarheid/ sociaal kader Bestuursaudits Ontwikkeling kwaliteitsmonitor Espria Rapportage integriteitsbeleid Espria Verkenning samenwerking Lentis Ziekenhuiszorg in Drenthe en Zuidoost-Groningen Wet Zorg en Dwang en Wet verplichte GGZ Rapportage toetsingsbezoeken IGJ Medewerkerstevredenheidsonderzoeken Vernieuwing beleid doelgroep Intensief De Trans Vernieuwing managementstructuur Evean Verzuim- en re-integratieproces Ontwikkelingen WGA. Analyse klachten cliënten De Juiste Zorg op de Juiste Plek – initiatieven in het werkgebied


pagina 54

van Commissarissen en de Raad van Bestuur. Jaarlijks voert de commissie een evaluatiegesprek met de leden van de Raad van Bestuur en rapporteert daarover aan de Raad van Commissarissen. De commissie bereidt tevens de zelfevaluatie van de Raad van Commissarissen voor. Verder doet zij voorstellen aan de Raad van Commissarissen betreffende de klasse-indeling WNT en het te voeren bezoldigingsbeleid voor bestuur en toezicht. De commissie heeft in 2019 drie maal vergaderd. In deze commissie zijn in 2019 onder meer de volgende onderwerpen aan bod gekomen:

Wervingsprocedure leden Raad van Commissarissen Evaluatiegesprekken Raad van Bestuur WNT klasse-indeling 2020

Besluiten van de Raad van CommissarissenNaast de bespreking van de onderwerpen die in de verschillende commissies aan bod zijn gekomen, heeft de Raad van Commissarissen in het verslagjaar 2019 bestuursbesluiten goedgekeurd ten aanzien van de volgende onderwerpen:

Audit charter en audit jaarplan 2019 Koop-/verkoopovereenkomst inzake TSN Juridische fusie PartiCura Zorgbemiddeling BV en Stichting Evean Zorg Jaarverslag Espria 2018 Geconsolideerde jaarrekening Espria 2018 Oprichting Stichting Thuiszorg Service Espria Reglement Raad van Bestuur Statuten van de zes over te nemen TSN-rechtspersonen Financiering overname en werkkapitaal TSN Juridische fusie Stichting HdS en Stichting Icare Jaarplan Espria 2020 Geconsolideerde begroting Espria 2020 WNT klasse-indeling 2020

AuditcommissieNamens de Raad van Commissarissen behartigt de auditcommissie het toezicht op de financiële continuïteit. De auditcommissie adviseert de Raad van Commissarissen bij de goedkeuring van de jaarlijkse begroting en jaarrekening en de belangrijkste kapitaalinvesteringen. De commissie adviseert de Raad van Bestuur ten aanzien van, onder meer, interne risicobeheersings- en controle systemen, investerings- en financieringsbeleid en beleid met betrekking tot fiscale aangelegenheden. In 2019 heeft de auditcommissie zeven keer vergaderd. In drie vergaderingen was de externe accountant aanwezig in verband met de bespreking van het accountantsverslag en de jaarverantwoording 2018, het controleplan voor 2019 en de rapportage van de interim bevindingen 2019. Het afgelopen jaar zijn onder meer de volgende onderwerpen aan de orde gekomen:

Strategisch behandelplan Belastingdienst Internal audit charter en jaarplan Financiële resultaten Accounting manual 2018 Bedrijfswaarde berekening vastgoed Meerjareninvesteringen ICT Geconsolideerde jaarrekening 2018 Accountantsverslag 2018 Controleplan accountant 2019 Informatiebeleid Bevindingen productiecontroles Financiering nieuwbouw Altingerhof Onderzoek optimalisatie financiële kolom Financiering overname en werkkapitaal TSN Onderzoek optimalisatie vastgoed

Benoemings- en remuneratiecommissieDe benoemings- en remuneratiecommissie adviseert de Raad van Commissarissen bij het selectieproces en remuneratie van leden van de Raad


pagina 55

Daarnaast heeft de Raad van Commissarissen besluiten genomen met betrekking tot:

Profiel te werven leden Raad van Commissarissen Benoeming mevrouw J. Holscher Benoeming de heer M. van den Berg Voorstel voortzetting accountantsdienstverlening PwC Reglement Raad van Commissarissen Procedure werving en profielschets voorzitter Raad van Commissarissen Bezoldiging Raad van Commissarissen 2020

WerkgeversrolDe Raad van Commissarissen is als werkgever onder andere verantwoordelijk voor de evaluatie van het functioneren van de bestuurders, de benoeming, schorsing en ontslag van de bestuurders en hun arbeidsvoorwaarden. In dat verband zijn de volgende zaken in 2019 relevant geweest.

Samenstelling bestuurDe Raad van Bestuur bestond in 2019 uit de heren Kauffeld en Notermans.

Arbeidsvoorwaarden Raad van BestuurIn 2019 heeft de juiste toepassing van de Wet normering topinkomens (WNT) aandacht van de Raad van Commissarissen gehad. De bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur voldeed in 2019 volledig aan de kaders van de WNT. De leden van de Raad van Bestuur nemen deel aan de pensioenregeling van het Pensioenfonds voor Zorg en Welzijn. Voor de hoogte van de bezoldigingen van de leden van de Raad van Bestuur wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening van de jaarrekening, conform de publicatievereisten van de WNT.

Beoordeling Raad van BestuurHet functioneren van de Raad van Bestuur als geheel en de individuele leden afzonderlijk is door de Raad van Commissarissen besproken. Voordat de remuneratiecommissie de jaarlijkse voortgangsgesprekken met de Raad van

Bestuur heeft gevoerd, hebben gesprekken plaatsgevonden met een aantal directeuren en de medezeggenschapsraden.

AccreditatieBeide leden van de Raad van Bestuur zijn geaccrediteerd en ingeschreven in het Register van geaccrediteerde bestuurders in de zorg. Het accreditatiesysteem is ontwikkeld door de Nederlandse vereniging voor bestuurders in de zorg (NVZD). Doel van dit systeem is te toetsen of bestuurders actief werken aan hun professionele ontwikkeling en zelfreflectie.

Honorering Raad van CommissarissenDe honorering van de Raad van Commissarissen voldeed in 2019 aan de kaders van de WNT. De honorering is vastgesteld op €19.400 op jaarbasis voor een lid en op €29.100 voor de voorzitter. Deze bezoldiging valt binnen de normen die gelden onder WNT-2. Voor het overzicht van de vergoedingen die aan de commissarissen zijn uitbetaald in 2019 wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening van de jaarrekening, conform de publicatievereisten van de WNT.

OnafhankelijkheidHet reglement van de Raad van Commissarissen bevat regelingen met betrekking tot onder andere onafhankelijkheid, tegenstrijdige belangen en nevenfuncties. Alle commissarissen zijn onafhankelijk en kunnen ten opzichte van elkaar, de Raad van Bestuur en andere organen onafhankelijk functioneren, mede als gevolg van de waarborgen in het reglement. In 2019 is geen sprake geweest van (transacties met) tegenstrijdige belangen waarbij een lid van de Raad van Commissarissen of de Raad van Bestuur betrokken is geweest.

DankwoordDe Raad van Commissarissen is alle medewerkers en vrijwilligers van Espria en haar groepsmaatschappijen dankbaar voor hun grote inzet en betrokkenheid in 2019. De Raad is steeds weer onder de indruk van de enorme professionaliteit en warmte waarmee invulling wordt gegeven aan de zorg voor de kwetsbare mensen waar Espria zich op richt.


pagina 56

Samenstelling Raad van CommissarissenDe Raad van Commissarissen van Espria bestond eind 2019 uit zes personen: de dames Holscher en De Ranitz en de heren Berden, Van den Berg, Van Engelen en Noten. Zie onderstaande tabel voor een volledig overzicht van de samenstelling van de Raad van Commissarissen per 31 december 2019.


De heer H.J.J.M. Berden (1959)Functie Lid van de RvCCommissie Commissie kwaliteit (voorzitter)Hoofdfunctie Voorzitter Raad van Bestuur Elisabeth-

TweeSteden Ziekenhuis TilburgNevenfuncties - Bijzonder hoogleraar Organisatie

Ziekenhuiszorg Radboud Universiteit/Radboudumc Nijmegen

- Voorzitter Raad van Toezicht Nederlands Huisartsen Genootschap

Eerste benoeming 1 juli 2016Einde benoemingstermijn 1 juli 2020Herbenoembaar JaAanwezig bij 8 van 8 vergaderingen

De heer J.M.L. van Engelen (1959)Functie Lid van de RvC (op voordracht van de Centrale

Ondernemingsraad)Commissie Remuneratiecommissie (voorzitter)Hoofdfunctie - Hoogleraar Integrated Sustainable Solutions,

faculteit Industrieel Ontwerpen, Technische Universiteit Delft

- Hoogleraar Bedrijfskunde, faculteit Economie en Bedrijfskunde, Universiteit Groningen

Nevenfuncties - Vice-voorzitter Raad van Commissarissen Nedap N.V. te Groenlo

- Lid Raad van Toezicht Pensioenfonds Zorg en Welzijn te Zeist

- Lid Bestuur Stichting Triade, UMCGEerste benoeming 1 juli 2016Einde benoemingstermijn 1 juli 2020Herbenoembaar JaAanwezig bij 7 van 8 vergaderingen

Mevrouw J. C. Holscher (1965)Functie Lid van de RvCCommissie Commissie kwaliteit (lid)Hoofdfunctie - Lid Raad van Bestuur Mirage Retail GroupNevenfuncties - Lid Raad van Advies NOBCO

- Venture Partner bij ScaleUpNationEerste benoeming 1 september 2019Einde benoemingstermijn 1 september 2023Herbenoembaar JaAanwezig bij 3 van 3 vergaderingen

De heer M. van den Berg (1961)Functie Lid van de RvCCommissie Audit commissie (voorzitter)Hoofdfunctie Managing Director IT, Innovatie & Services

PGGM (tot 1 oktober 2019)Nevenfuncties - CFRO Rabo PGGM Premiepensioeninstelling

- Lid Raad van Toezicht Koninklijke KentalisEerste benoeming 1 september 2019Einde benoemingstermijn 1 september 2023Herbenoembaar JaAanwezig bij 3 van 3 vergaderingen

pagina 57


De heer H.C.P. Noten (1958)Functie Voorzitter van de RvC Commissie Benoemings- en remuneratiecommissie (lid)Hoofdfunctie - Voorzitter Ambulancezorg Nederland Nevenfuncties - Lid Raad van Commissarissen Heisterkamp Transport te Oldenzaal

- Voorzitter Koninklijke NVRD (Nederlandse Vereniging ReinigingsDirecteuren)

- Voorzitter bestuur Start Foundation- Voorzitter Raad van Toezicht Drents Museum

Eerste benoeming 31 december 2012Einde benoemingstermijn 31 december 2020Herbenoembaar Nee Aanwezig bij 7 van 8 vergaderingen

Mevrouw G.M.C. de Ranitz (1970)Functie Lid en vicevoorzitter van de RvC Commissie Audit commissie (lid)Hoofdfunctie - Voorzitter College van Bestuur Hogeschool InhollandNevenfuncties - Lid Raad van Advies Politieacademie, Apeldoorn (tot 1-11-2019)

- Lid Raad van Toezicht Holland Festival, Amsterdam- Voorzitter Bestuur Praemium Erasmianum- Vice-voorzitter Raad van Toezicht NTR omroep tot 1-9-2019; lid

RvT en vz auditcommissie per 1-9-2019- Voorzitter stuurgroep Human Capital Agenda van de Amsterdam

Economic Board (tot 1-7-2019)- Lid Raad van Commissarissen VGA Verzekeringen (per 1-11-2019)

Eerste benoeming 1 september 2017Einde benoemingstermijn 1 september 2021Herbenoembaar JaAanwezig bij 8 van 8 vergaderingen

pagina 58

6 Jaarrekening

pagina 58pagina 58

pagina 59

6.1.1 BALANS PER 31 DECEMBER 2019

(na resultaatbestemming) Ref. 31-Dec-2019 31-Dec-2018ACTIVA € €Vaste activa Materiële vaste activa 2 244.212.661 254.850.682Financiële vaste activa 3 512.115 631.006TOTAAL VASTE ACTIVA 244.724.776 255.481.688

Vlottende activa Voorraden 4 88.076 155.311Onderhanden werk uit hoofde van DBC’s/DBC-zorgproducten 5 12.973.841 16.434.633Vorderingen uit hoofde van financieringstekort 6 12.097.887 6.299.355Debiteuren en overige vorderingen 7 71.911.238 65.525.690Liquide middelen 9 98.599.352 112.160.430Totaal vlottende activa 195.670.394 200.575.419

TOTAAL ACTIVA 440.395.170 456.057.107

Ref. 31-Dec-2019 31-Dec-2018PASSIVA € €Eigen vermogen Kapitaal 10 1.168.574 1.168.574Bestemmingsreserves 10 15.601.332 14.997.732Bestemmingsfondsen 10 145.112.979 132.545.881Algemene en overige reserves 10 24.078.710 24.559.762Minderheidsbelang derden 10 175.962 253.220Totaal eigen vermogen 186.137.557 173.525.169

Voorzieningen 11 17.137.526 20.828.778

Langlopende schulden 12 118.981.893 130.545.546

Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van financieringsoverschot 6 3.071.179 4.991.077Overige kortlopende schulden 13 115.067.015 126.166.537Totaal kortlopende schulden 118.138.194 131.157.614

TOTAAL PASSIVA 440.395.170 456.057.107

6.1 Geconsolideerde jaarrekening

Jaarverslag 2019 - Jaarrekening

pagina 60

6.1.2 RESULTATENREKENING OVER 2019 Ref. 2019 2018BEDRIJFSOPBRENGSTEN: € €Opbrengsten zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning 16 718.662.456 690.403.693Subsidies (exclusief Wmo en Jeugdwet) 17 16.428.176 14.747.354Overige bedrijfsopbrengsten 18 22.174.164 19.729.505SOM DER BEDRIJFSOPBRENGSTEN 757.264.796 724.880.552

BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten 19 602.336.029 580.750.039Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 20 25.631.727 25.820.642Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa 21 0 -648.720Overige bedrijfskosten 22 113.194.699 110.599.595Som der bedrijfslasten 741.162.455 716.521.556

BEDRIJFSRESULTAAT 16.102.341 8.358.996

Financiële baten en lasten 23 -5.380.356 -5.858.116

RESULTAAT BOEKJAAR 10.721.985 2.500.880

RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld: 2019 2018 € €Toevoeging / onttrekking:

Bestemmingsreserve algemeen: Bestemmingsreserve algemeen 603.600 1.032.188

Bestemmingsfondsen: Reserve aanvaardbare kosten 10.599.437 2.493.558

Algemene en overige reserves: Algemene reserves -481.052 -1.024.866

10.721.985 2.500.880


pagina 61

6.1.3 KASSTROOMOVERZICHT OVER 2019 Ref. 2019 2018 € € € €KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN

Bedrijfsresultaat 15.207.476 8.358.996

Aanpassingen voor: - afschrijvingen 20 25.631.727 25.820.642 - bijzondere waardeverminderingen materiële vaste activa 21 0 -648.720 - overige mutaties in het eigen vermogen 10 -77.114 3.781 - mutaties voorzieningen 11 -1.723.735 -302.796 23.830.878 24.872.907

Veranderingen in werkkapitaal: - voorraden 4 67.235 12.154 - mutatie onderhanden werk DBC’s/DBC-zorgproducten 5 3.460.792 1.705.684 - vorderingen 7 -6.081.887 2.683.030 - vorderingen/schulden uit hoofde van financieringstekort respectievelijk -overschot 6 -7.718.430 -11.708.785 - kortlopende schulden (excl. schulden aan banken) 13 -9.022.932 6.754.835 -19.295.222 -553.082

Kasstroom uit bedrijfsoperaties 19.743.132 32.678.821

Ontvangen interest 23 17.015 18.751 Betaalde interest 23 -5.500.495 -5.420.232 Overige financiële lasten 23 77.257 -3.922 Vennootschapsbelasting 23 0 -136.016 -5.406.223 -5.541.419

TOTAAL KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN 14.336.909 27.137.402


pagina 62

6.1.3 KASSTROOMOVERZICHT OVER 2019 (VERVOLG) Ref. 2019 2018 € € € €KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN

Investeringen materiële vaste activa 2 -14.825.749 -14.584.041 Desinvesteringen materiële vaste activa 2 2.382.314 2.410.572 Desinvesteringen overige financiële vaste activa 3 -185.276 257.957

TOTAAL KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN -12.628.711 -11.915.512

KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN

Aflossing langlopende schulden 12 -11.665.878 -16.868.907

TOTAAL KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN -11.665.878 -16.868.907

MUTATIE GELDMIDDELEN -9.957.680 -1.647.017

Stand geldmiddelen per 1 januari 108.557.032 110.204.049Stand geldmiddelen per 31 december 98.599.352 108.557.032MUTATIE GELDMIDDELEN -9.957.680 -1.647.017


pagina 63

6.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling

6.1.4.1 Algemeen

Algemene gegevens en groepsverhoudingenStichting Espria staat aan het hoofd van het Espria-concern. De enkelvoudige jaarrekening van Stichting Espria is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Stichting Espria.

Stichting Espria Altingerweg 19411 PA BEILENStatutair gevestigd te gemeente Midden-DrentheInschrijfnummer Kamer van Koophandel: 08173909

De activiteiten van het Espria-concern bestaan voornamelijk uit het leveren van verpleging en verzorging, geriatrische revalidatiezorg, jeugdgezondheidszorg, psychiatrische zorg, dienstverlening aan mensen met een verstandelijke beperking en zorg op afstand.

VerslaggevingsperiodeDeze jaarrekening heeft betrekking op het boekjaar 2019, welke is geëindigd op balansdatum 31 december 2019.

Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekeningDe jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 Burgerlijk Wetboek, de Regeling verslaggeving WTZi en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Tevens zijn de beleidsregels voor de WNT, wet normering bezoldiging topinkomens publieke en semipublieke sector van toepassing.

De jaarrekening is opgesteld in euro’s.

ContinuïteitsveronderstellingDeze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Eind 2019 is een geactualiseerde meerjarenbegroting inclusief liquiditeitsprognose door de raad van bestuur vastgesteld en door de raad van commissarissen goedgekeurd. Dit betreft het tijdvak 2020-2023. Uit de meerjarenbegroting blijkt dat waardering op basis van de continuïteitsveronderstelling gerechtvaardigd is. Met het uitbreken van het Coronavirus is in ieder geval de begroting voor 2020 achterhaald. Afhankelijk van de duur en omvang van het Coronavirus zal de rendementsontwikkeling van Stichting Espria in 2020 in meer of mindere mate worden geraakt. Ook de mate waarin compensatie vanuit onze financiers zal worden verkregen en onze maatregelen tot bijsturing van de exploitatie kunnen leiden, zal daarbij bepalend zijn. De impact van het Coronavirus lichten wij onder ‘gebeurtenissen na balansdatum’ in de jaarrekening nader toe. De Raad van Bestuur stelt ook dan vast dat deze pandemie geen materiële onzekerheid geeft die ernstige twijfel kan doen rijzen of Stichting Espria haar activiteiten kan voortzetten. Derhalve is de jaarrekening 2019 opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.

Vergelijking met voorgaand jaarDe grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar, met uitzondering van de onderstaand benoemde stelselwijziging groot onderhoud.

StelselwijzigingMet ingang van boekjaar 2019 wordt in navolging van de nieuwe verslaggevingsrichtlijnen (RJ) de verwerking van kosten groot onderhoud toegepast conform de componentenbenadering. Tot en met 2018 werd voor de kosten van periodiek groot onderhoud een voorziening gevormd, indien sprake was van sterk fluctuerende kosten door de jaren heen. Als geen sprake was van fluctuerende kosten, werden deze direct ten laste van de exploitatie gebracht. Dit is vanaf boekjaar 2019 niet meer toegestaan. Kosten van groot onderhoud worden met ingang van 2019 geactiveerd en verwerkt in de boekwaarde van het actief (componentenbenadering). De stelselwijziging wordt in overeenstemming


pagina 64

met de overgangsbepaling op prospectieve wijze vanaf het huidige boekjaar toegepast, in afwijking van alinea 208 van hoofdstuk 140 Stelselwijzigingen uit de Richtlijnen. Deze verwerkingswijze is gebaseerd op de overgangsbepaling uit RJ 212.807. Dit heeft tot gevolg dat de onderhoudsvoorziening bij Stichting Evean en Stichting De Trans aan het begin van boekjaar 2019 is vrijgevallen ten gunste van het eigen vermogen. De impact hiervan op het vermogen per 1-1-2019 bedraagt € 2,0 miljoen.

Vergelijkende cijfersDe cijfers voor 2018 zijn, waar nodig, geherrubriceerd om vergelijkbaarheid met 2019 mogelijk te maken. Deze herrubricering betreft de dotatie aan de voorziening voor omzetrisico’s. Tot 2019 werd dit gepresenteerd als algemene kosten. In 2019 is dit geherrubriceerd en ten laste van de opbrengsten zorgverzekeringswet gebracht. De omzet in de vergelijkende cijfers is hierdoor € 4,8 miljoen lager dan verantwoord in de jaarrekening 2018. Daarnaast zijn detacheringsopbrengsten van Stichting GGZ Drenthe geherrubriceerd van personele kosten naar overige zorgprestaties. De personele kosten in de vergelijkende cijfers zijn hierdoor € 0,7 miljoen hoger dan verantwoord in de jaarrekening 2018. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat de Raad van Bestuur en de directies oordelen vormen en schattingen en veronderstellingen maken die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa, verplichtingen, baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. De volgende waarderingsgrondslagen zijn naar de mening van de Raad van Bestuur en de directies het meest kritisch voor het weergeven van de financiële positie, en vereisen een aantal oordelen, schattingen en veronderstellingen: voorziening voor omzetrisico’s, uitgangspunten voor bepaling van andere voorzieningen

(zoals disconteringsvoet en vertrekkans) en inschattingen en aannames die worden gedaan voor de bedrijfswaardeberekening.

Consolidatie In de geconsolideerde jaarrekening van Stichting Espria zijn de financiële gegevens verwerkt van de tot het concern behorende maatschappijen en andere rechtspersonen waarop overwegende zeggenschap kan worden uitgeoefend of waarover de centrale leiding wordt gevoerd. Deze jaarrekening bevat de financiële informatie van zowel de stichting als de geconsolideerde maatschappijen van de stichting. Binnen de groep worden dezelfde waarderingsgrondslagen toegepast.

Stichting Espria beschikt op basis van statutaire bepalingen over de volledige zeggenschap over de in de consolidatie opgenomen stichtingen. Daarnaast beschikt Stichting Espria rechtstreeks, dan wel via de dochterstichtingen, over een meerderheidsbelang in de bij de consolidatie betrokken besloten vennootschappen.

Intercompany-transacties, intercompany-winsten en onderlinge vorderingen en schulden tussen groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen worden geëlimineerd, voor zover de resultaten niet door transacties met derden buiten het Espria-concern zijn gerealiseerd. Ongerealiseerde verliezen op intercompany-transacties worden ook geëlimineerd tenzij er sprake is van een bijzondere waardevermindering. Waarderingsgrondslagen van groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen zijn waar nodig gewijzigd om aansluiting te krijgen bij de geldende waarderingsgrondslagen voor het Espria-concern.

In de geconsolideerde jaarrekening zijn opgenomen de volgende stichtingen en vennootschappen die tot het Espria-concern behoren:

Groep Stichting Evean Zorg te Purmerend; Groep Stichting Icare te Meppel; Stichting Espria te Beilen;


pagina 65

Espria Participaties B.V. te Beilen; Stichting Zorggroep Meander te Veendam; Stichting GGZ Drenthe te Assen; Stichting De Trans te Rolde; Stichting Zorgcentrale Noord te Beilen; Stichting Icare JGZ te Meppel; Stichting Thuiszorg Service Espria te Beilen.

In de groep Stichting Evean Zorg te Purmerend zijn de volgende entiteiten in de consolidatie opgenomen:

Stichting Evean Zorg te Purmerend; Stichting Evean Caro te Purmerend; Revalidatiehotel Recura B.V. te Purmerend (80% belang, integraal geconsolideerd).

In de groep Stichting Icare te Meppel zijn de volgende entiteiten in de consolidatie opgenomen:

Stichting Icare te Meppel; Icare Beheer en Ontwikkeling B.V. te Meppel; Stichting Missiehuis Vrijland te Oosterbeek; Stichting Vegetarisch Zorgcentrum Felixoord te Oosterbeek.

Per 16 juli 2019 is PartiCura Zorgbemiddeling B.V. juridisch gefuseerd met Stichting Evean Zorg waarbij PartiCura Zorgbemiddeling B.V. de verdwijnende partij is.

Per 31 december 2019 is Stichting HdS, Christelijke Organisatie voor Zorg, gefuseerd met Stichting Icare met terugwerkende kracht per 1 januari 2019, waarbij Stichting Hds, Christelijke Organisatie voor Zorg de verdwijnende partij is.

De activa en passiva van de verdwijnende rechtspersoon zijn opgegaan in de rechtspersoon waarmee gefuseerd is.

Per 1 september 2019 zijn de activiteiten van Stichting Onderzoek Systeemvraagstukken Zorgstelsel beëindigd en is de stichting geliquideerd.

Per 22 november 2019 is Stichting Thuiszorg Service Espria opgericht.

Verbonden partijenAlle groepsmaatschappijen van Stichting Espria worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de bestuurders, statutaire directieleden en nauwe verwanten zijn verbonden partijen. Er hebben zich in het boekjaar geen transacties met verbonden partijen op niet-zakelijke grondslag voorgedaan. 6.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva

Activa en passiva Activa en passiva worden tegen verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs opgenomen, tenzij anders vermeld in de verdere grondslagen. Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd.

Een actief wordt in de balans verwerkt wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de onderneming zullen toevloeien en het actief een kostprijs of een waarde heeft waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Activa die hier niet aan voldoen worden niet in de balans verwerkt, maar worden aangemerkt als niet in de balans opgenomen activa.

Een verplichting wordt in de balans verwerkt wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag waartegen de afwikkeling zal plaatsvinden op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld. Onder verplichtingen worden mede voorzieningen begrepen. Verplichtingen die hier niet aan voldoen worden niet in de balans opgenomen, maar worden verantwoord als niet in de balans opgenomen verplichtingen.


pagina 66

Een in de balans opgenomen actief of verplichting blijft op de balans, als een transactie met betrekking tot het actief of de verplichting niet leidt tot een belangrijke verandering in de economische realiteit met betrekking tot het actief of de verplichting. Dergelijke transacties geven evenmin aanleiding tot het verantwoorden van resultaten. Bij de beoordeling of er sprake is van een belangrijke verandering in de economische realiteit wordt uitgegaan van de economische voordelen en risico’s die zich naar waarschijnlijk in de praktijk zullen voordoen, en niet op voordelen en risico’s waarvan redelijkerwijze niet te verwachten is dat zij zich voordoen.

Een actief of verplichting wordt niet langer in de balans opgenomen als een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle rechten op economische en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot het actief of de verplichting aan een derde zijn overgedragen. De resultaten van de transactie worden in dat geval direct in de resultatenrekening opgenomen, rekening houdend met eventuele voorzieningen die dienen te worden getroffen in samenhang met de transactie. Indien de weergave van de economische realiteit ertoe leidt dat het opnemen van activa waarvan de rechtspersoon niet het juridisch eigendom bezit, wordt dit feit vermeld.

Immateriële vaste activaOnder de immateriële vaste activa zijn begrepen kosten van goodwill die van derden zijn verkregen. De goodwill is het verschil tussen de verkrijgingsprijs en de reële waarde van de geïdentificeerde activa en passiva van de overgenomen partij. Geactiveerde goodwill wordt lineair afgeschreven op basis van de economische levensduur. Het gehanteerde afschrijvingspercentage bedraagt 20%. Indien sprake is van een duurzame waardevermindering vindt waardering plaats tegen deze lagere waarde. Afwaardering vindt plaats ten laste van de resultatenrekening.

Materiële vaste activa Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve

bijzondere waardeverminderingen. De verkrijgings- of vervaardigingsprijs omvat de inkoopprijs en bijkomende kosten. Eventuele subsidies worden direct in mindering op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs gebracht. Alleen actiefposten waarvan het economisch risico geheel of nagenoeg geheel door de organisatie wordt gedragen, worden geactiveerd. Aan deze voorwaarde wordt voldaan bij rechtstreekse koop, maar veelal ook bij financial lease of huurkooptransacties. Verwerking van financial lease contracten vindt plaats tegen de contante waarde van de toekomstige huurverplichtingen, rekening houdend met een disconteringsvoet.

Afschrijving vindt in het jaar van ingebruikname naar tijdsgelang plaats. Afschrijvingstermijnen zijn gebaseerd op de verwachte economische levensduur van het actief en worden per individueel actief bepaald. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Er wordt geen rekening gehouden met een restwaarde. Op bedrijfsterreinen en materiële vaste activa in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven.

De volgende afschrijvingspercentages worden hierbij gehanteerd: Bedrijfsgebouwen en terreinen: 0% - 5%; Machines en installaties: 5%; Andere vaste bedrijfsmiddelen: 10% - 33%.

Er is geen sprake van geactiveerde rente.

Materiële vaste activa die buiten gebruik zijn gesteld en waarover het besluit tot verkoop is genomen, worden gewaardeerd tegen de verwachte opbrengstwaarde. De opbrengstwaarde is gebaseerd op de geschatte verkoopprijs onder aftrek van de geschatte kosten die rechtstreeks kunnen worden toegerekend aan de verkoop en nodig zijn om de verkoop te realiseren. Indien de opbrengstwaarde lager is dan de boekwaarde, wordt het verschil ten laste van het resultaat over het boekjaar gebracht.


pagina 67

Groot onderhoud Periodiek groot onderhoud wordt volgens de componentenbenadering geactiveerd. Hierbij worden de totale uitgaven toegewezen aan de samenstellende delen. Financiële vaste activa De financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen reële waarde en vervolgens tegen geamortiseerde kostprijs. Deelnemingen in groepsmaatschappijen en overige deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde. Invloed van betekenis wordt in ieder geval verondersteld aanwezig te zijn bij het kunnen uitbrengen van 20% of meer van de stemrechten. De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening. Indien onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor het bepalen van de nettovermogenswaarde, wordt uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van de deelneming. Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, waarbij ook leningen aan deze deelneming worden betrokken (netto-investering), wordt deze tot nihil afgewaardeerd waarbij een voorziening wordt gevormd voor de schulden waarvoor Stichting Espria aansprakelijk is (feitelijk of juridisch). De eerste waardering van gekochte deelnemingen is gebaseerd op de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva op het moment van acquisitie. Voor de vervolgwaardering worden de grondslagen toegepast die gelden voor deze jaarrekening, uitgaande van de waarden bij eerste waardering.

Als resultaat wordt verantwoord het bedrag waarmee de boekwaarde van de deelneming sinds de voorafgaande jaarrekening is gewijzigd als gevolg van het door de deelneming behaalde resultaat.

Deelnemingen waarop geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Indien sprake is van een bijzondere waardevermindering vindt waardering plaats tegen de realiseerbare waarde (zie verder de paragraaf “Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa”);

afwaardering vindt plaats ten laste van de resultatenrekening.Leningen aan niet-geconsolideerde deelnemingen en overige financiële vaste activa worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde onder aftrek van eventuele voorzieningen voor oninbaarheid. Vervolgwaardering vindt plaats tegen de geamortiseerde kostprijs.

Dividenden worden verantwoord in de periode waarin zij betaalbaar worden gesteld. Rentebaten worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende post. Eventuele winsten of verliezen worden verantwoord onder de financiële baten en lasten.

Financial lease Stichting Espria leaset een deel van de gebouwen en terreinen. Hierbij heeft Stichting Espria grotendeels de voor- en nadelen verbonden aan het eigendom van deze activa. Deze activa worden geactiveerd in de balans bij aanvang van het leasecontract tegen de reële waarde van het actief of de lagere contante waarde van de minimale leasetermijnen. De te betalen leasetermijnen worden op annuïtaire wijze verdeeld in een aflossings- en een rentecomponent. De leaseverplichtingen worden exclusief de rentecomponent opgenomen onder de langlopende schulden, rekening houdend met een disconteringsvoet gelijk aan de rentevoet zijnde 1,5%-5,5% (2018: 1,5%-5,5%).

De rentecomponent wordt gedurende de looptijd van het contract verantwoord in de resultatenrekening met een vast rentepercentage over de gemiddelde resterende aflossingscomponent. De relevante activa worden afgeschreven over de resterende gebruiksduur of, indien korter, de looptijd van het contract.

Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Vaste activa met een lange levensduur worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen als sprake is van wijzigingen in omstandigheden waardoor de vraag ontstaat of de boekwaarde van een actief terugverdiend kan worden. Als dergelijke omstandigheden zich voordoen, wordt de realiseerbare waarde


pagina 68

van het actief geschat. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief te vergelijken met de realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde is de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. De bedrijfswaarde is de geschatte contante waarde van de toekomstige netto kasstromen die het actief naar verwachting zal genereren. De opbrengstwaarde is gebaseerd op de geschatte verkoopprijs minus de geschatte kosten welke nodig zijn om de verkoop te realiseren. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte contante waarde van de toekomstige kasstromen, worden bijzondere waardeverminderingen verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Indien wordt vastgesteld dat een bijzondere waardevermindering die in het verleden verantwoord is, niet meer bestaat of is afgenomen, dan wordt de toegenomen boekwaarde van de desbetreffende activa niet hoger gesteld dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn verantwoord. Een bijzondere waardevermindering van goodwill wordt niet teruggenomen.

Stichting Espria voert jaarlijks een beoordeling op bijzondere waardeverminderingen met een duurzaam karakter uit, overeenkomstig RJ 121 van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, ongeacht of op dat moment daadwerkelijk sprake is van impairment triggers. Ook eind 2019 heeft een actualisatie van de opgestelde bedrijfswaarde berekeningen plaatsgevonden op basis van de recent opgestelde meerjarenbegroting. Stichting Espria heeft de realiseerbare waarde van het vastgoed getoetst op basis van de contante waarde van de toekomstige kasstromen van haar zorgvastgoed. Deze is per groepsmaatschappij benaderd op het niveau van haar kasstroomgenererende eenheden (resultaatverantwoordelijke eenheden zoals zorglocaties en doelgroepen) en vergeleken met de boekwaarde van het vastgoed en de overige met de bedrijfsvoering samenhangende activa per 31 december 2019. Belangrijke overige veronderstellingen die zijn gehanteerd bij de benadering van de contante waarde van de kasstromen zijn:

Ontwikkeling in en samenstelling van de cliëntenpopulatie; Gemaakte afspraken met zorgkantoren over afbouw intramurale capaciteit; Uit de meerjarenbegroting afgeleide kasstromen voor de jaren 2020 tot en met 2023 en genormaliseerde trendmatige kasstromen vanaf 2023 tot aan einde levensduur; De resterende levensduur van het individuele vastgoed en de resterende huurperioden; De verwachte ontwikkeling van de bezettingsgraad, waarbij rekening is gehouden met de mogelijkheid om huurcontracten op te zeggen; Vervangingsinvesteringen tot het niveau welke noodzakelijk worden geacht om het betreffende vastgoed tot aan het einde van de levensduur in gebruik te houden; Ontwikkelingen in de zorgfinanciering; Een disconteringsvoet van 5,0%.

Aangezien de contante waarde van de toekomstige kasstromen hoger is dan de boekwaarde van de materiële vaste activa per 31 december 2019, zijn geen aanpassingen gedaan aan de waardering van het vastgoed.

Bij financiële activa die gewaardeerd zijn tegen geamortiseerde kostprijs wordt de omvang van de bijzondere waardevermindering bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de best mogelijke schatting van de toekomstige kasstromen, contant gemaakt tegen de effectieve rentevoet van het financiële actief zoals die is bepaald bij de eerste verwerking van het instrument. Het waardeverminderingsverlies dat daarvoor opgenomen was, dient te worden teruggenomen indien de afname van de waardevermindering verband houdt met een objectieve gebeurtenis na afboeking. De terugname wordt beperkt tot maximaal het bedrag dat nodig is om het actief te waarderen op de geamortiseerde kostprijs op het moment van de terugname, als geen sprake geweest zou zijn van een bijzondere waardevermindering. Het teruggenomen verlies wordt in de resultatenrekening verwerkt.


pagina 69

Vervreemding van vaste activa Materiële vaste activa die buiten gebruik zijn gesteld en waarover het besluit tot verkoop is genomen, worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengstwaarde. De opbrengstwaarde is gebaseerd op de geschatte verkoopprijs onder aftrek van de geschatte kosten die rechtstreeks kunnen worden toegerekend aan de verkoop en nodig zijn om de verkoop te realiseren. Indien de opbrengstwaarde lager is dan de boekwaarde, wordt het verschil ten laste van het resultaat over het boekjaar gebracht.

Voorraden Voorraden zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs onder toepassing van de FIFO-methode (‘first in, first out’) of lagere opbrengstwaarde. De verkrijgingsprijs bestaat uit alle kosten die samenhangen met de verkrijging alsmede de gemaakte kosten om de voorraden op hun huidige plaats en in hun huidige staat te brengen. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs onder aftrek van direct toerekenbare verkoopkosten. Bij de bepaling van de opbrengstwaarde wordt rekening gehouden met de incourantheid van de voorraden. Alleen winkelvoorraad, duur gereedschap, technische onderdelen en horecavoorzieningen worden als voorraad gewaardeerd.

Financiële instrumenten Primaire financiële instrumenten omvatten debiteuren en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financierings-verplichtingen, crediteuren en overige te betalen posten. De reële waarde van de primaire financiële instrumenten benadert de boekwaarde. Voor de grondslagen van de primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de grondslagen van waardering van de betreffende posten zoals opgenomen in de hierna volgende alinea’s. Stichting Espria maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten.

Ten aanzien van het gebruik van primaire financiële instrumenten loopt Stichting Espria krediet-, rente- en kasstroomrisico’s. In hierna volgende alinea’s wordt toegelicht op welke wijze de kredietrisico’s en kasstromen zijn voorzien in relatie tot de waardering van vorderingen. In de toelichtingen op de balans zijn de

looptijden en rentepercentages op de langlopende schulden nader toegelicht. De organisatie heeft als beleid om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen.

Stichting Espria loopt renterisico over de liquide middelen en rentedragende langlopende en kortlopende schulden aan kredietinstellingen. Dit heeft geen gevolgen voor de waardering van de liquide middelen en kortlopende schulden.

Onderhanden werk uit hoofde van DBC’s/DBC-zorgproducten (en DBBC’s) Het onderhanden werk uit hoofde van DBC’s / DBC-zorgproducten wordt gewaardeerd tegen de verwachte opbrengstwaarde. De productie van het onderhanden werk is bepaald door de openstaande verrichtingen te koppelen aan de DBC’s / DBC-zorgproducten die ultimo boekjaar openstonden. Op het onderhanden werk worden de voorschotten die ontvangen zijn van verzekeraars in mindering gebracht. Verder wordt de voorziening met het oog op de nuancering van de omzet in mindering gebracht op het saldo onderhanden werk.

Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde, inclusief transactiekosten. Vervolgwaardering vindt plaats tegen de geamortiseerde kostprijs. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. Een voorziening dubieuze debiteuren wordt gevormd bij verwachte oninbaarheid van de vorderingen die naar ouderdom wordt vastgesteld. Posten ouder dan een half jaar worden voorzien indien de inbaarheid twijfelachtig is. Posten ouder dan een jaar worden geheel voorzien. Debiteurenvorderingen groter dan € 0,1 miljoen worden individueel beoordeeld op inbaarheid. Vorderingen op groepsmaatschappijen worden afzonderlijk beoordeeld op inbaarheid. Bij mogelijke oninbaarheid van de vordering kan een voorziening achterwege blijven indien een andere groepsmaatschappij zich garant stelt voor de vordering. Bij vorderingen tussen groepsmaatschappijen wordt over het gemiddeld uitstaand saldo rente in rekening gebracht.


pagina 70

Vorderingen uit hoofde van financieringstekorten / schulden uit hoofde van financieringsoverschottenEen vordering uit hoofde van financieringstekorten of een schuld uit hoofde van financieringsoverschotten is het aan het einde van het boekjaar bestaande verschil tussen het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en de ontvangen voorschotten en de in rekening gebrachte vergoedingen voor diensten en verrichtingen ter dekking van het wettelijk budget (artikel 6 Regeling verslaggeving WTZi). De vorderingen worden individueel beoordeeld op inbaarheid. Eventuele voorzieningen worden verantwoord onder de kortlopende schulden en ten laste van de overige bedrijfskosten gebracht. Over diverse jaren bestaande vorderingen worden als actiefpost in de balans verantwoord. Over diverse jaren bestaande schulden worden als passiefpost in de balans verantwoord.

Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Liquide middelen die naar verwachting langer dan 12 maanden niet ter beschikking staan van de onderneming, worden gerubriceerd als financiële vaste activa. Voorzieningen

Algemeen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan en die het gevolg zijn van een gebeurtenis uit het verleden, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. Voorzieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichting af te wikkelen, tenzij het effect van de tijdswaarde van geld van te verwaarlozen betekenis is. De rentemutatie van voorzieningen gewaardeerd tegen contante waarde is

verantwoord als dotatie aan de voorziening. De gehanteerde disconteringsvoet is 2,0% (2018: 2,0%). Indien geen betrouwbare schatting kan worden gemaakt van de momenten waarop de uitgaven plaatsvinden, vindt waardering van voorzieningen plaats tegen nominale waarde.

Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting.

Voorziening reorganisaties Voor uitgaven in het kader van een reorganisatie wordt een voorziening gevormd. Het betreffen kosten die rechtstreeks ontstaan als gevolg van de reorganisatie. Deze zijn onderbouwd met een gedetailleerd en geformaliseerd reorganisatieplan. Indien afvloeiing van personeel aan de orde is, zijn de kosten hiervan meegenomen voor zover er ook gerechtvaardigde verwachtingen zijn gewekt bij hen voor wie de reorganisatie gevolgen heeft. Van een gerechtvaardigde verwachting is sprake als is gestart met de uitvoering van de reorganisatie, of als de hoofdlijnen bekend zijn gemaakt aan hen voor wie de reorganisatie gevolgen zal hebben. In de reorganisatievoorziening worden de als gevolg van de reorganisatie noodzakelijke kosten opgenomen die niet in verband staan met de doorlopende activiteiten van de onderneming.

Voorziening jubilea-uitkeringen De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op de contante waarde van gedane toezeggingen, blijfkans en leeftijd. De gehanteerde disconteringsvoet is 2,0% (2018: 2,0%).

Voorziening arbeidsongeschiktheid Voor langdurig zieke medewerkers is een voorziening gevormd op basis van de contante waarde van de verwachte loonkosten in de eerste twee jaren van


pagina 71

de arbeidsongeschiktheid (voor medewerkers die naar verwachting niet zullen terugkeren in het arbeidsproces), voorzover deze na 31 december 2019 vallen, gebaseerd op 100% gedurende het eerste jaar en 70% gedurende het tweede jaar, voor zover hiervoor geen vergoeding (bijvoorbeeld uit verzekering) wordt ontvangen. De gehanteerde disconteringsvoet is 2,0% (2018: 2,0%).

Voorziening levensfasebudget De voorziening persoonlijk budget levensfase (PBL) betreft een voorziening uit hoofde van een cao verplichting in het kader van de overgangsregeling 45+. Het persoonlijk budget levensfase kwalificeert als een beloning met opbouw van rechten. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst eenmalig uit te keren PBL-uren. De berekening is gebaseerd op de cao-bepalingen, blijfkans, leeftijd en resterende dienstjaren tot het bereiken van de 55-jarige leeftijd. De gehanteerde disconteringsvoet is 2,0% (2018: 2,0%).

Voor de reguliere rechten uit hoofde van het persoonlijk budget levensfase wordt eveneens een voorziening gevormd die bestaat uit het saldo van de toegekende maar nog niet opgenomen reguliere rechten. De voorziening wordt gewaardeerd tegen het per balansdatum geldende uurtarief inclusief opslag werkgeverslasten.

Naast een toekenning van rechten uit de specifieke overgangsregeling en reguliere rechten is in de cao een algemene overgangsregeling opgenomen. De kosten die voortvloeien uit deze algemene overgangsregeling worden verwerkt in het jaar waarin de werknemer aanspraak maakt op deze extra rechten. Het saldo van de toegekende maar nog niet opgenomen rechten wordt toegevoegd aan de voorziening.

Voorziening verlieslatende contracten Een voorziening voor verlieslatende contracten wordt gevormd voor contracten waarbij een negatief verschil ontstaat tussen de na de balansdatum te ontvangen prestatie en de na de balansdatum te verrichten contraprestatie. Waardering vindt plaats tegen de contante waarde van de geschatte

toekomstige onvermijdbare kosten. De gehanteerde disconteringsvoet is 2,0% (2018: 2,0%).

Schulden Onder de langlopende schulden worden schulden opgenomen met een resterende looptijd van meer dan één jaar. De kortlopende schulden hebben een verwachte looptijd van maximaal één jaar. De schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden opgenomen onder kortlopende schulden.

6.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling

Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen.

Baten worden in de resultatenrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden verantwoord in het jaar waarin de baten zijn gerealiseerd. Lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben danwel in aanmerking genomen in het jaar waarin deze voorzienbaar zijn. De overige baten en lasten worden toegerekend aan de verslagperiode waarop deze betrekking hebben. Baten en lasten uit voorgaande jaren (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) die in dit boekjaar zijn geconstateerd, waarbij geen sprake is van een materiële fout, worden aan dit boekjaar toegerekend.


pagina 72

Opbrengsten

Algemeen Opbrengsten uit het verlenen van diensten worden in de resultatenrekening verwerkt wanneer het bedrag van de opbrengsten op betrouwbare wijze kan worden bepaald, de inning van de te ontvangen vergoeding waarschijnlijk is, de mate waarin de dienstverlening op balansdatum is verricht betrouwbaar kan worden bepaald en de reeds gemaakte kosten en de kosten die (mogelijk) nog moeten worden gemaakt om de dienstverlening te voltooien op betrouwbare wijze kunnen worden bepaald. Indien het resultaat van een bepaalde opdracht tot dienstverlening niet op betrouwbare wijze kan worden bepaald, worden de opbrengsten verwerkt tot het bedrag van de kosten van de dienstverlening die worden gedekt door de opbrengsten. De met de opbrengsten samenhangende lasten worden toegerekend aan de periode waarin de baten zijn verantwoord.

Opbrengsten uit zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning De opbrengsten uit zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning worden verantwoord naar rato van de verrichte prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum en in verhouding tot in totaal te verrichten diensten. Bij de berekening van het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten is geen rekening gehouden met de na-indexering. De met de opbrengsten samenhangende lasten worden toegerekend aan de periode waarin de baten zijn verantwoord.

Uitgangspunten Sociaal domein Bij het bepalen van de Wmo-omzet en/of Jeugdwet-omzet zijn de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling gevolgd zoals hiervoor opgenomen. Per gemeente zijn verschillende producten afgesproken en gelden separate voorwaarden (zoals bijvoorbeeld de tijdige aanwezigheid van een geldige beschikking, woonplaatsbeginsel, feitelijke zorglevering, e.d.). De wijze waarop de individuele gemeenten overgaan tot afwikkeling en vaststelling is op dit moment

nog niet bekend. Dit heeft gevolgen die leiden tot inherente onzekerheden voor de omzetverantwoording die naar beste weten zijn ingeschat.

Uitgangspunten Wijkverpleging De wijkverpleging wordt bekostigd vanuit de Zorgverzekeringswet (uitgevoerd door zorgverzekeraars). Per zorgverzekeraar zijn specifieke contracteringsvoorwaarden van toepassing en voor de wijkverpleging geldt een bekostiging waarbij geen sprake is van een onafhankelijk indicatieorgaan voor de te leveren zorg. Het is niet uitgesloten dat bij materiële controles door verzekeraars afwijkingen van beleidsregels of contractvoorwaarden worden geconstateerd die leiden tot verrekeningen van reeds geleverde en gefactureerde zorg. Dit heeft inherente onzekerheden voor de omzetverantwoording tot gevolg die naar beste weten zijn ingeschat. Resterende onzekerheid is als niet materieel ingeschat.

Prestatiebekostiging Zorgverzekeringswet

Algemeen Bij het bepalen van de DBC-omzet voor de schadelastjaren 2014 tot en met 2019 heeft dochtermaatschappij Stichting GGZ Drenthe de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling gevolgd zoals onderstaand opgenomen.

Met ingang van 2013 is voor de curatieve geestelijke gezondheidzorg prestatiebekostiging ingevoerd op basis van de DBC-systematiek. In de periode 2008 tot en met 2012 is reeds gebruik gemaakt van de DBC-systematiek voor de incasso van het budget, maar vanaf 2013 zijn de DBC’s ook bepalend voor de omzet in de jaarrekening.

De systematiek kende inherente beperkingen waardoor in de periode 2008 tot en met 2013 geen goedkeurende verklaringen bij de DBC verantwoordingen konden worden verstrekt. Door de invoering van prestatiebekostiging in 2013 heeft dat ook geleid tot verklaringen met beperkingen bij de jaarrekeningen 2013 van GGZ organisaties. Deze generieke landelijke risico’s en


pagina 73

onduidelijkheden zijn opgelost door het uitvoeren van jaarlijkse zelfonderzoeken vanaf 2013. De zelfonderzoeken 2013, 2014 en 2015 zijn afgerond. Het zelfonderzoek 2016 is weliswaar ingediend, maar bevindt zich nog in de reviewfase.

Toelichting op de omzetverantwoording voor de boekjaren 2014 tot en met 2019Bij de omzetverantwoording is sprake van schattingsposten ten aanzien van ondermeer de toerekening aan boekjaren van de vanuit de schadelastprognoses verwachte overproductie per verzekeraar per contractdeel en de waardering van onderhanden projecten.

De Zvw-omzet en daarbij behorende balansposten zijn naar beste weten bepaald en daarbij is rekening gehouden met belangrijke schattingsfactoren en onzekerheden die landelijk een rol spelen en ook bij Stichting GGZ Drenthe van toepassing zijn.

a) Zelfonderzoek schadejaar 2014, 2015 en 2016Stichting GGZ Drenthe heeft de definitieve uitkomsten van het zelfonderzoek, rekening houdende met de eindafrekeningen 2014, 2015 en 2016 per individuele zorgverzekeraar in de jaarrekening verwerkt. b) Zelfonderzoek schadejaar 2017, 2018 en 2019Het zelfonderzoek 2017 is uitgevoerd en ligt ter review bij de controlerende zorgverzekeraar. Voor 2018 en 2019 is een inschatting gemaakt op basis van interne controles uitgevoerd door Afdeling AO/IC. Stichting GGZ Drenthe gaat er van uit dat de effecten van het zelfonderzoek 2017 en 2018 kunnen worden afgedekt met de getroffen voorziening voor overproductie van deze schadelastjaren. Tevens is er een reservering opgenomen voor nadelige uitkomsten materiële controle schadelastjaar 2019. Desondanks dient er ook rekening mee te worden gehouden dat de uiteindelijke financiële afwikkeling kan afwijken van de inschatting in de jaarrekening 2019, dit risico wordt echter als niet materieel ingeschat.

c) Schadelast(deel)plafond(s) kunnen wijzigen als gevolg van diverse contractafspraken

Stichting GGZ Drenthe heeft diverse contractafspraken gemaakt met de zorgverzekeraars die van invloed kunnen zijn op het totale schadelastplafond en de eventuele deelplafonds voor de schadejaren 2014 tot en met 2019. De deelplafonds verschillen per contract en zijn afhankelijk van een groot aantal factoren. Voor een deel kan per balansdatum nog geen exacte inschatting gemaakt worden van de uitkomsten van deze contractafspraken en de gevolgen daarvan voor de schadelast(deel)plafond(s).

Bij de bepaling van de contractafspraken 2014 tot en met 2019 per zorgverzekeraars is rekening gehouden met overeengekomen substitutie tussen Basis GGZ en Specialistische GGZ, overeengekomen afspraken ten gevolge van wijzigingen marktaandelen zorgverzekeraars en indien van toepassing de afgesproken aantallen geopende DBC’s en prijzen per patiënt.

d) Zorgcontractering 2014 tot en met 2019 en schadelastprognoses 2019 die inherent onzekerheden bevatten

Door Stichting GGZ Drenthe zijn uit hoofde van de zorgcontractering 2014 tot en met 2019 met zorgverzekeraars afspraken gemaakt over de zorgverlening op schadelastjaar. Daarbij is een inschatting gemaakt van de (verwachte) realisatie van deze contractafspraken. Met de uitkomsten van deze analyse en onze schadelastprognose is rekening gehouden bij de bepaling van de opbrengstverantwoording 2019. Voor zover uit de analyse op (deel)contract niveau een verwachte overproductie blijkt, is deze pro rata toegerekend aan het boekjaar 2019 voor het percentage dat de DBC’s (van het betreffende deelcontract) gemiddeld gereed waren per 31 december 2019. Resterende onzekerheden worden als niet materieel ingeschat.

e) De waardering van het onderhanden werk DBC bevat inherente onzeker heden, mede in relatie tot contractafspraken, in de registratie en waardering.

Voor de (grondslag van de) waardering van het onderhanden werk per 31 december 2019 verwijzen wij naar de toelichting op de post onderhanden werk


pagina 74

en de waarderingsgrondslagen terzake. Wij attenderen op de bijzonderheid dat een inschatting gemaakt moest worden van de vraag of sprake is van een verlieslatend contract, waarbij ook de onzekerheden genoemd in deze toelichting een rol spelen. Er is per zorgverzekeraar beoordeeld of sprake is van een verlieslatend contract. Hier is geen sprake van, eventuele verliezen zijn niet onvermijdbaar.

Afsluitend De onzekerheden bij de hiervoor genoemde factoren versterken elkaar. De in deze jaarrekening 2019 uitgewerkte en onderbouwde schattingen kunnen derhalve in de realisatie afwijken. De uiteindelijke uitkomsten zullen blijken uit de eindafrekeningen met de zorgverzekeraars en zullen op concernniveau niet tot een materiële afwijking leiden. De in deze jaarrekening opgenomen bedragen zijn gebaseerd op de beste schatting.

Subsidies Overheidssubsidies worden aanvankelijk in de balans opgenomen als vooruitontvangen baten zodra er redelijke zekerheid bestaat dat zij zullen worden ontvangen en dat Stichting Espria zal voldoen aan de daaraan verbonden voorwaarden. Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de resultatenrekening in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De subsidies van ministeries/gemeenten/provincies worden verantwoord op basis van de werkelijk geleverde zorg en diensten in het boekjaar en de met de betreffende instanties overeengekomen tarieven. Subsidies met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa worden in mindering gebracht op het desbetreffende actief en als onderdeel van de afschrijvingen verwerkt in de resultatenrekening.

Overige bedrijfsopbrengsten De overige opbrengsten omvat de opbrengsten uit levering van goederen en diensten onder aftrek van kortingen en dergelijke, van over de opbrengsten geheven belastingen en na eliminatie van transacties binnen het concern. In

de overige bedrijfsopbrengsten worden onder meer de vergoedingen voor catering, winkelverkopen, parkeergelden, uitgeleend personeel, verhuur van onroerend goed en gerealiseerde boekwinsten op verkoop van onroerend goed verantwoord.

Opbrengsten uit overige activiteiten worden verwerkt zodra alle belangrijke rechten en risico’s met betrekking tot de eigendom van de goederen zijn overgedragen aan de koper. Verantwoording van opbrengsten uit de levering van diensten geschiedt naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten.

Personeelsbeloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de resultatenrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers respectievelijk de belastingautoriteit. De beloningen van het personeel worden als last in de resultatenrekening verantwoord in de periode waarin de arbeidsprestatie wordt verricht en, voor zover nog niet uitbetaald, als verplichting op de balans opgenomen. Als de reeds betaalde bedragen de verschuldigde beloningen overtreffen, wordt het meerdere opgenomen als een overlopend actief voor zover er sprake zal zijn van terugbetaling door het personeel of van verrekening met toekomstige betalingen door de instelling.

Voor de beloningen met opbouw van rechten (sabbatical leave, gratificaties e.d.) worden de verwachte lasten gedurende het dienstverband in aanmerking genomen. Een verwachte vergoeding ten gevolge van gratificaties wordt verantwoord indien de verplichting tot betaling van die vergoeding is ontstaan op of vóór balansdatum en een betrouwbare schatting van de verplichting kan worden gemaakt. Ontvangen bijdragen voortvloeiend uit levensloopregelingen worden in aanmerking genomen in de periode waarover deze bijdragen zijn verschuldigd. Toevoegingen aan en vrijval van verplichtingen worden ten laste respectievelijk ten gunste van de resultatenrekening gebracht.


pagina 75

Indien een beloning wordt betaald, waarbij geen rechten worden opgebouwd (bijvoorbeeld doorbetaling in geval van ziekte of arbeidsongeschiktheid) worden de verwachte lasten verantwoord in de periode waarover deze beloning is verschuldigd. Voor op balansdatum bestaande verplichtingen tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen (inclusief ontslagvergoedingen) aan personeelsleden die op balansdatum naar verwachting blijvend geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden te verrichten door ziekte of arbeidsongeschiktheid wordt een voorziening opgenomen. De verantwoorde verplichting betreft de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichting op balansdatum af te wikkelen. De beste schatting is gebaseerd op contractuele afspraken met personeelsleden (cao en individuele arbeidsovereenkomsten). Toevoegingen aan en vrijval van verplichtingen worden ten laste respectievelijk ten gunste van de resultatenrekening gebracht.

Ontslagvergoedingen Ontslagvergoedingen zijn vergoedingen die worden toegekend in ruil voor de beëindiging van het dienstverband. Een uitkering als gevolg van ontslag wordt als verplichting en als last verwerkt als de onderneming zich aantoonbaar onvoorwaardelijk heeft verbonden tot betaling van een ontslagvergoeding. Als het ontslag onderdeel is van een reorganisatie, worden de kosten van de ontslagvergoeding opgenomen in een reorganisatievoorziening. Zie hiervoor de grondslag onder het hoofd Voorzieningen. Ontslagvergoedingen worden gewaardeerd met inachtneming van de aard van de vergoeding. Als de ontslagvergoeding een verbetering is van de beloningen na afloop van het dienstverband, vindt waardering plaats volgens dezelfde grondslagen die worden toegepast voor pensioenregelingen. Andere ontslagvergoedingen worden gewaardeerd op basis van de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichting af te wikkelen.

Pensioenen Stichting Espria heeft de toegezegde pensioenregeling bij het bedrijfstakpensioenfonds in de jaarrekening verwerkt volgens de

verplichtingenbenadering. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat gebaseerd is op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij de organisatie. De verplichtingen, die voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn. Stichting Espria betaalt hiervoor premies die door werkgever en werknemer gezamenlijk worden betaald. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de gemiddelde dekkingsgraad van het pensioenfonds dit toelaat. In maart 2020 bedroeg de dekkingsgraad 83,5%. Het vereiste niveau van de dekkingsgraad is 125%. Het pensioenfonds verwacht volgens het herstelplan binnen 12 jaar hieraan te kunnen voldoen en voorziet geen noodzaak voor de aangesloten organisaties om extra stortingen te verrichten of om bijzondere premieverhogingen door te voeren. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien deze tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen. Stichting Espria heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. Stichting Espria heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord.

Operational lease Bij Stichting Espria bestaan er leasecontracten, waarbij een groot deel van de voor- en nadelen die aan eigendom verbonden zijn, niet bij Stichting Espria liggen. Deze leasecontracten worden verantwoord als operational lease. Verplichtingen en vorderingen uit hoofde van operational lease worden op lineaire basis verwerkt in de resultatenrekening over de looptijd van het contract.

Financiële baten en lasten De financiële baten en lasten betreffen van derden ontvangen (te ontvangen) en


pagina 76

aan derden betaalde (te betalen) interest. Tevens is hieronder opgenomen het aandeel van de stichting in het resultaat van de op nettovermogenswaarde gewaardeerde deelnemingen danwel ontvangen dividenden van deelnemingen waarin geen invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend en waardeveranderingen van financiële vaste activa en effecten.

Belastingen Stichting Espria is ten aanzien van een gering aantal activiteiten belastingplichtig. Belastingen omvatten de over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare winstbelastingen en latente belastingen. De belastingen worden in de resultatenrekening opgenomen. De over het boekjaar verschuldigde en verrekenbare belasting is de naar verwachting te betalen belasting over de belastbare winst over het boekjaar, berekend aan de hand van belastingtarieven die zijn vastgesteld op verslagdatum en eventuele correcties op de over voorgaande jaren verschuldigde belasting. Het toepasselijk belastingtarief is 20%-25%. Voor latente belastingen wordt een voorziening getroffen voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen ten behoeve van de financiële verslaggeving en de fiscale boekwaarde van die posten, tegen nominale waarde. Er wordt uitsluitend een latente belastingvordering opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er in de toekomst belastbare winsten beschikbaar zullen zijn die voor de realisatie van het tijdelijke verschil kunnen worden aangewend. Latente belastingvorderingen worden per iedere verslagdatum herzien en verlaagd voor zover het niet langer waarschijnlijk is dat het daarmee samenhangende belastingvoordeel zal worden gerealiseerd.

Resultaat deelnemingenHet resultaat is het bedrag waarmee de boekwaarde van de deelneming sinds de voorafgaande jaarrekening is gewijzigd als gevolg van het door de deelneming behaalde resultaat voor zover dit aan Stichting Espria wordt toegerekend.

6.1.4.4 Grondslagen van segmentering

In de jaarrekening wordt in overeenstemming met RJ Richtlijn 655 Zorginstellingen een segmentatie van de resultatenrekening gemaakt in de segmenten Verpleging en Verzorging, Gehandicaptenzorg, Psychiatrie, Jeugdgezondheidszorg, Kinderopvang, Ledenservice en Overig.

Bij de verdeling van de resultatenrekening per bedrijfssegment is aangesloten op de activiteiten van het bedrijfsproces. De verdeling van indirecte kosten over de te onderscheiden zorgsoorten geschiedt op basis van onderlinge Service Level Agreements. 6.1.4.5 Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen en schulden aan kredietinstellingen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten.

De verkrijgingsprijs van verworven groepsmaatschappij is opgenomen onder de kasstroom uit investeringsactiviteiten, voor zover betaling in geld heeft plaatsgevonden. De in de verworven groepsmaatschappij aanwezige geldmiddelen zijn van de aankoopprijs in aftrek gebracht.

Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt, waaronder financial leasing, zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van de leasetermijnen uit hoofde van het financial leasingcontract zijn voor het gedeelte dat betrekking heeft op de aflossing als een uitgave uit financieringsactiviteiten aangemerkt en voor het gedeelte dat betrekking heeft op de interest als een uitgave uit operationele activiteiten.


pagina 77

6.1.4.6 Grondslagen voor gebeurtenissen na balansdatum

Gebeurtenissen die nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum en die blijken tot aan de datum van het opmaken van de jaarrekening worden verwerkt in de jaarrekening.

Gebeurtenissen die geen nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum worden niet in de jaarrekening verwerkt. Als dergelijke gebeurtenissen van belang zijn voor de oordeelsvorming van de gebruikers van de jaarrekening, worden de aard en de geschatte financiële gevolgen ervan toegelicht in de jaarrekening.

6.1.4.7 Waarderingsgrondslagen WNT

Voor de uitvoering van de Wet normering topinkomens (WNT) heeft Stichting Espria zich gehouden aan de weten regelgeving inzake de WNT, waaronder de instellingsspecifieke (sectorale) regels.


pagina 78

2. MATERIËLE VASTE ACTIVA De specificatie is als volgt : 31-Dec-2019 31-Dec-2018 € €

Bedrijfsgebouwen en terreinen 193.508.852 202.926.818Machines en installaties 21.020.226 22.632.450Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting 24.413.078 26.671.908Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa 5.270.505 2.619.506

TOTAAL MATERIËLE VASTE ACTIVA 244.212.661 254.850.682

Het verloop van de materiële vaste activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven : Bedrijfsgebouwen Machines en Andere vaste Materiële vaste Totaal en terreinen installaties bedrijfsmiddelen, bedrijfsactiva technische en in uitvoering en administratieve vooruitbetalingen op uitrusting materiële vaste activa € € € € €Stand per 1 januari 2019 - aanschafwaarde 384.809.299 47.546.100 78.556.568 2.619.506 513.531.473- cumulatieve bijzondere waardeverminderingen -4.840.766 0 0 0 -4.840.766- cumulatieve afschrijvingen -177.041.715 -24.913.650 -51.884.660 0 -253.840.025BOEKWAARDE PER 1 JANUARI 2019 202.926.818 22.632.450 26.671.908 2.619.506 254.850.682

Mutaties in het boekjaar - investeringen 5.503.128 824.848 4.962.369 5.412.922 16.703.267- overboeking van materiële vaste activa in uitvoering 1.335.167 62.799 990.146 -2.388.112 0- afschrijvingen -15.199.031 -2.482.331 -7.950.365 0 -25.631.727

- terugname geheel afgeschreven activa cumulatieve aanschafwaarde -36.155 -129.178 -1.496.436 0 -1.661.769cumulatieve afschrijvingen 36.155 129.178 1.496.436 0 1.661.769

- desinvesteringen cumulatieve aanschafwaarde -1.953.418 -21.847 -2.001.842 -373.811 -4.350.918cumulatieve afschrijvingen 896.188 4.307 1.740.862 0 2.641.357Mutaties in boekwaarde (per saldo) -9.417.966 -1.612.224 -2.258.830 2.650.999 -10.638.021

Stand per 31 december 2019 - aanschafwaarde 389.658.021 48.282.722 81.010.805 5.270.505 524.222.053- cumulatieve bijzondere waardeverminderingen -4.840.766 0 0 0 -4.840.766- cumulatieve afschrijvingen -191.308.403 -27.262.496 -56.597.727 0 -275.168.626 BOEKWAARDE PER 31 DECEMBER 2019 193.508.852 21.020.226 24.413.078 5.270.505 244.212.661


6.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2019

pagina 79

3. FINANCIËLE VASTE ACTIVA De specificatie is als volgt : 31-Dec-2019 31-Dec-2018 € €

Overige effecten 3.000 3.000Overige vorderingen 509.115 628.006

TOTAAL FINANCIËLE VASTE ACTIVA 512.115 631.006

Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt : Overige Overige Totaal effecten vorderingen € € €

Boekwaarde per 1 januari 2019 3.000 628.006 631.006

Mutaties in het boekjaar - ontvangen aflossing 0 -118.891 -118.891

Mutaties in boekwaarde (per saldo) 0 -118.891 -118.891

BOEKWAARDE PER 31 DECEMBER 2019 3.000 509.115 512.115

Toelichting:De vaste activa zijn als zekerheid gesteld voor de langlopende schulden. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het overzicht van de langlopende leningen in bijlage 6.1.6.Onder de bedrijfsgebouwen en terreinen zijn begrepen geactiveerde financial leasecontracten met een boekwaarde per 31 december 2019 van € 19,2 miljoen. De contante waarde van de resterende leaseverplichting bedraagt € 19,3 miljoen. De leasetermijnen met een looptijd korter dan 1 jaar bedraagt € 2,2 miljoen, tussen 1 en 5 jaar € 4,9 miljoen en langer dan 5 jaar € 12,2 miljoen. Stichting Espria is niet de

Toelichting:Onder de overige vorderingen is opgenomen een vordering in verband met de hypothecaire lening aan Tinteltuin B.V., welke annuïtair wordt afgelost in 25 jaar. De resterende looptijd van de hypothecaire lening aan Tinteltuin B.V. bedraagt 8 jaar.De overige effecten hebben betrekking op een aandeel in het vermogen van

juridische eigenaar van het betreffende vastgoed. Het totaal van de in 2019 in rekening gebrachte huurtermijnen bedraagt € 3,1 miljoen.Een gedeelte van de geactiveerde materiële vaste activa wordt verhuurd.Voor de gehanteerde afschrijvingspercentages verwijzen wij naar de post materiële vaste activa onder de grondslagen. Voor de bijzondere waardevermindering wordt verwezen naar de toelichting op de resultatenrekening (6.1.7).

Indigo Service Organisatie B.V., welke is gewaardeerd tegen aanschafwaarde.Onder de financiële vaste activa is een bedrag opgenomen ad € 0,1 miljoen met een looptijd korter dan 1 jaar.De reële waarde van de financiële vaste activa benadert de boekwaarde.


pagina 80

4. VOORRADEN De specificatie is als volgt : 31-Dec-2019 31-Dec-2018 € €

Overige voorraden 88.076 155.311

TOTAAL VOORRADEN 88.076 155.311

5. ONDERHANDEN WERK UIT HOOFDE VAN DBC’S/DBC-ZORGPRODUCTEN De specificatie is als volgt : 31-Dec-2019 31-Dec-2018 € €

Onderhanden werk DBC’s/DBC-zorgproducten 34.066.040 36.719.090Af: ontvangen voorschotten DBC’s -21.092.199 -20.284.457

TOTAAL ONDERHANDEN WERK 12.973.841 16.434.633

Toelichting:Onder de overige voorraden zijn voorraden en materialen opgenomen ten behoeve van de dagactiviteiten van Stichting GGZ Drenthe. Er zijn geen voorraden die tegen de lagere opbrengstwaarde zijn gewaardeerd.

Toelichting:Het onderhanden werk uit hoofde van DBC’s, DBBC’s en WJZ worden gewaardeerd tegen de verwachte opbrengstwaarde. Hierbij is een inschatting gemaakt van de verwachte opbrengstwaarde per uur behandeling, terwijl voor verblijf de prijs per dag is bepaald op basis van de productstructuur. De productie van het onderhanden werk is bepaald door de openstaande verrichtingen te koppelen aan de DBC’s, DBBC’s en WJZ die ultimo boekjaar openstonden. Bij de bepaling van het onderhanden werk is rekening gehouden met een voorziening overproductie

en nuancering van de omzet. Op het onderhanden werk worden de voorschotten die ontvangen zijn van de zorgverzekeraars in mindering gebracht. Verder wordt de voorziening met het oog op de nuancering van de omzet DBC’s, DBBC’s enWJZ in mindering gebracht op het saldo onderhanden werk. De afname van het onderhanden werk houdt verband met de nuanceringen en ontvangen bevoorschotting voor de acute GGZ.


pagina 81

6. VORDERINGEN UIT HOOFDE VAN FINANCIERINGSTEKORT EN SCHULDEN UIT HOOFDE VAN FINANCIERINGSOVERSCHOT t/m 2016 2017 2018 2019 totaal € € € € €

Saldo per 1 januari -1.953.026 -819.334 4.080.638 0 1.308.278Financieringsverschil boekjaar 0 0 0 11.018.465 11.018.465Correcties voorgaande jaren 74.243 -75.930 58.649 0 56.962Betalingen/ontvangsten -302.685 634.974 -3.689.286 0 -3.356.997Subtotaal mutatie boekjaar -228.442 559.044 -3.630.637 11.018.465 7.718.430

SALDO PER 31 DECEMBER -2.181.468 -260.290 450.001 11.018.465 9.026.708

31-Dec-2019 31-Dec-2018Waarvan gepresenteerd als: € €- vorderingen uit hoofde van financieringstekort 12.097.887 6.299.355- schulden uit hoofde van financieringsoverschot 3.071.179 4.991.077 9.026.708 1.308.278

Specificatie financieringsverschil in het boekjaar 2019 2018 € €Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Wlz-zorg (exclusief subsidies) 339.458.460 306.515.889Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Justitie 0 708.571Af: vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget -328.439.995 -264.840.919Af: overige ontvangsten 0 -38.302.903

TOTAAL FINANCIERINGSVERSCHIL 11.018.465 4.080.638

STADIUM VAN VASTSTELLING (PER ERKENNING) T/M 2016 2017 2018 2019Stichting Icare c c c aStichting Evean Zorg c c c aStichting De Trans c c c aStichting Zorggroep Meander c c c aStichting GGZ Drenthe c c c aMissiehuis Vrijland c c c aStichting Vegetarisch Zorgcentrum Felixoord c c c a

a= interne berekening b= overeenstemming met zorgkantoren/zorgverzekeraars c= definitieve vaststelling NZa

Toelichting:Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar de toelichting met betrekking tot de opbrengsten zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning (6.1.7.16).


pagina 82

7. DEBITEUREN EN OVERIGE VORDERINGEN De specificatie is als volgt : 31-Dec-2019 31-Dec-2018 € €

Vorderingen op debiteuren 20.949.659 18.841.866Nog te factureren omzet DBC’s / DBC-zorgproducten 9.995.192 10.785.196Overige vorderingen 7.264.432 3.558.171Vooruitbetaalde bedragen 5.092.822 2.431.440Nog te ontvangen bedragen 28.572.085 29.770.009Overige overlopende activa 37.048 139.008

TOTAAL VORDERINGEN EN OVERLOPENDE ACTIVA 71.911.238 65.525.690

9. LIQUIDE MIDDELEN De specificatie is als volgt : 31-Dec-2019 31-Dec-2018 € €

Banken 98.472.445 96.733.472Kassen 126.907 126.958Deposito’s 0 15.300.000

TOTAAL LIQUIDE MIDDELEN 98.599.352 112.160.430

Toelichting:De vorderingen op debiteuren worden beoordeeld op kredietrisico’s en waar nodig voorzien. De voorziening die in aftrek op de vorderingen is gebracht, bedraagt € 0,6 miljoen (2018: € 1,0 miljoen).De toename van de overige vorderingen heeft betrekking op de nog te ontvangen vergoeding (€ 3,1 miljoen) vanuit UWV voor door Stichting Espria uit te betalen transitievergoedingen aan medewerkers met een zogenaamd ‘slapend’ dienstverband die beëindigd zijn.

Toelichting:De liquide middelen zijn direct opeisbaar, met uitzondering van het spaartegoed van € 1,3 miljoen van Stichting Evean Caro en afgegeven bankgaranties (indien van toepassing). Het spaartegoed is als borg gesteld voor een lening van Revalidatiehotel Recura B.V.Stichting Espria heeft geen significante concentratie van kredietrisico’s. Alle banken

De toename van de vooruitbetaalde bedragen betreft eerdere verwerking van facturen die betrekking hebben op het boekjaar 2020.Nog te ontvangen bedragen betreft nog te factureren zorgprestaties van € 24,3 miljoen (2018: € 22,3 miljoen) en overige nog te ontvangen bedragen van € 4,3 miljoen (2018: € 7,5 miljoen).De vorderingen en overlopende activa hebben een looptijd korter dan één jaar.Ten behoeve van kortlopende schulden aan kredietinstellingen is € 34,5 miljoen van de vorderingen verpand.

voldoen aan onze eis van kredietwaardigheid (Long Term credit rating) van ten minste AA- (‘double A minus’). Voor tegoeden die binnen drie maanden opvraagbaar zijn, geldt een andere minimumeis. In dit geval volstaat een credit rating van tenminste A- (‘A minus’).Voor een toelichting op de mutaties in de liquide middelen wordt verwezen naar het kasstroomoverzicht.


pagina 83

10. EIGEN VERMOGEN Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: 31-Dec-2019 31-Dec-2018 € €

Kapitaal 1.168.574 1.168.574Bestemmingsreserves 15.601.332 14.997.732Bestemmingsfondsen 145.112.979 132.545.881Algemene en overige reserves 24.078.710 24.559.762Minderheidsbelang derden 175.962 253.220

TOTAAL EIGEN VERMOGEN 186.137.557 173.525.169

KAPITAAL Het verloop is als volgt weer te geven: Stand per 31-Dec-2018 Correctie beginbalans Resultaatbestemming Overige mutaties Stand per 31-Dec-2019 € € € € €Kapitaal 1.168.574 0 0 0 1.168.574TOTAAL KAPITAAL 1.168.574 0 0 0 1.168.574

BESTEMMINGSRESERVES Het verloop is als volgt weer te geven: Stand per 31-Dec-2018 Correctie beginbalans Resultaatbestemming Overige mutaties Stand per 31-Dec-2019 € € € € €Bestemmingsreserve algemeen 14.997.732 0 603.600 0 15.601.332TOTAAL BESTEMMINGSRESERVES 14.997.732 0 603.600 0 15.601.332

BESTEMMINGSFONDSEN Het verloop is als volgt weer te geven: Stand per 31-Dec-2018 Correctie beginbalans Resultaatbestemming Overige mutaties Stand per 31-Dec-2019 € € € € €Reserve aanvaardbare kosten 132.545.881 1.967.517 10.599.437 144 145.112.979TOTAAL BESTEMMINGSFONDSEN 132.545.881 1.967.517 10.599.437 144 145.112.979

ALGEMENE EN OVERIGE RESERVES Het verloop is als volgt weer te geven: Stand per 31-Dec-2018 Correctie beginbalans Resultaatbestemming Overige mutaties Stand per 31-Dec-2019 € € € € €Algemene reserves 24.559.762 0 -481.052 0 24.078.710TOTAAL ALGEMENE EN OVERIGE RESERVES 24.559.762 0 -481.052 0 24.078.710

MINDERHEIDSBELANG DERDEN Het verloop is als volgt weer te geven: Stand per 31-Dec-2018 Correctie beginbalans Resultaatbestemming Overige mutaties Stand per 31-Dec-2019 € € € € €Minderheidsbelang derden 253.220 0 0 -77.258 175.962TOTAAL MINDERHEIDSBELANG DERDEN 253.220 0 0 -77.258 175.962


pagina 84

Toelichting:

In de kolom ‘overige mutaties’ zijn de volgende posten verwerkt:

Bestemmingsfondsen: €- Betreft de dubbel opgenomen kosten van de reeds opgeheven Stichting Evean voorgaand boekjaar 144SUBTOTAAL BESTEMMINGSFONDSEN 144

Minderheidsbelang derden €- Betreft de verwerking van 20% van het resultaat van Revalidatiehotel Recura -77.258SUBTOTAAL MINDERHEIDSBELANG DERDEN -77.258

Onderstaand zijn de eigen vermogens per 31 december 2019 en resultaten over het boekjaar 2019 van de in de consolidatie betrokken entiteiten gespecificeerd: 31-dec-19 Resultaat € €Stichting GGZ Drenthe 32.078.402 2.888.334Stichting Icare 58.240.611 3.636.872Stichting Zorggroep Meander 8.228.131 474.919Stichting Evean Zorg 52.223.376 2.480.503Stichting de Trans 15.225.273 1.105.057Stichting Evean Caro 3.041.648 -394.236Stichting Espria 15.886.912 866.614Stichting Zorgcentrale Noord -183.077 167.987Overige entiteiten en eliminaties 1.396.281 -504.065

TOTAAL (INCLUSIEF MINDERHEIDSBELANG IN HET EIGEN VERMOGEN) 186.137.557 10.721.985

De volgende bestemmingsreserves en bestemmingsfondsen worden binnen Stichting Espria onderkend:

Bestemmingsreserves €Investeringsfonds Stichting Espria 9.588.572Bestemmingsreserve Congregratieraad Stichting Missiehuis Vrijland 254.924Bestemmingsreserve segment Ledenservice van Stichting Icare 5.757.836

TOTAAL BESTEMMINGSRESERVES 15.601.332

Bestemmingsfondsen €Reserve aanvaardbare kosten 145.112.979

TOTAAL BESTEMMINGSFONDSEN 145.112.979


pagina 85

Toelichting:De bestemmingsreserve Investeringsfonds Stichting Espria betreft gelden voor nog uit te voeren projecten uit hoofde van het gezamenlijke investeringsfonds.Bestemmingsreserve Congregratieraad Stichting Missiehuis Vrijland komt voort uit eerdere afspraken met de Congregatieraad van MillHill waarin is bepaald dat 1/3 deel van de mutatie op het resultaat in de jaren 2009/2012 zal blijven staan als bestemmingsreserve`Congregatieraad`.Bestemmingsreserve segment Ledenservice van Stichting Icare betreft een reserve voor de uitvoeringsorganisatie van de Ledenvereniging. Dit in inclusief de bestemmingsreserve ‘Thema uitwerking’ van € 0,5 miljoen.

Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moet worden beschouwd:

In het bestemmingsfonds reserve aanvaardbare kosten (RAK) worden de resultaten verwerkt die behaald zijn vanuit activiteiten die gefinancierd zijn binnen de WLZ, ZVW, Justitie, Wmo, Jeugdwet en overige zorggerelateerde subsidieregelingen. De correctie op de beginbalans van het bestemmingsfonds RAK heeft betrekking op de stelselwijziging rondom verwerking van groot onderhoud voor materiële vaste activa vanaf 1 januari 2019. Hierdoor is de voorziening groot onderhoud middels een beginbalanscorrectie toegevoegd aan het eigen vermogen. Zie voor een toelichting op de stelselwijziging ook de tekst opgenomen onder de waarderingsgrondslagen.

11. VOORZIENINGEN Stand per Correctie Dotatie Vrijval Onttrekking Stand perHet verloop is als volgt weer te geven: 31-Dec-2018 beginbalans 31-Dec-2019 € € € € € €Reorganisaties 975.375 0 133.180 -406.147 -345.656 356.752Jubilea-uitkeringen 5.787.782 0 378.427 -14.309 -583.457 5.568.443Arbeidsongeschiktheid 2.336.566 0 358.578 -344.794 0 2.350.350Levensfasebudget 6.382.747 0 214.353 -46.105 0 6.550.995Groot onderhoud 1.967.517 -1.967.517 0 0 0 0Verlieslatende contracten 137.084 0 12.010 -106.977 -29.700 12.417Overige voorzieningen 3.241.707 0 266.902 -896.692 -313.348 2.298.569

TOTAAL VOORZIENINGEN 20.828.778 -1.967.517 1.363.450 -1.815.024 -1.272.161 17.137.526

31-Dec-2019 €Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jaar) 9.890.831Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jaar) 7.246.695- waarvan langlopend (> 5 jaar) 2.315.485


pagina 86

Toelichting:De volgende voorzieningen zijn gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichting af te wikkelen:

- Voorziening jubilea-uitkeringen- Voorziening arbeidsongeschiktheid- Voorziening levensfasebudget- Voorziening groot onderhoud- Voorziening verlieslatende contracten

De gehanteerde disconteringsvoet is 2,0% (2018: 2,0%).

Voorziening reorganisatieIn voorgaande jaren is bij groepsmaatschappijen binnen de groep een reorganisatievoorziening gevormd voor medewerkers die alsboventallig zijn aangemerkt. De voorziening is gebaseerd op de totale afkoopverplichting waarbij rekening wordt gehouden met de kansdat de medewerkers ander werk vinden binnen of buiten de organisatie. Aan de bestaande reorganisatievoorziening is waar noodzakelijk aanvullend gedoteerd.

Voorziening jubilea-uitkeringenDe voorziening jubilea-uitkeringen is in 2019 gebaseerd op de jubileaverplichting per medewerker, rekening houdend met een vertrekkans.

Voorziening arbeidsongeschiktheidDeze voorziening is gevormd als gevolg van individuele beoordeling op re-integratiekans per medewerker in relatie tot de aard van de arbeidsongeschiktheid, ongeacht de duur van het verzuim.

Voorziening levensfasebudgetDe omvang van de voorziening is gebaseerd op geldende CAO-afspraken binnen de geestelijke gezondheidszorg respectievelijk de gehandicaptenzorg.

Voorziening groot onderhoudDe voorziening groot onderhoud is per 1 januari 2019 gereclassificeerd ten gunste van het vermogen als gevolg van een stelselwijziging.

Voorziening verlieslatende contractenDe voorziening voor verlieslatende contracten wordt gevormd voor huurcontracten die verliesgevend zijn en waarbij dit verlies onvermijdbaar is. Waardering vindt plaats tegen de contante waarde van de geschatte toekomstige kosten.

Overige voorzieningenOnder de overige voorzieningen is opgenomen de voorziening Eigen Risicodragerschap WGA en het mogelijk risico op uitbetaling van onregelmatigheidstoeslag over verlofdagen in de periode 2014-2016 voor medewerkers die uit dienst zijn gegaan.


pagina 87

12. LANGLOPENDE SCHULDEN

De specificatie is als volgt : 31-Dec-2019 31-Dec-2018 € €

Schulden aan banken 101.653.258 110.976.831Overige langlopende schulden 240.000 300.000Financial leaseverplichtingen 17.088.635 19.268.715TOTAAL LANGLOPENDE SCHULDEN 118.981.893 130.545.546

Het verloop is als volgt weer te geven: 2019 2018 € €Stand per 1 januari 142.012.281 158.881.188Af: aflossingen -11.665.878 -16.868.907Stand per 31 december 130.346.403 142.012.281

Af: aflossingsverplichting komend boekjaar -11.364.510 -11.466.735

STAND LANGLOPENDE SCHULDEN PER 31 DECEMBER 118.981.893 130.545.546

Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moet worden beschouwd: 31-Dec-2019 31-Dec-2018 € €

Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jaar), aflossingsverplichtingen 11.364.510 11.466.735Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jaar), balanspost 118.981.893 130.545.546- waarvan langlopend (> 5 jaar) 81.954.913 90.041.495

Toelichting:Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar bijlage 6.1.6 overzicht langlopende schulden.De aflossingsverplichtingen komend boekjaar zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.

De zekerheden die aan de banken zijn verstrekt worden voornamelijk gevormd door borging van het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ) of door (decentrale) overheden. Betreffende leningnemers hebben hiervoor in de meeste gevallen een hypotheekrecht ten gunste van deze borgende partij gevestigd dan wel toegezegd dit op eerste verzoek te zullen vestigen (‘positief/negatief’ verklaring WFZ).


pagina 88

13. OVERIGE KORTLOPENDE SCHULDEN De specificatie is als volgt : 31-Dec-2019 31-Dec-2018 € €

Schulden aan kredietinstellingen 0 3.603.398Crediteuren 22.965.984 21.694.556Aflossingsverplichtingen langlopende leningen 11.364.510 11.466.735Belastingen en premies sociale verzekeringen 9.670.068 17.672.048Schulden terzake pensioenen 2.908.726 1.552.114Nog te betalen salarissen 9.151.483 9.215.075Vakantiegeld 15.051.026 14.633.710Vakantiedagen 21.306.196 21.019.472Overige schulden 3.175.114 4.719.430Nog te betalen kosten 17.362.498 16.747.006Vooruitontvangen opbrengsten 2.102.117 3.751.770Overige passiva 9.293 91.223

TOTAAL OVERIGE KORTLOPENDE SCHULDEN 115.067.015 126.166.537

Toelichting:De kredietfaciliteit in rekening-courant bij BNG bedraagt per 31 december 2019 € 8,5 miljoen (2018: € 8,5 miljoen). Stichting GGZ Drenthe heeft hierbij de volgende zekerheden verstrekt:• hypothecaire zekerheid op haar bedrijfsgebouwen en -terreinen;• pandrecht op haar vorderingen.De belastingen en sociale premies bestaan uit nog af te dragen loonheffing (€ 8,4 miljoen, 2018: € 17,1 miljoen) en omzetbelasting (€ 1,3 miljoen, 2018:

€ 0,6 miljoen). De afname van nog af te dragen loonheffing ten opzichte van de stand per 31 december 2018 wordt verklaard doordat de afdracht loonheffing van december 2019 reeds in december 2019 heeft plaatsgevonden. De loonheffing van december 2018 is in januari 2019 afgedragen. De toename van de omzetbelasting is ontstaan doordat meer omzet vooruit is gefactureerd per 31 december 2019.

De kortlopende schulden hebben een looptijd korter dan één jaar.


pagina 89

AlgemeenDe instelling maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de instelling blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s. Deze betreffen financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen.De instelling handelt niet in financiële derivaten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan de instellingen verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten.

KredietrisicoDe vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren zijn voor circa 4% geconcentreerd bij drie grote verzekeraars. Het maximale bedrag aan kredietrisico bedraagt € 2,5 miljoen.

Huur- en leaseverplichtingenDe stichting heeft huur-, lease- en erfpachtverplichtingen voor een totaalbedrag van € 201,6 miljoen. Hiervan bedraagt € 21,5 miljoen korter dan 1 jaar, € 67,3 miljoen tussen 1 en 5 jaar en € 112,7 miljoen langer dan 5 jaar.

Verhuur- en leaserechtenDe stichting heeft verhuur-, lease- en erfpachtovereenkomsten met een toekomstige opbrengst van € 5,8 miljoen. Hiervan bedraagt € 2,2 miljoen korter dan 1 jaar, € 2,9 miljoen tussen 1 en 5 jaar en € 0,7 miljoen langer dan 5 jaar.

ObligoverplichtingStichting Espria heeft voor opgenomen leningen met een restschuld eind 2019 van in totaal € 80,7 miljoen borging van het Waarborgfonds voor de Zorgsector ontvangen. Indien Stichting Espria onverhoopt niet meer in staat zou zijn aan

Renterisico en kasstroomrisicoHet renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen, waarbij sprake is van een vast rentepercentage over de gehele looptijd. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. De instelling heeft derhalve als beleid om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen.

Reële waardeDe reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, effecten, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan.

haar rente- en aflossingsverplichtingen van deze schulden te voldoen, neemt het Waarborgfonds deze verplichting over.Het Waarborgfonds beschikt hiertoe over een ruim risicovermogen. Als het Waarborgfonds niet meer aan haar uit borging voortkomende verplichting kan voldoen, kan Stichting Espria worden verplicht om maximaal 3% van de restschuld van haar geborgde leningen ad € 2,4 miljoen als renteloze lening aan het Waarborgfonds te verstrekken.

BankgarantiesDe hoogte van de afgegeven bankgaranties bedraagt ultimo 2019 € 0,4 miljoen.

Kredietfaciliteit Revalidatiehotel Recura B.V.In 2017 is bij ING Bank een kredietfaciliteit afgesloten met een looptijd van 7 jaar voor een maximumbedrag van € 2,15 miljoen. Als gestelde zekerheid is er een

14. FINANCIËLE INSTRUMENTEN

15. NIET IN DE BALANS OPGENOMEN ACTIVA EN VERPLICHTINGEN


pagina 90

verpanding op spaartegoeden ad € 1,5 miljoen van Stichting Evean Caro. Deze verpanding wordt in 7 gelijke jaarlijkse termijnen verlaagd naar nihil. Derhalve staat ultimo 2019 nog een verpanding op spaartegoeden ad € 1,1 miljoen.

Juridische geschillenEen voorziening voor eventuele te betalen schadevergoedingen als gevolg van juridische geschillen wordt alleen getroffen als een negatieve uitkomst van de procedure waarschijnlijk wordt geacht en het bedrag van het verwachte verlies redelijkerwijs kan worden ingeschat. Ultimo 2019 is hier geen sprake van.

Verplichtingen uit hoofde van het macrobeheersinstrumentDe wijkverpleging (de extramurale producten PV (Persoonlijke verzorging) en VP (verpleging)) wordt met ingang van boekjaar 2015 bekostigd vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw). Daarnaast wordt de geriatrische revalidatiezorg (GRZ) bekostigd vanuit de Zvw. Voor zowel wijkverpleging als GRZ is het macrobeheersinstrument van toepassing op grond waarvan bij een overschrijding van het landelijk budgetplafond het mogelijk is dat zorgaanbieders op basis hiervan een terugbetalingsverplichting opgelegd krijgen.

Bij het opstellen van de jaarrekening 2019 bestaat nog geen inzicht in de omvang van deze verplichting, omdat het niet mogelijk is om een betrouwbare inschatting te maken van de uit het macrobeheersinstrument voortkomende verplichting over 2019 en deze te kwantificeren. Als gevolg daarvan is deze verplichting niet tot uitdrukking gebracht in de balans per 31 december 2019.

Onzekerheden opbrengstverantwoordingAls gevolg van materiële nacontroles door zorgkantoren, zorgverzekeraars en gemeenten op gedeclareerde zorgprestaties kunnen correcties noodzakelijk zijn op de gedeclareerde productie. De effecten van eventuele materiële nacontroles zijn vooralsnog onzeker en daarom zijn er hiervoor geen verplichtingen opgenomen in de balans.

OverigOnder de voorzieningen is reeds rekening gehouden met risico op uitbetaling van onregelmatigheidstoeslag over verlofdagen in de periode 2014-2016 voor medewerkers die uitdienst zijn gegaan in de periode 2014 t/m 2016 voor medewerkers vallend onder de CAO VVT en 2014 t/m 2015 voor medewerkers vallend onder de CAO GGZ en Gehandicaptenzorg. Dit risico is ingeschat op circa 65%. Het risico bestaat dat dit percentage hoger uit kan vallen.

Stichting Evean Caro heeft zich garant gesteld voor de huurverplichtingen en BTW compensatie voor Revalidatiehotel Recura B.V. De hoogte van deze garantie bedraagt € 3,8 miljoen.

De investeringsverplichtingen ultimo 2019 bedragen € 7,0 miljoen.


pagina 92

6.1.6 OVERZICHT LANGLOPENDE SCHULDEN ULTIMO 2019 Leninggever Datum Hoofdsom Totale looptijd Soort lening Werkelijke rente Restschuld 31 Nieuwe Aflossing Restschuld 31 Restschuld Resterende looptijd Aflossingswijze Aflossing 2020 Gestelde zekerheden (in jaren) december 2018 lening in 2019 in 2019 december 2019 over 5 jaar in jaren eind 2019Kredietinstellingen € % € € € € € €BNG Bank 03-12-96 3.950.248 28 Onderhands 6,45% 846.483 141.080 705.403 0 6 Lineair 141.080 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 15-01-98 2.382.346 30 Onderhands 5,93% 794.115 79.412 714.703 317.643 10 Lineair 79.412 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 16-09-02 1.800.000 30 Onderhands 3,10% 840.000 60.000 780.000 480.000 14 Lineair 60.000 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 05-07-04 1.095.000 30 Onderhands 4,90% 584.000 36.500 547.500 365.000 16 Lineair 36.500 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 19-11-07 15.000.000 20 Onderhands 4,54% 6.750.000 750.000 6.000.000 2.225.000 9 Lineair 750.000 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 22-01-08 1.361.341 15 Onderhands 4,74% 385.714 90.756 294.958 0 5 Lineair 90.756 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 15-02-11 10.375.000 25 Onderhands 1,29% 3.616.121 200.896 3.415.225 2.410.745 18 Lineair 200.896 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 15-02-11 10.375.000 25 Onderhands 3,81% 7.470.000 415.000 7.055.000 4.980.000 18 Lineair 415.000 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 15-02-11 10.375.000 25 Onderhands 4,27% 7.470.000 415.000 7.055.000 4.980.000 18 Lineair 415.000 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 15-02-11 10.375.000 25 Onderhands 4,47% 7.470.000 415.000 7.055.000 4.980.000 18 Lineair 415.000 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 15-02-11 5.000.000 20 Onderhands 4,30% 3.250.000 250.000 3.000.000 1.750.000 13 Lineair 250.000 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 19-12-12 7.000.000 30 Onderhands 0,41% 5.600.002 233.333 5.366.669 4.200.004 24 Lineair 233.333 Waarborgfonds voor de Zorgsector Nationale Nederlanden 19-12-12 11.000.000 30 Onderhands 3,02% 8.799.998 366.667 8.433.331 6.599.996 24 Lineair 366.667 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 01-10-13 15.000.000 10 Onderhands 3,50% 7.249.523 1.449.905 5.799.618 0 5 Lineair 1.449.905 Hypotheek en pandrecht BNG BNG Bank 01-10-15 2.900.000 15 Onderhands 3,75% 2.465.000 145.000 2.320.000 1.595.000 12 Lineair 145.000 Hypotheek en pandrecht BNG BNG Bank 15-02-17 3.000.000 20 Onderhands -0,23% 2.842.105 157.895 2.684.210 1.894.735 18 Lineair 157.895 Waarborgfonds voor de Zorgsector Disagio 0,00% -632.816 -33.568 -599.248 0 0 0 BNG Bank 01-06-93 6.406.651 40 Onderhands 2,27% 1.500.000 100.000 1.400.000 900.000 15 Lineair 100.000 Garantie gemeente Stadskanaal BNG Bank 01-11-93 5.036.960 40 Onderhands 2,94% 2.969.057 160.339 2.808.718 1.933.477 15 Annuïtair 165.053 Garantie gemeente Stadskanaal BNG Bank 26-04-01 4.537.802 30 Onderhands 5,82% 4.537.802 0 4.537.802 4.537.802 13 Aflossingsvrij 0 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 26-04-01 4.991.582 20 Onderhands 5,43% 748.739 249.579 499.160 0 3 Lineair 249.579 Waarborgfonds voor de Zorgsector Rabobank 14-11-14 2.000.000 10 Onderhands eur+1,95% 1.050.000 300.000 750.000 0 6 Lineair 200.000 Hypotheek NWB Bank 31-12-11 6.523.091 25 Onderhands 3,79% 4.696.623 260.924 4.435.699 3.131.079 18 Lineair 260.924 Waarborgfonds voor de Zorgsector NWB Bank 08-07-02 1.765.000 19 Onderhands 5,22% 353.000 88.250 264.750 0 4 Lineair 88.250 Waarborgfonds voor de Zorgsector NWB Bank 31-07-13 2.600.000 30 Onderhands 3,24% 2.144.998 86.667 2.058.33 1 1.624.996 25 Lineair 86.667 Waarborgfonds voor de Zorgsector Delta Lloyd 20-03-06 2.983.136 30 Onderhands 3,95% 1.789.866 99.437 1.690.429 1.193.244 18 Lineair 99.437 Waarborgfonds voor de Zorgsector NWB Bank 01-07-12 7.000.000 30 Onderhands 4,50% 5.366.668 233.333 5.133.335 3.966.670 23 Lineair 233.333 Waarborgfonds voor de Zorgsector NWB Bank 01-05-12 8.000.000 27 Onderhands 4,70% 5.777.778 296.296 5.481.482 4.000.002 20 Lineair 296.296 Waarborgfonds voor de Zorgsector Rabobank 01-05-12 7.750.000 27 Onderhands 4,20% 5.597.222 287.037 5.310.185 3.875.000 20 Lineair 287.037 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 01-08-16 3.833.333 25 Onderhands 1,83% 3.526.667 153.333 3.373.334 2.606.669 23 Lineair 153.333 Waarborgfonds voor de Zorgsector Disagio 03-07-05 -179.800 0,00% -135.050 -5.993 -129.057 0 0 0 Disagio 31-07-13 -39.328 0,00% -32.118 -1.311 -30.807 0 0 0 NWB Bank 01-08-12 1.875.750 20 Onderhands 2,64% 1.250.500 89.321 1.161.179 714.574 14 Lineair 89.321 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 01-09-14 1.134.420 15 Onderhands 1,70% 813.001 75.628 737.373 359.233 11 Lineair 75.628 Waarborgfonds voor de Zorgsector ABN Amro Bank 31-12-04 3.085.705 16,66 Onderhands 4,02% 544.536 181.512 363.024 0 3 Lineair 181.512 Waarborgfonds voor de Zorgsector ABN Amro Bank 01-01-98 2.488.031 23,25 Onderhands 4,00% 1.005.259 105.912 899.347 369.787 10 Lineair 105.912 Waarborgfonds voor de Zorgsector NWB Bank 27-02-06 2.276.207 20 Onderhands 3,74% 910.483 113.810 796.673 227.623 8 Lineair 113.810 Waarborgfonds voor de Zorgsector NWB Bank 31-12-04 6.191.377 26,33 Onderhands 4,44% 2.935.049 239.597 2.695.452 1.497.473 13 Lineair 219.624 Waarborgfonds voor de Zorgsector ABN Amro Bank 31-12-04 1.421.648 23,50 Onderhands 4,33% 1 1 0 0 0 Lineair 1 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 18-12-13 4.750.000 10 Onderhands 1,75% 2.375.000 475.000 1.900.000 0 5 Lineair 475.000 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 27-02-12 3.387.378 16 Onderhands 3,46% 1.905.400 211.711 1.693.689 635.134 10 Lineair 0 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 01-10-12 907.560 10 Onderhands 2,30% 363.024 90.756 272.268 0 4 Lineair 90.756 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 30-11-93 431.091 30 Onderhands 4,75% 71.847 14.370 57.477 0 5 Lineair 14.370 Garantie gemeente Alkmaar BNG Bank 01-04-15 766.666 23 Onderhands 1,37% 641.667 33.333 608.334 483.333 20 Lineair 25.000 Waarborgfonds voor de Zorgsector ING Bank 10-03-17 2.150.000 7 Onderhands eur+1,90% 1.689.286 307.143 1.382.143 0 6 Lineair 307.143 Verpanding spaargeld Caro TOTAAL KREDIETINSTELLINGEN 120.196.551 0 9.418.861 110.777.689 68.834.219 9.124.431


pagina 91

pagina 93

6.1.6 OVERZICHT LANGLOPENDE SCHULDEN ULTIMO 2019 Leninggever Datum Hoofdsom Totale looptijd Soort lening Werkelijke rente Restschuld 31 Nieuwe Aflossing Restschuld 31 Restschuld Resterende looptijd Aflossingswijze Aflossing 2020 Gestelde zekerheden (in jaren) december 2018 lening in 2019 in 2019 december 2019 over 5 jaar in jaren eind 2019Kredietinstellingen € % € € € € € €BNG Bank 03-12-96 3.950.248 28 Onderhands 6,45% 846.483 141.080 705.403 0 6 Lineair 141.080 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 15-01-98 2.382.346 30 Onderhands 5,93% 794.115 79.412 714.703 317.643 10 Lineair 79.412 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 16-09-02 1.800.000 30 Onderhands 3,10% 840.000 60.000 780.000 480.000 14 Lineair 60.000 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 05-07-04 1.095.000 30 Onderhands 4,90% 584.000 36.500 547.500 365.000 16 Lineair 36.500 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 19-11-07 15.000.000 20 Onderhands 4,54% 6.750.000 750.000 6.000.000 2.225.000 9 Lineair 750.000 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 22-01-08 1.361.341 15 Onderhands 4,74% 385.714 90.756 294.958 0 5 Lineair 90.756 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 15-02-11 10.375.000 25 Onderhands 1,29% 3.616.121 200.896 3.415.225 2.410.745 18 Lineair 200.896 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 15-02-11 10.375.000 25 Onderhands 3,81% 7.470.000 415.000 7.055.000 4.980.000 18 Lineair 415.000 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 15-02-11 10.375.000 25 Onderhands 4,27% 7.470.000 415.000 7.055.000 4.980.000 18 Lineair 415.000 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 15-02-11 10.375.000 25 Onderhands 4,47% 7.470.000 415.000 7.055.000 4.980.000 18 Lineair 415.000 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 15-02-11 5.000.000 20 Onderhands 4,30% 3.250.000 250.000 3.000.000 1.750.000 13 Lineair 250.000 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 19-12-12 7.000.000 30 Onderhands 0,41% 5.600.002 233.333 5.366.669 4.200.004 24 Lineair 233.333 Waarborgfonds voor de Zorgsector Nationale Nederlanden 19-12-12 11.000.000 30 Onderhands 3,02% 8.799.998 366.667 8.433.331 6.599.996 24 Lineair 366.667 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 01-10-13 15.000.000 10 Onderhands 3,50% 7.249.523 1.449.905 5.799.618 0 5 Lineair 1.449.905 Hypotheek en pandrecht BNG BNG Bank 01-10-15 2.900.000 15 Onderhands 3,75% 2.465.000 145.000 2.320.000 1.595.000 12 Lineair 145.000 Hypotheek en pandrecht BNG BNG Bank 15-02-17 3.000.000 20 Onderhands -0,23% 2.842.105 157.895 2.684.210 1.894.735 18 Lineair 157.895 Waarborgfonds voor de Zorgsector Disagio 0,00% -632.816 -33.568 -599.248 0 0 0 BNG Bank 01-06-93 6.406.651 40 Onderhands 2,27% 1.500.000 100.000 1.400.000 900.000 15 Lineair 100.000 Garantie gemeente Stadskanaal BNG Bank 01-11-93 5.036.960 40 Onderhands 2,94% 2.969.057 160.339 2.808.718 1.933.477 15 Annuïtair 165.053 Garantie gemeente Stadskanaal BNG Bank 26-04-01 4.537.802 30 Onderhands 5,82% 4.537.802 0 4.537.802 4.537.802 13 Aflossingsvrij 0 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 26-04-01 4.991.582 20 Onderhands 5,43% 748.739 249.579 499.160 0 3 Lineair 249.579 Waarborgfonds voor de Zorgsector Rabobank 14-11-14 2.000.000 10 Onderhands eur+1,95% 1.050.000 300.000 750.000 0 6 Lineair 200.000 Hypotheek NWB Bank 31-12-11 6.523.091 25 Onderhands 3,79% 4.696.623 260.924 4.435.699 3.131.079 18 Lineair 260.924 Waarborgfonds voor de Zorgsector NWB Bank 08-07-02 1.765.000 19 Onderhands 5,22% 353.000 88.250 264.750 0 4 Lineair 88.250 Waarborgfonds voor de Zorgsector NWB Bank 31-07-13 2.600.000 30 Onderhands 3,24% 2.144.998 86.667 2.058.33 1 1.624.996 25 Lineair 86.667 Waarborgfonds voor de Zorgsector Delta Lloyd 20-03-06 2.983.136 30 Onderhands 3,95% 1.789.866 99.437 1.690.429 1.193.244 18 Lineair 99.437 Waarborgfonds voor de Zorgsector NWB Bank 01-07-12 7.000.000 30 Onderhands 4,50% 5.366.668 233.333 5.133.335 3.966.670 23 Lineair 233.333 Waarborgfonds voor de Zorgsector NWB Bank 01-05-12 8.000.000 27 Onderhands 4,70% 5.777.778 296.296 5.481.482 4.000.002 20 Lineair 296.296 Waarborgfonds voor de Zorgsector Rabobank 01-05-12 7.750.000 27 Onderhands 4,20% 5.597.222 287.037 5.310.185 3.875.000 20 Lineair 287.037 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 01-08-16 3.833.333 25 Onderhands 1,83% 3.526.667 153.333 3.373.334 2.606.669 23 Lineair 153.333 Waarborgfonds voor de Zorgsector Disagio 03-07-05 -179.800 0,00% -135.050 -5.993 -129.057 0 0 0 Disagio 31-07-13 -39.328 0,00% -32.118 -1.311 -30.807 0 0 0 NWB Bank 01-08-12 1.875.750 20 Onderhands 2,64% 1.250.500 89.321 1.161.179 714.574 14 Lineair 89.321 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 01-09-14 1.134.420 15 Onderhands 1,70% 813.001 75.628 737.373 359.233 11 Lineair 75.628 Waarborgfonds voor de Zorgsector ABN Amro Bank 31-12-04 3.085.705 16,66 Onderhands 4,02% 544.536 181.512 363.024 0 3 Lineair 181.512 Waarborgfonds voor de Zorgsector ABN Amro Bank 01-01-98 2.488.031 23,25 Onderhands 4,00% 1.005.259 105.912 899.347 369.787 10 Lineair 105.912 Waarborgfonds voor de Zorgsector NWB Bank 27-02-06 2.276.207 20 Onderhands 3,74% 910.483 113.810 796.673 227.623 8 Lineair 113.810 Waarborgfonds voor de Zorgsector NWB Bank 31-12-04 6.191.377 26,33 Onderhands 4,44% 2.935.049 239.597 2.695.452 1.497.473 13 Lineair 219.624 Waarborgfonds voor de Zorgsector ABN Amro Bank 31-12-04 1.421.648 23,50 Onderhands 4,33% 1 1 0 0 0 Lineair 1 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 18-12-13 4.750.000 10 Onderhands 1,75% 2.375.000 475.000 1.900.000 0 5 Lineair 475.000 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 27-02-12 3.387.378 16 Onderhands 3,46% 1.905.400 211.711 1.693.689 635.134 10 Lineair 0 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 01-10-12 907.560 10 Onderhands 2,30% 363.024 90.756 272.268 0 4 Lineair 90.756 Waarborgfonds voor de Zorgsector BNG Bank 30-11-93 431.091 30 Onderhands 4,75% 71.847 14.370 57.477 0 5 Lineair 14.370 Garantie gemeente Alkmaar BNG Bank 01-04-15 766.666 23 Onderhands 1,37% 641.667 33.333 608.334 483.333 20 Lineair 25.000 Waarborgfonds voor de Zorgsector ING Bank 10-03-17 2.150.000 7 Onderhands eur+1,90% 1.689.286 307.143 1.382.143 0 6 Lineair 307.143 Verpanding spaargeld Caro TOTAAL KREDIETINSTELLINGEN 120.196.551 0 9.418.861 110.777.689 68.834.219 9.124.431


pagina 92

pagina 94

Leninggever Datum Hoofdsom Totale looptijd Soort lening Werkelijke rente Restschuld 31 Nieuwe Aflossing Restschuld 31 Restschuld Resterende looptijd Aflossingswijze Aflossing 2020 Gestelde zekerheden (in jaren) december 2018 lening in 2019 in 2019 december 2019 over 5 jaar in jaren eind 2019Overige langlopende schulden € % € € € € € €VNN 01-09-14 600.000 10 Lening 4,50% 360.000 60.000 300.000 60.000 6 Jaarlijks lineair 60.000 Verpanding huur TOTAAL OVERIGE LANGLOPENDE SCHULDEN 360.000 0 60.000 300.000 60.000 60.000

Leninggever Datum Hoofdsom Totale looptijd Soort lening Werkelijke rente Restschuld 31 Nieuwe Aflossing Restschuld 31 Restschuld Resterende looptijd Aflossingswijze Aflossing 2020 Gestelde zekerheden (in jaren) december 2018 lening in 2019 in 2019 december 2019 over 5 jaar in jaren eind 2019Financial Lease € % € € € € € €Treant Zorggroep 31-12-10 4.743.030 50 Finan. Lease 5,25% 3.831.019 230.164 3.600.855 2.434.638 42 Annuïtair 231.121 Geen Treant Zorggroep 31-12-10 2.786.801 50 Finan. Lease 5,25% 2.428.077 117.190 2.310.887 1.745.818 42 Annuïtair 115.892 Geen Woonzorg Nederland 01-11-12 11.871.255 30 Finan. Lease 4,21% 9.431.027 395.712 9.035.315 7.056.755 24 Annuïtair 395.712 Geen Woonzorg Nederland 01-05-14 2.829.489 30 Finan. Lease 5,50% 2.389.364 94.313 2.295.051 1.823.483 25 Annuïtair 94.313 Geen Ymere 01-01-70 3.383.154 50 Finan. Lease 5,25% 809.639 417.650 391.989 0 1 Annuïtair 391.989 Geen Eigen Haard 31-12-16 2.787.069 5 Finan. Lease 1,50% 1.918.350 620.267 1.298.083 0 3 Annuïtair 639.306 Geen Woonzorg Nederland 01-01-12 2.848.992 9 Finan. Lease 5,25% 648.253 311.720 336.533 0 2 Linear 311.745 Geen TOTAAL FINANCIAL LEASE 21.455.730 0 2.187.017 19.268.714 13.060.694 2.180.079

TOTAAL LANGLOPENDE SCHULDEN 142.012.281 0 11.665.878 130.346.403 81.954.913 11.364.510


pagina 93

pagina 95

Leninggever Datum Hoofdsom Totale looptijd Soort lening Werkelijke rente Restschuld 31 Nieuwe Aflossing Restschuld 31 Restschuld Resterende looptijd Aflossingswijze Aflossing 2020 Gestelde zekerheden (in jaren) december 2018 lening in 2019 in 2019 december 2019 over 5 jaar in jaren eind 2019Overige langlopende schulden € % € € € € € €VNN 01-09-14 600.000 10 Lening 4,50% 360.000 60.000 300.000 60.000 6 Jaarlijks lineair 60.000 Verpanding huur TOTAAL OVERIGE LANGLOPENDE SCHULDEN 360.000 0 60.000 300.000 60.000 60.000

Leninggever Datum Hoofdsom Totale looptijd Soort lening Werkelijke rente Restschuld 31 Nieuwe Aflossing Restschuld 31 Restschuld Resterende looptijd Aflossingswijze Aflossing 2020 Gestelde zekerheden (in jaren) december 2018 lening in 2019 in 2019 december 2019 over 5 jaar in jaren eind 2019Financial Lease € % € € € € € €Treant Zorggroep 31-12-10 4.743.030 50 Finan. Lease 5,25% 3.831.019 230.164 3.600.855 2.434.638 42 Annuïtair 231.121 Geen Treant Zorggroep 31-12-10 2.786.801 50 Finan. Lease 5,25% 2.428.077 117.190 2.310.887 1.745.818 42 Annuïtair 115.892 Geen Woonzorg Nederland 01-11-12 11.871.255 30 Finan. Lease 4,21% 9.431.027 395.712 9.035.315 7.056.755 24 Annuïtair 395.712 Geen Woonzorg Nederland 01-05-14 2.829.489 30 Finan. Lease 5,50% 2.389.364 94.313 2.295.051 1.823.483 25 Annuïtair 94.313 Geen Ymere 01-01-70 3.383.154 50 Finan. Lease 5,25% 809.639 417.650 391.989 0 1 Annuïtair 391.989 Geen Eigen Haard 31-12-16 2.787.069 5 Finan. Lease 1,50% 1.918.350 620.267 1.298.083 0 3 Annuïtair 639.306 Geen Woonzorg Nederland 01-01-12 2.848.992 9 Finan. Lease 5,25% 648.253 311.720 336.533 0 2 Linear 311.745 Geen TOTAAL FINANCIAL LEASE 21.455.730 0 2.187.017 19.268.714 13.060.694 2.180.079

TOTAAL LANGLOPENDE SCHULDEN 142.012.281 0 11.665.878 130.346.403 81.954.913 11.364.510


pagina 94

pagina 96

16. OPBRENGSTEN ZORGPRESTATIES EN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING De specificatie is als volgt : 2019 2018 € €

Opbrengsten zorgverzekeringswet (exclusief subsidies) 316.206.162 313.949.513Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Wlz-zorg (exclusief subsidies) 339.986.136 308.285.089Opbrengsten Jeugdwet 10.964.486 11.256.585Opbrengsten Wmo 18.419.001 19.066.970Opbrengsten Ministerie van Veiligheid en Justitie (forensische zorg; exclusief subsidies) 14.413.231 16.070.438Persoonsgebonden en -volgende budgetten 3.584.257 3.847.266Overige zorgprestaties 15.089.183 17.927.832

TOTAAL OPBRENGSTEN ZORGPRESTATIES EN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 718.662.456 690.403.693

17. SUBSIDIES (EXCLUSIEF WMO EN JEUGDWET) De specificatie is als volgt : 2019 2018 € €

Subsidies WLZ/ Zvw-zorg 187.405 122.593Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS 3.813.394 4.305.642Overige Rijkssubsidies 0 82.148Subsidies provincies en gemeenten 7.718.555 7.507.469Overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies 4.708.822 2.729.502

TOTAAL SUBSIDIES 16.428.176 14.747.354

Toelichting:De opbrengsten zorgverzekeringswet zijn inclusief de omzet DBC’s/DBC-zorgproducten.

Toelichting:De subsidies van provincies en gemeenten zijn exclusief WMO en huishoudelijke hulp, uitgezonderd overige WMO-prestaties zoals maatschappelijke en vrouwenopvang. De subsidies van verslavingszorg en OGGz (Openbare Geestelijke

De opbrengsten WLZ zijn hoger als gevolg van een hoger productievolume en hogere tarieven, inclusief de extra middelen voor het kwaliteitskader verpleeghuiszorg.

Gezondheidszorg) zijn opgenomen onder subsidies van provincies en gemeenten.De overige subsidies betreft onder andere de beschikbaarheidbijdrage medische vervolgopleidingen 2019.

6.1.7 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING OVER 2019

BATEN


pagina 95

pagina 97

18. OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN De specificatie is als volgt : 2019 2018 € €

Contributies 5.593.465 5.816.959Verhuur 4.097.399 3.014.080Personenalarmering en belminuten 2.955.882 2.454.042Voeding en hotelmatige opbrengsten 2.246.680 2.653.697Cliënt- en bewonersgebonden opbrengsten 1.407.245 1.319.962Overige 5.873.493 4.470.765

TOTAAL OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN 22.174.164 19.729.505

Toelichting:Onder de post ‘Overige’ zijn in 2019 boekwinsten van in totaal € 1,5 miljoen opgenomen als gevolg van de verkoop van een aantal panden van Stichting De Trans en Stichting GGZ Drenthe.


pagina 96

pagina 98

LASTEN

19. PERSONEELSKOSTEN De specificatie is als volgt : 2019 2018 € €

Lonen en salarissen 426.601.007 414.781.637Sociale lasten 74.934.093 68.519.004Pensioenpremies 35.760.604 34.087.281Andere personeelskosten 29.265.551 27.992.621Subtotaal 566.561.255 545.380.543Personeel niet in loondienst 35.774.774 35.369.496

TOTAAL PERSONEELSKOSTEN 602.336.029 580.750.039

Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE’s) per segment:

Verpleging en Verzorging 6.915 6.846Gehandicaptenzorg 816 822Psychiatrie 1.756 1.721Jeugdgezondheidszorg 94 90Kinderopvang 0 15Ledenservice 36 37Overig 58 50GEMIDDELD AANTAL PERSONEELSLEDEN OP BASIS VAN FULL-TIME EENHEDEN 9.675 9.581

Aantal personeelsleden dat buiten Nederland werkzaam is 0 0

Toelichting:De stijging van de personeelskosten wordt voornamelijk veroorzaakt door de cao stijging in 2019.


pagina 97

pagina 99

20. AFSCHRIJVINGEN OP IMMATERIËLE EN MATERIËLE VASTE ACTIVA De specificatie is als volgt : 2019 2018 € €

Afschrijvingen: -materiële vaste activa 25.631.727 25.820.642

TOTAAL AFSCHRIJVINGEN OP IMMATERIËLE EN MATERIËLE VASTE ACTIVA 25.631.727 25.820.642

21. BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN VAN VASTE ACTIVA De specificatie is als volgt : 2019 2018 € €

Bijzondere waardeverminderingen materiële vaste activa 0 1.941.749Terugneming van bijzondere waardeverminderingen materiële vaste activa 0 -2.590.469

TOTAAL BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN VAN VASTE ACTIVA 0 -648.720

22. OVERIGE BEDRIJFSKOSTEN De specificatie is als volgt : 2019 2018 € €

Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 25.757.256 23.245.325Algemene kosten 33.739.296 34.085.428Cliënt- en bewonersgebonden kosten 16.266.398 15.332.112Onderhouds- en energiekosten 15.982.441 15.403.022Huur en leasing 21.900.882 20.792.686Dotaties en vrijval voorzieningen -451.574 1.741.022

TOTAAL OVERIGE BEDRIJFSKOSTEN 113.194.699 110.599.595

Toelichting:In verband met de waardering op basis van bedrijfseconomische grondslagen zijn ultimo 2019 de bedrijfswaardeberekeningen van het vastgoed geactualiseerd.

Toelichting:Stijging van voedingsmiddelen en hotelmatige kosten en cliënt- en bewonersgebonden kosten is gerelateerd aan toename van geleverde zorg.

Op basis hiervan zijn geen waardeverminderingen of terugname van waardeverminderingen uit voorgaande jaren van toepassing.

Voor een nadere toelichting op de dotaties en vrijval voorzieningen verwijzen wij naar de toelichting op de voorzieningen (6.1.5.11).


pagina 98

pagina 100

23. FINANCIËLE BATEN EN LASTEN De specificatie is als volgt : 2019 2018 € €

Financiële baten: Rentebaten 16.509 19.758Subtotaal financiële baten 16.509 19.758

Financiële lasten: Rentelasten 5.474.122 5.737.936Vennootschapsbelasting 0 136.016Overige financiële lasten -77.257 3.922Subtotaal financiële lasten 5.396.865 5.877.874

TOTAAL FINANCIËLE BATEN EN LASTEN -5.380.356 -5.858.116

Toelichting:De rentelasten zijn gedaald in 2019 als gevolg van aflossingen op langlopende leningen.


pagina 99

pagina 101

24. WET NORMERING TOPINKOMENS (WNT)

Toelichting:De WNT is van toepassing op Stichting Espria en de overige rechtspersonen. Het voor Stichting Espria toepasselijke bezoldigingsmaximum bedraagt in 2019 € 194.000, zijnde het bezoldigingsmaximum voor zorg en jeugdhulp. Besloten is geen gebruik te maken van de concernregeling die binnen de WNT

mogelijk is. Per rechtspersoon is gedifferentieerde klasse-indeling bepaald. De klassenindeling varieert tussen klasse IV en klasse V afhankelijk van de totaalscore welke varieert tussen 10 en 13 punten.

LEIDINGGEVENDE TOPFUNCTIONARISSEN bedragen in € J.L. KAUFFELD A.M. NOTERMANSFunctiegegevens Voorzitter RvB Lid RvBAanvang en einde functievervulling in 2019 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1,00 1,00Dienstbetrekking? ja jaBezoldiging Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen (1) 215.485 217.268Beloningen betaalbaar op termijn 11.726 11.758Subtotaal 227.211 229.027Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum 194.000 194.000-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag - -

BEZOLDIGING 227.211 229.027Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan (2) (2)Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling N.v.t. N.v.t.

Gegevens 2018 Functiegegevens Voorzitter RvB Lid RvBAanvang en einde functievervulling in 2018 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1,00 1,00Dienstbetrekking? ja jaBezoldiging Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen (1) 215.642 217.405Beloningen betaalbaar op termijn 11.569 11.622Subtotaal 227.211 229.027Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum 189.000 189.000

BEZOLDIGING 227.211 229.027

(1) Er is sprake van een netto onkostenvergoeding die onderdeel uitmaakt van de vrije ruimte binnen de werkkostenregeling. Daarmee valt deze vergoeding niet onder de WNT-bezoldiging.

(2) Bij alle bestuurders is in 2019 sprake van een overschijding van de maximum bezoldigings-norm onder WNT-2, maar is het overgangsrecht WNT van toepassing. Het WNT overgangs-recht was ook van toepassing voor de overschrijding van de maximum WNT bezoldigings-norm in 2018.


pagina 100

pagina 102

LEIDINGGEVENDE TOPFUNCTIONARISSEN bedragen in € R.C. SOUWERBREN J. VEENSTRA L.P.J.M. VENNEMANNEntiteit St Evean Zorg St Evean Zorg St Evean ZorgFunctiegegevens Directeur Directeur DirecteurAanvang en einde functievervulling in 2019 1/10-31/12 1/1 - 31/5 1/1-31/12Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1,00 1,00 1,00Dienstbetrekking? ja ja jaBezoldiging Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen (1) 38.350 70.911 158.452Beloningen betaalbaar op termijn 2.900 4.823 11.577Subtotaal 41.250 75.734 170.029Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum 45.118 74.052 179.000-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag - - -

BEZOLDIGING 41.250 75.734 170.029Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan N.v.t. (2) N.v.t.Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling N.v.t. N.v.t. N.v.t.

Gegevens 2018 Functiegegevens Directeur DirecteurAanvang en einde functievervulling in 2018 1/1 - 31/12 1/8 - 31/12Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1,00 1,00Dienstbetrekking? ja jaBezoldiging Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen (1) 151.940 64.329Beloningen betaalbaar op termijn 11.394 4.753Subtotaal 163.334 69.082

Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum 172.000 72.099



pagina 101

pagina 103

LEIDINGGEVENDE TOPFUNCTIONARISSEN bedragen in € H.M. VAN DER HEK P. VAN DER NOORD L.P. DE RIJKE - MEIJEREntiteit St GGZ Drenthe St GGZ Drenthe St GGZ DrentheFunctiegegevens Directeur Directeur DirecteurAanvang en einde functievervulling in 2019 1/2 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1,00 1,00 1,00Dienstbetrekking? ja ja jaBezoldiging Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen (1) 149.393 182.309 172.682Beloningen betaalbaar op termijn 10.640 11.665 11.611Subtotaal 160.033 193.974 184.293Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum 177.523 194.000 194.000-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag - - -

BEZOLDIGING 160.033 193.974 184.293Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan N.v.t. N.v.t. N.v.t.Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling N.v.t. N.v.t. N.v.t.

Gegevens 2018 Functiegegevens Directeur DirecteurAanvang en einde functievervulling in 2018 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1,00 1,00Dienstbetrekking? ja jaBezoldiging Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen (1) 167.467 167.511Beloningen betaalbaar op termijn 11.444 11.435Subtotaal 178.911 178.946




pagina 102

pagina 104

LEIDINGGEVENDE TOPFUNCTIONARISSEN bedragen in € D.A. VAN ACHTHOVEN G. WALLINGA P.A. DRENTHEntiteit St Icare St Icare St Zorggroep MeanderFunctiegegevens Directeur Directeur DirecteurAanvang en einde functievervulling in 2019 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1,00 1,00 1,00Dienstbetrekking? ja ja jaBezoldiging Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen (1) 158.436 158.454 141.822Beloningen betaalbaar op termijn 11.595 11.579 11.527Subtotaal 170.031 170.033 153.349Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum 179.000 179.000 179.000-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag - - -


Gegevens 2018 Functiegegevens Directeur Directeur DirecteurAanvang en einde functievervulling in 2018 1/1 - 31/12 1/2 - 31/12 1/1 - 31/12Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1,00 1,00 1,00Dienstbetrekking? ja ja jaBezoldiging Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen (1) 151.956 131.435 132.084Beloningen betaalbaar op termijn 11.393 10.421 11.324Subtotaal 163.349 141.856 143.408

Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum 172.000 157.392 151.000

BEZOLDIGING 163.349 141.856 143.408


pagina 103

pagina 105

LEIDINGGEVENDE TOPFUNCTIONARISSEN bedragen in € J.J.M. ELLENBROEK R.M. KAMPHUIS A.J.W. JACOBSEntiteit St Zorggroep Meander St Zorggroep Meander St De TransFunctiegegevens Directeur Directeur DirecteurAanvang en einde functievervulling in 2019 1/6 - 31/12 1/1-31/3 1/1-31/12Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1,00 1,00 1,00Dienstbetrekking? ja ja jaBezoldiging Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen (1) 77.833 40.906 141.785Beloningen betaalbaar op termijn 6.725 2.880 11.531Subtotaal 84.558 43.786 153.316Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum 104.948 44.137 179.000-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag - - -


Gegevens 2018 Functiegegevens Directeur DirecteurAanvang en einde functievervulling in 2018 1/1-31/12 1/1-31/12Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1,00 1,00Dienstbetrekking? ja jaBezoldiging Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen (1) 132.109 132.072Beloningen betaalbaar op termijn 11.295 1.323Subtotaal 143.404 143.395




pagina 104

pagina 106

LEIDINGGEVENDE TOPFUNCTIONARISSEN ZONDER DIENSTBETREKKING bedragen in € H. BARNHOORN P. KAMSMAEntiteit St. De Trans St. De TransKalenderjaar 2019 2018 2019Periode functievervulling in het kalenderjaar (aanvang – einde) 1/1-31/5 17/9-31/12 15/10-31/12Aantal kalendermaanden functievervulling in het kalenderjaar 5 4 3

Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum Maximum uurtarief in het kalenderjaar 187 182 187Maxima op basis van de normbedragen per maand 110.600 101.200 77.700Individueel toepasselijke maximum gehele periode kalendermaand 1 t/m 12 186.700 73.304

Bezoldiging (alle bedragen exclusief btw) Werkelijk uurtarief lager dan het maximum uurtarief? ja ja jaBezoldiging in de betreffende periode 86.400 65.027 47.126Bezoldiging gehele periode kalendermaand 1 t/m 12 151.426 47.126

-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag - - -BEZOLDIGING 151.426 47.126Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan N.v.t. N.v.t.Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling N.v.t. N.v.t.

(1) Er is sprake van een netto onkostenvergoeding die onderdeel uitmaakt van de vrije ruimte binnen de werkkostenregeling. Daarmee valt deze vergoeding niet onder de WNT-bezoldiging.

(2) De hogere bezoldiging wordt veroorzaakt door de uitbetaling van een volledig jaar vakan-tiegeld in mei bij uitdiensttreding gedurende 2019. Van het uitgekeerde vakantiegeld heeft € 6.569 betrekking op voorgaand boekjaar.


pagina 105

pagina 107

TOEZICHTHOUDENDE TOPFUNCTIONARISSEN bedragen in € H.C.P. NOTEN B. BERDEN M.J.M. VAN DEN BERGFunctiegegevens Voorzitter RvC Lid RvC Lid RvCAanvang en einde functievervulling in 2019 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/9 - 31/12Bezoldiging Totale bezoldiging 29.100 19.400 6.467Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum 29.100 19.400 6.467-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag - - -

BEZOLDIGING 29.100 19.400 6.467Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan (1) N.v.t. N.v.t. N.v.t.Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling N.v.t. N.v.t. N.v.t.

Gegevens 2018 Functiegegevens Voorzitter RvC Lid RvC Aanvang en einde functievervulling in 2018 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12

BEZOLDIGING 28.050 18.700 Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum 28.350 18.900

TOEZICHTHOUDENDE TOPFUNCTIONARISSEN bedragen in € J. VAN ENGELEN J. HOLSCHER B. FRANSENFunctiegegevens Lid RvC Lid RvC Lid RvCAanvang en einde functievervulling in 2019 1/1 - 31/12 1/9 - 31/12 1/1 - 31/8Bezoldiging Totale bezoldiging 19.400 6.467 12.933Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum 19.400 6.467 12.933-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag - - -

BEZOLDIGING 19.400 6.467 12.933Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan (1) N.v.t. N.v.t. N.v.t.Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling N.v.t. N.v.t. N.v.t.

Gegevens 2018 Functiegegevens Lid RvC Lid RvCAanvang en einde functievervulling in 2018 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12

BEZOLDIGING 18.700 18.700Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum 18.900 18.900


pagina 106

pagina 108

TOEZICHTHOUDENDE TOPFUNCTIONARISSEN bedragen in € P.A.M. LOVEN G.M.C. DE RANITZFunctiegegevens Lid RvC Lid RvCAanvang en einde functievervulling in 2019 1/1 - 31/8 1/1 - 31/12Bezoldiging Totale bezoldiging 12.933 19.400Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum 12.933 19.400-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag - -

BEZOLDIGING 12.933 19.400Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan (1) N.v.t. N.v.t.Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling N.v.t. N.v.t.

Gegevens 2018 Functiegegevens Lid RvC Lid RvCAanvang en einde functievervulling in 2018 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12

BEZOLDIGING 18.700 18.700Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum 18.900 18.900

(1) De bezoldiging voor de toezichthouders valt volledig binnen de kaders van de WNT.

25. HONORARIA VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT

Honoraria accountant

De specificatie is als volgt : 2019 2018 € €De honoraria van de accountant over 2019 zijn als volgt: 1 Controle van de jaarrekening 560.459 564.6202 Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie) 236.991 324.6033 Fiscale advisering 0 04 Niet-controlediensten 0 0

TOTAAL HONORARIA ACCOUNTANT 797.450 889.223

Toelichting:Bovenstaande honoraria betreffen de werkzaamheden die bij Stichting Espria en de in de consolidatie betrokken entiteiten zijn uitgevoerd door de accountantsorganisaties en externe accountants zoals bedoeld

in artikel 1, lid 1 Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties) en de in rekening gebrachte honoraria van het gehele netwerk waartoe de accountantsorganisatie behoort.


pagina 107

pagina 109

Vaststelling en goedkeuring jaarrekeningDe Raad van Bestuur van Stichting Espria heeft de jaarrekening 2019 vastgesteld in de vergadering van 20 mei 2020 te Beilen.

De Raad van Commissarissen van Stichting Espria heeft de jaarrekening 2019 goedgekeurd in de vergadering van 20 mei 2020 te Beilen.

ResultaatbestemmingHet resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in paragraaf 6.1.2.

Gebeurtenissen na balansdatum In 2020 is men wereldwijd verrast door de uitbraak van het Coronavirus. De uitbraak van dit virus heeft zich in de eerste maanden van het nieuwe jaar razendsnel ontwikkeld. Uiteraard heeft dit impact op Stichting Espria. De vaak in allerijl genomen maatregelen leidden tot extra kosten, zowel met betrekking tot de inzet van personeel als overige kosten zoals noodzakelijk gebruik van beschermingsmiddelen. Tegelijk is er op meerdere fronten ook sprake van omzetderving. De Raad van Bestuur en directies hebben intensief overleg over de uitdagingen die deze pandemie met zich mee brengt en hoe zij deze het hoofd kan bieden. Binnen Stichting Espria zijn door de groepsmaatschappijen meerdere scenario’s opgesteld, waarbij de resultaat- en liquiditeitsontwikkeling is uitgewerkt. Inschattingen zijn daarbij gemaakt in de duur van deze pandemie, de mate van terugval in productie-uren extramurale zorg, de mogelijke afname van de bezetting in de huizen voor langdurige zorg, kosten voor het beschikbaar houden van bedden voor Coronapatiënten, de impact van het sluiten van dagbestedingslocaties, verwachte stijging verzuim personeel, de mate waarin inzet van personeel kan meebewegen, maar ook in hoeverre kostenverhogende maatregelen of gederfde omzet door onze financiers vergoed wordt.

Afhankelijk van de duur van het Coronavirus en de uitwerking van de afspraken met onze financiers (zorgverzekeraars, zorgkantoren, gemeenten, justitie)

zal dit de rendementsontwikkeling van 2020 in meer of mindere mate raken. Uit brieven van NZa, VWS, VNG, zorgkantoren, gemeenten en Justitie blijkt dat de financiële effecten van de Coronacrisis op de financiële positie van zorginstellingen worden grotendeels geneutraliseerd. Het betreft hier met name de omzet voor de langdurige zorg, dagbesteding, jeugd en forensische psychiatrie. Ook kunnen eventuele liquiditeitsproblemen worden opgelost door de toezegging van voldoende bevoorschotting. Specifiek voor de ZVW-omzet, in het bijzonder de omzet wijkverpleging en de geriatrische revalidatiezorg (beide VVT) alsook de omzet DBC’s GGZ zijn eveneens eerste toezeggingen door de zorgverzekeraars gedaan, maar wordt het gesprek met zorgverzekeraars nog gevoerd over volledige compensatie. Ten tijde van vaststellen van deze jaarrekening is sprake van een constructief gesprek met de zorgverzekeraars, maar is er nog geen 100% zekerheid op compensatie voor gederfde omzet, vergoeding van meerkosten en liquiditeitssteun in 2020.

Op basis van de huidige gezonde financiële balanspositie, de huidige beschikbare liquiditeit van Stichting Espria, de inzichten vanuit de intern opgestelde scenario’s alsook de eerste toezeggingen die er zijn gedaan vanuit zorgverzekeraars, zorgkantoren, gemeenten en Justitie stelt de Raad van Bestuur vast dat deze pandemie geen materiële onzekerheid geeft die ernstige twijfel kan doen rijzen of Stichting Espria haar activiteiten kan voortzetten. Derhalve is de jaarrekening 2019 opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.

Ondertekening door bestuurders en toezichthoudersDe ondertekening van de jaarrekening en daarmee de vaststelling en goedkeuring door de Raad van Bestuur respectievelijk de Raad van Commissarissen heeft op 20 mei 2020 te Beilen plaatsgevonden.


pagina 108

pagina 110

6.1.8 GESEGMENTEERDE RESULTATENREKENING Segment Verpleging en Verzorging Gehandicaptenzorg Psychiatrie Jeugdgezondheidszorg Kinderopvang Ledenservice Overig Totaal Het resultaat is als volgt verdeeld: 2019 2018 2019 2018 2019 2018 2019 2018 2019 2018 2019 2018 2019 2018 2019 2018 € € € € € € € € € € € € € € € €BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Opbrengsten zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning 497.677.906 477.224.002 66.430.383 62.719.168 153.684.104 148.984.122 1.395.162 1.374.401 0 711.896 0 0 -525.099 -609.896 718.662.456 690.403.693Subsidies (exclusief Wmo en Jeugdwet) 3.875.081 3.688.683 495.448 411.995 5.053.660 3.996.491 7.003.987 6.650.185 0 0 0 0 0 0 16.428.176 14.747.354Overige bedrijfsopbrengsten 7.162.544 11.989.905 1.368.332 270.931 4.237.020 2.641.924 440.879 167.013 0 11.559 5.838.554 6.150.174 3.126.835 -1.502.001 22.174.164 19.729.505Som der bedrijfsopbrengsten 508.715.531 492.902.590 68.294.163 63.402.094 162.974.784 155.622.537 8.840.028 8.191.599 0 723.455 5.838.554 6.150.174 2.601.736 -2.111.897 757.264.796 724.880.552

BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten 413.292.977 403.622.304 46.638.184 44.498.126 121.271.916 117.290.741 6.546.002 5.795.040 0 534.482 2.398.575 2.180.616 12.188.375 6.828.730 602.336.029 580.750.039Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 12.846.034 12.552.858 3.171.292 3.224.765 9.010.937 9.460.909 60.814 47.801 0 0 33.077 30.426 509.573 503.883 25.631.727 25.820.642Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa 0 -648.720 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -648.720Overige bedrijfskosten 74.611.894 75.582.758 16.102.934 14.380.797 27.259.942 25.101.408 2.007.410 1.979.385 0 220.537 3.828.759 4.043.531 -10.616.240 -10.708.821 113.194.699 110.599.595Som der bedrijfslasten 500.750.905 491.109.200 65.912.410 62.103.688 157.542.795 151.853.058 8.614.226 7.822.226 0 755.019 6.260.411 6.254.573 2.081.708 -3.376.208 741.162.455 716.521.556

BEDRIJFSRESULTAAT 7.964.626 1.793.390 2.381.753 1.298.406 5.431.989 3.769.479 225.802 369.373 0 -31.564 -421.857 -104.399 520.028 1.264.311 16.102.341 8.358.996

Financiële baten en lasten -1.584.524 -1.842.999 -1.276.696 -1.203.537 -2.543.655 -2.716.059 28 0 0 0 0 -125 24.491 -95.396 -5.380.356 -5.858.116

RESULTAAT BOEKJAAR 6.380.102 -49.609 1.105.057 94.869 2.888.334 1.053.420 225.830 369.373 0 -31.564 -421.857 -104.524 544.519 1.168.915 10.721.985 2.500.880

RESULTAATSBESTEMMING Segment Verpleging en Verzorging Gehandicaptenzorg Psychiatrie Jeugdgezondheidszorg Kinderopvang Ledenservice Overig Totaal Het resultaat is als volgt verdeeld: 2019 2018 2019 2018 2019 2018 2019 2018 2019 2018 2019 2018 2019 2018 2019 2018 € € € € € € € € € € € € € € € €Toevoeging / onttrekking: Bestemmingsreserve algemeen: Bestemmingsreserve algemeen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -421.857 -104.524 1.025.457 1.136.712 603.600 1.032.188Bestemmingsfondsen: Bestemmingsreserve algemeen 6.380.102 535.824 1.105.057 94.869 2.888.334 1.053.420 225.830 369.373 0 0 0 0 114 440.072 10.599.437 2.493.558Algemene en overige reserves: Algemene reserves 0 -585.433 0 0 0 0 0 0 0 -31.564 0 0 -481.052 -407.869 -481.052 -1.024.866

6.380.102 -49.609 1.105.057 94.869 2.888.334 1.053.420 225.830 369.373 0 -31.564 -421.857 -104.524 544.519 1.168.915 10.721.985 2.500.880


pagina 109

pagina 111

6.1.8 GESEGMENTEERDE RESULTATENREKENING Segment Verpleging en Verzorging Gehandicaptenzorg Psychiatrie Jeugdgezondheidszorg Kinderopvang Ledenservice Overig Totaal Het resultaat is als volgt verdeeld: 2019 2018 2019 2018 2019 2018 2019 2018 2019 2018 2019 2018 2019 2018 2019 2018 € € € € € € € € € € € € € € € €BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Opbrengsten zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning 497.677.906 477.224.002 66.430.383 62.719.168 153.684.104 148.984.122 1.395.162 1.374.401 0 711.896 0 0 -525.099 -609.896 718.662.456 690.403.693Subsidies (exclusief Wmo en Jeugdwet) 3.875.081 3.688.683 495.448 411.995 5.053.660 3.996.491 7.003.987 6.650.185 0 0 0 0 0 0 16.428.176 14.747.354Overige bedrijfsopbrengsten 7.162.544 11.989.905 1.368.332 270.931 4.237.020 2.641.924 440.879 167.013 0 11.559 5.838.554 6.150.174 3.126.835 -1.502.001 22.174.164 19.729.505Som der bedrijfsopbrengsten 508.715.531 492.902.590 68.294.163 63.402.094 162.974.784 155.622.537 8.840.028 8.191.599 0 723.455 5.838.554 6.150.174 2.601.736 -2.111.897 757.264.796 724.880.552

BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten 413.292.977 403.622.304 46.638.184 44.498.126 121.271.916 117.290.741 6.546.002 5.795.040 0 534.482 2.398.575 2.180.616 12.188.375 6.828.730 602.336.029 580.750.039Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 12.846.034 12.552.858 3.171.292 3.224.765 9.010.937 9.460.909 60.814 47.801 0 0 33.077 30.426 509.573 503.883 25.631.727 25.820.642Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa 0 -648.720 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -648.720Overige bedrijfskosten 74.611.894 75.582.758 16.102.934 14.380.797 27.259.942 25.101.408 2.007.410 1.979.385 0 220.537 3.828.759 4.043.531 -10.616.240 -10.708.821 113.194.699 110.599.595Som der bedrijfslasten 500.750.905 491.109.200 65.912.410 62.103.688 157.542.795 151.853.058 8.614.226 7.822.226 0 755.019 6.260.411 6.254.573 2.081.708 -3.376.208 741.162.455 716.521.556

BEDRIJFSRESULTAAT 7.964.626 1.793.390 2.381.753 1.298.406 5.431.989 3.769.479 225.802 369.373 0 -31.564 -421.857 -104.399 520.028 1.264.311 16.102.341 8.358.996

Financiële baten en lasten -1.584.524 -1.842.999 -1.276.696 -1.203.537 -2.543.655 -2.716.059 28 0 0 0 0 -125 24.491 -95.396 -5.380.356 -5.858.116

RESULTAAT BOEKJAAR 6.380.102 -49.609 1.105.057 94.869 2.888.334 1.053.420 225.830 369.373 0 -31.564 -421.857 -104.524 544.519 1.168.915 10.721.985 2.500.880

RESULTAATSBESTEMMING Segment Verpleging en Verzorging Gehandicaptenzorg Psychiatrie Jeugdgezondheidszorg Kinderopvang Ledenservice Overig Totaal Het resultaat is als volgt verdeeld: 2019 2018 2019 2018 2019 2018 2019 2018 2019 2018 2019 2018 2019 2018 2019 2018 € € € € € € € € € € € € € € € €Toevoeging / onttrekking: Bestemmingsreserve algemeen: Bestemmingsreserve algemeen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -421.857 -104.524 1.025.457 1.136.712 603.600 1.032.188Bestemmingsfondsen: Bestemmingsreserve algemeen 6.380.102 535.824 1.105.057 94.869 2.888.334 1.053.420 225.830 369.373 0 0 0 0 114 440.072 10.599.437 2.493.558Algemene en overige reserves: Algemene reserves 0 -585.433 0 0 0 0 0 0 0 -31.564 0 0 -481.052 -407.869 -481.052 -1.024.866

6.380.102 -49.609 1.105.057 94.869 2.888.334 1.053.420 225.830 369.373 0 -31.564 -421.857 -104.524 544.519 1.168.915 10.721.985 2.500.880


pagina 110

pagina 112

6.2.1 ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2019 (na resultaatbestemming) Ref. 31-Dec-2019 31-Dec-2018 € €

ACTIVA

Vaste activa Materiële vaste activa 2 575.794 841.301Financiële vaste activa 3 194.321 274.991Totaal vaste activa 770.115 1.116.292

Vlottende activa Debiteuren en overige vorderingen 7 933.562 1.219.581Liquide middelen 9 15.725.886 13.898.695Totaal vlottende activa 16.659.44 8 15.118.276

TOTAAL ACTIVA 17.429.563 16.234.568

PASSIVA

Eigen vermogen Bestemmingsreserves 10 9.588.572 8.563.115Algemene en overige reserves 10 6.298.340 6.457.183Totaal eigen vermogen 15.886.912 15.020.298

Kortlopende schulden Overige kortlopende schulden 13 1.542.651 1.214.270Totaal kortlopende schulden 1.542.651 1.214.270

TOTAAL PASSIVA 17.429.563 16.234.568

6.2 Enkelvoudige jaarrekening


pagina 111

pagina 113

6.2.2 ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2019 (na resultaatbestemming) Ref. 2019 2018 € €BEDRIJFSOPBRENGSTEN Overige bedrijfsopbrengsten 18 8.880.666 8.906.282Som der bedrijfsopbrengsten 8.880.666 8.906.282

BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten 19 4.175.691 3.652.722Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 20 278.005 280.140Overige bedrijfskosten 22 3.537.640 3.823.730Som der bedrijfslasten 7.991.336 7.756.592

BEDRIJFSRESULTAAT 889.330 1.149.690

Financiële baten en lasten 23 -22.716 -454.220RESULTAAT BOEKJAAR 866.614 695.470

RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld: 2019 2018 € €Toevoeging / onttrekking:

Bestemmingsreserve algemeen: Bestemmingsreserve algemeen 1.025.457 1.136.712Algemene en overige reserves: Algemene reserves -158.843 -441.242 866.614 695.470


pagina 112

pagina 114

6.2.3 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 6.2.3.1 Algemeen

GroepsverhoudingenStichting Espria behoort tot het Espria-concern.

Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekeningDe jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 Burgerlijk Wetboek, de Regeling verslaggeving WTZi en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door

de Raad voor de Jaarverslaggeving. Tevens zijn de beleidsregels voor de WNT, Wet Normering bezoldiging Topinkomens Publieke en Semi-publieke sector van toepassing.

De grondslagen van waardering en van de resultaatbepaling voor de enkelvoudige jaarrekening en geconsolideerde jaarrekening zijn gelijk. Deelnemingen in groepsmaatschappijen worden gewaardeerd volgens de nettovermogenswaarde in overeenstemming met paragraaf Financiële vaste activa uit hoofdstuk 6.1.4 van de geconsolideerde jaarrekening. Voor de grondslagen van de waardering van activa en passiva en voor de bepaling van het resultaat wordt ook verwezen naar hoofdstuk 6.1.4.


pagina 113

pagina 115

Voor de gehanteerde afschrijvingspercentages verwijzen wij naar de post materiële vaste activa onder de geconsolideerde grondslagen.

6.2.4 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2019

ACTIVA

2. MATERIËLE VASTE ACTIVA De specificatie is als volgt : 31-Dec-2019 31-Dec-2018 € €

Bedrijfsgebouwen en terreinen 442.345 659.888Machines en installaties 36.033 54.050Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting 97.416 127.363

TOTAAL MATERIËLE VASTE ACTIVA 575.794 841.301

Het verloop van de materiële vaste activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven : Bedrijfsgebouwen en Machines en Andere vaste Totaal terreinen installaties bedrijfsmiddelen technische en administratieve uitrusting € € € €Stand per 1 januari 2019 - aanschafwaarde 1.087.716 90.082 294.551 1.472.349- cumulatieve afschrijvingen -427.828 -36.032 -167.188 -631.048Boekwaarde per 1 januari 2019 659.888 54.050 127.363 841.301

Mutaties in het boekjaar - investeringen 0 0 12.498 12.498- afschrijvingen -217.543 -18.017 -42.445 -278.005Mutaties in boekwaarde (per saldo) -217.543 -18.017 -29.947 -265.507

Stand per 31 december 2019 - aanschafwaarde 1.087.716 90.082 307.049 1.484.847- cumulatieve afschrijvingen -645.371 -54.049 -209.633 -909.053BOEKWAARDE PER 31 DECEMBER 2019 442.345 36.033 97.416 575.794


pagina 114

pagina 116

3. FINANCIËLE VASTE ACTIVA De specificatie is als volgt : 31-Dec-2019 31-Dec-2018 € €

Deelnemingen in groepsmaatschappijen 4.761 4.876Vorderingen op groepsmaatschappijen. 189.560 270.115

TOTAAL FINANCIËLE VASTE ACTIVA 194.321 274.991

Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt: Deelnemingen in groepsmaatschappijen Vorderingen op groepsmaatschappijen Totaal € € €Boekwaarde per 1 januari 2019 4.876 270.115 274.991

Mutaties in het boekjaar - resultaat deelnemingen -115 0 -115- ontvangen aflossing 0 -80.555 -80.555Mutaties in boekwaarde (per saldo) -115 -80.555 -80.670

BOEKWAARDE PER 31 DECEMBER 2019 4.761 189.560 194.321

Toelichting op belangen in andere rechtspersonen of vennootschappen:

Naam, rechtsvorm en woonplaats rechtspersoon Kernactiviteit Verschaft Kapitaalbelang Eigen vermogen Resultaat kapitaal (in %) per 31-Dec-2019 over 2019 € € €Rechtstreekse kapitaalbelangen ≥ 20%: Espria Participaties B.V. Financiële Holding 0 100% 4.761 -115

Toelichting:Onder vorderingen op groepsmaatschappijen is een marktconforme lening opgenomen aan Stichting Zorgcentrale Noord voor € 0,3 miljoen (2018: € 0,4 miljoen). Het betreft een vastrentende lening met een

rentepercentage van 0,51% (2018: 0,51%). De resterende looptijd van deze vordering bedraagt 3 jaar. In 2020 zal € 0,1 miljoen worden afgelost. Dit is als kortlopende vordering gepresenteerd.


pagina 115

pagina 117

7. VORDERINGEN EN OVERLOPENDE ACTIVA De specificatie is als volgt : 31-Dec-2019 31-Dec-2018 € €

Vorderingen op debiteuren 17.526 0Vorderingen op groepsmaatschappijen 908.270 1.193.244Vooruitbetaalde bedragen 4.710 18.868Nog te ontvangen bedragen 3.056 38Belastingen en sociale premies te vorderen 0 7.431

TOTAAL VORDERINGEN EN OVERLOPENDE ACTIVA 933.562 1.219.581

9. LIQUIDE MIDDELEN De specificatie is als volgt : 31-Dec-2019 31-Dec-2018 € €

Banken 15.725.886 13.898.695

TOTAAL LIQUIDE MIDDELEN 15.725.886 13.898.695

Toelichting:De voorziening die in aftrek op de vorderingen is gebracht, bedraagt nihil (2018: nihil).Stichting Espria heeft onder andere een vordering op Stichting Icare van € 0,4 miljoen en Stichting Evean Zorg van € 0,3 miljoen. De vorderingen op

Toelichting:De liquide middelen zijn direct opeisbaar. Stichting Espria heeft geen significante concentratie van kredietrisico’s. Alle banken voldoen aan onze eis van kredietwaardigheid (Long Term credit rating van ten minste AA- (‘double A minus’).

groepsmaatschappijen hebben het karakter van een handelsvordering. Zij zijn derhalve niet rentedragend en er zijn geen zekerheden gesteld.De vorderingen en overlopende activa hebben een looptijd korter dan één jaar.

Voor tegoeden die binnen drie maanden opvraagbaar zijn, geldt een andere minimumeis. In dit geval volstaat een credit rating van tenminste A- (‘A minus’).


pagina 116

pagina 118

PASSIVA

10. EIGEN VERMOGEN Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: 31-Dec-2019 31-Dec-2018 € €

Bestemmingsreserves 9.588.572 8.563.115Algemene en overige reserves 6.298.340 6.457.183

TOTAAL EIGEN VERMOGEN 15.886.912 15.020.298

Bestemmingsreserves Het verloop is als volgt weer te geven: Stand per Resultaat- Overige Stand per 31-Dec-2018 bestemming mutaties 31-Dec-2019 € € € €

Bestemmingsreserve algemeen 8.563.115 1.025.457 0 9.588.572

TOTAAL BESTEMMINGSRESERVES 8.563.115 1.025.457 0 9.588.572

Algemene en overige reserves Het verloop is als volgt weer te geven: Stand per Resultaat- Overige Stand per 31-Dec-2018 bestemming mutaties 31-Dec-2019 € € € €

Algemene reserves 6.457.183 -158.843 0 6.298.340

TOTAAL ALGEMENE EN OVERIGE RESERVES 6.457.183 -158.843 0 6.298.340

Toelichting:Het enkelvoudig eigen vermogen wijkt af van het geconsolideerd eigen vermogen doordat stichtingen geen wederzijdse kapitaalbelangen kunnen hebben. De consolidatie is in feite een samenvoeging van de betreffende jaarrekeningen onder toepassing van de methode van consolidatie.

De bestemmingsreserve Investeringsfonds Stichting Espria betreft gelden voor nog uit te voeren projecten uit hoofde van het gezamenlijke investeringsfonds.


pagina 117

pagina 119

13. OVERIGE KORTLOPENDE SCHULDEN De specificatie is als volgt: 31-Dec-2019 31-Dec-2018 € €

Crediteuren 546.698 284.813Belastingen en premies sociale verzekeringen 3 0Kortlopende schulden groepsmaatschappijen 90.801 600.320Nog te betalen kosten 905.149 329.137

TOTAAL OVERIGE KORTLOPENDE SCHULDEN 1.542.651 1.214.270

15. NIET IN DE BALANS OPGENOMEN ACTIVA EN VERPLICHTINGEN

Toelichting:Crediteuren zijn relatief hoog doordat Zilveren Kruis in december heeft gefactureerd waar ultimo 2018 geen sprake was van openstaande posten.Stichting Espria heeft een schuld aan Stichting GGZ Drenthe van in totaal € 0,1

Fiscale eenheidStichting Espria staat aan het hoofd van de fiscale eenheid voor de BTW. Stichting Espria is derhalve hoofdelijk aansprakelijk voor de belastingschulden van de fiscale eenheid. Ultimo 2019 bedraagt de schuld van de fiscale eenheid € 1,3 miljoen.

Huur- en leaseverplichtingenDe stichting heeft huurverplichtingen voor een totaalbedrag van € 0,5 miljoen. Hiervan bedraagt € 0,25 miljoen korter dan 1 jaar en € 0,25 miljoen tussen 1 en 5 jaar. Er is geen verplichting voor langer dan 5 jaar.

miljoen. De schulden aan groepsmaatschappijen hebben het karakter van een handelskrediet. Zij zijn derhalve niet rentedragend en er zijn geen zekerheden gesteld.De kortlopende schulden hebben een looptijd korter dan één jaar.

Verhuur- en leaserechtenDe stichting heeft verhuur-, lease- en erfpachtovereenkomsten met een toekomstige opbrengst van € 0,8 miljoen. Hiervan bedraagt € 0,4 miljoen korter dan 1 jaar en € 0,4 miljoen tussen 1 en 5 jaar. Er is geen vordering voor langer dan 5 jaar.


pagina 118

pagina 120

6.2.5 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2019

BATEN

18. OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN De specificatie is als volgt : 2019 2018 € €

Overige 8.880.666 8.906.282

TOTAAL OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN 8.880.666 8.906.282

LASTEN

19. PERSONEELSKOSTEN De specificatie is als volgt : 2019 2018 € €

Andere personeelskosten 378.840 349.912Subtotaal 378.840 349.912Personeel niet in loondienst 3.796.851 3.302.810

TOTAAL PERSONEELSKOSTEN 4.175.691 3.652.722

Aantal personeelsleden dat buiten Nederland werkzaam is 0 0

Toelichting:De overige opbrengsten betreft de bijdrage die Stichting Espria van groepsmaatschappijen ontvangt om haar activiteiten ten behoeve van het concern uit te kunnen voeren.

Toelichting:Stichting Espria heeft geen personeel in dienst. De personele inzet ten behoeve van Stichting Espria wordt doorbelast vanuit de groepsmaatschappijen en is

gepresenteerd als kosten voor personeel niet in loondienst. De stijging betreft voornamelijk uitbreiding van de inzet.


pagina 119

pagina 121

20. AFSCHRIJVINGEN OP IMMATERIËLE EN MATERIËLE VASTE ACTIVA De specificatie is als volgt : 2019 2018 € €Afschrijvingen: -materiële vaste activa 278.005 280.140

TOTAAL AFSCHRIJVINGEN OP IMMATERIËLE EN MATERIËLE VASTE ACTIVA 278.005 280.140

22. OVERIGE BEDRIJFSKOSTEN De specificatie is als volgt : 2019 2018 € €

Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 9.075 4.181Algemene kosten 3.696.224 3.967.188Cliënt- en bewonersgebonden kosten 1.452 0Onderhouds- en energiekosten 484 11.993Huur en leasing -169.595 -159.632

TOTAAL OVERIGE BEDRIJFSKOSTEN 3.537.640 3.823.730

23. FINANCIËLE BATEN EN LASTEN De specificatie is als volgt : 2019 2018 € €Financiële baten: Rentebaten 2.481 6.120Subtotaal financiële baten 2.481 6.120

Financiële lasten: Rentelasten 25.082 20.268Resultaat deelnemingen 115 440.072Subtotaal financiële lasten 25.197 460.340

TOTAAL FINANCIËLE BATEN EN LASTEN -22.716 -454.220

Toelichting:In 2019 is € 2,6 miljoen gedeclareerd bij het investeringsfonds (2018: € 2,3 miljoen). Hiervan betreft € 1,5 miljoen personeelskosten voor de programma’s Mens & Arbeid

Toelichting:Rentelasten zijn hoger in 2019 doordat er meer rente is betaald over het positieve banksaldo.

en Merkbaar Beter (2018: € 1,1 miljoen). Het resterende bedrag is gepresenteerd als algemene kosten.

In 2018 is een deelneming van Espria Particaties B.V. verkocht, waarbij sprake was van een negatief verkoopresultaat.


pagina 120

pagina 122

24. BEZOLDIGING BESTUURDERS EN TOEZICHTHOUDERS

De bezoldiging van bestuurders, welke ten laste van Stichting Espria is gekomen over het jaar 2019, bedraagt nihil. De bezoldiging van toezichthouders en gewezen toezichthouders over het jaar 2019 bedraagt nihil. De bezoldiging van de functionarissen die over 2019 in het kader van de WNT verantwoord worden, zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Stichting Espria.

25. HONORARIA VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT

De honoraria van de onafhankelijke accountant die over 2019 zijn verantwoord, zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Stichting Espria.

Vaststelling en goedkeuring jaarrekeningDe Raad van Bestuur van Stichting Espria heeft de jaarrekening 2019 vastgesteld in de vergadering van 20 mei 2020 te Beilen.

De Raad van Commissarissen van Stichting Espria heeft de jaarrekening 2019 goedgekeurd in de vergadering van 20 mei 2020 te Beilen.

ResultaatbestemmingHet resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in paragraaf 6.2.2.

Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen andere gebeurtenissen na balansdatum die van invloed zijn op de enkelvoudige jaarrekening 2019 dan reeds toegelicht in de geconsolideerde jaarrekening. Wij verwijzen hiervoor naar pagina 108.

Ondertekening door bestuurders en toezichthoudersDe ondertekening van de jaarrekening en daarmee de vaststelling en goedkeuring door de Raad van Bestuur respectievelijk de Raad van Commissarissen heeft op 20 mei 2020 te Beilen plaatsgevonden.


pagina 121

pagina 123


pagina 122

Origineel getekend door Raad van Bestuur

dhr. J.L. Kauffeld, voorzitter dhr. A.M. Notermans

Origineel getekend door Raad van Commissarissen

dhr. H.C.P. Noten, voorzitter mw. J.C. Holscherdhr. M.J.M. van den Berg dhr. J.M.L. van Engelendhr. H.J.J.M. Berden mw. G.M.C. de Ranitzdhr. A. Rouvoet

pagina 124

6.3 Overige gegevens

6.3.1 Statutaire regeling resultaatbestemmingIn de statuten is bepaald, conform artikel 4, dat het behaalde resultaat ter vrije beschikking staat van Stichting Espria.

6.3.2 NevenvestigingenStichting Espria heeft geen nevenvestigingen.

6.3.3 Controleverklaring van de onafhankelijke accountantDe controleverklaring van de onafhankelijke accountant is opgenomen op de volgende pagina.


pagina 123

pagina 125

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant


pagina 124

Aan: de raad van bestuur en de raad van commissarissen van Stichting Espria Verklaring over de jaarrekening 2019 Ons oordeelNaar ons oordeel geeft de jaarrekening van Stichting Espria (‘de stichting’) een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van de stichting en de groep (de stichting samen met haar dochtermaatschappijen) op 31 december 2019 en van het resultaat over 2019 in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi.

Wat we hebben gecontroleerdWij hebben de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening 2019 van Stichting Espria te Midden-Drenthe gecontroleerd. De jaarrekening omvat de geconsolideerde jaarrekening van de groep en de enkelvoudige jaarrekening.

De jaarrekening bestaat uit:• de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2019;• de geconsolideerde en enkelvoudige resultatenrekening over 2019; en• de toelichting met de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en

overige toelichtingen.Het stelsel voor financiële verslaggeving dat is gebruikt voor het opmaken van de jaarrekening is de Regeling verslaggeving WTZi. De basis voor ons oordeelWij hebben onze controle uitgevoerd volgens Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden en het Controleprotocol Wet Normering Topinkomens (WNT) 2019 vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de paragraaf ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’.

Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

OnafhankelijkheidWij zijn onafhankelijk van Stichting Espria zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assuranceopdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). Benadrukking van de onzekerheid in verband met de effecten van het coronavirus (Covid-19)Wij wijzen op de toelichting in de gebeurtenissen na balansdatum van de jaarrekening waarin de raad van bestuur de mogelijke invloed en gevolgen van het coronavirus (Covid-19) op de stichting en op de omgeving waarin de stichting opereert alsmede de genomen en geplande maatregelen om met deze gebeurtenissen en omstandigheden om te gaan heeft beschreven. In deze toelichting is ook beschreven dat er nog steeds onzekerheden bestaan en dat het daarom op dit moment redelijkerwijs niet goed mogelijk is om de toekomstige effecten in te schatten. Ons oordeel is niet aangepast met betrekking tot deze aangelegenheid. Naleving anticumulatiebepaling WNT niet gecontroleerdIn overeenstemming met het Controleprotocol WNT 2019 hebben wij de anticumulatiebepaling, bedoeld in artikel 1.6a WNT en artikel 5, lid 1, sub j Uitvoeringsregeling WNT, niet gecontroleerd. Dit betekent dat wij niet hebben gecontroleerd of er wel of niet sprake is van een normoverschrijding door een leidinggevende topfunctionaris vanwege eventuele dienstbetrekkingen als leidinggevende topfunctionaris bij andere WNT-plichtige instellingen, alsmede of de in dit kader vereiste toelichting juist en volledig is. Geen controlewerkzaamheden verricht ten aanzien van de klassenindeling bezoldigingsmaximum 2015/2014In overeenstemming met het Controleprotocol WNT 2019 hebben wij het bezoldigingsmaximum WNT 2015/2014 zoals bepaald en verantwoord door Stichting Espria als uitgangspunt gehanteerd voor onze controle en hebben wij geen werkzaamheden verricht op de totstandkoming van dit bezoldigingsmaximum 2015/2014.

pagina 126


pagina 125

Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het jaarverslag andere informatie, die bestaat uit:• het Bestuursverslag (1 Voorwoord, 2 Strategie in praktijk, 3 Profiel van het concern,

4 Bestuur en toezicht en 5 Jaarverslag Raad van Commissarissen);• de Overige gegevens;• bijlage Kerngegevens.

Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie:• met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat;• alle informatie bevat die op grond van de Regeling verslaggeving WTZi is vereist.

Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat.

Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in de Regeling verslaggeving WTZi en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening.

De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder het bestuursverslag in overeenstemming met RJ 400 en de overige gegevens in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi. Verantwoordelijkheden met betrekking tot de jaarrekening en de accountantscontrole Verantwoordelijkheden van de raad van bestuur en de voor de jaarrekeningDe raad van bestuur is verantwoordelijk voor:• het opmaken en het getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming

met de Regeling verslaggeving WTZi; en voor• een zodanige interne beheersing die de raad van bestuur noodzakelijk acht om het

opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude.

Bij het opmaken van de jaarrekening moet de raad van bestuur afwegen of de stichting in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van het genoemde verslaggevingsstelsel moet de raad van bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij de raad van bestuur het voornemen heeft om de stichting te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. De raad van bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de stichting haar bedrijfsactiviteiten kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening.

De raad van commissarissen is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de stichting. Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekeningOnze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.

Onze doelstellingen zijn een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen over de vraag of de jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of van fouten en een controleverklaring uit te brengen waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle afwijkingen van materieel belang ontdekken.

Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel.

Een meer gedetailleerde beschrijving van onze verantwoordelijkheden is opgenomen in de bijlage bij onze controleverklaring.

Rotterdam, 20 mei 2020PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.

Origineel getekend door: drs. H.A.B. de Coninck RA

pagina 127


pagina 126

Bijlage bij onze controleverklaring over de jaarrekening 2019 van Stichting Espria In aanvulling op wat is vermeld in onze controleverklaring hebben wij in deze bijlage onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening nader uiteengezet en toegelicht wat een controle inhoudt.

De verantwoordelijkheden van de accountant voor de controle van de jaarrekeningWij hebben deze accountantscontrole professioneel-kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, het Controleprotocol WNT 2019, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit:• Het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van

materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing.

• Het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting.

• Het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door de raad van bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan.

• Het vaststellen dat de door de raad van bestuur gehanteerde continuïteits-veronderstelling aanvaardbaar is. Ook op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de stichting haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie

die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een organisatie haar continuïteit niet langer kan handhaven.

• Het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen en het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen.

Gegeven onze eindverantwoordelijkheid voor het oordeel zijn wij verantwoordelijk voor de aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de groepscontrole. In dit kader hebben wij de aard en omvang van de uit te voeren werkzaamheden voor de groepsonderdelen bepaald om te waarborgen dat we voldoende controlewerkzaamheden verrichten om in staat te zijn een oordeel te geven over de jaarrekening als geheel. Bepalend hierbij zijn de geografische structuur van de groep, de omvang en/of het risicoprofiel van de groepsonderdelen of de activiteiten, de bedrijfsprocessen en interne beheersingsmaatregelen en de bedrijfstak waarin de stichting opereert. Op grond hiervan hebben wij de groepsonderdelen geselecteerd waarbij een controle of beoordeling van de financiële informatie of specifieke posten noodzakelijk was.

Wij communiceren met de onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing.

Bijlage Kerngegevens

pagina 128pagina 128pagina 127

pagina 129

KERNGEGEVENS ESPRIA GECONSOLIDEERD 2019 2018

Verpleging en Verzorging Euro 508.715.532 492.833.648Gehandicaptenzorg Euro 68.294.162 63.402.094Psychiatrie Euro 162.974.783 160.479.603Jeugdgezondheidszorg Euro 8.840.027 8.191.599Kinderopvang Euro 0 723.455Ledenservice Euro 5.838.554 6.150.174Overig Euro 2.601.737 -2.111.898Espria geconsolideerd Euro 757.264.795 729.668.675

2019 2018

Gemiddeld aantal personeelsleden - segment Verpleging en Verzorging FTE 6.915 6.771Gemiddeld aantal personeelsleden - segment Gehandicaptenzorg FTE 816 822Gemiddeld aantal personeelsleden - segment Psychiatrie FTE 1.756 1.721Gemiddeld aantal personeelsleden - segment Jeugdgezondheidszorg FTE 94 90Gemiddeld aantal personeelsleden - segment Kinderopvang FTE 0 15Gemiddeld aantal personeelsleden - segment Ledenservice FTE 36 37Gemiddeld aantal personeelsleden - segment Overig FTE 58 50Gemiddeld aantal personeelsleden - segment Espria geconsolideerd FTE 9.675 9.506

Kerngegevens

BEDRIJFSOPBRENGSTEN, GESPLITST NAAR SOORT OMZET / FINANCIERING Verpleging, Gehandi- Geestelijke Overig 2019 - Espria Verpleging, Gehandi- Geestelijke Overig 2018 - Espria Verzorging captenzorg Gezondheids- (oa. JGZ en geconsolideerd Verzorging captenzorg Gezondheids- (oa. JGZ en geconsolideerd en Thuiszorg (GHZ) zorg (GGZ) Ledenservice) en Thuiszorg (GHZ) zorg (GGZ) Ledenservice) (VVT) (VVT) Opbrengsten zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning 497.677.906 66.430.383 153.684.104 870.063 718.662.456 477.155.060 62.719.168 153.841.187 1.476.400 695.191.815 Opbrengsten zorgverzekeringswet 231.543.769 - 84.662.393 - 316.206.162 235.143.811 - 84.164.525 - 319.308.336 Opbrengsten Wlz-zorg 241.086.403 57.996.433 40.903.300 - 339.986.136 215.244.728 54.271.273 39.067.322 - 308.583.323 Opbrengsten jeugdzorg 2.262.456 2.462.117 6.210.529 29.384 10.964.486 2.263.670 2.072.598 6.868.876 51.441 11.256.585 Opbrengsten WMO 15.082.484 1.901.463 1.435.054 - 18.419.001 15.331.768 1.942.905 1.734.960 - 19.009.633 Opbrengsten justitie - - 14.413.231 - 14.413.231 - - 16.070.438 - 16.070.438 Overige zorgprestaties (inclusief PGB) 7.702.794 4.070.370 6.059.597 840.679 18.673.440 9.171.083 4.432.392 5.935.066 1.424.959 20.963.500 Subsidies 3.875.082 495.447 5.053.660 7.003.987 16.428.176 3.688.684 411.995 3.996.491 6.650.185 14.747.355 Overige bedrijfsopbrengsten 7.162.544 1.368.332 4.237.019 9.406.268 22.174.163 11.989.904 270.931 2.641.925 4.826.745 19.729.505 Espria geconsolideerd 508.715.532 68.294.162 162.974.783 17.280.318 757.264.795 492.833.648 63.402.094 160.479.603 12.953.330 729.668.675

pagina 128

pagina 130

KERNGEGEVENS VERPLEGING, VERZORGING EN THUISZORG (VVT) 2019 2018

Aantal cliënten op basis van een ZZP/zorgprofiel cliënten 2.475 2.399Aantal cliënten met een Volledig Pakket Thuis cliënten 119 113Aantal cliënten met een Modulair Pakket Thuis cliënten 1.528 1.208Aantal cliënten dat zorg bij u inkoopt o.b.v. persoonsgebonden budget Wlz cliënten 37 35Aantal cliënten extramurale behandeling (tijdelijke subsidieregeling) cliënten 0 6 Aantal cliënten wijkverpleging, inclusief Intensieve Kindzorg cliënten 19.737 19.235Aantal cliënten geriatrische revalidatiezorg (verblijf op basis van DBC) cliënten 178 165Aantal cliënten eerstelijnsverblijf cliënten 104 123 Aantal bedden/plaatsen dat beschikbaar is voor geriatrische revalidatiezorg (verblijf op basis van DBC) bedden/plaatsen 185 231Aantal bedden/plaatsen dat beschikbaar is voor eerstelijnsverblijf bedden/plaatsen 75 86Aantal bedden/plaatsen dat beschikbaar is voor Wlz-zorg met verblijf bedden/plaatsen 2.666 2.603 Aantal dagen zorg met verblijf dagen 869.456 865.809Aantal dagen zorg op basis van Volledig Pakket Thuis dagen 40.408 42.378 Aantal dagen eerstelijnsverblijf dagen 24.267 29.622Aantal in verslagjaar geopende DBC’s/DBC-zorgproducten geriatrische revalidatiezorg DBC’s / DBC-zorgproducten 1.959 2.079Aantal in verslagjaar gesloten DBC’s/DBC-zorgproducten geriatrische revalidatiezorg DBC’s / DBC-zorgproducten 1.750 1.821

Kerngegevens

pagina 129

pagina 131

KERNGEGEVENS GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG (GGZ) 2019 2018

Aantal patiënten/cliënten in zorg/behandeling op 1 januari van verslagjaar cliënten 10.658 11.057Aantal nieuw ingeschreven patiënten/cliënten in zorg/behandeling in verslagjaar cliënten 7.261 7.410Totaal aantal patiënten/cliënten in zorg/behandeling in verslagjaar cliënten 17.919 18.467Aantal uitgeschreven patiënten in verslagjaar cliënten 6.483 7.809Aantal patiënten/cliënten in zorg/behandeling op 31 december van verslagjaar cliënten 10.436 10.658 Het aantal bedden/plaatsen dat beschikbaar is voor dagelijkse planning van opnames, verblijf of voor dagbehandeling bedden/plaatsen 632 908- Waarvan klinische bedden (Zvw en Wlz) bedden 517 759 Aantal openstaande zorgproducten basis GGZ op 1 januari van verslagjaar zorgproducten basis GGZ 1.283 1.099Aantal in verslagjaar geopende zorgproducten basis GGZ zorgproducten basis GGZ 1.448 1.625Aantal in verslagjaar gesloten zorgproducten basis GGZ zorgproducten basis GGZ 1.549 1.441Aantal openstaande zorgproducten basis GGZ op 31 december van verslagjaar zorgproducten basis GGZ 1.182 1.283 Aantal openstaande zorgproducten gespecialiseerde GGZ op 1 januari van verslagjaar DBC’s / DBC zorgproducten 6.817 6.616Aantal in verslagjaar geopende zorgproducten gespecialiseerde GGZ DBC’s / DBC zorgproducten 9.671 9.525Aantal in verslagjaar gesloten zorgproducten gespecialiseerde GGZ DBC’s / DBC zorgproducten 9.483 9.324Aantal openstaande zorgproducten op 31 december van verslagjaar gespecialiseerde GGZ DBC’s / DBC zorgproducten 7.005 6.817 Aantal ZZP / Zorgprofiel-B dagen in verslagjaar dagen 94.582 96.064 Aantal openstaande DBBC’s op 1 januari van het verslagjaar DBBC’s 254 275Aantal in verslagjaar geopende DBBC’s DBBC’s 374 395Aantal in verslagjaar gesloten DBBC’s DBBC’s 416 416Aantal openstaande DBBC’s op 31 december van verslagjaar DBBC’s 212 254Aantal ZZP-dagen in verslagjaar forensische zorg in justitieel kader dagen 5.418 4.564

Kerngegevens

pagina 130

pagina 132

KERNGEGEVENS GEHANDICAPTENZORG (GHZ) 2019 2018

Aantal cliënten op basis van een zzp/zorgprofiel met dagbesteding cliënten 444 453Aantal cliënten op basis van een zzp/zorgprofiel zonder dagbesteding cliënten 44 40Aantal cliënten met een Volledig Pakket Thuis cliënten 0 0Aantal cliënten met een Modulair Pakket Thuis cliënten 148 117Aantal cliënten dat zorg bij de organisatie inkoopt o.b.v. persoonsgebonden budget Wlz cliënten 116 113Aantal cliënten extramurale behandeling (tijdelijke subsidieregeling) cliënten 0 0 Aantal bedden/plaatsen dat beschikbaar is voor verblijfszorg per einde verslagjaar, inclusief vroegere gezinsvervangende tehuizen bedden / plaatsen 575 550 Aantal dagen zorg met verblijf en dagbesteding dagen 161.298 168.492Aantal dagen zorg met verblijf zonder dagbesteding dagen 19.622 15.914Aantal dagen zorg op basis van Volledig Pakket Thuis dagen 0 0Aantal dagdelen dagbesteding dagdelen 63.811 55.354

Kerngegevens

pagina 131

pagina 133pagina 133

ColofonVerantwoordingEspria legt in dit Jaarverslag 2019 verantwoording af over haar activiteiten en resultaten in het boekjaar 2019.

OnlineDe digitale versie van dit verslag staat op www.espria.nl/over-ons/jaarverslag

Noot voor de lezerWaar in deze rapportage cliënten staat bedoelen we ook patiënten, bewoners, klanten en kinderen en hun ouders of verzorgers zoals in verschillende sectoren of zorgorganisaties gebruikelijk is.

EspriaAltingerweg 18411 PA Beilen088 38 33 [email protected]

Het concern Espria verleent zorg aan kwetsbare mensen. De verschillende zorgorganisaties binnen Espria bieden verpleging, verzorging, thuiszorg, geestelijke gezondheidszorg, jeugdgezondheidszorg, zorg aan mensen met een verstandelijke beperking en zorg op afstand middels technologie. Wat onze circa 17.000 collega’s bindt, is het hart voor onze cliënten voor wie het dagelijks leven niet altijd vanzelfsprekend vloeiend verloopt. Het is ons doel om ook kwetsbare mensen zo lang mogelijk zelfstandig en in een zelfgekozen omgeving te laten functioneren. Hierbij is het welbevinden van onze cliënten en patiënten het uitgangspunt. Deze positieve impact voor cliënten en hun families willen we op een duurzame manier bereiken.

pagina 132

Onderstaande organisaties vormen Espria:

JAARVERSLAG - espria.nl Espria... · 6.2.4Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december...

Documents

Transcript of JAARVERSLAG - espria.nl Espria... · 6.2.4Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december...