Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015...

89
Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Transcript of Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015...

Page 1: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor

Nederland

Page 2: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit
Page 3: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 3 van 89

Inhoudsopgave

Jaarverslag 5

1. Kerncijfers 7 2. Verslag van het bestuur 9 3. Verslag van het verantwoordingsorgaan 37

Jaarrekening 39

4. Balans per 31 december 2015 40 5. Staat van baten en lasten over 2015 43 6. Kasstroomoverzicht over 2015 45 7. Toelichting grondslagen 47 8. Toelichting op de balans 51 9. Toelichting op de staat van baten en lasten 67

Overige gegevens 75

10. Bestemming saldo van baten en lasten 77 11. Uitvoeringsovereenkomst 79 12. Actuariële verklaring 81 13. Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 83 14. Lijst met afkortingen 89

Page 4: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 4 van 89

Page 5: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 5 van 89

Jaarverslag

Page 6: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 6 van 89

Page 7: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 7 van 89

1. Kerncijfers

2015 2014 2013 2012 2011

Deelnemers (aantallen)

Actieven 711 744 806 771 743

Arbeidsongeschikten 14 14 14 13 15

Subtotaal 725 758 820 784 758

Gewezen deelnemers 684 685 662 666 714

Gepensioneerden 574 556 536 519 499

Totaal aantal deelnemers 1.983 1.999 2.018 1.969 1.971

Bedragen (x € 1.000)

Beleggingen voor risico pensioenfonds

- Vastgoedbeleggingen 33.397 31.399 23.040 24.194 18.360

- Aandelen 103.522 100.019 97.888 85.619 62.760

- Vastrentende waarden 292.975 314.771 234.228 239.999 222.696

- Overige beleggingen (inclusief

beleggingsvorderingen) 23.731 32.428 27.242 25.361 19.775

- Totaal beleggingen 453.625 478.617 382.398 375.173 323.591

Stichtingskapitaal en reserves 31.282 70.361 53.401 38.327 15.132

Technische voorzieningen 422.310 397.424 328.693 337.108 305.677

Dekkingsgraad (%) 107,1 117,7 116,3 111,4 105,0

Beleidsdekkingsgraad (%) 111,5 118,5 n.b. n.b. n.b.

Marktrente RTS (%) 1,7 1,9 2,7 2,4 2,7

Indexatie ingegane pensioenen (%) 0,6 1,7 - - -

Premiebijdragen

- Feitelijke premie 11.782 12.468 11.012 11.002 10.564

- Kostendekkende premie 15.296 14.353 12.937 11.645 7.066

- Gedempte premie 9.992 12.066 10.037 8.865 6.647

Pensioenuitkeringen 11.377 11.206 10.910 10.285 9.190

Backservice koopsom 4.509 5.079 3.758 3.831 3.602

Pensioenuitvoeringskosten 357 485 359 295 397

Kosten pensioenbeheer per

deelnemer (in hele euro’s)1 275 369 265 226 316

Beleggingsresultaten voor risico

pensioenfonds (13.428) 84.111 7.075 53.400 34.366

Beleggingsrendement (%) (2,98) 21,60 1,76 16,27 14,92

Franchise (in hele euro’s) 17.930 17.750 17.300 16.900 16.500

FTK = Financieel Toetsing Kader: Beschrijft de basis waarop de pensioenverplichtingen worden berekend met

ingang van 1 januari 2007.

1 De kosten pensioenbeheer per deelnemer is gedefinieerd als de pensioenuitvoeringskosten / ( aantal actieve

deelnemers + gepensioneerden).

Page 8: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 8 van 89

RTS = Rente Termijn Structuur; Een reeks van renteswaps waarden in procenten voor een periode van 60

jaar. Voor elk jaar wordt er een rente percentage vastgesteld waarmee de verplichtingen voor dat jaar

worden verdisconteerd. Voor verplichtingen met een looptijd van langer dan 60 jaar wordt het

rentepercentage van 60 jaar gebruikt. Deze rente curve vervangt de traditionele 4% rekenrente.

De RTS is onderdeel van het FTK en wordt maandelijks gepubliceerd door de DNB.

UFR = Ultimate Forward Rate; De Ultimate Forward Rate-methodiek is een methode om een rentecurve voor

lange looptijden op een andere manier, dan rechtstreeks afgeleid van marktrentes, te bepalen. De methode

wordt toegepast om te voorkomen dat waardes voorbij het laatste liquide punt in de swapmarkt leiden tot

(overmatige) volatiliteit van dekkingsgraden. Die waardes zijn immers gebaseerd op een beperkt aantal

(markt) waarnemingen zodat de vraag kan worden gesteld of van een ‘betrouwbare’ marktwaarde nog sprake

is.

Vanwege de voortdurende uitzonderlijke marktomstandigheden heeft DNB besloten om vanaf 31 december

2012 de RTS te baseren op een driemaands gemiddelde. Het gemiddelde wordt berekend over de

rentetermijnstructuur van alle handelsdagen in de periode van 1 oktober tot en met 31 december.

Vanaf 30 september 2013 is de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur voor pensioenfondsen

aangepast door de introductie van een UFR. De driemaands middeling blijft evenwel gehandhaafd. Het gaat

hierbij om een aanpassing van de rentetermijnstructuur voor looptijden vanaf 20 jaar. Voor looptijden tot en

met 20 jaar is de zero rente gelijk aan de waargenomen driemaands gemiddelde zero rente. Voor looptijden

vanaf 21 jaar wordt de zero rente aangepast door de onderliggende 1-jaars forward rente te extrapoleren

naar de zogenoemde UFR van 4,2%. De aanpassing van de forward rente bestaat uit een vaste weging van

de in de markt waargenomen forward rente (op basis van de driemaands gemiddelde swapcurve) met de

UFR.

Conform de besluitvorming van DNB wordt vanaf 1 januari 2015 geen driemaands middeling meer toegepast

bij de vaststelling van de rentetermijnstructuur.

DNB heeft besloten de door de Commissie Ultimate Forward Rate (UFR) voorgestelde UFR methode, met een

kleine technische aanpassing, in te voeren per 15 juli 2015. Voor looptijden vanaf 21 jaar wordt de zero rente

niet meer vastgezet op 4,2%, maar wordt deze nu bepaald door het voortschrijdend 120-maandsgemiddelde

van de 20-jarige forward rate.

Page 9: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 9 van 89

2. Verslag van het bestuur

Alle bedragen in dit verslag luiden in hele euro’s, tenzij anders aangegeven.

2.1. Algemeen

2.1.1. Werkingssfeer van het Fonds

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland (het Fonds) is de uitvoerder van de pensioenregeling van Fluor B.V.,

Fluor Consultants B.V. en Fluor Infrastructure B.V.

Het Fonds is opgericht in 1976, statutair gevestigd te Hoofddorp en kantoorhoudende te Taurusavenue 155,

2132 LS Hoofddorp. Het Fonds staat ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel

onder nummer 41222106.

Het Fonds heeft ten doel het uitkeren of het doen uitkeren van pensioenen en/of toeslagen op de pensioenen

aan deelnemers, gepensioneerden, gewezen deelnemers en hun nabestaanden en ex-echtgenoten in de

gevallen en onder de voorwaarden, zoals nader geregeld in het fondsreglement.

Voor een beschrijving van de door het Fonds uitgevoerde regeling in verslagjaar 2015 wordt verwezen naar

het fondsreglement (revisie 7) van de Stichting.

Dit reglement staat op de website van het Fonds (http://pension.fluor.nl). Dit document is te vinden

onder het hoofdstuk “Documenten”.

2.1.2. Missie en beleidsuitgangspunten van het Fonds.

Missie

Het bestuur van het pensioenfonds van Fluor heeft als missie om aan alle actieve, gewezen en

gepensioneerde deelnemers een pensioen uit te keren zoals is vastgelegd in het fondsreglement van Stichting

Pensioenfonds Fluor Nederland.

Het bestuur zet zich in om op een evenwichtige wijze de belangen te behartigen van alle belanghebbenden

die betrokken zijn bij de pensioenregeling van Fluor en dit ten uitvoer te brengen met gedetailleerde kennis

en expertise, op een betrouwbare wijze,met het oog gericht op de toekomst en in goed overleg met alle

belanghebbenden. Dit alles tegen redelijke kosten.

Beleidsuitgangspunten

Het fonds is per 1 januari 2014 gesloten voor nieuwe deelnemers. Voor de bestaande deelnemers wordt er

nog pensioen opgebouwd. Deze wijziging heeft de beleidsuitgangspunten van het bestuur enigszins

veranderd.

Prioriteit is dat het bestuur binnen de wettelijke kaders streeft naar het handhaven van een goede

pensioenvoorziening voor alle deelnemers waarbij rekening gehouden wordt op onderstaande

beleidsuitgangspunten:

- de administratie, het vermogensbeheer en de herverzekering blijven uitbestede activiteiten waarbij

de eisen omtrent de uitvoeringskwaliteit en procesbeheersing vastgelegd zijn in contracten. Vanaf

2017 zullen dit separate contracten worden, omdat de wet vanaf dat jaar de vorm van het huidige

kapitaalcontract niet meer toestaat.

- omdat er sprake is van een krimpend fonds zal, het vermogensbeheer, het beleggingsmandaat en

het risicomanagement regelmatig worden aangepast.

- communicatie wordt steeds belangrijker. Deze zal voortdurend worden aangepast aan alle nieuwe

wettelijke eisen. Papieren informatieverstrekking zal meer en meer gaan verdwijnen en worden

vervangen door digitale berichtgeving.

Page 10: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 10 van 89

- bij de uitvoering zullen, indien nodig, externe partijen worden ingeschakeld

- de Code Pensioenfondsen (Pensioenfederatie) zal de basis zijn voor het functioneren van het

bestuur. Er is ook een fonds specifieke gedragscode aanwezig bij het Fonds.

- de pensioenadministratie zal op uitvoerbaarheid, betrouwbaarheid en op kosten worden

gecontroleerd. Het fonds streeft naar vereenvoudiging van de regeling zodat deze beter uitvoerbaar

wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit nader worden uitgewerkt.

2.1.3. Herverzekering

Met ingang van 1 januari 2015 is de herverzekeringsovereenkomst, die in 2009 is afgesloten tussen het

Fonds en Aegon Levensverzekering N.V. (Aegon) verlengd met een periode van 2 jaar. De overeenkomst

eindigt op 31 december 2016.

De overeenkomst met Aegon is voor een periode van 2 jaar met ongewijzigde condities voortgezet

behoudens:

- de administratie- en mutatiekosten

- de tariefgrondslag wordt gewijzigd in Tarief Aegon 2011

- de winstdeling wordt gebaseerd op de resultaten in een periode van 8 jaar. Indien de technische

winstdeling positief is, wordt na de 8-jaars periode, 80 % van de winst uitgekeerd aan het Fonds en

20 % aan Aegon. Bij een negatief technisch resultaat neemt Aegon deze voor zijn rekening.

- de jaarlijkse vergoeding voor de vermogensbeheer

- de kosten van conversie van de opgebouwde pensioenaanspraken

- het aanpassen van de pensioenregeling conform het Witteveenkader.

Hoewel in juridische termen nog wel gesproken kan worden van herverzekering, is er in de praktijk sprake

van een nagenoeg volledig eigenrisicodragend Fonds. Het Fonds wordt daarom dan ook als zodanig

aangemerkt en moet voldoen aan een uitgebreide rapportageverplichting conform de richtlijnen van DNB.

Deze rapportages worden verzorgd door de administrateur van het Fonds in samenspraak met de

rapportageafdeling van Aegon Levensverzekering N.V.

2.1.4. Administratie organisatie

Mutaties in het bestuur

In 2015 vonden geen bestuurswijzigingen plaats.

Op het rooster van aftreden stonden de heer R. van Lohuizen (werknemersvertegenwoordiger), en de heer B.

de Hoog (werkgeversvertegenwoordiger). De heer Van Lohuizen is door de Ondernemingsraad herbenoemd

voor een nieuwe bestuursperiode van 3 jaar. Ook de heer De Hoog heeft aangegeven door te willen gaan als

bestuurslid van het Fonds en is vervolgens automatisch door de werkgever herbenoemd voor een nieuwe

bestuurs-periode van 3 jaar. Ook heeft in de zomer van 2015 de heer Van Lohuizen de functie van secretaris

overgenomen van heer Pluimers.

Samenstelling van het bestuur

De samenstelling van het bestuur aan het eind van het jaar 2015 is als volgt:

Door de ondernemingsraad benoemd uit de actieve deelnemers:

R. van Lohuizen secretaris

P. Mali bestuurslid en plv. secretaris

P. Pluimers bestuurslid

Page 11: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 11 van 89

Door de Directie benoemd:

M. Blom bestuurslid en voorzitter beleggingscommissie

B. de Hoog vicevoorzitter

G. van der Schaaf bestuurslid

A. Touw voorzitter

Vertegenwoordiger namens de gepensioneerden:

F.J. van Heijningen bestuurslid

Rooster van aftreden

Na goedkeuring van het jaarverslag over het verslagjaar:

2015: P. Mali, G. van der Schaaf

2016: P. Pluimers, A.Touw, M. Blom

2017: B. de Hoog, R. van Lohuizen, F. van Heijningen

Administrateur

De administratie van het fonds wordt verzorgd door de heer J. Vledder.

Accountant

KPMG Accountants N.V. is belast met de controle van de jaarrekening van het

Fonds. Er wordt door de accountant jaarlijks een accountantsrapport opgesteld en de accountant

tekent de Verslagstaten af die voor 1 juli bij DNB moeten worden ingediend.

Adviseurs

KPMG advies, Triple A en Aon/Hewitt Nederland B.V. zijn belast met de technische-, beleids- en

marktondersteuning. Daarnaast verzorgt Loyens en Loeff de juridische ondersteuning. Ortec B.V. te

Rotterdam is belast met de Asset Liability Management Study (ALM), de Haalbaarheidstoets en berekeningen

m.b.t. DNB-rapportages.

Daarnaast adviseert Ortec het bestuur en de administrateur m.b.t. de jaarlijkse evaluatie van het Herstelplan

en bij de overige vraagstukken.

Actuaris

Milliman Pensioen & Actuarissen te Amsterdam is belast met het opstellen van de actuariële verklaring.

De certificerend en de adviserend actuaris stellen jaarlijks een actuarieel rapport op. De certificerend actuaris

tekent de Verslagstaten af, die jaarlijks voor 1 juli bij DNB moeten worden ingediend. Er vindt in het voorjaar

een bespreking plaats tussen de certificerend actuaris, de accountant het dagelijks bestuur en de

administrateur. Dit als voorbereiding op de jaarwerkactiviteiten.

Decharge van het bestuur

Door de goedkeuring van het jaarverslag over het jaar 2014 werd het bestuur gedechargeerd voor zijn

beheer in het betreffende verslagjaar.

Statuten

Voor het verslagjaar 2015 zijn de statuten d.d. 1 juli 2014 van toepassing. De Statuten staan op de webite

van het Fonds (http:///pension.fluor.nl).

Page 12: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 12 van 89

Reglement

Op het verslagjaar is het fondsreglement d.d. 1 januari 2015 van toepassing. Dit reglement is geplaatst op de

website van het fonds. Dit document is te vinden op http://pension.fluor.nl onder het hoofdstuk

“Documenten”.

Verantwoordingsorgaan

Het Fonds heeft een Verantwoordingsorgaan. Verderop in dit jaarverslag vindt u het jaarlijkse Verslag van het

Verantwoordingsorgaan.

Visitatiecommissie

Het Fonds heeft besloten VC-Holland te gebruiken als externe Visitatiecommissie. I.v.m. de invoering van de

Wet Versterking bestuur Pensioenfondsen is het Fonds gehouden aan een jaarlijkse controle door een

Visitatiecommissie. In 2015 is de eerste van de jaarlijkse controles uitgevoerd. Verderop in dit verslag wordt

nader op deze controle ingegaan.

Pensioenfederatie Kring E

Het Fonds is aangesloten bij Kring E van de Pensioenfederatie. Een Kring bestaat uit een tiental

pensioenfondsen die vier maal per jaar in overleg treden over allerhande pensioenonderwerpen. De

aangesloten pensioenfondsen zijn bij toerbeurt gastheer.

2.2. Gang van zaken in 2015

2.2.1. Werkzaamheden bestuur

Het jaar 2015 was een ingewikkeld en lastig pensioenjaar.

In 2015 werd het begrip Beleidsdekkingsgraad door DNB geïntroduceerd en werden de pensioenfondsen

verplicht een Aanvangshaalbaarheidtoets in te dienen bij de toezichthouder. Ook werd door het bestuur het

effect van het sluiten van de pensioenregeling voor nieuwe deelnemers (per 1 januari 2014) geëvalueerd.

De belangrijkste pensioendossiers van 2015 waren:

- introductie van de aanvangshaalbaarheidstoets

- de beleidsdekkingsgraad

- evaluatie van de sluiting van de pensioenregeling voor nieuwe deelnemers

- afronding van de conversie naar pensioenleeftijd 67 door Aegon

- indienen van het herstelplan 2015 vanwege reservetekort

Verder heeft het bestuur van het pensioenfonds zich in 2015 o.m. bezig gehouden met onderstaande zaken:

- opleidingen

- jaarlijkse visitatie door VC Holland

- bijwerken van het Risico Management handboek

- uitvoeren van een integriteitsanalyse voor DNB

- het aanpassen van de Actuariële Bedrijfstechnische Nota

- de UPO 2015

- participatie in de pensioencommissie die de toekomst van het pensioenfonds onderzoekt.

Veel van deze zaken, vermeld op de actielijst als zijnde een actiepunt voor het bestuur, zijn besproken en

nader uitgewerkt in diverse werkcommissies.

Ook beschrijven de voorzitters van de diverse werkcommissies, in dit jaarverslag, de werkzaamheden van

hun werkcommissie en gaan zij in op de status van het actiepunt. Bij haar werkzaamheden werd het bestuur

Page 13: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 13 van 89

waar nodig bijgestaan door adviseurs. KPMG begeleidde het bestuur bij de uitvoering van de

integriteitsanalyse en Ortec voerde de berekeningen uit voor de aanvangshaalbaarheidstoets. Daarnaast

begeleidde Ortec het bestuur bij de indiening van het nieuwe herstelplan.

2.2.2. Juridische stukken

Vanaf 1 juli 2014 zijn i.v.m. het in werking treden van de Wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen een

aantal juridische stukken zoals de Statuten en het Fondsreglement aangepast. In het Jaarverslag 2014 is

hier uitvoerig op ingegaan. Het nieuwe fondsreglement is voor advies voorgelegd aan het

Verantwoordingsorgaan. Begin 2015 is dit nieuwe reglement goedgekeurd en op de website van het Fonds

gepubliceerd.

In 2015 is gewerkt aan een update van de Actuarieel Bedrijfstechnische Nota (ABTN). De ABTN fungeert als

bedrijfsplan voor het Fonds. De wijzigingen die zijn aangebracht in revisie 9 en 10 zijn mondeling toegelicht

aan het Verantwoordingsorgaan. Het Verantwoordingsorgaan heeft positief advies verstrekt m.b.t. de

aanpassing van de ABTN.

2.2.3. DNB en AFM

In het jaar 2015 is vanuit AFM en DNB toezicht uitgevoerd op het pensioenfonds. Met name de

beleggingsrapportages werden strikt beoordeeld, waarbij gebruik werd gemaakt van een Look-Through

model. De rapportages aan DNB worden uitgevoerd door de administrateur van het Fonds in samenwerking

met de rapportageafdeling van Aegon.

Maandelijks moet het Fonds een dekkingsgraadrapportage indienen, per kwartaal de FTK-rapportage waarbij

beleggingen en verplichtingen worden gerapporteerd. Nieuw in 2015 is de rapportage van de

aanvangshaalbaarheidstoets. Verderop in dit verslag wordt hier nader op ingegaan. Voor 1 juli 2015 werden

de Verslagstaten ingediend bij DNB. Dit betreft de financiële jaarrapportage van het Fonds aangevuld met het

jaarverslag 2014, de actuariële- en accountantsverklaring. Het Fonds ontving vanuit de toezichthouder geen

aanvullende vragen op de Verslagstaten.

De AFM heeft een marktbreed onderzoek gedaan bij pensioenfondsen naar het verstrekken van informatie

aan deelnemers rondom de pensioeningang. Het onderzoek richtte zich op de mate waarin pensioenfondsen

het belang van de deelnemer bij pensionering centraal stellen. N.a.v. het onderzoek is de AFM gekomen met

een aantal aanbevelingen die samengevat zijn in het Rapport Uitkeringsinformatie. Hierin staan de minimum

eisen waaraan een pensioenfonds moet voldoen bij het effectief communiceren bij pensionering. Van groot

belang hierbij is dat de communicatie geënt moet zijn op het feit dat de eindloonregeling is gesloten voor

nieuwe deelnemers per 1 januari 2014.

In 2015 werd via een nieuwe wet Pensioencommunicatie het Pensioen123 geïntroduceerd. Dit is een internet

toepassing waarbij in een drietal lagen de pensioenregeling wordt uitgelegd. Iedere laag gaat dieper in op de

materie. Ook vervangt Pensioen123 de Startbrief, die pensioenfondsen/verzekeraars moeten verstrekken aan

nieuwe deelnemers. Dit laatste is voor ons Fonds niet van toepassing daar de regeling gesloten is voor

nieuwe deelnemers. Aegon is eind 2015 begonnen om Pensioen123 in juni 2016 operationeel te hebben voor

SPFN deelnemers.

2.2.4. Verstrekking van Uniform Pensioenoverzicht

Ook in 2015 is er aan alle actieve deelnemers aan de pensioenregeling een Uniform Pensioenoverzicht (UPO)

verstrekt. Op dit overzicht staan alle opgebouwde rechten aan ouderdomspensioen en partnerpensioen

vermeld en tevens staat het zgn. uitzichtpensioen vermeld. Dit is het pensioen dat men, bij voorzetting van

het dienstverband, kan bereiken op pensioenleeftijd.

Premievrije polishouders ontvangen 1x per 5 jaar een pensioenoverzicht. Gepensioneerde deelnemers

ontvangen jaarlijks een overzicht van het pensioen dat aan hen wordt uitgekeerd.

Page 14: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 14 van 89

2.2.5. Jaarlijkse Visitatie

Met de invoering van de Pensioenwet zijn stringente eisen gesteld aan het interne toezicht van

pensioenfondsen in Nederland. Met de inwerkingtreding van de Code Pensioenfondsen (per 1 januari 2014)

als vervanging voor de in 2005 geïntroduceerde Principes voor goed pensioenfondsbestuur en de Wet

versterking bestuur pensioenfondsen (per 1 juli 2014) zijn voornoemde eisen op een aantal

aandachtsgebieden nog nader aangescherpt, met name op gebied van governance van het Fonds. De

naleving van de Code Pensioenfondsen maakt daarom onderdeel uit van de visitatie.

Het bestuur heeft aan VC-Holland de opdracht verstrekt tot uitvoering van een één-jaarlijkse visitatie, dit als

onderdeel van een driejarige visitatiecyclus. In 2015 vond de eerste jaarlijkse visitatie plaats. D.m.v. een

visitatiematrix heeft het bestuur een groot aantal vragen beantwoord en op verzoek van VC-Holland heeft de

administrateur de gevraagde documentatie verstrekt.

Op 9 april 2015 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen drie leden van VC-Holland en het voltallige

pensioenfondsbestuur. N.a.v. dit gesprek heeft VC-Holland een eindrapport opgesteld.

De belangrijkste bevindingen van de visitatiecommissie zijn beschreven in het jaarverslag van 2014.

In het voorjaar van 2016 is de 2e jaarlijkse visitatie door VC-Holland van start gegaan.

Op grond van de gevoerde gesprekken en de overgelegde documentatie komt de visitatiecommissie tot de

conclusie dat het Fonds gedurende 2015 op adequate wijze in control was bij de uitvoering van de haar

toevertrouwde opdracht. De visitatiecommissie constateert wel dat het lopende uitbestedingsarrangement per

31 december 2016 afloopt en beveelt aan om zo spoedig mogelijk een eigen programma van eisen op te

stellen met betrekking tot de uitbestedingscontracten na die datum en te waarborgen dat de tarieven en

voorwaarden onafhankelijk op redelijkheid worden getoetst.

a. Follow up vorige visitatie

Het bestuur volgt de aanbevelingen uit de vorige visitatie adequaat en systematisch op. Uit de

actielijst blijkt duidelijk welke prioriteiten het Fonds heeft gesteld en welke zaken nog opvolging

behoeven.

b. Algemene gang van zaken

Het Fonds is in onderhandeling over nieuwe uitbestedingscontracten per 1 januari 2017. Daarnaast

vindt voor de middellange termijn een oriëntatie op de toekomst plaats. In dit verband beveelt de

visitatiecommissie aan dat het Fonds zich tijdig nader oriënteert op de uitwerking van de diverse

mogelijkheden om het Fonds voort te zetten of af te wikkelen.

c. Governance

Uit niets is gebleken dat het Fonds niet zou voldoen aan de algemene beginselen van goed

pensioenbestuur en beheerste en integere bedrijfsvoering. De visitatiecommissie beveelt wel aan de

documentatie op enkele punten te verbeteren. Dit geldt vooral voor de vastlegging van de

belangenafweging die aan besluiten ten grondslag heeft gelegen.

Daarnaast beveelt de visitatiecommissie aan om een bestuurslid concreet te belasten met de

portefeuille risicobeheer, de commissie risicomanagement een permanente status te geven en deze

te belasten met de periodieke bewaking van risico’s.

d. Deskundigheid / geschiktheid

Uit de overgelegde documentatie blijkt dat de leden van de fondsorganen beschikken over de

gewenste kennis en ervaring. Er is ruimte voor verbetering met betrekking tot de vastlegging van de

verschillende functieprofielen en het evalueren van de opleidingsinspanningen.

e. Beleggingen

Bij het bepalen van de beleggingsstrategie is rekening gehouden met de geleidelijke veroudering van

het Fonds. Dit betekent dat het Fonds het risicoprofiel van de portefeuille geleidelijk zal verlagen,

hetgeen gevolgen heeft voor de te realiseren overrente. De visitatiecommissie beveelt aan, de

gevolgen hiervan (ondermeer voor het herstelplan) tijdig in kaart te brengen.

Page 15: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 15 van 89

De rapportage over rendement en risico van de beleggingen is consistent met het door het Fonds

gedefinieerde beleid. De beleggingscyclus kan goed worden gevolgd. Het Fonds heeft momenteel

goed zicht op de manier waarop de uitbestedingspartner de overeengekomen processen uitvoert.

Met betrekking tot de uitbesteding vanaf 1 januari 2017 dient het Fonds zijn eigen programma van

eisen vast te stellen. Verwezen wordt naar de algemene aanbeveling hierboven.

Met betrekking tot maatschappelijk verantwoord ondernemen volgt het Fonds de aanpak van de

vermogensbeheerder. De vastlegging dat dit ook de visie van het Fonds is kan duidelijker.

f. Risico’s

Alle risico’s van het Fonds zijn in kaart gebracht in een integrale risico analyse en worden met enige

regelmaat gevolgd. Periodiek vindt overleg met de uitbestedingspartner plaats. Het verdient

aanbeveling om deze gesprekken vast te leggen, zodat de gemaakte afspraken en benodigde acties

altijd voor iedereen duidelijk zijn. Er is nog ruimte voor verbetering met betrekking tot de wijze

waarop indexatiemaatstaf, pensioenresultaat en risicohouding in de ABTN zijn vastgelegd. Daarnaast

verdient het aanbeveling om de risicohouding ook te bespreken met werknemersvertegenwoordigers

en om de formele opdrachtaanvaarding expliciet vast te leggen.

g. Communicatie

Het Fonds beschikt over een actueel beleidsplan voor de communicatie en bespreekt de hieruit

voortvloeiende acties in elke bestuursvergadering. Het proces waarmee wordt gewaarborgd dat alle

wettelijk verplichte informatie (hetzij op de website, hetzij in het jaarverslag) wordt verstrekt, was ten

tijde van de visitatie nog voor verbetering vatbaar.

2.2.6. Van de administratie

Het bestuur is verantwoordelijk voor het totale beleid en de verslaglegging van het Fonds. Het dagelijks

bestuur wordt vastgesteld door het volledige bestuur waarbij het dagelijks bestuur, bestaande uit de

voorzitter en de secretaris, samen met de administrateur van het Fonds, het directe aanspreekpunt zijn. Het

bestuur heeft een aantal van zijn bevoegdheden geheel of gedeeltelijk gedelegeerd aan de administrateur of

aan één of meer door het bestuur uit haar midden aangewezen werkcommissies. Degene aan wie een

bevoegdheid is gedelegeerd, is voor zijn uitoefening van die bevoegdheid verantwoording schuldig aan het

bestuur.

De administrateur organiseert maandelijks de bestuursvergadering en 1x per kwartaal de overlegvergadering

met het Verantwoordingsorgaan. Hij stelt de agenda op, werkt de notulen uit, werkt de actie-en besluitenlijst

uit en informeert het bestuur aangaande relevante zaken en wetwijzigingen.

Wat betreft de controle op de administratie informeert de administrateur het bestuur in zaken aangaande: - het vermogensbeheer

- het jaarverslag

- rapportageverplichtingen aan DNB en AFM

- de mutatieverwerking

- terugkoppeling over eventuele controles uitgevoerd door actuaris en accountant

- informatie vanuit Aegon m.b.t. pensioeninformatie

- terugkoppeling over verzorgde invoer voor controle van de

- externe visitatiecommissie

- het in commissieverband bijwerken van de website en advisering hierover

- actualiteiten op pensioengebied en wetswijzigingen

- seminars waarbij de administrateur de aanmeldingen verzorgt

- terugkoppeling en informatie over zaken afkomstig van relatiebeheerders en accountmanagers.

Er vindt twee maal per jaar overleg plaats tussen de relatiebeheerder en accountmanager van Aegon en het

dagelijks bestuur en administrateur van het Fonds.

Met medewerking van de financiële administratie van Aegon wordt jaarlijks een jaarwerkplanning opgesteld

waarin wordt aangegeven wie wat aanlevert voor het jaarverslag en voor welke datum dit moet gebeuren.

Deze planning geldt voor zowel de accountant, de actuaris, de financiële administratie van Aegon alsmede de

administrateur van het Fonds.

Page 16: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 16 van 89

Ook wordt er 1x per 2 weken overlegd gevoerd met de Aegon-relatiebeheerder van het Fonds. D.m.v. een

actielijst worden hiaten besproken evenals individuele deelnemersvragen. Terugkoppeling van deze lijst vindt

plaats in het halfjaarlijks overleg tussen Aegon en het dagelijks bestuur.

In het jaar 2015 zijn de volgende wettelijke wijzigingen in de regeling doorgevoerd:

1) De standaardpensioenleeftijd is gewijzigd van 65 jaar naar 67 jaar

2) Opbouw van 1,7% is verlaagd naar 1,657%

3) Het maximaal pensioengevend salaris is verlaagd naar Euro 100,000.00

Daarnaast is de terugstelling van de backservice van 1 jaar komen te vervallen.

Al deze wijzigingen zijn inmiddels door Aegon verwerkt.

Omdat Aegon belast is met de volledige deelnemersadministratie zijn zij het eerste aanspreekpunt voor de

deelnemer en hierbij ook de eerst verantwoordelijke. Iedere employé kan, bij vragen, contact opnemen met

het Pensioen Advies Center (PAC) van Aegon, telefoon: 070-344 4999.

Het PAC is eerstelijns aanspreekpunt. Als de employé meer informatie wenst wordt hij/zij doorverbonden met

de relatiebeheerder van het Fonds die als tweedelijns aanspreekpunt fungeert. De pensioenadministrateur

geldt in dit proces als derdelijns aanspreekpunt.

2.3. Werkcommissies / Stand van zaken

2.3.1. Verslag commissie ALM

De commissie ALM is samengesteld uit zes personen:

B. de Hoog (voorzitter), M. Blom, R. van Lohuizen, P. Pluimers, A. Touw en J. Vledder.

ALM staat voor Asset Liability Management.

Hierbij worden de verplichtingen, vermogensontwikkeling en de ontwikkeling van het deelnemersbestand in

kaart gebracht via een simulatiemodel. Tevens wordt een gevoeligheidsanalyse toegepast gebaseerd op de

correlaties tussen de diverse onderdelen.

Een goed voorbeeld is hierbij de ontwikkeling van de marktrente, die zowel invloed heeft op de waardering

van de verplichtingen als de waarde van het vermogen. Het fonds maakt gebruik van ALM-studies om inzicht

te krijgen in de ontwikkeling van het fonds voor dekkingsgraad, verwachte realisatie van de indexatie etc.

Mede op basis van deze studies wordt beleid ontwikkeld en beslissingen genomen.

In 2015 is een ALM studie uitgevoerd door Ortec, die primair gericht was op het inzichtelijk maken van de

impact van de regels van het nFTK voor het fonds en de mogelijkheden die er zijn om de kostendekkende

premie te bepalen. Daarnaast heeft Ortec de nieuwe haalbaarheidstoets gemaakt zoals verplicht onder het

nFTK. De haalbaarheidstoets dient elk jaar bijgewerkt te worden. In het 4e kwartaal is een herstelplan

ingediend bij de DNB. De hiervoor benodigde gegevens en analyses en het sjabloon met het herstelgedrag

zijn aangeleverd door Ortec.

Bij de haalbaarheidstoets wordt er gekeken naar de ontwikkeling van de waarde van het pensioen binnen de

regeling inclusief de verwachte indexatie volgens het reglement en ABTN. De uitkomst wordt vergeleken met

een fictieve middelloonregeling met gegarandeerde indexatie met dezelfde basis uitgangspunten als de Fluor

pensioenregeling. Het vermogensbeheer wordt identiek doorgerekend.

Het fonds stelt grenzen vast voor het minimaal te verwachten pensioenresultaat en de mogelijke afwijking

hierop bij slecht weer omstandigheden. De ondergrens is gesteld op 100% bij een feitelijke dekkingsgraad

en op 101% bij een dekkingsgraad zonder reservetekort. De mogelijke afwijking bij een slecht weer scenario

is op 10% gesteld.

Uit de aanvangshaalbaarheidstoets in 2015 blijkt dat de Fluor regeling nagenoeg gelijke uitkomsten (103%)

biedt voor het te verwachten pensioen als de fictieve middelloonregeling (100%). Bij een “slecht weer”

Page 17: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 17 van 89

scenario bleek de afwijking ongeveer 8% te zijn. De ondergrens die het bestuur gesteld heeft is op 10%. Dus

voldoet het fonds aan de haalbaarheidstoets. De haalbaarheidstoets wordt elk jaar herhaald, maar met de

aanvangssituatie van het betreffende jaar (dekkingsgraad, vermogenspositie, samenstelling

deelnemersbestand, etc).

In 2016 zullen er naar verwachting verdere studies volgen die de mogelijke gevolgen van aanpassingen in de

regeling, in verband met de verlenging van het contract met Aegon, inzichtelijk maken (zie verslag

Commissie Contractverlenging). Daarnaast zal er een studie worden gedaan in verband met de mogelijke

gevolgen van de sluiting van de regeling voor nieuwe opbouw.

2.3.2. Verslag commissie Herstelplan

De commissie Herstelplan is samengesteld uit 5 personen:

P. Pluimers (voorzitter), B. de Hoog, R. van Lohuizen, A. Touw en J. Vledder.

Aan het einde van het derde kwartaal in 2015 lag de beleidsdekkingsgraad (het voortschrijdend gemiddelde

van de dekkingsgraad over een periode van 12 maanden) van het pensioenfonds onder de grens van het

vastgesteld vereist eigen vermogen (VEV). De DNB stelt dat de beleidsdekkingsgraad minimaal op het VEV

moet uitkomen, valt deze daaronder dan is het fonds verplicht om binnen drie maanden een herstelplan in te

dienen bij DNB.

Er is sprake van een reservetekort als de beleidsdekkingsgraad lager is dan het vastgesteld vereist eigen

vermogen. Deze reserve (buffer) moet een fonds aanhouden op basis van de algemene- en beleggingsrisico's

waaraan het fonds wordt blootgesteld. De DNB hanteert tien risico's waarmee bepaald wordt hoe groot de

reserve (buffer) moet zijn voor het Fonds. De buffer die het fonds moet hanteren is 15,55%.

Het vermogen was aan het eind van het derde kwartaal 2015 113,77% van de verplichtingen.

De dekkingsgraad is onder druk komen te staan door de dalende rente die een stijging van de verplichtingen

veroorzaakt die niet kon worden gecompenseerd door een navenante stijging van het vermogen. Het fonds

hanteert een 70% afdekking van het renterisico, waardoor de impact van een dalende rente wordt gedempt.

Ook het negatief beleggingsresultaat had in 2015 een negatieve impact op de ontwikkeling van de

dekkingsgraad.

Het Fonds heeft in november 2015 een herstelplan ingediend bij de DNB. Het Fonds heeft in het herstelplan

aangegeven dat geen ingrijpende maatregelen nodig zijn om te herstellen van het reservetekort, doch ruimte

tot indexeren van pensioenen is niet beschikbaar.

2.3.3. Verslag commissie Communicatie

De commissie bestaat uit de volgende personen:

F.J. van Heijningen (voorzitter), J.Vledder, B. de Hoog, M. Blom en E. Enzerink (VO).

In 2015 is de commissie op de volgende onderwerpen actief geweest:

- de Engelse vertaling van de website is eind 2014 afgerond en in januari 2015 op de SPFN website

geplaatst.

- in maart 2015 is gestart met de actualisering (met alle fiscale veranderingen sinds 1/1/2015) en

verdere verbetering (meer gelaagdheid van informatie, meer documenten) van de SPFN website. Dit

proces, inclusief de update van de Engelse tekst, is begin oktober 2015 afgerond.

- in maart 2015 is een Algemene Mededeling uitgegaan naar de actieve deelnemers met de uitslag

van de eind 2014 gehouden Raadpleging omtrent de fiscale veranderingen in het Fluor

pensioenstelsel.

- in juni 2015 heeft de voorzitter een ALM seminar bijgewoond waarin de nieuwe Wet

Pensioencommunicatie werd behandeld; deze wet is in juli 2015 van kracht geworden en bevat

nieuwe eisen omtrent de digitale communicatie, het UPO en andere documenten. In juli 2015 is een

Page 18: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 18 van 89

Algemene Mededeling uitgegaan waarin is aangegeven dat het SPFN Jaarverslag 2014 (Nederlands

en Engels) op de SPFN website te vinden is.

- eind september 2015 is een eerste brief verstuurd naar alle deelnemers met de in de toekomst

verwachte wijzigingen in onze pensioenregeling en –uitvoerder. Deze wijzigingen zijn verder

omschreven in de paragraaf “Toekomstparagraaf”.

- Aegon is eind 2015 gestart met de ontwikkeling van een nieuwe startbrief genaamd Pensioen123.

Deze nieuwe startbrief is ontwikkeld door de Pensioenfederatie en wordt in de nieuwe Wet

Pensioencommunicatie omschreven als het voorbeeld van het gelaagd aanbieden van

pensioeninformatie. Aegon verwacht Pensioen123 in juni 2016 operationeel te hebben op de Mijn

Aegon website.

Er zijn in 2015 twee commissievergaderingen geweest om de website te verbeteren. In 2016 zal de

commissie verder overleg hebben met Aegon over Pensioen123 en samen met het Bestuur nieuwe Algemene

Mededelingen uitsturen over de toekomst van het fonds.

2.3.4. Verslag commissie Beleggingen

De commissie beleggingen is samengesteld uit vijf personen:

R. van Lohuizen (voorzitter), M. Blom, P. Pluimers, G. Van der Schaaf en A. Touw.

Met ingang van het nieuwe verslagjaar 2016 heeft de heer Blom het voorzitterschap van de commissie

overgenomen van de heer van Lohuizen. De heer van Lohuizen blijft lid van de commissie.

De commissie heeft (samengevat) de verantwoordelijkheid voor het vaststellen van de optimale

beleggingsmix in het mandaat aan de vermogensbeheerder, het monitoren en rapporteren van de prestaties

van de vermogensbeheerder en indien noodzakelijk het initiëren van corrigerende acties rond het beheer van

het vermogen.

De commissie heeft tweemaal per jaar direct overleg met de accountmanager van Aegon Asset Management

(de huidige vermogensbeheerder). Daarnaast komt de commissie een aantal malen per jaar bijeen om de

stand van zaken te bespreken over onderwerpen als asset allocatie, risicoprofielen van de gekozen

beleggingsfondsen en de prestaties van de diverse beleggingscategorieën.

In 2015 zijn er een aantal wijzigingen in de asset allocatie geweest. De verkoop van het niet-beurs

genoteerde vastgoedfonds (TREF) is afgerond. De strategische allocatie naar vastgoed is echter ongewijzigd

gebleven door de allocatie naar TREF over te zetten naar een beursgenoteerd vastgoedfonds. Deze

aanpassing heeft als positief gevolg dat de liquiditeit van het fonds groter is geworden.

Het fonds heeft het rente risico grotendeels afgedekt. Eind 2014 was het risico voor 75% afgedekt. In het

licht van zeer lage rente op dat moment en de algemene verwachting dat de rente niet verder zou kunnen

dalen heeft de commissie mandaat gekregen van het bestuur om de rente risico afdekking stapsgewijs te

verlagen naar 60% om zo te profiteren van een mogelijk rente stijging. Er was gedurende een paar maanden

een stijgende trend in de rentestand waardoor een eerste stap werd gezet naar verlaging van de rente

risicoafdekking met 5%. Toen bleek dat de rente tegen de verwachting in nog verder daalde heeft de

commissie verdere verlaging stopgezet.

Eind 2015 was het renterisico voor 70% afgedekt. De ontwikkeling van de rente blijft zorgwekkend. Bij een

dalende rente groeit de voorziening voor de verplichtingen. Echter, indien de rente zou stijgen, dan zal dit

een omgekeerd effect geven en zal het vermogen dalen in lijn met de verplichtingen. Hoewel het fonds de

rente voor 70% heeft afgedekt is de dekkingsgraad mede door de slecht presterende financiële markten

substantieel verlaagd. De afdekking van het renterisico zorgt voor een groei in vermogen bij een groei van de

verplichtingen door een daling van de rente. Verlaging van de afdekking van het rente risico verhoogt wel het

totale risico profiel van de beleggingsportefeuille. In 2015 zijn er maanden geweest met verhoging van de

rente zowel als verlaging van de rente. In totaal is er een negatief resultaat geweest op de rente

Een andere wijziging betreft een aanpassing binnen vastrentende waarden per 1 oktober 2015. De

strategische weging voor het Aegon European Credit Fund is verlaagd van 35% naar 20%. De strategische

weging voor het Aegon ABS Fund is verhoogd van 2% naar 17%.

Page 19: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 19 van 89

Vanwege het iets lagere risico profiel van de Asset Backed Security belegging ten opzichte van het European

Credit (Europese bedrijfsobligaties) fonds wordt het risico profiel van het fonds verlaagd.

Daarnaast is het verwachte rendement op het ABS Fund iets hoger dan het verwachte rendement op

bedrijfsobligaties. Beide factoren dragen bij tot een iets beter verwacht rendement van de beleggingen.

Gegeven het feit dat het Fluor pensioenfonds per het 4e kwartaal 2015 zich in een situatie van herstel

bevindt, is het niet toegestaan het risicoprofiel van de beleggingen te verhogen.

In het kader van verantwoord beleggen hanteert het fonds als basis de richtlijnen die ondersteund worden

door Fluor Corporation. Fluor onderschrijft bijvoorbeeld de UN Global Compact Principles. De beleggingen

moeten minimaal in overeenstemming zijn met de normen en waarden die Fluor hanteert en die zijn

opgenomen in het Fluor sustainability report. Door de keuze van Aegon als vermogensbeheerder dient Aegon

tevens minimaal te voldoen aan de Fluor richtlijnen. Aegon voldoet hieraan via de Code of Conduct van Aegon

N.V. Zie paragraaf 2.8.2 voor een verdere omschrijving rond verantwoord beleggen door Aegon.

2.3.5. Verslag commissie Administratieve organisatie/ Interne controle

De commissie Administratieve organisatie / Interne controle is samengesteld uit zes personen:

Dit zijn P. Mali (voorzitter), M. Blom, B. de Hoog, P. Pluimers, A. Touw en J. Vledder.

In 2015 is de commissie Administratieve organisatie / Interne controle niet bij elkaar gekomen.

Er is gezocht naar een kandidaat voor de functie van Compliance Officer. Deze is gevonden in de persoon van

de heer C. de Wit van Fluor B.V.

2.3.6. Verslag commissie Contractverlenging met Aegon

De commissie Contractverlenging bestaat is samengesteld uit 7 personen:

A. Touw (voorzitter), M. Blom, B. de Hoog, R. van Lohuizen , P. Pluimers, F. van Heijningen en J. Vledder

Zoals in het vorige jaarverslag is vermeld heeft het Fonds het kapitaalherverzekeringscontract met Aegon,

dat vermogensbeheer, (her)- verzekering en uitvoering ( administratie) omvat, verlengd to 1 januari 2017.

Hierna is deze contractvorm niet meer toegestaan en zullen voor de verschillende onderdelen gescheiden

contracten moeten worden afgesloten.

Gezien onze ervaringen in 2014, toen duidelijk werd dat andere partijen voor het onderdeel uitvoering

nauwelijks interesse toonden is er besloten om direct met Aegon om de tafel te gaan zitten en te zien wat

eraan onze, complexe, regeling gewijzigd (versimpeld) moet worden om deze in de nieuwe contractstructuur

door Aegon te blijven doen uitvoeren. Aegon heeft administratief het grootste probleem met het

nabestaandenpensioen dat voor 50% gekapitaliseerd wordt en voor de ander helft op risico basis wordt

verzekerd. Mogelijke wijzigingen om dit probleem op te heffen zullen voor 1 januari 2017 ingevoerd moeten

worden.

2.3.7. Verslag commissie Opleidingen / Deskundigheid

De commissie Opleidingen / Deskundigheid is samengesteld uit drie personen:

Dit zijn P. Mali (voorzitter), A. Touw en J. Vledder.

Ook in 2015 heeft het bestuur aandacht besteed aan de wijzigende wetgeving, de marktomstandigheden en

het strengere toezicht door de DNB. Het bestuur heeft de aanvullende trainingsbehoefte vastgesteld en

bepaald op welke wijze de kosten voor training kan worden geoptimaliseerd.

Gebleken is dat individuele trainingen het beste passen. In de loop van 2016 zullen de volgende trainingen bij

SPO gevolgd worden: Risicomanagement & Uitbesteding, Financiële aspecten & Pensioenbeleid,

Communicatie, Intern Toezicht in de praktijk, Vermogensbeheer en Beleggingsbeleid.

Page 20: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 20 van 89

2.3.8. Verslag commissie Risico Management

De commissie bestaande uit G. van der Schaaf ( voorzitter), M. Blom, R. van Lohuizen en A. Touw heeft in

2015 het Handboek Risicomanagement dat in 2014 was opgesteld verder ontwikkeld.

Het fonds streeft naar Integraal Risicomanagement Beleid. Het doel van integraal risicomanagement is om

een redelijke zekerheid te bieden ten aanzien van het behalen van de doelstellingen. Voor het integraal beheersen van risico’s zijn o.a. de volgende aspecten van belang:

- afstemmen van het gewenste risico dat het pensioenfonds wenst aan te gaan en de strategie

betreffende risicobereidheid en ambitieniveau;

- identificeren en beheersen van risico’s;

- vermindering operationele verrassingen en verliezen;

- robuuste risico-informatie ten behoeve van het verbeteren van de inzet van het belegd vermogen.

- het vaststellen van de governance en procedures met betrekking tot risicomanagement (het

inrichten van de risicomanagementfunctie inclusief opzet, bestaan en werking van taken,

bevoegdheden en verantwoordelijkheden)

Het SPFN Handboek Risico Management heeft als doel:

- om de doelstellingen, uitgangspunten en methodieken van het risicomanagement in kaart te

brengen;

- om een aantoonbare adequate beheersing van de risico’s (t.a.v. de bedrijfsvoering, de financiële

positie en de uitbestedingsrelaties van SPFN) in relatie tot de doelstellingen van het fonds te

bewerkstelligen.

In 2015 is specifiek het beleggingsbeleid nader belicht en de bijbehorende risico’s zijn in kaart gebracht met

inachtneming van de eisen van het Nieuw Financieel Toetsingskader.

Het Handboek Risico Management is een levend document dat regelmatig moeten worden aangepast aan de

geldende situatie.

In 2015 is er een Integriteitsrisicoanalyse uitgevoerd. Dit proces is mede ondersteund door KPMG. De DNB

had in 2015 mede integriteit als aandachtpunt bij het toezicht.

In de risicoanalyse worden integritietsrisico’s en beheersmaatregelen vastgelegd. Uit de analyse blijkt dat er

een laag risico en een lage mogelijke impact bestaat binnen de huidige organisatie structuur van het fonds

met de bestaande beheersmaatregelen. De analyse is ingediend bij de DNB.

2.3.9. Verslag commissie ABTN

De commissie ABTN is samengesteld uit vier personen.

R. van Lohuizen (voorzitter), B. de Hoog, P. Mali en J. Vledder.

De ABTN is in 2015 twee maal aangepast (revisie 9 en 10). Revisie 9 is alleen in werkversie beschikbaar

geweest en niet formeel gepubliceerd.

Als vast punt is er de vaststelling van de franchise voor 2015 (Euro 17.930,00). De regeling is aangepast per

1 januari 2015. Vanwege belastingmaatregelen is het pensioengevend inkomen gemaximeerd voor de

omkeerregel (d.w.z. bruto inleg in pensioen, bruto uitkering zodat de belasting over de uitkering wordt

geheven). Het maximum pensioengevend inkomen wordt in 2015 Euro 100.000,00.

De opbouw van pensioen in een eindloon regeling is gemaximeerd op 1,657% per dienstjaar. Dit betekent dat

de opbouw van 1,7% is aangepast naar 1,657% opbouw. Mede als compensatie voor bovenstaande

maatregelen is de terug stelling van een jaar van de backservice opgeheven.

De premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid is aangepast naar het 6 klassen systeem zoals toegepast in de

WIA. Dit is een verbetering vergeleken bij het oude 2 klassen systeem.

Page 21: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 21 van 89

Ter informatie: De werkgever biedt een vrijwillige “Netto pensioen” regeling aan voor inkomen boven de

100.000 EUR. Deze Netto pensioen regeling wordt niet uitgevoerd door het pensioenfonds en is dus niet

opgenomen in de ABTN (revisie 10).

Per 1 oktober 2015 zijn de aanvullende eisen van het FTK van kracht geworden. Er zijn een aantal zaken

bijgewerkt zoals het meer expliciet maken van de missie en beleidsuitgangspunten van het fonds. Er is

vastgelegd welke methodiek gebruikt wordt bij het bepalen van de gedempte premie, namelijk gebaseerd pop

verwacht rendement, waarbij er een prudente set van economische verwachtingen is gehanteerd. Deze set

van economische verwachtingen is meer prudent dan de data van de overheidscommissie parameters

vanwege beter inzicht in de economie op het tijdstip van het vaststellen van de premie. Daarnaast is er

aanvullende informatie opgenomen in de ABTN rond beleggingen en risico management. Het Handboek Risico

Management en het Beleggingsplan zijn toegevoegd aan de ABTN als bijlage.

2.4. Diversen

2.4.1. Pensioennieuws

Het jaar 2015 was een moelijk jaar voor de pensioenwereld. De rente bereikte een historisch dieptepunt en

de verwachting dat met een lage rente de zgn. bodem was bereikt bleek niet bewaarheid.

De beleidsdekkingsgraad deed in 2015 haar intreden. Het betreft hier het voortschrijdende gemiddelde van

alle dekkingsgraden over 12 aaneengesloten maanden. Dit percentage wordt vergeleken met het Vereist

Eigen Vermogen van het pensioenfonds.

Ook verdween in 2015 de Continuïteitanalyse en werden de pensioenfondsen verplicht om een

haalbaarheidstoets in te dienen bij DNB.

De overheid hanteert in 2015 een AOW leeftijd van 65 jaar en 3 maanden. Per 1 oktober 2015 is de AOW

leeftijd opgeschoven naar 65 jaar en 6 maanden.

2.4.2. A.I.P.-regeling

Vanaf 2015 kan men, bij pensionering of bij het vervroegd laten ingaan van het ouderdomspensioen, alleen

nog maar het AIP kapitaal omzetten in een levenslang ouderdomspensioen in combinatie met een

partnerpensioen of alleen in een levenslang ouderdomspensioen.

Het bestuur heeft echter wel besloten de AIP-polis tot uitkering te laten komen op leeftijd 65. Aegon stuurt

voorafgaande aan de werkelijke offerte ca. 4 maanden van te voren een bericht met hierin een aantal

voorbeeldberekeningen. De werkelijke offerte ontvangt u in de maand waarin men 65 jaar oud wordt.

2.4.3. De Algemene Nabestaandenwet (ANW)

Zeer belangrijk (controleer uw persoonlijke situatie op dit onderwerp)

De nabestaandenuitkering uit de Algemene nabestaandenwet (ANW) is een financiële ondersteuning van de

overheid na het overlijden van uw partner (of voor wezen).

De SVB betaalt de bijdrage uit. Deze uitkering is echter wel gebonden aan een aantal voorwaarden. Voor

volledige informatie raadpleeg de website van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) over dit onderwerp

(www.svb.nl).

Informatie over deze verzekering, kunt u opvragen bij de afdeling Human Resources of bij de

pensioenadministrateur.

Page 22: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 22 van 89

2.4.4. Indexatie

Voor 2016 is er geen ruimte om te indexeren.

Het feit dat het Fonds eind 2015 een herstelplan moest indienen bij DNB is hiervoor het voornaamste

argument. Indexatie is niet toegestaan indien een Fonds in een herstelsituatie zit. Een dergelijke toekenning

zou een tekort vergroten. De beleidsdekkingsgraad is in het jaar 2015 drie maanden lang onder het Vereist

Eigen Vermogen terechtgekomen, zodat in het vierde kwartaal bij DNB een herstelplan is ingediend. Overleg

over deze beslissing vond plaats met het Verantwoordingsorgaan in december 2015. Dit op voorlopige cijfers

gebaseerd. Begin januari 2016 is definitief de beslissing genomen om geen voorwaardelijke indexatie toe te

kennen in 2016.

2.5. Aandachtspunten

2.5.1. Naleving Code Pensioenfondsen

Wat is het doel van de Code Pensioenfondsen:

Het is belangrijk dat pensioenfondsen hun functioneren verder verbeteren én dit inzichtelijker maken. Met als

doel dat belanghebbenden er vertrouwen in hebben dat de pensioenfondsen het aan hen toevertrouwde geld

goed beheren en de belangen van alle betrokkenen evenwichtig afwegen. De Pensioenfederatie en de

Stichting van de Arbeid hebben daarom deze Code Pensioenfondsen (hierna: de Code) opgesteld. De partijen

hebben met deze Code de verhoudingen binnen het pensioenfonds en de communicatie met de

belanghebbenden transparanter gemaakt en draagt de Code bij aan het versterken van ‘goed

pensioenfondsbestuur’.

Voor wie geldt de Code?

De Code is bedoeld voor alle pensioenfondsen: bedrijfstakpensioenfondsen, ondernemingspensioenfondsen

en beroepspensioenfondsen met een statutaire zetel in Nederland. De Code maakt onderscheid tussen de

verschillende bestuursmodellen: het paritaire model, het onafhankelijke model en de one-tier boardmodellen

(gemengd model).

De Code is overigens geen doel op zich, maar een middel om pensioenfondsen beter te laten functioneren.

Ook moet de Code zorgen voor meer vertrouwen van de belanghebbenden in het bijzonder en van de

maatschappij in het algemeen. Deskundigheid, betrokkenheid en goede samenwerking vormen de basis voor

goed bestuur van een pensioenfonds. Goed pensioenfondsbestuur heeft overigens niet alleen betrekking op

besturen, maar ziet toe op álle organen van het fonds.

In de Code gaan we in op de rol van het bestuur, het Verantwoordingsorgaan (hierna: VO), het

belanghebbendenorgaan (hierna: BO) en het intern toezicht. De Code bevat ook thema’s als integraal

risicomanagement, beloningen, diversiteit en verantwoord beleggen. Daarnaast geeft de Code weer hoe

benoeming, ontslag en zittingstermijnen van bestuursleden en leden van andere organen geregeld worden.

Gedragscode en Remuneratie

De leden van het bestuur en de administrateur hebben verklaard zich te zullen houden aan de regels van de

Modelgedragscode opgesteld door de Pensioenfederatie. De leden van het bestuur ontvangen geen

bezoldiging. Reis- en verblijfkosten en andere uitgaven in het belang van het Fonds gedaan, zulks ter

beoordeling door het bestuur, worden wel door het Fonds vergoed.

Afwijkingen op Code Pensioenfondsen

Het bestuur hecht op dit moment meer waarde aan bestuurservaring bij bestuurleden dan aan limitatie bij

herbenoeming (maximaal twee maal een periode van 4 jaar). Dit heeft een negatief effect op het streven

naar diversiteit (leeftijd, geslacht, etc). Bij het benoemen van nieuwe bestuursleden wordt wel gestreefd naar

een afspiegeling van de samenstelling van het deelnemersbestand.

Page 23: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 23 van 89

2.5.2. Verantwoording wijze van vaststellen (beleidsdekkingsgraad)

Sinds 1 januari 2015 kent het Financieel Toetsingskader naast het begrip dekkingsgraad ook het begrip

beleidsdekkingsgraad. De beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van de actuele dekkingsgraden van de

afgelopen 12 maanden. Het pensioenfonds dient inzicht te hebben hoe deze 12 maandelijkse dekkingsgraden

worden vastgesteld. Bij het Fluor pensioenfonds wordt de dekkingsgraad en de beleidsdekkingsgraad

vastgesteld door Aegon. De dekkingsgraadberekening wordt maandelijks gecontroleerd door de Commissie

Beleggingen van het Fonds en indien nodig aangepast. De administrateur rapport de dekkingsgraad

maandelijks aan DNB en publiceert deze op de website van het Fonds.

2.5.3. Uitvoeringskosten

Ieder Fonds heeft te maken met uitvoeringskosten, dit zijn onder andere kosten voor administratie,

rapportages, communicatie en het doen van uitkeringen. Pensioenfondsen zijn door De Nederlandsche Bank

(DNB) verplicht om een technische voorziening aan te houden voor toekomstige uitvoeringkosten.

Jaarlijks wordt de hoogte van de uitvoeringskosten getoetst door de adviserend actuaris. Milliman actuarissen

stelt dat een kostenopslag van 2,08% van de voorziening pensioenverplichtingen volstaat in boekjaar 2015.

Voor het Fonds zijn de volgende gegevens over 2015 bekend:

De pensioenuitvoeringskosten (inclusief de aan de herverzekeraar betaalde kosten) bedragen

€ 356.621 (2014: € 484.580); het aantal actieve en gepensioneerde deelnemers bedraagt 725

respectievelijk 574 (2014: 758 respectievelijk 556). De kosten pensioenbeheer bedroegen per

deelnemer derhalve € 275 (2014: € 369) (bedragen in hele euro’s).

De kosten van pensioenbeheer 2015 zijn gedaald met EUR 94 per deelnemer als gevolg van o.a. lagere

advieskosten in 2015. In 2014 waren deze hoger in verband met onder andere invoering van Wet Versterking

Bestuur Pensioenfondsen. Daarnaast zijn de pensioenuitvoeringskosten van 2015 exclusief BTW. Dit komt

omdat de uitvoeringskosten vanaf 2015 door de werkgever worden betaald en zij de BTW kan terugvorderen.

2.5.4. Aanpassingen in de DNB-rentetermijnstructuur

In 2015 zijn twee aanpassingen doorgevoerd in de DNB-rentetermijnstructuur. Per 1 januari 2015 is de

driemaands middeling vervallen en per 15 juli 2015 is de UFR-systematiek (Ultimate Forward Rate)

aangepast. DNB heeft in een Q&A uiteengezet hoe pensioenfondsen in de technische analyse over boekjaar

2015 met deze wijzigingen om kunnen gaan. Het effect van deze aanpassing komt in dit jaar verslag naar

voren en wordt opgesteld door de actuaris van het Fonds tezamen met de rapportageafdeling van Aegon.

2.5.5. Nieuwe eisen aan de risicoparagraaf

Vanaf boekjaar 2015 stelt de vernieuwde versie van Richtlijn van de Jaarverslaggeving 400 (RJ400) nieuwe

eisen aan de verantwoording in het jaarverslag van het pensioenfonds over risico’s en risicomanagement. De

RJ400 aanpassingen vragen om een beschrijving van: de risico-bereidheid, de maatregelen die zijn getroffen

ter beheersing van de voornaamste risico’s, de verwachte impact op de resultaten en/of de financiële positie

indien de risico’s zich voordoen, de risico’s en onzekerheden die het afgelopen jaar een belangrijke impact

hebben gehad op het pensioenfonds en wat de gevolgen daarvan zijn, alsmede welke verbeteringen in het

systeem van risicomanagement zijn aangebracht (zie verder 2.9).

2.5.6. Compliance Officer

Het pensioenfonds heeft de heer C. de Wit als compliance officer aangesteld.

De compliance officer houdt zich bezig met het bewerkstelligen van een integere bedrijfsvoering van het

pensioenfonds en een integere cultuur waar het als vanzelfsprekend is dat verbonden personen handelen in

overeenstemming met de geldende maatschappelijke normen en de (ongeschreven) wet-en regelgeving. Ook

Page 24: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 24 van 89

dient de compliance officer na te gaan of het bestuur van het pensioenfonds zich volledig houdt aan de

voorschriften uit de Code van de pensioenfederatie en de daaruit voortvloeiende gedragscode 2015.

Tot de werkzaamheden van de compliance officer horen onder meer de volgende activiteiten.

1. Controle op belangconflicten

a) relatiegeschenken

b) uitnodigingen

c) nevenfuncties

d) zakelijke belangen

e) bedrijfsmiddelen

f) zakelijke relaties

2. Toezicht op persoonlijke transacties

3. Controle op vertrouwelijkheid

4. Controle op meldingsplicht tegenstrijdige belangen of reputatierisico

5. Toezicht op de ondertekening van de gedragscode

6. Het opleggen van sancties bij het in strijd handelen met de gedragscode

7. Controle op de Klokkenluiders-en Incidenten regeling

Hieronder vindt U het verslag van de Compliance Officer m.b.t. verslagjaar 2015.

In 2015 heeft de stichting Pensioenfonds Fluor Nederland een compliance officer benoemd die controleert op

een integere bedrijfsvoering bij het pensioenfonds en een integere cultuur waar het als vanzelfsprekend is dat

verbonden personen handelen in overeenstemming met de geldende maatschappelijke normen en de

(ongeschreven) wet- en regelgeving.

De rol van compliance officer is betrekkelijk nieuw voor pensioenfondsen en met name voor het Fluor

pensioenfonds. In nauw overleg met het Fluor pensioenfondsbestuur en gebruikmakend van informatie van

de Pensioenfederatie wordt momenteel gewerkt aan de invulling van de rol. Zo heeft het pensioenfonds een

eerste aanzet gemaakt voor de volgende documenten: Opdracht Compliance Officer, Reglement Compliance

Officer, en een Addendum bij Model Gedragscode Pensioenfondsen 2015. Deze documenten moeten nog naar

een definitieve versie worden gebracht.

In deze paragraaf wordt gerapporteerd over 2015 over de stand van zaken met betrekking tot compliance.

De rapportage betreft de volgende onderwerpen:

1. De inrichting en werking van compliance binnen de Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

2. Compliance incidenten

Onderwerp 1 bevat de volgende deelgebieden:

Ondertekening van de gedragscode

Belangenconflicten (relatiegeschenken, uitnodigingen, nevenfuncties, zakelijke belangen,

bedrijfsmiddelen, zakelijke relaties)

Persoonlijke transacties

Meldingsplicht tegenstrijdige belangen of reputatierisico

Controle op vertrouwelijkheid

Klokkenluiders- en incidentenregeling

Met betrekking tot onderwerp 1 is het volgende geconstateerd.

De actieve bestuursleden zijn allen medewerkers van Fluor en zijn daarbij gehouden aan Fluor’s Zakelijke en

Ethische Gedragscode. Jaarlijks ontvangt iedere Fluor employee, en dus ook ieder bestuurslid, training

betreffende dit onderwerp en dient een verklaring te worden ondertekend over de juiste naleving van de

geldende bepalingen van de Fluor gedragscode.

Page 25: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 25 van 89

In aanvulling daarop heeft het pensioenfondsbestuur in 2015 een integriteitsrisicoanalyse uitgevoerd. De

risicoanalyse is gefaciliteerd door KPMG. Doel van de analyse is het pensioenfonds in staat te stellen om de

integriteitwetgeving risico gebaseerd na te leven en de bedrijfsvoering integer in te richten. De aanpak van

DNB ten aanzien van risicoanalyses is daarbij als uitgangspunt genomen. Als resultaat van de risicoanalyse

zijn een aantal aanvullende beheersmaatregelen geformuleerd. Per additionele beheersmaatregel is

aangegeven wanneer deze geïmplementeerd dient te zijn en wie de actiehouder is. Het merendeel van de

maatregelen zal in 2016 worden geïmplementeerd.

Iedere verbonden persoon (o.a. leden van het bestuur en het bestuur als zodanig, en leden van het

Verantwoordingsorgaan) dient bij aanvang van zijn functie bij het pensioenfonds de Pensioenfederatie

Modelgedragscode te ondertekenen, waarmee hij/zij zich verbindt alle voor hem/haar relevante regels uit

deze gedragscode na te leven. Bovendien zal iedere verbonden persoon in de eerste bestuursvergadering van

het nieuwe kalender jaar (of bij het niet langer verbonden zijn aan het pensioenfonds) een verklaring

ondertekenen over de juiste naleving van de geldende bepalingen van de Modelgedragscode over het

voorgaande jaar. De administrateur van het pensioenfonds zal ervoor zorgdragen dat alle getekende

verklaringen worden verkregen en gearchiveerd.

Persoonlijke transacties dienen verbonden personen te melden bij de administrateur van het pensioenfonds.

Bij de pensioenadministrateur zijn in het jaar 2015 geen meldingen gedaan van persoonlijke transacties.

Vertrouwelijke informatie zoals bijvoorbeeld persoonlijke en financiële informatie van de deelnemers van het

fonds is alleen toegankelijk voor de administrateur en die bestuursleden die uit hoofde van hun dagelijkse

functie al toegang hebben tot die informatie.

Met betrekking tot onderwerp 2, compliance incidenten, geldt dat iedere verbonden persoon verplicht is elk

(potentieel) tegenstrijdig belang of reputatierisico te melden aan het bestuur en de compliance officer. Dit is

gecommuniceerd met, en bekend bij de verbonden personen.

In 2015 zijn geen incidenten aan het bestuur of de compliance officer gerapporteerd.

2.5.7. Accountants- en actuariële controle

Het bestuur heeft van de accountant over verslagjaar 2015 een accountantsrapport ontvangen. Uit dit rapport

komen o.m. de volgende aanbevelingen naar voren:

- het tijdig deponeren van de jaarrekening;

- het evalueren van de uitbestedingen.

Tevens heeft het bestuur van zowel de adviserend als van de certificerend actuaris over verslagjaar 2015 een

actuarieel rapport ontvangen. Uit deze rapporten komen o.m. de volgende aanbevelingen naar voren:

- vastlegging van het beleid m.b.t. vaststellen van het Vereist Eigen Vermogen (VEV) in de ABTN;

- een analyse van de effecten van een nieuwe prognosetafel, die uitkomt in de tweede helft van 2016 en

hierbij moet tevens de impact op het beleid in kaart worden gebracht;

- de kostenvoorziening te blijven monitoren. Hierbij wordt ook aangegeven dat het raadzaam is

het beleid, inclusief de uitgangspunten in de ABTN vast te leggen.

Page 26: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 26 van 89

2.6. Toekomstparagraaf

Sluiting regeling voor nieuwe deelnemers per 1 januari 2014.

Met het besluit om met ingang van 1 januari 2014 nieuwe deelnemers in de DC regeling te laten deelnemen

kwamen er geen nieuwe toetreders meer in het Fonds wat inhoudt dat het Fonds zal vergrijzen en krimpen.

Hierdoor komt het Fonds binnen 5-15 jaar (afhankelijk van het personeelsverloop) in een situatie waarin het

Fonds te klein is om zelfstandig verder te kunnen functioneren.

De sluiting van de regeling heeft nog niet geleid tot extra maatregelen. De omvang van de verplichtingen en

het vermogen, gekoppeld aan het gedrag van de verplichtingen is nog nagenoeg gelijk aan de situatie voor

de sluiting van de regeling voor nieuwe deelnemers. Echter dit gaat veranderen.

De prognose is dat per 2025 rond 275 actieve deelnemers zullen zijn. Op termijn zal ook het totaal aantal

deelnemers omlaag gaan, enerzijds door het overlijden van de deelnemers anderzijds door waardeoverdracht

van actieve deelnemers die Fluor verlaten. Afhankelijk van de ontwikkelingen die hierna beschreven worden,

zal het Fonds beleid formuleren en maatregelen nemen voor de komende jaren.

Toekomst

De werkgever heeft eind 2015 het Fonds geïnformeerd dat zij, op niet al te lange termijn, nieuwe opbouw in

de huidige regeling wil stopzetten en de tot deze datum opgebouwde rechten onder wil brengen bij een

verzekeringsmaatschappij. De sociale partners hebben inmiddels een werkgroep gevormd die onderzoekt

welke mogelijkheden er zijn voor toekomstige pensioenopbouw.

Het Fondsbestuur is geen partij in de onderhandelingen tussen werknemer en werkgever over de mogelijke

opbouw van toekomstige pensioenrechten in een nieuwe pensioenregeling.

Wel is het haar plicht erop toe te zien dat de bij het Fonds ondergebrachte (historische) pensioenrechten bij

een solide en betrouwbare partij worden ondergebracht en met name de toekomstige indexatie voor de

actieve deelnemers en de gepensioneerden/slapers is vastgesteld met een evenwichtige belangenafweging

voor de partijen.

Een werkgroep bestaande uit werknemers- en werkgeversvertegenwoordigers en twee leden van het

pensioenfondsbestuur zijn belast met het vinden van een toekomstbestendige invulling van de

arbeidsvoorwaarde pensioen voor de huidige deelnemers van het Fonds. Het proces van het onderbrengen

van bestaande rechten bij een verzekeringsmaatschappij staat onder toezicht van de DNB. Voordat een

contract over overdracht van pensioenrechten getekend kan worden, dient dit ter beoordeling aangeboden te

worden bij de DNB.

De DNB ziet dan ook toe op de evenwichtige belangenbehartiging van de betrokken deelnemers.

2.7. Financiële paragraaf

2.7.1. Financiële positie van het fonds

Het bestuur van Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland geeft u in onderstaande overzichten inzage in de

financiële positie van het Fonds.

Onderstaand vindt u de samenvatting van de financiële positie van het Fonds bestaande uit een overzicht van

de ontwikkeling van de dekkingsgraad en een overzicht van het resultaat uitgesplitst per onderdeel. De

dekkingsgraad van het Fonds is gedaald van 117,7% ultimo 2014 naar 107,1% ultimo 2015.

Het fonds werkt met een nominale dekkingsgraad. Hierin zijn toekomstige indexaties op pensioen niet verwerkt.

Een reële dekkingsgraad heeft deze mogelijke indexaties op pensioenen wel meegenomen in de technische

voorzieningen. De reële dekkingsgraad ultimo 2015 is vastgesteld op 90,3%.

Page 27: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 27 van 89

Dekkingsgraad

De financiële positie van het fonds wordt vastgesteld aan de hand van de dekkingsgraad. Deze is gelijk aan

de verhouding tussen het belegd vermogen en de technische voorzieningen.

Ontwikkeling van de dekkingsgraad

Indien een pensioenfonds op grond van de beleidsdekkingsgraad niet langer voldoet aan het vereist eigen

vermogen (VEV) moet het binnen drie maanden een herstelplan bij DNB indienen. In dat herstelplan werkt

het pensioenfonds uit hoe het in maximaal 10 jaar weer voldoet aan het strategisch VEV op basis van

beleidsdekkingsgraad.

In november 2015 heeft het bestuur vanwege het reservetekort een nieuw herstelplan opgesteld en

ingediend bij DNB. Onderstaand volgt het verloop van de dekkingsgraad over 2015.

OMSCHRIJVING 31 DECEMBER 2015 31 DECEMBER 2014

Belegd vermogen

Vastrentende waarden 292.975 314.771

Aandelen 103.522 100.019

Vastgoedbeleggingen (indirect) 33.397 31.399

Overige beleggingen 24.397 22.256

Saldo vorderingen, overige activa en overige schulden (2.047) (660)

Totaal 452.244 467.785

Technische voorzieningen

Voorziening pensioenverplichtingen 417.801 392.345

Voorziening backservicekoopsom 4.509 5.079

Totaal 422.310 397.424

Dekkingsgraad 107,1% 117,7%

OMSCHRIJVING FEITELIJK 2015

Dekkingsgraad 31 december 2014 117,7%

Premie - 0,8%

Uitkeringen 0,5%

Toeslag 0,0%

Rentetermijnstructuur - 7,1%

Overrendement -3,6%

Overig 0,4%

Dekkingsgraad 31 december 2015 107,1%

Page 28: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 28 van 89

2.7.2. Samenstelling van het resultaat in boekjaar 2015

In onderstaand overzicht is het door het pensioenfonds behaalde resultaat onderverdeeld naar componenten.

In het resultaat vindt u de uitsplitsing van het resultaat m.b.t. boekjaar 2015

Het resultaat op premies is sterk afhankelijk van de rentetermijnstructuur (RTS) primo boekjaar. De

ontvangen premie is in 2015 niet voldoende ter financiering van de pensioenopbouw (inclusief

risicopremies)

Interest is in tegenstelling tot in 2014 de slechts presterende resultaatbron, in 2015 wordt op deze

post een negatief resultaat van € 39.402.959 geboekt. De beleggingsopbrengsten zijn negatief

Page 29: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 29 van 89

geweest. Het resultaat als gevolg van de rentetermijnstructuur (inclusief de doorgevoerde

wijzigingen vanuit DNB) is eveneens negatief.

Het bestuur heeft besloten om per 1 januari 2016 geen indexatie toe te kennen, waardoor het

resultaat op toeslagen nul is.

De vrijval uit premie is zodanig dat het resultaat op kosten nul is. De vrijval uit de Voorziening

Pensioen Verplichtingen betreft de vrijvallende excasso-opslag. De uitvoeringskosten zijn ten

opzichte van 2014 gedaald, waardoor ook de vrijval uit de premie is afgenomen.

Het resultaat op sterfte was in boekjaar 2015 positief. Het resultaat op sterfte is aan incidenten

onderhevig. Het positieve resultaat op sterfte in 2015 is het gevolg van een positief resultaat op

langleven.

Voor het boekjaar 2015 is de beschikbare premie m.b.t. arbeidsongeschiktheid voldoende gebleken

voor de dekking van de ontstane schade waardoor het resultaat op arbeidsongeschiktheid positief is.

Het resultaat op mutaties is in boekjaar 2015 positief. Dit resultaat ontstaat met name bij

waardeoverdrachten vanwege een verschil in gehanteerde berekeningsgrondslagen. Daarnaast is in

het resultaat op mutaties sprake van afrondingsverschillen en verschil in valutadatum.

2.8. Beleggingsparagraaf

2.8.1. Terugblik 2015

Wereldeconomie

Het jaar 2015 werd gedomineerd door centrale banken met haar sterk verruimende monetaire beleid, maar

ook de gevolgen van de sterk gedaalde grondstoffenprijzen hadden een sterke invloed op financiële markten.

Het economische herstel in Europa zette door. Met name enkele landen in de periferie presteerden erg goed.

De hervormingen die waren geïmplementeerd, de lagere wisselkoers en de lage grondstoffenprijzen

ondersteunen het herstel. Een uitzondering was Griekenland. Hier verzetten de regering zich tegen het

Europese programma. In de zomer leek het even of Griekenland de eurozone zou verlaten. Een referendum

over het hulppakket resulteerde in een nee stem. Desondanks besloot de Griekse regering om in de eurozone

te blijven en de voorwaarden van de geldschieters te accepteren. De kosten voor een exit bleken te groot.

In de VS gaat het economisch goed. De werkloosheid daalde verder en de groei bleef sterk. Het hele jaar

werd gespeculeerd op een renteverhoging door de centrale Bank. De Fed maakte zich echter zorgen over de

economie in opkomende landen. Uiteindelijk kwam de renteverhoging pas in december.

Door de renteverhoging en door de dalende grondstofprijzen kwamen enkele opkomende landen in de

problemen. Brazilië gaat bijvoorbeeld door een diepe recessie. De omstandigheden in China zijn echter het

meest bepalend voor de wereld economie. In China zijn veel schulden opgebouwd in de afgelopen jaren. De

vraag is of dit houdbaar is. Dit jaar bleek dat de economie langzamer groeit dan de afgelopen jaren.

Daarnaast besloot de Chinese regering om het wisselkoersmechanisme aan te passen. Financiële markten

interpreteerden dit als een zeer negatief signaal.

Aandelen

De aandelenmarkten werden beïnvloed door een aantal factoren. Een positieve factor was het verruimende

monetaire beleid van Centrale banken. Van negatieve invloed was de vertragende Chinese economie en voor

een aantal (opkomende) landen de dalende grondstofprijzen.

2015 was een licht negatief jaar voor Noord-Amerikaanse aandelen. De beweeglijkheid nam enorm toe in

augustus door zorgen over de Chinese economie. Binnen enkele dagen noteerden verschillende indices ruim

10% lager. Daarnaast had de onzekerheid over een eventuele renteverhoging van de Fed een negatieve

invloed op de beurzen in Amerika. De Canadese beurs is harder geraakt dan de Amerikaanse indices

afgelopen jaar. Dit kan verklaard worden door relatief veel grondstof gerelateerde bedrijven die in de

Canadese index.

De aandelen markten in Azië kenden een goede start van het jaar, ondanks teleurstellende macro-

economische groeicijfers. Met name opkomende economieën zoals China, Indonesië en Thailand lieten

zwakke groei zien. Dit werd grotendeels veroorzaakt door de scherpe prijsdaling van grondstoffen, een

belangrijk exportproduct voor deze opkomende markten. Daarnaast zorgde een appreciërende US dollar

ervoor dat importproducten duurder werden, waardoor de binnenlandse vraag in veel landen achterbleef bij

de verwachtingen. Het koersherstel van de Japanse aandelenmarkt dat volgde op de onverwachte monetaire

verruimingsmaatregelen van Bank of Japan (BoJ) in oktober 2014, zette zich voort in 2015.

Page 30: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 30 van 89

De markten profiteerden van de verhoging van het opkoopprogramma van de centrale bank, waarbij de BOJ

maandelijks voor ruim € 70 miljard obligaties, aandelen en vastgoedfondsen koopt. Daarnaast heeft het

overheidspensioenfonds, de GPIF, een significante wijziging doorgevoerd in haar strategische asset allocatie.

Hierbij is de neutrale weging van aandelen verhoogd van 24% naar 50%, ten koste van Japanse obligaties.

Naast de toegenomen allocaties van Japanse pensioenfondsen, profiteerden Japanse aandelen gedurende de

eerste helft van het jaar ook van een verbetering van de fundamentele vooruitzichten.

Vastrentende waarden

Het jaar 2014 eindigde met historisch gezien extreem lage renteniveaus. De staatsobligatiemarkt werd in

2015 geconfronteerd met verschillende ontwikkelingen die er voor zorgden dat de rente beweeglijk was maar

ook laag bleef.

Voor een stijgende rente had een duidelijk groeiherstel moeten optreden en de inflatie moeten stijgen. De

Europese groei bleef echter steken. De Europese inflatie bleef laag door de dalende olieprijzen en het

uitblijven van looninflatie. Wereldwijd zijn er duidelijke verschillen zichtbaar tussen landen met een positieve

groeiontwikkeling te weten Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk en landen die onder druk staan zoals

China, Brazilië en Rusland.

Het geopolitieke spanningsveld blijft groot. De problemen in Rusland en het Midden-Oosten bleven bestaan,

met Syrië en Irak als het middelpunt. Ook in Azië lopen de spanningen soms op.

Per saldo breidden de centrale banken hun verruimende beleidsmaatregelen uit. De Fed bouwde het

verruimende beleid af. In december verhoogde de Fed het officiële tarief met 0,25%. Verdere toekomstige

renteverhogingen blijven afhankelijk van economische data. De Europese centrale bank (ECB) verlaagde juist

de officiële rente tot 0,05% met een negatieve deposito rente van -0,30%. Ook besloot zij tot het opkopen

van staatsobligaties en verlengde dit programma eind 2015 bovendien. De centrale bank van Japan kwam

wederom met een omvangrijk verruimend pakket aan maatregelen, om de groei en de inflatie aan te

zwengelen.

De belangrijkste driver van obligatiemarkten bleef de zoektocht naar rendement gesteund door de ruim

aanwezige liquiditeit. Gedurende 2015 nam de Duitse tienjaars rente licht toe. Bij de start van het jaar was

de rente 0,54% om te eindigen op 0,62%.

De Barclays Euro Aggregate Corporate Index behaalde in 2015 een rendement van -0,56%. De gemiddelde

vergoeding voor kredietwaardigheid steeg over het jaar van 0,88% naar 1,34%. Met name de groter dan

verwachte aanbod van bedrijfsobligaties en de verslechterende groeivooruitzichten van opkomende

economieën waren debet aan dit negatieve rendement.

2015 is een moeilijk jaar geworden voor High Yield obligaties. In de eerste maanden was het sentiment onder

beleggers nog goed, met als gevolg dat half april de markt al op bijna 4% rendement stond. Dit alles

gebeurde dankzij een stabilisatie van de olieprijs, waardoor de rust binnen High Yield terug keerde (met

name in de VS). Bovendien kondigde de ECB kwantitatieve verruiming aan in Europa. En hoewel de ECB geen

High Yield bedrijfsobligaties koopt, profiteerde de markt hier toch van.

De High Yield markt bleef volatiel in de 2e helft van het jaar. Goede maanden werden afgewisseld met slechte

maanden. In november daalde de prijs van een vat ruwe olie wederom tot het laagste niveau sinds de

financiële crisis omdat de OPEC niet tot overeenkomst kwam om de olieaanvoer iets te matigen. Bovendien

kwam de rentestijging van de Amerikaanse FED dichterbij en steeg de rente op Amerikaanse staatsobligaties.

Het leidde dat tot een zwakke high yield markt in de VS, welke ook een negatief rendement realiseerde over

het gehele jaar. Europa was nog het meest veilige deel van de markt, omdat deze markt minder bedrijven in

grondstoffen of olie heeft. Toch was er ook in Europa voldoende spanning, met name rondom specifieke

gevallen. Zo viel het doek voor het Spaanse Abengoa, een zwaargewicht in de Europese markt, grotendeels

omdat de markt het vertrouwen in het bedrijf had verloren en het bedrijf teveel afhankelijk was van korte

termijn financiering.

2015 is een beter jaar geworden voor obligaties van opkomende landen (Emerging Market Debt) dan

verwacht. Werd aan het begin van het jaar verwacht dat de rentes op Amerikaanse staatobligaties snel

zouden stijgen en dat daardoor Emerging Markets wederom onder druk zouden komen te liggen, het

tegengestelde gebeurde. De rentes op Amerikaanse staatobligaties stegen juist nauwelijks in 2015 en pas

aan het einde van het jaar kondigde de FED aan de rente te verhogen. Een en ander leidde tot een positief

resultaat op deze beleggingen.

Het jaar 2015 begon voor Asset Backed Securities met hooggespannen verwachtingen voor de Europese

Centrale Bank. Veel marktparticipanten voorzagen een sterk positief effect op de deze markt door de

Page 31: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 31 van 89

opkoopprogramma’s van de ECB voor ABS en Covered Bonds. De ECB bleek de hoge verwachtingen niet waar

te kunnen maken. De ECB voerde in beperkte volumes ABS aankopen uit, waarbij een focus lag op de

sterkste sectoren zoals Nederlandse Asset Backed Securities. Met name voor de periferie had de markt meer

van de ECB verwacht. Uiteindelijk liet de markt een negatieve performance zien.

Vastgoed

Gesteund door de lage rente was het sentiment voor beursgenoteerd vastgoed erg goed in de eerste helft

van 2015. Vastgoedbedrijven rapporteerden goede cijfers. Een bedrijf dat minder sterke cijfers liet zien in het

eerste kwartaal, zoals Unibail-Rodamco, werd ontzien door beleggers. Duidelijk een teken van optimisme. De

vraag naar kwaliteitsvastgoed in Europa was hoog in 2015. Vooral Londen was erg in trek. Dit geldt overigens

voor zowel kantoren als woningen. Aan het einde van het jaar kwam er klad in de situatie. Door de zwakke

financiële markten (grondstoffen, opkomende markten), een mogelijke rente verhoging door de Bank of

England en de introductie van een stamp duty lijkt de hausse in residentieel vastgoed in Londen tot een einde

gekomen.

De Japanse kantorenmarkt oogt sterk; de leegstand in Tokyo daalde van 5,3% naar 3,7% met als gevolg

sterk stijgende huren. Dit heeft zich echter (nog) niet vertaalt in goed rendementen voor beleggers.

Grondstoffen

Afgelopen jaar noteerde grondstoffen wederom een flink negatief rendement. Alle sectoren behaalden een

sterk negatief rendement. Energie gerelateerde grondstoffen gingen het meest in prijs omlaag. De olieprijs

had met name last van de overproductie door de OPEC landen en de vertraging van de Chinese economie.

Ook andere grondstoffen hadden last van de vertraging. De vraag uit China nam af waardoor ook prijzen

sterk daalden. De olieprijs daalde uiteindelijk circa 45% in 2015. De grondstoffen index daalde voor het

tweede jaar op rij met meer dan 30%.

2.8.2. Verantwoord Beleggen

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland heeft een kapitaalcontract bij Aegon Levensverzekering met een

gesepareerd beleggingsdepot dat wordt belegd in Aegon fondsen. Deze fondsen worden beheerd door Aegon

Asset Management. Deze beleggingen moeten in overeenstemming zijn met de normen en waarden die

Aegon hanteert en die zijn opgenomen in de Code of Conduct van Aegon N.V. In het Beleid Verantwoord

Beleggen wordt concreet uitgewerkt wat dit betekent voor de beleggingen. Aegon Asset Management houdt

rekening met uitgangspunten op gebieden zoals mensenrechten, wapens, gezondheid, arbeidsrechten en

milieu.

Als het gaat om productie, ontwikkeling en verhandelen van controversiële wapens, zoals clustermunitie en

landmijnen, dan geldt er een algeheel investeringsverbod. Met behulp van de uitgebreide analyseresultaten

van een gespecialiseerd extern bureau waarover Aegon de beschikking heeft, stelt Aegon een uitsluitingslijst

op van bedrijven die hierin actief zijn. In deze bedrijven mag niet worden belegd, ook niet voor zogenaamde

passieve indexbeleggingen. Alle beleggingsportefeuilles worden periodiek gecontroleerd op de naleving van

dit uitsluitingsbeleid. Aegon voldoet hiermee aan de Nederlandse wetgeving die het verbiedt om directe steun

te verlenen aan ondernemingen die clustermunitie produceren, verkopen of distribueren.

Een andere categorie beleggingen waarvoor een investeringsverbod geldt zijn staatsobligaties, en overige

leningen van lagere overheden, van landen die stelselmatig de mensenrechten schenden. Leidend hiervoor

zijn veroordelingen van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties en sancties van de Europese Unie. Een

uitsluitingslijst met alle bedrijven en landen die worden uitgesloten wordt gepubliceerd op

www.aegon.nl/overaegon/verantwoord-beleggen.

Als het gaat om de gedragingen van ondernemingen dan moet er voldaan worden aan internationaal

geaccepteerde verdragen, in het bijzonder de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, Rio

Declaration on Environment and Development, United Nations Convention against Corruption, UN Global

Compact Principles, International Labour Organization’s Declaration of Fundamental Principles and Right at

Work en OECD Guidelines for Multinational Enterprises. Of de bedrijven waarin Aegon investeert voldoen aan

deze normen monitort Aegon periodiek. Met bedrijven die niet voldoen wil Aegon een dialoog voeren om deze

bedrijven tot ander gedrag te bewegen, dit wordt ‘engagement’ genoemd. Als deze dialoog na veelvuldige en

Page 32: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 32 van 89

herhaalde pogingen niet tot voldoende resultaat leidt, dan gaat Aegon Asset Management alsnog over tot

uitsluiting van het bedrijf.

Naast uitsluiting en dialoog is een volgend belangrijk onderdeel van verantwoord beleggen de integratie van

milieu-, sociale of maatschappelijke-, en bestuurlijke criteria (ESG in het Engels) direct in de

investeringsbeslissingen en -analyse. Welke factoren bij deze zogeheten ESG-integratie relevant zijn verschilt

per sector en type belegging. Via het gespecialiseerde externe bureau hebben alle Aegon analisten en

portefeuillemanagers wereldwijd de beschikking over beoordelingen van vrijwel alle bedrijven en sectoren op

deze ESG factoren. Deze beoordeling vormt een integraal onderdeel van het totale investeringsproces. Sinds

kort stelt Aegon ook eisen aan de ESG beoordeling van landen buiten de Europese Unie.

Bovenstaande uitgangspunten voor verantwoord beleggen zijn integraal van toepassing op het

beleggingsbeleid. Slechts in uitzonderlijke situaties kan het, vanwege praktische bezwaren, voorkomen dat

niet alle uitsluitingen overal kunnen worden toegepast. Dit is bijvoorbeeld het geval bij financiële

instrumenten op een index en bij deelname en een gemengd fonds van een externe manager. Voor externe

managers geldt dat Aegon in haar ‘due diligence’ onderzoeken aandacht besteedt aan milieu-,

maatschappelijke- en bestuurlijke factoren en vraagt Aegon deze externe managers verantwoording af te

leggen over hun beleggingsbeleid. Indien zij keuzes maken die niet in lijn liggen met de uitgangspunten voor

verantwoord beleggen, dan gaat Aegon met de betreffende partijen in gesprek.

2.8.3. Beleid

In 2015 hebben een aantal wijzigingen plaatsgevonden in het beleggingsbeleid. In 2015 is afscheid genomen

van direct vastgoed via het TKP Real Estate Fund. De opbrengst is gebruikt om te beleggen in beursgenoteerd

vastgoed. Halverwege het jaar is de strategische renteafdekking verlaagd van 75% naar 70%. In oktober is

het belang binnen vastrentende waarden in bedrijfsobligaties verlaagd van 35% naar 20% en tegelijkertijd is

het belang binnen vastrentende waarden in Asset Backed Securities verhoogd van 2% naar 17%.

2.8.4. Performance van de beleggingsportefeuille In onderstaand overzicht is de performance in 2015 per beleggingscategorie weergegeven.

2015

Performance Benchmark TW

Aandelen 2,47 1,40 1,05

Vastrentende waarden (excl. LDO/SLM) -0,18 -0,24 0,05

Vastgoed 9,97 8,06 1,77

Grondstoffen -33,99 -34,17 0,28

Global Tactical Asset Allocation -3,62 0,34 -3,95

Liquiditeiten

Totaal excl. SLM (gewogen) -1,37 -1,78 0,42

Totaal excl. SLM (gewogen) na kosten -1,67 -1,78 0,10

TW = Toegevoegde waarde

2015

Performance Benchmark TW

Strategic Liability Matching (SLM) -23,03

Totaal voor kosten (gewogen) -2,64

Totaal na kosten (gewogen) -2,98

TW = Toegevoegde waarde

Het rendement op vastrentende waarden is licht negatief. Dat heeft te maken met het negatieve rendement

op bedrijfsobligaties (zowel investment grade als high yield). De risico opslagen van deze categorieën stegen

Page 33: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 33 van 89

in 2015 wat zorgde voor een negatief rendement. De Duitse tien jaars rente steeg lin dit jaar licht, namelijk

met 0,04%. Hierdoor was het rendement op staatsobligaties erg laag. Het hoogste rendement binnen

vastrentende waarden kwam voort uit de belegging in obligaties van opkomende landen.

Het Pensioenfonds belegt in wereldwijde aandelen waarbij het valuta risico naar de belangrijkste valuta’s

(Britse Pond, US Dollar en Japanse yen) wordt afgedekt. Door een relatief sterk vierde kwartaal hebben

aandelen nog een positief rendement laten zien. Het beleggingsfonds waarin wordt belegd presteerde 1,05%

beter dan de benchmark in 2015. Dat had met name te maken met de tactische posities in Europese

aandelen.

Grondstoffen kende net als in 2014 een zeer negatief jaar. Olie is het belangrijkste bestanddeel van de

beleggingen in het fonds en de benchmark. Deze deden het slecht door de vertraging in de Chinese economie

en de hoge olieproductie door OPEC landen.

Het door Aegon Asset Management gevoerde tactische beleid binnen de beleggingscategorieën fondsen

voegde in 2015 waarde toe. Er werd per saldo 0,42% waarde toegevoegd door tactisch beleid. Na

beheerskosten is dit 0,10%.

2.8.5. Kosten vermogensbeheer

De kostenvermogensbeheer (beheerkosten en transactiekosten) zijn grotendeels onderdeel van de indirecte

beleggingsopbrengsten en als zodanig niet zichtbaar in de jaarrekening. In de komende overzichten zie je de

kosten vermogensbeheer per beleggingscategorie en uitgedrukt als percentage van het gemiddeld belegd

vermogen.

Gemiddeld belegd vermogen Bedragen x € 1

Vastgoed 34.848.168

Aandelen 80.747.375

Vastrentende waarden 265.228.606

Hedgefunds 22.280.432

Commodities 26.243.986

Overige beleggingen -413.199

Gemiddeld belegd vermogen toe te wijzen aan categorieën excl.overlay 428.935.369

Overlay beleggingen 54.354.837

Gemiddeld belegd vermogen toe te wijzen aan categorieën incl.overlay 483.290.206

Beheerkosten inclusief performance fee Bedragen x € 1

Percentage van gem. belegd vermogen

Kosten per beleggingscategorie

Vastgoed 187.024 0,54%

Aandelen 350.407 0,43%

Vastrentende waarden 505.283 0,19%

Hedgefunds 326.140 1,46%

Commodities 86.960 0,33%

Overige beleggingen -2.073

Totaal kosten toe te wijzen aan categorieën excl.overlay 1.453.741 0,34%

Kosten overlay beleggingen 227.300 0,42%

Totaal kosten toe te wijzen aan categorieën incl.overlay 1.681.041 0,35%

Overige kosten -373.992

Totaal overige vermogensbeheerskosten -373.992 -0,08%

Totaal kosten vermogensbeheer 1.307.049 0,27%

Page 34: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 34 van 89

Transactiekosten Bedragen x € 1

Percentage van gem. belegd vermogen

Kosten per beleggingscategorie

Vastgoed 19.302 0,06%

Aandelen 10.722 0,01%

Vastrentende waarden

202.598 0,08%

Hedgefunds 5.224 0,02%

Commodities 19.158 0,07%

Overige beleggingen -391

Totaal kosten toe te wijzen aan categorieën excl.overlay 256.613 0,06%

Kosten overlay beleggingen

57.221 0,11%

Totaal kosten toe te wijzen aan categorieën incl.overlay 313.834 0,06%

2.9. Risicoparagraaf

Het bestuur van SPFN heeft het Handboek Risico Management verder uitgewerkt.

Het doel van het Handboek Risico Management is tweeledig:

a) Het in kaart brengen van de doelstellingen, uitgangspunten en methodieken van het risicomanagement.

b) Het bewerkstellingen van aantoonbare adequate beheersing van risico’s (t.a.v. de bedrijfsvoering, de

financiële positie en uitbestedingsrelatie van SPFN ) in relatie tot doelstellingen van het fonds.

Integraal risicomanagement is een proces dat bewerkstelligd wordt door het bestuur van SPFN en toegepast

wordt bij het formuleren van de strategie van het fonds. Het identificeert potentiële gebeurtenissen die

invloed kunnen hebben op de doelstellingen van het pensioenfonds en is een handvat om risico’s te kunnen

beheersen zodat deze binnen de risicobereidheid van het fonds vallen.

Het doel van integraal risicomanagement is om een redelijke zekerheid te bieden ten aanzien van het behalen

van de doelstellingen.

In 2015 zijn specifiek de beleggingssrisico’s verder uitgewerkt met de bijbehorende beheersmaatregelen.

Het Handboek Risico Management en het aan de ABTN toegevoegde Beleggingsplan zijn met elkaar in

overeenstemming gebracht.

De strategische doelstellingen van SPFN zijn:

a) Het beleggingsbeleid is afgestemd op het beleidskader (inclusief de risicobereidheid) van SPFN.

b) SPFN wil in staat zijn om minimaal de nominale pensioenuitkeringen te voldoen. Daarnaast heeft SPFN

de ambitie om de pensioenuitkeringen te verhogen met de prijsinflatie (voorwaardelijke

toeslagverlening).

c) Het risicomanagement en de interne beheersing moeten aansluiten op de complexiteit van de

beleggingsportefeuille en de pensioenregeling(en). Dit houdt in dat de inrichting van het

Risicomanagement voor de beleggingen hogere eisen stelt aan interne beheersing naarmate de

complexiteit in de portefeuille toeneemt. Voor pensioenbeheer houdt dit in dat het administratiesysteem

en de procedures voor interne controle en beheersing voldoende ingericht moeten zijn om de regeling

juist, tijdig, en volledig te administreren en uit te voeren (incasso en excasso).

d) Het bestuur van SPFN wil “in control” zijn over de eigen en de uitbesteedde processen voor

vermogensbeheer en pensioenbeheer waaronder het adequaat beheersen van de risico’s. Dit houdt in

dat het Bestuur in staat is om vast te stellen dat de uitvoering van het beleid binnen de hiertoe gestelde

kaders plaatsvindt en dat het Bestuur tijdig kan bijsturen indien dit niet het geval is.

e) De governance van het risicomanagement moet effectief en volledig transparant zijn. Dit houdt in dat de

beheersmaatregelen effectief zijn en dat het helder is waar taken en verantwoordelijkheden zijn belegd.

Page 35: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 35 van 89

Naast de strategische doelstellingen er ook Operationele-, Rapportage- en Compliance-doelstellingen

vastgelegd.

De toezichthoudende organen zijn: De Nederlandse Bank (DNB), de Autoriteit Financiële Markten (AFM), het

Verantwoordingsorgaan (VO) en de Visitatiecommissie.

DNB toetst het fondsreglement aan de Pensioenwet en aan overige relevante wet-en regelgeving. Deze

toetsing geschiedt op basis van een risico gebaseerde en steekproefsgewijze inschatting Ook toetst DNB de

uitvoering van de pensioenregeling van het fonds, d.m.v. o.a. Governance-onderzoeken, themaonderzoeken

en beleggingsonderzoeken.

AFM toetst het Communicatiebeleid van het Fonds en fungeert voor pensioenfondsen die hun

beleggingsbeleid in eigen beheer hebben als controle orgaan t.o.v. dit beleid. SPFN heeft haar

vermogensbeheer volledig uitbesteed en valt derhalve wat onder het toezicht van DNB.

Onderstaand vind u een opsomming van de risico’s waarmee een pensioenfonds specifiek in 2015 rekening

heeft gehouden.

Verzekeringstechnisch risico

Verzekeringstechnisch risico is het risico dat uitkeringen (nu dan wel in de toekomst) niet gefinancierd

kunnen worden vanuit premie- en/of beleggingsinkomsten als gevolg van onjuiste en/of onvolledige

(technische) aannames en grondslagen bij de ontwikkeling en premiestelling van het product. Dit risico is

afdoende afgedekt. Het fonds hanteert de meest actuele overlevingstabel en de aannames en grondslagen

worden door de actuaris jaarlijks geanalyseerd. Per ultimo 2015 zijn de laatste overlevingstafels van het

Actuarieel Genootschap (AG Prognosetafel 2014) toegepast voor de bepaling van de verplichtingen.

Herverzekeringsovereenkomst

Het fonds is herverzekerd via een kapitaalcontract. Hierbij worden risico’s (bijvoorbeeld overlijden van actieve

deelnemers voor pensionering) verzekerd bij een verzekeringsmaatschappij. Hiervoor betaalt het fonds

verzekeringspremies aan de verzekeringsmaatschappij.

Bij een cumulatief positief technisch resultaat wordt dit gedeeld (aan het einde van de looptijd van het

contract met de verzekeringsmaatschappij) volgens de verdeelsleutel 80% voor het Fonds en 20% voor de

herverzekeraar. Bij een cumulatief negatief technisch resultaat is 100% voor rekening van de herverzekeraar.

Het herverzekeringscontract werkt dus als een stop-loss mechanisme. In het door de verzekeraar opgestelde

depotverslag wordt jaarlijks ingegaan op de uitsplitsing van het technisch resultaat. De overeenkomst met

Aegon is in 2014 verlengd met maximaal twee jaar tot 1 januari 2017.

Grondslagen pensioenverplichtingen

Per ultimo 2015 is de Prognosetafel 2014 gehanteerd zoals deze door het Actuarieel Genootschap (AG) is

uitgebracht. Ook is bij de waardering van de pensioenverplichtingen rekening gehouden met ervaringssterfte

waarvoor gebruik wordt gemaakt van tabel ES-P1 van het Verbond van Verzekeraars. Begin januari worden,

door Aegon, de grondslagen voor marktwaarderapportage m.b.t. het verslagjaar, verstrekt aan het Fonds. Op

dit formulier staat de basis voor te hanteren rekenrente, de sterftetafel, de leeftijd correcties en nog een

aantal actuariële gegevens vermeld. Dit formulier wordt ter verificatie aangeboden aan de adviserend

actuaris en vervolgens ondertekend geretourneerd aan Aegon. De gegevens vormen de grondslagen voor de

berekening van de verplichtingen m.b.t. het jaarwerk.

Operationeel risico

Operationeel risico is het risico samenhangend met ondoelmatige of onvoldoende doeltreffende

procesinrichting dan wel procesuitvoering. Het fonds ontvangt jaarlijks de ISAE 3402 Type 2 rapportages voor

beleggingen en pensioen- en procesuitvoering van Aegon. Hierin wordt uitgebreid ingegaan op doeltreffende

procesinrichting en procesuitvoering.

Page 36: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 36 van 89

Matchingrisico

Matchingrisico is het risico als gevolg van het niet in overeenstemming zijn van passiva en activa in termen

van rentevoet, rente typische looptijden, basisvaluta en gevoeligheid voor ontwikkeling in prijspeil. Het fonds

wil het renterisico voor ongeveer 70% en het valutarisico nagenoeg volledig afdekken.

Het bestuur zal periodiek heroverwegen, mede n.a.v. een nieuwe ALM-studie of de mate van afdekking van

het renterisico nog passend is.

Integriteitrisico

Integriteitrisico is het risico dat de integriteit van de instelling dan wel het financiële stelsel wordt beïnvloed

als gevolg van niet integere, onethische gedragingen van de organisatie, medewerkers dan wel de leiding in

het kader van wet- en regelgeving en maatschappelijke en door de instelling opgestelde normen. Het bestuur

is gehouden aan de ethisch gedragscode die geldt bij Fluor. Bovendien wordt de integriteit en gedragscode

door de actuaris (d.m.v. Prudent-Person Beleggingen) alsmede door de accountant (d.m.v. KPMG-Inquiries)

afdoende gecontroleerd. Daarnaast moet worden voldaan aan de Modelgedragscode van de

Pensioenfederatie. Er wordt elk jaar een verklaring afgelegd door alle bestuursleden dat er voldaan is aan

deze gedragscode.

In het kader van de mogelijke belangenverstrengeling is er in 2015 een uitgebreid integriteitrisicoanalyse

onderzoek geweest. Uit de analyse blijkt dat er een laag risico en een lage mogelijke impact bestaat binnen

de huidige organisatie structuur van het fonds met de bestaande beheersmaatregelen.

Kredietrisico

Kredietrisico is het risico dat een tegenpartij contractuele of andere overeengekomen verplichtingen niet

nakomt. Verplichtingen zijn onder andere verstrekte kredieten, leningen, vorderingen en ontvangen

garanties. In deze paragraaf wordt specifiek ingegaan op het kredietrisico in de fysieke portefeuille

vastrentende waarden. Onder kredietrisico verstaat SPFN de risicofactor S5 (kredietrisico) in de

solvabiliteitsformule van DNB. Dit is het risico dat de waarde van de (obligatie)portefeuille daalt als gevolg

van een verhoging in de opslag voor kredietrisico (credit spread).

Jaarverslag

Voor alle actieve en gepensioneerde deelnemers wordt het jaarverslag 2015 geplaatst op de website van het

Fonds en kan op verzoek worden verkregen op de administratie (locatie 1-033).

Tevens wordt een Engelse versie uitgegeven van dit jaarverslag.

Hoofddorp, 23 juni 2016

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Het Bestuur

M. Blom

F.J. van Heijningen

B. de Hoog

R. van Lohuizen

P. Mali

P. Pluimers

G. van der Schaaf

A. Touw

Page 37: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 37 van 89

3. Verslag van het verantwoordingsorgaan

Het verantwoordingsorgaan heeft dit jaar 4 maal vergaderd met het bestuur en 5 maal intern.

3.1.1. Samenstelling

Door het overlijden van de heer Liesting in oktober 2015 is er een vacature in de afvaardiging namens de gepensioneerden.

Eind 2015 had het verantwoordingsorgaan hierdoor de volgende samenstelling:

Namens de pensioengerechtigden Namens de gepensioneerden

E. Enzerink (plv. voorzitter) vacature (voorzitter)

C. Woltering (secretaris) P. Koster

D. Westerlaken-van Westen P. Oldewarris

J. Spiekermann (plv.secretaris)

3.1.2. Deelname aan werkcommissies

Opleidingen De zoektocht naar geschikte pensioenfonds opleidingen voor het VO om te komen tot “geschiktheidsniveau

A” is dit jaar voortgezet. Het “deskundigheidsniveau 1” zoals gold voor de Deelnemersraad is niet meer

voldoende binnen de Wet Versterking Pensioenfonds Besturen en daarom zal zodoende de VO een

aanvullende opleiding nodig hebben om het verschil te overbruggen en te komen tot “geschiktheidsniveau

A”. Eind 2015 was er nog geen keuze voor een opleiding bepaald.

3.1.3. Overleg met het bestuur

In 2015 is in totaal vier maal overleg met het bestuur geweest:

- 5 maart 2015

- 28 mei 2015

- 8 oktober 2015

- 10 december 2015

Met als hoofdpunten de volgende zaken:

1. Het jaarverslag 2014 (vergadering 28 mei 2015)

2. Toeslagen op pensioenen per 1 januari 2016 (vergadering 10 december 2015)

3. De toekomst van het fonds (vergaderingen van 8 oktober en 10 december 2015)

Page 38: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 38 van 89

3.1.4. Adviesaanvragen

De volgende adviesaanvragen zijn door het VO behandeld 2015:

Aanvraag no. Onderwerp Reactie DLN/VO Aanvullend commentaar

door DLN / VO

SPF-VAO-ADV-

2014-007

aanpassen

uitvoeringsovereenkomst

Positief advies VO-ADV-

2015-02-

uitvoeringsovereenkomst

SPF-VAO-ADV-

2015-001

Wijzigingen

Fondsreglement

(opheffen van de terug

stelling van de

backservice en verhogen

van het aantal klassen

bij premievrijstelling bij

arbeidsongeschiktheid)

Positief Advies VO-ADV-2015-03

VO heeft echter wel het verzoek

om in Artikel 1

Begripsomschrijvingen ten

behoeve de leesbaarheid het

begrip partner te wijzigen in:

Partner: De persoon die voor de

pensioeningangsdatum

echtgenoot is, of middels een

geregistreerd partnerschap of

een (notarieel)

samenlevingsovereenkomst

partner is van de (gewezen)

deelnemer bij diens overlijden.

SPFN-aan-VO-

2015-005

toeslagen op pensioenen

per 1 januari 2016 Positief Advies VO-ADV-2015-05

SPFN-aan-VO-

2015-003

ABTN rev 10,

Risicohandboek en

Beleggingsplan

Positief Advies VO-ADV-2015-04

Risicohandboek: De op- en aanmerkingen

gemaakt door het

verantwoordingsorgaan (ref. e-

mail d.d. 27 oktober 2015 van

D. Westerlaken – van Westen

aan R. Van Lohuizen) dienen

meegenomen te worden in de

volgende revisie.

3.1.5. Oordeel en aanbeveling

Om tot een oordeel over het handelen van het bestuur te komen heeft het VO allereerst in de brief

VO_SPFN_2016_02_Aanvraag informatie Jaarverslag 2016 een aantal specifiek aandachtspunten voorgelegd

aan het bestuur.

Aan de hand van het antwoord van het bestuur op deze brief heeft het verantwoordingsorgaan het handelen

van het bestuur geëvalueerd. Op basis van de beschreven werkzaamheden komt het verantwoordingsorgaan

tot het oordeel dat het bestuur met inachtneming van een voldoende mate van zorgvuldigheid en

evenwichtige afweging van de belangen van de bij het pensioenfonds betrokken deelnemers, gewezen

deelnemers en werkgever, tot verantwoorde besluitvorming en beleidskeuzes is gekomen conform het

beleidskader van het fonds.

Het verantwoordingsorgaan komt ook tot de conclusie dat, vanwege het feit dat mede belegd (indirect) wordt

in complexe financiële producten en gebruik gemaakt wordt van financiële dienstverleners, gedetailleerde

kennis en begrip van deze producten nodig is om de bijbehorende financiële risico’s volledig te identificeren

en doorgronden. Hoewel de kennis over deze producten en diensten binnen het bestuur gedurende de

afgelopen jaren al aanzienlijk is uitgebreid en uitgediept, beveelt het VO aan om de inspanning met

betrekking tot het uitbreiden, uitdiepen en inzetten van deze kennis ook in de komende periode voort te

zetten en niet te laten “onder sneeuwen” door andere (majeure) ontwikkelingen die met betrekking tot het

fonds gaande zijn.

Page 39: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 39 van 89

Jaarrekening

Page 40: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 40 van 89

4. Balans per 31 december 2015

(Bedragen in hele euro’s na bestemming van het resultaat)

Activa 31-12-2015 31-12-2014

Beleggingen voor risico pensioenfonds

Vastgoedbeleggingen 8.2.1 33.397.435 31.399.017

Aandelen 8.2.2 103.521.719 100.019.193

Vastrentende waarden 8.2.3 292.974.706 314.770.891

Overige beleggingen 8.2.4 24.396.938 22.256.168

Beleggingsvorderingen en -schulden 8.2.5 (665.613) 10.172.130

453.625.185 478.617.399

Vorderingen en overlopende activa

Vorderingen uit herverzekering 8.4.1 0 166.666

Overige vorderingen 8.4.2 1.907.736 94.376

1.907.736 261.042

Totaal activa

455.532.921

478.878.441

Page 41: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 41 van 89

Passiva 31-12-2015 31-12-2014

Stichtingskapitaal en reserves

Wettelijke en statutaire reserves 8.5.1 (37.943.325) 28.628.344

Bestemmingsreserves 8.5.2 1.348.450 0

Overige reserves 8.5.3 67.877.000 41.733.000

31.282.125 70.361.344

Technische voorzieningen

Voorziening pensioenverplichtingen voor risico

van het pensioenfonds

8.6.1 417.800.401 392.345.406

Overige technische voorzieningen 8.6.2 4.509.283 5.078.489

422.309.684 397.423.895

Overige schulden en overlopende passiva

Schulden uit herverzekering 8.7.1 1.748.969 0

Overige schulden 8.7.2 192.143 11.093.202

1.941.112 11.093.202

Totaal passiva 455.532.921 478.878.441

Page 42: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 42 van 89

Page 43: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 43 van 89

5. Staat van baten en lasten over 2015

(Bedragen in hele euros)

Staat van Baten en Lasten 2015 2014

BATEN

Premiebijdragen 9.1 11.782.083 12.468.250

Beleggingsresultaten voor risico pensioenfonds 9.2 (13.427.791) 84.111.229

Baten uit herverzekering 9.3 1.348.450 0

Overige baten 9.4 0 313.428

Totaal baten (297.258) 96.892.907

LASTEN

Pensioenuitkeringen 9.5 11.376.975 11.205.903

Pensioenuitvoeringskosten 9.6 356.621 484.580

- Pensioenopbouw 9.7.1 13.282.462 12.887.768

- Indexering en overige toeslagen 9.7.2 0 4.625.834

- Rentetoevoeging 9.7.3 644.758 1.231.499

- Onttrekking voor pensioenuitkeringen 9.7.4 (11.376.975) (11.205.903)

- Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten 9.7.5 (356.621) (484.580)

- Wijziging marktrente 9.7.6 25.330.410 61.785.001

- Wijziging uit hoofde van overdracht van

rechten

9.7.7 (464.977) 682.834

- Wijziging uit hoofde van actuariële

uitgangspunten

9.7.8 0 (2.191.080)

- Overige mutatie voorziening

pensioenverplichtingen

9.7.9 (1.604.062) 78.912

Mutatie voorziening pensioenverplich-

tingen voor risico pensioenfonds

25.454.995 67.410.285

Mutatie overige technische voorzieningen 9.8 (569.206) 1.320.227

Saldo overdracht van rechten 9.9 450.507 (605.077)

Overige lasten 9.10 1.712.069 117.068

Totaal lasten 38.781.961 79.932.986

Saldo baten en lasten

(39.079.219)

16.959.921

Page 44: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 44 van 89

Bestemming van resultaat 2015 2014

Wettelijke en statutaire reserves

Mutatie Algemene Reserve (66.571.669) 13.513.921

Bestemmingsreserves

Mutatie Reserve technische winstdeling 1.348.450 0

Overige reserves

Reserve beleggings- en actuariële risico's 26.144.000 3.446.000

Totaal bestemming van het resultaat

(39.079.219) 16.959.921

Page 45: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 45 van 89

6. Kasstroomoverzicht over 2015

(Bedragen in hele euro’s)

2015 2014

Kasstroom uit pensioenactiviteiten

Ontvangen premies 94.376 23.772.785

Ontvangen in verband met overdracht van

rechten

119.198 844.598

Betaalde pensioenuitkeringen (11.696.526) (11.878.559)

Betaald in verband met overdrachten van

rechten

(478.199) (464.272)

Betaalde pensioenuitvoeringskosten 52.584 61.833

Ontvangen uitkeringen van herverzekeraars 382.561 (179.898)

(11.526.006) 12.156.487

Kasstroom uit beleggingsactiviteiten

Verkopen en aflossing van beleggingen 111.611.835 66.642.835

Ontvangen directe beleggingsopbrengsten 16.436.932 32.875.287

Aankopen van beleggingen (127.382.020) (101.171.416)

Betaalde kosten van vermogensbeheer 21.516 117.335

688.263 (1.535.959)

Netto kasstroom (10.837.743) 10.620.528

Liquide middelen ultimo (665.613) 10.172.130

Liquide middelen primo 10.172.130 (448.398)

Mutatie liquide middelen (10.837.743) 10.620.528

Page 46: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 46 van 89

Page 47: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 47 van 89

7. Toelichting grondslagen

7.1. Algemeen

De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de

Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ), uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. De

jaarrekening is opgesteld in euro’s.

Beleggingen en pensioenverplichtingen worden gewaardeerd op marktwaarde. De overige activa en passiva

worden gewaardeerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag

is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs.

In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen, waarmee

wordt verwezen naar de toelichting.

7.2. Opname in de balans of staat van baten en lasten

Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische

voordelen naar het pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden

vastgesteld.

Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan

gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan

worden vastgesteld.

Baten worden in de rekening van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het

economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een

verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.

Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een

vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de

omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.

7.3. Vreemde valuta

Activa en passiva in vreemde valuta worden omgerekend naar euro’s tegen de koers per balansdatum. Deze

waardering is onderdeel van de waardering tegen marktwaarde. Baten en lasten voortvloeiende uit

transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum. Het pensioenfonds

heeft de volgende valutakoersen gehanteerd:

2015

Slotkoers

2014

Slotkoers

Amerikaanse dollar 0,921 0,826

Australische dollar 0,670 0,676

Canadese dollar 0,663 0,714

Hong Kong dollar 0,119 0,107

Japanse Yen 0,008 0,007

7.4. Schattingen en veronderstellingen

Bij toepassing van de grondslagen en de regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt het bestuur van

het pensioenfonds zich verschillende oordelen en maakt schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de

jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste

inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende

veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten.

Page 48: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 48 van 89

7.5. Schattingswijziging

Sinds eind 2011 wordt de RTS gebaseerd op een driemaands gemiddelde en sinds 30 september 2012 wordt

deze gecorrigeerd op basis van een Ultimate Forward Rate (hierna: UFR) methodiek. Hierbij worden de

forward curves waarop de RTS is gebaseerd vanaf het laatst liquide punt (20 jaar) aangepast naar een UFR

van 4,2%. Per 15 juli 2015 is de Ultimate Forward Rate aangepast. De UFR is niet meer vastgezet op 4,2%,

maar wordt nu bepaald door het voortschrijdend 120-maandsgemiddelde van de 20-jarige forward rate.

De aanpassing van de UFR leidt tot een toename van de voorziening pensioenverplichtingen per 31 december

2015 met € 8.900.000.

De driemaands middeling is per 1 januari 2015 vervallen. Hierdoor is de voorziening pensioenverplichtingen

per 1 januari 2015 toegenomen met € 20.585.000.

7.6. Belastingen

De activiteiten van het pensioenfonds zijn vrijgesteld van belastingheffing in het kader van de

vennootschapsbelasting.

7.7. Beleggingen voor risico pensioenfonds

7.7.1. Algemeen

Participaties in beleggingsfondsen

Participaties in beleggingsfondsen, die gespecialiseerd zijn in een bepaald soort beleggingen, worden

gerubriceerd en gewaardeerd volgens de grondslagen voor dat soort beleggingen, zijnde marktwaarde.

Resultaatverantwoording

Alle gerealiseerde en ongerealiseerde resultaten worden direct in de staat van baten en lasten verantwoord.

7.7.2. Vastgoedbeleggingen

Beursgenoteerde (indirecte) vastgoedbeleggingen worden gewaardeerd tegen marktwaarde, zijnde de per

balansdatum geldende beurskoers.

7.7.3. Aandelen

Beursgenoteerde aandelen en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen

de per balansdatum geldende beurskoers

7.7.4. Vastrentende waarden

Beursgenoteerde vastrentende waarden en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn

gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoersen. Indien vastrentende waarden of participaties

in beleggingsinstellingen niet-beursgenoteerd zijn, vindt waardebepaling plaats op basis van de geschatte

toekomstige netto kasstromen (rente en aflossingen) die uit de beleggingen zullen voortvloeien, contant

gemaakt tegen de geldende marktrente en rekening houdend met het risicoprofiel (kredietrisico,

oninbaarheid) en de looptijd.

7.7.5. Derivaten

Derivaten worden gewaardeerd op marktwaarde, te weten de relevante marktnoteringen of, als die er niet is,

de waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen.

7.7.6. Overige beleggingen

De overige beleggingen betreffen participaties in beleggingsinstellingen die niet in een beleggingscategorie

zijn in te delen. Deze beleggingen zijn gewaardeerd tegen marktwaarde, zijnde de per balansdatum geldende

beurskoers.

Page 49: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 49 van 89

7.8. Herverzekeringsdeel technische voorzieningen

Uitgaande herverzekeringspremies worden verantwoord in de periode waarop de herverzekering betrekking

heeft. Vorderingen uit hoofde van winstdelingsregelingen in herverzekeringscontracten worden verantwoord

op het moment van toekenning door de herverzekeraar.

Het pensioenfonds heeft per 1 januari 2009 met Aegon Levensverzekering N.V. een uitvoeringsovereenkomst

gesloten met een looptijd van 5 jaar in de vorm van een gesepareerd beleggingsdepot met technische

winstdeling. De uitvoeringsovereenkomst is voor een periode van 1 jaar verlengd. Het percentage technische

winstdeling is hierbij verhoogd van 70% naar 75%, de overige condities zijn niet gewijzigd. In 2014 zijn

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland en Aegon Levensverzekering N.V. overeengekomen dat de

overeenkomst tot herverzekering en uitbesteding van de pensioenadministratie en vermogensbeheer per 1

januari 2015 voor een periode van maximaal twee jaar op ongewijzigde condities wordt voortgezet.

De huidige winstdelingsperiode is gestart op 1 januari 2009 en loopt tot 1 januari 2015. Is het saldo van de

opgerente resultaten aan het einde van deze periode positief, dan wordt 75% van dit saldo aan het

pensioenfonds uitgekeerd. Een eventueel negatief saldo komt voor rekening van Aegon. In verband met de in

2014 overeengekomen verlenging per 1 januari 2015 met maximaal twee jaar loopt de winstdelingsperiode

ook door en wordt met ingang van 1 januari 2015 het winstdelingspercentage met terugwerkende verhoogd

naar 80%. Het opgerente cumulatieve technisch resultaat tot en met 2015 is € 1.348.450 positief.

7.9. Vorderingen en overlopende activa

Voor zover noodzakelijk wordt op de vorderingen en overlopende activa een voorziening voor oninbaarheid in

mindering gebracht.

7.10. Technische voorzieningen

7.10.1. Voorziening pensioenverplichtingen

De voorziening pensioenverplichtingen wordt gewaardeerd op basis van de rentetermijnstructuur (RTS) die

door DNB per 31 december is gepubliceerd. De RTS wordt gecorrigeerd op basis van een Ultimate Forward

Rate (UFR) methodiek. Hierbij worden de forward curves waarop de RTS is gebaseerd vanaf het laatst liquide

punt (20 jaar) aangepast naar een UFR gebaseerd op het voortschrijdend 120-maandsgemiddelde van de 20-

jarige forward rate. De waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van

toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke

pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken

en de onvoorwaardelijke (indexatie)toezeggingen.

Bij de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen is uitgegaan van het op de balansdatum

geldende fondsreglement en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks

wordt door het bestuur besloten of de opgebouwde pensioenaanspraken worden geïndexeerd. Alle per

balansdatum bestaande indexatiebesluiten zijn in de berekening begrepen. Er wordt geen rekening gehouden

met toekomstige salarisontwikkelingen.

Bij de berekening van de voorziening wordt rekening gehouden met premievrije pensioenopbouw in verband

met invaliditeit op basis van de contante waarde van premies waarvoor vrijstelling van betaling wegens

arbeidsongeschiktheid is verleend.

Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt uitgegaan van voor toezichthouder acceptabele

grondslagen, waarbij rekening wordt gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen.

De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen

a. de rentevoet is de DNB yield curve per einde jaar en is op basis van de duration van de voorziening van

17,0 (2014: 16,5) bij benadering gelijk aan een vaste rekenrente van 1,7% (2014: 1,9%).

Page 50: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 50 van 89

b. de sterftekansen zijn ontleend aan de AG generatietafel 2014 startjaar 2016, inclusief de ervaringssterfte

van het verbond van verzekeraars (correctietabel ES-P1);

c. voor het partnerpensioen is aangenomen dat de partner drie jaar jonger is dan de verzekerde man en drie

jaar ouder is dan de verzekerde vrouw.

d. de partnerfrequenties (inclusief huwelijkspartners en geregistreerde partners) zijn vastgesteld volgens het

vijfde CRC-rapport.

Na de datum van ingang van het ouderdomspensioen geschiedt reservering van het uitruilbaar

partnerpensioen volgens het systeem bepaalde partner.

De mixfactoren voor sekseneutraal tarief voor pensioenaankoop op leeftijd 65 uit expirerend

kapitaal voor deelnemers aan de AIP-regeling bedraagt voor respectievelijk

ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen:

Ouderdomspensioen Partnerpensioen

Mannen 0,8194 0,9304

Vrouwen 0,1806 0,0696

e. De netto premiereserve is berekend op marktwaarde en verhoogd met een excassoreserve

van 2,08% van de netto premiereserve.

f. De netto schadereserve is berekend op marktwaarde door de onder vrijstelling van premiebetaling

wegens arbeidsongeschiktheid op te bouwen pensioenaanspraken, te projecteren als toekomstige

kasstromen en deze contant te maken op basis van de in de kolom onder 31 december van het

kalenderjaar j door de Nederlandsche Bank gepubliceerde nominale rentetermijnstructuur (zero-coupon),

verhoogd met een excassoreserve van 2,08%.

g. De voorziening uitlooprisico wordt bepaald als 1,04 x {1,04 x BP(j-1) + BP(j)}, waarbij BP

gelijk is aan de in de premies begrepen opslag voor medeverzekering van premievrijstelling

bij arbeidsongeschiktheid.

De indexering van de pensioenen geschiedt in principe op basis van de ontwikkeling van de

Consumentenprijsindexcijfers, zoals die worden berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek. De

indexering geschiedt voor zover het Fonds over voldoende middelen beschikt (artikel 18 van het

fondsreglement). Per 1 januari 2015 bedraagt de indexering 0,6% (2014: 1,7%).

De driemaandsmiddeling is per 1 januari 2015 vervallen. De rentetermijnstructuur per 31 december 2014 is

nog vastgesteld op basis van een driemaandsgemiddelde en een Ultimate Forward Rate (UFR) van 4,2%.

7.10.2. Overige technische voorzieningen

Voorziening backservice

De voorziening backservice koopsom betreft het per balansdatum nog te betalen bedrag inzake de

salarisaanpassingen 2015 die in boekjaar 2016 worden verwerkt in de voorziening pensioenverplichting.

Op basis van fondsgrondslagen is de hoogte van deze voorziening per 31 december 2015 benaderd. Deze is

gelijk aan € 4.509.283 (2014: € 5.078.489).

7.11. Kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode.

Page 51: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 51 van 89

8. Toelichting op de balans

8.1. Algemeen

Belegging in premiebijdragende onderneming(en)

Het pensioenfonds heeft geen beleggingen in premiebijdragende ondernemingen

Afdekkingstransacties

In de Aegon fondsen wordt gebruik gemaakt van derivaten met als doel een effectieve en efficiënte uitvoering

van het beleggingsbeleid mogelijk te maken en beleggingsrisico's af te dekken.

Securities lending en collateral management

In de Aegon fondsen wordt indirect gebruik gemaakt van Security Lending en Collateral Management met als

doel een effectieve en efficiënte uitvoering van het beleggingsbeleid mogelijk te maken.

8.2. Beleggingen voor risico pensioenfonds

8.2.1. Vastgoedbeleggingen

Deze beleggingen zijn onder te verdelen in de volgende categorieën:

31-12-2015 31-12-2014

Indirecte vastgoedbeleggingen 33.397.435 31.399.017

Stand ultimo boekjaar 33.397.435 31.399.017

Het verloop van deze post is als volgt:

31-12-2015 31-12-2014

Stand primo boekjaar 31.399.017 23.039.992

Aankopen 5.663.263 3.453.000

Verkopen (6.606.263) (611.271)

Waardeveranderingen 2.941.418 5.517.296

Stand ultimo boekjaar 33.397.435 31.399.017

8.2.2. Aandelen

Deze beleggingen zijn onder te verdelen in de volgende categorieën:

31-12-2015 31-12-2014

Aandelenbeleggingsfondsen 103.521.719 100.019.193

Stand ultimo boekjaar 103.521.719 100.019.193

Page 52: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 52 van 89

Het verloop van deze post is als volgt:

31-12-2015 31-12-2014

Stand primo boekjaar 100.019.193 97.887.576

Aankopen 4.059.000 4.714.000

Verkopen (2.677.000) (12.910.000)

Waardeveranderingen 2.120.526 10.327.617

Stand ultimo boekjaar 103.521.719 100.019.193

8.2.3. Vastrentende waarden

Deze beleggingen zijn onder te verdelen in de volgende categorieën:

31-12-2015 31-12-2014

Credit Funds 64.217.786 104.480.094

Hypotheken 49.737.766 44.927.746

Obligatiebeleggingsfondsen 131.450.585 108.422.352

Overige vastrentende papieren 47.568.569 56.940.699

Stand ultimo boekjaar 292.974.706 314.770.891

Het verloop van deze post is als volgt:

31-12-2015 31-12-2014

Stand primo boekjaar 314.770.891 234.227.861

Afroming c.q. bijstorting Strategic Liability

Matching fonds (2.870.010) (21.300.632)

Aankopen 104.378.474 89.646.635

Verkopen (101.601.456) (52.633.027)

Waardeveranderingen (21.703.193) 64.830.054

Stand ultimo boekjaar 292.974.706 314.770.891

8.2.4. Overige beleggingen

Deze beleggingen zijn onder te verdelen in de volgende categorieën:

31-12-2015 31-12-2014

Grondstoffen 19.947.881 17.531.185

GTAA fonds 4.449.057 4.724.983

Stand ultimo boekjaar 24.396.938 22.256.168

Het GTAA fonds is een zogeheten overlay structuur (er wordt met relatief weinig waarde een relatief hoge

exposure aangegaan) met als doel het tactisch beleid van de vermogensbeheerder te koppelen aan de

portefeuille van het pensioenfonds. GTAA belegt in hoofdzaak in liquiditeiten en in derivaten.

Page 53: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 53 van 89

Het verloop van deze post is als volgt:

31-12-2015 31-12-2014

Stand primo boekjaar 22.256.168 27.690.168

Aankopen 13.442.000 3.429.000

Verkopen (574.000) (389.000)

Waardeveranderingen (10.727.230) (8.474.000)

Stand ultimo boekjaar 24.396.938 22.256.168

8.2.5. Beleggingsvorderingen en –schulden

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:

31-12-2015 31-12-2014

Liquide middelen (ten aanzien van beleggingen) (665.613) 10.172.130

Stand ultimo boekjaar (665.613) 10.172.130

8.3. Risico’s van financiële instrumenten

In de hierna volgende toelichtingen op de risico’s van de beleggingen is een ‘doorkijkmethode’ toegepast. Dit

betekent dat naar het risicoprofiel van de beleggingen binnen de beleggingsfondsen is doorgekeken, in plaats

van uitsluitend te kijken naar de participaties in de beleggingsfondsen. Het pensioenfonds beoogt hiermee op

een transparante wijze inzicht te geven in de risico’s die samenhangen met de beleggingen waarin zij heeft

geïnvesteerd.

8.3.1. Prijsrisico

Hier volgen de toelichtingen op de onderdelen van het prijsrisico.

Valutarisico

De meeste aandelenfondsen beleggen in aandelen die genoteerd zijn in andere valuta dan de Euro waardoor

ze zijn blootgesteld aan valutarisico. Alleen in de gehedgde variant van een beleggingsfonds wordt het valuta

risico grotendeels afgedekt.

In het staatsobligatiefonds zitten enkel beleggingen gedenomineerd in Euro, waardoor het niet is blootgesteld

aan enig valutarisico. In de overige fondsen kunnen beleggingen zitten met een denominatie in andere

Europese valuta dan de Euro, maar al deze posities worden in beginsel gehedged naar Euro waardoor deze

beleggingsfondsen een beperkt valutarisico lopen.

Aangezien HighYield en Emerging Market obligaties in andere valuta dan de Euro genoteerd kunnen zijn, zijn

deze beleggingsfondsen onderhevig aan valutarisico. Deze posities worden in beginsel gehedged naar Euro

waardoor deze beleggingsfondsen een beperkt valutarisico lopen.

Aangezien alle beleggingen gedenomineerd zijn in Euro, is het Strategic Liability Matching fonds niet

blootgesteld aan enig valutarisico.

De grondstoffondsen bestaan of uit instrumenten in Euro of worden afgedekt naar Euro waardoor ook hier het

valutarisico afgedekt wordt.

De beleggingen in het Aegon vastgoedfonds kunnen genoteerd zijn in andere valuta dan Euro. Hierdoor zijn

deze beleggingen blootgesteld aan valutarisico. De beleggingen in het TKP vastgoedfonds kunnen genoteerd

zijn in andere valuta dan Euro. De exposure naar het Britse Pond wordt afgedekt door middel van

Page 54: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 54 van 89

valutacontracten. Over de overige niet-Euro beleggingen kan derhalve sprake zijn van een belangrijk

valutarisico.

De verdeling van de beleggingen exclusief liquide middelen (t.a.v. beleggingen) in financiële instrumenten

naar valuta is als volgt:

Omschrijving

31-12-2015

%

31-12-2014

%

Euro 423.152.823 93,1% 437.116.267 93,3%

Hong Kong dollar 8.304.606 1,8% 8.638.674 1,8%

Amerikaanse dollar (6.227.423) -1,4% (8.554.972) -1,8%

Australische dollar 3.238.567 0,7% 2.625.851 0,6%

Canadese dollar 2.996.158 0,7% 3.634.943 0,8%

Japanse yen 2.644.399 0,6% 2.323.053 0,5%

Zweedse kroon 2.378.214 0,5% 2.012.976 0,4%

Zuid-Koreaanse won 1.155.402 0,3% 1.139.473 0,2%

Noorse kroon 955.598 0,2% 2.040.701 0,4%

Zuid-Afrikaanse rand 875.603 0,2% 1.176.758 0,3%

Overige valuta 4.891.607 1,1% 8.441.979 1,8%

Externe beleggingsfondsen 9.925.244 2,2% 7.849.564 1,7%

Stand ultimo boekjaar 454.290.798 100,0% 468.445.267 100,0%

In bovenstaande opstelling zijn de vergelijkende cijfers zijn aangepast in verband met een wijziging van de

10 belangrijkste posities per ultimo 2015.

Renterisico

Alle aandelenfondsen zijn onderhevig aan renterisico gezien fluctuaties in rentestanden de prijs van aandelen

kan beïnvloeden.

Alle obligatiefondsen zijn onderhevig aan renterisico en bovendien neemt dit renterisico toe met de looptijd

van de obligaties. Enkel binnen staatsobligatiefondsen en het tactische overlay fonds worden bovendien actief

posities ingenomen om te profiteren van verwachte veranderingen in de rente. HighYield en Emerging Market

Debt fondsen zijn onderhevig aan renterisico en bovendien neemt dit renterisico toe met de looptijd van de

obligaties. Fluctuaties in rentestanden beïnvloeden de prijs van vastrentende producten, waaronder obligaties

en swaps. Binnen het Strategic Liability Matching fonds wordt geen actief beleid gevoerd om te profiteren van

verwachte veranderingen in de rente.

Gezien fluctuaties in rentestanden de prijs van swaps kan beïnvloeden, zijn alle grondstoffondsen onderhevig

aan renterisico.

Page 55: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 55 van 89

De verdeling van de beleggingen exclusief liquide middelen (t.a.v. beleggingen) in financiële instrumenten

naar renteherzieningsdatum of aflossingsdatum, indien deze eerder ligt, en de gemiddelde effectieve

rentevoet is als volgt:

Omschrijving 31-12-2015 31-12-2014

Korter dan een jaar 15.209.672 62.009.093

1 – 5 jaar (15.192.250) (35.726.293)

6 – 10 jaar 90.098.609 103.160.445

langer dan 10 jaar 235.646.600 230.653.696

Niet rentedragende instrumenten 118.602.923 100.498.762

Externe beleggingsfondsen 9.925.244 7.849.564

Stand ultimo boekjaar 454.290.798 468.445.267

Het bovenstaande overzicht geeft de verdeling van het renterisico van de totale portefeuille waarbij tevens

rekening gehouden is met de renteswaps. Een negatieve marktwaarde in het blok “Korter dan een jaar” is het

gevolg van de korte poten van deze renteswaps. Met een renteswap wordt doorgaans een korte rente (de

korte poot) geruild voor een lange rente (de lange poot) om renterisico van de pensioenverplichtingen af te

dekken. De korte rente die betaald wordt, de korte poot, heeft dus een negatieve marktwaarde en een

looptijd die korter is dan een jaar.

Marktrisico

Alle obligaties zullen altijd risico's lopen op de markt bij grote koersschommelingen omwille van onder andere

grote veranderingen in de rente, spreads of valutaverschillen.

Grondstofbeleggingen zijn altijd onderhevig aan marktrisico gezien de kans op grote koersschommelingen

omwille van onder andere grote veranderingen in de rente of valutaverschillen. Vastgoedbeleggingen zijn

altijd onderhevig aan marktrisico gezien de kans op grote koersschommelingen omwille van onder andere

grote veranderingen in de rente of valutaverschillen.

Conform de index, hebben grondstoffenfondsen een grote exposure naar de energie sector, met name de olie

sector. Daarnaast worden swaps alleen afgesloten met een beperkte lijst van goedgekeurde tegenpartijen

waardoor het is blootgesteld aan concentratierisico.

Page 56: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 56 van 89

De verdeling van de beleggingen exclusief liquide middelen (t.a.v. beleggingen) naar geografisch gebied is als

volgt:

Omschrijving 31-12-2015 31-12-2014

€ % € %

Nederland 125.584.420 27,6% 84.419.179 18,0%

Verenigde Staten 79.451.906 17,5% 82.289.883 17,6%

Duitsland 58.564.239 12,9% 51.602.683 11,0%

Frankrijk 43.067.170 9,5% 50.798.013 10,8%

Verenigd Koninkrijk 26.448.555 5,8% 39.628.824 8,5%

Spanje 11.804.256 2,6% 5.192.206 1,1%

Japan 11.543.272 2,5% 10.130.162 2,2%

Italië 7.115.794 1,6% 6.586.841 1,4%

China 6.625.576 1,5% 5.301.584 1,1%

Oostenrijk 6.017.609 1,3% 8.493.383 1,8%

Overige landen 68.142.757 15,0% 116.152.945 24,8%

Externe beleggingsfondsen 9.925.244 2,2% 7.849.564 1,7%

Stand ultimo boekjaar 454.290.798 100,0% 468.445.267 100,0%

In bovenstaande opstelling zijn de vergelijkende cijfers aangepast in verband met een wijziging van de 10

belangrijkste posities per ultimo 2015.

De verdeling van de beleggingen exclusief liquide middelen (t.a.v. beleggingen) naar sector is als volgt:

Omschrijving 31-12-2015 31-12-2014

€ % € %

Basismaterialen 5.506.941 1,2% 5.193.667 1,1%

Cyclische

consumentengoederen 13.772.217 3,0% 19.429.648 4,1%

Energie 5.288.464 1,2% 14.748.117 3,1%

Financiële Instellingen 121.154.015 26,7% 153.467.384 32,8%

Gezondheidszorg 10.665.013 2,3% 10.576.397 2,3%

Industrie 12.261.063 2,7% 22.937.735 4,9%

Niet-cyclische

consumentengoederen 32.621.464 7,2% 19.220.131 4,1%

Nutsbedrijven 7.838.079 1,7% 9.022.909 1,9%

Overheid 112.744.802 24,8% 127.656.255 27,3%

Informatietechnologie 8.618.677 1,9% 14.568.470 3,1%

Telecommunicatie 6.786.551 1,5% 16.425.350 3,5%

Overige sectoren 107.108.268 23,6% 47.349.640 10,1%

Externe beleggingsfondsen 9.925.244 2,2% 7.849.564 1,7%

Stand ultimo boekjaar 454.290.798 100,0% 468.445.267 100,0%

8.3.2. Kredietrisico

Een voor beleggingsactiviteiten specifiek onderdeel van kredietrisico is het settlementrisico. Dit heeft

betrekking op het risico dat partijen waarmee het pensioenfonds transacties is aangegaan niet meer in staat

zijn hun tegenprestatie te verrichten waardoor het pensioenfonds financiële verliezen lijdt.

Page 57: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 57 van 89

De verdeling van de vastrentende waarden naar rating is als volgt:

Omschrijving 31-12-2015 31-12-2014

€ % € %

AAA 86.351.932 18,7% 83.858.461 17,5%

AA 62.657.282 13,6% 60.318.502 12,6%

A 76.832.443 16,7% 80.926.644 16,9%

BBB 42.718.680 9,3% 51.858.194 10,8%

BB 4.967.506 1,1% 4.729.229 1,0%

B 4.330.128 0,9% 3.591.549 0,7%

CCC 883.705 0,2% 632.827 0,1%

CC 11.508 0,0% 0 0,0%

C 0 0,0% 2.249 0,0%

D 119 0,0% 127 0,0%

Overige financiële

instrumenten

172.401.960 37,3% 185.581.728 38,8%

Externe beleggingsfondsen 9.925.244 2,2% 7.849.564 1,6%

Stand ultimo boekjaar 461.080.507 100,0% 479.349.074 100,0%

Bij bovenstaande opstelling dient te worden vermeld dat de waardering gebaseerd is op de onderliggende

waarde i.p.v. marktwaarde van de derivaten. Hiermee wordt een beter inzicht gegeven in het totaal

kredietrisico van de portefeuille.

In de portefeuille zijn financiële instrumenten opgenomen welke gevoelig zijn voor wijzigingen in de

kredietwaardigheid van de uitgevende instelling. Een A, AA of AAA rating geeft een goede tot uitstekende

kredietwaardigheid aan. Bij een Rating van BBB en lager neem het risico op default toe. De portefeuille is

blootgesteld aan een significant kredietrisico.

In de portefeuille zijn beleggingen opgenomen in het Aegon Hypotheken Fonds welke beleggen in

Nederlandse hypotheken. De rating van deze hypotheken worden op basis van een intern ratingmodel

vastgesteld. In dit model wordt uitgegaan van de expected loss per individuele hypotheek waarbij de input

voor de berekening komt van rating agency Moody’s. De plausibiliteit van deze waardering wordt vervolgens

getoetst aan de hand van een tweetal controleberekeningen. De eerste controleberekening is gebaseerd op

de expected loss uitgaande van historische performance van Saecure transacties (historische securitisatie

transacties van Aegon). De tweede controleberekening is gebaseerd op de expected loss van een proxy RMBS

(mandje van hypotheken).

Het totale kredietrisico wijkt af van de marktwaarde van de portefeuille als gevolg van het gebruik van

kredietderivaten (Credit Default Swaps). Met kredietderivaten wordt het kredietrisico op een tegenpartij

afgedekt, of kan juist extra kredietrisico op een tegenpartij worden genomen. Voor de berekening van het

totale kredietrisico in bovenstaand overzicht is rekening gehouden met de onderliggende waarde (exposure

waarde) van de kredietderivaten in plaats van de marktwaarde van deze derivaten. Hiermee wordt een beter

inzicht gegeven in het totale kredietrisico van de portefeuille.

8.3.3. Liquiditeitsrisico

Het liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen

worden omgezet in liquide middelen, waardoor het pensioenfonds op korte termijn niet aan zijn

verplichtingen uit hoofde van financiële instrumenten kan voldoen. Dit risico wordt beheerst door in het

strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor liquiditeitsposities.

8.3.4. Concentratierisico

Alle aandelenfondsen en vastgoedfondsen hebben een breed gespreide portefeuille.

Page 58: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 58 van 89

De meeste obligatiefondsen hebben een breed gespreide portefeuille waarbij sprake is van issuer limieten en

de concentratie afwijkingen zijn gemaximeerd t.o.v. de benchmark. De benchmark voor het

staatsobligatiefonds daarentegen bestaat uit een beperkt aantal overheden en derhalve is de portefeuille van

dit fonds blootgesteld aan een concentratierisico.

De HighYield en Emerging Market Debt fondsen hebben een breed gespreide portefeuille waarbij sprake is

van issuer limieten en de concentratie afwijkingen zijn gemaximeerd t.o.v. de benchmark. Het Strategic

Liability Matching fonds sluit alleen swaps af met een beperkte lijst van goedgekeurde tegenpartijen waardoor

het is blootgesteld aan concentratierisico.

Het hypothekenfonds belegt alleen in hypotheken met Nederlandse woonhuizen als onderpand. Hierdoor is

sprake van concentratierisico. Dit risico wordt beperkt door zoveel mogelijk geografisch te spreiden binnen

Nederland.

Het GTAA fonds heeft een breed gespreide portefeuille.

In onderstaande opstelling zijn de 10 belangrijkste posities (en alle posities in portefeuille die groter zijn dan

2% van het balanstotaal) ultimo verslagjaar weergegeven:

Omschrijving 31-12-2015 31-12-2014

€ % € %

Aegon. N.V. 51.037.288 11,2% 28.170 0,0%

Bondsrepubliek Duitsland 42.086.497 9,3% 33.821.135 7,2%

Republiek Frankrijk 28.148.321 6,2% 30.921.285 6,6%

Nederlandse Staat 18.437.682 4,1% 25.387.455 5,4%

Blue Square Capital Management LLC 9.751.147 2,1% 7.849.564 1,7%

Deutsche Bank AG 7.844.049 1,7% 2.634.967 0,6%

Stichting E-MAC Holding 5.615.914 1,2% 3.903.273 0,8%

Republiek Oostenrijk 5.551.555 1,2% 5.635.334 1,2%

Belgische Staat 5.053.258 1,1% 0 0,0%

SFM Holdings Ltd 4.765.697 1,0% 0 0,0%

Overige beleggingen 275.999.390 60,9% 358.264.084 76,5%

Stand ultimo boekjaar 454.290.798 100,0% 468.445.267 100,0%

In bovenstaande opstelling zijn de vergelijkende cijfers aangepast in verband met een wijziging in de 10

belangrijkste posities per ultimo 2015.

8.3.5. Indeling naar waarderingsniveau

Op basis van deze verscheidenheid en gradaties in waarderingmethoden dienen de beleggingen te worden

ingedeeld naar drie verschillende waarderingsniveaus:

Niveau 1: De waarde van de belegging is gebaseerd op direct waarneembare marktnoteringen van

identieke beleggingen in een actieve markt;

Niveau 2: Actuele waarde wordt vastgesteld aan de hand van waarderingsmodellen waarin gebruik is

gemaakt van waarneembare marktdata;

Niveau 3: De waarde wordt vastgesteld met waarderingsmodellen waarin geen gebruik is gemaakt van

waarneembare marktdata.

Page 59: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 59 van 89

In de onderstaande tabel is de verdeling naar waarderingsniveau weergegeven:

Omschrijving 31-12-2015 31-12-2014

€ % € %

Niveau 1 0 0,0% 0 0,0%

Niveau 2 404.553.032 89,1% 462.879.742 98,8%

Niveau 3 49.737.766 10,9% 5.565.525 1,2%

Stand ultimo boekjaar 454.290.798 100,0% 468.445.267 100,0%

De beleggingsfondsen zijn geclassificeerd als niveau 2 of 3 afhankelijk van de onderliggende beleggingen.

Vrijwel alle Aegon beleggingsfondsen kennen een dagelijkse intrinsieke waardebepaling, dagelijkse toe- en

uittredingsmomenten en hebben voornamelijk beursgenoteerde stukken in portefeuille. Hierdoor hebben de

beleggingsfondsen meer het karakter van een niveau 1 belegging. Doordat de beleggingsfondsen zelf geen

beursnotering kennen, worden de Aegon beleggingsfondsen als niveau 2 geclassificeerd.Een uitzondering

hierop betreft het Aegon Hypothekenfonds, AEAM Dutch Mortgage Fund of het TKP Real Estate Fund waar

voornamelijk level 3 beleggingen in zijn opgenomen.

8.3.6. Operationeel risico

Operationeel risico is het risico van een onjuiste afwikkeling van transacties, fouten in de verwerking van

gegevens, het verloren gaan van informatie, fraude en dergelijke. Dergelijke risico’s worden beheerst door

het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de organisaties die bij de uitvoering betrokken zijn op gebieden zoals

interne organisatie, procedures, processen en controles, kwaliteit van de geautomatiseerde systemen, en

dergelijke. Deze kwaliteitseisen worden periodiek getoetst door het bestuur.

Operationele risico's worden zoveel mogelijk beperkt door uitgebreide AOIC’s met ingebouwde controle

momenten. Toch kan menselijk handelen altijd leiden tot fouten ondanks de strakke protocollen.

8.3.7. Systeemrisico

Systeemrisico is het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale financiële markten) niet

langer naar behoren functioneert, waardoor beleggingen van de beleggingsfondsen waarin het pensioenfonds

participeert, niet langer verhandelbaar zijn en zelfs hun waarde verliezen. Dit risico is voor het

pensioenfonds, evenals voor andere marktpartijen, niet beheersbaar.

8.4. Vorderingen en overlopende activa

8.4.1. Vorderingen uit hoofde van herverzekering

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:

31-12-2015 31-12-2014

Door Aegon nog in het gesepareerde

beleggingsdepot te storten

0 166.666

Stand ultimo boekjaar 0 166.666

Page 60: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 60 van 89

8.4.2. Overige vorderingen

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:

31-12-2015 31-12-2014

Te vorderen premies 559.286 94.376

Te vorderen technisch resultaat 1.348.450 0

Stand ultimo boekjaar 1.907.736 94.376

Alle vorderingen hebben een looptijd van korter dan een jaar.

8.5. Stichtingskapitaal en reserves

8.5.1. Wettelijke en statutaire reserves

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:

31-12-2015 31-12-2014

Algemene reserve (37.943.325) 28.628.344

Stand ultimo boekjaar (37.943.325) 28.628.344

Het verloop van de algemene reserve is als volgt:

31-12-2015 31-12-2014

Stand primo boekjaar 28.628.344 15.114.423

Mutatie via resultaatsbestemming (66.571.669) 13.513.921

Stand ultimo boekjaar (37.943.325) 28.628.344

8.5.2. Bestemmingsreserves

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:

31-12-2015 31-12-2014

Reserve technische winstdeling 1.348.450 0

Stand ultimo boekjaar 1.348.450 0

Reserve technische winstdeling

31-12-2015 31-12-2014

Stand primo boekjaar 0 0

Mutatie via resultaatbestemming 1.348.450 0

Stand ultimo boekjaar 1.348.450 0

Page 61: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 61 van 89

8.5.3. Overige reserves

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:

31-12-2015 31-12-2014

Reserve beleggings- en actuariële risico's 67.877.000 41.733.000

Stand ultimo boekjaar 67.877.000 41.733.000

Het verloop van Reserve beleggings- en actuariële risico's is als volgt:

31-12-2015 3-12-2013

Stand primo boekjaar 41.733.000 38.287.000

Mutatie via resultaatbestemming 26.144.000 3.446.000

Stand ultimo boekjaar 67.877.000 41.733.000

8.5.4. Solvabiliteit en herstelplan

Solvabiliteit

De solvabiliteit van het pensioenfonds is als volgt:

31-12-2015 31-12-2014

Minimaal vereist eigen vermogen 20.693.000 19.871.000

Vereist eigen vermogen 67.877.000 41.733.000

Volgens de Pensioenwet dient een pensioenfonds een minimaal vereist dan wel vereist eigen vermogen aan te

houden. Voor het aanhouden van een minimaal vereist Eigen vermogen kan een vrijstelling van DNB

ontvangen.

Het Vereist Eigen vermogen dient zodanig van omvang te zijn dat met een zekerheid van 97,5% wordt

voorkomen dat het pensioenfonds binnen een periode van één jaar over minder waarden beschikt dan de

hoogte van de technische voorzieningen.

Herstelplan

De vereiste buffer van het fonds gebaseerd op de strategische mix is per 31 december 2015 gelijk aan 16,1%

van de technische voorzieningen. Gegeven een beleidsdekkingsgraad van 111,5% per 31 december 2015 is

er sprake van een reservetekort. Per 30 september 2015 was al sprake van een reservetekort. Als gevolg van

dit tekort heeft het pensioenfonds in november 2015 een herstelplan ingediend bij DNB.

In 2015 is de dekkingsgraad fors gedaald. Dit was het gevolg van lage beleggingsopbrengsten, maar wordt

voor een groot deel verklaard door de gewijzigde methodiek in de vaststelling van de RTS. De dekkingsgraad

daalde van 117,7% naar 107,1% aan het einde van 2015.

Minimaal vereist eigen vermogen (MVEV)

Het minimaal vereist eigen vermogen is gelijk aan een bepaald percentage van de VPV. Het bestuur hanteert

hiervoor een percentage van 5,0%. Dit percentage is getoetst aan het minimaal vereist eigen vermogen zoals

bepaald op basis van het besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen, artikel 1. Dit laatste percentage

bleek lager dan 5%, namelijk 4,9%.

Page 62: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 62 van 89

Vereist eigen vermogen (VEV)

Het vereist eigen vermogen is vastgesteld op basis van het door DNB vastgestelde standaardmodel.

Het bestuur van het fonds heeft onderzocht of het risicoprofiel afwijkt ten opzichte van het standaard

risicoprofiel. Op basis van dit onderzoek heeft het fonds geconcludeerd het standaardmodel te mogen blijven

toepassen, waarbij er een buffer voor S8 (concentratierisico) is toegevoegd.

Dit percentage komt per 31 december 2015 op basis van het nFTK uit op 116,1% van de VPV. Het vereist

eigen vermogen op basis van het standaardmodel wordt vastgesteld met de zogenaamde S-wortelformule

waarbij rekening wordt gehouden met een 9-tal risico’s (rente, aandelen- en vastgoed, valuta, grondstoffen,

krediet, verzekeringstechnische en concentratie).

Uit de formule blijkt dat er een verband wordt verondersteld tussen het renterisico (S1) en het zakelijke

waarden risico (S2). In het FTK zijn ook nog de risicofactoren liquiditeitsrisico (S7), en operationeel risico

(S9) gedefinieerd, maar deze worden vooralsnog op nul gesteld.

Het concentratierisico (S8) is niet opgenomen in het standaardmodel, maar additioneel toegevoegd door het

fonds. De buffer die wordt aangehouden voor dit risico is gelijk aan 10% van de marktwaarde van de

betreffende beleggingen. Er is sprake van een concentratierisico, indien beleggingen van een uitgevende

instantie meer dan 2% van het balanstotaal uitmaken. Dit betreft voornamelijk beleggingen in

staatsobligaties van een aantal landen.

In het jaarverslag van het fonds wordt uitgebreid ingegaan op de diverse risico’s. Daarnaast heeft Aegon

Investment Management een rapportage ter beschikking gesteld waarin eveneens op de verschillende risico’s

wordt ingegaan.

S7 liquiditeitsrisico: Dit risico wordt beheerst door in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende

ruimte aan te houden voor liquiditeitsposities. In boekjaar 2015 bleek dat de ontvangen premie ongeveer

even groot is als de verrichte uitkeringen. In de toekomst zullen de te verrichten uitkeringen toenemen en

zou in combinatie met het sluiten van het pensioenfonds hier mogelijk een liquiditeitsprobleem kunnen

ontstaan. Het bestuur beheerst dit risico vooralsnog door hier rekening mee te houden in het

beleggingsbeleid.

S9 operationeel risico: Dit risico wordt beheerst door het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de organisaties

die bij de uitvoering betrokken zijn op gebieden zoals interne organisatie, procedures, processen en controles

en dergelijke. Deze kwaliteitseisen worden periodiek getoetst door het bestuur. Operationele risico’s worden

zoveel mogelijk beperkt door uitgebreide AOIC’s (administratieve organisatie en interne controle) met

ingebouwde controle momenten.

Het bestuur heeft de volgende beheersmaatregelen bepaald om het actieve risico te mitigeren (bron:

handboek risicomanagement van het fonds):

OMSCHRIJVING (BEDRAGEN X €1.000) 31 DECEMBER 2015

31 DECEMBER 2014

S1 Renterisico 7.246 7.652

S2 Risico zakelijke waarden 48.500 31.974

S3 Valutarisico 5.105 4.591

S4 Grondstoffenrisico 11.152 4.938

S5 Kredietrisico 17.504 6.946

S6 Verzekeringstechnische risico 16.007 15.835

S8 Concentratierisico 16.058 8.462

Diversificatie-effect en iteratie (53.697) (38.675)

Vereist eigen vermogen 67.877 41.733

Page 63: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 63 van 89

8.6. Technische voorzieningen

In de technische voorzieningen zijn de volgende pensioenregelingen opgenomen:

Basisregeling

Excedentregeling

AIP-regeling

De Basisregeling is van toepassing op het salarisdeel van 1 tot en met 3 x de franchise

Voor het ouderdomspensioen is er een opbouw op kapitaalbasis.

De opbouw van pensioenaanspraken bedraagt:

voor ouderdomspensioen 1,657% per jaar

backservice: 1,657% over in verleden opgebouwde rechten

voor partnerpensioen: 50% gekapitaliseerd (na 1 januari 2005)

De Excedentregeling is van toepassing op het salarisdeel van 3x tot en met 8x de franchise

Voor het ouderdomspensioen is een opbouw op kapitaalbasis.

De opbouw van pensioenaanspraken bedraagt:

voor ouderdomspensioen 1,3% per jaar

backservice: 1,3% over in verleden opgebouwde rechten (na 1 januari 2005)

voor partnerpensioen: 50% gekapitaliseerd (na 1 januari 2005)

Naast de collectieve pensioenregeling voert het fonds de Aanvullend Individuele Pensioen (AIP)

regeling uit. Toetreding tot de AIP-regeling is niet meer mogelijk vanaf 1 januari 2004. Tevens is het per 1

januari 2004 niet meer toegestaan om enige inleg te doen in de AIP-regeling.

In principe kan de deelnemer van zijn aanspraak gebruik maken op de eerste van de maand waarin hij de 65-

jarige leeftijd bereikt voor de inkoop van een levenslang pensioen. Het reglement van de AIP-regeling is

hiertoe aangepast in 2005.

Het kapitaal dat bij overlijden tot uitkering komt, dient door de partner respectievelijk zijn kinderen te

worden aangewend als koopsom voor één of meer pensioenen.

Binnen de AIP-regeling worden geen toeslagen verleend op ingegane uitkeringen.

8.6.1. Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds

De voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds is naar categorieën van deelnemers als volgt

samengesteld:

31-12-2015 31-12-2014

Actieve deelnemers 176.483.975 156.712.824

Arbeidsongeschikte deelnemers 4.555.396 4.280.122

Gewezen deelnemers 45.581.383 44.314.952

Pensioengerechtigden 179.466.909 175.806.544

AIP-kapitalen 3.228.558 3.266.482

Netto voorziening pensioenverplichtingen 409.316.221 384.380.924

Excassovoorziening 8.484.180 7.964.482

Stand ultimo boekjaar 417.800.401 392.345.406

Het verzekerde kapitaal van de AIP-regeling bedraagt op de einddatum € 3.386.956 (2014: € 3.476.034) en

bij overlijden voor de einddatum € 1.049.880 (2014: € 1.079.837).

Page 64: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 64 van 89

Het verloop van de voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds kan als volgt worden

weergegeven:

31-12-2015 31-12-2014

Stand primo boekjaar 392.345.406 324.935.121

Pensioenopbouw 13.282.462 12.887.768

Indexering en overige toeslagen 0 4.625.834

Rentetoevoeging 644.758 1.231.499

Onttrekking voor pensioenuitkeringen (11.376.975) (11.205.903)

Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten (356.621) (484.580)

Wijziging marktrente 25.330.410 61.785.001

Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten (464.977) 682.834

Wijziging actuariële grondslagen 0 (2.191.080)

Overige mutaties (1.604.062) 78.912

Stand ultimo boekjaar 417.800.401 392.345.406

8.6.2. Overige technische voorzieningen

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:

31-12-2015 31-12-2014

Voorziening backservice koopsom 4.509.283 5.078.489

Stand ultimo boekjaar 4.509.283 5.078.489

Voorziening backservice koopsom

Het verloop van deze post kan als volgt worden weergegeven:

31-12-2015 31-12-2014

Stand primo boekjaar 5.078.489 3.758.262

Dotatie 4.509.283 5.078.489

Vrijval (5.078.489) (3.758.262)

Stand ultimo boekjaar 4.509.283 5.078.489

8.7. Overige schulden en overlopende passiva

8.7.1. Schulden uit hoofde van herverzekering

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:

31-12-2015 31-12-2014

Door Aegon aan het gesepareerde

beleggingsdepot te onttrekken 1.748.969 0

Stand ultimo boekjaar 1.748.969 0

Page 65: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 65 van 89

8.7.2. Overige schulden

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:

31-12-2015 31-12-2014

Vooruitontvangen premies werkgever 0 11.000.000

Vooruitontvangen overgenomen

pensioenverplichtingen

91.022 3.181

Nog te betalen accountantskosten 30.600 36.300

Nog te betalen actuariskosten 35.950 43.197

Nog te betalen administratievergoeding 34.571 10.524

Stand ultimo boekjaar 192.143 11.093.202

8.8. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen

8.8.1. Niet toegekende indexaties; inhaalambitie

De indexatieambitie bedraagt 100% van de stijging van de Consumenten Prijs Index (CPI). In de jaren 2009

tot en met 2013 zijn geen indexaties toegekend i.v.m. de financiële positie van het fonds. Indien de financiële

positie van het fonds dit toelaat kan het bestuur besluiten tot het verlenen van een inhaalindexatie.

8.8.2. Uitbesteding

Het pensioenfonds heeft een uitbestedingsovereenkomst afgesloten met de herverzekeraar Aegon

Levensverzekeringen N.V. voor een periode van vijf jaar. Per 1 januari 2014 is deze

uitbestedingsovereenkomst met 1 jaar verlengd en per 1 januari 2015 nogmaals voor een periode van

maximaal twee jaar. De jaarlijkse vergoeding bedraagt circa € 160.000.

8.8.3. Ontvangen zekerheden en garanties

Het pensioenfonds heeft geen zekerheden en of garanties ontvangen van derden.

8.8.4. Verstrekte zekerheden en garanties

Het pensioenfonds heeft geen zekerheden en of garanties verstrekt aan derden.

Page 66: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 66 van 89

Page 67: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 67 van 89

9. Toelichting op de staat van baten en lasten

9.1. Premiebijdragen

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:

2015 2014

Werkgeversgedeelte 8.722.184 9.113.199

Werknemersgedeelte 3.059.899 3.355.051

Totaal 11.782.083 12.468.250

De kostendekkende premie, de feitelijke premie en de gedempte premie zijn als volgt:

2015 2014

Feitelijke premie 11.782.083 12.468.250

Kostendekkende premie 15.296.000 14.353.000

Gedempte premie 9.992.000 12.066.000

De aan het boekjaar toe te rekenen feitelijke premie is als bate verantwoord. De samenstelling van de

kostendekkende premie is als volgt:

2015 2014

Actuariële premies actieve deelnemers 13.162.000 12.627.000

Kostenopslag (minus vrijval excassokosten) 120.000 261.000

Solvabiliteitsopslag 2.014.000 1.465.000

Totaal 15.296.000 14.353.000

De totale premie is in 2015 lager dan de kostendekkende premie, maar hoger dan de gedempte

kostendekkende premie. De methodiek van de vaststelling van de gedempte kostendekkende premie is in

2015 gewijzigd. De basis is nu de ‘verwacht rendement’ methode. Deze methode voldoet aan de eisen die

worden gesteld aan het toepassen van een dempingsmechanisme.

Voor de vaststelling van de gedempte kostendekkende premie 2014 hanteerde het bestuur een rente van

3,7%. In enig jaar kan het voorkomen dat de feitelijke premie lager is dan de kostendekkende premie

gebaseerd op de RTS primo van dat jaar.

In onderstaande tabel is een uitsplitsing van de gedempte kostendekkende premie weergegeven:

2015 2014

Actuariële premies actieve deelnemers 9.872.000 10.578.000

Kostenopslag (minus vrijval excassokosten) 120.000 261.000

Solvabiliteitsopslag 0 1.227.000

Totaal 9.992.000 12.066.000

Voor de berekening van de gedempte kostendekkende premie 2015 is uitgegaan van de methodiek van

verwacht rendement met aftrek van inflatie. Er hoeft geen rekening te worden gehouden met een

solvabiliteitsopslag.

Page 68: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 68 van 89

9.2. Beleggingsresultaten voor risico pensioenfonds

Deze post is als volgt samengesteld:

2015 2014

Directe beleggingsopbrengsten 13.566.696 11.574.913

Indirecte beleggingsopbrengsten (27.368.479) 72.200.967

Kosten vermogensbeheer 373.992 335.349

Totaal (13.427.791) 84.111.229

9.2.1. Directe beleggingsopbrengsten

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:

2015 2014

Interestopbrengsten vastrentende waarden 13.565.068 11.538.912

Liquide middelen 715 110

Overige baten uit depot 913 35.891

Directe beleggingsopbrengsten 13.566.696 11.574.913

9.2.2. Indirecte beleggingsopbrengsten

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:

2015 2014

Waardeveranderingen vastgoedbeleggingen 2.941.418 5.517.296

Waardeveranderingen aandelen 2.120.526 10.327.617

Waardeveranderingen vastrentende waarden (21.703.193) 64.830.054

Waardeveranderingen overige beleggingen (10.727.230) (8.474.000)

Indirecte beleggingsopbrengsten (27.368.479) 72.200.967

In de indirecte beleggingsopbrengsten zijn de beheerkosten en de transactiekosten verdisconteerd.

Van de totale beheerkosten in beleggingsfondsen en de aan- en verkoopkosten die in de participaties zijn

verwerkt, kan voor 2014 geen betrouwbare toerekening aan de verschillende beleggingscategorieën worden

gemaakt. Derhalve zijn geen vergelijkende cijfers opgenomen.

In onderstaande tabel zijn de beheerkosten inclusief de performance fee gespecificeerd:

2015 2014

Beheerkosten vastgoedbeleggingen 8.060

Beheerkosten aandelen 521.382

Beheerkosten vastrentende waarden 870.165

Beheerkosten overige beleggingen 281.434

Totale beheerkosten 1.681.041 1.621.823

Page 69: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 69 van 89

In onderstaande tabel zijn de transactiekosten gespecificeerd:

2015 2014

Transactiekosten vastgoedbeleggingen 0

Transactiekosten aandelen 13.467

Transactiekosten vastrentende waarden 278.146

Transactiekosten overige beleggingen 22.221

Totale beheerkosten 313.834 170.756

9.2.3. Kosten vermogensbeheer

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:

2015 2014

Vaste beheerkosten (20.641) (9.609)

Omvangskorting 394.633 344.958

Kosten vermogensbeheer 373.992 335.349

De omvangskorting is verleend op de in de participatiewaarden van de beleggingsfondsen in mindering

gebrachte variabele beheerkosten. Deze variabele beheerkosten zijn onderdeel van de indirecte

beleggingsopbrengsten.

9.3. Baten uit herverzekering

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:

2015 2014

Uitkering technische winstdeling 1) 1.348.450 0

Totaal 1.348.450 0

Ad 1) Technisch resultaat

Het pensioenfonds heeft per 1 januari 2017 recht op uitkering van een positief technisch resultaat. Het

pensioenfonds neemt een niet direct opeisbare vordering op ter grootte van de tussentijdse winstaandeel van

80% in het cumulatieve opgerente technische resultaat.

9.4. Overige baten

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:

2015 2014

Interestbaten 0 0

Uitkering AIP-kapitalen 0 313.428

Totaal 0 313.428

De interestbaten zijn toegelicht in paragraaf 9.11.

Page 70: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 70 van 89

9.5. Pensioenuitkeringen

In totaal is uitgekeerd aan gepensioneerde deelnemers:

2015 2014

Ouderdomspensioen 9.392.676 9.069.507

Prepensioen 4.796 21.857

Nabestaandenpensioen 1.863.127 1.813.928

Wezenpensioen 39.718 40.110

AIP-kapitaal 69.863 256.615

Afkopen aan deelnemers 6.795 3.886

Totaal 11.376.975 11.205.903

9.6. Pensioenuitvoeringskosten

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:

2015 2014

Accountantskosten - controle jaarverslag en

DNB-jaarstaten door KPMG

24.300 39.325

Accountantskosten - advieswerkzaamheden 21.730 117.370

Actuariskosten 35.223 46.439

Bestuurskosten 15 12

Adviseurskosten 29.549 49.231

Contributies 11.997 11.108

Administratiekostenvergoeding 169.597 160.492

Excassokosten afkopen werkgever en

pensioenfonds

4 31

Bijdrage DNB 20.950 21.909

Opleidingskosten 3.550 8.381

Kosten ALM studie 28.831 28.110

Juridische kosten 0 2.172

Kosten visitatie 10.875 0

Totaal 356.621 484.580

Overeenkomstig artikel 96 van de PW wordt vermeld dat het pensioenfonds in het verslagjaar 2015 geen

dwangsommen en boetes zijn opgelegd.

De door KPMG Accountants N.V. in rekening gebrachte kostenvergoedingen hebben zoals bovenstaande

specificatie laat zien deels betrekking op honoraria voor de wettelijke controle van de jaarrekening en de

verslagstaten en deels op advieswerkzaamheden.

Page 71: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 71 van 89

9.7. Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds

Hier volgt een toelichting op de verschillende componenten van de mutatie voorziening

pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds.

9.7.1. Pensioenopbouw

De pensioenopbouw is de contante waarde van de pensioenaanspraken die in het boekjaar zijn toegekend.

De samenstelling kan als volgt worden weergegeven:

2015 2014

Bruto premie 8.203.973 9.129.506

Bruto koopsommen 5.078.489 3.758.262

Totaal pensioenopbouw 13.282.462 12.887.768

9.7.2. Indexering en overige toeslagen

Het pensioenfonds streeft er tevens naar de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenrechten

(gewezen deelnemers) jaarlijks aan te passen aan de ontwikkeling van de prijsindex. Ook deze indexering

heeft een voorwaardelijk karakter. Dit betekent dat geen recht op indexering bestaat en dat het niet zeker is

of en in hoeverre in de toekomst indexering kan plaatsvinden. Een eventuele achterstand in de indexering

kan in principe worden ingehaald.

Per 1 januari 2016 is geen toeslag verleend. Per 1 januari 2014 is een toeslag verleend van 1,7% en per 1

januari 2015 is een toeslag verleend van 0,6%. Beide toeslagen zijn verwerkt in het resultaat over boekjaar

2014.

9.7.3. Rentetoevoeging

De pensioenverplichtingen zijn opgerent met 0,159% (vorig jaar: 0,379%) voor een bedrag ad € 644.758

(vorig boekjaar € 1.231.499).

9.7.4. Onttrekking voor pensioenuitkeringen

Verwachte toekomstige pensioenuitkeringen worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de

voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het

bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de pensioenen in de verslagperiode.

De samenstelling kan als volgt worden weergegeven:

2015 2014

Uitkeringen (11.370.180) (11.202.017)

Afkopen klein pensioen (6.795) (3.886)

Totaal uitkeringen (11.376.975) (11.205.903)

9.7.5. Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten

Toekomstige pensioenuitvoeringskosten (in het bijzonder excassokosten) worden vooraf actuarieel berekend

en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de

voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de kosten van de

verslagperiode.

De onttrekking met betrekking tot het verslagjaar bedraagt € (356.621) (vorig jaar € (484.580)).

Page 72: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 72 van 89

9.7.6. Wijziging marktrente

Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing

van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt

verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente. Het per 31 december gehanteerde intrestpercentage

bedraagt 1,7% (vorig boekjaar 1,9%) en is afgeleid van de rentetermijnstructuur, zoals per 31 december

2015 door DNB is gepubliceerd.

DNB publiceert elke maand een rentetermijnstructuur (RTS) die gebaseerd is op de interbancaire swapmarkt.

Sinds eind 2011 wordt de RTS gebaseerd op een driemaands gemiddelde en sinds 30 september 2012 wordt

deze gecorrigeerd op basis van een Ultimate Forward Rate (hierna: UFR) methodiek. Hierbij worden de

forward curves waarop de RTS is gebaseerd vanaf het laatst liquide punt (20 jaar) aangepast naar een UFR

van 4,2%. Per 15 juli 2015 is de Ultimate Forward Rate aangepast. De UFR is niet meer vastgezet op 4,2%,

maar wordt nu bepaald door het voortschrijdend 120-maandsgemiddelde van de 20-jarige forward rate.

De aanpassing van de UFR leidt tot een toename van de voorziening pensioenverplichtingen per 31 december

2015 met € 8.900.000.

De driemaands middeling is per 1 januari 2015 vervallen. Hierdoor is de voorziening pensioenverplichtingen

per 1 januari 2015 toegenomen met € 20.585.000.

De financiële gevolgen uit hoofde van de wijziging van de RTS met betrekking tot het boekjaar bedraagt

€ 25.330.410 (vorig jaar: € 61.785.001).

9.7.7. Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten

Hieronder is opgenomen het saldo van de actuarieel benodigde koopsommen voor overgenomen

pensioenverplichtingen en de vrijval van de voorziening dat betrekking heeft op het bedrag dat vrijkomt ten

behoeve van de financiering van overgedragen pensioenverplichtingen.

Het saldo kan als volgt worden weergegeven:

2015 2014

Koopsom overgenomen waardeoverdracht 27.775 1.342.470

Afkoop overgedragen waardeoverdrachten (492.752) (659.636)

Totaal (464.977) 682.834

9.7.8. Wijziging actuariële grondslagen

Jaarlijks worden de actuariële grondslagen en/of methoden beoordeeld en mogelijk herzien ten behoeve van

de berekening van de actuele waarde van de pensioenverplichtingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van

interne en externe actuariële deskundigheid. Dit betreft onder meer de vergelijking van veronderstellingen

ten aanzien sterfte, langleven, arbeidsongeschiktheid met werkelijke waarnemingen voor de gehele bevolking

als voor de populatie van het fonds.

De vaststelling van de toereikend van de voorziening voor pensioenverplichtingen is een

inherent onzeker proces, waarbij gebruik wordt gemaakt van schattingen en oordelen door het bestuur van

het fonds. Het effect van deze wijzigingen wordt verantwoord in het resultaat op het moment dat de

actuariële uitgangspunten worden herzien.

De financiële gevolgen uit hoofde van de wijziging van de actuariële grondslagen bedraagt € 0 (vorig

boekjaar: € (2.191.080)). Per 31 december 2014 is de voorziening pensioenverplichtingen berekend op basis

van deze nieuwe prognosetafel AG 2014. De invoering van deze prognosetafel leidde tot een daling van de

voorziening pensioenverplichtingen met € 2.501.387 ten opzichte van de vorige Prognosetafel AG 2012-2062.

Per 31 december 2014 is de voorziening voor toekomstige kosten verhoogd van 2,00% naar 2,08%. Dit heeft

gezorgd voor een toename van de voorziening pensioenverplichtingen met € 310.307

Page 73: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 73 van 89

9.7.9. Overige mutaties

Het saldo kan als volgt worden weergegeven:

2015 2014

Technisch resultaat op sterfte (1.420.802) 235.324

Technisch resultaat op arbeidsongeschiktheid (183.886) (203.428)

Technisch resultaat op mutaties 626 47.016

Totaal (1.604.062) 78.912

9.8. Mutatie overige technische voorzieningen

Het saldo kan als volgt worden weergegeven:

2015 2014

Mutatie voorziening backservice koopsom (569.206) 1.320.227

Totaal (569.206) 1.320.227

9.9. Saldo overdracht van rechten

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:

2015 2014

Overgenomen individuele pensioenverplichtingen (27.692) (1.338.226)

Overgedragen individuele pensioenverplichtingen 478.199 733.149

Totaal 450.507 (605.077)

De met de overgenomen pensioenverplichtingen samenhangende toename van de voorziening

pensioenverplichtingen en de met de overgedragen pensioenverplichtingen samenhangende vrijval van de

voorziening pensioenverplichtingen zijn verantwoord in de post Mutatie voorziening pensioenverplichtingen

“Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten”.

9.10. Overige lasten

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd:

2015 2014

Aandeel herverzekeraar in (positief) technisch

resultaat

1.654.795 116.004

Interestlasten 315 1.064

Correctie uitkering AIP kapitalen 2014 56.959 0

Totaal 1.712.069 117.068

De interestlasten zijn toegelicht in paragraaf 9.11.

Page 74: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 74 van 89

9.11. Intrestbaten en –lasten

Het totaal van de posten intrestbaten en intrestlasten kan als volgt worden gesplitst naar de verschillen

onderdelen van baten en lasten:

2015 2014

Interest te late betalingen 0 0

Totaal interestbaten 0 0

Interest te late betalingen 315 1.064

Totaal interestlasten 315 1.064

Totaal saldo interestbaten en -lasten (315) (1.064)

9.12. Aantal personeelsleden

Bij het pensioenfonds zijn geen werknemers in dienst. De werkzaamheden worden verricht door werknemers

die in dienst zijn van de werkgever

9.13. Verbonden partijen

9.13.1. Bestuur

Het bestuur is belast met de vorming van het beleid en de dagelijkse gang van zaken binnen het

pensioenfonds. De bestuurders ontvangen voor hun werkzaamheden geen bezoldiging.

9.13.2. Verantwoordingsorgaan

Het verantwoordingsorgaan is belast met het toezicht op het bestuur. De bezoldiging over het jaar 2015 voor

de leden van het verantwoordingsorgaan tezamen is nihil (2014: nihil).

9.13.3. Identiteit van verbonden partijen

Er is sprake van een relatie tussen de verbonden partijen: het fonds en de sponsor, de aangesloten

ondernemingen en hun bestuurders.

Hoofddorp, 23 juni 2016

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Het Bestuur

M. Blom

F.J. van Heijningen

B. de Hoog

R. van Lohuizen

P. Mali

P. Pluimers

G. van der Schaaf

A. Touw

Page 75: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 75 van 89

Overige gegevens

Page 76: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 76 van 89

Page 77: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 77 van 89

10. Bestemming saldo van baten en lasten

Ten aanzien van de bestemming van het saldo van baten en lasten is geen bepaling opgenomen in de

statuten van het pensioenfonds. De bestemming is nader uitgewerkt in de ABTN.

Voor het verslagjaar wordt voorgesteld het resultaat als volgt te bestemmen.

2015

Wettelijke en statutaire reserves

Mutatie Algemene Reserve (66.571.669)

Bestemmingsreserves

Mutatie Reserve technische winstdeling 1.348.450

Overige reserves

Reserve beleggings- en actuariële risico's 26.144.000

Totaal bestemming van het resultaat (39.079.219)

Page 78: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 78 van 89

Page 79: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 79 van 89

11. Uitvoeringsovereenkomst

De Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland (SPFN) heeft met Fluor B.V., Fluor Consultants B.V. en Fluor

Infrastructure B.V. een overeenkomst gesloten waarin de wederzijdse verhouding is geregeld. In deze

overeenkomst ligt onder andere vast welke premies de betreffende ondernemingen maximaal dienen te betalen

en binnen welke tijdspanne.

Elk jaar stelt het Bestuur de hoogte van de premies voor het komende jaar vast, echter nooit hoger dan de

maximale premie zoals vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst.

In de overeenkomst is de methodiek van premieberekening voor de werkgever vastgelegd; deze is mede

afhankelijk van de totale salarissom en de gemiddelde gewogen leeftijd van de deelnemers.

Een belangrijke clausule in de uitvoeringsovereenkomst is de garantie van de werkgever om indien de totale

bezittingen minder zijn dan de totale verplichtingen, op eerste verzoek van de DNB de bezittingen van het

pensioenfonds aan te vullen zodanig dat een tekort wordt opgeheven. Deze clausule is ingebracht toen de

werkgever aan het pensioenfonds verzocht heeft om in meer risicodragende beleggingsproducten, zoals

aandelen, te investeren dan in staatsobligaties.

I.v.m. het sluiten van de pensioenregeling voor nieuwe deelnemers is er aan in de Uitvoeringsovereenkomst

een artikel 15 toegevoegd waarin o.m. staat vermeld dat de sluiting van de regeling geen oorzakelijke

negatieve gevolgen zal hebben voor de deelnemers en dat kosten die direct herleidbaar zijn tot de sluiting van

de regeling door het Fonds bij de onderneming worden voorgelegd voor vergoeding. Daar wordt aan

toegevoegd dat de onderneming deze kosten naar redelijkheid voor haar rekening zal nemen.

Page 80: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 80 van 89

Page 81: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 81 van 89

12. Actuariële verklaring

Opdracht

Door Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland te Haarlem is aan Milliman Pensioenen vof de opdracht

verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2015. Onafhankelijkheid

Als waarmerkend actuaris ben ik onafhankelijk van Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland, zoals vereist

conform artikel 148 van de Pensioenwet. Ik verricht geen andere werkzaamheden voor het pensioenfonds.

Omdat Milliman Pensioenen vof beschikt over een door de toezichthouder goedgekeurde gedragscode, is het

toegestaan dat andere actuarissen en deskundigen aangesloten bij Milliman Pensioenen vof wel andere

werkzaamheden verrichten voor het pensioenfonds. Gegevens

De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de

verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds.

Voor de toetsing van de technische voorzieningen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij

gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. Afstemming accountant

Op basis van de door mij en de accountant gehanteerde Handreiking heeft afstemming plaatsgevonden over

de werkzaamheden en de verwachtingen bij de controle van het boekjaar. Voor de toetsing van de technische

voorzieningen en voor de beoordeling van de vermogenspositie als geheel heb ik de materialiteit bepaald op

4.500. Met de accountant ben ik overeengekomen om geconstateerde afwijkingen boven 225 te rapporteren.

Deze afspraken zijn vastgelegd en de uitkomsten van mijn bevindingen zijn met de accountant besproken.

Ik heb voorts gebruik gemaakt van de door de accountant in het kader van de jaarrekeningcontrole

onderzochte basisgegevens. De accountant van het pensioenfonds heeft mij geïnformeerd over zijn

bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid (materiële juistheid en volledigheid) van de basisgegevens

en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeel van belang zijn. Werkzaamheden

Ter uitvoering van de opdracht heb ik, conform mijn wettelijke verantwoordelijkheid zoals beschreven in

artikel 147 van de Pensioenwet, onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de

Pensioenwet.

De door het pensioenfonds verstrekte basisgegevens zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt van

de door mij beoordeelde berekeningen heb aanvaard.

Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht heb ik onder meer onderzocht of

- de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen

toereikend zijn vastgesteld;

- de kostendekkende premie voldoet aan de gestelde wettelijke vereisten;

- het beleggingsbeleid in overeenstemming is met de prudent-personregel.

Voorts heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds. Daarbij heb ik mij

gebaseerd op de tot en met balansdatum aangegane verplichtingen en de op dat moment aanwezige

middelen en is mede het financieel beleid van het pensioenfonds in aanmerking genomen.

Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de

resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten.

De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het

Koninklijk Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een

deugdelijke grondslag voor mijn oordeel.

Page 82: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 82 van 89

Oordeel

De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningsregels en uitgangspunten, als

geheel bezien, toereikend vastgesteld.

Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum lager dan het wettelijk vereist eigen

vermogen, maar niet lager dan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen.

Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en

met 140 van de Pensioenwet met uitzondering van artikel 132. Het pensioenfonds beschikt niet over het

vereist eigen vermogen.

De beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds op balansdatum is lager dan de dekkingsgraad bij het vereist

eigen vermogen, doch ten minste gelijk aan de dekkingsgraad bij het minimaal vereist eigen vermogen.

Mijn oordeel over de vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland is gebaseerd op de tot en

met balansdatum aangegane verplichtingen en de op dat moment aanwezige middelen. De vermogenspositie

van Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland is naar mijn mening niet voldoende, omdat het aanwezig eigen

vermogen lager is dan het vereist eigen vermogen.

Amsterdam, 23 juni 2016

drs. R.K. Sagoenie AAG

verbonden aan Milliman Pensioenen v.o.f.

Page 83: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 83 van 89

13. Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Page 84: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 84 van 89

Page 85: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 85 van 89

Page 86: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 86 van 89

Page 87: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 87 van 89

Page 88: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 88 van 89

Page 89: Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds Fluor Nederlandpension.fluor.nl/files/JAARVERSLAG 2015 NL.pdf · 2016. 8. 8. · wordt voor de verzekeraar. In het voorjaar van 2016 zal dit

Jaarverslag 2015

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Pagina 89 van 89

14. Lijst met afkortingen

ABTN Actuarieel Bedrijfstechnische Nota

AFM Autoriteit Financiële Markten

A.I.P. Aanvullend Invididueel Pensioen

A.P.P. Aanvullend Pensioen Plan

ALM Asset & Liability Management

ANW Algemene Nabestaanden Wet

CODE Code Pensioenfondsen Pensioenfederatie

DNB De Nederlandsche Bank

FTK Financieel Toetsingskader

PAC Pensioen Advies Centrum (Aegon)

SPFN Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

UPO Uniform Pensioenoverzicht

WVBP Wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen