Jaarverslag 2009 · 2012. 10. 31. · zomer 2009 zijn ze begonnen uit de crisis te klimmen. In de...

Jaarverslag 2009

InhoudB

KC

P B

AN

K

Inhoud

BKCP Jaarverslag 2009 > 3

Jaarverslag

Woord vooraf 05

Raad van bestuur 06

Bestuurs- en controleorganen 08

Corporate Governance 09

Economische en financiële context 2009 12

Het netwerk van het Beroepskrediet 14

Algemene Vergadering 2009

Geconsolideerd jaarverslag 16

Geconsolideerde financiële staten (IFRS normen) 26

Verklarende nota’s bij de geconsolideerde rekeningen 33

Verslag van de Commissaris 72

Maatschappelijke jaarrekening en kerncijfers 75

4 > BKCP Jaarverslag 2009

Vereen- voudigen

Werner rogiers

Philippe vasseur

eric Charpentier

JAA

rV

ersl

Ag


Werner Rogiers

voorzitter van het directiecomité CP sa

Philippe Vasseur

voorzitter van het directie comité CMNe

Eric Charpentier

Directeur-generaal CMNe

Woord voorafDankzij de verankering van BKCP in de traditionele segmenten van het

bankwezen - sparen en krediet - kon de groep in het financieel en economisch tumultueuze jaar 2009 goed standhouden.

Dankzij deze strategie bleef BKCP, net als in 2008, in grote mate gespaard van verliezen op CDO’s en gelijkaardige producten.

In het licht van de evolutie in de financiële wereld, die elke dag complexer wordt, is het nu meer dan ooit de opdracht van BKCP om de zaken te vereenvoudigen, meer transparantie te brengen in complexe producten, en de bank begrijpelijk en toegankelijk te maken voor iedereen.

Op die manier willen we een serene bankomgeving tot stand brengen en van BKCP een performantere bank maken. Maar ook een bank op mensenmaat!

Op commercieel vlak willen we dat voornamelijk bereiken door het ontwikkelen van producten die zowel afgestemd zijn op de marktomstandigheden als de verwachtingen van de klanten. Hun vertrouwen in het financiële systeem is de laatste jaren immers danig op de proef gesteld.

Dankzij ons beleid inzake productaanbod van de voorbije jaren kon BKCP zijn commerciële ontwikkeling op een gezonde manier voortzetten. De gezamenlijke inspanningen van het netwerk en de interne diensten leidden in 2009 tot een groei van het klantenbestand met 12,5%.

De aanpak van BKCP omvat echter meer dan alleen het commerciële aspect. Het legt ook de fundamenten van de interne organisatie van de bank.

In 2009 zijn trouwens al de grote bakens uitgezet voor het rationaliseren en vereenvoudigen van de structuur van BKCP.

Deze vereenvoudiging is de afsluiter van een proces dat in 2000 werd gestart met de komst van CMNE (Crédit Mutuel Nord Europe) als belangrijkste aandeelhouder van Beroepskrediet nv. Daarna volgde de geleidelijke integratie van de zeven regionale banken binnen de Groep die zich rond CMNE had gevormd.

Op 26 mei 2009 waren alle regionale banken juridisch gefusioneerd en in november van hetzelfde jaar migreerden hun informaticaplatformen naar één omgeving.

Voortaan maken de 43 BKCP-kantoren deel uit van het eengemaakte netwerk van BKCP cvba, met een gemeenschappelijke directie en centrale diensten binnen het Beroepskrediet nv.

De juridische en operationele integratie van de verschillende banken leiddte ook tot de oprichting van één hoofdkantoor, aan de Waterloolaan in Brussel.

De vereenvoudiging en de toegenomen efficiëntie van de interne operationele processen leidden tot aanzienlijke kostenbesparingen. Deze weerspiegelden zich in de financiële resultaten voor 2009 die de verwachtingen overstegen.

Voor de volgende jaren zal BKCP het lopende proces voortzetten onder het motto: rationalisatie, efficiëntie en transparantie.

JAARVERSLAG 2009


Voorzitter eric CHArPeNTIer directeur-generaal van de Caisse Fédérale du Crédit Mutuel Nord Europe sc

Ondervoorzitter Jean COUrTIN bestuurder van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij, publiekrechterlijke nv

Ondervoorzitter rik JAeKeN voorzitter SVMB

Ondervoorzitter luc WYNANT Advocaat

Bestuurder Jacques FAVIllIer Ondervoorzitter van het Directiecomité Beroepskrediet nv

Bestuurder Karel gHesQUIere bestuurder directeur-generaal ADMB

Bestuurder Paul leDeNT bestuurder van vennootschappen en professor

Bestuurder Werner rOgIers voorzitter van het directiecomité van het Beroepskrediet nv

Bestuurder robert TOlleT voorzitter van de raad van bestuur van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij, publiekrechterlijke nv

Bestuurder luc VAN OVersCHelDe bestuurder van vennootschappen

Bestuurder Jean-Christophe VANHUYsse lid van het directiecomité van het Beroepskrediet nv

Bestuurder Philippe VAsseUr voorzitter van de raad van bestuur van de Caisse Fédérale du Crédit Mutuel Nord Europe sc

Bestuurder Koert VerBrUggeN lid van het directiecomité van het Beroepskrediet nv

Beroepskrediet nv

Raad van bestuur per 31 december 2009


Voorzitter eric CHArPeNTIer directeur-generaal van de Caisse Fédérale du Crédit Mutuel Nord Europe sc

Ondervoorzitter Jean COUrTIN bestuurder van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij, publiekrechterlijke nv

Ondervoorzitter rik JAeKeN voorzitter SVMB

Ondervoorzitter luc WYNANT Advocaat

Bestuurder Jacques FAVIllIer Ondervoorzitter van het Directiecomité Beroepskrediet nv

Bestuurder Karel gHesQUIere bestuurder directeur-generaal ADMB

Bestuurder Paul leDeNT bestuurder van vennootschappen en professor

Bestuurder Werner rOgIers voorzitter van het directiecomité van het Beroepskrediet nv

Bestuurder robert TOlleT voorzitter van de raad van bestuur van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij, publiekrechterlijke nv

Bestuurder luc VAN OVersCHelDe bestuurder van vennootschappen

Bestuurder Jean-Christophe VANHUYsse lid van het directiecomité van het Beroepskrediet nv

Bestuurder Philippe VAsseUr voorzitter van de raad van bestuur van de Caisse Fédérale du Crédit Mutuel Nord Europe sc

Raad van bestuur per 12 mei 2010

OrganenBestuurs- en controleorganenDirectiecomitéVoorzitterWerner rOgIers

OndervoorzitterJacques FAVIllIer

LidJean-Christophe VANHUYsse

RevisorDeloitte -Bedrijfsrevisoren BV o.v.v.e. CVBAVertegenwoordigd Yves Dehogne

AandeelhoudersstructuurCrédit Mutuel Nord Europe Belgium SA (CMNE Belgium SA) 9.581.144 aandelen 99,99 %

Caisse Fédérale du Crédit Mutuel Nord Europe SC 1 aandeel 0,01 %


corporateCorporate GovernanceDe verdeling van de bevoegdheden van de bank tussen haar diverse organen gebeurt conform de principes van het vennootschapsrecht en de wer-king van de kredietinstellingen.

Verantwoordelijkheden van de Raad van bestuurDe Raad van bestuur legt de algemene beleidslijnen van de bank vast en keurt de financi-ele programma’s van het boekjaar goed. De raad wordt geïnformeerd over periodieke commerciële en financiële resultaten, en over zeer belangrijke financiële beslissingen wordt zijn advies gevraagd. Overeenkomstig de artikelen 16, 18 en 21 van het Koninklijk Besluit van 23 december 1996 oefent de raad een bijzonder toezicht uit op de voorwaarden voor toetreding tot het net van het Beroepskrediet. In 2009 vergaderde de Raad van be-stuur vijf maal.

Verantwoordelijkheden en werking van het DirectiecomitéHet Directiecomité dat wekelijks vergadert, is gemachtigd om alle beheersdaden te stellen binnen de grenzen van het maatschappelijk doel en in het kader van de strategie die be-paald is door de Raad van bestuur. De leden van het Directiecomité verdelen onderling de leiding en het toezicht op de ope-rationele diensten..

Het Financieel comitéHet Financieel comité bestaat uit leden van het Directiecomité en deskundigen van de fi-nanciële divisie en de boekhouding.Het comité analyseert de mogelijke evoluties van de rentevoeten en neemt beslissingen over de grote lijnen van het financieel beleid, de funding en het liquiditeitsbeleid.Het Financieel comité is het orgaan dat door het Directiecomité belast werd met het be-heer van de balans van de instelling, overeenkomstig de richtlijnen die goedgekeurd wer-den door de Raad van bestuur en in het kader van de gedragslijnen met betrekking tot het renterisico die goedgekeurd werden door het Directiecomité.



Het bureauHet bureau is belast met de voorbereiding van de beraadslagingen van de Raad van be-stuur. Deze laatste kan het bureau tevens specifieke opdrachten geven. Het bureau is geenbeslissingsorgaan en kan geen afzonderlijk beslissingsorgaan zijn dat de Raad van bestuur of het Directiecomité vervangt.

Het bureau per 12 mei 2010 is als volgt samengesteld:

Voorzitter e. CHArPeNTIer, directeur-generaal van de Caisse Fédérale du Crédit Mutuel Nord Europe sc en voorzitter van de raad van bestuur van het Beroepskrediet nv

Leden:

J. COUrTIN, bestuurder van de Federale Participatieen Investeringsmaatschappij, publiekrechterlijke nv

J. FAVIllIer, ondervoorzitter van het directiecomité van het Beroepskrediet nv

W. rOgIers, voorzitter van het directiecomité van het Beroepskrediet nv

r. TOlleT, voorzitter van de raad van bestuur van de Federale Participatie- en Investe-ringsmaatschappij, publiekrechterlijke nv

Ph. VAsseUr, voorzitter van de raad van bestuur van de Caisse Fédérale du Crédit Mutuel Nord Europe sc

l. WYNANT, advocaat

Het AuditcomitéHet Auditcomité heeft tot doel het effectief toezicht op de activiteiten van het Beroepskrediet N.V. door de Raad van bestuur te vergemakkelijken.Het onderhoudt contacten et de diensten interne audit en controle, met de compliance evenals met het Directiecomité voor zover het auditproblemen betreft en de commissarissen. Het kan alle nuttige inlichtingen of documenten opvragen en laten overgaan tot gelijk welk onderzoek, uitsluitend via de dienst interne audit of via het Directiecomité. Het kan door de Raad van bestuur belast worden met specifieke taken die verband houden met zijn opdracht.

Het Auditcomité per 12 mei 2010 is als volgt samengesteld:

Voorzitter: P. leDeNT, bestuurder van het Beroepskrediet nv

Leden:e. CHArPeNTIer, voorzitter van de raad van bestuur van het Beroepskrediet nvJ. COUrTIN, ondervoorzitter van de raad van bestuur van het Beroepskrediet nvK. gHesQUIere, bestuurder van het Beroepskrediet nvl. VAN OVersCHelDe, bestuurder van het Beroepskrediet nvP. VAN rOMPUY, bestuurder van het Beroepskrediet nvPh. VAsseUr, voorzitter van de raad van bestuur van de Caisse Fédérale du Crédit Mutuel Nord Europe sc - Lillel. WYNANT, bestuurder van het Beroepskrediet nv

Vaste genodigden: K. BOMANs, interne auditor van het Beroepskrediet nvH. BrIgODe, compliance officerP. De NeYs, permanente controleurJ. DrUON, inspecteur-generaal van de Caisse Fédérale du Crédit Mutuel Nord Europe scJ. FAVIllIer, ondervoorzitter van het directiecomité van het Beroepskrediet nvW. rOgIers, voorzitter van het directiecomité van het Beroepskrediet nvJ.C. VANHUYsse, lid van het directiecomité van het Beroepskrediet nv


De crisis van 2008 veroorzaakte een recessie die door de duur en de omvang ervan historisch was. Voor de Verenigde Staten was dit de zwaarste recessie sinds de Grote Depressie van de jaren 30. Maar sinds de zomer 2009 zijn ze begonnen uit de crisis te klimmen. In de eurozone werd het einde van de crisis in het derde kwartaal ingezet.Het herstel zal zeker nog enige tijd zwak en kwetsbaar blijven, en de economische en sociale gevolgen van de crisis dreigen nog lang voelbaar te zijn. De recessie veroorzaakte al een opmerkelijke stijging van de werkloosheid, wat voor de gezinnen geen stimulans is om te consumeren. De werkloosheid zal blijven toe-nemen totdat het herstel krachtig genoeg zal zijn om de tendens te doen omslaan.Om de nationale economieën te hulp te schieten, deden de regeringen gigantische overheidstekorten ontstaan. Om de spanningen op de financiële markten te doen afnemen, boden de staten steun aan de bankinstellingen en de voornaamste centrale banken verlaagden hun richtinggevende rente aanzienlijk.Maar uiteindelijk zal in veel landen een grote inspanning nodig zijn voor de sanering van de begroting om de groeiverwachtingen op lange termijn niet in gevaar te brengen. Sinds begin 2010 steunde de Europese Centrale Bank de inspanningen van Griekenland om uit zijn begrotingscrisis te geraken en maande ze de andere landen van de eurozone aan om duidelijkheid te scheppen over hun besparingsplannen, en dat voor de bestwil van de eurozone.Ondanks een lichte opvering van de activiteit in de laatste twee kwartalen, liet de Belgische economie in 2009 een globale activiteitsdaling van 3.0% optekenen, nadat ze in 2008 met 0,8% was toegenomen. Het jaar 2010 tekent zich gespannen af. Het herstel van de groei zou belemmerd worden door de stijging van de werkloosheid, de nog beperkte investeringen en de politieke onzekerheid.

De veranderingen in de banksector gaan doorIn de context van de economische en financiële crisis en met de verplichtingen in het kader van het ster-kere prudentiële beleid (striktere normen en controles), geeft de banksector gehoor aan de logica van de industrialisatie. De marktconcentratie neemt toe als gevolg van fusies en overnames. In België blijft de overname van de Belgische en Luxemburgse bankactiviteiten van Fortis door BNP Paribas de meeste op-merkelijke gebeurtenis. Tegelijkertijd zetten de banken hun rationaliseringsproces voort : herstructurering van de backoffices en telefoonplatformen, overdracht van bepaalde activiteiten aan derden,…De banken zullen ook hun offensief in de multikanaalbank voortzetten, want het is een grote uitdaging om aan de relationele verwachtingen van de klanten te voldoen en tegelijkertijd het kantoor als kern van hun strategie te handhaven.

een context en veranderingen die een impact hebben op de activiteiten van de sector Met de inwerkingtreding van de nieuwe regelgeving over de gereglementeerde spaardeposito’s verschil-len de financiële instellingen nog weinig van elkaar. Anderzijds zijn een nieuwe benadering van het cliënteel en een nieuwe werkwijze van de banken vereist als gevolg van de bankoverstapdienst en de omzetting van de Europese wetgeving inzake de betaaldiensten.De regelgeving zal ook verstevigd worden. Meerdere banken die een beroep op de Staatshulp deden om uit de crisis te geraken, zijn nu door Europa verplicht bepaalde activa te verminderen. Aan de andere kant is het Basel-Comité van plan de financiële instellingen aan nieuwe verplichtingen inzake eigen vermogen en liquiditeiten te onderwerpen.In deze onzekere economische en sociale context blijft het korte termijn sparen tenslotte het sleutelwoord van de Belgsiche spaarder. De tegoeden op de gereglementeerde spaarrekeningen zijn in 2009 aanzienlijk gestegen en zullen waarschijnlijk blijven toenemen gedurende het hele jaar 2010.

ContextEconomische en financiële context 2009

JAA

rV

ersl

Ag

BKCP en CMNE in een gezamenlijke dynamiekHet streefdoel voor 2011 : “de gesprekspartner bij uitstek voor zelfstandigen en vermogensbeheer”CMNE Belgium heeft opnieuw een fase afgerond in het uitbouwen van een stevige struc-tuur en het eenvormig maken van de organisatie.• Het netwerk is overal in België vertegenwoordigd en beschikt over 325 medewerkers en

43 agentschappen, aangevuld met 27 gevolmachtigde agenten. • Het aanbod van kredietproducten, beleggingsproducten en diensten is vervolledigd om

tegemoet te komen aan de verwachtingen van haar klanten, bestaande uit zelfstandigen, KMO’s en klanten vermogensbeheer. De uitstaande bedragen en het aantal klanten zijn aanzienlijk gestegen.

• De fusie van de regionale banken van de groep onder BKCP cvba, een onderdeel van het Middellange Termijnplan 2011, werd gerealiseerd op 26 mei 2009. Dit zal talrijke voorde-len met zich meebrengen, zoals de optimalisatie van de organisatorische werking of de verwezenlijking van schaalvoordelen, waarbij de zichtbaarheid van de groep naar de bui-tenwereld vereenvoudigd zal worden.

• Aldus communiceert de groep onder het gemeenschappelijke merk BKCP, onder andere via haar eigen website bkcp.be, die bijdraagt tot het bekendmaken van de producten en diensten via het internet. Gemeenschappelijke klanten van BKCP en CMNE/BCMNE kun-nen al hun rekeningen in België en in Frankrijk beheren met dezelfde toegangscodes.

• Op commercieel vlak voorziet het Middellange Termijnplan 2011 bijkomende nieuwe ver-koopspunten en herinrichtingen van bestaande agentschappen.

• Het gereglementeerde spaarboekje en de zichtrekening “BKCP Excellence” hebben hun aantrekkingskracht bevestigd, en er werden nieuwe gestructureerde producten met suc-ces op de markt gebracht. Anderzijds werd het Tak-21 product “BKCP Expansion” verder actief gepromoot met een netto rendement van 3,25% in 2009.


Immo W16

NEPB

CF CMNE

BKnv

CMNE Belgium

exploitatie

BKCP cvba

OVIC

BKCP Securities

BKCP IT

BKCP Pool

Alverzele

Mobilease

Ondersteunende

Thesaurie groep – alM groep – algemene Inspectie

Holding – relaties CBFa secretariaat generaal – Human ressources

InformatiesysteemInformaticaontwikkelingInformaticaonderhoud

Herfactureringsstuctuur

structuur verzekeringsmakelaar

leasingstructuur

Economische en financiële context 2009

Het netwerk van BKCP is samengesteld uit het Beroepskrediet N.V., BKCP cvba, en 2 regionale banken lid van het netwerk. Vanuit een ruime ervaring inzake investeringskredieten en het partnership met CMNE heeft BKCP het volledige gamma van bancaire producten en diensten uitgewerkt om een efficiënt antwoord te geven op de behoeften van zelfstandige ondernemers, KMO’s en particulieren.


Het netwerk Beroepskrediet-BKCP In enkele cijfers

Netwerk :• 476 bedienden• 133 verkooppunten

Activiteit :• Spaartegoeden : 4.884 miljoen euro• Kredietomlopen : 2.210 miljoen euro

Samengevoegde cijfers :• Balanstotaal : 8.383 miljoen euro• Eigen vermogen : 620 miljoen euro

Crédit Mutuel Nord europeIn enkele geconsolideerde cijfers :

• Balanstotaal : 31.101 miljoen euro• Spaartegoeden : 31.953 miljoen euro• Kredietomlopen : 12.514 miljoen euro• Eigen vermogen : 1.776 miljoen euro

En eveneens : • 299 verkoopspunten• 1.198.281 klanten

1 samengevoegde cijfers van de maatschappelijke rekeningen van BKnv, BKCP cvba en de 2 regionale banken.

NetwerkHet netwerk van het Beroepskrediet

Alg

eMeN

e V

erg

AD

erIN

g

algemene vergadering 2009


Inhoud

Markante feiten 16

Het boekhoudresultaat 17

De bankrisico’s 18

Gebeurtenissen na de afsluiting van het boekjaar 24

Erelonen betaald aan de revisoren 24

Geconsolideerde financiële staten - Balans 26

Resultatenrekening 28

Overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen 30

Het kasstroomoverzicht 32

Verklarende nota’s bij de geconsolideerde rekeningen 33

Verslag van de Commissaris 72

Maatschappelijke jaarrekening en kerncijfers 75

Inhoud


Markante feitenHet boekjaar 2009 ligt in het Middellange Termijnplan 2011 dat eind 2007 werd opgestart. Dit plan ambieert een sterke ontwikkeling op basis van één merk, één verkoopsstrategie en één informatiesysteem.

Dit herstelplan werd op 16 december 2008 goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Be-roepskrediet nv en omvatte de juridische fusie van de regionale banken van de groep. Op 26 mei 2009 werd deze fusie een feit en op 1 november 2009 volgde dan de fusie van de in-formaticaplatformen van de regionale banken.

Het tweede luik van het Middellange Termijnplan bestond uit een herstructureringsplan, waarvoor voorzieningen waren opgenomen in de rekeningen van het boekjaar 2008 en waar-mee grotendeels tijdens de tweede jaarhelft van 2009 werd gestart. Dat plan zou tegen eind 2010 gerealiseerd moeten zijn.

Op commercieel vlak wil de groep een concurrerend aanbod ontwikkelen. Het commerciële succes van de spaarrekening BKCP Excellence en van de gestructureerde producten, met hun bijzonder concurrerende tarieven, leidde tot een toename met 22% van de uitstaande deposito’s van de groep BKCP, tot 3.888 miljoen euro. Op 31 december 2009 bedroegen de uitstaande kredieten van de groep 1.190 miljoen euro, een lichte daling met 0,7%.

Op financieel gebied liet 2009 zich opmerken door de normalisering van de rentecurve en door een sterke daling van de kortetermijnrente, met een positieve invloed op de resultaten.

Op commercieel vlak blijft de groep streven naar een rendabele ontwikkeling die zowel steunt op het krediet- als op het spaarsegment. De ontwikkeling van het spaarsegment is gebaseerd op producten die aangepast zijn aan het Belgische cliënteel, met respect voor de waarden van de groep en met een open architectuur voor de producten van de vennoot-schappen van de groep.

In het kader van het Middellange Termijnplan 2011 werd op 27 maart 2009 ten slotte een ka-pitaalsverhoging ten belope van 41,6 miljoen euro doorgevoerd voor Beroepskrediet nv. Op deze kapitaalsverhoging is door de aandeelhouders ingeschreven in verhouding tot de deel-bewijzen die ze op 31 december 2008 bezaten.

VerslagGeconsolideerd jaarverslag

Het boekhoudresultaatDe resultaten van de activiteit kunnen door de volgende kerncijfers gesynthetiseerd worden :

(in duizenden euro)

2009 2008 Evolutie

Nettobankproduct 65.284 48.495 35%

Administratiekosten, afschrijvingen en voorzieningen

61.156 82.153 -26%

Brutobedrijfsresultaat 4.128 -33.658

Risicokost -443 -5.178

Bedrijfsresultaat 3.685 -38.836

Consolidatieverschillen 0 25.033

Belastingen op het resultaat 2.990 -3.750

Nettoresultaat 6.675 -17.553

Minderheidsbelangen -115 -1.254

Aandeel van de groep 6.790 -16.299

De evolutie van de perimeter als gevolg van de verwerving van de West-Vlaamse Bank in 2008 heeft de financiële kerncijfers gevoelig beïnvloed.

Aldus neemt het Nettobankproduct met 35% toe in vergelijking met 2008 en bedraagt 65,3 miljoen euro.

Het Brutobedrijfsresultaat (BBR) omvat ook kosten en bewegingen netto van herstructure-ringsvoorzieningen in 2008 en 2009 respectievelijk ad. 23,1 en 2,2 miljoen euro. Uitgezon-derd deze elementen zijn de beheerskosten, afschrijvingen en voorzieningen stabiel ge-bleven. In 2008 werd er een negatief consolidatieverschil ten belope van 25 miljoen euro geboekt met betrekking tot de controleverwerving over de West-Vlaamse Bank c.v.b.a.

Het geconsolideerde Nettoresultaat bedraagt +6,7 miljoen euro, waarvan +6,8 miljoen euro als aandeel van de groep.


De bankrisico’sDe hierna beschreven bankrisico’s betreffen: • De kredietrisico’s ; • De operationele risico’s ; • De financiële-, liquiditeits- en thesaurierisico’s.

Voor de bedragen en de omvang ervan wordt er verwezen naar de geconsolideerde finan-ciële staten en naar de verklarende nota’s ervan.

De kredietrisico’s

De risiconemingDe kredieten worden afgesloten via de drie volgende distributiekanalen : • de Regionale Banken ; • de Discontokantoren ; • Credimo-Kempar.

• De regionale Banken

In het kader van de “Samenwerkingsovereenkomsten” met de Regionale Banken, heeft de N.V. Beroepskrediet (BKnv) een overeenkomst inzake herfinanciering van kredieten afge-sloten. Deze vertegenwoordigen inderdaad een tegenpartijrisico in hoofde van de Regio-nale Bank. Gemiddeld worden meer dan 95% van de lange temijn kredieten toegestaan door de Regionale Banken aan hun cliënten geherfinancierd door het BKnv. De herfinancie-ring neemt identiek dezelfde profielen van afbetaling en renteherziening over.

BKnv neemt enkel het renterisico op het krediet toegekend door de Regionale Bank aan haar cliënt.

Het tegenpartijrisico, dat de Regionale Banken die niet-geïntegreerd zijn in de groep BKCP vertegenwoordigen ten opzichte van BKnv, maakt het voorwerp uit van een aandachtig onderzoek binnen het auditcomité, dat op zijn beurt de informatie overmaakt aan de Raad van Bestuur.

Alle kredieten dienen te voldoen aan een aantal voorwaarden, zoals bepaald in de polis van de mobiliseerbare kredieten die door de Regionale Banken worden ingediend.

• De Discontokantoren

De Discontokantoren zijn meestal vennootschappen onder firma met de solidariteit der bestuurders als gevolg, dewelke bepalend is in de relatie ‘intuitu personae’ die we met hen onderhouden.De overeenkomsten van 1995 en bijvoegsels voorzien de inpandgeving van de volgreke-ningen van de cliënten verbonden met de mobiliseringskredieten ten gunste van BKnv.Wij onderscheiden twee herfinancieringprocedures : - de herfinanciering van ambtswege ; - de voorafgaande herfinanciering die a priori door BKnv aanvaard dient te worden.De verbintenis tot herfinanciering van BKnv wordt onderworpen aan het endossement van een wissel als waarborgoverdracht ten gunste van BKnv.De risico-opvolging maakt het voorwerp uit van herhaalde inspecties die door de externe audit ter plaatse worden uitgevoerd. De kredietproductie met de Discontokantoren is evenwel flink gedaald, vermits de meeste overeenkomsten opgezegd werden. De opzeg-termijnen zijn begonnen of eindigen op 31/12/2009.


• Credimo-Kempar

De procedures worden vastgelegd in verschillende overeenkomsten die de herfinanciering van de kredieten voorzien, hetzij via een mobiliseringsysteem (identiek voor de Regionale Banken), hetzij via een systeem dat overeenkomt met dat van de Discontokantoren.Deze overeenkomsten voorzien de inpandgeving van lineaire obligaties ten gunste van BKnv, opdat de risico’s voldoende gedekt zouden zijn.De overeenkomst met Credimo werd opgezegd en de opzegtermijn is verstreken.De risico-opvolging maakt het voorwerp uit van regelmatige inspecties die door de exter-ne audit ter plaatse worden uitgevoerd.

Het risicobeheer bij wanbetalingDe achterstallen op de kredietomloop van BKnv en van haar filialen (Regionale Banken) worden op de volgende manier opgevolgd:

1. De achterstanden tot 90 dagen worden opgevolgd door de agentschappen o.b.v. dage-lijkse lijsten die automatisch ter beschikking worden gesteld. Indien de geautomatiseer-de aanmaningsbrieven zonder gevolg blijven, trachten de agentschappen de klant te contacteren teneinde de regularisatie van de achterstand te bekomen.

Vanaf het moment dat een krediet een achterstand vertoont van meer dan 90 dagen wordt het dossier overgenomen door de centrale dienst voorgeschillen. De opvolging van deze dossiers gebeurt op basis van een maandelijkse lijst die hen automatisch ter beschikking wordt gesteld en waarop alle dossiers met achterstand vermeld staan. In heel dit proces staat de samenwerking tussen het agentschap en de dienst voorgeschil-len centraal. De dienst voorgeschillen houdt het agentschap steeds op de hoogte van de ondernomen stappen. De medewerkers van de dienst voorgeschillen ondersteunen en controleren de agentschappen en zorgen voor een preventief beheer van de bankrisico’s.

2. Indien een minnelijke schikking met de klant onmogelijk blijkt te zijn of indien er elemen-ten zijn die leiden tot een onmiddellijk verbreking van de relatie (bv faillissement), wor-den de kredieten opgezegd en wordt het dossierbeheer integraal overgenomen door de dienst betwiste zaken.

Deze dienst zal overgaan tot realisatie van de waarborgen en/of het opstellen van een minnelijk aflossingsplan. Op het moment van de opzegging wordt – indien nodig – op basis van de waarborgen een individuele provisie aangelegd, die driemaandelijks wordt geëvalueerd. Indien nodig wordt bijkomend geprovisioneerd of wordt de provisie (ge-deeltelijk) teruggenomen.

Na realisatie van de waarborgen en uitputting van andere recuperatiemogelijkheden, wordt het dossier boekhoudkundig afgeschreven.

Onzekere en dubieuze vorderingen ten opzichte van de cliënteel

De in onderstaande tabel opgenomen vorderingen met onzeker of dubieus verloop, be-vatten de opgezegde kredieten, alsook de kredieten met een achterstand voor dewelke het nodig werd geacht een waardevermindering te boeken.

geconsolideerd niveau (in duizenden euro) 31/12/09

Totale vorderingen 1.596.704

Bruto bedrag aan dubieuze debiteuren 136.754

Aangelegde individuele voorzieningen 90.741

Netto bedrag aan dubieuze debiteuren 46.013

Percentage voorzieningen op dubieuze debiteuren 66%

Netto dubieuze debiteuren/totale vorderingen 2,9%


Delegatie van bevoegdheden.Het beslissingsproces inzake de goedkeuring van professionele en prive-kredieten wordt geregeld door een kredietdelegatiemodel.

Dit model beschrijft, in functie van parameters mbt kredietomloop en ongedekt risico, op welk niveau de kredietbeslissingen moeten genomen worden: op het niveau van het agent-schap of de directie van het commercieel net, op het niveau van de centrale diensten (kre-dietanalist, directie Kredieten) of op het niveau van het directiecomité. Voor de dossiers die de kredietbevoegdheid van de kredietanalist overstijgen, wordt een advies opgemaakt ten behoeve van de bevoegde kredietbeslissers.

De delegatie van kredietbevoegdheden is intuitu personae en wordt jaarlijks opnieuw ge-evalueerd in een commissie waarin zowel de verschillende belanghebbende partijen, alsook de verantwoordelijken Audit en Human Resources vertegenwoordigd zijn. De commissie legt haar voorstellen voor ter goedkeuring aan het directiecomité die de delegatie verleent.

Bij de beoordeling van het kredietrisico worden de dossiers aan een aantal bedrijfseigen normen getoetst die de grote lijnen van het kredietbeleid weerspiegelen. Tevens wordt een grondige kwalitatieve en kwantitatieve analyse uitgevoerd mbt de financieel-economische haalbaarheid van het project, waarna tevens beslist wordt over een passende waarborgposi-tie en correcte prijszetting.

Het kredietrisico in de context van de nieuwe Basel-akkoordenDe nieuwe reglementering over het eigen vermogen verplicht de kredietinstellingen tot een “kapitaalvereiste”, d.w.z. dat het eigen vermogen afgestemd moet zijn op het risicoprofiel van de bank. Voor het boekjaar 2009 heeft de groep CMNE Belgium de ‘Standaard’ benade-ring weerhouden voor de weging van haar eigen vermogen naargelang het kredietrisico.

De implementatie van de richtlijn over de kapitaalvereiste werd in 2004 aangevat, via een eerste schijf die een evaluatie van de defaultprobabiliteit van de klanten over een tijdshori-zon van 12 maanden mogelijk maakt. De modelleringen ad hoc zijn rechtstreeks overgeno-men van diegene die binnen de groep Crédit Mutuel-CIC werden ontwikkeld.

De noteringen worden als volgt weergegeven : 9 “gezonde” noteringen : A+, A-, B+, B-, C+, C-, D+, D- en E+, 2 risico-noteringen E- en E--, en 1 notering voor de contentieux F. De notering van een klant zal in rang verlaagd worden bij het vaststellen van intern risicogevaar of op basis van geautomatiseerde externe informatiestromen. Ze kan ook beïnvloed worden door de groep waartoe hij behoort (familie, aandeelhouderschap,…). Met deze noteringen is het mogelijk een volledige opvolging van de klanten te verwezenlijken met het oog op risicobeheer.

In de huidige stand der werken betreffende de klantennotering, kan het profielrisico van de cliënteel van de agentschappen als volgt ingedeeld worden per eind 2009 (per noteringgroep) :


Dit noteringsysteem wordt verbeterd in functie van de kwalitatieve verbetering van de ge-gevens van de geïntegreerde banken (het deel van de niet genoteerde “NC” daalt gesta-dig). Bovendien zullen verschillende projecten ter verbetering van de relevante klantenno-tering resultaten opleveren in 2010 (met name door een vooruitlopend beheer van de risicogevaren en een belangrijke bijwerking van de oplossing die specifiek voor de samen-stelling van de klantengroepen ontwikkeld werd).

Weging en controle van de grote kredietrisico’sDe risicodiversificatie is een basisregel van de bankactiviteit. De ervaring toont trouwens aan dat kredietconcentraties tot aanzienlijke verliezen kunnen leiden, zonder noodzakelij-kerwijs een evenredige toename van winstperspectieven in te houden. Het Baselcomité is van mening dat er maatregelen moeten worden uitgewerkt om de blootstelling van de banken aan geconcentreerde vormen van kredietrisico’s, in het algemeen, en aan grote kredietnemers, in het bijzonder, te beperken.

Aldus werd in 2006 voor de groep CMNE Belgium een Comité Grote Risico’s opgericht dat representatief is voor de kredietrisico’s gedragen door de verschillende instellingen. Het vergadert driemaandelijks, de maand volgend op elke afsluiting van een kalenderkwartaal, teneinde de belangrijke blootstellingen aan kredietrisico’s op te volgen :

- ten overstaan van één enkele tegenpartij of onderling verbonden tegenpartijen ;

- ten overstaan van tegenpartijen die tot dezelfde economische sector behoren.

De risicoweging omvat het nominale bedrag van de kredietrisico’s dat zowel uit de effectieve en de potentiële verbintenissen van alle aard, als uit de voorwaardelijke verbintenissen voortvloeit.

Het Baselcomité heeft getracht naar een versteviging van het aangifteproces van grote ri-sico’s van instellingen in het buitenland.

De in het kader van voornoemd Comité Grote Risico’s opgetelde matrices betreffen slechts de niet-opgezegde kredieten en zijn de volgende :

- De matrix van de geconsolideerde risico’s, de zogenaamde matrix “grote risico’s”, voor de verbintenissen van BKnv en BKCP cvba ten bedrage van meer dan 750 K€ voor het Belgische Comité en van meer dan 1 miljoen euro voor het Franse Comité, waarbij de bedragen kunnen evolueren. De entiteit die de bewegingen op rekening-courant beheert, wordt aangesteld als “leidende bank”. Zij is dan verantwoordelijk voor de evolutie van de omlopen met inachtneming van de procedures en binnen de grenzen van de haar toegekende beslissingsbevoegdheden.

- Een opvolgingslijst “Watch List” van de klanten met een hogere risico-inschatting bin-nen de bank in het kader van de Basel II-interne noteringen of van de risico-opvolging.


De operationele risico’s

Tweede groot luik van de nieuwe regelgeving inzake de kapitaalvereisten (CAD III) betreft het beheer van de operationele risico’s. De aanpak werd in 2003 al ingevoerd volgens iden-tieke principes met die van de groep Crédit Mutuel/CIC. Voor de verwerking van dit risico wordt de ontwikkeling van de zogenaamde geavanceerde methode (AMA) beoogd.

Onder operationele risico’s verstaat men de verliesrisico’s, veroorzaakt door een onge-schikte of gebrekkige werking op het vlak van de interne processen, human resources en systemen of door externe gebeurtenissen.

Het beheer van deze risico’s binnen de verschillende entiteiten van de groep in België en in Frankrijk heeft tot doel te vermijden dat een groot schadegeval of een reeks schadege-vallen de financiële resultaten van de groep, en bijgevolg haar verdere ontwikkeling, zou-den beïnvloeden.

Dit vertaalt zich in een, op geregelde tijdstippen geactualiseerde identificatie van de tegenge-komen schadegevallen, teneinde er de impact van te meten en ze te beheren via een preven-tiebeleid, en een verzekeringsbeleid dat de drie voornaamste risicodomeinen binnen een on-derneming dekt, namelijk de mensen, de verantwoordelijkheden en de patrimoniums.

Nadat de operationele risico’s door middel van een gemeenschappelijke cartografie zijn geïnventariseerd, werd een bijzondere inspanning geleverd om de frequentie en de weer-slag van de gebeurtenissen op de resultaten te parametreren.

De financiële-, liquiditeits- en thesaurierisico’s.

In het kader van zijn rol als bank der banken van het net BKCP neemt het Beroepskrediet nv bepaalde financiële risico’s op zich voor het geheel van de groep, nl. het herfinancierings- en renterisico.

De rente- en herfinancieringsrisico’s worden geëvalueerd binnen het Financieel Co-mité van het BKnv :

De meting van het renterisico werd oorspronkelijk prioritair ontwikkeld voor het BKnv. Sinds 2008 werd deze meting ook tot alle regionale banken uitgebreid. Hierdoor kan het rentebeleid op groepsniveau vastgelegd worden.

Het Financieel comité, dat samenwerkt samen met het Finanieel Comité van de groep Crédit Mutuel Nord Europe, volgt regelmatig de evolutie van de rente- en herfinancierings-risico’s, onder andere via de volgende benaderingen : de Netto Interestmarge (NIM) en de Geactualiseerde Nettowaarde (GNW).

De NIM benadering staat voor de gevoeligheidsmeting van de inkomsten uit de ‘banking book’ van de instelling. Hierdoor kan men de evolutie van de gapping posities, en dit per soort rentevoet, regelmatig opvolgen. Aldus worden alle balans- en buitenbalansposten door middel van een omloopprognose geanalyseerd. De blootstelling aan een soort ren-tevoet : vaste, herzienbare en veranderlijke wordt afzonderlijk gewaardeerd en geanaly-seerd. Het verloop van de posities laat een risicobeheer toe. Naast het beheer van de hui-dige omloop op de afsluitingsdatum wordt een prognose van de toekomstige productie en activiteiten in de methodologie opgenomen. De globale aanpak inzake de evolutie van de huidige omloop en van de toekomstige productie laat toe een prognose van globale visie van de risico’s in de balans te hebben.


De GNW-benadering heeft tot doel de gevoeligheid van de vermogensrechtelijke waarde voor een renteschommeling te evalueren.

De evolutie van de globale omloop laat toe de structurele liquiditeitsbehoeften op te spo-ren. Op een horizon van twee jaar wordt dit risico met het bedrag van de realiseerbare mid-delen en de bij BKnv bevestigde financieringslijnen vergeleken. Het Financieel Comité, dat minstens om het kwartaal vergadert, analyseert en controleert deze risico’s. Het neemt de vereiste indekkings- of financieringmaatregelen. Voor consolidatiedoeleinden worden deze risico’s binnen het Financieel Comité van CMNE in een groepsvisie opgenomen. Op het einde van elk kwartaal worden de liquiditeitsbehoeften voor de ganse perimeter van de Groepsbanken uitvoerig gemeten en dit over een horizon van 2 jaar. De liquiditeitsbehoeften worden als dan getoetst aan het leenvermogen van de Groep bij een stresshypothese. Het Financieel Comité van de Groep heeft het principe gevalideerd dat een horizon van twee jaar voldoende is om een strategisch overzicht van de activiteiten van de Groep te bepalen in geval van een duidelijke ontoereikendheid tussen het ontwikkelingsplan en zijn gevolgen inzake liquiditeit. In een dergelijke hypothese, zou deze temijn kunnen gebruikt worden, of-wel om nieuwe middelen te zoeken, ofwel om bepaalde ontwikkelingsassen met een hoog liquiditeitsgehalte drastisch te beperken. Over de geanalyseerde horizon mag het liquidi-teitsrisico het leenvermogen en de tegeldemaking van de activa niet overstijgen.

Het tegenpartijrisico wordt globaal binnen de groep CMNe beheerd.

Het Bknv beschikt over tegenpartijlimieten die in nauw verband met die van CMNE Belgium staan, wat de Belgische pool betreft, welke op hun beurt een percentage van de limieten van de groep CMNE vertegenwoordigen. De risicoposities worden dagelijks door het Risicode-partement van de groep CMNE geanalyseerd en nagegaan. De tegenpartijlimieten hangen nl. van de interne notering van de tegenpartij en van haar geografische situatie af. Ze zijn beperkt tot een percentage van het eigen vermogen. De naleving en de opvolging van deze limieten worden o.a. geanalyseerd op het Comité Grote Risico’s binnen BK nv.


Gebeurtenissen na de afsluiting van het boekjaar

Erelonen betaald aan de revisoren

Er valt geen belangrijke gebeurtenis na de afsluiting van het boekjaar te noteren dat het resultaat gevoelig zou kunnen beïnvloeden.

Het mandaat van het college van de revisoren beëindigde na de Algemene Vergadering van mei 2009. De commissaris die voor de boekjaren 2009 tot 2012 benoemd werd, is de vennootschap Deloitte, vertegenwoordigd door M. Y. Dehogne. Het auditmandaat is 174.017 € (BTW incl.) voor BKn en al zijn filialen (waarvan 84.894 € voor BKnv).

Geconsolideerd, zijn de door het BKnv en haar filialen in 2009 ten laste genomen erelonen – zowel rechtstreeks als via een interne kostendelende vennootschap binnen de groep – van de commissarissen, en van de personen waarmee ze beroepshalve een samenwer-kingsverband hebben, de volgende :

Erolonen ten laste genomen op geconsolideerd niveau in 2009 (EUR - TVAC)

31/12/09

PWC Deloitte Mazars Totaal

CommissarissenMandaat van de commissarisAndere opdrachten buiten het revisoraal mandaat

18.867 308.024 31.203 358.094

Vennootschappen waarmee de commissarissen een samenwerkingsverband hebben

Fiscale raadgevingAndere opdrachten buiten het revisorale mandaat

213.505 20.911 234.416


2 er valt echter te noteren dat lasten m.b.t. de fusie en de audit van de rekeningen 2008 op het boekjaar 2009 drukken.

Behalve uitdrukkelijk anders vermeld, lezen de bedragen in dit gedeelte van het jaarverslag zich in duizenden euro.

1. BalansActiva

31/12/09 31/12/08 Note

Kas, Centrale Banken, Postcheque- en girodiensten 54.586 56.916 5

Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden 0 0 7

Financiële activa tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening

0 26.829 6

Derivaten gebruikt ter afdekking 355 1.242 7

Voor verkoop beschikbare financiële activa 137.244 177.806 8

Leningen en vorderingen 3.163.545 2.880.416 9

Waarderingsverschillen van afdekking van renterisico van een portefeuille

14.739 6.921 10

Tot einde looptijd aangehouden beleggingen 103.217 119.750 11

Actuele belastingvorderingen 0 0 12

Latente belastingvorderingen 9.851 10.612 12

Andere activa 9.320 4.794 13

Activa aangehouden voor verkoop 3.837 1.675 13

Investeringen in joint-ventures 0 0

Vastgoedbeleggingen 25.176 5.016 14

Materiële vaste activa 52.080 67.912 15

Immateriële vaste activa 3.391 3.307 16

Totaal Activa 3.577.341 3.363.196

Geconsolideerde financiële staten (IFRS normen)


Financiële sta ten

Passief

31/12/09 31/12/08 Note

Centrale Banken, Postcheque- en girodiensten 1.720 0 17

Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden

666 190 7

Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winsten verliesrekening

0 0

Derivaten gebruikt ter afdekking 17.459 9.863 7

Schulden tegenover kredietinstellingen 356.092 388.426 18

Schulden tegenover cliënten 2.676.515 2.361.007 18

In schuldbewijzen belichaamde schulden 159.146 286.482 19

Waarderingsverschillen van afdekking van renterisico van een portefeuille

0

Actuele belastingverplichtingen 2.377 1.915 12

Latente belastingsverplichtingen 1.840 2.671 12

Andere verplichtingen 23.735 19.294 20

Schulden verbonden aan passiva bestemd voor verkoop 0 0

Voorzieningen 13.115 22.841 21

Achtergestelde schulden 30.323 31.184 23

Aandelenkapitaal terugbetaalbaar op zicht 0 0

Totaal schulden 3.282.988 3.123.873

Totaal eigen vermogen

31/12/09 31/12/08 Note

Totaal eigen vermogen 294.353 239.323

eigen vermogen groep 281.200 223.879 24

Kapitaal en uitgiftepremies 153.952 112.352

Geconsolideerde reserves 116.729 130.679

Niet-gerealiseerde winsten of verliezen 3.729 -2.853

Resultaat van het boekjaar 6.790 -16.299

Minderheidsbelang 13.153 15.444

Totaal Passiva 3.577.341 3.363.196


Financiële sta ten

2. ResultatenrekeningFinanciële en exploitatiebaten en -lasten

31/12/09 31/12/08 Note

Rentebaten 148.343 161.699 25

Rentelasten -91.279 -121.196 25

Lasten in verband met aandelenkapitaal terugbetaalbaar op zicht

- -

Dividenden 2.078 277

Commissiebaten 9.039 7.122 26

Commissielasten -4.273 -5.080 26

Winsten en verliezen op financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden (netto)

-476 -242

Winsten en verliezen op financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening (netto)

3.216 -5.605 27

Gerealiseerde winsten en verliezen op financiële activa en verplichtingen niet gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening (netto)

-3.566 764 28

Aanpassingen van de reële waarde bij de administratieve verwerking van afdekkingstransacties

1.672 -681 29

Herwaarderingen van valutakoersverschillen 187 92

Winsten en verliezen op het niet langer opnemen van andere dan voor verkoop aangehouden activa

-265 4.716 39

Andere exploitatie baten 5.535 7.161 30

Andere exploitatie lasten -4.927 -532 30

Nettobankproduct 65.284 48.495


Administratiekosten, afschrijvingen en voorzieningen

31/12/09 31/12/08 Note

Personeelskosten -34.347 -28.880 31

Algemene en administratieve uitgaven -29.702 -28.569 32

Afschrijvingen/waardeverminderingen op materiële vaste activa

-4.412 -2.771 15

Afschrijvingen/waardeverminderingen op vastgoedbeleggingen

-598 -211 14

Afschrijvingen/waardeverminderingen op immateriële vaste activa (andere dan goodwill)

-1.824 -1.948 16

Voorzieningen 9.727 -19.774 21

Brutobedrijfsresultaat 4.128 -33.658

Risicokost -443 -5.178 40

Bedrijfsresultaat 3.685 -38.836

Consolidatieverschillen - 25.033 33

Aandeel in de winst of het verlies van geassocieerde deelnemingen en joint ventures die administratief worden verwerkt volgens de 'equity'-methode

- -

resultaat voor belastingen 3.685 -13.803

Belastingen op het winst 2.990 -3.750 34

Nettoresultaat 6.675 -17.553

Minderheidsbelangen -115 -1.254

Aandeel van de groep in het resultaat 6.790 -16.299

Netto resultaat van de rechtstreeks in eigen vrmogen geboekte winsten en verliezen

Omrekeningsverschillen

Revaluatie van de voor verkoop beschikbare financiële activa netto van belasting

6.853 -6.172 35

Revaluatie van de instrumenten afdekkingsderivaten

Revaluatie van de vaste activa

Actuariele verschillen op de regimes van toegezegde pensoienregeling

Gedeelte latente/uitgestelde winsten of verliezen op venn. 'netto-vermogenswaarde'

globaal nettoresultaat 13.528 -23.725

Resultaat toegewezen aan de minderheidsbelangen 156 -1.453

Aandeel van de groep in het resultaat 13.372 -22.272


3. Overzicht van wijzigingen in het eigen vermogenKapitaal en aanverwante reserves Geconsolideerde

reservesLatente of uitgestelde winsten/verliezen

Kapitaal Reserves verwant aan kapitaal (1)

Eliminatie eigen aandelen

Geconsolideerde reserves

Gelieerd aan omrekenings-

verschillen

Gelieerd aan de herwaardering

(2)

Waardeveranderingen van financiële instrumenten

Aandeel van de groep in

het netto resultaat

Minderheids-belang

Eigen vermogen groep

Totaal geconsolideerd

eigen vermogen

Wijzigingen in de reële waarde van

voor verkoop beschikbare

financiële instrumenten


afdekkings-instrumenten

eigen vermogen per 1 januari 2009 112.352 0 0 130.679 0 0 -2.853 0 -16.299 223.879 15.444 239.323

Dividenden 41.600 0 41.600 0 41.600

Overige bewegingen (3) -9 -9 -89 -98

Subtotaal van de bewegingen gelieerd aan de relaties met de aandeelhouders

41.600 0 0 -9 0 0 0 0 0 41.591 -89 41.502

Herwaardering van de financiële instrumenten en de vaste activa met impact op het eigen vermogen (4)

6.531 6.531 271 6.802

Herwaardering van de financiële instrumenten en de vaste activa met impact op het resultaat (5)

51 51 51

Effect van acquisities en verkopen op de minderheidsbelangen

2.358 2.358 -2.358 0

Resultaat 2007 -16.299 16.299

Resultaat 2008 6.790 6.790 -115 6.675

Subtotaal 0 0 0 -13.941 0 0 6.582 0 23.089 15.730 -2.202 13.528

eigen vermogen per 31 december 2009 153.952 0 0 116.729 0 0 3.729 0 6.790 281.200 13.153 294.353

eigen vermogen per 1 januari 2008 112.352 0 0 124.141 0 0 3.120 0 6.050 245.663 18.920 264.583

Dividenden -3.354 -3.354 -90 -3.444



0 0 0 -3.584 0 0 0 0 0 -3.584 -111 -3.695


-6.047 -6.047 -199 -6.246


74 74 74


4.072 4.072 -1.912 2.160

Resultaat 2007 6.050 -6.050

Resultaat 2008 -16.299 -16.299 -1.254 -17.553

Subtotaal 0 0 0 10.122 0 0 -5.973 0 -22.349 -18.200 -3.365 -21.565

eigen vermogen per 31 december 2008 112.352 0 0 130.679 0 0 -2.853 0 -16.299 223.879 15.444 239.323


De voornaamste variaties van het eigen vermogen worden besproken in noot 24.(1) Hierin worden opgenomen de uitgiftepremies en de wettelijke reserves van de moedermaatschappij, het eigen

vermogensbestanddeel van de hybride instrumenten van de moedermaatschappij en de plannen waarvan de betaling is gebaseerd op aandelen van de moedermaatschappij.

(2) Omvat de eventuele herwaardering van de vaste activa.

3. Overzicht van wijzigingen in het eigen vermogenKapitaal en aanverwante reserves Geconsolideerde

reservesLatente of uitgestelde winsten/verliezen

Kapitaal Reserves verwant aan kapitaal (1)

Eliminatie eigen aandelen

Geconsolideerde reserves

Gelieerd aan omrekenings-

verschillen

Gelieerd aan de herwaardering

(2)

Waardeveranderingen van financiële instrumenten

Aandeel van de groep in

het netto resultaat

Minderheids-belang

Eigen vermogen groep

Totaal geconsolideerd

eigen vermogen


voor verkoop beschikbare

financiële instrumenten


afdekkings-instrumenten

eigen vermogen per 1 januari 2009 112.352 0 0 130.679 0 0 -2.853 0 -16.299 223.879 15.444 239.323

Dividenden 41.600 0 41.600 0 41.600



41.600 0 0 -9 0 0 0 0 0 41.591 -89 41.502


6.531 6.531 271 6.802


51 51 51


2.358 2.358 -2.358 0

Resultaat 2007 -16.299 16.299

Resultaat 2008 6.790 6.790 -115 6.675

Subtotaal 0 0 0 -13.941 0 0 6.582 0 23.089 15.730 -2.202 13.528

eigen vermogen per 31 december 2009 153.952 0 0 116.729 0 0 3.729 0 6.790 281.200 13.153 294.353

eigen vermogen per 1 januari 2008 112.352 0 0 124.141 0 0 3.120 0 6.050 245.663 18.920 264.583

Dividenden -3.354 -3.354 -90 -3.444



0 0 0 -3.584 0 0 0 0 0 -3.584 -111 -3.695


-6.047 -6.047 -199 -6.246


74 74 74


4.072 4.072 -1.912 2.160

Resultaat 2007 6.050 -6.050

Resultaat 2008 -16.299 -16.299 -1.254 -17.553

Subtotaal 0 0 0 10.122 0 0 -5.973 0 -22.349 -18.200 -3.365 -21.565

eigen vermogen per 31 december 2008 112.352 0 0 130.679 0 0 -2.853 0 -16.299 223.879 15.444 239.323


(3) Waarvan de weerslag op het eigen vermogen van de terugbetaling aan de minoritaire aandeelhoudhers(4) Hierin opgenomen de wijzigingen in de reële waarde van de dekkingsderivaten gebruikt voor kastroom- en reële waarde

dekkingen en dekking van netto investeringen, evenals de wijzigingen in de reële waarde van de voor verkoop beschikbare financiële activa.

(5) Transfer naar de resultatenrekening van de wijziging van de reële waarde van de dekkingsinstrumenten, de financiële activa aangehouden voor verkoop bij hun overdracht of hun afwaardering, van herwaardering van de vaste activa bij verkoop.

4. Het kasstroomoverzicht2009 2008

Netto resultaat 6.675 -17.553

Belastingen op het resultaat -2.990 3.750

resultaat voor belastingen 3.685 -13.803

Netto toevoeging aan de afschrijvingen op materiële en immateriële vaste activa

6.834 4.930

Netto toevoeging aan de provisies -9.727 19.774

Consolidatieverschillen 0 -25.033

Andere elementen -2.211 6.889

Totaal van de niet-monetaire elementen in het resultaat voor belastingen en andere aanpassingen

-5.104 6.560

Stromen gerelateerd aan bedrijfsactiva (vvor operationele activiteiten) -208.089 -110.896

Stromen gerelateerd aan bedrijfsverplichtingen (voor operationele activiteiten)

163.520 89.163

Netto stijging van de bedrijfsactiva en -verplichtingen (voor operationele activiteiten)

-44.569 -21.733

Netto kasstroom uit de bedrijfsactiviteiten (A) -45.988 -28.976

Stromen betreffende de financiële activa en de deelnemingen 15.443 40.981

Stromen betreffende materiële en immateriële vaste activa -12.019 -10.430

Netto kasstroom uit de investeringsactiviteiten (B) 3.424 30.551

Kasstromen van of naar de aandeelhouders 41.600 -3.353

Andere netto kasstromen betreffende financieringsactiviteiten 875 -1.620

Netto kasstroom uit de financieringsactiviteiten (C) 42.475 -4.973

stijging van de geldmiddelen en kasequivalenten (A) + (B) + (C) -89 -3.398

Netto kasstroom uit de bedrijfsactiviteiten (A) -45.988 -28.976

Netto kasstroom uit de investeringsactiviteiten (B) 3.424 30.551

Netto kasstroom uit de financieringsactiviteiten (C) 42.475 -4.973

geldmiddelen en kasequivalenten aan het begin van de periode 5.787 9.185

Kas en postcheque- en girodiensten 5.666 9.185

Zichrekeningen bij centrale banken (andere dan monetaire reserve) 121 0

geldmiddelen en kasequivalenten aan het einde van de periode 5.698 5.787

Kas en postcheque- en girodiensten 5.654 5.666

Zichrekeningen bij centrale banken (andere dan monetaire reserve) 44 121

Nettostijging van de geldmiddelen en kasequivalenten -89 -3.398



verklarende nota’s bij de geconsolideerde rekeningenNoot 1 Consolidatieperimetersamenstelling van de perimeter

De consolidatieperimeter van de Groep is de volgende: :

2009 2008

Percentage Methode Percentage Methode

Vennootschappen Controle Belang Controle Belang

Consoliderende Vennootschap : Beroepskrediet nv

Alverzele 99,00% 99,00% I.G. 99,00% 99,00% I.G.

BKCP IT GEIE 100,00% 100,00% I.G. 100,00% I.G.

BKCP Securities SA 99,99% 99,99% I.G. 99,99% 99,99% I.G.

BKCP SCRL (ex-BKCP Brabant SCRL) 95,40% 95,40% I.G. 93,80% 93,80% I.G.

BKCP WALLONIE - - I.G. 98,36% 98,36% I.G.

BKCP POOL SA 99,99% 99,99% I.G. 99,99% 99,99% I.G.

Federale Kas voor het Beroepskrediet CVBA

- - I.G. 96,66% 96,66% I.G.

Immo W16 78,09% 78,09% I.G. 78,09% 78,09% I.G.

SCPI 56,13% 53,74% I.G. 56,03% 55,30% I.G.

BKCP Noord CVBA - - I.G. 91,14% 91,14% I.G.

Mobilease 99,60% 99,60% I.G. 99,60% 99,60% I.G.

OVIC SA 99,96% 95,37% I.G. 99,96% 91,10% I.G.

WESTVLAAMSE BANK - - I.G. 95,52% 95,52% I.G.

Fusie van de regionale BankenOp 26 mei 2009 hebben de buitengewone algeme-ne vergaderingen van de betrokken Banken tot de fusie door overname beslist van FKBK cvba, BKCP Wallonie cvba, BKCP Noord cvba en WVB cvba door de bank BKCP Brabant cvba met terugwerken-de kracht op 1 januari 2009. Hierbij werd de bena-ming van de uit de fusie ontstane entiteit in BKCP cvba gewijzigd.

Consolidatiemethodes De consolidatie werd volledig uitgevoerd volgens de methode van de globale integratie. Deze me-thode bestaat erin om elk van de elementen van het

actief en het passief van elk filiaal te vervangen door de waarde van de effecten en om het gedeelte van de minderheidsbelangen in het eigen vermogen en in het resultaat te isoleren. De methode wordt toe-gepast op alle entiteiten onder exclusieve controle, met inbegrip van deze met een andere rekeningen-structuur, ongeacht of hun activiteiten in het ver-lengde liggen van die van de consoliderende enti-teit of niet.

AfsluitingsdatumAlle vennootschappen van de groep die zich binnen de consolidatieperimeter bevinden, sluiten hun re-keningen af per 31 december.

NB : g.I. : globale integratie

Noot 2 Samenvatting van de grondslagen voor financiële verslaggeving

A. AlgemeenDe elementen van het vermogen en de wijzigingen van de bedrijfsmiddelen resulterend uit verrichtingen die op een latere datum dan die van hun transactie worden uitgevoerd, worden in de posten van actief en passief slechts opgenomen vanaf de datum van het beschikbaar stellen van de fondsen of waarden die het voorwerp uitmaken van de betreffende verrichtingen.

B. leningen en vorderingenLeningen en vorderingen zijn financiële activa met een vast of bepaalbaar rendement die niet op een actieve markt worden genoteerd. Zij omvatten de direct toegekende leningen of het aandeel in de ge-syndiceerde leningen evenals de verworven lenin-gen. Zij worden aan hun marktwaarde opgenomen in de balans die over het algemeen gelijk is aan het uit-betaalde netto bedrag. De toegepaste koersen wor-den verondersteld de marktkoersen te zijn in zoverre de barema’s permanent worden aangepast in functie van de koersen van de grote meerderheid van de concurrerende instellingen. Dit bedrag wordt bij de volgende afsluitingen aan afgeschreven kostprijs ge-waardeerd door toepassing van de effectieve-rente-methode (behalve voor diegene die volgens de “mo-gelijkheid van waardering tegen de reële waarde” in de boeken werden opgenomen). De toegekende commissies verbonden aan het opzetten van de le-ning, en de opgelopen dossierkosten worden ge-spreid over de duur van de lening volgens de effec-tieve-rentemethode en worden onder rente in de resultatenrekening opgenomen.

C. Voorzieningen voor bijzondere waardevermindering van leningen en vorderingen, kredietverbinte-nissen en garantieovereenkomsten

Geïndividualiseerde voorziening voor bijzondere waardevermindering van leningen en vorderingenEen bijzondere waardevermindering wordt vastge-steld indien er een objectief bewijs is voor bijzon-

dere waardeverminderingen ten gevolge van een of meer gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan, die voorkomen na het afsluiten van een lening - of van een groep leningen – die tot een verlies kunnen leiden. Bij elke afsluiting wordt een analyse uitge-voerd. De waardevermindering is gelijk aan het ver-schil tussen de boekwaarde en de geactualiseerde waarde van de geschatte toekomstige stromen aan het oorspronkelijk rentetarief van de lening, reke-ning houdende met het effect van garanties. In ge-val van een variabele rente, is het de laatst bekende contractuele rente die wordt weerhouden. Het bestaan van sinds meer dan 180 dagen verschul-digde en onbetaalde termijnen voor de hypothecaire leningen en 90 dagen voor de andere leningen verte-genwoordigen een objectief bewijs van een indicatie van verlies. Hetzelfde geldt indien het waarschijnlijk is dat de schuldenaar het geheel van de verschul-digde bedragen niet zal kunnen terugbetalen of wanneer er een verlies van een termijn blijkt of in het geval van een gerechtelijk faillissement.De afwaardering wordt onder de vorm van een voorziening in de boeken opgenomen waarvan de toewijzingen in “risicokost” worden begrepen. De terugnemingen van de voorzieningen worden in ri-sicokost geregistreerd voor het gedeelte dat de wijziging van het risico en van de rentemarge voor het deel betreffende het verloop van de tijd betreft. De voorziening wordt in mindering van het actief genomen voor de afwaardering van de leningen en in de rekening van het passief, in de voorzieningen, voor het gedeelte met betrekking tot de kredietver-bintenissen en garantieovereenkomsten.Niet-geïndividualiseerde voorzieningen voor lenin-gen en vorderingen

Voor de leningen aan het cliënteel die niet op een individuele basis worden afgewaardeerd wordt een voorziening per homogene portefeuille van lenin-gen aangelegd in het geval er zich een verslechte-ring voordoet op basis van interne of externe aan-


In toepassing van het koninklijk besluit van 5 december 2004, werd de geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar op 31 december 2009 opgesteld conform IFRS (International Financial Reporting Standards) zoals goedgekeurd door de Europese Commissie.

wijzingen, op basis van de verliezen in geval van niet-betaling en van de waarschijnlijkheid van niet-betaling dat intern of extern wordt vastgesteld van de uitstaande bedragen tot vervaldag. Zij wordt in aftrek van de overeenkomstige uitstaande bedra-gen in de boeken opgenomen en de wijzigingen van het boekjaar worden in de resultatenrekening opgenomen in de rubriek “risicokost”.

D. lease-overeenkomstenEen lease-overeenkomst is een overeenkomst waar-bij de leasinggever in ruil voor een betaling of reeks van betalingen het gebruiksrecht van een actief voor een overeengekomen tijdsperiode overdraagt aan de lessee.Een financiële lease is een lease-overeenkomst die vrijwel alle aan het eigendom van een actief verbon-den risico’s en beloningen overdraagt. Het eigen-dom kan uiteindelijk wel of niet worden overgedra-gen. Een operationele lease is een andere lease-overeenkomst dan een financiële lease.

Verrichtingen als leasinggever bij financiële leasingOvereenkomstig IAS 17, worden de financiële lease-overeenkomsten, die worden afgesloten met onderne-mingen buiten de groep, opgenomen in de geconsoli-deerde balans voor het bedrag van hun investering dat volgens de financiële administratie wordt bepaald.

In de rekeningen van de leasinggever, leidt de ana-lyse van de economische realiteit van de verrichtin-gen tot:- het vaststellen van een vordering op de client, ver-

minderd met de ontvangen huren;- het opsplitsen van de ontvangen leasebetalingen

tussen enerzijds de renten en anderzijds de terug-betalingen van het kapitaal, financiële afschrijving genoemd;

- het vaststellen van een latente reserve, gelijk aan het verschil tussen:•- de netto uitstaande financiering: schuld van de

leasingnemer die bestaat uit het resterende ka-pitaal en de verlopen rente bij afsluiting van het boekjaar;

•- de netto boekwaarde van de in leasing gegeven activa;

•- de uitgestelde belastingen.

Verrichtingen als leasingnemer bij financiële leasingOvereenkomstig IAS 17, worden de (vaste) activa op-genomen in de rekeningen van het actief van de ba-lans ten opzichte van schulden tegenover kredietin-stellingen in de rekeningen van het passief van de balans. De betaalde huur wordt opgesplitst tussen rentelasten en terugbetaling van de hoofdsom.

e. Verkregen effectenFinanciële activa en verplichtingen aan reële waar-de met verwerking in de resultatenrekening

• ClassificatieDe categorie van financiële instrumenten gewaar-deerd aan reële waarde met verwerking in de resul-tatenrekening, omvat:

a) “Financiële activa aangehouden voor handels-doeleinden”: Het gaat hoofdzakelijk om de instru-menten die: - zijn verkregen om op korte termijn te verkopen of

terug te kopen, of - worden geïntegreerd in een portefeuille van finan-

ciële instrumenten die gezamenlijk worden be-heerd en waarvoor aanwijzingen bestaan van een recent, feitelijk patroon van winstnemingen op korte termijn, ofwel

- derivaten betreffen die niet kwalificeren als afdek-kingsinstrument;

b) “Financiële activa tegen reële waarde met waar-deveranderingen in de resultatenrekening”: Het be-treft de financiële instrumenten die door keuze vanaf de eerste opname aan reële waarde met ver-werking in de resultatenrekening worden opgeno-men met toepassing van de optie die door IAS 39 wordt voorzien, waarvan de toepassingsvoorwaar-den werden gepreciseerd in het amendement dat in juni 2005 werd gepubliceerd. De toepassing van de mogelijkheid van waardering tegen reële waarde heeft tot doel meer relevante financiële informatie te produceren, met onder meer: - de waardering tegen reële waarde van bepaalde

samengestelde financiële instrumenten zonder scheiding van het in het contract besloten deri-vaat, waarvan de individuele waardering niet vol-doende betrouwbaar zou geweest zijn,

- de significante vermindering van ongelijke boek-houdkundige verwerking tussen bepaalde activa en passiva,

- het beleid en de opvolging van de prestaties van een groep activa en/of passiva die met een be-paald risicobeleid of met een bepaalde investe-ringsstrategie overeenstemmen die in reële waar-de worden uitgevoerd.

• In contracten besloten derivatenEen in contract besloten derivaat is een component van een hybridisch (samengesteld) instrument dat, afzonderlijk van het basiscontract, aan de definitie van een derivaat voldoet. Het gevolg is dat sommi-ge kasstromen uit het samengestelde instrument op dezelfde wijze veranderen als die van een los-staand derivaat.Dit derivaat wordt van het basiscontract geschei-den om afzonderlijk in de boeken opgenomen te worden als derivaat tegen reële waarde met verwer-king in het resultaat, wanneer de volgende drie voorwaarden zijn vervuld:- het hybridische (samengestelde) instrument wordt

niet tegen reële waarde gewaardeerd met verwerking


van waardeveranderingen in de resultatenrekening, - er bestaat geen nauw verband tussen de economi-

sche kenmerken en risico’s van het in het contract besloten derivaat en deze van het basiscontract

- de individuele waardering van het af te scheiden derivaat voldoende betrouwbaar kan worden be-paald om relevante informatie te verstrekken.

• Basis voor waardering en opname van winsten en verliezen

De instrumenten van het actief en het passief die aan reële waarde met verwerking in het resultaat werden geklasseerd, worden bij opname in de balans gewaar-deerd aan reële waarde, evenals bij latere afsluitingen, en dit tot hun overdracht. De veranderingen in de re-ele waarde en de verkregen of geregistreerde inkom-sten op vastrentende effecten die in deze categorie worden ingedeeld, worden in de resultatenrekening respectievelijk onder de rubrieken “Winsten en verlie-zen op financiële activa en verplichtingen aangehou-den voor handelsdoeleinden” en “ Winsten en verlie-zen op financiële activa en verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveran-deringen in de resultatenrekening” opgenomen.De aankopen en de verkoop van effecten die aan reële waarde met verwerking in het resultaat wor-den gewaardeerd, worden op afwikkelingsdatum in de boeken opgenomen. De wijzigingen in reële waarde tussen de transactiedatum en de afwikke-lingsdatum worden in de resultatenrekening opge-nomen. De waardering van het tegenpartijrisico op deze effecten wordt in rekening genomen voor de bepaling van de reële waarde.

• Reële waardeDe reële waarde is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een verplichting kan worden afgewikkeld tussen terzake goed geïnformeerde, tot een transactie bereid zijnde partijen die onafhankelijk zijn. Bij de eerste opname van een instrument, is de reële waarde over het algemeen de transactieprijs. In het geval van notering op een actieve markt is de reële waarde van het financiële instrument de geno-teerde prijs of de marktwaarde als de beste schat-ting van de reële waarde. De derivaten worden ge-herwaardeerd op basis van waarneembare gegevens in de markt (bijvoorbeeld rentecurves). Zij worden in de boeken opgenomen als financieel ac-tief wanneer de marktwaarde positief is, en als fi-nanciële verplichting wanneer deze negatief is.

Financiële activa tot einde looptijd aangehouden

• ClassificatieDeze categorie stemt overeen met financiële activa met vastgestelde of bepaalbare betalingen die een vaste of bepaalbare vervaldatum hebben, waarvan de Groep de intentie heeft en in staat is om ze tot de vervaldag aan te houden.

Deze effecten kunnen niet het voorwerp uitmaken van afdekkingsverrichtingen van het renterisico. De criteria betreffende intentie en de mogelijkheid om deze effecten hun tot vervaldag aan te houden wor-den bij elke afsluiting geverifieerd.


Deze activa worden initieel tegen reële waarde op-genomen. Vervolgens worden zij aan afgeschreven kostprijs gewaardeerd volgens de effectieve-rente-methode en wordt een afwaarderingstest uitge-voerd bij het einde van elk boekjaar waarbij een eventuele waardevermindering in het resultaat ge-nomen wordt inde rubriek “risicokost”. De inkomsten voortvloeiend uit deze effecten, wor-den onder de rubriek “Rentebaten” van de resulta-tenrekening opgenomen.

• Bijzondere waardeverminderingDe financiële activa die tot de vervaldag worden bij-gehouden, worden afgewaardeerd op dezelfde wij-ze als de leningen en vorderingen aangezien de waarde wordt beïnvloed door een kredietrisico.Voor verkoop beschikbare financiële activa

• ClassificatieVoor verkoop beschikbare financiële activa omvat-ten de financiële activa die niet in “leningen en vor-deringen”, noch in “tot einde looptijd aangehou-den financiële activa” noch in “reële waarde via resultaat” worden ingedeeld.


Deze activa worden in de balans opgenomen aan hun marktwaarde op het moment van de verwer-ving en bij de latere afsluitingen, tot hun overdracht. De wijzigingen in de reële waarde worden in een specifieke rubriek van het eigen vermogen “Latente of uitgestelde winsten of verliezen” opgenomen, exclusief de verworven opbrengsten. Deze latente winsten of verliezen die in het eigen vermogen wer-den opgenomen, worden slechts in het resultaat genomen in geval van overdracht of bij vaststelling van een duurzame minderwaarde. Bij de over-dracht, worden deze latente winsten of verliezen die voorheen in het eigen vermogen werden opgeno-men, in de resultatenrekening opgenomen onder de rubriek “Gerealiseerde winsten en verliezen op financiële activa en verplichtingen niet gewaar-deerd tegen reële waarde met verwerking van waar-deveranderingen in de resultatenrekening”, evenals meer- en minderwaarden bij de overdracht. De aan- en verkopen van effecten worden op afwikkelings-datum administratief verwerkt.De gelopen of verkregen inkomsten van vastren-tende effecten worden in de rubriek “Rentebaten” van de resultatenrekening opgenomen. De toege-


kende dividenden op niet-vastrentende effecten, worden in de resultatenrekening in de rubriek “Divi-denden” geregistreerd.

• Bijzondere waardevermindering op voor verkoop beschikbare financiële activa

Een bijzondere waardevermindering op voor ver-koop beschikbare financiële activa wordt vastgesteld in geval van langdurige en/of belangrijke daling van de reële waarde ten opzichte van de kostprijs.In het geval van niet-vastrentende effecten, is de Groep van mening dat indien er zich geen toegeno-men volatiliteit van de markt voordoet, een daling van de waarde van het effect van minstens 20% ten opzichte van zijn aanschaffingskost over een periode van meer dan zes achtereenvolgende maanden, een voldoende sterke indicator is van een bijzondere waardevermindering om een analyse uit te voeren.De analyse van de waardering wordt per aanhouden positie lijn per lijn uitgevoerd. Indien een waarschijnlijk verlies wordt vastgesteld, wordt dit in de resultatenre-kening in de rubriek “Risicokost” geregistreerd zowel voor de vastrentende effecten als voor de niet-vast-rentende effecten. Elke latere waardedaling wordt eveneens in de resultatenrekening opgenomen.De verliezen voor duurzame waardeverminderingen van de voor verkoop beschikbare financiële activa – eigen vermogen instrumenten – of gelijkaardige effecten die in resultaat werden opgenomen, zijn niet omkeerbaar zolang het instrument op balans wordt opgenomen.De verliezen voor duurzame waardeverminderingen van voor verkoop beschikbare financiële activa – vastrentende instrumenten (met name obligaties) – zijn omkeerbaar.

Derivaten en administratieve verwerking van dekkingsverrichtingen (“hedge accounting”)

De IAS 39 norm laat drie vormen van afdekkingsrela-ties toe. De keuze van de afdekkingsrelatie wordt ge-maakt in functie van de aard van het afgedekte risico.De reële-waardeafdekking maakt het mogelijk om de blootstelling aan het risico van veranderingen in de reële waarde van financiële activa en verplichtin-gen af te dekken. Meer bepaald wordt dit gebruikt voor de afdekking van het renterisico van vastren-tende activa en passiva. De kasstroomafdekking wordt toegepast om de blootstelling aan de variabiliteit van kasstromen van financiële activa of verplichtingen, vaststaande toe-zeggingen of toekomstige transacties af te dekken. Meer bepaald wordt dit toegepast voor de afdek-king van het renterisico van activa en verplichtingen aan herzienbare rente. De afdekking van netto investeringen in valuta is een bijzonder geval van de kasstroomafdekking, zij werd niet door de groep gebruikt.De afdekkingsderivaten moeten aan de verschillen-

de vereiste criteria van de IAS 39 norm voldoen om boekhoudkundig als afdekkingsinstrumenten ge-kwalificeerd te worden. De andere derivaten wor-den per definitie ingedeeld in de categorie activa of verplichtingen voor handelsdoeleinden, zelfs indien ze werden afgesloten om één of meer risico’s af te dekken vanuit economisch standpunt.Het afdekkingsinstrument en de afgedekte positie dienen beiden voor de administratieve verwerking van afdekkingsverrichtingen in aanmerking te komen. De relatie tussen de afgedekte positie en het afdek-kingsinstrument dient formeel te worden gedocu-menteerd vanaf het opzetten van de afdekkingsrela-tie. Deze documentatie specificeert de doelstellingen van het risicobeleid van de directie, de aard van het afgedekte risico, de achterliggende strategie, de identificatie van het afdekkingsinstrument en de af-gedekte positie, evenals de procedure voor het be-oordelen van de afdekkingseffectiviteit.De effectiviteit van de afdekking moet bij het opzet-ten van de afdekkingsrelatie en vervolgens tijdens de levensduur van de relatie, minstens op elke af-sluitingsdatum aangetoond worden. Het verband tussen de wijziging van de waarde of het resultaat van het afdekkingsinstrument en die van de afge-dekte positie moet zich in een interval van 80% tot 125% bevinden. In voorkomend geval, wordt de ad-ministratieve verwerking van een afdekkingstrans-actie stopgezet, en dit op prospectieve basis.

• Reële-waarde afdekking van geïdentificeerde ac-tiva of verplichtingen

In het geval van een reële-waardeafdekking, wor-den de derivaten aan hun reële waarde geherwaar-deerd met verwerking in de resultatenrekening, symmetrisch met de afgedekte posities, in de ru-briek “Aanpassingen van de reële waarde bij de ad-ministratieve verwerking van afdekkingstransac-ties”. Dit type afdekkingsrelatie kan eveneens worden toegepast op afgedekte posities die wor-den verwerkt via de methode van de afgeschreven kostprijs of op voor verkoop beschikbare financiële activa. De wijzigingen in de reële waarde van het afdekkingsinstrument en de afgedekte positie com-penseren geheel of gedeeltelijk, het eventuele sal-do van ineffectiviteit van de afdekkingsrelatie wordt in resultaat genomen. Het gedeelte van de prorata intresten met betrek-king tot het derivaat wordt opgenomen in de ru-briek “Rentebaten en –lasten” symmetrisch met de verwerking van de rentebaten en –lasten gerela-teerd aan de afgedekte posities.Indien de afdekking wordt stopgezet of niet langer voldoet aan de effectiviteitscriteria, wordt de admi-nistratieve verwerking van de afdekking stopgezet op een prospectieve basis. De derivaten gebruikt voor de afdekking worden geherclasseerd als aan-gehouden voor handelsdoeleinden en worden ad-ministratief verwerkt volgens de voor deze catego-


rie van toepassing zijnde regels. De balanswaarde van de afgedekte positie wordt later niet meer aan-gepast om de wijzigingen van de reële waarde te reflecteren. Indien het oorspronkelijk afgedekte in-strumenten met bepaalde rente betreft, wordt de herwaardering over de resterende levensduur afge-schreven. Als de afgedekte posities niet langer op de balans voorkomen door vervroegde terugbeta-ling, wordt de gecumuleerde herwaardering on-middellijk in de resultatenrekening erkend. De Groep gebruikt de door de Europese Commissie geboden mogelijkheid om voor de kredietporte-feuille het renterisico via reële waarde macro-hed-ging te beheren. Deze methodologie, voorzien in de commentaren TL 114 - TL 132 betreffende de toe-passing van IAS 39, maakt het mogelijk om een por-tefeuille van activa toe te wijzen (meer bepaald het afgedekte risico) aan de afdekkingsinstrumenten.

• KasstroomafdekkingIn het geval van een kasstroomafdekkingsrelatie, wor-den de derivaten geherwaardeerd aan marktwaarde in de rekening van de balans met opname in het eigen vermogen voor het effectieve gedeelte. Het gedeelte dat als ineffectief wordt beschouwd, wordt verwerkt in de resultatenrekening in de rubriek “Aanpassingen van de reële waarde bij de administratieve verwerking van afdekkingstransacties”. Het in het eigen vermo-gen verwerkte gedeelte wordt in de resultatenreke-ning opgenomen in de rubriek “Rentebaten en -las-ten” aan hetzelfde ritme als de stromen van de afgedekte positie in resultaat worden genomen.De afgedekte posities blijven in de boeken opgeno-men overeenkomstig de specifieke regels voor hun boekhoudcategorie. Indien de afdekking wordt stop-gezet of niet langer voldoet aan de effectiviteitscriteria, wordt de administratieve verwerking van de afdekking stopgezet. De gecumuleerde herwaarderingen van het afdekkingsderivaat die in eigen vermogen werden ver-werkt, blijven in het eigen vermogen behouden totdat de afgedekte transactie in resultaat wordt genomen of wanneer wordt vastgesteld dat dit niet zal gebeuren. Dan worden deze bedragen in resultaat genomen. In het geval de afgedekte positie niet langer wordt opgenomen, worden de gecumuleerde bedragen die in het eigen vermogen werden verwerkt, onmid-dellijk in resultaat genomen.

F. KasequivalentenDe kasequivalenten omvatten de kasrekeningen, Postcheque- en girodiensten, rekeningen-courant bij de centrale banken (anders dan de monetaire reser-ve). Deze elementen worden gewaardeerd aan hun nominale waarde die de marktwaarde weerspiegelt.

g. In schuldbewijzen belichaamde schulden

De in schuldbewijzen belichaamde schulden (kas-bons, interbancaire markt effecten, obligatielenin-

gen...), waarvoor niet werd geopteerd ze aan reële waarde met verwerking in de resultatenrekening te waarderen, worden opgenomen aan uitgiftewaar-de, over het algemeen verminderd met de transac-tiekosten en de betaalde commissies.Deze schulden worden vervolgens aan afgeschre-ven kostprijs gewaardeerd volgens de effectieve-rentemethode.

H. Achtergestelde schuldenDe achtergestelde schulden, op vaste termijn of van onbepaalde duur, worden afzonderlijk van de andere in schuldbewijzen belichaamde schulden voorgesteld, aangezien de terugbetaling in geval van vereffening van de schuldenaar slechts mogelijk is na terugbeta-ling van de andere schuldeisers. Deze schulden wor-den aan de afgeschreven kostprijs gewaardeerd.

I. Onderscheid schulden en KapitaalVolgens de IFRIC 2 interpretatie, zijn de aandelen van leden, eigen vermogen indien de entiteit een onvoorwaardelijk recht heeft om terugbetaling op de aandelen van leden te weigeren of als er wette-lijke of statutaire beschikkingen bestaan die de te-rugbetalingen verbieden of sterk inperken.In de openingsbalans, door de bestaande statutaire en wettelijke beschikkingen, werden de aandelen die het veranderlijke kapitaal vertegenwoordigen, die door de coöperatieve banken worden uitgegeven, beschouwd als schulden en, bijgevolg, werden de desbetreffende dividenden beschouwd als rentelast. Tijdens de Algemene Vergadering over de jaarreke-ning die op 31 december 2005 werd afgesloten, heb-ben de coöperatieve banken van de groep hun sta-tuut gewijzigd. Ten gevolge van deze wijzigingen werd een beperking ingevoerd betreffende de terug-betaling van het veranderlijke kapitaal, dit kapitaal dient niet langer als een schuld beschouwd te worden en, bijgevolg, de desbetreffende dividenden niet lan-ger als rentelast. Deze wijziging is van toepassing vanaf het boekjaar beginnend vanaf 1 januari 2006.De andere financiële instrumenten die door de groep worden uitgegeven, worden boekhoudkun-dig als schulden gekwalificeerd aangezien er een contractuele verplichting voor de groep bestaat om contanten aan de houders van deze titels over te maken. Dit is namelijk het geval voor alle achterge-stelde effecten uitgegeven door de groep.

J. VoorzieningenEen voorziening wordt gevormd wanneer het waar-schijnlijk is dat een uitstroom van middelen die eco-nomische voordelen in zich bergen vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden en waarvan het be-drag van de verplichting op betrouwbare wijze ge-schat kan worden. Het bedrag van deze verplichting wordt eventueel geactualiseerd om het bedrag van de voorziening te bepalen.


De voorzieningen die door de Groep werden ge-vormd, betreffen:- de operationele risico’s;- de sociale verplichtingen;- de risico’s betreffende kredietverbintenissen;- de geschillen en toegekende garanties;- de fiscale risico’s;

K. schulden tegenover cliënten en kredietinstellingen

De schulden zijn een financiële verplichting met een vast of bepaalbaar rendement. Zij worden aan hun marktwaarde gewaardeerd bij hun opname in de balans, bij de volgende afsluitingen worden ze ge-waardeerd aan afgeschreven kostprijs door de ef-fectieve-rentemethode toe te passen, behalve voor diegenen waarvoor werd geopteerd ze te waarde-ren aan de reële waarde.

l. PersoneelsbeloningenDe groep erkent voorzieningen voor de sociale voor-delen aan de werknemers op een latere datum op basis van een actuariële waarderingsmethode, in overeenstemming met IAS 19 (de “Projected Unit Credit”-methode). De actuariële winsten en verliezen die 10% van het maximum van de contante waarde van de brutoverplichtingen en de reële waarde van de dekkingswaarden op de laatste datum van afsluiting overschrijden worden afgeschreven over de gemid-delde verwachtte resterende actieve periode van de personeelsleden die van de regeling genieten. De sociale verplichtingen worden, in voorkomend geval, opgenomen onder de rubriek “Voorzienin-gen”. Wijzigingen worden in de resultatenrekening verantwoord in de rubriek “Personeelskosten” .Alhoewel de plannen van toegezegde-bijdragenre-gelingen aan een gegarandeerd minimum rendement onderworpen zijn, werden deze plannen niettemin als toegezegde- bijdragenregelingen behandeld aange-zien de garanties hoofdzakelijk door verzekerings-maatschappijen worden afgedekt.

M. Vaste ActivaDe vaste activa die werden opgenomen in de ba-lans worden, omvatten de materiële en immateriële vaste activa bestemd voor de bedrijfsuitoefening evenals de vastgoedbeleggingen. De vaste activa bestemd voor eigen gebruik worden aangehouden voor de levering van diensten of voor administra-tieve doeleinden. Een vastgoedbelegging is vast-goed dat wordt aangehouden om huuropbreng-sten of een waardestijging of beide te realiseren. Zij worden op dezelfde manier als de vaste activa be-stemd voor gebruik opgenomen, volgens de me-thode van de historische kostprijs.De materiële vaste activa worden aan hun aanschaf-fingswaarde opgenomen verhoogd met alle recht-

streeks toerekenbare kosten om het klaar te maken voor het bedoelde gebruik. De financieringskosten die bij de bouw of de aanpassing van de onroerende goe-deren worden opgelopen, worden niet geactiveerd.Na de eerste opname, worden de materiële vaste activa volgens de methode van de historische kost-prijs gewaardeerd, dat wil zeggen aan tegen zijn kostprijs, verminderd met eventuele geaccumuleer-de afschrijvingen en eventuele geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen.Wanneer een materieel vast actief uit verschillende componenten is samengesteld die met regelmatige tussenpozen moeten worden vervangen, die een verschillend gebruik hebben of economische voor-delen voortbrengen aan een verschillend ritme, wordt elk element afzonderlijk vanaf het begin opge-nomen en elke component wordt volgens een wel bepaald plan afgeschreven. De benadering per com-ponent werd voor de materiële vaste activa bestemd voor eigen gebruik en voor de vastgoedbeleggingen weerhouden. Het afschrijfbare bedrag van een mate-rieel vast actief wordt na aftrek van zijn netto rest-waarde en van de uitstapkosten bepaald. Aangezien de gebruiksduur van de materiële vaste activa over het algemeen gelijk is aan de verwachte economi-sche levensduur, wordt er geen restwaarde bepaald.De materiële vast activa worden afgeschreven over de verwachte gebruiksduur van het goed voor de onderneming volgens het ritme van geacht verbruik van de economische voordelen. De immateriële vaste activa die een onbepaalde gebruiksduur heb-ben, worden niet afgeschreven.De afschrijvingen betreffende de materiële vaste activa bestemd voor eigen gebruik worden verant-woord in de resultatenrekening onder de rubriek “Afschrijvingen op materiële vaste activa”.De afschrijvingen betreffende de vastgoedbeleggingen worden verantwoord in de resultatenrekening onder de rubriek “Afschrijvingen op vastgoedbeleggingen”.De afschrijvingsduur voor de lineaire afschrijvingen die door de groep worden weerhouden, zijn:Materiële vaste activa:- Terreinen en verbetering (kantoren)netwerk: 15-30 jaar- Gebouwen - ruwbouw: 20-80 jaar (in functie van

het soort gebouw)- Gebouwen - uitrusting: 10-40 jaar- Inrichting en installaties: 5-15 jaar- Meubilair en kantoormateriaal: 5-10 jaar- Veiligheidsmateriaal: 3-10 jaar- Rollend Materieel: 3-5 jaar- Computerhardware: 3-5 jaar Immateriële vaste activa:- Aangekochtte of intern gecreëerde Software: 1-10 jaar- Handelsfonds: 9-10 jaar (als de aankoop een klan-

tenportefeuille betreft)


De afschrijfbare vaste activa worden getest op bijzon-dere waardeverminderingen (“impairment testing”) wanneer op de afsluitingsdatum er zich indicaties van waardeverminderingen voordoen. De niet- afschrijf-bare vaste activa worden eenmaal per jaar onderwor-pen aan een bijzondere waardeverminderingstest.Indien er indicatie bestaat van een waardevermin-dering, wordt de realiseerbare waarde van het ac-tief vergeleken met de netto boekwaarde. Ingeval een waardevermindering wordt vastgesteld, wordt de bijzondere waardevermindering verantwoord in de resultatenrekening; de afschrijfbare basis wordt aangepast voor de toekomstige afschrijvingen. De bijzondere waardevermindering wordt terug geno-men in het geval de schatting van de realiseerbare waarde wijzigt of indien de indicaties van de waar-devermindering zich niet langer voordoen. De netto boekwaarde na terugneming van de bijzondere waardevermindering kan niet hoger zijn dan de boekwaarde die zou zijn berekend indien er geen enkele waardevermindering zou opgenomen zijn. De bijzondere waardeverminderingen betreffende de vaste activa worden onder de rubriek “Afschrij-vingen/waardeverminderingen” van de resultaten-rekening verantwoord.Meer- en minderwaarden bij overdracht van vaste ac-tiva worden verantwoord in de resultatenrekening in de rubriek “Winsten en verliezen op andere activa”.De reële waarde van de vastgoedbeleggingen wordt in de toelichting op elke afsluitingsdatum meegedeeld: deze is hoofdzakelijk gebaseerd op een marktwaardering van het vastgoed die door onafhankelijke deskundigen wordt uitgevoerd.

N. WinstbelastingDe winstbelasting omvat het geheel van actuele en latente belastingen op het resultaat. De actuele belastingen op het resultaat worden vol-gens de geldende fiscale regels berekend.

O. Uitgestelde belastingenIn toepassing van IAS 12 worden uitgestelde belas-tingen vastgesteld op de tijdelijke verschillen tus-sen de fiscale boekwaarde en de boekwaarde in de balans van de elementen van de geconsolideerde balans, uitgezonderd de goodwill.De uitgestelde belastingen worden volgens de uit-stelmethode berekend met inachtname van het op afsluitingsdatum bekende belastingspercentage voor vennootschappen, en de van toepassing zijnde belastingspercentages in de volgende boekjaren. Een netto uitgestelde belastingsvordering wordt op-genomen indien de waarschijnlijkheid van de aan-wending hoog is. De winstprognoses voor de erken-ning van de actieve belastinglatenties zijn gebaseerd op de winstprognoses (budget) van elke afzonderlij-ke entiteit. Deze jaarlijkse budgetten worden gewo-gen om onzekerheidsfactoren in rekening te nemen. De actuele of uitgestelde belastingen worden als

een opbrengst of een last in de resultatenrekening verantwoord, met uitzondering van diegene die be-trekking hebben op latente winsten of verliezen die in het eigen vermogen werden opgenomen, waar-voor de uitgestelde belasting direct wordt toege-wezen aan de rubriek van het eigen vermogen. Er wordt een compensatie uitgevoerd van de uitge-stelde belastingsvorderingen of –verplichtingen in-dien de oorsprong zich binnen dezelfde entiteit of fiscale groep bevindt, indien ze door dezelfde fis-cale instantie werden opgelegd, en wanneer een wettelijk recht van compensatie bestaat. De uitge-stelde belastingen worden niet geactualiseerd.

P. Financiële garanties en verbintenis-sen tot het verstrekken van kredieten

De financiële garanties worden met een verzeke-ringscontract geassimileerd wanneer zij voorzien in bepaalde betalingen die moeten worden verricht om de houder te compenseren voor een door hem geleden verlies omdat een bepaalde debiteur zijn betalingsverplichting uit hoofde van een schuldbe-wijs niet nakomt op vervaldag.Overeenkomstig IFRS 4, blijven deze financiële ga-ranties gewaardeerd volgens de Belgische normen, met name worden ze opgenomen buiten-balans, in afwachting van een normatieve regel die de huidige regeling aanvult. Bijgevolg, wordt er voor deze ga-ranties een voorziening gevormd indien een uit-stroom van middelen waarschijnlijk is.Daarentegen worden de financiële garantie-contrac-ten die in betalingen voorzien op basis van verande-ringen van een financiële variabele (prijzen, quotering of kredietwaardigheid...) of een niet- financiële varia-bele, op voorwaarde dat in dit geval de variabele niet specifiek voor een van de contracterende partijen is, vallen binnen het toepassingsgebied van IAS 39. Deze garanties worden dan behandeld als derivaten.De verbintenissen tot het verstrekken van krediet die niet als derivaten worden beschouwd in de zin van de IAS 39-norm, worden niet opgenomen in de balans. In voorkomende geval zal een voorziening worden gevormd overeenkomstig de bepalingen van de IAS 37-norm.

Q. Transacties in vreemde valutaDe activa en de verplichtingen die in andere dan de plaatselijke valuta worden uitgedrukt worden tegen de balansdatum geldende valutakoers omgerekend.

Monetaire financiële activa en verplichtingenDe winsten of verliezen die bij omrekening ont-staan worden verantwoord in de resultatenreke-ning onder de post “Herwaarderingen van valu-takoersverschillen”.

Niet-monetaire financiële activa of verplichtingenDe winsten of verliezen die bij omrekening ont-staan worden verantwoord in de resultatenreke-


ning onder de post “Herwaarderingen van valu-takoersverschillen”.

r. Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsac-tiviteiten

Een vast actief (of groep activa) voldoet aan de criteria van de definitie van vaste activa aangehouden voor verkoop indien het beschikbaar is om verkocht te wor-den en indien de verkoop in hoge mate waarschijnlijk is en zich zal voordoen binnen de twaalf maanden.De betrokken activa en passiva worden gepresen-teerd op twee afzonderlijke lijnen van de balans in de rubrieken “Activa aangehouden voor verkoop” en “schulden verbonden aan passiva bestemd voor verkoop”. Zij worden gewaardeerd aan hun boek-waarde of aan hun reële waarde indien deze lager is, verminderd met de kosten van verkoop en worden niet verder afgeschreven. Indien er een waardevermindering wordt vastge-steld op deze activa en schulden, wordt een bijzon-dere waardevermindering in resultaat verantwoord.Activiteiten worden als beëindigd beschouwd in-dien het activiteiten betreft bestemd voor verkoop, stopgezette activiteiten en dochtermaatschappijen die alleen in het vooruitzicht zijn aangekocht om verkocht te worden. Zij worden op een afzonderlijke lijn van de resultatenrekening gepresenteerd in de rubriek “Winsten en verliezen van beëindigde be-drijfsactiviteiten na belastingen”.

s. Consolidatiekring De algemene principes voor de opname van doch-terondernemingen in de consolidatiekring worden door IAS 27, IAS 28 en IAS 31 gedefinieerd. De con-solidatiekring bestaat uit :- De exclusief gecontroleerde entiteiten : er wordt

exclusieve controle verondersteld wanneer de groep, direct of indirect, een meerderheidsdeelne-ming aanhoudt in het kapitaal. De rekeningen van de entiteiten die op een exclusieve manier worden gecontroleerd worden geconsolideerd door mid-del van de methode van de volledige consolidatie.

- De gezamenlijk gecontroleerde entiteiten : de ge-zamenlijke zeggenschap is het contractueel afge-sproken deel van de zeggenschap over een eco-nomische activiteit, ongeacht de structuur of vorm waarin de bedrijfsactiviteiten plaatsvinden. De en-teiten die gezamenlijk worden gecontroleerd door de proportionele integratie.

- De entiteiten waarop een invloed van betekenis wordt uitgeoefend: het betreft hier entiteiten die niet worden gecontroleerd door de consoliderende enti-teit maar waarop macht kan worden uitgeoefend om deel te nemen aan de financiële en operationele be-leidsbeslissingen. De deelnemingen in de entiteiten waarin de Groep een invloed van betekenis heeft worden geconsolideerd volgens de equity-methode.

T. eliminatie van de onderlinge trans-acties

De onderlinge rekeningen zowel als de winsten die resulteren uit onderlinge verkopen tussen de enti-teiten van de groep en die een signicatieve impact hebben op de geconsolideerde rekeningen worden geëlimineerd. De vorderingen, schulden, wederzijdse verbintenis-sen, interne kosten en opbrengsten worden geëli-mineerd voor de entiteiten die volledig of proporti-oneel worden geconsolideerd.

U. goodwill - consolidatieverschilConsolidatieverschil naar aanleiding van een overnameConform IFRS 3 worden op datum van de overname van een nieuwe entiteit, de activa en passiva evenals de voorwaardelijke verplichtingen gewaardeerd aan de reële waarde. Het verschil tussen de overname-prijs van de deelneming en de globale waardering van de activa, passiva en voorwaardelijke verplichtin-gen vormen de goodwill/consolidatieverschil. Indien dit positief is, wordt het opgenomen in de rekenin-gen van het actief en indien het negatief is wordt dit onmiddellijk in resultaat genomen, in “Wijzigingen van de Goodwill/Consolidatieverschillen”. Het kan worden herberekend indien binnen de 12 maanden die volgen op de overname, de waardering van de entiteit aangepast dient te worden door oorzaken die vreemd zijn aan de overname. De Groep voert regelmatig en op zijn minst een keer per jaar testen uit betreffende bijzondere waar-dervermindering van de consolidatieverschillen. Ze hebben het doel te verzekeren dat de consolidatie-verschillen geen duurzame bijzondere waarderver-mindering hebben ondergaan. Indien de realiseer-bare waarde van de Cash Generating Unit (CGU) waaraan het consolidatieverschil is gerelateerd la-ger is dan zijn boekwaarde, wordt een bijzondere waardevermindering geboekt voor het verschil. Deze bijzondere waardevermindering, geboekt in het resultaat kan niet worden teruggenomen. In de praktijk worden de UGC’s gedefinieerd als de busi-nesses strategische activiteiten waarop de Groep de activiteiten opvolgt.

Consolidatieverschillen bij de verhoging van de controleBij de verhoging van het controle percentage van de groep in een reeds gecontroleerde entiteit, wordt het verschil tussen de aanschaffingsprijs van de effecten en het gedeelte van het geconsolideer-de eigen vermogen dat deze effecten vertegen-woordigen op de datum van de aanschaf in het ei-gen vermogen opgenomen.


Noot 3 Gebruikte oordelen en schattingen voor de opmaak van de jaarrekeningDe opmaak van de jaarrekening per 31 december 2009 vereist het formuleren van veronderstellingen om de vereiste evaluaties te verrichten en bevat ri-sico’s en onzekerheden betreffende hun implemen-tatie in de toekomst. De toekomstige implementa-ties kunnen door verschillende factoren beïnvloed worden, namelijk: - de activiteiten van de nationale en internationale

markten; - de fluctuaties van de rentetarieven en wisselkoersen; - de economische en politieke conjunctuur in be-

paalde activiteitssectoren of -landen; - de wijzigingen van de regelgeving of de wetgeving.

De voornaamste schattingen die bij de boekhoud-kundige schattingen worden gebruikt, werden op de volgende wijze bepaald:

- de duurzame bijzondere waardevermindering op de niet-vastrentende financiële activa beschikbaar voor verkoop : een bijzondere waardeverminde-ring van het effect van ten minste 20% van zijn aan-schaffingswaarde over een periode van meer dan zes achtereenvolgende maanden, vormt een vol-doende sterke indicator van een waardeverminde-ring om een analyse uit te voeren. Als deze tot een waarschijnlijk verlies besluit, zal deze in resultaat worden verantwoord.

- de voorzieningen op individueel afgewaardeerde vorderingen:

• het bestaan van verschuldigde en onbetaalde ter-mijnen gedurende meer dan 180 dagen voor de hypothecaire leningen en 90 dagen voor de an-dere leningen vormt een objectief bewijs van een gebeurtenis van verlies. Zelfs indien het waar-schijnlijk is dat de schuldenaar het geheel van de verschuldigde bedragen niet zal kunnen terugbe-talen of wanneer er verlies van de termijn blijkt of in geval van faillissement, wordt dit geïdentifi-ceerd als een objectieve aanwijzing van verlies;

• de risicokost zoals bepaald als het verschil tussen de reële garanties (geactualiseerd voor de dubieu-ze) en het bedrag op de datum van de berekening.

- de niet geïndividualiseerde voorziening voor waar-deverminderingen op vorderingen: de leningen aan het cliënteel die niet op een individuele basis worden afgewaardeerd, worden geprovisioneerd op basis van homogene portefeuilles van leningen in geval van verslechtering van de interne of ex-terne indicatoren, op basis van de verliezen in het geval van in gebreke blijven en van de waarschijn-lijkheid tot het in gebreke blijven van de uitstaan-de bedragen tot vervaldag, zoals intern of extern geobserveerd.

- de voorzieningen voor risico’s en kosten: een voor-ziening wordt gevormd wanneer het waarschijnlijk wordt geacht dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden en wanneer het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze geschat kan worden. Het bedrag van deze verplichting wordt in voorkomend geval geactuali-seerd om het bedrag van de provisie te bepalen.

- de netto uitgestelde belastingsvorderingen: een netto vordering van uitgestelde belastingen wordt opgenomen indien de winstprognoses van de be-trokken entiteiten het toelaten om het gebruik van deze vorderingen te rechtvaardigen. De winstprog-noses worden voorzichtig geschat om de onzeker-heidsfactoren die voornamelijk worden verklaard door de latere realisatie dan de datum van het op-stellen van het budget in aannmerking te nemen.


Noot 4 IFRS

De hiernavolgende nieuwe normen hebben impact gehad op de financiële staten van de groep in 2009:

- IAS 1 Presentatie van de jaarrekening (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2009). Deze stan-daard vervangt IAS 1 Presentatie van de jaarreke-ning (herzien in 2003) en aangepast in 2005.

- Aanpassing van IFRS 7 Financiële instrumenten: Informatieverschaffing – Verbeteringen aan de in-formatieverschaffing (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2009)

De hiernavolgende nieuwe normen hebben geen impact gehad op de financiële staten van de groep in 2009 :

- IFRS 1 Eerste toepassing van IFRS (herzien in 2008) (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2009)

- IFRS 8 Operationele segmenten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2009)

- Verbeteringen aan IFRS (2007-2008) (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2009)

- Aanpassing van IFRS 1 Eerste toepassing van IFRS en IAS 27 De geconsolideerde jaarrekening en de enkelvoudige jaarrekening (toepasbaar voor boek-jaren vanaf 1 januari 2009)

- Aanpassing van IFRS 2 Op aandelen gebaseerde betalingen (aanpassingen toepasbaar voor boek-jaren vanaf 1 januari 2009)

- Aanpassing van IAS 23 Financieringskosten (her-zien in 2007) (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2009)

- Aanpassing van IAS 32 Financiële instrumenten: presentatie en IAS 1 Presentatie van de jaarreke-ning – financiële instrumenten met een terugneem-verplichting (“puttable financial instruments”) en verplichtingen welke ontstaan bij een liquidatie (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2009).

- IFRIC 13 Loyaliteitsprogramma’s (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 juli 2008)

- IFRIC 15 Overeenkomsten voor de constructie van vastgoed (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 janu-ari 2009)

- IFRIC 16 Afdekking van investeringen in buiten-

landse activiteiten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 oktober 2008)

- IFRIC 18 Overdracht van activa van klanten (toe-pasbaar voor transfers vanaf 1 juli 2009)

- Aanpassing van IFRIC 9 Herbeoordeling van in con-tracten besloten derivaten en IAS 39 Financiële in-strumenten: Opname en waardering (toepasbaar voor boekjaren afgesloten op of na 30 juni 2009)

Anderzijds, heeft de groep gekozen de volgende nieuwe normen en interpretaties die werden gepu-bliceerd voor de datum van de autorisatie van de publicatie van de jaarrekening maar die nog niet van kracht zijn op de datum van de afsluiting niet pros-pectief toe te passen :

• Normen die een significante impact op de financi-ele staten kunnen hebben :

- IFRS 3 Bedrijfscombinaties (herzien in 2008) (toe-pasbaar voor bedrijfscombinaties met overname-datum op het begin van het eerste boekjaar vanaf 1 juli 2009).

- IFRS 9 Financiële Instrumenten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2013)

- Aanpassing van IAS 27 De geconsolideerde jaarre-kening en de enkelvoudige jaarrekening (aanpas-singen toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 juli 2009).

Er is een analyse aan de gang om de impact van deze nieuwe normen in te schatten op de financiële staten van de groep BKCP.

• Normen waarvoor de Raad van Bestuur oordeelt dat de mogelijke impact in de toekomst gering zal zijn:

- Aanpassing van IFRS 2 Op aandelen gebaseerde betalingen (aanpassingen toepasbaar voor boek-jaren vanaf 1 januari 2010)

- IFRIC 17 Uitkering van activa in natura aan eige-naars (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 juli 2009)

- IFRIC 19 Tenietgaan van financiële verplichtingen met eigen-vermogensinstrumenten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 juli 2010)

- Aanpassing van IFRIC 14 IAS 19 – Beperking van activa uit hoofde van toegezegd-pensioenregelin-


Nieuwe normen en interpretaties die werden gepubliceerd maar nog niet van kracht zijn

gen, minimale financieringsverplichtingen en hun interactie – Vooruitbetalingen van een minimale financieringsverplichting (toepasbaar voor boekja-ren vanaf 1 januari 2011)

- IFRIC 15 Overeenkomsten voor de constructie van vastgoed (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2010)

- claimemissies (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 februari 2010)

- Aanpassing van IAS 39 Financiële Instrumenten: Opname en waardering – Instrumenten die in aan-merking komen voor afdekking (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 juli 2009).

- Verbeteringen aan IFRS (2008-2009) (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2010)

- Aanpassing van IFRS 1 Eerste toepassing van IFRS – Bijkomende vrijstellingen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2010)

- Aanpassing van IFRS 1 Eerste toepassing van IFRS – Vrijstellingen op IFRS 7 (toepasbaar voor boekja-ren vanaf 1 juli 2010)

- Aanpassing van IAS 24 Informatieverschaffing over verbonden partijen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 January 2011). Deze standaard vervangt IAS 24 Informatieverschaffing over verbonden par-tijen zoals uitgegeven in 2003.

- Aanpassing van IAS 32 Financiële instrumenten: Presentatie – Classificatie van uitgegeven rechten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 februari 2010)

De financiële activa tegen reële waarde met waarde-veranderingen in de resultatenrekening werden in deze rubriek geklasseerd in toepassing van IAS 39 §

11A, vermits deze effecten hybride instrumenten zijn die een ingebed derivaat bevatten. Deze effecten werden gedurende het boekjaar 2009 verkocht.


Noot 5 Kas, Centrale banken, Postcheque- en girodiensten

31/12/09 31/12/08

Kas, Centrale banken, Postcheque- en girodiensten

Centrale Banken 48.932 51.250

waarvan verplichte reserves 48.888 51.129

Kas, Postcheque- en girodiensten 5.654 5.666

Totaal 54.586 56.916

Noot 6 Financiële activa tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening

31/12/09 31/12/08

Financiële activa tegen reële waarde met waardeverande-ringen in de resultatenrekening

0 26.829

Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden 0 0

Derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden

Overige

Totaal 0 26.829

31/12/09 31/12/08

Notioneel Actief Passief Notioneel Actief Passief

Renteinstrumenten

Swaps 27.000 666 12.000 190

Overige termijncontraten

Opties en voorwaardelijke instr.

Valuta instrumenten

Swaps



Andere dan rente en valuta

Swaps



Totaal 27.000 0 666 12.000 0 190


Noot 7 Derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden en derivaten gebruikt ter dekking

De derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden kunnen als volgt ingedeeld worden :

Het betreft renteswaps die niet meer beantwoorden aan de boekhoudcritera van dekking tegen het rente-risico op de kredietportefeuille.

De derivaten gebruikt ter afdekking worden als volgt ingedeeld:

31/12/09 31/12/08

Notioneel Actief Passief Notioneel Actief Passief

Reële-waardeafdekking

Swaps 480.000 0 13.477 317.000 7.833

Pro rata intresten 355 3.982 1.242 2.030

Overige termijncontracten


Kasstroomafdekking

Swaps



Totaal 480.000 355 17.459 317.000 1.242 9.863

De groep gebruikt de rentederivaten in het kader van haar renterisicobeheer.

Alle derivaten afgesloten door de groep zijn dit in het kader van de door de groep ontwikkelde afdek-kingspolitiek, en geen enkel derivaat wordt afgeslo-ten uit pure speculatieve overweging.

De vastgestelde afdekkingsrelaties zijn de volgende :

reële waarde macro-hedge

Voor haar kredietportefeuille heeft de groep geko-zen voor de toepassing van de reële waarde macro-hedge van het renterisico.

De renterisico’s teweeggebracht door de kredietac-tiviteit worden gedekt door renteswaps. De dek-kingsverrichtingen, in het kader van het balansbe-heer, hebben als doel de balans te vrijwaren voor het renterisico of dit althans te beperken. In de praktijk groepeert de groep de nieuwe kredietpro-ductie in portefeuilles volgens gelijksoortige karak-teristieken teneinde zich globaal in te dekken tegen het renterisico. Het vooropgestelde doel van de dekking is de ‘rentegap’ veroorzaakt door deze por-tefeuilles, binnen bepaalde grenzen, tot een mini-mum te beperken.

Bepaling van de reële waarde

De waardering van de swaps gebeurt op basis van de projectie van de intereststromen : de verschil-lende toekomstige intereststromen (vaste of for-ward rente) m.b.t. de swaps worden geprojecteerd. De hierbij gebruikte rentes spruiten voort uit de rentecurve ter bepaling van de forward rentes. Ze stemt overeen met de swap rentecurve. Dezelfe curve wordt gebruikt bij de actualisering. De dis-count factors die gebruikt worden ter actualisering van de toekomstige stromen worden berekend.

De actualisering van de gedekte obligatie wordt volgens hetzelfde principe bepaald : de stromen van het vastrentende gedeelte stemmen overeen met de vervaldagen van de stromen van de gedek-te obligatie, hetgeen de actualisering met behulp van de Discount Factor vergemakkelijkt.

Wij verwijzen naar noot 29 voor wat betreft de im-pact van deze elementen op de resultaat- en op de balansrekeningen.



Noot 8 Voor verkoop beschikbare financiële activa

31/12/09 31/12/08

Overheidspapier 7.475 20.868

Obligaties en andere vastrentende effecten 104.735 134.857

Aandelen en andere niet-vastrentende effecten 25.034 22.081

Andere 0 0

Totaal 137.244 177.806

De bewegingen van het boekjaar op de voor verkoop beschikbare activa zijn de volgende:

31/12/09 31/12/08

Openingsbalans 177.806 421.945

Bedrijfscombinaties 0 6.644

Aanschaffingen 0 0

Evaluatie 9.748 -9.102

Gerealiseerd en op vervaldag gekomen -52.486 -236.378

transfert

Bijzondere waardevermindering verantwoord in de resultatenrekening

toevoegingen 0 0

terugnemingen 2.176 -5.303

eindbalans 137.244 177.806

De maximale blootstelling aan het kredietrisico van deze activa is gelijk aan de omloop op de afsluitingsda-tum. Wij verwijzen eveneens naar noot 24 voor wat betreft de veranderingen van de reële waarde recht-streeks geboekt in het eigen vermogen. Het saldo en de bewegingen van het boekjaar op de afgewaardeerde financiële activa zijn de volgende:

31/12/09 31/12/08

evolutie van de bijzondere waardeverminderingen

Over-heidspa-

pier

Obligaties en andere vastren-tende

effecten

Aandelen en andere

niet-vastren-tende

effecten

Financiële vaste activa

Over-heidspa-

pier

Obligaties en andere vastren-tende

effecten

Aandelen en andere

niet-vastren-tende

effecten

Financiële vaste activa

Openingsbalans 2.176 5.952 2.825

Toevoeging bijzondere waardeverminderingen opgenomen in het resultaat

2.176 3.127

Terugnemingen van bijzondere waardeverminde-ringen opgenomen in het resultaat

-2.176

Definitieve verwijdering van effecten waarop een bijzondere waardeverminde-ring werd toegepast

eindbalans 0 5.952 2.176 5.952


Noot 9 Leningen en vorderingenDe saldi en bewegingen van het boekjaar op de leningen en vorderingen zijn de volgende:

31/12/09 31/12/08

leningen tussen kredietinstellingen

Leningen 1.661.801 1.333.461

Geïndividualiseerde waardeverminderingen 0 0

Totaal 1.661.801 1.333.461

De toename tegenover vorig boekjaar vloeit voort uit de stijging van de spaardeposito’s (plaatsing van de spaartegoeden).

Er werden collaterals vertegenwoordigd door OLO’s in bewaring gegeven bij het BKnv ten bedrage van een marktwaarde van 23 M€, teneinde de financiële vorderingen op één der banken van het netwerk van het Beroepskrediet die geen deel uitmaakt van de Groep te dekken.

31/12/09 31/12/08

schulden en vorderingen aan klanten

Leningen aan particulieren (consumentenkredieten) 93.981 112.206

geïndividualiseerde waardeverminderingen -820 -1.986

Hypothecaire leningen 565.821 535.862

geïndividualiseerde waardeverminderingen -984 -1.387

Leningen op termijn 848.326 901.252

geïndividualiseerde waardeverminderingen -69.988 -68.006

Overige kredieten 88.576 91.234

geïndividualiseerde waardeverminderingen -18.949 -19.281

Niet-geïndividualiseerde voorzieningen (collectieve) -4.219 -2.939

Totaal 1.501.744 1.546.955

De evolutie van de waardeverminderingen wordt als volgt uitgesplitst:

2009Opening Dotatie Terug-

nemingDesactualisatie gereserveer-

de intrestenAndere

(bedrijfscombinatie, migratie,…)

sluiting

Kredietinstellingen 0 0 0

Consumenten-kredieten

-1.986 861 305 1 -820

Hypothecaire leningen

-1.387 353 50 1 -984

Leningen op termijn -68.006 -3.339 453 404 -220 720 -69.988

Overige kredieten -19.281 -263 596 0 -1 -18.949

Collectieve voorzieningen

-2.939 -1.409 128 1 -4.219


2008Opening Dotatie Terug-

nemingDesactualisatie gereserveer-

de intrestenAndere

(bedrijfscombinatie, migratie,…)

sluiting

Kredietinstellingen 0 0 0

Consumenten-kredieten

-1.812 -129 86 -9 -122 -1.986

Hypothecaire leningen

-667 -1.136 647 -81 -150 -1.387

Leningen op termijn -51.853 -3.643 3.711 1.955 -3.087 -15.089 -68.006

Overige kredieten -18.566 -862 1.292 -359 -786 -19.281

Collectieve voorzieningen

-2.823 -478 638 -276 -2.939

De analyse van de vervaldagenbalans van de leningen en vorderingen op klanten met een betalingsachterstand en die nog niet opgezegd werden op 31 december 2009, en de waarborgen die erop betrekking hebben, kan als volgt samengesteld worden :

< 90 dagen > 90 dagen < 180 dagen

> 180 dagen < 1 jaar

> 1 jaar Totaal

leningen en vorderingen aan particulieren

Consumentenkredieten 9.916 585 75 50 10.626

garantie 14.473 578 52 15.103

Hypothecaire leningen 21.654 3.215 1.376 292 26.537

garantie 33.693 4.153 1.943 741 40.530

Leningen op termijn 62.091 21.768 8.957 3.906 96.722

garantie 132.296 52.798 21.422 16.159 222.675

Overige kredieten 6.986 661 640 872 9.159

garantie 426 153 5 951 1.535

Totaal Omloop 100.647 26.229 11.048 5.120 143.044

Totaal Waarborg 180.888 57.682 23.422 17.851 279.843

De analyse van de leningen en vorderingen aan klanten met een betalingsachterstand op afsluitingsdatum en waarvoor de achterstand nog bestaat op 31 maart 2010, kunnen als volgt samengevat worden :

< 90 dagen > 90 dagen < 180 dagen

> 180 dagen < 1 jaar

> 1 jaar Totaal

Totaal Omloop 51.171 19.005 7.711 4.395 82.282

Totaal Waarborg 85.745 39.436 18.906 15.791 159.878

De waarborgen bestaan hoofdzakelijk uit hypotheken, maar eveneens uit financiële instrumenten en borgtochten.

Vermelden we dat de door de Groep ontvangen collaterals voornamenlijk betrekking hebben op de kredietactiviteit.

Sommige voorzieningen werden in de balans geboekt teneinde het risico te drukken m.b.t. de nog niet vorderingen met een betalingsachterstand die nog niet opgezegd werden :- Waardeverminderingen voor risico’s met onzeker verloop (1 M€), opgenomen in de tabel der waardeverminderingen- Collectieve voorzieningen (4,2 M€) De maximale blootstelling aan het kredietrisico van deze activa is gelijk aan de omloop op afsluitingsdatum, na aftrek van de desbetreffende waarborgen.


Noot 10 Waarderingsverschillen van afdekking van renterisico van een portefeuille

reële waarde Veranderingen in waarde

31.12.2009 31.12.2008

Afgedekte activa 14.739 6.921 7.818

Afdekkingsinstrumenten (netto) -13.477 -7.833 -5.644

Wij verwijzen naar noot 29 voor wat betreft de impact van deze elementen op de resultaat- en balansrekeningen. Als tegenpartij van de afgesloten interest swaps, werd er voor 2 MEUR aan Belgische staatseffecten in waarborg gegeven.De maximale blootstelling aan het kredietrisico van deze activa is gelijk aan de omloop op afsluitingsdatum.

Noot 11 Tot einde looptijd aangehouden beleggingen

31/12/09 31/12/08

.Effecten

- Overheidspapier 44.078 49.469

- Obligaties en andere vastrentende effecten 59.139 70.281

Totaal 103.217 119.750 De bewegingen over het boekjaar van deze tot einde looptijd aangehouden beleggingen zijn de volgende :

31/12/09 31/12/08

Openingsbalans 119.750 175.416

Aanschaffingen

Gerealiseerd en op vervaldag gekomen -15.130 -54.081

Afschrijvingen agio/disagio -1.403 -1.585

Transfert

Bijzondere waardevermindering verantwoord in de resultatenrekening

toevoegingen

terugnemingen

eindbalans 103.217 119.750

De maximale blootstelling aan het kredietrisico van deze activa is gelijk aan de omloop op afsluitingsdatum.



Noot 12 BelastingenDe latente belastingsvorderingen en –verplichtingen werden bepaald op basis van de effectieve belas-tingsvoeten voor de betreffende entiteiten, namelijk 33,99% voor België.

Actuele belastingen 31/12/09 31/12/08

Activa 0 0

Verplichtingen 2.377 1.915

Uitgestelde belastingen 31/12/09 31/12/08

Saldo begin periode 7.941 8.352

Bedrijfscombinaties 0 1

Activa (langs het eigen vermogen) -1.575 1.167

Activa (langs resultaat) 814 -4.337

Verplichtingen (langs het eigen vermogen)

-1.319 1.888

Verplichtingen (langs resultaat) 2.151 870

saldo einde periode 8.012 7.941

De onderstaande tabel herneemt de belangrijkste rubrieken die betrekking hebben op het saldo van de latente belastingen.

Betrokken rubrieken 2009 2008

Voordelen aan het personeel -204 -243

Spreiding van de kosten en de com-missies

-176 -373

Micro et Macro-dekking -202 374

Faire waarde via het resultaat 0 1.093

Latente meerwaarden -1.327 1.650

Waardeverminderingen -738 -2.577

Collective Provisie 1.433 998

Activering van latente fiscale verliezen na herklassering van voorzieningen

8.729 7.760

Overige 497 -741

Totaal 8.012 7.941


Noot 13 Andere activa en ter verkoop bestemde activa

31/12/09 31/12/08

Personeelsvoordelen 802 914

voorschotten 779 674

Te ontvangen baten (andere dan rentebaten uit financiële activa)

947 79

Edele metalen, goederen en grondstoffen 1 1

Overige 6.791 3.126

Totaal 9.320 4.794 De andere activa omvatten diverse vorderingen, de overlopende rekeningen (met uitzondering van de proratarekeningen), de tussentijdse rekeningen en overige diverse debiteuren. De post van de ter verkoop bestemde activa omvat de gebouwen die de Groep BKCP eerstdaags zoekt te verkopen

Noot 14 Vastgoedbeleggingen

Vastgoedbeleggingen verwerkt volgens het kostprijsmodel

Boek-waarde

reële waarde

Boek-waarde

reële waarde

2009 2008

Aanschaffingswaarde bij de opening van het boekjaar 8.663 8.551 8.525 7.239

Cumulatieve afschrijvingen en andere aanpassingen bij ope-ning van het boekjaar

-3.647 -3.922

Openingsbalans 5.016 8.551 4.603 7.239

Verwervingen 249 5

Uitgaven na eerste waardering

Overnames via bedrijfscombinaties 1.312 1.312

Vervreemdingen -454 -543

Vervreemdingen via bedrijfscombinaties

Afschrijvingen -598 -211

Opgenomen bijzondere waardeverminderingen

Teruggeboekte bijzondere waardeverminderingen

Omrekeningsverschillen

Overdrachten van en naar voorraden en vastgoed be-stemd voor eigen gebruik

20.963 20.963 -150

Overdrachten van en naar activa aangehouden voor ver-koop

Overige mutaties

eindbalans 25.176 29.514 5.016 8.551

De reële waarden worden bepaald op basis van rapporten van experts, opgesteld bij de werkzaamheden in het kader van de analyse van de openingsbalans. Te noteren dat een gedeelte van de administratieve zetel verhuurd werd en voortaan als dusdanige in de vastgoedbeleggingen wordt voorgesteld.


Noot 15 Materiële vaste activa

Materiële vaste activa na opname met toepassing van het kostprijsmodel

Terreinen en gebouwen bestemd voor eigen gebruik

IT-materieel Kantoorinrichting Overige vaste activa (met inbegrip

personenwagens)

TOTAAl Terreinen en gebouwen bestemd voor eigen gebruik


personenwagens)

TOTAAl

2009 2008

Aanschaffingswaarde bij de opening van het boekjaar 82.546 660 9.099 5.035 97.340 60.696 13 7.655 3.986 72.350

Gecumuleerde afschrijvingen en andere aanpassingen bij opening van het boekjaar

-17.934 -546 -7.955 -2.993 -29.428 -15.376 -11 -6.565 -2.224 -24.176

Openingsbalans 64.612 115 1.144 2.042 67.912 45.320 2 1.090 1.762 48.174

Investeringen 8.662 20 675 440 9.796 17.485 439 569 18.493

Vervreemdingen via een bedrijfscombinatie 0 6.664 179 71 0 6.914

Vervreemdingen -211 0 -28 -14 -252 -1.236 -52 -8 -1.296

Sorties par voie de regroupement d’entreprises 0 0

Afschrijvingen -3.405 -126 -372 -509 -4.412 -1.923 -66 -350 -432 -2.771

Waardeverminderingen in resultaat opgenomen 0 0

Waardeverminderingen in het resultaat teruggenomen 0 0

Uitwerking van de omzetting in vreemde valuta’s 0 0

Overdrachten 0 0

van en naar vaste activa aangehouden voor verkoop 0 -1.675 -1.675

van en naar vastgoedbeleggingen -20.963 0 0 -20.963 -10 -54 214 150

Overige mutaties 0 0 -13 0 -64 -77

eindbalans 48.694 9 1.418 1.959 52.080 64.612 115 1.144 2.041 67.912

De voornaamste investeringen van het boekjaar hebben betrekking op het onroerend goed (toekomstige administratieve zetel), eigendom van IMMO W16 (5 M€) en de acquisitie van nieuwe agentschappen.

Noot 16 Immateriële vaste activa

Immateriële vaste activa verwerkt volgens het kostprijsmodel

Intern ontwikkelde software

Verworven software

Andere immateriële vaste activa

TOTAAl Intern ontwikkelde software

Verworven software


TOTAAl

2009 2008

Aanschaffingswaarde bij de opening van het boekjaar 7.099 6.655 706 14.460 6.413 6.076 1.102 13.591


-5.328 -5.419 -406 -11.153 -3.930 -4.917 -835 -9.682

Openingsbalans 1.771 1.236 300 3.307 2.483 1.159 267 3.909

Intern ontwikkelde toevoegingen 0 685 685

Afzonderlijk verworven toevoegingen 1.863 45 65 1.973 563 10 573

Aanpassingen die voortvloeien uit bedrijfscombinaties 0 14 14

Afdankingen en vervreemdingen 0 0

Overdracht van en naar vaste activa gehouden voor verkoop 0 0

Aanpassing voortvlooiend uit het later opnemen van uitgestelde balastingvorderingen

0 0

Geboekte afschrijvingen -1.573 -204 -45 -1.822 -1.397 -493 -58 -1.948

Verhoging of vermindering voortvlooiend uit herwaarderin-gen en waardeverminderingen die geboekt of rechtstreeks in eigen vermogen teruggenomen werden

0 0

Geboekte waardeverminderingen 0 0

Waardeverminderingen in de resultaatrekening teruggenomen

0 0

Uitwerking van de omzetting van valuta’s 0 0

Overige bewegingen 360 -341 -86 -67 7 67 74

eindbalans 2.421 736 234 3.391 1.771 1.236 300 3.307

Er zijn geen immateriële vaste activa van onbepaalde duur. 54 > BKCP Jaarverslag 2009

NL?

Noot 15 Materiële vaste activa

Materiële vaste activa na opname met toepassing van het kostprijsmodel

Terreinen en gebouwen bestemd voor eigen gebruik


personenwagens)

TOTAAl Terreinen en gebouwen bestemd voor eigen gebruik


personenwagens)

TOTAAl

2009 2008

Aanschaffingswaarde bij de opening van het boekjaar 82.546 660 9.099 5.035 97.340 60.696 13 7.655 3.986 72.350


-17.934 -546 -7.955 -2.993 -29.428 -15.376 -11 -6.565 -2.224 -24.176

Openingsbalans 64.612 115 1.144 2.042 67.912 45.320 2 1.090 1.762 48.174

Investeringen 8.662 20 675 440 9.796 17.485 439 569 18.493

Vervreemdingen via een bedrijfscombinatie 0 6.664 179 71 0 6.914

Vervreemdingen -211 0 -28 -14 -252 -1.236 -52 -8 -1.296

Sorties par voie de regroupement d’entreprises 0 0

Afschrijvingen -3.405 -126 -372 -509 -4.412 -1.923 -66 -350 -432 -2.771

Waardeverminderingen in resultaat opgenomen 0 0

Waardeverminderingen in het resultaat teruggenomen 0 0

Uitwerking van de omzetting in vreemde valuta’s 0 0

Overdrachten 0 0

van en naar vaste activa aangehouden voor verkoop 0 -1.675 -1.675

van en naar vastgoedbeleggingen -20.963 0 0 -20.963 -10 -54 214 150

Overige mutaties 0 0 -13 0 -64 -77

eindbalans 48.694 9 1.418 1.959 52.080 64.612 115 1.144 2.041 67.912

De voornaamste investeringen van het boekjaar hebben betrekking op het onroerend goed (toekomstige administratieve zetel), eigendom van IMMO W16 (5 M€) en de acquisitie van nieuwe agentschappen.

Noot 16 Immateriële vaste activa

Immateriële vaste activa verwerkt volgens het kostprijsmodel

Intern ontwikkelde software

Verworven software


TOTAAl Intern ontwikkelde software

Verworven software


TOTAAl

2009 2008

Aanschaffingswaarde bij de opening van het boekjaar 7.099 6.655 706 14.460 6.413 6.076 1.102 13.591


-5.328 -5.419 -406 -11.153 -3.930 -4.917 -835 -9.682

Openingsbalans 1.771 1.236 300 3.307 2.483 1.159 267 3.909

Intern ontwikkelde toevoegingen 0 685 685

Afzonderlijk verworven toevoegingen 1.863 45 65 1.973 563 10 573

Aanpassingen die voortvloeien uit bedrijfscombinaties 0 14 14

Afdankingen en vervreemdingen 0 0

Overdracht van en naar vaste activa gehouden voor verkoop 0 0

Aanpassing voortvlooiend uit het later opnemen van uitgestelde balastingvorderingen

0 0

Geboekte afschrijvingen -1.573 -204 -45 -1.822 -1.397 -493 -58 -1.948

Verhoging of vermindering voortvlooiend uit herwaarderin-gen en waardeverminderingen die geboekt of rechtstreeks in eigen vermogen teruggenomen werden

0 0

Geboekte waardeverminderingen 0 0

Waardeverminderingen in de resultaatrekening teruggenomen

0 0

Uitwerking van de omzetting van valuta’s 0 0

Overige bewegingen 360 -341 -86 -67 7 67 74

eindbalans 2.421 736 234 3.391 1.771 1.236 300 3.307

Er zijn geen immateriële vaste activa van onbepaalde duur. BKCP Jaarverslag 2009 > 55

Te noteren dat een gedeelte van de administratieve zetel verhuurd werd en voortaan als dusdanige in de vastgoedbeleggingen wordt voorgesteld (21 M€)


Noot 17 Centrale banken, Postcheque- en girodiensten

31/12/09 31/12/08

Centrale banken 1.720 0

Postcheque- en girodiensten 0 0

Totaal 1.720 0

Noot 18 Financiële schuldenSchulden tegenover kredietinstellingen

31/12/09 31/12/08

Voorschotten in rekening courant / zichtrekeningen

35.032 31.712

Deposito's met vaste looptijd 321.060 356.714

Overige deposito's 0

Totaal 356.092 388.426

De analyse der vervaldagen van deze schulden kan als volgt samengevat worden :

S1 2010 S2 2010 2011 2012 2013 2014 2015 indéter-miné

Totaal


9.500 25.532 35.032

Dépôts à terme 169.060 102.000 50.000 321.060

Overige deposito’s 0

Totaal 169.060 102.000 50.000 0 0 0 0 25.532 356.092

Schulden tegenover cliënten31/12/09 31/12/08


317.827 326.362

Deposito's met vaste looptijd 28.527 222.993

Gereglementeerde spaardeposito's 2.293.095 1.772.168

Andere 37.066 39.484

Totaal 2.676.515 2.361.007

De toename van de “Cliëntendeposito’s” is te wijten aan het succes van het depositoboekje “BKCP Excellence”.


BKCP Jaarverslag 2009 > 57BKCP Jaarverslag 2009 > 57


S1 2010 S2 2010 2011 2012 2013 2014 2015 indéter-miné

Totaal


317.828 317.827

Deposito's met vaste looptijd

10.999 747 2.767 10.557 28.527

Gereglementeerde spaardeposito's

2.293.095 2.293.095

Andere 37.066 37.066

Totaal 10.999 747 2.767 10.557 0 0 0 2.647.989 2.676.515

Noot 19 In schuldbewijzen belichaamde schulden

31/12/09 31/12/08

Depositocertificaten 9.136 98.301

Kasbons (ook in gedematerialiseerde vorm) 150.010 188.181

Totaal 159.146 286.482


S1 2010 S2 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Totaal

Depositocertificaten 3.100 3.150 2.361 525 9.136

Kasbons (ook in gedematerialiseerde vorm)

21.631 17.890 21.068 53.871 6.871 4.332 24.347 150.010

Obligatieleningen

Converteerbaar

Niet-converteerbaar

Overige

Totaal 24.731 21.040 23.429 53.871 6.871 4.332 24.872 0 159.146


Noot 20 Andere verplichtingen

31/12/09 31/12/08

Personeelsvoordelen 0 0

Sociale lasten 8.221 4.939

Verplichtingen uit hoofde van beheersdiensten voor het beheersrecht

0 0

Verplichtingen uit leasing 0 0

Toe te rekenen kosten (andere dan de financiële kosten verbonden aan financiële verplichtingen)

3.026 2.196

Over te dragen opbrengsten 231 212

Overige 12.257 11.947

Totaal 23.735 19.294

De post “Overige” omvat hoofdzakelijk de “leveranciers” en de “overige te regulariseren passiva”.

Noot 21 Voorzieningen

Herstructure-ringen

Lopende rechts-

geschillen

Pensioenen en andere pensioen-

verplichtingen op grond van

toegezegdpensi-oenregelingen

Andere voor-

zieningen

Totaal

Openingsbalans 19.612 155 1.022 2.051 22.841

Toevoegingen 2.289 430 2.719

Bestedingen -11.660 -10 -775 -12.445

Niet-aangewende bedragen die tijdens de periode werden teruggeboekt

0

Verwervingen (vervreemdingen) door middel van bedrijfscombinaties

0

Toename van het gedisconteerde bedrag (verstrijken van tijd) en resultaat van enige wijziging in de disconteringsvoet

0

Overige bewegingen 0

eindbalans 10.241 155 1.012 1.706 13.115

De herstructureringsvoorziening dekt de kost voor de afvloeiing van het personeel die zullen plaatsvinden in het kader van de uitvoering van het Middellange Termijnplan 2011 dat een aanpassing van de kosten-structuur omvat. De voorziene kosten houden rekening met alle parameters die gekend zijn op datum van afsluiting der rekeningen (de exacte modaliteiten van vertrek dewelke betrekking hebben op de meeste delen van het plan liggen namelijk vast).



Noot 22 Toegezegde pensioenregeling gewaardeerd conform IAS 19 methodologieDe voornaamste pensioenregeling toont een overschot aan financiering en heeft geen impact op de ba-lans. Gelet op de herstructurering van de Groep in de loop van het boekjaar 2009, hebben we hieronder enkel de enige significante regeling in acht genomen.

evolutie van de toegezegde pensioenregeling 31/12/09 31/12/08

Netto verplichting van de toegezegde pensioenregeling -416 -1.005

Verplichting van de toegezegde pensienregeling 3.425 3.056

Reële waarde van de fondsbeleggingen 3.841 4.061

Niet opgenomen actuariële winsten 201 143

Opgenomen lasten in resultaat 235 151

Kost van geleverde diensten : werkgever 168 136

Financiële lasten 201 142

Verwachte rendementen op de fondsbeleggingen 134 127

Actuariële winsten op de fondsbeleggingen 134 145

evolutie

Verplichting der toegezegde pensioenregeling in het begin van de periode -1.005 -1.108

Betaalde contributies 353 -48

Vastgestelde uitgaven -236 -151

Verplichting der toegezegde pensioenregeling op het einde van de periode -416 -1.005

Voornaamste actuariële hypotheses

Discontovoet 4,30% 5,30%

Verwacht rendement op fondsbeleggingen 3,25% 3,25%

Verwacht percentage van salarisverhogingen 3,00% 3,00%

Hypothese op afsluitingsdatum 31/12/09 31/12/08

Begin van de periode 01/1/09 01/1/08

Einde van de periode 31/12/09 31/12/08

Discontovoet 4,30% 5,30%

Verwacht percentage van salarisverhogingen 3,00% 3,00%

Verwacht rendement (lange termijn) op fondsbeleggingen 3,30% 3,30%

Verwacht percentage van pensioenlasten 2,00% 2,00%

Inflatievoet ( lange termijn verwachting) 2,00% 2,00%


Noot 23 Achtergestelde schuldenVervaldatum achtergestelde

schuldenConverteer-

bare schuldenAndere achterge-stelde schulden

op termijn

Achtergestelde voorschotten

Lopend jaar

Lopend jaar +1 103 0

Lopend jaar +2 0 0

Lopend jaar +3 0 0

Lopend jaar +4 0 0

Lopend jaar +5 0 0

Lopend jaar +6 0 0

Lopend jaar +7 0 0

Lopend jaar +8 0 0

Lopend jaar +9 0 0

Lopend jaar +10 0 0

Meer dan lopend jaar +10 0 0

Perpetuele schuldbewijzen 0 30.220

Totaal 0 103 30.220 0

De achtergestelde schulden hebben betrekking op een regionale bank. De andere achtergestelde schul-den (perpetuele schuldbewijzen) betreffen de schulden van BKnv tegenover de Caisse Fédérale du Crédit Mutuel Nord Europe.

Noot 24 Eigen vermogen1. Aandelenkapitaal

samenstelling

Het aandelenkapitaal van de vennootschap BKnv op 31 december 2008 bedraagt 112.351.666,13 € verte-genwoordigd door 9.581.145 aandelen zonder nominale waarde, die volledig werden volstort. Gedurende het boekjaar 2009 hebben beide aandeelhouders van BKnv op een kapitaalverhoging ad. 41,6 M€ ingeschreven zonder uitgifte van nieuwe aandelen. Het kapitaal van BKnv bedraagt nu 153.951.666,13 €.Alle aandelen genieten dezelfde rechten.

Dividenden

Er wordt aan de algememe vergadering van BK NV, dewelke statueert over de boekhoudrekeningen per 31 december 2009, voorgesteld om het te bestemmen resultaat als volgt te verdelen :

Te bestemmen resultaat : waarvan : - Resultaat van het boekjaar 5.520- Overgedragen winst vorig boekjaar -4.034

Voorgestelde verdeling : Dividend 671Wettelijke reserve 74Overgedragen resultaat 741


structuur van het aandeelhouderschap

Per 31 december 2009 is de structuur van het aandeelhouderschap als volgt :

Aandeelhouder Aantal aandelen %

Crédit Mutuel Nord Europe BelgiumKunstlaan, 6-9 1210 BrusselBelgië

9.581.144 99,99%

Caisse Fédérale du Crédit Mutuel Nord EuropePlace Richebé, 4 BP1009 59011 LilleFrankrijk

1 0,01%

9.581.145 100%

2. Wijzigingen in het eigen vermogen

Een samenvatting van de wijzigingen in het totale eigen vermogen tussen 31 december 2008 en 31 december 2009 werd hierboven gepresenteerd – zie « Tabel van de wijzigingen in het eigen vermogen » op pagina’s 17.

De evolutie van het eigen vermogen tussen 31 december 2008 en 31 december 2009 wordt voornamelijk bepaald door de volgende elementen :

- Kapitaalverhoging met 41,6 M€ - zie punt 1 supra. - Verhoging van de reserves ‘Niet-gerealiseerde winsten of verliezen’ (6.853 voor het aandeel van de

groep en de minderheidsbelangen). - Verhoging van het totale eigen vermogen ten belope van de winst van het boekjaar 2009 (6.675 voor

het aandeel van de groep en voor de groep en de minderheidsbelangen).- Overdracht van het eigen vermogen van de minderheidsdeelgenoten naar de groep ad. 2.358, nl.

ingevolge de fusie van de Regionale Banken.

3. Herwaarderingsreserve

De herwaarderingsreserves bestaan enkel uit de aanpassing van de reële waarde op de effecten aangehou-den voor verkoop met verwerking in het eigen vermogen. Het detail van de bewegingen over de periode is de volgende :

31/12/09 31/12/08

Openingsbalans -2.853 3.120

Netto beweging van de actuële waarde van de activa aangehouden voor verkoop in het eigen vermogen

9.502 -9.113

Impact van de uitgestelde belastingen -2.869 3.066

Netto beweging in het resultaat naar aanleiding van de realisatie van effecten en waardevermin-deringen

-77 111

Impact van de uitgestelde belastingen 26 -37

eindbalans 3.729 -2.853

Noot 25 Rentebaten en – lasten

31/12/09 31/12/08

rentebaten

Centrale Banken, Postcheque- en girodiensten 485 1.334

Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden 0 0

Financiële activa tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening

1.620 1.700

Derivaten gebruikt ter dekking 4.960 8.044

Voor verkoop beschikbare financiële activa 5.237 10.093

Leningen en vorderingen 131.837 134.004

Tot einde looptijd aangehouden beleggingen 3.799 6.524

Overige 0 0

Totale rentebaten 148.343 161.699

rentelasten

Derivaten gebruikt ter afdekking -11.015 -7.591

Schulden tegenover kredietinstellingen -9.091 -21.702

Schulden tegenover clienten -60.295 -71.078

In schuldbewijzen belichaamde schulden -9.491 -19.048

Achtergestelde schulden -982 -1.777

Totale rentelasten -91.279 -121.196

Nettorentebaten 57.064 40.503

De nettointeresten zijn gevoelig gestegen gedurende het boekjaar 2009 (+ 16.561 K€). Deze evolutie is te wijten o.a. aan de stijging van onze omlopen en vooral de daling van onze financieringskost ingevolge de normalisatie van de rentecurve en de forse daling van de rentevoeten op korte termijn. Anderzijds is de resul-tatenrekening van WVB geïntegreerd sinds het tweede semester van 2008.

Noot 26 Commissies

31/12/09 31/12/08

Commissieopbrengsten 9.039 7.122

Roerende waarden 2.128 3.974

Kredietverbintenissen

Bewaargeving 143 151

Betaaldiensten 1.033 740

Overige 5.735 2.257

Commissielasten -4.273 -5.080

Commissies betaald aan agenten -3.405 -3.826

Overige -868 -1.254

Netto baten van commissies 4.766 2.042

De groei van deze post (+ 2.724 K€) vloeit voornamelijk voort uit de groei van de omlopen in verzekerings- en financieel sparen, gekoppeld aan een hogere commissie op de omlopen in tak 21 bij ACMNVie met 0,10%.



Noot 27 Winsten en verliezen op financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening

31/12/09 31/12/08

Profits Pertes Totaal Profits Pertes Totaal

Financiële activa tegen reële waarde met waarderingsverschillen in de resultatenrekening (met uitzondering van rentestromen)

3.216 3.216 -5.605 -5.605

Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waarderingsverschillen in de winsten verliesrekening (met uitzondering van rentestromen)

0 0

Totaal 3.216 3.216 -5.605 -5.605

Wij verwijzen naar noot 6 voor bijkomende informatie over deze financiële instrumenten.

Noot 28 Gerealiseerde winsten en verliezen op financiële activa en verplichtingen niet gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeverander-ingen in de resultatenrekening

31/12/09 31/12/08

Activa beschikbaar voor verkoop

Gerealiseerde winsten 20 1.448

Gerealiseerde verliezen -3.586 -684

Netto winst of verlies -3.566 764

De verliezen en winsten op de overdracht van activa en verplichtingen niet gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening zijn gekoppeld met de overdracht van effecten van Cie Foncière t.b.v. -1,4 M€, en van het effect Lehman t.b.v. -2,1 M€ (waarvoor een terugneming van waardevermindering in de risicokost werd vastgesteld).

Noot 29 Aanpassingen van de reële waarde bij de administratieve verwerking van dekkingstransacties & winsten en verliezen op financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde met verwerking van waardeveran-deringen in de resultatenrekeningDe detailgegevens op de balans en de resultatenrekening van de efficiënte micro- en macro-hedge relaties zijn de volgende :

Valorisatie gedekt element Valorisatie gedekt element

Macro-dekking Totaal Macro-dekking Totaal

Efficiënt Niet efficiënt Efficiënt Niet efficiënt

Balans 31/12/2007 6.863 58 6.921 -7.833 -190 -8.024

Waardeaanpassingen in hedgingboekhouden

7.316 7.316 -5.644 -5.644

Renteopbrengsten en -lasten 502 502 -476 -476

Winsten en verliezen op financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden

0

Overdracht 84 -84 0

Balans 31/12/2009 14.263 476 14.739 -13.477 -666 -14.143

Tradingboek-houding

Tradingboek-houding

We verwijzen naar noot 7 voor verdere informatie over deze dekkingsinstrumenten.

Noot 30 Andere exploitatiebaten en –lasten

31/12/09 31/12/08

Baten

Vastgoedbeleggingen

Huurinkomsten uit vastgoedbeleggingen 192 256

Overige activa 1.230

Overige 4.113 6.905

lasten -4.927 -532

De vermindering van de andere baten is voornamelijk te wijten aan een verminderde terugvordering op de opgezegde kredieten. De verhoging van de lasten spruit voornamelijk uit de betaling van vertrekvergoedingen in het kader van het herstructureringsplan (2,9 M€) en de verhuiskosten van de administratieve zetel (0,8 M€).64 > BKCP Jaarverslag 2009


Noot 31 Personeelskosten

31/12/09 31/12/08

Bezoldigingen -24.680 -20.612

Sociale lasten -6.715 -6.149

Rust- en overlevingspensioenen en soortge-lijke uitgaven

-1.545 -1.311

Kosten voor tijdelijk personeel -44 0

Overige -1.363 -808

Totaal -34.347 -28.880

De evolutie van de personeelskosten (-5.467 K€) is vooral verbonden aan de ontslagvergoedingen betaald in het kader van de reorganisatie van de groep (8.598 K€ in 2009 tegenover 3.545 K€ in 2008), en aan de consolidatie van WVB over enkel 6 maanden in 2008 (de loonkosten van het 1e semester 2008 bedroegen 1.352 K€). Uitge-zonderd deze perimetereffecten dalen de recurrente vergoedingen als gevolg van de reorganisatie.

Noot 32 Algemene en administratieve uitgaven

31/12/09 31/12/08

Marketingkosten -3.492 -2.628

Honoraria -4.655 -4.315

IT-uitgaven -2.623 -7.755

Reparatie en onderhoud -5.368 -1.266

Opleidingskosten -355 -264

Huurgelden -2.014 -1.878

Bijdragen -1.651

Overige -11.195 -8.812

Totaal -29.702 -28.569

De verhoging van de algemene en administratieve uitgaven (- 1.133 K€) is vooral te wijten aan de stijging van de reclamekosten. De andere kostenposten compenseren elkaar. Er is ook de consolidatie van WVB over enkel 6 maanden in 2008 (deze lasten bedroegen 502 K€ voor het 1e semester 2008).

Noot 33 Bedrijfscombinaties en consoli-datieverschillen1. Controleverwerving over WVB in 2008

Tijdens het boekjaar 2008 heeft het BKnv de controle verworven over de financiële instelling WVB cvba. In het kader van deze aankoop werden de verschillende activa, passiva en de rechten en verplichtingen van deze entiteit tegen hun reële waarde gewaardeerd.

2. Vergelijkende informatie

De evolutie van de consolidatieperimeter heeft een gevolg dat de vergelijking van de financiële staten stoort. De entiteit WVB cvba heeft immers bijgedragen tot het resultaat van de groep BKCP vanaf de verwervingsda-tum op 1 juli 2008.

Ter informatie : de bijdrage van de entiteit WVB cvba tot het geconsolideerde resultaat gedurende het eerste semester 2008 (niet opgenomen in het geconsolideerde resultaat) is hieronder vermeld :

WVBs1 2008

resultaat

Nettobankproduct 2.982

Brutobedrijfsresultat 1.201

Resultaat voor belastingen 1.193

Nettoresultaat 1.083

Noot 34 Belastingen op het resultaat

31/12/09 31/12/08

1. Actuele belastinglasten, netto 23 -84

1.1. Actuele belastinglasten 23 -84

1.2. ( - ) Belastingvoordeel uit voorheen niet-opgenomen belastingvorderingen dat wordt aangewend om de actuele belastinglasten te reduceren

1.3. Aanpassingen voor over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare belastingen van voorgaande perioden

1.4. Andere actuele belastinglasten

2. Uitgestelde belastinglasten, netto 2.967 -3.666

2.1. Met betrekking tot de herkomst en terugboeking van tijdelijke verschillen

2.2. Met betrekking tot de wijzigingen van belastingtarieven of de heffing van nieuwe belastingen

2.3. ( - ) Belastingvoordeel uit voorheen niet-opgenomen belastingvorderingen dat wordt aangewend om uitgestelde belastingen te reduceren

2.4. Uitgestelde belastinglasten voortkomende uit de afschrijving (of de terugboe-king van een voorgaande afschrijving), van uitgestelde belastingvorderingen omdat het niet langer waarschijnlijk is dat er voldoende belastbare winst zal zijn

2.5. Andere uitgestelde belastinglasten 2.967 -3.666

3. Bedrag van belastinglasten (-baten) dat verband houdt met de wijzigingen in de grondslagen voor financiële verslaggeving of fundamentele fouten

4. gevolgen van de wijzigingen in de fiscale status van een onderneming of haar aandeelhouders



Aansluiting tussen het wettelijke belastingtarief en het effectieve belastingtarief:

31/12/09 31/12/08

Bedrag Percentage Bedrag Percentage

1. Belastinglasten -1.253 4.691

1.1. Nettowinst voor aftrek van belastingen 3.685 -13.802

1.2. Wettelijk belastingtarief 33,99% 33,99%

2. Fiscale gevolgen van belastingtarieven in andere belastingjuridicties

0 0,00% 0 0,00%

3. Fiscale gevolgen van niet-belastbare baten -155 -4,21% 3.272 -23,71%

4. Fiscale gevolgen van lasten die niet fiscaal aftrekbaar zijn

-346 9,39% 3.726 27,00%

5. Fiscale gevolgen van het gebruik van voorheen niet opgenomen belastingvorderingen

2.184 -59,27% 2.184 15,82%

6. Fiscale gevolgen voor belastingvoordeel dat voorheen niet was opgenomen in de winsten verliesrekening

7. Fiscale gevolgen van de herbeoordeling van niet opgenomen uitgestelde belastingvorderingen

8. Fiscale gevolgen van een wijziging van de belastingtarieven

9. Fiscale gevolgen van een tekort of een teveel aan voorzieningen in vorige periodes

-3.659 99,29% 6.559 47,52%

10. Fiscale gevolgen van de consolidatie impact (consolidatieverschil…)

-2.267 -8.435

11. Andere stijging (daling) van de wettelijke belasting

0 -0,01% 3.319 24,05%

12. Belastinglasten volgens het effectieve belastingtarief

2.990 -3.750

12.1. Nettowinst voor aftrek van belastingen 3.685 -13.802

12.2 Effectief belastingtarief -81% -27%

Noot 35 Wijziging van de winsten en ver-liezen rechtstreeks opgenomen in eigen vermogen

31/12/09 31/12/08

Bruto Belas-ting

Netto Bruto Belas-ting

Netto

Omrekeningsverschillen - - - -

Revaluatie van de voor verkoop beschikbare financiële activa 9.748 2.895 6.853 -9.228 -3.054 -6.174

Revaluatie van de instrumenten afdekkingsderivaten - - - -

Revaluatie van de vaste activa - - - -

Actuariele verschillen op de regimes van toegezegde pensoienregeling

NA NA - NA -

Gedeelte van de latente of uitgestelde winsten of ver-liezen op vennootschappen ‘netto-vermogenswaarde’

0 - - - - -

Totaal 9.748 2.895 6.853 -9.228 -3.054 -6.174

Noot 36 Informatieverschaffing over verbonden partijenDe openstaande transacties en saldi tussen BKnv en haar filialen, waarop zij een exclusieve controle uitoefent, werden geëlimineerd door het consolidatiemechanisme en zijn bijgevolg niet opgenomen in de hiernavol-gende samengevoegde cijfers.

BalansActief Moederhuis Filialen

Zichtrekeningen

Andere activa 882 209

Leningen en vorderingen 1.545.379 6.828

Totaal Activa 1.546.261 7.037

Passief

In schuldbewijzen belichaamde schulden 0 0

Schulden 281.148 793

Andere passiva 3.257 0

Achtergestelde schulden 30.220 0

Totaal schulden 314.625 793

Resultatenrekeninglasten

Commissies 0 0

Rentelasten -18.617 -1.655

Andere lasten 0 0

Diensten 0 0

Totale lasten -18.617 -1.655

Opbrengsten

Commissies 2.258 2.880

Renteopbrengsten 52.794 326

Andereopbrengsten 222 12

Totale opbrengsten 55.274 3.218

Op het niveau van de moedermaatschappij zijn de rentebaten en –lasten voornamelijk verbonden aan de herfinancieringsmiddelen en aan de renteswaps (in het kader van de macro-hedge) en aan de beleggingen afgesloten met de Caisse Fédérale du Crédit Mutuel Nord Europe.

Op het niveau van de filialen, spruiten de commissies en andere opbrengsten hoofdzakelijk voort uit de com-merciële relaties met de vennootschappen Multifonds (beleggingsproducten), ACMN Vie (verzekeringspro-ducten), en Nell, waarvan BKnv en haar filialen de producten commercialiseren. De geboekte lasten omvatten de doorfacturering van geleverde informaticadiensten door Euro Information.



De remuneraties (salarissen, bijdragen groepsverzekering, zitpenningen en andere vergoedingen) gestort door BKnv en haar filialen aan de belangrijkste bestuurders (de leden van de Raad van bestuur en van het Di-rectiecomité) bedragen 1.345 K€. Dit bedrag bestaat uit een vast gedeelte, een variabel gedeelte en uit an-dere elementen van remuneratie ten belope van respectievelijk 1.005 K€, 144 K€ en 196 K€.

Noot 37 Verleende en verkregen verplich-tingen, en eventuele passivaDe verleende en verkregen verplichtingen op het einde van het boekjaar zijn de volgende :

31/12/09 31/12/08

Kredietverbintenissen 31/12/2009 31/12/2008

Toegestane verbintenissen

Centrale overheden

Kredietinstellingen 700 743

Clienteel 169.654 162.410

Ontvangen verbintenissen

Centrale overheden

Kredietinstellingen 30.000 30.000

Clienteel

Financiële verbintenissen 31/12/2009 31/12/2008

Toegestane verbintenissen

Centrale overheden

Kredietinstellingen 17.151 17.151

Clienteel

Ontvangen verbintenissen

Centrale overheden 82.410 85.627

Kredietinstellingen

Clienteel 5.362.893 4.469.289

Andere verbintenissen 31/12/2009 31/12/2008

Toegestaan aan een tegenpartij

Ontvangen van een tegenpartij

De bedragen vermeld onder « Ontvangen cliëntenverbintenissen » vertegenwoordigen de reële zekerheden ontvangen in het kader van de kredietactiviteit. Deze zijn hoofdzakelijk samengesteld uit hypotheken.

Noot 38 Reële waarde der financiële activa en passivaDe tabel hieronder geeft de reële waarde van de financiële activa en passiva die niet tegen hun reële waarde werden gewaardeerd in de balans.

Boekwaarden reële waarden

2009 2008 2009 2008

ACTIVA

Leningen en vorderingen op kredietinstellingen 1.661.801 1.333.461 1.666.953 1.341.085

Leningen en vorderingen op cliênten 1.505.963 1.549.893 1.592.809 1.564.728

Consumentenkredieten 93.161 110.220 94.065 111.043

Hypothecaire leningen 564.837 534.475 591.158 543.156

Leningen op termijn 778.338 833.246 837.959 836.205

Overige kredieten 69.627 71.952 69.627 74.324

Tot einde looptijd aangehouden beleggingen 103.217 119.750 102.890 111.762

Overheidspapier 44.078 49.469 48.356 52.844

Obligaties en andere vastrentende effecten 59.139 70.281 54.534 58.918

VerPlICHTINgeN

Schulden tegenover kredietinstellingen 356.092 388.426 356.092 393.371


35.032 31.712 35.032 31.712

Deposito's met vaste looptijd 321.060 356.714 321.060 361.659

Overige deposito's - -

Schulden tegenover cliënten 2.676.515 2.361.007 2.676.515 2.364.064


317.827 326.362 317.827 326.362

Deposito's met vaste looptijd 28.527 222.993 28.527 225.981

Gereglementeerde spaardeposito's 2.293.095 1.772.168 2.293.095 1.772.168

Andere 37.066 39.484 37.066 39.553

In schuldbewijzen belichaamde schulden 159.146 286.482 159.146 287.063

Depositocertificaten 9.136 98.301 9.136 98.926

Kasbons (ook in gedematerialiseerde vorm) 150.010 188.181 150.010 188.137

Achtergestelde leningen 31.184 31.184 31.184 31.184

De hypotheses die werden gebruikt om de reële waarden van de leningen en vorderingen te bepalen zijn de volgende : - Een vervroegd terugbetalingspercentage van 7,5% werd weerhouden op de stock der kredieten. - De netto actuele waarde van de cash flow der activa en passiva werd berekend op basis van de

swap rentes (flat).

De reële waarden van de tot einde looptijd aangehouden financiële activa zijn de marktwaarden waaraan deze effecten konden verhandeld worden op datum van afsluiting.



Noot 39 Winsten en verliezen op het niet langer opnemen van andere dan voor verkoop aangehouden activaIn 2008 omvatte deze rubriek hoofdzakelijk het resultaat van de overdracht van een gebouw van BKCP Brabant (+3.990 K€) en van FKBK (+516 K€).

Noot 40 Risicokostrisicokost 31/12/09 31/12/08

Financiële activa beschikbaar voor verkoop 2.176 -5.303

Vorderingen -2.619 125

Totaal -443 -5.178

In 2008 hebben de waardeverminderingen op de voor verkoop beschikbare effecten betrekking op een schuld-instrument Lehman Brothers (-2.716 K€) en op instrumenten van eigen vermogen (-3.127 K€). In 2009 werd het effect Lehman verkocht en werd de waardevermindering teruggeboekt. De netto impact die voortvloeiend uit deze transactie bedraagt +125 K€. De risicokost op de vorderingen omvat een niet recurrent effect in 2009 ge-koppeld met de harmonisering van de behandeling van de geschillendossiers van een filiaal (-1,2 M€).

Noot 41 Renterisico’sDe hiernavolgende gegevens spruiten voort uit de in voege treding van de Netto Interestmarge (NIM) en Geactu-aliseerde Nettowaarde (GNW) zoals gedefinieerd in de circulaire PPB-2006-17-CPB aan de financiële maatschap-pijen, kredietinstellingen, afwikkelingsinstellingen en gelijkgestelde instellingen, inclusief BKnv en BKCP cvba.

renterisico - NBP gevoeligheid bij een stijgong met 1%

In miljoen euro 2009 2008

Nettobankproduct 57,06 40,50

Impact van een rentestijging met 1% 4,45 1,18

Impact op het NBP in % 7,80% 2,91%

Impact van een rentedaling met 1% -4,45 1,64

Impact op het NBP in % -7,80% 4,05% Balansgevoeligheid bij een variatie van de rente met 2%

In miljoen euro 2009 2008

Eigen Vermogen 315,92 272,23

Gevoeligheid aan een rentestijiging met 2% -6,39 20,46

Impact op het eigen vermogen in % -2,02% 7,52%

Gevoeligheid aan een rentedaling met 2% 21,45 -19,91

Impact op het eigen vermogen in % 6,79% 7,31%

Verslag van de commissaris over de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2009 gericht tot de algemene vergadering van aandeelhouders.Aan de aandeelhoudersOvereenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van het mandaat van commissaris dat ons werd toevertrouwd. Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde jaarrekening evenals de vereiste bijkomende vermeldingen.

1. Verklaring over de geconsolideerde jaarrekening zonder voorbehoud

Wij hebben de controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van Beroepskre-diet N.V. (“de vennootschap”) en haar dochterondernemingen (samen “de groep”), opge-steld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals aan-vaard binnen de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften. Deze geconsolideerde jaarrekening bestaat uit de ge-consolideerde balans op 31 december 2009, de geconsolideerde winsten verliesrekening, het geconsolideerde overzicht van het totaalresultaat, het geconsolideerde mutatieover-zicht van het eigen vermogen en het geconsolideerde kasstroomoverzicht voor het boek-jaar eindigend op die datum, alsmede een overzicht van de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en toelichtingen. Het geconsolideerde balans-totaal bedraagt 3.577.341 (000) EUR en de geconsolideerd winst (aandeel van de groep) van het boekjaar bedraagt 6.790 (000) EUR.

Het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening valt onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, imple-menteren en in stand houden van een interne controle met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de geconsolideerde jaarrekening zodat deze geen afwijkingen van materieel belang, als gevolg van fraude of van fouten, bevat, het kiezen en toepassen van geschikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van boekhoudkun-dige ramingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.


Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen en de in België geldende controlenormen, zoals uitgevaardigd door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren. Deze controlenormen vereisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zeker-heid wordt verkregen dat de geconsolideerde jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.

Overeenkomstig deze controlenormen, hebben wij controlewerkzaamheden uitgevoerd ter verkrijging van controle-informatie over de in de geconsolideerde jaarrekening opge-nomen bedragen en toelichtingen. De selectie van deze controlewerkzaamheden is afhan-kelijk van onze beoordeling welke een inschatting omvat van het risico dat de geconsoli-deerde jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fraude of van fouten. Bij het maken van onze risico-inschatting houden wij rekening met de bestaande interne controle van de groep met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de geconsolideerde jaarrekening ten einde in de gegeven omstandigheden de ge-paste werkzaamheden te bepalen maar niet om een oordeel over de effectiviteit van de interne controle van de groep te geven. Wij hebben tevens de gegrondheid van de grond-slagen voor financiële verslaggeving, de redelijkheid van de boekhoudkundige ramingen gemaakt door de vennootschap, alsook de voorstelling van de geconsolideerde jaarreke-ning als geheel beoordeeld. Ten slotte, hebben wij van de raad van bestuur en van de verantwoordelijken van de vennootschap de voor onze controlewerkzaamheden vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie, een redelijke basis vormt voor het uitbrengen van ons oordeel.

Naar ons oordeel, geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van de finan-ciële toestand van de groep per 31 december 2009, en van haar resultaat en kasstromen voor het boekjaar eindigend op die datum, in overeenstemming met de IFRS zoals aan-vaard binnen de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften.

2. Bijkomende vermeldingen

Het opstellen en de inhoud van het geconsolideerde jaarverslag vallen onder de verant-woordelijkheid van de raad van bestuur.

Het is onze verantwoordelijkheid om in ons verslag de volgende bijkomende vermeldingen op te nemen die niet van aard zijn om de draagwijdte van onze verklaring over de gecon-solideerde jaarrekening te wijzigen:

Het geconsolideerde jaarverslag behandelt de door de wet vereiste inlichtingen en stemt overeen met de geconsolideerde jaarrekening. Wij kunnen ons echter niet uitspreken over de beschrijving van de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee de groep wordt geconfronteerd, alsook van haar positie, haar voorzienbare evolutie of de aanmerkelijke invloed van bepaalde feiten op haar toekomstige ontwikkeling. Wij kunnen evenwel beves-tigen dat de verstrekte gegevens geen onmiskenbare inconsistenties vertonen met de in-formatie waarover wij beschikken in het kader van ons mandaat.

Diegem, de 27 april 2010De commissaris

Deloitte -Bedrijfsrevisoren BV o.v.v.e. CVBA

Vertegenwoordigd door Yves Dehogne


Het boekhoudresultaat voor het boekjaar 2009.Op 31 december 2009 beloopt het resultaat 5,5 miljoen euro tegenover -13,7 miljoen euro voor het boekjaar 2008.

De financiële marge, uitgezonderd de commissies teruggestort aan de niet-leden van het BKCP-netwerk , en de financieringskost van de thesaurie-effecten voor het boekjaar 2008 , is op een significante wijze ge-stegen met 7,7 miljoen euro. Ze werd versterkt o.a. door de herbelegging van de liquiditeiten afkomstig van de spaarrekeningen BKCP Excellence. Het boekjaar werd vooral gekenmerkt door een repricing van onze middelen, die sneller dan onze herbestedingen verminderde, in een algemene context van dalende rente-voeten en een terugkeer naar een normale evolutie van de rentecurve, en bijgevolg met een, voorlopig, belangrijk transformatie-effect.

In 2009 werden dividenden geïnd ten belope van 0,3 miljoen euro (tegenover 0,9 miljoen euro in 2008).

De netto ontvangen en betaalde commissies, na verrekening van de teruggestorte commissies aan de niet-leden van het BKCP-netwerk stijgen met 1,9 miljoen euro. Deze positieve evolutie vloeit voornamelijk voort uit de verhoging van het commissiepercentage op de omlopen in levensverzekeringen.

Gedurende het boekjaar heeft de overdracht van een effect van de investeringsportefeuille een netto winst ad. 0,9 miljoen euro voortgebracht, na terugneming van de waardevermindering die op het einde van het vorige boekjaar op desbetreffend effect werd geboekt.

Het Nettobankproduct, aldus na verrekening van de terugneming van de waardevermindering als gevolg van de verkoop van dit effect, stijgt met 13,5 miljoen euro tijdens het boekjaar 2009 van 5,4 miljoen euro naar 18,9 miljoen euro.

De bedrijfskosten voor het boekjaar 2009 vertegenwoordigen een bruto bedrag van 24,6 miljoen euro te-genover 19,5 miljoen euro in 2008. Rekening houdend met de doorfactureringen van de diensten voor re-kening van de andere filialen van de groep via de Kostendelende Vereniging , en van de ontslagvergoedin-gen betaald in 2009 ten belope van 3,7 miljoen euro, komen de bedrijfskosten uit op respectievelijk 11,8 miljoen euro en 11,2 miljoen euro, hetzij een stijging met 0,6 miljoen euro (+5,5%).

In het resultaat worden terugnemingen van waardeverminderingen op de effectenportefeuille van +0,9 miljoen euro , een netto saldo van terugneming voor de andere risico’s en lasten t.b.v. +0,5 miljoen euro en uitzonderlijke elementen t.b.v. -0,4 miljoen euro opgenomen. In 2008 was een resultaat van -9,2 miljoen euro op deze rekeningen geboekt.

jaarrekeningMaatschappelijke jaarrekening van het Beroepskrediet N.V

2 De teruggestorte commissies aan de niet-leden van het BKCP-netwerk vertegenwoordigen het verschil tussen de contractuele cliëntenrentevoet en de mobiliseringsrentevoet van de hieraan verbonden herfinanciering. Ze dienen eerder op het vlak van de rentemarge geanalyseerd te worden. Deze « commissies » vertegenwoordigden 1,7 miljoen euro in 2009 tegenover 1,8 miljoen euro in 2008.

3 Deze effecten werden begin augustus 2008 verkocht, zonder opbrengsten te hebben geleverd , en de kost van de funding vertegenwoordigde 3,4 miljoen euro tot op die datum.

4 vastgestelde doorfactureringen in de lijn ‘overige bedrijfsopbrengsten : 8,3 miljoen euro in 2008 en 9,1 miljoen euro in 2009.5 Zonder terugneming waardevermindering op het overgedragen effect (+1,6 M€).6 Inclusief de terugnemingen van waardeverminderingen op schuldvorderingen t.b.v. 0,9 miljoen euro.


Toelichting bij de balans en de resultatenrekening.Deze toelichtingen hebben tot doel bijkomende details te verstrekken over de belangrijk-ste rubrieken van de balans en de resultatenrekening.

1. Evolutie van de omlopen.

Het balanstotaal bedraagt 3.099,0 miljoen euro op het einde van het boekjaar 2009 tegen-over 2.750,9 miljoen euro op het einde 2008, zijnde een stijging met 348,1 miljoen euro (+12,6%). Deze evolutie vloeit voornamelijk voort uit de uitstekende geldinzameling door BKCP cvba, als gevolg van het commerciële succes van de spaarrekening BKCP Excellence.

Vorderingen op de kredietinstellingen (actiefpost III)

Deze post van de balans omvat, naast interbancaire voorschotten op zicht en op termijn, de gemobiliseerde kredieten op middellange en lange termijn van de regionale banken. Hij is met 415,6 miljoen euro gestegen van 2.152,7 miljoen euro eind 2008 naar 2.568,3 miljoen euro op 31 december 2009. De interbancaire voorschotten vertegenwoordigen een be-drag van 1.568,9 miljoen euro op 31 december 2009, zijnde een stijging met 359,3 miljoen euro. Deze evolutie vloeit voornamelijk voort uit de verhoging van de wederbelegde fond-sen ingezameld door BKCP cvba (BKCP Excellence). De gemobiliseerde kredieten door BKCP cvba belopen 999,3 miljoen euro, zijnde een stijging met 56,2 miljoen euro.

Vorderingen op cliënten (actiefpost IV)

Deze balanspost omvat onder andere de door de partnerinstellingen, andere dan BKCP cvba, gemobiliseerde kredieten. De omloop van de aan deze financiële instellingen toege-kende termijnleningen bedraagt 195,2 miljoen euro op 31 december 2009, zijnde een da-ling met 22,1 miljoen euro. De stock van onze rechtstreekse kredieten, dit zijn de kredieten toegekend aan onze « retail » cliënteel tot juli 2001, onderging een daling met 10,0% en bedraagt 100,9 miljoen euro (-10,8 miljoen euro).

Investeringsportefeuille (actiefposten V en VI)

Deze portefeuille, voornamelijk bestaande uit beleggingen in leningen van overheids- en financiële instellingen, verminderde met 33,0 miljoen euro tussen de twee boekjaren en bedraagt 71,3 miljoen euro.

Financiële vaste activa (actiefpost VII)

Het totaal van onze participaties in verwante ondernemingen vertegenwoordigt 135,4 mil-joen euro. De verhoging met 0,3 miljoen euro volgt voornamelijk uit de fusie van de regio-nale banken.

Overige activa (actiefpost XI)

Deze balanspost omvat onder andere de thesaurievoorschotten, de overlopende rekenin-gen en de afkoop van een onroerend goed met het oog op de wederverkoop hiervan. De stijging met 3,5 miljoen euro is vooral verbonden aan de thesaurievoorschotten en aan de overlopende rekeningen van de KDV.

Overlopende rekeningen (actiefpost XII)

Deze rekeningen stijgen met 5,9 miljoen euro, hoofdzakelijk wegens de stijging van intrest-prorata’s correlatief aan de stijging van de desbetreffende omlopen.


schulden aan kredietinstellingen (passiefpost I)

De schulden aan de kredietinstellingen vertegenwoordigen een bedrag van 2.180,3 mil-joen euro, zijnde 606,4 miljoen euro hoger dan vorig jaar. Deze evolutie vloeit hoofdzakelijk voort uit de stijging van onze schulden op zicht jegens BKCP cvba tengevolge van de geldinzameling bij het cliënteel. Cf. het succes van de spaarrekening BKCP Excellence, en, in mindere mate, uit de niet-herbelegging door BKCP cvba van vervallen effecten, waar-door het saldo van de liquiditeiten evenredig stijgt.

schulden aan cliënten (passiefpost II)

De schulden op zicht en op termijn zijn gedaald met respectievelijk 58,4 miljoen euro, en bedragen 195,9 miljoen euro.

In schuldbewijzen belichaamde schulden (passiefpost III)

De omloop van de kasbons daalt met 22,1 miljoen euro en bedraagt 139,0 miljoen euro op het einde van het boekjaar. De omlopen van MTN ≤ 1 jaar en > 1 jaar dalen op significante wijze met respectievelijk 65,9 miljoen euro en 153,5 miljoen euro. Ze vertegenwoordigen 360,9 miljoen euro op 31 december 2009.

Overige schulden (passiefpost IV)

Deze balanspost omvat diverse schulden (voorheffingskosten, taksen en leveranciers en overlopende rekeningen). Hij is met 3,9 miljoen euro toegenomen.

Overlopende rekeningen (passiefpost V)

Deze rekeningen dalen met 8,7 miljoen euro, hoofdzakelijk wegens de daling van intrest-prorata’s correlatief aan de daling van de omlopen van de depositocertificaten.

Voorzieningen voor risico’s en kosten (passiefpost VIa)

De daling van de rekeningen voorzieningen voor risico’s en lasten met -0,6 miljoen euro spruit hoofdzakelijk voort uit het netto saldo van terugnemingen van de herstructurerings-voorziening voor (-0,7miljoen euro).

2. Evolutie van de resultatenrekeningen.

renteopbrengsten en -kosten (posten I & II van de resultatenrekening)

De rentemarge stijgt met 10,9 miljoen euro tussen de twee boekjaren en bedraagt 15,1 miljoen euro. Na verrekening van de commissies teruggestort aan de niet-leden van het BKCP-netwerk (1,8 miljoen euro in 2008 en 1,7 miljoen euro in 2009), en voor het boekjaar 2008, van rentekosten m.b.t. de herfinanciering van de thesaurie-effecten (3,4 miljoen euro) , stijgt ze met 7,7 miljoen euro (13,4 miljoen euro in 2009 tegenover 5,7 miljoen euro voor het vorig boekjaar.

De ontvangen intresten, na verrekening van de teruggestorte commissies, zijn met 0,1 mil-joen euro lichtjes gedaald, hoofdzakelijk als gevolg van de volgende evoluties:

7 Deze effecten werden begin augustus 2008 verkocht, zonder opbrengsten op te leveren.


- een verhoging van de interbancaire beleggingen (+359,3 miljoen euro), correlatief met de verhoging van de zichtrekeningen van de regionale banken bij BKnv, ingevolge de verho-ging van de deposito’s van het cliënteel;

- deze impacts werden gedeeltelijk gecompenseerd door een neerwaartse evolutie van de marktrenten, en in mindere mate, door een vermindering van de omloop van de effecten-portefeuille (-33 miljoen euro).

De rentelasten, na verrekening van de kostprijs van de middelen van de thesaurie-effecten voor het boekjaar 2008, zijn op significante wijze gedaald met 7,8 miljoen euro. Dit werd in het bijzonder door de volgende elementen beïnvloed :- een forse daling van de marktrenten die onder andere de interbancaire deposito’s beïn-

vloed hebben ;- een belangrijke stijging van de omlopen en specifiek van de zichtrekeningen van de regi-

onale banken tengevolge van de geldinzameling bij het cliënteel vooral als gevolg van het succes van de spaarrekening BKCP Excellence ;

- de kostprijs van de afdekkingsswaps.

Opbrengsten uit niet-vastrentende effecten (post III van de resultatenrekening)

Het bedrag van 0,3 miljoen euro in 2009 betreft hoofdzakelijk de dividenden ontvangen van Europay en Visa Belgium. In 2008 werden dividenden ontvangen van de regionale banken BKCP Noord en BKCP Brabant ten belope van 0,9 miljoen euro.

Commissies (posten IV & V van de resultatenrekening)

De ontvangen commissies zijn gevoelig gestegen : 4,2 miljoen euro in 2009 tegenover 2,4 miljoen euro voor het vorige boekjaar. Deze evolutie spruit hoofdzakelijk uit het verhoogde commissiepercentage op de omlopen in levensverzekeringen.De betaalde commissies, na verrekening van de teruggestorte commissies aan de niet-le-den van het BKCP-netwerk opgenomen in de rentemarge (1,8 miljoen euro in 2008 en 1,7 miljoen euro in 2009), vertegenwoordigen -0,03 miljoen euro in 2009 tegenover -0,1 miljoen euro het vorige boekjaar.

resultaat uit financiële transacties (post VI van de resultatenrekening)

In de loop van het boekjaar werd een waardevermindering geboekt op de verkoop van een effect van de investeringsportefeuille ten belope van -0,7 miljoen euro. Deze minwaarde is ruimschoots gecompenseerd door de terugneming van de waardevermindering geboekt op dat effect ten belope van + 1,6 miljoen euro (post X van de resultatenrekening). In 2008 werd een minwaarde ten belope van 0,3 miljoen euro geboekt.

Algemene beheerskosten (post VII van de resultatenrekening)

De beheerskosten stijgen met 5,1 miljoen euro : 24,6 miljoen euro in 2009 tegenover 19,5 miljoen euro in 2008. Rekening houdend met de doorfactureringen van de diensten voor rekening van de andere filialen van de groep via de Kostendelende Vereniging (vermeld in de overige bedrijfsopbrengsten – post XIV van de resultatenrekening) en van de ontslag-vergoedingen, stijgen de beheerskosten, eigen aan de bank, met 0,6 miljoen euro (+5,5%) tussen beide boekjaren.

De personeelskosten stijgen met 3,5 miljoen euro : 13,6 miljoen euro in 2009 tegenover 10,1 miljoen euro in 2008. Het aantal medewerkers met een contract voor onbepaalde duur bedraagt 124 op 31 december 2009 tegenover 136 een jaar vroeger. Het betreft vooral ondersteunende functies voor rekening van BKCP cvba en van de andere groepsentiteiten. Na verrekening van deze intragroep doorfactureringen via de KDV en van de ontslagkos-ten betaald in 2009 ten belope van 3,7 miljoen euro, daalt het niveau van de loonuitgaven met 0,2 miljoen euro.


De andere beheerskosten stijgen met 1,6 miljoen euro. Na verrekening van de doorfactu-reringen van de bank aan de KDV is er een stijging met 0,8 miljoen euro, die grotendeels te wijten is aan de huurgelden, de huurlasten en de honoraria.

Afschrijvingen, waardeverminderingen, voorzieningen en voorzorgsfonds (posten VIII tot XIII van de resultatenrekening)

Het saldo van de waardeverminderingen en van de terugnemingen op vorderingen is licht-jes positief met 0,06 miljoen euro. In 2008 werden terugnemingen geboekt ten belope van 0,9 miljoen euro (post IX).

Er werden terugnemingen van een waardverminderingen op de effectenportefeuille ge-boekt ten belope van 2,5 miljoen euro, waarvan 1,6 miljoen euro met betrekking tot een verkocht effect (Cf. supra). Voor het vorige boekjaar werden waardeverminderingen ten belope van -3,6 miljoen euro op deze post geboekt (post X).

Het gebruik van de herstructureringsvoorziening vertegenwoordigt 3,7 miljoen euro in 2009 (post XI).

Een aanvullende herstructureringsvoorziening werd aangelegd ten belope van 3,0 miljoen euro , als aanvulling van de dotatie t.b.v. 6,6 miljoen euro van het vorige boekjaar, alsook een algemene voorziening voor toekomstige risico’s ten belope van 0,3 miljoen euro (post XII).

Overige bedrijfsopbrengsten en -kosten (posten XIV en XV van de resultatenrekening)

De overige bedrijfsopbrengsten bestaan voornamelijk uit de verschillende doorfacturerin-gen van de bank, hoofdzakelijk aan de verschillende structuren van de groep CMNE Bel-gium, zowel via de Kostendelende Vereniging (8,3 miljoen euro in 2008 en 9,1 miljoen euro in 2009) als rechtstreeks (0,4 miljoen euro in 2008 en 0,3 miljoen euro in 2009). Daarenboven worden hier de inningen uit geschillendossiers geboekt die reeds boekhoudkundig waren afgeschreven voor een bedrag van 0,9 miljoen euro (tegenover 1,1 miljoen euro in 2008).

Uitzonderlijk resultaat (posten XVII en XVIII van de resultatenrekening)

Deze post omvat hoofdzakelijk uitzonderlijke afschrijvingen en lasten verbonden aan de boedelbeschrijving bij het einde van de huur van het gebouw Artemis (-0,6 miljoen euro) evenals een terugneming van voorziening voor risico’s en lasten (+0,2 miljoen euro).

In 2008 omvatte het uitzonderlijk resultaat hoofdzakelijk voorzieningen voor andere risico’s en lasten ten belope van -0,2 miljoen euro.

8 Waarvan 1,4 miljoen euro een transfert van voorziening van BKCP cvba naar BKnv betreffen.



De kerncijfers van BKnv per 31 december 2009

BALANS 2009 2008 Variatie (1)

in miljoen euro

Totaal 3.099,00 2.750,90 12,70 %

Passiva, waaronder

Nuttig eigen vermogen (2) 186,20 144,60 28,80 %

Eigen vermogen (2) 158,10 111,00 42,40 %

Achtergestelde leningen 30,00 30,00 0,00 %

Vreemde middelen, waaronder 2.876,10 2.569,60 11,90 %

Kredietinstellingen 2.180,30 1.573,90 38,50 %

Cliënteel 195,90 254,30 -23,00 %

Kasbons 139,00 161,10 -13,70 %

Depositocertificaten/MTN 360,90 580,30 -37,80 %

Activa, waaronder

Vorderingen op kredietinstellingen 2.568,30 2.152,70 19,30 %

Vorderingen op cliënten 302,90 334,60 -9,50 %

Obligaties en andere vastrentende effecten 51,50 72,00 -28,50 %

KREDIETPRODUCTIE

Opnames op gemobiliseerde productie 218,70 171,20 21,70 %

RESULTATENREKENING

Renteopbrengsten en soortgelijke opbrengsten 109,10 109,30 -0,20 %

Rentekosten en soortgelijke kosten -94,00 -105,10 -10,60 %

rentemarge 15,10 4,10 264,30 %

Opbrengsten uit niet-vastrentende effecten 0,30 1,00 -72,20 %

Netto commissies 2,50 0,50 -439,40 %

Resultaat uit financiële transacties (3) 1,00 -0,20 -570,60 %

Bankproduct 18,90 5,40 249,90 %

Algemene administratieve onkosten -24,60 -19,50 26,30 %

Waaronder personeelskosten -13,60 -10,10 34,70 %

Brutobedrijfsresultaat -5,70 -14,10 59,50 %

Afschrijvingen, waardeverminderingen, provisies en voorzorgsfonds (3)

1,30 -9,40 NS

Overige bedrijfsopbrengsten en kosten 10,30 10,10 2,80 %

resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening 5,90 -13,50 NS

Uitzonderlijke opbrengsten en kosten -0,40 -0,20 103,60 %

Winst voor belastingen 5,50 -13,70 NS

Belastingen en regularisaties 0,00 0,00 0,0%

Nettoresultaat van het boekjaar 5,50 -13,70 NS

RATIOS

RISK ASSET RATIO (RAR) (2) 8,88% 9,12%

RISK ASSET RATIO (TIER 1) (2) 7,36% 7,10%

(1) : variatie berekend op basis van de cijfers in duizenden euros. (2) : voor 2008, cijfers vóór winstverdeling, dus niet definitief voor het document t.a.v. de algemene vergadering. (3) : inclusief de ‘terugnames van minwaarden’ geboekt na het Brutobedrijfsresultaat voor een bedrag van 1,6 M€.

Balans na winstverdelingActiva

2009 2008

(in duizenden eur)

I. Kas, tegoeden bij centrale banken, post-cheque- en girodiensten

26 483

II. Bij de centrale bank herfinancierbaar over-heidspapier

III. Vorderingen op kredietinstellingen 2.568.280 2.152.698

A. Onmiddellijk opvraagbaar 1.625 21.353

B. Overige vorderingen (op termijn of met opzegging)

2.566.655 2.131.345

IV. Vorderingen op cliënten 302.940 334.634

V. Obligaties en andere vastrentende effecten 51.465 72.015

A. Van publiekrechtelijke emittenten 28.473 34.026

B. Van andere emittenten 22.992 37.989

VI. Aandelen en andere niet-vastrentende effecten

19.880 32.367

VII. Financiële vaste activa 135.586 135.236

A. Deelnemingen in verbonden ondernemingen 135.404 135.054

B. Deelnemingen in ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat

C. Andere aandelen die tot de financiële vaste activa behoren

90 90

D. Achtergestelde vorderingen op verbonden ondernemingen en ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat

92 92

VIII. Oprichtingskosten en immateriële vaste activa

- 3

IX. Materiële vaste activa 873 932

X. Eigen aandelen

XI. Overige activa 7.755 4.296

XII. Overlopende rekeningen 12.244 18.188

Totaal activa 3.099.049 2.750.852



Passiva2009 2008

(in duizenden eur)

I. Schulden aan kredietinstellingen 2.180.321 1.573.872

A. Onmiddellijk opvraagbaar 1.856.033 1.149.807

B. Mobiliseringsschulden wegens herdiscontering van handelspapier

C. Overige schulden op termijn of met opzegging

324.288 424.065

II. Schulden aan cliënten 195.894 254.308

A. Spaargelden / spaardeposito’s - -

B. Andere schulden 195.894 254.308

1) onmiddellijk opvraagbaar 185.252 186.311

2) op termijn of met opzegging 10.642 67.997

3) wegens herdiscontering van handelspapier - -

III. In schuldbewijzen belichaamde schulden 499.896 741.403

A. Obligaties en andere vastrentende effecten in omloop

138.971 161.105

B. Overige schuldbewijzen 360.925 580.298

IV. Overige schulden 7.552 3.673

V. Overlopende rekeningen 18.170 26.867

VI. A. Voorzieningen voor risico’s en kosten 7.123 7.752

1. Pensioen- en soortgelijke verplichtingen 812 822

2. Belastingen - -

3. Overige risico’s en kosten 6.311 6.930

B. Uitgestelde belastingen - -

VII. Fonds voor algemene bankrisico’s 2.002 2.002

VIII. Achtergestelde schulden 30.000 30.000

eigen vermogen 158.091 10.975

IX. Kapitaal 153.952 112.352

A. Geplaatst kapitaal 153.952 112.352

B. Niet opgevraagd kapitaal (-) - -

X. Uitgiftepremies - -

XI. Herwaarderingsmeerwaarden 311 315

XII. Reserves 2.342 2.342

A. Wettelijke reserve 2.342 2.342

B. Onbeschikbare reserves - -

1. voor eigen aandelen - -

2. andere - -

C. Belastingvrije reserves - -

D. Beschikbare reserves - -

XIII. Overgedragen winst (overgedragen verlies (-)) 1.486 (4.034)

Totaal passiva 3.099.049 2.750.852

Resultatenrekening - Resultaatverwerking

Resultatenrekening2009 2008

(in duizenden euro)

I. Rente-opbrengsten en soortgelijke opbrengsten 109.107 109.274

waaronder : uit vastrentende effecten 3.469 7.575

II. Rentekosten en soortgelijke kosten (-) (94.033) (105.136)

III. Opbrengsten uit niet-vastrentende effecten 284 1.020

A. Aandelen en andere niet-vastrentende effecten

- -

B. Deelnemingen in verbonden ondernemingen - 948

C. Deelnemingen in ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat

- -

D. Andere aandelen die tot de financiële vaste activa behoren

284 72

IV. Ontvangen provisies 4.192 2.357

V. Betaalde provisies (-) (1.700) (1.895)

VI. Winst (verlies(-)) uit financiële transacties (568) (221)

A. Uit het wissel- en handelsbedrijf in effecten en andere financiële instrumenten

130 113

B. Uit de realisatie van beleggingseffecten (698) (334)

VII. Algemene beheerskosten (-) (24.586) (19.474)

A. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen 13.605 10.101

B. Overige beheerskosten 10.981 9.373

VIII. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa (-)

(166) (210)

IX. Terugneming van waardeverminderingen (Waardeverminderingen(-)) op vorderingen en terugneming van voorzieningen (voorzienin-gen(-)) voor de posten buiten-balanstelling “I. Eventuele passiva” en “II. Verplichtingen met een potentieel kredietrisico”

60 894

X. Terugneming van waardeverminderingen (Waardeverminderingen(-)) op de beleggings-portefeuille in obligaties, aandelen en andere vastrentende of niet-vastrentende effecten

2.535 (3.608)

XI. Besteding en terugneming van voorzieningen voor andere risico’s en kosten dan bedoeld in de posten buiten- balanstelling “I. Eventuele passiva” en “II. Verplichtingen met een potentieel kredietrisico”

3.720 113



XII. Voorzieningen voor andere risico’s en kosten dan bedoeld in de posten buiten- balanstel-ling “I. Eventuele passiva” en “II. Verplichtin-gen met een potentieel kredietrisico” (-)

(3.264) (6.622)

XIII. Onttrekking (Toevoeging(-))aan het fonds voor algemene bankrisico’s

- -

XIV. Overige bedrijfsopbrengsten 10.487 10.139

XV. Overige bedrijfskosten (-) (152) (87)

XVI. Winst (Verlies(-)) uit de gewone bedrijfsuitoefening

5.916 (13.456)

XVII. Uitzonderlijke opbrengsten 262 28

A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op oprichtings-kosten, immatriële en materiële vaste activa

- -

B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa

- -

C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico’s en kosten

172 -

D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa 11 -

E. Andere uitzonderlijke opbrengsten 79 28

XVIII. Uitzonderlijke kosten (-) (659) (223)

A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardever-minderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa

53

B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa - -

C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico’s en kosten

- 222

D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa - -

E. Andere uitzonderlijke kosten 606 1

XIX. Winst (Verlies(-)) van het boekjaar vóór belastingen

5.519 (13.651)

XIXbis. A. Onttrekking aan de geactiveerde belastingen (-)

- -

B. Overboeking als geactiveerde belastingen

- -

XX. Belastingen op het resultaat 1 -

A. Belastingen (-) 1 -

B. Regularisering van belastingen en terugne-ming van belastingvoorzieningen

- -

XXI. Winst (Verlies(-)) van het boekjaar 5.520 (13.651)

XXII. Overboeking naar de belastingvrije reserves (-) Onttrekking aan de belastingvrije reserves

- -

- -

XXIII. Te bestemmen winst (te verwerken verlies (-)) 5.520 (13.651)

Resultaatverwerking

2009 2008

(in duizenden eur)

A. Te bestemmen winstsaldo (Te verwerken verliessaldo(-))

1.486 (4.034)

1. Te bestemmen winst (Te verwerken verlies(-)) van het boekjaar

5.520 (13.651)

2. Overgedragen winst (Overgedragen verlies(-)) van het vorige boekjaar

(4.034) 9.617

B. Prélèvements sur les capitaux propres

1. sur le capital et les primes d’émission

2. sur les réserves

C. Toevoeging aan het eigen vermogen (-) (74)

1. aan het kapitaal en de uitgiftepremies

2. aan de wettelijke reserve (74)

3. aan de overige reserves

D. Over te dragen resultaat (741) 4.034

1. Over te dragen winst (-) (741) 0

2. Over te dragen verlies 0 4.034

E. Tussenkomst van de vennoten in het verlies

F. Uit te keren winst (-) (671)

1. Vergoeding van het kapitaal (671)

2. Bestuurders of zaakvoerders

3. Andere rechthebbenden


Beroepskrediet nv Waterloolaan 16 - 1000 BrusselTel. 02/289 82 00 - Fax: 02/289 89 90 - E-mail: [email protected]

BTW: BE 0402 197 731 - RPR: Brussel - CBFA: 023352A

Jaarverslag 2009 · 2012. 10. 31. · zomer 2009 zijn ze begonnen uit de crisis te klimmen. In de...

Documents

Transcript of Jaarverslag 2009 · 2012. 10. 31. · zomer 2009 zijn ze begonnen uit de crisis te klimmen. In de...