Jaarstukken 2017 RIBW Groep Overijssel€¦ · 2 Jaarstukken 2017 – RIBW Groep Overijssel...

1 Jaarstukken 2017 – RIBW Groep Overijssel

Jaarstukken 2017 RIBW Groep Overijssel 16 mei 2018

kpmg KPMG Audit Document waarop ons rapport 18W00158777GRN d.d.

16 mei 2018

(mede) betrekking heeft. KPMG Accountants N.V.


Inhoudsopgave Bestuursverslag Voorwoord Raad van Bestuur 3 Samenvatting 4 1. RIBW GO: van betekenis 5 2. Zelfstandigheid voorop 7 3. Herstelondersteunende begeleiding 9 3.1 Woon- en begeleidingsvarianten 9 3.2 Innovatie 12 4. Partnerschap op alle vlakken 14 4.1 In het netwerk 14 4.2 Met partners in de keten 14 4.3 Met onderaannemers 15 5. Vakmanschap 16 5.1 Zelf doen 16 5.2 Samen doen 17 5.3 Goed doen 18 6. Vastgoed, ICT en financiën 21 6.1 Vastgoed 21 6.2 ICT 22 6.3 Financiën en kerngegevens 22 7. Bestuur, toezicht en medezeggenschap 24

7.1 Raad van Bestuur 24 7.2 Raad van Toezicht 24 7.3 Centrale cliëntenraad 29 7.4 Ondernemingsraad 37

Bijlagen 1. Algemene gegevens 41

Jaarrekening Overige gegevens 5.3 Bijlagen


16 mei 2018



Voorwoord Raad van Bestuur Alles wat we doen, is gericht op het meedoen van kwetsbare burgers. Onze kernprincipes– zuiver in denken en doen, de mens centraal en toekomstgericht – geven elke dag richting aan ons handelen in de begeleiding van cliënten.

Bij onze begeleiding brengen we onze specifieke kennis in van psychische of psychosociale kwetsbaarheid. Daarbij maken we gebruik van de inzet van zelfhulp, ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid en naastbetrokkenen. De juiste balans vinden tussen formele en informele zorg vinden wij belangrijk in ons werk.

De begeleiding bij psychiatrische kwetsbaarheid begint bij iemand thuis. Begeleiders zoeken in de eigen omgeving van de cliënt, in de wijk, naar oplossingen. Pas als dat niet mogelijk blijkt, wordt gekeken naar alternatieven, zoals beschermd wonen. RIBW GO kent de weg in het sociaal domein en weten waar nodig de juiste partners te betrekken.

Onze professionals zijn gericht op herstel van de kracht van kwetsbare burgers. Vanuit hun contact zijn zij gericht op het meedoen van elke cliënt.

Ons handelen baseren we dan ook op de krachten van de cliënt, de SRH-methodiek (systematisch rehabilitatiegericht handelen) gebruiken we daarbij als middel om ons handelen te richten, zodat de begeleiding blijft aansluiten bij het herstel. Dit is wat ons elke dag drijft en wat ons elke dag uitdaagt.

Dit jaarverslag geeft een korte impressie van het jaar 2017.

Ina Huesken Jeroen Collette Raad van Bestuur RIBW Groep Overijssel 16 mei 2018


16 mei 2018



Samenvatting Het jaar 2017 stond in het teken van versteviging en versterking op diverse vlakken. Zo kan RIBW GO mede door de invoering van de basismethodiek Systematische Rehabilitatiegericht Handelen (SRH) en het nieuwe Electronisch CliëntenDossier (ECD) onze herstelondersteunende begeleiding nog beter en steviger vormgeven.

Onze medewerkers zijn ons belangrijkste kapitaal. Daarin wordt dan ook ingezet op thema’s als vakmanschap en vitaliteit. Ook is het functiehuis geëvalueerd en zijn daarop aanpassingen gedaan. De flexibele schil is teruggebracht wat leidde tot meer stabiliteit in de teams.

Zelforganisatie wordt breed omarmd binnen RIBW GO. Het zorgt voor meer autonomie binnen de zelforganiserende teams en heeft een positieve uitwerking op de begeleiding van cliënten. Er is wel behoefte aan verbetering. Dit gebeurt doen door versterking van de coördinatie. Waar nodig wordt de verdeling in taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, inclusief begeleidings- en opschalingmogelijkheden en bijbehorende functieprofielen, kaders, werkafspraken, houding en gedrag bepaald en verduidelijkt. Hierdoor lopen teams minder snel ‘vast’ op een vraagstuk en is het voor hen duidelijker waar zij terecht kunnen voor begeleiding of besluitvorming. Bovendien komen operationele vraagstukken hierdoor minder snel bij de Raad van Bestuur terecht, waardoor zij zich meer kan focussen op organisatiebrede thema’s. Ook in de samenwerking met de vertegenwoordigingen van cliënten en naastbetrokkenen zijn er weer stappen gezet. Ervaringsdeskundigen krijgen steeds meer positie binnen onze organisatie, onder andere door de inzet van het Bureau Herstel en Ervaringsdeskundigheid.

Er is in verschillende gemeenten een ‘product’ ontwikkeld dat zich bevindt tussen beschermd wonen en ambulante zorg. Dat geeft cliënten de mogelijkheid om een tussenstap te maken, waardoor er minder kans is op terugval en ze eerder de kans hebben om deze stap te zetten. Ook op het gebied van ambulante zorg en dagbesteding zijn er ontwikkelingen. RIBW GO is er continu over in gesprek met gemeenten en andere stakeholders. Ook zien we dat steeds meer cliënten gebruik maken van de academie voor Zelfstandigheid.

Op diverse vlakken ontbreekt er nog een goed aanbod of goed antwoord. RIBW GO ontwikkelt bijvoorbeeld een interventiehuis en verdiept zich in zorg voor de ouder wordende cliënt. Samen met andere instellingen wordt het aanbod voor EPA-cliënten (ernstige psychiatrische aandoeningen) versimpeld en wordt gewerkt aan de inzet van ervaringsdeskundige medewerkers (project RAAK). Een andere samenwerking speelt in het project Netwerkondersteuning in buurt en wijk. Het onderzoek richt zich op de manier waarop contact tot stand komt tussen mensen met een beperking en andere buurtbewoners.

In 2017 is de organisatie versterkt met bijvoorbeeld het opzetten van een Mobiel ConsultatieTeam dat ondersteuning biedt aan teams bij ingewikkelde vraagstukken. Ook is er een stevige structuur ontwikkeld voor de nachtzorg.


16 mei 2018



1. RIBW GO: van betekenis RIBW Groep Overijssel is een innoverende netwerkorganisatie die mensen met (ook) psychische of psychiatrische problemen vanuit vakmanschap, compassie en ondernemers-zin ondersteunt bij hun herstel en hun rehabilitatie. Uitgangspunt is dat zij vanuit eigen kracht en het eigen netwerk zoveel mogelijk zelf vorm geven aan hun dagelijks leven. Kwaliteit doen RIBW GO werkt aan kwaliteit, elke dag, met als uitgangspunt de zelfredzame cliënt. In 2015 is er besloten om met het toenmalige gecertificeerde kwaliteitsmanagementsysteem (HKZ) te stoppen en een meer participatief kwaliteitsmanagement in te voeren dat beter aansluit bij de zelforganiserende teams. Dit wordt ‘Kwaliteit doen!’ genoemd. Het draagt bij aan het vergroten van kwaliteitsbewustzijn en meer tijd voor kwaliteit. Het sluit aan bij ambities van de organisatie waar in door teams in 2016 en 2017 aan gewerkt werd. Resultaten zijn:

• Tijd ‘maken’ voor kwaliteit • Verdere ontwikkeling van herstelgericht werken • Grotere inzet van ervaringsdeskundigen • Organiseren van intervisie in de wijk • Gebruiken van kennis en ervaring van andere teams • Transfer van ambitie en beleid organisatie < > teams.

Los van deze resultaten is er echter een toenemende behoefte aan meer grip, kaders en eenduidigheid, die ‘Kwaliteit doen!’ nog niet biedt. In 2018 blijven de krachten van Kwaliteit doen! behouden en gaan we aan de slag met het gecertificeerde kwaliteitsmanagementsysteem ISO 9001:2015. Dit vult bijvoorbeeld de volgende onderwerpen aan: risicomanagement, zicht op resultaten en een verbetercyclus op onderwerpen. Bovendien sluit de huidige werkwijze van Kwaliteit doen! niet aan op de toetsingscriteria van de externe stakeholders (gemeentes) bij inkoop. Enkele gemeentes en justitie hebben als een van de inkoopvoorwaarden een gecertificeerd kwaliteitsmanagementsysteem in plaats van een werkend systeem. De interne behoefte en externe prikkel vormen aanleiding om door te ontwikkelen naar een gecertificeerd kwaliteitsmanagementsysteem. In oktober 2017 is besloten om ISO 9001:2015 te implementeren. Deze keuze was, in het kort, gebaseerd op de verwachting dat ISO 9001:2015 het beste past bij de waarden en zelforganisatie van onze organisatie. Het tijdpad van deze implementatie om gereed te raken voor toetsing, is kort en loopt in 2018. Mits RIBW GO voldoet, kan het certificaat voor eind augustus 2018, de peildatum voor de inkoop, het ISO 9001:2015 verkregen worden. Vorig jaar is een aantal teams in Enschede geaudit in het kader van “Keurmerk beschermd wonen Twente”. RIBW GO heeft het certificaat hiervoor in april 2017 ontvangen. Cliëntendossier: eigen regie RIBW GO heeft de keuze gemaakt voor een nieuw elektronisch cliëntendossier, namelijk ‘ONS’ van NEDAP. In oktober 2017 is gestart met het invoeren van de volledige cliënten-, uren en factuuradministratie in ONS. Per 1 januari 2018 volgt ook het laatste deel, het dossier.


16 mei 2018



In ONS leggen begeleiders en de cliënt het arrangement vast. Naast administratieve voordelen biedt ONS vooral inhoudelijk nieuwe mogelijkheden:

ONS is webbased; begeleiders werken met de cliënt thuis in het dossier; In 2018 wordt samen met de Cliëntenraad het cliëntenportaal ontwikkeld, zodat cliënten

zelfstandig toegang krijgen tot het eigen dossier. Zij kunnen ook (naast)betrokkenen hiertoe uitnodigen;

ONS ondersteunt de eigen kracht en regie van de cliënt: we hebben de uitgangspunten en basisinstrumenten die onze basismethodiek, het Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen (SRH) (zie pagina 19), biedt vervlochten in ONS. Hierdoor wordt SRH maximaal ingezet in onze herstelondersteunende begeleiding;

ONS voorziet in de behoefte van RIBW GO aan gestructureerde, eenduidige vastlegging van gegevens, die aansluit bij onze doelgroep. De gewenste informatie kan aan gemeentes aangeleverd worden zonder het primair proces hiermee te belasten.

Ontwikkelingen HRM Op 1 september 2015 startte de implementatie het nieuwe, eenduidige functiehuis dat de organisatie meer flexibiliteit brengt, onder andere ten aanzien van kostprijsberekeningen. In het Medewerkersonderzoek van eind 2016 werd ook gevraagd naar de ervaringen van de medewerkers in hun nieuwe functie. Mede naar aanleiding van de resultaten zijn in 2017 vervolgstappen gezet. De vakinhoudelijke teamondersteuners hebben een training coaching gevolgd om zich hun nieuwe rol meer eigen te maken. Met de ondersteunend begeleiders en begeleiders zijn in 2017 evaluatiebijeenkomsten gehouden. Met de functiehouders zelf en naaste collega’s (meer dan 100 totaal) is besproken wat de functie-invulling in de praktijk is en in hoeverre deze afwijkt van de functiebeschrijving. Dit heeft geleid tot het herbeschrijven van de functies. De verwachting is dat begin 2018 de functies vastgesteld worden.

Het thema werkdruk, duurzame inzetbaarheid en verzuim stonden in 2017 op de agenda. In het project ‘Fit voor werk’ zijn de visie en doelstellingen over duurzame inzetbaarheid beschreven inclusief een implementatieplan. In 2017 is het casemanagement voor verzuim belegd bij een externe partij die expert is op het gebied van verzuimbegeleiding.

In het kader van arbeidscommunicatie is een eigen Werving & Selectie site voor RIBW GO ontworpen en na een pilot ging deze in september 2017 live. Om een beter beeld te geven bij het werken bij onze organisatie vertellen medewerkers en cliënten hun verhaal op deze site. Daarnaast is het administratieve proces geoptimaliseerd.

RIBW GO streeft naar een maximale flexibele schil van 20%. In 2017 konden teams medewerkers met een tijdelijk dienstverband een vast dienstverband aanbieden. Eind 2017 was de flexibele schil teruggebracht naar 36%. In 2018 wordt hier een vervolg aan gegeven.


16 mei 2018



2. Zelfstandigheid voorop

Mensen geven hun eigen leven vorm en dragen bij wat ze kunnen. Soms is daarbij begeleiding nodig. De Wmo versterkt de maatschappelijke beweging op alle leefdomeinen. Het leidend principe is zelf doen wat je zelf kunt, eventueel met ondersteuning van je netwerk. Kernwaarden RIBW GO Vanuit onze kernprincipes – zuiver in denken en doen, de mens centraal en toekomstgericht – kan RIBW GO een betekenisvolle rol in het dagelijks leven van mensen met een psychische kwetsbaarheid vervullen. Daarbij wordt een beroep op de eigen kracht en de mogelijkheden van de cliënt gedaan. Er wordt ook iets teruggevraagd, bijvoorbeeld in de vorm van het inbrengen van ervaringsdeskundigheid in onze organisatie en in samenwerkingsverbanden. Partnerschap RIBW GO heeft een uitgesproken visie op medezeggenschap. Medewerkers en cliënten werken op basis van evenwaardigheid en medezeggenschap is ingebed op alle niveaus van de organisatie. Steeds nadrukkelijker zet RIBW GO in op meepraten, meedoen en mee-regisseren door cliënten en verwanten. In de 21 Partnerberaden op lokaal niveau, de drie Overlegtafels van Partnerberaden op gebiedsniveau en de Centrale Cliëntenraad (CCR) op centraal niveau zijn ruim 200 cliënten en medewerkers actief. Op centraal niveau voerde de Cliëntenraad ook in 2017 op diverse actuele thema’s een actieve dialoog met de Raad van Bestuur (zie verder bijlage 3). De samenwerking met naastbetrokkenen in de driehoek van cliënt, begeleider en naastbetrokkenen is een vanzelfsprekendheid binnen de begeleiding en beleidsontwikkeling binnen RIBW GO. We dragen een gezamenlijke visie uit en medewerkers hebben een professionele attitude om de samenwerking met naastbetrokkenen vorm te geven en op cliëntniveau te onderhouden (zie verder paragraaf 4.1).

Ervaringsdeskundigheid Het afgelopen jaar is ervaringsdeskundigheid op verschillende manieren binnen de organisatie ingezet. In 2016 is onze visie vertaald in de beleidsnotitie Ervaringsdeskundigheid. Voor de implementatie en de borging van de inzet van ervaringsdeskundigheid binnen onze organisatie is daarna een plan van aanpak opgesteld en zijn de uitgangspunten uitgewerkt in concrete activiteiten. Ons doel is dat eind 2018 in alle teams en bij de ZIO (zorginhoudelijke overleggen) een ervaringsdeskundige participeert en zijn/ haar bijdrage levert. Het implementatieplan heeft uiteindelijk tot doel om een kruisbestuiving met het RAAK-project/onderzoek van de Hogeschool Windesheim (zie pagina 13) te bewerkstelligen om zo ervaringen, kennis en vaardigheden te verbinden. In 2017 zijn twee adviseurs aangesteld om ervaringsdeskundigheid binnen RIBW GO te versterken. Hun werkzaamheden bestaan uit het implementeren en borgen van ervaringsdeskundigheid en herstel in de organisatie en het ondersteunen van teams bij de inzet van een ervaringsdeskundige. Dat doen zij onder andere door het organiseren van een pool van ervaringsdeskundigen. De adviseurs organiseren intervisie voor de ervaringsdeskundigen.

Cliëntinitiatieven De lokale cliëntinitiatieven krijgen een impuls door de inzet van een ondersteuner. Teams en Partnerberaden hadden behoefte aan extra ondersteuning bij het organiseren, uitvoeren en doorontwikkelen van cliëntinitiatieven.


16 mei 2018



Evaluatie en advies rol en functie relatiemanager en contactpersoon verblijf De rol van de contactpersonen verblijf en de functie van relatiemanager zijn geëvalueerd. Resultaat is dat de rol van contactpersoon verblijf van belang is voor externe partners, de teams en RIBW GO in totaal. De functie is in 2017 beschreven in nauwe samenwerking met de contactpersonen verblijf en medewerkers uit de teams. De functie is medio 2017 vastgesteld en ingedeeld. In oktober 2017 is het team contactpersonen verblijf op volle sterkte aan de slag gegaan in de nieuwe functie in samenwerking met de relatiemanagers. De evaluatie van de functie van relatiemanager wordt meegenomen in het project ‘Topstructuur’ en wordt in 2018 verder herbeschreven.

Verbeteringen n.a.v. cliënttevredenheidsonderzoek Uit het cliënttevredenheidsonderzoek (CQ-index 2016) kwamen diverse verbeterpunten naar voren. In 2017 is daar actie op ondernomen. Er zijn voorzieningen gedaan om de informatievoorziening over de klachtenprocedure en de cliëntvertrouwenspersoon te verbeteren, onder andere in de vorm van een nieuwe (digitale) informatiemap voor cliënten die in samenspraak met de CCR is ontworpen. Bij sommige cliënten bestaat de wens tot het meebeslissen bij de plaatsing van cliënten. Dit is begrijpelijk, maar in de praktijk niet altijd wenselijk. Met de CCR is onderzocht hoe tijdig ingegrepen kan worden bij situaties waarbij cliënten onderling last van elkaar hebben. De bereikbaarheid overdag scoort goed (een 8,9), buiten kantoortijden voldoende (gemiddeld een 7). Er is inmiddels gekeken naar de bereikbaarheidsregeling bij teams. Teams zijn nu inmiddels ’s avonds beter bereikbaar.


16 mei 2018



3. Herstelondersteunende begeleiding RIBW GO maakt de beweging naar vaker maatwerk thuis. Het aanbod van woon- en begeleidingsvarianten wordt afgestemd op behoeften en verwachtingen van cliënten, financiers en verwijzers. Dat wil zeggen: beter, sneller, dichterbij, uitgebreider en/of goedkoper. Afstemming en maatwerk vraagt om flexibel en slagvaardig anticiperen of reageren: op ontwikkelingen in onze omgeving en in de markt. Bijvoorbeeld als hoeveelheid en type cliënten, begeleiding, wonen en dagbesteding in gemeenten variëren.

3.1 Woon- en begeleidingsvarianten Beeld in de centrumgemeenten In alle centrumgemeenten is er het afgelopen jaar veel aandacht geweest voor de toekomstbestendigheid van ons zorgaanbod en -vastgoed. Enerzijds doordat de gemeenten de definitie beschermd wonen hebben aangescherpt, anderzijds doordat merkbaar is dat de instroom van nieuwe cliënten zich kenmerkt door een zwaardere zorgvraag (in de meeste gevallen multi-problematiek). Het traject van afscheid nemen van niet toereikend vastgoed en het aantrekken van toekomstbestendig vastgoed is in nauw overleg en in samenspraak met de verschillende stakeholders gebeurd. Daarnaast is er in de gemeenten waar nog geen product tussen beschermd wonen en ambulante zorg beschikbaar was, veel gezamenlijke tijd en inzet gepleegd op het ontwikkelen van een dergelijk product. RIBW GO is blij dat gemeenten ons gedurende dat proces beschouwen als een deskundige, betrouwbare gesprekspartner en ons actief betrekt bij het hele proces; van planvorming tot besluit. Dit heeft voor de centrumgemeente Zwolle geresulteerd in het per 1 januari 2018 beschikbaar komen van het product begeleid wonen. De cliënt woont in een eigen woning buiten de woonvorm, krijgt zoveel als nodig begeleiding van zijn/haar persoonlijk begeleider, mag nog steeds gebruik maken van onze 24-uurs beschikbaarheid en oproepbaarheid en is nog niet volledig zelfverantwoordelijk voor zijn financiële huishouding. Voor de centrumgemeente Deventer is een pilot ‘beschermd wonen light’ voorbereid en per 1 januari 2018 van start gegaan op één locatie. De cliënt krijgt planbare begeleidingsmomenten, maar kan wel een beroep doen op 24 uurs bereikbaarheid. De woning en zorg wordt in deze tussenfasen nog beschikbaar gesteld door RIBW GO. De verschillende producten geven onze cliënten de mogelijkheid een mooie tussenstap naar volledig zelfstandig wonen te maken, waardoor er minder kans is op terugval en er eerder mogelijkheid is de beschermde woonvorm achter zich te laten. Hiermee wil RIBW GO een positieve bijdrage leveren aan de uitstroom uit beschermd wonen en onze cliënten een zo groot mogelijke kans op zelfstandigheid en inclusie in de samenleving geven. Beleid scheiden wonen en zorg, ambulantisering vormgeven De snellere doorstroom van cliënten uit beschermd wonen richting ‘beschermd wonen light’ of ambulant is een tendens die RIBW GO ondersteunt. Dit heeft echter wel de nodige gevolgen voor ons zorgvastgoed. In bijna al onze gemeentes heeft RIBW GO vastgoed herlabeld en beschikbaar gesteld voor ofwel één van de ontwikkelde ‘light’ producten ofwel voor het wonen op basis van scheiden van wonen en zorg. Deze ontwikkeling heeft niet alleen het nodige van onze eigen interne organisatie gevraagd (zie ook hoofdstuk 6), maar ook van onze samenwerking met woningcorporaties en overige vastgoedeigenaren. Vanuit een gedeelde visie om alle burgers van de stad/dorp een zo optimaal mogelijke leef- en zorgomgeving te bieden, voeren we samen het gesprek. Dit heeft van beide zijden concessies gevraagd.


16 mei 2018



Corporaties hebben soms afscheid moeten nemen van de veiligheid van verhuren aan een zorgorganisatie versus het risico van rechtstreekse verhuur aan (ex)cliënten. RIBW GO daarentegen heeft soms meer dan gewenst de rol van verhuurder op zich genomen, om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de behoeften van onze cliënten. Zodra een cliënt toe is aan scheiden van wonen en zorg, oftewel het huren op eigen naam wil RIBW GO dat, indien mogelijk, zoveel mogelijk plaats laten vinden op de plek waar de cliënt op dat moment al woont. Op die manier kan de cliënt zijn bekende woning, woonomgeving en netwerk behouden en behoeft hij of zij niet nog een keer te verhuizen. Dit kan echter alleen als de desbetreffende corporatie bereid is RIBW GO een vervangende woning aan te bieden om een volgende cliënt de kans te bieden de stap naar zelfstandigheid te maken. Hierover was er het afgelopen jaar en zal er ook het komende jaar veelvuldig overleg zijn met deze stakeholders. Van beschermd wonen naar beschermd thuis De afgelopen jaren heeft RIBW GO veelvuldig ingezet op het gezamenlijk met de gemeenten ontwikkelen van een ‘light’product tussen beschermd wonen en ambulante begeleiding in. Deze gezamenlijke effort heeft inmiddels in alle gemeenten geleid tot een goed passend product. De volgende stap is om een soortgelijk proces te doorlopen voor onze ambulante zorg. Immers, ons gezamenlijk doel is uiteindelijk zoveel mogelijk van onze cliënten op een zo zelfstandig mogelijke wijze volledig onderdeel te laten zijn van onze samenleving. Om die reden wil RIBW GO in 2018 samen met de gemeenten komen tot een vorm van intensieve ambulante begeleiding om enerzijds de overgang voor onze cliënten vanuit beschermd wonen (light) naar ambulant soepeler te laten verlopen en anderzijds om te voorkomen dat cliënten überhaupt beschermd hoeven te gaan wonen. Het uitgangspunt is zoveel mogelijk de juiste zorg op de eigen woonlocatie van de cliënt te organiseren. Daarnaast zijn er regelmatig gesprekken met de gemeenten over hoe we anno 2018 invulling willen geven aan de ambulante begeleiding. Is dat nog steeds op basis van prijs x inzet uren, of juist veel meer naar resultaat gestuurde begeleiding? Hoe maken we optimaal gebruik van het netwerk van de cliënt en het voorliggend veld? Hoe worden de juiste professionele partners en vrijwilligers op het juiste moment bereikt binnen de leefomgeving van cliënten? Hoe krijgt de verantwoording richting onze opdrachtgevers, de gemeente, vorm? Het gaat immers bij voorkeur niet meer over ‘output’, maar over ‘outcome’. De rode draad in gemeentelijk land is dat de gemeenten eigenlijk bijna allemaal richting resultaatfinanciering willen. RIBW GO juicht dit proces toe en pakt de rol van adviserende partij, vraagbaak en brug tussen de gemeenten om te leren van elkaars ervaringen en te komen tot een zo optimaal mogelijk product voor de cliënt. Realisatie hostel i.s.m. Tactus Tactus en RIBW GO hebben medio 2017 een plan opgesteld om gezamenlijk een hostel te realiseren in de gemeente Almelo voor 24 cliënten met zowel psychiatrische, psychosociale als verslavingsproblemen. Er heeft een uitgebreide zoektocht plaatsgevonden naar een geschikte locatie. Deze lijkt inmiddels gevonden te zijn. De verwachting is dat er in 2018 concrete stappen gezet kunnen worden om dit hostel te realiseren. Vaardigheden trainen (avZ) Door het leren van vaardigheden nemen de eigen mogelijkheden toe. Trainingen zijn volgens RIBW GO daarom een logisch onderdeel van een arrangement van een cliënt. Bovendien zorgen trainingen voor meer efficiency bij de trainer als deze in groepsverband plaatsvinden. In 2014 werd een start gemaakt in de gemeente Zwolle om samen met Frion een volledig en samenhangend aanbod van trainingen te ontwikkelen op alle levensdomeinen. Dit heeft geresulteerd in de academie voor Zelfstandigheid (avZ)


16 mei 2018



waar cliënten trainingen kunnen volgen die hen zelfredzamer maken door cursussen op het gebied van sociale vaardigheden, budgetteren, computervaardigheden, koken, enzovoort. In 2017 is er een groeiend aanbod in meer gemeenten en zijn twintig professionals als trainer opgeleid en hebben 147 cliënten een training gevolgd. RIBW GO organiseerde dit, waar mogelijk en zinvol, in samenwerking met (lokale) (zorg)aanbieders en/of aanbieders van trainingen. Deze lijn wordt in 2018 doorgezet, zodat er een aanbod is in het hele werkgebied.

Betekenisvolle dagbesteding In 2017 is onze visie ten aanzien van een zinvolle daginvulling opnieuw vastgesteld. Hierin wordt de waarde van dagbesteding als onderdeel van herstel beschreven. RIBW GO stimuleert medewerkers en cliënten om overdag buitenshuis aan activiteiten, onderwijs of werk deel te nemen. Onderzoek wijst uit dat mensen met psychische problemen of een psychische kwetsbaarheid voor hun herstel veel baat kunnen hebben bij een zinvolle daginvulling buitenshuis. Bovendien kan het iemand helpen en leren om praktisch en economisch zelfstandiger te functioneren. Mensen leven daardoor niet alleen prettiger en gezonder, maar ze worden ook minder afhankelijk: van professionele en financiële ondersteuning door de overheid, zorgen hulpverleners. Onze individuele arrangementen voor cliënten bestaan daarom altijd uit een combinatie van begeleiding thuis met een zinvolle daginvulling buitenshuis. Het streven is dat iedere RIBW GO-cliënt minimaal vier dagdelen per week in een passende vorm deelneemt in de samenleving.

In 2017 is samen met een aantal ketenpartners de ontwikkeling van de leer-werklijnen verder vorm gegeven. In 2017 is onder meer het Grand café Sint Jozef in Deventer gestart, in samenwerking met Carinova en in Hardenberg is een leer-/werklijn Groen ontwikkelt in samenwerking met de Larcom en de Baalderborg. Een leer-/werklijn is een ontwikkelingsgerichte vorm van dagbesteding op trede 1-2 t/m 5 van de participatieladder. Met perspectief op werk. Het gaat om onder meer leer-/werklijnen op het gebied van horeca, productie, ICT en groen. Er wordt geprobeerd een zo passend en divers mogelijk aanbod te realiseren binnen het gehele werkgebied, samen met gemeenten, UWV, ketenpartners en scholen.

Onderzoek ouder wordende cliënt In de zomer van 2017 is er contact geweest met twee studenten van Saxion Hogeschool met het verzoek een onderzoek te initiëren op het gebied van de ouder wordende cliënt binnen RIBW GO. Een aantal locaties kampt met dilemma’s dat hun cliënten steeds ouder en zorgbehoeftiger worden en medewerkers vragen zich af of zij nog wel voldoende zijn toegerust de oudere cliënten voldoende te ondersteunen. Dit heeft een aantal vragen opgeleverd. Mag je bij ons zo lang blijven wonen als je wilt? Wat vraagt dit van medewerkers qua deskundigheid? Is de huidige huisvesting daar wel op toegesneden? Er moet een visie komen hoe om te gaan met de ouder wordende cliënt binnen onze organisatie. De focus van het onderzoek heeft zich in eerste instantie toegespitst op de rol van de medewerkers, omdat zij tegen bovengenoemde dilemma’s aanlopen. De studenten hebben van november 2017 tot maart 2018 de kansen en belemmeringen in beeld gebracht met betrekking tot de begeleiding van de ouder wordende cliënt. De resultaten worden binnenkort door de studenten gepresenteerd en moeten leiden tot een beleidsadvies en aanbevelingen voor de toekomst. Het uiteindelijke doel is om toekomstgericht te kunnen anticiperen op een realistische begeleiding van de ouder wordende cliënt binnen RIBW GO.

Forensische zorg In 2017 waren gemiddeld 29 bedden bezet in het kader van forensische zorg. Daarnaast waren er nog enkele bedden in het kader van onderaannemerschap in samenwerking met onze ketenpartner Transfore. Ook werden ambulante begeleiding en dagbestedingstrajecten geboden. Ondanks de wens meer cliënten te kunnen ondersteunen, is dit door huisvestingstekort nog niet gerealiseerd. kpmg KPMG Audit

Document waarop ons rapport 18W00158777GRN d.d.

16 mei 2018



In de begeleiding aan forensische cliënten is continuïteit van zorg, afschalen waar mogelijk en werken vanuit een delictgerelateerd signaleringsplan, om recidive te voorkomen, altijd het uitgangspunt. Op deze manier werkt RIBW GO aan in, door en uitstroom en veilige re-integratie. Binnen de landelijke ontwikkelingen van de forensische zorg participeerde RIBW GO dit jaar door een workshop te verzorgen op het congres Contiuniteit van Zorg, Daarnaast werd meegewerkt in een project van Kwaliteit Forensische Zorg (KFZ) dat in 2018 met een nieuw product komt voor de RIBW/Maatschappelijke Opvang. Regionaal doet RIBW GO mee in het Forensisch Circuit Oost Nederland. Gezamenlijk met onze partners staan we garant voor continuïteit van zorg en komen we gezamenlijk met een antwoord op crisissituaties in casuïstiek. Eind 2017 is RIBW GO daarnaast gaan deelnemen in de pilot Hoog Risicopatiënten, een pilot van Transfore en Veiligheidshuis IJsselland. RIBW GO is als partner betrokken om beschermd wonen te bieden aan de doelgroep. Deze pilot wil een aanpak/methodiek ontwikkelen voor cliënten waarvoor het huidige zorgaanbod niet toereikend is (geweest). Verwacht wordt begin 2018 te starten met een plaatsing.

3.2 Innovatie In het verleden is een bewuste keuze gemaakt om innovatie niet los van de bestaande organisatie te positioneren, maar een integraal onderdeel van de werkwijze van teams en organisatie te laten zijn door er simpelweg mee aan de slag te gaan met de mensen die we in huis hebben. De uitkomst kan een nieuw product of dienst zijn, het innoveren van een proces of een nieuw toekomstperspectief. In alle trajecten speelt de klantvraag of maatschappelijke vraag een belangrijke rol en tegelijkertijd is stevige verankering van RIBW GO in het sociale domein een nevendoel. Een aantal voorbeelden: Roamler-app Niet het digitale platform, maar een nieuwe meer cliëntgerichte en efficiëntere manier van plannen staat centraal bij de ontwikkeling en implementatie van de app Roamler Care. In 2017 is het project verder vorm gegeven en is gestart met het werven van cliënten en medewerkers voor een pilot. De implementatie gebeurt gefaseerd en in nauwe samenwerking met Roamler. RIBW GO loopt hiermee voorop om in eerste instantie de ambulante zorgvraag van de cliënt sneller, adequater en beter te beantwoorden. Medido medicijndispenser RIBW GO heeft in 2017 de pilot Medido afgerond. Medido is een automatische medicijndispenser die ervoor zorgt dat de cliënt de juiste medicijnen op het juiste moment ontvangt. De conclusies waren:

Teams waar geen/weinig storingen waren, zijn erg tevreden over Medido. Het betreft zowel begeleiders als cliënten.

Bij een deel van de cliënten blijft de zelfredzaamheid op gelijk niveau door het gebruik van Medido, bij enkele cliënten neemt de zelfredzaamheid toe.

Medido levert voor begeleiders gemiddeld een tijdbesparing van 70% op. Een aantal teams heeft veel last gehad van storingen van Medido. Vooraf moet kritisch gekeken te worden of een cliënt geschikt is voor Medido en dus medicatie in

eigen beheer kan hebben. Er is geen afname te zien van het aantal medicatie-incidenten bij de pilotteams.


16 mei 2018



Als vervolg is afgesproken dat RIBW GO Medido blijft inzetten, waarbij begeleiders kritisch moeten kijken of een cliënt geschikt is om Medido te gebruiken. Daarnaast worden andere technische oplossingen onderzocht rondom medicatieverstrekking. De kosten van Medido worden per 1 januari 2018 betaald vanuit de beschikking van de cliënt en daarom doorbelast naar de teams. Streven is de bekostiging van Medido mee te nemen in de onderhandelingen met gemeenten over de inkoop 2019.

RAAK! Ervaringsdeskundigheid Het project RAAK! Ervaringsdeskundigheid is gericht op het verbeteren van het gebruiken van ervaringsdeskundigheid van en door zorgprofessionals in vijf organisaties: MEE Veluwe-IJsseloevers, Trajectum, GGNet, RIBW GO en Dimence. Dit wordt in een parallel proces gedaan waarbij elke organisatie iets anders kan doen, maar wel aan dezelfde vragen werkt en men elkaar verrijkt, kritisch bevraagt en de voortgang bewaakt. De ontwikkelteams van de vijf organisaties vormen het hart van het onderzoek. Hier worden plannen bedacht, uitgevoerd en waar nodig bijgesteld. Elke organisatie heeft een eigen ontwikkelteam bestaande uit verschillende medewerkers, waaronder ervaringsdeskundigen, zorgprofessionals en een personeelsadviseur. Ze werken actief aan het beantwoorden van de onderzoeksvragen, waarbij de cirkel van betrokkenen geleidelijk uitbreidt. Het project bestaat uit een handelingsonderzoek: elke organisatie verandert daadwerkelijk iets aan de situatie en het beleid zoals dat nu gangbaar is. De externe onderzoekers vanuit Hogeschool Windesheim en Hogeschool Utrecht vervullen een faciliterende, inspirerende en informerende rol: zij brengen informatie in, vatten samen, stellen vragen en maken notities. Op deze manier wordt al doende kennis verzameld en de praktijk verder ontwikkeld. De onderzoeksvraag is: op welke manier kan de ervaringsdeskundigheid van zorgprofessionals een bijdrage leveren aan het persoonlijk en maatschappelijk herstel van mensen met psychiatrische problemen en verslaving? Het onderzoek gaat in drie fases. De activiteiten bevinden zich nu in fase 2. Een tussenrapportage en resultaten zijn recent op een groot landelijk congres op Hogeschool Windesheim met belangstellenden gedeeld. Cliëntgestuurd wonen In Deventer wil RIBW GO een woonvorm starten samen met de toekomstige bewoners. Samen bedenken we het meest optimale en haalbare plan. Het initiatief verkeert in een impasse: het is wachten op de toezegging van een ketenpartner of er woningen aan ons toegewezen worden. Voorbereidingen zijn getroffen om verder te gaan.

Trainingshuis voor jongeren in Zwolle In het huidig aanbod van begeleiding en voorzieningen ontbreekt het aan een plaats waar (jong)volwassenen met een psychische, psychiatrische en/of verstandelijke kwetsbaarheid kunnen leren wat het betekent om op zichzelf te wonen. Het creëren van een dergelijke voorziening biedt deze mensen de mogelijkheid om vanuit een thuissituatie of vanuit een locatie voor beschermd wonen de stap te maken naar zelfstandig wonen. Dit betreft een samenwerking tussen Frion en RIBW GO. Het trainingshuis biedt in Zwolle, van maandag tot en met vrijdag tussen 15.00 en 9.00 uur, aan zes (jong)volwassenen vanaf 16 jaar met een psychische, psychiatrische en/of verstandelijke beperking een intensief traject aan. Cliënten trainen datgene dat zij leren bij de academie van Zelfstandigheid (op het gebied van wonen, werken en leren & opleiding, sociale vaardigheden en invulling vrije tijd) direct, herhaaldelijk en intensief binnen het trainingshuis. Er wordt getraind op het geheel en niet op losse componenten. Zo wordt de zelfredzaamheid van de (jong)volwassene gefaseerd vergroot. De cliënt stroomt door naar zelfstandig wonen met of zonder begeleiding op afstand. Wanneer dat is, is afhankelijk per persoon en kan variëren van een paar maanden tot maximaal 1 jaar.


16 mei 2018



4. Partnerschap op alle vlakken De kansen die we krijgen in de vorm van een relevante aanbesteding, subsidieregeling of contractering op ons vakgebied en in ons werkgebied wil RIBW GO in partnerschap met betrokkenen verzilveren. Daarmee kunnen we werkelijk doen waar we voor staan. Dit betekent dat onze organisatie, processen en systemen verder afgestemd worden op keuzes die onder andere gemeenten maken.

4.1 In het netwerk van de cliënt Naastbetrokkenbeleid Herstellen doe je zelf, maar doe je niet alleen. Naastbetrokkenen vormen een essentiële bron van begeleiding in het herstelproces van de cliënt. Door de naastbetrokkenen een positie te geven binnen het herstelproces ontstaat er een samenwerking in de driehoek van cliënt, begeleider en naastbetrokkenen. De samenwerking tussen deze partijen bepaalt mede de kwaliteit van zorg en dus de kwaliteit van leven van de cliënt. Het uiteindelijke doel is door middel van deze samenwerking de doelen en wensen van de cliënt te realiseren. In 2016 zijn de beleidsvoorbereidingen gestart, die in 2017 hebben geleid tot een visie, beleid en een implementatieplan. De naastbetrokkenenraad is in 2017 gestart in de samenwerking met de Raad van Bestuur.

4.2 Met partners in de keten Samenwerking Organisaties waar RIBW GO al langer intensief mee optrekt, zijn bijvoorbeeld maatschappelijk werk en MEE. Ook Ggz-behandelklinieken, zoals Dimence en Mediant, jeugdzorginstellingen en organisaties die gespecialiseerd zijn in zorg aan mensen met een verstandelijke beperking (o.a. Frion, Aveleijn en De Twentse Zorgcentra), niet aangeboren hersenletsel (o.a. InteraktContour), thuiszorg, ouderenzorg, verslavingszorg (o.a. Tactus) en justitiële zorg/forensische Ggz (o.a. Transfore). Met veel van deze organisaties heeft RIBW GO in 2017, net als in voorgaande jaren, intensief en constructief overlegd. Met een groot deel van bovengenoemde instellingen zijn samenwerkingsovereenkomsten gesloten.

Mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen Er tekenen zich landelijk ontwikkelingen af in de zorg en behandeling van de mensen met Ernstige Psychiatrische Aandoeningen (EPA), zoals meer aandacht voor preventie, cliëntenparticipatie en ontwikkeling van zorgaanbod of programma’s met een geïntegreerde ketenbehandeling. Dit maakt dat de organisatie van zorg en de samenwerking in het netwerk anders ingericht moet worden. Hierbij is een de herstelvisie een belangrijk uitgangspunt. Begrippen als meedoen, empowerment, eigen regie en volwaardig burgerschap, moeten betekenis krijgen en omgezet worden tot acties die het voor de betrokken mensen mogelijk maakt een leven te hebben dat past bij hun eigen wensen en ambities. Diverse organisaties, waaronder RIBW GO en Dimence, onderkennen het belang van deze ontwikkelingen en zijn in dat kader in samenwerking met de gemeente Zwolle en Zilveren Kruis een project gestart gericht op concrete verbeteringen en meer afstemming in de zorg en begeleiding tussen de verschillende ketenpartners rond deze doelgroep. In dit project zijn veel raakvlakken zichtbaar tussen de gemeente, maatschappelijke- en welzijnsorganisaties, de huisartsen en zorginstellingen.


16 mei 2018



Werksaam Op 1 november 2016 hebben Dimence Groep en RIBW GO de werkconferentie Werksaam georganiseerd voor 120 medewerkers van RIBW GO en de FACT teams van Dimence in hun gezamenlijke werkgebied. Medewerkers hebben destijds met elkaar afspraken gemaakt over de samenwerking tussen de professionals in de teams met als doel cliënten beter en/of efficiënter te behandelen en begeleiden bij hun herstel. De teams worden hierbij vanuit een begeleidingsgroep ondersteund, onder andere in de vorm van collegiaal leren en door de resultaten van de samenwerking in de praktijk te delen. Eén van de ideeën die in 2017 uitgewerkt is, is het gezamenlijk opstellen van een herstelplan tussen cliënt en de betrokken medewerkers van Dimence en RIBW GO. In 2018 worden de ervaringen met het herstelplan met elkaar gedeeld.

4.3 Met onderaannemers RIBW GO stelt zich ten doel om de zorg die zij levert van kwalitatief hoog niveau te laten zijn. Dit betekent dat als we zorg uitbesteden, we dan borg staan voor de zorg die de onderaannemers leveren. Bovendien is RIBW GO als hoofdaannemer verantwoordelijk (en aansprakelijk) voor de kwaliteit die de onderaannemer levert. RIBW GO maakt daarom gebruik van een kwaliteitskader voor onderaannemers op basis waarvan ze geselecteerd worden. Om de kwaliteit van de onderaannemers te kunnen monitoren wordt gewerkt met een lijst van geselecteerde onderaannemers, verdeeld over de verschillende regio’s.

Voor wat betreft dagbesteding geldt dat onderaannemers worden ingezet als een zinvolle dagbesteding niet op een andere wijze in te vullen is. De wijze waarop onderaannemers zorg leveren, moet een bijdrage leveren aan de herstelgerichte begeleiding die RIBW GO biedt. Team Kwaliteit heeft hiervoor een kwaliteitskader ontwikkeld. Het bestaat uit kwaliteitseisen (gebaseerd op eisen die ook aan ons gesteld worden door gemeenten) waar een onderaannemer aan moet voldoen om in aanmerking te kunnen komen voor een contract met RIBW GO. We hebben te maken met diverse eisenpakketten van verschillende gemeenten. Om met één kwaliteitskader te kunnen werken, voor alle onderaannemers in alle gemeenten, is het uitgangspunt het hebben van een kwaliteitssysteem: ook onderaannemers moeten dit kunnen aantonen.

Om de kwaliteit van de onderaannemer te toetsen, is een toetsinstrument ontwikkeld. Het toetsinstrument bestaat uit het kwaliteitskader en cliëntgerelateerde aspecten. Het kwaliteitskader wordt centraal getoetst. De vakinhoudelijk ondersteuners toetsen de cliëntgerelateerde aspecten. 2018 is een overgangsjaar op een adequate wijze te komen tot de nieuwe werkwijze rekening houdend met de betrokken partijen (teams en onderaannemers). Ook wordt een procedure opgesteld voor het inzetten nieuwe onderaannemers.


16 mei 2018



5. Vakmanschap De visie op zelfstandigheid van de cliënt vertaalt zich in de visie op de inrichting en de werkwijze van onze organisatie. RIBW GO werkt vanaf 1 januari 2013 met zelforganiserende teams. Vakmanschap zien we als het kiezen voor en zich toeleggen op het competent, integer en steeds beter van dienst zijn van cliënten. Vakmensen vormen het grootste kapitaal van RIBW GO. We kiezen ervoor om blijvend te investeren in vakmanschap.

5.1 Zelf doen Zelforganiserende teams Ieder zelforganiserend team is verantwoordelijk voor het eigen teamresultaat, de kwaliteit van de begeleiding, de teamdeskundigheid en de ontwikkeling van het team. In 2016 is de wijze waarop de zelforganisatie vorm krijgt geëvalueerd. Thema’s die aan de orde kwamen, waren zelforganisatie en de meerwaarde voor de cliënt, zelforganisatie en de dynamiek van het team, relatie met ondersteunende diensten, teamadviseurs en Raad van Bestuur. In 2017 is het thema Leiderschap verder meegenomen in het traject Topstructuur. Uit de evaluatie kwam ook naar voren dat de samenwerking tussen de diensten en de teams verbeterd kan worden. In 2017 is er een hbo-afstudeeronderzoek gedaan naar de aandachtsgebieden die de teams als verantwoordelijkheid hebben. Uit dit onderzoek kwam onder andere naar voren dat het aantal aandachtsgebieden te veel is. Van deze aandachtsgebieden zijn er vijf aandachtsgebieden die veel tijd van de teams vragen (Kwaliteit, HRM, Roosteren, Facilitair en Financiën). De uitkomsten van dit onderzoek zijn meegenomen in het project Ondersteunende Diensten (onderdeel van traject TopStructuur). In 2017 is een start gemaakt met een introductieboek per aandachtsgebied. In 2018 krijgt dit een vervolg. Verbeteringen naar aanleiding van medewerkersonderzoek Elke twee jaar voert RIBW GO een Medewerkersonderzoek (MTO) uit. Dit is eind 2016 gedaan; de resultaten zijn begin 2017 gedeeld met de teams. Op veel onderdelen scoorde RIBW GO iets boven het gemiddelde van het vorige MTO en iets boven het gemiddelde van andere RIBW’s. Dit is een mooi resultaat. De werkgeverscore is een 7,2. Van de medewerkers is 44,2% bevlogen (heeft hart voor het werk) en 41,% is zowel bevlogen als betrokken (heeft hart voor het werk en voor de organisatie). Thema's die zijn aangereikt in het MTO als verbeterpunten zijn zelforganisatie, werkdruk, ondersteunende diensten, communicatie en arbeidsomstandigheden. In 2017 is het thema zelforganisatie en ondersteunende diensten verder onderzocht door Twijnstra Gudde. In het traject TopStructuur worden de uitkomsten verder uitgewerkt in een plan van aanpak. Het thema werkdruk en arbeidsomstandigheden is meegenomen in het project ‘Fit voor werk’. In maart 2017 werd in een visiebijeenkomst met medewerkers stilgestaan bij de duurzame inzetbaarheid in onze organisatie. Het is inzichtelijk geworden waar verbeterpunten liggen voor medewerkers, teams en de organisatie. De beïnvloeding op de duurzame inzetbaarheid en werkdruk ligt dicht bij de medewerkers zelf en hun team. Om medewerkers hierin te ondersteunen zijn de teamadviseurs in oktober 2017 getraind in de methodiek met als basis het Huis van Werkvermogen. Afgevaardigden vanuit de teams zijn in november, gestart met Vitaliteitsfantrainingen. Doel is dat zij samen met hun teamadviseur met hun team in gesprek gaan over de inzetbaarheid binnen het eigen team en wat dit betekent voor de toekomst. Het doel voor 2018 is dat alle teams getraind zijn en aan de slag gaan met hun teamadviseur. Het MTO is ook aanleiding geweest om de evaluatie van de functies ondersteunend begeleider, begeleider en vakinhoudelijke teamondersteuner naar voren te halen. Meer hierover leest u in hoofdstuk 1.


16 mei 2018



Eigen regie op vakmanschap Wanneer er sprake is van zelforganisatie gaat het tegelijkertijd over een cultuur van vertrouwen. Vertrouwen betekent volgens RIBW GO dat je transparant bent in wat je doet (passend bij ons kernprincipe ‘zuiver in denken en doen’) en dat je bereid bent om collegiaal te leren. Je mag er op vertrouwen dat je fouten mag maken, zolang je er van leert. Dit is een voorwaarde om zelforganisatie vorm te geven en vakmanschap te laten groeien. Uitgangspunten zijn eigenaarschap en zelfregie.

Enkele cijfers 2017:

63 medewerkers hun individuele opleidingsbudget ingezet om vakmanschap te versterken of in het kader van loopbaanambities in te zetten;

778 e-learning modules en online trainingen zijn succesvol afgerond; 176 klassikale trainingen zijn gevolgd door 1650 medewerkers. Deze waren voornamelijk gericht

op het vergroten van vakinhoudelijke kennis.

Binnen RIBW GO is leren en ontwikkelen belangrijk. In 2017 volgden 32 medewerkers een BBL-traject. Ook vonden 132 stagiaires, onze toekomstige professionals, een plek bij ons.

5.2 Samen doen Mobiel consultatieteam en mandaatcommissie Onze begeleiders zijn doorgaans goed toegerust om psychiatrische problemen op professionele wijze het hoofd te bieden. Soms is de problematiek te complex en is er sprake van handelingsverlegenheid van individuele begeleiders en/of teams. Om teams daarin te ondersteunen is RIBW GO per 1 december 2017 gestart met een Mandaatcommissie voor het beoordelen van gedwongen uitstroom van cliënten. Gedwongen uitstroom van een cliënt vraagt om grote zorgvuldigheid en dient te voldoen aan geldende wetgeving. De Mandaatcommissie, bestaande uit een beleidsmedewerker Kwaliteit, de relatiemanager van de betreffende Centrumgemeente en de gedragswetenschapper (die niet betrokken is bij de cliënt, beoordeelt of gedwongen uitstroom van een cliënt de ‘meest passende’ oplossing is. Ook is gestart met de voorbereidingen voor een Mobiel Consultatie Team (MCT) waarin cliëntcasussen besproken worden. Het MCT biedt een begeleidingsaanbod aan begeleiders (consultatievragers) met als doel de kwaliteit van begeleiding aan cliënten met complexe psychiatrische problematiek te verbeteren. Daarnaast biedt het een begeleidingsaanpak voor cliënten met gecombineerde psychiatrische en somatische problematiek en middelengebruik, zodat het welbevinden van de cliënten vergroot wordt. Het team en de gedragswetenschapper kunnen gezamenlijk besluiten tot inzet van het MCT. Het MCT kan de volgende vormen van ondersteuning bieden: consultatie op aanvraag, onderzoek en advies, deskundigheidsbevordering en nazorg. Moreel Beraad In de zomer van 2017 is er een initiatief ontstaan van een aantal teams om met elkaar van gedachten te wisselen over hoe om te gaan met ethische dilemma’s op de werkvloer. Thema’s waar men geen raad mee weet of waar niet direct oplossingen voorhanden zijn, omdat ze met waarden van medewerkers te maken hadden. In die periode zijn veel vraagstukken geïnventariseerd en gerangschikt op de kern van de problematiek (is het een juridisch vraagstuk, een organisatorisch probleem, een methodisch/praktisch vraagstuk of toch een ethisch dilemma?). Een eerste initiatief kreeg vervolg om na te denken over een eventuele ethische commissie of een moreel beraad. Er is onderzoek gedaan naar andere organisaties en naar welke methodieken inzetbaar waren. Er is contact met twee universiteiten die het Moreel Beraad omarmen en die ook trainingen voor medewerkers verzorgen. De OR en de CCR zijn in het initiatief gekend en gaven hun fiat voor de voortgang. De belangstelling is zeer groot binnen de organisatie en na een startbijeenkomst hebben zich twintig mensen aangemeld om het onderwerp vorm te geven. De keuze


16 mei 2018



is vooral gemaakt het onderwerp in de teams te agenderen, mensen te trainen voor een Moreel Beraad (volgens het train de trainer concept) om zodoende collega’s de ruimte te geven stil te staan bij goede zorg en bij hun eigen handelen. Ook is er belangstelling voor om onderzoek te doen naar dit thema. Project netwerkondersteuning RIBW GO doet mee aan een meerjarig onderzoek ‘Netwerkondersteuning in buurt en wijk’ naar de manier waarop contact tot stand komt tussen mensen met een verstandelijke beperking of psychiatrische problematiek en andere buurtbewoners. Tussen 2015-2018 werkt RIBW GO samen met zorgorganisaties Frion, MEE en Dimence (De Kern)), acht gemeenten (Zwolle, Zwartewaterland, Steenwijkerland, Kampen, Hardenberg, Dalfsen, Ommen en Staphorst), Hogeschool Viaa en de Universiteit voor Humanistiek. In fase 1 van het onderzoek is literatuurstudie gedaan, in fase 2 zijn de plekken geselecteerd waar het onderzoek in de praktijk zou plaatsvinden. Dit zijn ‘t Noaberhuus in Dalfsen, moestuin ‘De Slinger in Steenwijk, dag-, werken leercentrum ‘De Ontmoeting in Zwartsluis en wijkboerderij ‘De Klooijenberg in Zwolle’. In 2016 hebben de eerste participerende observaties plaatsgevonden op deze plekken (fase 3), hebben de eerste ontwikkelbijeenkomsten plaatsgevonden (fase 4) en is de eerste ronde interviews uitgevoerd (fase 5). Uit de tussenrapportage blijkt dat op de wijkgerichte plekken de nadruk iets meer ligt op openheid, op de zorggerichte plekken meer op veiligheid. Opvallend is dat de contacten die er zijn op de plek zich niet of nauwelijks voortzetten buiten de plek: mensen komen bewust niet bij elkaar in het privédomein.

Nachtzorg De gemeenten in ons werkgebied eisen dat RIBW GO 24/7 op een beschermd wonenlocatie aanwezig is. Dit heeft ertoe geleid dat er samenwerkingsverbanden zijn geëindigd met andere zorgpartijen en teams zelf vooral door middel van een slaapwacht invulling hebben gegeven aan de zorg in de nacht. Door een aantal incidenten, het hoge verloop onder slaapwachten en de krapte op de arbeidsmarkt is er in 2017 een werkgroep aan de slag gegaan om een advies uit te brengen over de invulling van de nachtzorg binnen RIBW GO passend bij de gemeentelijke eisen en onze kwaliteitseisen. Samen met collega’s uit de teams, CCR en de OR is zorgvuldig gekeken naar de invulling van de nachtzorg. Begin 2018 is wordt het advies geïmplementeerd.

5.3 Goed doen Huis op orde Naar aanleiding van onderzoek dat de Raad van Toezicht heeft laten uitvoeren naar de topstructuur (zie bijlage Verslag Raad van Toezicht) zijn drie projecten gestart onder de noemer ‘Huis op orde’:

Versterking van de coördinatie: doel van dit project is het verbeteren van de zelforganisatie door de coördinatie te versterken. Dit betreft processen waarin primair proces en ondersteunende diensten samenwerken. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden worden verduidelijkt: wie doet wat en wie gaat waarover. Duidelijkheid moet leiden tot meer slagkracht en snellere besluitvorming, maar wel zo dicht mogelijk bij het team en cliënten.

Verbetering van de servicerelatie tussen primair proces en ondersteunende diensten: met dit project wordt het serviceaanbod van de ondersteunde diensten en de behoefte aan ondersteuning vanuit het primair proces beter op elkaar afgestemd. Met duidelijke verwachtingen over en weer en met als inzet dat medewerkers in het primaire proces efficiënter de regeltaken kunnen uitvoeren.

kpmg KPMG Audit


16 mei 2018



Verbetering van de planning en control cyclus en de AO/IC (Administratieve organisatie/Interne controle): RIBW GO wil komen tot een heldere planning en control cyclus die de teams faciliteert in de bedrijfsvoering en een goede externe verantwoording.

Basismethodiek (SRH) Ons vakmanschap, dat zich in de loop der jaren krachtig heeft ontwikkeld en onze compassie maken dat RIBW GO écht van betekenis is in de herstelondersteunende zorg. Om de herstelondersteunende zorg binnen onze organisatie constructief uit te bouwen en op eenduidige wijze te verdiepen, is ervoor gekozen om het Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen (SRH) te gaan gebruiken als basismethodiek. De basisprincipes van het SRH zijn presentiegericht, herstelgericht en krachtgericht. Het SRH ondersteunt mensen met psychische en sociale kwetsbaarheid bij hun herstelproces. Het gaat om:

het realiseren van wensen en doelen met betrekking tot kwaliteit van leven; het omgaan met kwetsbaarheid en het versterken van krachten; het verkrijgen van toegang tot gewenste omgevingen en het zo groot mogelijk maken van de

kwaliteit van leefomgevingen en sociale netwerken. De implementatie en borging van het SRH is in volle gang. Sinds september 2017 worden medewerkers geschoold in de methodiek, dit loopt door tot in het tweede kwartaal van 2018. Tegelijkertijd worden SRH-coaches opgeleid die teams ondersteunen in de borging van de methodiek. Casemanagement In 2015 is het verzuim met de inzet van een externe verzuimcoach gedaald. Deze daling is aanleiding geweest om het casemanagement weer, zoals eerder ook de afspraak met de OR was, door de teamadviseur op gepakt. In 2016 is het verzuim langzaam weer gestegen en dit heeft zich in 2017 voortgezet. Op basis van de goede ervaring met de externe verzuimcoach is ervoor gekozen het casemanagement daar te beleggen. Het inzetten van de verzuimcoach is niet meer tijdelijk van aard maar is de nieuwe wijze waarop de organisatie invulling geeft aan het casemanagement. De verzuimcoach werkt hierin nauw samen met de teamadviseurs, de teams, de personeelsadviseurs en de bedrijfsarts. Medewerkersveiligheid In 2015 en 2016 is de RI&E binnen de hele organisatie uitgevoerd door de Arbo Unie. Er zijn adviezen geschreven en geprioriteerd voor alle teams en voor de organisatie. Prioriteit 1 (hoog risico) is direct opgepakt en afgehandeld door de preventiemedewerkers. In 2017 hebben de preventiemedewerkers hier een vervolg aan gegeven met de teams voor de punten met risicoprioriteit 2. Voor nieuwe locaties en verbouwde locaties heeft er een RI&E-rondgang plaatsgevonden. De adviezen zijn door de teams, met ondersteuning van de preventiemedewerker, vertaald naar een plan van aanpak inclusief acties. Het veiligheidsbeleid RIBW GO voor medewerkers is in nauwe samenwerking met de OR en met ondersteuning van GGZ Nederland en de Arbo Unie tot stand gekomen. Dit beleid vormt in 2018 de basis voor de verder te nemen stappen. Het gaat daarbij onder andere om het verder definiëren van de verantwoordelijkheden van de preventiemedewerkers. Maatschappelijk verantwoord ondernemen People Met onze gemeenten heeft RIBW GO een inspanningsverplichting voor werknemers die een afstand hebben op de arbeidsmarkt, de ‘Social Return Of Investment’ (SROI) verplichting. Gemeenten hanteren de norm van 5%. De specifieke voorwaarden voor deze norm kunnen per gemeente verschillen. RIBW GO streeft hierin naar uniformiteit bij alle gemeenten en is hierover in gesprek. Van de 918 medewerkers zijn in 2017 66 medewerkers ingestroomd die onder de categorie SROI vallen.


16 mei 2018



In 2017 hebben de teams gezamenlijk 231 vrijwilligers ingezet. Ten opzichte van 2016 is dit een stijging van 27%. Vrijwilligers voeren activiteiten uit op de werklocaties van RIBW GO en op de woonvormen. Deze activiteiten staan in het teken van ondersteuning van de cliënt en zijn/haar doelstellingen.

Daarnaast spant de organisatie zich in om mensen (weer) deel te laten nemen aan het arbeidsproces. Een aansprekend voorbeeld is het restaurant Vidiveni; een professioneel gerenommeerd restaurant, onder meer gerund door medewerkers met een achterstand op de arbeidsmarkt (cliënten). Planet RIBW GO wil haar eigen woningen zo energie neutraal mogelijk maken, maar de organisatie heeft echter geen of nauwelijks vastgoed in het bezit. Met de woningcorporaties werken we samen om woningen zo energie neutraal mogelijk te krijgen.

Voor de jaren 2017 – 2018 is in het kader van het milieugroene stroom ingekocht. Profit RIBW GO is een stichting zonder winstoogmerk. Om het budget direct ten goede te laten komen aan de begeleiding, is het streven naar een zo laag mogelijke overhead.

RIBW GO bereidt zich voor op een toename van aandacht en inzet op het gebied van zinvolle daginvulling. Hiervoor worden inmiddels contacten gelegd met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven (participatieplekken, sponsoring, etc). Daarnaast zet RIBW GO zich ook in richting de vele lokale serviceclubs om zodoende zowel specifieke inzet van aanwezige deskundigheid als ook additionele middelen te genereren.


16 mei 2018



6. Vastgoed, ICT en financiën In 2017 heeft de tendens van ambulantisering doorgezet en de verwachting is dat dit ook de komende jaren door zal gaan. Dit heeft directe gevolgen voor cliënten, voor hun naasten en voor de organisatie van de begeleiding. Het is ook steeds duidelijker dat het hebben van goede huisvesting met daaraan gekoppeld passende zorg voorwaarde is voor het volwaardig burgerschap van onze cliënten. 6.1 Vastgoed Het strategisch vastgoedplan van RIBW GO omvat een zorgvuldige analyse van het huidige vastgoed op functioneel, ruimtelijk en financieel gebied, onderbouwd met een vastgoedvisie. Met als resultaat heldere vastgoedkaders, strategie, doelstellingen en ruimtelijke en financiële voorwaarden in hun onderlinge samenhang. Daarmee heeft RIBW GO een duidelijk beeld van: de wijze waarop zij haar cliënten nu en in de nabije toekomst willen huisvesten en de

randvoorwaarden die daarbij horen; de spreiding van haar vastgoed die moet worden gehanteerd (ondergrens en bovengrens), welk

marktaandeel RIBW GO naar verwachting op basis van de huidige context heeft en waar krimp en groei te verwachten is;

de veranderopgave: welk bestaande bezit nog voldoet, wat moet worden vervangen, afgestoten of aangepast;

de financiële kaders waarbinnen de nieuwe vastgoedinitiatieven moeten passen; de toepassing van eigendom- of huursituaties; hoe RIBW GO het vastgoed, de projecten en het vastgoedbeheer organiseert. In 2017 is uitwerking gegeven aan de in 2016 gemaakte analyses rond de locaties die voldoen aan de Dannenberg-criteria voor beschermd wonen en welke niet. Voor de locaties die niet voldoen aan deze criteria is gekeken of de woonruimte gebruikt kan worden voor andere vormen van begeleid wonen zoals modulair wonen en ambulante begeleiding of dat deze teruggegeven worden aan de corporatie. In 2017 is gebleken dat er een dreigend tekort is aan woonvoorzieningen die als volwaardige (Dannenberg proof) beschermd wonen locaties ingezet kunnen worden. Dit geldt voor alle centrumgemeenten. In 2017 is naarstig gezocht naar nieuwe locaties voor beschermd wonen. Dit heeft geleid tot een aantal mogelijk nieuwe locaties in de verschillende centrumgemeenten. Professionalisering verhuurorganisatie In het kader van het beleid ‘Scheiden van wonen en zorg’ huren steeds meer cliënten zelf de woning van de corporaties. In een aantal situaties huurt RIBW GO een woning en verhuurt deze aan de cliënt. In 2017 zijn er 120 woningen verhuurd aan cliënten waarbij RIBW GO de verhuurder is. Dit aantal zal in 2018 verder stijgen. Om aan alle wettelijk kaders te voldoen is de verhuurorganisatie in 2017 geprofessionaliseerd.

Eigendom of huur Tot 2016 is het credo van RIBW GO geweest om geen of alleen in uitzonderlijk situaties vastgoed aan te kopen. Gezien de ontwikkelingen op de huurmarkt en de voortgaande ambulantisering is dit beleid aangepast. Onder bepaalde voorwaarden (toekomstbestendige functie, gunstiger business case, regio bepaald) kan RIBW GO besluiten om vastgoed aan te kopen. Dit beleid is in 2017 gecontinueerd.


16 mei 2018



6.2 ICT In 2017 is het nieuwe ECD geïmplementeerd. Dit systeem sluit aan op onze basismethodiek SRH. Daarbij faciliteert het de begeleiders beter in het registreren. Ook is managementinformatie beschikbaar rondom de begeleiding. Het ECD zal ons helpen in het verder ontwikkelen van het datawarehouse. Verder is gewerkt aan het aansluiten van de werkplek op het nieuwe werken. Medewerkers hebben middels een Internetportal de beschikking over de meest bedrijfskritische applicaties en kunnen hierdoor plaats en tijd onafhankelijk werken. In 2017 is het gehele printerpark vervangen. De nieuwe printers bieden de mogelijkheid om vanaf ieder device dat is verbonden met het netwerk, zowel intern als extern te kunnen printen. Dit gebeurt op basis van zogenaamde pull printing. Middels een code kan men de printopdrachten ophalen vanaf de printer. Printers worden steeds vaker gebruikt voor andere doeleinden dan alleen printen. Denk hierbij aan het scannen naar mail, netwerkschijven en zelfs naar het ECD. Het nieuwe printerpark voldoet aan deze wensen en is ook zo ingericht dat het voldoet aan de nieuwe wetgeving Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), die per 25 mei 2018 van kracht wordt. Om deze zaken goed te laten werken moeten locaties voorzien zijn van de juiste netwerkverbindingen. In 2017 is het zogenaamde Wi-Fi project afgerond. Naast de beveiligde netwerkverbindingen (Epacity), zijn op locaties ook nieuwe Wi-Fi verbindingen aangelegd. Deze nieuwe verbindingen bieden ons de mogelijkheid om internetverbindingen te beheren en te beheersen op afstand. Daarnaast worden deze verbindingen gemonitord door een externe partij, waardoor storingen snel en adequaat gesignaleerd kunnen worden. Dit bevordert de beschikbaarheid van het netwerk, waardoor er minder kans is op verstoringen. Privacy- en informatiewetgeving Ter voorbereiding op de inwerkingtreding van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) per 25 mei 2018 heeft een externe partij een GAP-analyse uitgevoerd en zijn maatregelen in gang gezet om te voldoen aan de nieuwe eisen. Onder andere is eind 2017 de werving van een Functionaris Gegevensbescherming (FG) opgestart, waarna deze per 1 maart 2018 in dienst is getreden. Naast een nieuwe FG’er is er ook een werkgroep Informatiebeveiliging ingesteld waarvan de FG’er deel uit maakt en waar acties worden uitgezet die nodig zijn om te kunnen voldoen aan de nieuwe wetgeving.

6.3 Financiën en kerngegevens De solvabiliteit van RIBW GO is sterk, het solvabiliteitspercentage bedraagt 41%. Daarbij beschikt RIBW GO ruimschoots over liquide middelen. Deze staan ter vrije beschikking aan de instelling. De uitdaging betreft het operationele resultaat. Zoals de jaarrekening laat zien is 2017 afgesloten met een negatief resultaat van -€0.8 mln. Hierbij de kanttekening dat het genormaliseerde resultaat over 2017 aanzienlijk lager ligt. Het genormaliseerde resultaat betreft het jaarrekening resultaat gecorrigeerd voor eenmalige baten en lasten zoals opbrengsten uit voorgaande jaren. Ook de begroting van 2018 laat een negatief resultaat zien. Er worden verbeterplannen gemaakt om structureel weer positieve resultaten te realiseren.

Inkomsten staan onder druk doordat een deel van de gemeenten lagere tarieven biedt. Dit, terwijl de complexiteit van de problematiek bij cliënten toeneemt. Door de beleidsrichting van gemeenten neemt het belang en de omvang van ambulante begeleiding en dagbesteding toe, terwijl juist deze producten nog verlieslatend zijn. Verbetering van de productiviteit hiervan is noodzakelijk. Daarnaast heeft de organisatie te maken met transformatiekosten. De transformatiekosten worden gemaakt voor het versterken van kaders, richtlijnen, procesherinrichting en coördinatie. Deze zijn nodig om het concept van zelforganisatie te ondersteunen in effectiviteit en efficiëntie. kpmg KPMG Audit


16 mei 2018



Kerngegevens 2016 2017

Aantal cliënten in begeleiding op 31 december Beschermd wonen

792 793

Ambulant 1166 1567

Capaciteit Aantal beschikbare bedden op 31 december 798 800

Personeel * Aantal personeelsleden in loondienst op 31 december 878 918

Gemiddeld aantal fte personeelsleden in loondienst 610 653

Instroom personeel in loondienst (totaal in verslagjaar) waarvan personeel met cliëntgebonden functies

262 234 270

242

Uitstroom personeel in loondienst (totaal) in verslagjaar waarvan personeel met cliëntgebonden functies

214 184

211211

Verzuim totaal personeel in loondienst RIBW Groep Overijssel 6,6% 7,6%

Verzuimduur 21,6 27,1

Productie (bedragen x € 1000,-) WMO 44.131 45.521

Jeugdwet 1.140 1.794

WLZ 649 1.196

Justitie 1.791 1.510

Overig 679 407

Opbrengsten, resultaten en ratio’s (bedragen x € 1000,-) Totaal bedrijfsopbrengsten 52.240 55.129

Wettelijk budget aanvaardbare kosten 1.736 3.025

Niet gebudgetteerde zorgprestaties 47.740 49.231

Overige bedrijfsopbrengsten. Incl. subsidies 2.764 2.873

Lasten 50.632 55.805

Bedrijfsresultaat 1.566 -763

Afschrijving 244 265

Rente (opbrengst) -51 -87

Liquiditeit ratio (vlottende activa /kortlopende schulden) 4,0 3,1

Solvabiliteit (totaal eigen vermogen/balanstotaal) 68% 64%

Solvabiliteit (eigen vermogen/totaal opbrengsten) 45% 41%

Totaal aantal officiële klachten 0 0

* aantal medewerkers en fte is inclusief leerlingen, Raad van Bestuur en oproepkrachten en exclusief Raad van Toezicht, externe medewerkers, vrijwilligers en stagiairs


16 mei 2018



7. Bestuur, toezicht en medezeggenschap

7.1 Raad van Bestuur

De Raad van Bestuur kende in 2017 de volgende samenstelling. Samenstelling Raad van Bestuur (2017) * = organisatie telt mee volgens de Wet Bestuur en Toezicht

Naam Bestuursfunctie Nevenfuncties M/V R.C.P Hartings (tot 01-04-2017)

Voorzitter Raad van Bestuur

Voorzitter Raad van Toezicht Reos, Leiden Voorzitter Raad van Toezicht Stichting KRAM

M

D.A. Huesken Lid Raad van Bestuur

Vertrouwenspersoon Hockeyvereniging HCE te Eelde

V

J.M.J. Collette (per 20-02-2017)

Lid Raad van Bestuur

Lid Raad van Toezicht Vérian* Tot 1 juli 2017 lid en vanaf 1 juli 2017 voorzitter Raad

van Toezicht Pro Senectute* Lid Raad van Toezicht Medisch Centrum Jan van

Goyen Lid Raad van Toezicht StrakX Interim Directeur Hulst voor Elkaar Lid Curatorium Center for Executive Coaching Raad van Advies CareRate BV Lid Patiënten Advies Raad Ziekenhuis Rivierenland

M

7.2 Raad van Toezicht

De omgeving van RIBW GO verandert. Er moeten contracten afgesloten worden met gemeenten over de dienstverlening. Doel is dat die contracten zo opgesteld zijn dat cliënten die dat nodig hebben gebruik kunnen maken van de diensten van RIBW GO op een zodanige manier dat er optimaal kans is op herstel. Het bepalen wat nodig is in de regio en voor de cliënt, het zoeken naar zakelijker verhoudingen, het opstellen van de contracten en de door de gemeente gevraagde verantwoording is een zoekproces; zowel voor gemeenten als voor RIBW GO. De ervaring van 2017 is dat niet alle gemeenten tarieven aanbieden die voor RIBW GO kostendekkend zijn. Dat was een dilemma voor de zowel bestuur als Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht heeft dit dilemma uitgebreid besproken met de Raad van Bestuur. De uitkomst is dat de Raad van Bestuur 2018 gebruikt om te bezien welke efficiencyverbetering in de processen van RIBW GO mogelijk is, zonder onder het kwaliteitsniveau te komen dat wij minimaal noodzakelijk achten. Het gevolg is dat de Raad van Toezicht voor 2018 een begroting heeft geaccepteerd die een verlies laat zien. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek van de Raad van Bestuur zal in 2018 voor 2019 bezien worden in welke gebieden RIBW GO de dienstverlening zou willen voortzetten.

Een ander dilemma is de grote flexibele schil die RIBW GO heeft. Enige jaren geleden is die noodzakelijk geacht om de gevolgen van eventuele krimp goed te kunnen opvangen. Een grote flexibele schil heeft echter gevolgen voor de ervaren kwaliteit van cliënten en hun familie. Zij hebben behoefte aan vaste gezichten in de begeleiding. Verder heeft het gevolgen voor de werkdruk van de teams. Verloop betekent immers vaker mensen inwerken en legt ook druk op de teamontwikkeling die bij zelforganisatie zo belangrijk is. De besprekingen tussen Raad van Bestuur en Raad van Toezicht hebben er toe geleid dat het streven is om zoveel mogelijk goede medewerkers een vast dienstverband aan te bieden.


16 mei 2018



Wat betreft de werkgeversrol van de Raad van Toezicht is begin 2017 afscheid genomen van de Voorzitter Raad van Bestuur, Rob Hartings. Vervolgens is Jeroen Collette als interim-bestuurder benoemd. Sindsdien wordt de Raad van Bestuur gevormd door Ina Huesken en Jeroen Collette. De Raad van Toezicht heeft in de eerste helft van 2017 onderzoek laten doen naar de topstructuur binnen RIBW GO. Op basis daarvan heeft de Raad van Toezicht geconcludeerd dat RIBW GO op termijn wellicht kan overgaan naar een eenhoofdige Raad van Bestuur. Daarvoor is wel eerst nodig dat een aantal zaken op orde komt. Dan zal opnieuw bezien worden of de werkzaamheden op bestuurlijk niveau passend zijn voor één bestuurder. Daarbij zullen ook de ontwikkelingen in de omgeving van RIBW GO, de contractvorming met gemeenten en de samenwerking van andere instellingen, worden betrokken. Eind 2017 heeft de Raad van Toezicht de voorbereidingen in gang gezet voor de werving van een nieuwe vaste bestuurder.

Wat de samenstelling van de Raad van Toezicht betreft is Mieke Draijer per 1 januari 2017 toegetreden tot de Raad van Toezicht en tot de commissie kwaliteit en veiligheid. In het najaar van 2017 heeft de Raad van Toezicht besloten de remuneratiecommissie om te vormen naar een governancecommissie, die naast de bestaande taken van de remuneratiecommissie breder toeziet op de besturing van de organisatie in het algemeen. In verband hiermee heeft de Raad van Toezicht besloten om uit te breiden naar zes leden (twee per commissie) in plaats van het huidige aantal van vijf leden. De voorbereidingen voor de werving van een zesde lid voor de Raad van Toezicht zijn eind 2017 in gang gezet.

De auditcommissie heeft in 2017 acht keer vergaderd. Onder meer de volgende onderwerpen stonden op de agenda:

Jaarrekening 2016 en begroting 2018 Meerjarenbegroting 2017-2020 4-maandsrapportages en maatregelen om tekorten terug te dringen Managementletter van de accountant en daarop te ondernemen acties Benodigd eigen vermogen Overhead Verbetering AO/IC en planning en control cyclus Scheiden wonen en zorg Jaarplan vastgoed 2017 Privacy GAP-analyse/informatieveiligheid Financiering ambulante begeleiding Format businesscase vastgoed Kostprijsberekening Verkoop onroerend goed Treasurystatuut Beleid onderaannemers

De commissie kwaliteit en veiligheid heeft in 2017 drie keer vergaderd en één keer met de Centrale Cliëntenraad. Onder meer de volgende onderwerpen stonden op de agenda:

Periodieke rapportages team Innovatie & Kwaliteit Externe kwaliteitstoetsing Cliëntervaringsonderzoek Medewerkerstevredenheidsonderzoek Ziekteverzuim Verloop medewerkers SRH methodiek


16 mei 2018



Jaarverslag incidentencommissie Ervaringsdeskundigheid Mobiel consultatie team en mandaatcommissie Evaluatie automatische medicijndispenser Verbinding tussen welzijn en maatwerk

De remuneratiecommissie/governancecommissie heeft in 2017 drie keer vergaderd. Onder meer de volgende onderwerpen stonden op de agenda:

Afspraken 2017 met Raad van Bestuur Voortgangsgesprekken met Raad van Bestuur, functioneren, beoordelen Eisen Governancecode Zorg 2017 en (opleidings)eisen NVTZ Herziening statuten en reglementen op basis van nieuwe modellen NVTZ Samenloop van functies Accorderen declaraties Raad van Bestuur 2016

De Raad van Toezicht heeft in 2017 acht keer vergaderd en daarnaast:

locatiebezoeken gebracht zelfevaluatie gehouden een artikel 24 Wor-overleg gehouden met de ondernemingsraad een informele bijeenkomst gehouden met de ondernemingsraad, centrale cliëntenraad en het

strategisch overleg over zelforganisatie een bijeenkomst gehouden met de Raad van Bestuur om informeel te klankborden over actuele

vraagstukken waar RIBW GO voor staat een themabijeenkomst gehouden met de Raad van Bestuur en een externe gespreksleider over de

Governancecode 2017. De meeste onderwerpen die in de commissies behandeld zijn, zijn ook met het advies van de desbetreffende commissie besproken in de voltallige Raad van Toezicht. In aanvulling op de onderwerpen die in de commissies aan de orde zijn geweest stonden deze onderwerpen op de agenda:

Declaratie- en faciliteitenregeling bestuurder Bepaling klasse-indeling RIBW GO 2017 Werkagenda RIBW GO 2017 Informatieprotocol Topstructuur Samenwerken en onderhandelen gemeenten Nieuw elektronisch cliënten dossier Kaderbrief 2018 Sociaal jaarverslag HRM 2016 Maatregelen versterking coördinatie Versterking dienstverlening ondersteunende diensten ISO-certificering Werving bestuurder Werving extra lid Raad van Toezicht


16 mei 2018



Vaststellen WNT-classificatie, beloning Raad van Bestuur en vergoeding Raad van Toezicht 2017 en 2018.

Het jaar 2017 kenmerkt zich door veel veranderingen zowel in de omgeving van RIBW GO als intern. Intern vooral door de gevolgen van de contractvorming met gemeenten in het kader van de Wmo en door de noodzaak om zelforganisatie door te ontwikkelen. Deze aanpassingen en de invoering van een elektronisch cliënten dossier hadden mede tot gevolg dat RIBW GO het jaar heeft afgesloten met een fors verlies. Naar verwachting zal dat ook in 2018 het geval zijn. Daarna zullen maatregelen voldoende effect moeten hebben, waaronder eventueel stoppen van (onderdelen van) de dienstverlening in bepaalde gemeenten om op een nul resultaat te komen.

De Raad van Toezicht dankt bestuur, management en medewerkers voor hun inzet in deze lastige tijden. Met elkaar maken wij ons sterk voor een verantwoorde begeleiding van onze cliënten. Zij mogen, ook in lastige tijden, rekening op onze inzet en loyaliteit.

Namens de Raad van Toezicht, Ineke Donkervoort voorzitter

Samenstelling Raad van Toezicht (2017) * = organisatie telt mee volgens de Wet Bestuur en Toezicht

Naam Bestuursfunctie Hoofd- en nevenfuncties M/V Datum eerste benoe-ming

Herbe-noem-baar

H. Donkervoort

Voorzitter RvT

Lid remuneratie-commissie/ governance-commissie

Hoofdfunctie: Directeur ID Management & Advies

Nevenfuncties: - Lid Raad van Toezicht Jeugdhulp Friesland* (tot- 1-3-2018), Leeuwarden - Lid Raad van Toezicht Lefier*, woningcorporatie, Groningen, Emmen, Hoogezand - Lid Raad van Commissarissen Kabelnoord, Kabelbedrijf, Dongeradeel - Lid Raad van Toezicht O2G2*, Openbaar onderwijs, Groningen - Lid Raad van Toezicht KNSB, Schaatsbond, Utrecht - Lid Raad van Toezicht, Stienen Flier, sportaccommodatie, de Fryske Marren - Lid klachtencommissie goed bestuur MBO - Lid beroepscommissie MBO-HBO

V 01-10-2015

ja


16 mei 2018



J.A.P.M. Maas Lid RvT

Voorzitter remuneratiecommissie/ governance-commissie

Lid auditcommissie

Hoofdfunctie: vanaf juni 2017 Raad van Bestuur De Twentse Zorgcentra*

Nevenfuncties: - voorzitter Jeugd Innovatie Fonds - lid Pensioenraad Pensioenfonds Zorg en Welzijn (vh PGGM) - lid Raad van Toezicht Stichting FWG te Utrecht - lid Raad van Toezicht Stichting Speciaal Onderwijs Midden Nederland

M

01-10-2015

ja

R.H.J. Engbers

Lid RvT

Voorzitter auditcommissie

Hoofdfunctie: Senior Adviseur / eigenaar adviesbureau EN Adviseurs te Enschede, van daaruit secretaris Strategische Board Stedendriehoek

Nevenfuncties: - lid Bestuur Stichting FC Twente Scoren in de Wijk - voorzitter Stichting CPO West-Indiëschool te Enschede - vereffenaar Stichting Kennisinstituut Stedelijke Samenleving (vanuit EN Adviseurs) - Procesmanager Ontwikkeling Mastervariant Bestuurskunde NL (vanuit EN Adviseurs)

M 01-10-2014

ja

H.H. de Boer Lid RvT

Lid commissie kwaliteit en veiligheid

Hoofdfunctie: eigenaar Orthoklinika, orthopedisch chirurg centrum voor gewrichtsklachten tot 01-08-2017

Nevenfuncties: - lid Raad van Toezicht Stichting Sevagram te Heerlen*

M 01-10-2015

ja

G.M. Draijer

Lid RvT

Voorzitter commissie kwaliteit en veiligheid

Hoofdfunctie: directeur Medische Zaken bij zorggroep Alliade

Nevenfuncties: - lid RvT SBOH* - lid provinciale klachtencommissie Fryslan - gastdocent gezondheidsrecht UMCG

V 01-01-2017

ja


16 mei 2018



7.3 Centrale cliëntenraad Toelichting activiteiten Partnerschap kent drie vaste vormen van overleg: de Partnerberaden (PB), de Overlegtafels van Partnerberaden en de Centrale Cliëntenraad (CCR). Het Partnerberaad is de formele vorm van overleg tussen cliënten en de teams op lokaal niveau om de begeleiding zo goed mogelijk af te stemmen op de vraag van cliënten. Drie coaches hebben de taak om Partnerberaden te ondersteunen bij het inrichten van een goed werkend Partnerberaad. Een Overlegtafel van Partnerberaden bestaat uit vertegenwoordigers van de lokale Partnerberaden. Per lokaal Partnerberaad nemen een cliënt en een professional deel aan de Overlegtafel van Partnerberaden. Overlegtafels van Partnerberaden hebben een belangrijke rol. Zij geven de signalen van de Partnerberaden door aan de Centrale Cliëntenraad. Zo maken zij onderwerpen bespreekbaar. Leden van de Overlegtafels van Partnerberaden nemen gemeenschappelijke thema's ook weer mee terug naar het Partnerberaad in hun eigen gemeente of stadsdeel om ermee aan de slag te gaan. De Centrale Cliëntenraad komt op voor de belangen van alle cliënten van RIBW GO en is namens cliënten de gesprekspartner voor de Raad van Bestuur. De CCR denkt mee en geeft, gevraagd en ongevraagd, advies bij ontwikkelingen en besluiten. De CCR bestaat uit afgevaardigden van de drie Overlegtafels van Partnerberaden. Er zijn 21 Partnerberaden in Overijssel, 3 Overlegtafels in Zuidoost, Midden en Noordwest Overijssel en één Centrale Cliëntenraad. De CCR komt 3 keer per maand bijeen in Nijverdal; het Dagelijks Bestuur 1 keer per maand in Zwolle. De Overlegtafels en Partnerberaden vergaderen één keer per maand. Samenstelling Centrale Cliëntenraad gedurende 2017

Naam Functie M/V Gebied Edwin Kamp Voorzitter vanaf september 2016 M Onafhankelijk Gerda Brantenaar Penningmeester sinds 2012 V Noordwest

Henri Verbeek Algemeen bestuurslid sinds 2016 (lid sinds juli 2015) M

Noordwest

Jeanne Kok Vrijwillig adviseur sinds 2016 (lid sinds juni 2015) gestopt april V

Noordwest

Jan Betram Lid sinds juni 2015 M Noordwest Peter ten Have Lid sinds september 2016 M Noordwest Diny Vloedgraven Lid sinds 2011 V Midden Jolanda Ekkel Lid sinds 2017 V Midden Suus Wunderink Lid sinds 2014 V Zuidoost

Hadewich Benjamins Vrijwillig adviseur van de CCR sinds 2016 V

Noordwest

Leden die afscheid namen in de loop van 2017

Jolanda Geerdink

Lid sinds september 2015 – geen deelnemend lid gedurende 2017 (vertrek september) V

Zuidoost

Shirley Schraa Lid sinds juni 2015 (vertrek april) V Midden Dennis van der Meer Lid sinds 2014 (vertrek september) M Midden

Leo Kleinenberg Meelezend lid sinds 2016 (vertrek januari ) M

Zuidoost kpmg KPMG Audit


16 mei 2018



Sanne Geerdink Lid sinds september (vertrek januari 2018) V

Midden

Ina Beunk-Hekman Lid sinds september (formeel vertrek januari 2018) V

Midden

Cheyenne Beekman Lid sinds september, afwezig tot einde jaar (formeel vertrek januari 2018) V

Noordwest

Ondersteuning

Huub te Braake Adviseur CCR M Noordwest

Ragonda Kaizer Adviseur Zuidoost (linking pin met het gebied) gehele periode V

Zuidoost

Joey van Driessen Adviseur Midden (linking pin met het gebied) tot juni – waarneming in juli M

Midden

Jan Kruizinga Secretarieel/administratief ondersteuner (zorgverlof 3 maanden) M

Noordwest

Vervangend notulisten

Ferdinand Broekroelofs Vrijwillig notulist tot maart 2017 M

Noordwest

Sabine Bosman Secretarieel/administratief ondersteuner en notulist tot juli 2017 V

Noordwest

Gevraagde en ongevraagde adviezen (schriftelijk)

Maand Onderwerp Opgevolgd? Januari Klachtenregeling Deels

Februari Lid klachtencommissie SRH-methodiek

Ja Ja

Maart Gebrek aan informatie Format veiligheidsbeleid Arbeid en dagbesteding Zwolle Ambulantisering

Ja, beterschap beloofd Nee, verdient nog opvolging Mee te nemen Mee te nemen

Juni Strategisch beleidsplan Privacymatrix

Mee te nemen

Juli Topstructuur Opgevolgd

Augustus Mapgeld Opgevolgd

Oktober Nachtaanwezigheid

Geen postknop

Retour ontvangen met verzoek om extra input Opgevolgd

November Aanvullend advies nachtaanwezigheid Opgevolgd

Thema’s uit de maandelijkse overleggen van de Raad van Bestuur met de CCR

Maand Onderwerp Januari Presentatie van het koersdocument, het strategisch document en het

strategisch huisvestingsplan. Vragen door de CCR over de drie documenten Februari Positief advies op methodiek SRH, algemene opmerking over de route en wijze

van aanvragen van adviezen, adviesbrief Friendly Visiting, adviesbrief IPS, ontwikkeling Arbeid&Dagbesteding Zwolle.


16 mei 2018



De medezeggenschap verloopt volgens van te voren vastgestelde doelen: hoe en door wie (vraag van de RvB). Kunnen cliënten betrokken worden bij het exitinterview bij ontslag van personeelsleden? Evaluatie van het programma ‘Zelfstandigheid voorop’, Ontmoeting en kennismaking met Mieke Draijer, lid van de Raad van Toezicht

Maart Kennismaking met nieuw lid RvB – interim bestuurder Jeroen Collette, medezeggenschap en betrokkenheid CCR, mondelinge toelichting op de brieven die verstuurd worden door de CCR, onrust in de organisatie en onderzoek naar de topstructuur, berichtgeving over de begroting

April Reactie op adviesbrieven CCR, stand van zaken zelfsturende teams, verkleinen flexibele schil, organisatorische ontwikkelingen, begeleiderswisselingen en kwaliteit van zorg, maatschappelijke functie concretiseren

Mei Acties n.a.v. resultaten CQ-index, cliëntenbegeleiding m.b.t. wisselingen personeel, wachtlijsten BW, ontmanteling Meesterwerk, mogelijkheid kantorencomplex inrichten als woonruimte, privacymatrix

Juni CQ-index, toelichting op adviesbrief strategisch beleidsplan Juli Toelichting op adviesbrief strategisch beleidsplan en privacymatrix,

navordering CAK, kostprijs begeleiding, mail inzake begeleidingswisseling, scheiden wonen/zorg, MAP-geld, beleid rondom mailadressen, bemensing Partnerberaad

Aug/sept. Geen CCR/RvB-vergadering; wel overleg van de voorzitter Edwin Kamp met Ina Huesken en Jeroen Collette

Oktober Visie CCR op de topstructuur, visie op Mapbudget, verzoek om meer netwerkondersteuning in buurt en wijk, reactie op externe verzuimcoach, verzoek om nieuw onderzoek naar de taken van de trajectbegeleider, ontwikkelingen rond pilot ECD, WLZ-toekenning, klachtenfunctionaris en klachtencommissie, wijkgericht werken, financiële tekorten. Informeren van cliënten over het nieuwe ECD

November Visie CCR op ‘Wanneer is het huis op orde?’, visie van de CCR op zelforganisatie (vanuit de focusgroep), resultaat van het onderzoek naar de informatiemap voor cliënten, visie op nachtaanwezigheidsdienst en de vraag naar de positie van medezeggenschap binnen het Netwerk Empowerment, verzoek om reacties op MAP-advies, ontwikkelingen Werkelaar, aanbesteding Centrumgemeente Zwolle

December Geen CCR/RvB-overleg; wel overleg van de voorzitter Edwin Kamp met Ina Huesken en Jeroen Collette

Thema’s uit de overleggen van de CCR

Maand Onderwerp

Januari Privacywetgeving, huishoudelijk reglement Werkelaar, cliëntenblad en Cliëntenportaal, Vriendendienst Deventer, situatie Lemelerveld

Februari Basismethodiek, relatiemanagement, advies Strategisch beleidsplan, advies Veiligheidsbeleid en implementatieplan, advies Leerlijnen Zwolle, advies omklappen woningen

Maart Werkzaamheden relatiemanager, CQ-index onderzoek, Medewerkers Tevredenheidsonderzoek MTO, onderzoek ervaringsdeskundige begeleiders, visieontwikkeling meerjaren strategisch beleidsplan, onderzoek topstructuur, onderzoek vanuit RAAK naar beleving van de CCR over ervaringsdeskundigheid, overzicht van 10 gedragsregels ‘Zo gaan we met elkaar om’ in samenwerking met de OR


16 mei 2018



April Visie ECD, visie MAP-budget, vergoedingensysteem, recoveryhuis-zelfregiecentrum, tweede deel van het onderzoek vanuit RAAK naar beleving van de CCR over ervaringsdeskundigheid

Mei Bureau Opstart, privacy-matrix, ECD, advies strategisch beleidsplan, advies MAP-budget, hoe bereiken we onze achterban?, Facebook, portefeuillehouders voor de cliënteninitiatieven, tussenevaluatie onderzoek Netwerkondersteuning, lidmaatschap klachtencommissie Mediant/RIBW GO, infogids voor cliënten geplaatst op het cliëntenportaal

Juni Advies privacymatrix, Kwaliteit doen, advies over en uitvoering van de verbeteracties CQ-index, medezeggenschap: nieuwe wegen in slaan (waaier), Kwaliteit Doen! – daginvulling voor iedereen en merkbare afspraken met samenwerkingspartners

Juli Meningsvorming over: contact ambtenaar gemeente over omklappen, HEEgajemee op cliëntenportaal, trainingshuis, interventiehuis

Augustus Vakantie met Summerschool

September Centrale aansturing Opstart, kwaliteitseisen aan onderaannemers. Vervolg op trainingsprogramma Giethoorn: wat gaat goed en wat kan beter in de CCR? Visie op topstructuur en voorstel RvB over nachtopvang.

Oktober Jaarplan 2018 van de CCR ontwikkelen, terugblik op 2017, centraal aansturen van Opstart, kwaliteitscriteria voor ‘Het huis op orde’, kwaliteitscriteria Nachtzorg, mandaatscommissie MC en mobielconsultatieteam MCT, verbeteracties CQ, privacymatrix, e-learning rond medicatieuitgifte

November Privacymatrix rond stagiaires beveiliging, visiediscussie rond domotica en e-health (cliënttechnologie), uitwerking van een project rond multimedia door Overlegtafel ZO, bespreking van de Kwaliteitsposters: huisvesting is het visitekaartje van de RIBW GO en teams hebben een kloppend huishoudboekje, EPA-werkgroep en relatiemanagement in Midden en Zuidoost

December Kwaliteitssysteem: ISO certificering 9001:2015, toolkit veiligheid, visieontwikkeling rond locatie hoofdkantoor RIBW GO, jaarplanning 2018, waarin 4 focusbijeenkomsten gepland zijn en outreachend bezoek aan Overlegtafels, Partnerberaden en locatiebezoek

Deelname aan themagroepen en voorlichting

Maart Deelname aan Programma Aandacht voor Iedereen (AVI) April Deelname aan Programma AVI – NW Mei Deelname aan Programma AVI – NW Juni Deelname aan Programma AVI – NW

Knoppentraining voor ONS Juli Augustus Summerschool:

- SRH-methode - Gemeenteraad - WRAP - Foto-herstel

September Deelname aan Programma AVI – NW Oktober Themagroep rond veiligheid (OT Midden),


16 mei 2018



Themagroep Informatiemarkt Hengelo (OT Zuidoost) Deelname aan Programma AVI – NW

November Partnerberadendag Twente: Presentatie van Cliënten- initiatieven en bespreken van actuele thema’s Deelname aan Programma AVI – NW

December

Werkgroepen en/of bijeenkomsten (intern en extern) Gedurende het hele jaar heeft de CCR leden geleverd voor selectiecommissies voor interviews met kandidaten voor de RvB, RvT, beleidsmedewerker kwaliteit, de adviseurs Herstel & Ervaringsdeskundigheid, de Bestuurssecretaris en Gedragskundige, Relatiemanager Midden, Servicemedewerker Cliënteninitiatieven, Contactpersoon verblijf, Projectleider Roamler.

Maand Onderwerp Iedere maand -Strategisch Overleg: afvaardiging van de voorzitter en penningmeester in het

overleg -Elektronisch Cliëntendossier (ECD): wisselende afvaardiging in drie subwerkgroepen Administratie, ICT en Dossier ONS gedurende het gehele jaar -Teamvergadering van Netwerk Empowerment: afvaardiging van voorzitter en penningmeester en waaraan ook door leden van Opstart en Cliëntenportaal wordt deelgenomen -Overlegtafel Noordwest. Overige Overlegtafels vanaf september facultatief -Klankbordgroep Personen met verward gedrag in Zwolle -Bezoek aan Partnerberaden in Overijssel (21)

Vier keer/jaar -Dagelijks bestuur overleg van OR en CCR -Strategische inkoop

Acht keer/jaar -Deelname aan Relatiemanagersoverleg met teams in Noordwest Overijssel -Werkgroep Talento Forza

Januari -Groepsdiscussie met Motivaction inzake cliëntgestuurd wonen -Extern adviseur inzake Raad van bestuur -GGz Beraad Nieuwjaarsbijeenkomst met Ferenc van Damme -WMO-bijeenkomst in Arnhem met Alice Makkinga

Februari -Overleg over zingevingslab in Zwolle-Congres Provincie Overijssel in Holten - Maart -CIMOT bespreking over formulieren toegang

-Bezoek RIBW Cliëntenradendag in Madurodam onder leiding van Alice Makkinga -Overleg met team Teamadviseurs ter bevordering van medezeggenschap -Bezoek Zorgplein Zwolle -Ontwikkelingen locatie Lemelerveld met relatiemanager en teamadviseurs -Vitaliteitsbijeenkomst Nijverdal

April -Input voor WMO-manifest Zwolle Mei -Bezoek aan de Naastbetrokkenenraad Juni -Eric Dannenberg

-Congres Verwarde personen Reehorst Ede -ONS presentatie

Juli -Bezoek aan de werklunch met het GGz Beraad Overijssel -Evaluatie begeleidingsfuncties (A, B, C)

Augustus -Bezoek HET (Herstelnetwerk Twente) -Voorgesprek en selectiegesprek voor manager bedrijfsvoering


16 mei 2018



September -GGz-cluster Zwolle input rond verkiezingsprogramma’s met bijdragen vanuit de CCR van de RIBW GO -HET: HerstelNetwerkTwente: afvaardiging vanuit Netwerk Empowerment/CCR -Voorlichtingsbijeenkomst Dalfsen -Ontwikkeling van een zogenoemde waaier waarin beschreven staat op welke wijze de CCR het contact met de achterban wil bevorderen (focusgroepen, voorlichtingsthema’s, bezoek aan OT’s en PB’s etc.)

Oktober -Deelname aan bijeenkomst van de RvB, RvT, TA’s, OR, Servicediensten over ‘zelforganisatie’, waar de CCR het discussiepunt opperde dat ‘ieder team zijn teamleider verdient’ -Focusbijeenkomst over samenwerking tussen team en cliënten in zelforganisatie. Uitkomsten zijn beschikbaar gesteld aan de RvB -MBO-opleiding Ervaringsdeskundigheid Deltion Zwolle -Themabijeenkomst Veiligheid OT Midden Overijssel -Brainstorm visie/infrastructuur herstelcursussen -Infomarkt OT Zuidoost Hengelo -Inloopbijeenkomst Ixta Noa Enschede -Werkbijeenkomst Participatie geïsoleerde burgers Zwolle -Evaluatie begeleider en Vakinhoudelijk ondersteuner

November -Opening De Ruimte Zwolle -Uitgenodigd voor de werkconferentie EPA-tafel Zwolle -Opening Arbeidstrainingscentrum Salland -Buurtcirkel Zwolle -Partnerberadendag Zuidoost -Kwaliteitseisen aan onderaannemerschap -Thema-avond Dalfsen -Bezoek aan Grandcafé St. Jozef in Deventer -Uitreiking Roos van Elizabeth in Deventer (voor Gerda Brantenaar – de penningmeester van de CCR, Overlegtafel NW, Partnerberaad en GGz Beraad) -Receptie 10 jaar Werkelaar

December -Kwaliteitseisen aan onderaannemerschap 2e keer -Ronde tafelgesprekken over de VURIO-modellen -Bijeenkomst met Partnerberaad van de Werkelaar (2x) -Werkgroep Herstelbureau KiK -Werkgroep Huisvesting van de CCR kijkt de plannen in voor Zwolle

Gasten (intern en extern)

Maand Onderwerp Januari Lori van Egmond (Vriendendiensten Deventer), Janet Plegt (relatiemanager),

Hadewich Benjamins (adviseur CCR), Ramon Kwakman (Cliënt&Nieuws), Bettine Hoogenkamp (stagiaire)

Februari Janet Plegt (relatiemanager), Mieke Drayer (lid RvT) Maart Anne Marie Bakker (relatiemanager), Leontien Claessens (beleidsmedewerker

kwaliteit), Annemiek Morsink (Onderzoek Raak, ervaringsdeskundig begeleiders), Jeroen Collette (interim-bestuurder)

April Pieter van der Lucht en Deborah Laarman (recoveryhuis, zelfregiecentrum), Ursula Drexhage (nieuwe adviseur Ervaringsdeskundigheid & Herstel), Hadewich Benjamins (ED-er en Adviseur Medezeggenschap) en Marion Snellink (ED-er), Annemiek Morsink (Raak onderzoek), Herman de Boer (RvT) en Rob Engbers (RvT)

Mei Michael Stomp en Dahlia Thomas (Bureau Opstart), Jiska Ouwerkerk, Jennie Scholtmeijer (kwaliteit), dhr. Kathöfer (Klachtencommissie)

Juni Leontien Claessens (beleidsmedewerker kwaliteit) Juli


16 mei 2018



Augustus Summerschool met Hadewich Benjamins, Sander Bartels, Ursula Drexhage en Huub te Braake

September Elske Mooiman en Thea Geertman (Naastbetrokkenenraad) Ernst ter Linde (Vertrouwenspersoon) en Bram van den Esker (Roamler)

Oktober Jennie Scholtmeijer (Afdeling Kwaliteit) November Yda van Oosten en Jeroen ter Beke (Relatiemanagers), Egbert Wesselink

(Afdeling facilitair) December

Opleiding en cursussen

Maand Onderwerp Januari Cursus medezeggenschap Zwolle Centrum

Herstelsessie Gift City Teamtraining CCR over controle versus regie: cirkel van invloed, urgentie bepalen, dramadriehoek

Februari Selectie-interview Kampen Herstelsessie Gift City Teamtraining OT Zuid Oost

Maart Landelijke bijeenkomst cliëntenraden deelname 2 leden van de OT Zuid Oost April Cursus medezeggenschap PB Enschede Prisma ( april/mei) Juni Selectie-interview training Noordwest

Penningmeester workshop Cursus Oriënt Express PB Enschede Twekkelerveld

September Teamtraining en evaluatie van het functioneren van de CCR in Giethoorn gedurende een driedaagse Training Onderhandelen (2 leden CCR)

Oktober Cursus medezeggenschap PB Enschede centrum November Cursus medezeggenschap Kampen

Selectie-interview training Noordwest Medezeggenschapsbijeenkomst vanuit Netwerk Empowerment Cursus medezeggenschap PB Hengelo JV

December K3-training van Alice Makkinga (2 leden) – Kracht, Kernkwaliteiten, Kennis Centraal georganiseerde Cliënteninitiatieven:

Opstart

Bureau Opstart is het uitzend- en inzendbureau van de RIBW GO. Het bureau wordt door vrijwilligers gerund. Een overzicht van de resultaten: Aantal uitgezonden cliënten in Zwolle: 32 Aantal cliënten in behandeling van intake tot plaatsing: 4 Aantal cliënten waarvoor actieve werving: 6 Aantal (vrijwillige) intercedenten: 8, waarvan 5 in Zwolle (tezamen 28 uur per week), 2 intercedenten in Hengelo en 1 intercedent in Almelo Belangrijkste ontwikkeling is de centralisering van de coaching en advisering vanuit het Netwerk Empowerment onder verantwoordelijkheid van de CCR. Verder is in 2017 veel locatiebezoek om aandacht te vragen voor het uitzendbureau. Voor 2018 staat op de planning als focus: 1. stabilisatie kwaliteit dienstverlening 2. uitrollen arbeidsplaatsen via verbeteren contacten met werkgevers 3. integratie locaties Almelo en Hengelo. 4. extra inzet ten behoeve van Netwerk Empowerment

Cliënt&Nieuws

Eén uitgave van het blad in 2017 door de ‘oude redactie’. In het najaar van 2017 is de redactie opgeheven en heeft de redactie van het Cliënten- portaal de taak overgenomen.


16 mei 2018



Cliëntenportaal

In 2017 is een professionaliseringsslag gemaakt met het cliëntenportaal. De redactie werkt wekelijks informatie bij op de site, zodat die aantrekkelijk is voor de lezer. Alle cliënten zijn geïnformeerd over het Cliëntenportaal en hebben nieuwe inloggegevens ontvangen. Dit is ondersteund met een muismat waar de website is te vinden. Overigens is die in 2017 openbaar gemaakt; berichtgeving over de medezeggenschap zit nog achter een ‘slot’. Daarvoor is een inlog nodig met een wachtwoord, die de redactie aan de cliënt verstrekt. In december is Cliënt&Nieuws 2.0 verspreid onder alle cliënten met het voornemen om in de toekomst digitaal verder te gaan.

HEEgajemee?!

Vanwege het gebrek aan aandacht zowel van deelnemers als vrijwilligers, is besloten om de website uit de lucht te halen. Het wachten is op het aanhaken bij de website ‘Durf jij met mij’: vriendschap- en relatiebemiddeling. Dit betreft een landelijke website die door cliënten van o.a. meerdere RIBW-en gebruikt wordt.

Talento Forza

In 2017 is hard gewerkt om dit cliënteninitiatief zelfvoorzienend te laten zijn: het aantal cliënten betaalt het aantal begeleiders. Dit is nog niet opgelost maar het gaat de goede richting op. Ook de administratieve verwerking van TF binnen Plancare en later ONS gaven hoofdbrekends. Hierover is met de financiële afdeling regelmatig overleg gevoerd. De werkgroep TF onder leiding van de voorzitter Peter ten Have bracht continuïteit in het aantal deelnemers, de oefenavonden en de optredens. Samengevat: Aantal deelnemende cliënten: 16 Aantal oefenavonden: 22 Aantal optredens bij Sally ‘O Briens: 5 Aantal ondersteunende bands: 5 Deelname aan ‘Ik Toon’-festival in de binnenstad van Zwolle Aantal bezoekers gemiddeld: 80 Ondersteuners: Margreet, Angela en Klaas (stagiair Muziektherapie) Vrijwilliger leiding: Peter Werkgroep: Rutger, Willem Een aparte werkgroep onder leiding van Margreet en Aart brachten singer/songwriter Tim Knol naar Zwolle voor een oefenmiddag en optreden ’s avonds. De TF-band bestaande uit vijf leden ondersteunde Tim Knol

Cliëntgestuurd initiatief huisvesting

Het initiatief verkeert in een impasse: het is wachten op de toezegging van Carinova of er woningen toegewezen worden aan de RIBW GO. Onderwijl wacht Motivaction op de volgende opdrachtverstrekking voor ondersteuning en uitwerking van dit idee. De opdracht is tot op heden voor de helft uitgewerkt


16 mei 2018



7.4 Ondernemingsraad

Inleiding In het artikel 24 overleg met de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur heeft de OR drie speerpunten voor 2017 bepaald:

- Functiehuis - Veiligheid - ECD/SRH.

Op alle drie beleidsterreinen is de OR nauw betrokken. Meer hierover leest u onder de paragrafen Adviesaanvragen en Instemmingsaanvragen. De keuze voor de speerpunten heeft de OR gemaakt bij de bespreking van de Werkagenda, in overleg met Raad van Toezicht en Raad van Bestuur in mei 2017. De OR wilde hiermee duidelijk maken dat de draagkracht van medewerkers grenzen kent. De organisatie is op veel terreinen actief. Dit heeft ook effect op de werklast van medewerkers van zowel ondersteunende diensten als van medewerkers in het primaire proces. Dit is en blijft een bron van aanhoudende zorg van de OR. In de loop van het jaar werd duidelijk dat ook de topstructuur en de morele veiligheid belangrijke onderwerpen werden die meer tijd en inspanning van OR leden vergden dan aanvankelijk gedacht. Adviesrecht

Bestuur Het jaar begon ingrijpend met het vertrek van de bestuursvoorzitter en onderzoek door een externe bestuursadviseur naar de toekomstige bestuursstructuur en naar het organisatiemodel. De OR is in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen over een te benoemen interim bestuurder.

SRH-Methodiek De OR heeft geadviseerd als basismethodiek te kiezen voor de SRH-methodiek. De OR heeft zich daarmee aangesloten bij de conclusies van de werkgroep.

Begroting De OR heeft in een brief aan de Raad van Bestuur vragen gesteld over de begroting 2017.

Communicatie Prima Donna, onze partner in communicatie, is geëvalueerd. De resultaten daarvan worden bekend in 2018.

ECD De OR is in verband met de introductie van het nieuwe ECD vertegenwoordigd in de stuurgroep ECD. Van hieruit heeft de OR regelmatig de nadruk gelegd op de noodzaak van duidelijke en tijdige communicatie naar de teams. Vanuit de stuurgroep heeft de OR een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan de implementatie van het ECD en de daaraan gekoppelde SRH-methodiek. De OR heeft hierover meerdere keren, gevraagd en ongevraagd, geadviseerd.

Functiehuis evaluatie De OR is via de vertegenwoordiging in werkgroepen nauw betrokken geweest bij de herbeschrijving van de functies Begeleider A, Begeleider B, Begeleider C en teamadviseur. Daarnaast was de OR betrokken bij de evaluaties van de functie relatiemanager en contactpersoon verblijf. De OR heeft hierover positief geadviseerd.

Tijdelijke managers De OR heeft positief advies uitgebracht over het aanstellen van een tijdelijk manager voor de Werkelaar en de Herberg.

Nachtzorg BW Dit adviestraject was aanvankelijk uitgezet in het kader van de BaM (Bouwen aan medezeggenschap). Hierbij is het niet de OR maar een werkgroep van medewerkers die advies


16 mei 2018



uitbrengen aan de Raad van Bestuur. Deze werkgroep kwam met twee verschillende adviezen. Hierop heeft de Raad van Bestuur een van deze adviezen overgenomen. Daarop heeft de OR het initiatief genomen om hierover negatief te adviseren. De werkgroep is daarna opnieuw opgestart om gezamenlijk met Raad van Bestuur en OR in 2018 een tot een afgewogen besluit te komen.

Ervaringsdeskundigheid De OR heeft positief advies uitgebracht over de notitie Ervaringsdeskundigheid. Daarbij is expliciet aandacht gevraagd voor een goede implementatie en voor voldoende aandacht voor de begeleider met ervaringsdeskundigheid. Het implementatieplan volgt in 2018.

Topstructuur De OR is betrokken bij het eerste onderzoek naar de topstructuur, met als doel om binnen twee jaar ‘het huis op orde’ te hebben. Dit betekent dat in 2019 een besluit kan worden genomen over een eenhoofdige of tweehoofdige Raad van Bestuur. Het vervolgonderzoek ging over de versterking van de coördinatie binnen de organisatie. Met de evaluaties van de functies van Begeleiders, A, B en C en van de teamadviseur is hiermee rekening gehouden. Het onderzoek naar de topstructuur is daardoor mede gekoppeld aan de evaluatie van het functiehuis. De OR heeft positief geadviseerd over het eerste onderzoek van Twynstra-Gudde. De uitkomsten van het vervolgonderzoek volgen in 2018.

Instemmingrecht

Beroeps Praktijkvorming-plan De OR heeft na aanpassing van enkele onderdelen instemming aan verleend aan het BPV-plan.

Flexpool De OR heeft instemming verleend aan het opzetten van een interne flexpool.

Mensely De OR heeft instemming verleend aan de aanvullende samenwerkingsafspraken met Mensely, van waaruit de bedrijfsarts was aangesloten. De aanvullende samenwerkingsafspraken zijn tot stand gekomen op initiatief van de Raad van Bestuur.

Veiligheid De OR had Veiligheid als een van de prioriteiten aangemerkt voor 2017. De bijbehorende veiligheidsnotitie die daarvoor is opgesteld vergde echter meer tijd dan voorzien en is in 2017 niet gereedgekomen, met het oog op zorgvuldigheid. Wel zijn er al belangrijke stappen gezet.

Bedrijfsarts De OR was betrokken bij de evaluaties van bedrijfsarts en verzuimcoach. Eind dit jaar heeft de bedrijfsarts besloten om het contract te beëindigen. Als voorlopige oplossing is gekozen voor Vitaal Verder, een definitieve keuze wordt in de loop van 2018 gemaakt.

Verzuimbeleid De OR heeft instemming verleend aan het verzuimbeleid. Nieuwe element hierin is onder meer de betere en duidelijker rolverdeling van verschillende betrokkenen rond het verzuim, te weten: bedrijfsarts, verzuimcoach, aandachtsfunctionaris verzuim, personeelsadviseur en teamadviseur. In overleg met de werkgroep Duurzame Inzetbaarheid waarin ook de OR vertegenwoordigd is, is samenwerking gezocht met Bewegen werkt en het organiseren van vitaliteitssessies om ook in de preventieve sfeer een bijdrage te leveren aan het terugdringen van het verzuim.

Bestuurssecretaris De OR heeft positief geadviseerd over het aanstellen van een bestuurssecretaris.

Quickscan/TMA In 2016 is afscheid genomen van een bureau dat betrokken was bij de quickscan voor medewerkers. In 2017 is gezocht naar een andere aanbieder en daarbij is met instemming van de OR de keuze op TMA gevallen.


16 mei 2018



Initiatiefrecht Wijzigingen Arbowet

De OR heeft in een brief aan de Raad van Bestuur met betrekking tot de wijzigingen in de Arbowet aandacht gevraagd voor een aantal aspecten binnen de organisatie betreffende de veiligheid en de preventie.

Teaminterventies Op initiatief van de OR is naar aanleiding van meerdere teaminterventies door de Raad van Bestuur een werkgroep in het leven geroepen om zich over dit onderwerp te buigen. Met behulp van de evaluatie van deze teaminterventies in het verleden is nagegaan hoe de situatie voorkomen had kunnen worden en wat er beter kan. Welke signalen zijn er die op problemen in een team duiden? Hoe kunnen teaminterventies worden voorkomen? Deze werkgroep heeft hiervoor een aantal randvoorwaarden opgesteld die in 2018 nader worden uitgewerkt.

Samenwerking De OR waardeert de wijze waarop de Raad van Bestuur OR en medewerkers heeft betrokken bij vraagstukken zoals de topstructuur en het functiehuis. De OR constateert dat de tijdsplanning met betrekking tot advies- en instemmingsaanvragen en de samenwerking met de Raad van Bestuur om blijvende aandacht vraagt. De samenwerking met de Raad van Bestuur was begin 2017 niet optimaal, daarom zijn er afspraken gemaakt om deze samenwerking te verbeteren. De samenwerking is met positief resultaat meerdere keren geëvalueerd met als een van de uitkomsten een tweewekelijks overleg tussen Raad van Bestuur en het DB van de OR. Vergaderingen/overlegvormen De OR vergaderde in principe elke week waarbij er zes uur per week beschikbaar is voor elk OR lid en 8 uur voor voorzitter en vicevoorzitter. Het DB van de OR was daarnaast aanwezig bij het Strategisch Overleg en voert elke twee weken overleg met de Raad van Bestuur over lopende zaken. Viermaal per jaar hield de OR een contactpersonenoverleg voor alle teams, die hiervoor elk een contactpersoon afvaardigden. Dit overleg werd op dezelfde dag georganiseerd in Zwolle en Hengelo. In speciale bijeenkomst in november 2017 , georganiseerd door Raad van Toezicht en Raad van Bestuur met deelnemers aan het Strategisch Overleg heeft de OR een presentatie gegeven over zijn visie op Zelforganisatie 2.0 over de balans tussen zelforganisatie enerzijds en de behoefte sturing anderzijds. In de jaarlijkse cursus van de OR is onder meer aandacht geschonken aan de criteria voor ‘het huis op orde’ en op de evaluatie van de samenwerking met de Raad van Bestuur. Samenstelling 2017 De samenstelling van de OR is in 2017 gewijzigd. Henriette Bouwman heeft de zetel van Martine Abbink ingevuld via de reservelijst. Verder zijn na tussentijdse verkiezingen Krista Peek, Joost Kreike en René Klijnstra de opvolgers van respectievelijk Patrick Scholten, Pytsy Reitsma en Beshay Saad. Het Dagelijks Bestuur bestond in 2017 uit Beshay Saad (voorzitter) en als vicevoorzitter Sylvia van der Heide, later Lareina van Enteren. Het jaar is afgesloten met het afscheid van onze OR voorzitter Beshay Saad, die nu een andere functie binnen de organisatie bekleedt. De OR zetels in 2017 in een notendop:

Beshay Saad/René Klijnstra Sylvia van der Heide Lareina van Enteren Bert Brouwer Kitty Peters Anneke van de Wetering Nicol Spelmink


16 mei 2018



Bas Sipman Martine Abbink/Henriëtte Bouwman Patrick Scholten/Krista Peek Pytsy Reitsma/Joost Kreike

Samenvattend Al met al hoopt de OR dat het nieuwe functiehuis en de nieuwe structuur waarover in 2018 besluitvorming plaatsvindt, leidt tot meer stabiliteit in de organisatie. Het hoge verzuim en het grote verloop binnen de organisatie zijn voor de OR en de Raad van Bestuur een bron van zorg. Via onder meer een betere organisatiestructuur, vitaliteitssessies, een aanpak meer gericht op preventie en het aanbieden van meer vaste contracten is de organisatie bezig om hierin verbetering te brengen.


16 mei 2018



Bijlage 1 Algemene gegevens

Naam verslagleggende rechtspersoon RIBW Groep Overijssel

Adres Dokter Klinkertweg 2

Postcode 8025 BS

Plaats Zwolle

Telefoonnummer 038 455 65 80

Kamer van Koophandel 08182193

E-mailadres [email protected]

Internet www.ribwgroepoverijssel.nl


16 mei 2018




16 mei 2018


Jaarrekening 2017

Stichting RIBW Groep Overijssel


16 mei 2018



INHOUDSOPGAVE Pagina

5.1 Jaarrekening 20175.1.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2017 45.1.2 Geconsolideerde resultatenrekening over 2017 55.1.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2017 65.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 75.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2017 155.1.6 Mutatieoverzicht materiële vaste activa 215.1.7 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2017 225.1.8 Enkelvoudige balans per 31 december 2017 265.1.9 Enkelvoudige resultatenrekening over 2017 275.1.10 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling enkelvoudige jaarrekening 285.1.11 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2017 295.1.12 Enkelvoudig mutatieoverzicht materiële vaste activa 355.1.13 Enkelvoudig mutatieoverzicht financiële vaste activa 365.1.14 Toelichting op de enkelvoudige resultatenrekening over 2017 37

5.2 Overige gegevens5.2.1 Statutaire regeling resultaatbestemming 405.2.2 Nevenvestigingen 405.2.3 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 40

5.3 Bijlagen5.3.1 Overzicht Rapportage De Herberg 2017 465.3.2 Overzicht Rapportage Gemeente Enschede Cimot 2017 475.3.3 Overzicht Rapportage Gemeente Enschede Cimot medewerkers 2017 48

Pagina 2


16 mei 2018



5.1 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING

Pagina 3


16 mei 2018



5.1 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING

5.1.1 GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2017(na resultaatbestemming)

Ref. 31-dec-17 31-dec-16€ €

ACTIVA

Vaste activa

Materiële vaste activa 1 2.299.609 2.062.059

Vlottende activa

Vorderingen uit hoofde van financieringstekort 2 0 312.723Debiteuren en overige vorderingen 3 3.787.654 7.306.039Liquide middelen 4 29.296.431 24.696.184Totaal vlottende activa 33.084.085 32.314.946

Totaal activa 35.383.694 34.377.005

Ref. 31-dec-17 31-dec-16€ €

PASSIVA

Groepsvermogen 5Kapitaal 133.676 123.312Bestemmingsreserves 2.315.105 4.390.007Bestemmingsfondsen 19.935.817 18.634.001Algemene en overige reserves 225.217 225.217Totaal groepsvermogen 22.609.815 23.372.537

Voorzieningen 6 2.192.000 2.855.432

Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar)Schulden uit hoofde van financieringsoverschot 2 30.396 55.307Overige kortlopende schulden 7 10.551.483 8.093.729Totaal kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar) 10.581.879 8.149.037

Totaal passiva 35.383.694 34.377.005

Pagina 4


16 mei 2018



5.1.2 GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2017

Ref. 2017 2016€ €

BEDRIJFSOPBRENGSTEN:

Opbrengsten zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning 8 50.426.643 48.389.480

Subsidies (exclusief Wmo en Jeugdwet) 9 3.112.988 2.273.895

Overige bedrijfsopbrengsten 10 1.589.150 1.576.417

Som der bedrijfsopbrengsten 55.128.781 52.239.792

BEDRIJFSLASTEN:

Personeelskosten 11 34.931.979 31.222.473

Afschrijvingen op materiële vaste activa 12 265.213 244.268

Overige bedrijfskosten 13 20.607.390 19.164.844

Som der bedrijfslasten 55.804.582 50.631.585

BEDRIJFSRESULTAAT -675.800 1.608.207

Financiële baten en lasten 14 -87.281 -50.540

RESULTAAT VOOR BELASTING -763.082 1.557.667

Vennootschapsbelasting 15 360 8.781

RESULTAAT BOEKJAAR -762.722 1.566.448

RESULTAATBESTEMMING

Het resultaat is als volgt verdeeld: 2017 2016€ €

Toevoeging/(onttrekking):Bestemmingsfonds aanvaardbare kosten 2.299.895 0Kapitaal De Herberg 10.364 19.922Bestemmingsfonds WMO Jeugdwet -998.079 -488.950Bestemmingsreserve kwaliteitstoetsing GGZ 0 -23.803Bestemmingsreserve loopbaanbudget -1.126.763 -4.408Bestemmingsreserve herinvesteringen -13.371 -8.762Bestemmingsreserve mobiliteitspremies 0 0Bestemmingsreserve ECD -934.768 1.000.000Bestemmingsreserve innovatie 0 1.072.449

-762.722 1.566.448

Pagina 5


16 mei 2018



5.1.3 GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT OVER 2017Ref. 2017 2016

€ € € €Kasstroom uit operationele activiteitenBedrijfsresultaat -675.800 1.608.208

Aanpassingen voor:- afschrijvingen en overige waardeverminderingen 12 265.213 244.268- mutaties voorzieningen 6 -663.432 -1.466.112- boekresultaten afstoting vaste activa 0 0

-398.219 -1.221.844Veranderingen in werkkapitaal:- vorderingen 3 3.518.385 -4.338.620- vorderingen/schulden uit hoofde van financieringstekort respectievelijk -overschot 2 287.812 -228.489- kortlopende schulden (excl. schulden aan banken, behoudens rekening courant-krediet) 7 2.457.754 132.249

6.263.950 -4.434.859Kasstroom uit bedrijfsoperaties 5.189.931 -4.048.495

Ontvangen interest 14 7.648 46.956Betaalde interest en bankkosten 14 -94.929 -97.496Betaalde vennootschapsbelasting 15 360 8.781

-86.921 -41.759Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 5.103.010 -4.090.254

Kasstroom uit investeringsactiviteitenInvesteringen materiële vaste activa 1 -502.763 -68.932Desinvesteringen materiële vaste activa 1 0 16.004Verwervingen deelnemingen en/of samenwerkingsverbanden 5 0 0

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -502.763 -52.928

Kasstroom uit financieringsactiviteitenNieuw opgenomen leningen 0 0Aflossing langlopende schulden 0 0

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten 0 0

Mutatie geldmiddelen 4.600.247 -4.143.182

Stand geldmiddelen per 1 januari 4 24.696.184 28.839.366Stand geldmiddelen per 31 december 4 29.296.431 24.696.184Mutatie geldmiddelen 4.600.247 -4.143.182

Pagina 6


16 mei 2018



5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING

5.1.4.1 Algemeen

Algemene gegevens en groepsverhoudingen

De kernactiviteiten van RIBW Groep Overijssel zijn het bevorderen van de geestelijke gezondheid binnenhet werkgebied van de stichting; het ondersteunen, begeleiden en bijstaan van personen met langdurigepsychiatrische problematiek en/of psychosociale problemen en/of andere problemen; het (doen) behar-tigen van zowel belangen van cliënten als financiële belangen, in relatie tot de diverse overheden enziektekostenverzekeraars m.b.t. de door de stichting in het werkgebied geleverde dienstverlening.Vanaf 1 januari 2016 wordt het bestuur van Stichting de Herberg Zwolle gevoerd door het bestuur vanRIBW Groep Overijssel. Blijkens oprichtingsakte d.d. 22 december 2016 is RIBW Groep Overijssel 100% aandeelhouder metvolledige zeggenschap van Vidiveni B.V. te Zwolle. De activiteiten worden met ingang van 1 januari 2017in deze vennootschap ondergebracht.

Verslaggevingsperiode

Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

Continuïteitsveronderstelling

Vergelijking met voorgaand jaar

Vergelijkende cijfersDe vergelijkende cijfers van 2016 zijn gewijzigd ten opzichte van de presentatie in de jaarrekening 2016 vanRIBW Groep Overijssel. De cijfers uit de balans en de resultatenrekening 2016 van Stichting De Herbergmet name gericht op de winstbestemming en daarmee samenhangend de toerekening aan het eigenvermogen zijn aangepast.Deze cijfers betreffen:

Jaarrekening JaarrekeningBalans 2016 2017

Kapitaal 103.390 123.312Bestemmingsreserves 4.409.928 4.390.007Bestemmingsfondsen 18.634.001 18.634.001Algemene en overige reserves 225.217 225.217

23.372.536 23.372.536

ResultaatbestemmingKapitaal De Herberg 0 19.922Bestemmingsfonds WMO Jeugdwet -488.950 -488.950Bestemmingsreserve kwaliteitstoetsing GGZ -23.803 -23.803Bestemmingsreserve loopbaanbudget -4.408 -4.408Bestemmingsreserve herinvesteringen 0 -8.762Bestemmingsreserve ECD 1.000.000 1.000.000Bestemmingsreserve innovatie 1.083.609 1.072.449

1.566.448 1.566.448

Pagina 7

Stichting RIBW Groep Overijssel staat aan het hoofd van de RIBW Groep Overijssel Groep te Zwolle.

De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi, de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving RJ 655, Titel 9 BW2 en de bepalingen van en krachtens de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT).

Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.

De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Er hebben zich geen schattingswijzigingen voorgedaan.

Stichting RIBW Groep Overijssel is statutair gevestigd te Zwolle en heeft haar feitelijke (hoofd)vestiging aan de Dr. Klinkertweg 2 te Zwolle. Het KvK nummer van RIBW Groep Overijssel is 08182193.

Deze jaarrekening heeft betrekking op het boekjaar 2017, dat is geëindigd op balansdatum 31 december 2017.

De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en het resultaat zijn gebaseerd op historische kosten, tenzij anders vermeld in de verdere grondslagen.


16 mei 2018




Gebruik van schattingen

- voorziening dubieuze debiteuren - vorderingen inzake Wmo en Jeugdwet

Consolidatie

In de consolidatie zijn onderstaande gegevens verwerkt.

Naam Stichting De Herberg ZwolleVestigingsplaats ZwolleEigen vermogen 31-12-2017 357.469Resultaat 2017 -3.007Zeggenschap 100%

Naam Vidiveni B.V.Vestigingsplaats ZwolleEigen vermogen 31-12-2017 -101.803Resultaat 2017 -101.804Zeggenschap 100%

Verbonden rechtspersonen

Pagina 8

De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.De volgende waarderingsgrondslagen zijn naar de mening van het management het meest kritisch voor het weergeven van de financiële positie, en vereisen een aantal schattingen en veronderstellingen:

In de geconsolideerde jaarrekening van RIBW Groep Overijssel zijn de financiële gegevens verwerkt van de tot de groep behorende maatschappijen en andere rechtspersonen waarop overwegende zeggenschap kan worden uitgeoefend of waarover de centrale leiding wordt gevoerd.De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld met toepassing van de grondslagen voor de waardering en de resultaatbepaling van RIBW Groep Overijssel.Gegevens van geconsolideerde maatschappijen die andere grondslagen hanteren, zijn omgerekend naar de grondslagen van de rechtspersoon. Alleen wegens gegronde en in de toelichting vermelde redenen zijn in de geconsolideerde jaarrekening afwijkende grondslagen gehanteerd.

RIBW Groep Overijssel is geen transacties met verbonden partijen aangegaan die niet onder normale marktvoorwaarden hebben plaatsgevonden.


16 mei 2018




5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva

Activa en passiva

Materiële vaste activa

Financiële vaste activa

Pagina 9

De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen.

De afschrijvingstermijnen van materiële vaste activa zijn gebaseerd op de verwachte economische levensduur van het vast actief.

De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de verkrijgingsprijs volgens de lineaire methode op basis van de verwachte economische levensduur. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Op bedrijfsterreinen wordt niet afgeschreven.

De volgende afschrijvingspercentages worden hierbij gehanteerd: • Bedrijfsgebouwen : 0-10 %.• Machines en installaties : 5-20 %.• Andere vaste bedrijfsmiddelen : 5-25 %.

Activa en passiva worden tegen nominale waarde opgenomen, tenzij anders vermeld in de verdere grondslagen.Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd.

Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar RIBW Groep Overijssel zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.Een in de balans opgenomen actief of verplichting blijft op de balans, als een transactie met betrekking tot het actief of de verplichting niet leidt tot een belangrijke verandering in de economische realiteit met betrekking tot het actief of de verplichting.Een actief of verplichting wordt niet langer in de balans opgenomen als een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle rechten op economische en alle of nagenoeg alle risico's met betrekking tot het actief of de verplichting aan een derde zijn overgedragen. Verder wordt een actief of een verplichting niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip dat niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde.

De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro's, wat ook de functionele valuta is van RIBW Groep Overijssel.

De financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen reële waarde en vervolgens tegen geamortiseerde kostprijs.

Deelnemingen in groepsmaatschappijen en overige deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de nettovermogenswaardemethode. Invloed van betekenis wordt in ieder geval verondersteld aanwezig te zijn bij het kunnen uitbrengen van 20% of meer van de stemrechten. De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening; voor deelnemingen waarvan onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor aanpassing aan deze grondslagen, wordt uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van de desbetreffende deelneming. Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, waarbij ook leningen van deze deelneming worden betrokken (netto-investering), wordt deze op nihil gewaardeerd. Deelnemingen waarop geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Indien sprake is van een duurzame waardevermindering vindt waardering plaats tegen deze lagere waarde; afwaardering vindt plaats ten laste van de resultatenrekening.

Voor de kosten van periodiek groot onderhoud wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening is opgenomen onder de overige voorzieningen aan de passiefzijde van de balans. De uitgaven voor groot onderhoud worden ten laste gebracht van deze voorziening.


16 mei 2018




Vaste activa - bijzondere waardeverminderingen

Financiële instrumenten

Vorderingen

effectieverentemethode worden transactiekosten als onderdeel van de amortisatie in de winst- enverliesrekening verwerkt). De vervolgwaardering van vorderingen is tegen geamortiseerde kostprijs (indien geensprake van agio/disagio of transactiekosten dan geamortiseerde kostprijs gelijk aan nominale waarde). Eenvoorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid. De voorziening isgetroffen op basis van individuele beoordeling van de vorderingen.

Liquide middelen

Pagina 10

De eerste waardering van vorderingen is tegen reële waarde, inclusief transactiekosten. (Door toepassing van de

Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Bepaling reële waardeDe reële waarde van een financieel instrument is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en van elkaar onafhankelijk zijn.

Kortlopende schulden en overige financiële verplichtingenKortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode.

Vaste activa met een lange levensduur worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief te vergelijken met de opbrengstwaarde of de bedrijfswaarde zijnde de geschatte contante waarde van de toekomstige netto kasstromen die het actief naar verwachting zal genereren.Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte contante waarde van de toekomstige kasstromen, worden bijzondere waardeverminderingen verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde.De opbrengstwaarde is gebaseerd op de geschatte verkoopprijs minus de geschatte kosten welke nodig zijn om de verkoop te realiseren.

Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten en afgeleide instrumenten (derivaten).Financiële instrumenten omvatten tevens in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten (derivaten). Deze worden door de instelling gescheiden van het basiscontract en apart verantwoord indien de economische kenmerken en risico’s van het basiscontract en het daarin besloten derivaat niet nauw verwant zijn, indien een apart instrument met dezelfde voorwaarden als het in het contract besloten derivaat aan de definitie van een derivaat zou voldoen en het gecombineerde instrument niet wordt gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening.Financiële instrumenten, inclusief de van de basiscontracten gescheiden afgeleide financiële instrumenten, worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Indien instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering.In contracten besloten financiële instrumenten die niet worden gescheiden van het basiscontract, worden verwerkt in overeenstemming met het basiscontract.Na de eerste opname (tegen reële waarde) worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.


16 mei 2018




Voorzieningen (algemeen)

Voorziening groot onderhoud

Voorziening persoonlijk budget levensfase (toerekening aan jaren)

Voorziening jubileumverplichtingen

Voorziening langdurig zieken

Voorziening ORTDe voorziening ORT is gevormd voor het risico op doorbetaling van ORT tijdens vakantie-dagen.

Voorziening verlieslatende contracten

Schulden

Pagina 11

De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op gedane toezeggingen, blijfkans en leeftijd. De gehanteerde disconteringsvoet bedraagt 0,25%.

Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan en die het gevolg zijn van een gebeurtenis uit het verleden, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichting en verliezen af te wikkelen. De gehanteerde disconteringsvoet is 0,25%. Het effect van de discontering is € 16.000. Vorig jaar was de disconteringsvoet ook 0,25%.

De waardering van de overige schulden is toegelicht onder de financiële instrumenten.

Voor langdurig zieken is een voorziening gevormd op basis van de contante waarde van de verwachte loonkosten in de eerste twee jaren van de arbeidsongeschiktheid (voor medewerkers die naar verwachting niet zullen terugkeren in het arbeidsproces), voorzover deze na 31 december 2017 vallen, gebaseerd op 100 % gedurende het eerste jaar en 70 % gedurende het tweede jaar. De gehanteerde disconteringsvoet bedraagt 0,25%.

Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting.

De voorziening groot onderhoud wordt gevormd voor verwachte kosten inzake periodiek onderhoud van panden, installaties, e.d., gebaseerd op een meerjaren onderhoudsplan. De voorziening is gewaardeerd tegen contante waarde.

De voorziening persoonlijk budget levensfase (PBL) betreft een voorziening uit hoofde van een CAO verplichting in het kader van de overgangsregeling 45+ en 55+. Het persoonlijk budget levensfase kwalificeert als een beloning met opbouw van rechten. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst eenmalig uit te keren PBL-uren. De berekening is gebaseerd op de CAO-bepalingen, blijfkans, leeftijd en resterende dienstjaren tot het bereiken van de 65-jarige leeftijd. De gehanteerde disconteringsvoet bedraagt 0,25%.

RIBW Groep Overijssel heeft meerdere meerjarige contracten afgesloten waarbij een negatief verschil ontstaat tussen de door RIBW Groep Overijssel na de balansdatum te ontvangen prestatie en de door hem na de balansdatum te verrichten contraprestatie. Voor dit negatieve verschil is een voorziening opgenomen. Bij de berekening van de voorziening is rekening gehouden met de onvermijdbare kosten. De gehanteerde disconteringsvoet bedraagt 0,25%.

Personele voorzieningen worden, indien het effect van de tijdswaarde van geld materieel is, gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichting af te wikkelen. De disconteringsvoet voor belastingen waartegen contant wordt gemaakt, geeft de actuele marktrente weer. Hierin zijn risico's waarmee bij het schatten van de toekomstige uitgaven reeds rekening is gehouden niet betrokken.


16 mei 2018




5.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling

Algemeen

Opbrengsten

Personele kosten

Pagina 12

Opbrengsten uit het verlenen van diensten worden in de winst-en-verliesrekening verwerkt wanneer het bedrag van de opbrengsten op betrouwbare wijze kan worden bepaald, de inning van de te ontvangen vergoeding waarschijnlijk is, de mate waarin de dienstverlening op balansdatum is verricht betrouwbaar kan worden bepaald en de reeds gemaakte kosten en de kosten die (mogelijk) nog moeten worden gemaakt om de dienstverlening te voltooien op betrouwbare wijze kunnen worden bepaald.Indien het resultaat van een bepaalde opdracht tot dienstverlening niet op betrouwbare wijze kan worden bepaald, worden de opbrengsten verwerkt tot het bedrag van de kosten van de dienstverlening die worden gedekt door de opbrengsten.De met de opbrengsten samenhangende lasten worden toegerekend aan de periode waarin de baten zijn verantwoord.

Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de resultatenrekening voorzover ze verschuldigd zijn aan werknemers respectievelijk de belastingautoriteit.De beloningen van het personeel worden als last in de winst-en-verliesrekening verantwoord in de periode waarin de arbeidsprestatie wordt verricht en, voor zover nog niet uitbetaald, als verplichting op de balans opgenomen. Als de reeds betaalde bedragen de verschuldigde beloningen overtreffen, wordt het meerdere opgenomen als een overlopend actief voor zover er sprake zal zijn van terugbetaling door het personeel of van verrekening met toekomstige betalingen door de instelling.

Voor de beloningen met opbouw van rechten (sabbatical leave, gratificaties e.d. ) worden de verwachte lasten gedurende het dienstverband in aanmerking genomen. Een verwachte vergoeding ten gevolge van gratificaties worden verantwoord indien de verplichting tot betaling van die vergoeding is ontstaan op of vóór balansdatum en een betrouwbare schatting van de verplichtingen kan worden gemaakt. Ontvangen bijdragen voortvloeiend uit levensloopregelingen worden in aanmerking genomen in de periode waarover deze bijdragen zijn verschuldigd. Toevoegingen aan en vrijval van verplichtingen worden ten laste respectievelijk ten gunste van de winst-en-verliesrekening gebracht.

Indien een beloning wordt betaald, waarbij geen rechten worden opgebouwd (bijvoorbeeld doorbetaling in geval van ziekte of arbeidsongeschiktheid) worden de verwachte lasten verantwoord in de periode waarover deze beloning is verschuldigd. Voor op balansdatum bestaande verplichtingen tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen (inclusief ontslagvergoedingen) aan personeelsleden die op balansdatum naar verwachting blijvend geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden te verrichten door ziekte of arbeidsongeschiktheid wordt een voorziening opgenomen. De verantwoorde verplichting betreft de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichting op balansdatum af te wikkelen. De beste schatting is gebaseerd op contractuele afspraken met personeelsleden (CAO en individuele arbeidsovereenkomsten). Toevoegingen aan en vrijval van verplichtingen worden ten laste respectievelijk ten gunste van de winst-en-verliesrekening gebracht.

Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen.Baten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verlichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.Baten worden verantwoord in het jaar waarin de baten zijn gerealiseerd. Lasten worden in aanmerking genomen in het jaar waarin deze voorzienbaar zijn. De overige baten en lasten worden toegerekend aan de verslagperiode waarop deze betrekking hebben.

Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend.


16 mei 2018




Ontslagvergoedingen

Pensioenen

Pagina 13

Stichting RIBW Groep Overijssel heeft voor haar werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij RIBW Groep Overijssel. De verplichtingen, die voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn. RIBW Groep Overijssel betaalt hiervoor premies waarvan de helft door de werkgever wordt betaald en de helft door de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Per 1 januari 2015 gelden nieuwe regels voor pensioenfondsen. Daarbij behoort ook een nieuwe berekening van de dekkings-graad. De 'nieuwe' dekkingsgraad is het gemiddelde van de laatste twaalf dekkingsgraden. Door een gemiddelde te gebruiken, zal de dekkingsgraad nu minder sterk schommelen. In januari 2018 bedroeg de dekkingsgraad 103%. Het vereiste niveau van de dekkingsgraad is 127%. Het pensioenfonds verwacht volgens het herstelplan binnen 12 jaar hieraan te kunnen voldoen en voorziet geen noodzaak voor de aangesloten instellingen om extra stortingen te verrichten of om bijzondere premieverhogingen door te voeren. RIBW Groep Overijssel heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. RIBW Groep Overijssel heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord.

Ontslagvergoedingen zijn vergoedingen die worden toegekend in ruil voor de beëindiging van het dienstverband. Een uitkering als gevolg van ontslag wordt als verplichting en als last verwerkt als de onderneming zich aantoonbaar onvoorwaardelijk heeft verbonden tot betaling van een ontslagvergoeding. Als het ontslag onderdeel is van een reorganisatie, worden de kosten van de ontslagvergoeding opgenomen in een reorganisatievergoeding. Zie hiervoor de grondslag onder het hoofd Voorzieningen. Ontslagvergoedingen worden gewaardeerd met inachtneming van de aard van de vergoeding. Als de ontslagvergoeding een verbetering is van de beloningen na afloop van het dienstverband, vindt waardering plaats volgens dezelfde grondslagen die worden toegepast voor pensioenregelingen. Andere ontslagvergoedingen worden gewaardeerd op basis van de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichting af te wikkelen.


16 mei 2018




Financiële baten en lasten

Overheidssubsidies

5.1.4.4 Grondslagen van segmentering

RIBW Groep Overijssel ontplooit geen verschillende te onderscheiden activiteiten; derhalve is segmentatienaar operationele segmenten niet van toepassing.

5.1.4.5 Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzicht

Betalingen welke voortvloeien uit langlopende leningen worden voor het gedeelte dat betrekking heeft op derente opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten en voor het gedeelte dat betrekking heeft opde aflossing als kasstroom uit financieringsactiviteiten.Kasstromen uit financiële afgeleide instrumenten die worden verantwoord als reëlewaarde-hedges ofkasstroomhedges worden in dezelfde categorie ingedeeld als de kasstromen uit de afgedekte balansposten.Kasstromen uit financiële derivaten waarbij hedge accounting niet langer wordt toegepast, worden consistentmet de aard van het instrument ingedeeld, vanaf de datum waarop de hedge accounting is beëindigd.De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen.

5.1.4.6 Grondslagen voor gebeurtenissen na balansdatum

Gebeurtenissen die nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum en die blijken tot aande datum van het opmaken van de jaarrekening worden verwerkt in de jaarrekening.Gebeurtenissen die geen nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum worden niet in de jaarrekening verwerkt. Als dergelijke gebeurtenissen van belang zijn voor de oordeelsvorming van de gebruikers van de jaarrekening, worden de aard en de geschatte financiële gevolgen ervan toegelicht in dejaarrekening.

5.1.4.7 Waarderingsgrondslagen WNT

Voor de uitvoering van de Wet normering topinkomens (WNT) heeft de instelling zicht gehouden aan dewet- en regelgeving inzake de WNT, waaronder de instellingsspecifieke (sectorale) regels.

Pagina 14

Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode.

De financiële baten en lasten betreffen van derden en groepsmaatschappijen ontvangen (te ontvangen) en aan derden en groepsmaatschappijen betaalde (te betalen) interest. Tevens is hieronder opgenomen het aandeel van de stichting in het resultaat van de op nettovermogenswaarde gewaardeerde deelnemingen danwel ontvangen dividenden van deelnemingen waarin geen invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend en waardeveranderingen van financiële vaste activa en effecten.

Overheidssubsidies worden aanvankelijk in de balans opgenomen als vooruitontvangen baten zodra er redelijke zekerheid bestaat dat zij zullen worden ontvangen en dat de groep zal voldoen aan de daaraan verbonden voorwaarden. Subsidies ter compensatie van door de groep gemaakte kosten worden systematisch als opbrengsten in de winst-en-verliesrekening opgenomen in dezelfde periode als die waarin de kosten worden gemaakt. Subsidies ter compensatie van de groep voor de kosten van een actief worden systematisch in de winst-en-verliesrekening opgenomen gedurende de gebruiksduur van het actief. Een krediet afgesloten tegen een lagere rente dan de marktrente, wordt als schuld in de balans opgenomen waarbij waardering plaatsvindt zoals opgenomen onder Financiële instrumenten. Het verschil tussen het hogere ontvangen bedrag van het krediet en de boekwaarde bij eerste verwerking betreft het voordeel als gevolg van de lagere rente. Dit voordeel wordt verwerkt als overheidssubsidie.


16 mei 2018



5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS

ACTIVA

1. Materiële vaste activa31-dec-17 31-dec-16

De specificatie is als volgt: € €

Bedrijfsgebouwen en terreinen 1.629.652 1.579.937Machines en installaties 182.787 60.001Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting 487.170 422.121

Totaal materiële vaste activa 2.299.609 2.062.059

Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven: 2017 2016€ €

Boekwaarde per 1 januari 2.062.059 2.253.399Bij: investeringen 502.763 68.932Af: afschrijvingen 265.213 244.268Af: desinvesteringen 0 16.004

Boekwaarde per 31 december 2.299.609 2.062.059

Toelichting:

2. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en schulden uit hoofde van financieringsoverschot AWBZ / Wlz

t/m 2014 2015 2016 2017 totaal€ € € € €

Saldo per 1 januari -2.631 312.723 -52.676 257.416

Financieringsverschil boekjaar 0 -30.396 -30.396Correcties voorgaande jaren 0 0 406.003 406.003Betalingen/ontvangsten 2.631 -312.723 -353.327 -663.419Subtotaal mutatie boekjaar 2.631 -312.723 52.676 -30.396 -287.812

Saldo per 31 december 0 0 0 -30.396 -30.396

Stadium van vaststelling (per erkenning):RIBW IJssel-Vecht c c c aRIBW Twente c c c a

a= interne berekeningb= overeenstemming met zorgverzekeraarsc= definitieve vaststelling NZa

31-dec-17 31-dec-16€ €

Waarvan gepresenteerd als:- vorderingen uit hoofde van financieringstekort 0 312.723- schulden uit hoofde van financieringsoverschot 30.396 55.307

-30.396 257.416

Specificatie financieringsverschil in het boekjaar 2017 2016€ €

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Wlz-zorg (exclusief subsidies) 789.500 431.975Af: vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget 819.896 484.651

Totaal financieringsverschil -30.396 -52.676

Toelichting:

Pagina 15

De definitieve vaststelling van de budgetten tot en met 2016 hebben eind 2017 plaatsgevonden.

Voor een nadere specificatie van het verloop van de materiële vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.6.Er zijn op 31 december 2017 geen indicaties voor een bijzondere waardevermindering uit hoofde van verwachting, toekomstige expoitatieverliezen (impairment).


16 mei 2018




ACTIVA

3. Debiteuren en overige vorderingen

De specificatie is als volgt: 31-dec-17 31-dec-16€ €

Vorderingen op debiteuren 3.481.560 5.293.471Vorderingen kapitaalslasten 100.544 1.286.416Vorderingen op personeel 37.880 35.770Vooruitbetaalde bedragen 120.714 190.112Nog te ontvangen bedragen 45.193 499.750Kruisposten 1.765 520

Totaal debiteuren en overige vorderingen 3.787.654 7.306.039

Toelichting:

4. Liquide middelen


Bankrekeningen 29.260.654 24.664.288Kassen 35.777 31.896

Totaal liquide middelen 29.296.431 24.696.184

Toelichting:

depositogelden.

Pagina 16

In de debiteuren en overige vorderingen is begrepen een bedrag van € 156.000 (2016: € 486.000) met een resterende looptijd langer dan 1 jaar.

De voorziening die in aftrek op de vorderingen is gebracht, bedraagt € 207.000 (2016: € 585.000).

Van de liquide middelen is een bedrag van € 324.515 niet vrij opneembaar wegens afgegeven bankgaranties en

De overige liquide middelen staan ter vrije beschikking tot de stichting.


16 mei 2018




PASSIVA

5. Groepsvermogen

Het groepsvermogen bestaat uit de volgende componenten: 31-dec-17 31-dec-16€ €


Totaal groepsvermogen 22.609.815 23.372.537

KapitaalSaldo per Resultaat- Overige Saldo per

Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2017 bestemming mutaties 31-dec-2017€ € € €

Kapitaal 3.630 0 0 3.630Kapitaal de Herberg 119.682 10.364 0 130.046

Totaal kapitaal 123.312 10.364 0 133.676

BestemmingsreservesSaldo per Resultaat- Overige Saldo per


Bestemmingsreserves:Bestemmingsreserve loopbaanbudget 1.126.763 -1.126.763 0 0Bestemmingsreserve ECD etc. 1.950.000 -934.768 0 1.015.232Bestemmingsreserve innovatie 1.072.450 0 0 1.072.450Bestemmingsreserve herinvesteringen Herberg 240.794 -13.371 0 227.423

Totaal bestemmingsreserves 4.390.007 -2.074.902 0 2.315.105

BestemmingsfondsenSaldo per Resultaat- Overige Saldo per


Reserve aanvaardbare kosten 19.074.544 2.299.895 0 21.374.439Bestemmingsfondsen WMO Jeugdwet -440.543 -998.079 0 -1.438.622

Totaal bestemmingsfondsen 18.634.001 1.301.816 0 19.935.817

Algemene en overige reservesSaldo per Resultaat- Overige Saldo per


Algemene reserves:Stichting GGZ Services Twente 225.217 0 0 225.217

Totaal algemene en overige reserves 225.217 0 0 225.217

Toelichting:

die wordt opgebouwd over een periode van vijf jaar.De bestemmingsreserve ECD is gevormd voor de toekomstige implementatie van het ECD.De bestemmingsreserve herinvesteringen Herberg is gevormd voor toekomstige uitgaven inzake inventaris en inrichting.De bestemmingsfondsen WMO Jeugdwet betreffen een egalisatierekening jegens centrumgemeenten, gemeenten en instellingen in het kader van deze financiering gevormd op basis van voorschriften.

Pagina 17

De bestemmingsreserve loopbaanbudget is een reservering van een persoonlijk loopbaanbudget per medewerker


16 mei 2018




PASSIVA

5. Groepsvermogen (vervolg)

Overzicht van het totaalresultaat van de instelling31-dec-2017 31-dec-2016

€ €

Geconsolideerd netto-resultaat (na belastingen) toekomend aan de instelling -762.722 1.566.448

Totaalresultaat van de instelling -762.722 1.566.448

6. VoorzieningenSaldo per Dotatie Onttrekking Vrijval Saldo per

Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2017 31-dec-2017€ € € € €

Onderhoudsvoorziening 669.432 0 0 235.432 434.000Jubileumuitkering 460.000 61.434 15.434 0 506.000Voorziening PLB 288.000 0 0 99.000 189.000Voorziening langdurig zieken 242.000 277.000 242.000 0 277.000Voorziening verlieslatende contracten 863.000 0 149.000 26.000 688.000Voorziening ORT 333.000 0 60.779 174.221 98.000

Totaal voorzieningen 2.855.432 338.434 467.213 534.653 2.192.000

Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd:31-dec-2017

Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 747.000Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) 1.445.000hiervan > 5 jaar 0

Toelichting per categorie voorziening:

Voorziening groot onderhoudVoor de uitgaven voor groot onderhoud is een voorziening gevormd om deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantalboekjaren.

Voorziening JubileaDe jubileumvoorziening is volgens wettelijke voorschriften per 31-12-2005 gevormd in verband met verplichtingen jegens personeel uit hoofde van toekomstige jubileumuitkeringen.

Voorziening PLBDe voorziening PLB is gevormd in verband met toekomstige verplichtingen inzake het persoonlijk levensfasebudget.

Voorziening langdurig ziekenDe voorziening langdurig zieken is gevormd in verband met de doorbetalingsverplichting van het salaris in het tweede jaarvan ziekte van medewerkers die langdurig ziek zijn.

Voorziening verlieslatende contractenDe voorziening verlieslatende contracten heeft betrekking op contractuele (huur)verplichtingen van verliesgevende activiteiten.

Voorziening ORTDe voorziening ORT is gevormd voor het risico op doorbetaling van ORT tijdens vakantiedagen.

Pagina 18


16 mei 2018




PASSIVA

7. Overige kortlopende schulden


Schulden aan kredietinstellingen 0 0Crediteuren 1.926.660 1.478.958Belastingen en premies sociale verzekeringen 1.363.145 1.259.132Schulden terzake pensioenen 71.432 283.339Nog te betalen salarissen 23.831 1.582Nog te betalen bedragen 930.196 1.835.818Schulden mbt gemeentes 2.749.384 220.376Vooruitontvangen bedragen 267.895 42.605Vakantiegeld 1.072.751 1.006.113Vakantiedagen 2.146.189 1.965.806

Totaal overige kortlopende schulden 10.551.483 8.093.729

Toelichting:


Niet in de balans opgenomen verplichtingen en niet in de balans opgenomen activa

HuurverplichtingenRIBW Groep Overijssel heeft huurovereenkomsten afgesloten voor de huur van panden. De met derden aangeganehuurverplichtingen bedragen totaal € 12.907.437

Uitgesplitst in looptijd: €Verplichtingen < 1 jaar 3.869.013Verplichtingen > 1 jaar en < 5 jaar 7.400.870Verplichtingen > 5 jaar 1.637.554De resterende looptijd van de huurcontracten > 5 jaar bedraagt gemiddeld 7,1 jaar.

Pagina 19

In de overige kortlopende schulden is begrepen een bedrag van € 248.231 (2016: € 491.599) met een resterende looptijd langerdan 1 jaar.

Onzekerheden opbrengstverantwoordingAls gevolg van materiële nacontroles door zorgkantoren, zorgverzekeraars en gemeenten op de gedeclareerde zorgprestaties enmaatschappelijke ondersteuning kunnen correcties noodzakelijk zijn op de gedeclareerde productie. De effecten van eventuelemateriële nacontroles zijn vooralsnog onzeker en daarom zijn er hiervoor geen verplichtingen opgenomen in de balans.

AlgemeenRIBW Groep Overijssel maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de instelling blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s. Deze betreffen financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen.RIBW Groep Overijssel handelt niet in financiële derivaten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken.KredietrisicoRIBW Groep Overijssel loopt kredietrisico over vorderingen en liquide middelen. Het belangrijkste kredietrisico loopt RIBW Groep Overijssel op vorderingen op de verschillende gemeenten. Op basis van de relatie met deze gemeenten en hun financiële posities wordt het kredietrisico beperkt geacht. Daarbij zijn de banktegoeden zoals opgenomen onder de liquide middelen verspreid over meerdere banken, allen met minimaal een AA rating of hoger.Renterisico en kasstroomrisicoHet renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. Bij deze leningen is sprake van een vast rentepercentage over de gehele looptijd. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. De instelling heeft derhalve als beleid om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen.Reële waardeDe reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, effecten, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan.


16 mei 2018




PASSIVA (vervolg)

VPB-plicht JeugdzorgDoor de invoering van de Jeugdwet met ingang van 1 januari 2015, zijn gemeenten verantwoordelijk voor de organisatie vanjeugdzorg/-hulp aan haar minderjarige inwoners. Hiertoe sluiten gemeenten contracten af met de diverse aanbieders vanjeugdzorg/-hulp. Voor de jeugdzorginstelling zelf kan de wijziging van subsidiebekostiging (tot 2015) naar bekostiging opcontractsbasis (vanaf 2015) - meer dan voorheen - tot het risico van (gedeeltelijke) vennootschapsbelastingplicht leiden.Oorzaak van deze eventuele vennootschapsbelastingplicht ligt in het feit dat jeugdzorginstellingen veelal geen beroep meerkunnen doen op de zogenoemde "subsidie-vrijstelling" in de vennootschapsbelasting, omdat niet meer wordt voldaan aan debijbehorende voorwaarden. Daardoor wordt aangenomen dat de jeugzorginstellingen (meestentijds stichtingen) in beginseleen onderneming in fiscale zin drijven met (gedeeltelijke) vennootschapsbelastingplicht tot gevolg. Eenmaal vennootschaps-belastingplichtig is voor deze instellingen vervolgens van belang of er nog andere mogelijkheden c.q. vrijstellingen zijn om (gedeeltelijke) vennootschapsbelastingplicht te voorkomen. Hierbij valt te denken aan de zogenoemde "zorgvrijstelling" in devennootschapsbelasting.De instelling heeft een analyse gemaakt van de eventuele vennootschapsbelastingplicht en gezien voornoemde"zorgvrijstelling" geen rekening te houden met een eventuele belastingplicht in de jaarrekening.

Pagina 20


16 mei 2018



5.1.6 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA

Andere vaste Materiële vastebedrijfs- bedrijfsactiva in

middelen, uitvoering en Niet aan hetBedrijfs- technische en vooruitbetalingen bedrijfsproces

gebouwen en Machines en administratieve op materiële dienstbare Totaalterreinen installaties uitrusting vaste activa materiële activa

€ € € € € €

Stand per 1 januari 2017- aanschafwaarde 2.280.742 98.218 851.624 0 0 3.230.584- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0- cumulatieve afschrijvingen 700.805 38.217 429.503 0 0 1.168.525

Boekwaarde per 1 januari 2017 1.579.937 60.001 422.121 0 0 2.062.059

Mutaties in het boekjaar- investeringen 98.912 139.946 263.905 0 0 502.763- herwaarderingen 0 0 0 0 0 0- afschrijvingen 49.197 17.160 198.856 0 0 265.213- bijzondere waardeverminderingen 0 0 0 0 0 0

- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde 0 0 55.264 0 0 55.264 .cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 .cumulatieve afschrijvingen 0 0 55.264 0 0 55.264

- desinvesteringen aanschafwaarde 0 0 0 0 0 0 cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 per saldo 0 0 0 0 0 0

Mutaties in boekwaarde (per saldo) 49.715 122.786 65.049 0 0 237.550

Stand per 31 december 2017- aanschafwaarde 2.379.654 238.164 1.060.265 0 0 3.678.083- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0- cumulatieve afschrijvingen 750.002 55.377 573.095 0 0 1.378.474

Boekwaarde per 31 december 2017 1.629.652 182.787 487.170 0 0 2.299.609

Afschrijvingspercentage 0-10% 5-20% 5-25% 0,0% 0,0%

Pagina 21


16 mei 2018



5.1.7 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING

BATEN

8. Opbrengsten zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning

De specificatie is als volgt: 2017 2016€ €

Opbrengsten zorgverzekeringswet (exclusief subsidies) 0 0Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Wlz-zorg (exclusief subsidies) 1.195.503 649.097Opbrengsten Jeugdwet 1.793.643 1.139.699Opbrengsten Wmo 45.520.773 44.130.891Opbrengsten Ministerie van Veiligheid en Justitie (forensische zorg; exclusief subsidies) 1.510.106 1.791.081Overige zorgprestaties 406.619 678.711

Totaal 50.426.643 48.389.480

Toelichting:RIBW Groep Overijssel heeft bij Justitie 0,3 miljoen meer productie geleverd dan gecontracteerd. De Justitie productie boven hetafgesproken budget conform zorgzwaarte is door RIBW Groep Overijssel op de gedeclareerde opbrengsten Justitie in mindering gebracht op de maximale inkoopafspraak.RIBW Groep Overijssel heeft bij de WLZ 0,4 miljoen meer opbrengsten die voortvloeien uit een nabetaling over het jaar 2016.De opbrengsten 2016 waren gelijk aan de inkoopafspraak maar de verantwoorde productie boven de afspraak zijn toch aanRIBW Groep Overijssel overgemaakt.

9. Subsidies (exclusief Wmo en Jeugdwet)


Subsidies Wlz 1.829.063 1.086.474Overige Rijkssubsidies 1.128.736 1.069.737Beschikbaarheidsbijdragen Opleidingen 145.022 107.518Overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies 10.166 10.166

Totaal 3.112.988 2.273.895

Toelichting:

10. Overige bedrijfsopbrengsten


Overige opbrengsten uit dienstverlening 543.726 554.393Overige subsidies 0 0Overige opbrengsten 364.866 342.836Overige baten en lasten voorgaande boekjaren 0 0Eigen bijdrage clienten de Herberg MO 123.944 131.670Bijdrage SWZ 556.614 547.518

Totaal 1.589.150 1.576.417

Pagina 22

RIBW Groep Overijssel had over 2016 een beschikking aangevraagd en gekregen op basis van de overgangsregeling voor eenpercentage van 15% waar dat 30% mocht zijn. De opbrengsten 2016 zijn gebaseerd op de afgegeven beschikking maar er isdefinitief afgerekend op basis van 30%.


16 mei 2018




LASTEN

11. Personeelskosten


Lonen en salarissen 24.956.940 22.854.777Sociale lasten 3.983.688 3.783.478Pensioenpremies 1.983.264 1.819.647Andere personeelskosten:- Wervingskosten 45.695 54.069- Opleidingskosten 329.804 318.673- Vergoedingen cao 1.197.567 1.066.828- Arbo kosten 78.560 67.591- Overige personeelskosten 307.548 397.095Subtotaal 32.883.065 30.362.159Personeel niet in loondienst 2.048.914 860.314

Totaal personeelskosten 34.931.979 31.222.473

Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden 653 610

Alle personeelsleden zijn binnen Nederland werkzaam.

12. Afschrijvingen op materiële vaste activa


Afschrijvingen:- materiële vaste activa 265.213 244.268

13. Overige bedrijfskosten


Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 3.648.928 3.627.974Algemene kosten 6.840.550 5.721.293Patiënt- en bewonersgebonden kosten 3.205.521 2.863.747Onderhoud en energiekosten: 1.573.199 1.558.389Huur en leasing 5.786.250 5.802.564Dotaties en vrijval voorzieningen -447.058 -409.122

Totaal overige bedrijfskosten 20.607.390 19.164.844

Toelichting:

14. Financiële baten en lasten


Rentebaten 7.648 46.956Rentelasten -94.929 -97.497

Totaal financiële baten en lasten -87.281 -50.540

15. Vennootschapsbelasting


Vennootschapsbelasting Stichting de Herberg 360 8.781

Pagina 23

De stijging van de algemene kosten wordt veroorzaakt door 0,9 miljoen kosten voor het EPD.


16 mei 2018




16. Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT)WNT-verantwoording 2017 RIBW Groep OverijsselPer 1 januari 2013 is de Wet normering topinkomens (WNT) in werking getreden. De WNT is van toepassing opRIBW Groep Overijssel.Het bezoldigingsmaximum in 2017 voor RIBW Groep Overijssel is € 146.000, zorgen jeugdhulp klasse III. Dit geldt naar ratovan de duur en/of omvang van het dienstverband.

Leidinggevende topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen met dienstbetrekking.

R.C.P. Hartings D.A. HueskenRvB, voorzitter RvB, lid

Aanvang en einde functievervulling in 2017 1/1 - 31/3 1/1 - 31/121,0 1,0

Gewezen topfunctionaris? nee nee(Fictieve) dienstbetrekking? nee nee

33.245 127.700Beloningen betaalbaar op termijn 2.755 11.000Subtotaal 36.000 138.700

Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum 36.000 146.000

0 0Totaal bezoldiging 2017 36.000 138.700

Gegevens 2016Aanvang en einde functievervulling in 2016 15/4 - 31/12 1/3 - 31/12

1,0 1,0Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen 90.241 105.213Beloningen betaalbaar op termijn 12.768 8.964Totaal bezoldiging 2016 103.009 114.177

De WNT beloning betaalbaar op termijn van R.C.P. Hartings in 2016 is verhoogd met € 5.111 als gevolg vande toerekening van het vakantiegeld aan het jaar waarin het recht is ontstaan.

Leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking in de periode kalendermaand 1 t/m 12

bedragen x € 1 J.J.M. ColletteFunctiegegevens RvB, lidPeriode functievervulling in het kalenderjaar 2017 1/2 - 31/12Aantal kalendermaanden functievervulling in 2017 11

Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximumMaximum uurtarief in het kalenderjaar 176Maxima op basis van de normbedragen per maand 239.500Individueel toepasselijk maximum gehele periode 239.500

BezoldigingWerkelijk uurtarief lager dan het maximum uurtarief? JaBezoldiging in de betreffende periode 201.713 -/- Onverschuldigd betaald bedrag n.v.t.Totale bezoldiging, exclusief BTW 201.713

Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan n.v.t.

Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen met of zonder dienstbetrekking

bedragen x € 1 R.C.P. HartingsFunctiegegevens RvB, voorzitterDeeltijdfactor in fte 1,0Jaar waarin dienstverband is beëindigd 2017

OntslaguitkeringOvereengekomen uitkeringen wegens beëindiging dienstverband 73.396

Individueel toepasseljk maximum 75.000 -/- Onverschuldigd deel n.v.t.Totaal uitkeringen wegens beëindiging dienstverband 73.396Waarvan betaald in 2017 73.396

Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan n.v.t.

Pagina 24

-/- Onverschuldigd betaald bedrag

Omvang dienstverband 2016 (in fte)

bedragen x € 1Functiegegevens

Omvang dienstverband in fte

Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen


16 mei 2018




Toezichthoudende topfunctionarissen

bedragen x € 1 H. Donkervoort R.H.J. Engbers J.A.P.M. Maas H.H. de BoerFunctiegegevens RvT, voorzitter RvT, lid RvT, lid RvT, lidAanvang en einde functievervulling in 2017 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12

Individueel WNT-maximum 21.900 14.600 14.600 14.600

17.400 9.600 12.500 9.600Belastbare onkostenvergoedingen 0 0 0 0Beloningen betaalbaar op termijn 0 0 0 0Subtotaal 17.400 9.600 12.500 9.600

0 0 0 0

Totaal bezoldiging 2017 17.400 9.600 12.500 9.600

Aanvang en einde functievervulling in 2016 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12Totaal bezoldiging 2016 13.500 9.000 9.000 9.000

Vervolg - Toezichthoudende topfunctionarissen

bedragen x € 1 G.M. DraijerFunctiegegevens RvT, lidAanvang en einde functievervulling in 2017 1/1 - 31/12

Individueel WNT-maximum 14.600

9.600Belastbare onkostenvergoedingen 0Beloningen betaalbaar op termijn 0Subtotaal 9.600

0

Totaal bezoldiging 2017 9.600

Aanvang en einde functievervulling in 2016 n.v.t.Totaal bezoldiging 2016 n.v.t.

Overige rapportageverplichtingen op grond van WNTNaast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen met dienstbetrekking die in 2017een bezoldiging boven het individueel toepasselijke drempelbedrag hebben ontvangen.

17. Honoraria accountant 2017 2016€ €

De honoraria van de accountant over 2017 zijn als volgt:

1 Controle van de jaarrekening 149.132 115.5552 Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie) 20.570 7.5323 Fiscale advisering 0 15.2284 Niet-controlediensten 277.475 17.860

Totaal honoraria accountant 447.177 156.175

18. Transacties met verbonden partijen

Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet-zakelijke grondslag.

Pagina 25

Beloning


Beloning


De bezoldiging van de bestuurders en toezichthouders die in het kader van de WNT verantwoord worden, is opgenomen onder punt 16.

Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de instelling, haar deelnemingen en hun bestuurders en leidinggevende functionarissen.


16 mei 2018



5.1.8 ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2017(na resultaatbestemming)

Ref. 31-dec-17 31-dec-16€ €

ACTIVA

Vaste activa

Materiële vaste activa 1 2.293.581 2.062.059Financiële vaste activa 2 133.893 54.048Totaal vaste activa 2.427.474 2.116.107

Vlottende activa

Vorderingen uit hoofde van financieringstekort 3 0 312.723Debiteuren en overige vorderingen 4 3.590.118 7.218.591Liquide middelen 5 28.908.916 24.423.752Totaal vlottende activa 32.499.033 31.955.066

Totaal activa 34.926.507 34.071.173

Ref. 31-dec-17 31-dec-16€ €

PASSIVA

Eigen vermogen 6Kapitaal 3.630 3.630Bestemmingsreserves 2.087.681 4.149.212Bestemmingsfondsen 19.935.767 18.634.001Algemene en overige reserves 225.217 225.217Totaal eigen vermogen 22.252.295 23.012.060

Voorzieningen 7 2.143.000 2.806.000

Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar)Schulden uit hoofde van financieringsoverschot 3 30.396 55.307Overige kortlopende schulden 8 10.500.816 8.197.806Totaal kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar) 10.531.212 8.253.113

Totaal passiva 34.926.507 34.071.173

Pagina 26


16 mei 2018



5.1.9 ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2017

Ref. 2017 2016€ €

BEDRIJFSOPBRENGSTEN:

Opbrengsten zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning 9 50.386.688 48.383.404

Subsidies (exclusief Wmo en Jeugdwet) 10 2.643.675 1.810.055

Overige bedrijfsopbrengsten 11 536.925 936.727

Som der bedrijfsopbrengsten 53.567.288 51.130.186

BEDRIJFSLASTEN:

Personeelskosten 12 34.010.467 30.568.370

Afschrijvingen op materiële vaste activa 13 263.858 244.268

Overige bedrijfskosten 14 19.863.951 18.714.512

Som der bedrijfslasten 54.138.276 49.527.150

BEDRIJFSRESULTAAT -570.988 1.603.036

Financiële baten en lasten 15 -86.924 -47.748

Resultaat deelnemingen -101.853 0

RESULTAAT BOEKJAAR -759.765 1.555.288

RESULTAATBESTEMMING

Het resultaat is als volgt verdeeld: 2017 2016€ €

Toevoeging/(onttrekking):Bestemmingsfonds aanvaardbare kosten 2.299.845 0Bestemmingsfonds WMO Jeugdwet -998.079 -488.950Bestemmingsreserve kwaliteitstoetsing GGZ 0 -23.803Bestemmingsreserve loopbaanbudget -1.126.763 -4.408Bestemmingsreserve ECD -934.768 1.000.000Bestemmingsreserve innovatie 0 1.072.449

-759.765 1.555.288

Pagina 27


16 mei 2018




5.1.10.1 Algemeen

Financiële vaste activa

Pagina 28

ENKELVOUDIGE JAARREKENING

De waarderingsgrondslagen van de enkelvoudige jaarrekening wijken niet af van de waarderingsgrondslagen van de geconsolideerde jaarrekening. Voor een toelichting verwijzen wij u naar paragraaf 5.1.4.

Deelnemingen in groepsmaatschappijen en overige deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de nettovermogenswaardemethode. Invloed van betekenis wordt in ieder geval verondersteld aanwezig te zijn bij het kunnen uitbrengen van 20% of meer van de stemrechten. De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening; voor deelnemingen waarvan onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor aanpassing aan deze grondslagen, wordt uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van de desbetreffende deelneming. Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, waarbij ook leningen aan deze deelneming worden betrokken (netto-investering), wordt deze op nihil gewaardeerd. Deelnemingen waarop geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Indien sprake is van een duurzame waardevermindering vindt waardering plaats tegen deze lagere waarde; afwaardering vindt plaats ten laste van de resultatenrekening. De vorderingen inzake FVA hebben een looptijd < 1 jaar.


16 mei 2018



5.1.11 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS

Voor zover posten uit de enkelvoudige balans niet afwijken van de geconsolideerde balans zijn deze hiernaniet nader toegelicht en wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde balans.

ACTIVA

1. Materiële vaste activa31-dec-17 31-dec-16

De specificatie is als volgt: € €

Bedrijfsgebouwen en terreinen 1.629.652 1.579.937Machines en installaties 176.759 60.001Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting 487.170 422.121

Totaal materiële vaste activa 2.293.581 2.062.059

Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven: 2017 2016€ €

Boekwaarde per 1 januari 2.062.059 2.253.399Bij: investeringen 495.380 68.932Af: afschrijvingen 263.858 244.268Af: desinvesteringen 0 16.004

Boekwaarde per 31 december 2.293.581 2.062.059

Toelichting:

2. Financiële vaste activa


Deelnemingen in groepsmaatschappijen 1 1Vorderingen op groepsmaatschappijen 133.892 54.047

Totaal financiële vaste activa 133.893 54.048

Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt: 2017 2016€ €

Boekwaarde per 1 januari 54.048 0Kapitaalstortingen 0 1Resultaat deelnemingen -101.853 0Mutatie rekening courant 181.698 54.047

Boekwaarde per 31 december 133.893 54.048

Toelichting op belangen in andere rechtspersonen of vennootschappen:

Naam en rechtsvorm en woonplaats rechtspersoon

Verschaft kapitaal

Kapitaalbe-lang (in %)

Eigen vermogen Resultaat

€ €

Vidiveni B.V. te Zwolle 1 100% 1 -101.853

Voor een nadere specificatie van het verloop van de financiële vaste activa per activagroep wordt verwezen naar hetmutatieoverzicht onder 5.1.13

Pagina 29

restaurantRechtstreekse kapitaalbelangen >= 20%:

Voor een nadere specificatie van het verloop van de materiële vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.12.

Kernactiviteit


16 mei 2018




3. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en schulden uit hoofde van financieringsoverschot AWBZ / Wlz

t/m 2014 2015 2016 2017 totaal€ € € € €

Saldo per 1 januari -2.631 312.723 -52.676 257.416

Financieringsverschil boekjaar -30.396 -30.396Correcties voorgaande jaren 0 0 406.003 406.003Betalingen/ontvangsten 2.631 -312.723 -353.327 -663.419Subtotaal mutatie boekjaar 2.631 -312.723 52.676 -30.396 -287.812

Saldo per 31 december 0 0 0 -30.396 -30.396

Stadium van vaststelling (per erkenning):RIBW IJssel-Vecht c c c aRIBW Twente c c c a

a= interne berekeningb= overeenstemming met zorgverzekeraarsc= definitieve vaststelling NZa

31-dec-17 31-dec-16€ €

Waarvan gepresenteerd als:- vorderingen uit hoofde van financieringstekort 0 312.723- schulden uit hoofde van financieringsoverschot 30.396 55.307

-30.396 257.416

Specificatie financieringsverschil in het boekjaar 2017 2016€ €

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Wlz-zorg (exclusief subsidies) 789.500 431.975Af: vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget 819.896 484.651

Totaal financieringsverschil -30.396 -52.676

Toelichting:

Pagina 30

doordat de herschikking gebaseerd is op gedeclareerde productie op een moment dat er een facturatie-achterstand was.De definitieve vaststelling van de budgetten tot en met 2016 hebben eind 2017 plaatsgevonden. Het wettelijk budget is gedaald


16 mei 2018




ACTIVA

4. Debiteuren en overige vorderingen


Vorderingen op debiteuren 3.307.325 5.253.257Vorderingen kapitaalslasten 100.544 1.286.416Vorderingen op personeel 37.848 35.770Vooruitbetaalde bedragen 110.722 190.112Nog te ontvangen bedragen 31.913 452.516Kruisposten 1.765 520

Totaal debiteuren en overige vorderingen 3.590.118 7.218.591

Toelichting:

5. Liquide middelen


Bankrekeningen 28.876.660 24.394.562Kassen 32.255 29.190

Totaal liquide middelen 28.908.916 24.423.752

Toelichting:

Pagina 31

gelden. De overige liquide middelen staan ter vrije beschikking tot de stichting.Van de liquide middelen is een bedrag van € 324.515 niet vrij opneembaar wegens afgegeven bankgaranties en deposito-

De voorziening die in aftrek op de vorderingen is gebracht, bedraagt 174.000 (2016: 406.000).


16 mei 2018




PASSIVA

6. Eigen vermogen

Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: 31-dec-17 31-dec-16€ €


Totaal eigen vermogen 22.252.295 23.012.060

KapitaalSaldo per Resultaat- Overige Saldo per


Kapitaal 3.630 0 0 3.630

Totaal kapitaal 3.630 0 0 3.630

BestemmingsreservesSaldo per Resultaat- Overige Saldo per


Bestemmingsreserves:Bestemmingsreserve loopbaanbudget 1.126.763 -1.126.763 0 0Bestemmingsreserve kwaliteitstoetsing GGZ 0 0 0 0Bestemmingsreserve ECD 1.950.000 -934.768 0 1.015.232Bestemmingsreserve innovatie 1.072.449 0 0 1.072.449

Totaal bestemmingsreserves 4.149.212 -2.061.531 0 2.087.681

BestemmingsfondsenSaldo per Resultaat- Overige Saldo per


Reserve aanvaardbare kosten 19.074.544 2.299.845 0 21.374.389Bestemmingsfondsen WMO Jeugdwet -440.543 -998.079 0 -1.438.622

Totaal bestemmingsfondsen 18.634.001 1.301.766 0 19.935.767

Algemene en overige reservesSaldo per Resultaat- Overige Saldo per


Algemene reserves:Stichting GGZ Services Twente 225.217 0 0 225.217

Totaal algemene en overige reserves 225.217 0 0 225.217

Specificatie aansluiting geconsolideerd - enkelvoudig vermogen 31 december 2017en resultaat over 2017

De specificatie is als volgt :Eigen

vermogen Resultaat€ €

Enkelvoudig eigen vermogen en resultaat: 23.012.060 -759.765

Stichting de Herberg Zwolle 360.527 -3.007

Totaal geconsolideerd eigen vermogen en resultaat 23.372.587 -762.772

Pagina 32


16 mei 2018




PASSIVA

7. VoorzieningenSaldo per Dotatie Onttrekking Vrijval Saldo per

Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2017 31-dec-2017€ € € € €

Onderhoudsvoorziening 620.000 0 0 235.000 385.000Jubileumuitkering 460.000 61.434 15.434 0 506.000Voorziening PLB 288.000 0 0 99.000 189.000Voorziening langdurig zieken 242.000 277.000 242.000 0 277.000Voorziening verlieslatende contracten 863.000 0 149.000 26.000 688.000Voorziening ORT 333.000 0 60.779 174.221 98.000

Totaal voorzieningen 2.806.000 338.434 467.213 534.221 2.143.000

Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd:31-dec-2017

Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 747.000Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) 1.396.000hiervan > 5 jaar 0

Toelichting per categorie voorziening:

Voorziening groot onderhoudVoor de uitgaven voor groot onderhoud is een voorziening gevormd om deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantalboekjaren.

Voorziening JubileaDe jubileumvoorziening is volgens wettelijke voorschriften per 31-12-2005 gevormd in verband met verplichtingen jegens personeel uit hoofde van toekomstige jubileumuitkeringen.

Voorziening PLBDe voorziening PLB is gevormd in verband met toekomstige verplichtingen inzake het persoonlijk levensfasebudget.

Voorziening langdurig ziekenDe voorziening langdurig zieken is gevormd in verband met de doorbetalingsverplichting van het salaris in het tweede jaarvan ziekte van medewerkers die langdurig ziek zijn.

Voorziening verlieslatende contractenDe voorziening verlieslatende contracten heeft betrekking op contractuele (huur)verplichtingen van verliesgevende activiteiten.

Voorziening ORTDe voorziening ORT is gevormd voor het risico op doorbetaling van ORT tijdens vakantie-dagen.

Pagina 33


16 mei 2018




PASSIVA

8. Overige kortlopende schulden


Crediteuren 1.876.097 1.552.578Belastingen en premies sociale verzekeringen 1.384.037 1.257.348Schulden terzake pensioenen 70.307 283.339Nog te betalen salarissen 23.831 1.582Nog te betalen bedragen 921.449 1.869.170Schulden mbt gemeentes 2.749.384 220.376Vooruitontvangen bedragen 267.895 42.605Vakantiegeld 1.061.627 1.005.000Vakantiedagen 2.146.189 1.965.808

Totaal overige kortlopende schulden 10.500.816 8.197.806


Niet in de balans opgenomen verplichtingen en niet in de balans opgenomen activa

HuurverplichtingenRIBW Groep Overijssel heeft huurovereenkomsten afgesloten voor de huur van panden en leaseovereenkomsten inzakeauto's. De met derden aangegane huurverplichtingen bedragen totaal € 12.907.437

Uitgesplitst in looptijd: €Verplichtingen < 1 jaar 3.869.013Verplichtingen > 1 jaar en < 5 jaar 7.400.870Verplichtingen > 5 jaar 1.637.554De resterende looptijd van de huurcontracten > 5 jaar bedraagt gemiddeld 7,1 jaar.

VPB-plicht JeugdzorgDoor de invoering van de Jeugdwet met ingang van 1 januari 2015, zijn gemeenten verantwoordelijk voor de organisatie vanjeugdzorg/-hulp aan haar minderjarige inwoners. Hiertoe sluiten gemeenten contracten af met de diverse aanbieders vanjeugdzorg/-hulp. Voor de jeugdzorginstelling zelf kan de wijziging van subsidiebekostiging (tot 2015) naar bekostiging opcontractsbasis (vanaf 2015) - meer dan voorheen - tot het risico van (gedeeltelijke) vennootschapsbelastingplicht leiden.Oorzaak van deze eventuele vennootschapsbelastingplicht ligt in het feit dat jeugdzorginstellingen veelal geen beroep meerkunnen doen op de zogenoemde "subsidie-vrijstelling" in de vennootschapsbelasting, omdat niet meer wordt voldaan aan debijbehorende voorwaarden. Daardoor wordt aangenomen dat de jeugzorginstellingen (meestentijds stichtingen) in beginseleen onderneming in fiscale zin drijven met (gedeeltelijke) vennootschapsbelastingplicht tot gevolg. Eenmaal vennootschaps-belastingplichtig is voor deze instellingen vervolgens van belang of er nog andere mogelijkheden c.q. vrijstellingen zijn om (gedeeltelijke) vennootschapsbelastingplicht te voorkomen. Hierbij valt te denken aan de zogenoemde "zorgvrijstelling" in devennootschapsbelasting.De instelling heeft een analyse gemaakt van de eventuele vennootschapsbelastingplicht en gezien voornoemde"zorgvrijstelling" geen rekening te houden met een eventuele belastingplicht in de jaarrekening.

Pagina 34

AlgemeenRIBW Groep Overijssel maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de instelling blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s. Deze betreffen financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen.RIBW Groep Overijssel handelt niet in financiële derivaten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken.KredietrisicoRIBW Groep Overijssel loopt kredietrisico over vorderingen en liquide middelen. Het belangrijkste kredietrisico loopt RIBW Groep Overijssel op vorderingen op de verschillende gemeenten. Op basis van de relatie met deze gemeenten en hun financiële posities wordt het kredietrisico beperkt geacht. Daarbij zijn de banktegoeden zoals opgenomen onder de liquide middelen verspreid over meerdere banken, allen met minimaal een AA rating of hoger.Renterisico en kasstroomrisicoHet renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. Bij deze leningen is sprake van een vast rentepercentage over de gehele looptijd. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. De instelling heeft derhalve als beleid om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen.Reële waardeDe reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, effecten, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan.

Onzekerheden opbrengstverantwoordingAls gevolg van materiële nacontroles door zorgkantoren, zorgverzekeraars en gemeenten op de gedeclareerde zorgprestaties enmaatschappelijke ondersteuning kunnen correcties noodzakelijk zijn op de gedeclareerde productie. De effecten van eventuelemateriële nacontroles zijn vooralsnog onzeker en daarom zijn er hiervoor geen verplichtingen opgenomen in de balans.


16 mei 2018



5.1.12 ENKELVOUDIG MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA

Andere vaste Materiële vastebedrijfs- bedrijfsactiva in

middelen, uitvoering en Niet aan hetBedrijfs- technische en vooruitbetalingen bedrijfsproces

gebouwen en Machines en administratieve op materiële dienstbare Totaalterreinen installaties uitrusting vaste activa materiële activa

€ € € € € €

Stand per 1 januari 2017- aanschafwaarde 2.280.742 98.218 851.624 0 0 3.230.584- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0- cumulatieve afschrijvingen 700.805 38.217 429.503 0 0 1.168.525

Boekwaarde per 1 januari 2017 1.579.937 60.001 422.121 0 0 2.062.059

Mutaties in het boekjaar- investeringen 98.912 132.563 263.905 0 0 495.380- herwaarderingen 0 0 0 0 0 0- afschrijvingen 49.197 15.805 198.856 0 0 263.858- bijzondere waardeverminderingen 0 0 0 0 0 0- terugname bijz. waardeverminderingen 0 0 0 0 0 0

- terugname geheel afgeschreven activa.aanschafwaarde 0 0 55.264 0 0 55.264.cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0.cumulatieve afschrijvingen 0 0 55.264 0 0 55.264

- desinvesteringenaanschafwaarde 0 0 0 0 0 0cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 0per saldo 0 0 0 0 0 0

Mutaties in boekwaarde (per saldo) 49.715 116.758 65.049 0 0 231.522

Stand per 31 december 2017- aanschafwaarde 2.379.654 230.781 1.060.265 0 0 3.670.700- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0- cumulatieve afschrijvingen 750.002 54.022 573.095 0 0 1.377.119

Boekwaarde per 31 december 2017 1.629.652 176.759 487.170 0 0 2.293.581

Afschrijvingspercentage 0-10% 5-20% 5-25% 0,0% 0,0%

Pagina 35

kpmg KPMG AuditDocument waarop ons rapport 18W00158777GRN d.d.

16 mei 2018(mede) betrekking heeft. KPMG Accountants N.V.


5.1.13 ENKELVOUDIG MUTATIEOVERZICHT FINANCIELE VASTE ACTIVA

Vorderingen opparticipanten en

op maatschappij-en waarin wordt Vordering op

Deelnemingen Vorderingen op deelgenomen grond vanin groepsmaat- Overige groepsmaat- (overige Overige compensa- Overige Totaal

schappijen deelnemingen schappijen deelnemingen) effecten tieregeling vorderingen€ € € € € € € €

Boekwaarde per 1 januari 2017 1 0 54.047 0 0 0 0 54.048Kapitaalstortingen 0 0 0 0 0 0 0 0Resultaat deelnemingen 0 0 -101.853 -101.853Mutatie rekening courant 0 0 181.698 0 0 0 0 181.698

Boekwaarde per 31 december 2017 1 0 133.892 0 0 0 0 133.893

Pagina 36


16 mei 2018



5.1.14 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING

Voor zover posten uit de enkelvoudige resultatenrekening niet afwijken van de geconsolideerde resultatenrekeningzijn deze hierna niet nader toegelicht en wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening.

BATEN

9. Opbrengsten zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning


Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Wlz-zorg (exclusief subsidies) 1.195.503 649.097Opbrengsten Jeugdwet 1.793.643 1.139.699Opbrengsten Wmo 45.489.511 44.124.815Opbrengsten Ministerie van Veiligheid en Justitie (forensische zorg; exclusief subsidies) 1.510.106 1.791.081Overige zorgprestaties 397.926 678.711

Totaal 50.386.688 48.383.403

Toelichting:RIBW Groep Overijssel heeft bij Justitie 0,3 miljoen meer productie geleverd dan gecontracteerd. De Justitie productie boven hetafgesproken budget conform zorgzwaarte is door RIBW Groep Overijssel op de gedeclareerde opbrengsten Justitie in mindering gebracht op de maximale inkoopafspraak.RIBW Groep Overijssel heeft bij de WLZ 0,4 miljoen meer opbrengsten die voortvloeien uit een nabetaling over het jaar 2016.De opbrengsten 2016 waren gelijk aan de inkoopafspraak maar de verantwoorde productie boven de afspraak zijn toch aanRIBW Groep Overijssel overgemaakt.

10. Subsidies (exclusief Wmo en Jeugdwet)


Subsidies Wlz 1.829.063 1.086.474Overige Rijkssubsidies 659.423 605.897Beschikbaarheidsbijdragen Opleidingen 145.022 107.518Overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies 10.166 10.166

Totaal 2.643.675 1.810.055

11. Overige bedrijfsopbrengsten


Overige opbrengsten uit dienstverlening 165.757 554.393Overige subsidies 0 0Overige opbrengsten 371.168 382.334Overige baten en lasten voorgaande boekjaren 0 0

Totaal 536.925 936.727

Pagina 37


16 mei 2018



5.1.14 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING

LASTEN

12. Personeelskosten


Lonen en salarissen 24.717.521 22.888.809Sociale lasten 3.953.609 3.776.222Pensioenpremies 1.965.759 1.815.350Andere personeelskosten:- Wervingskosten 45.559 54.069- Opleidingskosten 328.527 318.398- Vergoedingen cao 1.192.483 1.065.974- Arbo kosten 78.560 67.592- Overige personeelskosten -320.464 -278.357Subtotaal 31.961.553 29.708.056Personeel niet in loondienst 2.048.914 860.314

Totaal personeelskosten 34.010.467 30.568.370

Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden 644 608

Alle personeelsleden zijn binnen Nederland werkzaam.

13. Afschrijvingen op materiële vaste activa


Afschrijvingen:- materiële vaste activa 263.858 244.268

Totaal afschrijvingen 263.858 244.268

14. Overige bedrijfskosten


Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 3.121.070 3.326.679Algemene kosten 6.789.118 5.690.978Patiënt- en bewonersgebonden kosten 3.171.188 2.832.644Onderhoud en energiekosten 1.480.171 1.507.503Huur en leasing 5.749.031 5.765.831Dotaties en vrijval voorzieningen -446.627 -409.122

Totaal overige bedrijfskosten 19.863.951 18.714.512

15. Financiële baten en lasten


Rentebaten 7.648 46.956

Rentelasten -94.571 -94.704

Totaal financiële baten en lasten -86.924 -47.748

Pagina 38


16 mei 2018



5.1.15 VASTSTELLING EN GOEDKEURING JAARREKENING

De raad van bestuur van Stichting RIBW Groep Overijssel heeft de jaarrekening 2017 opgemaakt en vastgesteld in devergadering van 16 mei 2018.

De raad van toezicht van de Stichting RIBW Groep Overijssel heeft de jaarrekening 2017 goedgekeurd in de vergadering van 16 mei 2018.

Resultaatbestemming

Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in paragraaf 5.1.2.

Gebeurtenissen na balansdatumEr zijn geen gebeurtenissen na balansdatum die van invloed zijn op de jaarrekening.

Ondertekening door bestuurders en toezichthouders

Dhr. J.M.J. Collette, RvB Mevr. D.A. Huesken, RvB

Mevr. H. Donkervoort, RvT, voorzitter Dhr. R.H.J. Engbers, RvT, lid

Dhr. J.A.P.M. Maas, RvT, lid Dhr. H.H. de Boer, RvT, lid

Mevr. G.M. Draijer, RvT, lid

Pagina 39


16 mei 2018



5.2 OVERIGE GEGEVENS


16 mei 2018



5.2 OVERIGE GEGEVENS

5.2.1 Statutaire regeling resultaatbestemming

resultaten aan de bestemmingsfondsen Wmo en Jeugdwet.

5.2.2 Nevenvestigingen

Stichting RIBW Groep Overijssel heeft geen nevenvestigingen.

5.2.3 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

De controleverklaring van de onafhankelijke accountant is opgenomen op de volgende pagina.

Pagina 40

Stichting RIBW Groep Overijssel, waarbij rekening gehouden is met de verplichte bestemming van In de statuten is bepaald, conform artikel 17.3, dat het behaalde resultaat ter vrije beschikking staat van


16 mei 2018


Controleverklaring van de

onafhankelijke accountant

Pagina 41kpmg KPMG Audit


16 mei 2018


Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht van Stichting RIBW Groep Overijssel

Verklaring over de in de jaarstukken opgenomen jaarrekening Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2017 van Stichting RIBW Groep Overijssel (hierna: de stichting) te Zwolle (hierna: de jaarrekening) gecontroleerd. Naar ons oordeel geeft de betreffende jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van de stichting per 31 december 2017 en van het resultaat over 2017 in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi (RvW). De jaarrekening bestaat uit: 1 de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2017; 2 de geconsolideerde en enkelvoudige resultatenrekening over 2017; en 3 de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële

verslaggeving en andere toelichtingen.

De basis voor ons oordeel Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden en het Controleprotocol WNT 2017 vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’. Wij zijn onafhankelijk van de stichting zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

Verklaring over de in de jaarstukken opgenomen andere informatie Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat de jaarstukken andere informatie, die bestaat uit

— Bestuursverslag;

— de overige gegevens;

— 5.3 Bijlagen.


16 mei 2018


Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie:

— met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat;

— alle informatie bevat die op grond van de RvW is vereist. Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de controle van de jaarrekening of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat. Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten van de RvW en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening. De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder de informatie die op grond van de RvW wordt vereist.

Beschrijving van verantwoordelijkheden met betrekking tot de jaarrekening Verantwoordelijkheden van de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht voor de jaarrekening De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en het getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi. In dit kader is de Raad van Bestuur verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als de Raad van Bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude. Bij het opmaken van de jaarrekening moet de Raad van Bestuur afwegen of de stichting in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemd verslaggevingsstelsel moet de Raad van Bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij de Raad van Bestuur het voornemen heeft om de stichting te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. De Raad van Bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de stichting haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening. De Raad van Toezicht is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de stichting.

Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel. Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid, waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken.


16 mei 2018


Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van de jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel. Wij hebben deze accountantscontrole professioneel-kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, het Controleprotocol WNT 2017, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit:

— het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;

— het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting;

— het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving, en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door de Raad van Bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan;

— het vaststellen dat de door de Raad van Bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de stichting haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om in onze controleverklaring de aandacht te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een organisatie haar continuïteit niet langer kan handhaven;

— het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen; en

— het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen.

Gegeven onze eindverantwoordelijkheid voor het oordeel zijn wij verantwoordelijk voor de aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de groepscontrole. In dit kader hebben wij de aard en omvang bepaald van de uit te voeren werkzaamheden voor de groepsonderdelen. Bepalend hierbij zijn de omvang en/of het risicoprofiel van de groepsonderdelen of de activiteiten.


16 mei 2018


Op grond hiervan hebben wij de groepsonderdelen geselecteerd waarbij een controle of beoordeling van de volledige financiële informatie of specifieke posten noodzakelijk was. Wij communiceren met de met goverance belaste personen onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing. Groningen,16 mei 2018 KPMG Accountants N.V. E.P. Helmholt RA


16 mei 2018



5.3 BIJLAGEN


16 mei 2018



Rapportage De Herberg 2017

Jaarcijfers 2017

OpbrengstenWMO gelden

Ambulante begeleiding/dagbesteding WMO 17.385Subsidie gemeente Zwolle 469.313Bijdrage woningcoörporaties 556.614Overige opbrengsten 266.067

Totaal opbrengsten 1.309.379

Uitgaven/bedrijfslastenPersoneelskosten 37.107Detacheringskosten vanuit RIBW Groep Overijssel 627.079Kosten beveiliging 52.990

Betaalde huur 139.377Overige huisvestingskosten 105.605

Exploitatiekosten 239.461Verkoopkosten 34.043Kantoorkosten 5.323Algemene kosten 22.733Financiële baten en lasten 358

Afdracht CB: 10% van de subsidie-opbrengst en WMO gelden 48.670

Totaal uitgaven 1.312.746

Totaal resultaat voor belastingen -3.367

Vennootschapsbelasting 360

Resultaat na belastingen -3.007

Pagina 47


16 mei 2018



Rapportage Gemeente Enschede - Cimot 2017

Jaarcijfers 2017Subsidie 2017

OpbrengstenSubsidie gemeente Enschede

Huur woning, vaste lasten en stelpostOB ondersteunende begeleidingEigen bijdrage cliënten

Totaal opbrengsten 70.000

Uitgaven/bedrijfslastenHuur woning 20.551Vaste lasten 3.918Stelpost 10.169Eigen bijdrage cliënten -14.845

19.793

Ondersteunende begeleiding 81.082

Totaal uitgaven/bedrijfslasten 100.875

Totaal resultaat -30.875

Pagina 48


16 mei 2018



Rapportage Gemeente Enschede - Cimot medewerkers

Jaarcijfers 2017

Subsidie 2017

OpbrengstenSubsidie gemeente Enschede 131.784

Totaal opbrengsten 131.784

Uitgaven/bedrijfslastenSalaris 129.802

Totaal uitgaven/bedrijfslasten 129.802

Totaal resultaat 1.982

Pagina 49


16 mei 2018


Jaarstukken 2017 RIBW Groep Overijssel€¦ · 2 Jaarstukken 2017 – RIBW Groep Overijssel...

Documents

Transcript of Jaarstukken 2017 RIBW Groep Overijssel€¦ · 2 Jaarstukken 2017 – RIBW Groep Overijssel...