Isolatiemagazine 21 maart 2004

30
ISOLATIE Multidisciplinair werken vergt investeringen Aansprakelijkheid werkgever voor asbestziekten Revisie Maasvlaktecentrale Magazine Magazine VAKBLAD VOOR DE NEDERLANDSE ISOLATIESECTOR OFFICIEEL ORGAAN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN ONDERNEMERS IN HET THERMISCH ISOLATIEBEDRIJF (VIB), DE STICHTINGEN CINI, NCTI EN OOI - JAARGANG 6 - MAART 2004 21

description

 

Transcript of Isolatiemagazine 21 maart 2004

Page 1: Isolatiemagazine 21 maart 2004

ISOLATIE

Multidisciplinair werken vergt investeringen

Aansprakelijkheid werkgever voor asbestziekten

Revisie Maasvlaktecentrale

MagazineMagazineVAKBLAD VOOR DE NEDERLANDSE ISOLATIESECTOR

OFFICIEEL ORGAAN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN ONDERNEMERS IN HET THERMISCH ISOLATIEBEDRIJF (VIB), DE STICHTINGEN CINI, NCTI EN OOI - JAARGANG 6 - MAART 2004

21

4103 12-03-2004 15:23 Pagina 1

Page 2: Isolatiemagazine 21 maart 2004

COMMENTAAR INHOUDAan de weg timmerenVoor zover nog nodig hebben de Nederlandse isolatiebedrijven de deuren wijd opengezet.In figuurlijke zin althans. Dat het isolatiebedrijf niet de eerste schakel in de projectketen is,moeten we als een gegeven accepteren. Maar dat is nog geen reden om ons stil en onopvallend op te stellen. Integendeel. In heel veel projecten is het isolatiewerk tegelijker-tijd de representatieve finishing touch en relatief de grootste kostenbespaarder. Alleen datal is genoeg om met gepaste trots naar buiten te treden.Sinds een paar maanden maken vrijwel alle VIB-leden met het nieuwe muurschild duidelijkdat ze als isolatiebedrijf zijn aangesloten bij de branche-organisatie. Voor de gemiddeldeopdrachtgever is dat feit op zich misschien van vooralsnog betrekkelijke betekenis. Dewezenlijke uitstraling van het zichtbare VIB-lidmaatschap toont dat het isolatiebedrijf vaken branche hoogst serieus opvat, en dat zegt de opdrachtgever wel heel veel. Hij weet dathij te maken heeft met vakmensen die investeren in de ontwikkeling van bedrijfstak en hetisolatievak. Hij weet dat hij te maken heeft met vakmensen die verder kijken dan de murenvan hun eigen bedrijf. Hij weet ook dat deze isolatiebedrijven structureel zorgen voorgoede opleidingen, zodat ze de laatste stand der techniek op de meest efficiënte wijze inde dagelijkse praktijk inzetten. Dat zijn stuk voor stuk waardevolle factoren in het belangvan de opdrachtgever.Het is een goed teken dat de isolatiebranche op deze manier krachtiger naar buiten treedt.En dan bedoel ik niet alleen het muurschild. Het bordje is een van de uitingen van een vernieuwde filosofie, ingezet met de toekomstgerichte beleidsdiscussies waarmee de VIB debranche voorbereidt op de lange termijn. Een van de eerste en zeker niet minst belangrijkevruchten van deze discussies is het zelfbewustzijn waarmee steeds meer isolatiebedrijvenhun deuren opengooien. Dat is een van de beste manieren om collectief een kwaliteitslabelin de markt te zetten: wij zijn een isolatiebedrijf, we staan voorons vak en daar zijn we trots op, we staan open voor moderneontwikkelingen, en u kunt ons overal vinden.Op deze manier timmeren de isolatiebedrijven op een gezondemanier aan de weg. En wie dat eenmaal geprobeerd heeft, zaldirect bevestigen dat de buitenwereld snel ontdekt en waardeertwaar onze kracht en onze specialiteit ligt. Misschien nog wel sterker dan we zelf meestal beseffen.

Joop van Wingerden

ISOLATIE Magazine is het vakblad voor de isolatiesectoren tevens het officieel orgaan van de NederlandseVereniging van Ondernemers in het Thermisch Isolatie-bedrijf (VIB), de Stichting Opleidings- en Ontwikkelings-fonds voor het Isolatiebedrijf (OOI), NederlandsCentrum voor Technische Isolatie (NCTI) en de StichtingCommissie Isolatie Nederlandse Industrie (CINI). ISOLATIE Magazine verschijnt vier maal per jaar in eenoplage van 2500 stuks. Leden van de VIB alsmede debuitengewone leden ontvangen ISOLATIE Magazine uithoofde van hun lidmaatschap.

Uitgave:Picidae bv

Bezoekadres:Prins Bernhardstraat 2a, Hilversum

Postadres:Postbus 2121200 AE HilversumTel. redactie: 035 - 6252002Fax: redactie: 035 - 6831935E-mail: [email protected]

Redactie:Ewald Lohmann (hoofdredacteur)Astrid Mol (redactie)Esther de Beer (redactie)drs. Philippe Hondelink (VIB en Stichting OOI)drs. U. van der Velden (CINI en NCTI)

Advertentieverkoop:Trudy RavenstijnAdvertentietarieven op aanvraagTel. 035 - 6252000Fax: 035 - 6252005E-mail: [email protected]

Uitgever:Henk van der Zanden

Medewerkers:H. Diepstraten

Voor meer informatie over de VIB ende Stichting OOI: Secretariaat VIB en de Stichting OOIdrs. Philippe HondelinkPostbus 26003430 GA NieuwegeinTel. 030 - 630 04 04Fax:030 - 605 32 08

Voor meer informatie over de Stichting CINI en NCTI:drs. U. van der Veldentel.: 0181 - 698030

Fotografie:Voermans van Bree, Westervoort

Vormgeving:Pinta, Utrecht

Drukwerkbegeleiding:P-Graphic, Hilversum

© 2004, Picidae Uitgeverij

ISSN: 1566-0095

"Beleid niet laten afhangenvan krapte of weelde"

Per 31 maart 2004 neemt algemeendirecteur Jannie Schokkenbroek-Vos detijd voor zichzelf. Dan zet ze een puntachter een veertigjarige carrière bijCleton Insulation. De huidige krimpen-de markt beziet ze met de positievenuchterheid: "Een krimpende markt isnooit leuk, maar het bevordert wel deproductiviteit. Wanneer magere jaren de vette afwisse-len, beseft men dat je het bedrijfsbeleid niet mag afhan-gen van krapte of weelde."

Multidisciplinair ondernemenvergt investeringslef

Opdrachtgevers zijn in toene-mende mate geporteerd voor‘alles in één hand’. Menig groterisolatiebedrijf pakt de uitdagin-gen van de terughoudendemarkt op met verbreding van deactiviteiten. Twee geheel verschi-lende bewegingen die tot het-zelfde resultaat leiden: multidis-

ciplinair ondernemen. R&M Spreeuwenberg is daar eenvoorbeeld van, met accenten op steigerbouw en isolatie.Multidisciplinair ondernemen vergt wel lef om flink teinvesteren, leert de ervaring.

Eon-centrale Maasvlakte kan erweer tegenaan

Wekenlang geen parkeerplaats vrij rond de Maasvlakte-centrale van Eon Benelux. Reden: een grote onderhouds-en revisiestop, die honderden vakspecialisten naar decentrale bracht. Grootste huzarenstukjeop isolatiegebied was de demontagevan de keramische wol rondom destoomleidingen. Dit gebeurde, omieder risico te vermijden, onder asbest-regime. Dat betekende de plaatsingvan containments onder onderdruk ineen flexibele logistiek.

22

25

9

Verder in dit nummer:Isolatie Journaal 5Isolatiematras verenigt functies plaat en elastomeer 12Juridische aspecten asbestproblematiek 16Verzekerbaarheid asbestproblematiek 19Honderd jaar Van der Linden & Veldhuis 28Gouden jubileum Armaflex 30OOI-nieuws 32NCTI-informatie 34CINI vervangt motor handboek 36Agenda 38

MAART 2004 ISOLATIE Magazine ............... 3

4203 12-03-2004 15:26 Pagina 1

Page 3: Isolatiemagazine 21 maart 2004

MAART 2004 ISOLATIE Magazine ............... 5

ISOLATIE JOURNAAL

Meer interesse voorgeïsoleerde leidingsystemenSinds de omschakeling van de handmatig aangebrachteisolatie naar fabrieksmatig voorgeïsoleerde buizen, isde isolatiewaarde sterk verbeterd. Uiteraard is ersprake van enig warmteverlies, maar door de toepas-sing van nieuwe, hoogwaardige pentaangeblazen purisolatie met een lambda-waarde van 0,0255 W/mK zijnde ondergrondse warmteleidingen optimaal geïsoleerden worden warmteverliezen tot een minimum beperkt.Bovendien beschikt het Calpex-systeem over een diffusiedichte folie onder de gegolfde PE-buitenmantel,waardoor uittreding van het isolerende gas wordtvoorkomen en hoge isolatiewaarden gedurende delevensduur van het systeem gegarandeerd lijken.

Clecon en Akisol overgenomen door IsoverDe firma Saint-Gobain Benelux heeft twee bedrijvenovergenomen van Versteijnen Beheer, een groep dievoornamelijk bekend is al transportonderneming. Hetgaat om Clecon International en Akisol, gespecialiseerd in verwerking, transformatie en handel van isolatie-producten voor utiliteitsbouw en industrie. Clecon isvooral specialist in de productie van spandekens,

een brandveilig, thermisch isolatiesysteem voor wandenen daken van enkelschalige metalen hallen. Akisol iseen handelsonderneming actief in de distributie vantechnische isolatie voor de industrie, airconditioning en centrale verwarming. Bij de twee bedrijven werken dertig werknemers.

Op instigatie van de Vereniging Integrale BiologischeArchitectuur (VIBA) is 2004 uitgeroepen tot het Jaar van het Binnenmilieu. De naam van het jaar luidt:Gezond Binnen 2004. Het doel van het themajaar is om de diverse gebruikers en betrokkenen zoals woon-consumenten, beslissers in de bouw, lokale overheden,schoolbesturen ervan bewust te maken dat een gezondbinnenmilieu belangrijk is. De coördinatie is in handenvan het platform Binnenmilieu en via deze organisatiestemmen verschillende partijen hun activiteiten op

elkaar af. Hieronder vallen onderandere het Astmafonds, VROM enVWS. Diverse organisaties zoalsSBR, ISSO en TVVL zullen dit jaareen speciaal congres organiserendat in het teken staat van het binnenmilieu.Meer informatie is te verkrijgen bij het platformBinnenmilieu, (070) 38 78 53, of op www.gezondbinnen.nl.

2004: jaar van het binnenmilieu

Foamglas isolatie voor ‘warme’ toepassingen

Foamglas is vooral bekend om duurzame isolatie in hetkoudetoepassingsgebied. Hierbij staan de honderd procent damp- en waterdichtheid borg voor een con-stant blijvende isolatiewaarde gedurende de levens-duur van de installatie. Minder bekend is dat foamglas ook in het warmetoe-passingsgebied grote voordelen heeft met betrekkingtot brandveiligheid, duurzaamheid, risicobeperking,corrosiebescherming en besparing op onderhouds-

kosten. Onderscheidend zijnde gesloten celstructuur, deontbrandbaarheid en druk-vastheid van de Foamglas isolatiesystemen.

4403 12-03-2004 15:29 Pagina 3

Page 4: Isolatiemagazine 21 maart 2004

7 ............... ISOLATIE Magazine MAART 2004

Thermisch binnenklimaat utiliteitsbouwEr zijn veel verschillendeaspecten die tot discom-fort in gebouwen kun-nen leiden. Het nieuwecahier T4 uit het‘Praktijkboek GezondeGebouwen’ bespreektde belangrijkste binnen-klimaatfactoren en wijdtaan elke factor een

werkblad. De werkbladen zetten in overzichtelijkeindeling alle relevante informatie over de factoren en

hun invloed op gezondheid en comfort op een rij.In het cahier komen onder andere de volgende aspecten aan de orde: algemene thermische behaaglijk-heid, tocht, stralingsasymmetrie en hinder door koudeen warme vloeren. De grenswaarden zijn in kwaliteits-klassen weergegeven. Zo vertegenwoordigt klasse Aeen zeer goede kwaliteit, klasse B staat voor goedekwaliteit maar met kans op klachten en C staat voorminder goede kwaliteit.Meer informatie is te vinden op www.gezondegebouwen.nl.

Uitbreiding van EIA-lijst met isolatie

De subsidieregeling ‘Energie Investerings Aftrek’heeft energiebesparing ten doel en de inzet vanduurzame energie door het Nederlandse bedrijfslevente stimuleren. Voor 2004 zijn er diverse nieuwebedrijfsmiddelen in de lijst opgenomen. Een daarvan is de vervanging van of uitbreiding vanisolatie in bestaande bedrijfsgebouwen. Dit houdt indat gebouwen die men beter wenst te isoleren, weeropgevoerd kunnen worden mits men voldoet aan de

in de regeling gestelde criteria. Concreet dient de somvan de warmteweerstand toe te nemen met 1,5 m2

kW ten opzichte van de oude situatie. De investe-ringsaftrek is gemaximeerd op 20 m2 te isolerenoppervlak. Het spreekt voor zich dat dit perspectievenbiedt voor de utiliteits-isolatiesector. Meer informatieover de regeling is verkrijgbaar via NCTI, (0181) 698030, of via www.senter.nl/eia.

Oud papier hardnekkigDe isolatiebranche stelt terecht vaak vast dat isolatie te weinig bekendheid en dus ook weinigwaardering ondervindt in de maatschappij. Datneemt niet weg dat van tijd tot tijd mensen eenlumineus isolatie-idee hebben, al is het de vraag ofde professionele branche er wel zo blij mee kan zijn.Zo dook recentelijk oud papier weer op als isolatie-materiaal. Zoals meestal wanneer het gaat om afval-materiaal, is de vlag ook nu ‘bio-ecologisch’.De gemeente Zelhem wil in een aantal woningengevelisolatie op basis van oud papier (cellulose) aan-brengen in de vorm van platen of vlokken. Ze wetennog niet of ze gaan blazen, sprayen of kiezen voorhandmatige montage.De gemeente heeft zich al dan niet op het ver-keerde been laten zetten door een Amerikaansonderzoek, dat stelt dat cellulose de warmte-verliezen met bijna een kwart meer drukt dan minerale wol.

AdverteerdersindexIsolatieMagazine maart 2004

Aeroflex (P. Clemente) 39Akisol 15Armacell 6Coolag 4Goebel 8Haterd, M. van de 2Linden & Veldhuis, van de 4MABI 24Merford 2Pittsburgh Corning Nederland 39Rietschoten, van 2Rockwool 40Saint Gobain Isover Benelux 20/21Sondermaschinen 4Waas, Isolatiebedrijf C.J. van 15

Geen 141B meer in isolatieplaten

EcoTherm is sinds het begin van dit jaar gestopt methet gebruik van 141B als blaasmiddel voor de productievan haar Selthaan en Vapotherm isolatieplaten.Hierdoor is de gehele productie voor 100 procentHCFK-vrij en dus milieuvriendelijk. Mede door dezeomschakeling en de verplichtstelling van CE-markering

worden de lambda-waardes negatief beënvloed. Echter, door productinnovatie en de omschakeling van veel producten naar een PIR-uitvoering, zullen denegatieve gevolgen beperkt blijven en zelfs wordenverbeterd.

4403 12-03-2004 16:45 Pagina 4

Page 5: Isolatiemagazine 21 maart 2004

In 1962 zocht Cleton-directeur Koenders assistentie. De Mulo in Klazienaveen speelde het verzoek door aanJannie Vos, die net het einddiploma had gehaald.

Deze matchmaking had succes. “Het leek me een leukebaan, dus ik trad in dienst als administratiefmedewerker. Cleton in Klazienaveen was in die tijd vooralbekend als producent van gips-plafondplaten. De isolatie-afdeling, waarvoor ik ook de administratie verzorgde,was nog vrij klein, maar ontwikkelde zich goed onder leiding van de heer Koenders”, blikt mevrouwSchokkenbroek-Vos terug op het startpunt. “In die tijdkwam de industrie in het Noorden tot ontwikkeling endiende zich met grote projecten van onder meer NAM enAkzo heel veel werk aan. Vanaf eind jaren zestig groeide

Per 31 maart 2004 neemt algemeen directeur Jannie

Schokkenbroek-Vos tijd voor zichzelf. Dan zet ze een punt

achter een ruim veertigjarige glanzende carrière bij Cleton

Insulation. Dat het afscheid plaatsvindt tegen de achter-

grond van een krimpende markt beziet ze met de karakte-

ristieke positieve nuchterheid: “Een krimpende markt is

nooit leuk, maar het bevordert wel de productiviteit.

Wanneer magere jaren de vette afwisselen, leren mensen

er zakelijk en persoonlijk van. Je staat weer met beide

benen op de grond en beseft dat je het bedrijfsbeleid niet

moet laten afhangen van krapte of weelde.”

Het feit dat ze een vitaal Cleton achterlaat bevestigt de

effectiviteit van haar ondernemerschap.

MAART 2004 ISOLATIE Magazine ............... 9

Cleton-directeur Jannie Schokkenbroek bij afscheid:

“Beleid niet laten afhangen van krapte of weelde”

Jannie Schokkenbroek-Vos: “We zijn gewend met een kleine portemonnee te werken. Dat creëert een goed georganiseerd bedrijf dat tegen scherpe prijzen kan werken.”

VISIE OP ISOLATIE

4703 12-03-2004 15:32 Pagina 3

Page 6: Isolatiemagazine 21 maart 2004

10 ............... ISOLATIE Magazine MAART 2004

Cleton mee met de industrie. De oliecrisis vanbegin jaren zeventig gaf een extra impuls,omdat men vanaf dat moment meer dan ooit het nut van isolatie besefte. Het gaf deaanzet voor de groei van vijftien man in deisolatiesector anno 1964 tot de huidige tweehonderd.” In de voetsporen van de toenmalige directeur Koenders groeide JannieSchokkenbroek-Vos dankzij prestaties, ambitieen talent mee tot achtereenvolgens bedrijfs-leider, adjunct-directeur, districtsdirecteur totdat tenslotte in 1995 de benoeming totalgemeen directeur van het totale concernvolgde. Een glanzende loopbaan, die in deisolatiesector niet onopgemerkt is gebleven.“Een coryfee in de isolatiebranche”, typerencollega’s haar.

Menselijke aspectenEen paar weken voor het afscheid maaktJannie Schokkenbroek-Vos zich er nog nietdruk over: “Bijna het einde? Daar denk ik nietzo over na. Als je begint te werken, sta je ertoch ook niet bij stil dat het een begin is vaneen lang werkzaam leven? Je komt van schoolen je gaat aan de slag. Ook nu nog ben ik gewoon aan het werk, dat ik geleidelijk overdraag. Inderdaad, 31 maart aanstaande is het gebeurd. Na een paar maan-den kom ik er dan wel achter hoezeer ik het zal missen.En dan heb ik het vooral over mensen: onze medewer-kers, de zakelijke contacten. De isolatiesector is voor mij van meet af aan enorm gaan leven en zeker ook de organisatorische aspecten. Ik zag het als een sport om dejuiste mensen naar de werken te sturen. Enerzijds om de klanten tevreden te stellen en bij te dragen aan winst-gevendheid van de onderneming en anderzijds om te stimuleren dat onze mensen plezier in het werk haddenen hielden. Tot 1995 heb ik vooral in Noord-Nederland gewerkt. Dan ken je echt iedereen. Je eigen mensen, de klanten,de leveranciers. Dat heb ik steeds ervaren als plezierigwerken in teamverband, en daarbij Cleton Klazienaveenzien groeien van een klein filiaal tot een sterke poot. Het is nu een groot, representatief complex, compleetmet een plaatwerkfabriek, kantoren, een productie-centrum voor geluidpanelen. Ik vind het fijn daar mijnsteentje aan te hebben bijgedragen.”

CultuurDe laatste tien jaar hebt u als algemeen directeur wat meer afstand van het directe werk moeten nemen,cultuurverschillen moeten overbruggen en de organisatiedeels moeten stroomlijnen. Waarschijnlijk niet gemakkelijk?“Het was vooral een nieuwe ervaring. Na dertig jaar kom je in een situatie waarin je de mensen minder intensief kent. Bovendien heb ik te maken gehad metreorganisaties ten gevolge van de integratie van CapeDordrecht in Cleton. In zo’n situatie ontkom je niet aansnoeien in indirecte kosten. Daartegenover staat dat we

met een uitstekende ondernemingsraad en alle mede-werking van de bonden een heel goed sociaal plan konden opstellen. Mensen afscheid laten nemen is altijdzwaar, maar het scheelt als er voldoende middelenbeschikbaar zijn als pleister op de wonden. Gelukkig zijnde meesten – het ging om ongeveer vijfentwintig mensenin totaal – heel goed terecht gekomen.”“Vanzelfsprekend krijg je in de leiding over het totalebedrijf te maken met cultuurverschillen, maar dat wil niet zeggen dat het één slechter zou zijn dan het ander.Het zijn allemaal mensen, die in het bedrijfsleven functioneren zoals ze zijn opgevoed. Ik ben altijd eenvoorstander geweest van een strakke, rechtvaardige leiding. Geen soft gedoe graag. Iedereen moet gewoondoen waarvoor hij is aangenomen en hard werken. Het isde plicht van de onderneming om daar een goede behan-deling en een goede beloning tegenover te stellen.”

Betekent een strakke leiding dat uw naam angst en vreesteweeg bracht?“Nee, dat denk ik niet. Misschien heeft dat incidenteeleen keer gegolden voor een enkeling, op een momentdat het nodig is te laten weten hoe je ergens over denkt.Mijn ervaring is, dat mensen daarvoor openstaan en hungedrag aanpassen, mits de kritiek eerlijk en goed is. Een heel enkele keer heb je te maken met iemand dieecht niet wil. Dan geef je een kans en als dat nog niethelpt moet je maar afscheid van elkaar nemen.”

In economisch opzicht had u uw laatste arbeidzame jarenwellicht wat mooier gewenst?“We hebben de laatste jaren te maken met een krimpende markt. Grote projecten blijven uit. Dat is nietleuk, maar gewoon de realiteit. Het betekent dat je werkmoet aannemen tegen een kostendekkende prijs met een

De laatste jaren ontbrak de tijd om geregeld projecten te bezoeken.Maar voor de feestelijke opening van de nieuwe Cleton-vestiging bijCorus in IJmuiden nam Jannie Schokkenbroek graag de tijd om in eenontspannen sfeer met collega’s van gedachten te wisselen.

4703 12-03-2004 15:32 Pagina 4

Page 7: Isolatiemagazine 21 maart 2004

kleine marge om de aandeelhouder tevreden te houden.Daar zijn we in geslaagd. Maar een moeilijke marktbevordert ook de productiviteit. Mensen zijn goed gemotiveerd om op de kleintjes te letten en zuinig aan tedoen. Naar mijn mening is daar niets mis mee. Goedejaren worden nu eenmaal afgewisseld met slechte jaren.Zowel zakelijk als privé leren mensen daar wat van. Ze komen weer met beide benen op de grond te staan.Dat gaat prima, zolang je het beleid maar niet laat afhan-gen van krapte of weelde: ongeacht de tijden moet hetpersoneelsbeleid altijd consistent zijn. Ik heb me ooknooit laten verleiden om in tijden van krapte met extrabeloningen te zwaaien om de mensen binnen te krijgen.”

Ziet u al signalen van een aantrekkende isolatiemarkt?“Eerlijk gezegd amper. De isolatiesector zit achterin detrein en kan weinig beïnvloeden. Het voordeel daarvan is,dat je ontwikkelingen wel goed ziet aankomen.Voorlopig zullen we nog zuinig moeten zijn, maar dieboodschap gold altijd al. Gelukkig heeft Cleton ook hetafgelopen jaar in alle districten goede omzetten kunnenbehalen. Dat betekent dat de klanten zijn gebleven. Maarvoor de hele sector geldt dat het niet altijd gemakkelijk isom de winstgevendheid vast te houden. Er zullen immersaltijd bedrijven zijn die onder de prijs doorschieten.Gelukkig was ik in het Noorden al gewend om met eenkleine portemonnee uit te komen. Dat creëert een goed georganiseerd bedrijf dat tegen scherpe prijzen kanwerken.”

Wat ziet u als de grootste charme van de isolatiebranche?“Of het nu gaat om isolatie of om een andere bedrijfstak,de grootste charme ligt voor mij in de vele menselijkecontacten en het werk voor een breed scala aan bedrijven, van petrochemie tot en met de zuivelindustrie.Ik heb me altijd kunnen verheugen in goede interne contacten met de medewerkers op alle fronten. Gelukkig,want de goede vakmensen, of het nu monteurs, plaat-werkers, of calculators zijn, vormen de basis van deonderneming. Daarom schenken we structureel veel aandacht aan opleidingen. In Vlaardingen heeft Cletonzelfs jarenlang een eigen plaatwerkerschool gehad. Ook in Klazienaveen hebben we in de jaren tachtig zelfdertig plaatwerkers opgeleid, omdat we de grote projec-ten niet meer aankonden met de reguliere instroom.Velen van hen werken hier nog steeds, enkele anderenzetten hun vakkennis nu in voor collegabedrijven.”

En de grootste irritatie?“De lage prijzen! Och, er zijn niet zoveel dingen die meirriteren. Voor zover ik er invloed op heb, kan ik zakenproberen te veranderen. En als je ergens geen invloed ophebt, moet je je er eenvoudigweg bij neerleggen. Hetvele reizen en altijd onderweg zijn vond ik niet altijdeven prettig, maar aan de andere kant hebben de spreiding en de interne verschillen binnen Cleton mijnwerk altijd boeiend gehouden. Ik vind het wel eens jammer dat ik de laatste jaren minder op grote projectenkom. Als districtsdirecteur bezocht ik geregeld alle groteprojecten, maar als algemeen directeur van een onderne-

ming met vierhonderd medewerkers lukt dat gewoonniet meer. Ik ben van huis uit geen type voor dikke rapporten achter een bureau, maar wil juist dicht op hetbedrijf en de mensen zitten. Je ontkomt echter niet altijdaan dat bureauwerk. Algemeen directeur is de hoogstefunctie binnen ons bedrijf, maar juist vanwege de directebetrokkenheid heb ik mijn werk als districtsdirecteur hetleukst gevonden.”

Heeft u ooit zelf een paar meter leiding geïsoleerd?“Gedurende veertig jaar Cleton heb ik alles aangepakt,van telefoonwerk tot en met de planning, maar ik hebnog nooit een schroef in een stuk plaatwerk gedraaid. De techniek interesseerde me wel altijd. Vanaf de eersteoffertes die ik in het prille begin uitwerkte, wilde ik precies de inhoud begrijpen. Ik ging daarom mee naarhet magazijn en mee de montage op om daar mijn ogengoed de kost te geven. Al doende leert men, maar jekunt niet alles zelf doen. Het mooie vak van plaatwerkerheb ik dus nooit geleerd, omdat ik op mijn beurt heelgoed de pen kon hanteren. Maar hier ligt misschien tocheen ergernis: het is vreselijk om iemand te horen zeggen:‘ik ben maar een plaatwerker’. Dat vak is nota bene onsvisitekaartje, dat verkópen wij!”

Het komt niet vaak meer voor dat iemand meer dan veertig jaar bij één onderneming werkt. Nooit de neiginggehad eens ergens anders te kijken?“Dat zal ik in de beginjaren vast wel eens hebbengedaan, maar ik ben snel betrokken geraakt bij de groei.Als mijn startpunt tevens het eindpunt zou zijn geweesthad ik beslist elders gekeken, maar ik kon steeds nieuweuitdagingen aanpakken. Dat zit ook een beetje in deCleton-traditie: eerst kijken naar eigen kweek en interneopvolging en tegelijkertijd het kwaliteitsniveau goedbewaken. Het isolatiewerk is zo apart, dat een onderne-ming ook niet zoveel wint met ‘vreemd bloed’. Bovendienkent het isolatiebedrijf zoveel verschillende disciplines dathet in combinatie met de markt en met continue oplei-dingen vanzelf op een gezonde manier in bewegingblijft.”

Blij dat binnenkort de druk van de grote ondernemingwegebt?“Nou nee. Je hebt als algemeen directeur een grote verantwoordelijkheid, maar die heb ik nooit als belastendervaren. Ik vind het wel goed om de zaak over te dragenop een moment waarop je zelf nog goed fit bent. Ik heb42 jaar voor Cleton gewerkt en op een leuke manier alleskunnen bereiken. Daar ben ik blij mee. En ik ben ook blijdat we in een branche zitten waar de mensen vervroegdkunnen stoppen, dankzij het feit dat de kleinmetaal optijd actuele prepensioenregelingen heeft ingevoerd. Veel isoleerders willen graag rond hun zestigste stoppen.Dat is logisch, want ze zijn vaak jong begonnen en hebben lang, hard en fysiek zwaar gewerkt. Zelf trek ikdaarom met een gerust hart straks de deur achter medicht. Ik mag zeggen dat er een goed georganiseerd en goedgeleid Cleton achterblijft.”•

MAART 2004 ISOLATIE Magazine ............... 11

4703 12-03-2004 15:32 Pagina 5

Page 8: Isolatiemagazine 21 maart 2004

12 ............... ISOLATIE Magazine MAART 2004

ISOLATIE IN BEDRIJF

Alexander Norder van Thermatras:

“Lange adem is in dit vak een vereiste”

Isolatiematrassen in de oervorm zijn al zo oud als deweg naar Rome. De ‘moderne’ variant van dit isolatie-materiaal verscheen in 1895. Natuurlijk is er ruim een

eeuw later het een en ander aan de matras veranderd,maar het principe is hetzelfde gebleven. Waar bedrijvendestijds nog met de hand asbestdoeken in elkaar naaidenen vulden, worden ze vandaag de dag machinaal vervaar-

digd. In de productiehal van Thermatras worden de doeken, gemaakt van verscheidene materialen, machinaalgesneden nadat de ontwerpen digitaal zijn uitgetekend,en gevuld met glasvezel- of steenwol.

EnergiebesparingEen halve eeuw geleden werden isolatiematrassen vooralgebruikt in de scheepvaart voor het isoleren van stoom-afsluiters en dergelijke. Ook de firma De Boer Isolatie,waar het bedrijf van de familie Norder in eerste instantietoe behoorde, hield zich voornamelijk met deze bedrijf-stak bezig. Begin jaren zeventig stortte de scheepvaart-sector in en moest het bedrijf andere bronnen van inkomsten vinden en een nieuwe markt aanboren. Er werd gekozen voor de utiliteit en de industrie.Sinds het bedrijf van de familie Norder in 1989 verzelf-standigde en als Thermatras z’n eigen weg ging, is de lijstmet referenties gegroeid. Thans prijkt er een aantal grotenamen op, zoals KLM, Nestlé, Campina, het Koninklijk

Isolatiematrassen zijn eigenlijk niets meer en niets minder

dan een combinatie van plaatwerken en elastomeren.

Toch denken installateurs en medewerkers van een techni-

sche dienst pas aan deze isolatiemethode als het echt

niet anders kan. Onterecht, vindt Alexander Norder,

directeur van Thermatras uit Oud-Beijerland. Isolatie-

matrassen worden namelijk precies op maat gemaakt en

zijn flexibel.

Tekst Esther de Beer,

beeld Voermans & Van Bree Fotografie

Vader en zoon Norder van de firma Thermatras in Oud-Beijerland.

41303 12-03-2004 15:35 Pagina 2

Page 9: Isolatiemagazine 21 maart 2004

MAART 2004 ISOLATIE Magazine ............... 13

Instituut voor de Tropen en Philips. Een groot aantalbejaardenhuizen, ziekenhuizen en gemeentehuizen iseveneens onder handen genomen door het bedrijf.Alexander Norder vertelt: “Toen wij zelfstandig werden,waren de energieprijzen laag en zagen veel bedrijvenniet veel nut in het isoleren van hun ketels en afsluitersom energie te besparen. Afsluiters en ketels in utiliteits-gebouwen werden – en worden - over het algemeen nietgeïsoleerd. Het wordt voor lief genomen dat het in zo’nketelhuis bloedheet is. De huidige hoge energieprijzenzijn in ons voordeel. Ondernemers willen nu zoveelmogelijk besparen. Wij zijn daarop ingesprongen door debedrijven te informeren over wat er precies geïsoleerdmoet worden en met welke werkwijze voor een zo hoogmogelijk rendement. Wij laten in een prijsvergelijkingzien wat isolatie zou kunnen opleveren. Stel dat eenbedrijf een bedrag van € 15.000,- moet investeren in iso-latie, het kan ze een energiebesparing van € 4.700,- perjaar opleveren. Door deze aanpak halen wij vaak bedrij-ven over om daadwerkelijk met ons in zee te gaan. Het duurt echter vaak lang voordat er budget vrijge-maakt kan worden en wij daarmee aan de slag kunnen.Daardoor hebben offertes in de utiliteit, en dan metname in de zorgsector, soms wel een looptijd van een tottien jaar. Een lange adem hebben is in dit vak dan ookeen vereiste.”

Logische oplossingGelukkig heeft het Oud-Beijerlandse isolatiebedrijf nietalleen opdrachten die lang op zich laten wachten.Regelmatig heeft het bedrijf orders vanuit de scheep-vaart, en vaak ook spoedklussen. Norder: “Zeker als dewinter er weer aankomt, willen veel bedrijven uit descheepvaart hun stoommachines goed geïsoleerd hebben.Dan krijgen we ineens heel veel klussen tussendoor. Ze bellen ons ‘s ochtend op en ’s middags moet het karwei geklaard zijn. Dan staan hier in de hal twaalf totvijftien man zich helemaal in het zweet te werken omalles op tijd af te krijgen. Omdat wij zo goed als alles opmaat maken, hebben we niets op voorraad. De matrassenworden gemaakt en meteen geïnstalleerd. Dat is met hetoog op de tijdsdruk wel een nadeel. Een opdrachtgever

heeft dat vaak helemaal niet door.” Ook wordt pas naarisolatiematrassen gevraagd als er geen andere manier vanisoleren mogelijk is. “Het komt regelmatig voor dat eenonderhoudsmonteur of een installateur merkt dat hijtoch erg vaak bij een pomp moet zijn en dan is hetgemakkelijker om isolatiematrassen aan te brengen. Deze zijn nu eenmaal eenvoudig af te halen en weer aante brengen. In de industrie wordt er pas bij ons aan debel getrokken als plaatwerk geen oplossing biedt.”

MaatwerkOf het nou grote opdrachten zijn of kleine, op lange ofop korte termijn, in de productiehal van Thermatraswordt met precisie aan elke isolatiematras gewerkt. “Zes jaar geleden zijn wij volledig gedigitaliseerd”, vertelt Norder. “We gebruiken software die ook de

41303 12-03-2004 15:35 Pagina 3

Page 10: Isolatiemagazine 21 maart 2004

14 ............... ISOLATIE Magazine MAART 2004

kledingindustrie hanteert. We hebben zelf onze mensenopgeleid om ermee om te gaan.” De gegevens in de computer worden doorgestuurd naar de snijmachine,waar het ontwerp op maat wordt uitgetekend op bijvoor-beeld glasvezeldoek of Nomex, en vervolgens gesneden.Omdat geen enkel ontwerp hetzelfde is, moet elke isolatiematras met zorg en precisie worden gemaakt.Norder: “Dit is maatwerk en arbeidsintensief. Daarom ishet belangrijk dat onze medewerkers als een team kunnen samenwerken. Vandaar ook dat onze mensenenigszins allround moeten zijn. We leren ze meten enmonteren, onze naaister kan ook overweg met de snij-machine. Zo weet iedereen van elkaar waar ze mee bezigzijn en dat is een groot voordeel voor de klant.”Het is moeilijk om personeel te krijgen, vindt Norder. “Er zijn namelijk wel opleidingen voor plaatwerken enelastomeren, maar niet voor het vervaardigen van isola-tiematrassen. We zoeken mensen die het geen probleemvinden om met glas- of steenwol te werken. Die leidenwe dan zelf op.”

ExperimenterenOndanks dat er aan de isolatiematras niet zoveel te veranderen valt, ziet Norder toch mogelijkheden. “Wij werken met verschillende soorten doek, we kijkenwelke de beste is voor een bepaalde toepassing. Zo isvoor motoren een dik glasvezel doek een goede oplos-sing omdat de chemicaliën die normaal gesproken in hetdoek zitten, eruit zijn gehaald. Nomex, dat ook wordtgebruikt voor brandweerpakken, is weer heel geschiktvoor stoominstallaties. Voor andere toepassingen is hetstandaard glasvezeldoek bekleed met siliconencoatingeen uitkomst. Ook gebruiken wij altijd rvs haakjes om dematras te monteren. Een klant steekt niet zoveel geld ineen matras om er na een paar jaar achter te komen dat

het isolatiemateriaal uit elkaar valt omdat de haakjes verroest zijn.” Ook wil Norder graag experimenteren metnieuwe matrasvulling. “Het zou natuurlijk mooi zijn ombiologisch materiaal te gebruiken, zoals schapenwol.Probleem met dat laatste is tot nu toe dat het zo elastischis dat het telkens terugveert, zodat een matras er moeilijkmee te vullen is.” Desondanks blijft Norder zoeken naarnatuurlijke materialen met goede isolerende eigenschap-pen die gemakkelijk verwerkbaar zijn. Want door deklant mogelijkheden te bieden die voor een ander moei-lijk kan realiseren of over het hoofd ziet, hoopt Nordertelkens de beste oplossing te bieden. •

Koninklijk Instituut voor de Tropen: 200 m2 isolatiematras

op 520 appendages

Het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) inAmsterdam is een van de grote projecten waarThermatras de afgelopen jaren aan gewerkt heeft.Het totale project omvatte twaalf technische ruimtesmet cv-ketels, cv-verdelers, boilers en luchtbehande-lingkasten. In totaal zijn 520 appendages geïsoleerd,afsluiters, flenzen, driewegkleppen, vlinderkleppen encirculatiepompen.Uitgaande van 8.760 bedrijfsuren zou volgens de bere-kening van Thermatras het KIT 5.7715 m2 aan aardgaskunnen besparen met de isolatie. In 2001 inventari-seerde Thermatras de technische ruimtes per installa-tieonderdeel en in maart 2003 kon het bedrijf begin-nen. Twee maanden later is het hele projectopgeleverd. In totaal is er tweehonderd vierkantemeter isolatiematras verwerkt.

Koninklijk Instituutvoor de Tropen: 200m2 isolatiematras

41303 12-03-2004 15:35 Pagina 4

Page 11: Isolatiemagazine 21 maart 2004

16 ............... ISOLATIE Magazine MAART 2004

WET- EN REGELGEVING

Recente ontwikkelingen asbestproblematiek

Aansprakelijkheid werkgevervoor asbestziekten

Krachtens artikel 7:658 BW heeft de werkgever heefteen zorgplicht jegens zijn werknemer om te voor-komen dat de werknemer tijdens het werk schade

lijdt. Onder schade worden in dat verband niet alleen verwondingen begrepen, maar ook zaakschade of het oplopen van beroepsziekten als asbestaandoeningen.

De zorgplicht houdt kort gezegd in dat de werkgeverpassende maatregelen dient te nemen om de werknemertegen schade bij de uitvoering van zijn werkzaamhedente beschermen. Welke maatregelen dat in het concretegeval zijn, hangt af van de omstandigheden. Van belangzijn de aard van de werkzaamheden, de kenbaarheid vanhet gevaar, de kans op verwezenlijking van het risico ende ernst van de gevolgen, alsmede de kosten die aan hettreffen van maatregelen verbonden zijn. In ieder gevaldient de werkgever de wettelijke veiligheidsvoorschriftenin acht te nemen (zoals bijvoorbeeld geregeld in deArbeidsomstandighedenwet 1998 en het Arbeids-omstandighedenbesluit). Deze voorschriften verplichteneen werkgever onder meer om ziekte van werknemerszoveel mogelijk te voorkomen of beperken. Artikel 7:658 BW komt de (ex-)werknemer aanzienlijktegemoet wat betreft het leveren van bewijs voor zijnvordering op de werkgever. De werkgever is jegens dewerknemer aansprakelijk voor de schade die de werk-nemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt,

Blootstelling aan asbest kan tot diverse beroepsziektes

leiden, zoals asbestose (stoflongen), mesothelioom en

longkanker. De werkgever kan aansprakelijk zijn voor

astbestaandoeningen bij de (ex-)werknemer. In deze

bijdrage geven wij aandacht aan de laatste ontwikkelin-

gen op het gebied van werkgeversaansprakelijkheid voor

asbestziektes op basis van artikel 7:658 BW (voorheen

artikel 7A:1638x BW).

Tekst: mr. N. Vloemans en mr. S. Mast,

advocaten bij Loyens & Loeff te Rotterdam

41003/41803 12-03-2004 15:39 Pagina 2

Page 12: Isolatiemagazine 21 maart 2004

MAART 2004 ISOLATIE Magazine ............... 17

tenzij hij aantoont dat hij zijn zorgplicht is nagekomen ofdat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzetof bewuste roekeloosheid van de werknemer.

De werknemer behoeft slechts gemotiveerd te stellen dat hij schade heeft geleden in de uitoefening van zijnfunctie. Daarbij dient hij aan te geven wanneer dat isgeschied, hoe en door welke stoffen. Een werknemer die een beroepsziekte als een asbestaandoening heeftopgelopen, behoeft niet de (juiste) toedracht te stellen,zeker wanneer het voor de werkgever eenvoudiger is omdeze toedracht aan te geven. Wel kan van de werknemerverlangd worden dat hij in ieder geval probeert zo veelmogelijk informatie hierover te verschaffen. Indien dewerknemer bijvoorbeeld in staat is om aan te geven opwelke locaties in het bedrijf hij in de loop der jaren werk-zaam is geweest en het voor de werknemer niet moeilij-ker is dan voor de werkgever om eventuele asbest-blootstellingen op die locaties aan te tonen, dan mag van de werknemer verlangd worden dat hij ter zake voldoende bewijs aandraagt (aldus de Hoge Raad op 26 januari 2001).

Wanneer de werknemer stelt dat de veiligheidsregels inhet bedrijf niet in acht zijn genomen, dient de werkgeverzijn ontkenning te onderbouwen en dient hij aannemelijkte maken dat de regels wel zijn nageleefd. Het is daarbijvan belang wat van de werkgever verwacht mocht worden. Zo dient een werkgever zich te laten voorlichtenomtrent de gevaren die aan het gebruik van eenbepaalde machine of stof zijn verbonden. Aan de werk-nemers die met deze machine of stof werken moet hijadequate instructies geven. Hij dient er bij het geven vaninstructies en het nemen van maatregelen bovendienrekening mee te houden dat werknemers die dagelijkswerkzaam zijn in een bepaalde werksituatie minder voor-zichtig kunnen zijn dan eigenlijk zou moeten. Indien dewerknemers zich in de praktijk bedienen van een feitelijkgevaarlijke werkwijze, dient de werkgever daartegen opte treden. Bovendien rusten op de werkgever de nodigepubliekrechtelijke verplichtingen tot het maken vanrisico-inventarisatie en -evaluatie, alsmede melding enrapportage van ongevallen en beroepsziekten. De werk-nemer kan deze gegevens opvragen om zijn vordering teonderbouwen. Het ontbreken van deze gegevens zal kunnen leiden tot de concusie dat niet voldaan is aan dezorgplicht.

De werkgever kan zich er niet op beroepen dat bepaaldeveiligheidsmaatregelen in vergelijkbare bedrijven nietgebruikelijk waren op het moment dat de werknemersaan asbest werden blootgesteld, of dat op dat momentde mogelijke gevolgen van blootstelling aan asbest nogniet bekend waren. In de rechtspraak is regelmatig over-wogen dat al lange tijd bekend is dat werken met asbestgevaar kan opleveren en dat ter voorkoming van datgevaar veiligheidsmaatregelen in acht dienden te wordengenomen. Weliswaar wist men nog niet van gevolgen alsmesothelioom of asbestose, maar indien de betreffende

maatregelen nageleefd waren, was de kans op het zichvoordoen van de thans bekende asbestziektes aanzienlijkverkleind. Daarom kan de werkgever, die nagelaten heefttoe te zien op de naleving van voldoende veiligheids-maatregelen, ook aansprakelijk zijn voor schade die hijindertijd nog niet kon voorzien.

VerjaringVorderingen, ook die tot schadevergoeding als gevolgvan een asbestaandoening, kunnen verjaren. Dat wil zeggen dat zij door het verstrijken van de tijd niet meerte gelde kunnen worden gemaakt. De functie daarvan isrechtszekerheid; na een zeker tijdsverloop mag de werk-gever er vanuit gaan dat hij niet meer veroordeeld kanworden tot betaling van schadevergoeding. Dat heeft temaken met de bewijsproblemen waarvoor de werkgeverzich, jaren na het ontstaan van de schade, gesteld zoukunnen zien: archieven worden opgeschoond, getuigen-verklaringen worden minder betrouwbaar, verzekerings-polissen wijzigen of worden afgesloten met andere verze-keraars etcetera.De verjaringstermijn is niet voor alle vorderingen evenlang. Vorderingen tot vergoeding van schade door eengevaarlijke stof verjaren door verloop van vijf jaar na dedag waarop de benadeelde zowel met de schade (deziekte) als met de aansprakelijke persoon (de werkgever)bekend is geworden, en in ieder geval door het enkeleverloop van dertig jaar nadat de schade is veroorzaakt(dus ook wanneer de benadeelde dan nog niet met deschade bekend is). In geval van een asbestziekte wordt ervanuit gegaan dat de 30-jaars termijn gaat lopen op dedag na beëindiging van de arbeidsovereenkomst, omdatop dat moment de blootstelling aan de asbest is opge-houden. Dat laatste geldt echter niet indien aannemelijkis dat al tijdens het dienstverband de blootstelling aanasbest op enig moment is beëindigd.

Aangezien het mogelijk is dat een asbestziekte zich pasvoor het eerst openbaart ná de fatale termijn van dertigjaar heeft de Hoge Raad in 2000 geoordeeld dat in eendergelijk uitzonderlijk geval de verjaringstermijn van dertig jaar doorbroken kan worden, afhankelijk van de

41003/41803 12-03-2004 15:39 Pagina 3

Page 13: Isolatiemagazine 21 maart 2004

18 ............... ISOLATIE Magazine MAART 2004

concrete omstandigheden. Zulke omstandigheden zijn bijvoorbeeld de mate waarin de werkgever verwijt kanworden gemaakt van de gebeurtenis, de vraag of dewerkgever rekening heeft gehouden of had moeten houden met een schadeclaim, de redelijke mogelijkhedendie de werkgever nog heeft tot verweer tegen de schade-claim, de vraag of de aansprakelijkheid nog onder eenverzekering is gedekt en de vraag in hoeverre het slacht-offer of zijn nabestaanden nog een andere aanspraak opuitkering hebben (bijvoorbeeld via de Regeling tege-moetkoming asbestslachtoffers).

UitsprakenIn verschillende uitspraken hebben rechters boven-genoemde aanwijzingen van de Hoge Raad in een concreet geval toegepast. Daaruit blijkt dat een beroepop verjaring door de werkgever niet snel onredelijkgeacht wordt. Zo oordeelde de rechtbank Middelburg op11 september 2002 dat de verjaringstermijn niet werddoorbroken in een geval waarin de dochter van eenwerknemer, die tijdens zijn werk aan asbest blootgesteldwas, mesothelioom had gekregen. De nabestaande (deechtgenoot van de dochter) stelde dat de ziekte van zijnvrouw het gevolg was van blootstelling aan asbeststoffentijdens het wassen van de werkkleding van haar vader. De rechtbank meende dat de mate van verwijtbaarheidaan de zijde van de werkgever in dit geval gering was endat deze slechts in beperkte mate met aansprakelijkheid

jegens de huisgenoten van haar werknemer rekening hadkunnen houden. Uit andere recente uitspraken is geble-ken dat het slachtoffer van een asbestziekte of diensnabestaanden snel moeten handelen wanneer zij een-maal met de aandoening en met de aansprakelijke werk-gever bekend zijn; wanneer zij te lang wachten met aan-sprakelijk stellen of een rechtsvordering instellen, staatde rechter een beroep op verjaring meestal toe (aldus bij-voorbeeld het Gerechtshof Den Haag op 25 juli 2003 enop 14 november 2003).

Hoewel de Hoge Raad ruimte heeft gegeven om in schrij-nende gevallen te oordelen dat een beroep op verjaringonaanvaardbaar is, kan toepassing van de verjarings-termijn nog steeds tot onredelijke uitkomsten leiden. Om die reden heeft de wetgever op 27 november 2003een wetswijziging van de verjaringsregeling aangeno-men, welke wijziging in werking is getreden met ingangvan 1 februari 2004. Thans geldt dat een vordering totschadevergoeding in geval van letsel of overlijden pasverjaart na verloop van vijf jaar na de aanvang van dedag waarop de benadeelde zowel met de schade (bijvoor-beeld de beroepsziekte) als met de daarvoor aansprake-lijke persoon bekend is geworden, danwel rederlijkerwijsbekend had kunnen zijn. De regel dat de vordering naverloop van dertig jaar na het onstaan van de schade in ieder geval verjaart, geldt voor deze vorderingen derhalve niet. De nieuwe wettelijke bepaling geldt echterniet voor in het verleden veroorzaakte asbestziektes; dewet biedt alleen een oplossing voor besmettingen die zijnontstaan na de inwerkingtreding op 1 februari dit jaar.

AsbeststeunpuntVoor vragen op het gebied van asbest en aansprakelijk-heid en de hiermee samenhangende verzekerings-rechtelijke aspecten, kunt u contact opnemen met hetasbeststeunpunt voor VIB-leden dat is gevestigd bijLoyens & Loeff, advocaten, belastingadviseurs en notaris-sen, Weena 690 te Rotterdam. Het correspondentieadresis Postbus 2888, 3000 CW, Rotterdam, t.a.v. mevrouw mr.N. Vloemans. Het asbeststeunpunt is telefonisch bereik-baar op 010-2246224 en via faxnummer 010-4125839.•

41003/41803 12-03-2004 15:39 Pagina 4

Page 14: Isolatiemagazine 21 maart 2004

MAART 2004 ISOLATIE Magazine ............... 19

De Vereniging van Asbestverwijderende Bedrijven(VAVB) is sinds het bekend worden van de verzekeringsproblematiek rond asbest aanhou-

dend bezig dit onderwerp op de agenda te krijgen en tehouden tot een oplossing is gevonden.Om te beginnen is bezwaar gemaakt tegen het feit dattegelijkertijd alle verzekeraars dezelfde negatieve hou-ding aannamen jegens asbestverwijdering. De VAVBheeft bij de Ombudsman Verzekeringen aangekaart dathier wellicht sprake is van ongeoorloofde onderlingeafspraken. Het probleem voor de aanbieders op deNederlandse verzekeringsmarkt is echter de onmogelijk-heid tot herverzekering bij internationaal opererendeherverzekeraars. Dat zijn er maar een paar en daar legtNederland weinig gewicht in de schaal.

Onderling fondsHet zelf opzetten van een onderlinge waarborg-maatschappij dan wel een fonds naar voorbeeld vanbestaande fondsen is uitgebreid onderzocht. Het punt isde relatief kleine markt en de vooralsnog aanwezigevrijheid daar al dan niet aan mee te doen. De overheidheeft zich geen voorstander betoond van deze weg enheeft ook niet willen helpen door een verplichting totdeelname aan deze oplossing te overwegen. Weliswaarzou dit wel op vrijwillige basis van de grond kunnenkomen, maar daarmee ontstaan ongelijke concurrentie-verhoudingen.Deze ongelijkheid is er overigens toch al: er zijn bedrijven die op basis van oude relaties of polissen nogdekking hebben en er zijn bedrijven die geen verzeke-ring hebben en dus ook geen premies betalen. Enerzijdsis de branche ervan overtuigd dat het gaat om werk-zaamheden die een beheersbaar en dus verzekerbaarrisico met zich brengen. Immers, het asbestverwijde-ringsproces vindt al tien jaar plaats binnen een certifica-tieregeling onder KOMO-keur. Anderzijds is er ook deovertuiging dat een verantwoord werkend bedrijf nietzonder adequate verzekering kan werken.

De huidige onrust rond de asbestrisico’s is hoofdzakelijkveroorzaakt in het verre verleden, toen er – naar huidige maatstaven gemeten - inderdaad niet verant-woord met asbest werd omgegaan. Op dit momentheeft de sector hoogstwaarschijnlijk te maken met depiek in het aantal slachtoffers als gevolg van het toen-malige werken met asbest.

HerstructureringOp dit moment zet de VAVB in op de overheid, insamenwerking met de verzekeringsmarkt. De overheidverwacht het meeste heil van een herstructurering vande wijze waarop asbest wordt verwijderd. Daarna zoude verzekeringsmarkt de betreffende risico’s weer zoumoeten kunnen dekken, in combinatie met een WAO-herziening die voor 2006 is voorzien. Vanaf dat momentis de werknemer in principe voorzien van een persoon-lijke gezondheidsdekking tegen beroepsrisico’s (risqueprofessionel).

De firma AON uit Rotterdam (risico-advies en assurantie-makelaardij) is al geruime tijd bezig in samenwerkingmet verschillende branche-organisaties om de markt tebewerken met nieuwe verzekeringsmogelijkheden.

De bovengenoemde drie ‘verschillende onderdelen’ worden nu ‘los’ ingekocht. Het gaat hier om:1. Algemene Aansprakelijkheidsverzekering voor

Bedrijven, waarin asbestrisico’s thans zijn uitgesloten.2. Dekking tegen asbestschade aan derden. Dit betreft

met name calamiteiten tijdens asbestgerelateerdewerkzaamheden die mogelijke schade aan derdenveroorzaken.

3. Aansprakelijkheidsverzekering Werkgevers jegenswerknemers. Dit betreft de werkgeversdekking tegenasbestziektes bij werknemers. Op grond van hetNieuw Burgerlijk nr. 7: art 658 is de werkgever hiervoor aansprakelijk. Dit deel van de verzekerings-problematiek weegt zwaar, omdat het een lange-termijnrisico betreft met een sterke morele inslag.Bovendien kan dit risico ook grote financiële consequenties met zich meebrengen.

Nieuwe polissen voor de onder 1 en 2 genoemde risico’szijn al verkrijgbaar. De belangrijkste derde laat nog opzich wachten. Assurantiemakelaar AON onderhandeltmomenteel met verzekeraars om ook hiervoor eenoplossing te treffen.Het kostenniveau van de betreffende polissen is nogniet geheel duidelijk. Desgewenst kunt u nadere informatie verkrijgen bij de Vereniging vanAsbestverwijderende Bedrijven VAVB, telefoon 035-5427525. •

Al meerdere jaren kampt de asbestverwijderingsbranche meteen verzekerbaarheidsprobleem. Meer specifiek: de werkgever-aansprakelijkheid voor werknemers in de asbestverwijdering isniet meer te verzekeren. Aangezien de verschillende onderdelen,waarin sprake was van asbest, van de Aansprakelijkheids-verzekering Bedrijven meestal in één polis waren opgenomen,zijn de meeste polissen in de afgelopen jaren in hun geheelopgezegd. Voor twee van de drie is inmiddels een vervangendeverzekering beschikbaar, over het derde onderdeel onderhan-delt assurantiemakelaar AON momenteel met verzekerings-maatschappijen.

Tekst: mr A.J. Drop, secretaris VAVB

Verzekerbaarheid van asbestverwijdering

41003/41803 12-03-2004 15:39 Pagina 5

Page 15: Isolatiemagazine 21 maart 2004

22 ............... ISOLATIE Magazine MAART 2004

ISOLATIE IN BEDRIJF

Rien Hollaar, R&M Industrie Services:

“Steek veel geld in multidisciplinair werken”

Wie in de isolatiesector het hoofd boven waterwil houden of nieuwe projecten aan wil trekken, zal opdrachtgevers iets bijzonders

moeten laten zien. Kleinere isolatiebedrijven specialiserenzich om die reden vaak in hun core-business, maar grotere ondernemingen zoeken het meer in het uitbreiding en vergroting van hun leveringspakket.Directeur R&M Spreeuwenberg Rien Hollaar: “We haddenallebei onze eigen faciliteiten en onze eigen stand-plaatsen, maar op veel bouwplaatsen kwamen we elkaartegen. We hadden nu dus de perfecte gelegenheid omsamen te gaan werken. Bij isoleren komt vaak ook steigerbouw kijken. Omdat we deze disciplines nu allebei

in huis hadden, konden we manieren verzinnen hoe wedeze het beste konden combineren. IsolatiebedrijfSpreeuwenberg was een familiebedrijf, maar de toen-malige eigenaar Piet Spreeuwenberg had geen opvolgeren zocht daarom een goede gegadigde om zijn bedrijfaan te kunnen verkopen. R&M uit München was erg geïnteresseerd en sinds 1 januari 2002 zijn we zusters vanelkaar en kreeg Spreeuwenberg de toevoeging R&M.”

Activiteiten bundelenVorig jaar was het dan zover: Rheinhold & Mahla en R&MSpreeuwenberg legden concrete plannen op tafel omsamen te gaan werken en hun activiteiten te bundelen.“We merken sowieso dat opdrachtgevers steeds meer opzoek gingen naar ‘een loket’”, vertelt Hollaar. “Het ispraktischer als een opdrachtgever in een adem zowel deisolatie als de steigerbouw van een project kan regelen,en wij geven hem nu die gelegenheid.” Om dit zo soepelmogelijk te laten verlopen, moesten er wel een aantalwijzigingen binnen het bedrijf worden aangebracht. Zo zijn alle stafdiensten nu centraal gesitueerd inNumansdorp en alles wat met de uitvoering te makenheeft zit in Zwartewaal. Op die manier kunnen we projecten snel kortsluiten.”De integratie van beide bedrijven is nog lang niet voltooid. “We zijn pas begonnen en hebben inmiddelseen aantal gezamenlijke klussen binnengehaald. Als onaf-hankelijke bedrijven hebben we al eens samengewerktop Shell Moerdijk, we kenden elkaar dus goed. Maar nugaan we samen aan de slag voor BASF in Antwerpen, de Suiker Unie, Multi Gas en Essent”, aldus Hollaar.

Prominente rolR&M Industrie Services specialiseert zich in de chemischeindustrie, de petrochemie en de energiesector. Behalve indeze sectoren is R&M Spreeuwenberg ook actief in debouw. Nu de disciplines in een groep zijn samengevoegd,zal de isolatie zeker geen ondergeschoven kindje worden.“Het isoleren speelt bij al onze werkzaamheden een pro-minente rol. Isolatie houdt het proces gaande. Je hebt

Isolatie combineren met steigerbouw. Zowel voor de klant

als de opdrachtgever kan dit grote voordelen opleveren.

Reinhold & Mahla en R&M Spreeuwenberg gingen ruim

twee jaar geleden met elkaar in zee en zijn min of meer

pioniers op het gebied van multidisciplinair werken in

deze omvang.

Tekst Esther de Beer, beeld Photol

Directeur R&M Spreeuwenberg Rien Hollaar: "Het is

nuttig dat het OOI ook cursussen in steigerbouw geeft aan

isoleerders, want bij kleine opdrachten is het handig dat een

isoleerder kan helpen bij het bouwen van een steiger."

4603 12-03-2004 15:44 Pagina 2

Page 16: Isolatiemagazine 21 maart 2004

MAART 2004 ISOLATIE Magazine ............... 23

warmte of koude nodig om een chemisch proces te latenplaatsvinden en dan is isolatie noodzakelijk. Hetzelfdegeldt voor energiebesparing. Zodra er op locatie geïso-leerd aan te pas moet komen, komt er behoefte aan steigerbouw. Het is dan altijd maar de vraag of wij ookde opdracht krijgen om de steigerbouw voor een projectte verzorgen. Wij zullen de opdrachtgevers ervan moetenovertuigen dat het uit één hand betrekken van hunbehoeften aan isolatie en steigerbouw voor hen grotevoordelen met zich meebrengt. Dit geldt ook voor deingenieursbureaus die gewend zijn de verschillende disci-plines separaat in te kopen.”

Extra takR&M is natuurlijk niet het enige bedrijf dat multidiscipli-nair werkt, en de verwachting is dat sommige het voor-beeld van het bedrijf uit Zwartewaal willen volgen. Hollaar zegt: “Om in de toekomst te kunnenoverleven, zullen de grote bedrijven de sprong moetenmaken om een extra tak op te nemen, terwijl kleinebedrijven zich steeds meer zullen focussen op hun core-business. Dat komt omdat, met het uitbreiden van eenbedrijf, grote investeringen gemoeid zijn. Zeker als dieextra tak steigerbouw is. Je moet een behoorlijke hoe-veelheid steigermateriaal hebben voordat je werkelijk

aan de slag kunt. Dan kost miljoenen. Deze sprong durven veel bedrijven niet te nemen. Bij R&M was hetechter geen belemmering, omdat er in het verleden alheel veel in steigerbouw was geïnvesteerd. Toch zou degrote investering geen drempel moeten zijn. Als je juistte klein en te voorzichtig investeert, zien de opdrachtge-vers je niet staan. Om multidisciplinair te gaan werken,moet je het aandurven om daar veel geld in te steken.”

Naast elkaar werkenBij multidisciplinair werken hoort niet per se multi-disciplinair personeel. Bij R&M Spreeuwenberg houden ze dit, zeker bij grote projecten, gescheiden. “Een steigerbouwen is toch heel iets anders dan leidingen of ketel-ruimtes isoleren. Natuurlijk is het erg nuttig dat de OOIook cursussen in steigerbouw geeft aan isoleerders, want bij kleine opdrachten vinden we het wel weer handig dat een isoleerder bij het bouwen van een steigerkan helpen. Bij grote projecten kunnen steigerbouwersen isoleerders prima naast elkaar werken”, aldus Hollaar.“Maar wel onder één project en een gecoördineerdmanagement.” •R&M Spreeuwenberg mag sinds dit jaar ook BASF in

Antwerpen tot haar opdrachtgevers rekenen. Dit bedrijf

werkt het liefst zoveel mogelijk met multidisciplinaire

aannemers. Bij BASF opereert Rheinhold & Mahla niet onder

de eigen naam, maar als Tijdelijke Vereniging Isolatie (TVI)

van R&M en het Duitse Isolatiebedrijf G&H. De samenwer-

king met R&M Spreeuwenberg moet nog verder vorm

krijgen. De echte voordelen worden in de loop van dit

project duidelijk, wanneer BASF de opdrachten naar een

aanspreekpunt stuurt en R&M Industrie Services zowel de

steigers, de isolatie en eventueel het schilderwerk zullen

uitvoeren.

Shell Moerdijk kreeg de primeur van de eerste samen-

werking tussen R&M Spreeuwenberg en Rheinhold & Mahla.

Door de samenwerking kon er een extra garantie worden

gegeven dat een steiger niet te vroeg werd weggehaald. Het

isolatiewerk en de steigerbouw hield het bedrijf immers in

eigen hand. Logistiek had het eveneens voordelen.

Hetzelfde materieel kon gebruikt worden voor het naar

boven brengen van het isolatie- als het steigermateriaal. Het

opnemen van het steiger- en isolatiewerk kon tegelijkertijd

gebeuren, waardoor de administratie ook snel kon worden

afgewerkt. Tevens kon voor het hele project een eenduidig

veiligheidsplan worden gemaakt.

4603 12-03-2004 15:44 Pagina 3

Page 17: Isolatiemagazine 21 maart 2004

De centrale moet concurreren, en dus moeten ook inschrijvers voor isolatiewerkzaamheden competitief aanbieden”, zegt Aren de Blok.

Als Eon-installatiebeheerder en in dit geval tevens projectmanager voert hij de scepter over de grote revisievan Eenheid 1 van de Maasvlakte-centrale. Zijn directecollega Joop Broekhuizen heeft dan Eenheid 2 al onderhanden genomen. De Eon-afdeling onderhoud treedt indit proces op als aannemer. De opdrachtgever geeft dekaders aan: vaste prijs, alles in één hand en een gegaran-deerd niveau van kwaliteit en betrouwbaarheid. Normaalgesproken voert hofleverancier – het zijn de woorden vande opdrachtgever – Van der Linden & Veldhuis de werk-zaamheden voor Eon in regie uit. Voor een megaklus alsde revisie van de twee complete productie-eenheden vande Maasvlaktecentrale gaat die vlieger echter niet op. Indat geval wordt het project bij inschrijving vergeven,waarbij naast de prijs uiteraard bewezen kwaliteiten deaanbestedingscriteria beheersen. Eerder verzorgde Vander Linden & Veldhuis dezelfde werkzaamheden inEenheid 2, en gaf daarmee een referentieproject af alsgoede basis voor het huidige project.

ParadepaardjeDe Maasvlakte-centrale is het paradepaardje van Eonsproductiepark. Eon Benelux exploiteert zeven centrales,tezamen goed voor 1770 Megawatt. Daarvan nemen detwee eenheden op de Maasvlakte beide 520 Megawattvoor hun rekening. Met deze centrale is het Guiness-

productieduurrecord behaald, dankzij de gecombineerdeinspanning van Energy Engineering Services, Productie enMaintenance. Bij de laatste categorie komt ook de prestatie van het isolatiebedrijf in beeld.De centrale is gebouwd voor aardgas en zware stookolie.In de jaren tachtig is de centrale omgebouwd voor hetgoedkopere steenkool, waarmee tevens de brandstof-afhankelijkheid is verminderd. Bij een kolengestooktecentrale moet men overigens niet denken aan het voorde een nostalgische en voor de ander schrikwekkendebeeld van kolenlorries in stofwolken. In feite verstookt decentrale koolpoeder. De basisbrandstof wordt in twee-maal vijf poederkoolmolens (vollastcapaciteit 1800 tonper uur) vermalen. Het koolpoeder wordt vermengd metlucht verbrand. Hiermee wordt een optimaal verbran-dingsrendement gegenereerd. De opgewekte warmte

“De centrale Maasvlakte met zijn twee eenheden ken-

merkt zich door de behaalde zeer hoge beschikbaarheden

voor dit type eenheden.” Dit staat te lezen op de website

van energieproducent Eon Benelux. Dezelfde site meldt

met gepaste trots dat ‘Eenheid 1’ het wereldrecord ener-

gie-opwekken op zijn naam heeft gebracht door 13.000

uur onafgebroken te produceren. Een mooi resultaat. Het

isolatiebedrijf dat voor een grote revisie tekent, krabt zich

echter wel even achter de oren, want je wilt het niet op je

geweten hebben roet in het eten van deze prestaties te

gooien. Op basis van inschrijving verwierf Van der Linden

& Veldhuis dit multidisciplinaire project en klaarde de

opdracht binnen de uitdagende kaders van de opdracht-

gever.

MAART 2004 ISOLATIE Magazine ............... 25

EON-centrale Maasvlakte in revisie

Volgens asbestregime sanerenonder flexibele logistiek

Als een wit baken torent de Eon-centrale boven deMaasvlakte uit. De centrale is recordhouder onafgebroken energie produceren.

ISOLATIE OP LOCATIE

4503 EON 12-03-2004 15:46 Pagina 3

Page 18: Isolatiemagazine 21 maart 2004

26 ............... ISOLATIE Magazine MAART 2004

verhit water tot stoom, dat op zijn beurt de turbines aandrijft. Het rendement is geoptimaliseerd door deelsherverhitte stoom te gebruiken en door de gebruiktestoom te laten condenseren waarmee een aanzienlijkehoeveelheid restenergie voor nuttig gebruik beschikbaarkomt. De centrale levert tenslotte de megawatts op degestandaardiseerde spanning van 380.000 Volt af aan hetnationale en internationale koppelnet.

MilieubeleidIn principe is een kolengestookte centrale minder schoondan een gasgestookte centrale. Economische wetmatighe-den en spreiding van energieafhankelijkheid hebben ech-ter in de jaren tachtig de kolen een comeback in de energiecentrales bezorgd. Inventieve milieumaatregelenvangen de vroegere milieunadelen goeddeels op. Zo wor-den de zware asdeeltjes nuttig gebruikt in vooral dewegenbouw. De lichte vliegas vindt toepassingen in deproductie van beton, cement en kunstgrind. De rook-gassen worden volledig ontzwaveld. Het hierbij vrijko-mende zwavel wordt gebruikt voor de gipsproductie.De isolatie van stoomleidingen en turbines vormt uiter-aard een belangrijke milieubijdrage op zich en heeft eeneven belangrijke functie in de procesbeheersing en deveiligheid.

RevisieDe concurrentie op de energiemarkt dwingt producentenen distributeurs efficiënt te werken en de kosten tebeperken. Dit dwingt tot een doelmatige aanpak vanrevisies, zonder overigens iets af te doen aan de zorgvul-digheid. Ook in de geprivatiseerde markt blijven destrikte onderhoudsschema’s van kracht. Dit is in de wetgeving verankerd, met toezicht door de Dienst voorhet Stoomwezen. Elke drie tot vier jaar wordt een een-heid onder handen genomen voor revisie en groot onder-houd. De huidige revisie neemt per eenheid vijf weken inbeslag, langer dan gebruikelijk. De verklaring daarvoor isdat bij deze stop het binnenhuis van de hogedruk-turbinewordt vervangen en tevens een nieuwe generator-rotoren een nieuwe machinetrafo wordt geïnstalleerd. “Zo’nstop merkt men wel in den lande”, zegt Aren de Blok.

“Als er 500 megawatt uitvalt, moet er op de markt ener-gie worden bijgekocht. Alleen daarom al is het zobelangrijk dat de werkzaamheden betrouwbaar en volgens strakke planning worden uitgevoerd.” In dezeweken is rondom de centrale dan ook geen parkeerplaatsmeer te vinden. Er zijn drie- tot vierhonderd externe vak-mensen aan de slag, waarvan globaal tien procent hetisolatiewerk en aangrenzende specialismen waarondersteigerbouw voor hun rekening neemt.

Keramische wolIn de grote revisies die achtereenvolgens in Eenheid 2 enEenheid 1 van de Maasvlakte-centrale zijn uitgevoerd,ging het op isolatiegebied in eerste instantie om demon-tage van de bestaande isolatie en de montage vannieuwe isolatiesystemen. De eerste fase maakt de weg vrijvoor onderhoud en revisie van de installatie. In de prak-tijk is het isolatieproject heel wat gecompliceerder danhet op het eerste gezicht lijkt.De bestaande isolatie van de stoomleidingen bestaat uitkeramische wol (KO-wol), die bijna twintig jaar goede iso-latiediensten heeft geleverd. Volgens de huidige regelge-ving kan deze volgens de normale procedures wordengedemonteerd. Eon Benelux wil op dit punt echter iederdenkbaar risico uitsluiten. Daarom voert de energiepro-ducent een actief beleid om keramische wol uit de cen-trales te verwijderen en dit uit te voeren onder het zoge-heten asbestregime. “Dit hoeft in principe niet, maar wehanteren toch deze strenge maatregelen. Vooral bijdemontage na langdurig gebruik wordt keramische wolals schadelijk voor de gezondheid beschouwd. We willendus absoluut geen enkel risico lopen en vervangen het nudoor een zwaardere variant steenwol”, licht Aren de Bloktoe.De Blok toont zich tevreden met de zorgvuldigheid waar-mee alle aspecten van de veiligheid en ‘housekeeping’ tij-

Detail van de geïsoleerde stoomleidingen, waarop hetforse pakket goed te zien is.

Montage van de steenwol

4503 EON 12-03-2004 15:47 Pagina 4

Page 19: Isolatiemagazine 21 maart 2004

dens de revisie worden gevolgd. “We hechten grootbelang aan het naleven van de verwijderingsprocedures,goede bescherming van mensen en veiligheid van dewerkplek, ook ten opzichte van de andere gebruikers inde omgeving. De risico-inventarisatie met bijbehorendveiligheids- en gezondheidsplan zijn er niet voor niets. Als er drie- tot vierhonderd mensen in de omgeving rond-lopen, is het een gemeenschappelijke taak om samen deveiligheid op hoog niveau te handhaven.

ContainmentsIn zijn totaliteit gaat het in Eenheid 1 van deMaasvlaktecentrale om duizend meter stoomleidingen,waarmee 3500 m2 isolatieplaat is gemoeid. Om te vol-doen aan het verwijderingsprotocol zijn worden eerstcontainments (tenten) geplaatst. Deze worden op onder-druk gehouden zodat stofdeeltjes gecontroleerd kunnenworden afgefilterd zonder in de omgeving terecht tekomen. Alleen daarmee is het al, om de woorden van LeoVeldhuis te gebruiken, geen “klus voor de achterkant vaneen sigarendoos. We moeten innovatief en inventiefplannen om precies op het goede moment op de juisteplek de containments in de juiste afmetingen te plaatsen.Als dat niet goed in elkaar zit, belemmer je onmiddellijkhet volgende bedrijf in de voortgang.” Alle betrokkenbedrijven moeten dus goed op dezelfde golflengte zittenen hun mensen en materieel gecoördineerd inzetten. Datvergt optimale samenwerking en flexibiliteit, ook van dekant van de opdrachtgever. Wat dat laatste betreft is hetillustratief om van weerszijden te vernemen dat het pro-ject naar volle tevredenheid verloopt. In de praktijk bete-kent het immers ook dat de soepelheid moet wordenopgebracht om over en weer iets te schuiven om eenander onderdeel op dat moment de vereiste ruimte tegeven. “Echte kanjers” benoemt Aren de Blok het teamvan Van der Linden & Veldhuis, gecoördineerd doorhoofduitvoerder Rinus van Soest. “Echte kanjers, wantanders loopt zo’n megaproject niet zo goed.” Met enkeletrefwoorden karakteriseert hij dit nader: “Meedenken,

flexibel, open voor samenwerking en waanzinnig goedeinstallatiekennis.”

MultidisciplinairDe revisie van de Maasvlaktecentrale is door Van derLinden en Veldhuis uitgevoerd als multidisciplinair pro-ject. Voor de steigerbouw is de samenwerking gezocht engevonden met R&M Spreeuwenberg, dat naadloos in hettechnisch en logistiek complexe project paste. LeoVeldhuis: “Dit bewijst dat je als gespecialiseerd isolatiebe-drijf heel goed multidisciplinaire projecten aankunt, mitsje over de goede partners beschikt. Zeker in deze groot-schalige projecten moet je blindelings op elkaar kunnenvertrouwen. Want de zorgvuldige logistieke planningrond de containments – we praten over 15.000 m2 in deeerste fase en nog eens 11.000 m2 in de tweede – vereistnatuurlijk een even zorgvuldige planning in de steiger-bouw.”Inmiddels is het project Maasvlakte-centrale met succesafgerond. Op het geplande moment kwam Eon Beneluxweer op stoom, konden de turbines weer op toerenkomen en kreeg Nederland zijn 520 megawatt weer inhet net geprikt. Voor opdrachtgever en opdrachtnemerhet moment om met gepaste trots vast te stellen ‘wemade it!’ •

MAART 2004 ISOLATIE Magazine ............... 27

De verwijdering van de bestaande isolatie van kerami-sche wol vindt plaats onder asbestregime. De foto toontde containments, die op onderdruk worden gehoudenom stofdeeltjes gecontroleerd af te filteren. De plaatsingen dimensionering van de containments zijn volgens eennauw sluitende planning en logistiek uitgevoerd omuiterst flexibel in te spelen op overige onderhoudswerk-zaamheden.

Binnen enkele weken moet de centrale weer haargewone werk kunnen doen en 520 megawatt energieleveren. Frequente besprekingen zorgen voor zorgvul-dige afstemming van de vele verschillende werkzaamhe-den tijdens deze stop.

4503 EON 12-03-2004 15:47 Pagina 5

Page 20: Isolatiemagazine 21 maart 2004

28 ............... ISOLATIE Magazine MAART 2004

Honderd jaar Van der Linden & Veldhuis

“Isolatie kies je voor het leven”

Liever geen krassen op het bureau”. Menig bezoekerzal deze aanwijzing van algemeen directeur LeoVeldhuis ter harte hebben genomen. Hij leidt Van

der Linden & Veldhuis in nauwe samenwerking metfinancieel directeur Jacob van den Bos.Het bureau is een zorgvuldig gekoesterd erfstuk van deoprichters. Het meubel draagt bij aan de sfeer die hetheden verbindt met verleden en toekomst. Dat het over-komt als een oase van rust is schijn, al vindt Veldhuisgelukkig nog wel eens de gelegenheid om hier een geurig sigaartje op te steken. ‘Club Havanna’ heet hetkantoor daarom sinds de nieuwe Tabakswet. Maar verderis ‘gewoon aanpakken en op zijn Rotterdams werken’vanaf deze plek vast pandoer, al honderd jaar.

KroniekIn de zeer leesbare ‘Kroniek van een dynamisch bedrijf’,in 1979 bij gelegenheid van het 75-jarig bestaan opgete-kend door de toenmalige directeur C.W.C. Eikenboom, is het meubilair omschreven als “een wrakke tafel entwee stoelen, … in een eeuwenoud duister pandje” aande Leuvehaven in Rotterdam. De auteur merkt er bij op, dat de 28-jarige oprichter W.H. van der Linden en zijn 25-jarige compagnon J.H.J. Veldhuis overdag wel niet veelop die stoelen gezeten zullen hebben. “Daarvoor moes-ten zij in de moeilijke beginperiode teveel de baan op.De omzetten waren het eerste half jaar immers nog ergbescheiden. Echter al in de tweede helft van het ont-staansjaar schoot het bedrijf wortel en ging het sterkcrescendo.”

Zorgvuldig, rechtvaardig en selectiefTerugblikkend op de beginjaren noemt Eikenboom in zijnkroniek het personeelsbeleid ‘zorgvuldig, rechtvaardig enselectief’, in een tijd waarin rechtszekerheid voor dewerknemers althans in juridische zin nog moest wordenuitgevonden. De eerdergenoemde generatieslange ban-den tussen bedrijf en medewerkers illustreren dit overtui-gend. Wie het afgebeelde staatje uit de personeels-administratie van 1913 beziet, kan aan de trefwoordennog ‘subtiel’ toevoegen. We ontdekten drie nuances voorvertrek van een medewerker: ‘weggeloopen’, ‘bedankt’en ‘weggebleeven’. Een van de ‘weggeloopen’ jongensheeft in 1913 waarschijnlijk een veelbelovende toekomstlaten schieten, want in een jaar tijd had hij al drie relatiefforse loonsverhogingen binnengehaald van maar liefstelf, tien en negen procent. Deze gelijkmatig aflopendereeks laat zich eenvoudig verklaren: het loon ging steedsmet vijf dubbeltjes per week omhoog.In de huidige tijd ligt dit vanzelfsprekend wat anders.Zoals iedere onderneming in de techniek moet ook eenhonderdjarig isolatiebedrijf zich inspannen om vakbe-kwame medewerkers te vinden. Ook is de binding tussenmens en bedrijf meer rationeel, want naast het socialekarakter speelt geld een belangrijke rol. “Het gaat eromeen realistische balans te handhaven”, vindt Leo Veldhuis.

De isolatiewerkzaamheden in het kader van de grote

revisie van de Maasvlaktecentrale van Eon-Benelux wordt

als multidisciplinair project uitgevoerd door Van der

Linden & Veldhuis. Tientallen mensen van het isolatie-

bedrijf en de ingeschakelde partnerondernemingen zijn

een aantal weken druk met verwijdering van keramische

wol, steigerbouw, de opstelling van containments en de

montage van nieuwe isolatie. Het project is exemplarisch

voor het honderdjarige Van der Linden & Veldhuis. Een

sterke klantgerichtheid, moderne aanpak van kernactivi-

teiten en aanvullende specialismen zitten er in 2004 nog

net zo sterk in als in 1904. Evenals de sterke kanten van

het familiebedrijf, want al is Van der Linden & Veldhuis

strikt genomen al lang geen familiebedrijf meer, het karak-

ter is onmiskenbaar bewaard gebleven.

De directie van Van der Linden & Veldhuis. Links alge-meen directeur Leo Veldhuis, rechts financieel directeurJacob van den Bos. Volgens klassieke tradities tast hetpersoneel in de buidel wanneer het bedrijf jubileert.Anno 2004 kan de directie zich laten weerspiegelen inhet geschenk van de medewerkers ter gelegenheid vanhet honderdjarig bestaan.

ISOLATIE IN BEDRIJF

4503 EON 12-03-2004 15:47 Pagina 6

Page 21: Isolatiemagazine 21 maart 2004

MAART 2004 ISOLATIE Magazine ............... 29

FamiliebedrijfHet vijfenzeventigjarige bestaan in 1979 is afgesloten met de nuchtere opmerking: “we gaan gewoon verder.We hebben in 75 jaar geleerd moeilijkheden het hoofd tebieden; zou dat in de toekomst dan niet lukken?” schrijftde chronikeur. Jawel dus, luidt inmiddels het zekere ant-woord op die retorische vraag. Nu vijfentwintig jaar laterhet eeuwfeest wordt gevierd, bezet Van der Linden &Veldhuis nog steeds een mooie plaats in de Nederlandseisolatie-toptien. Het is al tientallen jaren geen familie-bedrijf meer, maar ondanks de omzwervingen in de juri-dische bedrijfsvorm is het familiekarakter in vele facettengehandhaafd gebleven. Schilderijen, houtsnijwerken,glas-in-loodramen en de nieuwe jubileumspiegel in de halhouden de herinneringen aanhoogte- en dieptepunten levend.Aan de leiding staat als vanoudseen Veldhuis, en de vierde genera-tie is al aan de slag. Onder hetpersoneelsbestand kom je links enrechts namen tegen die eveneensduiden op een generatie-overstij-gende band tussen bedrijf enmedewerkers. “Dat spreekt ookvoor de branche op zich”, conclu-deert Leo Veldhuis. “Wie eenmaalheeft gekozen voor isolatie, heefter blijkbaar voor het leven voorgekozen”, voegt hij er aan toe.

Management buy-outHet is min of meer toevallig dathet bedrijf na honderd jaar nogsteeds – beter: opnieuw – wordtgeleid door een Veldhuis. In 1975nam de familie het toen nogopmerkelijke besluit om via eenmanagement buy-out afscheid te nemen. Een aantalbedrijfsdirecteuren, waaronder de nu nog in leven zijndeCoen Eikenboom en Theo Klein, namen Van der Linden &Veldhuis over van de familie. Toen dezen met pensioengingen, verkochten zij de onderneming aan het interna-tionaal opererende G+H Montage in Ludwigshafen, waarLeo Veldhuis ook werkte. Hij had, naar de beste familie-tradities, via Key & Kramer, Isover en G+H, inmiddels eenwarm hart voor isolatie gekweekt, ook weerspiegeld inde bijna 75-jarige geschiedenis van brancheorganisatieVIB. In 1999 nam Krego Beheer en in 2002 Ype SmidBeheer het geheel over. “Het lijkt soms wel een beurs-fonds …” merkt Veldhuis hierbij op. “Maar we zijn welblij met deze situatie, want hiermee kreeg het isolatie-bedrijf een directe synergetische band met bouw enonderhoud van tanks voor onder meer olieopslag voorraffinaderijen, de voedingmiddelenindustrie en de tuin-bouwsector.” De toepassing van moderne technologieënen het consequent afstemmen van de toegepaste mate-rialen en technieken aan de procestechnische en econo-mische eisen van de opdrachtgever en het algemenebelang van energiebesparing, duurzaamheid en veilig-heid, versterken deze rol.

IndustriegerichtHet personeelsbestand van het industrieel gerichte Van der Linden & Veldhuis schommelt al jaren lang rondde 110, verdeeld over de vestigingen in Vlaardingen,Wormerveer en Sas van Gent. Het bedrijf heeft zich vanbegin af aan toegelegd op industriële isolatie.Scheepsbouw, wasserijen en ziekenhuizen zorgden voorde eerste stevige basis, de voedingsmiddelenindustrie,energiecentrales en de lichte chemische industrie dedende rest. Het brengt het bedrijf al dan niet in samenwer-king met grote Nederlandse ondernemingen niet alleendirect werk in Nederland, maar ook in België, Duitslanden Frankrijk. Daarnaast is Van der Linden & Veldhuisactief in de export naar onder meer Amerika en Rusland.

Aanvullende specialisaties zoalsasbestverwijdering, geluidisolatieen de handel in rubberproductenlegden al in een vroeg stadium debasis voor wat tegenwoordig heet‘multidisciplinair ondernemen’. De klanten zijn door de jaren heennet zo trouw gebleven als deVeldhuizen en hun medewerkers.“We hebben een trouwe, vaakhonderdjarige klantenkring van energiecentrales, voedings-middelenindustrie en de chemie.Dankzij zowel de ‘oude’ als jongeklanten zijn we groot geworden. Dat heeft alles te maken met hetaanpakken van kansen in demarkt. Dat is de manier waarvoorje steeds opnieuw samen metopdrachtgevers het eigen bedrijfontwikkelt. In de moderne tijdbetekent dat techniek in plaats vanambacht, planning en calculatie in

plaats van het sigarendoosje. Opleidingen, certificatie enzorgvuldig personeelsbeleid horen daar evenzeer bij”,aldus Leo Veldhuis.

EeuwfeestVanzelfsprekend heeft de jubilaris ook even feestelijk stil-gestaan bij het eeuwfeest. Als we constateren dat het nuniet direct de gemakkelijkste tijd voor de isolatiebrancheis om met onbelemmerde vreugde een jubileum te vieren,antwoordt Leo Veldhuis geheel in de stijl het bedrijf:“Nee, het is niet de gemakkelijkste tijd, maar door dejaren heen hebben we wel moeilijker jubileumjarengehad: denk aan de jaren dertig, de oorlogstijden. Diewaren veel ingrijpender.”In 2004 is er geen nieuwe bedrijfskroniek geschreven.Anders zou deze zeker concluderen: “We gaan gewoonverder. We hebben in honderd jaar geleerd moeilijkhedenhet hoofd te bieden; zou dat in de toekomst dan niet luk-ken?” •

4503 EON 12-03-2004 15:47 Pagina 7

Page 22: Isolatiemagazine 21 maart 2004

30 ............... ISOLATIE Magazine MAART 2004

ISOLATIE IN BEDRIJF

Het zwarte rubberen slangetje:vijftig jaar jong

Wie de eerste foto’s van de productiewijze vanArmstrong bekijkt, ziet een enigszins smoeze-lige man met een mesje, op een houten stoel

aan een wankel tafeltje. De ruimte om hem heen is compleet gevuld met kurk, rubberslangetjes en rubber-platen. De man op de foto is ingenieur en chemicusArmstrong. Hij legde in zijn eigen schuur, bij wijze vanspreken, de basis voor het toepassen van flexibele isola-tiematerialen. Een halve eeuw later zijn het tafeltje en destoel in de schuur vervangen door tientallen fabriekenverspreid over de hele wereld. Daar wordt het materiaalnu vervaardigd, en Armaflex is inmiddels een begrip.

FlexibelArmaflex is het eerste kunststofschuim met een geslotencelstructuur op basis van elastomeren. Het materiaalheeft een lage warmtegeleidingcoëfficiënt en een hoge

waterdamp-diffusieweerstand. Isolatie van koel- en klimaatinstallaties met Armaflex voorkomt condens-vorming en toepassing van een extra dampremmendelaag, bijvoorbeeld in de vorm van een extra afwerking, is niet nodig. Armaflex-slangen zijn licht en flexibel en bijde montage van nieuwe leidingen kunnen ze gewoonover de buizen worden geschoven. Bij bestaande installa-ties worden de slangen opengesneden, om de leidinggelegd en vervolgens verlijmd. In vergelijking met het isolatiemateriaal van vroeger besparen isoleerders vijftigtot zeventig procent aan tijd. Ook het onderhoud vaneen installatie die is geïsoleerd met Armaflex is eenvoudi-ger. In tegenstelling tot isolatiematerialen met eenommantelingssysteem, kan Armaflex doelgericht wordenopengesneden en na onderhoudswerkzaamheden weerdichtgelijmd.

Moeizame installatie voorbijToen het isolatiemateriaal in 1954 het levenslicht zag,betekende dit een revolutie op de isolatiemarkt. De uit-stekende technische eigenschappen en de gemakkelijkeen schone verwerkingsmogelijkheden van Armaflexwaren helemaal nieuw. Het tijdrovende en moeilijke isoleren met zware, stugge isolatieschalen en het duregebruik van kurk, bitumen en gipsmassa, was hiermeevoorbij. De introductie van de flexibele, dunne slangenstuitte aanvankelijk bij menig isoleerder op acceptatie-problemen. Hoe kon zulk dun materiaal nou zorgen voorgoede isolatie? Door aan te tonen dat Armaflex een hoge waterdampdiffusieweerstand en een laag warmte-geleidingsvermogen heeft, kwamen steeds meer bedrij-ven over de brug. Werd het product in zijn beginjaren nog voornamelijkgebruikt voor koel- en klimaatinstallaties, sinds het midden van de jaren zestig wordt het ook gebruikt voorisolatie van contactgeluid en energiebesparing bij sani-taire- en verwarmingsinstallaties.Het product heeft zichzelf sterk ontwikkeld, vooral in deafgelopen tien jaar. Zo werden in 1994 de zelfklevendeslangen geïntroduceerd, wat de verwerking van het pro-duct een stuk eenvoudiger maakt en de montagetijd ver-der verkort. Twee jaar later werd het eerste halogeenvrijeisolatieproduct ter wereld, op basis van elastomeren, opde markt gebracht. Dit materiaal heeft een zeer lagerookdichtheid bij brand. In dat jaar werd ook HTArmaflex ontwikkeld dat zijn technische eigenschappenbehoudt bij temperaturen tot 150 graden Celcius. Het

De isolatiewereld zou zich het bestaan zonder dit flexibele

isolatiemateriaal niet meer kunnen voorstellen. Armaflex

is in elke ketelruimte wel te vinden en bekleedt in

Nederland alleen al duizenden kilometers leiding. Dit jaar

viert het materiaal zijn vijftigste verjaardag.

Tekst Esther de Beer

De Armaflex-familie is in vijftig jaar behoorlijk gegroeid

42103 12-03-2004 15:52 Pagina 2

Page 23: Isolatiemagazine 21 maart 2004

MAART 2004 ISOLATIE Magazine ............... 31

nieuwe millennium is ingegaan met voorgeïsoleerd leidingmateriaal voor zonne-energietoepassingen. Later kon dit systeem ook worden toegepast op koel- en klimaatinstallaties. Het jongste kind in de Armaflex-familie ‘rubberen slangetjes’ is een elastomeren bevat-tend isolatiemateriaal met een antibacteriële afdeklaagvoor het verminderen van de risico’s op infecties en allergieën: ActiShield. De toevoeging van Arma-check aanhet assortiment maakt het product zelfs zeer geschiktvoor onder meer offshore-toepassingen. Arma-check ishetzelfde als Armaflex, het is echter voorzien van eensterke flexibele ommanteling.

VerbeteringenEind jaren vijftig maakte Europa kennis met het innova-tieve isolatiemateriaal en in 1960 werd in Münster de eerste fabriek geopend die Armaflex produceerde. Toen de Duitse producent zich enkele jaren geleden verzelfstandigde en het Amerikaanse moederconcern verruilde voor een Nederlandse investeringsmaatschappij,konden er wederom grenzen worden verlegd binnen de isolatiesector. Alle rechten van Armstrongs isolatie-materialen werden namelijk overgedragen aan Armacell,zodat er naar hartelust kon worden geëxperimenteerdmet verbeteringen. Vandaag de dag heeft Armacell eengroot deel van de markt in handen als het gaat om elastomeren isolatie, al zijn er natuurlijk ook meerdereconcurrenten om het spel spannend te houden. Dat isechter nog niet genoeg. Armacell blijft vooruitstrevenden onderzoekt met nieuwe producten, zoals ArmaFoam,speciaal schuimrubber voor industriële aandrijvingen, en ArmaSport, schuimrubberen producten voor de sporten fysiotherapie. Hiermee hoopt het bedrijf zich ook tekunnen richten op deze nieuwe markten. Naast hetinmiddels overbekende Armaflex, heeft Armacell ookandere merken gelanceerd zoals Tubolit (rondgeëxtru-deerde PE leidingisolatie) en Oka-products (hard pvc- enmetalen ommantelingssysteem).

StandaardisatieOp dit moment wil Armacell bijdragen aan harmonisatievan productnormen, te beginnen op Europees niveau,zodat er voor iedereen meer duidelijkheid ontstaat. Op deze manier zijn producten beter vergelijkbaar enhebben verwerkende bedrijven meer houvast. In Amerikais isolatiemateriaal al gestandaardiseerd door FactoryMutual Research Corporation en Armacell is door dezeorganisatie inmiddels gecertificeerd. Ook in Europa staataanvaarding van productnormen voor de deur en bij detotstandkoming van verschillende normen, heeft Armacelleen actieve rol gespeeld. Op deze manier probeert eenvan de grootste elastomeerproducenten hun motto hoog in het vaandel te houden: kwaliteit garanderen envergelijkbaar maken. •

Armaflex ActiShield is een innovatie op isolatiegebied.Het is isolatiemateriaal kan naar hartelust wordengebruikt in ruimtes waar hygiëne een rol van levens-belang speelt. Ondanks alle voorzorgsmaatregelen die de mensneemt om zo gezond mogelijk te leven, worden wenog regelmatig opgeschrikt door epidemieën, die ver-oorzaakt worden door bacteriën of virussen, zoals deSARS-epidimie of een griepepidemie. ArmaflexActiShield helpt om het risico op infectie te voorko-men en onze leefomgeving gezonder te maken. Ditisolatiemateriaal, op basis van elastomeren, heeft eenantibacteriële bovenlaag die speciaal is ontwikkeldvoor plaatsen waar hygiëne erg belangrijk en aan deorde van de dag is. Deze laag inactiveert virussen envoorkomt de groei van bacteriën. Het meest bijzon-dere aan dit nieuwe product is dat één m2 geïsoleerdoppervlak zorgt voor een hygiënische omgeving vanmaar liefst 220 m2. ActiShield is vooral erg nuttig inlaboratoria, de farmaceutische industrie, apothekenen ziekenhuizen. Armaflex ActiShield zal tijdens de ISO 2004 inWiesbaden worden gepresenteerd.

Betere hygiëne doorisoleren

42103 12-03-2004 15:52 Pagina 3

Page 24: Isolatiemagazine 21 maart 2004

32 ............... ISOLATIE Magazine MAART 2004

OOI

Als ‘hofleverancier’ van scholing binnen de isolatiebranchezet de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voorhet Isolatiebedrijf (OOI) zich in om daar met programma’s,cursussen en opleidingen optimaal op in te spelen. Maarjuist als opleidingsinstituut moeten we ons steeds afvra-gen of we ons verantwoordelijke werk wel goed doen. Enook hier geldt: (goed) meten is weten. Daarom heeft hetbestuur van de Stichting OOI besloten om het oordeel vanwerkgevers in de isolatiebranche in kaart te laten brengendoor een extern onderzoekbureau. In februari 2004 heefteen marktonderzoekbureau een telefonisch onderzoekbinnen de Isolatiebranche uitgevoerd. De onderzoeks-resultaten moeten zicht geven op de wensen en sugges-ties op het gebied van de scholing binnen de branche ende mogelijkheden en de positie van de Stichting OOIdaarin. Het bestuur van de stichting zal de uitkomsten zospoedig mogelijk bekend maken en voorzien van concrete uitwerkingen in het belang van de Isolatiebranche.

Personeel met een goede opleiding en regelmatige

bijscholing is van groot belang voor een sterke positie van

isolatiebedrijven op de (inter)nationale markt. De technie-

ken, ontwikkelingen en eisen van klanten veranderen

voortdurend en toenemende concurrentie maakt de nood-

zaak van adequaat handelen alleen maar groter.Het OOI-bestuur heeft daarom besloten om het aantalbedrijfsbezoeken versneld in te halen. In februari isdaarom gestart met het afleggen van die bezoeken, tijdens welke onder meer wordt gesproken over demogelijkheden die de Stichting OOI biedt op het gebiedvan scholing en de financiële bijdragen die het opleidenvan personeel aantrekkelijk maken. Bovendien zal in elkgesprek worden vastgesteld of de bedrijven specifiekewensen hebben en hoe vaak de OOI-opleidingsadviseur in de toekomst een bedrijfsbezoek dient af te leggen ofandere zaken moet regelen. Zowel het onderzoek naarklantentevredenheid als deze bezoeken kunnen medezorgen voor een optimaal scholingsklimaat binnen deIsolatiebranche.

Geconstateerd is dat een aantal isolatiebedrijven de

afgelopen periode minder vaak dan wenselijk is bezocht

door een opleidingsadviseur van de Stichting OOI.

OOI-activiteiten

Onderzoek naar klantentevredenheid

Bezoek aan alle isolatiebedrijven

In elke uitgave van Isolatie Magazine enIsolatie Plus staat een overzicht van hetcursusaanbod van de Stichting OOI voorde komende maanden. Toch is geblekenis dat niet iedereen in de isolatie-branche voldoende op de hoogte is vanhet cursusaanbod. Om die reden isonlangs het overzicht ook gestuurd naarwerkgevers en werknemers in de bran-che, met een aanmeldingsformulier bijgevoegd. De Stichting OOI hoopthiermee nog meer te voldoen aan dewens en mogelijkheden om geschooldte worden.

Cursusaanbod Stichting OOI

41403 12-03-2004 15:54 Pagina 2

Page 25: Isolatiemagazine 21 maart 2004

MAART 2004 ISOLATIE Magazine ............... 33

De afgelopen maanden heeft de Stichting OOI diverseoproepen gedaan voor kandidaat- isoleerders/plaatwer-kers (geboren na 3 oktober 1979) om mee te doen aan deInternationale Beroepenwedstrijden 2004. Medio februarivond de tweedaagse selectiewedstrijd plaats in het OOIOpleidingscentrum in Spijkenisse. De winnende deelne-mers, Hendrik Lassche en Jeffrey Sieverts, beide van defirma R&M, worden nu klaargestoomd voor de internatio-nale wedstrijden die tijdens het wereldcongres WIACOvan 29 september tot 2 oktober in Barcelona wordengehouden. De Nederlandse delegatie zal tot septembereen intensief wedstrijdprogramma doorlopen om tot dewereldtop te gaan behoren. Daarna zullen de tweenamens de Nederlandse isolatiebranche worden afgevaar-digd naar Barcelona.

Na Sassenheim in 1994, Bern (’96), Luzern {’98), Brussel(2000) en Wiesbaden ’02) zal de strijd dit jaar inBarcelona plaatsvinden. De tests tijdens de nationaleselectie- en de Internationale Beroepenwedstrijd omvat-ten het isoleren van een dummy met verschillende isolatiematerialen en het zelf maken en monteren vaneen aantal plaatwerkstukken.Wij wensen de twee kanjers nu al veel succes toe en danken R&M voor de bereidheid om deze twee kandida-ten te laten deelnemen. De OOI-docenten zullen alles uitde kast halen om ze optimaal voor te bereiden. In hetvolgende nummer zullen we de twee deelnemers uitge-breid aan u voorstellen.

In 2004 vinden de Internationale Beroepenwedstrijden in de

isolatietechniek plaats tijdens het WIACO-congres te

Barcelona. De Nederlandse isolatiebranche wil zich daar

internationaal van haar beste kant laten zien.

Internationale Beroepen-wedstrijd Isolatie

Jan P. Dijkstra (57) heeft de afgelopen tien jaar een ver-gelijkbare rol als die van manager van de Stichting OOIingevuld, waarvan de laatste zes jaar als directeur bij VOC(O&O fonds Carrosseriebedrijf). Hij is sinds 2003 vennootbij Dijkstra & Do en onder meer actief op het gebied vaninterim management. Inmiddels is de werving van eennieuwe manager opgestart. Voor meer informatie over devacature kunt u kijken op de website www.ooi.nl.

Sinds het vertrek van OOI-manager J.W. Groenveld heeft

het bestuur met spoed gezocht naar een tijdelijke oplossing

tot een nieuwe manager is aangesteld. Met ingang van

16 december heeft Jan Dijkstra, in opdracht van het

OOI-bestuur, interim de lopende zaken van de Stichting OOI

waargenomen.

Werving OOI-manager gestart

41403 12-03-2004 15:54 Pagina 3

Page 26: Isolatiemagazine 21 maart 2004

NCTI- NIEUWS

Wat waren ook alweer de drijfveren van die drie founding fathers om NCTI in het leven te roepen? VIB vanuit het bedrijfsmatige

belang van de branche, CINI met haar kennis van isolatiespecificaties en standaardisatie, en OOI met hetoog op veranderende opleidingseisen vonden dat er één onafhankelijk expertise-instituut moest komen. Dit instituut moest zich inzetten voor de borging, uitbreidingen overdracht van kennis over technische isolatie.

Kennis gaat verlorenActie op het vlak van kennis was en is hoognodig, wantin de keten van technische isolatie voor de industrie enutiliteit bestaat grote behoefte aan professionele infor-matie en onafhankelijk advies. De behoefte neemt toedoor ontwikkelingen in de isolatieketen en daarbuiten,van ontwerp en realisatie tot en met bouw en onder-houd. Aan de ene kant dreigt vakkennis verloren te gaan

doordat steeds minder opdrachtgevers eigen isolatie-specialisten op hun loonlijst hebben. Ook de in de isolatiebranche aanwezige vakkennis dreigt door de vergrijzing te verdampen. Aan de andere kant neemt devraag om specialistische kennis toe. De isolatiesectormoet antwoorden kunnen geven op vraagstukken overcomplexe oplossingen voor kostbare installaties, over dewerking van innovatieve materialen, over duurzaamheidvanuit energiepolitiek en energetisch oogpunt, overarbeidsmarktontwikkelingen, veiligheid en gezondheid.Isolatie moet uit de hoek van ‘sluitpost’. Want, zo vondende drie oprichters, het isolatievak verdient een meer herkenbare en prominenter plaats op de kaart en eenbeter imago.

Programma’s Wie, zoals NCTI, een startsubsidie krijgt - in dit geval vanSenter, uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van EZ -weet dat hij op de vingers wordt gekeken of de gedanebeloftes worden ingelost en het gemeenschapsgeld juistwordt besteedt. Het aan Senter voorgelegde programmais de afgelopen twee jaar stap voor stap ingevuld, gerapporteerd en financieel verantwoord.Het beginprogramma van NCTI omvatte het vergaren vankennis voor een databank, het uitwisselen van kennis viaseminars, excursies en een congres, en het verspreidenvan de kennis via publicaties en media. Om met het laatste te beginnen: NCTI heeft ervoor gekozen hetIsolatiemagazine als podium voor haar periodieke publicaties te benutten. Daarnaast is ook in andere vaktijdschriften gepubliceerd en bijvoorbeeld een lezinggehouden op de Petrotech. Sinds december 2003 is ookde website van NCTI in de lucht (www.ncti.nl). Deze web-site is de toegangspoort tot de kennisdatabank van NCTI.In de toekomst wordt het ook mogelijk via de websitevragen te stellen aan het specialistennetwerk van hetinstituut.

KennisdatabankNCTI heeft zowel inhoudelijk als aan de inrichting en toegankelijkheid aan de kennisdatabank gewerkt. De content wordt gevuld door technische isolatievragenen artikelen van specialisten op isolatiegebied. Rubriekenin de databank zijn onder meer materialen, (isolatie-)afwerking, calculatie, corrosie onder isolatie, techniek,onderwijs, regelgeving en standaardisatie. NCTI installeerteen content managementsysteem om de inhoud van dekennisbank actueel te houden.

Stichtingstermijn ten einde

NCTI op eigen benenOpdrachten tot onafhankelijke beoordeling van uitgevoerd

isolatiewerk, het aantrekken van ruim tachtig isolatiebetrok-

kenen naar een seminar/excursie, en de lancering van een

website als voertuig voor de kennisbank in opbouw. Het zijn

drie tekenen dat het twee jaar geleden opgerichte

Nederlands Centrum voor Technische Isolatie (NCTI) volop

leeft en functioneert. Dat mag ook wel, want diezelfde twee

jaar was de stichtingstermijn die subsidiegever Senter aan

de oprichters VIB, CINI en OOI had gesteld. Senter heeft nu

zijn vliegwielfunctie vervuld. NCTI staat op eigen benen.

Mooi moment voor het opmaken van de tussenbalans.

34 ............... ISOLATIE Magazine MAART 2004

41503 12-03-2004 15:56 Pagina 1

Page 27: Isolatiemagazine 21 maart 2004

MAART 2004 ISOLATIE Magazine ............... 35

Seminars/excursiesDe opzet van de programma’s voor kennisuitwisseling blijkteen schot in de roos. De gecombineerde seminars/excursiesnaar Burgers’ Bush (2002) en Aviodrome (2003) trokkenbeide keren zo’n negentig deelnemers. Met de formule van’s ochtends het informatieve en ’s middags het praktijk-gerichte, recreatieve karakter bleken de seminars een aan-trekkelijk ontmoetingsplatform. Stond in 2002 het thema‘energie- en kostenbesparing versus isolatie’ centraal, in2003 was het onderwerp ‘het maatschappelijk belang vanisolatie?’

IsolatiecongresOp 19 maart 2003 hield NCTI haar eerste NationaleIsolatiecongres tijdens de Isolatiebeurs in Houten. Onder het motto ‘Isolatie en een duurzame toekomst’daagde een achttal sprekers de congresbezoekers uit omsignalen van buiten de isolatiebranche te vertalen naar de toekomstkansen voor de eigen sector. De sprekerswaren het met elkaar eens dat het toekomstbeeld voor de isolatiesector in belangrijke mate zal worden bepaalddoor de ontwikkelingen op het vlak van besparing vanenergie en de uitstootbeperking van schadelijke stoffenvoor het milieu.

AdviescentrumNaast kennisinstituut fungeert NCTI ook als adviescentrum.Producten als de databank, advies en onderzoek moetende belangrijkste inkomstenbronnen voor NCTI gaan vor-men. Een groeiend aantal organisaties weet inmiddels NCTIte vinden als het gaat om strikt onafhankelijk advies enonderzoek inzake technische isolatie. Zo wordt NCTI steeds vaker gevraagd om inspecties uit tevoeren op gerealiseerde isolatiewerken, deze te beoorde-len en hierover te rapporteren. Op het vlak van adviseringvroeg Hoek Loos in Botlek aan NCTI een cryogeen isolatie-probleem op te lossen. GTI Utiliteit Noord benaderde NCTIvoor een probleem met een buitenliggend dakkanaal. In het kader van het Arboconvenant Isolatie- en installatie-sector deed NCTI namens VIB onderzoek naar deelnamedoor de isolatiebranche aan telefonische interviews enwerkplekobservaties. Schiphol riep assistentie van deadviesdienst van NCTI in voor het opzetten van een nieuweisolatierichtlijn, wat resulteerde in het advies ISSO-64 tehanteren, de isolatiestandaard voor de utiliteit.

Status en erkenningHet beleid van NCTI is gericht op de toepassing en bevorde-ring van de standaardspecificaties van CINI en ISSO. NCTIwerkt er hard aan om met naam en producten herkend enerkend te worden door de groepen die voor het instituutbelangrijk zijn: de isolatiebedrijven, de opdrachtgevers in

industrie en utiliteit (van petrochemie, scheepsbouw, energie, pharma, tuinbouw, voeding en koel/vrieshuizentot en met projectontwikkelaars, gebouwbeheerders eninstallateurs), de producenten en leveranciers van isolatie-materialen, advies- en ingenieursbureaus, overheden (vanEZ tot VROM) en de scholings- en opleidingsinstituten (van hbo en mbo tot en met medeoprichter OOI).

OnderwijsWaar het vakonderwijs in goede handen is bij OOI, mankeert het aan isolatiekennisoverdracht op middelbaaren hoger beroepsniveau. Een door Senter ondersteunddeelproject voor de twee oprichtingsjaren was dan ook hetfunderen van een onderwijsprogramma op mbo- en hbo-niveau. Er is behoefte aan isolatiespecialisten met kennisvan bijvoorbeeld toegepaste natuurkunde, van energie enenergetische berekeningen, van chemie voor de toepassingvan materialen. NCTI legde contacten met onderwijsinstel-lingen en met MKB-Nederland. Mogelijkheden werdengeïnventariseerd om op de mts- en hts-opleidingenInstallatietechniek meer aandacht te krijgen voor de ISSO-64 als isolatiestandaard in de utiliteitsbouw, ook alomdat deze opleidingen grotendeels op publicaties vanISSO zijn gebaseerd. NCTI deelt haar bevindingen in nauwoverleg met VIB en OOI. Duidelijk is dat er diverse moge-lijkheden zijn voor de isolatiebranche zich in het onderwijste profileren en het kennisniveau te verhogen.

BewustzijnAl met al kan worden gesteld dat NCTI in twee jaar goedop weg is haar doelstellingen te realiseren. NCTI zal verderwerken aan de erkenning als onafhankelijk kennisinstituutvoor de relevante doelgroepen. Daarvoor zal NCTI nogmeer bekendheid aan haar naam en producten moetengeven en haar onafhankelijke imago moeten versterken.Niet alleen binnen de isolatiesector, maar ook bij debeleidsmakers bij de overheid, bij onderwijsdeskundigen enbij onderzoeksinstituten. NCTI wil met al haar relaties kennis delen en uitwisselen om gezamenlijk de isolatie-problematiek te kunnen beheersen. Voor de isolatiesectoris het van belang dat NCTI het bewustzijn van de voordelenvan technische isolatie vergroot, tegelijkertijd in staat is hetvakgebied te promoten en daarmee de branche en het vakin een breder maatschappelijk kader te plaatsen. •

Het secretariaat van de Stichting CINI is sinds vorig jaarondergebracht bij NCTI in Spijkenisse. NCTI verzorgt nu de abonnementenadministratie en de revisies van hetHandboek Isolatie voor de Industrie.

41503 12-03-2004 15:56 Pagina 2

Page 28: Isolatiemagazine 21 maart 2004

36 ............... ISOLATIE Magazine MAART 2004

N i e u w s

Het verbod op CFK’s en HCFK’s is op 1 januari inge-gaan. Vanwege deze regel zijn de leveranciers vanhardschuimen volop bezig met het ontwikkelen en

uittesten van alternatieven.CFK’s zijn verbindingen van chloor, fluor en koolstof, oftewel chloorfluorkoolstofverbindingen. Ze worden gebruiktals koudemiddel in koelinstallaties of als drijfgassen voorspuitbussen. Maar ook als blaasmiddel bij het maken vanpolyurethaan hardschuim (PUR-schuim), dat wordt toege-past als isolatiemateriaal bij koude-isolatie. De chloor dat inde atmosfeer vrijkomt, tast de ozonlaag aan. Het later ontwikkelde alternatief HCFK - de CFK-verbinding metwaterstof (H) - is de ‘gehalogeneerde chloorfluorkoolwater-stof’ ofwel een zachte CFK. Deze tast de ozonlaag minderaan, maar draagt wel flink bij aan het broeikaseffect.

Nieuwe blaasmiddelenDe nieuwe duurzame blaasmiddelen die nu worden ontwik-keld, richten geen of nauwelijks schade aan het milieu aan.Deze blaasmiddelen zijn gemaakt op basis van pentaan-verbindingen, CO2 en HFK’s, gehalogeneerde koolwater-stoffen. Zo is het ODP van de nieuwe blaasmiddelen nul.ODP, dat staat voor Ozone Depleting Potential, is de bere-kende hoeveelheid ozonafbrekende vermogen van een stof. CFK’s hebben een factor 1, HCFK’s variëren van 0,11-0,055.De mate waarin een stof bijdraagt aan de opwarmingwordt uitgedrukt in een GWP-getal. GWP betekent ‘GlobalWarming Potential’. CFK’s hebben een GWP in de range van8.500 tot 4.000, HCFK’s van 2.000 tot 630, de nieuwe blaas-middelen van 1.000 tot 11. De schaal reikt van 24.000 tot 1(=CO2). Naast de milieuaspecten spelen andere eigenschap-pen een belangrijke rol, zoals de invloed op de lamba-waarde (het isolerend vermogen), de brandveiligheids-aspecten en natuurlijk de kosten.

Internationale afsprakenAl in 1989 werden internationale afspraken vastgelegd inhet ‘Protocol van Montreal’ om het gebruik van stoffen diede ozonlaag aantasten, terug te dringen. De Europese Unieheeft in 2000 dit protocol naar aanleiding van het Kyoto-verdrag verder uitgewerkt en aangescherpt. Daarmee issinds 1995 de productie en import van CFK’s in EU-landenverboden. Nederland heeft deze regelgeving overgenomenin het CFK-besluit. Uitvloeisel daarvan is het verbod op han-del in koel- en vriesapparaten die CFK’s en HCFK’s bevatten.De productie van HCFK’s moest vanaf het jaar 2000 wordenbevroren op het niveau van 1997 en vanaf 2008 geleidelijkworden gereduceerd. In de loop van 2002 is vastgesteld dattoepassing voor onder meer isolatieschuim per 2004 nietmeer is toegestaan. Overigens mag tot 2009, met toestem-ming van locale overheden, wel worden geëxporteerd naar126 landen die nog vijf jaar respijt hebben bedongen.

In de komende revisie van het CINI-Handboek wordt geat-tendeerd op deze nieuwe ontwikkelingen. In de volgenderevisie staan de nadere gegevens verwerkt in de materiaal-specificaties.

Tegen de achtergrond van het verbod op CFK’s en HCFK’s

voert CINI al enige tijd besprekingen met verschillende

internationale fabrikanten van isolatieschuimen. Tijdens

deze besprekingen laat CINI zich informeren over de

laatste ontwikkelingen met betrekking tot nieuwe,

duurzame productiewijzen van PIR/PUR. Tegelijkertijd

adviseert CINI de fabrikanten over de toepasbaarheid

van de isolatieschuimen in de praktijk.

Ontwikkelingen productiewijzen van PIR/PUR

CFK- en HCFK-vrije isolatieschuimen

41603 12-03-2004 15:59 Pagina 1

Page 29: Isolatiemagazine 21 maart 2004

MAART 2004 ISOLATIE Magazine ............... 37

Johan Hagenbeuk: “De papieren versie van hetHandboek is op een gegeven moment omgezet naardigitale versies op cd-rom en de website. Het was heel

lastig om een update te maken omdat er meerdere bewer-kingsslagen nodig waren: voor het boek, voor de internet-versie en voor de cd-rom. Nu hebben we het proces omge-draaid. Niet langer is het boek uitgangspunt, maar de lossedata die er in zitten.”CINI beschikt nu over een database met alle gegevens uithet Handboek, zodanig opgeslagen dat met één druk op deknop er een nieuw exemplaar kan worden vervaardigd,zowel op papier als op cd-rom. CINI kan alle media aanstu-ren vanuit die ene gegevensbron.

Content management systeemHagenbeuk: “We hebben een content managementsysteemvoor CINI gebouwd. Het systeem onthoudt wat er wordtgewijzigd en op het moment van de update worden de wij-zigingen in één keer doorgevoerd. Omdat alles uit dezelfdegewijzigde bron komt, kunnen er geen verschillen meer zit-ten in de diverse verschijningsvormen van het Handboek.”De gebruiker heeft nog steeds de vertrouwde hoofdstuk-kenindeling en snelle zoekstructuur, en de cd-rom is veelsneller. Hagenbeuk: “De ingrijpende digitale aanpassing vanhet Handboek voor CINI is een enorme stap voorwaartswaardoor CINI nu is voorbereid op de toekomst. Bij de aan-schaf van het Handboek groeit de voorkeur voor de digitaleversies. De huidige generatie werkt nog graag met papier,maar dat wordt - vooral in een technische omgeving -allengs minder. Het nieuwe systeem van CINI maakt hetmogelijk dat het Handboek nu uit de centrale database nietalleen in verschillende versies kan worden geproduceerd.Ook kan de mogelijkheid gecreëerd worden om bijvoor-beeld updates te downloaden Maar straks zullen ook diverse mengvormen van bijvoorbeeld deels digitaal endeels geprint gemeengoed mogelijk zijn.”

Op het eerste gezicht lijken het cosmetische veranderin-

gen aan het CINI-Handboek: de nieuwe vormgeving van

de omslag, de website en de cd-rom. Maar, zoals Johan

Hagenbeuk het omschrijft: “Onder de kap zit een

compleet nieuwe motor.” Hagenbeuk is directeur van

The Digital Connection in Nieuwegein, het bedrijf dat het

CINI-Handboek de afgelopen maanden verbouwde tot

een moderne, toekomstgerichte database.

Met de realisatie van de nieuwe database komt er eeneinde aan de werkzaamheden die Akzo-Nobel voorhet CINI-Handboek heeft verricht. Akzo-Nobel behoor-de tot de oprichters van CINI. Vanaf het eerstemoment zo’n twaalf jaar geleden heeft Akzo-Nobel opzich genomen om de content van het Handboek tebeheren, te structureren en bij te houden. Ook ver-zorgde Akzo-Nobel de vermenigvuldiging van de boe-ken en up-dates. Nu Akzo-Nobel de gegevens heeftovergedragen, wil het bestuur van CINI haar dank enwaardering uitspreken voor de inzet en inspanningdie de medewerkers van Akzo-Nobel voor hebbengeleverd.

Namens het CINI-bestuur,G.J. Zon, voorzitter

Akzo draagtCINI-werk over

Nieuwe motor voor CINI-handboek

Alle gegevens in een database

41603 12-03-2004 15:59 Pagina 2

Page 30: Isolatiemagazine 21 maart 2004

CURSUSOVERZICHT EN AGENDA

Cursusoverzicht en agenda maart t/m juni 2004

23 maart 2004OOI-Opleidingslocatie te GeleenCursus “VerwerkerElastomeren/Polyethyleen 1” I010De eendaagse cursusElastomeren/Polyethyleen voor isolatie-monteurs- en plaatwerkers is een praktischgerichte basiscursus om veilig en syste-matisch standaard koude isolatiewerken metde juiste techniek in elastomeren en poly-ethyleen uit te voeren, zodat de dampdicht-heid van het geïsoleerde object is gewaar-borgd.

25 maart en 1 april 2004OOI-Opleidingscentrum te Spijkenisse Herhalingstraining Bedrijfshulpverlener(EHBO, Reanimatie, Verbandleer en KleineBlusmiddelen)Voor iedereen die in het bezit is van eendiploma/certificaat bedrijfshulpverlener metbovengenoemde onderdelen en zijn/haarkennis actueel wil houden. Voor verlengingvan het BHV-diploma/certificaat wordt aan-geraden 2 dagen per jaar te herhalen.

25 en 26 maart 2004Wiesbaden ISO 2004We willen u informeren over deze interna-tionale beurs voor de isolatietechniek diegehouden wordt in 2004. Voor meer infor-matie kijkt u op www.iso-messe.de.

30 maart 2004OOI-Opleidingscentrum Spijkenisse Cursus “Verwerker CoatingsystemenElastomeren” I014 Deze nieuwe cursus is bestemd voor allroundisolatiemonteurs en bestaat uit een theore-tisch en vooral een praktisch gedeelte voorhet isoleren en afwerken van elastomerenen/of polyethyleen met een gangbaarcoatingsysteem in één arbeidsgang. De cur-sus wordt afgesloten met beoordeling vanhet werkstuk. Bij voldoende resultaat wordteen OOI-certificaat uitgereikt.

30 maart - 2 april 2004BouwRAI 2004Amsterdam RAI, inlichtingen www.bouwrai.nl

6 april 2004OOI-Opleidingscentrum te Spijkenisse Cursus “Kennismaken met isolatie-technieken” D100Het doel van deze eendaagse cursus is hetdoel en de mogelijkheden van isolerenonder de aandacht te brengen, waardooreen beter beeld ontstaat van de werkzaam-heden in het isolatievak. De cursus isbedoeld voor iedereen die belangstellingvoor isolatie heeft. In het bijzonder perso-nen die in de branche werkzaam zijn maarnauwelijks met isolatiematerialen in aanra-king komen.

7 en 8 april 2004OOI-Opleidingslocatie te GeleenCursus “VerwerkerElastomeren/Polyethyleen 2” I012Voor de omschrijving van de cursus: zie decursus met startdatum 15 maart 2004.

14 en 15 april 2004OOI-Opleidingslocatie te ZwolleCursus “VerwerkerElastomeren/Polyethyleen 2” I012Voor de omschrijving van de cursus: zie decursus met startdatum 15 maart 2004.

21 april 2004Jaarbeurs UtrechtPraktijkmiddag Een brandveilig gebouwbouwen, inlichtingen www.sdu.nl

21 april 2004Jaarbeurs UtrechtNSG Geluidshinderdag 2004, inlichtingenwww.nsg.nl

27 april en 7 mei 2004OOI-Opleidingscentrum te Spijkenisse Herhalingstraining Bedrijfshulpverlener(EHBO, Reanimatie, Verbandleer en KleineBlusmiddelen)Voor iedereen die in het bezit is van een

diploma/certificaat bedrijfshulpverlener metbovengenoemde onderdelen en zijn/haarkennis actueel wil houden. Voor verlengingvan het BHV-diploma/certificaat wordt aan-geraden 2 dagen per jaar te herhalen.

11 mei 2004OOI-Opleidingscentrum Spijkenisse Cursus “Verwerker Geschuimd Glas 2” I 021Deze eendaagse cursus is het vervolg opdeel I en staat open voor Allround isolatie-monteurs en plaatwerkers. De cursus is eenduidelijke verdieping van deel I en na afloopontvangen de deelnemers het certificaat“Verwerker Geschuimd Glas 2” van deStichting OOI.

11 - 13 mei 2004Brabanthallen Den BoschInstallatie- & Sanitairvakbeurs Den Bosch,inlichtingen www.installatievakbeurs.nl

13 mei 2004OOI-Opleidingslocatie ZwolleCursus “VerwerkerElastomeren/Polyethyleen 1” I010Voor de omschrijving van de cursus: zie decursus met startdatum 23 maart 2004.

17 en 18 mei 2004OOI-Opleidingscentrum Spijkenisse Cursus “Tekenen/Isometrisch tekeninglezen”(basis) P010 e/o (voortgezet) P011 Het aanleren van de uniforme teken-methode voor leidingstelsels volgens CINI,ter voorkoming van misverstanden en fouten is het doel van deze tweedaagse training die is bedoeld voor isolatie-monteurs- en plaatwerkers.

19 - 22 mei 2004Messe MünchenVakbeurs Dach und Wand, inlichtingenwww.dachwand-online.de

26 mei 2004OOI-Opleidingslocatie GeleenCursus “Verwerker Elastomeren/Polyethyleen1” I010Voor de omschrijving van de cursus: zie decursus met startdatum 23 maart 2004.

4 en 11 juni 2004OOI-Opleidingscentrum te Spijkenisse Herhalingstraining Bedrijfshulpverlener(EHBO, Reanimatie, Verbandleer en KleineBlusmiddelen)Voor iedereen die in het bezit is van eendiploma/certificaat bedrijfshulpverlener met bovengenoemde onderdelen enzijn/haar kennis actueel wil houden. Voor verlenging van het BHV-diploma/certificaat wordt aangeraden 2 dagen perjaar te herhalen.

21 juni 2004OOI-Opleidingscentrum Spijkenisse Cursus “Verwerker CoatingsystemenElastomeren” I014 Voor de omschrijving van de cursus: zie decursus met startdatum 30 maart 2004.

Bijeenkomsten, cursussen, workshops die voor de doelgroep van dit tijdschriftinteressant zijn, kunt u doorgeven aan het redactiesecretariaat van IsolatieMagazine, Postbus 212, 1200 AE in Hilversum (zie ook het colofon).

Voor alle hieronder genoemde activiteiten geldt: • In vrijwel alle gevallen komen onderstaande cursussen en workshops in aan-

merking voor een OOI-vergoeding. Voor meer algemene informatie eninformatie over de exacte vergoedingsmogelijkheden neemt u contact opmet het OOI-cursussecretariaat via tel. 030-6300404.

• Opgave voor deelname aan cursus of workshop uitsluitend schriftelijk aanOOI-cursussecretariaat, Postbus 2600, 3430 GA Nieuwegein of per fax: 030-6053208 (tenzij anders vermeld).

Voor een actueel overzicht kunt u ook raadplegen: www.ooi.nl

MAART 200438 ............... ISOLATIE Magazine

41703 12-03-2004 16:00 Pagina 3