werkboek taal BISBN 978 90 345 6845 8

5141219 789034 568458

514121_OM.indd 100-101514121_OM.indd 100-101 29-4-11 14:4129-4-11 14:41

thema 7

40

1 VerkennenAnne prijst een film aan.Luister naar Anne.Heb je het gehoord? Zet dan een kruisje.

De inleidinga Over welke film?a Wanneer gezien?a Waar of bij wie?

De kerna Over wie gaat de film?a Wat maakt hij/zij mee?a Hoe loopt het af?

Het slota Wat vond Anne van de film?

2 Voorbereidena Bedenk welke film je wilt aanprijzen.

b a Ik vul de praathulp niet in. Tip: kijk er wel goed naar!a Ik vul de praathulp wel in.

3 Spreken en luisterenPrijs om de beurt een film aan.

4 NapratenVul de luisterhulp in.

les 3

week 1

aanprijzenAls je iets aanprijst, zeg je dat je het heel goed vindt.

spreken en luisteren

Dit ga je lerenJe leert hoe je een film aanprijst.

Dit moet je wetenAls je iets aanprijst, moet je laten merken dat je heel enthousiast bent.

514121_T7_V4.indd 40514121_T7_V4.indd 40 2-9-11 9:282-9-11 9:28

praathulppidee!

luisterhulp

41

De inleidingWelke film wil je aanprijzen?

Wanneer en waar heb je de film gezien?

De kernOver wie gaat de film?

Wat maakt hij/zij mee?

Hoe loopt het af?

Het slotWat vind je van de film?

Waarom zou iedereen deze film moeten zien?

ja neeDe aanprijzing had een duidelijke inleiding. a a

Mijn buur heeft enthousiast verteld. a a

Mijn buur keek mij voortdurend aan. a a

Dankzij mijn buur wil ik deze film zeker zien. a a

Over welke fi lm ben jij erg enthousiast?Welke fi lm heb je pas nog gezien?Het kan ook een verfi lming van een boek zijn.

Wat kun je al goed?

a Ik kan goed vertellen waar

de film over gaat.

a Ik kan goed vertellen wat

ikzelf van de film vond.

a Ik kan goed vertellen

waarom iemand anders de

film ook moet bekijken.

514121_T7_V4.indd 41514121_T7_V4.indd 41 01-05-12 09:2401-05-12 09:24

thema 7

46

1 VerkennenWillem is naar de bioscoop geweest.Lees zijn verslag op bladzijde 83 in het taalboek.

a Wie heeft dit filmverslag geschreven?a Geheim agent 210a Geheim agent 208 aa Willem de Wit

b Wat is zijn mening over de film?Je mag meer kruisjes zetten.a saaia grappig

2 Voorbereidena Waar ga jij een verslag over schrijven?

a een filma een tv-programmaa een toneelstuka een concerta een museuma een boek

a een

b a Ik vul de schrijfhulp niet in.a Ik vul de schrijfhulp wel in.

3 Schrijven• Pak je schrijfblad. Schrijf je naam en de datum op. • Schrijf nu het verslag. Tip: • Sla een regel over na elke alinea. • Begin elke zin met een hoofdletter en eindig met een punt.

Klaar?Wat was zo goed aan de film, het boek, het toneelstuk of …?Teken 1, 2, 3, 4 of 5 sterren bij je verslag.

4 NakijkenLees je verslag na.Gebruik de nakijkhulp.

5 PresenterenLees je verslag voor aan je groepje.

les 8

week 2

a griezeliga spannend

je mening geven Zeggen wat jij ervan vindt.

schrijven

Dit ga je lerenJe leert hoe je een verslag schrijft.Je leert je mening te geven.

Dit moet je wetenJe kunt een verslag schrijven over iets wat je gezien, gehoord of gelezen hebt. Bijvoorbeeld over een film, over een zanger(es) of een boek.

514121_T7_V4.indd 46514121_T7_V4.indd 46 2-9-11 9:292-9-11 9:29

schrijfhulp

nakijkhulp n

47

De titel

De inleidingWaar ga je over vertellen? Wanneer? Waar?

De kernWat heb je allemaal gezien, gehoord, gelezen? Waar ging het over?

Het slotWat is je mening? Wat prijs je aan?

ja neeHeb je verteld waar het over gaat? Of wat er te zien was? a a

Heb je je mening gegeven? a a

Heb je woorden van het bord gebruikt? a a

Was je mening in je verslag

positief of negatief?

a Positief, want het was leuk!

a Negatief, want er was niets aan!

a Niet echt positief of negatief

maar ertussenin.

514121_T7_V4.indd 47514121_T7_V4.indd 47 01-05-12 09:2401-05-12 09:24

thema 7

52

1 VerkennenLees samen de dialoog op bladzijde 90 en 91 in het taalboek.a Hoe voelt de vader zich?

a Hij is enthousiast over de balletvoorstelling.

a Hij vond er niets aan.

b Hoe voelt de ik-persoon zich?a Hij wil ook graag op ballet.a Hij is enthousiast.a Hij schaamt zich een beetje voor zijn vader.

2 Voorbereidena Je gaat een dialoog schrijven over jezelf en

iemand anders.Jullie hebben een verschil van mening.

In mijn dialoog spelen twee personen mee:

ikzelf en

Waar gaat het meningsverschil over?

b a Ik vul de schrijfhulp niet in.a Ik vul de schrijfhulp wel in.

3 Schrijven• Pak je schrijfblad. Schrijf je naam en de datum op. • Schrijf nu de dialoog. Tip: zet steeds de naam ervoor, met een dubbele punt.

4 NakijkenLees je dialoog na. Gebruik de nakijkhulp.

Klaar?Zet in de dialoog overal een streep onder je eigen naam.Zet in de dialoog overal een stippellijn onder de andere naam.

5 PresenterenBewaar je dialoog goed.In les 18 ga je de dialoog opvoeren.

les 13

week 3

een verschil van mening hebben Je bent het niet met elkaar eens.

je inlevenJe proberen voor te stellen hoe iemand denkt en praat.

de dialoogEen gesprek tussen twee mensen.

schrijven

Dit ga je lerenJe leert hoe je een dialoog schrijft.

Dit moet je wetenAls je een dialoog schrijft, moet je je inleven in de personen waar je over schrijft.

514121_T7_V4.indd 52514121_T7_V4.indd 52 2-9-11 9:292-9-11 9:29

schrijfhulp

nakijkhulp n

53

De titel

De inleidingMet wie praat je? Waar ben je? Waar gaat het over?

De kernWat is het verschil van mening? Wat vind jij en wat vindt de ander?

Het slotHoe loopt het af? Wie krijgt zijn zin?

ja neeStaat in de inleiding waar het over gaat? a a

Heb je steeds de namen erbij gezet met een dubbele punt? a a

Heb je verteld hoe het afliep? a a

idee!

Je hebt dit thema een verslag en een

dialoog geschreven.

Wat vond je het leukst om te doen?

kleren kopen

een huisdier

opruimen

muziek

514121_T7_V4.indd 53514121_T7_V4.indd 53 01-05-12 09:2401-05-12 09:24

thema 7

56

1 Verkennena Lees de dialoog onderaan de bladzijde.

Hoe voelt Tim zich?

b Luister en kijk nu naar de eerste dialoog. Hoe voelt Tim zich?

Hoe kun je dat zien?

Hoe kun je dat horen?

Wat doet Anne?a Ze neemt het gevoel van Tim serieus. a Ze is hem aan het pesten.

c Kijk en luister naar de tweede dialoog.Hoe voelt Tim zich nu?

Hoe kun je dat zien?

Hoe kun je dat horen?

Wat doet Anne?a Ze neemt het gevoel van Tim serieus. a Ze is hem aan het pesten.

les 18

week 4

Tim: Ik heb een nieuwe jas.Anne: Daar ben je zeker wel blij mee.Tim: Wat dacht je! Anne: Dat is het leuke aan jou. Dat ik aan jouw gezicht kan zien hoe jij je voelt.Tim: Hoe voel ik me dan?Anne: Helemaal geweldig.

de feedbackAls je feedback geeft, geef je de ander een top en een tip.

aan het pep

spreken en luisteren

Dit ga je lerenJe leert hoe je een dialoog naspeelt en opvoert.

Dit moet je wetenEen dialoog kun je op verschillende manieren opvoeren.Dezelfde tekst kun je telkens anders zeggen.Hoe je erbij staat en hoe je kijkt is dan ook anders.

514121_T7_V4.indd 56514121_T7_V4.indd 56 01-05-12 09:2401-05-12 09:24

luisterhulp

57

ja neeWerd de dialoog serieus gespeeld? a a

Waren de gevoelens heel duidelijk? a a

Kon je de spelers goed verstaan. a a

Kon je de gezichten van de spelers goed zien? a a

2 Voorbereidena Gebruik de dialoog die je in les 13 gemaakt hebt.

De dialoog die we gaan opvoeren heet:

b Verdeel de taken.

speelt

speelt

3 Spreken en luisterena Oefen samen de eerste dialoog.

Probeer de tekst uit je hoofd te zeggen.Klaar? Oefen dan de andere dialoog.

b Voer samen de dialoog op voor de klas.En kijk en luister naar de dialogen van de anderen.

4 NapratenJullie bespreken de dialogen na.Vul de luisterhulp in.

Wat doe je liever?

a Ik geef liever feedback.

a Ik krijg liever feedback.

514121_T7_V4.indd 57514121_T7_V4.indd 57 2-9-11 9:302-9-11 9:30

werkboek taal BISBN 978 90 345 6845 8

5141219 789034 568458

514121_OM.indd 100-101514121_OM.indd 100-101 29-4-11 14:4129-4-11 14:41