IPDEMC2007Hfdst.12
Transcript of IPDEMC2007Hfdst.12
1
Hoofdstuk 12; Het productbeleid
12.1.1 Productniveaus van
Leeflang1. Het fysieke product (omdat het gaat om een
verzameling van technische eigenschappen) ook wel het kale product.
2. Het uitgebreide product met toegevoegde eigenschappen, verpakking merknaam, service en garantie.
1. Het totale product bestaat uit het uitgebreide product vermeerderd met de door de consument toegevoegde afgeleide eigenschappen.
2
Het totale product
Het totale product
De productniveaus van Kotler
1. Het core benefit (kernproduct) vult specifieke behoefte afnemer in.
2. Het tangible product (kale product met verpakking, kwaliteit en styling)
3. Het augmented product (alle eigenschappen) zoals service- betalings-en leveringsvoorwaarden en eventuele spaaracties.
3
Het totale product
4
Kenmerken van een dienst
• Diensten verschillen van goederen in de manier waarop in de behoeftebevrediging wordt voorzien.
• Een dienst vormt een interactieproces tussen aanbieder en afnemer.
• Diensten zijn meestal niet tastbaar.
• De productie en consumptie vallen samen.
Kenmerken van een dienst
• De deelnemer produceert mee omdat de
dienstverlener de behoefte van de klant moet
kennen.
• Een dienst is vergankelijk.
• Diensten zijn heterogeen omdat de
waardering voor elk onderdeel van de dienst
voor een ieder verschillende zal zijn.
5
Indeling van consumenten
producten
12.2 Indeling van consumenten-
producten
6
Indeling van consumenten-
producten
Indeling naar gebruikers van
goederen
• Consumenten
• Zakelijke afnemers
7
Indeling naar koopgedrag
Convenience goods (overal verkrijgbaar en
ook wel gewoonte goederen genoemd)
Shopping goods
Specialty goods
8
Vormen van probleemoplossend aankoopgedrag
Uitgebreide
besluitvorming
Beperkte
besluitvorming
Routine
koopgedrag
Aanzienlijk
Hoog
Laag
Veel
Uitgebreid
Hoog
Risico
Betrokkenheid
Aankoopfrequentie
Aantal overwogen merken
Informatievergaring
Prijs
Redelijk
Gemiddeld
Normaal
Enkele
Middelmatig
Redelijk
Beperkt
Laag
Hoog
Eén
Weinig
Laag
Indeling van consumptiegoederen
Producten
Consumptie-
goederen
Industrië-
goederen
Convenience
goods
Unsought
goods
Shopping
goods
Speciality
goods
Dagelijkse
gebruiks-
artikelen
Impuls-
goederen
Emergency
goodsHomogeen Heterogeen Bekent Nieuw
9
Indeling van industriële producten
• Productiemiddelen
• Halffabrikaten
• Gereedschappen
• Grond- en hulpstoffen
10
De assortiment dimensies
De assortiment dimensies
11
De assortiment dimensies
De assortiment dimensies
• Lengte van het assortiment (supermarkt enkele duizenden artikelen) Dit is het totale aantal artikelen binnen een assortiment.
• Of als betekenis voor servicegraad om de hoeveelheid “nee” verkoop zo laag mogelijk te houden.
• Hoogte van het assortiment bestaat uit producten in verschillende prijsklassen.
12
Assortiment strategieën
Upgrading
• Is een mogelijke herpositionering als u merkt dat de vraag naar duurdere, kwalitatief betere producten toeneemt.
• Voordeel verbetering imago onderneming.
Downgrading
• Is een mogelijke herpositionering als u merkt dat uw doelgroep juist om goedkopere producten gaat vragen.
• Bij downgrading stoot u duurdere producten af en neemt u er goedkopere voor in de plaats.
Assortiment strategieën
13
Merkenbeleid
• Merknaam
• Beeldmerk
• Handelsmerk of te wel registreerde merk
Merken
Fabrikantenmerken Distribuantenmerken
A-merk B-merk Huismerk Eigen merk Wit merk
Verschillende typen merken
14
12.5 Productlevenscyclus
• De productlevenscyclus is de grafische
weergave van het verloop van de afzet
van een product in de tijd: In het algemeen
worden binnen de PLC vijf fasen
onderscheiden:
Introductiefase groei volwassen verzadiging verval
12.5 Productlevenscyclus
15
Introductie groei volwassenheid verzadiging neergang TIJD
winst
omzet
PRODUCTLEVENSCYCLUS (PLC)
Omzet/winst
• Introductiefase (introduction) Periode direct na de introductie van een product; waarin de groei in de afzet nog laag is en de winstmeestal nog negatief is. In deze periode kopen de innovators en de early adopters.
• Groeifase (growth) Periode waarin de afzet eerst snel (snelle groeifase) en vervolgens langzamer (afnemende groeifase) groeit,de winst groeit ook. In de groeifase moeten de early majority bereikt worden. De prijzen blijven constant en kunnen zelfs al iets dalen door schaaleffecten.
• Volwassenheidsfase (maturity) Periode waarin de groei van de afzet afneemt en de afzet zich stabiliseert. Concurrentie wordt sterker in deze fase, door minder marktgroei moeten aanbieders van elkaar marktaandeel afnemen. De winst bereikt een maximum en begint vervolgens af te nemen:
12.5 Productlevenscyclus
16
• Verzadigingsfase De periode nadat de winst op het maximum is geweest De markt is stabiel, misschien zelfs allicht dalend. Zeer sterke concurrentie, dalende prijzen.
• Eindfase of vervalfase (decline) Periode voorafgaand aan het elimineren van het product; waarin de afzet steeds sterker daalt en de winst afneemt De kosten nemen toe want er moeten extra inspanningen geleverd worden vanwege hevige concurrentie en afnemende vraag. Soms worden de volwassenheidsfase en de verzadigingsfase tot één fase gerekend.
12.5 Productlevenscyclus