SAMENWERKINGSVERBAND PASSEND ONDERWIJS PO … · COMMUNICATIE OPR 12 STATUTEN 12...

51
Bijlagenboek Ondersteuningsplan 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 Pagina 1 van 51 SAMENWERKINGSVERBAND PASSEND ONDERWIJS PO EINDHOVEN BIJLAGENBOEK ONDERSTEUNINGSPLAN 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 INHOUD INHOUD 1 BIJLAGENBOEK 4 INRICHTING EN ORGANISATIE 5 INRICHTING VAN DE ORGANISATIE VAN HET SWV 5 De algemene ledenvergadering 5 Het bestuur van het SWV 5 Overheadtaken 6 Organogram 7 Statuten 7 OUDERS 7 GEDEELDE VERANTWOORDELIJKHEID 7 COMMUNICATIE 8 Communicatie tussen ouders, school en SWV 8 De school 8 Het SWV 8 ONTWIKKELINGSPERSPECTIEFPLAN (OPP) 8 De rol van ouders bij het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) 8 PRIVACY 8 Handreiking voor ouder(s)/verzorger(s) 9 Privacyreglement 9 Toestemmingsverklaring 9 BEROEP EN BEZWAAR 9 Bezwaarmogelijkheden 9 KWALITEITSBELEID 9 Kwaliteit van de basisondersteuning 9 Toetsen door monitoring en evaluatie 9 Voortgang kwaliteitsbeleid, monitoring en evaluatie 11 ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (OPR) 11 BEVOEGDHEDEN ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (OPR) 11 SAMENSTELLING OPR 12 GESCHILLEN 12 COMMUNICATIE OPR 12 STATUTEN 12 MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT 12 HUISHOUDELIJK REGLEMENT 12 PROCESAFSPRAKEN M.B.T. ARRANGEREN EN TOELAATBAARHEID 12 STEPPED CARE 12 EXPERTISE VAN SBO EN SO 13 ONTWIKKELINGSPERSPECTIEFPLAN (OPP) 13 BETROKKENHEID OUDER(S)/VERZORGER(S) 14 ARRANGEREN 14 SOLIDARITEIT 15

Transcript of SAMENWERKINGSVERBAND PASSEND ONDERWIJS PO … · COMMUNICATIE OPR 12 STATUTEN 12...

  • Bijlagenboek Ondersteuningsplan 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 Pagina 1 van 51

    SAMENWERKINGSVERBAND PASSEND ONDERWIJS PO EINDHOVEN BIJLAGENBOEK ONDERSTEUNINGSPLAN 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 INHOUD

    INHOUD 1

    BIJLAGENBOEK 4

    INRICHTING EN ORGANISATIE 5 INRICHTING VAN DE ORGANISATIE VAN HET SWV 5

    De algemene ledenvergadering 5 Het bestuur van het SWV 5 Overheadtaken 6 Organogram 7 Statuten 7

    OUDERS 7 GEDEELDE VERANTWOORDELIJKHEID 7 COMMUNICATIE 8

    Communicatie tussen ouders, school en SWV 8 De school 8 Het SWV 8

    ONTWIKKELINGSPERSPECTIEFPLAN (OPP) 8 De rol van ouders bij het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) 8

    PRIVACY 8 Handreiking voor ouder(s)/verzorger(s) 9 Privacyreglement 9 Toestemmingsverklaring 9

    BEROEP EN BEZWAAR 9 Bezwaarmogelijkheden 9

    KWALITEITSBELEID 9 Kwaliteit van de basisondersteuning 9 Toetsen door monitoring en evaluatie 9 Voortgang kwaliteitsbeleid, monitoring en evaluatie 11

    ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (OPR) 11 BEVOEGDHEDEN ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (OPR) 11 SAMENSTELLING OPR 12 GESCHILLEN 12 COMMUNICATIE OPR 12 STATUTEN 12 MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT 12 HUISHOUDELIJK REGLEMENT 12

    PROCESAFSPRAKEN M.B.T. ARRANGEREN EN TOELAATBAARHEID 12 STEPPED CARE 12 EXPERTISE VAN SBO EN SO 13 ONTWIKKELINGSPERSPECTIEFPLAN (OPP) 13 BETROKKENHEID OUDER(S)/VERZORGER(S) 14 ARRANGEREN 14 SOLIDARITEIT 15

  • Bijlagenboek Ondersteuningsplan 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 Pagina 2 van 51

    RISICO-REGELING 15 TOELAATBAARHEIDSVERKLARING (TLV) 15

    Duur TLV 16 Categorie TLV 16 Criteria 17 Een TLV SBO of SO aanvragen voor leerlingen vanuit een (speciale) basisschool 18 Een TLV aanvragen voor 1e onderwijsinschrijving niet vanuit een school 19 Een TLV aanvragen voor leerlingen vanuit een residentiele plaatsing/voorschool 20

    VERHUISLEERLINGEN EN GRENSVERKEER 20 Verhuisleerling SBO 20 SBO grensverkeer: 20 Verhuisleerling SO en grensverkeer 21 Verhuisleerling en passende ondersteuning (niet SBO of SO) 21

    TLV-AANVRAAG ZONDER TOESTEMMING OUDER(S)/VERZORGER(S) 21 ADVIESCOMMISSIE GESCHILLEN 22 SYMBIOSE 22 TERUGPLAATSING VANUIT SBO EN SO 23

    Terugplaatsing vanuit SBO 23 Terugplaatsing vanuit SO 23 Specifieke afspraken 23

    (DREIGENDE) THUISZITTERS 24 Leerlingen die gemeld moeten worden bij het samenwerkingsverband 24 Leerlingen die niet bij het samenwerkingsverband gemeld hoeven te worden 24 Melding bij Inspectie 25

    RESIDENTIELE LEERLINGEN 25 CLUSTER 1 EN CLUSTER 2 LEERLINGEN 25

    Visueel beperkte leerlingen 26 Auditief en/of communicatie beperkte leerlingen 26 Zieke leerlingen 26 Leerlingen met Epilepsie en aanverwante neurologische stoornissen uit cluster 3 27

    OVERGANG PO NAAR VO 27

    INZET ONDERSTEUNINGSMIDDELEN 29 BEKOSTIGING SBO 29

    Bekostiging SBO Algemeen 29 Groeiregeling SBO 30 Bonus-malusregeling SBO 30

    BEKOSTIGING SO 31 Bekostiging SO (algemeen) 31 Baten voor het SWV 31 Bekostiging SO door OCW 31 Bekostiging SO door het SWV, wettelijk 32 Groeiregeling SO 32 Bonus-malusregeling SO 33 Verevening 34

    KENGETALLEN 34 RESERVE/WEERSTANDVERMOGEN 34

    Inzet van middelen voor taken op niveau van het SWV 35 Verdeling meerkosten bij overschrijding bekostiging SWV 35

    OVERIGE 36 Aanbestedingsbeleid 36 Risicoanalyse 36 Treasurystatuut 36 Procuratieregeling 36

    BEGROTING 2020 37 MEERJARENBEGROTING 2020-2024 38

  • Bijlagenboek Ondersteuningsplan 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 Pagina 3 van 51

    WETGEVING PASSEND ONDERWIJS 39 WET OP HET PRIMAIR ONDERWIJS (WPO) 39 WET OP DE EXPERTISECENTRA 39 Wijzigingswet 41 BESLUIT BEKOSTIGING WPO 41 LEERPLICHTWET 41 INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS 41

    Onderzoekskader 2017 41

    SAMENWERKING MET DE JEUGDZORG 42 JEUGDWET 42 OOGO 42

    Procedure OOGO 42 Overeenkomst OOGO 43

    BEGRIPPENLIJST EN AFKORTINGEN 44

  • Bijlagenboek Ondersteuningsplan 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 Pagina 4 van 51

    BIJLAGENBOEK In het bijlagenboek, behorende bij het Ondersteuningsplan 2018-2022 van het samenwerkingsverband Passend onderwijs PO Eindhoven, staan processen en (verwijzingen naar) wetgeving zoals deze binnen het samenwerkingsverband gelden op 1 januari 2018. Elk schooljaar zal het samenwerkingsverband herziene processen en wetgeving verwerken in een aanvullingsplan Het aanvullingsplan is een jaarlijkse aanvulling op het ondersteuningsplan. Het aanvullingsplan zal elk jaar voor 1 mei naar de inspectie gestuurd worden. Elk schooljaar zal het samenwerkingsverband herziene processen en wetgeving verwerken in het Ondersteuningsplan. Het ondersteuningsplan met aanvulling zal elk jaar voor 1 mei naar de inspectie gestuurd worden. Actuele documenten zijn te vinden op de website van het samenwerkingsverband www.po-eindhoven.nl

    http://www.po-eindhoven.nl/

  • Bijlagenboek Ondersteuningsplan 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 Pagina 5 van 51

    INRICHTING EN ORGANISATIE INRICHTING VAN DE ORGANISATIE VAN HET SWV Het SWV Passend onderwijs PO Eindhoven heeft gekozen voor een verenigingsstructuur. Dit model doet het meest recht aan de verscheidenheid aan en het grote aantal betrokken besturen. Het garandeert de leden (deelnemende besturen in het SWV) directe invloed op de samenstelling van het bestuur en het beleid van het SWV. Voorafgaand aan het vaststellen van de statuten, hebben de schoolbesturen van het SWV de bestuurlijke uitgangspunten met elkaar afgestemd en geformuleerd. De statuten van het SWV zijn 19 juli 2013 bij de notaris verleden en daarmee voldoet het SWV aan zijn wettelijke plicht tot oprichting van een rechtspersoon. De algemene ledenvergadering De algemene ledenvergadering (ALV) bestaat uit bestuurders/bestuurlijke vertegenwoordigers van de aangesloten schoolbesturen. De ALV benoemt het bestuur van het SWV en fungeert tevens als toezichthouder. Daarmee voldoet het SWV aan de scheiding van bestuur en intern toezicht zoals in de wet is bepaald. De besluitvorming in de ALV werkt met gewogen stemmen. In de statuten van het samenwerkingsverband is deze weging nader uitgewerkt. De ALV streeft statutair naar consensus tussen schoolbesturen bij het nemen van besluiten. Overzicht deelnemende besturen (verplicht en vrijwillig)

    1. SALTO (scholen voor algemeen toegankelijk onderwijs) Odysseuslaan 2 5631 JM Eindhoven

    2. SKPO (Stichting Katholiek en Protestants-Christelijk Onderwijs)

    Vonderweg 12 5616 RM Eindhoven

    3. SEOE (Stichting Evangelische Onderwijs Eindhoven) Jasonstraat 1 5631 JB Eindhoven

    4. IEZO (Stichting Islamitische Educatie Zuid Oost Nederland)

    Postbus 9531 5601 LM Eindhoven

    5. Stichting Best Onderwijs Postbus 275 5680 AG Best

    6. PlatOO Deurneseweg 13 5709 AH Helmond

    7. VGO (Vereniging voor Gereformeerd Onderwijs in Midden Brabant)

    Postbus 163 5680 AD Best

    8. SPVOZN (Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland)

    Postbus 1310 5602 BH Eindhoven

    9. Pallas - Vrije School Brabant Nuenenseweg 6 5631 KB Eindhoven

    10. Stichting de Vrijeschool Eindhoven Zuid Mimosaplein 1 5643 CJ Eindhoven

    11. Aloysiusstichting Postbus 98 2215 ZH Voorhout

    12. Stichting Emiliusschool Nieuwstraat 72 5691 AE Son

    13. Stichting Kempenhaeghe* Sterkselseweg 65 5591 VE Heeze

    14. SSOE (Stichting Speciaal Onderwijs & Expertisecentra) Venetiëstraat 43 5632 RM Eindhoven

    * vrijwillig lid Het bestuur van het SWV Het bestuur van het SWV bestaat uit bestuurders van de deelnemende schoolbesturen. Het bestuur geeft leiding aan de dagelijkse gang van zaken binnen het SWV en is verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van het beleid van het SWV. De uitgangspunten van bestuur zijn kort samengevat;

    1. de wettelijke kaders van de Wet passend onderwijs vormen het ambitieniveau; 2. een smalle invulling van besturen en wel op hoofdlijnen; 3. een compacte inrichting van het SWV met een minimale overhead en bureaucratie; 4. het monitoren van haar wettelijke opdracht en het faciliteren van de schoolbesturen; 5. toewijzing van de ondersteuningsmiddelen via het “bestuursmodel tenzij ….”

    Het bestuursmodel houdt in dat het bestuur van het SWV het ondersteuningsbudget dat resteert na aftrek van de ondersteuningsmiddelen voor de leerlingen in het SBO en SO en na aftrek van de kosten voor overhead en organisatie, jaarlijks beschikbaar stelt aan de schoolbesturen. De verdeling van dit resterende budget vindt dan plaats op basis van het aantal leerlingen per schoolbestuur in het basisonderwijs.

  • Bijlagenboek Ondersteuningsplan 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 Pagina 6 van 51

    “Tenzij…” betekent dat het bestuur van het SWV voorstellen kan doen om anders dan via het bestuursmodel middelen toe te delen aan schoolbesturen. Bestuursleden ontvangen als zodanig geen bezoldiging. Bestuursleden hebben recht op een vergoeding voor gemaakte onkosten en vacatiegeld. De hoogte hiervan wordt vastgesteld door de algemene vergadering. Voor de overheadtaken en andere organisatiekosten zijn op SWV-niveau middelen beschikbaar.

    Voorzitter Carla van den Heijkant voorzitter CvB SKPO

    Secretaris Bram Krol Directeur onderwijs Berkenschutse

    Penningmeester Hilbert de Vries voorzitter CvB SSOE

    Lid Willem Kock voorzitter CvB Best Onderwijs

    Lid Angelica Bus Voorzitter CvB SALTO

    Lid Paul Prijt Voorzitter DB EBS Online

    Wijziging in 2018

    Voorzitter Willem Kock voorzitter CvB Best Onderwijs

    Secretaris Bram Krol Directeur onderwijs Berkenschutse

    Penningmeester Hilbert de Vries voorzitter CvB SSOE

    Lid Peter Tijs voorzitter CvB SKPO

    Lid Angelica Bus Voorzitter CvB SALTO

    Lid Paul Prijt tm 09-04-2019 Voorzitter DB EBS Online

    Wijziging in 2019

    Voorzitter Willem Kock voorzitter CvB Best Onderwijs

    Secretaris Bram Krol tm 31-07-2020 Directeur onderwijs Berkenschutse

    Penningmeester Hilbert de Vries voorzitter CvB SSOE

    Lid Peter Tijs voorzitter CvB SKPO

    Lid Angelica Bus tm 29-02-2020 Voorzitter CvB SALTO

    Lid Vacant per 09-04-2019

    Wijziging in 2020

    Voorzitter Willem Kock voorzitter CvB Best Onderwijs

    Secretaris

    Penningmeester Hilbert de Vries voorzitter CvB SSOE

    Lid Peter Tijs voorzitter CvB SKPO

    Lid Vacant per 01-03-2020 SALTO

    Lid Vacant per 09-04-2019

    Lid Vacant per 01-08-2020

    Overheadtaken Het SWV kent de volgende uitvoeringstaken:

    ondersteuning bestuur SWV, ALV en coördinatie en ontwikkeling van het beleid;

    secretariaatswerkzaamheden;

    beoordelen toelaatbaarheid en afgeven toelaatbaarheidsverklaringen;

    administratie, registratie en monitoring;

    communicatie en informatie;

  • Bijlagenboek Ondersteuningsplan 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 Pagina 7 van 51

    aansluiten bij een adviescommissie overeenkomstig artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht, die adviseert over bezwaarschriften betreffende beslissingen van het samenwerkingsverband over de toelaatbaarheid van kinderen tot SBO of SO.

    Om bovenstaande overheadtaken te kunnen realiseren zijn voor het samenwerkingsverband een coördinator en een officemanager stafmedewerker werkzaam. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van externe ondersteuning door een administratiekantoor. Het SWV heeft geen personeel in dienst, maar werkt voor de uitvoering van haar taken met detachering vanuit één van de schoolbesturen. Organogram In het onderstaand organogram wordt de inrichting van het SWV weergegeven:

    Statuten De publieksversie van de akte van oprichting Samenwerkingsverband Passend onderwijs Eindhoven e.o. PO-30-07 de dato 19 juli 2013 is te vinden op de website van het samenwerkingsverband.

    https://www.po-eindhoven.nl/organisatie/bestuur

    OUDERS De complexiteit van de samenleving draagt er aan bij dat voor de ontwikkeling van kinderen opvoeden en opgroeien een gedeelde verantwoordelijkheid nodig is van ouders, onderwijsinstellingen en andere maatschappelijke organisaties die onder regie van de gemeenten vallen.

    GEDEELDE VERANTWOORDELIJKHEID Visie op de gedeelde verantwoordelijkheid school en ouder(s)/verzorger(s) In de relatie en samenwerking met ouders zijn vertrouwen en een transparante communicatie uitgangspunten. Ouder(s)/verzorger(s) worden actief betrokken en hebben een belangrijke stem bij het vinden van een passende plek in het onderwijs voor hun kind. Als dat in gezamenlijkheid lukt, wordt iedereen eigenaar van de oplossing en het te behalen resultaat. Het kan voorkomen dat bedachte oplossingsrichtingen van ouder(s)/verzorger(s) en school niet overeenkomen. Het SWV ziet de oplossing dan in eerste instantie in de dialoog. In deze dialoog wordt gezocht naar oplossingen die in het belang zijn van de verdere ontwikkeling van de leerling.

    https://www.po-eindhoven.nl/organisatie/bestuur

  • Bijlagenboek Ondersteuningsplan 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 Pagina 8 van 51

    De verantwoordelijkheid voor de een goede communicatie en dialoog ligt primair bij de school en indien nodig bij het bestuur van de school. Zij zijn immers als eerste aan zet voor de uitvoering van de zorgplicht.

    COMMUNICATIE Communicatie tussen ouders, school en SWV Een succesvolle samenwerking tussen ouder(s)/verzorger(s) en school start bij duidelijke informatie en communicatie over passend onderwijs. Daarin hebben zowel de school als het SWV een taak De school Ouder(s)/verzorger(s) kunnen met vragen over wat passend onderwijs voor hen als opvoeders en voor hun kind betekent altijd terecht bij de scholen van het SWV. De scholen geven daarnaast in hun schoolplannen, schoolgidsen en/of via hun websites aan welke informatie beschikbaar is en hoe de communicatie tussen ouder(s)/verzorger(s) en de school over passend onderwijs, het ondersteuningsprofiel etc. plaatsvindt.

    Het SWV Het SWV is verantwoordelijk voor de algemene informatie over passend onderwijs naar ouder(s)/verzorger(s) en de afspraken rondom de toelaatbaarheid tot SBO en SO. Het gaat hierbij om informatie over algemene regels rondom passend onderwijs, toelaatbaarheid tot het S(B)O, monitoring, terugplaatsing, informatie over beroep- en bezwaarprocedures etc. Om deze informatie te delen met ouder(s)/verzorger(s) en andere belanghebbenden is een website ingericht www.po-eindhoven.nl. Deze website is gelinkt met de websites van de scholen en verwijst naar de ondersteuningsprofielen op de websites van de scholen. Verder zijn er links met informatie over de bij het SWV betrokken gemeenten Eindhoven, Best en Son en Breugel en naar de websites van andere relevante instellingen. Op deze website staat ook het communicatieplan van het samenwerkingsverband. https://www.po-eindhoven.nl/diensten/documenten-en-links/documenten

    ONTWIKKELINGSPERSPECTIEFPLAN (OPP) Voor een leerling die extra ondersteuning nodig heeft, stelt de school namens het bevoegd gezag een ontwikkelingsperspectiefplan op (zie ook hoofdstuk 3). De rol van ouders bij het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) Het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) kan slechts worden vastgesteld nadat op overeenstemming gericht overleg heeft plaatsgevonden met de ouders. Het OPP wordt ten minste één keer per schooljaar met de ouder(s)/verzorger(s) geëvalueerd. De school (bevoegd gezag) kan het OPP bijstellen nadat wederom op overeenstemming gericht overleg is gevoerd met de ouder(s)/verzorger(s).

    PRIVACY Scholen en samenwerkingsverbanden moeten de wettelijk vertegenwoordigers informeren over de gegevensverwerkingen die ten aanzien van leerlingen plaatsvinden (artikelen 33 en 34 Wbp1) en wettelijk vertegenwoordigers en leerlingen in staat te stellen om de rechten die de Wbp hen toekent uit te oefenen. Hierbij is een belangrijk aandachtspunt dat er voorafgaande toestemming aan ouder(s)/verzorger(s) wordt gevraagd voor het kunnen delen van informatie met andere instanties buiten het onderwijs. Ook is toestemming van ouder(s)/verzorger(s) nodig voordat informatie over het kind bij andere instanties wordt opgevraagd. In dit kader heeft ons SWV een privacyreglement opgesteld. In onze digitale procedure voor het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring worden scholen gevraagd of ouder(s)/verzorger(s) toestemming hebben gegeven voor het delen van informatie over hun kind met het SWV. Ook gaan we ervan uit dat scholen ouder(s)/verzorger(s) op de hoogte brengen van het Privacyreglement van het SWV en dat zij een handreiking voor ouder(s)/verzorger(s) beschikbaar stellen.

    1 Wet bescherming persoonsgegevens

    http://www.po-eindhoven.nl/https://www.po-eindhoven.nl/diensten/documenten-en-links/documenten

  • Bijlagenboek Ondersteuningsplan 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 Pagina 9 van 51

    Handreiking voor ouder(s)/verzorger(s) In samenwerking tussen de Raden en het Steunpunt Medezeggenschap Passend Onderwijs is een handreiking voor ouders in het kader van de privacy passend onderwijs opgesteld. Wij verwijzen op de website naar deze “Handreiking privacy voor ouders” https://www.passendonderwijs.nl/wp-content/uploads/2015/04/Handreiking-privacy-ouders.pdf Privacyreglement Het privacyreglement van het SWV is te vinden op de website van het SWV op de pagina “documenten SWV”: https://www.po-eindhoven.nl/diensten/documenten-en-links/documenten Toestemmingsverklaring Ook op de website op de pagina “documenten SWV”, een voorbeeld van een toestemmingsverklaring https://www.po-eindhoven.nl/diensten/documenten-en-links/documenten

    BEROEP EN BEZWAAR Het SWV zet in op een goede afstemming en communicatie met ouder(s)/verzorger(s). Er wordt naar gestreefd om via overleg en zo nodig bemiddeling samen met ouder(s)/verzorger(s) tot afstemming te komen over de (extra) ondersteuning voor hun kind of, indien een verwijzing naar SBO of SO de beste oplossing is, over de ondersteuningsvraag van het kind. Mocht afstemming of bemiddeling onverhoopt niet tot overeenstemming leiden dan kunnen ouder(s)/verzorger(s) in een aantal voorkomende situaties in beroep gaan tegen een beslissing van de school. Bezwaarmogelijkheden Tegen het besluit voor toelaatbaarheid door het samenwerkingsverband kan bezwaar worden aangetekend. Op de bezwaarschriftprocedure is de Algemene wetbestuursrecht van toepassing. Ons samenwerkingsverband is hiervoor aangesloten bij de Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring SBO/(V)SO. Voor meer informatie (samenstelling van de commissie, het reglement en de procedure) verwijzen we naar de website: https://onderwijsgeschillen.nl/

    KWALITEITSBELEID Kwaliteit van het onderwijs is het belangrijkste middel dat scholen inbrengen om talenten van kinderen zo goed mogelijk te ondersteunen. Kwaliteit van de basisondersteuning Passend onderwijs begint bij de kwaliteit van de basisondersteuning op de scholen voor basisonderwijs. Scholen maken de ondersteuning die zij kinderen kunnen bieden zichtbaar in het ondersteuningsprofiel van de school. Dit schoolondersteuningsprofiel vereist advies van de MR van de school. Het schoolondersteuningsprofiel (SOP) is primair de verantwoordelijkheid van de school en het schoolbestuur. Om de scholen en besturen een handreiking te geven bij het inrichten van de basisondersteuning heeft een werkgroep van deskundigen uit het SWV in opdracht van het bestuur van het SWV, indicatoren voor de basisondersteuning nader uitgewerkt. De indicatoren zijn gebaseerd op de indicatoren van de onderwijsinspectie en zijn aangevuld met de indicatoren van het SWV.

    De indicatoren basisondersteuning zijn te vinden op de website van het samenwerkingsverband. https://www.po-eindhoven.nl/diensten/documenten-en-links/documenten

    Toetsen door monitoring en evaluatie De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van passend onderwijs is belegd bij de scholen en schoolbesturen. Zij zijn dan ook in eerste instantie verantwoordelijk voor het volgen en waar nodig bijstellen van de kwaliteit van de uitvoering. Het bestuur van het SWV is - binnen de wettelijke opdracht van passend onderwijs – verantwoordelijke voor de organisatorische en financiële ontwikkelingen. Het bestuur zorgt voor monitoring, evaluatie en adequate

    https://www.passendonderwijs.nl/wp-content/uploads/2015/04/Handreiking-privacy-ouders.pdfhttps://www.po-eindhoven.nl/diensten/documenten-en-links/documentenhttps://www.po-eindhoven.nl/diensten/documenten-en-links/documentenhttps://onderwijsgeschillen.nl/https://www.po-eindhoven.nl/diensten/documenten-en-links/documenten

  • Bijlagenboek Ondersteuningsplan 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 Pagina 10 van 51

    bijsturing. De resultaten van deze drie elementen worden opgenomen in het jaarverslag en vervolgens door- vertaald in het OP/aanvullingsplan OP. De visie op deze planning en control cyclus wordt vertaald in onderstaand schema. Informatie: parameters voor inhoud-organisatie-financiën-personeel

    inhoud-organisatie-financiën-personeel: Sturing Indicatoren voor monitoring en evaluatie Het SWV volgt en toetst de resultaten en de kwaliteit van haar beleid aan de hand van een aantal prestatie-indicatoren en kengetallen. Het SWV heeft hiervoor een kwaliteitszorgplan ontwikkeld. Scholen leveren het SWV hiervoor de gegevens aan. Een deel van deze gegevens wordt zo actueel mogelijk verzameld om tijdig te kunnen (bij)sturen. Andere indicatoren worden jaarlijks verzameld en beoordeeld. Het bestuur van het SWV is via de eigen monitoring in staat periodiek een actueel overzicht te verkrijgen over relevante ontwikkelingen en de consequenties daarvan. Zo is het SWV in staat te beoordelen of het voldoet aan haar wettelijke opdracht. Zie het kwaliteitszorgplan en de bijbehorende jaarplanning voor indicatoren en kengetallen die door het SWV in beeld gebracht worden. Het plan van aanpak monitoring en evaluatie ziet er als volgt uit:

    Vaststellen criteria, indicatoren en kengetallen;

    Normen/streefwaarden bepalen;

    Kwaliteitszorgplan en levering van gegevens via digitale formats inrichten;

    Afstemmen met schoolbesturen/scholen;

    Actuele en periodieke verslaglegging naar het bestuur SWV inregelen;

    Format jaarverslag inrichten;

    Uitwerken van de inrichting horizontale, wederzijdse verantwoording (gemeenten) en verticale verantwoording van de monitor en evaluatie.

    Naar aanleiding van het plan van aanpak monitoring en evaluatie heeft het SWV een kwaliteitszorgplan ontwikkeld. Het ontwikkelde kwaliteitszorgplan voldoet aan de eisen van de inspectie en omvat het geheel van activiteiten dat het SWV onderneemt om de kwaliteit en resultaten van passend onderwijs binnen het SWV te onderzoeken, te borgen of te verbeteren en te verantwoorden. Onderdeel van de kwaliteitszorg is het monitoren van resultaten. Het SWV legt hierover verantwoording af aan haar leden, OPR, ouder(s)/verzorger(s) en andere stakeholders.

    leerling groep school schoolbestuur SWV

  • Bijlagenboek Ondersteuningsplan 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 Pagina 11 van 51

    Kwaliteitszorg is geen doel op zich, maar draagt bij aan de realisatie van de resultaten van het SWV die voortvloeien uit de missie, visie en doelen die het SWV Passend onderwijs PO Eindhoven in haar ondersteuningsplan heeft verwoord.

    Het kwaliteitszorgplan bestaat uit: - Toelichting; - Matrix: overzicht van resultaatvelden en doelen van het SWV; - Resultaatvelden; - Kwaliteitskaarten per resultaatveld; - Jaarplanning.

    Aan de hand van het bijgestelde onderzoekskader van de Inspectie (1 augustus 2019) is het kwaliteitszorgplan in 2019 bijgewerkt.

    Het kwaliteitszorgplan is te vinden op de website van het samenwerkingsverband. https://www.po-eindhoven.nl/diensten/documenten-en-links/documenten

    De resultaten van monitoring worden jaarlijks gepresenteerd in de jaarmonitor (per schooljaar). De jaarmonitor is te vinden op de website van het samenwerkingsverband. https://www.po-eindhoven.nl/diensten/documenten-en-links/documenten

    Voortgang kwaliteitsbeleid, monitoring en evaluatie Actuele monitoringsgegevens naar aanleiding van ieder kwartaal (Q-rapportages) worden indien nodig in de bestuursvergaderingen besproken. Het betreft vooralsnog gegevens/kengetallen over deelname (TLV) aan SBO en SO, thuiszitters, risicoleerlingen en plaatsingsmogelijkheden SBO en SO in ons SWV. Het SWV rapporteert jaarlijks in de interne Jaarmonitor Passend onderwijs PO Eindhoven over de kwantitatieve en kwalitatieve monitoring. Vanuit beschikbare gegevens en de analyse van de monitoring bespreekt het SWV of bijstelling van criteria en normen/streefwaarden nodig is.

    Communicatie en daarmee het communicatieplan is opgenomen als resultaatveld binnen het kwaliteitszorgplan van het SWV. Zie hiervoor het resultaatveld “Communicatie”. Dit betekent dat dit onderdeel voortaan is opgenomen in de systematische en cyclische evaluatie van het samenwerkingsverband (Plan-Do-Check-Act cyclus).

    ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (OPR)

    BEVOEGDHEDEN ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (OPR) In de Wet passend onderwijs is opgenomen dat ieder samenwerkingsverband een ondersteuningsplanraad (OPR) kent. De OPR heeft instemmingsrecht m.b.t. de vaststelling of wijziging van het concept ondersteuningsplan (OP), bedoeld in artikel 18a van de Wet op het primair onderwijs. De OPR heeft een belangrijke rol bij de vaststelling van het OP en ook gedurende de planperiode van het OP. De bevoegdheden van de OPR zijn:

    instemming geven op het concept ondersteuningsplan;

    toezien op de afspraken uit het OP;

    in meer algemene zin dezelfde rechten als de MR. De OPR heeft een statuut, medezeggenschapsreglement, huishoudelijk reglement en begroting. In de begroting van de OPR zijn o.a. kosten voor vergoeding deelnemers, scholing, vergaderkosten en bureaukosten opgenomen. Het SWV heeft de begroting van de OPR opgenomen in de begroting van het SWV. De zittingsduur van de leden van de OPR bedraagt vier jaar. In een rooster van aftreden is de periodieke aftreding geregeld.

    https://www.po-eindhoven.nl/diensten/documenten-en-links/documentenhttps://www.po-eindhoven.nl/diensten/documenten-en-links/documenten

  • Bijlagenboek Ondersteuningsplan 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 Pagina 12 van 51

    SAMENSTELLING OPR De ondersteuningsplanraad bestaat uit personeelsleden en ouders van leerlingen van scholen die zijn aangesloten bij het samenwerkingsverband. De leden worden gekozen uit personeel en uit ouder(s)/verzorger(s), die elk de helft van het aantal leden van de raad leveren. De OPR wordt gevormd op basis van kiesgroepen, analoog aan de samenstelling van het bestuur (zie statuten van het SWV, artikel G3, lid a t/m e). Voor de samenstelling van de OPR betekent dit: - 4 leden vanuit de SKPO, waarvan 2 ouders en 2 personeelsleden; - 4 leden vanuit SALTO, waarvan 2 ouders en 2 personeelsleden; - 2 leden vanuit Stichting Best Onderwijs, waarvan 1 ouder en 1 personeelslid; - 2 leden vanuit de verplicht deelnemende SO-scholen, waarvan 1 ouder en 1 personeelslid; - 2 leden vanuit de overige besturen basisonderwijs en de vrijwillig deelnemende SO-besturen, waarvan

    1 ouder en 1 personeelslid.

    GESCHILLEN Als de ondersteuningsplanraad niet instemt met het ondersteuningsplan moet het samenwerkingsverband het geschil voorleggen aan de Landelijke Commissie voor Geschillen medezeggenschap (de LCG WMS). De LGC WMS doet dan een bindende uitspraak over het geschil.

    COMMUNICATIE OPR De OPR deelt informatie op de OPR-pagina van de website van het samenwerkingsverband: https://www.po-eindhoven.nl/diensten/ondersteuningsplanraad-passend-onderwijs-po-eindhoven Contactverzoeken aan de OPR worden gestuurd naar het emailadres: [email protected]

    STATUTEN De OPR-statuten zijn te vinden op de website van het samenwerkingsverband: https://www.po-eindhoven.nl/diensten/ondersteuningsplanraad-passend-onderwijs-po-eindhoven/opr-stukken

    MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT Het OPR-medezeggenschapsreglement is te vinden op de website van het samenwerkingsverband: https://www.po-eindhoven.nl/diensten/ondersteuningsplanraad-passend-onderwijs-po-eindhoven/opr-stukken

    HUISHOUDELIJK REGLEMENT Het huishoudelijk reglement van de OPR is te vinden op de website van het samenwerkingsverband: https://www.po-eindhoven.nl/diensten/ondersteuningsplanraad-passend-onderwijs-po-eindhoven/opr-stukken

    PROCESAFSPRAKEN M.B.T. ARRANGEREN EN TOELAATBAARHEID STEPPED CARE Denkmodel van “stepped care”. Een aantal kinderen is en blijft aangewezen op extra ondersteuning. Om te bepalen welke ondersteuning een kind nodig heeft, helpt het model van stepped care de school om met ouders zorgvuldig en systematisch het niveau van ondersteuning of een verwijzing naar SBO of SO te bepalen. De stepped care denkmodel (ondersteuning via een getrapt model) houdt in dat het inzetten van extra ondersteuning altijd het resultaat is van een aantal systematische (denk)stappen. Het uitgangspunt van stepped care is dat de minst intensieve en minst belastende ondersteuning voor kind/ ouders, in dit geval liefst op de basisschool, als eerste wordt overwogen. Daarbij is ook het profiel/identiteit van de school een factor die mee speelt in de keuze. Ouders en de inbreng van de omgeving (jeugdzorg etc.) worden bij de afweging betrokken. Dat laat onverlet dat plaatsing in zware ondersteuning direct plaatsvindt als dit in het belang van het kind is of voor de veiligheid van school en de omgeving noodzakelijk wordt geacht. In onderstaand schema wordt het denkmodel weergegeven.

    https://www.po-eindhoven.nl/diensten/ondersteuningsplanraad-passend-onderwijs-po-eindhovenmailto:[email protected]://www.po-eindhoven.nl/diensten/ondersteuningsplanraad-passend-onderwijs-po-eindhoven/opr-stukkenhttps://www.po-eindhoven.nl/diensten/ondersteuningsplanraad-passend-onderwijs-po-eindhoven/opr-stukkenhttps://www.po-eindhoven.nl/diensten/ondersteuningsplanraad-passend-onderwijs-po-eindhoven/opr-stukken

  • Bijlagenboek Ondersteuningsplan 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 Pagina 13 van 51

    “Stepped care ladder”

    De stepped care ladder werkt ook in de omgekeerde richting. Als er uit de monitoring en evaluatie van een plaatsing in SBO of SO blijkt dat de ondersteuning minder intensief kan, wordt langs dezelfde denkwijze het proces van terugplaatsing georganiseerd, dat wil zeggen dat bij terugplaatsing uit het SO altijd eerst onderzocht wordt of terugplaatsing in het basisonderwijs mogelijk is. Monitoring en evaluatie naar aanleiding van de eerste jaren Passend onderwijs laat zien dat basisscholen in een aantal gevallen langdurig blijven kiezen voor inzet van (extra) ondersteuning op de basisschool. Het inzetten van een arrangement op SBO en SO wordt (nog) onvoldoende ingezet als tijdelijk/kortdurend ondersteuningsaanbod. Dit betekent in de meeste gevallen dat leerlingen bij een verwijzing naar SBO of SO langdurig gebruik maken van deze voorziening en dat terugplaatsing naar regulier onderwijs of een lichtere vorm van ondersteuning nog maar zelden voorkomt.

    EXPERTISE VAN SBO EN SO Rol van de expertise van SBO en SO. Het SWV beschikt met al haar scholen voor SBO en SO over een brede expertise. Het is te voorzien dat voor een beperkte groep kinderen een plaats in een speciale onderwijsvoorziening de beste kansen biedt voor de ontwikkeling van hun talenten. Voor diverse ondersteuningsarrangementen binnen het basisonderwijs is de expertise van SBO en SO beschikbaar om maatwerk te bieden bij de ondersteuning van kinderen en ouders. Deze expertise sluit vraaggestuurd aan bij de ondersteuningsvragen van kind, ouders en school. Het betekent ook dat de vraag naar en de inzet van de expertise bij SBO en SO zal worden afgewogen op basis van beschikbaarheid, kwaliteit, flexibiliteit etc. Door de keuze voor het bestuursmodel legt het SWV het primaat voor de keuze van expertise bij de school en de schoolbesturen.

    ONTWIKKELINGSPERSPECTIEFPLAN (OPP) Als een kind extra ondersteuning nodig heeft dient de school de ontwikkelingsmogelijkheden (talenten) van het kind goed in beeld te brengen. Dit doet de school door in overleg met ouder(s)/verzorger(s) een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) te maken, waarin staat welke onderwijsdoelen het kind zal kunnen halen. De Wet op het primair onderwijs (art.40a.Wpo) en de Wet op de expertisecentra (art.41 Wec) schrijven ten aanzien van het primair onderwijs voor dat bevoegde gezagen van scholen (school/schoolbestuur) nadat er op overeenstemming gericht overleg is gevoerd met ouder(s)/verzorger(s) een ontwikkelingsperspectiefplan opstellen voor2:

    leerlingen van een basisschool, die extra ondersteuning nodig hebben;

    leerlingen van een speciale school voor basisonderwijs (SBO);

    leerlingen in het speciaal onderwijs (SO).

    2 Onderwijsgeschillen, Themabrief 8 passend onderwijs – opp juni 2016

    BaoBao

    Met onder-steuning

    Bao -Bao Met/zonder

    onder-steuning

    SBOSBO

    met onder-steuning

    SO

    Externe zorg van jeugdhulpverlening, WMO, AWBZ, vervoer, leerplichten etc.

  • Bijlagenboek Ondersteuningsplan 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 Pagina 14 van 51

    Wat onder de basisondersteuning valt en wat onder extra (zware) ondersteuning, verschilt per school. Dit staat beschreven in het schoolondersteuningsprofiel. Voor het SBO en SO geldt dat een OPP uiterlijk binnen zes weken na de inschrijving van de leerling wordt vastgesteld. Voor het BaO geldt dat wanneer school met ouder(s)/verzorger(s) heeft vastgesteld dat de leerling extra ondersteuning nodig heeft, er binnen zes weken een OPP vastgesteld moet worden. Basisscholen moeten in de leerlingadministratie registreren voor welke periode een leerling een OPP heeft. De inhoud van het OPP hoeft niet geregistreerd te worden. Voor het speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs geldt de registratieplicht niet; daar hebben immers alle leerlingen een ontwikkelingsperspectief. Het OPP wordt ten minste één keer per schooljaar met de ouder(s)/verzorger(s) geëvalueerd. Basisscholen hoeven in beginsel geen OPP op te stellen voor leerlingen die binnen de basisondersteuning geholpen kunnen worden, bijvoorbeeld als er sprake is van dyslexie, dyscalculie, hoogbegaafde leerlingen. Dyslexie en dyscalculie vallen onder het reguliere schoolbeleid. In de basisondersteuning moet ook rekening gehouden worden met de onderwijsbehoefte van hoogbegaafde leerlingen.

    BETROKKENHEID OUDER(S)/VERZORGER(S) De wet regelt het volgende:

    met ouders moet overeenstemming worden bereikt over het handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectief (de individuele ondersteuning en begeleiding van de leerling) voordat dit deel kan worden vastgesteld. Dit geldt niet voor het overige deel van het ontwikkelingsperspectief. Dat kan wel vastgesteld worden nadat op overeenstemming-gericht overleg is gevoerd;

    ook in het speciaal onderwijs dient het ontwikkelingsperspectief een handelingsdeel te bevatten. Dat was nog niet in de wet vastgelegd.

    De regering vergroot met de wet de betrokkenheid van ouders bij de vaststelling van het ontwikkelingsperspectief. Daarmee krijgen ouders een betere positie als het gaat om de ondersteuning die hun kind op school nodig heeft. De wet spreekt niet van een instemmingsrecht van ouders of een verplichte handtekening van ouders onder het handelingsdeel. De school moet het overleg met ouders voortzetten zolang zij nog niet tot overeenstemming zijn gekomen over de ondersteuning en begeleiding die de leerling nodig heeft. Wanneer de school (nog) geen overeenstemming heeft bereikt met de ouders over het handelingsdeel, betekent dit niet dat de school de leerling niet meer kan of zou hoeven te begeleiden. Scholen moeten hun leerlingen in alle gevallen de nodige begeleiding bieden, aldus de Memorie van Toelichting bij de wet. Als het niet lukt om overeenstemming te bereiken over het ontwikkelingsperspectief, kunnen ouders een geschil voorleggen aan de Geschillencommissie passend onderwijs (GPO). Deze Commissie behandelt onder andere geschillen over de vast- en bijstelling van het ontwikkelingsperspectief. De GPO is ondergebracht bij Onderwijsgeschillen. Met de goede kwaliteit van de basisondersteuning, de ondersteuningsprofielen, een zorgvuldige toewijzing van extra ondersteuning via denkmodel “stepped care”, de expertise van het SBO en het SO (cluster 3 en 4) en middels afspraken met SO-instellingen voor cluster 1 en 2, beschikt het SWV over een onderwijs-en zorgcontinuüm dat borg staat voor een passende onderwijsplek voor elk kind.

    ARRANGEREN Passend arrangeren betekent dat scholen de ondersteuning voor kinderen met een extra ondersteuningsvraag op maat en op handelingsgerichte wijze, vanuit één regie en in samenhang voor en om het kind organiseren. De zorgplicht vereist dat alle kinderen een passende plaats krijgen in het onderwijs. Voor elk kind betekent dat maatwerk, waarbij de ondersteuningsvraag van kind en ouder(s)/verzorger(s) gematcht wordt met de ondersteuningsmogelijkheden van de school, en andere aanvullende expertise binnen of ook buiten het SWV. Waar nodig ook met externe ondersteuning door de jeugdhulpverlening. Passend arrangeren betekent ook dat de mogelijkheden van het kind, de ouder(s)/verzorger(s), de omgeving en de basisschool of voorschoolse voorziening in samenhang worden bekeken. Al die factoren bepalen uiteindelijk of plaatsing in een speciale onderwijsvoorziening voor de ontwikkeling en schoolloopbaan van dit kind de beste optie is.

  • Bijlagenboek Ondersteuningsplan 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 Pagina 15 van 51

    Bij passend arrangeren is het stepped care denkmodel uitgangspunt: d.w.z. dat bij het vinden van een kwalitatief passende plaats in het onderwijs zoveel mogelijk wordt gekozen voor de minst intensieve en minst belastende ondersteuning voor kind en ouder(s)/verzorger(s) en bij voorkeur op een basisschool. De basisschool heeft samen met de ouder(s)/verzorger(s) en met deskundigen goed in beeld gebracht wat de (school)ondersteuningsbehoefte van het kind is. Er is onderzocht en besproken wat er nodig is om tegemoet te komen aan de ondersteuningsvraag van het kind, de ouder(s)/verzorger(s), de leerkracht, de school. Hierbij wordt ook de expertise van deskundigen betrokken en wordt in overleg bepaald welke ondersteuning ingezet gaat worden. Wanneer een kind op de basisschool meer nodig heeft dan binnen de vastgestelde basisondersteuning op school kan worden geboden, wordt er in overleg met ouder(s)/verzorger(s) een ontwikkelingsperspectief opgesteld (zie ook par. 3.4). De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van dit proces ligt bij het bevoegd gezag van de school (in samenhang met bijvoorbeeld de intern begeleider of het zorgteam van de school). Het inzetten van (extra) ondersteuning is een verantwoordelijkheid van de eigen school/schoolbestuur en wordt bekostigd vanuit de aan het schoolbestuur toegekende middelen. De school bepaalt zelf, in overleg met ouder(s)/verzorger(s), welke expertise ingezet dient te worden en waar zij dit inkopen. Als deze interventies onvoldoende zijn gebleken en er een advies ligt voor een verwijzing naar een SBO- of SO-school is een toelaatbaarheidsverklaring nodig van het samenwerkingsverband.

    SOLIDARITEIT Het bestuursmodel gaat er van uit dat de school die een zittende leerling verwijst naar het SBO of SO in principe het ondersteuningsbedrag voor deze leerling betaalt aan het SBO of het SO. Een groot deel van de leerlingen in het SO en een kleiner deel in het SBO stroomt echter rechtstreeks in vanuit een voorschoolse voorziening, zoals de peuterspeelzaal, de kinderopvang, een medisch kleuterdagverblijf (MKD), zorginstelling of vanuit een ander SWV. In dat geval heeft geen enkele school uit het SWV hiervoor een verwijzende verantwoordelijkheid. De ondersteuningsbekostiging bij plaatsing op SBO of SO van deze leerlingen komt daarom ten laste van de gezamenlijke schoolbesturen (solidariteit). Indien een schoolbestuur “buiten zijn schuld” te maken krijgt met verwijzingen naar het SBO of SO die voor het betreffende bestuur een onredelijke financiële belasting vormen, kan het SWV per situatie bekijken - onder strikte voorwaarden - of deze ondersteuningskosten geheel of gedeeltelijk voor rekening van het SWV (solidariteit) kunnen komen.

    RISICO-REGELING In ons samenwerkingsverband kunnen scholen onder bepaalde voorwaarden leerlingen melden als risicoleerling. Registratie bij het samenwerkingsverband betekent dat latere verwijzing van de leerling (naar SBO of SO Cluster 3 en 4) zal vallen onder het solidariteitsbudget. Leerlingen die met een extra ondersteuningsbehoefte vanuit voorschool of vanuit directe instroom of in verband met verhuizing vanuit een ander SWV aangemeld worden op de basisschool, kunnen onder bepaalde voorwaarden bij het SWV gemeld worden als risicoleerling. De regeling is alleen bedoeld voor leerlingen waarbij bij de aanmelding op de basisschool duidelijk is dat de leerling vanaf aanvang extra ondersteuning nodig heeft. Pas als de school ook daadwerkelijk overgaat tot inschrijving en plaatsing van de leerling en meteen bij aanvang extra ondersteuning inzet (en dus een OPP opstelt), zal de leerling als risicoleerling bij het SWV worden geregistreerd. Afspraak is dat de school bij aanmelding van de leerling (voor inschrijving) z.s.m. contact opneemt met de coördinator om te bespreken of de leerling mogelijk voor deze regeling kan worden aangemeld. Registratie betekent dat bij verwijzing in de toekomst de leerling onder de solidariteit valt (bekostiging door alle besturen samen).

    TOELAATBAARHEIDSVERKLARING (TLV) De wet zegt over het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring: Het samenwerkingsverband heeft als taak het beoordelen of leerlingen toelaatbaar zijn tot een SBO of SO, op verzoek van het bevoegd gezag van de school waar de leerling is aangemeld of ingeschreven”. Het samenwerkingsverband moet nadat de aanvraag is behandeld, aan de ouders laten weten wat het advies van het SWV is. Het SWV bepaalt zelf - binnen de wettelijke kaders - hoe de procedure voor toelating tot het SBO en SO ingericht wordt. Het samenwerkingsverband Passend onderwijs PO vindt het belangrijk dat een TLV-aanvraag wordt gedaan vanuit de samenwerking (triade) tussen verwijzende school (of instelling), ouder(s)/verzorger(s) en het speciaal basisonderwijs of het speciaal onderwijs waarnaar verwezen wordt. Deze drie-eenheid (triade) komt in overleg tot

  • Bijlagenboek Ondersteuningsplan 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 Pagina 16 van 51

    een gezamenlijke overeenkomst over de benodigde (tijdelijke) plaatsing in SBO of SO. Ook worden er vooraf afspraken gemaakt over de duur van de tijdelijke plaatsing en worden er (indien van toepassing) duidelijke terugplaatsingsafspraken gemaakt. De toelaatbaarheid wordt door het SWV bepaald op basis van handelingsgericht arrangeren en niet meer op basis van strikte criteria. Duur TLV Een TLV voor SBO kent geen wettelijk voorgeschreven tijdsduur. Voor een TLV SO geldt dat deze geldig is voor minimaal één heel schooljaar. Indien de TLV aangevraagd word gedurende een schooljaar: voor de resterende maanden van het lopende schooljaar plus het hele daaropvolgende schooljaar. Een langere TLV-duur is gewenst in voorbeelden als:

    Leerling gaat in groep 6 naar het SBO en de verwachting (ouders, scholen en deskundigen) is niet dat de leerling nog terug naar regulier BaO kan.

    Leerling gaat in groep 6 naar het SO en de verwachting (ouders, scholen en deskundigen) is niet dat de leerling nog terug naar regulier BaO of SBO kan.

    Er is sprake van dusdanige stabiele kindkenmerken dat terug- of herplaatsing binnen twee jaar niet realistisch is.

    Vanuit onderwijs-zorgoverleg: Voor leerlingen van wie eenduidig vanuit gezamenlijk overleg en vanuit het uitgangspunt maatwerk te bieden, vastgesteld kan worden dat zij voor deelname aan het onderwijs langdurig aangewezen zullen blijven op extra ondersteuning vanuit onderwijs en op jeugdhulp vanuit de gemeente, wordt er naar gestreefd om de ondersteuning en de jeugdhulp voor de duur die nodig is toe te kennen. Dit kan dus een TLV zijn voor de duur van het afgesproken arrangement.

    Vanaf 2017 is het mogelijk om bij ons SWV, mits goed beredeneerd, een TLV voor langere tijd aan te vragen/af te geven. N.B.: uitgangspunt blijft tijdelijke plaatsing. Voorwaarde is dat zowel in het aanvraagformulier, als door beide deskundigen, aangegeven en onderbouwd wordt waarom een langere duur TLV nodig is. Een TLV wordt niet met terugwerkende kracht gegeven. Daarom is het van belang de TLV bijtijds aan te vragen. De ingangsdatum van de TLV ligt niet voor de datum waarop het aanvraagdossier (volledig) is ingediend bij het samenwerkingsverband.

    Categorie TLV Er zijn vier verschillende toelaatbaarheidsverklaringen (TLV):

    TLV-SBO;

    TLV SO categorie Laag (in de regel zml, lzk, epilepsie, cluster 4);

    TLV SO categorie Midden (in de regel lg);

    TLV SO categorie Hoog (in de regel mg).

  • Bijlagenboek Ondersteuningsplan 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 Pagina 17 van 51

    Criteria Het SWV kan een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) voor plaatsing in SBO en SO van het SWV slechts afgeven nadat is voldaan aan de volgende criteria:

    1. In de triade is aan de hand van handelingsgericht werken (HGW) aangetoond wat de ondersteuningsbehoefte is van de leerling.

    2. Een orthopedagoog of psycholoog en een tweede (wettelijke verplichte) deskundige hebben (schriftelijk) een positief advies gegeven over benodigde plaatsing in SBO of SO.

    3. Alle partijen van de triade hebben overeenstemming en hebben dit in een overeenkomst (het aanvraagformulier) vastgelegd.

    4. In de overeenkomst (aanvraagformulier) zijn afspraken gemaakt over de tijdelijkheid/duur van de toelaatbaarheidsverklaring, de soort/categorie TLV en zijn er afspraken gemaakt over de terugplaatsingsprocedure (indien van toepassing).

    De afspraken rondom de wettelijk3 verplichte deskundigen zijn als volgt: Positief advies aan het samenwerkingsverband van twee wettelijk verplichte deskundigen ** over benodigde plaatsing op SBO of SO + naam deskundige, functie, organisatie en handtekening. Recent advies (maximaal 1 jaar oud), plaatsing op SBO of type SO moet specifiek benoemd zijn in het advies. ** bij ons SWV: niet twee deskundigen van dezelfde school of organisatie Opmerkingen: Een TLV SO Categorie Laag en TLV SO Categorie Midden kunnen middels het aanvraagformulier worden aangevraagd wanneer twee deskundigen hier advies over uitbrengen.

    3 Besluit bekostiging WPO Artikel 34.8. Deskundigen samenwerkingsverband De deskundigen, bedoeld in artikel 18a, elfde lid, van de wet zijn een orthopedagoog of een psycholoog en afhankelijk van de leerling over wiens toelaatbaarheid wordt geadviseerd ten minste een tweede deskundige, te weten een kinder- of jeugdpsycholoog, een pedagoog, een kinderpsychiater, een maatschappelijk werker of een arts.

  • Bijlagenboek Ondersteuningsplan 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 Pagina 18 van 51

    Een TLV Hoog kan alleen worden aangevraagd als er vanuit voorafgaand onderwijs-zorgoverleg een duidelijke vraag is (ondersteund door advies van deskundigen) voor een zeer intensief onderwijszorgarrangement. Het SWV (de coördinator) geeft in genoemd overleg advies. Mochten partijen bij een negatief advies alsnog een TLV Hoog aanvragen, dan zal (zolang de procedure nog niet is gewijzigd) de TLV worden toegekend. Monitoring is noodzakelijk om de afgifte van deze categorie TLV op tijd te kunnen beheersen/bijstellen.

    Het samenwerkingsverband Passend onderwijs PO Eindhoven hanteert een digitale aanmeldprocedure voor het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring. Een handleiding voor de procedure staat op de website van het SWV.

    Hieronder is de procedure voor het aanvragen van een TLV beschreven voor leerlingen vanuit een (basis)school, vanuit een verwijzende zorginstelling-instantie (directe instroom) en vanuit een andere regio.

    Een TLV SBO of SO aanvragen voor leerlingen vanuit een (speciale) basisschool Een TLV SBO wordt aangevraagd door de basisschool waar de leerling zit, bij het samenwerkingsverband waarbinnen de betreffende basisschool valt. Indien de SBO-school in een ander SWV staat, geeft het samenwerkingsverband waarbinnen de SBO-school staat daarna ook een TLV af (bekrachtigt de TLV). Een TLV SO wordt aangevraagd door de (speciale) basisschool waar de leerling zit, bij het samenwerkingsverband waarbinnen de betreffende (speciale) basisschool valt.

    Elk samenwerkingsverband heeft een eigen procedure voor het aanvragen van een TLV. Bij het samenwerkingsverband Passend onderwijs PO Eindhoven kan een toelaatbaarheidsverklaring worden aangevraagd als er een overeenkomst is tussen (aanvragende) basisschool, ouder(s)/verzorger(s), en S(B)O waarnaar verwezen wordt. De beschikbaarheid en toegankelijkheid worden vanuit vertrouwen zo optimaal mogelijk georganiseerd. Dit betekent dat de basisschool, de ouder(s)/verzorger(s) en de school voor SBO of SO waarnaar verwezen wordt samen overeenstemming bereiken over de juiste onderwijsplek. De speciale onderwijsvoorziening (SBO of SO) waarnaar verwezen wordt heeft onderzocht of plaatsing ook daadwerkelijk mogelijk is. Het is daarbij wettelijk verplicht dat een orthopedagoog of psycholoog en nog een tweede deskundige advies geeft aan het samenwerkingsverband over de gewenste oplossing. Deze deskundigen zijn vaak al in het voortraject betrokken bij de advisering. Het samenwerkingsverband controleert of alle partijen het eens zijn, of het proces goed gelopen is en geeft in het geval van een gezamenlijke oplossing en indien de aanvraag voldoet aan de gestelde criteria binnen 10 werkdagen (schoolvakantie uitgezonderd) een TLV af.

    Mediation/bemiddeling Als er in het voortraject geen overeenstemming is tussen alle partijen kan er geen toelaatbaarheidsverklaring worden afgegeven. Het samenwerkingsverband vindt het belangrijk dat partijen in dit geval met elkaar, of indien wenselijk middels het inschakelen van mediation, in gesprek blijven over de benodigde onderwijsondersteuning van de leerling. Iedere betrokkene in dit proces (school, voorschool, ouder(s)/verzorger(s), S(B)O) kan om bemiddeling vragen. Bemiddeling kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden door een afgevaardigde van het betrokken schoolbestuur, een onafhankelijk deskundige, de coördinator van het samenwerkingsverband of door een onderwijs(zorg)consulent in te schakelen. Ook zijn er mogelijkheden voor mediation bij Onderwijsgeschillen. Zie hiervoor de website www.onderwijsgeschillen.nl

    Alle plaatsingen op het SBO en SO zijn in principe tijdelijk van aard, tenzij alle drie de partijen (verwijzende school, ouder(s)/verzorger(s) en school waarnaar verwezen wordt) en beide deskundigen aangeven dat (terug)plaatsing naar een lichtere vorm van ondersteuning gedurende de plaatsing op S(B)O niet verwacht wordt. Verwacht of wenst één of meer partijen dat een lichtere vorm van ondersteuning in de toekomst mogelijk is, dan worden vragen over tijdelijke plaatsing ingevuld. Bij een tijdelijke plaatsing maken de scholen met ouder(s)/verzorger(s) in korte lijnen afspraken met elkaar voordat de extra ondersteuning ingezet wordt. In de afspraken wordt het moment van het eerste gesprek over terugplaatsing vastgelegd. Het samenwerkingsverband wordt op de hoogte gebracht van de gemaakte afspraken en monitort of de afspraken zijn nagekomen. De verwijzende basisschool, de ontvangende S(B)O-school en

    http://www.onderwijsgeschillen.nl/

  • Bijlagenboek Ondersteuningsplan 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 Pagina 19 van 51

    ouder(s)/verzorger(s) maken samen duidelijke afspraken over de verantwoordelijkheden in het terugplaatsingstraject.

    Een TLV SO kan ook worden aangevraagd door een speciale basisschool (SBO). Het SBO waar de leerling zit vraagt de TLV SO aan bij het samenwerkingsverband waarbinnen de betreffende aanvragende SBO-school valt. De procedure is verder hetzelfde als bij de TLV-aanvraag door een reguliere basisschool.

    Een TLV aanvragen voor 1e onderwijsinschrijving niet vanuit een school Het betreft kinderen die voor de eerste keer instromen in het onderwijs, vanuit o.a. Peuterspeelzaal, Vroeghulp, JGZ, MEE, Dagcentrum Jonge Kind (DJK), Medisch Kleuter dagverblijf (MKD), Lunetzorg en Kentalis. Ook leerlingen die niet vanuit een schoolinschrijving (BaO, SBO of ‘SO met TLV’) als residentiele leerling geplaatst waren op een SO-school. En leerlingen die in het buitenland naar school gingen zonder een eerdere inschrijving op een Nederlandse school. Kinderen uit een voorschoolse voorziening of zorginstelling kunnen met een TLV direct instromen in het speciaal (basis) onderwijs. Ook hier is het voortraject belangrijk. Een TLV SBO vanuit voorschool wordt aangevraagd door de SBO-school waar de leerling is aangemeld, bij het samenwerkingsverband waarbinnen de betreffende SBO-school valt. Een TLV SO vanuit voorschool wordt aangevraagd door de SO-school bij het samenwerkingsverband waarbinnen de leerling woont (inschrijving GBA). Elk samenwerkingsverband heeft een eigen procedure voor het aanvragen van een TLV. De verwijzende instelling gaat met ouder(s)/verzorger(s) en betrokken deskundigen in gesprek over de (onderwijs)ondersteuningsbehoefte van het kind. Er is onderzocht en besproken wat er nodig is om tegemoet te komen aan de ondersteuningsvraag van het kind, de ouder(s)/verzorger(s) en de leerkracht en wat verwacht wordt van de school. De verwijzende instelling zoekt samen met ouder(s)/verzorger(s) naar de meest passende school. Als de gewenste ondersteuning niet op een reguliere basisschool geboden kan worden, wordt gekeken (met in achtneming van de stepped care gedachte) welke specifieke onderwijsvoorziening wel antwoord kan geven op de ondersteuningsbehoefte van de leerling. De instelling en ouder(s)/verzorger(s) nemen contact op met de voor het kind geschikte SBO- of SO-school. Deze beoordeelt op eigen wijze en mogelijk middels een observatieperiode (in de instelling of op de eigen school) of zij de meest passende plek biedt. Indien alle partijen het eens zijn over de noodzakelijke plaatsing in het S(B)O, wordt er een toelaatbaarheidsverklaring aangevraagd door het bevoegd gezag van de S(B)O-school waar is aangemeld. Ook hier is het uitgangspunt dat passende oplossingen het beste bedacht kunnen worden door de triade van ouder(s)/verzorger(s), zorginstelling en speciale onderwijsvoorziening. Het is ook in deze situatie wettelijk verplicht dat een orthopedagoog of psycholoog en nog een tweede deskundige advies geven aan het samenwerkingsverband over de gewenste oplossing. Afhankelijk van de ondersteuningsvraag kan gekeken worden welke tweede deskundige dit advies kan geven (bijvoorbeeld een kinder- of jeugdpsycholoog, een school maatschappelijk werker een arts of kinderpsychiater). Het SWV wil een bureaucratische indicatiestelling voorkomen. De betreffende leerlingen zijn al bekend bij de zorgverleners. Het oordeel van de triade wordt serieus genomen en is, indien is voldaan aan de gestelde criteria, voldoende voor de aanvraag van een TLV. Ook hier kan in het voortraject bemiddeling behulpzaam zijn. Iedere betrokkene in dit proces kan om bemiddeling vragen. Ook kan, indien noodzakelijk, een onderwijs(zorg)consulent worden ingeschakeld. Het SWV monitort het aantal leerlingen met een TLV, dit vormt het uitgangspunt voor een jaarlijks evaluatieoverleg met de zorginstellingen.

    Ook voor leerlingen die vanuit een voorschoolse voorziening rechtstreeks instromen in het S(B)O is de TLV in principe van tijdelijke aard, tenzij alle drie de partijen (voorschool, ouder(s)/verzorger(s) en school waarnaar verwezen wordt) en deskundigen aangeven dat (terug)plaatsing naar een lichtere vorm van ondersteuning gedurende de plaatsing op S(B)O niet verwacht wordt. Verwacht één of meer partijen dat een lichtere vorm van ondersteuning in de toekomst mogelijk of gewenst is, dan worden de vragen over tijdelijke plaatsing ingevuld. Omdat er geen sprake is van verwijzing door een school wordt niet de terugkeer naar regulier onderwijs, maar wel

  • Bijlagenboek Ondersteuningsplan 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 Pagina 20 van 51

    de mogelijkheden in de toekomst voor plaatsing in het reguliere onderwijs of een lichtere ondersteuningsvoorziening verkend. Voorschool, ouder(s)/verzorger(s), S(B)O en deskundigen beschrijven wat de verwachting is en maken concrete afspraken voor overleg tijdens de duur van de TLV.

    Een TLV aanvragen voor leerlingen vanuit een residentiele plaatsing/voorschool Het betreft leerlingen die eerder ingeschreven waren op een school en van daaruit geplaatst zijn binnen een (voorschoolse) zorginstelling. Nadat de plaatsing in de zorginstelling eindigt, valt de zorgplicht terug naar de school van herkomst.

    Wet: Als een leerling uitgeschreven wordt bij de school van herkomst, en ingeschreven op de residentiele school, ligt de zorgplicht in theorie bij de residentiele school. Voor kinderen/ jongeren die kortdurend in een residentiële instelling worden geplaatst (max 3 maanden), is het sinds 1 januari 2017 mogelijk om deze leerlingen ingeschreven te houden op de (reguliere) school van herkomst. De leerling kan dan na de plaatsing direct weer terug naar de oude school. Voorwaarde is dat de school van herkomst (en/of het samenwerkingsverband) betaalt voor het onderwijs op de SO-school gedurende de plaatsing in de residentiële instelling.

    Indien een leerling vanuit een reguliere basisschool geplaatst wordt op een zorginstelling is dezelfde reguliere basisschool verantwoordelijk voor een eventuele aanvraag TLV S(B)O als na plaatsing op de zorginstelling blijkt dat verwijzing naar S(B)O noodzakelijk is. De aanvraag wordt door de basisschool gedaan bij het samenwerkingsverband waarbinnen de basisschool valt. Indien een leerling vanuit SBO geplaatst wordt op een zorginstelling is hetzelfde SBO verantwoordelijk voor een eventuele aanvraag TLV SO. De aanvraag wordt door het SBO gedaan bij het samenwerkingsverband waarbinnen het SBO valt. Indien een leerling vanuit SO geplaatst wordt op een zorginstelling is hetzelfde SO (niet het residentiele SO) verantwoordelijk voor een eventuele aanvraag TLV SBO. De aanvraag wordt door het oorspronkelijke SO gedaan bij het samenwerkingsverband waarbinnen het oorspronkelijke SO valt. De verantwoordelijke school gaat samen met de zorginstelling, ouder(s)/verzorger(s) en betrokken deskundigen in gesprek over de (onderwijs-)ondersteuningsbehoefte van het kind. Er is onderzocht en besproken wat er nodig is om tegemoet te komen aan de ondersteuningsvraag van het kind, de ouder(s)/verzorger(s) en de leerkracht, en wat verwacht wordt van de school. Als de gewenste ondersteuning niet op de reguliere basisschool geboden kan worden, wordt gekeken (met in achtneming van de stepped care gedachte) welke specifieke onderwijsvoorziening wel antwoord kan geven op de ondersteuningsbehoefte van de leerling.

    VERHUISLEERLINGEN EN GRENSVERKEER Verhuisleerling SBO Indien een leerling met een TLV SBO in de regio van het SWV Eindhoven komt wonen en in de regio SBO-onderwijs gaat volgen, zal het SWV Eindhoven deze TLV SBO in principe overnemen. Met de eerste TLV is het samenwerkingsverband dat de eerste TLV SBO heeft afgegeven verantwoordelijk voor de ondersteuningsbekostiging. Ook als de leerling verhuist, tenzij de leerling voor de verhuizing nog geen zes maanden op het SBO zat . Dit voor de periode waarvoor de TLV is afgegeven. Na afloop van die termijn moet hetzelfde samenwerkingsverband waaruit de leerling afkomstig was en dat de eerste TLV SBO heeft afgegeven indien nodig een nieuwe TLV SBO afgeven. Indien een leerling binnen zes maanden voor of na plaatsing op een SBO-school verhuist naar een andere regio en daar ook naar het SBO gaat, moet het samenwerkingsverband waarbinnen de nieuwe SBO staat een TLV SBO afgeven. Dat samenwerkingsverband is dan ook verantwoordelijk voor de bekostiging van deze leerling.

    SBO grensverkeer: Indien leerlingen afkomstig van een basisschool uit een buur-SWV met een TLV van dat SWV naar een SBO-school in ons samenwerkingsverband komen, noemen we het grensverkeer en blijft het buur-SWV verantwoordelijk voor afgifte van de TLV SBO en voor de bekostiging. Ook hier geldt: Passend onderwijs PO Eindhoven neemt de TLV over (bekrachtigt de TLV), maar geeft ook een eigen TLV af. Hierover maakt het SWV afspraken met het buur-SWV.

  • Bijlagenboek Ondersteuningsplan 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 Pagina 21 van 51

    Het gaat in de regel om de SWV’en:

    (PO3008) SWV Helmond-Peelland http://SWV-peelland.nl/samenwerkingsverbandpo

    (PO3009) SWV De Kempen http://www.podekempen.nl/

    (PO3006) SWV Oss, Uden e.o. http://www.samenwerkingsverband3006.nl/home-2/

    (PO3005) SWV de Meierij http://www.de-meierij.nl/

    Afbeelding: Omliggende samenwerkingsverbanden

    Verhuisleerling SO en grensverkeer Indien een leerling met een TLV SO in de regio van het SWV Eindhoven komt wonen en in de regio SO-onderwijs gaat volgen in dezelfde categorie (Laag, Midden of Hoog), is er geen nieuwe TLV SO nodig. Met de afgifte van een TLV SO is het samenwerkingsverband dat deze TLV SO heeft afgegeven verantwoordelijk voor de ondersteuningsbekostiging. Ook als de leerling verhuist. Dit voor de periode waarvoor de TLV is afgegeven. Na afloop van die termijn moet hetzelfde samenwerkingsverband dat de eerste TLV SO heeft afgegeven indien nodig een nieuwe TLV SO afgeven. Binnen het SO kennen we geen grensverkeer. Verhuisleerling en passende ondersteuning (niet SBO of SO) Wanneer er binnen het vorige SWV sprake was van een andere vorm van ondersteuning (niet in categorie SBO of SO Laag, Midden, Hoog), zal het SWV Passend onderwijs PO Eindhoven in overleg met de ouder(s)/verzorger(s) en de school waar de leerling vandaan komt kijken welke ondersteuningsmogelijkheden het beste aansluiten. De ouder(s)/verzorger(s), de school en het SWV zoeken gezamenlijk naar de best haalbare oplossing. In dit geval (geen TLV) is de nieuwe BaO-school verantwoordelijk voor de bekostiging van deze ondersteuning.

    TLV-AANVRAAG ZONDER TOESTEMMING OUDER(S)/VERZORGER(S) Indien blijkt dat een (speciale) basisschool niet meer aan de ondersteuningsbehoefte(n) van een leerling kan voldoen, is doorverwijzing aan de orde. Hieraan ligt een gedegen ontwikkelingsperspectiefplan (OPP ) ten grondslag en is goed en op overeenstemmingsgericht overleg gevoerd met ouder(s)/verzorger(s). De beschikbaarheid en toegankelijkheid wordt vanuit vertrouwen zo optimaal mogelijk georganiseerd. Er wordt aan twee deskundigen (conform de in de wet gestelde eisen) advies gevraagd op de casuïstiek en meest passende oplossing. Deze deskundigen zijn vaak al in het voortraject betrokken bij de advisering. Een mogelijk ontvangende speciale onderwijsvoorziening (SBO of SO) wordt bij het proces betrokken en geeft aan of plaatsing en gevraagde ondersteuning ook daadwerkelijk mogelijk is. Ouder(s)/verzorger(s), aanvragende school en S(B)O-

    http://swv-peelland.nl/samenwerkingsverbandpohttp://www.podekempen.nl/http://www.samenwerkingsverband3006.nl/home-2/http://www.de-meierij.nl/

  • Bijlagenboek Ondersteuningsplan 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 Pagina 22 van 51

    school waarvoor een TLV wordt aangevraagd voeren vervolgens een triadegesprek. Bij het samenwerkingsverband wordt een toelaatbaarheidsverklaring aangevraagd als er overeenstemming is tussen verwijzende school, ouder(s)/verzorger(s), en S(B)O. Het samenwerkingsverband controleert of alle betrokkenen het eens zijn, of het proces goed gelopen is en geeft in het geval van een gezamenlijke oplossing en indien de aanvraag voldoet aan de gestelde criteria binnen 10 werkdagen (schoolvakanties uitgezonderd) een TLV af. Als er in het triadetraject geen overeenstemming wordt bereikt tussen betrokkenen kan er geen toelaatbaarheidsverklaring worden afgegeven. Het is erg belangrijk om dan met elkaar in gesprek te blijven. Scholen of ouder(s)/verzorger(s) kunnen dan mediation of een onderwijsconsulent inschakelen of bemiddeling van het SWV vragen. Bij aanvraag voor bemiddeling laat het samenwerkingsverband zich door betrokkenen informeren over de casuïstiek en de standpunten. De coördinator van het samenwerkingsverband initieert een breed multidisciplinair overleg (MDO) met ouder(s)/verzorger(s), aanvragende school, ontvangende S(B)O school en andere betrokkenen of experts (onderwijs, jeugdzorg, leerplicht of onderwijsconsulent). Betrokkenen gaan actief in gesprek om consensus te bereiken over de ondersteuningsbehoeften en de meest passende (onderwijs)plek voor de leerling. Als betrokkenen het zelfs na bemiddeling oneens blijven, constateert het samenwerkingsverband formeel dat betrokkenen overeenstemming hebben over het feit dat school en (een van) de ouders/verzorgers het oneens blijven. Betrokkenen worden hiervan schriftelijk in kennis gesteld en hebben dan nog één week de tijd om hun standpunten te overwegen. Daarna kan het bevoegd gezag van de school, handelend vanuit haar zorgplicht voor leerlingen, een TLV-aanvraag indienen bij het samenwerkingsverband die voldoet aan alle criteria, met passend advies van minimaal twee deskundigen, maar zonder handtekening(en) van (een van) de ouders/verzorgers. Ouder(s)/verzorger(s) tekenen dus niet voor akkoord maar worden door het bevoegd gezag wel schriftelijk op de hoogte gebracht van de aanvraag en krijgen ook een kopie van de aanvraag. De coördinator van het samenwerkingsverband is niet gemandateerd tot afgifte TLV S(B)O zonder overeenstemming van ouder(s)/verzorger(s). TLV-aanvragen zonder instemming van (een van) de ouders/verzorgers worden voorgelegd aan het dagelijks bestuur van het SWV dat hierop zal beschikken. Het bestuur toetst procedureel en ziet toe op plaatsingsbereidheid bij een ontvangende S(B)O-voorziening. Bij deze beschikking wordt het aanvragend schoolbestuur de gelegenheid geboden een toelichting te geven, maar voorts uitgesloten bij besluitvorming. Na afgifte TLV kunnen betrokkenen desgewenst bezwaar aantekenen bij de commissie onderwijsgeschillen. Zie hiervoor de website www.onderwijsgeschillen.nl

    ADVIESCOMMISSIE GESCHILLEN Samenwerkingsverband Passend onderwijs PO Eindhoven heeft zich aangesloten bij de Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring SBO/(V)SO en beschikt hiermee over een wettelijke vereiste adviescommissie. De Commissie beoordeelt bezwaren aan de hand van de door ons samenwerkingsverband vastgestelde criteria voor toelaatbaarheid. De Commissie zal volledig onafhankelijk van partijen haar oordeel uitbrengen. Zij bestaat uit juridische en (ortho)pedagogische deskundigen en beschikt over diepgaande kennis op het gebied van het SBO en (V)SO. Door de (geanonimiseerde) publicatie van haar adviezen maakt de Commissie zichtbaar langs welke lijnen zij tot haar adviezen komt, hetgeen de rechtszekerheid bevordert. Onderwijsgeschillen ondersteunt de werkzaamheden van de Commissie met een professioneel en onafhankelijk secretariaat. Voor meer informatie (samenstelling van de commissie, het reglement en de procedure) verwijzen we naar de website: https://onderwijsgeschillen.nl/ Ouder(s)/verzorger(s) krijgen bij de toekenning van een toelaatbaarheidsverklaring de bijlage bezwaarmogelijkheden meegestuurd.

    SYMBIOSE Symbiose houdt in dat een leerling die ingeschreven staat op het speciaal onderwijs gedeeltelijk onderwijs kan volgen in het basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs, het voortgezet onderwijs of in een instelling voor educatie en beroepsonderwijs. Hiertoe moeten de scholen onderling een symbioseovereenkomst sluiten.

    https://onderwijsgeschillen.nl/

  • Bijlagenboek Ondersteuningsplan 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 Pagina 23 van 51

    De minimale lengte van de periode van de symbioseovereenkomst en het minimale aantal uren dat een leerling onderwijs moet volgen op de reguliere school of instelling wordt als gevolg van de in dit besluit opgenomen wijziging niet langer voorgeschreven. Deze flexibilisering maakt het voor scholen gemakkelijker om een onderwijsarrangement te bieden dat past bij de mogelijkheden van de leerling. De scholen voor speciaal onderwijs nemen de afspraken die in het kader van symbiose worden gemaakt op in het ontwikkelingsperspectiefplan van de leerling. Symbiose arrangementen worden besproken in artikel 24 ‘Richtlijn Symbiose’ en de artikelen 11 en 12 ‘Onderwijskundig Besluit’ van de WEC. In het primair onderwijs is in de mogelijkheid om delen van het onderwijs op een andere school c.q. S(B)O te volgen geregeld in artikel 15 van de Wet op het primair onderwijs (WPO). De basisplaatsbekostiging van dit lesdeel ontvangt de S(B)O van de basisschool en het extra benodigd budget dient als extra ondersteuning te worden opgenomen in het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP). In artikel 15 Wpo wordt aangegeven dat een leerling gedurende een deel van het onderwijsprogramma onderwijs kan ontvangen op een andere school, terwijl de leerling ingeschreven blijft staan op de school van herkomst. In het Besluit bekostiging Wpo artikel 34.11 wordt dit nader gespecificeerd. Een leerling kan gedurende een termijn van ten hoogste drie maanden aaneengesloten het volledige onderwijs volgen op een andere school. De twee scholen sluiten daartoe een schriftelijke overeenkomst af. In die overeenkomst staan in elk geval afspraken over:

    a. de termijn waarvoor de overeenkomst is aangegaan; b. de aanwezigheid van leraren, onderwijsondersteunend personeel en andere begeleiding van de leerling; c. het bedrag dat wordt betaald.

    TERUGPLAATSING VANUIT SBO EN SO Terugplaatsing vanuit SBO De besturen van het SBO hebben een eigen verantwoordelijkheid voor de terugplaatsing van leerlingen in het basisonderwijs. In het laatste jaar waarop de TLV betrekking heeft, zorgt de betrokken SBO-school er voor - samen met het basisonderwijs - dat de leerling kan worden teruggeplaatst of doorgeplaatst naar het basisonderwijs. Hierover zijn voor de plaatsing afspraken vastgelegd in de aanvraag voor een TLV. Het SWV monitort deze afspraken en de resultaten van het terugplaatsen van leerlingen uit het SBO. De leerling kan na het aflopen van de TLV op het SBO blijven als de ondersteuningsvraag van de leerling dit verlangt. Dit op voorwaarde dat het bevoegd gezag van de oorspronkelijke verwijzende school, of bij directe instroom de SBO-school, opnieuw een TLV aanvraagt. De formulering in de wet gaat uit van: ‘ja, terugplaatsing, tenzij …..’. Terugplaatsing vanuit SO Voor SO scholen is het in de praktijk de Commissie voor de Begeleiding die het bevoegd gezag adviseert of opnieuw een TLV aangevraagd moet worden. Adviseren over terugplaatsing en doorplaatsing als taak van de Commissie voor Begeleiding is wettelijk vastgelegd (art. 40b Wet op de expertisecentra). Ook hier zijn vooraf aan plaatsing van de leerling afspraken over mogelijke terugplaatsing vastgelegd in de TLV-aanvraag. De leerling kan na het aflopen van de TLV op het SO blijven als de ondersteuningsvraag van de leerling dit verlangt. Dit op voorwaarde dat het bevoegd gezag van de oorspronkelijke verwijzende (speciale) basisschool, of bij directe instroom de SO-school, opnieuw een TLV aanvraagt. De formulering in de wet gaat uit van: ‘ja, terugplaatsing, tenzij …..’.

    Specifieke afspraken Een TLV is in principe van tijdelijke aard, tenzij alle drie de partijen ( (voor)school, ouder(s)/verzorger(s), school waarnaar verwezen wordt) en beide deskundigen aangeven dat (terug)plaatsing naar een lichtere vorm van ondersteuning gedurende de plaatsing op S(B)O niet verwacht of gewenst wordt. Verwacht of wenst één of meer partijen dat een lichtere vorm van ondersteuning in de toekomst mogelijk is, dan worden de vragen over tijdelijke plaatsing ingevuld. Deze specifieke vragen maken dan deel uit van de aanvraag TLV. Het helpt ouder(s)/verzorger(s), beide scholen of voorschoolse voorziening met elkaar in gesprek te gaan over de mogelijkheden van terugplaatsing naar een reguliere basisschool of plaatsing in een minder zware

  • Bijlagenboek Ondersteuningsplan 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 Pagina 24 van 51

    ondersteuningsvoorziening. Er worden concrete afspraken gemaakt en vastgelegd. Het samenwerkingsverband monitort de gemaakte afspraken.

    (DREIGENDE) THUISZITTERS Met de invoering van passend onderwijs is het Passend Traject Overleg (PTO) opgericht. Het PTO is een samenwerking tussen onderwijs, jeugdhulp en leerplicht binnen het samenwerkingsverband. Het PTO is geen vaststaand orgaan of overleg maar een netwerkorganisatie waarbij de drie partijen samenwerken om gezamenlijk een bijdrage te leveren aan de beheersing van de thuiszittersproblematiek in het kader van het vinden van een passende plek voor elke leerling. Het PTO bestaat uit een afvaardiging vanuit het samenwerkingsverband, vertegenwoordiging vanuit jeugdhulp en vertegenwoordiging vanuit leerplicht. De vertegenwoordiging vanuit het samenwerkingsverband en leerplicht bestaat uit vaste contactpersonen, vanuit jeugdhulp wisselt dit afhankelijk van de gemeente. Vaak is de coördinator van het lokale (jeugdhulp)team het aanspreekpunt. De doelen van dit overleg zijn:

    - Monitoren van het aantal thuiszitters en bijbehorende trajecten; - Rapporteren periodiek naar bestuurders en politiek; - Initiëren van samenwerking tussen onderwijs (PO en VO), jeugdhulp (gemeenten) en leerplicht voor

    leerlingen woonachtig in de regio Eindhoven-de Kempen zonder onderwijs of onderwijsvervangend programma;

    - Indien nodig activeren van de doorzettingsmacht. Het PTO heeft de volgende functies:

    - Monitorfunctie: Monitoren van het aantal thuiszitters en de trajecten die er lopen om deze leerlingen een passende plek te bieden. Hiermee wordt zicht gehouden op het aantal thuiszitters en komen casusoverstijgende knel- en verbeterpunten in beeld.

    - Meldfunctie: In het verlengde van de monitorfunctie kan het PTO melding maken bij haar achterbannen van zaken die mogelijk niet in beeld zijn bij de verantwoordelijke instanties. De nadruk ligt hierbij niet op controleren, maar op informeren.

    - Adviesfunctie: vanuit onderwijs, jeugdhulp of leerplicht kan bij de contactpersonen van het PTO vraagstukken of casussen worden voorgelegd met het verzoek om advies.

    - Opschalingsfunctie: wanneer een traject op lokaal niveau dreigt vast te lopen, of afspraken worden niet nagekomen dan kan de hulp ingeschakeld worden van het PTO. Het PTO neemt de casus niet over, maar kijkt mee en jaagt aan zodat een passende plek/passend traject voor een kind/jongere wordt gevonden (doorzettingskracht).

    - Indien er geen oplossing wordt gevonden kan opgeschaald worden naar bestuurders van bijvoorbeeld gemeenten of samenwerkingsverbanden (doorzettingsmacht).

    Leerlingen die gemeld moeten worden bij het samenwerkingsverband Dit zijn leerlingen waarbij het perspectief onder druk staat of onder druk kan komen staan en langer dan vier weken (gedeeltelijk) thuis zitten.

    - Leerlingen met een school van inschrijving die zonder geldige reden langer dan vier weken verzuimen zonder alternatief programma.

    - Leerlingen met een school van inschrijving die zonder geldige reden langer dan vier weken verzuimen met alternatief programma.

    - Leerlingen die langer dan vier weken ziek zijn zonder alternatief onderwijsprogramma. - Leerlingen voor wie onderwijs (tijdelijk) niet mogelijk is en voor wie een tijdelijk verblijf in een

    zorgboerderij, bij daghulp, etc. overwogen wordt en daar een programma gaan volgen. - Leerlingen voor wie ouders een vrijstelling aanvragen op medisch/psychische gronden. - Leerlingen zonder school van inschrijving en zonder vrijstelling, ongeacht de duur van het verzuim

    (absoluut verzuimers). In het kader van preventief handelen mogen deze leerlingen ook eerder gemeld worden. Leerlingen die niet bij het samenwerkingsverband gemeld hoeven te worden Dit zijn leerlingen waarbij het perspectief niet onder druk staat:

  • Bijlagenboek Ondersteuningsplan 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 Pagina 25 van 51

    - Leerlingen die korter dan vier weken verzuimen en naar verwachting van de school uiterlijk binnen vier weken weer de school zullen bezoeken. Als een leerling meer dan zestien uur in vier weken ongeoorloofd verzuimt (relatief verzuim), moet een school dit zelf aan DUO melden.

    - Leerlingen die korter dan vier weken ziek zijn. - Leerlingen die langer dan vier weken ziek zijn met een alternatief programma. - Leerlingen uit het (V)SO waarvoor een ontheffing is verleend door de onderwijsinspectie voor het

    minimaal aantal uren onderwijstijd. - Leerlingen uit het (V)SO waarbij sprake is van een noodzakelijke behandeling ter ondersteuning van het

    onderwijs of als gevolg van een ziekte die de leerling belet de volle schooltijd aanwezig te zijn. Melding bij Inspectie Informatie die periodiek door het samenwerkingsverband naar de inspectie wordt verzonden. (conform het format van de inspectie):

    - Aantal langdurig relatief verzuimers: leerlingen met een school van inschrijving die zonder geldige reden langer dan vier weken maar korter dan drie maanden verzuimen zonder alternatief programma.

    - Aantal langdurig relatief verzuimers: leerlingen met een school van inschrijving die zonder geldige reden langer dan drie maanden verzuimen zonder alternatief programma.

    - Aantal absoluut verzuimers: leerlingen zonder school van inschrijving en zonder vrijstelling. Deze aantallen worden door leerplicht eenmaal per jaar middels de leerplichttelling aan OCW bekend gemaakt.

    RESIDENTIELE LEERLINGEN Residentiële leerlingen zijn leerlingen (cluster 3 en 4) die in samenwerking met een zorginstelling op een school geplaatst zijn die een samenwerkingsovereenkomst met die zorginstelling heeft. Het ministerie van OCW geeft aan de betreffende school een erkenning voor residentiële plaatsingen af. Residentiële leerlingen worden ook wel 'plaatsbekostigde' leerlingen genoemd. Voor residentiële leerlingen is een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) niet nodig. Het samenwerkingsverband heeft daardoor geen directe zeggenschap over residentiële plaatsingen. Vanzelfsprekend zullen scholen met residentiële plaatsen steeds in goed overleg en in afstemming met het SWV handelen. Om de leerlingstroom te kunnen monitoren is het belangrijk dat, wanneer een leerling met een TLV SO, nadat de TLV is afgegeven, als residentiele leerling geplaatst wordt op een SO-school, de leerling daar ingeschreven wordt met het TLV-nummer.

    Binnen ons samenwerkingsverband kennen we de volgende residentiele scholen: De Emiliusschool, verbonden aan behandelcentrum SWZ Zonhove, De Rungraaf (voorschool), verbonden aan MKD Tomteboe (Combinatie Jeugdzorg). Daarnaast komt het voor dat leerlingen uit ons samenwerkingsverband gebruik maken van de volgende residentiele SO-scholen: Zuiderbos (Helmond, Veldhoven en Vught), verbonden aan Herlaarhof, De Widdonck (Heibloem), verbonden aan behandeltehuis De Widdonck (Combinatie Jeugdzorg), PI-school De Hondsberg (Oisterwijk), verbonden aan observatiecentrum en behandelinstituut De Hondsberg.

    CLUSTER 1 EN CLUSTER 2 LEERLINGEN Tot de invoering van Passend Onderwijs was voor cluster 2 leerlingen(leerlingen met een auditieve beperking en/of met ernstige spraak/taalmoeilijkheden) dezelfde systematiek van toepassing als voor cluster 3 en 4. Voor cluster 1 leerlingen (visuele beperking) was al langer een landelijke systematiek van toepassing. Met de invoering van passend onderwijs gaat cluster 2, evenals cluster 1, vanwege de schaalgrootte en de specialistische expertise over op een landelijke systematiek. Al deze instellingen hebben per 1 augustus 2014 een commissie van onderzoek ingericht met als taak:

    Indiceren: de toelaatbaarheid bepalen tot het (voortgezet) speciaal onderwijs en/of de begeleiding binnen het regulier onderwijs;

    het leveren van begeleidingsarrangementen in Bao, SBO en SO;

    de trajectbegeleiding van ouders.

  • Bijlagenboek Ondersteuningsplan 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 Pagina 26 van 51

    De instelling of de reguliere school waar de leerling is aangemeld of staat ingeschreven vraagt de toelaatbaarheid tot een instelling aan bij de Commissie van onderzoek (CvO). Deze commissie beoordeelt aan de hand van criteria of een leerling is aangewezen op onderwijs op de instelling of op ondersteuning vanuit de instelling. Deze commissie adviseert over het vaststellen en bijstellen van het ontwikkelingsperspectief en over de inhoud van de begeleiding. De kosten van de extra onderwijsondersteuning komen ten laste van het budget van cluster 1 en 2. Als de leerling niet toelaatbaar is tot deze instellingen schrijven de ouders hun kind in bij een reguliere school of, als daar reden voor is, bij een SO-school van een ander cluster. De instelling voor cluster 1 of 2 heeft dan geen zorgplicht.

    Visueel beperkte leerlingen Samenwerking met een instelling voor visueel beperkte leerlingen (voorheen cluster 1) Voor het samenwerkingsverband is instelling cluster 1 ‘Visio” de partner voor cluster 1. Voor alle leerlingen met visuele beperkingen verzorgt Visio in deze regio specialistische onderwijskundige begeleiding op reguliere scholen en andere scholen voor speciaal onderwijs. Op deze manier kunnen 75% van alle leerlingen die blind of slechtziend zijn deelnemen aan thuisnabij onderwijs. Voor ouders, scholen en andere betrokkenen is een speciale brochure ontwikkeld die informatie geeft over het onderwijs aan leerlingen met een visuele beperking In de brochure is te lezen wat de mogelijkheden zijn en waar ouders en scholen terecht kunnen wanneer zij vermoeden dat hun kind of leerling een visuele beperking heeft. Voor uitgebreide informatie verwijzen we u naar de website van Visio Onderwijs te Grave www.visio.org Auditief en/of communicatie beperkte leerlingen Samenwerking met een instelling voor auditief en/of communicatief beperkte leerlingen (voorheen cluster 2) Voor het samenwerkingsverband is de Taalbrug (VitusZuid) onze partner voor speciaal onderwijs of ondersteuning aan leerlingen die doof, slechthorend zijn of een taalontwikkelingsstoornis (TOS) hebben. De Taalbrug (Eindhoven) en Mgr. Hanssenschool (Hoensbroek) vormen samen de instelling VitusZuid. Voor alle leerlingen met een auditieve en/of communicatieve beperking- doof, slechthorend en/of ernstige spraaktaalmoeilijkheden (TOS)- wil de instelling aansluiten bij het zorgniveau van de reguliere scholen binnen het SWV. Indien de onderwijsbehoefte van deze leerlingen op het gebied van communicatie de ondersteuningsmogelijkheden van de scholen binnen het SWV overstijgt, kan de Cluster 2-instelling, in dialoog met de school en ouders, maatwerk bieden in de vorm van een passend onderwijsarrangement. Op de website www.vituszuid.nl/taalbrug/ vindt u meer informatie. Het SWV betrekt de Cluster 2 school de Taalbrug bij regionaal overleg tussen SO- en SBO-scholen waar leerlingen uit ons SWV onderwijs volgen. Als de leerling is aangemeld bij het aanmeldpunt van de Taalbrug, worden alle benodigde gegevens verzameld in een dossier. De Commissie van Onderzoek (CvO) beoordeelt het dossier op de toelaatbaarheid tot de doelgroep volgens de landelijke richtlijnen. Telefonisch contact of een observatie door een consultant van de Taalbrug op de school van het kind, kunnen helpend zijn bij de beoordeling. Complexiteit van de problematiek kan leiden tot twijfel over de mogelijkheid om te kunnen participeren in het onderwijs waar een communicatief groepsklimaat wordt gecreëerd. Is het speciaal onderwijs in deze setting dan passend bij de onderwijsbehoefte van deze leerling? Gaat deze leerling profiteren van het onderwijs in deze setting? Is bij deze complexe problematiek de communicatieve beperking wel voorliggend? Bij uitzondering, als de problematiek dusdanig complex is dat de commissie niet tot een oordeel kan komen, kan gekozen worden voor een kortdurende ‘observatieplaatsing’ op de Taalbrug zelf. De observatieplaatsing kan dan gezien worden als een uitgesteld advies van de CvO. Zieke leerlingen Een leerling die acuut, ernstig of langdurig ziek is, kan extra onderwijszorg nodig hebben. Scholen en samenwerkingsverbanden kunnen daarbij een beroep blijven doen op de landelijke dienstverlening voor Onderwijsondersteuning Zieke Leerlingen (OZL). Voor de zieke leerling, hun ouders en scholen blijft de tijdelijke ondersteuning ook in de toekomst beschikbaar. Hier zijn geen kosten aan verbonden. Het is bijvoorbeeld ook mogelijk om via OZL een computer met camera als verbinding tussen school en thuis of school en ziekenhuis in te zetten: zie KlasseContact.nl

    http://www.visio.org/http://www.vituszuid.nl/taalbrug/http://klassecontact.nl/

  • Bijlagenboek Ondersteuningsplan 2018-2022 met aanvulling 2019-2020 en 2020-2021 Pagina 27 van 51

    In het kader van passend onderwijs kan OZL afspraken maken met alle betrokken organisaties over de wijze waarop OZL haar rol binnen de scholen van het samenwerkingsverband kan invullen. Met de inzet van die expertise krijgen zieke leerlingen het onderwijs dat aansluit bij wat hij of zij kan. Mocht langere ondersteuning nodig zijn, dan is de school zelf verantwoordelijk voor een passend arrangement. Het blijft mogelijk dit in samenwerking met OZL in te vullen, maar dan zijn er wel kosten aan verbonden. Meer informatie via de brochure bij Ziezon, het netwerk van alles wat met Ziek Zijn en Onderwijs te maken heeft. Samenwerkingsverbanden en schoolbesturen, leraren en ouder(s)/verzorger(s) met een zieke leerling, kunnen met al hun vragen over (passend) onderwijs en ziek zijn terecht bij www.ziezon.nl. Voor onze regio (midden en oost Brabant) is specifieke informatie, zoals het aanmeldformulier, te vinden op www.ozl.nu

    Leerlingen met Epilepsie en aanverwante neurologische stoornissen uit cluster 3 Voor kinderen met epilepsie en aanverwante neurologische aandoeningen is door het rijk bepaald dat aan de beide scholen voor leerlingen met epilepsie en aanverwante neurologische stoornissen (De Berkenschutse in Heeze en De Waterlelie’ in Cruquius) bekostiging wordt verstrekt voor een landelijk werkverband epilepsie en onderwijs. Leerlingen met epilepsie en aanverwante neurologische stoornissen kunnen, als er sprake is van schoolproblemen, rekenen op ondersteuning vanuit het Landelijk Werkverband Onderwijs en Epilepsie (LWOE). Het LWOE biedt ondersteuning aan leerlingen met epilepsie in het reguliere onderwijs en leerlingen in het speciaal (basis)onderwijs. Na aanmelding bij het LWOE door ouder(s)/verzorger(s), arts, school of samenwerkingsverband volgt directe, preventieve betrokkenheid door een onderwijskundig begeleider van het LWOE. Indien meer intensieve ondersteuning nodig is, wordt de ondersteuningsbehoefte en het begeleidings-arrangement voor de betreffende leerling vastgesteld. In voorkomende gevallen zal het LWOE het samenwerkingsverband extra ondersteuning adviseren om een leerling toe te laten tot het speciaal (basis)onderwijs. Voor leerlingen met epilepsie en aanverwante neurologische stoornissen werkt het SWV samen met De Berkenschutse in Heeze. Voor verdere informatie zie www.lwoe.nl

    OVERGANG PO NAAR VO De samenwerkingsverbanden in het primair en voortgezet onderwijs hebben de taak zorg te dragen voor een onderwijs- en ondersteuningscontinuüm voor alle leerlingen. Passend onderwijs PO Eindhoven maakt hierover afspraken met het Samenwerkingsverband Eindhoven-Kempenland (RSV VO). http://www.SWVeindhovenkempenland.nl/

    Reeds enige jaren bestaat e