Invoer open vragen enquête speechschrijvers

Open invoer Vragenlijst Speechschrijvers 1

Invoer open vragen enquête speechschrijvers Schrijvernummer Vraag 1a: relevante opleidingen

1 Nederlandse Taal- en Letterkunde (Universiteit Utrecht) 2 Politieke Wetenschappen (Universiteit Leiden) 3 School van de Journalistiek Utrecht 4 Bestuurskunde (Universiteit Leiden) 6 Politicologie (Universiteit Leiden); Communicatiemanagement (ISW/IBN) 7 Wijsbegeerte (Universiteit Utrecht) 8 Maatschappijgeschiedenis en post-doctorale opleiding Journalistiek (Erasmus

Universiteit Rotterdam) 9 Landbouw Universiteit Wageningen

10 HBO-opleiding Informatie & Communicatie, diverse cursussen aan de SvJ bestuurskunde aan de VU (nog mee bezig)

11 Engelse taal- en letterkunde Universiteit Utrecht, Politicologie en bestuurskunde Vrije Universiteit Amsterdam

12 Nederlandse Taal- en Letterkunde (Rijksuniversiteit Utrecht) taalbeheersing 13 Economie Universiteit Groningen & School van de Journalistiek Utrecht 14 Sociologie (Vrije Universiteit Amsterdam) 15 Rechten in Utrecht, Amsterdam, Nijmegen 16 Wat is relevant? Gevolgd: studie rechten aan KUB 17 Geen opleidingen met directe relevantie (Ik ben politicoloog en heb masters

gedaan aan Europacollege in Brugge (B)); wel relevante eerdere werkervaring bij consultancy

18 Geschiedenis, Universiteit Utrecht 19 Politieke wetenschappen, Universiteit Leiden 20 Academie voor Journalistiek Tilburg en Geschiedenis UvA 21 Nederlands - Communicatie in Organisaties - Nijmegen

Schrijvernummer Vraag 1b: journalistieke ervaring

1 Twee jaar onbezoldigd redacteur/ verslaggever van Utrechts Uitmagazine Medewerker personeelsblad Algemene Rekenkamer

2 Kwartaalblad opgezet/ 6-wekelijks nieuwsbulletin opgezet (4 jaar redacteur) Brochurereeks opgezet Acht jaar woordvoerder bij SZW

3 +/- 30 jaar dagbladjournalist 4 Freelance schrijfwerk 6 ½ jaar redacteur ledenblad VNO (FORUM) 8 Afgezien van de talloze clubblaadjes, wijkkrantjes, vlugschriften, etc., etc. heb

ik drie maanden stage gelopen bij Het Nieuwsblad van het Zuiden (+ zes maanden arbeidscontract) en drie maanden stage bij het Algemeen Dagblad.

9 Geen specifieke journalistieke ervaring. Werkervaring: beleidsmedewerker (w.o. speechschrijver) van een Europarlementariër.

10 1,5 Jaar redacteur “Praktijkblad voor medezeggenschap” (tegenwoordig: “Ondernemingsraad”) en 5 jaar freelance journalist & tekstschrijver

11 Geen 12 Nauwelijks (wel eens wat voor het personeelsblad en een buurtkrant

geschreven) 13 Freelance werk, informatiemedewerker, eindredacteur, medewerker persbureau.

In totaal 8 jaar. 14 +/- 14 Jaar weekbladjournalistiek

>>

Note

Navigatie: gebruik bookmarks (links)


15 Free-lancer Uw Goed Recht (katern Algemeen Dagblad) 16 Geen 17 Geen; wel na drie jaar werkervaring bij Bursan-Marsteller, consultancy in

public affairs, crisis management, media training, etc. 18 Freelance, verspreid over +/- 3 jaar. 19 Drie jaar parttime rechtbankverslaggeving en 2.5 jaar dagbladjournalistiek 20 6 Mnd. Dagbladjournalist, freelance journalist (incidenteel), 1 jr. interne/

externe communicatie 21 4 jaar journalist / tesktschrijver + acc manager van sponsored magazines /

personeelsbladen Schrijvernummer Vraag 2a: formele aanduiding beroep

1 Hoofd afdeling Speeches, Externe Optredens en Kabinetszaken ministerie van Economische Zaken

2 Adviseur/ speechschrijver 3 Adviseur-speechschrijver 4 Speechschrijver 5 Adviseur/ speechschrijver 6 Senior-speechschrijver 7 Senior medewerker speeches (in de wandelgangen speechschrijver) 8 Speechschrijver 9 Senior medewerker speeches

10 Senior medewerker speeches 11 Senior medewerker speeches 12 Tekstadviseur 13 Speechschrijver 14 Adviseur/ speechschrijver 15 Speechschrijver 16 Speechschrijver/ coördinator 17 Speechwriter 18 Speechschrijver 19 Coördinator toespraken (beleidsinhoudelijke toespraken) 20 Junior speechschrijver 21 sr. speechadviseur - redacteur

Schrijvernummer Vraag 2b: eigen aanduiding beroep

1 Speechschrijver 2 Intern: Speechschrijver; extern: adviseur 3 Speechschrijver 4 Tekstschrijver 5 Adviseur/ speechschrijver 6 Speechschrijver 7 Speechschrijver, soms speechwriter 8 Speechschrijver 9 Speechschrijver

10 Speechschrijver 11 Speechschrijver 12 Tekstadviseur 13 Speechschrijver


14 Speechschrijver 15 Tekstschrijver 16 Speechschrijver 17 Speechwriter (N.B. ben diplomaat) 18 Speechschrijver 19 Beleidsadviseur 20 Speechschrijver 21 Speechschrijver

Schrijvernummer Vraag 5: cursus mondeling presenteren

1 Schouten & Nelissen/ presentatietest: extern 1 uur Presentatiecursus Alg. Rekenkamer (vergeten welk bureau): extern 1 dag

6 4 dagen 9 Nee

10 Nee 11 Neen 14 N.v.t. 15 Nee 16 Zo’n 10 jaar geleden bij de ROI: extern ½ dag 17 Presentation Skills – Bursan-Marsteller: 1 dag 20 Nee 21 Heb ik zelf tijdens studie gehad

Schrijvernummer Vraag 6: cursus speechschrijven

1 Ministerial speechwriters program Boston & Washington: extern 7 dagen ROI; speeches en toespraken schrijven: extern 2 dagen

2 Van der Wilt: intern 3 dagen Studiereis VS: extern 7 dagen

3 Van der Wilt: extern 3 dagen 6 ROI: extern 4 dagen 7 ROI: extern 2 dagen

Exchangeprogram Washington 7 dagen 8 Speeches en toespraken schrijven/ ROI: extern 2 dagen 9 Nee

10 Van der Wilt; toen nog als freelancer bij LNV als klant – 5 dagen 11 Van der Wilt: intern 5 dagen 14 Persoonlijke coach (Frans van der Wilt) 3 dagen 15 Nee 16 2 daagse cursus Vergouwen Overduin: intern 20 Nog niet 21 Vergouwen - Overduin 4 dagen

Privecursus Schrijvernummer Vraag 7: leermeesters

1 Jolly Kerkstra (mijn voorganger als hoofd van het speechbureau hier op EZ) 2 Collega’s, bewindspersonen, hoofd afdeling 3 Collega’s 4 Chris Rutenfrans, mijn voorganger in deze functie; div. Amerikaanse

vakgenoten


5 Frans van der Wilt 7 Jan Snoek, Arthur Simonse (speechschrijvers Economische Zaken) 8 Vorige baas, Jolly Kerkstra, speechschrijver bij ministerie van EZ 9 L. van der Waal, lid Europees Parlement + tips collega’s

10 Van der Wilt producties (cursus) en (intern) collega Gabor Oolthuis 11 Frans van der Wilt, Van der Wilt producties 12 Collega-speechschrijvers 14 Pieter Willemsen- coördinator Bureau Presentatie SZW 15 Van niemand: autodidact 16 Twee collega’s OC en W 17 Zelf geleerd; wel veel gelezen en naar speeches van VS+VK politici gekeken 18 Dhr. Wil van der Maas, hoofd publiciteit en voorlichting MMB Nederland 19 Drs. J.H.M. de Winter, voormalig Directeur Algemene Beleidszaken (Mindef) 20 Renée Broekmeulen, coördinator speeches MinBZK en Bauco van der Wal,

speechschrijver MinBZK 21 Irene van Geest, directeur voorlichting ministerie VWS

Schrijvernummer Vraag 8: leermiddelen

1 1: Peggy Noonan: What I saw at the Revolution 2: Cicero: drie gesprekken over redenaarskunst 3: Erik van der Spek: gewoon blijven ademen, handreikingen voor schrijvers van toespraken

4 1: W. Linsser: On writing well 2: E. Wolmuth: The Overnight Guide to Public Speaking (geen grapje, is een heel goed boekje) 3: lezen, lezen, lezen en zo nu en dan naar iemand luisteren om te horen hoe het niet moet

7 1: Peggy Noonan: On Speaking Well 8 1: Speeches van collega’s 9 1: Speechschrijven in Amerika, verslag van een interparlementale studiereis

naar Boston Washington D.C., 6-12 december 1998 2: Voorbeelden van collega’s

10 1: Weet niet 11 1: Geen idee 12 1: Onder eigen interne publicatie over het schrijven van speeches 14 1: Reader, samengesteld door Frans van der Wilt 15 1: Handboek Stijl 16 1: Cursusmateriaal Vergouwen/Overduin

2: Veel luisteren 3: Veel doen

17 1: Andere speeches 18 1: Speeches die door anderen geschreven zijn

2: Aanwijzingen/ commentaar/ opmerkingen collega’s 20 1: Opdoen van ervaring door het speechschrijven zelf

2: Ervaring opleiding en journalistiek 3: Boeken m.b.t. onderwerpen beleidsterreinen en literatuur

21 Andere speeches, bv. Gro Harlem Brundtlandt v/d WHO, of Tony Blair Schrijvernummer Vraag 11: overige taken

1 Hoofd bureau Speeches, Externe Optredens & Kabinetszaken, lid MT van de directie, lid directie brede projectgroepen, tijdje interim hoofd communicatie,


beleidsontwikkeling en verantwoording speeches 2 Adviseren over uitnodigingen; intern adviseren over optredens en publiciteit 3 Coördinator speechbureau 4 Redacteur Justitiekrant; schrijven artikelen, voorwoordjes ed. voor

bewindslieden; schrijven Justitiedeel van Hoofdpunten van het regeringsbeleid Uitgave Rijksvoorlichtingsdienst t.g.v. de begroting.

6 Advisering communicatiestrategie, voorwoorden schrijven, columns, etc. 7 Deelnemen in projectgroep communicatie, verbeteren dienstverlening

speechburo, opzetten speechmodule, verzorgen interactieve nieuwsgaring intern8 Schrijven voorwoorden en columns 9 Communicatie-advies, intern management, correspondentie met TK checken

10 Communicatie-advies, correspondentie met TK redigeren 11 Communicatie-advies, intern management, correspondentie met TK checken 12 Adviseur over schriftelijke communicatie, redactie van nota’s, brieven, etc.,

productie van brochures, webtekst, etc. 13 Schrijven van artikelen en voorwoorden 15 Redacteur Justitiekrant/ voorwoord/ ten geleide, boeken, almanakken, ‘specials’16 -Deelnemen overleg strategische communicatie van alle drie de bewindslieden

-Opzet interdepartementale speechcursus -Stukken schrijven over speechprocedure voor management

17 Coördinatie binnen departement; brainstorming met betrokken Directies, etc. 18 -Schrijven voor internet

-Voorwoorden/ columns 19 Coördinatie 20 Bijhouden speechplanning, aansturing materiedeskundigen, uitzetten van

speeches bij materiedeskundigen 21 Advies, voorbesprekingen, overleg, schrijven van 5 grote 'basisspeeches',.

positionering bewindslieden (werkgroep) Schrijvernummer Vraag 15: ergernissen

1 1: geen brug slaan naar het publiek en de actualiteit 2: slechte presentatietechniek 3: saai, te hoge beleidsdichtheid

3 1: jargon 2: platitudes 3: Engels

4 1: ambtelijke schrijfstijl – in de negatieve betekenis 2: gebrek aan structuur 3: onnodig lange duur – het is altijd te lang

6 1: slechte opbouw 2: onduidelijke boodschap 3: lelijk taalgebruik

7 1: langdradig 2: opgeklopt taalgebruik, sterk formeel taalgebruik 3: ontbreken van pointe, visie, boodschap

8 1: lengte 2: slechte opbouw 3: saaiheid

9 1: te lang 2: te algemeen 3: geen nieuws

10 1: te ambtelijk taalgebruik 2: te lang, geen oog voor de doelgroep/ het publiek


3: niets nieuws 11 1: te lang

2: te ambtelijk 3: niets nieuws

12 1: te weinig spreektaal 2: niet publieksgericht (vraaggericht) 3: te abstract

13 1: saai 2: te lang 3: niet toegespitst

14 1: holle praat 2: te veel overhoop halen 3: loze beloftes

15 1: ambtelijk bargoens 2: te “volledig” 3: gebrek aan afwisseling

16 1: clichematig begin + einde: “ik ben blij hier vandaag te zijn”en “ik wens u nog een vruchtbaar congres toe” 2: teveel thema’s/ onderwerpen in één tekst 3: tekst niet toegeschreven naar publiek

17 1: clichés 2: voorspelbare structuur 3: langdradigheid

18 1: Te veel thema’s per speech 2: Onvoldoende stelling nemen

19 1: Formeel taalgebruik 2: Te weinig inhoud

20 1: Formele formuleringen 2: Soms te lang (beide punten zijn overigens nu en dan gewenst!)

21 1: Te ambtelijke taal 2: Te veel beleid 3: Te lang

Schrijvernummer

Vraag 16: waardering

1 1: elementen die de krant halen 2: (soms) pakkende vorm voor een beleidsverhaal 3: prikkelende visie van bewindspersonen die niet bang zijn voor allerlei lange tenen en gevoeligheden

3 1: kort 2: helder 3: Nederlands

4 1: kennis van zaken 5 1: originaliteit

2: heldere stijl 6 1: inhoudelijke kwaliteit 7 1: originele vertaling/ verwerking van boodschap

2: pakkende beelden, goed gevonden vergelijkingen 3: een geheel – kop & staart, eenheid stijl & vorm

8 1: Vaak de andere onderwerpen 2: verschil in stijl met wat je zelf doet

9 1: betrokkenheid 2: duidelijkheid 3: beelden taalgebruik


10 1: toepasselijke beeldspraak/ metaforen/ voorbeelden/ anekdote 2: heldere structuur van het betoog 3: aansluiten bij belangstelling/ vragen/ problemen van het publiek

11 1: beelden 2: heldere formuleringen 3: eerlijkheid

12 1: pakkend begin en slot 2: aansprekende concretiseringen 3: nieuwswaarde

13 1: ter zake kundig 2: actueel 3: bondig

14 1: duidelijke boodschap 2: interessante onderbouwing 3: originele woordkeus

15 1: Zelfspot 2: Helderheid 3: Pakkende metaforen

16 1: Heldere structurering 2: Uitgewerkte metafoor 3: Duidelijke boodschap

17 1: Humor 2: Boodschap

18 1: Strategische vaagheid, mits goed geschreven 2: Tekst die ingewikkelde dingen eenvoudig weergeeft

19 1: zoveel mogelijk spreektaal 2: begrijpelijk taalgebruik (geen jargon)

20 1: soms politieke scherpte 2: geslaagde pogingen om het onderwerp via de tekst te ‘visualiseren’ 3: goede argumentatie

21 1: Pakkende intro 2: Lef 3: Visie

Schrijvernummer Vraag 17r: technieken

1 Strategisch aanname beleid (op juiste plaats voor het juiste publiek op de goede tijd met het juiste verhaal) Vraag 17 s: oppikken van elementen uit de speech door de media (belangrijk: 5; moeilijk: 5)

4 Het afstemmen van het taalgebruik in de speech op dat van de spreker (belangrijk: 5; moeilijk: 5)

7 nieuwswaardige informatie krijgen uit apparaat 11 het oproepen van beelden 17 Humor

Schrijvernummer Vraag 18a: onderdelen inleiding in laatste 2 speeches

1 1: vriendelijk woord voor organiserende club 2: persoonlijke noot: betrokkenheid bij het onderwerp 3: inhoud van de speech: wat kan de luisteraar verwachten

2 1: compliment/ inhoud 2: probleem gemeenschappelijk maken

3 1: probleemstelling 4 1: vergelijking


2: ter verduidelijking van de doelstelling 5 1: compliment

2: centrale boodschap 6 1: terugblik/ context-sheets

2: nieuwe stap 3: wat verwacht?

7 1: anekdote 2: overzicht van speech

8 1: beschrijven van gevoel 2: tegenstelling creëren

9 1: anekdote 2: compliment organisatie 3: uitlopend op centrale boodschap

10 1: De consument verwacht dat in de winkel alleen veilige producten op de schappen liggen

11 1: reconstructie: wat is het niet / wat is het wel 2: wie moeten het gaan doen?

12 1: centrale vragen van de speech 13 1: terugblik in de vorm van citaat uit vroeger stuk 14 1: Waardering van rapport dat spreker in ontvangst neemt 15 1: citaat 16 1: Bedanken leden commissie (Oosting, vuurwerkramp)

2: Bedanken hulpverleningsorganisaties 3: Herdenken slachtoffers

17 1: Anekdote 18 1: Citaat 19 1: Anekdote

2: Doelstelling 20 1: Dankwoord uitnodiging

2: kern ‘stand van zaken’ 3: schets van een straat 4: aanspreken op kennis van het onderwerp

21 1: Noemen van een aantal recente werkbezoeken om aan te geven dat er zoveel gebeurt en de minister zo actief is.

Schrijvernummer Vraag 18b: onderdelen inleiding in laatste 2 speeches

1 1: vriendelijk woord voor organiserende club 2: (zelfrelativerend) grapje 3: inhoud van de speech: wat kan luisteraar verwachten

2 1: pakkende opening 2: dankwoord

3 1: complimentje 2: aanduiden thema

4 1: krantenartikel (verwijzing) 2: doelstelling speech 3: anekdote 4: structuur van de speech aangeven

5 1: doelstelling 2: centrale boodschap

6 1: vraag aan publiek 2: aansluiting bij actualiteit 3: doorgaan op ?antwoord? publiek 4: vergelijking met situatie in Nederland


7 1: anekdote 2: overzicht van speech

8 1: welkom heten (hij was gastheer) 2: toeschouwers programma presenteren

9 1: bedanken voor uitnodiging 2: compliment organisatie

10 1: je eigen stacaravan 2: lekker elke zomer naar je vaste plekje 3: de buren zijn er al 4: de overburen komen, zoals gewoonlijk, een weekje later

11 1: verontwaardiging 2: aanhalen tijdschriftartikel 3: dat is onzin 4: zo zit het wel

12 1: citaat -> Rousseau 13 1: complimenten 14 1: anekdote 15 1: Historische anekdote 16 1: citaat

2: bruggetje naar thema 17 1: quote 18 1: Verbinding van thema congres met specifieke onderwerp speech 19 1: de aanleiding van de speech 20 1: herinneringsschets en grap

2: verantwoording onderwerp en betrokkenheid minister 21 1: Liedje van Ramses Shaffy ("Zing, vecht, huil bid werk en bewonder")

Schrijvernummer Vraag 20g: technieken inleiding

10 beeld dat verwijst naar het onderwerp/ de centrale boodschap 20 Band scheppen tussen spreker en publiek

Schrijvernummer Vraag 21: functies inleiding

1 1: aandacht trekken 2: brug slaan naar publiek 3: duidelijk maken dat het geen standaard verhaal is (“ha, eindelijk iets leuks. Opletten!”)

2 1: dat de mensen hun oren spitsen 2: moet passen bij de gelegenheid 3: actualiteit –als het kan- verwerken

3 1: aandacht gehoor wekken 4 1: structuur aangeven

2: aandacht trekken (‘Hé, moet de man in de zaal denken ‘da’s een aardig verhaal’.) 3: entertainment (er wordt veel te weinig gelachen)

5 1: is afhankelijk van de doelgroep/ publiek; in ieder geval moet je het publiek weten te pakken.

6 1: contact met het publiek 2: stellen van de belangrijkste vragen 3: prikkelen van het publiek

7 1: aansluiten bij verwachtingen van publiek, dus laten zien dat je aan de verwachtingen gaat voldoen 2: belangstelling wekken


3: sympathie oproepen 4: eventueel nieuws al vrijgeven i.v.m. kortcyclische nieuwsgaring

8 1: aandacht trekken 2: prikkelen 3: structureren

9 1: aandacht trekken 2: de doelstelling aangeven

10 1: aandacht trekken en vasthouden 2: stelling nemen 3: boodschap uitdragen

11 1: nieuwsgierigheid wekken/ publiek pakken 2: stelling nemen 3: boodschap uitdragen

12 1: aandacht trekken en vasthouden 2: onderwerp introduceren en afbakenen 3: publiek motiveren (enthousiasmeren)

13 1: aandacht trekken 2: verwachtingspatroon luisteraars afstemmen

14 1: gehoor “wakker schudden” 2: gehoor prikkelen; duidelijk maken dat er nu iets interessants volgt

15 1: Contact leggen met het publiek 2: oren spitsen 3: “herkenning”opwekken

16 1: aandacht trekken; publiek alert maken, wakker schudden 2: Zorgen dat er spanning wordt opgebouwd: hij gaat ons iets belangrijks en/ of interessants vertellen 3: Wat een aardige/ capabele/ meelevende bestuurder/ staatsman

17 1: Aandacht publiek trekken 2: Opvallen in vergelijking tot overige sprekers

18 1: Verbinding leggen tussen spreker en publiek 2: Positie spreker weergeven in debat 3: Uitleggen hoe onderwerp speech past in bijvoorbeeld thema congres/ bijeenkomst

19 1: uiteenzetting vaan de aanleiding en doelstelling 2: aandacht trekken

20 1: band scheppen tussen spreker en publiek 2: Onderwerp voorstelbaar en tastbaar maken 3: Relevantie onderwerp neerzetten cq. Bevestigen

21 1: Aandacht trekken 2: Iets van jezelf laten zien

Schrijvernummer Vraag 22: wensen sprekers

4 ‘Ik wil even die of die persoonlijk noemen’ ‘Ik wil meteen duidelijk maken hoe ik erover denk’

5 Ik vraag wel naar een leuke opening die past bij de belevingswereld van de spreker.

9 Iedere speech wordt voorbesproken met de bewindspersoon. Hij/ zij geeft dan weer welke boodschap hij wil uitdragen

11 Gebruik van persoonlijke ervaringen, bijv. bij toespraken over emancipatie of recreatie

15 Bij tafelrede t.b.v. jaarvergadering: “onderkoeld”, lokale Orde van Advocaten “met understatements”

16 -Iets gebruiken uit een boek dat ze net zelf in hun spaarzame vrije tijd hebben gelezen


-Een andere politicus becommentariëren, een hak zetten, voor paal zetten -“Graag iets intellectueels”….

20 1: Uit eigen verleden, bijvoorbeeld dat overgrootmoeder gewoond heeft in plaats/ land van bijeenkomst 2: Wanneer bewindspersoon met cijfers wil beginnen

21 1: Citaat: "An ounce of prevention is worth a pound of cure"(minister Borst) 2: Nederland relateren aan andere landen, positief (staatssecr. Vliegenthart)

Schrijvernummer Vraag 23: verband inleiding met type toespraak

1 Elke inleiding dient positief-prikkelend te zijn. Vorm is afhankelijk van situatie. Een tafelrede tijdens een buitenlandse reis leent zich voor een persoonlijke opening (wat valt mij aan uw land op). Een technologielezing, meer voor een ‘objectieve’ binnenswinger (bijvoorbeeld een futuristische voorspelling uit 1920)

2 Het is niet zozeer het type toespraak alswel het gehoor dat de inleiding bepaalt. 4 De lengte is niet zozeer bepalend. Een praatje van drie minuten kan geen al te

lange inleiding verdragen. Bij ‘vijandig’ publiek stop ik er wat meer hoffelijkheid en begrip in.

5 Veel. Als je slecht nieuws hebt te brengen begin je niet snel met een grap. Bij complexe materie is de structuur belangrijk etc.

6 Een ceremoniële bijeenkomst vergt een inleiding die minder ingaat op vraagstelling/ structuur dan een sterk beleidsinhoudelijk verhaal.

7 Korte toespraak-> korte inleiding zonder franjes. Persoonlijk verhaal over iemand (bijvoorbeeld lintje) veel meer focus op publiek en setting

8 Je houdt rekening met het publiek en de gelegenheid. Voor speeches m.b.t. de lintjesregen schrijf je wat losser, persoonlijker. Voor een groot congres structureer je meestal eerst.

9 Bij een grondig inhoudelijk verhaal is het van groot belang om reeds in de inleiding de doelstelling duidelijk te maken. Bij een “formaliteiten”-speech komt het meer aan op de aankleding zoals een anekdote.

10 Het zijn vaak openingsspeeches. Het soort inleiding hangt meer af van het soort onderwerp. Concrete theam’s vragen om concrete voorbeelden (milieu-keurmerk, voedselveiligheid). Inleidingen op wetenschappelijke congressen kunnen meer beschouwend zijn.

11 Heel sterk. Luchtige toespraak luchtige inleiding. Motivatiebijeenkomst: in inleiding publiek direct aanspreken, dialoog.

12 Grap, anekdote in gelegenheidsspeeches. Citaat, anekdote in beleidsspeeches, compliment e.d.

14 Hangt vooral af van de bijeenkomst. 15 Toespraak t.g.v. Internationale Vrouwendag “8 maart”kent lange traditie, dus

link naar het begin 16 Veel.

-Bijvoorbeeld herdenkingsspeech Volendam kan niet beginnen met ‘leuke’ anekdote -Citaat in Engelse speech moet herkenbaar zijn voor internationaal publiek, dus geen Bomans ofzo. -etc.

17 Bij formele bijeenkomsten (vb. VN-mensenrechtencommissie) gelden bepaalde regels; dan kan niet met bv. anekdote worden geopend, maar moet eerst de voorzitter worden bedankt etc. Bij bv. een tafelrede is dat heel anders

18 Vb.: -speech waarin emotie moet worden overgebracht -> band met publiek opbouwen - speech waarin spreker tegen opinie, zich verweert tegen kritiek -> bijv.


beginnen met citaat tegenpartij. 19 Hoe luchtiger de toespraak, hoe beter grappen of anekdotes bruikbaar zijn. 20 Is afhankelijk van de functie van de inleiding en moeilijkheidsgraad van de

speech. Bij zeer lange en informatieve speeches probeer ik een ‘tastbaar’ en luchtig begin te maken. Echt andere toonzetting alleen bij afscheidsspeeches.

21 [verwijst naar antwoord op vraag 22] 1: "100 jaar consultatiebureaus": in de inleiding positieve resultaten noemen in vgl. met het buitenland. Is zinnig omdat dat de toehoorders een hart onder de riem geeft. 2: Toespraak jongeren en sport, voor jongeren. In de inleiding de jongeren complimenteren met hun initiatief.

Schrijvernummer Vraag 24f: slottechnieken

8 verwijzing naar het begin 20 Moet duidelijke afronding zijn (gevoelsmatig) 21 Prijzen ("Laudare")

Schrijvernummer Vraag 26: culturele consequenties

1 Cultuur van heet publiek is altijd uitgangspunt. Je kunt wel voorzichtig spelen met het verwachtingspatroon, maar je mag het publiek niet bruuskeren. Vb.: China, benadrukken gezamenlijke uitgangspunten geen directe kritiek.

2 Wat zeker meespeelt is het taalgebruik. 4 n.v.t. 5 Elke speech stem je af op het publiek. 6 Ja, vaak ingaan op zaken die jou opvallen in die andere cultuur, of juist iets

zeggen over??? (onleesbaar woord) van andere cultuur opmerkelijke aspecten in Nederlandse cultuur. Het gaat om het contact tussen spreker en publiek.

7 Bijvoorbeeld eindeloze opsomming van titels enz. van aanwezigen in Saoedi-Arabië. Een heel klein stukje of woord in eigen taal, beeldspraak, analogieën e.d. kiezen die niet controversieel zijn.

10 Voor een internationaal gezelschap zijn lang niet alle grappen, spreekwoorden, gezegden, etc. geschikt. Dus dan maak je de inleiding algemener. Verder geen ervaring hiermee.

11 In Friesland doen we wel eens wat in het Fries. Verder heeft LNV niet zoveel met andere culturen te maken.

12 Meer aandacht voor de gastheer -> compliment 14 Een speech moet altijd afgestemd zijn op het publiek. 15 (Nog) niet meegemaakt 16 Ja: *zuidelijke landen+ voormalig oostblok + internationale organisaties:

beginnen met uitgebreid bedanken van gastheer/ land en complimenten voor organisatie *iedere anderstalige speech: citaten en anekdotes uit internationaal bekende bronnen halen

17 Voor Chinees of Japans publiek (bv.) moeten alle égards in acht worden genomen; veel formeler dan voor NL of Engels publiek.

21 Internationaal publiek, bijv veel Amerikanen, dan is de speech minder essay, maar zit er mee visie in, meer "overview". In de inleiding zit dan meestal de centrale boodschap.

Schrijvernummer Vraag 27c: Corpus speeches

7 Ik momenteel niet op kantoor ben 10 Nieuwjaarstoespraak is niet uitgeschreven. De minister improviseerde.


11 Nieuwjaarstoespraak is niet uitgeschreven. De minister improviseerde. 12 -We geen nieuwjaarstoespraak hebben gehad de afgelopen jaren

-de speeches die ik zelf heb geschreven persoonlijke afscheidstoespraken waren 14 Nieuwjaarstoespraak: heb ik niet gemaakt 16 Geen nieuwjaarsspeech, omdat ik die bij BZK niet erg belangrijk zijn en meestal

van wat speakingnotes worden gehouden (als onze drie bewindslieden zijn uitgeruzied over wie mag spreken)

18 (niet de twee laatste) 19 De nieuwjaarstoespraak, als die er al is, is door voorlichting opgesteld. 20 Opmerking: betreft nieuwjaarsspeech van receptie Directoraat-generaal Openbare

orde en veiligheid, dus met extern publiek. Is dus niet de speech voor medewerkers van het ministerie zelf.

Schrijvernummer Vraag 28: titel nieuwjaarsspeech

1 Geen titel: nieuwjaarsspeech 1999 7 (Ik zal uit mijn herinnering de speech van 2000, minister van EZ, toelichten) 8 Wij gebruiken haast nooit titels

15 010108.doc 17 Geen (Nieuwjaarsreceptie) 20 Toespraak minister De Vries bij de nieuwjaarsreceptie DGOOV 21 Een speech heeft geen titel

Schrijvernummer Vraag 28a: doel speech

1 Medewerkers oproepen tot creatieve inzet in het nieuwe jaar. 6 VROM-ers laten weten dat ze een fantastische groep , mensen zijn die op een

aantal pinten nog beter kunnen. 7 Waardering uitspreken & oproepen tot creativiteit 8 Informeren, hart onder de riem

15 Terugblikken + vooruit kijken 17 Motiveren; blik op personeel 20 Aandacht vestigen op lokaal veiligheidsbeleid en verantwoordelijkheid 21 Overzicht jaar 2000

Schrijvernummer Vraag 29: titel eerste speech

1 The internal Market of the European Union: The heart of Europe 2 Vrouwen, ziekteverzuim en WAO 3 100 jaar sociale zekerheid 4 Opening JOS door minister 6 Bevordering eigen woningbezit 8 Speech voor fondswerving diner 9 Inleiding op de jaarvergadering van AVEBE

10 Inleiding bij filosofisch debat over de verhouding natuur-cultuur 11 In natura 13 Rijke landen maken belofte niet waar 14 Geen titel; speech bij ondertekening intentieverklaring Defensie 15 010308 16 Presentatie Rapport Commissie Oosting 17 Geen (Expo 2000) 18 Centrum van Politiek, Religie en Zingeving


19 Zie speech NIID 20 (geen titel) Congres Bank Nederlandse Gemeenten 21 [onderwerp] 100 jaar consultatiebureaus

Schrijvernummer Vraag 29a: doel eerste speech

1 Diplomaten ervan doordringen dat de Europese Interne Markt nog verre van perfect is en dat hervormingen dringend nodig zijn.

2 Effecten kostwinnersdenken benoemen, concrete maatregelen aankondigen. 3 Gehoor overtuigen dat vernieuwingen soc. Zekerheid in historisch perspectief

verantwoord zijn. 4 Bedrijfsleven wijzen op de noodzaak in veiligheid te investeren. 5 Opening gebouw. Felicitatie/ motivatie 6 Woningcorporaties overtuigen dat eigen woningbezit omhoog moet. 8 Zielig verhaal houden over Aids en kinderen in Zuid-Afrika, zodat de gasten

veel geld zouden geven. 9 Het beleid van LNV m.b.t. de aardappelzetmeelsector uiteenzetten

10 Standpunten benoemen en bij elkaar brengen 11 Uitdragen beleid agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Tevens compliment

aan boeren en opening tentoonstelling 13 Steun voor schuldencampagne + imago minister als zeer actief op dit terrein 14 Uiteenzetten van belang van verbetering arbeidsomstandigheden bij Defensie 15 Tonen van belangstelling/ waardering voor nieuw juridisch woordenboek 16 Kort dankwoord minister de Vries na ontvangst rapportage vuurwerkramp 17 Benadrukken van goede relaties Nederland- Duitsland 18 Weergeven visie van de minister op relatie religie-integratie minderheden 20 Schets stand van zaken GSB (gelegenheidstoespraak), met de aansporing

structuren van instanties ondergeschikt te maken aan het ‘doel’ van het werk (ontkokering gemeenten).

21 Positieve resultaten + toekomstvisie geven Schrijvernummer Vraag 30: titel tweede speech

1 Geen titel/ lustrumcongres Vereniging Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling2 Joke Smitprijs 3 Nederlandse arbeidsmarkt/ emancipatiebeleid 4 Correct is niet genoeg 8 Over presenteren boek ‘Entrepreneurship in the Netherlands’ 9 Opening van de Landbouw RAI

10 In ontvangst nemen vidienota VMBO-groen 11 NAI 13 Toekomst van de NCDO 14 Geen titel; speech bij in ontvangst nemen CNV-rapport 15 0103085 16 ICT en de stad (NL + Engelse versie) 17 Geen (World Press photo) 18 Uitreiking WebWijzerAward 2000 19 Zie speech KMA, KIM/IDL 20 (geen titel) Contract Openbare Gezondheidszorg 21 [onderwerp] Hulpmiddelen InformatieCentrum


Schrijvernummer Vraag 30a: doel tweede speech 1 Gehoor overtuigen van het feit dat maatschappelijk ondernemen een structurele

trend is die de overheid actief ondersteunt. Bedrijven ertoe brengen transparant te zijn ten aanzien van de maatschappelijke effecten van hun bedrijfsvoering.

2 Winnaar feliciteren, complimenteren, uitnodigen om mee te blijven denken 3 Beleid voor Duits en Belgisch gehoor verduidelijken 4 Inleiding themaochtend voor klachten behandelaars 5 Ondertekenen arboconvenant 6 Afscheid Peter Noordanus wethouder Den Haag 8 Boek presenteren + nieuwe cijfers bekendmaken 9 Sector oproepen maatschappelijk verantwoord te innoveren

10 Idem, dankwoord, aansporing tot actie 11 Presentatie landschappelijk beleid verbonden met reconstructie. Oproep tot

deelname. 13 Jubileumspeech, duidelijk maken dat minister en NCDO op een lijn zitten 14 Aangeven van contouren van denken kabinet t.a.v. WAO, 2 maanden van

“Donner” (laatste woord praktisch onleesbaar) 16 Opening internationale conferentie over de gevolgen van ICT voor het

grotestedenbeleid 17 Belang van mensenrechten en universele karakter benadrukken tijdens

controversieel bezoek aan Iran 18 Uitreiken award en overheidsorganisaties aansporen hun sites te verbeteren 20 Benadrukken verantwoordelijkheid openbaar bestuur voor OGZ 21 Steun betuigen + enthousiasmeren

Schrijvernummer Vraag 31: adresgegevens

1 [verwijderd om privacyredenen] 2 3 4 5 6 7 8 9

10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21


Schrijvernummer Vraag 32: opmerkingen vragenlijst 1 Jammer dat het onderzoek niet ingaat op het belangrijkste deel van het

werkterrein: speeches als strategisch communicatie-instrument. Dus het bewust inzetten van optredens als onderdeel van de totale communicatie- en publiciteitsstrategie van het ministerie. Waarom geen vragen over het mediabereik van speeches bijvoorbeeld?

4 Wat zijn de vakjes klein! Zie mijn briefje. 6 Ik ontvang graag een uitnodiging van de bijeenkomst over de resultaten.

N.B. Per 1/4/’01 start ik als speechschrijver bij Ministerie van EZ. 7 Altijd handig om retourenvelop bij te sluiten. Nu moet ik naar het

postkantoor… Goed initiatief verder. Succes. 8 Te weinig (geen) vragen over de omgeving waarin je moet werken, dus je

onafhankelijkheid. Invloed van het beleid op je speeches; het spanningsveld, het belang van speeches, de stress, de werkdruk. M.a.w. je leeft als speechschrijver niet in een vacuüm. De kwaliteit van je verhalen worden voor een groot deel bepaald door je omgeving/ opdrachtgever. Daar wordt in dit onderzoek te weinig rekening mee gehouden.

10 Houd ons op de hoogte. Succes. Goed initiatief. 11 Goed dat jullie dit doen. Ben benieuwd naar de uitkomsten. Succes. 12 In uw vraagstelling lijkt u er onvoldoende rekening mee te houden dat de

meeste speechschrijvers vooral redigeren en zelden schrijven 13 Ja, wat is de definitie van een speech? Wat valt er onder en wat niet? 15 Effect van de speech is vooral afhankelijk van de presentatie, meer dan de tekst

‘an sich’ 17 Interessant; zie uit naar resultaten van totale onderzoek! 20 Ik betwist de kern van het onderzoek. Inleiding, romp en slot m.i. niet los van

elkaar te zien. Frappant dat u niet naar het publiek vraagt. 21 Prima onderwerp, goed dat er aandacht voor komt!

Invoer open vragen enquête speechschrijvers

Documents

Transcript of Invoer open vragen enquête speechschrijvers