Introductie - Onderwijssite · nam rol van vader over en dat gaf problemen met de loyaliteit Als je...
Transcript of Introductie - Onderwijssite · nam rol van vader over en dat gaf problemen met de loyaliteit Als je...
1
LESSEN RELATIE- EN GEZINSTHERAPIE
Introductie
RELATIE EN GEZINSTHERAPIE LES 1 OP 11/2/2013
EXAMEN - Leerstof: cursus + slides + boek lezen (les voegt toe aan de cursus, maar wat in de
les wordt gezegd is niet te kennen, de notities staan in het cursief/schuin)
- Video’s enkel mogelijk te bekijken in de les
- Min. 20 minuten voorbereiding, meestal langer
- 3 vragen: 2 kennis en 1 van het boek
Voorbeeld kennis: wat zijn de kenmerken van structurele gezinstherapie, wat
zijn circulaire vragen?
Voorbeeld boek: vragen zoals wat vind je van de cover? aantonen dat je het
gelezen hebt is voldoende
Bijvragen: moeilijk indoen je blijkt de examenstof te kennen, anders krijg je een
gemakkelijke (dus indien moeilijk = goed bezig!!!! )
- Boek mag meegenomen worden: enkel aanduidingen in fluo toegelaten (soms hier
en daar een woordje)
VRAGEN
WAT IS RGT?
Wat is RT? Wat is GT? Hoe verschilt RGT van andere vormen van psychotherapie?
Relatietherapie: je werkt met partners, mensen binnen dezelfde lijn van het
genogram (zelfde generatie)
Gezinstherapie: vanaf twee personen met een verschillende generatie, het hele gezin
liefst maar vaak komen niet alle gezinsleden mee bv. papa niet mee, broers of
zussen niet mee als ouders denken dat het probleem bij één bepaald kind ligt
Soms lukt het wel dat heel het gezin komt maar vaak slechts met enkele stukken
van het gezin (vaak wel van verschillende generaties)
Verschil RGT met de andere
Niet te maken met de theorie: kan ook vanuit de psychoanalytische of
gedragstherapeutische theorie
Het gaat om de setting: relaties of gezinnen
Verschil in motivaties
2
WAT IS HET DOEL VAN RGT?
Inzicht in de relaties
Herkaderen van probleem
Gezinscyclus terug op gang krijgen, niet per se een probleem oplossen maar de fases
zijn belangrijk en hier bij de overgang helpen
Normaliseren: elk gezin moet door bepaalde fasen en dit is moeilijk door het op
deze manier te kaderen wordt het gemakkelijker voor het gezin om het te
aanvaarden en te begrijpen dat dit in elk gezin moeilijk is
Streven naar evenwicht bv. in loyaliteit
Versterken van de relaties: heel vaak dat sommige relaties heel goed lopen maar
andere minder kanaal gaan installeren tussen mensen die normaal minder met
elkaar praten snel identificeren wie er minder praat met elkaar en dit gaan helpen
versterken
Het probleem achter het probleem: je werkt eerst met het aanmeldingsprobleem (dit
is het visitekaartje) en daarna, als er voldoende vertrouwen is, kunnen andere (zwaardere) problemen naar voren komen vaak draait dan ook bij wie het
probleem ligt: verschuiving van de patiënt bv. moeder die naar de therapeut komt
met kind omwille van agressief gedrag van het kind waarbij later naar voor komt dat
de moeder het kind mishandelt
Psycho-educatie
Aanleren sociale vaardigheden bv. m.b.t. communicatie zodat ze dit kunnen
meenemen naar buiten de therapie
WAT ZIJN GOEDE INDICATIES VOOR RGT?
NIET: GRT enkel bij problemen in het gezin of de relatie, individueel bij een probleem
bij het individu
Oppassen voor schuldinducering!
als je bv. bij een kind met leerproblemen zegt dat je gezinstherapie doet omdat
je zegt dat het probleem in het gezin ligt dan voelen de anderen zich
beschuldigd
niet het probleem maar wel de oplossing of ondersteuning binnen het gezin
zoeken
Je kan systemisch werken met een individu als het gezin echt niet wil meekomen
Mensen niet in de richting duwen (prof ontmoedigt mensen daartoe eigenlijk om te
zien hoe sterk de motivatie is)
Ideaal: individuele therapeut voor mensen met een specifiek probleem bv. depressie
en gezinstherapeut voor heel het gezin maar vaak omwille van kosten niet mogelijk
dit om te voorkomen dat de gezinsleden denken dat de cliënt die daarnaast
individueel in therapie komt de ‘voorkeur’ heeft
3
WAT ZIJN DE NADELEN VAN RGT?
Nog een grotere brug om dingen naar voor te brengen, drempel ligt hoger want een
drempel tussen therapeut en jezelf maar ook tussen je gezin en jezelf
Binnen therapie wel veilig maar wat na de therapie? Bv. vrouw die mishandeld wordt
in therapie wel veilig maar daarna niet per se
Je moet ermee om kunnen als er reële conflicten in het hier en nu ontstaan
Schrik voor bekeken te worden als probleemgezin duidelijk als therapeut
aangeven dat je niet wilt stigmatiseren
Soms als een probleem eerst geen probleem was voor iemand van het gezin, zich daar nu pas bewust van worden vaak andersom: kinderen voelen dat er iets is en
weten niet wat er is dan beginnen ze over erger te fantaseren maar als ze weten wat
het reëel is dan verdwijnt de angst vaak
Moeilijker voor therapeut om alles te volgen
Avonduren en woensdagnamiddag zijn vooral vnl. geboekt: planning is heel moeilijk
Verschillende generaties: taalgebruik aanpassen werken op taal van de jongste,
ook non-verbaal werken via opdrachten, tekenen, enz. flexibel zijn om het woord
los te latten en uit de stoel te komen
Niet iedereen heeft het gevoel altijd even goed gehoord te zijn door de therapeut
Motivatieverschillen moeilijker
Wat te doen met nieuw samengestelde gezinnen? vaak clash tussen partnerrelatie
en ouder-kindrelatie bij een groot conflict wint meestal het laatste
Grootste uitdaging is een vechtscheiding machteloosheid bij therapeut want de
psycho-educatie faalt, de haat is dan te groot nog helder te kunnen denken
WAT WERKT PRECIES IN RGT? hangt af van stroming
PRAKTIJK OP ZOEK NAAR EEN EIGEN TAAL
Zoeken naar een taal om te spreken over de praktijk
Je gaat vanuit onzekerheid en complexiteit vanuit de praktijk taal gaan zoeken om
bepaalde dingen te gaan zien
De cursus wil een aantal concepten geven binnen een bepaald kader om bepaalde
dingen op te merken
Pas als men woorden heeft, kan men dingen zien (niet enkel andersom) vaak gaat
het om patronen van gedragingen van verschillende gezinsleden
Een gezinsstructuur zal je pas zien als je het concept kent
Belangrijk om omwille van typische complexiteit een eigen conceptenkader te
ontwikkelen
VIDEO’S waarom passen deze filmpjes binnen RGT?
4
1E FILMPJE: SIMPSONS
Wel ok omdat ze terug kunnen lachen, ze komen voor elkaar op?
Moeilijk want wat is een goede outcome?
Niet goed omdat therapeut niet flexibel genoeg was
Probleem als je verwijten gaat maken
Verkeerd gelopen vanaf de moment dat de therapeut ingreep als vader therapeut
nam rol van vader over en dat gaf problemen met de loyaliteit
Als je de neiging voelt om in te grijpen zoals de therapeut dan moet je je afvragen
van waar dat komt en afvragen waar binnen het gezin je dat moet plaatsen. Bv. wat
was hier de rol van de ouders om in te grijpen waarom doen ze dat niet?
2E FILMPJE: VAN GOGH BEWONDERAAR
Soms je eigen donkere kanten als een kwaliteit van jezelf zien om contact te kunnen
maken met alle gezinsleden anders maak je enkel contact met de ‘normale’
Bv. met kinderen: je eigen onvolwassen kantje aanspreken
Soms te moeilijk bv. pedofielen
3E FILMPJE: SEKTE
Hoe ga je met gezinnen om die een ander cultuur of geloof hebben
Het is moeilijk om je te identificeren met die ouders die kinderen naar zulke kampen
te sturen
Risico’s van technieken: de vrouw is bezig met de knuffel technisch is die vrouw
zo sterk toont gevaar van effectieve technieken: je kan het niet alleen op een
goede manier maar ook op een slechte manier gebruiken belang van ethiek!
LES 2 RELATIE- EN GEZINSTHERAPIE
CASUS: HET GEZIN ROGERS
INTRODUCTIE
Verschillende manieren om aan RGT te doen. Geen één goede manier. Ook slechte
manieren. Prof zou het anders doen dan therapeut in filmpje maar hij vindt wel dat ze
het goed doet.
Gezinstherapie begint eigenlijk al in de wachtruimte, niet in de consultatieruimte. Als je
in de wachtruimte komt, kan je al veel zien aan hoe ze in de wachtruimte zitten. Wel
beseffen dat je dan een gezin onder druk of in stress ziet omdat de therapie stress met
zich meebrengt. Door goed te kijken, kan je zien hoe het gezin zich gedraagt onder
stress. Ook hoe ze plaatsnemen in de consultatieruimte vertelt veel.
5
2 stappen
1) Je merkt iets op
2) Mogelijke interpretatie/hypothese
je gaat vragen stellen om je hypothese te toetsen
In casus 1) Dochter zit apart en kijkt weg 2) Mogelijke hypotheses
Conflict
Verschillende motivatie: dochter wil daar niet zijn (vaak zo bij ouders met adolescent, zelden dat een adolescent het initiatief neemt)
Vraag: Kan het niet zijn dat ze onbewust zo gaan zitten vanuit de structuur van het gezin? Mensen gaan onbewust ergens zitten maar dit betekent ook wel iets. Niet omdat het onbewust is dat het betekenisloos is. Heel veel zaken zijn geen expliciete keuzeprocessen. Vraag: Kan je dan zien dat als ze anders gaan zitten dat er dan iets is veranderd? Bv. Stel conflict tussen stiefmoeder en dochter. Dan zitten ze verder uit elkaar. In de loop van het proces als dit conflict oplost dan zal je zien aan hoe ze tegenover elkaar zitten en in hun non-verbaal gedrag dat er een verandering is. Als er incongruentie is tussen verbaal en non-verbaal gedrag dan moet je dit nagaan. Vraag: Wie zal er beginnen? Één van de ouders. Prof zou eerst zien dat de adolescent begint. Belangrijk om de adolescent in de eerste sessie mee te krijgen. Prof probeert af re raden om eerst enkel een gesprek met de ouders alleen te hebben omdat het dan moeilijker wordt om een vertrouwensband aan te gaan met de adolescent. Deze vermoedt dan wellicht dat de therapeut door de bril van de ouders kijkt. Wellicht is de vader begonnen omdat het zijn dochter is en omdat er vnl. spanningen zijn tussen de dochter en stiefmoeder.
BELANGRIJK OM OP TWEE NIVEAUS TE WERKEN. Twee niveaus
1) Inhoudelijk 2) Zien wat het effect is van wat er verteld wordt op de andere gezinsleden.
Inhoudelijk Volgens vader twee problemen: School missen en slechte vrienden Vader legt problemen buiten het gezin. Hij zegt niets over de relaties thuis. Hypothese van conflict tussen dochter en stiefmoeder nog niet verwerpen omdat dat niet is gezegd. Soms wordt er gewacht tot er een betere band met de therapeut is. Effect op Michelle Draait zich weg, kijkt alsof ze dit gesprek al gehad hebben en dat ze het beu is. Kan zijn dat je iets hebt gezien maar je weet niet wat het betekent. dit is ook belangrijk Bij werken met kinderen is dit vaak zo dat het kind iets doet maar dat je niet weet waarom. Opgemerkt Vader gebruikt voortdurend ‘wij’ Meestal goed dat ouders samenhangen maar toch nagaan of stiefmoeder dit ook zo ziet. Op een bepaald moment draaien de ouders zich allebei naar Michelle als een soort beschuldiging. Prof probeert omwille van deze reden ook eerst een band te krijgen met de adolescent omdat de adolescent dan op het moment van de beschuldiging niet alleen gebeurt.
6
Therapeut zegt dat ze niet iets anders ziet dan een gewone adolescent. De schoolbegeleider heeft echter doorverwezen dus nagaan waarom die persoon dat het heeft gedaan. V G
T De verwijzer heeft doorverwezen en een idee. Nagaan wat er aan de hand is. Belangrijk want de verwijzer staat vaak aan de kant van de ouders dus zien dat je niet aan de kant van de verwijzer staat en een open blik houdt. Niet gewoon maar uitvoerder zijn van wat de verwijzer wilt. V T G Niet als uitvoerder van de verwijzer optreden zonder verder uit te zoeken. Op een bepaald moment vraagt de therapeut hoe Michelle het ziet. Je kan verwachten dat de adolescent dan geen antwoord zal geven. Dit is dan moeilijk om te zien dat je de adolescent mee krijgt. Zien contact te krijgen. In het begin zelfs geen oogcontact. De therapeut vraagt dan: ‘Zijn er dingen thuis die je van streek maken?’. Michelle kijkt even op naar de therapeut. Je merkt op dat ze opkijkt. Mogelijke interpretatie: Ja maar ik kan dit niet zeggen met mijn ouders naast me. opvatten als het antwoord, niet per se nog eens gaan bevragen. Belangrijk als er een plotselinge verandering is. Hier vermijdt Michelle om oogcontact te maken en dat ze dat ineens doet op dit moment is wel belangrijk. Elke interactionele verandering is belangrijk. Therapeut gaat niet extra bevragen wat dat oogcontact betekent maar neemt dat oogcontact op als een bevestiging en vraagt of ze er over wilt praten. Belangrijk dat je een gok maakt en dat je de interpretatie maakt dat Michelle bedoelt met het maken van oogcontact dat ze Ja bedoelt. Dit is nodig om een band te krijgen. Genoeg vertrouwen hebben dat dit oke is en dat je ook fouten kunt maken. Als de adolescent niet meewil. Over gaan van open vragen naar gesloten vragen omdat dit korter is voor de cliënt. Een aantal gesloten vragen om meer contact te krijgen en daarna terug open vragen om te verbreden. Belang van micro-interacties om vertrouwen en een band op te bouwen met de cliënt. Opgemerkt Ze begint te praten maar ze stopt dan op een bepaald punt Interpretatie Ze denkt aan de andere keren dat ze er heeft over willen praten en dat ze verloren heeft toen. Misschien ouders willen beschermen ervan uit gaan dat een gezin elkaar nog wel graag ziet en het is vaak zo in een gezin dat ze elkaar willen beschermen. De mate waarin je je irritatie durft te uiten, hangt ook af van hoe veilig je je aan band aanvoelt. Dit is dan veilige hechting: er is genoeg veiligheid dat je durft in conflict te gaan en afstand te nemen. Opgemerkt Ze praten in de derde persoon over de ander en doen alsof de ander er niet bij is Vaak in eerste sessie en zeker in het begin ervan dat de cliënt met de therapeut praten en niet met elkaar proberen bewerkstelligen dat de communicatie tussen de gezinsleden start. Cliënten weten wel dat de ander er is en het hoort maar vnl. naar therapeut gericht
7
Cliënt 1 Cliënt 2 Cliënt3
T
De groene pijlen is wat je moet bekomen. Zelfde patroon: ze begint te praten en stopt dan weer. De baby is twee jaar geleden geboren maar de klachten zijn pas 6 maanden geleden begonnen dus het is te betwijfelen of de baby de hoofdzakelijke reden is. Als de baby 6 maanden geleden ziek was geworden waardoor die meer aandacht nodig had dan zou dit een reden voor het gedrag van Michelle kunnen zijn. Meeste therapeuten doen genogram pas in een tweede of derde sessie want eerst voldoende aandacht geven aan de klachten. Opgemerkt Vader reageert door te vragen of het wel nuttig is om dat genogram te maken Interpretatie Verschuiving van focus naar de ouders Hij merkt dat er een korte tijd is tussen het overleden van zijn eerste vrouw en het huwelijk met zijn tweede vrouw vader is bang dat ze hier te dicht bij komt Prof vindt het goed dat de cliënt kritiek geeft omdat hij dan weet dat hij samen met de cliënten kan werken naar een manier om samen te werken. Het zal onderhandelen zijn maar de persoon wil dan meezoeken. Als ze kritiek geven, wil dit zeggen dat ze er wel over willen praten. Uitleg rond genogram: legt uit dat problemen van Michelle te maken kunnen hebben met overgangen binnen het gezin Vader aarzelt om te vertellen over hoe de vader gestorven is. Opgemerkt Vader wil niet praten over etnische achtergrond en Michelle begint te lachen als therapeut toch doorvraagt Interpretatie Hier is iets. Michelle vindt het leuk dat de therapeut durft door te vragen op punten waar de vader het moeilijk mee heeft.
EXTRA VANUIT PSYCHOLOGISCHE BEHANDELINGEN
Genogram
Vierkant: man – bol: vrouw
Cijfers: leeftijd
Vrouw is overleden, vader is opnieuw getrouwd en heeft een klein kindje, vader heeft
daarnaast nog twee kinderen uit het huwelijk met zijn overleden vrouw
8
Adolescenten zitten vaak er tegen hun zin (blijkt uit non-verbaal gedrag o.a.) en gaan
zich vaak afzijdig zetten en dan is het de bedoeling om hen er vooral bij te betrekken en
contact te krijgen. Niet altijd expliciet mogelijk om hen erbij te betrekken, meestal
impliciet. Proberen hen in die eerste sessie mee te krijgen want daarna wordt het heel
moeilijk. De adolescent gaat vanalles doen om je te ontmoedigen
Ouders zijn vaak al mee. Ze hebben al gebeld en zijn bereid om mee te werken.
De therapeut laat in het fragment de ruimte open over wie er eerst zal beginnen.
Vaak is diegene die gebeld heeft voor de afspraak, ook diegene die eerst zal beginnen.
Vader begint en zegt dat de therapeut is aangeraden door de begeleider van zijn dochter.
Die vader geeft daarmee aan dat hij verwachtingen heeft. Hij geeft ook aan dat de
problemen bij de dochter liggen. De dochter vormt het probleem. Diegene die er niet wil
zijn, wordt dan nog meer beladen door dingen die het niet wil. De ouders plakken er
allerlei labels op.
Prof zou het anders laten doen: Eerst elk zich laten voorstellen en dan iets meer laten
vertellen over bv. eigen hobby’s, interesses en dergelijke.
Prof zegt ‘Ik weet dat jullie hier zijn gekomen om over problemen te praten maar ik zou
jullie eerst willen leren kennen voordat we daaraan beginnen.’. Iedereen dan zich laten
voorstellen en wat over zichzelf laten vertellen. Zo voorkom je dat er vanaf het begin
labels worden geplakt op de geïdentificeerde cliënt en je een deel van de identiteit van
die persoon kunt leren kennen.
Je moet iedereen in het oog houden. Je moet kijken naar diegene die praat maar
ondertussen ook letten op de anderen.
Stiefmoeder geeft aan dat ze al vanalles heeft geprobeerd om te helpen. Stiefmoeder
praat ook meer over de sfeer in huis en niet direct op de stiefdochter gericht. Ze haalt
ook de woede eruit, de emotie. De vader haalde verschillende problemen aan. De ouders
willen de therapie omdat ze zichzelf machteloos voelen. Globaal genomen gaan mannen
zich daar meer schuldig over voelen. De man zal het aanvoelen als mislukking dat hij als
man mislukt is. Ze zijn vaak bang dat ze verwijten zullen krijgen dat ze dingen verkeerd
hebben aangepakt of beschuldigd worden.
Door een moeder advies te geven, krijgt zij het gevoel beschuldigd te zijn. Daarom lang
genoeg stilstaan wat het probleem is en wat er reeds gedaan is en daarvoor erkenning
geven.
Therapeut vraagt aan dochter ‘wat is jouw visie?’ => dochter haalt schouders op=>
therapeut vraagt ‘ben je het er mee eens dat er veel spanning is?’ (gesloten vraag) =>
dochter ‘ik denk het’ => therapeut ‘zijn er dingen in huis die je van streek brengen?’ =>
9
dochter maakt oogcontact (zegt niets maar dit is het antwoord!) => therapeut ‘wil je
erover vertellen?’
Dochter wou zeggen dat ze boos was omdat de ouders… en dan stopt ze. Wellicht omdat
ze het gevoel heeft dat ze toch niet begrepen wordt. Bij het vertellen voelt ze aan dat ze
al geprobeerd had erover te vertellen maar dat het toch geen nut had. Dit is een opening
Uitzoeken waarom ze stopt met praten.
Vader voelt zich misschien schuldig omdat hij snel hertrouwd is. Vader snapt niet dat ze
hun tijd moeten besteden aan het opstellen van een genogram terwijl hij vindt dat hij het
over de problemen van zijn dochter moet hebben. Therapeut geeft aan dat het belangrijk
is om de geschiedenis te kennen om het huidige probleem te kunnen begrijpen.
Vader geeft eerst aan dat hij enig kind is maar na vragen blijkt hij een eerder gestorven
broertje had met dezelfde naam. Vragen naar dood van ouders. Doorvragen als het gaat
om een vroegtijdige dood. Grootvader langs vaderskant had een leverziekte. Zij vraagt
hier door of er sprake was van een alcoholprobleem. Ze vraagt het drie keer (1 of hij het
dacht, 2 of iemand anders het dacht 3 of zijn moeder het dacht).
Na vijftal sessies is het probleem met de dochter opgelost. Dan wil de vader nog samen
met zijn nieuwe vrouw in therapie komen. Therapeut geeft aan om contact te zoeken met
zijn tante en die heeft nog een oud dagboek van zijn moeder. Daaruit komt voort dat
moeder een affaire had met een vriend van vader en dat vader daarna veel dronk.
Hieruit besef hij dat vader toch een alcoholieker was.
Etniciteit blijkt belangrijk te zijn. Vader heeft het hier moeilijk mee. Dochter neemt
hierbij een open houding aan. Zij vindt het leuk dat hierover wordt gepraat. De moeder
van Michelle is een Portoricaanse. Voor de dochter is dit heel belangrijk. Het is een deel
van haar identiteit. Vader is hier niet blij over. Grootmoeder langs moeders kant is drie
maanden geleden overleden. Rond die periode zijn de problemen begonnen. Therapeut
vraagt of de grootmoeder belangrijk voor haar was. Hoe kan het dat ze nu zo moeilijk
reageert na het verlies van haar grootmoeder en niet na de dood van de moeder?
Haar grootmoeder was bij haar terwijl haar moeder stierf. Daarbij zegt ze ook dat haar
vader er voor haar had moeten zijn. Therapeut geeft aan dat ze daar is met haar vader
moet over praten. Eerst geeft ze aan dat dat toch niet uitmaakt want dat hij het toch niet
begrijpt. Therapeut vraagt om het toch te proberen.
Vader vraagt of het nodig is om erover te praten hoe het was in de laatste periode van
de ziekte van zijn vrouw. Therapeut zegt dat ze denkt dat het belangrijk is voor hem en
zijn dochter.
Therapeut vraagt aan dochter om te vertellen hoe het voor haar was te horen dat haar
moeder was gestorven. Belangrijk dat vader hierbij was. Michelle praat erover dat ze zag
dat haar grootmoeder telefoon kreeg en grootmoeder zegt dan ‘not my baby, not my
baby’ en begint te huilen. Michelle begint op dit moment te huilen en vader neemt op dat
moment haar hand hierbij om haar te troosten. Dit is heel belangrijk.
RGT: LES 3: 25/02/2013
Kathlene heeft weinig contact met haar familie
Als de therapeute vraagt naar de achtergrond van zijn ex-vrouw dan begint Michelle te
lachen therapeute ‘You look like you like that’
Bedenking: jongere van 15 die met vragen rond identiteit zit dus voor haar is dit wel
belangrijk.
10
Belangrijk want er wordt contact gemaakt met Michelle en het lijkt hier goed te gaan
maar oppassen want de beperkingen ook opmerken. Waar loopt het vast?
Eerst was het voor het plezier dat ze naar het buitenland ging maar daarna ging ze daar
naartoe omdat haar moeder ziek was.
Als de therapeut vraagt wie daar was, haalt ze eerst haar grootmoeder aan maar dan
zegt ze ‘was daar’ opvangen! Wat is er met de grootmoeder gebeurt?
grootmoeder is gestorven vragen naar wanneer: 3 maanden geleden
ongeveer met start problemen
waarom zo belangrijk? Want waarom problemen niet bij dood moeder?
Therapeute vraagt of grootmoeder nog daar is ‘Ja, maar begraven’ zegt Michelle vrij
boos belangrijk om op te merken want ouders gaven in het begin aan dat er zoveel
vijandigheid was van Michelle
Er wordt gevraagd naar hoe moeder ziek is geworden belangrijk want vader en
dochter worden beiden gebracht naar hetzelfde moment zodat ze bij hun gevoelens van die moment komen minder belangrijk van inhoud maar wel van teruggaan naar
moment en gevoelens
Op het moment dat de therapeute zegt aan de dochter dat haar grootmoeder wel
belangrijk is reageert vader dat hij hier het nut niet van in ziet en dat de grootmoeder
niet zo belangrijk was voor Michelle hij probeert afstand te nemen en terug de controle
te krijgen
Vaak zo dat mensen gaan vragen wat ze kunnen verwachten en dit proberen te
vergelijken met iets dat ze kennen bv. leerkracht, advocaat, enz. met welk beroep zou je het vergelijken?
Enkele antwoorden: praatdokter: genezing
kritische vriend: dichtbij de familie maar wel durven rake vragen stellen
aannemer: de ondergrond bekijken, plannen opstellen, bijbouwen, we proberen bij je
droomhuis te komen maar het zal niet perfect zijn verschil is dat je de aannemer kan
aanklagen bij een lekkend dak ofzo terwijl bij een therapie nooit zeker is of het zal
werken leerkracht: leerplan dat pas bij leerling en leerkracht
dirigent: orkest bepaald wat er gespeeld wordt maar de dirigent helpt het proces te
begeleiden prof vindt het een mooie metafoor: therapeut is belangrijk maar staat
eigenlijk aan de zijkant
Prof gebruikt voetbalcoach: is belangrijk en geeft advies maar staat niet op het veld zelf
+ ook het team van de beste voetbaltrainer kan eens verliezen of gelijkspelen je niet laten uit het lood slagen als een cliënt zegt van ‘dat is zoals een auto die kapot
is en ik wil dat die gemaakt wordt’ zeggen dat jij het vergelijkt met een ander beroep
en dan verder toelichten
Belangrijk punt waarop Kathlene de vader overhaalt om toch verder te gaan. De
therapeute heeft Michelle nu meer mee maar ze heeft het krediet dat ze bij vader had
verlaagd om dat bij Michelle te verhogen.
Wel goed dat ze oppikt en belangrijk acht dat vader kritiek heeft. Ze licht gewoon toe
waarom ze het doet en waarom het voor haar belangrijk is. Ze geeft ook aan dat de
cliënten mogen laten weten als er nog iets is
Gevaarlijk voor beginnende therapeuten
oppassen dat je niet onderwerpt of gaat verantwoorden en koppig aan je plan vast
houden proberen flexibel vast te houden aan je plan waarmee je rekening houdt met de
gevoelens van de cliënt eerst verschieten maar een kritische cliënt zegt wel wat hij/zij wil en bij een cliënt die
dat niet doet, is het moeilijk te weten wat die wil
11
Michelle wil wel terugkomen ‘Beats being grounded’
Idee is dat iedereen naar huis moet gaan met het idee van ik voel me begrepen: wil niet
zeggen dat er hetzelfde aantal minuten met iedereen wordt gesproken
Constant inschatten van hoe dicht je staat bij iedereen in het gezin.
Zorgen dat je je niet vastzet in de eerste indruk omdat veel dingen nog kunnen
evolueren. Michelle zou aanvankelijk voor de therapie wellicht gezegd hebben dat ze
nooit therapie zou willen maar tegen het einde ziet ze het toch zitten.
SESSIE 2
Michelle heeft een t-shirt met Puerto Rico opstaan: dit is een statement: het is belangrijk
voor mij
‘er is duidelijk nog iets dat je wilt dat ik moet begrijpen en denkt dat ik nog niet begrijp’ heel belangrijk: aangeven dat er dingen zijn die je misschien nog niet begrijpt maar
dat je het wel wil begrijpen eigenlijk door te zeggen dat je alles begrijpt dat mensen
zich gestopt voelen in het vertellen
Prof vraagt vaak: ‘in hoeveel % denk je dat ik je begrijp? bv. 70% kan je me iets
meer zeggen over de andere 30%?
Vooral Kathleen heeft last van het probleem omdat David vaak aan het werk is. Door te vragen naar wat er nu speelt Kathleen die spreekt want zij is er vaak over muziek
en kleding van Michelle en diens vrienden therapeut: idee dat als er gesproken wordt
over zoiets oppervlakkigs dat er iets onder zit zoals bv. etniciteit Michelle geeft aan dat het gaat omdat ze zwart en Puertoricaans zijn
Kathleen: het is niet omdat ze zwart zijn, ik ben aan hen gewend impliciet racisme: ik
ben tolerant, ik ben eraan gewend
Typische techniek: ‘Duidelijk zijn je ouders bezorgd om je en geven ze om je’ positieve
connotatie geven aan iets dat eerst negatief werd benoemd
Vader neemt niet deel aan discussie: kijkt van Kathleen naar dochter en andersom
Later in de tweede sessie vraagt de therapeute aan de ouders om even in de wachtzaal
te gaan zitten om even alleen met Michelle te praten maar is moeilijk want je kan niet
vragen om geheimen te vertellen en die dan tussen hen houden bedoeld om wat
veiligheid in te bouwen
Oppassen geen geheimen!
Vanaf het begin zeggen als je alleen bent : zeggen dat je geen geheimen wilt en dat alles
wat besproken wordt ook met de ander besproken moet kunnen worden Als ze beginnen met ‘ik heb het eigenlijk nog niet gezegd maar …’ zeggen ‘ben je zeker
dat je man/ander het ook mag weten?’
Als er toch iets gezegd is en dan je moet het geheim houden zeggen ‘je brengt me nu
wel in een moeilijke positie want ik kan geen therapie meer geven als ik een geheim moet houden. verantwoordelijkheid aan cliënt want ze was gewaarschuwd, je kan wel
helpen ‘is er een mogelijkheid om toch erover te praten met je man?’
Therapeute vraagt of ze iets tegen haar vader had gezegd Michelle: ‘Hij zou het niet
snappen’ zelfde thema als bij het beginnen en dan stoppen in de eerste sessie
12
Therapeut vraagt of ze haar moeder mist Michelle herhaalt de vraag en dan zegt ze
‘Vader snapt niet dat ik mijn grootmoeder zo belangrijk vindt, maar zij was er wel voor
me toen mijn moeder stierf. Maar het had mijn vader moeten zijn, het had hem moeten
zijn.’ in individuele therapie: vragen over hoe ze zich daarover voelt, hoe het voor haar was
in RGT: therapeute vraagt ‘heb je erover gesproken met je vader?’ als je op dat
punt komt van de emotie en beleving, zelf als therapeut afstand nemen en jezelf niet
belangrijk maken maar het belang van bespreken in het gezin aanhalen Belangrijk verschil! Individuele therapeut gaat ingaan op beleving maar de GT gaat
afstand nemen en de familiebanden aanhalen
Cruciaal: niet investeren in eigen relatie met de cliënt maar wel in de relaties tussen de
cliënten
Vraag: Kan je de broer erbij betrekken? eerst echt proberen de band tussen het kind
en de ouders aan te halen. PAS als het bij de ouders echt niet gaat (bv. ouders zijn dood,
schizofreen, gehandicapt, echt niet begripvol, enz.) naar de andere kinderen gaan om de
band daartussen te versterken.
Hier gedacht dat het nog wel mogelijk is om de band tussen vader en dochter te verbeteren. geeft raad aan dochter om met vader er eens over te praten
DERDE SESSIE
Enkel met dochter en vader
Dochter en vader naast elkaar op de zetel
Vader vraagt of het echt noodzakelijk is om te praten over de ziekte van zijn eerste vrouw therapeute zegt dat ze denkt dat het nodig is om hierover te praten met
Michelle erbij en vraagt of hij inziet dat het belangrijk is?
Therapeute vraagt Michelle om heel specifiek het moment te beschrijven wanneer ze gehoord heeft dat haar moeder is gestorven idee dat emoties meekomen met de
herinneringen die naar boven komen
In vorige sessie alleen met Michelle is Michelle beginnen huilen en zeggen dat haar vader
er voor haar moest zijn. Vader de kans geven om Michelle te steunen. Hoop dat de
vader zou helpen. Daarom belangrijk dat de therapeute daar niet alleen verder op was
ingegaan met Michelle om dit waardevolle van de steun van papa erbij te halen. Dit is de
kracht van RGT in de praktijk. Wij staan aan de rand als therapeut en vader en de
dochter zijn de spelers
Er was een boodschap op het antwoordmachine van een oom dat de grootmoeder was
gestorven. Michelle had dat gehoord bij het binnenkomen zonder dat de ouders er waren.
Ouders hebben dat daarna beluisterd zonder haar en er niets tegen haar van gezegd.
Vandaar haar boosheid en vijandigheid.
Daarna broer erbij gehaald (vader pruttelt eerst tegen) die aangeeft niet te begrijpen dat
vader zo snel hertrouwd is en of hij hun moeder dan wel echt graag had gezien?
Therapeute vraagt aan Michelle, broer en vader om samen naar het graf van moeder te
gaan om samen afscheid te nemen
Vader vond het belangrijk de tegenwerking in eerste sessie: zo vertrouwen in therapeute
gekregen.
Soort van trainer als therapeut om mensen op het veld zo goed mogelijk samen te laten
spelen. Beseffen te werken met verschillende personen met verschillende motivaties
13
Praktijk op zoek naar een theorie Gezinstherapie en zijn theoretische basis
LES 4, 5 EN 6 RGT Vorige les: emoties zijn richtingaanwijzers. Gebruik ze, maar niet overspoeld
geraken. Is normaal dat je van alles voelt, maar belangrijk dat je aanwezig blijft.
essentie van dit hoofdstuk
Theorie een hulpmiddel om in praktijk te kunnen gebruiken. RGT is ontstaan uit de
praktijk en daarna zijn ze woorden gaan zoeken om dit te gaan communiceren naar
anderen. Niet de praktijk aan de theorie gaan aanpassen maar een theorie zoeken die bij
de praktijk past.
Gezinstherapie en zijn theoretische basis – theorie is eigenlijk niet de basis, wel de
praktijk. Gezinstherapeuten hadden een theorie nodig om over de praktijk te kunnen
praten.
PARADIGMA
Thomas Kühn: boek geschreven dat de visie verandert heeft. Een belangrijk boek
maar aan de andere kant een boek dat de wetenschap naast zich heeft neergelegd.
Idee in boek dat wetenschap ontstaat uit revoluties (shifts in paradigma’s): het
introduceren van een nieuw paradigma leidt tot veranderingen in de wetenschap. Bv.
in fysica: Newtoniaanse visie en daarna deeltjes fysica. Newtoniaans is niet nutteloos
maar enkel voor bepaalde zaken nuttig. Typisch voor paradigmashift. Wetenschap
geeft een kader om naar iets te kijken en een shift is een verandering in dit kader.
Bv. de theorie van Darwin: gaf een ander kader om naar iets te kijken.
Belangrijk woord: iets anders dan een stroming!
Paradigma’s zijn van een hogere logische orde: er zijn twee paradigma’s en
daaruit zijn verschillende stromingen ontstaan
Revolutie is een shift in paradigma’s: wil niet zeggen dat vorige niet meer
bestaat. Enkel een nieuw kader, gebeurd niet om de haverklap.
“een samenhangend stelsel van modellen en theorieën die een denkkader vormen
waarmee de 'werkelijkheid' bekeken en geanalyseerd wordt”
PARADIGMA’S STRUCTUREREN
Paradigma’s zijn gebaseerd op basale metaforen De evolutietheorie??? eerst werden dieren gezien als een steeds bestaande
soort, maar men evolueert. Zo is het ook met paradigma’s.
De studie van het menselijk geheugen: altijd in termen van het tijdskader bv.
Egyptenaren in termen van een papyrusrol, Middeleeuwen in termen van een
boek, nu in termen van een computer. We spreken van input en output. We
gaan dit zo gaan bekijken maar is het zo in werkelijkheid. Je vertrekt vanuit een
metafoor maar je vergeet dat vanuit een metafoor bent vertrokken.
Metaforen vertonen een selectiviteit:
Paradigma’s belichten iets de gelijkenissen
Paradigma’s laten iets anders in het duister: enkel nog oog voor nieuwe
mogelijkheden. Weet niet meer dat het een metafoor is, zo dominant – iedereen
denkt zo.
14
Bv. belichting gelijkenissen menselijk geheugen en computer zoals lange termijn
en korte termijn geheugen of associatief werken. Maar er zijn ook verschillen
tussen de metafoor en het menselijk geheugen. Een mens heeft emoties en een
computer niet. Zo gaat associatief werken bv. via emoties. Vergeten is anders.
Bij een computer kan je opslaan en deleten maar bij een mens kan informatie
geleidelijk verdwijnen. Output is bij het menselijk geheugen afhankelijk van de
context.
PARADIGMA’S IN EEN WETENSCHAPPELIJK VELD
Gebeurd in 3 fasen:
Een nieuw paradigma wordt dominant: manier van kijken op grond van een metafoor
Bij een nieuw paradigma is men niet bezig bij wat men in het duister laat. Men is
vooral bezig met wat het nieuwe paradigma als mogelijkheden met zich mee
brengt. Bv. de metafoor met de computer: zo sterk dominant dat vergeten werd
dat het een metafoor is.
Het nieuwe paradigma wordt ingebed: iedereen begint op die manier te denken.
Het nieuwe paradigma stagneert: als de beperking op de voorgrond treden. Bv. het
netwerk is belangrijk en dan wordt het internet eerder een metafoor. Dingen die je
niet ziet komen, pas op voorgrond in de 3e fase. Het onbewuste wordt duidelijk, een
computer is niet de juiste benaming voor het brein. Eerder een netwerk (internet)
omwille van de vele verbindingen.
PARADIGMA’S IN DE RGT
Twee grote paradigma’s (even buiten beschouwing dat er ook RGT vanuit cliëntgerichte,
psychoanalytische en gedragstherapeutische kaders bestaan)
Deze vanuit de geëigende taal. Dat de woorden die bestaan wel nuttig kunnen zijn maar
soms ook te kort schieten. Vooral dat dynamische is moeilijk te vatten binnen de eerdere
psychotherapeutische termen.
A. Cybernetisch paradigma: evenwicht
B. Narratieve paradigma: verhaal
A. CYBERNETISCH PARADIGMA
CYBERNETICA
Uit de tweede WO ontstaan
Metawetenschap: Heel belangrijk in het ontwikkelen van computers, bouwkunde, psychologie, biologie, enz. wil principes ontwikkelen die bruikbaar zijn op
verschillende vlakken.
Zelf regulerende systemen staan centraal: in het systeem een zelfregulerend iets dat
zichzelf gaat aanpassen aan de eigen noden. Geeft van binnen uit informatie. bv. een thermostaat wel (dezelfde temperatuur behouden past zich aan) maar een
koortsmetend toestel niet. Deze laatste meet enkel.
Gesloten systemen – metafoor van machine
Open systemen – metafoor van biologisch mechanisme
15
GESLOTEN SYSTEMEN Gaan er vanuit dat het gezin een zelfregulerend systeem is denken in termen van
computers, maar als je het gezin als een computer beschouwd dan mis je vele
aspecten.
Gericht op bewaren van evenwicht!!!! = NORM
de homeostase/het evenwicht/ stabiliteit
negatieve feedback: als de afwijking te groot is dan trekken we een mechanisme
in gang dat de afwijking verkleint
circulaire causaliteit: Men gaat de toestand meten en nagaan hoever die afwijkt
van de norm en die dan aanpassen zodat die overeenkomt met de norm.
Belangrijk filmpje over cybernetica: man die op kabel, gespannen tussen twee gebouwen
over de snelweg, loopt van de ene naar de andere kant en een lange stok voor zich
houdt.
Dit is een cybernetisch systeem want het is gericht op het evenwicht houden. De
optimale toestand is op de kabel blijven staan. Als de afwijking te groot is dan gaat hij
compenseren door zijn stok anders te houden. Mechanisme nodig om de afwijking terug
in evenwicht te brengen. Dit is het model dat men is gaan gebruiken om naar gezinnen
te kijken. Een bepaalde sensitiviteit nodig om de afwijkingen te meten en daarna een
aanpassing om terug in evenwicht te komen.
Illustratie
Geen causaliteit (A B) maar circulariteit (alles is met alles verbonden en in interactie
met elkaar)
Je moet dit op elk gezin kunnen toepassen. ‘Spelen’ met deze manier van denken.
Waar zit de norm voor het evenwicht? Waar zit de sensitiviteit voor de afwijking? Hoe
wordt deze gecorrigeerd?
Belangrijk in de WO: basisidee hoe kunnen we correcties maken van de koers van een
raket? (Was zo dat bij het bommen gooien boven Duitsland, veel piloten overleden. Dus de vraag was hoe dit te doen zonder piloten raketten. Maar hoe de raketten op de
juiste plaats krijgen?) Samenwerking tussen leger en MIT.
16
Wanneer de theorie van RGT zich gaat baseren op de cybernetica dan gaat men het
denken communiceren in termen van machines. Lange tijd gezien als enige manier om te
denken over een gezin: als een zelfregulerend toestel. Heel wat aspecten van een gezin
krijgen echter weinig plaats. Is er wel een norm waarrond het gezin zich wel situeren?
Het enorm centraal stellen van evenwicht naast het denken i.t.v. toestellen. Maar een
mens wil ook groeien. Wie de baas is in het gezin blijft ongeveer stabiel maar er is
continu een verandering binnen het gezin. Bv. opgroeien van kinderen en het gezin past
zich aan maar ook de omgeving verandert en ook daaraan past het gezin zich aan.
OPEN SYSTEMEN
Het systeem is niet gesloten en staat niet op zich. Soms vereist het systeem dat het
evolueert. Bv. papa is de baas en mama de tweede in rang en dan zijn er kinderen.
Maar de vader verliest zijn job en wordt depressief en de vader zal minder sterk zijn
en minder leiding geven. Dus er zal dan een verandering ontstaan.
Negatieve feedback: afwijking verkleinen en terug naar evenwicht
Positieve feedback: maken afwijking groter en gaan naar een ander evenwicht bv.
moeder neemt rol over en hierdoor zal de positie van vader nog minder sterk worden
Gericht op interactie met omgeving en evolutie
het evenwicht stabiliteit, maar tegelijkertijd ook verandering (afhankelijk van de
omgeving)
negatieve feedback en positieve feedback (aanpassen aan de omgeving= nieuw
evenwicht)
Equifinaliteit en onvoorspelbaarheid: wanneer een grote verandering van
buitenaf dan kan je verwachten dat het gezin zich zal aanpassen maar je weet
niet hoe. Equifinaliteit: hetzelfde resultaat kan bereikt worden op verschillende
manieren bv. moeder neemt rol over, oudste kind, oom, of andere.
Weg van machines overgaan naar biologische systemen en het ecologische
denken. Bv. een grote storm en bomen weggemaaid en dan zorgt de natuur voor
nieuwe bomen dat in evenwicht is met de lucht, ondergrond, dieren, enz.
Als je kijkt naar een gesloten systeem dan kijk je naar de interacties tussen de
verschillende delen binnen het systeem. Als je kijkt naar een open systeem dan ga je
ook kijken naar de omgeving die ook een invloed kan hebben. Dit laatste wordt als
ecologisch benoemd. Vroeger bestudeerde men dieren in gevangenschap maar pas
later het dier gaan bestuderen in zijn omgeving (o.w.v. hersencellen).
GREGORY BATESON
Man die de stap van cybernetica naar RGT heeft gezet.
Echtgenoot van Margaret Mead (belangrijke antropologe)
In jaren ’50 gevraagd om een onderzoeksproject te leiden naar communicatie en
specifiek naar communicatie binnen gezinnen met een schizofrene patiënt.
Wellicht het begin van de academisering.
Double bind hypothese: paradoxale communicatie binnen gezinnen en schizofrenie
een gevolg van dit. Klopt niet (eerder andersom: schizofrenie eerder oorzaak).
Eerste orde verandering - tweede orde verandering (effectiever)!
Gezegde: ‘Give a man a fish and he eats for a day, teach him how to fish and he
eats for a lifetime.’ Eerste orde: give a man a fish moet je hem altijd eten geven
17
Tweede orde: teach him how to fish kan hij voor zichzelf zorgen, vaardigheid
leren
Bv. Files oplossen naar Brussel. Eerste orde verandering bv. een extra rijvak
maar dan te weinig parkeerplaatsen en andere nadelen. Tweede orde bv. iets
doen aan het openbaar vervoer.
Eerste orde: persoon wordt afhankelijk van je. Tweede orde: onafhankelijk.
Bv. hulp in derde wereld landen: eerste orde: voedsel afleveren, tweede orde:
leren landbouw en economie opbouwen
In RGT belangrijk! Therapeut mag het probleem niet oplossen voor het gezin
want dan komen ze volgende keer weer terug maar het gezin leren hoe het zelf
de problemen kan oplossen door bv. probleemoplossende vaardigheden aan te
leren.
Ecologische cybernetica en het gevaar van bewuste controle: gevaar van het
maximaliseren van winst en enkel rekening houden met maar één ding en niet met
de anderen bv. uitroeien van bizons omwille van de vachten in Amerika. Daardoor
geen bizons meer en nadelige effecten voor indianenstammen. Bv. hout gaan
kappen waardoor de bodems kapot zijn gegaan. Enkel gekeken naar het behalen van
de winst maar niet naar de nadelige gevolgen.
CYBERNETISCHE KIJK OP GEZIN
Het gezin als zelf regulerend systeem
Belicht: circulariteit, feedback processen, homeostase,..
Verbergt: persoonlijke verantwoordelijkheid, schuld, ongelijkheid,..
Bv. evenwicht dat er rust is tussen de ouders. Op een moment ontstaat er bijna
ruzie dan kan bv. de mama zeggen ‘laten we er maar over ophouden’. Als dat
niet lukt dan kan het zijn dat een kind vraagt te stoppen. Als dat niet lukt dan
kan het zijn dat een kind belt naar de grootmoeder en ze stoppen dan. Maar wat
als de grootmoeder dan sterft? Wat als dit mechanisme dan wegvalt? Bv. het
kind kan niet meer bellen naar de grootmoeder maar krijgt nu bv. een aanval
van hyperventilatie waardoor de ouders bezorgd worden.
In termen van veranderende eisen en mogelijkheden en in functie daarvan gaat
het kind zich aanpassen. Aan een nieuwe fase
Bv. stel er is een bos met konijnen en vossen. Er komt een groep jagers die
eerst een groot deel van de vossen doodt. Daardoor nemen konijnen toe. Hierna
nemen de vossen toe omdat er genoeg eten is. Daarna nemen de konijnen weer
af.
Vraag verschil positieve en negatieve feedback (GEEN evaluatie)
Negatieve: zorg dat er stabiliteit is (vb. alles aan doen dat de koorddanser blijft op
het koord, de kleine bewegingen van de stok zorgen dat je recht blijft staat).
Stabiliteit krijg je door kleine veranderingen aan te brengen (vb. ipod, je moet kleine
veranderingen doen om de macht te hebben, niet helemaal want anders product
verloren).
Positieve: nog meer uit evenwicht brengen, onevenwicht vergroten (vb. korddanser
laten vallen).
Dus cybernetica zegt moeilijk wat goed en slecht is.
(vb. nieuwe inzichten en DSM bij psychiatrie extreem veel kritiek = goed, geeft nog
meer onevenwicht maar erna terug evenwicht en verbetering)
Bleekweide: gezin met drie dochters en moeder of vader gestorven. Er waren veel
conflicten tussen de dochters.
18
In sommige gezinnen is het pijnlijk om zelfs conflicten te vermijden en evenwicht na te
streven! Het gezin blijft in evenwicht omdat ik onevenwicht creëer op de andere niveaus,
Vb. ouders hebben chronisch trauma meegemaakt, willen geen confrontatie om met het
trauma om te gaan. Die ruzies maken dat ze niet beginnen na ye denken over wat hun
vroeger is overkomen, Vermijd om ruimte/herinneringen te hebben aan het verleden.
Dus multiproblem gezin (‘families in prepatual crisis’, voorturend nieuwe crisissen)
Zorgt dat je als therapeut niet dieper geraakt, om aan het trauma te werken
Het evenwicht is eigenlijk het onevenwicht (ik heb liever NU conflicten dan om te
gaan met wat er vroeger is gebeurt, duwt me anders in depresie) Dus al het negatieve kan ook positief zijn CYBERNETICA, geen evaluatie, het zien
als een mechanisme!
Oefening Familie Peeters: toepassen van het cybernetische
Huiswerk: op toledo staat een korte beschrijving van een gezin (oefening gezin Peeters).
Uitprinten en ernaar kijken op een cybernetische manier. Aan de hand van die casus
tonen dat je kunt kijken naar dit gezin vanuit het cybernetische systeem (aannemen dat
het gezin geen multiproblemgezin is).
Kernwoord: (on)evenwicht (ALTIJD vernoemen bij het examen)
In eerste 8 regels: over welk (on)evewicht gaat het in dit gezin
Onevenwicht is geen individueel probleem MAAR de problemen zijn een oplossing
voor evenwicht!
Gezin in conflict onevenwicht
Dan pas kijken naar de individuele gedragingen die dit onevenwicht willen herstellen
(feedbackmechanismen: hoe werk het gezin samen om het gezin in evenwicht/
onevenwicht te houden)
Negatief: leiden tot evenwicht
Positief: leiden tot meer onevenwicht
Moeder wil evenwicht bewaren door iedereen aan te moedigen voor het kerstfeestje
Moeder haalt er derden bij (CBJ, co-ouderschap): gezin voelt zich macheloos om het
evenwicht te herstellen (hangt samen met schaamte schuld, machteloosheid)
Willen in eerste instantie erkenning voor deze machteloosheid en schaamte, geen
diagnosestelling! Vb. dat je je best hebt gedaan, dat het niet jouw schuld is Hoe gaan mensen om met conflicten in de sessie zien van feedbackmechanismen
die ook thuis gebeuren. Dus als therapeut niet direct op ingaan, conflict eerst laten
gebeuren en observeren (hoe reageren ze, hoe geraken ze hieruit) want uiteindelijk
vindt elk conflict een oplossing
Vb. mechanismen die het conflict stoppen: weglopen van moeder (negatieve
feedback). Deze persoon niet tegen te houden, dan blijft het conflict bestaan,
escalatie. Weglopen is een manier om het conflict binnen de grenzen te houden en
een manier van rust te creëeren.
Wat beschouw je als je het evenwicht dat je wil observeren : vb. de evenwicht thuis
is anders dan op school (vb. dochter blijft thuis van school onevenwicht school).
Zwijgen van vader is negatieve feedback. Therapeuten willen altijd praten maar dit kan in een gezin leiden tot kwetsen en conflict HET HEEFT DUS SOMS EEN
FUNCTIE (vb. ik zwijg want anders word ik boos en ga ik slaan).
Probleem met cybernetica: iets wat op het ene niveau goed is kan op het ander
niveau slecht zijn. Heel verwarrend!
Joris? Zien of het positief/negatief is door de interactie te observeren en het effect
van zijn symptomen te zien.
Vb. het hebben van een gezamelijke externe vijand (v. terrorisme) komt er
cohesie (vb. VS). Het evenwicht in het land wordt vergroot door het onevenwicht
binnen het land en tussen de landen. Dus we hebben altijd een vijand nodig.
Meer evenwicht bij vader dan bij moeder en het werkt elkaar in de hand
Vb. Deel van Israël wil vrede, dan minder conflict met Palestijnen maar wel meer
conflict binnen Israël!
19
Video olifant en slak: cybernetisch naar kijken
Kern: EVENWICHT (wat gebeurt ermee en hoe blijft het bewaard)?
Niet kijken naar de intentie maar naar het effect van gedrag!!!!
Droog zijn als evenwicht, nat zijn als onevenwicht en proberen terug droog te zijn om
het evenwicht te herstellen
Huisje als evenwicht en dat gaat op een bepaald moment kapot. Positieve feedback
want het wordt een nieuw huisje. Crisis zorgt voor een moment van destructie
(negatief) maar daaruit ontstaat er iets positief (een raampje, zo kunnen nieuwe
dieren naar buiten kijken).
Verschillende niveaus van (on)evenwicht: droog zijn, huisje en relatie met olifant
Relatie: eerst zegt hij dat de olifant moet weg gaan want hij heeft het huisje kapot
gemaakt maar hij is niet boos. Erna herstelt hij het huisje op zo’n manier dat de
olifant/andere dieren er nu wel in kan.
Video Metallica, conflicten en hun therapie (zanger vs. drummer)
Derde partij dikwijls proberen te bemiddelen om te komen tot het herstellen van
evenwicht (vb. gitarist, “kom laat ons gewoon verder doen”). Indien je nieuw
evenwicht wil moet je het conflict laten gebeuren (vb. laten knikken ipv zeggen “pas
op dat je niet knikt of het gaan kapot”)
Vb. politiediensten België: verschillende diensten en werkten niet goed samen. Door Dutroux zijn er rellen geweest crisis willen veranderen en nu nieuwe diensten.
DUS soms is het belangrijk om juist geen rust te brengen zodat er iets nieuws kan
ontstaan!!! Weglopen: spanning daalt, wordt dag later over gepraat evenwicht terug ok.
Woorden kiezen: om conflict te laten dalen en ze het niet erger maken.
Neemt deels schuld op zich (“ik heb een baaldag”) en waarschuwt zodat het niet uit
de hand zou lopen.
B. NARRATIEVE PARADIGMA
INLEIDING
Taal is belangrijk. In cybernetica taal en communicatie strategisch gebruikt om een
evenwicht te bekomen.
We maken samen onze sociale wereld die onze binnenwereld vormt
We gaan betekenis geven aan wat er in ons gebeurt. Mijn omgeving geeft woorden
waarmee ik mijn beleving kan beschrijven. Ik krijg ook wat helderheid in wat binnen
in mij is doordat ik er woorden aan kan geven, dit is ook één van de belangrijke
processen in therapie.
Eind jaren ’80 ontstaan: te maken met algemene verschuiving. Specifiek binnen RGT
kritiek op cybernetica omdat enkel het effect belangrijk is, de intentie deed er niet
toe. Maar dan kan je niet spreken van slachtoffer, onrechtvaardigheid, enz.
Circulariteit houdt in dat ze daar mede verantwoordelijk aan zijn. Dit is echter niet de
bedoeling geweest van de cybernetica.
Centraal stellen van ethiek. De waarheid loslaten: de waarheid bestaat maar wij
weten niet wat die is. We weten nooit wat dé waarheid is. Iedereen kijkt vanuit een
verschillend perspectief, vanuit verschillende belangen naar iets.
Je kan wel zeggen of er ergens een olifant staat of niet maar bij complexe zaken is
het moeilijk. Bv. man die tegen vrouw zegt dat die hem niet meer graag ziet, waarop
vrouw reageert ‘hoe kan je dat zeggen, na al wat ik gedaan heb voor jou’, waarop
man reageert ‘dat is geen liefde, dat is medelijden’ wat is liefde?
Bv. Kim De Gelder: psychiaters zien verschillende dingen vanuit verschillende
belangen maar het ligt ook dicht bij elkaar
Loslaten dat je de waarheid kan kennen en dat er procedures bestaan die ons
onomstotelijk tonen wat de waarheid is.
20
Een nieuw paradigma:
Sociaal constructionisme
Postmodernisme: overkoepelend over diverse wetenschappen
Narratieve psychologie: verhalen over hoe we zelf zijn
Poststructuralisme: normen, zeggen wat goed en niet goed is
Dialogisme: leven is een dialoog
zijn niet onafhankelijk van elkaar bv. sociaal constructionisme is ook een vorm van
postmodernisme, omwille van didactische redenen uit elkaar gehaald. Vijf verschillende
manieren om over taal en werkelijkheid, en dus therapie na te denken
Ethiek: belangrijk, net omdat men het idee van de waarheid loslaat. Je kan niet op
grond van ideeën van waarheid ethische beslissingen maken. Je doet het op grond
van waarden, op grond van wat voor wereld willen we samen creëren. Men is vanuit
die waarden sterk op zoek naar hoe men therapie kan vormgeven. Hoe kan men
rekening houden met rechtvaardigheid, inclusiviteit, enz.
Therapeutische relatie van samenwerking
SOCIAAL CONSTRUCTIONISME
Heel wat technologische vooruitgang… Maar, kennen we de wereld zoals die is?…als
kenners zijn we gesitueerd in tijd en ruimte …
De historische en culturele dimensie is belangrijk bv. hoe wij nu gezinnen
vormen is anders dan vijftig jaar geleden, anders dan in Afrika
We construeren onze kennis d.m.v. de taal die we aangeleerd hebben gekregen om
de wereld te beschrijven en te structureren- Cfr. Ludwig Wittgenstein – Language games ‘waarover men niet kan spreken, moet men zwijgen’
Men kan niet spreken over al die belangrijke dingen: liefde, God
Je kan taal gebruiken om dingen in de wereld aan te duiden bv. stoel, tafel je
geeft alles één naam
Later op terug gekomen dat hij belangrijke dingen heeft gemist
Taal wordt vaak gebruikt voor andere doeleinden dan het beschrijven van de
werkelijkheid Bv. ik verklaar je man en vrouw maakt soms ook de werkelijkheid
Heeft vaak de functie iets te creëren
Hangt af van de context ‘language game’: een woord krijgt maar betekenis
binnen het woordenspel, hangt af van de context
Vroeger dacht hij dat een woord één betekenis heeft (eerste boek) maar nu
begrijpt hij dat een woord een nieuwe betekenis krijgt in een ander language
game/ een andere context: het gaat om het GEBRUIK van het woord, het gaat
niet om de betekenis van het woord op zich maar om het gebruik
Bv. “Dit is de koning.” koning Albert, koning bij schaken, koning bij kaarten
Bv. “Dit is werk voor een vrouw.” koken, strijken, wassen, naaien
Language game
Praktijk staat centraal
Context is zeer belangrijk
21
Bv. vroeger oom in therapie geweest die zelfmoord heeft gepleegd of vroeger oom die na therapie heel gelukkig is geworden, als je dan zegt ‘het is heel serieus’ dan
gaat dit een andere betekenis krijgen
Bv. ‘meneer we gaan met u beginnen’: hoe dit wordt begrepen, hangt af van de
context: bv. ik ben de vader, ik ben schuldig, enz.
Door taal te gebruiken gaan we samen een werkelijkheid creëren waarin we leven
http://www.taosinstitute.net/kgergen-videos
Psychisch lijden en de DSM taal
DSM als sociale constructie – gesitueerd in tijd en ruimte
Pathologisering van het dagelijkse leven
Disease framing theory (Aronowitz): zegt dat het voorkomen van ziektes in de
popul atie bepaald worden hoe ze gekaderd worden
Denk na in termen van bruikbaarheid, hoe help ik dit gezin door bv. van autisme
te spreken
Je moet niet beginnen discussiëren over bv. autisme bestaat op zich niet, ASS is
het juiste, enz.
Bv. gezin dat al bij vier therapeuten is gaan vragen of het autisme is nagaan
waarom het zo belangrijk is, wat de functie is voor het gezin
Ook psychologische manier van kijken
Wil je therapeutisch werken dan moet je vertrekken van wat goed gaat, als er
echt gebreken zijn dan moet je die aanvaarden
Een probleem wordt vaak aan één persoon toegeschreven
Bv. een klas met een goede sfeer waardoor alle kinderen goed presteren, daarna
komt een nieuwe leerkracht die druk legt en competitie benadrukt, dan gaan de meest kwetsbare kinderen uitvallen zou fout zijn om alles te wijten aan de
enkel individuele kwetsbaarheid
Sociaal constructionisme als inspiratie voor de gezinstherapie
De therapeut is gesitueerd in tijd en ruimte
o De betrouwbaarheid van diagnoses is heel laag, verschillende diagnoses bij
verschillende therapeuten7
o Therapeut is geen onfeilbare expert
De cliënt als expert (not-knowing)
o Andere expertise: therapeut heeft kennis over hoe je mensen kan helpen en
cliënt heeft expertise over zijn eigen leven en gezin
o Relativeren expertise therapeut: heeft geen universele kennis
o Samenwerkingsrelatie is noodzakelijk: bewezen in outcome onderzoek
Theorie/kennis als oriëntering die al dan niet nuttig is: theorie helpt ons als iets
dat ons oriënteert op bepaalde dingen maar niet als universele kennis
o Bv. in nieuw samengestelde gezinnen: ouders hebben voor elkaar gekozen,
de kinderen niet kan ons helpen te oriënteren
o Waarheid en kennis moet vooral nuttig zijn om samen met de cliënt iets te
creeren in de toekomst!!!!! Niet om iets te beschrijven nu.
o Je kan niet alles beweren. Wat je beweert, moet waar zijn binnen een
bepaalde context waarin het relevant is!!!
o Hoe kan je verder samenleven ondanks de verschillen, waarvan je uitgaat
vanuit deze manier van denken!!!
22
Kenneth Gergen
Proposities
1. Whatever there is makes no requirements about how we talk about it, how we
characterise it, how de depict it, …
Wat het is, maakt geen eisen over hoe we het moeten noemen. Bv. een stoel
zegt niet dat we het een stoel moeten noemen.
Een flesje water vraagt niet hoe we het noemen. We kunnen ook zeggen dat het
een plastiek flesje is, of dat het water is, of dat het het milieu belast.
De gemeenschap stelt wel eisen om te benoemen wat het is. Bv. kind dat zich agressief gedraagt, zich terugtrekt, altijd op kamer zit, enz. ouders willen
weten wat het is. We gaan zoeken hoe we het een naam kunnen geven. Deze
sterke sociale drang is er om te benoemen wat het is.
Bv. Kim De Gelder: wat is het?
Is het nuttig: creëert het een betere wereld als ik over die jongen zeg ‘hij is
schizofreen’ of ‘hij gaat door een moeilijke periode’, het tweede laat meer mogelijkheden voor wie is het nuttig? Voor de maatschappij of de cliënt? Als
je werkt vanuit sociale verantwoordelijkheid, dan verandert alles. Bv. stel dat je
een verslag moet maken voor de jeugdzorg, stel dat een moeder haar kind slaat
dan zal zij dat niet gaan zeggen
We hebben meldingsplicht maar ook nadelen bv. cliënt die fantaseert over
kinderporno, als die terecht kan bij een therapeut dan kan die daar in die
context zijn verhaal kwijt, wat misschien kan voorkomen dat hij effectief een
kind verkracht
Het hangt af van de context wat verteld wordt
2. How we talk about things is funtion of the community of which we are part
Taal krijgt betekenis binnen context bv. eigen beroep bv. naar boom kijken:
houthakker of schilder
We construeren dingen op een sociale manier: afhankelijk van de context gaan
we dingen benoemen.
Het is sociaal: je kan dit niet op je eigen doen. Bv. je werkt in een team en je
gaat in gesprek met een cliënt en jij bent niet voor diagnoses maar de
teamleider wil een diagnose dus je moet laat ruimte voor machtsverhoudingen
We worden heel sterk sociaal beïnvloed
Bv. dagboek: je gebruikt woorden die sociaal geconstrueerd zijn, je bent ook
met anderen bezig bv. ik had beter gezegd dat ik bezorgd was dan boos te worden hierdoor ga je volgende keer misschien anders reageren
Datgene wat je zegt in een therapiesessie is sociaal geconstrueerd: wat er
verteld wordt door de cliënt wordt beïnvloed door de sociale context
3. There are no value neutral descriptions… All descriptions Carry with them certain
kinds of ways of life
Ons praten is nooit waardenvrij
4. Social constructionisme is not true ; it’s a way of orienting in life… it does not
eliminate traditions or points of views (multplicity)
Wel manier waarop je je kan oriënteren. Er bestaat geen absolute waarheid dus
kan je ook niet zeggen dat hun benadering juist is. Het helpt wel keuzes te
maken en absoluten te relativeren.
Idee dat therapie hetzelfde is als in de jaren ’60, is niet juist. Kennis beschrijft niet enkel
maar vormt ook.
Het is niet één duidelijke, concrete theorie maar allerlei manieren van denken bij elkaar.
Het is steeds in beweging, het komt van onder uit hetzelfde dak ‘dat taal niet enkel
beschrijft maar ook vormt’.
Het gaat over manieren zoeken hoe we de wereld beter kunnen organiseren.
23
POSTMODERNISME
Jean-François Lyortard, Jacques Derrida, Gilles Deleuze, …
Niet te definiëren
Reactie op modernisme en vooruitgangsdenken: vanuit verlichting, tegen de Kerk in,
voor zichzelf denken, als we weten hoe de wereld in elkaar zit, kunnen we van de
wereld een goede plaats maken bv. honger uit de wereld helpen
Vanalles begon mis te gaan
Men begon te zien dat door de vooruitgang ook dingen verkeerd ging
Bv. technologie gebruikt om Joden op massale schaal te vermoorden tijdens
WOII
Van daaruit postmodernisme ontstaan
Modernisme
Manifeste fenomenen verbergen onderliggende, essentiële betekenissen
Interpretatie: experten voor nodig
Bv. droomduiding van Freud, Freud was modernistisch denken, hij begon vanuit
de manifeste betekenis van de droom en ging naar de latente duiding ervan; vrij
associëren op elk element van de droom
o Bv. gedroogde bloem en boek: boek staat voor zoektocht naar kennis, de
gedroogde bloem verwijst naar weggekwijnde vrouwelijke seksualiteit
Psychoanalyse was niet enkel modernistisch maar ook postmodernistisch
Studie van Bijbelteksten is typisch modernistisch
Postmodernisme
Niemand heeft gepriviligieerde toegang tot de waarheid: er bestaan geen
experten die de onderliggende betekenis kunnen duiden, niemand heeft toegang
tot de waarheid en als die beweert van wel dan draait het om macht
Bruikbaarheid als criterium van kennis (ipv waarheid) neo-pragmatisme: in
de psychologie verbonden met de psychologie van de praktijk, men gaat kijken
naar bruikbare kennis die op sommige plaatsen te gebruiken is, de lokale kennis
Modernisme Postmodernisme
Essentie
Universaliteit
Onderliggende patroon
Authentieke zelf
Hiërarchische structuur
Waarheid
Ware kennis
Multipliciteit
Lokaliteit
Context
Dialogische zelf
Rizoom struktuur
Waarden (ethiek)
Bruikbare kennis
tabel is erg modernistisch
Essentie: wetenschappers op zoek naar de essentie maar diverse wetenschappers
hebben verschillende ideeën (multipliciteit: diverse ideeën over de werkelijkheid)
Context: wat is er rond het probleem
Authentiek: hoe je echt bent, naar buiten toe is anders
Dialogisch zelf: het zelf dat ik toon is bepaald in de context, het authentieke zelf is
niet te kennen, we hebben verschillende zelf’en in verschillende contexten
Postmodernisme: we weten niet wat de waarheid is maar we hebben wel waarden
24
Rizoom:
Meeste planten hebben een hiërarchische structuur zoals een boom en dan kan
je op zoek gaan naar de essentie bv. de wortels
Een rizoom is iets anders, er is geen dieptestructuur, alles ligt aan de
oppervlakte, graswortels gaan niet diep, het is een netwerk en die zijn allemaal
even groot, een groot netwerk van allemaal vertakkingen maar geen hiërarchie
Bv. het internet: alle computers zijn deel van het netwerk en er is nauwelijks
hiërarchie hierin
Typisch metafoor dat goed binnen de RGT past
RGT kan belangrijke metaforen uit het postmodernisme gebruiken om over de
praktijk te praten
Dé kennis bestaat niet maar dat hoeft ook niet, kennis moet vooral nuttig zijn
Filmpje: Gilles Deleuze
Postmodernisme: idee krijgt vorm in een bepaalde context
Voor de moment de meest invloedrijke filosoof in ons domein
Modernistisch stelt belang aan ontcijferen, dit helpt niet volgens postmodernisme
Idee van plunderen is belangrijker dan begrijpen: sampling: je gaat stukjes nemen
uit muziek en dat opnieuw in een andere context gebruiken
Verschillende zaken gebruiken om er iets nieuws van te maken
Typisch Deleuze: samenwerken met drie architecten uit verschillende steden aan een
Koreaans kerk binnen NY, waarbij de fabriek niet helemaal wordt weggevaagd maar
een deel behouden waarbij de kerk als een tijdelijke occupatie van de fabriek kan
bezien worden
Wat heeft dit met RGT te maken?
Iedereen is in dialoog met elkaar, ieder gezinslid heeft zijn eigen perspectief binnen
het gezin en het gezin is als geheel ook in beweging
Geeft woorden en kan je meer rust geven, voor beginnende therapeuten kan het
rust geven dat ze niet moeten zoeken naar de waarheid omdat die niet te vatten is,
geeft aan dat het complex is
Kunnen leven in chaos en complexiteit en je daar niet door laten wegspoelen
In de traditionele wetenschap is men op zoek naar de enige waarheid, dit is een
valkuil binnen de RGT: het idee van de rizoom is belangrijk omdat men dan open
staat voor de complexiteit van het netwerk en dat je er zelf een deel van bent maar
je bent geen baas maar een knooppunt. Geen hiërarchie want wat de één zegt, is
niet belangrijker dan wat de ander zegt.
Een postmoderne kijk op RGT:
Het belang van knowledge in action, en niet-theoretische kennis, de theorie ga je
in de praktijk weinig gebruiken in het algemeen, maar vooral die die nuttig is
gebleken binnen de praktijk
Het belang van ethiek (waarden): niet wat men waarneemt, niet de ‘waarheid’,
maar wel hoe kan je bijdragen tot een betere wereld, hoe kan je bijdragen dat
het gezin gelukkiger is
Complexiteit van gastvrijheid (Derrida): als therapeut moet je gastvrij zijn t.o.v.
de gasten (cliënten): openstaan voor wat de cliënten te vertellen hebben
o Bv. je kijkt naar tv en de bel gaat en er staat een vreemde voor de deur
o Hetzelfde kan je zeggen voor de therapeut: het gezin is de andere, open
staan voor het verhaal van de andere
25
o Gastvrijheid is een ethische waarde maar die je in werkelijkheid niet in
praktijk kan brengen omwille van (subtiel) geweld bv. ‘waarmee kan ik je helpen?’ je creëert een hiërarchie met jezelf als hoger staand, bv.
‘welkom in mijn huis’ geeft aan dat het huis van die persoon is, gewoon al
het Nederlands praten alsof je er vanuit gaat dat de ander dat ook verstaat,
is al een vorm van geweld
o Vaak geweld dat de persoon die het aandoet niet ziet maar de aangedane
wel
o De gastheer kan ook geweld aangedaan worden want wordt uit zijn rustige
avond gehaald en wordt voor een ethische keuze gesteld
o Ook in therapie: therapeut spreekt een bepaalde taal, ook therapeutische
taal en verwacht dat de ander dat begrijpt
o Ook therapeut wordt geweld aangedaan aangezien die verontrust wordt door
de verhalen van de cliënt
NARRATIEVE PSYCHOLOGIE
Belangrijke stroming
Basisidee is het verhaal
Andere manier van weten (net zoals bij vorige stromingen)
Het traditionele weten is logisch wetenschappelijk en mathematisch: wetmatig-
heden omschrijven op grond waarvan men de werkelijkheid kan voorspellen en
beïnvloeden. Gericht zijn op betekenissen. Het gevolg hiervan is dat belangrijke
zaken binnen de therapie uit de boot gevallen zijn bv. wat dromen zijn, wat
liefde en vertrouwen is, enz. Men neemt de stukjes die men kan meten, wel mee
maar datgene dat niet meetbaar maar wel belangrijk is, wordt niet meegenomen
Narratieve: het particuliere is belangrijk, niet meten. Authenticiteit is belangrijk.
Hier en nu: wat het betekent het voor jou in het hier en nu? Bv. liefde.
Narratief weten Logisch-wetenschappelijk weten
Particuliere, authentieke verhalen over wat
er gebeurd is op een specifieke plaats, op
een specifiek moment
-Wat betekenisvol is…
Abstracte, rationele, mathematische
proposities die de werkelijkheid beschrijven
- Wat meetbaar is…
Kenmerken van verhalen:
1. Sequentialiteit: in een verhaal worden de dingen in een bepaalde volgorde
geplaatst, tijdsdimensie vnl. in volgordes (soms gaat het over minuten en soms over
jaren dus minder over hoelang maar vnl. de volgorde)
2. Selectiviteit: altijd een selectie van wat je zou kunnen vertellen, je gaat bv. ook
vertellen over datgene waar de ander in geïnteresseerd is. Belangrijk binnen
therapie: wat gaat de cliënt selecteren en waarom. Belang van kwetsbaarheid want
gaat meestal niet beginnen met het meest kwetsbare, eerst vertrouwen naar
therapeut en gezin toe opbouwen.
3. Subjectiviteit: het wordt specifiek verteld vanuit een subject perspectief: ‘ik heb
dat meegemaakt’. Dat perspectief is belangrijk want ieder heeft zijn perspectief en
het is belangrijk om te kunnen werken met de verschillende perspectieven. Bv. een
sprookje vanuit verschillende perspectieven
4. Ambiguiteit over waarheid: we moeten waarheid loslaten want we weten niet of
het waar is maar belangrijk dat het authentiek overkomt (we weten het niet zeker).
We moeten het gevoel hebben dat iemand uit zichzelf praat en dit is een soort
waarheid, niet de absolute maar authenticiteit.
Heel toepasselijk geweest binnen RGT!
Identiteit als verhaal: Het zelf is een verhaal dat voortdurend opgebouwd wordt in
onze relaties met anderen, en met name in het vertellen over onszelf aan anderen
26
Ik ben het verhaal dat vorm krijgt, is niet vaststaand, hangt af van het publiek,
fluctueert ook in de tijd
Bv. als de man gelukkig is in zijn huwelijk of daarna ongelukkig en gescheiden
en dan vragen hoe zijn huwelijksdag was ander antwoord, andere aspecten uit
gehaald, ander verhaal
Synchronische en diachronische integratie: meer gestroomlijnd maken om de complexiteit . ‘Anderzijds … Enerzijds … Ik was in de war’ tegenstrijdigheid in
het woord ‘verwarring’ meegegeven. Onze ervaringen in iets samenbrengen dat
begrijpelijk is voor de ander en jezelf. Jezelf beter leren kennen door het verhaal
te vertellen. Ontstaat tussen het ik en de ander.
Identiteit als evenwicht tussen ik en de anderen
Maatschappelijke statuut van verhalen veranderd. Bv. vroeger fabels, parabels,
bijbel, mythes, sages, enz. Na de verlichting: oppassen met verhalen want zijn vaak
niet juist en misleidend. Psychologie heeft een groot wantrouwen opgebouwd want
we gaan niet geloven wat de cliënt ons vertelt, we gaan het gaan meten. Verhalen
nu als entertainment. Misschien de enige plek waar verhalen nog gewaardeerd
worden als een authentiek en waardevol verhaal is binnen de therapie. Het wordt
verwelkomd: ‘ik wil naar jou luisteren, jou begrijpen, weten wie jij echt bent’. De
respons is dan vertrouwen en herkenning i.p.v. wantrouwen. Rogeriaanse principes
als basis voor therapie. Aanvaarding van het verhaal.
Therapie is een plaats waar verhalen kunnen verteld worden en waar verhalen
gewaardeerd worden: verhalen mogen evolueren. Verhalen mogen veranderen; je
wordt niet gepakt op dingen die tegenstrijdig lijken.
Therapie als een zoektocht naar een nieuwe identiteit (een nieuw verhaal). Zie bv.
narratieve therapie van White (re-authoring, externalizing, witnesses,…): therapie
als een soort van ritueel waarbij je jouw identiteit wijzigt.
POSTSTRUCTURALISME
Heeft in zekere zin ook met identiteit te maken
Michel Foucault
…op welke wijze onze identiteit mee bepaald wordt door onze sociaal/culturele
context zoals die vorm krijgt in schijnbaar onschuldige praktijken in ons dagelijks
leven (bv. school, TV, reclame, doktersbezoek, enz.)…
Het authentieke zelf bestaat niet: er is geen oer- of natuurlijk zelf
Filmpje
Chompsky: structuralist: onderliggend aan de werkelijkheid is er een structuur die
aan de basis ligt bv. taal: de basisstructuur van de taal is hetzelfde, hetzelfde met
ontwikkeling: er kunnen wel wat culturele verschillen maar iedereen heeft bv. een
Oedipuscomplex
Foucault: Er is geen basis/oerstructuur van waaruit alles voortkomt.
Nadenken over wat een ideale samenleving is
Chompsky: ideaal dat de mens niet onderdrukt wordt, de maatschappij
veranderen zodat de mens authentiek kan zijn, liefdevol, enz.
o Hij vertrekt vanuit dat wij zouden weten wat het fundamentele van de
menselijke natuur is. Hij gaat er vanuit dat er aan de basis een menselijke
natuur is en dat wij weten wat dat is. ( post: we kunnen niet weten wat
het fundamentele is)
27
o We hebben anarcho-syndicalisme nodig: een maatschappij gebaseerd op
communistische waarden, waarin het syndicaat (vakbond) een belangrijke
rol speelt)
o We vertrekken vanuit een idee: wat is de mens
Foucault: wat is dat een basisstructuur, dat natuurlijke? Dat weten we niet. We
weten niet wat de persoon echt is dus hoe kunnen we onze ideale maatschappij
daarop baseren? We worden allemaal beïnvloed door onze omgeving.
o Ik weet niet wat een ideale samenleving is
o Als we nu gaan denken over een ideale samenleving, dan gaan we deze
machtsstructuren terug vinden in de volgende samenleving. Bij revoluties zie
je dat ook dat het vaak daarna terug van hetzelfde is. We moeten nagaan
hoe de macht in deze samenleving werkt. We denken dat de macht enkel bij
de politici, het leger, enz. ligt maar ook op plaatsen waar we het niet
verwachten bv. docenten, mensen op tv, enz. Vroeger straffen bv. geselen
maar nu is het een soort opvoeding waarin wordt bepaald hoe wij ons
moeten gedragen. Ze bepalen heel sterk onze zelfkennis en eigen waarde.
Kennis is macht (the facts!)
We moeten kijken naar de feiten: maar het hangt er wel vanaf waarop men
inzoomt en waarop niet
Feiten zijn altijd gekleurd door je eigen bedoelingen
Feiten aan anderen opleggen, is macht bv. docent
Vanuit de wetenschap ontstaat er kennis over wie-we-als-mens-moeten-zijn
Bv. je kijkt in de spiegel en evalueert jezelf, door wat wordt dit bepaald? Gaat
verder dan uiterlijk bv. wat is een goede moeder, vriendin/vriend, dochter/zoon?
Verschillende mensen beweren wat de feiten zijn bv. psychologen die zeggen
wat goed ouderschap is
Beïnvloeden de wijze waarop we naar onszelf kijken
We evalueren onszelf en ons gedrag door ons aan die kennis af te meten
In reclame wordt vaak gewerkt met feitelijke kennis bv. Mad men
Reclame: ‘The man who thinks for itself …’ paradoxaal: je moet voor jezelf
denken maar de reclame wil je beïnvloeden Reclame voor roken bv. door dokters, tandartsen mensen die de feiten
beschrijven, de personen die kunnen zeggen dat het oké is
Baby’s gebruikt in reclame om moeders aan te sporen te roken
Je kan tegenreclame maken voor dezelfde reclame
Binnen veertig jaar een nieuwe context waarbinnen onze context ontmaskerd
wordt, dat onze ideeën geen waarheid zijn maar waarden. We weten niet wat de
waarheid is dus hoe leiden we een zinvol leven?
Toezicht en discipline
In de Middeleeuwen straffen: ophangen enz. voor het oog van een publiek, later
werden de gevaarlijke personen afgezonderd van de samenleving zodat ze
opnieuw opgevoed kunnen worden om binnen de samenleving te passen.
Foucault heeft zich vooral gericht op de marginalen van de samenleving
(gevangen, psychiatrische patiënten).
“gewillige lichamen” (les corps docile): er is geen grote dictator die ons oplegt
wat we moeten doen, we doen het gezamenlijk. We geven allemaal normen hoe
we moeten zijn. De macht ligt bij allemaal en bij niemand in het bijzonder.
Panopticum (Jeremy Bentham): een gevangenis uitgevonden door Bentham
(Britse filosoof). In het midden is een toren waarin de bewakers zitten en
daarrond de cellen. De bewakers kunnen binnen de cellen kijken, ze weten dus
dat er toezicht is maar de gevangen kunnen niet binnen de toren kijken. Dus ze
beelden zich in dat er altijd een bewaker is want ze weten het niet. Dus de
gevangen gaan zichzelf reguleren. Dus de zelfregulering zit in het hoofd van de
gevangene. Dat is het ideale dat de mens zichzelf zal reguleren.
28
De basisidee is dat er een soort anonieme macht is in de samenleving waaraan
we allemaal zijn verbonden en aan meedoen, waaraan we onze normen
onderwerpen. Bv. we geven commentaar op de bourka maar in onze
samenleving worden vrouwen indirect opgelegd om te gaan fitnessen, plastische
chirurgie, enz. te doen.
We dragen allemaal bij aan het soort machtspraktijk in de samenleving. Bv.
bepalen wat gezonde hechting is, gezonde seks, enz.
Zelfdiscipline en confessie
Bv. het gepraat in de aula: iedereen draagt bij maar het blijft anoniem
Gelijkenis: ze zijn allebei kritisch tegen de maatschappij maar het verschil is dat het
structuralisme zegt dat er een basisstructuur is die zijn vorm krijgt binnen de
context. Als je weet wat een mens echt is dan kan je daar ideeën voor hebben.
Foucault heeft ook kritiek tegen de onderdrukking maar hij zit binnen die discours
(binnen die maatschappelijke context) dus hij zit daaraan vast waardoor echte
vrijheid niet mogelijk is. Je kan wel weerstand hebben maar niet helemaal bevrijd
worden maar dat hoeft ook niet macht. Macht kan volgens Foucault ook positief zijn,
het is iets dat de dingen construeert. Goede of slechte dingen maar wat goed of
slecht is, kan veranderen. Je kan wel mensen een stem geven. We kunnen geen
psycholoog zijn zonder onze macht te gebruiken, maar we zetten die ook even opzij
om te luisteren naar de persoon zonder achterliggende expertenkennis.
DIALOGISME
Meest recente inspiratiebron
Mikhail Bakhtin: Russische filosoof. Pas in het westen leren kennen na de val van het
ijzeren gordijn. Sindsdien is hij erg belangrijk geworden maar zijn belangrijkste
werken zijn vanuit de jaren ’20 terwijl hij hier gekend is als de man die belangrijk is
voor de jaren ’90. Sterk beïnvloed door de revolutie. Was binnen de Russische
samenleving een marginale figuur. Hij was een anti-autoritair figuur. Zowel tegen de
overheid maar ook tegen de wetenschap die dingen voorschrijft. Hij vindt dat de
wetenschap zich meer moet bezig houden met het unieke. Hij heeft vermeden een
totalitaire structuur te maken. Hij heeft nooit een uiteindelijk basisidee gegeven
Het concept dialoog (verschillende definities, maar hieronder de belangrijkst)
als een descriptief concept (alle taal is dialogisch): je kan de dialogische
karakteristieken van elke taal naar voor halen
als een prescriptief concept (sommige taal is dialogisch): er is taal die dialogisch
is en niet dialogisch (monologisch). Meer taal zou dialogisch moeten zijn. Een
gezondere taal, waarin de mens meer tot in zijn recht komt. RGT zou dialogisch
moeten zijn maar is het niet altijd. Vaak hebben mensen een monologisch
verhaal en dan moeten we er een dialogisch verhaal van maken.
Addressivity: een typisch dialogisch kenmerk van taal is dat het gericht is op iemand.
Het is iets tussen mensen, geadresseerd is aan iemand. De taal zal anders zijn voor
andere mensen bv. aan kinderen en ouders. Diegene waar het voor gericht is, zal
mee bepalen hoe je het zegt. Bv. in een dagboek ook gericht op bv. je toekomstige
zelf. Dit heeft heel belangrijke gevolgen. ‘Mijn woorden zijn mijn woorden niet’.
Vanaf de moment dat ik begin te denken over wat ik ga vertellen, hou ik rekening
met anderen. Ik gebruik ook woorden die ik ontleen aan de taal. Geen woorden van
mezelf maar die al geladen zijn met een hele geschiedenis en daardoor niet meer
neutraal zijn. Bv. de gezinstherapeutische stroming die men familie collaborative
noemt maar de term collaboratie is bij ons sterk geladen dus wordt hier niet zo
gebruikt. Het woord fuhrer, is in Duitsland zo beladen geworden door Hitler dat het
niet meer gebruikt wordt maar op zich heeft het geen slechte betekenis.
29
Answerability: het ergste dat er iets gezegd wordt, waar niets op terug gereageerd
wordt. Maar op zich is stilte ook respons. Elke taal verwacht op een of andere manier
een respons. Respons is niet altijd in termen van spreken. Bv. een verzoek ‘wil je de
deur even open doen?’ als de persoon dit dan doet dan is dit ook een respons.
Respons ability: de mogelijkheid om respons te geven. Is belangrijk. Dit gebeurt in
conflicten veel minder ‘Ik wil niets meer horen’. Dat is heel moeilijk dus dan ga je op
een ander niveau een respons geven bv. de deur hard toeslaan.
Dialogisch begrijpen (creatief begrijpen): het basismodel van communicatie was dat
het overbrengen van informatie is. Volgens een ander idee moet er een soort
repliceren zijn: dat de betekenis hetzelfde is voor ontvanger en zender. Dialogisme
zegt dat dit niet kan. De persoon moet wel in zijn of haar acties tonen dat we samen
verder kunnen. Hier wordt niet gerepliceerd, maar ontstaat iets nieuws. In therapie
wil je niet repliceren wat er al was maar iets nieuws creëren. Het gaat erover dat je
iets creatief kunt begrijpen en creëren zodat de ander er verder mee kan.
Outsideness: soms ook als strangeness vertaald. We moeten kijken in de ogen van
anderen. We gaan ervanuit dat begrijpen gebaseerd is op hetzelfde als de ander.
Bakhtin zegt dat je niet helemaal hetzelfde kan zien als de anderen. Je mag niet te
veel aansluiten bij je cliënt. Je moet ook een beetje vervreemd zijn zodat je iets
nieuws kunt toevoegen. Er moet een goede balans zijn tussen gelijkenis en vreemd
zijn om iets nieuws te kunnen toevoegen.
Dialogische gezinstherapie:
Open dialoog benadering (Seikkula): het basisidee is dat men niet iemand in
psychotische crisis medicatie te geven maar een dialoog aangaan met de
persoon en diens gezin. Het is moeilijk maar dan kan je naar een creatieve kant
te gaan. Dan kan het moeilijke spreken van de persoon plaats krijgen binnen het
gezin. Positieve uitkomsten bv. minder lange opname.
Responsief begrijpen van de therapeut: respons geven van de therapeut is heel
belangrijk. Het responsieve gaat erom hoe kunnen we zoveel mogelijk aandacht
geven aan iedereen, ook kinderen, psychiatrische patiënten, enz.
De innerlijke dialoog van de therapeut: de dingen die de therapeut tegen zichzelf
zegt terwijl die praat met de cliënt. Gebruik van maken om beter te luisteren en
creatiever te zijn. Door ook te luisteren wat er binnenin je gebeurt, geef je meer
respons. Helpt beter luisteren. Het innerlijke gesprek zit vol ideeën. Als je een
idee hebt van een bepaald idee dan is het belangrijk om je hoofd hiervan te
bevrijden. Je moet zoveel mogelijk stemmen hebben zodat je beter kan luisteren
en creatiever kunt omgaan.
De stromingen
Stromingen staan min of meer in historische volgorde maar niet zo letterlijk opnemen dat
ze elkaar mooi opvolgen en dat de vorige dan niet meer bestaat. Indeling met een korrel
zout nemen. Min of meer dezelfde indeling maar toch verschillen: sommige stromingen
samen genomen, anderen opgesplitst. Weinig gezinstherapeuten die strikt tot één
stroming behoren. Opleiding in Leuven is eclectisch. Anderzijds interessant want de
concepten die gebruikt worden, komen voort uit verschillende scholen/stromingen en
door het daar binnen te plaatsen dan kan je de concepten beter begrijpen. Die scholen
behoren dan ook tot één van de twee paradigma’s. De latere scholen behoren tot het
narratieve paradigma (narratief, oplossingsgericht, enz.). Inspiratie uit de paradigma’s
gehaald om te kunnen praten over de praktijk, maar vertrekt altijd uit de praktijk.
Minuchin bracht de praktijk en theorie bij elkaar.
30
Binnen cybernetisch paradigma
STRUCTURELE STROMING
Salvador Minuchin
het proces (hier-en-nu): Wil niet zeggen dat hij nooit over het verleden sprak.
Maar wat als je over het verleden spreekt in het hier-en-nu. Bv. ‘Vertel eens hoe
je bent losgekomen van je moeder?’ Net op een moment dat de zoon aan het los
komen is. De familiegeschiedenis vindt hij belangrijk. Ook voor de therapeut zelf.
Uit zijn theorie lijkt echter dat het voor hem enkel om het gezin gaat en niet de
therapeut maar je moet dit breder zien.
(interactie)patronen: hoe kunnen we erover praten over iets dat het individu
overstijgt? Het woord patroon verwijst naar het cybernetisch denken. Er is een
voorspelling mogelijk. Er is een herhaling. Niet 100% juiste voorspelling maar
het is mogelijk en hierin is Minuchin geïnteresseerd.
Gezinsstructuur: Cybernetisch paradigma! dit is structuralistisch: er ligt een
structuur achter de patronen die je waarneemt. We letten op de grenzen en de
hiërarchie.
Grenzen: niet bedoeld op de regels. Hebben te maken met de individualiteit hier.
Te maken met hoe een gezinslid als individu is binnen het gezin en hoe een
gezinslid betrokken is.
Twee extremen:
o kluwen gezin: weinig individualiteit, veel betrokkenheid. Zelfs emoties
worden door het hele gezin gevoeld. Bv. als een zoon van 18 verdrietig is,
dan voelt heel het gezin zich verdrietig.
o los zand gezin: individualiteit centraal. Mijn gevoel is mijn gevoel. Bv. als
een zoon van 18 verdrietig is, dan is dat zijn verdriet en doet de rest
gewoon verder.
Hiërarchie: wie de regels maakt binnen het gezin.
gezond gezin
31
beschrijft een gezin waarbij vader en moeder conflicten hebben, moeder en zoon een
sterke band hebben en er conflicten zijn tussen vader en zoon. Coalitie tussen moeder en
zoon tegen vader.
Proberen de gezinsstructuur in kaart te brengen. Achter de dingen ligt structuur. De
essentie.
Op grond van informatie een hypothese maken en deze toetsen. Levert de interventie op
wat je denkt dat het zal opleveren?
32
BELANGRIJKSTE TECHNIEKEN
Techniek vereist ook wijsheid.
Joinen (invoegen): opbouwen van een therapeutische relatie. In RGT met alle gezins-
leden een relatie opbouwen. Vaak te maken met dat de therapeut zich op een
menselijke manier toont
Enactment (ensceneren): van de gezinsstructuur binnen de therapie. Vertaling van
het concept overdracht. Binnen het hier-en–nu van de therapie gaan zich belangrijke
patronen vertonen.
Kan ook zijn dat je als therapeut vraagt om iets bepaald te doen waardoor het
typische interactiepatroon zich zal tonen.
Bv. ouders zeggen dat ze ruzie maken als ze hun zoon straf moeten geven. Dan
kan de therapeut vragen wat ze zouden doen als het kind bv. in de kast van de
therapeut zou zitten neuzen en hoe ze zouden aanpakken dat hij terug op zijn
stoel moet gaan zitten. Dan interventies uitproberen.
FILM
Leggen van een relatie tussen gezinstherapeut en het gezin
Context van de sessie is belangrijk: congres: je moet gezin helpen, therapeut
(cliënten van een andere therapeut die is vastgelopen) helpen en demonstreren
Hij begroet iedereen en geeft iedereen een hand in de volgorde dat ze zitten:
moeder, vader en zoon. Komt glimlachend binnen en dan zegt hij ‘dit is een artificiële
ruimte’. Misschien dat gezin dat vond en dacht dat therapeut dat wel normaal vond
maar hij geeft aan dat hij dat ook vindt. Dit is typisch ‘joinen’. Hij reageert ook niet
op dat de moeder ‘dokter’ zegt, niet positief of negatief. Context is belangrijk want
dit is erg artificieel: er zijn camera’s, belichting, micro’s, enz. Minuchin vraagt aan
technici ‘wat ga je met mij doen?’ en de moeder zegt ‘ze gaan je vastbinden’. De
moeder is dus al gejoined. Hij komt niet over als de alwetende expert maar joined
het gezin.
De stoelen stonden zo dat eerst moeder, vader en zoon zit en dan twee lege stoelen
voor hem en de therapeut maar er is op die manier geen goede manier want anders
zit hij tussen de therapeut en het gezin of de therapeut tussen hem en het gezin en
dan kan hij ook geen contact maken. Dus hij is al hard aan het werken om te zien
wie naast wie gaat zitten. Minuchin vraagt of hij de stoel naast moeder mag zetten.
De therapeut had een goede band met de zoon en die leek het minst betrokken, dus
hij vond beter dat de therapeut naast de jongen ging zitten. Het bleek goed dat hij er
niet tussen ging zitten want de therapeut legt een hand op de knie van de jongen en
de jongen pakt het hand vast. Je moet hier niet per se met werken maar je moet het
wel opmerken. Belangrijk om te zien dat die band er is.
Hij begint op een joinende manier te vertellen: het is hier artificieel, ik ken jullie niet,
jullie kennen mij niet, we hebben maar een uur en ik ben ‘supposed’ om Joanna (de
therapeut te helpen). Dus hij geeft aan dat de verwachtingen niet te hoog gespannen
mogen zijn. Hij vraagt wat ze verwachten.
Hij vraagt aan het gezin wat ze verwachten van de sessie. De vraag lijkt de zoon niet
bereiken dus hij vraagt het expliciet aan de zoon, die kijkt weg en de moeder
antwoordt. Hij weet dat kinderen moeilijk te betrekken en bereiken zijn en hij stelt
ook aan de zoon ‘Jessie, ik vraag het ook aan jou’ maar die kijkt weg. Opmerken dat
de moeder antwoordt maar niet op ingaan en zeggen dat het niet aan haar bedoeld
is. Misschien is het schaamte omdat de jongen niet beleefd is. Hij gaat toch
inhoudelijk in op wat de moeder zegt. Op wat zij wilt, gaat hij en zegt hij dat het wel
veel is en vraagt om het iets kleiner te maken zodat ze daar beter mee kunnen
werken. Hij vraagt op welke gebieden vooral hulp nodig is.
33
Typisch voorbeeld van poging tot enactment. Moeder zegt dat de zoon niet luistert.
Minuchin zegt ‘kijk hij heeft nu zijn duim in zijn mond, vraag eens of hij die eruit
haalt’. De jongen doet het daarop dus eigenlijk mislukte poging maar hij wou in het
hier-en-nu nagaan of dat zo is.
Moeder zegt vader geeft te veel toe en ik kan dan niet verder want hij is fysiek
sterker dan ik. Dus Minuchin vraagt of de zoon wil recht staan en kijkt of die groter is
dan moeder. Hij gaat recht staan en dus maakt hij contact. Hij vraagt dan om te
tonen hoe sterk hij is door te slaan tegen zijn hand. In gedrag hier gaan praten over
de relatie tussen moeder en gezin. Minuchin zegt dan ‘hij is sterk, niet zo sterk, maar
sterk’. Hij heeft nu moeder moed gegeven en contact gemaakt met de jongen. Hij
vraagt ook of de jongen zich pijn heeft gedaan en geeft zorg. Oppassen dat hij
echter niet te moederlijk doet naar een jongen die zijn moeder slaagt.
Stel dat hij echter deze technieken gebruikt bij een jongen van 17/18 jaar die aan body builden doet tip: andere techniek gebruiken!
STRATEGISCHE STROMING
Haley, Watzlawick, Weakland, enz.
Inspiratiebronnen:
Gregory Bateson (cybernetisch model/communicatiedenken)
Milton Erickson (creatieve, kortdurende therapie): eigenzinnige therapeut, ook
hypnotherapeut. Had een bijzondere stijl.
Als we eens vertrekken vanuit het cybernetische model en volgens de ideeën van
Erikson van kortdurende therapie. Nuchtere therapie, direct gericht op verandering.
Nagaan wat de problemen waren en men ging de sequenties nagaan.
RECHTSTREEKS BEÏNVLOEDEN (CHANGE)
Problematische gedragssequenties: niet te veel op emoties gericht, problemen aan
pakken. Gelijkt wat op gedragstherapie. Direct voor de goal gaan.
Family Life Cycle: Bij Minuchin ook maar hier sterker uitgewerkt. Ontwikkeling van
het gezin: overgang van ene naar andere fase. Bij deze overgang een crisis waar
problemen kunnen bij ontstaan.
Een deel van het systeem veranderen, leidt tot verandering in het hele systeem:
men werkt niet altijd systemisch. Bv. in een auto één onderdeel veranderen bv. de
batterij wegnemen, dan verandert dit alles. Probleem is hier dat als je iets verandert,
niet weet wat er zal gebeuren. Werkte echter wel vaak met één individu om het
systeem te veranderen.
VIER STAPPEN IN STRATEGISCHE THERAPIE
1. Oplosbare problemen identificeren (o.a. reframing): probleem herformuleren tot een
oplosbaar fenomeen. Bv. autisme kan je niet oplossen maar bv. wel de sociale
vaardigheden trainen om dan toch mogelijkheden te kunnen bekomen voor een
therapeutisch doel.
2. Duidelijke, haalbare doelen stellen: goed omschreven om te weten dat je het bereikt
hebt.
3. Een interventie bedenken (vaak huiswerk)
34
4. De respons van de cliënt: zien hoe ze reageren.
Bv. een man met een slaapprobleem: als ik wakker lig, begin ik te piekeren, en als ik
pieker, lig ik wakker, enz.
Bv. nagaan of thuis werken mogelijk is omdat die dan langer kan slapen want dit is
beter dan het slaapprobleem proberen aanpakken.
Bv. als je een kwartier wakker ligt, ga dan het gras afmaaien, dan terug naar bed en
lig je terug een kwartier wakker, ga dan je boekhouding doen, enz.
Bv. een vrouw die erg onverzorgd is, die problemen met relaties heeft Zeggen dat ze
zich moet verzorgen en naar iemand sturen die helpt verzorgen.
Voorloper van de oplossingsgerichte stroming maar deze valt binnen het narratieve
paradigma. Alsof de oplossingsgerichte stroming de vertaling is van de strategische
stroming onder het narratieve paradigma.
EXPERIËNTIËLE STROMING
Virginia Satir, Walter Kempler, Maurizio Andolfi en Carl Whitaker
De bekendste (beruchtste?): Carl Whitaker: Deed vrij onverwachte dingen. Iemand
die vanuit een client centered therapie werkt op een systemische manier. Kan heel
provocerend zijn.
BELEVING EN GROEI CENTRAAL Whitaker
Geen geloof in theorie: vond het iets lastig. Heeft een heel hoop ideeën gegeven die
min of meer los aan elkaar hingen. Dit was heel bewust. Voor hem was de
therapeutische praktijk iets tussen mensen dat niet gemedieerd kan worden door
theorie. Maar toch twee concepten aangebracht (zie hieronder)
Battle for structure integriteit van de therapeut: een manier vinden om je volle
flexibiliteit als persoon te gebruiken om mensen zo goed mogelijk te helpen. Je mag
je niet laten vastzetten. Zeker in de eerste sessies kan er veel druk worden gezet.
Bv. tienerzoon vertelt niet veel tegen de ouders en ouders willen dat je onderzoekt
wat er in diens hoofd omgaat en dat dan aan hun vertellen. Maar je moet flexibel
blijven en bv. denken wat wil dit kind dan? Je moet je volledige palet van vermogen
gebruiken en je niet laten vastzetten door wat de cliënt wilt dat je doet.
Battle for initiative integriteit van de cliënten: initiatief aan de cliënt laten om te
beslissen waarover te spreken. Bv. Whitaker aanvaard niet dat de cliënt zou zeggen
dat de therapeut moet bepalen waarover het te hebben. De cliënt is zelf baas en
verantwoordelijk over zijn leven.
EXPERIËNTIËLE THERAPIE
Empathische, authentieke therapeutische relatie: niet oppervlakkig maar empathisch zijn met dingen die achterliggend zijn. Bv. wenen wat ligt daarachter? Verdriet
maar ook woede of schuld. Kleine aanwijzingen gebruiken om na te gaan. Meeleven
met het verdriet is goed maar ook meeleven met het achterliggende.
35
Crisis en verwarring als voorwaarden voor groei: echte verandering gaat door een
crisis. Geen geleidelijk opbouwen maar een crisis en dan een sprong. Een sprong in
het onbekende. Je moet erdoor. Deze therapeuten probeerden vaak crisissen te
ontlokken en als een gezin in crisis binnen komt dan gaan ze niet dit eerst proberen
sussen. Dit gaat niet over crisisinterventie bv. in ziekenhuis, dan is dit wel nodig.
Binnen een therapeutische context vinden ze dat een crisis tot groei kan leiden en
daarom niet (direct) moet onderdrukt worden
Flexibiliteit van de therapeut
Groei van de therapeut: “Learn how to be crazy, but learn also to be smart”: enkel
goede outcome als ook de therapeut gegroeid is. De therapeut moet voldoende gek
zijn. Je moet zowel je normale als gekke kanten gebruiken. Je moet er contact mee
houden, met je angsten en problemen, innerlijk maar niet op tafel gooien. Anders
wordt je al gauw als therapeut ‘de normale’ en de cliënt ‘de irrationele’. Als je echter
contact houdt met je eigen momenten van problemen, dan moet je het nog niet
zeggen, dan kan je meer begrijpen. Sommige acties van de therapeut zijn niet direct
veranderingsgericht maar wel indirect.
Co-therapie: helpt om je gekheid op een therapeutische manier te gebruiken en niet
de therapie te overheersen. Gekheid niet ongedisciplineerd.
CONTEXTUELE STROMING
Ivan Boszormenyi-Nagy
Niet over de hele wereld belangrijk maar wel in België. Hecht belang aan de geschiedenis
van het gezin. Eigenlijk niet zo verschillend van Minuchin. Allebei bezig in het hier-en-nu
over het verleden.
4 DIMENSIES VAN RELATIES
1. de dimensie van de feiten: bv. de gezinssamenstelling
2. de dimensie van de psychologie: de beleving
3. de dimensie van de interactie: de interacties, het cybernetische, hoe mensen in
interactie staan
4. de dimensie van de relationele ethiek: voor Nagy het belangrijkste, je moet een
balans hebben. Balans cybernetisch. Ik geef iets en krijg iets terug. Ook iets
ethisch: als ik iets geef dan geeft dat mij ook rechten.
LOYALITEIT
Existentiële loyaliteit versus verworven loyaliteit
existentieel: ik ben geboren uit mijn moeder dus ik besta door haar dus ik ben
iets verplicht aan haar
verworven: vaker tussen partners bv. als ik je troost dan volgende keer jij mij
ook
Verticale loyaliteit versus horizontale loyaliteit
verticaal: tussen kinderen en ouders
horizontaal: tussen broers en zussen
36
INTERGENERATIONELE DYNAMIEK
Loyaliteitsconflict bv. loyaal aan vrouw en moeder en die hebben ruzie dan conflict in
loyaliteit
Gespleten loyaliteit bv. bij scheiding
Destructieve gerechtigheid: als ik als kind onvoldoende bejegend ben dan ben ik
gerechtigd om iets destructiefs te doen bv. relationeel
Roulerende rekening Bv. ik voel me gerechtigd om in mijn partnerrelatie te
misbruiken want mijn ouders hebben ook misbruik van mij gemaakt. Kan echter ook
positief: bv. ik heb veel van mijn ouders gekregen en kan nu veel aan mijn kinderen
en partner geven
CONTEXTUELE THERAPIE
Intergenerationele bril: therapeut moet een intergenerationele bril opzetten
Meerzijdige partijdigheid: ik ga proberen elk van de gezinsleden te begrijpen en er
partijdig mee te zijn en zelfs met die familieleden die niet aanwezig zijn, zelfs met
familieleden die overleden zijn bv. moeder van moeder die overleden is
Erkenning: zoeken naar resources: belangrijk maar problematisch concept (niet goed
geweten wat het juist betekent). Stilstaan bij het verleden. Er was een onevenwicht
binnen het verleden. Als therapeut erkenning geven aan het onrecht in het verleden
zodat de ouder terug kan geven in het heden.
CYBERNETISCHE STROMING
Voorgaande tot hier vnl. onder het cybernetische paradigma. Maar wel met een korrel
zout nemen want er zitten wel narratieve elementen in de praktijk. Deze stroming heeft
wel veeleer geprobeerd om theorie toe te passen in praktijk (i.p.v. theorie vormen om
over praktijk te praten)
Het Milanese team: werkten in Milaan, waren heel belangrijk
Mara Selvini-Palazzoli
Luigi Boscolo
Gianfranco Cecchin
Giuliana Prata
CYBERNETISCHE VISIE
het gezin als zelfregulerend systeem
de homeostatische functie van het symptoom: het symptoom zorgt voor een zekere
homeostase in het gezin
HEEL EIGEN WERKWIJZE
Werkten met vier samen, één gezin in de voormiddag en één in de namiddag
Teamwork (2x2)
37
Sessie in 5 delen:
1. pre-sessie bespreking
2. sessie (+gezin): 2 zitten samen bij het gezin en 2 achter de schermen. Geeft
een beschrijving/aanvoelen binnen en buiten de sessie.
3. intersessie bespreking: zo ongeveer na een uur gaan ze even samenzitten terwijl
het gezin even ‘pauzeert’.
4. eindboodschap (+gezin): het idee was om tot een eindboodschap te komen om
te geven aan het gezin na de intersessie. Vaak paradoxaal bv. doen zoals je
bezig bent dus ook het symptoom doorgeven
5. nabespreking: vier therapeuten gaan samen bespreken, hoe is het geweest, wat
hebben de gezinsleden gedaan met de paradoxale boodschap. Vaak is er ook
echt wel verbijstering over de boodschap bv. als dochter anorexia heeft dan
zeggen dat dit goed is omdat het de homeostase behoudt.
THERAPEUTISCHE TECHNIEKEN
Positieve connotering bv. lijden wordt aanvaard maar het is ook wel goed want het
helpt de homeostase te behouden
Tegenparadox: men gaat vanuit de positieve connotering zeggen dat men verder
moet doen.
Circulaire vragen: heel sterk gebaseerd op het cybernetische denken. Wilden info
over circulariteit krijgen.
CIRCULAIRE VRAGEN
1. In termen van specifiek gedrag bv. moeder zegt dat de zoon precies een autist is,
vragen aan elk gezinslid welke gedragingen ze dit zagen?
2. In termen van gedrag in de plaats van intrinsieke persoonskenmerken.
3. Vragen naar rangschikking van diverse gezinsleden bv. wie zag er eerst en dan
volgend dat de dochter te weinig at.
4. Vragen naar verandering in gedrag sinds een specifieke gebeurtenis bv. wat is er
veranderd in het drinkgedrag van de vader nadat de dochter op kot is gegaan?
5. Vragen naar verschillen tussen gezinsleden in functie van een hypothetisch gebeuren
bv. wie zou er het meest van genieten als de schizofrene zoon huisarts wordt?
Een andere vraag: vragen naar de relatie tussen twee gezinsleden aan een ander
gezinslid. Bv. aan vader: hoe is de relatie tussen moeder en zoon verandert nadat
dochter op kot is gegaan?
MILANESE THERAPEUT
1. Neutraliteit: je niet laten beïnvloeden door wat er binnen het gezin gebeurt. Idee dat
het een soort machtsstrijd binnen het gezin is en je mag niet meegezogen worden
als therapeut.
2. Hypothesevorming (circulair!) (ook bij Minuchin gezien): gaan zien hoe de
hypotheses samen hangen. Nooit een hypothese waarbij men ervan uit gaat dat er
verschillende oorzaken kunnen zijn voor één ding. Vaak een overdeterminatie, dit is
ook het circulaire.
38
3. Teamwerk (multiple perspectieven): dubbele/meerdere perspectieven hebben en
daardoor rijkere hypotheses kunnen stellen
Na een tijd opsplitsing (mannen en vrouwen apart, niets met geslacht te maken) en
mannen zijn dan de meer narratieve kant opgegaan.
Nu nog belangrijk bv. werken met circulaire vragen maar andere dingen zoals paradox
niet meer (terwijl dit vroeger wel als dé interventie werd gezien)
Binnen narratief paradigma
NARRATIEVE STROMING
Nu voorstelling aantal stromingen binnen het narratieve paradigma
Michael White, David Epston, …
Sterk geïnspireerd door Michel Foucault: poststructuralisme
Verhaal is centraal – narratieve identiteit
Het probleem gesatureerd verhaal
Michael White en David Epston gebruikten theorie van Foucault om een theorie voor
de narratieve stroming op te stellen.
Ik ben een verhaal
White haalde inspiratie bij narratieve psychologie en Foucault
Probleem gesatureerd verhaal: Mensen vertellen een verhaal volledig
doordrongen van het probleem: je vertelt de dingen die jij relevant vindt naar
het probleem toe verhaal dat de cliënt in de context met deze therapeut
kiest te vertellen
De identiteit raakt ook doordrongen door het probleem bv. ik ben een slechte
moeder
Behandeling: externaliseren: identiteit loskoppelen van het probleem: ‘jij ben
niet het probleem, jij hebt een probleem’. Het is niet wie je bent
THERAPEUTISCH PROCES
Externaliseren
1. Het in kaart brengen van de invloed van het probleem
Bv. hoe beïnvloed dit probleem u? bv. idee van slechte moeder maar ook idee
van slechte echtgenote, dochter, enz.
2. Het in kaart brengen van de invloed van de personen
Op welke manier heb je toch het gevoel hier invloed op te hebben? Welke
succeservaringen?
Uniek resultaat
Eigenlijk ga je op zoek naar unieke uitkomsten: die momenten in het leven van
de cliënt die niet klopt met het verhaal van de cliënt
Bv. slechte verhouding met adoptiedochter vragen wanneer wel goed? Bv.
vertrouwelijk gesprek over
Op zoek gaan naar aspecten in het verhaal die verteld zouden kunnen worden,
die niet verteld zijn, die niet overeenkomen met het probleem gesatureerd
39
verhaal. Zo voorkomen van samenvallen met probleem en dat een nieuwe
identiteit ontstaat.
Wat heeft Foucault hiermee te maken
Mijn evaluatie van mezelf in verhouding tot wat men zegt dat een goede
moeder zou moeten zijn bv. tijdschriften, tv, eigen moeder, vriendinnen. Ook
wat psychologen over moederschap zeggen bv. veilige hechting.
Bv. oh nee, hechting is een goede dichtbijheid maar wij hebben afstand en als
het dichtbij is dan is het conflict
Niets mis met de wetenschap over bv. goede hechting maar wel dat de mensen
die kennis gebruiken om zichzelf te vergelijken.
THERAPIE ALS RITUEEL
Epston: antropoloog
Alle belangrijke overgangen worden geritualiseerd
ritueel: brengt overgang van de ene situatie naar de andere
ceremonie gericht op een nieuwe identiteit
drie stappen
men trekt zich terug uit de samenleving
een deel bv. bij een huwelijk: niet iedereen mag komen
dan komen we samen en dan is daar een ceremonie
bv. drinken en eten, bv. doop: water, lucht + getuigen van dat je identiteit
veranderd is
terug naar de samenleving
belangrijke rol van getuigen want die moeten gaan getuigen dat ik een andere
identiteit heb, maakt het gemakkelijker de nieuwe identiteit aan te nemen
Preferred identity: wie wil je zijn? Niet: wie vindt men dat je moet zijn.
Wie wil deze vrouw zijn als moeder?
Defenitional ceremony
Bv. therapie is een ceremonie die me op een andere manier definieert
Outsider witness
Bv. wie zou er nu getuige moeten zijn van de evolutie van een moeder met veel
schuldgevoelens naar een goede moeder volgens de vrouw zelf, bv. vriendin en
moeder en zus en dan die ook uitnodigen
Jongen met kakaprobleem
Jongen vond zichzelf vies en ook anderen vonden hem stinken
Noemt het probleem sneaky poo
Identiteit van jongen wordt een jongen die worstelt met sneaky poo
Na overwinning krijgt hij de nieuwe identiteit van een jongen die een groot
probleem heeft overwonnen nl. sneaky poo
Therapeut heeft daarna een heel officieel lijkend diploma gegeven ‘orde van de
ridders tegen sneaky poo’
Daarna klas uitgenodigd om overwinning op ‘sneaky poo’ te vieren
Moeilijk want altijd op zoek naar protocollen zoals hier bij encopresis
40
NARRATIEVE THERAPEUT
Geloof in mogelijkheden van de cliënt
Verzet tegen hetgeen de cliënt onderdrukt
Co-authoring: samen een nieuw verhaal maken
Probleem van heel veel stromingen gebaseerd op het narratieve paradigma, vele van
deze leidende figuren zijn kort na elkaar gestorven. Wat er daarna van gemaakt wordt, is
niet wat die mensen bedoeld hadden.
Het bijzondere van de relatie wordt dan vergeten.
OPLOSSINGSEGERICHTE STROMING
Wittgenstein: heel belangrijk dat hij de strategische stroming vertaald heeft naar het
narratieve paradigma, we moeten ons niet focussen op het probleem maar op de
oplossing
De oplossingsgerichte stroming is ook een stroming die heel sterk lijdt onder haar
succes. Ze hebben bepaalde aspecten eruit gehaald.
Steve de Shazer, Insoo Kim Berg, … Sterk geïnspireerd door de strategische
stroming (Weakland, e.a.)
OPLOSSINGSGERICHTE VISIE
Verandering is centraal
Focus op oplossing (i.p.v. op probleem)
Steve de Shazer: Basisidee dat een cliënt al een stuk het probleem heeft opgelost als
die bij de therapeut komt. Nagaan welke oplossingen die persoon al gevonden heeft.
Hoe is de persoon al omgegaan op een constructieve manier (cfr. unieke uitkomsten
White)
Betere benaming van exceptions want niet uniek.
THERAPEUTISCH PROCES
Goaling: een gepast doel stellen: heel helder, duidelijk, haalbaar
Schaalvragen stellen: proberen om op een schaal te zetten van hoe de cliënt over
zichzelf vertelt bv. hoe depressief de persoon zichzelf voelt
Je kan beginnen met de lijn van verandering
Bv. van langs de ene kant dieptepunt en het andere uiteinde ‘dat je het hebt
opgelost zodat je geen therapie meer nodig hebt’
Gericht op onafhankelijkheid zodat de persoon zelf verder kan, niet dat het
opgelost is
Nagaan waar de persoon dan zit en dan kijken naar wat de persoon heeft
gedaan om van het slechtste punt te gaan tot waar hij nu is: wat heeft de
persoon en/of de omgeving gedaan?
Heel belangrijk om goed in kaart te brengen hoe de cliënt en de omgeving er al
voor gezorgd hebben om tot hier te komen.
De cliënt heeft nog nooit gezegd bij de prof dat hij in het dieptepunt zit
de Shazer dacht dat er al veel positieve dingen gebeuren tussen het punt van de
afspraak (idee dat dit dieptepunt was) maken en de afspraak zelf
41
De exacte omschrijving is belangrijk: niet dat het probleem opgelost is maar dat
je geen therapie meer nodig hebt.
Miracle question: gericht op het formuleren van doelen. Dat je een algemeen iets bv.
‘ik voel me depressief’ concreet maakt. Als je gaat slapen en er gebeurt ’s nachts een
wonder en je depressie is weg, hoe ga je dat dan merken in de ochtend bv. bij het
ontbijt. Concreet maken wat depressief zijn, is.
Exceptions
DRIE BELANGRIJKE REGELS
1) If it ain’t brok, don’t fix it.
de Shazer was heel gevoelig dat de cliënten afhankelijk zouden worden van de
therapeut. Therapie voor therapie heeft geen zin. Gewone moeilijkheden zonder
therapie bv. rouw verdriet laten hebben
2) Once you know what Works, do more of it
Als de cliënt zegt dat iets bepaald helpt, doe daar dan meer van.
3) If it doesn’t work, do something different.
Als iets niet helpt, stop er dan mee. Bv. aan zoon vragen om niet zo lang op pc
te zitten en dan altijd ruzie aan tafel.
Er zit een nuchtere, voeten op de grond rationaliteit in maar mensen zijn vaak op die
moment niet in staat om rationeel ermee om te gaan. Dus belangrijk om als
therapeut dan de emotie erkennen.
Wel belangrijk dat er geen afhankelijkheidsrelatie ontstaat. Daardoor belangrijk
verschil met psychoanalyse want belang van overdracht
OPLOSSINGSGERICHTE THERAPEUT
Actief, niet gericht op het analyseren van het probleem
Oplossingsgerichte kijk (geen geloof in weerstand)
POSTMODERNE STROMING
Harold Goolishian, Harlene Anderson
MENSELIJKE SYSTEMEN ALS TAALSYSTEMEN
Niet gezin, of koppel staat centraal. Behandeling is gericht op een ecologie van
ideeën, een conversatie rond een probleem
Een menselijk systeem is een taalsysteem: scharnierpublicatie, narratief, we werken
met hun ideeën, verhalen, cognities
THERAPIE IS CONVERSATIE
Cybernetica: machine en therapeut als technieker
Hier: het is een mens
42
Hetgeen-nog-niet-gezegd-is (the not-yet-said)
Het proces van probleemidentificatie
De bezorgdheid van alle leden van het gezin: uitgangspunt therapie
Niet een machine die stuk is maar mensen die bezorgd zijn en erover komen praten
COLLABORATIEVE THERAPIE
Concrete richtlijnen voor therapeuten
Not-knowing: vanuit niet weten, praten met de cliënt. De expertise van de cliënt is
heel belangrijk (lijn van verandering: expertise van cliënt hoe die van dieptepunt tot
nu komt, expertise van therapeut kan helpen daarna verder te gaan)
Expertise als expert over op welke manier cliënten helpen hun verhaal te
vertellen, niet expertise over inhoud
Controversieel not-knowing: gevaar idee ontkenning van de macht van de
therapeut, passiviteit
Cliënt expert van inhoud Bv. vragen aan cliënt waarom hij volgens hem
depressief is. Wat er volgens hem de oorzaak is
DIALOGISCHE STROMING Meer Europees
Tom Andersen
Jaakko Seikkula: Fins
Meer het innerlijke gesprek van de therapeut centraal i.t.t. not-knowing. Reflectie van de
therapeut tegenover leeg maken.
DIALOOG CENTRAAL
Geïnspireerd door de Russische denker Mikhail Bakhtin
OPEN DIALOGUE – BENADERING (Seikkula, Finland)
Tolerantie van onzekerheid
Dialogisme: Ik houd rekening met de luisteraar
Polyfonie: verschillende gezinsleden en dan heeft ook elk individueel gezinslid
verschillende stemmen
COMMUNICATIE
Dialogisch model (ipv transmission model) nl. communicatie = iets wat mensen
samen doen, wat hun samenleven structureert, en hen helpt samen te leven.
Communicatie is vooral goed als het aangekomen bericht iets toegevoegd heeft dan
het uitgezonden bericht. Belangrijk van verder te komen.
43
HET DIALOGISCHE ZELF
Polyfonie van innerlijke stemmen (multiplicity) i.p.v. zelf als een éénvormige essentie
Basisidee is niet dat ik één stem heb maar verschillende stemmen heb en ambivalent
ben.
DIALOGISCHTE THERAPIE
Zinvolle dialoog met de cliënt centraal, gericht op het ontwikkelen van een
gemeenschappelijke taal
Het reflecterende team: het team neemt de hele sessie waar en dan praat het hele
team samen terwijl het gezin luistert (i.t.t. die twee paren van therapeuten)
Daarna vragen wat het gezin relevant vindt om verder over te praten. Daarbij is
het innerlijke gesprek van de therapeut belangrijk want als je alleen werkt dan
ook dit voorleggen voor te kijken wat dit doet met het reflecterende proces van
de cliënt
Het reflecterende proces
Innerlijke dialoog van de therapeut
VRAGEN
Knowing how to go on: weten hoe je samen verder kunt gaan. Wat betekent dit naar
therapie toe? Niet belangrijk dat de cliënt mij verstaat, ik ga ervanuit dat ik altijd
verkeerd begrepen wordt. Dit is geen probleem, het gaat er enkel om dat je ermee
verder kunt.
Nothing is hidden: niets is verborgen, alles is er al. Cfr. verhaal Edgar Allen Poe:
politie op zoek naar waar een brief verborgen is en ze vinden het niet maar die brief
staat open en bloot op de schouw.
Oplossingsgerichte niet geloven in weerstand: het is niet dat de cliënt geen
verandering wil, in tegendeel want er is al verandering. Dus nagaan dat wat de
persoon doet geen weerstand is maar verandering
EVEN TERUG NAAR DE EXPERIËNTIËLE STROMING
Even terug hiernaar. Benadrukken dat specifieke aspecten van stromingen niet zo
belangrijk zijn maar meer de algemene. Door stromingen te tonen die niet dialogisch
zijn, tonen wat er belangrijk is bv. door een relatie te leggen met een complex
systeem.
FILMPJE CARL WHITAKER
Heeft gevraagd niet vooraf geïnformeerd te worden over het gezin maar het pas te
vertellen waar het gezin erbij is.
Typisch voor Whitaker dat hij veel grapjes maakt maar hij is erg flexibel want hij kan
ook heel serieus zijn. Battle for structure
Heel typisch voor deze stroming: het is iets heel specifieks tussen therapeut en
cliënt. Therapeut zit mee in het proces.
44
Één van de redenen waarom Whitaker stopt met mopjes maken is omdat de
therapeut zegt dat de moeder veel humor heeft. De therapie loopt vast omdat niet
over het overlijden van vader kan gesproken worden, vaak weggelachen. Belangrijk
hier ernstig over te kunnen praten.
Idee: ik als moeder moet zowel vader als moeder zijn.
Al 16 sessies gehad met gezin maar nog niet over de dood kunnen praten. Vader van
moeder ook overleden, tijdje voor vader. In therapie vnl. bezig geweest met haar rol
als moeder.
Whitaker zegt dan ‘je hebt dus eigenlijk al die tijd zitten wachten tot zij de moed
zouden hebben om over de dood te beginnen.’ kritiek op de therapeut.
Contradictorisch want initiatief moet bij cliënt liggen maar je moet bespreekbaar
maken wat moeilijk is. Bv. Whitaker spreekt erover en door te tonen dat hij over die
moeilijke zaken kan praten dan beginnen de zonen te vertellen over de mishandeling
door vader. Ze voelen dat de ruimte er is. Bij moeilijke zaken zoals dood,
mishandeling, seks, enz. zelf de woorden in de mond nemen.
Moeder zocht vriendschap bij kinderen want ze is wellicht eenzaam na de dood van
haar man.
Whitaker wisselt heel snel van register: hij gaat ineens over naar grootmoeder. Hij
zegt ‘ik was boos op je’ en daarna zegt hij ‘ik knipoogde naar je bij de opzet van
technische instrumenten en je knipoogde niet terug’ en daarna ‘wat is er gebeurd
met uw man?’ sterke overschakelingen van serieus naar lachen naar serieus
Heel speels maar de basisidee die hij inbrengt, is eigenlijk zijn jullie dood en
depressief. Rouw verwerken is loslaten van het dood zijn en terug beginnen leven.
Hiermee omgaan als therapeut: probeer een heel palet van manieren van omgaan te
hebben en flexibel te zijn. Heel belangrijk om niet gewoon bruut te zijn, respectvol te
zijn. Anderzijds ook niet om te zeggen dat die brutaliteit absoluut ontoelaatbaar zijn.
Belangrijk mee te nemen dat je risico’s moet nemen op een breuk en dat je dingen
zegt die ze niet altijd graag willen horen. Op het einde van de therapie vinden ze dit
belangrijk maar eerst choquerend. Heel zorgvuldig omgaan met choqueren. Kan een
goed effect hebben.
Relaties
WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK OVER KOPPELS
John Gottman
Geen therapeut, wel onderzoeker: labo waar koppels een tijd leven
Multimethod benadering
Longitudinaal design (bv om voorspellers van echtscheiding te identificeren)
SLECHTE GEWOONTEN VAN ONSUCCESVOLLE HUWELIJKEN
Onderzoek over koppels
1. Negatief affectieve klimaat
2. “The four horseman of the Apocalyps”: kritiek (vnl. vrouwen), defensiviteit,
minachting, stonewalling (vnl. mannen)
45
3. Onproductieve ruzies: leiden niet tot rust
4. Negatief tussen de lijnen lezen
5. Flooding: door negatieve emoties
6. Chronische diffuse fysiologische arousal: niet toe te wijzen aan iets specifieks
7. Het falen van mannen om de invloed van hun vrouw te accepteren
KENMERKEN VAN EEN GOEDE RELATIE
1. Geen mismatches in conflictstijlen: conflictstijlen moeten matchen
2. 1/3 van de conflicten gaat over oplosbare problemen: Slechts 1/3e van de problemen
zijn op te lossen!
3. 2/3 van de conflicten gaan over onoplosbare problemen
dus focus op probleemoplossende vaardigheden is overroepen, beter leren hoe ze
een conflict kunnen stoppen, hierbij is humor, seks, enz. belangrijk
Twee vragen
Wat maakt dat mensen bijeen blijven?
Verschil mannen en vrouwen
RELATIETHERAPIE
In praktijk niet zo een onderscheiden deel.
DRIE BELANGRIJKE STROMINGEN
1. Psychodynamisch georiënteerde partnerrelatietherapie
2. Gedragsgerichte partnerrelatietherapie (BMT)
3. Emotionally Focused Marital Therapy (EFT)
1. PSYCHODYNAMISCH GEORIËNTEERDE PARTNERRELATIETHERAPIE
Jurg Wiley
Collusie: onbewust samenspel tussen partners, meestal zo dat de ene partner een
soort van volwassenere, progressieve, rol heeft en de ander een meer regressieve rol
waarbij ze op elkaar in spelen
Vier soorten collusies:
1) de narcistische collusie
2) de orale collusie
3) de anaal-sadistische collusie
4) de fallisch-oedipale collusie
Orale collusie
Regressieve: het kind
Progressieve: heel zorgend
46
versterken elkaar: hoe verzorgend de moeder, hoe afhankelijker het kind en
andersom: circulariteit (cfr. cybernetica)
Bv. heel wat mensen met alcoholverslaving komen hierin terecht, afhankelijkheid
met erg zorgende partner (niet altijd zo)
Andere belangrijke begrippen
Verliefdheid als motor van de relatie
o Ander beeld op verliefdheid (vaak omschreven als een soort
zinsbegoocheling, jezelf iets wijsmaken): iets dat dingen mogelijk maakt in
de relatie die anders niet mogelijk zijn
o In langdurige relaties is verliefdheid ook iets dat terugkomt als een soort
ontroering waarop koppels die lang samen zijn, kunnen op terugvallen
Co-evolutie: ze evolueren samen en helpen elkaar daarbij, belang van conflicten
hierbij, niemand weet zo goed waar je op vastloopt als je partner, kan je een
spiegel voorhouden, hopelijk genoeg liefde om het te kunnen dragen
Psycho-ecologisch model: het is een ontwikkeling binnen in de context, samen
met anderen
2. GEDRAGSGERICHTE PARTNERRELATIETHERAPIE (BMT)
Gebaseerd op de leerpsychologie
Vier basismodellen in BMT
1) Onderhandelingstechnieken (Alfons van Steenwege): als jij iets voor mij doet,
zal ik iets voor jou doen. Jij maakt duidelijk wat jij wil en ik wat ik wil en dan
zorgen we ervoor dat we er allebei beter van worden
2) Vaardigheidstraining: de waarde van de communicatie wordt afgemeten aan de
hand van hoe ze overkomt
3) Acceptatie aanleren: je kan wel willen dat je partner op een aantal punten
veranderd maar een aantal zaken moet je toch gewoon accepteren
4) Zelfregulatie vergroten: zelfdiscipline vergroten bv. heel belangrijk bij
alcoholisme bv. man met probleem moet het zelf onder controle krijgen en niet
binnen de relatie brengen
47
3. EMOTIONALLY FOCUSED MARITAL THERAPY
Emoties staan centraal (niet het leren), de mate waarin ze gedeeld kunnen worden
binnen de relatie
Hechting
EF PARTNERTHERAPIE
een veilige therapeutische context creëren
drie fasen
Fase 1 - Deëscalatie van negatieve cycli
Fase 2 - Bevorderen van nieuwe cycli van emotionele bereidheid en
bereikbaarheid
Fase 3 – Consolidatie (van in de sessie naar huis)
Wellicht meest onderzochte van de verschillende modellen, de evidentie hiervoor is
groot, zelfs groter dan BMT
Ook kind mee in rekening brengen
Filmpje
Hoe nemen beide partners posities in die elkaar beïnvloeden: collusie, circulariteit
Vaak te maken met hechting
Verschil in manier waarmee ze met conflicten omgaan: man is heel rationeel, vrouw
geeft kritiek en man geeft redenen waarom het werk zo belangrijk is (meerderheid
van dit soort probleem dan andersom)
Pursuing patroon: de ene wilt meer afstand en de andere minder, de ene gaat weg
en de andere volgt, balans autonomie-verbondenheid, partners kunnen hierin
verschillen, één van beide gaat lopen
Oefening: partners elk aan ene kant van de ruimte en dan stappen tot elkaar zetten
tot het een goede afstand is, bij pursuing patroon vaak zo dat er verschillen zijn
tussen de partners
Zij zegt wat ze mist en hij zegt dat zij niet begrijpt hoe het is om een carrière te
hebben en daardoor neemt hij weer afstand
Zij representeert de emoties, hij de rationaliteit
In een relatie moet je de twee polen (zelfstandigheid-verbondenheid) hebben en
normaal moet je van allebei hebben maar zij nemen elk de andere pool in, dit moet
je depolariseren
Heel typisch: ze gaat naar de emoties: ‘je voelt je alleen en dat is heel pijnlijk’
vragen om dit te delen om de intimiteit al in de sessie te bevorderen, om daarna het
te verplaatsen naar buiten de sessie, belang van hier en nu om in de sessie het te
proberen
Ook een manier voor haar om te zien wat er mee gaat gebeuren, hoe het koppel
hiermee omgaat
Gaat terug naar verleden : haar vader liet hun gezin ook continu verhuizen
Er komt een nieuwe emotie: kwaadheid en die wordt ook naar voor gehaald en zo
gaat men de negatieve circulariteit onderzoeken
48
Vrouw praat over hoe het voor haar was om alleen met de zieke baby te zijn en over
hoe hij haar niet begrijpt: kritiek van vrouw en stonewalling bij man, alle empathie
komt nu van de therapeute
In cursus: terugkeren van de gedelegeerde nood: hetgene wat je eerst aan trekt
daarna gaan verwijten bv. eerst aangetrokken door de zorg en daarna verwijten dat
die persoon je klein houdt
Belangrijk om in conflicten ook te zien hoe de kinderen erbij betrokken zijn
DE PERSOON VAN DE THERAPEUT
COMPLEXITEIT VAN DE GEZINSTHERAPEUTISCHE ONTMOETING
Onder andere…
Veel informatie op korte tijd
Felle emoties in de sessie
Verschillende verhalen
Druk van cliënten om aan hun kant te staan
….
DE TAAK VAN DE THERAPEUT?
Een regisseur zijn (Minuchin)
Meerzijdige partijdigheid (Nagy)
Neutraliteit (Selvini e.a.)
Not-knowing (Anderson)
….
INTENTIONEEL?
Default position (Reimers, 2006)
Tacit knowledge/knowledge in action (Polanyi, 1975/ Schön, 1982)
Reflection in action (Schön, 1982)
Niet alles is intentioneel of bewust: je zit in de flow van het gesprek en je kan niet
alles bewust doen
Default position: er gaan momenten zijn dat je reflecteert erover maar je gaat veel
dingen op automatische piloot zijn die goed geprogrammeerd moet zijn, heel veel
impliciete kennis, je moet er niet zoveel over nadenken, de therapeut moet snel en
intuïtief denken, maar niet at random, er zit wel wijsheid en kennis in het handelen
maar dit is impliciet
Tacit knowledge: snel denken, intuïtief, niet random
Naast kennis is actie, ook reflectie in actie, er zijn momenten van reflectie, niet zo
anders dan bij individuele therapie maar toch anders omdat de opname in de flow
van interacties sterker is
49
HET BELANG VAN DE PERSOON VAN DE THERAPEUT
Preverbale communicatie: heel veel dingen die nog niet gezegd kunnen worden, is
datgene wat opgeroepen wordt in de therapeut (niet verbaal of nonverbaal), het
gevoel van de therapeut is onderdeel van de communicatie
Bron van creativiteit: Heel veel creativiteit kan ontstaan uit de therapeut: bv.
hobby’s kunnen bv. aanleiding tot metaforen geven
Zorg voor de therapeutische relatie: Stilstaan bij jezelf en de therapeutische relatie:
realistische inschatting van hoe je in de therapeutische relatie staat
Het vermijden van kolonisering: wijze waarop de therapeut macht gebruikt, belang
van zelfkritisch zijn
THERAPEUTISCHE IMPASSE
Vastzitten in therapie…
Wordt ervaren door de therapeut en door de cliënten als het verlies van gevoel
van hoop
Observeerbaar als repetitieve interacties in therapie
Impasse - meer regel dan uitzondering, Cfr. Flaskas, 2005
“Impasse is part and parcel of everyday therapy practice…it is part of the messy and
discontinuous process of change…because therapy is a very human endeavour,
periods of stuckness are often simply part of the territory of change.”
Wat doet impasse met de therapeut?
Vastzitten in een bepaald verhaal, een bepaalde kijk.
Verlies van nieuwsgierigheid/willen overtuigen
Verlies empathisch contact met de cliënten
Irritatie/verwijten/pathologiseren (t.o.v. cliënten en/of zichzelf) (als reactie
tegen een gevoel van hopeloosheid/machteloosheid?)
De therapeut heeft soms het gevoel vast te zitten in de therapie
In elke therapie zit wel één of meer momenten van impasse en pas als je daarna
jezelf de vrijheid geeft om met een supervisor die ervoor zorgt dat je verder kan
Vastzitten in een bepaalde hypothese: je moet het vanuit de verschillende
standpunten bekijken, als je hierin vast zit dan ben je niet meer nieuwsgierig naar
het verschil en dan wil je vnl. gaan overtuigen dat jouw idee het juiste is, daardoor
verlies je empathisch contact, dan ga je pathologiseren, diagnoses misbruiken of
zichzelf verwijten
Gaan elkaar beïnvloeden
Om eruit te komen: tijd voor reflectie en dan samen met iemand anders zoals
collega of supervisor
50
Model van impasse
THE THERAPIST’S INNER CONVERSATION
Wat gaat er in de therapeut om?
4 belangrijke domeinen
1) Verwerken van het verhaal van de cliënt zoals de cliënt het vertelt
2) Aandacht geven aan het proces van de cliënt bv. is hij/zij bang, verschoten, …?
3) Focussen op het eigen ervaringsproces: toont misschien iets van wat de cliënt
wil zeggen bv. zelf onder druk gezet, hierdoor kan je jezelf geruststellen, eigen
supervisor
4) Managen van het therapeutisch proces
Die vier domeinen beïnvloeden elkaar
Model van de TIC
51
HET LUISTEREN VAN DE THERAPEUT
Receptiviteit? Ja!
Woordenboek: “receptiviteit” = bereidheid om te ontvangen (in het bijzonder
indrukken of ideeën)
Maar, misschien kan er meer gezegd worden over receptiviteit?
LUISTEREN IS COMPLEX
1. Verwerken van het verhaal van de cliënt (luisteren naar het verhaal dat de cliënt
vertelt)
2. Aandacht geven aan het proces van de cliënt (luisteren naar het verhaal dat de cliënt
toont)
3. Focussen op het eigen ervaringsproces (luisteren naar het verhaal dat de cliënt je
laat ervaren)
Nieuwsgierig zijn, complex gebeuren want verschillende personen waar je
nieuwsgierig naartoe bent
Therapeut als mens in contact met anderen, niet puur protocolair: outcome
KINDEREN IN GEZINSTHERAPIE
KORNER & BROWN (1990)
Schrikt jonge therapeuten vaak af, vaak geruststelling in met ouders praten
Werken met kinderen is toch niet evident, als je dan ook aandacht moet besteden
aan hoe de andere volwassenen erover denken
Hoe komt het dat je niet met kinderen werkt: kinderen zijn lastig
Onderzoek bij Amerikaanse gezinstherapeuten…
40% nodigt nooit kinderen uit voor therapeutische sessies.
31% nodigt kinderen uit voor therapeutische sessies maar betrekt hen niet
werkelijk bij de therapie.
Kinderen zijn lastig: “Niet gemotiveerd… veel lawaai … druk … ze zeggen niets… ze
storen het gesprek… ze antwoorden niet op de vragen … ze willen niet meekomen…”
STITH, ROSEN & MCCOLLUM (1996)
Onderzoek bij kinderen (5-13 jaar)
de kinderen willen op een zinvolle wijze betrokken worden in de therapie
zelfs wanneer ze niet zelf de focus van de therapie zijn
op hun eigen manier (niet alleen praten, maar ook iets doen, actief zijn)
52
JOHNSON & THOMAS (1999)
Waarom gezinstherapeuten kinderen niet betrekken in de therapie…
Omdat de therapeut zich niet comfortabel voelt bij het kind (bijna 50% van de
gevallen van uitsluiting van kinderen)
Omdat het kind een externaliserend probleem heeft (in de plaats van een
internaliserend probleem)
Omdat het een twee-ouder gezin is (in de plaats van een één-ouder gezin)
Omdat het een probleem van volwassenen is bv. iets seksueel
Belang van de mate waarin de therapeut zich op zijn gemak voelt bij kinderen
ZONE VAN DISCOMFORT ….
De therapeut moet soms risico’s nemen en durven werken in de “zone of discomfort”
(Jim Wilson, 2007). ..het zich niet comfortabel voelen hoort bij het proces van de
gezinstherapie met kinderen…
Je moet leren werken met zone van discomfort en je moet het in kaart brengen
omdat het iets kan vertellen over wat er moeilijk loopt in het gezin bv. geen contact
krijgen, dan kan dat net zijn wat de ouders ook voelen
Via preverbale communicatie aan den lijve ondervinden hoe het is om met dat kind
om te gaan
Je moet niet de illusie hebben je continu comfortabel te voeren bij kinderen maar je
moet dan iets doen met het discomfort
TECHNIEKEN OM KINDEREN UIT TE SLUITEN
kinderen niet uitnodigen
heel de tijd met de ouders praten
heel de tijd als volwassenen praten
het kind speelgoed geven, en het laten spelen (zonder er verder aandacht aan te
besteden)
diagnose gericht zijn (observerend/objectiverend): direct de kenmerken van DSM
checken met gedrag van kind
de ouders beschuldigen (en het kind in bescherming nemen)
…
HOE KINDEREN WEL BETREKKEN?
Zorg ervoor dat het kind zich welkom voelt
Ontmoet het kind zo vroeg mogelijk in de sessie
Geef een eenvoudige omschrijving van wat therapie is
Verdraag onzekerheid en niet-weten
Respecteer de ouders, maar respecteer vooral jezelf
Durf je zone van comfort te verlaten
53
…
Goede oefening: beeld je eens in dat je een kind van zeven bent en dat je met je
ouders naar een therapeut gaat en je komt binnen en je weet niet wat je moet doen
en dan gaan ze vaak afwachten wat er gaat gebeuren bv. als mama zenuwachtig is
dan gaan ze zelf zenuwachtig worden, kijken of er iets op wijst dat er hier meer
kinderen komen of is het een plek dat je daar niet het gevoel hebt dat je welkom
bent
Uitleggen wat er te verwachten is: heel kort en in diens taal (korte aandachtspanne)
Vanaf de wachtkamer al in tunen op het kind bv. temperament
Filmpje gezin
Moeder en drie zonen en grootouder
Techniek: toverstaf: wat zou je wensen voor het gezin? Je moet je comfortabel
hierbij voelen. Kinderen zullen bv. zeggen van ik zou graag een ferrari hebben. Dan
moet je als therapeut hiermee omgaan en dan bv. vragen naar waar zou je daar
naartoe gaan en met wie ga je daarnaar toe van het gezin en met wie ben je daar al
geweest?
Jongste zoon twijfelt geen probleem: kunnen later terug komen als hij erover
heeft nagedacht
Oudste zoon praat als therapeut, sprake van parentificatie?
Middelste zoon: wil niet, ik ga niet toveren met een toverstaf die niet werkt: hoge
verwachtingen want ik wil dat het echt werkt
Dit soort van technieken is maar een hulpmiddel, jij bent als persoon het
belangrijkste
Monitoring als verbindend element
tussen onderzoek & praktijk in RGT
Practicum Relatie- en Gezinstherapie, 26-11-2012
Karine Van Tricht & Prof. Dr. P. Rober
I. EVIDENCE BASED PRACTICE
“Evidence-based practice in psychology (EBPP) is the integration of
the best available research with clinical expertise in the context of
patient characteristics, culture, and preferences” (APA Presidential
Task Force, 2006, p. 273)
Onderzoeksevidentie – (unieke) cliënt – klinische expertise/ervaring
van de therapeut
Integratie beste onderzoeksmateriaal en klinische expertise rekening houdend met
een aantal cliëntkenmerken.
54
WAT IS EVIDENTIE? TOP-DOWN
Veel onderzoek gaan doen naar wat werkt. Modellen gaan onderzoeken.
Behandelingsgeoriënteerd onderzoek
RCT als ‘golden standard’
Psychologie vs. geneeskunde: men wou dezelfde criteria gebruiken
Psychotherapie vs. geneesmiddel
Eigenheid en complexiteit van psychotherapie vs alle variabelen controleren/
randomiseren behalve de behandeling (OV)
Externe validiteit: veralgemeenbaarheid?
Geen comorbiditeit, handleidingen, geen responsiviteit
Conservatief: confirmatie of niet, geen exploratie of innovatie
EFFECTONDERZOEK
Psychotherapie werkt!
80% van de behandelde populatie is beter af dan de onbehandelde groep (Duncan
et. al., 2010)
Maar geen verbetering sinds de invoering van EBP: hadden we wel verwacht na zo
veel investering
Onderlinge (model)verschillen verwaarloosbaar klein
‘Dodo bird’-verdict (Rosenzweig, 1936)
Verklaring?
Er zijn verschillen maar we stellen niet de goede vragen
Zelfde resultaat via verschillende veranderingsmechanismen
‘Common factors’ -hypothese (Wampold, 2001; Hubble, Duncan, & Miller, 1999;
Asay & Lambert, 1999)
GEMEENSCHAPPELIJKE FACTOREN
Psychotherapie en andere vormen van genezing: 4 factoren (Frank, 1961)
Relatie met de genezer is emotioneel geladen !
Therapeutische setting geeft geloof, vertrouwen: binnen therapeutisch kader
Geloofwaardig model, uitleg
Geloofwaardige procedure, ritueel
CONTEXTUEEL MODEL I.T.T. MEDISCH MODEL
Meta-analyse van outcome literatuur (Wampold, 2001)
8% model
70% gemeenschappelijke factoren
22% onverklaarbaar
55
NON-SPECIFIEKE FACTOREN
Relatieve bijdrage van diverse factoren aan therapieresultaat
40% cliënt en zijn omgeving/extratherapeutische factoren
30% therapeutische relatie/gemeenschappelijke factoren/
alliantie
15% model en techniek
15% hoop en verwachting
CLIËNTFACTOREN (40%)
Cliëntkenmerken
Motivatie, innerlijke kracht, intelligentie, ernst van de pathologie, leeftijd
Sociale steun, stress t.g.v. levensomstandigheden, financiële zekerheid
* Therapieën werken het best bij mensen die het het minste nodig hebben: bij mensen
die goed omringd zijn, intelligent en gemotiveerd zijn
HOOP (15%)
Tot nu toe weinig onderzocht
Essentiële factor in therapie outcome onderzoek
Het besef in behandeling te zijn, hoop op verandering, geloofwaardigheid van de
behandeling
MODEL EN TECHNIEK (15%)
Is een specifieke factor (enige specifieke, rest common)
Onderscheid ene therapie van een andere
Mogelijks wordt de relatieve bijdrage van deze factor groter bij zeer ernstige
symptomatiek
Angsten, compulsies, BN, spanningshoofdpijn, slapeloosheid (CBT)
Schizofrenie + gedragsstoornissen bij jongeren (gezinstherapie): er is enige
evidentie dat gezinstherapie hier beter bij is
THERAPEUTISCHE RELATIE (30%)
Causaal verband?
Zoals de cliënt die beleeft
Vertrouwen
Betrokkenheid
Gemeenschappelijke doelen
Persoonskenmerken van T
Flexibiliteit, eerlijkheid, respect, betrouwbaarheid, zelfzekerheid, warmte,
interesse en openheid
Therapeutische activiteiten
56
Exploreren, reflecteren, snel opmerken therapeutische succes, interpreteren,
emoties uitdrukken faciliteren, aansluiten bij de ervaring van de cliënt
CONTROVERSE
‘Forget about the model, it’s the relation’ (Hubble, Duncan & Miller, 1999)
‘Modellen blijven belangrijk omdat ze de gemeenschappelijke factoren moeten dragen’
(Sprenkle & Blow, 2004)
‘Allegiance effect’: bedenkers van het model of hun leerlingen zijn systematische
overschatters
‘Reactive measures’: de gemeten variabelen zijn zeer gevoelig aan verandering maar
niet klinisch relevant
Onevenwaardigheid tussen controle- en experimentele groep, geen neutrale
onderzoekers
THERAPEUT OF MODEL? WAT IS NU BELANGRIJK?
De persoon van de therapeut heeft meer invloed op het resultaat dan de behandeling
op zich
De variabiliteit tussen therapeuten wordt groter naarmate de problematiek van de
cliënt ernstiger is
Bij ernstigere problematiek komen de beste therapeuten bovendrijven!
DE EFFECTIEVE THERAPEUT?
Weinig of geen verband met geslacht, leeftijd, etnische achtergrond
Wel
Persoonlijk meer geïntegreerd (zelf niet te veel blinde vlekken en goed in contact
zijn met jezelf)
° goede werkrelatie: snel ontwikkelen
Aansluiten bij verwachtingen van cliënt: samen op zoek gaan
Creatief
Nieuwe, geloofwaardige alternatieven bieden
Positief ingesteld en vriendelijk
Sterk geloof in hun behandeling
Flexibel, stijl aanpassen
Modereren van emotionele arousal van cliënt (goede afstand tot emoties)
Flexibel, sensitief, aanpassen
THERAPEUTKENMERKEN
Psychische gezondheid:
Zelfvertrouwen, emotionele stabiliteit, ik-sterkte
57
Interpersoonlijke kwaliteiten:
Empathie, authenticiteit, openheid, aanvaarding
Processensitiviteit:
Alertheid voor alliantiebarsten en processtagnaties
Flexibiliteit en de bereidheid om de werkmethode af te stemmen i.f.v.
cliëntsignalen
ALLIANTIE
Unieke, persoonlijke samenwerkingsrelatie
Alliëren = het ontwikkelen en in stand houden van die samenwerkingsrelatie
Complex fenomeen waarin karakteristieken ven het behandelproces, de T en Cl(en)
mekaar gaan beïnvloeden: in RGT nog complexer
VAN EVIDENCEBASEDPRACTICE NAAR PRACTICEBASEDEVIDENCE
Hoe kunnen we de wetenschap dat goed alliëren in belangrijke mate bijdraagt aan het
resultaat van de behandeling benutten om de resultaten van de behandeling te
optimaliseren?
II. PRACTICE BASED EVIDENCE
Patiëntgeoriënteerd onderzoek
Unieke cliënt(systemen) en therapeut(en)
Holistisch bestudeerd in onderlinge samenwerking
Dagdagelijkse praktijk en werkzame ingrediënten
Systematisch case study onderzoek
Onderzoekskader als leidraad bij selectie & dataverzameling
Omvattend & gediversifieerd instrumentarium
Kwaliteitscontroles (onafhankelijke observator, interviewer)
HOE THERAPEUTEN OVER DE BRUG KRIJGEN?
Met monitoring de twee dingen bij elkaar brengen
Met monitoringsysteem aansluiten bij therapiepraktijk zoals die vandaag de dag
gebeurt, toch anders dan in experimentele setting
Zeer pragmatisch te werk gaan
Niet te veel inzoomen op eigenheden van een bepaalde therapie
Praktijkgebaseerd onderzoek: Aansluitend bij alledaagse therapierealiteit
Pragmatisch, participatief, gericht op sleutelingrediënten, pluralistische
methodologie, samenwerking
Procesgeoriënteerd onderzoek:
Wat werkt (niet)? Waarom werkt het ? Hoe verbeteren?
Onderliggende veranderingsmechanismen
58
Feedbackgestuurd onderzoek: Onmiddellijke en rechtstreekse terugkoppeling T – Cl:
op die manier komt het aanwezig in de therapiekamer
CLIËNT DIRECTED OUTCOME INFORMED (CDOI) (MILLER &
DUNCAN, 2005)
Institute for the Study of Therapeutic Change in Chicago
Partners for Change Outcome Management System (PCOMS): ORS-SRS
Monitoren van de alliantie en het resultaat
Systematische evaluatie van de alliantie: zowel proces als outcome
Zwakke alliantie bijtijds onderkennen & repareren
Effectiviteit van de behandeling
Primaire doel is de therapie beter maken
MONITORING
Systematische en herhaaldelijk (sessie per sessie) vragen naar feedback
Therapie uitkomsten en processen
Voortgangsinformatie onmiddellijk beschikbaar (belang van verbetering in begin)
Ondersteuning en aanvulling van klinische inschatting
Slechts 4% van de T kan onvoldoende vooruitgang of achteruitgang bij Cl
identificeren (Ziskin, 1995)
WERKT MONITORING?
Betere therapieresultaten (=effect)
Minder drop-out
Betere dosis-effectverhouding
Effecten blijven langer behouden (efficiëntie)
MONITORING IN RGT: CONVERSATIONAL TOOL IN DE
DIALOGISCHE ONTMOETING
RGT & EVIDENCE BASED PRACTICE
RCT’s en RGT: om (methodologische) problemen vragen
Wat is de diagnose?
Complexe behandelingen
Wie/wat is verantwoordelijk voor verandering?
Procesonderzoek
Onderzoek naar kosteneffectiviteit
59
Monitoring
Effectonderzoek
Procesonderzoek
Monitoring kan de effectiviteit van relatietherapie aanzienlijk verbeteren
(Duncan & Sparks, 2009, 2010; Reese et al., 2010; Anker, Duncan & Sparks,
2009; Duncan & Miller, 2000)
Monitoring wordt als nuttig en helpend ervaren
(Anker et al., 2011)
Monitoring draagt bij tot een betere samenwerkingsrelatie
(Sundet, 2010, 2011a, 2011b)
Kwalitatieve studies leren ons dat mensen de monitoring ook erg als behulpzaam ervaren
Hoe kan dit bijdragen tot een betere samenwerkingsrelatie? (Sundet): als tools in de
relatie
MONITORING ALS CONVERSATIONAL TOOL
Initiëren van dialogische processen:
Communicatie over wens tot (niet)veranderen: Beter spreken over de
ambivalentie over veranderen en niet veranderen
In koppels en gezinnen zijn er verschillen in motivatie tot verandering en de
monitoring instrumenten helpen hierop in te gaan
Focussing: gemakkelijker veruitwendigen wat er leeft
Structurering: ook veiligheid
Exploratie: helpt bepaalde thema’s exploreren
Meerwaarde op betrekkingsniveau
Co-constructie van een samenwerkingscultuur
Monitoringattitude
Open en receptief
Belevingsgericht
Flexibel i.f.v. cliëntperspectief
Positief ten aanzien van feedback
IMPLEMENTATIE VAN MONITORING IN RGT
60
Cliënten zijn direct aanwezig maar zij hebben ook een context. De hele tijd een
evenwicht vinden tussen het therapeutsysteem en cliëntsysteem. Idee dat er een
voortdurende interactie is tussen effect, proces en klimaat. We meten systematisch en de
resultaten hiervan gaan direct naar het therapeutsysteem en cliënten weten dat
therapeut dit te zien krijgt. Therapeut en cliënt mogen dit op elk moment naar voor
brengen.
Monitoring plaats het hier-en-nu van de gezinsinteracties op de voorgrond = een scène
voor de enactment van de gezinsdynamiek
Gezinsinteracties worden heel expliciet op de voorgrond geplaatst door monitoring binnen
de therapie te brengen. Bij bv. vaak conflicten dan zal dit ook binnen monitoring
voorkomen. Als je een gezin hebt die heel sterk hecht aan harmonie dan zal er veel
spanning ontstaan doordat iemand een afwijkend antwoord geeft.
De gesprekskamer van de therapeut als dialogische ruimte waarin een
veelheidvaan verhalen, opinies, emoties en perspectieven mekaar
ontmoeten.
Bij suïcidedreiging komt veel druk binnen en veel verantwoordelijkheid
bij de therapeut.
61
Je brengt de gezinsdynamiek in kaart.
Welke therapie-aspecten monitoren?
Outcome & proces
Keuze van de instrumenten: mag niet te belastend zijn
Uitvoerbaarheid van de meting
Individueel in mekaars aanwezigheid
Huiswerk apart
Geven van feedback
Krijgen van feedback
uitgangspunt voor gesprek uitwisseling van feedback
INTRODUCTIE VAN MONITORING IN RGT
Introductie
Het belang van de therapeutische relatie benadrukken
De eerste sessies kunnen bepalend zijn
Moeilijkheden traceren
Handvaten aanreiken
Werkwijze
Systematische, sessie per sessie evolutie volgen
Beleving van beide partners
Algemeen welbevinden & psychosociaal functioneren
Beleving van de partnerrelatie & therapeutische relatie
KEUZE VAN INSTRUMENTEN
Outcome & Session Rating Scale
Eenvoudig, betrouwbaar, valied, gebruiksvriendelijk
Visueel analoge schalen
4 items te scoren op 10-punten schaal
o Individueel, relationeel, sociaal, algemeen
o Bv. Hoe heb je jezelf gevoeld in de periode dat we elkaar niet gezien
hebben?
Voordeel: zowel versies voor volwassenen, jeugd en kinderen
Geen punten maar smiley’s voor kinderen
62
ORS
Wordt ingevuld bij het begin van de sessie
Evolutie die cliënten doormaken doorheen de sessies (=outcome meting)
Hoe is met jou gegaan terugblikkend op de periode tussen deze en vorige sessie?
Individueel: persoonlijk welbevinden
Interpersoonlijk: familiaal, intieme relaties
Sociaal: werk, school, vrienden
Algemeen: algemeen gevoel van welbevinden
Cliënten tonen dit aan mekaar en aan therapeut
SRS
Session Rating Scale
Wordt ingevuld 5 minuten voor het eind van de sessie
Hoe heb je deze sessie ervaren? (=werkalliantie meting)
Relatie/contact met de therapeut
Doelen/onderwerpen
Aanpak en/of Werkwijze
Over het geheel
Evt. wordt er volgende op teruggekomen (bij iets dat in het oog spring)
BETEKENIS VAN MONITORING VOOR DE
SAMENWERKINGSRELATIE
Mediërend instrument voor samenwerking
Conversational tools die de dialoog
Op gang brengen, in stand houden, verrijken
Systematiek van de zelfreflectie: beter te weten komen wat behulpzaam was en wat
niet, de therapeut kan denken dat iets bepaald nuttig was terwijl de cliënt dat niet zo
aanvoelde, of de cliënt kan net iets belangrijk vinden terwijl de therapeut daar niet
veel aandacht aan besteedde
Over de therapie
Zichzelf in relatie tot de ander
Reflectie en communicatie in vivo
63
HOE WERKT QIT ONLINE IN DE PRAKTIJK VAN RGT? Een demonstratie ‘in vivo’
MONITORING IN RELATIETHERAPIE: EEN PRAKTIJKVOORBEELD
Video 1:
Introduceren van monitoring a.h.v. ORS en SRS
Fragment VTS_07_1.VOB (van 7’ tot 10’46”)
Video 2:
Bespreken van feedback over het therapieresultaat a.h.v. ORS
Fragment VTS_08_1.VOB (totale duur 5’59”)
Man geeft een lage score op interpersoonlijk vlak, vrouw merkt dit op. Het thema
ontrouw duikt op en Peter exploreert wat maakt dat die score net deze week lager
wordt en een BER van 6 jaar geleden in de vierde sessie relatietherapie op tafel
komt.
Video 3:
Bespreken van feedback over de werkalliantie a.h.v. SRS
Fragment VTS_09_1.VOB (totale duur 4’29”)
Vrouw voelde zich de voorbije sessie niet begrepen en therapeut exploreert hoe hij
haar dat gevoel gegeven heeft. Zodoende wordt er ruimte gecreëerd om te spreken
over het gevoel van de vrouw ook door haar man niet begrepen te worden in de
inspanningen die ze levert om los te laten.
64
IMPLEMENTATIE UITGEBREID MONITOREN
ORS & SRS
In de sessie: apart / together
DAPP, BSI-NL, SBL, SBL+
Huiswerk: apart
In de sessie: ruimte voor dialoog
Nieuwsgierige, luisterende en zoekende houding
Feedbacksessie
Optioneel, betekenisverlening o.b.v. data
Cave! (over)classificatie, etikettering
VOORLOPIG PROTOCOL: UITGEBREID MONITOREN IN RGT
65
Vrouw schommelt erg mee met man. Man neemt bepaalde medicatie. Vrouw is erg
afhankelijk van haar man. In tweede sessie verdedigt vrouw de collega’s van haar man
waardoor man zich in de steek gelaten voelt en dan is het belangrijk om na te gaan hoe
de cliënt de houding van de therapeut percipieert.
Bij achterdocht ook de vraag stellen of dit ook binnen de therapie voorkomt en of er ook
aan de betrouwbaarheid van de therapeut getwijfeld wordt.
Laag = slecht
Beginscore ORS >25 en BSI<.07
Weinig lijdensdruk, effect van korte opname?
“Depressie weg”
Dalende score op ORS en stijgende op BSI
“Het gaat niet goed met ons, doe iets!”
Sessie 2: Max ORS maatschappelijk fct
Beide partners maken zich zorgen over het werk van Max
o Max voelt zich opzij geschoven en genegeerd
o Gerda gaat hier tegen in, hetgeen Max boos maakt
o Beiden voelen zich niet begrepen
66
Na sessie 4 ook op BSI boven de cut off
Mild klinisch niveau van psychisch disfunctioneren
RCI 1-4 en 4-7 is klinisch significant
Schaalniveau toename van:
depressiviteit
angst (enkel voor Max)
hostiliteit
interpersoonlijke sensitiviteit
achterdocht
Impact op therapeutische relatie?
67
Max & Gerda: erg gelijklopende curves
Max: Sessie 2 van 40/40 naar 25/40
SBL helpende gebeurtenissen:
“De nieuwe medicatie geeft niet het verhoopte resultaat. Ik voel me alsmaar
depressiever worden en ik was zo blij dat ik met iemand kon praten. Dit was
helpend omwille van het persoonlijk contact met de therapeut op een moment
dat ik mij eigenlijk niet goed voelde.”
Gerda: Sessie 2 van 35/40 naar 33/40
SBL helpende gebeurtenissen:
“Het feit dat er in deze sessie gepraat kon worden over de problematiek op het
werk van Max was helpend. Die problemen hebben volgens mij zeker een
negatieve invloed op de werking van de medicatie en het eigenwaardegevoel. De
confrontatie kan Max aan het denken zetten. Ik denk dat Max op dit moment te
ziek is om te werken aan een betere relatie. Alles is momenteel gericht op zijn
genezing.”
Verontrustende scores na sessie 4
Risico op drop-out of psychisch decompenseren
Tijd voor actie!
SBL zo snel mogelijk invullen en opsturen
Overleg met beider psychiater
Supervisie
Huiswerk: symbool van de kracht in hun relatie
Max voelt zich niet zozeer in de steek gelaten door T maar is zodanig depressief dat
de empathisch ondersteunende bejegening hem nauwelijks soelaas biedt.
Voor Gerda was de empathisch ondersteunende therapeut daarentegen wel een
hoopgevende factor.
MEERWAARDE VAN UITGEBREID MONITOREN
Procescommentaren
Verduidelijken beleving en verwachting v Cliënten
Helpen ter voorbereiding van de sessie
Geven mandaat voor welbepaalde T-interventies
Huiswerk als transitioneel object
Optimale (emotionele) verhoudingswijze
68
Kanaliseren van de nood aan tussentijds/exclusief contact met de Therapeut
Verantwoordelijkheid opnemen vr eigen inbreng
Optimaliseren van de afstemming
EXAMEN
Mondeling
Te kennen cursus + slides, te lezen boek, door te nemen notities
Extra slides/documenten op toledo niet in dit document
Oefening Fam Peeters (Cyb perspectief)
Person view (Chomsy vs Foucault)
Social constructionism
Wittgenstein – language game (zonder clip)
3 vragen
Focus op begrijpen
Begrippen
Voorbeelden
In eigen woorden, niet vanbuiten blokken!