3.1 Inleiding - Onderwijssite · Hoeveelheid informatieverwerking speelt hele grote rol, net zoals...

12
Hoofdstuk 3 : Geheugen 3.1 Inleiding Encoding Hoe de informatie in het geheugen komt Storage Hoe de informatie opgeslagen wordt Retrieval Hoe de informatie opnieuw opgeroepen wordt Short-term memory Korte termijn geheugen Long-term memory Lange termijn geheugen 3.2 Historisch perspectief 3.2.1 Consolidatie en verval Consolidatie Het vastzetten van een spoor in het geheugen, is fysiologisch Verval Het vervallen van dat spoor dat vastgezet was, door metabolische pro Karl lashley Engram Geheugenspoor Lesliestudies Onderzoek bij ratten waarbij men stukjes hersenen wegna waar taak gelocaliseerd was in hersenen. Leslie Stukje hersenen Gedistribueerd geheugen Geheugenspoor zit niet enkel op één plaats maar is gedist Mass action Bij leren werkt de cortex als één geheel, vele hersendelen Equipotentiality Bij hersenschade in bepaalde gebieden, neme andere geb Wilder Penfield Homunculus In kaart brengen waar verschillende functies in de hersene Donald O. Hebb Hebbian Learning Cells that wire together, fire together' Cellen die connecti Cell-assembly Groep neuronen die vaak samen actief zijn Reverberating cell-assemblies Wanneer de prikkel weg was die het vuren had veroorzaa vorm van consolidatie ( ~George Elias Müller ) - "vastzetten v 132 cellen in mediaal-temporale lob met selectieve responsen → reageren op specifieke = objecten = LT = combinatie van gelocaliseerd en gedistribueerd geheugen Grandmother cell één cel per voorwerp dat we kennen Hermann Ebbinghaus ~ Fechner Decay Verval geheugenspoor Besparingsmethode De tweede keer dat je iets overloopt om te onthouden, h → geheugenspoor vervalt niet echt! Blijft nog wat hangen → [1e x doorlopen - 2e x doorlopen] / 1e x doorlopen ∙ 1 (Recall & Recognition) Herkenning en herinnering, zijn te subjectief volgens Ebbi Retentie-interval Besparing meten op verschillene momenten tussen leren Decay-function Verval-functie van herinneren = steil in het begin en daalt Jenkins & Dallebach Decay-function slaap Tijdens slaap is er minder verval dan tijdens gewone dag

Transcript of 3.1 Inleiding - Onderwijssite · Hoeveelheid informatieverwerking speelt hele grote rol, net zoals...

Page 1: 3.1 Inleiding - Onderwijssite · Hoeveelheid informatieverwerking speelt hele grote rol, net zoals de duur van de presentatie van de informatie, het aantal presentaties en sprijding

Hoofdstuk 3 : Geheugen

3.1 Inleiding

Encoding Hoe de informatie in het geheugen komt

Storage Hoe de informatie opgeslagen wordt

Retrieval Hoe de informatie opnieuw opgeroepen wordt

Short-term memory Korte termijn geheugen

Long-term memory Lange termijn geheugen

3.2 Historisch perspectief

3.2.1 Consolidatie en verval

Consolidatie Het vastzetten van een spoor in het geheugen, is fysiologisch

Verval Het vervallen van dat spoor dat vastgezet was, door metabolische processen in hersenen

Karl lashley

Engram Geheugenspoor

Lesliestudies Onderzoek bij ratten waarbij men stukjes hersenen wegnamen na het leren van een taak om zo te kijken

waar taak gelocaliseerd was in hersenen.

Leslie Stukje hersenen

Gedistribueerd geheugen Geheugenspoor zit niet enkel op één plaats maar is gedistribueerd, uitgestrekt over hele hersenmassa

Mass action Bij leren werkt de cortex als één geheel, vele hersendelen werken samen

Equipotentiality Bij hersenschade in bepaalde gebieden, neme andere gebieden hun functie over

Wilder Penfield

Homunculus In kaart brengen waar verschillende functies in de hersenen liggen d.m.v. mapping, op een afbeelding

Donald O. Hebb

Hebbian Learning Cells that wire together, fire together' Cellen die connecties hebben, vuren ook samen

Cell-assembly Groep neuronen die vaak samen actief zijn

Reverberating cell-assemblies Wanneer de prikkel weg was die het vuren had veroorzaakt, bleef dat vuren toch nog even doorgaan, 'nazinderen'

→ vorm van consolidatie ( ~George Elias Müller ) - "vastzetten van geheugenspoor"

132 cellen in mediaal-temporale lob met selectieve responsen → reageren op specifieke = objecten = LTG want ≠ in visuele cortex! = semantisch

= combinatie van gelocaliseerd en gedistribueerd geheugen

Grandmother cell één cel per voorwerp dat we kennen

Hermann Ebbinghaus ~ Fechner

Decay Verval geheugenspoor

Besparingsmethode De tweede keer dat je iets overloopt om te onthouden, haal je er winst uit t.o.v. de eerste keer! Sneller!

→ geheugenspoor vervalt niet echt! Blijft nog wat hangen, is niet vergeten!

→ [1e x doorlopen - 2e x doorlopen] / 1e x doorlopen ∙ 100

(Recall & Recognition) Herkenning en herinnering, zijn te subjectief volgens Ebbinghaus

Retentie-interval Besparing meten op verschillene momenten tussen leren & herleren, tijd tussen inprenten en oproepen!

Decay-function Verval-functie van herinneren = steil in het begin en daalt heel langzaam na een week = echt vergeten volgens hem!

Jenkins & Dallebach

Decay-function slaap Tijdens slaap is er minder verval dan tijdens gewone dag

Page 2: 3.1 Inleiding - Onderwijssite · Hoeveelheid informatieverwerking speelt hele grote rol, net zoals de duur van de presentatie van de informatie, het aantal presentaties en sprijding

Confounding variabele Storende variabele

REM-fase Rapid-eye-movements-fase → hersenen heel erg actief! = verwerking! (~ reverberating-cell-assemblies)

Interferentie ipv verval Verstoring van het vastleggen van geheugenspoor in plaats van het wegfaden van het geheugenspoor

3.2.2 Rol van schema's

Bartlett

Seriële reproductie Doorvertellen van vreemd verhaal. Verhaal wordt zo aangepast door ons dat er betere gestalten uitkomen,

Herkenbaar maken! ≠ letterlijke registratie van leermateriaal = verwerken in schema

Schema Samenvattende geheugenrepresentatie van alels wat bij een bepalde scène of gebeurtenis hoort

Craik

Mentaal model Interne representatie van de wereld waarop men cognitieve processen kan uitvoeren, waardoor men kan

redeneren, voorspellingen maken,…

Geheugenvertekeningen door eigen inbreng!

Verbale labels

Betekenisvolle scène

Scene-(in)consistentie → free recall : open vraag welke objecten aanwezig waren → meer scène-consistente

→ recognition : herkenningstaak, objecten aanwezig of niet → zekerder bij scène-consistente

3.3 Modaal model van het geheugen

Modaal model Heel erg mainstream, wordt daarom zo genoemd.

William James

Primair geheugen ~ KTG : bewustzijn, met de informatie in actieve, bruikbare toestand "on-line" ~ Matching (H2)

Secundair geheugen ~ LTG : informatie in niet actieve-toestand, tijdelijk niet geactiveerd, opslagplaats "off-line" ~ Matching

3.3.1 Sensorieel register

Sensorieel register Systeem om informatie heel erg kort bij te houden na het verdwijnen van de prikkel

iconisch geheugen visuele modaliteit

echoïsch geheugen auditieve modaliteit

Sperling

Whole report zoveel mogelijk letters reproduceren → 4 à 5 letters reproduceren

Partial report met toon aangegeven welke rij ze moesten reproduceren → 9 letters reproduceren

→ onmiddellijk na wegnemen van de stimulus is er een goede, vrij volledige reproductie

uitlezing kan zo goed als volledig gedaan worden

3.3.2 Basiskarakteristieken van het korte-termijngeheugen

Korte-termijn geheugen KTG voor alledaagse geheugentaken, is ook werkplaats, niet enkel opslagruimte!

→ Korte duur en beperkte capaciteit

Maintenance rehearsal informatie actief houden, rehearsal = oefenen, blijven herhalen

Elaborative rehearsal Het uitwerken van de informatie en ze zo naar het LTG overdragen

Page 3: 3.1 Inleiding - Onderwijssite · Hoeveelheid informatieverwerking speelt hele grote rol, net zoals de duur van de presentatie van de informatie, het aantal presentaties en sprijding

Coding Het in verband brengen met verschillende zaken en zo over te dragen naar het LTG

Tradeoff De 3 bovenstaande processen vergen ook capaciteit!!

Brown-peterson Paradigma woorden onthouden en reproduceren na kort interval met rehearsal prevention task

rehearsal prevention task Taakje die ervoor moet zorgen dat men geen eloborative rehearsal doet, men mag de opgevraagde items dus

niet herhalen in het hoofd en ze zo onthouden = echt de capaciteit van het KTG testen!

Verassend resultaat → 2 soorten vergeten : LTG = interferentie, ≠ echt weg!

KTG = verval = echt weg!

George A. Miller

Magical number 7 ± 2 KTG kan tussen 5 en 9 objecten onthouden → onthouden van meer dan 9 woorden = LTG!!

Memory span capaciteit van het KTG

bits eenheid informatietheorie

Chunks Zinvolle, betekenisvolle eenheden zoals verwerkt door proefpersoon

Continue informatiedoorstroom vanuit KTG naar LTG

KTG "on-line"

LTG "off-line"

Chunking Dit proces kan items groeperen in grotere gehelen en de capaciteit (opvoeren in het LTG dan)

Baddeley Aard gebruikte code ~ maat van verwarbaarheid

targets&distractors testlijst Testlijst met woorden die ze eerder moesten onthouden en distractors

distractors kwamen overeen met de targetwoorden in klank of betekenis, of hadden toch helemaal geen relatie

Resultaten →fouten in korte lijsten meer bij klankconditie, fouten in lange lijsten meer bij betekenisconditie

→KTG = auditiever en LTG is semantischer!

Sternberg Retrieval uit KTG = hoe de informatie uit het KTG wordt opgeroepen

1. varied-set procedure 1-6 items aangeboden aan constant tempo gevolgd door kort interval en achteraf een item om te oordelen

of deze aanwezig was in de set van items

2. fixed-set procedure vooraf reeks van 1-4 items vanbuitenleren en kregen 120 proefbeurten waarbij ze moesten aangeven of

een item aanwezig was in een zekere set zat

Conclusie → serieel zoekproces aan hoge snelheid

3.3.3 Bijkomende evidentie voor het onderscheid tussen KTG en LTG

Seriële-positie effect Het beter onthouden van items uit een geordende lijst vooraan of achteraan in de reeks dan in het midden

primacy effect Het beter onthouden vooraan in een lijst

→ Het eerst in KTG, dan is er nog genoeg capaciteit om elaborative rehearsal te doen en over te dragen naar LTG

-- Het niet onthouden van het middelste deel

→ KTG stilaan overbelast, door tradeoff niet genoeg capaciteit om naar LTG over te dragen

Recency effect Het beter onthouden achteraan in een lijst

→ deze letters zitten nog net in het KTG omdat het opvragen van de items dan begint

Amnesie Geheugenverlies

retrograde amnesie Niets meer herinneren vòòr een bepaalde gebeurtenis of mogelijk niets meer kunnen onthouden op lange termijn

= amnesie in LTG

Anterograde amnesie 1. Onmiddelijke geheugencapaciteit is onder normale niveau = KTG verstoord

2. Onmiddelijke geheugencapaciteit normaal, maar onmogelijk iets voor lange periode onthouden

= verstoring van elaborative rehearsal -- geheugensteuntjes ( Memento )

Page 4: 3.1 Inleiding - Onderwijssite · Hoeveelheid informatieverwerking speelt hele grote rol, net zoals de duur van de presentatie van de informatie, het aantal presentaties en sprijding

3.3.4 Bedenkingen bij het onderscheid tussen KTG en LTG

Lengte retentie-interval Belangrijkste verschil!

Vergeten in KTG Hoe goed men zich een recente ervaring herrinnert, hangt af van het retentie-interval en mate van interferentie

Aard van code "KTG = fonologisch, LTG = semantisch" → te simplistisch

KTG kan ook semantisch zijn, LTG kan ook auditief zijn → hangt af waar we aandacht aan besteden

Seriële positie-effecten Kunnen door strategie van de persoon beïnvloed worden

→Wat iemand onthoudt hangt af van de persoon hoe goed dat iemand het verwerkt

3.4 Alternatieven voor het modaal model van het geheugen

3.4.1 Werkgeheugen i.p.v. KTG

Werkgeheugen ~ William James ≈ KTG, heeft beperkte capaciteit voor opslag en is tijdelijk

≠ KTG, KTG = opslagruimte om informatie naar LTG over te dragen, WG houdt informatie actief

Central executive controlesysteem die subsystemen controleerd om complexe taak uit te voeren en om capaciteit toe te wijzen

Dual task Meer slave systems voor verschillende taken

Slave systems Subsystemen

Phonological loop Werken met fonologische informatie

Visuo-spatial scratch pad Werken met visio-spatiale informatie

Episodische buffer Werken met episodische informatie

Dual task Paradigma 2 taken tegelijk doen, kijken naar de invloed van de performantie van de 1e taak door de 2e taak = dual task cost

3.4.2 Levels of processing i.p.v. Stage model

Levels of processing 1. Geheugen is een nevenproduct van informatieverwerking ( waarnemen en begrijpen )

2. Onthouden van gebeurtenis hangt af van de diepte van de encodering

Deep processing Semantische verwerking van informatie

Shallow processing ≠ semantische verwerking van informatie

Experiment

oriënteringstaak verschillende soorten informatieverwerking induceren

incidentele leertaak wordt niet gezegd dat er geheugentest volgt!

resultaat → semantisch > fonologisch > orthografisch

3.5 Lange-termijn geheugen

3.5.1 Opslaan - encoding

Hoeveelheid informatieverwerking speelt hele grote rol, net zoals de duur van de presentatie van de informatie, het aantal presentaties en sprijding in tijd

diepte van de informatieverwerking en zelf informatie genereren

Elaboration Mate van uitwerking

Massed Practice Zo vaak als nodig herhalen van de stof om alles perfect te reproduceren

Distribuced practice Leerproces sprieden over aantal dagen →voor zelfde tijd betere geheugen performantie!

Page 5: 3.1 Inleiding - Onderwijssite · Hoeveelheid informatieverwerking speelt hele grote rol, net zoals de duur van de presentatie van de informatie, het aantal presentaties en sprijding

Spacing effect Dat leren in gesplitte stukken in de tijd betere geheugenperformantie opleveren

Semantische codering Wordt langer onthouden! → Door elaboration = relaties leggen tussen item dat onthouden moet worden met reeds onthouden items

Congruïteitseffect Ja-zinnen worden beter onthouden dan nee-zinnen

Distinctiveness Mate waarin de cgecodeerde info het te onthouden item specifieert - belangrijke onderdelen opnoemen

→onderscheiding van het voorwerp

Von Restorff effect Item dat afwijkt van andere items in een reeks ( visueel, fonologisch, semantisch ) wordt beter onthouden!

Distinctiviteitshypothese tegengesteld aan elaboratiehypothese??

→ distinctiviteit = voorstander specifieke codering

→ elaboratie = voorstander breedte van informatieverspreiding!

BEIDE PROCESSEN SUCCESVOL!

Elaborative encoding Zoveel mogelijk kenmerken onthouden van item

Distinctive encoding Per item specifiek op één kenmerk letten en verschillen opmerken

Generatie-effect Mate waarin men info verwerkt is maximaal als men zelf verwerkt, zelf op een idee moet komen

Tip-of-the-tongue Woorden waar je net niet op kan komen, zelfs als je deze niet kan oproepen worden deze nog beter onthouden

omdat je ze zelf moest genereren!

Organisatie discrete, individuele items in grotere gehelen onderbrengen

Elaboratie = relatie tussen de te stockeren items en items die al in het geheugen zitten

Organisatie = relatie tussen de te stockeren items onderling

Materiaal-geïnduceerde organisatie onderscheid tussen de organisatie in het materiaal zelf

Clustering in recall Actieve groepering in herinneringsfase

Subjectieve organisatie Men zet de woorden die in zelfde semantische categorie zitten toch samen om beter te onthouden

Verbeelding Voorwerpen voorstellen! → beelden voor de geest halen + betekenis woord blijft beter onthouden!

→ zelfs woorden die feitelijk iets visueels voorstellen worden beter onthouden ondanks dat het niet

gevraagd wordt om deze in te beelden

Methode van loci Tijdens leerfase moet men item inbeelden en ergens in omgeving neerleggen en bij het heroproepen van het

item moet men gaan kijken in die omgeving

3.5.2 Bewaren - storage

2 Deelstructuren binnen LTG

Episodisch geheugen Specifieke gebeurtenissen → spatiaal & temporaal → waar en wanneer!

Semantisch geheugen Algemene kennis → wordt niet bijgehouden waar en wanneer deze kennis opgedaan is

SEMANTISCH GEHEUGEN

Bewaren van info in LTG → structuur semantisch geheugen

Netwerkmodellen concepten en hun interrelaties

Kenmerkmodellen concepten gestockeerd als lijst van kenmerken zonder verdere structuur

Tachable Language Comprehender

Hiërarchisch netwerk Meest algemene kennis bovenaan en minst algemene kennis onderaan

Cognitieve zuinigheid Vermijden duplicatie van kennis, alle eigenschappen van concepten worden op hoogst mogelijke niveau in hiërarchie gestockeerd

Categorie-grootte effect Hoe groter de categorie, hoe langer het zoeken duurt

PROBLEMEN → Frequentie-effecten : Snelheid waarmee we iets terugvinden meer bepaald door frequentie van het kenmerk!

→Semantische-afstandseffecten : Alle subconcepten worden gelijk behandeld, maar is niet zo, sommige vogels kunnen 'minder vogel' zijn dan andere

→Prototype : Concepten die typischer zijn voor een bepaalde categorie

Spreading activation model

Page 6: 3.1 Inleiding - Onderwijssite · Hoeveelheid informatieverwerking speelt hele grote rol, net zoals de duur van de presentatie van de informatie, het aantal presentaties en sprijding

netwerk van concepten + eig. semantische afstanden worden doorgedreven in model = hoe sterker connectie, hoe dichter bij elkaar

Activatie sterkte neemt af naarmate afstand groter wordt

PROBLEMEN → schendingen categorie-grootte effect : het is makkelijker bepaalde items in een grotere categorie onder te brengen

dit zou normaal meer tijd in beslag nemen maar dat doet het niet !!

Feature-set theory

Kennis = verz. Kenmerken → definiërende kenmeren : MOETEN aanwezig zijn om tot een bepaalde categorie te horen

→ karakteristieke kenmerken : Zijn aanvullend, maar niet noodzakelijk voor bep. Categorie, is wel typisch

Verificatievragen Kenmerken opsommen van item en van mogelijke categorie →hoe meer overeenkomst dan zal men toezeggen

= appart beslissingsproces, neemt ook veel tijd in!

Propositioneel netwerkmodel

basiseenheid = kleinst mogelijke uitspraak die op zichzelf kan staan + propositie (waar of onwaar)

→geeft proposities weer maar ook onderlinge relaties

empirsiche evidentie Hoe minder proposities in zin, hoe beter wordt onthouden

3.5.3 Oproepen - retrieval

Permanent geheugen Informatie die hier zat, zal nooit meer verdwijnen, er zal altijd iets blijven hangen

Vergeten Opgeslagen geheugen kan niet meer opgeroepen worden

Associatieve sterkte retrieval cue Cue ( aanwijzing )is effectief als hij int het verleden vaak gepaard ging met het te onthouden item

Encoding specifity ( v. retrieval cue ) Als een bep. Retrievalcue zeer specifiek samenwkam in het verleden met het op te vragen item is dit effectief

→encoding specifity meer voor episodisch geheugen en associatieve sterkte meer voor semantisch geheugen

Höffding step Gebaseerd op perceptuele gelijkenis tussen nieuwe prikkel en vroegere herinneringen

Single-process theory (1PT) Het juiste item wordt meteen en automatisch uit het LTG gehaald

Dual-process theory (2PT) juiste item wordt meteen en automatisch uit LTG gehaald + extra beslissingsproces

Herkenning & Herinnering Vergelijken (Recognition & recall)

2PT

Herinnering →Eerst genereren van een mogelijk item uit het geheugen, daarna het herkennen van het item of verifiëren

→Hoog frequente woorden worden beter herinnerd dan laagfrequente woorden

Herkennen →Enkel het herkennen of verifiëren van het voorwerp

→Hoog frequente woorden worden minder goed herinnerd dan laagfrequente woorden

1PT

Herinnering & Herkennen →Oproepen van informatie verloopt op zelfde manier! Herkenning is wel makkelijker omdat deze de beste

retrieval cue in deze conditie aangeboden wordt

→Cue switching van leerfase naar testfase geeft probleem!

Page 7: 3.1 Inleiding - Onderwijssite · Hoeveelheid informatieverwerking speelt hele grote rol, net zoals de duur van de presentatie van de informatie, het aantal presentaties en sprijding

Het vervallen van dat spoor dat vastgezet was, door metabolische processen in hersenen

Onderzoek bij ratten waarbij men stukjes hersenen wegnamen na het leren van een taak om zo te kijken

Geheugenspoor zit niet enkel op één plaats maar is gedistribueerd, uitgestrekt over hele hersenmassa

Bij leren werkt de cortex als één geheel, vele hersendelen werken samen

Bij hersenschade in bepaalde gebieden, neme andere gebieden hun functie over

In kaart brengen waar verschillende functies in de hersenen liggen d.m.v. mapping, op een afbeelding

Cells that wire together, fire together' Cellen die connecties hebben, vuren ook samen

Wanneer de prikkel weg was die het vuren had veroorzaakt, bleef dat vuren toch nog even doorgaan, 'nazinderen'

→ vorm van consolidatie ( ~George Elias Müller ) - "vastzetten van geheugenspoor"

132 cellen in mediaal-temporale lob met selectieve responsen → reageren op specifieke = objecten = LTG want ≠ in visuele cortex! = semantisch

De tweede keer dat je iets overloopt om te onthouden, haal je er winst uit t.o.v. de eerste keer! Sneller!

→ geheugenspoor vervalt niet echt! Blijft nog wat hangen, is niet vergeten!

→ [1e x doorlopen - 2e x doorlopen] / 1e x doorlopen ∙ 100

Herkenning en herinnering, zijn te subjectief volgens Ebbinghaus

Besparing meten op verschillene momenten tussen leren & herleren, tijd tussen inprenten en oproepen!

Verval-functie van herinneren = steil in het begin en daalt heel langzaam na een week = echt vergeten volgens hem!

Page 8: 3.1 Inleiding - Onderwijssite · Hoeveelheid informatieverwerking speelt hele grote rol, net zoals de duur van de presentatie van de informatie, het aantal presentaties en sprijding

Rapid-eye-movements-fase → hersenen heel erg actief! = verwerking! (~ reverberating-cell-assemblies)

Verstoring van het vastleggen van geheugenspoor in plaats van het wegfaden van het geheugenspoor

Doorvertellen van vreemd verhaal. Verhaal wordt zo aangepast door ons dat er betere gestalten uitkomen,

Herkenbaar maken! ≠ letterlijke registratie van leermateriaal = verwerken in schema

Samenvattende geheugenrepresentatie van alels wat bij een bepalde scène of gebeurtenis hoort

Interne representatie van de wereld waarop men cognitieve processen kan uitvoeren, waardoor men kan

→ free recall : open vraag welke objecten aanwezig waren → meer scène-consistente

→ recognition : herkenningstaak, objecten aanwezig of niet → zekerder bij scène-consistente

~ KTG : bewustzijn, met de informatie in actieve, bruikbare toestand "on-line" ~ Matching (H2)

~ LTG : informatie in niet actieve-toestand, tijdelijk niet geactiveerd, opslagplaats "off-line" ~ Matching

Systeem om informatie heel erg kort bij te houden na het verdwijnen van de prikkel

zoveel mogelijk letters reproduceren → 4 à 5 letters reproduceren

met toon aangegeven welke rij ze moesten reproduceren → 9 letters reproduceren

→ onmiddellijk na wegnemen van de stimulus is er een goede, vrij volledige reproductie

KTG voor alledaagse geheugentaken, is ook werkplaats, niet enkel opslagruimte!

informatie actief houden, rehearsal = oefenen, blijven herhalen

Het uitwerken van de informatie en ze zo naar het LTG overdragen

Page 9: 3.1 Inleiding - Onderwijssite · Hoeveelheid informatieverwerking speelt hele grote rol, net zoals de duur van de presentatie van de informatie, het aantal presentaties en sprijding

Het in verband brengen met verschillende zaken en zo over te dragen naar het LTG

woorden onthouden en reproduceren na kort interval met rehearsal prevention task

Taakje die ervoor moet zorgen dat men geen eloborative rehearsal doet, men mag de opgevraagde items dus

niet herhalen in het hoofd en ze zo onthouden = echt de capaciteit van het KTG testen!

KTG kan tussen 5 en 9 objecten onthouden → onthouden van meer dan 9 woorden = LTG!!

Zinvolle, betekenisvolle eenheden zoals verwerkt door proefpersoon

Dit proces kan items groeperen in grotere gehelen en de capaciteit (opvoeren in het LTG dan)

Testlijst met woorden die ze eerder moesten onthouden en distractors

kwamen overeen met de targetwoorden in klank of betekenis, of hadden toch helemaal geen relatie

→fouten in korte lijsten meer bij klankconditie, fouten in lange lijsten meer bij betekenisconditie

Retrieval uit KTG = hoe de informatie uit het KTG wordt opgeroepen

1-6 items aangeboden aan constant tempo gevolgd door kort interval en achteraf een item om te oordelen

vooraf reeks van 1-4 items vanbuitenleren en kregen 120 proefbeurten waarbij ze moesten aangeven of

Het beter onthouden van items uit een geordende lijst vooraan of achteraan in de reeks dan in het midden

→ Het eerst in KTG, dan is er nog genoeg capaciteit om elaborative rehearsal te doen en over te dragen naar LTG

→ KTG stilaan overbelast, door tradeoff niet genoeg capaciteit om naar LTG over te dragen

→ deze letters zitten nog net in het KTG omdat het opvragen van de items dan begint

Niets meer herinneren vòòr een bepaalde gebeurtenis of mogelijk niets meer kunnen onthouden op lange termijn

1. Onmiddelijke geheugencapaciteit is onder normale niveau = KTG verstoord

2. Onmiddelijke geheugencapaciteit normaal, maar onmogelijk iets voor lange periode onthouden

= verstoring van elaborative rehearsal -- geheugensteuntjes ( Memento )

Page 10: 3.1 Inleiding - Onderwijssite · Hoeveelheid informatieverwerking speelt hele grote rol, net zoals de duur van de presentatie van de informatie, het aantal presentaties en sprijding

Hoe goed men zich een recente ervaring herrinnert, hangt af van het retentie-interval en mate van interferentie

KTG kan ook semantisch zijn, LTG kan ook auditief zijn → hangt af waar we aandacht aan besteden

Kunnen door strategie van de persoon beïnvloed worden

→Wat iemand onthoudt hangt af van de persoon hoe goed dat iemand het verwerkt

≈ KTG, heeft beperkte capaciteit voor opslag en is tijdelijk

≠ KTG, KTG = opslagruimte om informatie naar LTG over te dragen, WG houdt informatie actief

controlesysteem die subsystemen controleerd om complexe taak uit te voeren en om capaciteit toe te wijzen

2 taken tegelijk doen, kijken naar de invloed van de performantie van de 1e taak door de 2e taak = dual task cost

1. Geheugen is een nevenproduct van informatieverwerking ( waarnemen en begrijpen )

2. Onthouden van gebeurtenis hangt af van de diepte van de encodering

Hoeveelheid informatieverwerking speelt hele grote rol, net zoals de duur van de presentatie van de informatie, het aantal presentaties en sprijding in tijd

Zo vaak als nodig herhalen van de stof om alles perfect te reproduceren

Leerproces sprieden over aantal dagen →voor zelfde tijd betere geheugen performantie!

Page 11: 3.1 Inleiding - Onderwijssite · Hoeveelheid informatieverwerking speelt hele grote rol, net zoals de duur van de presentatie van de informatie, het aantal presentaties en sprijding

Dat leren in gesplitte stukken in de tijd betere geheugenperformantie opleveren

Wordt langer onthouden! → Door elaboration = relaties leggen tussen item dat onthouden moet worden met reeds onthouden items

Mate waarin de cgecodeerde info het te onthouden item specifieert - belangrijke onderdelen opnoemen

Item dat afwijkt van andere items in een reeks ( visueel, fonologisch, semantisch ) wordt beter onthouden!

Per item specifiek op één kenmerk letten en verschillen opmerken

Mate waarin men info verwerkt is maximaal als men zelf verwerkt, zelf op een idee moet komen

Woorden waar je net niet op kan komen, zelfs als je deze niet kan oproepen worden deze nog beter onthouden

discrete, individuele items in grotere gehelen onderbrengen

= relatie tussen de te stockeren items en items die al in het geheugen zitten

Men zet de woorden die in zelfde semantische categorie zitten toch samen om beter te onthouden

Voorwerpen voorstellen! → beelden voor de geest halen + betekenis woord blijft beter onthouden!

→ zelfs woorden die feitelijk iets visueels voorstellen worden beter onthouden ondanks dat het niet

Tijdens leerfase moet men item inbeelden en ergens in omgeving neerleggen en bij het heroproepen van het

Specifieke gebeurtenissen → spatiaal & temporaal → waar en wanneer!

Algemene kennis → wordt niet bijgehouden waar en wanneer deze kennis opgedaan is

concepten gestockeerd als lijst van kenmerken zonder verdere structuur

Meest algemene kennis bovenaan en minst algemene kennis onderaan

Vermijden duplicatie van kennis, alle eigenschappen van concepten worden op hoogst mogelijke niveau in hiërarchie gestockeerd

→ Frequentie-effecten : Snelheid waarmee we iets terugvinden meer bepaald door frequentie van het kenmerk!

→Semantische-afstandseffecten : Alle subconcepten worden gelijk behandeld, maar is niet zo, sommige vogels kunnen 'minder vogel' zijn dan andere

→Prototype : Concepten die typischer zijn voor een bepaalde categorie

Page 12: 3.1 Inleiding - Onderwijssite · Hoeveelheid informatieverwerking speelt hele grote rol, net zoals de duur van de presentatie van de informatie, het aantal presentaties en sprijding

semantische afstanden worden doorgedreven in model = hoe sterker connectie, hoe dichter bij elkaar

→ schendingen categorie-grootte effect : het is makkelijker bepaalde items in een grotere categorie onder te brengen

dit zou normaal meer tijd in beslag nemen maar dat doet het niet !!

→ definiërende kenmeren : MOETEN aanwezig zijn om tot een bepaalde categorie te horen

→ karakteristieke kenmerken : Zijn aanvullend, maar niet noodzakelijk voor bep. Categorie, is wel typisch

Kenmerken opsommen van item en van mogelijke categorie →hoe meer overeenkomst dan zal men toezeggen

= kleinst mogelijke uitspraak die op zichzelf kan staan + propositie (waar of onwaar)

Hoe minder proposities in zin, hoe beter wordt onthouden

Informatie die hier zat, zal nooit meer verdwijnen, er zal altijd iets blijven hangen

Opgeslagen geheugen kan niet meer opgeroepen worden

Cue ( aanwijzing )is effectief als hij int het verleden vaak gepaard ging met het te onthouden item

Als een bep. Retrievalcue zeer specifiek samenwkam in het verleden met het op te vragen item is dit effectief

Gebaseerd op perceptuele gelijkenis tussen nieuwe prikkel en vroegere herinneringen

Het juiste item wordt meteen en automatisch uit het LTG gehaald

juiste item wordt meteen en automatisch uit LTG gehaald + extra beslissingsproces

→Eerst genereren van een mogelijk item uit het geheugen, daarna het herkennen van het item of verifiëren

→Hoog frequente woorden worden beter herinnerd dan laagfrequente woorden

→Hoog frequente woorden worden minder goed herinnerd dan laagfrequente woorden

→Oproepen van informatie verloopt op zelfde manier! Herkenning is wel makkelijker omdat deze de beste