Interview met sportieve vaders

2
NUMMER 2 - MEI 2010 16 ADMBinfo ADMBEELD Ik veronderstel dat er hier twee trotse vaders zitten? Daniel: Ja, absoluut. Zijn tweede plaats is prachtig, want iedereen piekt naar het WK natuurlijk (lacht). Johan: Zo’n kampioenschappen zijn dé afspraken van het seizoen! D: Je mag het WK zeker niet onderschatten. Het is moeilijk want het kampioenschap vindt plaats op het einde van het seizoen, net als op de weg. Je bent al wat uitgeblust en je moet dan nog proberen te pieken naar die ene wedstrijd. En de kampioen kan zijn trui dan niet meer showen tijdens het seizoen, of toch slechts een paar keer. Hadden jullie verwacht dat jullie zonen zo hoog konden eindigen? D: Op het BK hoopten we op een podiumplaats, maar op het WK was dit voor mij toch een verras- sing. Het feit dat hij nooit vermeld werd bij de kans- hebbers voor het podium heeft hem gestimuleerd. Een gebeten hond kan ietske meer hé (lacht). J: Maarten was topfavoriet, dus we hadden het ver- wacht. Maar de wedstrijd moet nog altijd gereden worden, je weet nooit wat er gebeurt. Wanneer kozen ze voor hun sport? J: In oktober 2003 ging Maarten mee met zijn zus Marjolijn om shorttrack te proberen. Marjolijn is on- dertussen gestopt met shorttrack, en Maarten doet het dus nog altijd. Hij deed shorttrack aanvankelijk als training voor het skeeleren, voornamelijk om zijn bochtenwerk te verbeteren. Nu is het omgekeerd: hij doet shorttrack in competitie en skeeleren als trai- ning. D: Klaas is begonnen met koersen als laatste jaar aspirant op de weg. Vanaf de nieuwelingen com- bineerde hij de weg en het veld tot bij de beloften. Daarna koos hij voor de cross, want het veld lag hem beter. Ieder jaar maakte hij progressie en dat was een stimulans om de cross voor te nemen. Vlak voor zijn 24ste verjaardag kreeg hij een profcontract. Als training fietst hij op de weg, maar dat zien de men- sen niet. Natuurlijk zal hij zich altijd eens proberen te tonen, zeker in ritten met enkele beklimmingen, want dan voelt hij zich in zijn sas. Vorig jaar reed hij tijdens de Ronde van België op La Redoute nog weg van de rest. Hoe combineren ze hun sport met school? J: Maarten heeft een topsportstatuut. Het enige wat men daarvoor in ruil vraagt, is een medaille op het Belgisch Kampioenschap. Goud, zilver of brons speelt geen rol, maar het moet een medaille zijn. Als hij het niet haalt, verliest hij zijn sportstatuut. Tot nu toe stond hij elk jaar vlot op het podium. Maarten, nu 21 jaar, zit nu in het derde jaar industrieel ingeni- eur elektronica en wil verder studeren voor burgerlijk ingenieur. Hij kan sport en school perfect combine- ren. Hij heeft één keer een examen moeten uitstellen, voor het EK in Dresden. Twee dagen nadat hij thuis kwam deed hij zijn examen. Hij SMS’te naar mijn vrouw: “ik heb 19 op 20”. En tussen haakjes stond er: “ik moet nog meer gaan schaatsen tijdens de exa- mens” (lacht). Mijn dochter Marjolijn deed vroeger ook aan shorttrack en mijn dochter Marieke schaatst nu ook. Ze haalde brons op het BK, maar, om eerlijk te zijn, er waren maar drie deelnemers. Maar hier vragen ze meestal niet naar (lacht). Voor Maarten is en blijft shorttrack een hobby. Geld verdien je er alleszins niet mee: het shorttrack kent geen sponso- ring, ploegensysteem of prijzengeld. Zelfs voor het Belgisch Kampioenschap krijg je enkel een medaille. D: Klaas is gaan werken tot hij een profcontract kreeg, en dat kunnen niet veel profwielrenners zeg- gen. Op het moment dat hij prof werd, heeft hij nog een grote stap vooruit kunnen zetten, want vanaf dan kon hij zich volledig toeleggen op trainen en rusten. Van zijn hobby maakte hij zijn beroep. Het is een grote investering geweest, maar nu verdient hij goed zijn brood en kan hij terugvallen op een ploeg die al het materiaal levert, namelijk vier fietsen en twaalf paar wielen. De startgelden zijn in het veldrijden enorm belangrijk. Na zijn tweede plaats op het WK is zijn startgeld wat gestegen, maar nog bijlange niet tot het niveau van Albert, Nys of Stybar. ADMB achter de coulissen van het veldrijden en shorttrack ADMB had een sportief gesprek met de vaders van Klaas Vantornout, zilver op WK veldrijden, en Maarten Slembrouck, Belgisch Kampioen shorttrack. ADMB is via sponsoring actief in de sportwereld door haar naam te verbinden aan onder andere Cercle Brugge, de atletiekclub KAA Gent en de volgende editie van de Zesdaagse van Gent. Maar dit is klein bier in vergelijking met de ervaring die enkele personeelsleden van ADMB in deze wereld hebben. ADMB had een gesprek met Daniel Vantornout, vader van Klaas (veldrijder, 2de op WK veldrijden Tabor 2010), en Johan Slembrouck, vader van Maarten (shorttrack-schaatser, Belgisch Kampioen 2010). Beide staan op de payroll van ADMB en werken bij Zenito Sociaal Verzekeringsfonds. Daniel staat in voor de sociale begeleiding van klanten en Johan is klantverantwoordelijke. PIETER STAELENS Communicatiemedewerker ADMB Maarten Slembrouck

description

ADMB sprak met de vaders van Klaas Vantornout (2de WK Veldrijden 2010) en Maarten Slembrouck (BK Shorttrack 2010), beide op de payroll van ADMB.

Transcript of Interview met sportieve vaders

NUMMER 2 - MEI 201016 ADMBinfo

A D M B E E L D

Ik veronderstel dat er hier twee trotse vaders zitten?

Daniel: Ja, absoluut. Zijn tweede plaats is prachtig, want iedereen piekt naar het WK natuurlijk (lacht).Johan: Zo’n kampioenschappen zijn dé afspraken van het seizoen!D: Je mag het WK zeker niet onderschatten. Het is moeilijk want het kampioenschap vindt plaats op het einde van het seizoen, net als op de weg. Je bent al wat uitgeblust en je moet dan nog proberen te pieken naar die ene wedstrijd. En de kampioen kan zijn trui dan niet meer showen tijdens het seizoen, of toch slechts een paar keer.

Hadden jullie verwacht dat jullie zonen zo hoog konden eindigen?

D: Op het BK hoopten we op een podiumplaats, maar op het WK was dit voor mij toch een verras-sing. Het feit dat hij nooit vermeld werd bij de kans-

hebbers voor het podium heeft hem gestimuleerd. Een gebeten hond kan ietske meer hé (lacht). J: Maarten was topfavoriet, dus we hadden het ver-wacht. Maar de wedstrijd moet nog altijd gereden worden, je weet nooit wat er gebeurt.

Wanneer kozen ze voor hun sport?

J: In oktober 2003 ging Maarten mee met zijn zus Marjolijn om shorttrack te proberen. Marjolijn is on-dertussen gestopt met shorttrack, en Maarten doet het dus nog altijd. Hij deed shorttrack aanvankelijk als training voor het skeeleren, voornamelijk om zijn bochtenwerk te verbeteren. Nu is het omgekeerd: hij doet shorttrack in competitie en skeeleren als trai-ning. D: Klaas is begonnen met koersen als laatste jaar aspirant op de weg. Vanaf de nieuwelingen com-bineerde hij de weg en het veld tot bij de beloften. Daarna koos hij voor de cross, want het veld lag hem beter. Ieder jaar maakte hij progressie en dat was een stimulans om de cross voor te nemen. Vlak voor zijn 24ste verjaardag kreeg hij een profcontract. Als training fi etst hij op de weg, maar dat zien de men-

sen niet. Natuurlijk zal hij zich altijd eens proberen te tonen, zeker in ritten met enkele beklimmingen, want dan voelt hij zich in zijn sas. Vorig jaar reed hij tijdens de Ronde van België op La Redoute nog weg van de rest.

Hoe combineren ze hun sport met school?

J: Maarten heeft een topsportstatuut. Het enige wat men daarvoor in ruil vraagt, is een medaille op het Belgisch Kampioenschap. Goud, zilver of brons speelt geen rol, maar het moet een medaille zijn. Als hij het niet haalt, verliest hij zijn sportstatuut. Tot nu toe stond hij elk jaar vlot op het podium. Maarten, nu 21 jaar, zit nu in het derde jaar industrieel ingeni-eur elektronica en wil verder studeren voor burgerlijk ingenieur. Hij kan sport en school perfect combine-ren. Hij heeft één keer een examen moeten uitstellen, voor het EK in Dresden. Twee dagen nadat hij thuis kwam deed hij zijn examen. Hij SMS’te naar mijn vrouw: “ik heb 19 op 20”. En tussen haakjes stond er: “ik moet nog meer gaan schaatsen tijdens de exa-mens” (lacht). Mijn dochter Marjolijn deed vroeger ook aan shorttrack en mijn dochter Marieke schaatst nu ook. Ze haalde brons op het BK, maar, om eerlijk te zijn, er waren maar drie deelnemers. Maar hier vragen ze meestal niet naar (lacht). Voor Maarten is en blijft shorttrack een hobby. Geld verdien je er alleszins niet mee: het shorttrack kent geen sponso-ring, ploegensysteem of prijzengeld. Zelfs voor het Belgisch Kampioenschap krijg je enkel een medaille.D: Klaas is gaan werken tot hij een profcontract kreeg, en dat kunnen niet veel profwielrenners zeg-gen. Op het moment dat hij prof werd, heeft hij nog een grote stap vooruit kunnen zetten, want vanaf dan kon hij zich volledig toeleggen op trainen en rusten. Van zijn hobby maakte hij zijn beroep. Het is een grote investering geweest, maar nu verdient hij goed zijn brood en kan hij terugvallen op een ploeg die al het materiaal levert, namelijk vier fi etsen en twaalf paar wielen. De startgelden zijn in het veldrijden enorm belangrijk. Na zijn tweede plaats op het WK is zijn startgeld wat gestegen, maar nog bijlange niet tot het niveau van Albert, Nys of Stybar.

ADMB achter de coulissen van het veldrijden en shorttrackADMB had een sportief gesprek met de vaders van Klaas Vantornout, zilver op WK veldrijden, en Maarten Slembrouck, Belgisch Kampioen shorttrack.ADMB is via sponsoring actief in de sportwereld door haar naam te verbinden aan onder andere Cercle Brugge, de atletiekclub KAA Gent en de volgende editie van de Zesdaagse van Gent. Maar dit is klein bier in vergelijking met de ervaring die enkele personeelsleden van ADMB in deze wereld hebben. ADMB had een gesprek met Daniel Vantornout, vader van Klaas (veldrijder, 2de op WK veldrijden Tabor 2010), en Johan Slembrouck, vader van Maarten (shorttrack-schaatser, Belgisch Kampioen 2010). Beide staan op de payroll van ADMB en werken bij Zenito Sociaal Verzekeringsfonds. Daniel staat in voor de sociale begeleiding van klanten en Johan is klantverantwoordelijke.

PIETER STAELENSCommunicatiemedewerker ADMB

Maarten Slembrouck

NUMMER 2 - MEI 2010 17ADMBinfo

A D M B E E L D

Gaan jullie altijd supporteren?

J: Zoveel mogelijk, nu wel iets minder dan vroeger. Maar als we kunnen, gaan we graag mee. We zijn vaak op reis geweest in functie van zijn sport, maar zo zie je tenminste iets van de wereld. Wie gaat er anders naar Dresden bijvoorbeeld, een hele mooie stad! Maarten is ondertussen al oud genoeg om zijn plan te trekken.D: Iedere wedstrijd wordt Klaas vergezeld van min-stens drie personen, namelijk twee materiaalmees-ters en één verzorger. Ik ben als materiaalmeester verantwoordelijk om met de camper het materiaal van Klaas naar de wedstrijd te brengen, het mate-riaal klaar te zetten, te kuisen nadien en om tijdens de wedstrijd in de materiaalzone klaar te staan. We nemen veel materiaal mee: vier fi etsen, zestien paar wielen, materiaal, hogedrukreiniger, ... De verste verplaatsing is Treviso in Italië, een kleine 1400 ki-lometer. Ik heb geluk dat het altijd in het weekend is, maar ik doe dat sowieso graag. En zeker als de resultaten er zijn (lacht). Ik zal proberen in de winter de camper eens mee te brengen naar het werk, zo kan iedereen zien hoe het in zijn werk gaat.Ik heb één keer per ongeluk een paar reservewie-len van Stybar meegehad (lacht). Het waren er van hetzelfde merk en ik dacht dat het wielen van Klaas waren, tot één van de verzorgers van Stybar kwam aanlopen…

Hoe beleef je zo’n wedstrijd? Zijn jullie nog nerveus?

J: ik niet, dat went wel. D: Er moet positieve stress zijn, maar eens de wed-strijd bezig is, valt dat wel mee. J: Er zijn mensen die daar van afzien hoor, dat zie ik ook wel. Hij heeft wel één keer een schaatsmes van een voorganger in zijn aangezicht gehad, juist onder zijn ogen. Het risico van vallen zit er altijd in, maar tot nu toe valt het heel goed mee. D: In het veldrijden is vallen schering en inslag. Deze winter was het veld vaak bevroren met een laag dooi en dat is aartsgevaarlijk. Soms, zoals op het BK, moet je hopen dat ze recht blijven. Op het WK heeft Klaas geen enkele fout gemaakt, in tegenstel-

ling tot bijvoorbeeld Nys. Hoe meer je vermoeid raakt, hoe vlugger je een fout zal maken.

Wat zijn de sterke punten van Klaas en Maarten?

D: Het feit dat hij ondanks zijn grootte ongeveer ie-der parcours aankan. In het begin was hij allergisch aan een bevroren parcours, maar op het BK en WK was daar niets van te merken. Op steile trappen of lange loopstroken is hij in zijn sas, daar komt zijn lange tred wel van pas. En Klaas maakt altijd een goede bandenkeuze. Zelfs Vervecken, met al zijn er-varing, kwam voor iedere wedstrijd, ook zijn laatste, vragen aan Klaas met welke tubes hij ging rijden en hoeveel druk erop zat (lacht). J: Maarten heeft ook als nadeel dat hij groot is. Dat schaatsmes is slechts 2 à 3mm dik en je gaat maar

op één mes door zo’n bocht, wat zeker niet evident is. Het is gekromd naar binnen om beter de bochten aan te kunnen. Toen Maarten zestien was, heeft hij daarvoor een wiskundige formule bedacht (lacht). Maarten heeft een sterke uithouding en een techniek die nooit verloren geraakt op het ijs. Shorttrack is een technische sport en er wordt dan ook serieus op getraind.

Hoe belangrijk is sportsponsoring voor de sport?

D: Het is belangrijk dat ploegen sponsoring krijgen om de renners en het materiaal te kunnen betalen. Het is enorm belangrijk dat er goede prestaties komen van de renners om de sponsors te kunnen behouden, want de contracten zijn altijd maar voor twee jaar geldig. Klaas scoort op dat vlak goed, want hij heeft zeventien keer op het podium gestaan. Uit een enquête bleek dat 83% van de respondenten Sunweb, ploegsponsor van Klaas, kent via de cross. Bovendien is hun omzet vorig jaar met 21% geste-gen, en dat in een crisisjaar.

Hebben jullie nog tips voor ouders van jonge topsporters?

J: De weg is lang en de verbetering komt geleidelijk. Niemand begint met een sport en staat er onmiddel-lijk. Het is belangrijk dat je dat inziet.D: En laat kinderen alstublieft hun eigen weg zoe-ken, en bijvoorbeeld rustig aan atletiek laten doen. Als je bij een goede club zit, leer je alle disciplines en kan je later een beredeneerde keuze maken. Een eenzijdige sport op jonge leeftijd is niet ideaal. Laat de kinderen zelf kiezen en dring niets op. Sommige ouders kunnen daar te fanatiek in zijn.J: Het is belangrijk dat ze sporten met plezier. Leg hen zeker geen druk op.

Blog Maarten Slembrouck: http://blog.msl-projects.be/Website Klaas Vantornout: http://users.telenet.be/vantornoutklaas/

Om haar hoofdsponsoring van Cercle Brugge nog wat in de verf te zetten, organiseerde ADMB een on-line wedstrijd. De winnaars, enkele klanten en perso-neelsleden van ADMB, mochten op 27 februari gra-tis naar de wedstrijd Cercle Brugge - Racing Genk. Als kers op de taart was er na de match in de loges een meet&greet met Hans Cornelis en Jelle Vossen, twee sterkhouders van de Brugse voetbalvereniging.

Karel Ghesquière, algemeen directeur van ADMB, besliste in onderling overleg met Cercle Brugge om de hoofdsponso-ring met twee jaar te verlengen. ADMB zal dus nog zeker tot de zomer van 2012 op de groene shirts pronken.

ADMB had een Meet & Greet met Cercle-spelers Vossen en Cornelis

Klaas Vantornout